Go!Mobility Magazine #1 2014
-
Upload
rai-vereniging -
Category
Documents
-
view
218 -
download
1
description
Transcript of Go!Mobility Magazine #1 2014
GO!MOBILITY #1Magazine RAI Vereniging
JAARGANG 4 – FEBRUARI 2014 – NR 1
THEMA: INTERNATIONALE AFZETMARKTEN
SPANNINGA GOES GLOBAL • NEDERLANDDRIJFT OP EXPORT • DUTCH CYCLINGEMBASSY • DALING VOERTUIGEMISSIES
GO!GO!
Dit magazine is gedrukt op duurzaam papier.
GO!Mobility een uitgave van RAI Vereniging, postbus 74800, 1070 DM Amsterdam, telefoon (020) 504 49 49,www.raivereniging.nl.
GO!Mobility verschijnt 5 keer per jaar en is o.a. bestemd voor politici, overheidsinstanties, de media en ledenvan RAI Vereniging.Verspreiding vindt plaats op basis vancontrolled circulation. Losse verkoopprijs: 9,95 euro.GO!Mobility is ook als digitaal magazine te lezen op www.raivereniging.nl
UitgeverAmsterdam RAI
RedactieMenno Timmer, hoofdredacteur
RedactieraadHarald Bresser, Cees Boutens, Jeroen van de Braak, Ilse Bartels, Mark van Dansik, Isabel Cloudt, Martijn van Eikenhorst
RedactieadresGO!MobilityPostbus 777771070 MS AmsterdamBezoekadres:Europaplein1078 GZ AmsterdamTel. 020-549 12 12E-mail: [email protected]
COLOFON
DE FIETS ALS EXPORTPRODUCTNederland kent, vaak op ad hoc basis, tal van ambassadeurs die het product
fiets in het buitenland promoten. Sinds 2011 is er echter ook een officiële en
onafhankelijke instantie actief die de fiets in al zijn facetten succesvol inter-
nationaal op de kaart weet te zetten: de Dutch Cycling Embassy. Die fun-
geert daarbij als verbindende schakel tussen de Nederlandse expertise op
het gebied van fietsmobiliteit en de vraag van buitenlandse klanten. Volgens
Aletta Koster, directeur van de Dutch Cycling Embassy, liggen er voor fiets-
fabrikanten en onderdelenleveranciers over de grens volop kansen.
NEDERLAND DRIJFT OP EXPORTOp de wereldranglijst van de grootste exporterende landen staat Nederland
op de vijfde plaats. Een positie die mede te danken is aan de binnenlandse
automotive sector die de omzet voor zo’n 90 procent in het buitenland ver-
werft. Maar wat doet de overheid precies om de belangen van Nederlandse
bedrijven over de grens te vertegenwoordigen? Op welke ondersteunende
maatregelen en faciliteiten kunnen zij rekenen?
RAI SOCIETYRuim 160 leden van RAI Vereni-
ging brachten op tijdens de nieuw-
jaarsreceptie in Café Amsterdam
van de RAI een toost uit op 2014.
PAGINA 18
UITGESPROKENSiem Dam, directeur van B&S
Autoaanpassing, geeft zijn
mobiliteitsvisie.
PAGINA 23
MARKTANALYSEMet een kwart van alle verplaat-
singen per fiets staat Nederland
met voorsprong aan de Europese
fietstop.
PAGINA 24
GO!FACTORJan Maarten de Groot directeur-
eigenaar van Euro-Roller® Tech-
nics met zijn Mercedes 190 SL.
PAGINA 27
ECO-TRENDSDankzij de emissieloze elektrische
aandrijflijn behoort de Ecotruck
7500 van Spijkstaal tot de schoon-
ste vuilniswagens van Europa.
PAGINA 20
13
16
MedewerkersSjoerd van der Linden, Bart van BolhuisOntwerp: PWAD AmsterdamVormgeving:Van Munster & BosFotografie: Ton van TilIllustraties: Onno KortlandDruk: W.C. den OudenISSN: 2212-8182
© 2014 Amsterdam RAI – alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen
in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen, of enige andere wijze, in elke vorm, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
--------------------
THEMA:
INTERNATIONALE
AFZETMARKTEN
--------------------
2INhoud
,
Blikveld verruimen!
Treffender dan Mark van den Born van Van den Born
Carrosserie, in de vorige editie van GO!Mobility, kan ik het
niet zeggen. Exporteren, of beter, internationaal onder -
nemen zorgt niet alleen voor meer omzet en spreiding van
risico’s, het maakt bedrijven ook aantoonbaar innovatie-
ver. Toeleveranciers als Inalfa doen niet anders. Maar in
veel andere sectoren is er nog een enorm onbenut export-
potentieel. De SV-branche, zo las ik, haalt slechts 5% van
de omzet uit export. Helemaal onbegrijpelijk is dat niet.
Succes in het buitenland is een kwestie van lange adem, het
kost tijd en aandacht. Hit and run werkt zelden. En je hebt
vaak vaste grond onder de voeten nodig op de buiten-
landse markt, of op zijn minst een goede partner, met wie
je kan lezen en schrijven. Brancheorganisaties, KvK,
Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland, Ambassade of
Consulaat zijn nuttige steunzenders. Missies of collectieve
deelname aan beurzen helpen ook, zeker in de fase van de
marktverkenning, maar uiteindelijk komt het toch aan op
eigen kwaliteit en doorzettingsvermogen. Internationaal
Ondernemen is een vak. Bij Fenedex kan je daarover veel
leren, maar uiteindelijk is ook deze vorm van ondernemen
een kwestie van vallen en opstaan.
Voor veel bedrijven liggen de eerste stappen over de grens
op de Europese Markt, maar ook dat is geen wet van
Meden en Perzen. De afgelopen vier jaar, als Nederlands
Vertegenwoordiger in het Westen van de VS (Consul
Generaal) heb ik honderden kleine Nederlandse bedrijven
en start-ups langs gehad zonder ervaring op buitenlandse
markten. Op zoek naar kennis of kapitaal in Silicon Valley,
of naar klanten op een markt die openstaan voor vernieu-
wende en duurzame toepassingen. Bedrijven met slimme
IT-toepassingen op het gebied van transport en logistiek,
maar ook bedrijven die marktplaatsen via het internet
creëren. Nederlandse ondernemers maken indruk daar door
een combinatie van ondernemerschap en creativiteit. Gericht
op samenwerking en werkend aan integrale oplossingen. Voor
de meeste bedrijven gaat het om meer dan export alleen.
Samen met partners doorontwikkelen van innovaties. Met
één been in Nederland en het andere in de VS. We staan er
sowieso beter op dan we ons vaak realiseren. Nederland is in
de VS de derde investeerder. En omgekeerd zijn we momen-
teel de belangrijkste bestemming voor Amerikaanse investe-
ringen in het buitenland. Zeg dus nooit dat we een klein land
zijn. Bescheidenheid is vaak een goede eigenschap, maar niet
per se in het internationaal ondernemen en zeker niet in de
VS. Trots mogen we zeker ook zijn over de publiek-private
samen werking die we met Californië zijn gestart op het
gebied van Smart Mobility en Elektrisch Vervoer. In het bij-
zijn van staatsecretaris Wilma Mansveld en haar Californi-
sche collega zijn eind oktober 2013 afspraken gemaakt over
verdergaande uitwisseling van kennis en ervaring tussen deze
koplopers. Bedrijven, overheden en kennisinstellingen zijn
daar aan beide kanten bij betrokken (www.coast2coastev.org).
Mede aan de basis daarvan lag een eerdere economische mis-
sie waarin o.a. RAI Vereniging en BOVAG deelnamen. Mooi
vond ik om ook de uitwisseling van kennis er ervaring tussen
de dealerorganisaties te zien. Blikveld verruimen. En de
krachtenbundeling op buitenlandse markten maakt indruk.
Het is ook een van de succesfactoren geweest bij het verleiden
van Tesla om haar Europese hoofdkantoor in Amsterdam en
haar assemblage en distributiecentrum in Tilburg te starten.
Ook daar mogen we best trots op zijn.
Drs. Bart van Bolhuis,
directeur Internationaal ministerie van I & M
bart van bolhuis3
4
GO!
BRANCHE NIEUWS
Om de diefstal van scooters een halt toe te roepen, zijnverzekeraars, Politie, ANWB, de tweewielerbranche enleveranciers de campagne ‘Blijf van mijn scooter af’gestart. Als geheim wapen in de strijd tegen diefstal zettende initiatiefnemers vooral in op het GPS-volgsysteem.
Het GPS-volgsysteem is een aanvulling op de bestaande beveiligings-
producten. Als de scooter dan wordt gestolen, kan met behulp van dit
systeem de scooter eenvoudig worden teruggevonden. Unigarant Ver-
zekeringen gaat een goedgekeurd GPS-volgsysteem onder haar verze-
kerden stimuleren. De verzekeraar geeft klanten niet alleen korting op
de premie, maar ingeval van diefstal hoeft de klant ook geen eigen risico
te betalen.
LokscootersNiet alleen de branche komt in actie, ook de landelijke politie besteedt
extra aandacht aan scooterdiefstal. Volgens Ben Rinck, projectleider lok-
middelen van Politie Eenheid Rotterdam, is de inzet van lokscooters een
groot succes. Rinck: “De lokscooters zijn vanaf maart 2013 al 40 tot 50
keer gestolen. Met behulp van het GPS-volgsysteem hebben wij de
daders kunnen opsporen. Dit heeft geleid tot tientallen aanhoudingen..
Het is een goede zaak dat daders worden aangepakt, want vaak staat
scooterdiefstal in relatie tot andere vormen van criminaliteit, zoals
winkelovervallen en straatberovingen.” Om scooterrijders te stimule-
ren meer te doen aan preventie is er de speciale campagnesite
www.blijfvanmijnscooteraf.nl. Hierop staan preventietips en een uitge-
breide uitleg over de voordelen voor de scooterrijder, wanneer die een
goedgekeurd GPS-volgsysteem laat inbouwen. Kiest een scooterrijder
voor dit systeem, dan ontvangt hij inloggegevens die hij kan koppelen
aan zijn Facebook-account. Vanaf dat moment kan hij met zijn vrienden,
zijn scooter ook via Facebook volgen.
Deze zogeheten “Air Free
Concept (Non-Pneumatic) Tire”
kenmerkt zich door een hogere
belastbaarheid, milieutechnisch
verantwoord design en rijpresta-
ties. De nieuwste verbeteringen
aan de “Air Free Concept Tire”
brengen Bridgestone een stap
dichter bij een productierijpe
luchtvrije band voor consumen-
ten.
Dankzij de unieke structuur van
spaken, die zich over de gehele
binnenzijde van de band uitstrek-
ken en het gewicht van de auto
ondersteunen, hoeft de band niet
periodiek
met lucht
gevuld te
worden.
Hierdoor heeft de
band minder onderhoud nodig en
kan de band niet lek raken.
De spaakband is gemaakt van
kunsthars. Alle gebruikte
materialen zijn volledig recycle-
baar. Volgens Bridgestone is de
rolweerstand van de luchtvrije
band extreem laag. De band is
vooralsnog geschikt voor het
rijden met snelheden tot 60 kilo-
meter per uur.
Bridgestone heeft eind vorig jaar tijdens de Tokyo MotorShow de tweede generatie van de luchtvrije band geïntroduceerd.
De luchtvrije ‘Air Free Concept Tire’ van Bridgestone heeft een extreem lage rolweerstand.
Ter verbetering van diefstalpreventie is er sinds kort een speciale website
www.blijfvanmijnscooteraf.nl.
Bridgestone introduceert luchtvrije band
GPS-volgsysteem moet scooterdiefstal indammen
5
Diefstal auto’s stijgt over hele linie
Tijdens het onderzoek werd bij
proefpersonen werd via een
EEG (elektro-encefalografie)
gemeten in welke mate hun
hersenen reageerden op auto-
design en welk gevoel de vorm-
geving hen geeft.
Volvo Concept CoupéHet experiment viel samen met
de presentatie van de Volvo
Concept Coupé, de eerste uiting
van Volvo’s nieuwe designstrategie, met als
doel het merk Volvo een meer emotionele
lading te geven. Deelnemers aan het experi-
ment werd gevraagd een waardering te geven
aan een serie afbeeldingen terwijl elektroden op
hun hoofd waren aangebracht. Met sensoren
werd daarbij de hersenactiviteit gemeten. De
afbeeldingen waren onder meer van de nieuwe
Volvo Concept Coupé en van wat men alge-
meen als ‘slecht’ en ‘ouderwets’ autodesign ziet.
Het onderzoek leverde de volgende opmerke-
lijke resultaten op:
– Mannen ervoeren meer emotie als ze naar
mooie auto’s keken dan wanneer ze naar
beelden van een huilend kind
keken;
– 74 procent van de mannen zei dat
goed design ze een positief
gevoel geeft;
– Eenderde van de vrouwen waar-
deerde beelden van auto’s meer
dan een foto van een aantrekke-
lijke man;
– 60 procent van de mannen zei dat
ze meer zelfvertrouwen hebben
als ze in een mooie auto rijden.
Volgens Thomas Ingenlath, Volvo’s
Senior Vice President of Design bevestigt het
experiment wat altijd al werd gedacht: “mooi
auto design kan sterke emoties oproepen,
variërend van een goed humeur tot meer zelf-
vertrouwen.”
Waren de afgelopen jaren vooral jonge auto’s (0-3 jaar) intrek bij het dievengilde, in 2013 nam voor het eerst inmeer dan 10 jaar het aantal diefstallen van alle auto’s toe.Vorig jaar wisselden 11.761 personenauto’s onvrijwilligvan eigenaar, 3,2 procent meer dan in 2012. Criminelenzijn steeds vaker in staat de elektronische beveiliging uitte schakelen, stelt deStichting Aanpak Voer-tuigcriminaliteit (AVc).
Toch kunnen eigenaren volgens
de stichting een aantal effectieve
maatregelen nemen om het
risico van diefstal van hun auto
te verminderen. Zo verkleint de
inbouw van een gecertificeerd
mechanisch systeem dat de ver-
snellingsbak of de stuurkolom
van een auto blokkeert, de kans
op diefstal aanzienlijk. Hetzelfde geldt voor het inbouwen van een
gecertificeerd alarm- of voertuigvolgsysteem.
Ook het aantal gestolen bestelbusjes groeide het afgelopen jaar met 14,7
procent tot 2.501 eenheden. De kans dat zo’n busje wordt teruggevon-
den is volgens de Stichting AVc slechts 38 procent.
De diefstallen van brom- en snorfietsen laat daarentegen een positieve
ontwikkeling zien. Daar was sprake
van een daling met 10 procent tot
14.487 exemplaren. Dat komt naar
de mening van Titus Visser, direc-
teur van AVc, doordat er op steeds
meer plaatsen rekken aanwezig zijn
om bromfietsen aan vast te ketenen
en het toenemend besef bij berijders
om hier daadwerkelijk gebruik van
te maken. “We zien verder dat ver-
zekeraars de toepassing van een
gecertificeerd voertuigvolgsysteem
voor tweewielers stimuleren.”
Mooi autodesign roept sterke emoties opVolvo Cars heeft als eerste onderzoek verricht naar de emotionele impact vanautodesign. Een van de belangrijkste conclusies was dat 33 procent van devrouwen de beelden van auto’s meer waardeerden dan een foto van een aan-trekkelijke man.
Autodieven slagen er steeds vaker in de elektronisch beveiliging uit te schakelen.
De Volvo Concept Coupé is de eersteuiting van Volvo’s nieuwe designstrategie.
GO!
6
Josef Lamplmayr en Hans Vorstenbosch: “Op één persstraat worden tot wel 300 verschillende onderdelen geproduceerd.”
7
Voestalpine Polynorm B.V. in Bunschoten maakt, samen met de vesti-
gingen voestalpine Polynorm GmbH & Co. KG in Schwäbisch Gmünd
(nabij Stuttgart) en voestalpine Automotive Body Parts Inc. in Carters-
ville in de V.S., deel uit van voestalpine Metal Forming, een van de vier
divisies van de voestalpine Groep. De voestalpine Groep heeft wereld-
wijd 46.000 werknemers in dienst. voestalpine Polynorm is als één van
de weinige in de wereld gespecialiseerd in de ontwikkeling, productie en
het vermarkten van geavanceerde zogeheten first tier, oftewel OEM-
delen, zoals daken, motorkappen, spatborden, achterkleppen en portie-
ren, voor personen- en vrachtwagenfabrikanten. Meer dan 90 procent
van de productie van Bunschoten gaat de grens over naar EU-landen als
Duitsland, Frankrijk, UK, Zweden of is bestemd voor Rusland, Brazilië,
Argentinië, etc.
Flexibel productieprocesDe toegevoegde waarde van voestalpine Polynorm is, volgens managing
director Hans Vorstenbosch, dat het bedrijf in staat is om met een maxi-
mum aan flexibiliteit op een zo efficiënt mogelijke manier zowel hele
lage als hoge volumes per productielijn te vervaardigen. “Het kan dus
voorkomen dat voor bijvoorbeeld een oldtimer van een bepaald merk
slechts maximaal 250 delen per jaar nodig zijn, terwijl aan de andere kant
van het spectrum de productie van hoogvolume delen kan oplopen tot
pakweg 500.000 stuks per jaar. De grootste uitdaging voor ons is om
zoveel mogelijk OEM-delen op één machine te maken. Het komt voor
dat op een persstraat 300 verschillende soorten onderdelen worden
geproduceerd, verschillende series van laag- tot hoogvolume. Dat is een
enorm complex proces.” Dit geldt eveneens voor de nog grotere diversi-
teit aan assemblageprocessen. Reden waarom het bedrijf ook veel heeft
geïnvesteerd in flexibele assemblagecellen.
Life Cycle ManagementZijn collega Josef Lamplmayr, managing director van voestalpine Poly-
norm en voestalpine Polynorm GmbH & Co. KG, legt uit dat het bedrijf
veel meer is dan uitsluitend toeleverancier van de auto-industrie. “In
feite verzorgen wij met name voor reserveonderdelen het Life Cycle
Management voor de autofabrikanten. Dit houdt in dat voestalpine
Polynorm de toekomstige vraag naar bepaalde delen voor de klant
inschat en daarop de noodzakelijke processen inricht. Een belangrijk
aspect daarbij is om er vervolgens voor te zorgen zoveel mogelijk badges
op universele machines te produceren.”
voestalpine Polynorm levert ongeveer twee derde van de totale
productie – de persdelen en volledige ’assemblies’ – just-in-time aan
autofabrikanten. Een derde van hetgeen de Nederlandse fabriek verlaat
betreft originele reservedelen. Veelzeggend voor de reputatie van de
onderneming is dat voestalpine Polynorm die ook produceert voor
auto’s die nog maar nauwelijks hun debuut op de markt hebben gemaakt
of dat zelfs nog moeten doen.
phs-ultraformDe Duitse vestiging in Schwäbisch Gmünd concentreert zich volgens
Lamplmayr op de levering van seriedelen op basis van door voestalpine
Polynorm gepatenteerde technische processen die moeten leiden tot een
In de strategie van de voestalpine Groep, de moedermaatschappij van het in Bunschoten gevestigdevoestalpine Polynorm, de toeleverancier van A-klasse buitendelen aan de automotive industrie,staat sterke internationale groei centraal. De groep streeft naar een omzetverbetering van 12 naar20 miljard euro in 2020, waarvan 2 miljard in Azië moet worden gerealiseerd. In het kader vandeze ambities bouwt voestalpine complete fabrieken in China en de V.S. om de daar gevestigdeautofabrikanten te voorzien van hoogwaardige (technologische) lijndelen.
Voestalpine start groeioffensief in China en V.S.
8
GO!
vergroting van de (voertuig)veiligheid en een besparing van het gewicht.
Lamplmayr: “Te denken valt aan phs-ultraform componenten die wij nu
al aan de grote Duitse premiummerken leveren. Phs staat voor Press
Hardening Steel en is extreem sterk, zeer corrosiebestendig en uitste-
kend toepasbaar bij lichtgewicht constructies. Het geldt als benchmark in
de autoproductie.” Toch blijft de vraag waarom autofabrikanten niet
gewoon al die OEM-delen zelf zouden vervaardigen. Daar zijn verschil-
lende redenen voor, zegt Vorstenbosch.
“Nagenoeg alle automerken in de
wereld besteden de productie van reser-
vedelen uit. Zoals gezegd is de vraag
naar dergelijke delen enorm complex en
ieder jaar reducerend in volume, dit
vergt dus een hoge mate van flexibiliteit
in het productieproces. Bovendien is
het voor autofabrikanten weinig renda-
bel om, nadat een auto niet meer wordt gemaakt, nog jarenlang al die
reservedelen te moeten maken. Dat doen wij daarom. Verder beschikken
autofabrikanten lang niet altijd over voldoende productiecapaciteit, niet
in de laatste plaats omdat het aantal modellen de laatste jaren exponen -
tieel is toegenomen. En voor die zogenaamde ‘derivaten’ (van het basis-
model afgeleide varianten) doen autobouwers een beroep op voestalpine
Polynorm. Hetzelfde geldt voor bewerkingen die te ingewikkeld zijn of
voor high-tech lichtgewicht constructies, zoals phs en aluminium delen.
Het bewerken van aluminium is veel complexer dan staal.”
Zero defects of defaultsHans Vorstenbosch beklemtoont dat de organisatie rondom het produc-
tieproces zeer intensief is. “We moeten voldoen aan zowel strenge klant-
specifieke eisen als aan tal van internationale normen en richtlijnen.
Alleen de luchtvaart kent nog zwaardere eisen. Dit betekent dat de pro-
cescontrole op de werkvloer ongekend groot is. Dat kan ook niet anders,
want autofabrikanten accepteren niet meer dan 50 fouten per een mil-
joen geleverde delen. Eigenlijk spreek je dan over zero defects of defaults.”
Vorstenbosch bevestigt dat veel autofabrikanten uit logistieke overwe-
gingen van toeleveranciers verlangen dat zij zich zo dicht mogelijk bij
hun fabriek vestigen. “Maar”, verduidelijkt hij, “dat is met name het
geval voor de standaardlijndelen. Voor
reservedelen en technische/high-tech
componenten waarin voestalpine
Polynorm is gespecialiseerd, is dat
minder belangrijk. Als een klant een
bepaalde know-how of expertise niet in
huis heeft, is deze namelijk sneller
bereid iets hogere transportkosten voor
lief te nemen. Vaak is het trouwens
mogelijk een deel van die kosten door slimmer en efficiënter werken te
compenseren.”
VerdringingsmarktEn aangezien Vorstenbosch en Lamplmayr niet de concurrentie met de
producenten van standaardlijndelen in een verdringingsmarkt zeggen te
willen aangaan, is voor voestalpine Polynorm de noodzaak om zich in de
directe omgeving van OEM’s te vestigen, vooralsnog niet aan de orde.
Dat gebeurt overigens wel voor de productie van technologische delen
(phs). Voor die componenten is voestalpine inmiddels gestart met de
bouw van nieuwe fabrieken in China en de V.S. “Want”, zo vervolgen
beiden: “het echte groeipotentieel ligt in die landen. Daar willen wij,
conform de groepsstrategie, in 2020 een significant deel van de omzet
realiseren.”
‘Wij verzorgen hetLife Cycle Managementvoor autofabrikanten’
Press Hardening Steel (PHS) geldt als de nieuwe benchmark in de autoproductie.
9
De Spanninga Group huldigt al decennialang hetprincipe ‘act local, think global’. Een uitgangs-punt dat van deze trendsetter in fietsverlichtingeen wereldspeler van formaat maakte.
Productie vindt, behalve in Nederland, plaats in Frankrijk, Taiwan en
China. Dit leidde tot de noodzakelijke kostenverlagingen, een betere
risicospreiding en had als voordeel dat het bedrijf zich dichter bij de
buitenlandse klanten bevond. Directeur Feike Spanninga noemt deze
strategie ‘het wedden op twee paarden’: de vruchten plukken van de
aanwezigheid in het Verre Oosten en tegelijkertijd toch dicht bij de
bron, namelijk Europa, produceren. Jaarlijks verkoopt Spanninga
wereldwijd miljoenen fietslampen. Tweederde van de omzet wordt in
het buitenland behaald.
Toen Feike Spanninga, die in 1982 in dienst trad, de in het Friese Joure
gevestigde onderneming in 1989 van zijn vader overnam, zag hij in dat
het verstandig was een meer internationale koers te gaan varen om zo
minder afhankelijk te zijn van de binnenlandse markt en een groter
exportaandeel te verwerven. De eerste stap over de grens werd de
acquisitie van Jos International in Frankrijk, dat vooral koplampen,
dynamo’s en achterlichten produceert. In de vakpers verschenen des-
tijds al snel berichten als ‘Muis koopt olifant’ en sprak men over de
durf en ambitie die de onderneming aan de dag legde. Spanninga:
“Dit bracht ons, omdat Jos International veel zaken deed in China en
Taiwan, in contact met het Taiwanese bedrijf Q-Lite, waarvan wij in
1996 vijftig procent van de aandelen verwierven. Aangezien Q-lite
gespecialiseerd is in batterijverlichting is hun portfolio complementair
aan dat van Spanninga (dynamoverlichting). Inmiddels is de productie
van Q-Lite trouwens overgeheveld naar China.”
Bruggenhoofd V.S.Daarmee was het buitenlandse avontuur van de fietsverlichtings -
specialist echter nog lang niet ten einde. Spanninga bleek over visio-
naire gaven te beschikken, want lang voordat ze op grote schaal in
zwang zouden komen nam hij in 1998 de activa van het in België
gevestigde Ekolight over, dat oplaadbare koplampen op de markt bracht
voor onder andere Koga. De productie van deze bijzonder niche speler
werd korte tijd later geïntegreerd in Joure.
Uit de overname van een joint-venture tussen Sat-Lite USA en Hella
Duitsland, gevestigd in het Chinese Shunde Foshan, kwam in 2006
Spanninga Bicycle Components (SBC) tot stand, waarmee een interes-
sant bruggenhoofd werd gevormd richting de Amerikaanse afzetmarkt.
Ook de wereld ziet het licht...Van Spanninga
Feike Spanninga: ‘Wij behalen tweederde van onze omzet in het buitenland’
GO!
10
Eindmontage EuropaDankzij de internationalisatie zegt Spanninga minder afhankelijk te
zijn van relatief dure productie in eigen land. “Op die manier is het
mogelijk de productie mooi te verdelen. In Europa maken wij de duur-
dere producten, waarvan we de kwaliteit goed willen beheersen. We
zitten er bij wijze van spreken met de neus bovenop. In landen als
Taiwan of China is dat toch lastiger. Bovendien is de beheersing van de
logistiek nog altijd een probleem. De fietsindustrie is toch vooral een
assemblagewerkplaats. Alles moet op het juiste moment op de juiste
plaats zijn. Transport van China naar Nederland vraagt zes tot tien
weken. Er is dus meer productiezekerheid als de eindmontage in
Europa plaats vindt, oftewel act local, think global.” Hij rekent voor dat
China op dit moment verantwoordelijk is voor 70 procent van de pro-
ductie, Frankrijk neemt 20 procent voor zijn rekening en de resterende
10 procent vindt in Nederland plaats. In totaal telt de Spanninga Group
zo’n 360 werknemers, waarvan er 25 actief zijn in Joure. De verschil-
lende vestigingen zijn binnen de groep stuk voor stuk onafhankelijk en
moeten hun eigen broek ophouden. Alleen op het gebied van sales en
marketing, R & D (innovatie) en management is er strak vanuit Joure
gestuurd uniform beleid.
Integratie en designOm binnen de fietsbranche in de voorhoede te blijven en de fietsfabri-
kanten steeds opnieuw te kunnen verrassen met specials en unieke ver-
lichting spendeert Spanninga veel tijd, geld en energie aan innovatie.
Daarbij ligt het accent voordurend op de verbetering van de zichtbaar-
heid en de veiligheid. Spanninga wijst er op een van de initiatiefnemers
te zijn geweest van het RAI Keurmerk Fietsverlichting dat begin 2013
werd ingevoerd en dat de consument op basis van één, twee of drie
sterren duidelijkheid biedt over de aanschaf van deugdelijke fietsver-
lichting. “Onze kracht is innovatie”, verduidelijkt hij. “Dat zit in de
DNA van onze bedrijfsvoering. Vroeger bestond het achterlicht van
een fiets uit slechts een metalen bolletje. Wij introduceerden als eerste
in Europa een kunststof achterlicht en de achterreflector. Tegenwoordig
dienen vernieuwingen zich aan de lopende band aan. Denk bijvoor-
beeld aan onze 1-led technology voor achterlichten, reflectoren achter
glas, zelfregulerende verlichting (power eye koplamp) die automatisch
dimt in de stad en maximaal verlicht in buitengebieden, dagrijverlich-
ting etc. Een hogere lichtopbrengst realiseren met minder stroom is ook
een interessante uitdaging, maar het belangrijkste blijft het integreren
van verlichting in de fiets en het aspect design.”
Onderscheidend vermogenDit laatste impliceert een intensieve samenwerking met fietsfabrikan-
ten, waarbij Spanninga nauw betrokken is bij het productieproces van
de verschillende afnemers. “Dit betekent”, vervolgt hij, “dat we soms
met een nieuwe lichttechniek naar de fabrikant toe gaan. Soms krijgen
we van hen een schets, soms een compleet CAD-design. Hiermee
gaan we dan aan de slag en blijven in continu overleg met de opdracht-
gever.”
Hij beklemtoont dat voor design veelal een hoofdrol is weggelegd.
“We investeren veel tijd en mankracht in design om onderscheidend
te zijn, een eigen gezicht in de markt te vestigen en daarmee een
toegevoegde waarde te bieden.”
De vraag of al die inspanningen om fietsverlichting op een hoger
niveau te brengen niet een beetje worden getorpedeerd door aanbie-
ders die onder de maat werken en gebrekkige wetgeving, beantwoordt
Spanninga met een volmondig ‘ja’. Verlichting zou wat hem betreft in
Nederland, net als vroeger, een typegoedkeuring moeten krijgen. “Dat
is in Duitsland en Frankrijk ook het geval. Niet goedgekeurde verlich-
ting zou niet mogen worden verkocht.”
Feike Spanninga: ‘Het verkopen van niet goedgekeurde verlichting zou verboden moeten zijn.’
‘Voor design is een hoofdrol weggelegd’
11
VSE Vehicle Systems stuurt innovatiesde grens over
Vooral de vraag vanuit het buitenland is sterk
groeiend constateert Dick Lodder, algemeen
directeur van VSE Vehicle Systems. De spe -
cialist van deze digitaal geregelde hydrauliek
behaalt ongeveer 96 procent van de omzet in
het buitenland. Om de internationale ambities
en slagkracht te kunnen vergroten is het
bedrijf per 1 januari een joint-venture aange-
gaan met het Duitse Weber Hydraulik.
Vanuit het hoofdkantoor in Veenendaal ont-
wikkelt, assembleert en levert VSE Vehicle
Systems geavanceerde elektro-hydraulische
stuur en veersystemen die in toenemende
mate door grote vooraanstaande truckfabri-
kanten worden ingebouwd. De systemen zijn
eveneens eenvoudig en snel ‘plug & play’
door trailerbouwers zelf onder een voertuig te
monteren. Hoewel VSE, als lid van afdeling
Speciale Voertuigen van RAI Vereniging,
inmiddels een behoorlijke internationale
reputatie heeft opgebouwd, is de onderne-
ming relatief kort actief. VSE Vehicle Systems
ontstond in 2001 via een management-buy
out vanuit GINAF. Dick Lodder, die samen
met zijn compagnon Rik de Zaaijer, binnen
GINAF jarenlange ervaring hadden met de
ontwikkeling van elektronisch geregelde
hydrauliek, besloten toen hun krachten te
bundelen en dit soort systemen op grotere
schaal te gaan leveren.
Wereldwijd netwerkLodder legt uit dat de markt voor digitaal gere-
gelde hydrauliek in 2004 in een stroomver-
snelling kwam toen een type-goedkeuring
voor elektro-hydraulische stuursystemen
voor trailers van kracht werd. “Dat was voor
ons het startsein om onder de naam Electronic
Truck or Trailer Steering (ETS) een nieuwe
productgroep op te zetten.”
Inmiddels heeft VSE sinds de oprichting meer
Elektronische stuur- en veersystemen voor vrachtwagens en trailersstaan, vanwege de kostenbesparingen die ze opleveren, de efficiencyvoordelen en de superieure veiligheid, bij steeds meertruck- en trailerbouwers in de belangstelling.
Dick Lodder: ‘De toepassing van digitaal geregelde hydrauliek biedt louter voordelen.’
GO!
12
dan 50.000 voertuigen voorzien van een
stuursysteem en ruim 4.500 trucks en trailers
van een veersysteem.
De bulk vindt zijn weg naar het buitenland.
Om de groeiende exportstroom in goede
banen te leiden, op locatie een optimale (tech-
nische) ondersteuning te bieden
en, niet in de laatste plaats, op de
buitenlandse markten een groter
aandeel te kunnen verwerven,
beschikt VSE overal in de wereld
over sales en service partners.
Buitenlandse aspiratiesLodder becijfert dat van de totale
omzet van 12 miljoen euro die in
2013 werd gerealiseerd zo’n 50
procent in Europa werd behaald
en 38 procent in Azië..
Toch zegt Lodder als betrekkelijk
kleine speler met een beperkte
financiële slagkracht over onvol-
doende middelen te beschikken
om de voorgenomen groeiambi-
ties en buitenlandse aspiraties op
termijn te kunnen verwezenlij-
ken. “Gelukkig heeft zich precies
op het juiste moment een perfecte
partij gemeld waarmee VSE per 1
januari een samenwerkingsver-
band is aangegaan: Weber Hydraulik. Deze
Duitse fabrikant verkoopt mondiaal cilinders
aan OEM-fabrikanten en vindt in ons de
ideale kandidaat om complete elektronisch-
hydraulische stuur- en veersystemen te kun-
nen leveren. Met een personeelsbestand van
2000 man, een jaaromzet van 300 miljoen
euro (doelstelling 600 mln euro in 2020) en 11
fabrieken over de hele wereld en een grote
internationale bekendheid, kunnen zij voor
ons de weg plaveien om door te kunnen
groeien. Het stelt ons in staat het technologie
centrum van Europa te worden.”
De alliantie met Weber Hydraulik verschaft
VSE bovendien toegang tot grote OEM’s én
nieuwe afzetgebieden, zoals de land-
bouwsector. Die moet immers voldoen
aan voortdurend hogere eisen ten aan-
zien van wetgeving en veiligheid, waar VSE
met het innovatieve productieprogramma
prima op denkt te kunnen inspelen.
BesparingenDat digitaal geregelde hydrauliek de toekomst
heeft staat voor Lodder vast. De toe passing
ervan biedt namelijk louter voordelen. Zo is
het inbouwen vanwege een minimum aan
componenten simpel en is er geen onderhoud
nodig omdat er geen smeerpunten zijn. Ver-
der is er sprake van een aanzienlijke gewichts-
besparing waardoor een transporteur weer
extra vracht kan meenemen. Bovendien zijn
er geen speciale chassisconstructies nodig,
waardoor het mogelijk is lager te bouwen en
dit zorgt weer voor meer laadruimte en capa-
citeit. Niet in de laatste plaats sturen de assen,
in tegenstelling tot mechanisch
gestuurde assen, uitsluitend als
het echt nodig is. Dit leidt tot
minder bandenslijtage, een lager
brandstofverbruik en dus lagere
kosten.
MentaliteitsverschilOpmerkelijk is het daarom dat de
Nederlandse thuismarkt volgens
VSE het kleinst is. Slechts een
handjevol Nederlandse trailer -
bouwers rijdt met VSE-syste-
men. “Dat komt”, zegt Lodder,
“doordat zij nogal conservatief
zijn.” Hij wijst er op dat, anders
dan in de trailerwereld, bij de
trucks de toepassing van elektro-
nica wel volledig is geaccepteerd.
Het zelfde geldt voor de mentali-
teit in bijvoorbeeld China en
Japan. “Daar hebben ze dit soort
elektronisch-hydraulische syste-
men nog nooit gezien, maar is
men wel onmiddellijk bereid
deze innovaties toe te passen. Ze
slaan gewoon een paar stappen
over om meteen met het aller-
nieuwste te beginnen...”
Dankzij het huwelijk met Weber Hydraulik
en het innovatief vermogen van VSE zijn naar
de mening van Lodder alle voorwaarden aan-
wezig om de vlucht naar voren te kunnen
maken. “Ik mik op een verdubbeling van de
omzet van VSE tot 30 miljoen euro in 2020.
De joint-venture maakt het mogelijk om nu
eindelijk te kunnen doorgroeien en volwassen
te worden.”
Trailerbouwers in China en Japan kiezen, anders dan in Nederland, meteen voor de allernieuwste systemen.’
‘Wij worden hettechnologie centrum
van Europa’
13
De fiets als exportproductNederland kent, vaak op ad hoc basis, tal van ambassadeurs die het product fiets in het buitenlandpromoten. Sinds 2011 is er echter ook een officiële en onafhankelijke instantie actief die de fiets in alzijn facetten succesvol internationaal op de kaart weet te zetten: de Dutch Cycling Embassy.
Die fungeert daarbij als verbindende schakel tussen de Nederlandse
expertise op het gebied van fietsmobiliteit en de vraag van buitenlandse
klanten. Volgens Aletta Koster, directeur van de Dutch Cycling
Embassy, liggen er voor fietsfabrikanten en onderdelenleveranciers
over de grens volop kansen.
De Dutch Cycling Embassy is voortgekomen uit een initiatief van het
ministerie van I & M, de Fietsersbond en het Fietsberaad met als doel te
komen tot een internationale kennisuitwisseling en de versterking van
de Nederlandse profilering ten aanzien van de fiets en fietsmobiliteit.
Dit resulteerde in een publiek-privaat partnership dat zowel op basis
van de wensen van buitenlandse klanten als pro-actief voortdurend
zoekt naar markten die van belang zijn voor de deelnemende partners.
Inmiddels heeft zich een groot aantal partijen bij de Dutch Cycling
Embassy aangesloten. Daartoe behoren onder andere de ministeries van
I & M en Buitenlandse Zaken, lagere overheden (provincie Noord-Bra-
bant, de stadsregio Arnhem-Nijmegen, gemeente Amsterdam, Utrecht,
Nijmegen) , universiteiten en het bedrijfsleven (Royal HaskoningDHV,
Goudappel Coffeng, APPM, Tauw, ProRail, Berenschot en maatschap-
pelijke organisaties zoals Fietsersbond, Fietsplatform, ANWB,) etc.
Remmende VoorsprongDeze financiers maken het volgens Koster mogelijk om een groeiend
aantal projecten over de wereld te realiseren. “Dan moet je denken aan
de branding van het product fiets én het bedenken, begeleiden en imple-
menteren van concrete mobiliteitsplannen in samenwerking met onze
partners.”
En dat is, vervolgt zij, abslouut nodig. “Mij valt op dat wij ons onvol-
doende bewust zijn hoe bijzonder het is wat Nederland op fietsgebied
allemaal presteert. Geen land ter wereld heeft zulke goede fietsvoorzie-
ningen en zo’n verfijnde fietsinfrastructuur. Met als gevolg dat 30 pro-
cent van alle verplaatsingen per fiets plaatsvindt. Dat is uniek en wordt
buiten de landsgrenzen onvoldoende uitgedragen. Nederland promoot
en vermarkt de aanwezige know how naar mijn mening minder goed
dan Denen of Duitsers. Dat kan op termijn onze koppositie in gevaar
brengen waardoor de kans bestaat dat de Wet van de Remmende Voor-
sprong onverbiddelijk toeslaat.”
Bicycle ShockBuitenlandse overheden kunnen, benadrukt Koster, veel van Nederland
leren. “Steeds meer landen komen er achter dat de fiets de verbindendeAletta Koster: ‘Nederland promoot en vermarkt de fiets know-how nog onvoldoende.’
GO!
14
meester Boris Johnson bijna een miljard pond heeft uitgetrokken om
het fietsen en de fietsveiligheid in de City te verbeteren. Onder andere
via ‘Dutch style’ gesegregeerde fietspaden, ‘Mini-Hollands’ (een soort
volledig vernederlandste proefgebieden) en ‘Cyclehubs’ bij stations, die
vergelijkbaar zijn met grote Nederlandse fietsenstallingen. En dit alles
onder de campagneslogan: ‘Love London, Go Dutch!’.
Duurzaam producerenOf de slogan nu echt gelukkig gekozen is, is een tweede zegt Koster.
“Het doel is het delen en vermarkten van de Nederlandse kennis op het
gebied van fietsinclusieve mobiliteit. Iedereen moet vooral zichzelf blij-
ven en zijn of haar eigen
fietscultuur ontwikke-
len.”
“Daarnaast”, vervolgt
Koster, “is het buiten-
land zeer te spreken over
het feit dat Nederland
uitblinkt in het op een
duurzame wijze, conform het Maatschappelijk Verantwoord Onder -
nemen (MVO) produceren van fietsen.” Een goed voorbeeld noemt zij
Van Moof, dat in samenwerking met De Utrechtse Rijwiel Fabrikant
(DURF), fietsen assembleert met behulp van jongeren met een afstand
tot de arbeidsmarkt. “Op die manier koppelen zij hun productie aan een
maatschappelijke doelstelling.”
Een ander mooi voorbeeld geeft Bough Bikes met een in Nederland
ontworpen en vervaardigde houten fiets. “Door het maken van houten
fietsen wordt meer dan 100 kg CO2 per fiets bespaard ten opzichte van
de productie van een stalen exemplaar. Deze fietsen worden zoveel
mogelijk in samenwerking met sociale werkplaatsen gemaakt.”
Kansen fietsbrancheHoewel de Dutch Cycling Embassy bij partijen die actief zijn in de
dienstensector goed is vertegenwoordigd, zegt Koster nog voldoende
mogelijkheden te zien om de dienstverlening te verbreden richting de
fietsindustrie. “Ik zou graag zien dat er een partnership met de Neder-
landse fietsindustrie zou ontstaan. Dit segment in de complete fiets -
keten dat wij willen vertegenwoordigen is nog een beetje een blinde
vlek. En dat terwijl buitenlandse partijen waar wij mee samenwerken
dringend behoefte hebben aan goede utilitaire fietsen. De typisch
Nederlandse gebruiksfiets maakt integraal onderdeel van onze fiets -
cultuur en draagt bij aan het hoge utilitaire fietsgebruik hier. Bij het ont-
wikkelen van meer utilitaire fietsculturen elders kan
dus ook de Nederlandse fietsindustrie een aandeel
leveren. In het gezamenlijk optrekken met fiets -
fabrikanten en leveranciers van fietsonderdelen en
accessoires liggen volgens mij grote kansen.”
schakel vormt in het voor- en natransport en een prima vervoers -
alternatief is om binnenstedelijke mobiliteitsproblemen op te lossen.”
Zij zegt uit ervaring te spreken, want de Dutch Cycling Embassy ont-
vangt regelmatig buitenlandse delegaties die zich op de hoogte komen
stellen van hetgeen er op fietsgebied allemaal mogelijk is. Koster: “Die
krijgen te maken met een ‘Bicycle Shock’, zodra ze zien dat onze theo-
rieën niet vrijblijvend zijn maar daadwerkelijk in de praktijk worden
gebracht. Om de fiets bij potentiële klanten en bezoekers nog meer
tussen de oren en op het netvlies te krijgen, organiseren wij met een op
maat gesneden team van experts de zogeheten ‘Think Bike Workshops’.
Dat doen wij bij en met de klant. Daarbij wordt duidelijk gemaakt wat
de Nederlandse expertise voor partijen kan bete-
kenen en dit leidt in de meeste gevallen tot con-
crete projecten.”
Love London, Go Dutch!Zo is de Dutch Cycling Embassy bezig om voor Sao Paulo een fiets mobi-
liteitsproject op te zetten en met de partners uit te voeren. Hetzelfde
geldt voor Londen, waar een langetermijnproject van start is gegaan om
ambtenaren van informatie te voorzien, die als vertrekpunt moet dienen
voor nieuw fietsbeleid. Dat de Britse metropool Nederlands fietsbeleid
als blauwdruk ziet voor de toekomst blijkt alleen al uit het feit dat burge-
‘Voor de fietsindustrie liggen er over de grens volop kansen.’
‘Wij zoeken een hechterpartnership met de Neder-
landse !etsindustrie’
15
RAI Industrie Platform: vliegwiel voorNederlandse automotive toeleveranciersHet RAI Industrie Platform, een initiatief van afdeling Autovak van RAI Vereniging, verenigt de inNederland gevestigde internationaal opererendeautomotive toeleveranciers en fungeert volgensvoorzitter Eddy van der Vorst als een vliegwiel voorde hele sector.
Het RAI Industrie Platform verheugt zich op en aanzienlijke toename van hetledenbestand. Hiertoe behoren tal van grote gezaghebbende partijen, zoalso.a. Akzo-Nobel, Philips Lighting, ApolloVredestein, Delphi, Bosch, Valeo,JohnsonControls, Denso, Inalfa Roof Systems, voestalpine-Polynorm, Tom-Tom, Nedschroef, Bosal, Koni, maar ook een groot aantal veelbelovendespelers uit het MKB, zoals o.a. AWL, marktleider op het gebied van geavan-ceerde Robot-lasautomatisering HTR Rubber, gespecialiseerd in high-techrubber producten.
Van der Vorst zegt samen met RAI Autovak secretaris, Jeroen van de Braaken zijn team, in gesprek te zijn met een additioneel aantal potentiële leden enverwacht dat “een substantieel deel hiervan de toegevoegde waarde vandeelname aan het RAI Industrie Platform ziet”. “Ik verwacht dat het RAIIndustrie Platform in 2014 nog zo’n 50 procent zal groeien. Daarmee bereikthet platform een landelijke dekking van ca.75 procent.”
PlatformbijeenkomstenOm de leden in hun internationale ambities maximaal te ondersteunen orga-niseert het RAI Industrie Platform jaarlijks een breed scala aan activiteiten,zoals 6 maandelijkse platform-bijeenkomsten, met vooraanstaande interna-tionale key-note speakers vanuit Clepa (Europese Automotive SuppliersFederation), grote adviesbureau’s (Roland Berger, PWC, McKinsey etc.) ensprekers uit de eigen achterban.
Captains Dinner’sEen geheel nieuw initiatief betreft de start, in januari jl., van de eerste van eenserie Captains Dinner’s, ten behoeve van het topmanagement van deelne-mende leden.Zo werd onlangs tijdens dit eerste Captains Dinner in de Koninklijke Industrieele Groote Club in Amsterdam de ‘Global Automotive SupplierStudy 2013’ van Roland Berger gepresenteerd. “Aan de hand van de onder-zoek resultaten kunnen onze leden hun beleid aanpassen met betrekking totde mondiale productiegroei van personen- en bedrijfswagens, resulterend ineen hogere winstgevendheid”, licht van der Vorst toe.
Tech Day’sVerder zegt hij veel te verwachten van de ‘Tech Day’s’ die het RAI IndustriePlatform dit jaar, in samenwerking met de Nevat en Automotivenl, bij groteOEM’s gaat organiseren. Hierbij kunnen de deelnemende bedrijven hunnieuwste technologie en bedrijf presenteren bij die autofabrikanten, dieopen staan voor nieuwe toeleveranciers en technologie. Inmiddels staatTech Day’s gepland bij BMW, bij Toyota in Brussel en bij Volvo in Goten-
burg. Van der Vorst: “Het is de bedoeling om dit initiatief uit te breiden naareen aantal vrachtwagenfabrikanten.”
Internationale publiciteitVia zijn contacten met de uitgever van het Duitse vakblad “Automobil Pro-duktion”, zegt Van der Vorst een aantrekkelijke deal te hebben kunnen slui-ten die leden extra publiciteit kan opleveren. Bij dit vakblad komt binnenkortnamelijk een Engelstalige bijlage ‘Made in Holland’ uit, waarin leden van RAIafdeling Autovak, Nevat en Automotivenl, zich tegen een derde van de nor-male kosten, met een interview en advertentie kunnen presenteren. “Dieeditie komt terecht bij alle Europese autofabrikanten en hun First Tier toe-leveranciers en zet de Nederlandse industrie dus perfect op de kaart. Dezelaatste actie vat tegelijkertijd de “Business Driven” filosofie van het RAIIndustrie Platform samen, namelijk met een minimum aan tijdsbesteding eenmaximaal rendement voor de leden realiseren”, besluit Van der Vorst.
Van der Vorst: ‘Het RAI Industrie Platform wil met een minimum aan tijdsbesteding een maximaal rendement voor de leden realiseren.’
GO!
16
Dat het belang van Nederland als exportland groot is, blijkt alleen al uit
het gegeven dat de overheid veel hulp en begeleiding biedt aan onder-
nemers met internationale ambitie. Ook de waarde van de automotive
sector, die het dus vooral moet hebben van de export, wordt onder-
kend. Het ministerie van Economische Zaken heeft in de persoon van
Ginus Ipema een speciale account manager voor de automotive sector.
Ipema fungeert binnen EZ als centraal aanspreekpunt voor automotive
bedrijven die willen innoveren, voor uitdagingen of problemen een
beroep op de overheid willen doen of die zich op het exportpad willen
begeven. Hij biedt ze de noodzakelijke ondersteuning, brengt hen, bij-
voorbeeld via economische missies en
handelsreizen, in contact met poten -
tiële afnemers, wijst ze op regelingen,
programma’s en faciliteiten waar ze
gebruik van kunnen maken etc.
Rijksdienst Voor OndernemendNederlandIpema brengt een studie van onderzoeksbureau Roland Berger ter sprake
waaruit naar voren komt dat export voor de Nederlandse automotive
sector cruciaal is en de toegevoegde waarde voor de economie substan -
tieel. Volgens hem zet de branche naar schatting jaarlijks zo’n 17 miljard
euro om en verschaft aan 45.000 mensen werk. Ipema: “Dat de bulk van
de omzet over de grens wordt verdiend, heeft vooral te maken met het
feit dat Nederland relatief
weinig afnemers kent. Het
zou natuurlijk mooi zijn, ook
voor de werkgelegenheid, als
er meer bedrijven zoals DAF
binnen de landsgrenzen
zouden zijn of dat meer
fabrikanten voor Nederland
als vestigingsplaats zouden
kiezen. Het feit blijft dat
export voor ondernemingen een perfecte manier is om de risico’s te
spreiden en groei te realiseren. Om de concurrentiekracht van onder -
nemingen te bevorderen en het ondernemingsklimaat te versterken biedt
EZ, samen met de uitvoerende instantie Rijksdienst Voor Ondernemend
Nederland (RVO), graag de helpende hand.”
TopsectorenbeleidOm te illustreren wat de steun aan de sector in de praktijk inhoudt, wijst
Ipema op de belangrijke rol die EZ heeft gespeeld bij de doorstart van
NedCar, dat per 1 januari 2013 is omgedoopt tot VDL Nedcar, en dat onder
de vlag van de VDL-groep in Born voor
BMW de MINI gaat bouwen.
Voor onze toekomstige welvaart en voor
de levensvatbaarheid van ondernemin-
gen voor de lange termijn is innovatie
volgens de accountmanager automotive
een onmisbare factor. Zelf noemt hij
innovatie essentieel om ‘de toekomst te kunnen stimuleren’. Daarvoor is
het, zegt hij, van het grootste belang dat de automotive sector goed aan-
gesloten is bij het Topsectorenbeleid. “Dit beleid heeft speciale aandacht
voor negen sectoren die wereldwijd sterk zijn, waaronder de topsector
HighTech Systemen & Materialen (HTSM). Dit segment bestaat uit een
aantal nauw met elkaar verweven maakindustrieën: de machine- en
systeemindustrie, automotive, lucht- en ruimtevaart en materialen,
inclusief staal. De overheid investeert, samen met bedrijven en de weten-
schap, gericht in deze sector en wij helpen partijen in contact te komen
met kennisinstellingen. Met als doel zo de innovatiekracht te versterken.”
RAI Industrie PlatformVerder benadrukt Ipema de voordelen en de toegevoegde waarde die
het deelnemen aan de economische missies en handelsreizen, die EZ
regelmatig organiseert, kan opleveren. Een prima manier om nieuwe
markten aan te boren, kennis te maken met andere culturen en
gewoontes in het zakendoen en buitenlandse contacten te leggen. Hij
Zonder export zou de Nederlandse economie nagenoeg tot stilstand komen. Een derde van wat wemet zijn allen in ons land verdienen is afkomstig van handel met het buitenland. Op de wereldrang-lijst van de grootste exporterende landen staat Nederland op de vijfde plaats. Een positie die mede tedanken is aan de binnenlandse automotive sector die de omzet voor zo’n 90 procent in het buitenlandverwerft. Maar wat doet de overheid precies om de belangen van Nederlandse bedrijven over de grenste vertegenwoordigen? Op welke ondersteunende maatregelen en faciliteiten kunnen zij rekenen?
EZ ondersteunt bedrijven bij het ‘stimuleren van de toekomst’
Nederland drijft op export
Over de grens liggen vele mogelijk -heden en kansen. De Rijksdienst VoorOndernemend Nederland begeleidtondernemers met internationale ambitie bij het vinden van informatieover de exportmarkt. Leden van RAIVereniging kunnen zich ook kosteloosaanmelden voor de digitale ‘Nieuws-brief Internationaal Ondernemen’ vanRijksdienst Voor Ondernemend Nederland (www.rvo.nl).
‘Cultuurverschillen vormen voor exporteurseen onderschatte valkuil’
17
zegt in dit verband uitgebreid overleg te voeren met het RAI Industrie
Platform van afdeling Autovak van RAI Vereniging, dat de grote auto-
motive spelers uit de Nederlandse maakindustrie vertegenwoordigt.
“Dit platform wil onder meer Nederlandse introductiedagen organise-
ren naar autofabrikanten, zoals BMW, Volvo en Toyota, waarmee de
deelnemers zich aan potentiële afnemers kunnen presenteren. We zijn
hiervoor in contact met Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland
(RVO) om deze handelsreizen mede mogelijk te maken.”
ValkuilDe Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland biedt namens de
Rijksoverheid, zowel beginnende als gevorderde ondernemers met
duurzame, innovatieve of internationale ambities, tal van diensten aan.
Bijvoorbeeld in de vorm van subsidies, kennis en het vinden van part-
ners. Beginnende exporteurs kunnen bij RVO terecht voor het pro-
gramma ‘Starters International Business’. Dat bestaat onder andere uit
het maken van een stappenplan, waarbij vragen aan de orde komen als:
is de buitenlandse markt in kaart gebracht (marktonderzoek)?; wat zijn
de sterke punten van het bedrijf?; wie zijn de potentiële klanten?; wat is
het plan van aanpak?; wat zijn de middelen?; zelf doen of via tussen -
personen?; hoe zit het met wet- en regelgeving en, last but not least, in
hoeverre is sprake van culturele verschillen? Ipema: “zo’n cultuurver-
schil kan een gemene onderschatte val-
kuil zijn. Sommige landen hebben
namelijk een totaal andere perceptie van bepaalde zaken dan wij. De
kleur wit staat in Japan bijvoorbeeld voor de dood. Als je dat niet weet
dan kun je bij de export van vrolijke witte zomerjurkjes naar het land
van de rijzende zon nog van een koude kermis thuis komen.”
Finance for International BusinessVoor meer ervaren ondernemers die plannen hebben om in meer risico-
volle landen zaken te gaan doen heeft RVO de regeling ‘Finance for
International Business’ (FIB) in het leven geroepen. Dit houdt in dat de
overheid 35 procent van het benodigde financieringsbedrag in de vorm
van een lening verstrekt.
“Dè gouden tip voor bedrijven die zich in een exportavontuur willen
gaan storten is natuurlijk niet te geven”, besluit Ipema. “In het algemeen
is het wel zo dat Nederlanders over één eigenschap beschikken die bij
buitenlanders niet altijd in goede aarde valt. Ze zijn namelijk nogal
direct. Mijn advies is: bouw eerst een goede relatie
met een zakenpartner op. Verder is een goede voor -
bereiding uiteraard het halve werk. Wie dat verzuimt
loopt voor hij het weet in de valkuil van de culturele
verschillen.”
Ginus Ipema: ‘De toegevoegde waarde van export door de Nederlandse automotive sector voor de economie is substantieel’.
BELANGRIJKSTENEDERLANDSE PARTNERLANDENVOOR EXPORTDuitsland 25%Overige EU-landen 19%Rest van de wereld 16%België 12%Frankrijk 9%Verenigd Koninkrijk 8%V.S 4%BRIC-landen 4%Polen 2%Turkije 1%
KENGETALLEN NEDERLAND EXPORTLANDAandeel exporterende bedrijven 7%Aandeel BNP afkomstig uit buitenlandse handel 33%Aandeel werknemers dat bij exporterend bedrijf werkt 44%Aandeel R&D uitgaven afkomstig van exporterend bedrijf 87%Positie op exportranglijst in de wereld 5e plaats
Bron: Rijksoverheid
RAI SOCIETY18
GO!
De leden van afdeling Spe-
ciale Voertuigen van RAI
Vereniging konden op 21
november getuige zijn van
een heuse primeur. De
ruim 70 deelnemers aan
de SV-ledendag werden
toen namelijk ontvangen
door gastheer VDL Wewe-
ler in de nagelnieuwe, nog
niet officieel geopende,
fabriek in Apeldoorn. In
deze high-tech fabriek ont-
wikkelt en vervaardigt de
onderneming luchtvering,
paraboolveren, asliften en
speciale assen ten behoeve
van trailers, trucks en bussen. Een uitgelezen moment voor directeur
Dick Aalderink om uit te leggen hoe de nieuwbouw tot stand is
gekomen en de aandacht te vestigen op de sterk geautomatiseerde
productiestraat, waar in slagorde opgestelde robots hun werkzaam-
heden met uiterste precisie in hoog tempo uitvoeren. Een proces dat
afdelingssecretaris Remco Tekstra niet anders dan ‘indrukwekkend’
kan noemen. “Je ziet aan het begin van de productielijn dat de mid-
dels inductie verhitte staven staal hun eerste ruwe vorm krijgen,
waarna in een later stadium via een serie bewerkingen langzaam een
eindproduct ontstaat.”
Opmerkelijk noemt Tekstra
het dat, mede gezien de
hoge eisen die de klanten
stellen aan de producten van
VDL Weweler, de nieuwe
robotstraat nauwelijks de tijd
heeft gehad om ‘in de luwte’
proef te draaien. Tekstra:
“Maar zelfs dat is voor VDL
Weweler geen probleem
Gezien het professionele
enthousiasme en de reputa-
tie van dit bedrijf, zullen ze
alleen voor goud gaan.”
VDL Weweler toont veerkracht
Afscheid bevlogen motormanDe heer Mang Yuan heeft tijdens
de ledenvergadering van 12
november jl., na een termijn van
drie jaar, afscheid genomen van het
bestuur van afdeling Gemotori-
seerde Tweewielers. In die periode
werkte hij nauw samen met
GT-secretaris Gemma War-
merdam (links) en afdelings-
secretaresse Marianne Kremer
(rechts).
Yuan heeft volgens Warmerdam
de afgelopen jaren veel voor de
gemotoriseerde tweewieler-
branche betekend. “Hij heeft met
zijn waardevolle en brede kennis
van de branche de afgelopen vier
jaar het afdelingsbestuur versterkt
en hij was voor mij als ‘nieuwe’
secretaris een grote steun.”
Zo kwam mede dankzij zijn inspan-
ningen een packagedeal ter bevor-
dering van het gebruik van de 125
cc scooter tot stand. Dit initiatief,
dat wordt gedragen door alle par-
tijen binnen RAI Vereniging die
lichte scooters leveren, bestaat uit
het aanbieden van een kant en
klaar rijopleidingspakket aan con-
sumenten.
19
Zo’n 160 leden van RAI Vereniging brachten op 16 januari tijdens de nieuw-
jaarsreceptie in Café Amsterdam van de RAI een toost uit op 2014. Een jaar
dat, als het aan Roelf de Boer, algemeen voorzitter van RAI Vereniging ligt,
geen jaar van de akkoorden, maar van actie wordt. Zo refereerde hij achter-
eenvolgens aan het Herfstakkoord, het Woonakkoord, het Pensioenakkoord
en het Energieakkoord. De Boer: “Aan dat laatste akkoord hebben we actief
meegewerkt. RAI Vereniging heeft er voor kunnen zorgen dat belangrijke ele-
menten voor de mobiliteitssector een plek kregen. De voorstellen voor
CO2-reductie zijn nu technologieneutraal geformuleerd en het
Europese bronbeleid is leidend geworden. Het kabinet zegde op
haar beurt toe de fiscale stimulering van zuinige auto’s tot 2018
door te zetten. Hoe en of dat gaat gebeuren moeten we natuur-
lijk nog zien.”
RAI Vereniging blijft ondertussen gewoon doorgaan met het zo
duurzaam, veilig en schoon mogelijk maken van de mobiliteit.
Onder andere door de activiteiten van het Platform Elektrische
Mobiliteit uit te breiden naar het brede Platform Toekomstbe-
stendige Mobiliteit. Dit maakt het mogelijk om ook de uitrol van
groengas, waterstof, CNG en LNG te stimuleren.
De Boer zei goede mogelijkheden te
zien om, op voorwaarde dat de Neder-
landse economie en het consumenten-
vertrouwen herstellen, de AutoRAI en
de BedrijfsautoRAI in 2015 weer in de
etalage te kunnen zetten.
Veelbelovende start 2014
Zo’n 20 directieleden van in Nederland geves-
tigde industriële automotive bedrijven kwamen
begin januari bijeen in de Koninklijke Groote
Club van Amsterdam voor het eerste Captains
Dinner van het RAI Industrie Platform. Dit plat-
form, een initiatief van afdeling Autovak van RAI
Vereniging, vertegenwoordigt alle grote spelers
uit de Nederlandse maakindustrie. Doel van de
bijeenkomst was om tijdens het diner een
gedachtewisseling op gang te brengen over een
aantal zeer actuele thema’s waarover de deelne-
mers hun ervaringen zouden kunnen delen.
“In die opzet zijn wij meer dan geslaagd”, stelt
Autovak secretaris Jeroen van de Braak vast.
“Al vrij snel ontstond een constructieve discussie op basis van het rapport
‘Global Automotive Supplier Study 2013’ van Roland Berger. Marcus Ber-
ger, de opsteller van deze studie, maakte zichtbaar welke rendementsver-
schillen er zijn binnen de diverse segmenten van de meer dan 500
automotive toeleveranciers en gaf aan wat de uitdagingen zijn voor de
komende jaren.”
Uit het rapport was volgens Van de Braak één duidelijke conclusie te trekken:
het gaat goed met de toeleveranciers en dus ook goed met de leden van
het RAI Industrie Platform. Zij liften namelijk mee op de wereldwijde groei
van de productie van personenauto’s en trucks. Een groei die zich echter
niet zozeer voltrekt in Europa, maar vooral daarbuiten. Met name in de
BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China).
Eerste Captains Dinner
20
GO!
eco-trends
De grote wendbaarheid, het laadver-
mogen van maximaal 1.900 kilo en de
emissieloze elektrische aandrijflijn
maken de Ecotruck 7500 van Spijk-
staal zeer geschikt voor het gebruik in
binnensteden. De Spijkstaal Ecotruck
gaat spaarzaam om met energie.
Afvalstoffendiensten hoeven boven-
dien geen nodeloos dure kilometers
naar vuilstort of verbrandingsovens te
rijden, want de satelliet opbouw
maakt het mogelijk om vuil een -
voudig over te storten in een ander
voertuig of container. Zo doet dit
compacte inzamelvoertuig, eventueel
ook buiten de venstertijden, onge-
stoord zijn werk in het stadscentrum,
terwijl voor het leefklimaat van de
omwonenden de verstoring tot een
minimum beperkt blijft. Alle Eco-
trucks zijn uitgerust met luchtvering,
een pneumatisch/hydraulisch rem -
systeem met ABS, terwijl het lithium
accupakket voldoende energie geeft
voor een actieradius tot 100 kilometer.
Thermo King heeft eind vorig jaar op Paleis Soestdijk een nieuwe PIEK
koelmachine geïntroduceerd: de SLXe-300 Whisper Pro.
Dankzij de toepassing van een speciaal geluidsreducerend uitlaatsys-
teem, akoestisch absorberend materiaal en een uitgekiend softwarepak-
ket, is het met deze machine mogelijk om in de nachtelijke uren aan de
PIEK-norm (60 dB) te voldoen.
De Whisper Pro is zo geprogrammeerd dat deze vol vermogen geeft
wanneer niet aan PIEK hoeft te worden voldaan. Tijdens de venstertij-
den (van 23.00 tot 7.00 uur) wordt het maximum toerental van de koel-
motor met bijna een derde teruggeschroefd en de maximale
vriescapaciteit met 14 procent. Dit zorgt voor een aanzienlijke geluids-
reductie. Weliswaar neemt de koelcapaciteit af, maar die blijft volgens
Thermo King op het niveau dat is vereist om de kwaliteit van de lading
te waarborgen. Vaak is voor het optimaal koelen van levensmiddelen
namelijk een veel lager vermogen vereist dan de machine kan leveren.
De koelmachine bepaalt zelf, aan de hand van de ingeprogrammeerde
individuele PIEK-gebieden, wanneer het nodig is om over te schakelen
op een lager toerental.
De schoonste vuilniswagen van Europa
Fluisterstil koelen
SLXe-300 Whisper Pro koelmachine.
Ecotruck 7500.
21
Veilig motorrijden is nu ook in de
winter mogelijk. Dat kan voor -
taan op Snowtex scooterbanden
van de Duitse fabrikant Heidenau
die speciaal zijn ontwikkeld om
onder winterse omstandigheden
een optimale grip te bieden.
Heidenau Snowtex scooterban-
den, die in Nederland en België
worden geleverd door importeur
Hoco Parts, bieden een veel betere
grip bij koud en nat weer dan con-
ventionele scooterbanden. Dat
komt omdat ze zijn voorzien van
een rubbersamenstelling die ook
bij lagere temperaturen soepel
blijft en daardoor goed hecht aan
het asfalt. Dankzij een hoog per-
centage silica zorgen deze banden
voor een uitstekende grip en zelfs
bij sneeuw voor een aanzienlijk
betere tractie.
Heidenau maakte ooit deel uit
van het grote Pneumant banden-
concern. Nadat het zelfstandig
werd heeft het bedrijf zich onder
meer gespecialiseerd in de fabri-
cage van scooterbanden. Dankzij
de unieke combinatie van een
hoog draagvermogen en een
lange levensduur werden deze
banden favoriet bij posterijen in
een groot deel van Europa. En
omdat posterijen ook ‘s winters
post rond brengen, heeft
Heidenau al sinds jaar en dag een
speciale ‘Snowtex’ winterban-
denlijn. Dat gamma werd steeds
verder uitgebreid, gesteund door
wijzigingen in de Duitse wet -
geving. Daar is het sinds 2006
voor alle gemotoriseerde voer -
tuigen verplicht om met “bij de
weersomstandigheden passende
banden” te rijden. Dat betekent
dat je bij koud weer en bij sneeuw
alleen met winterbanden de weg
op mag. Deze verplichting is
ingesteld omdat het gebruik van
winterbanden de verkeersveilig-
heid sterk verbetert. In Nederland
en België is dat - ondanks het
ontbreken van de verplichting -
natuurlijk niet anders.
Voor vervoerders die een vrachtwagen met
gemiddelde tonnage voor stedelijke omgevin-
gen zoeken, heeft Renault Trucks de D Cab
2 m ontwikkeld. Dankzij de grote wendbaar-
heid en korte draaicirkel baant deze compacte
stadsdistributietruck zich gemakkelijk een
weg door het centrum van binnensteden. De
D Cab 2 m is verkrijgbaar van 3,5 tot 7,5 ton.
De versie van 7,5 ton is eveneens beschikbaar
met een geautomatiseerde optitronic versnel-
lingsbak.
Als aandrijflijn fungeert een Euro 6 DTi 3-
motor die een vermogen van respectievelijk
150 en 180 pk levert en garant staat voor een
gunstig brandstof verbruik en een hoog
rendement.
Verder beschikt de Renault Trucks D Cab 2 m
over een automatische airconditioning, een
navigatiesysteem en 12V-stopcontacten voor
nog meer comfort voor de chauffeur.
Voor een optimale veiligheid is de Renault
Trucks D Cab 2 m uitgerust met een rem -
systeem met ESC. De vrachtwagen beschikt
ook over een snelheidsbegrenzer, cruise
control en Hill Start Aid. Om de inzittenden
zo goed mogelijk te beschermen in geval van
een ongeval, stelt Renault Trucks een volledig
airbagaanbod ter beschikking.
Winterbanden voor (motor)scooters
Compacte stadsdistributietruck
D Cab 2 m.
Snowtex scooterband.
22
GO!
RAI vintage
CarhengeIn 1993 bracht RAI Vereniging, ter gelegenheid van de viering van haar honderdjarige bestaan het boekje ‘Voertuigen van de
verbeelding’ uit. Deze uitgave beschrijft de invloed van de mobiliteit op de kunst. In dit gedenkboek verbeelden tal van schilders, tekenaars,
beeldhouwers, grafici, maar ook literatoren en cineasten hun fascinatie voor beweging en mobiliteit. Een sprekend voorbeeld van het
verheffen van de auto tot een kunstobject is afkomstig van de Brit Jim Reinders. Hij kwam op het idee om, naar analogie van de magische
steencirkel in Stonehenge, iets vergelijkbaars met auto’s te doen. Dat werd dus ‘Carhenge’. Dit kunstwerk uit 1988 van een dozijn
zilvergrijs gespoten auto’s bevindt zich in de omgeving van de stad Alliance in de Amerikaanse staat Nebraska. Carhenge is een op
moderne leest geschoeid Stonehenge. Dit mysterieuze, bij Salisbury in Engeland gelegen, vierduizend jaar oude monument wordt gevormd
door een ring van metershoge stenen, waarop dekstenen rusten. De vorm van Carhenge is daarvan afgeleid. Misschien zal Carhenge met
zijn uit de aarde omhoogstekende autowrakken door latere generaties eveneens worden beschouwd als een prehistorisch monument,
maar dan uit de begintijd van de industriële revolutie.
23
In deze rubriek laten we leden van RAI Vereniging aan het woord die hun visie geven op de mobiliteitswereld.Dit keer Siem Dam, directeur van autoaanpasbedrijf B&SAutoaanpassing.
uitgesproken
Wat is uw favoriete vervoermiddel?
Zakelijk en privé rijd ik in een Opel Insignia. Dat is het meest praktisch.
Maar voor de echte beleving van het autorijden pak ik mijn Lotus Super
Seven. Zowel het bouwen van als het rijden met deze sportwagen is
puur genieten.
Wat vindt u van het mobiliteitsbeleid in Nederland?
In feite voert Nederland een tweesporenbeleid. Aan de ene kant wil het
kabinet dat mensen de auto laten staan – of zelfs weg doen - en meer het
OV of de fiets pakken. Anderzijds kunnen ze niet zonder de auto, van-
wege de miljarden aan belastingopbrengsten die autorijden oplevert.
Helaas komt daarvan slechts een klein gedeelte ten goede aan de infra-
structuur.
Wat zou u als eerste veranderen als u het voor het zeggen had?
Ik zou heel graag zien dat, met name als het gaat om autoaanpassingen,
het BTW-tarief wordt teruggebracht van 21 naar 6 procent om op die
manier minder validen meer mogelijkheden te bieden op zelfstandige
mobiliteit. Het is vreemd dat primaire dienstverleningen als de kapper
en de schoenmaker onder het 6 procent tarief vallen en dat mensen met
een beperking voor noodzakelijke autoaanpassingen 21 procent BTW
moeten betalen. Zeker als je bedenkt dat het tarief voor bijvoorbeeld
rolstoelen ook 6 procent is.
Vindt u dat het kabinet voldoende aandacht schenkt aan vervoersal-
ternatieven, zoals de bus, de fiets of gemotoriseerde tweewielers?
In principe wel, al is het lastig om in deze economische tijden bepaalde
zaken te verbeteren of te veranderen. Zo zou de overheid het verschil in
kosten tussen collectief openbaar vervoer, zoals bijvoorbeeld de rol-
stoeltaxi en autoaanpassingen wat mij betreft moeten opheffen. Een
instantie als het UWV kijkt bijvoorbeeld vooral naar de meest voorde-
lige vervoersoplossing en dat gaat dan ten koste van autoaanpassingen.
Zou u zelf bereid zijn tenminste 1 keer per week de auto voor het
werk te laten staan?
Zakelijk is dat lastig, aangezien ik heen en weer pendel tussen 3 vesti-
gingen en ik meestal pas op het laatste moment weet waar ik de vol-
gende dag zal zijn. Privé pak ik wel regelmatig de fiets.
Met welke politicus zou u wel eens van gedachten willen wisselen?
Met Lodewijk Asscher. Om hem eens te laten zien wat ons bedrijf pre-
cies doet en welk positieve effect dit heeft op onze klanten. Een mooie
gelegenheid om hem het verschil te tonen tussen het zelfstandig de
weg op kunnen en collectief OV.
Hoe ziet het Nederlandse verkeersbeeld er over tien jaar uit?
Het rijden op alternatieve brandstoffen zal dan de boventoon voeren en
de techniek zal steeds meer handelingen van mensen overnemen. Kijk
bijvoorbeeld wat er nu al op het gebied van autoaanpassingen mogelijk
is op www.onbeperktinbeweging.nl
Siem Dam‘Autoaanpassingen zouden onder hetlage btw-tarief moeten vallen’
24
GO!
MARKTANALYsE
Met een kwart van alle verplaatsingen speelt de fiets een prominente
rol in het verplaatsingsgedrag van Nederlanders. Een dergelijke omvang
komt in Europa nergens anders voor. In sommige Nederlandse
gemeenten bedraagt het aantal fietsverplaatsingen zelfs 35 tot
40 procent van de totale mobiliteit.
Uit de Mobiliteitsbalans 2013 valt af te lezen dat tussen 2000 en 2013
het aantal fietsritten met ongeveer 6 procent toe nam. In die periode
steeg het aantal afgelegde fiets-
kilometers met zo’n 14 pro-
cent. Naar schatting 10
procent van deze groei komt
voor rekening van de e-bike.
Het marktaandeel van de elek-
trische fiets is in ons land met
16 procent beduidend hoger
dan in de omringende landen.
Duitsland komt op de tweede plaats met 8 procent en in Denemarken ligt dit aandeel op 5 procent. Naar schatting
5 procent van de Nederlanders bezit inmiddels een e-bike. Bij 60-plussers is dit zelfs 10 procent. De laatste categorie
legt daarmee tweemaal zoveel kilometers af als hun leeftijdsgenoten op een gewone fiets.
Het aantal kilometers dat inwoners van
Nederland van 12 jaar en ouder
afleggen nam de laatste 25 jaar met
circa 40 procent toe. De groei deed
zich vooral voor in de jaren tachtig en
negentig. Tussen 2000 en 2012 nam het
aantal kilometers veel minder hard toe
dan voor die tijd, namelijk met
5 procent. Sinds 2005 is sprake
van een verdere afvlakking van de
mobiliteitsgroei, met name van het
autogebruik. Dit laatste hangt vooral samen
met de daling van het aantal autokilometers dat Neder-
landers als passagier in de auto afleggen. Dit is het
afgelopen decennium met 12 procent afgenomen.
Binnen een huishouden beschikken immers, mede dankzij
de toegenomen zelfstandigheid en arbeidsparticipatie van
vrouwen, steeds meer mensen over een auto. Autobestuurders legden in 2012 nog wel in totaal 11 procent meer
kilometers af dan in 2000, maar ook hier is sprake van een afvlakking. Een andere factor die bijdroeg aan de afzwakkende
groei van het autogebruik betreft de verminderde automobiliteit door jongeren van 18 tot 29 jaar. Oorzaak is het afnemende aantal werkende jongeren en het
groeiend aantal studerende jongeren. Het Kennisinstituut voor Mobiliteit (KIM) stelt vast dat de status van het autobezit onder jongeren vooralsnog onveran-
derd blijft en verwacht niet dat de afname van mobiliteit zich onder deze groep verder zal voortzetten.
Mobiliteit in Nederland (in mrd. reizigerskilometers)
2012 2011 2000
Autobestuurder 184 184 177
Autopassagier 40 41 46
Openbaar vervoer 23 23 22
Trein 17,9 17,6 15,0
Bus, tram, metro - 7,0 6,5
Langzaam verkeer 19 19 17
Overig 6 6 5
Goederenvervoer(op Nederlands grondgebied in mrd. tonkm. )
Weg (excl. bestelauto’s) 53,9 55,8 48,9
Binnenvaart 43,7 44,7 41,3
Spoor 6,0 6,4 4,6
Pijpleiding 11,6 11,1 12,5
Aandeel fiets inhet totale aantalverplaatsingenNederland 26%
Denemarken 20%
Zwitserland 11%
Duitsland 10%
België 8%
Zweden 7%
Verenigd Koninkrijk 2%
Nederland met voorsprong aan Europese fietstop
Groei automobiliteit vlakt af
Bron
: Mob
iliteit
sbala
ns 2
013
/ Fie
tsbera
ad
Bron
: Milie
ubala
ns 2
013
Schadelijke emissies personenauto’s blijven dalen
Verkeersongevallen grootste maatschappelijke kostenpostDe kosten van files en vertragingen, verkeersongevallen en milieuschade door het verkeer lagen in 2012 tussen de
19,9 en 20,9 miljard euro. Dit is exclusief de kosten van geluidshinder. Het totaal van deze kosten is de afgelopen tien
jaar niet veel veranderd, maar de ontwikkeling verschilt per kostenpost. De grootste post betreft de verkeers -
ongevallen. Die worden door het Kennis-
instituut voor Mobiliteit becijferd op
13,0 à 13,4 miljard euro, 6 procent meer dan in 2011. Dit
is vooral toe te schrijven aan het groeiend aantal ernstig
gewonden in het verkeer, dat tussen 2006 en 2011 met
30 procent steeg. Daar tegenover stond een daling van
het aantal dodelijke verkeersslachtoffers.
De uitstoot van NOx en fijnstof (PM10) door het Nederlandse wegverkeer is vorig jaar ten opzichte van 2000 met respectievelijk 36 en
43 procent afgenomen. De uitstoot van CO2 (wat overigens geen vervuilende stof is) daalde in die periode met 6 procent. Een en
ander heeft er volgens het Kennisinstituut voor Mobiliteit toe geleid dat de maatschappelijke kosten van de CO2-uitstoot en de
luchtverontreiniging door het verkeer in 2012 met 25 procent zijn gedaald tot circa 5,1 miljard euro. In 2000 bedroegen deze
kosten nog 6,8 miljard euro.
Het aantal personen dat hinder ervaart van het verkeer bleef het afgelopen decennium nagenoeg gelijk,
ondanks de groei van de mobiliteit. Dat de geluidshinder van het wegverkeer niet toenam, kwam vooral
dankzij de aanleg van stille wegdekken (ZOAB) en geluidsschermen. Daarnaast
werden in 2012 voor rijkswegen nieuwe, vereenvoudigde geluidsregels van kracht.
Er gelden ‘geluidproductieplafonds’ waar wegbeheerders aan moeten voldoen.
De exacte kosten van geluidshinder door het wegverkeer zijn overigens nog niet
beschikbaar. Maatschappelijke kostenvan milieueffecten doorhet verkeer(in mrd. euro)
2012 2000
Totaal 5,1 6,8
CO2 2,3 2,2
NOx 1,5 2,4
PM10 1,2 2,1
Geluid n.n.b. n.n.b.
Ontwikkeling maatschappelijke kosten verkeersonveiligheid(in mrd euro)
2012 2009 2006 2003
Totaal 13,0 – 13,4 12,5 10,9 12,4
w.v.
Medische kosten - 0,4 0,3 0,3
Productieverlies - 0,9 0,9 1,5
Immateriële kosten - 5,8 5,0 5,5
Schade aan voertuigen - 3,9 3,2 3,5
Afhandelingskosten politie - 1,3 1,3 1,2
Filekosten t.g.v. verkeersongevallen - 0,3 0,2 0,3
25
Bron
: Mob
iliteit
sbala
ns 2
013
Bron
: Mob
iliteit
sbala
ns 2
013
26
GO!
DE Stelling
Patrick Potgraven,
Verkeersdienst
‘Het beste medicijn tegen de
files is een file. Als mensen
files zat zijn gaan ze naar alter-
natieven zoeken. Dat is jaren-
lang goed gegaan. Tot nu dus.”
Bron: Trouw
Bas van Putten, autojournalist
‘Als liefhebber van infantiele herrie en benzinedampen was ik altijd tegen
elektrisch rijden. Maar vier auto’s bekeerden me de afgelopen maanden:
de Tesla Model S, de Renault Zoe, de Nissan Leaf en de i3 van BMW. Niets
is opgewassen tegen het comfort, de stilte en de trillingsvrije souplesse
van een stroomauto.’
Bron: NRC
Marjolijn de Lange, Fietsersbond
‘Fietspaaltjes zijn net onkruid. Als je
het even niet bijhoudt, schiet het weer
omhoog. Het gaat nu goed met wegha-
len, maar tegelijkertijd worden op
andere plekken gevaarlijke paaltjes
geplaatst.
Bron: Parool
Olaf de Bruijn, directeur
RAI Vereniging
‘Kijkend naar de Europese kaart zie
je een lappendeken aan veiligheids-
regels. Dat moet volgens ons veran-
deren, zelfs als dat betekent dat
bijvoorbeeld winterbanden voor de
Nederlandse weggebruikers ver-
plicht worden.’
Bron: AD
Pete Jordan, auteur ‘De fietsrepubliek’
‘De wens om veilig te kunnen fietsen
deed mij ooit emigreren van de V.S.
naar Nederland. Met angst en beven
denk ik terug aan de jaren dat ik in
Amerika door de stad fietste.’
Bron: Trouw
Henk Leenders, PvdA-kamerlid
‘Het afschaffen van de 130-km grens lost het fijnstofprobleem niet op.
Fijnstof komt ook overwaaien uit het Ruhrgebied en de haven van
Antwerpen. Het is niet zo dat we van het probleem af zijn als we hier de
norm aanscherpen. Zo werkt het niet. We moeten tot Europese normen
komen.’
Bron: Trouw
De productie vanonze lasmachines in het buitenland vergroot de groei-kansen.
Piet Mosterd, directeur AWL-Techniek
“Vanuit de eerstelijnstoeleveranciers krij-
gen wij duidelijk gemeld dat onze opdracht-
kansen aanzienlijk groter zijn als we
lasmachines kunnen leveren in alle landen
waar wordt geproduceerd. Wij zien groei als
dit advies wordt opgevolgd.”
Remas Haverkamp,
Scooterbelang
‘Ik heb zelf een schone 50 cc vier-
takt en die ruik jij echt niet. Laten
we niet vergeten dat al enkele
jaren ruim negentig procent van
de verkochte scooters een schone
en stille viertakt is.
Bron: Telegraaf
27GO!factorJAN MAARTEN DE GROOTHoewel Jan Maarten de Groot geen restaurant bestiert is hij wel in het bezit van drie sterren.
Die zijn te vinden op zijn verschillende Mercedessen. De directeur-eigenaar van Euro-Roller® Technics,
de enige Nederlandse fabrikant van uitlaatgas- en lasdampafzuigsystemen, is naar eigen zeggen namelijk
altijd gefascineerd geweest door dit Duitse merk. Met name die uit het bouwjaar 1961. Niet geheel
toevallig het geboortejaar van De Groot.
“Ik heb inmiddels vijf klassieke auto’s, waarvan drie Mercedessen uit 1961. Dat lijkt veel, maar ik zeg
altijd: een ster uit dat jaar kan er altijd nog wel bij. Naar deze 190 SL ben ik jaren op zoek geweest.
Dat was een zware bevalling. Ik wilde vooral een Europese oldtimer, maar wat ik tegen kwam was of
te duur of te slecht. Uiteindelijk kwam ik begin dit jaar in contact met een Belg die twaalf 190 SL’s op
zijn erf had staan, waarvan hij bereid was er twee van de hand te doen. Het werd dus deze. Een gave
en harde SL die bovendien nog is voorzien van de originele leren bekleding. Er hoefde niets aan te
gebeuren en ik kon er direct mee weg rijden. Zo hoort het ook is mijn mening. Een auto hoeft niet in
concours staat te zijn. Het is wat mij betreft starten en rijden. En het onderhoud? Ach dat is bij dit
soort wagens prima te doen. Als ik tijd heb doe ik het zelf. Zo’n 190 SL is en blijft toch echt een
stijlicoon. Zo maken ze die niet meer tegenwoordig...”
Eerste verwarmde fietspad in WageningenIn een eerdere editie van GO!Mobility werd dekomst van verwarmde en energieopwekkendefietspaden al aangekondigd. Inmiddels heeftWageningen de primeur. Deze gemeente heeftals proef een 50 meter lang verwarmde strookfietspad aangelegd.
Dit pilottraject bestaat uit betonnen platen die verwarmd
kunnen worden. De verwarming vindt ‘klimaatneutraal’
plaats door warmte-koude opslag en zonne-energie.
Voordeel van de verwarmde betonnen platen is dat ze
nooit bevriezen, en dat er dus niet gestrooid hoeft te wor-
den en ook de veiligheid van de fietsers niet in gevaar
komt. Ook biedt de methode kansen voor kwetsbare
natuurgebieden, die nu schade kunnen ondervinden van
het strooien met zout. Daarnaast zijn de betonnen platen
onderhoudsvrij en 100% recyclebaar.
Het is de bedoeling dat dit stuk fietspad in de loop van dit
jaar ook wordt voorzien van de allereerste ‘Glow in the
dark’ wegmarkering. Deze techniek zorgt er voor dat het
fietspad ’s nachts licht geeft. Dit is mogelijk doordat de
toegepaste wegverf zichzelf overdag bij zonlicht ‘oplaadt’
en de opgenomen energie in de avond weer in de vorm van
licht afgeeft.
In de praktijk hebben verwarmde fietspaden drie belang-
rijke voordelen: ze verhogen het fietscomfort, voorkomen
veel ongevallen en leiden er toe dat meer mensen beried
zijn de fiets te pakken.
Jaar van actie!
Vorig jaar vierde RAI Vereniging het 120 jarig bestaan. In die tijdspanne heeft RAIVereniging bewezen niet alleen nuttig, maar ook nodig te zijn in een wereld en werkelijkheid die bepaald niet heeft stilgestaan. Tempura mutandur, de tijden veranderen… En in die nieuwe wereld komt RAI Vereniging op voor ondernemersdie met alle wielen in de werkelijkheid staan. Ondernemers die niet meer uitsluitendstreven naar duurzaamheid, maar naar toekomstbestendigheid.Ook al is dat niet gemakkelijk in een politiek klimaat waarin een Regeerakkoord minder waard lijkt dan een Herfstakkoord en de auto een makkelijke fiscale prooilijkt te worden. Het afgelopen jaar was vooral het jaar van de akkoorden: het Herfstakkoord, het Woonakkoord, het Pensioenakkoord, het Energieakkoord. Aandat laatste akkoord hebben we actief meegewerkt. Zo hebben we er voor kunnenzorgen dat belangrijke elementen voor de mobiliteitssector een plek kregen. Zo zijnde voorstellen voor CO2-reductie technologieneutraal geformuleerd, en is het Europese bronbeleid leidend geworden. Het kabinet zegde op haar beurt toe de fiscale stimulering van zuinige auto’s tot 2018 door te zetten. Hoe en of dat gaatgebeuren moeten we natuurlijk nog zien. Ondertussen blijft RAI Vereniging natuurlijkgewoon doen wat ze moet doen: mobiliteit zo duurzaam, schoon en veilig mogelijkmaken. Zo breiden we de activiteiten van het Platform Elektrische Mobiliteit uit naareen breder Platform Toekomstbestendige Mobiliteit, zodat we ook de uitrol vangroengras, waterstof, CNG en LNG kunnen stimuleren. Verder komt er een keurmerk voor de sectie Reinigingsvoertuigen: Erkend Duurzaam. Dat heeft een duidelijke toegevoegde waarde in een branche waar aanbestedingen een belangrijke rol spelen: de klant wil kunnen rekenen op een duurzame uitvoering van zijn contract.Ook werken we aan een boost in de verkoop van elektrische auto’s in Nederland.Dat gaat nog lang niet goed genoeg. Mooie elektrische auto’s te over, maar er zijnnog steeds veel te weinig laadpalen. De verkoop van e-fietsen gaat een stuk beter.Van de ongeveer 1 miljoen verkochte fietsen was in 2013 éénvijfde een e-bike. Om die nog schoner te maken gaat RAI Vereniging samen met de Stibat, de StichtingBatterijen de weg op om gebruikte accu’s in te zamelen.Afdeling Gemotoriseerde Tweewielers gaat, samen met afdeling Fietsen, door met depromotie van twee wielen boven vier wielen in stedelijke gebieden. Om het gebruikvan scooters te stimuleren gaan dealers en rijscholen samenwerken om klanten scooter en rijlessen in één pakket aan te bieden.Autovak heeft al jaren de mooie maar zware taak om te zorgen dat ieder nieuwonderdeel, iedere sleutelronde, iedere reparatie niets afdoet, en liefst iets toevoegt,aan de toekomstbestendigheid van ons wagenpark. Dat vraagt om innovatieve oplossingen. Autovak is daarom zeer actief binnen het RAI Industrie Platform, deoverkoepelende organisatie van toeleveranciers aan de auto-industrie. Verder vindt er komende maand, in samenwerking met de Fiets- Wandelbeurs, eenFietsvak nieuwe stijl plaats. Volgend jaar willen we ook onze auto’s en bedrijfsauto’sweer in de etalage zetten. Dit jaar gaan we hard aan de slag om in 2015 ook die beur-zen weer in volle glorie te laten plaatsvinden. Daarvoor is natuurlijk een verbeteringvan onze economie én het consumentenvertrouwen nodig. Voor herstel, ook van hetconsumentenvertrouwen, kijken we toch naar Den Haag. Ik hoop dat 2014 daar nietweer een jaar van akkoorden wordt, maar het jaar van de actie! RAI Vereniging zalzeker het goede voorbeeld geven!
Roelf H. de Boer, algemeen voorzitter RAI Vereniging
28
GO!
roelf de boer
Verwarmd fietspad dankzij warmte-koude opslag en zonne-energie.
29
De laatste drie maanden van 2013 stonden onder meerbol van de verhogingen op autobelastingen of pogingenhiertoe, stellen Cees Boutens, manager Strategie en PublicAffairs van RAI Vereniging en zijn collega Quirijn Teunis-sen. “Dramatisch voor een markt die zo afhankelijk is vanstabiliteit en duidelijkheid.”
Nu de rookwolken opgetrokken zijn, zeggen zij nog maar twee dingen
te kunnen hopen: dat 2014 een beter jaar voor de sector wordt en dat de
autobrief 2 (die deze zomer naar de Kamer gaat) een toekomstbestendig,
stabiel en niet-marktverstorend systeem van autobelastingen voorstaat.
Autofiscaliteit is niet het enige onderwerp dat om een toekomstbesten-
dige visie vraagt, vervolgt Boutens. “Zo is de drukte op fietspaden ook
een onderwerp waarbij we de politiek oproepen constructief vooruit te
kijken. Door drukte, rijgedrag en opvoeren van snorfietsen is een dis-
cussie ontstaan over de vraag waar de snorfiets moet rijden. Het lijkt een
makkelijke keuze om die van het fietspad te weren. Een onzalige oplos-
sing. Het is beter om overtreders aan te pakken en zo te handhaven dat
rijgedrag in lijn is met verkeersregels. Door de snorfiets naar de rijbaan
te verplaatsen gedoog je overtreders en creëer je een veiligheidspro-
bleem op de rijbaan. Dat lijkt ons geen toekomstbestendig beleid!”
Een ander onderwerp waar RAI Vereniging bij de politiek heeft aange-
drongen op een toekomstbestendig beleid, is dat van veiligheidsacces-
soires. Teunissen: “We zijn al ruim zestig jaar aan het schaven aan één
Europa, maar op de vraag welke veiligheidsaccessoires in de auto aan -
wezig moeten zijn, geeft Nederland nog steeds 28 verschillende ant-
woorden. Andere landen hebben talloze verplichtingen, denk aan de
gevarendriehoek. Nederland heeft er niet één. Wij vinden dat serieus
moet worden gekeken welke maatregelen uit andere landen effectief
zijn, om die dan ook hier in te voeren.”
Een derde actueel onderwerp dat naar de mening van Boutens uitnodigt
tot constructief vooruit kijken, is dat van voertuiginnovatie. Er komen
steeds meer voertuigen die niet meer binnen de bestaande categorieën
passen. “Bijvoorbeeld de speed pedelec, die trapondersteuning tot 45
km/u biedt, maar ook als conventionele fiets bruikbaar is. Dit soort
innovaties vraagt om een herijking van verkeerswet- en regelgeving.
Gelukkig vinden er constructieve gedachtewisselingen tussen de sector
en het ministerie van I&M plaats over dit onderwerp plaats.”
Om toekomstbestendig te zijn is het tenslotte goed om samen te wer-
ken, vinden beiden. “Een mooi resultaat daarvan is de keuze van minis-
ter Schultz om het advies van een werkgroep te volgen en in Nederland
geen kunststof kentekenplaten toe te staan. RAI Vereniging leidde deze
werkgroep waarin alle betrokken partijen meedachten. Voor het andere
deel van het advies van de werkgroep is nog extra lobby nodig. Kente-
kenplaten met chips zijn een enorme verbetering in de aanpak van
fraude met kentekenplaten. Een onderwerp dat ligt tussen de ministers
Opstelten en Schultz. Wij blijven er op aandringen dat zij dit onder-
werp kordaat oppakken.”
Haagse wandelgangEN
30
GO!
FietsVak 1 t/m 4 maart
Amsterdam RAI
Intertraffic25 t/m 28 maart
Amsterdam RAI
Trailer24 t/m 27 april
Kortrijk Xpo
Busworld Istanbul24 t/m 27 april
Istanbul
RAI Klassieker Rit24 mei
IAA HannoverTrucks, bussen, trailers, carrosserieën
en componenten
25 september t/m 2 oktober
BedrijfsautoRAI20 t/m 23 oktober
Amsterdam RAI
Mobiliteitskalender 2014
ARN heeft de recycling capaciteit van de PST-fabriek inTiel het afgelopen jaar met ruim 26 procent verhoogd tot38.000 ton. Met deze capaciteit voldoet ARN aan deEuropese recyclingdoelstelling van 2015 om 95 procentvan alle autowrakken te verwerken tot herbruikbare afval-stromen.
In 2012 verwerkte de PST-fabriek van ARN nog zo’n 30.000 ton
shredderafval afkomstig van oude auto’s tot (her)bruikbare product-
stromen. Maar inmiddels is, na de opstartfase in 2011, de high-tech
apparatuur en de machines in de fabriek ‘gefinetuned’ en is het
mogelijk het productievolume op te voeren.
Crusca-fabriekIn de PST-fabriek krijgen de zogeheten restfracties in de vorm van
metalen, kunststoffen, vezels en mineralen, dankzij een hoogwaardig
en gecompliceerd recyclingprocedé, tal van nieuwe toepassingsmoge-
lijkheden. Onder andere als kunststof in de auto-industrie zelf, of als
bouwmateriaal en bijvoorbeeld als straatnaambord. Een ander
materiaal dat wordt gewonnen uit vermalen auto’s is Crusca, dat is
afgeleid van ‘crushed cars’. Crusca is het nieuwe spaanplaat, het
nieuwe triplex. De PST-fabriek perfectioneerde de productietechniek
voor het maken van Crusca-platen en wil het materiaal (door derden)
op grote schaal gaan (laten) vervaardigen, waarbij ARN als
toeleverancier fungeert.. Hiervoor is ARN op zoek naar investeerders
om een aparte fabriek voor deze Crusca-platen te openen. De
productie van de platen richt zich volgens ARN in eerste instantie op
de markt van slootkantbeschoeiing; het materiaal dat er in sloten en
vijvers voor zorgt dat de kanten niet instorten. Op dit moment wor-
den hiervoor meestal planken van hardhout gebruikt. Crusca-platen
zijn echter veel duurzamer, niet duurder en bovendien weer
recyclebaar. Daarnaast denkt ARN aan toepassingen voor geluids-
schermen.
ARN voldoet nu al aan de Europese recyclingdoelstelling van 2015.
EYE CATCHER
Recycling-capaciteit ARN fors omhoog
31
23 januariOok in 2014 subsidie voor aanschaf emissie-armebestelauto’s en taxi’s
17 januariAPK voor GT op lange baan
16 januariEP stemt voor compromis CO2-uitstoot lichte bedrijfs-wagens
15 januariSchultz: geen helmplicht maar prioriteit handhavingsnorfietsen
15 januariGT-sector wil meer toezicht op Europese Typegoed-keuring (ETG) en sloopregeling brom- en snorfietsen
6 decemberNieuw: GPS helpt bij opsporing gestolen scooteren zorgt ook nog eens voor lagere verzekerings-premie.
22 novemberWalter van den Hoven (Schwalbe) nieuwbestuurslid afdeling Fietsen
21 novemberVolvo in platform merkoriginele onderdelen Part-One
19 novemberVolle bak op Holland E-mobility House zojuist. Netwerken onder ‘hoogspanning’ op #EVS27
Tweets RAI Vereniging
@raivereniging
1 t/m 4 maart 2014, FietsVak
GO!ROUND
Van 1 t/m 4 maart geeft FietsVak in Amsterdam
RAI opnieuw de traditionele aftrap van
het
!etsseizoen. De vakbeurs vormt dit jaar een integ
raal
onderdeel van Fiets- en Wandelbeurs. Dit bete
kent
dat het evenement, behalve voor vakbezoekers, ook
toegankelijk is voor consumenten. De combinatie van
beide beurzen maakt het mogelijk een nog completer
aanbod te tonen. De organisatie van Fie
tsVak is in
handen van Amsterdam RAI onder auspiciën van
RAI Vereniging.