Gezocht: toekomst voor zieke, verslaafde en/of psychiatrische oudere
Transcript of Gezocht: toekomst voor zieke, verslaafde en/of psychiatrische oudere
de hierboven uitgezette kaders en fase-
ring, steeds maatwerk te betrachten.
Op dit moment verkennen NIGZ en
ZonMw de verschillende toepassingsmo-
gelijkheden van de handleiding, en ori-
enteert RIVM zich op de mogelijkheden
van kennissynthese bij het uitvoeren van
haar nieuwe en bestaande publieke ta-
ken. Ook voor andere instituten die zich
bezig houden met het genereren van
maximaal toepasbare kennis is deze
aanpak interessant. Zij worden uitgeno-
digd om deel te nemen en bij te dragen
aan verdere uitwisseling en ontwikkeling
en daartoe contact op te nemen met de
auteurs. De openbare gezondheid is im-
mers gebaat bij een gedegen onderbou-
wing van het werk.
Noot
NIGZ en ZonMw sloten in 2005 een sa-
menwerkingsconvenant getiteld Kennis
beter benutten. Een van de produkten
waar in dat kader aan gewerkt wordt is
kennissynthese.
Literatuur
1. Lomas J. Using research to inform health-
care managers’ and policy makers’ ques-
tions: From summative to interpretive
synthesis. Healthcare Policy. 2005;1:55-
71.
2. Lenfant C. Clinical research to clinical
practice – lost in translation? N Engl J Med
2003;349:868-74.
3. Weiss CH. The many meanings of research
utilization. Public Adm Rev 1979;39:426-
31.
4. Keijsers J, Peters, L, Fleuren M, Paulussen
Th. Kennis beter benutten: Informatie-
zoekgedrag en –gebruik van nationale
beleidsmakers. Woerden / Leiden: NIGZ /
TNO Kwaliteit van Leven, 2005.
5. Gezondheidsraad. Van implementeren
naar leren: het belang van een tweerich-
tingsverkeer tussen praktijk en weten-
schap in de gezondheidszorg. Den Haag:
Gezondheidsraad, 2000.
6. Keijsers J. Gefundeerd werken aan de
kwaliteit van preventie. Tijdschr Gezond-
heidswet 2003;81:229-30.
7. Synthesizing evidence for management
and policy-making. Special issue. J Health
Serv Res Policy 2005;10 Suppl 1:1-56.
8. Jansen CW, Kammen J van, Bonsel GJ et al.
Wetenschappelijke basis voor vrucht-
baarheidszorg; paraplustudie overbrugt
kloof tussen kennis en beleid. Med Con-
tact. 2006;19:779-82.
9. Van Kammen J, Jansen CW, Bonsel GJ et al.
Technology assessment and knowledge
brokering; the case of assisted reproduc-
tion in the Netherlands. Int J Technol
Assess Health Care. 2006;23:3-7.
10. Bos V, Pos S, Keijsers J. Kennisoverzicht
en – gebruik in gezondheidsbevordering.
Review protocol. Woerden: NIGZ, 2006.
11. Raty S, Aro AA. European Review protocol
for health promotion; a protocol produced
by the Getting Evidence into Practice pro-
ject team. Helsinki: GEP-project, 2005.
12. Conducting and commisioning syntheses
for managers and policy makers. A sum-
mary of an invitational workshop for
researchers and funders. Montreal: Cana-
dian Health Services research Foundation,
2005.
13. Bos V, Kammen J van. Handleiding ken-
nissynthese. Den Haag / Woerden:
ZonMw / NIGZ, 2006.
14. Mays N, Pope C, Popay J. Systematically
reviewing qualitative and quantitative
evidence to inform management and
policy making in the health field. J Health
Serv Res Policy 2005;10(suppl 1):7-20.
Correspondentieadres
Dr. ir. J. van Kammen, ZonMw, Postbus
93245, 2509 AE Den Haag, tel. 070-
3495114, e-mail: [email protected]
Gezocht: toekomst voor zieke, verslaafde en/ofpsychiatrische oudereVerslag van een werkconferentie
Maria Bos*
Er is onvoldoende zicht op en afstem-
ming tussen de verschillende initiatieven
ten behoeve van ouderen met complexe
meervoudige problematiek die niet te
handhaven of te plaatsen zijn in de re-
guliere verpleging en verzorging, GGZ /
verslavingszorg en/of maatschappelijke
opvang. Op 14 november jl. heeft STOEL
in samenwerking met de GGD Rotterdam
e.o. een werkconferentie georganiseerd
waar deze problematiek centraal stond.
Presentaties en workshops wisselden
elkaar af. De conferentie is afgesloten
met een paneldiscussie.
Perspectieven uit de diverse sectoren
Vanuit het clientenperspectief wordt de
term ‘vieux terribles’ geıntroduceerd, om
nog eens aan te geven waar het deze
middag over gaat. ‘Onrust in de ziel’ is
een samenbindende factor in deze doel-
groep. ‘Oud’ is ook een relatief begrip;
dertigers kunnen al in de doelgroep val-
len, omdat zij soms ‘versleten’ zijn door
het leven dat zij geleefd hebben. In de
zorg en dienstverlening voor deze groep
worden veel initiatieven genomen, maar
het cross-over effect tussen organisaties
schiet tekort. Meer samenwerking zou de
client ten goede komen. Belangrijke
punten bij het leveren van zorg aan deze
mensen zijn 1) het differentieren bij
plaatsing en 2) uitermate voorzichtig
omgaan met dwang en drang. Het is ef-
fectiever is om clienten te verleiden met
de kwaliteit van het aanbod dan ze er-
gens toe te dwingen.
Vanuit de sector verpleging en ver-
zorging wordt ingegaan op de (on)moge-
Forum
*Stichting Adviesbureau STOEL, advies in zorg en
welzijn (www.stoel.org)
tsg jaargang 85 / 2007 nummer 3 forum - pagina 145
TSG 85 / 2007 nummer 3 145
lijkheden van het opnemen van ouderen
met psychiatrische en/of verslavingspro-
blematiek in een verzorgingshuis. Aan-
gegeven wordt dat goede samenwerking
met een instantie die zich richt op de
specifieke problematiek van een client
een noodzakelijke voorwaarde is voor
het opnemen van dergelijke clienten. In
geval van escalatie moet er een beroep
gedaan kunnen worden op de deskun-
digheid van deze partner en de verant-
woordelijkheid moet samen gedragen
worden. Uiteraard is het van belang dat
er kennis en ervaring met betrekking tot
de problematiek aanwezig is in de setting
waarin de client komt te wonen.
Diverse feiten en cijfers over ouder
wordende verslaafden worden vanuit de
verslavingszorg op een rijtje gezet. Het
aandeel 55 plussers onder alcoholver-
slaafden neemt toe. Ook de gemiddelde
leeftijd van clienten die onder behande-
ling zijn voor andere verslavingen stijgt.
De GGZ en verslavingszorg moeten hier
op inspelen. Bij het creeren van voorzie-
ningen voor verslaafde ouderen moet er
aandacht worden besteed aan de hoogte
van de somatische zorglast, het span-
ningsveld tussen wel- en niet-gebruikers
en terugval in gebruik.
Door samen te werken met organisa-
ties in de verpleging en verzorging kun-
nen zieke en verslaafde ouderen in de
maatschappelijke opvang makkelijker
overstappen van een ‘passantenplek’
naar een ‘zorgplek’. Uitgangspunt bij
deze samenwerking is complementariteit
ten dienste van de client. De wensen en
mogelijkheden van zowel clienten als van
instellingen kunnen door goede voorbe-
reiding en samenwerking bij elkaar wor-
den gebracht.
Er zijn onorthodoxe oplossingen no-
dig om de vergrijzing in de opvang aan te
pakken. Bij het scheppen van plaat-
singsmogelijkheden voor zieke, ver-
slaafde en/of psychiatrische ouderen is
het belangrijk om niet uit te gaan van het
functioneren van het huidige systeem,
maar van de leefwereld van clienten.
Kleinschalige voorzieningen en levens-
loop bestendige woonvormen zijn de op-
lossingsrichting voor vergrijzing in de
opvang.
Discussie
Het is noodzakelijk dat de kennis op de
diverse terreinen waar ouderen met
complexe, meervoudige problematiek
mee te maken hebben gebundeld wordt.
Door het vormen van ‘vitale coalities’ kan
het probleem aangepakt worden. Niet de
overlast die mensen veroorzaken moet
centraal staan, maar juist de hulpverle-
ning die aan deze mensen geboden kan
worden.
In de plenaire discussie kwamen drie
zaken naar voren die van belang zijn bij
het plaatsen van ouderen met complexe,
meervoudige problematiek: de prakti-
sche aanpak van het probleem, de poli-
tieke wil die hiervoor nodig is en meer
ethische overwegingen die gemaakt
moeten worden.
Voor de praktische aanpak van het
probleem werd een aantal kenmerken
genoemd waaraan voorzieningen voor de
doelgroep zouden moeten voldoen;
kleinschalig, flexibel en sectoroverschrij-
dend. De politiek moet stoppen met het
opjagen van de mensen uit de doelgroep,
niet met twee passen thuis willen zijn en
zij moet bereid zijn om te investeren. Bij
het zoeken van een toekomst voor zieke,
verslaafde en/of psychiatrische ouderen
moet onderkend worden dat elk mens
recht heeft op goede zorg, wonen en
welzijn, en hierin moet het perspectief
van de persoon in kwestie een rol spelen.
Daarnaast moet de maatschappij ook
accepteren dat er mensen zijn die niet
helemaal in ons huidige systeem passen.
Tot slot kan men zich afvragen of het gaat
om recht op zorg of recht op kwaliteit van
leven. En de vraag is dan wıe bepaalt hoe
dat eruit ziet.
Noot
STOEL is een organisatieadviesbureau,
gespecialiseerd in de ondersteuning van
samenwerking en netwerkontwikkeling
op het gebied van gezondheidszorg,
welzijn en maatschappelijke dienstverle-
ning.
Correspondentieadres
Drs. M.G. Bos, STOEL, Ungerplein 2,
flat 1, 3033 BR Rotterdam, tel. 010-
2330022, e-mail: [email protected]
Recente promoties
Spoedeisende hulp na ongevallen
Elk jaar raken in Nederland meer dan een
miljoen mensen zodanig gewond door
een ongeval, dat zij behandeld moeten
worden op de Spoed Eisende Hulp (SEH)
van een ziekenhuis. Voor het identifice-
ren van patientgroepen met een grote
zorgbehoefte en/of een hoog risico op
beperkingen heeft Suzanne Polinder
([email protected]) de economi-
sche en functionele gevolgen van onge-
vallen in Nederland en Europa bestu-
deerd. Onlangs verdedigde ze haar
proefschrift ‘Economic and health impact
of injuries in the Netherlands and Euro-
pe’ in Rotterdam.
In een Europese studie zijn de medi-
sche kosten van ongevalsletsels in acht
Europese landen met elkaar vergeleken.
Na toepassing van speciaal ontwikkelde
methoden van datastandaardisatie zijn
grote internationale verschillen waarge-
nomen. Vergeleken met andere Europese
landen heeft Nederland relatief lage
kosten van ongevalsletsels door een re-
latief lage letselincidentie in combinatie
met een laag zorggebruik. Ongevalspa-
tienten in Nederland worden minder snel
in het ziekenhuis opgenomen dan elders
in Europa.
Naast verschillen zijn er ook opval-
lende overeenkomsten. In alle deelne-
mende landen zijn vrouwen ouder dan 65
jaar verantwoordelijk voor tenminste een
kwart van de totale zorgkosten door on-
gevallen (met name door heup en been-
fracturen door valongevallen).
In een tweede onderzoek zijn functio-
nele gevolgen gemeten (2,5, 5, 9 en 24
maanden na het ongeval) bij een repre-
sentatieve steekproef van ongevalspa-
tienten die zijn behandeld op een SEH in
Forum
tsg jaargang 85 / 2007 nummer 3 forum - pagina 146
TSG 85 / 2007 nummer 3 146