HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun,...

106
VMX17 HANDLEIDING 2S3-F8199-D1 Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze machine gaat gebruiken.

Transcript of HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun,...

Page 1: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

DIC183

VMX17

HANDLEIDING

2S3-F8199-D1

Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze machine gaat gebruiken.

Page 2: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

DAU26945

Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze machine gaat gebruiken. Deze handleiding dient bij demachine te blijven als deze wordt verkocht.

DECLARATION of CONFORMITY

YAMAHAMOTOR ELECTRONICS CO., LTD.

1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan

General manager of quality assurance div.

CONFORMITEITSVERKLARING

YAMAHAMOTOR ELECTRONICS CO., LTD.

1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan

Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer

1Version up the norm of EN60950 to EN60950-1 To change company name

27 Feb. 20061 Mar. 2007

23

Revision recordNo. Contents Date

To change contact person and integrate type-designation. 9 Jun. 2005 1Overgang van norm EN60950 naar EN60950-1Om bedrijfsnaam te wijzigen

27 februari 20061 maart 2007

23

Overzicht van wijzigingenNr. Inhoud Datum

Om contactpersoon te wijzigen en typeaanduiding te integreren. 9 juni 2005

Date of issue: 1 Aug. 2002 Datum van afgifte: 1 augustus 2002

Place of issue: Shizuoka, Japan Plaats van afgifte: Shizuoka, Japan

R&TTE Directive(1999/5/EC)EN300 330-2 v1.1.1(2001-6), EN60950-1(2001)Two or Three-Wheel Motor Vehicles Directive(97/24/EC: Chapter 8, EMC)

is in compliance with following norm(s) or documents:

R&TTE richtlijn(1999/5/EG)EN300 330-2 v1.1.1(2001-6), EN60950-1(2001)Richtlijn betreffende motorvoertuigen op twee of drie wielen(97/24/EG: Hoofdstuk 8, EMC)

in overeenstemming is met de volgende norm(en) of documenten:

Kind of equipment: IMMOBILIZERType-designation: 5SL-00

Hereby declare that the product:Type apparaat: STARTBLOKKERINGTypeaanduiding: 5SL-00

Verklaren hierbij dat het product:

Company: YAMAHA MOTOR ELECTRONICS CO., LTD.Address: 1450-6, Mori, Mori-Machi, Shuchi-gun, Shizuoka-Ken, 437-0292 Japan

We

Bedrijf: YAMAHA MOTOR ELECTRONICS CO., LTD.Adres: 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan

Wij,

U2S3D1D0.book Page 1 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 3: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

INLEIDINGDAU10102

Welkom in de wereld van Yamaha!Als eigenaar van de VMX17 profiteert u van de enorme ervaring en technische kennis van Yamaha op het gebied van het ontwerpen enfabriceren van hoogwaardige producten, waarmee Yamaha zijn reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult hebben van alle functies van uw VMX17. De Ge-bruikershandleiding geeft instructies voor de bediening, inspectie en het onderhoud van de machine en beschrijft hoe u uzelf en anderenkunt beschermen tegen persoonlijk letsel of schade.Verder helpen allerlei tips in deze handleiding om uw machine in optimale conditie te houden. Als er ten slotte toch nog vragen zijn, aarzeldan niet en neem contact op met de Yamaha dealer.Het Yamaha team wenst u veilig en plezierig rijden toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles!Yamaha werkt voortdurend aan verbeteringen ten aanzien van productontwerp en kwaliteit. Om deze reden kan soms sprake zijn van klei-ne tegenstrijdigheden tussen uw machine en de beschrijving ervan in deze handleiding, ook al bevat de handleiding de meest recenteproductinformatie ten tijde van publicatie. Als u vragen hebt over deze handleiding, neem dan contact op met uw Yamaha dealer.

WAARSCHUWINGDWA10031

Lees deze handleiding aandachtig helemaal door voordat u deze machine gaat gebruiken.

U2S3D1D0.book Page 1 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 4: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDINGDAU10132

Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen:

Dit is het Safety Alert-symbool. Het wordt gebruikt om u te waarschuwen voor risico’s op persoonlijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwijzingen bij dit symbool op om mogelijk letsel of overlijden te voorkomen.

Een WAARSCHUWING duidt een gevaarlijke situatie aan die, indien niet vermeden, kan resul-teren in ernstig letsel of overlijden.

De aanduiding LET OP staat bij speciale voorzorgen die moeten worden genomen om scha-de aan de machine of andere eigendommen te voorkomen.

De aanduiding OPMERKING staat bij belangrijke informatie die procedures kan vergemakkelijken of verhelderen.

WAARSCHUWING

LET OP

OPMERKING

U2S3D1D0.book Page 1 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 5: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING

DAU36390

VMX17HANDLEIDING

©2009 door Yamaha Motor Co., Ltd.1e uitgave, juli 2009

Alle rechten voorbehouden.Elke vorm van herdruk of onbevoegd ge-

bruik zonder schriftelijke toestemming van

Yamaha Motor Co., Ltd. is uitdrukkelijk verboden.

Gedrukt in Nederland.

U2S3D1D0.book Page 2 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 6: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

INHOUDSOPGAVEVEILIGHEIDSINFORMATIE ..............1-1

BESCHRIJVING ................................2-1Aanzicht linkerzijde..........................2-1Aanzicht rechterzijde .......................2-2Bedieningen en instrumenten..........2-3

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN .............................3-1

Startblokkeersysteem .....................3-1Contactslot/stuurslot .......................3-2Controle- en

waarschuwingslampjes ...............3-3Snelheidsmeterunit .........................3-6Multifunctioneel display ..................3-7Antidiefstal-alarmsysteem

(optie) ........................................3-16Stuurschakelaars ..........................3-17Koppelingshendel .........................3-18Schakelpedaal ..............................3-18Remhendel ...................................3-19Rempedaal ...................................3-19ABS ..............................................3-19Tankdop ........................................3-20Brandstof ......................................3-22Tankbeluchtingsslang/

overloopslang ............................3-23Uitlaatkatalysatoren ......................3-23Zadels ...........................................3-24Voorvork afstellen .........................3-26Schokdemperunit afstellen ...........3-28

Bagageriembevestiging ................ 3-30EXUP-systeem ............................. 3-30Zijstandaard ................................. 3-30Startspersysteem ......................... 3-31

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN ... 4-1

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE .............................. 5-1

Starten van de motor ...................... 5-1Schakelen ...................................... 5-2Tips voor een zuinig

brandstofverbruik ........................ 5-3Inrijperiode ..................................... 5-3Parkeren ......................................... 5-4

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN ................................ 6-1

Boordgereedschapsset .................. 6-1Periodiek onderhoudsschema voor

het uitstootcontrolesysteem ........ 6-2Algemeen smeer- en

onderhoudsschema .................... 6-3Verwijderen en aanbrengen van de

stroomlijn- en framepanelen ....... 6-7Controleren van de bougies ........... 6-9Motorolie en oliefilterpatroon ........ 6-10Cardanolie .................................... 6-13Koelvloeistof ................................. 6-15Luchtfilterelement ......................... 6-18

Stationair toerental controleren .... 6-18Controleren van de vrije slag

gaskabel ................................... 6-19Klepspeling .................................. 6-19Banden ........................................ 6-19Gietwielen .................................... 6-22Koppelingshendel ........................ 6-22Vrije slag van voorremhendel

controleren ............................... 6-22Remlichtschakelaars .................... 6-23Controleren van voor- en

achterremblokken ..................... 6-23Controleren van

remvloeistofniveau ................... 6-24Rem- en koppelingsvloeistof

verversen .................................. 6-25Kabels controleren en smeren ..... 6-25Controleren en smeren van

gasgreep en gaskabel .............. 6-26Controleren en smeren van

rem- en schakelpedalen ........... 6-26Controleren en smeren van

rem- en koppelingshendels ...... 6-27Zijstandaard controleren en

smeren ..................................... 6-27Achterbrugscharnierpunten

smeren ..................................... 6-28Voorvork controleren ................... 6-28Stuursysteem controleren ............ 6-29Controleren van wiellagers .......... 6-29Accu ............................................. 6-29

U2S3D1D0.book Page 1 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 7: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

INHOUDSOPGAVEZekeringen vervangen ..................6-32Koplampgloeilamp vervangen ......6-33Achterlicht/remlichtunit .................6-35Gloeilamp in richtingaanwijzer

vervangen .................................6-35Gloeilamp kentekenverlichting

vervangen .................................6-36Parkeerlichtgloeilamp

vervangen .................................6-37Ondersteunen van de

motorfiets ..................................6-37Problemen oplossen .....................6-38Storingzoekschema’s ...................6-39

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS ..............................7-1

Matkleur, let op ...............................7-1Verzorging ......................................7-1Stalling ............................................7-4

SPECIFICATIES ................................8-1

GEBRUIKERSINFORMATIE..............9-1Identificatienummers ......................9-1

U2S3D1D0.book Page 2 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 8: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

1-1

1

VEILIGHEIDSINFORMATIE DAU10283

Wees een verantwoordelijke eigenaarAls eigenaar van de machine bent u verant-woordelijk voor de veilige en juiste bedie-ning ervan.Motorfietsen zijn tweewielige voertuigen.Voor een veilig gebruik zijn de toepassingvan de juiste rijtechnieken en de ervaringvan de bestuurder van belang. Elke be-stuurder moet bekend zijn met de volgendevereisten alvorens met deze motorfiets tegaan rijden.Hij of zij moet:

� Door een competente informatiebrongrondig zijn ingelicht over alle aspec-ten van het motorrijden.

� Zich houden aan de waarschuwingenen onderhoudseisen zoals vermeld indeze Gebruikershandleiding.

� Grondig getraind zijn in veilige en cor-recte rijtechnieken.

� Gebruikmaken van professioneletechnische service, zoals aangegevenin deze Gebruikershandleiding en/ofwanneer de mechanische condities ditvereisen.

Veilig rijdenVoer vóór elke rit de controles voor het rij-den uit om u ervan te verzekeren dat de ma-chine in veilige staat verkeert. Onvoldoendeinspectie of onderhoud van de machine ver-groot het risico op ongeval of schade. Ziepagina 4-1 voor een lijst met controles voorhet rijden.

� Deze motorfiets is gebouwd voor hetvervoer van de bestuurder plus eenpassagier.

� Het niet opmerken en herkennen vanmotorfietsen door andere weggebrui-kers vormt de belangrijkste oorzaakvan auto-/motorongevallen. Vaak wor-den ongevallen veroorzaakt doordateen autobestuurder de motor nietheeft gezien. Zorg dat u opvalt, datblijkt het meest effectief om het risicoop een dergelijk type ongeval te ver-minderen.Dus:• Draag een jack in felle kleuren.• Wees extra voorzichtig bij het nade-

ren en passeren van kruisingen,daar doen ongelukken met motor-fietsen zich namelijk het meestvoor.

• Ga daar rijden waar andere wegge-bruikers u kunnen zien. Ga niet rij-den in de dode zichthoek van eenandere weggebruiker.

� Bij veel ongevallen zijn onervaren be-stuurders betrokken. Veelal zijn be-stuurders die bij een ongevalbetrokken waren zelfs niet in het bezitvan een geldig motorrijbewijs.• Zorg dat u bekwaam bent om te rij-

den en leen uw motorfiets alleen uitaan ervaren motorrijders.

• Weet wat u wel en niet aankunt.Door rekening te houden met uwbeperkingen helpt u ongelukkenvoorkomen.

• We raden aan om het motorrijden teoefenen op plekken waar geen ver-keer is, totdat u grondig bekendbent met de motor en zijn bedie-ning.

� Ongelukken worden vaak veroorzaaktdoor een fout van de motorbestuurder.Veel bestuurders houden bij het in-gaan van een bocht een te hoge rij-

U2S3D1D0.book Page 1 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 9: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

VEILIGHEIDSINFORMATIE

1-2

1

snelheid aan of gaan onvoldoendeschuinliggen voor de rijsnelheid, waar-door ze wijd uit de bocht komen.• Neem altijd de maximumsnelheid in

acht en rijd nooit sneller dan dewegcondities en het verkeer toe-staan.

• Geef altijd richting aan voordat u af-slaat of van rijstrook wisselt. Zorgdat andere weggebruikers u kunnenzien.

� De zithouding van de bestuurder en depassagier is belangrijk voor een goedebesturing.• De bestuurder moet tijdens het rij-

den beide handen aan het stuurhouden en beide voeten op de be-stuurdersvoetsteunen, om zo demacht over het stuur te behouden.

• De passagier hoort steeds de be-stuurder, de zadelband of de hand-greep, indien aanwezig, met beidehanden vast te houden en beidevoeten op de passagiersvoetsteu-nen te houden. Neem nooit eenpassagier mee die niet in staat is ombeide voeten stevig op de passa-giersvoetsteunen te zetten.

� Rijd nooit onder invloed van alcohol ofandere drugs.

� Deze motorfiets is uitsluitend ontwor-pen voor gebruik op verharde wegen.De machine is niet bedoeld voor off-roadgebruik.

Beschermende kledingMotorongelukken met dodelijke afloop be-treffen meestal hoofdletsel. Het dragen vaneen helm is de belangrijkste factor bij hetvoorkomen of reduceren van hoofdletsel.

� Draag altijd een goedgekeurde helm.� Draag ook een vizier of een veilig-

heidsbril. Zonder oogbescherming kanuw zicht door de rijwind verslechteren,waardoor u gevaren mogelijk te laatopmerkt.

� Door een jack, stevige schoenen, eenlange broek, handschoenen e.d. tedragen verkleint u de kans op schaaf-wonden of ontvellingen.

� Draag nooit loszittende kleding, dezekan blijven haken aan bedienings-handgrepen of door de wielen wordengegrepen en zo een ongeval of letselveroorzaken.

� Draag altijd beschermende kleding dieuw benen, enkels en voeten bedekt.De motor en het uitlaatsysteem kun-nen tijdens en na het rijden zeer heetzijn en brandwonden veroorzaken.

� De hierboven vermelde voorzorgs-maatregelen gelden ook voor passa-giers.

Voorkom koolmonoxidevergiftigingDe uitlaatgassen van verbrandingsmotorenbevatten koolmonoxide, een dodelijk gas.Inademing van koolmonoxide kan hoofd-pijn, duizeligheid, sufheid, misselijkheid,verwarring en uiteindelijk de dood veroorza-ken.Koolmonoxide is een kleurloos, reukloos,smaakloos gas dat ook aanwezig kan zijnals u geen uitlaatgassen ziet of ruikt. Hetkoolmonoxideniveau kan zeer snel op-lopen, waardoor u het bewustzijn kunt ver-liezen en uzelf niet meer kunt redden. Inafgesloten of slecht geventileerde ruimteskunnen dodelijke hoeveelheden koolmo-noxide dagenlang blijven hangen. Als usymptomen van koolmonoxidevergiftigingervaart, verlaat de ruimte dan onmiddellijk,ga naar de open lucht en ROEP MEDI-SCHE HULP IN.

� Laat de motor niet binnen draaien.Zelfs als u ventileert met ventilatorenof open ramen en deuren kan de hoe-veelheid koolmonoxide snel oplopentot gevaarlijke niveaus.

U2S3D1D0.book Page 2 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 10: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

VEILIGHEIDSINFORMATIE

1-3

1

� Laat de motor niet draaien in slecht ge-ventileerde of deels afgesloten ruimteszoals schuren of garages.

� Laat de motor niet buiten draaien opplaatsen waar de uitlaatgassen in eengebouw kunnen worden getrokken viaopeningen zoals ramen en deuren.

BeladenHet monteren van accessoires of het ver-voer van bagage kan een negatief effecthebben op de rijstabiliteit en het weggedragals hierdoor de gewichtsverdeling van demotor verandert. Wees uiterst voorzichtigbij het monteren van accessoires of het be-laden van uw motor, om zo mogelijke onge-vallen te vermijden. Pas extra op wanneer uop een motor rijdt die beladen is of waaraanaccessoires zijn gemonteerd. Hierondervolgen naast de informatie over accessoi-res enkele richtlijnen voor het beladen vanuw motorfiets:Het totale gewicht van de bestuurder, pas-sagier, accessoires en bagage mag demaximale gewichtslimiet niet overschrijden.Rijden met een te zwaar belaste machinekan leiden tot een ongeval.

Let op het volgende wanneer u tot deze ge-wichtslimiet belaadt:

� Het zwaartepunt van bagage en ac-cessoires moet zo laag mogelijk liggenen zo dicht mogelijk bij de motor. Be-vestig zware goederen zo dicht moge-lijk bij het midden van de machine enverdeel het gewicht zo gelijkmatig mo-gelijk over beide zijden om onbalans ofinstabiliteit te minimaliseren.

� Als gewicht gaat schuiven kan zicheen plotselinge onbalans voordoen.Controleer voordat u gaat rijden of ac-cessoires en bagage stevig aan demotor zijn bevestigd. Controleer de be-vestigingspunten voor accessoires enbagage regelmatig.• Pas de vering aan de te vervoeren

bagage aan (alleen voor modellenmet instelbare vering) en controleerde toestand en spanning van uwbanden.

• Bevestig nooit omvangrijke of zwaregoederen aan het stuur, de voor-vork of het voorwielspatbord. Der-gelijke voorwerpen, inclusiefbagage als slaapzakken, plunjezak-ken of tenten, kunnen een instabielweggedrag of een te trage reactieop het stuur veroorzaken.

� Deze machine is niet ontworpenvoor het trekken van een aanhangerof bevestiging van een zijspan.

Originele Yamaha accessoiresDe keuze van accessoires voor uw machinevormt een belangrijke beslissing. OrigineleYamaha accessoires, die alleen verkrijg-baar zijn bij de Yamaha dealer, zijn doorYamaha ontwikkeld, getest en goedge-keurd voor gebruik op uw machine.Veel bedrijven die niet zijn gelieerd aanYamaha produceren onderdelen en acces-soires of bieden aanpassingssets voorYamaha voertuigen. Yamaha kan niet alleproducten testen die deze bedrijven produ-ceren. Om die reden kan Yamaha accessoi-res die niet door Yamaha zijn verkocht ofwijzigingen die niet door zijn Yamaha zijnaangeraden niet goedkeuren of aanbeve-len, zelfs niet als deze zijn verkocht en geïn-stalleerd door een Yamaha dealer.

In de handel verkrijgbare onderdelen,accessoires en aanpassingssetsHoewel er producten verkrijgbaar zijn diequa ontwerp en kwaliteit sterk lijken op ori-ginele Yamaha accessoires, dient u te be-seffen dat sommige in de handelverkrijgbare accessoires of aanpassings-sets niet geschikt zijn vanwege mogelijke

Maximale belasting:190 kg (419 lb)

U2S3D1D0.book Page 3 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 11: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

VEILIGHEIDSINFORMATIE

1-4

1

veiligheidsrisico’s voor uzelf of anderen. Hetmonteren van in de handel verkrijgbare pro-ducten of het verrichten van aanpassingendie de ontwerp- of bedieningskenmerkenvan uw machine wijzigen kan het risico opernstig letsel of overlijden van uzelf of ande-ren vergroten. U bent verantwoordelijk voorletsel dat voortvloeit uit wijzigingen aan demachine.Volg bij de montage van accessoires de on-derstaande richtlijnen en die vermeld onderhet kopje “Beladen”.

� Monteer nooit accessoires en vervoernooit bagage als deze een nadelige in-vloed hebben op de prestaties van uwmotor. Inspecteer het accessoire zorg-vuldig alvorens het te gebruiken om tewaarborgen dat het de grondspeling ofde hellinghoek op geen enkele maniervermindert, de veerweg, de stuuruit-slag of de bediening niet beperkt engeen lampen of reflectors afdekt.• Accessoires die aan of nabij het

stuur of de voorvork zijn gemon-teerd zullen mogelijk instabiliteit ver-oorzaken door een foutievegewichtsverdeling of door aerody-namische effecten. Accessoiresaan het stuur of nabij de voorvorkmoeten zo licht mogelijk zijn en toteen minimum worden beperkt.

• Omvangrijke accessoires kunnendoor hun aerodynamisch effect vaninvloed zijn op de rijstabiliteit van demotor. De motor kan door rijwindworden opgetild of bij zijwind insta-biel worden. Zulke accessoires kun-nen ook instabiliteit veroorzakenterwijl u grote voertuigen inhaalt ofdoor deze wordt ingehaald.

• Sommige accessoires dwingen debestuurder om een andere dan denormale zitpositie in te nemen. Zo’nverkeerde zitpositie beperkt de be-wegingsvrijheid van de bestuurderen kan een comfortabele bedieninghinderen, zodat we dergelijke ac-cessoires sterk afraden.

� Wees voorzichtig bij het aanbrengenvan elektrische accessoires. Als elek-trische accessoires de capaciteit vanhet elektrisch systeem van de motor-fiets te boven gaan, kan zich een ge-vaarlijke elektrische storing voordoenwaardoor de verlichting of de motoruitvalt.

In de handel verkrijgbare banden en vel-genDe banden en velgen die bij uw motorfietswerden geleverd, zijn ontworpen om de mo-gelijkheden van de motorfiets te ondersteu-

nen en bieden de beste combinatie vanrijprestaties, remvermogen en comfort. An-dere banden, velgen, maten of combinatieszijn mogelijk niet geschikt. Zie pagina 6-19voor bandenspecificaties en meer informa-tie over het vervangen van uw banden.

U2S3D1D0.book Page 4 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 12: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

BESCHRIJVING

2-1

2

DAU10410

Aanzicht linkerzijde

1 4 5 6 7 8

11 91012131415

2 3

161. Koplamp (pagina 6-33)2. Stelbout voor veervoorspanning voorvork (pagina 3-26)3. Stelknop voor uitveerdemping voorvork (pagina 3-26)4. Accu (pagina 6-29)5. Boordgereedschapsset (pagina 6-1)6. Tankdop (pagina 3-20)7. Stelknop voor veervoorspanning schokdemperunit (pagina 3-28)8. Bagageriembevestiging (pagina 3-30)

9. Controlebout cardanolie (pagina 6-13)10.Aftapplug cardanolie (pagina 6-13)11.Stelknop voor uitveerdemping schokdemperunit (pagina 3-28)12.Zijstandaard (pagina 3-30)13.Schakelpedaal (pagina 3-18)14.Olieaftapplug (pagina 6-10)15.Oliefilterpatroon (pagina 6-10)16.Stelschroef voor inveerdemping voorvork (pagina 3-26)

U2S3D1D0.book Page 1 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 13: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

BESCHRIJVING

2-2

2

DAU10420

Aanzicht rechterzijde

1 2 4 6

7

53

911 810

1. Duozadel (pagina 3-24)2. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-24)3. Bagageriembevestiging (pagina 3-30)4. Bestuurderszadel (pagina 3-24)5. Zekeringenkastje 1 (pagina 6-32)6. Radiatorvuldop (pagina 6-15)7. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-15)8. Kijkglas olieniveau (pagina 6-10)

9. Rempedaal (pagina 3-19)10.Zekeringenkastje 2 (pagina 6-32)11.Stelknop voor inveerdemping schokdemperunit (pagina 3-28)

U2S3D1D0.book Page 2 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 14: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

BESCHRIJVING

2-3

2

DAU10430

Bedieningen en instrumenten

1 2 3 4 6 7 8

91011

5

1. Koppelingshendel (pagina 3-18)2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-17)3. Reservoir koppelingsvloeistof (pagina 6-24)4. Snelheidsmeterunit (pagina 3-6)5. Controlelampje schakelmoment (pagina 3-6)6. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-24)7. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-17)8. Remhendel (pagina 3-19)

9. Gasgreep (pagina 6-19)10.Multifunctioneel display (pagina 3-7)11.Contactslot/stuurslot (pagina 3-2)

U2S3D1D0.book Page 3 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 15: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-1

3

DAU10976

Startblokkeersysteem

Dit voertuig is voorzien van een startblok-keersysteem waarmee diefstal kan wordenbemoeilijkt door de codering van de stan-daardsleutels te wijzigen. Het systeem be-staat uit de volgende onderdelen:

� een codeersleutel (met een rood bo-vendeel)

� twee standaardsleutels (met een zwartbovendeel) die opnieuw kunnen wor-den gecodeerd

� een transponder (die is geïntegreerd inde codeersleutel)

� een startblokkeereenheid� een ECU� een controlelampje van het startblok-

keersysteem (Zie pagina 3-3.)

De sleutel met het rode bovendeel wordtgebruikt om de twee standaardsleutels tecoderen. Het wijzigen van de codes is eeningewikkelde procedure. Breng het voertuigdaarom met alle drie sleutels naar eenYamaha dealer om deze opnieuw te latencoderen. Gebruik de sleutel met het rodebovendeel niet om met het voertuig te rij-den. Deze sleutel dient uitsluitend te wor-den gebruikt voor het opnieuw coderen vande standaardsleutels. Gebruik altijd eenstandaardsleutel om met het voertuig te rij-den.

LET OPDCA11821

� ZORG DAT U DE CODEERSLEUTELNIET VERLIEST! NEEM DIRECTCONTACT OP MET UW DEALERALS U HEM VERLOREN HEBT! Alsde codeersleutel verloren is, kun-nen de standaardsleutels niet op-nieuw gecodeerd worden. U kunthet voertuig dan nog steeds startenmet de standaardsleutels, maar alsze opnieuw gecodeerd moeten wor-den (d.w.z. als er een nieuwe stan-daardsleutel is gemaakt of als allesleutels verloren zijn), dient het ge-hele startblokkeersysteem vervan-gen te worden. Daarom wordt usterk aangeraden een van de stan-

daardsleutels te gebruiken en decodeersleutel op een veilige plek tebewaren.

� Dompel de sleutels nooit in water.� Stel de sleutels nooit bloot aan ex-

treem hoge temperaturen.� Leg de sleutels nooit vlakbij magne-

tische voorwerpen (zoals bijvoor-beeld speakers enz.).

� Plaats nooit voorwerpen die elektri-sche signalen uitzenden vlakbij desleutels.

� Plaats nooit zware voorwerpen opde sleutels.

� U mag de sleutels nooit slijpen of devorm ervan wijzigen.

� U mag het plastic gedeelte van desleutels nooit demonteren.

� Hang nooit twee sleutels van eenstartblokkeersysteem aan dezelfdesleutelring.

� Bewaar de standaardsleutels enook de sleutels van andere start-blokkeersystemen altijd op een an-dere plek dan de codeersleutel vanhet voertuig.

� Houd sleutels van andere startblok-keersystemen altijd uit de buurt vanhet contactslot, want anders kun-nen ze signaalstoring veroorzaken.

1. Codeersleutel (rood bovendeel)2. Standaardsleutels (zwart bovendeel)

2 1 2

U2S3D1D0.book Page 1 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 16: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-2

3

DAU10472

Contactslot/stuurslot

Via het contactslot/stuurslot worden het ont-stekingssysteem en de verlichtingssyste-men bediend en wordt het stuurvergrendeld. De diverse standen wordenhierna beschreven.

OPMERKINGGebruik de standaardsleutel (zwarte greep)voor regelmatig gebruik van de machine.Bewaar de codeersleutel (rode greep) opeen veilige plaats en gebruik deze uitslui-tend voor hercodering om het risico op ver-lies te minimaliseren.

DAU38530

ONAlle elektrische circuits worden voorzienvan stroom; de instrumentenverlichting, hetachterlicht, de kentekenverlichting en het

parkeerlicht gaan branden en de motor kanworden gestart. De sleutel kan niet wordenuitgenomen.

OPMERKINGDe koplamp gaat automatisch branden alsde motor wordt gestart en blijft aan totdat desleutel naar “OFF” wordt gedraaid, zelfs alsde motor afslaat.

DAU10661

OFFAlle elektrische systemen zijn uitgescha-keld. De sleutel kan worden uitgenomen.

WAARSCHUWINGDWA10061

Draai nooit de sleutel naar “OFF” of“LOCK” terwijl de machine rijdt. Hier-door worden de elektrische systemenuitgeschakeld, wat mogelijk kan leidentot verlies van de controle of een onge-val.

DAU10683

LOCKHet stuur is vergrendeld en alle elektrischesystemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kanworden uitgenomen.

Om het stuur te vergrendelen

1. Draai het stuur helemaal naar links.2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in en

draai deze dan naar “LOCK”. Houd desleutel hierbij ingedrukt.

3. Neem de sleutel uit.

ONOFF

LOCKP

1. Drukken.2. Draaien.

1 2

U2S3D1D0.book Page 2 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 17: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-3

3

Om het stuur te ontgrendelen

Druk de sleutel in en draai deze dan naar“OFF”. Houd de sleutel hierbij ingedrukt.

DAU34341

(Parkeren)Het stuur is vergrendeld en het achterlicht,de kentekenverlichting en het parkeerlichtbranden. De alarmverlichting en richtin-gaanwijzers kunnen worden ingeschakeld,maar alle andere elektrische systemen zijnuit. De sleutel kan worden uitgenomen.Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-tel naar “ ” te kunnen draaien.

LET OPDCA11020

Gebruik de parkeerstand niet gedurendelangere tijd, anders kan de accu ontla-den raken.

DAU11004

Controle- en waarschuwings-lampjes

1. Drukken.2. Draaien.

1 2

1. Controlelampje schakelmoment2. Controlelampje brandstofniveau “ ”3. Controlelampje rechter

richtingaanwijzers “ ”4. Waarschuwingslampje

koelvloeistoftemperatuur “ ”5. Vrijstandcontrolelampje “ ”6. Controlelampje grootlicht “ ”7. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”8. Controlelampje linker

richtingaanwijzers “ ”9. Controlelampje startblokkering10.ABS-waarschuwingslampje “ ”11.Waarschuwingslampje olieniveau “ ”

1110

2

1

9345

876

ABS

U2S3D1D0.book Page 3 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 18: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-4

3

DAU11030

Controlelampjes richtingaanwijzers “ ” en “ ” Het bijbehorende controlelampje knippertterwijl de schakelaar voor richtingaanwij-zers naar de linker- of rechterstand is ge-drukt.

DAU11060

Vrijstandcontrolelampje “ ” Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-lingsbak in de vrijstand staat.

DAU11080

Controlelampje grootlicht “ ” Dit controlelampje brandt terwijl de koplampis ingeschakeld voor grootlicht.

DAU46563

Waarschuwingslampje olieniveau “ ” Dit waarschuwingslampje gaat branden alshet motorolieniveau laag is.Als u het elektrisch circuit van het waar-schuwingslampje wilt testen, plaatst u demachine op een vlakke ondergrond, zet ude motoruitzetschakelaar op “ ” en draaitu de sleutel van “OFF” naar “ON”.Als het waarschuwingslampje niet een paarseconden lang oplicht en dan dooft, vraagdan een Yamaha dealer om het elektrischcircuit te testen.

Indien het waarschuwingslampje blijft bran-den, gaat u als volgt te werk.

1. Zet de motoruitzetschakelaar op “ ”.2. Draai de sleutel naar “OFF”, wacht

twee minuten en draai de sleutel daar-na naar “ON”.

3. Als het waarschuwingslampje gaatbranden en niet uit gaat, controleerdan het motorolieniveau. (Zie pagina6-10.) Blijft het waarschuwingslampjebranden terwijl het olieniveau correctis, laat de machine dan controlerendoor een Yamaha dealer.

OPMERKING� Dit waarschuwingslampje licht NIET

op:• wanneer de motor stationair loopt• tijdens het rijden• wanneer de motor is afgeslagen en

u de sleutel niet van “ON” naar“OFF” en daarna weer terug naar“ON” heeft gedraaid

ECHTER: als het waarschuwinglamp-je brandt wanneer de motor wordt ge-start, zal dit blijven branden tot desleutel naar “OFF” wordt gedraaid.

� Dit model is ook uitgerust met een zelf-diagnosesysteem voor het circuit vanhet waarschuwingslampje olieniveau.Als het waarschuwingscircuit voor hetolieniveau een probleem aangeeft,

wordt de volgende cyclus herhaald tot-dat de storing is opgeheven: Het waar-schuwingslampje olieniveau knipperttien keer en dooft dan gedurende 2.5seconden. Als dit zich voordoet, vraagdan een Yamaha dealer de machine tecontroleren.

DAU48700

Waarschuwingslampje brandstofniveau “ ” Dit waarschuwingslampje gaat brandenwanneer het brandstofniveau daalt tot be-neden ca. 3.9 L (1.03 US gal, 0.86 Imp.gal).Vul in dat geval zo snel mogelijk brandstofbij.Het elektrisch circuit voor het waarschu-wingslampje controleert u door de sleutelnaar “ON” te draaien. Het waarschuwings-lampje moet enkele seconden oplichten endan uitgaan.Licht het waarschuwingslampje niet meteenop wanneer u de sleutel naar “ON” draait ofblijft het lampje branden, laat het elektrischcircuit dan door een Yamaha dealer contro-leren.

OPMERKINGDit model is bovendien uitgerust met eenzelfdiagnosesysteem voor het circuit vanhet waarschuwingslampje brandstofniveau.Als het waarschuwingscircuit voor het

U2S3D1D0.book Page 4 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 19: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-5

3

brandstofniveau een probleem aangeeft,wordt de volgende cyclus herhaald totdatde storing is opgeheven: Het waarschu-wingslampje brandstofniveau, de brand-stofniveaumeter en dewaarschuwingsindicator voor brandstofni-veau knipperen acht keer en gaan dan ge-durende 3.0 seconden uit. Als dit zichvoordoet, vraag dan een Yamaha dealer demachine te controleren.

DAU11444

Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur “ ” Dit waarschuwingslampje gaat branden alsde motor oververhit raakt. Zet in zo’n gevalde motor onmiddellijk af en geef deze de tijdom af te koelen.Het elektrisch circuit voor het waarschu-wingslampje controleert u door de sleutelnaar “ON” te draaien. Het waarschuwings-lampje moet enkele seconden oplichten endan uitgaan.Licht het waarschuwingslampje niet meteenop wanneer u de sleutel naar “ON” draait ofblijft het lampje branden, laat het elektrischcircuit dan door een Yamaha dealer contro-leren.

LET OPDCA10021

Laat de motor niet draaien terwijl dezeoververhit is.

OPMERKING� Bij machines met een of meer radiator-

koelvinnen schakelt de radiatorkoelvinautomatisch in of uit op basis van dekoelvloeistoftemperatuur in de radia-tor.

� Als de motor oververhit raakt, staan oppagina 6-39 nadere instructies ver-meld.

DAU42774

Waarschuwingslampje motorstoring “ ” Dit waarschuwingslampje gaat brandenwanneer er een probleem wordt aangege-ven in het elektrisch circuit dat de motorcontroleert. Vraag in dat geval een Yamahadealer het zelfdiagnosesysteem te controle-ren. (Zie pagina 3-15 voor uitleg over dewerking van het zelfdiagnosesysteem.)Het elektrisch circuit voor het waarschu-wingslampje controleert u door de sleutelnaar “ON” te draaien. Het waarschuwings-lampje moet enkele seconden oplichten endan uitgaan.

Licht het waarschuwingslampje niet meteenop wanneer u de sleutel naar “ON” draait ofblijft het lampje branden, laat het elektrischcircuit dan door een Yamaha dealer contro-leren.

DAU39502

ABS-waarschuwingslampje “ ” Als het waarschuwingslampje tijdens het rij-den gaat branden of knipperen, is het ABS-systeem mogelijk defect. Vraag in dat gevalzo snel mogelijk een Yamaha dealer hetsysteem te controleren. (Zie pagina 3-19.)

WAARSCHUWINGDWA10081

Als het ABS-waarschuwingslampje tij-dens het rijden gaat branden of knippe-ren, wordt alleen het conventioneleremsysteem gebruikt. Wees dan voor-zichtig en zorg dat de wielen tijdens plot-seling remmen niet blokkeren. Als hetwaarschuwingslampje tijdens het rijdengaat branden of knipperen, vraag dan zosnel mogelijk een Yamaha dealer hetremsysteem te controleren.

Het elektrisch circuit voor het waarschu-wingslampje controleert u door de sleutelnaar “ON” te draaien. Het waarschuwings-lampje moet enkele seconden oplichten endan uitgaan.

ABS

U2S3D1D0.book Page 5 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 20: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-6

3

Licht het waarschuwingslampje niet meteenop wanneer u de sleutel naar “ON” draait ofblijft het lampje branden, laat het elektrischcircuit dan door een Yamaha dealer contro-leren.

DAU48520

Controlelampje schakelmoment Dit controlelampje kan zo worden ingestelddat het bij de gewenste motortoerentallenaan- of uitgaat en wordt gebruikt om aan tegeven wanneer naar de volgende hogereversnelling moet worden geschakeld.Het elektrisch circuit voor het controlelamp-je kan worden gecontroleerd door de sleutelnaar “ON” te draaien. Het controlelampjemoet enkele seconden oplichten en dan uit-gaan.Licht het controlelampje niet meteen opwanneer u de sleutel naar “ON” draait ofblijft het lampje branden, laat het elektrischcircuit dan door een Yamaha dealer contro-leren. (Zie pagina 3-9 voor een uitgebreideuitleg over de functie van dit controlelampjeen het instellen daarvan.)

DAU38623

Controlelampje startblokkering Het elektrisch circuit voor het controlelamp-je kan worden gecontroleerd door de sleutelnaar “ON” te draaien. Het controlelampjemoet enkele seconden oplichten en dan uit-gaan.Licht het controlelampje niet meteen opwanneer u de sleutel naar “ON” draait ofblijft het lampje branden, laat het elektrischcircuit dan door een Yamaha dealer contro-leren.Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,begint het controlelampje na 30 secondente knipperen om aan te geven dat het start-blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,maar het startblokkeersysteem blijft inge-schakeld.Dit model is ook uitgerust met een zelfdia-gnosesysteem voor het startblokkeersys-teem. (Zie pagina 3-15 voor uitleg over dewerking van het zelfdiagnosesysteem.)

DAU46624

Snelheidsmeterunit

Snelheidsmeter

OPMERKINGVoor Groot-BrittanniëU kunt schakelen tussen de kilometer- enmijlenweergave van de snelheidsmeter.Houd om tussen beide weergaven te scha-kelen de toets “SELECT” minstens twee se-conden lang ingedrukt.

Op de stuurhouder bevinden zich de toet-sen “SELECT” en “RESET”.

1. Toerenteller2. Controlelampje schakelmoment3. Rode zone toerenteller4. Snelheidsmeter

12

4

3

U2S3D1D0.book Page 6 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 21: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-7

3

ToerentellerMet de toerenteller kan de bestuurder hetmotortoerental controleren en dit binnen hetideale bereik houden. Als de sleutel naar“ON” wordt gedraaid, slaat de naald van detoerenteller eenmaal helemaal uit tot hethoogste aantal toeren per minuut en keertdaarna weer terug naar nul tpm om hetelektrische circuit te testen.

LET OPDCA10031

Laat de motor niet draaien terwijl de toe-renteller in de rode zone wijst.Rode zone: 9500 tpm en hoger

Controlelampje schakelmomentZie pagina 3-9 voor uitleg over en instellin-gen voor dit controlelampje.

DAU46587

Multifunctioneel display

WAARSCHUWINGDWA12312

Zet de machine stil voordat u wijzigingenaanbrengt in de instellingen van het mul-tifunctionele display. Het aanbrengenvan wijzigingen tijdens het rijden kan uafleiden en vergroot het risico op eenongeval.

Op de stuurhouder bevinden zich de toet-sen “SELECT” en “RESET”. Met deze toet-sen kunt u de instellingen in hetmultifunctionele display beheren of wijzi-gen.

1. “SELECT”-toets2. “RESET”-toets

1 2

1. Multifunctioneel display

1

U2S3D1D0.book Page 7 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 22: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-8

3

Telkens wanneer de sleutel naar “ON”wordt gedraaid, wordt het multifunctioneledisplay ingesteld op de normale modus.

Normale modusDe volgende functies zijn beschikbaar in denormale modus:

� een kilometerteller� een klok� twee rittellers (die de afgelegde af-

stand aangeven sinds de tellers hetlaatst werden teruggesteld op nul)

� een ritteller voor brandstofreserve (diede afgelegde afstand aangeeft sindshet waarschuwingslampje brand-stofreserve aanging)

� een brandstofniveaumeter� een indicator voor de ingeschakelde

versnelling

� een temperatuurmeter koelvloeistof� een voorziening voor zelfdiagnose

OPMERKINGAlleen voor Groot-Brittannië:U kunt schakelen tussen de kilometer- enmijlenweergave van de snelheidsmeter ende kilometerteller/ritteller. Houd “SELECT”ten minste twee seconden ingedrukt om te

schakelen tussen de weergaven van desnelheidsmeter en de kilometerteller/rittel-ler.

RittellersDraai de sleutel naar “ON”. Druk op “SE-LECT” om de weergave te schakelen tus-sen de rittellers “TRIP-1” en “TRIP-2”, in deonderstaande volgorde:TRIP-1 → TRIP-2 → TRIP-1Als de hoeveelheid brandstof in de brand-stoftank afneemt tot 3.9 L (1.03 US gal,0.86 Imp.gal), gaat het waarschuwings-lampje brandstofniveau knipperen en scha-kelt de ritteller automatisch naar debrandstofreserve-rittellermodus “TRIP-F”,waarop de afgelegde afstand vanaf dat puntwordt aangegeven. Druk in dat geval op“SELECT” om in de onderstaande volgordete schakelen tussen de diverse rittellers:TRIP-F → TRIP-1 → TRIP-2 → TRIP-FAls u met het voertuig blijft rijden na ver-schijning van de brandstofreserve-ritteller“TRIP-F”, beginnen de brandstofniveaume-ter en de waarschuwingsindicatorbrandstofniveau “ ” te knipperen.Als u een ritteller op nul wilt terugstellen, se-lecteert u deze door op “SELECT” te druk-ken en vervolgens “RESET” ten minste 1seconde lang ingedrukt te houden. Wan-neer u de brandstofreserve-ritteller niet zelf

1. “SELECT”-toets2. “RESET”-toets

1 2

1. Kilometerteller2. Klok3. Ritteller/ritteller brandstofreserve4. Waarschuwingsindicator

koelvloeistoftemperatuur “ ”5. Temperatuurmeter koelvloeistof6. Indicator ingeschakelde versnelling7. Waarschuwingsindicator

brandstofniveau “ ”8. Brandstofniveaumeter

1 2 3

8 6 57 4

U2S3D1D0.book Page 8 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 23: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-9

3

met de hand op nul terugstelt, wordt dezeautomatisch teruggesteld zodra na het tan-ken 5 km (3 mi) is gereden en wordt de vo-rige ritteller weergegeven.

BrandstofniveaumeterDe brandstofniveaumeter geeft aan hoe-veel brandstof in de tank aanwezig is. Hetweergegeven brandstofniveau daalt naar“E” (Empty) naarmate het brandstofniveaudaalt. Als de hoeveelheid brandstof in debrandstoftank daalt naar 3.9 L (1.03 US gal,0.86 Imp.gal), gaat het waarschuwings-lampje brandstofniveau branden. Vul in datgeval zo snel mogelijk brandstof bij.Als u met het voertuig blijft rijden na ver-schijning van de brandstofreserve-ritteller“TRIP-F”, beginnen de brandstofniveaume-ter en de waarschuwingsindicatorbrandstofniveau “ ” te knipperen.

Indicator ingeschakelde versnellingDeze indicator geeft aan welke versnellingis ingeschakeld. De vrijstand wordt aange-geven door “ ” en door het vrijstandcon-trolelampje.

Temperatuurmeter koelvloeistofMet de contactsleutel in de stand “ON” geeftde temperatuurmeter voor koelvloeistof detemperatuur van de koelvloeistof aan. De

koelvloeistoftemperatuur is afhankelijk vande weersomstandigheden en de motorbe-lasting. Als het waarschuwingslampje koel-vloeistoftemperatuur gaat branden en hetbovenste segment en de waarschuwingsin-dicator voor koelvloeistoftemperatuur knip-peren, stop de machine dan en laat demotor afkoelen. (Zie pagina 6-39.)

LET OPDCA10021

Laat de motor niet draaien terwijl dezeoververhit is.

SelectiemodusDe verschillende functies van dit multifunc-tionele display worden aangepast in de se-lectiemodus.

OPMERKING� De versnellingsbak moet in de vrij-

stand staan als u instellingen in dezemodus wilt wijzigen.

� Als een versnelling wordt ingescha-keld worden alle gemaakte instellin-gen opgeslagen. Vervolgens wordt deselectiemodus geannuleerd en wordtde normale modus weergegeven opalle schermen.

� Afhankelijk van het scherm wordendoor het indrukken van “RESET” in-stellingen opgeslagen of verandert deselectiemodus in de normale modus.

Houd “SELECT” en “RESET” tegelijkertijdten minste drie seconden ingedrukt om deselectiemodus te openen.

In deze modus kunnen de volgende itemsworden ingesteld/aangepast:

� helderheid� controlelampje schakelmoment� klok� stopwatch� aftelklok� systeemstatus� onderhoudstellers

OPMERKINGAls u wilt terugkeren naar de normale mo-dus, drukt u op “SELECT” om te bladerennaar “ ” en drukt u vervolgens op “RESET”.

U2S3D1D0.book Page 9 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 24: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-10

3

De helderheid instellenMet deze functie regelt u de helderheid vanhet toerentellerpaneel en snelheidsmeter(“Meter panel”) (tellerpaneel), de naald vande toerenteller (“Needle”) (naald) en hetmultifunctionele display (“Display”) in over-eenstemming met het aanwezige daglicht.

1. Druk op “SELECT” om “Brightness”(Helderheid) te markeren.

2. Druk op “RESET”, druk vervolgens op“SELECT” om door de functies te bla-deren en een item te markeren.

3. Druk op “RESET”. De segmenten vanhet helderheidsniveau voor het gese-lecteerde item gaan knipperen.

4. Druk op “SELECT” om het gewenstehelderheidsniveau te markeren.

5. Druk op “RESET” om het helderheids-niveau in te stellen.

6. Druk “SELECT” om te bladerennaar “ ”, druk vervolgens op “RESET”om terug te keren naar het vorige me-nu.

De instellingen van het controlelampjeschakelmoment selecteren

Met deze functie kiest u of het controlelamp-je schakelmoment wordt geactiveerd en ofhet bij activering knippert of continu brandt.

1. Druk op “SELECT” om “Shift light”(Schakellampje) te markeren.

2. Druk op “RESET”.

3. Druk op “SELECT” om “Operation se-lection” (Werkingsselectie) te marke-ren.

4. Druk op “RESET”.Druk op “SELECT” en markeer “On”(Aan) om het controlelampje te active-ren. Het controlelampje brandt continuna activering.

Druk op “SELECT” en markeer “Flash”(Knipperen) om het controlelampje teactiveren. Het controlelampje gaatknipperen na activering.

Druk op “SELECT” en markeer “Off”(Uit) om het controlelampje te deacti-veren. Het controlelampje brandt nieten gaat niet knipperen.

1. Controlelampje schakelmoment

1

U2S3D1D0.book Page 10 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 25: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-11

3

OPMERKINGHet controlelampje knippert elke twee se-conden eenmaal om aan te geven dat het isgedeactiveerd. Het controlelampje gaat uitwanneer dit menu wordt afgesloten.

5. Druk op “RESET” om de activiteit vanhet controlelampje schakelmoment inte stellen.

6. Druk nogmaals op “RESET” om terugte keren naar het vorige menu.

Het toerental in relatie tot het controlelamp-je schakelmoment instellenMet deze functie kiest u het motortoerentalwaarbij het controlelampje wordt geacti-veerd en gedeactiveerd. U kunt alle ver-snellingen op hetzelfde activerings-/deactiveringstoerental instellen of u kuntde versnellingen afzonderlijk instellen.Druk op “SELECT” om “r/min setting” (Toe-rentalinstelling) te markeren en druk vervol-gens op “RESET”.

OPMERKINGHet controlelampje schakelmoment kanworden ingesteld om te worden geactiveerdtussen 3000 tpm en 10500 tpm en om teworden gedeactiveerd tussen 3500 tpm en11000 tpm in stappen van 500 tpm.

Alle versnellingen op hetzelfde toerental in-stellen:

1. Druk op “SELECT” om “All” (Alle) temarkeren.

2. Druk op “RESET”; “On” (Aan) wordtweergegeven.

3. Druk op “RESET” zodat de toerental-cijfers gaan knipperen.

4. Druk op “SELECT” om het motortoe-rental te markeren waarbij het contro-lelampje schakelmoment wordtgeactiveerd.

5. Druk op “RESET” om het geselecteer-de motortoerental in te stellen. “Off”(Uit) wordt gemarkeerd en de cijfersvan het toerental gaan knipperen.

6. Druk op “SELECT” om het motortoe-rental te markeren waarbij het contro-lelampje schakelmoment wordtgedeactiveerd.

7. Druk op “RESET” om het geselecteer-de motortoerental in te stellen.

8. Druk nogmaals op “RESET” om terugte keren naar het vorige menu.

Het toerental voor elke versnelling afzon-derlijk instellen:

1. Druk op “SELECT” om versnellingenvan “1st” (1e) tot en met “5th” (5e) temarkeren, en druk vervolgens op “RE-SET”.

2. Als u drukt op “RESET” gaan de toe-rentalcijfers voor de gemarkeerde ver-snelling knipperen. Voer vervolgensde stappen 4–8 onder “Alle versnellin-

U2S3D1D0.book Page 11 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 26: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-12

3

gen op hetzelfde toerental instellen:”uit om het toerental voor de afzonder-lijke versnellingen in te stellen.

OPMERKINGAls u het toerental voor de afzonderlijke ver-snellingen hebt ingesteld en u kiest “All” (Al-le), worden alle eerder ingesteldetoerentallen voor afzonderlijke versnellin-gen teruggezet naar de standaardinstellin-gen 9000 (activering) en 11000(deactivering).

3. Druk “SELECT” om te bladerennaar “ ”, druk vervolgens op “RESET”om terug te keren naar het vorige me-nu.

De helderheid van het controlelampje scha-kelmoment instellenMet deze functie regelt u de helderheid vanhet controlelampje schakelmoment.

1. Druk op “SELECT” om “Brightness”(Helderheid) te markeren.

2. Druk op “RESET” zodat de segmentenvan het helderheidsniveau gaan knip-peren.

3. Druk op “SELECT” om het gewenstehelderheidsniveau te markeren.

4. Druk op “RESET” om het gewenstehelderheidsniveau in te stellen.

5. Druk op “RESET” om terug te kerennaar het vorige menu.

6. Druk op “SELECT” om te bladerennaar “ ” en druk vervolgens op “RES-ET”. Op deze wijze kunt u een anderitem in het menu selecteren.

De klok instellen1. Druk op “SELECT” om “Display” te

markeren.

2. Druk op “RESET”. Het volgendescherm wordt weergegeven.

3. Druk op “RESET” zodat de uuraandui-ding gaat knipperen.

4. Druk op “SELECT” om de uuraandui-ding te verhogen.

5. Druk op “RESET” zodat de minuten-aanduiding gaat knipperen.

6. Druk op “SELECT” om de minuten-aanduiding te verhogen.

7. Druk op “RESET” om de klok te star-ten.

8. Druk nogmaals op “RESET” om terugte keren naar het vorige menu.

Alle functies voor helderheid en controle-lampje schakelmoment terugstellen:Hiermee worden ALLE instellingen van defuncties voor de helderheid en het controle-lampje schakelmoment teruggesteld.

1. Druk op “SELECT” om “Display” temarkeren.

2. Druk op “RESET”.3. Druk op “SELECT” om “All reset” (Alle

terugstellen) te markeren.

U2S3D1D0.book Page 12 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 27: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-13

3

4. Druk op “RESET” en druk vervolgensop “SELECT” om “Yes” (Ja) te marke-ren.

5. Druk op “RESET” om de waarden voorde helderheid en het controlelampjeschakelmoment terug te stellen op defabrieksinstelling. De weergave keertterug naar de normale modus.

OPMERKINGAls u verdere instellingen voor het multi-functionele display wilt uitvoeren, opent ude selectiemodus opnieuw door “SELECT”en “RESET” tegelijkertijd ten minste drie se-conden ingedrukt te houden.

De stopwatch gebruikenU kunt de stopwatch als volgt activeren.

1. Druk op “SELECT” om “Stopwatch” temarkeren.

2. Druk op “RESET”.3. Druk op “SELECT” om “Stopwatch” te

markeren.

4. Druk op “RESET”.Het multifunctionele display verandertin de normale modus en in plaats vande klok wordt nu de stopwatch weer-gegeven.

5. Druk op “SELECT” om de stopwatchte starten.

6. Druk op de startknop “ ” of op “SE-LECT” om de stopwatch te stoppen.

7. Druk op “RESET” om de stopwatch te-rug te stellen op nul.

OPMERKING� Als gedurende een minuut noch op

“SELECT” noch op “RESET” wordt ge-drukt, verandert het scherm automa-tisch in de normale modus.

� Houd “RESET” ten minste twee se-conden ingedrukt om het scherm tewijzigen in de normale modus.

� Als u verdere instellingen voor het mul-tifunctionele display wilt uitvoeren,opent u de selectiemodus opnieuwdoor “SELECT” en “RESET” tegelijker-tijd ten minste drie seconden ingedruktte houden.

De aftelklok gebruiken:U kunt de aftelklok als volgt activeren.

1. Druk op “SELECT” om “Stopwatch” temarkeren.

2. Druk op “RESET”.3. Druk op “SELECT” om “Countdown”

(Aftelling) te markeren.

4. Druk op “RESET”. Het multifunctioneledisplay verandert in de normale mo-dus, in plaats van de klok wordt nu de

U2S3D1D0.book Page 13 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 28: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-14

3

stopwatch weergegeven en de indica-tor voor de ingeschakelde versnellingverandert in de aftelklok.

5. Als u drukt op “SELECT” of in een ver-snelling schakelt, begint de aftelklok afte tellen vanaf “5”. Tegelijkertijd knip-pert het controlelampje schakelmo-ment afhankelijk van het weergegevenaantal (als bijvoorbeeld “5” wordtweergegeven, knippert het controle-lampje vijf maal, wanneer “4” wordtweergegeven, knippert het controle-lampje 4 maal, enzovoort). De stop-watch begint te tellen wanneer deaftelklok het aftellen afrondt.

6. Druk op de startknop “ ” of “SE-LECT” om de aftelklok te stoppen.

7. Druk op “RESET” om de aftelklok enstopwatch terug te stellen op nul.

8. Druk op “RESET” om de aftelklok te-rug te stellen en herhaal vervolgens destappen 5–6, OF houd “RESET” nog-maals twee seconden lang ingedruktom naar de normale modus te gaan.

OPMERKINGZorg om verdere instellingen van het multi-functionele display uit te voeren dat de ver-snellingsbak in de vrijstand staat en keerterug naar de selectiemodus door “SE-LECT” en “RESET” ten minste drie secon-den ingedrukt te houden.

De systeemstatus controleren en terugstel-len op nulDe status/stand van de volgende itemswordt weergegeven en u kunt de rittellersterugstellen op nul.

� rittellers en kilometerteller� brandstofverbruik� luchtaanzuigtemperatuur� stand van gasklepopening

OPMERKING� U kunt het menu “System status” (Sys-

teemstatus) niet bekijken als het waar-schuwingslampje brandstofniveau ofkoelvloeistoftemperatuur brandt.

� Als het waarschuwingslampje brand-stofniveau of koelvloeistoftemperatuurgaat branden terwijl de motor loopt enhet systeemstatusmenu wordt weer-gegeven, wordt automatisch de nor-male modus weergegeven.

1. Druk op “SELECT” om “System sta-tus” (Systeemstatus) te markeren endruk vervolgens op “RESET”.

2. Druk op “SELECT” om “Yes” (Ja) temarkeren en druk vervolgens op “RE-SET”. (Markeer “No” (Nee) en druk op“RESET” om terug te keren naar hetvorige menu.)

De weergave verandert in het status-scherm.

U2S3D1D0.book Page 14 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 29: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-15

3

Druk op “SELECT” en de diverse rittellersen kilometerteller worden in de onderstaan-de volgorde weergegeven:(TRIP-F) → TRIP-1 → TRIP-2 → ODO →(TRIP-F)Druk op “RESET” om een ritteller terug testellen op nul.

OPMERKING� Alleen voor Groot-Brittannië: Houd

“SELECT” ten minste twee secondeningedrukt om te schakelen tussen kilo-meters en mijlen.

� Druk op “RESET” om de normale mo-dus gedurende vijf seconden weer tegeven. Houd “SELECT” en “RESET”tegelijkertijd ten minste drie secondeningedrukt om de weergave te wijzigenin de normale modus.

� Als u verdere instellingen voor het mul-tifunctionele display wilt uitvoeren,opent u de selectiemodus opnieuwdoor “SELECT” en “RESET” tegelijker-tijd ten minste drie seconden ingedruktte houden.

De onderhoudstellers terugstellen op nulMet deze functie kunt u de onderhoudstel-lers voor de banden, de olie en een itemnaar keuze terugstellen op nul.

1. Druk op “SELECT” om “Maintenance”(Onderhoud) te markeren.

2. Druk op “RESET”.3. Druk op “SELECT” om het item te mar-

keren dat u wilt terugstellen op nul.

4. Druk op “RESET” om het item terug testellen op nul.

OPMERKING� Het onderste gebied is leeg gelaten

voor een ander item waarvoor de be-stuurder de afstand wil controleren na-dat dit is gewijzigd, vervangen ofgecontroleerd (zoals het luchtfilterele-ment, motoronderdelen, enzovoort).

� Er kunnen geen letters en cijfers wor-den ingevoerd in het lege gebied.

5. Druk op “SELECT” om te bladerennaar “ ”.

6. Druk op “RESET” om terug te kerennaar het vorige menu.

Zelfdiagnosesysteem

1. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-serve

2. Klok3. Huidig brandstofverbruik4. Weergave gasklepopening5. Indicator ingeschakelde versnelling6. Weergave luchtaanzuigtemperatuur

1 2 3

6 5 4

1. Weergave foutcode

1

U2S3D1D0.book Page 15 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 30: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-16

3

OPMERKINGHet display geeft foutcodes alleen weer inde normale modus.

Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-systeem voor diverse elektrische circuits.Als in een van deze circuits een storingwordt gedetecteerd, gaat het waarschu-wingslampje motorstoring branden en geefthet display een foutcode weer.

LET OPDCA11590

Wanneer het display een foutcode aan-geeft, moet de machine zo spoedig mo-gelijk worden gecontroleerd ommotorschade te voorkomen.

Het zelfdiagnosesysteem detecteert ookstoringen in de circuits van het startblok-keersysteem.Als in een van de circuits van het startblok-keersysteem een storing wordt gedetec-teerd, knippert het controlelampjestartblokkering en geeft het display eenfoutcode weer.

OPMERKINGAls het display foutcode 52 weergeeft, be-treft dit mogelijk een storing in het transpon-dersignaal. Als deze fout zich voordoet,probeer dan het volgende.

1. Start de motor met behulp van de co-deersleutel.

OPMERKINGHoud andere startblokkeersleutels uit debuurt van het contactslot en bewaar nietmeer dan één startblokkeersleutel aan de-zelfde sleutelring! Startblokkeersleutelskunnen signaalstoring veroorzaken, waar-door de motor mogelijk niet kan worden ge-start.

2. Als de motor start, zet deze dan weeruit en probeer hem opnieuw te startenmet de standaardsleutels.

3. Als de motor niet kan worden gestartmet een of beide standaardsleutels,breng dan het voertuig, de codeersleu-tel en beide standaardsleutels naareen Yamaha dealer en laat de stan-daardsleutels opnieuw coderen.

Als het display foutcodes weergeeft, noteerdeze dan en vraag een Yamaha dealer omhet voertuig te controleren.

DAU12331

Antidiefstal-alarmsysteem (op-tie) Dit model kan door een Yamaha dealerworden uitgerust met een optioneel antidief-stal-alarmsysteem. Neem contact op meteen Yamaha dealer voor nadere informatie.

U2S3D1D0.book Page 16 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 31: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-17

3

DAU12348

Stuurschakelaars

Links

Rechts

DAU12350

Lichtsignaalschakelaar “ ” Druk deze schakelaar in om de koplampeen lichtsignaal te laten afgeven.

DAU12400

Dimlichtschakelaar “ / ” Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlichten op “ ” voor dimlicht.

DAU12460

Richtingaanwijzerschakelaar “ / ” Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaannaar rechts aan te geven. Druk deze scha-kelaar naar “ ” om afslaan naar links aante geven. Na loslaten keert de schakelaarterug naar de middenstand. Om de richtin-gaanwijzers uit te schakelen wordt de scha-kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd inde middenstand.

DAU12500

Claxonschakelaar “ ” Druk deze schakelaar in om een claxonsig-naal te geven.

DAU12660

Noodstopschakelaar “ / ” Zet deze schakelaar voor u de motor startop “ ”. Zet deze schakelaar op “ ” omde motor direct uit te schakelen in eennoodgeval, zoals wanneer de machine om-slaat of als de gaskabel blijft hangen.

DAU12711

Startknop “ ” Druk deze knop in om via de startmotor demotor rond te draaien. Zie pagina 5-1 voorstartinstructies voordat u de motor start.

DAU42340

Het waarschuwingslampje voor motorsto-ring en het ABS-waarschuwingslampjegaan branden als de sleutel naar “ON”wordt gedraaid en de startknop wordt inge-drukt. Dit wijst echter niet op een storing.

DAU12733

Schakelaar alarmverlichting “ ” Met de sleutel in de stand “ON” of “ ” kandeze schakelaar worden gebruikt voor hetinschakelen van de alarmverlichting (gelijk-tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).De alarmverlichting wordt gebruikt in eennoodgeval of om andere verkeersdeelne-mers te waarschuwen als uw machine stil-staat in een mogelijk gevaarlijkeverkeerssituatie.

LET OPDCA10061

Gebruik de alarmverlichting niet gedu-rende langere tijd als de motor nietdraait omdat hierdoor de accu kan ontla-den.

1. Lichtsignaalschakelaar “ ”2. Dimlichtschakelaar “ / ”3. Schakelaar alarmverlichting “ ”4. Claxonschakelaar “ ”5. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”

1. Noodstopschakelaar “ / ”2. Startknop “ ”

5 4

3

21

1

2

U2S3D1D0.book Page 17 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 32: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-18

3

DAU12830

Koppelingshendel

De koppelingshendel bevindt zich aan delinkerstuurgreep. Trek de hendel naar hetstuur toe om de koppeling te ontkoppelen.Laat de hendel los om de koppeling te latenaangrijpen. Voor een soepele werking vande koppeling moet de hendel snel ingetrok-ken worden en langzaam worden losgela-ten.De koppelingshendel is voorzien van eenstelwiel voor het instellen van de stand vande koppelingshendel. Verstel de afstandtussen de koppelingshendel en de stuur-greep door het stelwiel te verdraaien terwijlde hendel van het stuur vandaan wordt ge-

houden. Controleer of het correcte instel-punt op het stelwiel tegenover het pijltekenop de koppelingshendel staat.De koppelingshendel is voorzien van eensperschakelaar die deel uitmaakt van hetstartspersysteem. (Zie pagina 3-31.)

DAU12870

Schakelpedaal

Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-kerzijde van de motor en wordt in combina-tie met de koppelingshendel gebruikt bij hetschakelen van de versnellingen van de 5-traps constant-mesh versnellingsbak opdeze motorfiets.

1. Koppelingshendel2. Stelwiel voor afstelpositie koppelingshendel3. Pijlteken4. Afstand tussen koppelingshendel en stuur-

greep

4

1 2

3

1. Schakelpedaal

1

U2S3D1D0.book Page 18 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 33: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-19

3

DAU33851

Remhendel

De remhendel bevindt zich aan de rechter-stuurgreep. Trek de hendel naar het stuurtoe om de voorrem te bekrachtigen.De remhendel is voorzien van een stelknopvoor de positie van de remhendel. Om deafstand tussen de remhendel en de stuur-greep af te stellen, wordt de stelknop ge-draaid terwijl de hendel van het stuurvandaan wordt gehouden. Als de gewenstepositie is bereikt, stel deze dan in door eengroef op de stelknop uit te lijnen met hetmerkteken “ ” op de remhendel.

DAU12941

Rempedaal

Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-daal om de achterrem te bekrachtigen.

DAU46391

ABS Het Yamaha ABS (anti-blokkeervoorzieningremsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-voerd elektronisch regelsysteem dat devoorrem en achterrem onafhankelijk aan-stuurt. Het ABS wordt bewaakt door eenECU, die in geval van een storing zal terug-vallen op handmatig remmen.

WAARSCHUWINGDWA10090

� Het ABS-systeem functioneert hetmeest effectief over lange remwe-gen.

� Op sommige wegtypen (ruw weg-dek of grint) kan de remweg langerzijn dan bij remmen zonder ABS.Houd daarom steeds voldoende af-stand tot uw voorligger, afgestemdop uw rijsnelheid.

OPMERKING� Wanneer ABS is geactiveerd, worden

de remmen op de gebruikelijke wijzebediend. In de remhendel of het rem-pedaal kunnen pulsaties worden ge-voeld, maar dat duidt niet op eenstoring.

� Dit ABS-systeem is uitgerust met eentestfunctie, waarbij de bestuurder depulsaties kan voelen in het rempedaal

1. Remhendel2. Stelknop voor afstelpositie van remhendel3. “ ”-merkteken4. Afstand tussen remhendel en stuurgreep

1

4

23

1. Rempedaal

1

U2S3D1D0.book Page 19 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 34: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-20

3

of in de remhendel terwijl ABS actief is.Er is echter speciaal gereedschap ver-eist, dus neem voor het uitvoeren vandeze test contact op met uw Yamahadealer.

LET OPDCA16120

Houd alle soorten magneten (inclusiefmagneetgrijpers, magnetische schroe-vendraaiers etc.) uit de buurt van devoorste en achterste wielnaven. Anderskunnen de magnetische rotors van dewielnaven beschadigd raken, waardoorhet ABS-systeem niet meer goed werkt.

DAU46850

Tankdop

Om de tankdop te verwijderen1. Trek aan de ontgrendelingshendel van

de rugsteun van het bestuurderszadelaan de linkerzijde van de machine zo-als afgebeeld. De rugsteun schuiftnaar voren.

1. Voorste wielnaaf

1

1. Achterste wielnaaf

1

1. Ontgrendelingshendel rugsteun bestuur-derszadel

1

U2S3D1D0.book Page 20 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 35: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-21

3

2. Steek de sleutel in het slot en draaideze daarna een kwartslag rechtsom.Het slot wordt ontgrendeld en detankdop kan worden verwijderd.

Om de tankdop aan te brengen1. Breng de tankdop aan in de vulope-

ning van de brandstoftank, met desleutel in het slot en met het merkte-ken op de dop in een lijn met het merk-teken op de tank.

2. Draai de sleutel linksom naar de oor-spronkelijke positie en neem deze danuit.

3. Plaats de rugsteun terug in de oor-spronkelijke positie.

OPMERKINGDe tankdop kan alleen worden aangebrachtmet de sleutel in het slot. Bovendien kan desleutel niet worden uitgenomen als detankdop niet correct aangebracht en ver-grendeld is.

WAARSCHUWINGDWA10131

Controleer voor u gaat rijden of detankdop correct is aangebracht. Doorbrandstoflekkage ontstaat brandgevaar.

1. Rugsteun bestuurderszadel

1. Ontgrendelen.

1

1

1. Lijn merktekens uit

1

U2S3D1D0.book Page 21 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 36: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-22

3

DAU13212

Brandstof Controleer of er voldoende brandstof in debrandstoftank aanwezig is.

WAARSCHUWINGDWA10881

Benzine en benzinedampen zijn zeerbrandbaar. Volg de onderstaande in-structies om brand en ontploffing tevoorkomen en het letselrisico tijdens hettanken te verlagen.

1. Zet alvorens te tanken de motor af enzorg dat er niemand op de machine zit.Rook nooit tijdens het tanken en tanknooit in de nabijheid van vonken, openvuur of andere ontstekingsbronnen zo-als de waakvlammen van geisers enkledingdrogers.

2. Maak de brandstoftank niet te vol.Stop met vullen zodra de brandstof deonderkant van de vulhals heeft bereikt.Omdat brandstof uitzet als deze warmwordt, kan de warmte van de motor ofde zon ervoor zorgen dat brandstof uitde brandstoftank stroomt.

3. Veeg uitgestroomde brandstof onmid-dellijk af. LET OP: Veeg gemorstebrandstof onmiddellijk af met eenschone, droge, zachte doek, aange-zien de brandstof de gelakte opper-vlakken en kunststof delen kanaantasten. [DCA10071]

4. Draai de tankdop stevig vast.

WAARSCHUWINGDWA15151

Benzine is giftig en kan letsel of overlij-den veroorzaken. Spring zorgvuldig ommet benzine. Probeer nooit om benzinevia de mond over te hevelen. Roep on-middellijk medische hulp in nadat u ben-zine heeft ingeslikt, veel benzinedampheeft ingeademd of benzine in uw ogenheeft gekregen. Als benzine op uw huid

terechtkomt, was deze dan af met wateren zeep. Als u benzine op uw kledingmorst, trek dan andere kleding aan.

DAU13390

LET OPDCA11400

Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.Loodhoudende benzine veroorzaakt ern-stige schade aan inwendige motoron-derdelen als kleppen en zuigerveren enook aan het uitlaatsysteem.

Uw Yamaha motorblok is gebouwd op hetgebruik van loodvrije superbenzine met eenoctaangetal van RON 95 of hoger. Als demotor gaat detoneren (pingelen), gebruikdan benzine van een ander merk. Door

1. Vulpijp brandstoftank2. Maximaal brandstofniveau

1 2

Voorgeschreven brandstof:UITSLUITEND LOODVRIJE SU-PERBENZINE

Inhoud brandstoftank:15.0 L (3.96 US gal, 3.30 Imp.gal)

Hoeveelheid reservebrandstof (als het waarschuwingslampje brand-stofniveau gaat branden):

3.9 L (1.03 US gal, 0.86 Imp.gal)

U2S3D1D0.book Page 22 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 37: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-23

3

loodvrije benzine te gebruiken gaan bou-gies langer mee en blijven de onderhouds-kosten beperkt.

DAU39451

Tankbeluchtingsslang/overloop-slang

Alvorens de motorfiets te gebruiken:� Controleer de aansluiting van de tank-

beluchtingsslang/overloopslang.� Controleer de tankbeluchtings-

slang/overloopslang op scheuren ofbeschadiging en vervang indien nodig.

� Controleer of het uiteinde van de tank-beluchtingsslang/overloopslang nietverstopt is en reinig indien nodig.

DAU13445

Uitlaatkatalysatoren Dit voertuig is uitgerust met uitlaatkatalysa-toren in het uitlaatsysteem.

WAARSCHUWINGDWA10862

Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-tor heeft gedraaid. Let op het volgendeom brandgevaar of brandwonden tevoorkomen:

� Parkeer de machine nooit nabijbrandgevaarlijke stoffen, zoals opgras of op ander materiaal dat ge-makkelijk vlam vat.

� Parkeer de machine op een plekwaar voetgangers of kinderen nietgemakkelijk met het hete uitlaatsys-teem in aanraking kunnen komen.

� Controleer of het uitlaatsysteem isafgekoeld alvorens onder-houdswerkzaamheden uit te voe-ren.

� Laat de motor niet langer dan enke-le minuten stationair draaien. Langstationair draaien kan leiden totoververhitting.

1. Tankbeluchtingsslang2. Overloopslang brandstoftank

1 2

U2S3D1D0.book Page 23 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 38: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-24

3

LET OPDCA10701

Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bijgebruik van loodhoudende benzine zalonherstelbare schade worden toege-bracht aan de uitlaatkatalysator.

DAU46840

Zadels

Bestuurderszadel

Verwijderen van het bestuurderszadel1. Trek aan de ontgrendelingshendel van

de rugsteun van het bestuurderszadelaan de linkerzijde van de machine zo-als afgebeeld. De rugsteun schuiftnaar voren.

2. Verwijder de bouten en trek dan hetbestuurderszadel los.

Aanbrengen van het bestuurderszadel1. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde

van het bestuurderszadel in de zadel-bevestiging, zoals getoond in de af-beelding.

1. Ontgrendelingshendel rugsteun bestuur-derszadel

1

1. Rugsteun bestuurderszadel

1. Bout

1

1

U2S3D1D0.book Page 24 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 39: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-25

3

2. Plaats het bestuurderszadel in de oor-spronkelijke positie en draai dan debouten vast.

OPMERKINGControleer of het bestuurderszadel stevig isvergrendeld alvorens te gaan rijden.

3. Plaats de rugsteun terug in de oor-spronkelijke positie.

Duozadel

Verwijderen van het duozadel1. Trek aan de ontgrendelingshendel van

de rugsteun van het bestuurderszadelaan de linkerzijde van de machine zo-als afgebeeld. De rugsteun schuiftnaar voren.

2. Verwijder de bouten en trek daarna hetduozadel los.

Aanbrengen van het duozadel1. Steek het uitsteeksel van het duozadel

in de houder, zie de afbeelding.

2. Plaats het duozadel in de oorspronke-lijke positie en breng daarna de boutenaan.

3. Plaats de rugsteun terug in de oor-spronkelijke positie.

OPMERKINGControleer of het duozadel stevig is ver-grendeld alvorens te gaan rijden.

1. Uitsteeksel2. Zadelbevestiging

1

2

1. Ontgrendelingshendel rugsteun bestuur-derszadel

1. Bout2. Duozadel

1

2

1

1. Uitsteeksel2. Zadelbevestiging

1

2

U2S3D1D0.book Page 25 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 40: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-26

3

DAU14732

Voorvork afstellen

WAARSCHUWINGDWA10180

Geef beide vorkpoten steeds dezelfdeafstelling, anders kan slecht weggedragen verminderde rijstabiliteit het gevolgzijn.

Deze voorvork is voorzien van stelboutenvoor veervoorspanning, stelknoppen vooruitgaande demping en stelschroeven vooringaande demping.

LET OPDCA10101

Probeer nooit voorbij de maximum- ofminimuminstellingen te draaien omschade aan het mechanisme te voorko-men.

Veervoorspanning

Draai om de veervoorspanning te verhogenen zo de vering stugger te maken de stel-bout op beide vorkpoten in de richting (a).Draai om de veervoorspanning te verlagenen zo de vering zachter te maken de stel-bout op beide vorkpoten in de richting (b).Breng de gewenste groef op het stelmecha-nisme in lijn met het bovenvlak van de vork-plug.

1. Stelbout veervoorspanning

(a)

(b)

1

1. Huidige instelling2. Vorkplug

Afstelling veervoorspanning:Minimum (zacht):

5Standaard:

4Maximum (hard):

1

5 4 321

2

1

U2S3D1D0.book Page 26 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 41: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-27

3

Uitgaande demping

Draai om de uitgaande demping te verho-gen en zo de vering stugger te maken destelknop op beide vorkpoten in de richting(a). Draai om de uitgaande demping te ver-lagen en zo de vering zachter te maken destelknop op beide vorkpoten in de richting(b).

Ingaande demping

Draai om de ingaande demping te verhogenen zo de vering stugger te maken de stel-schroef op beide vorkpoten in de richting(a). Draai om de ingaande demping te ver-lagen en zo de vering zachter te maken destelschroef op beide vorkpoten in de richting(b).

OPMERKINGDoor geringe productie-afwijkingen zal hettotaal aantal klikken van een instelmecha-nisme voor veerdemping niet altijd exactmet bovenstaande specificaties overeenko-men; het werkelijke aantal klikken vormtechter wel altijd het complete afstelbereik.Voor een precieze afstelling is het aan te ra-den het aantal klikken van elk veerdem-pingsinstelmechanisme te controleren ende specificaties dienovereenkomstig aan tepassen.1. Stelknop voor uitveerdemping

Afstelling uitgaande demping:Minimum (zacht):

17 klik(ken) in de richting (b)*Standaard:

12 klik(ken) in de richting (b)*Maximum (hard):

1 klik(ken) in de richting (b)** Met de stelknop volledig gedraaid in

de richting (a)

(a)

(b)

1

1. Stelschroef voor inveerdemping

Afstelling ingaande demping:Minimum (zacht):

20 klik(ken) in de richting (b)*Standaard:

12 klik(ken) in de richting (b)*Maximum (hard):

1 klik(ken) in de richting (b)** Met de stelschroef volledig gedraaid

in de richting (a)

1(b)

(a)

U2S3D1D0.book Page 27 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 42: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-28

3

DAU46492

Schokdemperunit afstellen Deze schokdemperunit is uitgerust met eenstelknop voor veervoorspanning en metstelknoppen voor in- en uitgaande demping.

LET OPDCA10101

Probeer nooit voorbij de maximum- ofminimuminstellingen te draaien omschade aan het mechanisme te voorko-men.

Veervoorspanning

Draai om de veervoorspanning te verhogenen zo de vering stugger te maken de stel-knop in de richting (a). Draai om de veer-voorspanning te verlagen en zo de veringzachter te maken de stelknop in de richting(b).

OPMERKINGZet het betreffende merkteken op het afstel-mechanisme recht tegenover het uiteindevan de stelknop.

Uitgaande demping

Draai om de uitgaande demping te verho-gen en zo de vering stugger te maken destelknop in de richting (a). Draai om de uit-gaande demping te verlagen en zo de ve-ring zachter te maken de stelknop in derichting (b).

1. Stelknop veervoorspanning

(a)

(b)

1

Afstelling veervoorspanning:Minimum (zacht):

11Standaard:

6Maximum (hard):

1

54321

11

6 7

1098

1. Stelknop voor uitveerdemping

Afstelling uitgaande demping:Minimum (zacht):

20 klikken in de richting (b)*Standaard:

12 klikken in de richting (b)*Maximum (hard):

3 klikken in de richting (b)** Met de stelknop volledig gedraaid in

de richting (a)

(b)

(a)

1

U2S3D1D0.book Page 28 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 43: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-29

3

Ingaande demping

Draai om de ingaande demping te verhogenen zo de vering stugger te maken de stel-knop in de richting (a). Draai om de ingaan-de demping te verlagen en zo de veringzachter te maken de stelknop in de richting(b).

OPMERKINGOm een nauwkeurige afstelling te bereiken,is het raadzaam om het aantal klikken ofslagen te tellen waarmee elk afstelmecha-nisme van de demping wordt verdraaid. Hetkan voorkomen dat dit afstelbereik vanwe-ge kleine productieverschillen niet exactovereenkomt met de opgegeven specifica-ties.

WAARSCHUWINGDWA10221

Deze schokdemperunit is gevuld metstikstofgas onder hoge druk. Lees deonderstaande informatie zorgvuldigdoor alvorens werkzaamheden uit tevoeren aan de schokdemperunit.

� Probeer de gascilinder niet te ope-nen en blijf er verder vanaf.

� Stel de schokdemperunit niet blootaan open vuur of een andere hitte-bron. Hierdoor kan de gasdruk zohoog oplopen dat de unit explo-deert.

� Voorkom vervorming of beschadi-ging van de cilinder. Schade aan decilinder zal resulteren in slechtedempingsprestaties.

� Werp een beschadigde of versletenschokdemperunit niet zelf weg.Breng de schokdemperunit voor elkonderhoud naar een Yamaha-dealer.

1. Stelknop voor inveerdemping

Afstelling ingaande demping:Minimum (zacht):

12 klikken in de richting (b)*Standaard:

10 klikken in de richting (b)*Maximum (hard):

1 klikken in de richting (b)** Met de stelknop volledig gedraaid in

de richting (a)

(b)

(a)

1

U2S3D1D0.book Page 29 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 44: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-30

3

DAU15210

Bagageriembevestiging

Er zijn vier bevestigingspunten voor de ba-gageriemen: een aan beide passagiers-voetsteunen en twee onder hetpassagierszadel.

DAU41941

EXUP-systeem Dit model is uitgerust met het YamahaEXUP-systeem (regelsysteem voor uitlaat-druk). Dit systeem verhoogt het motorver-mogen door een klep die debinnendiameter van de uitlaatpijp reguleert.De stand van de EXUP-klep wordt door eencomputergestuurde servomotor constantaangepast overeenkomstig het motortoe-rental.

LET OPDCA15610

Het EXUP-systeem werd afgesteld enuitgebreid getest op de Yamaha fabriek.Als deze afstellingen worden gewijzigdzonder dat voldoende technische kennisaanwezig is, kan de werking van de mo-tor achteruitgaan of wordt de motor be-schadigd.

DAU15303

Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de linker-zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-daard met uw voet omhoog of omlaagterwijl u de machine rechtop houdt.

OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-standaard maakt deel uit van het startsper-systeem, dat in bepaalde situaties dewerking van het ontstekingssysteem blok-keert. (Zie pagina 3-31 voor een uitleg overhet startspersysteem.)

WAARSCHUWINGDWA10240

Met de machine mag nooit worden gere-den terwijl de zijstandaard omlaag staatof niet behoorlijk kan worden opgetrok-ken (of niet omhoog blijft), anders kan dezijstandaard de grond raken en zo de be-stuurder afleiden, waardoor de machinemogelijk onbestuurbaar wordt. HetYamaha startspersysteem is ontworpenom de bestuurder te helpen bij zijn ver-antwoordelijkheid de zijstandaard op tetrekken alvorens weg te rijden. Contro-leer dit systeem daarom regelmatig zo-

1. Bagageriembevestiging

11

U2S3D1D0.book Page 30 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 45: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-31

3

als hierna beschreven en laat hetrepareren door een Yamaha dealer alsde werking niet naar behoren is.

DAU44892

Startspersysteem Het startspersysteem (waarvan de zijstan-daardschakelaar, de koppelingshendel-schakelaar en de vrijstandschakelaar deeluitmaken) heeft de volgende functies.

� Het verhindert starten wanneer de ver-snellingsbak in een versnelling is ge-schakeld en de zijstandaard isopgeklapt, terwijl de koppelingshendelniet is ingetrokken.

� Het verhindert starten wanneer de ver-snellingsbak in een versnelling is ge-schakeld en de koppelingshendel isingetrokken, terwijl de zijstandaardnog omlaag staat.

� Het schakelt een draaiende motor uitwanneer de versnellingsbak in eenversnelling staat en de zijstandaardomlaag wordt bewogen.

Controleer de werking van het startspersys-teem regelmatig volgens de onderstaandeprocedure.

U2S3D1D0.book Page 31 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 46: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN

3-32

3

Met de motor uit:1. Beweeg de zijstandaard omlaag.2. De motorstopknop moet in de stand staan.3. Draai de sleutel naar aan.4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.5. Druk op de startknop.Start de motor?

Met de motor nog aan:6. Beweeg de zijstandaard omhoog.7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.9. Beweeg de zijstandaard omlaag.Slaat de motor af?

Als de motor is afgeslagen:10. Beweeg de zijstandaard omhoog.11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.12. Druk op de startknop.Start de motor?

Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt.

De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.Rijd niet met de motorfiets voordat deze is nagekeken door een Yamaha dealer.

De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet goed.Rijd niet met de motorfiets voordat deze is nagekeken door een Yamaha dealer.

De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet goed.Rijd niet met de motorfiets voordat deze is nagekeken door een Yamaha dealer.

JA NEE

JA NEE

JA NEE

Als zich een storing voordoet, vraag dan alvorens te gaan rijden een Yamaha dealer het systeem te controleren.

WAARSCHUWING

“ ”

U2S3D1D0.book Page 32 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 47: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN

4-1

4

DAU15596

Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en proceduresvoor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.

WAARSCHUWINGDWA11151

Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als ueen probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de machi-ne dan nazien door een Yamaha dealer.

Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:

ITEM CONTROLES PAGINA

Brandstof

• Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.• Vul indien nodig brandstof bij.• Controleer de brandstofleiding op lekkage.• Controleer de tankbeluchtingsslang/overloopslang op obstakels, scheuren of be-

schadiging en controleer de slangaansluiting.

3-22, 3-23

Motorolie• Controleer het olieniveau in de motor.• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.• Controleer de machine op olielekkage.

6-10

Cardanolie • Controleer de machine op olielekkage. 6-13

Koelvloeistof

• Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven ni-

veau.• Controleer het koelsysteem op lekkage.

6-15

U2S3D1D0.book Page 1 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 48: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN

4-2

4

Voorrem

• Controleer de werking.• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-

draulisch systeem te ontluchten.• Controleer de remblokken op slijtage.• Vervang indien nodig.• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.• Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven

niveau.• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.

6-23, 6-24

Achterrem

• Controleer de werking.• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-

draulisch systeem te ontluchten.• Controleer de remblokken op slijtage.• Vervang indien nodig.• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.• Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven

niveau.• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.

6-23, 6-24

Koppeling

• Controleer de werking.• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-

draulisch systeem te ontluchten.• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.

6-22

Gasgreep

• Controleer of de werking soepel is.• Controleer de vrije slag van de kabel.• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af te stellen,

en de kabel en het kabelhuis te smeren.

6-19, 6-26

Bedieningskabels • Controleer of de werking soepel is.• Smeer indien nodig. 6-25

Wielen en banden

• Controleer op schade.• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.• Controleer de bandspanning.• Corrigeer indien nodig.

6-19, 6-22

ITEM CONTROLES PAGINA

U2S3D1D0.book Page 2 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 49: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN

4-3

4

Rem- en schakelpedalen • Controleer of de werking soepel is.• Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten. 6-26

Rem- en koppelingshendels • Controleer of de werking soepel is.• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten. 6-27

Zijstandaard • Controleer of de werking soepel is.• Smeer indien nodig het scharnierpunt. 6-27

Framebevestigingen • Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.• Zet indien nodig vast. —

Instrumenten, verlichting, signaleringssysteem en schakelaars

• Controleer de werking.• Corrigeer indien nodig. —

Zijstandaardschakelaar • Controleer de werking van het startspersysteem.• Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine te

controleren.3-30

ITEM CONTROLES PAGINA

U2S3D1D0.book Page 3 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 50: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE

5-1

5

DAU15951

Lees de gebruikershandleiding zorgvuldigdoor om u vertrouwd te maken met alle be-dieningselementen. Als u de werking vaneen functie of bedieningselement niet be-grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-leg.

WAARSCHUWINGDWA10271

Een onvoldoende vertrouwdheid met debedieningselementen kan leiden tot ver-lies van de controle, met mogelijk eenongeval of letsel tot gevolg.

DAU48710

OPMERKINGDit model is uitgerust met:

� een hellingshoeksensor, waarbij demotor afslaat bij kanteling. In dat gevalwordt op het multifunctionele displayfoutcode 30 weergegeven, maar ditbetreft geen storing. Draai de sleutelnaar “OFF” en vervolgens naar “ON”om de foutcode te wissen. Als u datniet doet zal de motor niet starten, on-danks dat de motor wordt aangezwen-geld als u op de startknop drukt.

� een automatische motorstop. De mo-tor stopt automatisch als deze 20 mi-nuten stationair draait. Als de motorstopt, druk dan simpelweg op de start-knop om de motor opnieuw te starten.

DAU46532

Starten van de motor Door het startspersysteem is starten alleenmogelijk als aan een van de volgende voor-waarden is voldaan:

� De versnellingsbak staat in de vrij-stand.

� De versnellingsbak staat in een ver-snelling geschakeld terwijl de koppe-lingshendel is ingetrokken en dezijstandaard is opgeklapt.Zie pagina 3-31 voor meer informatie.

1. Draai de contactsleutel naar “ON” encontroleer of de noodstopschakelaarop “ ” is gezet.De volgende waarschuwingslampjesen controlelampjes moeten enkele se-conden oplichten en dan uitgaan.

� Waarschuwingslampje olieni-veau

� Waarschuwingslampje brand-stofniveau

� Waarschuwingslampje koelvloei-stoftemperatuur

� Waarschuwingslampje motorsto-ring

� ABS-waarschuwingslampje� Controlelampje schakelmoment� Controlelampje startblokkering

U2S3D1D0.book Page 1 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 51: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE

5-2

5

LET OPDCA11833

Als een waarschuwings- of controle-lampje niet gaat branden wanneer desleutel naar “ON” wordt gedraaid, ofwanneer een waarschuwings- of contro-lelampje niet dooft, zie dan pagina 3-3voor een controle van het circuit van hetbetreffende waarschuwings- of controle-lampje.

2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-stand. (Zie pagina 5-2.) Het vrijstand-controlelampje moet gaan branden.Als dit niet gebeurt, vraag dan eenYamaha dealer het elektrische circuitna te kijken.

3. Start de motor door de startknop in tedrukken. LET OP: Trek voor eenmaximale levensduur van de motornooit hard op als de motor koud is![DCA11041]

Als de motor niet wil starten, laat dande startknop los, wacht een paar se-conden en probeer het dan opnieuw.Iedere startpoging moet zo kort moge-lijk duren om de accu te sparen. Laatde startmotor nooit langer dan 10 se-conden achtereen draaien.

DAU16671

Schakelen

Door de versnellingen te schakelen kunt uhet beschikbare motorvermogen doserenbij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-ling oprijden etc.De schakelstanden worden getoond in deafbeelding.

OPMERKINGOm de versnellingsbak in de vrijstand teschakelen wordt het schakelpedaal enkelemalen ingetrapt totdat het einde van de slagbereikt is, waarna het pedaal iets wordt op-getrokken.

LET OPDCA10260

� Rijd niet lange tijd met afgezettemotor, ook niet met de versnellings-bak in de vrijstand, en sleep de mo-torfiets niet over lange afstanden.De versnellingsbak wordt alleen af-doende gesmeerd terwijl de motordraait. Door onvoldoende smeringkan de versnellingsbak worden be-schadigd.

� Gebruik altijd de koppeling om deversnellingsbak te schakelen om zoschade aan de motor, de versnel-lingsbak en de aandrijving te voor-komen; door hun constructie zijndeze niet bestand tegen de schok-ken die optreden bij belast schake-len.

1. Schakelpedaal2. Vrijstand

1

22345

N1

U2S3D1D0.book Page 2 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 52: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE

5-3

5

DAU16810

Tips voor een zuinig brandstof-verbruik Het brandstofverbruik is vooral afhankelijkvan uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips omhet brandstofverbruik te verlagen:

� Schakel snel en soepel door en ver-mijd hoge toerentallen terwijl u accele-reert.

� Geef geen gas tijdens het terugscha-kelen en voorkom dat de motor onbe-last met een hoog toerental draait.

� Laat de motor niet langdurig stationairdraaien maar zet hem af (bijvoorbeeldin files, bij stoplichten of bij spoorweg-overgangen).

DAU16841

Inrijperiode De belangrijkste periode in de levensduurvan het motorblok is de tijd tussen 0 en1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-gende informatie aandachtig door.Omdat het motorblok gloednieuw is, mag ditde eerste 1600 km (1000 mi) niet te zwaarworden belast. De verschillende onderde-len van de motor slijten op elkaar in totdatde juiste bedrijfsspelingen zijn bereikt. Rijdtijdens deze periode nooit langdurig volgasen vermijd ook andere manoeuvres die totoververhitting van de motor kunnen leiden.

DAU17123

0–1000 km (0–600 mi)Laat de motor niet langdurig meer dan 4800tpm maken. LET OP: Na 1000 km (600 mi)moeten de motorolie en de eindover-brengingsolie worden ververst en moetde oliefilterpatroon of het oliefilterele-ment worden vervangen. [DCA10332]

1000–1600 km (600–1000 mi)Laat de motor niet langdurig meer dan 5700tpm draaien.

1600 km (1000 mi) en verderDe machine kan nu normaal worden ge-bruikt.

LET OPDCA10310

� Voer het toerental niet zover op datde toerenteller in de rode zone wijst.

� Als tijdens de inrijperiode motor-schade optreedt, vraag dan directeen Yamaha dealer de machine tecontroleren.

U2S3D1D0.book Page 3 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 53: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE

5-4

5

DAU17213

Parkeren Zet om te parkeren de motor af en neemdan de sleutel uit het contactslot.

WAARSCHUWINGDWA10311

� De motor en het uitlaatsysteemkunnen zeer heet worden, parkeerdus op een plek waar voetgangersof kinderen niet gemakkelijk metdeze onderdelen in aanraking kun-nen komen en brandwonden kun-nen oplopen.

� Parkeer nooit op een helling of eenzachte ondergrond, hierdoor kan demachine kantelen met mogelijkbrandstoflekkage en brand tot ge-volg.

� Parkeer niet nabij gras of anderebrandbare materialen die vlam zou-den kunnen vatten.

U2S3D1D0.book Page 4 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 54: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-1

6

DAU17241

Door periodiek inspecties, afstellingen ensmeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u er-voor dat uw machine in zo veilig en efficiëntmogelijke conditie blijft. De eigenaar/be-stuurder van de machine is verplicht de op-timale veiligheid te waarborgen. Op devolgende pagina’s wordt de belangrijkste in-formatie met betrekking tot inspecties, af-stellingen en smeerbeurten gegeven.De intervalperioden vermeld in het periodie-ke smeer- en onderhoudsschema moetenworden beschouwd als een algemene richt-lijn onder normale rijcondities. Het is echtermogelijk dat de intervalperioden voor on-derhoud moeten worden verkort afhankelijkvan het weer, het terrein, de geografischelocatie en individueel gebruik.

WAARSCHUWINGDWA10321

Het niet of onjuist uitvoeren van onder-houd aan de machine vergroot het risicoop letsel of overlijden tijdens het uitvoe-ren van onderhoud of het rijden met demachine. Als u niet bekend bent metvoertuigonderhoud, laat het onderhouddan uitvoeren door uw Yamaha dealer.

WAARSCHUWINGDWA15121

Zet voor het uitvoeren van onderhoud demotor af tenzij anders aangegeven.

� Een draaiende motor heeft bewe-gende delen die lichaamsdelen ofkleding kunnen grijpen en elektri-sche onderdelen die schokken ofbrand kunnen veroorzaken.

� Het laten draaien van de motor tij-dens het uitvoeren van onderhoudkan leiden tot oogletsel, brandwon-den, brand of koolmonoxidevergif-tiging, mogelijk met de dood totgevolg. Zie pagina 1-1 voor meer in-formatie over koolmonoxide.

DAU17341

Boordgereedschapsset

De boordgereedschapsset is te vinden ach-ter paneel A. (Zie pagina 6-7.)De onderhoudsinformatie in deze handlei-ding en het gereedschap in de boordge-reedschapsset zijn bedoeld om u teondersteunen bij het uitvoeren van preven-tief onderhoud en kleinere reparaties. Voorde correcte uitvoering van bepaalde onder-houdswerkzaamheden kan echter het ge-bruik van extra gereedschap zoals eenmomentsleutel vereist zijn.

OPMERKINGLaat een Yamaha dealer onderhoud ver-richten als u niet beschikt over het gereed-schap of de ervaring die voor bepaaldewerkzaamheden vereist zijn.

1. Boordgereedschapsset

1

U2S3D1D0.book Page 1 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 55: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-2

6

DAU46861

OPMERKING� De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-

houdsbeurt op kilometerbasis of, voor Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht.� Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi).� Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereed-

schap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.

DAU46910

Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteem

NR. ITEM CONTROLE OF ONDER-HOUDSBEURT

KILOMETERSTAND JAARLIJK-SE CON-TROLE

1000 km (600 mi)

10000 km (6000 mi)

20000 km (12000 mi)

30000 km (18000 mi)

40000 km (24000 mi)

1 * Brandstofleiding • Controleer de brandstofslangen op scheurtjes of beschadigingen. √ √ √ √ √

2 * Bougies• Controleer de conditie.• Reinigen. √ √

• Vervangen. √ √

3 * Ventielen • Controleer de klepspeling.• Afstellen. Elke 40000 km (24000 mi)

4 * Brandstofinjectie-systeem • Stel de synchronisatie af. √ √ √ √ √

5 * Uitlaatdempers en uitlaatpijpen

• Controleer of de schroefklemmen goed vastzitten. √ √ √ √ √ √

6 * Luchtinlaatsysteem

• Controleer de luchtafsluitklep, de membraanklep en de slang op be-schadiging.

• Vervang beschadigde onderde-len indien nodig.

√ √ √ √ √

U2S3D1D0.book Page 2 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 56: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-3

6

DAU1770C

Algemeen smeer- en onderhoudsschema

NR. ITEM CONTROLE OF ONDER-HOUDSBEURT

KILOMETERSTAND JAARLIJK-SE CON-TROLE

1000 km (600 mi)

10000 km (6000 mi)

20000 km (12000 mi)

30000 km (18000 mi)

40000 km (24000 mi)

1 * Luchtfilterelement • Vervangen. √

2 * Koppeling• Controleer de werking en het

vloeistofniveau en controleer de machine op vloeistoflekkage.

√ √ √ √ √

3 * Voorrem

• Controleer de werking en het vloeistofniveau en controleer de machine op vloeistoflekkage.

√ √ √ √ √ √

• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt

4 * Achterrem

• Controleer de werking en het vloeistofniveau en controleer de machine op vloeistoflekkage.

√ √ √ √ √ √

• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt

5 * Remslangen• Controleer op scheurtjes en be-

schadigingen. √ √ √ √ √

• Vervangen. Elke 4 jaar

6 * Wielen • Controleer de speling en contro-leer op beschadigingen. √ √ √ √

7 * Banden

• Controleer op slijtage en bescha-digingen.

• Vervang indien nodig.• Controleer de bandspanning.• Corrigeer indien nodig.

√ √ √ √ √

8 * Wiellagers • Controleer op speling of bescha-digingen. √ √ √ √

U2S3D1D0.book Page 3 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 57: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-4

6

9 * Achterbrug• Controleer op een correcte wer-

king en overmatige speling. √ √ √ √

• Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)

10 * Balhoofdlagers• Controleer de lagers op speling

en oppervlakteruwheid. √ √ √ √ √

• Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)

11 * Framebevestigin-gen

• Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastge-zet.

√ √ √ √ √

12 Scharnieras van remhendel • Smeren met siliconenvet. √ √ √ √ √

13 Scharnieras van rempedaal • Smeren met lithiumvet. √ √ √ √ √

14 Scharnieras van koppelingshendel • Smeren met siliconenvet. √ √ √ √ √

15 Scharnieras van schakelpedaal • Smeren met lithiumvet. √ √ √ √ √

16 Zijstandaard • Controleer de werking.• Smeren. √ √ √ √ √

17 * Zijstandaardscha-kelaar • Controleer de werking. √ √ √ √ √ √

18 * Voorvork • Controleer op een correcte wer-king en olielekkage. √ √ √ √

19 * Schokdemperunit • Controleer op een correcte wer-king en olielekkage. √ √ √ √

NR. ITEM CONTROLE OF ONDER-HOUDSBEURT

KILOMETERSTAND JAARLIJK-SE CON-TROLE

1000 km (600 mi)

10000 km (6000 mi)

20000 km (12000 mi)

30000 km (18000 mi)

40000 km (24000 mi)

U2S3D1D0.book Page 4 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 58: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-5

6

20 *

Relaisarm achter-wielophanging en scharnierpunten verbindingsarm

• Controleer de werking. √ √ √ √

21 Motorolie

• Verversen.• Controleer het olieniveau en con-

troleer de machine op olielekka-ge.

√ √ √ √ √ √

22 Oliefilterpatroon • Vervangen. √ √ √

23 * Koelsysteem

• Controleer het koelvloeistofniveau en controleer de machine op vloeistoflekkage.

√ √ √ √ √

• Verversen. Elke 3 jaar

24 * EXUP-systeem• Controleer de werking, de vrije

slag van de kabel en de positie van de katrol.

√ √ √

25 Cardanolie

• Controleer het olieniveau en con-troleer de machine op olielekka-ge.

√ √ √

• Verversen. √ √ √

26 * Voor- en achterrem-schakelaar • Controleer de werking. √ √ √ √ √ √

27 Bewegende delen en kabels • Smeren. √ √ √ √ √

28 * Gaskabelhuis en gaskabel

• Controleer de werking en speling.• Stel indien nodig de speling af.• Smeer het gaskabelhuis en de

gaskabel.

√ √ √ √ √

NR. ITEM CONTROLE OF ONDER-HOUDSBEURT

KILOMETERSTAND JAARLIJK-SE CON-TROLE

1000 km (600 mi)

10000 km (6000 mi)

20000 km (12000 mi)

30000 km (18000 mi)

40000 km (24000 mi)

U2S3D1D0.book Page 5 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 59: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-6

6

DAU36771

OPMERKING� Luchtfilter

• Het luchtfilter op dit model is voorzien van een geolied papieren filterelement. Reinig dit niet met perslucht om beschadiging tevoorkomen.

• Het luchtfilterelement moet u vaker vervangen als u vaak in extreem vochtige of stoffige gebieden rijdt.� Onderhoud aan hydraulisch rem- en koppelingssysteem

• Controleer regelmatig het rem- en koppelingsvloeistofniveau en vul indien nodig bij.• Vervang de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en remklauwen en van de koppelingshoofdcilinder en -werkcilinder

na elke twee jaar en ververs dan ook de rem- en de koppelingsvloeistof.• Vervang de rem- en koppelingsslangen na elke vier jaar of als ze zijn gescheurd of beschadigd.

29 *Lampen, richtin-gaanwijzers en schakelaars

• Controleer de werking.• Stel de koplamplichtbundel af. √ √ √ √ √ √

NR. ITEM CONTROLE OF ONDER-HOUDSBEURT

KILOMETERSTAND JAARLIJK-SE CON-TROLE

1000 km (600 mi)

10000 km (6000 mi)

20000 km (12000 mi)

30000 km (18000 mi)

40000 km (24000 mi)

U2S3D1D0.book Page 6 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 60: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-7

6

DAU18722

Verwijderen en aanbrengen van de stroomlijn- en framepanelen Bij het uitvoeren van sommige in dit hoofd-stuk beschreven onderhoudswerkzaamhe-den moeten het afgebeeldestroomlijnpaneel en de framepanelen wor-den verwijderd. Neem deze paragraaf doorwanneer een stroomlijn- of framepaneelmoet worden verwijderd of aangebracht.

DAU46430

Stroomlijnpaneel A

Verwijderen van stroomlijnpaneel1. Verwijder het bestuurderszadel. (Zie

pagina 3-24.)2. Verwijder het paneel C. (Zie pagina

6-8.)3. Verwijder de bouten en trek daarna het

stroomlijnpaneel los.

Aanbrengen van het stroomlijnpaneel1. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-

spronkelijke positie en breng dan deschroeven aan.

2. Monteer het paneel.3. Breng het bestuurderszadel aan.

1. Stroomlijnpaneel A2. Paneel A

1

2

1. Paneel B2. Paneel C

1

2

1. Bout

1

11

1

U2S3D1D0.book Page 7 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 61: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-8

6

DAU46471

Paneel A

Om het paneel te verwijderen1. Steek de sleutel in het slot en draai

deze daarna een kwartslag rechtsom.

2. Trek het paneel naar buiten.

Om het paneel aan te brengen1. Plaats het paneel in de oorspronkelijke

positie.

2. Draai de sleutel linksom naar de oor-spronkelijke positie en neem deze danuit.

Paneel B

Om het paneel te verwijderen1. Verwijder de bout.

2. Trek het paneel naar buiten.

Om het paneel aan te brengenPlaats het paneel in de oorspronkelijke po-sitie en breng dan de bout aan.

Paneel C

Om het paneel te verwijderen1. Verwijder de bout.2. Trek het paneel omhoog.

1. Ontgrendelen.2. Paneel A

2

1

1. Bout2. Paneel B

1

2

U2S3D1D0.book Page 8 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 62: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-9

6

Om het paneel aan te brengenPlaats het paneel in de oorspronkelijke po-sitie en breng dan de bout aan.

DAU46680

Controleren van de bougies Bougies vormen belangrijke onderdelenvan de motor die periodiek moeten wordengecontroleerd, bij voorkeur door eenYamaha dealer. Omdat bougies door verhit-ting en neerslag altijd langzaam slijten,moeten de bougies worden verwijderd engecontroleerd volgens de tijden genoemd inhet periodieke smeer- en onderhoudssche-ma. De conditie van de bougies kan daar-naast veel duidelijk maken over de conditievan de motor.De porseleinen isolator rond de centraleelektrode moet licht tot gemiddeld bruin ver-kleurd zijn (de ideale kleur als normaal methet voertuig wordt gereden), en alle bougiesin de motor horen dezelfde verkleuring tehebben. Wanneer een bougie een heel an-dere kleur vertoont, werkt de motor mogelijkniet naar behoren. Probeer dergelijke pro-blemen niet zelf vast te stellen. Laat inplaats daarvan uw machine nakijken dooreen Yamaha dealer.Vervang een bougie als de elektroden blij-ken te zijn afgesleten en als overmatigekoolaanslag of andere neerslag gevondenwordt.

Voordat een bougie wordt aangebrachtmoet de elektrodenafstand met een draad-voelmaat worden gemeten; herstel de elek-trodenafstand indien deze buiten despecificaties valt.

Reinig het oppervlak van de bougiepakkingen het pasvlak en verwijder eventueel vuiluit de schroefdraad van de bougie.

1. Paneel C2. Bout

1

2

Voorgeschreven bougie:NGK/CR9EIADENSO/IU27D

1. Elektrodenafstand

Elektrodenafstand:0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)

Aanhaalmoment:Bougie:

12.5 Nm (1.25 m·kgf, 9.0 ft·lbf)

1

U2S3D1D0.book Page 9 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 63: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-10

6

OPMERKINGAls geen momentsleutel beschikbaar is,wordt de bougie correct vastgezet doorhandvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slagverder te draaien. De bougie moet echter zosnel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-ment worden aangedraaid.

LET OPDCA10840

Gebruik geen gereedschap om de bou-giedop te verwijderen of aan te brengen,om de bobinekabel niet te beschadigen.De bougiedop is mogelijk lastig te ver-wijderen omdat de rubber afdichting aanhet uiteinde stevig vastzit. Haal de bou-giedop los door hem heen en weer tedraaien en tegelijkertijd los te trekken;breng de bougiedop aan door heen enweer te draaien en tegelijkertijd aan tedrukken.

DAU19908

Motorolie en oliefilterpatroon Vóór iedere rit moet het motorolieniveauworden gecontroleerd. Verder moet de olieworden ververst en de oliefilterpatroon wor-den vervangen volgens de intervalperiodenvermeld in het periodieke smeer- en onder-houdsschema.

Om het motorolieniveau te controleren1. Zet de machine op een vlakke onder-

grond en houd deze rechtop. Wanneerde machine iets schuin staat, kan hetniveau al foutief worden afgelezen.

2. Start de motor, laat deze een paar mi-nuten warmdraaien en zet hem dan af.

3. Wacht een paar minuten tot de olie totrust is gekomen en controleer dan hetolieniveau via het kijkglas rechts onderin het carter.

OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen de merk-strepen voor minimum- en maximumniveaustaan.

4. Als de motorolie beneden de merk-streep voor minimumniveau staat, vuldan voldoende olie, van de aanbevo-len soort, bij tot het correcte niveau.

Om de motorolie te verversen (met ofzonder vervanging van oliefilterpatroon)

1. Zet de machine op een vlakke onder-grond.

2. Start de motor, laat deze een paar mi-nuten warmdraaien en zet hem dan af.

3. Zet een olieopvangbak onder de motorom de gebruikte olie op te vangen.

4. Verwijder de olievuldop en de olieaf-tapplug met de pakking om de olie uithet carter te laten stromen.

1. Kijkglas olieniveau2. Merkstreep maximumniveau3. Merkstreep minimumniveau

23 1

U2S3D1D0.book Page 10 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 64: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-11

6

OPMERKINGSla de stappen 5–7 over als de oliefilterpa-troon niet wordt vervangen.

5. Verwijder de oliefilterpatroon met eenoliefiltersleutel.

OPMERKINGDe Yamaha dealer kan een oliefiltersleutelleveren.

6. Smeer een dun laagje schone motoro-lie op de o-ring van de nieuwe oliefil-terpatroon.

OPMERKINGZorg dat de o-ring correct aanligt.

7. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon meteen oliefiltersleutel en zet hem danmet een momentsleutel vast met hetvoorgeschreven aanhaalmoment.

1. Olievuldop

1. Olieaftapplug2. Pakking

1

1

2

1. Oliefiltersleutel2. Oliefilterpatroon

1

2

1. O-ring

1. Momentsleutel

1

U2S3D1D0.book Page 11 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 65: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-12

6

8. Monteer de olieaftapplug met eennieuwe pakking en zet de plug vastmet het voorgeschreven aanhaalmo-ment.

9. Vul bij met de voorgeschreven hoe-veelheid van de aanbevolen motorolie,breng dan de olievuldop aan en zetdeze vast.

OPMERKINGVeeg enige gemorste olie af nadat de motoren het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.

LET OPDCA11620

� Om het slippen van de koppeling tevoorkomen (de motorolie smeertimmers ook de koppeling) mogengeen chemische additieven wordentoegevoegd. Gebruik geen oliënmet een “CD” dieselspecificatie ofoliën met een hogere kwaliteit dangespecificeerd. Gebruik ook geenoliën met een “ENERGY CONSER-VING II” of hogere aanduiding.

� Zorg dat er geen verontreinigingenin het carter terecht komen.

10. Start de motor, laat deze een paar mi-nuten stationair draaien en controleerdaarbij op olielekkage. Als er sprake isvan olielekkage, zet de motor dan di-rect af en zoek de oorzaak.

OPMERKINGNadat de motor is gestart moet het waar-schuwingslampje olieniveau uitgaan als hetolieniveau correct is.

LET OPDCA10401

Zet de motor direct af als het waarschu-wingslampje olieniveau knippert of blijftbranden en laat het voertuig controlerendoor een Yamaha dealer, zelfs als hetolieniveau in orde is.

11. Zet de motor af en wacht een paar mi-nuten tot de olie tot rust is gekomen.Controleer dan het olieniveau en corri-geer indien nodig.

Aanhaalmoment:Oliefilterpatroon:

17 Nm (1.7 m·kgf, 12 ft·lbf)

Aanhaalmoment:Olieaftapplug:

43 Nm (4.3 m·kgf, 31 ft·lbf)

Aanbevolen motorolie:Zie pagina 8-1.

Oliehoeveelheid:Zonder vervanging van oliefilterpa-troon:

4.30 L (4.55 US qt, 3.78 Imp.qt)Met vervanging van oliefilterpatroon:

4.70 L (4.97 US qt, 4.14 Imp.qt)

U2S3D1D0.book Page 12 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 66: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-13

6

DAU46575

Cardanolie Vóór elke rit moet het cardanhuis wordengecontroleerd op olielekkage. In geval vanlekkage dient u de machine door eenYamaha dealer te laten nakijken en repare-ren. Bovendien dient de cardanolie als volgtte worden gecontroleerd en ververst op deaangegeven tijdstippen in het periodiekeonderhouds- en smeerschema.

WAARSCHUWINGDWA10370

� Zorg ervoor dat geen verontreini-gingen het cardanhuis kunnen bin-nendringen.

� Zorg dat er geen olie op de bandenof wielen terechtkomt.

Controleren van het olieniveau in hetcardanhuis

1. Zet de machine op een vlakke onder-grond en houd deze rechtop.

OPMERKINGZorg dat de machine rechtop staat bij hetcontroleren van het olieniveau.

2. Draai de controlebout voor cardanolielos totdat olie naar buiten stroomt.

3. Als er geen olie naar buiten stroomt,verwijder de ontluchtingsdop van hetcardanhuis door de bout en onderle-gring te verwijderen en verwijder dande vulplug van de cardanolie met depakking.

4. Vul het aanbevolen type olie bij via devulopening voor cardanolie totdat deolie uit de opening in de controleboutstroomt.

5. Zet de controlebout vast met het voor-geschreven aanhaalmoment.

6. Controleer de pakking van de olievul-plug op beschadiging en vervang in-dien nodig.

1. Controlebout cardanolie

1

1. Bout ontluchtingsdop cardanhuis2. Ring3. Ontluchtingsdop cardanhuis4. Vulplug cardanolie5. Pakking

Aanhaalmoment:Controlebout cardanolie:

10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)

321

4

5

U2S3D1D0.book Page 13 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 67: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-14

6

7. Monteer de olievulplug met de pakkingen zet de plug vast met het voorge-schreven aanhaalmoment.

8. Breng de ontluchtingsdop van het car-danhuis aan door de onderlegring enbout te plaatsen en zet de bout vervol-gens vast met het voorgeschrevenaanhaalmoment.

Om de cardanolie te verversen1. Zet de machine op een vlakke onder-

grond.2. Plaats een olieopvangbak onder het

cardanhuis om de gebruikte olie op tevangen.

3. Verwijder de ontluchtingsdop van hetcardanhuis door de bout en onderle-gring te verwijderen.

4. Verwijder de vulplug van de cardanolieen de aftapplug van de cardanolie methun pakkingen om de olie uit het car-danhuis af te tappen.

5. Monteer de aftapplug met een nieuwepakking en zet de plug dan vast methet voorgeschreven aanhaalmoment.

6. Vul bij met de aanbevolen cardanolie.

7. Controleer de pakking van de olievul-plug op beschadiging en vervang in-dien nodig.

Aanhaalmoment:Vulplug cardanolie:

23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)

Aanhaalmoment:Bout ontluchtingsdop cardanhuis:

10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)

1. Bout ontluchtingsdop cardanhuis2. Ring3. Ontluchtingsdop cardanhuis4. Vulplug cardanolie5. Pakking

321

4

5

1. Aftapplug cardanolie2. Pakking

Aanhaalmoment:Aftapplug cardanolie:

23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)

Aanbevolen cardanolie:Cardanolie (Onderdeelnr.: 9079E-SH001-00)

Oliehoeveelheid:0.30 L (0.32 US qt, 0.26 Imp.qt)

11

2

U2S3D1D0.book Page 14 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 68: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-15

6

8. Monteer de olievulplug met de pakkingen zet de plug vast met het voorge-schreven aanhaalmoment.

9. Breng de ontluchtingsdop van het car-danhuis aan door de onderlegring enbout te plaatsen en zet de bout vervol-gens vast met het voorgeschrevenaanhaalmoment.

10. Controleer het cardanhuis op olielek-kage. Zoek in geval van lekkage naarde oorzaak.

DAU20070

Koelvloeistof Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveauworden gecontroleerd. Ook moet de koel-vloeistof worden ververst volgens de inter-valperioden vermeld in het periodiekesmeer- en onderhoudsschema.

DAU46690

Controleren van het koelvloeistofniveau1. Zet de machine op een vlakke onder-

grond en houd deze rechtop.

OPMERKING� Het koelvloeistofniveau moet worden

gecontroleerd terwijl de motor koud is,temperatuurverschillen zijn namelijkvan invloed op het niveau.

� Zorg dat de machine rechtop staat bijhet controleren van het koelvloeistofni-veau. Wanneer de machine ietsschuin staat, kan het niveau al foutiefworden afgelezen.

2. Controleer het koelvloeistofniveau inhet reservoir.

OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet tussen demerkstrepen voor minimum- en maximum-niveau staan.

3. Als de koelvloeistof bij of beneden demerkstreep voor minimumniveaustaat, verwijder dan de beveiliging vande dop van het vloeistofreservoir dooreerst de vergrendeling los te halen enverwijder vervolgens de dop van hetreservoir.

4. Vul koelvloeistof bij tot aan de merk-streep voor maximumniveau en brengdan de reservoirdop aan.WAARSCHUWING! Verwijder alleende dop van het koelvloeistofreser-voir. Probeer nooit om de radiator-vuldop te verwijderen als de motorkoud is. [DWA15161] LET OP: Als er geenkoelvloeistof aanwezig is, gebruik

Aanhaalmoment:Vulplug cardanolie:

23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)

Aanhaalmoment:Bout ontluchtingsdop cardanhuis:

10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)

1. Dop koelvloeistofreservoir2. Beveiliging dop koelvloeistofreservoir3. Bout4. Merkstreep maximumniveau5. Merkstreep minimumniveau

21

54

3

U2S3D1D0.book Page 15 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 69: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-16

6

dan in plaats daarvan gedistilleerdwater of onthard leidingwater. Ge-bruik geen hard water of zout water,dit is schadelijk voor de motor. Alser in plaats van koelvloeistof wateris gebruikt, vervang dit dan zo snelmogelijk door koelvloeistof, andersis het systeem niet beschermd te-gen vorst en corrosie. Als er wateraan de koelvloeistof is toegevoegd,laat dan een Yamaha dealer zo snelmogelijk het antivriesgehalte vande koelvloeistof controleren om tevoorkomen dat de effectiviteit vande koelvloeistof afneemt. [DCA10472]

5. Plaats de beveiliging van de dop vanhet reservoir door de vergrendelingaan te brengen.

DAU46423

Om de koelvloeistof te verversen1. Zet de machine op een vlakke onder-

grond en laat het motorblok indien no-dig afkoelen.

2. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Ziepagina 6-7.)

3. Verwijder het luchtinlaatkanaal doorde bouten te verwijderen.

4. Schuif een opvangbak onder de motorom de gebruikte koelvloeistof op tevangen.

5. Verwijder de radiatorvuldop.WAARSCHUWING! Probeer nooitom de radiatorvuldop te verwijde-ren als de motor warm is. [DWA10381]

6. Verwijder het deksel van het koelvloei-stofreservoir en het koelvloeistofreser-voir zelf door de bouten los te halen.

Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de merkstreep voor maximum-niveau):

0.27 L (0.29 US qt, 0.24 Imp.qt)

1. Bout2. Luchtaanzuigkanaal

1

1

2

1. Radiatorvuldop

1. Bout2. Dop koelvloeistofreservoir3. Beveiliging dop koelvloeistofreservoir4. Kap koelvloeistofreservoir5. Koelvloeistofreservoir

1

4

51

2 3 1

U2S3D1D0.book Page 16 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 70: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-17

6

7. Verwijder de beveiliging van de dopvan het vloeistofreservoir door eerstde vergrendeling los te halen en ver-wijder vervolgens de dop van het re-servoir.

8. Tap de koelvloeistof uit het reservoir afdoor het reservoir om te keren.

9. Monteer het deksel van het koelvloei-stofreservoir en het reservoir doordeze in de oorspronkelijke stand teplaatsen en breng daarna de boutenaan.

10. Verwijder de aftapschroef voor koel-vloeistof en de o-ring om het koelsys-teem af te tappen.

11. Spoel het koelsysteem nadat alle koel-vloeistof is uitgestroomd grondig doormet schoon leidingwater.

12. Breng de aftapschroef voor koelvloei-stof en de nieuwe o-ring aan.

13. Houd de machine rechtop en giet devoorgeschreven hoeveelheid van degespecificeerde koelvloeistof in de ra-diator en het reservoir. LET OP: Wan-neer u de machine niet rechtophoudt terwijl u de radiator met koel-vloeistof vult, dan kan er lucht in hetkoelsysteem blijven zitten. [DCA16540]

14. Breng de dop van het vloeistofreser-voir aan, en plaats vervolgens de be-veiliging van de dop van het reservoirdoor de vergrendeling aan te brengen.

15. Breng de radiatorvuldop weer aan.

16. Start de motor, laat hem een paar mi-nuten stationair draaien en zet hemdan uit.

17. Verwijder de radiatorvuldop om hetkoelvloeistofniveau in de radiator tecontroleren. Vul indien nodig koelvloei-stof bij tot het niveau boven in de radia-tor staat en breng dan deradiatorvuldop aan.

18. Controleer het koelvloeistofniveau inhet reservoir. Verwijder indien nodigde beveiliging van de dop van het koel-vloeistofreservoir, vul koelvloeistof bijtot aan de merkstreep voor maximum-niveau en breng dan de beveiligingvan de dop weer aan.

19. Start de motor en controleer dan of er-gens aan de machine lekkage te zienis. Vraag in dat geval een Yamahadealer het koelsysteem te controleren.

20. Monteer het luchtinlaatkanaal door debouten aan te brengen.

1. Aftapschroef koelvloeistof2. O-ring

1

2

Mengverhouding antivries/water:1:1

Aanbevolen antivries:Hoogwaardige ethyleenglycol anti-vries met corrosieremmers voor alu-minium motoren

Hoeveelheid koelvloeistof:Inhoud radiator (inclusief alle leidin-gen):

3.75 L (3.96 US qt, 3.30 Imp.qt)Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de merkstreep voor maximum-niveau):

0.27 L (0.29 US qt, 0.24 Imp.qt)

U2S3D1D0.book Page 17 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 71: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-18

6

21. Breng het stroomlijnpaneel aan.

DAU36764

Luchtfilterelement Het luchtfilterelement moet worden vervan-gen volgens de intervalperioden vermeld inhet periodieke smeer- en onderhoudssche-ma. Vraag een Yamaha dealer het luchtfil-terelement te vervangen.

DAU44734

Stationair toerental controleren Controleer het stationair toerental en laathet indien nodig door een Yamaha dealerbijstellen.

Stationair toerental:950–1050 tpm

U2S3D1D0.book Page 18 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 72: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-19

6

DAU21382

Controleren van de vrije slag gaskabel

De vrije slag van de gaskabel dient 3.0–5.0mm (0.12–0.20 in) te bedragen bij de gas-greep. Controleer de vrije slag van de gas-kabel regelmatig en laat de vrije slag indiennodig afstellen door een Yamaha dealer.

DAU21401

Klepspeling De klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-houding kan veranderen en/of hetmotorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-men moet de klepspeling door een Yamahadealer worden afgesteld volgens de inter-valperioden vermeld in het periodiekesmeer- en onderhoudsschema.

DAU21772

Banden Let ten aanzien van de voorgeschrevenbanden op het volgende voor een optimaleprestatie, levensduur en veilige werking vanuw motorfiets.

BandenspanningDe bandenspanning moet voor elke rit wor-den gecontroleerd en indien nodig wordenbijgesteld.

WAARSCHUWINGDWA10501

Rijden met deze machine met een on-juiste bandenspanning kan leiden totverlies van de controle met mogelijk ern-stig letsel of overlijden tot gevolg.

� De bandspanning moet worden ge-controleerd en afgesteld terwijl debanden koud zijn (wanneer de tem-peratuur van de banden gelijk isaan de omgevingstemperatuur).

� De bandspanning moet wordenaangepast aan de rijsnelheid en hettotale gewicht van rijder, passagier,bagage en accessoires dat voor ditmodel is vastgesteld.

1. Vrije slag gaskabel

1

U2S3D1D0.book Page 19 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 73: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-20

6

WAARSCHUWINGDWA10511

Belaad uw machine nooit te zwaar. Rij-den met een te zwaar belaste machinekan leiden tot een ongeval.

Inspectie van banden

Voor elke rit moeten de banden worden ge-controleerd. Als de bandprofieldiepte op hetmidden van de band de vermelde limietheeft bereikt, de band spijkers of stukjesglas bevat of wanneer de wang van de bandscheurtjes vertoont, moet de band onmid-dellijk door een Yamaha dealer worden ver-vangen.

OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte isvoor diverse landen verschillend. Neem al-tijd de lokale voorschriften in acht.

WAARSCHUWINGDWA10470

� Laat sterk versleten banden dooreen Yamaha dealer vervangen. Rij-den op een machine met versletenbanden is niet alleen verboden,maar dit heeft ook een averechts ef-fect op de rijstabiliteit, waardoor ude macht over het stuur zou kunnenverliezen.

� De vervanging van onderdelen vanwielen en remmen, inclusief ban-den, dient te worden overgelatenaan een Yamaha dealer, die over denodige vakkundige kennis en erva-ring beschikt.

Bandenspanning (gemeten op kou-de banden):

0–90 kg (0–198 lb):Voor:

250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)Achter:

290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)90–190 kg (198–419 lb):

Voor:250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)

Achter:290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)

Rijden met hoge snelheid:Voor:

290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)Achter:

290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)Maximale belasting*:

190 kg (419 lb)* Totaal gewicht van bestuurder, pas-

sagier, bagage en accessoires

1. Wang van band2. Bandprofieldiepte

Minimale bandprofieldiepte (voor en achter):

1.6 mm (0.06 in)

U2S3D1D0.book Page 20 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 74: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-21

6

Bandeninformatie

Deze motorfiets is uitgerust met gietwielenen tubeless banden met bandventielen.

WAARSCHUWINGDWA10481

� Monteer altijd voor- en achterban-den van hetzelfde merk en type.Verschillende banden kunnen hetweggedrag van de machine veran-deren, wat kan leiden tot een onge-val.

� Controleer altijd of de ventieldopjesstevig zijn bevestigd om zo lucht-lekkage te voorkomen.

� Gebruik uitsluitend de hierna ver-melde bandventielen en luchtven-tielbuisjes om bij hoge rijsnelhedeneen te lage bandspanning te voor-komen.

Na uitgebreide tests zijn alleen de hierondervermelde banden voor dit model goedge-keurd door Yamaha Motor Co., Ltd.

WAARSCHUWINGDWA10600

Deze motorfiets is uitgerust met specialebanden die geschikt voor zeer hoge rij-snelheden. Let op het volgende om dezebanden zo effectief mogelijk te kunnengebruiken.

� Gebruik bij vervanging uitsluitendhet voorgeschreven type banden.Bij andere banden is het risico opeen klapband bij zeer hoge rijsnel-heden niet denkbeeldig.

� Gloednieuwe banden bieden opsommige typen wegdek relatief wei-nig grip totdat ze zijn “ingereden”.Het is dan ook verstandig de eerste100 km (60 mi) nadat een nieuweband is aangebracht rustig te blij-ven rijden en pas daarna de rijsnel-heid te verhogen.

� Voordat met hoge snelheid wordtgereden moeten de banden zijn op-gewarmd.

� Pas de bandspanning steeds aanvolgens de rijomstandigheden.

1. Bandventiel2. Bandventielbuis3. Bandventieldop met afdichting

Voorband:Maat:

120/70R18M/C 59VFabrikant/model:

BRIDGESTONE/BT028FAchterband:

Maat:200/50R18M/C 76V

Fabrikant/model:BRIDGESTONE/BT028R

VOOR en ACHTER:Bandventiel:

TR412Luchtventielbuis:

#9100 (origineel)

U2S3D1D0.book Page 21 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 75: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-22

6

DAU21960

Gietwielen Let ten aanzien van de voorgeschrevenwielen op het volgende voor een optimaleprestatie, levensduur en veilige werking vanuw voertuig.

� Controleer de velgen voor iedere rit opscheurtjes, verbuiging of kromtrekken.Laat ingeval van schade het wiel dooreen Yamaha dealer vervangen. Pro-beer het wiel nooit zelf te repareren,hoe klein de reparatie ook is. Vervangeen wiel dat vervormd is of haar-scheurtjes vertoont.

� Na het vervangen van een wiel of bandmoet het wiel worden uitgebalanceerd.Een niet uitgebalanceerd wiel zal mo-gelijk slecht functioneren, of kan eenslechte wegligging en een verkorte le-vensduur van de banden tot gevolghebben.

� Rijd niet te snel direct na het verwisse-len van een band. Het bandoppervlakdient eerst te zijn ingereden voordathet zijn optimale eigenschappen ver-krijgt.

DAU42850

Koppelingshendel Omdat dit model is uitgerust met een hy-draulische koppelingsbediening, hoeft devrije slag van de koppelingshendel niet teworden afgesteld. Het is echter wel nodighet hydraulisch systeem vóór elke rit op lek-kage te controleren. Misschien zit er lucht inhet koppelingssysteem als de koppe-lingshendel te veel vrije slag heeft en scha-kelen moeizaam gaat, of als de koppelingslipt en de machine slecht accelereert. Alser lucht in het hydraulisch systeem zit, moethet systeem door een Yamaha dealer wor-den ontlucht voordat de motorfiets wordtgebruikt.

DAU37912

Vrije slag van voorremhendel controleren

Aan het uiteinde van de remhendel maggeen vrije slag aanwezig zijn. Als er tocheen vrije slag is, laat dan een Yamahadealer het remsysteem inspecteren.

WAARSCHUWINGDWA14211

Een zacht of sponzig gevoel in de rem-hendel kan betekenen dat er lucht in hethydraulisch systeem aanwezig is. Als erlucht in het hydraulisch systeem zit, laatdan het systeem door een Yamahadealer ontluchten voordat de machinewordt gebruikt. Lucht in het hydraulischsysteem heeft een negatief effect op de

1. Geen vrije slag remhendel

1

U2S3D1D0.book Page 22 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 76: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-23

6

remwerking, waardoor u de macht overhet stuur zou kunnen verliezen met eenongeluk als gevolg.

DAU36503

Remlichtschakelaars Het remlicht, dat wordt geactiveerd door hetrempedaal en de remhendel, moet oplich-ten nét voordat de remmen aangrijpen. Laatde remlichtschakelaars indien nodig dooreen Yamaha dealer afstellen.

DAU22392

Controleren van voor- en achter-remblokken De remblokken in de voor- en achterremmoeten worden gecontroleerd op slijtagevolgens de intervalperioden voorgeschre-ven in het periodieke smeer- en onder-houdsschema.

DAU43062

Remblokken voorrem

De remklauwen van de voorrem zijn voor-zien van twee rembloksets.Elk voorremblok heeft één of twee slijtage-indicatorgroeven, zodat het remblok op slij-tage kan worden gecontroleerd zonder derem te hoeven demonteren. Let op de slijta-ge-indicatorgroeven om de remblokslijtagete controleren. Wanneer een remblok zover

1. Slijtage-indicatorgroef remblok

11

U2S3D1D0.book Page 23 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 77: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-24

6

is afgesleten dat een slijtage-indicatorgroefbijna zichtbaar is, vraag dan een Yamaha-dealer de remblokken als set te vervangen.

DAU22470

Remblokken achterrem

Elk achterremblok heeft een eigen slijtage-indicatorgroef, zodat het remblok kan wor-den gecontroleerd zonder de rem te de-monteren. Let op de slijtage-indicatorgroefom de remblokslijtage te controleren. Wan-neer een remblok zover is afgesleten dat deslijtage-indicatorgroef vrijwel is verdwenen,vraag dan een Yamaha-dealer de remblok-ken als set te vervangen.

DAU46540

Controleren van remvloeistofni-veau

Voorrem

Achterrem

Bij een tekort aan remvloeistof kan lucht hetremsysteem binnendringen, waarna deremwerking mogelijk minder effectief is.

Controleer alvorens te gaan rijden of deremvloeistof boven de merkstreep voor mi-nimumniveau staat en vul indien nodig bij.Een laag remvloeistofniveau wijst mogelijkop verregaande remblokslijtage en/of lekka-ge in het remsysteem. Als het remvloeistof-niveau laag is, controleer dan deremblokken op slijtage en het remsysteemop lekkage.

OPMERKINGHet remvloeistofreservoir voor de achter-rem zit onder het duozadel. (Zie pagina3-24.)

Neem de volgende voorzorgsmaatregelenin acht:

� Bij het controleren van het remvloei-stofniveau moet het bovenvlak van hetremvloeistofreservoir horizontaalstaan.

� Gebruik uitsluitend de voorgeschrevenkwaliteit remvloeistof, anders kunnende rubber afdichtingen verslechterenen zo lekkage en slechte remwerkingteweegbrengen.

1. Slijtage-indicatorgroef remblok

1

1. Merkstreep minimumniveau

1. Merkstreep minimumniveau

1

1

Aanbevolen remvloeistof:DOT 4

U2S3D1D0.book Page 24 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 78: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-25

6

� Vul bij met hetzelfde type remvloeistof.Bij vermengen van verschillende typenremvloeistof kunnen schadelijke che-mische reacties optreden en kan deremwerking verslechteren.

� Pas op en zorg dat tijdens het bijvullengeen water of stof het remvloeistofre-servoir binnendringen. Water zal hetkookpunt van de remvloeistof aanzien-lijk verlagen zodat dampbelvormingkan optreden en vuil de hydraulischbediende kleppen van de ABS een-heid kan verstoppen.

� Remvloeistof kan gelakte of kunststofonderdelen aantasten. Veeg gemorsteremvloeistof steeds direct af.

� Naarmate de remblokken afslijten, zalhet remvloeistofniveau geleidelijk ver-der dalen. Vraag echter wel eenYamaha dealer om een inspectie alshet remvloeistofniveau plotseling sterkis gedaald.

DAU22751

Rem- en koppelingsvloeistof ver-versen Vraag een Yamaha dealer de remvloeistofen de koppelingsvloeistof te verversen vol-gens de intervalperioden voorgeschrevenonder OPMERKING bij het periodiekesmeer- en onderhoudsschema. Laat bo-vendien de oliekeerringen van de hoofd-remcilinder en de koppelingshoofdcilinder,de remklauwen en de rem- en koppelings-slangen vervangen volgens de hierna ver-melde intervalperioden of wanneer zelekken of zijn beschadigd.

� Vloeistofafdichtingen: Vervang elketwee jaar.

� Rem- en koppelingsslangen: Vervangelke vier jaar.

DAU23101

Kabels controleren en smeren De werking van alle bedieningskabels en deconditie van alle kabels moet voorafgaandaan elke rit worden gecontroleerd en de ka-bel en kabeleinden moeten indien nodigworden gesmeerd. Vraag een Yamahadealer een kabel te controleren of te vervan-gen wanneer deze is beschadigd of nietsoepel beweegt. WAARSCHUWING!Schade aan de buitenkabel kan de kabel-werking hinderen en leiden tot roestvor-ming op de binnenkabel. Vervang eenbeschadigde kabel zo snel mogelijk omonveilige omstandigheden te voorko-men. [DWA10721]

Aanbevolen smeermiddel:Motorolie

U2S3D1D0.book Page 25 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 79: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-26

6

DAU23112

Controleren en smeren van gas-greep en gaskabel De werking van de gasgreep hoort vooraf-gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.Daarnaast moet de kabel door een Yamahadealer worden gesmeerd volgens de inter-valperioden vermeld in het periodieke on-derhoudsschema.

DAU44272

Controleren en smeren van rem- en schakelpedalen

Rempedaal

Schakelpedaal

De werking van het rem- en het schakelpe-daal moet voorafgaand aan elke rit wordengecontroleerd en de pedaalscharnierpun-ten moeten indien nodig worden gesmeerd.

Aanbevolen smeermiddel:Lithiumvet

U2S3D1D0.book Page 26 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 80: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-27

6

DAU43600

Controleren en smeren van rem- en koppelingshendels

Remhendel

Koppelingshendel

De werking van de rem- en de koppe-lingshendel moet voorafgaand aan elke ritworden gecontroleerd en de hendelschar-nierpunten moeten indien nodig worden ge-smeerd.

DAU23202

Zijstandaard controleren en sme-ren

De werking van de zijstandaard moet voor-afgaand aan elke rit worden gecontroleerden het scharnierpunt en de metaal-op-me-taal contactvlakken moeten indien nodigworden gesmeerd.

WAARSCHUWINGDWA10731

Als de zijstandaard niet soepel omhoogen omlaag beweegt, vraag dan eenYamaha dealer deze te controleren of terepareren. Een slecht functionerende zij-standaard kan het wegdek raken en u af-leiden, waardoor u de controle over demachine kunt verliezen.

Aanbevolen smeermiddel:Siliconenvet

Aanbevolen smeermiddel:Lithiumvet

U2S3D1D0.book Page 27 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 81: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-28

6

DAUM1651

Achterbrugscharnierpunten smeren

De achterbrugscharnierpunten moetenworden gesmeerd door een Yamaha dealervolgens de intervalperioden vermeld in hetperiodieke smeer- en onderhoudsschema.

DAU23272

Voorvork controleren De conditie en de werking van de voorvorkmoeten als volgt worden gecontroleerd vol-gens de intervalperioden vermeld in het pe-riodieke smeer- en onderhoudsschema.

Om de conditie te controlerenControleer de binnenste vorkbuizen opkrassen, beschadigingen en overmatigeolielekkage.

Om de werking te controleren1. Zet de machine op een vlakke onder-

grond en houd deze rechtop.WAARSCHUWING! Ondersteun demachine zorgvuldig om omvallenen mogelijk letsel te voorkomen.[DWA10751]

2. Bekrachtig de voorrem en druk hetstuur een paar keer stevig naar bene-den om te controleren of de voorvorksoepel in- en uitveert.

LET OPDCA10590

Als schade wordt gevonden of de voor-vork niet soepel beweegt, vraag dan eenYamaha dealer te repareren of te contro-leren.

Aanbevolen smeermiddel:Lithiumvet

U2S3D1D0.book Page 28 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 82: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-29

6

DAU23283

Stuursysteem controleren Losse of versleten balhoofdlagers kunnengevaarlijk zijn. De werking van het stuursys-teem moet als volgt worden gecontroleerdvolgens de intervalperioden vermeld in hetperiodieke smeer- en onderhoudsschema.

1. Plaats een standaard onder de motorzodat het voorwiel los is van de grond.(Zie pagina 6-37 voor meer informa-tie.) WAARSCHUWING! Ondersteunde machine zorgvuldig om omval-len en mogelijk letsel te voorkomen.[DWA10751]

2. Houd de voorvorkpoten aan het onder-ste uiteinde beet en probeer ze naarvoren en achteren te bewegen. Alsspeling wordt gevoeld, vraag dan eenYamaha dealer het stuursysteem te in-specteren of repareren.

DAU23291

Controleren van wiellagers

De voor- en achterwiellagers moeten wor-den gecontroleerd volgens de intervalperio-den voorgeschreven in het periodiekesmeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-naaf speling vertoont of het wiel niet soepeldraait, vraag dan een Yamaha dealer dewiellagers te controleren.

DAU46553

Accu Dit model is voorzien van een VRLA (ValveRegulated Lead Acid)-accu. De elektrolythoeft niet te worden gecontroleerd en erhoeft geen gedistilleerd water te worden bij-gevuld. Het is echter wel nodig om de accu-kabelverbindingen te controleren en, indiennodig, vast te zetten.

WAARSCHUWINGDWA10760

� Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-dat het zwavelzuur bevat, een stofdie ernstige brandwonden veroor-zaakt. Vermijd contact met de huid,ogen of kleding en bescherm uwogen altijd bij werkzaamheden nabijaccu’s. Voer als volgt EERSTEHULP uit als er lichamelijk contactis geweest met elektrolyt.• UITWENDIG: Spoel overvloedig

met water.• INWENDIG: Drink grote hoeveel-

heden water of melk en roep di-rect de hulp in van een arts.

• OGEN: Spoel gedurende 15 mi-nuten met water en roep directmedische hulp in.

� Accu’s produceren het explosievewaterstofgas. Houd daarom von-ken, open vuur, sigaretten e.d. uit

U2S3D1D0.book Page 29 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 83: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-30

6

de buurt van de accu en zorg voorvoldoende ventilatie bij acculadenin een afgesloten ruimte.

� HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-TEN BEREIK VAN KINDEREN.

Verwijderen van de accu1. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie

pagina 6-7.)2. Koppel eerst de massakabel en daar-

na de pluskabel van de accu los doorde bouten te verwijderen.

3. Verwijder de bouten van de accukapen beweeg de accukap (samen met deECU) omhoog en vervolgens opzij.

4. Verwijder de hoofdzekering (samenmet de bevestigingsband) uit de hou-der.

5. Koppel de kabelstekker A los.

6. Verwijder het stootrubber.

7. Vouw de warmtewering uit, zie de af-beelding.

8. Trek de accu uit de accubak.

1. Negatieve accukabel (zwart)2. Positieve accukabel (rood)

2 1

1. Bout2. Accukap

1. Hoofdzekering2. Bevestigingsband3. Kabelstekker A

12

2

1

3

1. Dempingrubber

1. Warmtewering2. Accu

1

1

2

U2S3D1D0.book Page 30 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 84: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-31

6

Om de accu op te ladenVraag zo snel mogelijk een Yamaha dealerde accu te laden als deze ontladen lijkt tezijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-den raakt als de machine is uitgerust metoptionele elektrische accessoires.

LET OPDCA16520

Voor het opladen van een VRLA (ValveRegulated Lead Acid)-accu is een spe-ciale acculader (met constante span-ning) vereist. Bij gebruik van eenconventionele acculader raakt de accubeschadigd. Als u niet beschikt over eenacculader met constante spanning, laatde accu dan opladen door uw Yamahadealer.

Om de accu op te bergen1. Verwijder de accu als het voertuig lan-

ger dan een maand niet wordt ge-bruikt, laad hem volledig bij en zet danweg op een koele en droge plek. LETOP: Draai voordat u de accu verwij-dert de sleutel naar “OFF” en haaldan eerst de negatieve kabel endaarna de positieve kabel los.[DCA16302]

2. Als de accu langer dan twee maandenwordt weggeborgen, moet deze min-stens eenmaal per maand worden ge-controleerd; laad de accu dan indiennodig steeds volledig bij.

Installeren van de accu

OPMERKINGDe accu moet volledig geladen zijn.

1. Plaats de accu in de accubak.2. Vouw de warmtewering weer in de

oorspronkelijke positie. LET OP: Dewarmtewering moet op de oor-spronkelijke positie zitten en goedzijn uitgevouwen. [DCA16550]

3. Breng het stootrubber aan.4. Sluit de kabelstekker A aan.

5. Breng de hoofdzekering (samen metde bevestigingsband) op de houderaan.

6. Plaats de accukap (samen met deECU) in de oorspronkelijke positie enbreng dan de bouten aan.

7. Sluit eerst de pluskabel en daarna demassakabel van de accu aan door debouten aan te brengen.

8. Breng het stroomlijnpaneel aan.

LET OPDCA16530

Houd de accu steeds opgeladen. Stallenvan een ontladen accu kan leiden totpermanente accuschade.

1. Warmtewering

1

U2S3D1D0.book Page 31 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 85: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-32

6

DAU46453

Zekeringen vervangen De hoofdzekering en de zekering voor deABS-motor bevinden zich achter stroomlijn-paneel A. (Zie pagina 6-7.) Zekeringenkast-je 1 bevindt zich onder hetbestuurderszadel. (Zie pagina 3-24.)

Zekeringenkastje 1

Zekeringenkastje 2 bevindt zich achter pa-neel B. (Zie pagina 6-7.)

Zekeringenkastje 2

Vervang een zekering als volgt als deze isdoorgebrand.

1. Draai de contactsleutel naar “OFF” enschakel het betreffende elektrische cir-cuit uit.

2. Verwijder de doorgebrande zekeringen breng een nieuwe zekering met devoorgeschreven ampèrewaarde aan.WAARSCHUWING! Gebruik geen

1. Hoofdzekering2. Zekering ABS-pompmotor3. Reservezekering ABS-pompmotor

1

3

2

1. Zekering van de ABS-solenoïdeklep2. Zekering brandstofinjectiesysteem3. Reservezekering

12

3

1. Zekering ontstekingssysteem2. Zekering ABS-regeleenheid3. Koplampzekering4. Backup-zekering (voor klok en startblokkeer-

systeem)5. Zekering elektronische smoorklep6. Zekering radiatorkoelvin7. Reservezekering8. Zekering signaleringssysteem9. Zekering parkeerlichten10.Zekering rubradiatorkoelvin

1 2 3 4 5 6

7

8

10

7

9

U2S3D1D0.book Page 32 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 86: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-33

6

zekeringen met een hogere ampera-ge dan aanbevolen om ernstigeschade aan het elektrische systeemen mogelijk brand te voorkomen.[DWA15131]

3. Draai de contactsleutel naar “ON” enschakel het betreffende elektrische cir-cuit in om te zien of de apparatuurwerkt.

4. Als de zekering direct opnieuw door-brandt, vraag dan een Yamaha dealerhet elektrisch systeem te controleren.

DAU46461

Koplampgloeilamp vervangen De koplamp op dit model heeft een halo-geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-lamp als volgt als deze is doorgebrand.

LET OPDCA10650

Pas op en zorg dat de volgende onderde-len niet worden beschadigd:

� KoplampgloeilampRaak het glas van de koplampgloei-lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,anders kan de doorzichtigheid vanhet glas, de lichtintensiteit en de le-vensduur nadelig worden beïn-vloed. Wrijf eventueleverontreinigingen en vingerafdruk-ken op het gloeilampglas weg meteen doekje gedrenkt in alcohol ofthinner.

� KoplamplensPlak geen kleurfolie of stickers opde koplamplens.Gebruik geen koplampgloeilampmet een hoger wattage dan is voor-geschreven.

Voorgeschreven zekeringen:Hoofdzekering:

50.0 AZekering ontstekingssysteem:

20.0 AZekering parkeerlichtcircuit:

7.5 AZekering signaleringssysteem:

7.5 AKoplampzekering:

15.0 AZekering radiatorkoelvin:

20.0 AZekering rubradiatorkoelvin:

7.5 AZekering brandstofinjectiesysteem:

15.0 AZekering ABS-regeleenheid:

7.5 AZekering ABS-motor:

30.0 AZekering van de ABS-solenoïde-klep:

15.0 ABackup-zekering:

7.5 AZekering elektronische smoorklep:

7.5 A

U2S3D1D0.book Page 33 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 87: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-34

6

1. Verwijder de koplampunit door de bou-ten los te halen.

2. Maak de koplampstekker los en ver-wijder dan de gloeilampkap.

3. Haak de gloeilamphouder los en ver-wijder dan de defecte gloeilamp.

4. Breng een nieuwe koplampgloeilampaan en zet deze dan vast met de gloei-lamphouder.

5. Breng de gloeilampkap aan en sluitdan de koplampstekker aan.

6. Monteer de koplampunit door de bou-ten aan te brengen.

7. Vraag indien nodig een Yamahadealer de koplamplichtbundel af testellen.

1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.

1. Bout

1

1

1. Koplampstekker2. Gloeilampkap

1. Gloeilamphouder

1

2

1

U2S3D1D0.book Page 34 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 88: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-35

6

DAU24181

Achterlicht/remlichtunit Dit model is uitgerust met een LED-typeremlicht/achterlicht.Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-den, vraag dan een Yamaha dealer hetelektrisch circuit te testen.

DAU24204

Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen

1. Verwijder de lamplens van de richtin-gaanwijzer door de schroeven te ver-wijderen.

2. Verwijder de defecte gloeilamp doordeze in te drukken en linksom tedraaien.

3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-ting, druk deze in en draai rechtsom tothij stuit.

4. Monteer de lamplens door de schroefaan te brengen. LET OP: Draai deschroef niet te vast, hierdoor kan delens breken. [DCA11191]

1. Schroef2. Lamplens richtingaanwijzer

1

2

1. Gloeilamp richtingaanwijzer

1

U2S3D1D0.book Page 35 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 89: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-36

6

DAU46781

Gloeilamp kentekenverlichting vervangen

1. Verwijder de bevestigingsplaat doorde bouten los te halen.

2. Verwijder de kentekenverlichting doorde bouten te verwijderen.

3. Verwijder de gloeilampfitting van dekentekenverlichting (samen met degloeilamp) door deze eerst linksom tedraaien en daarna eruit te trekken.

4. Verwijder de defecte gloeilamp doordeze uit te trekken.

5. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-ting.

6. Breng de fitting (samen met de gloei-lamp) aan door deze eerst in te druk-ken en daarna rechtsom te draaientotdat hij stuit.

7. Monteer de kentekenverlichting doorde bouten aan te brengen.

8. Monteer de bevestigingsplaat door debouten aan te brengen.

1. Bevestigingsplaat2. Bout

1

2

1. Bout2. Kentekenverlichtingsunit

1. Gloeilampfitting kentekenverlichting

1

2

1

1. Gloeilamp kentekenverlichting

1

U2S3D1D0.book Page 36 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 90: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-37

6

DAU46403

Parkeerlichtgloeilamp vervangen Vervang een parkeerlichtgloeilamp als volgtals deze is doorgebrand.

1. Verwijder de koplampunit. (Zie pagina6-33.)

2. Verwijder de lampfitting van het par-keerlicht (samen met de gloeilamp)door deze linksom te draaien.

3. Verwijder de doorgebrande gloeilampdoor deze uit de fitting te trekken.

4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-ting.

5. Bevestig de lampfitting van het par-keerlicht (samen met de gloeilamp)door deze rechtsom te draaien.

6. Breng de koplampunit aan.

DAU24350

Ondersteunen van de motorfiets Dit model is niet voorzien van een midden-bok, neem daarom de volgende voorzorgs-maatregelen in acht bij het verwijderen vanhet voor- en achterwiel of bij het uitvoerenvan ander onderhoud waarbij de motorfietsrechtop moet staan. Controleer of de motor-fiets stabiel en horizontaal staat alvorensonderhoud te verrichten. Onder het motor-blok kan een stevige houten kist gezet wor-den voor extra stabiliteit.

Onderhoud aan het voorwiel1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-

torfiets met een motorstandaard of, alsgeen andere standaard voorhandenis, door een krik te plaatsen onder hetframe aan de voorzijde van het achter-wiel.

2. Breng het voorwiel los van de grondmet gebruik van een motorfietsstan-daard.

Verwijderen van het achterwielBreng het achterwiel los van de grond meteen motorfietsstandaard of, als deze nietvoorhanden is, door een krik te plaatsen on-der beide zijden van het frame aan de voor-zijde van het achterwiel, of onder beideuiteinden van de achterbrug.

1. Fitting parkeerlichtgloeilamp

1 1. Parkeerlichtgloeilamp

1

U2S3D1D0.book Page 37 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 91: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-38

6

DAU25871

Problemen oplossen Yamaha motorfietsen ondergaan een gron-dige inspectie voordat ze vanaf de fabriekop transport gaan, maar tijdens gebruikkunnen toch storingen optreden. Proble-men in de brandstof-, compressie- of ont-stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld deoorzaak zijn van slecht starten of een afna-me in motorvermogen.In de volgende storingzoekschema’s is eensnelle en gemakkelijke werkwijze weerge-geven om deze vitale systemen zelf te kun-nen controleren. Ga met uw motorfietsechter wel naar een Yamaha dealer als re-paraties nodig zijn, hier zijn vakkundigemonteurs aanwezig die beschikken over hetbenodigde gereedschap en de ervaring envakkennis om het nodige onderhoud aan demotorfiets correct te verrichten.Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-vangingsonderdelen. Niet-originele onder-delen lijken misschien op Yamahaonderdelen maar zijn toch vaak van minde-re kwaliteit en hebben een kortere levens-duur, zodat dan later mogelijk toch durereparaties nodig zijn.

WAARSCHUWINGDWA15141

Rook niet tijdens het controleren van hetbrandstofsysteem en let erop dat ergeen open vuur of vonken in de omge-ving zijn, inclusief waakvlammen vangeisers of ovens. Benzine en benzine-dampen kunnen vlam vatten of explode-ren, met ernstig letsel of schade aaneigendommen tot gevolg.

U2S3D1D0.book Page 38 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 92: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-39

6

DAU46790

Storingzoekschema’s

Startproblemen of slechte werking van de motor

Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.

1. BrandstofEr is voldoende brandstof aanwezig.

Er is geen brandstof aanwezig.

Controleer de compressie.

Vul brandstof bij. De motor start niet. Controleer de compressie.

Bedien de startmotor.

2. CompressieEr is compressie.

Er is geen compressie.

Controleer de ontsteking.

Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.

Verwijder de bougies en controleer de elektroden.

3. Ontsteking Veeg de bougies schoon met een droge doek of vervangde bougies.

Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.

De motor start niet. Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.

De motor start niet. Controleer de accu.

Bedien de startmotor.

4. AccuDe motor draait snel rond.

De motor draait langzaam rond.

De accu is in orde.

Controleer de aansluitingen van de accukabels en laad de accu indien nodig.

Droog

Nat Bedien de startmotor.

U2S3D1D0.book Page 39 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 93: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN

6-40

6

Oververhitte motor

WAARSCHUWINGDWAT1040

� Verwijder de radiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnennaar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.

� Breng een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de radiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegende aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze links-om en verwijder de dop.

OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-ven koelvloeistof worden vervangen.

Wacht tot de motor is afgekoeld.

Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir en in de radiator.

Het koelvloeistofniveau is in orde.

Het koelvloeistofniveau is laag. Controleer het koelsysteem op lekkage.

Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem te controleren en te repareren.

Vul koelvloeistof bij. (Zie OPMERKING.)

Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem te controleren en te repareren als de motor opnieuw oververhit raakt.

Er is lekkage.

Er is geen lekkage.

U2S3D1D0.book Page 40 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 94: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS

7-1

7

DAU37833

Matkleur, let op

LET OPDCA15192

Sommige modellen zijn uitgerust metmatkleurige onderdelen. Raadpleeg eenYamaha dealer voor advies over watvoor producten gebruikt moeten wordenom het voertuig te reinigen. Het gebruikvan een borsteltje, chemische produc-ten of reinigingsmiddelen tijdens het rei-nigen van deze onderdelen kan hetoppervlak bekrassen of beschadigen.Ook was moet niet worden aangebrachtop een van de matkleurige onderdelen.

DAU46410

Verzorging De open constructie van een motorfietsmaakt de fraaie techniek beter zichtbaar,maar de machine is hierdoor ook kwets-baarder. Er kan roestvorming en corrosieoptreden, ook al zijn hoogwaardige compo-nenten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valtbij een auto niet zo op, maar doet bij eenmotorfiets afbreuk aan het algehele uiterlijk.Regelmatige en correcte verzorging is nietalleen vereist volgens de garantiebepalin-gen, maar zorgt ook dat de motorfiets erlanger mooi uit blijft zien, verlengt de le-vensduur en verbetert de prestaties.

Alvorens te reinigen1. Dek de uitlaatdemperopeningen af

met een plastic zak nadat de motor isafgekoeld.

2. Controleer of alle doppen en afdek-pluggen, ook de bougiedoppen, enalle elektrische stekkers en aansluitin-gen stevig zijn bevestigd.

3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo-als verbrande olie op het carter, meteen ontvetter en een borstel, maar ge-bruik dergelijke producten nooit op af-dichtingen, pakkingen en wielassen.Spoel vuil en ontvetter altijd af met wa-ter.

Reinigen

LET OPDCA10772

� Vermijd het gebruik van sterke enbijtende wielreinigingsmiddelen,vooral bij spaakwielen. Als dergelij-ke producten toch worden gebruiktom hardnekkig vuil los te maken,laat het reinigingsmiddel dan nietlanger inwerken dan is vermeld inde gebruiksinstructies. Spoel ver-volgens grondig na met water, laatdirect drogen en breng daarna eencorrosiewerende spray aan.

� Bij verkeerd reinigen kunnen kunst-stof delen (zoals stroomlijnpanelen,framepanelen, kuipruiten, koplamp-lenzen, lenzen van de instrumen-tenverlichting enz.) en deuitlaatdempers beschadigd raken.Gebruik alleen een zachte, schonedoek of een spons met water omkunststof delen te reinigen. Als dekunststof delen met water niet af-doende kunnen worden gereinigd,kan een mild reinigingsmiddel metwater worden gebruikt. Spoel reini-gingsmiddelresten zorgvuldig afmet grote hoeveelheden water, aan-gezien ze de kunststof delen kun-nen beschadigen.

U2S3D1D0.book Page 1 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 95: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS

7-2

7

� Gebruik geen bijtende chemischereinigingsmiddelen op kunststofdelen. Vermijd het gebruik van doe-ken of sponzen die in contact zijngeweest met bijtende of schurendereinigingsmiddelen, oplosmiddelenof thinner, brandstof (benzine),roestverwijderingsmiddelen of cor-rosieremmers, remvloeistof, anti-vries of elektrolyt.

� Gebruik geen hogedrukreinigers ofstoomreinigers, omdat dan op devolgende plaatsen water kan door-dringen en zo schade kan ontstaan:afdichtingen (van wiel- en achter-bruglagers, voorvork en remmen),elektrische componenten (kabel-stekkers, messtekkers, instrumen-ten, schakelaars en verlichting),beluchtings- en ontluchtingsslan-gen.

� Bij motorfietsen met een kuipruit:Gebruik geen bijtende reinigings-middelen of harde sponzen, dezeveroorzaken dofheid en laten kras-jes achter. Sommige reinigingsmid-delen voor kunststof lateneveneens krasjes achter op dekuipruit. Test het product op eenklein, niet-zichtbaar gedeelte van dekuipruit om zeker te zijn dat geen

sporen achterblijven op de kuipruit.Als de kuipruit krasjes vertoont,breng dan na wassen een hoog-waardige polish voor gebruik opkunststof aan.

Na normaal gebruikVerwijder vuil met warm water, een mild rei-nigingsmiddel en een zachte, schone sponsen spoel dan grondig met schoon water.Gebruik een tandenborstel of flessenborstelvoor moeilijk bereikbare plekken. Hardnek-kig vastzittend vuil en insectenresten latengemakkelijker los als de bewuste plek alvo-rens te reinigen een paar minuten met eenvochtige doek wordt bedekt.

Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-kelde wegenZeelucht en wegenzout waarmee wegen inde winter worden bestrooid hebben in com-binatie met water een zeer corrosieve wer-king; handel daarom als volgt na een rit ineen regenbui, nabij de kust of op bepekeldewegen.

OPMERKINGIn de winter gestrooid wegenzout kan nogtot in de lente aanwezig blijven.

1. Reinig de motorfiets met koud wateren een mild reinigingsmiddel nadat demotor is afgekoeld. LET OP: Gebruikgeen warm water, dit versnelt decorrosieve werking van het zout.[DCA10791]

2. Laat de motorfiets drogen en brengdan met een spuitbus een corrosiewe-rend middel aan op alle metalen delen,ook op de verchroomde en vernikkel-de onderdelen (niet op de titanium uit-laatdempers) om zo roestvormingtegen te gaan.

Reinigen van de titanium uitlaatdempersDit model is uitgerust met titanium uitlaat-dempers die de volgende speciale verzor-ging nodig hebben.

� Gebruik alleen een zachte, schonedoek of een spons met milde zeep enwater om de titanium uitlaatdemperste reinigen. Als de uitlaatdempers metgebruik van zachte zeep niet echtschoon worden, kan een zachte bor-stel met een basisch product wordengebruikt.

� Gebruik nooit chemische stoffen of an-dere speciale reinigingsmiddelen omde uitlaatdempers schoon te maken,deze zullen de buitenste deklaag vande dempers aantasten.

U2S3D1D0.book Page 2 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 96: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS

7-3

7

� Al heel geringe hoeveelheden olie, zo-als afkomstig van vingerafdrukken ofvan met olie besmeurde poetsdoeken,zullen vlekken achterlaten op de tita-nium dempers, maar deze vlekkenkunnen met een zachte zeep wordenverwijderd.

� De door hitte veroorzaakte verkleurin-gen op het gedeelte van de uitlaatpijpnaar de titanium uitlaatdempers zijnnormaal en kunnen niet worden verwij-derd.

Na reiniging1. Droog de motorfiets met een zeemle-

ren lap of een vochtabsorberendedoek.

2. Laat de aandrijfketting direct drogenen smeer hem om roestvorming tevoorkomen.

3. Gebruik een chroompolish om ver-chroomde, aluminium en roestvrijsta-len delen te laten glanzen.

4. Het is aan te bevelen om met eenspuitbus een corrosiewerend middelaan te brengen op alle metalen delen,ook op verchroomde en vernikkeldecomponenten, om zo corrosie te voor-komen.

5. Gebruik oliespray als universeelschoonmaakmiddel om nog achterge-bleven vuil te verwijderen.

6. Werk kleine lakbeschadigingen doorsteenslag e.d. bij.

7. Zet alle gelakte oppervlakken in dewas.

8. Laat de motorfiets volledig drogen al-vorens deze te stallen of af te dekken.

WAARSCHUWINGDWA11131

Verontreiniging van de remmen of ban-den kan leiden tot verlies van de contro-le over de machine.

� Controleer of er geen olie of was opde remmen of banden zit.

� Reinig de remschijven en remvoe-ringen indien nodig met een norma-le remschijfreiniger of aceton enspoel de banden schoon met lauwwater en een mild reinigingsmiddel.Test de remwerking en het wegge-drag van de machine in bochtenvoordat u met hoge snelheden gaatrijden.

LET OPDCA10800

� Breng een geringe hoeveelheidoliespray en was aan en verwijderovertollige hoeveelheden.

� Breng oliespray of was nooit aan oprubber of kunststof delen, behandeldeze met een daartoe bestemd ver-zorgingsmiddel.

� Vermijd het gebruik van schurendepoetsmiddelen, deze tasten de lakaan.

OPMERKING� Vraag een Yamaha dealer om advies

over de te gebruiken producten.� Door wassen, regenachtig weer of een

vochtig klimaat kan het koplampglasbeslaan. Inschakelen van de koplampgedurende een korte periode zal hel-pen bij de verwijdering van het vocht.

U2S3D1D0.book Page 3 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 97: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS

7-4

7

DAU26242

Stalling

Korte termijnStal uw motorfiets steeds op een koele endroge plek en bescherm indien nodig tegenstof met een luchtdoorlatende stallinghoes.

LET OPDCA10810

� Als de motorfiets wordt gestald ineen slecht geventileerde ruimte ofin vochtige toestand wordt afgedektmet een hoes of een dekzeil, zal wa-ter en vocht kunnen binnendringenen roestvorming veroorzaken.

� Voorkom corrosie door de machineniet te stallen in een vochtige kel-der, een stal (i.v.m. de aanwezig-heid van ammoniakdamp) en in eenopslagruimte voor sterke chemica-liën.

Lange termijnAlvorens uw motorfiets gedurende meerde-re maanden aaneen te stallen:

1. Volg alle instructies op in de paragraaf“Verzorging” in dit hoofdstuk.

2. Vul de brandstoftank en voeg een sta-bilisatoradditief (indien verkrijgbaar)toe om roestvorming in de tank en ach-teruitgang van de brandstof te voorko-men.

3. Voer de volgende stappen uit om decilinders, de zuigerveren etc. te be-schermen tegen corrosie.a. Verwijder de bougiedoppen en de

bougies.b. Giet een theelepel motorolie in elk

bougiegat.c. Breng de bougiedoppen aan op de

bougies en leg dan de bougies zo-danig op de cilinderkop dat deelektroden aan massa liggen. (Ditvoorkomt vonken tijdens de vol-gende stap.)

d. Laat de motor een paar keer rond-draaien op de startmotor. (De cilin-derwanden worden zo geolied.)WAARSCHUWING! Verbind debougie-elektrodes met de mas-sa bij het ronddraaien van demotor om schade of letsel doorvonkvorming te voorkomen.[DWA10951]

e. Haal de bougiedoppen los van debougies en breng dan de bougiesen de bougiedoppen weer aan.

4. Smeer alle bedieningskabels enscharnierpunten van alle hendels enpedalen en van de zijstandaard/mid-denbok.

5. Controleer de bandenspanning, corri-geer deze indien nodig en breng dande motorfiets omhoog, zodat beidewielen los van de grond zijn. Een an-dere mogelijkheid is de wielen elkemaand iets te draaien, zodat de ban-den niet op één gedeelte sterker ach-teruitgaan.

6. Dek de uitlaatdemperopeningen afmet een plastic zak om te voorkomendat vocht kan binnendringen.

7. Verwijder de accu en laad deze volle-dig bij. Berg de accu op een koele endroge plek op en laad deze eens permaand bij. Berg de accu niet op eenovermatig koude of warme plek op[onder 0 °C (30 °F) of boven 30 °C (90°F)]. Zie pagina 6-29 voor meer infor-matie over het opbergen van de accu.

OPMERKINGVoer eventueel benodigde reparaties uitvoordat u uw motorfiets stalt.

U2S3D1D0.book Page 4 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 98: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

SPECIFICATIES

8-1

8

Afmetingen:Totale lengte:

2395 mm (94.3 in)Totale breedte:

820 mm (32.3 in)Totale hoogte:

1190 mm (46.9 in)Zadelhoogte:

775 mm (30.5 in)Wielbasis:

1700 mm (66.9 in)Grondspeling:

140 mm (5.51 in)Kleinste draaicirkel:

3500 mm (137.8 in)Gewicht:

Incl. olie en brandstof:310.0 kg (683 lb)

Motor:Type motor:

Vloeistofgekoeld, 4-takt, DOHCCilinderopstelling:

4-cilinder, V-blokSlagvolume:

1679 cm³Boring × slag:

90.0 × 66.0 mm (3.54 × 2.60 in)Compressieverhouding:

11.30 :1Startsysteem:

Elektrische startmotorSmeersysteem:

Wet sump

Motorolie:Aanbevolen merk:

YAMALUBEType:

SAE 10W-30, 10W-40, 10W-50, 15W-40, 20W-40 of 20W-50

Aanbevolen kwaliteit motorolie:Type API service SG of hoger, JASO MA norm

Hoeveelheid motorolie:Zonder vervanging van oliefilterpatroon:

4.30 L (4.55 US qt, 3.78 Imp.qt)Met vervanging van oliefilterpatroon:

4.70 L (4.97 US qt, 4.14 Imp.qt)Cardanolie:

Type:Cardanolie (Onderdeelnr.: 9079E-SH001-00)

Hoeveelheid:0.30 L (0.32 US qt, 0.26 Imp.qt)

Koelsysteem:Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de merkstreep voor maximumniveau):

0.27 L (0.29 US qt, 0.24 Imp.qt)Inhoud radiator (inclusief alle leidingen):

3.75 L (3.96 US qt, 3.30 Imp.qt)Luchtfilter:

Luchtfilterelement:Papieren element met oliecoating

Brandstof:Aanbevolen brandstof:

Uitsluitend loodvrije superbenzineInhoud brandstoftank:

15.0 L (3.96 US gal, 3.30 Imp.gal)Hoeveelheid reservebrandstof:

3.9 L (1.03 US gal, 0.86 Imp.gal)Brandstofinjectie:

Gasklephuis:Het teken van identificatie:

2S31 00Bougie(s):

Fabrikant/model:NGK/CR9EIA

Fabrikant/model:DENSO/IU27D

Elektrodenafstand:0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)

Koppeling:Type koppeling:

Nat, meervoudige plaatVersnellingsbak:

Primair reductiesysteem:Recht tandwiel

–20 –10 0 10 20 30 40 50 ˚C

10 30 50 70 90 1100 130 ˚F

SAE 10W-30

SAE 15W-40

SAE 20W-40

SAE 20W-50

SAE 10W-40

SAE 10W-50

U2S3D1D0.book Page 1 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 99: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

SPECIFICATIES

8-2

8

Primaire reductieverhouding:86/57 (1.509)

Secundair reductiesysteem:Asaandrijving

Secundaire reductieverhouding:22/23 × 29/09 (3.082)

Type versnellingbak:Constant mesh, 5 versnellingen

Bediening:Bediening met linkervoet

Overbrengingsverhoudingen:1e:

38/16 (2.375)2e:

38/21 (1.810)3e:

35/25 (1.400)4e:

29/26 (1.115)5e:

29/31 (0.935)Chassis:

Type frame:Diamantframe

Spoorhoek:31.00 graad

Naspoor:148.0 mm (5.83 in)

Voorband:Type:

TubelessMaat:

120/70R18M/C 59V

Fabrikant/model:BRIDGESTONE/BT028F

Achterband:Type:

TubelessMaat:

200/50R18M/C 76VFabrikant/model:

BRIDGESTONE/BT028RBelading:

Maximale belasting:190 kg (419 lb)(Totaal gewicht van bestuurder, passagier, bagage en accessoires)

Bandenspanning (gemeten aan koude banden):

Gewichtsverdeling:0–90 kg (0–198 lb)Voor:

250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)Achter:

290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)Gewichtsverdeling:

90–190 kg (198–419 lb)Voor:

250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)Achter:

290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)Rijden met hoge snelheid:

Voor:290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)

Achter:290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)

Voorwiel:Type wiel:

GietwielVelgmaat:

18M/C x MT3.50Achterwiel:

Type wiel:Gietwiel

Velgmaat:18M/C x MT6.00

Voorrem:Type:

Dubbele schijfremBediening:

Bediening met rechterhandAanbevolen remvloeistof:

DOT 4Achterrem:

Type:Enkele schijfrem

Bediening:Bediening met rechtervoet

Aanbevolen remvloeistof:DOT 4

Voorwielophanging:Type:

TelescoopvorkVeer/schokdempertype:

Schroefveer/oliedemperVeerweg:

120.0 mm (4.72 in)Achterwielophanging:

Type:Achterbrug (link-ophanging)

U2S3D1D0.book Page 2 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 100: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

SPECIFICATIES

8-3

8

Veer/schokdempertype:Schroefveer/gas-oliedemper

Veerweg:110.0 mm (4.33 in)

Elektrische installatie:Ontstekingssysteem:

Transistorontsteking (digitaal)Laadsysteem:

Wisselstroomdynamo met permanente magneten

Accu:Model:

YTZ14SVoltage, capaciteit:

12 V, 11.2 AhKoplamp:

Type gloeilamp:Halogeenlamp

Gloeilampen voltage, wattage × aantal:Koplamp:

12 V, 60 W/55 W × 1Achterlicht/remlicht unit:

LEDVoorste richtingaanwijzer:

12 V, 10.0 W × 2Achterste richtingaanwijzer:

12 V, 10.0 W × 2Parkeerlicht:

12 V, 5.0 W × 1Instrumentenverlichting:

LEDControlelampje vrijstand:

LED

Controlelampje grootlicht:LED

Waarschuwingslampje olieniveau:LED

Controlelampje richtingaanwijzers:LED x 2

Controlelampje brandstofniveau:LED

Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur:

LEDWaarschuwingslampje motorstoring:

LEDABS-waarschuwingslampje:

LEDControlelampje startblokkering:

LEDControlelampje schakelmoment:

LEDZekeringen:

Hoofdzekering:50.0 A

Koplampzekering:15.0 A

Zekering signaleringssysteem:7.5 A

Zekering ontstekingssysteem:20.0 A

Zekering parkeerlichtcircuit:7.5 A

Zekering radiatorkoelvin:20.0 A

Zekering rubradiatorkoelvin:7.5 A

Zekering brandstofinjectiesysteem:15.0 A

Zekering ABS-regeleenheid:7.5 A

Zekering ABS-motor:30.0 A

Zekering van de ABS-solenoïdeklep:15.0 A

Backup-zekering:7.5 A

Zekering elektronische smoorklep:7.5 A

U2S3D1D0.book Page 3 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 101: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

GEBRUIKERSINFORMATIE

9-1

9

DAU48610

Identificatienummers Noteer het voertuigidentificatienummer ende gegevens op de modelinformatiestickerin onderstaande ruimtes. Deze gegevensheeft u nodig om reserveonderdelen bij eenYamaha dealer te bestellen of wanneer uwvoertuig is gestolen.VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER:

MODELINFORMATIESTICKER:

DAU26400

Voertuigidentificatienummer

Het voertuigidentificatienummer is ingesla-gen op de balhoofdbuis. Noteer dit nummerin het daartoe bestemde vakje.

OPMERKINGHet voertuigidentificatienummer is bedoeldvoor identificatie van uw motorfiets en kanworden gebruikt om uw motor in uw landaan te melden voor kentekenregistratie.

DAU26470

Modelinformatiesticker

De modelinformatiesticker is onder het be-stuurderszadel bevestigd aan het frame.(Zie pagina 3-24.) Noteer de informatie opdeze sticker in het daartoe bestemde vakje.Deze informatie is nodig om reserve-onder-delen te bestellen bij een Yamaha dealer.

1. Voertuigidentificatienummer

1

1. Modelinformatiesticker

1

U2S3D1D0.book Page 1 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 102: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

INDEXA

ABS....................................................... 3-19ABS-waarschuwingslampje .................... 3-5Accu ...................................................... 6-29Achterbrugscharnierpunten, smeren..... 6-28Achterlicht/remlichtunit.......................... 6-35Antidiefstal-alarmsysteem (optie).......... 3-16

BBagageriembevestiging ........................ 3-30Banden.................................................. 6-19Bougies, controleren ............................... 6-9Brandstof............................................... 3-22Brandstofverbruik, tips voor een

zuinig .................................................... 5-3C

Cardanolie............................................. 6-13Claxonschakelaar ................................. 3-17Contactslot/stuurslot ............................... 3-2Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-3Controlelampje grootlicht ........................ 3-4Controlelampje schakelmoment.............. 3-6Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-4Controlelampje startblokkeersysteem..... 3-6

DDimlichtschakelaar................................ 3-17

EEXUP-systeem...................................... 3-30

GGasgreep en gaskabel, controleren en

smeren................................................ 6-26Gereedschapsset.................................... 6-1Gloeilamp kentekenverlichting,

vervangen........................................... 6-36

Gloeilamp richtingaanwijzer, vervangen .......................................... 6-35

IIdentificatienummers .............................. 9-1Inrijperiode.............................................. 5-3

KKabels, controleren en smeren............. 6-25Klepspeling ........................................... 6-19Koelvloeistof ......................................... 6-15Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-33Koppelingshendel ........................ 3-18, 6-22

LLichtsignaalschakelaar ......................... 3-17Luchtfilterelement ................................. 6-18

MMatkleur, let op ....................................... 7-1Modelinformatiesticker............................ 9-1Motorolie en oliefilterpatroon ................ 6-10Multifunctioneel display .......................... 3-7

NNoodstopschakelaar............................. 3-17

OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem...... 6-2Ondersteunen van de motorfiets .......... 6-37

PParkeerlichtgloeilamp, vervangen ........ 6-37Parkeren ................................................. 5-4Plaats van de onderdelen....................... 2-1Problemen oplossen............................. 6-38

RRem- en koppelingshendels,

controleren en smeren ....................... 6-27Rem- en koppelingsvloeistof,

verversen ........................................... 6-25

Rem- en schakelpedalen, controleren en smeren...........................................6-26

Remhendel............................................3-19Remlichtschakelaars .............................6-23Rempedaal............................................3-19Remvloeistofniveau, controleren...........6-24Richtingaanwijzerschakelaar.................3-17

SSchakelaar alarmverlichting ..................3-17Schakelen ...............................................5-2Schakelpedaal.......................................3-18Schokdemperunit, afstellen...................3-28Smering en onderhoud, periodiek ...........6-3Snelheidsmeterunit .................................3-6Specificaties ............................................8-1Stalling ....................................................7-4Startblokkeersysteem..............................3-1Starten van de motor...............................5-1Startknop...............................................3-17Startspersysteem ..................................3-31Stationair toerental, controleren ............6-18Storingzoekschema’s ............................6-39Stroomlijnpanelen en framepaneel,

verwijderen en aanbrengen ..................6-7Stuurschakelaars ..................................3-17Stuursysteem, controleren ....................6-29

TTankbeluchtingsslang/overloopslang ....3-23Tankdop ................................................3-20

UUitlaatkatalysatoren...............................3-23

VVeiligheidsinformatie ...............................1-1Verzorging...............................................7-1

U2S3D1D0.book Page 1 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 103: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

INDEXVoertuigidentificatienummer ................... 9-1Voor- en achterremblokken

controleren ......................................... 6-23Voorremhendel, controleren van vrije

slag..................................................... 6-22Voorvork, afstellen................................ 3-26Voorvork, controleren ........................... 6-28Vrije slag gaskabel, controleren ........... 6-19Vrijstandcontrolelampje .......................... 3-4

WWaarschuwingslampje

brandstofniveau.................................... 3-4Waarschuwingslampje

koelvloeistoftemperatuur ...................... 3-5Waarschuwingslampje motorstoring....... 3-5Waarschuwingslampje olieniveau .......... 3-4Wielen................................................... 6-22Wiellagers controleren.......................... 6-29

ZZadels................................................... 3-24Zekeringen, vervangen......................... 6-32Zijstandaard.......................................... 3-30Zijstandaard, controleren en smeren.... 6-27

U2S3D1D0.book Page 2 Friday, August 7, 2009 1:53 PM

Page 104: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

A5-yoko_Blank.fm Page 1 Tuesday, April 8, 2003 11:43 AM

Page 105: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

A5-yoko_Blank.fm Page 1 Tuesday, April 8, 2003 11:43 AM

Page 106: HANDLEIDING - cvvmax's Garage · 2020. 1. 23. · 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer 1 Version up the

YAMAHA MOTOR CO., LTD.PRINTED IN THE NETHERLANDS

2009.08

DIC183