HAN University of Applied Sciences · Web viewDe student kan een beoordeling maken van de...

Opleidingsstatuut

Voor de ten dele aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse bacheloropleiding leraar tweede graad economie

van het Instituut voor Leraar en SchoolHogeschool van Arnhem en Nijmegen

Studiejaar 2019-2020

DEEL 3 BESCHRIJVING VAN HET ONDERWIJSOpleiding tot leraar van de tweede graad Economie Behorend bij de Kader OS/OER voor de ten dele aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse en duale bacheloropleidingen van de HAN.

De inhoud van dit deel maakt onverkort deel uit van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) die in deel 2 van dit opleidingsstatuut is opgenomen.

Deel 3.1 is van toepassing op de modules opgebouwd uit eenheden van leeruitkomsten. Deel 3.2 is van toepassing op de modules opgebouwd uit onderwijseenheden.

DEEL 3.1 BESCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS DAT WORDT UITGEVOERD IN EENHEDEN VAN LEERUITKOMSTEN Hoofdstuk 1: Curriculumoverzicht deeltijdse bacheloropleiding Opleiding tot leraar van de tweede graad EconomieConform Artikel 4.1 lid 1 en Artikel 6.1.lid 1 van de OER In dit hoofdstuk is beschreven hoe de bacheloropleiding Opleiding tot leraar van de tweede graad Economie is opgebouwd in de deeltijdse /duale inrichtingsvorm. Het deeltijdse en duale onderwijs van de HAN is opgebouwd uit eenheden van leeruitkomsten en uit onderwijseenheden. Die eenheden zijn vervolgens gegroepeerd in modules. Een module is dus een vaststaande set van eenheden van leeruitkomsten of een vaststaande set van onderwijseenheden. Omdat de regelgeving bij de verschillende eenheden verschillend is, is het voor u van belang om te weten welke van de modules die u volgt vallen onder de ene en welke onder de andere regelgeving. Daarom hebben we in onderstaand overzicht alle modules die zijn opgebouwd uit eenheden van leeruitkomsten gehighlight. Voor de goede orde: alle modules in onderstaand schema die niet zijn gehighlight zijn dus opgebouwd uit onderwijseenheden. De beschrijving van de modules die zijn opgebouwd uit onderwijseenheden staat in Deel 3.2.In de hoofdstukken 2 en 3 van dit deel worden vervolgens de eenheden van leeruitkomsten in hun samenhang beschreven. In onderstaand schema ziet u in één oogopslag hoe de opleiding is opgebouwd. Modules met eenheden van leeruitkomsten zijn gehighlight.

Post

prop

edeu

tisch

e fa

se

Verp

licht

Module de startbekwame leraar (30 studiepunten)

Min

or Minor (30 studiepunten)

Verp

licht

Leren lesgeven en begeleiden (30 studiepunten)

Afronding van vak en vakdidactiek (30 studiepunten)

Vakdidactiek (30 studiepunten)

Verdieping vakinhoud (30 studiepunten)

Prop

edeu

se

Verp

licht

Inleiding op de Vakinhoud (30 studiepunten)

Oriëntatie op het beroep (30 studiepunten)

1.1 Samenstelling propedeutische fase Conform Artikel 4.1. lid 1 van de OER

De propedeutische fase van de deeltijdse inrichtingsvorm bevat de volgende module(s)en eenheden van leeruitkomsten met de daarbij vermelde studielast op het niveau hoofdfasebekwaam:

ILS-EcD-m-IV/18 Inleiding op de Vakinhoud

Ingangseisen Formele toelaatbaarheid tot de opleidingTaal indien anders dan Nederlands

Het onderwijsarsenaal bij deze module wordt in het Nederlands vormgegeven. Gebruikte literatuur kan Engelstalige teksten bevatten.

Deelnameplicht onderwijs Niet van toepassing

Onderwijsvorm Deeltijd/duaal

Naam EVL Studiepunten

Aantal (deel) tentamens

Overzicht van EVL’en waaruit de module is opgebouwd

1 Inleiding micro-economie-1 2,5 1

2 Wiskunde 2,5 1

3 Commerciële Economie 2,5 1

4 Inleiding macro-economie-1 2,5 1

5 Bedrijfsadministratie-1 2,5 1

6 Bedrijfseconomie-1 2,5 1

7 Internationale economische betrekkingen-1: Globalisering 2,5 1

8 Bedrijfsadministratie-2 2,5 1

9 Bedrijfseconomie-2 2,5 1

10 Inleiding Recht-1 2,5 1

11 Internationale economische betrekkingen-2: Europese Integratie 2,5 1

12 Retail en Sales 2,5 1

ILS-DT-m-OB Oriëntatie op het beroep

Ingangseisen Geen Deelnameplicht onderwijs Nee

Taal indien anders dan Nederlands Niet van toepassing

Onderwijsvorm Deeltijd Naam EVL Studiepunten Aantal (deel)tentamens


1 Krachtig leren 1 7,5 22 Pedagogische tact 1 7,5 23 Integraal handelen 1 15 3

1.2 Samenstelling postpropedeutische fase Conform Artikel 6.1. lid 1 van de OER

De postpropedeutische fase van de deeltijdse inrichtingsvorm bevat de volgende module(s) en eenheden van leeruitkomsten met de daarbij vermelde studielast op het niveau afstudeerbekwaam:

ILS-EcD-VV Verdieping vakinhoud

Ingangseisen Formele toelaatbaarheid tot de opleidingBehaalde relevante vakken uit de module Inleiding Vakinhoud

Taal indien anders dan Nederlands



Onderwijsvorm Deeltijd/duaalNaam EVL Studiepunten Aantal (deel)tentamens


13 Verdieping Micro-economie-2 2,5 114 Verdieping Recht-2 2,5 115 Management Accounting 2,5 116 Overheid 2,5 117 Financial Accounting 2,5 118 Verdieping Macro-Economie-2 2,5 119 Economische bril 2,5 120 Logistiek 2,5 121 Marktonderzoek en statistiek 2,5 122 Human Resource Management 2,5 123 Jaarverslaggeving 2,5 124 Corporate Finance 2,5 1

ILS-ECD-VD Vakdidactiek



Deelnameplicht onderwijs

Vakdidactiek kent een aanwezigheidsverplichting. De didactische kant van het lesgeven leer je niet (of in elk geval niet uitsluitend) door er individueel over te lezen, maar door het in de les te doen en er met elkaar over in dialoog te gaan. De vorm waarin binnen het onderwijsarsenaal bij deze module wordt gewerkt bestaat dan ook uit interactieve colleges waarin je samen met medestudenten en de docent via begeleide dialoog en andersoortige leeractiviteiten samenwerkt om jouw eigen vakdidactische kennis te construeren.


Naam EVL Studie-punten Aantal (deel)tentamens


11 Vakdidactiek 1: Lesgeven in Economie 5 112 Vakdidactiek 2: AD/SL 5 113 Vakdidactiek 3: Lesgeven met ICT 5 114 Vakdidactiek 4: Taal- en Rekendidactiek 5 115 Vakdidactiek 5: Leermiddelenanalyse 5 116 Vakdidactiek 6: Toetsing 5 1

ILS-DT-m-LLB Leren lesgeven en begeleiden

De context van deze module is de onderwijspraktijk van het middelbaar (beroeps)onderwijs, met als specifieke doelgroep de adolescent.

Ingangseisen Geen Onderwijsvorm Deeltijd

Naam EVL Studiepunten Aantal (deel)tentamensOverzicht van EVL’en waaruit de module is opgebouwd


De postpropedeutische fase van de deeltijdse inrichtingsvorm bevat de volgende module(s) en eenheden van leeruitkomsten met de daarbij vermelde studielast op het niveau beroepsbekwaam:

ILS-EcD-m-AV Afronding van vak en vakdidactiek

IngangseisenFormele toelaatbaarheid tot de opleidingBehaalde relevante vakken uit de module Inleiding Vakinhoud, de module Verdieping Vakinhoud en de module Vakdidactiek




Vakdidactiek kent een aanwezigheidsverplichting. De didactische kant van het lesgeven leer je niet (of in elk geval niet uitsluitend) door er individueel over te lezen, maar door het in de les te doen en er met elkaar over in dialoog te gaan. De vorm waarin binnen het onderwijsarsenaal bij deze module wordt gewerkt bestaat dan ook uit interactieve colleges waarin je samen met medestudenten en de docent via begeleide dialoog en andersoortige leeractiviteiten samenwerkt om jouw eigen vakdidactische kennis te construeren. Bij de vakinhoudelijke delen van het onderwijsarsenaal geldt geen aanwezigheidsplicht, tenzij anders aangeven bij het betreffende onderdeel van het onderwijsarsenaal.



# Naam EVL studiepunten Deel-tentamens

5 Vakdidactiek 7: Ontwerpen van beroepsonderwijs

7,5 1

6 Monetaire Economie 5 17 Ondernemerschap 5 18 Financiële Educatie 7,5 19 Organisatiekunde 2,5 1

10 Vrije ruimte 2,5 1

ILS-EcD-m-SL/1 De startbekwame leraar

Onderwijsperiode Periode 1 t/m 4


# Naam EVL Aantal studiepunten

1

Integraal handelen in de beroepspraktijk niveau 3 beroepsbekwaam

- Wpl3 - Integrale toetsing - LKT

15

2De onderzoekende leraar Economie 15

Hoofdstuk 2: Gegevens eenheden van leeruitkomsten en integrale toets propedeutische fase Conform artikel 4.1 lid 2 van de OER

In hoofdstuk 1, paragraaf 1.1. zijn de modules opgesomd waaruit de propedeuse bestaat. In onderstaande tabellen staan voor de module(s) die bestaat/bestaan uit eenheden van leeruitkomsten de ingangseisen, de beschrijvingen van de eenheden van leeruitkomsten en de bijbehorende tentaminering.

EVL 1 – Inleiding Micro-economie-1

ILS-EcD-IV-1 Inleiding Micro-economie-1

Eindkwalificaties (beoogde leerresultaten) Vakinhoudelijke bekwaamheid

Aantal studiepunten 2,5 studiepunten

Beschrijving van de context van deze EVL

De EVL zoals hieronder geformuleerd is o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten: Onderbouw vmbo / havo/ vwo Bovenbouw vmbo in het vak economie Bovenbouw vmbo de profielen economie & ondernemen, dienstverlening en producten, horeca,

bakkerij en recreatie MBO: kwalificatiedossiers van ondernemerschap/retail, assistent-manager internationale handel,

verkoopspecialist

Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd

Inleiding Micro-economie-1

Algemeen De student kan de volgende begrippen en concepten uitleggen: algemene

economie, allocatie van productiefactoren, alternatief aanwendbaar, alternatieve kosten, de vier productiefactoren, ceteris paribus clausule, micro-, meso- en macro-economie, schaarste, afgeleide vraag.

De student kan gedragseconomische concepten, zoals verliesaversie en het bezitseffect, herkennen en verklaren.

Consumentengedrag De student kan uitleggen welke factoren de individuele en collectieve vraag

naar een product bepalen en hoe de vraaglijn kan verschuiven. De student kan het verloop van de vraagfunctie naar een product grafisch

(in een grafiek) en algebraïsch (in formule) beschrijven en de concepten inkomenseffect en substitutie-effect uitleggen.

De student kan de prijselasticiteit van de vraag uitrekenen en het effect van een prijsverandering op de omzet van een product bepalen. Hetzelfde geldt voor de kruisprijselasticiteit en de inkomenselasticiteit. (Alleen segmentelasticiteit)

De student kan de concepten complementaire en substitutie goederen, luxe goederen en noodzakelijke goederen herkennen en uitleggen.

De student kan de kenmerken van een markt van volkomen concurrentie begrijpen en kunnen uitleggen dat een individueel aanbieder op zo’n markt geen invloed heeft op de prijs en dus een hoeveelheidsaanpasser is.

De student kan de markt van volkomen concurrentie grafisch te beschrijven is (hoe een grafiek van zo’n markt eruit ziet) en uitleg erbij geven. Uit een grafiek kunnen afleiden wat de evenwichtsprijs is en evenwichtshoeveelheid.

De student kan persoonlijke keuzes t.a.v. werk, zorg en recreëren verklaren, zowel tekstueel als grafisch.

De student kan uitleggen welke factoren het individuele en collectieve aanbod van een product bepalen en hoe de aanbodlijn kan verschuiven.

De student kan de prijselasticiteit van het aanbod uitrekenen

Producenten- en ondernemingsgedrag De student kan de volgende begrippen uitleggen: Primaire, secundaire,

tertiaire en quartaire sector, bedrijfstak en bedrijfskolom, parallellisatie (branchevervaging), specialisatie, differentiatie en integratie, Natuurlijke personen en rechtspersonen, Eenmanszaak, VOF, NV en BV

De begrippen prijsdiscriminatie en prijsdifferentiatie kennen en kunnen uitleggen.

De student kan uitleggen wat een productiefunctie beschrijft. De student kan het verschil tussen constante kosten en variabele kosten

omschrijven. De student kan bij proportionele kosten een TK, TVK, TCK, GTK, GVK, GCK

en MK , maar ook een TO en TW vergelijking uitleggen en tekenen, en ermee rekenen. De student kan de break-even afzet uitrekenen bij een gegeven productprijs en kan uitrekenen vanaf welke q (hoeveelheid) de ene productietechniek hogere kosten geeft dan een andere.

De student kan het principe van toe-en afnemende meeropbrengsten uitleggen en uitleggen hoe in dat geval de kostencurve eruit ziet.

De student kan de kenmerken van de vier marktvormen, volkomen concurrentie, monopolie, oligopolie en monopolistische concurrentie beschrijven. De overeenkomsten en verschillen tussen deze markvormen kunnen beschrijven.

De student kan aangeven bij welke q (hoeveelheid) en p (prijs) de winst maximaal is en wanneer de winst nul is (break-even) voor een individueel bedrijf in de volgende situaties: Proportionele kosten en een markt van volkomen concurrentie/Niet-proportionele kosten en een markt van volkomen concurrentie/Proportionele kosten en een monopolie. Dit kunnen op basis van grafieken (aflezen) en op basis van eenvoudige vergelijkingen of een invultabel (uitrekenen). De omvang van een maximale winst in een grafiek kunnen arceren en kunnen uitrekenen a.d.h.v. eenvoudige formules of een invultabel.

Het verloop kunnen uitleggen van de TK, TCK, TVK, GTK, GVK, GCK, MK en de TO, GO, MO bij verschillende kostensituaties (proportioneel/niet-proportioneel/kostenverloop bij toe-en afnemende meeropbrengsten) en bij twee verschillende markvormen (volkomen concurentie en monopolie)

De student kan afgeleiden bepalen van economische functies (met meerdere variabelen).En kan vanuit een gegeven vraagfunctie de MO opstellen. En kan vanuit een gegeven GTK de MK opstellen.

Markt-en overheidsfalen De student kan uit een grafiek afleiden wat er gebeurt als de overheid een

maximumprijs of minimumprijs instelt. Het vraag-of aanbodoverschot in een grafiek kunnen aangeven en bij gegeven getallen kunnen uitrekenen.

De student kan alle bovenstaande concepten in verschillende (actuele) contexten herkennen en toepassen.

TENTAMINERING

KT Micro-1 Kennistoets Inleiding Micro-economie-1

Wijze van aanmelden voor tentamen / aanmeldingstermijn

In- en uitschrijven via de inschrijfsite (een link staat op OnderwijsOnline). De inschrijfperiode wordt gepubliceerd op de inschrijfsite.

Toegestane hulpmiddelen

Niet-programmeerbare rekenmachine Pen Kladpapier

Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Inleiding Micro-Economie-1

Tentamenvorm/ vormen Schriftelijk tentamen van 120 minuten

Tentamenmoment Kans 1 in periode 1Kans 2 in periode 2

Beoordelingscriteria

Getoetst worden de volgende domeinen uit de landelijke kennisbasis economie:

Domein 1: Macro-economie 1.4: Arbeid

Domein 2: Micro-economie 2.1: Consumentengedrag 2.2: Producenten- en ondernemingsgedrag 2.3: Marktvormen 2.4: Markt-en overheidsfalen

De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.

Minimaal oordeel deeltentamen 5,5

Minimaal oordeel EVL 6 / voldoende

EVL 2 – Wiskunde

ILS-EcD-IV-2 Wiskunde






verkoopspecialist, bedrijfsadministrateur, managementassistent


Wiskunde

De student kan zowel algebraïsch als grafisch de belangrijkste rekenen wiskundige vaardigheden toepassen binnen een economische opleidings- en beroepscontext, waaronder rekenen met procenten, grafieken interpreteren, eerste- en tweedegraads vergelijkingen oplossen, het bepalen van TO, GO, MO, TK, GK, MK, TW, GW en MW.

TENTAMINERING

KT wisk Kennistoets Wiskunde





Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Wiskunde



Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten


Getoetst worden de volgende domeinen uit de landelijke kennisbasis economie (uitsluitend de rekenkundige- en wiskundige bewerkingen) : Domein 2: Micro-economie

2.1: Consumentengedrag 2.2: Producenten- en ondernemersgedrag

Domein 15: Een economische en maatschappelijke bril 15.1: Wiskunde en statistiek




EVL 3 – Commerciële economie

ILS-EcD-IV-3 Commerciële economie




De EVL zoals hieronder geformuleerd is o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten: Onderbouw havo/ vwo Bovenbouw vmbo in het vak economie Bovenbouw vmbo de profielen economie & ondernemen, dienstverlening en producten, horeca,


verkoopspecialist


Commerciële economie

De student kan vanuit theoretische en praktische kennis de mogelijkheden aangeven voor organisaties om producten in de markt te zetten, waar mogelijk en nodig gebruikmakend van digitale /computernetwerken (e-commerce).

De student kan economische procedures hanteren waarmee de externe omgeving van een organisatie in kaart wordt gebracht en haar plaats daarin wordt geduid (bedrijfskolom, branche, doelgroep, behoefte, vraag).

De student kan economische procedures hanteren waarmee de kansen en bedreigingen voor een organisatie en de sterktes, zwaktes, mogelijkheden en beperkingen van een organisatie worden onderzocht.

De student kan economische procedures hanteren waarmee o strategische opties worden geformuleerd en gekozen aan de hand

van bijvoorbeeld een communicatieplan, een promotieplan;o een consistente marketingmix voor een product of productgroep

wordt samengesteld aan de hand van bijvoorbeeld een communicatieplan, promotieplan;

o het marketingplan van een organisatie wordt beoordeeld. De student kan de hierboven beschreven kennis integreren en toepassen.

TENTAMINERING

KT CE of LT CE Kennistoets Commerciële economie of Leertaak CE


Bij keuze voor schriftelijk tentamen: In- en uitschrijven via de inschrijfsite (een link staat op OnderwijsOnline). De inschrijfperiode wordt gepubliceerd op de inschrijfsite.

Bij keuze voor Leertaak: Je hoeft je niet in te schrijven voor deelname aan leertaken. Wel dienen leertaken in elk geval ingeleverd te worden via de InleverApp in OnderwijsOnline met inachtneming van de deadline zoals vermeld in de studiewijzer.



Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Commerciële economie

Tentamenvorm/ vormen Schriftelijk tentamen van 120 minuten of Leertaak (keuze voor studenten)

Tentamenmoment Kans 1 in periode 1 Kans 2 in periode 2

Beoordelingsdimensies Zie vertaalslag van de leeruitkomsten naar doelen/toetscriteria zoals geformuleerd in de studiewijzer en gepubliceerd op OnderwijsOnline.



Domein 11 Commerciële economie: 11.1: Organisatiestrategie 11.2: Externe omgeving 11.3: Interne omgeving 11.4: Marktonderzoek en informatievoorziening 11.5: Marketingstrategie en -planning




EVL 4– Inleiding macro-economie-1

ILS-EcD-IV-4 Inleiding macro-economie-1




De EVL zoals hieronder geformuleerd is o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten: Onderbouw vmbo / havo/ vwo Bovenbouw vmbo in het vak economie MBO: kwalificatiedossiers van ondernemerschap/retail, assistent-manager internationale handel


Inleiding Macro-economie-1

Algemeen De student kan de ontwikkelingen in aard en omvang van macro-

economische factoren op de bedrijfsomgeving reproduceren, analyseren en verklaren.

Economische kringloop De student bezit theoretische kennis over economische groei

(conjunctuur), het welvaartsbegrip, de economische kringloop (grootheden), kapitaalgoederenvoorraad, kapitaalproductiviteit, arbeidsintensiteit, arbeidsproductiviteit, omvang ontwikkelingen besparingen en beroepsbevolking, BBP, nationale rekeningen, economische orde, concurrentiepositie, internationale handel, wisselkoersen, nominaal en reëel inkomen (koopkracht).

De student hanteert economische procedures waarmee specifiek: 1. de geld-, goederen- en dienstenstroom van een economie in kaart gebracht wordt (via een economische kringloop en buitenland); 2. economische processen geregistreerd kunnen worden (bijvoorbeeld via nationale rekeningen of de staat van middelen en bestedingen);

Conjunctuur(beleid) en economische groei De student hanteert economische procedures om de invloed van

conjunctuur op economische actoren te verklaren en om aan te geven op welke wijze er ingegrepen kan worden om de conjunctuurbeweging te kanaliseren.

De student kan de oorzaken van de conjunctuur(golf) en de relatie met effectieve vraag, innovatie en werkloosheid reproduceren, analyseren en verklaren.

De student kan de voor- en nadelen van economische groei uitleggen (bijvoorbeeld aan de hand van maatschappelijke kosten).

Arbeidsmarkt De student bezit theoretische kennis van de volgende begrippen:

beroepsbevolking (omvang, deelnemingsgraad, samenstelling en mobiliteit), arbeidsverdeling, (on)betaald werk, zwarte en grijze circuit, loonvorming, arbeidsproductiviteit, arbeidskosten, netto en bruto deelnemingsgraad, werkloosheid (soorten, ontstaan, meten, gevolgen en bestrijding), krappe en ruime arbeidsmarkt, cao, werkgevers- en werknemersorganisaties en wetgeving vanuit de overheid (zoals leer- en pensioenplicht).

De student hanteert economische procedures om: de beroepsbevolking, werkloosheid, participatiegraad, reëel/nominaal loon, koopkracht en arbeidsproductiviteit te verbeelden, te kwantificeren en te interpreteren.

De student kan de i/a-ratio berekenen en aan de hand hiervan beoordelen in hoeverre er een beroep op de sociale zekerheid wordt gedaan, de replacement rate berekenen en aan de hand hiervan een uitspraak doen

over de mate waarin werken uit een situatie van werkloosheid ontmoedigd wordt, met behulp van de arbeidsinkomensquote beoordelen in welke mate het nationaal inkomen wordt bepaald door werknemers in loondienst en de arbeidsinkomensquote en winstquote berekenen en interpreteren.

De student bezit theoretische kennis van de interacties van de verschillende partijen op de arbeidsmarkt (werknemers, werkgevers, vakbonden en overheid). Kan de werking van de arbeidsmarkt analyseren, verklaren en koppelen aan het ontstaan van lonen. Kan de koppeling tussen lonen en prijzen uitleggen, de werking van de loon/prijs-spiraal uitleggen en deze in een context plaatsen. Is in staat om de diverse maatschappelijke opvattingen over werken kan uitleggen en dezeperspectieven te analyseren.

Prijsbeleid De student bezit ruime theoretische en contextuele kennis van inflatie met

aandacht voor, in ieder geval, de soorten inflatie (bestedings-, kosten-, winst-, importinflatie), de oorzaken van inflatie en de gevolgen van inflatie voor koopkracht, spaargedrag, koopkracht, sparen, vermogen, internationale concurrentiepositie, wisselkoers en (inter)nationale macro-economische waarden.

De student hanteert economische procedures om: 1. de inflatie en koopkracht te verbeelden, te kwantificeren (met aandacht voor het verschil tussen nominale en reële waarden) en te interpreteren, met behulp van indexcijfers (CPI); 2. een koppeling te leggen tussen geldhoeveelheid en koopkracht.

Monetair beleid De student bezit theoretische kennis van het ontstaan en de ontwikkeling

van het betalingsverkeer, waarbij aandacht is voor in elk geval: functie, ontstaan en de verschijningsvormen van geld (chartaal en giraal), (in)directe ruil(waarde), geldtheorie / kwantiteitstheorie, taken primaire banken, de rol van centrale banken (zoals de ECB en de Federal Reserve) in het sturen van de koopkracht en economische groei en de geldmarkt in ruime en enge zin.

De student bezit theoretische kennis van de termijnmarkt, kapitaalmarkt en valutamarkt. Kan de redenen en verschijningsvormen van rente uitleggen en koppelen aan de geldmarkt. Kan de verschillende factoren die de rente (hoogte en structuur) bepalen/beïnvloeden analyseren en uitleggen.

Internationale handel De student hanteert economische procedures waarmee specifiek: 1. het

ontstaan van handel verklaard kan worden (bijvoorbeeld aan de hand van absolute kostenverschillen (Smith) en relatieve of comparatieve kostenverschillen –Ricardo-); 2. de mate van openheid van een economie kan worden bepaald (bijvoorbeeld via het uitrekenen en interpreteren van de ruilvoet, de invoerquote en de uitvoerquote); 3 de effecten van (het beperken van) vrijhandel op de welvaart van een land en de wereld geanalyseerd en besproken kunnen worden.

De student bezit theoretische kennis over de totstandkoming, bevordering en belemmering van internationale handel, met aandacht voor in elke geval: open en gesloten economieën, wisselkoers, betalingsbalans, import, export, ruilvoet, internationale concurrentiepositie.

TENTAMINERING

KT Macro-1 Kennistoets Inleiding Macro-economie-1





Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en)

Macro economie






Domein 1: Macro-economie 1.1: Macro-economische relaties 1.2: Economische groei 1.3: Korte termijn: conjunctuur en stabilisatiepolitiek 1.4: Arbeid 1.5: Inflatie

Domein 3: Monetaire economie 3.1: Financiële data 3.2: Financiële markten en instituties

Domein 5: Internationale economische betrekkingen 5.1: Globalisering en internationale handel




EVL 5 Bedrijfsadministratie-1

ILS-EcD-IV-5 Bedrijfsadministratie-1




De EVL zoals hieronder geformuleerd is o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten: Bovenbouw vmbo de profielen economie & ondernemen MBO: kwalificatiedossiers van ondernemerschap/retail, assistent-manager internationale handel,

bedrijfsadministrateur, managementassistent


Bedrijfsadministratie-1

De student bezit theoretische kennis van de boekhoudkundige cyclus teneinde doel en functie te bespreken van beginbalans, resultatenrekening, (sub)grootboek(rekeningen), dagboeken en de kolommenbalans voor de handmatige boekhouding.

De student kan voor een handels- of dienstverlenende onderneming op basis van een rubriekenstelsel een boekhouding of projectadministratie inrichten met gebruikmaking van onder meer subadministraties en dagboeken.

De student bezit theoretische kennis over de wijze waarop mutaties in bezit, schuld en eigen vermogen in de boekhouding dienen te worden verwerkt (de zgn. 'boekingsregels').

De student hanteert economische procedures (bijv. o.b.v. journaalposten) om basale financiële feiten te verwerken in een boekhouding voor een handelsonderneming, waarbij ook de omzetbelasting / BTW, kortingen, retouren en kruisposten wordt meegenomen.

De student hanteert economische procedures om, op een specifiek moment in de tijd, op basis van informatie uit de boekhouding de hoogte van de winst en het eigen vermogen te bepalen, de winst te verdelen en kan een controleberekening hierop uitvoeren.

De student bezit theoretische kennis van de specifieke grootboekrekeningen privé, winst en eigen vermogen in relatie tot diverse ondernemingsvormen, waaronder in elk geval eenmanszaak, VOF, BV.

De student hanteert economische procedures om rabatten, kredietbeperking en betalingskortingen in de boekhouding tot stand te brengen.

De student hanteert economische procedures om, op een specifiek moment in de tijd, op basis van informatie uit de boekhouding dagboeken op te stellen alsmede de subadministratie bij te houden.

De student hanteert economische procedures om, op een specifiek moment in de tijd, op basis van informatie uit de boekhouding, vergeten posten danwel foutief geboekte posten te kunnen corrigeren (zgn. voorafgaande journaalposten).

TENTAMINERING

KT BA-1 Kennistoets Bedrijfsadministratie-1





Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Bedrijfsadministratie 1






Domein 6: Bedrijfsadministratie 6.1: De boekhoudkundige cyclus 6.2: Ondernemingsvormen

Domein 7: Financiële rekenkunde 7.2: Handelsrekenen

Domein 9: Corporate finance 9.1: Vermogens- en kapitaalstructuur




EVL 6 – Bedrijfseconomie-1

ILS-EcD-IV-6 Bedrijfseconomie-1







Bedrijfseconomie-1

De student kan vanuit theoretische kennis de doelen van kosteninformatie voor een organisatie noemen.

De student bezit theoretische kennis van het indelen van kosten naar kostensoorten, bedrijfsfuncties, kostengedrag en kostentoerekening.

De student kan economische procedures hanteren om voor een concrete organisatie kosten in te delen naar: kostensoorten (gronden hulpstoffen, arbeid, duurzame productiemiddelen, diensten van derden); bedrijfsfuncties (fabricage, verkoop, overhead); kosten in te delen naar kostengedrag (constant, variabel) en kosten in te delen naar kostentoerekening (direct, indirect) en is in staat hiermee berekeningen uit te voeren om bijvoorbeeld de kostprijs te calculeren.

De student kan de winst berekenen voor de handelsonderneming via de brutowinst.

De student kan voor de industriële onderneming de winst berekenen via Absorption Costing (AC) en Direct Costing (DC) en een analyse van het verschil maken en beredeneren.

De student kan economische procedures hanteren om uitval en afval in de kostprijs te verrekenen

De student kan berekeningen mbt de afschrijving op activa: een vast percentage van de aanschafprijs, een vast percentage van de boekwaarde en sum of the year digits.

De student kan op basis van een berekend afschrijvingsbedrag de nieuwe boekwaarde berekenen.

De student kan economische en juridische verschillen benoemen tussen rechtsvormen.

De student heeft basale kennis van het ondernemingsrecht en concepten daarbinnen zoals rechtspersonen, aansprakelijkheid, ondernemingsvormen, faillissementen, surseance van betaling.

TENTAMINERING

KT BE-1 Kennistoets Bedrijfseconomie-1





Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Bedrijfseconomie-1






Domein 8: Management accounting 8.2: Opbrengsten- en kostencalculaties




EVL 7 – Internationale economische betrekkingen-1: Globalisering

ILS-EcD-IV-7 IEB-1: Globalisering




De EVL zoals hieronder geformuleerd is o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten: Onderbouw vmbo / havo/ vwo Bovenbouw vmbo in het vak economie MBO: kwalificatiedossiers van assistent-manager internationale handel


IEB-1: Globalisering

De student bezit theoretische kennis over de totstandkoming, bevordering en belemmering van internationale handel, met aandacht voor in elke geval: nut/noodzaak/waarde van collaboratie tussen economische actoren en landen (o.a. inzake global challenges), open en gesloten economieën, wisselkoers, betalingsbalans, absolute en relatieve kostenverschillen, import, export, ruilvoet, internationale concurrentiepositie, positie van Nederland als doorvoerland, interne/externe/potentiële concurrentie, toetredingsbarrières, economische (afhankelijkheids)relaties, handelsliberalisering en protectionisme, politieke en economische argumenten voor vrijhandel en protectie en de rol van (inter)nationale organisaties zoals OESO; WTO; MinBuZa, IMF en Wereldbank.

De student bezit theoretische kennis van oorzaken en gevolgen van onderontwikkeling in relatie tot internationale armoede-, schuld-, en milieuproblematiek (waaronder uitputting van natuurlijke hulpbronnen), convergentie / divergentie, de rol van de staat (goed bestuur/ corruptie), de invloed van de agrarische en de industriële revolutie en de ICT revolutie op ontwikkeling, en bespreekt economische en maatschappelijke effecten van de diverse vormen van ontwikkelingssamenwerking (met specifiek aandacht voor de Millenniumdoelen en Sustainable Development Goals)

De student hanteert economische procedures waarmee specifiek: 1. het ontstaan van handel verklaard kan worden (bijvoorbeeld aan de hand van absolute kostenverschillen (Smith) en relatieve of comparatieve kostenverschillen –Ricardo-);2. de mate van openheid van een economie kan worden bepaald; 3. de verdeling van welvaart binnen een land meetbaar gemaakt kan worden (Lorenzcurve);4. welvaart tussen landen meetbaar en vergelijkbaar gemaakt kan worden (bijvoorbeeld via het interpreteren van maatstaven zoals het Bruto Binnenlands Product, de Human Development Index en het Bruto Nationaal Geluk); 5. de effecten van (het beperken van) vrijhandel op de welvaart van een land en de wereld geanalyseerd en besproken kunnen worden.

De student kan globaliseringsvraagstukken analyseren en laat zien dat hij een visie heeft opgebouwd vanuit historisch, economisch en geografisch perspectief.

De student kan ontwikkelings- en onderontwikkelingsvraagstukken analyseren belicht vanuit internationale armoede-, schuld- en milieuproblematiek, de rol van de overheid, de invloed van de agrarische en de industriële revolutie en de ICT revolutie op ontwikkeling en wat daarvan de economisch en maatschappelijke effecten zijn.

De student stemt vakinhoud en didactische werkwijzen bij gemeenschappelijke thema’s in de onderbouw, zoals arm en rijk, globalisering, Europese integratie en milieu, af met collega’s van aanpalende schoolvakken.

TENTAMINERING

KT Glob Kennistoets IEB-1: Globalisering



Toegestane hulpmiddelen Niet-programmeerbare rekenmachine Pen Kladpapier

Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Globalisering






Domein 4: Collectieve sector 4.4: Duurzame economie

Domein 5: Internationale economische betrekkingen 5.1: Globalisering en internationale handel

Domein 16: Vakdidactiek 16.2: Vakspecifieke didactiek




EVL 8 – Bedrijfsadministratie-2

ILS-EcD-IV-8 Bedrijfsadministratie-2







Bedrijfsadministratie-2

De student bezit theoretische kennis van voorraadwaarderingssystemen, waaronder specifiek FIFO, LIFO en VVP, teneinde boekingen van financiële feiten die hierop betrekking hebben op correcte wijze in de boekhouding tot stand te brengen en boekingen maken m.b.t. de voorraadwaardering en de brutowinst.

De student hanteert economische procedures om de verschillende soorten voorraadwaarderingssystemen, waaronder specifiek FIFO, LIFO en VVP op correcte wijze in de boekhouding te verwerken, rekening houdend met voor- en nafacturering.

De student kan voor- en nafacturering toepassen in de boekhouding. De student bezit theoretische kennis van de financiële administratie ten

aanzien van de gemengde rekeningen, voorzieningen en winst op korte termijn.

De student bezit theoretische kennis van de financiële administratie ten aanzien van de aanschaf, het gebruik, het buiten gebruik stellen en verkoop van duurzame productiemiddelen.

De student hanteert economische procedures om aanschaf, afschrijving, buitengebruikstelling en verkoop van productiemiddelen volgens de in andere domeinen genoemde methoden in de boekhouding tot uitdrukking te brengen.

De student kan de permanence toepassen op kosten en opbrengsten. De student hanteert economische procedures om, op een specifiek

moment in de tijd, op basis van informatie uit de boekhouding, de gemengde kosten- en opbrengstenrekeningen bij te houden.

TENTAMINERING






Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Bedrijfsadministratie-2






Domein 6: Bedrijfsadministratie 6.1: De boekhoudkundige cyclus 6.2: ondernemingsvormen 6.3: Permanence 6.4: Inkoop- en verkoopadministratie 6.5: Duurzame productiemiddelen




EVL 9 – Bedrijfseconomie-2

ILS-EcD-IV-9 Bedrijfseconomie-2

Eindkwalificaties (beoogde leerresultaten)

Vakinhoudelijke bekwaamheid






Bedrijfseconomie-2

De student kan een balans opstellen voor een persoonlijke organisatie (eenmanszaak, vof) en een rechtspersoon (NV, BV), onderscheid makend tussen vaste activa, vlottende activa, eigen vermogen, voorzieningen, langlopend vreemd vermogen en kortlopend vreemd vermogen.

De student kan een beoordeling maken van de financiële structuur met behulp van een balans en resultatenrekening, middels liquiditeits-, solvabiliteits-, rentabiliteits- en activiteitskengetallen.

De student kan (startende) organisaties hierin adviseren. De student kan de vermogensbehoefte van een organisatie vaststellen. De student kan de resultaten- en liquiditeitsbegroting en geprojecteerde

balans opstellen.

TENTAMINERING






Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Bedrijfseconomie-2




Getoetst worden de volgende domeinen uit de landelijke kennisbasis economie:Domein 8: Management accounting

8.1: Interne informatievoorziening Domein 9: Corporate Finance

9.1: Vermogens- en kapitaalstructuurDomein 10: financial accounting

10.1: financial statements 10.4: financiële analyse


EVL 10 – Recht-1

ILS-EcD-IV-10 Recht-1




De EVL zoals hieronder geformuleerd is o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten: Onderbouw havo/ vwo Bovenbouw vmbo in het vak economie Bovenbouw vmbo de profielen economie & ondernemen MBO: kwalificatiedossiers van ondernemerschap/retail, assistent-manager internationale handel,

verkoopspecialist, bedrijfsadministrateur


Recht-1

De student heeft basale kennis van de werking van de rechtspraak in Nederland en van aspecten daarbinnen zoals rechtsbronnen, materieel recht en formeel recht.

De student heeft basiskennis over het Nederlandse recht ten aanzien van de verschillende rechtsgebieden, het onderscheid tussen publiekrecht (t.w. de rechtsverhouding tussen rechtssubjecten en de overheid) en privaatrecht (t.w. de rechtsverhouding tussen rechtssubjecten onderling). Deze basiskennis betreft de volgende wetboeken: Boek 1: Personen- en familierecht, Boek 2: Rechtspersonenrecht, Boek 3: Vermogensrecht in het algemeen, Boek 5: Zakelijke rechten, Boek 6: Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht, Boek 7: Bijzondere overeenkomsten, Boek 7A: Bijzondere overeenkomsten en de Algemene wet bestuursrecht.

De studenten demonstreert de vaardigheid om een wettenbundel op accurate wijze te hanteren bij het oplossen van basale vraagstukken die spelen in economisch-juridische contexten.

TENTAMINERING

KT Recht-1 Kennistoets Recht-1




Niet-programmeerbare rekenmachine Pen Kladpapier Wetteksten Hoger Onderwijs (wettenbundel)

Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Recht-1




Beoordelingscriteria Getoetst worden de volgende domeinen uit de landelijke kennisbasis economie:

Preambule


Domein 2: Micro-economie 2.1: Consumentengedrag

Domein 4: Collectieve sector 4.1: Functies van de collectieve sector 4.2: Openbare financiën





EVL 11 – Internationale economische betrekkingen-2: Europese Integratie

ILS-EcD-IV-11 IEB-2: Europese Integratie






IEB-2: Europese Integratie

De student kent een aantal historische mijlpalen in de totstandkoming van de EU en weet welke lidstaten lid zijn.

De student bezit theoretische kennis van motieven voor, stadia van, en gevolgen van economische integratie, waaronder in elk geval: vrijhandelszone, douane-unie, gemeenschappelijke markt en monetaire unie.

De student kan doelstellingen, instrumenten en financiering van Europees beleid en de werking van het Europese monetair beleid beschrijven.

De student kan zowel het beleid als de werking van Europese besluitvorming via specifieke Europese instellingen voor de werkterreinen van in elk geval: landbouw, ontwikkelingssamenwerking en mededinging (waaronder kartelwetgeving en marktmacht) beschrijven.

De student kan kansen en bedreigingen van zowel een uitbreiding als een inkrimping van de Europese Unie vanuit het perspectief van de interne markt en de politiek/maatschappelijke kant beschrijven.

De student is in staat om aan te geven op welke gronden en hoe EU-landen een financiële bijdrage leveren aan de financiering van de Europese Unie.

De student is in staat om te analyseren wat de redenen zijn dat bepaalde landen netto-ontvangers zijn of nettobetalers zijn binnen de Europese Unie.

De student kan een onderbouwde mening innemen en verwoorden over actuele kwesties aangaande Europese integratie.

TENTAMINERING

KT Euro. Int. Kennistoets IEB-2: Europese Integratie





Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) IEB-2: Europese Integratie





Domein 4: Collectieve sector 4.2: Openbare financiën

Domein 5: Internationale economische betrekkingen 5.2: Economische en Europese integratie

Domein 16: Vakdidactiek 16.2: Vakspecifieke didactiek




EVL 12 – Retail en Sales

ILS-EcD-IV-12 Retail en Sales


Vakinhoudelijke bekwaamheidVakdidactische bekwaamheid



De EVL zoals hieronder geformuleerd is o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten: Bovenbouw vmbo de profielen economie & ondernemen, dienstverlening en producten, horeca,


verkoopspecialist


Retail & Sales

De student formuleert een visie op de eigen invulling van de vakdidactische rol binnen het docentschap economie in het 2e graads werkveld waarbij o.a. aandacht is voor betekenisvol onderwijs, coachend begeleiden en netwerken in relatie tot retail en sales.

De student heeft kennis van relevante beroepscontexten waar leerlingen/studenten, vanuit economische richtingen in het beroepenveld, kunnen komen te werken.

De student heeft kennis van economische beroepsvaardigheden rondom marketinginstrumenten, waaronder sales-, etaleer-, en telefonische gespreksvaardigheden, productpresentatie, store design, in-store promotion en webshop.

De student kan deze kennis toepassen in relevante vmbo- en mbo-contexten.

TENTAMINERING

MT R&S Mondelinge toets Retail en Sales


Omdat de vorm van dit tentamen een mondelinge toets is, is het van belang dat je je aanmeldt bij de docent die het onderwijsarsenaal verzorgt dat bij deze EVL hoort. Dit kan in de onderwijsbijeenkomst dan wel door per e-mail contact met hem/haar op te nemen.

Toegestane hulpmiddelen Niet van toepassing

Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Retail & Sales

Tentamenvorm/ vormen Mondeling tentamen


Beoordelingsdimensies Zie vertaalslag van de leeruitkomsten naar doelen/toetscriteria zoals geformuleerd in de studiewijzer en gepubliceerd op OnderwijsOnline.


Domein 6: Bedrijfsadministratie 6.4: Inkoop- en Verkoopadministratie

Domein 16: Vakdidactiek 16.1: Oriëntatie op economie in het 2e graads werkveld

16.2: Vakspecifieke didactiek 16.3: Ontwerper en beoordelaar van samenhangende leerarrangementen




EVL 1 – Krachtig leren 1

ILS-DT-OB-1 Krachtig leren 1

Eindkwalificatie (beoogde leerresultaten)

Pedagogisch bekwaam Vakdidactisch bekwaam

Aantal studiepunten 7.5


De context van deze module is de onderwijspraktijk van het middelbaar (beroeps)onderwijs, met als specifieke doelgroep de adolescent in relatie tot het leren door de adolescent en de wijze waarop een docent hieraan tegemoet moet en kan komen.


Krachtig leren 1

De student bezit gevorderde gespecialiseerde kennis en kritisch inzicht in de belangrijkste leertheorieën voor het onderwijs; behaviorisme, cognitivisme, handelingspsychologie, constructivisme en connectivisme. De student heeft kennis van het directe instructiemodel en kan deze kennis toepassen in praktijksituaties. Daarnaast heeft de student kennis en inzicht in het Nederlandse onderwijssysteem. Deze thema’s zijn afkomstig uit de generieke kennisbasis domein A1, C1, C5 (NLQF niveau 6).

Een voorbeeldig uitgewerkte vakles

De student past de kennis van het curriculaire spinnenweb, het directe instructiemodel en de leerlingbehoeften toe in de onderwijspraktijk door het uitwerken van een lesvoorbereiding waarin alle onderdelen zichtbaar zijn geïntegreerd in de les. De student draagt verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de voorbereide les, werkt hierbij samen met zijn werkplekbegeleider (overleg over geschikt moment, aansluiting bij de doelgroep en het curriculum en reflecteert kritisch op de uitvoering, waarbij bovenstaande thema’s leidend zijn. Deze thema’s zijn afkomstig uit de generieke kennisbasis domein A4, A5, A6, A7 (NLQF niveau 6).

TENTAMINERING

LT Kr leren 1VT Kr leren 1 Kennistoets krachtig leren 1 of Take home test krachtig leren 1 (keuze student)


Voor de tentamens geldt dat deelname alleen mogelijk is na inschrijving door de student. Inschrijving geschiedt via de online inschrijfpagina (te vinden via OnderwijsOnline).

Toegestane hulpmiddelen n.v.t.

Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Krachtig leren 1

Tentamenvorm/ vormen Kennistoets of Take home test

Tentamenmoment Kennistoets: na aangeboden onderwijs. Take home test: flexibel.


De student beheerst de kennis van bovengenoemde domeinen en subdomeinen op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Dit betekent dat de student opgedane kennis moet kunnen integreren en toepassen. Zowel bij de kennistoets als de take home test reproduceert de student kennis over de onderwerpen

Minimaal oordeel deeltentamen 5.5

Code (deel)tentamen 2 Leertaak: ‘Een voorbeeldig uitgewerkte les’


n.v.t.


Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Een voorbeeldig uitgewerkte les

Tentamenvorm/ vormen Leertaak (hogere orde)

Tentamenmoment Flexibel doch uiterlijk 4 weken voor het einde van het betreffende semester.


In deze leertaak laat de student zien een lesvoorbereiding te kunnen maken aan de hand van het Directe Instructiemodel, rekeninghoudend met leerlingbehoeften en motivationele aspecten. De opgedane kennis over deze onderwerpen integreert de student in de lesvoorbereiding. De les moet ook daadwerkelijk worden uitgevoerd in de stagepraktijk en vergezeld met een beoordeling door werkplekbegeleider, feedback door leerlingen en een reflectieverslag worden ingeleverd. Zie verder het bijbehorende beoordelingsformulier.



EVL 2 – Pedagogische tact 1

ILS-DT-OB-2 Pedagogische tact 1

Eindkwalificaties

In dit deel van het onderwijsarsenaal wordt er gewerkt aan de volgende eindkwalificaties:




De context van deze module is de onderwijspraktijk van het middelbaar (beroeps)onderwijs, met als specifieke doelgroep de adolescent in relatie tot diverse ontwikkelingsprocessen die gedurende de adolescentiefase een belangrijke rol kunnen spelen.


Leeruitkomst Ontwikkelingspsychologie van de adolescent

De student bezit gevorderde gespecialiseerde kennis en kritisch inzicht in theorieën over ontwikkelingsprocessen gedurende de adolescentiefase. Hij heeft kennis van sociaal-emotionele-, morele-, seksuele-, denken taalontwikkeling. Eveneens heeft de student recente kennis van de leef- en belevingswereld van jonge mensen in de leeftijd van 12 tot 25 jaar. Hiernaast bezit de student kennis en begrip over de werking van de hersenen bij pubers, motivatietheorieën, behoeften van leerlingen en de wijze waarop leerlingen het beste tot leren komen (werking korte en lange termijn geheugen). De student reproduceert en analyseert de kennis en past deze toe in verschillende situaties in het vo en mbo. Deze thema’s zijn afkomstig uit de generieke kennisbasis domein A1, A3, A4, B1, B5 (NLQF niveau 6).

Leeruitkomst Seksuele diversiteit

De student bezit gevorderde gespecialiseerde kennis van en kritisch inzicht in theorieën over meerdere genderthema’s: seksuele vorming, zelfwaardering, identiteitsbesef, homoseksualiteit en genderidentiteit. De student is zich bewust van zijn eigen attitude m.b.t. deze thema’s (welke besproken wordt tijdens de bijeenkomst op het instituut), begrijpt de noodzaak en kan deze integreren in zijn vaklessen. Deze thema’s zijn afkomstig uit de generieke kennisbasis B5. (NLQF niveau 6)

TENTAMINERING

KT1 of 2 Kennistoets of digital storytelling (keuze student)




Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Ontwikkelingspsychologie van de adolescent

Tentamenvorm/ vormen Kennistoets of digital storytelling (lagere orde)

TentamenmomentKennistoets aan het eind van elke periodeDigital storytelling: flexibel doch uiterlijk 4 weken voor het einde van het betreffende semester.

Beoordelingscriteria De student beheerst de kennis van bovengenoemde domeinen en subdomeinen op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Dit betekent dat

de student opgedane kennis moet kunnen integreren en toepassen. Betreffende de keuze voor digital storytelling oriënteert de student zich op educatieve mediaomgevingen waarbij de student ICT toepassingen selecteert en zich eigen maakt ten behoeve van de toets. De student creëert kwalitatieve goede content met media en technologie.


LT SeksDiv Leertaak: “Seksuele diversiteit”


n.v.t.


Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Seksuele diversiteit

Tentamenvorm/ vormen

Leertaak (hogere orde)

Tentamenmoment Flexibel doch uiterlijk 4 weken voor het einde van het betreffende semester.


In deze leertaak ontwerpt de student een les waarin de student aandacht voor seksuele diversiteit integreert in een vakles. De opgedane kennis over seksuele diversiteit en de wijze waarop dit in een les aan de orde kan worden gesteld integreert de student in de lesvoorbereiding.



EVL 3 – Integraal handelen 1

ILS-DT-m-OB-3 Integraal handelen 1

Eindkwalificaties

In dit deel van het onderwijsarsenaal wordt er gewerkt aan de volgende eindkwalificaties:1. Brede professionele basis2. Vakinhoudelijk bekwaam3. Vakdidactisch bekwaam4. Pedagogisch bekwaam

Aantal studiepunten 15


De eenheid van leeruitkomsten draagt ertoe bij dat de leraar in opleiding kan functioneren binnen een school voor voortgezet onderwijs en/of middelbaar beroepsonderwijs. Op het instituut vindt er begeleiding op maat plaats passend bij het ontwikkelingsniveau van de student. De eenheid van leeruitkomsten sluit aan bij NLQF niveau 6 (bachelor).


Brede professionele basis

De student werkt in de rol van beginnend leraar in opleiding samen met collega’s (in opleiding), is ondernemend en reflecteert op zijn eigen gedrag. Hij onderzoekt op systematische wijze situaties in de praktijk met behulp van eenvoudige onderzoeksmethode(n). Hij gebruikt hierbij diverse bronnen die hij beoordeelt op bruikbaarheid. De student laat zien interesse te hebben in actuele ontwikkelingen in het voortgezet en

middelbaar beroepsonderwijs, waaronder op het gebied van ict-toepassingen voor het onderwijs. Aan de hand van voorbeelden laat de student zien dat hij zich ontwikkelt richting het leraarschap, hierin samenwerkt met collega’s en systematisch reflecteert. Hij toont aan dat hij zich georiënteerd heeft op het brede tweedegraads werkveld. Hij beantwoordt op een onderbouwde wijze de vraag ‘kan en wil ik leraar worden?’

Pedagogisch bekwaam

De student maakt contact met leerlingen/studenten. Hij levert een bijdrage aan het creëren van een veilige sfeer door gewenst gedrag en grenzen aan te geven, waarderend feedback te geven en oog te hebben voor de basisbehoeften en ontwikkeling van leerlingen/studenten. Hij bespreekt zijn aanpak met begeleiders. De student verbindt zijn pedagogisch handelen aan opgedane kennis over de ontwikkeling van leerlingen/studenten en hun basisbehoeften. Hij reflecteert hierbij op gemaakte keuzes en toont zich bewust van de effecten van zijn handelen.

Vakdidactisch bekwaam

De student bereidt met behulp van zijn begeleider(s) eenvoudige onderwijsactiviteiten voor, voert deze uit, evalueert de activiteit en stelt bij.. In instructiemomenten expliciteert hij de doelen voor de leerlingen/studenten en gebruikt een passende instructiewijze. Hij ondersteunt kleine groepjes leerlingen tijdens onderwijsactiviteiten bij de uitvoering van hun taken.De student verbindt zijn vakdidactische aanpak en opgedane kennis over didactiek, werkvormen, digitale leermiddelen en instructiemodellen. Hij reflecteert op de voorbereiding en uitvoering van zijn onderwijsactiviteiten en zich bewust van de effecten van de didactische keuzes die hij heeft gemaakt.

Vakinhoudelijk bekwaamDe student beheerst kennis van de inhoud die in zijn onderwijsactiviteiten behandeld wordt. De student verbindt de opgedane vakinhoudelijke kennis aan zijn integrale handelen op niveau 1.

Drama

De student lost verscheidene onderwijssituaties op een creatieve manier op waarbij hij expressief is en inzicht heeft in zijn lichaamstaal en non-verbale manieren van uitdrukken. Tijdens drama komen alle domeinen van de Generieke Kennisbasis aan de orde (NLQF niveau 6).

TENTAMINERING

Eindbeo WPL1) Praktijkbeoordeling ‘integraal handelen in de beroepspraktijk’ (wpl1)


n.v.t.


Weging 1


1. Brede professionele basis2. Vakinhoudelijk bekwaam.3. Vakdidactisch bekwaam4. Pedagogisch bekwaam

Tentamenvorm/ vormen eindbeoordeling werkplekleren

Tentamenmoment eind van werkplekleren

Beoordelingscriteria http://specials.han.nl/sites/bureau-extern/stages/ils-han-deeltijd/werkplekleren-1/


PFbeo WPL1 Integraal handelen 1

Wijze van aanmelden voor tentamen n.v.t.


Weging 1


1. Brede professionele basis2. Vakinhoudelijk bekwaam.3. Vakdidactisch bekwaam

4. Pedagogisch bekwaam

Tentamenvorm/ vormen Dossier

Tentamenmoment ..

Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten


Drama DramaWeging 1Omvat de leeruitkomst(en)

De student lost verscheidene onderwijssituaties op een creatieve manier op waarbij hij expressief is en inzicht heeft in zijn lichaamstaal en non-verbale manieren van uitdrukken.

Tentamenvorm/ vormen Gedurende de lessenreeks houdt de student een logboek bij met leerervaringen. In een reflectie van twee A4 koppelt de student leerervaringen aan de doelen van de lessenreeks.

Tentamenmoment Aan het einde van de lessenreeks, in overleg met de docent. BeoordelingscriteriaMinimaal oordeel deeltentamen

5.5


Hoofdstuk 3: Gegevens eenheden van leeruitkomsten en integrale toets postpropedeutische fase Conform artikel 6.1 lid 1 van de OER

In hoofdstuk 1, paragraaf 1.2 zijn de modules opgesomd waaruit de postpropedeuse bestaat. In onderstaande tabellen staan voor de module(s) die bestaat/bestaan uit eenheden van leeruitkomsten de ingangseisen, de beschrijvingen van de eenheden van leeruitkomsten en de bijbehorende tentaminering.


Ingangseisen Formele toelaatbaarheid tot de opleidingBehaalde relevante vakken uit de module Inleiding Vakinhoud




Onderwijsvorm Deeltijd/duaalNaam EVL Studiepunten Aantal (deel)tentamens


13 Verdieping Micro-economie-2 2,5 114 Verdieping Recht-2 2,5 115 Management Accounting 2,5 116 Overheid 2,5 117 Financial Accounting 2,5 118 Verdieping Macro-Economie-2 2,5 119 Economische bril 2,5 120 Logistiek 2,5 121 Marktonderzoek en statistiek 2,5 122 Human Resource Management 2,5 123 Jaarverslaggeving 2,5 124 Corporate Finance 2,5 1

EVL 13 – Verdieping Micro-economie-2

ILS-EcD-VV-13 Verdieping Micro-economie-2







verkoopspecialist


Verdieping micro-economie-2

De student weet hoe de keuze voor de inzet van productiefactoren inzichtelijk gemaakt kan worden (bijvoorbeeld via het bepalen van arbeids- of kapitaalproductiviteit);

De student weet hoe een uitspraak over totale, gemiddelde en marginale kosten, opbrengsten en winst gedaan kan worden (bijvoorbeeld via het rekenen met en grafisch weergeven van TO-, GO-, MO-, TK-, GK-, MK- en TW-, GW-, MW-functievoorschriften);

De student weet hoe een prijs/aanbodfunctie en een verschuiving ervan/erlangs bepaald en grafisch weergegeven kan worden;

De student weet hoe een marginale analyse uitgevoerd kan worden (bijvoorbeeld via de wet van de toe- en afnemende meeropbrengsten);

De student weet hoe het producentensurplus te bepalen is en een uitspraak over welvaart gedaan kan worden;

De student weet hoe het proces en de uitkomsten van zowel strategisch als op samenwerking gericht producenten- en ondernemersgedrag zichtbaar gemaakt kunnen worden (bijvoorbeeld via speltheorie, het prisoner’s dilemma en het bepalen en benoemen van evenwichten);

De student weet hoe de effecten van een specifieke prijszetting op een (deel)markt door de ondernemer inzichtelijk gemaakt worden (bijvoorbeeld via het intekenen van de effecten van prijsdiscriminatie of prijsdifferentiatie in een grafiek);

De student weet hoe het marktevenwicht bepaald kan worden (bijvoorbeeld via het gelijkstellen van de functievoorschriften van qv en qa en het uitrekenen of aflezen van de evenwichtsprijs en -hoeveelheid);

De student weet hoe een uitspraak over totale, gemiddelde en marginale kosten, opbrengsten en winst gedaan kan worden (bijvoorbeeld via het rekenen met en grafisch weergeven van TO-, GO-, MO-, TK-, GK-, MK- en TW-, GW-, MW-functievoorschriften);en maakt daarbij, waar nodig, een onderscheid tussen de korte en de lange termijn.

De student kan economische procedures hanterenwaarmee specifiek de invloed van overheidsingrijpen op een markt zichtbaar gemaakt kan worden (bijvoorbeeld via het intekenen, aflezen, berekenen en interpreteren van de effecten van de invoering van een maximumprijs, een minimumprijs, een heffing, of een quotum).

TENTAMINERING

KT Micro-2 Kennistoets Verdieping Micro-economie-2





Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Verdieping micro-economie-2





Domein 1: Macro-economie 1.4 arbeid 1.5 inflatie

Domein 2: Micro-economie 2.1: Consumentengedrag 2.2: Producenten en ondernemingsgedrag 2.3: Marktvormen 2.4: Markt- en overheidsfalen



Minimaal oordeel deeltentamen ≥5,5

Minimaal oordeel EVL 6 (voldaan)

EVL 14 – Verdieping Recht-2

ILS-EcD-VV-14 Verdieping Recht-2





De EVL zoals hieronder geformuleerd is o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten: Onderbouw havo/ vwo Bovenbouw vmbo in het vak economie Bovenbouw vmbo de profielen economie & ondernemen MBO: kwalificatiedossiers van ondernemerschap/retail, assistent-manager internationale handel,

verkoopspecialist, bedrijfsadministrateur


Verdieping Recht-2

De student heeft basale kennis van overeenkomsten/verbintenissenrecht in de context van arbeidsovereenkomsten (CAO, arbeidsvoorwaarden, (on)bepaalde tijd, proeftijd en ontslag).

De student bezit theoretische kennis van de interactie van de verschillende partijen op de arbeidsmarkt: werknemers, werkgevers, vakbonden en overheid.

De student heeft basale kennis van overeenkomsten- / verbintenissenrecht in de contexten van het consumentenrecht (consumentenkoop, ruilen, garantie, algemene voorwaarden, ontbindende voorwaarden) en het huurrecht (rechten en plichten huurder en verhuurder, huurcontract, borg).

De student heeft basale kennis van het ondernemingsrecht en concepten daarbinnen zoals rechtspersonen, aansprakelijkheid, ondernemingsvormen, faillissementen, surseance van betaling.

De student heeft basale kennis van belastingrecht en concepten daarbinnen zoals kenmerken en doel van belasting, object, subject, aanslag, toeslagen, aangifte, bezwaar en beroep, en koppelt de activiteiten van een juridisch persoon aan diens belastingplichten.

De student heeft theoretische kennis van het inkomstenbelastingsysteem in Nederland ten aanzien van de inrichting en werking van het boxensysteem, de redenen van het progressieve karakter van het systeem (bijvoorbeeld nivellering) alsmede hoe belastingheffing kan worden gebruikt als beleidsinstrument.

De student kan de hoogte van premie- en belastingafdracht in een specifieke inkomstenbelastingcasus berekenen, gegeven een boxensysteem waarbij aandacht is voor heffingskortingen.

De student heeft basale kennis van het sociale zekerheidsrecht en concepten daarbinnen zoals sociale verzekeringen, volksverzekeringen, werknemersverzekeringen, zorgverzekeringswet, sociale voorzieningen.

TENTAMINERING

KT Recht-2 Kennistoets Verdieping Recht-2




Wetteksten voor het HBO (wettenbundel) Niet-programmeerbare rekenmachine Pen Kladpapier

Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Verdieping recht-2






Domein 2: Micro-economie 2.1: Consumentengedrag

Domein 4: Collectieve sector 4.1: Functies van de collectieve sector 4.2: Openbare financiën





EVL 15 – Management Accounting

ILS-EcD-VV-15 Management Accounting







verkoopspecialist


Management Accounting

De student heeft kennis en inzicht in de constant, variabele, directe en indirecte kosten.

De student kan beslissingscalculaties uitvoeren m.b.t. de kostenstructuur van een industriële onderneming.

De student heeft kennis en inzicht in boekhouding van de industriële onderneming, met betrekking tot vaste verrekenprijs voor grondstoffen, stuk- en massaproductie en (in)directe kosten en kan de kostenverdeel- en dekkingsstaat toepassen.

De student kan economische procedures hanteren om voor een concrete situatie de verschillen tussen de kosten bij voor- en nacalculatie te analyseren zowel intracomptabel als extracomptabel, in elk geval met gebruikmaking van afdelingsresultaat, verkoopresultaat en budgetresultaat, prijsverschil, hoeveelheidsverschil, bezettingsresultaat en bedrijfsresultaat.

De student kan met betrekking tot bovengenoemde onderwerpen berekeningen maken, een journaalpost opstellen en een analyse maken.

De student kan voor de handelsonderneming een boekhouding ontwerpen en bijhouden in een geautomatiseerde omgeving.

TENTAMINERING

KT ManAcc Kennistoets Management Accounting





Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Management Accounting





Domein 8: Management Accounting 8.1: Interne informatievoorziening 8.2: Opbrengsten- en kostencalculaties




EVL 16 – Overheid

ILS-EcD-VV-16 Overheid





De EVL zoals hieronder geformuleerd is o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten: Onderbouw vmbo / havo/ vwo Bovenbouw vmbo in het vak economie Voorbereidend op economie in de bovenbouw havo/ vwo


Overheid Functies collectieve sector (economische politiek)- De historie van de economische stelsels beschrijven (Klassiek, Keynesiaans,

Neo-liberaal) en de voor- en nadelen kunnen benoemen.- Economische stromingen in overheidsbeleid herkennen en kunnen

toelichten.- Het Poldermodel uitleggen en aangeven welke invloed dat op

overheidsbeleid kan hebben.- De voor- en nadelen van dit Poldermodel kunnen benoemen.- Uitleggen waarom Nederland een gemengde economie is en waarom dit

beter wordt gevonden dan de vrije economie / geleide economie.- Collectieve goederen kennen (zuivere, quasi, bemoei en vrije).- Allocatiefunctie van de overheid kennen en in verband kunnen brengen met

nonrivaliteit en freeriders.- Belangrijkste taken overheid kennen en de redenen weten.

Openbare financiën (begrotingsbeleid & financiering + economische politiek)- Werking van de inkomstenbelasting.- Conjunctureel- of structureel beleid.- Automatische stabilisatoren begrijpen, werking kennen en begrijpen waarom

ze anticyclisch zijn.- Kunnen beoordelen of er sprake is van procyclisch- of anticyclischbeleid.- Kunnen beoordelen of er sprake is van ontmoedigend of stimulerend beleid.- Beoordelen tot welk soort inkomsten de inkomsten van de overheid hoort.- Beoordelen tot welk soort uitgaven de uitgaven van de collectieve sector

hoort.- Sociale zekerheidsquote en collectieve uitgavenquote kunnen berekenen en

interpreteren.- Beoordelen met behulp van de collectieve uitgavenquote in welke mate de

overheid invloed heeft.- Uitleggen welke maatregelen de overheid heeft genomen om de kosten van

de collectieve sector te beheersen.- Van diverse begrotingsnormen de voor- en nadelen kunnen benoemen en

vergelijken - Uitleggen waarom het reduceren van het financieringstekort wenselijk is.- Beoordelen of een land voldoet aan de gestelde begrotingsnorm.- Berekeningen maken over de overheidsfinanciën (staatsschuld,

begrotingstekort, financieringstekort)Sociale zekerheid (verzorgingsstaat & sociale zekerheidsstelsel)

- met behulp van de sociale zekerheidsquote beoordelen hoe groot de omvang van de sociale zekerheid is.

- Uitleggen waarom de jaren ’80 de collectieve uitgaven behoorlijk zijn gestegen.

- Voor- en nadelen van het kapitaaldekkingsstelsel en omslagstelsel.- Uitleggen waarom de zorgkosten in de toekomst zullen stijgen.- Aan de hand van de i/a-ratio kunnen beoordelen in hoeverre er een beroep

op de sociale zekerheid wordt gedaan.- Aan de hand van de replacement rate een uitspraak kunnen doen over de

mate waarin werken uit een situatie van werkloosheid ontmoedigd wordt.Duurzame economie ( circulaire economie & energietransitie)

- Redenen kennen waarom duurzame economische ontwikkeling steeds belangrijker worden

- De nadelen van ons (lineair) economisch model kennen- Kenmerken van circulaire economie kunnen benoemen en weten hoe ze

werken- De overeenkomsten en verschillen tussen het huidige economisch (lineair)

model ten opzichte van het circulaire model kunnen analyserenDe student kan daarnaast

- De transfer van nationale naar lokale vraagstukken laten plaatsvinden.- De rol van de overheid in een vraagstuk herkennen.- Doelen omtrent een vraagstuk in kaart brengen.- Weten op welke wijze een specifieke vraagstuk gefinancierd kan worden.- Aangeven welke effecten overheidsbeleid op de korte- en lange termijn

kunnen hebben.- In kaart brengen welke belanghebbenden en perspectieven er bij een

specifiek vraagstuk horen.- Vragen stellen vanuit een economische bril. - Vanuit concrete gesprekken naar economische theorieën ten aanzien van de

overheid abstraheren.- Gemaakte denkstappen beargumenteren.

TENTAMINERING

LT Overheid Leertaak Overheid


Je hoeft je niet in te schrijven voor deelname aan leertaken. Wel dienen leertaken in elk geval ingeleverd te worden via de InleverApp in OnderwijsOnline met inachtneming van de deadline zoals vermeld in de studiewijzer.


Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Overheid


Het aanleggen van een dossier over een actueel politiek-economisch vraagstuk (naar keuze bestaande uit documentaire met een schriftelijke documentatie of een schriftelijk verslag).



Getoetst worden de volgende domeinen uit de landelijke kennisbasis economie: Domein 4: Collectieve sector

4.1: Functies van de collectieve sector 4.2: Openbare financiën 4.3: Sociale zekerheid 4.4: Duurzame economie



EVL-17 – Financial Accounting

ILS-EcD-VV-17 Financial Accounting







verkoopspecialist


Financial Accounting

De student bezit theoretische kennis van de concepten enkelvoudige interest, samengestelde interest, renten en annuïteiten.

De student hanteert economische procedures om binnen een specifieke economische context de contante waarden en eindwaarden te berekenen gebruikmakend van pre- en postnumerando renten;

De student kan de annuïteit bereken en onderdelen van de annuïteit berekenen zoals (o.a. aflossingsbestanddelen, rente, looptijd en schuldrest);

De student kan economische procedures toepassen om, vanuit theoretische kennis, uit te rekenen of een investering winstgevend is (bijvoorbeeld: terugverdientijd met behulp van periodieke cashflows of de Netto Contante Waarde-methode).

De student kan economische rekenvaardigheden, zoals procenten, indexcijfers of vraagstukken vanuit de financiële rekenkunde (bijvoorbeeld via stappenplannen of denkschema’s) aanleren, automatiseren en toepassen;

De student hanteert ter zake doende wiskundige en rekenkundige bewerkingen wisselend ondersteund met rekenmachine, spreadsheetprogramma om voor de procedurele vaardigheden die staan verwoord in deze kennisbasis tot een gefundeerde uitspraak over een specifieke situatie te komen.

KT FinAcc Kennistoets Financial Accounting





Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Financial Accounting





Domein 7: Financiële Rekenkunde 7.1 Renteberekeningen

Domein 9: Corporate Finance 9.1 Vermogens- en kapitaalstructuur

Domein 15: Een economische en maatschappelijke bril 15.1: Wiskunde en statistiek




EVL 18 – Verdieping Macro-economie-2

ILS-EcD-VV-18 Verdieping Macro-economie-2





De EVL zoals hieronder geformuleerd is o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten: Onderbouw vmbo / havo/ vwo Bovenbouw vmbo in het vak economie MBO: kwalificatiedossiers van ondernemerschap/retail, assistent-manager internationale handel


Verdieping Macro-economie-2

De student analyseert de omvang van macro-economische factoren op de bedrijfsomgeving.

De student brengt economische grootheden met elkaar in verband en kwantificeert en interpreteert economische grootheden met behulp van modellen (aanbod-/groeimodellen, klassiek model, Harrod-Domar groeimodel).

De student hanteert economische procedures om de invloed van conjunctuur op economische actoren te verklaren en om aan te geven op welke wijze er ingegrepen kan worden om de conjunctuurbeweging te kanaliseren.

De student weet hoe een overheid ervoor kan zorgen dat de conjunctuurbewegingen worden ingedamd en verklaart de werking van automatische stabilisatoren.

De student bezit theoretische kennis over het Keynesiaans model van een open economie, het IS/LM-model en het monetair en budgettair beleid van de overheid.

De student kent voordelen en nadelen van een stabilisatiepolitiek door de overheid.

De student kent de verschillende actoren in de economie die invloed hebben op het verloop van de conjunctuur.

De student kan de oorzaken van de conjunctuur(golf) en de relatie met effectieve vraag, innovatie en werkloosheid reproduceren, analyseren en verklaren.

De student kan de (on)mogelijkheden en motieven van overheden om conjunctuurbewegingen te beïnvloeden vanuit verschillende economische perspectieven (Keynesiaans, klassiek, monetaristisch) reproduceren, analyseren en verklaren. Kan de voor- en nadelen van economische groei uitleggen (bijvoorbeeld aan de hand van maatschappelijke kosten).

TENTAMINERING

KT Macro-2 Kennistoets Verdieping Macro-2





Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Verdieping macro-economie-2





Domein 1: Macro-economie 1.1: Macro-economische relaties 1.2: Economische groei 1.3: Korte termijn: conjunctuur en stabilisatiepolitiek 1.4: Arbeid 1.5: Inflatie




EVL 19 – Economische bril

ILS-EcD-VV-19 Economische bril





De EVL zoals hieronder geformuleerd is o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten: Onderbouw vmbo / havo/ vwo Bovenbouw vmbo in het vak economie Voorbereidend op economie in de bovenbouw havo/ vwo


Economische bril

De student heeft ten aanzien van modelmatig denken en werken basale kennis (op de ontwikkeling) van de verschillende wijzen, methoden en instrumenten van economisch onderzoek en kan hij/zij van daaruit economische praktijksituaties benaderen. Te onderscheiden daarbij zijn: deductieve- en inductieve aanpak, absolute- en relatieve waarheidsvinding, zuivere- en toegepaste wetenschap, positieve-, normatieve-, en politieke benadering, empirische- en discursieve aanpak, (wiskundig) structuurmodelmatig denken (simulatie), speltheoretische aanpak, gedachten-, materiële-, modelmatige-, markten gedragsexperimenten.

De student heeft kennis over de voordelen en beperkingen van de verschillende wijzen, methoden en instrumenten van economisch onderzoek en basisprincipes in economische praktijksituaties en kan deze kritisch vergelijken.

De student heeft theoretische kennis van basale economische principes van het economisch denken en kan van daar uit economische praktijksituaties benaderen. Te onderscheiden daarbij zijn: rationeel en irrationeel keuzegedrag, mensen reageren op prikkels, redeneren vanuit kosten en baten, alternatieve kosten, concurreren, samenwerken, altruïsme, evenwicht en chaos (in balans, uit balans, naar balans), korte- en lange termijn denken, marginaal denken, afnemende opbrengsten, nut, rendementen, marktallocatie (en falen), overheidsallocatie (en falen), hoe een overheid marktuitkomsten kan beïnvloeden en win-lose / win-win denken.

De student heeft algemene kennis op begrips- en beperkt analyseniveau van de meest relevante economische vraagstukken, onderzoeksmethodes, ideeën, theorieën, modellen en paradigma’s die door denkers en scholen in de loop van de eeuwen, sinds de reformatie zijn onderzocht en gevormd. Hij kan deze plaatsen in de tijd en ten opzichte van elkaar. Te onderscheiden daarbij zijn: Mercantillisten, fysiocraten (bijv. Quesnay), Klassieken: (bijv. Smith, Say, Malthus, Ricardo), historisch materialisme (bijv. Marx), Marginalisten (bijv. Menger, Jevons), Institutionalisten (bijv. Veblen), Neo-klassieken (bijv. Marshall, Walras), Keynesianen, het neo-liberalisme (Friedman), speltheorie (bijv. Nash), gedragseconomie (bijv. Tversky, Kahneman).

TENTAMINERING

LT Ec bril Leertaak Economische bril




Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Economische bril

Tentamenvorm/ vormen Schriftelijke rapportage (individueel)



De leertaak bestaat uit een visie-beschrijving van de student ten aanzien van de economische principes, -onderzoekswijzen en- theorieën, voor hem / haar als toekomstig docent en voor zijn / haar toekomstige leerlingen. Getoetst hierbij worden de volgende domeinen uit de landelijke kennisbasis economie:

Domein 15: Een economische en maatschappelijke bril 15.2: Modelmatig denken en werken 15.3: Beperkingen bespreken 15.4: Basisprincipes van het economisch denken 15.5: Basale geschiedenis van het economisch denken




EVL-20 – Logistiek

ILS-EcD-VV-20 Logistiek






bakkerij en recreatie MBO: kwalificatiedossiers van Logistiek Supervisor, Manager Transport en Logistiek


Logistiek

De student kan vanuit theoretische basiskennis over de vormen van logistiek in relatie tot interne en externe bedrijfsprocessen en de functie van logistiek in de bedrijfskolom (waaronder de relatie met afnemers en leveranciers en basisconcepten zoals het klantorderontkoppelpunt, de ABC-indeling, supply chain management, voorraad- en bestelafwegingen en value added logistics) basisprocessen in een concrete context doorgronden en adviezen.

De student bezit theoretische kennis van goederenstroominkoop en -verkoop, waaronder specifiek: (digitale) afgiftebon, pakbon inkooporder, bestelformulier, goederenontvangst, controle, leveranciersbestand, offerte, order, orderbevestiging, inkooporderregister, inkoopkaart, leverancierskaart en RFID.

De student bezit theoretische kennis van controletechnische functiescheiding, de juistheid van de kosten en de volledigheid van de opbrengsten om een uitspraak te kunnen doen over de administratieve organisatie en voorstellen tot verbeteringen te formuleren om de kans op fouten en fraude te verkleinen.

De student hanteert economische procedures om theoretische kennis van goederenstroominkoop en -verkoop op een professionele wijze te kunnen uitvoeren.

TENTAMINERING

KT Logistiek Kennistoets Logistiek


Inschrijven voor tentamens is verplicht. Ga naar OnderwijsOnline en volg de link ‘inschrijven’. Ga naar ‘economie’. Aldaar vind je een overzicht van de aangeboden tentamens en de deadlines voor het inschrijven.



Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Logistiek




Domein 4: Collectieve Sector

4.4: Duurzame economieDomein 6: Bedrijfsadministratie

6.4: Inkoop- en verkoopadministratieDomein 7: Financiële Rekenkunde

7.2: HandelsrekenenDomein 13: Logistiek

13.1: LogistiekDomein 14: Integratie

14.1: Organisatieplan




EVL 21 – Marktonderzoek en statistiek

ILS-EcD-VV-21 Marktonderzoek en statistiek







Marktonderzoek en statistiek

StatistiekDe student kan:

Met behulp van gegeven data met Excel en zonder Excel de mediaan, modus, gemiddelde, minimum, maximum en standaarddeviatie berekenen.

Aan de hand van een gegeven minimum, maximum en standaarddeviatie een oordeel geven over de spreiding van de data.

Variabelen onderverdelen in nominale, ordinale, interval en ratio meetniveaus.

Voordelen van de nominale, ordinale, interval en ratio variabelen ten opzichte van elkaar benoemen.

Enquêtevraag opstellen met de gewenste soort variabele. Uitleggen welke centrum – en spreidingsmaatstaven er berekend kunnen

worden bij nominale, ordinale, interval en ratio variabelen. Bij een passend meetniveau tegelijkertijd de juiste centrum- en

spreidingsmaat en tabel of grafiek weergeven; de mediaan, modus, gemiddelde, minimum, maximum en standaarddeviatie, frequentietabel, histogram, cirkeldiagram of boxplot.

Een histogram, staafdiagram, frequentietabel, lijngrafiek en cirkeldiagram maken met behulp van verzamelde data in Excel.

De klassengrenzen van een histogram bepalen. Histogram, staafdiagram, lijngrafiek en cirkeldiagram aflezen en

interpreteren. Een binomiale kans berekenen. Beoordelen of er sprake is van een binomiale kansverdeling of normale

kansverdeling. Uitleggen waarvoor de standaarddeviatie gebruikt kan worden. Met behulp van de standaarddeviatie de grenzen bepalen waarbinnen een

bepaald percentage van de uitkomsten zal liggen. Een kans volgens de normale kansverdeling uitrekenen. Beoordelen of er sprake is van een normale kansverdeling of binomiale

kansverdeling. Betrouwbaarheidsinterval van discontinu en continue variabelen kunnen

uitrekenen. Betekenis van het betrouwbaarheidsinterval kunnen uitleggen. De werking van de correctiefactor uitleggen en mee kunnen rekeken. H0 en H1 hypothese opstellen. Verschil tussen eenzijdig en tweezijdig toetsen uitleggen. Een statistische toets uitvoeren op basis van voldoende gegevens. Bepalen welke toets ingezet kan worden als je meer dan twee onafhankelijke

groepen met elkaar wilt vergelijken Bepalen welke toets ingezet kan worden als je van een zelfde groep

samenhang of verschillen wil meten. De uitkomsten van de t-toets voor gepaarde waarnemingen, t-toets voor

groepen, de gewone toets interpreteren en uitvoeren in Excel. Regressiecoëfficiënt bepalen. Correlatiecoëfficiënt berekenen. Betekenis van regressiecoëfficiënt uitleggen. Betekenis van correlatiecoëfficiënt uitleggen. Beoordelen hoeveel procent van de te verklarende variabele wordt bepaald

door de verklarende variabele. Mate van samenhang met behulp van een spreidingsdiagram beoordelen. Bepalen of er samenhang is tussen twee nominale variabelen met behulp van

een statistische analyse (de X2-toets of Cramer’s V) Betrouwbaarheid van een onderzoek beoordelen. Berekenen van de P-waarde. Betekenis van de P-waarde uitleggen. Bepalen van het aantal vrijheidsgraden. Betekenis van vrijheidsgraden uitleggen. Bepalen van het betrouwbaarheidsniveau. Betekenis van betrouwbaarheidsniveau uitleggen. X2-waade berekenen in Excel. Betekenis van X2-waarde uitleggen. Met behulp van de X2-verdeling beoordelen of een steekproef representatief

is geweest.Marktonderzoek:De student kan economische procedures hanteren waarmee marktinformatie via verschillende vormen van fieldresearch en deskresearch zichtbaar wordt.

TENTAMINERING

KT MOSTA Kennistoets Marktonderzoek en statistiek





Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Marktonderzoek en statistiek




Getoetst worden de volgende domeinen uit de landelijke kennisbasis economie: Domein 11: Commerciele Economie

11.4 marktonderzoek en informatievoorzieningDomein 15: Een economische en maatschappelijke bril

15.1: Wiskunde en statistiekDe beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.



EVL 22 – Human Resource Management

ILS-EcD-VV-22 Human Resource Management





De EVL zoals hieronder geformuleerd is o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten: Bovenbouw VMBO: Economie en ondernemen, dienstverlening en productie, horeca, bakkerij en

recreatie MBO: de kwalificatiedossiers Ondernemerschap retail, Assistent-manager internationale handel en

Verkoopspecialist


Human Resource Management

De student:- kan een beroepssector in kaart brengen d.m.v. literair onderzoek.- kan vanuit het beeld van de beroepssector een keuze maken uit een

deelthema binnen de HRM: instroom, doorstroom, uitstroom of flexibilisering, en dit thema beschrijven vanuit literatuur.

- kan hoofd- en bijzaken onderscheiden van deze literatuur en artikelen binnen een deelgebied van HRM.

- beoordeelt de relevantie van de gevonden literatuur binnen een deelgebied van HRM door deze te toetsen in de praktijk middels interviewvragen en observatievragen. Daarnaast heeft de student deelgenomen aan een praktijksituatie. Dit kan door deel te nemen aan de netwerkdag (voltijd verplicht) of door elders praktijkervaring op te doen.

- maakt proactief contact met professionals in de HRM (rondom de beroepssector) uit het bedrijfsleven en interviewt/spreekt medewerkers tijdens een netwerkbijeenkomst èn /of loopt een dag mee met een collega rondom het HRM-deelgebied.

- ontwerpt voor zijn gekozen deelgebied uit de HRM een informatieve folder ter bevordering van kennis èn het trainen van beroepsvaardigheden en dit kunnen zij verduidelijken in een pitch en de student neemt actief deel aan een informele netwerksessie.

- onderbouwt inhoudelijke keuzes met verklaringen uit de literatuur en praktijkervaringen, en bundelt dit in een procesverslag.

TENTAMINERING

LT HRM Leertaak HRM




Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Human Resource Management

Tentamenvorm/ vormen Leertaak


Domein 12: Management en Organisatie 12.1: Organisatiestructuren en leiderschapsstijlen 12.2: Personeelsmanagement



EVL-23 – Jaarverslaggeving

ILS-EcD-VV-23 Jaarverslaggeving







verkoopspecialist


Jaarverslaggeving

De student kan vanuit theoretische kennis het verband tussen balans, winst- en verliesrekening, investeringsbegroting, exploitatiebegroting en kasstroomoverzicht aangeven.

De student kan vanuit theoretische kennis overzichten opstellen van kasstromen uit operationele, financiële en investeringsactiviteiten.

De student kan vanuit theoretische kennis de relevante belastingen voor een organisatie noemen (inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, dividendbelasting, omzetbelasting, kostprijsverhogende belastingen).

De student kan vanuit theoretische kennis aangeven:1. aan welke eisen de externe verslaggeving moet voldoen (IFRS, wet op de jaarrekening); 2. wat het verschil is tussen een enkelvoudige en een geconsolideerde jaarrekening; 3. wat het belang is van externe verslaggeving voor de diverse stakeholders; 4. welke grondslagen worden gehanteerd bij het opstellen van de jaarrekening; 5. welke grondslagen kunnen worden toegepast bij het waarderen van activa waaronder voorraadwaardering en de wettelijke reserve.

De student kan economische procedures hanteren waarmee, vanuit theoretische kennis, gegevens met elkaar in verband worden gebracht die een uitspraak doen over:1. liquiditeit (in elk geval: current ratio, quick ratio, nettowerkkapitaal); 2. solvabiliteit (in elk geval: EV/VV en debt ratio); 3. rentabiliteit (in elk geval REV, RTV, RVV en de hefboomwerking); en deze informatie met beschikbare gegevens binnen en buiten de eigen organisatie beoordelen.

De student heeft kennis en inzicht in overname, fusie, deelnemingen, goodwill en consolidatie en kan dit toepassen op het jaarverslag en de gevolgen voor de balans en resultatenrekening analyseren.

De student kan vanuit theoretische kennis redenen voor fusie of overname en de consequenties hiervan voor interne en externe stakeholders beschrijven.

TENTAMINERING

KT Jaarverslag Kennistoets Jaarverslag





Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Jaarverslaggeving

Tentamenvorm/ vormen Tentamen




Domein 9: Corporate Finance 9.1 Vermogens- en kapitaalstructuur

Domein 10: Financial Accounting 10.1: Financial Statements 10.2: Winst- en vermogensvraagstukken 10.3: Externe jaarverslaggeving 10.4: Financiële analyse




EVL-24 – Corporate Finance

ILS-EcD-VV-24 Corporate Finance







verkoopspecialist


Corporate Finance

De student kan vanuit theoretische kennis budgetten (vast, variabel, gemengd) opstellen en deze achteraf toetsen aan de hand van wat er in het productieproces is gebeurd, de doelen van kosteninformatie voor een organisatie noemen en aangeven wat het verschil tussen een begroting en een budget is.

De student heeft kennis en inzicht van het eigen vermogen van een NV, kan de creatie en emissie van aandelen journaliseren alsmede de winstverdeling en kan aangeven hoe reserves ontstaan en argumenten noemen om te reserveren.

De student heeft kennis en inzicht van het vreemd vermogen van een NV, kan de creatie en emissie van (converteerbare) obligaties journaliseren alsmede de conversie en kan de emissiekoers berekenen.

De student kan een oordeel geven over beleggingen in bijvoorbeeld aandelen waarbij rendement en risico verklaard kunnen vanuit o.a. de volgende onderdelen: de koerswaarde, koers/winst verhouding, rendement van het eigen vermogen en het gerealiseerd aandelenrendement. De student heeft kennis van de actualiteit en hedendaagse trends in dit kader, waaronder crowdfunding.

TENTAMINERING

KT CORPFIN Kennistoets Corporate Finance


Inschrijven voor tentamens is verplicht. Ga naar OnderwijsOnline en volg de link ‘inschrijven’. Ga naar ‘economie’. Aldaar vind je een overzicht van de aangeboden tentamens en de deadlines voor het inschrijven.



Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Corporate Finance




Domein 9: Corporate Finance

9.1: Vermogens- en kapitaalstructuur

Domein 10 Financial Accounting 10.2: Winst- en vermogensvraagstukken 10.4: Financiële analyse





IngangseisenFormele toelaatbaarheid tot de opleidingBehaalde relevante vakken uit de module Inleiding Vakinhoud, de module Verdieping Vakinhoud en de module Vakdidactiek




Vakdidactiek kent een aanwezigheidsverplichting. De didactische kant van het lesgeven leer je niet (of in elk geval niet uitsluitend) door er individueel over te lezen, maar door het in de les te doen en er met elkaar over in dialoog te gaan. De vorm waarin binnen het onderwijsarsenaal bij deze module wordt gewerkt bestaat dan ook uit interactieve colleges waarin je samen met medestudenten en de docent via begeleide dialoog en andersoortige leeractiviteiten samenwerkt om jouw eigen vakdidactische kennis te construeren. Bij de vakinhoudelijke delen van het onderwijsarsenaal geldt geen aanwezigheidsplicht, tenzij anders aangeven bij het betreffende onderdeel van het onderwijsarsenaal.



# Naam EVL studiepunten Deel-tentamens


7,5 1

6 Monetaire Economie 5 17 Ondernemerschap 5 18 Financiële Educatie 7,5 19 Organisatiekunde 2,5 1

10 Vrije ruimte 2,5 1

EVL 5 – Vakdidactiek 7: Ontwerpen van beroepsonderwijs

ILS-EcD-AV-5 Vakdidactiek 7: Ontwerpen van beroepsonderwijs


Vakdidactische bekwaamheid



De EVL zoals hieronder geformuleerd is o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten: Bovenbouw vmbo MBO: kwalificatiedossiers van ondernemerschap/retail, assistent-manager internationale handel.


Vakdidactiek 7: Ontwerpen van beroepsonderwijs

Centrale leeruitkomst is dat de student vaardig is tot het ontwikkelen van een leerarrangement voor het aanleren van een economisch werkproces binnen het middelbaar beroepsonderwijs. Hiertoe formuleert de student ontwerpprincipes die gebaseerd zijn op een literatuuronderzoek naar 1) de didactische uitdagingen van het beroepsgerichte deel van het beroepsonderwijs en 2) twee modellen (4C/ID en hybride leren). De student is in staat het leerarrangement en de achterliggende ontwerpprincipes te presenteren aan medestudenten waarbij de student in staat is peerfeedback te geven en te ontvangen.

TENTAMINERING

LT OntwerpBO Leertaak “Vakdidactisch ontwerp Beroepsonderwijs”




Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Vakdidactiek 7: Ontwerpen van beroepsonderwijs

Tentamenvorm/ vormen Vakdidactisch ontwerp (bestaande uit voorbereiding, presentatie en schriftelijk verslag)


Beoordelingsdimensies Getoetst worden specifieke aspecten uit de volgende domeinen uit de landelijke kennisbasis economie:

Domein 16: Vakdidactiek economie 16.1: Oriëntatie op economie in het tweedegraads werkveld 16.2: Vakspecifieke didactiek 16.3: Ontwerper en beoordelaar van samenhangende leerarrangementen

Een specificatie van de beoordelingsdimensies en beoordelingscriteria is te vinden in de studiewijzer bij het onderdeel ‘tentaminering’ in de digitale leeromgeving en bestaat, onder meer uit:

Een consistente beschrijving van aanleiding, doel, hoofd- en deelvragen en kloppen met de doelstelling van de studie

Een overzichtelijke en navolgbare beschrijving van inzichten vanuit de theorie over 4C/ID en hybride leren, een getranscribeerd interview met een

beroepsbeoefenaar en een werkproces (kwalificatiedossier en de praktijk) Een conclusie waarin de hoofd en deelvragen helder worden beantwoord

vanuit de resultaten van het onderzoek zodat duidelijk wordt wat de leidende ontwerpprincipes zijn

Een concreet ontworpen leerarrangement, volgens inzichten uit 4C/ID en Hybride Leeromgeving voor een week waarin een economisch werkproces centraal staat, dat voldoet aan de theoretische uitgangspunten en dat is geplaatst in een module/leerlijn van de opleiding waarvoor ontworpen is

De uitwerking van een afzonderlijke leertaak, die een onderdeel is van het leerarrangement van een week, is concreet beschreven en er is onderbouwd aangegeven hoe de ontwerpprincipes terugkomen in de leertaak

Een duidelijke presentatie van het ontworpen leerarrangement met verantwoording vanuit de ontwerpprincipes

Relevante vragen/discussiepunten t.a.v. de gegeven presentatie worden in een co-referaat naar voren gebracht


Getoetst worden specifieke aspecten uit de volgende domeinen uit de vernieuwde landelijke kennisbasis:

Domein 16: Vakdidactiek economie 16.3: Ontwerper en beoordelaar van samenhangende leerarrangementen




EVL 6 – Monetaire economie

ILS-EcD-AV-6 Monetaire economie



Aantal studiepunten 5 studiepunten


De EVL zoals hieronder geformuleerd is o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten: Bovenbouw vmbo in het vak economie MBO: kwalificatiedossiers van ondernemerschap/retail, assistent-manager internationale handel Voorbereiding op bovenbouw economie in havo en vwo


Monetaire economie Student kan eigenschappen, ontstaan, functies en risico’s van geld beschrijven en beargumenteren. Kan daarbij de volgende begrippen hanteren: giraal geld, chartaal geld, fiduciair geld, nominale en reële waarde van het geld.

Student kan verschillende financiële producten benoemen, de werking ervan op hun markt duiden.

Student kan voorbeelden en werking van geldmarkten (in ruime en in enge zin) en kapitaalmarkten benoemen en uitleggen, ondersteund door schetsmatige grafieken en berekeningen. De student kan tevens de werking en effecten van deze markten duiden met behulp van de theorie van de effeciënt werkende markten en rationele verwachtingen.

Student kan verschillende aspecten en vormen van financiering benoemen en voor en nadelen beargumenteren. Tevens kan de student hierbij risicoaspecten betrekken en onderscheid maken in liquiditeit en solvabiliteit van een financiële instelling.

Student kan enkele vormen van en de verschillen tussen handelsgedrag zoals arbitrage, speculatie en hedging toelichten.

Student kan de betekenis van rentestructuur (risico en termijnstructuur) duiden en deze tevens a.d.h.v. de yieldcurve toelichten.

Student kan functies en relaties tussen verschillende financiële instellingen (geldscheppende en niet-geldscheppende) aangeven en hun belang aantonen. Onder meer: commerciële banken, zakenbanken, beleggingsfondsen, money market mutual funds, hedgefondsen, private equity beleggers, circulatie / centrale banken, pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, kredietbeoordelaars, AFM, BIS.

Student kan vormen kosten, bestedings, import), oorzaken, werking en gevolgen (op koopkracht, sparen, vermogen, concurrentiepositie, wisselkoers) van inflatie benoemen, bepalen en berekenen in eenvoudige realistische contexten, en analyseren. Kan daarbij de volgende begrippen en formules hanteren: koopkracht, prijsindexcijfer van gezinsconsumptie, prijsniveau, nominale en reële waarde van het geld, MxV=PxT. Ook kan de student daarbij de Fisher regel gebruiken en toepassen r = i – πe.

Student kan de verschillende vormen en oorzaken van geldschepping en vernietiging (door banken, overheid en buitenland) beschrijven en middels eenvoudige berekeningen en schetsmatige balansen toelichten. Kan daarbij de volgende begrippen en formules hanteren: geldmarkt, kasreserve (feitelijk en gewenst) basisgeldhoeveelheid (M0 = Mc + KR), geldhoeveelheid (M=Mc+Mg), monetaire financiering, monetaire agregaten (M0, M1, M2, M3).

Student kan mutiplicatieeffect / model van geldschepping (determinanten, werking en betekenis, M=mM0) ) beschrijven en middels eenvoudige

berekeningen en schetsmatige balansen toelichten. Student kan de doelstellingen, taken en organisatie van de Fed, ECB, EMU en

DNB. beschrijven en effecten van hun beleid verklaren. Student kan verschillende doelvariabelen van monetair beleid benoemen en

in eenvoudige, realistische situaties beargumenteren. Daarnaast kan de student Keynesiaanse inzichten en monetaire inzichten ten aan zien van het monetair beleid hierin betrekken.Student kan verschillende instrumenten van monetair beleid (kasreserveverplichtingen, openmarktpolitiek, kredietfaciliteiten, rentemanipulatie) door een centrale bank beschrijven (officiële tarieven, zoals marginale beleningsrente, depositorente, refirente, libor, libid, euribor, gelmarktrente,herfinanciering, signaalwerking) en deze grafisch (geldmarkt in enge zin) en balansmatig en cijfermatig onderbouwen. Tevens kan de student enkele vormen van seignorage benoemen.

Student kan verschillende determinanten (rente, inflatie, valutakoers, ec. groei, producenten / consumentenvertrouwen, betalingsbalans) voor het bepalen van het monetair beleid benoemen en hun betekenis voor het beleid duiden. Tevens kan de student in eenvoudige, realistische contexten het beleid beargumenterenStudent kan beleidsmaatregelen van de ECB middels de weekstaat van de ECB toelichten en motiveren. Daarbij o.a. gebruik makend van: Nettokaspositie van banken (Kasreserves + Deposito’s – marginale beleningen). Tevens kan de student oorzaken voor mutaties in de overheidsfinanciën en valutareserves a.d.h.v. de weekstaat toelichten

Student kan de werking van vaste en (beheerst) flexibele valutamarkten (grafisch) toelichten en koersen berekenen. Kan daarbij de volgende begrippen hanteren: (effectieve)(reële) wisselkoers, revaluatie, devaluatie, appreciatie, depreciatie, carry trading, termijnwisselkoers, arbitrage, speculatie, hedging, rendement. De student kan tevens voor en nadelen van beide vormen van koersvorming (korte en lange termijn) toelichten.

Student kan oorzaken en effecten (op reële en financiële markten) van valutakoersverandereningen benoemen, uitleggen en m.b.v. de koopkrachtpariteitstheorie, de intrestparitietstheorie (gedekt en ongedekt) en de wet van één prijs beargumenteren en berekenen. Kan daarbij tevens de betekenis van de betalingsbalans in de analyse betrekken

Student kan verschillende valuta / geldstelsels (gouden standaard, Bretton Woods, sleutelvaluta) benoemen en de voor en nadelen aangeven.

Student kan verschillende wijzen van interventies op de valutamarkt benoemen, (grafisch) toelichten en de effecten ervan duiden.Student kan de rol en betekenis van enkele instellingen en afspraken (IMF trekkingsrechten, ECB, EMU, stabiliteitspact, wereldbank) op de valutamarkten en valutabehoeften benoemen en toelichten

Student kan de hoogte van het begrotings- en financieringstekort van een overheid berekenen de verschillende wijzen van openbare financiering aangeven. Daarbij gebruik makend van de begrippen, staatsschuld, begrotings en financieringstekort, EMU-tekort staatsobligaties, schatkistpapier.

De student is op de hoogte van de belangrijkste actuele topics op het gebied van de monetaire economie en kan deze koppelen aan de theorie. Tevens kan de student oorzaken van, gevolgen van en maatregelen tegen de kredietcrisis en de eurocrisis benoemen en toelichten.

TENTAMINERING

KT Monec Kennistoets Monetaire economie





Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Monetaire economie





Domein 1: Macro-economie 1.5: Inflatie

Domein 3: Monetaire economie 3.1: Financiële data 3.2: Financiële markten en instituties

Domein 15: Een economische en maatschappelijke bril 15.4: Basisprincipes van het economisch denken




EVL 7 – Ondernemerschap

ILS-EcD-AV-7 Ondernemerschap





De EVL zoals hieronder geformuleerd is o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten: Onderbouw vmbo / havo/ vwo Bovenbouw vmbo de profielen economie & ondernemen, dienstverlening en producten, horeca,


verkoopspecialist. Voorbereidend op de bovenbouw havo/vwo


Ondernemerschap

De student is in staat samenhangende onderwijsleeractiviteiten uit te werken, te analyseren, te verantwoorden, toe te passen, te toetsen en te evaluaeren ten aanzien van ondernemend onderwijs. Daarbij is aandacht voor de onderbouwing van keuzes rondom werkvormen, materialen, ict, media en differentiatie mogelijkheden in betekenisvolle contexten.

De student kan, op basis van literatuur, ondernemerschap in een leerlijn voor zowel het vo als het mbo vormgeven, waarin algemene ondernemersvaardigheden centraal staan. Deze vaardigheden richten zich vooral op kansen zien, kansen nemen, innovatief zijn, netwerken, communiceren, design thinking, waarde creëren etc.

Of

De student is in staat is om leerlingen inhoudelijk te begeleiden bij het opzetten van een (mini)onderneming. Hij kan daarbij de verworven ondernemende vaardigheden toepassen in de rol van procesbegeleider en beoordelaar van het ondernemingsplan.

TENTAMINERING

LT OndSchap Leertaak: Ondernemerschap




Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Leertaak: Ondernemerschap


Leertaak keuze uit twee vormen

De student kan, op basis van literatuur, ondernemerschap in een leerlijn voor zowel het vo als het mbo vormgeven, waarin algemene ondernemersvaardigheden centraal staan. Deze vaardigheden richten zich vooral op kansen zien, kansen nemen, innovatief zijn, netwerken, communiceren, design thinking, waarde creëren etc.

Of

De student is in staat is om leerlingen inhoudelijk te begeleiden bij het opzetten van een (mini)onderneming. Hij kan daarbij de verworven ondernemende vaardigheden toepassen in de rol van procesbegeleider en beoordelaar van het ondernemingsplan.





De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. De student laat zien dat hij/zij op basis van de aangeboden lesstof en literatuur in staat is om ondernemerschap in het onderwijs als leerlijn neer te zetten. De student is in staat is om leerlingen inhoudelijk te begeleiden bij het opzetten van een (mini)onderneming. Hij kan daarbij de verworven ondernemende vaardigheden toepassen in de rol van procesbegeleider en beoordelaar van het ondernemingsplan. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.



EVL 8 – Financiële Educatie

ILS-EcD-AV-8 Financiële Educatie





De EVL zoals hieronder geformuleerd is o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten: Onderbouw vmbo / havo / vwo Bovenbouw vmbo de profielen economie & ondernemen, dienstverlening en producten, horeca,


verkoopspecialist.


Financiële Educatie

Bij Financiële Educatie leert de student een visie te ontwikkelen over financiële educatie met aandacht voor inhoud, didactiek en pedagogiek. De student onderbouwt zijn visie op financiële educatie op basis van actuele bronnen, gesprekken met organisaties /stichtingen die zich bezig houden met met armoedebestrijding, toezicht op transparantie financiële producten en de schuldhulpverlening. Ook baseert hij zijn visie op basis van vooronderzoek bij studenten middels vragenlijsten, werkvormen en interviews. Op basis van die visie gaat de student aan de slag met het ontwikkelen van een betekenisvol leerproduct; dat kan een katern voor een lesmethode zijn, evaluatie en herziening van bestaand lesmateriaal, klokhuisaflevering, een artikel voor het VELON-blad, Simulatiespel etc. Van belang is dat er sprake is tussen congruentie tussen de visie op inhoud, didactiek en pedagogiek van financiële educatie en de leerdoelen en leeractiviteiten. Ook is er aandacht voor valorisatie van de visie en het betekenisvolle leerproduct in een zelfgekozen vorm. Denk hierbij aan een netwerkbijeenkomst met organisaties die zich bezig houden met financiële educatie waarbij de student zijn of haar product presenteert.

Bij Financiële Educatie ontwikkelt de student zich verder in de volgende onderzoeksvaardigheden: Het ontwikkelen van een onderzoekende houding; Literatuur koppelen aan onderwerpen uit de praktijk; Middels het analyseren van bronnen en data komen tot een aanbeveling.

Bij Financiële Educatie wordt er gewerkt aan de volgende thema’s van de eindkwalificaties leerlijn ‘leren en lesgeven met ICT’: Instrumentele vaardigheden; Informatievaardigheden; Pedagogisch-didactisch gebruik van ICT.

TENTAMINERING

LT FinEdu Leertaak: Financiële Educatie




Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Leertaak: Financiële Educatie


Tentamenmoment

De leertaak financiële educatie kan ten alle tijden ingeleverd worden. Een student heeft twee kansen op jaarbasis. Op onderstaande momenten geldt de verplichting dat de leertaak binnen de officiële vastgestelde termijn is nagekeken.Kans 0 in periode 2 week 7Kans 1 in periode 3 week 1Kans 2 in periode 4 week 1




De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. De student kan leerarrangementen beoordelen / ontwerpen, uitvoeren, begeleiden, bespreken, toetsen, evalueren en bijstellen ten aanzien van het ondersteunen van de financiële geletterdheid en financiële zelfredzaamheid van leerlingen bij het stellen van financiële doelen en het nemen van financiële beslissingen. Dit in betekenisvolle contexten, op basis van ontwerpprincipes uit (vakdidactische) literatuur en met een bewuste keuze voor het al dan niet inzetten van ICT. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. De student toont aan een onderbouwde te hebben over visie over financiële educatie op basis van actueel literatuuronderzoek naar inhoud en (vak)didactiek over financiële educatie, vooronderzoek bij zijn leerlingen, gesprekken met professionals en praktijkervaring met mensen die behoefte hebben aan financiele ondersteuning. Hij toont aan te beschikken over organisatievermogen om tot een betekenisvolle uitwisseling met de professionals in de praktijk te komen. De student toont aan de vertaalslag te maken van een visie op financiële educatie naar een betekenisvol leerproduct passend bij de leerlingen/studenten waarvoor de financiële educatie is bedoeld. Hij toont aan te beschikken over verantwoordelijkheidsbesef voor valorisatie van zijn leerproduct financiële educatie onder belanghebbenden. De doelen zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.



EVL 9 – Organisatiekunde

ILS-EcD-AV-9 Organisatiekunde





De EVL zoals hieronder geformuleerd is o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten: Bovenbouw vmbo de profielen economie & ondernemen, dienstverlening en producten. MBO: kwalificatiedossiers van ondernemerschap/retail, assistent-manager internationale handel,

verkoopspecialist, bedrijfsadministrateur.


Organisatiekunde

De student is in staat zelf te komen tot een opdrachtformulering rondom organisatiekunde.

De student laat zien dat hij door middel van samenwerking met ondersteunend personeel, docenten en directie op ethische wijze komt aan informatie voor deze opdracht.

De student is in staat om relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren met als doel te komen tot oordeelsvorming.

De student beschikt over leervaardigheden die een hoog niveau van autonomie veronderstellen.

De student beschikt over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied vanuit het perspectief Mens, Structuur en Omgeving, Plannen, Organiseren en Leidinggeven.

De student is in staat om relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren met als doel te komen tot een passend advies.

De student is in staat om informatie/ideeën en oplossingen over te brengen op publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten.

TENTAMINERING

LT OrgChal Leertaak: Organisatieadvies-challenge




Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Leertaak: Organisatieadvies-challenge





Domein 12: Management en organisatie

12.1: Organisatiestructuren en leiderschapsstijlen

Domein 14: Integratie 14.1: Organisatieplan

De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. De student beheerst bij de leertaak de inhouden en vaardigheden zoals omschreven bij de algemene omschrijving. De student formuleert een probleemstelling, analyseert systematisch een zelfgekozen organisatie a.h.v. deze probleemstelling, formuleert een advies en draagt zorg voor valorisatie. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.



EVL 10 –Vrije ruimte

ILS-EcD-AV-10 Vrije ruimte


De brede basis van het docentschap Pedagogische bekwaamheidVakinhoudelijke bekwaamheidVakdidactische bekwaamheid



De EVL zoals hieronder geformuleerd kan gerelateerd zijn aan alle beroepscontexten.


Leertaak Vrije Ruimte

Studenten aan de 2e graads lerarenopleiding economie hebben in totaal 70 uur (= 2,5 studiepunten) te besteden aan vrije ruimte, náást hun minor. Deze vrije ruimte is beschreven in het onderwijsarsenaal “Leertaak Vrije Ruimte”. Activiteiten die de student uitvoert in het kader van deze vrije ruimte, zijn gericht op (één van de) bekwaamheden van de docent: vakinhoudelijk, vakdidactisch, pedagogisch en/of de brede professionele basis van het docentschap. Iedere student geeft zelf invulling aan deze vrije ruimte gedurende de hoofdfase van zijn/haar opleiding.Er zijn verschillende manieren om de vrije ruimte te vullen. De student kan zelf activiteiten bedenken waarmee hij de vrije ruimte vult, zoals:

het geven van een cursus of begeleiden van lerenden buiten de opleiding; het voorbereiden, begeleiden en evalueren van de introductie voor nieuwe

eerstejaars studenten; het begeleiden van eerste jaars studenten bij de ontwikkeling van

zelfmanagement tav leren; deelname aan het leerorkest ter bevordering van de doorstroom MBO-

HBO; het doen van een onderzoekje naar een thema dat hem/haar interesseert; het bezoeken van een conferentie; een korte stage, bijvoorbeeld in het bedrijfsleven; een project uitvoeren vanuit de Projectenbank van Bureau Extern; werken aan kwaliteitsverbetering van de eigen opleiding (students as

partners); participatie in expertiseteams en regelgebieden van de lerarenopleiding; et cetera.

TENTAMINERING

LT VR Leertaak Vrije Ruimte


De student zorgt ervoor dat de uitgevoerde activiteiten resulteren in bewijsmateriaal in de vorm van authentieke, relevante documenten die door de toegewezen collega kunnen wordenbeoordeeld.


Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Vrije Ruimte

Tentamenvorm/ vormen Individuele verslaglegging

Tentamenmoment Op afspraak

Beoordelingscriteria De leertaak Vrije Ruimte wordt beoordeeld op de volgende dimensies:- Beschrijving van de activiteit

- Beschrijving leerdoelen en relevantie, passend bij de ontwikkeling van docentbekwaamheden

- Reflectie op behaalde leerdoelen - Hbo-niveau van de uitgevoerde activiteit(en)- Verantwoording studiebelastingsuren en studiepunten







Vakdidactiek kent een aanwezigheidsverplichting. De didactische kant van het lesgeven leer je niet (of in elk geval niet uitsluitend) door er individueel over te lezen, maar door het in de les te doen en er met elkaar over in dialoog te gaan. De vorm waarin binnen het onderwijsarsenaal bij deze module wordt gewerkt bestaat dan ook uit interactieve colleges waarin je samen met medestudenten en de docent via begeleide dialoog en andersoortige leeractiviteiten samenwerkt om jouw eigen vakdidactische kennis te construeren.


Naam EVL Studie-punten Aantal (deel)tentamens


11 Vakdidactiek 1: Lesgeven in Economie 5 112 Vakdidactiek 2: AD/SL 5 113 Vakdidactiek 3: Lesgeven met ICT 5 114 Vakdidactiek 4: Taal- en Rekendidactiek 5 115 Vakdidactiek 5: Leermiddelenanalyse 5 116 Vakdidactiek 6: Toetsing 5 1

EVL 11 – Vakdidactiek 1: Lesgeven in Economie

ILS-ECD-VD-11 Vakdidactiek 1: Lesgeven in Economie

Eindkwalificaties (beoogde leerresultaten) Vakdidactische bekwaamheid





verkoopspecialist


Vakdidactiek 1: Lesgeven in Economie

De student kan samenhangende onderwijsleeractiviteiten bij zelfverwoorde betekenisvolle leerdoelen voor (bedrijfs)economische onderwerpen in de breedte van het 2e graads werkveld en in de te onderscheiden fasen van het leerproces uitwerken, analyseren, verantwoorden, toepassen, toetsen en evalueren. Daarbij heeft de student aandacht voor de onderbouwing van keuzes rondom werkvormen, materialen, ict, media en differentiatiemogelijkheden voor leerlingen, gebruikmakend van de in de vernieuwde landelijke kennisbasis1 onder ‘indicatoren bachelorniveau’ geformuleerde trefwoorden en procedures van de betreffende (sub)domeinen, waaronder:

De student bezit, in aansluiting op en als specifieke uitwerking bij de subdomeinen A2, C1 en C2 van de generieke kennisbasis, kennis van aard en structuur van profielen, kernvakken, keuzedelen, doelen en werkwijzen in het tweedegraads vakgebied economie in de onderbouw (vmbo, havo, vwo), vmbo bovenbouw (theoretisch en beroepsgericht) en/of het mbo (roc’s en aoc's).

De student bezit voorbeeldmatige kennis van relevante beroepscontexten waar leerlingen vanuit een economische richting in het vmbo of mbo in zouden kunnen komen werken.

De student bezit, in aansluiting op en als specifieke uitwerking bij de subdomeinen A3, A5 en A7 van de generieke kennisbasis, kennis van vakdidactische theorieën, principes, werkwijzen en praktische handelingsalternatieven om leerlingen te ondersteunen bij:

o het (inductief) verwerven van kennis over economische begrippen en het toepassen van vaktaal;

o het laten construeren van economische concepten en het bijstellen van misconcepten;

o het opzetten van causale redeneringen;o het aanleren, automatiseren en toepassen van economische

rekenvaardigheden;o het gebruiken van (audiovisuele) economische bronnen.

1 De kennisbasis waarnaar wordt verwezen is te downloaden vanaf https://www.10voordeleraar.nl/documents/kennisbases_2017_tweedegraads/Kennisbasis%20Economie%20-%20pdf-versie%20januari%202018.pdf.

https://www.10voordeleraar.nl/documents/kennisbases_2017_tweedegraads/Kennisbasis%20Economie%20-%20pdf-versie%20januari%202018.pdf


TENTAMINERING

LT Toolbox Leertaak Toolbox




Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Vakdidactiek 1: Lesgeven in Economie

Tentamenvorm/ vormen Leertaak “Toolbox” (keuze uit 2 vormen: schriftelijk verslag of mini-magazine)



Getoetst worden specifieke aspecten uit de volgende domeinen uit de landelijke kennisbasis economie:

Domein 16: Vakdidactiek 16.1: Oriëntatie op economie in het tweedegraads werkveld 16.2: Vakspecifieke didactiek


Keuze en beschrijving van onderwijsniveau en doelgroep Keuze van verschillende vakinhoudelijke onderwerpen (zowel

kenniscomponenten als vakvaardigheden) Selectie van bijpassende eindkwalificaties (kerndoelen / eindtermen /

kwalificatiedossiers) Formulering van specifieke leerdoelen Uitwerking accurate en motiverende leeractiviteiten Rangschikking van doelen en activiteiten in een taxonomietabel Verantwoording van de didactische vormgeving vanuit de literatuur Reflectie op het ontwerpproces



EVL 12 – Vakdidactiek 2: Activerende didactiek en samenwerkend leren

ILS-ECD-VD-12 Vakdidactiek 2: Activerende didactiek en samenwerkend leren






verkoopspecialist


Vakdidactiek 2: Activerende didactiek en samenwerkend leren

De student kan samenhangende AD/SL-onderwijsleeractiviteiten bij zelfverwoorde betekenisvolle leerdoelen voor (bedrijfs)economische onderwerpen in de breedte van het 2e graads werkveld en in de te onderscheiden fasen van het leerproces uitwerken, analyseren, verantwoorden, toepassen, toetsen en evalueren. Daarbij heeft de student aandacht voor de onderbouwing van keuzes rondom werkvormen, materialen, ict, media en differentiatiemogelijkheden voor leerlingen, gebruikmakend van de in de vernieuwde landelijke kennisbasis2 onder ‘indicatoren bachelorniveau’ geformuleerde trefwoorden en procedures van de betreffende (sub)domeinen, waaronder:

De student bezit, in aansluiting op en als specifieke uitwerking bij de subdomeinen A2, C1 en C2 van de generieke kennisbasis, kennis van doelen en werkwijzen in het tweedegraads vakgebied economie in de onderbouw (vmbo, havo, vwo), vmbo bovenbouw (theoretisch en beroepsgericht) en/of het mbo (roc’s en aoc's).

De student formuleert, in aansluiting op en als specifieke uitwerking bij subdomein C5 van de generieke kennisbasis, een visie op de eigen invulling van de vakdidactische rol binnen het docentschap economie in het tweedegraads werkveld waarbij onder andere aandacht is voor coachend begeleiden.

De student bezit, in aansluiting op en als specifieke uitwerking bij de subdomeinen A3, A5 en A7 van de generieke kennisbasis, kennis van vakdidactische theorieën, principes, werkwijzen en praktische handelingsalternatieven om leerlingen te ondersteunen bij:

o het laten construeren van economische concepten en het bijstellen van misconcepten

o het opzetten van causale redeneringeno het innemen en verdedigen van standpunten rondom

maatschappelijke en economische thema’so het toepassen hiervan in een tweedegraads schoolcontext.

De student kan op vakspecifiek niveau aspecten uit GKB domein A, waaronder leertheorieën en implicaties voor het onderwijs (o.a. samenwerkend leren) en Instructiestrategieën (o.a. activerende didactiek) uitwerken, analyseren, verantwoorden, toepassen, toetsen en evalueren.

TENTAMINERING

LT ADSL Leertaak activerende didactiek en samenwerkend leren







Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Vakdidactiek 2: Activerende didactiek en samenwerkend leren

Tentamenvorm/ vormen Leertaak “AD/SL” (keuze uit 2 vormen: schriftelijk verslag of videoboodschap)



Getoetst worden specifieke aspecten uit de volgende domeinen uit de landelijke kennisbasis economie:

Domein 16: Vakdidactiek 16.1: Oriëntatie op economie in het tweedegraads werkveld 16.2: Vakspecifieke didactiek


Keuze en beschrijving van onderwerp, schoolcontext en doelgroep Beschrijving van bijpassende wettelijke einddoelen Beschrijving van specifieke vakinhoudelijke en metacognitieve leerdoelen Classificatie van vakinhoudelijke en metacognitieve leerdoelen via de

gereviseerde taxonomie(tabel) van Bloom Eigen ontwerp van een AD/SL-werkvorm, inclusief begeleiding, bespreking,

beoordeling en randvoorwaarden Verantwoording van didactische keuzes vanuit verstrekte en zelfgezochte

literatuur Uitvoering van de ontworpen AD/SL-werkvorm in het 2e graads

economiewerkveld Vastlegging middels (audio)observatie van de feitelijke samenwerking van

de leerlingen. Beschrijving van observatietranscriptie en analyse van samenwerkend leren

afgezet tegen de beoogde doelen Formulering van aanbevelingen voor verbetering van de AD/SL-werkvorm



EVL 13 – Vakdidactiek 3: Lesgeven met ICT

ILS-ECD-VD-13 Vakdidactiek 3: Lesgeven met ICT






verkoopspecialist


Vakdidactiek 3: Lesgeven metICT

De student is bekwaam in de navolgende eindkwalificaties/gedragsindicatoren uit de leerlijn ‘leren en lesgeven met ICT’:Instrumentele vaardigheden

De student weet welke ict-faciliteiten hij tot zijn beschikking heeft in een specifieke context en wat de consequenties daarvan zijn voor het ict-gebruik.

De student weet hoe binnen educatieve mediaomgevingen apparaten, content en toepassingen met elkaar verbonden zijn of kunnen worden (zoals smartphones, tablets en sociale media).

De student heeft zich nieuwe ict-toepassingen eigen gemaakt en actief nieuwe ontwikkelingen op ict-gebied gevolgd en ict-toepassingen uitgeprobeerd.

De student heeft nieuwe media gebruikt en op professioneel vlak via diverse applicaties en online sociale netwerken gecommuniceerd.

De student heeft creëert kwalitatief goede content met media (video, foto’s, afbeeldingen, podcast) en integreert verschillende mediabronnen en technologieën.

De student heeft ict gebruikt als component voor het oplossen van vraagstukken (computational thinking).

Informatievaardigheden De student kan online effectief informatie zoeken en vinden, de

betrouwbaarheid van deze informatie beoordelen, diverse online informatiebronnen benutten, informatie van diverse bronnen met elkaar vergelijken en de gevonden informatie synthetiseren.

Pedagogisch-didactisch gebruik van ict De student heeft in onderwijssituaties weloverwogen ict gebruikt en dit

zichtbaar gekoppeld aan pedagogische en didactische doelen, de inhoud en de eigen visie, waarbij hij recht heeft gedaan aan verschillen tussen leerlingen.

De student heeft lesgegeven met ict en geëxperimenteerd met ict in de las.

Ontwerpen van ict-rijke leerarrangementen De student heeft ict-rijke leerarrangementen ontworpen.

Evalueren van ict-rijke leerprocessen De student heeft gereflecteerd op het lesgeven met ict en leerprocessen en

–opbrengsten geëvalueerd met behulp van ict.

TENTAMINERING

LT ICT Leertaak ICT




Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Vakdidactiek 3: Lesgeven met ICT

Tentamenvorm/ vormen Leertaak “ICT” (keuze uit 2 vormen: schriftelijke rapportage OF digitale storytelling)


Beoordelingscriteria Getoetst worden specifieke aspecten uit de volgende domeinen uit de landelijke kennisbasis economie:

Domein 16: Vakdidactieko 16.2: Vakspecifieke didactiek, gericht op de inzet van

(economiespecifieke) ict-tools.o 16.3: Ontwerper en beoordelaar van samenhangende

leerarrangementen, in betekenisvolle contexten, op basis van ontwerpprincipes uit (vakdidactische) literatuur en met een bewuste keuze voor het al dan niet inzetten van ict.

Een specificatie van de beoordelingsdimensies en beoordelingscriteria is te vinden in de studiewijzer bij het onderdeel ‘tentaminering’ in de digitale leeromgeving.

Minimaal oordeel deeltentamen

≥5,5


EVL 14 – Vakdidactiek 4: Taal- en Rekendidactiek

ILS-ECD-VD-14 Vakdidactiek 4: Taal- en Rekendidactiek






verkoopspecialist


Vakdidactiek 4: Taal- en Rekendidactiek

De student definieert de begrippen cognitief academisch taalgebruik (CAT) en dagelijks algemeen taalgebruik (DAT) in eigen woorden en weet wat het doel van taalgericht vakonderwijs is.

De student weet welke rol contexten, interactie, taalsteun zijn en welke rol deze spelen bij de ontwikkeling van DAT naar CAT.

De student heeft systematisch leeractiviteiten ontworpen met aandacht voor contexten, interactie en taalsteun die als doel hebben om in een economieles in het 2e graads gebied de ontwikkeling van DAT naar CAT bij leerlingen te stimuleren, o.b.v. een model uit de literatuur.

De student heeft a.d.h.v. literatuur criteria opgesteld die van belang zijn bij het evalueren van een les volgens de inzichten van het taalgericht vakonderwijs, en op basis van een observatie geanalyseerd en geconcludeerd hoe CAT en DAT zichtbaar zijn geworden in een economieles in het 2e graads gebied.

De student kent de referentieniveaus rekenen en de doorlopende leerlijnen voor rekenen in het 2e graads werkveld.

De student heeft inzicht in de didactische principes die ten grondslag liggen aan het rekenonderwijs.

De student heeft oplossingsstrategieën geanalyseerd ten aanzien van economische vraagstukken, ten aanzien van rekenregels, schattend rekenen, procentrekenen, indexcijfers, promille, deel-geheel, het oplossen van vergelijkingen, het berekenen van snijpunten, (verhoudings)tabellen, grafieken en stappenplannen.

De student kent de stappen van het handelingsmodel (van informeel handelen via concreet en abstract voorstellen naar formeel handelen) en het drieslagmodel (context, bewerking, oplossing) en heeft concrete voorbeelden van leeractiviteiten voor deze stappen ontworpen.

De student heeft een individuele leerling oplossingsgericht geadviseerd op basis van rekendidactische inzichten uit literatuur en een observatie van de betreffende leerling in een economieles in het 2e graads gebied.

TENTAMINERING

LT DTenR Leertaak Dossier Taal- en Rekendidactiek




Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Vakdidactiek 4: Taal- en Rekendidactiek

Tentamenvorm/ vormen Leertaak “Dossier Taal- en Rekendidactiek” (keuze uit 2 vormen)



16.2: Vakspecifieke didactiek, gericht op kennis van vakdidactische theorieën, principes, werkwijzen en praktische handelingsalternatieven om leerlingen te ondersteunen bij:

o het (inductief) verwerven van kennis over economische begrippen en het toepassen van vaktaal;

o het laten construeren van economische concepten en het bijstellen van misconcepten

o het opzetten van (causale) redeneringeno het gebruiken van eenvoudige economische schematische of

modelmatige weergaveno het gebruiken van (audiovisuele) economische bronnen o het opzetten van een ‘economische bril’ om naar

maatschappelijke contexten te kijkeno het aanleren, automatiseren en toepassen van economische

rekenvaardigheden

Een specificatie van de beoordelingsdimensies en beoordelingscriteria is te vinden in de studiewijzer bij het onderdeel ‘tentaminering’ in de digitale leeromgeving.


≥5,5


EVL 15 – Vakdidactiek 5: Leermiddelenanalyse

ILS-ECD-VD-15 Vakdidactiek 5: Leermiddelenanalyse






verkoopspecialist


Vakdidactiek 5: Leermiddelenanalyse

De student is in staat om leermiddelen te analyseren en een leerling-analyse uit te voeren.

De student is zich bewust van de eisen die hij/zij zich als professionele docent economie stelt aan goede leermiddelen.

Op basis van een leermiddelenanalyse en een leerling-analyse is een student in staat om te achterhalen wat hij/zij beschouwt als zwak en sterk van leermiddelen zodat hij/zij weet waarop kan worden bijgestuurd om de leerlingen optimaal te bedienen.

De student onderbouwt keuzes rondom werkvormen, materialen, ict, media en differentiatiemogelijkheden voor leerlingen.

De student heeft systematisch (onderdelen van) het economiecurriculum geanalyseerd in een schoolcontext en heeft verbetersuggesties geformuleerd voor literatuur/methode en werkwijzen met gebruikmaking van onderzoeksinstrumenten (bijvoorbeeld het curriculaire spinnenweb, een vakbelevingsvragenlijst, toetsanalyse, wolfscore, hardopdenkprotocollen en/of de plus-min-methode, diataal en diarekenen).

TENTAMINERING

LT LM-ana Leertaak leermiddelenanalyse




Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Vakdidactiek 5: Leermiddelenanalyse

Tentamenvorm/ vormen Leertaak “Leermiddelenanalyse”



16.3: Ontwerper en beoordelaar van samenhangende leerarrangementen

De student analyseert systematisch (onderdelen van) het economiecurriculum in

een schoolcontext en formuleert verbetersuggesties voor literatuur/methode en werkwijzen met gebruikmaking van onderzoeksinstrumenten. Studenten krijgen de keuze tussen een infographic (visuele weergave van onderzoeksbevindingen en aanbevelingen) of het maken van een groepsplan (een schematisch overzicht waarin je de specifieke wensen en behoeften van subgroepen in kaart brengt en tot aanbevelingen komt). Een specificatie van de beoordelingsdimensies en beoordelingscriteria is te vinden in de studiewijzer bij het onderdeel ‘tentaminering’ in de digitale leeromgeving.



EVL 16 – Vakdidactiek 6: Toetsing

ILS-ECD-VD-16 Vakdidactiek 6: Toetsing






verkoopspecialist


Vakdidactiek 6: Toetsing

Toetsing is te beschouwen als sluitstuk in de constructive alignment-driehoek van leerdoelen stellen, leeractiviteiten ontwerpen / uitvoeren en evalueren. De student kan samenhangende toetsing bij (zelfverwoorde) betekenisvolle leerdoelen voor (bedrijfs)economische onderwerpen in de breedte van het 2e graads werkveld verantwoord analyseren, evalueren en aanpassen, gebruikmakend van GKB domein A8 Toetsen en evalueren en de in de vernieuwde landelijke kennisbasis3 onder ‘indicatoren bachelorniveau’ geformuleerde trefwoorden en procedures van de betreffende (sub)domeinen, waaronder:

De student bezit, in aansluiting op en als specifieke uitwerking bij de subdomeinen A2, C1 en C2 van de generieke kennisbasis, kennis van aard en structuur van profielen, kernvakken, keuzedelen, doelen, werkwijzen en toetsing in het tweedegraads vakgebied economie in de onderbouw (vmbo, havo, vwo), vmbo bovenbouw (theoretisch en beroepsgericht) en/of het mbo (roc’s en aoc's).

De student analyseert systematisch (onderdelen van) het economiecurriculum in een schoolcontext en formuleert verbetersuggesties voor de toetsing daarbinnen, met gebruikmaking van relevante instrumenten.

De student kent de voorwaarden waaraan een goede toets moet voldoen, met aandacht voor het beoordelen en analyseren van een toets, binnen de context van het toetsprogramma van een school.

De student kan onderzoeken hoe het ontwerp, de uitvoering en de beoordeling van een toets plaatsvindt en welke regelingen er rond toetsing bestaan binnen een schoolcontext.




TENTAMINERING

LT toets Leertaak toetsing




Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Vakdidactiek 6: Toetsing

Tentamenvorm/ vormen Leertaak “Toetsing” (keuze uit 2 vormen)



16.3: Ontwerper en beoordelaar van samenhangende leerarrangementenEen specificatie van de beoordelingsdimensies en beoordelingscriteria is te vinden in de studiewijzer bij het onderdeel ‘tentaminering’ in de digitale leeromgeving en bestaat, onder meer uit:

Een beschrijving van een eigen onderzoek naar het toetsprogramma van een school

Een analyse en een verbetering van een bestaande of zelfontworpen toets, de PDCA toetscyclus volgend, met aandacht voor onder meer:

o constructive alignment o validiteit o betrouwbaarheid

Een consistente en systematische verantwoording vanuit de literatuur. Een reflectie of evaluatie op de activiteiten met suggesties ter verbetering

waarbij gebruikgemaakt is van de feedback van een schoolbegeleider en/of de ontwerper van de toets.


≥5,5


ILS-DT-m-LLB

Leren lesgeven en begeleiden

De context van deze module is de onderwijspraktijk van het middelbaar (beroeps)onderwijs, met als specifieke doelgroep de adolescent.

Ingangseisen Geen Onderwijsvorm Deeltijd

Naam EVL Studiepunten Aantal (deel)tentamensOverzicht van EVL’en waaruit de module is opgebouwd


EVL 1 – Krachtig leren 2

ILS-DT-LLB-1 Krachtig leren 2

Eindkwalificatie





De context van deze module is de onderwijspraktijk van het middelbaar (beroeps)onderwijs.


Leeruitkomst

Concept leren

De student heeft zicht over hoe een optimale leeromgeving voor leerlingen kan worden gecreëerd. Hiervoor bezit de student gevorderde, gespecialiseerde kennis over motivatietheorieën, metacognitie, concept leren. Hiernaast bezit de student kennis en begrip over traditioneel vernieuwingsonderwijs en actuele ontwikkelingen in het Nederlandse onderwijs. Deze thema’s zijn afkomstig uit de generieke kennisbasis domein A2, A3, A4, B2, C1 (NLQF niveau 6).

Leeruitkomst

Algemene didactiek en leren

De student heeft zicht over hoe een optimale leeromgeving voor leerlingen kan worden gecreëerd. Hiervoor bezit de student gevorderde, gespecialiseerde kennis over didactische principes, ontwerpmodellen, differentiatie, samenwerkend leren en toetsing. Eveneens bezit de student gevorderde, gespecialiseerde kennis over formatieve en summatieve toetsing met de bijbehorende regels voor feedback en feedforward. Deze thema’s zijn afkomstig uit de generieke kennisbasis domein A5 A7, A8 (NLQF niveau 6).

TENTAMINERING

KT Kr leren 2 Kennistoets krachtig leren 2




Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Concept leren

Tentamenvorm/ vormen Kennistoets

Tentamenmoment Aan het eind van het semester waarin het onderwijs is gegeven.


De student beheerst de kennis van bovengenoemde domeinen en subdomeinen op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Dit betekent dat de student opgedane kennis moet kunnen integreren en toepassen. Bij de kennistoets reproduceert de student de volgende onderwerpen én kan de student omschrijven hoe hij deze in de onderwijspraktijk zou toepassen.


LT Kr leren 2 Leertaak krachtig leren 2


n.v.t.


Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Algemene didactiek en leren

Tentamenvorm/ vormen Leertaak (hogere orde)

Tentamenmoment Flexibel


In deze leertaak laat de student zien een lessenserie te kunnen maken aan de hand van een ontwerpmodel waarin aandacht is voor differentiatie, samenwerkend leren en toetsing.De student kan leerarrangementen met ict ontwerpen waarbij recht wordt gedaan aan verschillen tussen leerlingen en maakt zijn keuzes inzichtelijk.



EVL 2 – pedagogische tact 2

ILS-DT-LLB-2 Pedagogische tact 2

Eindkwalificatie





De context van deze module is de onderwijspraktijk van het middelbaar (beroeps)onderwijs.


Leeruitkomst

Leerlingbegeleiding

De student bezit gevorderde, gespecialiseerde kennis en kritisch inzicht in de belangrijkste theorieën over leerlingbegeleiding en mentoraat in de school. Hiernaast bezit de student kennis over de wetgeving en zorgplicht m.b.t. passendonderwijs. Eveneens bezit de student gevorderde, gespecialiseerde kennis en kritisch inzicht in veelvoorkomende leer- en gedragsproblemen en kent de mogelijkheden van een groepsplan en het sociogram. Deze thema’s zijn afkomstig uit de generieke kennisbasis B5 (NLQF niveau 6).

LeeruitkomstKlassenmanagement

De student bezit gevorderde, gespecialiseerde kennis en kritisch inzicht over communicatiemodellen, gesprekstechnieken, specifieke groepsdynamische processen en groepsvorming. Tevens kent de student de mogelijkheden en risico’s van internet en sociale media. Deze thema’s zijn afkomstig uit de generieke kennisbasis domein A5, B3, B4 (NLQF niveau 6).

TENTAMINERING

KT Ped tact 2 Kennistoets pedagogische tact 2




Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Klassenmanagement

Tentamenvorm/ vormen Kennistoets met open vragen

Tentamenmoment 4x per studiejaar. Na periode 2-3-4


De student beheerst de kennis van bovengenoemde domeinen en subdomeinen op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Dit betekent dat de student opgedane kennis moet kunnen integreren en toepassen. Bij de kennistoets reproduceert de student de onderwerpen én kan de student omschrijven hoe hij deze in de onderwijspraktijk zou toepassen.


LT Ped tact 2 Leertaak pedagogische tact 2


n.v.t.


Weging 1

Omvat de leeruitkomst(en) Leerlingbegeleiding


Tentamenmoment Elke periode


De student toont aan dat hij: een groepsplan en ondersteuningsplan kan opstellen. gespecialiseerde kennis over leer- en gedragsproblemen kan inzetten in een

groepsplan en ondersteuningsplan ten behoeve van de onderwijspraktijk. de ondersteuningsbehoeften van de klas kan analyseren en passende

interventies kan bepalen waardoor er aan de ondersteuningsbehoefte tegemoet wordt gekomen.

het mentoraat kan inzetten om de ondersteuningsbehoeften van de leerlingen te begeleiden.



EVL 3 – Integraal handelen 2

ILS-DT-m-LLB-2 Naam EVL

Eindkwalificatie(s) / competentie(s)

1. Brede professionele basis2. Pedagogisch bekwaam 3. Vakdidactisch bekwaam4. Vakinhoudelijk bekwaam



WPL 2

De student kan antwoord geven op de vraag: ‘Wat voor een docent wil ik worden?’ door een periode actief te zijn geweest binnen het onderwijs (VO onderbouw of MBO) en daarbij een aantal lessen of onderwijsactiviteiten aan groepen leerlingen te hebben verzorgd (zie de stagekaart van Bureau Extern: https://specials.han.nl/sites/bureau-extern/studenten/jouw-stage-informatie/Tijdens de stage vindt er een transfer plaats van de opgedane kennis tijdens Krachtig leren 2 en Pedagogisch tact 2 naar de actuele stagepraktijk. De beroepsactiviteiten uit de studiewijzer vormen hiervoor de basis.

Tijdens werkplekleren werkt de student met een dossier. Op basis van het dossier uit wpl 1 (indien gevolgd) formuleert de student in een startgesprek met de werkplekbegeleider leerdoelen voor de stage. De opleiding (instituutsopleider, ipd’er of slb’er) is hierbij (al dan niet op afstand) betrokken. Het dossier wordt op basis van tussentijdse evaluaties steeds bijgesteld en vormt de input voor de tussen- en eindbeoordeling van wpl 2. Voor al het bovengenoemde gelden de onderwerpen en standaarden zoals beschreven in de generieke kennisbasis (NLQF niveau 6) en de bekwaamheidseisen.

ILS-taaltoetsDe student beheerst het taalniveau B2 volgens ‘Talige startcompetenties Hoger Onderwijs’, SLO, Enschede 2009. Het gaat hierbij om de onderdelen: Formuleren; werkwoordspelling; niet-werkwoordspelling; interpunctie; woordkeuze en woordenschat. De student beheerst het taalniveau 3f volgens Advies commissie Meijerink - Over de drempels met taal en rekenen (2008).

TENTAMINERING

Eindbeo WPL2 WPL 2


n.v.t.


Weging 1


De student kan antwoord geven op de vraag: ‘Wat voor een docent wil ik worden?’, gebaseerd op zijn ervaringen tijdens WPL 2, de ontwikkelde competenties behorende bij WPL 2 en alle andere onderdelen van het leren in de postpropedeutische fase van de opleiding.

Tentamenvorm/ vormen Tussen- en eindbeoordeling op de stageschool.

Tentamenmoment Op de helft en op het eind van de stage.

Beoordelingscriteria https://specials.han.nl/sites/bureau-extern/studenten/jouw-stage-informatie/


ILS taaltoets ILS-Taaltoets




Geen

Weging n.v.t.


ILS-taaltoets


Afname is digitaal, op een computer in een computerlokaalDe toets bestaat uit 145 meerkeuzevragen/invulvragen

Tentamenmoment Periode II en IV: ILS deeltijd


De student beheerst het taalniveau B2 volgens ‘Talige startcompetenties Hoger Onderwijs’, SLO, Enschede 2009. Het gaat hierbij om de onderdelen: Formuleren; werkwoordspelling; niet-werkwoordspelling; interpunctie; woordkeuze en woordenschat. De student beheerst het taalniveau 3f volgens Advies commissie Meijerink - Over de drempels met taal en rekenen (2008).


V

ILS-EcD-m-SL/1 Module De startbekwame leraar

Ingangseisen Propedeuse afgrond en het tentamen werkplekleren 2, onderdeel van de EVL – Integraal handelen 2, behaald.

Deelnameplicht onderwijs Ja

Taal indien anders dan Nederlands Nvt

Onderwijsvorm Deeltijd


Naam EVL Studiepunten Aantal (deel)tentamens

1 Integraal handelen niveau 3 beroepsbekwaam 15 3

2 De onderzoekende leraar 15 1

EVL 1– Integraal handelen niveau 3 beroepsbekwaam ILS-EcD-SL-1 EVL 1 - Integraal handelen niveau 3 beroepsbekwaam

Eindkwalificatie(s)

De eindkwalificaties zijn beschreven in de nieuwe bekwaamheidseisen voor leraren:1. Brede professionele basis2. Pedagogisch bekwaam 3. Vakdidactisch bekwaam4. Vakinhoudelijk bekwaam



De eenheid van leeruitkomsten draagt ertoe bij dat de leraar in opleiding kan functioneren binnen een school voor voortgezet onderwijs en/of middelbaar beroepsonderwijs. Op het instituut en de werkplek vindt er begeleiding op maat plaats passend bij het ontwikkelingsniveau van de student. De eenheid van leeruitkomsten sluit aan bij NLQF niveau 6 (bachelor).


Brede professionele basis

De student heeft open, onderzoekende en kritische houding en toont zich bereid om een professionele betrokkenheid te tonen. Hij streeft naar kwaliteit en onderzoekt daarvoor zijn eigen praktijk, is betrokken bij de ontwikkeling van lerenden, draagt bij aan schoolontwikkeling en onderwijsinnovatie. Hij werkt samen met collega’s in een professionele onderwijsgemeenschap en wil zich blijven ontwikkelen. Hij ontwerpt een krachtige authentieke leeromgeving waarbij hij zijn onderwijs in inhoud, vorm en activiteiten actueel houdt. Hij werkt zelfbewust en inspirerend vanuit een visie op onderwijs en draagt deze uit. Hij is zich voortdurend bewust van het feit dat zijn handelen - dat wat hij doet én niet doet - gevolgen heeft voor anderen en de wereld om hem heen en vice versa. Hij heeft een onderzoekende, resultaat- en ontwikkelingsgerichte houding. Hij heeft aantoonbare kennis over en inzicht in de laatste ontwikkelingen in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs en gebruikt deze in de ontwikkeling van zijn beroepsidentiteit. In zijn communicatie drukt hij zich zowel mondeling als schriftelijk helder, correct en zorgvuldig uit en hanteert hierbij vaktaal in zijn betoog.

Pedagogisch bekwaam De student creëert een veilig, ondersteunend en stimulerend leer- en leefklimaat voor zijn leerlingen/studenten, waarin hij verwachtingen duidelijk maakt en het zelfvertrouwen van de leerlingen/studenten stimuleert. Hij volgt de ontwikkeling van zijn leerlingen/studenten in hun leren en gedrag en stemt zijn handelen daarop af, passend bij het onderwijsconcept waarin gewerkt wordt. De student stuurt en begeleidt de groepsprocessen in zijn groep. Hij doet recht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling en basisbehoeften van zijn leerlingen/studenten en signaleert ontwikkelings-, gedragsproblemen en –stoornissen. Hij stemt zijn pedagogisch handelen af met anderen en schakelt hulp in om tot een pedagogische aanpak te komen. De student legt zijn pedagogische omgang met leerlingen/studenten uit en kan deze verantwoorden vanuit opgedane kennis en een ontwikkelde visie. Hij verwoordt zijn pedagogische rol als leraar en reflecteert kritisch op zichzelf in deze rol.

Vakdidactisch bekwaam De student brengt in leerplannen en leertrajecten een duidelijke relatie aan tussen de leerdoelen, het niveau en de kenmerken van zijn leerlingen/studenten, de vakinhoud en de inzet van de verschillende methodieken en middelen. Hij bereidt samenhangende onderwijsactiviteiten voor en voert deze uit. Hij realiseert adequaat klassenmanagement en begeleidt en motiveert leerlingen/studenten om de gestelde doelen te behalen. Hij stimuleert samenwerking, zelfwerkzaamheid en zelfstandigheid en kan leerlingen/studenten middels differentiatie en bewust gekozen activiteiten de leerstof laten verwerken.De student volgt bij de uitvoering van zijn onderwijs de ontwikkeling van zijn leerlingen/studenten; hij beoordeelt en analyseert of de leerdoelen behaald worden en hoe dat gebeurt. Op basis van zijn analyse stelt hij zo nodig zijn onderwijs bij. Hij vraagt advies van collega’s of andere deskundigen over zijn didactische aanpak. De student verbindt zijn vakdidactische aanpak en opgedane kennis over didactiek, werkvormen, digitale leermiddelen en instructiemodellen. Hij reflecteert kritisch op de voorbereiding, de uitvoering en het effect van zijn onderwijsactiviteiten, maakt hierbij gebruik van feedback van leerlingen/studenten en stelt zijn aanpak bij. Hij is zich bewust van de effecten van de didactische keuzes die hij heeft gemaakt.

Vakinhoudelijk bekwaam De student overziet de opbouw van het curriculum van zijn vak en kent de plaats van zijn vak in het curriculum en doorlopende leerlijnen. Hij draagt, in samenwerking met collega’s en de omgeving, bij aan de breedte, de samenhang en de actualiteit van het curriculum van zijn school. De student laat vanuit zijn vakinhoudelijke expertise zien dat hij de leerstof zo kan samenstellen, kiezen en/of bewerken dat deze is afgestemd op de verschillen tussen zijn leerlingen/studenten en dat deze een bijdrage levert aan de algemene vorming van zijn leerlingen/studenten.De student heeft zich theoretisch en praktisch verdiept in de leerstof voor dat deel van het curriculum waarin hij werkt. Hij laat zien dat hij voortbouwt op het voorgaande onderwijs en voorbereidt op vervolgonderwijs en kent de samenhang tussen de verschillende verwante vakken, leergebieden en lesprogramma’s.

Landelijke kennisbasis(toets)

De student toont met de landelijke kennistoets aan het landelijk vastgestelde basisniveau voor het betreffende vakgebied te beheersen op de domeinen zoals opgenomen in de landelijke toetsgids op www.10voordeleraar.nl. De LKT is een landelijke verplichting en het behalen van de LKT is voorwaarde om het Bachelor getuigschrift voor de opleiding tot leraar van de tweede graad te behalen.

TENTAMINERING

BEOWPL Praktijkbeoordeling ‘integraal handelen in de beroepspraktijk’ (wpl3)Wijze van aanmelden voor tentamen / aanmeldingstermijn

N.v.t.

Toegestane hulpmiddelen Geen Weging 45%



Tentamenvorm/ vormen Praktijkbeoordeling op de werkplek Tentamenmoment Flexibel, op aanvraag Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten en beoordelingsformulier Minimaal oordeel deeltentamen

5,5

IH3 Integrale eindtoets ‘dossier de startbekwame leraar’

Weging 45%


N.v.t.

Toegestane hulpmiddelen Geen



Tentamenvorm/vormen Dossier de startbekwame leraar

Tentamenmoment Flexibel, op aanvraag

Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten


LKT economie Landelijke Kennistoets (LKT)Weging 10%Wijze van aanmelden voor tentamen / aanmeldingstermijn



Landelijke kennisbasis(toets)

Tentamenvorm/ vormen Landelijke kennistoets

Tentamenmoment Tentamenmomenten zijn landelijk bepaald en vastgelegd in de toetskalender op www.10voordeleraar.nl (Klik hier).

Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomstenBeoordelingscriteria Het betreft hier een landelijke toets, zie voor meer informatie www.10voordeleraar.n l


6,0


EVL-2 – De onderzoekende leraar

ILS-EcD-SL-2 De onderzoekende leraar


De eindkwalificaties zijn beschreven in de nieuwe bekwaamheidseisen voor leraren:1. Brede professionele basis2. Vakinhoudelijk bekwaam3. Vakdidactisch bekwaam4. Pedagogisch bekwaam



De student toont de leeruitkomsten ‘onderzoekende leraar’ aan met behulp van een of meerdere beroepsproducten. De student is in staat om op zelfstandige wijze een complex vraagstuk uit de beroepspraktijk te beantwoorden en daarmee een bijdrage te leveren aan de beroepspraktijk.


Onderzoekende leraar

De student kan een of meerdere beroepsproducten ontwerpen die relevant zijn voor de beroepspraktijk en die tot stand zijn gekomen op basis van het systematisch onderzoeken van een vraagstuk uit de eigen praktijk. Hij oriënteert zich zowel vanuit de literatuur als de praktijk op het vraagstuk. Hij verzamelt en analyseert data uit de eigen onderwijspraktijk en hanteert in de beantwoording van het vraagstuk een consistente en navolgbare werkwijze. Hij beargumenteert zijn keuze(s) in het onderzoeksproces. Hij betrekt belanghebbenden bij het gehele onderzoeksproces.

TENTAMINERING

DS ond leraar Dossier beroepsproduct(en): de onderzoekende leraar




Weging 100%

Omvat de leeruitkomst(en) Onderzoekende leraar

Tentamenvorm/vormen Beroepsproduct(en) de onderzoekende leraar

Tentamenmoment Flexibel, op aanvraag

Beoordelingscriteria Zie beoordelingsformulier ‘de onderzoekende leraar’

Minimaal oordeel 5,5

http://www.10voordeleraar.n/

http://www.10voordeleraar.nl/

(deel)tentamen


Deel 3.2 BESCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS DAT WORDT UITGEVOERD IN ONDERWIJSEENHEDEN

Hoofdstuk 1: Curriculumoverzicht deeltijdse bacheloropleiding Conform artikel 4.1 lid 1 en artikel 6.1 lid 1 van de OER

In dit hoofdstuk is beschreven hoe de bacheloropleiding opleiding tot leraar van de tweede graad is opgebouwd in de deeltijdse inrichtingsvorm. Zoals je in deel 1 ‘studiegids’ hebt kunnen lezen, is het deeltijdse onderwijs van de HAN is opgebouwd uit modules bestaande uit eenheden van leeruitkomsten en modules bestaande uit onderwijseenheden. Een module is dus een vaststaande set van eenheden van leeruitkomsten of een vaststaande set van onderwijseenheden.

De opleiding bevindt zich in een overgangsfase. Het is van belang om te weten welke modules zijn opgebouwd uit onderwijseenheden en welke modules zijn opgebouwd uit eenheden van leeruitkomsten. In onderstaand overzicht hebben we alle modules die zijn opgebouwd uit onderwijseenheden gehighlight. Voor de goede orde: alle modules in onderstaand schema die niet zijn gehighlight zijn dus opgebouwd uit eenheden van leeruitkomsten. De beschrijving van de modules die zijn opgebouwd uit eenheden van leeruitkomsten staat in Deel 3.1. In de hoofdstukken 2 en 3 van dit deel worden vervolgens de onderwijseenheden in hun samenhang beschreven.

Schema: opbouw van de opleiding. Modules met onderwijseenheden zijn gehighlight.

Post

prop

edeu

tisch

e fa

se

Verp

licht

Module de startbekwame leraar (30 studiepunten)

Min

or Minor (30 studiepunten)

Verp

licht

Leren lesgeven en begeleiden (30 studiepunten)

Afronding van vak en vakdidactiek (30 studiepunten)

Vakdidactiek (30 studiepunten)

Verdieping vakinhoud (30 studiepunten)

Prop

edeu

se

Verp

licht

Inleiding op de Vakinhoud (30 studiepunten)

Oriëntatie op het beroep (30 studiepunten)

1.1 Samenstelling propedeutische fase Conform artikel 4.1 lid 1 van de OER

1.2 Samenstelling postpropedeutische faseConform artikel 6.1 lid 1 van de OER

De postpropedeutische fase van de deeltijdse inrichtingsvorm bevat de volgende modules en onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast en studiebelastinguren op het niveau afstudeerbekwaam:

Minor (eigen keuze)

Onderwijsperiode 1 t/m 4Overzicht van de eenheden waaruit de module is opgebouwd


Aantal SBU’s

1 Afhankelijk van de gekozen minor. 30Taal indien anders dan Nederlands

De postpropedeutische fase van de deeltijdse inrichtingsvorm bevat geen onderwijseenheden op het niveau beroepsbekwaam.

Hoofdstuk 2: Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase Conform artikel 4.1 lid 2 van de OER Niet van toepassing

Hoofdstuk 3: Gegevens onderwijseenheden en integrale toets postpropedeutische fase Conform artikel 6.1 lid 2 van de OER Niet van toepassing

Hoofdstuk 4: Verkorte programma’s Conform artikel 7.9 lid 5 van de OER Niet van toepassing

Hoofdstuk 5: Gegevens HAN-gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden Conform artikel 3.4 lid 8 van de OER Niet van toepassing.

DEEL 4 ONDERWIJSARSENAALAlleen van toepassing op modules die zijn opgebouwd uit eenheden van leeruitkomsten In het onderwijsarsenaal beschrijft de opleiding per module welk onderwijsaanbod ze biedt voor de modules van de opleiding die bestaan uit eenheden van leeruitkomsten (EVL’en). In afstemming met de opleiding bepaalt de student of hij wel of niet gebruik wil maken van dit onderwijsaanbod. Deze keuze wordt vervolgens opgenomen in de onderwijsovereenkomst.

ILS-EcD-m-IV/18 Inleiding vakinhoud

Onderwijsperiode 1 t/m 4Maximum aantal deelnemers

De ideale groepsgrootte is 25 studenten. Om organisatorische redenen kan hier in voorkomende gevallen van worden afgeweken.

Eigen financiële bijdrage Niet van toepassingAlternatief voor onderwijsarsenaal In nader overleg te bepalen tijdens intake en/of studieloopbaanbegeleiding




# Naam eenheid van leeruitkomsten Aantal studiepunten1 Inleiding micro-economie-1 2,52 Wiskunde 2,53 Commerciële Economie 2,54 Inleiding macro-economie-1 2,55 Bedrijfsadministratie-1 2,56 Bedrijfseconomie-1 2,5

7 Internationale economische betrekkingen-1: Globalisering 2,5

8 Bedrijfsadministratie-2 2,59 Bedrijfseconomie-2 2,510 Inleiding Recht-1 2,5

11 Internationale economische betrekkingen-2: Europese Integratie 2,5

12 Retail en Sales 2,5

KT Micro-1 Kennistoets Inleiding Micro-economie-1O

nder

wijs

aanb

od

Contactonderwijs

Twee college-uren van 45 minuten op maandag in periode 1. In het college wordt vooral aandacht besteed aan de uitleg, verwerking en toepassing van de leerstof. Hiertoe worden verschillende werkvormen ingezet.

Online leren

Op OnderwijsOnline zullen de inhoudelijke thema’s worden aangeboden waardoor de student zelfstandig en op eigen tempo de stof tot zich kan nemen

Werkplekleren Het werkplekleren is niet voorwaardelijk om dit deel van het onderwijsarsenaal te kunnen volgen.

Individuele begeleiding Niet van toepassing

Voertaal NederlandsLiteratuur, software en overig materiaal

Algemene economische basisprincipes, DJ de JongLesbrief Micro economie (via opleiding), LWEO

KT wisk Kennistoets Wiskunde

Ond

erw

ijsaa

nbod

Contactonderwijs


Online leren





Startrekenen Wiskit, basisvaardigheden wiskunde, Heebels, S e.a. Deviant, Amersfoort

KT CE Kennistoets Commerciële economie

Ond

erw

ijsaa

nbod

Contactonderwijs

Twee college-uren van 45 minuten op donderdag in periode 1. In het college wordt vooral aandacht besteed aan de uitleg, verwerking en toepassing van de leerstof. Hiertoe worden verschillende werkvormen ingezet.

Online leren





Inleiding tot de marketing, B. Verhage

KT Macro-1 Kennistoets Inleiding Macro-economie-1O

nder

wijs

aanb

od

Contactonderwijs


Online leren Op OnderwijsOnline zullen de inhoudelijke thema’s worden aangeboden waardoor de student zelfstandig en op eigen tempo de stof tot zich kan nemen




Algemene economische basisprincipes, DJ de Jong


Ond

erw

ijsaa

nbod

Contactonderwijs


Online leren




Voertaal Nederlands

Literatuur, software en overig materiaal

Boekhouden voor het HBO, deel 1, Heeswijk, G., D. Bouman, S. StienstraBoekhouden voor het HBO, deel 1, opgaven Heeswijk, G., D. Bouman, S. Stienstra


Ond

erw

ijsaa

nbod

Contactonderwijs


Online leren




Voertaal Nederlands


Praktische Bedrijfseconomie Theorieboek, Krom, H, Convoy.Praktische Bedrijfseconomie Opgavenboek, Krom, H, Convoy.

KT Glob Kennistoets IEB-1: GlobaliseringO

nder

wijs

aanb

od

Contactonderwijs


Online leren




Voertaal Nederlands


Elementaire Deeltjes 8 / Globalisering Auteur: Manfred B. Steger Serie: Elementaire Deeltjes Taal: Nederlands

In de digitale leeromgeving “OnderwijsOnline”, staan daarnaast aanvullende materialen waarnaar in de studiewijzer wordt verwezen in de vorm van artikelen en andere bronnen.


Ond

erw

ijsaa

nbod

Contactonderwijs


Online leren




Voertaal Nederlands


Boekhouden voor het HBO, deel 1, Heeswijk, G., D. Bouman, S. StienstraBoekhouden voor het HBO, deel 1, opgaven Heeswijk, G., D. Bouman, S. Stienstra

KT BE-2 Kennistoets Bedrijfseconomie-2O

nder

wijs

aanb

od

Contactonderwijs





Voertaal Nederlands


Praktische Bedrijfseconomie Theorieboek, Krom, H, Convoy.Praktische Bedrijfseconomie Opgavenboek, Krom, H, Convoy.

KT Recht-1 Kennistoets Recht-1

Ond

erw

ijsaa

nbod

Contactonderwijs





Voertaal Nederlands


Basisboek Recht, OAP van der Roest red.Wetteksten hoger onderwijs 2019-2020 (wettenbundel)

KT Euro. Int. Kennistoets IEB-2: Europese Integratie

Ond

erw

ijsaa

nbod

Contactonderwijs






Elementaire Deeltjes 7 / Europese Unie Auteur: John Pinder Serie: Elementaire Deeltjes Taal: Nederlands. In de digitale leeromgeving “OnderwijsOnline”, staan daarnaast aanvullende materialen waarnaar in de studiewijzer wordt verwezen in de vorm van artikelen

en andere bronnen.

MT R&S Mondelinge toets Retail en Sales

Ond

erw

ijsaa

nbod

Contactonderwijs





Voertaal Nederlands


Inleiding tot de marketing, B. VerhageIn de digitale leeromgeving “OnderwijsOnline”, staan per week de materialen waarnaar in de studiewijzer wordt verwezen in de vorm van artikelen en andere bronnen.

ONDERWIJSARSENAAL onderwijskunde propedeusefase

Code EVL EVL 1 –Krachtig leren 1

LT Kr leren 1VT Kr leren 1

Kennistoets of Take home test Krachtig leren 1Leertaak ‘Een voorbeeldig uitgewerkte les’

Ond

erw

ijs a

anbo

d

Contactonderwijs

Krachtig leren 1 omvat bijeenkomsten waarin aandacht is voor praktijkoefeningen, werken aan de beroepshouding en intervisie. Daarnaast zal er kort aandacht zijn voor ondersteuning van het leerproces op de inhoudelijke thema’s en de relatie tussen de stof en de onderwijspraktijk worden gelegd.

Online leren Op OnderwijsOnline zullen de inhoudelijke thema’s worden aangeboden waardoor de student zelfstandig en op eigen tempo de stof tot zich kan nemen.

Werkplekleren

Tijdens Krachtig leren 1 is de student (afhankelijk van eerder verworven competenties) actief binnen het onderwijs om antwoord te kunnen geven op de vraag ‘Kan en wil ik docent worden?’ Er vindt een transfer plaats van de opgedane kennis naar relevante praktijksituaties.

Individuele begeleiding n.v.t.


Geerts, W., & Kralingen, R. van. (2016). Handboek voor leraren (2e druk). Bussum: Coutinho.

Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2016). Effectief leren (4de druk). Groningen: Noordhoff.

Reader 7261; Onderwijskunde; Leren, leertheorieën en orde houden

Code EVL EVL 2 – Pedagogisch tact 1

Code (deel)tentamen

Kennistoets of Digital Story telling Pedagogisch tact 1Leertaak ‘Seksuele diversiteit’

Ond

erw

ijs a

anbo

d

Contactonderwijs

Pedagogische tact 1 omvat bijeenkomsten waarin aandacht is voor praktijkoefeningen, werken aan de beroepshouding en intervisie. Daarnaast zal er kort aandacht zijn voor ondersteuning van het leerproces op de inhoudelijke thema’s en de relatie tussen de stof en de onderwijspraktijk worden gelegd.


Werkplekleren

Tijdens pedagogische tact 1 is de student (afhankelijk van eerder verworven competenties) actief binnen het onderwijs om antwoord te kunnen geven op de vraag ‘Kan en wil ik docent worden?’ Er vindt een transfer plaats van de opgedane kennis naar relevante praktijksituaties.

Individuele begeleiding

n.v.t.


Wal, J. van der, Wilde, J. de, & Mooij, I. (2017). Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding (5e druk). Bussum: Coutinho.

Paternotte, A. (2013). Kronkelweggetjes in het puberbrein. Balans magazine 26(1), 24-27.

Verhagen, A. & Visser, A. (2013). Gewoon homo in het voortgezet onderwijs. Utrecht: APS.

Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2016). Effectief leren (4de druk). Groningen: Noordhoff.

Ros, A., Castelijns, J., Loon, A. van. &Verbeeck, K. (2014). Gemotiveerd leren en lesgeven. De kracht van intrinsieke motivatie. Bussum: Coutinho

Code EVL EVL 3 – Integraal handelen 1

Code (deel)tentamen WPL1, Digitaal portfolio, Drama

Ond

erw

ijs a

anbo

d

Contactonderwijs

Integraal handelen omvat, naast het werkplekleren (WPL1) contact bijeenkomsten waarin de voorbereiding op het werkplekleren en de afronding van het werkplekleren (middels een digitaal portfolio) worden verduidelijkt. Tijdens de bijeenkomsten ‘ondersteuningscollege ’s’ wordt de student begeleid bij het maken van het digitaal portfolio, maar is er ook ruimte voor intervisie en video interactie begeleiding gerelateerd aan de stagepraktijk. Drama omvat 4 verplichte bijeenkomsten waarin geoefend wordt te handelen binnen verschillende onderwijssituaties.

Online leren -

Werkplekleren

Werkplekleren 1 omvat activiteiten in de onderwijspraktijk die een bijdrage leveren aan het antwoord kunnen geven op de vraag ‘Kan en wil ik docent worden?’ Zie: http://specials.han.nl/sites/bureau-extern/stages/ils-han-deeltijd/werkplekleren-1/


Tijdens het werkplekleren heeft de student recht op individuele begeleiding vanuit de school waar hij/zij actief is. Tijdens de bijeenkomsten ‘professionele docent’ wordt de studenten ook vanuit de opleiding begeleid middels intervisie en video interactie begeleiding.


http://specials.han.nl/sites/bureau-extern/stages/ils-han-deeltijd/werkplekleren-1/








# Naam eenheid van leeruitkomsten Aantal studiepunten13 Verdieping Micro-economie-2 2,514 Verdieping Recht-2 2,515 Management Accounting 2,516 Overheid 2,517 Financial Accounting 2,518 Verdieping Macro-Economie-2 2,519 Economische bril 2,520 Logistiek 2,521 Marktonderzoek en statistiek 2,522 Human Resource Management 2,523 Jaarverslaggeving 2,524 Corporate Finance 2,5

KT Micro-2 Kennistoets Verdieping Micro-economie-2O

nder

wijs

aanb

od

Contactonderwijs






Toegepaste micro economie, Dietz F, Coutinho

KT Recht-2 Kennistoets Verdieping Recht-2

Ond

erw

ijsaa

nbod

Contactonderwijs






Basisboek Recht, Van der Roest, O. Wetteksten hoger onderwijs 2018-2019 of 2019-2020

KT ManAcc Kennistoets Management AccountingO

nder

wijs

aanb

od

Contactonderwijs

Twee college-uren van 45 minuten op donderdagavond in periode 1. In het college wordt vooral aandacht besteed aan de uitleg, verwerking en toepassing van de leerstof. Hiertoe worden verschillende werkvormen ingezet.




Voertaal Nederlands


Bedrijfseconomische analyse, Prof. dr. A.M.M. Blommaert, Prof. dr. J.M.J. Blommaert

Bedrijfseconomische analyse opgaven, Prof. dr. A.M.M. Blommaert, Prof. dr. J.M.J. Blommaert

Boekhouden voor het HBO, deel 2. Heeswijk, G., D. Bouman, S. Stienstra

Boekhouden voor het HBO, deel 2, opgaven. Heeswijk, G., D. Bouman, S. Stienstra

LT Overheid Leertaak Overheid

Ond

erw

ijsaa

nbod

Contactonderwijs

Twee college-uren van 45 minuten op maandag in periode 2. In het college wordt vooral aandacht besteed aan de uitleg, verwerking en toepassing van de leerstof. Hiertoe worden verschillende werkvormen ingezet. Studenten worden daarnaast begeleid in het doen van onderzoek naar de transfer van de economische doelen en inhouden naar de analyse van een (lokaal) vraagstuk.



Individuele begeleiding Zie “contactonderwijs”


De Kam, C. Overheidsfinanciën. Groningen: Noordhoff.

KT FinAcc Kennistoets Financial AccountingO

nder

wijs

aanb

od

Contactonderwijs






Financiële rekenkunde voor het HEO. Gruijters, J.C.M. Noordhoff Uitgevers

KT Macro-2 Kennistoets Verdieping Macro-2

Ond

erw

ijsaa

nbod

Contactonderwijs






Macro-economie en bedrijfsomgeving, Marijs en Hulleman

LT Ec bril Leertaak Economische bril

Ond

erw

ijsaa

nbod

Contactonderwijs

Twee college-uren van 45 minuten op maandag in periode 3. In het college wordt vooral aandacht besteed aan de uitleg, verwerking en toepassing van de leerstof. Hiertoe worden verschillende werkvormen ingezet, waaronder economische experimenten.





In de digitale leeromgeving “OnderwijsOnline”, staan per week de materialen waarnaar in de studiewijzer wordt verwezen in de vorm van artikelen en andere bronnen.

KT Logistiek Kennistoets LogistiekO

nder

wijs

aanb

od

Contactonderwijs






Basisboek logistiek, Goor, A. van, et al. Noordhoff Uitgevers

KT MOSTA Kennistoets Marktonderzoek en statistiek

Ond

erw

ijsaa

nbod

Contactonderwijs





Voertaal Nederlands, sommige literatuur is mogelijk in het Engels.Literatuur, software en overig materiaal

Reader via OnderwijsOnline

LT HRM Human Resource Management

Ond

erw

ijsaa

nbod

Contactonderwijs

Twee college-uren van 45 minuten op donderdag in periode 4. In het college wordt vooral aandacht besteed aan de uitleg, verwerking en toepassing van de leerstof. Hiertoe worden verschillende werkvormen ingezet. Studenten leren o.a. om literatuuronderzoek te doen en maken gebruik van diverse HRM-methodes om zich te specialiseren in de arbeidsmarkt. Ze bestuderen trends en ontwikkelingen in specifieke arbeidsmarkten.


Werkplekleren Het werkplekleren is niet voorwaardelijk om dit deel van het onderwijsarsenaal te kunnen volgen. Het is wel van belang om te netwerken.



Reader via OnderwijsOnline.

KT Jaarverslag JaarverslaggevingO

nder

wijs

aanb

od

Contactonderwijs





Voertaal Nederlands






KT CORPFIN Kennistoets Corporate Finance

Ond

erw

ijsaa

nbod

Contactonderwijs





Voertaal Nederlands













# Naam eenheid van leeruitkomsten Aantal studiepunten


7,5

6 Monetaire Economie 57 Ondernemerschap 58 Financiële Educatie 7,59 Organisatiekunde 2,5

10 Vrije ruimte 2,5

LT OntwerpBO Leertaak “Vakdidactisch ontwerp Beroepsonderwijs”

Ond

erw

ijsaa

nbod

Contactonderwijs

Twee college-uren van 45 minuten op maandag in periode 1 en twee college-uren van 45 minuten op maandag in periode 2. In het college wordt vooral aandacht besteed aan de uitleg, verwerking en toepassing van de leerstof. Hiertoe worden verschillende werkvormen ingezet. Vanwege de aard van de bijeenkomsten geldt, zoals eerder uiteengezet, een aanwezigheidsverplichting. In navolging van de ontwerpmodellen die in dit vak centraal staan (4C/ID en Hybride Leeromgeving) wordt er in dit vak onderwijs ontworpen in een team. Een team van studenten in dit geval, met een groepsgrootte van 3 tot 4 studenten. Er wordt geleerd volgens de principes van het samenwerkend leren, waarbij sprake is van een hoge mate van wederzijdse afhankelijkheid. Het is dan ook van groot belang dat alle teamleden elke bijeenkomst aanwezig zijn. Er geldt dan ook een aanwezigheidsplicht. De aanwezigheid bij alle bijeenkomsten is een ontvankelijkheidseis voor de leertaak, calamiteiten daargelaten. Bij onoverkomelijke knelpunten van incidentele aard overleg je zowel met de docent als met je team. Als er sprake is van teveel afwezigheid door calamiteiten kan de docent besluiten dat je te weinig verantwoordelijkheid hebt kunnen nemen voor het groepsproces en –resultaat en kun je het vak dit jaar niet met een voldoende afsluiten. Het eerste deel van het vak, in periode 1, is gericht op de theorie van de twee modellen en op het zelf gekozen werkproces. Uitkomst van dit eerste deel van het vak is een verslag naar de studie van de twee modellen en het werkproces. Deel 2, in periode 2, is gericht op het uitwerken van het leerarrangement. Deze uitwerking wordt gepresenteerd aan de rest van de klas. Je krijgt feedback op de presentatie en je geeft zelf als team ook feedback aan een ander team. Naast de vakdidactische insteek ontwikkel je in dit vak nadrukkelijk ook onderzoeksvaardigheden. Het vak is daarmee onderdeel van de leerlijn onderzoek in de opleiding. Zo komt het uitvoeren van literatuuronderzoek aan bod. Ook is er aandacht voor rapporteren van onderzoeksresultaten.

Online leren De digitale leeromgeving “OnderwijsOnline” ondersteunt het leren maar vervangt de contacttijd niet.

Werkplekleren De leeractiviteiten en de afrondende leertaak worden waar van toepassing gekoppeld aan activiteiten op een werkplek voor beroepsonderwijs.

Individuele begeleiding Nee.


In de digitale leeromgeving “OnderwijsOnline”, staan per week de materialen waarnaar in de studiewijzer wordt verwezen, waaronder in elk geval doch niet uitsluitend:

Bruijn, E. de, & Nieuwenhuis, A. (2014). Over grenzen: Pedagogisch-didactische aspecten van het opleidingen voor beroepsuitoefening. Pedagogische Studiën, (91), 3-7.

Claessens, B., (2015). Project met een grote impact. Profiel, (2), 20, 21,23.

Claessens, B., (2015). De crux: begin op tijd. Operatie herziene kd’s bij Handel & Mode. Profiel (4), 16-17.

Glaudé, M., Berg, J. van de, Verbeek, F., & Bruijn, E. de. (2011). Pedagogisch-didactisch handelen van docenten in het middelbaar beroepsonderwijs: Literatuurstudie. ’s-Hertogenbosch: ECBO.

Hybride Alliantie. (2016). Hybride magazine : Leren in een hybride leeromgeving.

Hoogveld, B., Janssen-Noordman, A., & Merrienboer J. van (Eindred.). (2011). Innovatief onderwijs in de praktijk: Toepassingen van het 4C-ID-model. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

Korenhof, M. (2016). Met 4C-ID-model logistiek medewerker opleiden in het MBO. Onderwijsinnovatie. Heerlen: Open Universiteit.

Leraar 24. Dossier: Middelbaar beroepsonderwijs. Zitter, I., & Hoeve, A. (2012). Hybride leeromgevingen: Het

verweven van leer-en werkprocessen. 's Hertogenbosch: ECBO.

Zitter, I., & Hoeve, A. (2016). Van losse ingrediënten naar smakelijk gerecht: Een ontwerpgericht onderzoek naar een hybride leeromgeving in het horecaonderwijs. 's-Hertogenbosch: ECBO.

KT MONEC Kennistoets Monetaire economie

Ond

erw

ijsaa

nbod

Contactonderwijs

Twee college-uren van 45 minuten op maandag in periode 1 en twee college-uren van 45 minuten op in periode 2. In het college wordt vooral aandacht besteed aan de uitleg, verwerking en toepassing van de leerstof. Hiertoe worden verschillende werkvormen ingezet.





Handouts Boonstra, W. (2018). Geld. Wat is het, wat doet het, waar

komt het vandaan? Amsterdam: VU University Press.

LT OndSchap Leertaak: Ondernemerschap

Ond

erw

ijsaa

nbod

Contactonderwijs

Leertaak variant 1:Verplichte colleges op vrijdag in periode 1 en 2. Dit zijn 8 colleges van 3 lesuren. Leertaak variant 2:Twee college-uren van 45 minuten op donderdag in periode 2. Bij dit onderdeel van het onderwijsarsenaal is het verplicht dat aan alle colleges wordt deelgenomen. De vorm waarin wordt gewerkt bestaat uit interactieve colleges waarin je samen met medestudenten, docenten en gastsprekers via begeleide dialoog en andersoortige leeractiviteiten samenwerkt.

Online leren De digitale leeromgeving OnderwijsOnline ondersteunt het leren maar vervangt het contactonderwijs niet.



Voertaal Het onderwijs wordt aangeboden in het Nederlands, maar gebruikte literatuur en overige bronnen kan Engelstalige (gesproken) teksten bevatten.

Literatuur, Materialen worden gepubliceerd via OnderwijsOnline.

software en overig materiaal

LT FinEdu Leertaak Financiële Educatie

Ond

erw

ijsaa

nbod

Contactonderwijs

Twee college-uren van 45 minuten op maandag in periode 1. De studenten verkennen gezamenlijk de inhoud, spreken met professionals en verdiepen zich in de didactiek van financiële educatie. Aanwezigheid is verplicht voor de verdiepende colleges en netwerken valorisatiebijeenkomsten. Verder zijn er groepsbijeenkomsten met aandacht voor instructie, collegiale feedback van de docent en medestudenten, individuele feedback en kennisdeling. Gedurende de colleges komen de studenten met het spinnenweb van Van den Akker (2002) als kapstok tot realisatie van het eindproduct. Studenten gaan aan de slag met “find, filter and apply”. Er is gedurende de colleges aandacht voor vakinhoudelijke, vakdidactische en psychologische verdieping. Ook wordt de aanpak en analyse van het vooronderzoek besproken. De student leert systematisch volgens een passend didactisch model een betekenisvol product te ontwikkelen dat aansluit bij de behoefte van de doelgroep waarnaar vooronderzoek is gedaan. De verdieping die wordt aangeboden draagt bij aan de onderbouwing van de visie op financiële educatie. De verdieping draagt ook bij aan de ontwikkeling van een passend eindproduct voor financiële educatie.

Online leren De digitale leeromgeving OnderwijsOnline ondersteunt het leren maar vervangt de contacttijd niet.





Literatuur rondom vakinhoud over financial literacy en armoedebestrijding, didactische modellen passend bij financiële educatie, coachingsmodellen passend bij financiële begeleiding zijn te vinden op onderwijsonline in de vorm van een reader financial literacy. Ook vindt men hier actuele onderzoeken en artikelen over financiële educatie en armoedebestrijding op onderwijsonline.

LT OrgChal Leertaak: Organisatieadvies-challenge

Ond

erw

ijsaa

nbod Contactonderwijs

Twee college-uren van 45 minuten op donderdag in periode 2. In dit deel van het onderwijsarsenaal wordt gewerkt met een combinatie van hoor- werkcolleges en teamteaching met studenten. Terugkerende onderdelen tijdens de lessen zijn o.a.:

het beantwoorden van vragen naar aanleiding van de bestudering van de in een vorige bijeenkomst aangeboden stof of van gemaakte huiswerkopgaven;

theoretische verdieping van de onderwerpen in de vorm van werkcolleges;

het maken van oefenopgaven om de aangeboden theorie te verankeren.






Thuis, P. Introductie in Management. Groningen: Noordhoff Uitgevers.

Voorts wordt gebruik gemaakt van actuele artikelen op de digitale leeromgeving “onderwijsonline”

LT VR Leertaak Vrije Ruimte

O n d e r Contactonderwijs Niet van toepassing

Online leren Niet van toepassing

Werkplekleren Het werkplekleren kan deel uitmaken van dit deel van het onderwijsarsenaal.


De student dient bij zijn slb’er vooraf een formele aanvraag voor invulling van de vrije ruimte in volgens het format in de bijlage. Deze aanvraag wordt door de slb’er in het teamoverleg van aan de 2e graads lerarenopleiding economie besproken. Dit opleidingsteam beslist of de activiteiten binnen het voorstel voldoende specifiek, aanvaardbaar, haalbaar en van voldoende niveau zijn. Een toegewezen collega van het opleidingsteam draagt zorg voor de begeleiding van de uit te voeren taken; hij/zij is aanspreekpunt en adviseur naar de student toe. De student is zelf verantwoordelijk voor de uit te voeren taken en de planning ervan. De toegewezen collega verwerkt de beoordeling middels Bijlage 2 en in Alluris.


Nader te bepalen in overleg met de docent

BIJLAGE-1 Aanvraagformulier vrije ruimte bij de 2 e graads lerarenopleiding economie

Naam:__________________________________________________________________________

Datum:_________________________________________________________________________

SLB’er:__________________________________________________________________________

Activiteit:

Motivatie:

Competenties / bekwaamheden:

Doelen:

SBU en studiepunten:

Niveau: Postpropedeuse-fase

Het te verwachten eindproduct:

Inhoudelijke begeleiders:

(in- of extern)

Tijdpad: Start:

Einddatum:

Overige:

Paraaf SLB’er:

Paraaf collega:

Bijlage-2: Woordrapport activiteit vrije ruimte

Activiteit

SBU

Start

Afronding

Eindproduct en reflectie op doelen

Paraaf collega voor afronding activiteit vrije ruimte








# Naam eenheid van leeruitkomsten Aantal studiepunten11 Vakdidactiek 1: Lesgeven in Economie 512 Vakdidactiek 2: AD/SL 513 Vakdidactiek 3: Lesgeven met ICT 514 Vakdidactiek 4: Taal- en Rekendidactiek 515 Vakdidactiek 5: Leermiddelenanalyse 516 Vakdidactiek 6: Toetsing 5

LT Toolbox Leertaak ToolboxO

nder

wijs

aanb

od

Contactonderwijs

In dit deel van het onderwijsarsenaal staat de kennismaking met de vakdidactiek van de economie centraal. We verkennen het vak economie in het 2e graads werkveld, oefenen om, afgeleid van het vastgelegde eindniveau, lesdoelen specifiek en meetbaar te formuleren en onderwijsactviteiten daar op af te stemmen. We gaan op zoek naar praktische tools om economieonderwijs vorm te geven en leerlingen in staat te stellen economische concepten in contexten te duiden. Deze kennis wordt toegepast door het samenstellen van een vakdidactische toolbox die behulpzaam is om specifieke economische concepten en vaardigheden aan specifieke doelgroepen uit te leggen. Deze vakdidactische toolbox gaat vergezeld van een verantwoording vanuit ter zaken doende, actuele literatuur.

De vorm waarin we werken bestaat uit interactieve colleges waarin je samen met medestudenten en de docent via begeleide dialoog en andersoortige leeractiviteiten samenwerkt om jouw eigen vakdidactische kennis te construeren. Hierbinnen wordt expliciet geoefend met basale vakdidactische docentvaardigheden rondom bijvoorbeeld ‘een economisch verschijnsel uitleggen aan een ander’ of ‘het (digi)bord gebruiken om het stappenplan van een rekenvraag te illustreren’. Deze activiteiten worden zo mogelijk gekoppeld aan activiteiten op de werkplek.

De contacttijd wordt als volgt ingericht: een contacttijd van 2 lesuren per week op maandag in periode 1, waarin alle deelthema’s aan de orde komen. Vanwege de aard van de bijeenkomsten geldt een aanwezigheidsverplichting.


Werkplekleren De leeractiviteiten worden waar mogelijk gekoppeld aan activiteiten op de werkplek.


Voertaal Nederlands, sommige literatuur is in het Engels.


Ebbens, S., & Ettekoven, S. Effectief Leren. Groningen: Noordhoff Uitgeverij.

Grol , R. (2013). Hoe voorkom ik onverwachte toetsvragen? Factor-D, 4(12), 7-8.

In de digitale leeromgeving “OnderwijsOnline”, staan voorts artikelen waarnaar in de studiewijzer wordt verwezen.

LT ADSL Leertaak activerende didactiek en samenwerkend lerenO

nder

wijs

aanb

od

Contactonderwijs

Bij vakdidactiek-2 zal de focus komen te liggen op het stimuleren van het samenwerkend leren van leerlingen via activerende werkvormen, afgekort: AD/SL. We komen tot inzichten waarom en hoe je als docent leerlingen op een actieve wijze met elkaar en van elkaar kunt laten leren. We verdiepen ons erin hoe je de onderliggende en zo essentiële metacognitieve processen kunt ondersteunen, in kaart kunt brengen en kunt evalueren/bijstellen vanuit een confrontatie van je eigen systematische observatie in de praktijk en de relevante literatuur. De onderliggende kennis, vaardigheden en inzichten toon je aan middels een leertaak.De vorm waarin we werken bestaat uit interactieve colleges waarin je samen met medestudenten en de docent via begeleide dialoog en activerende werkvormen voor samenwerkend leren samenwerkt om jouw eigen vakdidactische kennis over samenwerkend leren en activerende didactiek te construeren. Dit resulteert in een beredeneerd eigen ontwerp van een AD/SL-werkvorm. Deze werkvorm wordt vervolgens door jouzelf uitgevoerd en via observatie bestudeerd in het economisch vakdomein binnen het 2e graads werkveld. Hiermee kom je tot onderbouwde conclusies over de ‘plussen’ en ‘minnen’ van je eigen ontwerp en tot aanbevelingen voor de verbetering ervan. De contacttijd wordt als volgt ingericht: een contacttijd 2 lesuren per week op maandag in periode 2, waarin alle deelthema’s aan de orde komen. Vanwege de aard van de bijeenkomsten geldt een aanwezigheidsverplichting.


Werkplekleren De zelf ontwikkelde werkvorm wordt door de student op school uitgevoerd en via (audio)observatie bestudeerd in het economisch vakdomein binnen het 2e graads werkveld.

Individuele begeleiding Nee



Ebbens, S, & Ettekoven, S. Samenwerkend Leren. Groningen: Noordhoff Uitgeverij.Grol, R. Economisch Leren Denken. Nijmegen: Stichting Omgeving en Educatie (digitale download). In de digitale leeromgeving “OnderwijsOnline”, staan voorts artikelen waarnaar in de studiewijzer wordt verwezen.

LT ICT Leertaak ICTO

nder

wijs

aanb

od

Contactonderwijs

Bij vakdidactiek-3 verdiepen we kennis van en inzichten over de vakdidactiek economie, door te kijken naar ict-didactiek in de economieles. Studenten laten zien dat zij vernieuwend ict-rijk lesmateriaal voor economie, gebaseerd op ervaringen en recente literatuur kunnen vormgeven en delen. De insteek van dit onderwijsarsenaal is vooral praktisch en praktijkgericht, maar wel vanuit een systematisch kader. Er wordt niet alleen kennisgemaakt met toepassingen en concepten rondom blended learning, online leren, flipping the classroom, het maken van kennisclips, het gebruik van Quizlet, LessonUp, learning analytics en andere nieuwe ict-toepassingen voor het economieonderwijs, maar ook met achterliggende modellen die een ‘bril’ kunnen vormen om bewuste keuzes voor het al dan niet inzetten van ICT in de economieles te kunnen maken. Naast het TPACK- en SAMR-model komt met nadruk ook het ADDIE-model voorbij, waarmee studenten worden ondersteund om systematisch een ontwerpcyclus voor ict-rijk onderwijs te ontwerpen, uit te voeren en te evalueren. De vorm waarin we werken bestaat uit interactieve colleges waarin je samen met medestudenten en de docent via begeleide dialoog en werkvormen samen werkt aan jouw eigen vakdidactische kennis en vaardigheden over ict-didactiek in je rol als docent economie. Dit resulteert in een leertaak waarmee je daarvan verslag legt. De contacttijd wordt als volgt ingericht: een contacttijd van 2 lesuren per week op maandag in periode 3, waarin alle deelthema’s aan de orde komen. Vanwege de aard van de bijeenkomsten geldt een aanwezigheidsverplichting.


Werkplekleren De student voert de leertaak uit in het economisch vakdomein binnen het 2e graads werkveld.




In de digitale leeromgeving “OnderwijsOnline”, staan per week de materialen waarnaar in de studiewijzer wordt verwezen, waaronder in elk geval doch niet uitsluitend verwijzingen naar de volgende actuele bronnen:o https://www.leraar24.nl/app/uploads/Nr._26_Maak_kennis_met_TPACK-

3.pdf o https://www.onderwijsvanmorgen.nl/samr-model-zo-integreert-u-

onderwijstechnologie/ o https://educationaltechnology.net/the-addie-model-instructional-design/ o https://www.vernieuwenderwijs.nl/ o https://www.doedactiek.nl/ o http://ict-idee.blogspot.nl/ o https://www.todaysteachingtools.com/ o http://www.reisgidsdigitaalleermateriaal.org/ o http://ixperium.nl/onderzoek-en-ontwikkeling/

professionaliseringstoolkit/o https://leerling2020.nl/kickstarters-digitale-tools-voor-docenten/

https://leerling2020.nl/kickstarters-digitale-tools-voor-docenten/

http://ixperium.nl/onderzoek-en-ontwikkeling/professionaliseringstoolkit/

http://ixperium.nl/onderzoek-en-ontwikkeling/professionaliseringstoolkit/

http://www.reisgidsdigitaalleermateriaal.org/

https://www.todaysteachingtools.com/

http://ict-idee.blogspot.nl/

https://www.doedactiek.nl/

https://www.vernieuwenderwijs.nl/

https://educationaltechnology.net/the-addie-model-instructional-design/

https://www.onderwijsvanmorgen.nl/samr-model-zo-integreert-u-onderwijstechnologie/

https://www.onderwijsvanmorgen.nl/samr-model-zo-integreert-u-onderwijstechnologie/

https://www.leraar24.nl/app/uploads/Nr._26_Maak_kennis_met_TPACK-3.pdf

https://www.leraar24.nl/app/uploads/Nr._26_Maak_kennis_met_TPACK-3.pdf

LT DTenR Leertaak Dossier Taal- en RekendidactiekO

nder

wijs

aanb

od

Contactonderwijs

Bij vakdidactiek-4 verdiepen we kennis van en inzichten over de vakdidactiek economie, door te kijken naar rekenen en taal. Leerlingen ervaren allerlei kansen en uitdagingen ten aanzien daarvan en als docent economie zal je daar weloverwogen mee om moeten leren gaan. We komen tot inzichten waarom en hoe je als docent leerlingen systematisch kunt begeleiden in het ontwikkelen van zowel rekenvaardigheden als die van dagelijks algemeen taalgebruik (DAT) naar cognitief abstract taalgebruik (CAT). De onderliggende kennis, vaardigheden en inzichten toon je aan middels een leertaak: het dossier Taal- en Rekendidactiek.De vorm waarin we werken bestaat uit interactieve colleges waarin je samen met medestudenten en de docent via begeleide dialoog en werkvormen samen werkt aan jouw eigen vakdidactische kennis over taal- en rekendidactiek in je rol als docent economie. Dit resulteert in een dossier waarin je daarvan verslag legt. De contacttijd wordt als volgt ingericht: een contacttijd 2 lesuren per week op maandag in periode 4, waarin alle deelthema’s aan de orde komen. Vanwege de aard van de bijeenkomsten geldt een aanwezigheidsverplichting.


Werkplekleren De student voert observaties uit ten aanzien van DAT, CAT en rekendidactiek in het economisch vakdomein binnen het 2e graads werkveld.




Publicatie Expertisecentrum Economie &Handel (2010): http://vakdidactiek-ae.nl/wp-content/uploads/2014/08/Taalgericht-ec-onderwijs-dec-2010.pdf

Publicatie SLO (2013): http://downloads.slo.nl/Repository/werken-aan-vaktaal-bij-de-mens-en-maatschappijvakkan.pdf

Publicatie Expertisecentrum Economie &Handel (2010): https://pure.uva.nl/ws/files/1428929/91877_336781.pdf

https://pure.uva.nl/ws/files/1428929/91877_336781.pdf

http://downloads.slo.nl/Repository/werken-aan-vaktaal-bij-de-mens-en-maatschappijvakkan.pdf

http://downloads.slo.nl/Repository/werken-aan-vaktaal-bij-de-mens-en-maatschappijvakkan.pdf

http://vakdidactiek-ae.nl/wp-content/uploads/2014/08/Taalgericht-ec-onderwijs-dec-2010.pdf

http://vakdidactiek-ae.nl/wp-content/uploads/2014/08/Taalgericht-ec-onderwijs-dec-2010.pdf

LT LM-ana Leertaak leermiddelenanalyseO

nder

wijs

aanb

od

Contactonderwijs

Gedurende dit deel van het onderwijsarsenaal leer je hoe je je eigen leermiddelenanalyse ontwikkelt, passend bij de schoolvisie, schoolcontext en de leerlingen in die schoolcontext. Je komt op basis van deze analyse (je laat een zelf ontwikkelde checklist los op een leermiddel) tot concrete aanbevelingen. Door zo'n checklist uiteindelijk los te laten op leermiddelen kom je tot een sterkte en zwakte analyse en wordt je je bewust van de thema's waar je gedurende je lessen extra aandacht aan wil besteden/ moet sturen bij je leerlingen. Studenten krijgen de keuze tussen een infographic (visuele weergave van onderzoeksbevindingen en aanbevelingen) of het maken van een groepsplan (een schematisch overzicht waarin je de specifieke wensen en behoeften van subgroepen in kaart brengt en tot aanbevelingen komt). In de vorm van een leertaak doe je daarvan verslag. De contacttijd wordt als volgt ingericht: een contacttijd van 2 lesuren per week op maandag in periode 4, waarin alle deelthema’s aan de orde komen. Vanwege de aard van de bijeenkomsten geldt een aanwezigheidsverplichting.


Werkplekleren

De leeractiviteiten en de afrondende leertaak worden gekoppeld aan activiteiten op de werkplek, waarbij wordt ingezoomd op leermiddelen zoals die ingezet en gebruikt worden binnen de context van een school.



Via de digitale leeromgeving “OnderwijsOnline”, wordt alle literatuur ontsloten waarnaar in de studiewijzer wordt verwezen.

LT toets Leertaak toetsingO

nder

wijs

aanb

od

Contactonderwijs

De contacttijd heeft het karakter van werkcolleges. Via het bespreken van aspecten uit de literatuur afgewisseld met het maken en bespreken van verwerkingsopdrachten neemt de student kennis van wat er zoal bij het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van een toets komt kijken. Hij/zij werkt daarbij soms individueel en soms in groepjes van verschillende samenstelling. De lessen zijn ondersteunend voor het werken aan de leertaak en volgen daarom inhoudelijk het ontwerp- uitvoerings- en evaluatieproces van een toets. In de lessen wordt er verder tijd ingeruimd voor ervaringen of didactische vragen van de student, werken aan de leertaak en begeleiding bij de leertaak.

De contacttijd wordt als volgt ingericht: een contacttijd van 2 lesuren per week op maandag in periode 3, waarin alle deelthema’s aan de orde komen. Vanwege de aard van de bijeenkomsten geldt een aanwezigheidsverplichting.


Werkplekleren De leeractiviteiten en de afrondende leertaak worden gekoppeld aan activiteiten op de werkplek, waarbij wordt ingezoomd op het toetsprogramma binnen de context van de school.


Voertaal Nederlands, sommige literatuur is mogelijk in het Engels.


Geerts, W, Kralingen, van R. Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho.Sanders (2017). Cito, toetsen op school, https://www.cito.nl/kennis-en-innovatie/kennisbank/tos-1-toetsen-op-schoolIn de digitale leeromgeving “OnderwijsOnline”, staan voorts per week de materialen waarnaar in de studiewijzer wordt verwezen.

https://www.cito.nl/kennis-en-innovatie/kennisbank/tos-1-toetsen-op-school

https://www.cito.nl/kennis-en-innovatie/kennisbank/tos-1-toetsen-op-school

ONDERWIJSARSENAAL onderwijskunde post-propedeuse

Code EVL EVL 1 – Krachtig leren 2

Code (deel)tentamen

Leertaak krachtig leren 2Kennistoets krachtig leren 2

Ond

erw

ijs a

anbo

d

Contactonderwijs

Krachtig leren 2 omvat bijeenkomsten waarin gewerkt wordt aan het verwerven van kennis. Naast kennisverwerving wordt de stof in relatie gebracht met de onderwijspraktijk. Hiertoe worden verschillende activerende werkvormen ingezet waarin aangesloten wordt en uitgegaan wordt van het leren van volwassenen.

Online leren De inhoud en structuur van Krachtig leren 2 staat uitgewerkt op Onderwijs Online.

Werkplekleren Het werkplekleren is niet voorwaardelijk om deze evl te kunnen volgen. Individuele begeleiding n.v.t.

Literatuur

Berben, B., & Teeseling, B., van. (2017). Differentieren is te leren (5e druk). Amersfoort: CPS

Verstraete, I., & Nijman, K. (2016). Handboek leren leren voor het voortgezet onderwijs. Huizen: Pica

Geerts, W., & Kralingen, R. van. (2016). Handboek voor leraren (2de druk). Bussum: Coutinho.

Code EVL EVL 2 – pedagogische tact 2

Code (deel)tentamen

Kennistoets pedagogische tact 2Leertaak pedagogische tact 2

Ond

erw

ijs a

anbo

d

Contactonderwijs

Pedagogische tact 2 omvat bijeenkomsten waarin gewerkt wordt aan het verwerven van kennis. Naast kennisverwerving wordt de stof in relatie gebracht met de onderwijspraktijk. Hiertoe worden verschillende activerende werkvormen ingezet waarin aangesloten wordt en uitgegaan wordt van het leren van volwassenen.

Online leren De inhoud en structuur van pedagogische tact 2 staat uitgewerkt op Onderwijs Online.

Werkplekleren Het werkplekleren is niet voorwaardelijk om deze evl te kunnen volgen. Individuele begeleiding

Naast de structurele studieloopbaanbegeleiding biedt Krachtig leren 2 geen extra begeleiding.

Literatuur

Horeweg, A. (2015). Gedragsproblemen in de klas in het voortgezet onderwijs. Houten: LannooCampus.

Geerts, W., & Kralingen, R. van. (2016). Handboek voor leraren (2de druk). Bussum: Coutinho.

Code EVL EVL 3 – Integraal handelen 2

Code (deel)tentamen WPL2

Ond

erw

ijs

aanb

od Contactonderwijs

Tijdens de bijeenkomsten ‘ondersteunings college’s’ wordt de student begeleid bij het maken van het digitaal portfolio, maar is er ook ruimte voor intervisie en videointeractiebegeleiding gerelateerd aan de stagepraktijk.

Online leren -

Werkplekleren

Werkplekleren 2 omvat activiteiten in de onderwijspraktijk die een bijdrage leveren aan de competentie ontwikkeling van de student. https://specials.han.nl/sites/bureau-extern/studenten/jouw-stage-informatie/


Tijdens het werkplekleren heeft de student recht op individuele begeleiding vanuit de school waar hij/zij actief is. Tijdens de bijeenkomsten ‘professionele docent’ wordt de studenten ook vanuit de opleiding begeleid middels intervisie en video interactie begeleiding.


https://specials.han.nl/sites/bureau-extern/studenten/jouw-stage-informatie/

ILS-EcD-m-SL/1 Module De startbekwame leraar

Onderwijsperiode Periode 1 t/m 4



1Integraal handelen in de beroepspraktijk niveau 3 beroepsbekwaam

- Wpl3 - Integrale toetsing - LKT15

2 De onderzoekende leraar 15Taal indien anders dan Nederlands Niet van toepassing

ONDERWIJSARSENAAL De onderzoekende leraar

ILS-EcD-SL-2 EVL-2 – De onderzoekende leraar

DS ond leraar Dossier beroepsproduct(en): de onderzoekende leraar

Ond

erw

ijsa

anb

o d Contactonderwijs Inspiratie- en instructiecolleges onderzoek.Participatie in onderzoekskringen.

Online leren Online inspiratiecolleges onderzoek.Online leermiddelen op OnderwijsOnline.

Werkplekleren Onderzoeksbijeenkomsten op academische opleidingsscholen.Participatie in leergemeenschappen op academische opleidingsscholen.De werkplek vormt de context voor de onderzoeksactiviteiten.

Individuele begeleiding Individuele onderzoeksbegeleiding

Voertaal Nederlands


Donk, C. van der & Lanen, B. van (2016). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho.Online leermiddelen op OnderwijsOnline

ILS-EcD-SL-1/1

EVL 1– Integraal handelen in de beroepspraktijk niveau 3 beroepsbekwaam

Ond

erw

ijs

aanb

od

Contactonderwijs Professionele docent:

Begeleiding voorbereiding portfolio Intervisie Studieloopbaanbegeleiding

Online leren

Online wordt ondersteuning geboden bij het samenstellen van het portfolio.

Werkplekleren

Zelfstandig functioneren als docent staat centraal: ontwikkelen en uitvoeren van onderwijs en het begeleiden van leerlingen.

Bij lintstage: Student voert meestal op school een (praktijk)onderzoek uit.

Vier varianten mogelijk:

betaalde lio-stage (aanstelling conform CAO) een zelfstandige eindstage met vergoeding een zelfstandige eindstage zonder vergoeding stage in een baan

Stage:

- lintstage: heel schooljaar (ong. 40 weken) 6 dagdelen per week. Dit komt overeen met 6 a 7 lessen van 50’per week.Dagen van de week in overleg.

- Blokstage: half schooljaar (ong. 20 weken) 4 dagen per week. Dit komt overeen met 12 a 13 lessen van 50’ per week

Baan: minimaal 415 klokuren. Dit komt overeen met 200 a 250 lessen van 50’op jaarbasis.

De hierboven genoemde aantallen dagen en lesuren zijn indicatief. Concretisering vindt plaats in gesprek tussen student en het opleidingsteam (wpb, so + io (of ipd)). Deeltijd is maatwerk!

Individuele begeleiding Studieloopbaanbegeleiding en begeleiding werkplekleren.


De student kan gebruik maken van literatuur en bronnen die gedurende de opleiding zijn aangereikt.

Ondersteuning technische invulling dpf: https://onderwijsonline.han.nl/information/view/j4ym2wDB

BIJLAGE 1 BEGRIPPENLIJST OPLEIDINGSSTATUUT EN STUDENTENSTATUUT In deze onderwijs- en examenregeling wordt verstaan onder:

In het studentenstatuut en in het opleidingsstatuut en de daarin opgenomen reglementen en regelingen wordt verstaan onder:

Beoordelingscriteria Concreet en eenduidig te hanteren maatstaven op grond waarvan gemotiveerd beoordeeld wordt of en in welke mate aan de in een (deel)tentamen te toetsen en beoordelen kennis, inzicht en vaardigheden en, zo aan de orde, attitude op het vereiste niveau wordt voldaan.

Beoordelingsdimensies Beoordelingsdimensies geven globaal aan waarop het handelen van de student en of resulterende producten daarvan moeten worden beoordeeld. Globaal vanwege het feit dat deze beoordelingsdimensies bruikbaar moeten zijn voor elke prestatie waarmee de bekwaamheid kan worden aangetoond.

Beroepstaak Een betekenisvolle hele taak zoals deze in alle complexiteit in de feitelijke complexiteit van de beroepscontext door de beroepsbeoefenaar wordt uitgevoerd.

Beroepsvereisten Startkwalificaties

Welomschreven kwalificaties op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden en, zo aan de orde, attitude waarover een student moet beschikken voor de uitvoering van het beroep waarvoor wordt opgeleid.

BRIN-nummer De Basisregistratie Instellingen (BRIN) is een register dat door het Nederlandse Ministerie van OCW wordt uitgegeven en alle scholen en aanverwante instellingen bevat. Elke onderwijsinstelling is hierin geïdentificeerd aan de hand van het nummer in het register. Het BRIN-nummer van de HAN is 25KB.

Certificaat Schriftelijke verklaring van de examencommissie, dat een student een module in de deeltijdse of duale opleiding met goed gevolg heeft afgelegd.

College van Beroep voor de examens Het college van beroep van de HAN voor de examens als bedoeld in artikel 7.60 van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Dit college behandelt door studenten ingesteld beroep tegen besluiten van de opleiding over hem/haar. Het

reglement van het college van beroep voor de examens is opgenomen in het studentenstatuut HAN.

D-stroom Invulling van het onderwijsprogramma waarbij dezelfde eindtermen, beoordelingsdimensies en beoordelingscriteria van de onderwijseenheden gelden als die van de reguliere stroom (A-stroom), maar een student in voortdurend overleg met examinatoren, docenten en klasgenoten gefaciliteerd wordt een eigen studieroute te volgen.

Duaal Een inrichtingsvorm van de opleiding waarin competenties in onderlinge samenhang worden ontwikkeld in binnen schoolse en buitenschoolse werk-/leersituaties en waarin het volgen van onderwijs gedurende een of meer perioden wordt afgewisseld met beroepsuitoefening in verband met dat onderwijs. Het gedeelte van een duale opleiding dat bestaat uit het volgen van onderwijs, wordt aangeduid als onderwijsdeel.

Eenheid van leeruitkomsten Basiseenheid van HAN-onderwijs met betrekking tot een of meer leeruitkomsten in de experimenten leeruitkomsten en vraagfinanciering, waar studiepunten aan gekoppeld zijn.

EindkwalificatiesEindtermen

Welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden en, zo aan de orde, attitude waarover een student moet beschikken als hij de opleiding heeft afgerond.

Extraneus Degene die is ingeschreven aan een universiteit of hogeschool en tentamens en examens kan afleggen maar geen onderwijs mag volgen of begeleiding krijgt.

Erkenning Verworven Competenties (EVC)

Erkenning van competenties opgedaan buiten de opleiding, leidend tot een door het Nationaal Kenniscentrum EVC geregistreerd Ervaringscertificaat. EVC’s kunnen leiden tot vrijstelling van het afleggen van (het) de (deel)tentamen(s) betrekking hebbend op de eenheid/eenheden van leeruitkomsten waarin deze competenties centraal staan.

Honoursprogramma Een verdiepend of verbredend programma voor studenten die meer kunnen en willen dan hetgeen aangeboden wordt in het reguliere onderwijsprogramma, met een aanvullende

studielast van 22,5 studiepunten of meer.

Hoofdexaminator Door de examencommissie aangewezen voor het resultaat van de toetsing en beoordeling eindverantwoordelijke examinator in het geval er meer examinatoren voor een tentamen zijn aangewezen.

Instituut Organisatie-eenheid binnen een faculteit of interfacultair die één of meer opleidingen omvat.

Keuzeonderwijseenheid Een onderwijseenheid die kan worden gekozen uit twee of meer keuzeonderwijseenheden waarna de gekozen onderwijseenheid voor de student tot het programma en examen behoort en de tentamens van de niet gekozen onverplichte onderwijseenheden voor het getuigschrift niet hoeven te worden afgelegd.

Leerwegonafhankelijk tentamen Een (deel-)tentamen, waarin beoordeeld wordt of de competenties die behoren bij dat (deel-)tentamen worden beheerst, ongeacht waar die kennis, dat inzicht en de vaardigheden en, zo aan de orde, attitude die voor het tentamen worden vereist uit voortkomen.

Major De kern van de bacheloropleiding van 210 studiepunten, waarin de student de kwalificaties verwerft die nodig zijn om op hbo-bachelor niveau af te studeren, en daarmee voldoet aan de gestelde beroepsvereisten.

Minor Het deel van de postpropedeutische fase van de bacheloropleiding dat gericht is op verbreding of verdieping van de studie met een studielast van 30 studiepunten.

Module Een intern samenhangend en in zekere mate zelfstandig deel van de propedeutische of postpropedeutische fase van de deeltijdse en van de duale opleiding dat is gericht op een reëel cluster van kwalificaties ontleend aan de beroepspraktijk.

OER Onderwijs- en examenregeling

Onderwijsarsenaal De onderwijs- en begeleidingsactiviteiten die de opleiding aan de student aanbiedt ter ondersteuning van het behalen van de (deel-)tentamens behorende bij de opleiding.

Onderwijseenheid Basiseenheid van HAN-onderwijs, gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen

op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden en, zo aan de orde attitude, waar studiepunten aan gekoppeld zijn.

Onderwijsovereenkomst Overeenkomst tussen student en HAN in het kader van het experiment vraagfinanciering en/of in het kader van het experiment leeruitkomsten.

Opleidingscommissie Het wettelijke inspraakorgaan dat de in het Reglement Opleidingscommissies vastgestelde taken heeft op het gebied van instemming, advies en evaluatie, op het terrein van de in paragraaf 1.1 genoemde opleidingen.

Praktijkleerovereenkomst Overeenkomst gesloten door HAN, een student en een bedrijf of organisatie met betrekking tot de beroepsuitoefening binnen een deeltijdse of duale opleiding als bedoeld artikel 7.7 lid 5 WHW.

Student Degene die als student is ingeschreven aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen voor een opleiding teneinde onderwijs te volgen en tentamens af te leggen.

Studiebelastingsuur (SBU) Eenheid van 60 minuten te besteden aan studie waarin de studielast van een onderwijseenheid wordt gemeten

Studiejaar Het tijdvak vanaf 1 september tot en met 31 augustus van het daaropvolgende jaar. Voor HAN-studenten die zich inschrijven voor modules onder het experiment vraagfinanciering geldt als termijn de looptijd van de onderwijsovereenkomst.

Studiebegeleider De medewerker belast met studiebegeleiding van een of meer studenten.

Studiepunt in eenheid van leeruitkomsten

Maat die uitdrukking geeft aan het belang van de eenheid van leeruitkomsten ten opzichte van het totaal van eenheden van leeruitkomsten dat leidt tot de opleidingskwalificatie.

Talentenprogramma Een verdiepend of verbredend programma voor studenten die meer kunnen en willen dan hetgeen aangeboden wordt in het reguliere onderwijsprogramma, met een aanvullende studielast van minder dan 22,5 studiepunten.

Tentamen Een onderzoek naar de kennis, het inzicht, de vaardigheden en, zo aan de orde, attitude in samenhang met elkaar, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek, dat

afsluitend onderdeel is van een eenheid van leeruitkomsten of een onderwijseenheid.

Vrijstelling De beslissing van de examencommissie dat niet hoeft te worden deelgenomen aan het (de) tentamen(s) voor een of meer bepaalde eenheden van leeruitkomsten of onderwijseenheden, omdat naar het oordeel van de examencommissie, reeds over de vereiste kennis, inzicht, competenties en/of vaardigheden en, zo aan de orde, attitude wordt beschikt.

WHW Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek.

Overige begrippen en definities hebben de betekenis zoals die in de landelijke weten regelgeving geldt.

HAN University of Applied Sciences · Web viewDe student kan een beoordeling maken van de...

Documents

Transcript of HAN University of Applied Sciences · Web viewDe student kan een beoordeling maken van de...