Gehoord mrt-jun 2010

104
GE HOOR D 2010 MRT JUN Het Gelders Orkest daar horen we Hoofdsponsor:

description

Concertinformatie

Transcript of Gehoord mrt-jun 2010

Page 1: Gehoord mrt-jun 2010

GEHO

ORD

2010

MRTJUN

Het G

elde

rs O

rkes

t da

ar h

oren

we

Hoofdsponsor:

Page 2: Gehoord mrt-jun 2010

Projectsponsors:

Fourdigits i.s.m. Catharsis, Connexxion

Partners:

Akkermans Van Elten, Allegro Automatisering, GE Artesia Bank, Wijnhandel

Appeldoorn B.V., BDO Accountants & Adviseurs, Rechtskundig Advies- en

Incassobureau v/h E. Beekman, Bénard.Verstraaten Advocaten, Breed,

Buro voor de Boeg, CCV Holland B.V., Cito, Deloitte Accountants, Djam B.V.,

Electrabel Nederland N.V., Erku B.V., Eromes Projectinrichting, Den Hartog

Heuff Notarissen, Hieke de Zeeuw Communicatie & Management, K+V

Interim Management Search, Ondernemers Sociëteit KAN, Kiwa Gas

Technology, KplusV Organisatieadvies, KEMA, MeerWaarde Management en

Advies, P2, Handels onderneming PD, Peutz B.V., PriceWaterhouse Coopers,

Q-Marq B.V., Rabobank Arnhem e.o., Saréco, Sequoia Vermogensbeheer,

Stipp BV, Synthon, Thoma TBB Bedrijfsmakelaars, Tien Organisatieadvies,

Tüv Rheinland Quality B.V.

Donateurs:

De heer H. Hierck en mevrouw J. van Nes,

De heer en mevrouw B.R.C. de Roo

Gemeente Apeldoorn

Gemeente Arnhem

Gemeente Ede

Co-sponsor:

Mediapartners:

Hoofdsponsor:

Het G

elde

rs O

rkes

t da

ar h

oren

we

2

Page 3: Gehoord mrt-jun 2010

GEHO

ORD

pag. 4 Te gast: Wiener Concert-Verein

Martin Sieghart dirigent Liza Ferschtman viool

pag. 12 HGO klein Kamermuziek

Strijkkwintet

pag. 24 Te gast: orkest de ereprijs

Wim Boerman dirigent Cindy Albracht viool Aljosja Buijs piano Vera Westera zang

pag. 36 Beethoven Tripelconcert

Damian Iorio dirigent Roeland Gehlen viool Maike Reisener cello Ian Gaukroger piano

pag. 46 HGO klein Kamermuziek

Het Gelders Mahler Ensemble

pag. 64 Trombonissimo Christian Lindberg dirigent

en solist (trombone) Jörgen van Rijen trombone

pag. 72 Mahler nr. 4 Martin Sieghart dirigent Ilse Eerens sopraan

pag. 80 Russische contrasten

Nikolai Alexeev dirigent Eldar Nebolsin piano

3

Page 4: Gehoord mrt-jun 2010

ARNHEMma. 29 maart (Serie A)Musis Sacrum, 20.15 uurInleiding Kees Wisse, 19.15 uur

TE GAST: WIENER CONCERT-VEREINKammerorchester Wiener Concert-VereinMartin Sieghart dirigentLiza Ferschtman viool

4

Page 5: Gehoord mrt-jun 2010

Wie

ner C

once

rt-Ve

rein

ProgrammaLex van Delden (1919-1988)Sinfonia VIII, opus 84

Preludio – allegro - postludio zScherzo (con moto) zLento - allegro z

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)Vioolconcert nr. 3 in G, KV 216

Allegro zAdagio zRondo: allegro-allegretto z

pauze

Gustav Mahler (1860-1911)Uit Symfonie nr. 5 in cis:

Adagietto z

Edvard Grieg (1843-1907)Holbergsuite, opus 40

Praeludium zSarabande zGavotte zAir zRigaudon z

Dit concert uit de klassieke programmering van Musis Sacrum/

Schouwburg Arnhem is opgenomen in Serie A van Het Gelders Orkest.

Lex van Delden (1919-1988) is in het seizoen 2009-2010

‘Composer in Focus’ in Musis Sacrum.

5

Page 6: Gehoord mrt-jun 2010

Wiener Concert-VereinDe Wiener Concert-Verein is in 1987 opgericht door leden van

de Wiener Symphoniker. De programmering van het kameror-

kest richt zich op de periode van de Weense klassieken tot de

muziek van deze tijd. Er worden, naast de traditionele composi-

ties voor kamerorkest, ook regelmatig nieuw ontdekte werken

gespeeld, zoals de symfonieën van Ignaz Pleyel. Daarnaast

bracht het orkest in de laatste vijftien jaar meer dan 40 werken

van Oostenrijkse hedendaagse componisten in première.

De Wiener Concert-Verein werkt met gerenommeerde dirigen-

ten zoals Ulf Schirmer, Vladimir Fedosejev, Leopold Hager,

Krzystof Penderecki, Claus Peter Flor en Fabio Luisi. Tournees

brachten het orkest in Duitsland, België, Frankrijk, Griekenland,

Italië, Hongarije, China, Hong-Kong, Japan en Canada.

Het orkest werd in Oostenrijk meerdere malen onderscheiden en

een in 2005 opgenomen cd werd in de categorie ‘orkesten en

grote ensembles’ genomineerd voor een ‘Amadeus Classic Award’.

6

Page 7: Gehoord mrt-jun 2010

Martin Sieghart dirigent

Als blijk van waardering na ruim vijf succesvolle seizoenen als

chef-dirigent is Martin Sieghart in januari 2009 benoemd tot

honorair gastdirigent van Het Gelders Orkest. Zijn interpreta-

ties van Mahler, Bruckner, Schönberg en de Strauss-familie

hebben hem zowel bij het orkest als bij het publiek tot een

geliefde dirigent gemaakt.

Sieghart startte zijn carrière in zijn geboorteplaats Wenen,

waar hij cello, piano en directie studeerde. In 1975 werd hij

benoemd tot solocellist van de Wiener Symphoniker, het orkest

dat hij in 1986 voor de eerste maal dirigeerde. Daarna was hij

o.a. chef-dirigent van het Stuttgarter Kammerorchester en het

Bruckner Orchester in Linz. Hij leidt de dirigentenklas van de

Musikuniversität te Graz en is dirigent van het Kammerorchester

van de Wiener Concert-Verein.

Martin Sieghart maakte met Het Gelders Orkest cd-opnamen

van symfonieën van Schubert en Brahms en van Das Lied von

der Erde en de Zesde en Tiende symfonie van Mahler. In februari

2010 dirigeert hij Het Gelders Orkest in het Weense Konzert haus

in Mahlers Tiende om in april ook de Vierde met Het Gelders

Orkest op cd vast te leggen. Sieghart opende het seizoen

2009-2010 met een semi-scenische uitvoering van Lehárs

operette Die lustige Witwe en dirigeerde verder o.a. Brittens

War Requiem. Hij leidde Het Gelders Orkest bovendien in zeer

succesvolle concerten met Mahlers Tiende symfonie in Gelder-

land en Wenen.

Wie

ner C

once

rt-Ve

rein

7

Page 8: Gehoord mrt-jun 2010

Liza Ferschtman viool

2006 was voor de violiste Liza Ferschtman een bijzonder jaar.

In november ontving zij de Nederlandse Muziekprijs 2006.

Zelf zei zij daarover in haar dankwoord: “Deze prijs heeft mij het

vertrouwen gegeven om mijn vleugels uit te slaan, verder te

dromen en meer te durven willen”.

De eerste vleugelslagen maakte Ferschtman, dochter van

befaamde Russische musici, als vijfjarige onder leiding van

Philip Hirschhorn. Later studeerde ze bij Herman Krebbers en

volgde masterclasses bij onder meer Igor Oistrach. Ze vervol-

maakte haar studie aan het Curtis Institute of Music in

Philadelphia. Haar talent en vakmanschap zorgden ervoor dat

zij in Nederland en ver daarbuiten een graag geziene en

gehoorde soliste werd op de grote concertpodia. Zo had zij in

2008 in het Concertgebouw een serie van vier carte blanche-

concerten in de Robeco Zomerconcerten.

Daarnaast heeft ze ook haar sporen verdiend met diverse

cd-opnamen. In november 2004 verscheen een productie van

haar hand met vioolsonates uit het Franse en Russische

repertoire begeleid door pianist Bas Verheijen. Bijzonder was

ook de opname met de vioolconcerten van de Nederlandse

componist Julius Röntgen.

Liza Ferschtman is artistiek directeur van het Delft Chamber

Music Festival, dat haar voorgangster Isabelle van Keulen heeft

opgericht en tot het belangrijkste kamermuziekfestival van

Nederland heeft gemaakt.

8

Page 9: Gehoord mrt-jun 2010

TE GAST: WIENER CONCERT-VEREINSymfonie als samenklankLex van Delden was een componist met een uitgesproken

mening over muziek. In een tijd dat de muziek na de Tweede

Wereldoorlog losbarstte in allerlei gewaagde en soms extreme

experimenten, verloor Van Delden welbewust de muzikale

traditie niet uit het oog. Hij hield vast aan het tonale, al verkende

hij dat wel tot het uiterste, en stelde zijn eigen inspiratie altijd

onvoorwaardelijk op de eerste plaats, los van elke conventie en

stijl. In een toelichting op zijn Achtste symfonie omschreef

van Delden het als volgt: “Ik ben er van overtuigd dat de

menselijke geest ook zonder het terzijde stellen van verwor-

venheden uit een grote traditie tot manifestaties van belang

in staat is. Techniek en stijl zijn nu eenmaal nooit bepalend voor

het gehalte van een kunstwerk.”

In deze achtste en laatste symfonie die hij in 1964 in opdracht

van het Nederlandse Ministerie van Onderwijs, Kunsten en

Wetenschappen schreef, hanteert hij deze stelling. Hierbij gaat

hij uit van de letterlijke betekenis van het woord symfonie dat

simpelweg samenklank betekent. Van Delden gebruikt be-

staande technieken en speelwijzen, ook neemt hij traditionele

harmonieën als basis. Maar in het combineren, of beter gezegd,

het samenklinken hiervan, zoekt hij naar nieuwe klanken en

expressievormen, waardoor er wel degelijk iets nieuws en nog

ongehoords ontstaat. Zo laat hij in het eerste deel op enkele

melodieën bepaalde canonische technieken los die de structuur

voortdurend als een caleidoscoop van vorm doet veranderen.

Het tweede deel laat twee verschillende gegevens, die eerst

afzonderlijk tot klinken kwamen, gelijktijdig maar via verschil-

lende speeltechnieken (getokkeld en gestreken) optreden.

In het derde deel tenslotte laat hij akkoordcomplexen in een

golfbeweging steeds in en uit elkaar schuiven.

9

Page 10: Gehoord mrt-jun 2010

Mozart de violistHoewel Wolfgang Amadeus Mozart als uitvoerend musicus

vooral te boek stond als pianist was dit niet zijn enige kwaliteit.

Ook als violist bereikte de componist grote hoogten. Dat was

niet zo verwonderlijk. Zijn vader Leopold was zelf een uitstekend

violist en had met zijn Versuch einer gründlichen Violinschule

een standaardwerk geschreven. Zoon Mozart kreeg daarom

ook gedegen onderwijs op de viool.

Ondanks alle reizen die Mozart als wonderkind kon maken,

waren hij en zijn vader wel officieel in dienst bij de kardinaal van

Salzburg. Toen graaf Colloredo in 1772 gewijd werd tot nieuwe

aartsbisschop kreeg Mozart een aanstelling als concertmeester

van het hoforkest. In die hoedanigheid schreef hij binnen enkele

jaren al zijn concertante muziek voor viool, waaronder zijn vijf

vioolconcerten. Ongetwijfeld bedoelde hij deze in de eerste

plaats voor zichzelf en verscheidene malen berichtte hij zijn

vader over zijn succesvol optreden met zijn vioolconcerten.

Wanneer het Derde vioolconcert is ontstaan is niet helemaal

zeker, maar het jaar 1775 is toch het meest waarschijnlijk.

Het is een typisch soloconcert voor die tijd met een stevig

openingsallegro, een lyrisch en zangerig langzaam middendeel

en een vrolijk op Franse leest geschoeid slotrondo. Mozart heeft

het in ieder geval zelf nog gespeeld in 1779. In oktober van dat

jaar schrijft hij opgetogen uit Augsburg aan zijn vader naar

aanleiding van een optreden tijdens een concert-diner: “Na het

souper speelde ik het Straatsburger Concert (de bijnaam voor

het Derde vioolconcert). Het ging gesmeerd, iedereen prees

mijn mooie reine toon.”

Een verliefde MahlerGustav Mahler was in februari van 1901 door het oog van de

naald gekropen. Een enorme inwendige bloeding betekende

bijna het einde van zijn leven. Hij kwam er gelukkig weer

bovenop maar het gebeuren liet een onuitwisbare indruk op

hem achter. In datzelfde jaar begon hij aan zijn Vijfde symfonie

in een sfeer van somberheid. Dat is in de eerste drie delen goed

te merken: na een deprimerende treurmars volgden een wild

adagio en een luimig scherzo. Hoe nu verder? Het antwoord

kwam van onverwachte kant. In november 1901 ontmoette

hij Alma Schindler. Zij was een bruisende jonge vrouw van

22 en de 41-jarige Mahler viel al gauw als een blok voor haar.

Twee maanden later waren ze verloofd. Als liefdesbetuiging

schreef Mahler een zeer gevoelig adagio voor strijkers en harp

waarin de verstilde eindeloze trage melodie de zoete dronken-

schap van zijn intense liefde verbeeldde. Daarbij schreef hij nog

10

Page 11: Gehoord mrt-jun 2010

een hartstochtelijke liefdesbrief. Dit kleinood kreeg in zijn

Vijfde symfonie een plek als vierde deel met als aanduiding

Adagietto, waarmee de somberheid van de voorgaande delen

in een heel ander daglicht kwamen te staan. Het kon dan ook

niet anders dan dat het vijfde en laatste deel een uitbundig

triomflied zou worden. Mahler construeerde zijn symfonieën

altijd zorgvuldig waarbij het bepaald niet de bedoeling was

om zomaar een deel losstaand te spelen. Het Adagietto was

echter als een losstaand stuk geschreven en pas daarna in de

symfonie opgenomen. Daarmee krijgt een losse uitvoering

van dit deel een zekere legitimiteit, waarvan zeer veel dirigen-

ten en orkesten tot op de dag van vandaag dankbaar gebruik

maken. Het is daarmee verreweg de populairste muziek

geworden die Mahler ooit geschreven heeft.

Een barokke GriegFeitelijk was Ludvig Holberg (1684-1754) een Deense

schrijver. Hij was weliswaar in het Noorse Bergen geboren,

maar had een groot deel van zijn leven in Denemarken

doorgebracht en schreef zijn meeste werken ook in het

Deens. Dat nam niet weg dat hij in Noorwegen, zeker in zijn

geboortestad Bergen, werd geëerd als een groot literator.

Edvard Grieg, ook geboren in Bergen, was een bewonderaar

van de schrijver. Al in 1878 stelde hij geld beschikbaar voor

een op te richten standbeeld van Holberg. Voor de festivitei-

ten rond de 200ste geboortedag van Holberg schreef Grieg

twee composities. Op de dag van de onthulling van het

Holberg-monument klonk de Holberg-kantate voor bariton

en mannenkoor. Enkele dagen later speelde Grieg een suite

voor piano met muziek in de stijl van de tijd van Holberg

onder de titel Fra Holbergs tid (Uit Holbergs tijd). Het waren

kleine intieme pianostukjes, geschreven als een barokke

suite, bestaande uit een prelude gevolgd door enkele

dansen. Het succes was enorm. De luchtige en vriendelijke

pianostukjes riepen een sfeer op van nostalgie die het

publiek zeer aansprak. Gestimuleerd door dit succes maakte

de componist een jaar later een arrangement voor strijkor-

kest. In deze versie werd het werk zo mogelijk nog populairder.

In ieder geval behoort de Holbergsuite nog steeds tot de

meest gespeelde werken van de Noorse componist.

Kees Wisse

Wie

ner C

once

rt-Ve

rein

CD-voordeelZie bladzijde 90-91 voor HGO/Bergmanncd-voordeel.

11

Page 12: Gehoord mrt-jun 2010

WAGENINGENzo. 11 aprilJunushoff, 15.30 uurARNHEMwo. 14 aprilMusis Sacrum, 20.15 uurZEVENAARzo. 18 aprilHet Musiater, 11.00 uur

HGO KLEIN KamermuzieKStrijkkwintetRoeland Gehlen vioolCindy Albracht vioolBart Peters altvioolMeintje de Roest altvioolInge Grevink cello

12

Page 13: Gehoord mrt-jun 2010

ProgrammaFelix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847)Strijkkwartet nr. 2 in a, opus 13

Adagio - Allegro vivace zAdagio non lento zIntermezzo: Allegretto con moto - Allegro di molto zPresto - Adagio non lento z

Anton Webern (1883-1945)6 Bagatellen, opus 9Langsamer Satz

pauze

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)Strijkkwintet in g, KV 516

Allegro zMenuetto: Allegretto zAdagio ma non troppo zAdagio - Allegro z

HGO

Klei

n

13

Page 14: Gehoord mrt-jun 2010

Roeland Gehlen viool

Roeland Gehlen werd in Schinnen geboren. Hij studeerde bij

Nilla Pierrou in Maastricht, bij André Gertler in Brussel, en

aansluitend bij Thomas Brandis aan de Hochschule der Künste

in Berlijn, waar hij zijn solistendiploma haalde. Hij won verschil-

lende prijzen bij nationale en internationale concoursen

( zoals b.v . het Oskar-Back-concours in Amsterdam, eerste prijs,

het internationale Lipizzer-concours in Italie , en het

internationale Szymanowski-concours in Brussel).

Van 1994 tot 1997 was Roeland Gehlen vaste remplacant bij

de Berliner Philharmoniker. Van 2000 tot 2004 was hij eerste

concertmeester van de Bochumer Symphoniker, en sinds 2004

is hij eerste concertmeester van Het Gelders Orkest. Hij treedt

regelmatig als solist op in Nederland en Duitsland.

Zijn talrijke kamermuziekconcerten brachten hem naar de

muziekcentra van Europa, zoals o.a. Duitsland, Italie, Frankrijk,

Spanje, Portugal en Polen, als ook naar Japan, USA, Brazilië en

Argentinië. Hij maakte de laatste jaren verschillende opnames

voor o.a. de Bayerische Rundfunk en de SWR. Roeland Gehlen

speelt op een viool van Jean-Baptiste Vuillaume.

14

Page 15: Gehoord mrt-jun 2010

HGO

Klei

n

Cindy Albracht viool

Cindy Albracht studeerde viool bij Jan Repko, Davina van Wely en

Else Krieg aan het Conservatorium van Amsterdam en bij

Gerhard Schulz aan de Hochschule für Musik und Darstellende

Kunst in Wenen. Daarbij sloot ze haar opleiding met de hoogste

onderscheiding af. Zij volgde masterclasses bij onder anderen

Viktor Liberman, Herman Krebbers en Rainer Kussmaul.

In 1998 won Cindy de Zilveren Vriendenkrans, een prijs van de

Vrienden van het Concertgebouw en het Koninklijk Concertge-

bouworkest. In 1999 was zij derde prijswinnares op het Oscar

Back Vioolconcours.

Cindy Albracht was tot 2007 primarius van het Romeo Kwartet,

waarmee zij regelmatig optrad in binnen- en buitenland. Met het

kwartet kreeg zij lessen van grote musici als Isaac Stern, György

Kurtág, en van leden van onder andere het Amadeus Quartett,

het Alban Berg Quartett en het Borodin Quartett. Naast enkele

andere prijzen won het Romeo Kwartet in 2005 de Mees Pierson

Award, een prijs voor het beste Nederlandse ensemble in de serie

‘ Jonge Nederlanders’ van het Concertgebouw.

Sinds 2007 is Cindy Albracht werkzaam in Het Gelders Orkest als

aanvoerder van de tweede violen. Ook speelt zij als eerste violiste

in het Mahler Chamber Orchestra.

15

Page 16: Gehoord mrt-jun 2010

Bart Peters altviool

Bart Peters studeerde altviool bij Erwin Schiffer en Marjolein

Dispa aan het Sweelinck Conservatorium van Amsterdam, het

Koninklijk Conservatorium van Brussel en het Conservatorium

van Tilburg. Bart volgde vele internationale masterclasses in

Zwitserland, Frankrijk, Duitsland en België o.a. bij Wolfram Christ

(Berliner Philharmoniker). In 1994 haalde hij zijn docerend

musicus diploma en in 1996 het diploma “uitvoerend musicus”

met onderscheiding in Amsterdam. Hij haalde in 1996 ook zijn

meestergraad in Brussel met grote onderscheiding. Bart Peters

gaf veel concerten en recitals met o.a. zijn vaste begeleider

Robert van de Roer. In 1996 speelde Bart Peters in het Zweedse

strijkorkest “Camerata Roman” onder leiding van Levon

Chilingirian (Chilingirian Quartett) en Terje Tönessen (Oslo

Philharmonisch Orkest). Vanaf 2000 is hij aanvoerder van de

altvioolgroep in Het Gelders Orkest. Bart bespeelt een altviool

gebouwd door Alfons Pisters in 1989.

16

Page 17: Gehoord mrt-jun 2010

HGO

Klei

n

Meintje de Roest altviool

Meintje de Roest studeerde viool bij Ilona Sie Dhian Ho en

altviool bij Gisella Bergman aan het Noord Nederlands Conser-

vatorium te Groningen. Haar masteropleiding altviool volgde

zij bij Sven Arne Tepl en Nobuko Imai aan het Conservatorium

van Amsterdam en sloot zij in juni 2008 succesvol af.

Gedurende haar studie speelde Meintje de Roest onder meer

in het Nationaal Jeugd Orkest en het European Union Youth

Orchestra. Van 2005 tot 2008 was zij als altvioliste werkzaam

bij het Noord Nederlands Orkest. Momenteel speelt zij als

plaatsvervangend aanvoerder altviool in Het Gelders Orkest.

Meintje de Roest treedt veelvuldig op in kamermuziekverband.

Zij speelt in het Saffierkwartet en Het Ensemble en verleent

regelmatig haar medewerking aan de Amsterdam Soloists.

Ook speelt zij veel kamermuziek met collega’s uit Het Gelders

Orkest. Naast haar conservatoriumopleiding studeerde Meintje

sociologie. In 2005 behaalde zij haar master-titel met de

afstudeerscriptie “Concertmagie of thuiscomfort. Waarom

liefhebbers van klassieke muziek concerten bezoeken”.

Deze scriptie schreef zij tijdens haar stage bij het Sociaal en

Cultureel Planbureau.

17

Page 18: Gehoord mrt-jun 2010

Inge Grevink cello

In 1996 begon Inge Grevink haar beroepsopleiding cello in de

Jong Talent Klas van het conservatorium te Utrecht waar ze in

2003 haar diploma behaalde. Hierna vervolgde ze haar studie in

Zwitserland bij Raphael Wallfisch aan de Hochschule für Musik

und Theater Zürich-Winterthur. Na een zeer succesvol examen

kreeg ze toegang tot de Solistenklas. In januari en juni 2008

heeft ze hiervoor haar afsluitende concerten gegeven en het

“Solistendiplom” behaald. Daarnaast volgde ze masterclasses bij

onder anderen Wolfgang Boettcher en Colin Carr.

Inge Grevink was diverse malen laureaat bij het Prinses Christina

Concours en het nationaal concours van de stichting Jong

Muziektalent Nederland. Zij soleerde met onder meer het Polaris

ensemble (o.a. tournee door Oostenrijk) het Eindhovens Jongeren

ensemble en Musica Ducis. Ook trad zij op in diverse ensembles

waaronder als solocelliste van het Gustav Mahler Jugend

Orchester en maakte op deze manier verschillende tournees door

Nederland en heel Europa.

Sinds augustus 2006 is Inge Grevink plaatsvervangend aanvoer-

der bij Het Gelders Orkest. Daarnaast geeft ze regelmatig

concerten met Het Nieuw Prinsekwartet, Trio Artio en het

Dehmel ensemble.

18

Page 19: Gehoord mrt-jun 2010

HGO KLEIN STRIJKKWINTET‘Onleesbare, ongecorrigeerde horror.’ Het onderwerp van

discussie? De late strijkkwartetten van Beethoven. De compo-

nist Louis Spohr was aan het woord. En als dat nou nog alleen

zijn mening geweest was, maar nee, er waren er heel wat die

het toen met Spohr eens waren. Bijvoorbeeld de vader van Felix

Mendelssohn-Bartholdy. Deze zag het dan ook enigszins met

lede ogen aan toen zijn 18-jarige zoon die abracadabramuziek

tot voorbeeld koos.

In Beethovens sterfjaar 1827 schreef Mendelssohn zijn

Strijkkwartet in a, opus 13, geschoeid op Beethovens leest.

De Weense meester is erg aanwezig. Het kwartet begint al met

een klein mottothema ‘Ist es wahr’, dat sterk doet denken aan

het ‘Lebewohl’-thema uit Beethovens sonate Les adieux opus

81a. Het hoofdthema van het eerste deel brengt het Allegro

vivace van het Beethovenkwartet opus 132 in gedachten, het

thema van het Adagio non lento dat van de cavatine uit opus

130 en het fugathema van het scherzo verraadt grondige

kennis van het Quartetto serioso opus 95. Interessanter nog

zijn een aantal structurele zaken die de jongere componist van

de oudere afkeek, zoals het idee van een recitatief aan het

begin van de finale (zie Beethovens opus 132), terwijl de

thematische ‘terugblik’ in dit deel op de drie voorgaande delen

en het langzame slot dat de inleiding tot deel 1 herhaalt, het

procedé van de finale van Beethovens Negende symfonie

verraden (Mendelssohn zei overigens eens dat hij die finale

‘niet begreep’).

Wat is er nu nog Mendelssohn? Eigenlijk alles. Want terwijl

Beethovens late muziek introspectief en vergeestelijkt klinkt,

is het kwartet van het nog zo jonge genie uit Berlijn romantisch,

hartstochtelijk, ‘sehnsüchtig.’ Het is: Mendelssohn. Het klinkt

19

Page 20: Gehoord mrt-jun 2010

Mendelssohn, en daar gaat het om. Komt bij, dat in die jaren

meer componisten niet onder de vernieuwer par excellence

uitkonden; cyclische principes zouden spoedig de mode worden,

zozeer dat Schumann er jonge componisten zelfs voor waar-

schuwde. Aardig, dat op zijn beurt een groot componist ook

weer iets van Mendelssohn afkeek. Want niemand minder dan

Johannes Brahms zou het ‘Ist es wahr’-motief (dat Mendelssohn

ontleende aan zijn eigen lied ‘Ist es wahr? / Daß du stets dort in

dem Laubgang / An der Weinwand meiner harrst?’) gêneloos

gebruiken voor zijn Intermezzo opus 118/2. Eén van Brahms’

mooiste pianostukken. Laten we vooral veel en vaak ‘kopiëren’!

De essentie van Weberns Sechs Bagatellen, opus 9 werd het

beste verwoord door zijn leraar Arnold Schönberg in diens

voorwoord tot de partituur. ‘Besef wat een ingetogenheid en

matigheid het vereist om zich zo beknopt uit te drukken,’ schrijft

Schönberg. ‘Iedere blik laat zich tot een gedicht, elke zucht tot

een roman uitbreiden. Maar: een roman in een enkel gebaar,

een geluk door een enkel ademhalen uit te drukken: zulk een

concentratie wordt alleen gevonden wanneer zelfmedelijden

ontbreekt.’ Concentratie, beknoptheid – dit is muziek die zich

nauwelijks binnen de lengte van de tijd afspeelt maar des te

meer in de diepte van het moment.

Geen gemakkelijke muziek. Ook niet omdat Webern compo-

neert volgens het principe van de dodecafonie – in 1913, het

ontstaansjaar van de bagatellen, revolutionair en een eeuw

later voor veel luisteraars nog altijd moeilijk toegankelijk

terrein. De dodecafonie (‘twaalftoonsleer’) kent geen melodie

of harmonie meer in de gebruikelijke vorm. Opgeheven zijn de

harmonische functies; dissonanten lossen niet op maar eman-

ciperen zich tot opzichzelfstaande klanken. Voor de ‘melodie’

baseert de componist zich op een reeks van twaalf verschil-

lende tonen, die niet langer zijn ontleend aan een toonladder

maar volkomen gelijkwaardig zijn, ‘alleen met elkaar te maken

hebben.’ Deze reeks blijft de hele compositie onveranderd

afgezien van omkeringen, transposities, kreeftgangen en

instrumentale kleuringen.

De middelste vier delen schreef Webern als een keurig vierdelig

strijkkwartet; later raamde hij dit in met nog twee delen.

De eerste uitvoering was pas elf jaar na het ontstaan, in 1924

tijdens het festival voor contemporaine muziek in Donau-

eschingen in Zuid-Duitsland. Voor zulke moeilijke muziek

bleken de reacties erg positief. ‘[De bagatellen] bezitten een

concentratie van muzikale gedachte en een beknoptheid

van expressie die zelfs de meest onvoorbereide luisteraar

20

Page 21: Gehoord mrt-jun 2010

overtuigde van de spiritualiteit van deze introverte musi-

cus,’ schreef een criticus. Mooier kon Webern het zich niet

wensen, al had hij zich tijdens de uitvoering geërgerd aan

iemand die halverwege in lachen was uitgebarsten. (Webern

had de onbeschaamde man misschien de partituur van zijn

Langsamer Satz in handen moeten stoppen. Een werk dat

acht jaar voor de Bagatellen was ontstaan en nog volop wor-

telt in de romantiek. Het is met zijn dromerige atmosfeer

een uitstekende inleiding tot Weberns idioom en doet ook

vandaag zijn ‘voorbereidend werk’.)

Wolfgang Amadeus Mozart was niet de zwaarmoedigste.

Van iemand die puberale opera’s als Le nozze di Figaro en

Die Entführung aus dem Serail op papier wist te zetten,

verwacht je dat ook niet. Maar op 4 april 1787 schrijft hij

zijn vader een vreemde brief. ‘Ik heb er een gewoonte van

gemaakt in alle dingen op het ergste voorbereid te zijn.

Aangezien de dood, welbeschouwd, het werkelijke einddoel

van ons leven is, heb ik mij de laatste paar jaren zo vertrouwd

gemaakt met deze beste, ware mensenvriend, dat zijn beeld

niets afschrikwekkends meer heeft maar veeleer rustgevend

en troostrijk is!’

Dit is natuurlijk niet per definitie zwaarmoedig. De dood als

trooster en vriend – Mozart maakte ook hier nog iets van.

Maar toch. Verderop schrijft hij: ‘Ik ga nooit naar bed zonder

te bedenken dat ik, zo jong als ik ben, misschien de volgende

dag niet zal aanschouwen…’ Het zijn woorden die er niet om

liegen. Ze geven je het idee dat er op de bodem van Mozarts

ziel nog heel wat meer lag dan de levenslust, vitaliteit en

goedgemutstheid die wat meer in het oog springen.

Het ging hem in 1787 ook niet goed. Zijn kansen in Wenen

begonnen te keren. Men leek een beetje op hem uitgekeken.

De Weners namen er genoegen mee om deuntjes uit Figaro

en Die Entführung te fluiten of er op te dansen, Mozart als

dirigent of pianist te beluisteren, maar nieuwe composities

hoefden ze niet persé van hem. Mozart componeerde steeds

minder. Het kostte hem ook meer moeite dan eerst; er zaten

soms duidelijk wat mindere werken tussen. Het was ook een

tijd waarin hij steeds dieper in de schulden raakte en zijn

gezondheid te wensen overliet. En toen bereikte hem het

bericht dat zijn vader ernstig ziek was (hij zou spoedig

overlijden). In zulke omstandigheden schrijf je woorden als

bovenstaande.

En noten als van het Strijkkwintet in g, KV 516. Het is een

tragisch werk. Dat het klakkeloos volgt op het optimistische

HGO

Klei

n

21

Page 22: Gehoord mrt-jun 2010

Kwintet in C, KV 515 laat een opvallende parallel zien met

Mozarts laatste twee symfonieën waarbij knarsend g mineur

en stralend C majeur (de Jupiter) al even drastisch tegen elkaar

worden geplaatst, zij het in omgekeerde volgorde. Is het

kwintet in C het ‘himmelhoch jauchzend’, dat in g is de fatale

tegenhanger ‘zum Tode betrübt.’ In de klassieke Mozart woonde

een romantische ziel.

Deze muziek gaat over het Onvermijdelijke. De Mozartbiograaf

Alfred Einstein vatte het werk in een prachtig beeld. ‘Wat hier

gebeurt is misschien alleen met de scène in de hof van

Gethsemane te vergelijken. De kelk met de bittere drank moet

worden geledigd en de discipelen slapen. […] Mozart besluit de

expositie [van het eerste deel] weliswaar in de parallelle

majeurtoonsoort maar keert in de reprise genadeloos genoeg

terug naar mineur. Er valt niet aan te ontkomen. En het menuet

wil niets anders zeggen dan: ‘Niet zoals ik het wil, maar Uw wil

geschiede.’ In het trio valt een straal hemelse troost uit de

duistere wolken maar de terugkeer naar het menuet zelf is

onvermijdelijk. Het Adagio ma non troppo is een gebed – het

gebed van een eenzame die overal door afgronden omgeven is:

de vele soli, de enharmonische verwisselingen voor de terug-

keer naar de tonica, zijn symbolisch. Het slotdeel wordt ingeleid

door een soort duister heroïsche cavatine van de eerste viool en

slaat dan om in G majeur: maar dit is het troosteloze majeur dat

Mozart in zoveel van zijn latere werken eigen is […].’

Stephen Westra

VriendenkortingVrienden van Het Gelders Orkest krijgen op vertoon van hun

lidmaatschapspas € 10 korting* bij de kassa van de betreffende

concertzaal.

*max. 2 kaarten per Vriend. Wij raden u aan tijdig te reserveren.

CD-voordeelZie bladzijde 90-91 voor HGO/Bergmanncd-voordeel.

22

Page 23: Gehoord mrt-jun 2010

23

Page 24: Gehoord mrt-jun 2010

ARNHEMvr. 16 april (Serie C)ArtEZ Conservatorium Arnhem* Concertzaal, 20.15 uurInleiding Jacob Jansen, 19.15 uur

Dit programma wordt herhaald in:

DEVENTERwo. 21 aprilSchouwburg, 20.30 uur* gewijzigde locatie

TE GAST: ORKEST DE EREPRIJSGastorkest orkest de ereprijsWim Boerman dirigentCindy Albracht vioolAljosja Buijs pianoVera Westera zang

24

Page 25: Gehoord mrt-jun 2010

Te g

ast:

orke

st d

e er

eprij

s

Programma*Kurt Weill (1900-1950)Vioolconcert – visie Willem Breuker

Andante con moto z Notturno : Allegro un poco tenuto - Cadenza z(moderato) – SerenataAllegro molto, un poco agitato z

Louis Andriessen (geb. 1939)M is for Man, Music, Mozart – film Peter Greenaway

The alphabet song (tekst van L. Andriessen en zJ. van der Linden) Instrumental I zThe Vesalius song (tekst van P. Greenaway) zInstrumental II zThe Schulz song (tekst van P. Greenaway) zInstrumental III zThe Eisenstein song (tekst van P. Greenaway) z

pauze

Léos Janácek (1854-1928)Capriccio – bewerking Andries van Rossem

Allegro zAdagio zAllegretto zAndante z

Mary Finsterer nieuw werk

Willem Breukernieuw werk

*Volgorde van het programma is onder voorbehoud

25

Page 26: Gehoord mrt-jun 2010

orkest de ereprijsOrkest de ereprijs is hét orkest voor nieuwe muziek in het oosten

van Nederland. Het gezelschap heeft naam en faam opge-

bouwd in binnen- en buitenland. Het orkest initieert – zowel op

internationaal als lokaal niveau – nieuwe projecten, veelal in

samenwerking met andere disciplines. Daarnaast biedt het

orkest een podium voor jong talent, onder meer in de jaarlijks

terugkerende Young Composers Meeting en in de samenwerking

met de conservatoria van Den Haag, Rotterdam en Arnhem/

Enschede/Zwolle - ArtEZ.

Kenmerk van orkest de ereprijs is vooral de mentaliteit: het

gezelschap is nieuwsgierig en durft het experiment aan te gaan.

De kracht van het orkest is dat ze op een heel toegankelijke en

kwalitatief extreem hoge wijze het publiek kennis laat maken

met het bijzondere van nieuwe muziek.

26

Page 27: Gehoord mrt-jun 2010

Te g

ast:

orke

st d

e er

eprij

s

Wim Boerman dirigent

Wim Boerman (1951) is fluitist en sinds 1979 verbonden aan

orkest de ereprijs. Boerman en de ereprijs zijn één sinds hij de

artistiek leider én dirigent van dit ensemble is. Boerman heeft

met het ensemble vele bijzondere producties op zijn naam staan,

zoals Onder het Melkwoud met De Plaats, Lines and Dogs met

Pieter de Ruiter en Eva Villanueva, Boxing Pushkin met Bollwerk,

Mixed Emotions met Generale Oost en de Dans-academie van

ArtEZ en Boogloze Boogpees i.s.m. de Wintertuin.

Daarnaast is Boerman het hart van de Young Composers

Meeting die in 2010 de 16de editie beleefde.

Boerman heeft met het ensemble veel internationale tournees

naar Rusland, Polen, Hongarije, Engeland en Frankrijk gemaakt.

27

Page 28: Gehoord mrt-jun 2010

Cindy Albracht viool

Cindy Albracht studeerde viool bij Jan Repko, Davina van Wely

en Else Krieg aan het Conservatorium van Amsterdam en bij

Gerhard Schulz aan de Hochschule für Musik und Darstellende

Kunst in Wenen. Daarbij sloot ze haar opleiding met de hoogste

onderscheiding af. Zij volgde masterclasses bij onder anderen

Victor Liberman, Herman Krebbers en Rainer Kussmaul.

In 1998 won Cindy de Zilveren Vriendenkrans, een prijs van de

Vrienden van het Concertgebouw en het Koninklijk Concert-

gebouworkest. In 1999 was zij derde prijswinnares op het

Oscar Back Vioolconcours.

Cindy Albracht was tot 2007 primarius van het Romeo Kwartet,

waarmee zij regelmatig optrad in binnen- en buitenland. Met

het kwartet kreeg zij lessen van grote musici als Isaac Stern,

György Kurtág, en van leden van onder andere het Amadeus

Quartett, het Alban Berg Quartett en het Borodin Quartett.

Naast enkele andere prijzen won het Romeo Kwartet in 2005

de Mees Pierson Award, een prijs voor het beste Nederlandse

ensemble in de serie ‘ Jonge Nederlanders’ van het Concert-

gebouw.

Sinds 2007 is Cindy Albracht werkzaam in Het Gelders Orkest

als aanvoerder van de tweede violen. Ook speelt zij als eerste

violiste in het Mahler Chamber Orchestra.

28

Page 29: Gehoord mrt-jun 2010

Te g

ast:

orke

st d

e er

eprij

s

Aljosja Buijs piano

Pianist Aljosja Buijs volgde zijn vakopleiding aan de conservato-

ria van Arnhem en Amsterdam waar hij studeerde bij Janine van

Mever, Marjès Benoist en Willem Brons. Daarnaast volgde hij

masterclasses bij onder anderen Detlef Kraus en Jean-Yves

Thibaudet. Verder bekwaamde hij zich in de kamermuziek bij

musici als Vladimir Mendelssohn, Colin Carr, Ab Koster en

Pascal Devoyon.

Als veelzijdig musicus met een brede interesse speelde Aljosja

Buijs met uiteenlopende ensembles in binnen- en buitenland.

Momenteel maakt hij deel uit van het Don Banks hoorntrio.

Voor dit gezelschap schreven diverse componisten werk,

waaronder Nico Hijbregts en Ian Matheson. Ook speelt hij al

een aantal jaren in orkest de ereprijs. Sinds 2005 is hij als

pianobegeleider en methodiek docent verbonden aan het ArtEZ

Conservatorium Arnhem.

29

Page 30: Gehoord mrt-jun 2010

Vera Westera zang

Vera Westera (1972) studeerde aanvankelijk Engels en richtte

zich pas op 21-jarige leeftijd op de zang. Na de vooropleiding

vervolgde ze tot 2000 haar studie aan het conservatorium van

Arnhem waar ze cum laude afstudeerde. In 1998 won ze de

‘De Roos Geesink Prijs’ voor jong, pas afgestudeerd talent. Dit

gaf haar de mogelijkheid om naar de International Jazz Work-

shop in Banff, Canada te gaan. In 1999 werd ze tweevoudig

winnares van het Nederlands Jazz Vocalisten Concours in

Zwolle. Ze kreeg hier zowel de eerste prijs van de jury als de

publieksprijs. Een jaar later won ze in Leiden de solistenprijs

van de VSB Music Award.

Vera Westera zingt in veel verschillende stijlen in verscheidene

bezettingen. Zo zong ze in de popgroep B1 en zingt ze bij het

akoestisch ensemble Biyuya van muzikant en producent Bojan

Vuletic. Tevens is ze leadzangeres bij de Groove Troopers van

Martin Fondse, met wie ze in 2003 haar debuut maakte op het

North Sea Jazz Festival in Den Haag. Verder speelt en werkt ze

onder andere samen met pianist Maurits Fondse en producer

Tom van Beers. In 2008 maakte ze haar eerste solo-cd onder de

titel ‘ A View Amazing’.

30

Page 31: Gehoord mrt-jun 2010

TE GAST: ORKEST DE EREPRIJS Al ruim dertig jaar houdt orkest de ereprijs zich bezig met de

rafelranden van de klassieke muziek. Zij spelen veelal eigen-

tijdse en eigenzinnige composities die raakvlakken hebben met

andere kunstuitingen of anderszins afwijken van de gebaande

paden van de serieuze, gecomponeerde muziek. Zo ook in dit

programma. De muziek van Janácek is schatplichtig aan de

volksmuziek. De composities van Kurt Weill hebben veel

invloed ondergaan van de amusementsmuziek. De muziek van

Louis Andriessen heeft in dit geval te maken met jazz, Mozart

en film. De muziek van Mary Finsterer is eigenzinnig en origi-

neel en maakt gebruik van veel verschillende inspiratiebronnen.

De oudste componist van dit programma is de Moravische

Tsjech Léos Janácek. Janácek, die veel gebruik maakt van

elementen uit de Moravische volksmuziek, is in het begin van

zijn carrière vooral bekend om zijn koorwerken en opera’s, maar

aan het eind van zijn leven nemen de orkestwerken en de

kamermuziek een steeds belangrijkere plaats in. Dan compo-

neert hij ook twee werken voor piano en kamermuziekensemble:

het Concertino uit 1925 en het Capriccio uit 1926.

In de oorspronkelijke bezetting van het Capriccio wordt de

piano begeleid door een ensemble van fluit, twee trompetten,

drie trombones en een tenortuba. Aanvankelijk zou het stuk

Trotsering heten en bevatte het volgens de componist sombere

en weerbarstige muziek. Ondanks het niet-vrolijke karakter van

het grootste deel van deze compositie heeft Janácek ervoor

gekozen om dit werk Capriccio te noemen; een benaming die

voornamelijk gegeven wordt aan vrolijke en grappige muziek.

31

Page 32: Gehoord mrt-jun 2010

Janácek heeft dit stuk geschreven voor de pianist Otakar

Hollman die als oorlogsslachtoffer zijn rechterhand niet kon

gebruiken. Dit ‘pianoconcert voor de linkerhand’ is door de

Arnhemse componist Andries van Rossem bewerkt. Hij heeft de

instrumentatie van het ensemble aangepast aan de bezetting

van orkest de ereprijs. De muziek blijft verder volledig intact.

Het Vioolconcert van Kurt Weill wordt ook in een aangepaste

versie uitgevoerd, in dit geval in de visie van Willem Breuker.

De van oorsprong Duitse componist Weill is vooral bekend door

de samenwerking die hij aanging met de theatermaker Bertolt

Brecht. Samen maakten zij de Dreigroschenoper en Mahagonny;

twee muziektheaterproducties die bol staan van maatschappij-

kritiek en amusementsmuziek. Door zijn socialistische sympa-

thieën en joodse afkomst was Weill in 1933 genoodzaakt naar

Amerika uit te wijken. Ook daar maakte hij een groot aantal

musicals die met succes werden opgevoerd op Broadway. In

1943 verkreeg Weill het Amerikaanse staatsburgerschap.

Het Vioolconcert uit 1924 is het eerste werk waarmee Kurt

Weill naam maakt. De klank is nog niet zozeer gebaseerd op de

amusementsmuziek ofschoon het werk wel een opgetogen en

fris karakter heeft. Weill had net zijn studie voltooid bij Ferrucio

Busoni en onderging in deze periode veel invloed van Paul

Hindemith en Igor Stravinsky. Weill gebruikt voor dit concert de

klassieke driedeligheid waarbij het opvalt dat het tweede deel

zelf ook weer driedelig is: Notturno – Cadenza – Serenata.

Voor de orkestbezetting heeft Weill gekozen voor blazers,

slagwerk en een contrabas. Zij ondersteunen de virtuoze

vioolpartij, maar treden ook zelf veelvuldig op de voorgrond.

Met name in het snelle laatste deel is de rol van het orkest groot

en virtuoos. De originele bezetting van twee fluiten, een hobo,

twee klarinetten, twee fagotten, twee hoorns, een trompet,

slagwerk en contrabas is door Willem Breuker aangepast aan de

bezetting van orkest de ereprijs.

Van “Angry Young Man” is Louis Andriessen inmiddels op

70-jarige leeftijd uitgegroeid tot de nestor van het Nederlandse

muziekleven. In de jaren zestig en zeventig is de muziekwereld

in Nederland op verschillende manieren wakker geschud door

initiatieven van Louis Andriessen. Hij nam deel aan de noten-

krakersaktie, was mede auteur van de opera Reconstructie,

richtte ensembles op als De Volharding en Hoketus en compo-

neerde een aantal grote ensemblewerken zoals De Staat

waardoor veel jonge componisten geïnspireerd zijn geraakt.

M is for Man, Music, Mozart is het resultaat van een samen-

32

Page 33: Gehoord mrt-jun 2010

Te g

ast:

orke

st d

e er

eprij

s

werking tussen Louis Andriessen en de cineast Peter

Greenaway in 1991. Het initiatief is afkomstig van de BBC

die met zes korte films het tweehonderdste sterfjaar van

Mozart wilde belichten. M is for Man, Music, Mozart is door

de samenwerking tussen Greenaway en Andriessen een

hecht samenhangend kunstwerk met beeld en geluid

geworden. Het is dan ook toe te juichen dat in dit concert

niet alleen de muziek gespeeld wordt maar dat tegelijkertijd

ook de beelden te zien zijn.

Het openingsdeel “Alphabet Song” begint bij het begin:

‘A is for Adam’ en vervolgt het alfabet, waarbij de mens leert

bewegen en muziek te maken, om vervolgens uit te komen

bij de M van Mens, Muziek en Mozart. De overige drie gezon-

gen delen zijn een eerbetoon aan achtereenvolgens de

16de-eeuwse anatomist Andreas Vesalius, de 20ste-eeuwse

Pools-joodse schrijver Bruno Schulz en de Russische filmma-

ker Sergej Eisenstein. Tussen de vier gezongen delen klinken

drie instrumentale delen. Het eerste daarvan gaat over de

mens, het tweede over beweging en het derde over Mozart.

Andriessen maakt gebruik van een heldere duidelijke

muzikale taal die onder andere doet denken aan jazzmuziek

en Stravinsky en die natuurlijk refereert aan de muziek van

Mozart. De muziek is destijds gecomponeerd voor orkest

De Volharding met een bezetting van 1 fluit, 3 saxofoons,

1 hoorn, 3 trompetten, 3 trombones, piano en contrabas.

De zang is geschreven voor een ‘Jazz-singer (NB not soprano)’.

De componiste Mary Finsterer (1962) is afkomstig uit

Australië en zij heeft, net als vele anderen, enige tijd les

gehad van Louis Andriessen. Haar werk heeft een aantal

belangrijke prijzen behaald en is uitgevoerd door vooraan-

staande ensembles als Het Asko-Ensemble, het Arditti

strijkkwartet, het IRCAM en The Australian Symphony

Orchestra. Ook in haar werk worden vaak combinaties

aangegaan met andere disciplines, met name film.

De muziek van Mary Finsterer is lastig te omschrijven.

Al haar werken zijn voor verschillende bezettingen gecom-

poneerd en maken gebruik van verschillende componeer-

principes. Een rode draad is wel dat haar muziek bijzonder

spontaan klinkt, alsof het ter plekke wordt verzonnen.

Muzikale ideeën worden geïntroduceerd en vervolgens door

andere instrumenten overgenomen en veranderd. Haar

muziek krijgt daardoor een flitsend en caleidoscopisch

karakter. Daarnaast maakt Mary Finsterer veelvuldig

33

Page 34: Gehoord mrt-jun 2010

gebruik van elektronica hetgeen resulteert in, wat zij zelf

noemt: ‘electro-acoustic soundscapes’. Het werk dat orkest de

ereprijs vanavond ten gehore zal brengen is nog maar net af.

Om die reden is de titel van dit stuk nog niet bekend. Maar dat

hoeft een spannende luisterervaring zeker niet in de weg te

staan. Tot slot zal bovendien nog een nieuw werk van Willem

Breuker worden gespeeld.

Jacob Jansen

CD-voordeelZie bladzijde 90-91 voor HGO/Bergmanncd-voordeel.

34

Page 35: Gehoord mrt-jun 2010

35

Page 36: Gehoord mrt-jun 2010

DOETINCHEMdo. 22 aprilSchouwburg Amphion, 20.00 uurInleiding Maarten Brandt, 19.00 uur

ARNHEMvr. 23 april (Serie B)Musis Sacrum, 20.15 uurAdoptieconcert Teijin AramidInleiding Maarten Brandt, 19.15 uur

NIJMEGENza. 24 april (Serie 2)De Vereeniging, 20.15 uurKeuzeconcert DirkzwagerInleiding Maarten Brandt, 19.15 uur

APELDOORNzo. 25 april (Serie II)Orpheus, 16.00 uurInleiding Maarten Brandt, 15.15 uur

BEETHOVEN TRIPELCONCERTDamian Iorio dirigentRoeland Gehlen vioolMaike Reisener celloIan Gaukroger piano

36

Page 37: Gehoord mrt-jun 2010

Beet

hove

n Tr

ipel

conc

ert

PROGRAMMAArvo Pärt (geb. 1935)Fratres

Ludwig van Beethoven (1770-1827)Tripelconcert voor piano, viool, cello en orkest

Allegro zLargo zRondo alla polacca z

pauze

Richard Wagner (1813-1883)Parsifal, an orchestral quest (bew. H. de Vlieger)

Vorspiel zParsifal zDie Gralsritter I zDie Blumenmädchen zKarfreitagszauber zDie Gralsritter II zNachspiel z

37

Page 38: Gehoord mrt-jun 2010

Damian Iorio dirigent

Geboren in Londen koos Damian Iorio aanvankelijk voor de

viool. Daarvoor volgde hij een opleiding in Engeland en de

Verenigde Staten. Hij stapte over op directie en studeerde in

Sint Petersburg bij Alexander Polishchuk en de legendarische

Ilya Mushin.

Van 1999 tot 2005 was Iorio chef-dirigent van het Moermansk

Symfonie Orkest. Met dit ensemble gaf hij veel succesvolle

concerten in Rusland en Scandinavië. Maar ook als gastdirigent

groeide zijn reputatie. Zo stond hij voor het London Philharmo-

nic Orchestra, het Philharmonisch Orkest van Sint Petersburg,

het Deens Radio-orkest en in Nederland het Radio Filharmonisch

Orkest.

Ook op operagebied is Damian Iorio actief. Zo verzorgde hij de

Russische première van The Man Who Mistook His Wife for a Hat

van Michael Nyman. Zijn debuut bij de Central City Opera

Denver met Brittens The rape of Lucretia brachten hem lovende

kritieken.

Momenteel heeft Damian Iorio zich gevestigd in Italië waar hij

furore maakt bij operahuizen in onder meer Milaan (La Scala),

Pisa en Florence. Voor zijn activiteiten bij het Orchestra

Sinfonica di San Marino werd hij in dat land geridderd.

Damian Iorio stond al eerder voor Het Gelders Orkest.

In november 2009 leidde hij het orkest in een Scandinavisch

programma.

38

Page 39: Gehoord mrt-jun 2010

Beet

hove

n Tr

ipel

conc

ert

Roeland Gehlen viool

Roeland Gehlen werd in Schinnen geboren. Hij studeerde bij

Nilla Pierrou in Maastricht, bij André Gertler in Brussel, en

aansluitend bij Thomas Brandis aan de Hochschule der Künste

in Berlijn, waar hij zijn solistendiploma haalde. Hij won verschil-

lende prijzen bij nationale en internationale concoursen

( zoals b.v . het Oskar-Back-concours in Amsterdam, eerste prijs,

het internationale Lipizzer-concours in Italie , en het

internationale Szymanowski-concours in Brussel).

Van 1994 tot 1997 was Roeland Gehlen vaste remplacant bij

de Berliner Philharmoniker. Van 2000 tot 2004 was hij eerste

concertmeester van de Bochumer Symphoniker, en sinds 2004

is hij eerste concertmeester van Het Gelders Orkest. Hij treedt

regelmatig als solist op in Nederland en Duitsland.

Zijn talrijke kamermuziekconcerten brachten hem naar de

muziekcentra van Europa, zoals o.a. Duitsland, Italie, Frankrijk,

Spanje, Portugal en Polen, als ook naar Japan, USA, Brazilië en

Argentinië. Hij maakte de laatste jaren verschillende opnames

voor o.a. de Bayerische Rundfunk en de SWR. Roeland Gehlen

speelt op een viool van Jean-Baptiste Vuillaume.

39

Page 40: Gehoord mrt-jun 2010

Maike Reisener cello

Maike Reisener maakte kennis met de cello op negenjarige

leeftijd. Het instrument veroverde haar hart en zij studeerde in

Detmold en de Folkwanghochschule in Essen bij Young-Chang

Cho waar zij cum laude afstudeerde. Daarnaast volgde ze

masterclasses bij o.a. Boris Pergamenschikov, Steven Isserlis en

Frans Hemerson. Zij was prijswinnares van het Duits Nationaal

Concours “Jugend Musiziert”, van het Internationale Cello

Concours Douai en ereprijswinnaar van de Carl-Flesch-Akademie

te Baden-Baden.

Tijdens haar studie bekwaamde de celliste zich ook in de kamer-

muziek. In die discipline volgde ze lessen bij het Alban-Berg-

Quartett in Keulen en bij professor Andreas Reiner in Essen.

Lange tijd speelde zij in kleinere ensembles en kamerorkesten,

zoals de Amsterdamse Bachsolisten en Amsterdam Sinfonietta.

Nog tijdens haar studie werd zij benoemd tot aanvoerder cello

bij het Radio Kamerorkest (tegenwoordig Radio Kamer Filhar-

monie). Haar benoeming tot solocellist bij Het Gelders Orkest in

2004 bracht haar weer in aanraking met het grotere symfonische

repertoire.

Haar liefde voor de kamermuziek is echter gebleven. Sinds 2004

was zij lid van het Romeo Kwartet waarmee zij concerten in

binnen- en buitenland gaf. Met dit strijkkwartet won zij in 2005

de Mees Pierson Award, een prijs voor het beste Nederlandse

ensemble in de serie ‘Jonge Nederlanders’ van het Concertge-

bouw. Sinds 2009 vormt Maike met Roeland Gehlen en Ian

Gaukroger het Covatina Pianotrio.

40

Page 41: Gehoord mrt-jun 2010

Beet

hove

n Tr

ipel

conc

ert

Ian Gaukroger piano

Ian Gaukroger studeerde bij Bernard Roberts en Yonty Solomon

aan het Royal College of Music in Londen, waar hij de Chappell

Medal – de hoogste prijs voor piano – won. Ian behaalde

vervolgens zijn masters degree aan de Eastman School of Music

in Rochester, New York, waar hij de eerste prijs won als concertso-

list met zijn vertolking van het Derde Pianoconcert van Prokofiev.

Masterclasses volgde Ian met o.a. György Sebok, Guido Agosti,

Joaquin Achucarro en Lamar Crowson.

Als solist trad hij verscheidene malen op met onder meer de

Hongkong Philharmonic en het Nederlands Kamerorkest.

Met dit laatste orkest speelde hij tijdens een succesvolle tournee

door de Verenigde Staten samen met Philippe Entremont de

solopartijen in Carnaval des Animaux van Camille Saint-Saëns.

Ook soleerde Ian bij het Nederlands Kamerorkest in Frank

Martins Petite Symphonie Concertante. Bij het Hongkong

Philharmonic speelde hij onder andere in Rhapsody in Blue van

Gershwin, het Tweede Pianoconcert van Sjostakovitsj en het

Pianoconcert in D van Haydn.

Daarnaast Ian is een veelgevraagd kamermusicus. Behalve in

Nederland (Beurs van Berlage, Musis Sacrum) trad hij op in

London (o.a. in de Queen Elizabeth Hall en de Purcell Room),

het Verre Oosten, Australië, Nieuw-Zeeland, Frankrijk,

Zwitserland en de Nederlandse Antillen. Ook maakte hij

radio-opnames voor diverse radio-stations waaronder de BBC,

de Hessische Rundfunk en de Australian Broadcasting Corpora-

tion. Verder treedt Ian op als pianist met Het Gelders Orkest,

het Nederlands Philharmonisch Orkest en Het Koninklijk

Concertgebouworkest.

41

Page 42: Gehoord mrt-jun 2010

BEETHOVEN TRIPELCONCERT EEN EENVOUDIGE VIRTUOZE PIANOPARTIJLudwig van Beethoven mocht dan wel Republikeinse sympa-

thieën koesteren en zijn argwaan tegen de adel niet onder

stoelen of banken te steken, hij onderhield wel degelijk warme

contacten met die adel, al was het maar om zich in zijn levens-

onderhoud te kunnen voorzien. Met prinsen als Kinsky en

Lichnovsky en de Russische graaf Rasumowsky ging hij vriend-

schappelijk om. Op de gravinnen Therese Brunsvik en Giulietta

Guicciardi was hij zelfs tot over zijn oren verliefd. Niet minder

dan de zoon van de Oostenrijkse keizer, aartshertog Rudolph,

behoorde tot zijn leerlingen. En deze was nog getalenteerd ook.

Hij speelde heel behoorlijk piano en schreef niet onaardige

composities.

Rudolph begon in 1803 als 15-jarige zijn lessen bij Beethoven.

Deze was verrast door de snelle vorderingen die de adellijke

jongen aan het klavier maakte. Al gauw rees het plan om een

stuk te schrijven met een pianopartij die niet al te moeilijk was,

maar wel veel bravoure uitstraalde. Zo werd de kiem gelegd

voor het Tripelconcert, waarin Beethoven een eenvoudige

pianopartij combineerde met virtuoze partijen voor viool en

cello die zo hun uistraling zouden hebben naar de piano.

Voor de andere solisten had Beethoven de toentertijd be-

faamde violist Carl Anton Seidler in gedachten, de cellist zou

Anton Kraft moeten zijn, een oudgediende, die jarenlang

onder Joseph Haydn eerste cellist in het hoforkest van Esterházy

was geweest.

De uitvoering kwam echter nooit van de grond, waarschijnlijk

ook omdat de voltooiing van het concert te lang op zich liet

wachten. Pas in 1807 kwam het tot een publicatie bij één van

42

Page 43: Gehoord mrt-jun 2010

Beet

hove

n Tr

ipel

conc

ert

de Weense uitgevers. De première vond een jaar later plaats

tijdens een concert georganiseerd door violist Ignaz

Schuppanzigh. Hij was één van de bekendste violisten van

Wenen en had Beethoven ooit nog vioolles gegeven. Tussen

beide musici was een levenslange vriendschap ontstaan.

Het concert was één van de abonnementsconcerten in de

Weense Augartensaal waarmee Schuppanzigh al sinds 1795

furore maakte. Hijzelf speelde in het Tripelconcert natuurlijk

de vioolsolo, Anton Kraft speelde cello en Beethoven zelf

nam zeer vermoedelijk de pianopartij voor zijn rekening.

Het publiek reageerde maar lauw bij deze gelegenheid.

Een uitvoering enkele maanden later in Leipzig werd heel

wat enthousiaster ontvangen, al was het maar omdat de

zaal voor een deel werd bevolkt door fanatieke Beethoven-

fans. Maar echt populair is het Tripelconcert tot op de dag

van vandaag nooit geworden. En dat is jammer, want

uitgerekend dit stuk laat de anders zo ruige en onbehouwen

Beethoven van een ongekend galante en fijnbesnaarde

kant zien.

WAGNER ALS SyMFONISCH GEDICHTUit het succes van Henk de Vliegers symfonische samenvat-

ting van Richard Wagners Der Ring des Nibelungen in 1991

was duidelijk geworden dat de theatraal en vocaal bedoelde

muziek van Wagner, met slechts enkele aanpassingen, ook

uitstekend geschikt was voor een instrumentale uitvoering

in de concertzaal. Dit bleek zo goed te werken omdat Wagner

zijn vier opera’s van de Ring zeer compact had geconstrueerd

met een groot aantal Leitmotiven die voortdurend herhaald,

gevarieerd en gecombineerd worden. Ondanks de lengte

van de opera’s is het muzikale bouwmateriaal overzichtelijk

en leent het geheel zich goed om een muzikaal uittreksel te

maken.

In 1993 besloot De Vlieger tot een nieuwe Wagneriaanse

uitdaging in dezelfde sfeer. Ditmaal nam hij Wagners laatste

opera Parsifal als basis voor een symfonisch arrangement.

Parsifal is wel de meest bijzondere opera die Wagner

schreef. Zelf noemde hij het een Bühnenweihfestspiel,

daarmee het sacrale karakter van het werk benadrukkend.

Het is een christelijk-mythisch verhaal dat handelt over het

conflict tussen wereldlijke en religieuze liefde, waarbij een

veelheid aan christelijke symboliek ten tonele wordt gevoerd.

43

Page 44: Gehoord mrt-jun 2010

De Vlieger probeert in dit stuk niet zozeer het verhaal van

Parsifal in een notedop na te vertellen, als wel de rituele

uitstraling van de opera in de kern te vatten. De beide hoekdelen

vormen de ouverture en de slotscène van de opera waarbij de

vocale lijnen instrumentaal zijn ingevuld. Direct na de ouver-

ture volgt een korte presentatie van Parsifal zelf. Deel 3 en 6

zijn geconcentreerd rond de graalridders en vormen de oor-

spronkelijke intermezzo’s van de eerste en de derde akte.

De twee delen in het midden vormen de tegengestelde sferen

in de opera, enerzijds het zinnelijke, hier uitgebeeld door de

bloemenmeisjes, anderzijds het sacrale verklankt in de muziek

voor Goede Vrijdag.

KLOKJESOp zijn minst kun je Arvo Pärt een controversieel componist

noemen. Als diepgelovig mens schrijft hij moderne mystieke

muziek die hem, met componisten als Henryk Górecki en John

Tavener het predicaat Holy minimalists oplevert. Voor sommi-

gen een kritische benaming, voor anderen een geuzennaam,

een tussenweg lijkt er niet te zijn. Pärt liet zich aanvankelijk

inspireren door componisten als Prokofjev en Schönberg, maar

zocht later zijn heil bij het gregoriaans en de polyfonie van de

Renaissance. Maar zijn ware stijl kwam boven in een heel

nieuw concept, wat hij tintinnabuli noemde, het Latijnse woord

voor klokjes. De muziek klinkt op het eerste gehoor heel simpel,

maar brengt de geconcentreerde toehoorder in een soort

‘luistermeditatie’ die door sommigen als zeer indringend wordt

gevoeld, bijna als een religieuze ervaring.

In het stuk Fratres wordt die ervaring op wiskundige wijze

bereikt. Pärt gaat uit van een stapsgewijs dalende lijn in een

specifieke notenvolgorde met halverwege een octaafsprong

naar boven. Daar zet hij parallel een tweede lijn tegenaan die

dezelfde noten gebruikt maar op een ander punt begint.

Daartussenin beweegt een derde lijn die slechts uit enkele

verschillende noten bestaat. De drie stemmen vormen met

elkaar vrijwel consonante akkoorden. Door een systeem van

omkeringen en mathematische permutaties worden de

notenreeksen omgevormd tot negen variaties. Fratres is niet

voor een bepaald uitvoeringsapparaat geschreven. De lijnen

en harmonieën zijn belangrijker dan het klankspectrum. Dat

betekent niet dat het stuk zomaar willekeurig in elke samen-

stelling gespeeld kan worden. Pärt heeft het werk zelf in

verschillende versies voor diverse bezettingen gecomponeerd.

De originele versie stamt uit 1977 en is gemaakt voor vijf

44

Page 45: Gehoord mrt-jun 2010

Beet

hove

n Tr

ipel

conc

ert

CD-voordeelZie bladzijde 90-91 voor HGO/Bergmanncd-voordeel.

strijkers en vijf blazers. Daarna zijn er tot nu toe nog 13 andere

varianten gemaakt. Tijdens dit concert wordt de versie voor

strijkers en slagwerk uit 1983 gespeeld.

Kees Wisse

45

Page 46: Gehoord mrt-jun 2010

ZUTPHENdi. 27 aprilDe Hanzehof, 20.00 uurInleiding Martin Buninga, 19.00 uur

ARNHEMwo. 28 aprilMusis Sacrum, 20.15 uurEDEza. 1 meiCultura, 20.15 uurInleiding Martin Buninga, 19.15 uur

NIJMEGENzo. 2 meiDe Vereeniging, kleine zaal, 12.00 uur

HGO KLEIN KamermuzieKArthur Mahler dirigentRobbert Muuse bariton Het Gelders Mahler EnsembleEwoud Mahler, viool, Mara Mikelsone-Mahler, viool, Meintje de Roest, altviool, René Berman, cello, Aristoteles Potamianos, contrabas, Peter Verduyn Lunel, fluit, Arno Stoffelsma, klarinet, Bram Kreeftmeijer, hobo, Joop Bremer, fagotJosé Luis Sogorb Jover, hoorn, Mark Voermans, pauken, Juan Zurutuza, piano, Dirk Luijmes, harmonium

46

Page 47: Gehoord mrt-jun 2010

HGO

Klei

n

ProgrammaGustav Mahler (1860-1911)Pianokwartet

Alfred Schnittke (1934-1998)Pianokwartet

Gustav Mahler (1860-1911)Lieder eines fahrenden Gesellen (bew. A. Schönberg)

Wenn mein Schatz Hochzeit macht zGing heut morgen übers Feld zIch hab’ ein glühend Messer zDie zwei blauen Augen von meinem Schatz z

pauze

Gustav Mahler (1860-1911)Uit Symfonie nr 2 ‘Auferstehung’ (bew. E. Bauer)

Andante moderato z

Fünf Rückertlieder (bew. G. Müller-Hornbach)

Ich atmet’ einen linden Duft! zLiebst du um Schönheit zBlicke mir nicht in die Lieder zIch bin der Welt abhanden gekommen zUm Mitternacht z

47

Page 48: Gehoord mrt-jun 2010

Arthur Mahler dirigent

Arthur Mahler (1952) beschikt door zijn vele en gevarieerde

werkzaamheden over brede ervaring als uitvoerend en docerend

musicus. Naast zijn functie bij Het Gelders Orkest werkte hij

free-lance als barokhoboïst bij gerenommeerde ensembles als

The Amsterdam Baroque Orchestra en The Academy of Ancient

Music in Londen en doceerde hij hobo en barokhobo aan de

conservatoria van Maastricht, Utrecht en Arnhem. Hij gaf tal van

recitals en kamermuziekconcerten en trad met diverse orkesten

solistisch op.

Ook als dirigent is Arthur Mahler actief; in de recensies van de

inmiddels vele door hem geleide uitvoeringen met koren, orkes-

ten en ensembles wordt opvallend vaak de interessante program-

mering genoemd en het inspirerende en integere musiceren.

Het Gelders Mahler Ensemble

Het Gelders Mahler Ensemble is een gelegenheidsensemble van

musici uit Het Gelders Orkest, aangevuld met de pianist Juan

Zurutuza en harmoniumexpert Dirk Luijmes. Het ensemble is

samengesteld rondom de ‘Verein für musikalische Privatauf-

führungen’, waar componisten als Arnold Schönberg zich

inzetten om van muziek van tijdgenoten hoorbaar te maken

voor het publiek. In het geval van deze bewerkingen van twee

liederencycli van Mahler niet in volledige vorm, maar door een

kamermuziekensemble van strijkers, houtblazers, hoorn, piano

en harmonium. Het Gelders Mahler Ensemble staat onder

leiding van Arthur Mahler, een bekend gezicht uit de hobogroep

van Het Gelders Orkest, en nee, geen directe familie van.

48

Page 49: Gehoord mrt-jun 2010

HGO

Klei

n

Robbert Muuse bariton

De bariton Robbert Muuse studeerde bij Mya Besselink in

Maastricht en in de Opernschule van Karlsruhe bij Donald Litaker,

en volgde liedstudies bij Konrad Richter (Stuttgart), Hartmut Höll

(Mozarteum Salzburg) en Julius Drake (Londen). Hij nam deel aan

vele masterclasses bij o.a. Sir Thomas Allen, Barbara Bonney,

Robert Holl, Hilde Zadek en Graham Johnson. Verder werd hij

gecoacht door Helmuth Kolvenbach. Hij won verscheidene

prijzen, waaronder de MeesPierson Award 2004 in de serie

‘Jonge Nederlanders’ van het Concertgebouw in Amsterdam.

Sinds 1994 vormt Robbert Muuse een liedduo met de pianiste

Micha van Weers. Samen gaven zij recitals onder meer in het

Concertgebouw in Amsterdam, in Stuttgart, Karlsruhe, Salzburg

en Parijs. Ook gaven zij masterclasses voor het liedgenre.

Robbert is een veelgevraagde concertsolist en vertolker van

barokmuziek. Als operazanger vertolkte hij tientallen rollen in

opera’s, o.a. Aeneas in Dido and Aeneas, Dottore Malatesta in

Don Pasquale, Allazim in Mozarts Zaide en Guglielmo in Così

fan tutte, Falke in Die Fledermaus, Sid in Albert Herring van

Britten, Le Directeur in Les Mamelles de Tirésias van Poulenc,

Escamillo in La Tragédie de Carmen, en andere opera’s van o.a.

Händel, Purcell, Rossini, Leoncavallo en Britten.

Hij werkte met vele orkesten en ensembles, onder meer met

dirigenten Jan Willem de Vriend, Jurjen Hempel, Enrico Delam-

boye, Jos van Veldhoven en Ed Spanjaard, en met regisseurs

Renate Ackermann, Lodewijk de Boer, Jan Bouws, Guy Joosten,

David Prins, Saskia Boddeke en Peter Greenaway.

Hij was als solist te gast voor optredens in het Amsterdams

Concertgebouw, festival Oude Muziek Utrecht, St John’s Smith

Square in Londen, York, Stuttgart, Festspielhaus Karlsruhe,

Salzburg en Cité de la Musique in Parijs, Israel, Riga en Miami.

49

Page 50: Gehoord mrt-jun 2010

Het i

s w

erke

lijk:

Onge

hoor

d!w

ebsh

op.h

etge

lder

sork

est.n

l

Page 51: Gehoord mrt-jun 2010

Het G

elde

rs O

rkes

t d

aar h

oren

we

Hier

bes

telt

u al

les.

Van

CD’

s to

t pos

ters

, va

n ka

artje

s to

t min

iabo

nnem

ente

n.

Alle

s va

n He

t Gel

ders

Ork

est,

altij

d

besc

hikb

aar.

Supe

r han

dig

thui

s be

stel

len

en s

nel t

huis

bezo

rgd.

Nu g

eope

nd, o

nze

eige

n w

ebsh

op O

NGEH

OORD

!

Neem

sne

l een

kijk

je

en m

aak

uw k

euze

!

Page 52: Gehoord mrt-jun 2010

HGO KLEINHET GELDERS MAHLER ENSEMBLE

Het was niet de eerste de beste die beschreef wat de ‘Verein für

musikalische Privataufführungen’ beoogde. In september 1919

verwoordde Alban Berg wat Arnold Schönberg voor de geest

stond en stipte de belangrijkste uitgangspunten aan. Het ging

erom werk van tijdgenoten hoorbaar te maken - kon dat niet in

de oorspronkelijke grotere bezetting, dan koos men voor een

compacte kamermuziekversie (soms zelfs piano vierhandig).

Zo konden deze nieuwe werken tóch beluisterd worden, in een

tijd waarin radio en grammofoon nog nauwelijks een vaste

plaats hadden verworven. Het ging Schönberg niet om één

bepaalde stijl, nee: ‘Van Mahler en Strauss tot aan de allerjong-

sten zou de hele moderne muziek, en dan ook alles wat naar

naam of vorm en karakter heeft, gepresenteerd worden’.

Deze werken werden tijdens wekelijkse verenigingsavonden

ten gehore gebracht. Bovendien zouden ze vaker gespeeld

worden en ingeleid worden. Zo klonken tussen december 1918

en december 1921, in niet minder dan 113 concerten, een

groot aantal werken van Bartók, Berg, Debussy, Hauer, Mahler,

Ravel, Reger, Schönberg, Skrjabin, R. Strauss, Stravinsky,

Webern en Zemlinsky, om slechts de belangrijksten te noemen.

Parallel werd een serie georganiseerd waarin ‘klassieke, vaak en

slecht gespeelde werken goed gespeeld werden’, terwijl ook in

Praag een bescheiden serietje plaatsvond.

Op 6 februari 1920 kwam in deze Weense context Mahlers

Lieder eines fahrenden Gesellen tot klinken. Ze stammen uit

Mahlers vroege periode, werden in de jaren 1883-85 geschre-

ven en in het begin van de jaren negentig waarschijnlijk

georkestreerd. De teksten zijn van Mahler zelf, uitgezonderd

het eerste lied dat gebaseerd is op Des Knaben Wunderhorn, de

52

Page 53: Gehoord mrt-jun 2010

verzameling volkspoëzie van Achim von Arnim en Clemens

Brentano die Mahler zo sterk inspireerde. Niet voor niets

klinken de echo’s van deze liederen ook door in zijn eerste

vier symfonieën, bijvoorbeeld ‘Ging heut morgen übers Feld’

in de Eerste symfonie. Mahler schreef zelf over de cyclus:

‘De liederen zijn zo bedacht, alsof een reizende gezel, die zijn

noodlot ontmoet heeft, nu aan het zwerven is gegaan, en zo

doelloos ronddwaalt.’ Ook al schrijft Mahler in de ‘orkestrale’

versie van de liederen voor groot symfonie-orkest, de instru-

mentatie is altijd dusdanig dat de tekst centraal kan staan.

Wat dat betreft sloot Schönbergs versie dan ook naadloos

aan bij de bedoelingen van de componist. Trouwens, de

beperkingen qua bezetting waren niet eens zó ver van

Mahlers uitgangspunten verwijderd. Ten onrechte wordt hij

wel geassocieerd met een wat megalomane orkestbenade-

ring. Niets is echter minder waar, wat moge blijken uit een

concert op 29 januari 1905 in Wenen. Dat was aangekondigd

als een ‘Lieder-Abend mit Orchester’ en vond plaats in de

kleine zaal van de Musikverein. Op het door Mahler zelf gedi-

rigeerde concert klonken onder meer enkele Wunderhorn-

liederen en een tweetal zettingen van teksten van Friedrich

Rückert, waarbij de zangers begeleid werden door een

kamerorkest.

Dat de benadering van Schönbergs Verein ook na de ophef-

fing ervan nog doorwerkte, blijkt uit het arrangement dat

Emil Bauer maakte van het tweede deel van Mahlers

Tweede symfonie, het Andante moderato. Ook hij gaat uit

van een piano als steun van het geheel, met daarbij strijkers

en blazers, alsmede een ad libitum harmonium. Ook kunnen

koperblazers worden ingezet. Zijn arrangement werd in

1926 uitgegeven door Universal; onbekend is wanneer deze

versie tot klinken is gekomen. De Tweede symfonie, waaraan

Mahler al werkte voordat zijn Eerste haar première beleefde,

is evenals de Eerste geworteld in Des Knaben Wunderhorn.

Zo klinkt daarin ‘Des Antonius von Padua Fischpredigt’ in het

Scherzo, maar citeert ook de alt de Wunderhorn-cyclus.

Met zijn Tweede symfonie betrad Mahler nieuw gebied: niet

alleen werd deze, evenals zijn Eerste, geschreven voor solisten

en koor, maar ook was het werk zó baanbrekend dat de

fameuze dirigent Hans von Bülow opmerkte dat in vergelij-

king ermee Wagners Tristan een Haydnesque symfonie was!

De eerste drie (instrumentale) delen uit de Tweede kregen

hun première in maart 1895 onder Richard Strauss, in Berlijn,

waarna in december dat jaar het volledige werk door Mahler

werd gedirigeerd.

HGO

Klei

n

53

Page 54: Gehoord mrt-jun 2010

Tot op de dag van vandaag blijft de kamermuzikale benadering

van Schönberg en de zijnen intrigeren. Zo maakte de Frankfurter

componist en dirigent Gerhard Müller-Hornbach in onze tijd een

bewerking van Mahlers Rückert-Lieder. Mahler schreef rond de

eeuwwisseling een collectie van zeven liederen, waarvan de

eerste twee weer uit Des Knaben Wunderhorn stammen en de vijf

resterende teksten van Rückert als grondslag hebben. Mahler

hield zich toentertijd intensief bezig met Rückert: de Kindertoten-

lieder, eveneens op teksten van deze dichter, werden ook in deze

jaren gecomponeerd. Zoals hij zelf zei kon hij, na de oriëntatie op

de volkse poëzie van Des Knaben Wunderhorn, zijn beste inspiratie

vinden bij Rückert, wiens lyriek hij omschreef als ‘uit de eerste

hand’. Het waren twee van deze Rückert-liederen (‘Ich bin der Welt

abhanden gekommen’ en ‘Mitternacht’) die ook werden uitge-

voerd tijdens het eerder genoemde concert met kamerorkest in

1905. Müller-Hornbach heeft, met de Schönberg-traditie in het

achterhoofd, een arrangement van deze collectie gemaakt.

Evenals bij Schönberg dunt hij de strijkers uit tot een kwintet en

roept de klankwereld van Mahler op met enkelvoudige blazers,

op een fundament van piano en harmonium. Wie overigens de

orkestrale versie van Mahlers Rückert-liederen wil horen die kan

dat nog dit jaar doen: Het Gelders Orkest heeft ze met Kerstmis

geprogrammeerd met als soliste niemand minder dan Nathalie

Stutzman.

Het werk dat aan het begin van dit concert klinkt, heeft niets met

Schönbergs Verein te maken, maar alles met de vroege Mahler.

De componist zelf heeft zich over zijn jeugdwerken nooit zo

enthousiast getoond: van het bestaan van de meeste ervan weten

we uit vermeldingen in de literatuur, maar ze zijn ofwel door

onachtzaamheid verloren gegaan, ofwel door hem zelf doelbe-

wust vernietigd. Onbekend is wanneer de jeugdige Mahler het

Pianokwartet schreef. Houdt de gezaghebbende New Grove

Dictionary of Music het voorzichtig op ‘?1876-8’, andere schrijvers

houden de zomer van 1876 aan. Over die datering is echter het

laatste woord nog allerminst gezegd want, zoals Donald Mitchell

terecht constateert, het ‘bewijs’ voor het jaar 1876 is flinterdun.

Dat jaartal werd naar alle waarschijnlijkheid door Alma Mahler op

het manuscript gezet en is dus van latere datum (Alma Mahler

maakte pas in 1901 kennis met de componist). De vraag is op

wiens instigatie zij de datering van deze ‘frühe Composition’

aanbracht. Zelfs als dat op Mahlers gezag was, blijven er nog

vragen, want ook zijn herinnering is niet altijd even betrouwbaar.

Vast lijkt te staan dat het werk ontstond tijdens Mahlers studietijd

aan het Weense conservatorium. Niet alleen verwierf hij op

54

Page 55: Gehoord mrt-jun 2010

CD-voordeelZie bladzijde 90-91 voor HGO/Bergmanncd-voordeel.

HGO

Klei

n

23 juni 1876 een eerste prijs bij het ‘Clavier-Concurs’ dat

gehouden werd aan dat instituut, maar ook ging hij op 1 juli

van dat jaar strijken met de eerste prijs bij de compositiewed-

strijd aldaar. Er is wel gesuggereerd dat Mahler deze prijs

verwierf met het Pianokwartet, maar de tegenstrijdige

informatie die we hebben laat geen harde conclusies toe.

Mahlers Pianokwartet draagt duidelijk de sporen van Brahms

in zich en toont hem eerder als een compositieleerling die

imponeert door zijn technische beheersing dan door zijn eigen

stijl. Was Mahler zelf minder te spreken over het werk? In ieder

geval voltooide hij het nooit. Het enig overgeleverde eerste

deel geraakte in vergetelheid en werd pas in 1964 weer

uitgevoerd, door Peter Serkin en het Galimir Kwartet. Buiten

het volledige eerste deel is nog een dertigtal maten overgele-

verd van een scherzo. Het zijn deze maten waarop de Russi-

sche componist Alfred Schnittke voortborduurde.

De publicatie van Mahlers Pianokwartet in 1973 was voor

Schnittke de aanzet om het werk diepgaand te bestuderen.

Aanvankelijk wilde hij het werk completeren in de geest van

Mahler, maar gaandeweg veranderde Schnittkes opzet.

Uiteindelijk besloot hij de muziek uitgangspunt te laten zijn om

iets ‘op te roepen wat nooit tot stand gekomen is’.

In Schnittkes Pianokwartet, dat in 1988 zijn première

beleefde, onderneemt de componist enkele pogingen om

Mahlers idioom te treffen, om vervolgens het kwartet te

beëindigen met een letterlijk citaat uit Mahlers kwartet.

Het is overigens niet alleen in deze kamermuzikale ambiance

dat Schnittke Mahlers jeugdige gedachtegoed laat voortleven:

de Russische componist orkestreerde zijn kwartet en op die

manier werd Mahlers muziek een onderdeel van Schnittkes

Concerto grosso nr. 4 - Vijfde symfonie, een werk dat geschre-

ven werd ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van

het Koninklijk Concertgebouworkest.

Frits de Haen

VriendenkortingVrienden van Het Gelders Orkest krijgen op vertoon van hun

lidmaatschapspas € 10 korting* bij de kassa van de betreffende

concertzaal.

*max. 2 kaarten per Vriend. Wij raden u aan tijdig te reserveren.

55

Page 56: Gehoord mrt-jun 2010

LIEDTEKSTENLieder eines fahrenden Gesellen (tekst: Gustav mahler)

1. Wenn mein Schatz Hochzeit machtWenn mein Schatz Hochzeit macht,

Fröhliche Hochzeit macht,

Hab’ ich meinen traurigen Tag!

Geh’ ich in mein Kämmerlein,

Dunkles Kämmerlein,

Weine, wein’ um meinen Schatz,

Um meinen lieben Schatz!

Blümlein blau! Verdorre nicht!

Vöglein süß! Du singst auf grüner Heide.

Ach, wie ist die Welt so schön!

Ziküth! Ziküth!

Singet nicht! Blühet nicht!

Lenz ist ja vorbei!

Alles Singen ist nun aus.

Des Abends, wenn ich schlafen geh’,

Denk’ ich an mein Leide.

An mein Leide!

2. Ging heut morgen übers FeldGing heut morgen übers Feld,

Tau noch auf den Gräsern hing;

Sprach zu mir der lust’ge Fink:

“Ei du! Gelt? Guten Morgen! Ei gelt?

Du! Wird’s nicht eine schöne Welt?

Zink! Zink! Schön und flink!

Wie mir doch die Welt gefällt!”

56

Page 57: Gehoord mrt-jun 2010

HGO

Klei

n

Auch die Glockenblum’ am Feld

Hat mir lustig, guter Ding’,

Mit den Glöckchen, klinge, kling,

Ihren Morgengruß geschellt:

“Wird’s nicht eine schöne Welt?

Kling, kling! Schönes Ding!

Wie mir doch die Welt gefällt! Heia!”

Und da fing im Sonnenschein

Gleich die Welt zu funkeln an;

Alles Ton und Farbe gewann

Im Sonnenschein!

Blum’ und Vogel, groß und klein!

“Guten Tag, ist’s nicht eine schöne Welt?

Ei du, gelt? Schöne Welt?”

Nun fängt auch mein Glück wohl an?

Nein, nein, das ich mein’,

Mir nimmer blühen kann!

3. Ich hab’ ein glühend MesserIch hab’ ein glühend Messer,

Ein Messer in meiner Brust,

O weh! Das schneid’t so tief

In jede Freud’ und jede Lust.

Ach, was ist das für ein böser Gast!

Nimmer hält er Ruh’, nimmer hält er Rast,

Nicht bei Tag, noch bei Nacht, wenn ich schlief.

O Weh!

Wenn ich in dem Himmel seh’,

Seh’ ich zwei blaue Augen stehn.

O Weh! Wenn ich im gelben Felde geh’,

Seh’ ich von fern das blonde Haar

Im Winde wehn.

O Weh!

Wenn ich aus dem Traum auffahr’

Und höre klingen ihr silbern’ Lachen,

O Weh!

Ich wollt’, ich läg auf der schwarzen Bahr’,

Könnt’ nimmer die Augen aufmachen!

57

Page 58: Gehoord mrt-jun 2010

4. Die zwei blauen Augen von meinem SchatzDie zwei blauen Augen von meinem Schatz,

Die haben mich in die weite Welt geschickt.

Da mußt ich Abschied nehmen vom allerliebsten Platz!

O Augen blau, warum habt ihr mich angeblickt?

Nun hab’ ich ewig Leid und Grämen.

Ich bin ausgegangen in stiller Nacht

Wohl über die dunkle Heide.

Hat mir niemand Ade gesagt.

Ade! Mein Gesell’ war Lieb’ und Leide!

Auf der Straße steht ein Lindenbaum,

Da hab’ ich zum ersten Mal im Schlaf geruht!

Unter dem Lindenbaum,

Der hat seine Blüten über mich geschneit,

Da wußt’ ich nicht, wie das Leben tut,

War alles, alles wieder gut!

Alles! Alles, Lieb und Leid

Und Welt und Traum!

Fünf Rückertlieder(tekst: Friedrich rückert)

1. Ich atmet’ einen linden Duft!Ich atmet’ einen linden Duft!

Im Zimmer stand

Ein Zweig der Linde,

Ein Angebinde

Von lieber Hand.

Wie lieblich war der Lindenduft!

Wie lieblich ist der Lindenduft!

Das Lindenreis

Brachst du gelinde!

Ich atme leis

Im Duft der Linde

Der Liebe linden Duft.

2. Liebst du um SchönheitLiebst du um Schönheit,

O nicht mich liebe!

Liebe die Sonne,

Sie trägt ein gold’nes Haar!

58

Page 59: Gehoord mrt-jun 2010

Liebst du um Jugend,

O nicht mich liebe!

Liebe den Frühling,

Der jung ist jedes Jahr!

Liebst du um Schätze,

O nicht mich liebe.

Liebe die Meerfrau,

Die hat viel Perlen klar.

Liebst du um Liebe,

O ja, mich liebe!

Liebe mich immer,

Dich lieb’ ich immerdar.

3. Blicke mir nicht in die LiederBlicke mir nicht in die Lieder!

Meine Augen schlag’ ich nieder,

Wie ertappt auf böser Tat.

Selber darf ich nicht getrauen,

Ihrem Wachsen zuzuschauen.

Deine Neugier ist Verrat!

Bienen, wenn sie Zellen bauen,

Lassen auch nicht zu sich schauen,

Schauen selber auch nicht zu.

Wann die reichen Honigwaben

Sie zu Tag gefördert haben,

Dann vor allen nasche du!

4. Ich bin der Welt abhanden gekommenIch bin der Welt abhanden gekommen,

Mit der ich sonst viele Zeit verdorben,

Sie hat so lange nichts von mir vernommen,

Sie mag wohl glauben, ich sei gestorben!

Es ist mir auch gar nichts daran gelegen,

Ob sie mich für gestorben hält,

Ich kann auch gar nichts sagen dagegen,

Denn wirklich bin ich gestorben der Welt.

Ich bin gestorben dem Weltgetümmel,

Und ruh’ in einem stillen Gebiet!

Ich leb’ allein in meinem Himmel,

In meinem Lieben, in meinem Lied!

HGO

Klei

n

59

Page 60: Gehoord mrt-jun 2010

5. Um MitternachtUm Mitternacht

Hab’ ich gewacht

Und aufgeblickt zum Himmel;

Kein Stern vom Sterngewimmel

Hat mir gelacht

Um Mitternacht.

Um Mitternacht

Hab’ ich gedacht

Hinaus in dunkle Schranken.

Es hat kein Lichtgedanken

Mir Trost gebracht

Um Mitternacht.

Um Mitternacht

Nahm ich in acht

Die Schläge meines Herzens;

Ein einz’ger Puls des Schmerzes

War angefacht

Um Mitternacht.

Um Mitternacht

Kämpft’ ich die Schlacht,

O Menschheit, deiner Leiden;

Nicht konnt’ ich sie entscheiden

Mit meiner Macht

Um Mitternacht.

Um Mitternacht

Hab’ ich die Macht

In deine Hand gegeben!

Herr! über Tod und Leben

Du hältst die Wacht

Um Mitternacht!

60

Page 61: Gehoord mrt-jun 2010

61

Page 62: Gehoord mrt-jun 2010

M25 80910592 Gehoord_001 09.03.2010 13:25:42 Pdf_Roos

klassiek

INFORMATIE & RESERVEREN: 026-443 73 43 OF WWW.MSSA.NL

VERWACHT IN MUSIS SACRUM

Eldar Nebolsin

Kammerorchester Wiener Konzert-Verein

Johannette Zomer

donderdag 15 april, Concertzaal, 20.15 uur

Nederlands Blazers EnsembleUIT DE OUDE WERELD

muzikale leiding Bart Schneemann, hobo

Dvorák Serenade voor blazers in d, opus 44Van Delden Sinfonia concertante, opus 83Dvorák Strijkkwartet nr. 12 in F ‘Amerikaans’

(arrangement voor blazers)

zaterdag 17 april, Concertzaal, 20.15 uur

Musica AmphionEEN NEDERLANDSE MUZIEKAVOND IN DE 18E EEUW

Werken van Dandrieu, Hotteterre, Boismortier, Couperin, Telemann, Naudot, Colombe en Leclair

woensdag 19 mei, Concertzaal, 20.15 uur

Combattimento Consort AmsterdamPRIMA LA MUSICA, POI LE PAROLE (SEMI-SCENISCHE VOORSTELLING)dirigent Jan Willem de Vriendsolisten Claudia Patacca (sopraan), Ralf Popken (countertenor),

Pjotr Micinski (bariton), Robert Muuse (bariton)

Salieri Prima la musica, poi le parole, divertimento teatrale

dinsdag 25 mei, Concertzaal, 20.15 uur

Alexei Volodin (piano)Beethoven Sonate nr. 30 in E, opus 109Beethoven Sonate nr. 31 in As, opus 110Chopin 24 Preludes, opus 28

donderdag 25 maart, Concertzaal, 20.15 uur

Baroque Music Ensemble Florilegium & Johannette Zomer (sopraan)J.S. Bach Ouverture (suite) nr. 2 in b, BWV 1067J.S. Bach Cantate ‘Mein Herze schwimmt in Blut’, BWV 199J.S. Bach Concert in A, voor oboe d’amore en strijkers

(gereconstrueerd van BWV 1055)J.S. Bach Cantate ‘Ich habe genug’, BWV 82

maandag 29 maart, Concertzaal, 20.15 uur

Kammerorchester Wiener Konzert-Vereindirigent Martin Sieghartsoliste Lisa Ferschtman, viool

Van Delden Sinfonia VIII, opus 84 (1964) Mozart Vioolconcert nr. 3 in G, KV 216Mahler Adagietto uit ‘Vijfde symfonie’Dvorák Serenade in E, opus 22

zaterdag 10 april, Concertzaal, 20.15 uur

Eldar Nebolsin (piano) en Alexander Melnikov (piano)m.m.v. Kamerkoor Mnemosyne o.l.v. Caroline Westgeest slagwerk Peter Wolterinck en Jan-Roel Hamersma

Van Delden Rubáiyát, opus 19 (voor koor, twee piano’s en slagwerk, 1948)Crumb Music for a summer evening (Makrokosmos III)Bartók Sonate voor twee piano’s en slagwerk

Er valt de komende maanden weer veel te genieten op het gebied

van klassieke muziek in Musis Sacrum. Een greep uit ons aanbod:

Page 63: Gehoord mrt-jun 2010

M25 80910592 Gehoord_001 09.03.2010 13:25:42 Pdf_Roos

klassiek

INFORMATIE & RESERVEREN: 026-443 73 43 OF WWW.MSSA.NL

VERWACHT IN MUSIS SACRUM

Eldar Nebolsin

Kammerorchester Wiener Konzert-Verein

Johannette Zomer

donderdag 15 april, Concertzaal, 20.15 uur

Nederlands Blazers EnsembleUIT DE OUDE WERELD

muzikale leiding Bart Schneemann, hobo

Dvorák Serenade voor blazers in d, opus 44Van Delden Sinfonia concertante, opus 83Dvorák Strijkkwartet nr. 12 in F ‘Amerikaans’

(arrangement voor blazers)

zaterdag 17 april, Concertzaal, 20.15 uur

Musica AmphionEEN NEDERLANDSE MUZIEKAVOND IN DE 18E EEUW

Werken van Dandrieu, Hotteterre, Boismortier, Couperin, Telemann, Naudot, Colombe en Leclair

woensdag 19 mei, Concertzaal, 20.15 uur

Combattimento Consort AmsterdamPRIMA LA MUSICA, POI LE PAROLE (SEMI-SCENISCHE VOORSTELLING)dirigent Jan Willem de Vriendsolisten Claudia Patacca (sopraan), Ralf Popken (countertenor),

Pjotr Micinski (bariton), Robert Muuse (bariton)

Salieri Prima la musica, poi le parole, divertimento teatrale

dinsdag 25 mei, Concertzaal, 20.15 uur

Alexei Volodin (piano)Beethoven Sonate nr. 30 in E, opus 109Beethoven Sonate nr. 31 in As, opus 110Chopin 24 Preludes, opus 28

donderdag 25 maart, Concertzaal, 20.15 uur

Baroque Music Ensemble Florilegium & Johannette Zomer (sopraan)J.S. Bach Ouverture (suite) nr. 2 in b, BWV 1067J.S. Bach Cantate ‘Mein Herze schwimmt in Blut’, BWV 199J.S. Bach Concert in A, voor oboe d’amore en strijkers

(gereconstrueerd van BWV 1055)J.S. Bach Cantate ‘Ich habe genug’, BWV 82

maandag 29 maart, Concertzaal, 20.15 uur

Kammerorchester Wiener Konzert-Vereindirigent Martin Sieghartsoliste Lisa Ferschtman, viool

Van Delden Sinfonia VIII, opus 84 (1964) Mozart Vioolconcert nr. 3 in G, KV 216Mahler Adagietto uit ‘Vijfde symfonie’Dvorák Serenade in E, opus 22

zaterdag 10 april, Concertzaal, 20.15 uur

Eldar Nebolsin (piano) en Alexander Melnikov (piano)m.m.v. Kamerkoor Mnemosyne o.l.v. Caroline Westgeest slagwerk Peter Wolterinck en Jan-Roel Hamersma

Van Delden Rubáiyát, opus 19 (voor koor, twee piano’s en slagwerk, 1948)Crumb Music for a summer evening (Makrokosmos III)Bartók Sonate voor twee piano’s en slagwerk

Er valt de komende maanden weer veel te genieten op het gebied

van klassieke muziek in Musis Sacrum. Een greep uit ons aanbod:

Page 64: Gehoord mrt-jun 2010

ARNHEMvr. 14 mei (Serie C)Musis Sacrum, 20.15 uurInleiding Martin Buninga, 19.15 uur

APELDOORNza. 15 mei (Serie I) Orpheus, 20.00 uurInleiding Martin Buninga, 19.15 uur

NIJMEGENzo. 16 mei (Serie M)De Vereeniging, 14.15 uurInleiding Martin Buninga, 13.15 uur

TROMBONISSIMOChristian Lindberg dirigent en solist (trombone)

Jörgen van Rijen trombone

64

Page 65: Gehoord mrt-jun 2010

Trom

boni

ssim

o

ProgrammaCarl Nielsen (1865-1931)Helios Ouverture, opus 17

Jan Sandström (geb. 1954)Ecos de Eternidad (Concert voor twee trombones en orkest) (Ned. première)

pauze

Jean Sibelius (1865-1957)Symfonie nr. 2 in D, opus 43

Allegretto zTempo andante ma rubato zVivacissimo; Lento e suave zFinale: Allegro moderato z

Dit concert wordt opgenomen door KRO Radio 4.

65

Page 66: Gehoord mrt-jun 2010

Christian Lindberg dirigent en solist (trombone)

“Ik raakte volledig geobsedeerd door de trombone toen ik er

voor het eerst op speelde. Ik was er verliefd op met passie. Een

hele wereld ging voor me open”, zo sprak de Zweedse Christian

Lindberg over zijn ontmoeting met zijn geliefde instrument.

Toen hij na zijn conservatoriumopleiding een aanstelling kreeg

bij de Zweedse opera, verliet hij de bak al weer na een jaar om

zich, naar eigen zeggen, echt op de trombone te richten. Vijf

jaren van intensieve studie brachten hem grote roem, niet

alleen in de concertzaal maar ook vanwege zijn meer dan 60

cd-opnamen. Hij staat bekend om zijn gedurfde repertoire

waarbij heel wat componisten werk voor hem schreven en hij

ettelijke wereldpremières op zijn naam heeft staan. Daarnaast

is hij, op instigatie van componist Jan Sandström ook zelf in de

pen geklommen en is momenteel ook als componist actief.

En alsof dat niet genoeg is neemt Christian Lindberg sinds 2000

ook de dirigeerstok regelmatig ter hand. Met zekere regelmaat

staat hij voor orkesten en ensembles als het Zweeds Blaasen-

semble, het Arctic Symphony Orchestra, en het Tiroler Sympho-

nie Orchester waar hij direct na zijn optreden met Het Gelders

Orkest op 17 mei te gast zal zijn.

66

Page 67: Gehoord mrt-jun 2010

Jörgen van Rijen trombone

Het zal niet vaak voorkomen dat een solist die te gast is bij een

orkest, gestudeerd heeft bij de directeur van datzelfde orkest.

Bij trombonist Jörgen van Rijen is dat het geval. Hij studeerde

aan het Rotterdams conservatorium bij George Wiegel, huidig

directeur van Het Gelders Orkest. Een studie die hij afsloot met

de hoogste lof en voortzette in Lyon, waar hij zich ook op de

baroktrombone bekwaamde. Bij de dirigent van dit concert,

Christian Lindberg, volgde hij enige masterclasses.

Tegenwoordig behoort Jörgen van Rijen tot de grote trombonis-

ten van deze tijd, die naast zijn werk als eerste trombonist bij

het Koninklijk Concertgebouworkest wereldwijd concerten

verzorgt. Het NRC noemde hem niet voor niets een “toonkun-

stenaar in de ware zin des woords”. Naast vele andere prijzen

werd hij in 2004 bekroond met de Nederlandse Muziekprijs, de

hoogste muzikale staatsonderscheiding van ons land.

Van Rijen is zeer actief om zijn instrument op velerlei manieren

te promoten. Diverse componisten, waaronder Theo Verbey en

Martijn Padding schreven composities voor hem. Daarnaast is

hij oprichter en artistiek leider van het Nieuw Trombone

Collectief en KCO Koper. Tenslotte is hij hoofdvakdocent aan het

conservatorium in Rotterdam waar hij ooit zijn carrière begon.

Trom

boni

ssim

o

67

Page 68: Gehoord mrt-jun 2010

TROMBONISSIMOTypisch Nederlands. Dat ritme moet wel afgeleid zijn van het

geklos van het nationale schoeisel: de klomp. En de weidsheid

van dat symfonisch gedicht heeft vast te maken met de plat-

heid van deze kleine natie. De dissonanten verbeelden de

voortdurende angst voor het water. O ja… in die wervelende

finales hoor je de kletterende regens die deze grote polder zo

vaak teisteren. Wie op zo’n manier over Nederlandse muziek

schrijft, zal uiteraard met hoongelach worden terechtgewezen.

Maar wie op een vergelijkbare wijze de muziek van sommige

andere Europese landen in woorden probeert te vatten, zal heel

wat meer begrip kunnen oogsten. Vooral de beschrijvingen van

Scandinavische muziek zijn soms hele natuurfilms. Onbesmet-

te sneeuw, klaterende watervalletjes, adembenemende

fjorden, ondergaande zonnen: alles lijkt toon geworden en elke

toon lijkt iets te verbeelden. Ook bij de symfonieën van Jean

Sibelius is het verleidelijk om je te verliezen in dat soort pano-

rama’s. Finland is vergeleken met het ‘klare’ Noorwegen of

Zweden al weer een stuk onbekender, geheimzinniger, nevel-

achtiger en schurkt helemaal tegen het duistere Rusland aan.

Past het symfonisch werk van de godfather van de Finse

componisten niet prachtig bij deze clichés?

Sibelius is de eerste die je dan op de vingers tikt: ‘Mijn symfo-

nieën bevatten louter uitdrukkingsmuziek, zonder enige

literaire ondergrond bedacht en uitgewerkt. Voor mij begint de

muziek waar het woord eindigt. Een scène kan op een schilderij

een drama in woorden verbeelden. Een symfonie moet ten

eerste en ten laatste muziek zijn.’ Toen hij in 1934 deze stelling

poneerde was zijn populairste werk uit dit genre, de Tweede symfonie opus 43, al 33 jaar oud. In 1901, twee jaar nadat hij

zijn symfonische eersteling had geschreven, begon hij aan de

68

Page 69: Gehoord mrt-jun 2010

Trom

boni

ssim

o

opvolger ervan tijdens een uitstapje naar Italië, waarna hij

er in Finland de laatste hand aan legde. In het pastorale

openings-Allegretto presenteert de componist een breed

scala aan eenvoudige motieven en thema’s, die in de loop

van het deel samengesmolten worden tot een hecht geheel.

Zo keren de akkoordenreeksen van de strijkers terug,

brengen de houtblazers belangrijk materiaal aan en laten de

violen een unisono-thema horen dat verschillende bouw-

stenen in zich bergt. Het tweede deel van de symfonie is

veel somberder van toon. Boven paukenroffels, en pizzicati

van de lage strijkers blazen de fagotten een donkere melo-

die, waarna verschillende dramatische uitbarstingen volgen.

Het wervelende scherzo wisselt af met een ‘Lento e suave’-

trio, waarin de hobo een reciterend thema laat horen. In de

Finale heffen de strijkers het plechtige hoofdthema aan, en

antwoordt het koper met fanfares. De fluiten laten nog

melancholische klanken horen, maar de energie en de

vreugde van dit deel is niet meer te onderdrukken en mondt

uit in een groots en stralend slotkoraal. De Tweede symfonie

ging op 8 maart 1902 in Helsinki in première onder leiding

van de componist en de reacties waren lovend. Toen het

werk een jaar later in Stockholm klonk, beschreef Sibelius’

Zweedse collegae Wilhelm Stenhammer de Tweede als ‘een

reeks wonderen, naar boven gebracht vanuit het onbekende

en onuitsprekelijke: grote en eenvoudige symbolen uit

mystieke diepten, welke slechts door muziek kunnen

worden uitgedrukt.’ De zegetocht van de symfonie was

begonnen.

In de tijd dat Sibelius het boegbeeld werd van Finland,

kwamen ook in andere landen in het hoge Noorden muzi-

kale ambassadeurs op. Nadat Niels Gade de toon had gezet

in Denemarken nam vanaf ongeveer 1900 Carl Nielsen de

fakkel over. De toen nog jonge componist, die later een grote

invloed zou uitoefenen op vele Scandinavische toondich-

ters, had rond die tijd al volop van zich doen spreken. In zijn

vroege kamermuziek, liederen en eerste symfonieën, hoort

men al de kiemen van het geheel eigen idioom dat de

'Deense Brahms' - zoals hij wel wordt getypeerd - zou gaan

hanteren. In de lente van 1903 reisde de componist samen

met zijn vrouw, de beeldhouwster Anne Marie Brodersen,

naar Griekenland. Natuurlijk stond in Athene de bestudering

van oud-Griekse kunst en archeologie op het programma

van het kunstminnende paar, maar Nielsen kwam ook nog

toe aan componeren. Vanuit de kamer die hij had betrokken,

69

Page 70: Gehoord mrt-jun 2010

had hij een prachtig uitzicht op de zon boven de Egeïsche zee.

Dit panorama zou hem inspireren tot het schrijven van een

nieuw orkestwerk, de Helios ouverture, opus 17. Hoewel de

componist – evenmin als Sibelius – weinig op had met ‘beschrij-

vende’ muziek, is het niet al te moeilijk om in de Helios ouver-

ture de op- en ondergang van de zon (‘helios’) te herkennen. ‘De

opening is erg ingehouden, er is een aantal lange noten in de

bassen, waarbij zich langzamerhand meer instrumenten

voegen’, zo beschrijft de Deen zelf de ouverture. ‘Enkele hoorns

zingen een nogal plechtige ochtendhymne.’ Als de zon hoger en

hoger klimt en zijn hoogste punt heeft bereikt, ‘baadt alles in

een lichtvloed, die alle schepsels suf en lusteloos maakt’.

Tenslotte daalt de zon ‘langzaam en majestueus achter de verre

blauwe bergen in het westen...’.

Met de nog springlevende componist Jan Sandström blijven we

in Sandinavië. Sandström groeide op in Stockholm, de stad

waar hij ook zijn muzikale opleiding ontving. Hij kreeg les van

Gunnar Bucht, Brian Ferneyhough en Pär Lindgren, waarna hij

uiteindelijk een eigen stijl ontwikkelde. Die stijl laat zich

moeilijk omschrijven want het credo van de Zweed luidt

ongeveer: ‘Als ik ’s morgens wakker wordt, wil ik verrast worden

door wat ik die dag ga bedenken’. In zijn werken ontwaren we

dan ook allerlei invloeden, waaronder die van het minimalisme,

van oosterse filosofieën en van het serialisme. Sandström heeft

inmiddels een gevarieerde opuslijst op zijn naam staan, met

werken voor kamermuzikale ensembles, koren - waaronder het

populair geworden ‘Er is een roos ontloken’ uit 1990 - opera’s,

ballet- en orkestmuziek. Zijn bekendste werk is ongetwijfeld

het Motorbike Concerto voor trombone en orkest, dat sinds

1989 wereldwijd al meer dan 600 keer werd uitgevoerd.

Daarmee behoort Sandström tot de belangrijkste muzikale

ambassadeurs van zijn land. Trombonist Christian Lindberg,

voor wie Sandström dit Motorbike Concerto schreef, is ook een

van de hoofdpersonen die de componist voor ogen had toen hij

vorig jaar Ecos de Eternidad op papier zette. Lindberg heeft

hierin als dirigent en trombonist een dubbelrol en krijgt

gezelschap van een tweede trombonesolist. Het dubbeltrom-

boneconcert ontstond op verzoek van het Spaanse Orquesta de

Extremadura. Het orkest probeert – met andere organisaties –

ervoor te zorgen dat de Spaanse stad Caceres in 2016 de

Europese Cultuurhoofdstad wordt, een kandidatuur die

Sandström van harte ondersteund. De historie van Caceres

gaat meer dan 30.000 jaar terug; niet voor niets is de stad door

de Unesco op de lijst met werelderfgoederen geplaatst. Indruk-

ken die de componist er opdeed van onder meer de oeroude

70

Page 71: Gehoord mrt-jun 2010

CD-voordeelZie bladzijde 90-91 voor HGO/Bergmanncd-voordeel.

torens, het ‘huis van de Aap’ en het geklepper van de vele

ooievaars die in die contreien bivakkeren, kregen beslag in

Ecos de Eternidad. Volgens de componist zelf gaat het in het

werk om ‘communicatie en vriendschap’. ‘Een verliefde stad.

Geluiden van ooievaars die niet meer weg willen. Verlan-

gende stemmen van de oude muren. Verse muziek van

verre plekken, die voortdurend de ziel van de oude verleide-

lijke stad verrijkt. Echo’s van alle tijden en plaatsen. Echo’s

van liefde en verlangen. Eeuwige echo’s.’

Dirk Luijmes

Trom

boni

ssim

o

71

Page 72: Gehoord mrt-jun 2010

ARNHEMvr. 21 mei (Serie B)Musis Sacrum, 20.15 uurInleiding Kees Wisse, 19.15 uur

UTRECHTzo. 23 meiVredenburg Leidsche Rijn, 15.00 uur

MAHLER NR. 4Martin Sieghart dirigentIlse Eerens sopraan

72

Page 73: Gehoord mrt-jun 2010

Mah

ler n

r. 4

ProgrammaGustav Mahler (1860-1911)Blumine

Richard Strauss (1864-1949)Uit Brentano-liederen, opus 68:

Ich wollte ein Strausslein binden zSausle, liebe Myrte zAls mir dein Lied erklang z

pauze

Gustav Mahler (1860-1911)Symfonie nr. 4 in G

Bedächtig. Nicht eilen - Recht gemächlich zIn gemächlicher Bewegung. Ohne Hast zRuhevoll (Poco adagio) z Sehr behaglich: "Wir genießen die himmlischen zFreuden"

Mahlers Vierde symfonie wordt tijdens het concert in Arnhem

opgenomen voor een live cd.

73

Page 74: Gehoord mrt-jun 2010

Martin Sieghart dirigent

Als blijk van waardering na ruim vijf succesvolle seizoenen als

chef-dirigent is Martin Sieghart in januari 2009 benoemd tot

honorair gastdirigent van Het Gelders Orkest. Zijn interpreta-

ties van Mahler, Bruckner, Schönberg en de Strauss-familie

hebben hem zowel bij het orkest als bij het publiek tot een

geliefde dirigent gemaakt.

Sieghart startte zijn carrière in zijn geboorteplaats Wenen,

waar hij cello, piano en directie studeerde. In 1975 werd hij

benoemd tot solocellist van de Wiener Symphoniker, het orkest

dat hij in 1986 voor de eerste maal dirigeerde. Daarna was hij

o.a. chef-dirigent van het Stuttgarter Kammerorchester en het

Bruckner Orchester in Linz. Hij leidt de dirigentenklas van de

Musikuniversität te Graz en is dirigent van het Kammerorchester

van de Wiener Concert-Verein.

Martin Sieghart maakte met Het Gelders Orkest cd-opnamen

van symfonieën van Schubert en Brahms en van Das Lied von

der Erde en de Zesde en Tiende symfonie van Mahler. In februari

2010 dirigeert hij Het Gelders Orkest in het Weense Konzerthaus

in Mahlers Tiende om in april ook de Vierde met Het Gelders

Orkest op cd vast te leggen. Sieghart opende het seizoen

2009-2010 met een semi-scenische uitvoering van Lehárs

operette Die lustige Witwe en dirigeerde verder o.a. Brittens

War Requiem.

74

Page 75: Gehoord mrt-jun 2010

Mah

ler n

r. 4

Ilse Eerens sopraan

De Belgische sopraan Ilse Eerens (1982) begon haar opleiding

aan het Lemmensinstituut in Leuven. Daarna kwam zij naar de

Nieuwe Opera-Academie in Amsterdam en Den Haag bij de

befaamde zangeres en pedagoge Jard van Nes, waar zij met de

hoogste onderscheiding haar diploma behaalde. Ze debuteerde

in 2004 bij de Vlaamse Opera met zo’n succes dat zij regelmatig

werd teruggevraagd voor producties als Ariadne auf Naxos van

Richard Strauss en Die lustige Witwe van Franz Lehár. In het

najaar van 2007 stond zij op de planken bij De Nederlandse

Opera met verschillende rollen in de vermaarde Monteverdi-

cyclus van regisseur Pierre Audi. En afgelopen februari schit-

terde zij nog in Le grand Macabre van Ligeti tijdens het Adelaide

Music festival in Australië, een rol die ze reeds verscheidene

malen vertolkte in diverse grote operatheaters.

Daarnaast is Ilse Eerens actief in de liedkunst en het concer-

tante repertoire. Als zodanig zong zij bij diverse orkesten

waaronder het Nederlands Philharmonisch Orkest, het

Münchener Rundfunkorchester en Anima Aeterna. Bij Het

Gelders Orkest was zij al eerder te zien en te horen, onder meer

als Adèle in Strauss’ Die Fledermaus tijdens het nieuwjaars-

concert van 2008.

75

Page 76: Gehoord mrt-jun 2010

MAHLER NR.4BLOEMENSTUKIn 1883 was Gustav Mahler benoemd tot muzikaal directeur

van de opera van Kassel. Een jaar later werd aldaar een gala

georganiseerd om fondsen te werven voor het theater.

Als hoogtepunt van de avond zou een voorstelling plaatsvinden

van enkele tableaux vivants op het gedicht Der Trompeter van

Säkkingen van Joseph Viktor von Steffel. Mahler kreeg het

verzoek om de muziek hierbij te componeren. Binnen twee

dagen was de partituur gereed en de componist was er uiter-

mate tevreden over. Vooral het eerste stuk, het zwoele

Ein Ständchen am Rhein beviel hem uitstekend. Mahlers

toneelmuziek is grotendeels verloren gegaan toen tijdens een

bombardement in 1944 het Kasselse theater in vlammen

opging. Mahler echter had voor de kleine Rijnserenade een

nieuwe bestemming gevonden. Toen hij in 1884 aan een groot

symfonisch werk begon nam hij dit stuk er in op onder de titel

Blumine. Dit werk ging als Symphonische Dichtung in zwei Teilen

in 1889 in première, met vijf opeenvolgende onderdelen. In de

volgende versie kreeg het symfonisch gedicht de bijnaam Titan

mee. Pas in 1896 vormde Mahler het werk om tot een vierde-

lige symfonie, zonder verdere titels en onderverdeling van de

delen. Het kleine andante Blumine had het veld moeten ruimen

en verdween uit het zicht om pas in 1967 weer herontdekt te

worden.

LIEFLIJKE LIEDERENClemens von Brentano (1778-1842), was een uiterst roman-

tisch Duits schrijver. Hij zwelgde zo nu en dan in zijn gevoelens

die hij soms heftig door religieuze ontboezemingen liet beheersen.

76

Page 77: Gehoord mrt-jun 2010

Mah

ler n

r. 4

Hij was bekend om zijn korte verhalen, zijn drama’s en

gedichten, waarin intense emoties, abrupte verhaalwendin-

gen en een neiging naar het bizarre en fantastische een

belangrijke rol speelden. Het bekendst werd hij als medesa-

mensteller van de Duitse bundel volkspoëzie Des Knaben

Wunderhorn waarvan Goethe al beweerde dat die in iedere

Duitse boekenkast te vinden moest zijn. In zijn liederencyclus

opus 68, waarin alleen teksten van Brentano voorkomen,

maakte Richard Strauss echter geen gebruik van deze

bundel. Hij laat de dichter horen van zijn meer intieme kant

in gedichten die stammen uit enkele drama’s en losse

poëzie. Daarbij lijkt het alsof Strauss zich wil concentreren

op de lieflijkheid van de tekst. Hoewel hij niet schroomt

gecompliceerde harmonieën te gebruiken en de zangpartij

van virtuoze trekjes te voorzien, ademt de muziek een sfeer

van lichtvoetigheid.

Strauss was goed bekend met het lied. Dat kon ook bijna niet

anders met een beroepszangeres als echtgenote. Zeker in

zijn eerste scheppingsperiode schreef hij er talloze. Dat

minderde drastisch toen hij zch na 1900 toelegde op opera.

De Brentano-liederen ontstonden in 1918, toen Strauss al

enkele succesvolle opera’s had gecomponeerd. Maar hij

maakt van de verzen bepaald geen opera. Zelfs in de

orkestratie, die hij in 1940 maakte, behoudt hij het liedka-

rakter ten volle en doet daarmee volkomen recht aan de

intentie van de dichter.

KIND IN DE HEMELNiet alleen in zijn Eerste symfonie, ook in de Derde en de

Vierde heeft Gustav Mahler herhaaldelijk met de diverse

delen geworsteld om ze wel of niet op te nemen of om ze op

de juiste plaats binnen het werk te plaatsen. De Derde

symfonie, voltooid in 1896, bestond aanvankelijk uit zeven

delen, waarvan twee op tekst uit Des Knaben Wunderhorn.

Deze liederen, Es sungen drei Engel en Das himmlische Leben

vertoonden duidelijk thematische overeenkomsten met

elkaar en waren ook als paar bedoeld in de symfonie. Mahler

besloot echter het laatste lied, dat hij als zevende deel

bedoelde te laten vallen. De symfonie was al uitermate lang

en wellicht waren twee liederen uit Des Knaben Wunderhorn

wat veel van het goede. Uiteindelijk kwam dit lied, dat

77

Page 78: Gehoord mrt-jun 2010

Mahler overigens al in 1892 had geschreven, terecht in de

Vierde symfonie die hij in 1901 voltooide.

De start van deze symfonie was uiterst moeizaam. Hij was

inmiddels twee jaar directeur van de Weense Hofoper, een baan

die hij hartstochtelijk had begeerd, maar die veel van hem

vergde. De zomervakantie had hij echt nodig om uit te rusten

en zich te ontspannen met componeren. De zomer van 1899

die hij doorbracht aan een meertje in het Salzkammergut

verliep echter desastreus. Het weer was slecht met veel regen

en zijn zomerverblijf stond onaangenaam dicht bij een plaatse-

lijke muziektent van waaruit voortdurend jolige blaasmuziek

klonk. Het jaar daarop ging het beter. Via vrienden kon hij een

villa betrekken in Maiernigg aan de Wörthersee in Karinthië.

Achter in de tuin, verscholen in het groen, stond een klein huisje

waar Mahler zich terugtrekken kon. In dat Komponierhäuschen,

zoals hij het zelf noemde, kon hij zich in alle rust aan zijn

muziek wijden. Het voltooien van de Vierde symfonie in 1901

was in dit tuinhuisje geen probleem meer.

Overigens had Mahler in eerste instantie woeste plannen met

deze symfonie. Het moest een uitgebreid zesdelig werk worden

waarin vocale en instrumentale delen elkaar afwisselden,

enigszins vergelijkbaar met de Derde. Maar allengs werd de om-

vang van het concept gereduceerd tot vier delen, waarbij alleen

het laatste deel een beperkt vocaal element in de vorm van een

solosopraan had. Deze bezingt de hemelse eeuwigheid vanuit

de ogen van een kind. Het is een verstild lied, innig gelukzalig

van stemmig en het bepaalt de kleur van de rest van de symfo-

nie. Deze is bijna intiem van opzet, zelfs het orkest is voor

Mahleriaanse begrippen klein. Het eerste deel is vrolijk en heeft

soms banale en boertige volksmelodietjes. Zou het nog een her-

innering zijn aan de rumoerige vakantie van 1899? Ook het

tweede deel lijkt in die richting te wijzen met zijn vals verstem-

de soloviool die als een Middeleeuwse vedel zijn sinistere

dansjes uitvoert. Vrolijk en net een beetje griezelig, precies zo

als een kind het zou willen. Bij het uitgesponnen adagio had

Mahler het gezicht van zijn moeder voor ogen, zacht en lief,

maar met een zweem van droefheid.

Het publiek was duidelijk minder gecharmeerd van de Vierde

symfonie. Na de grootse drie voorgangers had men wederom

een spektakelstuk verwacht en had niet gerekend op deze

uiterst subtiele muziek. De première in München ging in ieder

geval met boegeroep uit de zaal gepaard. In Amsterdam was de

uitvoering met het Concertgebouworkest en zijn goede vriend

Willem Mengelberg in 1904 echter wel een groot succes. Het

78

Page 79: Gehoord mrt-jun 2010

CD-voordeelZie bladzijde 90-91 voor HGO/Bergmanncd-voordeel.

was ook bijzonder aangepakt. Voor de pauze dirigeerde

Mahler het werk, na de pauze werd de hele symfonie

herhaald, maar nu onder leiding van Mengelberg.

Kees Wisse

Mah

ler n

r. 4

79

Page 80: Gehoord mrt-jun 2010

ARNHEMwo. 2 juniMusis Sacrum, 12.45 uurGratis lunchconcert: aangepast programma

ZUTPHENdo. 3 juniHanzehof, 20.00 uurInleiding Jochem van der Heide, 19.00 uur

NIJMEGENvr. 4 juni (Serie 1)De Vereeniging, 20.15 uurInleiding Jochem van der Heide, 19.15 uur

APELDOORNza. 5 juni (Serie II)Orpheus, 20.00 uurInleiding Jochem van der Heide, 19.15 uur

ARNHEMzo. 6 juni (Serie M)Musis Sacrum, 14.15 uurInleiding Jochem van der Heide, 13.15 uur

RUSSISCHE CONTRASTENNikolai Alexeev dirigentEldar Nebolsin piano

80

Page 81: Gehoord mrt-jun 2010

Russ

isch

e co

ntra

sten

ProgrammaAlexander Glazoenov (1865-1936)Concertwals nr. 1 in D, opus 47

Sergej Prokofjev (1891-1953)Pianoconcert nr. 2 in g, opus 16

Andantino zScherzo: Vivace zIntermezzo: Allegro moderato zFinale: Allegro tempestoso z

pauze

Sergej Prokofjev (1891-1953)Symfonie nr. 5 in Bes, opus 100

Andante zAllegro marcato zAdagio zAllegro giocoso z

Eldar Nebolsin is in het seizoen 2009-2010 ‘Artist in Residence’ in

Musis Sacrum.

81

Page 82: Gehoord mrt-jun 2010

Nikolai Alexeev dirigent

Nikolai Alexeev is in Sint Petersburg geboren en getogen en

heeft gestudeerd bij Avenir Michailov en bij Arvid en Mariss

Jansons. Hij schreef in 1982 het Herbert von Karajan Concours

te Berlijn op zijn naam en werkte enige tijd aan de Kirov Opera

als assistent van Yuri Temirkanov. Inmiddels is hij vaste dirigent

bij het St. Petersburg Philharmonisch Orkest en als chef-diri-

gent verbonden aan het Estlands Nationaal Symfonieorkest.

Als gastdirigent is hij veel te horen in Europa, de Verenigde

Staten en Japan. In Nederland dirigeerde hij o.a. het Radio

Philharmonisch Orkest, het Residentie Orkest, het Rotterdams

Philharmonisch Orkest en het Koninklijk Concertgebouworkest.

Nikolai Alexeev is sinds 2002 vaste gastdirigent van Het

Gelders Orkest. Hij legt zich vooral toe op de 19de- en 20ste-

eeuwse muziek uit zijn vaderland. Dit seizoen brengt hij

concerten met Prokofjev en Skrjabin, maar ook Van Delden,

Dvorak en Brahms. De Tiende symfonie van Sjostakovitsj wordt,

als eerste van een serie symfonieën, door Het Gelders Orkest

onder Alexeevs leiding live op cd vastgelegd.

82

Page 83: Gehoord mrt-jun 2010

Russ

isch

e co

ntra

sten

Eldar Nebolsin piano

De in Tasjkent, Oezbekistan geboren (1974) pianist Eldar

Nebolsin kan al bogen op een intensieve carrière. Die begon

toen hij als twaalfjarige het concours voor jonge musici in

Tbilisi won. Na enige jaren studie in zijn geboorteplaats vertrok

hij naar Madrid, waar hij zijn opleiding afsloot bij Dmitri

Bashkirov. Hoogtepunt in zijn carrière was wel de eerste prijs

in het Svjatoslav Richter Concours van 2005. Sindsdien heeft

Nebolsin met meer dan 130 ensembles en orkesten geconcer-

teerd over de hele wereld.

“Zijn aanslag, zijn gevoeligheid op de toetsen en zijn uiterst

verzorgd gebruik van het pedaal droegen, het waren alle

elementen die bijdroegen tot een inspirerende en fluweelzach-

te klank”, het waren deze lovende woorden die de pers schreef

over Eldar Nebolsin in een recital met onder meer werk van

Rachmaninov, één van zijn lievelingscomponisten. Het is dan

ook niet voor niets dat zijn opname van Rachmaninovs prelu-

des voor piano door de critici hoog geprezen werd.

Na zijn succesvolle debuut bij Het Gelders Orkest in april 2008

keert deze pianist nu terug. Bovendien is hij dit seizoen als

‘Artist in Residence’ bij Musis Sacrum te gast.

83

Page 84: Gehoord mrt-jun 2010

RUSSISCHE CONTRASTENEn in Rusland bloeide de wals… Verrassend zinnetje misschien.

De wals, denk je, bloeide in Wenen, in de operette, in de Parijse

salons. Ofwel: in Europa. Maar toch, eind negentiende eeuw

was Rusland heel wat mondainer dan je zou verwachten. De

aristocratie sprak Frans; sla de eerste pagina van Tolstojs Oorlog

en Vrede op en tot je niet geringe verbazing (of schrik) is die

bijna helemaal in de taal van Flaubert, Zola en Balzac. In zo’n

omgeving gingen de danslustigen zich niet te buiten aan hopak

of trepak. Nee, daar walste men.

Russische componisten schreven prachtige walsen. Het meest

geijkte nummer tijdens het Nieuwjaarsconcert uit Wenen, de

Bloemenwals, is van Tsjaikovski. En kijkt u goed, dan ziet u op de

reguliere concertprogramma’s nooit een wals van walskoning

Johann Strauss maar soms wel van Alexander Konstantinovitsj

Glazoenov. Glazoenov schreef twee concertwalsen (1893 en

1894). Ze waren in zijn tijd de grote mode. Deze componist had

een bepaalde flair voor het wat lichtere genre; je ziet dat ook

aan zijn mooie balletten Raymonda en De jaargetijden. Daarin

kwam zijn instrumentatiekunst het voordeligst uit en boven-

dien had hij een afkeer van alles wat zwaarwichtig was (een

werk als Richard Strauss’ Ein Heldenleben vond hij ‘stomverve-

lend en weerzinwekkend’).

Wat ooit modern was, klinkt nu gematigd. Wat ooit hard was,

vinden wij mild. Wat toen de haren te berge deed rijzen, roept

thans levendige staartpruik-associaties op. U zult Prokofjevs

Tweede pianoconcert niet modern vinden, ook niet bijzonder

hard en uw haartjes blijven keurig plat op de schedel liggen.

Beetje jammer misschien; prettig griezelen is niet naar.

Gelukkig geniet u ook een voordeel: u zult het wel een mooi

84

Page 85: Gehoord mrt-jun 2010

Russ

isch

e co

ntra

sten

stuk vinden. Anders werd het echt niet geprogrammeerd.

En dat is wel eens anders geweest. Het was Prokofjevs

bedoeling te shockeren en dat is gelukt. Hij was een jonge

kerel toen hij het concert schreef, student, een jaar of 22.

Hij was een lastig, eigenzinnig, wat zelfingenomen kereltje

dat als hoogste doel had overal tegenaan te schoppen. Waar

schop je als student het liefst tegenaan? Tegen je leraren.

In zijn geval tegen Anatol Liadov en Alexander Glazoenov.

Werken als Glazoenovs concertwalsen, waarvan u er net

eentje hoorde, vond hij zoete liflafjes. Prokofjev vond het

mooi als Glazoenov het niet mooi vond. Dat gaf wel eens

spanningen. Tijdens de première van Prokofjevs Skytische

suite vertrok Glazoenov, de handen tegen de oren, snakkend

naar adem naar de uitgang. Hij hoefde nooit meer iets van

Serjosja Prokofjev te horen.

De première in Sint-Petersburg op 23 augustus 1913 van

Prokofjevs Tweede pianoconcert was een schandaal. ‘Een

verzameling ongenadig dissonerende klanken […] die als

scherpe droge slagen op het publiek neervallen.’ Aldus de

Petersburgse Courant. Het publiek riep dat het ‘gek’ werd en

verliet en masse de zaal. Zaken waarvan Prokofjev, die zelf

de solopartij speelde, zich weinig aantrok. Hij vond zijn werk

geweldig, anders had hij het niet geschreven, en ging

onverstoorbaar verder met ‘het poetsen van de toetsen’ en

‘het uitproberen welke toets wat hoger of lager klonk.’ Men

hield dus niet zo van die explosieve dynamiek, die hame-

rende pianopartij (handelsmerk van de jonge Prokofjev), die

grillige, onherkenbare transformaties van de thema’s en dat

onze jonge toonkunstenaar zo weinig respect betoonde voor

klassieke vormschema’s viel ook niet in goede aarde (waar-

om zo onverwachts twee snelle middendelen?)

Ach, het zou wat, dacht Prokofjev. In zijn minutieus bijge-

houden dagboek lees je niets over slechte reacties. Hij heeft

toen heerlijk zitten spelen, was in zijn element, hoogstens

vooraf wat bang voor een paar moeilijke chromatische

passages, die tijdens de uitvoering inderdaad mislukten

maar waar hij handig improviserend toch nog wat van

maakte, wel wetend dat het publiek het niet merken zou.

En daarbij, aan een schandaal kleefden ook voordelen zoals

zou blijken. Want ‘schandalig’ ligt niet zelden in het verleng-

de van ‘interessant’: Ruslands modernistische kringen

sloten het concert van de jonge hond in de armen en de

beroemde impresario Sergej Diaghilev beraamde al spoedig

plannen er een ballet van te maken…

85

Page 86: Gehoord mrt-jun 2010

De zomer van 1944 was niet de ongelukkigste van Prokofjevs

leven. De 54-jarige componist was juist voor de tweede keer

getrouwd; de verbintenis leek dit keer gelukkig. Hij was vol

energie en nieuwe plannen. Compositieopdrachten, ook uit

Europa, stroomden binnen. En de oorlog nam voor de Russen

een gunstige wending, waardoor de levensomstandigheden

langzamerhand wat beter werden en Prokofjev, die een tijd met

zijn gezondheid had getobd, weer wat begon aan te sterken.

Stimulerend was ook dat de Componistenbond voor zijn leden

een speciaal componistenoord in het leven had geroepen, het

‘Huis voor Rust en Creativiteit’ op het voormalige landgoed

Ivanovo, ongeveer 100 kilometer ten noordoosten van Moskou.

Een heerlijke, rustige omgeving waar je ongestoord kon werken.

Zoals vroeger, merkte Prokofjevs vrouw Lina op, hernam haar

man nu weer zijn gewoonte vroeg op te staan. Een niet al te

uitgebreid ontbijt en dan verliet hij klokslag negen de eetzaal

en wandelde door de velden naar het nabijgelegen dorpje waar

hij zijn componeerstudio had. Vleugel, tafel, stoel, een divan, en

een veranda van waaraf je in de vijver spelende kindertjes kon

zien – een vrolijk gezicht. Prokofjev werkte de hele ochtend tot

de lunch. De middag werd dan ingeruimd voor zaken die wat

minder van zijn energie vroegen en als de tijd het toeliet deed

hij mee met een partijtje volleybal met zijn collega’s.

Tegen deze achtergrond schreef Prokofjev zijn Vijfde symfonie.

Een werk vol geluk. Stralend, ronduit uitbundig in de snelle

delen, onverholen lyrisch in de langzame. Onder gelukkig

gesternte ging het stuk die winter in Moskou in première. De

avond van 13 januari 1945 was om meerdere redenen een

groot feest. Vóór het concert begon, kwam het nieuws dat het

Sovjetleger een nieuwe overwinning op de Duitsers had

behaald: de slag aan de Weichsel was een glansrijk Sovjetsucces

geworden. Op het moment dat Prokofjev zijn stokje wilde

heffen om zijn werk te dirigeren, klonken van buiten opeens

triomfantelijke saluutschoten van de artillerie. Zoals de pianist

Svatoslav Richter, die in de zaal zat, later vertelde: ‘Prokofjev

wachtte tot het kanongebulder was gestopt. Het was haast

symbolisch. Het was of ieder van ons – inclusief Prokofjev – een

soort van gedeeld keerpunt had bereikt.’

De nieuwe symfonie sloot wonderwel bij de feeststemming

aan. Dmitri Kabalevski schreef daags na de première in de

Sowjetskoje iskusstwo dat ‘de muziek de moed en de geestelijke

rijkdom van de mens vierde,’ en onderstreepte het nationale

karakter van de symfonie. Prokofjev zelf overigens ging in zijn

uitleg niet zo ver; een specifiek programma had het stuk niet,

tenzij je een ‘hymne aan de vrijheid van de menselijke geest’

86

Page 87: Gehoord mrt-jun 2010

Russ

isch

e co

ntra

sten

een programma kon noemen. Bovendien had hij dat ‘pro-

gramma’ niet met opzet gekozen, ‘het drong gewoon mijn

hoofd binnen en stond er op tot uitdrukking te worden

gebracht.’

Al snel werd de Vijfde Prokofjevs meest geliefde symfonie

(geduchte concurrent is tegenwoordig zijn Eerste, de

‘Klassieke symfonie’). Binnen het jaar werd hij in Parijs

gespeeld en was vooral ook in New York een enorm succes.

‘De met ongeduld verwachte Vijfde symfonie van Prokofjev,’

aldus een criticus van Musical America, ‘sloeg in als een bom

in Amerika’s muzikale kringen.’ Zat er aan dat Amerikaanse

succes misschien ook een politiek tintje? Een andere muziek-

criticus legde een direct verband tussen de optimistische

stemming van de symfonie en de reeks militaire successen

die de Sovjets toen op Ruslands en Amerika’s gezamenlijke

vijand Duitsland hadden behaald.

Stephen Westra

CD-voordeelZie bladzijde 90-91 voor HGO/Bergmanncd-voordeel.

87

Page 88: Gehoord mrt-jun 2010

PROGRAMMEER UW EIGEN WENSCONCERTKies nu uw favoriete muziekstukken en beluister ze in juni live

in de concertzaal.

Het Gelders Orkest sluit het seizoen 2009-2010 half juni af met

een feestelijk wensconcert. Onder leiding van de jonge Engelse

dirigent Alexander Shelley - in maart nog succesvol met

Het Gelders Orkest in de Pastorale van Beethoven - speelt het

orkest de lievelingsstukken van het publiek. Welke stukken dat

worden? Dat hangt onder ander van u af! Breng uw stem uit via

www.hetgeldersorkest.nl.

Genieten van uw eigen favoriete klassieke muziekstukken.

Niet via uw geluidsinstallatie thuis in uw luie stoel, maar echt

live in de concertzaal. Tijdens het Wensconcert dat half juni in

Arnhem plaatsvindt, speelt Het Gelders Orkest de favoriete

orkestwerken van het publiek! Ga naar www.hetgeldersorkest.

nl en stem op uw favoriete werken uit de wenslijst. Kent u ze

niet allemaal? Geeft niets, we geven u er luistervoorbeelden bij.

De meest gekozen stukken spelen wij voor u tijdens het feeste-

lijke, laatste concert van het jubileumseizoen 2009-2010.

Stemmen kan tot half april 2010.

Kijk op www.hetgeldersorkest.nl en programmeer uw eigen

wensconcert!

88

Page 89: Gehoord mrt-jun 2010

89

Page 90: Gehoord mrt-jun 2010

HGO/BERGMANN CD-VOORDEELOp deze cd’s krijgt u 10 % korting bij Muziek-

handel Bergmann in Arnhem. Natuurlijk kunt u

ook voor andere werken bij Bergmann terecht.

U vindt de winkel in de Koningstraat in Arnhem,

tel. 026 - 442 30 14 of www.bergmann.nl.

Te gast: Wiener Concer-VereinGrieg: Holbergsuite Estonian National Symphony Orchestra o.l.v. Paavo Järvi (Virgin)

HGO Klein StrijkkwintetMendelssohn: Strijkkwartet nr. 2Leipziger Streichquartett (MDG)

Te gast: orkest de ereprijsKurt Weill: Vioolconcert. Nona Lidell, viool. London Sinfonietta o.l.v. David Atherton (Decca)

90

Page 91: Gehoord mrt-jun 2010

Beethoven TripelconcertArvo Pärt: Fratres. Gidon Kremer met 12 cellisten van de Berliner Philharmoniker (ECM)

HGO klein Het Gelders Mahler Ensemble Mahler: Lieder eines fahrenden Gesellen, Rückertlieder. Thomas Hampson, bariton. Wiener Philharmoniker o.l.v. Leonard Bernstein (DGG)

TrombonissimoJörgen van Rijen, trombone: I was like wow (Channel Classics)

Mahler nr. 4Mahler: Symfonie nr. 4. Budapest Festival Orchestra o.l.v. Iván Fischer (Channel Classics)

Russische contrastenProkofiev: Pianoconcert nr. 2. yundi Li, piano. Berliner Philharmoniker o.l.v. Seiji Ozawa (DGG)

91

Page 92: Gehoord mrt-jun 2010

92

Page 93: Gehoord mrt-jun 2010

93

Page 94: Gehoord mrt-jun 2010

Stevig verankerd in de Gelderse en Nederlandse samenleving

geeft Het Gelders Orkest een groot aantal concerten per

seizoen op de belangrijke podia in Nederland. Het orkest

etaleert zich daarnaast graag met tournees en concerten in het

buitenland. Daarmee is Het Gelders Orkest een van de meest

actieve Nederlandse orkesten, en vervult het een ambassa-

deursrol zowel in als buiten Nederland. Dit maakt HGO tot één

van de toporkesten van Nederland.

In het seizoen 2009-2010 viert Het Gelders Orkest het 120-jarig

bestaan. Reden voor een jaar vol feestelijke hoogtepunten en

verrassende experimenten.

Passie is een sleutelbegrip voor Het Gelders Orkest. Het orkest

investeert in de ontwikkeling van creativiteit en dynamiek in de

organisatie. Enthousiaste, jonge en getalenteerde musici weten

we hiermee aan ons te binden. Naast de vele symfonische

concerten geven de speciale kamermuziekconcerten unieke

kansen voor de musici en werken we aan de toegankelijkheid

van het veelzijdige klassieke repertoire. Deze intieme concerten

brengen musici en publiek letterlijk en figuurlijk dichter bij elkaar.

Vanuit maatschappelijk oogpunt beschouwt het orkest het als

zijn taak om de passie voor live klassieke muziek over te dragen

op zowel jong als oud. Daartoe organiseert het orkest jaarlijks

een groot aantal familieconcerten, educatieconcerten en

speciale participatieprojecten voor amateurs en neemt het

jaarlijks meerdere (live) cd’s op. Het orkest voelt zich in zijn

missie gesteund door een trouw publiek en een steeds groter

wordende groep Vrienden, Partners en Mecenassen.

Hoofdsponsor van Het Gelders Orkest is Teijin Aramid B.V.

BIOGRAFIE HET GELDERS ORKEST

94

Page 95: Gehoord mrt-jun 2010

Biog

rafie

Het

Gel

ders

Ork

est

1ste vioolCécile Huijnen

1ste 1ste concertmeester

Roeland Gehlen

1ste 1ste concertmeester

Rémy Baudet

2de 1ste concertmeester

Jelena Ristic

1ste 2de concertmeester

Alexej Pevzner

2de 2de concertmeester

Farinaz Kherad Picheh

Janneke Roelofs

Anna Wiersum

Sylvia van der Grinten

Aimée Broeders

Pieternel van Lent

Alexander de Blaey

Melanie Jansen

Ewoud Mahler

Mara Milkelsone-Mahler

2de vioolMarjolein van Dingstee

aanvoerder

Cindy Albracht

aanvoerder

Arthur Ornée

plv. aanvoerder

Bert Neisingh

Saskia Bos

Martijn Tjoelker

Christien Gerritsen

Marjo Finke

Wouter Schmidt

Michaela van Buuren

Mark Levin

Eva Bengtsson

Boukje Raes

Eszter Frauenholz

Marte Straatsma

altvioolBart Peters

aanvoerder

Eileen McEwan

plv. aanvoerder

Meintje de Roest

plv. aanvoerder

Wouter van Ettinger

Marieke Wenink

Peter van Praagh

Wim Traa

Jan Willem van der Eyk

Marian van den Berg

Elka Berberich

violoncelloRené Berman

solo-cellist

Maike Reisener

solo-cellist

Ran Varon

plv. aanvoerder

Inge Grevink

plv. aanvoerder

Liliana Rupp

Joke den Heijer

Eveline Rosenhart

Mariëlla Duindam

Agaath Kooistra

contrabasAristotelis Potamianos

aanvoerder

Hans Blok

plv. aanvoerder

Joost Hillen

plv. aanvoerder

Jacinta Molijn

Peter Rikkers

ORKESTBEZETTING

95

Page 96: Gehoord mrt-jun 2010

fluitPeter Verduyn Lunel

1ste fluitist

Eveline Poser

plv. 1ste fluitist

Heleen de Witte

Gudrun Bourel

piccoloïst

hoboBram Kreeftmeijer

solo-hoboïst

Jeroen Soors

solo-hoboïst

Arthur Mahler

Sigurd Smit

klarinetOscar Ramspek

1ste klarinettist

Arno Stoffelsma

plv. 1ste klarinettist

Irene Teepe

fagotMette Laugs

1ste fagottist

Joop Bremer

hoornStefan Blonk

1ste hoornist

Laurens Woudenberg

3de/plv. 1ste hoorn

Syta IJpma

Kirsten Jeurissen

Jose Luis Sogorb Jover

trompetTonnie Kievits

1ste trompettist

Bob Koertshuis

1ste/plv. 1ste trompettist

Jacq Sanders

tromboneJilt Jansma

1ste trombonist

Christian Ansink

plv. 1ste trombonist

Dick Bolt

bastrombonist

tubaArjan Stroop

1ste tubaïst

slagwerkMark Voermans

1ste paukenist/

aanvoerder slagwerk

Peter Wolterinck

plv. 1ste paukenist/

1ste slagwerker

Jan Roel Hamersma

harpDiana de Vries

1ste harpist

96

Page 97: Gehoord mrt-jun 2010

97

Page 98: Gehoord mrt-jun 2010

CONCERTLIJSTTE GAST: WIENER CONCERT-VEREINARNHEMma. 29 maart (Serie A)Musis Sacrum, 20.15 uurInleiding Kees Wisse, 19.15 uurReserveren: 026 - 443 73 43 of www.musis-sacrum.nl

HGO KLEIN: STRIJKKWINTETWAGENINGENzo. 11 aprilJunushoff, 15.30 uurReserveren: 0317 - 46 55 00 of www.junushoff.nl

ARNHEMwo. 14 aprilMusis Sacrum, 20.15 uurReserveren: 026 - 443 73 43 of www.musis-sacrum.nl

ZEVENAARzo. 18 aprilHet Musiater, 11.00 uurReserveren: 0316 - 52 44 77 of www.hetmusiater.nl

TE GAST: ORKEST DE EREPRIJSARNHEMvr. 16 april (Serie C)ArtEZ Conservatorium Arnhem, Concertzaal, 20.15 uurInleiding Jacob Jansen, 19.15 uurReserveren: 026- 443 73 43 of www.musis-sacrum.nl

DEVENTERwo. 21 aprilSchouwburg, 20.30 uur

98

Page 99: Gehoord mrt-jun 2010

BEETHOVEN TRIPELCONCERTDOETINCHEMdo. 22 aprilSchouwburg Amphion, 20.00 uurInleiding Maarten Brandt, 19.00 uurReserveren: 0314 - 376 000 of www.amphion.nl

ARNHEMvr. 23 april (Serie B)Musis Sacrum, 20.15 uurAdoptieconcert Teijin AramidInleiding Maarten Brandt, 19.15 uurReserveren: 026 - 443 73 43 of www.musis-sacrum.nl

NIJMEGENza. 24 april (Serie 2)De Vereeniging, 20.15 uurKeuzeconcert DirkzwagerInleiding Maarten Brandt, 19.15 uurReserveren: 024 - 322 11 00 of www.keizerkarelpodia.nl

APELDOORNzo. 25 april (Serie II)Orpheus, 16.00 uurInleiding Maarten Brandt, 15.15 uurReserveren: 0900 - 123 0 123 of www.orpheus.nl

HGO KLEIN: HET GELDERS MAHLER ENSEMBLE ZUTPHENdi. 27 aprilDe Hanzehof, 20.00 uurInleiding Martin Buninga, 19.00 uurReserveren: 0575 - 512 013 of www.hanzehof.nl

ARNHEMwo. 28 aprilMusis Sacrum, 20.15 uurReserveren: 026 - 443 73 43 of www.musis-sacrum.nl

EDEza. 1 meiCultura, 20.15 uurInleiding Martin Buninga, 19.15 uurReserveren: 0318 - 672 800 of www.cultura-ede.nl

NIJMEGENzo. 2 meiDe Vereeniging, kleine zaal, 12.00 uurReserveren: 024 - 322 11 00 of www.keizerkarelpodia.nl

99

Page 100: Gehoord mrt-jun 2010

TROMBONISSIMOARNHEMvr. 14 mei (Serie C)Musis Sacrum, 20.15 uurInleiding Martin Buninga, 19.15 uurReserveren: 026 - 443 73 43 of www.musis-sacrum.nl

APELDOORNza. 15 mei (Serie I) Orpheus, 20.00 uurInleiding Martin Buninga, 19.15 uurReserveren: 0900 - 123 0 123 of www.orpheus.nl

NIJMEGENzo. 16 mei (Serie M)De Vereeniging, 14.15 uurInleiding Martin Buninga, 13.15 uurReserveren: 024 - 322 11 00 of www.keizerkarelpodia.nl

MAHLER NR. 4ARNHEMvr. 21 mei (Serie B)Musis Sacrum, 20.15 uurInleiding Kees Wisse, 19.15 uurReserveren: 026 - 443 73 43 of www.musis-sacrum.nl

UTRECHTzo. 23 meiVredenburg Leidsche Rijn, 15.00 uurReserveren: 030 - 231 45 44

RUSSISCHE CONTRASTENARNHEMwo. 2 juniMusis Sacrum, 12.45 uurGratis lunchconcert: aangepast programmaReserveren niet mogelijk

ZUTPHENdo. 3 juniHanzehof, 20.00 uurInleiding Jochem van der Heide, 19.00 uurReserveren: 0575- 512 013 of www.hanzehof.nl

NIJMEGENvr. 4 juni (Serie 1)De Vereeniging, 20.15 uurInleiding Jochem van der Heide, 19.15 uurReserveren: 024 - 322 11 00 of www.keizerkarelpodia.nl

100

Page 101: Gehoord mrt-jun 2010

APELDOORNza. 5 juni (Serie II)Orpheus, 20.00 uurInleiding Jochem van der Heide, 19.15 uurReserveren: 0900 - 123 0 123 of www.orpheus.nl

ARNHEMzo. 6 juni (Serie M)Musis Sacrum, 14.15 uurInleiding Jochem van der Heide, 13.15 uurReserveren: 026 - 443 73 43 of www.musis-sacrum.nl

101

Page 102: Gehoord mrt-jun 2010

ColofonGehoord is een uitgave van Het Gelders Orkest

Samenstelling en eindredactie: Marco van Es, Het Gelders OrkestVormgeving: Buro voor de Boeg, RotterdamDruk: Z Studio, Rotterdam

Aan dit nummer werkten mee:Frits de Haen, Jacob Jansen, Dirk Luijmes, Stephen Westra en

Kees Wisse.

Fotografie: Het Gelders Orkest, Bokkie Vink, Clive Barda, DeccaKasskara, Marco Borggreve, Nick Granito, Mikhail Vaneev, Mats Bäcker, Nico Wytoshinsky, Steven Walthew, EneHarry, Dirk Arleri

Bureau Het Gelders Orkest:

Het Gelders Orkest

Postbus 1180

6801 BD Arnhem

telefoon 026 - 789 01 30

e-mail: [email protected]

www.hetgeldersorkest.nl

© Het Gelders Orkest, Arnhem, maart 2010

102

Page 103: Gehoord mrt-jun 2010

103

Page 104: Gehoord mrt-jun 2010

H25 50V777 Omslag 7_004 04.05.2009 13:19:59 Pdf_Monique

Working together as a real team not only makes the work itselfmore pleasurable, it delivers a better end product every time.In music and in business. That’s why Teijin Aramid, one of theworlds biggest producers of the ultra strong, lightweightand sustainable aramid fiber focuses on partnership with itscustomers. To create the best and most sustainable solutions.Time and time again.

Teijin Aramid is the main sponsor of the Arnhem Philharmonic Orchestra since 2002.

www.teijinaramid.com

The best things in lifeare created in harmony