Handleiding bij veldwerk - Departement Omgeving ......Handleiding bij het programma ‘Veldwerk’....

7
Handleiding bij het programma ‘Veldwerk’. Leerlingen gaan gedurende de hele dag aan de slag in de Kalmthoutse Heide en voeren ervaringsgerichte opdrachten uit. Het hoofddoel blijft de kennismaking met de verschillende deelbiotopen van het ecosysteem heide. De leerlingen gaan in kleine groepen op pad met een GPS. Bij de nieuwe aanpak is er nog wel sturing, maar het groepswerk primeert. Elke groep voert 5 opdrachten uit, telkens in een ander deelbiotoop: duin, ven, bos, vochtige heide en droge heide. Aan de hand van een doorschuifsysteem komen ze telkens in een ander biotoop terecht. Bij elk biotoop krijgen ze ook een fiche met meer achtergrondinformatie (zie bijlage). Dagplanning Na een korte technische uitleg, gaat elk groepje leerlingen (max 5 personen) met de GPS op zoek naar de eerste werkplek. Bij aankomst in dit deelbiotoop moet er een opgelegd experiment worden uitgevoerd, helemaal conform de wetenschappelijke methode. Na deze eerste kennismaking met het zelfstandig uitvoeren van een experiment, gaan ze naar een volgend biotoop waar ze een nieuwe opdracht krijgen. De tweede opdracht bestaat uit een zelf opgezet wetenschappelijk experiment, waarbij de leerlingen zelf een hypothese opstellen. Hier wordt veel creativiteit van de deelnemers gevraagd om zelf een wetenschappelijk experiment te ontwerpen en op te zetten. Het stappenplan hiervoor is bovendien in het Engels opgesteld. De voormiddagsessie wordt dan afgerond in het ‘base-camp’. Hier worden de resultaten van alle experimenten gerapporteerd en kritisch besproken. Het aanbod om vrij te kunnen experimenteren, kadert perfect in het aanleren van onderzoekscompetenties bij de leerlingen. Een belangrijke eindterm in het secundair onderwijs is het zelfstandig kunnen opzetten en uitwerken van een eigen onderzoek. Voormiddag 2u 30 min Start Uitleg in de Vroente 15 min Verplaatsing naar 1 ste biotoop 15 min Wetenschappelijk experiment uitvoeren 30 min Verplaatsing naar 2 de biotoop 15 min Eigen experiment uitvoeren 30 min Verplaatsing naar Centrale plek(Base camp) 15 min Rapportering eigen experimenten 20 min Aankomst in De Vroente voor middagmaal

Transcript of Handleiding bij veldwerk - Departement Omgeving ......Handleiding bij het programma ‘Veldwerk’....

Page 1: Handleiding bij veldwerk - Departement Omgeving ......Handleiding bij het programma ‘Veldwerk’. Leerlingen gaan gedurende de hele dag aan de slag in de Kalmthoutse Heide en voeren

Handleiding bij het programma ‘Veldwerk’.

Leerlingen gaan gedurende de hele dag aan de slag in de Kalmthoutse Heide en voeren

ervaringsgerichte opdrachten uit. Het hoofddoel blijft de kennismaking met de verschillende

deelbiotopen van het ecosysteem heide. De leerlingen gaan in kleine groepen op pad met een GPS.

Bij de nieuwe aanpak is er nog wel sturing, maar het groepswerk primeert.

Elke groep voert 5 opdrachten uit, telkens in een ander deelbiotoop: duin, ven, bos, vochtige heide

en droge heide. Aan de hand van een doorschuifsysteem komen ze telkens in een ander biotoop

terecht. Bij elk biotoop krijgen ze ook een fiche met meer achtergrondinformatie (zie bijlage).

Dagplanning

Na een korte technische uitleg, gaat elk groepje leerlingen (max 5 personen) met de GPS op zoek

naar de eerste werkplek. Bij aankomst in dit deelbiotoop moet er een opgelegd experiment worden

uitgevoerd, helemaal conform de wetenschappelijke methode. Na deze eerste kennismaking met het

zelfstandig uitvoeren van een experiment, gaan ze naar een volgend biotoop waar ze een nieuwe

opdracht krijgen. De tweede opdracht bestaat uit een zelf opgezet wetenschappelijk experiment,

waarbij de leerlingen zelf een hypothese opstellen. Hier wordt veel creativiteit van de deelnemers

gevraagd om zelf een wetenschappelijk experiment te ontwerpen en op te zetten. Het stappenplan

hiervoor is bovendien in het Engels opgesteld.

De voormiddagsessie wordt dan afgerond in het ‘base-camp’. Hier worden de resultaten van alle

experimenten gerapporteerd en kritisch besproken. Het aanbod om vrij te kunnen experimenteren,

kadert perfect in het aanleren van onderzoekscompetenties bij de leerlingen. Een belangrijke

eindterm in het secundair onderwijs is het zelfstandig kunnen opzetten en uitwerken van een eigen

onderzoek.

Voormiddag 2u 30 min

Start

Uitleg in de Vroente 15 min

Verplaatsing naar 1ste

biotoop 15 min

Wetenschappelijk experiment uitvoeren 30 min

Verplaatsing naar 2de

biotoop 15 min

Eigen experiment uitvoeren 30 min

Verplaatsing naar Centrale plek(Base camp) 15 min

Rapportering eigen experimenten 20 min

Aankomst in De Vroente voor middagmaal

Page 2: Handleiding bij veldwerk - Departement Omgeving ......Handleiding bij het programma ‘Veldwerk’. Leerlingen gaan gedurende de hele dag aan de slag in de Kalmthoutse Heide en voeren

In de namiddag worden de drie andere deelbiotopen bezocht. Op de eerste werkplek (= biotoop 3)

doen ze een opdracht rond de geschiedenis van dat biotoop, vervolgens een opdracht rond kunst en

ten laatste wagen ze zich aan een ‘survival/ sjor’ opdracht. Ook nu worden de “resultaten”

(aquarelschilderijtjes, houtskooltekeningen, gedichten of sjorconstructies) aan elkaar voorgesteld. Zo

evolueert deze buiten-dag van inspanning naar ontspanning.

Namiddag 2u 30 min

Start

Uitleg in de Vroente 10 min

Verplaatsing naar 3de

biotoop 15 min

Opdracht geschiedenis 20 min

Verplaatsing naar 4de

biotoop 15 min

Opdracht kunst 15 min

Verplaatsing naar 5de

biotoop 15 min

Opdracht survival 20 min

Verplaatsing naar Centrale plek(Base camp) 10 min

Rapportering opdrachten en evaluatie 15 min

Aankomst in De Vroente

Rol van de leerkracht en de gids

De begeleider checkt nu en dan of “alles OK” is, wandelt van biotoop naar biotoop en doet enkel aan

‘Eerste Hulp Bij Veldwerk’ als er toch problemen zijn.

Leerlingen kunnen in de klas voorbereid worden door het bespreken van de verschillende

deelbiotopen en door het uitvoeren van een wetenschappelijk experiment, zodat de

stappenmethode hen al bekend is.

Alle groepen hebben verschillende opdrachten uitgevoerd, dus de nabespreking zou eruit kunnen

bestaan de leerlingen een presentatie te laten maken van het veldwerk dat zij met hun groep

uitgevoerd hebben. Hiervoor is het belangrijk dat de leerlingen hun werkbundels en foto’s goed

bewaren. Door het presenteren van hun resultaten aan de andere klasgenoten heeft iedereen een

overzicht van wat er in elk biotoop plaatsgevonden heeft.

Benodigdheden voor het uitvoeren van het veldwerk

De leerlingen krijgen al het veldwerkmateriaal in bruikleen, ook schrijfgerief en papier.

Bij sommige opdrachten mogen leerlingen gebruik maken van hun GSM om foto’s te maken / digitale

camera.

We raden aan om aangepast schoeisel mee te brengen (wandelschoenen of laarzen, zeker na een

periode met regen) en bij regenweer een regenjas. Breng ook zeker een lunchpakket en drank mee.

Page 3: Handleiding bij veldwerk - Departement Omgeving ......Handleiding bij het programma ‘Veldwerk’. Leerlingen gaan gedurende de hele dag aan de slag in de Kalmthoutse Heide en voeren

Infofiche: DUIN

Zand? Ontstaan gesteente - verwering

Heel de regio lag twee miljoen jaar geleden in zee. Zowel zee als rivieren hebben lagen klei

en zand afgezet, die nu nog altijd in de ondergrond zitten. Krachtige noordenwinden

voerden tijdens de laatste ijstijd (70.000-15.000 jaar geleden) een zandlaag aan die zich als

een deken over het landschap uitspreidde. Nog later, op het einde van de laatste ijstijd

(15.000-10.000 jaar geleden), bliezen sterke westenwinden grote hoeveelheden zand over

de steilrand van de Brabantse Wal heen. Dit zand kwam vanuit de Scheldevlakte en de

grotendeels droogliggende Noordzee en het rolde Oostwaarts tot in Kalmthout. Er ontstond

een groot duinmassief, met duinen tot 40 meter hoog. Het Grenspark ligt volledig binnen dit

duinengebied en kreeg zo zijn typische reliëf. De vegetatie legde het stuifzand vast, zodat de

duinen gestabiliseerd raakten.

In open zand heerst een extreem microklimaat. Bij grote zomerhitte kan de temperatuur

oplopen tot wel 50°C en ’s winters is het er bar koud. Zand houdt ook geen water vast, zodat

slechts specialisten hier te vinden zijn.

Pioniers van het open zand zijn vooral buntgras, ruig haarmos, zandzegge en heidespurrie.

Wanneer er geen aanvoer meer is van stuivend zand, kan er struikhei groeien.

Een aantal insecten heeft zich prima aangepast aan het leven in het barre en droge milieu

van de open zandvlaktes .Zij leggen hun eitjes in het zand en hun larven leven in

onderaardse gangen en gaatjes. Een specialist is de larve van de mierenleeuw, die een

trechtervormig kuiltje graaft waarin hij op de loer zit naar mieren. Hij verpopt in een cocon

van aan elkaar geplakte zandkorrels. Helemaal onverwacht is voor vele bezoekers het feit

dat ook een pad in de duinen leeft, namelijk de rugstreeppad. Overdag graaft deze kleine

pad zich in de losse zandige bodem in. Vooral ’s morgens vind je vaak zijn sporen in de

duinen, want ’s nachts gaat hij op stap om voedsel te zoeken.

Ook het konijn verraadt hier zijn aanwezigheid door tal van graafsporen. In de buurt ervan

zie je vaak kleine zandhoopjes, waar de driehoornmestkever broedgangen heeft gegraven.

Hierin rolt hij konijnen- of schapenkeutels als voedsel voor zijn larven.

Buntgras Zandzegge

Page 4: Handleiding bij veldwerk - Departement Omgeving ......Handleiding bij het programma ‘Veldwerk’. Leerlingen gaan gedurende de hele dag aan de slag in de Kalmthoutse Heide en voeren

Infofiche: BOS

In het Grenspark liggen veel uitgestrekte bossen. Vooral de Nederlandse kant is bekend om

zijn grote naaldbossen. De meeste bossen zijn relatief jong.

In de negentiende eeuw werden veel heidegronden verkocht aan particulieren. De industrie,

die toen aan een sterke opmars bezig was, vroeg om meer brandstof. En de

steenkoolmijnen, die in volle exploitatie waren hadden stutbalken voor de mijngangen

nodig.

Grootgrondbezitters wilden graag op deze vraag inspelen door de aanleg van bossen op hun

domeinen. Zij plantten boomsoorten aan die vrij snel goed hout leverden en weinig eisen

stelden aan de schrale heidebodem. Vooral in Ossendrecht en Putte maar ook in Kalmthout

werden er toen massaal zeeden, grove den en later eveneens Corsicaanse den aangeplant.

Ook nu nog zijn een aantal bossen nog steeds belangrijk als productiebos.

In vele bossen van het Grenspark wordt al langer gestreefd naar een natuurlijker bosbeeld.

Daarvoor wordt op een aantal plaatsen bij dunningen loofhout gespaard ten opzichte van

naaldhout. Door het maken van open plekken in het bos wordt de kruid- en struiklaag rijker.

Er is reeds veel geïnvesteerd in het bestrijden van exotische soorten, zodat inheemse

struiken en bomen meer groeikansen krijgen. Ook het aandeel dood hout in de bossen is

belangrijk omdat vele organismen daarvan afhankelijk zijn.

Page 5: Handleiding bij veldwerk - Departement Omgeving ......Handleiding bij het programma ‘Veldwerk’. Leerlingen gaan gedurende de hele dag aan de slag in de Kalmthoutse Heide en voeren

Infofiche: VEN

Hoe ontstaat een ven?

Een VEN is een natuurlijke, meestal ondiepe plas, die voorkomt op pleistocene zandgronden.

Heel wat vennen zijn half-natuurlijk omdat ze ontstonden na turfwinning.

De waterstand is wisselend en wordt hoofdzakelijk bepaald door de hoeveelheid neerslag.

Een ondoordringbare komvormige kleileemlaag voorkomt het zijdelings wegzijgen (afvloeien)

van het venwater naar de diepere grondwaterlagen. Men spreekt hier van een

schijngrondwaterspiegel. Ook kan zich na verloop van tijd door afgestorven vegetatie en

afzetting van ijzeroer een stevige, ondoorlatende venbodem vormen.

Ecologie?

Vennen zijn ecologisch bijzonder waardevol. Water is uiteraard een drinkplaats en

fourageergebied bij uitstek voor tal van dieren. Zeldzame en kwetsbare soorten als kokerjuffer,

waterspin, rugstreeppad, heikikker, kamsalamander, diverse libellenlarven, vinden er hun

favoriete waterbiotoop.

De meest algemene planten rond de Putse Moer en het Van Ganzenven zijn pijpenstrootje,

veenmossen, kleine zonnedauw, witte en bruine snavelbies en pitrus.

Turfvorming?

In het ven treedt een natuurlijke verandering (transitie) op. De veenmosvegetatie hoopt zich –

na afsterven – op in het water. Dit zure milieu voorkomt immers de natuurlijke afbraak van

plantendelen door bacteriën. Zo ontstaat een hoogveenpakket.

VEEN is een natte, zuurstofarme en sponsachtige grondsoort, die is opgebouwd uit onvolledig

gehumificeerd plantenmateriaal. Gedroogd noemt men het TURF of moer en is het brandbaar.

Veenmos Mini-zandwasplek

Page 6: Handleiding bij veldwerk - Departement Omgeving ......Handleiding bij het programma ‘Veldwerk’. Leerlingen gaan gedurende de hele dag aan de slag in de Kalmthoutse Heide en voeren

Infofiche: DROGE Heide

Droge heidevegetaties worden gedomineerd door struikhei, vaak niet hoger dan 1 meter.

Struikhei

Plaatselijk kan boom- of struikopslag van Grove den, Zomereik of Ruwe berk aanwezig zijn.

Deze halfnatuurlijke vegetaties zijn van nature rijk aan mossen en korstmossen, vooral op

oudere leeftijd als de heidestruiken open vallen. De vegetatiestructuur en -samenstelling

hangt sterk af van de voedselrijkdom van de bodem, het gevoerde beheer, de

voorgeschiedenis en de ouderdom van struikhei. Op arme, zure zandbodems is het aantal

plantensoorten beperkt. Grassen zoals pijpenstrootje hebben steeds een gering aandeel in

goed ontwikkelde heiden.

Zonder actief beheer evolueren heiden spontaan naar zure eiken-berkenbossen. Veel

voormalige heideterreinen zijn ontgonnen voor landbouw of werden bebost.

Droge heiden zijn in principe grondwateronafhankelijk, waarbij het grondwater meer dan

een meter onder het bodemoppervlak kan wegzakken.

Voor een hoge biodiversiteit is een hoge structuurrijkdom van de heide, met een afwisseling

van jonge en oude heide en lokale opslag van struweel of bomen na te streven. Een actief

beheer is noodzakelijk om spontane verbossing tegen te gaan. De plaatselijke

omstandigheden bepalen de keuze voor maaien, begrazen, branden of plaggen. In elk geval

dienen maatregelen als plaggen en branden enkel op kleine schaal en gefaseerd in de tijd te

worden toegepast. Een kleinschalig heidebeheer bevordert doorgaans het behoud of herstel

van een grote soortenrijkdom. Bij het beheer van grote heidegebieden kan men de

vegetatieontwikkeling sturen door de begrazingsdruk te variëren.

Page 7: Handleiding bij veldwerk - Departement Omgeving ......Handleiding bij het programma ‘Veldwerk’. Leerlingen gaan gedurende de hele dag aan de slag in de Kalmthoutse Heide en voeren

Infofiche: VOCHTIGE Heide

Vochtige heide bestaat uit dwergstruikvegetaties met Gewone dophei in gebieden met permanent

hoge grondwaterstand, vaak met een goed ontwikkelde moslaag met diverse soorten veenmossen

en levermossen. De soortensamenstelling van natte heide wordt bepaald door het

grondwaterregime en het beheer. Het aantal constante soorten is zeer beperkt. Pijpenstrootje,

Gewone dophei en Struikhei hebben meestal een hoge presentie en combinaties van deze soorten

geven de vegetatie haar algemeen aspect. Soms ontbreekt één van deze soorten. Hun abundantie in

de vegetaties zijn zeer gevarieerd. Een kleine daling van de grondwaterstand of wijziging in de

fluctuaties kunnen een verandering in de (dominante) soorten teweegbrengen. De begroeiingen zijn

doorgaans half open tot gesloten, afhankelijk van het successiestadium en in functie van het

gevoerde beheer.

Dophei en Witte snavelbies

Zonnedauw

Pijpenstro