Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

36
Versie 1.0 Datum 30 maart 2016 Status Definitief Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016

Transcript of Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Page 1: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Versie 1.0

Datum 30 maart 2016

Status Definitief

Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016

Page 2: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 2 van 36

Vraag 1

Er is volgens de Wet BRP geen verplichting tot het verstrekken

van gegevens aan overheidsorganen. De verstrekkingen van

gegevens aan organen van de eigen gemeente verloopt doorgaans

door middel van inzage, mutatieberichten, selecties etc. Volgens

de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) verstrekt iedere

gemeente, tot aan de invoering van de BRP-voorziening, nog op

deze manier gegevens aan organen van de eigen gemeente. Het

verstrekken van gegevens aan overheidsorganen kan ingevolge

artikel 3.8 van de Wet BRP alleen door bij Verordening nadere

regels te stellen.

RvIG heeft geredeneerd dat zolang de gemeente nog zelf een

lokale voorziening in huis heeft, dat er dan een verordening móet

zijn voor de verstrekkingen, maar strikt genomen schrijft de wet

het niet voor.

Op grond van de Wet BRP is de gemeenteraad verplicht kaders te

stellen voor het verstrekken van gegevens aan derden die niet al

zijn geregeld in de Wet. (Zie ook de modelverordening van de

NVVB).

Een verordening is actueel als hij vastgesteld is na ingangsdatum

Wet BRP en als hij overeenkomt met de actuele stand van zaken.

Vraag 2

Het wel of niet verstrekken aan derden is een beleidskeuze van de

gemeente zelf.

Vraag 3

Bij verstrekking aan derden dient de Verordening te zijn voorzien

in de aanwijzing van door derden verrichte werkzaamheden met

een gewichtig maatschappelijk belang voor de gemeente.

De Wet BRP heeft al voorzien in de verstrekking van gegevens uit

de BRP aan een groot aantal derden. Deze verstrekkingen volgen

rechtstreeks uit de wet of vinden plaats op grond van een

autorisatiebesluit van de minister. Desondanks kunnen er lokale

maatschappelijke belangen zijn, waarin de wetgever niet heeft

voorzien. In die gevallen is de gemeenteraad bevoegd om

werkzaamheden met een maatschappelijk belang, dat samenvalt

met een gemeentebelang aan te wijzen als werkzaamheden

waarvoor gegevens mogen worden verstrekt.

Die gegevens mogen worden verstrekt aan nader te bepalen

categorieën derden die deze werkzaamheden uitvoeren. De

Verordening dient te voorzien in de aanwijzing van deze

categorieën van derden.

Page 3: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 3 van 36

Tevens dient in de Verordening geregeld te zijn dat deze

verstrekking alleen mag plaatsvinden voor zover deze noodzakelijk

is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de

derde en het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van

de ingeschrevene niet aan de verstrekking in de weg staan.

Zolang de Wet BRP door de gemeente wordt uitgevoerd met

behulp van de systemen die zij al gebruikte onder het regime van

de wet GBA, is er nog geen sprake van systematische verstrekking

van persoonsgegevens met betrekking tot de eigen inwoners. De

gemeente beschikt immers nog over de persoonsgegevens van

haar eigen inwoners. Hierdoor moet in de Verordening ook de

verstrekking aan de gemeentelijke organen, worden geregeld.

Daarbij geldt de voorwaarde dat slechts gegevens worden

verstrekt die noodzakelijk zijn voor de goede vervulling van de

taak van de betreffende organen (zie artikel 3.8, tweede lid, van

de Wet BRP).

Vraag 4

Vooral ook voor de verstrekking van de gegevens uit de BRP is

risicobewustzijn heel belangrijk. In de Verordening BRP met de

eventuele Regeling of bijlagen staat beschreven aan wie en voor

welke doeleinden gegevens verstrekt mogen worden. Dit

document zou dan ook minimaal jaarlijks door de betrokkenen

moeten worden gelezen. Dit geldt niet alleen voor de

medewerkers van de afdeling Burgerzaken of Publiekszaken zelf,

maar ook voor alle gemeentemedewerkers die met

persoonsgegevens werken. Vooral zij moeten bewust gemaakt

worden van de privacygevoeligheid van de persoonsgegevens.

Vraag 5

Beleid moet zijn vastgesteld door het college (of namens het

college d.m.v. mandatering) en actueel zijn. Dit laatste is het

geval als er aansluiting is met de laatst geldende wet- en

regelgeving, maar ook afstemming is op de huidige technische

mogelijkheden en de actuele stand van zaken met betrekking tot

de organisatie. Het beleid dient vastgestelde doelen, de

vaststelling van de verantwoordelijkheden en de controle hierop te

beschrijven.

Het beleid moet in ieder geval de volgende bepalingen bevatten

over en eisen stellen aan:

Beschikbaarheid van het informatiesysteem

Het college spreekt zich uit wat het verlangt op het gebied van de

beschikbaarheid van het informatiesysteem. Getalsmatige

Page 4: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 4 van 36

aanduidingen in dit verband zijn het meest helder. Voorbeeld: ‘de

technische en organisatorische inrichting van het

informatiesysteem is zodanig van aard en opzet dat gedurende

reguliere bedrijfstijden het informatiesysteem op jaarbasis voor

96% beschikbaar is. De verantwoordelijke personen en afdelingen

van onze gemeentelijke organisatie treffen hiervoor de nodige

maatregelen’.

Vertrouwelijkheid van het informatiesysteem

Ook hier moet het college een duidelijke richtlijn aan de

ambtelijke organisatie geven. Niet vrijblijvend, maar dwingend en

dus ook verplichtend als het gaat om dit mogelijk te

maken,bijvoorbeeld:

‘De technische en organisatorische inrichting van het

informatiesysteem is zodanig van aard en opzet dat de gegevens

daarin alleen ter kennis kunnen komen van personen of instanties

die daartoe bevoegd zijn. De verantwoordelijke personen en

afdelingen van onze gemeentelijke organisatie treffen hiervoor de

nodige maatregelen’.

Betrouwbaarheid van het informatiesysteem

De gegevens die in het informatiesysteem zijn opgenomen moeten

van zo hoog mogelijke kwaliteit zijn. Deze kwaliteit wordt bepaald

door meerdere criteria. Is de informatie compleet, staat alles

vermeld wat verwacht mag worden, is de opgenomen informatie

juist, op basis van geldende richtlijnen en brondocumenten

ingevoerd en tot slot is de informatie actueel. Om hiervoor een

beleidsbasis te leggen kan een tekst in de beleidsnotitie van het

college als volgt luiden:

‘De technische en organisatorische inrichting van het

informatiesysteem is zodanig van aard en opzet dat de gegevens

daarin volledig, juist en actueel zijn. De verantwoordelijke

personen en afdelingen van onze gemeentelijke organisatie treffen

hiervoor de nodige maatregelen’. Een meer concreet voorbeeld

zou kunnen zijn: ‘de kwaliteit van de gegevens behoort in

vergelijking met andere gemeenten tot de 20% best presterende

gemeenten. Een ander voorbeeld: het aantal briefadressen neemt

jaarlijks af met xx%, of het aantal fouten in de diverse klassen

jaarlijks percentueel gezien afneemt met xx %’.

Controleerbaarheid van de waarborgen

Het stellen van doelen is pas effectief als je ook vaststelt of ze

worden behaald. Het vaststellen gebeurt door controle achteraf.

Om het proces van informatievoorziening nauwkeurig te kunnen

volgen kan het college in de beleidsnotitie het volgende opnemen:

Page 5: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 5 van 36

‘De verantwoordelijke personen en afdelingen van onze

gemeentelijke organisatie treffen maatregelen zodat op ieder

gewenst moment het basisregistratie Informatiesysteem kan

worden gecontroleerd. Deze controle kan bestaan uit intern of

extern onderzoek. De resultaten van dergelijke onderzoeken

worden in de vorm van een schriftelijke rapportage verantwoord

aan het college’.

Vraag 6

Voor de gemeentelijke voorziening van de BRP als waardevol

informatiesysteem zullen de mogelijke dreigingen die verbonden

zijn aan het gebruik van dit systeem en de gevolgen als een

dergelijke dreiging zich openbaart in kaart moeten worden

gebracht.

Dit kan worden beschreven in een beveiligingsplan of een

calamiteitenplan. Dit plan dient altijd actueel gehouden te worden

en bevat de te nemen maatregelen, de aanwijzing van de

verantwoordelijken daarvoor en de termijn waarbinnen dit

gerealiseerd moet zijn. Met gemeentelijke voorziening wordt de

'oude' GBA-applicatie bedoeld.

Vraag 7

Een goed beveiligingsplan bestaat uit het nadenken over de

mogelijke risico’s, wat oorzaken kunnen zijn van deze risico’s (de

dreigingen) en welke maatregelen genomen zijn of moeten

worden. Deze elementen leiden tot een afweging om in actie te

komen. Vooral met preventieve maatregelen om ongewenste

gebeurtenissen zo lang mogelijk buiten de deur te houden.

De risicoanalyse is een zeer nuttig en bruikbaar instrument om,

nog vóórdat een incident heeft plaatsgevonden, een voorstelling te

maken van de mogelijke risico’s en de mogelijke gevolgen

daarvan. Een risico is altijd het gevolg van een vermenigvuldiging:

kans x gevolg. Effectieve beveiligingsmaatregelen zorgen daarom

altijd voor óf het verminderen van de kans óf het verminderen van

het gevolg.

Een plan is niets anders dan een (schriftelijk) voornemen om iets

te doen. Het is beslist aan te raden om de te nemen maatregelen

en acties te verbinden aan een einddatum waarop deze

gerealiseerd moeten zijn en tevens vast te leggen wie voor de

uitvoering verantwoordelijk is. Alleen dan kan gemeten worden of

de voorgenomen acties ook daadwerkelijk worden uitgevoerd.

Gelijktijdig met het vaststellen van de maatregelen moet de

opdrachtgever aangeven binnen welke termijn de te treffen

maatregelen zijn gerealiseerd. Voor minder ingrijpende zaken kan

dit een maand of een kwartaal zijn en voor meer complexe

Page 6: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 6 van 36

maatregelen misschien wel een jaar of zelfs langer. In alle

gevallen geldt dat de opdrachtgever de uiteindelijke beslissing

neemt.

Gemeentebreed liggen er taken en verantwoordelijkheden die

bijdragen aan een veilig informatiesysteem. Een goed

informatiebeveiligingsplan moet dan ook tot stand komen door

samenwerking tussen de diverse betrokken disciplines en

verantwoordelijken.

Vraag 8

Een incident is ieder voorval dat schade toebrengt of kan

toebrengen aan het systeem. Hiermee wordt bedoeld iedere

inbreuk op het gebied van beschikbaarheid, betrouwbaarheid,

vertrouwelijkheid en/of controleerbaarheid.

Schending van de geheimhouding van gegevens of een handeling

die in strijd is met de beveiligingsprocedures van de gemeente is

een voorbeeld. Andere mogelijke incidenten zijn:

Onbevoegde aanwezigheid;

Uitlekken van gevoelige informatie;

Fraude onder druk (door klant);

Interne fraude (door medewerker);

Poging tot identiteitsfraude (lookalike) tijdens

aanvraagproces;

Geconstateerde identiteitsfraude na het aanvraagproces;

Vermissing van reisdocumenten/rijbewijzen.

Vraag 9

Wanneer de burger aangifte doet van adreswijziging dient de

medewerker Burgerzaken eerst de identiteit van die burger

deugdelijk vast te stellen. Ook in andere gevallen waarin de

burger in persoon verschijnt bij de medewerker Burgerzaken

(bijvoorbeeld bij een eerste inschrijving, het wijzigingen van de

code geheimhouding, het verzoek doen tot verwijderen van

gegevens of de aangifte van vertrek waarbij niet alle personen van

hetzelfde adres vertrekken), dient eerst de identiteit van de

burger deugdelijk vastgesteld te worden. Het vaststellen van de

identiteit vindt bij voorkeur plaats aan de hand van de

documenten die zijn genoemd in artikel 1 van de Wet op de

identificatieplicht (geldig reisdocument of een

vreemdelingendocument), of een geldig Nederlands rijbewijs.

Hierbij dienen de echtheidskenmerken altijd te worden

gecontroleerd, de foto dient vergeleken te worden met de persoon

en de handtekening van de persoon dient vergeleken te worden

met de handtekening op het id-bewijs. De gegevens op het id-

Page 7: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 7 van 36

bewijs dienen weer vergeleken te worden met de gegevens in de

BRP.

Als er twijfel is over de identiteit dient er altijd een onderzoek naar

de identiteit te worden gestart.

Vraag 10

Inschrijving in en actualisering van de BRP zijn processen die met

veel precisie uitgevoerd dienen te worden. Om de kwaliteit hiervan

te waarborgen moeten hiervoor duidelijke werkinstructies bestaan.

Deze moeten ingaan op de invoer van de gegevens, de controle

van de ingevoerde gegevens en het wijzigen van de ingevoerde

gegevens.

Vraag 11

Om er zeker van te zijn dat iedere medewerker de mutaties op

dezelfde (juiste) manier uitvoert dienen minimaal jaarlijks alle

inschrijvings- en actualiseringsprocessen te worden gecontroleerd

op juiste uitvoering. Dit kan door middel van een steekproef of

door het nalopen van ieder proces met alle medewerkers samen.

Niet alle mogelijke processen worden hier getoetst. Er is bij deze

vraag gekozen voor een deel van alle werkprocessen. Met deze

keuze ontstaat voldoende inzicht in de gegevensverwerking.

Vraag 12

De verwerking van gegevens kan het beste worden gezien als een

kwaliteitsproces. In eerste aanleg worden gegevens gemuteerd

door een specifieke medewerker die verantwoordelijk is voor de

eerstelijns invoer. Aanbevolen wordt om elke mutatie te

controleren op correcte uitvoering. De meest kritische mutaties

dienen in ieder geval gecontroleerd te worden. Hierbij gaat het om

alle adres gerelateerde mutaties, naamgebruik,

verstrekkingsbeperking, actualiseringen en correcties op grond

van Nederlandse akten of buitenlandse brondocumenten,

nationaliteiten, reisdocumenten en gezag. Wijzigingen hierin

worden verstrekt aan overheidsorganen en bij fouten is er kans

dat de overheidsorganen gebruik maken van deze foutieve

gegevens.

Voor de volgende mutaties moeten volgens de Wet bevestigingen

worden verstuurd aan de burger:

2.54: Inschrijving

2.56: naamgebruik

2.57: Verwijdering bij adoptie en geslachtswijziging

2.58: Wijziging op verzoek van burger

Page 8: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 8 van 36

Vraag 13

Een minimale eis aan het gemeentelijke systeem is dat

actualiseringen of correcties binnen één werkdag moeten zijn

aangebracht en de bijbehorende berichten moeten dan ter

verzending zijn aangeboden.

Vraag 14

Het is niet bij alle actualiseringen of correcties mogelijk dat deze

binnen één werkdag worden aangebracht, voor deze

actualiseringen kan wel gesteld worden dat deze direct worden

verwerkt nadat alle bescheiden die nodig zijn om de actualisering

te verwerken zijn ontvangen.

Vraag 15

De kwaliteit van de op te nemen gegevens op het moment van

een inschrijving is van groot belang. De volgende elementen

dienen verwerkt te zijn in de procedures voor de bijhouding van

de BRP:

De identiteit dient deugdelijk te worden vastgesteld. Door te

beschrijven hoe dat dient te gebeuren kan hier geen

onduidelijkheid over bestaan.

Het is van belang dat alleen de originele brondocumenten zowel

bij de intake, de verwerking, de eerste en tweedelijns controle

worden gebruikt. De administratieve organisatie van de afdeling

zal zo moeten zijn ingericht dat de originele brondocumenten

beschikbaar zijn en blijven ten behoeve van iedere stap in het

kwaliteitsproces.

Minimaal eens per jaar moet aan de burger bekend worden

gemaakt dat er een mogelijkheid bestaat tot het aanvragen van

geheimhouding. Het is dan ook redelijk om bij adreswijzigingen de

burger hiervan standaard op de hoogte te brengen.

Het inschrijven van geprivilegieerden wordt beschreven in de

circulaire inschrijving geprivilegieerden van december 2013.

Met het toezenden van de persoonslijst naar aanleiding van de

inschrijving aan betrokkene aan het geregistreerde adres,

gecombineerd met een toelichting op de belangrijkste rechten en

plichten van de burger, ontstaat ook nog een controlemoment. De

ontvanger kan dan controleren of zijn gegevens juist zijn

opgenomen en of de inschrijving op dat adres inderdaad wel

rechtmatig was.

Page 9: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 9 van 36

De procedure terugmeldingen dient te voorzien in een

gestructureerde en vastgelegde werkwijze voor het verwerken van

inhoudelijke terugmeldingen van zowel landelijke

overheidsorganen als organen van de gemeente en het doorgeven

van terugmeldingen door de organen van de gemeente.

Vraag 16

Het instrument van de bestuurlijke boete beoogt de kwaliteit van

de gegevens over de ingezetenen in de basisregistratie verder te

verhogen en is bedoeld als ondersteuning van de colleges van

burgemeester en wethouders, die belast zijn met de correcte

bijhouding van de basisregistratie personen.

Het college kan zelf beleid bepalen met betrekking tot de

toepassing van de bestuurlijke boete. Daarbij kan de ‘Handreiking

Bestuurlijke Boete’ die de NVVB heeft opgesteld voor het

toepassen van deze sanctiemogelijkheid als uitgangspunt worden

genomen.

De beleidsregel briefadres van de NVVB geeft maximum termijnen

die gelden voor de verschillende soorten van briefadres. Ook kan

op grond van die regel het aantal briefadreshouders per adres

beperkt worden. De beleidsregel somt de redenen op, op grond

waarvan en onder welke voorwaarden een briefadres gekozen kan

worden. Verder komen de weigeringsgronden aan de orde en hoe

omgegaan moet worden met een onvolledige aangifte van

briefadres. Omdat het mogelijk moet zijn om in extreme situaties

hiervan af te wijken is ook een hardheidsclausule opgenomen. Er

blijven altijd individuele omstandigheden van een

briefadreshouder die waarbij afgeweken dient te worden van de

vastgestelde regels.

Vraag 17

Het verstrekken van gegevens is een delicaat proces waarbij de

belangen van de geregistreerde voorop staan in het kader van de

bescherming van zijn persoonsgegevens. Om die reden is het

noodzakelijk het proces van verstrekkingen te beschrijven in een

eenduidige en vooral duidelijke procedure. De elementen die in

zo’n procedure terug moeten komen zijn de wijze waarop een

verzoek wordt ingediend en waaraan het verzoek moet voldoen.

Voor degene die de verstrekking gaat uitvoeren is het essentieel

om te weten of aan dat verzoek mag worden voldaan. Er moet dus

een afweging plaatsvinden. De procedure moet daarom de criteria

bevatten waarop die afweging tot stand komt. Hierbij wordt de

basis gevormd door de afweging of het belang dat is gemoeid met

het verstrekken van gegevens opweegt tegen de inbreuk op de

Page 10: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 10 van 36

bescherming van de persoonsgegevens (proportionaliteit) en als

tweede afweging of de verstrekking van gegevens niet

eenvoudiger en rechtmatig op een andere wijze tot stand kan

komen (subsidiariteit).

In die gevallen waarin de geregistreerde om

verstrekkingsbeperking heeft gevraagd en er een verzoek om

verstrekking aan een derde wordt ontvangen, zal de ingezetene

daarvan onmiddellijk op de hoogte moeten worden gesteld. De

ingezetene wordt in de gelegenheid gesteld zijn belangen kenbaar

te maken. Nadat de medewerker de belangen van de ingezetene

heeft afgewogen tegen de belangen van de derde neemt hij een

voorgenomen besluit op het verzoek om verstrekking van

gegevens.

Bij de gegevens van de ingezetene moet een aantekening worden

gemaakt dat deze verstrekking heeft plaatsgevonden, het

zogenaamde protocolleren. Het is sterk aan te raden om in de

procedure verstrekking al deze verplichte onderwerpen op te

nemen en te voorzien van een mogelijkheid tot registratie dat aan

alle voorwaarden is voldaan. Daarmee wordt het proces

controleerbaar en transparant.

Verstrekking

Tot nader order is het niet toegestaan dat de colleges gegevens

verstrekken over anderen dan de eigen ingezetenen. Dit omdat het

nog niet mogelijk is om de protocollering van deze verstrekking

centraal vast te leggen. In de praktijk zou dit betekenen dat een

burger om informatie over de verstrekking te krijgen alle

gemeenten af moet gaan. Dit is een te grote inperking van het

inzagerecht van de burger.

Dit protocolleringsprobleem bestaat niet waar het gaat om de

verstrekking van gegevens aan overheidsorganen en derden over

personen die als niet-ingezetene in de BRP zijn geregistreerd,

indien deze verstrekking plaatsvindt door het college van

burgemeester en wethouders van een gemeente waar zich een

inschrijfvoorziening voor niet-ingezetenen bevindt. Dat dergelijke

verstrekkingen op grond van artikel 3.5 en 3.6 van de Wet BRP

hier wel kunnen plaatsvinden vloeit voort uit paragraaf 5.3.2 van

het LO RNI, waarin is vastgelegd dat voor deze verstrekkingen

door het desbetreffende college de RNI kan worden gebruikt. In

het RNI-systeem worden de verstrekkingen van gegevens over

niet-ingezetenen wel centraal geprotocolleerd.

Bron: Staatscourant 2015 nr. 2034 23 januari 2015

Page 11: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 11 van 36

Vraag 18

Met uitzondering van enkele bij wet geregelde omstandigheden,

heeft de ingezetene het recht op verstrekkingsbeperking van zijn

gegevens voor bepaalde instanties. Het verzoek hiervoor moet

binnen vier weken zijn gerealiseerd.

Het is zaak om binnen de gemeente te zorgen voor duidelijke

communicatie op het gebied van de verstrekkingsbeperking die

rust op het gebruik van deze gegevens. De gegevens (ook al zijn

zij voorzien van de indicatie geheimhouding) moeten op grond van

wettelijke bepalingen door organen van de gemeente gebruikt

worden bij de uitvoering van publiekrechtelijke taken. Maar

daarnaast geldt ook dat zij uitsluitend gebruikt mogen worden

voor die publiekrechtelijke taak en nergens anders voor. De

criteria om te bepalen of de persoonlijke levenssfeer van een

persoon onevenredig zou worden geschaad als er toch gegevens

verstrekt worden moeten worden beschreven in de procedure.

Vraag 19

Iedereen die geregistreerd staat in een geautomatiseerde

gegevensverwerking, waarbij de gegevens kunnen worden herleid

naar de natuurlijke persoon, heeft het recht om te weten wat er

met zijn gegevens is gebeurd. Hij mag een verzoek indienen en

heeft recht om te weten wie zijn gegevens heeft verkregen, gezien

of gebruikt, wanneer dat heeft plaatsgevonden en met welk doel

dat is gebeurd in de afgelopen 20 jaar. Dit recht bestaat zowel in

de Wet basisregistratie personen als in de Wet Bescherming

Persoonsgegevens.

Veel applicaties hebben voorzieningen en systeeminstellingen die

er voor zorgen dat het merendeel van deze feiten automatisch

worden geprotocolleerd. Als er echter handelingen plaatsvinden

buiten deze systeem verstrekking om dan moet er handmatig

worden geprotocolleerd. Een procedure moet er in voorzien dat

duidelijk is wanneer dit moet worden uitgevoerd, wat er

geregistreerd moet worden en hoe controle plaatsvindt op deze

registratie.

Vraag 20

De procedure incidentmeldingen zal helder moeten zijn over de

wijze waarop een incident gemeld kan worden. Als een

meldingsformulier al aanwezig is, is dit vaak diep verstopt in de

structuur van het intranet bij een gemeente. Een goede procedure

is vindbaar en voorhanden en regelt wie verantwoordelijk is voor

de ontvangst van de melding. Dit kan een leidinggevende zijn, de

Page 12: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 12 van 36

beveiligingsbeheerder of misschien een kwaliteitscoördinator. Deze

ontvanger bewaakt het proces en zorgt er voor dat een

deskundige de melding in behandeling neemt. Het proces wordt

blijvend gevolgd en het ligt vast wie de termijnen bewaakt en wat

er moet gebeuren als deze worden overschreden. Een belangrijk

fenomeen in de bereidheid om incidenten te melden is het

terugmelden van de acties en de resultaten of voortgang. Dan blijf

je als melder veel beter betrokken bij de melding. Door incidenten

vast te leggen kan met meerdere meldingen onderzoek worden

gedaan naar overeenkomsten. Een zogenaamde statistische

analyse kan helpen om (terugkerende) fouten op te sporen en

vooraf te verhelpen.

Vraag 21

Toegang tot gegevens krijg je niet zomaar. Daarvoor is het

noodzakelijk en vereist dat vooraf wordt gecontroleerd of deze

toegang en het gebruik functioneel nodig is en wettelijk is

toegestaan.

Een schriftelijke procedure met daarin de voorwaarden waaraan

voldaan moet worden voor toegangsverlening, garandeert de

objectiviteit. Bij die voorwaarden moet dan gedacht worden aan

de eerder genoemde functionele noodzaak en wettelijke ruimte,

maar ook aan de verplichtingen die aan de gebruiker worden

opgelegd, zoals geheimhouding en het niet uitlenen van je

autorisatie. Het is noodzakelijk om regelmatig controle uit te

voeren op de verstrekte autorisaties. Je zult de eerste gemeente

niet zijn die nog autorisaties in het systeem heeft staan van

personen die al jaren niet meer in die functie werkzaam zijn

waarvoor de autorisatie nodig was. In de praktijk betekent dit het

uitdraaien van een lijst met namen van geautoriseerden en

vervolgens (laten) controleren of deze correct en actueel is. Deze

toets omvat ook de controle of autorisaties in overeenstemming

zijn met wet- en regelgeving.

In samenwerkingsverbanden worden ook steeds vaker autorisaties

uitgegeven aan personen die niet in de (eigen) organisatie

werkzaam zijn. Controle hierop is dan ook essentieel.

Vraag 22

In de verordening (of het onderliggende reglement) is bepaald wie,

voor welk doel inzage kan verkrijgen in de gegevens van de

basisregistratie personen. Deze inzage kan rechtstreeks in de

applicatie van de basisregistratie personen gegeven worden of via

een zogenaamde midoffice. Bij het toekennen van de rechten in de

midoffice is het daarom van belang dat de informatie- of

privacybeheerder toetst of de inzage rechtmatig is.

Page 13: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 13 van 36

Eenmaal per jaar moet een overzicht worden gemaakt van de in het

systeem toegekende autorisaties. Mede op basis van dit overzicht

wordt een rapportage gemaakt waarin wordt aangegeven:

of de geïmplementeerde autorisaties overeenkomen met de

toegekende autorisaties;

of de geregistreerde gebruikers en de aan hen toegekende

autorisaties correct zijn. Hiertoe wordt het controleverslag

vergeleken met de autorisatieformulieren en tevens

vergeleken met wat is vastgelegd in de verordening BRP van

de gemeente;

dat bij tussentijdse wijzigingen in taak/functie of bij ontslag

of vertrek de autorisatie direct wordt geblokkeerd.

Vraag 23

Belangrijke elementen in een onderzoeksprocedure zijn:

de wijze waarop melding kan worden gedaan

hoe komt een terugmelding bij de gemeente binnen

bij welke medewerker of afdeling wordt dit geregistreerd

hoe wordt een onderzoek gestart, gemonitord en beëindigd

welke tijdsnorm is er gesteld voor het verwerken van de

terugmelding

hoe wordt het behalen van de tijdsnorm bewaakt

wie zorgt voor de daadwerkelijke verwerking van de

terugmelding

hoe wordt de melder van de data inconsistentie

geïnformeerd dat zijn melding is ontvangen en wat er met

zijn melding is gebeurd

hoe wordt de bijgewerkte informatie verstrekt aan

relevante overheidsorganen

Vraag 24

Het protocol adresonderzoek is door het ministerie van BZK en de

NVVB opgesteld om gemeenten te ondersteunen bij het uitvoeren

van een gedegen adresonderzoek.

Vraag 25

Omdat de uitkomst van een adresonderzoek mogelijk aanleiding

kan zijn tot een ambtshalve wijziging van gegevens in de BRP,

moet het onderzoek zorgvuldig worden uitgevoerd. De gemeente

kan niet lichtvaardig overgaan tot het doorvoeren van een

ambtshalve wijziging, omdat de gevolgen voor de betrokken

persoon en overheid groot kunnen zijn. Een adresonderzoek moet

om deze reden altijd zorgvuldig worden uitgevoerd.

Het protocol adresonderzoek is door het ministerie van BZK en de

NVVB opgesteld om gemeenten te ondersteunen bij het uitvoeren

Page 14: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 14 van 36

van een gedegen adresonderzoek. In dit protocol worden

adviestermijnen genoemd. Van deze standaardtermijnen kan door

de gemeente zowel in positieve als in negatieve zin worden

afgeweken, afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Dit

is aan de beoordelingsvrijheid van een gemeente, maar moet wel

worden gemotiveerd en vastgelegd.

Vraag 26

Adresonderzoeken moeten zeer zorgvuldig worden uitgevoerd.

Hierbij kan, indien mogelijk, zowel onderzoek op het oude als op

het nieuwe adres worden uitgevoerd. Ook het raadplegen van

meerdere bronnen is aan te raden. Hierbij kan gedacht worden

aan Suwinet, eventuele familieleden, buren ect.

Het openbaar bekendmaken van een ambtshalve uitschrijving kan

ook (achteraf) een hulp zijn.

Vraag 27

Het Basisregister Reisdocumenten registreert Nederlandse

reisdocumenten die van rechtswege zijn vervallen volgens artikel

47 van de Paspoortwet.

Deze reisdocumenten mogen niet meer in omloop zijn. Een

reisdocument vervalt van rechtswege in bijvoorbeeld de volgende

gevallen:

als het is gestolen of vermist;

als de houder is overleden;

als de geslachtsnaam, de voornamen, de geboortedatum of

het geslacht van de houder zijn gewijzigd.

Als er wordt overgegaan tot correctie van bijvoorbeeld een

geslachtsnaam naar aanleiding van een sterker brondocument,

vervalt het paspoort van rechtswege. Als deze correctie wordt

uitgevoerd op de persoonslijst in de BRP, zal er automatisch een

bericht uitgaan naar het Basisregister. Het reisdocument wordt

hierdoor in het Basisregister geregistreerd, omdat het niet in

omloop mag zijn. Betrokken burger moet dan worden

geïnformeerd en het reisdocument moet fysiek worden

ingehouden om problemen voor de burger te voorkomen

Vraag 28

Voor het veilig verwerken van de digitale aangiften dienen

maatregelen te worden genomen. Digitale aangifte is alleen maar

betrouwbaar als deze via DigiD plaatsvindt. Zonder DigiD is er

geen betrouwbare identificatie.

Om de burger bij het doen van zijn digitale aangifte te

ondersteunen, dienen automatische controles plaats te vinden

Page 15: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 15 van 36

tijdens het invoeren van de aangifte om fouten, vergissingen en

fraude te voorkomen.

Automatische signalering op risico-adressen of risico-personen is

een extra tool ter bestrijding van fraude, dit kan eventueel ook

handmatig plaatsvinden. Als alle digitale aangiften in de back-

office (extra) worden gecontroleerd op risico’s en verwerking

verkleind dit de kans op fraude.

Vraag 29

Om fraudebestrijding tegen te gaan is het aan te bevelen om een

fraudecoördinator aan te stellen ofwel deze taak bij een

medewerker neer te leggen. Dit kan iemand van de afdeling

Burgerzaken/Publiekszaken zijn, maar het is aan te bevelen deze

functie breder in te steken en een gemeentebrede

fraudecoördinator aan te stellen.

Door signaleringen over fraude- en/of twijfelgevallen in het kader

van fraude te delen met zowel binnengemeentelijke als

buitengemeentelijke organisaties wordt de kans op fraude of het

uitbreiden hiervan verkleind. Ook samenwerking met

gemeentelijke afdelingen of externe ketenpartners limiteert de

kans op fraude aanzienlijk. Denk hierbij aan regelmatige

overleggen of het combineren van bevoegdheden.

Vraag 30

De ingezetene heeft zelf ook een aantal wettelijke verplichtingen

als het gaat om zijn opname in de basisregistratie. In de praktijk

blijkt het noodzakelijk daarop toezicht uit te oefenen omdat hij

lang niet altijd op de hoogte is van de voorschriften. Doelmatig in

dit verband is controle op het aantal personen dat ‘meeverhuist’

bij een adreswijziging. Gaat iedereen wel mee of gaan er personen

mee die nog niet eerder op het oude adres vermeld stonden. Dat

is aanleiding voor nader onderzoek. Ook het feitelijk controleren of

een situatie overeenkomt met de administratie is een waardevolle

aanvulling op de controles, zoals of leegstaande woningen volgens

de BRP in de werkelijkheid ook daadwerkelijk leeg staan. Ook

blijkt het nuttig en noodzakelijk om periodiek te controleren of

briefadreshouders nog steeds niet beschikken over een feitelijk

woonadres. Bij het niet voldoen aan de vraag heeft de gemeente

de mogelijkheid een bestuurlijke boete op te leggen.

Vraag 31

Een procedure valt of staat met de actualiteit daarvan. Een

regelmatige controle of de procedures nog steeds aansluiten bij de

werkelijkheid is dan ook noodzakelijk. Deze toetsing bestaat uit

diverse onderdelen. De eerste toetsing is de controle of de

Page 16: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 16 van 36

uitvoering van de procedure wel overeenkomt met de beschreven

procedure. Dit kan gebeuren door de procedure met de

uitvoerenden te bespreken op de werking ervan. Ook dient er

gecontroleerd te worden of er wijzigingen hebben plaatsgevonden

in de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de

functionarissen die genoemd worden in de procedure. Ook

wijzigingen in wet en regelgeving kunnen van invloed zijn op de

actualiteit van de procedure, de signaalfunctie hiervan ligt bij het

desbetreffende vakgebied.

Als blijkt dat er wijzigingen of aanpassingen gedaan moeten

worden of als er sprake is van een verschil tussen procedure en

werkelijkheid dient de procedure aangepast te worden aan de

actualiteit.

Vraag 32

Het periodiek toetsen van gebruikers van de basisregistratie

personen werkt kwaliteitsbevorderend. Dit kan gebeuren door een

leidinggevende, uitgaande van het feit dat deze dan zelf over

voldoende bekwaamheid beschikt. Als dat niet het geval is,

bijvoorbeeld als gevolg van generale taakstelling van het

management, dan kan een toets ook worden uitgevoerd door een

deskundige collega of zelfs door een externe partij of inhoudelijke

deskundige collega van een andere gemeente. Dit alles moet

worden gezien in het licht van het (waar)borgen van kwaliteit.

Vraag 33

De gegevens in de basisregistratie personen zijn gevoelig voor

(identiteits-)fraude en het is voor de geautoriseerde gebruiker van

belang dat hij/zij wordt beschermd tegen misbruik op zijn naam.

Een eerste vereiste daarvoor is dat alleen aan individuele

personen rechten worden toegekend. Gemeenschappelijke

accounts zoals balie1, balie2 en balie3 passen duidelijk niet in

deze eis. Immers, hiermee loggen verschillende personen in en

voeren handelingen uit, terwijl dit niet meer te herleiden is tot een

individueel persoon.

Als we het hebben over individuele personen denken we in eerste

instantie aan de eigen medewerkers van de gemeente. Maar ook

voor inhuur/inleen medewerkers en voor een leverancier is het

van belang om gebruik te maken van individuele accounts. Vooral

van belang is het om hierbij aandacht te besteden aan de

leverancier van de software applicatie. Bij storingen of wijzigingen

in de programmatuur wordt deze te hulp geroepen en via

technische voorzieningen de mogelijkheid geboden om op afstand

in te loggen op het informatiesysteem. Ook hier zal sprake moeten

Page 17: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 17 van 36

zijn van individuele accounts zodat altijd op de persoon kan

worden herleid wie toegang heeft gehad tot de gegevens.

Vraag 34

In het proces van de BRP zijn mensen verantwoordelijk voor het

stelsel. Door de aanwijzing van de verantwoordelijken expliciet op

te nemen in de beleidsnotitie van het college is dit op één plaats

en eenduidig geregeld.

Vooral bij gemeenten is er veelvuldig sprake van

organisatiewijzigingen en daarmee gepaard gaande veranderingen

in taken en functies. Een aanrader is daarom in de beleidsnotitie

van het college te volstaan met het noemen van de hierna

genoemde functies of rollen en gelijktijdig in een afzonderlijk

document deze functies of rollen te benoemen in de organisatie.

Vraag 35

In de Wet GBA was de informatiebeheerder verplicht. In de BRP

komt deze niet meer voor maar is het college aangewezen als

verantwoordelijke voor de uitvoering van de wet. In de praktijk

wordt deze functie (zorg dragen voor de vertrouwelijkheid en

integriteit van de gegevens van de basisregistratie) bijna altijd

ingevuld door het hoofd Burgerzaken of Publiekszaken. Het is dan

ook aan te bevelen een informatiebeheerder BRP voor de lokale

voorzieningen en een vervanger aan te wijzen in bijvoorbeeld een

Regeling voor het Beheer of een Regeling Bevoegdheden

Basisregistratie.

Vraag 36

Als het gemeentehuis door een incident of calamiteit voor langere

tijd niet gebruikt kan worden dan zal je de dienstverlening op een

andere plek moeten organiseren. Continuïteit is ook zorgen voor

alternatieve werkplekken voor medewerkers, een vervangende

locatie voor balies en spreekkamers om je publiek te woord te

staan en het beschikken over de meest elementaire

benodigdheden om je kantoorfunctie elders uit te voeren. Binnen

de gemeente kun je dit bijvoorbeeld regelen in een

brandweerkazerne of een ander gemeentelijk gebouw waar

voldoende faciliteiten zijn. Hierbij dient wel rekening gehouden te

worden met de afstand. Een gebouw dicht in de buurt kan ook

getroffen worden door dezelfde calamiteit.

Wel zou afgesproken kunnen worden dat je bij een buurgemeente

terecht kunt voor het hervatten van de dienstverlening op het

moment dat je uit moet wijken.

Vraag 37

Page 18: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 18 van 36

Voor een goede crisisbeheersing is een actueel draaiboek

essentieel. Hierin zijn de taken, verantwoordelijkheden en acties

vastgelegd. Voorop staat dat wordt nagedacht hoe de gemeente

moet doordraaien als er een calamiteit is.

Een aantal kenmerken van een dergelijk noodplan staat hier

opgesomd. Het is onvermijdelijk deze op lokaal niveau een meer

gemeentespecifieke invulling te geven:

Naar welk gebouw wordt uitgeweken: school, bibliotheek,

sporthal, gymzaal, collega gemeentehuis,

brandweerkazerne, ander stadsdeelkantoor of

deelgemeentehuis ect.

Hoe is de bereikbaarheid van deze locatie per openbaar

vervoer, auto, fiets, parkeergelegenheid voor minder validen

Hoeveel werkplekken moeten daarvoor ingericht worden

voor de meest kritieke functies

Hoeveel balies en spreekkamers moeten er beschikbaar zijn

Worden de veiligheidseisen ook in deze uitwijklocatie goed

uitgevoerd, denk aan kluizen, inbraak en

brandmeldsystemen, sleutelbeheer, toegangscontrole,

camerabewaking en bescherming tegen agressieve

publiekscontacten. Ondanks de uitgeweken situatie is het

treffen van veiligheidsmaatregelen van groot belang voor de

bescherming van medewerkers en gemeentelijke processen

Welke kantoor en ICT voorzieningen zijn nodig voor de

uitgeweken functies

Welke afspraken zijn gemaakt met leveranciers van

kantoormeubilair en kantoorapparatuur voor een acute

levering van materialen

Welke afspraken zijn gemaakt met energiebedrijven en

telecommunicatiebedrijven voor de benodigde infrastructuur

Inschakelen van interne en externe communicatie, de pers,

e.d. voor de berichtgeving over de alternatieve locatie en

het sturen op klantstromen

Vraag 38

U dient jaarlijks (tussen 1 oktober tot 1 oktober) een uitwijktest

uit te voeren. Hierbij beoordeelt u of de procedure het gewenste

resultaat oplevert en krijgt u inzicht in de effectiviteit van de

procedure. De wijze van toetsing wordt eveneens in de procedure

beschreven.

Het is mogelijk om de procedure daadwerkelijk te toetsen op

uitvoering en op de uitwijklocatie de benoemde testen in een

testomgeving na te spelen. Hierover kan dan gerapporteerd

worden aan het management.

Page 19: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 19 van 36

Het is ook mogelijk om te controleren of de uitvoering van de

procedure wel overeenkomt met de beschreven procedure door

deze met de uitvoerenden te bespreken op de werking ervan. Ook

dient er gecontroleerd te worden of er wijzigingen hebben

plaatsgevonden in de taken, verantwoordelijkheden en

bevoegdheden van de functionarissen die genoemd worden in de

procedure. Ook wijzigingen in wet en regelgeving kunnen van

invloed zijn op de actualiteit van de procedure, de signaalfunctie

hiervan ligt bij het desbetreffende vakgebied.

Vraag 39

Nadat het evaluatie-instrument vóór 1 oktober van elk

kalenderjaar definitief is ingevuld zullen verschillende rapportages

worden gegenereerd. De rapportages zijn op verschillende niveaus

geschreven maar hebben alle betrekking op dezelfde gesignaleerde

aandachtspunten. Een rapportage komt beschikbaar voor het

college en een zogenaamde detailrapportage voor de uitvoerend

verantwoordelijken.

De rapportage die bestemd is voor het college zal op de

gebruikelijke wijze worden aangeboden. Het college neemt hiervan

kennis, neemt zo nodig besluiten en geeft opdracht aan de

organisatie om de nodige maatregelen te treffen. Na behandeling

in het college wordt de rapportage vóór 1 november van ieder

kalenderjaar aan de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens gestuurd.

De detailrapportage is feitelijk het instrument waar de organisatie

mee aan de slag gaat. Hieruit blijkt welke acties nog worden

verlangd en moeten worden uitgezet voor uitvoering. Om het

draagvlak en het bewustzijn te verhogen is het sterk aan te raden

om de uitkomsten van de evaluatie ook te bespreken met de direct

bij het proces betrokken medewerkers.

Vraag 40

Een van de doelen van het ID protocol Burgerzaken is het helpen

in het vastleggen van een procedure hoe om te gaan met in te

leveren (buitenlandse) brondocumenten. De handreiking zou wat

de NVVB betreft moeten leiden tot standaardisering van

procedures en inzet van middelen zodat u een integer en

betrouwbaar persoonsbeeld van burgers kan garanderen.

Vraag 41

De rangorde van artikel 2.8 Wet BRP brengt mee dat gegevens aan

brondocumenten met een zo sterk mogelijke bewijskracht moeten

worden ontleend. Pas wanneer redelijkerwijs geen sterker

brondocument kan worden overgelegd, worden gegevens ontleend

aan een zwakker brondocument. Op elk moment waarop

Page 20: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 20 van 36

brondocumenten worden overgelegd, meestal bij de aangifte voor

een eerste inschrijving, moet worden bepaald wat dan het sterkste

brondocument is. Met het aanleggen van een persoonslijst wordt

niet gewacht tot sterkere documenten uit het land van herkomst

zijn verkregen. Hooguit wordt op documenten gewacht die binnen

enkele dagen voorhanden zijn of naar verwachting beschikbaar

kunnen zijn. Voorbeeld: een document is wel in Nederland

aanwezig, maar is niet meegenomen bij de aangifte.

Het is wel zaak om bij te houden van wie er nog sterkere

brondocumenten moeten (en ook kunnen) worden overgelegd.

Deze personen moeten periodiek opgeroepen worden om alsnog de

documenten te overleggen.

Na herhaaldelijke verzoeken zou de bestuurlijke boete ingezet

kunnen worden om de persoon van de urgentie van het overleggen

van het juiste brondocument te overtuigen.

Vraag 42

In bijlage 5 van de HUP zijn de omschrijvingen en aanbevolen

afkortingen opgenomen die gebruikt kunnen worden bij de

beschrijving van brondocumenten in de BRP.

Dit is geen verplichting, maar voor de eenduidigheid in de

beschrijving is het wel aan te bevelen. Het is in ieder geval zaak

om binnen de eigen gemeente een consequent beleid te voeren

ten aanzien van de opname van brondocumentbeschrijvingen.

Vraag 43

Voor alle buitenlandse reisdocumenten en brondocumenten is het

aan te bevelen om altijd controleapparatuur, Discs/Edison en/of de

retroviewer te gebruiken.

Vraag 44

Een structurele oplossing in de zin van periodieke bijscholing,

training (on-the-job) en workshops is essentieel voor het up-to-

date houden van de kennis over (buitenlandse) brondocumenten.

Vraag 45

Om te beveiligen tegen onrechtmatige kennisname is opslag in

een inbraakwerende voorziening een must. Bij inbraakwerend zal

in dit verband gedacht moeten worden aan een bergplaats die

slechts met veel moeite ongeoorloofd geopend kan worden. Een

eenvoudige kantoorkast met een lamellendeur, afgesloten of niet,

volstaat hier niet. Een kluis hoeft het ook niet altijd te zijn. Veelal

zien we opslag in een beveiligde ruimte, zoals de ruimte waar de

aktes van de burgerlijke stand zijn opgeslagen. Een betonnen

ruimte voorzien van een sterke deur en goed afgesloten.

Page 21: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 21 van 36

Sommige documenten zijn onvervangbaar of slechts met grote

moeite en kosten te reconstrueren (bv originele buitenlandse

brondocumenten). Voor die documenten is het noodzakelijk om

deze ook tegen brand te beschermen. In verschillende wetten,

regelingen en voorschriften worden aanwijzingen gegeven over de

mate waarin documenten bestand zouden moeten zijn tegen

brand, uitgedrukt in 30 – 60 of 120 minuten bestendigheid. Een

lastige bijkomstigheid is dat inbraakvertragend en brandwerend

niet altijd goed samen gaan. Immers voor inbraakvertraging zou

je het liefst veel staal en ander sterk materiaal gebruiken. Dit is

echter ook het materiaal dat zorgt voor een goede geleiding van

temperatuur en heeft daardoor tegengestelde invloed op de

brandwerendheid. Voor brandwerendheid worden kunststoffen

materialen gebruikt die zorgen voor een hele slechte geleiding van

temperatuur, maar deze zijn weer met eenvoudige

aanvalsgereedschappen te openen. Het beste van twee werelden

is om een brandvertragende kast/kluis te plaatsen in een

inbraakwerende ruimte en daar bijvoorbeeld de originele

buitenlandse brondocumenten in op te slaan.

Vraag 46

Deze vraag is alleen bedoeld ter inventarisatie.Bij pogingen tot

identiteitsfraude moet altijd aangifte gedaan worden bij de politie.

Maar er zijn natuurlijk ook incidenten waarbij alleen vermoeden

tot fraude er is. Ook van het opnemen van onbevoegde

wijzigingen op een brondocument/reisdocument en look-alikes

hoeft (nog) niet altijd aangifte te zijn gedaan.

Vraag 47

Als een vermoeden bestaat dat een document vals of vervalst is,

moet het document voor onderzoek worden voorgelegd aan de

politie of ter verificatie worden aangeboden aan het ministerie van

Buitenlandse Zaken. In voorkomende gevallen wordt ook de

Directie Recherche van de Landelijke Eenheid van de Nationale

Politie (v/h KLPD) bij het onderzoek naar de (mogelijke) valsheid

van het document ingeschakeld.

Vraag 48

Is er sprake van (vermoedelijke) fraude, dan moet het college van

burgemeester en wethouders daarvan aangifte doen bij de politie,

dit geldt voor zowel (buitenlandse) brondocumenten als voor id-

documenten.

Page 22: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 22 van 36

Vraag 49

Bij beveiligde opslag komt het buiten de technische voorzieningen

ook aan op het menselijk handelen. Dat geldt ook voor de omgang

met bedrijfskritische en vertrouwelijke gegevens. Als er niet mee

wordt gewerkt, dan behoort deze informatie deugdelijk te zijn

opgeborgen achter slot en grendel. Er mag geen informatie blijven

slingeren op bureaus of in openstaande kasten. In diezelfde lijn

moeten computers (werkstations) worden geblokkeerd of uitgezet

bij afwezigheid van de gebruiker. In geautomatiseerde systemen

is het, zeker als je daarin de weg weet, in enkele seconden

mogelijk om misbruik te maken van informatie.

Een punt van aandacht vormen de zogenaamde multifunctionals in

de organisatie. Machines die zijn bestemd om te printen, faxen,

kopiëren en scannen. Het gemeenschappelijk gebruik van dit soort

voorzieningen leidt tot efficiency en kostenbesparing, maar is een

potentieel risico op het gebied van beveiliging. Bijvoorbeeld als

een medewerker vanaf zijn werkplek een opdracht geeft tot het

printen van documenten waarin vertrouwelijke informatie staat.

Door omstandigheden loopt hij niet direct naar de printer,

waardoor de geprinte gegevens enige tijd in de opvangbak liggen.

Een groot risico op onrechtmatige kennisneming. Hetzelfde geldt

voor de fax, de scanner en het kopieerapparaat. Het is technisch

op te lossen door het daadwerkelijk printen pas te laten starten als

de gebruiker bij het apparaat staat en een persoonlijke code heeft

ingegeven of zijn kaart of tag heeft aangeboden. Blijft nog wel de

zorg over voor documenten die op de glasplaat achterblijven.

Vraag 50

In de Wet GBA was de beveiligingsbeheerder verplicht. In de BRP

komt deze niet meer voor maar voor de gemeentelijke voorziening

is het wel noodzakelijk een control functie te benoemen voor de

controle van het beveiligingsproces. Deze rol kan samenvallen met

de gemeentebrede controller informatiebeveiliging of apart belegd

worden voor alleen de gemeentelijke voorziening.

Het is dan ook aan te bevelen een controller informatiebeveiliging

aan te stellen voor de gemeentelijke voorziening (dat kan in

bijvoorbeeld een Beheerregeling of een Regeling Bevoegdheden

Basisregistratie) en hierbij tevens een vervanger aan te wijzen.

Vraag 51

Steeds meer gemeenten beschikken over een afdeling planning &

control. Een afdeling die niet onder de verantwoordelijkheid van

het lijnmanagement valt maar een onafhankelijke positie inneemt

in de gemeentelijke organisatie.

Page 23: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 23 van 36

Gemeenten die de controle op de basisregistratie personen geen

onderdeel laten zijn van een planning & control cyclus worstelen

vaak met de vraag waar de functie van controller

informatiebeveiliging moet zijn belegd. Een belangrijk aspect

daarbij is het begrip van functiescheiding. De controller moet vrij

kunnen handelen en rapporteren. Het is dus geen optie om deze

functie in dezelfde lijn te beleggen waar ook de primaire

verantwoordelijkheid ligt voor het realiseren van de doelen. De

controller mag en kan zelf geen onderdeel zijn van de procedures

die hij of zij controleert. Voorbeelden waar de control-functie

(controller informatiebeveiliging) ondergebracht zou kunnen

worden is bij concern control, planning en control, financiën of

informatisering (mits niet gecombineerd met automatisering). Al

deze gemeenteonderdelen staan normaal gesproken ver af van de

opstellers en uitvoerders van het beveiligingsbeleid.

Vraag 52

Naast controle op de vereiste onderdelen, wordt de rol van de

controller informatiebeveiliging beter en sterker als deze ook

adviezen uitbrengt die kunnen leiden tot verbeteringen van

vastgestelde tekortkomingen. Denk hierbij aan het adviseren over

technische verbeteringen, organisatorische verbeteringen en

fysieke verbeteringen.

Vraag 53

Met uitsluitend het beschrijven van doelen en resultaten in een

beleidsdocument of andere richtlijn, kan niet worden volstaan. Er

moet ook onderzocht worden of de daarin gestelde normen

worden behaald. Periodiek wordt op basis daarvan verslag

uitgebracht aan het college van burgemeester en wethouders. Dit

krijgt daarmee per aandachtsgebied een beeld hoe het er voor

staat.

De rapportage volgt de doelstelling zoals deze in het beleid zijn

verwoord, maar kan ook worden uitgebreid met bijvoorbeeld de

rapportage die de gemeente verkrijgt na het invullen van het

evaluatie-instrument.

Vraag 54

De controle op het beveiligingsbeleid wordt achteraf uitgevoerd en

de resultaten worden opgenomen in een rapportage. De inhoud

van de rapportage geeft een beeld van de resultaten. Ook

eventuele tekortkomingen of risico’s kunnen hierin worden

opgenomen.

Page 24: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 24 van 36

Onderwerpen die in de rapportage zouden moeten voorkomen zijn

idealiter dezelfde onderwerpen als die genoemd worden in het

beleid:

Beschikbaarheid

Vertrouwelijkheid

Betrouwbaarheid en

Controleerbaarheid van de bovengenoemde.

De rapportage gaat dan in op de haalbaarheid en eventuele

bijstelling van deze onderwerpen.

Vraag 55

Het beveiligingsplan is een dynamisch document wat afgeleid

wordt van het beveiligingsbeleid en moet leiden tot het uitvoeren

van maatregelen. De beoordeling van de beveiligingsmaatregelen

kan leiden tot het vaststellen van tekortkomingen en het

uitbrengen van verbetervoorstellen. Als besloten is om bepaalde

maatregelen te treffen, dan zal het duidelijk moeten zijn wie

verantwoordelijk is voor de uitvoering en wanneer de uitvoering

uiterlijk moet zijn gerealiseerd.

Vraag 56

Classificeren is het aanbrengen van gradaties van

vertrouwelijkheid. Om duidelijk te maken dat bepaalde gegevens

vertrouwelijk zijn en om geheimhouding vragen, is het verstandig

deze als zodanig te classificeren. Dat betekent dat er zichtbaar op

het gegeven wordt vermeld dat geheimhouding wordt verlangd. In

de basisregistratie personen is dat uiteraard gangbaar, maar dit

zou ook moeten gelden voor (daarvan afgeleide) documenten.

Uitdraaien uit het systeem, aanvraagformulieren en

brondocumenten zijn zo maar een paar voorbeelden van harde

kopieën die ook als zodanig moeten zijn gewaarmerkt en worden

behandeld (zie de handreiking dataclassificatie).

Om te voorkomen dat dit proces te gemakkelijk verwatert is het

aanwijzen van een eigenaar van de informatie essentieel. Eigenaar

is eindverantwoordelijke voor de gegevens. Deze eigenaar is

daarmee verantwoordelijk voor het gehele systeem van

geheimhouding en bepaalt wie, met welk doel en op welke manier

gebruik mag maken van de vertrouwelijke gegevens.

Vraag 57

Gelet op de vele mutaties van gegevens gedurende de dag, is het

noodzakelijk dat van die gegevensset elke nacht een back-up

wordt vervaardigd. Het hebben van een mirror-omgeving (gebruik

maken van een gespiegelde omgeving, waarbij een tweede site

real-time meedraait) is niet altijd voldoende als back-up. Als er

Page 25: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 25 van 36

een virus op het systeem komt wordt deze ook meteen

doorgesluisd naar de mirror. Er zou dus altijd een fysieke back-up

moeten zijn.

Vraag 58

Als de gegevens op een tape worden gezet of op een externe

harde schijf, dan is het belangrijk dat die gegevensdrager niet in

hetzelfde gebouw blijft als waar de originele gegevens zich

bevinden. Bijvoorbeeld bij brand zou dit het probleem geven dat

zowel de originele data als de back-up data verloren zijn gegaan.

Vraag 59

Het komt voor dat er noodgedwongen gebruik gemaakt moet

worden van een back-up en dus als gevolg van een storing

teruggegaan moet worden in de tijd, en dat dan blijkt dat de tape

niet goed beschreven is of zelfs onleesbaar is. Dit komt voor in de

praktijk en heeft al meerdere gemeenten voor onverwacht hoge

kosten geplaatst en de dienstverlening op dat moment aangetast.

Een dergelijk scenario is goed te voorkomen als na iedere back-up

activiteit controle plaatsvindt op de kwaliteit van de

weggeschreven gegevens. Dit proces van verificatie van de data

op de back-up is onvermijdelijk. Veel systemen voorzien hierin

door dit geautomatiseerd te verwerken en een bericht te

verzenden aan de systeembeheerder en applicatiebeheerder dat

de back-up is geslaagd en de gegevens op het back-up medium

leesbaar zijn en overeenkomen met de originele data.

Vraag 60

Het is noodzakelijk om tenminste eenmaal per jaar te testen of het

terugplaatsen, lezen en gebruiken van de back-up mogelijk is en

hierover te rapporteren aan het management. Een goed moment

hiervoor is om dit te laten samengaan met de uitwijk.

Vraag 61

Tussen de laatste back-up en het moment van herstel zit een

periode waarin wel gemuteerd is maar waarbij deze mutaties niet

zijn bewaard. Hiervoor dient in een procedure beschreven te

worden hoe hiermee dient te worden omgegaan en welke

documenten hiervoor kunnen worden gebruikt.

De eerste mogelijkheid hiervoor is om alle papieren

brondocumenten die zijn gebruikt voor de mutaties,

mutatieverslagen van wijzigingen zonder brondocument en alle

opnieuw te verwerken berichten fysiek te bewaren (bijvoorbeeld

van de afgelopen week). Ook is het mogelijk dat er een bestand

wordt gemaakt (met de data van die periode) en deze te bewaren

Page 26: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 26 van 36

op een andere locatie. Ook is er de mogelijkheid om alle mutaties

meteen uit te draaien op papier en deze te bewaren tot de nieuwe

back-up is gedraaid.

Vraag 62

Niet alleen moet een test worden uitgevoerd op de leesbaarheid

en bruikbaarheid van het back-up medium, ook is een beproeving

nodig om daadwerkelijk te reconstrueren. Dit betekent in een

andere (test) omgeving de back-up gegevens terugplaatsen en

vervolgens aanvullen met de mutaties die liggen tussen het heden

en het tijdstip van de back-up. Hiervoor is het nodig de

oorspronkelijke bronnen te gebruiken, zoals brondocumenten en

mutatieverslagen. Door deze opnieuw in te voeren en te

controleren met de actuele productieomgeving krijgt men het

proces reconstrueren onder controle. Deze reconstructie laat zich

eenvoudig samenvoegen met de uitwijktest en controle van het

back-up medium. Om hierop controle te kunnen uitvoeren zal de

test met de resultaten moeten worden gerapporteerd aan het

management.

Vraag 63

Om te voldoen aan de eis dat de basisregistratie personen binnen

maximaal 2 x 24 uren weer volledig operationeel en beschikbaar

is, is het absoluut noodzakelijk om de reconstructie ook

daadwerkelijk te testen en te onderzoeken of reconstructie binnen

één werkdag mogelijk is.

Vraag 64

Bij belangrijke technische storingen kost het toch minimaal enkele

dagen tot een week voordat nieuwe apparatuur weer kan worden

ingezet. Om die reden moet er een alternatief voorhanden zijn in

de vorm van een technische uitwijk. Dit betekent reserve

apparatuur beschikbaar op het moment dat het nodig is. In veel

gevallen sluiten gemeenten daarvoor een contract af met een

zogenaamde uitwijk leverancier. Die houdt ten behoeve van de

gemeente een specifieke kopie van het hardware systeem van de

gemeente beschikbaar. Een handige maar ook kostbare oplossing.

In steeds meer gemeenten zien we dat gekozen wordt voor

onderlinge samenwerking waarbij de ene gemeente dient als back-

up centrum voor de andere. Dit vraagt ook investering in

apparatuur en menskracht, maar is doorgaans op termijn

voordeliger dan een uitwijkcontract met een leverancier. Als dit

wordt gekoppeld aan een snelle glasvezel dataverbinding, kan

worden gesproken van een optimale back-up situatie.

Page 27: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 27 van 36

Vraag 65

Als daadwerkelijk sprake is van een storing en er moet worden

uitgeweken, is dit vaak een hectische aangelegenheid. Een goed

en vooral actueel draaiboek is daarbij van belang. Het proces is

daarin goed omschreven evenals de taken en

verantwoordelijkheden van betrokken personen. Omdat uitwijk

altijd ingrijpt in de totale bedrijfsvoering van de gemeente, is het

wenselijk dat een draaiboek door de leiding van de organisatie is

vastgesteld. Zoals vermeld moet deze uitwijk tenminste eenmaal

per jaar worden getest op actualiteit en werkbaarheid. Bedenk dat

een intern uitwijkdraaiboek als hiervoor omschreven een handig

hulpmiddel is wanneer er sprake is van een calamiteit. Bedenk dan

ook dat een dergelijk draaiboek ook beschikbaar moet zijn als je

niet meer op de reguliere plaats van werken terecht kunt. Dit kan

geregeld worden door het draaiboek op een beveiligde (intranet)

internet site te plaatsen.

Vraag 66

Het is van belang om periodiek vast te stellen of de

uitwijkconfiguratie en het draaiboek nog actueel zijn. Zijn alle

netwerkcomponenten nog correct, kennen we de juiste adressen

(IP-nummers), werken we met de juiste versie van de

systeemsoftware en de juiste applicatiebestanden? Het is daarom

vereist dat tenminste eenmaal per jaar wordt getest of de

uitwijkconfiguratie kan voldoen in noodgevallen. Een verslag van

deze test aan het management is een verplicht onderdeel omdat

daarmee kan worden aangetoond dat deze test is uitgevoerd en

het de resultaten daarvan inzichtelijk maakt.

Vraag 67

In de regel wordt de beveiligingswaarde niet zozeer toegekend

aan de login naam maar zeker wel aan het wachtwoord. De eisen

waaraan deze wachtwoorden moeten voldoen worden door de

applicatiebeheerder of de systeembeheerder ingesteld.

Vraag 68

Lange tijd werd het werken met de informatiesystemen uitsluitend

verricht vanuit de beveiligde en beschermde omgeving van een

gemeentelijke locatie, zoals het gemeentehuis of andere aan de

gemeente toebehorende locaties. De informatiestroom vond in dat

geval plaats via het eigen systeemnetwerk of eventueel via

speciaal daarvoor beschikbare beveiligde private

netwerkverbindingen buitenshuis. Inmiddels komt het echter

steeds vaker voor at ook op afstand wordt gewerkt. Denk aan

thuis werken en het gebruik van mobiele devices. Dit brengt

Page 28: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 28 van 36

echter met zich mee dat informatie moet worden getransporteerd

via openbare netwerken. De beveiliging van het data transport via

openbare netwerken is een punt van aandacht en zorg. Om hier

zorgvuldig mee om te gaan dient er beleid te zijn ontwikkeld over

de raadpleging en verwerking van persoonsgegevens buiten het

gemeentehuis.

NB: Volgens het huidige beleid van het ministerie van

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is het

onwenselijk om mobiel of thuis te werken met persoonsgegevens.

Dit omdat onder andere vanuit een ongecontroleerde omgeving

gewerkt wordt en de privacy niet gewaarborgd kan worden. Er

wordt momenteel wel bekeken of er een beleidswijziging nodig is

in verband met telewerken/thuiswerken.

Vraag 69

Er zijn strikte beveiligingsmaatregelen nodig om de

vertrouwelijkheid en de betrouwbaarheid bij buitenshuis gebruik

van de BRP te garanderen. Dit zijn uiteraard maatregelen van

technische aard, zoals een beveiligde en versleutelde verbinding

(VPN) en een specifiek toegangsmiddel (token) om de verbinding

op te bouwen. Daarnaast zijn ook organisatorische maatregelen

nodig, zoals procedures over geheimhouding en het voorkomen

dat van informatie kennis kan worden genomen door

onbevoegden, zoals huisgenoten. Als informatie ook beschikbaar is

in papieren vorm, dan zullen ook fysieke maatregelen moeten

worden genomen om deze tegen ontvreemding en onrechtmatige

kennisneming te beschermen, zoals afsluitbare kasten of zelfs een

kluis. De opsomming van technische, fysieke en organisatorische

maatregelen is met deze beschrijving zeker niet compleet. Er zal

met een mix van maatregelen moeten worden gezorgd voor de

vereiste bescherming.

Vraag 70

Om de toegang op afstand (remote access) goed onder controle te

brengen, zou het volgende goed moeten zijn geregeld:

De inzet van een externe partij wordt altijd en uitsluitend

ingeroepen door de gemeente zelf (meestal systeem- en

applicatiebeheer)

Systeembeheer moet voor de toegang tot het netwerk,

fysiek of elektronisch, een handeling verrichten, zoals de

modem aanzetten of een elektronische poort openen. Als

alternatief kan worden geregeld dat de leverancier

uitsluitend toegang heeft tot datafaciliteiten als deze fysiek

in huis is

Page 29: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 29 van 36

Een systeemveilige methode is dat de verbinding voor de

datacommunicatie wordt opgezet vanuit het gemeentehuis.

Dit betekent dat er extern geen telefoonnummers bekend

zijn waarop kan worden ingebeld (inbraakpogingen) maar

dat de gemeente de verbinding legt met de externe partij

Gedurende de periode dat deze modem aanstaat of de

poort openstaat worden de activiteiten daarin bewaakt. Dit

kan door de systeembeheerder of applicatiebeheerder te

laten meekijken op de gebeurtenissen in de basisregistratie

applicatie, maar ook door achteraf een logfile uit te printen

en de activiteiten te controleren op eigenaardigheden

De externe partij krijgt voor de toegang op afstand een

unieke toegangscode die bestaat uit een user-id en een

wachtwoord. Bij voorkeur ook hier een individueel

toegekend wachtwoord, maar de praktijk leert dat het

meestal een leverancierswachtwoord is

Aan deze externe autorisatie worden de toegang tot en de

rechten in het basisregistratie systeem zo functioneel

mogelijk bepaald

Alle handelingen van de externe worden gelogd

Zodra de externe meldt dat hij gereed is met de bewerking

of deze onderbreekt naar bijvoorbeeld de volgende dag,

wordt de modem uitgezet of de poort gesloten

Van iedere externe toegang wordt een verslag opgesteld

Vraag 71

Van veel processen is de uitvoering daarvan ook al beschreven in

vele richtlijnen en voorschriften (bv de Handleiding

uitvoeringsprocedures (HUP)). Deze zullen in procedures moeten

worden vertaald naar de lokale uitvoering. De specifieke taken,

verantwoordelijkheden en bevoegdheden daarvoor wordt

beschreven, evenals de wijze waarop stelselmatige controle hierop

plaats vindt. Dus wie voert wat uit, wanneer wordt dit gedaan en

op welke wijze vindt de uitvoering plaats. Bij de toets beoordeelt u

of de procedure het gewenste resultaat oplevert en krijgt u inzicht

in de effectiviteit van de procedure. De wijze van toetsing wordt

eveneens in de procedure beschreven.

Voor iedere procedure geldt dat het gaat om een schriftelijk en

vastgesteld document waarin een reeks instructies is opgenomen

die op volgorde moet worden uitgevoerd en die is toegespitst op

uw eigen gemeentelijke organisatie.

Gegevens in geautomatiseerde omgevingen zijn altijd kwetsbaar

voor storingen van diverse aard. Daarom is het noodzakelijk en

vereist om gegevens ook regelmatig weg te schrijven naar een

Page 30: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 30 van 36

kopie omgeving door middel van het maken van een back-up van

de gegevens. Het is hierbij wel van belang dat er een duidelijke

en controleerbare procedure aan ten grondslag ligt.

Bij het reconstrueren van data en gegevens gaat het over de

situatie zoals deze is nadat een storing is opgetreden maar de

back-upgegevens zijn van een eerder tijdstip (meestal ’s nachts)

waardoor er na de back-up en voor de storing nog gegevens zijn

gemuteerd die niet op de back-up tapes staan.

Nadat de back-up is teruggeplaatst zullen alle mutaties die daarna

hebben plaatsgevonden weer handmatig moeten worden

ingevoerd. In een procedure die deze reconstructie beschrijft is

het dan ook van belang hoe de dagelijkse mutaties worden

bewaard en geadministreerd, zodat eenvoudig terugzoeken en

opnieuw invoeren mogelijk is.

Als de storing groter is en niet binnen enkele uren is op te lossen,

dan moet worden uitgeweken naar een andere omgeving. Er zijn

gemeenten die daarvoor zelf in de eigen organisatie technische

voorzieningen hebben getroffen. Veelal een kopie van de

netwerkomgeving op een fysiek andere locatie. Ook zijn

overeenkomsten gebruikelijk met derden, particuliere leveranciers

of ook wel de leverancier van het betreffende softwaresysteem.

Ook hiervoor geldt dat een procedure moet zorgen voor een

duidelijke instructie en taakverdeling op het moment dat dit nodig

is. Tenminste eenmaal per jaar testen van deze technische uitwijk

is een must om te onderzoeken of alles nog overeenstemt en in de

praktijk zal werken als het nodig is.

Bij een uitwijk moet ook rekening worden gehouden met het

ernstigste, namelijk dat het gemeentehuis helemaal niet

beschikbaar is. Denk hierbij met name aan een alles verwoestende

brand. Goede voorbereiding en een daarop afgestemde procedure

moeten waarborgen dat de dienstverlening elders kan worden

voortgezet. Bij een buurgemeente, in een sporthal, politiebureau

of bibliotheek.

Om te kunnen controleren of de gegevens niet in verkeerde

handen zijn gekomen (de vertrouwelijkheid) is het wenselijk om te

controleren op de rechtmatigheid waarmee toegang tot en gebruik

van gegevens plaatsvindt.

Door de toegang tot en activiteiten rond gegevens vast te leggen,

kunnen we dit achteraf controleren. Dit gebeurt met behulp van

het ‘loggen’ van handelingen. In een procedure moet worden

vastgelegd hoe dit plaatsvindt en op welke manier controle op

Page 31: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 31 van 36

deze logfiles wordt uitgevoerd. Hieronder valt ook het monitoren

van toegang op afstand.

Ook de fysieke toegang tot kritische ruimten (ruimten waar de

persoonsgegevens kunnen worden bekeken of verwerkt) dient in

een procedure gevat te worden, Hierdoor dient duidelijk te zijn

wie, waarvoor en hoe geautoriseerd kan worden tot bepaalde

ruimten. Ook het beëindigen van deze toegang bij einde

dienstverband dient te worden beschreven.

Centraal in deze controle staat de rechtmatigheid van het gebruik.

Dit wordt geregeld door middel van autorisaties. Binnen het kader

van de wet- en regelgeving wordt per persoon (of per functie en

daarna de persoon koppelen aan de functie) bepaald wat iemand

mag of niet mag in zowel de overkoepelende systemen als de

gemeentelijke voorziening. Voor deze autorisaties dient een

uniforme procedure gevolgd te worden.

Vraag 72

Logfiles dienen periodiek (liefst dagelijks) te worden gecontroleerd

op pogingen tot onrechtmatige toegang. Het is belangrijk dat de

logfiles ten minste 3 maanden worden bewaard en bij een vermoed

incident minimaal 3 jaar omdat onrechtmatigheden zich soms pas

laat openbaren. Ook dan moet de mogelijkheid aanwezig zijn om

controle uit te voeren.

Vraag 73

De Wet Bescherming Persoonsgegevens omschrijft een bewerker

als: elke partij die ten behoeve van de verantwoordelijke

persoonsgegevens verwerkt zonder aan zijn rechtstreekse gezag

te zijn onderworpen. Het verwerken van persoonsgegevens is elke

handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot

persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen,

vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen,

raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending,

verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling,

samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het

afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens.

Het inschakelen van een bewerker is onder bepaalde condities

toegestaan. Een externe (en bovenal gekwalificeerde) partij die de

zorg voor het verwerken van persoonsgegevens in de

basisregistratie personen op zich neemt voor de gemeente.

Page 32: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 32 van 36

Als gebruik wordt gemaakt van een bewerker, dan moeten de

beveiligingsgaranties net zo hard zijn alsof het de gemeente zelf

betrof. Het kan zelfs nog daar bovenuit stijgen.

Bij interne verwerking bij een gemeente gaan we uit van eigen

personeel of eventueel ingehuurde gekwalificeerde medewerkers

van betrouwbare marktpartijen. De personele kwalificaties zowel

op het gebied van de inhoudelijke vakkennis als de integriteit en

betrouwbaarheid van de medewerker van de externe partij ligt

buiten de invloedssfeer van de gemeente. Toch blijft de gemeente

verantwoordelijk voor de beveiligingskwaliteit van de

basisregistratie.

Vraag 74

De bewerkersovereenkomst moet in ieder geval de volgende

zaken regelen (zie hiervoor ook artikel 9 van het besluit BRP):

Maatregelen gericht op medewerkers die belast zijn met

technische of uitvoerende werkzaamheden

Maatregelen gericht op de toegang tot ruimten en gebouwen

Maatregelen gericht op deugdelijke werking van techniek,

apparatuur en programmatuur

Maatregelen gericht op het gegevensbeheer

Maatregelen gericht op het realiseren van geheimhouding

Maatregelen gericht op calamiteiten

Maatregelen gericht op het uitsluitend rechtmatig gebruik van

gegevens

Maatregelen gericht op het voldoen aan alle geldende wet- en

regelgeving

Maatregelen gericht op het toestaan van externe controle op

de naleving van deze bewerkersovereenkomst

Maatregelen gericht op het in onder aanneming uitbesteden

van bewerking

Maatregelen gericht op het opschorten bij niet nakomen van

verplichtingen

Vraag 75

Of de bewerker voldoet aan de beveiligingscriteria die zijn

opgenomen in de overeenkomst is in principe een taak voor de

gemeente. Het uitvoeren van een toets op het nakomen van de

beveiliging is verplicht. Het verkrijgen van zekerheid over de

beveiliging is een vorm van controle op deze externe bewerker. In

de praktijk kunt u als gemeente dit zelf doen. Daarvoor is dan wel

interne expertise nodig op het gebied van informatiebeveiliging. Je

kunt er ook voor kiezen om hiervoor een gekwalificeerde derde

partij in te schakelen, zoals gespecialiseerde adviesbureaus. Een

derde mogelijkheid om controle uit te oefenen bestaat door in de

Page 33: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 33 van 36

overeenkomst op te nemen dat de bewerker zelf zorgt voor het

inschakelen van een externe en onafhankelijke deskundige.

Vraag 76

Nieuwe medewerkers moeten goed en duidelijk worden

geïnformeerd over het juiste gebruik van de gegevens, de

eventuele risico’s bij onzorgvuldig of onjuist gedrag en de specifieke

voorschriften op beveiligingsgebied om juist deze risico’s te

voorkomen. Veel voorkomende beveiligingsgedragingen die

onderwerp van gesprek kunnen zijn:

Het open laten staan van deuren en/of kluizen

Het onbeheerd achterlaten van sleutels, RAAS of

toegangspasjes

Het uitlenen van wachtwoorden en login namen

Het ‘gele plakbriefje’ met wachtwoorden onder schermen,

toetsenborden of in pennenbakjes

Het verlaten van de PC werkplek terwijl in de (basisregistratie)

applicatie is ingelogd en anderen daar gebruik van kunnen

maken

Het onbeheerd achterlaten van gevoelige informatie op bureaus

Het niet handelen volgens de voorgeschreven

(beveiligings)procedures

Vraag 77

Om geheimhouding en vertrouwelijkheid te borgen is het zaak om

een gebruiker van de registratie zorgvuldig te informeren en te

laten tekenen voor geheimhouding. Ook het afleggen van de

ambtseed of ambtsbelofte komt hierbij in beeld. Een

integriteitscode of integriteitsstatuut is bij vele overheidsdiensten al

gebruikelijk. Hierin wordt duidelijk gemaakt wat onder integer

gedrag wordt verstaan en hoe degenen op wie deze regeling van

toepassing is, zich behoren te gedragen.

Hierbij moet niet alleen gedacht worden aan medewerkers in vaste

dienst bij een gemeente, maar ook zeker aan tijdelijk personeel in

de vorm van inhuur, detachering of leveranciers.

Vraag 78

Er zal een werkwijze moeten zijn vastgelegd voor het geval er

sprake is van onrechtmatige kennisneming. In een dergelijke

procedure worden stappen en maatregelen beschreven die er voor

zorgen dat de eventuele schade die uit dit onrechtmatige gebruik

voortvloeien, zoveel mogelijk beperkt blijft. Hiertoe behoort zowel

een externe activiteit zoals het doen van aangifte bij de politie, als

een interne activiteit die zich richt op eventuele disciplinaire

Page 34: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 34 van 36

maatregelen tegen de medewerker die de geheimhouding of

vertrouwelijkheid heeft geschonden.

Vraag 79

Er zijn voor de betrokkene grote belangen in het spel als het gaat

om de opname in en de bewerking van gegevens in de

basisregistratie. Zoveel belang zelfs dat mensen bereid zijn

daarvoor strafbare handelingen te verrichten door met agressief of

intimiderend gedrag druk uit te oefenen op medewerkers.

Veiligheidsvoorschriften dragen bij aan de persoonlijke veiligheid

en integriteit van medewerkers. Omdat dit niet vanzelfsprekend is

moeten medewerkers hierover worden geïnstrueerd.

Een themabijeenkomst, een workshop of het behandelen van

beveiligingsvoorschriften en procedures op het relevante

werkoverleg zijn daarvoor goede mogelijkheden. Hoewel de

periodieke herhaling niet is voorgeschreven lijkt het op zijn plaats

om dit minimaal eenmaal per jaar te herhalen of uit te voeren.

Personele mutaties spelen daarbij een rol, maar ook het feit dat

het besef wegzakt. Risicobewustzijn heeft een beperkte

houdbaarheidsdatum. Reden genoeg dus om dit frequent te

herhalen.

Een aanrader is het ook om een kopie te maken van de

belangrijkste voorschriften en de medewerkers deze verplicht te

laten lezen.

Vraag 80

Het verwerken van gegevens in de basisregistratie verlangt van de

betrokkenen kennis van wet- en regelgeving,

toepassingsmogelijkheden, instructies en voorschriften. Het is

daarom van belang dat bij de uit te voeren taken is bepaald aan

welke eisen de betreffende medewerker moet voldoen om de taak

uit te mogen voeren. Theoretische kennis en vaardigheden zijn

goed te definiëren en behoren als toets te worden gebruikt zowel

bij de aanstelling van een medewerker, het contracteren van een

externe medewerker en het opstellen van een opleidingsplan.

Vraag 81

Voor het secuur verwerken van inschrijvingen zijn diverse

opleidingen en cursussen beschikbaar. Een aanrader is een

workshop herkenning echtheidskenmerken. Hierin worden

voorbeelden gegeven van valse en vervalste documenten en wordt

de medewerker (weer) op scherp gezet bij het beoordelen van

brondocumenten.

Page 35: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 35 van 36

Vraag 82

Omdat ook de basisregistratie personen regelmatig verandert is

het vereist de kennis en vaardigheden op peil te houden. Een

structurele oplossing in de zin van periodieke bijscholing, training

(on-the-job) en workshops zorgt hiervoor.

Vraag 83

Het beveiligen van gevoelige ruimten begint met het reguleren

van toegang tot die ruimten. Dat impliceert dat risicovolle ruimten

per definitie zijn afgesloten en dat de toegang wordt gereguleerd.

Dit kan traditioneel met het verstrekken van een sleutel, maar dit

is weinig efficiënt en weinig flexibel. Het verlies van één sleutel

kan namelijk al betekenen dat meerdere sloten op deuren moeten

worden vervangen. Een kostbare aangelegenheid! Toch is de

toepassing van sleutels ook te definiëren als een

toegangscontrolesysteem. In de praktijk gebeurt dit echter veel

beter en logischer met een elektronisch toegangscontrole

systeem. Hierbij is het traditionele slot vervangen door een

elektrisch slot dat wordt geopend door het aanbieden van een

kaartje of een tag. Een belangrijk voordeel is dat snel en

kostenefficiënt kan worden gehandeld als een toegangsmiddel

verloren raakt. In de bijbehorende software wordt de kaart

ongeldig gemaakt en wie de kaart ook vindt, gebruiken kan dan

niet meer.

Vraag 84

Dossiers, aktes, aanvraagformulieren, brondocumenten zijn in

groten getale aanwezig op diverse plaatsen in het gemeentehuis.

Meer in het bijzonder zijn er enkele ruimten in een gemeentehuis

die om extra aandacht vragen: de ruimte waarin de centrale

computers en servers zijn opgesteld, het statisch en dynamisch

archief en de afdeling Burgerzaken/Publiekszaken. In deze ruimten

is sprake van een verhoogd risico mede omdat hier sprake is van

een concentratie van gevoelige informatie.

Vraag 85

Een toegangscontrolesysteem bestaat niet alleen uit technische

voorzieningen. Juist de organisatorische kant van een dergelijk

systeem is bepalend voor de kwaliteit en effectiviteit. Zo zal vooraf

bepaald moeten worden welke personen, voor welk doel en binnen

welke tijd toegang hebben tot de afgesloten ruimten

(toegangsprofiel) genoemd. Per functie in de organisatie kan dan

worden bepaald welk toegangsprofiel nodig is bij de betreffende

functie. Het ligt voor de hand dat de systeem- en

netwerkbeheerder toegang hebben tot de server ruimte, maar

Page 36: Handleiding zelfevaluatie Basisregistratie Personen 2016

Definitief | Handleiding vragenlijst Basisregistratie Personen 2016 | 30 maart 2016

Pagina 36 van 36

voor de medewerker op een afdeling onderwijs is dit bijvoorbeeld

totaal overbodig. Een goed systeem is dan ook zo ingericht en

wordt zodanig beheerd dat alleen toegang wordt verleend als het

strikt noodzakelijk is. Om daar grip op te houden is het belangrijk

dat iemand uit de organisatie beslissingsbevoegdheid krijgt om te

bepalen of toegang wordt verleend of niet. Bij voorkeur is dit de

leidinggevende van de betreffende risicovolle ruimte. Als dan de

feitelijke autorisatie op een kaart of tag wordt verricht door de

applicatiebeheerder van dat systeem, is gelijk weer

functiescheiding ingebouwd. Dit verhoogt de integriteit en

transparantie, zeker wanneer hier een procedure voor bestaat en

de toegangsautorisatie schriftelijk wordt gedocumenteerd.

Natuurlijk komt het ook voor dat mensen toegang moeten hebben

tot ruimten, maar functioneel niet beschikken over die autorisatie

of zelfs helemaal geen kaart of tag hebben. Denk hierbij aan

collega’s van andere afdelingen, maar ook leveranciers of

bezoekers. Het spreekt vanzelf dat deze ook toegang moeten

kunnen krijgen als dat nodig is. In dat geval wordt iemand

toegelaten door en blijft onder begeleiding van bevoegde

medewerkers.