GEMÊLEERD
-
Upload
laurens-windig -
Category
Documents
-
view
215 -
download
2
description
Transcript of GEMÊLEERD
Brussel Bruxelles
onkel ferme knaap gij reus
robuust en bruisend Brel
stads tweetalig tafereel
melkkoe van Europa ’s ramp?
bewind pleite met de wind
petieterig Manneken Pis
aan de Grote Markt
rijst schuimend schoon
groezelig en sluimer
op terrassen Duvel blond
ik wieg u in mijn keel
jubel in het Jubelpark
gelijk Johan Verminnen
vanuit de goestingpoort
kruip ik als gevangen prins
voer afgemat voldaan
terug over de kasseien
mijn pittoreske Mokum
aan Rembrandt’s Amstel
waar ik ter wereld kwam.
Lul
hij jurkt
over haar japon
dat ‘íe te laag is uitgesneden
kraakt en kreukt
maar als zij hem draagt
over haar binnenkant heen
wekt haar souplesse
zijn interesse.
Verzinken
vandaag wil ik graag proberen
om mijn eigen hemel te creëren
stoei nog met omsluieren
met indrukwekkende beelden
waarin kleur de boventoon voert
misschien kies ik een hemel
zoals deze in werkelijkheid niet is
maar stoei toch nog steeds
voorbij meteorieten
naar een hemel die niet van mij is
maar wel overdonderd
door het overweldigende blauw
dat tevoorschijn komt
door tegenkleuren
Saudade
jij sleept me mee
in al jouw triest
naar de kade van weemoed
waar het sterven steunt
het o zo wankel gaan
door en door getransponeerd
naar mijn ziel
die tussen de snaren hangt
ik hoor je tonen drijven
over de tranen van de Taag
en tussen de voegen van Alfama
waarin ik mijn eigen Fado huil
In het zorgcentrum
zij knipoogde,
komt u gezellig binnen?
ik dacht ojee, wat een entree
vooral toen ze vroeg
wilt u op mijn canapé?
het oudje vervolgde
ik ga met u in zee
en sta al in mijn negligé
naast haar kamer wenkte moe,
vandaag is het feest
ze is vandaag al 100
morgen vertrekt ze naar benee
de canapé mag met haar mee
Zang gevogelte
als de kippen vroeg op stok staan
tokken zij: geile hanen
als de hanen vroeg van stok gaan
kraaien zij: kouwe kippen
ja ze doen altijd zo raar
gek tegen mekaar
want als de kippen nu geen eieren meer leggen
gaan de rare dingen zeggen
en toch ja tokke tokke tok
bezingen zij hun passie in vleugel poëzie
in eigen ren en melodie is allen overwonnen
met zingen is de liefde begonnen
Gissen
slapeloze nacht
Klaas Vaak heeft de pest erin
wat is de reden?
waarschijnlijk de Efteling
zowel zijn dag- en nachtwerk
Kenbaar
het oude ontwerp
oogt van meer geslachten
niet eens verroest
bezoekers
vinden nummers logisch
ook hetgeen erachter schuilt
wij willen geen nummer zijn
onze voornamen
moeten er sierlijk bij
op het nieuwe naamplaatje
Leven onder het witte
turig is de koude wispel
gisteren was hij milder dan vandaag
in zijn vastgevroren natuur
rondom zie ik krokussende kleintjes
in het geel en paars gekleed
wijsneuzerig boven hun witte mutsjes
ze staan vriendschappelijk
naast hun evenknietjes
met pietepeuterige smoeltjes
waaruit dove klokjes klingelen.
als koude wispel de zin doorzet
turen de kleintjes somber
bang om ineens te verschrompelen
Armen van mijn beschutting
onderbewustzijn wakkerde mij…
er werden treinen gebombardeerd
tussen Meppel en Zwolle, de tijd liep
uit de hand, ze kwamen pas tegen spertijd aan
bij het Amstelstation in Amsterdam
angst bekroop mama en ik luisterde
met grote ogen naar de afwisselende gang
van haar zenuwslopende vlucht
dicht langs de panden op weg naar huis
wij werden door de politie aangehouden
en mama vertelde over het drama
de agent begeleidde ons in de donkerte
naar huis
waar papa huilend aan tafel zat
mama omhelsde en kuste hem
en ik sliep als een roos in zijn armen
Weet je nog van toen en nu ?
eerst zo bleek het zand was
daarna verblindde door de blije zon
hoe sterk de afdruk van jouw pas
huppelend het zilte nat in sprong
het strand sierde gouden schelpen
zoals alleen een meermin draagt
zelfs Gustav Klimt wilde overstelpen
geheel en ongevraagd
Zephyr’s krullen van de wind
strelen nu turquoise golven
waar hij loom een rustplek vindt
zelfs ik laat mij bedolven
Op reis
met open ogen
onderweg naar het eindpunt
willens en wetens
in de tram rondom de spits
heel vredig ingedommeld
*Amsterdamse tram vervoert dode passagier. 23-01-2015
Omkeerbare wallenkant
langs de spiegel
hier drijf ik geheel mee weg
sta even stil bij elke kavel
ik bewonder de wallenkant
die zich nadoet in het water
telkens omdraait in hetzelfde beeld
als de middagslaap mij overvalt
lig ik uitgestrekt te dromen
op het groene grasmatras
Cornwall
verbeelde mij een jeugdtrip
waarin ik beland was
op klimhoogte doch had de kracht niet
het te bestijgen
heftig trokken de paden
doch mijn benen werkten tegen
mijn adem ging over in zuchten
poriën braken open
en lieten hun tranen
Cornwall, St, Michaels Mount
Tintagel en King Arthur zwaaiden
wenkten hoog en laag
en ik kroop onder de blauwe lucht
naar Lands End
als bejaard knarsend wrak
bereikte ik, als een hijgend hert
der jacht ontkomen,
met mijn tong op de schoenen
het eerste en het laatste huis
Soep van de dag
snikheet
op het overvolle terras
waar ik tegenover haar zit
ze betovert
met haar glanzende rode haren
ze kijkt niet op of om
onder het slurpen van de goulashsoep
boven de biggetjes in de jodel dirndl
die op springen staan uit haar decolleté
ze steken hun tongetjes al uit
ik slik en ook de kelner
die met grote ogen en open mond
voorbij struikelt
nogal wiedes
om de biggetjes op te vangen!
In The Spirit Of Oscar Wilde
allang beken ik een uitgesproken lul te zijn
schuld en onschuld: god in Frankrijk te Parijs
waar ik in het schone graf te Père-Lachaise
mijn uiteindelijk verdiende rust hervond
hoe vaak heeft men mij afgunstig nagewezen
als enorme smeerlap die op mannen viel?
heb de bourgeoisie en het gerecht onder geniep
en hamerslag zien kwijlen rond mijn kruis
dat ik mij allerlaatst tot het katholicisme
bekeerde
was een bewuste keuze dus vergeef mijn spot
ik scheen aan twee kruisen niet genoeg te
hebben
mijn geaardheid en ik zijn niet klein gekregen
*Oscar Wilde schrijver/dichter
Dublin 1854 – Parijs 1900
Onbevangen vraag
als een nieuwsgierig joch
vroeg ik mijn oude tante
waarom ze nooit getrouwd was
daar hoefde ze niet over na te denken
streek mij over mijn bol en glimlachte:
omdat ik nooit gevraagd ben
Uw lichaam mijn graf
waar het mijne niet van weg kon komen
omdat de liefde mij intens verbond
bevlogen door de warmte van uw mond
het moment alleen nog wilde dromen
voelde de tijd verschanst in zomernacht
vlogen de uren ons nimmer voorbij
volkomen rust en stilte zij aan zij
van verre zongen sterren fluisterzacht
kleuren veranderden in vuurbloemen
waar tonen streelden langs de horizon
wonderlijk van klank niet te benoemen
ten langen leste loomheid overwon
mijn zaligheid nimmer zal verbloemen
uw schoonheid liefdevol de maan rond spon
Zelfreflectie
ik, ik, en mijzelf
ik wil ook graag iets zeggen
en zoek naar een opening
in zijn lange adem
maar krijg de kans niet
probeer de rollen om te draaien
projecteer wat is gezegd
geheel op mijzelf
in hetzelfde zinsverband
was er al bang voor
mij hierin tegen te komen
en terug te halen
te dwingen stil te staan
ook naar een ander te luisteren
Poekelien
zij heeft de naam van haar poes aangenomen
hoe dan ook, het is duidelijk te zien
onder haar snorharen: je weet wel
destijds was er vliegend een vogel aangekomen
toen heette ze ineens weer Vogelien
broer Joekel heeft een kater die heet Dell
die overmatig vrijt met Poekelien
ongepland krijgt ze even later bovendien
een nest met poesjes, wel een stuk of tien
Dien, Pienelien, Philipien, Josefien, Annelien,
Katrien Mousselien, Poezelien, Mieselien,
Krabbelien,
Uit de geest van Mata Hari
het uniform van rijke kerels in mijn ogen
spiernaakte Adams: in en uit de mijne:
het hemels paradijs waarin ik schaars gekleed
met mijn exotisch schone lichaam danste
over werelddelen als ‘het oog van de dage raad’
geruchten niet van de lucht: mijn hebzucht
ontdeed mannen van hun kleed, letterlijk en
figuurlijk heb ik mij gefortuneerd voorzien
tijd zat mij niet mee en was de 1e wereldbrand
der baatzucht ook de mijne met connecties
welke men als spionage zag: zie, ik glimlach
haalde mijn welgestelde wereld op de nek
en bracht men mij voor het gerecht
verweer kreeg er geen kans en sleepte men mij,
ondanks tegenspel van mijn geboorteland,
rechtstreek naar de plaats der executie
alreeds chique in rouw gekleed zonder blikken
of blozen sliep ik in als stoffelijk overschot
van een losbandig leven met het gelaat naar de
hemel gericht op weg naar de sterren die mij als
legende op het witte doek zullen vertolken!
Compassie
als ik vermoeid met lede ogen
het mistig zicht wil volgen
waar achter de kim verzadigd zucht
voel ik opgekomen mededogen
voor een boompje
door eenzaamheid verzwolgen
vermist onder verdwaasde wolkenlucht
de weide vlakte roept en wenkt mij
dichterbij en smeekt om hulp
er naast te gaan
de eenling bij te staan
het kleine ding beweegt of het zeggen wil
laat mij maar wiegen in jouw eigen waan
Platina patina
een knappe kop
die de spiegel heeft bedacht
waarin je een botsing kunt aangaan
met jezelf
maar dan zwijg ik
overdenken doe ik wel
hoe je reflectie kunt vastleggen
gladschuren en opwrijven met boenwas
water laten verharden in spiegelingen
boven levend water wil ik spreken
spiegel mij met al mijn fier
willen zien hoe machtig
patina kan zijn
met een lichte spoor van platina
*aangedreven door Marion Spronk
‘Vleugel aan vleugel’
Kindje van de zon
al winkelend oogcontact
en wij vinden elkaar
met een stralende lach
een onvoorzien stralen
van veel plezier
via jouw Down Syndroom
je handje in de mijne
als ontroerende beroering
van warm samengaan
je reikt me van alles aan
en plaatst het weer terug
en zwaaien elkaar tot ziens
Hypocrisie
overbruggingen
belangenverstrengeling
waar de olie stroomt
mensenrecht verdoezeling
onderdoor het glimlachen
Roedel der waanzin
en dan creëert de onmens zichzelf
vanuit de angel van zijn bestaan
de eeuwige dood is een metgezel
die zijn ontvankelijke geest beheerst
hij versleept en dumpt zijn medemens
als lijk naar een opnieuw gedolven graf
waar zijn roedel heer en meester is
eigen zelf dood niet ontwijkt.
Vreemde basserolen
je kunt ze mooi verzinnen
in de groene Somszeeën
het zijn de Snorrensicken
ze bewegen zich voort
zonder vinnen
meestal met z’n tweeën
één aan de linkerkant
en de ander aan de rechterkant
telkens hetzelfde patroon
ze lijken veel op oude mannen
die constant samenspannen
met spierwitte spillebenen
ze zijn o zo bang voor water
het enige is pootjebaden
met hele lange nageltenen
ze houden nooit hun snater
altijd met humor beladen.
Dag pa,
ik leg het nu maar op papier vast.
zoals U misschien al wist, begin ik al
enige tijd te twijfelen of U nog een beetje
achter ons staat.
ik erger mij eraan dat, in naam van U, hele
bevolkingsgroepen worden uitgemoord,
en dat U dat zomaar toelaat? Toentertijd had
U allang ingegrepen, als ik de geschriften
moet geloven.
ik schrijf u niet voor Jan Doedel omdat ik
het gevoel krijg dat de liefde van één kant
moet komen. Ondertussen worden er mensen
afgeslacht?
ik voel me niet aangetrokken tot het Atheïsme
en de uitspraak ‘ik geloof dat er iets moet zijn’.
ik stap ook niet meteen over van de ene krant
op de andere, omdat ik destijds veel steun heb
ondervonden.
ik neem persoonlijk nog steeds aan dat een
vader zijn kinderen niet loslaat, andersom is dat
wel het geval. Ik verwacht ook geen antwoord,
maar zou het wel prettig vinden, iets van uw
onvoorstelbare kracht te mogen ervaren.
sorry, dat ik vaak, ook mondig, in de ik-vorm
schrijf. Dat doe ik ten dele bewust omdat het
mijn strikt persoonlijke mening betreft.
Ook weer zoiets
wat ik nou niet begrijp
dat ik een afspreek heb
bij de schoonheidsspecialist
om talg te verwijderen
ik ben zo klaar, zegt ze
en moet naar de achterkamer
waar ik een kwartier wacht
maar dat pik ik niet
en stap op
roep tussen een deur kier
van de behandelkamer
dat ik een nieuwe afspraak maak
ze zegt, ik ben er zo klaar mee
mijn antwoord is, ik ook!
Hai haiku de koe
word jij het melken nooit moe?
tis toch een gedoe
zegt de boer soms koetje boe
sluit jij maar je ogen toe?
zelfs een boer heeft mij verteld
spenen raken uitgeteld
de uier aders barsten
als je de koe laat barsten
Vanmorgen liep ik nog zwaar
omheen het rode fietspad
langs de gedwongen bocht
die mij sterk liet voelen
dat jij er nog steeds lag
onder de zacht verlichtte
bloemenzee
waarop vele woorden
dreven en de indruk wekte
dat jijzelf niet bent gezwicht
alhoewel ik met stomheid
was geslagen dat samen met jou
en gelijkgestemden in Parijs
bijna de vrije meningsuiting
werd vermoord
loof nog steeds de lef en het verzet
en plak geen pleister op mijn mond
God zal Zijn oordeel vellen over duivels
die Zijn naam misbruiken
niet één is aan Hem gelijkwaardig
IJsland
in gebarentaal
dansend door de dancing
smolt ze, ik had haar
denkelijk ietwat opgewarmd
ze wiegelde wat schraal
verviel overmatig in een swing
en trok ze me de vriesgang in
dat had ik foutief ingeschat
hitte steeg haar naar het hoofd
ze explodeerde: gelijk Eyjafjallajökull
uit een gebroken Duitse roes:
'gefa mér ein kalte kuss'
ik vernikkelde: 'eis brechen?
aber nicht mit mir!’
ze spuwde vuur!
Het bewegende duister
er draven massa’s merries door de nacht
hun hoeven overstemmen lijkwitte kelken
welke de akkers bedekken onder rode gloed
van de huidig blijvende oorzaak
het is alsof de paarden spreken: wij bewaken het
gebeente van de rustende gestorvenen
want onder de drukte heerst het meest stille
der stilte
witte kelken vangen het geluid van ons draven
zodat er onder hen verlangende stilte heerst
sowieso domineert er soms barstende onrust
zodat de aarde breekt
bezingen doden Shaffy’s krachtige doorgaan
met het zweet op ons gelaat om alleen door te
gaan, in een loopgraaf zonder licht, we zullen
doorgaan, we zullen doorgaan tot we samen zijn
de stemmen zingen boven de witte kelken uit
zodat hun gele hart meebeweegt naar de finale
uiteindelijk hebben kelken het voor het zeggen:
wij zullen doorgaan anders zijn wij overbodig!
Ode aan moeder de vrouw
ze raakt niet uitgepraat en uitgejankt:
kids vroeg op, in bad en broodjes smeren
dan naar school daarna het huis door rossen,
vaatwerk de automaat in knallen en de witwas
laten hangen in het trapgat
iets voor d’r zelf; een eigen job en af en toe
een keer het werkhuis waar ze nog eens
zwoegtdaarna weer thuis de ramen lappen en
voor hemnaar Lidl waar het bier goedkoper is
kids voor en achterop de fiets van school
effies eten dan weer terug en straks ook
nog een keertje blij retour omdat hij vanuit zijn
werk draaft zonder vroegere bos bloemen
languit moe is op de bank zijn pilsies ligt
te zuipen en haar zo nodig zoenen wil omdat
zij ‘t zo geweldig doet; wat eten we vandaag?
hij zeikt over de andijvie; gehakt en toetje
zij huilt omdat ze steeds weer vragen moet
de kids in bad en bed te doen en hij om koffie
blèrt, TV zijn wereld doordraait
zij ook ‘s aan d’r eigen leven denken moet
afgepeigerd door haar cyclus en meteen daarna
weer plat, geen hoofdpijn meer mag hebben,
zonodig vindt dat ze met haar knietjes hoger kan
hij zalig nar beneden glijdt om te gaan paffen
ze doet de hele nacht geen oog meer dicht
omdat haar kleintje zo verkouden is en hem
niet wakker maken mag omdat ‘ie straks zo
vroeg zijn nest uit moet
wat kan het haar nou verdomme, ze besluit
de hele rataplan te laten stikken, laat ‘m maar
een ander zoeken als ‘íe d’r nog eentje krijgen
kan want ze is het meer dan zat slavin te zijn
als ie dan thuis komt na een superzware dag
wat hem nog rest is een leeg nest en heeft ‘ie
het helemaal voor hem alleen maar elk nadeel
heeft z’n voordeel; het blijft een hele goeie lul !
over een paar maanden is het vadertijd
dan moet ze ongepland een kindje krijgen
kan hij wel tien keer ’s nachts zijn beddie uit
dan is zij tenminste weer het sterke geslacht !
Onvoorspelbaar
ik had verwacht
dat het ijs zou breken
maar niets was minder waar
het werd juist krachtiger en klaar
doordachter
daar waar het poreuzer leek
ogenschijnlijk zwak
eerder een wrak dat zich toch herstelde
door positieve bezigheden
welke naar boven kwamen
uit een ondenkbaar verleden
Rumoer
middenin de nacht
hoor ik beneden
ongeduldig tikken en glijden
gerol over de tafel
het wakkert me
de spanning neemt toe
door het geritsel van papier
ik laat me hartkloppend
van de trapleuning glijden
knal de kamerdeur open
en ja hoor…
het was mijn ongeduldige pen
die niet wachten kon
op mijn dwangneurose
en nimmer aflatende inspiratie
Allang met pensioen
met mijn blote voeten op de koude vloer juich ik
vandaag schijnt weer oorverdovend de zon in
mij en jubel ik mee: ik ben vrij vandaag, vrij,
vrij,
vrij met mijn mening en geliefden die ik omhels
alsof ik ze jarenlang niet heb gezien, tjee wat
blij
Oh wat ben ik vrij vandaag, hartstikke vrij, vrij
maar dat was ik toch al op zaterdag en zondag
soms had ik de zondag niet zo lief als toen
hield niet zo van die verplichte kerkzoen met
een mond vol pepermuntjes onder de preek
het was niet zo’n vrijheid en blijheid maar nu
ben ik blij en vrij omdat ik het zelf bepaal, vrij
ja
als een vogel in de lucht maar niet met al dat
dubbelzinnige vogelvrije nee, ik ben heel blij
vrij blij waar ik totaal in gedij, o wat ben ik vrij
en blij.
Zonet door liefde bewogen
ik voel uw adem welke mij verdooft
wakkert lieflijkheid welke parten speelt
oneindigheid zo warm uw lichaam streelt
geurt jasmijn waarin altijd is geloofd
uw schrijden lijkt mij als zalig zweven
waar zelfs het allerkleinste stof voor wijkt
het zuchten van de wind aanbidding lijkt
liefde strelend zwijmelt door het leven
de wolken reiken hemelsluiers aan
dromend langs de wimpers rond uw ogen
heelal dijt magisch uit bij volle maan
liefdevolle duiven zijn bevlogen
zacht straalt het licht uit donkerte vandaan
zie uw minnaar door liefde bewogen
Vespidae Interfectores
dan zijn er ineens die wespen
die gif-overdragende steekklieren
die zich hebben genesteld
tussen stenen gevels en vensterlijsten
zelfs in wintertijd
bijna niemand heeft ze in de gaten
maar zij zien jou wel
als ze ook nog eens bijna geruisloos
rond zoemen en op gegeven momenten
binnendringen, is er reuring in de tent
onverdraagbare pijn maakt zich meester
wij weten waar en hoe diep de angel zit
bijna ongrijpbaar, die moordenaars
Met gesloten ogen
jouw lichte adem
die langs de mijne strelen
aftastend of mijn ogen
jouw schoonheid reflecteren
ja geliefde, dat is wat zij doen
want mijn wimpers laten zich beroeren
en sluiten zich uit pure liefde
en houden stofjes buiten
die zonder vragen willen doordringen
in onze affectie
wimpers vernieuwen en raken los
maar wij zijn aan elkaar gehecht.
Mi gudu
humor en lachen
is mams aangeboren
Regina is een schat
wat wil je wat
ze weet het ook nog goed
te brengen
hamert op haar dochter
om eens lekker af te vallen
kocht een vlot vermagerblad
om haar uit de kluit gewassen
voluptueuze kont
sterk aan te strengen
mams komt op een lumineus idee:
‘wat ik jou zegge dat is waar
heel Suriname woont in jouw directoire?’
Warmte schors
Als ik zo rondom je ga
in gedachten terug naar jouw geboorte
daar waar jij ontkiemde en traag ouder werd
wij nu met elkaar optrekken
is het niet alleen maar het teer betasten
over jouw ruwe huid waaraan ik voel
dat jij nog steeds voor ons leeft
laat mij je omhelzen mijn geliefde
jij die ons in leven houdt
althans als jij niet sterft door ontbossing
begrijp wel jouw tranen
die langs de schors gaan naar daar
waar jij geworteld bent
Buitenland zit er niet meer in
ach, als je een tuin hebt
kun je daar ook vertoeven
of een balkon op het zuiden
geen Frans balkonnetje
daar is niet te zitten
heb je niets om op te zitten
en te bezitten, kun je nog altijd
daar waar de vogels fluiten
in het park en fluit je mee
of naar Zandvoort aan zee
en dan ’s avonds voor de TV
met tussendoor reclame
dat we moeten gaan besparen
op energie en onderhand
weer sparen, maar waarvan?
onderhand denk ik dan ineens
weer terug aan mijn zuinige vader
die voor moeder fl. 2,50,- per dag
op tafel lag aan huishoudgeld
met 5 kinderen en voor pap!
de tering naar de nering zetten
was zijn motto, en mijn tante
in het Vlaamse land die zei dan:
'Stelt de tering naar de nering
of uw nering krijgt de tering'.
Liefme lied
fluisterzacht zing ik
mijn lied langs jouw wimpers
lief ik je ogen
kus ik je mond
terstond gaat de zon dan weer schijnen
verdwijnen jouw tranen
uit de morgenstond
‘k zweefje donzend
vederlicht op wolken
hemelje en tederje
op de zomerwind
deinje over liefde zeeën
wij met z’n tweeen
tot je met me zingt
Het lag op haar lippen
voor de zoveelste keer
moest ze het toch
nog heel vluchtig zeggen
je ziet er slecht uit!
een groter plezier
deed ze me er niet mee!
Heerlijkheid, o mechelen
neen, mijn lichaam
niet bestand
en zwicht ik
onder maagdelijk en
omgeslagen kant
geklost door eeuwen heen
laat mij je lippen kussen
langs de Dijle
en sleep mij
dromend over ijle draden
van je lieflijk hart
dan pas wil ik meten
met verleden, heden
en vooruitzicht, vrij zijn
in geweten als ik verslingerd
en gelijk eendrachtig
vastgenageld ben met
Rombouts en Margaretha
sta mij toe, ik kniel
Op de na zessengracht
hij houdt zo van het boerenleven
de hooiberg en het stro
en de dochter van boer Geert
zaterdagavond trekt nog als toen
gierende geuren rullen oneindig
vlakland sloten breken het zicht
stegen struinen riemende stad
weerspiegelend rood de konen
zoet broeiend weerkaatsen kasseien
kom us efkus binnen m’n schat
vage hazenlippen zuchtend rood
pijpentwintig euro voor de kinkel
torenklokken slaan de uren twaalf
zacht hart voor hard dan wel apart
lef laat de snelle trein wel wachten
Xie Qiuping
getroond en gekroond zijt gij
met uw onbeschrijflijk hoofdhaar
als wensdroom gegroeid
doch niet eerder als sluier
welke u goddelijk omringd
als Chinese godin der liefde
als een dansende zes meter lange
zwartharige sleep
kom, laat uw stem neuriën galmen
langs bergen en dalen
deinend over de gele zee
waar uw hoofdtooi golft
als aangeboren schoonheid
uitverkoren in het beminnen
glanzende streling als bekorende kunst
hoe lieflijk uw hart vlecht
Tuin van rust
daar waar spruiten zijn
om te gedijen
als groeiende bloemen
in een tuin van rust
onbevangen
willen zingen en dansen
zwevend uitlopen
zichzelf kunnen zijn
waaronder liefde
orde en regel bevindt
zonder te strakke heining
van een internaat
Bellen blazen
hu pfhuuuuuuuh
hu pfhuuuuuuuh
allemachtig prachtig
ronde glazen bellen bollen
kleuren van de regenboog
rollen bollen zwevend
als een sprookje hemelhoog
lieve ronde bellen bollen
wou dat ik zo zweven kon
als een glazen blaasballon
hu pfhuuuffffuuu
hu pfhuuuffffuuu
Lange lente
’t wordt lente, ’t wordt lente, juichte tante
bij het ramenlappen uit het raam
sta op me kop, het lapt me op
de zon is gratis: kost geen centen
ben zo gek, zo idioot, zo lekker bloot
een echte scheve trekkebek
zelfs de boze buurman vloog
ik van de week zomaar om zijn nek
retteketet vlieg zomers uit me bed
schreeuw me luid, met me hele borst vooruit
moet je horen met je grote oren:
de bollen komen uit, me bollen komen uit
haha, haha
laat alle knoppen springen
laat alle bloemen zingen in de zon
laat ze strijken op violen, als ik kon,
ja als ik kon sloeg ik overal
me supergrote lentetrom
bombom, bombom ‘t wordt lente
van hier tot daar van tralalala
want in de lente ga ik telkens uit me bol
o wat een lol, o wat een lol
ben een echte lentedrol
doe lekker extra overdreven
het is gewoon me passie om te overleven
ik lenter, slenter kro, kro, kussend
op jouw wangen
lentegeel met paars en blauw.
’t wordt lente, ’t wordt lente, juichte tante
zelfs de hanen slaan op hol
ik schaar me achter
lange lente polonaise
van een Troubadour
hou nou je kop maar, riep oom Tjedde
met al dat gelente ouwehoer
ik slaap ik liever in hunne bedde
Ik zag ze weer
ze vlogen meteen op de kroppen af
die nog steeds niet in bloei staan
ondanks dat ze IJsbergsla heten
de kou heeft ze nog steeds in zijn macht
ook leggen de slavinken opgerold
op hun nest, keurig naast elkaar
in de vitrine en geven geen kick
hun broertjes noemen ze blinde vinken
die konden het niet aanzien
dat familieleden werden ingepakt
en afgebakken
andere familieleden
welke niet geregeld op visite
komen, vlogen de tuin uit en vonden het maar
niks
zelf ben ik dol op zingende vinken
als ze maar niet te vals worden
want dan vind ik er geen zak meer aan
vaak zijn het dan ook doven en linke vinken
je hebt ook een geile vink, die met zijn poten
overal aanzit en waar geen krop sla veilig voor
is dat is een onvervalste verslavink: tjiep, tjiep
Hoog boven het wad
...en ik begeef mij
in een kleurrijke luchtbel
traag weggeblazen
uit een enkele zucht
waarin ik gewichtloos zweef
op de rimpeling van het licht
sporend wegzinkend water
om straks weer terug te keren
hoog boven mijn wad
waar ik blijf hangen
daar waar de ondergaande zon
schittering nalaat
als fluisterend diamant:
geniet ik op maagdelijk
uitdagende klanken
van vergezichten
welke meeslepen
op droomwolken van
onweerstaanbare meditaties
van totale rust en vrede.
Valentijnig hart
je straalt
een stortvloed
van licht
naar mijn ontvankelijk zicht
overgevoelig voor warmte
niet één keer per jaar
maar dagenlang
achterelkaar
mijn Valentijnig hart
ontvangt en pijlt
vlammig liefde toe
door velen niet begeert
dan nog blijft het rood kloppend
lieflijk tonen in jouw handen
dag in, week in, jaar uit
voor eeuwig herkennend
telkens heel puur
op verbondenheid stuit.
Kleindochters
dan toon ik de immense zee
aan geliefde kleindochters
welke innige aanhangsels zijn
van mijn sensibel hart
laat het omvangrijk water zien
en maak ze duidelijk
hoe machtig mijn liefde is
hoeveel ze voor mij behelzen
dat mijn houden van gelijk is
aan getijde: eb en vloed
dat wij één zijn met de natuur
in al onze verbondenheid
Zoektocht
naakt is het toezien
in het tranendal van de steengroeve
waar van verre iets wuift
de rand te hoog de plek te diep
er is geen stem zodat spreken zwijgt
er bestaat geen gids voor oude planten
van afgesplitste loten met spruiten
grind van de groeve is teveel in beweging
zodat belopen te vroeg zou volgen
na deze gewaarwording
boven ons bewustzijn
Loes uit Goes
op een weekend in France
binnen Paris Ballet de Danse
had ze eindelijk eens sjans
die Fransman heette Frans
Frans had een goeie smoes:
savez-vous Irma La Douce
petit et peu de rouge?
je kan me wat! zei ze pardoes
met z’n twee onder de douche?
zoek maar een andere snoes
ben niet zomaar voor de poes
soignée monsieur Flamousse!
Sotchi 2014 splaakverwarking
toch spreken veel anderstalligen
iets van onze taal
ik luister naar reacties
ikke sien kanne nitdie kleedienk kloer von
skaatsoers toe fel
foel toe fel da eel fel
oer anju e nokes oer anju
pien ien ooch so pien
mens mit vlak sfaai eele tiet
anters da Roesiska flak
mekaar door von kloer nit wiet bou root
kloer flak ollan
root wiet bou wappe eel tiet
ikke wakke skut voksliet kenne uit hooft al
wiel elmoesie von asauu
ikke wust eel eg wust!
Affectie
ze is het eens met de kunst
van het loslaten
iets wat haar maar niet lukt
het is een dagelijkse handeling
waar ze niet meer over nadenkt
een extreme gewoonte
ze vlecht linten van boeketten
door haar lange haren
omdat die zo mooi wit afsteken
in het diep kastanje rood
dat vond hij schitterend
teksten van vaarwel zijn vervaagd
Overvloeiers
als ik nou maar begrijp
wat ik bedoel
vanmorgen
werd ik weer eens wakker
los van god ver van mijn bed
heel dicht in mijn geest
met beelden
overvloeiend naar de ramp
van MH17 in de Guernica
waar Picasso toen geen weet
van had maar duidelijk laat zien
hoe het er uit zag
als ik nou maar begrijp
wat ik bedoel
ze dansen heus niet met elkaar
rond het allang aangewakkerd vuur
Trepak laat zien hoe stoer hij is
wat voor trucs hij heeft in huis
om Hopak te bekoren
buurmeisje wijst hem af
door zijn lompheid en vechtlust
kom maar terug als je bijzinnen bent
maar tussen ons zal er geen
band meer zijn, is haar slotzang
als ik nou maar begrijp
wat ik bedoel.
3D kind
er was geen wolkje aan de lucht
dat zag ik, ja dat zag ik
door het strakke blauwe
kon me niet voorstellen
maar ergens, ja ergens
moest ik nog zo’n
kartonnen fokkie hebben
met twee doorzichtige
gekleurde glazen
van papier maar
maar het paste me niet meer
en toch, en toch als ik mijn hoofd
iets achterover hield
lukte het, ja lukte het
richting het strakke blauwe
en toen ja, toen zag ik het, ja zag ik het
met een diepe zucht
er was geen wolkje aan de lucht!
Carnaval Do Brazil
voel je het ritme?
voel jij dat billengetril
toe, doe het masker eens af
dat alledaagse smoelwerk
je aangemeten chagrijnige
recessie- tronie
hou je van meeslepen?
dwepen met muziek
de conga’s, cabulete, maracas
paderola
ganzá en tricabulete
kom, dans met mij de salsa
laat je heupen zien
je trillende vlees
zonder dat aangemeten
botoxale getrokken
je chagrijnige ponem
en recessie- fieselemie
conga bongo ba ba ba!
Arbeidvitaminen
ach verledentijd als ik vrij was,
want ik zat nog op de lagere school,
luisterde ik ook graag naar de radio
maar niet altijd
dan kwam Doris Day binnen met
By The Light Of The Silvery Moon
en mocht ik haar zomaar omhelzen
dan gaf ze me een ochtend zoen
Ertha Kitt danste de Üsküdara
tegelijktijdig stormde Frankie Laine
naar binnen met High Noon, dat was
meer paardje rijden in Rawhinde
Johnny Ray die huilde Cry en later
sloot Jo Stafford aan met Jambalaya
en werd ze daarna door fans gebeld
en zei ze: Thank You For calling
The Four Aces, Bing Crosby, Pia Beck,
Frankie Blue Eyes, Dean Martin en
Annie de Reuver, Sammy Davis en
Eddy Christiani liepen de Polonaise
af en toe sloot Heleentje van Capelle
aan met haar pa en moe en gingen ze
met ons naar de speeltuin toe waar veel
zangers op de wip zaten
Janny Bron schommelde heen en weer
met de Ramblers en Rita Reys zong
een heel Jazzy geaffecteerd Blue Moon
Bobbejaan Schoepen duetteerde
met Jo Leemans. Will Ferdy vond een
Piaf straatmus in Parijs die Milord zong
en La Vie En Rose werd gedanst op een
bananennummer van Josephine Baker →
plots dook Rosemary Clooney op met
Botsch A Me, Come On-A My House
daarna kwam Mario Lanza met Granada
Catharina Valente met On Note Samba
gevolgd door Vera Lynn Auf Wiederseh’n
Sweetheart The Time You Say Goodbay
uiteindelijk zong tot slot Corry Brokken
voor heel Europa, Net als Toen !
Zeg maar dag met je handje
het kan ze niks verdommen
overal zo’n extra barst
als straks de grond onder hun kont
wegzakt
in de diepte van Groningen
~~~~
~~~
~~
~
((((de echo is al hoorbaar))))
Sophia van de tandarts
na een dagelijkse fietstocht
van Landsmeer naar Amsterdam
wrijft Sophia de handen
langs haar doktersjas: zalig buiten
fiets al jaren: wilt u koffie?
ben dol op wit en ook op mooie tanden
in een gelijkmatige prothese
chique: zegt ze
het is een beetje grijs vandaag
het moddert buiten
waar je nat van wordt
net als tranend vocht langs ruiten
wilt u nog een kopje koffie?
roken slecht? ik weet het niet
mijn man raakte nooit een sigaret aan
hij is aan longkanker gestorven
ach, weet je wat het is
je moet ergens dood aan gaan, ja toch?
zal even de rekening opmaken
u kunt hier pinnen
ze lacht: de koffie zit erbij!
er belde eens een dame op
of ze hier makkelijk haar auto kwijt kon
ja hoor, zei ik: de Amstel is diep genoeg
ze werd boos en is voorgoed vertrokken!
weet u wat het is, ik ben nogal spontaan
ben dol op taal
daar ga ik altijd snel mee aan de haal
wilt u nog koffie?
weet niet altijd wat voor vlees ik in de kuip heb
mijn man was slager en maakte echte pekelvlees
het gaat weer vriezen buiten,
wij schenken hier geen Bols hoor,
wel altijd hete koffie!
~~
mijn lief was klaar
met een mond vol tanden kwam ze→
uit de behandelkamer
voorzichtig lachend liet ze haar gebitje zien
Soof zegt: nou, ziet ze er niet mooi uit?
zorgt u goed voor haar
ze krijgt zeker een flinke bos bloemen?
tot later maar weer, dan staat de koffie klaar
Vissen
wat weten wij nou over hun brein
van de in het water voortbewegende
bevolking
dat ze zich ook voortplanten
zoals de mensheid dat doet
maar wat speelt er zich af in hun brein?
de zielige goudvis
in de met water gevulde
glazen pot zonder planten
als een gek draait hij in het rond
wij kijken er amper naar om
hoor je het klagen en schreeuwen?
laat mij niet verdrinken!
Eurovisie Songfestival 1963
en maar denken
denken en nog eens denken
nadenken, dubben, piekeren
en prakkiseren
misschien winnen we wel
ik haal voor de gein de speeldoos
nog een keertje uit de kast
wat heb ik gelachen om dat
piepkleine porseleinen herderinnetje
uit de muzikale schaapskooi
van ons onbenullige gedoe
Dolf van der Linden moest opdraven
helemaal naar Londen
hij dirigeerde Annie Palmen
naar de dertiende plaats
Volgens mij heeft ze later
haar speeldoos stuk geslagen
omdat ze moest van Phonogram
Denemarken won met ‘Dansevise’
van Grethe & Jørgen Ingmann
Afvragen
verbaas mij over
vloed van treurnis in poëzie
alsof levensvreugde is vergaan
kan het soms niet rijmen
of is poëzie daaruit ontstaan?
alhoewel mijn leven
zich gekerfd heeft
in de huid
behoor ik soms tot de minderheid
die zich met humor omarmen
uit pure zelfbehoud?
Goh jochie in de lange broek
een korte toonde zijn gebrek
dan zag je meer de reden
het kille spille linkse slepen
zijn rechter deed het werk
gelukkig maar naar buiten
was het minder ongelukkig
koud stil verdriet van binnen
want hollen ging met moeite
hij heeft het niet verstoten
doch eerder nog geliefd
met eigen warme handen
strelen, kom je bent mij lief
God en Boeddah en zoveel meer
ontwikkeling van de eigen geest
ben er zo mee bezig geweest
en nog steeds
brengt het mij zoveel meer
mijn blijheid is een feest
mijn triestheid een farce
ondanks het afzien
is er bijna- niets te wensen
behalve dan de utopie
van vrijheid en vrede
doch het wringt en wringt
als een zandkorrel ben ik
die zingt en blijft zweven
wat wil ik nog meer
noch hier noch daar
onder allerlei kruipend stof
zuchtend vanuit alle windstreken
is het makkelijk praten
zolang wij in vrijheid leven
als elders verderf duivels moorden
uit godsnaam
in mijn autodidactische gave
staat God, in welke vorm dan ook
als mijn inspiratiebron en klankbord
en Boeddha leert mij mediteren
voor het bereiken van verlichting
vraagtekens zijn er niet voor niets
vergeef mij als ik raaskal !
Stemmen die niet spreken
ik blijf zoeken
naar de verdwaalde stemmen
van mijn moslimbroeders en zusters
zonder lange tenen
en hun zogenaamde ware geloof
ik blijf zoeken naar hun humor
naar ons ware menselijk eenheidsgevoel
waar mijn religie als christen
nimmer in de weg mag staan
ik spreek voor mezelf
omdat ik mijn eigen ware overbrugging
alreeds in stand heb kunnen houden
ik zoek niet naar nepgroeperingen
die de naam moslim- hebben aangenomen
zich diep in hun geest nestelen
en doden uit naam van onze schepper
Ik zoek naar hen die willen overbruggen
waarmee ik hand in hand kan staan
als voorbeeld monument
op de Dam in Amsterdam!
Koopziek op zondag
door de kalverstraat
lange rijen sjokken
door een mierenhoop
genomen binnenstad
torsende rugzakken
kids die van alles willen
blèrend geld genoeg
hollend naar Bart Smits
kroegen bieren goed
en wrijven opgesmukte
kalken dotten schurend
langs je kruis
de regen gaat tekeer
je kunt me wringen
ik wil nu meteen
terug naar huis
hoor veel gesteun
hou ik dat de hele dag
loop niet zo zeiken lul
blijf dan liever thuis!
Zweven kan ik ook
als ik dan de koolmeesjes zie
in mijn tuin en hoe druk ze zijn
met hun lentevoorbereidingen
ze vliegen af en aan
ze draaien rondjes met elkaar
van tak naar tak
wat wil je als het mei gaat worden
dan weet je ‘t wel
een verre buurman ziet ze ook vliegen
hij vliegt van vrouw naar vrouw
voor hem maakt de maand niets uit
hij vliegt al jaren achter elkaar
persoonlijk ben ik meer voor zweven
eerst klimmen en dan laat ik me gaan
daar blijft het ook bij
ik ben een zieke prostaatvogel geweest
een paar jaar geleden
en heb het overleefd!
Weer gaten vullen
wie gaat er nu wel voor de lol
naar de bekkentrekker?
bij mijn gepensioneerde prutser
kwam ik netjes twee keer per jaar
voor controle
ik had een paar jaar geen gaatjes
totdat hij op rust tour ging
er bleek al een nieuwe te zitten
die een prognose maakte
wat herstel mij zou gaan kosten
komt ‘ie: twee duizend euro
maar eerst naar de mondhygiëniste
ik heb u een tijd niet gezien, zei ze
ik deed mijn klacht en ze zuchtte
ja, hij was soms wat makkelijk.
wat een lul, ik ben zijn slachtoffer
Nu heb ik een ander genomen
die mijn voor hetzelfde bedrag
in de watten legt
Ode aan de vreugde in Wenen
de tijd waarin de Fin De Siècle viel
gehuld in vele kleuren voorbestemd
onthult het Midasgoud zijn lange hemd
spontaan opent de Weense Jugendstil
Klimt bejubelt ode aan de vreugde
in friezen drijven vrouwen langs de wand
negende van Beethoven komt tot stand
Secession waarin men zich verheugde
hij laat er zijn gouden kus versieren
schoon aftastend langs de Belvedère
waar ooit hypocrisie wist te tieren
hoeren ontpoppen uit hun derrière
tonen er weldadig hun borstspieren
feministen staan op de barrière
Laurens Windig 1943
Amsterdammer en Nederlandse dichter, laat
zich er niet van weerhouden vooral humor een
plaats
te geven in zijn werk, maar vooral ook drama:
wie mij leest en naar mij luistert, zal willen
glimlachen en ook ontroering willen voelen.
Bijzonder thuis voelt hij zich in de rij van
Vlaamse dichters welke hij links en rechts ziet
als zijn poëtische balans. Vooral vrije poëzie
boeit hem uitermate.
Windig gebruikt rijm wanneer het op de meest
onvoorziene momenten opduikt. Hij voelt zich
gedreven, zoals vele dichters, vooral de liefde in
al haar vormen een grote plaats in zijn werk te
geven. Hij is telkens opzoek naar het juiste,
mooiste gevoel dat erin ons leven bestaat.
Persoonlijke liefdevolle, maar vooral ook
dramatische levenservaringen hebben hem tot
het schrijven gebracht: invoelen is zijn motto.
Niets uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden
door middel van druk, fotokopie, microfilm op
welke wijze dan ook, zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de schrijver.
No part of this poetry may be reproduced in any
form, by print, photo print, microfilm or any
other means, without written permission from
the writer:
©® Laurens Windig
Amsterdam 7 januari 2015
Homepage:
http://members.chello.nl/l.windig/
YouTube kanaal:
http://www.youtube.com/user/windigful
E-books:
http://issuu.com/windig