Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies...

25
Eeltjemeer, Zandwinning Gemeente Dantumadeel (Fr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2009-04/01

Transcript of Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies...

Page 1: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

Eeltjemeer, ZandwinningGemeente Dantumadeel (Fr.)

Een InventariserendArcheologisch Veldonderzoek

Steekproefrapport 2009-04/01

Page 2: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

Eeltjemeer, Zandwinning,Gemeente Dantumadeel (Fr.)Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek

Een onderzoek in opdracht van Van der Wiel Infra & Milieu BV

Steekproefrapport 2009-04/01ISSN 1871-269Xauteur: ma. F.B. Postma-Saan (archeoloog)projectleider: drs. C.Tulp (senior archeoloog)autorisatie: dr. J. Jelsma (senior archeoloog)

De Steekproef werkt volgens KNA 3.1.

Foto’s en tekeningen zijn gemaakt door deSteekproef b.v., tenzij anders vermeld.

© De Steekproef b.v., Zuidhorn, mei 2009

Niets uit deze uitgave mag wordenvermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonderbronvermelding.De Steekproef b.v. aanvaardt geenaansprakelijkheid voor eventuele schadevoortvloeiend uit de toepassing van de adviezen ofhet gebruik van de resultaten van dit onderzoek.

De Steekproef b.v. Archeologisch Onderzoeks- en AdviesbureauHogeweg 39801 TG Zuidhorn

telefoon 050 - 5779784fax 050 - 5779786internet www.desteekproef.nle-mail [email protected] 02067214

Page 3: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

Inhoud

Samenvatting

1. Inleiding..........................................................................................................1

• 1.1 Aanleiding en doel (KNA 3.1 LS01)......................................................1

• 1.2 Locatie en administratieve gegevens (KNA 3.1 LS01, LS02).................2

2. Bureauonderzoek............................................................................................3

• 2.1 Bronnen.................................................................................................3

• 2.2 Fysische geografie (KNA 3.1 LS04).......................................................3

• 2.3 Archeologie (KNA 3.1 LS04).................................................................4

• 2.4 Historische geografie (KNA 3.1 LS03)..................................................5

• 2.5 Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 3.1 LS05).............................7

3. Veldonderzoek................................................................................................8

• 3.1 Plan van Aanpak veldonderzoek (KNA 3.1 VS01)................................8

• 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).........................................9

4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07)...........................................................12

Appendix I: Archeologische periodesAppendix II: Kaart met bekende archeologische waardenAppendix III: Boorbeschrijvingen volgens Archeologische Standaard

Boorbeschrijvingsmethode

Page 4: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:
Page 5: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

Samenvatting

Op 2 april 2009 heeft in een plangebied aan de Tussenmeren bij hetEeltjemeer in de gemeente Dantumadeel, provincie Friesland, eeninventariserend archeologisch onderzoek plaatsgevonden. Aanleidingvoor het onderzoek is de geplande uitbreiding van een zandwinlocatie.Het af te graven terrein bevindt zich aan de westzijde van het Eeltjemeeren bestaat uit drie percelen weideland. Doel van het onderzoek is vast testellen of er op de bouwlocatie nog archeologische waarden aanwezigzijn. Het onderzoek bestaat uit een bureau- en een veldonderzoek. Bij hetbureauonderzoek zijn bronnen geraadpleegd op het gebied van fysischegeografie, archeologie en historische geografie. Tijdens het veldonderzoekzijn achtendertig boringen geplaatst om archeologische indicatoren op tesporen en om de gaafheid van de bodem te bepalen.

Onder het veenpakket bleek zich geen podzolbodem gevormd tehebben. Dit houdt in dat het plangebied in de steentijd hoogstwaar-schijnlijk te nat was voor bewoning. Er zijn dan ook geen archeologischeindicatoren uit deze periode aangetroffen. Middeleeuwse vondsten ofcultuurlagen zijn eveneens niet aangetroffen. In ARCHIS zijn geenarcheologische vondsten gemeld uit het plangebied. Tijdens hetveldonderzoek zijn geen archeologische indicatoren waargenomen.Geadviseerd wordt dat nader archeologisch onderzoek binnen hetonderzochte terrein niet nodig is.

Page 6: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

Figuur 1: Eeltjemeer, Zandwinning: de begrenzing van het plangebied is met een rode lijn aangegeven. [Naar: ANWB 2004. Topografische Atlas Friesland 1:25.000. ANWB bv, Den Haag. Een vierkantsgrid is een vierkante kilometer.]

Page 7: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

1. Inleiding

1.1 Aanleiding en doel (KNA 3.1 LS01)

In opdracht van Van der Wiel Infra & Milieu BV, vertegenwoordigd doormevrouw G. van Horssen, is een locatie aan de Tussenmeren bij hetEeltjemeer, gemeente Dantumadeel, provincie Friesland, onderzocht ophet voorkomen van archeologische waarden (zie Figuur 1). De aanleidingvoor het onderzoek is de geplande uitbreiding van de bestaandezandwinlocatie, waarbij de bodem tot een diepte van ca. 15 tot 17 meterzal worden weggegraven. Deze graafwerkzaamheden zullen eventueelaanwezige archeologische grondsporen vernietigen.

Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en eeninventariserend veldonderzoek middels grondboringen. Het doel van hetbureauonderzoek is het opstellen van een archeologisch verwachtings-model van het gebied aan de hand van beschikbare fysisch-geografische,archeologische en historisch-geografische informatie. Tijdens hetveldonderzoek is dit verwachtingsmodel getoetst.

Het doel van het veldonderzoek is het vaststellen van deaanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied. Hierbijwordt gekeken naar de bodemopbouw, de mate waarin deze intact is ennaar het voorkomen van archeologische indicatoren, zoals aardewerk,metalen voorwerpen, bouwmateriaal, bewerkt en verbrand bot enhoutskool.

Figuur 2: Eeltjemeer, Zandwinning: foto's van het plangebied. Links de zuidoostelijke begrenzing van het plangebied: het Eeltjemeer. De foto is genomen vanuit het zuidoosten in zuidwestelijke richting. Rechts: de sloot die de noordoostelijke begrenzing van het plangebied vormt met op de achtergrond de bebouwing aan de overzijde van de Tussenmeren (foto genomen vanuit de zuidoosthoek van het plangebied in noordelijke richting).

1

Page 8: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

1.2 Locatie en administratieve gegevens (KNA 3.1 LS01, LS02)

Het plangebied bevindt zich aan het Eeltjemeer (ongeveer twee kilometerten zuidwesten van Rinsumageest) in de gemeente Dantumadeel (zieFiguur 1). De noordwestgrens van het plangebied wordt gevormd door deweg Tussenmeren. Aan de noordoostzijde en de zuidwestzijde van hetplangebied ligt een sloot en het Eeltjemeer vormt de zuidoostelijkebegrenzing. Twee noordwest-zuidoost georiënteerde sloten verdelen hetplangebied in drie percelen. Ten tijde van het onderzoek was het terreinin gebruik als weideland (zie Figuur 2). Voor een overzicht van deadministratieve gegevens wordt verwezen naar Tabel 1.

Tabel 1: Eeltjemeer, Zandwinning: administratieve gegevens van het onderzoek.

Provincie Friesland

Gemeente Dantumadeel

Plaats Eeltjemeer

Toponiem Zandwinning

Kaartblad 06B

Coördinaten hoekpuntenplangebied

N – 191,052/588,233 O – 191,165/587,934Z – 190,920/587,747 W – 190,806/588,002

Bevoegde overheid Gemeente Dantumadeel (adviseur namens bevoegde overheid: ProvincieFriesland)

Opdrachtgever Van der Wiel Infra & Milieu BV

ARCHIS CIS-code 34424

ISSNnr. 1871-269X

Steekproef projectcode 2009-04/01

Oppervlakte circa 9,5 hectare

NAP hoogte maaiveld rond 0,75 m beneden NAP

Maximale diepte onderzoek 250 cm onder het maaiveld

Uitvoering veldwerk 2 april 2009

Beheer en plaatsdocumentatie

De Steekproef bv / Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap enMonumenten / Noordelijk Archeologisch Depot te Nuis / E-depot

2

Page 9: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

2. Bureauonderzoek

2.1 Bronnen

Tijdens het bureauonderzoek is de bestaande relevante kennis van deonderzoekslocatie verzameld. Daartoe zijn de in Tabel 2 weergegevenbronnen geraadpleegd. Aan de hand van het bureauonderzoek is eenarcheologisch verwachtingsmodel opgesteld.

Tabel 2: Eeltjemeer, Zandwinning: gebruikte bronnen en kaarten.

Actueel Hoogtebestand Nederland

Alterra, geomorfologische kaart [ARCHIS].

ANWB, 2004. Topografische Atlas Friesland 1:25000. ANWB bv, Den Haag, k. 62-63.

Centraal Archeologisch Archief (CAA) en Centraal Monumenten Archief (CMA) van de Rijksdienst voor Archeologie,Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) [ARCHIS].

Friese Archeologische Monumenten Kaart Extra (FAMKE) www.fryslan.nl

Google Earth (earth.google.com)

Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA) versie 3.1. College voor de Archeologische Kwaliteit(www.sikb.nl).

Schotanus, C. 1664. Beschrijvinge van de Heerlyckheydt van Frieslandt. Facsimile-uitgave 1978. De Tille bvLeeuwarden/Theatrum Orbis Terrarum bv Amsterdam, achter p. 196.

Stichting voor Bodemkartering, 1981. Bodemkaart van Nederland 1:50000. Blad 2 West (gedeeltelijk)Schiermonnikoog - 6 West Leeuwarden. StiBoKa, Wageningen.

12 Provinciën 2006/2007. Atlas van Topografische Kaarten. Nederland 1955-1965. Uitgeverij 12 Provinciën,Landsmeer, p. 25.

Uitgeverij Nieuwland, 2006. Grote Historische Topografische Atlas ±1926-1934. Fryslân 1 : 25 000. UitgeverijNieuwland, Tilburg, p. 75-76.

Uitgeverij 12 Provinciën, 2005. Luchtfoto-Atlas Fryslân. Schaal 1:14000. Uitgeverij 12 Provinciën, Landsmeer, p. 84en 102.

Versfelt, H.J. & M. Schroor, 2005. De Atlas van Huguenin: Militair-topografische Kaarten van Noord-Nederland 1819-1829. Heveskes Uitgevers, Groningen/Veendam, p. 13.

Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, 1990.Grote Historische Atlas van Nederland deel 2: Noord-Nederland 1851-1855,schaal 1:50000. Wolters-Noordhoff, Groningen, p. 20-21.

Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, 1992. Grote Historische Provincie Atlas 1:25 000. Friesland 1853-1856. Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, Groningen, p. 43-44.

Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, 1998.Grote Topografische Atlas van Nederland 1:50000. Deel 2: Noord-Nederland.Wolters-Noordhoff, Groningen, k. 44.

www.watwaswaar.nl

2.2 Fysische geografie (KNA 3.1 LS04)

Geomorfologisch gezien ligt het plangebied in een vlakte. Het grootstedeel is geclassificeerd als 'ontgonnen veenvlakte, al dan niet bedekt metklei en/of dekzand' (2M46). Het zuidelijke deel van het meest

3

Page 10: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

zuidwestelijke perceel is geclassificeerd als een 'vlakte van getijafzettingen'(2M35). De top van het pleistocene zand, dat zich onder de klei bevindt,ligt hier op een diepte van 0 tot 4 meter onder NAP.

Op de bodemkaart (Figuur 3) valt het grootste deel van hetplangebied binnen een zone gekarteerd als weideveen op veenmosveen(classificatie op de bodemkaart pVs, dit bodemtype valt onder derauwveengronden). In de noordpunt van het plangebied bestaat de bodemuit koopveen op veenmosveen (classificatie hVs, valt onder deeerdveengronden). In de zuidpunt van het plangebied is sprake van eendrechtvaaggrond (classificatie Mv41C). Dit is een zware kleigrond opveen. Voor het hele plangebied geldt grondwatertrap II, met eengemiddeld hoogste grondwaterstand van minder dan 40 cm onder hetmaaiveld en een gemiddeld laagste grondwaterstand van 50-80 cm onderhet maaiveld.

Op het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) is te zien dat hetplangebied deel uitmaakt van een relatief laaggelegen vlakte.

Figuur 3: Eeltjemeer, Zandwinning: detail van de bodemkaart. De ligging van het plangebied is met een rode lijn aangegeven. Voor de RD-coördinaten van het onderzochte terrein wordt verwezen naar Tabel 1.

2.3 Archeologie (KNA 3.1 LS04)

Uit het plangebied zijn geen vondsten gemeld aan het CentraalArcheologisch Archief (CAA). Ook uit de directe omgeving van hetplangebied, binnen een straal van ruim anderhalve kilometer, zijn geenvondsten bekend. Wel is in het Centraal Monumenten Archief (CMA)van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten

4

Page 11: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

(RACM) op een afstand van ongeveer 1,4 km van het plangebied eenterrein van archeologische waarde bekend [ARCHIS-nummer 9295]. Ditis een onbebouwde terp waarop in het verleden vermoedelijk een stins ofsteenhuis (versterkt huis of burcht) heeft gestaan. In 2001 is hier door deRijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB,tegenwoordig RACM) een booronderzoek uitgevoerd. Voor meer detailsen gegevens over de ligging wordt verwezen naar Tabel 3 en Appendix II.

In ARCHIS is een onderzoek gemeld op een klein terrein iets tenzuiden van de zuidpunt van het plangebied, aan de overzijde van hetEeltjemeer. Nadere gegevens over het onderzoek en de resultatenontbreken.

Volgens de Friese Archeologische Monumenten Kaart Extra(FAMKE) kunnen zich binnen het plangebied archeologische resten uitde steentijd bevinden die zijn afgedekt door een veen- of kleidek. Dezeresten kunnen van goede kwaliteit zijn. Ook kunnen archeologischeresten aanwezig zijn uit de periode midden-bronstijd tot en met vroegemiddeleeuwen, met de grootste kans op resten uit de middeleeuwseveenontginningen.

Tabel 3: Eeltjemeer, Zandwinning: overzicht van de ARCHIS-meldingen (voor de dateringen wordt verwezen naar Appendix I en voor de ligging naar Appendix II).

ARCHIS-nrs RD-coördinaten Omschrijving Datering

CMA

9295/06A-115 189,462/587,636 terp met stins late middeleeuwen

2.4 Historische geografie (KNA 3.1 LS03)

In de historische atlas van Schotanus uit 1664 heeft het Eeltjemeer eenandere vorm dan op latere kaarten (Figuur 4). De locatie van hetplangebied is daarom alleen globaal aangegeven. Op recentere kaarten iste zien dat het plangebied in ieder geval vanaf het begin van de 19e eeuwin gebruik is geweest als weideland. Er lijkt geen bebouwing te zijngeweest. De verkaveling is in de loop der tijd enigszins veranderd.

Door de zandwinning is het meer aanzienlijk uitgebreid innoordelijke en zuidelijke richting. In werkelijkheid is het aan de zuidzijdeinmiddels verder afgegraven dan op de hier gebruikte topografische kaartdie is geactualiseerd in 2001 (Figuur 1). De huidige situatie aan denoordzijde, waaraan het plangebied grenst, komt wel overeen met dekaart.

5

Page 12: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

Figuur 4: Eeltjemeer, Zandwinning: details van historische kaarten. Linksboven een detailuit de Schotanus-atlas uit 1664; rechtsboven een detail uit de Atlas van Huguenin met kaarten uit 1819-1829; linksmidden laat situatie zien in 1853-1856; rechtsmidden die in 1926-1934 en onder is een uitsnede uit de atlas1955-1965. De ligging van het plangebied is met een rode lijn aangegeven.

6

Page 13: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

2.5 Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 3.1 LS05)

Het plangebied ligt aan de noordelijke oever van het Eeltjemeer. Volgensde Friese Archeologische Monumenten Kaart Extra (FAMKE) bestaat dekans dat binnen het plangebied op en in het pleistocene dekzand restenuit de steentijd aanwezig zijn. Omdat het dekzand hier is afgedekt metveen en klei kunnen deze resten van goede kwaliteit zijn. Van belang is ofer in het plangebied een podzolgrond wordt aangetroffen. Indien dit hetgeval is, is het gebied in de steentijd hoogstwaarschijnlijk droog genoeggeweest voor bewoning en kunnen dus bewoningsresten uit deze periodeworden aangetroffen.

Binnen het plangebied kunnen ook resten aanwezig zijn uit deperiode midden-bronstijd tot en met middeleeuwen. Hierbij valtvoornamelijk te denken aan resten die samenhangen met de vroeg- envol-middeleeuwse veenontginningen. De terp met stins die eerdergenoemd werd ligt op bijna anderhalve kilometer van het plangebied. Dekans dat resten worden gevonden die hiermee samenhangen is zeer klein.

Indicatoren uit de steentijd zullen voornamelijk bestaan uit bewerkten of verbrand vuursteen, houtskool-concentraties of haardplaatsen.Vanaf het neolithicum moet er rekening worden gehouden met deaanwezigheid van scherven aardewerk. Indicatoren uit de ijzertijd,romeinse tijd en middeleeuwen kunnen behalve uit scherven aardewerkbijvoorbeeld bestaan uit voorwerpen van metaal, hout en keramiek,bewerkt steen, resten van metaalbewerking, baksteen, puin en anderbouwmateriaal, verbrand en onverbrand bot etc. De conservering vanorganische resten zoals hout, bot en leer is goed in klei- en veengrond.

Verwachte verstoringen zullen te maken hebben met de diversesloten van de verkavelingen. In de bovenlaag kunnen verstoringenvoorkomen die het gevolg zijn van de ontveningen.

7

Page 14: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

3. Veldonderzoek

3.1 Plan van Aanpak veldonderzoek (KNA 3.1 VS01)

Voor het inventariserende booronderzoek (verkennende fase) is gebruikgemaakt van een edelmanboor met een diameter van tien centimeter voorde bovenste meter, in combinatie met een drie centimeter steekguts voorde natuurlijke lagen. Op deze wijze is bepaald in welke mate de bodemintact is en wat de kans is op archeologische lagen en/of grondsporen.

FAMKE adviseert voor de steentijd voor het gehele plangebied een'karterend onderzoek 3', wat inhoudt dat minimaal drie boringen perhectare moesten worden gezet (Figuur 5). Voor de middeleeuwen geldtvoor ongeveer tweederde van het plangebied als advies eveneens een'karterend onderzoek 3'. Dit deel van het plangebied heeft een oppervlakvan 6,5 hectare, wat neerkomt op twintig boringen (nrs. 18-20 en 24-38).Vanwege het grid zijn op deze manier 18 boringen gezet (de tweeresterende boringen vallen binnen het grid dat hieronder beschrevenwordt, zie ook Figuur 6). De onderlinge afstand tussen boringen is 60meter, de afstand tussen de boorraaien is 55 meter. De boringen zijn gezetop een verspringend grid. Op deze manier zijn de boringen gelijkmatigover het terrein verspreid.

Figuur 5: Eeltjemeer, Zandwinning: uitsneden uit de FAMKE advieskaarten steentijd-bronstijd (links) en ijzertijd-middeleeuwen (rechts). Op de linker uitsnede staat geel voor 'karterend onderzoek 3 (steentijd)'. Op de rechter uitsnede staat lichtoranje voor 'karterend onderzoek 3 (middeleeuwen)' en geel voor 'karterend onderzoek 2 (middeleeuwen)'. [naar: Friese Archeologische Monumenten Kaart Extra]

8

Page 15: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

Voor het overige (zuidwestelijke) deel geldt dat een 'karterendonderzoek 2' moest worden uitgevoerd, wat inhoudt dat er minimaal zesboringen per hectare worden gezet. Dit deel van het plangebied heeft eenoppervlakte van drie hectare, wat neerkomt op 18 boringen (inclusief detwee extra boringen: nrs. 1-17 en 21-23). Alles bij elkaar zijn er dus 38boringen gezet (Figuur 6). De boringen in het zuidwestelijke deel van hetplangebied hebben een onderlinge afstand van 40 meter op de boorraai.De afstand tussen de boorraaien is telkens 35 meter. Ook hier zijn deboringen in een verspringend grid geplaatst. Van alle boringen zijn deRD-coördinaten bepaald met behulp van GPS.

De opgeboorde grond is bekeken op de aanwezigheid vanarcheologische indicatoren, zoals houtskool, bewerkt of verbrandvuursteen, aardewerk, etc. Daarnaast zijn de diepte, lithologie en kleur(m.b.v. Munsell) bepaald alsmede alle overige bijzonderheden. De dieptevan de boringen is maximaal 250 cm onder het maaiveld. De hoogten vande boorlocaties zijn met behulp van het Actueel HoogtebestandNederland (AHN) bepaald. Voor de NAP-hoogtes en de RD-coördinatenvan de afzonderlijke boorpunten wordt verwezen naar de boorstaten enboorbeschrijvingen in Appendix III.

Een veldkartering kon niet worden uitgevoerd wegens de begroeiingop het terrein (zie Figuur 2). Tijdens het veldonderzoek is hetverwachtingsmodel zoals geformuleerd in paragraaf 2.5 getoetst.

3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03)

BodemDe bodem binnen het plangebied bevat een donkerbruine bouwvoor vankleiig veraard veen. Hieronder bevindt zich een donkerbruine veenlaagmet een dikte variërend van 70 (boring 26) tot 180 cm (boring 10). In demeeste (dertig) boringen bevinden zich in deze veenlaag één of tweekleibandjes van enkele centimeters dik. In ongeveer de helft van deboringen is onder het veen sprake van een dunne smeerlaag bestaand uitsamengeperst organisch materiaal. Onder de smeerlaag of direct onder hetveen bevindt zich zand. Dit is de C-horizont. In het zuidelijke deel vanhet plangebied is het zand geel (boringen 5-14 en 22-26), in de rest van hetplangebied is het grijs.

Een aantal boringen wijkt af van dit algemene beeld. In boringen 6,14, 15, 16 en 36 zit onder het veen een laag spoelzand van enkelecentimeters dik. Alleen in boring 36 gaat het om een laag van tenminste30 cm dik (de ondergrens is niet vastgesteld). In boring 14 bevindt zich

9

Page 16: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

onder het spoelzand een laag donkerbruin zand met plantenresten endaaronder het grijze zand van de C-horizont.

In boring 25 is in het veenpakket sprake van een kleilaag vanongeveer 38 cm dik en in boring 27 zitten in het veenpakket tweekleilagen van 18 en 20 cm dik. Mogelijk hebben deze kleilagen te makenmet de sloten van de oude verkaveling. De locatie van boring 27 valtmogelijk samen met de meest noordelijke dwarssloot die op de kaart uit1926-1934 duidelijk te zien is op het middelste perceel. In boringen 6, 12,17, 27, 28 en 36 is hout aangetroffen: in boringen 27 en 28 zat dit hout inde kleilaag, in de andere boringen in het veen.

ArcheologieIn de opgeboorde grond werden geen archeologische indicatoren ofcultuurlagen aangetroffen. De kleilaagjes in het veen duidenwaarschijnlijk op overspoelingen, waardoor er klei in het veen is afgezet.Onder het veen ligt het pleistocene zand op een diepte variërend vanongeveer 2 tot 2,9 meter beneden NAP (respectievelijk 1,25 en 2,1 meteronder het maaiveld).

In geen van de boringen is in het zand een podzolprofielwaargenomen, ook niet in de hogere delen van het pleistocene zand. Dithoudt in dat het terrein tijdens de steentijd hoogstwaarschijnlijk te natwas voor bewoning. Sporen uit latere perioden die in het veen of hetkleiige veen kunnen voorkomen zijn niet aangetroffen.

10

Page 17: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

Figuur 6: Eeltjemeer, Zandwinning: situatietekening met de boorlocaties. De genummerde punten geven de uitgevoerde boringen weer. Ten zuidwesten van de gele lijn is het 'karterend onderzoek 2' uitgevoerd, ten noordoosten ervan het 'karterend onderzoek 3'. De begrenzing van het plangebied is met een rode lijn aangegeven (RD- coördinaten N – 191,052/588,233; O – 191,165/587,934; Z – 190,920/587,747; W – 190,806/588,002). [naar: Google Earth]

11

Page 18: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07)

Plangebied Eeltjemeer, Zandwinning bestaat uit drie percelen weideland,gelegen aan de noordelijke oever van het het Eeltjemeer. Uit hetplangebied en omgeving (binnen een straal van ongeveer 1,5 kilometer)zijn geen vondsten bekend. Op een afstand van 1,4 kilometer bevindtzich een terp met stins.

Voorafgaand aan het veldwerk is een archeologisch verwachtings-model opgesteld. De resultaten van het veldwerk voldoen hier deels aan.Volgens de FAMKE bestond de mogelijkheid dat er resten uit de steentijdzouden worden aangetroffen. In de bodem van het plangebied werdonder het veenpakket echter geen podzolgrond waargenomen. De kansop archeologische resten uit de steentijd is daarom klein. Er zijn geenarcheologische indicatoren uit deze periode aangetroffen. Ook zijn er inde veenlaag en de kleiige laag erboven geen resten uit de middeleeuwenontdekt.

AdviesOp basis van de bovenstaande resultaten concluderen wij dat de kans oparcheologische grondsporen in het plangebied klein is. Voor bewoninggedurende de steentijd was het gebied vermoedelijk te nat. Ook zijn geenarcheologische indicatoren aangetroffen in het veen die kunnen wijzen oplatere menselijke activiteiten. Beperkende of beschermende maatregelenzijn voor plangebied Eeltjemeer, Zandwinning dan ook nietwetenschappelijk te verdedigen. Archeologisch vervolgonderzoek wordtniet noodzakelijk geacht.

Wij wijzen erop dat indien er bij de uitvoering onverhoopt tocharcheologische grondsporen worden aangetroffen en/of vondsten wordengedaan, deze conform de Monumentenwet 1988 artikel 53 & 54 directdienen te worden gemeld bij de gemeente Dantumadeel.

12

Page 19: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

Appendix I

Eeltjemeer, ZandwinningArcheologische periodes

paleolithicum paleolithicum vroeg: tot 300.000 BPpaleolithicum midden: 300.000 - 35.000 BPpaleolithicum laat: 35.000 BP - 8.800 vCpaleolithicum laat A: 35.000 - 18.000 BPpaleolithicum laat B: 18.000 BP - 8.800 vC

mesolithicum: mesolithicum vroeg: 8.800 - 7.100 vCmesolithicum midden: 7.100 - 6.450 vCmesolithicum laat: 6.450 - 4.900 vC

neolithicum:neolithicum vroeg: 5.300 - 4.200 vCneolithicum vroeg A: 5.300 - 4.900 vCneolithicum vroeg B: 4.900 - 4.200 vCneolithicum midden: 4.200 - 2.850 vCneolithicum midden A: 4.200 - 3.400 vCneolithicum midden B: 3.400 - 2.850 vCneolithicum laat: 2.850 - 2.000 vCneolithicum laat A: 2.850 - 2.450 vCneolithicum laat B: 2.450 - 2.000 vC

bronstijd: bronstijd vroeg: 2.000 - 1.800 vCbronstijd midden: 1.800 - 1.100 vCbronstijd midden A: 1.800 - 1.500 vCbronstijd midden B: 1.500 - 1.100 vCbronstijd laat: 1.100 - 800 vC

ijzertijd:ijzertijd vroeg: 800 - 500 vCijzertijd midden: 500 - 250 vCijzertijd laat: 250 - 12 vC

romeinse tijd:romeinse tijd vroeg: 12 vC - 70 nCromeinse tijd vroeg A: 12 vC - 25 nCromeinse tijd vroeg B: 25 - 70 nCromeinse tijd midden: 70 - 270 nCromeinse tijd midden A: 70 - 150 nCromeinse tijd midden B: 150 - 270 nCromeinse tijd laat: 270 - 450 nCromeinse tijd laat A: 270 - 350 nCromeinse tijd laat B: 350 - 450 nC

middeleeuwen: middeleeuwen vroeg: 450 - 1.050 nCmiddeleeuwen vroeg A: 450 - 525 nCmiddeleeuwen vroeg B: 525 - 725 nCmiddeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nCmiddeleeuwen vroeg D: 900 - 1.050 nCmiddeleeuwen laat: 1.050 - 1.500 nCmiddeleeuwen laat A: 1.050 - 1.250 nCmiddeleeuwen laat B: 1.250 - 1.500 nC

nieuwe tijd: nieuwe tijd A: 1.500 - 1.650 nCnieuwe tijd B: 1.650 - 1.850 nCnieuwe tijd C: 1.850 – heden

Page 20: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:
Page 21: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

Appendix III

Eeltjemeer, ZandwinningBoorbeschrijvingen volgens

Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode

Page 22: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

Eeltjemeer

(cm)

-40

-60

-80

-100

-120

-140

-160

-180

-200

-220

-240

-260

-280

-300

-320

-340

(cm)

-40

-60

-80

-100

-120

-140

-160

-180

-200

-220

-240

-260

-280

-300

-320

-340

0102

0304 05

06 0708

09 10

Page 23: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

Eeltjemeer

(cm)

-40

-60

-80

-100

-120

-140

-160

-180

-200

-220

-240

-260

-280

-300

-320

-340

(cm)

-40

-60

-80

-100

-120

-140

-160

-180

-200

-220

-240

-260

-280

-300

-320

-340

11 1213

1415 16

17

18

1920

Page 24: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

Eeltjemeer

(cm)

-40

-60

-80

-100

-120

-140

-160

-180

-200

-220

-240

-260

-280

-300

-320

-340

(cm)

-40

-60

-80

-100

-120

-140

-160

-180

-200

-220

-240

-260

-280

-300

-320

-340

2122

23

2425

2627

2829

30

Page 25: Gemeente Dantumadeel (Fr.) · • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03).....9 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07).....12 Appendix I: Archeologische periodes Appendix II:

Eeltjemeer

(cm)

-40

-60

-80

-100

-120

-140

-160

-180

-200

-220

-240

-260

-280

-300

-320

-340

(cm)

-40

-60

-80

-100

-120

-140

-160

-180

-200

-220

-240

-260

-280

-300

-320

-340

3132 33 34

35

3637

38