UUiitteerrlliijjkkee...

Ministerie van OWCS, Sector Onderwijs & Wetenschap

UUiitteerrlliijjkkee vveerrzzoorrggiinngg landsexamen vsbo-TKL

Programma van toetsing en afsluiting 2021

Uiterlijke verzorging vsbo-TKL

Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport – augustus 2020 2 / 30

Inhoudsopgave

Opzet examen .................................................................................................. 3

Het examenprogramma ..................................................................................... 3

Beschrijving van de examenstof ......................................................................... 3

Het centraal examen ......................................................................................... 3

Het commissie-examen ..................................................................................... 3

De beoordeling van het commissie-examen ......................................................... 4

Het eindcijfer ................................................................................................... 4

Bijlage 1 De eindtermen .................................................................................... 5

Bijlage 2 Hulpmiddelen .................................................................................... 29

Bijlage 3 Tips ................................................................................................. 30




Opzet examen

Het examen bestaat uit een centraal schriftelijk examen en een mondeling commissie-

examen.

Het centraal examen wordt schriftelijk afgenomen in een zitting van 150 minuten.

Het commissie-examen bestaat uit een mondeling examen van 35 minuten en wordt

afgenomen door twee examinatoren.

Het examenprogramma

Het examenprogramma bestaat uit de volgende exameneenheden:

Code Exameneenheid Verdeling

examinering

CE CIE

Kerndeel

UV/K1 Algemene vaardigheden X X

UV/K2 Beroepsoriëntatie X X

UV /K3 Professioneel handelen en grondhouding X X

UV/K4 Sociale en communicatieve vaardigheden X X

UV/K5 Culturele en artistieke vorming X X

UV/K7 Doelgroepen X X

UV/K8 Gezondheid X X

UV/K9 Veiligheid en hygiëne X X

UV/K10 Voeding X X

UV/K11 Verkoopkunde X X

UV/K12 Haarverzorging X X

UV/K13 Huidverzorging X X

UV/K14 Hand en voetverzorging X X

Beschrijving van de examenstof

Een uitwerking en beschrijving van de eindtermen is gegeven in bijlage 1.

Het centraal examen (CE)

Het centraal schriftelijk examen bestaat uit één zitting van 150 minuten tijdens het

centraal examen (zie examenrooster). Voor het centraal examen worden de

exameneenheden in bovenstaande tabel getoetst.

Het gebruik van het basispakket hulpmiddelen is toegestaan. Voor basispakket

hulpmiddelen: zie bijlage 2 van dit PTA en “Regeling toegestane hulpmiddelen” in het

informatiepakket op de website van ETE.

Het commissie-examen (CIE)

Het commissie-examen bestaat uit een mondeling examen van 35 minuten. Het

examen vindt plaats in de maand maart van het desbetreffende examenjaar.

Het commissie-examen heeft betrekking op alle exameneenheden.



De beoordeling van het commissie-examen

Bij het mondelinge commissie-examen worden tenminste drie onderwerpen, ter

keuze van de examinator uit de mondelinge examenstof geëxamineerd, waarvoor

aparte deelcijfers worden gegeven.

Voor het commissie-examen worden drie deelcijfers gegeven:

deelcijfer a: voor het eerste onderwerp

deelcijfer b: voor het tweede onderwerp

deelcijfer c: voor het derde onderwerp

Het cijfer voor het commissie-examen wordt als volgt berekend:

cijfer CIE = (a + b + c) / 3 (afgerond op 1 decimaal)

Het eindcijfer

Het eindcijfer wordt als volgt berekend:

eindcijfer = (het cijfer CE + het cijfer CIE) / 2 (afgerond op een geheel getal)



Bijlage 1 De eindtermen Eindtermen UV/K1 Algemene vaardigheden Deze vaardigheden staan beschreven op pagina’s 10 en 11. UV/K2 Beroepsoriëntatie 1 De leerling kan herkennen/een beschrijving geven van: werkvelden en daarbij behorende doelgroepen, de eigen opleidings- en toekomstmogelijkheden binnen de

sector, functies en kwalificatieniveaus van professionele dienstverlening binnen de UV-branche: - taken; - organisatie; - beloning. UV/K3 Professioneel handelen en grondhouding 2 De leerling kan de beroepsvaardigheden noemen, die de beroepsbeoefenaar moet beheersen om verantwoord

en professioneel te kunnen handelen. 3 De leerling kan uitleggen wat de voorwaarden zijn om te komen tot een juiste beroepshouding. 4 De leerling kan de aspecten verklaren die bij een juiste grondhouding horen. UV/K4 Sociale en communicatieve vaardigheden 5 De leerling kan op correcte wijze sociale vaardigheden, verbale en non- verbale communicatieve vaardigheden

binnen een praktijksituatie hanteren. 6 De leerling kan als democratisch burger in een multiculturele samenleving begrip, respect en tolerantie tonen in zowel maatschappelijke als persoonlijke situaties. UV/K5 Culturele en artistieke vorming 7 De leerling kan n.a.v. eigen fantasie de verschillende technieken hanteren ten aanzien van manicure, kapselvorming en make-up.

UV/K6 Informatie en communicatietechnologie 8 De leerling kan met behulp van moderne informatie en communicatie technologie gericht informatie opzoeken

en verwerken. 9 De leerling kan voor het vakgebied relevante software gebruiken. UV/K7 Doelgroepen 10 De leerling kan de lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling van kinderen en jongeren omschrijven.

11 De leerling kan de lichamelijke, geestelijke en sociale verandering van volwassenen en ouderen omschrijven.

UV/K8 Gezondheid 12 De leerling kan uitleggen hoe het stelsel van het menselijk lichaam werkt: bloedsomloop, zenuwstelsel,

hormoonstelsel. 13 De leerling kan de meest voorkomende ziekten en handicaps noemen en kan haar invloed op het uiterlijk

noemen/herkennen. 14 De leerling kan ziekten die veel voorkomen bij ouderen noemen/omschrijven en weet, in voorkomende gevallen,

hoe te handelen in praktijksituaties binnen de UV-branche. UV/K9 Veiligheid en hygiëne 15 De leerling kan in bedrijfsituaties veilig werken en onveilige situaties vermijden. 16 De leerling kan in bedrijfsituaties hygiënisch werken. UV/K10 Voeding 17 De leerling kan de invloed omschrijven die voeding heeft op huid, haar en nagels. 18 De leerling kan kenmerken van een verantwoord voedingsgedrag noemen. UV/K11 Verkoopkunde 19 De leerling kan producten verkopen en presenteren. 20 De leerling kan de invloed van cultuur, reclame en massamedia op het uiterlijk noemen.



UV/K12 Haarverzorging 21 De leerling kan het haar van een model/zichzelf eenvoudig behandelen 22 De leerling kan de bouw en functie van het haar herkennen en noemen. 23 De leerling kan kroeshaar/eigen haar verzorgen. 24 De leerling kan de benodigde materialen, gereedschappen en producten noemen(uitleggen) en vertellen met

welk doel ze gebruikt worden. Föhnen 25 De leerling kan het haar drogen met behulp van een föhnapparaat. 26 De leerling kan het haar met behulp van een föhnapparaat/krultang in model brengen. 27 De leerling kan de benodigde materialen, gereedschappen en producten noemen(uitleggen) en vertellen met

welk doel ze gebruikt worden. Structuurbehandeling 28 De leerling kan het haar ontkroezen wikkeltijd maximaal 40 minuten. 29 De leerling kan het haar kleuren in maximaal 30 minuten. 30 De leerling kan de benodigde materialen, gereedschappen en producten noemen(uitleggen) en vertellen met

welk doel ze gebruikt worden. UV/K13 Huidverzorging Huidreiniging 31 De leerling kan de huid van gezicht en decolleté reinigen:

- oppervlakte reiniging in maximaal 20 minuten; - dieptereiniging in maximaal 30 minuten.

32 De leerling kan mogelijke reacties/overgevoeligheidsreacties van het lichaam op verzorgingsproducten noemen. 33 De leerling kent de kenmerken van de volgende huidtypen:

normale;

vette;

droge en

gecombineerde huid. 34 De leerling kent de bouw en functie van de huid. 35 De leerling kan de invloed van zeelucht, zon en sauna op de huid noemen. 36 De leerling kan de benodigde materialen, gereedschappen en producten noemen(uitleggen) en vertellen met

welk doel ze gebruikt worden. Make-up 37 De leerling kan een dagmake-up aanbrengen, in maximaal 30 minuten en het belang van een verant-woorde

make-up uitleggen. 38 De leerling kan de benodigde materialen, gereedschappen en producten noemen(uitleggen) en vertel-len met

welk doel ze gebruikt worden. Ontharen 39 De leerling kan enkele wenkbrauwhaartjes verwijderen (epileren) en benen harsen. 40 De leerling kan de benodigde materialen, gereedschappen en producten noemen(uitleggen) en vertellen met

welk doel ze gebruikt worden. UV/K14 Hand- en voetverzorging 41 De leerling kan de handen en voeten van een model/zichzelf verzorgen. 42 De leerling kent een aantal massagegrepen en hun invloeden en kan deze toepassen op bepaalde delen in

maximaal 75 minuten. 43 De leerling kent de bouw, functie en samenstelling van beenderen, verschillende soorten gewrichten en hun

bewegingsmogelijkheden. 44 De leerling kent de eisen die gesteld worden aan verantwoord schoeisel. 45 De leerling kan de benodigde materialen, gereedschappen en producten noemen(uitleggen) en vertellen met

welk doel ze gebruikt worden.



Overzicht van de leerinhouden Uiterlijke verzorging Sector Zorg en Welzijn

De leerinhouden die hierna zijn verwoord gelden voor alle leerlingen in alle leerwegen, tenzij nadrukkelijk anders is aangegeven.

Vakgebied: Uiterlijke verzorging

Beheersingsniveau

Exameneenheid Eindtermen – leerinhoud Pr. Ba Pr. Ka Th.ka

UV/K2 Beroepsoriëntatie

De kandidaat kan: 2.1 werkvelden in de UV-branche omschrijven 2.2 de doelgroepen noemen die gebruikmaken

van de diensten van de UV-branche 2.3 verschillende functies en kwalificatie-

niveaus van professionele dienstverlening binnen de UV-branche noemen 2.3.1 organisatie; 2.3.2 taak- en functieomschrijving; 2.3.3 beloning.

2.4 de eigen opleidingsmogelijkheden noemen binnen de UV-branche 2.5 de opleidingsmogelijkheden noemen die

aansluiten op het VSBO

-

Deze exameneenheid moet als een rode draad door het totale beroepsgericht programma lopen. Tijdens de bespreking van verschillende onderwerpen, het uitvoeren van opdrachten en het zoeken naar informatie moet de leerling gelijktijdig aandacht besteden aan de oriëntatie op arbeid en beroep en zijn eigen mogelijkheden in deze. Het onderwerp oriëntatie en beroep komt als zelfstandig onderwerp niet aan de orde binnen het beroepsgericht programma.


Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport – september 2019


Beheersingsniveau

Exameneenheid Eindtermen - leerinhoud Pr. Ba Pr. Ka Th.ka

UV/K3 Professioneel handelen en grondhouding

De kandidaat kan: 3.1 de algemene voorwaarden noemen van een juiste beroepshouding en er in de praktijk naar handelen:

3.1.1 eerlijk zijn; 3.1.2 beroepsgeheim hanteren; 3.1.3 zich verantwoordelijk voelen voor het welzijn van anderen; 3.1.4 inzet en initiatief tonen; 3.1.5 zorgvuldig omgaan met informatie / privacy; 3.1.6 interesse en respect tonen voor anderen; 3.1.7 met de gevoelens van anderen rekening houden; 3.1.8 het belang inzien van regels en gemaakte afspraken; 3.1.9 zich presenteren in een dienstverlenend beroep:

3.1.9.1 lichaamshygiëne; 3.1.9.2 kleding; 3.1.9.3 belang van verzorgd uiterlijk; 3.1.9.4 verzorgde werkplek; 3.1.9.5 dienstverlenend gedrag; 3.2 de beroepsvaardigheden noemen die de verzorgende moet beheersen om verantwoord professioneel te kunnen handelen

3.2.1 planmatig werken: 3.2.1.1 voorbereiden: oriënteren / kiezen; 3.2.1.2 strategie bepalen; 3.2.1.3 plannen; 3.2.1.4 uitvoeren: -werken volgens instructie;

-werken volgens tijdschema; 3.2.1.5 samenwerken bij het uit voeren van werkzaamheden: -taken verdelen; -overleggen; -zich houden aan afspraken; -omgaan met kritiek; -rapporteren met behulp van een rapportage- formulier. 3.2.1.6 evalueren.*

* De leerlingen in de praktische basisleerweg krijgen een lijst met vragen aan de hand waarvan de evaluatie plaats kan vinden.




Beheersingsniveau


UV/K3 Professioneel handelen en grondhouding (vervolg)

De kandidaat kan: 3.2.2 in groepsverband functioneren:

3.2.2.1 samenwerken; 3.2.2.2 onder leiding werken; 3.2.2.3 deelnemen aan overleg; 3.2.2.4 eenvoudig zakelijk verslag

schrijven; 3.2.2.5 mondeling communiceren bij overleg; 3.2.2.6 vaktaal (met behulp van een woordenlijst) en mondelinge opdrachten interpreteren.

3.2.3 informatie beoordelen op bruik- baarheid, betrouwbaarheid en representativiteit (** met behulp van een beoordelingsformulier).

3.2.4 de juiste werkhouding demons- treren bij het uitvoeren van alle beroepshandelingen.

3.2.5 servicegericht werken.

3.2.6 ergonomisch en veilig werken

lettende op gezondheid, veiligheid, welzijn.

3.2.7 economisch en milieubewust omgaan met producten, gereedschappen en middelen.

3.2.8 hygiënisch werken en de noodzaak van hygiënisch werken uitleggen.

** Met behulp van met behulp van een beoordelingsformulier en verklarende woordenlijst in Nederlands, Engels, Spaans en Papiaments.

Met de woordenlijst wordt bedoeld een lijst met vakjargon in het Nederlands, Papiaments, Spaans en Engels.

** In de leerinhouden wordt onderscheid gemaakt tussen de praktisch basis en de praktisch kader leerweg.

Leerlingen in de praktisch basisgerichte leerweg moeten in principe dezelfde leerinhouden beheersen, maar mogen gebruik maken van de aangegeven hulpmiddelen. Leerlingen in de praktisch kadergerichte leerweg moeten zonder deze hulpmiddelen de leerinhouden beheersen.

De onderwerpen van de exameneenheden professionele houding en grondhouding moeten als een rode draad door het programma lopen. Bij elke opdracht die de leerling uitvoert moet hij volgens plan werken. Ook moet hij er voortdurend alert op zijn dat de genoemde aspecten van de beroepshouding in de praktijk toegepast worden.

Voor leerlingen van de praktisch gerichte leerwegen ( praktisch basis en praktisch kader) moeten de leerinhouden eerst in klassenverband besproken worden; wat wordt bedoeld met bijvoorbeeld beroepsgeheim hanteren, interesse en respect tonen voor anderen, enz.

Pas als voor de leerlingen duidelijk is wat een leerinhoud inhoudt kan hij deze ook toepassen. De docent moet hierin een voorbeeldrol vervullen.




Beheersingsniveau

Exameneenheid

Eindtermen – leerinhoud

Pr. Ba

Pr. Ka Th.ka

UV/K4 Sociale en communicatieve vaardigheden

De kandidaat kan: 4.1 op correcte wijze sociale en verbale en non-verbale communicatieve vaardigheden binnen een praktijksituatie hanteren: 4.1.1 iets bespreken; 4.1.2 neen zeggen; 4.1.3 telefoneren en telefoonnotities maken; 4.1.4 beleefdheidsvormen hanteren; 4.1.5 beslissingen nemen; 4.1.6 omgaan met gevoelens; 4.1.7 omgaan met kritiek; 4.1.8 omgaan met waardering. 4.2 omgaan met verschillen op basis van culturele gebondenheid en geslacht: 3.2.1 normen / waarden / gewoonten; 3.2.2 het belang toelichten van zich; aanpassen aan en in de bedrijfs- cultuur. 3.2.1 het ontstaan van vooroordelen uitleggen. 4.3 de voor- en nabehandeling op correcte wijze verzorgen: 4.3.1 ontvangen en begeleiden naar de plaats;

2.3.2 naar de wensen informeren; 2.3.3 tijdens de behandeling vertellen wat de behandeling inhoudt en wat er gedaan gaat worden;

4.3.3 een gesprek beginnen, voeren en afsluiten; 4.3.4 koffie en thee presenteren; 4.3.5 afscheid nemen.

De leerinhoud sociale communicatieve vaardigheden neemt een bijzondere positie in, samen met de leerinhoud CAV. Wat betreft de leerinhoud CAV moet er afstemming plaats vinden met de docent die dit onderdeel geeft, zodat beide docenten vanuit dezelfde invalshoek aan de eindtermen/ leerinhouden werken. Beheersing van sociale communicatieve vaardigheden kan binnen de sector Zorg & Welzijn /UV branche opgevat worden als een beroepsvaardigheid. Beroepsbeoefenaars die deze vaardigheid niet op voldoende niveau beheersen, kunnen bijna niet in de sector werkzaam zijn. Vanuit deze invalshoek moet met leerlingen aan deze exameneenheid gewerkt worden. Als leerlingen een vaardigheid beheersen moeten ze deze in de rest van hun opleiding toepassen. Zij moeten hierop gewezen worden door de docent en in de beoordeling van bijvoorbeeld praktische opdrachten moet ook de toepassing van sociale- en communicatieve vaardigheden meegenomen worden. Met andere worden een leerling die een vakonderdeel technisch goed heeft uitgevoerd maar daarbij niet de basisprincipes van sociale- en communicatieve vaardigheden heeft gehanteerd kan voor dat onderdeel niet met een voldoende beoordeeld worden. In de vervolgopleidingen nemen de eisen die gesteld worden aan de toepassing van sociale en communicatieve vaardigheden toe.




Beheersingsniveau


UV/K5 Culturele en artistieke vorming*

De kandidaat kan: 5.1 verbanden leggen tussen het afdelings- programma en verschillende presentatietechnieken:

5.1.1 videopresentatie; 5.1.2 mode show; 5.1.3 kappers show; 5.1.4 make-up show

5.2 een verantwoorde keuze maken uit het aanbod van presentatietechnieken voor het door hen gekozen afdelingsprogram- ma. 5.3 technieken toepassen t.a.v.: 5.3.1 make-up; 5.3.2 kapselvorming; 5.3.3 manicure; 5.3.4 een eenvoudige display bouwen; 5.3.5 eenvoudige prijskaarten en teksten schrijven met sierletters; 5.3.6 vlot en fantasierijk een artikel inpakken; 5.3.7 verschillende presentatietechnieken passend bij de UV-branche toepassen; 5.3.8 het belang van artikelpresentatie noemen; 5.3.9 functies en eisen noemen die aan een modische artikelpresentatie in de UV-branche worden gesteld; verschillende vormen van reclame noemen; 5.3.10 de eisen die aan representativiteit gesteld worden noemen; 5.3.11 aspecten noemen die een rol spelen bij de beoordeling van het uiterlijk;

onder begeleiding onder begeleiding

* Samenwerking met docent CAV is noodzakelijk.


Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport – september 2019


Beheersingsniveau


UV/K6 Informatie- en Communicatietechnologie

De kandidaat kan: 6.1 met behulp van moderne informatie en communicatie technologie gericht informatie opzoeken en verwerken. 6.2 werken met eenvoudige voor het vakgebied relevante software*. 6.3 een eenvoudig zakelijke verslag schrijven met gebruikmaking van geautomati- seerde systemen. 6.4 het doel van het opslaan van relevante cliëntgegevens noemen, mede in relatie tot de persoonlijke aandacht voor en de privacy van cliënten. 6.5 met gebruikmaking van een computer eenvoudige administratieve werkzaamheden uitvoeren.

-

* Een voorbeeld van voor het vakgebied relevante software is het programma Salonmanager dat in het kader van Victo (IVT in het vmbo) voor de afdeling Uiterlijke verzorging ontwikkeld is.


Beheersingsniveau


UV/K7 Doelgroepen

De kandidaat kan: 7.1 de lichamelijke, geestelijke en sociale

ontwikkeling van kinderen en jongeren omschrijven;

7.2 de lichamelijke, geestelijke en sociale verandering van volwassenen en ouderen omschrijven. 7.3 omschrijven welke invloed werk en

werkloosheid hebben op het gedrag van mensen.

7.4 omschrijven wat bedoeld wordt met

rolpatronen en hoe deze het gedrag van mensen kunnen beïnvloeden.

7.5 lichamelijke gevolgen noemen van ouder

worden. 7.6 verschillen in de betekenis omschrijven die

het uiterlijk heeft in verschillende culturen.

noemen noemen


Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport – augustus 2020


Beheersingsniveau


UV/K8 Gezondheid

De kandidaat kan: 8.1 uitleggen hoe de stelsels van het menselijk lichaam werken:

8.1.1 bloedsomloop 8.1.2 hormoonstelsel 8.1.3 zenuwstelsel

8.2 uitleggen welke invloed hormonen hebben op huid en haar:

8.2.1 wat zijn hormonen; 8.2.2 mannelijke en vrouwelijke hormonen; 8.2.3 puberteit; 8.2.4 menstruatie; 8.2.5 zwangerschap; 8.2.6 oorzaken van overbeharing.

8.3 uitleggen welke invloed ziek zijn of

gehandicapt zijn heeft op het uiterlijk 8.4 de meest voorkomende ziekten noemen waarmee een werknemers in een UV-salon geconfronteerd kan worden en weet dat hij in voorkomende gevallen niet mag behandelen:

8.4.1 diabetes mellitus; 8.4.2 reuma; 8.4.3 dementie/ziekte van Alzheimer; 8.4.4 ziekte van Parkinson; 8.4.5 psoriasis; 8.4.6 eczeem; 8.4.7 herpes labialis (koortslip); 8.4.8 cara; 8.4.9 kanker; 8.4.10 hart- en vaatziekten.

8.5 de meest voorkomende handicaps noemen waarmee een werknemer in een UV-salon geconfronteerd kan worden:

8.5.1 aangeboren; 8.5.2 verworven.

8.6 de betekenis van ziek zijn en gehandicapt zijn verwoorden voor de betrokkene en zijn naaste omgeving. 8.7 voorbeelden geven waaruit blijkt dat in leefstijl en besmetting belangrijke oorzaken kunnen liggen voor het ontstaan van ziekten. 8.8 kernbegrippen rond het ontstaan van ziekten omschrijven: 8.8.1 diagnose; 8.8.2 besmetting; 8.8.3 symptomen; 8.8.4 incubatie; 8.8.5 immuniteit; 8.8.6 micro-organismen.

Alleen bloedsomloop

alleen diagnose en

mircro-organismen

de genoemde ziekten kort omschrijven

de genoemde ziekten kort omschrijven




Beheersingsniveau


UV/K9 Veiligheid en hygiëne

De kandidaat kan 9.1 oorzaken noemen die kunnen leiden tot

onveilig praktijksituaties. 9.2 regels voor bedrijfshygiëne en -veiligheid

toepassen op de eigen werkomgeving. 9.3 potentieel onveilige praktijksituaties

herkennen en vermijden:

9.3.1 samengaan water – elektriciteit;

9.3.2 veilig omgaan met energie;

9.3.3 veilig omgaan met schoonmaak-

middelen. 9.4 instrumenten en apparaten die tijdens

verschillende handelingen worden gebruikt reinigen en desinfecteren.

9.5 toepassingsmogelijkheden van

desinfecteermiddelen en mogelijke overgevoeligheidsreactie op deze middelen noemen.

-


Beheersingsniveau


UV/K8 Gezondheid (vervolg)

De kandidaat kan 8.9 preventieve maatregelen noemen die genomen kunnen worden om ziekten te voorkomen.




Beheersingsniveau


UV/K10 Voeding

De kandidaat kan 10.1 de invloed van voeding op huid en haar en nagels omschrijven:

10.1.1 eenzijdige voeding; 10.1.2 vetrijke voeding; 10.1.3 tekort aan vitaminen en mineralen.

10.2 de kenmerken van verantwoord voedingsgedrag noemen. 10.2.1 de categorieën voedingsstoffen noemen. 10.2.2 de voedingsschijf, voedingspira- mide, Caribische voedingsschijf herkennen en interpreteren. 10.2.3 de voedingswaarde omschrijven

- joule; - calorie.




Beheersingsniveau


UV/K11 Verkoopkunde

De kandidaat kan 11.1 verschillende soorten merken onder- scheiden. 11.2 het begrip uitstraling (imago) in de UV- branche omschrijven. 11.3 de begrippen OB, bruto- en nettoprijs uitleggen. 11.4 het doel van registratie van diensten en

producten noemen en uitvoeren aan de hand van gestandaardiseerde formulieren.

11.5 werkzaamheden verrichten op het gebied van

de verzorging van de verkoopruimte. 11.6 werkzaamheden verrichten op het gebied van

goederenontvangst en verwerking. 11.7 verschillende betaalmiddelen herkennen. 11.8 werkzaamheden met betrekking tot

betalingsmogelijkheden en kassa-behandeling toepassen.

11.9 het belang van artikelkennis omschrijven. 11.10 een verkoopgesprek voeren. 11.11 inspelen op klachten. 11.12 klanten adviseren op basis van artikelkennis. 11.13 omschrijven wat de invloed is van reclame en massamedia op de waardering en verzorging van het uiterlijk. 11.14 de rol die het uiterlijk speelt in de reclame omschrijven en kan hiermee kritisch omgaan;

-




Beheersingsniveau


UV/K12 Haarverzorging

De kandidaat kan 12.1 het haar van een model wassen met een bij het haar passende shampoo 12.2 omgaan met tondeuse (bij mannen) 12.3 de functies van het haar noemen. 12.4 eigenschappen van het haar noemen. 12.5 lagen van de haarschacht noemen 12.6 lagen van de haarwortel noemen

12.6.1 schubbenlaag; 12.6.2 merglaag

12.7 de vijf natuurlijke haartypen onder- scheiden 12.8 de voornaamste grondstoffen die in shampoos verwerkt zijn noemen. 12.9 de uitwerking van shampoo op hoofdhuid en haar noemen voor verschillende haarsoorten. 12.10 verschillende soorten conditioner noemen. 12.11 een conditioner aanbrengen en uitspoelen.

onder begeleiding onder begeleiding Vezellaag

-

droog, vet, roos

zelfstandig zelfstandig

bij zichzelf

-




Beheersingsniveau


UV/K12 Haarverzorging (vervolg) Verzorgen van kroes haar

De kandidaat kan 12.12 het verschil tussen kroes en ontkroest haar uitleggen. 10.13 het haar indraaien. 10.14 het haar wassen met de juiste

shampoo. 10.15 een reconstruerende behandeling 'deep condotioner', crèmebehandeling toepassen. 10.16 een crèmespoeling aanbrengen. 10.17 het verschil uitleggen tussen bescher- mende, glansgevende, verstevigende en voeding gevende producten. 10.18 een föhnversteviging gebruiken ter bescherming tegen de warmte van föhnapparaat en krultangen. 10.19 het verschil uitleggen tussen producten die gebruikt worden bij kroes haar, sluik haar, gepermanent haar, curly haar en ontkroest haar.

onder begeleiding*

-

-

* 'Onder begeleiding' wil in dit geval zeggen dat de leerling voor hij de wasbehandeling uitvoert met de docent overlegt welke shampoo er gebruikt wordt.




Beheersingsniveau


UV/K12 Haarverzorging (vervolg) Föhnen

De kandidaat kan

10.20 föhn veilig gebruiken om het haar

te drogen. 10.20.1 de reden van het gebruiken van een warmtebron noemen

12.21 het verschil tussen technisch en

modisch föhnen uitleggen.

12.22 voor- en nadelen van verschillende

kammen en borstels noemen.

12.22 uitleggen wanneer welke borstel

gebruikt moet worden.

12.23 het begrip volume uitleggen.

12.24 de functie van het afdelen van het haar

uitleggen.

12.25 verschillende soorten föhnen en krul-

tangen en hun hulpmiddelen noemen.

12.26 gebruiksklare cosmetische producten

aanbrengen.

12.27 met behulp van een föhnapparaat en /of

een krultang, een eenvoudig model in

het haar aanbrengen.

12.28 gebruiksdoel en werking van haar-

lakken en haarverstevigers noemen en

toepassen.

onder begeleiding

-

-

onder begeleiding

Alleen krultang




Beheersingsniveau


UV/K12 Haarverzorging (vervolg) structuurbehandeling Ontkroezen

De kandidaat kan 12.29 het haar in vier vakken verdelen en vastzetten met klemmen om ont- kroezingscrème aan te brengen. 12.30 het haar in vijf vakken afdelen en indraaien in maximaal 40 min. 12.31 de reden van het gebruik van een warmtebron bij ontkroezen noemen. 12.32 het doel en de functie van een ontkroezingsbehandeling noemen. 12.33 uitleggen welke chemische werking ontkroezingscrème heeft op de huid en het haar:

12.33.1 openen van haarschub-

ben;

12.33.2 verbreken van zwavelbruggen;

12.33.3 herstellen van zwavelbruggen;

12.33.4 sluiten van haarschubben. 12.34 uitleggen hoe ontkroezingscréme, neutralizershampoo, crèmebehan- deling en crèmespoeling / crème- behandeling op de juiste wijze gebruikt moeten worden bij ontkroezen: 12.34.1 posetijd;

12.34.2 gebruik handschoenen; 12.34.3 bescherming hoofdhuid

model; 12.34.4 het haar nabehandelen. 12.35 de voornaamste grondstoffen van neutralizershampoo, crèmebehan- deling en crèmespoeling noemen. 12.36 het verband tussen de diameter van de krulspeld en de krulsterkte uitleggen en houdt hiermee rekening bij het indraaien van ontkroest haar

Totale behandeling onder begeleiding

-

-

-

-

Dit onderdeel niet




Beheersingsniveau


UV/K12 Haarverzorging (vervolg) structuurbehandeling Kleuren

De kandidaat kan 12.37 haarverf aanbrengen en doorkammen in maximaal 30 minuten. 12.38 de primaire aspecten van kleurenleer

noemen *: 12.38.1 hoofdkleuren; 12.38.2 mengkleuren;

12.38.3 complementaire kleuren;

12.38.4 kleurenster maken. 12.39 het hoofddoel van kleurbehandelingen

noemen. 12.40 de voornaamste grondstoffen van kleurbehandelingen noemen:

12.40.1 alkali;

12.40.2 kleurstoffen.

12.41 de werking van eenvoudige niet-

oxidatieve haarkleurmiddelen noemen.

12.42 het grijsdekkingspercentage van alle

kleurbehandelingen noemen.

-

- -

met een vervangend middel

* Samenwerking met docent CAV




Beheersingsniveau


UV/K13 Huidverzorging Huidreiniging

De kandidaat kan 13.1 twee reinigingssystemen beschrijven:

13.1.1 oppervlaktereiniging; 13.1.2 dieptereiniging;

13.2 verschillende soorten reinigings- producten noemen en hun werking:

13.2.1 water; 13.2.2 zeep; 13.2.3 milk; 13.2.4 crème; 13.2.5 lotion/tonic.

13.3 de werking, voor- en nadelen en overgevoeligheidsreactie van verzorgingsproducten noemen. 13.4 de meest voorkomende producten ten behoeve van de algemene lichaams- verzorging en -hygiëne noemen en deze zelf toepassen:

13.4.1 shampoo;

13.4.2 water;

13.4.3 zeep/doucheschuim;

13.4.4 deodorant;

13.4.5 tandpasta. 13.5 hygiënische regels hanteren. 13.6 aan de hand van de talgklierfunctie de vier huidtypen herkennen en de kenmerken ervan noemen:

13.6.1 normaal; 13.6.2 droog; 13.6.3 vet; 13.6.4 gecombineerd.

13.7 een aantal huidafwijkingen herkennen

13.7.1 vochtarm; 13.7.2 pigmentafwijkingen; 13.7.3 overbeharing; 13.7.4 acné; 13.7.5 comedonen 13.7.6 milia.

13.8 beschrijven hoe de voorbehandeling van een dieptereiniging verloopt. 13.9 de huid manueel reinigen, een poeder- masker aanbrengen en afnemen en een dagcrème aanbrengen, in maximaal 60 minuten, inclusief voor- en nabehandeling:

13.9.1 oppervlakte reiniging max. 20 min.;

13.9.2 dieptereiniging max. 30 min.

-

noemen

-

onder begeleiding

bij zichzelf




Beheersingsniveau


UV/K13 Huidverzorging (vervolg) Huidreiniging

De kandidaat kan 13.10 een stoomapparaat gebruiken tijdens de reiniging. 13.11 de invloed van poeder-, kant-en-klare-, en crèmemaskers omschrijven. 13.12 de bouw en functie van de huid omschrijven:

13.12.1 3 huidlagen; 13.12.2 de functies van transpireren omschrijven; 13.12.3 huidklieren; 13.12.4 de haar; 13.12.5 bloedvaten; 13.12.6 6 functies van de huid.

13.13 de invloed van zeelucht en zon op de huid omschrijven. 13.14 enkele positieve en negatieve aspecten van sauna en zonnebank noemen. 13.15 enkele overtollige wenkbrauwharen verwijderen met behulp van een gewoon of automatisch pincet waarbij de vorm van de wenkbrauw behouden blijft, in maximaal 20 min. 13.16 het verschil uitleggen tussen epileren en depileren. 13.17 benen ontharen met behulp van hars.

onder begeleiding

-

onder begeleiding

bij zichzelf




Beheersingsniveau


UV/K13 Huidverzorging (vervolg) Make-up

De kandidaat kan 13.18 op een gereinigde huid, in maximaal 20 minuten een dagmake-up aanbrengen. 13.19 de voorbehandeling voor het aanbrengen van make-up uitvoeren. 13.20 regels voor het aanbrengen van dagmake-up toepassen. 13.21 het belang van een verantwoorde make-up uitleggen. 13.22 de meest voorkomende make-up artikelen noemen. 13.23 hygiënische regels hanteren bij het uitvoeren van een make-up. 13.24 verschillende gezichtsvormen noemen*:

13.24.1 rond; 13.24.2 ovaal; 13.24.3 vierkant; 13.24.4 langwerpig.

13.25 de juiste kleurencombinaties toepassen*

bij zichzelf

* Samenwerking met docent CAV




Beheersingsniveau


UV/K14 Hand- en voetverzorging Handverzorging

De kandidaat kan 14.1 de handen van een model verzorgen in maximaal 75 minuten, inclusief voorbehandeling, lakken en nabehandeling.

14.2 de functies van beenderen noemen:

14.2.1 stevigheid;

14.2.2 bescherming;

14.2.3 aanhechting. 14.3 verschillende soorten beenderen noemen:

14.3.1 lange pijpbeenderen; 14.3.2 korte pijpbeenderen; 14.3.3 onregelmatige beenderen

14.4 samenstelling van beenderen noemen:

14.4.1 kraakbeen; 14.4.2 beenweefsel.

14.5 soorten gewrichten in hand en onderarm en hun bewegingsmogelijkheden noemen:

14.5.1 scharniergewricht;

14.5.2 rolgewricht;

14.5.3 zadelgewricht;

14.5.4 straffe gewrichten. 14.6 de bouw en functie van de nagel omschrijven 14.7 enkele veel voorkomende afwijkingen aan de nagels van de vingers omschrijven:

14.7.1 overlangs en dwarse

groeven;

14.7.2 witte plekjes;

14.7.3 gespleten nagels;

14.7.4 zwakke nagelplaat.

bij zichzelf




Beheersingsniveau


UV/K14 Hand- en voetverzorging Handverzorging (vervolg)

De kandidaat kan 14.8 het doel van verschillende nagelverzorgingsproducten, verfraaiingproduc- ten en -instrumenten voor handverzorging noemen

nagelverzorgingsproducten:

14.8.1 nagellak remover;

14.8.2 nagelriemolie;

14.8.3 nagelverharder;

14.8.4 cuticle remover.

nagelverfraaiingsproducten:

14.8.5 onderlak;

14.8.6 gekleurde lak;

14.8.7 toplak;

14.8.8 kunstnagels;

14.8.9 nagels polijsten.

nagelverzorgingsinstrumenten:

14.8.10 diamantvijl;

14.8.11 papierenvijl;

14.8.12 bokkenpoot; 14.8.13 vellentang.

14.9 hygiëneregels hanteren. 14.10 enkele invloeden van de afzonderlijke massagegrepen omschrijven:

14.10.1 effleurage: ontspannend,

kalmerend;

14.10.2 tapotement: stimuleert

doorbloeding, versterkt

verslapte spieren, ontspant

verkrampte spieren;

14.10.3 petrissage: stimuleert

spierweefsel, versterkt verslapte

spieren, ontspant verkrampte

spieren;

14.10.4 vibratie: prikkelt huid en spieren;

14.10.5 frictie: stimuleert doorbloeding,

vermindert spierverharding

14.11 uitvoeren de massagegrepen:

effleurages rotaties en tapotement op onderarm en handen.

14.12 het doel van een massage van hand en onderarm uitleggen:

14.12.1 ontspannend; 14.12.2 soepel maken van spieren; 14.12.3 stimuleren van bloedcirculatie

alleen noemen

- -

-




Beheersingsniveau


UV/K14 Hand- en voetverzorging Voetverzorging

De kandidaat kan 14.13 de voeten van een model verzorgen in 75 minuten, inclusief voorbehandeling, lakken en nabehandeling 14.14 de voeten van een model 'zelfstandig' verzorgen in 100 minuten, inclusief voorbehandeling, massage*, lakken en nabehandeling.

14.1 massagegrepen: 14.2 14.14.1 effleurages; 14.3 14.14.2 rotaties; 14.4 14.14.3 tapotement 14.5 Deze massagegrepen toepassen op: 14.6 wreef, enkel, onderbeen. 14.7

14.15 de bouw van de voet omschrijven.

14.16 enkele voetafwijkingen omschrijven:

14.16.1 platvoet;

14.16.2 spreidtenen;

14.16.3 hoge wreef;

14.16.4 weke likdoorn.

14.17 het belang van en eisen die worden gesteld aan verantwoord schoeisel uitleggen

14.17.1 niet te hoge hak;

14.17.2 goede pasvorm;

14.17.3 materiaalkeuze. 14.18 het doel van verschillende voetverzor- gingsproducten noemen:

14.18.1 voetpoeder;

14.18.2 voetcrème;

14.18.3 bruistabletten. 14.19 het doel van verschillende nagelverzorgingsproducten en –instrumenten voor voetverzorging noemen:

instrumenten voor voetverzorging:

14.19.1 teennageltang;

14.19.2 diamantvijl;

14.19.3 papierenvijl;

14.19.4 fijne eeltvijl.

onder begeleiding

-

-

Van zichzelf

-

* Voetmassage omvat massage van de kuitspieren, de wreef, de enkel en de tenen. De onderkant van de voet mag niet gemasseerd worden.




Beheersingsniveau


UV/K14 Hand- en voetverzorging Voetverzorging (vervolg)

14.20 enkele soorten gewrichten in onderbeen en voet en hun bewegingsmogelijkheden omschrijven:

gewrichten:

14.20.1 scharniergewricht;

14.20.2 straffe gewrichten;

14.20.3 enkelgewricht.

14.21 Hygiënische regels hanteren.

alleen noemen



Bijlage 2 Hulpmiddelen

Basispakket

Het standaard basispakket bij alle centrale examens en commissie-examens bevat:

schrijfmateriaal

tekenpotlood

blauw en rood kleurpotlood

liniaal met millimeterverdeling

passer

geodriehoek

vlakgum

rekenmachine

Ook is het toegestaan om hulpmiddelen mee te brengen die geen relatie hebben met

de exameneisen maar wel functioneel kunnen zijn, zoals: markeerstift, puntenslijper,

leesliniaal (loep).

Woordenboek

Nederlands-Nederlands (eendelig)

óf Nederlands-thuistaal van de kandidaat (eendelig)

Een digitaal woordenboek is niet toegestaan.

De hulpmiddelen van het basispakket zijn toegestaan bij alle examens. Zij zijn

niet alle nodig.

Uitgebreide informatie over hulpmiddelen voor de centrale examens staat in

de Regeling toegestane hulpmiddelen op de website van ETE, www.ete.cw.



Bijlage 3 Tips

Centraal examen examenbundels of oude examens zijn geschikt om ervaring op te doen. Oude

centrale examens zijn te vinden op de site van het ETE, www.ete.cw.

Commissie-examen bekijk de informatiefilm over het mondeling commissie-examen op de site:

https://duo.nl/particulier/staatsexamen-vo/index.jsp

NB Dit is wel hoe het in Nederland gaat, maar het geeft ook een goed beeld hoe het

bij ons gaat.

neem een pen mee om aantekeningen te kunnen maken tijdens het bestuderen van

de casus; deze aantekeningen mag u tijdens het examen raadplegen

UUiitteerrlliijjkkee...

Documents

Transcript of UUiitteerrlliijjkkee...