BRO BoxtelPostbus 45280 AA BoxtelBosscheweg 107BoxtelT +31 (0)411 85 04 00F +31 (0)411 85 04 01E info@bro.nl

Rapportnummer: 204X00124.035673_1_2

Datum: 29 februari 2008

Contactpersoonopdrachtgever:

de heer E. van Vugt, de heer R. Pateer, de heer T. Bouwmans

Projectteam BRO: Jakob Sutmuller, Sven Maas, Felix Wigman

Trefwoorden: Bedrijventerreinen, strategie, Uden

Beknopte inhoud: De gemeente Uden beschikt over een divers samengesteld aanbodaan bedrijventerreinen en een eveneens divers aanbod aan bedrij-ven. Op basis van een analyse van de huidige situatie op de bedrij-venterreinen en de vraag- en aanbodsituatie in Uden, worden opstrategisch niveau aanbevelingen gedaan voor de toekomstigeinvulling, herinvulling en profilering van de terreinen in Uden.

Gemeente Uden

Strategie bedrijventerreinenEindrapportage

Inhoudsopgave 1

Inhoudsopgave pagina

1. INLEIDING 3

1.1 Achtergrond 31.2 Vraagstelling en opdrachtverlening 41.3 Aanpak 51.4 Leeswijzer 5

2. AMBITIE, UITGANGSPUNTEN VOOR DE STRATEGIE EN BEPALINGPLANNINGSOPGAVE 7

2.1 Inleiding 72.2 Gemeentelijke ambitie 72.3 Faciliteren groei van bestaande en nieuwe bedrijven 82.4 Herkenbare segmentering van nieuwe terreinen 132.5 Zorgvuldig ruimtegebruik 172.6 Planningsbehoefte bedrijventerreinen 18

3. STRATEGIE 21

3.1 Vooraf 213.2 Economische ontwikkeling en randvoorwaarden 213.3 Pijlers van de bedrijventerreinenstrategie 233.4 Vertaling naar de terreinen 263.5 Uitvoeringsagenda 31

Bijlagen: BESTAANDE TERREINEN NADER BELICHT 1

1. Loopkant-Liessent 12. Vluchtoord 63. Goorkens 104. Volkel 135. Hoogveld 16

Inhoudsopgave2

Hoofdstuk 1 3

1. INLEIDING

1.1 Achtergrond

Uden heeft in oppervlak een relatief groot aandeel bedrijventerrein binnen de ge-meentegrenzen. Het totale areaal aan bedrijventerrein ligt, inclusief de lopendeuitgifte op het terrein Hoogveld, op 236 ha. In de onderstaande figuur zijn de be-drijventerreinen in Uden weergegeven.

Een belangrijk deel van de werkgelegenheid in Uden is op de bedrijventerreinen tevinden (zie tabel). Circa 43% van het totaal aantal banen in de gemeente wordtingevuld op specifiek hiervoor ingerichte bedrijventerreinen. Loopkant-Liessentneemt met 84% het overgrote merendeel van deze banen voor zijn rekening. Metde uitgifte van het bedrijventerrein Hoogveld en toekomstige ontwikkeling vanHoogveld-Zuid zal het aandeel van de Udense werkgelegenheid op bedrijventerrei-nen verder doorgroeien. De interesse vanuit de markt voor vestiging in Uden is me-de vanwege de nieuwe A50 merkbaar gegroeid.

Goorkens

Volkel

Loopkant-Liessent

Vluchtoord

Hoogveld - ZuidLosplaats

Hoogveld

Hoofdstuk 14

Verdeling van banen per bedrijventerrein

Bedrijventerrein Aantal banen Procentueel Oppervlakte

Loopkant-Liessent 8.336 84% 130

Vluchtoord 1.129 11% 22

Goorkens 356 4% 45

Hoogveld (in ontwikkeling) nvt nvt 33

Volkel 99 1% 6

Totaal 9.923 100% 236

Bron: gemeente Uden

1.2 Vraagstelling en opdrachtverlening

Tegen deze achtergrond heeft de gemeente Uden behoefte aan een bedrijventer-reinenstrategie voor de in de gemeente aanwezige en toekomstige bedrijventerrei-nen, om kansen te benutten en knelpunten te voorkomen.

De vraagstelling van de gemeente Uden luidt als volgt:Stel een samenhangende bedrijventerreinenstrategie op voor zowel de bestaande,als de nieuw te ontwikkelen terreinen in de gemeente Uden.

In het beantwoorden van de centrale vraagstelling is een aantal uitgangspuntenwaarmee rekening gehouden dient te worden:• Naast een totaalvisie op de ontwikkeling van bedrijventerreinen, is een afzon-

derlijke ontwikkelingsvisie gewenst voor de individuele terreinen. In het bijzon-der is visie op de ontwikkeling van Loopkant-Liessent wenselijk.

• De basis voor het formuleren van de strategie ligt in een goede analyse van devraag naar en aanbod van bedrijventerreinen in Uden en de regio. Wij makenmet onze aanpak ook inzichtelijk hoe de vraag vanuit het bestaande aanbod isaf te leiden.

• De bedrijventerreinenstrategie moet uitmonden in een uitvoeringsprogrammawaarin wordt aangegeven wat er op terreinniveau moet gebeuren.

• De bedrijventerreinenstrategie moet een transparant en een goed communi-ceerbaar stuk zijn.

De analyse en de te formuleren strategie concentreren zich op de bedrijfsactiviteitenop de terreinen. Daar waar op de terreinen perifere detailhandel voorkomt, wordtdaar op hoofdlijnen op ingegaan. Een analyse van de detailhandel maakt geen on-derdeel uit van de opdracht.

De behoefte om richting te geven aan nieuw te ontwikkelen terrein vormt een be-langrijk thema in de strategie. Daarbij is de groei en verplaatsing van het bestaandebedrijfsleven een prominent gegeven. Het Udens bedrijfsleven is zeer divers en kent

Hoofdstuk 1 5

vele sterke bedrijven. Het analyseren van de bestaande bedrijventerreinen vormtdan ook een centraal vertrekpunt zodat richting kan worden gegeven aan het be-houden en faciliteren van bestaande bedrijven, en tegelijkertijd aan het maken vande juiste keuzes ten aanzien van nieuwvestigers.

1.3 Aanpak

De strategie is in een aanpak met 4 fasen opgesteld. De aanpak is in de figuur op devolgende pagina integraal weergegeven. In de analysefase zijn vraag en aanbod inbeeld gebracht. Daarbij is rekening gehouden met de relatie tussen beide in hetbepalen van de opgave die Uden voorstaat. De toekomstpotentie van bestaandeterreinen wordt ook als basis beschouwd om in te kunnen schatten hoe de te ver-wachten vraag zich zal ontwikkelen. Voor de bestaande terreinen is een inschattinggemaakt van de potentie van kavels en terreinendelen om ook als bedrijventerreinin de toekomst van betekenis te zijn voor Uden. Op basis van de analysefase is in detweede stap de visie op bestaande en nieuwe terreinen in Uden vormgegeven. In dederde stap is de visie vertaald naar een strategie per terrein, rekening houdend metde samenhang tussen terreinen. In de vierde en laatste stap is de voorliggende inte-grale bedrijventerreinenstrategie opgesteld.

In de bedrijventerreinenstrategie staan de bestaande en toekomstige bedrijventer-reinen centraal. De bestaande terreinen zijn Loopkant-Liessent, Vluchtoord, Goor-kens, Hoogveld en Volkel1. Tot de nieuwe terreinen worden gerekend Hoogveld-zuid en de toekomstige uitbreidingslocatie Uden-Oost.

Bij de totstandkoming van de strategie heeft in de fase van de concept-visie eendiscussiemoment plaatsgevonden met vertegenwoordigers van het lokale bedrijfsle-ven.

1.4 Leeswijzer

In het tweede hoofdstuk is aandacht voor de ambitie van de gemeente en de uit-gangspunten die aan de strategie ten grondslag liggen. De analyse van de bestaan-de bedrijventerreinen is in samenwerking met de gemeente vastgesteld en samenmet de analysekaarten in de bijlage opgenomen. In het laatste hoofdstuk wordtvervolgens de vertaling gemaakt naar een strategie voor de bedrijventerreinen inUden.

1 Het terrein Losplaats wordt buiten beschouwing gelaten omdat het gaat om een cluster van een

beperkt aantal bedrijven.

Hoofdstuk 16

Aanpak schematisch weergegeven

VRAAG AANBOD

Toekomstpotentie

bestaande terreinen

Behoefte in Uden:microniveau

Behoefte in de regio:

macroniveau

Concurrerend bestaand entoekomstig aanbod in de regio

Randvoorwaarden nieuwbedrijventerrein:- verkaveling- zonering- uitgiftetempo

Ontwikkelrichtingbestaandeterreinen

ANALYSE1

VISIEVORMING2

Ontwikkelrichtingnieuwterrein

VISIE & UITVOERING3

Maatregelenherstructurering:- revitalisering- herprofilering- herontwikkeling

INTEGRATIE4

Eindrapportage

Hoofdstuk 2 7

2. AMBITIE, UITGANGSPUNTEN VOOR DE STRATEGIE ENBEPALING PLANNINGSOPGAVE

2.1 Inleiding

De uitgangspunten voor de bedrijventerreinenstrategie van Uden zijn in een drietalpunten onderverdeeld:1. Faciliteren groei van met name bestaande, maar ook nieuwe bedrijven2. Betere segmentering van nieuwe bedrijventerreinen3. Zorgvuldig ruimtegebruik stimuleren waar mogelijk

Deze uitgangspunten zullen in dit hoofdstuk worden toegelicht waarbij ook de pro-vinciale en regionale context aan de orde zal komen. De vergelijking met steden enkernen rondom Uden, zoals Veghel en Oss is vanuit economisch perspectief belang-rijk, aangezien bedrijven een grotere oriëntatie hebben dan de gemeente Udenalleen.

Tot slot wordt in dit hoofdstuk de planningsopgave voor Uden bepaald.

Alvorens in te gaan op de uitgangspunten en de planningsopgave wordt eerst af-zonderlijk stilgestaan bij de gemeentelijke ambitie ten aanzien van de economischedoelstellingen in het algemeen en bedrijventerreinontwikkeling in het bijzonder.

2.2 Gemeentelijke ambitie

De ambitie van Uden om te groeien is verankerd in het coalitieprogramma 2006-2010. Als het gaat om de beoogde maatschappelijke effecten van de lokale econo-mie dan staat de kwaliteit en de kwantiteit van de lokale werkgelegenheid centraal.Ofwel, goed geschoolde arbeid en een toevoeging van 1.000 extra banen in 4 jaar.Hiermee moet Uden nog meer een aantrekkelijke woon-, werk- en verblijfsgemeen-te zijn.

Vanuit deze doelstellingen zijn ondersteunende acties geformuleerd. Belangrijkespeerpunten zijn het voorrang geven en faciliteren van bedrijven waar hoogwaar-digheid, een hoge kennisintensiteit en innovatief vermogen op van toepassing zijn.Dit met het oog op een gevarieerd werkgelegenheidsaanbod en aansluiting op delokale arbeidsmarkt. Ook worden er eisen gesteld aan het aantal werknemers als hetgaat om nieuwvestigers. Het beschikbaar hebben van voldoende ruimte voor hetjuiste bedrijf vormt het belangrijkste uitgangspunt.

Hoofdstuk 28

Om in te kunnen spelen op de gewenste groei van de economie heeft Uden zich tendoel gesteld 7 hectare bedrijventerrein per jaar te ontwikkelen. De ontwikkeling vanHoogveld-Zuid dient op een zo kort mogelijke termijn te worden opgepakt, zodat ergeen tekort aan industriegrond ontstaat.

Het College onderkent dat door de expansie van bedrijventerreinen de beschikbareruimte steeds schaarser wordt. Een optimaal en effectief gebruik van de ruimte staatvoorop.

2.3 Faciliteren groei van bestaande en nieuwe bedrijven

WerkgelegenheidAls het gaat om de werkgelegenheid in Uden dan is er vanaf 2001 sprake van eenlicht neergaande trend. Dat geldt ook voor de beroepsbevolking. In stadsregiover-band kan worden vastgesteld dat op Veghel juist een omgekeerde trend van toepas-sing is. In 2006 en 2007 is de werkgelegenheid in Uden weer gestegen.

Ontwikkeling beroepsbevolking en werkgelegenheid in Uden en Veghel (2002-2007)

Uden Veghel

Beroepsbevolking Werkgelegenheid Beroepsbevolking Werkgelegenheid

2002 18.279 25.840 14.420 25.120

2003 18.296 25.200 14.566 25.380

2004 17.894 24.520 14.592 26.050

2005 17.844 24.590 14.582 26.370

2006 17.815 25.010 14.571 26.990

2007 25.260 27.310

Bronnen: ETIN, Vestigingenregister Noord-Brabant, LISA en CBS

WerkgelegenheidsfunctieDe verhouding tussen het aantal banen en de beroepsbevolking (werkgelegenheids-functie) bedraagt 1,40. Dit betekent dat er in Uden ruim meer banen zijn dan deomvang van de beroepsbevolking. De regionale arbeidsmarktfunctie van Uden bin-nen de Stedelijke Regio Uden-Veghel wordt hiermee onderschreven.

Werkgelegenheidsfunctie Uden-Veghel 2006

Uden Veghel Totaal

Aantal banen 25.010 26.990 52.000

Beroepsbevolking 17.815 14.571 32.386

Werkgelegenheidsfunctie 1,40 1,85 1,61

Bron: o.b.v. ETIN, Vestigingenregister Noord-Brabant, LISA en CBS

Hoofdstuk 2 9

PendelSinds 2000 is er sprake van een omslag van een positief naar een negatief pendelsal-do. Steeds meer bewoners in Uden vinden werk buiten de gemeentegrenzen. Ditkan erop duiden dat er geen passende baan te vinden is in de eigen gemeente, ter-wijl de werkgelegenheidsfunctie positief (boven de 1) uitvalt. De ontwikkeling komtoverigens wel overeen met de landelijke trend dat werknemers steeds vaker werk-zaam zijn buiten hun woonplaats en langere reisafstanden afleggen.

Pendeloverzicht gemeente Uden 2004

2000 2001 2002 2003 2004

Thuiswerkers 1.134 1.218 1.306 1.401 1.428

Pendel binnen woongemeente 9.188 9.896 9.708 9.672 8.835

Inkomend 15.063 14.496 14.257 13.464 13.557

Pendel vanuit Veghel 876 1.112 1.264 1.058 1.122

Uitgaand 12.710 10.815 12.812 12.996 14.196

Pendel naar Veghel 2.020 1.620 1.777 1.755 1.716

Pendelsaldo 2.353 3.681 1.445 468 -639

Bron: Provincie Noord-Brabant

Er is daarnaast sprake van een grotere pendel van Uden naar Veghel toe dan an-dersom. Gezien de omvang van de beroepsbevolking en het aantal arbeidsplaatsenis dit verklaarbaar.

Werkgelegenheid naar sectorenDe verdeling van de werkgelegenheid in Uden toont aan dat de industrie, handel enreparatie en de zakelijke dienstverlening sterke sectoren zijn. Er zijn relatief weinigwerknemers actief binnen de sector vervoer, opslag en communicatie. Veghel ver-toont een vergelijkbaar beeld met dat van Uden. Ook hier zijn de sectoren industrieen handel en reparatie sterk vertegenwoordigd. De dienstverlening is hier wel min-der nadrukkelijk aanwezig dan in Uden, terwijl de sector vervoer, opslag en commu-nicatie meer werknemers telt dan in Uden.

Hoofdstuk 210

Verdeling werkgelegenheid Uden en Veghel 2007

Sectoren Uden Veghel

Agrarische sector 4,3 % 3,9 %

Industrie 21,9 % 19,6 %

Bouwnijverheid 6,5 % 7,4 %

Handel en reparatie 18,3 % 23,9 %

Horeca 4,4 % 5,6 %

Vervoer, opslag en communicatie 2,8 % 10,6 %

Financiële instellingen 2,0 % 1,6 %

Zakelijke dienstverlening 13,4 % 7,2 %

Openbaar bestuur en overheid 7,9 % 1,4 %

Onderwijs 5,6 % 4,7 %

Gezondheids- en welzijnszorg 9,3 % 11,6 %

Overig 3,6 % 2,5 %

Totaal 100,0 % 100,0 %

Bron: Vestigingenregister Noord-Brabant, LISA

Profiel van bedrijvigheid in UdenVan de industriële bedrijvigheid in Uden kan gezegd worden dat het gaat om rela-tief hoogwaardige ‘maakindustrie’. Er zijn in vergelijking met andere in omvangvergelijkbare steden in de regio (Oss, Veghel) relatief veel bedrijven die industriëleproducten of halffabricaten (elektrotechnisch, productiemiddelen, ijzerwaren,hoogwaardige grondstoffen, food) maken vanuit een technisch complex proces. Ditonderscheidende profiel in de regio is een belangrijk vertrekpunt voor een nadruk-kelijkere positionering van de bedrijvigheid in Uden. Als er niet gestuurd wordt opeen helder profiel is het risico groot dat Udense bedrijventerreinen op termijn eenlaagwaardigere invulling krijgen met bedrijven die in Oss en Veghel niet terechtkunnen.

Industriële bedrijvigheid is echter niet de enige activiteit die het economische profielbepaald. Ook dienstverlening, overheid, gezondheidszorg en welzijn zijn belangrijkeeconomische activiteiten in Uden die veelal niet op bedrijventerreinen gevestigdzijn. De komst van het ziekenhuis kan deze sectoren nog eens een extra impuls ge-ven.

Kortom, positionering van Uden is van groot belang voor de toekomst. De keuze diegemaakt wordt in het economische profiel vraagt om een zorgvuldige afweging dieverder reikt dan de bedrijventerreinen. Op basis van de te kiezen positionering zaleen consequent doorgevoerd marketingbeleid uitgezet moeten worden om eenplek in het regionale spanningsveld te behouden en waar mogelijk uit te bouwen.

Hoofdstuk 2 11

Uitgifte in Uden tot nu toeAls dit wordt afgezet tegen de gemiddelde uitgifte van bedrijventerreinen in deafgelopen jaren in Uden, dan is er zeker sprake van ambitie. Gemiddeld heeft Udenin de periode 1992-2007 bijna 5 ha per jaar uitgegeven (zie onderstaande figuur). Inde laatste periode van economische laagconjunctuur (2001-2004) is er sprake ge-weest van een uitgifte lager dan 2 ha per jaar. In 2006 en 2007 kwam de uitgifte uitop respectievelijk 5,8 en 7,6 ha per jaar.

De vraag naar nieuw bedrijventerrein in Uden kan indicatief ook worden geïnter-preteerd vanuit bestaande aanvragen van bedrijven. De omvang van de reserverin-gen ligt op dit moment op circa 10 tot 15 ha. Sinds het landelijk economisch herstelin 2004 is er dus sprake van een licht positieve trendbreuk in Uden.

De aard van de bedrijven die zich in 2006 en 2007 in Uden gevestigd hebben, be-staat deels uit logistieke bedrijven (Chain Logistics) en deels uit technische bedrijven(Mander-Dortmans en Mertz-de Groot beide lastechniek, Kabe kabels, Biemans in-stallatie techniek, en Barli unit- en systeembouw).

Uitgiftepatroon bedrijventerreinen 1992 – 2007

Bron: gemeente Uden

Prognoses voor uitgifteOm een verwachting uit te kunnen spreken over de toekomstige behoefte wordteen aantal prognoses op rij gezet.

ProvincieDe toekomstige vraag naar bedrijventerrein in Uden komt ook in beeld in de provin-ciale ramingen en de doorvertaling daarvan naar regionaal en gemeentelijk niveau.In het zogenaamde ruimtebudget 2000-2020 wordt uitgegaan van een jaarlijkse

0

2

4

6

8

1 0

1 2

1 9 9 2 1 9 9 3 1 9 9 4 1 9 9 5 1 9 9 6 1 9 9 7 1 9 9 8 1 9 9 9 2 0 0 0 2 0 0 1 2 0 0 2 2 0 0 3 2 0 0 4 2 0 0 5 2 0 0 6 2 0 0 7

Hoofdstuk 212

vraag naar bedrijventerrein van 15 ha in de regio Uden-Veghel (UitwerkingsplanUden-Veghel, provincie Noord Brabant 2004).

Om deze uitkomsten door te vertalen naar het niveau van Uden moet dit aan dehand van een verdeelsleutel. De uitgifte ligt in Veghel gemiddeld zo’n twee keerhoger dan in Uden en ook de totale oppervlakte aan bedrijventerreinen is in Veghelaanzienlijk groter dan in Uden. Indien de uitgiftereeks zich voortzet, zal Veghel eengroter deel van de ruimtebehoefte claimen dan Uden. Grofweg kan gesteld wordendat de ruimtevraag zich voor Uden verdeelt in een 40-60 verhouding in het nadeelvan Uden. Dit zou neer komen op 6 ha per jaar.

ETIN-onderzoekVoorop gesteld moet worden dat een doorvertaling van de ruimtevraag tot eenlager dan provinciaal niveau, zoals hierboven gepresenteerd, methodisch discutabelis. In recent onderzoek is dit ook gedaan (ETIN, 2006). Hierbij is gebruik gemaakt vande Bedrijfslocatiemonitor (BLM) van het CPB in 4 economische groeiscenario’s: Regi-onal Communities, Strong Europe, Transatlantic Market, en Global Economy.

Het eerste scenario gaat uit van de minste economische groei, de laatste van dehoogste. In de behoefteraming van de provincie is nog gewerkt met oude groeisce-nario’s uit een voorgaande BLM-publicatie, die uitgingen van hogere economischegroei. Voor de stedelijke regio Uden-Veghel betekent dit in het geval van het‘Transatlantic Market’ scenario (een veel gehanteerd midden-scenario), op basis vande nieuwe CPB groeiscenario’s, een ruimtevraag van 52 ha in de periode 2006-2020.Ofwel, 4 ha per jaar. Op basis van het ‘Global Economy’ scenario gaat het om ruim 6ha per jaar.

Ruimtevraag in Stedelijke Regio Uden-Veghel in ha op basis van de BLM

Regional

Communities

Strong

Europe

Transatlantic

Market

Global

Economy

2006 – 2020 -27 15 52 85

Bron: ETIN, prognose bedrijventerreinen Noord-Brabant, 2006

Om deze uitkomsten door te vertalen naar het niveau van Uden hanteren we weerdezelfde verdeelsleutel als hiervoor (40-60). Uitgaande van een gematigd positieveeconomische groei (Transatlantic Market), wordt de ruimtevraag in de gemeenteUden geraamd op 21 ha tot 2020. Dit komt neer op een uitgifte van 1,5 ha per jaar.In het ‘Global Economie’ scenario ligt de uitgifte op 2,4 ha.

Ruimtevraag in gemeente Uden in ha op basis van de BLM

Regional

Communities

Strong

Europe

Transatlantic

Market

Global

Economy

2006 – 2020 -11 6 21 34

Bron: ETIN, prognose bedrijventerreinen Noord-Brabant 2006, bewerking BRO

Hoofdstuk 2 13

Brabantse Kamers van KoophandelDe gezamenlijke Kamers van Brabant hebben Stec groep BV een onderzoek latendoen naar de toekomstige groeiverwachting op de Brabantse bedrijventerreinen. Zijkomen kort samengevat tot de conclusie dat de bedrijventerreinen zeer belangrijkzijn voor de Brabantse economie. Dit belang is in Brabant groter dan in andere re-gio’s.

In het onderzoek wordt het advies geformuleerd om uit te gaan van het hoogsteBLM-scenario (Global Economie). Op basis van de sterke uitgangspositie van Brabant,de groei van de economie, de krappe bedrijventerreinmarkt in Brabant (er is nogvoor slechts 6 jaar ruimte beschikbaar) wordt voorgesteld om het Global Economiescenario met 20 tot 30% op te hogen. De uitgifte in Uden per jaar zou in dat gevaluitkomen op 3,2 ha in plaats van 2,4 ha.

Ruimtevraag in gemeente Uden in ha op basis van de analyse van de Brabantse Kamers

Global Economy Global Economy + 30%

2006 – 2020 34 43

Per jaar 2,4 3,2

ConclusieVerschillende benaderingen geven een zeer verschillend beeld. Van belang is datmet de verschillende modellen in het achterhoofd gekeken wordt naar de feitelijkeontwikkeling in Uden, gespiegeld aan een goede onderbouwing van de gesteldeambitie van de gemeente. Bovenal gaat het om de vraag of de segmentering van deterreinen juist is om te kunnen voldoen aan de dynamiek in de markt en of de pro-filering van de bedrijvigheid in Uden kan bijdragen aan een betere positionering enacquisitie. Daarnaast is het van belang dat de wijze waarop omgegaan wordt methet ruimtegebruik zorgvuldig is. Segmentering en zorgvuldig ruimtegebruik komenin de volgende paragrafen aan de orde.

2.4 Herkenbare segmentering van nieuwe terreinen

De situatie op de bestaande terreinenBij het segmenteren of profileren van nieuw bedrijventerrein is de diversiteit van hetUdense bedrijfsleven een belangrijk vertrekpunt. In de bijlage wordt hiervan eenbeschrijving gegeven en zijn ook kaarten opgenomen van de verschillende terreinendie de diversiteit nadrukkelijk onderstrepen. De groei van de Udense economie zalmet name vanuit het bestaande bedrijfsleven plaatsvinden, zoals dat in de afgelo-pen 10 jaar ook aan de orde is geweest. De diversiteit van het Udens bedrijfslevenweerspiegelt zich op de bestaande terreinen waardoor er geen sprake is van eenduidelijke segmentatie. Dit is grotendeels niet te voorkomen geweest wanneer mende diverse doelgroepen in ogenschouw neemt. Deze situatie is ook richtinggevendvoor het in de toekomst profiel geven aan de bestaande terreinen.

Hoofdstuk 214

Om segmentatie meer vorm te geven zijn er in Uden dus beperkte uitgangspunten.Die verschillen wel per te ontwikkelen locatie. In de onderstaande figuur zijn detoekomstige ontwikkellocaties in Uden weergegeven.

Hoogveld-Zuid en Uden-OostDe locatie Hoogveld-Zuid borduurt voort op bestaand bedrijventerrein, met in feitedezelfde locatiekwaliteiten als het bedrijventerrein Goorkens en Hoogveld. Belang-rijk daarin in eerste instantie is de ligging ‘op afstand’ van de nieuwe A50. Dezepositie verandert wel enigszins op het moment dat er een nieuwe oostelijke rond-weg wordt gerealiseerd (zie figuur). Het wordt hierdoor mogelijk om sneller vanuitde bedrijventerreinen de aansluitingen op de A50 te bereiken. Dit bereikbaarheids-aspect speelt natuurlijk ook voor Uden-Oost.

Voor bedrijven uit Uden, of kernen in de directe regio die hechten aan vestiging inUden, vormt Hoogveld-Zuid een aantrekkelijke uitbreidingslocatie. Een belangrijkekwaliteit is de schaal waarop ontwikkelingen mogelijk zijn. Daar waar bedrijven inkernen binnen de regio niet grootschalig kunnen doorgroeien kan dat in Uden wel.Dit geeft mogelijkheden voor ruimte-extensieve bedrijven. Daarnaast zijn er kansenvoor milieuhinderlijke bedrijven omdat de afstand tot woningbouw groot is.

Mogelijke nieuwe rondweg

Goorkens

Volkel

Loopkant-Liessent

Vluchtoord

Hoogveld -ZuidLosplaatsUden-Zuid

Uden-Noord

Uden-Oost

Hoogveld

Hoofdstuk 2 15

Voor Hoogveld-Zuid en Uden-Oost is er met de realisatie van de nieuwe A50 nog ietstoegevoegd aan de locatiekwaliteit. Dit kan worden toegelicht aan de hand van devolgende figuur, waarin de ligging van Uden in regionaal verband is geïllustreerd.Een belangrijke constatering is dat Uden in trek is bij bedrijven met een meer dangemiddelde logistieke activiteit. Dit komt omdat men vanuit locaties als Hoogvelden Goorkens een zeer interessante doorvoerfunctie heeft. De nieuwe A50 brengt deregio Eindhoven en verder zuidelijk in beter bereik, alsook de bereikbaarheid vanregio’s ten noorden van Uden. De nieuwe A59 maakt het mogelijk om relatief snelrichting Den Bosch en van daaruit naar het midden van het land te vervoeren.

Belangrijker nog is de bereikbaarheid van de A73 en A77. Via de N264 zijn deze be-langrijke doorvoerroutes naar het Duitse achterland zeer goed te bereiken. Daarmeekomt ook direct een concurrentievoordeel ten opzichte van Veghel in beeld, waardeze interregionale bereikbaarheid minder is.

Tot slot is aanbod in de regio van invloed op de mogelijkheden voor segmentering.Zowel in Oss als in Veghel is ruimte beschikbaar voor grootschalige gemengde ont-wikkelingen. In beide gevallen is er sprake van bedrijventerrein dat nadrukkelijklangs snelwegen is gelegen, met als groot voordeel de mogelijkheid om goed be-reikbare zichtlocaties te ontwikkelen. Dit ontbreekt in Uden. Het aantrekken vanspecifieke doelgroepen in Uden op basis van duidelijk herkenbare vestigingsvoor-delen wordt vanuit dit perspectief alleen maar moeilijker.

Hoofdstuk 216

Uden-Noord en Uden-Zuid2

De ontwikkeling van het nieuwe ziekenhuis krijgt gestalte in de omgeving van deafslag van de A50 bij Uden-Noord. Het ontwikkelen van een concept dat hierop aan-sluit, kan zorgen voor een nieuwe impuls voor de gemeente. De keuze voor eenMedTech-concept dient echter verder uitgewerkt te worden gezien ontwikkelingenin concurrerende steden in de omgeving van Uden. Zo worden in Eindhoven, Hel-mond en Nijmegen soortgelijke grootschaligere plannen ontwikkeld. Een kleinscha-lige niche-invulling zou dan tot de kansen kunnen behoren.

Aan de zuidelijke afslag van de A50 ligt een ontwikkellocatie met grote potentie.Op dit moment is er een autosloperij gevestigd op de kavel, maar gezien de ligginglangs de A50 en de omvang van de kavel zijn kwalitatief hoogwaardigere ontwikke-lingen mogelijk. Door diverse marktpartijen wordt aangegeven dat er vraag is naarkantorenlocaties in Uden. Dit betreffen voornamelijk bedrijven uit omliggende dor-pen als Boekel, Volkel en Erp die doorgroeien en zich willen vestigen in een zelf-standig kantoor in Uden.

Een mogelijk effect van het ontwikkelen van Uden-Zuid als kantorenlocatie is deverplaatsing van kantorengebruikers vanuit andere locaties in Uden naar dezenieuwe ontwikkeling. Deze ontwikkeling is tegen te gaan door een voor de ge-meente Uden vernieuwend concept te ontwikkelen. Zo kan er worden afgewekenten aanzien van metrages. Het ontwikkelen van kleinschalige en flexibele kantoren-units zal grotere kantorengebruikers niet doen wegtrekken uit het centrum van degemeente. Dit risico is wel aanwezig wanneer grootschaligere locaties worden ont-wikkeld.

ConclusieSegmentering is niet de belangrijkste opgave voor Uden. De diversiteit van de huidi-ge terreinen is een kwaliteit. Het kunnen blijven aanbieden van kavels voor ver-schillende typen bedrijven en van verschillende omvang beantwoordt het best aande vraag die voortkomt uit de reeds in Uden gevestigde bedrijven. Daarnaast is hetkunnen opvangen van bedrijven uit de regio, die door schaalvergroting genood-zaakt zijn te verhuizen, van belang. Welke bedrijven dat zijn en waar die heen wil-len is op dit moment niet te bepalen, daarvoor is een nader analyse noodzakelijk.

Dat wil niet zeggen dat er op de nog te ontwikkelen terreinen zelf verschillendedeelgebieden onderscheiden kunnen worden en dat er op de bestaande terreinenniet voor een accentuering gekozen kan worden. Het zal dan echter wel zo moetenzijn dat de gewenste accentuering of deelgebiedprofilering aansluit bij de vraag.Het is dus niet een kwestie van aanwijzen. Er zullen voor bedrijven duidelijke voor-delen zichtbaar moeten zijn als men kiest voor een bepaalde plek. Sturen in segmen-

2 Beide locaties worden genoemd om de ontwikkeling en diversificatie van de economische structuur

van Uden te duiden, het gaat hier niet om bedrijventerreinen.

Hoofdstuk 2 17

tering betekent dus faciliteren. Activiteiten waarvoor op bepaalde locaties facilitei-ten geboden kunnen worden en waarmee dan ook sturing wordt gegeven zijn:• geclusterde kleinschalige bedrijven en bedrijfsverzamelactiviteiten;• de automobielbranche, zowel voor de merkdealers als de occasiondealers;• de grootschalige detailhandel;• bedrijven in de zware milieucategorieën;• bedrijven met een relatief extensief ruimtegebruik.

Voor de profilering van de relatief kleine locaties Uden-Noord en Uden-Zuid bestaangoede mogelijkheden. In Noord met een invulling die aansluit bij de ziekenhuisfunc-tie en in Zuid meer gericht op kantoorgebruik. Voor beide locaties dient dit wel na-der onderbouwd te worden met een meer uitgewerkte marktverkenning naar dekantorensector en de dienstverlening dan dat nu mogelijk is in het kader van dezestrategienota.

In hoofdstuk 3 wordt de segmentering verder vertaald naar strategische keuzen.Zowel op hoofdlijnen als ook gericht op de verschillende bedrijventerreinen.

2.5 Zorgvuldig ruimtegebruik

Het zorgvuldig omgaan met ruimte in relatie tot de ontwikkeling van bedrijventer-reinen staat hoog op de politieke agenda. Ook voor Uden is het belangrijk dat ereen goede afweging wordt gemaakt tussen de ontwikkeling van nieuw terrein ende kansen en mogelijkheden om bestaand terrein te intensiveren. Ambities voorzorgvuldig ruimtegebruik worden nadrukkelijk ook uitgesproken door de provincie.

In het Streekplan wordt gestuurd op het realiseren van een gemiddelde ruimtewinstvan 30% door het intensiever benutten van nieuwe terreinen, bestaande terreinente herstructureren en bestaand stedelijk gebied in te breiden. Deze beleidslijn gaater dus ook vanuit dat van de planningsopgave van Uden er maar 70% wordt gereali-seerd door het uitgeven van nieuw bedrijventerrein.

De helft van die 30% moet gerealiseerd worden door intensiever benutten vannieuw uit te geven terrein. Dat kan door hogere bebouwingspercentages, onder-gronds of gestapeld parkeren en hoger te bouwen.

Ruimtewinst door bestaande terreinen te herstructureren of inbreiding te realiserenin bestaand stedelijk gebied zijn in Uden lastiger te realiseren. De inzet zou moetenzijn om bij verplaatsingen over te gaan tot een meer intensieve benutting van deplak. Vanuit de grond- en vastgoedwaarde is dit ook een voor de handliggendeontwikkeling.

Hoofdstuk 218

ConclusieZorgvuldig ruimtegebruik dient als gemeentelijke doelstelling op basis van de pro-vinciale kaders doorgevoerd te worden in het ruimtelijk-economisch handelen vande gemeente. Beleidsmatig kan dat door in de bestemmingsplannen voor de nieuweterreinen criteria op te nemen. Bij de projectgerichte begeleiding van nieuwvestigersen verplaatsingen kan dat door inpassing en herinvulling in onderling overleg teoptimaliseren. Dit is geen eenvoudige opgave waarvoor ook geen standaardaanpakgeschetst kan worden, aangezien elk type bedrijf de ruimte op een andere maniergebruikt. Daarnaast is het ruim opzetten van een bedrijventerrein ten aanzien vanveiligheid door bijvoorbeeld het scheiden van verkeersstromen eveneens een aan-dachtspunt.

2.6 Planningsbehoefte bedrijventerreinen

PlanningsopgaveOp basis van het uitgiftepatroon van de gemeente Uden en de prognoses vanuitverschillende benaderingen komt een gemiddelde van circa 4 ha per jaar naar voren.

Planningsopgave in hectares

Benadering uitgifte

Minimum Gemiddeld Maximum

Uitgifte analyse 5

Streekplan 6

ETIN-onderzoek 1,5 2 2,4

KvK 2,4 2,8 3,2

Gemiddeld 4

Deze kwantitatieve benadering is echter niet het enige waar de planningsbehoefteop gebaseerd dient te zijn. Kwaliteitsdoelen moeten het accent zetten. In het recen-te verleden is de uitgifte van bedrijventerrein in Uden weer toegenomen. Als geke-ken wordt naar de aard van de bedrijven dan gaat het hoofdzakelijk om technischebedrijven. Nog niet de hoogwaardige technologische bedrijven, maar wel bedrijvenmet een specialistische kennis.

Op basis van de uitgifte-analyse en de trendbreuk sinds de afgelopen 2 jaar wordtuitgegaan van een terreinbehoefte van gemiddeld 6 ha per jaar tot 2020. Dat is ietslager dan de huidige ambitie van de gemeente die op 7 ha is gesteld.

Indien de ruimtebehoefte per jaar als maatstaf genomen wordt voor de omvang vandirect uitgeefbaar terrein en de doorkijk naar het uitgiftegereed maken van te ont-wikkelen gebieden dan komen we tot het volgende overzicht.

Hoofdstuk 2 19

2008 Plancapaciteit bedrijventerreinen

Bedrijventerrein Oppervlakte Waarvan: direct

uitgeefbaar

Waarvan: harde

plannen

Waarvan: zachte

plannen

Goorkens 29 12

Vluchtoord 22 0,3

Loopkant-Liessent 130 5

Volkel 6

Hoogveld 33 19

Hoogveld -Zuid 25 25

Uden-Oost 40-100 40-100

Totaal 285-345 36,3 25 40-100

Bron: gemeente Uden

Direct uitgeefbaar is ruim 36 ha. Daarmee kan naar verwachting de behoefte voorde komende 6 jaar ingevuld worden. Om nieuw terrein te ontwikkelen is een plan-traject nodig van 5 tot 7 jaar. Van de direct uitgeefbare omvang van 36 ha, is 10 tot15 ha reeds gereserveerd. Dit wil niet zeggen dat de volledige reservering ook zalworden uitgegeven, maar wel dat de precieze direct uitgeefbare voorraad op kortetermijn zal afnemen.

ConclusieIn de bepaling van de toekomstige behoefte wordt uitgegaan van gemiddeld 6 haper jaar. Dat betekent dat er nog voor een periode van 6 jaar direct uitgeefbaarterrein beschikbaar is. In 2014 zou alle beschikbare grond zijn uitgegeven en in the-orie nieuw uitgeefbaar terrein op Hoogveld-Zuid aangeboden moeten worden. Ge-zien de ambitie om waar mogelijk te segmenteren en tevens in te zetten op kwali-teit is het nodig om ook verschillende locatiekwaliteiten gelijktijdig in de markt aante kunnen bieden. Dit zet extra druk op de tijdige beschikbaarheid van Hoogveld-Zuid. Op Hoogveld-Zuid zijn twee strips met duidelijke zichtlocaties aanwezig, langsde Rondweg Volkel en de toekomstige Randweg Oost. Hier dient te worden ingezetop specifieke ruimtevragers van hoogwaardige kwaliteit. Om dit soort type locatiesvoorhanden te hebben, dient gestreefd te worden rond 2010 de locatie beschikbaarte hebben. Op deze wijze is de gemeente in staat te sturen op segmentering.

Ook het aanhouden van een ijzeren voorraad aan direct uitgeefbare grond is essen-tieel voor een gemeente die wil groeien. Onverwachtse uitgiftes kunnen hiermeealtijd geaccommodeerd worden. Een ijzeren voorraad van minimaal twee maal dejaarlijkse uitgifte is over het algemeen richtinggevend. Het streven van de gemeenteUden naar verschillende typen gedifferentieerde terreinen en sturing op selectiviteitrechtvaardigen een ijzeren voorraad van 4 jaar. Bijkomend effect van een ruimereijzeren voorraad is dat investeringen voor het bouwrijp maken van locaties en bij-komende rentelasten langer op de begroting drukken.

Hoofdstuk 220

Op het moment dat Hoogveld-Zuid uitgiftegereed is, zal gestart moeten wordenmet de voorbereiding van Uden-Oost. Voor dit gebied zijn naast reguliere bedrijvig-heid ook andere functies inpasbaar. Wanneer een constante ijzeren voorraad van 4maal de jaarlijkse uitgifte wordt aangehouden, dienen de eerste kavels voor Uden-Oost in 2014 beschikbaar te zijn.

De daadwerkelijke uitgifte zal minimaal iedere 3 jaar geëvalueerd moeten worden.Niet alleen in kwantiteit, maar ook in kwaliteit. De vraag die telkens gesteld moetenworden is of de uitgifte van nieuw, maar ook de herinvulling van vrijkomende kavelsconform de kwaliteitsdoelstellingen (passend binnen de gewenste profilering, seg-mentering en clustering, intensivering ruimtegebruik) plaats vindt.

Hoofdstuk 3 21

3. STRATEGIE

3.1 Vooraf

In dit slothoofdstuk wordt de strategie verwoord die de gemeente Uden zou moe-ten volgen in het kader van het bedrijventerreinenbeleid.

Het bedrijventerreinenbeleid staat vanzelfsprekend niet op zichzelf, maar heeft na-drukkelijk relatie met het gemeentelijk economische- en werkgelegenheidsbeleid.Daarnaast zijn allerlei voorzieningen op gemeentelijk niveau ook van invloed op deaantrekkingskracht op bedrijven (om ze vast te houden en om nieuwe bedrijven aante trekken). Het gaat daarbij om het leefklimaat in Uden, zoals de beschikbaarheidvan woningen, de aanwezigheid van winkel-, uitgaans- en recreatievoorzieningen,maar ook mogelijkheden voor scholing en opleiding. In de eerstvolgende paragraafwordt op deze randvoorwaarden ingegaan.

De kern van dit hoofdstuk wordt gevormd door de beschrijving van de pijlers van debedrijventerreinenstrategie. In de vorige hoofdstukken zijn daarvoor de ingrediën-ten aangedragen. Hier wordt daarop de koers uitgezet. De geformuleerde strategi-sche pijlers worden op hoofdlijnen vertaald naar de afzonderlijke bedrijventerrei-nen.

Tot slot wordt een uitvoeringsagenda gepresenteerd waarmee de gemeente Udende strategie tot uitvoering kan brengen.

3.2 Economische ontwikkeling en randvoorwaarden

Uitgangsituatie bedrijventerreinenNiet alleen is er sprake van voldoende werkgelegenheid binnen de eigen gemeente-grenzen, er is ook een grote mate van diversiteit aan banen. Dit maakt Uden in rela-tie tot andere steden van vergelijkbare omvang minder kwetsbaar voor economischeconjunctuur en een aantrekkelijke werkgever voor gevarieerd opgeleid personeel.Handel, industrie en zakelijke dienstverlening zijn in evenwicht in Uden. Dat is eenbelangrijk gegeven, aangezien dit een sterke synergie geeft. Aan de basis ligt eeninnovatieve ‘maakindustrie’, die voor handel en vervoer gebruik kan maken vanlokale partijen. Zakelijke en financiële diensten zijn ook in belangrijke mate onder-steunend aan deze industrie.

De bestaande bedrijventerreinen verkeren zeker na de recent afgeronde revitalise-ring in een goede staat wanneer deze worden afgezet tegen de eisen die

Hoofdstuk 322

doelgroepen in Uden aan hun bedrijfsomgeving stellen. Met name voor de openba-re ruimte geldt dat regulier onderhoud volstaat. Op het bedrijventerrein Loopkant-Liessent verdienen de Industrielaan, de Nijverheidsstraat e.o. en enkele kleine plek-ken zoals de Loopkantstraat-Noord wel op korte termijn aandacht. Voor het overigebedrijventerreinenareaal geldt dat revitalisering of herstructurering op korte enmiddellange termijn (5-10 jaar) niet aan de orde is.

Vanuit deze positieve bevindingen is de opgave minimaal het behouden van desterke positie. Vanuit een achterstandssituatie is het vaak eenvoudig grote stappente zetten. In Uden gaat het daarentegen veel meer om maatwerk en bovenal omeen proactieve opstelling om snel in te kunnen spelen op trends en ontwikkelingenaan de vraag- en aanbodzijde. Monitoring en directe contacten met het gevestigdebedrijfsleven zijn voorwaarden om die rol in te kunnen vullen. Daarbij gaat hetvooral om het in de gaten houden van de zwakkere plekken en inzicht verwerven inde potentiële uitbreidings- en verplaatsingsbehoefte.

RandvoorwaardenDe economische positie van Uden staat in positieve zin onder invloed van regionaleontwikkelingen. De Stedelijke Regio Uden-Veghel profileert zich steeds nadrukkelij-ker als economisch groeigebied. De regio scoort op economische groei-indicatorenboven landelijke gemiddelden en de uitgifte van bedrijventerreinen zit in de lift. Deregionale groei is echter niet evenredig. Op dit moment profiteert Veghel in groteremate van de verbeterde positie. Dit is zichtbaar door de grotere werkgelegenheids-groei die Veghel doormaakt. De gunstige ligging aan de A50 en de daarmee samen-hangende bereikbaarheid, uitstraling en representativiteit zijn concurrentievoorde-len voor Veghel. Regionale profilering is van groot belang omdat bedrijven de regiosteeds meer als een vestigingsplaats zullen beschouwen.

Aangezien de bedrijventerreinen zich in Uden concentreren aan de oostzijde is eengoede ontsluiting en aanhaking op de A50 een belangrijke vestigingsvoorwaarde.Het realiseren van de oostelijke rondweg verbetert de situatie aanzienlijk. De ge-meente is nadrukkelijk overtuigd van de noodzaak tot aanleg en streeft ernaar derondweg in 2012 gerealiseerd te hebben. Bestuurlijke besluitvorming moet nog welvolgen.

Kiezen voor groei van bedrijventerreinen in Uden betekent aandacht voor het ar-beidspotentieel, om de gemeente ook in de toekomst interessant te houden als ves-tigingslocatie voor bedrijven. De ambitie van Uden om met 1.000 arbeidsplaatsen tegroeien in 4 jaar moet worden beschouwd tegen de achtergrond van de werkgele-genheidsfunctie. Zo hebben bedrijven in toenemende mate moeite om voldoendeen geschikt personeel te vinden. Kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit. De diversi-teit en hoogwaardigheid van het bedrijvenaanbod stellen ook eisen aan het

Hoofdstuk 3 23

onderwijs- en arbeidsmarktbeleid. Dit vraagt om nadere uitwerking in deze beleids-sectoren.

Een andere belangrijke voorwaarde is een prettig woon- en leefklimaat. De vesti-gingsplaatskeuze van bedrijven wordt mede bepaald door de faciliteiten die de stadbiedt. Het woonbeleid van Uden is gericht op de bouw van 1.500 woningen in diver-se segmenten met aandacht voor kwaliteit en doorstroming.

3.3 Pijlers van de bedrijventerreinenstrategie

Beschikbaarheid terreinenDe direct uitgeefbare terreinen bieden voldoende ruimte voor de komende 6 jaar.De verscheidenheid in het aanbod is op korte termijn met Loopkant-Liessent, Goor-kens en Hoogveld voldoende gewaarborgd. Daarnaast zal er in de komende jarenruimte ontstaan door verplaatsers/groeiers. Hoogveld-Zuid moet wel in 2010 be-schikbaar komen voor uitgifte. Voor Uden-Oost dienen de voorbereidingen getrof-fen te worden gericht op het beschikbaar hebben van de eerste uitgiftemogelijkhe-den rond 2014. Als Uden nadrukkelijker inzet op kwaliteit en segmentering danwordt verscheidenheid in aanbod een belangrijker aspect en legt dit druk op debeschikbaarheid van nieuwe terreinen.

Kwaliteit bedrijvenHet profiel van de gevestigde bedrijven en het arbeidsmarktpotentieel bieden primaaanknopingspunten om ook voor de verdere ontwikkeling in te zetten op hoog-waardigheid. Groei is voor Uden geen doel op zich. Men kan zich selectiviteit ver-oorloven. Voor sommige bedrijven zal Oss of Veghel, gezien de ligging van dezeplaatsen, de voorkeur hebben. Uden zal ervoor moeten waken om niet de ‘op-vanglocatie’ te worden voor bedrijven die in deze andere plaatsen niet terecht kun-nen. Het neerzetten van een eigen bedrijvenprofiel gericht op de hoogwaardigere‘maakindustrie’ (elektrotechnisch, productiemiddelen, ijzerwaren, hoogwaardigegrondstoffen, food) vanuit een technisch complex proces is daarvoor van belang.Overigens betekent het kiezen voor een profiel dat naar buiten toe uitgedragenwordt niet dat er voor andere bedrijven geen mogelijkheden zouden zijn in Uden.

SegmenteringHet Udense bedrijfsleven is te divers om vanuit een specifiek doelgroepprofiel ter-rein te ontwikkelen. Dat is ook niet nodig, diversiteit is een kwaliteit. Bij ontwikke-ling van nieuw terrein staat ‘gemengdheid’ dan ook centraal. Dat neemt niet wegdat er op het niveau van deelgebieden van terreinen of specifieke sectoren of activi-teiten wel ingezet kan worden op segmentering. In de volgende paragraaf wordtingegaan op de consequenties voor de verschillende terreinen.

Hoofdstuk 324

Geclusterde kleinschalige bedrijfsruimte en bedrijfsverzamelgebouwenKleinschalige bedrijfsruimte voor starters en doorstarters (bijvoorbeeld verplaatsersuit de directe regio) is een voorziening die op geconcentreerde plekken gefaciliteerdkan worden. Daarbinnen zijn twee groepen te onderscheiden. Bedrijven die dooraard en omvang van de activiteiten gericht zijn op bestaand vastgoed met een lagehuur- of koopprijs. En bedrijven die in nieuwe of vernieuwde bedrijfsverzamelge-bouwen een plek zoeken. De gemeente Uden denkt na over de ontwikkeling vaneen Startersmarktplaats, waarin het samen met onderwijsinstellingen wil participe-ren. Dit concept dient meegenomen en afgestemd te worden op ontwikkelingenvan bedrijfsverzamelgebouwen.

AutomobielbrancheEen andere groep zijn ondernemers uit de autobranche. Ook hier onderscheiden wetwee deelgroepen: merkdealers en occasionbedrijven. Deze groepen, deels ook uitde regio, genereert in toenemende mate een vraag naar ruimte in Uden. In de regelstellen deze bedrijven afwijkende eisen op het gebied van representativiteit van deomgeving en parkeerruimte op de kavel. Occasionbedrijven kiezen er vaak voor ombij elkaar te zitten op zichtbare goed bereikbare locaties. Tegelijkertijd maken zijvaak gebruik van bestaand vastgoed, in tegenstelling tot dealerbedrijven die nieuwvastgoed realiseren. Het creëren van ruimte voor deze bedrijven moet dan ook te-gen deze achtergrond worden beschouwd.

Grootschalige detailhandelDe grootschalige detailhandel is een duidelijk afgebakend segment dat vaak opbedrijventerreinen gevestigd is. Voor deze groep is een concentratiebeleid van grootbelang. Enerzijds is de druk op bereikbaarheid en parkeren zo specifiek dat een plekafzijdig van de reguliere bedrijvigheid van belang is, anderzijds is voor de attractivi-teit voor de consument clustering en aantrekkelijke ruimtelijke inpassing (openbareruimte en vastgoed) van belang.

Hogere milieucategorie en bedrijven met extensief ruimtegebruikVoor bedrijven in de hogere milieucategorie is concentratie wenselijk. Ook voorgevestigde bedrijven in deze categorie die te kennen geven uit te willen breiden ofte verplaatsen kan het aanbieden van een locatie in een concentratiegebied voor-delen bieden. Zo’n gebied kan eventueel gecombineerd worden met bedrijven meteen extensief ruimtegebruik.

Intensivering en duurzaamheidDe provinciale doelstelling om te komen tot een ruimtewinst van 30% kan doorver-taald worden naar de Udense situatie. Voor nieuw te ontwikkelen bedrijventerreinligt het voor de hand criteria op te nemen in het bestemmingsplan. Bij verplaatsin-gen zal gestuurd moeten worden op intensivering van het ruimtegebruik op de

Hoofdstuk 3 25

achter te laten locatie voor zover daar mogelijkheden voor zijn. Dit laatste is maat-werk, en zal per situatie beschreven en gemonitord moeten worden.

Gevestigde bedrijvenDe huidige diversiteit aan bedrijven in Uden is positief ten aanzien van de synergietussen bedrijven (B2B) en de werkgelegenheid. Het faciliteren van de gevestigdebedrijven moet een belangrijk speerpunt zijn en hoge prioriteit krijgen. Zo wordtvoorkomen dat bedrijven uit onvrede of gebrek aan tijdige uitbreidingsruimte degemeente verlaten. Er moet rekening gehouden worden met investeringsmomentenen er moet op tijd kennis genomen worden van wensen en eisen. Door vroegtijdigcontact tussen gemeente en bedrijfsleven kunnen de mogelijkheden van groei op deeigen kavel verkend worden, waardoor ook intensiveringsdoelstellingen gereali-seerd kunnen worden. Op het merendeel van de kavels op de verschillende terreinenis uitbreidingsruimte voorhanden. Indien verplaatsing noodzakelijk is kan ook daar-bij vroegtijdig naar het beste alternatief gekeken worden en kan de herinvullingmeegenomen worden in de afweging. Daarnaast is het belangrijk om die bedrijvendie ‘krap’ zitten nadrukkelijk in de gaten te houden en daarmee proactief vanuit degemeente de samenwerking op te zoeken.

Regionale opvangUden vervult samen met Veghel een functie voor het opvangen van bedrijven uit deregio die in de kernen niet meer uit de voeten kunnen. Ook hier is het van belangde behoeften vroegtijdig te onderkennen om vervolgens de bedrijven gericht tekunnen begeleiden naar de beste plek. Dat kan zijn op vrijkomende kavels op be-staande terreinen of op nieuwe terreinen. Dit is afhankelijk van de aard en omvangvan het betreffende bedrijf. Het kwaliteitsniveau is in deze groep divers. Hier zalechter de opvangverantwoordelijkheid genomen moeten worden.

NieuwvestigersVoor het aantrekken van nieuwe bedrijven van buiten de regio kunnen nadrukkelijkkwaliteitscriteria gesteld worden. Die mogen meer expliciet zijn dan de nu gehan-teerde toewijzingscriteria. Een vijftal criteria is daarbij relevant:• De bedrijven dienen te passen in de doelgroep waarmee Uden zich naar buiten

toe wil profileren. In de subparagraaf ‘kwaliteit bedrijven’, eerder in deze para-graaf is daar op ingegaan. Dit vraagt wellicht nog om een nadere uitwerking.

• Een ander criterium is de bijdrage die de bedrijven leveren aan de wisselwerkingmet de gevestigde bedrijven. Sluiten ze bijvoorbeeld aan in de toelevering ofjuist in gebruik van halffabrikaten of ondersteunen ze het gevestigde bedrijven-areaal in de dienstverlening of de logistiek?

• De bedrijven dienen een bijdrage te leveren aan intensivering van ruimtegebruiken duurzaamheid.

Hoofdstuk 326

• De bedrijven moeten ook op langere termijn een bijdrage leveren aan de werk-gelegenheidstructuur. Kwantitatief kan dat vertaald worden in het uitgangs-punten van 35 arbeidsplaatsen per ha.

• Een laatste criterium heeft betrekking op het regionaal niveau. Profilering vande regio Uden-Veghel als bedrijvenlocatie betekent ook het faciliteren van be-drijven die in dat regionale bedrijvenprofiel passen. Daarin is bijvoorbeeld defood- en feedsector van belang.

Grondprijs als sturingsinstrumentHet prijsbeleid kan ingezet worden als sturingsinstrument om een aantal van dehiervoor genoemde strategische doelen te realiseren. Een hoge prijs zal grootgrond-verbruikers weren en de focus meer richten op intensivering van ruimtegebruik.Door te differentiëren in prijs, gekoppeld aan faciliteiten die op bepaalde plekkengeboden worden, kan gestuurd worden in de richting van de gewenste ontwikke-ling. Vanzelfsprekend zullen daarvoor beleidskaders geformuleerd moeten wordenen zal er ook in relatie tot Veghel afstemming plaats moeten vinden.

Proactieve opstellingDe uitvoering van het geschetste bedrijventerreinenbeleid is maatwerk en vraagteen nauw contact met het bedrijfsleven. Zo heeft het faciliteren van de gevestigdebedrijven een hoge prioriteit. Van de kant van de gemeente zal geïnvesteerd moe-ten worden in de samenwerking met het bedrijfsleven. Daarnaast is een meer ge-richt marketingbeleid gewenst om het economische profiel van Uden uit te dragen.In paragraaf 3.5 wordt een uitvoeringsagenda gepresenteerd die hier onder andereuitwerking aan geeft.

3.4 Vertaling naar de terreinen

Loopkant-LiessentEen analyse van de bestaande terreinen wijst uit dat het ruimtegebruik op Loop-kant-Liessent veruit het meest intensief is. Ook is er op een aantal plekken sprakevan verouderd vastgoed. Bij aanhoudende groei van de economie kan hier als eersteeen ruimtevraag gaan ontstaan bij een aantal op dit terrein gevestigde bedrijven.Met name de op het zuidelijke deel van het terrein gevestigde bedrijven verdienenaandacht (zie onderstaande figuur).

Dit deel van het terrein kenmerkt zich door een smaller stratenprofiel dan op anderedelen van het terrein, aanwezigheid van een aanzienlijk aantal (bedrijfs)woningen,grote diversiteit in doelgroepen en een groeiende parkeerdruk. Tijdens de revitalise-ring zijn in het zuidwestelijke deel extra parkeerhavens aangelegd om deze druk opte vangen. De beeldkwaliteit op dit deel van het terrein is van een lager niveau danop de rest van Loopkant-Liessent.

Hoofdstuk 3 27

Op zichzelf is de situatie van dit deelgebied niet verontrustend. Iedere gemeenteheeft ook behoefte aan een zone waar ‘laagwaardige’ bedrijven zich kunnen huis-vesten. Dit neemt niet weg dat de situatie in dit gebied gemonitord dient te wor-den. Verdere functiemenging moet worden tegengegaan en bij vertrek van bedrij-ven en herontwikkelingsplannen dienen programmatische aspecten zoals parkeren,laden en lossen en de verkeersaantrekkende werking in de gaten gehouden te wor-den. Deze activiteiten moeten ook in de toekomst op eigen terrein plaats blijvenvinden en niet overlopen naar de openbare ruimte. Het deelgebied kan voor som-mige verplaatsers uit de regio een geschikte locatie zijn. Ook voor een bedrijfsver-zamelgebouw op een kavel die door een ander bedrijf wordt achtergelaten is diteen geschikte plek.

Op een aantal plaatsen is sprake van zeer dichtbebouwde kavels. Gerichte uitplaat-sing van bedrijven kan nieuwe groeiruimte bieden aan bedrijven die in de huidigesituatie fysiek niet verder kunnen groeien. Een voorbeeld hiervan is het terrein vanRijkswaterstaat aan de Zadelmakerstraat. Door dit bedrijf te verplaatsen naar éénvan de nieuwe terreinen, kunnen omliggende bedrijven nog jarenlang verder groei-en.

Hoofdstuk 328

Voor de automobielbranche is het zuidelijk deel en dan met name langs de Indu-strielaan een interessante vestigingsplaats. Bereikbaarheid en zichtbaarheid is hiergegarandeerd en er is al sprake van een aanzet tot clustering.

De vestiging van detailhandel op Loopkant–Liessent heeft zich geconcentreerd inhet noordelijke deel van het terrein langs de Industrielaan. In de toekomst moetvoorkomen worden dat detailhandel zich verder verspreidt over het terrein. Datvraagt om een zorgvuldige ruimtelijke afbakening van het deelgebeid en het voor-komen van functiemening. De locatie vraagt om een afzonderlijke profilering inuitstraling van panden en openbare ruimte, bereikbaarheid en parkeren.

De Industrielaan kan zich met de automobielbranche en de grootschalige detailhan-del ontwikkelen tot een as van publieksgerichte bedrijvigheid.

In relatie tot de ontwikkelingen van andere terreinen is een andere optie denkbaar.Deze optie bestaat uit twee gekoppelde ontwikkelingen:• Om de Industrielaan door te ontwikkelen tot een attractieve cluster voor groot-

schalige detailhandel zal geïnvesteerd moeten worden in de ruimtelijk-functionele samenhang binnen een nader af te bakenen deelgebied van de In-dustrielaan. De doorsnijding door de Industrielaan zal echter altijd een barrièrevormen. Een rigoureuze maar zeker te overwegen optie is een volledige ver-plaatsing van de grootschalige detailhandelsactiviteiten naar bijvoorbeeld de lo-catie Uden-Noord in het gebied tussen de A50 en het toekomstige ziekenhuis.Hier kan optimaal ingespeeld worden op de wensen van de moderne consu-ment. Er kan een overzichtelijke herkenbare en goed bereikbare locatie gereali-seerd worden.

• Het vastgoed dat achter blijft aan de Industrielaan zal niet eenvoudig heringe-vuld kunnen worden met industriële activiteiten. Dit deel van de Industrielaanzou zich echter wel kunnen ontwikkelen tot een concentratie van automobiel-bedrijven. Voor dergelijke bedrijven zijn herkenbaarheid en presentatiemoge-lijkheden van belang. De Industrielaan voldoet hieraan. Voor automobielbedrij-ven is de interactie tussen de beide zijden van de laan minder van belang dan bijeen invulling met grootschalige detailhandel. Als er voor gekozen wordt om opdeze ontwikkeling in te zetten zal dit voor bijvoorbeeld Hoogveld-Zuid beteke-nen dat daar niet op de ontwikkeling van een autoboulevard ingezet dient teworden.

De haalbaarheid van deze optie zal nader onderzocht moeten worden. In dit kaderis de gemeente Uden bezig met het opstellen van een detailhandelsnotitie. Een visieop de Industrielaan is binnen dat traject ook onderwerp van discussie. Het oordeelover de locatie wordt in de detailhandelsnotitie geveld.

Hoofdstuk 3 29

VluchtoordHet bedrijventerrein Vluchtoord is voor bedrijven een aantrekkelijke vestigingsloca-tie. De ligging en bereikbaarheid zijn goed en ook de beeldkwaliteit is van een goedniveau. De aanwezigheid van de woonfunctie op het bedrijventerrein zorgt nietvoor beperkingen in de bedrijfsvoering, aangezien maximaal milieucategorie 3 istoegestaan. Indien het onderhouds- en beheerniveau op terrein op peil wordt ge-houden, heeft het terrein voldoende toekomstwaarde.

Bedrijfsverzamelgebouwen voor starters is op het terrein aanwezig. Deze functiezou hier geïntensiveerd kunnen worden, een uitwerkingsplan voor betere benuttingis beschikbaar.

GoorkensOp de uitbreidingslocatie Goorkens zijn ontwikkelingen in volle gang. In het noor-delijke deel zijn meer grootschalige kavels gelegen en ook nog uitgeefbaar. In hetzuidelijke deel van het terrein worden vooral kavels met een omvang van circa 2.500m² uitgegeven. Dit biedt de mogelijkheid om voor Goorkens in te zetten op bedrij-ven met een hoger kwaliteitsprofiel en waarbij ook intensivering van ruimte gebruikvan belang is. Het zuidelijke deel van het terrein grenst aan de ontsluitingsweg Erf-straat/Kromstraat en leent zich voor een clustering van kleinschalige bedrijven in eenverzamelgebouw. Gezien de locatie dienen nadrukkelijke eisen gesteld te wordenaan de beeldkwaliteit en uitstraling van de locatie. De mogelijkheid om (in combina-tie met verzamelgebouwen) een Startersmarktplaats op deze plek te ontwikkelenverdient nader onderzoek. De oostzijde van het terrein grenst aan Hoogveld. Hierzal meer ingezet moeten worden op een overgang naar de meer grootschalige enextensieve bedrijven die op Hoogveld een plek kunnen vinden en deels ook al ge-vonden hebben (transport en logistiek).

VolkelDe functies wonen en werken zijn nadrukkelijk vervlochten op het terrein. In dehuidige situatie levert dit niet of nauwelijks problemen op en is er een goed functi-onerend woon-werk klimaat. Wanneer de gevestigde bedrijven sterk uitbreiden, zaldit klimaat onder druk komen te staan en zullen de kavels uitgeput raken. Proble-men met parkeren, laden en lossen en opslag dreigen dan over te slaan naar deopenbare ruimte. Sterke uitbreiding op het terrein moet daarom niet gefaciliteerdworden, maar worden opgevangen op andere terreinen waar deze uitbreidingsmo-gelijkheden wel aanwezig zijn. Het terrein in Volkel is kleinschalig en kent een ta-melijk eenduidig profiel met autobedrijven.

HoogveldVoor Hoogveld is het wenselijk om in te zetten op duurzame ruimtelijke uitgangs-punten. Het stellen van eisen aan beeldkwaliteit en ruimtegebruik zijn belangrijke

Hoofdstuk 330

vertrekpunten. Dit betekent dat er aandacht moet zijn voor de volgende uitgangs-punten:• positionering van vastgoed, opslagruimte zoveel mogelijk uit het zicht;• uniforme beeldkwaliteit van de openbare ruimte, met een nadruk op functiona-

liteit.

In termen van ruimtegebruik wordt het niet toegestaan bedrijfswoningen op dekavel te realiseren. Ofschoon dat op de bestaande terreinen nu nog niet tot proble-men heeft geleid, mag verwacht worden dat uitbreidingsmogelijkheden voor indivi-duele bedrijven in het geding kunnen komen. Daarmee ontstaat op de lange termijnextra behoefte aan nieuw terrein. Op dit moment zijn er op de verschillende terrei-nen in Uden voldoende mogelijkheden aanwezig voor ondernemers die bij hun be-drijf willen wonen.

Het aan Goorkens grenzende gedeelte van het terrein zou geprofileerd kunnenworden als vestigingsplek voor bedrijven met een extensief ruimtegebruik en bedrij-ven in de hogere milieucategorie. Een tweetal transportbedrijven zijn hier al geves-tigd. Voor Hoogveld wordt reeds ingezet op een kavelgrootte van 3.000 m² of meer.Aan de oostzijde grenst Hoogveld aan de toekomstige rondweg (streefdatum reali-satie 2012). Hier zal nadrukkelijk gestuurd moeten worden op de presentatiekwali-teit van de bebouwing.

Hoogveld-ZuidHet toekomstige te ontwikkelen Hoogveld-Zuid kan in algemene zin een belangrijkebijdrage leveren in de te verwachten vraag vanuit bedrijven die op Loopkant-Liessent zijn gevestigd, en dan in het bijzonder vanuit het zuidelijk deel waar kwali-teit van vastgoed en ruimte op de kavel beperkt zijn. Daarnaast zal het terrein ookde plek zijn waar nieuwvestigers terecht komen. Voor deze groep kan de vraag naargrotere kavels aan de orde zijn. Het noordelijk deel van Hoogveld-Zuid grenst aanzowel Goorkens als Hoogveld. In de invulling hier zal aansluiting gezocht moetenworden bij het profiel van de het zuidelijk deel van de aangrenzende terreinen. Deranden naar de oostelijke rondweg en de Rondweg Volkel vragen om een meer re-presentatieve invulling. Een clustering van automobielbedrijven is een optie vooreen deel van de rand. De vraag is of de automobielbedrijven kunnen wachten totdat terrein beschikbaar komt of dat de Industrielaan, die eerder als alternatief isgenoemd, dan niet een aantrekkelijkere ontwikkeling is.

Uden-OostUden-Oost is een voor de hand liggende locatie voor de doorontwikkeling van be-drijventerreinen in Uden. Er zal dan wel duidelijkheid moeten bestaan over de reali-satie van de Rondweg Oost. De voorbereiding voor de ontwikkeling van Uden-Oostzal op basis van de huidige inzichten ten aanzien van de terreinuitgifte uiterlijk in2009 ter hand genomen moeten worden. Op dit moment kan Uden nog 6 jaar

Hoofdstuk 3 31

vooruit bij een gemiddelde uitgifte van 6 ha per jaar (Loopkant-Liessent, Goorkens,Hoogveld en Hoogveld-Zuid gezamenlijk ruim 36 ha). Om over een constante ijzerenvoorraad van 4 maal de jaarlijkse terreinuitgifte te kunnen blijven beschikken zullenin 2014 de eerste kavels in Uden-Oost beschikbaar moeten komen.

3.5 Uitvoeringsagenda

Economische beleidskaders en uitvoeringscapaciteitOp basis van voorgaande strategische keuzes en aanbevelingen wordt in deze laats-te paragraaf een uitvoeringsagenda opgesteld.

Om op het niveau van bedrijventerreinen en bedrijfskavels beleid en uitvoeringvorm te geven zijn richtinggevende kaders noodzakelijk. De gewenste ontwikkelingvan de lokale (en regionale) economie is daarbij het belangrijkste vertrekpunt, veelalvastgelegd in economische beleidsnota’s. Uiteraard moet daarbij realisme de boven-toon voeren, aangezien gemeentelijk economisch beleid een bepaalde reikwijdteheeft in het sturen van economische dynamiek.

Ambities ten aanzien van economische ontwikkeling geven richting aan de matewaarin en de wijze waarop nieuw bedrijventerrein ontwikkeld wordt. Ook voor de‘koers’ van bestaand terrein is het wenselijk in beeld te hebben welke bedrijfssecto-ren passen bij gemeentelijke ambities op economisch vlak. Het bewust, of bewustniet, faciliteren van zittende bedrijven kan een uitwerking zijn van richtinggevendbeleid.

Het vormgeven van economisch beleid en het toepassen daarvan op bestaande ennieuwe bedrijventerreinen vraagt structurele inzet van de gemeentelijke organisa-tie. Van belang daarbij is een goede samenwerking tussen beleidsafdelingen en hetcontact in het veld. Capaciteit is een voorwaarde om de uitvoeringsagenda ter handte kunnen nemen.

AgendapuntenHet kunnen beschikken over informatie en kennis van de lokale economie en hetplaatselijke bedrijfsleven is een voorwaarde om beleid te ontwikkelen en dat ookefficiënt en effectief tot uitvoering te brengen. In de onderstaande agenda wordtnaast enkele concrete projecten eerst aandacht besteed aan informatie en kennis.Agendapunten voor de komende periode zijn:

Hoofdstuk 332

Informatievoorzieningen en monitoring• Bestand opbouwen van bedrijven die van bovengemiddelde betekenis zijn voor

de gemeente op basis van werkgelegenheid, imago, netwerkfunctie. Dezebedrijven dienen goed gemonitord te worden om acuut in te kunnen spelen opruimtebehoefte.

• Actuele bedrijvenlijst opstellen van op bedrijventerreinen gehuisveste bedrijven,naar activiteit, aantal werknemers, vestigingsdatum en overzicht bouwvergun-ningen.

• Actuele lijst opstellen van uitbreidingsbehoefte van bedrijven binnen de ge-meente en uit de regio waarvoor Uden een opvangfunctie vervuld.

• Overzicht opstellen op kavelniveau van het ruimtegebruik op de bedrijventer-reinen (aanzet hiervoor zijn de overzichtskaarten opgenomen in de bijlage) ende kwaliteit van vastgoed in relatie tot de gebruikers.

• Verder afstemmen van het aanbod binnen de gemeente Uden met het aanboddat in Veghel in voorbereiding is. Om te voorkomen dat er teveel overlap ont-staat, waar per saldo de regio slechter van wordt.

Positionering en marketing• Bepaling van de kernwaarden van Uden als het gaat om het economisch profiel.

De vraag is of dat een industriële bedrijventerreingerichte marketingboodschapmoet zijn of dat dienstverlening, overheid en gezondheidszorg en welzijn Udeneen scherper accent geven.

Concrete projecten• Nader verkennen van de markt voor kleinschalige bedrijfsruimte, al dan niet

voor de ontwikkeling van een bedrijfsverzamelgebouw voor startende en door-startende ondernemers. Dit kan uitmonden in concrete projecten voor de reali-satie van verzamelgebouwen in bijvoorbeeld een bestaand gebouw (goedkope-re huisvesting) of nieuwbouw (meer representatieve huisvesting).

• Uitwerking visie op concentratie en kwaliteitsverbetering van de grootschaligedetailhandelslocatie aan de Industrielaan.

• Uitwerking van een visie op de verdere concentratie van de automobielbranchezowel ten aanzien van de merkdealers als ook de occasiondealers.

• Uitwerking inpassing rondweg-oost.• Uitwerking visie op de verdere ontwikkeling van Hoogveld.• Visieontwikkeling op de toekomstige planologische inpassing van Uden-Oost.Het geheel aan analyse en strategiebepaling overziend, mag worden vastgesteld datde bedrijventerreinen en de economische positie van Uden er goed voor staan. Doorde informatievoorziening over de ontwikkelingen van de bedrijven te verbeteren,de ontwikkelingen te monitoren, meer proactieve marketinggerichte activiteiten teontwikkelen en enkele concrete projecten op te pakken kan die goede positie ookgecontinueerd worden.

BIJLAGE

Bijlagen 1

BIJLAGEN: BESTAANDE TERREINEN NADER BELICHT

De diverse bedrijventerreinen in de gemeente Uden zijn geanalyseerd aan de handvan beschikbaar datamateriaal, terreinbezoek en samengesteld kaartmateriaal. In dekaarten wordt inzicht gegeven in diverse kenmerken: bebouwd oppervlak, functie-groepen, leegstand en de mate waarin detailhandel en bedrijfswoningen op hetterrein zijn gevestigd. De kaarten vormen een belangrijke basis in het bepalen vande toekomstpotentie van de bestaande bedrijventerreinen.

1. Loopkant-Liessent

Loopkant-Liessent is veruit het grootste bedrijventerrein van Uden, met een opper-vlakte van circa 130 ha. Ook op het gebied van werkgelegenheid speelt het terreineen voorname rol. Van de ruim 8.300 arbeidsplaatsen op het terrein neemt de indu-strie meer dan de helft voor zijn rekening. De Udense ‘maak-industrie’ is dan ooksterk vertegenwoordigd op het terrein. Vestigingen van Siba, Modine, Tennant, Fer-ro en Berendsen zijn hier voorbeelden van.

Werkgelegenheid per sector Loopkant-Liessent

Sectoren Aantal banen Procentueel

Landbouw en visserij 33 0,4%

Industrie 4.292 51,5%

Bouwnijverheid 823 9,9%

Handel en reparatie 1.167 14,0%

Horeca 17 0,2%

Vervoer, opslag en communicatie 161 1,9%

Financiële instellingen 62 0,7%

Zakelijke dienstverlening 884 10,6%

Overheid 69 0,8%

Onderwijs 4 0,0%

Gezondheids- en welzijnszorg 649 7,8%

Overig 175 2,1%

Totaal 8.336 100,0%

Bijlagen2

DetailhandelNaast de sterke vertegenwoordiging van de industriële sector is een sterke concen-tratie van detailhandelsvestigingen waarneembaar in het noordelijke deel van hetterrein langs de Industrielaan en Loopkantstraat. Bedrijven zoals Beter Bed, Seatsand Sofa’s, Gamma, Praxis, Leen Bakker en Romantovich zijn hier gevestigd.

LeegstandDe leegstand op het terrein is beperkt. Meest opvallend is het pand op de kruisingvan de Industrielaan – Liessentstraat waar Sandoz voorheen gevestigd was. Verder isin de noordoost hoek van het terrein nog leegstand aan te treffen. Dit betreft voor-namelijk een aantal units in bedrijfsverzamelgebouwen, waarin het gebruikelijk isdat de doorloopsnelheid hoog is.

Bijlagen 3

KwaliteitDe openbare ruimte op het terrein ligt door de recente revitalisering op goed kwali-teitsniveau. De infrastructuur is volledig vernieuwd. Wegen zijn opnieuw geasfal-teerd en fietssuggestiestroken zijn op grote delen van het terrein gerealiseerd. Ookin de groenvoorziening is een kwaliteitsslag gemaakt en deze vertoont een uniformbeeld over het volledige terrein.

De private eigendommen, in de vorm van panden en kavels, hebben over het alge-meen een functionele en acceptabele kwaliteit en uitstraling. Dit beeld wordt ver-sterkt door de uitstraling van de openbare ruimte, die de uitstraling van het totaal-beeld van het terrein naar een hoger niveau brengt. De grote mate van diversiteit inde aanwezigheid van sectoren en functies zorgt wel voor een zeer gevarieerd beeldin bouwstijlen en afwerkingsniveaus. Door deze menging van functies en sectorenontbreekt een duidelijke functionele structuur in het terrein.

Bebouwingspercentages en bedrijfswoningenOver het algemeen is er voldoende ruimte voor uitbreiding op Loopkant-Liessent. Desituatie direct ten oosten van de Industrielaan, in het noordelijke deel van het ter-rein, dient gemonitord te worden. Hier zitten diverse bedrijven die hun kavel inten-sief hebben bebouwd (tot 80%). Uitbreiding is voor deze bedrijven lastig te realise-ren op de huidige kavel. Over het gehele terrein is een groot aantal bedrijfswonin-gen aanwezig. Dit kan conflicten met de bedrijfsmatige functie veroorzaken en deuitbreidingsmogelijkheden van bedrijven beperken.

Bijlagen4

Bijlagen 5

Bijlagen6

2. Vluchtoord

Vluchtoord is midden jaren negentig ontwikkeld en heeft een omvang van circa 22ha. De werkgelegenheid is zeer divers verdeeld over de verschillende sectoren. Deindustrie, bouwnijverheid, handel en reparatie en zakelijke dienstverlening zijn hetmeest nadrukkelijk aanwezig. Het terrein is dan ook te typeren als een sterk ge-mengd bedrijventerrein.

Het terrein heeft een hoogwaardige uitstraling op zowel private als openbare ruim-te. Een groot aantal bedrijfswoningen is aanwezig op het bedrijventerrein. Demaximaal toegestane milieucategorie betreft categorie 3, waardoor er nauwelijksconflicten tussen de woon- en werkfunctie optreden.

Werkgelegenheid per sector Vluchtoord

Sectoren Aantal banen Procentueel

Landbouw en visserij 5 0,4%

Industrie 201 17,8%

Bouwnijverheid 186 16,5%

Handel en reparatie 341 30,2%

Horeca 5 0,4%

Vervoer, opslag en communicatie 83 7,4%

Financiële instellingen 10 0,9%

Zakelijke dienstverlening 232 20,5%

Overheid 0,0%

Onderwijs 0,0%

Gezondheis- en welzijnszorg 0,0%

Overig 66 5,8%

Totaal 1.129 100,0%

Bijlagen 7

LeegstandIn een aantal objecten op Vluchtoord is sprake van leegstand. Dit betreffen vrijweluitsluitend bedrijfsverzamelgebouwen met kleine vloeroppervlakten. Leegstand inbedrijfsverzamelgebouwen is in bepaalde mate gebruikelijk aangezien ze een rolspelen in het faciliteren van startende en doorstartende bedrijven.

Bebouwingspercentages en bedrijfswoningenHoewel Vluchtoord pas vanaf midden jaren negentig is uitgegeven, zijn de gereali-seerde bebouwingspercentages relatief hoog. Met name in het zuidoostelijke deelvan het terrein is een aantal ondernemingen die dicht tegen een bebouwingsdicht-heid van 80% van de kavel aanzit. Over het gehele bedrijventerrein zijn bedrijfswo-ningen aanwezig, met een concentratie aan de oostzijde van het terrein.

Bijlagen8

Bijlagen 9

Bijlagen10

3. Goorkens

Direct grenzend aan Loopkant-Liessent is Goorkens gesitueerd. Deze locatie heefteen omvang van circa 45 ha, waarvan nog 15 ha uit is te geven. Gezien de recenteuitgifte van het bedrijventerrein heeft het een nette en hoogwaardige uitstraling.Bedrijvigheid uit de industrie en de handel en reparatie zorgt voornamelijk voor dewerkgelegenheid op dit terrein.

Enkele huidige bedrijven uit de logistieke sector die zich op dit moment vestigenzullen de werkgelegenheid in de sector vervoer, opslag en communicatie een sterkeimpuls geven. De werkgelegenheid die wordt toegevoegd door deze bedrijven isnog niet meegenomen in onderstaande tabel.

Werkgelegenheid per sector Goorkens

Sectoren Aantal banen Procentueel

Landbouw en visserij 33 9,3%

Industrie 104 29,2%

Bouwnijverheid 43 12,1%

Handel en reparatie 117 32,9%

Horeca 0,0%

Vervoer, opslag en communicatie 33 9,3%

Financiële instellingen 2 0,6%

Zakelijke dienstverlening 24 6,7%

Overheid 0,0%

Onderwijs 0,0%

Gezondheis- en welzijnszorg 0,0%

Overig 0,0%

Totaal 356 100,0%

Bebouwingspercentages en bedrijfswoningenOp het terrein is nog volop ruimte voor uitbreiding. De bebouwingspercentageskomen zelden boven de 60% uit en in het merendeel van de gevallen zelfs niet bo-ven de 40%. Aan de westkant van het terrein is een cluster van bedrijfswoningenaanwezig.

Bijlagen 11

Bijlagen12

Bijlagen 13

4. Volkel

In de kern Volkel ligt het gelijknamige bedrijventerrein. Dit terrein biedt ruimte aanlokale ondernemers en heeft een omvang van ongeveer 6 ha. Op het terrein zijnveel autobedrijven gevestigd, wat terug te zien is in de werkgelegenheid binnen desector handel en reparatie.

Werkgelegenheid per sector Volkel

Sectoren Aantal banen Procentueel

Landbouw en visserij 0,0%

Industrie 19 19,2%

Bouwnijverheid 0,0%

Handel en reparatie 54 54,5%

Horeca 6 6,1%

Vervoer, opslag en communicatie 0,0%

Financiële instellingen 6 6,1%

Zakelijke dienstverlening 0,0%

Overheid 0,0%

Onderwijs 0,0%

Gezondheis- en welzijnszorg 13 13,1%

Overig 1 1,0%

Totaal 99 100,0%

Bebouwingspercentages en bedrijfswoningenDe bebouwingsdichtheid van kavels is minimaal. Het merendeel van de kavels heefteen maximaal bebouwingspercentage van slechts 20%. Een tweetal kavels is inten-siever bebouwd dan 60%, maar dit betreffen beide kavels die bebouwd zijn met eenbedrijfswoning. Vrijwel alle gevestigde bedrijven zijn uitgerust met een bedrijfswo-ning naast het pand.

Bijlagen14

Bijlagen 15

Bijlagen16

5. Hoogveld

De nieuwste uitbreidingslocatie van Uden is Hoogveld. Dit terrein wordt gereali-seerd ten zuiden van Goorkens en heeft een totale oppervlakte van circa 33 ha. On-geveer 6 ha hiervan is reeds uitgegeven. De komende jaren zal invulling wordengegeven aan de overige 27 ha die nog beschikbaar is (Hoogveld-Zuid). Bedrijven meteen milieucategorie tot en met categorie 5 mogen zich vestigen op delen van hetterrein. Hiermee vervult Uden (samen met Veghel) een regionale opvangfunctievoor dit type bedrijven.