GROTE VRIENDELIJKE REUS - neejandertaal.be Grote vriendelijke reus.pdf · “Wat ik bedoelt en wat...
Transcript of GROTE VRIENDELIJKE REUS - neejandertaal.be Grote vriendelijke reus.pdf · “Wat ik bedoelt en wat...
GROTE VRIENDELIJKE REUS
Stap 1
Snoskommers
Het weeskind Sofie ziet op zekere nacht hoe een
reus door de straat stapt en door een lange
trompet uit een glazen pot dromen blaast in de
slaapkamers van de kinderen. De reus merkt dat
Sofie hem ziet en “als iemand ooit een reus ziet,
moet hij of zij hupsakadee weggehaald worden.”
Sofie is natuurlijk vreselijk bang als de reus haar
ontvoert. Ze verwacht elk ogenblik dat hij haar
zal opeten. Maar dan blijkt dat deze reus heel
anders is dan al de verschrikkelijke bloeddorsti-
ge reuzen - de Vleeslapeter, de Bottenkraker, de
Mensenmepper, de Kinderkauwer, de Vleeshak-
ker, de Schrokschranzer, de Meisjesstamper, de
Bloedbottelaar en de Slagersjongen ... Dit is na-
melijk de GVR, de Grote Vriendelijke Reus.
Grote Vriendelijke Reus
“Maar als jij dan geen mensen eet, zoals de an-
deren”, zei Sofie, “waar leef je dan van?”
22
4
“Dat is een alledeksels moeilijk probleem hier”, antwoordde de GVR, “In dit beslabberde
Reuzenland groeit gewoonweg geen vrolijke vruchten zoals ananananassen en lachebekjes.
Er groeit hier niks behalve een vreselijke akkiebakkie rotgroente. Hij heet snoskommer.”
“Snoskommer!” riep Sofie, “Die bestaat niet!”
De GVR keek Sofie aan en glimlachte ongeveer twintig van zijn vierkante, witte tanden
bloot.
“Gisteren,” zei hij, “gelooft we niet aan reuzen, hè? Vandaag gelooft we niet aan snoskom-
mers. Alleen omdat we toevallig iets niet zelf gezien heeft met onze eigen koekeloertjes,
denkt we dat het niet bestaat. Hoe zit het dan, om maar eens wat te noemen, met de grote
kwistige winkelpoot?”
“Wat zeg je?” vroeg Sofie
“En met de grasgarnaal?”
“Wat is dat?” vroeg Sofie.
“En de trapkrabber?”
“De wàt?” vroeg Sofie.
“En de schurfsluiper?”
“Zijn dat dieren?” vroeg Sofie?
“Dat is de doodgewoonste dieren”, zei de GVR minachtend, “Ik is zelf niet zo’n erge weet-al
reus, maar het lijkt mij dat jij wel een heel erg weet-niks mensbaksel is. Jouw hoofd zit vol
vaagsel.”
“Zaagsel, bedoel je”, zei Sofie.
“Wat ik bedoelt en wat ik zegt zijn twee verschillende dingen”, zei de GVR uit de hoogte,
“Nu zult ik jou een snoskommer laten zien.”
De GVR rukte een grote kast open en pakte het raarste ding dat Sofie ooit had gezien. Het was
ongeveer half zo groot als een gemiddelde mens, maar veel dikker. In het midden was het zo
breed als een kinderwagen. Het was zwart met witte strepen in de lengte. Er zaten ruwe knob-
bels aan.
1. Wat een taal gebruikt de reus! Sofie heeft er ook problemen mee. Zijn er woorden
die je niet kent?
2. Wat raad je Sofie aan als ze de woorden van de reus niet kent? Waar kan ze ze mis-
schien terugvinden?
3. Probeer die woorden te verklaren. Schrijf ze op aparte briefjes, één per woord.
Werk in groepjes.
4. Als jij zo’n reus was, zou je ook zulke woorden moeten gebruiken. Verzin er nog
een paar.
23
24
5. Wat doe je nu met al die vreemde woorden? Zoek een systeem om de woorden en
hun betekenis gemakkelijk mee te nemen en terug te vinden.
6. Hebben jullie allemaal dezelfde rangschikking? Welke?
Samengevat
Stap 2
1. Ken je het alfabet nog? Vul de letterreeksen aan.
• A . C . E . G . I . K . M . O . Q . S . U . W . Y .
• A . C . . F . . . J . . . . O . . . . . U . . . . .
2. Welke letter komt na de K?........ na de S?........ na de C?........ na de V?........ na de F?........
na de O?........ na de U?........ na de G?........
3. Schrijf elk een woord op het bord. Kies uit de naam van een dier, de naam van een
jongen of de naam van een meisje.
4. Rangschik de woorden die op het bord komen alfabetisch.
5. Kan je ook onderstaande woordreeksen alfabetisch rangschikken?
• damesfiets - dadel - deksel - den - diamant
• bakker - baai - baby - ballet - badpak
• kaartspel - kaasboer - kaalhoofdig - kaarsenfabriek - kaatsen
Samengevat
Oefening
1. Welk woord (of woorden) vind je alfabetisch:
• tussen ‘KAM’ en ‘KASTANJE’?
Kies uit: kalk - kaneel - kast - katoen
• tussen ‘STRIP’ en ‘STUK’
Kies uit: strijkijzer - strompelen - struisvogel - suikertante
• tussen ‘TRIANGEL’ en ‘TRIOMF’
• Kies uit: trip - triest - trippelen - trio
2. Welk woord (of woorden) vind je (alfabetisch):
• tussen ‘BAD’ en ‘BAROMETER’?
• tussen ‘GROOT’ en ‘GUUR’?
• tussen ‘EGEL’ en ‘EZEL’?
3. Hou je van moeilijke woorden? Welk van de onderstaande woorden vind je in het
woordenboek het eerst?
• amarant - amethist - altruïst - alteratie
• condoleren - consequent - conclusie - concentreren
4. Enkel voor nieuwsgierige zielen:
• Wat is het eerste woord in het woordenboek? ……………………………………
• Wat is het laatste woord in het woordenboek? ……………………………………
5. Tot slot sluiten we je op in een letterdoolhof. Wie raakt er het eerst uit?
25
26
G H I J K P Q B C J K LF E D E P O R A D I Z MA B C F O N S Z E H Y NN M N G N M T Y F G X O
V U T S L K H V L U X U H W PW X U R M J I U K V W T I V QP Q V Q N K L T J I H S J U RO R W P O Q R S T J Q R K T SN S X Y Z A B C D K F Q L O PM L K J I H G F E L E P M N QV W L S T I P O N M D O N O PU T M R U J K L M D C P I J QR S N Q V W X Y Z A B Q H K RQ P O P Q X W V U T S R G L ST G F E R Y X W V C D E F M TS H M D S Z Q R U B C D E N OR I L C B A P S T A T S R Q PQ J K L M N O T Y Z U T S T UP K L Y X W V U X Y V W XO N M Z A B C V W X W X Y