Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid...

88
Handleiding voor installateur APH NIBE™ VVM 320 Binnenmodule IHB NL 1613-4 231349

Transcript of Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid...

Page 1: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Handleiding voorinstallateur

APH

NIBE™ VVM 320Binnenmodule

IHB NL 1613-4231349

Page 2: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

SnelgidsNavigatie

Toets OK (bevestigen/selecteren)

Toets Terug (terug/ongedaanmaken/afsluiten)Selectieknop(verplaatsen/verhogen/verlagen)

Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 42.

Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen wordt beschreven op pagina 43.

Het binnenklimaat instellen

2XMIJN INSTALLATIE

BINNENKLIMAAT WARMTAPWATER

INFO

De modus voor het instellen van de binnentemperatuur opent u door in de startmodus in het hoofdmenu tweekeer de OK-knop in te drukken.

Warmtapwatervolume verhogen

2X

1X BINNENKLIMAAT WARMTAPWATER

MIJN INSTALLATIE INFO

Om de hoeveelheid warm water tijdelijk te verhogen, draait u de selectieknop eerst naar menu 2 (waterdruppel)en drukt u vervolgens 2 keer op de OK-knop.

Bij verstoringen van het comfortIndien het comfort, op welke wijze dan ook, verstoord raakt, is er een aantal maatregelen dat u kunt nemenvoordat u contact moet opnemen met uw installateur. Zie pagina 61 voor instructies.

Page 3: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Inhoudsopgave

41 Belangrijke informatie4Veiligheidsinformatie

72 Bezorging en verwerking7Transport

7Montage

7Geleverde componenten

8Verwijderen van de buitenmantel

93 Design binnenmodule

114 Aansluiting van de leidingen11Algemene leidingaansluitingen

12Afmetingen en waterzijdige aansluitingen

14Alternatieve installatie

245 Elektrische aansluitingen24Algemeen

27Aansluitingen

29Instellingen

32Optionele aansluitingen

35Accessoires aansluiten

366 Inbedrijfstelling en afstelling36Voorbereidingen

36Vullen en ontluchten

37Inbedrijfstelling en inspectie

38De koelcurve/stooklijn instellen

40Warmtapwatercirculatie instellen

40Zwembad

40SG Ready

427 Bediening - Inleiding42Bedieningseenheid

43Menusysteem

468 Regeling - Menu's46Menu 1 - BINNENKLIMAAT

47Menu 2 - WARMTAPWATER

47Menu 3 - INFO

48Menu 4 - MIJN SYSTEEM

49Menu 5 - SERVICE

579 Service57Servicehandelingen

6110 Storingen in comfort61Infomenu binnendeel

61Alarm beheren

61Problemen oplossen

6311 Accessoires

6512 Technische gegevens65Afmetingen en aansluitingen

66Technische specificaties

69Elektrisch schema, 3 x 400 V

74Elektrisch schema, 3 x 230 V

79Elektrisch schema, 1 x 230 V

84Index

3Inhoudsopgave |NIBE™ VVM 320

Page 4: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

VeiligheidsinformatieIn deze handleiding worden de installatie- en onder-houdsprocedures voor uitvoering door specialistenbeschreven.

Dit apparaat kan worden gebruikt doorkinderen vanaf 8 jaar of door personenmet beperkingen van psychische, zintui-gelijke of lichamelijke aard, of doorpersonen met gebrek aan kennis en er-varing, wanneer zij onder toezicht staanen instructies hebben ontvangen omhet apparaat veilig te gebruiken en zijde bijkomende gevaren begrijpen. Kin-deren mogen niet met het apparaatspelen. Het reinigen en onderhoud datdoor de gebruiker mag worden uitge-voerd, kan niet zonder toezicht doorkinderen worden uitgevoerd.

Rechten om ontwerpwijzigingen doorte voeren zijn voorbehouden.

©NIBE 2016.

Symbolen

Voorzichtig!

Dit symbool duidt aan dat de machine of eenpersoon gevaar loopt.

LET OP!

Dit symbool duidt belangrijke informatie aanover wat u in de gaten moet houden tijdensonderhoud aan uw installatie.

TIP

Dit symbool duidt tips aan om het gebruik vanhet product te vergemakkelijken.

KeurmerkVVM 320 is voorzien van het CE-merk en voldoet aanIP21.

Het CE-keurmerk houdt in dat NIBE garandeert dat hetproduct voldoet aan alle relevante, uit EU-richtlijnenvoortvloeiende wet- en regelgeving ten aanzien vanhet product. Het CE-keurmerk is verplicht voor demeeste producten die in de EU worden verkocht, onge-acht het land waar ze zijn gemaakt.

IP21 houdt in dat voorwerpen met een diameter groterdan of gelijk aan 12,5 mm niet kunnen doordringenen schade kunnen veroorzaken en dat het product isbeschermd tegen verticaal vallende druppels water.

SerienummerHet serienummer vindt u links bovenop de VVM 320.

Serienummer

LET OP!

Vermeld bij contact met uw installateur altijdhet serienummer (14-cijferig).

TerugwinningLaat het afvoeren van de verpakking over aande installateur van het product of aan specialeafvalstations.

Doe gebruikte producten niet bij het normalehuishoudelijke afval. Breng het naar een speci-

aal afvalstation of naar een dealer die dit type serviceaanbiedt.

Het onjuist afvoeren van het product door de gebruikerleidt tot boetes volgens de actuele wetgeving.

Landspecifieke informatie

Handleiding voor installateur

Deze installatiehandleiding moet bij de klant wordenachtergelaten.

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 1 | Belangrijke informatie4

1 Belangrijke informatie

Page 5: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Inspectie van de installatieVolgens de geldende voorschriften moet de verwarmingsinstallatie aan een inspectie worden onderworpen voordatdeze in gebruik wordt genomen. De inspectie moet door een daartoe bevoegd persoon worden uitgevoerd. Vul depagina met informatie over installatiegegevens in de Gebruikershandleiding in.

DatumHandteke-ning

OpmerkingenBeschrijving✔

Afgifte systeem (pagina 17)

Systeem doorgespoeld

Systeem ontlucht

Expansievat

Vuilfilter

Overstortventiel

Afsluiters

Boilerdruk

Aangesloten volgens schematischeweergave

Warmtapwater (pagina 17)

Afsluiters

Mengklep

Overstortventiel

Elektriciteit (pagina 24)

Aangesloten communicatie

Circuitzekeringen

Zekeringen, binnenmodule

Zekeringen woning

Buitenvoeler

Ruimtevoeler

Stroomsensoren

Werkschakelaar

Aardlekschakelaar

Instelling van noodstand thermostaat

Diversen

Aangesloten op

5Hoofdstuk 1 | Belangrijke informatieNIBE™ VVM 320

Page 6: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Contactgegevens

KNV Energietechnik GmbH, Gahberggasse 11, 4861 SchörflingAT

Tel: +43 (0)7662 8963-0 Fax: +43 (0)7662 8963-44 E-mail: [email protected] www.knv.atNIBE Wärmetechnik c/o ait Schweiz AG, Industriepark, CH-6246 AltishofenCH

Tel: (52) 647 00 30 Fax: (52) 647 00 31 E-mail: [email protected] www.nibe.chDruzstevni zavody Drazice s.r.o, Drazice 69, CZ - 294 71 Benatky nad JizerouCZ

Tel: +420 326 373 801 Fax: +420 326 373 803 E-mail: [email protected] www.nibe.czNIBE Systemtechnik GmbH, Am Reiherpfahl 3, 29223 CelleDE

Tel: 05141/7546-0 Fax: 05141/7546-99 E-mail: [email protected] www.nibe.deVølund Varmeteknik A/S, Member of the Nibe Group, Brogårdsvej 7, 6920 VidebækDK

Tel: 97 17 20 33 Fax: 97 17 29 33 E-mail: [email protected] www.volundvt.dkNIBE Energy Systems OY, Juurakkotie 3, 01510 VantaaFI

Puh: 09-274 697 0 Fax: 09-274 697 40 E-mail: [email protected] www.nibe.fiNIBE Energy Systems France Sarl, Zone industrielle RD 28, Rue du Pou du Ciel, 01600 ReyrieuxFR

Tel : 04 74 00 92 92 Fax : 04 74 00 42 00 E-mail: [email protected] www.nibe.frNIBE Energy Systems Ltd, 3C Broom Business Park, Bridge Way, Chesterfield S41 9QGGB

Tel: 0845 095 1200 Fax: 0845 095 1201 E-mail: [email protected] www.nibe.co.ukNIBE Energietechniek B.V., Postbus 634, NL 4900 AP OosterhoutNL

Tel: 0168 477722 Fax: 0168 476998 E-mail: [email protected] www.nibenl.nlABK AS, Brobekkveien 80, 0582 Oslo, Postadresse: Postboks 64 Vollebekk, 0516 OsloNO

Tel. sentralbord: +47 23 17 05 20 E-mail: [email protected] www.nibeenergysystems.noNIBE-BIAWAR Sp. z o. o. Aleja Jana Pawła II 57, 15-703 BIAŁYSTOKPL

Tel: 085 662 84 90 Fax: 085 662 84 14 E-mail: [email protected] www.biawar.com.pl© "EVAN" 17, per. Boynovskiy, Nizhny NovgorodRU

Tel./fax +7 831 419 57 06 E-mail: [email protected] www.nibe-evan.ruNIBE AB Sweden, Box 14, Hannabadsvägen 5, SE-285 21 MarkarydSE

Tel: +46-(0)433-73 000 Fax: +46-(0)433-73 190 E-mail: [email protected] www.nibe.se

Voor landen die niet in deze lijst staan kunt u contact opnemen met Nibe Sweden of kunt u kijken op www.nibe.euvoor meer informatie.

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 1 | Belangrijke informatie6

Page 7: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

TransportDe VVM 320 dient verticaal en droog te worden ver-voerd en opgeslagen. Tijdens het naar binnen dragenkan de VVM 320 echter voorzichtig op de achterkantworden neergelegd.

Montage■ Plaats de VVM 320 op een stevige ondergrond die

bestand is tegen water en het gewicht van dewarmtepomp. Gebruik de verstelbare poten van hetproduct voor een horizontale en stabiele installatie.

30 - 50 mm

30 - 50 mm

15 - 40 mm

■ Aangezien er water uit de VVM 320 komt, moet hetgebied waar de warmtepomp wordt geplaatst zijnvoorzien van een afvoer in de vloer.

InstallatiegebiedHoud een vrije ruimte van 800 mm vrij aan de voorzijdevan het product. Alle werkzaamheden aan de VVM320 kunnen vanaf de voorkant worden uitgevoerd.

800

Voorzichtig!

Laat 10 – 25 mm ruimte vrij tussen de binnen-module en de muur erachter voor het leggenvan kabels en leidingen.

Geleverde componenten

RuimtevoelerBuitenvoeler

LE

K

LE

K

LE

K

Stroomsensor**Slechts tot 3x400 V

LocatieDe set geleverde artikelen wordt boven op het productgeplaatst.

7Hoofdstuk 2 | Bezorging en verwerkingNIBE™ VVM 320

2 Bezorging en verwerking

Page 8: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Verwijderen van debuitenmantel

Paneel aan voorzijde

1

2

LE

K

LE

K

LE

K

LE

K

LE

K

1. Verwijder de schroeven van de onderrand van hetpaneel aan de voorzijde.

2. Verwijder het paneel door deze aan de onderrandop te tillen.

LE

K

LE

K

LE

K

De zijpanelen kunnen worden verwijderd om de instal-latie te vergemakkelijken.

Voorzichtig!

50 mm ruimte is vereist om de zijpanelen teverwijderen.

1. Verwijder de schroeven van de boven- en onder-rand.

2. Draai het zijpaneel iets naar buiten.3. Beweeg het luik naar achteren en iets naar de zij-

kant.4. Trek het zijpaneel naar één zijde.5. Trek het luik naar voren.

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 2 | Bezorging en verwerking8

Page 9: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

VVM 320

Wilo

VVM320

Wilo

VVM320

PF1

PF3

XL4 XL3 XL9 XL8 XL1 XL2

BT63

GP6

EB1

PF1

GP1

AA4

AA4-XJ4

AA4-XJ3

SF1

FL2

FL1

QM20

BT30

FD1

AA1

AA1-S2

FA1

AA2

W130

QM11

BT6

QN10

BT7

BP5

QM22

AA3

9Hoofdstuk 3 | Design binnenmoduleNIBE™ VVM 320

3 Design binnenmodule

Page 10: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

BF1

XL5

RM1

BT2

BT3

CM1

UB1

UB2

WM1

Aansluiting van de leidingenAansluiting, aanvoerleiding verwarmingssys-teem Ø22 mm

XL1

Aansluiting, retourleiding verwarmingssysteemØ22 mm

XL2

Aansluiting, koud water Ø22 mmXL3Aansluiting, warm water Ø22 mmXL4Aansluiting, circulatie warm water Ø15 mm(geldt niet voor koper)

XL5

Aansluiting, uitlaat warmtepomp Ø22 mmXL8Aansluiting, inlaat warmtepomp Ø22 mmXL9

VVAC-onderdelenExpansievat, gesloten, verwarmingssysteemCM1Veiligheidsklep, boilerFL1Veiligheidsventiel, afgiftesysteemFL2

CirculatiepompGP1Circulatiepomp, verwarmingssysteemGP6Ontluchten, afgiftesysteemQM20Ontluchtingsklep, spiraalQM22Wisselklep, afgiftesysteem/waterverwarming,aanvoerleiding

QN10

Vulklep, afgiftesysteemQM11Terugslagklep, koudtapwaterRM1 1)

VerdeelbakWM1

Voelers, etc.Manometer, verwarmingssysteemBP5Temperatuurvoelers, toevoer verwarmingssys-teem

BT2

Temperatuurvoelers, retour verwarmingssys-teem

BT3

Temperatuursensor, warmtapwater, verwarmenBT6Temperatuursensor, warmtapwater, bovenBT7Thermostaat, reservestandBT30Temperatuursensor, afgiftesysteem aanvoer naelektrisch verwarmingselement

BT63

Elektrische onderdelenKaart elektrische bijverwarmingAA1AA1-S2 Schakelaar (dip-switch) op printplaatBasiskaartAA2IngangsprintplaatAA3BedieningseenheidAA4AA4-XJ3 USB-aansluitingAA4-XJ4 Service-aansluitingEnergiemeterBF12)

Elektrische bijverwarmingEB1Automatische zekeringFA1TemperatuurbegrenzerFD1SchakelaarSF1Netwerkkabel voor NIBE UplinkTMW130

DiversenTypeplaatjePF1SerienummerplaatjePF3KabeldoorvoerUB1KabeldoorvoerUB2

Aanduidingen in onderdeellocaties volgens standaar-den IEC 81346-1 en 81346-2.

1) Niet Denemarken en Duitsland.

2) Van toepassing op VVM 320 R, VVM 320 3x230V R en VVM 320 E EM. Op andere markten als accessoire EMK 300 verkrijgbaar.

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 3 | Design binnenmodule10

Page 11: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

AlgemeneleidingaansluitingenLeidingen moeten volgens de geldende normen enrichtlijnen worden aangesloten.

De VVM 320 vormt samen met de lucht/water-warm-tepompen F2030-7 / F2030-9 of F2040-8 / F2040-12,F2120-8 / F2120-12 / F2120-16 de complete installatievoor verwarming en warmtapwatervoorziening.

Voor dit systeem is een radiatorcircuit vereist dat isontworpen voor een verwarmingssysteem met lagetemperatuur. Bij de laagste gedimensioneerde buiten-temperatuur zijn de hoogst aanbevolen temperaturen55 °C voor de aanvoerleiding en 45 °C voor de retour-leiding, maar VVM 320 kan temperaturen aan tot 65 °C.

Overloopwater uit het overstortventiel gaat via over-loopkommen naar een afvoer, zodat er geen kans opletsel bestaat door heetwaterspatten. De overlooplei-ding moet over de hele lengte omlaag lopen om water-zakken te voorkomen. Bovendien moet de leidingvorstvrij zijn aangelegd.

NIBE raadt aan de VVM 320 zo dicht mogelijk bij dewarmtepomp te installeren voor optimaal comfort. Zievoor meer informatie over de locatie van de verschillen-de onderdelen het hoofdstuk "Installatiealternatieven"in deze handleiding.

Voorzichtig!

Alle hoge punten in het afgiftesysteem moe-ten worden voorzien van ontluchtingskleppen.

Voorzichtig!

Voordat de binnenmodule wordt aangesloten,moeten de leidingsystemen worden doorge-spoeld om te voorkomen dat componentenbeschadigd of verstopt raken door verontrei-nigingen.

Voorzichtig!

De schakelaar (SF1) mag niet in stand "" of" " worden gezet voordat de VVM 320 isgevuld met water. Anders kunnen de tempe-ratuurbegrenzer, de thermostaat, het elek-trisch verwarmingselement enz. beschadigdraken.

Volumes ketel en radiator

H

De VVM 320 is voorzien vaneen expansievat met een in-houd van 10 liter.

De voordruk van het expansie-vat moet worden bepaald opbasis van de maximale hoog-te (H) tussen het vat en dehoogst geplaatste radiator(zie afbeelding). Een voordrukvan 0,5 bar (5 mwk) betekenteen maximaal toegestaanhoogteverschil van 5 m.

Het maximale systeemvolumeexclusief de boiler is 220 literbij de bovengenoemde voor-druk.

11Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingenNIBE™ VVM 320

4 Aansluiting van de leidingen

Page 12: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

SysteemgrafiekDe VVM 320 bestaat uit een tank met laadspiraal, ex-pansievat, veiligheidsklep, vulklep, elektrische bijver-warming, circulatiepompen, buffervat en regelsysteem.De VVM 320 wordt aangesloten op het afgiftesysteem.

De VVM 320 is bedoeld voor aansluiting op en commu-nicatie met F2030 / F2040 / F2120, die samen eencomplete verwarmingsinstallatie vormen.

Als het buiten koud is, werkt F2030 / F2040 / F2120samen met de VVM 320. Bij een buitentemperatuurlager dan de stoptemperatuur van de warmtepompneemt de VVM 320 alle verwarming voor zijn rekening.

-EB101

-FL10

-QM41

-QM40

-HQ1

-EB101

-XL1

-XL2

-EB15

Symboolverklaring

BetekenisSym-bool

Ontluchtingsklep

Afsluiter

Aftapkraan

Terugslagklep

Inregelklep

Shunt-/regelafsluiter

Overstortventiel

ThermometerT

Temperatuurvoeler

Expansievat

DrukmeterP

Circulatiepomp

Vuilfilter

Vuilfilter

Ventilator

Compressor

Warmtewisselaar

Radiatorsysteem

Huishoud-warmtapwater

BetekenisSym-bool

Vloerverwarmingssystemen

Afmetingen en waterzijdigeaansluitingen

70

1775

560

30-50

600

7575 757560 60

610

25

Wilo

VVM320

XL3XL4 XL8XL9 XL1 XL2

QM20

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen12

Page 13: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

70

1775

560

30-50

600

7575 757560 60

610

25

Aansluiting van de leidingenAansluiting, aanvoerleiding verwarmingssys-teem Ø22 mm

XL1

Aansluiting, retourleiding verwarmingssysteemØ22 mm

XL2

Aansluiting, koud water Ø22 mmXL3Aansluiting, warm water Ø22 mmXL4Aansluiting, circulatie warm water Ø15 mm(geldt niet voor koper)

XL5

Aansluiting, inlaat verwarmingssysteem Ø22mm

XL8

Aansluiting, uitlaat verwarmingssysteem Ø22mm

XL9

13Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingenNIBE™ VVM 320

Page 14: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Alternatieve installatie

Compatibele NIBElucht/water-warmtepompenCompatibele NIBE lucht/water-warmtepompen moetenworden uitgerust met een regelkaart met display metminimaal de softwareversie zoals aangegeven in devolgende lijst. De versie van de regelkaart wordt tijdenshet opstarten weergegeven op de display van dewarmtepomp.

SoftwareversieProduct

alle versiesF2030-7

alle versiesF2030-9

alle versiesF2040-8

alle versiesF2040-12

alle versiesF2120-8

alle versiesF2120-12

alle versiesF2120-16

De VVM 320 kan worden aangesloten op een extraboiler, zie hieronder.

Zie voor meer informatie over opties www.nibenl.nlen de respectievelijke montage-instructies voor de ge-bruikte accessoires. Zie pagina 63 voor een lijst metaccessoires die kunnen worden gebruikt met de VVM320.

Bij installatie van een bad of een andere grote warm-tapwaterverbruiker kan de binnenmodule wordenuitgebreid met een extra elektrische ketel. In dat gevalwordt een mengklep geïnstalleerd op de warmtapwa-teruitgang van de ketel.

Ketel met elektrisch verwarmingselement

Als de klepaansluiting extern moet worden geïnstal-leerd, naar buiten moet worden verplaatst of uit elkaarmoet worden gehaald, moet deze worden vervangendoor een tweedelige koppeling Ø 22 mm.

WW van de VVM 320

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen14

Page 15: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

UitlegWarmtepomp afvoerluchtF135AZ10VuilfilterHQ1AfsluiterQM42AfsluiterQM43AfsluiterQM44TerugslagklepRM1

ZwembadpakketCL11Schakelkast eenheid met accessoirekaartAA25Temperatuursensor, zwembadBT51Wisselaar, zwembadEP5Zwembad, pompGP9LaadpompGP12VuilfilterHQ4Driewegklep, zwembadQN19

VVM 320EB15Temperatuursensor, verwarmingssysteem, ex-terne aanvoer

BT25

Aansluiting, afgiftesysteem, aanvoer 1XL1Aansluiting, afgiftesysteem, retour 1XL2Aansluiting, koud waterXL3Aansluiting, warmtapwaterXL4Aansluiting, koppeling, van warmtepompXL8Aansluiting, koppeling, aan warmtepompXL9

WarmtepompEB101OverstortventielFL10VuilfilterHQ1AfsluiterQM40AfsluiterQM41

Externe warmtebron (Olie-, gas-, pellet- ofhoutgestookte ketel met shuntklep)

EM1

Schakelkast eenheid met accessoirekaartAA25

Temperatuursensor, boilerBT52Expansievat, geslotenCM1Veiligheidsventiel, afgiftesysteemFL2HulprelaisKA1RegelafsluiterQN11

Klimaatsysteem 2EP21Schakelkast eenheid met accessoirekaartAA25Temperatuursensor, afgiftesysteem, aanvoerBT2Temperatuursensor, afgiftesysteem, retourBT3Circulatiepomp, verwarmingsysteem, lagereshunt

GP20

RegelafsluiterQN25

Actieve koelmodule ACS 310EQ1Schakelkast eenheid met accessoirekaartAA25Temperatuursensor, koeling, aanvoerleidingBT64Ketel met enkelvoudige mantel, koelingCP10LaadpompGP12Circulatiepomp, koelenGP13Driewegklep koeling/verwarmingQN12

WarmtapwatercircuitTemperatuursensor, retour warmtapwatercircu-latie

BT82

BoilerEB2Circulatiepomp, warmtapwaterGP11InregelklepRN1TerugslagklepRM1

Diver-sen

EMK 300BF1Externe elektrische bijverwarmingEB1

1) Energiemeter (BF1) is inclusief in VVM 320 R, VVM 320 3x230VR en VVM 320 E EM. Op andere marken als accessoire EMK 300verkrijgbaar.

15Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingenNIBE™ VVM 320

Page 16: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Leidingschema

-GP9 -BT51 -HQ4

-EP5

-AA25

-CL11

-CL11-QN19

-CL11-GP12

POOL

-BT3

-BT2

-EP21

-GP20

-QN25

-AA25

-EB101

-FL10

-QM41

-QM40

-HQ1

-EB101

-XL1

-XL2

-EB15

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen16

Page 17: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Aansluiting op warmtepompAlle buitenleidingen moeten thermisch geïsoleerd zijnmet leidingisolatie met een dikte van ten minste 20mm.

De VVM 320 is niet voorzien van afsluiters. Deze dienenbuiten de binnenmodule te worden geïnstalleerd vooreventueel toekomstige service.

-EB101

-FL10

-QM41

-QM40

-HQ1

-EB101

-XL1

-XL2

-EB15

Aansluiting tijdens gebruik zonderwarmtepompSluit de inlaatleiding van de warmtepomp (XL8) aanop de leiding naar de warmtepomp XL9.

-XL8 -XL9

-EB15

Koud en warm water aansluitenDe mengklep moet worden geïnstalleerd als de fabrieks-instelling dusdanig wordt gewijzigd dat de tempera-tuur tot boven 60 °C kan stijgen. Bij het wijzigen vande fabrieksinstelling moet de nationale regelgevingworden gevolgd. De instelling wordt verricht in menu5.1.1 ( zie pagina 50).-EB15

Aansluiten van het afgiftesysteemBij aansluiting op een systeem met thermostaten opalle radiatoren/elementen moet er een overstortklepworden gemonteerd, of moet een thermostaat wordenverwijderd om voldoende doorstroming te waarbor-gen.

-EB15

17Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingenNIBE™ VVM 320

Page 18: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Twee of meer afgiftesystemenIndien er meer dan één afgiftesysteem moet wordenverwarmd, kan de volgende aansluiting worden ge-bruikt.

De ECS 40/ECS 41.-accessoire is voor deze aansluitingbenodigd.

-BT3

-BT2

-EP21

-GP20

-QN25

-AA25

-EB15

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen18

Page 19: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Aansluiting van externe warmtebronVoor aansluiting op een gas- of oliegestookte of elek-trische ketel is het accessoire AXC40 vereist, zie "Acces-soires" op pagina 63.

-EB15

-QN11

-EM1 -BT52

-CM1

-KA1

-EM1

-FL2

-EB15 -BT25

-AA25

-XL1

-XL2

Aansluiting van een extra elektrischebijverwarmingVoor aansluiting van een extra elektrische bijverwar-ming, in één stap, in geval van een stop vanwege koudebuitenlucht. Het extra geleverd vermogen mag niethoger zijn dan het vermogen van de warmtepomp netvoordat deze tot stilstand komt.

-EB101

-FL10

-QM41

-QM40

-HQ1

-EB101

-XL1

-XL2

-EB15

-EB1

-XL8

-XL9

Aansluiting EMK 300Installeren van energiemetingset EMK 300 (BF1) opVVM 320.

-EB101

-FL10

-QM41

-QM40

-HQ1

-EB101

-XL1

-XL2

-EB15

-BF1

-XL8

-XL9

Warmtapwatercirculatie aansluitenOm de kans op bacteriegroei in systemen met warm-watercirculatie te beperken, mag de temperatuur vanhet circulerende water niet lager worden dan 50 °C.Het water moet in alle warmwaterleidingen circuleren.Stel het warmwatersysteem zo af dat de temperatuurniet lager wordt dan 50 °C aan de uiteinden van hetsysteem.-EB15

-GP11-BT82 -RM1-RN1

19Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingenNIBE™ VVM 320

Page 20: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Aansluiting ACS 310Voor aansluiting van actieve koeling, ACS 310, zie"Accessoires" op pagina 63.

-CP10

-QN12

-AA25

-EQ1

-GP13

-GP12

-BT64

-EB101

-FL10

-QM41

-QM40

-HQ1

-EB101

-XL1

-XL2

-EB15

Zwembad aansluitenHet opwarmen van het zwembad wordt geregeld door de zwembadsensor. Bij een lage zwembadtemperatuurverandert de wisselklep van richting en opent richting de warmtewisselaar van het zwembad. Het accessoire POOL310 is voor deze aansluiting nodig.

-GP9 -BT51 -HQ4

-EP5

-AA25

-CL11

-CL11-QN19

-CL11-GP12

POOL

-EB101

-FL10

-QM41

-QM40

-HQ1

-EB101

-XL1

-XL2

-XL8

-XL9

-EB15

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen20

Page 21: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

De F135 aansluitenDe vraag aan de F135 wordt geregeld via de binnenmodule in het systeem. De pomp- en ventilatorsnelheid wordenook geregeld via het menu in de binnenmodule.

-EB101

-FL10

-QM41

-QM40

-HQ1

-EB101

-XL1

-XL2

-XL8

-XL9

-AZ10

-AZ10

-RM1

-HQ1 -GP10

-QM42 -QM43

-EB15

21Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingenNIBE™ VVM 320

Page 22: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Aansluiting van F135, ACS 310 en zwembadDe F135 aangesloten in lucht/watersysteem met koeling met 4 leidingen. De koeling met 4 leidingen moet in ditgeval worden aangesloten tussen de buitenluchtwarmtepomp en de F135. Als er ook een zwembad aanwezig is,moet de F135 worden aangesloten tussen de koeling met 4 leidingen en het zwembad. De vraag aan de F135 wordtgeregeld via het binnendeel in het systeem. De pomp- en ventilatorsnelheid worden ook geregeld via het menu inhet binnendeel.

-GP9 -BT51 -HQ4

-EP5

-AA25

-CL11

-CL11-QN19

-CL11-GP12

POOL

-CP10

-QN12

-AA25

-EQ1

-GP13

-QM44

-RM1

-GP12

-BT64

-EB101

-FL10

-QM41

-QM40

-HQ1

-EB101

-XL1

-XL2

-XL8

-XL9

-AZ10

-AZ10

-HQ1 -GP10

-QM42 -QM43

-EB15

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen22

Page 23: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Aansluiten van OPT 10 en gasketel GBM 10-15De GBM 10-15 wordt aangesloten op de aanvoerleiding tussen de binnenmodule en de lucht/water-warmtepomp.Voor het aansluiten van GBM 10-15, is het accessoire OPT 10 vereist, zie "Accessoires" op pagina 63.

De binnenmodule regelt de voor de gasketel vereiste aanvoertemperatuur via OPT 10. Hierna regelt de gasketel heteigen vermogen om de vereiste temperatuur te bereiken.

U kiest in menu 4.1.8 of u "smart energy source™" wilt gebruiken. Hier kunt u kiezen of het systeem de energiebronmoet gebruiken die op dat moment het goedkoopst is. Hier kunt u ook kiezen of het systeem de energiebron moetgebruiken die op dat moment het meest CO2-neutraal is.

-EB101

-FL10

-QM41

-QM40

-HQ1

-EB101

-EM1

-EM1-AA25

-EM1-RM1

-EM1-QM42

-EM1-QM43

-EB15

23Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingenNIBE™ VVM 320

Page 24: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

AlgemeenAlle elektrische apparatuur, met uitzondering van debuitensensoren, ruimtevoelers en de stroomsensoren,is af fabriek aangesloten.■ Vóór een isolatietest van het pand moet de binnen-

module worden losgekoppeld.■ Als het gebouw is uitgerust met een aardlekschake-

laar, moet de VVM 320 worden voorzien van eenafzonderlijke aardlekschakelaar.

■ Zie voor het bedradingsschema van de binnenmodulepagina 69.

■ Communicatie- en sensorkabels naar externe aanslui-tingen moeten niet dichtbij hoogspanningskabelsworden gelegd.

■ De minimale doorsnede van de communicatie- ensensorkabels naar externe aansluitingen dient 0,5mm² tot 50 te bedragen, bijvoorbeeld EKKX of LiYYof gelijkwaardig.

■ Gebruik voor het trekken van kabels in de VVM 320de kabeldoorvoeren UB1 en UB2 (zie tekening). Trekde kabels voor gebruik in de UB1 en UB2 van achternaar voren door de binnenmodule.

Wilo

VVM320

SF1

UB1

UB2

Voorkant Achterkant

Voorzichtig!

De schakelaar (SF1) mag pas worden ingesteldop "" of " " als de boiler met water is gevulden het radiatorsysteem is ontlucht. Anderskunnen de temperatuurbegrenzer, de thermo-staat en het elektrisch verwarmingselementbeschadigd raken.

Voorzichtig!

Als de voedingskabel beschadigd is, mag dezeuitsluitend worden vervangen door NIBE, zijnservicevertegenwoordiger of een soortgelijkeerkende persoon om gevaar en schade tevoorkomen.

Voorzichtig!

De elektrische installatie en het onderhoudmoeten worden uitgevoerd onder toezichtvan een erkend elektrotechnisch installateur.Schakel, voordat u met het onderhoud aan-vangt, de stroom uit met de aardlekschakelaar.De elektrische installatie en de bedradingmoeten conform de geldende voorschriftenworden uitgevoerd.

Wilo

VVM320

Wilo

VVM320

AA1

FD1

FA1

FD1-SF2

Automatische zekeringDe binnenmodule en een groot deel van haar internecomponenten zijn intern gezekerd door een automati-sche zekering (FA1).

TemperatuurbegrenzerDe temperatuurbegrenzer (FD1) onderbreekt destroomtoevoer naar de elektrische bijverwarming in-dien de temperatuur stijgt van 90 tot 100 °C en kanhandmatig worden gereset.

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen24

5 Elektrische aansluitingen

Page 25: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Resetten

De temperatuurbegrenzer (FD1) is toegankelijk achterde afdekking aan de voorzijde. Reset de temperatuur-begrenzer door de knop (FD1-SF2) in te drukken meteen kleine schroevendraaier. Druk de knop licht in, max.15 N (ca. 1,5 kg).

LEK

LEK

LEK

LEK

LEK

FD1

FD1-SF2

Toegankelijkheid, elektrische aansluitingDe plastic afschermkap van de elektrische kasten kanmet een schroevendraaier worden geopend.

Voorzichtig!

De afdekking voor de ingangskaart kan zondereen hulpmiddel worden geopend.

De afdekking, ingangsprintplaat verwijderen

Wilo

VVM320

1

2

1. Duw de pal omlaag.2. Neem de afdekking los en verwijder deze.

De afdekking, printplaat van de elektrischebijverwarming verwijderen

Wilo

VVM320 1

2

A

B

1. Duw de pal met de schroevendraaier (A) voorzich-tig omlaag (B).

2. Neem de afdekking los en verwijder deze.

De afdekking, basisplaat verwijderen

LET OP!

Indien u de afdekking van de basisplaat wiltverwijderen, moet u eerst de ingangsprintplaatverwijderen.

1

2

Wilo

VVM320 1

A

B

2

1. Duw de pal met de schroevendraaier (A) voorzich-tig omlaag (B).

2. Neem de afdekking los en verwijder deze.

25Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenNIBE™ VVM 320

Page 26: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

KabelslotGebruik een geschikt hulpmiddel om de kabels in deklemmenstroken van de binnenmodule los te maken/tevergrendelen.

LE

K

1

1

2

2

3

3

1

2

3

3

4

1

2LE

K

1

1

2

2

3

3

1

2

3

3

4

1

2

1

2

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen26

Page 27: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

AansluitingenVoorzichtig!

Om interferentie te voorkomen, mogen niet-afgeschermde communicatie- en/of sensorka-bels naar externe aansluitingen niet dichterdan 20 cm bij een kabel met hoge spanningworden gelegd.

SpanningaansluitingDe VVM 320 moet worden geïnstalleerd via eenwerkschakelaar met minimaal 3 mm schakelafstand.De minimale kabeldikte moet worden afgemeten vol-gens de gebruikte zekeringcapaciteit. De bijgeleverdekabel (met een lengte van ca. 2 m) voor inkomendeelektriciteit wordt op klemmenstrook X1 op de kaartvan het elektrische verwarmingselement AA1 aange-sloten. De aansluitkabel bevindt zich op de achterkantvan de VVM 320.

Aansluiting

3x400 V

AA1-X1

PE1

L1 1 L2 L3PE0N

Wilo

VVM320

AA1-X1

3x230V

AA1-X1

PE1

1 L2 2 L3L1PE

Wilo

VVM320

AA1-X1

1x230V

AA1-X1

PE1

0 L1 1PEN

Wilo

VVM320

AA1-X1

TariefregelingAls de spanning naar het elektrische verwarmingsele-ment gedurende een bepaalde periode verdwijnt, moetook worden geblokkeerd via de AU-ingang, zie "Aan-sluitopties - mogelijke keuze AU-ingangen".

BuitenvoelerDe buitentemperatuursensor (BT1) moet op een be-schaduwde plaats aan de noord- of noordwestzijdeworden geplaatst, zodat de werking ervan niet kanworden verstoord door bijvoorbeeld de ochtendzon.

Sluit de sensor aan op de klemmenstroken X6:1 enX6:2 op de ingangskaart (AA3). Gebruik een 2-aderigekabel van minimaal 0,5 mm².

Indien er een mantelbuis wordt gebruikt, moet dezeworden afgesloten om condens in de behuizing vande sensor te voorkomen.

1

2

3

4

5

6

7

8

9

AA3-X6BT1

Extern VVM 320

AA3-X6Wilo

VVM320

27Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenNIBE™ VVM 320

Page 28: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

RuimtevoelerDe VVM 320 wordt geleverd met een ruimtesensor(BT50). De ruimtesensor heeft maximaal drie functies:1. Weergave van de actuele kamertemperatuur in de

display van de VVM 320.2. Optie om de gewenste kamertemperatuur in °C te

veranderen.3. Mogelijkheid tot wijzigen/stabiliseren van de

aanvoertemperatuur op basis van de kamertempe-ratuur.

Installeer de sensor in een neutrale positie waar de in-steltemperatuur is vereist. Een geschikte locatie is opeen vrije binnenwand in een hal op ca. 1,5 m boven degrond. Het is belangrijk dat de sensor tijdens het metenvan de juiste kamertemperatuur niet wordt gehinderd,wat het geval is als de sensor in een nis, tussen planken,achter een gordijn, boven of nabij een warmtebron, ineen tochtstroom van een buitendeur of in direct zon-licht wordt geplaatst. Ook dichtgedraaide radiatorther-mostaten kunnen problemen veroorzaken.

De binnenmodule werkt zonder sensor, maar als degebruiker de binnentemperatuur van de woning ophet display van de VVM 320 wil aflezen, moet de sensorworden geïnstalleerd. Sluit de ruimtesensor aan op deX6:3 en X6:4 op de ingangskaart (AA3).

Indien de sensor wordt gebruikt om de kamertempe-ratuur in °C te wijzigen en/of om de kamertemperatuurte stabiliseren, moet de sensor worden geactiveerd inmenu 1.9.4.

Als de ruimtesensor wordt gebruikt in een kamer metvloerverwarming, dient deze uitsluitend een weerga-vefunctie te hebben en geen controlerende functievan de kamertemperatuur.

1

2

3

4

5

6

7

8

9

F1245RG 05

AA3-X6

VVM 320Extern

BT50AA3-X6Wilo

VVM320

LET OP!

Wijzigingen van temperatuur in de woningnemen tijd in beslag. Korte perioden in combi-natie met vloerverwarming leveren bijvoor-beeld geen merkbaar verschil op in de kamer-temperatuur.

CommunicatieAls de VVM 320 met de warmtepomp moet wordenverbonden, wordt deze aangesloten op de klemmen-stroken X4:13, X4:14 en X4:15 op de ingangskaart(AA3).

15

14

13

12

11

10

VVM500F20XX

GND

B-

A+

AA3-X4

VVM 320F2030/F2040

Wilo

VVM320

AA3-X4

AA3-X4

X22

F2120 Inomhusmodul

2

1

3

4

A

B

GND 15

14

13

12

11

10

GND

B

A

VVM 320

X22 AA3-X4

F2120

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen28

Page 29: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Instellingen

Wilo

VVM320

BT30

AA1-X3

AA1-SF1

AA1-X7

AA1-X1

Elektrische bijverwarming - maximaalvermogenHet elektrische verwarmingselement kan worden inge-steld op een maximum van 9 kW (3 fase) of 7 kW (1fase). De instelling bij levering is 9 kW (3 fase) of 7 kW(1 fase).

Het vermogen van het elektrische verwarmingselementis onderverdeeld in 7 stappen, zie de tabel.

Het maximale vermogen van de elektrische bijverwar-ming wordt ingesteld in menu 5.1.12.

Vermogensstappen van het elektrischeverwarmingselement

3x400 V (maximaal elektrisch vermogen, bijlevering aangesloten 9 kW)

Max. L3 (A)Max. L2 (A)Max. L1 (A)Elektrischebijverwar-ming (kW)

0,00,00,000,08,70,027,57,50,038,78,70,047,57,58,758,78,78,7615,77,58,7715,715,78,79

3x400 V (maximaal elektrisch vermogen,aangesloten 7 kW)

Max. L3 (A)Max. L2 (A)Max. L1 (A)Elektrischebijverwar-ming (kW)

0,00,00,004,30,00,010,08,70,024,38,70,038,78,70,04130,08,758,78,78,76138,78,77

3x230 V (maximaal elektrisch vermogen, bijlevering aangesloten 9 kW)

Max. (A) L3Max. (A) L2Max. (A) L1Elektrischebijverwar-ming (kW)

0,00,00,008,78,70,0215,115,18,7415,115,115,1627,127,115,19

1x230 V (maximaal elektrisch vermogen, bijlevering aangesloten 7 kW)

Max. L1 (A)Elektrische bijverwar-ming (kW)

0,004,318,7213317,4421,7526,1630,47

De tabellen tonen de max. fasestroom voor de betref-fende elektrische stap voor de binnenmodule.

Indien er stroomsensoren zijn aangesloten, regelt debinnenmodule de fasestromen. Bij overbelasting in eenfase wordt de stroom omgeschakeld naar (een) anderefase(n).

Bij overbelasting van de ingestelde zekeringgrootte,waarbij de geïnstalleerde warmtepomp frequentiege-regeld is, wordt eerst de vermogenstrap van het elek-trische verwarmingselement uitgeschakeld en daarnawordt de compressor beperkt.

29Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenNIBE™ VVM 320

Page 30: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

NoodstandIndien de binnenmodule op de noodstand (SF1 inge-steld op ) is ingesteld, worden uitsluitend de meestbenodigde functies geactiveerd.■ De warmtapwatercapaciteit wordt beperkt.■ De laadmonitor is niet aangesloten.■ Vaste temperatuur in de aanvoerleiding, zie hoofd-

stuk Noodstand thermostaat op pagina 31.

Elektrisch verwarmingsvermogen in noodstand

Het vermogen van het elektrische verwarmingselementin de noodstand wordt ingesteld met de dip-switch(SF1) op de kaart van het elektrische verwarmingsele-ment (AA1) volgens de onderstaande tabel. De fabrieks-instelling is 6 kW.

Vermogen in noodstand, 3x400 V (maximaalelektrisch vermogen, aangesloten op 7 kW)

654321kW

uituituituituituit0aanuituituituituit1uituituitaanuituit2aanuituitaanuituit3uitaanuitaanuituit4aanaanuituituitaan5uitaanuitaanuitaan6aanaanuitaanuitaan7

Vermogen in noodstand, 3x400 V (maximaalelektrisch vermogen, bij levering aangesloten op 9kW)

654321kW

uituituituituituit0uituituitaanuituit2aanuitaanuituituit3uitaanuitaanuituit4aanuitaanuituitaan5uitaanuitaanuitaan6aanaanaanuituitaan7aanaanaanaanuitaan9

Vermogen in noodstand, 3x230 V (maximaalelektrisch vermogen, bij levering aangesloten op 9kW)

654321kW

uituituituituituit0uituituituitaanuit2uituitaanuitaanuit4uituitaanuitaanaan6uituitaanaanaanaan9

Vermogen in noodstand, 1x230 V (maximaalelektrisch vermogen, bij levering aangesloten op 7kW)

654321kW

uituituituituituit0aanuituituituituit1uituituitaanuituit2aanuituitaanuituit3uituituitaanuitaan4aanuituitaanuitaan5uitaanuitaanuitaan6aanaanuitaanuitaan7

1 2

3

4

5

6

ON

In de afbeelding wordt de dip-switch (AA1-SF1) in defabrieksinstelling weergegeven voor 3x400 V, dat wilzeggen 6 kW.

1 2

3

4

5

6

ON

In de afbeelding wordt de dip-switch (AA1-SF1) in defabrieksinstelling weergegeven voor 3x230 V, dat wilzeggen 6 kW.

1 2

3

4

5

6

ON

In de afbeelding wordt de dip-switch (AA1-SF1) in defabrieksinstelling weergegeven voor 1x230 V, dat wilzeggen 6 kW.

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen30

Page 31: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Noodstand thermostaat

De aanvoertemperatuur in de noodstand wordt inge-steld met een thermostaat (FD1-BT30). Deze kan wor-den ingesteld op 35 (voorinstelling, bijvoorbeeldvloerverwarming) of 45 °C (bijvoorbeeld radiatoren).

LEK

LEK

För markvärme!

För frånluftsvärme!

Vergrendeling vermogenDe VVM 320 voldoet aan de geldende bouwvoorschrif-ten (BBR). Dit betekent dat de maximale vermogensaf-gifte (maximaal geïnstalleerd elektrisch vermogen voorverwarming) in menu 5.1.13 kan worden vergrendeld.Om de maximale vermogensafgifte dan te wijzigen,moeten delen van het product worden vervangen.

31Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenNIBE™ VVM 320

Page 32: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Optionele aansluitingen

LaadmonitorAls de geïnstalleerde warmtepomp frequentiegeregeldis, wordt deze beperkt wanneer alle vermogenstrappenworden uitgeschakeld.

Externe aansluitoptiesDe VVM 320 heeft softwaregeregelde in- en uitgangenop de ingangskaart (AA3) voor het aansluiten van deexterne schakelaar of sensor. Dit houdt in dat bij hetaansluiten van een externe schakelaar of sensor op éénvan de zes speciale aansluitingen voor een correctewerking de actuele aansluiting moet worden geselec-teerd in de software in de VVM 320.

LET OP!

Als een externe schakelaar of sensor op deVVM 320 is aangesloten, moet de actuele ge-bruiksin- of uitgang worden geselecteerd inmenu 5.4, zie pagina 54.

De te selecteren ingangen op de ingangskaart voordeze functies zijn AUX1 (X6:9-10), AUX2 (X6:11-12),AUX3 (X6:13-14), AUX4 (X6:15-16) en AUX5 (X6:17-18). De te selecteren uitgangen zijn AA3:X7.

blokkeer verw.

activeer tijd. luxe

niet gebruikt

niet gebruikt

niet gebruikt

alarmuitgang

in-/uitgangen software5.4

F1245Externt

9

10

11

12

13

14

15

16

B

A

AA3-X6

Extern VVM 320

AA3-X6Wilo

In het bovenstaande voorbeeld worden de ingangen AUX1 (X6:9-10) en AUX2 (X6:11-12) gebruikt op de ingangskaart (AA3).

LET OP!

Een aantal van de volgende functies kan ookworden geactiveerd en gepland via het menumet instellingen.

Mogelijke selectie AUX-ingangen

Temperatuursensor, koeling/verwarming

Er kan een extra temperatuursensor worden aangeslo-ten op de VVM 320 om te kunnen bepalen wanneerhet tijd is om te schakelen tussen verwarming en koe-ling.

Sluit de temperatuursensor aan op de geselecteerdeingang (menu 5.4, de optie wordt alleen weergegevenals het koelingsaccessoire geïnstalleerd is, zie pagina54) op klemmenstrook X6 op de ingangskaart (AA3)die achter het voorpaneel zit en op een geschikte plekin het klimaatsysteem moet worden geplaatst.

Gebruik een 2-aderige kabel van min. 0,5 mm2 dik.

Schakelaar externblokkerenbijverwarmingen/ofcompressor

Als extern blokkeren van bijverwarming en/of compres-sor gewenst is, kan dit worden aangesloten op klem-menstrook X6 op de ingangskaart (AA3), die achterhet voorpaneel zit.

De bijverwarming en/of de compressor worden ont-koppeld door een potentiaalvrij contact aan te sluitenop de ingang die is geselecteerd in menu 5.4, zie pagina54.

Extern blokkeren van bijverwarming en compressorkan worden gecombineerd.

Een gesloten contact betekent dat het elektrisch ver-mogen is uitgeschakeld.

Contact voor externe tariefblokkering

Als externe tariefblokkering wordt gebruikt, kan ditworden aangesloten op klemmenstrook X6 op de in-gangskaart (AA3), die achter het voorpaneel zit.

Tariefblokkering houdt in dat de bijverwarming, decompressor, de verwarming en het warmtapwaterworden geblokkeerd door een potentiaalvrij contactaan te sluiten op de ingang die is geselecteerd in menu5.4, zie pagina 54.

Een gesloten schakelaar houdt in dat de tariefblokke-ring is geactiveerd.

Voorzichtig!

Als tariefblokkering is geactiveerd, is de min.aanvoertemperatuur niet van toepassing.

Schakelaar voor extern blokkeren verwarming

Als extern blokkeren van verwarming gebruikt wordt,kan dit worden aangesloten op klemmenstrook X6 opde ingangskaart (AA3), die achter het voorpaneel zit.

Verwarmen wordt geblokkeerd door een potentiaalvrijcontact aan te sluiten op de ingang geselecteerd inmenu 5.4, zie pagina 54.

54

Een gesloten schakelaar blokkeert het verwarmen.

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen32

Page 33: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Voorzichtig!

Als blokkeer verwarming is geactiveerd, is demin. aanvoerleiding niet van toepassing.

Schakelaar voor extern alarm (NC)

Als “schakelaar voor extern alarm (NC)” is geselecteerdals functie op een software-ingang, verschijnt infoalarm995 als het aangesloten externe circuit voor de geselec-teerde software-ingang open is.

Schakelaar voor extern alarm (NO)

Als “schakelaar voor extern alarm (NC)” is geselecteerdals functie op een software-ingang, verschijnt infoalarm995 als het aangesloten externe circuit voor de geselec-teerde software-ingang dicht is.

Contact voor activering van “tijdelijk in luxe"

Er kan een externe schakeling worden aangesloten opde VVM 320 voor het activeren van de warmtapwater-functie "tijdelijk in luxe". De schakelaar moet potenti-aalvrij zijn en worden aangesloten op de geselecteerdeingang (menu 5.4, zie pagina 54) op klemmenstrookX6 op de ingangsprintplaat (AA3).

"tijdelijk in luxe" is geactiveerd zolang het contact isgesloten.

Contact voor activering van “externe instelling"

Er kan een externe contactfunctie worden aangeslotenop de VVM 320 om de aanvoertemperatuur en de ka-mertemperatuur te wijzigen.

Als de schakelaar is gesloten, verandert de temperatuurin °C (als de ruimtesensor is aangesloten en geacti-veerd). Indien er geen ruimtesensor is aangesloten ofgeactiveerd, wordt de gewenste wijziging van "tempe-ratuur" (verschuiving stooklijn) met het aantal geselec-teerde stappen ingesteld. De waarde kan worden inge-steld tussen -10 en +10.■ afgiftesysteem 1

De schakelaar moet potentiaalvrij zijn en wordenaangesloten op de geselecteerde ingang (menu 5.4,zie pagina 54) op klemmenstrook X6 op de ingangs-printplaat (AA3).

De waarde voor de wijziging wordt ingesteld in menu1.9.2, "externe instelling".

■ klimaatsysteem 2 - 8

Voor externe afstelling van klimaatsystemen 2 tot 8zijn accessoires vereist (ECS 40 of ECS 41).

Zie het installateurshandboek van het accessoire voorinstallatie-instructies.

Schakelaar voor "SG ready"

Voorzichtig!

Deze functie kan alleen worden gebruikt inelektriciteitsnetten die de "SG Ready"-stan-daard ondersteunen (Duitsland).

"Voor SG Ready" zijn twee AUX-ingangenvereist.

In gevallen waarbij deze functie vereist is, moet dezeworden aangesloten op klemmenstrook 6 op de in-gangskaart (3).

"SG Ready" is een slimme vorm van tariefregelingwaarbij uw energieleverancier de binnen-, warmwater-en/of zwembadtemperaturen (indien van toepassing)kan beïnvloeden of simpelweg de bijverwarming en/ofcompressor in de warmtepomp op bepaalde uren vande dag kan blokkeren (kan worden geselecteerd inmenu 4.1.5 nadat de functie is geactiveerd). Activeerde functie door potentiaalvrije contacten aan te sluitenop twee ingangen die u selecteert in menu 5.4(SG Ready A en SG Ready B), zie pagina 54.

Gesloten of open schakelaar houdt één van de volgen-de zaken in (A = SG Ready A en B = SG Ready B ):■ Blokkering (A: Gesloten, B: Open)

"SG Ready" is actief. De compressor in de warmte-pomp en bijverwarming zijn geblokkeerd volgens detariefblokkering van die dag.

■ Normale stand (A: Open, B: Open)

"SG Ready" is niet actief. Geen effect op het systeem.■ Stand lage prijs (A: Open, B: Gesloten)

"SG Ready" is actief. Het systeem richt zich op kosten-besparingen en kan bijvoorbeeld gebruik maken vaneen laag tarief bij de energieleverancier of overcapa-citeit van een eigen energiebron (effect op het sys-teem kan worden afgesteld in menu 4.1.5).

■ Stand overcapaciteit (A: Gesloten, B: Gesloten)

"SG Ready" is actief. Het systeem mag op volle capa-citeit draaien bij overcapaciteit bij de energieleveran-cier (effect op het systeem is instelbaar in menu4.1.5).

Schakelaar voor +Adjust

Met behulp van +Adjustcommuniceert de installatiemet de centrale regelaar* van de vloerverwarming enstelt de verwarmingscurve en de berekende aanvoer-temperatuur af volgens het opnieuw inschakelen vanhet vloerverwarmingssysteem.

Activeer het klimaatsysteem dat +Adjust moet beïnvloe-den door de functie aan te vinken en op de OK-toetste drukken.*Ondersteuning voor +Adjust vereist

Voorzichtig!

+Adjust moet eerst worden geselecteerd inmenu 5.4 ”ingangen/uitgangen software”.

Voorzichtig!

Printplaat AA3 in de installatie moet minimaal"inputversie・34 hebben en de software moet"displayversie 5539 of hoger hebben om+Adjust te laten werken. De versie kan wordengecontroleerd in menu 3.1 onder respectieve-lijk ”inputversie” of ”displayversie”. Nieuwesoftware kan gratis worden gedownload vanwww.nibeuplink.com.

33Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenNIBE™ VVM 320

Page 34: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Voorzichtig!

In systemen met zowel vloerverwarming alsradiatoren moet voor een optimale werkingNIBE ECS 40/41 worden gebruikt.

Mogelijke keuze AUX-uitgang(potentiaalvrij, variabel relais)Het is mogelijk een externe aansluiting te realiserendoor middel van de relaisfunctie via een potentiaalvrijvariabel relais (max. 2 A) op de ingangskaart (AA3),klemmenstrook X7.

Optionele functies externe aansluiting:■ Indicatie zoemeralarm.■ Indicatie koelstand (geldt alleen als accessoires voor

koelen aanwezig zijn of als de warmtepomp eengeïntegreerde koelfunctie heeft).

■ Regeling circulatiepomp warmwatercirculatie.■ Externe circulatiepomp (voor afgiftesysteem).■ Bijverwarming in serie aangesloten op het laadcircuit.

Als een van de bovenstaande systemen is aangeslotenop de klemmenstrook X7, moet het worden geselec-teerd in menu 5.4, zie pagina 54.

Het hoofdalarm is af fabriek als basisinstelling geselec-teerd.

Voorzichtig!

Er is een accessoirekaart vereist als meerderefuncties op klemmenstrook X7 zijn aangeslo-ten terwijl het hoofdalarm is geactiveerd (ziepagina 63).

AA3-X7

C NO NC

1 2 3

Wilo

AA3-X7

De afbeelding toont de relais in de alarmstand.

Met schakelaar (SF1) in stand " " of " " staat het relaisin de alarmstand.

De externe circulatiepomp of warmwatercirculatie-pomp wordt aangesloten op het zoemeralarmrelaisals hieronder getoond.

Voorzichtig!

Merk alle elektrische schakelkasten metwaarschuwingsstickers voor externe spanning.

L

L

N

N

PE

PE

F1X45

Externt

AA3-X7C NO NC

1 2 3

ExternVVM 320

Circulatiepomp

Wilo

AA3-X7

LET OP!

De relaisuitgangen kunnen met max. 2 A (230V AC) worden belast.

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen34

Page 35: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Accessoires aansluitenInstructies voor het aansluiten van accessoires vindt uin de bij het accessoire geleverde handleiding. Zie pa-gina 63 voor de lijst met accessoires die kunnen wordengebruikt met de VVM 320.

In dit voorbeeld wordt de aansluiting voor communica-tie met de meest gebruikte accessoires getoond.

Accessoires met printplaat AA5Accessoires met printplaat AA5 worden aangeslotenop de binnenmodule-klemmenstrook X4:13-15 op deingangskaart AA3.

Als er meerdere accessoires moeten worden aangeslo-ten of al geïnstalleerd zijn, moeten de volgende instruc-ties worden gevolgd.

De eerste accessoirekaart moet rechtstreeks op deklemmenstrook van de binnenmodule AA3-X4 wordenaangesloten. De volgende kaarten moet in serie metde vorige kaart worden verbonden.

Gebruik kabeltype LiYY, EKKX of soortgelijk.

Zie de accessoirehandleiding voor meer informatie.

1

2

3

4

5

6

7

8

AA5-X4

15

A

B

GND

A

B

GND

A

B

GND

A

B

GND

A

B

GND

14

13

AA3-X4

1

2

3

4

5

6

7

8

AA5-X4

EB15

Wilo

Wil

o

VVM 310

AA3-X4

Accessoirekaart 1

Accessoirekaart 2

ON1

23

45

67

8

-X9

-X2

24 20212223 1516171819 1011121314 56789 1

1

N

L

PE

PE

1

2

3

4

5

6

7

8

2

3

4

5

6

7

8

9234

-X8

-X4

-X10

-X1

AA5-X4

ON1

23

45

67

8

-X9

-X2

24 20212223 1516171819 1011121314 56789 1

1

N

L

PE

PE

1

2

3

4

5

6

7

8

2

3

4

5

6

7

8

9234

-X8

-X4

-X10

-X1

AA5-X4

VVM320

VVM 500

APH

VVM 500

VVM 310 VVM 320

VVM325 VVM325

VVM 325

Accessoires met printplaat AA9Accessoires met printplaat AA9 worden aangeslotenop de binnenmodule-klemmenstrook X4:9-12 op deingangskaart AA3. Gebruik kabeltype LiYY, EKKX ofsoortgelijk.

Zie de accessoirehandleiding voor meer informatie.

121110987

12V A B GND

Binnenmodule

AA3-X4

AA9-X1

Accessoires

AA3-X4

35Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenNIBE™ VVM 320

Page 36: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Voorbereidingen1. Controleer of de schakelaar (SF1) in de stand " "

staat.2. Controleer of de aftapklep volledig dicht is en of

de temperatuurbegrenzer (FD1) niet is geactiveerd.3. Compatibele NIBE lucht/water-warmtepompen

moeten worden uitgerust met een regeling metdisplay met minimaal de softwareversie zoals aan-gegeven in de lijst op pagina 14.

Vullen en ontluchten

Vullen van de ketel in de VVM 320

1. Open een warmtapwaterkraan in de woning.2. Open de afsluitklep. Deze klep moet vervolgens

altijd geheel open zijn.3. Wanneer het water uit de warmtapwaterkraan

komt, is de ketel vol en kan de kraan worden geslo-ten.

Vullen van VVM 320

1. Open de ontluchtingsklep (QM20).2. Open de vulklep (QM11). VVM 320 wordt gevuld

met water.3. Als het water uit de ontluchtingsklep (QM20) niet

langer met lucht is vermengd, sluit u de ontluch-tingsklep. Na een tijdje begint de druk op de ma-nometer te stijgen. Als de openingsdruk voor deveiligheidsklep is bereikt, begint deze water doorte laten. Sluit de vulklep. Ontlucht de spoel van deboiler met QM22.

4. Open de veiligheidsklep tot de druk in de VVM 320zich binnen het normale werkbereik bevindt (ca.1 bar) en controleer of er geen lucht in het systeemzit door aan de ontluchtingsklep (QM20) te draai-en.

Ontluchten van het klimaatsysteem

1. Schakel de stroom naar de VVM 320 uit.2. Ontlucht de VVM 320 via de ontluchtingsklep

(QM20) en de andere klimaatsystemen via hun re-levante ontluchtingskleppen.

3. Blijf vullen en ontluchten totdat alle lucht is verwij-derd en de druk klopt.

Wilo

VVM320

Ontluchtingsklep (QM20)

FD1

FA1

SF1

QM11

QM22

Aftappen van het klimaatsysteem

1. Sluit een slang aan op de onderste vulklep voorhet verwarmingssysteem (QM11).

2. Open de klep om het afgiftesysteem af te tappen.

Zie ook Aftappen van het afgiftesysteem op pagina 57.

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling36

6 Inbedrijfstelling en afstelling

Page 37: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Inbedrijfstelling en inspectie

Startgids

Voorzichtig!

Er moet water in het afgiftesysteem zittenvoordat de schakelaar wordt ingesteld op " ".

1. Stel schakelaar (SF1) van het binnendeel in op "".2. Volg de instructies in de startgids op het display

van het binnendeel. Als de startgids niet start alsu het binnendeel opstart, start u deze handmatigin menu 5.7.

TIP

Zie pagina 42 voor een nadere introductie vanhet regelsysteem van de installatie (bediening,menu's enz.).

Inbedrijfstelling

De eerste keer dat de installatie wordt gestart, wordtde startgids gestart. In de instructies van de startgidsstaat wat er moet gebeuren tijdens de eerste start enwordt er een overzicht gegeven van de basisinstellin-gen van de installatie.

De startgids zorgt ervoor dat het opstarten juist wordtuitgevoerd en niet wordt overgeslagen.De startgidskan later worden gestart in menu 5.7.

Tijdens de opstartbegeleiding worden de wisselkleppenen de regelafsluiter achterwaarts en voorwaarts bewo-gen om te helpen bij de ontluchting van de VVM 320.

LET OP!

Zolang de startgids actief is, start geen enkelefunctie van de VVM 320 automatisch.

De gids wordt bij elke herstart van de VVM320 weergegeven tot dit op de laatste paginawordt uitgevinkt.

Bediening in de startgids

taal 4.6

Indien de startgids zich links van deze paginabevindt, wordt deze automatisch korter

60 min.

A.Pagina

C. Optie / instelling

B. Naam en menunummer

A. Pagina

Hier ziet u hoe ver u bent gevorderd in de startgids.

U bladert als volgt door de pagina's van de startgids:1. Draai de selectieknop totdat de pijltjes in de linker-

bovenhoek (bij het paginanummer) zijn gemar-keerd.

2. Druk op de OK-knop om naar de volgende paginain de startgids te gaan.

B. Naam en menunummer

Lees hier op welk menu in het regelsysteem deze pagi-na van de startgids gebaseerd is. De cijfers tussenhaakjes verwijzen naar het menunummer in het regel-systeem.

Als u meer wilt lezen over de betreffende menu's kuntu kijken in het helpmenu of de gebruikershandleidinglezen.

C. Optie / instelling

Verricht hier de instellingen voor het systeem.

D. Helpmenu

In veel menu's staat een symbool dat aangeeftdat er extra hulp beschikbaar is.

Om de helptekst te openen:1. Gebruikt u de selectieknop om het helpsymbool

te selecteren.2. Drukt u op OK.

De helptekst bestaat vaak uit meerdere vensterswaartussen u kunt scrollen met de selectieknop.

37Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstellingNIBE™ VVM 320

Page 38: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Inbedrijfstelling zonder warmtepompDe binnenmodule kan zonder warmtepomp wordengebruikt en werkt dan alleen als elektrische boiler enkan warmte en warmwater produceren, bijv. in afwach-ting van installatie van de warmtepomp.

Sluit de inlaatleiding voor de warmtepomp (XL8) aanop de leiding uit naar de warmtepomp XL9.

Open het menu 5.2.2 Systeeminstellingen en vink dewarmtepomp uit.

Voorzichtig!

Selecteer de bedrijfsstand auto of handmatigals de binnenmodule weer met de warmte-pomp wordt gebruikt.

PompsnelheidDe circulatiepomp (GP1) in de VVM 320 is frequentie-geregeld en stelt zichzelf in op basis van regeling envraag naar verwarming.

LEK

Tillgängligt tryck(kPa)

Vattenflöde (l/s)

0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,80

10

20

30

40

50

60

70

Stroom (l/s)

Beschikbare druk, circulatiepomp, GP1Druk(kPa)

Achteraf afstellen, ontluchtenDe eerste tijd komt er lucht vrij uit het warme water enkan het nodig zijn om het systeem te ontluchten. Indiener borrelende geluiden uit het klimaatsysteem wordenwaargenomen, kan het nodig zijn om het hele systeemnogmaals te ontluchten. De installatie wordt ontluchtvia de ontluchtingskleppen (QM20), (QM22) en deandere klimaatsystemen via hun respectievelijke ont-luchtingskleppen. Bij het ontluchten moet de VVM 320zijn uitgeschakeld.

De koelcurve/stooklijninstellen

stooklijn1.9.1.1systeem

buitentemp. °C

aanvoertemperatuur °C

koelcurve 1.9.1.2

systeem

buitentemp. °C

aanvoertemperatuur °C

stooklijnInstelbereik: 0 – 15

Standaardwaarde: 9

koelcurve (benodigde accessoire)Instelbereik: 0 – 9

Standaardwaarde: 0

U kunt de ingestelde verwarmingscurve voor uw wo-ning in het menu curve bekijken. De verwarmingscur-ve is bedoeld om ongeacht de buitentemperatuur vooreen gelijkmatige binnentemperatuur te zorgen en dusvoor een energiezuinige werking. Via deze verwar-mingscurve bepaalt de regelcomputer van de binnen-module de temperatuur van het water naar het verwar-mingssysteem, de aanvoertemperatuur en dus de bin-nentemperatuur.. Selecteer de verwarmingscurve enlees af hoe de aanvoertemperatuur bij verschillendebuitentemperaturen verandert. Als ook koelen beschik-baar is, kan de koelcurve op dezelfde manier wordeningesteld.

Helling van de stooklijnDe helling van verwarmings-/koelcurves bepaalt hoe-veel graden de aanvoertemperatuur moet wordenverhoogd/verlaagd als de buitentemperatuurdaalt/stijgt. Hoe steiler de helling, hoe hoger de aan-voertemperatuur voor de verwarming of hoe lager deaanvoertemperatuur voor de koeling bij een bepaaldebuitentemperatuur.

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling38

Page 39: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

30

40

50

60

70

°C

FR

AM

LE

DN

ING

ST

EM

PE

RA

TU

R

- 40°C

UTETEMPERATUR

- 10010 - 20 - 30

Brantare kurvlutning

Aanvoertemperatuur

Buitentemperatuur

Steilere helling stooklijn

De optimale helling hangt af van de klimaatomstandig-heden van uw woonplaats, of de woning over radiato-ren of vloerverwarming beschikt en hoe goed de wo-ning is geïsoleerd.

De curve wordt ingesteld bij de installatie van de ver-warming, maar moet later mogelijk worden aangepast.Normaal gesproken hoeft de curve niet verder te wor-den afgesteld.

LET OP!

Voor het fijn afstellen van de binnentempera-tuur moet de curve naar boven of benedenworden verschoven in menu 1.1 tempera-tuur .

Verschuiving stooklijnEen verschuiving van de curve betekent, dat de aanvoer-temperatuur evenveel verandert voor alle buitentem-peraturen, d.w.z. een verschuiving van de curve van +2stappen verhoogt de aanvoertemperatuur met 5 C bijalle buitentemperaturen. .

Aanvoertemperatuur:maximaleenminimalewaardenAangezien de aanvoerleidingtemperatuur niet hogerkan zijn dan de ingestelde max. waarde of lager dande ingestelde min. waarde, vlakt de stooklijn af bij dezetemperaturen.

LET OP!

Een vloerverwarmingssysteem wordt normaalgesproken max. aanvoertemp. ingesteld op35 tot 45 °C.

Moet worden beperkt bij vloerkoeling min.aanvoer temp. om condensatie te voorkomen.

Controleer de max. temperatuur voor uw vloerbij uw installateur/vloerleverancier.

Het getal aan het einde van de stooklijn geeft de hellingvan de stooklijn aan. Het getal naast de thermometergeeft de verschuiving van de stooklijn aan. Gebruik deselectieknop om een nieuwe waarde in te stellen. Be-vestig de nieuwe instelling met een druk op OK.

Curve 0 is een eigen curve, vanuit menu 1.9.7.

Een andere curve (helling) selecteren:

Voorzichtig!

Als u maar één klimaatsysteem hebt, is hetnummer van de curve al aangevinkt als hetmenuvenster wordt geopend.

1. Selecteer het klimaatsysteem (als er meerdere zijn)waarvan u de curve wilt wijzigen.

2. Wanneer de klimaatsysteemselectie is bevestigd,wordt het nummer van de curve gemarkeerd.

3. Druk op OK om de instelmodus te openen.4. Selecteer een nieuwe curve. De curves zijn genum-

merd van 0 tot 15. Hoe hoger het nummer, hoesteiler de helling en hoe hoger de aanvoertempe-ratuur. Curve 0 betekent dat eigen stooklijn (menu1.9.7) wordt gebruikt.

5. Druk op OK om de instelling te verlaten.

Een curve aflezen:1. Draai de selectieknop dusdanig dat de ring op de

as met de buitentemperatuur is gemarkeerd.2. Drukt u op OK.3. Volg de grijze lijn tot aan de curve en vervolgens

naar links om de waarde af te lezen voor de aan-voertemperatuur bij de geselecteerde buitentem-peratuur.

4. U kunt nu waarden selecteren voor de verschillendebuitentemperaturen door de selectieknop naarrechts of links te draaien en de bijbehorende aan-voertemperatuur af te lezen.

5. Druk op OK of Terug om de modus voor aflezen teverlaten.

TIP

Wacht 24 uur voordat u een nieuwe instellinginvoert, zodat de kamertemperatuur tijd heeftom zich te stabiliseren.

Als het buiten koud is en de kamertempera-tuur te laag is, verhoogt u de helling van decurve met één stap.

Als het buiten koud is en de kamertempera-tuur te hoog is, verlaagt u de helling van decurve met één stap.

Als het buiten warm is en de kamertempera-tuur te laag is, verhoogt u de verschuiving vande curve met één stap.

Als het buiten warm is en de kamertempera-tuur te hoog is, verlaagt u de verschuiving vande curve met één stap.

39Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstellingNIBE™ VVM 320

Page 40: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Warmtapwatercirculatieinstellen

warmtapw.recirc.

bedrijfstijd

Instelbereik: 1 – 60 min

Fabrieksinstelling: 60 min

stilstand

Instelbereik: 0 – 60 min

Fabrieksinstelling: 0 min

Hier stelt u warmtapwatercirculatie in voor maximaaldrie periodes per dag. Tijdens de ingestelde periodeszal de circulatiepomp voor warmtapwater draaienvolgens de bovengenoemde instellingen.

"bedrijfstijd" bepaal hoe lang de circulatiepomp voorwarmtapwater moet draaien per activering.

"stilstand" bepaal hoe lang de circulatiepomp voorwarmtapwater niet mag draaien tussen activeringen.

Voorzichtig!

Warmtapwatercirculatie wordt geactiveerd inmenu 5.4 "ingangen en uitgangen software".

Zwembad

zwembad (accessoire vereist)

starttemp

Instelbereik: 5,0 – 80,0 °C

Fabrieksinstelling: 22,0 °C

stoptemperatuur

Instelbereik: 5,0 – 80,0 °C

Fabrieksinstelling: 24,0 °C

Selecteer of de zwembadregeling moet worden geac-tiveerd en binnen welke temperaturen (start- en stop-temperatuur) zwembadverwarming moet plaatsvinden.

Als de zwembadtemperatuur onder de ingesteldestarttemperatuur zakt en er geen vraag is naar warm-tapwater of verwarming, begint de VVM 320 met dezwembadverwarming.

Verwijder het vinkje bij "geactiveerd" om de zwembad-verwarming uit te schakelen.

LET OP!

De starttemperatuur kan niet worden inge-steld op een waarde die hoger ligt dan destoptemperatuur.

SG Ready

SG ReadyDeze functie kan alleen worden gebruikt in elektrici-teitsnetten die de "SG Ready"-standaard ondersteunen.

Verricht hier de instellingen voor de functie "SG Ready".

De lageprijsstand houdt in dat de energieleveranciereen laag tarief heeft en dat het systeem hier gebruikvan maakt om de kosten te verlagen.

De overcapaciteitsstand houdt in dat de energieleve-rancier een laag zeer tarief hanteert en dat het systeemhier gebruik van maakt om de kosten zo laag mogelijkte houden.

beïnvloedt kamertemp.

Hier stelt u in of het activeren van "SG Ready" gevolgenmoet hebben voor de kamertemperatuur.

Bij de lageprijsstand van "SG Ready" wordt de parallelleverschuiving van de binnentemperatuur verhoogd met"+1". Als een ruimtesensor is geïnstalleerd en geacti-veerd, wordt de gewenste kamertemperatuur ver-hoogd met 1 °C.

Bij de overcapaciteitstand van "SG Ready" wordt deparallelle verschuiving van de binnentemperatuur ver-hoogd met "+2". Als een ruimtesensor is geïnstalleerden geactiveerd, wordt de gewenste kamertemperatuurverhoogd met 2 °C.

beïnvloedt warm water

Hier stelt u in of het activeren van "SG Ready" gevolgenmoet hebben voor de temperatuur van het warmtap-water.

Bij de lageprijsstand van "SG Ready" wordt de stoptem-peratuur van het warmtapwater zo hoog mogelijk in-gesteld terwijl alleen de compressor in bedrijf is (elek-trisch verwarmingselement niet toegestaan).

Bij de overcapaciteitsstand van "SG Ready" wordt hetwarmtapwater ingesteld op "luxe" (elektrisch verwar-mingselement toegestaan).

beïnvloedt koelen (benodigde accessoire)

Hier stelt u in of het activeren van "SG Ready" gevolgenmoet hebben voor de kamertemperatuur tijdens koe-ling.

Bij de lageprijsstand van "SG Ready"en koeling zijn ergeen gevolgen voor de binnentemperatuur.

Bij de overcapaciteitstand van "SG Ready" en koelingwordt de parallelle verschuiving van de binnentempe-ratuur verlaagd met "-1". Als een ruimtesensor is geïn-stalleerd en geactiveerd, wordt de gewenste kamertem-peratuur verlaagd met 1 °C.

beïnvloedt zwembadtemp. (accessoire vereist)

Hier stelt u in of het activeren van "SG Ready" gevolgenmoet hebben voor de zwembadtemperatuur.

Bij de lageprijsstand van "SG Ready" wordt de gewenstezwembadtemperatuur (start- en stoptemperatuur)verhoogd met 1 °C.

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling40

Page 41: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Bij de overcapaciteitstand van "SG Ready" wordt degewenste zwembadtemperatuur (start- en stoptempe-ratuur) verhoogd met 2 °C.

Voorzichtig!

De functie moet worden aangesloten op tweeAUX-ingangen en worden geactiveerd in me-nu 5.4.

41Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstellingNIBE™ VVM 320

Page 42: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Bedieningseenheid

A

B

C

D

E

F

Display

Statuslamp

Toets OK

Toets Terug

Selectieknop

Schakelaar

BINNENKLIMAAT

MIJN SYSTEEM INFO

WARMTAPWATER

VVM 320 G USB-poort

Display

Instructies, instellingen en bedieningsinformatieworden op het display weergegeven. U kunteenvoudig door de verschillende menu's en op-ties navigeren om het comfort in te stellen of debenodigde informatie te verkrijgen.

A

Statuslamp

De statuslamp geeft de status van het binnen-deel aan. It:■ brandt groen tijdens normaal bedrijf.■ brandt geel in de noodstand.■ brandt rood in het geval van een geactiveerd

alarm.

B

Toets OK

De toets OK wordt gebruikt om:■ selecties van submenu's/opties/instelwaar-

den/pagina in de startgids te bevestigen.

C

Toets Terug

De toets terug wordt gebruikt om:■ terug te keren naar het vorige menu.■ een instelling te wijzigen die niet is bevestigd.

D

Selectieknop

De selectieknop kan naar rechts of links wordengedraaid. U kunt:■ in de menu's en tussen de opties scrollen.■ de waarden verhogen en verlagen.■ scrollen door pagina's, sommige informatie is

verdeeld over meerder pagina's (bijvoorbeeldhelptekst of service-info).

E

Schakelaar (SF1))

De schakelaar kan in drie standen worden gezet:■ Aan ()■ Stand-by ( )■ Noodstand ( )

De noodstand mag alleen worden gebruikt inhet geval van een fout op de binnenmodule. Indeze stand schakelt de compressor uit en scha-kelt het elektrische verwarmingselement in. Dedisplay van de binnenmodule is niet verlicht ende statuslamp brandt geel.

F

USB-poort

De USB-poort is weggewerkt achter het plasticplaatje met de productnaam erop.

De USB-poort wordt gebruikt voor het updatenvan de software.

Ga naar www.nibeuplink.com en klik op de tab"Software" om de nieuwste software voor uwinstallatie te downloaden.

G

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 7 | Bediening - Inleiding42

7 Bediening - Inleiding

Page 43: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

MenusysteemWanneer de deur van de binnenmodule is geopend,worden naast enkele basisgegevens de vier hoofdme-nu's van het menusysteem op de display weergegeven.

BINNENKLIMAAT

MIJN SYSTEEM INFO

WARMTAPWATER

SERVICE

Binnentemperatuur - (indien ruimtesensoren zijngeïnstalleerd)

Warmtapwatertemp.

Tijdelijk in luxe(indien geactiveerd)

Buitentemperatuur

Geschattehoeveelheidwarmtapwater

Informatie overwerking

Menu 1 - BINNENKLIMAATInstellen en plannen van binnenklimaat. Zie informatiein het helpmenu of de gebruikershandleiding.

Menu 2 - WARMTAPWATERInstellen en plannen van warmtapwaterproductie. Zieinformatie in het helpmenu of de gebruikershandlei-ding.

Menu 3 - INFOWeergave van temperatuur en andere bedrijfsinforma-tie en toegang tot alarmlog. Zie informatie in hethelpmenu of de gebruikershandleiding.

Menu 4 - MIJN SYSTEEMInstellen van tijd, datum, taal, weergave, bedrijfsmodusenz. Zie informatie in het helpmenu of de gebruikers-handleiding.

Menu 5 - SERVICEGeavanceerde instellingen. Deze instellingen zijn nietbeschikbaar voor de eindgebruiker. Het menu wordtzichtbaar wanneer in het startmenu 7 seconden langde Terug-knop wordt ingedrukt. Zie pagina 49.

Symbolen displayDe volgende symbolen kunnen bij bedrijf op het displayverschijnen.

BeschrijvingSymbool

Dit symbool verschijnt in het informatie-venster als er informatie van belang inmenu 3.1 staat.

Deze twee symbolen geven aan of decompressor in de buitenunit of de bijver-warming is geblokkeerd in de VVM 320.

Beide kunnen bijvoorbeeld worden ge-blokkeerd als een bepaalde bedrijfsstandis gekozen in menu 4.2, als blokkeren isingepland in menu 4.9.5 of als een alarmis geactiveerd dat één van beide blok-keert.

Compressor blokkeren.

Bijverwarming blokkeren.

Dit symbool verschijnt als de periodieketoename of de luxe stand voor warmtap-water is geactiveerd.

Dit symbool geeft aan of "vakantie-instel-ling" actief is in 4.7.

Dit symbool geeft aan of de VVM 320contact heeft met NIBE NIBE Uplink.

Dit symbool geeft de actuele snelheid vande ventilator aan als deze snelheid afwijktvan de normale instelling.

Accessoire NIBE F135 vereist.

Dit symbool geeft aan of zwembadver-warming actief is.

Accessoire vereist.

Dit symbool geeft aan of koeling actiefis.

Accessoire vereist.

WerkingDraai de selectieknop naar links of naarrechts om de cursor te bewegen. De gemar-keerde positie is wit en/of heeft een op-waartse tab.

43Hoofdstuk 7 | Bediening - InleidingNIBE™ VVM 320

Page 44: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Menu selecterenSelecteer een hoofdmenu door het te markeren envervolgens op OK te drukken om door het menusys-teem te lopen. Er wordt hierna een nieuw venster metsubmenu's geopend.

Selecteer een van de submenu's door het menu temarkeren en vervolgens op OK te drukken.

Opties selecteren

zuinig

comfortstand2.2

normaal

luxe

Alternatief

In een optiemenu wordt de huidig geselecteerdeoptie aangegeven met een groen vinkje.

Een andere optie selecteren:1. Markeer de betreffende optie d.m.v. de selctie-

knop. Een van de opties is voorgeselecteerd(wit).

2. Druk op OK om de geselecteerde optie te be-vestigen. De geselecteerde optie heeft eengroen vinkje.

Een waarde instellen

tijd & datum4.4tijd

dag

jaar

maand

24 uur

12 uur

datum

Te wijzigen waarden

Om een waarde in te stellen:1. Markeer u de waarde die u wilt instellen met

de selectieknop.2. Drukt u op OK. De achtergrond van de waar-

de wordt groen. Dit betekent dat u de instel-modus hebt geopend.

3. Draai de selectieknop naar rechts om dewaarde te verhogen en naar links om dezete verlagen.

4. Druk op OK om de waarde te bevestigen dieu hebt ingesteld. Druk op de toets Terug omnaar de oorspronkelijke waarde terug te keren.

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 7 | Bediening - Inleiding44

Page 45: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Het virtuele toetsenbord gebruiken

Verschillende toetsenborden

Als het in sommige menu's nodig is dat er tekst wordtingevoerd, is er een virtueel toetsenbord beschikbaar.

Afhankelijk van het menu hebt u de beschikking oververschillende tekensets die u met behulp van de selec-tieknop kunt selecteren. Om andere tekens te gebrui-ken, drukt u op de Terug-knop. Als een menu maar ééntekenset heeft, wordt het toetsenbord direct weerge-geven.

Als u klaar bent met het invoeren van tekst, markeertu "OK" en drukt u op de OK-knop.

Door de vensters scrollenEen menu kan uit meerdere vensters bestaan. Draai deselectieknop om tussen de vensters te scrollen.

Huidigemenuvenster

Aantal vensters inhet menu

Door de vensters in de startgids scrollen

taal 4.6

Indien de startgids zich links van deze paginabevindt, wordt deze automatisch korter

60 min.

Pijlen voor door venster scrollen in startgids

1. Draai de selectieknop totdat de pijltjes in de linker-bovenhoek (bij het paginanummer) zijn gemar-keerd.

2. Druk op de OK-knop om naar de volgende stap inde startgids te gaan.

HelpmenuIn veel menu's staat een symbool dat aangeeftdat er extra hulp beschikbaar is.

Om de helptekst te openen:1. Gebruikt u de selectieknop om het helpsymbool

te selecteren.2. Drukt u op OK.

De helptekst bestaat vaak uit meerdere vensterswaartussen u kunt scrollen met de selectieknop.

45Hoofdstuk 7 | Bediening - InleidingNIBE™ VVM 320

Page 46: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Menu 1 - BINNENKLIMAAT

1.1.1 - verwarming1.1 - temperatuur1 - BINNENKLIMAAT

1.1.2 - koeling *

1.2 - ventilatie *

1.3.1 - verwarming1.3 - programmering

1.3.2 - koeling *

1.3.3 - ventilatie *

1.9.1.1 stooklijn1.9.1 - curve1.9 - geavanceerd

1.9.1.2 - koelcurve *

1.9.2 - externe instelling

1.9.3 - min. aanvoer temp.

1.9.4 - instellingen ruimtesen-sor

1.9.5 - instellingen koeling *

1.9.6 - terugsteltijd ventilator*

1.9.7.1 - verwarming1.9.7 - eigen stooklijn

1.9.7.2 - koeling *

1.9.8 - verschuiving punt

1.9.11 - +Adjust

* Accessoires nodig.

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's46

8 Regeling - Menu's

Page 47: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Menu 2 - WARMTAPWATER

2.1 - tijdelijk in luxe2 - WARMTAPWATER

2.2 - comfortstand

2.3 - programmering

2.9.1 - periodieke toename2.9 - geavanceerd

2.9.2 - warmtapw.recirc.

Menu 3 - INFO

3.1 - service-info3 - INFO

3.2 - compressor info

3.3 - info bijverwarming

3.4 - alarm log

3.5 - binnentemp. log

* Accessoires nodig.

47Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE™ VVM 320

Page 48: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Menu 4 - MIJN SYSTEEM

4.1.1 - zwembad *4.1 - plusfuncties4 - MIJN SYSTEEM

4.1.3.1 - NIBE Uplink4.1.3 - internet

4.1.3.8 - tcp/ip-instellingen

4.1.3.9 - proxy-instellingen

4.1.4 - sms *

4.1.5 - SG Ready

4.1.6 - smart price adaption™

4.1.7 - smart home *

4.1.8.1 - instellingen4.1.8 - smart energy source™

4.1.8.2 - inst. prijs

4.1.8.3 - inst. prim. fact.

4.1.8.4 - tariefper., elektr.

4.1.8.6 - tariefper., ext. shunt-bijv.

4.1.8.7 - tariefper., ext. stap-bijv.

4.1.8.8 - tariefper., OPT10

4.2 - bedrijfsstand

4.3 - mijn pictogrammen

4.4 - tijd & datum

4.6 - taal

4.7 - vakantie-instelling

4.9.1 - functie voorkeuren4.9 - geavanceerd

4.9.2 - instelling modus auto

4.9.3 - instelling graadminuten

4.9.4 - fabrieksinstelling gebrui-ker

4.9.5 - blokk. programm.

4.9.6 - program. stille stand

* Accessoire vereist.

Een beschrijving van menu 1–4 is te vinden in het ge-bruikershandboek.

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's48

Page 49: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Menu 5 - SERVICE

Overzicht5.1.1 - warmwaterinstellingen5.1 - bedrijfsinstellingen5 - SERVICE

5.1.2 - max. aanvoertemp.

5.1.3 - max. versch. aanvoertemp.

5.1.4 - alarmhandelingen

5.1.5 - ventilatorsnelheid uitlaatlucht *

5.1.12 - interne elektrische bijverw.

5.1.13 - max geïnst verm (BBR)

5.1.14 - aanvinst. klim.systeem

5.1.18 - doorstroominstelling laadpomp

5.1.22 - heat pump testing

5.1.23 - compressor curve

5.1.25 - tijd filteralarm

5.2.2 - geïnstalleerde warmtepomp5.2 - systeeminstellingen

5.2.4 - accessoires

5.3.2 - shuntgestuurde bijverw. *5.3 - instellingen accessoire

5.3.3 - extra klimaatsysteem *

5.3.6 - stapgestuurde bijverwarming *

5.3.7 - externe bijverwarming *

5.3.8 - warmtapwatercomfort *

5.3.14 - F135 *

5.3.15 - GBM-communicatiemodule *

5.3.18 - zwembad*

5.3.19 - act. koel. 4-leiding*

5.3.20 - aanvoersensor*

5.4 - in-/uitgangen software

5.5 - service fabriekinstelling

5.6 - geforceerde regeling

5.7 - startgids

5.8 - snelstart

5.9 - vloerdroogfunctie

5.10 - log met wijzigingen

5.11.1.2 - circ.pomp afg.syst.(GP1)

5.12 - land

* Accessoire vereist.

Ga naar het hoofdmenu en houd de knop Terug 7 se-conden ingedrukt om naar het Servicemenu te gaan.

Submenu's

Menu SERVICE heeft oranje tekst en is bedoeld voorgevorderde gebruikers. Dit menu heeft meerdere sub-menu's. U vindt de statusinformatie van het betreffen-de menu op het display aan de rechterkant van demenu´s.

bedrijfsinstellingen Bedrijfsinstellingen voor de bin-nenmodule.

systeeminstellingen Systeeminstellingen voor de bin-nenmodule, activeren van accessoires enz.

instellingen accessoire Bedrijfsinstellingen voor ver-schillende accessoires.

in-/uitgangen software Instellen van softwaregestuur-de in- en uitgangen op de ingangsprintplaat (AA3).

service fabriekinstelling Totale reset van alle instellin-gen (inclusief instellingen die beschikbaar zijn voor degebruiker) naar standaardwaarden.

49Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE™ VVM 320

Page 50: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

geforceerde regeling Gedwongen regeling van deverschillende componenten in de binnenmodule.

startgids Handmatige start van de startgids die deeerste keer wordt gebruikt wanneer de binnenmodulewordt gestart.

snelstart Snelstarten van de compressor.

Voorzichtig!

Onjuiste instellingen in de servicemenu's kun-nen schade aan de installatie veroorzaken.

Menu 5.1 - bedrijfsinstellingenBedrijfsinstellingen voor de binnenmodule kunnen inde submenu's worden doorgevoerd.

Menu 5.1.1 - warmwaterinstellingen

VVM 320 Roestvrij staal of VVM 320 Emaille

zuinig

Instelbereik starttemp. eco: 5 – 70 °C

Fabrieksinstelling starttemp. eco: 46 °C

Instelbereik stoptemp. eco: 5 – 70 °C

Fabrieksinstelling stoptemp. eco: 49 °C

normaal

Instelbereik starttemp. normaal: 5 – 70 °C

Fabrieksinstelling starttemp. normaal: 49 °C

Instelbereik stoptemp. normaal: 5 – 70 °C

Fabrieksinstelling stoptemp. normaal: 52 °C

luxe

Instelbereik starttemp. luxe: 5 – 70 °C

Fabrieksinstelling starttemp. luxe: 55 °C

Instelbereik stoptemp. luxe: 5 – 70 °C

Fabrieksinstelling stoptemp. luxe: 58 °C

stoptemp. per. verhoging

Instelbereik: 55 – 70 °C

Fabrieksinstelling: 55 °C

Hier stelt u naast de start- en stoptemperatuur van hetwarmtapwater voor de verschillende comfortopties inmenu 2.2 ook de stoptemperatuur voor periodiekeverhogingen in menu 2.9.1.

Menu 5.1.2 - max. aanvoertemp.

afgiftesysteem

Instelbereik: 5-70 °C

Standaardwaarde: 60 °C

Stel hier de maximale aanvoertemperatuur in voor hetafgiftesysteem. Indien de installatie meerdere klimaat-systemen heeft, kunnen er afzonderlijke maximale

aanvoertemperaturen worden ingesteld voor iedersysteem. Afgiftesystemen 2-8 kunnen niet worden in-gesteld op een hogere max. aanvoertemperatuur danklimaatsysteem 1.

LET OP!

Vloerverwarmingssystemen worden normaalgesproken max. aanvoertemp. ingesteld tus-sen 35 en 45 °C.

Controleer de max. vloertemperatuur bij deleverancier van uw vloer.

Menu 5.1.3 - max. versch. aanvoertemp.

max. versch. compressor

Instelbereik: 1 – 25 °C

Standaardwaarde: 10 °C

max. versch. bijverwarming

Instelbereik: 1 – 24 °C

Standaardwaarde: 7 °C

Hier stelt u het maximale toegestane verschil in tussende berekende en de huidige aanvoertemperatuur tij-dens de compressor- of de bijverwarmingsmodus. Max.versch. bijverwarming kan nooit hoger zijn dan max.versch. compressor

max. versch. compressor

Als de huidige aanvoertemperatuur tot boven de be-rekende doorstroming met instelwaarde stijgt, wordtde waarde van graadminuten ingesteld op 0. De com-pressor in de warmtepomp stopt als er alleen warmte-vraag is voor cv.

max. versch. bijverwarming

Als "addition” wordt geselecteerd en geactiveerd inmenu 4.2 en de huidige aanvoertemp. de berekendetemperatuur overtreft met de ingestelde waarde,wordt de bijverwarming gedwongen om te stoppen.

Menu 5.1.4 - alarmhandelingenKies hier of u wilt dat de binnenmodule u waarschuwtals een alarm op het display wordt getoond.

LET OP!

Als er geen alarmhandeling is geselecteerd,kan dit leiden tot een hoger energieverbruikbij een alarm.

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's50

Page 51: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Menu 5.1.5 - ventilatorsnelheid uitlaatlucht(accessoire vereist)

normaal en snelheid 1-4

Instelbereik: 0 – 100 %

Fabrieksinstelling normaal: 65 %

Fabrieksinstelling snelheid 1: 0 %

Fabrieksinstelling snelheid 2: 30 %

Fabrieksinstelling snelheid 3: 80 %

Fabrieksinstelling snelheid 4: 100 %

Stel de snelheid voor de vier verschillende te selecterenstanden voor de ventilator hier in.

LET OP!

Een onjuist ingestelde ventilatiestroom kanhet huis beschadigen en kan tot een hogerenergieverbruik leiden.

Menu 5.1.12 - interne elektrische bijverw.

max aangesl. el. bijv.

Fabrieksinstelling 3x400 V: 9 kW

Fabrieksinstelling 3x230 V: 9 kW

Fabrieksinstelling 1x230 V: 7 kW

zekeringgrootte

Instelbereik: 1 - 200 A

Fabrieksinstelling 3x400 V: 16 A

Fabrieksinstelling 3x230 V: 32 A

Fabrieksinstelling 1x230 V: 32 A

Hier stelt u het max. elektrische vermogen in van deinterne elektrische bijverwarming in de VVM 320 ende zekeringgrootte voor de installatie.

Hier kunt u ook controleren welke stroomsensor opwelke inkomende fase van de woning is geïnstalleerd(vraagt om de installatie van stroomsensoren, zie pagi-na 32). Vink hiervoor "fasevolgorde ontdekken" aanen druk op de OK-toets.

De resultaten van deze controles staan net onder me-nu-optie "fasevolgorde ontdekken".

Menu 5.1.13 - max geïnst verm (BBR)

max geïnstalleerd verm. (alleen dezemachine)

Instelbereik: 0,000 - 30,000 kW

Standaardwaarde: 15,000 kW

Gebruik deze instelling niet als bovenstaande bouw-voorschriften niet van toepassing zijn.

Om aan bepaalde bouwvoorschriften te voldoen, kande maximale vermogensafgifte van het apparaat wor-den vergrendeld. In dit menu kunt u, indien nodig, dewaarde instellen die overeenkomt met de maximalenetaansluiting van de warmtepomp voor verwarming,

warmtapwater en koeling. Let op of er ook externeelektrische componenten zijn waarbij dit moet gebeu-ren. Nadat de waarde vergrendeld is, gaat er een be-denkingsperiode in van één week. Na deze periodemoeten onderdelen van de machine worden vervangenom een hoger vermogen te krijgen.

Menu 5.1.14 - aanvinst. klim.systeem

voorinstell

Instelbereik: radiator, vloerverw., rad. + vloerverw.,DOT °C

Standaardwaarde: radiator

Instelbereik DOT: -40,0 – 20,0 °C

Fabrieksinstelling DOT: -18,0 °C

eigen inst.

Instelbereik dT bij DOT: 2,0 – 20,0

Fabrieksinstelling dT bij DOT: 10,0

Instelbereik DOT: -40,0 – 20,0 °C

Fabrieksinstelling DOT: -18,0 °C

Hier wordt het type warmteverdeelsysteem waar decirculatiepomp (GP1) van het verwarmingssysteemnaartoe werkt, ingesteld.

dT bij DOT is het verschil in graden tussen aanvoer- enretourtemperaturen bij de gemeten buitentempera-tuur.

Menu 5.1.18 - doorstroominstellinglaadpompControleer of de doorstroomsnelheid voor de laad-pomp door de warmtepomp voldoende is. Activeer destroomtest voor het meten van delta T (verschil tussenaanvoer- en retourleidingtemperaturen van de warm-tepomp). De test is in orde als delta T onder de parame-ter op het display ligt.

Voorzichtig!

De warmwatertemperatuur (BT6) moet lagerzijn dan 40 °C om de debiettest te starten.

Menu 5.1.22 - heat pump testing

Voorzichtig!

Dit menu is bedoeld voor het testen van deVVM 320 volgens verschillende standaarden.

Gebruik van dit menu voor andere doeleindenkan ertoe leiden dat uw installatie niet correctfunctioneert.

Dit menu bevat diverse submenu's, één voor iederestandaard.

51Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE™ VVM 320

Page 52: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Menu 5.1.23 - compressor curve

Voorzichtig!

Dit menu wordt alleen weergegeven als VVM320 is aangesloten op een warmtepomp meteen invertergestuurde compressor.

Stel in of de compressor in de warmtepomp tijdensspecifieke eisen moet werken op basis van een bepaal-de curve of moet werken op basis van vooraf ingesteldecurven.

U stelt een curve voor een vraag (warmte, warmtapwa-ter enz.) in door "auto" uit te vinken, de regelknop teverdraaien tot er een temperatuur wordt aangegevenen op OK te drukken. U kunt nu instellen bij welketemperaturen de maximale en minimale frequentiesmoeten liggen.

Dit menu kan bestaan uit meerdere vensters (één vooriedere beschikbare vraag). Gebruik de navigatiepijlenlinksboven om heen en weer te gaan tussen de ven-sters.

Menu 5.1.25 - tijd filteralarm

maanden t. filteralarms

Instelbereik: 1 – 24

Fabrieksinstelling: 3

Hier stelt u het aantal maanden in dat tussen dealarmberichten moet zitten als herinnering om het filtervan de F135

Menu 5.2 - systeeminstellingenHier verricht u verschillende systeeminstellingen vooruw installatie, bijv. activeren van de aangeslotenwarmtepomp en welke accessoires er zijn geïnstalleerd.

Menu 5.2.2 - geïnstalleerde warmtepompAls er een warmtepomp op de binnenmodule is aange-sloten, stelt u dat hier in.

Menu 5.2.4 - accessoiresHier stelt u in welke accessoires er zijn geïnstalleerd opde installatie.

Er zijn twee manieren waarop aangesloten accessoiresgeactiveerd kunnen worden. U kunt het alternatiefmarkeren in de lijst of gebruik maken van de automa-tische functie "geïnstalleerde acc. zoeken".

geïnstalleerde acc. zoeken

Markeer ”geïnstalleerde acc. zoeken" en druk op deOK-toets om automatische aangesloten accessoiresvoor de VVM 320 te vinden.

Menu 5.3 - instellingen accessoireDe bedrijfsinstellingen voor accessoires die geïnstal-leerd en geactiveerd zijn, worden verricht in de daar-voor bedoelde submenu's.

Menu 5.3.2 - shuntgestuurde bijverw.

bijverwarming voorrang

Instelbereik: aan/uit

Fabrieksinstelling: uit

start diff. bijverwarming

Instelbereik: 0 – 2000 GM

Standaardwaarde: 400 GM

minimale looptijd

Instelbereik: 0 – 48 u

Standaardwaarde: 12 u

min. temp.

Instelbereik: 5 – 90 °C

Standaardwaarde: 55 °C

mengklep versterker

Instelbereik: 0,1 –10,0

Standaardwaarde: 1,0

mengklep stap vertraging

Instelbereik: 10 – 300 s

Standaardwaarde: 30 s

Stel hier de minimale looptijd en de minimale tempe-ratuur in voor het starten van de externe bijverwarmingmet shunt, zoals een hout-/olie-/gas-/pelletgestookteketel.

U kunt de versterking van de shuntklep en de wachttijdvan de shuntklep instellen.

Als u "bijverwarming voorrang" kiest, wordt de warmtevan de externe bijverwarming gebruikt in plaats vandie van de warmtepomp. De shuntklep wordt net zolang geregeld als er warmte beschikbaar is, anderswordt de shuntklep gesloten.

Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoirevoor een beschrijving van de werking.

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's52

Page 53: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Menu 5.3.3 - extra klimaatsysteem

gebruik in verwarmingsstand

Instelbereik: aan/uit

Fabrieksinstelling: op

gebruik in koelstand

Instelbereik: aan/uit

Fabrieksinstelling: uit

mengklep versterker

Instelbereik: 0,1 – 10,0

Standaardwaarde: 1,0

mengklep stap vertraging

Instelbereik: 10 – 300 s

Standaardwaarde: 30 s

In menu 5.3.3 kunt u kiezen welk klimaatsysteem (2 -8) u wilt instellen. In het volgende menu stelt u hetgeselecteerde klimaatsysteem in.

Als de warmtepomp is aangesloten op meerdere afgif-tesystemen, kan daarin condensatie optreden als zijniet bedoeld zijn voor koeling.

Controleer, om condensatie te voorkomen, of "gebruikin verwarmingsstand" is aangevinkt voor de afgiftesys-temen die niet bedoeld zijn voor koeling. Dit betekentdat de subshunts voor de extra afgiftesystemen sluitenals de koeling geactiveerd is.

De shuntversterking en shuntwachttijd voor de verschil-lende, geïnstalleerde extra klimaatsystemen wordenook hier ingesteld.

Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoirevoor een beschrijving van de werking.

Menu 5.3.6 - stapgestuurde bijverwarming

start bijverwarming

Instelbereik: -2000 – -30 GM

Standaardwaarde: -400 GM

verschil bijverw.stappen

Instelbereik: 0 – 1000 GM

Standaardwaarde: 100 GM

max. stap

Instelbereik(binaire stappen gedeactiveerd): 0 – 3

Instelbereik(binaire stappen geactiveerd): 0 – 7

Standaardwaarde: 3

binaire stap

Instelbereik: aan/uit

Fabrieksinstelling: uit

Stel hier de stapgeregelde bijverwarming in. Een stap-geregelde bijverwarming is bijv. een externe elektrischeketel.

Het is bijvoorbeeld mogelijk om te selecteren wanneerde bijverwarming moet starten, om het max. aantaltoegestane stappen in te stellen en in te stellen of bi-naire stappen wel of niet moeten worden gebruikt.

Als binaire stappen zijn gedeactiveerd (uit), hebben deinstellingen betrekking op lineaire stappen.

Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoirevoor een beschrijving van de werking.

Menu 5.3.7 - externe bijverwarmingHier verricht u instellingen voor de externe bijverwar-ming. Externe bijverwarming is bijvoorbeeld een olie-of gasgestookte of elektrische externe boilerketel.

Als de externe bijverwarming niet stapgeregeld is, moetnaast het selecteren van het starten ervan ook delooptijd voor de bijverwarming worden ingesteld.

Als de externe bijverwarming stapgeregeld is, is hetbijvoorbeeld mogelijk om te selecteren wanneer debijverwarming moet starten, om het max. aantal toe-gestane stappen in te stellen en in te stellen of binairestappen wel of niet moeten worden gebruikt.

Als u "bijverwarming voorrang" kiest, wordt de warmtevan de elektrische bijverwarming gebruikt in plaats vande warmtepomp.

Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoirevoor een beschrijving van de werking.

Menu 5.3.8 - warmtapwatercomfort

activeren van mengklep

Instelbereik: aan/uit

Fabrieksinstelling: uit

uitgaand warmtapwater

Instelbereik: 40 - 65 °C

Standaardwaarde: 55 °C

mengklep versterker

Instelbereik: 0,1 – 10,0

Standaardwaarde: 1,0

mengklep stap vertraging

Instelbereik: 10 – 300 s

Standaardwaarde: 30 s

Hier verricht u instellingen voor het warmtapwatercom-fort.

Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoirevoor een beschrijving van de werking.

activeren van mengklep: Hier activeert u of er eenmengklep is geïnstalleerd voor het beperken van detemperatuur voor warmtapwater vanuit de boiler.

Als dit alternatief geactiveerd is, kunt u de uitgaandewarmtapwatertemperatuur, shuntversterking enshuntwachttijd instellen voor de mengklep.

53Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE™ VVM 320

Page 54: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

uitgaandwarmtapwater: Hier kunt u de temperatuurinstellen waarbij de mengklep warmtapwater vanuitde boiler moet beperken.

Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoirevoor een beschrijving van de werking.

Menu 5.3.14 - F135

snelheid laadpomp

Instelbereik: 1 – 100 %

Fabrieksinstelling: 70 %

warmwater bij koelen

Instelbereik: aan/uit

Fabrieksinstelling: uit

Hier kunt u de snelheid van de laadpomp instellen voorde F135. U kunt er ook voor kiezen om met de F135warmtapwater te produceren terwijl tegelijkertijd hetbuitendeel koeling produceert.

Voorzichtig!

Het koelingsaccessoire ACS 310 is vereist omactivering van ”warm water tijdens koeling”mogelijk te maken.

LET OP!

Koeling moet worden toegestaan in Menu5.11.1.1 - warmtepomp, zodat ”warm watertijdens koeling” kan worden geactiveerd.

Menu 5.3.15 - GBM-communicatiemodule

start diff. bijverwarming

Instelbereik: 10 – 2 000 GM

Fabrieksinstelling: 400 GM

hysteresis

Instelbereik: 10 – 2 000 GM

Fabrieksinstelling: 100 GM

Stel hier de gasketel GBM 10-15 in. Selecteer bijvoor-beeld wanneer de gasketel moet starten. Raadpleegde installatie-instructies voor het accessoire voor eenbeschrijving van de werking.

Menu 5.3.18 - zwembadHier selecteert u welke pomp in het systeem gebruiktwordt.

Menu 5.3.19 - act. koel. 4-leidingHier selecteert u welke pomp in het systeem gebruiktwordt.

Menu 5.3.20 - aanvoersensor

EMK 500aanvoersensor

aanvoersensor 5.3.20

aanvoersensor

Insteloptie: EMK 500, EMK 310 / 300, EMK 150

Fabrieksinstelling: EMK 500

Hier selecteert u welke aanvoersensor wordt gebruiktvoor de energiemeting.

Menu 5.4 - in-/uitgangen softwareHier kunt u selecteren op welke in-/uitgang van de in-gangsprintplaat (AA3) de externe contactfunctie (pa-gina 32) moet worden aangesloten.

Te selecteren ingangen op klemmenstrook AUX1-5(AA3-X6:9-18) en uitgang AA3-X7 (op de ingangsprint-plaat).

Menu 5.5 - service fabriekinstellingAlle instellingen kunnen hier worden gereset (inclusiefinstellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker)naar standaardwaarden.

Voorzichtig!

Bij het resetten wordt bij de volgende start vande binnenmodule de startgids weergegeven.

Menu 5.6 - geforceerde regelingU kunt hier de verschillende componenten in de bin-nenmodule en eventueel aangesloten accessoires re-gelen.

Voorzichtig!

Geforceerde besturing is alleen bedoeld voorhet oplossen van problemen. Elk ander gebruikvan de functie kan schade veroorzaken aan deonderdelen van uw klimaatsysteem.

Menu 5.7 - startgidsWanneer de binnenmodule voor de eerste keer wordtgestart, opent de startgids ook automatisch. Hier kuntu deze handmatig starten.

Zie pagina 37 voor meer informatie over de startgids.

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's54

Page 55: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Menu 5.8 - snelstartVan hieruit is het mogelijk om de compressor te starten.

LET OP!

Er moet een warmtevraag of een warmtapwa-tervraag zijn om de compressor te starten.

LET OP!

U kunt de compressor beter niet te vaak snel-starten gedurende een kort periode, wanthierdoor kunnen de compressor en zijn neven-apparatuur beschadigen.

Menu 5.9 - vloerdroogfunctie

duur periode 1 – 7

Instelbereik: 0 – 30 dagen

Fabrieksinstelling, periode 1 – 3, 5 – 7: 2 dagen

Fabrieksinstelling, periode 4: 3 dagen

temp. periode 1 – 7

Instelbereik: 15 – 70 °C

Standaardwaarde:20 °Ctemp. periode 130 °Ctemp. periode 240 °Ctemp. periode 345 °Ctemp. periode 440 °Ctemp. periode 530 °Ctemp. periode 620 °Ctemp. periode 7

Stel hier de functie drogen ondervloer in.

U kunt maximaal zeven tijdsperioden instellen metverschillende, berekende aanvoertemperaturen. Als erminder dan zeven perioden worden gebruikt, moetende resterende tijdsperioden worden ingesteld op 0dagen.

Vink het actieve venster aan om de functie vloerdrogente activeren. Een teller onderin toont het aantal dagendat de functie actief is geweest.

Voorzichtig!

Tijdens het drogen van de vloer draait de cir-culatiepomp van het afgiftesysteem op 100%,ongeacht de instelling in menu 5.1.10.

TIP

Als bedrijfsstand "add. heat only" moet wor-den gebruikt, kiest u dit in menu 4.2.

Menu 5.10 - log met wijzigingenHier kunt u eerdere wijzigingen in het regelsysteemaflezen.

Datum, tijd en ID-nr. (uniek voor bepaalde instellingen)en de nieuwe ingestelde waarde worden aangegevenvoor iedere wijziging.

Voorzichtig!

Het log met wijzigingen wordt opgeslagen bijherstarten en blijft ongewijzigd na fabrieksin-stelling.

Menu 5.11 - warmtepompinstellingenInstellingen voor de geïnstalleerde warmtepomp kun-nen in de submenu's worden verricht.

Menu 5.11.1 - EB101Verricht hier de instellingen die specifiek zijn voor degeïnstalleerde warmtepomp en de circulatiepomp vanhet verwarmingssysteem.

Menu 5.11.1.1 - warmtepompVerricht hier de instellingen voor de geïnstalleerdewarmtepomp. Zie voor de mogelijke instellingen deinstallatiehandleiding voor de warmtepomp.

55Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE™ VVM 320

Page 56: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Menu 5.11.1.2 - circ.pomp afg.syst. (GP1)

bedrijfsstand

Instelbereik: auto / intermitterend

Standaardwaarde: auto

Stel hier de bedrijfsmodus van de circulatiepomp ver-warmingssysteem in.

auto: De circulatiepomp draait volgens de huidige be-drijfsmodus van de VVM 320.

intermitterend: De circulatiepomp van het verwar-mingssysteem start en stopt 20 seconden voor en nade compressor in de warmtepomp.

snelheid tijdens bedrijf

heating, warmtapwater, zwembad, cooling

Instelbereik: auto / handmatig

Standaardwaarde: auto

Handmatige instelling

Instelbereik: 1–100 %

Standaardwaarde: 70 %

snelh. in wachtm.

Instelbereik: 1–100 %

Standaardwaarde: 30 %

max. toegest. snelheid

Instelbereik: 80–100 %

Standaardwaarde: 100 %

Stel de snelheid in waarop de circulatiepomp verwar-mingssysteem moet draaien in de huidige bedrijfsstand.Selecteer "auto" als de snelheid van de circulatiepompverwarmingssysteem automatisch geregeld moetworden (fabrieksinstelling) voor een optimale werking.

Als "auto" wordt geactiveerd voor verwarming, kuntu ook kiezen voor de instelling "max. toegest. snelheid"die de circulatiepomp verwarmingssysteem beperkten niet laat draaien op een hogere snelheid dan deingestelde waarde.

Voor handmatige regeling van de circulatiepomp vanhet verwarmingssysteem deactiveert u "auto" voor dehuidige bedrijfsstand en stelt u vervolgens de waardein tussen 1 en 100% (de eerder ingestelde waarde voor"max. toegest. snelheid" geldt niet meer).

wachtstand houdt in dat de circulatiepomp van hetverwarmingssysteem de snelheid verlaagt, omdat dewarmtepomp in de verwarmings- of koelingsstandstaat, maar geen compressor of elektrische bijverwar-ming nodig heeft.

5.12 - landSelecteer hier waar het product geïnstalleerd is. Zokrijgt u toegang tot landspecifieke instellingen in uwproduct.

Voor de taalinstellingen kan worden afgeweken vandeze selectie.

Voorzichtig!

Deze optie vergrendelt na 24 uur, herstartenvan display of updaten van programma.

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's56

Page 57: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

ServicehandelingenVoorzichtig!

Service mag uitsluitend door ter zake kundigpersoneel worden verricht.

Gebruik bij het vervangen van onderdelen vande VVM 320 uitsluitend vervangende onderde-len van NIBE.

NoodstandDe noodstand wordt gebruikt bij bedrijfsstoringen enin samenhang met service. De warmtapwatercapaciteitis in deze stand beperkt.

De noodstand wordt geactiveerd door de schakelaar(SF1) in te stellen op stand " ". Dit betekent het vol-gende:■ De statuslamp brandt geel.■ Het display brandt niet en de regelcomputer is niet

aangesloten.■ De temperatuur bij het elektrisch verwarmingsele-

ment wordt geregeld door de thermostaat (FD1-BT30). Deze kan worden ingesteld op 35 of 45 °C.

■ Alleen de circulatiepompen en de elektrische bijver-warming zijn actief. In de noodstand wordt het ver-mogen van de elektrische bijverwarming ingesteldop de printplaat van het elektrische verwarmingsele-ment (AA1). Zie pagina 30 voor instructies.

De boiler aftappenDe boiler kan worden afgetapt met behulp van hethevelprincipe. Dit kan worden gedaan door een aftap-afsluiter op de binnenkomende koudwaterleiding temonteren of door een slang in de koudwateraanslui-ting te stoppen.

Aftappen van het afgiftesysteemU kunt het beste eerst het systeem aftappen metvulklep QM11 als u service aan het klimaatsysteem wiltverrichten.

Voorzichtig!

Er kan wat warmtapwater uitkomen bij hetaftappen van het verwarmingssysteem/afgif-tesysteem. Gevaar voor brandwonden.

1. Sluit een slang aan op de onderste vulklep voorhet verwarmingssysteem (QM11).

2. Open de klep om het afgiftesysteem af te tappen.

Wilo

VVM320

Ontluchtingsklep (QM20)

FD1

FA1

SF1

QM11

QM22

57Hoofdstuk 9 | ServiceNIBE™ VVM 320

9 Service

Page 58: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Gegevens temperatuursensor

Spanning (VDC)Weerstand(kOhm)

Temperatuur(°C)

3,256351,0-403,240251,6-353,218182,5-303,189133,8-253,15099,22-203,10574,32-153,04756,20-102,97642,89-52,88933,0202,78925,6152,67320,02102,54115,77152,39912,51202,24510,00252,0838,045301,9166,514351,7525,306401,5874,348451,4263,583501,2782,968551,1362,467601,0072,068650,8911,739700,7851,469750,6911,246800,6071,061850,5330,908900,4690,779950,4140,672100

USB-service-uitgang

LEK

Het display is voorzien van een USB-poort die kanworden gebruikt om de software te updaten, gelogdeinformatie op te slaan en de instellingen in VVM 320te verwerken.

BINNENKLIMAAT

MIJN SYSTEEM INFO

WARMTAPWATER

USB

software updaten

USB 7

loggen

instellingen beheren

Wanneer een USB-geheugen wordt aangesloten, ver-schijnt er een nieuw menu (menu 7) op het display.

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 9 | Service58

Page 59: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Menu 7.1 - software updaten

software updaten7.1

start met updaten

kies een ander bestand

Hier kunt u de software in de VVM 320 updaten.

Voorzichtig!

De volgende functies werken alleen als hetUSB-geheugen bestanden bevat met softwarevoor de VVM 320 van NIBE.

Het gegevensvak bovenaan op het display toont infor-matie (altijd in het Engels) over de meest waarschijnlijkeupdate die de updatesoftware uit het USB-geheugenheeft geselecteerd.

Deze informatie geeft aan voor welk product de soft-ware is bedoeld, wat de software versie is plus algeme-ne informatie daarover. Als u een ander bestand wiltselecteren dan het geselecteerde bestand, kunt u hetjuiste bestand selecteren door "kies een ander be-stand".

start met updaten

Selecteer “start met updaten" als u de update wiltstarten. U wordt gevraagd of u zeker weet dat u desoftware wilt updaten. Antwoord "ja" om door te gaanof "nee" om ongedaan te maken.

Als u "ja" hebt geantwoord op de vorige vraag, startde update en kunt u de voortgang van de update vol-gen op het display. Als de update klaar is, wordt deVVM 320 opnieuw opgestart.

Voorzichtig!

Bij een software-update worden de menu-in-stellingen in de VVM 320 niet gereset.

Voorzichtig!

Als de update wordt onderbroken voordatdeze is afgerond (bijvoorbeeld door stroomon-derbreking enz.), kan de software worden ge-reset naar de vorige versie als tijdens het op-starten de OK-toets ingedrukt wordt gehou-den totdat de groene lamp gaat branden(duurt ca. 10 seconden).

kies een ander bestand

software updaten7.1

Selecteer “kies een ander bestand" als u de voorgestel-de software niet wilt gebruiken. Als u door de bestan-den bladert, wordt informatie over de gemarkeerdesoftware weergegeven in een gegevensvak, net alseerder. Als u een bestand hebt geselecteerd met deOK-toets, gaat u terug naar de vorige pagina (menu7.1), waar u ervoor kunt kiezen om de update te star-ten.

Menu 7.2 - loggen

loggen7.2

geactiveerd

interval sec5

Instelbereik: 1 s – 60 min

Bereik fabrieksinstelling: 5 s

Hier kunt u aangeven hoe actuele meetwaarden vande VVM 320 moeten worden opgeslagen in een logbe-stand in het USB-geheugen.1. Stel het gewenste interval tussen het loggen in.2. Vink aan: “geactiveerd".3. De huidige waarden van de VVM 320 worden met

het ingestelde interval opgeslagen in een bestandin het USB-geheugen tot het vinkje bij "geacti-veerd" weer wordt verwijderd.

Voorzichtig!

Verwijder het vinkje bij "geactiveerd" voordatu de USB-stick verwijdert.

59Hoofdstuk 9 | ServiceNIBE™ VVM 320

Page 60: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Menu 7.3 - instellingen beheren

instellingen beheren7.3

instellingen bewaren

instellingen herstellen

Hier kunt u alle menu-instellingen (gebruikers- en ser-vicemenu's) beheren (opslaan als of ophalen uit) in deVVM 320 met een USB-geheugen.

Via "instellingen bewaren" slaat u de menu-instellingenin het USB-geheugen op, zodat u deze later kunt her-stellen of naar een andere VVM 320 kunt kopiëren.

Voorzichtig!

Als u de menu-instellingen opslaat in het USB-geheugen, vervangt u alle eerdere, in het USB-geheugen opgeslagen instellingen.

Via "instellingen herstellen" reset u alle menu instellin-gen vanaf het USB-geheugen.

Voorzichtig!

Het resetten van de menu-instellingen vanafhet USB-geheugen kan niet ongedaan wordengemaakt.

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 9 | Service60

Page 61: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

In de meeste gevallen merkt de binnenmodule bedrijfs-storingen (bedrijfsstoringen kunnen leiden tot versto-ringen van het comfort) op, geeft dit aan met alarm-meldingen en geeft uit te voeren instructies op de dis-play weer.

Infomenu binnendeelAlle gemeten waarden van het binnendeel wordenverzameld onder menu 3.1 in het menusysteem vanhet binnendeel. Vaak vindt u de oorzaak van de storingeen stuk eenvoudiger door even naar de waarden indit menu te kijken.

Alarm beheren

info / handeling

alarm resetten

hulpmodus

Lagedrukalarm

alarm

Bij een alarm is er een bepaalde storing opgetreden,wat wordt aangegeven doordat de statuslamp vanconstant groen nu constant rood gaat branden. Daar-naast verschijnt er een alarmbelletje in het informatie-venster.

AlarmBij een alarm met een rode statuslamp is er een storingopgetreden die de binnenmodule niet zelf kan verhel-pen. Op de display kunt u, door de selectieknop tedraaien en op de OK-knop te drukken, het type alarmbekijken en het alarm resetten. U kunt er ook voorkiezen om de binnenmodule in te stellen op hulpmo-dus.

info / handeling Hier kunt u lezen wat het alarm be-tekent en krijgt u tips voor het verhelpen van het pro-bleem dat het alarm heeft veroorzaakt.

alarm resetten In de meeste gevallen kunt u volstaanmet het selecteren van "alarm resetten" om het pro-bleem te verhelpen dat het alarm heeft veroorzaakt.Als een groene lamp gaat branden na het selecterenvan "alarm resetten", is het alarm verholpen. Als er nogsteeds een rode lamp brandt en een menu met denaam "alarm" zichtbaar is op het display, is het pro-bleem dat het alarm heeft veroorzaakt nog steedsaanwezig. Als het alarm verdwijnt en terugkeert, ziedan het hoofdstuk over het oplossen van problemen(pagina 61).

hulpmodus "hulpmodus" is een type noodstand. Ditbetekent dat het binnendeel warmte en/of warmtap-water produceert, zelfs als er een probleem is. Dit kanbetekenen dat de compressor van de warmtepompniet draait. In dit geval produceert de elektrische bijver-warming warmte en/of warmtapwater.

Voorzichtig!

Om hulpmodus te selecteren, moet eenalarmhandeling worden gekozen in menu5.1.4.

LET OP!

Het selecteren van ”hulpmodus” is iets andersdan het verhelpen van het probleem dat hetalarm heeft veroorzaakt. De statuslamp blijftdaarom rood.

Problemen oplossenIndien de bedrijfsstoring niet wordt weergegeven ophet display, kunt u de volgende adviezen opvolgen:

BasishandelingenStart met een controle van de volgende mogelijkestoringsbronnen:■ De stand van de schakelaar (SF1) .■ Groeps- en hoofdzekeringen van de woning.■ De aardlekschakelaar van de woning.■ De automatische zekering van het binnendeel (FA1).■ De temperatuurbegrenzer van het binnendeel (FD1).■ Juist ingestelde laadmonitor (indien geïnstalleerd).

Lage warmtapwatertemperatuur of gebrekaan warmtapwater■ (QM10) voor de boiler.

(QM10) voor het warme water.■ Binnenmodule in onjuiste bedrijfsstand.■ Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, se-

lecteert u "addition".■ Groot warmtapwaterverbruik.■ Wacht totdat het warmtapwater is verwarmd. U

kunt een tijdelijk vergrote warmtapwatercapaciteit(tijdelijk in luxe) activeren in menu 2.1.

■ Te lage warmtapwaterinstelling.■ Open menu 2.2 en selecteer een hogere comfort-

modus.

Lage kamertemperatuur■ Gesloten thermostaten in meerdere kamers.■ Binnenmodule in onjuiste bedrijfsstand.■ Open menu 4.2. Als stand "auto" is geselecteerd,

selecteert u een hogere waarde voor "stop verwar-ming" in menu 4.9.2.

■ Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, se-lecteert u "heating". Indien dit niet genoeg is, se-lecteert u "addition".

■ Te lage instelwaarde op de automatische verwar-mingsregeling.■ Open menu 1.1 "temperatuur" en verhoog de ver-

schuiving van de stooklijn. Indien de kamertempe-ratuur alleen laag is bij koud weer, moet de hellingvan de stooklijn in menu 1.9.1 "stooklijn naar boventoe worden bijgesteld.

61Hoofdstuk 10 | Storingen in comfortNIBE™ VVM 320

10 Storingen in comfort

Page 62: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

■ "Vakantiemodus" geactiveerd in menu 4.7.■ Open menu 4.7 en selecteer "Uit".

■ Externe schakelaar voor het wijzigen van de geacti-veerde kamerverwarming.■ Controleer alle externe schakelaars.

■ Lucht in het afgiftesysteem.■ Ontlucht het klimaatsysteem (zie pagina 36)

■ (QM20), (QM32) naar het klimaatsysteem.

Gesloten kleppen naar het klimaatsysteem.

(QM40), (QM41) naar het klimaatsysteem.

(QM31), (QM32) naar het verwarmingssysteem.

(QM31) naar het verwarmingssysteem.

Hoge kamertemperatuur■ Te hoge instelwaarde op de automatische verwar-

mingsregeling.■ Open menu 1.1 (temperatuur) en beperk de ver-

schuiving van de stooklijn. Indien de kamertempe-ratuur alleen hoog is bij koud weer, moet de hellingvan de stooklijn in menu 1.9.1 "stooklijn naar bene-den toe worden afgesteld.

■ Externe schakelaar voor het wijzigen van de geacti-veerde kamerverwarming.■ Controleer alle externe schakelaars.

Lage systeemdruk■ Niet genoeg water in het afgiftesysteem.■ Vul het klimaatsysteem met water en controleer

op lekkage (zie pagina 36).

De compressor van de warmtepomp startniet■ Er is geen verwarmingsvereiste.■ De binnenmodule vraagt niet om verwarming of

warmtapwater.■ Temperatuurvoorwaarden geactiveerd.■ Wacht tot de temperatuurvoorwaarde is gereset.

■ Minimale tijd tussen compressorstarten is nog nietbereikt.■ Wacht 30 minuten en controleer of de compressor

is gestart.■ Alarm geactiveerd.■ Volg de instructies op het display.

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 10 | Storingen in comfort62

Page 63: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Accessoirekaart AXC 40Een accessoirekaart is vereist als een stapgeregelde bijver-warming (zoals een externe elektrische ketel) of eenshuntgeregelde bijverwarming (bijv. hout-/olie-/gas-/pelletgestookte boiler) moet worden aangesloten opde VVM 320.

Een accessoirekaart is ook vereist als bijvoorbeeld eenexterne circulatiepomp is aangesloten op de VVM 320terwijl het zoemeralarm wordt geactiveerd.

Onderdeelnr. 067 060

Actieve koeling. ACS 310Onderdeelnr. 067 248

Basisuitbreiding EF 45Dit accessoire kan worden gebruikt als de leidingen voorde warmtepomp uit de vloer komen.

Onderdeelnr. 067 152

BovenbehuizingBovenbehuizing om leidingen aan het oog te onttrekken.

345 mm

Onderdeelnr. 089 757

245 mm

Onderdeelnr. 089 756395-645 mm

Onderdeelnr. 089 758

Buffervat UKV

UKV 40

Onderdeelnr. 088 470

UKV 100

Onderdeelnr. 088 207

UKV 500

Onderdeelnr. 080 302

UKV 200 Koeling

Onderdeelnr. 080 321

UKV 300 Koeling

Onderdeelnr. 080 330

Buitenluchtwarmtepomp

F2030

7 kW Art.nr. 064 099

9 kW Art.nr. 064 070

F2040

F2040-8 Art nr 064 109

F2040-12 Art nr 064 092

F2120

F2120-8 1x230VArt nr 064 134

F2120-8 3x400VArt nr 064 135

F2120-12 1x230VArt nr 064 136

F2120-12 3x400VArt nr 064 137

F2120-16 3x400VArt nr 064 139

Communicatiemodule MODBUS 40MODBUS 40 maakt het mogelijk om de VVM 320 te rege-len en bewaken met een GBS (gebouwbeheersysteem)in het gebouw. Voor de communicatie wordt gebruikgemaakt van MODBUS-RTU.

Onderdeelnr. 067 144

Communicatiemodule SMS 40Als er geen internetverbinding is, kunt u het accessoireSMS 40 gebruiken om de VVM 320 via sms te regelen.

Onderdeelnr. 067 073

Energiemetingset EMK 300Onderdeelnr. 067 314

Externe elektrische bijverwarming ELK

ELK 5

Elektrisch verwarmingselement

5 kW, 1 x 230 V

Onderdeelnr. 069 025

ELK 8

Elektrisch verwarmingselement

8 kW, 1 x 230 V

Onderdeelnr. 069 026

ELK 15

Elektrisch verwarmingselement

15 kW, 3 x 400 V

Onderdeelnr. 069 022

63Hoofdstuk 11 | AccessoiresNIBE™ VVM 320

11 Accessoires

Page 64: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Extra shuntgroep ECS 40/ECS 41Dit accessoire wordt gebruikt wanneer de VVM 320 wordtgeïnstalleerd in huizen met twee of meer verschillendeverwarmingssystemen die verschillende aanvoertempe-raturen vereisen.

ECS 41 (Min. 80 m²)

Onderdeelnr. 067 288

ECS 40 (Max. 80 m²)

Onderdeelnr. 067 287

Gasaccessoire

Gasketel GBM 10-15

Voor dit accessoire is communicatiemodule OPT 10nodig.

Onderdeelnr. 069 123

Communicatiemodule OPT 10

OPT 10 wordt gebruikt om de gasketel NIBE GBM 10-15 te kunnen aansluiten en regelen.

Onderdeelnr. 067513

Hulprelais HR 10Onderdeelnr. 067 309

Ruimte-eenheid RMU 40RMU 40 houdt in dat regeling en bewaking van dewarmtepomp kunnen plaatsvinden in een ander deel vanhet pand dan de plaats waar de VVM 320 zich bevindt.

Onderdeelnr. 067 064

Solar-pakket

PV3031

3 kW

Onderdeelnr. 057 116

Warmtepomp afvoerluchtF135De F135 is een ventilatieluchtwarmtepomp speciaalontworpen voor het combineren van terugwinningvan mechanische afvoerlucht met lucht-water binnen-delen, bijv. VVM. Het binnendeel regelt de F135.

Onderdeelnr. 066 075

Zwembadverwarming POOL 310POOL 310 is er een accessoire dat zwembadverwarmingmogelijk maakt met de VVM 320.

Onderdeelnr. 067 247

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 11 | Accessoires64

Page 65: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Afmetingen en aansluitingen

70

1775

560

30-50

600

7575 757560 60

610

25

65Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ VVM 320

12 Technische gegevens

Page 66: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Technische specificaties IP 21

3x400V

3x400V

F2030-7 / F2030-9Compatibele externe onderdelen 1)

F2040-8 / F2040-12

F2120-8 / F2120-12 / F2120-169kWExtra vermogen

Elektrische gegevens400V 3N~50HzNominale spanning

16AMax. bedrijfsstroom16AZekering

3 – 76WVermogen, GP13 – 45WVermogen, GP6IP 21IP-klasse

Afgiftesysteemlaag energieverbruikEnergieklasse, GP1laag energieverbruikEnergieklasse, GP6

0,25 (2,5 bar)MPaMax. systeemdruk verw.systeem400liter/uMin. doorstroming70°CMax. HM-temp.

Aansluiting van de leidingenØ22mmVerwarmingsmiddelØ22mmWarmtapwateraansluitingØ22mmKoudwateraansluitingØ22mmWarmtepompaansluitingen

1)Geldt voor een buitenluchtwarmtepomp bij 7/45 °C (buitenluchttemperatuur/aanvoerleidingtemperatuur)

Diversen

Binnenmodule180lVolume, ketel206lVolume, complete binnenmodule26lVolume buffervat

0,9 (9 bar)MPa (bar)Afsluitdruk, tapwaterverwarming0,25 (2,5 bar)MPa (bar)Max. toegestane druk in binnenmodule

Capaciteit warmwaterproductie volgens EN 255-3

220lTapdebietvolume 40 °C tijdens Eco-comfort250lTapdebietvolume 40 °C tijdens Normaal comfort280lTapdebietvolume 40 °C tijdens Luxe comfort98WStand-byverlies volgens DIN 4753-8

Afmetingen en gewicht600mmBreedte615mmDiepte

1 800mmHoogte (zonder basis)1 830 – 1 850mmHoogte (met basis)

1 910mmBenodigde opstelhoogte146kgGewicht (excl. verpakking en zonder water)

069 108Onderdeelnummer Koper - VVM 320 CU069 109Onderdeelnummer Roestvrij staal - VVM 320 R069 110Onderdeelnummer Email - VVM 320 E EM

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 12 | Technische gegevens66

Page 67: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

3x230V

3x230V

F2030-7 / F2030-9Compatibele externe onderdelen 1)

F2040-8 / F2040-12

F2120-8 / F2120-12 / F2120-169kWExtra vermogen

Elektrische gegevens230V 3N~50HzNominale spanning

27,5AMax. bedrijfsstroom32AZekering

3 – 76WVermogen, GP13 – 45WVermogen, GP6IP 21IP-klasse

Afgiftesysteemlaag energieverbruikEnergieklasse, GP1laag energieverbruikEnergieklasse, GP6

0,25 (2,5 bar)MPaMax. systeemdruk verw.systeem400liter/uMin. doorstroming70°CMax. HM-temp.

Aansluiting van de leidingenØ22VerwarmingsmiddelØ22WarmtapwateraansluitingØ22KoudwateraansluitingØ22Warmtepompaansluitingen

1)Geldt voor een buitenluchtwarmtepomp bij 7/45 °C (buitenluchttemperatuur/aanvoerleidingtemperatuur)

Diversen

Binnenmodule180lVolume, ketel206lVolume, complete binnenmodule26lVolume buffervat

1,0 (10 bar)MPa (bar)Afsluitdruk, tapwaterverwarming0,25 (2,5 bar)MPa (bar)Max. toegestane druk in binnenmodule

Capaciteit warmwaterproductie volgens EN 255-3

220lTapdebietvolume 40 °C tijdens Eco-comfort250lTapdebietvolume 40 °C tijdens Normaal comfort280lTapdebietvolume 40 °C tijdens Luxe comfort98WStand-byverlies volgens DIN 4753-8

Afmetingen en gewicht600mmBreedte615mmDiepte

1 800mmHoogte (zonder basis)1 830 – 1 850mmHoogte (met basis)

1 910mmBenodigde opstelhoogte146kgGewicht (excl. verpakking en zonder water)

069 113Onderdeelnummer Roestvrij staal - VVM 320 3x230V R

67Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ VVM 320

Page 68: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

1x230V

1x230V

F2030-7 / F2030-9Compatibele externe onderdelen 1)

F2040-8 / F2040-12

F2120-8 / F2120-12 / F2120-167kWExtra vermogen

Elektrische gegevens230V~50HzNominale spanning

32AMax. bedrijfsstroom32AZekering

3 – 76WVermogen, GP13 – 45WVermogen, GP6IP 21IP-klasse

Afgiftesysteemlaag energieverbruikEnergieklasse, GP1laag energieverbruikEnergieklasse, GP6

0,25 (2,5 bar)MPaMax. systeemdruk verw.systeem400liter/uMin. doorstroming70°CMax. HM-temp.

Aansluiting van de leidingenØ22VerwarmingsmiddelØ22WarmtapwateraansluitingØ22KoudwateraansluitingØ22Warmtepompaansluitingen

1)Geldt voor een buitenluchtwarmtepomp bij 7/45 °C (buitenluchttemperatuur/aanvoerleidingtemperatuur)

Diversen

Binnenmodule180lVolume, ketel206lVolume, complete binnenmodule26lVolume buffervat

0,9 (9 bar)MPa (bar)Afsluitdruk, tapwaterverwarming0,25 (2,5 bar)MPa (bar)Max. toegestane druk in binnenmodule

Capaciteit warmwaterproductie volgens EN 255-3

220lTapdebietvolume 40 °C tijdens Eco-comfort250lTapdebietvolume 40 °C tijdens Normaal comfort280lTapdebietvolume 40 °C tijdens Luxe comfort98WStand-byverlies volgens DIN 4753-8

Afmetingen en gewicht600mmBreedte615mmDiepte

1 800mmHoogte (zonder basis)1 830 – 1 850mmHoogte (met basis)

1 910mmBenodigde opstelhoogte146kgGewicht (excl. verpakking en zonder water)

069 111Onderdeelnummer Roestvrij staal - VVM 320 1x230V R

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 12 | Technische gegevens68

Page 69: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Elektrisch schema, 3 x 400 V

69Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ VVM 320

Page 70: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 12 | Technische gegevens70

Page 71: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

71Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ VVM 320

Page 72: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 12 | Technische gegevens72

Page 73: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

73Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ VVM 320

Page 74: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Elektrisch schema, 3 x 230 V

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 12 | Technische gegevens74

Page 75: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

75Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ VVM 320

Page 76: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 12 | Technische gegevens76

Page 77: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

77Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ VVM 320

Page 78: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 12 | Technische gegevens78

Page 79: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Elektrisch schema, 1 x 230 V

79Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ VVM 320

Page 80: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 12 | Technische gegevens80

Page 81: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

81Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ VVM 320

Page 82: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 12 | Technische gegevens82

Page 83: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

83Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ VVM 320

Page 84: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

Index

AAansluiten op warmtepomp, 17Aansluiten van het afgiftesysteem, 17Aansluiting ACS 310, 20Aansluiting als elektrische ketel, 17Aansluiting EMK 300, 19Aansluitingen, 27Aansluiting van de leidingen, 11

Afmetingen en leidingaansluitingen, 12Algemene leidingaansluitingen, 11Alternatieve installatie, 14Symboolverklaring, 12Systeemschema, 12Volumes ketel en radiator, 11

Aansluiting van een externe elektrische bijverwarming, 19Aansluiting van externe warmtebron, 19Accessoires, 63Accessoires aansluiten, 35Achteraf afstellen, ontluchten, 38Afgiftesysteem ontluchten, 36Afmetingen en aansluitingen, 65Afmetingen en leidingaansluitingen, 12Aftappen van het afgiftesysteem, 36, 57Alarm, 61Alarm beheren, 61Alternatieve installatie, 14

Aansluiten van het afgiftesysteem, 17Aansluiting ACS 310, 20Aansluiting als elektrische ketel, 17Aansluiting EMK 300, 19Aansluiting op warmtepomp, 17Aansluiting van een externe elektrische bijverwarming, 19Aansluiting van externe warmtebron, 19Extra warmtapwaterketels, 14Ketel met elektrisch verwarmingselement, 14Koud en warm water aansluiten, 17Twee of meer afgiftesystemen, 18Warmtapwatercirculatie aansluiten, 19Zwembad aansluiten, 20–23

Automatische zekering, 24

BBediening, 42–43, 46

Bediening - Inleiding, 42Regeling - Menu's, 46

Bediening - Inleiding, 42Display-eenheid, 42Menusysteem, 43

Begindruk, 11Belangrijke informatie, 4

Terugwinning, 4Veiligheidsinformatie, 4

Bezorging en verwerking, 7Geleverde componenten, 7Installatiegebied, 7Montage, 7Transport, 7Verwijderen van de buitenmantel, 8

Buitensensor, 27

CContactgegevens, 6Contact voor activering van “externe instelling", 33Contact voor activering van “tijdelijk in luxe", 33Contact voor externe tariefblokkering, 32

DDe afdekking, basisplaat verwijderen, 25

De afdekking, printplaat van de elektrische bijverwarming verwij-deren, 25De boiler aftappen, 57De boiler vullen, 36De koelcurve/stooklijn instellen, 38Design binnenmodule, 9

Lijst met onderdelen, 10Positie componenten, 9

Display, 42Display-eenheid, 42

Display, 42OK-toets, 42Schakelaar, 42Selectieknop, 42Statuslamp, 42Toets Terug, 42

Door de vensters scrollen, 45

EEen waarde instellen, 44Elektrische aansluitingen, 24, 28

Aansluitingen, 27Accessoires aansluiten, 35Algemeen, 24Automatische zekering, 24Buitensensor, 27Communicatie, 28De afdekking, basisplaat verwijderen, 25De afdekking, printplaat van de elektrische bijverwarmingverwijderen, 25Elektrische bijverwarming - maximaal vermogen, 29Externe aansluitopties, 32Instellingen, 29Kabelslot, 26Luik verwijderen, ingangsprintplaat, 25Ruimtevoeler, 28Spanningaansluiting, 27Temperatuurbegrenzer, 24Toegankelijkheid, elektrische aansluiting, 25

Elektrische bijverwarming - maximaal vermogen, 29Vermogensstappen van het elektrische verwarmingsele-ment, 29

Elektrisch schema, 1 x 230 V, 79Elektrisch schema, 3 x 230 V, 74Elektrisch schema, 3 x 400 V, 69Externe aansluitopties, 32

Contact voor activering van “externe instelling", 33Contact voor activering van “tijdelijk in luxe", 33Contact voor externe tariefblokkering, 32Mogelijke keuze AUX-uitgang (potentiaalvrij, variabel re-lais), 34Mogelijke selectie AUX-ingangen, 32Schakelaar extern blokkeren verwarming, 32Temperatuursensor, koeling/verwarming, 32

GGegevens temperatuursensor, 58Geleverde componenten, 7

HHelpmenu, 37, 45Het virtuele toetsenbord gebruiken, 45

IInbedrijfstelling en afstelling, 36

Achteraf afstellen, ontluchten, 38De koelcurve/stooklijn instellen, 38Inbedrijfstelling zonder warmtepomp, 38Opstarten en inspectie, 37

NIBE™ VVM 320Hoofdstuk 13 | Index84

13 Index

Page 85: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

SG Ready, 40Startgids, 37Voorbereidingen, 36Vullen en ontluchten, 36Warmtapwatercirculatie instellen, 40Zwembad, 40

Inbedrijfstelling zonder warmtepomp, 38Inspectie van de installatie, 5Installatiegebied, 7Instellingen, 29

KKabelslot, 26Keurmerk, 4Koud en warm water aansluiten, 17

LLuik verwijderen, ingangsprintplaat, 25

MMenu 5 - SERVICE, 49Menu selecteren, 44Menusysteem, 43

Bediening, 43Door de vensters scrollen, 45Een waarde instellen, 44Helpmenu, 37, 45Het virtuele toetsenbord gebruiken, 45Menu selecteren, 44Opties selecteren, 44

Mogelijke keuze AUX-uitgang (potentiaalvrij, variabel relais), 34Mogelijke selectie AUX-ingangen, 32Montage, 7

OOK-toets, 42Opstarten en inspectie, 37

Pompsnelheid, 38Opstartprocedure

Noodstand, 30Opties selecteren, 44

PPompsnelheid, 38Problemen oplossen, 61

RRegeling - Menu's, 46

Menu 5 - SERVICE, 49Reservestand, 30, 57

Elektrisch verwarmingsvermogen in noodstand, 30Ruimtevoeler, 28

SSchakelaar, 42Schakelaar extern blokkeren verwarming, 32Selectieknop, 42Serienummer, 4Service, 57

Servicehandelingen, 57Servicehandelingen, 57

Aftappen van het afgiftesysteem, 57De boiler aftappen, 57Gegevens temperatuursensor, 58Reservestand, 57USB-service-uitgang, 58

SG Ready, 40Spanningaansluiting, 27Startgids, 37Statuslamp, 42Storingen in comfort, 61Symbolen, 4Systeemschema, 12

TTechnische gegevens, 65–66

Afmetingen en aansluitingen, 65Elektrisch schema, 1 x 230 V, 79Elektrisch schema, 3 x 230 V, 74Elektrisch schema, 3 x 400 V, 69Technische gegevens, 66

Temperatuurbegrenzer, 24Resetten, 25

Temperatuursensor, koeling/verwarming, 32Toegankelijkheid, elektrische aansluiting, 25Toets Terug, 42Transport, 7Twee of meer afgiftesystemen, 18

UUSB-service-uitgang, 58

VVeiligheidsinformatie, 4

CE-merk, 4Contactgegevens, 6Inspectie van de installatie, 5Serienummer, 4Symbolen, 4

Verstoringen van comfortAlarm, 61Alarm beheren, 61Problemen oplossen, 61

Verwijderen van de buitenmantel, 8Voorbereidingen, 36Vullen en ontluchten, 36

Afgiftesysteem ontluchten, 36Aftappen van het afgiftesysteem, 36De boiler vullen, 36Vullen van VVM 320, 36

Vullen van VVM 320, 36

WWarmtapwatercirculatie aansluiten, 19Warmtapwatercirculatie instellen, 40

ZZwembad, 40Zwembad aansluiten, 20–23

85Hoofdstuk 13 | IndexNIBE™ VVM 320

Page 86: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming
Page 87: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming
Page 88: Handleidingvoor installateur NIBE™VVM320 · AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA4-XJ3USB-aansluiting AA4-XJ4Service-aansluiting BF12) Energiemeter EB1 Elektrischebijverwarming

WS name: -GemensamtWS version: a172 (working edition)Publish date: 2016-04-06 06:53

NIBE AB Sweden

Hannabadsvägen 5Box 14 SE-285 21 [email protected]

231349