Go!mobility 5 2014

32
GO! MOBILITY # 5 Magazine RAI Vereniging JAARGANG 4 – DECEMBER 2014 – NR 5 THEMA: FAMILIEBEDRIJVEN IN DE MOBILITEIT PASSIE MET DE PAPLEPEL BOUGIE ALS NAAKTMODEL HET BELANG VAN FAMILIEBEDRIJVEN ‘MADE IN HOLLAND’

description

GO!Mobilty Magazine nr 5 2014

Transcript of Go!mobility 5 2014

Page 1: Go!mobility 5 2014

GO!MOBILITY #5Magazine RAI Vereniging

JAARGANG 4 – DECEMBER 2014 – NR 5

THEMA: FAMILIEBEDRIJVEN IN DE MOBILITEIT

PASSIE MET DE PAPLEPEL • BOUGIE ALS NAAKTMODEL • HET BELANG VAN FAMILIEBEDRIJVEN • ‘MADE IN HOLLAND’

Page 2: Go!mobility 5 2014

GO!GO!

Dit magazine is gedrukt op duurzaam papier.

GO!Mobility een uitgave van RAI Vereniging, postbus 74800, 1070 DM Amsterdam, telefoon (020) 504 49 49,www.raivereniging.nl.

GO!Mobility verschijnt 5 keer per jaar en is o.a. bestemd voor politici, overheidsinstanties, de media en ledenvan RAI Vereniging.Verspreiding vindt plaats op basis vancontrolled circulation.

GO!Mobility is ook als digitaal magazine te lezen op www.raivereniging.nl

UitgeverAmsterdam RAI

RedactieMenno Timmer, hoofdredacteur

RedactieraadHarald Bresser, Cees Boutens, Jeroen van de Braak, Ilse Bartels, Mark van Dansik, Isabel Cloudt

RedactieadresGO!MobilityPostbus 777771070 MS AmsterdamBezoekadres:Europaplein1078 GZ AmsterdamTel. 020-549 12 12E-mail: [email protected]

COLOFON

LEVENSVATBAARHEID FAMILIEBEDRIJVEN Familiebedrijven vormen de ruggengraat van de Nederlandse economie.

Bijna tweederde (70%) van alle ondernemingen in ons land valt onder de

noemer familiebedrijf. En ze leveren ook nog eens 49 procent van de werk-

gelegenheid. De maatschappelijke betrokkenheid van dit soort bedrijven is

bovengemiddeld zegt Judith van Helvert-Beugels, kennisvalorisator van

het Nederlands Centrum voor het Familiebedrijf (NCFB). “Begrippen als

authenticiteit, duurzaamheid en vakmanschap, zitten als het ware veran-

kerd in het DNA van een familiebedrijf. En dit vertaalt zich vaak in het zo

duurzaam mogelijk maken van het productieproces.”

DE MEERWAARDE VAN EEN FAMILIEBEDRIJFAl zo’n 145 jaar is Terberg een begrip in Nederland. Het familiebedrijf kent

vele vertakkingen in de automotive sector. De Group telt inmiddels zes

divisies met twintig werkmaatschappijen, waarvan er elf actief zijn in het

buitenland. Toch is de van origine Benschopse onderneming diep veran-

kerd in de Nederlandse samenleving. “Daar waar je wortels liggen, moet je

bereid zijn terug te investeren in de maatschappij”, zegt bestuursvoorzitter

George Terberg.

RAI SOCIETYZaterdag 22 november werd in

velerlei opzichten een memorabele

dag voor de JCG Business Club, die

dit jaar het 35-jarig bestaan vierde.

PAGINA 18

UITGESPROKENLeon Andriessen, directeur van

TBA Nederland, geeft zijn

mobiliteitsvisie.

PAGINA 23

MARKTANALYSEEuropese E-car markt accelereert.

In de eerste zeven maanden van dit

jaar verdubbelde de verkoop van

elektrische auto’s tot 31.206 stuks.PAGINA 24

GO!FACTORMartin Bedorf, oud directeur

van Cartal Rijsbergen, met zijn

Oldsmobile Delmont 88

Convertible uit 1968.

PAGINA 27

ECO-TRENDSLamboo Carrosserie is als eerste

in Nederland gestart met het aan-

bieden van bamboevloeren voor

vrachtwagens, als alternatief voor

hardhouten vloeren. PAGINA 20 9

13

MedewerkersSjoerd van der Linden, Werner BuddingOntwerp: PWAD AmsterdamVormgeving: MB voorheen VMTBFotografie: Ton van Til, Johan Peter vander Stouwe, Jurgen KoopmanschapIllustraties: Onno KortlandDruk: W.C. den OudenISSN: 2212-8182

© 2014 Amsterdam RAI – alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen

in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,

opnamen, of enige andere wijze, in elke vorm, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

--------------------

THEMA:

FAMILIEBEDRIJVEN

IN DE MOBILITEIT

--------------------

2INhoud

Page 3: Go!mobility 5 2014

,

Nogal wiedes

werner budding3

Het is 2018. De Telegraaf bericht dat de Olympische

Winterspelen in Zuid-Korea een klaterend succes zijn

geweest voor de polderlandse schaatsclan. Het bordes

wordt ijsvrij gemaakt. Iets verderop blikt Telesport

vooruit op de eerste Formule 1 wedstrijd van het jaar: kan

Max Verstappen bij Red Bull, met de ijzersterke hybride

Honda-aandrijflijn, wederom de wereldtitel opeisen?

De grote vierdeurs sedan die Europarlementariër Eric

Wiebes naar Brussel brengt, verlaat Nederland en

verhoogt krachtig de snelheid van 130 naar een lekkere

160 km/h. ‘’Dat heeft die Ecclestone al dementerend een

paar jaar geleden toch handig gedaan hè,’’ bromt Wiebes

naar zijn chauffeur, ‘’door die Formule 1 hybride te

maken, verstomde elk commentaar van welke milieuclub

dan ook. En gelijktijdig was hij van die achterhoede

teams af, die al die technieken amper konden betalen. Zo

stuur je dat. En wat het publiek ervan vond, interesseerde

hem helemaal niks.’’ De snelheid nog wat verhogend,

antwoordt de chauffeur: “die hybriderijders in Neder-

land, dat waren allemaal zwartrijders.’’ Wiebes, vanon-

der zijn te grote leesbril: “klopt, maar wat maakt het uit,

we hebben de afgelopen jaren miljarden euro’s in die

stekkerauto’s gestopt. Als het goed is halen we daardoor

eind volgend jaar precies de vereiste 200.000 elektrische

auto’s in Nederland‘’. En er ontstaat een gemeen lachje op

z’n uitgestreken gezicht. Het hulpje van Wiebes komt

langzaam uit de leren voorstoel: ‘’maar niemand rijdt die

auto’s elektrisch. Het zijn zelfs helemaal geen elektrische

auto’s, iedereen tankt er gewoon brandstof mee.’’ Wiebes

staart uit het raam, en haalt zijn schouders op, “nou en,

pakken we mooi een beetje van de subsidie terug met die

verhoogde accijns. We hebben elke stekkerauto gemid-

deld met tienduizenden euro’s geholpen. We moeten

tenslotte wat om het beoogde aantal auto’s te halen. Zonder

financiële stimulans waren die auto’s onverkoopbaar. Heb je

wel eens in zo’n gesubsidieerde plug-in-hybrid gereden?’’,

Wiebes staart naar zijn bestuurder. “Ik rijd een zes jaar oude

Toyota Aygo. Die doet het nog steeds prima,’’ antwoordt de

man. En de Italiaanse sedan toert voort.

Opnieuw is daar een wat gemeen lachje. “Met die kleine

auto’s hadden we de goegemeente ook mooi te pakken hè.

Eerst trokken we half Nederland uit de compacte midden-

klassers. Moesten ze van ellende hun kilometers gaan

maken in van die beschuittrommels van minder dan tien-

duizend mille. Dat allemaal om de landelijke gemiddelde

CO2-uitstoot rap te laten dalen. En ze deden het en masse,

wat vrijstelling van een beetje motorrijtuigenbelasting al

teweeg brengt bij de Nederlander. Maar ja, het liep wel iets

uit de hand, toen honderden dealers omvielen omdat ze

geen euro meer konden verdienen aan die karretjes. Hebben

we ze met de bpm-verhoging snel een paar duizend euro

duurder gemaakt. Zo stuur je de markt.” De chauffeur

schakelt met de flipper aan het kalfsleren stuur nog een keer

terug door de achtbak, en kijkt z’n baas verbijsterd aan:

“maar waarom?’’. Wiebes schatert het uit, “ja, da’s nogal

wiedes. We hebben zoveel geld in die stekkerorgels

gepompt, om ons doel te bereiken, daar moet wat van terug.

Rechtsom of linksom. Dus pakken we het af van de onder-

laag. De minst mondige partij. En het mooie is, nu we

onlangs zijn gestopt met die bijtellingsidioterie, is iedereen

alsnog blij.” Waarna de chauffeur nog maar een keer lekker

door het toerenbereik van de jankende V8 haalt. Wiebes

kijkt tevreden voor zich uit.

Werner Budding, autojournalist

Page 4: Go!mobility 5 2014

4

GO!

BRANCHE NIEUWS

Steven van Eijck heeft per 1 december devoorzittershamer overgenomen van de RoelfH. de Boer. Naast algemeen voorzitter vanRAI Vereniging is Van Eijck tevens voorzittervan afdeling Auto’s en zal hij worden voor-gedragen voor een zetel in het DagelijksBestuur van VNO-NCW.

Olaf de Bruijn, directeur RAI Vereniging, zegt zich

gelukkig te prijzen met deze nieuwe algemeen voor-

zitter, waarvan breed bekend is dat hij een groot

netwerk in Den Haag heeft. “Een netwerk dat zich

uitstrekt van politiek tot toezichthoudende instanties

en maatschappelijke organisaties”.

Naast passie voor alles dat beweegt, heeft Van Eijck

veel bestuurlijke ervaring als voorzitter van vereni-

gingen en brancheorganisaties. Bovendien is hij als

oud-staatssecretaris van Financiën en gepromoveerd

fiscaal econoom bij uitstek in staat één van de belang-

rijkste dossiers van de mobiliteitsindustrie, auto -

fiscaliteit, in Nederland gezaghebbend neer te zetten.

Het ondernemerschap is Van Eijck niet vreemd. Al

tijdens zijn studie richtte hij zijn eerste onderneming

op. Thans is Van Eijck binnen verschillende onder -

nemingen betrokken. Naast voorzitter van de

Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie

(SBF) is hij Commissaris (vz) Publiek Belang bij Ernst

& Young accountants.

Roelf H. de Boer was de afgelopen zes jaar

algemeen voorzitter van RAI Vereniging en de

eerste onafhankelijk voorzitter van afdeling

Auto’s binnen RAI Vereniging. Tijdens zijn

afscheid in het Elicium in Amsterdam RAI,

brachten verschillende sprekers zijn bijzondere

verdiensten voor de sector in herinnering.

Olaf de Bruijn, directeur RAI Vereniging, zei

veel waardering te hebben voor de enthou -

siaste, dynamische en gestructureerde wijze

waarop De Boer zijn voorzittersfunctie heeft

ingevuld. “Een vergadering liep zelden een

minuutje uit. Bovendien was je altijd zeer

betrokken en je hebt de branche in moeilijk

economische tijden door de crisis weten te

loodsen.”

Veel lof zei De Bruijn te hebben voor de betrok-

kenheid van De Boer, zowel op het gebied van

beurzen als richting de belangrijkste

stake holders van RAI Vereniging: Amsterdam

RAI en RDC. “Het is mede aan jouw inspan-

ningen te danken dat de AutoRAI en de BedrijfsautoRAI in 2015 weer

op de rails staan.”

Minister Schultz memoreerde aan het feit dat De Boer toen hij 12,5 jaar

geleden aantrad als minister van het toenmalige V&W er nog op het

allerlaatste moment in slaagde de Spoedwet Wegverbreding door de

Eerste Kamer te loodsen. “Mede daardoor hebben we nu het laagste

fileniveau sinds 1998”. De belangrijk-

ste wapenfeiten van De Boer op het

gebied van toekomstbestendige mobi-

liteit zijn dat onder zijn voorzitter-

schap RAI Vereniging is

gepositioneerd als een belangenbehar-

tiger met visie en een missie die op

grote waardering van de stakeholders

kan rekenen. Als één van de founding

fathers van het Formule E-Team heeft

De Boer er aan bijgedragen dat Neder-

land inmiddels koploper is op het

gebied van elektrisch rijden. Verder is

hij een bruggenbouwer gebleken om

mobiliteit in ons land verder te

verduur zamen. Tenslotte heeft De

Boer zich breed ingezet voor de samen-

leving in diverse hoedanigheden:

minister van V&W, havenwethouder

van Rotterdam, voorzitter KNV en als

voorzitter van de NVZ.

Steven van Eijck nieuwe voorzitter RAI Vereniging

Koninklijke onderscheiding voor Roelf H. de Boer

Bij zijn afscheid wordt Roelf H. de Boer namens minister Schultz benoemd

tot Officier in de Orde van Oranje Nassau.

Roelf H. de Boer is tijdens de RAI Verenigingsdag op 12november jl. benoemd tot Officier in de Orde van OranjeNassau. Hij ontving de onderscheiding uit handen vanminister Schultz van I&M voor zijn bijzondere verdienstenvoor de mobiliteit in Nederland.

Page 5: Go!mobility 5 2014

5

Van Zetten: 60 jaar in hefbruggen

Nederlanders leggen binnen de eigenlandsgrenzen een kleine 11.000 kilo-meter per persoon af. Dit komt neer opeen totaal jaarkilometrage van 184miljard. Dit getal is de laatste jarenmin of meer stabiel. Er is één uitzon-dering: het fietsgebruik. Dat is sinds2004 met 7 procent toegenomen, zoblijkt uit het Mobiliteitsbeeld 2014van het Kennisinstituut voor Mobili-teitsbeleid (KiM).

Volgens het KiM leggen Nederlanders bijna

40 procent van alle verplaatsingen en ruim de

helft van de afgelegde kilometers af als auto -

bestuurder. Dat is de belangrijkste wijze van

verplaatsen. In de jaren na 2004 vlakte de toe-

name van het aantal als autobestuurder afge-

legde reizigerskilometers af. Als belangrijkste

oorzaken noemt het kennisinstituut onder

andere de economische crisis en het afnemend

autogebruik onder jongvolwassenen (tot 40

jaar). Na de auto is de fiets het meest populaire

vervoermiddel in ons land. Een kwart van alle

verplaatsingen en bijna een tiende van de

afgelegde kilometers gaat per fiets. Nederlan-

ders pakken vooral voor korte ritten de fiets.

Uit Mobiliteitsbeeld 2014 valt af te lezen dat

de toename van het fietsgebruik met name is

toe te schrijven aan woon-werkverkeer en

verplaatsingen van en naar onderwijsinstel-

lingen. Van alle fietskilometers wordt inmid-

dels ruim 12 procent per e-bike afgelegd. De

gemiddelde afstand die daarbij wordt over-

brugd bedraagt 6,3 kilometer. Dat is ruim

tweemaal zoveel als de afstand die een

Nederlander gemiddeld per ‘gewone’ fiets

aflegt (3,6 km).

Deze maand is het precies 60 jaar geleden dat Van ZettenHefbruggen in Zuid Beijerland werd opgericht. Hetbedrijf is nog altijd toonaangevend in revisie en verkoopvan hefbruggen. “Hefbruggen van Stertil-KONI gaangeneraties lang mee”, zegt directeur Nettie van Zetten.

Het bedrijf in Zuid Beijerland is uniek in zijn soort. Al tientallen jaren

lang is Van Zetten Hefbruggen actief met de inkoop, revisie en verkoop

van hefbruggen. Daarbij gaat het maar om één merk: Stertil-KONI.

Van Zetten koopt gebruikte Stertil-KONI bruggen op in heel Neder-

land en België. “Tot de jaren ’80 had KONI in Nederland een markt -

aandeel van wel 75 procent”, vertelt Van Zetten. “Er

staan daardoor nog altijd veel bruggen van dit merk in

Nederlandse en Belgische werkplaatsen.” Bruggen die

worden ingekocht, worden niet meteen gereviseerd.

Dat gebeurt pas als er een koper voor is gevonden. “We

hebben alle soorten bruggen van Stertil-KONI in voor-

raad, van 1,5 tot 24 ton, niet alleen vierkolommers maar

ook tweekoloms bruggen. De revisie wordt uitgevoerd

als een brug verkocht is. We kunnen dan de brug revise-

ren volgens de wens van de klant. Soms wil een klant de

brug ongespoten hebben, of hij wil hem in de RAL-

kleuren van zijn eigen keuze.” Naast revisie en verkoop

is Van Zetten Hefbruggen ook actief met onderhoud en

keuring van hefbruggen. “Toen in 2007 het RAI Keur-

merk Hefbruggen van start ging, hebben we ons meteen

aangesloten”, legt Van Zetten uit. “We hebben nu een

serviceploeg op de weg in heel Nederland en België.”

Totale mobiliteit in Nederland stabiliseert, fietsgebruik groeit

Van Zetten levert alle soorten bruggen van Stertil-KONI.

Een kwart van alle verplaatsingen gaat per fiets.

Page 6: Go!mobility 5 2014

GO!

6

ABUSverbindende schakel

binnen de fietsbranche

Een familiebedrijf binnen een familiebedrijf

Page 7: Go!mobility 5 2014

7

Al ruim 90 jaar lang levert ABUS kwaliteits -producten die klanten een gevoel van veiligheidmoeten bieden. In Nederland vormt ABUS Tweewieler Service als onderdeel van de DuitseABUS Group, een familiebedrijf met wereldwijdmeer dan 3.000 medewerkers, een verbindendeschakel in de tweewielerbranche. De onderne-ming zorgt er namelijk voor dat fietsen, motorenen brom/snorfietsen dankzij het gebruik vannagenoeg onkraakbare ABUS sloten stevig aan devaste wereld verankerd blijven en niet ten prooivallen aan het dievengilde. Saillant detail: ABUSTweewieler Service is zelf ook een familiebedrijf.

Dat de slogan ‘Sicherheit is Markenqualität’, ooit nog eens de hele

wereld rond zou gaan, daar hadden de ABUS oprichters August

Bremicker en zijn zonen nauwelijks op durven rekenen toen zij in 1924

in het kleine dorp Volmarstein an der Ruhr begonnen met de productie

van de eerste hangsloten. De toenmalige vestiging in de kelder van het

familiehuis is inmiddels uitgegroeid tot een mondiale speler met

fabrieken in Duitsland en het Verre Oosten en partners, verkoop -

kantoren en distributeurs in nagenoeg alle landen in de wereld.

Het merk ABUS staat inmiddels synoniem voor kwaliteit, vertelt Jan

Spanjaart, die verantwoordelijk is voor het volledige programma van

ABUS Mobile Security in Nederland. Dit omvat sloten(voor fietsen,

scooters en motoren), fietshelmen en fietstassen.

Security levelHij laat niet na erop te wijzen dat alle producten voldoen aan de

kwaliteitseisen van een A-merk. “Kijk”, zegt hij, terwijl hij een wille-

keurig fietsslot met ‘security level 9’ uit het rek pakt, “dat staat voor

extra veiligheid en betekent dat het slot moeilijk te kraken is. Bij fiets-

sloten kan dit niveau oplopen tot 15, oftewel maximale veiligheid en bij

motorfietssloten zelfs tot 20. Dan kun je als potentiële dief beter een

blokje om lopen en je heil elders gaan zoeken.”

‘Kwaliteit van beveiliginghangt niet alleen af van

het product’

Page 8: Go!mobility 5 2014

8

GO!

Spanjaart, die samen met zijn zoon Maarten en zijn vrouw als Neder-

lands familiebedrijf in feite een integraal onderdeel uitmaken van het

Duitse familiebedrijf, vertegenwoordigt het merk ABUS al sinds 1992.

In die periode is ABUS volgens hem in ons land stevig op de kaart gezet

en het programma fors uitgebreid. “Wij doen zaken met bijna alle

grossiers in de tweewielerbranche, zoals AGU, Juncker, Kruitbosch en

Verwimp en uiteraard met veel fietsfabrikanten.”

Traditionele waardenAls direct verkoopkantoor zijn alle medewerkers van ABUS Twee -

wieler Service (vijf in totaal) in dienst van het Duitse moederbedrijf.

“En daarmee dragen wij de traditionele waarden die kenmerkend zijn

voor ABUS Duitsland, zoals eerlijkheid, openheid, betrouwbaarheid en

fatsoen, ook in Nederland uit.” Spanjaart zegt de cultuur van familie -

bedrijven goed te begrijpen. Zelf heeft hij ooit gewerkt bij AGU, ook al

een familiebedrijf. “Bij dit soort ondernemingen staat continuïteit

voorop en medewerkers vormen een onderdeel van de familie.”

Vader en zoon Spanjaart vormen inmiddels een hecht duo. “Maarten is

in april 2010 in dienst gekomen en is zo langzamerhand allround. Mijn

vrouw is verantwoordelijk voor de ABUS Sleutelservice. Bij haar kun-

nen klanten originele reservesleutels voor de ABUS-sloten bestellen.

Zij maakt die zelf na op basis van codelijsten.”

Digitale academieDe kwaliteit van beveiliging hangt in de filosofie van ABUS niet alleen

af van de producten zelf. Daarom heeft de fabrikant zogeheten ABUS-

academies in het leven geroepen om partners een omvangrijk oplei-

dingstraject aan te bieden op het gebied van mechanische en

elektronische veiligheid onderweg. Spanjaart: “Voor Nederland zullen

wij dit op een iets andere manier gaan invullen, namelijk met een digi-

tale academie. Dit houdt in dat ABUS Tweewieler Service alle dealers,

inkopers en vertegenwoordigers permanent online instrueert, traint en

op de hoogte houdt van actuele ontwikkelingen. Daarnaast nodigen

wij dealers, fietsdetaillisten en grossiers regelmatig uit om een bezoek

te brengen aan het R&D centrum van ABUS in Duitsland. Daar kun-

nen zij met eigen ogen aanschouwen hoe sloten worden ontwikkeld,

getekend en vervaardigd. En alle deelnemers krijgen bij die gelegenheid

van ons speciale verkoop presentaties.”

ABUS ExperienceEen geheel andere vorm van relatiebeheer noemt Spanjaart de dit jaar in

het leven geroepen ‘ABUS Experience’. Een uniek initiatief dat klanten

in de gelegenheid stelt een bezoek te brengen aan bijzondere evene-

menten. Zoals bijvoorbeeld het TT Circuit in Assen. “Onze partners

konden hier als echte VIPS live meemaken hoe het er op een wedstrijd-

dag aan toegaat en wat er allemaal komt kijken bij een race in de

Superbike Klasse van het Open Nederlands Kampioenschap van de

KNMV. Inclusief een rondleiding door het rennerskwartier, de pad-

dock. Voor 2015 staan vergelijkbare uitstapjes in de planning, in samen-

werking met diverse wielerteams, waarvan ABUS een van de

materiaalsponsors is.”

Volle kracht vooruitCijfers over marktaandelen in de verschillende segmenten zijn volgens

Spanjaart niet bekend. Wat hij wel kwijt wil, is dat er qua omzetont-

wikkeling voorlopig geen enkele spreekwoordelijke kink in de kabel

zichtbaar is. Het is wat hem betreft ‘met volle kracht vooruit’. De

distributie van fietshelmen verloopt voorspoedig sinds begin dit jaar

een extra partner is aangesteld. Verder is bij Abus Tweewieler Service

onlangs een derde sales promotor in dienst getreden om de verkopen

via het dealerkanaal te versterken en worden de activiteiten op OEM-

gebied uitgebreid. “Qua omzet is sinds 2012 sprake van een ‘double

digit’ groei. Die lijn willen wij de komende jaren blijven voortzetten.”

Jan (links) en Maarten Spanjaart: ‘Bij dit soort sloten kunnen potentiële tweewielerdieven beter

een blokje om lopen’

Page 9: Go!mobility 5 2014

9

NCFB: ‘Familiebedrijven staan qualevensvatbaarheid bovenaan’

Het belang van familiebedrijven

Familiebedrijven vormen de ruggengraat van de Nederlandse economie. Bijna tweederde (70%) vanalle ondernemingen in ons land valt onder de noemer familiebedrijf. En ze leveren ook nog eens 49procent van de werkgelegenheid. De maatschappelijke betrokkenheid van dit soort bedrijven isbovengemiddeld zegt Judith van Helvert-Beugels, kennisvalorisator van het Nederlands Centrumvoor het Familiebedrijf (NCFB). “Begrippen als authenticiteit, duurzaamheid en vakmanschap, zit-ten als het ware verankerd in het DNA van een familiebedrijf. En dit vertaalt zich vaak in het zo duur-zaam mogelijk maken van het productieproces.”

Het NCFB, dat in Zwolle op de campus van de

Hogeschool Windesheim is gevestigd,

fungeert als kenniscentrum voor familiebe-

drijven. Dit houdt in dat het NCFB onderzoek

uitvoert, bestaande wetenschappelijke kennis

toegankelijk maakt voor ondernemers en

adviseurs en zich dus opwerpt als vraagbaak

en bindmiddel voor familiebedrijven. “Er

bestaat”, vertelt Judith van Helvert-Beugels,

“een sterke koppeling tussen het lectoraat

familiebedrijven op de Hogeschool Windes-

heim en het NCFB. Eigenlijk ontwikkelen we

hier de kennis die via het NCFB naar buiten

wordt gebracht.” De twee andere partners die

de activiteiten van het NCFB financieren zijn

de Rabobank Groep en de adviesgroep familie-

bedrijven van het accountants- en advies -

bureau BDO.

Raden van Advies“In principe kan ieder familiebedrijf bij ons

aankloppen voor kennis en informatie”,

beklemtoont Van Helvert-Beugels. Veel infor-

‘Familiebedrijven zijn leuker en sympathieker’

Judith van Helvert-Beugels: ‘Het NCFB werpt zich opals vraagbaak en bindmiddel voor familiebedrijven’.

Page 10: Go!mobility 5 2014

GO!

10

matie is te vinden op de website

www.ncfb.nl of komt beschikbaar mid-

dels de tweemaandelijkse nieuwsbrief.

Daarnaast organiseert het NCFB regel-

matig bijeenkomsten en neemt deel aan

congressen. “En we zijn nauw betrokken

bij onderzoeksprojecten die op Windes-

heim worden gedaan. Een concreet en

actueel voorbeeld betreft het onderzoek

naar het instellen van Raden van Advies

bij familiebedrijven als tegenhanger van

de Raad van Commissarissen. Zo’n advi-

serend governance mechanisme op

strategisch niveau ontbreekt veelal bij

familiebedrijven en kan het noodzake-

lijke gezonde kritische vermogen ver-

sterken.”

Andere recente NCFB-studies betreffen:

onderzoek naar de internationalisatie

van familiebedrijven en onderzoek naar

het familiestatuut. In het laatste geval

gaat het om het officieel vastleggen van

afspraken tussen familieleden ten aan-

zien van het bedrijf, bijvoorbeeld wie de

eigena(ar(en) van de onderneming

mogen zijn, wat de criteria zijn om in het

bedrijf te mogen komen werken en zaken die

betrekking hebben op naamsverandering of

opvolgingsvraagstukken.

260.000 familiebedrijvenMaar hoeveel familiebedrijven telt Nederland

nu eigenlijk? Het antwoord hangt af van de

definitie die je hanteert, vervolgt Van Helvert-

Beugels. “Nyenrode Business Universiteit

heeft hierover in opdracht van het Ministerie

van EZ een rapport geschreven. Dat gaat uit

van de EU-definitie, waarbij een familiebedrijf

aan tenminste twee criteria moet voldoen: de

familie moet voor meer dan 50 procent eigen-

aar zijn en familie moet in de leiding zitten.

Op basis van deze randvoorwaarden telt

Nederland circa 260.000 familiebedrijven en

komt het aandeel van familiebedrijven in ons

land uit op bijna 70 procent.”

Ambivalente kenmerkenToch vindt zij dat het succes van familiebedrij-

ven in de juiste proporties moet worden

geplaatst. Want familiebedrijven mogen dan

per saldo winstgevender zijn dan andere

ondernemingen en vaak een langer leven zijn

beschoren, de specifieke kenmerken die fami-

liebedrijven tot een succes maken, kunnen

tegelijkertijd kwetsbare punten zijn. “Binnen

het onderzoeksveld van familiebedrijven

spreken we in dit kader over ‘ambivalente

kenmerken’. Daarvan kan sprake zijn als de

directeur-eigenaar als dominante stuwende

kracht en het gezicht van de onderneming

plotseling wegvalt.” Ook de relatief grote

betrokkenheid van het personeel kan volgens

haar een keerzijde hebben, omdat dit kan

resulteren in een cultuur waarbij ‘alles

kan’. Met gevolgen voor de professiona-

liteit en onvoldoende kritisch besef ten

aanzien van de toegevoegde waarde van

het personeel. En last but not least

brengt Van Helvert-Beugels het onder-

werp financiering ter sprake. “Dat

geschiedt meestal met eigen vermogen.

Een familiebedrijf kan, als het ergens in

gelooft, een bepaalde investering langer

de kans geven. Maar het mag natuurlijk

geen (persoonlijke) hobby worden. Het

gaat tenslotte wel om bedrijfskapitaal.”

Sympathieker imagoDat familiebedrijven een grotere

toegevoegde waarde creëren dan con-

ventionele ondernemingen is voor haar

geen onderwerp van discussie. Zij staat

in dit verband volledig achter de uit-

spraak van de Amerikaanse hoogleraar

Randel Carlock, dé internationale

autoriteit in ondernemerschap en

familie bedrijven. “Carlock stelt dat

familiebedrijven absoluut leuker zijn en

maatschappelijk ondernemen werkelijk hoog

in het vaandel hebben staan.

Als ik zie hoeveel kritische feedback ten tijde

van de bankencrisis over het bedrijfsleven is

uitgestort als gevolg van de jacht op korte

termijnresultaten en persoonlijk gewin, dan

denk ik: dat zal bij familiebedrijven niet snel

gebeuren. Die zijn gewoon, vanwege hun

langere termijnvisie en hun minder primair op

financiële resultaten gerichte bedrijfscultuur,

levensvatbaarder. En ze hebben over het

algemeen ook een veel sympathieker imago.

Kijkend naar de toekomst gaat het er volgens

Van Helvert-Beugels vooral om dat familie -

bedrijven hun unieke karakteristieken zo

inzetten dat ze zich daarmee maximaal in de

markt onderscheiden. Een Raad van Advies,

die ik al eerder aankaartte,

zou een interessant

instrument kunnen zijn

om hen in dit proces te

ondersteunen.”

‘Een Raad van Advies kan het kritisch vermogen bij familiebedrijven versterken’.

Facts & figuresAantal familiebedrijven in Nederland 260.000Aandeel Nederlandse familiebedrijven 70%Bijdrage familiebedrijven aan Nederlandse werkgelegenheid 49%

Page 11: Go!mobility 5 2014

11

Martine van Eck: ‘Passie met de paplepel’Vrouwen binnen het familiebedrijf

“De economische crisis heeft de generatieverschillen versterkt en ver-

sneld. De economische onzekerheden in de afgelopen vijf jaar hebben

een enorm effect gehad op de vaardigheden en kwaliteiten binnen onze

organisatie. Wij zijn een ander bedrijf geworden. Vroeger was het vol-

doende om een goed product te leveren. Tegenwoordig moet alles goed

zijn: het product, de prijs, de service, de garantie, het advies, etc. De klant

wenst een hoogwaardig totaalconcept.”

Martine van Eck vormt, samen met haar broer Joost de vierde generatie

van het in 1912 door haar overgrootvader en zijn vrouw opgerichte fami-

liebedrijf. Zelf is zij binnen de organisatie verantwoordelijk voor H.R.,

Marketing en New Business, terwijl haar broer Joost zich bezig houdt

met International Sales. De dagelijkse leiding is in handen van haar vader

Hans van Eck. Van Eck constateert dat de afgelopen eeuw een enorme

ontwikkeling is doorgemaakt. “Na de start door mijn overgrootouders

met de bouw van boerenwagens en melkblokken maakten hun vier

zonen al snel de slag van kleine wagenmakerij naar een onderneming

met meerdere werknemers. Vervolgens heeft mijn vader als derde gene-

ratie het bedrijf internationaal op de kaart gezet. Hij is altijd een enorme

innovator geweest die voortdurend samen met de klant bezig is produc-

ten te ontwikkelen die hen een concurrentievoorsprong in hun dienst-

verlening opleveren.”

Andere koersHet heeft Van Eck vijf jaar geleden onder andere de Jan Huygen van

Linschoten prijs voor bijzonder innovatief internationaal zaken doen

opgeleverd. Dankzij het innovatief vermogen, een grote mate van

creativiteit en flexibiliteit én maatwerk, of beter gezegd ‘trailer made’

producten, beschikt Van Eck over zowel een sterke thuismarkt als een

groeiende exportportefeuille. Van de gemiddeld 350 custom made voer-

tuigen die in Beesd worden ontwikkeld en geproduceerd verdwijnt

ongeveer 60 procent naar het buitenland. “Voor ons is de wereld de

laatste jaren groter geworden”, vertelt Martine van Eck. “Wij leggen

steeds vaker contacten met klanten buiten Europa”. Zij wijst in dit ver-

band op de ontwikkeling van twee bijzondere voertuigen voor een klant

Martine van Eck is inmiddels al tien jaar actief binnen de Van Eck Group. In de door mannen gedomineerde wereld van trailerbouwers is zij een van de weinige vrouwen. In de praktijk maakt datvolgens haar niets uit. Zij ziet wel grote verschillen in de bedrijfsvoering per generatie.

Martine van Eck: ‘Het is belangrijk om het goede van de vorige generaties te behouden’.

‘Onderneem niet alleenmet je hoofd, maar ook

met je hart’

Page 12: Go!mobility 5 2014

GO!

12

in Japan. Naast de productielocatie in Beesd beschikt de onderneming

over vestigingen in Lexmond en Schiphol waar onderhoud, reparatie en

schadeherstel plaatsvindt.

Dat een nieuwe generatie zaken anders aanpakt en op bepaalde aspecten

een andere koers gaat varen heeft volgens van Eck slechts ten dele met

verschil in leeftijd te maken. “Ook de tijdgeest speelt een belangrijke rol.

Mijn generatie heeft de economische crisis volop meegemaakt en heeft

dus niet alleen voorspoed gekend. De klant wil tegenwoordig niet alleen

een goed product, het moet bovendien goedkoop en bij voorkeur duur-

zaam worden geproduceerd. Dat vraagt om totaal andere efficiency eisen

en heeft zijn weerslag op alle geledingen in de organisatie.”

Ark van NoachZij zegt zich nog goed te herinneren dat haar vader voertuigen zonder

handtekening verkocht volgens het principe ‘een man een man, een

woord een woord’. “Als je vroeg om een handtekening, dan was de klant

beledigd in zijn gevoel van vertrouwen. Nu starten wij niet met het

productieproces zonder getekend contract.”

Die verzakelijking met de nadruk op efficiency en prijs heeft naar haar

mening wel een keerzijde. Martine van Eck geeft aan dat je niet alleen

met je hoofd, maar met name met je hart en met passie moet blijven

ondernemen. “Dat heb ik van jongs af aan van mijn vader meegekregen.

Kijk naar de ark van Noach. Die is gewoon door amateurs gebouwd. En

de Titanic door professionals. We kennen de afloop. Mijn vader is altijd

met zijn hart en veel passie blijven ondernemen. Hij is altijd onbewan-

delde paden en nieuwe wegen ingeslagen. Voor mij blijft hij hierin een

geweldig goed voorbeeld”.

Worstelen met pettenDe vraag hoe vanzelfsprekend het voor Van Eck was om toe te treden tot

het familiebedrijf beantwoordt zij ontkennend. “Mijn vader heeft altijd

de deur open gehouden, maar zijn accountant had daar destijds wel

bedenkingen bij. Na de Hogere Hotelschool en mijn studie Bedrijfs-

kunde besloot ik daarom eerst maar eens 1,5 jaar ervaring op te doen bij

een ander bedrijf voordat ik in 2004 in dienst trad. Merkwaardig genoeg

bleek het werken in een door mannen gedomineerde sector totaal geen

issue. Daarentegen bleek de uitdaging en het contrast om als dochter in

ons familiebedrijf te gaan werken een stuk groter. Alles wordt namelijk

onder een vergrootglas gelegd en met een factor 10 vermenigvuldigd.

Daar heb ik mij ernstig in vergist.”

Een ander onderwerp waar zij de aandacht op wil vestigen is het zoge-

naamde ‘pettenprobleem’. Familiebedrijven hebben een bijzondere

dynamiek, omdat de belangen van het bedrijf, het eigendom en de

familie vaak in elkaar overlopen. Je hebt dus als familielid in het bedrijf

meerdere petten op. Het is een uitdaging om je daar bewust van te zijn

en privé en zakelijk goed te scheiden. In welke hoedanigheid zit je nu

eigenlijk ergens aan tafel? Handel je als aandeelhouder, als medewerker,

als vader, broer, zus, neef etc? Met dat probleem worstelen veel familie-

bedrijven.”

Sleutel naar de toekomstHet belang om een familiebedrijf te blijven is volgens Van Eck nauwelijks

uit te leggen. “De kracht en waarde van Van Eck is ongrijpbaar. Het zit in

de cultuur en wordt overgedragen van generatie op generatie. Ik noem

het ook wel passie met de paplepel! En dat is niet te koop.”

En dat is, benadrukt zij, maar goed ook. “Want dankzij het feit dat Van

Eck als familiebedrijf altijd een conservatief beleid heeft gevoerd en

investeringen met eigen vermogen heeft gefinancierd, hebben wij de

klappen van de economische crisis kunnen opvangen.”

En om dat ook voor de lange termijn te kunnen blijven doen, is Van Eck

bezig een strategie voor de komende 25 jaar uit te stippelen. Een van de

uitgangspunten daarbij is dat de onderneming zich wereldwijd nog meer

gaat focussen op innovatie, vernieuwende op maat gesneden producten

voor transporteurs. “Onze klanten zijn in toenemende mate bereid om

mee te betalen aan de ontwikkelingskosten, omdat zij zien welke bespa-

ringen hen dit uiteindelijk oplevert. Je zou dus kunnen zeggen dat inno-

vatie de basis vormt van ons verleden, maar vooral ook de sleutel naar de

toekomst.”

‘De nadruk ligt vaak te veel op het kostenaspect en te weinig op wat een investering oplevert.

Page 13: Go!mobility 5 2014

13

Terberg Group wil belangrijk bindmiddel in de smenleving zijn

De meerwaarde van een familiebedrijf

Sinds de start als dorpssmid in 1869 in Ben-

schop heeft Terberg een complete transforma-

tie ondergaan. Met een omzet van 450 miljoen

euro in 2013, 1.200 werknemers (waarvan

ongeveer de helft buiten Nederland werkt) en

een sterke internationale ambitie, is de Terberg

Group in feite een global player geworden.

Terberg Benschop verwacht nog dit jaar het

25.000ste Terberg voertuig in haar geschie -

denis te kunnen bouwen, een mijlpaal.

Hoewel er veel is veranderd, is door de jaren

heen altijd één element hetzelfde gebleven,

benadrukt George Terberg: “Onze bedrijfs -

cultuur.” “De band met het personeel is hecht.

Zij vormen als het ware een onderdeel van de

familie. Ons uitgangspunt luidt dat je met

elkaar het verschil kunt maken. Dan komt het

succes uiteindelijk vanzelf. Verder hanteren

wij de adagia: afspraak is afspraak, luister goed

naar de klant en zorg dat je een betrouwbare

Al zo’n 145 jaar is Terberg een begrip in Nederland. Het familiebedrijf kent vele vertakkingen in deautomotive sector. De Group telt inmiddels zes divisies met twintig werkmaatschappijen, waarvan erelf actief zijn in het buitenland. Toch is de van origine Benschopse onderneming diep verankerd in deNederlandse samenleving. “Daar waar je wortels liggen, moet je bereid zijn terug te investeren in demaatschappij”, zegt bestuursvoorzitter George Terberg.

George (vooraan), Godfried (linksachter) en Bert Terberg: ‘Met elkaar kun je het verschil maken’.

‘Daar waarmogelijkhedenin de wereldzijn, willen we

erbij zijn.’

Page 14: Go!mobility 5 2014

GO!

14

partner bent. Dat gedachtegoed geldt eveneens

voor onze buitenlandse vestigingen.”

Wereldspeler terminal trekkersDe bestuursvoorzitter zegt er trots op te zijn

de onderneming in de geest van zijn over-

grootvader Johannes Bernardus Terberg als

vierde generatie te kunnen voortzetten en

uitbreiden. Dat doet hij samen met zijn neef

Godfried Terberg, die als lid van de raad van

bestuur verantwoordelijk is voor de Environ-

mental divisie en zijn neef Bert Terberg, die de

leiding heeft over de modificatiebedrijven.

George Terberg, die zelf de divisie Speciale

Voertuigen onder zijn hoede heeft, legt uit dat

zijn vader en zijn broers in de jaren 30 ook als

smid zijn begonnen. “Na de Tweede Wereld-

oorlog begonnen zij met het opkopen van

Amerikaanse legervoertuigen, die vervolgens

werden omgebouwd voor het grondverzet en

het bouwtransport. Zo zijn wij in de tran -

sportwereld terechtgekomen. In 1966 werd de

eerste Terberg 6 x 6 truck gebouwd en in 1973

de eerste Terberg terminal trekker.”

Met deze trekkers, die worden gebruikt in

havens voor het verplaatsen van transpor -

tlading, in de distributiesector en in de

staal- en aluminiumindustrie, is Terberg uit-

gegroeid tot een wereldwijde speler. Terberg:

“In Nederland bouwen wij ongeveer 1.200

van deze voertuigen, waarbij de ordergrootte

kan oplopen van 70.000 tot 225.000 euro per

trekker. En in Maleisië, in een joint-venture

met een locale partner, nog eens 300 à 400

eenheden. Daarmee is Terberg goed voor circa

20 procent van de totale wereldmarkt.”

JustleaseHoewel Terberg sinds de jaren zestig nog

beschikte over verschillende dealerschappen

(o.a. Opel, Mercedes-Benz, Nissan, Ford,

Peugeot) en een aantal pompstations, zijn

deze activiteiten in 2007 afgestoten teneinde

meer het accent te kunnen leggen op de kern-

activiteiten. Het bedrijf is beter in staat om

rendabel te kunnen opereren in nichemark-

ten, zoals het gespecialiseerde segment van de

RoRo en terminal trekkers die Terberg in 90

landen verkoopt. “Die sector vraagt om veel

maatwerk waarmee wij ons als relatief kleine

speler goed kunnen onderscheiden. Boven-

dien is die markt, vanwege de lage volumes en

het feit dat er nauwelijks sprake is van stan-

daardisatie, weinig aantrekkelijk voor grote

fabrikanten.” Daarnaast is Terberg een

belangrijke speler in de niche beladings -

systemen die achter op de vuilnis opbouwen

zijn geplaatst voor het legen van de huisvuil-

containers.

Een andere opmerkelijke ontwikkeling die

Terberg de afgelopen jaren heeft doorgemaakt

betreft de sterke groei van de Modificatie -

divisie. Het gaat hierbij om het ombouwen

van standaard vrachtwagens naar specials in

samenwerking met Volvo en Renault. Deze

activiteit kwam in de plaats van het zelf

ontwikkelen en bouwen van vrachtwagens,

waarmee in 2013 werd gestopt. Terberg: “Dat

was een prima besluit dat volledig aansluit bij

onze visie: laat anderen vooral het werk doen

dat zij beter kunnen en zoek zelf naar niches

waarin je wel kunt excelleren. Wij werden te

klein om zelf trucks te bouwen maar kunnen

Terberg voorziet een vijfde van de wereldmarkt van terminaltrekkers.

Page 15: Go!mobility 5 2014

15

onze knowhow goed toepassen bij het

ombouwen van bestaande vrachtwagens.”

Verder behoort Terberg Leasing, met een vloot

van 20.000 auto’s, tot een van de grootste

onafhankelijke leasemaatschappijen in

Nederland. “Ook hier is”, vervolgt Terberg,

“het van belang om met maatwerk optimaal te

kunnen inspelen op de individuele behoeften

van klanten. Dat doen wij door bijvoorbeeld

rechtstreeks zaken te doen met de consument

via het online aanbieden van private lease

constructies onder het label ‘Justlease’.

Maatschappelijke betrokkenheidDe bestuursvoorzitter acht het van groot

belang om de waarden van Terberg als familie-

bedrijf te kunnen blijven uitdragen en te

continueren. Die waarden weerspiegelen zich,

naast een hechte relatie met het personeel en

klanten, in een grote maatschappelijke betrok-

kenheid. “Wij zijn een bindmiddel voor de

locale omgeving. Bijvoorbeeld door, waar dat

nodig is, te investeren op het gebied van

cultuur, sport of religie.” Zo is Terberg hoofd-

sponsor van de voetbalvereniging Benschop

en draagt bij aan de restauratie van de kerk in

Benschop. Verder vindt hij dat een familiebe-

drijf zoals Terberg in het algemeen een betere

garantie op continuïteit kan bieden dan vaak

bij niet-familiebedrijven of beursgenoteerde

ondernemingen het geval is. “Bij ons is sprake

van een gezonde financiële huishouding,

wordt een lange termijnvisie gehanteerd en

zijn de besluitvormingstrajecten korter.”

Vijfde generatieDat Terberg in de toekomst een familiebedrijf

blijft, staat voor hem vast. “Het is de bedoeling

om de aandelen Terberg over te dragen aan de

vijfde generatie. De eerste leden van die gene-

ratie zullen waarschijnlijk binnen vijf jaar hun

entree maken.” Een automatisme is dat zeker

niet, benadrukt hij. “In het familiestatuut is

vastgelegd dat om in aanmerking te komen

voor een job bij Terberg minimaal een oplei-

ding op HBO of WO niveau is vereist, evenals

werkervaring bij een ander bedrijf. Bij voor-

keur ook in het buitenland.”

Voor het zover is, concentreert Terberg zich op

zijn volgende missie: het verder uitbreiden van

de kernactiviteiten, met name in het buiten-

land. Hij ziet vooral expansiekansen voor de

divisies Speciale Voertuigen, Environmental

en Leasing. Zelf formuleert hij het zo: “Daar

waar mogelijkheden in de wereld zijn, willen

we erbij zijn.” Dat vereist”, zo besluit hij,

“flexibiliteit en het constant aanpassen van de

bedrijfsvoering aan veranderende omstandig-

heden. Want wat vandaag een trend is, kan

morgen weer voorbij zijn. Mijn devies luidt

daarom: follow the business!”

‘Een familie -bedrijf biedt

vaak een beteregarantie op continuïteit’

Page 16: Go!mobility 5 2014

GO!

16

KAWE: ‘Made in Holland kwaliteit’ als internationaal handelsmerk

Familiebedrijven over de grens

De geschiedenis van KAWE gaat

terug naar 1938 toen de groot -

vader van Alvin de Weerd samen

met zijn neef Kruitbosch (KAWE

is een samentrekking van Kruit-

bosch en De Weerd) in Deventer

een grossiersbedrijf voor perso-

nenauto’s, trucks en tractors start-

ten. “Het grossiersbedrijf in

Deventer, dat inmiddels wordt

gerund door mijn neef Michel de

Weerd, bestaat nog steeds”, ver-

telt Alvin de Weerd. “Daarnaast

besloot mijn vader Bert in de jaren

zestig tevens een grossiersbedrijf

in Raalte op te zetten. In een later

stadium werd daar een nieuwe

activiteit aan toegevoegd, name-

lijk het reviseren en repareren van

rem- en koppelingsdelen.”

Ideale mixIn de jaren zeventig heeft KAWE

zich losgemaakt van de grossiers-

divisie. KAWE Raalte kon zich

daarna volledig concentreren op

de revisie van koppelingen en is

zich in de jaren tachtig en negentig

bovendien gaan toeleggen op het

zelf produceren van frictiedelen

voor de aftermarket. De Weerd

schat dat op jaarbasis circa 80.000

frictiedelen de fabriek verlaten. De

bulk vindt, vanwege de in het

buitenland geprezen ‘made in

Holland kwaliteit’ zijn weg over

de grens. Behalve fabrikant van

frictiedelen is KAWE exclusief

distributeur voor een aantal Euro-

pese remdelenfabrikanten. De

Weerd: “Wij zijn actief in een

drietal marktsegmenten: perso-

nenwagens, trucks en tractoren

(agri). Een ideale mix, aangezien

ieder segment een andere con-

juncturele cyclus heeft en er op

die manier een goede risicosprei-

ding ontstaat. KAWE bedient de

binnenlandse markt via grossiers

en werkt in het buitenland met

importeurs.”

Volwaardig alternatiefDat KAWE als zelfstandig Neder-

lands onderdelenfabrikant binnen

de automotive markt, met name

over de grens, zo’n goede reputa-

tie heeft weten op te bouwen, is

op zich redelijk uniek te noemen.

De Weerd heeft daar zelf wel een

duidelijke verklaring voor. “Als

familiebedrijf hebben wij, dankzij

KAWE is al decennia lang toonaangevend in de ontwikkeling, productie en handel van rem- en frictiedelen. Het Hollandse familiebedrijf exporteert de in eigen huis vervaardigde frictiedelen volgens algemeen directeur Alvin de Weerd naar zo’n zestig landen in de wereld. Ongeveer tweederdevan de totale omzet wordt in het buitenland behaald. Het exportaandeel van uitsluitend koppelings-delen bedraagt zelfs 90 procent. “Onze naamsbekendheid is over de grens veel groter dan in eigenland”, aldus De Weerd.

Alvin de Weerd: ‘Onze naamsbekendheid is over de grens veel groter dan in eigen land’.

Page 17: Go!mobility 5 2014

17

het aanbieden van een compleet

palet voor de aftermarket, een

evolutie doorgemaakt. Bovendien

is het programma van KAWE

prijstechnisch en kwalitatief inte-

ressant omdat wij dezelfde garan-

tie en levensduur kunnen bieden

als OE-leveranciers. Een vergelijk-

baar bedrijf zoals het onze bestaat

niet meer in Europa. Behalve

KAWE en de grote OE-spelers,

zoals ZF, Valeo en Schaeffler, zijn

er geen andere concurrenten die

een volwaardig alternatief voor

eerste montagefabrikanten kun-

nen bieden.”

Out of the blueEen andere belangrijke en wellicht

nog te vaak onderschatte factor

van het succes van familiebedrijf

KAWE noemt De Weerd de

mens. “Zonder de vijftig loyale en

zeer betrokken medewerkers,

vaak met een lang dienstverband,

zou beslist niet zoveel zijn bereikt.

Die maken ook het grote verschil

vergeleken met grote multinatio-

nale onderdelenfabrikanten. Bij

KAWE werken nog mensen die

een hart hebben voor hun busi-

ness, echte specialisten die over

veel vakkennis beschikken. Dat

maakt het mogelijk om veel snel-

ler en flexibeler in te spelen op

ontwikkelingen dan die interna-

tionale megagroepen waartegen

wij moeten concurreren.”

Alvin de Weerd staat inmiddels

als derde generatie aan het roer

van KAWE. Echt vanzelfsprekend

was dat niet, legt hij uit. “Na mijn

studie Bedrijfskunde aan de Eras-

mus Universiteit, ben ik 8 jaar

werkzaam geweest in de olie- en

chemiesector, onder andere in de

V.S. Tot mijn vader mij ruim 6 jaar

geleden ‘out of the blue’ vroeg of

ik bereid was om toe te treden tot

het familiebedrijf. Veel bedenktijd

gaf hij mij niet, het was ‘nu of

nooit’. De uitkomst is bekend.”

Omdat hij als nieuweling in de

automotive sector een min of

meer ‘branchevreemde eend in de

bijt’ was, zegt hij veel baat te heb-

ben gehad bij het JCG-netwerk

van afdeling Autovak van RAI

Vereniging. “Dit netwerk waar

mensen uit de branche elkaar

kunnen treffen en leren kennen,

heeft mij erg geholpen.”

Promotie exportproductDe Weerd oordeelt optimistisch

over de kansen en ontwikkelingen

op de langere termijn. “De econo-

mische crisis die in 2009 even

voor een omzetdip zorgde, zijn

wij in 2010 alweer te boven geko-

men. Sinds 2011 is zelfs sprake van

dubbele groeicijfers.” Wel zegt hij

het teleurstellend te vinden dat de

Nederlandse maakindustrie zo

weinig support krijgt van de

Nederlandse overheid, terwijl

andere automotive spelers in het

buitenland die steun wel ontvan-

gen. Hij wijst in dit verband naar

Automechnika in Frankfurt, de

meest toonaangevende vakbeurs

op automotive gebied. “Autome-

chanika kent een aantal zuster-

beurzen in o.a. Dubai, Istanbul,

Kuala Lumpur en Sao Paolo. Mij

valt dan op dat Duitsland nadruk-

kelijk de eigen automotive bedrij-

ven een platform biedt door ze

bijna kosteloos op een Duits

paviljoen te laten staan om zo het

eigen exportproduct te promoten.

Spanje doet iets vergelijkbaars,

evenals Zuid-Afrika.”

Wat hem betreft zou de Neder-

landse overheid best meer mogen

doen om ‘made in Holland’ op

buitenlandse fora te propageren.

“Ik vind dat als je er als Neder-

lands bedrijf voor kiest om te

blijven produceren in een hoge

lonenland, daar van overheids-

wege best iets tegenover mag

staan. Aan de arbeidskosten kun-

nen we immers niets veranderen.

Maar probeer de Nederlandse

maakindustrie dan tenminste op

een andere manier een duwtje in

de rug te geven. Dat is goed voor

de werkgelegenheid, goed voor de

economie, goed voor de onder -

nemers. Kortom, goed voor ieder-

een!”

‘KAWE biedt dezelfde garantie en levensduur als OE-leveranciers’.

‘De Nederlandse overheidmoet ‘made in Holland’

meer propageren’

Page 18: Go!mobility 5 2014

RAI SOCIETY18

GO!

‘Is there life on Mars?’, schalt de stem van David

Bowie ter aankondiging van gastspreker Bas

Lansdorp, oprichter en CEO van MarsOne

tijdens de RAI Verenigingsdag. Op dit moment

waarschijnlijk niet, maar als in 2025 de eerste

mensen op de rode planeet landen in ieder

geval wel. Lansdorp is er van overtuigd dat het

de Stichting MarsOne lukt om deze missie van

‘permanente vestiging’ naar Mars te laten sla-

gen. Daarbij bedoelt hij een enkele reis naar

Mars, want terugkeren naar aarde is voorals-

nog niet mogelijk. Technisch en financieel is de

Marsmissie volgens hem haalbaar. De kosten

bedragen zo’n 6 miljard Amerikaanse dollars.

Te financieren door sponsor- en partnerships

én uitzendrechten. Want, rekende hij voor, een

event als de Olympische Spelen levert circa 4

miljard dollar op. Naar schatting ligt dit bedrag

voor de Marsreis een factor 5 tot 10 hoger. De

grootste uitdaging is vooral het vinden van de bemanning voor dit risicovolle

‘one way ticket’. Toch hebben zich al 200.000 potentiële kandidaten aange-

meld, in een verhouding 80 procent man en 20 procent vrouw.

Hans de Boer, die als tweede gastspreker het woord voerde, wist wel een

verklaring voor deze scheve verhouding: ‘waarschijnlijk hebben veel vrouwen

hun man voor deze missie naar Mars opge-

geven’. De Boer deed Lansdorp ook nog

een idee aan de hand om meer kandidaten

te rekruteren: ‘ik zou zeker gaan werken

met cadeaubonnen’.

Olaf de Bruijn, directeur van RAI

Vereniging, belichtte tijdens de RAI

Verenigingsdag uitgebreid de ontwikkelin-

gen in de mobiliteitswereld en de toege-

voegde waarde van RAI Vereniging voor de

leden. Hij benadrukte dat de techno -

logische ontwikkelingen razendsnel gaan.

Denk aan Speed Pedelecs, allerlei rij-onder-

steunende systemen en zelfrijdende auto’s.

Tegelijkertijd groeit de beschikbaarheid van

data. “Over een paar jaar zal elke nieuwe

auto permanent online zijn. Dit leidt tot

allerlei nieuwe mobiliteitsdiensten. In die

ontwikkelingen zal RAI Vereniging de leden

ondersteunen, via een daadkrachtige, actieve en sterke lobby.”

Een belangrijk moment betrof het afscheid van Roelf H. de Boer als alge-

meen voorzitter van RAI Vereniging. Hij werd voor zijn verdiensten door

minister Schultz van Haegen, bij Koninklijk Besluit, benoemd tot Officier

in de orde van Oranje Nassau.

DAF Museum ontvangt RAI Industrie PlatformDe leden van het RAI Industrie Platform, het plat-

form dat binnen afdeling Autovak van RAI Vereni-

ging de in Nederland gevestigde internationaal

opererende toeleveranciers verenigt, waren afge-

lopen oktober voor de halfjaarlijkse vergadering te

gast bij het DAF Museum in Eindhoven. Een uitste-

kende locatie om het nut-

tige – het bespreken van

actuele thema’s van stra-

tegisch belang en het

delen van ervaringen –

met het aangename te

verenigen. Voorafgaand

aan de bijeenkomst vond,

eveneens in het DAF

Museum, het traditionele

netwerkdiner van het RAI

Industrie Platform plaats.

Bij die gelegenheid gaf

Geert Vermeer (l) als

bestuurslid van het DAF Museum een uitgebreide

toelichting op de unieke voertuigen die het

museum zoal herbergt. Zoals bijvoorbeeld de DAF

Siluro, een op basis van de DAF 55 gebouwd

showmodel. En wat te denken van de indrukwek-

kende collectie vrachtwagens, bussen en speciale

voertuigen, zoals: historische legertrucks, brand-

weerwagens, een betonmixer en een takelwagen.

De deelnemers konden overigens de rijke historie

van het merk DAF zelf ervaren, want het vervoer

tussen de verschillende locaties geschiedde in een

klassieke DAF touringcar. Als dank voor de gastvrije

ontvangst ontving Geert Vermeer uit handen van

Eddy van der Vorst (r), voorzitter van het RAI

Industrie Platform, een gevelschild van RAI

Vereniging dat inmiddels een speciale plek in het

museum heeft gekregen.

Enkeltje Mars

Page 19: Go!mobility 5 2014

19

Even leek de IAA in Hannover geen Duits, maar een

Hollands feestje, toen de afdelingen Speciale Voertuigen en

Autovak van RAI Vereniging tijdens deze beurs voor alle

deelnemende leden en relaties de traditionele Holland

Borrel organiseerden. Op de drukbezochte collectieve stand

waar de Hollandse driekleur vrolijk wapperde was het oran-

jegevoel volop aanwezig. Dat werd bovendien nog eens

extra versterkt door de aanwezige haringkar. Vanzelfspre-

kend ontbraken ook de bitterballen niet. De collectieve

stand was dit jaar op de IAA vertegenwoordigd met acht

deelnemende bedrijven, namelijk: Estepe, Jolada, Netcap

International, Pacton, Imbema, NWE Network Engineering,

E-Traction en NRF. Volgens Ilse Bartels, beleidsmedewer-

ker van afdeling SV, vormde de Holland Borrel een uitste-

kend netwerkmoment. Vooral omdat voor deze bijeenkomst

eveneens enkele Duitse relaties waren uitgenodigd, zoals de

Duitse zusterorganisatie VDA en vertegenwoordigers van de

Nederlandse ambassade en het Nederlandse consulaat.

Jubilerende JCG Business Club laat champagne knallenZaterdag 22 november werd in velerlei opzichten een memorabele dag voor

de JCG Business Club die dit jaar het 35-jarig bestaan vierde. Het werd een

gedenkwaardige avond, waarbij de champagne rijkelijk vloeide, tijdens een

geanimeerd diner herinneringen werden opgehaald en veel feestgangers,

mede dankzij een spetterend optreden van een tienkoppige band en Idols-

finaliste (2008) Nathalie Makoma, de verleiding niet konden weerstaan

de dansvloer te betreden.

De historische Ernst Sillem Hoeve in Den Dolder vormde het fraaie decor

voor de 110 feestvierende JCG-leden. Dit netwerk voor jonge managers van

Autovak leden dat in 1979 werd opgericht, geldt als een dynamisch vliegwiel

en vervult een brugfunctie tussen de verschillende leden en bloedgroepen

van afdeling Autovak. Vergelijkbare initiatieven zijn inmiddels ook binnen de

afdelingen Auto’s (JMA) en Speciale Voer -

tuigen (JSV) tot stand gekomen.

Een speciaal moment betrof het afscheid van

JCG-voorzitter Arnand van Huut (mid-

den), die de voorzittershamer overdroeg

aan Patrick Andriessen (rechts). De JCG

is volgens Martijn van Eikenhorst,

adjunct-secretaris afdeling Autovak, aan Van

Huut veel dank verschuldigd voor zijn tome-

loze inzet en het organise-

ren van de vele activiteiten

voor de club. Na afloop van

de avond konden de JCG-

ers voldaan huiswaarts

keren. Maar niet zonder dat

zij de herinneringen aan 35

jaar JCG geboekstaafd in

een speciale jubileumspecial

ontvingen. Het eerste exemplaar van deze editie werd door Arnand van

Huut uitgereikt aan John Kat (links), de eerste JCG-voorzitter.

IAA kleurt Oranje

Page 20: Go!mobility 5 2014

20

GO!

eco-trends

Mercedes-Benz heeft op de afgelopen Ecomobiel beurs in Ahoy een

drietal opmerkelijke primeurs getoond. Zo is de onlangs vernieuwde

B-klasse sinds november ook in een volledig elektrisch aangedreven

uitvoering beschikbaar met slechts 4 procent bijtelling en een actie -

radius van 230 kilometer. Een tweede noviteit betrof de nieuwe C 300

BlueTEC HYBRID. Deze wagen, die een gemiddeld verbruik heeft van

3,6 liter per 100 kilometer, is leverbaar als Limousine en Estate en valt

in de bijtellingscategorie van 20 procent. Verder beleefde de S 500 Plug

in Hybrid zijn nationale debuut in Rotterdam. Deze nieuweling

behoort, met een gemiddeld verbruik van 2,8 liter per 100 kilometer en

een CO2-uitstoot van 65 gram per/km, tot de zuinigste auto’s in het

topsegment en bij zakelijk gebruik is de bijtelling 14 procent.

Volgens Casper Haen, directeur verkoop personenwagens van Merce-

des-Benz Nederland, is het de bedoeling om met het groeiende aantal

hightech aandrijflijnen in te spelen op de hybridisering van de zakelijke

markt. Hij rekende voor dat er tot en met augustus dit jaar al een kleine

13.000 hybride personenauto’s in ons land zijn verkocht. Mercedes-

Benz Nederland zegt te verwachten tot 2017 nog tien extra hybrids aan

het programma te kunnen toevoegen.

Dat er de komende jaren nog het een en ander in het vat zit, moest het

bijzondere studiemodel Ener-G-Force op Ecomobiel bewijzen. Dit op

de G-klasse gebaseerde project werd ontwikkeld om te laten zien wat

er in de wereld van morgen technisch allemaal mogelijk is. De tanks op

het dak van de Ener-G-Force zijn gevuld met gerecycled water dat door

een zogeheten ‘hydro-tech’ converter wordt omgezet in waterstof voor

het voeden van de brandstofcel. De Ener-G-Force stoot uitsluitend

water uit en heeft een actieradius van ca. 800 kilometer. Het voertuig is

dus geladen met (schone) energie.

Goodyear produceert sinds kort brandstof -

zuinige banden op basis van kaf dat vrijkomt

tijdens de rijstoogst en dat voorheen werd

afgevoerd naar stortplaatsen. De verbranding

van rijstvliezen wordt gebruikt om elektrici-

teit op te wekken. Met de as die daarbij vrij

komt maakt Goodyear vervolgens op milieu-

vriendelijke wijze silica dat weer wordt ver-

werkt in banden.

De afgelopen twee jaar werden in het Innova-

tion Center al tests uitgevoerd met silica dat

werd gewonnen uit de as van verbrande rijst-

vliezen. Daaruit bleek dat de prestaties niet

onderdoen voor die van traditionele bronnen.

Goodyear onderhandelt nu met potentiële

leveranciers om silica uit rijstvliesas te kopen,

zodat het in grotere hoeveelheden kan wor-

den verwerkt in banden.

"Al het kaf dat vrijkomt tijdens de rijstoogst

biedt Goodyear een alternatieve silicabron en

helpt bovendien om de hoeveelheid resterend

kaf te reduceren," zegt Joseph Zekoski,

Interim Chief Technical Officer. “Goodyear

wil vooral innoveren op het gebied van

milieuvriendelijker banden. Daarom kijken

wij kritisch naar de bandenmaterialen en

prestaties en naar het productieproces.”

Silica wordt vermengd met rubber en in de

loopvlakken toegepast om de sterkte van het

rubber te verhogen en de rolweerstand te

verlagen, zodat de banden zuiniger worden.

De stof kan ook een positief effect hebben op

de tractie van banden op natte oppervlakken.

Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie

van de Verenigde Naties wordt jaarlijks

wereldwijd meer dan 700 miljoen ton rijst

geoogst. Het afvoeren van de rijstvliezen heeft

grote gevolgen voor het milieu. Daarom wor-

den de rijstvliezen vaak verbrand om elektri-

citeit op te wekken om zo de hoeveelheid die

naar stortplaatsen moet worden afgevoerd te

verminderen.

Fiscaal- en milieuvriendelijke primeurs van Mercedes-Benz

Banden van rijstafval

De lithium-ion accu van de S 500 Plug-in Hybrid kan inductief (draadloos) worden geladen.

Page 21: Go!mobility 5 2014

21

Een emissieloze bus met een ultralaag

gewicht en een actieradius die vol-

doende is voor de inzet in binnenste-

den. Op basis van deze uitgangspunten

ontwikkelde de Partisol Group in

Wanroij een volledig nieuw buscon-

cept: de EMOSS bus. Het chassis van

deze lagevloerbus, die leverbaar is in

lengtes van 7, 8 en 12 meter, bestaat

volledig uit composiet. Daarmee is de

bus 30 procent lichter dan een verge-

lijkbaar conventioneel voertuig, onder-

houdsvrij en geheel ongevoelig voor

roest. De bus werd, vertelt Erik Berg-

boer, sales director van Composite

Mobility, door Plastisol ontwikkeld in

nauwe samenwerking met twee doch-

terbedrijven: EMOSS in Oosterhout

en Composite Mobility in Wanroij. Hij

legt uit dat Plastisol al ruim 40 jaar

ervaring heeft met de productie van

opbouwen voor crashtenders en

brandweerwagens bestaande uit Glass

fibre Reinforced Polyester (G.R.P.). Het

was dus een kleine stap om deze

discipline ook toe te gaan passen bij

stadsbussen. Daarbij was EMOSS ver-

antwoordelijk voor het ontwikkelen

van de elektrische tractie en verzorgde

Composite Mobility de opbouw van de

e-bus. De EMOSS bus heeft een actie -

radius van circa 200 kilometer, maar is

verkrijgbaar in een dieseluitvoering als

dagelijks langere afstanden zouden

moeten worden afgelegd. De EMOSS

bus rijdt inmiddels in Duitsland,

Nieuw Zeeland, Canada, Zweden en

Dubai.

Lamboo Carrosserie is als eerste in Nederland

gestart met het aanbieden van BambooTeq®

bamboevloeren voor vrachtwagens, als alter-

natief voor hardhouten vloeren. “De kwali-

teit van bamboe halffabricaten is ronduit

fraai”, zegt Bert van Haaren, manager Repair

en Onderhoud van Lamboo.

“De positieve milieuaspecten bij de keus

voor bamboe zijn natuurlijk doorslaggevend.

Maar de belangrijkste reden voor ons om met

BambooTeq® in zee te gaan is dat wij de

klanten ook een duurzame oplossing willen

aanbieden.”

Volgens Hyuk Brands van BambooTeq kun-

nen baboevloeren, juist binnen de specialisa-

tie van Lamboo op het gebied van maatwerk,

een belangrijke toegevoegde waarde bieden.

“Innoveren en daardoor in beweging blijven

is immers een kenmerk van deze onderne-

ming. De BambooTeq vrachtwagenvloerde-

len zijn in lange lengtes met constante

kwaliteit leverbaar. Wij kunnen met bamboe

een gewichtsbesparing van meer dan 300

kilo per m3 behalen. Behalve het leveren van

bamboemateriaal onderzoeken wij samen

met Lamboo ook de mogelijkheden om het

materiaal af-fabriek gefreesd en gezaagd aan

te leveren”.

Bamboe trailervloeren voor stukgoedvervoer

Trailervloer van BambooTeq®.

EMOSS stadsbus

Elektrische composiet bus van EMOSS

Page 22: Go!mobility 5 2014

22

GO!

RAI vintage

Een bougie als naakt -model‘Het zijn de toe -schouwers die de kunst werken maken’,zo luidt een uitspraakvan Marcel Duchamp inde uitgave ‘Voertuigenvan de verbeelding’, datin 1992 ter gelegenheidvan het honderd jarigbestaan van RAI Vereniging werd uitge-bracht. Duchamp hadeen vriend en geest -verwant, Francis Picabia.Beiden waren bevriendmet de Amerikaanseschilder en fotograaf ManRay. In zijn memoires vertelt Ray dat hij her-haaldelijk portretfoto’svan Picabia heeftgemaakt en dat deze zichbij voorkeur achter hetstuur van zijn auto lietfotograferen. Hiermeescheurde hij geregeld vanParijs naar Monte Carlo,waar het casino werdgefrequenteerd. Picabiahad geld geërfd enbeschikte over het talentom het er snel en mon-ter doorheen te jagen.De schilderijen uit zijn dadaïstische periode wekken de indruk dat hij alleen maar onder de motorkap van zijn auto hoefde te kijken om geïnspireerd te raken. Zijn schilderijen van ‘ironische machines’, tonen althans vormen die sterk aan bestaande motoronderdelen herinneren. Hij schilderde ook woorden boven de afbeeldingen van zijn fantasiemachines, zoals L’Enfant Carburateur. Kind carburateur dus. Reële motor -onderdelen heeft hij ook wel vereeuwigd. Zo maakte Picabia eens een litho van een doodgewone bougie die hij de titel Portret van een jonge Amerikaanse in naakte staat meegaf.

Page 23: Go!mobility 5 2014

23

In deze rubriek laten we personen aan het woord diebetrokken zijn bij of werkzaam in de mobiliteitswereld.Dit keer Leon Andriessen, directeur van TBA Nederland,leverancier van TEN uitlaatgas emissie apparatuur en rollen- en platen remmentestbanken.

uitgesproken

Wat is uw favoriete vervoermiddel?

Hoe kan men het vragen aan een autofreak? Uiteraard een auto van

klassieker tot modern maar met voldoende PK’s. Privé rijd ik in een

BMW X5. Daarnaast bezit ik verschillende klassiekers, zoals een Jaguar

XJS en een paar Triumph’s TR3 en TR4.

Wat vindt u van het mobiliteitsbeleid in Nederland?

Er wordt vaak tegenstrijdig gehandeld vanuit de politiek. Men ontwik-

kelt woongebieden buiten de Randstad en vult later de mobiliteit in.

Alles wat een verbrandingsmotor heeft, wordt voor vervuiler aan -

gezien, terwijl het opwekken van elektrische energie niet echt schoon

genoemd kan worden. Het wegverkeer wordt hier qua luchtvervuiling

op aangekeken. Maar een controle op maritieme emissies of die van het

railverkeer is kennelijk uit den boze.

Wat zou u als eerste veranderen als u het voor het zeggen had?

Het Nederlandse bedrijfsleven op het gebied van mobiliteit en milieu

in de ruimste zin ondersteunen en de controlerende functies, waar het

de emissies van schadelijke stoffen betreft, uitbreiden.

Vindt u dat het kabinet voldoende aandacht schenkt aan vervoersal-

ternatieven, zoals de bus, de fiets of gemotoriseerde tweewielers?

Ten dele ja. Maar, zoals ik al eerder stelde, zou het beter zijn als de over-

heid eerst eens goed over die vervoersalternatieven nadacht, voordat

men met het ontwikkelen en bouwen van nieuwe woonkernen start.

Nu blijft het een beetje het paard achter de wagen spannen.

Zou u zelf bereid zijn tenminste een keer per week de auto voor het

werk te laten staan?

Zolang ik niet het land in moet en uitsluitend afspraken heb op

kantoor, pak ik de fiets.

Met welke politicus zou u wel eens van gedachten willen wisselen?

Met Melanie Schultz-van Haegen. Het lijkt mij een interessante vrouw

om het verkeersbeleid in het algemeen mee te bespreken en met haar te

filosoferen over wat zou er nog anders en beter zou kunnen.

Hoe ziet het Nederlandse verkeersbeeld er over tien jaar uit?

Er zal meer automatisering in het wegverkeer zijn, maar de komst van

zogenaamde automatisch sturende auto’s, via een magneet/sensor

systeem, zie ik nog niet gebeuren. Uiteraard zullen de alternatieve

brandstoffen zich verder ontwikkelen, maar indien de fiscale voordelen

uitblijven zal dit tegenvallen. Ik denk dat het algemene beeld weinig

verandert...

Leon AndriessenWaarom is er geen controle opmaritieme emissies?

Page 24: Go!mobility 5 2014

24

GO!

MARKTANALYsE

Aanpak autodiefstal werktHet aantal autodiefstallen is tot en met augustus met 6,2 procent gedaald tot 7.180 eenheden. De geïnten-

siveerde samenwerking in de strijd tegen autodieven lijkt daarmee volgens de Stichting Aanpak Voertuig-

criminaliteit (AVc) succesvol. “Gestolen auto’s worden sneller internationaal gesignaleerd, de

beveiligingsmogelijkheden van auto’s verbeteren en ook importeurs nemen maatregelen om diefstal van

hun merk tegen te gaan”, aldus Titus Visser,

directeur van AVc. Visser is enthousiast over de

samenwerking met autofabrikanten. Zo heeft de

importeur van Volkswagen een speciale folder ont-

wikkeld met preventietips en extra beveiligingsmogelijk-

heden voor eigenaren. Volkswagen is ook de motor achter

de recent geïntroduceerde uitwisseling van informatie tussen

de Nederlandse politie en de fabrikant. Bij de aangifte van diefstal van

een auto gaat er niet alleen een signaal naar het kentekenregister en naar Interpol, maar ook naar de

fabriek. Wordt die auto ergens ter wereld bij een garage aan het diagnose-apparaat gekoppeld dan gaat er

automatisch een bericht naar de Nederlandse politie met informatie waar de auto zich op dat moment

bevindt. Ook het bestellen van onderdelen op gestolen gesignaleerde auto’s is onmogelijk. Auto fabrikan-

ten zijn volgens Visser een onmisbare schakel in de keten om ervoor te zorgen dat gestolen auto’s

onbruikbaar worden en dat de handel in gestolen onderdelen opdroogt. “Zij leveren uitstekende infor -

matie voor de opsporing. We vragen fabrikanten van andere merken, zich bij dit initiatief aan te sluiten.”

In de eerste zeven maanden van dit jaar zijn 31.206 elektrische auto’s in

Europa verkocht, bijna tweemaal zoveel als in de vergelijk-

bare periode van 2013. Het minder goede

nieuws is dat de

afzet nogal een-

zijdig is verdeeld.

Noorwegen neemt

ongeveer een derde van het totale Euro-

pese volume voor zijn rekening. Daarmee is

dit land vrijwel volledig verantwoordelijk voor

de groeiende vraag naar E-cars. Volgens het Britse onderzoeksbureau Auto-

motive Industry Data (A.I.D.) betekent dit positieve verkoopresultaat nog

geenszins dat sprake is van een grootschalige acceptatie van elektrisch rijden

bij Europese consumenten. Weliswaar zagen alle individuele lidstaten, met uit-

zondering van Italië en Spanje, de vraag naar E-cars groeien, Noorwegen blijft

echter met afstand de motor achter deze ontwikkeling. Alleen al in de maand

juli steeg de vraag naar batterij-aangedreven auto’s met 88 procent tot 4.381

eenheden, waarvan er 1.364 op het conto van Noorwegen kon worden

geschreven. Het groeipercentage voor de periode tot en met juli kwam uit op

80,3 procent. Behalve Noorwegen scoorde ook Duitsland in de eerste zeven

maanden, met een plus van 75,8 procent tot 5.530 E-cars, bovengemiddeld.

Andere landen die verhoudingsgewijs meer E-car kopers over de streep wis-

ten te trekken waren

Denemarken (701;

+ 265,1%), Zwitserland

(998; + 119,3%), België

(774; + 241,0%), Oos-

tenrijk (799; + 188,4%)

en het Verenigd Koninkrijk (3.058; +62,2%). In Nederland werden tot en met

juli 1.396 E-cars verkocht, 1,8 procent meer dan een jaar geleden. Nissan bleef

de afgelopen zes maanden met 7.832 verkochte eenheden en een marktaan-

deel van 25,1 procent het meest populaire E-car merk in Europa. Daarna volg-

den de Tesla (5.648; marktaandeel 18,1%), de BMW i3 (5.211; marktaandeel

16,7%) en de Nissan ZOE (4.213; marktaandeel 13,5%).

Nederland: ontwikkelingvoertuigdiefstal

2014 2013jan-aug jan-aug

Totaal 20.652 20.828w.v.personenauto’s 7.180 7.653Bestelwagens 1.501 1.656Vrachtwagens 108 135aanhangwagens 578 558caravans 84 74opleggers 139 100motorfietsen 1.183 1.277brom- en snorfietsen 9.879 9.375

Europese E-car markt accelereert Europese verkoop -ontwikkeling E-cars

2014 2013jan-juli jan-juli

Totaal 31.206 17.312w.v.Noorwegen 10.713 2.506Duitsland 5.530 3.145Frankrijk 5.100 5.271Ver. Koninkrijk 3.058 1.885Nederland 1.396 1.371Zwitserland 998 455België 774 227Oostenrijk 799 277Denemarken 701 192Italië 659 487Zweden 725 916Spanje 373 374

Bron

: A.I.D

.

Bron

: Stic

hting

AVc

Page 25: Go!mobility 5 2014

25

Auto’s afkomstig uit Duitsland waren altijd al bovengemiddeld populair.

Inmiddels prijkt op bijna een op de vier in ons land verkochte auto’s het

predicaat ‘made in Germany’. Toch doet ook het ‘joie de vivre’ dat Franse

voitures uitstralen het bij Nederlanders behoorlijk goed. Een op de vijf

kopers prefereert een Frans merk. Het aandeel van de Japanse merken is al

enkele jaren min of meer stabiel. Ongeveer een op de zes kopers geeft de

voorkeur aan een auto die

afkomstig is uit het land

van de rijzende zon.

Opmerkelijk is de

groeiende belangstelling

voor Zweedse bolides,

waarvan het aandeel sinds

2010 is verdubbeld tot

bijna 6 procent. Bijna het

omgekeerde is het geval

voor Italiaans mobiel

design, dat op dit moment

nog slechts 3,9 procent

van de autokopers kan

bekoren.

Nederlandse automobilist kiest voor Duitse degelijkheid

dat rijdt op alternatieve brandstof-

fen of voorzien is van een alterna-

tieve aandrijving sterk in opmars is.

Sinds 2011 is het aantal voertuigen

met een elektrische of hybride aan-

drijving met meer dan een factor

2 toegenomen tot 135.489 een -

heden. Het aantal auto’s op CNG

(samengeperst aardgas) is de afge-

lopen 3 jaar zelfs verdrievoudigd en

ook het aandeel van biobrandstof-

fen verdubbelde.

Autoverkopen in Nederland naar land van herkomst (in %)

2013 2012 2010Duitsland 37,1 36,6 34,7Frankrijk 20,9 21,9 20,4Japan 15,9 14,6 19,0Korea 8,6 11,4 8,4Zweden 5,9 3,4 2,9Italië 3,9 4,7 6,3Tsjechië 3,0 3,1 3,4Spanje 2,2 2,5 2,6Engeland 1,3 1,2 0,9Roemenië 0,7 0,4 1,1V.S. 0,5 0,2 0,2

Totale wagenpark hybride en elektrische auto’s meer dan verdubbeldNederland telt inmiddels 8,2 mil-

joen personenauto’s. Dit betekent

dat ongeveer de helft van de bevol-

king een auto bezit. Bijna een kwart

van alle auto’s is in het bezit van

eigenaars in de leeftijdscategorie

tussen de 46 en 55 jaar (23,2%), zo

valt te lezen in Mobiliteit in Cijfers

2014, een gezamenlijke uitgave van

RAI Vereniging en BOVAG. Ook in

de groep van 36 tot 45 jaar is het

autobezit met 22,1 procent ver-

houdingsgewijs hoog. Bij ouderen

in de leeftijd van 56 tot 65 jaar en

daarboven is het autobezit respec-

tievelijk 17,9 en 12,5 procent.

Minder populair is het eigen auto-

bezit bij jongeren. Onder de 25 jaar

ligt het aandeel op slechts 7,6 pro-

cent en tussen de 26 en 35 jaar

gaat het om 16,8 procent.

Opvallend is dat het aantal auto’s

Nederlands personenautopark naar brandstof

2014 2013 2012 2011Totaal 8.153.897 8.142.387 8.126.222 8.002.579w.v.Benzine 6.444.434 6.446.825 6.458.005 6.370.781Diesel 1.376.467 1.392.211 1.381.873 1.353.899LPG 190.940 204.315 209.117 218.041Hybride 131.348 91.196 71.714 56.902Elektrisch 4.141 1.904 1.105 238CNG 3.716 3.109 1.966 1.191LNG 8 – – –Biobrandstof 2.785 2.768 2.382 1.467Waterstof 4 1 1 1

Bron

: Mob

iliteit

in Cijfe

rs Au

to’s

Bron

: Mob

iliteit

in C

ijfers

Auto’

s

Page 26: Go!mobility 5 2014

26

GO!

DE Stelling

Wij werken aan eenplan om gestolenspullen uit de marktte krijgen.

John Spies, CEO Alphabet Nederland

Jongeren willen zoveel mogelijk genie-

ten van het leven, doen veel dingen

tegelijk. Daar past uren in de file staan

niet bij. Of problemen met parkeren. Ze

willen zo snel mogelijk van A naar B.

Bron: De Telegraaf

Mitsuhisa Kata, CEO Toyota

Waterstof kan een nieuwe ontwikkeling stimuleren, waardoor onze

samenleving verandert, banen worden gecreëerd en onze inter -

nationale concurrentiepositie wordt verbeterd.

Bron: FD

Tom Huyskens, BOVAG

Je kunt er vergif op innemen dat staatssecretaris Van Rijn met een

plan komt om mensen meer te laten bewegen. Wij zeggen dan: dat

plan is er al en heeft zich reeds bewezen: het Nationale Fietsplan.

Houd het in stand.

Bron: AD

Melanie Schultz van Haegen, minister I&M

Ik verwacht dat er de komende twintig jaar meer verandert dan de afge-

lopen honderd jaar. De zelfsturende auto stelt ons in staat het aantal files

te verminderen. Met minder ongevallen. Het wordt ook schoner, maar ik

beschouw de zelfsturende auto niet als panacee voor al onze problemen.

Bron: FD

Bas Filippini, Stichting Privacy First

Er is een directe koppeling tussen mij

en mijn kenteken. Ik wil anoniem

kunnen reizen.

Bron: Trouw

Adviesbureau Roland Berger

Nergens ter wereld worden relatief zo

veel elektrische auto’s verkocht als in

Nederland: 4,3 procent van de ver-

kochte modellen is ‘elektrisch’. In het

eerstvolgende land, Frankrijk, is dat net

één procent. Dat komt vooral door de

tot nu toe gunstige fiscale regels en het

relatief grote aantal oplaadpunten voor

elektrische auto’s.

Bron: Parool

André Bouwman, Stichting AVc

Criminelen verkopen gestolen auto-onder -

delen zowel in Nederland als in het buiten-

land. Daar hebben ook bonafide sloperijen en

handelaren last van. Die dieven verkopen de

waar ver onder de normale prijs.

Bron: AD

Page 27: Go!mobility 5 2014

27GO!factorMARTIN BEDORFIn een Amerikaanse politieserie zou hij beslist niet misstaan, deze Oldsmobile Delmont 88 Convertible uit 1968. Eigenaar is Martin Bedorf, oud

directeur van Cartal Rijsbergen, totaalleverancier voor het autobedrijf. Met een lengte van 5,45 meter is de majestueuze mastodont, die symbool

lijkt te staan voor grenzeloze mobiliteit, niet bepaald een boodschappenwagentje voor schuchtere huisvrouwen. Op grote afstand lonkt de sonoor

roffelende 8 cilinder als een wenkend perspectief voor ‘the American dream’.

“Ik kocht deze wagen begin 2012 na enig zoeken bij een garagebedrijf in Limburg. Mijn voorkeur gaat uit naar Amerikaanse cabrio’s, aangezien die

gewoon afwijkend en onconventioneel zijn. Dus werd het deze. Het chassis, de motor en de versnellingsbak zijn volledig gereviseerd. Nee, niet door

mij, want dan gaat hij wel uit elkaar maar niet meer in elkaar. In principe is alles nog origineel, met uitzondering van de hoofdsteunen en de trom-

melremmen. Die laatste heb ik laten vervangen door remschijven. Leek mij wel zo verstandig bij een auto die 2.100 kilo weegt. Zo’n Delmont is

nog best zeldzaam. Er zijn er 2.100 van gebouwd, waarvan een beperkt aantal als convertible. Ik rijd er gemiddeld een paar duizend kilometer per

jaar mee. Bij een verbruik van 1 liter op 5 tot 6 kilometer vind ik dat wel genoeg. Er mee rijden is wel een bijzondere ervaring, want je zweeft bijna

over de weg. Alleen is het niet aan te bevelen om zonder kap harder dan 100 km/u mee te rijden. Dan waai je namelijk weg.”

Page 28: Go!mobility 5 2014

Gertjan Sluijter nieuwevoorzitter afdelingAutovakTijdens de jaarlijkse ledendag van afdelingAutovak van RAI Vereniging is Gertjan Sluijterbenoemd tot voorzitter van de afdeling Auto-vak. Hij volgt Dinno van Breugel op, die na heteinde van zijn zittingstermijn (twee periodesvan drie jaar) afscheid neemt.

Gertjan Sluijter is als directeur van Hella Benelux al vele

jaren bestuurlijk actief voor afdeling Autovak. Tot voor

kort nog als voorzitter van de Sectie Distributie en vice-

voorzitter van afdeling Autovak. Daarvoor was hij onder

meer lange tijd betrokken bij de JCG Business Club en

voorzitter van het tentoonstellingscomité van

AutovakRAI.

Toekomsbestendige structuur Tijdens de ledendag presenteerde Autovak tevens officieel

de nieuwe afdelingsstructuur. Die vervangt de bekende

indeling in secties en is gebaseerd op drie platforms: RAI

Industry Platform (voorheen sectie Industrie), RAI

Aftermarket Platform (voorheen de secties Accessoires,

Bedrijfswagenonderdelen en Distributie) en RAI Equip-

ment Platform (voorheen sectie Garage-uitrusting). Met

deze vernieuwde organisatiestructuur verwacht afdeling

Autovak de gebundelde kennis en capaciteit nog optimaler

te kunnen inzetten voor een toekomstbestendige markt

voor reparatie en onderhoud.

Enerverende jaren

Zes jaar aan het roer van RAI Vereniging staan is een allerminst saaie klus geweest. Ik breng het nog maar even in herinnering: Drie kabinetten en tweemaal verkiezingenvoor de Tweede Kamer; RAI-evenementen die wel en soms ook niet doorgingen; erwerd een breed maatschappelijk akkoord gesloten over de toekomst van mobiliteitonder leiding van de Sociaal Economische Raad; er kwamen ingrijpende belasting -maatregelen voor auto’s en de automarkt veranderde radicaal én er werden geheelnieuwe soorten voertuigen op de weg geïntroduceerd, denk aan de speed e-bike, dieheel veel nieuwe vragen oproept over de positie op de weg, wel of geen helmplicht etc.Daarnaast kregen we als RAI Vereniging te maken met de enorme invloed die media ophet politieke debat hebben gekregen. Media-aandacht lijkt regelmatig het enige criteriumvoor kamerleden te zijn. En dan was er ook nog de economische crisis die ons over -kwam, gevolgd door het voorzichtige herstel op dit moment. Het vooral groen ingevulde begrip ‘duurzaamheid’ heeft inmiddels plaatsgemaakt voor ‘toekomst-bestendigheid’. Tenslotte werd RAI Vereniging geconfronteerd met het vertrek van grote aantallen medewerkers bij de ministeries, waardoor regelmatig moest wordengeconstateerd dat daarmee tevens de kennis over ingewikkelde dossiers wegvloeit.Kort samengevat: het waren zes enerverende jaren. Tegelijkertijd stel ik vast dat er voorRAI Vereniging nog veel mooie en interessante jaren aan zitten te komen. Het is duidelijk dat om ons heen organisaties op zoek zijn naar een nieuw profiel. Delandelijke overheid laat steeds meer over aan de markt en stelt zich op het standpuntdat een aantal zaken beter decentraal kan worden opgepakt. In zo’n sterk veranderend landschap is het goed om bij de oude, gewaardeerde kernwaarden van je eigen vereniging te blijven, die de unieke representant van demobiliteitsindustrie vormt. Natuurlijk is veranderen spannend(er), maar jezelf blijven isvaak nog veel lastiger. Hoeft er dan niets te veranderen? Natuurlijk wel. Eén van de meest gehoordeopmerkingen in de achterliggende zes jaar waren opmerkingen van ongeloof over debetrokkenheid van RAI Vereniging bij (duurzame) branche initiatieven. Ik denk bijvoor-beeld aan de recycling van auto’s, scooters en het inzamelen van batterijen van elek-trische auto’s en e-bikes. Kennelijk heeft ‘be good’ meer aandacht gekregen dan ‘tell it’,terwijl ‘tell it’ juist nu van eminent belang is. Wat blijft, is de noodzaak tot samenwerkenmet andere krachtige partijen. De effectiviteit daarvan bewijst zich steeds weer opnieuw. Waar voor moet worden gewaakt is de gedachte die soms postvat, dat het mogelijk isom in partnership met de overheid samen te werken. Het is mooi als dat lukt, maar hetis goed om te beseffen dat politieke processen uiteindelijk op het allerlaatste momentkunnen zorgen voor radicaal andere uitkomsten. Bij de gesprekken rond de autobrief 2bleek dat weer eens pijnlijk. De staatssecretaris vroeg ons om commitment voor derichting van zijn autobrief. Dat commitment gaven we en vervolgens voltrok zich de‘soap’ die uiteindelijk leidde naar een noodreparatie door een brede maatschappelijkecoalitie. Met de leden als achterban van RAI Vereniging, met de kennis in het secretariaat en methet sterke imago van het merk RAI Vereniging heb ik er alle vertrouwen in dat er eenmooie toekomst in het verschiet ligt. Voor 2015 staat de terugkeer van de AutoRAI enBedrijfsautoRAI, al op de agenda en natuurlijk de verhuizing van het secretariaat van RAI Vereniging naar het gloednieuwe Atrium van dochter Amsterdam RAI. Dit nieuwekantoor en vergadergebouw staat op exact dezelfde locatie waar al eerder van 1961 toten met 1994 door RAI Vereniging kantoor werd gehouden. Zoals gezegd: het is goed omoude waarden te behouden en toekomstgericht te denken en handelen.

Roelf H. de Boer, algemeen voorzitter RAI Vereniging

28

GO!

roelf de boer

Gertjan Sluijter.

Page 29: Go!mobility 5 2014

29

Het jaar 2014 gaat bij de leden van RAI Vereniging onge-twijfeld de boeken in als goed en slecht tegelijk, voorspeltCees Boutens, manager Strategie en Public Affairs.

Hij brengt een aantal recente gebeurtenissen in herinnering: “de soap die

we hebben gezien rond de Autobrief 2, die er niet kwam; het trieste einde

van de bedrijfsfietsregeling die vervolgens zorgde voor een run op de

tweewielerwinkels om nog even te profiteren van de oude regeling; de

bizarre situatie rond de 25 km auto’s, aangezwen-

geld door PowNews, die gelukkig dankzij een

gerichte lobby en nu strakker toezicht bij de RDW

tot rust is gekomen; de trieste soap rond de snorfiet-

sen in Amsterdam die men naar de rijbaan wil ver-

bannen en het steeds maar weer uitgestelde debat in

de Tweede Kamer over dit onderwerp.”

“Het is lastig om nu al te zeggen of 2014 een goed

jaar of een heel slecht jaar was”, vervolgt zijn collega

Quirijn Teunissen. “Eén ding is wel duidelijk: nog meer dan in het verle-

den regeren de media. Een bepaalde opening in het journaal of vette kop-

pen in ’s lands grootste ochtendblad gooien zo maar de koers om. Soms is

dat goed, om te voorkomen dat er verkeerde keuzes worden gemaakt.

Soms worden zorgvuldig uitgewerkte plannen er ook linea recta door

naar de prullenbak verwezen.”

“Maar wat ook duidelijk is geworden”, benadrukt Boutens, “is dat het

aloude Nederlandse concept van consensus en samenwerking en brede,

verrassende coalities uiterst effectief kunnen zijn als Den Haag er even

niet meer uit komt.

In het weekeinde van 1 en 2 november jl. voltrok zich volgens hem,

tussen verjaardagen, boswandelingen, boodschappen

en verbouwingen, een boeiend proces, waarbij aan

het einde van het weekeinde een brede coalitie van

consumentenbelangen, natuur- en milieu -

organisaties, werkgevers en de autobranche een

voorstel presenteerde dat snel door het Kabinet en

de Tweede Kamer werd omhelst.

In 2015 ligt, besluit hij, een bijzonder uitdagende

opdracht voor het Kabinet te wachten: “de brede

herziening van de belastingen. In die ingewikkelde, vrijwel alle terreinen

van de fiscaliteit rakende, discussie gaat RAI Vereniging zich hard maken

om de belangen van de Nederlandse mobiliteitsindustrie te verdedigen.”

Haagse wandelgangEN

Cees Boutens:‘opnieuw is het aloudeconcept van consensusuiterst effectief gebleken’

Page 30: Go!mobility 5 2014

30

GO!

Nieuwjaarsreceptie RAI Vereniging15 januari

Café Amsterdam, Amsterdam RAI

Nationale (E-)bike testdagen/FietsVAK dag28 februari t/m 2 maart

Expo Haarlemmermeer

Motorsymposium16 maart

BOVAGhuis Bunnik

Symposium voor bestuurders, politici

en beleidsmakers over de rol van de

motor(scooter) in de toekomstige

mobiliteit

Commercial Vehicle Show14 april

Birmingham

Internationale beurs voor trucks, trai -

lers, bestelwagens en componenten

AutoRAI17 t/m 26 april

Amsterdam RAI

EVS28: Electric Vehicle Symposium & Exhibition3 t/m 6 mei

Kintex, Goyang, Zuid-Korea

Grootste wereldwijde conferentie en

vakbeurs voor elektrische mobiliteit

Mobiliteitskalender 2015

Het ziet er goed uit voorAutoRAI 2015. Een aantalgrote automerken dat in aprildit jaar nog geen uitsluitselkon geven over hun aanwe-zigheid, heeft zich inmiddelsaangemeld. Daarmee ziet heter naar uit dat de AutoRAIeen vrijwel volledig aanbodzal laten zien van in Neder-land verkrijgbare auto -merken.

Naast de grote merken is er veel

aandacht voor innovaties, concept

cars, droomauto’s en klassiekers.

AutoRAI 2015 wordt gehouden van

vrijdag 17 tot en met zondag 26 april

in Amsterdam RAI.

In april dit jaar besloot het gros van

de grote automerken hun aanwezig-

heid op AutoRAI 2015 te bevestigen.

Daarmee was een zeer solide basis

gelegd. Inmiddels heeft een aantal

merken dat toen nog geen uitsluitsel kon geven, hun deelname

eveneens aan de organisatie bevestigd. Daarnaast zijn ook al veel niche-

merken aan boord, waardoor AutoRAI 2015 nu al completer genoemd

kan worden dan eerdere edities.

In een speciaal ontwikkeld Innovation Lab zullen innovaties op

autogebied een dynamische plek krijgen. En veel

van deze nieuwe technieken kunnen in het

Buitenpark aan de tand gevoeld worden op het

Verkeersplein van de toekomst en middels test -

ritten met innovatieve auto’s op de openbare weg.

EYE CATCHER

Nagenoeg alle grote merken aanwezig op AutoRAI 2015

AutoRAI 2015 is nu al completer dan eerdere edities.

Page 31: Go!mobility 5 2014

31

EQUIP AUTO13 t/m 17 oktober

Parijs

Internationale vakbeurs voor de

aftermarket

BedrijfsautoRAI20 t/m 23 oktober

Amsterdam RAI

ReinigingsDemoDagen3 en 4 juni

RDW Testterrein, Lelystad

Tweejaarlijkse beurs voor de afval-

en reinigingsbranche

4 decemberEr zit nog ruimte in de motorfietsmarkt, want er zijn 1,3miljoen A-rijbewijsbezitters in NL en ‘slechts’ 700.000motorfietsen

13 novemberGertjan Sluijter nieuwe voorzitter afdeling Autovak vanRAI Vereniging

13 novemberSectorakkoord autobelastingen ongeschonden doorTweede Kamer

3 novemberMonsterverbond helpt Wiebes uit knoop bijtelling, meldt Telegraaf

30 oktoberBreed gedragen sectorplan als serieus alternatief voor plan autobelastingen Wiebes

28 oktoberVeel aandacht fiscale positie bedrijfsfiets bij behandeling Belastingplan 2015

14 oktoberStriktere emissie-eisen EU voor ‘non-road machinery’ op komst.

13 oktoberEerste aflevering ‘documagazine’ mototv te zien.

Tweets RAI Vereniging

@raivereniging

28 februari t/m 2 maart: Nationale (E-)bike testdagen/FietsVAK dag.

Page 32: Go!mobility 5 2014

GO!ROUND

Op 12 november vond voor het eerst de

RAI Verenigingsdag plaats, waarbij alle v

ijf afdelingen

– Auto’s, Autovak, Fietsen, Speciale Voe

rtuigen en

Gemotoriseerde Tweewielers – hun ledenver

gadering

hielden in het Elicium van Amsterdam RAI. Daarna

werd voor alle leden een gezamenlijke plenaire

bijeenkomst georganiseerd, waarbij ook afscheid

genomen werd van algemeen voorzitter

Roelf H. de Boer.