Gesloten kringlopen en de mens centraal juni 2016

6

Click here to load reader

Transcript of Gesloten kringlopen en de mens centraal juni 2016

Page 1: Gesloten kringlopen en de mens centraal juni 2016

Opdrachtgever Michel Weijers

Een circulair gebouw is bijzondere opgave

Welke waarden vond jij als opdrachtgever belangrijk in de opgave van het stadskantoor?De gemeente Venlo heeft in 2007 de c2c-principes als uitgangspunt voor nieuw beleid gekozen. Vanaf dat moment wilden we kantoren gaan bouwen die meerwaarde creëren. Het is op dit moment weliswaar nog niet mogelijk om voor honderd procent met c2c-materialen een kantoor te bouwen, maar het moet beter en klaar zijn. Dat betekent dat een gebouw kringlopen moet sluiten, dus zo veel mogelijk materialen gebruiken die te re- of upcyclen zijn. Daarnaast moet het de lucht zuiveren, niet alleen voor de stad maar ook voor de mensen die in het gebouw werken. Verder vinden we dat een gebouw zo veel mogelijk zijn eigen energie moet opwekken en waterkringlopen sluiten. Minstens zo belangrijk is dat een gebouw ook het verhaal vertelt. Het gebouw moet een voorbeeld zijn voor de andere gebouwen in de stad maar ook daarbuiten. Circulariteit en c2c moeten behalve functioneel ook zichtbaar zijn. Alleen zo kun je gemakkelijker met het gebouw communiceren.

Tot welke uitvraag naar circulariteit heeft dit geleid?De uitvraag aan de architect was een andere dan bij een standaard kantoorgebouw. In onze aanbestedingsprocedure lag de nadruk niet op de selectie van ontwerp, maar op de selectie van een visie. De architect moest ook laten zien wat c2c kon betekenen voor dit gebouw. Vervolgens hebben we een architect geselecteerd en samen met hem de rest van het ontwerpteam samengesteld.

Waarom kozen jullie voor een visieselectie?Als opdrachtgever willen we actief deel uitmaken van het ontwerp-proces. In de traditionele manieren van aanbesteden zet je een programma van eisen op de markt en krijg je er vervolgens een kant en klaar ontwerp voor terug. Dat is niet meer van deze tijd. We vinden het belangrijk dat onze eigen organisatie in de praktijk

tekst

Harm TilmanStadskantoor in venlo

Gesloten kringlopen en de mens centraal

Bij het kiezen van een architect voor het nieuwe Stadskantoor van Venlo heeft de gemeente bewust naar een ontwerper gezocht die de

principes van Cradle to Cradle als leidend uitgangspunt voor het gebouw zou nemen. Kraaijvanger architects heeft in nauwe

samenwerking met opdrachtgever en toeleveranciers een inspirerende, comfortabele en gezonde werkomgeving ontworpen die

het ziekteverzuim van de ambtenaren omlaag kan brengen.

architect hans goverde

Een circulair gebouw is bijzondere opgave

Als architect werd je gevraagd in Venlo een c2c-gebouw te maken.

Hoe hebben jullie aan deze uitvraag naar circulariteit gewerkt?

We hebben ons als eerste afgevraagd hoe je een c2c-gebouw maakt. We zijn

niet direct gaan schetsen, maar begonnen met de processen in en rond het

gebouw. Welke stromen gaan erin en eruit? Welke cyclussen kun je sluiten?

C2c gaat over diversiteit creëren, over cirkels maken om afval te vermijden.

We hebben onderzocht wat je kunt doen met de lucht die een gebouw in-

en uitgaat. Dezelfde vragen hebben we gesteld over water, energie en licht.

Daarnaast hebben we gekeken naar de binding die het gebouw met de om-

geving heeft. In de regio zijn partijen die van zo’n project kunnen profiteren.

Daarbij kun je denken aan scholing, catering, levering van materialen.

Waar kwamen jullie op uit?

Tijdens een inspiratiesessie vroegen we Michael Braungart waar we het

beste konden beginnen. Zijn antwoord was: begin met een gezond gebouw.

Dat vormde voor ons het vertrekpunt van het ontwerp. Je kunt een gezond

gebouw maken, door het verzuim omlaag te brengen.

In het gebouw hebben we daarom een verticaal stelsel van vides met

trappen gemaakt, waarin zich ook de hotspots bevinden. Hier drinken de

medewerkers koffie, hebben ze een overleg of zien ze hun collega’s. Dat

stelsel van vides functioneert tevens als het luchtcirculatie kanaal. In het

gebouw zitten meer van dergelijke elementen die mensen gezonder en

gelukkiger maken.

De circulariteit van een gebouw zit dus niet alleen in het hergebruik

van de materialen?

Als je alleen op de materialen let, doe je te weinig. Het gaat naast gezonde

materialen en upcycling ook om het creëren van diversiteit. Daarbij kun je

denken aan biodiversiteit. Met de groene wand maken we een verticaal park

in het gebouw. Daarnaast hebben we in de plint functies onderbracht die

levendigheid brengen en het stedelijk leven activeren. Tot slot hebben we

diversiteit gecreëerd door partners uit de regio bij het project te betrekken.

Je kunt ook kijken naar scholing en het financiële systeem. Vorig jaar was ik Het Stadskantoor benut regenwater, maakt energie en zuivert de lucht. Foto Stijn Poelstra

3de Architect, juni 2016 | 39

thema: circulair bouwenOntmoetingStadskantoor in Venlo

38 | de Architect, juni 2016

Page 2: Gesloten kringlopen en de mens centraal juni 2016

geld stuurt de wereldAnne-Marie Rakhorst heeft een nieuw boek geschreven, getiteld Geld stuurt de wereld. Jij bepaalt

de koers. Ze behandelt daarin het thema hoe we ons geld beter voor duurzame doelen kunnen laten werken. Ze vraagt zich daarbij af waarom we dat ondanks onze rijkdom niet doen. Rakhorst

formuleert vervolgens een aantal randvoorwaarden, waaronder het ontwikkelen van een Code voor Duurzaam Ondernemerschap.

in aanraking komt met c2c. Van stedebouwkundige tot facilitaire beheerder diende iedereen een plek te krijgen in het ontwerpproces.

Je hoort tegenwoordig veel over de circulaire economie. Is het Stadskantoor ook te begrijpen in dat licht?We willen meerwaarde creëren. Belangrijkste uitgangspunt bij het stadskantoor is dat we door het sluiten van kringlopen en het zuiveren van de lucht een positieve impact hebben. Het gebouw is zo ontworpen dat het voor een belangrijk deel ook demontabel is. Het stadskantoor staat voor een periode van veertig jaar in de boeken. Als we het daarna willen slopen, kunnen we het gebouw in onderdelen uit elkaar halen en hebben we een restwaarde van zeker tien procent. Dat past heel mooi in de circulaire gedachte. Daarbij moet je vooral in kringlopen denken en de mens centraal stellen. Het gebouw is een middel om de bedrijfsvoering van de gemeente Venlo te optimaliseren. Het gebouw kost vijftig miljoen, maar jaarlijks geeft de gemeente zestig miljoen uit aan personeel. Als je ergens geld kunt verdienen, is door te investeren in het menselijke kapitaal.

Waar zit de belangrijkste prikkel en verantwoordelijkheid om grondstoffen meerdere technische levenscycli te laten doorlopen? Ik zie dat als een gedeelde verantwoordelijkheid. De opdrachtgever heeft daarin wel een belangrijke rol. Ieder stap in het ontwerpproces is getoetst aan de ambities die we hadden vastgesteld met betrekking tot het stadskantoor. Maar uiteindelijk moet je als opdrachtgever worden ontzorgd door het ontwerpteam. Dus de architect, de technische advi-seur, de constructeur moeten met voorstellen komen die deze ambities waarmaken. We hebben heel veel tijd besteed aan de manier waarop ze dat het beste konden doen.

Welke innovaties waren daarvoor nodig?We hebben als gemeente samen met de specialisten dan ook veel marktconsultaties gedaan. Daarbij is nadrukkelijk getoetst of de ideeën die in het ontwerpproces naar voren kwamen, haalbaar of maakbaar zijn. We hebben de markt dus nadrukkelijk uitgenodigd te komen met voorstellen hoe je bijvoorbeeld een groene gevel maakt of met energie kunt omgaan. We wilden een realistisch gebouw maken, geen lucht-kasteel.

In welke fase gebeurde dit?We zijn hiermee al begonnen in de fase van het vo.

Het verloop van de onderlinge samenwerking

Van c2c en ce wordt vaak gezegd dat dit alleen mogelijk is via co-creatie, door anders met elkaar samen te werken. Kun je vertellen hoe de samenwerking hier is verlopen?Samen met de architect hebben we snelkookpansessies georganiseerd. We hebben bewust gekozen voor een atelier waarin het gehele team bij elkaar kwam en waarbij steeds met alle disciplines in perioden van twee-drie dagen heel geconcentreerd en intensief een stap werd gezet. Dat herhaalden we enkele keren. Uiteindelijk heeft dat geleid tot een versnelling van het ontwerpproces.

Hoe belangrijk is de dialoog met de toeleveranciers geweest? Bij de grote elementen van het gebouw, zoals de constructie, de groene gevels, de installaties en de inrichting, hebben we met toeleveranciers gesprekken gevoerd. Aanvankelijk waren ze terughoudend, want ze moesten kennis gaan delen. De concurrent kon zo de opdracht krijgen met kennis van een ander bedrijf. Aan andere kant hadden ze natuur-lijk wel de mogelijkheid om een groot deel van het Stadskantoor te gaan leveren. Bij de grote jongens hebben we hiervoor een kleine vergoeding betaald.

In welke fase hebben jullie deze gesprekken gedaan?In de fase van het bestek zijn we daar heel intensief mee bezig geweest. Daarbij hebben we flink gebruikgemaakt van de database van het c2c Expolab. We wilden bij voorkeur gecertificeerde materialen, maar het mochten ook vergelijkbare materialen zijn. We hebben de toeleveran-ciers steeds heel nadrukkelijk gevraagd aan te geven wat in hun pro-ducten zit. We wilden weten of hun producten giftig waren, of we ze konden recyclen, uit welke bronmaterialen ze bestaan. Zeker in het begin merkte je dat die vragen nauwelijks waren gesteld. Negen van de tien toeleveranciers wisten van toeten noch blazen.

met de opdrachtgever in Luxemburg. Op uitnodiging van de eib vertelden

we over het Stadskantoor als een proeve van circulair denken en bouwen.

De eib ontwikkelt financiële modellen om van bovenaf het goede te doen

en gebouwen te stimuleren die gezond zijn en niet uitgaan van eindige

modellen. Dat is geen spielerei, de grote banken en pensioenfondsen zitten

aan tafel.

Waar zit de prikkel om grondstoffen meerdere technische levenscycli

te laten doorlopen?

De banken kijken inmiddels vooruit met een scope van tien tot twintig jaar.

Beleggers zijn tot het inzicht gekomen dat veel van de huidige ontwikke-

lingsmodellen doodlopen. Je kunt beter investeren in bedrijven die het

goede doen. C2c is het creëren van meerwaarde. Je hebt pas een plausibel

businessmodel, als je een product niet hoeft weg te gooien en het een

grondstof kan zijn voor nieuwe producten.

Ons gebouw biedt plaats aan achthonderd werknemers. Het is behalve een

gebouw ook een systeem dat de lucht aantoonbaar filtert. Zo ben ik ook

verliefd op de houten binnenwanden achter de groene gevel. Deze wanden

zijn zonder lijnverbinding gemaakt. Het is een product zonder vervelende

stoffen, dat je op diverse manieren kunt hergebruiken. Deze zijn afkomstig

van een c2c-gecertificeerd bedrijf. Ook dat heeft meerwaarde.

Welke innovaties waren nodig op dit vlak?

We hebben een flinke leercurve doorgemaakt. Zo hebben we geprobeerd

om c2c-beton te maken, toen het niet lukte om het gebouw in hout te

maken. Daarvoor hebben we Hicrete toegepast. In het overige beton is

maximaal granulaat gebruikt. De groene longgevel die aantoonbaar lucht

zuivert, is nog niet eerder gebouwd.

Ook zitten er een aantal nieuwe c2c-producten in. In een overheidsgebouw

dat wordt getenderd en met een bestek op de markt wordt gezet, is de

grootste vraag hoe je deze producten goed kunt toepassen. Met een bestek

bevries je alles. Gevolg is dat wanneer een gebouw wordt opgeleverd, al veel

is verouderd. De grootste vraag is hoe je door kunt blijven ontwikkelen en

innoveren.

Hoe kun je er voor zorgen dat de vernieuwing niet wordt gestopt?

We zijn optimistisch begonnen door te zeggen dat de aannemer met een

alternatief voor een c2c-product mocht komen, als het goed zo niet beter

was. Om dit te kunnen testen hebben we het instrument van de quick scan

bedacht. Epea zou voor een relatief laag bedrag deze quick scans gaan

doen. Dat is echter niet gelukt.

Toen hebben we de materiaalpaspoorten ingevoerd. Daarin worden de

opbouw en de samenstelling van de producten vastgelegd. Dat is niet

ideaal, maar meer was op dat moment niet haalbaar. Veel bedrijven maken

inmiddels de sprong naar certificering. Dat geldt bijvoorbeeld voor Mostert

De Winter die de groene wand heeft geleverd, maar ook voor Interwand dat

de glazen binnenwanden heeft geleverd.

Het verloop van de onderlinge samenwerking

Van ce wordt vaak gezegd dat het gaat om co-creatie en om anders

samenwerken. Kun je vertellen hoe de samenwerking hier is verlopen?

Dat is cruciaal. Met de leverancier van de groene wand hebben we intense

gesprekken gevoerd om tot dat innovatieve luchtzuiveringssysteem te

komen. Er zijn nogal wat eisen waaraan dit moet voldoen. Zo moet er een

spouw achter zitten en moet de lucht er doorheen kunnen gaan. Maar ook

moet de wand mooi groen blijven en meekleuren met de seizoenen. Verder

moet hij technisch in orde zijn en de onderdelen moeten gemakkelijk te

vervangen zijn.

Het gesprek over deze zaken zijn we al in de tenderfase begonnen; het

was overigens de reden dat we Venlo hebben gewonnen. We stelden de

juiste vragen en dat heeft de opdrachtgever geraakt. In het vo spraken we

met veel leveranciers over onze ambitie om een gebouw met een gezond

binnenklimaat te maken. Uiteindelijk zijn de leveranciers de partijen die het

gebouw maken. Daar ligt de basis en die moet je meekrijgen.

Zijn dat de belangrijkste aanspreekpartners, meer dan de adviseurs

en de aannemer?

In dit ontwerpproces zeker. Haskoning had een belangrijke functie in het

doorrekenen van de systemen, maar het zwaartepunt lag in mijn beleving

bij de toeleveranciers. In Venlo kun je dan ook echt spreken van co-maker-

ship. De kas op het dak is bijvoorbeeld heel goed uitgepakt. Dat geldt ook

voor de energiehuishouding en de groene wand.

Van aannemers wil het cliché dat ze te laag inschrijven en dat dan in

de bouw willen terugverdienen door het gebouw uit te kleden. Hier lijkt

dat niet te zijn gebeurd.

De stukken waren op orde en de directievoering van de gemeente was

sterk. Het proces is stevig bewaakt. Bovendien was de aannemer kundig

en had hij de wil mee te denken. Je moet niet tegenover maar naast elkaar

staan. Alleen zo kun je de beste oplossingen verzinnen.

We moesten bijvoorbeeld glijkisten maken voor de diepwanden. Aanvanke-

lijk wilde de aannemer de naden tussen die wanden met kit dichtpurren.

Dat hebben we niet geaccepteerd en is uiteindelijk met een soort modder

gedaan.

Zeker in het begin was er een goede flow. Uiteindelijk bleek het bouwproces

weerbarstiger te zijn dan gedacht en is het wat meer traditioneel geworden.

In Park22 in Hoofddorp zit de bouwer bijvoorbeeld in het consortium. Dat

biedt misschien voordelen.

Om te weten welke methodiek de voorkeur verdient, zul je moeten meten

wat het gebouw doet met luchtkwaliteit en ziekteverzuim. Alleen als je dat

weet, kun je serieus gaan rekenen. In Nederland realiseert men zich nog

onvoldoende dat de totale bouwkosten in geen verhouding staan tot de

kosten van bedrijfsvoering. Investeren in een goed gebouw loont.

de Architect, juni 2016 | 4140 | de Architect, juni 2016

OntmoetingStadskantoor in Venlo thema: circulair bouwen

Page 3: Gesloten kringlopen en de mens centraal juni 2016

In materiaalpaspoorten zijn de opbouw en de samenstelling van de toegepaste producten vastgelegd. Foto Stijn Poelstra

42 | de Architect, juni 2016 de Architect, juni 2016 | 43

thema: circulair bouwenOntmoetingStadskantoor in Venlo

Page 4: Gesloten kringlopen en de mens centraal juni 2016

accoya-houtDuurzame materialen veroorzaken geen vervuiling en vernietigen geen kapitaal. Hout is een duurzame grondstof, omdat het zich eeuwig vernieuwd en biologisch

afbreekbaar is. Accoya heeft zijn duurzaamheidskenmerken verkregen via acetylering. Hierdoor krijgt het hout kenmerken van tropisch hardhout.

Verschillen tussen normale en circulaire gebouwen

Wat zijn de grootse verschillen tussen een opdrachtgever van een normaal gebouw en een circulair gebouw?Het belangrijkste verschil is toch wel dat voor ons het gebouw een middel is om de bedrijfsvoering van de gemeente Venlo te verbeteren. Het wordt van binnen naar buiten ontworpen. We hebben uiteindelijk heel erg gekeken naar het gebruik van dat gebouw. Bij de meer regu-liere gebouwen is de stedebouwkundige context van groot belang. Hier hebben we vooral onderzocht hoe we een gebouw konden maken dat restwaarde heeft, waarbij kringlopen worden gesloten, de lucht- kwaliteit optimaal is en het bedrijfsproces gunstig verloopt.Wat daarbij sterk heeft geholpen, is dat we de jaarlijkse kosten van het gebouw goed in kaart hebben gebracht. Die bestaan allereerst uit de hypotheekkosten die je jaarlijks moet afdragen voor het geld dat je hebt geleend. Maar naast deze kapitaalslast heb je ook de exploitatie-last, dus de kosten die je maakt voor onderhoud en energie. Ten slotte ben je geld kwijt voor de bedrijfsvoering. We hebben deze drie geld-stromen samengevoegd tot een budget en daaraan de opgave ver- bonden hierin het optimum te vinden. Dat is fundamenteel anders dan een standaard bouwbudget waarmee je een zo duurzaam mogelijk gebouw probeert te maken.

Kun je een voorbeeld geven van de manier waarop dit gebouw helpt bedrijfsprocessen te optimaliseren? Venlo heeft een relatief hoog ziekteverzuim. We hebben uitgerekend wat het betekent als we één procent minder ziekteverzuim zouden heb-ben en daarmee één procent meer productiviteit. Het zou betekenen dat we jaarlijks een half miljoen euro minder kwijt zouden zijn. Daarnaast hebben we de ambitie om binnen de gemeentelijke organi-satie intensiever met elkaar te gaan samenwerken. We willen verkoke-ring tegengaan en dwarsverbanden tussen afdelingen bevorderen. Daarom hebben we gekozen voor een flexibel werkplaatsconcept en een zo transparant mogelijk gebouw gemaakt. Om de interactie tussen de verschillende bedrijfsvoeringsprocessen maximaal te faciliteren hebben we gezorgd voor optimale verbindingen.

Welk aandeel heeft het gebouw daarin ?De gemeentelijke organisatie is tijdelijk verhuisd naar het kazerne- terrein. Iedere afdeling kwam daarbij in een eigen gebouw te zitten. Daar hebben we enorm last van gehad, want de samenwerking en de dwarsverbanden werden door deze constellatie enorm bemoeilijkt. Dat willen we in het nieuwe stadskantoor voorkomen. Daarom hebben we grote vides gemaakt die onderdeel zijn van de luchtcirculatie in het gebouw maar die ook dienst doen in de communicatie tussen de afde-lingen. De medewerkers hebben zelf natuurlijk ook een verantwoorde-lijkheid om optimaal gebruik te maken van de faciliteiten van het gebouw.

Cruciale stappen in het proces

Wat zijn de meest cruciale / moeilijkste stappen geweest bij het maken van dit gebouw?Dat zijn volgens mij twee dingen. Het is ontzettend belangrijk dat de kwaliteit van het ontwerpteam goed is. Zowel opdrachtgever als opdrachtnemer moet de verantwoordelijkheid nemen om de ambities waar te maken. C2c was daarom ook leidend bij de keuze van de adviseurs.Daarnaast was essentieel dat we van de gemeenteraad toestemming kregen om op basis van Total Cost of Ownership de financiële keuzen te maken. Zo konden we meer investeren in het gebouw, terwijl de totale exploitatielast omlaagging. Om de mogelijkheden die dit bood uit te buiten hebben we een bespaar- en verdienmatrix opgesteld. We begonnen met een budget van 65 miljoen en ondanks de crisis en bezuinigingsdruk, konden we door 3,4 miljoen meer te investeren, de noodzakelijke bezuinigingen op langere termijn terugverdienen.Uiteindelijk ben ik blij dat we moesten gaan bezuinigen. Daardoor werden we gedwongen op een andere financiële manier naar het gebouw te gaan kijken. Dat was anders helemaal niet gebeurd.

Verschillen tussen normale en circulaire gebouwen

Wat zijn de grootse verschillen tussen het ontwerp van een normaal

gebouw en een circulair gebouw?

Bij een circulair gebouw is de gehele levenscyclus een issue. Daarin doe je

investeringen die zich in vifjtien tot twintig jaar terugverdienen. Een circulair

gebouw levert dus geld op. Bij een traditioneel gebouw kan dat niet. Dat

wordt in tien jaar afgeschreven en wat daarna met het gebouw gebeurt, is

geen issue.

Vanuit deze manier van denken ga je anders naar producten kijken. Aan

deze kun je een restwaarde toeschrijven waarmee je geheel anders kunt

rekenen, maar dat staat nog in de kinderschoenen. Het interieur is zo

aanbesteed dat de toeleveranciers producten met een bepaald restwaarde

moesten leveren.

Het is een totaal andere manier van redeneren. In de traditionele bouw

ontvang je een programma van eisen en krijg je te horen wat de bouwtijd is

en wat het mag kosten. Ook wordt de bruto-nettoverhouding aangegeven.

Tegenwoordig gaat het over geheel andere dingen.

Cruciale stappen in het proces

Wat zijn de meest cruciale stappen geweest bij het maken

van dit gebouw?

Er zijn twee kantelmomenten in het proces geweest. In het begin hebben

wij een week lang in een vakantiepark bij Venlo gezeten. We hebben bij de

gemeente een atelier ingericht, waarbij iedereen was betrokken, van de

brandweer tot de gebruikers en de toeleveranciers. Die week was achteraf

gezien goud waard. De dynamiek die toen ontstond, plaveide de weg naar de

oplossingen die in schetsvorm ontstonden en nu dit gebouw onderscheiden.

Een ander kantelmoment was toen opdrachtgever Michel Weijers naar de

gemeenteraad ging met een pakket maatregelen van drieënhalf miljoen

euro en liet zien dat de gemeente met dit gebouw na zeventien jaar geld

zou gaan verdienen. Dit maakte heel veel mogelijk. Het zorgde voor lage

energielasten en het werd gemakkelijker geld te lenen. Het krediet kwam er

en de gemeenteraad gaf aan dat alle gebouwen op deze manier moesten

worden ontwikkeld.

Geld is dus een belangrijke factor geweest, het gaat niet om goede

bedoelingen alleen?

Je moet geld investeren in gebouwen die het aantoonbaar goed doen.

Op dit moment stoppen we onvoldoende waarde in producten. Je kunt

meerwaarde creëren vanuit financiële overwegen. Investeringen in de bouw

hebben een hoge opbrengst in termen van energie en restwaarde van

materialen. Al zul je dat laatste wel moeten kunnen hardmaken.

Uiteindelijk zijn we als architect bezig gebouwen en omgevingen te maken

die goed voelen en er goed uitzien. Een mooi gebouw waar mensen zich

om bekommeren zal uiteindelijk beter overleven. Het stadskantoor is heel

transparant geworden. Het licht komt van alle kanten binnen. Met de

ruimtelijkheid ben ik heel blij.

Het gebouw kent op sommige punt een rauwheid die mooi contrasteert

met de strakheid van bijvoorbeeld glas. Het is geen gepolijst gebouw. Je

kunt dit goed terugzien in de houten elementen en de verbindingen. Dat

het gebouw demontabel is, is doorgezet in de esthetica. De duurzaamheid

is zichtbaar gemaakt.

44 | de Architect, juni 2016 de Architect, juni 2016 | 45

thema: circulair bouwenOntmoetingStadskantoor in Venlo

Page 5: Gesloten kringlopen en de mens centraal juni 2016

luchtaanvoer’s winters via de kas, ’s zomers

direct naar de lbh

(zonne)schoorstenen’s zomers natuurlijke luchtafvoer

groene gevel’s winters lucht uitblazen door groene gevel, zuivert luchtgevel gaat hittestress tegen

gezamenlijke ruimtengroene binnenwand bevordert gezond binnenklimaat helofyten

in patio waterzuivering biomassaproducent grijs/-waterzuivering

plein groeneerste fijnstofzuivering die plein schoonhoudt

natuurlijke ventilatiete openen delen

daglichtoptimalisatiedaglicht weerkaatst verder de ruimte in

wandenglas holz100houtvezelplaten

vloerenc2c-betonhoutholz100

constructie beton kolommenbollen plastic

groene gevelabs

doeken verzinkt staal

gevelbiocomposiet

zinkhout

Mosa-tegels

groenhoutvezelplaten

holz100biocomposiet

kasnatuurlijke ventilatie

groene gevelbiodiversiteit

warmwaterzonnecollectoren

keukenzuinige apparatuur

facilitaire hotspotsbij trappenroute

afval wordt gescheiden

papierpapiergebruik minimaliseren

c2c-papier gebruiken

printer c2c-inkt

knop voor print

regenwateropvang

besparende toiletten + kranen

grijswatersysteemriool

individuele werkplekkente openen ramen

parkeergaragegeventileerd door vides

pv-panelen

glas triple stopray glas

lichtwering

drielaags glasbiofam Rc=5,0

46 | de Architect, juni 2016 de Architect, juni 2016 | 47

thema: circulair bouwenOntmoetingStadskantoor in Venlo

Page 6: Gesloten kringlopen en de mens centraal juni 2016

Wat volgende keer anders gaat

Wat heb je van dit proces geleerd en wat wil je de volgende keer anders doen?Ik zou het nu aandurven om een aannemer onderdeel te laten zijn van het hele ontwerptraject. In 2008 deden we het nog bewust zonder een aannemer. We waren bang dat die voortdurend op de rem zou gaan staan.Wat ik heb geleerd is dat je als opdrachtgever vooral je rug recht moet houden. Als je een c2c-gemeente wilt zijn, dan moet je dat allereerst aan je eigen gebouwen laten zien. We hebben dan ook veel geïnves-teerd in het gesprek met onze belangrijkste stakeholders, waaronder de gemeenteraad.Wat daarbij telt, is dat het altijd uit te leggen moet zijn. Uiteindelijk gaat het om kwaliteit. Het stadskantoor wordt anderhalf jaar later opgeleverd dan de planning was. In Venlo is dit op geen enkel moment een probleem geweest. De mensen zagen dat hier iets heel bijzonders is ontstaan.

Welke expertise van de aannemer denk je in de ontwerpfase te kunnen inzetten? In het bestek boden we de mogelijkheid dat de aannemer gedurende de bouwfase alternatieve materialen zou aanbieden, indien nieuwe producten op de markt zouden komen. Het vaststellen van een bestek is een momentopname. De aannemer werd uitgedaagd bij de inkoop van materialen met alternatieven te komen. Dat is nu onvoldoende gebeurd. Daarom wil ik in een volgend project samen gaan onder- zoeken hoe je dit goed in een bestek kunt verwerken, zodat ook tijdens de bouw nog productinnovatie kan plaatsvinden.

Wat volgende keer anders gaat

Wat heb je van dit proces geleerd?

Ik heb veel geleerd. We staan aan het begin van een zoektocht naar gebou-

wen die de grondstof vormen voor een beter leven. Ik ben positief gestemd,

want ik weet dat we die oplossingen gaan vinden. We hebben ontdekt dat

je met gebouwen een meerwaarde kunt creëren die je niet voor mogelijk

had gehouden. Dat een gebouw water en lucht kan zuiveren, is eigenlijk iets

ongelooflijks.

Wat zou je volgende keer anders doen?

Problematisch is de cut met de aannemer. Hoewel een heel goed object is

neergezet, was het proces niet helemaal optimaal. Je bedenkt iets en ver-

volgens gaat iemand anders het maken. Op dat moment houdt de discussie

op. Ik vraag me af of we niet beter af waren geweest met een integraal

team. Dat is natuurlijk ook een overweging voor de opdrachtgever.

Waar ik ook spijt van heb, is dat we de hoogbouw niet in hout hebben

gemaakt. Beton kun je weliswaar in stukken hakken, maar zonder kwaliteits-

verlies is het niet opnieuw te gebruiken.

Door dit proces heb ik leren nadenken over de gezondheid van de ons

omringende leefwereld. Opeens valt me op dat een shampoo een c2c-label

heeft. In ons vak zal het ook steeds meer gaan over de gezondheid van

mensen in gebouwen en hoe je die kunt bevorderen en meten. Let maar op.

grill plafondsysteemNaar aanleiding van het streven naar Cradle to Cradle zijn in het stadskantoor de Grill plafondsystemen van Derako toegepast. De panelen zijn bevestigd met deuvelclips, waardoor ze later in hun geheel zijn te demonteren en opnieuw te gebruiken voor andere toepassingen. Daarnaast zijn de panelen van Accoya hout biocirculair en kunnen de materialen worden scheiden en gerecycled.

De trappen brengen medewerkers meer in beweging en stimuleren ontmoetingen in het gebouw. Foto Stijn PoelstraVoor dit artikel is gesproken met Michel Weijers van de gemeente Venlo en Hans Goverde van Kraaijvanger architects.

48 | de Architect, juni 2016 de Architect, juni 2016 | 49

OntmoetingStadskantoor in Venlo thema: circulair bouwen