Grenzen Stellen - WordPress.com · 2013. 5. 14. · Ik begin de activiteit op 26 Januari 2013....

26
Grenzen Stellen Wat zijn mijn grenzen? Danique Voorthuijzen DBKV Jaar 4

Transcript of Grenzen Stellen - WordPress.com · 2013. 5. 14. · Ik begin de activiteit op 26 Januari 2013....

  • Grenzen Stellen Wat zijn mijn grenzen?

    Danique Voorthuijzen

    DBKV Jaar 4

  •   2  

    Inleiding Het stellen van grenzen is in het onderwijs een belangrijke zaak. Wat zijn mijn grenzen? En hoe weten leerlingen wat mijn grenzen zijn? In deze P-taak doe ik onderzoek naar grenzen in het onderwijs. Hiervoor ga ik op internet en in literatuur opzoek naar informatie. Ook zal ik in de praktijk aan docenten gaan vragen of zij grenzen hebben, wat deze grenzen dan zijn en hoe het werkt. Om mijn opdracht helder te krijgen heb ik de SMART-analyse toegepast. Dit heb ik gedaan door op elke vraag, die een onderdeel van de SMART-analyse omvat, te beantwoorden. Op deze manier formuleer ik mijn doelstellingen en vragen met betrekking tot dit onderwerp. Uiteindelijk zal ik mijn eigen grenzen op gaan stellen aan de hand van de gevonden informatie.

  •   3  

    Specificatie Wat wil ik bereiken? Ik wil voor mezelf graag duidelijke grenzen opstellen: wat mag wel bij mij in de klas en wat mag niet? Hoe vaak waarschuw ik een leerling voordat ik iets onderneem? Wat zijn mijn grenzen in taalgebruik en aanraking? Wie zijn er bij betrokken? De leerlingen en ikzelf. Het is voornamelijk voor mijzelf om duidelijk op een rijtje te hebben waar mijn grenzen liggen. Dit kan ik dan weer toepassen in de praktijk. Waar ga ik het uitvoeren? Ik ga het toepassen op mijn stageschool. Ik loop een jaar stage op het MBO Friese Poort bij de opleiding pre-Cibap. Dit is een vooropleiding voor het Cibap-college in Zwolle. Wanneer gebeurt het? Ik wil zo snel mogelijk beginnen met het opstellen van mijn grenzen. Het is tot nu toe nooit voorgekomen dat het uit de hand is gelopen, maar het is voor mijzelf en ook voor de leerlingen duidelijk als ze weten wat wel en niet kan en mag. Waarom wil ik dit doel bereiken? Het is niet zozeer een doel dat ik wil bereiken maar ik wil voor mezelf duidelijk hebben waar mijn grenzen liggen. Zodat ik dit ook aan mijn leerlingen kan overdragen. Welke delen van de doelstelling zijn essentieel? Het is belangrijk dat ik binnen verschillende categorieën grenzen aan kan geven.

    - wat mag wel bij mij in de klas en wat mag niet? - Hoe vaak waarschuw ik een leerling voordat ik iets

    onderneem? - Wat zijn mijn grenzen in taalgebruik en aanraking? - Hoe geef ik het aan als iets te ver gaat?

  •   4  

    Meetbaar Hoeveel ga ik doen?

    - Eerst wil ik literatuur lezen over grenzen binnen het onderwijs.

    - De volgende stap ik om mij heen vragen aan andere docenten en docenten in opleiding welke grenzen zij hebben en in hoeverre zij deze grenzen toepassen.

    - Vervolgens wil ik voor mezelf een lijst opstellen met grenzen binnen verschillende categorieën.

    Wanneer heb ik mijn doel bereikt? Mijn doel is bereikt als ik voor mezelf duidelijk heb wat mijn grenzen zijn. Dit zijn duidelijke grenzen die ik aan de leerlingen mee kan delen bij een van de eerste lessen. Zodat ook de leerlingen weten waar ze aan toe zijn. Wat heb ik af als het af is? Als het af is heb ik een lijst met daarop waar mijn grenzen liggen binnen verschillende categorieën. Acceptabel Is er draagvlak voor wat ik doe? Ja, er is draagvlak voor wat ik doe. Het is vooral voor mijzelf erg belangrijk om te weten waar mijn grenzen liggen. Als een docent dit duidelijk heeft is het voor de leerlingen ook duidelijk. Het kan goed zijn dat andere docenten zich één voelen met mijn grenzen en kunnen deze ook toepassen. Is het in overeenstemming met het beleid en de doelstellingen van de organisatie? Ik doe dit voor mezelf. Het heeft verder niks te maken met het beleid. Ik wil voor mezelf duidelijk hebben waar mijn grenzen liggen. Realistisch Is het haalbaar? Ja, het is haalbaar om dit voor mezelf op te stellen. Het is waarschijnlijk niet meer haalbaar om het toe te passen in mijn klas, omdat ik deze leerlingen daar al te lang les voor geef. Wel zou ik dit bij eventuele andere klassen nog toe kunnen passen. Is er een uitvoerbaar plan met aanvaardbare inspanningen? Het plan van aanpak staat hieronder beschreven. Daarin staat wanneer ik wat wil doen en wanneer het af moet zijn.

  •   5  

    Tijdgebonden Wanneer begin ik aan de activiteit? Ik begin de activiteit op 26 Januari 2013. Wanneer ben ik klaar? Het moet klaar zijn op 24 Februari 2012. Het is een korte tijd waarin ik deze Ptaak wil afronden, maar het is puur voor mijzelf. Ik wil me verdiepen in literatuur en informatie van internet, in de grenzen van collega’s en mensen om mij heen. Aan de hand hiervan stel ik mijn eigen lijst met grenzen op.

  •   6  

    Wanneer is het doel bereikt? Het doel is bereikt als ik voor mezelf een plan of lijst kan opstellen met hierin mijn grenzen. Plan van aanpak 26/01/13 – 27/01/13 Smart-schema schrijven Ptaak grenzen. 28/01/13 – 02/02/13 Internet onderzoek naar

    grenzen/ecalatieladder en andere schema’s.

    02/02/13 – 09/02/13 Onderzoek literatuur grenzen in het onderwijs.

    10/02/13 Alle gevonden informatie uitwerken en conclusies trekken over hoe ik tegenover de grenzen sta.

    11/02/13 – 15/02/13 Collega’s vragen naar hun grenzen binnen het onderwijs.

    16/02/13 – 17/02/13 Mijn eigen lijst met grenzen opstellen aan de hand van de gevonden informatie en mijn bevindingen.

    18/02/13 Reflectie op het onderzoek.

  •   7  

    1. Internet

  •   8  

    1.1 leerkrachtstijl uit het EGO-concept Op een website vond ik een artikel van een docent die zelf moeite had om te bepalen wat voor docent hij wil zijn. Hij heeft het over de leerkrachtstijlen uit het EGO-concept. Het EGO-concept staat voor: ervaringsgericht onderwijs, dit kan worden aangeduid met de term ‘emancipatie’. leerkrachtstijl dimensie A. gevoelig voor beleving: De mate waarin de leerkracht gevoelig is voor het welbevinden (en/of de sociaal-emotionele behoeften) van de kinderen /jongeren. De leerkracht toont een basishouding van respect, aandacht, affectie, bevestiging, duidelijkheid en begrip. Dat vraagt empathie van de leerkracht. leerkrachtstijl dimensie B. Stimulerend tussenkomen: De mate waarin de leerkracht het exploreren en ontdekken van kinderen/jongeren positief beïnvloedt door een rijke leeromgeving. De leerkracht geeft denkstimulerende, actiestimulerende en communicatiestimulerende impulsen. Leerkrachtstijl dimensie C. Autonomie verlenen: De mate waarin de leerkracht ruimte geeft voor het nemen van initiatieven en voor het individuele ontwikkelingsproces. Dat vraagt van de leerkracht geloof in groeikracht van kinderen/jongeren.

  •   9  

    1.2 Straks voor de klas Op een andere website kwam ik informatie tegen over chaos in de klas. Dit is niet per direct van toepassing op het stellen van grenzen, maar het gaat wel over hoe je als docent voor de klas staat. Ik denk dat dit een belangrijk onderdeel is dat samenhangt met het opstellen van grenzen. Op deze website geven ze tips over chaos in de klas. Ze geven aan dat je het beste streng kunt beginnen, altijd consequent moet zijn en niet boos moet worden. Ook geven ze informatie over je houding. Stevig gaan staan, voeten iets uit elkaar, hoofd omhoog en schouders naar achteren. Op deze manier zie jij er uit als de baas. Je moet niet alleen laten zien dat je de baas bent, maar je moet er ook van overtuigd zijn dat je de baas bent. Er wordt aangegeven dat het belangrijk is dat de woorden die je gebruikt overeenkomen met je lichaamstaal. Ook zijn er tips voor lastige klassen, zoals:

    - zorg dat je als eerste in de klas bent - heet de leerlingen welkom bij de deur - trouw blijven aan je eigen stijl - gebruik de ik-boodschap - bereid je lessen goed voor

    Daarnaast vind je op deze website ook informatie over bepaalde categorieën die betrekking hebben op het opstellen van grenzen zoals: mobieltje in de klas, lastig gedrag en hoe om te gaan met straf. Laat de leerlingen ook zelf vertellen wat de mogelijkheden zijn. Mobieltjes in de klas De website geeft een aantal tips die van toepassing zijn op mobieltjes in de klas. Er wordt aangegeven dat het goed is om te weten wat er tegenwoordig allemaal kan met een mobiele telefoon. Het is belangrijks dat er regels zijn met betrekking tot het gebruik van de mobiele telefoon op school. Het is goed dat deze afspraken met alle docenten worden gemaakt zodat de leerling niet bij elke docent weer andere regels heeft. Geef zelf het voorbeeld van het gewenste gedrag. Lastig gedrag Op de website geven ze aan de je altijd onderscheidt moet maken tussen de leerling en het gedrag van de leerling. Ook is het goed om lastig gedrag van een leerling met collega’s te bespreken. Het is belangrijk om te weten wat de oorzaak is van het gedrag dat de leerling vertoont.

  •   10  

    Dat kinderen ongewenst gedrag vertonen heeft vaak te maken met het feit dat ze hun grenzen niet weten. Het is dus van groots belang dat de docent zijn grenzen duidelijk aangeeft. Het is ook goed om zelf te willen leren en hier met de klas over te spreken. De leerlingen moeten weten dat zij ook aan kunnen geven wat ze van de les vonden. Hoe om te gaan met straf Iedereen gaat op zijn eigen manier om met het geven van straf. De ene docent geeft liever strafregels terwijl de andere docent vind dat een conflict het beste zonder straf kan worden opgelost. Er wordt aangegeven dat het in ieder geval belangrijk is dat je als docent altijd consequent bent. Soms is het mogelijk om een straf geven te voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld door het belonen van goed gedrag. Een beloning kun je geven in de vorm van een glimlach of een schouderklopje. Mochten de leerlingen toch lastig gedrag vertonen dan is het belangrijk dat je de leerlingen vertelt wat de gevolgen zijn van hun gedrag en welke straf ze kunnen verwachten als het niet ophoudt. Een belangrijke punt dat op deze website wordt vermeld is het niet in discussie gaan met de leerlingen. Ook is het belangrijk dat je bij slecht gedrag een passende straf zoekt. Denk bij het straffen ook aan de leerling, voor de ene leerling is een straf en straf terwijl het voor een andere leerling een plezier is. De straf moet wel verantwoordbaar zijn. Een andere optie van straffen is de leerling zelf mee laten denken over de straf.

  •   11  

    1.3 Escalatieladder De ontwikkeling van een conflict verloopt meestal zoals in de escalatieladder omschreven staat. Deze escalatieladder bestaat uit 3 fases en laat verschillende stappen zien. In de verschillende stappen laat de escalatieladder verschillende gedragingen zien. Bij iedere stap op de ladder zowel omhoog als omlaag moeten de partijen over een drempel. Fase 1: In de eerste fase ontaarden de gesprek zich voornamelijk in een debat. Partijen houden vast aan het eigen gelijk hebben. Het gemeenschappelijke probleem komt op de achtergrond. Er wordt niet meer naar elkaar geluisterd. Fase 2: De tweede fase bestaat vooral uit emotie. De interactie tussen betrokkenen wordt harder. Het conflict zelf wordt een belangrijk punt. Fase 3: De derde fase is de escalatiefase. Alles wordt uit de kast gehaald om de vijand te vernietigen. Bij de laatste trede wordt gekozen voor samen de afgrond in, men wil geen oplossing meer.

  •   12  

    2. Literatuur

  •   13  

    2.1 liefdevol opvoeden een kunst, op een zinvolle manier grenzen stellen en daarbij je goede humeur bewaren. Het boek is voornamelijk gericht op het opvoeden van kinderen in een gezinssituatie, omdat dit voor mij niet van toepassing is zoek ik de voor mij belangrijke punten uit het boek. Er worden in dit boek verschillende aspecten van het stellen van grenzen besproken. Het gaat niet alleen om het stellen van grenzen maar ook om hoe kinderen/leerlingen deze grenzen begrijpen en aanvaarden, en dat kinderen/leerlingen zich ook daadwerkelijk aan de grenzen houden. Het overschrijden van grenzen kan voor kinderen of leerlingen een teken van overmoed of verkeerde inschatting van de situatie zijn. De fouten wijzen ons erop dat ze iets niet begrijpen of iets willen leren. Leerlingen en kinderen die grenzen overschrijden zijn vaak nieuwsgierig en willen weten wat de gevolgen zijn. De woorden van volwassenen moeten door eigen ervaringen van kinderen bevestigd worden, dan hebben ze iets geleerd. Het is als ouder of leerkracht niet verstandig om stoer te reageren wanneer de kinderen of leerlingen opstandig zijn. Soms is het verstandiger om compromissen te sluiten of zoeken naar het gelijk van beiden, in het bedrijfsleven noemen we dit een win-win situatie. Deze win-win situatie is ook terug te vinden in de eerder genoemde escalatieladder. Het boek geeft een voorbeeld om na te denken over het stellen van zinvolle grenzen, dit voorbeeld is als volgt: Stel je een omheinende tuin voor. In deze tuin kan een kind van alles ontdekken en beleven. Het kind zal de schutting nauwelijks bewust opmerken, toch zal de tuin het kind een gevoel geven beschermd te zijn tegen auto’s, honden en andere gevaren. Zolang het kind iets interessants in de tuin vindt om mee te spelen of van te leren, wordt de schutting niet als een beperking ervaren. Wanneer het kind in zijn ontwikkelingsproces nieuwe prikkels en leerervaringen nodig heeft zal het plotseling de schutting als een beperking ervaren. Op dat moment is het tijd om het kind een groter stuk van de wereld te laten zien. De schutting van de tuin beeld de grenzen in die wij als opvoeders stellen. Het kenmerk van een grens is dus bescherming. Iedere grens om de omgeving van een kind af te bakenen geeft het kind houvast, oriëntatie en dus een veilig gevoel1. Voor onszelf is het belangrijk dat er een goede grond is voor ons handelen. Hierdoor voelen we ons gerechtvaardigd in wat we doen. Een besluitvaardig optreden heeft en overtuigende uitwerking. Ze vragen in de regel niet eens naar de reden.

  •   14  

    Oudere kinderen vragen er vaker naar, maar letten dan vooral op vastheid in de stem en de eenduidigheid van de uitstraling. Als ze de zekerheid van de lichaamstaal hebben opgemerkt aanvaarden ze de regel. Test van de motieven van de leerkracht of volwassenen: - zijn de grenzen die ik stel in het belang van de leerling/het kind - ben ik wel rechtvaardig - of wil ik alleen gelijk hebben, de sterkste en de baas zijn? Als de eerste twee vragen met ja te beantwoorden zijn en de laatste met nee, dan is het stellen van grenzen een aanvaardbaar middel. Kinderen of leerlingen kunnen hun frustraties tonen. Het is goed om dit toe te laten, maar wel vol te houden dat je trouw blijft aan je besluit. Als je zelf onzekerheid laat zien bij het nemen van het besluit, dan neemt een leerling je niet meer serieus. 2.1.1 communicatie De manier waarop je gaat zitten en op welke plaats kan de communicatie makkelijker maken. Als mensen met elkaar praten om elkaar op de hoogte te brengen van de stand van zaken, afspraken te maken of conflicten te beslechten gaat het niet alleen om deze punten, maar ook om de relatie tussen deze mensen. De rangschikking waarin deze mensen zitten of staan kan van betekenis zijn of het gesprek slaagt of niet. Er moet oogcontact mogelijk zijn tussen de sprekers. Recht tegenover elkaar zitten kan leiden tot en confrontaties in het gesprek. Het beste is om half naast elkaar, of half tegenover elkaar te gaan zitten. De ene persoon aan de lange kant van de tafel en de andere persoon aan de korte kant van de tafel. Zo kunnen de gesprekspartners elkaar makkelijk aankijken en kunnen ze hun blik ook op iets anders laten rusten. Wanneer gesprekspartners naast elkaar gaan zitten hebben ze een gelijkwaardigheids gevoel. Het probleem ligt dan niet bij de persoon zelf maar erbuiten. 2.1.2 non verbale communicatie Het licht optrekken van een wenkbrauw laat zien dat je het ergens niet mee eens bent, een lichte blos op de wangen laat opwinding bij een volwassenen zien. Als de mondhoeken een millimeter naar onderen hangen dan laat dat zien dat je treurig of ongelukkig bent.

  •   15  

    Uit onderzoek blijkt dat 7% van gevoelens van mensen in worden wordt uitgedrukt. De stand van de ogen, mond, wenkbrauwen en voorhoofd en uit je gehele lichaamshouding is je conditie af te lezen. De taal die je lichaam uitdrukt en wat je mondeling zegt, kan niet los van elkaar gezien worden. Beide manieren van communiceren beïnvloeden elkaar en zijn van elkaar afhankelijk.

  •   16  

                                       

    3. Uit de praktijk

  •   17  

    3.1 wat zijn de grenzen van mensen om mij heen in het onderwijs? Om er achter te komen wat mensen om mijn heen voor grenzen hebben in het onderwijs, heb ik een standaard formulier gemaakt met vragen, die deze personen in kunnen vullen. Op deze manier krijg ik antwoord op dezelfde vragen van verschillende personen en kan ik er dus goed achter zien te komen welke grenzen anderen hebben. Hieronder staat het formulier dat ik heb opgesteld. Ik zal de ingevulde formulieren bespreken, maar de formulieren zelf zullen te vinden zijn in de bijlagen. Formulier grenzen Naam: Hoelang zit u al in het onderwijs:   Loopt u wel eens tegen ordeproblemen aan in de klas? Zo ja, welke problemen komt u dan tegen, zo nee, hoe komt het dat u nooit ordeproblemen heeft: Heeft u uw eigen regels de u hanteert bij uw lessen? Zo, ja welke zijn dat: Wanneer worden de regels duidelijk voor de leerlingen:

  •   18  

    Houden de leerlingen zich ook altijd aan de regels? Zo nee, wat doet u als de regels worden overtreden:    

  •   19  

    3.1 samenvatting formulieren Ik heb dit formulier aan collega’s en andere docenten gegeven en gevraagd om deze voor mij in te vullen. Het volgende viel op, op de ingevulde formulieren. Alle personen die het formulier hebben ingevuld hebben wel eens ordeproblemen. De meeste ervaren deze problemen in het gedrag: doordat de leerlingen onrustig zijn, niet opletten tijdens de uitleg en druk bezig zijn met hun medeleerlingen. Het is opvallend dat de docenten die les geven of les hebben gegeven aan oudere leerlingen 16 tot volwassenen minder regels hoeven te hanteren dan bij jongeren leerlingen. Een van de docenten geeft aan geen regels te hebben en ter plekke om te gaan met de situatie. Zo stelt hij bijvoorbeeld een moeilijke vraag aan de leerling die niet oplet. Wel zijn er vaste regels waar de leerlingen zich aan moeten houden en die hanteert hij wel heel duidelijk. Veel voorkomende regels zijn:

    - op tijd komen - geen mobiele telefoons tijdens de les - Niet eten in de klas - Geen jas aan in de klas - Afmelden bij ziekte - Respect naar elkaar (ook in taalgebruik) - Stil zijn en opletten bij de uitleg - Als iemand aan het woord is ben je stil en luister je - Muziek niet te hard en uit tijdens overleg - Eigen spullen opruimen

    Aan het begin van het jaar en aan het begin van de lessen worden het vaakst de regels doorgesproken. Dit gaat bij sommige door tot de regels duidelijk zijn en het niet meer verteld hoefde te worden. Regels worden vaak ook duidelijk als leerlingen op hun gedrag aangesproken worden. Mochten leerlingen toch slecht blijven luisteren als ze worden aangesproken op verkeerd gedrag dan kiezen de meeste docenten ervoor om ze even uit de klas te zetten of op een andere plek in het lokaal. Voordat het zover komt spreken de meeste docenten de leerlingen eerst persoonlijk aan.

  •   20  

                                             

    4. Mijn regels

  •   21  

     4.1 regels aan de hand van alle gevonden informatie ga ik nu mijn eigen regels opstellen. Bij het opstellen van mijn eigen regels wil ik er rekening mee houden dat er een goede grond is voor mijn regels en dat ik deze dus ook altijd kan toepassen in de juiste situatie. Wat ik belangrijk vind, waar leerlingen zich aan moeten houden in mijn lessen en wat dus mijn regels worden, is:

    - Op tijd komen - Afmelden bij ziekte - geen jassen aan in de klas - niet eten en drinken bij de computers - verantwoordelijk zijn voor je eigen spullen/rommel - muziek niet te hard aan in de klas - elkaar respecteren - opletten en luisteren tijdens de uitleg - elkaar hulp verlenen (bijv. bij opruimen) - lokalen netjes achterlaten - zorgvuldig omgaan met spullen en materialen - leerlingen en docenten komen niet aan elkaar

    Het is natuurlijk niet meteen een heel groot probleem als iemand een keer te laat is, daarom wil ik ook een aantal manieren om, om te gaan met de regels voor mezelf opstellen:

    - te laat komen wordt afgehandeld met de decaan (schoolregels) eventueel in gesprek gaan mocht de leerling 3x te laat komen

    - afmelden bij ziekte is ook voor de decaan. Niet afgemeld is gewoon een dag afwezig

    - Als een leerling een jas aan heeft in de klas, met de ik boodschap zeggen dat de jas uit moet: ik wil graag dat je, jouw jas op de kapstop ophangt

    - Als de leerling eet of drinkt bij de computer ook waarschuwen met de ik-boodschap: ik wil graag dat je niet eet en drinkt bij de computer, ruim het maar snel op

    - Als je spullen gebruikt hebt, ruim dit dat ook weer netjes op. Mocht het voorkomen dat leerlingen hun spullen niet opruimen dan vraag ik ze dit persoonlijk om te doen

    - Muziek mag aan, maar dan wel zo dat niet iedereen er last van heeft. Mocht de muziek te hard staan dan spreek ik de leerlingen hier op aan.

    - Iedereen respecteert elkaar: fysiek en in taalgebruik gebeuren er geen dingen die een ander kunnen kwetsen of pijn kunnen doen. Ook accepteren leerlingen met wie ze samenwerken, als ze in groepjes zijn ingedeeld

    - Als iemand aan het woord is luisteren de anderen. Mochten leerlingen niet opletten dan spreek ik ze hier persoonlijk op aan.

  •   22  

    - Leerlingen helpen elkaar als met bijvoorbeeld opruimen. Op deze manier leren ze sociaal met elkaar om te gaan

    - De lokalen worden netjes achter gelaten. Dit houdt in: stoelen op tafel, vloeren geveegd, wasbakken schoon, alle spullen zijn opgeruimd, krukken onder de tafel en alle tafels zijn leeg en schoon

    - Zorgvuldig omgaan met spullen. De spullen en materialen die de leerlingen bij ons op de opleiding gebruiken zijn heel erg duur en niet altijd van hunzelf. Het is belangrijks dat iedereen hier zorgvuldig mee omgaat: kwasten/penselen schoonmaken, papier netjes pakken en terugleggen, zuinig omgaan met papier/karton en alles terugleggen waar je het vandaan hebt

    - Leerlingen en docenten komen niet aan elkaar. Een bemoedigende hand op schouder mag en kan als je weet bij welke leerling je het doet. Als een leerling hier niet van gediend is doe je ook een onschuldige handeling als deze niet. Leerlingen daarentegen komen ook niet voor de grap of om andere redenen aan docenten.

                                     

  •   23  

    5. Conclusie

  •   24  

    5.1 conclusie Het doel was om voor mezelf aan de hand van gevonden informatie uit de praktijk, literatuur en internet regels op te stellen die ik in mijn lessen kan toepassen. Op internet vond ik informatie over leerkrachtstijlen, wat te doen met mobieltjes en chaos in de klas en hoe om te gaan met straf. Ook vond ik de escalatieladder. Naast de informatie die ik op internet vond, heb ik ook informatie uit de literatuur. De literatuur vertelde dat het wat regels betreft verstandig is om niet stoer te reageren als een leerling opstandig is en dat het beter is om eventueel compromissen te sluiten. Voor onszelf is het belangrijk dat er een goede grond is voor ons handelen. Hierdoor voelen we ons gerechtvaardigd in wat we doen. Een besluitvaardig optreden heeft en overtuigende uitwerking. Ook in de praktijk heb ik rondgevraagd hoe docenten bezig zijn met regels in de klas. Hieruit kwam naar voren dat bijna elke docent regels heeft, de leerlingen deze kennen en zowel de docent als de leerlingen zich hieraan houden. Mochten er regels worden overtreden dan worden de leerlingen vaak gewaarschuwd en als dit geen effect heeft, verwijderd uit de klas. Vervolgens heb ik ook voor mezelf regels opgesteld. Hierbij heb ik gedacht aan dingen waar ik tegenaan loop in de les, dingen waarvan ik niet wil dat het gebeurt en gekeken naar de regels van de andere docenten en naar wat de literatuur heeft gezegd. Uiteindelijk heb ik voor mezelf een mooi lijst opgesteld die ik voortaan kan gaan toepassen bij mijn lessen. Zodra ik een nieuwe klas heb, kan ik deze regels eerst met de klas gaan bespreken zodat het voor beide partijen duidelijk is.                            

  •   25  

               

    6. Bronvermelding

  •   26  

    Bronvermelding Internet

    • http://hetkind.org/2011/08/16/wat-voor-leerkracht-wil-ik-zijn/ geraadpleegd op ’28-01-13’

    • http://www.kortlopendonderzoek.nl/onderwijs_pdf/PK80_Grenzen%20aan%20de%20pedagogische%20taak%20van%20de%20docent.pdf geraadpleegd op ’28-01-13’

    • http://www.straksvoordeklas.nl/artikel/15/chaos-in-de-klas geraadpleegd op ’01-02-13’

    • http://www.straksvoordeklas.nl/artikel/25/hoe-om-te-gaan-met-straf geraadpleegd op ’01-02-13’

    • http://www.straksvoordeklas.nl/artikel/94/mobieltjes-in-de-klas geraadpleegd op ’01-02-13’

    • http://www.conflictoplossing.org/kk_100000/coaching-voorbij geraadpleegd op ’01-02-13’

    • http://www.nlcoach.nl/wp-content/uploads/2011/12/Escalatieladder-Glasl.pdf

    geraadpleegd op ’01-02-13’ boeken

    • Kessler, E (2008), ‘liefdevol opvoeden een kunst, op een zinvolle manier grenzen stellen en daarbij je goede humeur bewaren’ Amsterdam: uitgeverij Abraxas

      voetnoten                                                                                                                1  Kessler, E (2008), ‘liefdevol opvoeden een kunst, op een zinvolle manier grenzen stellen en daarbij je goede humeur bewaren’ Amsterdam: uitgeverij Abraxas