Handleiding bij “Carnaval der dieren · PDF fileBedenk eens waarom dat zo is? Welke...

9

Transcript of Handleiding bij “Carnaval der dieren · PDF fileBedenk eens waarom dat zo is? Welke...

2

Handleiding bij “Carnaval der dieren” groep 1 t/m 4 Domeinen: Luisteren & Bewegen Doel:

De leerlingen kunnen bij het luisteren naar muziek het volgende onderscheiden en benoemen: Betekenis en functie Gebruikte instrumenten

De leerlingen kunnen bij de muziek bedenken hoe je als de dieren kunt bewegen en voeren dat uit.

De lessen zijn steeds 30 minuten. Benodigdheden:

PowerPoint: “Carnaval der dieren” met geïntegreerde muziek en filmpjes Deze presentatie wordt niet in volgorde afgewerkt maar de handleiding kan soms naar vorige dia’s terug verwijzen.

Werkblad: “Carnaval der dieren” Geluidsfragmenten bij de juiste dieren plaatsen

Werkblad: “Carnaval der dieren” Welke spoor hoort bij welk dier

Kleurplaat: “Carnaval der dieren” Deze les kan uitgespreid worden over meerdere lessen, al naar gelang de behoefte. Er zijn drie lessen gemaakt maar als dat te krap is kunnen lessen eventueel gesplitst worden.

3

LES 1: De koning der dieren – de leeuw Intro: Vertel aan de kinderen dat je laatst in de dierentuin was en dat je daar een tijdje hebt staan kijken bij een bepaald dier (bij een leeuw). Laat de kinderen raden welk dier het was, geef tussendoor eventueel hints. Kern: Als de kinderen het geraden hebben

vertel dan dat een man een aantal muziekstukken heeft geschreven die over dieren gaan, hij heet Saint-Saëns en hij heeft het de titel ‘Carnaval der dieren’ gegeven. Ook bij het dier de leeuw heeft hij een muziekstukje geschreven. Laat die nu horen en het filmpje zien op de PowerPoint en vraag aan de kinderen waar en waarom je in de muziek de leeuw kunt horen (je hoort de leeuw op een gegeven moment brullen de piano gaat van laag naar hoog en weer terug over de toetsen heen).

Kijk nu naar het filmpje van de leeuw die door het orkest doorloopt. Verteld dat de leeuw ook wel de koning der dieren wordt genoemd. Bedenk eens waarom dat zo is? Welke instrumenten hebben we gehoord? Wie kan er lopen zoals deze leeuw? Samen lopen we als de leeuw door het lokaal.

Laat nu de introductie horen. Hier kom je verschillende muziekinstrumenten tegen met verschillende ritmes. Laat de kinderen eens fantaseren welke dieren ze zouden bedenken die in dit stuk muziek voorkomen.

Afsluiting: Laat de kinderen de kleurplaat kleuren van “Carnaval der dieren”.

4

LES 2: Alle dieren lopen anders Intro: Neem even de vorige les terug met de kinderen en wat we toen gedaan hebben. Laat eventueel nog een keer het filmpje van de leeuw zien. Vertel dat we vandaag veel meer dieren gaan horen. Maar dat we ook goed gaan luisteren en kijken hoe wij zelf op de muziek van die dieren kunnen lopen. Laat een kind nog eens lopen op de muziek van de leeuw. Kern: Vandaag gaan we kijken naar de andere dieren en luisteren wat voor verschillende dieren

we horen en hoe je dat kunt horen. Daarna kijken we of we er ook op kunnen bewegen en hoe je dat dan doet.

De haas De olifant De kippen De leeuw Laat ze allemaal aanbod komen en kijk samen met de kinderen hoe je er op kunt bewegen.

Wees creatief in het op verschillende vormen en manieren uitbeelden van de dieren. Afsluiting: Als afsluiting leren we het liedje, (zie noten op bladzijde 5)

“uit Artis is een beer ontsnapt” Uit Artis is een beer ontsnapt Een beer ontsnapt? Ja, een beer ontsnapt Hij heeft bij Albert Heijn gegapt Tjonge wat een boef! Een honingpot en een krentencake En zuurtjes voor een hele week Een groot pak sprits voor bij de thee Dat nam-ie allemaal mee Nu ligt hij languit op zijn rug Op zijn rug? Ja, op zijn rug Hij wil nooit meer naar Artis terug Tjonge wat een boef!

5

6

LES 3a: Welk spoor hoort bij welk dier? Intro: Deze les is niet meer voor de allerjongste groepen maar ook voor de groepen 3 en 4. Herhaal samen met de kinderen wat we de afgelopen twee lessen hebben gedaan. Laat eventueel nog wat filmpjes zien van de PowerPoint. Kern: Deel het werkblad uit. Laat de volgende muziek stukken nog een keer horen: olifant, kippen, het aquarium, leeuw,

kangoeroe, haas. o Hoe hoor je dat het dat dier is? o En waar hoor je het dier precies in de muziek? o Eventueel: welk instrument hoorde je? o Vind je dat instrument goed passen bij het dier? Bijvoorbeeld de dwarsfluit bij de

vogels. Vertel de kinderen dat ze moeten kijken en uitzoeken welk die er bij welke notatie van nu

pootafdrukken hoort. Afsluiting: Laat de kinderen vertellen wat ze de mooiste muziek vonden.

7

LES 3b: Ra, ra, ra wat hoor ik voor een dier? Intro: Deze les is niet echt voor de allerjongste groepen maar meer voor de groepen 3 en 4. Herhaal samen met de kinderen wat we de afgelopen twee lessen hebben gedaan. Laat eventueel nog wat filmpjes zien van de PowerPoint. Kern: Deel het werkblad uit. Vertel de kinderen dat ze moeten raden welk dier er te horen is op de laatste pagina van de

PowerPoint. Bespreek na elk nummer welk dier er wordt voorgesteld in de muziek (laat de kinderen

raden) en waarom. o Hoe hoor je dat het dat dier is? o En waar hoor je het dier precies in de muziek? o Eventueel: welk instrument hoorde je? o Vind je dat instrument goed passen bij het dier? Bijvoorbeeld de dwarsfluit bij de

vogels. Afsluiting: Laat de kinderen vertellen wat ze de mooiste muziek vonden.

8

Achtergrondinformatie

Camille Saint-Saëns: zijn leven en zijn werk! Als kind werd hij opgevoed door z’n moeder Clémence en z’n oudtante Charlotte. Beiden waren dol op het kleine jongetje. Alleen het beste was goed genoeg voor het kind. Van z’n tante kreeg Camille zijn eerste pianolessen. Al snel werd duidelijk dat hij een muzikaal wonderkind was. Hij slaagde erin om toen hij 2,5 jaar oud was, op 1 maand een eerste pianomethode te doorworstelen. (“Normale” kinderen van 8 jaar of ouder doen daar een half jaar over!) Hij schreef ook zijn eerste compositietjes toen hij 4 was. Zijn eerste officiële piano-optreden vond plaats in 1846 in een van de bekendste concertzalen van Parijs, de Salle Pleyel. Saint-Saëns was niet alleen buitengewoon muzikaal, hij was ook briljant op andere gebieden. Toen hij 7 was, kon hij al Latijn lezen en was hij erg geïnteresseerd in natuurwetenschappen. Hij verkocht zelfs een paar composities om een telescoop te kunnen kopen. Op 13-jarige leeftijd werd hij toegelaten op het

conservatorium van Parijs. De volwassen Saint-Saëns zag eruit als de droom van een karikaturist. Hij was klein en had een snavelvormige haakneus. Hij trippelde meer dan hij liep en hij sliste als hij sprak. Dit deed echter niets af aan zijn populariteit. Hij raakte bevriend met veel andere componisten, o.a. met Hector Berlioz en Maurice Ravel. Saint-Saëns kon echter ook heel sarcastisch zijn. Hij kende ook een grote drang naar succes, vaak ten koste van anderen. Hierdoor maakte hij ook heel wat vijanden. Ter illustratie een portret geschreven door een duidelijke niet-fan: “Hij was kort en leek enorm op een papagaai, hetzelfde scherpomlijnde profiel, een kromme neus als een vogelbek, levendige, rusteloze, doordringende ogen. Hij pareerde ook als een vogel en sprak snel, haastig, met een eigenaardig gelispel. Een weinig beminnelijke man met een slecht karakter. Vanaf zijn kindertijd toonde hij zich reeds agressief, alleen bevriend met mensen die hem van dienst konden zijn.” Rond 1860 begon de gelukkigste periode in het leven van Saint-Saëns. Hij was populair en succesvol en werd nog steeds omringd door de liefdevolle zorgen van zijn moeder. Hij componeerde vaak 12 uur per dag en werd dat nooit moe. Het bevorderen van de Franse muziek was nu zijn levensdoel geworden. Hij had ook heel wat leerlingen. Eén daarvan, Gabriel Fauré (ook een bekend Frans componist) werd tevens een heel goede vriend. In 1875 huwde Saint-Saëns de 19-jarige Marie Truffot. Hun relatie was vanaf het begin een grote mislukking. De grote klap kwam echter in 1879, toen hun twee zoontjes binnen zes weken na elkaar overleden: de 2,5 jaar oude André viel uit het raam van de 3de verdieping van hun huis en baby Jean stierf aan een kinderziekte. Saint-Saëns gaf zijn vrouw de

9

schuld van alles en liet haar in de steek. Hij ging terug bij zijn moeder wonen. Na haar overlijden verviel hij in een diepe depressie. Hij vereenzaamde en zijn enige gezelschap bestond uit 2 honden en zijn trouwe vriend Gabriel Fauré. Het enige waar hij nog plezier aan beleefde, waren zijn vakanties. De sfeer en de muziektradities van de landen die hij bezocht, inspireerden hem tot het schrijven van vele composities. De rest van zijn leven was hij dan ook voortdurend op reis. In Frankrijk was zijn roem inmiddels gedaald. De nieuwe generatie Franse componisten beschouwde hem als ouderwets. Saint-Saëns, vroeger de grote voorstander van alles wat Frans en nieuw was, verafschuwde de moderne Franse muziek. Hij ondernam echter van alles om componisten als Debussy te dwarsbomen. Saint-Saëns overleed op 16 december 1921 in Algiers.

“Carnaval des animaux”, carnaval der dieren, werd in 1886 door Saint-Saëns geschreven. Hij schreef het werk als een muzikale grap, alleen bedoeld voor het plezier van zichzelf en zijn vrienden. Hij wilde niet dat dit werk in het openbaar werd uitgevoerd omdat het maar een muzikaal tussendoortje was dat niet aan het ernstige werk van de meester kon tippen. Hij vond dat het geen passend werk was voor een componist op het hoogtepunt van zijn carrière. De compositie bleef dan ook vele jaren liggen. Pas in zijn testament heft Saint-Saëns het verbod op uitvoering en publicatie op. Zou hij dan toch beseft hebben dat dit een groot meesterwerk was? Carnaval der dieren gaat niet over dieren die karnaval willen vieren. Het

werk bestaat uit korte stukjes waarin telkens een bepaald dier wordt uitgebeeld. Mensen vieren carnaval en verkleden zich eventueel in dieren. Evert en de twee muziekmensjes brengen het carnaval der dieren in een versie voor piano vierhandig. Als je in de klas aan de dag gaat met originele orkestversie ontdek je nog tal van andere dingen.