H2O april 2015

44
JUDITH MUIS PILLEN HOREN NIET IN DE PLOMP Maandblad voor waterprofessionals 23 april 2015 48ste jaargang 4 www.vakbladh2o.nl HOOG GRONDWATER: GEMEENTEN KIEZEN HUN EIGEN KOERS MUIZENISSEN FRIESLAND IN DE SLAG MET KLEINE GRAVERS 6 WELDOENERS IN DE WATERSECTOR

description

 

Transcript of H2O april 2015

Page 1: H2O april 2015

JUDITH MUISPILLEN HORENNIET IN DEPLOMP

Maandblad voorwaterprofessionals 23 april 201548ste jaargang

4

www.vakbladh2o.nl

HOOG GRONDWATER:GEMEENTEN KIEZENHUN EIGEN KOERS

MUIZENISSENFRIESLAND IN DE SLAGMET KLEINE GRAVERS

6 WELDOENERSIN DE WATERSECTOR

Naamloos-4 1 27-03-15 11:32

Page 2: H2O april 2015

WAAR? In het Overijsselse waterwingebied in het achterland van Zwolle. “Met deze grote pil van piepschuim willen we duidelijk maken dat reststoffen van medicijnen niet in het water horen. Zulke reststoffen waren voorheen nog niet zichtbaar. Met de nieuwste, nauwkeurige meet­apparatuur kunnen we ze nu wel aantonen. Tot nu toe is niet bewezen dat ze gevaar ople­veren voor de volksgezondheid. Maar omdat ze dat wel doen voor het waterleven, zetten waterschappen het onderwerp op de agenda.”

WAT?“We slikken met z’n allen steeds meer medicijnen. Tegen welvaartsziekten als diabetes en hart­ en vaatziekten. Maar ook omdat we ouder worden. Aan de TU Delft onderzoek ik hoe je zou kunnen voorkomen dat medicijnresten in het oppervlaktewater terechtkomen. Bijvoorbeeld door ‘groene’ medicijnen, die sneller afbreken en/of geen schadelijke rest­stoffen produceren. En door mensen ervan bewust te maken dat ze door gezonder te leven minder medicijnen nodig hebben. Dat vereist samenwerking met andere partijen. Bij Groot Salland ben ik betrokken bij het onderzoeksproject ‘Grip op medicijnresten in ons water’. In samenwerking met specialisten van het ziekenhuis in Deventer benaderen we patiënten die een CT­scan hebben ondergaan, waarvoor ze een contraststof kregen toegediend. We vragen ze om 24 uur lang hun urine op te vangen in een plaszak en die daarna in de kliko, hun vuil­container te deponeren. Want zo belanden reststoffen niet in het oppervlaktewater. Het is interessant om te weten of mensen op die manier hun gedrag willen aanpassen.”

In het kader van het Watertraineeship voor hoogopgeleide aankomende waterprofessionals doet Judith mee aan onderzoeksprojecten en trainingen. Eind 2015 gaat ze weer op zoek naar een volgende werkplek. “Visjes aan de Diclofenac luidde de titel van mijn eerste onderzoek over dit onderwerp, dat ik al tijdens mijn studie aan de universiteit uitvoerde. Dankzij mijn werk bij Groot Salland en in Delft kan ik me verder specialiseren. Ik hoop daarmee te kunnen doorgaan. Er is nog zat te doen.” Voor meer informatie over geneesmiddelen en waterkwaliteit, zie pagina 38

2

WIE?Judith Muis (25), die in eerste instantie koos voor een toekomst in een biomedisch laboratorium. “Biologie en scheikunde waren favoriete vakken.” Daarom werd het een hbo-opleiding in die rich-ting. “Maar de praktijk viel tegen.” Zodoende deed ze aan de Rijksuniversiteit Groningen nog een master biomedische wetenschap-pen, met als afstudeer-richting bedrijf en beleid. “Omdat ik steeds kennis en praktijk aan elkaar wil koppelen.” Daarmee is ze nu volop bezig bij het waterschap Groot Salland en de TU Delft.

ACHTER DE

COVER

Tekst Barbara Schilperoort Fotografie Kees Hummel

Page 3: H2O april 2015

HoogstandjeBalgstuw bij Ramspol kwam opnieuw in actie

Waternetwerk• Kenniskatern Water Matters

feestelijk ontvangen• H2O­prijs voor artikel over

geneesmiddelen• Watererfgoed verdient betere

bescherming

Hoog waterDe watertoren van Sint Jansklooster

Watertechniek• HvA onderzoekt praktijk

klimaatbestendige stad

• Nereda werkt goed met conventiële zuivering

• Oerkreeftjes in Overijssel

Op pad met…Nicole Zantkuijl, programmanager duurzaamheid Oasen Waterwetenschap• Verwijdering medicijnresten op de

rwzi: waar pak je het slim aan?• Koppelen van water en natuur biedt

veel kansen

Verder op H2O-OnlineOverzicht van nieuwe artikelen op de website www.vakbladh2o.nl

8

10

23

28

32

38

42

NR 4 / APRIL 2015

INHOUD

4MUIZENPLAAG ISGEEN KATTENPIS

18GROTE EN KLEINEGOEDE DOELEN INDE WATERSECTOR

24DE KRUIPRUIMTE VOLWATER: WIE LOSTHET OP?

34FONTEINKRUID:MOOI MAAR LASTIG

NR4 / APRIL 2015

344

18 24VASTE RUBRIEKEN

3

COLOFON Maandblad H2O, H2O­Online en Water Matters zijn uitgaven van de Stichting H2O in op­dracht van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) UITGEVER Monique Bekkenutte (KNW) HOOFDREDACTEUR Roel Smit REDACTIE Peter Boorsma, Marloes Hooimeijer, Dorine van Kesteren, Charlotte Leenaers, Hans Oerlemans, Sander Peters, Barbara Schilperoort, Martien Versteegh van Wijk, Nico van der Wel REDACTIEADRES Binckhorstlaan 36, M420, 2516 BE Den Haag, e­mail: Redactie@ vakbladh2o.nl WEBREDACTIE Mirjam Jochemsen REDACTIERAAD René Arninkhof, Matthijs van den Brink, Erwin de Bruin, Henk Dekker, Henriëtte van Ekert, Roberta Hofman­ Caris, Joost Icke, Daphne de Koeijer, Warry Meuleman, Hans Middendorp, Johan van Mourik, Jos Peters, Jan Roelsma, Joris Schaap, Peter Schipper, Marlies Verhoeven, Marie­José van de Vondervoort, Jason Zondag VORMGEVER Ronald Koopmans BLADMANAGEMENT Gerrit Holtman PRODUCTIE Hoeksjan Redactie en Communicatie ADVERTENTIEVERKOOP PSH Media Sales, Shahin Habbah, Postbus 68, 7000 AB Doetinchem, 0314­355834, e­mail:shahin.habbah@ psh mediasales.nl DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ABONNEMENTEN [email protected]

Page 4: H2O april 2015

et zijn schokkende beelden. Op satellietfoto´s van de provincie Friesland op groenmonitor.nl zien we tussen de grote stukken sappig groen grasland enorme bruine kale vlekken. En het ergste is: de oppervlakte van die prairie – want daar lijkt het op – groeit razendsnel. In drie maanden tijd zijn de bruine plekken qua oppervlakte zo’n beetje vertienvoudigd.

“Wat we daar zien, is de schade die de muizen momenteel aanrichten op het boerenland in de noordelijke regio´s van ons land”, vertelt Jan Roelsma van Wetterskip Fryslân. “Ze zaten vooral in de droge veengebieden, wat een prima plek is voor muizen om zich te vestigen. Maar nu die gebieden kaal zijn en de muizen zich volgevreten hebben, trekken ze ook naar de nattere kleigebieden. Dat is nieuw. En geen goed nieuws. Deze plaag is inderdaad geen kattenpis. De economische schade was anderhalve maand geleden 80 miljoen en wordt in­middels door de boeren geschat op 100 miljoen euro.”

NUTRIËNTENJa, Roelsma heeft te doen met de boeren die deze schade maar moeten zien te overleven. Misschien is verhalen een optie. Maar op wie of wat? Daarover is het laatste woord nog niet gesproken. En ja, Roelsma weet ook dat het continue geknaag van de muizen aan dijken en

4

A

H

MUIZENPLAAG GEEN KATTENPISGROTE SCHADE VOOR WATERKWALITEIT EN -VEILIGHEID

Tekst Sander Peters | Beeld Istockphoto

De grootschalige muizenplaag in Noord-Nederland raakt boeren in hun portemonnee. Maar ook de waterschappen lijden schade. Of de boeren nu niets doen of de muizen actief bestrijden: zeker is dat de waterkwaliteit en de waterveiligheid er op achteruit gaan. “We moeten hier van leren; een early warning system is essentieel voor de toekomst.”

Page 5: H2O april 2015

5ACHTERGROND

Akades direct raakt aan de waterveiligheid in deze laaggelegen regio. Vooral de kades langs sloten, vaarten en meren in Zuid­West­Friesland dragen inmiddels overduidelijk de sporen van de plaag. Maar wat hem als adviseur waterkwaliteit bij het Friese Waterschap toch vooral interes­seert én zorgen baart, is de invloed van de muizenplaag op de kwaliteit van het grond­ en oppervlaktewater. “Doordat de grasmat kaal gevreten is, houdt de bovenlaag van de grond de nutriënten – meststoffen – niet goed vast. En dus spoelen deze makkelijker uit naar het grond­ en oppervlaktewater.”

GEDULD De muizen hebben zich niet alleen te goed gedaan aan het gras, ook hebben ze ondergronds enorme gangenstelsels gegraven. “Dat hebben ze kunstig gedaan, echt, het is prachtig om te zien. Maar ook hiervoor geldt: het is funest voor de waterkwaliteit, want de nutriënten die al slecht vastgehouden worden vanwege de kaalgevreten graslanden, stromen hierdoor nog sneller door naar diepere grondlagen.”

Bijkomend probleem is dat nu langzamerhand de tijd aanbreekt dat boeren voor de eerste keer dit jaar de mest gaan uitrijden. Roelsma legt uit dat het waterschap driftig overleg voert met LTO en andere landbouworganisaties om de boeren ervan te weerhouden dat te doen. “Gelukkig doen ze het nu nog niet op grote schaal, maar het geduld raakt een keer op, dat snap ik ook wel.” Inmiddels meet Wetterskip Fryslân lokaal al sterk verhoogde concentra­ties nutriënten – met name stikstof – soms zelfs tot twee keer de normale hoeveelheid. “Als de boeren toch massaal besluiten te gaan bemesten, stijgt die verhoogde concentratie nog eens. Met alle gevolgen vandien. Ja, dat zouden ook gevolgen kunnen zijn voor toerisme en recreatie, want verhoogde algengroei in de zomer is een van de mogelijke consequenties.” >

MUIZENPLAAG GEEN KATTENPIS

NR4 / APRIL 2015

De muizen hebben zich niet alleen te goed gedaan aan het gras, ook hebben ze ondergronds enorme gan-genstelsels gegraven

Page 6: H2O april 2015

6 ACHTERGROND

Ander agendapunt tijdens het overleg met LTO is de aanpak van de muizenplaag.“In principe stort iedere muizenplaag vanzelf weer in, omdat de kolonie op een bepaald moment minder vitaal wordt door ziektes en minder voedselvoorraden. Maar zover is het nog niet, hebben onderzoeken uitgewezen.”De muizen blaken nog van gezondheid, wijst sectie uit. Som­mige deskundigen waarschuwen zelfs voor een terugkeer van de plaag in het najaar, aangezien de gemiddelde lengte van de teelballen van de mannetjes sinds medio februari toenam van 2,5 millimeter tot meer dan 5 millimeter nu. Dit wijst erop dat de dieren weer bijna klaar zijn voor repro­ductie. “We zijn met LTO in gesprek om te voorkomen dat boeren nu op eigen houtje de muizen gaan bestrijden. Want vrijwel alle manieren om dat te doen, leveren schade op voor de waterkwaliteit.”

ZORGELIJK“Boeren kunnen het land onder water zetten, dat is nu al redelijk populair”, aldus Roelsma. “Daarmee verdrink je de muizen, maar zorg je er ook voor dat nutriënten makkelijker uitspoelen naar het oppervlaktewater. Vergassen of gif ver­spreiden over het land is nu nog helemaal niet aan de orde, en LTO zegt ook dat dit niet gaat gebeuren, goddank. Dat zou echt heel zorgelijk zijn.”“Een innovatieve manier is een bepaalde vorm van kunst­mest gebruiken, die een nare geur oplevert voor de muizen. Nadeel is dat dit zwavelstikstof bevat en dat de muizen niet sterven maar verkassen. Als boeren al hiertoe besluiten, moeten ze het slim inzetten, dus als er jongen zijn. In april of mei. Dan verlaten de ouders de jongen en sterft de kolonie uit. Het effect van deze methode op de waterkwaliteit, door eventuele uitspoeling van deze meststof, is echter nog on­duidelijk.”

DWEILENNóg een knelpunt: doordat de weilanden zijn kaalgevreten, kunnen boeren dit seizoen minder gras maaien. Normaal gesproken voeren veeboeren vijf maaibeurten – zogenoemde

snedes – in een jaar uit. Ze mogen daarom ook vijf keer mest uitrijden. Roelsma vraagt zich af wat er gebeurt met de mest die overblijft als de boeren dit jaar maar twee of drie snedes kunnen uitvoeren. “In het beste scenario gaan ze mest die overblijft, verhandelen. Dat mag. Maar wat veel makkelijker is, en kosteloos, is de mest gewoon toch uitrijden op je eigen land. In dat geval zijn wij als waterschap aan het dweilen met de kraan open, want dan komen er veel meer nutriën­ten in de grond dan het gewas kan opnemen.”

EARLY WARNINGDuidelijk is dat er geen perfecte oplossing bestaat; het is eigenlijk kiezen uit twee kwaden. “De schade ligt bij de boeren of bij het waterschap, zo simpel is het eigenlijk”, schetst Roelsma.

Tot zover de situatie op korte termijn. Voor de verdere toe­komst is er meer positief nieuws te melden. Roelsma vertelt dat een projectgroep – bestaande uit vertegenwoordigers van provincie, waterschap, Faunafonds, land­ en tuinbouw­organisaties, het ministerie van Economische Zaken en ge­meenten ­ momenteel onderzoek doet naar een preventieve aanpak van dit soort plagen. “Hoe ontstaat zo’n plaag? Welke signalen wijzen al in een vroeg stadium op een probleem? Een zachte winter, een war­me droge zomer, dat soort dingen. Maar ook satellietbeelden kunnen behulpzaam zijn. Als we de bouwstenen van een plaag in beeld hebben, kunnen we tijdig handelen. Door een early warning system hoeft de schade voor boeren en voor de waterkwaliteit niet zo groot te zijn als nu het geval is.” | Meer weten over de muizenplaag en de waterveiligheid? In opdracht van de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (Stowa) en het Wetterskip Fryslân werd een korte videoproductie gemaakt. Deze is te bekijken via de QR-code. Of kijk op Youtube (zoektermen: muizenplaag – stowa)

Sommige deskundigen waarschuwen zelfs voor een terugkeer van de plaag in het najaar

Page 7: H2O april 2015

‘Integrated solutions for a circular economy and resilient cities’www.internationalwaterweek.com

AMSTERDAM INTERNATIONAL WATER WEEK 2-6 NOVEMBER 2015

• Be part of the transition to an innovative and integrated approach

• Connect with other sectors (food, energy, agriculture, urban planning)

• Meet decision makers at the Industrial Leaders Forum

• Meet 80.000 suppliers of new technologies

• Mix with international delegations

• Visit the Netherlands: living lab of water expertise

• Network with 25.000 visiting water professionals

To register, please visit our website www.internationalwaterweek.com

Register now!Early bird discount 10%

MAKE THE CONNECTION; COME TO THE

AMSTERDAM INTERNATIONAL WATER WEEK

Naamloos-2 1 09-04-15 09:33

Page 8: H2O april 2015

8

Een – voor Nederland – betrekkelijk onge-wone waterkering is te vinden in het westen van Overijssel: de balgstuw bij Ramspol. Deze metershoge fietsband is overigens alleen te zien onder extreme weersomstandigheden. Tekst Roel Smit | Beeld Freddy Schinkel

METERSHOGEFIETSBAND’ MOET WEST-OVERIJSSELBESCHERMEN

De balgstuw treedt in werking bij een waterstand boven 0,5 meter NAP

Mei 2001: het eerste doek voor de balgstuw wordt aangebracht

OH2

HOOGSTANDJE

Page 9: H2O april 2015

9

NR4 / APRIL 2015

De balgen ontvouwen zich door een combinatie van lucht en water

Eind maart, begin april was de balgstuw bij het Overijsselse Ramspol weer even boven water te zien. Deze enorm ‘fiets­band’, die meestal futloos op de bodem ligt, blies zichzelf op met een combinatie van lucht en water. Het is slechts zelden dat de drie immense balgen (met een gezamenlijke lengte van 240 meter en 10 meter hoog) worden opgeblazen, name­lijk alleen bij zware noordwesterstorm. Daarnaast worden ze jaarlijks opgeblazen voor inspectie en onderhoud.

Sinds 2002 beschermt de balgstuw West-Overijssel. Dat is nodig omdat het IJsselmeer bij storm uit het noordwesten fungeert als een soort trechter, met het Ketelmeer als smalste punt. Het water wordt dan opgestuwd richting het Zwartemeer en het Zwarte Water, richting Zwolle en de rest van West­Overijssel. Voor de aanleg van deze bijzondere waterkering tussen het Ketelmeer en het Zwarte Water is gekozen om het gevarieerde landschap zo min mogelijk te verstoren; de stuw is immers onder normale omstandighe­den onzichtbaar. Bij een normale waterstand zijn alleen de bedieningsgebouwen te zien. Bovendien is een balgstuw re­latief goedkoop, vergeleken met veel andere waterkeringen.

Het systeem is op zich niet uniek. Het wordt in Japan veel toegepast en ook in Nederland zijn kleinere balgstuwen te vinden. De drie balgen bij Rampspol, elk met een lengte van 80 meter, zijn gemaakt van flexibel doek van rubber en nylon vezel. Deze liggen het grootste deel van het jaar op de waterbodem, opgevouwen op geleiderollen op een be­tonnen drempel met een breedte van 13 meter en een dikte van 1,5 meter. Voor deze constructie zijn destijds 800 stalen palen met lengte van 17 tot 31 meter geslagen.Als het systeem in werking treedt, wordt er een beetje lucht in de balg geblazen en er worden kleppen opengezet, zodat water kan toestromen. Dat gebeurt net zo lang totdat het waterniveau in de balg gelijk is aan het waterniveau buiten.

Daarna wordt er nog wat extra lucht toegevoegd zodat de balg als waterkering kan fungeren. Het volledig in bedrijf stellen, duurt ongeveer een uur.

De balgstuw treedt automatisch in werking als de water-stand in het Ketelmeer hoger komt dan 0,5 meter boven NAP én er water richting het Zwartemeer stroomt. Het scheepvaartverkeer komt daardoor natuurlijk stil te liggen.Tot juli 2014 hebben de waterschappen Groot Salland en Reest en Wieden het beheer en onderhoud van de balgstuw voor hun rekening genomen. Omdat de stormvloedkering een nationaal belang heeft, is dit sindsdien in handen van Rijkswaterstaat.

Een video over de werking van de balgstuw, gemaakt in opdracht van het waterschap Groot Salland is te zien door gebruik te ma-ken van de QR-code of te zoeken op Youtube (zoektermen balgstuw-groot salland)

Het is slechts zelden dat de drie immense balgen (met een gezamenlijke lengte van 240 meter en 10 meter hoog) boven water komen

Page 10: H2O april 2015

10

Op maandagmiddag 23 maart werd in Amersfoort de nieuwe H2O-uitgave Water Matters feestelijk gepresenteerd. Het eerste exemplaar van dit zogeheten ‘kenniskatern’, dat twee keer per jaar zal verschijnen als bijlage van maandblad H2O, werd door Renze van Houten, voorzitter van initiatiefne-mer Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW), overhandigd aan Hans Huis in ’t Veld, boegbeeld van de Topsector Water.

Huib de Vriend, onafhankelijk voorzitter van de redactieraad van Water Matters, vertelde dat de nieuwe uitgave een bundeling wordt van de beste, nieuwe waterkennis die in Nederland beschikbaar is. Het is de ambitie van de initiatiefnemers om volgende edities ook in de Engelse taal uit te brengen. Zo moet de uitgave ook uitgroeien tot een “visitekaartje van de Nederlandse watersector”.De uitgave van Water Matters wordt mogelijk gemaakt door vijf partijen die in de watersector actief zijn: Alterra Wageningen UR, Arcadis, KWR Watercycle Research Institute, Royal HaskoningDHV en de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA).Voorstellen voor de volgende aflevering van Water Matters kunnen worden ingediend bij de redactie ([email protected]).www.vakbladh2o.nl/watermatters

NIEUWE UITGAVE ‘WATER MATTERS’FEESTELIJK IN ONTVANGST GENOMEN

Renze van Houten (links) geeft het eerste exemplaar aan Hans Huis in ’t Veld

Fotografie Nout Steenkamp

Vanaf links: Huib de Vriend (voorzitter van de redactieraad), Hans Huis in ’t Veld en Harm Albert Zanting (directeur Water en Milieu van Arcadis) bekijken het resultaat

Alle direct en indirect betrokkenen heffen het glas

Page 11: H2O april 2015

WATERNETWERKNIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

11

H2O-PRIJS VOOR ARTIKEL OVER GENEESMIDDELEN

KORTNIEUWS

NR4 / APRIL 2015

Het beste artikel van 2014 op H2O-Online is geschreven door vijf auteurs die werkzaam zijn bij KWR Watercycle Research Institute, de Universiteit Utrecht en Deltares. De jury maakte de prijswinnaars bekend tijdens het voorjaarscon­gres van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) op 23 april in Utrecht. Met de H2O­prijs wil KNW professionals stimuleren om hun kennis via vakartikelen te delen.Het prijswinnende vijftal bestaat uit: Lieke Coppens (KWR; Copernicus Instituut Universiteit Utrecht), Jos van Gils (Deltares), Thomas ter Laak (KWR; Wageningen Universiteit), Bernard Rater­man (KWR) en Annemarie van Wezel (KWR; Copernicus Instituut Universiteit Utrecht).

Het bekroonde artikel heeft als titel Impact van rwzi’s op genees-middelconcentraties in kwetsbaar oppervlaktewater. Het geeft vol­gens de jury een “heldere beschrijving van een modelsysteem dat voor heel Nederland laat zien hoe twee medicijnen via het effluent van de rioolwaterzuivering in het oppervlaktewater terecht komen en vandaar de ecologische waterkwaliteit of de drinkwaterwin­ning kunnen beïnvloeden. Door hydraulische en technologische modellen te combineren worden het transport en de afbraak van de stoffen in beeld gebracht tijdens de route vanaf de consument, via riool en zuivering naar oppervlaktewater en grondwater. Het artikel maakt inzichtelijk waar in Nederland drinkwaterwinningen of Natura­2000 gebieden beïnvloed worden door medicijnresten in effluentlozingen van rwzi’s. De methode is ook te gebruiken voor andere stoffen, andere waterfuncties en andere vraagstellingen. De effecten van de waterketen op watersysteem en drinkwater­winning die aldus in beeld worden gebracht, bieden een belang­rijke en praktisch bruikbare basis voor beleidskeuzes in zuivering en kwaliteitsbeheer.”

Op de tweede plaats is geëindigd Fecale verontreiniging in zwem-water identificeren met DNA-merkers door Leo Heijnen, Kimberly Learbuch, Edwin Kardinaal (KWR), Serge Rotteveel, Hans Ruiter (Rijkswaterstaat, WVL) en Imke Leenen (Grontmij). Dit artikel beschrijft een nieuwe methode om door DNA­analyse van opper­

vlaktewatermonsters vast te stellen of een fecale besmetting van het water afkomstig is van mensen, dieren of watervogels. Deze informatie is volgens de jury belangrijk om te bepalen via welke maatregelen de besmetting kan worden bestreden.

Een andere benadering om monitoring­technieken toe te passen biedt volgens de jury het artikel op de derde plaats: Correlatie tus-sen leidingbreuk en satellietmetingen van bodemdaling door Jurjen den Besten (Oasen), Jos Maccabiani, Hanno Maljaars (Hansje Brinker BV). Dit artikel geeft een korte introductie van een nieuwe methode om door analyse van satellietbeelden plekken met sterke zetting van de ondergrond te signaleren. Nabij dergelijke plekken blijken volgens het onderzoek vaak leidingbreuken te zijn opgetre­den. Analyse van satellietbeelden kan de leidingbeheerder helpen om tijdig risicovolle plekken te signaleren en preventieve inspec­ties en eventuele maatregelen uit te voeren voordat leidingbreuk daadwerkelijk optreedt.

De jury voor de H2O­prijs 2014 bestond uit Peter de Jong (Witteveen+Bos, voorzitter), Jacqueline de Danschutter (Water­net), Idzart Dijkstra (KWR Watercycle Research Institute), Rob Immink (waterschap Rijn en IJssel), Maarten Spijker (Hydrologic) en Michelle Talsma (Stowa).

Een samenvatting van het prijswinnende artikel is te vinden op pagina 38. De volledige versie is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl. Daar zijn ook de artikelen van de nummers 2 en 3 van deze wedstrijd te vinden.

iStockphoto

Nieuw in de watersector? Kom dan op 5 juni naar de introductiedag van Jong KNW bij waterschap Rivieren-land in Tiel. De introductiedag geeft nieuwe waterprofessionals een overzicht van de sector, de actuele thema’s en verschillende spelers en mogelijkheden in de sector. Ook krijgen ze de gelegenheid hun professionele net­werk (verder) op te bouwen. Aanmelden en meer informatie op de website.www.waternetwerk.nl

5 JUNI: INTRODUCTIEDAG JONG KNW

Page 12: H2O april 2015

12

29-30 APRIL, WAGENINGENEnvironmental Technology for Impact 2015 (ETEI2015)Tweedaagse internationale conferentie ter gelegenheid van 50 jaar milieutechnologie aan de Wageningen Universiteit. De focus ligt op innovatieve milieutechnologie en toekomstige mogelijkheden voor hergebruik van grondstoffen uit afval en afvalwater. Organisatie: Wageningen University.www.etei2015.org

1 MEI, WAGENINGENAlumnidag ‘50 jaar vakgroep Milieutechnologie’Reünie voor oud­studenten, en –medewerkers ter gelegenheid van 50 jaar milieutechnologie aan de Wageningen Universiteit. Organisatie: Wageningen University. www.wageningenur.nl

20-22 MEI, HAMBURGHamburg op weg naar een klimaatactieve stadDriedaags werkbezoek naar een stad die bekend staat om zijn aanpak van floodproof bouwen en meerlaagsveiligheid. Organisatie: Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (Stowa).www.stowa.nl

2 JUNI, APELDOORNBarometer fysieke leefomgeving: gemeenten op stoom met klimaatadaptatieDeelcongres van het jaarcongres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De gemeente Apeldoorn toont een plek waar haar aanpak voor klimaatadaptatie samen met burgers zichtbaar is. Tijdens deze bijeenkomst worden ook de resultaten gepresenteerd van Barometer Fysieke Leefomgeving 2014. Organisatie: VNG (Expertisecentrum Fysiek Domein), Royal HaskoningDHV en de gemeente Apeldoorn.www.vngjaarcongres.nl/deelcongressen/

3 JUNI, TIELVrouwenwaternetwerkJaarlijkse netwerkbijeenkomst voor vrouwen in de watersector. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). www.waternetwerk.nl

3 JUNI, DIEPENVEENCoP-bijeenkomst MaaionderhoudEerste bijeenkomst van de nieuwe Community of Practice (CoP) Beheer en Onderhoud over maaien, voor onderhoudsmedewer­kers, hydrologen en ecologen van waterschappen en advies­bureaus. Organisatie: Stichting Toegepast Onderzoek Water­beheer (Stowa) in samenwerking met waterschap Aa en Maas.

5 JUNI, TIELIntroductiedag in de watersectorIntroductiedag voor nieuwe medewerkers in de watersector met een overzicht van de actuele thema’s, verschillende spelers en mogelijkheden in de sector en de mogelijkheid om te netwerken. Organisatie: Jong KNW. www.waternetwerk.nl

22-24 JUNI, GRONINGENFish Passage 2015Internationaal congres over vismigratie. Organisatie: Sportvisserij Nederland in samenwerking met diverse kennisinstellingen en stichtingen in binnen­ en buitenland.http://www.fishpassageconference.com

24 JUNI, HEERHUGOWAARDWorld café: Mediation en de watersectorEerste van twee kennisbijeenkomsten om de watersector kennis te laten nemen van de inzichten vanuit Mediation. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) in samenwerking met Stichting Mediation in Milieu en Ruimtelijke Ontwikkeling en Mediatorsfederatie Nederland. www.waternetwerk.nl

28 JUNI–3 JULI, DEN HAAGIAHR World Congress ‘Deltas of the future’Internationaal congres over delta’s van de wereld en wat daarmee samenhangt. Organisatie: International Association for Hydro Environment Engineering and Research (IAHR). www.iahr2015.info

AGENDA

Organiseert u een evenement voor waterprofessionals dat vermelding verdient in de rubriek Agenda? Meld het dan aan de redactie van maandblad H2O: [email protected]

iStockphoto

Page 13: H2O april 2015

WATERNETWERKNIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

13

De ministers Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu), Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikke­lingssamenwerking) en Henk Kamp (Economische Zaken) hebben Henk Ovink benoemd tot Nederlands eerste Water­gezant. De Watergezant versterkt in zijn rol als thematisch ambassadeur de internationale waterambitie van Nederland. De belangrijkste taak van de Watergezant is economische diplomatie. De Watergezant is benoemd voor drie jaar, met een mogelijke verlenging van nog eens drie jaar.Henk Ovink (47) was onder andere waarnemend directeur­ generaal Ruimte en Water op het ministerie van Infrastructuur en Milieu en directeur Nationale Ruimtelijke Ontwikkeling.

De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) heeft Hans Peters uitgeroepen tot Maintenance Manager van het jaar 2015. Dat gebeurde vorige maand tijdens het jaarcon­gres iMaintain. Peters (56) is teammanager Werktuigbouw en Infra bij drinkwaterbedrijf Dunea. Hij heeft daar de afgelopen jaren gewerkt aan het verbeteren van het onderhoudsproces en de samenwerking tussen de productie­ en onderhouds­

afdelingen. Daarnaast spande hij zich in om de samenwerking met collega­drinkwaterbedrijven en met opleidingsinstituten vorm te geven. Met de titel Maintenance Manager van het jaar is Peters het komende jaar het boegbeeld van de Nederlandse onderhoudssector. De verkiezing is een initiatief van iMaintain en de NVDO. De jury bestaat uit ervaren vakgenoten, onder wie de titelhouder van vorig jaar, Johan Wolt (AkzoNobel).

Henny Korteweg van waterschap Hollandse Delta is benoemd tot Lid in de Orde van Oranje­Nassau. Bij het afscheid van het oude waterschapsbestuur eind vorige maand kreeg zij van dijkgraaf Jan Geluk de koninklijke onderscheiding opgespeld. Korteweg (63) was sinds 1999 lid van het algemeen bestuur van het waterschap en rechtsvoorganger De Groote Waard. Daarnaast was zij onder andere actief als voorzitter van netwerkvereniging ‘Dordrecht Soroptimist International’, een internationaal opererende club (vak­)vrouwen die zich inzet ter ondersteuning van vooral vrouwen en kinderen. Ook was zij lid van de raad van toezicht van Stichting De Hoop GGZ in Dordrecht.

PERSONALIA

NR4 / APRIL 2015

Piet Sennema, secretaris-directeur van waterschap Aa en Maas, was sinds 2010 namens de waterschappen lid van het bestuur van Wateropleidingen en nam onlangs afscheid. ‘Toen ik begon”, aldus Sennema, “zei ik dat er radicale veranderingen op komst waren. We zouden anders gaan leren en de sector zelf zou veranderen, in­clusief onze relatie met het buitenland. Ik denk dat die bewegingen nu volop

zichtbaar zijn. Met de moderne ICT is de wereld een woonkamer geworden. Leren kun je nu voor een groot deel thuis, of op je eigen werkplek. Dat is een echte groeimarkt en Wateropleidingen speelt

daarop in. Kijk maar naar de vele cursussen die al een digitale component hebben.”“Ook de relatie met het buitenland wordt steeds sterker. Het is goed voor de Nederlandse watersector als er bijvoorbeeld mensen van waterschappen naar het buitenland gaan om kennis over te dra­gen over Nederlandse techniek, maar zeker ook over governance. Steeds meer landen onderkennen het nut en de noodzaak om ook bestuurlijk stappen te zetten en de Nederlandse ervaring komt daarbij goed van pas. Ook op de kansen die deze ontwikkeling biedt speelt Wateropleidingen goed in.”“Ik heb het bestuurswerk met heel veel plezier gedaan. Het leren en ontwikkelen van mensen en organisaties is mijn passie. Ik roep de sector dan ook op om daar prioriteit aan te blijven geven. Daar pluk je absoluut de vruchten van. Het gaat om investeren, leren en incasseren. Maar dan wel in die volgorde.”

BESTUURSLID PIET SENNEMA NEEMT AFSCHEID VAN WATEROPLEIDINGEN

Piet Sennema: ‘Digitale opleidingen een groeimarkt’

De Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (Stowa) en het waterschap Aa en Maas hebben samen de nieuwe Community of Practice (CoP) Beheer en Onderhoud opgericht. De CoP wil ervoor zorgen dat via het onderling uitwisselen van kennis en het bevor­deren van kruisbestuiving goede keuzes worden gemaakt bij het beheer en onderhoud van watersystemen.Tijdens de eerste bijeenkomst, op woensdag 3 juni in Hof van Salland in Diepenveen, wil de nieuwe organisatie met bezoekers kennis en ervaring uitwisselen over maaien, tussen de disciplines beheer en onderhoud, hydrologie en ecologie, en leren van de erva­ringen van andere waterschappen.

’s Ochtends zullen enkele waterschappen vertellen over pilots die zij hebben uitgevoerd op het gebied van aangepast maaien. ’s Middags is er een buitendemonstratie van enkele (innovatieve) maaimachines. De bijeenkomst is bedoeld voor onderhoudsmede­werkers, hydrologen en ecologen van waterschappen en advies­bureaus. Maar ook andere geïnteresseerden zijn van harte welkom. Het programma is te vinden op de website www.stowa.nl. Daar kan men zich ook aanmelden.Wie vragen heeft, kan contact opnemen met Petra van der Werf: [email protected], 06-42659113.

3 JUNI: BIJEENKOMST MAAIONDERHOUD

Page 14: H2O april 2015

Foto Jeroen Bloom14

Donderdagavond 19 maart stond de Impact Hub in Amsterdam vol met jonge enthousiastelingen uit de watersector. Jong KNW organiseerde samen met WaterWegen, YEP Water, Water Connects, H2O-job, OneWorld en VPdelta het derde World Water Café. Ruim 70 studenten, trainees en young professionals met passie voor water kwamen bij elkaar voor bevlogen sprekers, discussies en een borrel. Het is een succesvol concept: korte pre­sentaties van experts ter inspiratie, gevolgd door discussieronden in kleine groepjes en dat alles vlot achter elkaar.Het thema van de avond: wat zegt ons afval­ en drinkwater over onze maatschappij?Walter van der Meer, directeur van Oasen en deeltijdprofessor aan de TU Delft, vroeg de zaal hoe onberispelijk we ons drinkwater willen. Met membraanfiltratie kan water geheel gezuiverd worden en kunnen daarna de benodigde stoffen worden toegevoegd. Is dit onze toekomst?

Jacqueline de Danschutter, programmamanager innovatie rond­om afvalwater bij Waternet, vertelde over het nieuwe plassen. Door de fosfaatschaarste is urine goud waard, maar hoe vangen we het op en zamelen we het in? De zaal ging helemaal los met ideeën, van Glasbak­Groenbak­Plasbak, tot het inzamelen van urine met statiegeldflessen.De presentatie van Jan Kempers, manager duurzame ontwikke­ling bij Heineken, over Heineken’s initiatieven rondom waterge­bruik en duurzaamheid leverde ook de nodige discussieop. Hoe kunnen bedrijven bijdragen aan innovatie rondom schoner water? Of ligt de verantwoordelijkheid bij de consument?Het was weer een mooie avond met goede inhoudelijke discussies, veel gezelligheid, nieuwe ontmoetingen en steeds meer bekende gezichten. Op naar het volgende World Water Café!

Louise Klingen

Stichting WaterHeritage en erfgoedvereniging Heemschut pre-senteerden vorige maand de Erfgoedagenda waterschapsverkie-zingen 2015. Peter Glas, voorzitter van de Unie van Waterschap­pen (UvW) kreeg het eerste exemplaar uitgereikt door Gerhard Mark van der Waal, coördinator van Stichting WaterHeritage en Karel Loeff, directeur van erfgoedvereniging Heemschut. De bij­eenkomst was op het kantoor van de UvW in Den Haag.De Erfgoedagenda is een initiatief van WaterHeritage in samen­werking met Kunsten ’92, erfgoedvereniging Heemschut en enke­le andere partijen uit het de wereld van het erfgoed.Het onderwerp erfgoed heeft bij veel waterschappen een plek gekregen. De opstellers van de Erfgoedagenda vinden dat het erfgoed een verdere structurele borging in de wateropgaven van de waterschappen verdient. In de Erfgoedagenda staat hoe waterschappen dit volgens de erfgoedsector vorm zouden kunnen geven. Met vijf aanbevelingen en concrete voorbeelden wordt in de Erfgoedagenda opgeroepen om erfgoed en wateropgaven met

elkaar te verbinden. De agenda is bedoeld voor de waterschappen en verder iedereen die erfgoed in het algemeen en watererfgoed in het bijzonder een warm hart toedraagt. Voor vragen of opmerkingen over de agenda of om deze te down­loaden, kijk op de website van WaterHeritage.www.waterheritage.nl

WORLD WATER CAFÉ EEN SUCCES

WATERERFGOED VERDIENTBETERE BESCHERMING’

Ruim 70 jongeren waren aanwezig bij het derde

World Water Café

Uitreiking van het eerste exemplaar van de Erfgoedagenda Waterschaps verkiezingen. Vanaf links: Peter Glas (voorzitter Unie van Waterschappen), Gerhard Mark van der Waal (WaterHeritage), Ole Raap (WaterHeritage), Karel Loeff (Heemschut), Heleen Alberdingk Thijm (Kunsten ‘92).

Foto Luc Timm

ermans

Page 15: H2O april 2015

NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALSWATERNETWERK 15

NR4 / APRIL 2015

40.000 euro voor schoon water in Kenia Ook dit jaar hebben leerlingen uit groep 7 en 8 van basisscholen meegedaan aan de jaarlijkse actie Wandelen voor Water. In Limburg wandelden vorige maand bijna 1.000 leerlingen zes kilometer met zes liter water op hun rug en zamelden zo 40.303 euro in voor Amref Flying Doctors. Dit bedrag is inclusief de vermeerdering door de initiatiefnemer, stichting Aqua for All. Familieleden, vrienden en kennissen sponsorden de kinderen voor deze prestatie. Amref kan hiermee ruim 2.700 kinderen in Kajiado, Kenia toegang geven tot schoon water. In Beegden/Heel liepen zo’n 200 leerlingen van scholen uit de omgeving hun zes kilometer toepasselijk bij het waterproductie­bedrijf. De leerlingen openden daar ook het watertapseizoen met het in gebruik nemen van de eerste openbare watertap van dit jaar. De scholieren maakten zo kennis met het gemak en de betrouwbaarheid van het Limburgse water.Wandelen voor Water werd dit jaar voor de dertiende keer geor­ganiseerd. Basisschoolleerlingen uit heel Nederland lopen rond Wereld Waterdag (22 maart) zes kilometer met zes liter water in een rugzak. Op deze manier ervaren ze voor een dag waar hun leeftijdsgenootjes in Afrika mee te maken hebben.

24 juni en 7 september: World Café ‘Mediation in de watersector’Op 24 juni vindt de eerste van twee bijeenkomsten over media-tion plaats bij hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier in Heerhugowaard, met een keynote vanuit de praktijk van deltaprogrammeur Henk Schobben. Het thema is ‘hoe voorkom je conflicten bij complexe gebiedsprocessen? En als ze er zijn, hoe los je ze op?’ Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) organiseert deze bij­eenkomsten in samenwerking met de Stichting Mediation in Milieu en Ruimtelijke Ordening en de Mediatorsfederatie Nederland. De tweede bijeenkomst is op 7 september bij waterschap Aa en Maas in Den Bosch, met een keynote door dijkgraaf Lambert Verheijen. Na de tien gouden regels voor succesvolle mediation, worden in een World café­setting voorbeelden behandeld, geïnspireerd op de presentaties en aan de hand van de mediation tools. Aan het

KORTNIEUWS

eind van de middag gaan de deelnemers naar huis met een aantal nuttige tips en handvatten voor hun eigen praktijk. Meer info en aanmelden via de website.www.waternetwerk.nl

28 juni – 3 juli: Delta’s van de toekomstVan zondag 28 juni tot en met vrijdag 3 juli houdt de International Association for Hydro Environment Engineering and Research (IAHR) de 36e editie van het IAHR World Congress in het World Forum in Den Haag. Het thema is: ‘Deltas of the Future and what happens upstream’. Een breed scala aan onderwerpen die direct raken aan de delta’s van de wereld en wat daarmee samenhangt, vormt de basis van het congres, waar circa 1.400 deelnemers worden verwacht vanuit de hele wereld. Er bestaat grote belangstelling voor de Neder­landse kennis en ervaring op het gebied van watermanagement en deltatechnologie, en voor de nieuwe ontwikkelingen die momen­teel gaande zijn.Het 36e IAHR World Congress heeft zeven thema’s: 1. Managing deltas; 2. Hydro environment; 3. Sediment manage­ment and morphodynamics; 4. Water engineering; 5. Flood risk management and adaptation; 6. Water resources and hydro infor­matics; 7. Extreme events, natural variability and climate change. Meer informatie over subthema’s, het programma en praktische zaken: www.iahr2015.info

80.000 Nederlanders zeggen #dankjewel voor kraanwaterRuim 80.000 mensen hebben gehoor gegeven aan de oproep om op Wereld Waterdag, 22 maart, dankjewel te zeggen voor kraanwater door via sociale media een filmpje te delen, ‘liken’ of tweeten met de hashtag #dankjewel. De campagne is een initiatief van journalistiek platform OneWorld, vakbond FNV en producent Dopper van duurzame waterflessen. Met het filmpje willen zij aandacht vragen voor het belang van kraanwater voor iedereen. Wereldwijd hebben meer dan een miljard mensen geen toegang tot schoon drinkwater. In Nederland wordt daarnaast steeds meer verpakt water gedronken, terwijl dat veel meer vervuiling oplevert en bovendien minder streng gecontroleerd wordt dan kraanwater. Volgens de initiatiefnemers hoog tijd om op een positieve manier aandacht te vragen voor het belang van kraanwater.

De video is te bekijken door gebruik te maken van de QR­code of te kijken op de website www.dankjewelvoorkraanwater.nl

iStockphoto

Page 16: H2O april 2015

16

Ondermijnen muskusratten werkelijk de veiligheid van water keringen? (H2O, maart 2015) Alleen met een brede, integrale benadering kan het complexe probleem van graafschade worden aangepakt, vindt Hans Middendorp.

Om te beginnen moeten we stoppen met de ‘framing’. Een muskusrat lijkt meer op een cavia dan op een bruine rat. Bovendien is de ‘muskuscavia’ niet het enige dier dat graafschade veroorzaakt: ook mollen graven gangen, net als rode rivierkreeften, wolhand­krabben en beverratten (die dus ook bever­cavia’s genoemd zouden moeten worden).Om de graafschade beter te kunnen beoorde­len, heeft de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (Stowa) onlangs vijf muskus­bouwen (zo heten de gangenstelsels) volgespoten met pur­schuim en daarna opgegraven. Wat blijkt? Die ‘hele grote’ muskusbouw heeft een volume van slechts 290 liter en dan nog alleen in de buitenste rand van de dijk. De muskusbouw blijkt ook geen ‘buis’ waardoor het water door de dijk naar de andere kant stroomt. De waterveiligheid is geen moment in gevaar ge­komen. Met een beetje hydraulisch aanstampen van de dijk van bovenaf is het probleem ook opgelost.Toch is dit geen pleidooi om maar helemaal te stoppen met het doden van muskuscavia’s. In sommige gevallen blijft weg­vangen de beste oplossing om een stuk dijk of veenkade te beschermen. Maar in het algemeen is het beheren van graaf­schade wellicht effectiever én veel goedkoper dan het steeds weer wegvangen van muskuscavia’s. Want ook na het wegvan­gen moet de schade worden gerepareerd.

We moeten afstappen van de eenzijdige focus op bejaging van muskuscavia’s en de scope verleggen naar een integrale ecologische benadering ter bescherming van waterkeringen. Daarbij moet integraal worden gekeken naar alle gravers die een gevaar kunnen zijn voor de waterveiligheid, in combinatie

met preventie. Dat betekent kijken naar maatregelen om kwets­bare dijkstrekkingen extra te beschermen of op andere wijze onaantrekkelijk te maken voor gravers. Gelukkig wordt daar nu eindelijk onderzoek naar gedaan.Mijn voorstel is om de huidige muskusrattenbestrijdingsdienst te verbreden naar een algemene ‘graafschadebestrijdingsdienst’, ter voorkoming, beperking en reparatie van alle graafschade aan waterkeringen. Door zowel muskuscavia’s als bevercavia’s, wolhandkrabben, rivierkreeften, mollen en in de toekomst mis­schien ook bevers. Met de focus op preventie, waarbij ‘doodma­ken’ slechts één van de mogelijke beheersopties is.

In zo’n integrale benadering dient ook aandacht te zijn voor de interactie tussen al deze gravers. Leidt het wegvangen van mus­kuscavia’s bijvoorbeeld tot nog meer rode rivierkreeften, die ook veel graafschade veroorzaken? Ik ben benieuwd wanneer Stowa ook purschuim in de gangen van kreeften gaat spuiten.

Hans MiddendorpLid van het landelijk bestuur van de Algemene Waterschapspartij (AWP) en auteur van het boek ‘Niet bang voor water?’

Hans Middendorp

Mijn meningNAAR EEN INTEGRALE ECOLOGISCHE BESCHERMING VAN WATERKERINGEN

iStockphoto

Page 17: H2O april 2015

WATERNETWERKNIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

17

Vitens Evides International (VEI) en Plan Nederland gaan structureel samenwerken bij Water, Sanitatie en Hygiëne (WASH)-projecten in ontwikkelingslanden. Op 22 maart, Wereld Waterdag, maakten de directeuren van beide organisa­ties het partnerschap officieel bekend in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. De samenwerking houdt in dat VEI en Plan in ieder geval tot en met 2020 gezamenlijk WASH­projecten gaan opzetten en uitvoeren. Sinds 2013 werken de partijen al samen in Malawi, waar VEI samen met het lokale drinkwaterbedrijf in kaart heeft gebracht hoeveel water er verloren gaat door lekkages en waar het waterleidingen repareert.

De WaterCampus Business Challenge 2015 is gewonnen door Hans­Henk Wolters, Jos van Dalfsen en Petra Ross.De jaarlijkse WaterCampus Business Challenge is een training waarbij jonge ondernemers, samen met experts en ervaren onder­

nemers, innovatieve watertechnologie of een gerelateerde dienst leren omzetten in succesvol internationaal zakendoen. Van 2 tot en met 6 maart volgden zeventien deelnemers samen met ondernemers en coaches die hun successen, mislukkingen en ervaring deelden, een intensief programma over onder andere netwerken, businessmodellen, financiën, sales­ en marketing­strategieën. De laatste dag presenteerden ze hun aangescherpte businessplannen. Wolters (Metal Membranes) presenteerde zijn innovatieve membranen, Van Dalfsen (Wafilin) sprak over het concentreren van melk op de boerderij en Ross (Arcadis) over oplossingen voor het verzilten van grondwater. De drie prijswinnaars krijgen ondersteuning bij de ontwikkeling van hun product door relevante bedrijven.

NR4 / APRIL 2015

7 en 8 oktober: NSTT No-Dig EventOp 7 en 8 oktober houdt De Nederlandse Vereniging voor Sleuf-loze Technieken en Toepassingen (NSTT) het NSTT No-Dig Event. Het tweedaagse evenement in congrescentrum Hart van Holland in Nijkerk staat geheel in het teken van het aanleggen en onder­houden van ondergrondse kabels en leidingen zonder graven. Het gratis gedeelte bestaat naast een expositie van topbedrijven op het gebied van sleufloze toepassingen, uit twee inlooptheaters met tal van workshops en korte cursussen op het gebied van boren en leidingrenovatie. De inhoudelijke thema’s zijn een afspie­geling van de ontwikkelingen in de maatschappij op het gebied van techniek, overlastbeperking, CO2­reductie en de groeiende markt met betrekking tot vervangingsproblematiek. Daarnaast zijn er live­demonstraties en gaan boorbedrijven met elkaar de competitie aan voor de meest nauwkeurige boring. Het evene­ment wordt afgesloten met de huldiging van de winnaar van de boorwedstrijd en de uitreiking van de NSTT No-Dig Award 2015 op 7 oktober, gevolgd door een netwerkborrel. Tijdens het evenement wordt op 8 oktober ook het No­Dig Congres gehouden. Hiervoor is een betaald toegangsbewijs noodzakelijk. Meer informatie voor bezoekers en exposanten op de website.www.no-dig-event.nl

Watersector trekt jongeren met gameWetsus en Grendel Games hebben een watergame ontwikkeld. Deze game, Aqua Emporium, werd op 13 maart gepresenteerd. Met het spel wil Wetsus jongeren inspireren tot een carrière in de watersector. Het resultaat is een serious game waarin de impact van watertechnologie en het internationale karakter van de water­sector worden uitgebeeld.De jongeren krijgen al spelend een beeld van wat zich in de water­sector afspeelt en welke technologische toepassingen ontwikkeld worden. De focus ligt op plezier en educatie. Bedrijven uit de watersector kunnen hun eigen technologie laten inbouwen in de game. Het spel, dat beschikbaar komt voor scholen voor voort­gezet onderwijs én voor particulieren, is bestemd voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Tijdens de presentatie werd de WaterGame aangeboden aan leerlingen van CSG Comenius in Leeuwarden door gedeputeerde Jannewietske de Vries, dijkgraaf Paul van Erkelens van Wetters­kip Fryslân en de raad van bestuur van Wetsus. De leerlingen gaan in de komende weken als expert en vertegenwoordigers van de doelgroep het nieuwe spel testen en hun bevindingen terug­koppelen aan Wetsus en Grendel Games.De game wordt ondersteund door de Vereniging van Drinkwater­bedrijven (Vewin), de Unie van Waterschappen (UvW) en Water­Campus Leeuwarden. De definitieve versie zal later dit voorjaar online en gratis beschikbaar komen.

KORTNIEUWS

VEI EN PLAN WERKEN SAMEN IN ONTWIKKELINGSLANDEN

Monique van ‘t Hek (Plan Nederland) en Marco Schouten (VEI) ondertekenen het WASH-partnership

DRIE WINNAARS WATERCAMPUS BUSINESS CHALLENGE

Vanaf links: Hans-Henk Wolters, Petra Ross en Jos van Dalfsen

Page 18: H2O april 2015

18

AFoto Anita Waltm

an

WELDOENERS IN WATER 6

Schoon drinkwater en duurzaam waterbeheer zijn niet overal vanzelfspre-kend. Daarom zetten Nederlandse goede doelen zich op veel plaatsen in voor het goede waterdoel. Met projectbudgetten variërend van 1.500 euro tot 10 miljoen maken zij de wereld een beetje beter. De grootste uitdaging: om dit ook op lange termijn zo te houden. Zes mooie voorbeelden.

Stiksoep: bewustwording op gang brengen met een projectbudget van 1.500 euro per jaar

Page 19: H2O april 2015

19

AACHTERGROND

STICHTING WATER FOR EVERYONE

Opgericht: 2010Projectbudget 2014: 15.000 euroANBI­statuswww.waterforeveryone.nl

Als Haïti begin 2010 door een verwoestende aardbeving wordt getroffen, richt hbo­docent watertechnologie Leo Groendijk de stichting Water for Everyone op. In no time produceert hij twintig mini­zuiveringsinstallaties, die op zonne­energie werken en tot 1.000 liter schoon drinkwater per dag opleveren, en installeert ze rond de hoofdstad Port­au­Prince.

“Vlak daarna ontmoette ik de voorzitter van een andere stich­ting. Hij zei: ‘Schoon drinkwater is mooi, maar de mensen moeten weer werk hebben.’ Zo ontstond het idee een water­school te ontwikkelen”, vertelt Groendijk. En die staat er nu, dankzij donaties van onder meer de gemeente Leeuwarden, de Rabobank en diverse waterpartners. “Jongelui leren er zuiveringsapparaten bouwen en installeren en waterme­tingen doen. Geslaagde leerlingen kunnen met een micro­krediet zelf een waterwinkel opzetten, voor de verkoop van schoon drinkwater. Er draaien er inmiddels vijf.”

Dit is de koers die Groendijk wil blijven volgen. “In Kenia draait al een waterwinkel en we hopen er ook waterscholing op te zetten. Dankzij een donatie van het WaterLink­sympo­sium 2014 hebben we inmiddels een Dominicaan getraind in Haïti. Met de symposiumopbrengst van dit jaar ­ 7.500 euro – kunnen we misschien een cursus waterspecialist opzetten in de Dominicaanse Republiek zelf.”

De grootste uitdaging? “Het self supporting maken van de school op Haïti. Nu betaalt de stichting nog een deel van de salarissen. De bedoeling is dat leraren en leerlingen zelf werk binnenbrengen, zoals trainingen aan derden of het uit­voeren van watermetingen.”

JOIN THE PIPE

Opgericht: 2009Projectbudget 2014: 350.000 euroANBI­statuswww.join­the­pipe.org/nl@Jointhepipe

Geraldo Vallen had een droom en startte daarom in 2009 met Join the pipe: een ‘community’ van kraanwaterdrinkers all over the world. Want het drinken van (schoon) kraanwater is beter voor iedereen, zo redeneert hij. In het Westen gezon­der dan alle zoete frisdranken die obesitas in de hand wer­ken, en beter dan al die milieuvervuilende bronwaterflesjes. In ontwikkelingslanden beter dan drinken van vies opper­vlaktewater, dat tot veel ziekte en babysterfte leidt.

Op steeds meer publieke plaatsen in Nederland verschijnen de witte kraanwatertappunten van Join the pipe. Daarnaast verkoopt het bedrijf navulbare kraanwaterflessen, in de vorm van een stuk waterleiding. Circa 30 procent van de verkoopprijs van tappunten en flessen benut het voor kraan­waterprojecten in Afrika en Azië. Soms wordt ook geld inge­zameld door de verkoop van kraanwater uit de tappunten, zoals op festival De Parade.

“Met de opbrengt financieren wij handpompen (met garan­tie) en watertappunten in ontwikkelingsgebieden”, vertelt Vallen. “Van belang is dat er een lokaal verdienmodel achter zit, zodat er geld is voor onderhoud van de pomp en voor de waterrekening. Een waterkiosk op een school bijvoorbeeld, waar de schoolkinderen tegen een redelijke prijs ook water voor thuis kunnen kopen.” Door bidons bij de handpompen te leveren, hoopt Vallen bovendien het hygiëneprobleem aan te pakken. “Afrikaanse kinderen drinken vaak uit emmers met hun bevuilde han­den – je hebt daar doorgaans geen toiletten met wc­papier, water en zeep. De bidon blijkt een goed, hygiënischer alter­natief en kost maar 30 cent.” >

Tekst Marloes Hooimeijer | Beeld Anita Waltman en Vitens

NR4 / APRIL 2015

‘Er moet lokaal verdienmodel achter onze waterpompen zitten’

‘Waterschool kan jongelui aan het werk helpen’

21

Page 20: H2O april 2015

STICHTING WETLANDS INTERNATIONAL

Opgericht: 1954 (toen nog International Wildfowl Inquiry)Projectbudget 2014: 10 miljoen euroANBI­status en CBF­keurmerkwww.wetlands.org@WetlandsInt

“Aantasting van wetlands, zoals meren, moerassen en rivie­ren, heeft grote gevolgen”, zegt Chris Baker, programma­hoofd Water Resources Management bij de stichting Wet­lands International. “Gevolgen voor natuur en biodiversiteit, maar ook voor de bevolking die van wetlands afhankelijk is voor water en levensonderhoud, zoals vissers, rijsttelers en herders. Bovendien maakt het gebieden kwetsbaar­der voor extreme weersomstandigheden als droogte en overstromingen doordat de bufferfuncties van wetlands, wateropslag bijvoorbeeld, verloren gaan.”

De stichting strijdt wereldwijd voor behoud en herstel van wetlands – voor mens en natuur. Dit doet zij vanuit het hoofdkantoor in Ede en vanuit zestien internationale kan­toren. De omvangrijke financiële steun komt van nationale overheden, intergouvernementele organisaties, ngo’s, ken­nisinstituten en private partijen. Baker: “Een van onze grootste successen is het herstel van wetlandgebieden in Zuidoost­Azië die door de tsunami in 2004 ernstig waren aangetast. Ze kunnen weer een na­tuurlijk schild vormen tegen nieuwe stormen, zeespiegel­stijging en eventueel nieuw tsunamigeweld. Hierin werkten wij nauw samen met de lokale bevolking, zodat de gebieden duurzaam beheerd blijven in de toekomst en de inwoners er optimaal van profiteren voor hun levensonderhoud ”

Het lastigste om te bereiken is volgens Baker dat overheden en bedrijven zorg voor wetlands vanzelfsprekend meene­men in hun ontwikkelplannen. “Dat het niet als een offer wordt gezien, maar als onderdeel van een gezonde business case.” Daarom werkt de organisatie ook nauw samen met private partijen, waaronder Shell, een bedrijf dat in veel wetlandgebieden actief is. “Het moet meer en meer deel gaan uitmaken van hun denken.”

STICHTING WATERPAS

Opgericht: 2009Projectbudget 2014: 65.743 euroANBI­statuswww.stichtingwaterpas.nl

De Stichting Waterpas komt voort uit de waterfabriek Dutch Water Limited (DWL) in het Keniaanse Mombasa. DWL, opgericht door de Nederlandse ondernemingen Hatenboer­Water en Reikon, heeft als doel om lokaal zo goedkoop mogelijk, gezond drinkwater te produceren en te verkopen. “De stichting werft in Nederland sponsorgeld om ook de allerarmste schooltjes en weeshuizen door DWL van water te kunnen laten voorzien”, vertelt voorzitter Erik Juch.

Met volle watertanks achter op hun vrachtwagentjes gaan medewerkers van DWL langs de locaties om er de gespon­sorde tanks met drinkwater te vullen. Zo’n plastic tank kost 400 euro en schoon drinkwater voor één schoolklas kost 250 euro per jaar. “Het maakt indruk als een schooldirec­trice vertelt hoe ze de gezondheid van de kinderen hier­door ziet verbeteren”, vertelt Juch.“Schooluitval vanwege maag­darmproblemen als tyfus daalt enorm en de school­prestaties worden veel beter. Goed geschoolde jeugd begint met gezonde jeugd.”

Donaties komen van particulieren, netwerkclubs, scholen, kerken en stichtingen. Bedrijven mogen zich ‘gouden’ of ‘zil­veren’ partner noemen als ze drie jaar of langer meer dan (respectievelijk) 2.500 of 1.000 euro doneren. “Ook al stijgen de bijdragen van bedrijven nog steeds licht, de crisis is voel­baar”, constateert de voorzitter. “Ze komen niet zomaar met sponsorgeld over de brug. Terwijl continuïteit onze grootste zorg is: je wilt die scholen en weeshuizen volgend jaar ook weer drinkwater kunnen leveren.” Daarom ligt de lat onverminderd hoog: “Dit jaar willen we 75.000 euro binnenhalen.”

20

‘Ook de allerarmste schooltjes en weeshuizen van drinkwater voorzien’

‘Wetlandherstel als natuurlijk schild tegen nieuwe stormen’

Met projectbudgetten variërend van 1.500 euro tot 10 miljoen maken Nederlandse goede doelen de wereld een beetje beter

34

Page 21: H2O april 2015

21ACHTERGROND

NR4 / APRIL 2015

STICHTING STIKSOEP

Opgericht: 2012Projectbudget 2014: 1.500 euro ANBI­statuswww.stiksoep.nl en @stiksoep

“Vogels, vissen en andere dieren in oceanen, zeeën en rivie­ren die dood gaan door ons, doordat wij onverstandige din­gen doen met ons plastic afval.” Het probleem van de ‘plastic soep’ baart de Nijmeegse kunstenares Anita Waltman grote zorgen. Dus wil ze er met haar stichting Stiksoep aan bijdra­gen dat er niet nóg meer vuil bij komt. “Door kunst en edu­catie te combineren probeer ik mensen bewust te maken van het probleem. Bedrijven, gemeenten en particulieren sponsoren projecten, met geld maar zeker ook met mate­rialen en menskracht.”

Stiksoep verzorgt bijvoorbeeld voorlichtingsprojecten op basisscholen. “Jonge kinderen hoef je nog geen slecht ge­drag af te leren, terwijl je ze wel goed gedrag kunt aanle­ren.” Als ze in de klassen vertelt over de plastic soep en foto’s laat zien van slachtoffers, zoals vogels met een buik vol plastic, klinkt er alom ‘Ah, dat is zielig’. “Vervolgens gaan we naar buiten om plastic afval te rapen, en daar maken we dan een kunstwerk van.”

Diverse community art­projecten spraken al tot de verbeel­ding van het grote publiek. “In 2014 bouwde ik met inwoners van Almere een megagrote ufo van petflesjes­afval. Tijdens de Nijmeegse Vierdaagse 2013 konden bezoekers op een nabijgelegen strandje meebouwen aan enorme zeeschild­padden van het plastic afval dat de inwoners de maanden daarvoor hadden ingezameld.” In 2016 hoopt Waltman een ‘nog veel groter’ community art­project te realiseren. “Gecombineerd met een museum­expositie van internationale plastic­soep­kunst.”

STICHTING WATER FOR LIFE

Opgericht: 2004Projectbudget 2014: 1,4 miljoen euroANBI­statuswww.waterforlife.nl en @WforL

Vier drinkwaterbedrijven (Vitens, Evides Waterbedrijf, WML en Waterbedrijf Groningen), één doel: schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen in ontwikkelingslanden. Hun geza­menlijke stichting Water for Life zorgt voor de aanleg van waterleidingen, de bouw van openbare tappunten en wc’s, en trainingen over hygiëne. Op dit moment in zeven Afri­kaanse en drie Aziatische landen, waar zij de afgelopen tien jaar 1 miljoen mensen kon helpen.

De klanten van de drinkwaterbedrijven kunnen boven op hun waterrekening een bedrag doneren. “Ons aantal vaste dona­teurs groeit nog steeds,” vertelt operations manager Anne Barendregt. “Vorig jaar kwamen er weer 1.800 bij. Ook be­drijven als A.Hakpark (onder andere transport en distributie van energie, red.) doneren trouw. Daarnaast ontvangen we eenmalige giften en een subsidie van het fonds Aqua for all.”

Er is een intensieve samenwerking met VEI, het internatio­nale bedrijf van drinkwaterbedrijf Vitens en Evides Water­bedrijf, waarvoor ook Barendregt werkt. “We doen alleen projecten in regio’s waar VEI al actief is, zodat er altijd een projectmanager dichtbij is die contact onderhoudt met het lokale drinkwaterbedrijf dat het project uitvoert. Zo zorgen we dat 100 procent van elke donatie naar de projecten gaat.”

In veel projecten gaat het om het aansluiten van arme stede­lijke buitenwijken op het waternet. “De drinkwaterbedrijven hebben zelf vaak onvoldoende inkomsten voor dit soort in­vesteringen.” Daar zit ook gelijk de grootste zorg: “Ook op de lange termijn moeten onze projecten voldoende inkom­sten kunnen genereren voor onderhoud en beheer door het lokale drinkwaterbedrijf. We blijven ze langere tijd volgen en ondersteunen.” |

‘Ons aantal vaste donateurs groeit nog steeds’

‘Ik maak mensen bewust van het plastic-soep-probleem’

Water for Life: 100 procent van de donaties gaat naar de projecten

Foto’s Vitens

65

Page 22: H2O april 2015

Hét fysieke knooppunt van de watertechnologie

Internationale samenwerking

APPLIED RESEARCHBUSINESS

SCIENCE

Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN). Hier wordt geïnvesteerd in uw toekomst. Water Alliance wordt medegefinancierd door het Europees fonds voor regionale ontwikkeling en door het ministerie van EZ, Pieken in de Delta.

WaterCampus Leeuwarden organiseert samenwerking tussen (inter-)nationale bedrijven, kennisinstellingen en overheden in de watertechnologiesector, teneinde synergie te creëren voor innovatie, onderwijs en ondernemerschap van wereldniveau en om daarmee de positie van Europese watertechnologie te versterken. WaterCampus biedt naast deze samenwerkingsfunctie een unieke onderzoeksinfrastructuur en is daarmee een ontmoetingsplaats van wetenschappers en bedrijven uit heel Europa. Sinds december 2014 is Leeuwarden UN Innovating City op gebied van watertechnologie. Belangstelling voor samenwerking, ondersteuning, onderwijs, onderzoek (faciliteiten), business development of vestiging op WaterCampus Leeuwarden? Bezoek ons op www.watercampus.nl

Vacaturebank

Stop met het uitbesteden van recruitment aan dure bureaus of het eindeloos zoeken op LinkedIn naar jouw droombaan en bespaar tijd en geld met de vacaturebank van H2O. Bij H2O kunt u nu ook terecht voor interessante vacatures in de watersector.

Voor werkgevers:• Direct onder de aandacht bij waterprofessionals• Eenvoudig en snel een vacature plaatsen, aanpassen of verwijderen• Overzichtelijk en gebruiksvriendelijk dashboard voor al uw vacatures• Zoek naar kandidaten op vaardigheden, ervaring, werkveld en meer

Voor werkzoekenden:• Direct reageren op actuele vacatures• Overzichtelijk aanbod van alle vacatures• Eenvoudig en snel je CV en motivatiebrief toesturen• Zoek op werkveld, salaris, specifieke functie en meer

Gebruik actiecode: H2OVACATURE en krijg één maand lang een gratis vermelding op onze vacaturebank t.w.v. € 250,­. Werkzoekenden kunnen GRATIS een profiel aanmaken.Ga nu naar www.vakbladh2o.nl/vacatures of stuur een email naar [email protected] of bel met Shahin Habbah via 0314 355 834 voormeer informatie.

OP ZOEK NAAR DE PERFECTE KANDIDAAT OF EEN DROOMBAAN IN DE WATERSECTOR?

Page 23: H2O april 2015

HOOG WATER Watertorens: er werden er 260 gebouwd om druk te

houden op het leidingnet en altijd te beschikken over schoon drinkwater. Ze hebben nu meestal een andere bestemming. In de vierde aflevering van deze serie: de watertoren van Sint Jansklooster.

VROEGERDit rijksmonument staat sinds 1932 aan de rand van het Nationaal Park Weerribben­Wieden in Overijssel: een waterrijk landschap met een nog middeleeuwse verka­veling. Veel sloten en smalle percelen, ontstaan bij de ontginning van het veenmoeras langs de Zuiderzee. De toenmalige Waterleiding Maatschappij Overijssel (nu opgegaan in Vitens) liet de toren bouwen. Het ontwerp is van een onbekende architect, die zijn inspiratie in elk geval duidelijk ontleende aan de Amsterdamse School. Bijzonder voor die tijd was dat de betonnen schacht met glijbekisting werd gemaakt; eromheen bevindt zich een mantel van baksteen. Kenmerkend voor het sobere bouwen in de jaren dertig van de vorige eeuw. Bovenin is een betonnen holbodemreservoir (400 kubieke meter).

NUDe toren heeft inmiddels een tweede leven, dankzij Natuurmonumenten en BOEi (ter bescherming van in­dustrieel erfgoed). Vorig jaar was de officiële ingebruik­name als uitzichttoren aan de rand van het natuurgebied en de uitreiking van de Watertorenprijs 2014 (door de Nederlandse Watertoren Stichting). De jury sprak van een “spectaculaire herbestemming”. Aan de buitenkant veranderde niet veel, alleen werden in het pannendak vier grote vensters aangebracht. In de indrukwekkende schacht van de toren meandert nu een nieuwe houten trap, die comfortabel te beklimmen is. Een prachtige herbestemming, die helemaal recht doet aan de oor­spronkelijke “industriële sfeer”, aldus de Nederlandse Watertoren Stichting.

SINT JANSKLOOSTER

HOOGTE: 45,7M

<>

GEBOUWD: 1932INHOUD: 400 M3

Tekst en fotografie Roel Smit

Een nieuwe houten trap slingert zich door het gewelf van de watertoren van Sint Jansklooster

23

NR4 / APRIL 2015

Page 24: H2O april 2015

24

A

Een te hoge of te lage grondwaterstand kan grote problemen opleveren voor woningeigenaren. Het is de taak van gemeenten grondwateroverlast zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Maar burgers hebben ook een eigen verantwoor-delijkheid. Hoe ziet dat precies?

WATER IN DE KRUIPRUIMTE

O JEE,

WIE IS ER VERANTWOORDELIJK VOOR GRONDWATEROVERLAST?

Tekst Dorine van Kesteren | Beeld Hollandse Hoogte e.a.

Page 25: H2O april 2015

25

AACHTERGROND

n Nederland hebben zo’n 260.000 woningen te kampen met oprukkend grondwater. Tuinen, kruipruimtes en kelders worden nat en het water trekt op in de muren. Er ont­staat een vochtig binnenklimaat, met gezondheidsklachten en ongedierte als vervelende gevolgen.Jason Zondag, adviseur watermanagement bij de gemeente Rotterdam, spreekt dagelijks

bewoners die last hebben van het grondwater. “Rotterdam ligt al laag, en bepaalde wijken komen jaarlijks nog eens 1 tot 2 centimeter lager te liggen. Dat komt doordat de klei­ en veenlagen in de bodem slap zijn en gemakkelijk samendrukken. En omdat het grondwater niet mee zakt, wordt het verschil tussen maaiveld en grondwaterstand steeds kleiner.”

Het probleem van overtollig grondwater speelt niet alleen in het westen van Nederland, maar bijvoorbeeld ook in de Drentse stad Hoogeveen. “Hoogeveen ligt in een overgangsgebied van zand­ naar veengrond, een van de meest complexe bodemstructuren van Noord­Nederland. Plaatselijk zitten er venige en lemige lenzen in de bodem, die verhinderen dat het hemel­water naar beneden zakt. Vooral de zuidelijke helft van de stad heeft serieuze grondwater­overlast. Daar liggen wijken uit de jaren zestig en zeventig, op grond die slecht bouwrijp is gemaakt”, zegt Thomas Klomp, waterspecialist bij de gemeente Hoogeveen.

WETTELIJKE ZORGPLICHTMensen die grondwateroverlast hebben, melden zich doorgaans bij de gemeente. Die komt dan niet meer weg met een reactie als: jammer, maar dat is ons probleem niet. Sinds 2008 >

I

Foto Kees van de Veen / Hollandse H

oogte

NR4 / APRIL 2015

Groningen 2010; Wateroverlast in de Oosterpoort na een grote regenbui. Een bewoner van de Meeuwerderweg schept zijn ondergelopen kruipruimte leeg

Page 26: H2O april 2015

26

hebben gemeenten namelijk een actieve grondwatertaak. Deze grondwaterzorgplicht uit de Waterwet houdt in dat zij maatregelen moeten nemen om structurele grondwaterproblemen in het openbaar gebied zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Hoe gemeenten dit precies doen en welke normen zij daarbij hanteren, moeten zij zelf uitmaken.

De zorgplicht betekent echter niet dat een gemeente altijd maar maatregelen moet nemen als een burger klaagt, aldus Peter de Putter van Sterk Consulting, die overheden en burgers juridisch advies geeft bij (grond)waterproblemen. “Het gaat erom dat de gemeente zorgvul­dig onderzoekt hoe de waterproblemen ontstaan en welke maatregelen mogelijk zijn. Maar het kan vervolgens heel goed zijn dat bewoners zelf maatregelen moeten nemen, al moet de gemeente dan wel goed uitleggen waarom zij niet de portemonnee trekt.”

ROTTERDAMSE NORMOp grond van de zorgplicht doet de gemeente Rotterdam maandelijks metingen in 2.000 peil­buizen die verspreid door de stad liggen. Zo controleert zij hoe hoog het grondwater staat in het openbaar gebied. Zondag: “Dat levert nuttige informatie bij de behandeling van mel­dingen over te hoog grondwater. Staat het grondwater dieper dan 80 centimeter onder het straatniveau, dan voldoet de grondwaterstand aan de Rotterdamse norm. Toch komt het voor dat mensen dan nog steeds water in hun kruipruimte hebben, bijvoorbeeld omdat die heel diep is of omdat de grond onder hun tuin slecht doorlaatbaar is. Dan is het aan henzelf om maatregelen te nemen.”

Deze huiseigenaren kunnen bijvoorbeeld de muren van hun kelder laten impregneren om ze waterdicht te maken of de vochtige bodem van de kruipruimte ophogen met zand of schelpen. Of ze leggen rondom hun huis en in de tuin een eigen drainage aan, zodat het grondwater beter wegstroomt naar het openbare gebied. Zondag: “Dan bestrijden zij niet alleen de symptomen, maar ook de oorzaak van het probleem. Omdat wij een ontvangst­plicht hebben voor overtollig grondwater, kunnen de mensen hun drainage aansluiten op ons drainagestelsel of, als dat er niet is, de riolering.”

GRONDWATER TE LAAG, PAALROT! Niet alleen te hoog grondwater kan voor problemen zorgen, maar een te lage grondwaterstand ook. In het westen van Nederland zijn veel woningen op houten funderingspalen gebouwd. Als het grondwater heel diep zit, komen deze palen droog te staan. Dan kunnen ze in contact komen met zuurstof en gaan schimmelen en rotten. Dit proces stopt als de palen weer onder water komen te staan. Maar als het grondwaterpeil daarna opnieuw daalt, gaat de paalrot verder. Als funderingspalen bij elkaar opgeteld zo’n twintig jaar droog hebben gestaan, zijn ze zo aangetast dat de huizen gaan verzakken.

In Dordrecht heeft jarenlang een rechtszaak gesleept tussen particuliere huiseigenaren en de gemeente. De paalrot werd daar veroorzaakt doordat grondwater wegliep in kapotte riolerings-buizen. Eind 2012 oordeelde de Hoge Raad dat de gemeente Dordrecht niet aansprakelijk was voor de schade aan de houten funderingen. Volgens de hoogste rechter mocht de gemeente, toen zij eenmaal op de hoogte was van de slechte staat van de rioleringen, eerst een onderzoek instellen en een plan van aanpak maken. Ook heeft de gemeente niet onrechtmatig gehandeld door de riolering in delen te vervangen. Eerder vonden rechtbank en hof ook al dat de huiseige-naren niet voor schadevergoeding in aanmerking kwamen. De grondwaterzorgplicht speelde in deze zaak overigens nog geen rol; de uitspraak is gebaseerd op de wetgeving van vóór 2008.

In Nederland hebben zo’n 260.000 woningen te kampen met oprukkend grondwater

De kop van een rotte paal zoals die onder de woning vandaan is gekomen

Foto Belangen VerenigingFunderingsProblem

atiek

Page 27: H2O april 2015

27ACHTERGROND

DOELMATIGAls het grondwater bij meer dan 30 procent van de metingen – het moet immers gaan om een structureel probleem – minder dan 80 centimeter onder het maaiveld staat, legt de gemeente Rotterdam soms drainage aan in het openbaar gebied. Hierbij wordt het grondwater via kunststof buizen met gaatjes ondergronds afgevoerd naar de sloten en singels, waardoor het grondwaterpeil daalt. Net als veel andere gemeenten gaat Rotterdam hier alleen toe over als de aanleg van drainage doelmatig is. Maar wat is doelmatig? De Putter (Sterk Consulting): “Simpel gezegd: kleine moei­te, groot plezier. De kosten moeten maatschappelijk aan­vaardbaar blijven. De kosten van de aanleg en het beheer van een drainagesysteem worden afgewogen tegen de te vermijden schade in een bepaalde wijk. Als maar een of twee huizen grondwaterproblemen hebben, ga je niet een hele wijk op de schop nemen.”

Zondag: “Wij combineren de aanleg van drainage het liefst met andere werkzaamheden aan de straat, kabels, leidingen of het riool. Dat levert natuurlijk een kostenbesparing op. Soms zeggen we dus tegen mensen: we overwegen om drainage aan te leggen, maar pas over vijf jaar, als er groot­schalige rioolwerkzaamheden in uw straat staan gepland. Andersom onderzoeken we bij rioolvervanging meteen of het nodig is om drainage aan te leggen. We weten namelijk dat de problemen vaak juist ontstaan als we nieuwe, water­dichte riolering aanleggen, omdat oude, lekkende rioollei­dingen onbedoeld nog weleens fungeren als afvoerbuis van grondwater. Daarop anticiperen we door tegelijk drainage aan te leggen.”

De gemeente Hoogeveen hanteert eveneens het doelmatig­heidscriterium, hoewel in de wijk Wolfsbos, waar ernstige, structurele grondwateroverlast heerste, de grondwater­problematiek leidend was – en niet de planning van groot onderhoud aan de weg of riolering. Klomp: “De drainage­maatregelen zijn daar versneld uitgevoerd en tegelijkertijd is de riolering vervangen en is de wijk opnieuw bestraat. Mogelijk gaat dit ook in andere wijken aan de zuidkant van de stad gebeuren. Het college beslist daar naar verwachting dit jaar over.”

VOORZIENINGEN OPENBAAR GEBIEDGemeenten leggen in principe alleen drainage aan in het openbaar gebied. “Wij meten alleen in het openbaar gebied en brengen ook alleen maar daar voorzieningen aan”, zegt Zondag. De gemeente Hoogeveen trekt de grens tussen particulier en openbaar terrein echter minder strak. Daar zijn bijvoorbeeld ook peilbuizen aanwezig buiten het open­

baar gebied en liggen de uiteindes van het gemeentelijke drainagesysteem soms onder particuliere grond. Klomp: “Wij willen de mensen goed adviseren. Zeker omdat zij jarenlang van het kastje naar de muur zijn gestuurd door gemeente, provincie en waterschap. Daarom hebben we in de wijk Wolfsbos een drainagetransportsysteem aangelegd met eigen aansluitingen voor alle particuliere percelen. Deze buizen liggen een meter op het eigen terrein van de mensen.”

Naast drainagemaatregelen kan ook verlaging van het oppervlaktewaterpeil een oplossing zijn. De gemeente Rotterdam werkt daarom als het om grondwater gaat samen met de waterschappen, die het peil in de sloten en singels bepalen. Zondag: “Waterschappen zijn echter niet zomaar geneigd om het peil te verlagen en het peilbesluit aan te passen. Dat kan pas na een studie waarbij alle belangen worden geanalyseerd die samenhangen met het grond­ en oppervlaktewater in het gebied.”

NUL OP HET REKESTDoor het doelmatigheidscriterium krijgen klagende burgers dus regelmatig nul op het rekest van de gemeente. Het lijkt alsof ze het er dan ook maar bij laten zitten, want volgens Zondag leggen maar weinig mensen eigen drainage aan. “Dat vinden veel mensen toch te duur en te veel gedoe.” De Putter doet een soortgelijke observatie. “We zijn snel geneigd te denken dat de klagende burger slachtoffer is. Maar mijn sympathie gaat uit naar die talloze mensen die wel zelf de kruipruimte dichtsmeren of drainage aanleggen in de tuin. Die komen niet naar bewonersavonden en schrijven geen brieven aan de gemeente. Burgers hebben nu eenmaal ook een eigen verantwoordelijkheid – grond­waterzorgplicht of niet.”

Veel rechtszaken zijn er tot nu toe nog niet gevoerd over de grondwaterzorgplicht. De Putter kent alleen een zaak van de Nationale Ombudsman, die in 2013 bepaalde dat de gemeente Voorschoten gelijktijdig met nieuwe riolering een drainagepijp had moeten aanleggen. Uiteindelijk hebben procedures ook maar weinig kans van slagen, denkt hij. “De gemeente voldoet aan haar zorgplicht als zij het grondwa­teraspect meeneemt bij de besluitvorming over ingrepen in de openbare ruimte en de klachten van burgers serieus neemt. Als er dan toch schade ontstaat, is het lastig om de gemeente aansprakelijk te stellen. Dat komt ook doordat een natte kelder of kruipruimte slechts zelden één oorzaak heeft. Er spelen altijd meerdere factoren een rol, en niet in de laatste plaats natuurlijke omstandigheden, zoals over­vloedige neerslag.” |

NR4 / APRIL 2015

Page 28: H2O april 2015

28

NIEUWE VRAAGBAAK VOOR PUBLIEKE OPDRACHTGEVERS

Vorige maand is de klepdeur van de monumentale sluis van Benedensas (bij De Heen, gemeente Steenbergen) op zijn plaats gehangen. Deze klepdeur is een tweede deur in de sluis om extra veiligheid te bieden als de waterberging Volkerak­Zoommeer wordt ingezet. Het aanpassen van de sluis van Benedensas is één van de werkzaamheden die aan de Brabantse kant van de dijken langs het Volkerak­Zoommeer worden uitgevoerd om alles gereed te maken voor de water­berging. De waterberging kan vanaf 2016 worden ingezet. De waterberging Volkerak­Zoommeer is één van de 34 maatregelen in het kader van het programma ‘Ruimte voor de rivier’. De waterberging kan 200 miljoen kubieke meter water opnemen en hierdoor de waterstand op het Hollands Diep omlaag brengen.

De oudste sluis van het sluizencomplex Benedensas is de schutsluis uit 1824. Die zorgde ervoor dat bij vloed het water van het Volkerak niet landinwaarts stroomde. Tijdens eb kon via de sluis overtollig water (zoals regenwater) van de Steenberg­sche Vliet naar het Volkerak stromen. De sluis is bijzonder omdat deze een van de oudere sluizen is van Nederland. De sluis heeft speciale waaierdeuren die nog goed zichtbaar zijn. Om de uitstraling van de sluis te behou­den is gezocht naar een ontwerp dat bij het monumentale karakter van de sluis past. Er is gekozen voor het ‘neerleggen’ van een tweede deur op de bodem van de rivier, die met lieren omhoog getrokken kan worden als de waterberging Volke­rak­Zoommeer wordt ingezet. Hiermee is er onder normale omstandigheden niets van de tweede deur te zien en wordt de uit­staling van de sluis nauwelijks aangetast.

GROOTSTE WATERBERGING VAN NEDERLAND BIJNA KLAAR

Opdrachtgevers en projectleiders van waterschappen kunnen voortaan met vragen terecht bij een onafhankelijk vragenloket. Dit loket is ingericht door PIANOo, Expertise-centrum Aanbesteden van het ministerie van Economische Zaken, samen met de Unie van Waterschappen (UvW) en de Vereniging van Waterbouwers.

Via [email protected] kan een vraag worden gesteld. Een werkgroep van de Vereniging van Waterbouwers formuleert dan een advies. Dat gebeurt binnen vijf tot tien werkdagen, afhankelijk van de complexiteit van de vraag. Dit antwoord wordt door PIANOo getoetst op onder andere onafhankelijkheid en volledigheid. Zo kan de werkgroep, met leden uit groot­, midden­ en kleinbedrijf, worden gezien als een tweedelijns helpdesk. Het vragenloket van PIANOo bestaat al langer voor juridische en inkooptechnische vra­gen, maar is nu uitgebreid met een service voor marktspecifieke of technische vragen in de waterbouwmarkt.

De Unie van Waterschappen houdt dit jaar regionale bijeenkomsten over de marktvisie in het algemeen, de relatie tussen innovatie/duurzaamheid en inkoop, de dialoog met de markt en over het vragenloket voor opdrachtgevers van de waterschappen. UvW orga­niseert deze bijeenkomsten samen met partners als het ministerie van Economische Zaken, Programma Inkoop Innovatie Urgent en PIANOo. De eerste bijeenkomsten rondom het thema innovatie en inkoop vonden deze maand plaats. In het najaar volgt een tweede serie rondom het thema duurzaamheid en inkoop.

Voor meer info: www.uvw.nl/themas-unie-van-waterschappen/financien/inkopen-en-aanbesteden/

Page 29: H2O april 2015

TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTORWATERTECHNIEK 29

BORING VAN 800 METER

NR4 / APRIL 2015

NEREDA WERKT GOED IN COMBI MET CONVENTIËLE ZUIVERINGDe Nereda-technologie kan op een rioolwaterzuiveringsinstal-latie goed gecombineerd worden met een conventioneel actiefslib systeem. Daarmee kunnen ruimte en kosten bespaard worden. Dit concluderen het waterschap Vechtstromen en Royal HaskoningDHV op basis van anderhalf jaar ervaring met deze combinatie van een ‘hybride Nereda’ op de rioolwaterzuivering van Vroomshoop.

Het principe van de Nereda®­technologie is gebaseerd op snel bezinkend korrelslib, dat het mogelijk maakt om de behandeling van afvalwater én de scheiding van water en slib in één tank te laten plaatsvinden. Dat scheelt veel ruimte en energie. De technologie, die inmiddels op veel plaatsen in Nederland en in het buitenland wordt toegepast, is ontwikkeld door de TU Delft, Royal HaskoningDHV, Stowa en de waterschappen.

Aanleiding om in Vroomshoop een combinatie te maken van Nereda en traditionele afvalwaterbehandeling was het grote ver­schil op deze locatie tussen de afvoer bij droog weer en bij regen. Dit verschil bedraagt een factor zes, wat een 100 procent Nereda­ ontwerp ongunstig maakte. De capaciteit van de reactor moet dan zeer groot zijn om de hoeveelheid regenwater te verwerken, terwijl dat op grond van de biologische belasting van het afval­water eigenlijk helemaal niet nodig is. Daardoor zou het voordeel van Nereda als compacte technologie deels vervallen. Vandaar de combinatie in de vorm van een hybride systeem, voor de bouw waarvan subsidie is gekregen van de provincie Overijssel. In dit systeem wordt bij droog weer circa 50 procent van het afvalwater in de Nereda­straat behandeld, bij regenweer is dat 30 procent. De hybride Nereda is, zo blijkt, inmiddels volbelast, voldoet ruim­schoots aan de lozingseisen en heeft een laag energieverbruik.

Waterleiding-maatschappij Drenthe (WMD) legt 50 kilometer nieuwe water-leiding aan. Er ligt nu ruim 38 kilometer buis in de grond. In het tracé vinden

51 boringen plaats met een totale lengte van ruim 8 kilometer.Vorige maand was de laatste boring. Vanuit 1e Exloërmond werd over een lengte van bijna 800 meter een tunnel (diameter 50 cen­timeter) geboord naar Musselkanaal.

De gestuurde boring ging op een diepte van 18 meter onder het spoor, wegen en het kanaal door. Bij een gestuurde boring zijn er slechts twee werklocaties nodig. Op het intredepunt gaat de boor in de provincie Drenthe de grond in. En bij het uittredepunt in de provincie Groningen ligt de (aaneengelaste) waterleidingbuis klaar. Als de boor het uittredepunt bereikt trekt hij de buis door het boorgat terug naar het intredepunt.

Door de aanleg van de nieuwe waterleiding worden de water­productiestations in Annen en in Emmen aan elkaar gekoppeld. Die stations gaan vanaf dit najaar jaarlijks 2,5 miljoen kubieke meter drinkwater leveren aan Stadskanaal en het voorzienings­gebied van Sellingen in Zuidoost Groningen (van Water bedrijf Groningen).

Foto WM

D

De hybride installatie in

Vroomshoop: links Nerada,

rechts een conventioneel

actiefslib systeem

De hybride installatie in Vroomshoop: links Nerada, rechts een conventioneel actiefslib systeem

In het ontwerp zijn verder twee bijzondere keuzes gemaakt. Ten eerste zijn voor het effluent van de Nereda­installatie drie opties ingebouwd: afvoer naar het actief slibsysteem, lozing in de nabezinktanks van de conventionele straat en directe lozing op het oppervlaktewater. Ten tweede wordt het spuislib van de Nereda­ installatie afgevoerd naar het actief slibsysteem, waardoor het de bezinkbaarheid van het actiefslib mogelijk kan verbeteren.

Uit anderhalf jaar praktijkervaring is inderdaad gebleken dat de enting met Nereda­slib een belangrijk voordeel is van het hybride systeem, zo concluderen het waterschap en Royal HaskoningDHV. Hierdoor kan aanzienlijk bespaard worden op de bouw van na­bezinktanks. Door de toepassing van Nereda in combinatie met een bestaande installatie, kan op deze manier een forse kosten­besparing gerealiseerd worden.

Een uitgebreid artikel over dit onderwerp is geschreven door Mathijs Oosterhuis en Meinard Eekhof (beiden van waterschap Vechtstromen) en André van Bentem en Helle van der Roest (beiden Royal HaskoningDHV). Het is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl.

Het intredepunt in de provincie Drenthe (opname gemaakt met een drone)

Page 30: H2O april 2015

30

De prestaties van een beluchtingssysteem op een rioolwater-zuiveringsinstallatie (rwzi) zijn goed te controleren met een multifysisch model (chemische kinetica en vloeistofdynamica). Dit blijkt uit een analyse van advies­ en ingenieursbureau Tauw in samenwerking met waterschap Groot Salland op de rioolwater­zuivering in Dalfsen. Door gebruik te maken van een zogeheten CFD­model kan het vermogen van een zuivering om zuurstof op te nemen beter vastgesteld worden dan via handmatige metingen, aldus de betrokken partijen.

Op veel rioolwaterzuiveringen is de afgelopen jaren de oppervlak­tebeluchting vervangen door een efficiënter beluchtingssysteem. Doel is vaak het vergroten van de capaciteit voor het inbrengen van zuurstof en het verlagen van het energiegebruik. Controleren of het nieuwe systeem aan de eisen voldoet is echter lastig, kost veel tijd en levert wisselende resultaten op. De actiefslib­tank moet er bovendien feitelijk voor buiten bedrijf gesteld worden.

CFD (Computational Fluid Dynamics) is een hydrodynamisch 3­D model waarmee de omstandigheden in actiefslib­tanks kunnen worden nagebootst. Met het model kunnen de effecten van de ligging van beluchtingspakketten, de omloopsnelheid en meng­effecten op de zuurstofmeting inzichtelijk gemaakt worden. Het is niet meer nodig op verschillende plaatsen in de tanks feite­lijke metingen te verrichten; één zuurstofsensor is voldoende. Bovendien is de berekening via het CFD­model nauwkeurig dan via handmatige bepaling met meerdere sensoren. Ook in niet­symmetrische tanks werkt het model goed.

Een uitgebreid artikel over dit onderwerp is voor H2O-Online geschreven door Ronnie Berg en Berend Reitsma (beiden Tauw) en Herman Evenblij (waterschap Groot Salland). Het is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl

Medewerkers van waterlaboratorium Aqualysis hebben vorige maand een bijzondere vondst gedaan in het werkgebied van waterschap Groot Salland. Na jarenlang zoeken hebben zij de uiterst zeldzame Humus-kieuwpootkreeft gevonden in de uiterwaarden bij Wijhe. Dit kreeftje werd sinds het begin van deze eeuw maar twee keer eerder waargenomen. De dieren bestaan onveranderd al zo’n 200 miljoen jaar en behoren daarmee tot de oudste levende soorten op aarde.

Het Humus­kieuwpootkreeftje is vier tot vijf centimeter groot en scharrelt op en in de bodem zijn kostje bij elkaar. De nieuwe vindplaats is voor zover bekend de meest noordelijke vindplaats in het rivierengebied van Nederland.Kieuwpootkreeftjes behoren tot dezelfde diergroep als water­

vlooien, al lijken ze daar totaal niet op. Deze soorten worden in tegenstelling tot watervlooien behoorlijk groot en zijn qua voedsel waarschijnlijk afhankelijk van hun kleine neefjes en nichtjes. De dieren hebben geen poten maar kieuwplaten waarmee ze ademhalen en zich voortbewegen.

Het zijn hele simpele beestjes en ze hebben een aangepaste levenswijze om te kunnen overleven in de hedendaagse natuur. Zo leven de soorten in de winter en in het vroege voorjaar in droogvallende watertjes voordat de rest van de natuur op gang komt, want deze simpele dieren kunnen zich niet verdedigen of verschuilen. De eitjes van deze waterdieren die in de opdrogende poelen achterblijven, kunnen wel 30 jaar op land overleven en worden door wind en water verspreid.

Foto E. Stegeman-Broos en E. Schoppers

De Humus-kieuwpootkreeft

MULTIFYSISCH MODEL WERKT GOEDBIJ CONTROLE BELUCHTING RWZI

OERKREEFTJESGEVONDENIN OVERIJSSEL

Page 31: H2O april 2015

TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTORWATERTECHNIEK 31

NR4 / APRIL 2015

De beursvloer was nog voller dan de afgelopen jaren: op de Aqua Nederland Vakbeurs stonden van dinsdag 17 tot en met donderdag 19 maart maar liefst 260 exposanten, het onderdeel Rioleringsvakdagen bestond uit 58 exposanten. Daarmee was totale driedaagse in de Evene-mentenhal Gorinchem nog groter van opzet dan voorgaande jaren. In totaal kwamen er een klei-ne 10.000 bezoekers op af. Woensdag 18 maart (met avondopenstelling) was met ruim 4.100 bezoekers de drukste dag.

Daarmee zet de beurs een traditie voort: Aqua Nederland Vakbeurs was opnieuw hét jaarlijkse ontmoetingspunt voor leveranciers en afnemers van producten in de water­ en rioleringsbranche. Nieuw was dit jaar de opzet van de Nationale Watertechnologieweek, met seminars op het gebied van afvalwater & drinkwater, industrie & water en food & water. Dit onderdeel was georganiseerd brancheorganisatie ENVAQUA, het Netherlands Water Partnership en de Water Alliance. De seminars trokken gezamenlijk meer dan 300 bezoekers. Wie erbij was – of wie verstek moest laten gaan – kan veel van de presentaties terugvinden op de website van Nationale Water­technologieweek: www.watertechnologieweek.nl

AQUA NEDERLAND VAKBEURSOVERTREFT VERWACHTINGEN

De van Indiase pompenfabrikant Kirloskar probeert ook in Nederland voet aan de grond te krijgen

Er was ook plaats voor leveranciers van ‘kleinere’ producten, zoals deze produ-cent van industriële lijmen

Aqua Nederland Vakbeurs en Rioleringsvakdagen zijn ook een prima plek om te netwerken

Bij Haus kreeg men uitleg over de werking van decan-

teercentrifuges, die in de afvalwaterbehandeling veel gebruikt worden om slib en

water te scheiden

Fairbanks Nijhuis, producent van onder andere pompen en onderdeel van Pentair, liet zien wat het in huis heeft

In totaal waren er 318 exposanten in de Evenementenhal Gorinchem

Foto’s Roel Smit

Page 32: H2O april 2015

32

OP PAD MET...

OH2Tekst Barbara SchilperoortFotografie Joris Schaap

IN DE TOEKOMST ZAL RIVIERWATER MEER EN MEER VERBRAKKEN’

Nicole Zantkuijl op de Lekdijk; op de achtergrond de molens van Kinderdijk

OASEN: DRINKWATERBEDRIJF VAN HET GROENE HARTOasen noemt zichzelf het drinkwa­terbedrijf van het Groene Hart. Het werkgebied bestrijkt het oostelijk deel van Zuid­Holland (grofweg van Leiden tot Zwijndrecht) en bestaat voor een groot deel uit plassen en drassige veenweiden. 750.000 inwo­ners en 7.200 bedrijven zijn klant. Oasen heeft als duurzame ambitie: “Het allerbeste drinkwater voor de gezondheid en voor onze omgeving.”

NICOLE ZANTKUIJL Nicole Zantkuijl (38) is programmamanager duurzaamheid bij drink-waterbedrijf Oasen. Ze is al sinds haar middelbare schooltijd gegrepen door water. “Niet omdat we aan de kust of langs de rivier woonden. Ik groeide op middenin het Brabantse land”, lacht ze. “Maar omdat het zijn eigen wetten heeft, zijn eigen eigenaardigheden.” Daarom koos ze bewust voor een studie civiele techniek aan de Universiteit van Twente en een specialisatie in het watermanagement.

Momenteel volgt ze een mba-opleiding aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam over trends en methoden in de manier waarop bedrijven wereldwijd met innovatie en duurzaamheid omgaan. Om die vervolgens te vertalen naar Oasen, waar ze in 2013 in dienst kwam. Haar hoofdtaak: het ontwikkelen van een visie op duurzaamheid, het aanbrengen van samenhang in al bestaande projecten en activiteiten én het starten van nieuwe. Dat klinkt nogal algemeen, maar blijkt in haar dagelijkse werkpraktijk een stuk concreter…

Page 33: H2O april 2015

33

O

BLAUWZAAM ONDERNEMEN IN DE ECOLOGISCHE HOOFDSTRUCTUUR Een groep milieubewuste ondernemers in Alblasserwaard­Vijfheerenlanden heeft zich verenigd onder de naam Blauwzaam, een naam die staat voor duurzaam en water. “Bedrijven zijn belangrijke stakeholders. Daarom werken we met Blauwzaam samen aan groen ondernemen in een waardevol waterrijk gebied. We organiseren komend voorjaar bijvoorbeeld een symposium over de ‘Watercirkel van de toekomst’. Een meer decentrale drinkwatervoorziening, sterk ingebed in de omgeving, zou in de toekomst wel eens de meest duurzame kunnen zijn. Hoe zou die eruit kunnen zien, met welke toegevoegde waarde voor de Alblasserwaard? Daar gaat dat symposium over.”“Middenin het werkgebied van de Blauwzaam­ ondernemers ligt een innamepunt van Oasen. Diezelfde ondernemers zijn ook de afnemers van het water dat wij daar winnen. Het inname­punt ligt vlakbij de karakteristieke molens van Kinderdijk en middenin de ecologische hoofd­structuur. Hier zie je hoe de kwaliteit van natuur en de kwaliteit van drinkwater direct met elkaar samenhangen.”

In één oogopslag zien hoeveel water je gebruikt

DE WATERSAVER APPOasen wil klantenpanels organiseren om te weten welke ideeën onder het publiek leven. “Zodat we daarop kunnen aansluiten om mensen zuiniger te laten omgaan met kostbaar drinkwater. Er gebeurt al veel: wasmachines en vaatwassers zijn waterzuiniger geworden, er bestaan waterbesparende douchekoppen, twee knoppen om het toilet door te spoelen. Maar niet iedereen gaat daar bewust mee om. Verreweg de meeste mensen hebben geen idee hoeveel water ze gebruiken. Daarom heeft Oasen een speciale Watersaver App ontwikkeld waarmee je precies kunt zien hoeveel liters verbruikt als je doucht, je was doet, je tuin sproeit, je auto wast, enzovoort. Eerste stap in verdere bewustwording is inzicht in het eigen waterverbruik.”

In gesprek met een collega over de bouwwerkzaamheden op het zuiverings-station Lekkerkerk, waar Oasen met membraanfiltratie gaat werken

NR4 / APRIL 2015

DE LEK WORDT BRAKKER Oasen is een oevergrondwaterbedrijf. “We gebrui­ken water dat via de oevers van de rivier de Lek in de grond is getrokken. Vanwege de klimaatveran­deringen krijgen we vaker te maken met periodes van grote droogte. Het waterpeil in rivieren daalt. En omdat de zeespiegel stijgt, komt zout zee­water via de rivieren steeds verder landinwaarts. Met andere woorden: in de toekomst zal rivier­water meer en meer verbrakken.” En volksgezondheid is de kern van de duurzame ambities van Oasen. Maar hoe win je drinkwater uit brakke bronnen? “De oplossing ligt in de membraanfiltratie. Die gaan we onder andere toepassen bij ons zuiveringsstation in Lekker­kerk. De reststroom wordt afgevoerd naar de waterzuiveringsinstallatie van het hoogheem­raadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Membraanzuivering heeft overigens nog meer voordelen. De installaties zijn kleiner dan be­staande, zodat die vorm van hoog kwalitatieve zuivering ook op kleinere locaties mogelijk is. Specifiek afgestemd op de lokale situatie, denk aan wonen op het water en bedrijventerreinen. Ook daar kunnen we in de toekomst membraan­filtratie gaan toepassen.”

Page 34: H2O april 2015

34

A

VERSTRIKT IN HET FONTEINKRUID

WATERSPORTERS EN RIJKSWATERSTAAT ZOEKEN OPLOSSING

Tekst Peter Boorsma / Foto Willem Kolvoort

Page 35: H2O april 2015

35

edstrijdzeiler Ben Banis weet gelijk waar­over het gaat als het woord fonteinkruid valt. “Dat is een waterplant die in het voorjaar begint te groeien en dan grote velden vormt en doorgroeit tot soms zelfs

boven het wateroppervlak. Het gebeurt regelmatig dat we een wedstrijd op het Gooimeer hebben moeten afgelasten of aanpassen omdat boten met hun kiel vast komen te zitten in het fonteinkruid.”Ook zwemmers en motorboten hebben last van het fontein­kruid. De stevige stengels draaien zich vast in de schroeven van motorboten die daardoor onbestuurbaar worden. Dat levert regelmatig gevaarlijke situaties op.

SUCCESVERHAALToch is de massale aanwezigheid van het fonteinkruid op de Randmeren eigenlijk een succesverhaal. Nog niet zo heel lang geleden bestond het water van de Veluwerandmeren, Eemmeer, Gooimeer, IJmeer en Markermeer uit één groene soep: door de vele voedingsstoffen in het oppervlakte­water was er sprake van een extreme algengroei en over­last van blauwalgen. Door afvalwater beter te zuiveren en zo de hoeveelheid fosfaat terug te dringen, werd het water steeds helderder en kregen waterplanten een kans. Vooral het fonteinkruid en in mindere mate aarvederkruid doen het bijzonder goed, te goed eigenlijk.Biologen verwachten dat het fonteinkruid na verloop van tijd plaats maakt voor kranswieren, waterplanten die dicht op de bodem groeien en daardoor geen overlast geven voor zwemmers of boten. In de Veluwerandmeren heeft deze op­volging al grotendeels plaatsgevonden, maar in het Gooi­ en

Eemmeer en het Markermeer groeien nog steeds iedere zomer grote delen dicht.

Rijkswaterstaat neemt als vaarwegbeheerder wel de ver­antwoordelijkheid bij overlast van waterplanten in de vaar­geulen voor de beroepsvaart; maar die zijn zo diep dat daar geen waterplanten kunnen groeien. Maar wie neemt de ver­antwoordelijkheid voor de rest? De taak om ook het water voor de recreatievaart schoon te houden is “niet belegd”, zoals dat in de ambtelijke termen van Rijkswaterstaat heet.

VERANTWOORDELIJKGerdina Krijger is regiomanager van de Hiswa Vereniging en komt op voor de belangen van de watersportbedrijven en de jachthavens. “Als de overheid het water zo helder wil hebben, is dan diezelfde overheid niet ook verantwoordelijk voor het voorkomen van overlast door fonteinkruid? In Groningen heeft de provincie bij de Blauwe Stad wel haar verantwoordelijkheid genomen.”In de Randmeren ligt dat niet zo simpel. Om te beginnen is dit een Natura 2000­gebied: slechts zo’n 10 procent van de 10.000 hectare mag gemaaid worden. Maar wie doet dat en wie betaalt dat? De gemeenten aan de Randmeren willen wel wat doen. Ze willen aantrekkelijk blijven voor de watersporters, die immers geld in het laatje brengen, zo’n 60 miljoen euro per jaar.

Inmiddels hebben zestien gemeenten, zich verenigd in de coöperatie Gastvrije Randmeren. “De gemeenteraden van de deelnemende gemeenten vinden het belangrijk dat de groot­ste belanghebbenden – de recreanten – ook hun steentje >

Watersporters, vissers en zwemmers hebben iedere zomer veel last van fonteinkruid, een water-plant die grote delen van de Randmeren bedekt. Maaien lijkt een oplossing. Recreanten en Rijks-waterstaat worden het echter niet eens over de rekening: wie moet die betalen?

AACHTERGROND

NR4 / APRIL 2015

W

Page 36: H2O april 2015

bijdragen”, aldus Jan van der Perk, directeur van Gastvrije Randmeren.Maar kunnen private partijen die bijdrage organiseren? En hoe kom je tot een eerlijke lastenverdeling? De meest praktische oplossing lijkt om per ligplaats in een jachthaven een opslag te berekenen van, zeg 15 euro. Van der Perk: “Veel sporters kunnen daar wel mee leven, maar voor de belangenorganisaties is het een brug te ver. Ze zien het als een principiële kwestie.” Krijger (Hiswa Vereniging) beaamt dat het om het principe gaat. “Onderhoud – zoals het maaien van waterplanten – zien we primair als een overheidstaak. En als we akkoord gaan met een heffing, wie garandeert ons dan dat niet het hek van de dam is nu de hoeveelheid waterplanten overal toeneemt? En booteigenaren betalen toch al allerlei belas­tingen?”

Uiteindelijk besloot het ministerie van Infrastructuur en Milieu in 2013 een eenmalige bijdrage beschikbaar te stellen voor een driejarige pilot publiek­private samenwer­king met het doel de zelfredzaamheid en eigen verantwoor­delijkheid van de recreatiesector te versterken. Hiervoor hebben Hiswa en Watersportverbond de Stichting Maaien Waterplanten Randmeren opgericht waarin de betrokken havens in het randmerengebied participeren. Deze stichting heeft enkele beroepsvissers ingeschakeld die hun boot hebben aangepast voor het maaien van waterplan­ten. Door de inzet aan boord van vrijwilligers, die assisteren bij het maaiwerk, zorgt de stichting ervoor dat bespaard wordt op de kosten van het maaien. Op deze manier kan met het beschikbare budget een grotere oppervlakte gemaaid worden en wordt zichtbaar dat samenwerken loont. Het ministerie is zeer tevreden over hoe de pilot tot nu toe uitpakt, vertelt Nienke van Berkum, adviseur van Rijkswater­staat. “Vergunningen voor het maaien worden op tijd aange­vraagd bij de provincies en het ministerie is hoopvol dat dit een werkbare oplossing is.”

PLAATSMAKENDe vraag is verder hoe lang fonteinkruid een probleem blijft. Want men weet niet hoe snel het plaatsmaakt voor kranswieren. Krijger (Hiswa Vereniging): “De bodem van het Veluwemeer waar de kranswier het fonteinkruid inmiddels verdringt, bestaat uit zand. We weten nog niets over wat er gaat gebeuren op de veen­ en kleibodems in de andere Randmeren.” Ook volgens Van Berkum van Rijkswaterstaat is niet exact te voorspellen wanneer en in hoeverre het fonteinkruid ver­dwijnt. “De Randmeren zijn veel minder beheersbaar dan een bos of een tuintje. De bodem ligt vol met zaden en het

is afhankelijk van talloze factoren zoals temperatuur, licht, vorst, en veel of weinig water wat er precies opkomt.” |

Waterschappen doen soms pogingen fonteinkruid tot bloei te brengen; het hoort immers bij een natuurlijke ontwikkeling als water minder voedselrijk wordt. Jasper van Belle (Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek) en Theo Claassen (Wetterskip Fryslân) schreven hierover een artikel voor H2O-Online. Het is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl

36

WOELENDE BRASEMS WORDEN GEMISTHet moest wel misgaan met die fonteinkruiden, zegt Marco Kraal, medewerker van Sportvisserij Nederland en aqua-tisch bioloog. De beroepsvissers hebben immers op verzoek van Rijkswaterstaat vrijwel alle brasems weggevist. Brasems woelen de bodem om en maken daarmee het water troebel, maar het water moest juist helder worden dus moest deze vissoort weg, aldus Kraal. “Dat pakte ramp-zalig uit.”Kraal noemt het voorbeeld van het Eemmeer dat sterk vervuild was met fosfaten. Door betere zuivering in de rioolwaterzuiveringen is de aanvoer van fosfaten vanuit de Eem gestopt. Een goede zaak, volgens Kraal, want zo krij-gen waterplanten meer kans en dat is weer goed voor een gevarieerde visstand. “Maar het al aanwezige fosfaat is op de bodem neergeslagen, juist omdat brasems die niet meer omwoelen. De rijke bodem van het Eemmeer schept in com-binatie met het heldere water een ideale situatie voor het fonteinkruid. Dit tiert welig, ook al omdat er geen brasems meer zijn om de wortels weg te vreten.”De problemen met het fonteinkruid zijn volgens Kraal terug te voeren op een al te rigide interpretatie van de Europese Kaderrichtlijn Water door het ministerie als het gaat om de doelstelling van ‘schoon water’. “Je moet ‘schoon water’ wel zó interpreteren dat ook de gebruiker er wat aan heeft. Doe je dat niet, dan loop je het risico dat het draagvlak voor de Kaderrichtlijn afbrokkelt.”

ACHTERGRONDiStockphoto

Page 37: H2O april 2015

KENNIS OPDOEN,KENNIS DELENWord ook lid van Koninklijk Nederlands Waternetwerk!Wil jij weten wat er speelt op het gebied van water? Wil jij weten wie je moet kennen? Wil jij weten wat er toe doet? Dan kan het Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) jou helpen.

KNW is hét onafhankelijke kennis(sen)netwerk voor en door professionals. KNW deelt kennis en verbindt professionals in de watersector. Bij ons kun je terecht voor actualiteiten, boeiende congressen met inspirerende sprekers, workshops en trainingen, verbinding tussen generaties en specialisaties, theorie én praktijk, de juiste contacten, een uitgebreid professioneel netwerk, het maandblad H2O en nog veel meer.

Help mee een brug te slaan tussen diverse disciplines in het werkveld van de watersector.

Word nu lid van KNWBen je al lid? Draag een kennis uit de watersector aan om ook van alle voordelen van ons netwerk te profiteren! Lid worden kan via www.waternetwerk.nl

KNW maakt jou sterker in de

watersector!

Page 38: H2O april 2015

BEKROONDARTIKEL

H2O-PRIJS

38

Tot 70 procent van de geneesmiddelen komt na inname uiteindelijk in het milieu terecht, voor een belangrijk deel via rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s). De concentra­ties zijn zo laag dat individuele geneesmiddelen geen risico vormen voor de mens. Dat ligt anders voor het ecosysteem. Bovendien zijn de effecten van het uiteindelijke mengsel aan stoffen, zoals dat in het milieu voorkomt, onzeker.

Rioolwaterzuiveringen zijn op dit moment niet ontworpen om geneesmiddelen uit het afvalwater te verwijderen. Om dat mogelijk te maken moet geavanceerde technologie worden toegevoegd. Er is daarnaast veel meer mogelijk. Bij de productie en toelating van geneesmiddelen kunnen eisen gesteld worden aan bijvoorbeeld de afbreekbaarheid en de giftigheid. Artsen kunnen rekening houden met milieu­gevolgen als zij recepten uitschrijven. Verder zijn maatre­gelen mogelijk na het innemen van medicijnen, bijvoorbeeld zorgvuldig omgaan met restjes en het apart inzamelen van urine.

END OF PIPETenslotte de ‘end of pipe’­oplossing: geneesmiddelen ver­wijderen uit rioolwater. Nu geldt grofweg: hoe beter een medicijn oplost in water, hoe slechter een rwzi die stof te­genhoudt.Rwzi’s geschikt maken om medicijnen uit het afvalwater te halen is een relatief kostbare zaak. Hoe kunnen dergelijke investeringen het meest renderen?Om de discussie over dit onderwerp van onderbouwing te voorzien, hebben KWR en Deltares een model ontwikkeld om de invloed van rwzi’s op de kwaliteit van het oppervlakte­water in Nederland te kunnen voorspellen, en per rwzi de im­pact op kwetsbare functies te bepalen. In deze studie richt­ten we ons op de kwetsbare functies drinkwater en natuur. Dit model hebben we doorgerekend voor twee verschillende geneesmiddelen en twee extreme afvoercondities. Het on­

derzoek is betaald vanuit het Europese SOLUTIONS­project.

CARBAMAZEPINE EN IBUPROFENWe gebruikten het anti­epilepticum carbamazepine en de beter afbreekbare pijnstiller ibuprofen als modelstoffen. Emissies zijn berekend op basis van de verkoop van deze middelen (respectievelijk 8.400 kilo en bijna 29.000 kilo per jaar), afbraak in het menselijk lichaam en verwijdering in rwzi’s.

In het gebruikte hydrologische model bestaat nat Nederland uit 2.511 oppervlaktewateren, er zijn 345 rwzi’s en negen rivieren voeren water aan uit Duitsland of België. We gingen uit van neerslaggegevens uit de twee meest extreme seizoe­nen uit de periode 1996­2006: het derde kwartaal van 2003 (het droogste) en het vierde kwartaal van 1998 (het natste).

RESULTATENVan de 2.511 oppervlaktewateren zijn er 92 met alleen een drinkwaterfunctie, 377 met alleen een functie in het kader van Natura 2000 (het Europese netwerk van waardevol­le natuurgebieden) en 30 met beide functies. Bij lage af­voer staat de helft van het ruwwater dat ingenomen wordt om drinkwater van te maken onder invloed van rwzi’s ( oppervlaktewater, oeverinfiltraat en grondwater). Eveneens bij lage afvoer wordt ongeveer de helft van de Nederlandse Natura 2000­gebieden beïnvloed door rwzi’s, ofwel ongeveer een kwart van de totale oppervlakte. Bij hoge afvoer zijn deze cijfers lager.Rioolwaterzuiveringen met grote invloed op de drinkwater­voorziening liggen vooral in het midden en zuiden van het land. Rwzi’s met invloed op natuur liggen meer verspreid over het land. De grote rwzi’s in West­Nederland hebben geen grote invloed op drinkwaterfuncties of natuurgebieden maar kunnen uiteraard wel relevant zijn voor kwetsbare kustsystemen.

Veel medicijnen komen via rioolwaterzuiveringen (rwzi’s) in het oppervlaktewater terecht. KWR Watercycle Research Institute en Deltares ontwikkelden een model om de invloed van rwzi’s op de waterkwaliteit te voorspellen, en rekenden dat door voor twee geneesmiddelen.

VERWIJDERING MEDICIJNRESTEN OPDE RWZI: WAAR PAK JE HET SLIM AAN?

Page 39: H2O april 2015

WATERWETENSCHAPTOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR

39

SAMENVATTING

Voor geneesmiddelen zijn rioolwaterzuiveringen de belangrijkste route naar het oppervlaktewater. Met een hydrologisch model is voor heel Nederland vastgesteld dat de helft van het onttrokken ruwwater voor de drink­waterproductie wordt beïnvloed door rwzi’s, en een kwart van de oppervlakte aan Natura­2000­gebieden. De verspreiding van geneesmiddelen wordt grotendeels veroorzaakt door een klein aantal rwzi’s. Hiermee is het mogelijk om te bepalen waar extra waterzuivering het meeste effect zal hebben op drinkwaterwinning en natuur.

MEDICIJNENWat betreft de medicijnen kijken we naar het ‘slechtste geval’: carbamazepine (slecht afbreekbaar) bij lage afvoer (hoge concentraties, grotere verspreiding door herverdeling van oppervlaktewater in West­Nederland). De variatie aan con­centraties carbamazepine uit het model (tot 1,4 microgram per liter) kwamen overeen met meetgegevens. Het model geeft aan dat bij lage afvoer 65 van de 345 rioolwater zuiveringen grotendeels verantwoordelijk zijn voor de verspreiding van carbamazepine in het ruwwater voor de drinkwater­productie. Voor de Natura 2000­functie zijn dit er 133. Voor de meeste waterlichamen die geneesmiddelen bevat­ten, is de Nederlandse bijdrage veel belangrijker dan de import door de negen rivieren. In de nabije toekomst, als geplande aanpassingen van rwzi’s in Zwitserland en Duits­land zijn uitgevoerd, zal de bijdrage uit het buitenland nog verder dalen.

VERFIJNINGENHet model geeft een eerste indicatie waar investeringen in het verwijderen van medicijnen zinnig zijn met het oog op drinkwater en natuur, en waar niet. Het is ook geschikt voor vervolgstudies naar specifieke eigenschappen van rwzi’s of drinkwaterproductie­installaties, en naar de effecten van nieuwe technologie. Ook is onderzoek naar andere stoffen mogelijk, zoals diergeneesmiddelen, bestrijdingsmiddelen of ziekteverwekkers. Voor Natura 2000 kan de beïnvloeding van grondwater worden meegenomen. Verder zou je in het model rekening kunnen houden met lokale verschillen, zoals de aanwezigheid van ziekenhuizen of verpleeghuizen. Ook toekomstscenario’s voor bevolking, medicijngebruik en klimaat kunnen worden doorgerekend.

Lieke Coppens, Annemarie van Wezel(KWR; Copernicus Instituut Universiteit Utrecht)Jos van Gils (Deltares)Thomas ter Laak (KWR; Wageningen Universiteit)Bernard Raterman (KWR)

Een uitgebreide versie van dit artikel is te geschreven voor H2O­Online. Het is deze maand bekroond met de H2O­prijs 2014 voor het beste artikel dat door waterprofessionals in 2014 op H2O­ Online werd gepubliceerd. De volledige tekst is te lezen door gebruik te maken van de QR­code of te kijken op www.vakbladh2o.nl

Drie kaartjes van Nederland. Links met alle rioolwaterzuiverin-gen; midden de rwzi’s die prioriteit verdienen vanwege de drinkwater-functie; rechts de rwzi’s die prioriteit verdienen vanwege de Natura 2000-functie (gebaseerd op carbamazepine en lage afvoer)

NR4 / APRIL 2015

Page 40: H2O april 2015

KOPPELEN VAN WATER EN NATUUR BIEDT VEEL KANSEN

De mogelijkheden voor het benutten van natuur bij wateropgaven (‘meekoppelen’) zijn legio in het natte Nederland. Voorbeelden zijn: kwelders in het Waddengebied, robuuste vooroevers in het IJsselmeer, natuurlijk rivier­ en beekherstel, rietmoerassen voor waterzuivering en groene zones in en rond stedelijk gebieden.Toch is het combineren van water en natuur niet vanzelfsprekend. Belemmeringen zijn: ver­kokering van beleid en wet­ en regelgeving, sectorale financiering en de hardnekkigheid van de gangbare praktijk. Zo stuurt het Hoogwaterbeschermingsprogramma vanuit strenge wettelijke kaders aan op verhoging en verzwaring van dijken en op een strakke tijdsplanning. Natura 2000 en de natuurwetgeving zijn vooral gericht op behoud van bestaande natuur, en niet op toename van dynamiek in het ecosysteem (natuurlijke processen). In beide gevallen ligt meekoppeling niet voor de hand.

Meekoppelen heeft natuurlijk ook risico’s. De voorbereiding van dergelijke projecten is com­plexer en kan tot vertraging leiden, budgetten voor water en natuur zijn niet altijd gelijktijdig beschikbaar, doelen worden misschien niet of later gehaald. De onderbouwing van kosten en baten is minder eenvoudig dan in de vertrouwde sectorale aanpak. Toch is er al de nodige ervaring opgedaan met het combineren van water en natuur, onder andere via het programma Natuurlijke Klimaatbuffers.

VOORBEELD: GRONINGEN, DE ONLANDENIn 1998 had de stad Groningen te maken met wateroverlast als gevolg van hevige regen. Sinds 2011 ligt er bovenstrooms van de stad een groot natuur­ en waterbergingsgebied, De On­

Er worden de komende jaren miljarden euro’s geïnvesteerd in waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Daarbij kunnen natuurgebieden en natuurlijke processen nog veel meer worden ingezet. Alterra Wageningen UR onderzocht negen voorbeelden van deze nieuwe praktijk op zoek naar succesfactoren.

40Foto Geurt Besselink

Natuur- en waterbergingsgebied De Onlanden bij Groningen

Page 41: H2O april 2015

WATERWETENSCHAPTOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR

SAMENVATTING

Natuurgebieden en natuurlijke processen kunnen veel meer worden ingezet bij wateropgaven (‘meekoppe­len’). Verkokering van beleid en wetgeving en sectorale financiering staan zo’n integrale aanpak echter vaak in de weg. Tot de Omgevingswet is aangenomen komt het aan op goede afspraken en het zo goed mogelijk benutten van de mogelijkheden die er zijn. Dat vraagt om een innovatieve houding op alle terreinen: inhoude­lijk, maar ook als het gaat om het proces van voorbe­reiding, vergunningverlening en financiering.

landen, in een laag gelegen veenweidegebied in het dal van het Eelder­ en Peizerdiep. In het kader van dit project werd waterberging gecombineerd met natuurontwikkeling en recreatief gebruik. Bij hoge waterstanden in de boezem, die door de stad Groningen loopt, kan de afvoer van het beekwa­ter nu tijdelijk worden gestremd. Doordat de boezemkaden nu niet verhoogd behoefden te worden kon het waterschap ongeveer 80 procent besparen op de investeringskosten. In De Onlanden heeft zich inmiddels een moeras gevormd met otters en zestig nieuwe vogelsoorten. Tijdens het hoogwater van januari 2012 bleven overstromingen en evacuaties uit.

SUCCESFACTORENOm meekoppeling tot een succes te maken is bij alle par­tijen een gevoel van urgentie nodig. Wanneer iedereen van­af ‘dag 1’ aan tafel zit en het gemeenschappelijk belang groot is, kan de samenwerking snel van de grond komen. Regionale samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven, kennisinstellingen én natuurorganisaties, de zogenaamde ‘Gouden Vierhoek’, is daarbij soms cruciaal gebleken. In vrijwel alle succesvolle voorbeelden vervulden enthousiaste en proactieve projectleiders en bestuurders een sleutelrol.Als men het op hoofdlijnen eens is over de kansen voor meekoppeling moeten alle betrokkenen zo snel mogelijk de weg vrijmaken voor innovatie en experiment. Vervolgens is een flexibele, maar toch zorgvuldige werkwijze nodig. Dat vereist een innovatieve houding op alle terreinen, van projectorganisatie via vergunningverlening tot de manier van uitbesteden. Bij een groene oplossing voor dijkverster­king bijvoorbeeld vragen verschillen in timing, fasering en financiering van trajecten voor dijkverzwaring en voor na­tuurontwikkeling om flexibiliteit en creatieve oplossingen. Doordat er bij dergelijke projecten meer betalende partijen zijn, moeten de kosten zorgvuldig verdeeld worden en de risico’s voor de verschillende partijen op de korte en lan­gere termijn goed worden ingeschat. Soms is een volledig nieuw financieringsarrangement nodig, bijvoorbeeld met bedrijven of een Europees fonds.Meekoppelprojecten vergen vaak extra onderzoek en voorbereiding. Een bijdrage hiervoor vanuit een speciaal stimuleringsfonds blijkt in de praktijk een belangrijke suc­cesfactor.

Het staat niet vast dat het combineren van wateropgaven met natuur altijd tot kostenbesparing leidt. Bij brede toe­passing lijkt echter een besparing van meerdere tientallen miljoenen euro’s per jaar mogelijk, vooral op onderhoud en beheer. De voordelen nemen nog toe als men ‘zachte baten’

als natuurwinst, gezondheid, wonen en recreëren in de kos­ten­batenafwegingen betrekt.

TOEKOMSTHet benutten van natuurgebieden en natuurlijke proces­sen bij wateropgaven past bij de integrale aanpak van het Deltaprogramma, en is bijvoorbeeld ook te vinden in de Natuurambitie Grote Wateren (2014). De wet­ en regelgeving is nog niet aangepast, maar dat gaat veranderen met de invoering van de Omgevingswet. Die moet gaan voorzien in het juridisch waarborgen van een integrale aanpak van gebiedsopgaven. In de tussentijd wordt het combineren van wateropgaven en natuur verwerkt in beleidsnota’s en in werkafspraken tussen overheden. Bij projecten komt het neer op het zo goed mogelijk benutten van de ruimte binnen de huidige wet­ en regelgeving. Monitoring en evaluatie zijn belangrijk om de opgedane kennis elders te kunnen benut­ten, en om de kosten goed in de gaten te houden. Daarnaast is verspreiding van kennis over succesvolle, maar ook over mislukte projecten belangrijk, zowel in Nederland als naar het buitenland.

Tim van HattumCees Kwakernaak(Alterra Wageningen UR)Robert van Cleef(Sterk Consulting)

Een uitgebreide versie van dit artikel is te geschreven voor H2O­Online. Het is is te lezen door gebruik te maken van de QR­code of te kijken op www.vakbladh2o.nl

41

NR4 / APRIL 2015

Page 42: H2O april 2015

42

PRAKTIJKPROEF IJZERSUPPLETIE IN LAAGVEENPLASSENDe laagveenplas Terra Nova kampt al jaren met blauwalgenbloei en lage bedekkingen met waterplanten, ondanks jaarlijkse maatregelen. Een belangrijke oorzaak is de fosfaatrijke waterbodem met een laag ijzergehalte. In een grootschalige praktijk­proef werd met een windmolen geleidelijk ijzer aan de plas toegevoegd gedurende 1,5 jaar. Wat zijn de bevindingen? Clara Chrzanowski (Deltares), Jeroen Geurts (Radboud Universiteit, Onderzoekcentrum B-WARE), Gerard ter Heerdt (Waternet), Anne Immers (NIOO, Vitens), Steven Declerck (NIOO)

KENNIS VOOR KLIMAATBESTENDIGE STEDENHet onderzoeksprogramma Climate Proof Cities (CPC) heeft veel kennis opgeleverd om Nederlandse steden klimaatbestendig te maken, met een focus op wateroverlast door piekbuien en hittestress. Waterbe­heerders spelen een belangrijke rol in de samenwerking met gemeenten en andere partijen om klimaatbestendigheid van steden te vergroten. Peter Bosch (TNO), Kees Broks (STOWA), Vera Rovers (TNO)

HYBRIDE NEREDA: ANDERHALF JAAR ERVARING MET VERRASSEND RESULTAATDe rioolwaterzuiveringsinstallatie in Vroomhoop had uitbreiding nodig. Vanwege de relatief hoge regenwaterafvoer ten opzichte van de droogweerafvoer werd gekozen voor vervanging door een hybride systeem – een combinatie van een conven­tioneel actiefslibsysteem (CAS) met een Nereda® reactor – bleek een goed besluit. Mathijs Oosterhuis, Meinard Eekhof (water-schap Vechtstromen), André van Bentem en Helle van der Roest (Royal HaskoningDHV)

STRATEGISCHE POSITIONERING IN GEBIEDSPROCESSENHoe positioneer je je als waterorganisatie in gebieds processen? Als handvat heeft KWR eerder vier ideaaltypische rollen ont­wikkeld. Een speciaal ontworpen serious game stelt waterorganisaties in staat de betekenis van de vier rollen in relatie tot de veranderende omgeving te duiden en te concretiseren.Chris Büscher, Stijn Brouwe, Miranda Pieron, (KWR Watercycle Research Institute)

LYSOTHERM: THERMISCHE DRUKHYDROLYSE VAN SLIBLysotherm® is een innovatieve gepaten­teerde slibhydrolysetechnologie die, in tegenstelling tot de gangbare systemen, geen gebruik maakt van stoom. De modu­laire opzet is geschikt voor zowel kleine als grotere sliblijnen met vergisting en elektriciteitsproductie. Bert Geraats en Ulrich Knörle (Eliquo)

‘SUSPECT SCREENING’: NIEUWE METHODE VOOR PRIORITERING VAN STOFFEN VOOR DE DRINKWATER-ZUIVERING Het is onmogelijk om van alle stoffen die in de waterketen voorkomen concentraties en effecten te bepalen. Het prioriteren (selecteren) van stoffen die risicovol zijn voor de watervoorziening is daarom nodig. Hier prioriteren we drinkwaterrelevante stoffen met een innovatieve methode. Deze methode brengt stoffen voor het voetlicht die op andere manieren niet worden op­gemerkt, en is daarmee een waardevolle aanvulling op conventionele prioriterings­technieken. Rosa Sjerps, Dennis Vughs, Ton van Leerdam (KWR), Thomas ter Laak (KWR, Wageningen Universiteit) en Annemarie van Wezel (KWR, Universiteit Utrecht)

ATLAS NATUURLIJK KAPITAALDe Atlas Natuurlijk Kapitaal is een digitaal kennisplatform voor duurzame besluit­vorming in de leefomgeving. De atlas is een ‘groeidiamant’, nuttig voor water­beheerders en gebiedsontwikkelaars en voor rapportages aan de Europese Unie. De onlangs gelanceerde basisversie geeft informatie over het natuurlijk kapitaal van Nederland, met kaarten van ecosystemen, hun kwaliteit, én hun capaciteit om eco­systeemdiensten te leveren. Ton Breure (RIVM, Radboud Universiteit in Nijmegen), Martijn Thijssen, Caroline van de Veerdonk (Org-ID)

WATERSCHAP PROFESSIONALISEERT BEHEER LEIDINGENNET AFVALWATERWaterschap Brabantse Delta werkt aan de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van het transportsysteem voor afvalwater. Het beheer wordt gerationaliseerd door de oude ad hoc­benadering (repareren waar nodig) te vervangen door een structurele aanpak om problemen voor te zijn. Rien van Wanrooij, Steven Marijnissen, Marian Adolphs (waterschap Brabantse Delta)

Van elk nieuw artikel op H2O­Online een melding krijgen? Volg ons dan op Twitter: @vakbladh2o.

U kunt ook elke maand onze nieuwsbrief met attenderingen ontvangen. Meld u aan

via de website, www.vakbladH2O.nl, pagina H2O­Online/recente artikelen.

Zelf een artikel schrijven voor H2O­Online? Kijk op onze website voor de auteursinstructies en/of neem contact op met de redactie via [email protected]

VERDER OP H2O-ONLINEWie aan dit maandblad niet genoeg heeft en de verdieping zoekt, heeft altijd nog de website H2O-Online: www.vakbladh2o.nl. Daar vindt u onder andere vakartikelen op het gebied van wetenschap en techniek. Op deze pagina enkele van de meest recente artikelen die op de site zijn verschenen.

MEER WETEN? KIJK OP DE SITE

VAN H2O!

Page 43: H2O april 2015

• WaterstandendraadloosbeschikbaarperemailenFTP

• Compatiblemetglobalenetwerkfrequenties

• Tot5sensorenpermodem(grondwaterversie)

• SMSAlarmfunctionaliteit

• Geïntegreerderealtimeluchtdrukcompensatie

• Batterijlevensduurtot10jaar

• Volledigopafstandherprogrammeerbaar

• Uitstekendedatazekerheid

• DataopslaginuweigenSQLdatabase(geenhosting)

• Automatischeberekeningen(o.a.overstort,stijghoogte)

• Automatischeexportnaardiversebestandsformaten

GSM2Modemloggergrondwater en riooloverstort data draadloos beschikbaar

KELLER

KELLERMeettechniekBVPostbus592810ABREEUWIJK-HOLLAND

Tel+31182399840Fax+31182399841

[email protected]

WWW.KELLER-HOLLAND.NL

subsidiaryofKELLERAGfürDruckmesstechnik

Nivosensoren - Grondwater Dataloggers - Riooloverstort Dataloggers - Telemetrie

Naamloos-1 1 11-06-14 11:01

Page 44: H2O april 2015

Naamloos-4 1 27-03-15 11:32