Handleiding - sekonic.com vertaling ©Servix & Partners. n Veilig werken Dit symbool wijst op de...
Transcript of Handleiding - sekonic.com vertaling ©Servix & Partners. n Veilig werken Dit symbool wijst op de...
n Veilig werken
Dit symbool wijst op de mogelijkheid dat je ernstig gewond
kan raken..
Dit symbool waarschuwt dat u het toestel licht tot
middelmatig kan kwetsen.Dit wijst op de mogelijkheid dat u het toestel foutief kan
bedienen indien u niet goed oplet.
Het referentiesymbool toont je extra informatie over de
bediening en functies. Het is aangeraden deze te lezen.
● Draagriem uit de buurt van kinderen en peuters houden. Gevaar op verstikking..
● Ook de diffusor en beschermkapje kunnen door kinderen ingeslikt worden. Berg ze
daarom goed op.
● Gooi geen batterijen in open vuur. Ze kunnen ontploffen. Wel recycleren, hé.
● Houd het product niet vast met natte handen, laat het niet in de regen of op een plaats waar water spat.
Vocht vermijden en ook niet mee gaan zwemmen.
● Maak het toestel niet open ! Laat dat maar aan ons over : www.servix.be.
n Table of ContentsVeilig werkenInhoud 1. Benaming onderdelen ........................................................ 1 2. Verklaring schermsymbolen (LCD)..................................... 2 3. Voor het gebruik ................................................................. 3
1. Draagriem bevestigen ........................................................32. Batterij plaatsen ................................................................33. Toestel AAN / UIT schakelen ...............................................44. Batterijstatus ....................................................................45. Batterij vervangen tijdens de job ........................................56. Automatische UIT functie ...................................................5
4. Bediening ........................................................................... 61.Opvallende/gereflecteerdelichtmeting ...............................62. Opvallende lichtmeting .......................................................63.Gereflecteerdelichtmeting .................................................84. Overzicht - stroomschema ..................................................95. Schermweergave instellen ................................................ 106. Meetmethode instellen ..................................................... 107. ISO gevoeligheid instellen ................................................ 11
5. Lichtmeting ...................................................................... 121. HD_CINE Modus ..............................................................12
1-1. Lichtmeting met sluitertijdvoorkeur ............................ 121-2. Frame Rates instellen ................................................ 131-3. Verlichtingssterkte meten .......................................... 13
2. CINE Modus .................................................................... 142-1. Metingen in Frame Rate voorkeur ............................... 142-2. Shutter Angles instellen ............................................. 152-3. Verlichtingssterkte meten .......................................... 15
3. FOTO Modus (PHOTO) ...................................................... 163-1. Omgevingslicht ......................................................... 16 3-1-1. Sluitertijdvoorkeur ........................................... 16 3-1-2. EV modus ........................................................ 173-2. Flitsmeting ............................................................... 19 3-2-1.Cordflitsmeting ............................................... 19 3-2-2.draadlozeflitsmeting ........................................ 21
4. Meting buiten weergegeven bereik of buiten meetbereik .....234-1. Meting buiten weergegeven bereik ..............................23 4-1-1. Wanneer “E.o” (overbelichting) verschijnt ...............23 4-1-2. Wanneer “E.u” (onderbelichting) verschijnt ...............234-2. Meting buiten meetbereik ..........................................23 4-2-1. Wanneer “E.o” knippert ........................................23 4-2-2. When “E.u” knippert ............................................ 24
5. Contrastfunctie ............................................................... 24 6. Speciale functies .............................................................. 25
1. Calibratie ........................................................................252. Gepersonaliseerde instellingen ......................................... 26
7. Accessoires ...................................................................... 28 8. Techniche Data ................................................................. 29 9. Onderhoud ........................................................................ 30
1
1 Benaming onderdelen
AAN/UIT schakelaar
methodeknop
diffusor
meetknop
LCD scherm
omlaag-toets
omhoog-toets
ISO knop
Synchrocontact
platte diffusor draagriem
Oog voor draagriem
deksel batterijcompartiment
Beschermkapje synchrocontact
diffusor
Sensor
2
2 Verklaring schermsymbolen* Speciaal voor deze handleiding toont dit voorbeeld alle iconen en waarden
tesamen. Het scherm van uw L308DC zal er nooit zo uitzien.
6 1 2
435
Meetmethode-iconen (enkel voor PHOTO)
Omgevingslicht (p. 16)
Draadlozeflitsmeting(p.21)
Cordflitsmeting(p.19)
ISO weergave (p. 11)
Meetwaarde verschijnt bij diafragmaweergave. verschijnt bij EV weergave. (p. 17)
Weergave decimalen Afhankelijk van de instelling wordt hier de decimale meetwaarde van
diafragma of EV weergegeven (p. 12)
Sluitertijden, beelden/sec (f/s), shutter angle en verlichtingssterkte.
verschijnt bij sluitertijdenvoorkeur (T). (p. 12, 16) verschijnt als sluitertijd in volle seconden staat. (p. 12, 16)
verschijnt bij CINE-methode, beelden per seconde. (p. 13, 14)
verschijnt wanneer shutter angle afwijkt van 180° (enkel CINE, p. 15)
verschijnt als lux is geselecteerd (persoonlijke instellingen) (p. 13, 15) verschijnt als FC is geselecteerd (persoonlijke instellingen) (p. 13, 15)
Batterijniveau (p. 4)
3 Voor het gebruik
1. Draagriem bevestigen1) Bevestig de draagriem door de smalle lus door
het oog van de meter te steken en het andere eind van de riem door deze lus te halen.
Kinderen en kleuters zouden de riem per ongeluk rond hun nek kunnen draaien. U en ik weten dat dat gevaarlijk kan zijn. Houd de meter daarom buiten bereik van kinderen
2. Batterij plaatsen1) Open het batterijhuis door het deksel te schuiven
in de richting die de pijl aangeeft.2) Plaats een enkele AA batterij, gelet op de
juistepolariteit +/-.3) Schuif het compartiment terug dicht.
Gooi geen batterijen in open vuur. Ze kunnen ontploffen.
Batterijen stopt u eerst met de min en dan pas met de plus zijde in het toestel. Bij het uithalen omgekeerd : je maakt eerst de plus-kant los. Geen andere types batterijen gebruiken dan hier aangegeven. Geen oude en nieuwe batterijen mixen. Haal de batterijen uit het toestel als u die een lange tijd niet gebruikt. Zo voorkomt u mogelijke beschadiging door lekkende batterijen.
3
3 Voor het gebruik
3. Toestel AAN/UIT schakelen toestel aanzetten : Druk op de aan/uit knop. toestel uitzetten : Druk ongeveer 1 seconde op de aan/uit knop.
● Wacht minstens 3 seconden tussen het herhaaldelijk aan- en uitzetten.
● Als er niets op het scherm verschijnt, controleer dan of de batterij juist geplaatst is.
● Alle instellingen en metingen blijven bewaard, ook als de meter werd uitgeschakeld.
4. Batterijstatus
Als de meter aanstaat, verschijnt de batterijstatus : Batterij OK.
Spanning laag, houd reservebatterij klaar.
(knipperend) Batterij onmiddellijk vervangen.
• Vervang de batterij als het LCD scherm na het aanzetten van de meter onmiddellijk terug uitvalt.
• Indicatie levensduur batterijen bij normaal gebruik op kamertemperatuur :
Mangaan: 10 u.
Alkaline: 20 u.
• Afhankelijk van de temperatuur en stockage, kunnen de meegeleverde batterijen een kortere levens-duur hebben.
4
3 Voor het gebruik
5. Batterij vervangen tijdens de job1) Toestel steeds uitschakelen alvorens batterijen te vervangen.
2) Indien er na het vervangen van de batterij een onverwacht beeld op het
scherm verschijnt, haal de batterijen uit het toestel en wacht 10sec. voor
u die terugplaatst.
6. Automatische UIT functie
Om batterijen te sparen, schakelt het toestel automatisch uit na ongeveer 4 minuten.
• Alle instellingen en metingen blijven in het toestel bewaard nadat het toestel zich heeft uitgeschakeld.
• Als u bij het aanzetten de aan/uit knop continu ingedrukt houdt, schakelt de meter na ongeveer 1 minuut
automatisch terug uit.
5
4 Bediening
1.Opvallende/gereflecteerdelichtmeting1) Schuifdediffusorindejuistepositieomopvallendeofgereflecteerde
lichtmetingen uit te voeren.
Opvallende lichtmeting Gereflecteerde lichtmeting Di�usor verschuiven
● Vermijd het rechtstreeks aanraken van de diffusor.
● De diffusor is een belangrijk instrument. Vermijd vuil en krassen. Reinig met een droge, zachte doek.
Gebruik nooit detergenten, thinner of wasbenzine.
2. Opvallende lichtmeting
Opvallende lichmetingen worden steeds uitgevoerd met de bolle (lumisphere)of meegeleverde platte (lumidisk) diffusor.
Meet vanuit de positie van het onderwerp richting camera.
1) Bolle diffusor Deze wordt gebruikt om licht te meten dat op
personen, gebouwen of andere 3D onderwerpen valt. Meet vanuit het onderwerp, richting camera.
6
4 Bediening
2) Vlakke diffusor De vlakke diffusor wordt gebruikt om licht te meten dat op vlakke
onderwerpen valt zoals reproducties, schilderijen, greenscreens. Het wordt ook gebruikt om lichtverhoudingen uit te meten of verlichtingssterkte (lux of cd). Om licht te metn met de platte diffusor, schuif de bolle diffusor uiterst rechts. Plaats deel Bonder een lichte hoek in deel A en duw op C totdat diffusor vastklikt.
deel Adeel C
Platte diffusor
deel B
De platte diffusor wordt in omgekeerde volgorde verwijderd. Natuurlijk moet je in dat geval aan deel C trekken. Logisch, toch ?
● Bij een foute montage kan de vlakke diffusor beschadigd raken.
● Als de vlakke diffusor niet gebruikt wordt, mag deze niet aan de rechterzijde vastgeklikt worden. De
lichtinval op de meetsensor is hierdoor niet correct wat in foute metingen resulteert.
● De vlakke diffusor is een precisieinstrument. Vermijd vuil en krassen. Reinig met een droge, zachte
doek. Gebruik geen detergenten, thinner of wasbenzine.
7
4 Bediening
3.Gereflecteerdelichtmeting Gereflecteerdelichtmetingenwordenvanuit
camerastandpunt gedaan door de sensor van de L308DC te richten naar het onderwerp.
1) Deze methode meet de helderheid van het
gereflecteerdelichtvanuwonderwerp.Ditisnuttigbijonderwerpendie
veraf staan zoals landschappen, wanneer je niet kan meten vanaf het
standpunt van uw onderwerp of voor het meten van lichtbronnen en re-
flecterendeoppervlakken.
2) Omeengereflecteerdemetinguittevoeren,houdjedemeterterhoogtevan de camera en richt je de sensor richting onderwerp. Voor kleine onderwerpen kan het raadzaam zijn om de meter dichter bij het onderwerp
te brengen.
● Door de grote kijkhoek van de sensor (40°) is de gereflecteerde meting steeds een gemiddelde van
alle gemeten tonaliteiten.
● Om slechts een deel van het onderwerp te meten, moet je zo dicht mogelijk bij het onderwerp
naderen. Zorg er hierbij voor dat de meter zelf geen schaduwen veroorzaakt.
● De sensor is een precisieinstrument. Vuil of krassen resulteren in foutieve metingen. Reinigen met
droge, zachte doek. Nooit thinner of wasbenzine gebruiken.
8
4 Bediening
4. Overzicht - stroomschema
AAN/UIT knop
Schermweergave (persoonl. instellingen, p. 26)
HD_CINE modus(p. 12)
CINE modus(p. 14)
PHOTO modus(p. 16)
Sluitertijdvoorkeur(p. 12)• Sluitertijd instellen• ISO instellen
Frame Rate voorkeur(p. 14)• Frame rate instellen• ISO instellen
meten(Meetknop)
meten(Meetknop)
meten(Meetknop)
meten(Meetknop)
meten(Meetknop) meten
(Meetknop)
meten(Meetknop)
meten(Meetknop)
meten(Meetknop)
Omgevingslicht (p. 16)• Sluitertijd instellen• ISO instellen
Frame Rate instellen(p. 13)
EV modus (p. 17)
Verlichtingssterkte (Instellen in persoonl. instellingen ) (p. 13 of 15)
Cord flitsmethode (p. 19)• Sluitertijd instellen• ISO instellen
Draadloze flitsmeting (p. 21)• Sluitertijd instellen• ISO instellen
MODE knop
meetknop
Shutter Angle instellen (p. 15)
9
4 Bediening
5. Schermweergave instellen Tel de juist schermweergave in naargelang
uw behoefte. (Zie p. 26)
HD_CINE (Standaard ingesteld)
CINE
FOTO
6. Meetmethode instellen
Afhankelijk van de schermweergave zijn verschillende meetmethodes beschikbaar.
1) Druk op de MODE knop om de meetmethode in te stellen. (p. 9)
HD_CINE : (omgevingslicht)
• Sluitertijdvoorkeur
• Frame rate voorkeur
• Verlichtingssterkte (Selecteren in persoonl. instel.)
CINE : (omgevingslicht)
• Frame rate voorkeur
• Shutter angle voorkeur
• Verlichtingssterkte (Selecteren in persoonl. instellingen)
FOTO :
• Sluitertijdvoorkeur (omgevingslicht)
• EV modus (omgevingslicht)
• Draadlozeflitsmethode(sluitertijdvoorkeur)
• Cordflitsmethode(sluitertijdvoorkeur)
MODE knop
aan/uit knop
Persoonl. instelling CS nummer
MODE
MODE knop
10
11
4 Bediening
• Om terug te keren naar vorige meetmethode druk je op de MODE knop terwijl je de ISO knop ingedrukt
houdt.
• Met omgevingslicht bedoelt men alle continu licht zoals natuurlijk (zon-)licht, halogeenlampen of
fluorescentiebuizen.
• Flitslicht is een zeer korte lichtimpuls veroorzaakt door een flitslamp.
7. ISO gevoeligheid instellen1) Houd de ISO knop ingedrukt en
druk op de omhoog of omlaag toetsen om de gewenste waarde in te stellen.
2) U kan ook na een meting de ISO gevoeligheid instellen. De meetwaarde wordt automatisch
aangepast.
• De instelwaarde gaat snel voor/achteruit indien u de omhoog/omlaag knop langer dan 1 seconde
ingedrukt houdt.
ISO
OMHOOG knop
OMLAAG knop
ISO knop
5 Lichtmeting
1. HD CINE Gebruik deze methode voor DSLR en videocamera's die beelden opnemen op basis van frame rates (beelden/sec) en sluitertijd. Na de lichtmeting wordt het diafragma weergegeven.Met deze methode kunnen ook eenvoudige verlichtingssterkte-metingen uitgevoerd
worden (te activeren in de persoonlijke instellingen, zie p. 26).
1-1. Lichtmeting met sluitertijdvoorkeur
1) Druk op de Mode knop om sluiter- tijdvoorkeur te selecteren.
2) Houd de ISO knop ingedrukt en gebruik de omhoog/omlaag knop om de gewenste gevoeligheid in te stellen (p. 11).
3) Druk op de omhoog/omlaag knop om de sluitertijd in te stellen.
4) Indien nodig, stel frame rate in in Frame Rate Setting mode (Standaard instelling is 24fps, zie p. 13).
5) Druk op de meetknop. De lichtmeter blijft continu meten zolang de meetknop ingedrukt blijft en het gemeten diafragma wordt weergegeven. Door de knop los te laten, wordt de laatste
meting getoond.
• Gebruik de persoonlijke instellingen om de sluitertijden in volle, halve of 1/3de stops in te stellen.
• Sluitertijden van 1/8 tot 1/8000 sec in te stellen. Boven 1/8000 wordt een speciale groep van
gebruikelijke CINE sluitertijden weergegeven (1/24, 1/25, 1/30, 1/48, 1/50, 1/60, 1/96, 1/100, 1/120 sec.).
• Frame rate bepaalt de langste sluitertijd. (bv. als 30 f/s is ingesteld, dan kan de sluitertijd vanaf 1/30ste
ingesteld worden)
12
MODE
MODE knop
OMHOOG
OMLAAG
ISO knop
decimalen (diafragma)
SluitertijdMeting (f stop)
5 Lichtmeting
• Als na de meting de sluitertijd of de ISO instelling gewijzigd wordt, past de meter automatisch het gemeten
diafragma aan.
• Als”E.o”(over) of “E.u” (onder) verschijnt en knippert, kan er geen correcte meting uitgevoerd worden
op basis van de ingestelde waarden (p. 23).
1-2. Frame Rates (bldn/sec) instellen
1) Druk op mode knop om frame rates te selecteren.
2) Stel de gewenste frame rate met de omhoog/omlaag knoppen in.
3) Druk op de meetknop om terug te
keren naar sluitertijdvoorkeur en rechtstreeks een meting uit te voeren.
• Beschikbare frame rates zijn 8, 12, 16, 18, 24, 25, 30, 32, 48, 50, 60, 64, 96, 100, 120 en 128 f/s.
• Fram rates bepalen de laagst mogelijke sluitertijd.
1-3. Verlichtingssterkte meten
Verlichtingssterkte eerst activeren in de persoonlijke instellingen (p. 26).1) Schuif de diffusor uiterst rechts en plaats de
platte diffusor (p. 7).2) Druk op de mode knop totdat
verlichtingssterkte actief is.3) Richt de diffusor naar de lichtbron en druk
op de meetknop. De lichtmeter blijft meten en de actuele waarde wordt weergegeven zolang de meetknop ingedrukt blijft.
13
MODE
MODE knop
OMHOOG
OMLAAG
platte di�usor
bolle di�usor
Gemeten waarde (Lux)
Gemeten waarde (Foot-Candle)
14
5 Lichtmeting
2. CINE Gebruikdezemethodevoorfilmwaarbijmetingenopbasisvanframeratesenshutter angles uitgevoerd worden. De meter geeft het diafragma weer voor een correcte belichting. U kan ook eenvoudige verlichtingssterkte-metingen uitvoeren (te activeren in de persoonlijke instellingen, zie p. 26).
2-1. Metingen in frame rate-voorkeur
1) Druk op de mode-knop om frame rate te selecteren.
2) Houde de ISO knop ingedrukt en gebruik de omhoog/omlaag toetsen om de gewenste ISO in te stellen (p. 11).
3) Druk op de omhoog/omlaag toetsen om de gewenste frame rate in te stellen.
4) Stel de shutter angle in indien nodig(standaard is 180°, zie p. 15).
5) Druk op de meetknop. De lichtmeter blijft continu meten zolang de meetknop ingedrukt blijft en het gemeten diafragma wordt weergegeven. Door de knop los te laten, wordt de laatste meting getoond.
• Beschikbare frame rates zijn 8, 12, 16, 18, 24, 25, 30, 32, 48, 50, 60, 64, 96, 100, 120 en 128 f/s.
• Als na de meting de sluitertijd of de ISO instelling gewijzigd wordt, past de meter automatisch het gemeten
diafragma aan.
• Als”E.o”(over) of “E.u” (onder) verschijnt en knippert, kan er geen correcte meting uitgevoerd worden
op basis van de ingestelde waarden (p. 23).
MODE
MODE knop
ISO knop
OMHOOG
OMHOOG
decimalen
frame rateGemeten waarde(diafragma)
5 Lichtmeting
2-2. Shutter Angles instellen
1) Druk op de mode-knop om Shutter Angle setting te selecteren.
2) Stel de gewenste shutter angle in via de omhoog/omlaag knoppen.
3) Druk op de meetknop om terug te keren naar frame rate voorkeur en
rechtstreeks een meting uit te voeren.
• Beschikbare Shutter angles zijn 45, 90, 180, 270 en 360 graden.
2-3. Verlichtingssterkte meten
Verlichtingssterkte eerst activeren in de persoonlijke instellingen (p. 26).
1) Schuif de diffusor uiterst rechts en plaats de platte diffusor (p. 7).
2) Druk op de mode knop totdat verlichtingssterkte actief is.
3) Richt de diffusor naar de lichtbron en druk op de meetknop. De lichtmeter blijft meten en de actuele waarde wordt weergegeven
zolang de meetknop ingedrukt blijft.
15
MODE
MODE knop
OMHOOG
OMLAAG
platte di�usor
bolle di�usor
Gemeten waarde (Lux)
Gemeten waarde (Foot-Candle)
5 Lichtmeting
3. FOTOGebruikdezemethodevoorfotografischedoeleinden.Metingenkunnenuitgevoerdwordenvooromgevingslicht,draadlozeflitslichtmetingofCordflitslicht.Nademeting wordt het correcte diafragma weergegeven.
Lees de persoonlijke instellingen (p. 26) om de FOTO-methode te activeren.
3-1. Omgevingslicht
Druk op de mode-knop om omgevingslicht
te selecteren. Metingen in sluitertijdvoorkeur
of EV modus.
3-1-1. Sluitertijdvoorkeur
1) Druk op de mode-knop om Sluiter- tijdvoorkeur te selecteren.
2) Houd de ISO knop ingedrukt en gebruik de omhoog/omlaag toetsen om de ISO gevoeligheid in te stellen (p. 11).
3) Druk op de omhoog/omlaag toetsen om de sluitertijd in te stellen.
4) Druk op de meetknop. De lichtmeter blijft continu meten zolang de meetknop ingedrukt blijft en het gemeten diafragma wordt weergegeven. Door de knop los te laten, wordt de laatste
meting getoond.
• Gebruik de persoonlijke instellingen om de sluitertijden in volle, halve of 1/3de stops in te stellen.
• Sluitertijden in te stellen van 1/8 tot 1/8000 sec.
• Als na de meting de sluitertijd of de ISO instelling gewijzigd wordt, past de meter automatisch het gemeten
diafragma aan.
• Als”E.o”(over) of “E.u” (onder) verschijnt en knippert, kan er geen correcte meting uitgevoerd worden
op basis van de ingestelde waarden (p. 23).
16
MODE
MODE knop
ISO knop
OMHOOG
OMLAAG
decimalen (f stop)
Sluitertijd Gemeten waarde (f stop)
5 Lichtmeting
3-1-2. EV modus
1) Druk MODE om modus te selecteren.
2) Druk op de meetknop. De lichtmeter blijft continu meten zolang de meetknop ingedrukt blijft en het gemeten diafragma wordt weergegeven. Door de knop los te laten, wordt de laatste
meting getoond..
• EV (Exposure Value) is een eenvoudige methode om het verschil in lichtsterkte te meten. Een stijging
van 1EV betekent 100% meer licht (verdubbeling). Een daling van 1EV betekent 50% minder licht
(halvering).
17
MODE
MODE knop
Meetwaarde (EV)
5 Lichtmeting
I Diafragmawaarde (AV) & sluitertijd (TV), EV contrast tabel
EV=AV+TV(Bij ISO100)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 100
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
1.0 1.4 2.0 2.8 4.0 5.6 8.0 11 16 22 32
1s
1/2
1/4
1/8
1/15
1/30
1/60
1/125
1/250
1/500
1/1000
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10AVTV0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
S Horizontale as voor diafragma, vertikale as sluitertijd. De nummers in het grijze veld zijn de EV waarden.
18
5 Lichtmeting
3-2. Flitsmeting
DezemethodebestaatuitdeCordflitsmethodeendedraadlozemethode.Demeter geeft het diagragmagetal weer voor een correcte belichting. De gemetn waardegeeftdetotlehoeveelheidvanlichtweer,zowelflitslichtalsbeschikbaar
omgevingslicht.
3-2-1.Cordflitsmeting
Deze methode verzekert een synchronisatie metdeflits.
1) Verbind de synchrokabel met het synchrocontact op de lichtmeter.
2) Druk MODE om cordflitsmethodeteselecteren.
3) Houd ISO knop ingedrukt en stel de ISO gevoeligheid in met de omhoog/omlaag toetsen (p. 11).
4) Druk op de omhoog/omlaag toetsen om
de gewenste sluitertijd in te stellen.
● Selecteer een sluitertijd dat binnen de mogelijkheden van camera en flits valt.
5) Drukopdemeetknopomdeflitstetriggeren en het gemeten diafragma weer te geven.
MODE
MODE knop
ISO knop
OMHOOG
OMLAAG
decimalen
sluitertijd Gemeten waarde(diafragma)
19
5 Lichtmeting
● Om verstikkingsgevaar te voorkomen, zorg dat kinderen en peuters het beschermkapje van het
synchrocontact niet te pakken krijgen.
● De meter houdt niet van vochtige omgevingen, regen, natte handen. Er bestaat een reële kans op
elektrische schokken die ook schade aan de meter kunnen brengen.
● De flits kan afgaan als u de synchrokabel verbindt of de meter aanzet..
● Een flits verbonden met synchrokabel kan in bepaalde gevallen niet meeflitsen. Gebruik dan de
draadloze flitsmeting (p. 21).
• Gebruik de persoonlijke instellingen om de sluitertijden in volle, halve of 1/3de stops in te stellen.
• Sluitertijden van 1 sec. tot 1/500 sec. Speciale sluitertijden boven 1/500 sec. (1/75, 1/80, 1/90 en 1/100
sec.)
• Als na de meting de sluitertijd wordt aangepast, wordt de meting geannuleerd en moet je opnieuw
meten.
• Als na de meting de ISO instelling gewijzigd wordt, past de meter automatisch het gemeten diafragma
aan.
• Als”E.o”(over) of “E.u” (onder) verschijnt en knippert, kan er geen correcte meting uitgevoerd worden
op basis van de ingestelde waarden (p. 23).
20
5 Lichtmeting
3-2-2.Draadlozeflitsmeting
Gebruik deze methode als de synchrokabel te kort is of ontbreekt.
1) Druk op de MODE toets totdat draadlozeflitsmetinggeselecteerdis.
2) Houd ISO knop ingedrukt en stel de ISO gevoeligheid in met de omhoog/omlaag toetsen (p. 11).
3) Druk op de omhoog/omlaag toetsen om de gewenste sluitertijd in te stellen.
● Selecteer een sluitertijd die binnen de mogelijkheden van camera en flits valt.
4) Wanneer de meetknop wordt ingedrukt
knippert het symbool tot maximum 90 seconden om aan te geven dat de meter klaar is voor een meting.
5) Triggerdeflitsomeenmetinguitte
voeren.
• Na 90 seconden stopt het symbool met knipperen. Indien u nog geen meting heeft uitgevoerd, druk
MODE
MODE knop
ISO knop
OMHOOG
OMLAAG
Sluitertijd
21
decimalen (f stop)
Sluitertijd Gemeten waarde (f stop)
5. Lichtmeting
● In gemengde lichtomstandigheden omgevingslicht / flitslicht kan de meter de flits soms niet herkennen
indien deze 9EV lager licht dan het omgevingslicht. Gebruik in dat geval de cord flitsmeting (p. 19).
● Fluorescentielampen worden soms als flitslicht aanzien wat in foute metingen resulteert. Gebruik dan
de Cord flitsmeting. (p. 19).
● Snelle wijzigingen in lichtintensiteit worden soms als flitslicht aanzien wat in foute metingen resulteert.
Gebruik dan de Cord flitsmeting. (p. 19).
• Sluitertijden instellen is identiek als in 3-2-1. Cord flitsmeting.
• Als na de meting de ISO instelling gewijzigd wordt, past de meter automatisch het gemeten diafragma
aan.
• Als”E.o”(over) of “E.u” (onder) verschijnt en knippert, kan er geen correcte meting uitgevoerd worden
op basis van de ingestelde waarden (p. 23).
22
5 Lichtmeting
4. Meting buiten weergegeven bereik of buiten meetbereik
4-1. Meting buiten weergegeven bereik
4-1-1. Wanneer “E.o” overbelichting verschijnt
“E.o” (overbelichting) verschijnt wanneer de meting hogere instelwaarden dan het weergegeven gamma vereist, zelfs als de meting binnen het meetbereik van de meter valt. Corrigeer als volgt :1) Kies een snellere sluitertijd.2) Verlaag de ISO gevoeligheid. 3) Verlaag de hoeveelheid licht indien mogelijk.
HD_CINE modus
4-1-2. Wanneer “E.u” onderbelichting verschijnt
“E.u” (onderbelichting) verschijnt wanneer de meting lagere instelwaarden dan het weergegeven gamma vereist, zelfs als de meting binnen het meetbereik van de meter valt. Corrigeer als volgt :1) Kies een tragere sluitertijd.2) Verhoog de ISO gevoeligheid.3) Verhoog de hoeveelheid licht indien mogelijk.
HD_CINE modus
4-2. Meting buiten meetbereik
4-2-1. Wanneer “E.o” knippert
Wanneer de hoeveelheid licht boven het meetbereik van de lichtmeter valt, knippert
“E.o”. Verminder de lichthoeveelheid en meet opnieuw.
23
HD_CINE modus
5 Lichtmeting
4-2-2. Wanneer “E.u” knippert
Wanneer de hoeveelheid licht onder het meetbereik van de lichtmeter valt,
knippert “E.u”. Verhoog de lichthoeveelheid en
meet opnieuw.
5. ContrastfunctieDeze functie is nuttig om studioverlichting te evalueren, achtergronden gelijkmatig te verlichten of om snel verlichtingsratio’s op te stellen.
1) Plaats de platte diffusor (p. 7).2) Schakel het hoofdlicht aan, richt de vlakke diffusor vanuit onderwerp naar
lichtbron en voer een meting uit.3) Schakel een tweede lichtbron
aan. Richt de vlakke diffusor naar de lichtbron en voer een nieuwe meting uit.
4) Bepaal het helderheidsverschil (contrastratio) tussen het hoofdlicht en de tweede lichtbron.
• Om de correcte belichting te bepalen na het opstellen van de lichtverhoudingen, schakelt u alle licht-bronnen in en voer met de bolle diffusor een meting uit vanuit het onderwerp richting camera.
24
Display: HD_CINE mode
EV verschil tss. metingen Contrastratio
1 2 : 11.5 3 : 12 4 : 13 8 : 14 16 : 15 32 :1
6 Speciale functies
1. CalibratieDeze meter werd gecalibreerd volgens Sekonics normen en standaard. Een compensatiekanechterwenselijkzijnombv.demeteraandespecificatiesvande camera aan te passen of om de meter overeen te stemmen met een andere lichtmeter.
1) Stel vooraf de meter in op HD CINE, CINE of PHOTO.
• Calibratie kan onafhankelijk ingesteld worden voor elke meetmethode (HD CINE, CINE of
PHOTO)
2) Zet de meter aan terwijl u de ISO knop ingedrukt houdt.
“CAL” verschijnt rechtsboven. De geselecteerde meetmethode staat links onderaan, terwijl de huidige compensatie (standaard "0.0") rechtonder vermeld wordt.
3) Stel de gewenste compensatie in met de omhoog/omlaag toetsen.
● Plus compensatie resulteert in langere belichting (beeld wordt helderder), min
compensatie resulteert in een kortere belichting (beeld wordt donkerder).
● Calibratie vereist voldoende testopnamen alvorens in te stellen.
4) Druk op de aan/uit knop om de calibratie-instelling te verlaten.
25
MODE
aan/uit knop
ISO knop
Calibratie modus
geselcteerdemeetmethode
compensatie
6 Speciale functies
2. Gepersonaliseerde instellingenGebruik deze instellingen om de meter en de schermweergave overeen te stemmen met uw persoonlijke voorkeur.
CS
nummerItem Persoonl. instelling
CS1 SchemweergaveHD_CINE modus
“Hd_C” (*1)
CINE modus
“CINE”
PHOTO modus
“PHOTO”
CS2Stappen in sluitertijd /
diafragma
Volle stop
“1.0” (*1)
1/2 Stop
“0.5”
1/3 Stop
“0.3”
CS3Vereenvoudigde
verlichtingssterkte (*2)
geen weergave
“NONE” (*1)
Lux
“lx”
Foot-Candle
“fc”
*1 Standaard instelling.*2 Verlichtingssterkte (Lux of Foot-Candle) is niet van toepassing in PHOTO.
1) Druk op de aan/uit schakelaar terwijl u de MODE knop ingedrukt houdt. ‘CS’ (custom setting) en de nummer verschijnt rechts bovenaan. De huidige persoonlijke instelling staat links onderaan.
2) Gebruik de omhoog/omlaag toetsen om het gewenste nummer te selecteren.
Schermweergave(CS1)
Verlichtingssterkte(CS3)
Stappen diafragma / sluitertijd
(CS2)
Druk op de omhoog/omlaag toets.
26
MODE knop
aan/uit knop
Persoonl. instelling CS nummer
27
6 Speciale functies
3) De geselecteerde "custom setting" wijzigt telkens de MODE knop ingedrukt wordt.
● Schermweergave
HD_CINE modus CINE modus PHOTO modus
Druk op de MODE knop. ● Stappen sluitertijd / diafragma
1 stop 1/2 stop 1/3 stop
Druk op de MODE knop.
● De decimalen worden niet weergegeven als 1/2 of 1/3 stappen ingesteld is.
● In de EV modus bij PHOTO worden de decimalen altijd weergegeven, ongeacht de
ingstelde stappen.
● Vereenvoudigde verlichtingssterkte
LuxGeen weergave Foot-Candle
Druk op de MODE knop.
● Verlichtingssterkte wordt enkel weergegeven bij HD-CINE of CINE modus, nooit bij PHOTO.
4) Druk op de aan/uit knop om de persoonlijke instellingen te verlaten.
7 Accessoires● Synchrokabel (Afzonderlijk verkocht)
Dit is een 5m lange kabel met drie
connectoren. De lichtmeter, de camera
endeflitserskunnenzotegelijkmet
elkaar verbonden worden. Zo vermijd
je dat je tijdens de shoot telkens de
synchrokabel moet wisselen.
De kabel heeft twee “mannelijke”
connectoren en één “vrouwelijk”.
● 18% Grijskaart (afzonderlijk verkocht)
Grijskaart (110mm x 102mm) met
18%reflectie,opvouwbaartot72mm
x 125mm (=2.8” x 4.9”) om in een
klein zakje te passen
Te gebruiken voor correcte
gereflecteerdelichtmetingen
van overwegend witte of zwarte
onderwerpen.
28
8 Techniche infoType ● Digitalelichtmetervooromgevings-enflitslichtLichtinval ● OpvallendengereflecteerdlichtLichtsensor ● Opvallend licht: Lumisphere, Lumidisc ● Gereflecteerdlicht: Lens(beeldhoek40°)Lichtsensor ● Silicon photo diodeMeetsysteem ● HD_CINEModus •Omgevingslicht: Sluitertijdvoorkeur Frame rate voorkeur Verlichtingssterkte ● CINEModus •Omgevingslicht: Frameratevoorkeur Shutter angle voorkeur Verlichtingssterkte ● PHOTOmodus •Omgevingslicht: Sluitertijdvoorkeur EV modus •Flitslicht: Cordflitsmeting DraadlozeflitsmetingMeetbereik ● Omgevingslicht: EV0 tot EV19.9(ISO 100) 2.50lx tot 190,000lx 0.23fc tot 17,000fc ● Flits: F Nr. 1.0 tot F Nr. 90.9Nauwkeurigheid ● ± 0.1 EV of minderCalibratie constante ● Opvallende lichtmeting: C = 340 (Lumisphere), C =250 (Lumidisc) ● Gereflecteerdelichtmeting: K = 12.5Schermweergave ● ISO gevoeligheid: ISO 3 tot 8000 (1/3 stap) ● Sluitertijd •HD_CINEModus Omg. licht 1/8 sec. tot 1/8000 sec. (1, 1/2, 1/3 stap) •PHOTOmodus Omg. licht 60 sec. tot 1/8000 sec. (1, 1/2, 1/3 stap) Flitslicht 1 sec. tot 1/500 sec. (1, 1/2, 1/3 stap) Andere 1/75, 1/80, 1/90, 1/100 sec. ● Framerate(f/s) •HD/CINEModus8, 12, 16, 18, 24, 25,30, 32, 48,50, 60, 64, 96, 100, 120, 128 f/s ● Shutterangle •CINEModus 45, 90, 180, 270, 360 ° ● Diafragma F Nr. 1.0 tot F Nr. 90.9 (1, 1/2, 1/3 stap) ● EV EV-6.0 tot EV27.2 (0.1 stap)Andere functies ● Meting buiten meetbereik E.u (onderbelichting) of E.o (overbelichting) indicatie ● Batterstatus ● Autom. UIT-functie (na ongeveer 4 minuten) ● Gepersonaliseerde instellingen ● Calibratie compensatie -1.0 tot +1.0EV (0.1 stappen)Batterij ● Type-AA 1.5-volt batterij (alkaline, mangaan, lithium, NiMH of Nickel)Omgevingstemperatuur ● 0°C tot +40°COpslagtemperatuur ● -20°C tot +60°CAfmetingen ● Ongeveer 63W x 110H x 22D mmGewicht ● Ongeveer 95g (incl. batterij)Standaard accessoires ● tasje, draagriem, Lumidisc, tasje voor Lumidisc, type-AA 1.5-volt batterij, handleiding
Wijzingen mogelijk zonder voorafgaande melding.
29
9 Safty Guide and Maintenance
● Vermijd schokken, laat de meter niet vallen.
● Vermijd hoge temperaturen en/of hoge vochtigheid.
● Vermijd plotse temperatuursverschillen. Dit kan interne condensatie veroorzaken.
● Bij temperaturen onder -10°C wordt de meter traag en is de display moeilijk leesbaar. Bij
temperaturen boven 50°C wordt het scherm zwart. Beide effecten verdwijnen bij normale
werkingstemperaturen.
● Plaats de meter nooit in volle zon omdat de temperatuur in de meter hoog kan oplopen.
● Haal de batterij uit het toestel als deze lange tijd niet gebruikt wordt.
Onderhoud
• Houdt de lumisphere en lumidisk proper en vrij van krassen.• Reinig de L308DC met een droge zachte doek. Gebruik nooit detergenten.
30
SEKONIC CORPORATION7-24-14, OIZUMI-GAKUEN-CHO, NERIMA-KU, TOKYO 178-8686, JAPANTEL: +81(0)3-3978-2335 FAX: +81(0)3-3978-5229http://www.sekonic.com
Servix & PartnersKontichsesteenweg 412630 AARTSELAAR
tel 03 887 77 20fax 03 887 73 [email protected]
www.servix.be