Wijkverpleging: uitdagingen en knelpunten - Vilans › vilans › media › documents › producten...

5
Wijkverpleging: uitdagingen en knelpunten De wijkverpleging staat momenteel weer volop in de belangstelling. De wijkverpleging, met de wijkverpleegkundige functie als middelpunt, profileert zich meer en meer als de verbindende schakel in de buurt. Velen zien deze zorgvorm als dé oplossing om het groeiende aantal thuiswonende ouderen en andere kwetsbare groepen te ondersteunen. Hoge verwachtingen van en veel verantwoordelijkheid voor de zorgsector die volop in beweging is na de grootschalige hervormingen van 2015, maar die tevens kampt met bezuinigingen, gebrek aan personeel en administratielast. In deze factsheet zetten we de belangrijkste feiten en cijfers voor u op een rij. Wijkverpleging – wat is het? Wijkverpleging bestaat uit álle zorg die nodig is om mensen zo goed mogelijk thuis te laten wonen. In de praktijk gaat het om het verrichten van verzorgende (bijvoorbeeld wassen en aankleden) en verpleegkundige handelingen (bijvoorbeeld stomazorg of kathetarisatie) voor individuele patiënten. Maar ook om bredere (vaak niet-cliëntgebonden) activiteiten, die men schaart onder de noemer ‘wijkgericht werken’. Bijvoorbeeld het uitvoeren van preventieve taken, het actief opsporen van probleemsituaties en het indiceren, organiseren en coördineren van de zorg in de wijk. 1 Samen met de huisartsenzorg is de wijkverpleging erop gericht mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen, ondanks ouderdom, ziekte of beperking. Het handelen van de wijkverpleging is gebaseerd op het besef dat ‘gezondheid voor mensen geen doel op zich is, maar een middel om te kunnen (blijven) doen wat belangrijk voor hen is’. Het achterhalen van wat belangrijk is voor mensen, weten welke belemmeringen zij daarbij ondervinden en op basis van veerkracht en eigen regie samen op zoek gaan naar oplossingen, vormen de centrale pijlers van de wijkverpleging. 2 Wanneer we in deze factsheet spreken over wijkverpleging gaat het om zorg aan huis of in de wijk, geleverd door een verzorgende of verpleegkundige en gefinancierd vanuit de basisverzekering via de Zorgverzekeringswet (Zvw-wijkverpleging). Hoewel wijkverpleging in de volksmond vaak ‘thuiszorg’ wordt genoemd, valt huishoudelijke hulp officieel niet onder de wijkverpleging (financiering Wmo). Ook zorg aan huis voor de meest kwetsbaren in de samenleving, onder wie mensen met een structurele zorgbehoefte, behoefte aan permanent toezicht of 24uurszorg in nabijheid, valt niet onder de basisvoorziening wijkverpleging (financiering vanuit Wlz). Wie werkt er in de wijkverpleging? In de wijkverpleging werken zorgverleners met uiteenlopende functies en deskundigheidsniveaus samen in (zelfsturende) teams om zorg in de thuissituatie te garanderen. Zoals: verzorgenden en verzorgenden IG (mbo-niveau 3), verpleegkundigen (mbo-niveau 4) en generalistische en specialistische (wijk)verpleegkundigen (niveau 5, 6, hbo-v). Een bijzondere rol in de wijkverpleging is weggelegd voor de wijkverpleegkundige. Volgens de omschrijving van de V&VN in de publicatie ‘Expertisegebied Wijkverpleegkundige’ (2012)3 is de wijkverpleegkundige een hbo-opgeleide verpleegkundige die handelt op basis van professionele autonomie en die de spil is van de zorg in de wijk. Onder de wijkverpleegkundige functie vallen naast toewijsbare zorgtaken ook de coördinerende en signalerende activiteiten binnen de wijkverpleging die niet aan één specifieke cliënt te koppelen zijn. Zo is de wijkverpleegkundige sinds de hervorming van de langdurige zorg (2015) ook verantwoordelijk voor indicatiestelling en advisering over de zorgtoewijzing. De wijkverpleegkundige als verbindende schakel De functie wijkverpleegkundige is geen nieuw fenomeen. Al sinds eind 19e eeuw neemt zij haar plaats in als gezicht van de zorg in de wijk. Over de jaren heen is de invulling van de functie van de wijkverpleegkundige wel sterk veranderd. 3,4,5 Hun eens zo brede en autonome professie met betrekking tot preventie, verpleging en verzorging van kwetsbaren en bron van informatie voor de huisarts kromp in de jaren ’80 en ‘90 in met de opkomst van grote thuiszorgorganisaties en verregaande functiedifferentiatie. Vanwege de toenemende focus op doelmatigheid en taakdifferentiatie verlieten Het handelen van de wijkverpleging is gebaseerd op het besef dat ‘gezondheid voor mensen geen doel op zich is, maar een middel om te kunnen (blijven) doen wat belangrijk voor hen is’. 2018

Transcript of Wijkverpleging: uitdagingen en knelpunten - Vilans › vilans › media › documents › producten...

Wijkverpleging: uitdagingen en knelpunten

De wijkverpleging staat momenteel weer volop in de belangstelling. De wijkverpleging, met de wijkverpleegkundige functie als middelpunt, profileert zich meer en meer als de verbindende schakel in de buurt. Velen zien deze zorgvorm als dé oplossing om het groeiende aantal thuiswonende ouderen en andere kwetsbare groepen te ondersteunen. Hoge verwachtingen van en veel verantwoordelijkheid voor de zorgsector die volop in beweging is na de grootschalige hervormingen van 2015, maar die tevens kampt met bezuinigingen, gebrek aan personeel en administratielast. In deze factsheet zetten we de belangrijkste feiten en cijfers voor u op een rij.

Wijkverpleging – wat is het?Wijkverpleging bestaat uit álle zorg die nodig is om mensen zo goed mogelijk thuis te laten wonen. In de praktijk gaat het om het verrichten van verzorgende (bijvoorbeeld wassen en aankleden) en verpleegkundige handelingen (bijvoorbeeld stomazorg of kathetarisatie) voor individuele patiënten. Maar ook om bredere (vaak niet-cliëntgebonden) activiteiten, die men schaart onder de noemer ‘wijkgericht werken’. Bijvoorbeeld het uitvoeren van preventieve taken, het actief opsporen van probleemsituaties en het indiceren, organiseren en coördineren van de zorg in de wijk.1

Samen met de huisartsenzorg is de wijkverpleging erop gericht mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen, ondanks ouderdom, ziekte of beperking. Het handelen van de wijkverpleging is gebaseerd op het besef dat ‘gezondheid voor mensen geen doel op zich is, maar een middel om te kunnen (blijven) doen wat belangrijk voor hen is’. Het achterhalen van wat belangrijk is voor mensen, weten welke belemmeringen zij daarbij ondervinden en op basis van veerkracht en eigen regie samen op zoek gaan naar oplossingen, vormen de centrale pijlers van de wijkverpleging.2

Wanneer we in deze factsheet spreken over wijkverpleging gaat het om zorg aan huis of in de wijk, geleverd door een verzorgende of verpleegkundige en gefinancierd vanuit de basisverzekering via de Zorgverzekeringswet (Zvw-wijkverpleging). Hoewel wijkverpleging in de volksmond vaak ‘thuiszorg’ wordt genoemd, valt huishoudelijke hulp officieel niet onder de wijkverpleging (financiering Wmo). Ook zorg aan huis voor de meest kwetsbaren in de samenleving, onder wie mensen met een structurele zorgbehoefte, behoefte aan permanent toezicht of 24uurszorg in nabijheid, valt niet onder de basisvoorziening wijkverpleging (financiering vanuit Wlz).

Wie werkt er in de wijkverpleging?In de wijkverpleging werken zorgverleners met uiteenlopende functies en deskundigheidsniveaus samen in (zelfsturende) teams om zorg in de thuissituatie te garanderen. Zoals: verzorgenden en verzorgenden IG (mbo-niveau 3), verpleegkundigen (mbo-niveau 4) en generalistische en specialistische (wijk)verpleegkundigen (niveau 5, 6, hbo-v). Een bijzondere rol in de wijkverpleging is weggelegd voor de wijkverpleegkundige. Volgens de omschrijving van de V&VN in de publicatie ‘Expertisegebied Wijkverpleegkundige’ (2012)3 is de wijkverpleegkundige een hbo-opgeleide verpleegkundige die handelt op basis van professionele autonomie en die de spil is van de zorg in de wijk. Onder de wijkverpleegkundige functie vallen naast toewijsbare zorgtaken ook de coördinerende en signalerende activiteiten binnen de wijkverpleging die niet aan één specifieke cliënt te koppelen zijn. Zo is de wijkverpleegkundige sinds de hervorming van de langdurige zorg (2015) ook verantwoordelijk voor indicatiestelling en advisering over de zorgtoewijzing.

De wijkverpleegkundige als verbindende schakelDe functie wijkverpleegkundige is geen nieuw fenomeen. Al sinds eind 19e eeuw neemt zij haar plaats in als gezicht van de zorg in de wijk. Over de jaren heen is de invulling van de functie van de wijkverpleegkundige wel sterk veranderd.3,4,5 Hun eens zo brede en autonome professie met betrekking tot preventie, verpleging en verzorging van kwetsbaren en bron van informatie voor de huisarts kromp in de jaren ’80 en ‘90 in met de opkomst van grote thuiszorgorganisaties en verregaande functiedifferentiatie. Vanwege de toenemende focus op doelmatigheid en taakdifferentiatie verlieten

Het handelen van de wijkverpleging is gebaseerd op het besef dat ‘gezondheid voor mensen geen doel op zich is, maar een middel om te kunnen (blijven) doen wat belangrijk voor hen is’.

2018

veel oudgedienden de zorg. Hun taken werden overgenomen door specialistisch verpleegkundigen enerzijds en lagergeschoolden anderzijds. Hiermee verdween langzaam maar zeker de autonome, verbindende en allroundfunctie die de wijkverpleegkundige lange tijd vervulde.

Sinds enkele jaren is er sprake van een opleving van de functie. Deze omslag begon rond 2006 met de opkomst van zelforganiserende teams in de wijkverpleging, wat de vraag naar wijkverpleging in de oude vorm weer deed toenemen. Dit initiatief van Buurtzorg kent inmiddels veel navolging. De wijkverpleegkundige wordt sinds die tijd weer meer en meer gezien als verbindende schakel tussen de mensen die zorg nodig hebben en zorgaanbieders binnen de domeinen zorg, wonen en welzijn.6 De wijkverpleegkundige kent het medische domein, werkt samen met de huisarts en het ziekenhuis, maar kent daarnaast ook het netwerk van zorg en welzijn in de wijk. Zij heeft daarmee een brede kijk op wat er speelt én wat nodig is (voor een persoon, gezin of wijk). De inzet van de wijkverpleegkundige functie moet bovendien de integrale aanpak tussen wonen, zorg, welzijn en preventie vergroten. In de praktijk vervult de wijkverpleegkundige als zorgverlener anno 2018 vele rollen tegelijkertijd: van reflectieve professional en gezondheidsbevorderaar, tot organisator, communicator, kwaliteitsbewaker en samenwerkingspartner.7 Tevens doet men steeds vaker een beroep op haar coachende vaardigheden. De wijkverpleegkundige werkt binnen een team met uiteenlopende deskundigheidsniveaus (veel niveau 3 en 4). Dit vraagt van de wijkverpleegkundige, die meestal het team coördineert, extra inspanningen om de kwaliteit van zorg te bewaken.3

In de praktijk vervult de wijkverpleeg-kundige als zorgverlener vele rollen tegelijkertijd: van reflectieve professional en gezondheidsbevorderaar, tot organisator, communicator, kwaliteitsbewaker en samenwerkingspartner.

7577 73

De verwachtingen rondom de wijkverpleegkundige beroepsuitoefening zijn veelbelovend, maar tegelijkertijd hooggespannen. Zo ziet men de wijkverpleegkundige als oplossing voor maatschappelijke vraagstukken als de vergrijzing en de toename van het aantal thuiswonende ouderen en chronisch zieken.5,8,9 De afgelopen jaren zijn er meerdere initiatieven geweest om de wijkverpleging, en de wijkverpleegkundige functie in het bijzonder, toe te rusten met de competenties die nodig zijn om aan deze verwachtingen te kunnen voldoen. Een voorbeeld hiervan is het ZonMw-programma Zichtbare Schakel: de wijkverpleegkundige voor een gezonde buurt.10 Dit programma heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de terugkeer van de wijkverpleegkundige als gezicht in de wijk. Daarna en op grond daarvan hebben veel partijen getracht de wijkverpleegkundigen vrije ruimte te bieden om in de volle breedte het vak in de wijk

uit te oefenen. Een ander voorbeeld is leiderschapsontwikkeling bij de beroepsgroep vanuit V&VN. Dat heeft sinds 5 jaar een ambassadeurstraject dat talentvolle wijkverpleegkundigen ondersteunt om de beroepsgroep op lokaal, regionaal en landelijk niveau te vertegenwoordigen.11

Wie maakt gebruik van wijkverpleging?

Bijna de helft van de cliënten die verpleging aan huis krijgt, woont alleen (49%), een derde van de cliënten woont samen met de partner zonder thuiswonende kinderen.

Wijkverpleging is er ook voor mensen die tijdelijk behoefte hebben aan verzorging en verpleging, bijvoorbeeld bij thuiskomst na een ziekenhuisopname of bij specifieke behandeling thuis.

Belangrijke cliëntgroepen van de wijkverpleging zijn:

Ouderen Chronisch zieken Mensen met een lichamelijke beperking

Kinderen met een intensieve zorgbehoefte

Mensen in hun laatste levensfase

De gemiddelde leeftijd van mensen die een beroep doen op de wijkverpleging is

jaar. 12

Vrouwen zijn gemiddeld 77 jaar, mannen 73 jaar.

Van de mensen die wijkverpleging ontvangen is 63% vrouw.

2018

Gemiddeld maakten zo’n 270.000 mensen per maand gebruik van wijkverpleging in 2015. Dit aantal groeit gestaag. Naar verwachting zullen in 2025 350.000 cliënten tegelijkertijd (voornamelijk ouderen en chronisch zieken) gebruik maken van de wijkverpleging, een stijging van bijna 30%.13 De verwachte toename in zorggebruik komt onder andere door de vergrijzing. Volgens de CBS-bevolkingsprognose neemt het aantal 65-plussers toe tot 4,7 miljoen in 2041 (ter vergelijking: begin 2017 waren dat er 3,1 miljoen).14 Met de toename van het aantal ouderen stijgt de zorgvraag, maar ook de complexiteit van de gevraagde zorg. Zo heeft 70% van de mensen van 65 jaar en ouder een chronische ziekte. En deze co- en multimorbiditeit stijgt met leeftijd: van de mensen van 75 jaar en ouder met een chronische ziekte, heeft 63% twee of meer chronische ziekten (multimorbiditeit) en 32% drie of meer.15 Maar ook het actuele beleid dat ouderen langer thuis blijven wonen en de gemiddelde duur van ziekenhuisopnames en de ligduur afnemen in de intramurale zorg, doen de vraag naar wijkverpleging en de zorgzwaarte blijven stijgen.

Naar verwachting zullen in 2025 350.000 cliënten tegelijkertijd (voornamelijk ouderen en chronisch zieken) gebruik maken van de wijkverpleging, een stijging van bijna 30%.

Zoals:• Het verhogen van de instroom van studenten hbo-v. • Het verhogen van het aandeel studenten binnen de hbo-v

opleiding dat kiest voor de specialisatie wijkverpleging.• Het wegnemen van belemmeringen in de opleiding hbo-v rondom

het vinden van een stageplaats én goede stagebegeleiding.• Het opscholen van mbo-verpleegkundigen.• Tevens spreekt men over maatregelen om de vraag naar

wijkverpleegkundigen de komende jaren minder hard te laten groeien of enigszins uit te stellen. Bijvoorbeeld door:

• Meer aandacht voor het doelmatig inzetten van de wijkverpleegkundige zorg.

• Het terugdringen van de administratieve last.• Het heropenen van de discussie over het uitvoeren van niet-

toewijsbare zorgtaken als indicatiestelling en zorgtoewijzing (bijvoorbeeld onder supervisie van ervaren mbo-krachten uit de wijkverpleging).

• Meer sturing richting zelf- of samenredzaamheid.• Beperking van budgetten en daardoor geen aanname van nieuwe

cliënten aan het eind van het jaar.

Enkele maatregelen worden inmiddels uitgevoerd. Zo zijn ActiZ en V&VN in 2015 gestart met de campagne ‘Daar zit meer achter’ om hbo-opgeleide verpleegkundigen te interesseren voor de ouderenzorg19 en de wijkverpleging en richt de tweede fase van het programma Zichtbare Schakel zich momenteel ondere andere op het bevorderen van de doorstroom van mbo-v naar hbo-v.20

Zorggebruik Zvw-wijkverpleging in aantal cliënten in 2015 (x 1.000)

totaal

verzorging en verpleging

verzorging

verpleging

overig

600

400

200

0

Structureel personeelstekorten In 2015 werkten er circa 8.800 hbo-wijkverpleegkundigen in de wijkverpleging (7560 wijkverpleegkundigen, 955 gespecialiseerd verpleegkundigen en 285 casemanagers dementie). Er was een tekort van 4% (350 wijkverpleegkundigen). Dit tekort is de afgelopen twee jaar fors toegenomen (naar 1.000 in 2016) en blijft, mits er geen actie wordt ondernomen, stijgen (naar mogelijk 2.000 in 2019).16 In 2019 zijn er naar verwachting tussen de 10.000 en 13.500 wijkverpleegkundigen nodig (toename van 8% – 45%. t.o.v. 2015). Ook aan verzorgenden en mbo-verpleegkundigen in de wijk heerst een tekort, al zijn daarover geen officiële cijfers bekend.

Uit een ledenraadpleging van V&VN (2017) blijkt dat 85% van de verpleegkundigen en verzorgenden dagelijks hinder ondervindt van het tekort aan personeel.17 Dit uit zich bijvoorbeeld in het (plotseling) draaien van extra diensten, het werken met wisselende krachten, oproepkrachten of niet voldoende gekwalificeerde krachten en kleinere teams per dienst. Zon twee derde van de ondervraagden (64%) vindt dat de kwaliteit van de zorg onder druk staat door het tekort aan personeel. Ruim driekwart van de verpleegkundigen en verzorgenden (76%) geeft bovendien aan dat het personeelstekort een negatieve invloed heeft op hun eigen gezondheid en privéleven. De V&VN signaleert een hoger ziekteverzuim onder de beroepsgroep en een toenemende uitstroom van verpleegkundigen en verzorgenden.

Diverse instanties, beroepsvereniging V&VN en organisatie van zorgondernemers ActiZ luiden de noodklok: een noodplan zou nodig zijn om de huidige personeelstekorten aan te pakken. Er worden verschillende maatregelen geopperd om het gebrek aan personeel in de sector aan te pakken, waaronder maatregelen om het aanbod van wijkverpleegkundigen te vergroten.16,17,18

Hoeveel mensen maken gebruik van wijkverpleging?In 2015 maakten 512.000 mensen gebruik van wijkverpleging. Hiervan ontvingen 318.000 mensen zowel persoonlijke verzorging als verpleging. Ongeveer 74.000 mensen ontvingen alleen verzorging en bijna 67.000 mensen ontvingen alleen verpleging. Van 53.000 mensen was niet duidelijk welke soort zorg zij ontvingen binnen de wijkverpleging. Ongeveer een vijfde van de cliënten die verzorging of verpleging aan huis kregen, (117.000) ontvingen daarnaast overige wijkverpleegkundige zorg zoals advies, instructie of voorlichting. Gemiddeld ontving men zo’n 3,8 uur zorg per week voor circa 6 maanden.12

2018

Begrote Zvw-uitgaven voor wijkverpleging (x 1 miljoen)

Uitgaven Zvw-wijkverpleging vanaf 2015 (x miljoen)

* Voorlopige cijfers jaar 2017

In het hoofdlijnenakkoord van het kabinet Rutte 3 (oktober 2017) zijn plannen opgenomen om de stijgende zorgkosten de komende jaren te beteugelen met 1,9 miljard.26 Uit een doorberekening van het Centraal Planbureau bleek dat hierdoor op structurele basis 100 miljoen euro minder financiering beschikbaar komt voor de wijkverpleegkundige zorg. De plannen werd kritisch ontvangen. Door het vorige kabinetsbeleid zijn er steeds meer ouderen die langer thuis blijven en steeds zwaardere zorg aan huis nodig hebben. Daar zou in de plannen van het kabinet te weinig rekening mee zijn gehouden, zo stelde ActiZ.20 Na een motie van PvdA-leider Lodewijk Asscher, die voltallig gesteund werd door de oppositiepartijen in de Tweede Kamer, zijn de voorgenomen bezuinigingen op de wijkverpleging inmiddels teruggedraaid. Het kabinet is nog wel voornemens om ‘verspilling in de wijkverpleging’ tegen te aan en de efficiëntie te vergroten.

Doorontwikkeling bekostigingsmodel wijkverplegingHet bekostigingsmodel voor de wijkverpleging is de afgelopen jaren flink in ontwikkeling. In 2015 was er als experiment sprake van een onderscheid in niet-cliëntgebonden taken, zoals preventie, signalering, coördinatie en samenwerking in de wijk (S1-segment) en de cliëntgebonden zorgtaken (S2- segment). Dit onderscheid is inmiddels afgeschaft. In de praktijk ontstonden twee verschillende wijkverpleegkundige functies: één voor S1 en één voor S2. Dit kwam de integrale benadering niet ten goede. Bovendien bleek het financieringssysteem complex waardoor extra registratielast ontstond. Sinds begin 2017 is er sprake van een geintegreerd uurtarief dat de zorgverzekeraar betaalt.27 Het verschil in tarief tussen verpleging en persoonlijke verzorging is daarmee vervallen en de administratieve lastendruk voor de wijkverpleging moet hierdoor verminderen. Dit nieuwe financieringsysteem, dat momenteel nog niet verplicht is, dient als tussenfase voor de nieuwe vorm van contracteren die naar verwachting vanaf 2019 ingesteld wordt. Deze nieuwe bekostiging van de wijkverpleging wordt gebaseerd op zorgprofielen: inzicht in kenmerken van cliënten die het zorggebruik bepalen, ligt aan de basis.28

Uitdagingen voor de wijkverpleging in de komende jarenDe wijkverpleegkunde is anno 2018 weer volop in beweging. De komende jaren staat in het teken van het vinden van een juiste vorm, organisatie en financiering om de zorg toekomstbestendig te maken. De wijkverpleging staan daarbij een aantal belangrijke uitdagingen te wachten. Van het werken naar een integrale uitvoering van het vak wijkverpleging (in samenwerking met het sociaal domein), het toerusten van zorgverleners om aan hun nieuwe rol te kunnen voldoen, het oplossen van de structurele personeelstekorten en administratielast, tot het omgaan met het verwachte toename in zorgvraag en zorgzwaarte van de thuiswonende client.

totaal verzorging verpleging PGB overig

4.000

3.000

2.000

1.000

4.000

3.000

2.000

1.000

2015 2016 2017 januari - juni*0

2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021

0

Op 20 november 2017 organiseerde V&VN een landelijke actiedag, onder de noemer #meerzorgminderpapier, om de registratiedruk in (onder andere) de wijkverpleging onder de aandacht te brengen. Naar aanleiding van deze campagne heeft minister de Jonge (VWS) afspraken gemaakt met V&VN, zorgaanbieders, toezichthouders en zorgverzekeraars over het terugdringen van onnodige registratie in de wijkverpleging. De partijen streven ernaar de gemiddelde registratielast terug te brengen tot 15%.21 Door procedures te vereenvoudigen, overbodige registraties tegen te gaan en toe te werken naar het gebruik van een eenduidige taal voor eenvoudige en betere overdracht.

Financiering van de wijkverplegingWijkverpleging maakt sinds 1 januari 2015 deel uit van de zorgverzekeringswet (Zvw), daarvoor werd zij bekostigd uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De zorg wordt vergoed vanuit de basisverzekering. Cliënten betalen geen eigen bijdrage en ook het wettelijk verplicht eigen risico geldt niet voor deze zorg. In 2015 en 2016 bedroeg de totale Zvw-financiering aan de wijkverpleging respectievelijk 3,1 en 3,3 miljard euro22,23. In 2018 is er circa 3,8 miljard beschikbaar voor de wijkverpleging24. Dit is ten opzichte van 2017 170 miljoen meer en omvat 8% van de totale Zvw-financiering in 201825. De totale zorguitgaven aan de wijkverpleging bedroegen in 2015 2,8 miljard euro en in 2016 2,9 miljard euro.

De wijkverpleging kan ook bekostigd worden vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer mensen op een wachtlijst voor het verpleeghuis komen. Door de overgang naar de Wlz ontvangen deze mensen minder zorg thuis dan voorheen in de Zvw.

2018

Vilans is het kenniscentrum voor langdurende zorg. We ontwikkelen vernieuwende en praktijkgerichte kennis. En we versnellen de processen die nodig zijn om nieuwe kennis en goede voorbeelden succesvol door te voeren in de praktijk. Dat doen we samen met professionals, bestuurders, cliënten en beleidsmakers. Zo houden we met elkaar de langdurende zorg efficiënt, betaalbaar én van

goede kwaliteit. En verbeteren zo de kwaliteit van leven van mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben. www.vilans.nl

Deze factsheet is met grote zorgvuldigheid ontwikkeld en met gebruikmaking van de meest actuele gegevens tot stand gekomen.

2018

Bronvermelding1. Zorginstituut Nederland. Verpleging in de wijk (Zvw). Beschikbaar

via: www.zorginstituutnederland.nl/Verzekerde+zorg/v/ verpleging-in-de-wijk-zvw. Geraadpleegd op: 12 december 2017.

2. Heuvel M, van der, Fortuin J. In opdracht van Actiz. Wijkverpleging: generalistisch, persoonsgericht, continu, in de nabijheid van mensen thuis. Contouren voor een Kwaliteitskader voor de Wijkverpleging. 2017.

3. Bont M, de, Haaren E, van, Rosendal H, Wigboldus M. V&VN. Expertisegebied wijkverpleegkundige. 2012.

4. Vat L, Mast J. Vilans. De wijkverpleegkundige door de tijd heen. Infographic. 2015.

5. Putter ID, de, Francke AL, Veer AJE, de, Rademakers JJDJM. NIVEL. Kennisynthese. De wijkverpleegkundige van vandaag en morgen. Rollen, samenwerking en deskundigheid van wijkverpleegkundigen. 2014.

6. Interview Jennie Mast en Lidewij Vat gepubliceerd in Volkskrant: Efficiënte en effectieve begeleiding en zorg thuis Wijkverpleegkundige heeft brede blik op wat speelt in een wijk. Beschikbaar via: http://www.vilans.nl/docs/vilans/ publicaties/wijkverpleegkundige effectieve-zorg-volkskrant.pdf. Geraadpleegd op: 12 december 2017.

7. Vat L, Mast J. Vilans. Competenties wijkverpleegkundige. Infographic. 2015.

8. Mast J, Zielman E, Sibbeling H. Hoe kunnen wijkverpleegkundigen hun nieuwe rol invullen? Tijd voor de toekomst. De Eerstelijns. 2016; 26 – 27.

9. Sibbeling H. Verpleegkundigen M&G laat je horen! M&G. 2016; 16, 20 – 22.

10. ZonMw. Zichtbare schakel. De wijkverpleegkundige voor een gezonde buurt. Rapport. 2014. V&VN. Vijf jaar ambassadeurs voor de wijkverpleegkundige. Beschikbaar via: https://mgz.venvn.nl/themas/ambassadeurs-wijk. Geraadpleegd op: 15 december 2017.

11. Monitor Langdurige Zorg. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in opdracht van het ministerie van VWS. Beschikbaar via: http://mlzstatline.cbs.nl/Statweb/?LA=nl. Cijfers 2015. Geraadpleegd op: 12 december 2017.

12. ActiZ. Ouderenzorg nu en in de toekomst. Infographic.Publicatiedatum onbekend.

13. Centraal Bureau voor de Statistiek. (CBS). Prognose bevolking

kerncijfers 2014-2060. Beschikbaar via: http://statline.cbs.nl/statweb/publication/?vw=t&dm=slnl&pa=82683ned. Geraadpleegd op: 15 december 2017.

14. RIVM / Volksgezondheidenzorg.info. Chronische-ziekten-en-multimorbiditeit. 2017. Beschikbaar via: https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/chronische-ziekten-en-multimorbiditeit/cijfers-context/prevalentie. Geraadpleegd op: 15 december 2017.

15. Bloemendaal I, Essen G, van, Kramer S, Windt W, van der. Kiwa Nederland & CAOP. Vraag en aanbod van wijkverpleegkundigen. 2015 – 2019. 2015.

16. V&VN. Personeelstekorten in de zorg. Oplossingen van de werkvloer. 2017.

17. Veer AJE, de, Verkleij KAM, Peeters JM, Francke AL. NIVEL. Naar een toekomst met meer wijkverpleegkundigen? De aantrekkelijkheid van het werken in de thuiszorg en het doorstromen van MBO- naar HBO-Verpleegkunde. 2016.

18. V&VN & Actiz. Campagne “‘HBO-V in de ouderenzorg - Daar zit meer Achter’. http://www.daarzitmeerachter.nl/. Geraadpleegd op: 12 december 2017.

19. ZonMw. Programma ‘Zichtbare schakel fase 2: Opleidingsimpuls wijkverpleegkundigen’. Beschikbaar via: https://www.zonmw.nl/nl/onderzoek-resultaten/kwaliteit-van-zorg/programmas/programma-detail/zichtbare-schakel-fase-2-opleidingsimpuls-wijkverpleegkundigen/. Geraadpleegd op: 12 december 2017.

20. Zorgvisie. VWS en V&VN: afspraken voor minder papier en meer patiënt. Nieuwsbericht 22 november 2017. Beschikbaar via: https://www.zorgvisie.nl/vws-en-vvn-afspraken-voor-minder-papier-en-meer-patient/. Geraadpleegd op: 15 december 2017.

21. Rijksbegroting 2015 XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport22. Rijksbegroting 2016 XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport23. Rijksbegroting 2018 XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport24. Rijksbegroting 2017 XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport25. Rijksoverheid. Regeerakkoord 2017: ‘Vertrouwen in de toekomst’.

2017. 26. Ministerie van VWS. Kamerbrief Bekostiging wijkverpleging 2017.

Juni 2016. 27. Nederlandse Zorgautoriteit. Plan van aanpak. Doorontwikkeling

bekostigingsmodel wijkverpleging. 2016 – 2019.