Symposium Technologie: plenair - Presentatie Robert Houtenbos (Vilans)
Gezond in de wijk - Vilans
Transcript of Gezond in de wijk - Vilans
Gezond in de wijk
Betrokkenheid van ouderen
bij hun eigen gezondheid en welzijn
en dat van hun omgeving
Vilans Cecil Scholten Oktober 2009
Gezond in de wijk, oktober 2009 2
Colofon © 2009 Vilans Niets van deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt wor-den door middel van druk, fotokopie, microfilm of op een andere wijze zonder voorafgaande toestemming. Het project Gezond in de wijk is mogelijk gemaakt door subsidie van het RCOAK en Sluyterman van Loo Fonds. Auteur
Cecil Scholten
Met medewerking van:
Petra Stienstra, oud medewerker Vilans
Juliëtte Vaal, oud-medewerker Vilans
SWO Zelhem, SWO Geertruidenberg en stichting Elk in Culemborg
Foto Microsoft Office gratis illustraties
Vilans
Catharijnesingel 47
Postbus 8228
3503 RE Utrecht
Telefoon (030) 789 23 00
Fax (030) 789 25 99
E-mail [email protected]
Website www.vilans.nl
Gezond in de wijk, oktober 2009 3
Gezond in de wijk Betrokkenheid van ouderen bij hun eigen gezondheid en welzijn en dat van hun omgeving Begonia’s Heb ik weer, dacht de bejaarde. Zit ik achter de verkeerde planten. Jan J. Pietersen
Gezond in de wijk, oktober 2009 4
Voorwoord
Gezond in het leven. Prima. Maar nu ook: gezond in de wijk? Inderdaad. Gezond
leven in een prettige, veilige en aangename woonomgeving. En daar kunnen oude-
ren ook zelf aan meebijdragen. Waarom gaat het vaak óver ouderen en worden er
allerlei activiteiten vóór hen bedacht. Ouderen zijn heel goed in staat en bereid
ook zelf een bijdrage te leveren. Niet alleen door mee te praten over allerlei za-
ken, maar ook door de handen uit de mouwen te steken. Maar krijgen ze daartoe
nog wel de kans?
In Engeland hebben ze veel ervaring met de inzet van ouderen zelf. Vanuit Vilans,
het landelijk kenniscentrum voor de zorg, zijn we daar een kijkje gaan nemen en
raakten onder de indruk van de inzet en de resultaten. Een van de projecten gaat
over ‘Healthy communities’. Dat hebben wij vertaald in ‘Gezond in de wijk’. Het
doel van ‘Gezond in de wijk’ is dat ouderen worden gestimuleerd om als groep in
gesprek te gaan over hun eigen leefsituatie, kijken naar verbetermogelijkheden en
acties en daar ook zelf mee iets mee doen. Ze worden bijgestaan door medewer-
kers vanuit ouderenorganisaties, te vergelijken met onze ouderenbonden en met
organisaties voor welzijn/ouderen.
We wilden graag kijken of zo’n aanpak in Nederland zou werken. We zijn daarom
aan de slag gegaan in drie gemeenten: Zelhem, Geertruidenberg en Culemborg. De
organisaties voor het welzijnswerk en welzijn ouderen waren nauw betrokken bij de
realisatie van dit project dat in 2007 gestart is en eindigde in oktober 2009. We
danken de directie, beroepskrachten en niet in de laatste plaats de vrijwilligers
voor hun onuitputtelijke inzet. Zonder hen was het bij een leuk idee gebleven en
hadden we niet uit ervaring kunnen spreken wat wel en niet werkt.
We zijn er nog niet. Het betrekken van ouderen zelf bij hun eigen gezondheid en
hun omgeving vraagt om een duidelijke inzet van organisaties en ook van ouderen
zelf. De neiging om zaken op andermans bord te leggen en zeker op die van ge-
meenten en woningcorporaties is groot. Maar nu gaat het erom dat ouderen ook
zelf zaken aanpakken. Wij hebben daar vertrouwen in, mede door de resultaten die
bereikt zijn en suggesties die we hebben opgedaan in de voorbeeldprojecten.
In dit projectverslag leest u verder hoe het de deelnemers aan het project Gezond
in de wijk is vergaan. Cecil Scholten. Projectbegeleider Gezond in de wijk, Vilans.
Gezond in de wijk, oktober 2009 5
Inhoud
Voorwoord
Inhoud
1. Projectaanpak
1.1 Inleiding
1.2 Projectopzet
1.3 Samenwerking
1.4 Leeswijzer
Gezond in de wijk als methodiek Prélude: waarom aan de slag? Stap 1: Voorbereiding
2. Voorbeeld uit de praktijk: Zelhem
2.1. Inleiding
2.2. Blik op de oudere inwoners
2.3. Start van het project
2.4. Doel en aanpak
2.5. Activiteiten
2.6. Evaluatie en vervolg
Gezond in de wijk als methodiek Stap 2: Doel en aanpak Stap 3: Uitvoering
3. Voorbeeld uit de praktijk: Geertruidenberg
3.1. Inleiding
3.2. Blik op de oudere inwoners
3.3. Start van het project
3.4. Doel en aanpak
3.5. Activiteiten
3.6. Evaluatie en vervolg
Gezond in de wijk als methodiek Intermezzo: waar zijn we mee bezig? Stap 4: Voortgang uitvoering
4. Voorbeeld uit de praktijk: Culemborg
4.1. Inleiding
4.2. Blik op de oudere inwoners
4.3. Start van het project
4.4. Doel en aanpak
Gezond in de wijk, oktober 2009 6
4.5. Activiteiten
4.6. Evaluatie en vervolg
Gezond in de wijk als methodiek Stap 5: Evaluatie en vervolg Stap 6: Slotakkoord
Bijlagen
A) Vallen en valpreventie bij ouderen
B) Empowerment van ouderen
Gezond in de wijk, oktober 2009 7
1 Projectaanpak
1.1 Inleiding
Het idee om een project rondom de participatie van ouderen op te zetten, werd in
eerste instantie ingegeven door het verzoek van SWO Zelhem om mee te mogen
doen aan de verbetertrajecten voor Zorg voor Beter (zie www.zorgvoorbeter.nl). In
dit project van Vilans gaan zorgorganisaties aan de slag om in een jaar tijd rond een
concreet onderwerp een duidelijke verbetering aan te brengen. Een voorbeeld
daarvan is het verminderen van decubitus bij cliënten. Ook het voorkomen van
vallen was een van de onderwerpen. Met name dit onderwerp had de interesse van
SWO Zelhem gewekt, omdat ook veel ouderen thuis en in hun eigen omgeving kans
hebben om te vallen.
In het project Zorg voor Beter konden alleen zorgorganisaties deelnemen en geen
stichtingen welzijn/ouderen. Maar Vilans zag wel dat het probleem van vallen ver-
der reikte dan alleen ouderen die woonachtig zijn in instellingen. Daarbij kwam dat
een aantal medewerkers een bezoek had gebracht aan Age Concern in Engeland.
Deze organisatie voert diverse projecten uit, waarbij de inzet en betrokkenheid van
ouderen centraal staat. Een van die projecten was ‘Healthy communities’.
‘Healty communities’ beoogt de gezondheid van ouderen te stimuleren door hen
zelf te laten nadenken welke risico’s zij lopen, hoe die te voorkomen zijn en met
name wat ze daar zelf ook aan kunnen doen. Vilans zag mooie voorbeelden hoe
ouderen bezig waren met het thema valpreventie. De Engelse ouderen gaven onder
meer voorlichting over hoe je vallen kunt voorkomen, organiseerden een thema-
markt, wezen winkeliers op obstakels, toonden gemeenten gevaarlijke plekken
waardoor ouderen zouden kunnen vallen. Als bijkomstig effect bleek dat ouderen
zich gestimuleerd voelden om mee te doen aan lokale activiteiten. Ze raakten
daardoor minder geïsoleerd en ervoeren dat ze nog steeds een rol konden spelen in
de samenleving. Kortom: gezond in de wijk!
We wilden graag bekijken of deze methodiek ook in Nederland zou kunnen werken.
Het verzoek van SWO Zelhem bood daarvoor een goed aanknopingspunt. We zijn op
zoek gegaan naar andere organisaties die ook mee wilden doen. SWO Geertruiden-
berg en de Stichting Elk uit Culemborg hebben hierop gereageerd. We hebben begin
2008 in samenwerking met deze organisaties een subsidieaanvraag ingediend bij de
stichting RCOAK en de stichting Sluyterman van Loo. Deze aanvraag is gehonoreerd
en in het voorjaar van 2008 zijn we gestart. Het project is op 20 oktober 2009 afge-
rond tijdens een bijeenkomst in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de be-
trokken organisaties.
Gezond in de wijk, oktober 2009 8
1.2 Projectopzet
Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met drie organisaties voor welzijns-
werk/ouderen in drie verschillende gemeenten. Vilans biedt hen ondersteuning in
de vorm van overleggen, het aanreiken van materialen, begeleiding en advisering.
Het is de bedoeling dat de SWO’s in hun gemeente zelfstandig wonende ouderen
uitnodigen voor een informatieve eerste bijeenkomst. Deze bijeenkomst heeft het
karakter van een algemene informatiemarkt (hoe risico’s te herkennen en te voor-
komen?), maar kan ook ruimte bieden om met mensen in gesprek te gaan over oor-
zaken en maatregelen om hun eigen veiligheid te verbeteren. Ouderen die dat wil-
len nemen plaats in een ‘verbetergroep’.
De groep bedenkt concrete acties die de ouderen zelf kunnen ondernemen. Dit
kunnen activiteiten zijn om mensen bewust te maken van risico’s, of bijvoorbeeld
maatregelen waardoor risicovolle situaties vermeden of opgelost worden. Vilans
reikt relevante materialen aan en adviseert over de aanpak en voortgang.
In een aantal daaropvolgende bijeenkomsten worden deze activiteiten en maatre-
gelen geëvalueerd op hun resultaat en waar nodig bijgesteld of aangevuld. De peri-
ode tussen de bijeenkomsten zijn de actieperiodes.
1.3 Leeswijzer
In dit eerste hoofdstuk is ingegaan op de achtergrond van het project, de Engelse
oorsprong, de wens om het te vertalen naar de Nederlandse situatie en de samen-
werking met drie welzijnsorganisaties.
In het volgende hoofdstuk beschrijven we het eerste deel van de methodiek: waar-
om zou je er als organisatie mee aan de slag gaan en hoe bereid je het voor. De
methodiekbeschrijving is opgeknipt in aparte onderdelen die tussen de beschrijving
van de pilots opgenomen zijn. De ervaringen en resultaten van de pilots zijn name-
lijk verwerkt in de methodiek en dat is op die manier goed terug te zien.
In de bijlagen is achtergrondinformatie opgenomen over vallen en valpreventie bij
ouderen en het ‘empoweren’ van ouderen oftewel het ouderen zelf in staat stellen
en te stimuleren zelf te beslissen en te handelen.
Gezond in de wijk, oktober 2009 9
Gezond in de wijk als methodiek
Prélude: waarom aan de slag?
De methodiek Gezond in de wijk is erop gericht ouderen duidelijk te maken dat ze zelf het nodige kunnen doen om zo lang mogelijk gezond en zelfstandig te blijven wonen. Via een overzichtelijk stappenplan krijgt u zicht op hoe de metho-diek werkt. Bij elke stap geven we een aantal tips en opmerkingen afkomstig van de voorbeelden uit de praktijk. De methodiek is geen blauwdruk. Uit de voorbeelden is gebleken dat in elke ge-meente het project anders uitpakte. Bij u zal dat niet anders zijn. Het stappen-plan vormt de leidraad, waarmee u uw eigen pad uitstippelt. Er zit wel een crucia-le rode draad in het verhaal, namelijk dat u als welzijnsinstelling c.q. instelling voor welzijn ouderen, ouderenbond, gemeente, of andere betrokken organisatie het niet alleen doet maar sámen met degenen waar het uiteindelijk om draait: de ouderen zelf! Want daarom gaat u aan de slag: om ouderen zelf te activeren en hen te betrek-ken bij hun eigen welzijn en dat van hun omgeving. Niets werkt beter als leef-tijdgenoten anderen aansporen om bepaalde activiteiten te ondernemen, aanpas-singen door te voeren en met elkaar de schouders eronder te zetten. Dat kan soms betekenen dat u als beroepskracht, ambtenaar of ondersteuner een stapje terug moet doen. U volgt meer dan dat u leidt. U reikt iets aan in plaats van dat u stuurt. Dat zal niet altijd meevallen, dus dan geldt ook voor u: aan de slag!
Stap 1: Voorbereiding
Werving Het project begint met het bijeen brengen van een groep ouderen uit de ge-
meente die aan zelf aan de slag wil met een concreet thema. U kunt de vrijwilli-
gers op drie manieren uitnodigen:
1. U spreekt zelf ouderen uit uw eigen netwerk aan en nodigt hen uit
voor een bijeenkomst.
2. U nodigt alle ouderen in een wijk of de gehele gemeente uit voor een
bijeenkomst over wonen, zorg en welzijn van ouderen en vraagt na af-
loop wie van de aanwezigen wil deelnemen in een verbetergroep.
3. U nodigt alle ouderen in een wijk of de gehele gemeente uit voor een
bijeenkomst met een specifiek thema.
Gezond in de wijk, oktober 2009 10
Ad 1. Via eigen netwerk
Als u op zoek gaat in uw eigen netwerk dan kunt u voor u zelf vooraf een profiel
opstellen van degenen die u zoekt. Zo zouden ze bijvoorbeeld al langere tijd in de
wijk of gemeente moeten wonen, bekend zijn met het verenigingsleven, veel on-
der de mensen komen, weet hebben van knelpunten in de wijk en/of gemeente, in
staat zijn het project uit te voeren.
Ad 2. Via algemene bijeenkomst
Een algemene bijeenkomst heeft als voordeel dat de oudere inwoners hun zegje
kunnen doen over alles wat hen bezighoudt. Het lastige is dat dit een allegaartje
kan worden van opmerkingen, vragen, ideeën en kritiekpunten. Het vraagt een
goede organisatie van de bijeenkomst om alles onder te brengen bij bepaalde
thema’s en te bundelen. Ook moet duidelijk worden dat er op de ingebrachte
onderwerpen zelf iets van de deelnemers wordt verwacht. Het is niet de bedoe-
ling dat ze alleen hun zegje doen, maar dat ze ook betrokkenheid tonen in het
werken aan oplossingen.
Ad 3. Via themabijeenkomst
De keuze kan ook vallen op een concreet thema, zoals in het project van Vilans is
gebeurd. Daar ging het om vallen en valpreventie. Dat had een duidelijke reden.
Vallen komt namelijk veel voor bij ouderen. Dat wordt onder meer veroorzaakt
door risico’s die mensen lopen in hun eigen huis en directe omgeving. Daar kunnen
ze dus zelf wat aan doen. Daarnaast is er veel materiaal al beschikbaar over dit
onderwerp, dat goed te gebruiken is voor de aanpak.
Maar er zijn ook andere onderwerpen te kiezen. Die kunnen bijvoorbeeld voort-
komen uit een inventarisatie die is of wordt gehouden van knelpunten die de ou-
dere inwoners in de gemeente ervaren. Elk onderwerp dat leeft voor ouderen en
waarvan bekend is dat er concrete verbeteringen zijn te realiseren mede door de
inzet van ouderen zelf, leent zich voor ervoor.
Tips: • Bepaal je wervingsverhaal. • Lever aanvullende informatie over de opzet van het project en de rol van
de verbetergroep. • Begin klein en bouw later uit via de netwerken van de deelnemers zelf. • Ga voor de kleinschalige, persoonlijke aanpak.
Organisatie en rol van projectleider Wat wordt verwacht van een SWO of een andere organisatie die met dit project aan de slag wil?
• Een enthousiaste projectbegeleider/ trekker die de uitdaging aan wil gaan om ouderen zelf te laten werken aan het realiseren van concrete verbeteringen rond bestaande problematiek en in staat is een begelei-dende rol op zich te nemen.
Gezond in de wijk, oktober 2009 11
• Een groep ouderen bijeenbrengen die gedurende een periode van een aan-tal maanden concrete verbeteringen wil realiseren op een voor hen rele-vant thema
• De tijd en ruimte om deze groep een aantal keer (± twee keer per maand) bij elkaar te laten komen en te begeleiden.
De projectleider speelt een belangrijke rol in het nemen van het voortouw. Ver-
volgens is het zaak het initiatief bij de leden van de verbetergroep te leggen en
dan meer het proces te volgen en te faciliteren. Waar nodig kan de projectleider
bijsturen als de verbetergroep zelf niet tot een concreet onderwerp komt en tot
actie(s) overgaat.
Als projectbegeleider: Sturen op doel 30% van je tijd
• op koers blijven • focus houden
Sturen op proces 30% van je tijd • interactie tussen de deelnemers • leerproces: evalueren, reflecteren
Sturen op procedure 30% van je tijd • afspraken maken • voortgang monitoren
Sturen op inhoud 10% van je tijd • brainstormen • selectieproces
Keuze voor thema De keuze voor het thema is reeds bepaald in optie 3. In de andere opties kan de verbetergroep zelf mogelijk het thema bepalen. Belangrijk is wel dat het niet teveel tijd gaat kosten om tot een concreet onderwerp te komen. Uiteindelijk gaat het om de aanpak. De projectbegeleider kan als het lang lijkt te gaat duren, voorbeelden (zie paragraaf 5.3) aandragen en/of de deelnemers zelf laten aange-ven wat voor hen prioriteit heeft en waarom. Op basis daarvan maken ze hun keuze. Zoals gezegd: Elk onderwerp dat leeft voor ouderen en waarvan bekend is dat er concrete verbeteringen zijn te realiseren mede door de inzet van ouderen zelf, leent zich voor ervoor.
Gezond in de wijk, oktober 2009 12
3 Voorbeeld uit de praktijk: Zelhem
3.1 Inleiding
Stichting Welzijn Ouderen (SWO) Zelhem bestaat sinds 2006. Zelhem maakt deel uit
van de gemeente Bronckhorst in de Achterhoek. SWO Zelhem is een kleine organisa-
tie bestaande uit drie medewerkers. De organisatie runt samen met Sensire, de
thuiszorgorganisatie en ProWonen, de woningbouwcorporatie een zogenaamde
Leefwinkel in Zelhem. De bewoners van Zelhem kunnen hier met hun vragen over
wonen, zorg en welzijn terecht.
Een van de medewerkers van SWO Zelhem, Mieke Frencken, was projectbegeleider.
Zij is in haar dagelijks werk ouderenadviseur, organiseert vele activiteiten en heeft
diverse projecten opgezet.
3.2. Blik op oudere inwoners in Zelhem
De gemeente Bronckhorst telt circa 38.000 inwoners die verspreid wonen over 43
dorpen en kernen. Hengelo, Hummelo, Steenderen, Vorden en Zelhem zijn de be-
kendste plaatsen. Met een oppervlakte van ongeveer 30.000 hectare is Bronckhorst
één van de grootste plattelandsgemeenten van Nederland. De oudere inwoners
wonen dan ook zeer verspreid en soms ver weg van voorzieningen. In 2007 was 23%
van de mensen in Nederland 55 jaar en ouder. In Bronckhorst ligt dit percentage
met 30,3 % beduidend hoger dan het landelijke gemiddelde. De voormalige ge-
meente Zelhem telt meer dan 2000 inwoners van 65 jaar en ouder.
In een kleine gemeenschap als Zelhem letten de mensen goed op elkaar letten. Dat
heeft voordelen: ouderen worden niet aan hun lot overgelaten. Maar het kan ook
verstikkend werken. Daar moet je bij de uitvoering van het project rekening mee
houden, waarschuwt de projectbegeleider. Je kunt hele verschillende reacties ver-
wachten.
3.3. Start van het project
Het projectteam in Zelhem bestaat uit zes oudere dames, die geworven zijn via een
van de activiteiten die het welzijnswerk organiseert. Ze namen allen deel aan Meer
Bewegen voor Ouderen. De dames voelden zich direct aangesproken door het thema
vallen en valpreventie. Het riep veel herkenning op. Sommige zijn zelf eens of zelfs
meerdere keren gevallen en iedereen kent wel iemand in de omgeving die het
overkomen is. De werving verliep dus vlot. En het thema was ook direct duidelijk.
Gezond in de wijk, oktober 2009 13
Deelnemers aan Meer Bewegen voor Ouderen in Zelhem
Aan het project Gezond in de wijk in Zelhem namen deel:
• Mevrouw J. Remmelink
• Mevrouw A. Lubbers
• Mevrouw D. Bruggink
• Mevrouw D. Hebbink
• Mevrouw J. Goederond
• Mevrouw M. van Arkel
3.4. Doel en aanpak
Het thema stond vast: vallen en valpreventie. Om zicht te krijgen wat er speelt,
heeft de groep ervoor gekozen om verhalen over vallen te verzamelen. Daar konden
ze het beste mee uit de voeten. Het organiseren van andere activiteiten lag vooral
op het bord van de projectbegeleider, waar ze sterk op leunden.
Voor de oudere vrijwilligers was het soms de eerste keer dat ze aan een project als
dit deelnamen. Ze schrokken terug voor discussies over verbeterdoelen, werkwijzen
en meetmethoden. Daarentegen waren ze juist zeer praktisch ingesteld en zaten
vol met verhalen en concrete tips. De projectbegeleider heeft ervoor gekozen om
die weg daarom ook verder te bewandelen. Het ging vooral om bewustwording en
onderling contact over dit thema.
Het samenstellen van een sponsorgroep - het gaat om het verwerven van steun van
gemeente en instanties die bij het onderwerp betrokken zijn, zie stap 2 in de me-
thodiek - is niet van de grond gekomen. De SWO onderneemt zelf allerlei activitei-
ten en onderhoudt daarover niet veel contact met de gemeente. Er is wel contact
met de thuiszorgorganisatie en de woningbouwcorporatie, maar die zijn niet be-
trokken bij dit project.
Gezond in de wijk, oktober 2009 14
De vrijwilligers uit Zelhem en de projectbegeleider in bespreking tijdens de werk-conferentie in Utrecht op 22 mei 2008
3.5. Activiteiten
De vrijwilligers hebben hun eigen verhalen opgeschreven en ook die van andere
ouderen uit hun netwerk. Niet iedereen vond het makkelijk om het op te schrijven
en al helemaal niet om tegelijker tijd te luisteren en te schrijven. Sommige deden
dat soms achteraf thuis. Niet alle verhalen die verteld zijn, zijn ook daadwerkelijk
opgeschreven. En de verhalen zijn vanwege de privacy niet gepubliceerd. Een van
de vrijwilligers heeft zelf een gedicht over vallen geschreven, dat wel gepubliceerd
mocht worden.
Gespannen loop ik heen en weer De rust is ver te zoeken Een eindje fietsen lijkt me goed Dat staat in alle boeken Dat werd vallen midden op de straat Wie weet er nu met zoiets raad Zowel de slager als de bakker Werden uit hun middagslaap wakker ’t Bloed van handen en gezicht Werd vakkundig weggewist En na een paar dagen rustig aan Kon ik er weer tegenaan Kon ik dat vallen maar vermijden Ik durf haast niet op mijn fiets te rijden Na veel informatie vond ik Vilans Dit was voor mij de grote kans Nu kon ik rustig fietsen gaan Vilans die heeft zijn werk gedaan.
November 2008, mevrouw Goederond.
Gezond in de wijk, oktober 2009 15
De vrijwilligers wezen hun gesprekspartners tevens op de mogelijkheden om vallen
te voorkomen. De informatie hierover was afkomstig van de Stichting Consument en
Veiligheid (zie bijlage 1).De projectbegeleider is naar twee bijeenkomsten geweest
van Consument en Veiligheid. De eerste bijeenkomst ging over het geven van
groepsvoorlichting en de tweede over het gebruik van de testen.
Ze heeft de opgedane kennis en materialen gebruikt voor een voorlichtingsbijeen-
komst in Zelhem. Hier kwamen 30 ouderen op af. De vrijwilligers waren daarbij
aanwezig en vertelden iets over hun eigen ervaringen of de ervaringen die ze had-
den opgetekend in de valverhalen. De deelnemers waren zeer positief. Ze kenden
de verhalen, maar werden zich meer bewust van de gevaren en wat ze er zelf aan
konden doen om die te voorkomen. Ook in de buurgemeenten zijn daarna bijeen-
komst georganiseerd, die goed werden bezocht.
Ook bij de vrijwilligers zelf heeft het project tot nadenken gestemd. Ze zijn zich
meer bewust geworden van de risico’s die ze lopen om te vallen en de wijze waar-
op ze dat kunnen voorkomen. Een van hen gaf aan dat ze eigenlijk de kop in het
zand steekt en geen gebruik wenst te maken van hulpmiddelen, die ze eigenlijk wel
nodig heeft om veilig over straat te kunnen. Maar dat brengt met zich mee dat ze
moet toegeven dat ze ouder wordt en hulpmiddelen nodig heeft. Dat is voor veel
ouderen vaak een hele stap.
De projectbegeleider is met de gymgroep naar een nieuwe fitnessruimte in Zelhem
gegaan. Die richt de aandacht onder meer op mensen met functiebeperkingen. Het
was voor de leden van de gymgroep een eye-opener om te zien wat voor apparaten
er allemaal zijn en waar ze voor dienen. Ze heeft ook contact gelegd met een fysio-
therapeut van een verpleeghuis. Die kan aan een groepje ouderen een valtraining
geven. Ze hebben samen de mogelijkheid bekeken of de deelnemers de training
vergoed kunnen krijgen via hun zorgverzekeraar als onderdeel van het pakket voor
fysiotherapie. Het probleem is echter dat er een wachtlijst is voor het volgen van
een training om dit te mogen doen. Het is daarom tot nu toe nog niet van de grond
gekomen.
Waar het wel toe heeft geleid is dat er een cursus voor fietsvaardigheid van oude-
ren is opgezet. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan vallen en vooral het voor-
Gezond in de wijk, oktober 2009 16
komen van vallen. Beelden van deze cursus worden uitgezonden op TV Gelderland.
Een van de oudere vrijwilligers is op die beelden te zien. Verder zijn ze nu bezig
met een rollatortraining.
3.7. Evaluatie en vervolg
Een van de dingen die de vrijwilligers opviel, is dat vele factoren een rol spelen bij
het vallen: van praktische zaken als losse stoeptegels, gladde pantoffels tot keu-
kenkastjes waarvoor je op een trapje moet klimmen om iets te pakken tot ’s nachts
geen licht aan doen om naar het toilet te gaan en problemen met coördinatie van
ogen-handen-voeten. Ook de kinderen van de ouderen hebben niet altijd in de ga-
ten wat veilig is en wat niet. Dan schenken ze moeder een mooie nieuwe pakket-
vloer, maar letten niet op dat ze daar nog op haar oude, gladde sloffen op loopt en
dus de eerder kans heeft te vallen.
Over de aanpak valt te concluderen dat het een voordeel is dat de oudere inwoners
in een kleine gemeente als Zelhem de ouderenadviseur goed kennen. Als zij een
bijeenkomst over vallen en valpreventie organiseert, dan komen er vele op af. Ze
blijkt een belangrijke spin in het web te zijn. Daardoor krijgt ze veel voor elkaar.
Aan de andere kant betekent dat ook dat mensen gauw op haar leunen en het initi-
atief bij haar laten. In dit project heeft dat uiteindelijk tot goede werkwijze geleid
voor de projectbegeleider en de vrijwilligers. De projectbegeleider nam inderdaad
het initiatief, maar de inhoud was mede afkomstig van de oudere vrijwilligers. Die
hebben daardoor zichzelf verdiept in het onderwerp en er meer kennis over verkre-
gen, die ze ook binnen hun netwerk uitdragen.
Het meten van de mogelijk effecten van het project bleek veel te ingewikkeld. Het
verzamelen van cijfers over valpreventie of het bevragen op sociale samenhang
sloot niet aan bij de wijze waarop de vrijwilligers aan de slag konden en wilden
gaan. Zij konden beter uit de voeten met het verzamelen van valverhalen. Het
succes zit in het feit dat de vrijwilligers zelf zeer enthousiast waren, zich meer
bewust zijn geworden van risico’s om te vallen en de wijze waarop ze dat kunnen
voorkomen. Ook de deelnemers aan de bijeenkomsten zijn er wijzer door gewor-
den. Of het ook daadwerkelijk effect heeft op het vallen van de oudere inwoners in
Zelhem is echter moeilijk na te gaan.
De projectleider raakte enthousiast na het zien van het verhaal over Engeland. Dat
wilde ze ook in haar eigen woonplaats gaan doen. Maar in de praktijk bleek het nog
niet altijd mee te vallen. Het kost veel tijd om zoiets op te bouwen. Wat je in En-
geland zag, was natuurlijk voorafgegaan door veel investering in betrokkenheid en
‘empowerment’. Daar kon zij slechts een begin mee maken. Maar het stimuleerde
haar wel zelf informatie te zoeken, ermee aan de slag te gaan en oudere vrijwilli-
gers erbij te betrekken. De werkwijze valt niet zo maar te kopiëren. Je moet op je
eigen plek je eigen antwoord vinden. Ze is tevreden over de wijze waarop dat in
Zelhem gelukt is.
Gezond in de wijk, oktober 2009 17
Gezond in de wijk als methodiek
Stap 2: Doel en aanpak
Meer kennis over onderwerp Op basis van het gekozen thema (zie stap 1) gaat de groep ouderen zelf verder aan de slag. Ze bepalen met elkaar wat het doel is. Het doel vloeit voort uit ver-dere kennis over de problemen die zich voordoen rond het thema. Bij vallen speelt een deel van de problemen zich af in de woning van de oudere en in zijn directe omgeving (denk bijvoorbeeld aan loszittende stoeptegels). De eerste opdracht voor de deelnemers aan de verbetergroep is dan ook om in-formatie te verzamelen en/of te lezen over het thema dat ze gekozen hebben. Wat speelt er, waarom is het voor ouderen van belang en wat zouden ouderen zelf kunnen doen om de problemen mee te helpen oplossen. De projectbegeleider kan informatie aandragen, maar de deelnemers moeten zelf concluderen op welke wijze ze ermee aan de slag denken te kunnen gaan. De projectbegeleider kan er wel op letten dat de deelnemers niet te snel kijken naar de werkwijze, maar eerst een concreet doel formuleren. Een concreet doel formuleren Een doel wordt gauw ‘groots’. Bij het thema vallen en valpreventie kun je als doel stellen dat de oudere inwoners in de wijk of gemeente uiteindelijk minder vaak vallen. Dat is een zeer ambitieus doel en vaak lastig te meten. Maak het liever concreter en kleiner. Zo kan de verbetergroep zich ook als doel stellen dat ze tenminste een bepaald aantal ouderen wil adviseren over wat die zelf kunnen doen om vallen te voorkomen. Of ze bekijken in een buurt waardoor ouderen ten val kunnen komen. Vervolgens bekijk ze wat ouderen er zelf aan kunt doen en waarvoor je andere partijen nodig hebt om het vallen te voorkomen.
Tips: • Bedenk een verbeterdoel bij het thema. • Maak het doel SMART = Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en
Tijdsgebonden oftewel kleiner en concreter. • Let erop dat het doel ruimte biedt aan ouderen zelf om tot verbeteringen
te komen.
• Er kunnen meerdere concrete doelen geformuleerd worden. Let dan op of
het haalbaar is ze tegelijkertijd uit te voeren. Ze zijn ook te verdelen
over een bepaalde periode.
Als het doel bereikt is, kan dat weer tot nieuwe doelen leiden binnen hetzelfde thema. Ook een herhaling van het doel is mogelijk. De verbetergroep kan zich bijvoorbeeld op een andere wijk te richten.
Gezond in de wijk, oktober 2009 18
Aanpak De aanpak hangt af van het gestelde doel. Hoe concreter het doel, hoe concreter de aanpak kan zijn. Stel dat je als ‘groot’ doel het vallen van ouderen in een wijk of in de gemeente als geheel wilt verminderen, dan kun je dat ‘kleiner’ maken door te beginnen met het doel dat je in een wijk tenminste 50 bewoners wilt informeren en adviseren over wat ze zelf kunnen doen in hun eigen woning en woonomgeving om vallen te voorkomen. De aanpak zal ook afhangen van de be-schikbare menskracht en middelen om de ideeën ten uitvoer te brengen. Als het gaat om het vergroten van de inzet van ouderen zelf, is het van belang om in de aanpak middelen te kiezen die daarop inspelen. Dus niet als het om vallen gaat: wat moet de gemeente of woningbouwcorporatie doen. Maar wel: wat kan ik als oudere zelf doen in mijn eigen woning en woonomgeving. Vaak blijkt dat het aankaarten van een thema ook leidt tot knelpunten die instanties als de gemeente of woningbouwcorporatie moeten oplossen. Daarom is het goed contact te leggen met deze instanties en hen uit te nodigen voor de sponsorgroep. Sponsorgroep Het is de bedoeling dat de verbetergroep zelf plannen maakt en uitvoert om de
situatie aan te pakken. De persoonlijke creativiteit en motivatie van mensen is de
kracht van dit project. Het is niet de bedoeling dat lokale instellingen dit over-
nemen of hier de regie in willen voeren.
Soms echter heeft de groep een steuntje in de rug nodig van mensen of organi-
saties die in de gemeente dingen mogelijk kunnen maken of middelen beschikbaar
kunnen stellen. Dit zijn zogenaamde “sponsors” van het project. Het doel van het
werven van sponsors is: 1. steun verwerven voor het initiatief; 2. kunnen rekenen op de inzet van de sponsors wanneer besluitvorming nodig
is, middelen of faciliteiten moeten worden toegewezen et cetera. De sponsorgroep is belangrijk, maar minder urgent. De verbetergroep kan begin-nen door in kaart te brengen wie belangrijke sponsoren voor het project kunnen zijn. Vervolgens kunnen een aantal van hen alvast eens met enkele potentiële sponsoren praten over dit project en de rol die ze hen daarin zouden willen ge-ven.
Tips: • Breng mogelijke sponsoren in kaart. • Benader hen persoonlijk. • Lever informatie over het project en de rol van sponsoren.
De sponsorgroep is geen stuurgroep of regiegroep. Wel kan de sponsorgroep adviseren over activiteiten die niet haalbaar zijn in de gemeente. Maar ze kan niet op voorhand al ideeën afwijzen of blokkeren. De sponsorgroep is ook niet een loket waar de verbetergroep ongelimiteerd om middelen kan vragen. In eerste instantie voeren de teams zelf hun plannen uit en dat betekent ook fondsen wer-
Gezond in de wijk, oktober 2009 19
ven. De sponsorgroep kan wel gevraagd worden om tips en adviezen over waar eventueel budget vrijgemaakt kan worden.
Stap 3: Uitvoering
Kort maar krachtig: ga aan de slag met de aanpak die je met elkaar bedacht hebt.
Zorg voor een duidelijke verdeling van taken, tijdsplanning, benodigde materialen.
En spreek ook af wanneer de groep weer bij elkaar komt voor een tussentijdse
evaluatie.
Tips:
• Laat de oudere vrijwilligers van de verbetergroep zelf de inhoud beden-
ken van de boodschap die ze willen overbrengen. Zij spreken dezelfde
taal en zijn dan ook de afzender.
• Houd bij de aanpak rekening mee met de talenten en mogelijkheden van
de deelnemers aan de verbetergroep. De een kan wellicht goed organise-
ren, de ander contacten leggen met ouderen en/of met instanties. De een
kan goed luisteren en de ander goed schrijven enzovoort. Maak gebruik
van de verschillende competenties. Bespreek dit ook met elkaar.
Gezond in de wijk, oktober 2009 20
4 Voorbeeld uit de praktijk: Geertruidenberg
4.1 Inleiding
Stichting Welzijn Ouderen Geertruidenberg (SWOG) is in 1998 ontstaan uit de Regi-
onale Stichting Ouderen Welzijn Dongemond. De organisatie ondersteunt het wel-
zijn van ouderen in de gemeente Geertruidenberg in de brede zin van het woord.
Het gaat om ouderen die door omstandigheden (tijdelijk) hulp nodig hebben om
zelfstandig vooruit te kunnen.
De directeur van de SWOG, Erick de Braal, was projectbegeleider voor Gezond in de
wijk. Hij werkt nauw samen met de gemeente en met oudere vrijwilligers die ver-
bonden zijn aan de SWOG. Hij wil vanuit de organisatie een brugfunctie vervullen
tussen welzijn en gezondheidszorg. Hij vindt het een uitdaging om te kijken of hij
de oudere bewoners kan bewegen om zelf initiatief te nemen. Dat betekent dat hij
ook zelf minder moet zien te sturen.
4.2. Blik op de oudere inwoners
In 2008 telde Geertruidenberg 20.846 inwoners, waarvan ongeveer 6.000 mensen
van 55-plus. De gemeente Geertruidenberg bestaat uit drie kernen: Geertruiden-
berg zelf, Raamsdonk en Raamsdonkveer. Deze dorpen verschillen onderling sterk.
Met name in de kleinere dorpen Raamsdonk en Raamsdonkveer regelen de mensen
hun zaakjes zelf. Over het algemeen hebben de oudere inwoners een groot netwerk
van zorg en ondersteuning. En verder vinden ze dat alles keurig geregeld is. Ze zijn
daarom niet erg geneigd iets te ondernemen dat is opgezet door het welzijnswerk.
Dat is anders in Geertruidenberg, waar het project is uitgevoerd. Daar zijn veel
vrijwilligers verbonden aan de SWO. Zij helpen mee met het organiseren van aller-
lei activiteiten.
4.3. Start van het project
De projectbegeleider heeft een profielschets opgesteld voor de leden van het ver-
beterpanel. De deelnemers moesten:
- lang in de wijk wonen;
- bekend zijn met het verenigingsleven in de wijk;
- aan een half woord genoeg hebben om te begrijpen waar het over gaat;
- “veel onder mensen komen”;
- kennis dragen van de problemen in de wijk;
- in staat geacht werden om de kennis van het proces straks over te dragen in
hun wijk; - zitting te nemen in het panel.
Gezond in de wijk, oktober 2009 21
Uit elke wijk heeft hij iemand gezocht om deel te nemen en nagenoeg gevonden.
Aan het project in Geertruidenberg namen deel:
• De heer A. van Asten
• De heer R. Klerks
• De heer C. Stuij
• De heer F. Rekkers
• De heer G. Dijkmans
• De heer C. Hommel
• De heer S. van Blerck
De groep is een aantal keren bij elkaar gekomen en heeft met elkaar de veelvoor-
komende gezondheidsproblemen van ouderen besproken. De projectbegeleider
maakte in eerste instantie alleen maar het verslag en liet het verder de vrije loop.
Er kwam echter geen concreet onderwerp uit. Daarom heeft hij op advies van
Vllans een aantal onderwerpen gebundeld en de vrijwilligers laten kijken naar wat
prioriteit verdient. Dat leidde uiteindelijk toch tot het onderwerp van vallen en
valpreventie. Deelnemers aan Meer Bewegen voor Ouderen in Geertruidenberg
De deelnemers aan het panel merkten wel op dat ze het ook de sociale contacten
van ouderen een belangrijk onderwerp vormen. Ouderen zien misschien wel meer-
dere mensen, maar er is niet altijd sprake van echt contact. Er zou meer betrok-
kenheid bij elkaar moeten zijn.
4.4. Doel en aanpak
In Geertruidenberg hebben ze het project ‘Halt u valt’ genoemd. Er zat een combi-
natie in van het aanhoren van valverhalen en het verlenen van informatie en ad-
vies. Het is immers de bedoeling van het project om via de verhalen (ingang, aan-
knopingspunt) te komen tot preventie (resultaat).
Twee personen uit het verbeterteam zijn 10 oudere inwoners in de wijk gaan be-
zoeken. De mensen die benaderd werden, kregen vooraf een brief en een vragen-
Gezond in de wijk, oktober 2009 22
lijst van de Stichting Consument en Veiligheid toegestuurd (zie bijlage 1). De te
bezoeken personen kwamen allen uit dezelfde buurt waar veel senioren van boven
de 65 jaar wonen. De keuze voor deze aanpak kwam voort uit de behoefte om zicht
te krijgen of er inderdaad redenen zijn om valpreventie aan te pakken en om te
kijken of de gebruikte methode een goede manier was om gegevens te verkrijgen.
Naast aandacht voor vallen en valpreventie werd er ook aandacht besteed aan de
sociale contacten van ouderen onderling.
In het kader van sponsors heeft de projectbegeleider zijn contactpersoon bij de
gemeente ingelicht over dit project. Die toonde zich zeer geïnteresseerd. Er was
niet direct sprake van concrete betrokkenheid vanuit de gemeente. Of hier behoef-
te aan zou zijn, moest het project in de loop van de tijd uitwijzen.
4.5. Activiteiten
Twee panelleden hebben een willekeurige selectie gemaakt van alleenstaande ou-
deren in een van de wijken in Geertruidenberg. Met deze personen is eerst een
mondelinge afspraak gemaakt voor een huisbezoek. Aan de deelnemers zijn een
aanbiedingsbrief en een lijst met vragen overhandigd op valpreventie met het ver-
zoek deze lijst te bekijken en alvast in te vullen (zie voor de vragenlijst bijlage 1).
Het versturen van een brief vooraf naar de oudere bewoners in de wijk bleek een
goede zet. Zo maar aanbellen zou niet hebben gewerkt. Dan zouden de ouderen je
niet binnen laten. En maar goed ook. Alle respondenten hebben toegezegd mee te
zullen doen en hebben dat ook gedaan. Het onderzoek bij de 10 personen was zelfs
het gesprek van de dag. Een aantal personen die niet voor het onderzoek waren
gevraagd, vroegen zich af waarom niet. De projectbegeleider legde hen uit dat met
name personen waren uitgezocht, die momenteel heel veel zorg nodig hebben.
Het laten invullen van de vragenlijst vooraf was ook zinvol. Op die manier waren de
ouderen reeds op de hoogte wat hen te wachten stond en hadden ze er al over na
kunnen denken. De ouderen ontvingen vervolgens bezoek aan huis van de panelle-
den. Tijdens de bezoeken kwamen diverse onderwerpen ter sprake, die alles met
Gezond in de wijk, oktober 2009 23
valpreventie hadden te maken, maar die niet direct door de ouderen zelf opgelost
konden worden. Het ging om de volgende opmerkingen.
Het vallen buiten de woning
De op- en afritten voor rollators en scootmobiels (ook lopend te gebruiken) voorzien
van een leuning. De bestrating in de woonwijk is erg glad doordat er veel mos en
gras tussen de klinkers groeit, hier moet zeker wat aan gedaan worden.
Vervoer per ambulance
In de entree 2x2 opvouwbare rolstoelen plaatsen, de rede hiervan is dat er geen
brancard in de liften past, ambulance personeel kan alleen gebruik maken van de
trappen.
Ziek zijn
Als er een bewoner ziek of gevallen is in huis, hoe kan deze bewoner dan om hulp
vragen. Is het mogelijk dat er een centraal meldpunt in de woonwijk komt waar
men naar toe kan bellen.
Veiligheid
Wanneer er beneden aangebeld wordt kan de bewoner niet zien wie er aanbelt, dit
is voor veel oudere mensen een onveilige situatie vooral in de avonduren, zou hier
een oplossing voor gevonden kunnen worden.
Vanaf de begaande grond is het mogelijk om naar de bovenverdieping te klimmen,
dit vinden vele oudere bewoners in de woonwijk een onveilige situatie.
Bovengenoemde opmerkingen waren nog maar een kleine greep van de vele vragen
vanuit de enquête, maar deze vragen vonden de meeste bewoners in de woonwijk
erg urgent. De problemen bleken mede veroorzaakt te worden, doordat de wonin-
gen circa 12 jaar geleden waren gebouwd voor een categorie 55 plussers die toen
nog “in de bloei van hun leven” waren. Inmiddels krijgen diverse bewoners te ma-
ken met lichamelijke en/of geestelijke beperkingen en daardoor zijn bepaalde
voorzieningen in en om de woningen onvoldoende.
Een van de andere panelleden is in de tussentijd ook aan de slag gegaan in zijn
eigen wijk, niet alleen met valpreventie maar juist ook met het stimuleren van
contact tussen de oudere wijkbewoners onderling. Hij heeft ervoor gezorgd dat de
ouderen elkaar ontmoeten tijdens een gezellig samenzijn onder de noemer ‘Tieners
van toen’. Dit bleek een goed opmaat om hen ook te benaderen over het onder-
werp ‘vallen’.
Gezond in de wijk, oktober 2009 24
Het panel besloot een bijeenkomst te organiseren voor ouderen in Geertruidenberg,
waaronder ook de respondenten. Zij zouden dan hun opmerkingen en vragen voor
kunnen leggen aan de gemeente. De opkomst was helaas gering. Van de 60 ouderen
die aangeschreven zijn, zijn er 8 komen opdagen. Twee hiervan waren responden-
ten. Tijdens de bijeenkomst is het eerste uur besteed aan allerhande zaken om de
deelnemers de gelegenheid te geven datgene wat het bezighoudt naar voren te
brengen. De opmerkingen zijn genoteerd. Het is aan de deelnemers zelf om er ver-
der actie op te ondernemen door ofwel zelf met een oplossing te komen ofwel de
verantwoordelijke instantie erop aan te spreken, bijvoorbeeld de woningbouwvere-
niging of de gemeente.
Het tweede deel van de bijeenkomst ging specifiek over onderwerpen die aansloten
op het thema ‘Halt u valt’. Het bleek niet eenvoudig om tot concrete verbeteringen
of oplossingen te komen en zeker niet om ouderen daar zelf in te betrekken. Dat
heeft enerzijds geleid om deze problemen meer te onderbouwen door eenzelfde
vragenlijst uit te zetten onder andere oudere bewoners van de wijk. Anderzijds is
een van de panelleden heel praktisch aan de slag gegaan met een van de gesigna-
leerde problemen. Hij heeft een groep van ouderen verzameld om regelmatig het
onkruid en alle groen te verdelgen dat vallen zou kunnen veroorzaken.
Er kwam in eerste instantie de nodige kritiek op het plan om zelf aan de slag te
gaan. Bewoners in de betreffende wijk vonden dat dat de taak van de gemeente
was. Maar uiteindelijk hebben zich 8 personen aangemeld die regelmatige helpen
met schoon maken. Ze noemen zich de ‘Viegende bezem’. Andere bewoners bieden
tijdens de werkzaamheden een kopje koffie aan. En zo gaat het niet alleen om het
schoon maken, maar hoor je ook veel over wat er in de wijk speelt. Zo gaven oude-
ren aan nu niet meer bang te zijn om naar buiten te gaan in de herfst en winter.
Voorheen was het vaak glad en vies en waren ze bang om te vallen. Maar nu het
wordt schoon gehouden, durven ze wel weer de straat op te gaan.
Het verslag van de bijeenkomst met daarin de gesignaleerde problemen en mogelij-
ke oplossingen en verbeteringen is naar de gemeente toegestuurd. Er is overleg
over mogelijkheden om de problemen aan te pakken. Het idee is om deze werkwij-
ze ook in andere wijken over te nemen en daarbij samen te werken met de ge-
meente en andere betrokken instanties.
Gezond in de wijk, oktober 2009 25
4.7. Evaluatie en vervolg
De deelnemers aan de verbetergroep in Geertruidenberg zijn in vergelijking met die
in Zelhem een stuk jonger. Een groot aantal van hen zit in diverse adviesraden en
zetten zich in voor de behartiging van de belangen van ouderen. Ze weten daardoor
al de weg naar de instanties en weten ook hoe het daar werkt. Er zitten ook een
aantal ‘doeners’ bij, die geen zin hebben om af te wachten. Zelf aanpakken, zoals
de methodiek voorstaat, is hen op het lijf geschreven. Dat levert een goede combi-
natie op tussen de vrijwilligers die contact leggen met bewoners en het voortouw
nemen om activiteiten op poten te zetten en vrijwilligers die hun signalen en idee-
en onder de aandacht van de gemeente en andere instanties brengen.
Het is vaak een kwestie van lange adem om iets gedaan te krijgen bij de gemeente
en de andere instanties, concluderen de vrijwilligers. De ene vrijwilliger bijt zich
daar in vast, terwijl het voor de ander veel te lang duurt. Daarom is het voor hen
van belang dat ze zelf ook iets concreets kunnen doen, waarvan ze direct resultaat
zien. En ook voor de oudere inwoners van de wijk werkt dat goed. De projectbege-
leider concludeert dat het lastig is om dit project als iets op zichzelf staand te be-
kijken. Het wordt uitgevoerd door de SWO en die is reeds bekend in Geertruiden-
berg. Het resultaat van dit project wordt dan ook beïnvloed door het beeld dat de
inwoners van de SWO hebben en andere activiteiten die de organisatie uitvoert.
Vragen over de sociale samenhang lijken daardoor niet relevant of te hoog gegre-
pen. Ze zijn immers niet te herleiden als resultaat van dit project.
Een van de activiteiten waar de oudere vrijwilligers en de SWO mee verder gaan is
het thema ‘uitgankelijkheid’. Het gaat daarbij om het verlaten van een gebouw.
Het omgekeerde dus van toegankelijkheid. Hier wordt vaak nog maar weinig over
nagedacht. Maar hoe moeten ouderen die slecht ter been zijn, slecht kunnen horen
en zien, tijdig en veilig een gebouw verlaten bij een calamiteit? Het leidt tot onge-
lukken als er geen goed plan is waarin wordt samengewerkt door verschillende be-
trokken instanties als brandweer, gemeente, woningcorporaties, ziekenvervoer. En
ook vraagt het om regelmatige oefening met de ouderen zelf. Dit idee is door de
gemeente Geertruidenberg en nog drie andere gemeenten opgepakt. Ze gaan er-
mee aan de slag. En ook de provincie heeft interesse.
.
Gezond in de wijk, oktober 2009 26
Gezond in de wijk als methodiek
Intermezzo: waar zijn we mee bezig?
Een goed doel bedacht, een heldere aanpak en voortvarend aan de slag gegaan. Maar dan gebeuren er allerlei dingen die de vrijwilligers en projectleider niet verwacht hadden: − Ouderen die ze benaderd hebben, kijken niet naar wat ze zelf zouden kunnen
doen, maar leggen hun grieven op tafel over wat instanties als de gemeente en woningbouwcorporaties in hun ogen na laten te doen.
− Deze instanties zijn toegetreden tot de sponsorgroep, maar willen eerst af-wachten tot er een rapport komt over de resultaten van het project voor ze enige actie ondernemen.
− De vrijwilligers die aan de slag zijn gegaan vinden dat het allemaal niet snel genoeg gaat en willen meer resultaat zien.
− De WMO-raad wil graag de resultaten ontvangen, zodat ze die kan gebruiken in haar contact met de gemeente.
Voor de verbetergroep het weet zit alles en iedereen aan hen te trekken. Tijd om even stil te staan bij het waarom van dit project. Wat is het doel dat je ge-zamenlijk hebt bedacht?Als projectleider is het goed om ruimte bieden aan de onvrede die er leeft, maar tegelijkertijd is het belangrijk ook te wijzen op het uitgangspunt van het project: wat kunnen ouderen zelf doen. Dit uitgangspunt is niet bedacht om knelpunten te negeren, maar omdat blijkt dat bij vele onderwer-pen ouderen inderdaad het nodige zelf kunnen doen om verbeteringen tot stand te brengen. Neem maar weer eens het vallen: het blijkt dat veel ouderen risico lopen om te vallen in hun eigen woning of woonomgeving. En daar kunnen ze zelf wat aan doen.
Tip:
Biedt ruimte aan gevoelens van ongenoegen. Kijk of je verantwoordelijke instanties
erbij kunt betrekken. Maar blijf bij het uitgangspunt: het gaat erom wat ouderen
zelf kunnen doen.
Stap 4: Voortgang uitvoering
Kies voor activiteiten die helpen om het oorspronkelijke doel te bereiken. Bekijk of het doel nog aansluit bij de wensen en mogelijkheden van de verbetergroep. In de verbetergroep zitten oudere vrijwilligers met diverse achtergronden, talen-ten, wensen en behoeften. Als daar onduidelijkheid over bestaat, spreek het dan naar elkaar uit. En bekijk ook wie wat kan en wil doen in aansluiting op zijn of haar talenten. De rol van de projectleider is om dit proces (bij) te sturen en er-voor te zorgen dat het doel realistisch is om uitgevoerd te worden door de leden
Gezond in de wijk, oktober 2009 27
van de verbetergroep. Let op een goede mix en wisselwerking tussen degenen die graag hun handen uit de mouwen steken en iets doen en degenen die (ook) rich-ting instanties goed hun zegje kunnen doen en meer van ‘het denken’ zijn. In deze verschillende rollen kunnen de vrijwilligers elkaar goed aanvullen. Als de uitvoering goed verloopt of juist op een bepaald punt vastloopt, bekijk dan of de activiteiten uit te breiden zijn dan wel of er andere activiteiten die meer kans bieden om het doel daadwerkelijk te bereiken.
Tip:
Werk vanuit een zwaan-kleef-aan-principe. Start met mensen die al betrokken en
actief zijn en maak de cirkel steeds groter. Mensen “werven” zelf nieuwe deelne-
mers.
Gezond in de wijk, oktober 2009 28
5 Voorbeeld uit de praktijk: Culemborg
5.1 Inleiding
In september 2006 is stichting ELK ontstaan na een fusie tussen het welzijnswerk
voor ouderen, het opbouw- en jeugdwerk in Culemborg. Het is nu een brede wel-
zijnsorganisatie met 31 mensen in dienst.
In 2005 is er een groot behoefteonderzoek onder ouderen geweest. Dit was een
huis-aan-huis enquête afgenomen door oudere vrijwilligers die werden opgeleid
door een extern bureau, door de gemeente betaald. De respons was hoog. Geïnven-
tariseerd zijn wensen en aanbevelingen ten aanzien van veiligheid. Wat wordt ge-
mist is aanbod om de weerbaarheid van ouderen te vergroten, zowel fysiek als
mentaal.
De projectbegeleider is enthousiast begonnen, maar werd gedurende de startfase
langdurig ziek. Haar taak is later overgenomen door een van de managers, Marjolij-
ne Koster. Dit heeft voor enige vertraging in de uitvoering gezorgd.
5.2. Blik op oudere inwoners in Culemborg
De gemeente Culemborg telt 27.000 inwoners, waarvan 20% ouder is dan 65 jaar. Er
is een groot aandeel allochtone ouderen.
In Culemborg zijn drie woongebieden te onderscheiden. Een ervan beslaat een hele
nieuwe wijk. Het hele wijkgebeuren moet daar nog op de kaart worden gezet. Dit
project is een mooie uitdaging om op te zetten in deze nieuwe wijk. Er zijn veel
jonge ouderen.
Ouderen aan de wandel in Culemborg
Gezond in de wijk, oktober 2009 29
5.3. Start van het project
Voor de eerste bijeenkomst had de projectbegeleider 2 leden van de seniorenraad
uitgenodigd en 1 lid van het Rode Kruis. Deze mensen hebben in de achterban veel
contact met de doelgroep. Doel van de bijeenkomst was om hen informeren over het
project en ideeën horen te horen over de aanpak en de haalbaarheid.
Aan het project in Culemborg namen deel:
• Mevrouw H. Smidt
• De heer A. Warner
• De heer J. Wierda
5.4. Doel en aanpak
De groep koos ervoor zich te richten op de nieuwbouwwijk. Daar bestonden onder-
ling nog niet veel contacten tussen de ouderen. De deelnemers aan de verbeter-
groep wilden daar een bijeenkomst organiseren met als aanleiding vallen en valpre-
ventie. De bijeenkomst moest ook ruimte bieden aan alles wat ouderen op hun hart
hebben. Het ging ook om het onderlinge contact te bevorderen.
5.5. Activiteiten
De groep heeft in de nieuwe wijk adressen verzameld en een brief verstuurd met
een uitnodiging voor een bijeenkomst. In de wijk is geen ontmoetingscentrum. Een
van de wijkbewoners heeft wel een grote schuur, die voor diverse activiteiten
wordt gebruikt. Daar vond de bijeenkomst plaats. Er kwamen 13 mensen op af. Zij
hebben met elkaar over het onderwerp vallen en ook over andere onderwerpen
gesproken.
De projectleider en leden van de verbetergroep zijn van plan nog meerdere bijeen-
komsten te organiseren, ook in andere wijken. Doordat het project pas in een later
stadium op gang gekomen, moeten deze nog plaatsvinden. Ouderen ontmoeten elkaar in Culemborg
Gezond in de wijk, oktober 2009 30
5.6. Evaluatie en vervolg
De bedoeling is om meer van dit soort bijeenkomsten te organiseren. Voor de leden
van het verbeterteam die ook deel uitmaken van de seniorenraad is het zeer zinvol.
Zij pikken er dingen uit op, die ze aan de gemeente kunnen voorleggen. De raad
wordt in Culemborg gelukkig zeer serieus genomen. Er zijn goed contacten met de
gemeente. En daarnaast is het ook voor de raad belangrijk om rechtstreeks contact
te onderhouden met de oudere inwoners. Zo horen ze wat er leeft en kunnen dit
inbrengen.
Uit de trage start in Culemborg blijkt we dat het belangrijk is dat er in de beginfase
een trekker is, die zich er hard voor maakt om het project van de grond te krijgen.
Dit vraagt de nodige tijdsinvestering en daardoor komt die taak veelal op het bord
van de betaalde kracht te liggen. De projectleider speelt dus een belangrijke rol in
het op gang brengen van het proces, waarin uiteindelijk de ouderen zelf tot een
concreet onderwerp moeten komen en tot actie moeten overgaan.
Gezond in de wijk, oktober 2009 31
Gezond in de wijk als methodiek
Stap 5: Evaluatie en vervolg
De geplande activiteiten zijn uitgevoerd. Het is tijd voor de evaluatie. Dat hoeft
niet te betekenen dat het project ten einde is. Het kan ook om een tussentijdse
evaluatie gaan met de bedoeling om een goed plan op te zetten voor het vervolg. In het model voor Community Action ziet dit er als volgt uit:
Bij de evaluatie gaat het om de vraag of de activiteiten succesvol verlopen zijn
en waarom wel of niet. Ook is relevant om te kijken of er een ontwikkeling in de
wijk heeft plaatsgevonden, waar de activiteiten zich afspeelden. Die ontwikkelin-
gen hebben betrekking op het onderwerp dat is uitgekozen. Ging het bijvoor-
beeld om valpreventie, dan is het goed om te weten of de bewoners in de wijk
misschien niet direct minder vallen, maar wel op de hoogte zijn wat ze zelf kun-
nen doen om te voorkomen dat ze vallen en (weer) de straat op gaan, omdat ze
minder angst hebben om te vallen.
Een thema als valpreventie leidt er al gauw toe dat het doel is om ouderen daad-
werkelijk minder te laten vallen. Maar zoals ook al in stap 2 is opgemerkt is dit
een ‘groots’ doel dat door een project als dit alleen niet direct behaald kan wor-
den. Via ‘community action’ dragen ouderen zelf een steentje bij aan het verbe-
teren van bepaalde zaken. Bij valpreventie kan het zijn dat ze andere ouderen
informeren over de gevaren van vallen, wijzen op de mogelijkheid om vallen te
voorkomen en mee helpen om de woonomgeving meer veilig te maken. Het gaat
zowel om bewustwording als om concrete activiteiten.
Het is van belang om bij de evaluatie hier rekening mee te houden, anders kan
het tot teleurstellingen leiden. Dit wordt voorkomen door het verbeterdoel zo
concreet mogelijk oftewel op SMART-wijze te formuleren (zie stap 2 en bijlage
Onderwerp
Verder met andere onderwerpen
Ontwikkeling van de wijk
Succesvolle activiteiten
Gezond in de wijk, oktober 2009 32
2). Dat leidt eerder tot succesvolle acties en levert daardoor een betere motiva-
tie op om door te gaan.
Stap 6: Slotakkoord
Loopt het project ten einde. Of lijkt er geen eind aan te komen en raakt de fut eruit. Bedenk dan een mooi en passend slotakkoord, waardoor alle betrokkenen het gevoel krijgen dat het zinvol was wat ze gedaan hebben, dat het ergens toe leidt en dat ze mogelijk ook nog zin hebben om aan iets nieuws mee te doen. Dat ‘nieuwe’ kan in feite voortborduren op deze werkwijze, maar soms is het goed om het onder een nieuwe naam weer op te starten en van een nieuwe impuls te voor-zien. Een slotakkoord kan te maken hebben met de inhoud van het project. Zo kan de verbetergroep er bijvoorbeeld naar toewerken om een grote inhoudelijke bijeen-komst te organiseren voor ouderen in een bepaalde wijk of in de gehele stad. Bij valpreventie kun je denken aan een ‘markt’ waar diverse organisaties laten zien wat ze in de aanbieding hebben om vallen te voorkomen. Dat kunnen praktische hulpmiddelen zijn, maar ook een ogentest. Er kan een ‘bezembrigade’ zijn die op zoek is naar oudere vrijwilligers om een deel van de wijk schoon te houden. Een bijeenkomst lijkt vaak gauw georganiseerd. Maar het vergt een goede voor-bereiding, zowel als het gaat om wie wat kan presenteren als hoe je de oudere inwoners (uit de wijk) erop af laat komen. Vaak zie je dat het dezelfde ouderen zijn, die overal op af komen en bereik je maar een beperkte groep. Daarom is het bijvoorbeeld goed om als verbetergroep eerst contacten in de wijk te leggen door middel van huisbezoeken en met te bespreken of ouderen vaak vallen en wat ze zelf doen om het te voorkomen. Daarna kunnen de leden van de verbetergroep hen wijzen op de ‘markt’ die eraan komt en met hen bespreken of ze daar naar toe kunnen en willen komen. Bij problemen met vervoer, kun je hulp aanbieden. Vindt iemand het eng om alleen te komen, kun je aanbieden hem of haar op te halen. Zo zorg je ervoor om zoveel mogelijk mensen te bereiken. En zo wordt het slotakkoord een integraal onderdeel van het verbeterdoel (zie stap 2).
Gezond in de wijk, oktober 2009 33
Er zijn nog vele andere mogelijkheden te bedenken voor een slotakkoord. Het hoeft echter niet altijd gerelateerd te zijn aan verbeterdoel. Het kan ook om een gezellig samenzijn gaan van de leden van de verbetergroep en de projectlei-der. Wel is het goed om aandacht te besteden aan wat er de afgelopen tijd heeft plaatsgevonden. De projectleider kan ervoor zorgen dat dit vooral in positieve zin gebeurd. Het slotakkoord is immers bedoeld om er een goed gevoel aan over te houden. Tijdens de evaluatie zijn alle zaken besproken, maar nu is het tijd om zoveel mogelijk na te genieten. Dat kan via mooie verhalen, foto’s en wellicht een passend presentje voor de vrijwilligers.
Tip:
Zet bij het slotakkoord de vrijwilligers die deel uitmaakten van het verbeterteam in
het zonnetje. Ze hebben grote inzet getoond gedaan en wat het ook opgeleverd
heeft, een blijk van waardering voor hun inzet is dan op z’n plaats.
Gezond in de wijk, oktober 2009 34
Bijlagen
A) Vallen en valpreventie bij ouderen
Volgens gegeven van de Stichting Consument en Veiligheid worden jaarlijks 140.000
senioren medisch behandeld voor de gevolgen van een val. Dit betekent dat iedere
4 minuten een senior zodanig ernstig valt dat een medische behandeling noodzake-
lijk is. Deze medische behandelingen worden veelal uitgevoerd op de Spoedeisende
Hulpafdeling van een ziekenhuis (89 duizend ouderen) en/of door de huisarts (82
duizend). Specialisten behandelen jaarlijks 46 duizend senioren van 55 jaar en ou-
der voor de gevolgen van een val. Ieder jaar worden 34 duizend senioren opgeno-
men in het ziekenhuis, fysiotherapeuten behandelen 25 duizend senioren na een
valongeval.
De Stichting geeft op haar website uitgebreid informatie over wat ouderen zelf
kunnen doen om veilig door het leven te gaan. Het gaat erom fit en gezond te blij-
ven (samenwerking met het Voedingscentrum), passende maatregelen in huis te
nemen om vallen te voorkomen en ook als je op pad gaat. Er is ook specifieke in-
formatie over wat te doen in verpleeg-, en verzorgingshuizen en voor professionals.
Er zijn diverse brochures gratis te downloaden. Er is ook materiaal te vinden om als
vrijwilligers leeftijdsgenoten te informeren en adviseren over het voorkomen van
vallen en/of om een bijeenkomst hierover te organiseren.
Meer informatie
Stichting Consument en Veiligheid:
http://www.veiligheid.nl.
Ongevalscijfers:
http://www.veiligheid.nl/csi/veiligheid.nsf/wwwVwContent/longevalscijfers.htm.
Maatregelen:
http://www.veiligheid.nl/csi/veiligheid.nsf/wwwVwContent/l1ouderen.htm.
Checklisten:
http://www.veiligheid.nl/csi/veiligheid.nsf/wwwVwContent/M_82FEDA50F8E71120
C1257409003C25FC.
Bijeenkomst:
http://www.veiligheid.nl/csi/veiligheid.nsf/wwwVwContent/MJR05F5E5A765DAAA
CEC12575E00030AFDEVRSN2D0.
Gezond in de wijk, oktober 2009 35
Lees ook de Nieuwsbrieven over de Campagne voor valpreventie:
http://www.veiligheid.nl/csi/veiligheid.nsf/wwwVwContent/M_8B91260674E39658
C1257598002D749A.
B) Empowerment van ouderen
Empoweren betekent volgens de Thesaurus Zorg en Welzijn ‘iemand in staat stellen
eigenmachtig te beslissen en te handelen; ook methodieken gericht op individuen,
groepen of organisaties om zelfvertrouwen, zelfbewustzijn en positief zelfbeeld te
vergroten’ (zie: http://www.thesauruszorgenwelzijn.nl/empowerment.htm).
Het Kenniscentrum Ouderen van Vilans besteedt aandacht aan het empoweren van
ouderen. Ze gebruiken tegenwoordig meer de term ‘zelfmanagement’. Zelfmana-
gement is het vermogen/ de vaardigheid van een persoon om ook op oudere leeftijd
een (acceptabele) bepaalde mate van welbevinden te behouden ondanks aan de
leeftijd gerelateerde verliezen met als doel een zo optimaal niveau van kwaliteit
van bestaan te behouden of te bereiken.
Meer informatie
Informatie over zelfmanagement van ouderen en andere vraagstukken die voor hen
van belang zijn is te vinden op de website van het Kenniscentrum Ouderen van Vi-
lans: http://www.vilans.nl/smartsite.dws?ch=,DEF&id=40944.
Vilans neemt ook deel aan het meerjarig stimuleringsprogramma van MOVISIE, Zil-
veren Kracht genaamd. Het doel van dit programma is de kennis, kunde en levens-
ervaring van ouderen zo lang mogelijk te benutten en aan te boren. Daar hebben ze
zelf baat bij, maar ook de samenleving als geheel.
Meer informatie
Op de website van het programma is informatie te vinden over de inzet in burger-
initiatieven, verbinden van generaties, woonomgeving en senioren en werk. Kijk op:
http://www.zilverenkracht.nl/smartsite.dws?id=ZKHOME.
Ten slotte
Wat wij als begeleiders van het project Gezond in de wijk vanuit Vilans gemerkt
hebben is dat het project de oudere inwoners zelf, hun verhalen, wensen en pro-
blemen weer veel meer voor het voetlicht heeft gebracht. En dat het moeite kost,
maar vervolgens ook de moeite loont om mensen met elkaar in contact te brengen,
te informeren en zaken te bespreken. Dat kan over valpreventie gaan, maar ook
over andere onderwerpen. In het op gang brengen van het proces, het bevorderen
van contacten en ontmoetingen toont het project haar meerwaarde.