Genotype en fenotype Paragraaf 1. Fenotype en genotype •De zichtbare (ook wel uiterlijke)...

15
Genotype en fenotype Paragraaf 1

Transcript of Genotype en fenotype Paragraaf 1. Fenotype en genotype •De zichtbare (ook wel uiterlijke)...

Page 1: Genotype en fenotype Paragraaf 1. Fenotype en genotype •De zichtbare (ook wel uiterlijke) kenmerken (eigenschappen) van een organisme noemen we het fenotype.

Genotype en fenotypeParagraaf 1

Page 2: Genotype en fenotype Paragraaf 1. Fenotype en genotype •De zichtbare (ook wel uiterlijke) kenmerken (eigenschappen) van een organisme noemen we het fenotype.

Fenotype en genotype

• De zichtbare (ook wel uiterlijke) kenmerken (eigenschappen) van een organisme noemen we het fenotype van dat organisme.

• Veel eigenschappen van een organisme zijn erfelijk bepaald. Alle erfelijke eigenschappen van een organisme samen noemen we het genotype van dat organisme.

Page 3: Genotype en fenotype Paragraaf 1. Fenotype en genotype •De zichtbare (ook wel uiterlijke) kenmerken (eigenschappen) van een organisme noemen we het fenotype.

Genotype

• Het genotype is de informatie voor alle erfelijke eigenschappen van een organisme.

• Deze informatie ligt in de chromosomen in de kern van elke lichaamscel.

• Alle genen in een celkern samen vormen het genotype.

Page 4: Genotype en fenotype Paragraaf 1. Fenotype en genotype •De zichtbare (ook wel uiterlijke) kenmerken (eigenschappen) van een organisme noemen we het fenotype.

Fenotype

• Het fenotype wordt gevormd door de uiterlijke (zichtbare) kenmerken van een organisme.

• Het fenotype van een organisme komt tot stand door het genotype en door invloeden uit het milieu.

• Door de invloeden uit het milieu is het fenotype veranderlijk.

Page 5: Genotype en fenotype Paragraaf 1. Fenotype en genotype •De zichtbare (ook wel uiterlijke) kenmerken (eigenschappen) van een organisme noemen we het fenotype.

Hoe komt het fenotype tot stand?

Het fenotype van een organisme komt tot stand door zowel de erfelijke

eigenschappen van dat organisme alsook door invloeden uit het milieu.

Page 6: Genotype en fenotype Paragraaf 1. Fenotype en genotype •De zichtbare (ook wel uiterlijke) kenmerken (eigenschappen) van een organisme noemen we het fenotype.

Het fenotype van een individu is veranderlijk door invloeden uit het milieu.

Page 7: Genotype en fenotype Paragraaf 1. Fenotype en genotype •De zichtbare (ook wel uiterlijke) kenmerken (eigenschappen) van een organisme noemen we het fenotype.

Cel en celkern

• Je lichaam bestaat uit cellen.

• In elke cel zit een celkern.

• De celkern regelt en bestuurt de cel.

• Het “regelen en besturen” is mogelijk door de chromosomen die in elke celkern liggen.

Page 8: Genotype en fenotype Paragraaf 1. Fenotype en genotype •De zichtbare (ook wel uiterlijke) kenmerken (eigenschappen) van een organisme noemen we het fenotype.

Chromosomen

• In de celkern liggen chromosomen.

• Chromosomen bestaan voor het grootste deel uit DNA.

• DNA is de stof die de informatie voor erfelijke eigenschappen bevat.

• Het DNA uit één celkern bevat alle informatie voor alle erfelijke eigenschappen van het organisme.

Page 9: Genotype en fenotype Paragraaf 1. Fenotype en genotype •De zichtbare (ook wel uiterlijke) kenmerken (eigenschappen) van een organisme noemen we het fenotype.

Bouw van een chromosoom

Een chromosoom bestaat uit een lange opgerolde streng DNA.

Page 10: Genotype en fenotype Paragraaf 1. Fenotype en genotype •De zichtbare (ook wel uiterlijke) kenmerken (eigenschappen) van een organisme noemen we het fenotype.

Chromosomenparen

• Van elk chromosoom zitten er 2 in elke celkern (ze komen voor in paren).

• In de celkern van een mens bevinden zich 46 chromosomen (23 paren).

• Het aantal chromosomen in de celkern verschilt van soort tot soort.

Page 11: Genotype en fenotype Paragraaf 1. Fenotype en genotype •De zichtbare (ook wel uiterlijke) kenmerken (eigenschappen) van een organisme noemen we het fenotype.

Het aantal chromosomen in de celkern verschilt van soort tot soort.

Ui Mens Paard Hond Goudvis

16 chromosomen

46 chromosomen

64 chromosomen

78 chromosomen

100 chromosomen

8 paren 23 paren 32 paren 39 paren 50 paren

Page 12: Genotype en fenotype Paragraaf 1. Fenotype en genotype •De zichtbare (ook wel uiterlijke) kenmerken (eigenschappen) van een organisme noemen we het fenotype.

Ophioglossum reticulatum (een varen) heeft meer chromosomen dan enig ander levend organisme.

1260

chromos

omen1260

chromos

omen

Page 13: Genotype en fenotype Paragraaf 1. Fenotype en genotype •De zichtbare (ook wel uiterlijke) kenmerken (eigenschappen) van een organisme noemen we het fenotype.

Alle chromosomen uit de celkern van één cel met 46 chromosomen (23 paren).

Page 14: Genotype en fenotype Paragraaf 1. Fenotype en genotype •De zichtbare (ook wel uiterlijke) kenmerken (eigenschappen) van een organisme noemen we het fenotype.

Chromosomen geordend

De chromosomen uit de celkern van een cel kunnen zichtbaar worden gemaakt. Een afbeelding waarin alle chromosomen geordend zijn weergegeven noemen we een karyogram.

Page 15: Genotype en fenotype Paragraaf 1. Fenotype en genotype •De zichtbare (ook wel uiterlijke) kenmerken (eigenschappen) van een organisme noemen we het fenotype.

Karyogram van man en vrouw

Man46 chromosomen waarvan

één X-chromosoom en één Y-chromosoom

Vrouw46 chromosomen waarvan

twee X-chromosomen