H3b Grammaire chapitre 2

11
H3B GRAMMAIRE CHAPITRE 2

description

H3b Grammaire chapitre 2. Het bijwoord. Een bijv.nw. en een bijwoord lijken op elkaar, maar: Een bijwoord zegt iets over een werkwoord. Een bijvoeglijk nw. zegt iets over een zelfstandig nw. Bijwoord: Jan werkt goed  Jean travaille bien - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of H3b Grammaire chapitre 2

Page 1: H3b   Grammaire chapitre  2

H3B GRAMMAIRE CHAPITRE 2

Page 2: H3b   Grammaire chapitre  2

Het bijwoord

Een bijv.nw. en een bijwoord lijken op elkaar, maar:

Een bijwoord zegt iets over een werkwoord. Een bijvoeglijk nw. zegt iets over een

zelfstandig nw. Bijwoord: Jan werkt goed Jean travaille

bien Bijv.nw.: dit is een groot huis c’est une

grande maison.

Page 3: H3b   Grammaire chapitre  2

Hoe maak je het bijwoord in het Frans?

-ment zetten achter het bijv.nw.

Facile facilement

Difficile. difficilement

Stap 1: maak het bijv. nw eerst vrouwelijk.

Stap 2: zet –ment erachter

Exemple: Heureux heureuse

heureusement Lent lente

lentement

Het bijv.nw eindigt op een klinker

Het bijv. nw. Eindigt op een medeklinker

Page 4: H3b   Grammaire chapitre  2

De onregelmatige bijwoorden

Deze bijv. nw. hebben een bijwoord dat onregelmatig is:

Bijvoeglijk naamwoord

Bijwoord

Bon Bien goed

Mauvais Mal slecht

Meilleur Mieux beter

Gentil Gentiment aardig

méchant Méchamment gemeen

Page 5: H3b   Grammaire chapitre  2

De vraagzinnen

In het Frans maak je de zinnen op 3 manieren vragend:

1- een vraagteken achter de zin of intonatie.Exemple: hier tu as parlé avec Michel. hier tu as parlé avec Michel?

2- Est-ce que vooraan de zin te plaatsen.Exemple: Jacqueline fait des études intéressantes. Est-ce que Jacqueline fait des études

intéressantes?

Page 6: H3b   Grammaire chapitre  2

3- Omdraaien van onderwerp en persoonsvorm:

Page 7: H3b   Grammaire chapitre  2

Let op!

Als twee klinkers naast elkaar komen te staan, zet je er een -t-tussen:

Il a une copine a-t-il une copine? On a du matériel pour travailler A-t-on

du matériel pour travailler?

Page 8: H3b   Grammaire chapitre  2

Het persoonlijk voornaamwoord: meewerkend voorwerp

Even opfrissen in het NL: je vindt het meewerkend voorwerp door te vragen:Aan (voor) wie + gezegde+onderwerp+lijdend voorwerp?

Hij geeft haar het cadeau. Aan wie geeft hij het cadeau? Aan haar. Haar pers.vnw. als meewerkend

voorwerp.

Page 9: H3b   Grammaire chapitre  2

Even vergelijken…

Mij Jou Hem/haar Ons Jullie/u Hun

Me/m’ Te/t’ Lui Nous Vous leur

Nederlands Frans

Page 10: H3b   Grammaire chapitre  2

Exemples:

1- Tu envoies des mails à tes copains. Tu leur envoies des mails. 2- Je vais parler à tes parents. Je vais leur parler. 3- Je vais lire le livre à ma copine. Je vais lui lire le livre. Dus: je vervangt de zin vanaf à/aux door het

pers.vnw als mv. Het pers. vnw. komt voor het ww.

Als er 2 ww. zijn dan komt het voor het tweede.

Page 11: H3b   Grammaire chapitre  2

We gaan oefenen!

1- vervang de vetgedrukte woorden door lui of leur:

Elle donne un cadeau à mon frère. Il a demandé à ses amis d’écouter. Le professeur donne une note à un élève. 2- zet het pers.vnw op de juiste plaats: Me (mij) elle a acheté des chaussures

pour la fête. Nous (ons) vous parlez de vos problèmes.