GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

32
GO! MOBILITY # 4 Magazine RAI Vereniging JAARGANG 4 – OKTOBER 2014 – NR 4 THEMA: RECYCLING/HERGEBRUIK AFVAL BESTAAT NIET SLIMME INZAMEL- EN RECYLINGSYSTEMEN ROB KAMPHUES S-LIFE NATIONALE (E-)BIKE TESTDAGEN

description

 

Transcript of GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

Page 1: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

GO!MOBILITY #4Magazine RAI Vereniging

JAARGANG 4 – OKTOBER 2014 – NR 4

THEMA: RECYCLING/HERGEBRUIK

AFVAL BESTAAT NIET • SLIMME INZAMEL-EN RECYLINGSYSTEMEN • ROB KAMPHUESS-LIFE • NATIONALE (E-)BIKE TESTDAGEN

Page 2: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

GO!GO!

Dit magazine is gedrukt op duurzaam papier.

GO!Mobility een uitgave van RAI Vereniging, postbus 74800, 1070 DM Amsterdam, telefoon (020) 504 49 49,www.raivereniging.nl.

GO!Mobility verschijnt 5 keer per jaar en is o.a. bestemd voor politici, overheidsinstanties, de media en ledenvan RAI Vereniging.Verspreiding vindt plaats op basis vancontrolled circulation. Losse verkoopprijs: 9,95 euro.GO!Mobility is ook als digitaal magazine te lezen op www.raivereniging.nl

UitgeverAmsterdam RAI

RedactieMenno Timmer, hoofdredacteur

RedactieraadHarald Bresser, Cees Boutens, Jeroen van de Braak, Ilse Bartels, Mark van Dansik, Isabel Cloudt

RedactieadresGO!MobilityPostbus 777771070 MS AmsterdamBezoekadres:Europaplein1078 GZ AmsterdamTel. 020-549 12 12E-mail: [email protected]

COLOFON

EEN TWEEDE LEVEN VOOR FIETSACCU’SMet het collectieve inzamelsysteem voor E-bike accu’s, dat sinds 1 januari

op initiatief van afdeling Fietsen van RAI Vereniging in werking is getreden,

vervult Nederland binnen Europa een voortrekkersrol. Alleen Duitsland

kent een vergelijkbaar systeem, vertelt Robert Rozenberg, die als project

manager bij STIBAT verantwoordelijk is voor het opzetten van dit nieuwe

systeem. Inmiddels hebben zich tien fietsfabrikanten/importeurs bij dit

collectief aangesloten en komt een volledige marktdekking in het vizier.

AFVAL BESTAAT NIETDe huidige lineaire economie, waarin producten worden gekocht, ver-

bruikt en weggegooid, is niet langer houdbaar, vindt Michel Schuurman,

van MVO Nederland. Het eindeloos verbruiken van eindige grondstoffen is

naar zijn mening ook nergens voor nodig. Want binnen een circulaire

economie worden alle waardevolle grondstoffen, die weer de basis vormen

voor nieuwe producten, behouden. Én het levert ook nog eens geld op.

Uit berekeningen van TNO blijkt dat dit model Nederland tenminste

7,3 miljard euro per jaar oplevert en zo’n 54.000 banen schept.

RAI SOCIETYNederlandse automotive toeleve-

ranciers presenteerden hun exper-

tise tijdens een speciale ‘Tech Day’

aan topmanagers van BMW.

PAGINA 18

UITGESPROKENHenk Sturme, directeur van

Dro tech, geeft zijn mobiliteits -

visie.

PAGINA 23

MARKTANALYSEHet Nederlandse tweewielerpark

is sinds 2008 met 24 procent

toegenomen tot 24,1 miljoen

eenheden.

PAGINA 24

GO!FACTORPiet van den Nouweland met zijn

Armstrong Siddeley Whitley Six

Light uit 1952.

PAGINA 27

ECO-TRENDSIn het kader van het ‘Innobus’

project heeft MAN twee Lion’s

City stadsbussen uitgerust met

zogeheten ‘NoNox-techniek. PAGINA 20

6

9

MedewerkersSjoerd van der Linden, Rob KamphuesOntwerp: PWAD AmsterdamVormgeving: MB voorheen VMTBFotografie: Ton van Til, Johan Peter van der StouweIllustraties: Onno KortlandDruk: W.C. den OudenISSN: 2212-8182

© 2014 Amsterdam RAI – alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen

in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,

opnamen, of enige andere wijze, in elke vorm, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

--------------------

THEMA:

RECYCLING / HERGEBRUIK

--------------------

2INhoud

Page 3: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

,

Pionier of looser?‘Rijd jij elektrisch? Looser!’ Zo reageerde een goede

vriend toen ik aan kwam rijden met mijn VW E Up. Het

was iemand die me ooit toevertrouwde dat hij me stie-

kem bewonderde omdat ik op het circuit rondrijd in

auto’s met vijf keer zoveel vermogen als zijn middenklas-

ser. Nu viel ik genadeloos van mijn voetstuk. Hij liep een

keer om het autootje heen, keek naar de kabel die van de

auto naar een kastje in mijn tuin ging en schudde quasi

moedeloos het hoofd: ’Kamphues, Kamphues toch, wat

kan een mens diep zinken.’

Ik legde uit dat ik ben uitgenodigd door de vereniging

DOET, de brancheorganisatie van het elektrisch rijden in

Nederland, om een jaar lang alles wat elektrisch

voortbeweegt uit te proberen en dat ik daar op

http://nlmobility.nl/robs-blog verslag van doe, waar

nodig kritisch.

Zo constateerde ik al dat de actieradius van de E Up bij

lange na niet zo groot is als de teller op mijn dashboard

aangeeft. Beter gezegd: als ik hem start staat hij op maxi-

maal 157 kilometer, een respectabel getal, maar als ik de

straat uit ben zijn daar al tien kilometer van verdwenen

en die straat is echt maar honderd meter lang. Daardoor

durf ik eigenlijk nog niet verder te rijden dan naar

Houten, vanaf mijn woonplaats 63 kilometer verderop

en zelfs dat zou ik niet doen als ik niet zeker wist dat ik

daar een laadpaal vind die altijd vrij is.

Want dat is ook een puntje dat voor verbetering vatbaar

is: de app die aangeeft waar er vrije laadpalen zijn wil zich

daarin nog weleens vergissen. Ik geef toe; dat kan omdat

een of andere Jan Doedel zijn benzineauto gewoon illegaal

op de parkeerplaats heeft gezet en de laadpaal dus geen ver-

binding constateert, maar irritant is het wel als je nog voor

8 kilometer stroom in de accu hebt zitten.

Maar in de paar maanden dat ik nu elektrisch rijd, ben ik er

ook verknocht aan geraakt. Aan de stilte in de auto, waar-

door de muziek mooier klinkt en een gesprek op normaal

volume mogelijk is. Aan het feit dat je nooit meer naar een

benzinepomp hoeft. ‘s Ochtends is de tank altijd vol en na

een vergadering van meer dan twee uur ook. En ik ben ver-

knocht geraakt aan het idee dat ik maar voor acht euro ‘tank’

en dat ik behoor tot een select gezelschap: dat van de pio-

niers die over tien jaar kunnen zeggen dat ze aan de wieg

hebben gestaan van de grote omwenteling in het autorijden.

Want daar ben ik van overtuigd.

Mijn vriend overtuigde ik er niet mee, dus zat er niets

anders op dan hem een rondje mee te nemen. Hij keek

tweemaal schichtig om zich heen om er zeker van te zijn dat

zijn buurman hem niet in zag stappen en liet zich toen over-

halen. Vol ‘gas’, want vol stroom klinkt zo lullig, reed ik de

straat uit. Hij schrok zich rot. Vooral toen bij een kilometer

of veertig de E Up gewoon door accelereerde en geen aan-

stalten maakte om in te houden zoals bij een gewone auto

die opschakelt. ‘Ok,’ zei hij. ‘Doe dan maar, als je op het

circuit maar normaal blijft rijden.’ Ook daar had hij het mis.

Want in 2015 wil ik de eerste coureur in Nederland zijn die

volledig elektrisch rijdt. En anders in 2016.

Rob Kamphues, tv-presentator en cabaretier

rob kamphues3

Page 4: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

4

GO!

BRANCHE NIEUWS

Onlangs heeft RAI Vereniging het Platform ElektrischeMobiliteit (PEM) omgedoopt tot het Platform Toekomst-bestendige Mobiliteit (PTM). De verbreding van het plat-form maakt het mogelijk om ook andere (dan elektrische)nieuwe voertuigtuigtechnologieën en – innovaties te stimuleren. Inmiddels heeft PTM met een aantal concreteactiviteiten een vliegende start gemaakt.

Quirijn Teunissen, coördinator van PTM, legt uit dat het platform een

zo breed mogelijk palet aan kansrijke technieken en mobiliteitsinnova-

ties bij hun marktintroductie wil ondersteunen. Te denken valt aan rij-

den op (groen) gas en waterstof. Daarnaast is PTM nauw betrokken bij

de verschillende initiatieven op het gebied van ICT en connected cars.

Voor dit jaar staat al een aantal activiteiten en informatiebijeenkomsten

gepland waar PTM zich nadrukkelijk zal presenteren. Zo organiseerde

PTM op 7 oktober tijdens de vakbeurs Ecomobiel in Rotterdam, in

samenwerking met GroenGasMobiel, NWBA, DOET, het ministerie

van I&M, het Nationaal Forum Brandstoffenmix.

Andere PTM-initiatieven die voor de komende maanden op de agenda

staan zijn: de themamiddag ‘Intelligente Transportsystemen: waar

staan we en waar gaan we heen?; de informatiebijeenkomst ‘De zelf -

rijdende auto’, het congres ‘Toekomstbestendige Mobiliteit’ tijdens

AutoRAI 2015 en de themamiddag ‘Light Electric Vehicles’.

Meer info over PTM is te vinden op www.platformtoekomst -

bestendigemobiliteit.nl

Jaarlijks levert Snoeks duizenden

sets om voertuigen om te bou-

wen en rekent inmiddels nage-

noeg alle bestelautofabrikanten

tot de klantenkring. Om de groei

zo goed mogelijk te faciliteren

heeft Snoeks in Tsjechië een

compleet nieuw state-of-the-art

distributiecentrum in gebruik

genomen van waaruit wordt

geleverd aan meer dan 22 landen

binnen en buiten Europa.

Daarnaast is ook het hoofdkan-

toor in Nieuw-Vennep volledig

vernieuwd.

Roland van Bergen, Sales &

Marketing manager van Snoeks,

wijst er op dat het specialisme,

dat de onderneming de afgelopen

60 jaar heeft opgebouwd, zijn

oorsprong kent in Nederlandse

wetgeving. “En in dat specialisme

zien autofabrikanten ons nu als

serieuze partner. Door met auto-

fabrikanten samen te werken en

hen professionaliteit, innovatie

en toegevoegde waarde te bieden

en nieuwe voertuigvarianten te

creëren, trachten wij hun

productgamma uit te breiden en

zo het verkoopvolume te ver -

groten.”

Dat deze filosofie vruchten

afwerpt, blijkt alleen al uit het feit

dat Snoeks per ultimo dit jaar al

voor zes autofabrikanten con-

tractpartner is en er wereldwijd

meer dan 70 Snoeks Service

Centra actief zijn. Recentelijk

zijn nieuwe samenwerkings -

verbanden aangegaan met

Renault en Opel voor het

modificeren van respectievelijk

de nieuwe Trafic en de nieuwe

Vivaro.

Platform Toekomstbestendige Mobiliteit ontvouwt eerste actieplannen

Snoeks geeft gas met dubbele cabines

Vliegende start voor PTM.

Snoeks past voertuigen aan conform het design van de fabrikant.

De afgelopen decennia is Snoeks Automotive B.V. uitgegroeid tot Europees marktleider ophet gebied van het leveren van totaalconcepten voor inrichtingen van bedrijfswagens tot3,5 ton GVW. Inmiddels mag het bedrijf zich de specialist noemen voor het ontwikkelen,testen en leveren van dubbele cabines en scheidingswandsystemen aan autofabrikanten.

Page 5: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

5

Duizendste ecocombi in Nederland op de weg

Met de Nationale (E-)Bike Testdagenen de FietsVAK dag (28 febr. t/m 2 mrt) worden in het voorjaar van2015 de deuren naar de consumentgeopend. Amsterdam RAI speelt metdit nieuwe fietsevenement in op debehoefte van de fietsbranche naardirect contact met de consument en desterk toenemende vraag naar e-bikes.

De beurs vindt plaats in Expo Haarlemmer-

meer (onderdeel van Libéma). Voor de eerste

twee beursdagen in het weekend, die zijn

gericht op de consument, is gekozen voor een

samenwerking met ANWB Media. Op de

laatste dag van de beurs, maandag 2 maart,

vindt de FietsVAK dag plaats. De Nationale

(E-)Bike Testdagen en de FietsVAK dag

worden georganiseerd door Amsterdam RAI

onder auspiciën van RAI Vereniging.

De FietsVAK dag wordt in samenwerking met

het vakblad Tweewieler georganiseerd.

De consument kan tijdens het evenement

rekenen op productpresentaties van een groot

aantal fietsmerken, zowel met e-bikes, speed

pedelecs als hybride- en stadsfietsen. Daar-

naast worden de nieuwste trends op gebied

van fashion, accessoires en technische ont-

wikkelingen gepresenteerd. Vanwege de

enorme behoefte aan informatie over elektri-

sche fietsen en de snelle ontwikkelingen op

dit gebied, geeft ANWB Media 15 december

een E-Bike special uit. De sfeervolle nieuwe

locatie, Expo Haarlemmermeer, is goed

bereikbaar en beschikt over een mooi buiten-

terrein waar een groot testparcours wordt

aangelegd. De bezoeker heeft hierdoor zowel

binnen als buiten de mogelijkheid om e-bikes,

speed pedelecs, hybride- en stadsfietsen uit-

gebreid te testen. Op de beursvloer is tevens

een groot aanbod van fietsonderdelen en -

accessoires te vinden en zijn de winnaars van

de Fiets van het Jaar, E-Bike van het Jaar en de

Fiets Innovatie Awards te zien.

Medio dit jaar heeft minister Schultz van Haegen de ontheffing voor de 1.000ste ecocombi verleend. Daarmeebehoort Nederland tot dekoplopers in het gebruikvan deze langere vracht -wagens.

Ecocombi of LZV’s zijn vracht-

auto met een maximale lengte

van 25,25m en een maximum

gewicht van 60 ton. Twee eco-

combi’s kunnen dezelfde

hoeveelheid lading vervoeren als

drie gewone vrachtauto’s. De

inzet van deze voertuigen levert

op die manier grote voordelen op het gebied van logistiek en milieu.

TLN en EVO zetten zich, samen met RAI Vereniging, al vanaf eind jaren

negentig in om de introductie van de

ecocombi in Nederland mogelijk te

maken. In nauwe samenwerking met

het ministerie van I&M en de RDW is

in het jaar 2000 de eerste ecocombi in

Nederland de weg op gegaan. Na een

aantal succesvolle proeven is de eco-

combi inmiddels in de wetgeving

opgenomen. De vervoers sector in

Nederland kan hiermee jaarlijks

miljoenen kilometers aan wegvervoer

uitsparen. Naar verwachting zal het aan-

tal ecocombi’s snel verder toenemen.

Nationale (E-)Bike Testdagen en FietsVAK dag

Bezoekers kunnen alle categorieën fietsen uitgebreid testen.

De inzet van ecocombi’s bespaart de Nederlandse transportsector jaarlijks miljoenen kilometers.

Page 6: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

GO!

6

Het inzamelen van accu’s of batterijen in het algemeen is op zich niet

nieuw of bijzonder. Dat is immers, zo staat in het Besluit Beheer

Batterijen, al vele jaren verplicht. En die (Europese) richtlijn geldt voor

alle draagbare consumentenbatterijen. Om dit in zo goed mogelijke

banen te leiden en hiervoor een landelijk dekkend netwerk op te zetten

is destijds door producenten en importeurs van batterijen de Stichting

Batterijen (STIBAT) opgericht.

Fietsaccu’s, die vallen onder ‘aandrijving van een voertuig’ en daarmee

tot de categorie ‘industrieel’ zijn echter een hoofdstuk apart, zegt

Rozenberg. “Voor die accu’s geldt namelijk geen inzamel-, maar wel

een innameverplichting. Dit betekent dat fietsfabrikanten en impor-

teurs, oude accu’s van consumenten moeten innemen. Om te voor -

komen dat er een baaierd aan individuele inzamelsystemen zou gaan

ontstaan, is vorig jaar in samenspraak met RAI Vereniging besloten om

dit collectief te gaan regelen.”

Naast de wettelijke verplichting hadden fietsfabrikanten nog twee

belangrijke motieven om met STIBAT in zee te gaan, verduidelijkt hij.

“Op die manier willen ze namelijk hun verantwoordelijkheid nemen

om te voorkomen dat accu’s in het milieu terecht komen. Bovendien

wilden fietsfabrikanten een systeem dat eenvoudig is voor zowel

dealer als consument.”

Negatieve opbrengstEen andere reden om fietsaccu’s als collectief in te zamelen heeft vol-

gens Rozenberg te maken met het probleem dat li-ion accu’s, vergele-

ken met bijvoorbeeld lood accu’s, nagenoeg geen waardevol kobalt

bevatten en daardoor niets opleveren, maar geld kosten om ze te

recyclen. “Het is dus efficiënter en goedkoper om hiervoor een

gezamenlijke infrastructuur op te zetten.” Hij rekent voor dat een

fabrikant 3 euro per kilo aan een door STIBAT beheerd fonds moet

betalen voor iedere fietsaccu die op de markt wordt gezet. Bij een

gemiddeld batterijpakket van 3 tot 4 kilo komt dat neer op zo’n 10 euro

Op weg naar 100 procent marktdekking

Nederlandvoorop met recyclingsysteem

fietsaccu’sMet het collectieve inzamelsysteem voor E-bike accu’s, dat sinds 1 januari op

initiatief van afdeling Fietsen van RAI Vereniging in werking is getreden, vervultNederland binnen Europa een voortrekkersrol. Alleen Duitsland kent een

vergelijkbaar systeem, vertelt Robert Rozenberg, die als project manager bij STIBAT verantwoordelijk is voor het opzetten van dit nieuwe systeem. Inmiddels

hebben zich tien fietsfabrikanten/importeurs bij dit collectief aangesloten en komteen volledige marktdekking in het vizier. STIBAT verwacht dit jaar zo’n 83.000 kilo

aan E-bike accu’s in te zamelen en die een tweede leven te kunnen geven.

Page 7: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

7

Rozenberg: ‘Dit jaar verwachten we zo’n 25.000 fietsaccu’s in te zamelen.’

Page 8: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

8

GO!

per accu. Voor die prijs zorgt STIBAT voor de inzameling, de opslag en

krijgen ze een tweede leven.

InzameltonnenOm het de deelnemers – na de initiatiefnemers Accell Group, Gazelle,

Giant en Trek, hebben zich inmiddels nog zes andere partijen aange-

sloten – zo eenvoudig mogelijk te maken hanteert STIBAT twee

inzamelmethodes: een fijnmazige en één die uitgaat van bulkpartijen.

Bij ruim 1.700 inzamelpunten (fietsdealers) staan speciale tonnen

waarin de winkeleigenaren oude accu’s van consumenten kunnen

deponeren. Zodra een ton vol is, haalt STIBAT die binnen tien werk-

dagen op. Als het gaat om grotere volumes dan haalt STIBAT die apart

op bij de service centra van de deelnemers. STIBAT beschikt over een

vijftal vrachtwagens die permanent door het land rijden om zowel

fietsaccu’s als consumentenbatterijen op te halen.

25.000 accu’sRozenberg zegt tot nu toe tevreden te zijn over de behaalde resultaten.

“Al in het eerste kwartaal is er voor 13.000 kilo ingezameld. Dat komt

overeen met ongeveer 4.000 fietsaccu’s. Als alles volgens planning

blijft lopen moet de teller eind dit jaar uitkomen op 83.000 kilo, ofte-

wel 25.000 accu’s.” Hij erkent dat schattingen voor de langere termijn

lastig zijn te geven. De levensduur van fietsaccu’s verschilt immers

sterk en hangt ook af van het gebruik. Soms gaat er enige tijd overheen

voordat een consument besluit een accu in te leveren. Maar dat dit uit-

eindelijk gebeurt, is volgens hem vrijwel zeker. “De ervaring met

gewone consumentenbatterijen wijst al uit dat tussen 80 en 90 pro-

cent bij ons terugkomt. Ik verwacht dat dit percentage bij fietsaccu’s

zeker de 100 procent zal benaderen.”

Van accu tot brilMaar wat gebeurt er uiteindelijk met al die ingezamelde accu’s? “Die

worden”, vervolgt Rozenberg, “netjes afgeleverd bij de firma Van

Peperzeel, een accusorteercentrum in Lelystad. Zij selecteren de

batterijen naar chemische samenstelling: alkaline, zink-koolstof,

nikkel methaalhydride, lood en lithium Ion. Om ze vervolgens aan te

bieden aan de verschillende recyclingbedrijven in met name Frankrijk,

Duitsland en Zwitserland die de (herbruikbare) metalen terugwinnen

voor een tweede leven. Soms weer als accu, maar je kunt ook denken

aan brilmonturen, vangrails of toepassingen in de bouw etc.”

EucobatDe project manager bij STIBAT benadrukt dat Nederland, samen met

België en Duitsland, tot de koplopers behoort op het gebied van batte-

rijrecycling. Als het gaat om de inzameling van accu’s voor E-bikes is de

rol van Nederland en Duitsland binnen Europa zelfs uniek te noemen.

In dit kader wijst Rozenberg op de recente oprichting van Eucobat, dat

als Europees expertise centrum voor accu’s beoogt om de aanwezige

know how zoveel mogelijk uit te wisselen en te delen met andere EU-

lidstaten. “Binnen dit platform zal STIBAT het Nederlandse recy-

clingsysteem voor fietsaccu’s uiteraard uitgebreid onder de aandacht

brengen. Het zou natuurlijk prachtig zijn als ons unieke systeem als

blauwdruk gaat dienen en navolging krijgt in de rest van Europa.”

‘Het Nederlandse systeem kan een

blauwdruk zijn voor derest van Europa’

Bij 1.700 fietsdealers staan speciale tonnen waarin winkeleigenaren de oude accu’s van

consumenten kunnen deponeren.

Page 9: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

9

Afval bestaat nietCirculaire economie maakt oneindig hergebruik mogelijk

Uit berekeningen van TNO blijkt dat dit

model Nederland tenminste 7,3 miljard euro

per jaar oplevert en zo’n 54.000 banen schept.

Ecologische systemen bestaan als zolang de

aarde om de zon draait. De natuur kent in feite

geen afval, maar bestaat uit oneindige kring -

lopen, waarbij afval van de ene soort als voe-

dingsbron dient voor de andere. De zon levert

energie, laat planten groeien en doodgaan om

de voedingsstoffen vervolgens te laten terug-

vloeien in de bodem. En het werkt, zegt

Michel Schuurman, programmamanager cir-

culaire economie van MVO Nederland. “Toch

kiezen mensen voor een lineaire benadering.

We putten grondstoffen uit door het vervaar-

digen van producten die uiteindelijk weer

worden weggegooid. Zodra er een nieuwe

Iphone uitkomt, wil de bezitter de oude ver-

vangen. Als de wasmachine kapot gaat moet

er een nieuwe komen. En iedere keer als dit

gebeurt, wordt een beroep gedaan op de

De huidige lineaire economie,waarin producten wordengekocht, verbruikt en wegge-gooid, is niet langer houdbaar,vindt Michel Schuurman, vanMVO Nederland. Het eindeloosverbruiken van eindige grond-stoffen is naar zijn mening ooknergens voor nodig. Door hetsluiten van de biologische en detechnische kringloop ontstaatnamelijk een circulaire econo-mie, waarbij alle waardevollegrondstoffen behouden blijvenen weer de basis vormen voornieuwe producten. Én het levertook nog eens geld op.

Schuurman: ‘Het verbruiken van eindige grondstoffen is nergens voor nodig.’

Page 10: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

GO!

10

eindige voorraad grondstoffen en komt er

schadelijk afval in het milieu terecht.”

KetensamenwerkingEen circulaire economie, die ontstaat door het

sluiten van de biologische en technische

kringloop, kan daar volgens hem een einde

aan maken. Uitgangspunt daarbij is dat de

ontworpen producten steeds terugkeren naar

een fabrikant: de technische materialen wor-

den vervolgens herwonnen voor oneindige

recycling en de biologische materialen dragen

bij aan het verbeteren van de land- en akker-

bouw. Doel van de circulaire economie is, ver-

volgt Schuurman, om binnen die ene planeet

welvarend te kunnen samenleven. “Het is een

model dat grondstoffen minder belast, geen

afval genereert, maar ook nog eens extra geld

kan opleveren. Als we met zijn allen de transi-

tie willen maken naar een circulaire economie

dan zoeken veel mensen direct naar een per-

fect model. Maar dat is er (nog) niet. Het gaat

in eerste instantie om een andere mindset.

Een fabrikant dient zich primair af te vragen:

welke eisen stel ik aan het materiaal en het

ontwerp, kan ik een product zo in elkaar zet-

ten dat het aan het eind van de levensduur

weer uit elkaar kan (design for recycling,

design for disassembly) etc. Daarnaast is een

betere ketensamenwerking vereist en uitein-

delijk moet het product dan op een bepaalde

manier op de markt worden gezet.”

Refurbished componentsMet dat laatste bedoelt Schuurman dat een

product best het etiket ‘recylebaar’ kan

dragen, maar dat dit niet zegt of dat ook daad-

werkelijk gebeurt. “Dan is ‘cradle to cradle een

holle frase. MVO Nederland tracht daarom als

neutrale ketenregisseur partijen bij elkaar te

brengen en het hele proces rondom het

circulaire model te organiseren.”

Kijkend naar de mobiliteitsbranche wijst hij er

op dat bijvoorbeeld Auto Recycling Neder-

Michel Schuurman: ‘Het hergebruik van componenten vormt

de kern van de circulaire economie.’

Page 11: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

11

land zeer goed bezig is. “Die zitten al op een

recyclingpercentage van 95 procent. De vraag

is dan: in hoeverre is het nodig om de aan-

dacht te richten op die laatste 5 procent, of

moet het accent liggen op het hergebruik van

componenten? Want dat is de kern van de

circulaire economie.”

Een partij die, uitgaand van de technische

kringloop, wat dat betreft actief is, is Renault,

zegt Schuurman. Zij behalen jaarlijks onge-

veer 160 miljoen euro aan extra inkomsten

met wat hij met een mooi woord ‘refurbished

components’ noemt. Het gaat daarbij om

componenten die, voordat een voertuig bij de

shredder belandt, als second life onderdeel

terugkeren in een nieuwe auto. Maar het is

eveneens mogelijk om onderdelen op basis

van de biologische kringloop terug te laten

keren naar de natuur. Schuurman: “zo zijn de

isolerende panelen aan de binnenkant van de

portieren van BMW van hennep vervaardigd.

Het is dan wel zaak deze componenten niet

via het gebruik van lijmen of epoxyharsen te

vervuilen, want dan kunnen ze later niet meer

dienen als grondstof voor de landbouw. Dat

vraagt om aangepaste Europese wetgeving,

want ‘afval’ mag niet worden verkocht als

grondstof.”

ExperimenteerruimteIn Nederland hebben Limburg en Amsterdam

voor dit probleem inmiddels een gedoog -

constructie in de wet gecreëerd, een zogehe-

ten ‘experimenteerruimte’. Die maakt het

mogelijk om biologisch afval wel te kunnen

verkopen en tot nieuwe producten te

verwerken.

Van Houtum, fabrikant van Satino Black

wc-papier maakt hier dankbaar gebruik van,

vertelt Schuurman. “Dit bedrijf, dat werkt

met gerecycled papier, kreeg te maken met een

teruglopend aanbod, aangezien de bulk van

het oud papier naar China verdwijnt. Van

Houtum ontdekte echter dat bierbrouwers in

Limburg betaalden om de etiketten van flesjes

af te weken en neemt nu die reststromen van

verschillende brouwers af. Met als voordeel

dat Van Houtum nu goedkoper uit is en de

bierbrouwers voor hun afval betaald krijgen.

En om de cirkel helemaal rond te maken: van

het afval dat vrij komt bij de productie van

wc-papier maakt kartonproducent Smurfit

Kappa weer de dozen waarin die wc-rollen

worden verpakt.”

Evolutionaire revolutieDe vraag is alleen in hoeverre ondernemingen

bereid zijn om het roer om te gooien en het

principe van de circulaire economie toe te

passen. Schuurman onderscheidt daarin een

‘moeten’ en een ‘willen’. “Er zijn op de wereld

2 miljard middenklasseconsumenten. Dat

zullen er over pakweg 15 jaar 5 miljard zijn.

Uitgaande van de huidige lineaire economie is

dat een onhoudbare situatie. Uiteindelijk zal

de wal het schip keren. Er zal iets moeten

gebeuren, hetzij via revolutionaire evolutie of

via een evolutionaire revolutie. Daarnaast is er

de vrijwillige keuze. Vergeet niet dat het

circulaire model gewoon een beter econo-

misch systeem is. TNO heeft becijferd dat het

Nederland jaarlijks minimaal 7,3 miljard euro

per jaar oplevert en circa 54.000 banen

creëert”.

Met besef voor realisme voegt hij er onmid-

dellijk aan toe dat dit soort macro economi-

sche factoren niet direct mensen in beweging

zet. “Het is belangrijk om in te zien dat het

alleen mogelijk is om grote maatschappelijke

transities in gang te zetten door het zetten van

kleine individuele stappen. Dan moet de vraag

luiden: “hoe gaan wij als bedrijf 10.000 euro

besparen en in hoeverre willen onze leveran-

ciers, klanten en afnemers aan onze circulaire

visie bijdragen? Dat is de weg van de evolutio-

naire revolutie.”

‘Het circulaire modellevert geld op’

Page 12: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

GO!

12

Jaarlijks verdwijnen er in Nederland zo’n 200.000 auto’s uit het wagen-

park. Die krijgen dankzij het recyclingproces in de PST-fabriek van ARN

een spreekwoordelijk tweede leven. Op dit moment verwerkt ARN jaar-

lijks zo’n 35.000 tot 40.000 ton shredderafval en behaalt daarmee een

recyclingprestatie van 95,6 procent. Voor volgend jaar ligt het verwachte

volume op 60.000 ton. De herbruikbare eindfracties, in de vorm van

metalen, kunststoffen, vezels en mineralen, vinden dankbaar hun weg

naar afnemers zoals plastic- en materiaalrecyclers of krijgen een tweede

leven als isolatiemateriaal, Crusca (een soort laminaat van vezels en plas-

ticfracties) of straatnaamborden.

Minder kosten autokopers“Uiteindelijk wil ARN, met hoge kwaliteitstoepassingen van de eind-

fracties, de kosten van de PST-fabriek omlaag brengen en daarmee uit-

eindelijk de kosten voor de autokoper”, vertelt Gert-Jan van der Have,

projectleider bij ARN Advisory. Hij wijst er in dit verband op dat per 1

augustus dit jaar al weer een belangrijke stap is gezet. “Met STIBA is

namelijk een afspraak gemaakt over een lagere demontagevergoeding.

Per die datum stopt ARN met het vergoeden van het demonteren van

glas en grote kunststofdelen en vindt bovendien voortaan een vergoe-

ding plaats gebaseerd op kwaliteitscriteria en niet meer op basis van hoe-

veelheden gedemonteerd materiaal.”

Gezamenlijk actieplanVolgens Van der Have vallen er, als het gaat om het vergroten van de

recyclingprestatie en de toepassingsmogelijkheden voor hergebruik, op

Europese schaal nog werelden te winnen. Om te komen tot een efficiën-

tere cyclus van grondstoffen en onderdelen tijdens de levenscyclus van

auto’s, waarvan recycling een substantieel onderdeel vormt, werkt ARN

samen met zes Europese clusterorganisaties in het S-LIFE project. “Aan-

Hergebruik van grondstoffen neemt een centrale plaats in bij de transitie naar een circulaireeconomie, zowel in Nederland als Europa-breed. ARN loopt voorop met het bewerken vanrestmaterialen van afgedankte auto’s. Na de bewerking in de PST-fabriek in Tiel brengt ARNde materialen weer terug in het productiesysteem. Met het Europese projectS(ustainable)_LIFE, waarin ARN een voortrekkersrol vervult, is het de bedoeling om te komentot meer Europese samenwerking op het gebied van recycling. Binnen S_LIFE trekken zesEuropese regio’s met elkaar op om kennis te delen en gezamenlijke onderzoeken op te zetten.

Grensoverschrijdende samenwerkingrondom recycling

S_LIFE:

Gert-Jan van der Have: ‘De belangen van recyclers en autofabrikanten lopen nogal uiteen.’

Page 13: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

13

gezien bij de participanten aan dit door de Europese Commissie gesubsi-

dieerde project, waarin autofabrikanten (OEM’s) en onderdelenleveran-

ciers een adviserende functie hebben, geen recyclingexpertise aanwezig

was, heeft ARN die rol op zich genomen.” “Eén doelstelling”, vervolgt

hij, “was om één gezamenlijk actieplan te ontwikkelen. Onder onze

leiding is dat in 2013 opgesteld en vervolgens vertaald in vijftien concrete

actiepunten, waarvan ARN er drie voor haar rekening neemt.”

BewustwordingscampagneKort samengevat komt het er op neer dat ARN onderzoekt in hoeverre

het op Europees niveau haalbaar is om producten te ontwikkelen van

materialen die zijn teruggewonnen uit automotive shredderafval. Van

der Have: “Uiteraard bekijken we dan tegelijkertijd of Europese samen-

werking tussen de verschillende PST-fabrieken mogelijk is, inclusief het

uitwisselen van de expertise die bij de afzonderlijke lidstaten op recy-

clinggebied beschikbaar is.”

Verder houdt ARN zich bezig met het ontwikkelen en doorvoeren van

een Europees lesprogramma voor demontage van huidige en toekom-

stige auto’s, gericht op zowel de demontagesector als bestaande automo-

tive opleidingen. Het laatste actiepunt waarvoor ARN verantwoordelijk

is betreft de opzet van een bewustwordingscampagne over ‘resource -

efficiency’ en recycling, specifiek gericht op de gebruiksfase van auto’s.

Daarmee zegt Van der Have spelers als onderhoud- en detailhandelbe-

drijven te bedoelen. “Die hebben weliswaar een grote impact op mate ri-

aal- en energieconsumptie, maar zijn zich daarvan vaak weinig bewust.”

Concreet recyclingprojectAls concreet voorbeeld van het S-LIFE project noemt Van der Have het

in samenwerking met een grote Franse Shredder en een aantal vooraan-

staande Europese betonproducenten ontwikkelde projectvoorstel om de

directe toepassing van Automotive Shredder Residue (ASR) in lichtge-

wicht beton nader te onderzoeken. “Als het project doorgaat, betekent dit

opnieuw een flinke stap vooruit in de realisatie van een duurzamere

grondstofcyclus in de automotive branche.”

Design for recyclingEen andere manier om het recyclingproces nog verder te verbeteren is het

begrip ‘design for recycling’, waarbij al in de ontwerpfase van een pro-

duct rekening wordt gehouden met het end-of-life traject. Van der Have

stelt vast dat bij dit uitgangspunt de belangen van autofabrikanten en

recyclers nogal uiteen lopen. “De wetgever verlangt van de autofabrikant

dat deze voertuigen op de markt zet met zo laag mogelijke emissies.

Recyclebaarheid is in dit geval dan van secundair belang. Diezelfde wet-

gever eist van, in dit geval ARN, juist weer een hoge recyclingprestatie.

Het tegelijkertijd invulling geven aan beide wensen is op dit moment

voor de toekomst een moeilijke opgave.”

Bovendien, besluit hij, zou je je kunnen afvragen wanneer iets eigenlijk

‘duurzaam’ is. “een auto die lang meegaat en weinig uitstoot voldoet aan

dat begrip. Een recyclingbedrijf kijkt op zijn beurt uitsluitend naar de

producten en materialen en de mogelijkheid tot hergebruik er van. In

ieder geval is de hele discussie over dit onderwerp een stuk levendiger

geworden dankzij het S-LIFE project, waarin ook OEM’s en materiaal-

producenten zijn betrokken. Ik denk dat er een interessante uitdaging ligt

voor de Europese beleidsmakers om voor deze discrepantie een werkbare

oplossing te vinden.”

Meer informatie over S_LIFE is te vinden op: www.s-life-project.eu

‘Het S-LIFE project beoogt de Europese recyclingprestatie te vergroten.’

Page 14: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

GO!

14

Terberg Matec Nederland maakt deel uit van

Terberg Environmental, de milieudivisie van de

internationaal opererende Terberg Group. Van-

uit twee productielocaties, Terberg Machines in

IJsselstein en Terberg Matec UK, vervaardigt en

levert de onderneming een compleet pro-

gramma aan afvalinzamelings- en recyclingsy-

stemen ten behoeve van de Europese markt en

daarbuiten. Dat gebeurt rechtstreeks of via een

eigen distributienetwerk (o.a. in de UK, Frank-

rijk, Polen, Maleisië, België, Dubai en uiteraard

ook in Nederland). Naast het eigen producten-

palet, waaronder aluminium carrosserieën,

containerbeladings- en recyclingsystemen en

inzamelvoertuigen voor het ledigen van onder-

grondse containers, biedt Terberg Matec op de

Nederlandse markt eveneens een uitgebreid

complementair programma aan. Daartoe

behoren achterladers van het merk Dennis

Eagle, zijladers van HS Fahrzeugbau en straat-

veegmachines van Bucher Schörling.

UK marktleiderDe sterke locale focus van eigen verkoop en

service vestigingen, een hoge mate van innova-

tiviteit, in combinatie met een consultatieve

bedrijfscultuur, waarbij het oplossen van pro-

blemen voor de klant voorop staat, hebben er

volgens Senders toe geleid dat Terberg Matec

UK in Engeland marktleider is. In Nederland

geldt Terberg Matec Nederland als een serieuze

speler in alle niches van de afvalverwerkings-

en reinigingsmarkt en heeft zelfs een domi-

nante positie verworven in het segment van

containerbeladingen. Een hele prestatie als

wordt bedacht dat de afval verwerkingsmarkt

in ons land het afgelopen decennium een

behoorlijke transformatie heeft ondergaan.

Elektrische containerbeladingenSenders: “De totale Nederlandse markt is

gekrompen in zowel volume als aantal klanten.

Het aantal gemeentelijke inzameldiensten is

structureel gedaald nadat zij hun krachten gin-

gen bundelen in grotere collectieve professio-

nele inzameldiensten. Of doordat gemeenten

het inzamelen besloten uit te besteden aan bijv.

derden. Denk aan Van Gansenwinkel of Sita.

Sinds eind jaren 70 is de afvalinzamelingsmarkt beleidsmatigeigenlijk weinig veranderd, zegt Mark Senders, general managerbij Terberg Matec, leverancier van een breed spectrum aan afva-linzamelings- en recyclingsystemen. “Het eerste gebod van de‘Ladder van Lansink’ luidde destijds: voorkom afval en het laatstedat volgens deze prioriteitenladder mocht gebeuren was afvalstorten. In feite geldt dat nog steeds”. Hij wijst in dit verband optwee actuele ontwikkelingen: scheiden aan de bron of het naschei-den van afval. “Op het scheiden aan de bron spelen wij onderandere in met afvalinzamelvoertuigen die over tot en met welzeven compartimenten beschikken.”

Met slimme inzamel- en recycling systemenafval voorkomen

Terberg Matec:

‘Nederland behoort qua afvalscheiding

tot de beste presterende EU-landen.’

Page 15: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

15

Bovendien leidde de Europese regelgeving ten

aanzien van de aanbestedingsplicht van over-

heidsbedrijven tot een grotere professionalise-

ring van het wagenparkbeheer met een nadruk

op reductie van de exploitatiekosten. Vaak is

daarbij sprake van full service onderhoudscon-

tracten. En dus moest Terberg Matec er voor

zorgen de onderhoudskosten voor gebruikers

zo laag mogelijk te houden en bijvoorbeeld het

brandstofverbruik zoveel mogelijk te

verminderen.”

Dit werd bijvoorbeeld bereikt door het gamma

hydraulische containerbeladingen uit te brei-

den met een elektrische variant die gebruik

maakt van het toch al in een vrachtwagen aan-

wezige 24-volts accupakket. Een dergelijke

toepassing is volgens Senders uniek in Europa.

Ladder van LansinkEen andere factor die een belangrijke impact

heeft gehad op de productontwikkeling van

Terberg Matec is het overheidsbeleid, vervolgt

Senders. In de beleidsdoelstellingen is sinds de

jaren 70 in feite nauwelijks iets veranderd. Wel

in de uitvoering. Hij brengt de ‘ladder van

Lansink’ ter sprake die de toenmalige politicus

ruim 40 jaar geleden introduceerde. Deze lad-

der gaf een prioriteitsvolgorde aan van hetgeen

met afval moest gebeuren. Afval voorkomen

stond bovenaan en afval storten was absoluut

not done, “Die uitgangspunten zijn de facto

opnieuw ingebed in het Landelijk Afval Plan

(LAP), dat vooral aangeeft hoe je die doelstel-

lingen moet bereiken. Het begin dit jaar door

staatssecretaris Mansveld geïntroduceerde

programma VANG, dat staat voor Van Afval

Naar Grondstof, en dat de basis vormt van de

circulaire economie, borduurt hier ook weer op

voort. Je zou kunnen zeggen dat alleen het

beleid door de jaren heen is aangescherpt.

Preventie van afval staat voorop. Dat kan door

duurzaam te consumeren en duurzaam te

produceren. Maar afvalstromen zullen altijd

blijven bestaan. Vanaf dat moment komt

Terberg Matec in beeld.”

Hij wijst op twee ontwikkelingen die momen-

teel gaande zijn; scheiden aan de bron of

nascheiding van afval. Veel gemeenten kiezen

voor de eerste optie om zo de kwaliteit van

afvalfracties te verbeteren. Om hier zo goed

mogelijk op in te spelen heeft Terberg Matec

afvalinzamelvoertuigen met meerdere

compartimenten op de markt gebracht. Sen-

ders: “Zo zijn in de gemeente Leek vorig jaar

twee achterladers met 7 compartimenten in

gebruik genomen, die bovendien voorzien zijn

van een apart containerweegsysteem, geheel

indachtig het adagium ‘de vervuiler betaalt.’”

MissieTerberg Environmental levert inmiddels aan

meer dan 30 landen binnen en buiten Europa.

Senders zegt het wel jammer te vinden dat

harmonisatie van Europese en nationale regel-

geving ten aanzien van afvalinzameling en ver-

werking te wensen over laat. “Omdat de regels

per land verschillen en sommige landen verder

zijn dan andere, moeten wij ons productaan-

bod en –beleid telkens afstemmen op het

niveau van een individuele markt. Sommige

landen kunnen dus gewoon uit de voeten met

onze bestaande producten. In andere zijn wij

gedwongen aanzienlijk te investeren in

R&D.”

De vraag of dat laatste ook voor Nederland

geldt beantwoordt hij met een volmondig ja.

“Nederland behoort als het gaat om afvalschei-

ding en recycling tot de best presterende EU-

lidstaten. Maar de doelstellingen, zoals gesteld

in het LAP, halen we nog niet. Wat dat betreft

ligt er voor ons een mooie missie om er met

innovatiekracht en nieuwe producten toe bij te

dragen dat die uitgangspunten straks wel wor-

den gehaald.”

‘De ladder vanLansink geldtnog steeds’

Page 16: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

GO!

16

Het project ‘2Bcycled’, onderzoekt deze

second-life mogelijkheden. Een pilot op het

eiland Pampus met accu’s uit een omgebouwde

E-Golf uit 2008 moet uitsluitsel bieden over de

herinzetbaarheid van dit soort batterijen.

Accu’s, zoals bijvoorbeeld de conventionele

nikkel methaalhydride batterijen, bevatten tal

van waardevolle metalen, zoals kobalt en nik-

kel. Aan het eind van hun levensduur brengen

dit soort accu’s, nadat ze zijn ingeleverd, dus

geld op. Het recyclingsysteem kan zich der-

halve zelf bedruipen. Voor li-ion batterijen,

die de energieopslag vormen van de nieuwe

generatie elektrische en hybride voertuigen

(HEV-accu’s), geldt echter een heel ander ver-

haal, zegt Hector Timmers, manager bij ARN.

“Die bevatten nagenoeg geen kostbaar rest -

materiaal. Zo’n accu verwerken kost dus geld.

Met als bijkomend gevaar dat deze accu’s dan

terecht kunnen komen op plekken waar je ze

niet wilt hebben en dan mogelijk een brand -

gevaar gaan vormen.

Hij legt uit dat er eigenlijk twee problemen zijn

bij het recyclen van li-ion accu’s. In de eerste

plaats zijn de recyclingkosten, mede vanwege

de nog lage volumes, buitensporig hoog. Daar-

naast wijst hij op de ecologische consequenties.

Timmers: “Omdat de volumes laag zijn en het

voor de recyclingindustrie nog onduidelijk is in

welk type accu’s men moet gaan investeren, is

de verwerkingscapaciteit van li-ion accu’s nog

laag en blijft de recyclingstechnologie ontwik-

keling achter. Met hoge kosten als gevolg.”

Of de recyclingvolumes in de toekomst snel

zullen toenemen is volgens hem lastig in te

schatten, aangezien dit ook af hangt van het

fiscale beleid in Nederland.

Vernietiging energiecapaciteitLos van het economische aspect (de hoge

kosten), vraagt Timmers zich af in hoeverre het

ecologisch gezien überhaupt wenselijk is om

li-ion accu’s direct na hun levensduur te gaan

recyclen. “Dan is er immers sprake van vernie-

tiging van energiecapaciteit. Waarom zou het

niet mogelijk zijn om deze accu’s een tweede

leven te geven als stationaire toepassing of om

elektrisch te kunnen varen of in te zetten voor

andere toepassingen waar kilowattuur per

kilogram minder belangrijk is? Het inven tari-

seren van die optie was ook een van de aanbe-

velingen uit het toenmalige SafeBAT-project,

dat zich richtte op veiligheid en standaardisatie

van EV-batterijen. Dit heeft uiteindelijk

geresulteerd in het vervolgproject 2Bcycled,

een haalbaarheidsonderzoek naar de inzet van

afgedankte HEV-accu’s.”

In 2Bcycled participeren, naast ARN (vanuit de

autorecycling sector), DNV GL (voorheen

KEMA), de Hogeschool Arnhem Nijmegen

Het recyclen van li-ion accu’s uit hybride auto’s is vanuit economisch oogpunt op dit moment zeerkostbaar en daarbij is het ook ecologisch zonde om de accu al meteen om te smelten, terwijl er tochvoldoende mogelijkheden zijn om een afgedankte li-ion accu na een eerste rijdende leven nieuwetoepassingen te geven. Bijvoorbeeld als stationaire accu waar het gewicht per kwh minder gewichtin de schaal legt. Denk aan de energieopslag in een huishoudelijke omgeving met zonnepanelen ofeen windturbine.

Is er een tweede leven voor li-ion accu’s?

‘Het recyclen van li-ion accu’s is vernietiging van energiecapaciteit’

To be or not 2Bcycled

Page 17: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

17

(HAN), de TU Eindhoven en netwerkbeheer-

der Alliander.

Binnen het project is ARN verantwoordelijk

voor het verzorgen van de accu’s voor de pilot,

het onderzoek naar concrete regelgeving voor

batterij hergebruik en de uitvoering van de

zogeheten ‘carbon footprint’, oftewel het ver-

gelijken van de CO2-emissies van second-life

toepassingen ten opzichte van de huidige

situatie, waarbij li-ion accu’s onmiddellijk

worden gerecycled.

Proefproject PampusInmiddels is 2Bcycled op het eiland Pampus

een eerste proefproject gestart. Pampus is niet

aangesloten op het elektriciteitsnetwerk en de

energievoorziening geschiedt door middel van

zonnepanelen, 6 microwindturbines en als

achtervang een dieselaggregaat. “Alliander

kan”, vervolgt Timmers, “de inzet van dit

dieselaggregaat optimaliseren in wisselwerking

met de zonnepanelen en microwindturbines,

als energieopslag mogelijk is. Dit moet slim

gebeuren, want dag versus nacht en winter

versus zomer zijn natuurlijk erg verschillend.

Op die manier is vraag en aanbod van energie

veel beter op elkaar af te stemmen, en hoeven

bijv. piekstromen niet door de generator te

worden geleverd en hoeft de generator niet

’s nachts te lopen om de koeling van stroom te

voorzien.” In dit geval is de toepassing van

second-life accu’s dus een interessante optie.

En vergeet niet dat deze oplossing bovendien

stukken goedkoper is dan nieuwe accu’s,

die al gauw duizenden euro’s kosten.”

Timmers wijst er op dat de kwaliteit van de

voor het proefproject ingezette accupakketten

vooraf wel aan een ‘state of health’ test zijn

onderworpen om te beoordelen of producther-

gebruik haalbaar is. Het is de bedoeling om de

pilot in Pampus na een jaar te evalueren. “Dan

moet duidelijk zijn hoe groot de veroudering

van de accu’s is, hoe hoog het energierende-

ment is etc. De proefopstelling moet aantonen

of het gaat werken en of het technisch haalbaar

is. Dan is de eerste belangrijke barrière geno-

men.”

Rijdende chemiefabriekDaarnaast zijn er volgens hem nog een aantal

juridische hobbels te slechten. Zo vormt de

productverantwoordelijkheid op dit moment

nog een probleem. Want wie is verantwoorde-

lijk voor een accu die wordt gebruikt in een

nieuwe toepassing waarvoor deze niet is ont-

worpen? En dan is er nog een weeffout in de

wet, besluit Timmers. “De batterijwetgeving

is namelijk vooral gericht op het voorkomen

van stort of verbranding. Over product -

hergebruik wordt in de wet niet gerept.” Iets

dergelijks kwam ook aan het licht bij de start

van Scooter Recycling Nederland. Toen bleek

dat demontagebedrijven volgens de geldende

regelgeving scooters helemaal niet mochten

demonteren. “Een absurde maas in de wet

natuurlijk. Want waarom zouden die

bedrijven wel een rijdende chemiefabriek als

een Tesla mogen demonteren met alle risico’s

van dien, maar een eenvoudige scooter niet?

ARN voert nu overleg met I &M, het Formule

E Team en de collega’s van STIBAT om te

onderzoeken of hier niet een oplossing voor te

vinden is.”

Hector Timmers: ‘In de wet is

niets geregeld over

producthergebruik van accu’s’

Page 18: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

RAI SOCIETY18

GO!

Eind juni heeft Jaap Tuinstra, manager Duurzaamheid & Techniek van RAI

Vereniging, namens alle 100 deelnemers aan het visietraject de eindrappor-

tage van de visie Duurzame Brandstoffenmix aan staatssecretaris Mansveld

overhandigd. Deze visie beschrijft hoe vervoersmiddelen efficiënter gemaakt

kunnen worden en welke duurzame brandstoffen op welk moment ingezet

moeten worden om een bijdrage te leveren aan de klimaatdoelen uit het SER

Energieakkoord.

Tuinstra liet tijdens de overhandiging weten dat RAI Vereniging verheugd is

over het behaalde resultaat. “De aangegeven brede mix van brandstoffen

houdt een heleboel opties open, maar geeft wel richting. Op die manier

kunnen we met behoud van marktwerking en met respect voor toekomstige

ontwikkelingen voldoen aan de doelstellingen uit het vorig jaar door ons mede

ondertekende SER Energieakkoord. De intensieve overleggen van het afgelo-

pen half jaar hebben geleid tot een afgewogen verhaal met een mooie uit-

komst.” Alleen met een combinatie van efficiënte vervoersmiddelen en

duurzame brandstoffen kunnen volgens hem de reductiedoelstellingen uit het

SER Energieakkoord worden gehaald. Dit betekent: elektriciteit en waterstof

waar mogelijk, hernieuwbaar gas en duurzame biobrandstoffen als overbrug-

ging tussen het gebruik van fossiele olie en volledig hernieuwbare energie-

bronnen. De vervolgstap op deze visie is het ontwikkelen van een actieplan. In

dat plan worden concrete afspraken gemaakt over hoe de doelstellingen uit

de visie gerealiseerd kunnen worden. Dit actieplan zal dit najaar worden

aangeboden aan het kabinet.

Duurzame brandstoffenmix

Made in Holland

Niet minder dan 14 vooraanstaande Nederlandse

toeleveranciers aan de automotive industrie pre-

senteerden zich begin juli onder het motto ‘made

in Holland’ met een speciale expo en presentaties

aan topmanagers van BMW in München. Dit

gebeurde tijdens de zogeheten ‘Tech Day’, een

nieuw initiatief van het RAI Industrie Platform,

waarin de in Nederland gevestigde internationaal

opererende automotive toeleveranciers, die lid zijn

van afdeling Autovak

van RAI Vereniging, zijn

vertegenwoordigd.

Jeroen van de Braak,

secretaris afdeling Auto-

vak, legt uit dat het RAI

Industrie Platform met

deze Tech Day’s de vele innovaties en bedrijfsont-

wikkelingen van de Nederlandse toeleverindustrie

nadrukkelijk onder de aandacht wil brengen bij een

aantal OEM’s. “Uiteraard staat ons land, met de

productie van de MINI bij VDL/Nedcar al stevig op

de kaart in Beieren, maar wij zijn ervan overtuigd

dat de Nederlandse automotive toeleveranciers

nog veel meer te bieden hebben.”

Om de Nederlandse expertise zo breed mogelijk

voor het voetlicht te brengen werden alle partici-

panten van de eerste Tech Day, waaronder ook het

ministerie van EZ en

enkele vertegenwoor -

digers van BMW, ont -

vangen door Rob

Zaagman, de Neder-

landse consul in Mün-

chen voor een receptie

en een diner. Zaagman

(rechts op de foto)

ontving bij deze gele-

genheid uit handen van

Eddy van der Vorst,

voorzitter van het RAI

Industrie Platform, een uniek affiche van een van de

eerste personenautotentoonstellingen in de RAI.

Page 19: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

19

Aan enthousiasme voor de fiets ontbrak het niet tijdens de afgelopen Eurobike

in Friedrichshaven. Het was vooral de energieke atmosfeer rondom de zowel

elektrisch aangedreven als traditionele fietsen die deze internationale tentoon-

stelling extra elan gaf. Met 46.300 vakbezoekers uit 111 landen, 21.100 consu-

menten en 1.852 journalisten uit alle uithoeken van de wereld blijkt de fiets,

ook buiten Nederland, de aandacht van een steeds groter publiek te trekken.

Dat is ook de conclusie van Sacha Boedijn, die als secretaris afdeling Fietsen

van RAI Vereniging, onder de indruk was van de vele innovaties die op Euro-

bike werden gepresenteerd. “De niet minder dan 300 wereldpremières tonen

aan dat het product fiets volop in beweging is.” Volgens Boedijn gaven alle

leden van afdeling Fietsen acte de présence op Eurobike als ‘the place to be’.

Behalve veel aandacht voor primeurs stond ook de toekomst van de Euro-

pese fietsindustrie tijdens de show nadrukkelijk op de agenda. Boedijn: “Om

aan de snel veranderende wensen van consumenten te voldoen hebben fiets -

fabrikanten behoefte aan meer flexibiliteit en kortere leadtimes. Voor de

European Bicycle Manufacturers Association (EBMA) en de World Sport

Federation vormde Eurobike daarom een prima platform om te bekijken

welke mogelijkheden er zijn om de productie van fietsonderdelen weer naar

Europa te halen.”

Volendamse mosselavondEen karakteristieke haven, een

wereldberoemde dijk, een fraai

panoramisch vergezicht aan het IJs-

selmeer en een smakelijke portie

mosselen, vormden de belangrijkste

ingrediënten van de traditionele

mosselavond die afdeling Autovak

van RAI Vereniging in september

organiseerde. Uitvalsbasis van dit

sfeervolle samenzijn met een groot

aantal leden van het RAI Equipment

Platform vormde Café De Dijk in

Volendam. Een unieke locatie waar

de verschillende vertegenwoordi-

gers van fabrikanten, importeurs en

leveranciers van garage-uitrusting in

een informele ambiance met elkaar

van gedachten konden wisselen en

het laatste (zakelijke) nieuws met

elkaar konden bespreken. Volgens

Martijn van Eikenhorst, adjunct-

secretaris afdeling Autovak, vielen bij

de deelnemers zowel de locatie als

de Volendamse schelpdieren in de

smaak. “Het is daarom de bedoeling

om deze activiteit, die uitstekend

past binnen ons beleid om leden

meer bij de plannen van de afdeling

te betrekken, voorlopig ieder jaar te

herhalen.”

RAI Vereniging in full swingVoor het eerst organiseerde RAI

Vereniging begin september, in

navolging van het traditionele jaar-

lijkse golf event van afdeling Auto-

vak, een branchebreed toernooi

voor alle leden. Een ideaal moment,

waarbij de zo’n 40 deelnemers

afkomstig van de afdeling Fietsen,

Auto’s, Autovak, Gemotoriseerde

Tweewielers en Spe-

ciale Voertuigen, in

een ontspannen

sfeer met elkaar in

competitie konden

gaan. Plaats van han-

deling vormde de

Rosendaelsche Golf-

club, één van de

mooiste 18 holes

bosbanen in Neder-

land. Centraal gelegen aan de rand

van de Veluwe wisselen fraaie bos-

partijen elkaar af in combinatie met

uitdagende hoogteverschillen. De

lijfspreuk van de Rosendaelsche

Golfclub luidt ‘Qui va droit ne man-

que’, oftewel: wie recht gaat zal

zegevieren. Een leuze waar het

winnende team, bestaande uit Ilse

Bartels en Jeroen van de

Braak van RAI Vereniging (uiterst

links op de foto) en Jeroen Bosse

van Brekupa Technics en Hans

Derksen van Kroon Oil (uiterst

rechts op de foto), zich stipt aan

hielden. Daarnaast werden prijzen

uitgereikt voor de longest en neary

heren en dames en de best clinic. In

het midden op de foto Arnand

van Huut van Intertruck Benelux,

die het toernooi organiseerde.

E-bikes in de spotlights

Page 20: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

20

GO!

eco-trends

MAN Truck en Bus heeft, in het kader van het ‘Innobus’ project, waar-

voor het ministerie van I&M subsidies verstrekt, twee MAN Lion’s

City stadsbussen omgebouwd en uitgerust met zogeheten ‘NoNox-

techniek. Deze bussen, die op vloeibaar aardgas

rijden (LNG) zijn voorzien van een speciaal elek-

tronisch gestuurd kleppensysteem, dat is ontwik-

keld door het Nederlandse bedrijf NoNox Gas

Engines.

De stadbussen zijn opgenomen in de dienstrege-

ling van de regio Eindhoven en worden in de prak-

tijk getest. Het doel is om de uitstoot van Nox en

CO2 te minimaliseren, onder andere door het

motorrendement te verbeteren.

Innobus is een samenwerkingsverband van MAN,

NoNox Gas Engines, Benteler Engineering Ser-

vices, gasleverancier Rolande LNG, vervoersbedrijf

Hermes en testcentrum High Tech Automotive

Campus Helmond. De stadsregio Eindhoven heeft

in totaal 84 MAN Lions’s City bussen in bedrijf,

waaronder de twee met LNG-tanks uitgeruste testbussen. De onder-

zoeksrusultaten zullen naar verwachting eind dit jaar te beschikking

worden gesteld aan het ministerie van I&M.

Hoewel het Europees Parlement nog altijd

verdeeld is over de voordelen van LZV’s,

lijken er toch steeds meer mogelijkheden te

ontstaan voor deze lange voertuigcombina-

ties. Ze behoort de inzet van LZV’s in Scandi-

navië inmiddels tot de dagelijkse praktijk. Een

ontwikkeling waar Knapen Trailers dankbaar

gebruik van weet te maken. De afgelopen

jaren leverde de onderneming al vele Eco -

combi’s in tal van uitvoeringen aan Scandi -

navische afnemers. Onlangs kwam er een

bijzonder verzoek van een Finse klant voor de

bouw van een LZV combinatie die rondom

volledig is voorzien van zijdeuren. Dit unieke

voertuig met een totale lengte van 25,25 meter

bestaat uit een 3-assige Scania motorwagen

gekoppeld aan een 5-assige aanhanger met een

inhoud van 154 m3. Het geheel is voorzien

van een schuifvloer met afstandsbediening.

“Dit maakt deze LZV in combinatie met de

zijdeuren zeer flexibel”, zegt Thijs Kempen,

marketing manager bij Knapen Trailers. “En

dat is een groot voordeel in de relatief dunbe-

volkte Scandinavische landen waar de moge-

lijkheden om onderweg retourladingen mee

te nemen beperkt zijn. Deze oplossing maakt

het mogelijk om op de heenweg los gestorte

goederen te vervoeren en vervolgens stuk-

goed als retourlading mee te nemen en op die

aan maximale beladingsgraad te bereiken.”

Schone OV-bussen van MAN

Flexibele LZV met zijdeuren

MAN Lion’s City NoNox bus.

Unieke LZV van Knapen Trailers met zijdeuren.

Page 21: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

21

Automobilisten slaan twee vlie-

gen in één klap als zij reparaties

en onderhoud aan de auto laten

uitvoeren met gebruikte originele

onderdelen. Ten eerste besparen

ze geld en bovendien is het goed

voor het milieu.

Dat is de tweeledige boodschap

van de promotiecampagne die

Stiba, de Nederlandse brancheor-

ganisatie van gecertificeerde

auto-, motorfiets-, truck- en aan-

verwante voertuigdemontagebe-

drijven onlangs is gestart.

De campagne Groene originele

onderdelen voor een duurzame

toekomst speelt in op de veran-

derende behoeften van consu-

menten. Die gaan immers steeds

bewuster om met hun geld en

maken steeds vaker duurzame

keuzes. Groene originele onder-

delen passen daarbij. Het gaat

daarbij om gebruikte originele

onderdelen die afkomstig zijn

van jonge tot zeer jonge auto’s.

Deze onderdelen zijn zorgvuldig

geselecteerd, zijn in goede staat

en worden met garantie aangebo-

den door gecertificeerde Stiba-

bedrijven. Op die manier is de

consument verzekerd van kwali-

teit, want deze bedrijven werken

volgens de algemene leverings-

voorwaarden en garantievoor-

waarden van Stiba. Gebruikte

originele onderdelen zijn volgens

Stiba gemiddeld 60 procent

goedkoper dan nieuwe originele

onderdelen. Het hergebruik

ervan betekent bovendien

belangrijke winst voor het

milieu. Meer info over de

campagne is te vinden op

www.groeneonderdelen.nl

HIAB heeft onlangs de eerste, vorig jaar geïn-

troduceerde Loglift 118S houtkraan in Neder-

land afgeleverd. Volgens HIAB’s rayonmanager

Ron Pijnenborgh en de kersverse eigenaar

Anton Fransen van Houthandel Fransen, biedt

de 118S grote voordelen ten opzichte van zijn

voorgangers. Pijnenborgh: “de constructie en

uitvoering is nog verder verfijnd om de levens-

duur en handelbaarheid in het rondhoutbedrijf

te maximaliseren. Daarnaast kan de klant kie-

zen tussen verschillende gieklengtes van 7,9

tot 10,10 meter, met enkele of dubbele uitschuif

om zo het bereik te vergroten.”

Fransen bevestigt dat het mogelijk is om met

de nieuwe giek veertig centimeter aan het

bereik toe te voegen. “Daarmee wordt het laad-

proces een stuk eenvoudiger. Moesten we

vroeger de aanhangwagen onderuit zetten om

de afstand tussen de giek en de aanhanger te

verkleinen, nu is de lengte precies voldoende

om de boomstammen in één keer achter op de

aanhangwagen te leggen. Een ander voordeel is

dat bij deze variant de hydrauliekslangen naar

de rotator en houtgrijper door de giek lopen.

Daardoor is het systeem beter beschermd en

dus minder kwetsbaar en minder onderhouds-

gevoelig.”

Fransen zegt bewust voor staal te hebben geko-

zen in plaats van een kant en klare aluminium

Alucar rondhoutwagenopbouw. “Staal is nu

eenmaal een stuk sterker en stijver en daardoor

veel duurzamer dan aluminium.”

Groen bespaart poen

Duurzame HIAB houtkraan

HIAB Loglift 118S houtkraan.

Campagne Stiba voor gebruikte onderdelen.

Page 22: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

22

GO!

RAI vintage

Een fietswiel als kunstwerkTemidden van het rumoer van de elkaar snel opvolgende kunststromingen had de Franse kunstenaar Marcel Duchamp (1887 – 1968)

de tijd genomen om het thema beweging eens rustig te bespiegelen, zo valt te lezen in Voertuigen van de Verbeelding dat ter gelegenheid van het

100-jarig bestaan van RAI Vereniging in 1993 werd uitgegeven. In het verleden had Duchamp getracht oplossingen te vinden voor de schilder -

kunstige weergave van bewegende objecten. In 1913 kwam de geboren dadaïst, die er al snel blijk van gaf dat hij schaken minstens zo belangrijk,

zo niet belangrijker vond dan het maken van kunst, tot een meesterzet. In plaats van beweging op een schilderij te suggereren, ging hij over tot de

aankoop van een fietswiel op een, eveneens in de winkel gekocht, wit krukje. Hierna verklaarde hij dit geheel tot kunstwerk. Omdat hij het klant

en klaar had gekocht noemde hij het een ‘Readymade’. Duchamp haalde met zijn fietswiel, dat de verdere kunstzinnige verbeelding van snelheid

en beweging als het ware overbodig maakte, de hele kunstgeschiedenis overhoop. In een fietsenwinkel kom je immers niet snel op de gedachte

om een fietswiel als kunstwerk te beschouwen. En nu werd dit ineens tot kunstwerk gebombardeerd, louter en alleen doordat een kunstenaar

het fietswiel als zodanig had gepresenteerd. Eenmaal tot kunst verklaard had het fietswiel ook recht op een plek in museumtempels, waar het

inmiddels vele malen is tentoongesteld.

Page 23: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

23

In deze rubriek laten we personen aan het woord diebetrokken zijn bij of werkzaam in de mobiliteitswereld.Dit keer Henk Sturme, directeur van Drotech bv.

uitgesproken

Wat is uw favoriete vervoermiddel?

Mijn favoriete zakelijke vervoermiddel was tot voor kort de Mercedes

E-klasse, maar heb dit jaar de overstap gemaakt naar een BMW 5.

Onder kenners wellicht nogal aparte switch. Al geldt dat voor mij niet.

Ik wilde gewoon eens iets totaal anders gaan rijden. In mijn vrije tijd

rijd ik in een Boxster Cabrio.

Wat vindt u van het mobiliteitsbeleid in Nederland?

Ik vind dat er in ons land letterlijk goed aan de weg wordt getimmerd.

Met als resultaat dat er toch duidelijke positieve veranderingen waar-

neembaar zijn met betrekking tot de verkeersdoorstroming. Wat mij

nog wel altijd stoort zijn de snelheidslimieten op diverse plaatsen. Die

zijn naar mijn mening niet nodig. Denk bijvoorbeeld aan de A2 tussen

Amsterdam en Utrecht in de avonduren!

Wat zou u als eerste veranderen als u het voor het zeggen had?

Wat betreft de harmonisatie van belastingen valt er nog wel een slag te

maken, vind ik.

Ik zou daarom op Europees niveau proberen om dichter bij elkaar te

komen als het gaat om de BTW-tarieven en de hoogte van aanschaf -

belastingen van auto’s, zoals de BPM. Het is nog altijd zo dat het kopen

van een auto in het buitenland voordeliger is, zeker in het hogere seg-

ment. Ook de kosten van weggebruik (wegenbelasting etc.) zouden

naar mijn mening beter op elkaar afgestemd kunnen worden, aange-

zien we steeds meer spreken over gezamenlijk EU-beleid. Het wordt

dus tijd om de daad bij het woord te voegen.

Vindt u dat het kabinet voldoende aandacht schenkt aan vervoers -

alternatieven, zoals de bus, de fiets of gemotoriseerde tweewielers?

Ik vind dat de overheid voldoende doet om alternatieve vervoermidde-

len te promoten. Uiteindelijk bepaalt de consument in hoeverre die van

deze alternatieven gebruik wil maken. En dat is natuurlijk ook sterk

afhankelijk van het reisgedrag. Voor een commercieel medewerker die

op één dag verschillende klanten moet bezoeken in verschillende delen

van het land is de auto de meest voor de hand liggende optie. Maar als ik

vanuit het zuiden naar de Nieuwjaarsreceptie van RAI Vereniging ga,

kan ik net zo makkelijk de trein pakken!

Zou u zelf bereid zijn tenminste 1 keer per week de auto voor het

werk te laten staan?

Ik woon 4 kilometer van de zaak af. Bij een geplande kantoordag pak ik

dus de fiets en laat de auto in de garage staan.

Met welke politicus zou u wel eens van gedachten willen wisselen?

Ik zou graag eens met Geert Wilders willen afspreken. Niet zo zeer

vanwege zijn politieke standpunten, maar om meer te weten te komen

over zijn voorgeschiedenis, zijn motivatie en hetgeen hem beweegt.

Waarom brengt hij zichzelf steeds weer in een moeilijk pakket?

Hoe ziet het Nederlandse verkeersbeeld er over tien jaar uit?

Elektrisch rijden zal dan de norm zijn. Hoewel ik zelf toch nog liever

een krachtige motor hoor, is dat een onomkeerbare ontwikkeling.

Overigens vind ik het wel interessant hoe bijvoorbeeld een bedrijf als

Tesla zich in de markt zet, en er in slaagt om steeds meer oplaadpunten

in Nederland én in Duitsland te laten verschijnen. Overigens ben ik

wel benieuwd naar het end-of-life proces van al die hybride- en

elektrische auto’s over pakweg 20 jaar.

Henk Sturme ‘Met het harmoniseren vanbelastingen valt nog wel eenslag te maken’

Page 24: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

24

GO!

Het Nederlandse wegtransport vervoert goederen over

relatief korte afstanden. Van de in totaal 538 miljoen goede-

ren die in 2012 werden vervoerd, werd tweederde van de

lading weer binnen een afstand van 150 kilometer gelost. De

bulk van dit volume – zo’n 90 procent - is bestemd voor de

Nederlandse markt. Bijna 85 procent van de geladen goede-

ren wordt binnen een

straal van 300 kilometer

weer gelost.

Het wegvervoer over

lange afstanden door Nederlandse transporteurs is de laatste

jaren fors afgenomen. Tussen 2005 en 2012 is het vervoerde

gewicht over een afstand groter dan 1.000 kilometer meer

dan gehalveerd. Dit vervoer is overgenomen door buiten-

landse transporteurs. Het wegvervoer over lange afstanden

heeft inmiddels slechts een bescheiden aandeel en bedraagt

op dit moment ongeveer 1 procent van het totaal vervoerde

gewicht.

Het totaal aantal fietsen, motoren en

brom/snorfietsen dat in Nederland rond

rijdt, kwam vorig jaar uit op 24,1 miljoen

eenheden. Dat is een toename met 24

procent in vergelijking met 2008 toen ons

land nog 19,5 miljoen tweewielers telde.

Een en ander blijkt uit ‘Kerncijfers Twee-

wielers 2014’, een gezamenlijke uitgave van

RAI Vereniging en BOVAG.

Het tweewielerpark omvat 22,3 miljoen

fietsen, 714.000 motoren en 1.126.000

brom/snorfietsen. Niet alleen deze aantal-

len, maar ook de vervoersprestatie van

alle tweewielers tezamen is indrukwek-

kend. In totaal zijn ze namelijk goed voor

zo’n 19,4 miljard reizigerskilometers. Dat

is meer dan de jaarlijkse vervoersprestatie

van het gehele openbaar vervoer, dat in

2012 uitkwam op 18,2 miljard reizigers-

kilometers. Fietsers leggen per jaar met

zijn allen 14,8 miljard kilometer af,

brom/snorfietsers 1,1 miljard kilometer

en motorrijders naar schatting 3,5

miljard kilometer.

MARKTANALYsE

Nederlands tweewielerparknaar nieuw record

Aandeel vervoerdgewicht naarafstandsklassenTotaal 538 mln ton

< 50 km 8%

50 – 150 km 29%

150 – 300 km 18%

300 – 500 km 9%

500 – 1.000 km 5%

> 1.000 km 1%

Vervoerd gewichtover een afstand > 1.000 km(x 1000 ton)

2012 5.000

2011 6.000

2010 6.500

2009 8.000

2008 9.000

2007 8.800

2006 10.900

2005 11.700

Bron

: CBS

Wegtransport over lange afstanden gehalveerd

Park tweewielers

2013 2008

Totaal 24.140.000 19.531.000

w.v.

Fietsen 22.300.000 18.000.000

Motoren 714.000 650.000

Brom/snorfietsen 1.126.000 881.000

Bron: Kerncijfers Tweewielers

Page 25: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

25

Alle verkeersbelastingen tezamen leveren de schatkist dit jaar naar verwachting 18,5 miljard euro op.

Dat is bijna 4 procent meer dan in 2013. De bulk van de inkomsten hebben betrekking op brandstof -

accijns (44%), gevolgd door BTW-opbrengsten die

gerelateerd zijn aan de aanschaf en onderhoud

van zowel nieuwe als gebruikte auto’s

(19,2%). Slechts een beperkt deel van de

verkeersbelastingen vloeit terug naar

de automobilist in de vorm van de

aanleg van nieuwe weginfrastructuur

of het onderhoud hiervan. Van de in

totaal 5,3 miljard euro die de over-

heid dit jaar verwacht uit te geven

aan verkeersvoorzieningen komt

slechts 2,9 miljard euro ten goede

aan het hoofdwegennet of regionale

infrastructuur. Dat is minder dan 16 pro-

cent van de verkeersgerelateerde belasting-

inkomsten.

Rijksinkomsten aan verkeersbelastingen(in miljoenen euro’s)

2014 2013

(raming) (realisatie)

Totaal 18.550 17.858

w.v.

BPM 1.147 1.134

Benzine-accijns 3.972 3.854

Diesel- en LPG-accijns 4.190 3.777

Eurovignet 133 133

BTW over brandstof, nieuwe- en

gebruikte auto’s, reparatie en onderhoud,

autoverhuur, lease en

verkeersopleidingen 3.577 3.630

Assurantiebelastingen/

autoverzekeringen 903 903

Verkeersboetes 881 881

Gemeentelijke

parkeergelden 660 645

Een zesde verkeersbelastingen besteed aan wegen

Bron: Mobiliteit in Cijfers Auto’s

Personenautomarkt in China1e kwartaal 1e kwartaal

2014 2013

Totaal 3.905.460 3.524.130

w.v.

VW Group 826.340 721.100

Hyundai Group 661.740 578.430

GM Group 393.120 376.440

Toyota 206.220 166.500

Ford 195.200 128.010

Nissan 167.970 172.770

Honda 165.520 129.700

PSA Group 159.720 126.880

Great Wall Group 145.860 138.860

Changan Motors 127.020 91.310

FAW Group 110.710 108.360

Dongfeng Motor 108.710 91.380

BYD 106.800 132.970

Chinese automarkt blijft versnellenMet een verkoopgroei van bijna 11

procent in het eerste kwartaal is de

Chinese automarkt opnieuw goed uit

de startblokken gekomen. Ondanks

signalen van een afzwakkende econo-

mie en daarmee samenhangende

lagere consumentenbestedingen lijkt

de inmiddels grootste automarkt in de

wereld nog altijd terrein te winnen. De

vraag is niet zozeer of 2014 voor de

autoverkopen opnieuw een record jaar

wordt, maar in hoeverre de Volks -

republiek het record van vorig jaar

weet te overtreffen. Voor de Chinezen zelf hangt er wel een bescheiden donderwolk boven het

overigens zonnige toekomstperspectief. Want het zijn niet de autochtone autofabrikanten die

profiteren van stijgende vraag naar nieuwe auto’s, maar vooral de snel sprintende buitenlandse

autobouwers, zoals de VW Group, Hyundai en GM. Het Britse onderzoeksbureau Automotive

Industry Data (A.I.D.) voorspelt dat de Chinese automarkt dit jaar zal uitkomen boven het

volume van 17 miljoen personenauto’s. Daarmee consolideert China de positie als leidende

autofabrikant en laat West Europa en de V.S opnieuw achter zich.

Bron: A.I.D.

Page 26: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

26

GO!

DE Stelling

‘De bedrijfsfiets komt serieus in het nauw’

Ruud Verbeek, TNO

Het is de vraag welke auto’s voor 2030

de grootste milieu-impact zullen heb-

ben. De ontwikkeling van elektrisch rij-

den gaat langzamer dan die van rijden

op CNG. En op dit moment is de actie-

radius van CNG twee tot drie keer zo

groot. Anderzijds zullen accu’s over 15

jaar waarschijnlijk twee keer zo lang

meegaan.

Bron: FD

Alfred Thun, eigenaar Thun Groep

In Duitsland is de degelijke fiets uit Holland heel populair. Maar das

Hollandrad ist eine lüge. Nog slechts 35 procent van fietsen bestaat uit

Europese onderdelen. Dat zouden mensen zich moeten realiseren als

ze een fietswinkel binnenlopen.

Bron: NRC

Robert Naus, Innovatiemanager

Uit onderzoek blijkt dat met lichtgevend asfalt een reductie van

openbare verlichting van wel 50 procent mogelijk is. Bovendien ver -

hoogt lichtgevend asfalt de veiligheid aanzienlijk, want weg gebruikers

worden beter gezien en zij zien zelf ook beter waar zij rijden.

Bron: Telegraaf

Willem Koster, ondernemersvereniging Amsterdam City

Fietsers moeten in de binnenstad gaan meebetalen aan fietsparkeer -

voorzieningen. Er komen steeds meer fietsen. De fiets maakt dezelfde

ontwikkeling door als de auto eerder. Het moet worden gereguleerd.

Bron: Parool

Wim van der Leegte, VDL

Wij veranderen bedrijven, maken ze

weer gezond. Als wij een fabriek niet

winstgevend krijgen, dan kan niemand

dat.

Bron: Telegraaf

RAI Vereniging en Bovag

De snorfiets op de rijbaan is levens -

gevaarlijk, onzalig en ongewenst.

Bron: Telegraaf

Sacha Boedijn, secretaris Fietsen

RAI Vereniging

Wat vooral wringt, is het feit dat een duur-

zame, gezonde mobiliteitsoplossing zoals

fietsen, binnen de werkkostenregeling

(WKR) moet concurreren met kerstpakket-

ten en middagjes paintballen met de zaak.

Bron: Fietsmarkt

Page 27: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

27GO!factorPIET VAN DEN NOUWELANDDe Armstrong Siddeley behoort, net als bijvoorbeeld Alvis, Bristol en Lanchester, tot de Britse

automerken die nagenoeg onbekend zijn gebleven bij het grote publiek. Niet zo verwonderlijk, want

deze luxueuze prestigemerken waren vooral bestemd voor de hoogste lagen van de middenklasse.

Zo is ook deze Armstrong Siddeley Whitley Six Light uit 1952 een toonbeeld van waardigheid.

Eigenaar Piet van den Nouweland baarde met zijn ‘gentleman’s carriage’ opzien tijdens de

afgelopen RAI Klassieker Rit in mei. Van den Nouweland vertelt inmiddels twee Armstrong Siddeley’s

te bezitten: deze Whitley en een Hurricane, beide uit 1952. Daarnaast omvat zijn ‘uit een soort van

gekte geboren’ collectie onder andere drie Rolls Royces (Silver Cloud ’60, Silver Wraith II ’80, Silver

Spirit ’81), een DAF 66 Coupe Marathon Turbo ’76, een Cadillac Eldorado ‘74, een Lincoln Town

Coupé ’78, een Oldsmobile Delta 88 Royale Brougham LS ’84 en een Mercedes 300 SE ’88. “Verstand

van auto’s heb ik echter niet en qua techniek heb ik twee linkerhanden. Ik weet niet eens wat voor

motor er in deze Whitley ligt. Ik rijd er gewoon mee en voor het onderhoud heb ik een vaste

monteur.” De fluisterstille motoren van de Armstrong Siddeley werden door een journalist ooit

omschreven als ‘zo stil en ondoorgrondelijk als een sfinx’. Een treffende omschrijving zegt hij, wijzend

op de sfinx die de motorkap siert. De wagen staat bekend om de vliegtuigkwaliteit, want het Britse

merk bouwde vanaf begin jaren twintig zowel auto’s als vliegtuigmotoren. Bijzonder is de toepassing

van een ‘pre selector’ schakelsysteem, een soort semi-automatische transmissie. Of hij ook airco heeft

weet ik eigenlijk niet. Ik gooi altijd gewoon de kap open en draai de ramen naar beneden. Dat geeft

genoeg frisse lucht.”

Page 28: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

Europese verkoop E-cars blijft versnellenDe verkoop van elektrische auto’s in Europa isvorig jaar opnieuw verdubbeld tot 500.000eenheden, zo blijkt uit cijfers van Transport &Environment, een organisatie die duurzaamtransport in de EU en op mondiaal niveau wilbevorderen. In Nederland en Noorwegen kiestéén op de twintig autokopers inmiddels vooreen EV.

Transport & Environment is optimistisch over de ver-

kooppotentieel van EV’s op de langere termijn. Als de hui-

dige trend zich voortzet zou de EU- markt voor elektrische

auto’s volgend jaar kunnen uitkomen op 100.000 voer -

tuigen om vervolgens verder te groeien tot respectievelijk

500.000 stuks in 2021 en 1 miljoen in 2025.

Greg Archer van Transport & Environment benadrukt dat

elektrisch auto’s een belangrijke rol kunnen spelen in de

verschuiving naar meer duurzame mobiliteit. En de snel

groeiende verkoop van EV’s krijgt daarbij volgens hem nog

eens een extra impuls door de behoefte van autofabrikan-

ten om te innoveren en te kunnen voldoen aan de strenge

CO2-regelgeving. Een analyse van de International

Council on Clean Transportation toont aan dat autofabri-

kanten zeer snel hebben geanticipeerd op de door de EU

opgelegde CO2-emissieeisen. Zo is de gemiddelde CO2-

uitstoot van nieuwe auto’s gedaald van 162 gram per kilo-

meter in 2005 tot 127 gram in 2013; ruim onder de norm

van 130 gram die de EU voor 2015 heeft opgelegd.

Exit fiets van de zaak?

Dat fietsen goed is voor de gezondheid en het milieu weet inmiddels iedereen.

Wellicht is minder bekend dat van de ongeveer 5 miljoen forenzen een kwart op de

fiets naar het werk gaat. En van de groep die de auto pakt (ca. 60%) overweegt de helft

om een keer per week de fiets te nemen. Dat zou de overheid als muziek in de oren

moeten klinken. Een makkelijker manier om de files terug te dringen en het milieu te

ontlasten is er toch niet zou je denken. Maar niets is minder waar. Met de geplande

invoering van de nieuwe werkkostenregeling (WKR), die de bedrijfsfietsenregeling per

1 januari 2015 moet gaan vervangen, wordt de positie van de woon-werkfiets behoor-

lijk verslechterd. Want de WKR maakt het alleen nog mogelijk om telefoons, laptops en

gereedschap buiten deze regeling belastingvrij aan werknemers beschikbaar te stellen.

Daarmee vervalt de aparte status van de bedrijfsfiets en komt een einde aan het fiscaal

stimuleren van fietsen naar het werk. RAI Vereniging vindt dit onacceptabel. Eerder

sloten wij, samen met onder andere Fietsersbond en Natuur & Milieu, nog een ‘Green

Deal’ met staatssecretaris Mansveld van I&M, met als voornaamste afspraak om binnen

vijf jaar 5 procent meer fietsgebruik in het woon-werkverkeer te realiseren. Nu de

Fiets van de Zaak wordt geschrapt is het praktisch onmogelijk om die doelstelling te

realiseren. Bovendien is op zijn minst sprake van inconsequent beleid als een andere

bewindspersoon uit hetzelfde kabinet, namelijk staatssecretaris Wiebes van Financiën,

met één pennenstreek het nakomen van die afspraken onmogelijk maakt.

Op de hele WKR regeling is, met name vanuit de fietsenbranche, van meet af aan veel

kritiek geweest. De ruimte om een fiets aan een werknemer aan te bieden is met deze

regeling buitengewoon beperkt. Daarnaast strookt de bijtellings- en kilometerregis-

tratieverplichting, zoals die voor leasefietsen geldt, niet bepaald met het uitgangspunt

van vereenvoudiging, het oorspronkelijke doel van de WKR. Maar wat vooral wringt, is

dat een duurzame en gezonde mobiliteitsoplossing qua budgettaire ruimte moet c on-

curreren met kerstpakketten en middagjes paintballen met de zaak.

RAI Vereniging doet daarom een dringend beroep op de Kamer om de aparte status

voor bedrijfsfietsen te handhaven. Tot voor kort was 20 procent van de fietsverkoop

gebaseerd op bedrijfsfietsen. Het voorstel van Wiebes spoort minder mensen aan om

naar het werk te fietsen. Het wordt dus hoog tijd voor eerherstel van de Fiets van de

Zaak.

Olaf de Bruijn, directeur RAI Vereniging

28

GO!

OLAF DE BRUIJN

Eén op de twintig Nederlandse autokopers kiest inmiddels voor een EV.

Page 29: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

29

Nu het parlementaire jaar weer is geopend, is het een goedmoment om vooruit te kijken naar het nieuwe jaar en deplannen van het kabinet. Voor onze sector geen fraaie plan-nen, vindt Cees Boutens, manager Strategie en Public Affairsvan RAI Vereniging. ‘Onze sector hoeft nergens op te reke-nen en de fietsindustrie wordt zelfs hard geraakt. Alles over-ziend doet het kabinet niets voor de mobiliteitssector’.

Waar er andere jaren rond Prinsjesdag nogal wat veranderingen op stapel

stonden voor de mobiliteitssector, lijken de kabinetsplannen voor 2015

weinig nieuws te bevatten. De eerder voorgenomen fikse lastenverho-

ging op de aanschafbelasting van auto’s gaat gewoon door, ondanks licht

economisch herstel en dus minder noodzaak. Er

worden geen extra investeringen in infrastructuur

gedaan, noch wordt er extra geïnvesteerd in stille,

schone en zuinige voertuigen. ‘Door het uitblijven

van de herziening van het belastingstelsel, blijft het

vooralsnog ongewis hoe lang aanpassingen van

auto’s voor mensen met een lichamelijke beperking

nog belastingaftrekbaar blijven. Ook de zoge-

naamde ‘Autobrief 2’ laat op zich wachten, waardoor auto-importeurs

geen idee hebben wat ná 2015 het fiscale regime rond personenauto’s is.

Een groot probleem: er moet immers nu al besteld gaan worden,’ stelt

Boutens. Een sector die niet alleen vergeten maar zelfs hard wordt

geraakt, is de fietsindustrie. Door de versnelde verplichte introductie van

de (fors uitgeklede) werkkostenregeling en het hiermee gepaard gaande

verdwijnen van de bedrijfsfietsenregeling, komt het fietsgebruik flink

onder druk te staan. Net zoals duurzame mobiliteit, via de fiets, ditzelfde

lot is beschoren. ‘TNO heeft becijferd welk positief effect bedrijfsfietsen-

regelingen op fietsgebruik hebben: duurzaam, gezond en schoon’, zo

vervolgt Quirijn Teunissen, beleidsadviseur Public Affairs. ‘Het kabinet

vindt de vermeende belastingvereenvoudiging echter belangrijker en

stelt dat de nieuwe regeling oneindige mogelijkheden biedt. Een simpel

rekensommetje leert echter anders. Als alle werknemers een modaal

inkomen van ongeveer 30.000 euro verdienen, mag je als werkgever per

jaar in totaal voor zo’n 360 euro aan regelingen

aanbieden. Dit bedrag moet verdeeld worden over

onder meer kerstpakketten, personeelsuitjes, fietsen,

sportschoolabonnementen en zomerborrels. Die

oneindige mogelijkheden zijn financieel dus wel

degelijk eindig, en snel ook.’

Alles overziend zijn de beide heren weinig positief.

‘Verschillende sectoren zien licht aan het einde van de

tunnel. Bij ons is dat nog verre van het geval. Zekerheid en robuustheid

in beleid kan hier een positieve bijdrage leveren. Men lijkt echter blind

voor onze sector. Werk aan de winkel dus’, besluit Boutens.

Haagse wandelgangEN

Cees Boutens:‘Prinsjesdagplannenblind voor sector,desastreus voor !ets’

Page 30: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

30

GO!

BusTech11 & 12 november

Autotron Rosmalen

Los Angeles Auto Show19 t/m 30 november

Los Angeles Convention Centre

Bologna Motor Show6 t/m 14 december

Nationale (E-)bike testdagen/FietsVAK dag28 februari t/m 2 maart

Expo Haarlemmermeer

AutoRAI16 t/m 26 april

Amsterdam RAI

BedrijfsautoRAI20 t/m 23 oktober

Amsterdam RAI

Mobiliteitskalender 2014 2015

René Takens heeft tijdenszijn afscheid als lid van hethoofdbestuur van RAI Vereniging uit handen vanalgemeen voorzitter RoelfH. de Boer de zilveren J. Leonard Lang Ere- penning ontvangen.

René Takens, CEO van Accell

Group N.V., was in de periode

2003 – 2014 voorzitter van

afdeling Fietsen. Daarnaast was hij

lid en penningmeester van het

Hoofdbestuur van RAI Vereniging

van 2008 tot 2014.

In zijn bestuursperiode heeft

Takens vooral bijgedragen aan het

dividendbeleid van RAI

Vereniging en aan de financiële

aspecten van beide deelnemingen

van RAI Vereniging (Amsterdam RAI en RDC).

Takens ontving de J. Leonard Lang ere-penning onder andere voor zijn

‘bijzondere verdiensten voor RAI Vereniging als voorzitter van de

afdeling Fietsen en als penningmeester van het Hoofdbestuur’.

René Takens is als voorzitter van afdeling Fietsen opgevolgd door

Jaap Merkus, managing director van Koninklijke Gazelle N.V.

De J. Leonard Lang Ere-penning wordt binnen RAI Vereniging

uitgereikt aan personen met grote verdiensten voor de vereniging en

haar leden. Dat gebeurde voor het eerst in 1939 aan de eerste algemeen

voorzitter van RAI Vereniging, de heer J.L. Lang. De onderscheiding is

in de afgelopen decennia in totaal 39 keer uitgereikt in brons, zilver of

goud. De laatste twee keer viel de eer te beurt aan Henk Nooteboom en

Peter Janssen.

EYE CATCHER

J. Leonard Lang Ere-penning voor René Takens

René Takens ontvangt de J. Leonard ere-penning uit handen van Roelf H. de Boer.

Page 31: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

31

3 oktoberZeer brede coalitie maatschappelijke organisatiesvraagt Wiebes per brief om meer fiscale ruimte bedrijfsfiets

19 septemberEuropees project put uit expertise ARN bij optimalebehandeling en verwerking van afgedankte auto’s

4 septemberGesprek branche met Wiebes over autobelastingen

5 septemberBas Lansdop gastspreker tijdens eerste RAI Verenigingsdag

4 septemberExposantenmeeting Nationale (E-)Bike Testdagen enFietsVAKdag

18 augustusBNR Mobility Debat “Vergeet het elektrische rijden, waterstof heeft de toekomst”

23 juliWelke auto’s kunnen E10 tanken? IvDM geeftraad: jebentsnelduurzaamopweg.nl

18 juliInkoopbesparing SV-leden via @INKOPER_MKBgemiddeld 12.000 euro

17 juliBrede coalitie pakt probleem spaakbeknelling op.

16 juliGroengas-auto, ook met B-(of hoger) label, is net zo CO2-arm als elektrische auto en uiterst schoon.Blijft complex met labels en grammen.

Tweets RAI Vereniging

@raivereniging

Page 32: GO!Mobility Magazine nummer #4 2014

GO!ROUND

Op 7 en 8 oktober vond in Ahoy alweer

de 6e editie

plaats van Ecomobiel. De afgelopen jaren is deze vak-

beurs uitgegroeid tot het grootste platfo

rm voor duur-

zame mobiliteit en mobiliteitsoplossingen. Het tijdens

Ecomobiel georganiseerde ‘Nationaal Forum Brandstof-

fenmix kwam mede tot stand door het recent opge-

richte Platform Toekomstbestendige Mobiliteit. Tijdens

dit forum werd gesproken en gedebatteerd over

de

‘Duurzame brandstofvisie met LEF’. Deze visie geeft

in grote lijnen aan hoe ons land de CO

2-uitstoot

richting 2050 kan reduceren.