Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

27
1/27 STAD LEUVEN Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR-K4 ‘Tiensesteenweg, stad en voorstadDefinitief Deel 3: de stedenbouwkundige voorschriften Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 14 oktober 2013. Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 mei 2014. Ontwerpers: Kristine Verachtert en Wim Vandevorst

Transcript of Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

Page 1: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

1/27

STAD LEUVEN

Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR-K4 ‘Tiensesteenweg, stad en voorstad’

Definitief Deel 3: de stedenbouwkundige voorschriften Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 14 oktober 2013. Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 mei 2014. Ontwerpers: Kristine Verachtert en Wim Vandevorst

Page 2: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

2/27

Inhoud

1 Voorafgaande bepalingen .................................................................................................. 3 1.1 ............................................................................................................................................................................................................................................ 3 1.2 ............................................................................................................................................................................................................................................ 3 1.3 ............................................................................................................................................................................................................................................ 3 1.4 ............................................................................................................................................................................................................................................ 4 1.5 ............................................................................................................................................................................................................................................ 4 1.6 ............................................................................................................................................................................................................................................ 4 1.7 ............................................................................................................................................................................................................................................ 4

2 Algemene bepalingen ........................................................................................................ 5

2.1 Geldigheid .................................................................................................................................................................................................................... 5 2.2 Definities ...................................................................................................................................................................................................................... 5 2.3 Openbare groene ruimten en openbare verharde ruimten......................................................................................................................................... 5 2.4 Parkeren ....................................................................................................................................................................................................................... 5 2.5 Waardevol historisch patrimonium, landschap en archeologie................................................................................................................................... 6 2.6 Hoofd- en nevenbestemmingen .................................................................................................................................................................................. 9 2.7 Afwijkingen van de planvoorschriften ....................................................................................................................................................................... 10

3 Bijzondere bepalingen ..................................................................................................... 12

3.1 Zone voor wonen 1 (W1)............................................................................................................................................................................................ 12 3.2 Zone voor gemeenschapsvoorzieningen 1 (GV1) ....................................................................................................................................................... 16 3.3 Zone voor gemeenschapsvoorzieningen 2 (GV2) ....................................................................................................................................................... 18 3.4 Zone voor gemeenschapsvoorzieningen 3 (GV3) ....................................................................................................................................................... 19 3.5 Zone voor gemeenschapsvoorzieningen 4 (GV4) ....................................................................................................................................................... 21 3.6 Zone voor park (P) ...................................................................................................................................................................................................... 22 3.7 Zone voor gemengd open ruimtegebied (GOR) ......................................................................................................................................................... 24

4 Recht van Voorkoop ........................................................................................................ 27

Page 3: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

3/27

1 VOORAFGAANDE BEPALINGEN

1.1

Het gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Tiensesteenweg, stad en voorstad’ wordt opgemaakt in uitvoering van de paragrafen 4.5, 5.4.1, 5.4.3, 5.7, 6.4.9, 6.4.10, 8.7.3, 8.7.4, 8.5.3, 8.6.1, 8.7.7, 9.6, en 11.4 van het richtinggevend gedeelte en artikels 1.3.2, 2.3.1, 2.3.2, 3.3.2 en 3.3.5 van het bindend gedeelte van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Leuven, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 29 april 2004.

1.2

Dit ruimtelijk uitvoeringsplan heft binnen het afgebakende plangebied alle bepalingen op van volgende BPA’s: - BPA H04bis Tivolistraat, goedgekeurd bij MB van 23/10/1950 en latere wijzigingen; - BPA K15 Tiensevest, goedgekeurd bij MB van 25/07/1969 en latere wijzigingen; - BPA L22 Westelijke Spoorweggeul goedgekeurd bij MB van 15/12/1997 en latere wijzigingen; - BPA L28 Stationsoverkapping, goedgekeurd bij MB van 22/03/2001 en latere wijzigingen;

Dit ruimtelijk uitvoeringsplan heft binnen het afgebakende plangebied alle bepalingen op van het gewestplan, goedgekeurd bij K.B. van 07/04/1977 en herzien door de Vlaamse Regering op 23/06/1998. Dit ruimtelijk uitvoeringsplan heft binnen het afgebakende plangebied alle bepalingen op van het RUP ORGB1 ‘Gebieden voor open ruimte met geïntegreerde bebouwing – Fase 1’, goedgekeurd door de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant op 6 januari 2011.

1.3

Binnen het afgebakende plangebied van dit ruimtelijk uitvoeringsplan worden volgende verkavelingen opgeheven: HEV 061, HEV 379, KES 431, KES 187, KES 073, KES 048, KES 577, KES 366 op.

Verkaveling Goedkeuringsdatum college burgemeester en schepenen

HEV 061 08/12/1967

HEV 379 28/01/2011

KES 431 07/03/1991

KES 187 25/01/1990

KES 073 28/07/1966

KES 048 17/06/1965

KES 577 15/05/2009

KES 366 09/03/1984

Page 4: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

4/27

1.4

Het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Tiensesteenweg, stad en voorstad’ bestaat uit: een plan bestaande toestand; een grafisch plan met verordenend karakter; een register planbaten, planschade, kapitaal- of gebruikersschade van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in artikel 2.6.1, een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid; de voorschriften, met verordenend karakter en bestaande uit deze voorafgaandelijke bepalingen, algemene bepalingen en bijzondere bepalingen per zone; een toelichtingsnota bestaande uit een tekstgedeelte en figurenbundel; een plan recht van voorkoop.

1.5

Het gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) ‘Tiensesteenweg, stad en voorstad’ wordt, zoals aangeduid op het grafisch plan, begrensd door - Grensstraat (oostelijke grens) - Begraafplaats Heverlee – Korbeek-Losestraat – Oude Baan (zuidelijke grens) - Tiensevest (westelijke grens) - grens bestaande wijk Klein Rijsel – Koning Albertlaan – Guido Gezellelaan – Platte Lostraat – Verenigingstraat (noordelijke grens)

1.6

Bij tegenstrijdigheden hebben de voorschriften voorrang op de bepalingen af te leiden uit het grafisch plan, tenzij in de voorschriften uitdrukkelijk naar de aanduiding op het grafisch plan wordt verwezen.

1.7

In navolging van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening blijven binnen de grenzen van het RUP de bepalingen van de stedenbouwkundige verordeningen van toepassing voor zover deze niet in strijd zijn met de voorschriften van dit RUP. Bij tegenstrijdigheden primeert het RUP.

Page 5: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

5/27

2 ALGEMENE BEPALINGEN

2.1 GELDIGHEID

De algemene bepalingen zijn van toepassing in elke bestemmingszone voor zover ze niet worden tegengesproken door de bijzondere bepalingen voor de betreffende zone.

2.2 DEFINITIES

Begrip Definitie

Bebouwingscoëfficiënt (BC) De verhouding van de bebouwbare oppervlakte van de zone ten opzichte van de totale oppervlakte van de zone, uitgedrukt in %. Bijgebouwen worden eveneens meegerekend, met uitzondering van overdekte buitenruimten en open constructies.

Gemeenschapsvoorziening Infrastructuur voor dienstverlening, die voor allen toegankelijk is tegen redelijke voorwaarden en die wordt opgericht en/of uitgebaat door, of in opdracht van, de overheid: infrastructuur voor politie, brandweer, begraafplaatsen, onderwijs, sociaal-medische dienstverlening, religie, kinderopvang, ...

Groepsverblijf

Een groepering van minstens 10 woonvertrekken voor alleenstaanden en/of gezinnen, waaraan gekoppeld ruimtes met een voor deze alleenstaanden en gezinnen gemeenschappelijk gebruik; het gemeenschappelijk gebruik is van die aard dat de bewoners als collectief gezin kunnen worden beschouwd; voorbeelden zijn rusthuizen, weeshuizen, internaten, studentenpeda’s, andere opvangcentra als vluchthuizen,...

Private dienstverlening in de sociale sector

Infrastructuur voor dienstverlening zonder commercieel doel, die wordt opgericht en uitgebaat door een private (rechts)persoon en toegankelijk is tegen door de uitbater bepaalde voorwaarden: infrastructuur voor sociaal-medische dienstverlening, religie, kinderopvang, ...

Publiek (of openbaar) domein Gebied dat in principe onbeperkt in de tijd en voor allen vrij toegankelijk is.

Semi-publiek domein Gebied in private eigendom dat per etmaal tijdens vastgelegde perioden voor iedereen vrij toegankelijk is.

Vloer-terreinindex (V/T) De verhouding tussen de bruto vloeroppervlakte die boven het maaiveld wordt gerealiseerd en de totale oppervlakte van het bedoelde terrein of de bedoelde zone.

2.3 OPENBARE GROENE RUIMTEN EN OPENBARE VERHARDE RUIMTEN

Openbare groene ruimten en openbare verharde ruimten zijn binnen de verschillende zones steeds toegelaten.

2.4 PARKEREN

Inzake parkeren geldt de stedenbouwkundige verordening die het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen regelt, van kracht op het moment van afleveren van de vergunning.

Page 6: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

6/27

2.5 WAARDEVOL HISTORISCH PATRIMONIUM, LANDSCHAP EN ARCHEOLOGIE

2.5.1 Beschermde monumenten en stadsgezichten

De Sint-Fransiscuskerk (Tiensesteenweg z.n.) werd door ministrieel besluit van 16 juni 2009 beschermd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976

als monument. Voor dit gebouw gelden bijgevolg de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976 en latere wijzigingen.

2.5.2 Beschermenswaardig bouwkundig erfgoed

Voor gebouwen geselecteerd als beschermenswaardig bouwkundig erfgoed gelden volgende bijzondere bepalingen:

Algemene bepaling Toelichting

- Integrale sloop van het gebouw is enkel mogelijk in geval van overmacht. Aanbouwen of uitbreidingen uit vorige verbouwingen kunnen wel gesloopt worden indien kan aangetoond worden dat ze niet bijdragen tot de erfgoedwaarden van het gebouw.

- Restauratie, renovatie, verbouwing en uitbreiding dient volledig in functie te

staan van het authentieke karakter van deze bebouwing en het architecturaal geheel waartoe het behoort: bij restauratie, renovatie en verbouwing dient zoveel mogelijk teruggegaan

te worden naar de oorspronkelijke toestand of naar een waardevolle fase in de bouwgeschiedenis van het gebouw. Storende ingrepen moeten weggewerkt worden of zodanig ingepast of verbouwd dat ze het geheel van het bouwwerk ondersteunen.

bij restauratie, renovatie en verbouwing dienen authentieke kleuren, vormgeving en materialen toegepast te worden.

- Zijn verboden in de gevels, tenzij herstel in een authentieke bouwfase beoogd

wordt: het bepleisteren van niet-bepleisterde elementen, het beschilderen of kaleien van niet-afgewerkte elementen, het decaperen van oorspronkelijk bepleisterde elementen (tenzij wanneer

het decaperen gevolgd wordt door het aanbrengen van nieuw pleisterwerk)

het aanbrengen, vervangen (tenzij in functie van restauratie), afdekken, verwijderen of wijzigen van oorspronkelijke decoratieve elementen, glas-in-lood, smeedijzer of beeldhouwwerk,

het vergroten of verkleinen van raam -en deuropeningen,

Onder overmacht wordt verstaan: structurele schade n.a.v. calamiteiten buiten de wil van de eigenaar, zoals brand of storm. Onder oorspronkelijke toestand wordt verstaan: de verschijningsvorm van het gebouw bij oprichting (bouwjaar) en voltooiing. De originele bouwplannen in het stadsarchief Leuven vormen een goede bron. Onder storende ingrepen wordt verstaan: ingrepen zonder erfgoedwaarde die het authentieke karakter van de woning aantasten. Bij werken aan hellende daken zijn enkel authentieke kleuren en materialen toegestaan. Bij vervanging van schrijnwerk is enkel het materiaal, de indeling en profilering toegestaan van het oorspronkelijke schrijnwerk of van schrijnwerk horende bij een waardevolle fase in de bouwgeschiedenis.

Page 7: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

7/27

nieuwe gevelopeningen. - Renovatie, verbouwing en/of uitbreiding dient met respect voor het bestaand

volume, de kroonlijsthoogte en de verhoudingen van de oorspronkelijke gevelgeleding en structuur van het gebouw te gebeuren.

- Bouwkundige ingrepen aan of in de nabijheid van als “beschermenswaardig

bouwkundig erfgoed” geselecteerde bebouwing dienen een gelijkwaardige architecturale kwaliteit te hebben die de erfgoedwaarde en beeldkwaliteit van het geselecteerde gebouw versterkt.

- Voor aanvragen die beschermenswaardig bouwkundig erfgoed betreffen

wordt een aparte motivatienota erfgoed toegevoegd die een beschrijving geeft van de specifieke architecturale kenmerken van het gebouw en/of het architecturaal geheel en aangeeft hoe de geplande ingreep op deze kenmerken inspeelt.

- Oorspronkelijke park-, tuin-, paden- en voortuinstructuren maken integraal

deel uit van de selectie. Bij aanvragen over ingrepen aan park-, tuin-, paden- en voortuinstructuren

wordt een aparte motivatienota erfgoed toegevoegd die beschrijving geeft van de aard van de structuren en de impact van de ingrepen op de waarde ervan.

Alle nieuwe ingrepen dienen te worden getoetst aan de erfgoedwaarde. In historische tuinen en parken is aanplant met uitheemse parktypische

bomen en struiken mogelijk.

Onder gevelgeleding wordt verstaan: alle kenmerken die de indeling van een gevel bepalen: aantal traveeën, bouwlagen, verticale en horizontale indeling van gevelopeningen (hoogtes, dorpels, …), bijzonder elementen (zoals erkers, balkons, …) Onder structuur van het gebouw wordt verstaan: het geheel van dragende muren (binnen- en buitenmuren), daken en vloeren. Onder gelijkwaardige architecturale kwaliteit wordt verstaan: een hoogwaardige eigentijdse vormgeving en/of materiaalgebruik evenwaardig aan de architectuur van het als beschermenswaardig bouwkundig erfgoed geselecteerd gebouw. Onder nabijheid wordt verstaan: de percelen die palen aan het perceel van een als beschermenswaardig bouwkundig erfgoed geselecteerd gebouw. Alle landschapselementen met erfgoedwaarde (bv. typische bomen, struiken en vegetaties, ornamenten en andere parkconstructies, kenmerkend reliëf, historische padenstructuur) wordt gevraagd te behouden, te onderhouden en indien nodig te versterken.

2.5.3 Waardevol gebouw

Voor gebouwen geselecteerd als waardevol gebouw gelden volgende bijzondere bepalingen:

Algemene bepaling Toelichting

- Integrale sloop van het gebouw is enkel mogelijk in geval van overmacht of in geval de werken voor het behoud te ingrijpend zijn vanuit bouwtechnisch oogpunt en niet in verhouding staan tot de erfgoedwaarde van het gebouwen. Dit dient in een aan de aanvraag toegevoegde motivatienota erfgoed beschreven te worden en gedocumenteerd met foto’s.

- Renovatie, verbouwing en/of uitbreiding dient met respect voor het bestaand

Onder overmacht wordt verstaan: structurele schade n.a.v. calamiteiten buiten de wil van de eigenaar, zoals brand of storm. Dit kan bijvoorbeeld gaan om de aanwezigheid van huiszwam, vergevorderde betonrot, ... Onder gevelgeleding wordt verstaan: alle kenmerken die de indeling van een

Page 8: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

8/27

volume, de kroonlijsthoogte en de verhoudingen van de oorspronkelijke gevelgeleding en structuur van het gebouw te gebeuren.

- Bouwkundige ingrepen dienen een gelijkwaardige architecturale kwaliteit te

hebben die de erfgoedwaarde en beeldkwaliteit van het geselecteerde gebouw versterkt.

- Voor aanvragen die een waardevol gebouw betreffen wordt een aparte

motivatienota erfgoed toegevoegd die een beschrijving geeft van de specifieke architecturale kenmerken van het gebouw en/of het architecturaal geheel en aangeeft hoe de geplande ingreep op deze kenmerken inspeelt.

- Oorspronkelijke park-, tuin-, paden- en voortuinstructuren maken integraal

deel uit van de selectie. Bij aanvragen over ingrepen aan park-, tuin-, paden- en voortuinstructuren

wordt een aparte motivatienota erfgoed toegevoegd die beschrijving geeft van de aard van de structuren en de impact van de ingrepen op de waarde ervan.

Alle nieuwe ingrepen dienen te worden getoetst aan de erfgoedwaarde. In historische tuinen en parken is aanplant met parktypische uitheemse

bomen en struiken mogelijk. - Voor de gevel(s) (inclusief dakvlak) zichtbaar vanaf het openbaar domein

gelden volgende bijzondere bepalingen: Renovatie dient in functie te staan van het authentieke karakter van de

gevel(s) en het architecturaal geheel waartoe het behoort. Storende ingrepen moeten weggewerkt worden of zodanig ingepast of

verbouwd dat ze het geheel van het bouwwerk en het straatgeheel ondersteunen.

Bij renovatie van de gevel dienen de authentieke kleur, vormgeving en materialen gerespecteerd te worden.

- Zijn toegelaten in de gevel(s) en daken zichtbaar van af het openbaar domein:

Herstel in de oorspronkelijke toestand; Het vergroten of verkleinen van raam- en deuropeningen op voorwaarde

dat deze geïntegreerd zijn in de verticale of horizontale geleding van de gevel;

gevel bepalen: aantal traveeën, bouwlagen, verticale en horizontale indeling van gevelopeningen (hoogtes, dorpels, …), bijzonder elementen (zoals erkers, balkons, …) Onder structuur van het gebouw wordt verstaan: het geheel van dragende muren (binnen- en buitenmuren), daken en vloeren. Onder gelijkwaardige architecturale kwaliteit wordt verstaan: een hoogwaardige eigentijdse vormgeving en/of materiaalgebruik evenwaardig aan de architectuur van het als beschermenswaardig bouwkundig erfgoed geselecteerd gebouw. Alle landschapselementen met erfgoedwaarde (bv. typische bomen, struiken en vegetaties, ornamenten en andere parkconstructies, kenmerkend reliëf, historische padenstructuur) wordt gevraagd te behouden, te onderhouden en indien nodig te versterken. Indien oorspronkelijk houten schrijnwerk aanwezig was, geniet bij vervanging hout steeds de voorkeur als materiaalgebruik voor het schrijnwerk. De oorspronkelijke indeling en profilering genieten eveneens de voorkeur. Vergrijzend hout is mogelijk. Voor het schrijnwerk in nieuwe openingen kan gekozen worden voor eigentijdse materialen en indeling. Voor hellende daken genieten authentieke materialen en kleur de voorkeur.

Page 9: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

9/27

Nieuwe gevelopeningen op voorwaarde dat deze geïntegreerd zijn in de verticale of horizontale geleding van de gevel;

Dakvlakramen op voorwaarde dat deze zo laag mogelijk tegen de kroonlijst geplaatst worden.

2.5.4 Waardevol architecturaal geheel

Voor gebouwen deel uitmakend van een waardevol architecturaal geheel gelden volgende bijzondere bepalingen:

Algemene bepaling Toelichting

- De gebouwen die niet als waardevol gebouw geselecteerd zijn, kunnen het voorwerp zijn van vervangende nieuwbouw met minstens gelijkwaardige architecturale beeldkwaliteiten. De beeldwaarde van het straatbeeld moet in dat geval gelijk blijven of verhogen.

- De kenmerken van als waardevol architecturaal geheel aangeduide bebouwing moeten bewaard blijven of versterkt worden zowel bij renovatie, als bij nieuwbouw. Onder kenmerken verstaan we: harmonie, materiaalgebruik, inplanting/opstelling, schaal, aantal bouwlagen, gevelgeleding, dakhelling en dakvorm en kroonlijsthoogte.

Onder gelijkwaardige architecturale kwaliteit wordt verstaan: een hoogwaardige eigentijdse vormgeving en/of materiaalgebruik evenwaardig aan de architectuur van het waardevol architecturaal geheel.

2.5.5 Archeologie

Het Decreet houdende Bescherming van het Archeologisch Patrimonium van 30 juni 1993 en latere wijzigingen zijn van toepassing.

2.6 HOOFD- EN NEVENBESTEMMINGEN

De mogelijke hoofdbestemmingen worden vastgelegd in de bijzondere bepalingen per zone. Onder hoofdbestemming van een gebouw wordt de

bestemming verstaan waarvoor minstens 50 % van de netto vloeroppervlakte wordt gebruikt.

Aanvullende nevenbestemmingen zijn opgesomd in de bijzondere bepalingen voor de betreffende zone. Ze zijn toegelaten, indien ook minstens één

hoofdbestemming is gerealiseerd en indien verenigbaar met deze hoofdbestemming en de bestaande omgeving. Deze nevenbestemmingen nemen

maximaal 50% van de totale netto vloeroppervlakte in.

Page 10: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

10/27

Indien in de bijzondere bepalingen de mogelijke nevenbestemmingen niet uitdrukkelijk zijn vastgelegd, zijn alle nevenbestemmingen mogelijk indien

verenigbaar met de hoofdbestemming en de bestaande omgeving en indien minstens één hoofdbestemming is gerealiseerd. De nevenbestemmingen

worden dan beperkt tot 100m² netto vloeroppervlakte per entiteit en tot 50% van de totale netto vloeroppervlakte per pand.

2.7 AFWIJKINGEN VAN DE PLANVOORSCHRIFTEN

2.7.1 Bestaande bestemmingen afwijkend van deze planvoorschriften

In geval van bestaande hoofd- en/of nevenbestemming(en) die niet overeenstemt (-stemmen) met de voorschriften van de betreffende zone, kunnen

verbouwingswerken binnen het bestaand volume waarbij de bestaande bestemming behouden blijft, worden toegestaan. Bij nieuwbouw- of herbouw

dient de nieuwe bestemming overeen te komen met de voorgeschreven bestemming.

2.7.2 Verbouwingswerken afwijkend van deze planvoorschriften

Aan de bestaande gebouwen die qua volume en qua inplanting niet beantwoorden aan de voorschriften van dit RUP zijn alle veranderings- en

verbeteringswerken toegelaten voor zover deze werken :

- ofwel de gebouwen na de verbouwing doen overeenstemmen met de voorschriften en de grafische gegevens van het plan;

- ofwel het gebouw of gedeelte van het gebouw na de verbouwing nog niet volledig beantwoordt aan de voorschriften, maar het er door de

verbouwing in één of meerdere opzichten beter aan beantwoordt dan voorheen, terwijl er geen nieuwe elementen zijn ontstaan, die strijdig zijn met

deze voorschriften.

- ofwel de werken vrijgesteld zijn van stedenbouwkundige vergunning zoals beschreven in het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot

bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen en van de werken, handelingen en wijzigingen waarvoor geen stedenbouwkundige

vergunning nodig is, en zijn latere wijzigingen,

- ofwel de werken vrijgesteld zijn van de medewerking van een architect, zoals vastgelegd in het besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003 tot

bepaling van de werken en handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect, en zijn latere wijzigingen.

Dergelijke afwijking kan enkel toegestaan worden indien in de begeleidende nota bij de aanvraag voor stedenbouwkundige vergunning wordt beschreven:

- welke de afwijking is ten aanzien van de voorschriften;

- waarom volgens aanvrager de afwijkende toestand meer aangewezen is dan de voorgeschreven toestand.

De vergunningverlenende overheid oordeelt of de aanvraag inderdaad aan bovenstaande criteria voldoet. Dit artikel kan dus niet als recht worden

ingeroepen. In geval van afwijking kunnen steeds specifieke randvoorwaarden bij de stedenbouwkundige vergunning gevoegd worden.

Page 11: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

11/27

2.7.3 Werken aan het openbaar domein, afwijkend van deze planvoorschriften

Werken aan het openbaar domein die de planvoorschriften niet volledig realiseren, kunnen vergund worden voor zover ze de latere realisatie van de volledige planvoorschriften niet hypothekeren.

Page 12: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

12/27

3 BIJZONDERE BEPALINGEN

3.1 ZONE VOOR WONEN 1 (W1)

Categorie van gebiedsaanduiding: wonen

V E R O R D E N E N D G E D E E L T E T O E L I C H T I N G

3.1.1 Bestemming

De zone voor wonen W1 is bestemd voor wonen en aan het wonen verwante activiteiten en voorzieningen. Onder aan het wonen verwante activiteiten en voorzieningen worden verstaan: handel, horeca, bedrijven, kantoren en diensten, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, openbare groene ruimten, openbare verharde ruimten, socioculturele voorzieningen en recreatieve voorzieningen. Deze activiteiten en voorzieningen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Grootschalige handelsactiviteiten zijn niet toegelaten. Als uitzondering hierop wordt binnen

projectzone 2 één (grootschalige) kleinhandelsfunctie toegelaten, voor zover deze ook een

belangrijke buurtondersteunende functie heeft.

Binnen de zone voor wonen 1 (W1) zijn wonen en aan het wonen

verwante activiteiten en voorzieningen evenwaardige functies.

Kleinschalige (bakker, krantenwinkel,…), gespecialiseerde kleinhandel

op middelgrote schaal (electro, keuken, …), kantoren,… worden

toegelaten. Als voorwaarde geldt echter dat de activiteiten en

voorzieningen verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Hierbij vormt de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid

een belangrijk aandachtspunt.

Vanwege de strategische ligging binnen de dichtbebouwde wijken en

het buurtondersteunende karakter wordt binnen projectzone 2 één

(grootschalige) kleinhandelsfunctie toegelaten. Een eventuele nieuwe

grootschalige handelsfunctie moet steeds handel in dagelijkse

verbruiksgoederen zijn. De bestaande handelszaak kan behouden

blijven.

De zone voor wonen 1 (W1) is (deels) gelegen binnen een

beschermingszone voor waterwinningsgebied (Abdij-Cadol). Het

besluit van de Vlaamse Executieve, 27/03/1985, houdende

reglementering van de handelingen binnen de watergebieden en de

beschermingszones, en latere wijzigingen, is hier van toepassing.

3.1.2 Bebouwing

A. Algemeen

Bij samenvoegen van woningen of vervangbouw wordt de schaal en de korrelgrootte van de omgeving gerespecteerd met het oog op een harmonieuze inpassing van de gevels in zijn omgeving. Zo moet bij samenvoeging van percelen de herkenbare verticaliserende gevelgeleding

De verticale geleding van de gevels dient bij samenvoegen van

verschillende percelen gerespecteerd te worden. Hiermee wordt

Page 13: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

13/27

behouden blijven. Gebouwen en/of constructies ter ondersteuning van de verkeersfunctie en/of verblijfsfunctie

van publieke ruimtes zijn toegelaten voor zover deze de goede afwikkeling van het verkeer niet

hinderen.

B. Specifiek

Projectzone 1 (a en b)

Voor projectzone 1 (a en b) zijn twee ontwikkelingsscenario’s mogelijk. In scenario 1 wordt de

zone omgevormd tot een zone voor bovengronds parkeren voor auto en/of fiets. In scenario 2

wordt de zone ontwikkeld voor wonen.

Scenario 1: parkeervoorzieningen

Binnen projectzone 1 (a en b) worden uitsluitend garageboxen, carports of overdekte

standplaatsen toegelaten. De constructies worden gerealiseerd in hoogwaardige

materialen. De parkeerplaatsen kunnen enkel ingeschakeld worden voor

bewonersparkeren. Rotatieparkeren is niet toegelaten.

Scenario 2: woonontwikkeling

Binnen projectzone 1 (a en b) worden uitsluitend grondgebonden eengezinswoningen

toegelaten.

Binnen projectzone 1a:

- bij de eerste nieuwbouwprojecten worden minimaal 10 en maximaal 20 woningen

gerealiseerd en kan maximaal 3.000 m² bruto-vloeroppervlakte worden

gerealiseerd;

- maximaal 2 bouwlagen en dakverdieping.

Binnen projectzone 1b :

- bij de eerste nieuwbouwprojecten worden minimaal 15 en maximaal 25 woningen

gerealiseerd en kan maximaal 5.000 m² bruto-vloeroppervlakte worden

gerealiseerd;

- maximaal 3 bouwlagen;

- plat dak.

voorkomen dat nieuwe projecten de herkenbare structuur van de

Tiensesteenweg aantasten en bijgevolg de eenheid in de wijk verloren

gaat.

Ter hoogte van Tiensesteenweg 235 moet de mogelijkheid worden

open gehouden om op termijn deels een gesloten straatwand te

creëren met woningen.

In navolging van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening blijven inzake

de onbebouwde ruimte binnen de grenzen van het RUP de bepalingen

van de stedenbouwkundige verordeningen van toepassing voor zover

deze niet in strijd zijn met de voorschriften van dit RUP.

De Sint-Franciscuskerk werd door MB van 16 juni 2009 beschermd als

monument en is dus te behouden.

De afbakening van projectzone 1 (a en b) komt overeen met de

afbakening van het woonontwikkelingsgebied WO61 van het ruimtelijk

structuurplan Leuven. Het ruimtelijk uitvoeringsplan maakt twee

ontwikkelingsscenario’s binnen deze projectzone mogelijk. Enerzijds

kan de zone voor wonen ontwikkeld worden (scenario 2). Hierbij

wordt, gezien de hoge parkeerdruk in deze buurt, een surplus op het

aantal ondergrondse parkeerplaatsen voor het woonprogramma

opgelegd (ter vervanging van het bestaande bovengrondse aanbod).

Anderzijds kan het bestaande aanbod bovengrondse parkeerplaatsen

uitgebreid worden door de projectzone verder in te vullen met

garageboxen, carports of overdekte standplaatsen (scenario 1) voor

auto en/of fiets. Deze constructies moeten voldoen aan de bepalingen

van de stedenbouwkundige verordening die het parkeren regelt. De

parkeervoorzieningen dienen gericht te zijn op bewonersparkeren.

In de landschapsstudie die voorafgaand aan dit ruimtelijk

uitvoeringsplan werd de aandacht gevestigd op de impact van het

willekeurig inplanten van reclame-infrastructuur. Bij de beoordeling

van aanvragen die dergelijke infrastructuur betreft dienen de

zichtrelaties met het achterliggende openruimtegebied een belangrijk

aspect te vormen.

Page 14: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

14/27

Projectzone 2:

De maximale bruto vloeroppervlakte binnen projectzone 2 bedraagt 3.700 m². Bij uitbreiding,

nieuwbouw of herbouw dient voldoende rekening gehouden te worden met de ruimtelijke

inpassing van het hoofdvolume en bijhorende constructies, waaronder reclamepanelen.

Om te vermijden dat de projectzone 2 uit zou groeien tot een

concentratie van een reeks grootschalige kleinhandelszaken, wordt de

site ondergebracht in een projectzone waarbinnen één handelsfunctie

wordt toegelaten met een maximale bruto vloeroppervlakte van 3.700

m².

3.1.3 Onbebouwde ruimte

A. Specifiek

Projectzone 1 (a en b):

Verhardingen zijn enkel toegestaan in functie van de noodzakelijke toegangen en doorgangen en

de organisatie van aanpalende wegenis.

Scenario 1: parkeervoorzieningen

- De projectzone dient maximaal groen aangelegd te worden;

- Er wordt een groenstrook als visuele buffer aangelegd langsheen de zonegrens met de

aanpalende tuinen van de bestaande woningen;

- De verhardingen van de parkeergelegenheid moeten bestaan uit kleinschalig en

maximaal waterdoorlatend materiaal.

Scenario 2: woonontwikkeling

- Binnen projectzone 1 (a en b) wordt een voldoende grote aaneengesloten publieke

groenzone voorzien;

- Er wordt een groenstrook als visuele buffer aangelegd langsheen de zonegrens met de

aanpalende tuinen van de bestaande woningen wanneer binnen projectzone 1 niet

tuin-aan-tuin wordt gebouwd.

Projectzone 2:

De onbebouwde ruimte mag verhard en aangelegd worden ten behoeve van de toegang,

parkings en hun ontsluiting. Deze verharding wordt tot een minimum beperkt en is grotendeels

waterdoorlatend. De onbebouwde ruimte wordt als verblijfsruimte en maximaal met streekeigen

groen ingericht.

De strook grenzend aan de percelen met adres Bierbeekstraat nrs. 54

tot en met 76 en niet behorend tot projectzone 1 kan bij de woningen

gelegen aan de Bierbeekstraat aangehecht worden en zo de

ruimtelijke kwaliteit van deze woningen vergroten.

Zowel binnen scenario 1, als scenario 2, dient voldoende aandacht te

gaan naar een groene inrichting van het gebied. In scenario 1 kan dit

via het werken met buffers, groene aanplanting en het werken met

waterdoorlatende materialen bv. grasdallen.

Ook binnen scenario 2 kan de onbebouwde ruimte maximaal groen

ingeplant worden. Bijkomend dient er een aaneengesloten publieke

groenzone gerealiseerd die binnen het project kan functioneren als

speel/ontmoetingsruimte.

Page 15: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

15/27

3.1.4 Toegankelijkheid

A. Doorgang voor zacht verkeer

Een doorgang voor zacht verkeer verbindt de Overwinningstraat met de Grensstraat.

Een doorgang voor zacht verkeer verbindt de Tiensesteenweg met bovenvermelde doorgang.

Wanneer een doorgang volledig is gerealiseerd wordt deze permanent of tijdens vastgelegde

perioden publiek toegankelijk gemaakt.

De toegankelijkheid dient omschreven te worden in de betreffende vergunningsaanvragen.

De ligging van de doorgangen is indicatief aangeduid op het grafisch plan en moet gerealiseerd

worden op de percelen waarop de doorgang is ingetekend.

B. Ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer

Bij de ontwikkeling van projectzone 1 in één fase dienen twee toegangen voorzien: via de

Bierbeekstraat ter hoogte van de A. Delaunoislaan en via de Bierbeekstraat ter hoogte van de

toegang tot het kerkhof. Indien de projectzone gefaseerd ontwikkeld dient de aansluitende

toegang worden gerealiseerd (via de Bierbeekstraat ter hoogte van de A. Delaunoislaan of via de

Bierbeekstraat ter hoogte van de toegang tot het kerkhof).

De doorgangen worden ingericht als verkeersarme, groene

verbindingen. De aanleg van deze doorgangen dienen zo te gebeuren

dat ze één geheel vormen met en aansluiten bij de overige wegenis en

geïntegreerd worden binnen aangrenzende bestemmingen. De aanleg

gebeurt in duurzame, indien mogelijk waterdoorlatende, materialen.

Er dient bij de realisatie van projectzone 1, al dan niet gefaseerd,

voldoende aandacht gaan naar de inrichting van de ontsluitingsweg

die op de Bierbeekstraat aantakt.

3.1.5 Parkeren

Projectzone 1 (a en b):

Scenario 2: woonontwikkeling

Bij de eerste nieuwbouwprojecten worden bijkomend op de door de algemene bepalingen

vooropgestelde aantal parkeerplaatsen binnen de projectzones 1a en 1b respectievelijk minimaal

40 en minimaal 90 extra parkeerplaatsen gerealiseerd.

Projectzone 2:

Binnen projectzone 2 worden bijkomend op de door de algemene bepalingen vooropgestelde

aantal parkeerplaatsen minimaal 14 bovengrondse parkeerplaatsen voorzien die permanent

publiek toegankelijk zijn.

Binnen de zone gelden inzake parkeren de bepalingen van de

stedenbouwkundige verordening die het aanleggen van

parkeerplaatsen en fietsenstallingen regelt, van kracht op het moment

van afleveren van de vergunning.

Een deel van projectzone 1 (a en b) wordt vandaag ingenomen door

ongeveer 130 garageboxen. Bij een woonontwikkeling van het gebied

zullen de bestaande parkeerplaatsen, gezien de grote parkeerdruk,

moeten gerecupereerd worden bovenop het aantal parkeerplaatsen te

voorzien volgens de verordening. De parkeerplaatsen dienen

ondergronds te worden voorzien.

Page 16: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

16/27

3.1.6 Fasering en ontwikkelingsvoorwaarden

Op percelen waarop volgens het grafisch plan één of meerdere doorgangen zijn voorzien,

moeten deze doorgang(en) bij nieuwbouw of herbouw, op de desbetreffende percelen,

gerealiseerd worden.

Projectzone 1 kan in maximaal 2 fases ontwikkeld worden :

fase projectzone 1a: sloop van de woningen gelegen op het perceel met nummer 12-E-

45-D en 12-E-44-K respectievelijk met adres Bierbeekstraat 78 en 80 is verplicht.

fase projectzone 1b.

Indien het niet mogelijk is het volledige tracé van de doorgang te

realiseren, wordt het perceel dat onderwerp van de aanvraag vormt zo

ingericht dat een (eventueel latere) aanleg van een doorgang niet

gehypothekeerd wordt.

3.2 ZONE VOOR GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN 1 (GV1)

Categorie van gebiedsaanduiding: gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen

V E R O R D E N E N D G E D E E L T E T O E L I C H T I N G

3.2.1 Bestemming

De hoofdbestemmingen zijn gemeenschapsvoorzieningen en/of private dienstverlening in de

sociale sector.

Publieke (groene en verharde) ruimten zijn toegelaten.

Hierbij wordt gedacht aan kinderdagverblijf, jeugdhuis,

jeugdbeweging, sportinfrastructuur (clublokaal, fitness), zorgcentrum

, … .

Het perceel (kadaster 9-E-230-V-2) palend aan het park Michotte is

momenteel niet bebouwd maar hoewel grotendeels privé, sluit het

morfologisch wel aan bij het publiek toegankelijke park. Recreatieve of

dienstverlenende functies aan de Platte Lostraat kunnen een

interessante relatie aangaan met het park. Er dient wel op creatieve

manier omgegaan met de hoogteverschillen op het terrein. .

3.2.2 Bebouwing

De bebouwingscoëfficiënt bedraagt maximaal 40%.

De V/T-index bedraagt maximaal 0,7.

De bouwhoogte langs de Platte Lostraat bedraagt maximaal 2 bouwlagen en dakverdieping. De

Een belangrijk aandachtspunt bij het invullen van de zone voor

gemeenschapsvoorzieningen is het behoud van de (zicht)relatie tussen

de Platte Lostraat en park Michotte.

Page 17: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

17/27

dakvorm is vrij.

De bouwhoogte vanaf 15 m van de perceelgrens aan de Platte Lostraat bedraagt maximaal 1

bouwlaag met plat dak.

Gebouwen en/of constructies ter ondersteuning van de verkeersfunctie en/of verblijfsfunctie

van publieke ruimtes zijn toegelaten voor zover deze de goede afwikkeling van het verkeer niet

hinderen.

3.2.3 Onbebouwde ruimte

De onbebouwde ruimte niet ingericht als publieke (groene of verharde) ruimte wordt als

collectief private buitenruimte ingericht.

Verhardingen zijn enkel toegestaan in functie van het goed functioneren van de bestemming, de

noodzakelijke toegangen en doorgangen en de organisatie van aanpalende wegenis.

De niet verharde collectieve private buitenruimte wordt grotendeels aangelegd met laag- en (bij

voorkeur) hoogstammig, groen en dient landschappelijk in het park geïntegreerd te worden.

De onbebouwde ruimte sluit maximaal aan bij de zone voor park 2 (P2).

Bij de gemeenschapsfunctie kan een afgesloten collectieve private

buitenruimte (bv. speelplaats) worden voorzien die dan wel

landschappelijk geïntegreerd wordt in het Michottepark.

3.2.4 Toegankelijkheid

A. Doorgang voor zacht verkeer

Doorheen de zone wordt minstens een doorgang voorzien die de Platte Lostraat met de zone

voor park 2 (P2) verbindt. Deze doorgang is permanent en integraal publiek toegankelijk en heeft

een vrij gabariet van minstens 4 meter breed en 3 meter hoog.

De ligging van de doorgang is indicatief aangeduid op het grafisch plan.

De doorgangen worden ingericht als verkeersarme, groene

verbindingen. De aanleg van deze doorgangen dienen zo te gebeuren

dat ze één geheel vormen met en aansluiten bij de overige wegenis en

geïntegreerd worden binnen aangrenzende bestemmingen. De aanleg

gebeurt in duurzame materialen.

3.2.5 Parkeren

Geen specifieke voorschriften. Binnen de zone gelden inzake parkeren de bepalingen van de

stedenbouwkundige verordening die het aanleggen van

parkeerplaatsen en fietsenstallingen regelt, van kracht op het moment

van afleveren van de vergunning.

Page 18: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

18/27

3.2.6 Fasering en ontwikkelingsvoorwaarden

De ontwikkeling van de zone gebeurt in één fase.

Op percelen waarop volgens het grafisch plan één of meerdere doorgangen zijn voorzien,

moeten deze doorgang(en) bij nieuwbouw of herbouw, op de desbetreffende percelen, samen

met aanplantingen en bezaaiingen, gerealiseerd worden.

3.3 ZONE VOOR GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN 2 (GV2)

Categorie van gebiedsaanduiding: gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen

V E R O R D E N E N D G E D E E L T E T O E L I C H T I N G

3.3.1 Bestemming

De hoofdbestemmingen zijn gemeenschapsvoorzieningen en/of private dienstverlening in de

sociale sector. Publieke (groene en verharde) ruimten zijn toegelaten.

De zone voor gemeenschapsvoorzieningen 2 omvat een afdeling van

de school De Ark. De activiteiten worden in het RUP bestendigd. Op

die manier is een gemeenschapsfunctie, samen met deze binnen de

zone voor gemeenschapsvoorzieningen 3, op deze centrale locatie

gelegen aan het Michottepark gegarandeerd.

3.3.2 Bebouwing

Gebouwen en/of constructies ter ondersteuning van de verkeersfunctie en/of verblijfsfunctie

van publieke ruimtes zijn toegelaten voor zover deze de goede afwikkeling van het verkeer niet

hinderen.

3.3.3 Onbebouwde ruimte

De onbebouwde ruimte niet ingericht als publieke (groene of verharde) ruimten wordt als

collectief private buitenruimte ingericht.

Verhardingen zijn enkel toegestaan in functie van het goed functioneren van de bestemming, de

noodzakelijke toegangen en doorgangen en de organisatie van aanpalende wegenis.

Page 19: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

19/27

De niet verharde collectieve private buitenruimte wordt aangelegd met streekeigen, laag- en (bij

voorkeur) hoogstammig, groen.

3.3.4 Toegankelijkheid

Geen specifieke voorschriften.

3.3.5 Parkeren

Geen specifieke voorschriften. Binnen de zone gelden inzake parkeren de bepalingen van de

stedenbouwkundige verordening die het aanleggen van

parkeerplaatsen en fietsenstallingen regelt, van kracht op het moment

van afleveren van de vergunning.

3.3.6 Fasering en ontwikkelingsvoorwaarden

Geen specifieke voorschriften.

3.4 ZONE VOOR GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN 3 (GV3)

Categorie van gebiedsaanduiding: gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen

V E R O R D E N E N D G E D E E L T E T O E L I C H T I N G

3.4.1 Bestemming

De hoofdbestemmingen zijn gemeenschapsvoorzieningen en/of private dienstverlening in de

sociale sector. Publieke (groene en verharde) ruimten zijn toegelaten.

De zone voor gemeenschapsvoorzieningen 3 omvat de Sint-

Franciscuskerk. De activiteiten worden in het RUP bestendigd. Op die

manier is een gemeenschapsfunctie, samen met deze binnen de zone

voor gemeenschapsvoorzieningen 2, op deze centrale locatie gelegen

aan het Michottepark gegarandeerd.

3.4.2 Bebouwing

Gebouwen en/of constructies ter ondersteuning van de verkeersfunctie en/of verblijfsfunctie

van publieke ruimtes zijn toegelaten voor zover deze de goede afwikkeling van het verkeer niet

hinderen.

De Sint-Franciscuskerk werd door MB van 16/06/2009 beschermd als monument en is te behouden.

Page 20: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

20/27

3.4.3 Onbebouwde ruimte

De onbebouwde ruimte niet ingericht als publieke (groene of verharde) ruimten wordt als

collectief private buitenruimte ingericht.

Verhardingen zijn enkel toegestaan in functie van het goed functioneren van de bestemming, de

noodzakelijke toegangen en doorgangen en de organisatie van aanpalende wegenis.

De niet verharde collectieve private buitenruimte wordt aangelegd met streekeigen, laag- en (bij

voorkeur) hoogstammig, groen.

3.4.4 Toegankelijkheid

Geen specifieke voorschriften.

3.4.5 Parkeren

Geen specifieke voorschriften. Binnen de zone gelden inzake parkeren de bepalingen van de

stedenbouwkundige verordening die het aanleggen van

parkeerplaatsen en fietsenstallingen regelt, van kracht op het moment

van afleveren van de vergunning.

3.4.6 Fasering en ontwikkelingsvoorwaarden

Geen specifieke voorschriften.

Page 21: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

21/27

3.5 ZONE VOOR GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN 4 (GV4)

Categorie van gebiedsaanduiding: gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen

V E R O R D E N E N D G E D E E L T E T O E L I C H T I N G

3.5.1 Bestemming

De hoofdbestemmingen zijn gemeenschapsvoorzieningen en/of private dienstverlening in de

sociale sector. Publieke (groene en verharde) ruimten zijn toegelaten.

De zone voor gemeenschapsvoorzieningen 4 omvat een afdeling van

de school De Ark. De activiteiten worden in het RUP bestendigd. Op die

manier is een gemeenschapsfunctie op deze locatie gelegen aan het

Michottepark gegarandeerd.

3.5.2 Bebouwing

Gebouwen en/of constructies ter ondersteuning van de verkeersfunctie en/of verblijfsfunctie

van publieke ruimtes zijn toegelaten voor zover deze de goede afwikkeling van het verkeer niet

hinderen.

3.5.3 Onbebouwde ruimte

De onbebouwde ruimte niet ingericht als publieke (groene of verharde) ruimten wordt als

collectief private buitenruimte ingericht.

Verhardingen zijn enkel toegestaan in functie van het goed functioneren van de bestemming, de

noodzakelijke toegangen en doorgangen en de organisatie van aanpalende wegenis.

De niet verharde collectieve private buitenruimte wordt aangelegd met streekeigen, laag- en (bij

voorkeur) hoogstammig, groen.

3.5.4 Toegankelijkheid

Geen specifieke voorschriften.

Page 22: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

22/27

3.5.5 Parkeren

Geen specifieke voorschriften. Binnen de zone gelden inzake parkeren de bepalingen van de

stedenbouwkundige verordening die het aanleggen van

parkeerplaatsen en fietsenstallingen regelt, van kracht op het moment

van afleveren van de vergunning.

3.5.6 Fasering en ontwikkelingsvoorwaarden

Geen specifieke voorschriften.

3.6 ZONE VOOR PARK (P)

Categorie van gebiedsaanduiding: overig groen

V E R O R D E N E N D G E D E E L T E T O E L I C H T I N G

3.6.1 Bestemming

De hoofdbestemming is park.

Publieke (groene en verharde) ruimten worden toegelaten.

3.6.2 Bebouwing

Binnen de zones voor park (P1 en P2) geldt een bouwverbod, uitgezonderd kleinschalige

constructies die de parkfunctie ondersteunen (paviljoen, luifel, trap,…).

Gebouwen en/of constructies ter ondersteuning van de verkeersfunctie en/of verblijfsfunctie

van publieke ruimtes en spoorgebonden installaties zijn toegelaten voor zover deze de goede

afwikkeling van het verkeer niet hinderen.

De zone voor park is (deels) gelegen binnen een beschermingszone

voor waterwinningsgebied. Het besluit van de Vlaamse Executieve,

27/03/1985, houdende reglementering van de handelingen binnen de

watergebieden en de beschermingszones, en latere wijzigingen, is hier

van toepassing.

3.6.3 Onbebouwde ruimte

De zones voor park (P1 en P2) worden ingericht als samenhangende groene ruimte aangeplant

met laag- en (bij voorkeur) hoogstammig groen.

Het park Michotte (P2) was oorspronkelijk een kasteelpark horende bij

de villa “Les Ravins” van professor Michotte. Het bouwvallige

Page 23: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

23/27

Verhardingen en beperkte constructies zijn toegelaten in functie van doorgangen voor zacht

verkeer, fietsenstallingen en in functie van het beheer en de beleving van het park.

De genoemde werken, handelingen en wijzigingen zijn toegelaten voor zover de ruimtelijke

samenhang in het park, de cultuurhistorische waarden, natuurwaarde en landschapswaarden in

het park bewaard blijven. Men dient dan ook rekening te houden met bestaande natuurlijke

elementen zoals waardevolle bomen, bomenrijen, houtkanten,....

Binnen de deelzone voor park 1 (P1) geldt specifiek:

Langs de oostgrens van de deelzone voor park 1 (P1) wordt maximaal een berm, als visuele

en akoestische buffer, aangelegd. De berm moet minimaal 2 meter en maximaal 5 meter

boven het niveau van het park uitsteken. De berm kan beplant en van een voetgangerspad

voorzien worden.

In zuidelijke richting dient de hoger beschreven berm aan te sluiten op het niveau van de

Tiensesteenweg.

Langs het spoorwegdomein moet een mandichte afsluiting worden geplaatst, zodat het

verkeer naar dit aangrenzend domein onmogelijk wordt. De afsluiting met het

spoorweggebied wordt – indien deze in draadmetaal zal uitgevoerd worden – tussen de

berm en het spoorweggebied voorzien, en is niet zichtbaar vanaf het niveau van het park aan

de westzijde van de berm.

woonhuis werd in de jaren 1970 gesloopt en het park werd

omgevormd tot openbaar parkdomein. Het park wordt gekenmerkt

door waardevolle landschapselementen, waaronder o.a. de typische

bomen, struiken en vegetaties, de padenstructuur en de grote

reliëfverschillen.

Het behoud van de ruimtelijke samenhang en de landschappelijke

waarde van het gebied wordt als randvoorwaarde ingeschreven.

Binnen de deelzone voor park 1 wordt een berm bekomen door

grondaanvoering gerealiseerd. De berm zal het park en de

achtergelegen woningen visueel en akoestisch afschermen van het

spoorverkeer. Tevens verhoogt deze berm de ontoegankelijkheid van

het spoorweggebied.

3.6.4 Toegankelijkheid

A. Toegangen voor zacht verkeer

De deelzone voor park 1 (P1) is minstens toegankelijk vanaf:

- de wijk Klein Rijsel (via de Boulevardstraat en de Korenstraat);

- de Klein-Rijselstraat via het binnengebied.

De deelzone voor park 2 (P2) is minstens toegankelijk vanaf:

- de Tiensesteenweg;

- de Platte Lostraat ter hoogte van de Jan Vandeveldelaan;

- de Onafhankelijkheidstraat.

Park Michotte (zone voor park 2 (P2)) is publiek toegankelijk en moet

zodanig ingericht en onderhouden dat ze haar sociale functie kan

vervullen. Deze toegankelijkheid kan temporeel beperkt zijn. De

gewestplanbestemming ‘parkgebied’ wordt uitgebreid en kan

mogelijks op termijn opgenomen in het publieke deel van het park

Michotte.

Page 24: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

24/27

B. Toegangen voor gemotoriseerd verkeer

De zones voor park (P1 en P2) zijn enkel toegankelijk voor dienstverkeer (hulpdiensten,

onderhoud,…).

C. Doorgangen voor zacht verkeer

Doorheen de deelzone voor park 2 (P2) worden minstens volgende doorgangen voorzien:

- een doorgang die de Onafhankelijkheidstraat met de Platte Lostraat ter hoogte van de

Jan Vandeveldelaan verbindt;

- een doorgang die de Onafhankelijkheidstraat met de zone voor

gemeenschapsvoorzieningen 1 aan de Platte Lostraat verbindt;

- een doorgang die de Tiensesteenweg met de Platte Lostraat ter hoogte van de Jan

Vandeveldelaan verbindt.

De ligging van de doorgangen zijn indicatief aangeduid op het grafisch plan.

De doorgangen worden ingericht als verkeersarme, groene

verbindingen. De aanleg van deze doorgangen dienen zo te gebeuren

dat ze één geheel vormen met en aansluiten bij de overige wegenis en

geïntegreerd worden binnen aangrenzende bestemmingen. De aanleg

gebeurt in duurzame materialen.

De doorgangen doorheen park Michotte (zone voor park 2) koppelen

de verschillende gemeenschapsfuncties gelegen rond het park.

3.6.5 Parkeren

Binnen de zones voor park (P1 en P2) geldt een parkeerverbod voor auto’s.

3.6.6 Fasering en ontwikkelingsvoorwaarden

De zone voor park 1 (P1) kan gefaseerd gerealiseerd worden.

3.7 ZONE VOOR GEMENGD OPEN RUIMTEGEBIED (GOR)

Categorie van gebiedsaanduiding: overig groen

V E R O R D E N E N D G E D E E L T E T O E L I C H T I N G

3.7.1 Bestemming

Binnen dit gebied zijn natuurbehoud, bosbouw, landschapszorg, landbouw en recreatie

nevengeschikte functies.

Publieke (groene en verharde) ruimten worden toegelaten bij voorkeur aansluitend op de

doorgangen voor zacht verkeer.

Page 25: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

25/27

3.7.2 Bebouwing

Gebouwen en/of constructies ter ondersteuning van de verkeersfunctie en/of verblijfsfunctie

van publieke ruimtes zijn toegelaten voor zover deze de goede afwikkeling van het verkeer niet

hinderen.

De impact van de gebouwen op de omgeving moet worden geminimaliseerd.

In het gebied bevinden zich een aantal bebouwde percelen met

woningen en bedrijven. De woningen en bedrijven zijn zonevreemd.

Deze bebouwing is onderworpen aan de regelgeving voor

zonevreemde woningen en bedrijven (niet-kwetsbaar ruimtelijk

gebied) zoals opgenomen in de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening.

3.7.3 Onbebouwde ruimte

In uitzondering op het onbebouwde karakter van het gebied zijn de volgende werken,

handelingen en wijzigingen toegelaten:

Werken, handelingen en voorzieningen die nodig zijn voor het behoud, de bescherming

en het herstel en de ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden.

Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de bestaande

landbouwactiviteiten zijn toegelaten, voor zover ze de natuurwaarde niet in het

gedrang brengen.

Het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande openbare wegen en

nutsleidingen. Bestaande openbare wegen en nutsleidingen kunnen verplaatst worden

voor zover dat noodzakelijk is voor de kwaliteit van het leefmilieu, het herstel en de

ontwikkeling van de natuur en het natuurlijke milieu, de openbare veiligheid of de

volksgezondheid.

Het aanleggen en/of heraanleggen van infrastructuur voor zachte weggebruikers;

Kleinschalige infrastructuurwerken m.b.t. waterhuishouding en- zuivering;

Het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur die gericht is op de sociale, educatieve

of recreatieve functie van het gebied, voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht

van het gebied niet wordt overschreden.

Het oprichten van spoorgebonden installaties.

Alle werken en activiteiten dienen in overeenstemming te zijn met de historische,

cultuurhistorische, landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarde van het gebied.

Bij de planning, tijdens de constructie en het gebruik van de

infrastructuur moet rekening gehouden worden met voorkomende

natuur- en landschapswaarden.

Bij grotere eigendommen wordt opsplitsing en vervreemding best

vermeden omwille van hun negatief effect op het behoud van ruimere

groenstructuren.

3.7.4 Toegankelijkheid

A. Toegangen voor gemotoriseerd verkeer De doorgangen worden ingericht als verkeersarme, groene

Page 26: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

26/27

De zone is enkel toegankelijk voor dienstverkeer gekoppeld aan de toegelaten werken en

handelingen vermeld onder artikel 3.7.3.

B. Doorgangen voor zacht verkeer

Doorheen de zone voor gemengde open ruimte een doorgang voorzien die de zone voor open

ruimte met geïntegreerde bebouwing 2 (ORGB2) met de Tiensesteenweg verbindt.

De ligging van de toegangen en doorgangen zijn indicatief aangeduid op het grafisch plan.

verbindingen. De aanleg van deze doorgangen dienen zo te gebeuren

dat ze één geheel vormen met en aansluiten bij de overige wegenis en

geïntegreerd worden binnen aangrenzende bestemmingen. De aanleg

gebeurt in duurzame materialen.

3.7.5 Parkeren

Geen specifieke bepalingen. Binnen de zone gelden inzake parkeren de bepalingen van de

stedenbouwkundige verordening die het aanleggen van

parkeerplaatsen en fietsenstallingen regelt, van kracht op het moment

van afleveren van de vergunning.

Page 27: Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR ...

27/27

4 RECHT VAN VOORKOOP Op de percelen hieronder vermeld en aangeduid op het plan ‘Recht van voorkoop’ is een recht van voorkoop van toepassing voor een periode van 15 jaar vanaf de goedkeuring van voorliggend RUP zoals bedoeld in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 1 september 2009 en latere wijzigingen. De rangorde voor de uitoefening is als volgt:

- in eerste orde, het AGSL; - in tweede orde, de stad Leuven.

Recht van voorkoop is van toepassing op de percelen met nummers: (PZ1, GV1-P2) Er wordt een recht van voorkoop op de percelen binnen projectzone 1 ingesteld om als katalysator voor de realisatie van de doelstellingen van het RSL en voorliggend RUP te kunnen fungeren. Aangezien de stad reeds eigenaar is van aangrenzende percelen wordt een recht van voorkoop op de percelen binnen de zone voor gemeenschapsvoorzieningen 1 en zone voor park 2 ingesteld.

09-E-230-V-2

12-E-44-A-2

12-E-44-B-2

12-E-44-K

12-E-45-C

12-E-45-D

12-E-45-K