GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

65
1 GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke Politieverordening vastgesteld d.d. 9 mei 1994 1° wijziging: 09/10/95 2° wijziging: 01/04/96 3° wijziging: 03/07/96 4° wijziging: 12/11/96 Gezien en goedgekeurd door de raad 12 nov. 2013 5° wijziging: 03/02/97 De Secretaris, afwezig De Burgemeester, 6° wijziging: 07/07/97 7° wijziging: 14/09/98 Sonja Nuyttens Claude Van Marcke 8° wijziging: 09/11/98 Diensthoofd Algemene Zaken 9° wijziging: 01/03/99 10° wijziging 13/12/99 11° wijziging 07/02/2000 12° wijziging 06/03/2000 13° wijziging 03/04/2001 14° wijziging 02/07/2002 15° wijziging 09/12/2002 16° wijziging 05/05/2003 17° wijziging 13/09/2004 18° wijziging 04/04/2005 19° wijziging 04/07/2005 20° wijziging 14/11/2005 21° wijziging 12/12/2005 22° wijziging 03/04/2007 23° wijziging 04/09/2007 24° wijziging 02/12/2008 25° wijziging 07/09/2010 26° wijziging 06/09/2011 27° wijziging 12/11/2013 HOOFDSTUK 1. - INLEIDENDE BEPALINGEN Art.1.1 Dit "Algemeen Gemeentelijk Politiereglement" wordt bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van artikel 112 van de nieuwe gemeentewet; Art.1.2 Bij de inwerkingtreding van dit besluit worden alle verordeningen en reglementen opgeheven, die van kracht zijn op geheel of een gedeelte van het grondgebied van de gemeente en die van het voormalig decreet van 14 december 1789 betreffende het instellen van de gemeentebesturen en op grond van de voormalige titel XI van het decreet van 16 en 24 augustus 1970 betreffende de rechterlijke organisatie, die betrekking hebben op de openbare orde, inzonderheid op de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen en overeenkomstig artikel 119 van de nieuwe gemeentewet of overeenkomstig artikel 78 van de voormalige gemeentewet zijn vastgesteld met uitzondering van de aanvullende verkeersreglementen en de bouwverordeningen. het reglement op het gebruik van de gemeentelijke culturele infrastructuur van 21 mei 1990 (gewijzigd op 1 juni 1992, 13 juli 1992 en 11 oktober 1993), het reglement op het ontlenen van gemeentelijk feestmateriaal van 4 februari 1991 en het reglement van de plaatselijke openbare bibliotheek van 13 december 1993 (gewijzigd op 21 februari 1994) Art.1.3 Al wie, overeenkomstig dit politiereglement bevoegdheid heeft gekregen tot het verlenen van een vergunning of tot ontheffing van een verplichting of vergunning, kan daarbij een beperkte of een onbeperkte duur voorschrijven. Art.1.4 Alle vergunningen of ontheffingen in dit politiereglement voorzien moeten schriftelijk aangevraagd worden aan de overheid die daartoe overeenkomstig dit reglement of de gemeentewet bevoegd is.

Transcript of GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

Page 1: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

1

GEMEENTE ANZEGEM

Algemene Gemeentelijke Politieverordening vastgesteld d.d. 9 mei 19941° wijziging: 09/10/952° wijziging: 01/04/963° wijziging: 03/07/964° wijziging: 12/11/96 Gezien en goedgekeurd door de raad 12 nov. 20135° wijziging: 03/02/97 De Secretaris, afwezig De Burgemeester,6° wijziging: 07/07/977° wijziging: 14/09/98 Sonja Nuyttens Claude Van Marcke8° wijziging: 09/11/98 Diensthoofd Algemene Zaken9° wijziging: 01/03/9910° wijziging 13/12/9911° wijziging 07/02/200012° wijziging 06/03/200013° wijziging 03/04/200114° wijziging 02/07/200215° wijziging 09/12/200216° wijziging 05/05/200317° wijziging 13/09/200418° wijziging 04/04/200519° wijziging 04/07/200520° wijziging 14/11/200521° wijziging 12/12/200522° wijziging 03/04/200723° wijziging 04/09/200724° wijziging 02/12/200825° wijziging 07/09/201026° wijziging 06/09/201127° wijziging 12/11/2013

HOOFDSTUK 1. - INLEIDENDE BEPALINGEN

Art.1.1Dit "Algemeen Gemeentelijk Politiereglement" wordt bekendgemaakt overeenkomstig debepalingen van artikel 112 van de nieuwe gemeentewet;Art.1.2Bij de inwerkingtreding van dit besluit worden alle verordeningen en reglementen opgeheven, die vankracht zijn op geheel of een gedeelte van het grondgebied van de gemeente en die van het voormaligdecreet van 14 december 1789 betreffende het instellen van de gemeentebesturen en op grond vande voormalige titel XI van het decreet van 16 en 24 augustus 1970 betreffende de rechterlijkeorganisatie, die betrekking hebben op de openbare orde, inzonderheid op de zindelijkheid, degezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen enovereenkomstig artikel 119 van de nieuwe gemeentewet of overeenkomstig artikel 78 van devoormalige gemeentewet zijn vastgesteld met uitzondering van de aanvullende verkeersreglementenen de bouwverordeningen. het reglement op het gebruik van de gemeentelijke culturele infrastructuurvan 21 mei 1990 (gewijzigd op 1 juni 1992, 13 juli 1992 en 11 oktober 1993), het reglement op hetontlenen van gemeentelijk feestmateriaal van 4 februari 1991 en het reglement van de plaatselijkeopenbare bibliotheek van 13 december 1993 (gewijzigd op 21 februari 1994)

Art.1.3Al wie, overeenkomstig dit politiereglement bevoegdheid heeft gekregen tot het verlenenvan een vergunning of tot ontheffing van een verplichting of vergunning, kan daarbij eenbeperkte of een onbeperkte duur voorschrijven.

Art.1.4Alle vergunningen of ontheffingen in dit politiereglement voorzien moeten schriftelijk aangevraagdworden aan de overheid die daartoe overeenkomstig dit reglement of de gemeentewet bevoegd is.

Page 2: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

2

Zij zijn geldig tot intrekking, tenzij de tijdsduur daarin is uitgedrukt en onder voorwaarde dat debepalingen erin vermeld worden of ingetrokken.Elke vergunning of ontheffing kan geschorst worden of ingetrokken. De belanghebbende wordtdaarvan schriftelijk kennis gegeven.

Art.1.5De door het college van burgemeester en schepenen of door de burgemeester, overeenkomstigde vroegere plaatselijke voorschriften verleende vergunningen blijven van kracht tot zij herroepen ofingetrokken worden.

Art.1.6Vergunningen of ontheffingen moeten door de houder op de eerste vordering van de politievoorgelegd worden.

Art.1.7Voor de toepassing van deze verordening is de openbare weg dat gedeelte van het gemeentelijkgrondgebied dat in hoofdorde bestemd is voor het verkeer van personen of voertuigen en vooriedereen toegankelijk is binnen de bij de wetten, besluiten en reglementen bepaalde perken.Hij omvat tevens binnen dezelfde perken, de installaties voor het vervoer en de bedeling vangoederen, energie en signalen.Hij omvat:a) de verkeerswegen, met inbegrip van de bermen en de voetpaden;b) de openbare ruimten: aanhorigheden van de verkeerswegen en voornamelijk bestemdvoor het parkeren van voertuigen, voor tuinen en wandelingen, markten, openbare parken,speeltuinen, speelpleinen en speelweiden;c) de niet openbare plaatsen en wegen waarvan de toegang niet verboden is door eigenaars,en die door hun aard en ligging voor iedereen toegankelijk zijn.d) Aan "bebouwde kom" en "parkeren" wordt de betekenis gegeven die wordt voorzien bij hetalgemeen reglement op de politie van het wegverkeer.Het college van burgemeester en schepenen kan in een aanvullend besluit de zones, dieexpliciet onder het toepassingsgebied van dit reglement ressorteren, nominatief vaststellen.

Art.1.8De inbreuken op de bepalingen van dit politiereglement worden bestraft metpolitiestraffen, voor zover door wetten, algemene of provinciale verordeningen, die op ditstuk zouden bestaan, geen andere straffen voorzien zijn.De installaties die in bepaalde gevallen gebruikt worden om dit reglement te overtreden, kunnen inbeslag worden genomen en de rechter kan de verbeurdverklaring ervan uitspreken.

Art.1.9Er is herhaling bij overtreding of niet naleven van eenzelfde bepaling binnen het jaar na een inkracht van gewijsde gegaan vonnis.

HOOFDSTUK 2: WEGENIS EN OPENBARE WEG

Afdeling 1: Plaatsen van koopwaren of voorwerpen op openbare voetpaden

Art.2.1.1Personen die koopwaren of voorwerpen plaatsen op de openbare voetpaden moeten dezezodanig plaatsen dat er op het voetpad een doorgang blijft van minstens 75 cm

Afdeling 2: Plaatsen van containers op de openbare weg

Art.2.2.1Het plaatsen van containers op de openbare weg is aan een voorafgaandelijke toelatingonderworpen. Deze toelating wordt verleend door de burgemeester of gemachtigde.

Art.2.2.2

Page 3: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

3

De aanvrager moet er zich toe verbinden alle maatregelen te nemen die hem zullen opgelegdworden om het verkeer veilig te laten verlopen en om ongevallen te voorkomen.

Afdeling 3: Laten loslopen van dieren

Art.2.3.1§1. Het is de bezitters van kwaadaardige of woeste dieren of diegenen aan wie de zorg voor dezedieren werd toevertrouwd verboden deze dieren te laten rondzwerven.§2. Het is de bezitters van dieren - andere dan in het eerste lid van dit artikel bedoeld - of diegenenaan wie de zorg voor deze dieren werd toevertrouwd verboden deze op de openbare weg te latenlopen zonder de nodige voorzorgen te nemen om deze te beletten de veiligheid of het gemak vande doorgang te verstoren.§3. De eigenaar of begeleider die zich met een hond op de openbare weg bevindt, is verplicht steedsin het bezit te zijn van voldoende zakjes om de uitwerpselen in te bergen.§4. Het is de eigenaar of begeleider van een hond verboden het dier zich op de openbare weg of opaanpalende terreinen van zijn uitwerpselen te laten ontdoen.Indien de hond zich toch op de hiervoor vermelde plaatsen ontlast, is de eigenaar of houder verplichtde uitwerpselen onmiddellijk te verwijderen door middel van de in het vorige lid van dit artikelbedoelde zakjes, in welk geval de overtreding van dit lid niet strafbaar is.§5. De bepalingen van de paragrafen 3 en 4 zijn niet van toepassing op de honden die blinden engehandicapten begeleiden.

Art.2.3.2Het is de houders van honden of diegenen aan wie de zorg van deze honden werd toevertrouwd,verboden deze onbewaakt te laten rondzwerven op de openbare wegen, akkers en velden binnende grenzen van de gemeente. Een hond wordt als onbewaakt beschouwd wanneer hij nietbestendig in het oog wordt gehouden of wanneer hij meer dan dertig meter van zijn meester oftoezichter is verwijderd.

Art.2.3.3In de bebouwde kommen der gemeente en op de begraafplaatsen moeten de honden aan de leibandgehouden worden.

Art.2.3.4Ronddolende en zonder meester aangetroffen honden zullen door de politie opgesloten worden. Deeigenaars der gevangen honden zullen hiervan verwittigd worden indien zij gekend zijn. De hondendie binnen de 24 uur, te rekenen vanaf de kennisgeving aan de eigenaar of toezichter, door dezelaatsten niet worden opgeëist of waarvan de eigenaar onbekend blijft, zullen door de politie naar eeninstelling voor dierenbescherming worden overgebracht. Alle hieruit voortvloeiende onkosten vallenten laste van de eigenaar van de hond indien deze gekend is.Zij die op plaatsen waarvan zij eigenaar, huurder, deelpachter, pachter, vruchtgebruiker of gebruikerzijn, tot andermans nadeel een ander huisdier dan vermeld in art. 538 van het strafwetboek (paardenof andere trek-of lastdieren, hoornvee, schapen, geiten of varkens) kwaadwillig doden of zwaarverwonden, worden gestraft overeenkomst art. 1.8. van deze verordening.Zij die door onvoorzichtigheid of gebrek aan voorzorg de dood of een zware verwonding van dieren ofvee veroorzaken door het behandelen of gebruiken van wapens of door het werpen van hardelichamen of van om het even welke stoffen, worden gestraft overeenkomstig art. 1.8. van dezeverordening.Zij die door onvoorzichtigheid of gebrek aan voorzorg de dood of een zware verwonding van dieren ofvee veroorzaken door ouderdom, bouwvalligheid, gebrek aan herstelling of onderhoud van huizen ofgebouwen, of door een belemmering of uitgraving of enig ander werk of op nabij openbare straten,wegen, pleinen of banen, zonder de voorgeschreven of gebruikelijke voorzorgsmaatregelen ofwaarschuwingstekens, worden gestraft overeenkomstig artikel 1.8 van deze verordening.Zij die de dood of een zware verwonding van dieren of vee – aan een ander toebehorend,veroorzaken door te laten rondzwerven van kwaadaardige dieren, of door de snelheid, het slechtbesturen of het overmatig laden van voertuigen, paarden, trek-, last- of rijdieren worden gestraftovereenkomstig artikel 1.8 van deze verordening.Art.2.3.5Het is verboden met honden van het ras Pit Bull Terrier op het grondgebied van de gemeenteAnzegem te komen, te verblijven of er dergelijke honden te houden.

Page 4: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

4

Het is ook verboden honden op te hitsen om ze tegen mensen, andere honden of dieren te doenvechten, ze te doen aanvallen, ze te vervolgen, bang of woest te maken.Honden die voorbijgangers om gelijk welke reden aanvallen of vervolgen, zelfs als er geen kwaad ofschade uit volgt, moeten worden teruggehouden.

Afdeling 4: Reinheid van de gemeente

Art.2.4.1Het is verboden op en langs de openbare weg gelijk welk voorwerp, dat de weg kan bevuilen of openige wijze kan hinderen, te werpen of achter te laten.Het is verboden voorwerpen op de openbare weg te werpen, te plaatsen of achter te laten, die doorhun val of door ongezonde uitwasemingen kunnen schaden.

Art.2.4.2Papier, snoepverpakkingen, vruchtenschillen, dozen, blikjes en alle andere dergelijkevoorwerpen, waarvan het publiek zich wenst te ontdoen, moeten in de daartoe langs de openbareweg geplaatste korven worden geworpen.

Deze korven mogen echter niet gebruikt worden voor het verwijderen van huisafval.

Art.2.4.3Het is verboden in de grachten en op de braakliggende of onbebouwde gronden, afgesloten ofniet, vuilnis, puin, afval of stoffen van aard schadelijke uitwasemingen te veroorzaken ofanderzins de openbare gezondheid te schaden, te storten of neer te leggenDe eigenaars van deze gronden zijn verplicht de gronden alsook de belendende grachten rein tehouden.Deze eigenaars van hogervermelde gronden, moeten eveneens telkenjare tegen 30 juni hetonkruid afmaaien of laten afmaaien. Wanneer 10 dagen na de vooropgestelde tijdsperiodehieraan niet werd voldaan, kan de burgemeester ambtshalve de nodige werken laten uitvoeren endit op kosten van de eigenaar.Bovendien moeten afsluitingen geplaatst worden vóór de braakliggende en onbebouwdegronden gelegen in bebouwde kommen.Nalatigheden vanwege de eigenaars zullen ambtshalve door de gemeente hersteld worden op hunkosten. De invordering van die kosten zal geschieden op dezelfde wijze als voor degemeentebelastingen.

Art.2.4.4Het is de aannemers en alle andere personen, die huizen bouwen of allerhande bouwwerkenoptrekken, verboden de cement, mortel of andere bouwmaterialen klaar te maken op de weg of op hetvoetpad langs de weg.De aannemers van bouwwerken zijn verplicht alle vuilnis en afval, veroorzaakt door de bouwwerkenweg te ruimen.In geval van volledige of gedeeltelijke afbraak van een gebouw moet er voor de bescherming van denaburige woningen gezorgd worden door aangepaste procédés.De werken die stof of afval op de omringende eigendommen of op de openbare weg kunnenverspreiden, mogen slechts aangevat worden na het aanbrengen van ondoordringbareschermen.Voornoemde schermen dienen zodanig te worden aangebracht, dat de volledig te bewerkenoppervlakte erdoor is afgeschermd van omringende eigendommen en of van de openbare weg. Deaannemer of uitvoerder van de werken is verplicht de bewerkte oppervlakte en eventueel puin tebesproeien ten einde het opjagen van stof maximaal te beperken.

Art.2.4.5(opgeheven – vervangen door gemeenteraadsbesluit van 7 februari 2000 houdende goedkeuringgemeentelijk reglement van borgtocht bij bouwprojecten.)

Art.2.4.6De eigenaars, huurders, of vruchtgebruikers zijn verplicht er over te waken dat de voetpaden en degoten vóór bewoonde eigendommen in reine staat zijn en de modder, vuilnis en onkruid, die er zich

Page 5: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

5

bevindt, weg te ruimen. Tevens moeten zij er voor zorgen dat de rioolroosters, de straatgoten ende voetpaden vrij blijvenNa sneeuwval moet de sneeuw van de voetpaden verwijderd worden. Het is aanbevolendaartoe chloorcalcium en geraffineerd zout (natriumchloride) aan te wenden.Voor de woningen, door verschillende gezinnen betrokken, vallen deze verplichtingen tenlaste van de bewoners van de benedenverdieping (en) en, zo deze plaatsen niet bewoond zijn, tenlaste van de bewoners van de verdiepingen te beginnen met de bewoners van de eerste verdiepingen zo verder.Rondom de kerken, scholen en openbare gebouwen valt deze plicht ten laste van de besturen, vanwie het gebouw eigendom is of die er het beheer over hebben.

Art.2.4.7De vervoerders van goederen allerhande, die de openbare weg kunnen bevuilen, zijn verplicht nahet vervoer, het laden, ontladen of stationeren, het voetpad, de openbare weg of de goot te reinigenen de vuilnis te verwijderen.

Art.2.4.8Het is verboden op de openbare weg voertuigen te smeren en er, behoudens geval van overmacht,werken aan voertuigen uit te voeren. Ongeacht de voorschriften van de wegcode en van de lokalereglementering op het stilstaan en stationeren van voertuigen mogen het wassen en reinigen slechtsgebeuren vóór het gebouw, waar de eigenaar van het voertuig woont of vóór zijn garage.Zo anderen hierdoor gehinderd worden is het verboden daartoe sproeislangen te gebruiken of waterte gieten.De openbare weg mag door dat wassen of reinigen niet bevuild worden. Alle overblijfselen eningrediënten, voortspruitend uit het wassen of reinigen zoals modder, aarde, vet, zeep- ofzeeppoeder en onderhoudsprodukten, moeten zorgvuldig verzameld en van de openbare wegweggenomen worden. Het is in elk geval verboden voertuigen te wassen of te reinigen in denabijheid van openbare gebouwen en monumenten evenals langs openbare parken, tuinen enspeelpleinen.

Art.2.4.9De uitbaters van frituren of snack-bars, de verkopers van fruit, droge vis voedings- of anderewaren, bestemd om ter plaatse of langs de openbare weg te worden gebruikt, dienen ervoor tezorgen dat de behoorlijke en goed bereikbare korven bij hun inrichting zijn geplaatst.Deze recipiënten moeten door hen zelf op behoorlijke wijze geledigd reingehouden en geborgenworden. Ook het terrein rond de recipiënten of de standplaatst moet door hen gereinigd worden.Behoudens hetgeen voorzien is voor de markten, zijn de personen aan wie door de burgemeestereen vergunning is verleend om op de openbare weg hun koopwaren aan te bieden, gehoudenervoor in te staan dat alle afval opgeruimd is en hun standplaats gereinigd voordat zij deze verlaten.

Art.2.4.10Waar bestratingswerken uitgevoerd werden, zal gedurende acht dagen het op de openbare weguitgestrooide zand niet mogen weggenomen worden.

Art.2.4.11Het is verboden tapijten, borstels of andere voorwerpen uit te kloppen of uit te schudden op deopenbare weg.

Art.l 2.4.12Het is verboden op de door de gemeente onderhouden groenzones

met voertuigen te rijden en erop te parkeren op enigerlei wijze schade toe te brengen aan de beplanting, het gras, de bloemperken en enig

voorwerp, dienende tot versiering, te beschadigen.

Art. 2.4.13De verantwoordelijke van een dier of hij/zij die een dier begeleidt moet het vuil verwijderen dat doorhet dier wordt achtergelaten op of langs de openbare weg of op de door de gemeente onderhoudengroenzones.

Art. 2.4.14

Page 6: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

6

Het is verboden buiten noodzaak of zonder verlof van de bevoegde overheid straten, pleinen of enigander deel van de openbare weg te belemmeren, hetzij door er materiaal, steigers of om het evenwelke andere voorwerpen achter te laten, hetzij door er uitgravingen te doen.Daarenboven dienen materialen, steigers of om het even welke andere voorwerpen, die op de straten,pleinen of andere delen van de openbare weg zijn neergelegd of achtergelaten, hetzij uitgravingen,voorzien te zijn van de nodige verlichting.

Afdeling 5: veiligheid en gemak van doorgang op landelijke wegen

Art.2.5.1Langs landelijke wegen waar geen grachten voorkomen zijn de gebruikers van de landerijen, palendeaan de openbare weg gehouden, bestendig een gelijkgrondse grasstrook van minstens 60 centimeterbreed te laten groeien langsheen de rand van de rijbaan.Op bedoelde gelijkgrondse grasstrook mogen geen hindernissen voorkomen, die deuitwijkmogelijkheid voor de gebruikers van deze landelijke wegen, zou beletten.Nalatigheden van de gebruikers van de landerijen, palende aan de openbare weg, zullen ambtshalvedoor de gemeente hersteld worden op hun kosten.

Afdeling 6: Plaatsen van richtingsaanwijzers naar bedrijven en/of instellingen

Algemene bepalingenArt.2.6.1Niemand mag, zonder voorafgaande vergunning van het college van burgemeester en schepenen,wegwijzers plaatsen ten behoeve van bedrijven en instellingen van diverse aard. De vergunningvervalt van rechtswege indien er geen gebruik van gemaakt werd binnen één jaar na afleveringervan.De vergunning is tijdelijk, t.t.z. ten allen tijde kan de gemeente als wegbeheerder eisen dat debewegwijzering wordt weggenomen op kosten van de vergunningshouder.

Art.2.6.2Dit reglement is uitsluitend van toepassing op wegwijzers geplaatst op het openbaar domein.

Art.2.6.3Wegwijzers die beschadigd of onleesbaar zijn of die niet conform zijn met de vereisten inzake kleur,vorm, afmetingen of plaatsingsvoorwaarden, mogen niet behouden blijven. Wegwijzers naar niet meerbestaande bedrijven of instellingen mogen niet behouden blijven. Dienaangaande behoudt het collegevan burgemeester en schepenen zich het recht voor, beschadigde wegwijzers, niet in goede staatgehouden wegwijzers en wegwijzers voor niet meer bestaande bedrijven en instellingen ambtshalve telaten wegnemen, voor zover deze zich op openbaar domein bevinden, op kosten en risico van devergunningshouder of eigenaar. Deze ambtshalve wegneming zal doorgevoerd worden indien binnende veertien dagen na aangetekende verwittiging, de vergunninghouder of eigenaar, aan dezeverwittiging geen gevolg geeft.

VergunningsaanvragenArt.2.6.4Alle aanvragen moeten steeds gericht worden, ook voor de gewestwegen, aan het college vanburgemeester en schepenen. Voor de gewestwegen zal de vergunning afhankelijk gesteld worden vande adviezen en de toelating van de beheerder der gewestwegen.

Art.2.6.5De vergunning voor het plaatsen van de wegwijzers moet afzonderlijk aangevraagd worden. Zij magniet begrepen zijn in andere aanvragen. Formulieren voor vergunningsaanvragen zijn te bekomen opde Technische Dienst te Anzegem.

Soorten bewegwijzering - oprichtingsvoorwaarden en -modaliteitenArt.2.6.6a) BEWEGWIJZERING OP AFSTAND (bord F33a)De bewegwijzering voor bedrijven en industrieterreinen mag maximum voor twee routes vanaf eenautosnelweg of een belangrijke weg voor doorgaand verkeer, vanop maximum 5 km.

Page 7: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

7

Tussen naamaanduiding en de pijlpunt mag de kilometerstand worden vermeld. Het bord F33a magaangevuld worden met het symbool voor bedrijf of industrieterrein (S5 = figuur fabriek). Deaankondigingen van industrieparken mogen geen bedrijfsnamen vermelden.De kleur van het bord : zwarte letter- en symbooltekens op een witte achtergrond.

b) BEWEGWIJZERING IN DE NABIJHEID (borden F34a-F35-F37)Industrieterrein en alleenstaand bedrijf worden aangeduid met F34a. Een industrieterrein magmaximum op 1 route vanaf een weg voor doorgaand verkeer bewegwijzerd worden, vanop maximum1 km.Alleenstaande bedrijven mogen op maximum 1 route, vanaf een weg voor doorgaand verkeer, vanopmaximum 1 km, bewegwijzerd worden.Kleur van deze borden: zwarte symbolen en tekens op witte achtergrond. Bord F34a mag aangevuldworden met de symbolen S10 en S20. Naast het symbool mag de plaatsnaam van de inrichtingvermeld worden, behalve wanneer een specifieke voorziening binnenin de inrichting wordt aangeduid:dan wordt alleen de naam van die voorziening weergegeven. Indien er zich meerdere activiteiten inéén inrichting bevinden, mogen er meerdere symbolen worden gebruikt met een maximum van 5.Sport- en recreatieruimten, toeristische bezienswaardigheden worden aangeduid met een F35.Bewegwijzering met maximum 1 route vanaf een weg voor doorgaand verkeer, vanop maximum 2 km.Bord 35 mag aangevuld worden met de symbolen S30 tot S35.Indien een symbool wordt gebruikt, mag de naam van de soort voorziening weggelaten worden.Wanneer er een concentratie van voorzieningen bestaat, mogen ook wegwijzers met uitsluitendsymbolen worden gebruikt, met een maximum van 5. Wanneer binnen één inrichting, meerderesporttakken kunnen beoefend worden, moet het symbool S30 (sportcentrum) worden gebruikt. Dekleur is wit op bruine achtergrond.Horecabedrijven en verblijfaccommodaties worden bewegwijzerd met F37 met maximum 2 routesvanaf de dichtstbijzijnde weg voor doorgaand verkeer. Restaurant binnen de bebouwde kom kan nietbewegwijzerd worden. F37 mag aangevuld worden met de symbolen van verkeersborden: F65(hotel/motel), F71 (kampeerterrein), F73 (caravanterrein) en F75 (jeugdherberg). Indien gebruikgemaakt wordt van een symbool, mag de naam van de soort voorziening weggelaten worden. Er maggebruik gemaakt worden van enkel het symbool met een maximum van vijf.De kleur van het bord F37 is bruin op een gele achtergrond.Voor de afmetingen wordt verwezen naar het K.B. en het M.B. van 01.12.1991 betreffende signalisatievan plaatsen, instellingen van algemeen belang of van toeristische aard.Voor de opsomming van belangrijke wegen van doorgaand verkeer wordt verwezen naar artikel2.6.18.

Art. 2.6.7De bewegwijzering van een bedrijf of instelling, niet gelegen langs een belangrijke weg, gebeurt doormiddel van een of meer wegwijzerreeksen. Een wegwijzerreeks mag hoogstens het volgendeomvatten:a) twee wegwijzers op het meest nabijgelegen afslagpunt van elke belangrijke weg.b) één wegwijzer per afslagpunt tussen deze belangrijke weg en het bedrijf of de instelling.Bijkomend mogen twee wegwijzers worden geplaatst op één voor het bedrijf of instelling bestgesitueerd kruispunt van twee belangrijke wegen.

Art. 2.6.8Het college van burgemeester en schepenen bepaalt finaal vanaf welke aansluitingspunten met eenbelangrijke weg en volgens welke reisweg de bewegwijzering dient te gebeuren.Het is een aanvrager toegelaten terzake voorstellen te doen.

Art. 2.6.9Het college van burgemeester en schepenen bepaalt het aantal toelaatbare wegwijzerreeksen infunctie van de belangrijkheid van het bedrijf of van de instelling, de specifieke ligging ervan en denood aan bewegwijzering.

Art. 2.6.10Voor bedrijven of instellingen gelegen langs een belangrijke weg, mogen wegwijzers wordengeplaatst, maar dan maximaal vier (twee keer twee) en steeds op een kruispunt van twee belangrijkewegen, waarbij deze kruispunten zich moeten situeren langs beide zijden van de vestigingsplaats vanhet bedrijf of de instelling.

Page 8: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

8

Art. 2.6.11Bepaalde ambachtelijke zones, industriezones of dienstverleningsgebieden te Anzegem, kunnengesignaleerd worden als één geheel. Daartoe worden speciale borden gebruikt. Het college vanburgemeester en schepenen bepaalt de vorm en de inhoud van deze borden en bepaalt de lijst vandeze gebieden en houdt daarbij rekening met het advies en de richtlijnen terzake van deIntercommunale Leiedal – Kortrijk.

Art. 2.6.12Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd, via een gemotiveerde beslissing, afte wijken van dit reglement aangaande de eventuele toekenning van eenvergunning enkel wat aantal en plaats van de wegwijzers betreft.Inzonderheid rekening houdend met de belangrijkheid van het bedrijf of van de instelling en despecifieke ligging ervan.Plaatsing, onderhoud, wegname en verantwoordelijkheid.

Art.2.6.13De vergunninghouder bekostigt het in goede staat houden van de wegwijzers op het openbaardomein.

Art.2.6.14De gemeentediensten staan in voor het afleveren van de vergunning, de bestelling van de wegwijzersen de nodige palen, de plaatsing ervan, de vervanging ervan en de eventuele wegname van dewegwijzers en palen.

Art.2.6.15Al de kosten die voortvloeien uit het afleveren van de vergunning, de bestelling, plaatsing, vervanging,wegname van de wegwijzers en of de nodige palen worden vooraf op de vergunninghouder verhaald.

Art.2.6.16Het college van burgemeester en schepenen kan niet aansprakelijk gesteld worden voor de schadeveroorzaakt door of aan de wegwijzers

OvergangsmaatregelenArt.2.6.17Opgeheven

Lijst van de belangrijke wegenArt.2.6.18Voor de toepassing van deze verordening wordt de lijst van de belangrijke wegen als volgtvastgesteld: - Gewestwegen N36- N382- N382a- N494.

HOOFDSTUK 3: HUISVUILVERWIJDERING

AFDELING l : DEFINITIES

ART. 3.1.1. – HuisvuilVoor de toepassing van dit reglement wordt onder huisvuil verstaan, alle afvalstoffen, ontstaan doorde normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, die in devoorgeschreven recipiënt voor de huisvuilophaling kunnen geborgen worden, met uitzondering vanpapier en karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit- en tuinafval (en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval), plasticverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons enandere selectief ingezamelde afvalstoffen.

ART. 3.1.2. – GrofvuilVoor de toepassing van dit reglement wordt onder grofvuil verstaan, alle afvalstoffen dieontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding, die omwille van de omvang, deaard en/of het gewicht niet in de recipiënt voor de huisvuilophaling kunnen geborgen worden, metuitzondering van papier en karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit- en tuinafval (en

Page 9: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

9

organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval), plasticverpakkingen, metalen verpakkingen endrankkartons, elektrische en elektronische toestellen, bouw- en sloopafval, houtafval, metalengemengd, autobanden en ander selectief ingezamelde afvalstoffen.

ART. 3.1.3 - GlasVoor de toepassing van dit reglement wordt onder glas verstaan alle glazen voorwerpen ontdaan vandeksels, stoppen en omwikkelingen. Vuurvaste voorwerpen, gewapend glas, kristal, opaal glas,spiegelglas, autoruiten, plexiglas, gloeilampen, TL-lampen, stenen, tegels, porselein en aardewerkworden niet als glas beschouwd.

ART. 3.1.4 - Papier en kartonVoor de toepassing van dit reglement wordt onder papier en karton verstaan, alle kranten enperiodieken, reclamedrukwerk, tijdschriften, schrijfpapier, kopieerpapier, computerpapier en boekendie afkomstig zijn van de normale werking van een particuliere huishouding of ermee vergelijkbarehandelsafvalstoffen, met uitzondering van geolied papier of karton, papier met waslaag, carbonpapier,vervuild papier, papieren voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaartenmet magneetbanden, behangpapier cementzakken-, meststof- en sproeistofzakken, e.d..

ART. 3.1.5. - Klein Gevaarlijk Afval (KGA).Voor de toepassing van dit reglement wordt onder Klein Gevaarlijk Afval verstaan, de afvalstoffenzoals opgesomd in artikel 1 § 1 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 1991 totvaststelling van de algemene voorwaarden die gelden voor de verwijdering van gevaarlijkehuishoudelijke afvalstoffen.

ART. 3.1.6. - Groente-, Fruit- en Tuinafval (GFT).Voor de toepassing van dit reglement wordt onder Groente-, Fruit- en Tuinafval verstaan, organischcomposteerbaar afval zoals aardappelschillen, schillen van citrus- of andere vruchten, groente- enfruitresten, eierschalen, doppen van noten, theebladeren en theezakjes, koffiedik en koffiefilters,papier van keukenrol, kleine hoeveelheden etensresten, mest van kleine huisdieren, verwelktesnijbloemen en kamerplanten, versnipperd snoeihout, haagscheersel, zaagmeel en schaafkrullen,gazonmaaisel, bladeren, onkruid en resten uit groente- en siertuin en die ontstaan door de normalewerking van een particuliere huishouding of ermee vergelijkbare handelsafvalstoffen. Timmerhout,grof ongesnipperd snoeihout, beenderen, kadavers, wegwerpluiers, aarde en zand, vetten en oliën,assen, houtskool, kunststoffen, en metalen worden niet als GFT beschouwd.

ART 3.1.7. - TuinafvalVoor de toepassing van dit reglement wordt onder Tuinafval verstaan, deze fractie van het Groente-Fruit- en Tuinafval: gras, kort snoeihout, scheersel en plantenresten uit de tuin.

ART. 3.1.8. - Plastiek-, Metaal- en Drankverpakkingen (PMD).Voor de toepassing van dit reglement wordt onder Plastiek-, Metaal- en Drankverpakkingen verstaan,plastiek flessen en flacons van frisdrank, water, melk, detergenten en verzorgingsprodukten; metalenblikjes van bier, frisdrank en water; conservenblikken; metalen deksels en schroefdoppen vanflessen en bokalen en kartonnen drankverpakkingen.

ART. 3.1.9. Restafval-, en P.M.D.-zak"Restafvalzak": De vuilniszak bestemd voor de ophaling van niet-selectief ingezamelde afvalstoffenzoals beschreven in art. 3.1.1.PMD-zak: De vuilniszak bestemd voor de selectieve ophaling van PMD zoals beschreven in art.3.1.8.

ART.3.1.10. Ophaling.De door het gemeentebestuur georganiseerde inzameling van voornoemde afvalstoffen, hetzij huis-aan-huis, hetzij via de containerparken, hetzij via wijkcontainers.

ART.3.1.11.Categorie 1-voertuigen:Alle personenwagens (incl. breaks, monovolumes, jeeps, voor zover de hoeveelheid aangevoerdeafvalstoffen vergelijkbaar is met deze van een gewone personenwagen) en die geen aanhangwagentrekken.Categorie 2-voertuigen:

Page 10: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

10

Personenwagens die niet vallen onder de categorie 1, in het bijzonder breaks, monovolumes, jeeps,enz. ….waarvan de laadruimte uitgebreid wordt door het plat leggen, verwijderen of niet aanwezig zijnvan de achterbankÉén-assige en twee-assige aanhangwagensLichte bestelwagensPersonen die om medische redenen verplicht zijn om een categorie-2 voertuig aan te kopen kunneneen toelating verkrijgen om hun voertuig als categorie-1 voertuig te beschouwen op voorwaarde datniet meer dan 1m³ afval aangevoerd wordt met dat voertuig en het aangevoerde afval enkel afkomstigis van het huishouden van deze persoon.De aanvrager voor deze toelating dient zijn aanvraag schriftelijk in te dienen aan het college en testaven met alle relevante documenten.Deze toelating wordt enkel verleend via een collegebeslissing en is op naam van de bestuurder vanhet voertuig en het autokenteken en is geldig voor een termijn van 5 jaar.

AFDELING II: ALGEMENE VERBODSBEPALINGEN

ART.3.2.1§ 1. Het is verboden vuilnis afkomstig uit andere gemeenten met om het even welke ophaling mee tegeven. Het is verboden om het even welke aangeboden afvalstof mee te nemen. Alleen deophaaldienst, daartoe aangewezen door de gemeente, is bevoegd om afvalstoffen in te zamelen.§ 2. Het is verboden zich te ontdoen van de afvalstoffen, waarvan sprake in afdeling I, op een anderewijze dan voorzien zoals in het onderhavig reglement.§ 3. Onverminderd de bepalingen van dit reglement is het verboden om volgende voorwerpen af televeren op het containerpark of mee te geven met om het even welke ophaling van huishoudelijkeafvalstoffen:

autobanden kabels en kettingen geneesmiddelen autowrakken grote hoeveelheden (méér dan 1 m3) puin en afbraakmateriaal gyproc roofing asfalt toxisch en gevaarlijk afval (andere dan KGA) gasflessen of andere ontplofbare voorwerpen brandende en bijtende stoffen (andere dan KGA) grond afvalwaters en vloeibare afvalstoffen krengen en dieren en slachtafval

ART. 3.2.2Het is verboden, zonder milieuvergunning, huishoudelijke en daarmee gelijkgestelde afvalstoffen teverbranden, zowel in open lucht als in gebouwen, werkplaatsen en lokalen, door middel van toestellenen procédés zoals kachels, open haarden, allesbranders, of andere soortgelijke toestellen enprocédés, teneinde de omgeving te beschermen tegen schadelijke uitwasemingen van dergelijkeongecontroleerde verbranding. Het verbranden van plantaardige afvalstoffen is toegestaan wanneerdeze afkomstig zijn van het onderhoud van tuinen, echter onder voorbehoud van de bepalingen uit hetveldwetboek.

ART 3.2.3Het is verboden huishoudelijke en daarmee gelijkgestelde afvalstoffen, afbraakmateriaal, wrakken,allerhande goederen en voorwerpen die de netheid en esthetiek van de omgeving benadelen en/ofeen gevaar zijn voor de openbare gezondheid te storten, te doen storten, achter te laten, te doenachterlaten op alle openbare wegen en andere openbare plaatsen, behalve deze die hiertoe bij wijzevan speciale vergunning gereserveerd zijn, zoals bijvoorbeeld de vergunningen voorcontainerstandplaatsen.

ART 3.2.4

Page 11: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

11

§ 1. Het is verboden huishoudelijke en daarmee gelijkgestelde afvalstoffen, afbraakmateriaal,wrakken, allerhande goederen en voorwerpen die de netheid van de omgeving benadelen en/of eengevaar zijn voor de openbare gezondheid te storten, te doen storten, achter te laten, te doenachterlaten of te laten achterlaten, of zulks toe te laten op private terreinen, indien hiertoe geengeschreven vergunning werd verleend door de bevoegde overheid.§ 2. Het is tevens verboden huishoudelijke en daarmee gelijkgestelde afvalstoffen, afbraakmateriaal,wrakken, allerhande goederen en voorwerpen die de netheid en esthetiek van de omgevingbenadelen en/of een gevaar zijn voor de openbare gezondheid te behouden, te verzamelen opbinnen- en achterplaatsen, in kelders, in bijgebouwen enz. Deze bepaling geldt niet voor zovervoldaan is aan eventuele vergunningsplicht opgelegd door de hogere overheid.

ART. 3.2.5Het is verboden slijk, zand of vuilnis dat zich voor of nabij de woning bevindt op de straten, in degreppels of in de rioolputten te vegen. Het is tevens verboden via de rioolputten of -kolken, of openige andere wijze, produkten of voorwerpen in de riolering te brengen die een verstopping kunnenveroorzaken of die schadelijk kunnen zijn voor de openbare gezondheid en het leefmilieu, zoalsbijvoorbeeld vetten en derivaten van petroleum.

AFDELING III : SELECTIEVE INZAMELING

Onderafdeling 1.huis-aan-huis ophaling van HUISVUILART. 3.3.1.1Het gewoon huisvuil moet verpakt worden in een restafvalzak. Er zijn aparte restafvalzakken voorafval afkomstig van particuliere huishoudens en voor afval niet afkomstig van particulierehuishoudens. Enkel de door het gemeentebestuur ter beschikking gestelde vuilniszakken mogengebruikt worden voor de aanbieding van het huisvuil. De inwoners kunnen zich deze restafvalzakkenaanschaffen, mits de betaling van een prijs per zak, door de gemeenteraad vast te stellen. Bijaankoop van huisvuilzakken bestemd voor particuliere huishoudens wordt geen betalingsbewijsafgeleverd. Bij aankoop van zakken bestemd voor kmo’s en zelfstandige ondernemingen kan eenbetalingsbewijs afgeleverd worden. Het gewicht van de restafval zak mag niet hoger zijn dan 18 kg ende zak moet volledig gesloten worden aangeboden.

ART.3.3.1.2De vuilniszak mag geen afvalstoffen bevatten die het personeel kunnen kwetsen. Scherpevoorwerpen moeten extra verpakt worden.De vuilniszakken moeten zorgvuldig gesloten worden. Er wordt geen huisvuil opgehaald die langs, opof onder de zakken is geplaatst.Gewoon huisvuil dat wordt aangeboden op een wijze die niet voldoet aan de gestelde voorwaardenvan dit reglement wordt niet aangenomen.

ART. 3.3.1.3Het gewoon huisvuil moet door de inwoners op de rand van de openbare weg geplaatst worden.De aanbieding dient te gebeuren voor het betrokken perceel, op een wijze dat er geen hinderontstaat voor het normale verkeer. De inwoners van percelen gelegen aan een openbare weg dieomwille van zijn toestand geen normaal dienstverkeer van de ophaaldienst mogelijk maakt, of vanpercelen die afgelegen zijn van de openbare weg, kunnen verplicht worden om hun gewoonhuisvuil langs een andere straat op de dichtst bij hun perceel gelegen straathoek die wel bereikbaaris, aan te bieden. In dit geval wordt deze (tijdelijke of permanente) maatregel hen schriftelijkmeegedeeld door het gemeentebestuur.De aanbieding geschiedt vóór 5 uur ' s morgens op de door het gemeentebestuur vastgesteldedagen. Het gewoon huisvuil mag slechts na 19 uur van de dag voorafgaand aan de dagwaarop de ophaling van het gewoon huisvuil zal plaatsvinden, aan de rand van de openbareweg geplaatst worden. De dagen van ophaling kunnen worden geraadpleegd op de ophaalkalender,deze wordt huis-aan-huis bedeeld. Bij inschrijving in de gemeente krijgen nieuwe inwoners deophaalkalender op de dienst bevolking.Wanneer een ophaalronde op een feestdag valt, wordt deze automatisch verschoven naar de vorigeof de eerstvolgende werkdag, tenzij anders wordt bepaald door het college van burgemeester enschepenen.

Page 12: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

12

De inwoners die het gewoon huisvuil aanbieden zijn verantwoordelijk voor het eventueeluitspreiden en verspreiden van de inhoud van hun vuilniszakken en staan zelf in voor hetopruimen ervan. Het opschrift van de vuilniszak moet naar de openbare weg gericht worden.Indien de zakken om een of andere reden niet door de ophaaldienst zijn meegenomen, dienen debewoners ze dezelfde dag terug van de openbare weg te nemen.

ART. 3.3.1.4Het is verboden:

de langs de openbare weg zakken te openen, de inhoud ervan te ledigen, een gedeelte vande inhoud eruit te halen en/of te doorzoeken, met uitzondering van het bevoegde personeel inde uitoefening van hun functie;

aan de buitenkant van de zakken gelijk welk voorwerp te bevestigen; op andere dan de vastgestelde tijdstippen de zakken langs de openbare weg te plaatsen en

te laten staan.

ART.3.3.1.5Het is verboden om in de restafvalzakken, bestemd voor het ophalen van huisvuil volgendeafvalstoffen te deponeren:1. oud papier en karton2. glas, onder welke vorm dan ook (met inbegrip van scherven en spiegelglas).3. KGA, met inbegrip van minerale vetten en -oliën (b.v. motorolie) en plantaardige vetten en -oliën(b.v. frituurvet).4. afbraakmateriaal van woningen en gebouwen, van iedere aard.5. tuinafval.6. metaalafval.7. herbruikbare kledij.8. PMD9. Afgedankte elektrische en elektronische apparaten10. Hout11. SnoeihoutOvertredingen worden aanzien als sluikstorten.

Onderafdeling 2 : Ophaling van GROFVUILART. 3.3.2.1Naast het feit dat de inwoners terecht kunnen op de containerparken voor de verwijdering van hetgrofvuil kan het college van burgemeester en schepenen éénmaal per jaar een huis-aan-huisophalingvan grofvuil organiseren. De dagen van de huis-aan-huis ophaling worden per afzonderlijk berichtaan de inwoners meegedeeld. Een bijzondere dienstverlening met betrekking tot de inzameling vanGrofvuil kan aangevraagd worden bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband I.M.O.G. Demodaliteiten worden vastgesteld door het intergemeentelijk samenwerkingsverband.Het grof vuil mag slechts tussen 19 uur van de dag voorafgaand aan de dag waarop de ophaling vanhet grof vuil zal plaatsvinden en 5 uur door de inwoners buiten geplaatst wordenHet grof vuil moet door de inwoners op de rand van de openbare weg geplaatst worden. Deaanbieding dient te gebeuren voor het betrokken perceel, op een wijze dat er geen hinder ontstaatvoor het normale verkeer. De inwoners van percelen gelegen aan een openbare weg die omwillevan zijn toestand geen normaal dienstverkeer van de ophaaldienst mogelijk maakt, of van percelendie afgelegen zijn van de openbare weg, kunnen verplicht worden om hun grof vuil langseen andere straat op de dichtstbij hun perceel gelegen straathoek die wel bereikbaar is, aan te

bieden. In dit geval wordt deze (tijdelijke of permanente) maatregel hen schriftelijk meegedeeld doorhet gemeentebestuur.Grof vuil dat wordt aangeboden op een wijze die niet voldoet aan de voorwaarden van ditreglement wordt niet meegenomen. De aanbieder dient dit grof vuil nog dezelfde dag van deopenbare weg te verwijderen.

ART. 3.3.2.2Het is verboden volgende afvalstoffen aan te bieden voor de ophaling van grof vuil:

afbraakmateriaal van woningen en gebouwen beperkt tot inert afbraakmateriaal gyproc roofing asfalt

Page 13: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

13

tuinsnoeisel en tuinafval glas, met inbegrip van scherven en spiegelglas -papier en karton kunststoffen herbruikbare kleding K.G.A. PMD Hout Zakken en/of dozen Autobanden Wit-en bruingoed

ART.3.3.2.3Onverminderd de bepalingen van art.3.3.13 is het aan derden- vreemd aan de aangesteldeophaaldienst verboden:

het aan de openbare weg geplaatste grofvuil te doorzoeken of uit te spreiden. gesloten verpakkingen te openen, te ledigen of er een gedeelte van de inhoud uit te halen. de geplaatste voorwerpen bestemd voor het grofvuil te verplaatsen, weg te nemen of mee te

nemen.

Onderafdeling 3 Selectieve inzameling van GLASART. 3.3.3.1§ 1. Voor het verwijderen van glas kunnen de inwoners van de gemeente het glas brengen naar deglasbollen die verspreid staan in de gemeente en kunnen ze terecht op de gemeentelijkecontainerparken.

§ 2. Glas mag niet worden meegegeven met het gewoon huisvuil, grof huisvuil of een andereselectieve ophaalmethode, dan omschreven in deze afdeling.Indien glas toch wordt meegegeven op een hierboven beschreven manier, wordt dit beschouwd alssluikstorten.

ART. 3.3.3.2§ 1. Het glas moet afhankelijk van de kleur in de daartoe voorziene glasbollen wordengedeponeerd. Vlak glas, serreglas en rookglas kunnen verwijderd worden via het containerpark.§ 2. Bij de glasbollen moet afhankelijk van de kleur het glas in het juiste compartimentgedeponeerd worden.

ART. 3.3.3.3Alle glazen voorwerpen dienen ontdaan te worden van deksels, stoppen en omwikkelingen endienen leeg en voldoende gereinigd te zijn.

ART. 3.3.3.4§ 1. Het deponeren van ander huisvuil dan glas in de glasbollen is verboden. Het is verboden omnaast de glascontainers of glasbollen lege of volle dozen, kratten, zakken, glas of anderevoorwerpen achter te laten. Dit wordt beschouwd als sluikstorten.§ 2. Het is verboden glas te deponeren in de glascontainers of glasbollen tussen 20 uur en 8 uur.

Onderafdeling 4 SELECTIEVE huis-aan-huis inzameling VAN PAPIER EN KARTONART. 3.3.4.1§ 1.De ophaling van papier en karton gebeurt éénmaal om de twee weken, samen met de ophalingvan de "PMD- zak" (zie onderafdeling 7).§ 2. Voor het verwijderen van papier en karton kunnen de inwoners van de gemeente ook terechtop het gemeentelijk containerpark.§ 3. Papier en karton mag niet worden meegegeven in de restafval zak, met grofvuil, in dePMD-zak of met een andere selectieve ophaalmethode, dan omschreven in deze afdeling. Hetmag ook niet worden aangewend als recipiënt voor andere afvalstoffen.

ART.3.3.4.2Het papier en karton moet worden samengebonden met touw of verpakt in kartonnen dozen, waarvanhet gewicht niet hoger mag zijn dan 18 kg.

Page 14: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

14

Het papier en karton mag slechts tussen 19 uur van de dag voorafgaand aan de dag waarop deophaling van het papier en karton zal plaatsvinden en 5 uur door de inwoners buiten geplaatstworden De dagen van de ophaling worden aan de inwoners meegedeeld via de ophaalkalender.Wanneer een ophaalronde op een feestdag valt, wordt deze automatisch verschoven naar de vorigeof de eerstvolgende werkdag, tenzij anders wordt bepaald door het college van burgemeester enschepenen.Het papier en karton moet door de inwoners op de rand van de openbare weg geplaatst worden.De aanbieding dient te gebeuren voor het betrokken perceel, op een wijze dat er geen hinderontstaat voor het normale verkeer.De inwoners van percelen gelegen aan een openbare weg dieomwille van zijn toestand geen normaal dienstverkeer van de ophaaldienst mogelijk maakt, of vanpercelen die afgelegen zijn van de openbare weg, kunnen verplicht worden om hun "papier-karton" langs een andere straat op de dichtstbij hun perceel gelegen straathoek die wel bereikbaaris, aan te bieden. In dit geval wordt deze (tijdelijke of permanente) maatregel hen schriftelijkmeegedeeld door het gemeentebestuur.Papier en karton, dat wordt aangeboden op een wijze die niet voldoet aan de voorwaarden van ditreglement wordt niet meegenomen. De aanbieder dient dit papier en karton nog dezelfde dag vande openbare weg te verwijderen.

Onderafdeling 5 : Selectieve inzameling van KLEIN GEVAARLIJK AFVAL (KGA).ART. 3.3.5.1§ 1. Voor het verwijderen van KGA kunnen de inwoners van de gemeente terecht op decontainerparken.§ 2. Het KGA mag niet worden meegegeven met de ophaling van huisvuil, grofvuil of eenandere selectieve ophaalmethode, dan omschreven in deze afdeling.§ 3. Medicijnen mogen enkel bij de apotheker worden afgegeven. Deze mogen niet op hetcontainerpark worden afgegeven.

ART. 3.3.5.2Het KGA moet afzonderlijk van andere afvalstoffen worden aangeboden. Hiervoor wordt eenmilieubox ter beschikking gesteld van de gezinnen.De milieubox is eigendom van het Vlaams Gewest en wordt slechts voor gebruik ter beschikkinggesteld. De gebruikers zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het gebruik van de milieubox. Hetgebruik van de milieubox dient te geschieden overeenkomstig de bepalingen van dit reglement.

ART. 3.3.5.3De aan de inwoners overhandigde milieubox is en blijft verbonden met het adres alwaar ze isafgeleverd. Ingeval van verhuizing is het de gebruiker niet toegestaan om de milieubox mee tenemen naar diens nieuw adres. Bij verhuizing zijn de inwoners verplicht de milieubox in goede staaten geledigd achter te laten voor de nieuwe bewoners. Indien er geen nieuwe bewoners komen,dienen de inwoners de milieubox af te leveren bij de bevoegde dienst in de gemeente.

ART.3.3.5.4Het aangeboden KGA wordt zoveel mogelijk in de oorspronkelijke verpakking, inclusiefbuitenverpakking, aangeboden om de identificatie te vereenvoudigen en indien nodig brengt devoortbrenger zelf aanduiding over aard en samenstelling van het KGA op de verpakking aan.Producten van verschillende aard mogen niet worden samengevoegd en tevens moet de verpakkingvan elk afzonderlijk produkt worden aangepast om lekken of andere ongewenste effecten tevoorkomen

ART. 3.3.5.5De afgifte van KGA gebeurt in aanwezigheid en onder toezicht van een aangestelde van devergunninghouder. Deze aangestelde verantwoordelijke persoon heeft ten allen tijde het recht om deidentiteit van de persoon die het K.G.A. aanbrengt te controlerenDe aanbieder van het KGA mag deze niet zelf in de KGA-kluis op het containerparkdeponeren, met uitzondering van TL-lampen, motorolie of frituurolie en -vetten.TL-lampen motorolie of frituurolie en -vetten die op de gemeentelijke containerparken wordenaangeboden dienen door de aanbieder ervan zelf in de daarvoor bestemde bakken of vaten over tegieten of te deponeren.

Onderafdeling 6 : Selectieve inzameling van groente-, fruit- en tuinafval

Page 15: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

15

SUBAFDELING 6.1.: TuinafvalART.3.3.6.1.1§ 1. Voor zover het tuinafval niet door de inwoners van de gemeente op eigen terrein zelf wordtgecomposteerd, kan men met deze afvalfractie terecht op de containerparken. Naast het feit dat deinwoners terecht kunnen op de containerparken voor de verwijdering van het tuinafval kan hetcollege van burgemeester en schepenen tweemaal per jaar een huis-aan-huisophaling van tuinafvalorganiseren.Het snoeihout moet worden samengebonden met touw, waarvan het gewicht niet hoger mag zijn dan18 kg per bundel. Zacht tuinafval (gras, bladeren) mag enkel in een composteerbare zak, teverkrijgen op het gemeentehuis.Het tuinafval mag slechts tussen 19 uur van de dag voorafgaand aan de dag waarop de ophaling vanhet tuinafval zal plaatsvinden en 5 uur door de inwoners buiten geplaatst worden. De dagen van deophaling worden aan de inwoners meegedeeld via de ophaalkalender.Het tuinafval moet door de inwoners op de rand van de openbare weg geplaatst worden. Deaanbieding dient te gebeuren voor het betrokken perceel, op een wijze dat er geen hinder ontstaatvoor het normale verkeer. De inwoners van percelen gelegen aan een openbare weg die omwillevan zijn toestand geen normaal dienstverkeer van de ophaaldienst mogelijk maakt, of van percelendie afgelegen zijn van de openbare weg, kunnen verplicht worden om hun tuinafval langseen andere straat op de dichtstbij hun perceel gelegen straathoek die wel bereikbaar is, aan tebieden. In dit geval wordt deze (tijdelijke of permanente) maatregel hen schriftelijk meegedeeld doorhet gemeentebestuur.Tuinafval, dat wordt aangeboden op een wijze die niet voldoet aan de voorwaarden van ditreglement wordt niet meegenomen. De aanbieder dient dit tuinafval nog dezelfde dag van deopenbare weg te verwijderen.§ 2. Het tuinafval mag niet worden meegegeven met het gewoon huisvuil in de restafvalzak, methet selectief opgehaalde PMD in de PMD-zak, met het grofvuil of met een andere selectieveinzamelmethode, dan omschreven in deze afdeling.

ART 3.3.6.1.2§ 1. Een bijzondere dienstverlening met betrekking tot de selectieve inzameling van Tuinafval kanaangevraagd worden bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband I.M.O.G. De modaliteitenworden vastgesteld door het intergemeentelijk samenwerkingsverband.§ 2. Het tuinafval moet met het oog op deze selectieve inzameling aangeboden worden in dehiervoor ter beschikking gestelde tuinafvalbak.§ 3. De tuinafvalbakken mogen slechts tussen 19 uur van de dag voorafgaand aan de dag waaropde ophaling van het tuinafval zal plaatsvinden en 5 uur door de inwoners buiten geplaatst worden aande rand van de openbare weg.De tuinafvalbakken moeten door de inwoners voor het betrokken perceel langs de rand van deopenbare weg worden geplaatst op een wijze die geen hinder vormt voor voertuigen, rijwielen envoetgangers.§ 4. Tuinafvalbakken die worden aangeboden op een wijze die niet voldoet aan de voorwaarden vandit hoofdstuk worden niet meegenomen. De aanbieder dient deze afvalbak nog dezelfde dag van deopenbare weg te verwijderen.

ART. 3.3.6.1.3§ 1. De gebruikers zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het deugdelijk gebruik van deTuinafvalbak. Onder deugdelijk gebruik wordt begrepen dat de Tuinafvalbak uitsluitend maggebruikt worden voor de opslag van Tuinafval en uitsluitend mag worden aangeboden op de wijzezoals voorzien in dit hoofdstuk.

Onderafdeling 6.2. : Groente- en FruitafvalART. 3.3.6.2.1Voor zover het Groente- en Fruitafval niet door de inwoners van de gemeente op eigen terrein zelfwordt gecomposteerd, kan deze afvalfractie meegegeven worden met het gewoon huisvuil in derestafvalzak (zoals bepaald in onderafdeling 1).

Onderafdeling 7 : Selectieve inzameling huis-aan-huis van plastiek-, metaal- en drankverpakking(PMD).ART. 3.3.7.1

Page 16: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

16

§ 1. De ophaling van het PMD gebeurt om de 2 weken. Het PMD wordt aangeboden in eenPMD-zak. De inwoners kunnen zich deze zakken aanschaffen, mits de betaling van een prijs perzak, jaarlijks door de gemeenteraad vast te stellen.§ 2. De dagen van de ophaling worden aan de inwoners meegedeeld via de ophaalkalender endienen samen te vallen met deze van de ophaling van de restafvalzak en deze van papier enkarton.Wanneer een ophaalronde op een feestdag valt, wordt deze automatisch verschoven naar de vorigeof de eerstvolgende werkdag, tenzij anders wordt vastgesteld door het college van burgemeester enschepenen.

ART. 3.3.7.2Het PMD-afval mag niet worden meegegeven in de restafvalzak, met het grofvuil of een andereselectieve inzamelmethode dan omschreven in deze afdeling.

ART. 3.3.7.3§ 1. Het PMD-afval moet verpakt worden in speciaal daartoe bestemde zakken (de PMD-zak).Deze zakken zijn verkrijgbaar bij het gemeentebestuur tegen een door de gemeenteraad bepaaldbedrag.§ 2. De verschillende fracties van het PMD-afval mogen gemengd in het daartoe bestemde PMD-zak worden aangeboden.§ 3. Het gewicht van een PMD-zak mag niet hoger zijn dan 18 kg en de zak moet volledig geslotenworden aangeboden.

ART. 3.3.7.4PMD-afval dat wordt aangeboden op een wijze die niet voldoet aan de voorwaarden van dezeafdeling wordt niet meegenomen. Deze zakken worden voorzien van een sticker. Indien de zakgeweigerd is, moet deze opnieuw gesorteerd worden. De aanbieder dient dit PMD-afval nog dezelfdedag van de openbare weg te verwijderen anders zal dit beschouwd worden als sluikstorten.

ART. 3.3.7.5Het PMD-afval mag slechts tussen 19 uur van de dag voorafgaand aan de dag waarop deophaling van het PMD-afval zal plaatsvinden en 5 uur door de inwoners buiten geplaatst wordenaan de rand van de openbare weg.Het PMD-afval moet door de inwoners voor het betrokken perceel langs de rand van de openbareweg worden geplaatst op een wijze die geen hinder vormt voor het verkeer.De inwoners van percelen gelegen aan een openbare weg die omwille van zijn toestand geennormaal dienstverkeer van de ophaaldienst mogelijk maakt, of van percelen die afgelegen zijn vande openbare weg, kunnen verplicht worden om hun PMD-afval langs een andere straat op dedichtstbij hun perceel gelegen straathoek die wel bereikbaar is, aan te bieden dit geval wordt deze(tijdelijke of permanente) maatregel hen schriftelijk meegedeeld door het gemeentebestuur.

Onderafdeling 8 Tarieven containerparkART. 3.3.8.1. Voor sommige afvalstoffen en/of door bepaalde aanbrengers dient een retributie teworden betaald. De gemeenteraad stelt het retributiereglement vast.

Onderafdeling 9 Marktafvalstoffen en afvalstoffen van evenementenART. 3.3.9.1 MarktafvalstoffenDit artikel is van toepassing op de openbare markten zoals beschreven in hoofdstuk 11.De marktkramers en/of handelaars zijn persoonlijk verantwoordelijk om, bij het verlaten van demarktplaats, hun standplaats en de onmiddellijke omgeving ervan in staat van volkomen netheid tebrengen. Daartoe zullen zij al het afval meenemen.

ART. 3.3.9.2Afvalstoffen van evenementen Zoals bepaald in art. 5.2.10 van dit reglement zal elke organisatorvan activiteiten, feesten, manifestaties, kermissen of bijzondere gebeurtenissen, al dan niet bijpublieke inrichtingen, op private terreinen of langs de openbare weg, zorgen voor een efficiënteinzameling van de afval die dergelijke activiteiten met zich meebrengen. Deze inzameling zalzoveel mogelijk selectief gebeuren (drankblikjes, papier, en andere). In de gevallen waarbij eenvergunning van de burgemeester voorzien is, zal het plan voor afvalinzameling en -verwijdering bij deaanvraag gevoegd worden.

Page 17: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

17

Onderafdeling 10 De containerparkenART. 3.3.10.1Het containerpark is een inrichting die tot doel heeft de gescheiden inzameling van afvalstoffenmogelijk te maken met het oog op de maximale recyclage.

ART. 3.3.10.2De containerparken zijn gelegen te:1)Vichte, aan de Otegemstraat2) Anzegem, in de LandergemstraatHet containerpark van Vichte is enkel toegankelijk voor categorie 1-voertuigen, het containerpark vanAnzegem is enkel toegankelijk voor categorie 1 en categorie 2-voertuigen. Op beide containerparkenzijn de volgende voertuigen verboden:- andere dan categorie 1 en 2 (o.a. vrachtwagens en tractors)- heftrucks of transpaletten

ART. 3.3.10.3§ 1. De containerparken zijn enkel bestemd voor afval afkomstig van inwoners van de gemeenteen dus enkel toegankelijk voor elke burger die gedomicilieerd is in Anzegem of elke burger die nietgedomicilieerd is in Anzegem maar die eigenaar of huurder is van een private woongelegenheid ophet grondgebied van de gemeente Anzegem, die niet tot zijn of haar hoofdverblijf dient, maar die opelk ogenblik door hen voor bewoning gebruikt kan worden en die de gemeentebelasting tweedeverblijven heeft betaald in het jaar voorafgaand aan het bezoek (te staven met een betalingsbewijs).Inwoners van een andere gemeente, al dan niet vergezeld van inwoners uit de gemeente Anzegem,worden de toegang ontzegd.Het aangeboden afval dient afkomstig te zijn van private huishoudens of van een vergelijkbarebedrijfsactiviteit.§ 2. De containerparken zijn enkel toegankelijk voor aanvoerders van afval, voor de dienstenvan de gemeenten en voor de verantwoordelijken voor de verwijdering van het afval.

Openingsuren containerpark te Anzegem:

dag voormiddag namiddagmaandag gesloten geslotendinsdag 10-12u 14-18uwoensdag gesloten 14-18u30donderdag gesloten 14u-18uvrijdag 10-12u 14-18uzaterdag 9u doorlopend tot 15u

Openingsuren containerpark te Vichte:

dag voormiddag namiddagmaandag gesloten geslotendinsdag 10-12u 14-18uwoensdag gesloten 14-18u30donderdag gesloten 14-18uvrijdag 10-12u 14-18uzaterdag 9u doorlopend tot 15u

De openingsuren van de gemeentelijke containerparken worden aangebracht aan de ingang van hetcontainerpark. De containerparken zijn gesloten op feestdagen. Buiten de openingsuren is hetcontainerpark niet toegankelijk voor personen vreemd aan de dienst.§ 3. Gemeentelijke toezichters zijn ter plaatse. De inwoners moeten strikt hun richtlijnen opvolgen.De gebruikers moeten hun identiteitsbewijzen tonen wanneer zij hierom verzocht worden.

ART. 3.3.10.4§1.Volgende afvalstoffen kunnen op de containerparken kunnen worden aangeboden: glas,

Page 18: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

18

papier en karton, schroot en oude metalen, batterijtjes, wit-en bruingoed, beeldbuishoudendmateriaal, frituurvet, frituurolie, motorolie, isomo, cd’s, kroonkurken, kledij, bloempotjes, LDPE-folie,pvc, matrassen, snoeihout en boomwortels, hout, gras, tuinafval, brandbare, niet recupereerbareafvalstoffen, afbraakmateriaal, inert materiaal, asbestcementafval, PMD.Daarenboven kan het College van Burgemeester en Schepenen beslissen voor andere afvalstoffenwelke selectief kunnen worden ingezameld, een specifieke container te voorzien. De afvalstoffenmogen enkel in de daartoe voorbestemde container of opslagruimte gedeponeerd worden.§2.De afvalstoffen dienen zoveel mogelijk gesorteerd te worden aangeboden, teneinde deverblijfsduur van de bezoekers op het terrein te beperken. Snoeihout in bussels mogen niet metijzerdraad gebonden zijn. Struiken, bomen of planten moeten van hun wortels ontdaan zijn, dit kanafzonderlijk worden gedeponeerd op de aangeduide plaats.§3. snoeihout, boomwortels en asbestcementafval kunnen enkel aangeleverd worden op hetcontainerpark te Anzegem.Bij aanvoer van asbestcementafval dient de aanvoerder zich eerst aan te melden bij de parkwachterwaar hij een asbestkaart ter beschikking krijgt. Naam en adres van de aanvoerder worden genoteerdin een register.

ART. 3.3.10.5.§1. De volgende afvalstoffen worden geweigerd:

radio-actieve stoffen explosieve stoffen drukhouders (gasflessen) besmette stoffen giftig afval geneesmiddelen specifieke bedrijfsafvalstoffen dierlijk afval pathologisch bevuild afval van ziekenhuizen en praktijken van medische beroepen voertuigwrakken rubberbanden KGA afkomstig van niet-huishoudelijke oorsprong Afval aangeboden in vuilzakken en kleine voorwerpen die thuishoren in een restafvalzak en

die er qua volume kunnen ingestopt worden§2. De volgende afvalstoffen zijn beperkt in hoeveelheid per beurt en mogen enkel afkomstig zijn vanparticuliere huishoudens:

minerale olie: maximum 10 liter frituurolie en vet: maximum 10 liter tl-lampen: maximum 10 stuks accu’s: maximaal 1 stuk klein gevaarlijk afval: maximaal 10 kg piepschuim (isomo): maximaal 0,25 m³ folies: maximaal 0,25 m³

ART. 3.3.10.6§ 1. Het is de toezichter toegestaan de aanvoerders van afvalstoffen buiten de omheining te latenwachten indien er zich reeds te veel aanbieders op het containerpark bevinden en in functie vaneen goede verkeersregeling op het containerpark.§ 2. Kinderen, jonger dan 12 jaar dienen vergezeld te worden door een begeleider, dezebegeleider waakt erover dat de kinderen niet spelen of lopen op het containerpark. Dieren zijn niettoegelaten. Het gemeentebestuur is niet verantwoordelijk voor ongevallen die zich voordien op hetcontainerpark.

ART. 3.3.10.7De snelheid van voertuigen is beperkt tot 5 km/uur. De motor dient stilgelegd te worden bij hetlossen van de afvalstoffen. De bezoekers en de ophalers zijn ertoe gehouden de aanwijzingenvan de toezichter te volgen. Op het containerpark worden voertuigen, al dan niet metaanhangwagen, waarvan het totaalgewicht méér dan 2500 kg bedraagt, geweigerd. De nettovrachtdie wordt aangevoerd mag hoogstens 200 kg bedragen per beurt en zeker géén volume hebbenvan méér dan 1m3. Verschillende beurten per dag zijn toegelaten mits toestemming van de

Page 19: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

19

toezichter en op voorwaarde dat de goede werking van het containerpark hierdoor niet in hetgedrang komt.

ART.3.3.10.3.8§ 1. De gebruikers van het containerpark moeten het door hen bevuilde terrein reinigen.§ 2. Het achterlaten van afval in de onmiddellijke omgeving van het containerpark wordtgelijkgesteld met sluikstort

ART. 3.3.10.3.9Op het containerpark is het verboden te roken of op enige andere wijze vuur te maken. Het isverboden om enige beschadiging aan te brengen aan de omheining, containers, gebouwen,beplantingen of uitrusting.

Onderafdeling 11 Ambulante verkooppunten van voedingsmiddelenART. 3.3.11De uitbaters van drankautomaten, snackbars, frituren, ijssalons en meer algemeen alle uitbaters vaninrichtingen die voedingswaren of dranken verkopen bestemd om buiten hun inrichting te gebruiken,dienen ervoor te zorgen dat behoorlijke en goed bereikbare vuilbakken duidelijk zichtbaar bij huninrichting zijn geplaatst. Zij dienen in te staan voor de tijdige lediging van de vuilbakken en dienende standplaats en de onmiddellijke omgeving van hun inrichting net te houden.

Onderafdeling 12 sluikstortenART. 3.3.12Wanneer afval wordt achtergelaten op een wijze of een plaats in strijd met dit reglement, is degemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van de daders, betrokken produkten of voorwerpenop te ruimen of te laten opruimen.

Onderafdeling 13 ToezichtART.3.3.13De politie, de door het gemeentebestuur aangestelde ophalers van afval en de toezichters op decontainerparken hebben steeds de bevoegdheid om, in twijfelgevallen, zich ervan tevergewissen of het huishoudelijk afval op de correcte wijze, zoals bepaald in dit hoofdstuk, wordtaangeboden. De ophalers kunnen weigeren om dit foutief aangeboden afval op te halen enkunnen indien nodig de politiediensten van hiervan op de hoogte stellen.

HOOFDSTUK 4: AANWIJZINGEN OP HUIZEN EN GEBOUWEN

Afdeling 1: Nummeren van huizen

Art.4.1.1De eigenaars en bewoners van gebouwen zijn verplicht:1) het nummer dat hen door de gemeentelijke overheid is aangeduid, door deze instantie te latenaanbrengen en er voor te zorgen dat dit nummer leesbaar blijft.

2) wanneer het nummer tijdelijk onzichtbaar is door afsluitingen, aangebracht tijdens het uitvoerenvan werken, dit op de afsluitingen aan te brengen.

Afdeling 2: Aanbrengen van andere tekens.

Art.4.2.1De eigenaars en bewoners zijn verplicht:1) toe te laten dat de gemeentelijke overheid op de gebouwen al de door haar nodig geachtetekens, bestemd voor algemeen nut, aanbrengt, verwijdert of vervangt.2) de gemeentelijke overheid te verwittigen wanneer deze tekens onleesbaar of onzichtbaar worden.

Art.4.2.2Het is verboden de nummers of tekens, bedoeld onder artikel 4.1.1. en 4.2.1. te verwijderen, tebeschadigen, onleesbaar te maken, of andere nummers of tekens aan te brengen.

Page 20: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

20

HOOFDSTUK 5: ORDE EN VEILIGHEID.

Afdeling 1: Lawaai

Art.5.1.1Het is verboden anderen op gelijk welke manier overdreven hinder of last, volgens de norm vande wet, aan te doen.Wanneer dit gebeurt in een voor het publiek toegankelijke plaats, kan de politie, zolang de ordeniet hersteld is, de overtreder verwijderen, de plaats doen ontruimen en de sluiting van de lokalenbevelen.Het voortbrengen van geluid dat van aard is de rust van de inwoners te verstoren, en in het bijzonderhet voortbrengen van nachtgerucht en nachtrumoer waardoor de rust van de inwoners kan verstoordworden, is verboden.

Een geluid wordt niet-hinderlijk beschouwd wanneer dit het gevolg is van spelende kinderen. Bijgevolgis de eerste paragraaf van dit artikel niet van toepassing op het lawaai veroorzaakt door tijdens dedag (tot uiterlijk 22u) spelende kinderen.

Art.5.1.2Het is verboden:1) houtzagen, grasmaaiers en andere werktuigen aangedreven door ontploffings- of elektrischemotoren te gebruiken in open lucht tussen 22 uur en 6 uur. Op zon- en feestdagen is het gebruik vandergelijke toestellen eveneens verboden. Deze verbodsbepalingen zijn echter niet van toepassing oplandbouw-, tuinbouw- en bosbouwmachines, aangewend voor de normale exploitatie van het bedrijf.2) al dan niet automatische alarmkanonnen of gelijkaardige apparaten om de vogels af teschrikken, te gebruiken, op minder dan 100 m van een woning; het is verboden deze apparaten telaten werken tussen 21 uur en 8 uur. Tijd tussen 2 opeenvolgende ontploffingen moet minstens 15minuten bedragen.3) lawaai of hinder te veroorzaken door het oplaten of geleiden van miniatuurvliegtuigen ofsoortgelijke toestellen.4) vuurwapens af te schieten, springtuigen van welke aard ook te gebruiken, vuurwerk af te steken,behoudens voorafgaandelijke en schriftelijke toelating van de burgemeester. Aan die toelating kunnenbepaalde voorwaarden verbonden worden om de openbare orde en rust niet te verstoren of eventueelde verstoring te beperken tot een minimum. Het vuurwerk en de springtuigen kunnen in beslaggenomen worden en door de rechter verbeurd verklaard5) goederen en voorwerpen in open lucht te laden of te lossen tussen 22 uur en 6 uur, wanneer ditgeschiedt op minder dan 100 m van een woning.Deze verbodsbepaling is niet van toepassing voor bedrijven waarvoor in de bijzonderemilieuvergunningsvoorwaarden van het bedrijf reeds specifieke tijdstippen zijn vastgelegd voor hetladen en lossen van voorwerpen en goederen.6) vreugdesaldo’s af te vuren. Onverminderd de overige wettelijke en reglementaire bepalingen is hetbehoudens voorafgaande vergunning verleend door de burgemeester of zijn gemachtigde verbodenvreugdeschoten af te vuren.De vergunning kan enkel worden afgeleverd ter gelegenheid van feestelijkheden. Vreugdeschotenmogen niet worden afgevuurd vóór 7 uur 30 minuten en na 21 uur. De vergunning moet in het bezitzijn van hem die de vreugdeschoten afvuurt. Hij moet ze op eenvoudig verzoek van de politie tercontrole overhandigen.Het door de vreugdeschoten voortgebrachte geluid mag de omwonenden niet hinderen, of devoorbijgangers niet aan het schrikken brengen.Eventuele omwonenden binnen een straal van 50 meter moeten door de houder van de vergunningverwittigd worden van het feit dat er vreugdeschoten zullen gelost worden, met vermelding van datumen tijdstip. Deze informatie moet eveneens ter kennis van de politie worden gebracht.De schoten mogen gelost worden in ononderbroken perioden van maximum tien minuten met eenmaximale snelheid van één schot per seconde.Degenen die de vreugdeschoten afvuren moeten minstens 18 jaar oud zijn en mogen zich niet onderinvloed van alcoholische dranken bevinden.Het is verboden te schieten in de nabijheid van openbare gebouwen.Het kruit dat gebruikt wordt mag enkel aangekocht worden bij een erkende wapenhandelaar en/ofverkoper. Er mogen geen mengsels gemaakt worden door de bedieners of deelnemers.

Page 21: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

21

De politie kan ten allen tijde het stopzetten bevelen, ongeacht het uur. Bij niet naleving van degebruiksmodaliteiten zal proces-verbaal opgesteld worden.

Afdeling 2: Activiteiten - feesten - manifestaties

Art.5.2.1Het is verboden op de openbare weg - zonder vergunning van de burgemeester:1) als bewaker van voertuigen op te treden;2) collecties te houden;3) geschriften, prenten, aankondigingen, drukwerken of voorwerpen "te verkopen" of "te koop" testellen.In geval van overtreding worden de geschriften, prenten, aankondigingen, drukwerken ofvoorwerpen in beslag genomen en bij veroordeling verbeurd verklaard.De vergunning in verband met wat bepaald is onder punt 3 van dit artikel, kan slechts geweigerdworden om redenen van openbare orde, rust, netheid en veiligheid.Wat betreft het uitdelen of verspreiden van geschriften, prenten, aankondigingen,drukwerken of voorwerpen, kan de burgemeester het uitdelen of verspreiden hiervan enkelverbieden om redenen van openbare orde, rust, netheid en veiligheid. Van de uitgedeelde ofverspreide geschriften, prenten, aankondigingen, drukwerken of voorwerpen dient tenminstevierentwintig uren voor de aanvang van de uitdeling of de verspreiding, een exemplaar te wordenafgegeven bij de gemeentelijke politiediensten.

Art.5.2.2.Het is verboden op een voor het publiek toegankelijke plaats een misvormd of een verminktlichaamsdeel met opzet te vertonen.

Art.5.2.3.Tijdens de eindejaarsperiode, nl. van 19 december tot en met 31 januari is het gebruik van Thaïselampionnen of wensballonnen op het grondgebied van Anzegem verboden.

Art.5.2.4.Het is verboden op de openbare weg - zonder vergunning van de burgemeester:1) feesten en vermakelijkheden te geven;2) muziek- of zanguitvoeringen of vertoningen van welke aard ook te houden;3) tentoonstellingen, wedstrijden of keuringen te houden of er deel aan te nemen.4) vuurwerk af te steken of springtuigen van om 't even welke aard te gebruiken.

Art.5.2.5Het is verboden op de openbare weg zonder vergunning van de burgemeester:1) volksverzamelingen te organiseren, uit te lokken, of er deel aan te nemen;2) optochten met voertuigen en publiek te vormen, of er deel aan te nemen;3) spandoeken of borden te dragen of te vervoeren met de bedoeling de teksten hierdoor voor hetpubliek zichtbaar te maken;4) toespraken of voordrachten te houden;5) plechtigheden bij monumenten in te richten, of te laten plaatshebben.De aanvragen om een vergunning moeten schriftelijk en tijdig tot de burgemeester gericht worden, ditmet de aanduiding van de te volgen weg.Bij volksverzamelingen of optochten - zelfs met toelating - is iedereen verplicht gevolg te gevenaan de bevelen van de politie om een bepaalde weg of richting te volgen.

Art.5.2.6.Het is verboden als beheerder, of exploitant of aangestelde voor eigen rekening van derden op deopenbare weg of in een voor het publiek toegankelijke plaats of in een plaats waar toegang slechtsonder bepaalde voorwaarden wordt verschaft: o.m. na betaling van een toegangsgeld of bijdrage,roulettespelen in welke vorm of type ook op te stellen of uit te baten.Bij inbreuk worden de apparaten die er het voorwerp van uitmaken, steeds in beslag genomen enbij veroordeling verbeurd verklaard.

Page 22: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

22

Art.5.2.7.Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester op de openbare weg reclame te maken metenig voertuig of toestel.

Art.5.2.8.Het is verboden zich zonder voorafgaande vergunning in het openbaar, geheel of gedeeltelijkgemaskerd, vermomd of onkenbaar gemaakt, te vertonen.

Art.5.2.9.Het is verboden zonder toelating van de burgemeester op de openbare weg brandende fakkelste dragen.

Art.5.2.10.Het aanbrengen van aanplakbrieven en andere visuele reclames of publiciteitsmiddelen open langs de openbare weg is onderworpen aan een voorafgaandelijke en schriftelijketoestemming van de burgemeester.Bij de aanvraag wordt een exemplaar van aanplakbiljet neergelegd op het gemeentehuis. Deaanvraag moet tijdig worden ingediend.Bovenvermelde zaken mogen niet vroeger dan vijftien dagen vóór de datum van de manifestatie ofactiviteit worden aangebracht en ze moeten ten laatste de achtste dag erna verwijderd worden.De niet regelmatig aangebrachte aanplakbrieven of publiciteitsmiddelen kunnen door degemeentediensten verwijderd worden.Dit artikel geldt niet voor aanplakkingen of aankondigingen van openbare verkopen, aan demuren van de gebouwen die te koop worden gesteld of waar de verkoop gebeurt.

Art.5.2.11.Elke organisator van activiteiten, feesten, manifestaties, kermissen of bijzondere gebeurtenissen, aldan niet bij publieke inrichtingen, op private terreinen of langs de openbare weg, zal zorgen voor eenefficiënte inzameling van de afval die dergelijke activiteiten met zich meebrengen. Deze inzameling zalzoveel mogelijk selectief gebeuren (drankblikjes-papier en andere). In de gevallen waarbij eenvergunning van de burgemeester voorzien is, zal het plan voor afvalinzameling en -verwijdering bij deaanvraag gevoegd worden.

Artikel 5.2.12.De wet van 31 december 1851 verbiedt in principe het houden van loterijen en tombola's.Uitzonderingen zijn tombola's of loterijen die bestemd zijn voor 'godvruchtige of liefdadige werken' ofvoor het openbaar nut. Wie een tombola of loterij wil organiseren, moet een toelating aanvragen bijhet college van burgemeester en schepenen. De aanvraag moet ten minste 30 dagen op voorhandgebeuren. Gaat het over een verkoop verspreid over verschillende gemeenten, dan moet devergunning aangevraagd worden bij de deputatie van de provincie waar de gemeenten gelegen zijn.

Afdeling 3: Kermissen

Onderafdeling 1. Organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten inkermisgastronomie op openbare kermissenArtikel 5.3.1.1.ToepassingsgebiedAls kermis wordt beschouwd elke manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeenteom, op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, de uitbaters van kermisattracties of vankermisgastronomie, die er producten of diensten aan de consument verkopen, samen te brengen.Als kermisactiviteit wordt beschouwd elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog opde verkoop van diensten aan de consument in het kader van de uitbating van kermisattracties of vanvestigingen van kermisgastronomie.

Dit reglement is niet van toepassing op pretparken, noch op vaste kermisattracties.

Artikel 5.3.1.2.Gegevens van openbare kermissenDe gemeente richt op het openbaar domein volgende openbare kermissen in :

Page 23: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

23

naam locatie duur(inclopzetten enafbreken)

tijdstip en duur

deelgemeenteAnzegem

Ommegang Anzegem Kerkplein Anzegem 8 dagen 1° zondag na feestdag St-Jan (24 juni) of als St-Janop een zondag valt : opdeze zondag

Kermis Anzegem Kerkplein Anzegem(Sint-Janskerk)

8 dagen 1° zondag van september

Statiekermis Statieplein Anzegem 7 dagen 2° zondag na PasenKermis Heirweg Kerkplein Heirweg (St-

Theresiakerk) en ingangRoterijstraat

7 dagen Tweede zondag van mei.

Ommegang Heirweg Kerkplein Heirweg (St-Theresiakerk) en ingangRoterijstraat

7 dagen laatste zondag vanseptember

OmmegangGijzelbrechtegem

Gijzelbrechtegemstraat(aan de St-Mattheuskerk)

7 dagen 1° zondag na 10 mei

KermisGijzelbrechtegem

Gijzelbrechtegemstraat(aan de St-Mattheuskerk)

7 dagen 1° zondag na 12 oktober

deelgemeenteIngooigem

Sint-AntoniusWinterommegang

Kerkplein Ingooigem 4 dagen 1° zondag na 17 januari ofals 17 januari op eenzondag valt : op dezezondag

Ommegang Ingooigem Kerkplein Ingooigem(St-Antoniuskerk)

10 dagen 2° zondag van juni

Kermis Ingooigem Kerkplein Ingooigem(St-Antoniuskerk)

8 dagen 1° zondag van oktober

deelgemeente Kaster

Ommegang Kaster Groeningeplein 8 dagen 1° zondag na feestdag St-Pieter (28 juni) of als St.-Pieter op een zondag valtop deze dag zelf.

Kermis Kaster Groeningeplein 8 dagenlaatste zondag vanseptemberCorbiefeesten Langs de Varentstraat 4 dagen 2° zondag van julideelgemeenteTiegemOmmegang Tiegem Omgeving Sint-

Arnolduspark8 dagen 1° zondag na 15/8

Kermis Tiegem Kerkplein Tiegem(St-Arnolduskerk)

8 dagen 3° zondag van september

Bergkermis Tiegemberg 8 dagen 2° zondag van oktoberKouterkermis Omgeving ’t Smeske en

Oude Koestal8 dagen 2° zondag van september

deelgemeente Vichte

Ommegang Vichte Marktplein Vichteplaats 8 dagen 1° zondag van juliKermis Vichte Marktplein Vichteplaats 8 dagen voorlaatste zondag van

september

Page 24: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

24

De gemeenteraad geeft volmacht aan het college van burgemeester en schepenen om de data voorde kermissen te bepalen en om wijzigingen aan het kermisplan aan te brengen.Plan van de standplaatsen: (zie bijlage)De standplaatsen ingenomen ter gelegenheid van voormelde kermissen mogen niet langer bezetworden dan gedurende de in dit artikel vermelde periodes.

Artikel 5.3.1.3.Voorwaarden inzake toewijzing standplaatsenDe standplaatsen op een openbare kermis worden toegewezen:§ 1. Voor kermisattracties en vestigingen van kermisgastronomie met bediening aan tafel:

aan de houders van een “machtiging als werkgever in kermisactiviteit” voor eigen rekening aan rechtspersonen door tussenkomst van de persoon verantwoordelijk voor hun dagelijks

bestuur houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten”.Bijkomende voorwaarden :

uitbater dient behoorlijk gedekt te zijn door verzekeringspolissen inzake burgerlijkeaansprakelijkheid en tegen brandrisico’s.

wanneer het een kermisattractie met voortbeweging van personen, aangedreven door eenniet-menselijke energiebron betreft, dient de attractie te voldoen aan de bepalingen van artikel10 van het KB van 18 juni 2003 betreffende de uitbating van kermistoestellen.

het bewijs dat de uitbating van de kermisattractie met dieren voldoet aan de reglementairevoorschriften betreffende deze materie.

het bewijs dat de vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel en de personendie er werkzaam zijn, voldoen aan de reglementaire voorwaarden inzake volksgezondheid.

§ 2. Voor vestigingen van kermisgastronomie zonder bediening aan tafel : aan de houders van een “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten” voor eigen

rekening. aan rechtspersonen door tussenkomst van de persoon verantwoordelijk voor hun dagelijks

bestuur houder van de “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”.Bijkomende voorwaarden :

de uitbater dient behoorlijk gedekt te zijn door verzekeringspolissen inzake burgerlijkeaansprakelijkheid en tegen brandrisico’s.

het bewijs dat de vestiging en de personen die er werkzaam zijn voldoen aan dereglementaire voorwaarden inzake volksgezondheid.

Teneinde de diversiteit van het aanbod te waarborgen is het aantal standplaatsen per ondernemingbeperkt tot drie, met dien verstande dat de onderneming in kwestie (eigenaar van de drie attracties)elk van deze drie standplaatsen dient te bezetten met een andere attractie of uitbating vankermisgastronomie.

Artikel 5.3.1.4.Verhouding abonnement – losse plaatsenDe standplaatsen op de openbare kermissen worden toegewezen:

hetzij per abonnement hetzij voor de duur van de kermis

De regel is het abonnement. De toewijzing voor de duur van de kermis, is mogelijk : in geval van absolute noodzaak wanneer de verplichtingen onafscheidelijk verbonden zijn aan de hernieuwing van de kermis

(bvb. introductie van nieuwe attracties).

De standplaatsen per abonnement worden toegewezen aan de uitbater die een zelfde standplaats opeen abonnementsplaats heeft verkregen gedurende 3 opeenvolgende jaren. Voor de berekening vande termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door de overlaterverrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij deovername.De regel van drie jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen n.a.v. een opschorting vanhet abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die darna de nieuweovernemer is geworden van de standplaats.

Artikel 5.3.1.5.Toewijzingsregels voor standplaatsen op de openbare kermissen§ 1 . Vacature en kandidatuurstelling standplaats.

Page 25: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

25

Wanneer een standplaats vrijkomt, zal de burgemeester of zijn afgevaardigde deze vacature bekendmaken door publicatie van een kennisgeving.Deze kennisgeving zal gebeuren door middel van een bericht aangeplakt aan het gemeentehuis envia de website (www.anzegem.be) en via de lokale pers.De kandidaturen worden ingediend volgens de voorschriften (art.14 van het K.B. 24 september 2006)en binnen de termijn voorzien in de kennisgeving van de vacature. Kandidaturen die hieraan nietvoldoen, worden niet weerhouden.

§2. Onderzoek van de kandidaturenVoor de vergelijking van de kandidaturen onderzoekt de gemeente of voldaan is aan de voorwaardeninzake toewijzing vermeld in artikel 5.3.1.3. van dit reglement.De standplaatsen worden toegewezen op basis van één of meer van de volgende criteria:

de aard van de attractie of van de vestiging de technische specificaties van de attractie of van de vestiging de graad van veiligheid van de attractie of van de vestiging de aantrekkingskracht van de attractie of van de vestiging de deskundigheid van de uitbater, van de “aangestelde-verantwoordelijken” en van het

tewerkgesteld personeel desgevallend, de nuttige ervaring de ernst en het zedelijk gedrag van de kandidaat

Het openen van de kandidaturen, hun vergelijkend onderzoek, de controle van de voorwaarden en degemotiveerde beslissing tot toewijzing van de standplaats worden opgenomen in een proces-verbaal.

§3. Bekendmaking van de toewijzing van de standplaatsDe gemeente deelt zowel aan de kandidaat die de standplaats toegewezen kreeg als aan elke nietweerhouden kandidaat de beslissing die hem aanbelangt, mee:

hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding hetzij per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding

Artikel 5.3.1.6.Het register of plan van de toegewezen standplaatsenEen plan of register wordt bijgehouden waarin voor elke toegewezen standplaats vermeld staat:

de situering van de standplaats de toewijzingsmodaliteiten van de standplaats de duur van het gebruiksrecht of het abonnement de naam, voornaam, adres van de persoon aan wie of door tussenkomst van wie de

standplaats toegewezen werd desgevallend, het maatschappelijk doel van de rechtspersoon aan wie de standplaats

toegewezen werd en het adres van haar maatschappelijke zetel. het ondernemingsnummer de aard van de attractie of van de vestiging die de standplaats inneemt of die op de

standplaats toegelaten is desgevallend, de identificatie van de overlater en de datum van de overdracht

Artikel 5.3.1.7.SpoedprocedureIndien, in de vijftien dagen voorafgaand aan de opening van de kermissen, de standplaatsen vacantblijven,

hetzij omdat zij niet konden toegewezen worden na afloop van de gewoneprocedure(art.5.3.1.5. van dit reglement)

hetzij omdat ze dit in die tussentijd zijn geworden hetzij tengevolge van hun niet-bezetting resulterend uit de afwezigheid van hun houder,

kan worden voorzien in een spoedprocedure die als volgt is bepaald: de gemeente raadpleegt de door hem gekozen kandidaten. Zij richt zich, in de mate van het

mogelijke, tot verscheidene kandidaten per voorziene standplaats. De kandidaturen worden ingediend hetzij per duurzame drager tegen ontvangstbewijs, hetzij

schriftelijk tegen ontvangstbewijs;

Page 26: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

26

De gemeente gaat over tot de toewijzing van de standplaatsen overeenkomstig de bepalingenopgenomen in artikel 5.3.1.5. § 2 (1° en 2° lid)

Hij stelt een proces-verbaal op dat per vacature of onbezette standplaats de kandidatenvermeldt die hun kandidatuur hebben ingediend;

Indien meerdere kandidaten naar eenzelfde standplaats dingen, geeft hij in het proces-verbaalde motivatie van zijn keuze aan;

Hij deelt aan iedere kandidaat, hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding,hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding, hetzij per duurzame drager(bijv.fax of e-mail) met ontvangstmelding, de beslissing mede die hem aanbelangt.

Het plaatsen van uitbaters van kermisattracties of vestigingen waaraan een standplaats werdtoegewezen op basis van de spoedprocedure, kan leiden tot aanpassingen aan het plan van dekermis, voor zover deze beperkt blijven en nauwkeurig worden gemotiveerd door de technischenoodzakelijkheden van de toevoeging van de nieuwkomers op het kermisterrein.De aanpassingen zullen onderworpen worden aan de goedkeuring van het eerstvolgende college vanburgemeester en schepenen.

Artikel 5.3.1.8.:Duur abonnement§ 1 . Het abonnement heeft een duur van vijf jaar.Na afloop wordt het stilzwijgend verlengd behalve in de gevallen bedoeld bij het opschorten (cf.art.5.3.1.9. van dit reglement) ) of het afstand doen van het abonnement (cf. artikel 5.3.1.10. van ditreglement).

§ 2 . De houder van het abonnement kan, op gemotiveerd verzoek, het abonnement voor een kortereduur verkrijgen. Deze aanvraag wordt ingewilligd bij de stopzetting van de activiteiten aan het eindevan de loopbaan.Indien zij omwille van andere motieven aangevraagd wordt, hangt ze af van de beoordeling van deburgemeester of van zijn afgevaardigde.

Artikel 5.3.1.9.:Opschorten abonnementDe houder van het abonnement kan deze opschorten wanneer:§ 1 . hij tijdelijk ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen:

door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond

De opschorting gaat in onmiddellijk na de bekendmaking van de ongeschiktheid en houdt op op heteinde van de kermis.Indien de opschorting één jaar overschrijdt, moet zij minstens dertig dagen vóór het begin van dekermis hernieuwd worden.§2. hij over een abonnement beschikt voor een andere kermis die op hetzelfde ogenblik plaats heeft.De opschorting moet bekendgemaakt worden tenminste drie maanden vóór de begindatum van dekermis. Zij mag geen drie opeenvolgende jaren overschrijden.De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen ontstaan die uit deovereenkomst voortkomen.

De vraag tot opschorting, dient te gebeuren: hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding hetzij per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding

Artikel 5.3.1.10.Afstand van het abonnementDe houder van het abonnement kan van het abonnement afstand doen:

bij de vervaldag van het abonnement, mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden bij de stopzetting van zijn activiteiten, mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteiten uit te oefenen:

- hetzij in geval van ziekte of ongeval met medisch attest- hetzij in geval van overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond.

De opzegging gaat in op de dertigste dag volgend op de datum ontvangst bekendmaking vande ongeschiktheid.

Page 27: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

27

door een vervroegde beëindiging van zijn abonnement aan te vragen voor ander motieven. Debeslissing om gevolg aan deze aanvraag te geven, hangt af van de beoordeling van deburgemeester of zijn afgevaardigde.

De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent,kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg, afstand doen van het abonnement waarvan hijde houder was.

Artikel 5.3.1.11.Schorsing en opzegging van het abonnementDe gemeente kan het abonnement intrekken of schorsen omdat de titularis van de standplaats nietlanger voldoet aan de wettelijke verplichtingen betreffende de uitoefening van kermisactiviteiten of aandeze die van toepassing zijn op de betrokken attractie of vestiging.De intrekking of schorsing van het abonnement gebeurt :

hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding hetzij per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding

Artikel 5.3.1.12.Overdracht standplaatsDe overdracht van een standplaats is toegelaten wanneer:§1. de houder van een standplaats op een openbare kermis de uitbating van zijn attractie(s) of zijnvestiging(en) stopzet.§2. de houder van een standplaats overlijdt. Zijn rechthebbende kunnen zijn standplaats overlaten.

In beide gevallen is overdracht slechts mogelijk op voorwaarde dat: de overnemer(s) de attractie(s) of vestiging(en) uitgebaat op de overgedragen standplaatsen

overneemt. De overnemer voldoet aan de voorwaarden tot het toewijzen van een standplaats op de

kermis (art. 5.3.1.3.) De gemeente vastgesteld heeft dat de overnemer voldoet aan de voorwaarden tot overdracht.

Artikel 5.3.1.13.Inname standplaatsen§ 1 . De standplaats kermisattractie of vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel kaningenomen worden door:

1) de persoon aan wie de standplaats toegewezen is (art. 5.3.1.3. van dit reglement)houders”machtiging als werkgever in kermisactiviteiten”

2) de verantwoordelijke van het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaatsis toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten”

3) de echtgenoot of echtgenote of wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wiede standplaats werd toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever inkermisactiviteiten” voor de uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening

4) de feitelijke venno(o)t(en) van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werdtoegewezen, houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” voor deuitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening.

5) De personen die beschikken over de “machtiging als aangestelde-verantwoordelijke inkermisactiviteiten” die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van depersonen bedoeld in 1) tot en met 4)

6) Aangestelden die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de personenbedoeld in 1) tot en met 4) onder het gezag en in aanwezigheid van deze of van een persoonbedoeld in 5)

De personen bedoeld in 2) tot en met 5) kunnen deze standplaatsen innemen voor zover hunmachtiging geldig is voor de attractie of vestiging die erop uitgebaat worden.Zij kunnen deze standplaatsen innemen buiten de aanwezigheid van de personen aan wie of doormiddel van wie ze werden toegewezen.

§2. De standplaats voor een ambulante activiteit in kermisgastronomie zonder bediening aan tafelkan ingenomen worden door:

Page 28: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

28

1) de persoon aan wie de standplaats toegewezen is (cf. art. 5.3.1.3. van dit reglement) houders“machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”

2) de verantwoordelijke van het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaatsis toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”

3) de feitelijke venno(o)t(en) van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werdtoegewezen, houder van de “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van eenambulante activiteit voor eigen rekening.

4) de echtgenoot of echtgenote en wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wiede standplaats werd toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever” voor deuitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening

5) door de personen die beschikken over een “machtiging als aangestelde A” of een “machtigingals aangestelde B”, die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van denatuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in 1) tot en met 4)

6) door de personen vrijgesteld van de machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteitenin een vestiging kermisgastronomie zonder bediening aan tafel, in aanwezigheid en onder hetgezag van de houder van de “machtiging ambulante activiteiten als werkgever” of van dehouder van de “machtiging ambulante activiteiten als aangestelde A of B”.De personen opgesomd in 2) tot en met 5) kunnen de standplaatsen innemen buiten deaanwezigheid van de personen aan wie of door middel van wie ze werden toegewezen.

Onderafdeling 2. Organisatie van kermisactiviteiten op het openbaar domein buiten openbarekermissenArtikel 5.3.2.1.Toepassingsgebied§1. Op aanvraag van een kermisuitbaterEenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere plaatsen van het openbaardomein buiten de openbare kermissen om een kermisattractie of vestiging van kermisgastronomie metbediening aan tafel uit te baten dient dit voorafgaand aan te vragen bij de burgemeester of zijnafgevaardigde.Deze aanvraag dient te gebeuren via standaardformulier (cf. bijlage)

§2. Van uit de gemeenteWanneer de burgemeester of zijn afgevaardigde een standplaats op het openbaar domein wenst toete kennen, wordt de procedure zoals omschreven in artikel 5.3.1.5. van dit reglement gevolgd.

Artikel 5.3.2.2.Voorwaarden inzake toewijzing en inname standplaatsenDe personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen (cf. artikel 5.3.1.3.) en innemen vande standplaatsen op de openbare kermis kunnen standplaatsen op het openbaar domein verkrijgenvoor een kermisattractie of vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel. Een vestigingvan kermisgastronomie zonder bediening aan tafel valt onder het toepassingsgebied van hetgemeentelijk reglement betreffende de organisatie van ambulante activiteiten op het openbaardomein.

Artikel 5.3.2.3.Duur machtigingDe machtiging wordt door de burgemeester of zijn afgevaardigde toegekend

hetzij voor een bepaalde periode hetzij per abonnement

Een abonnement kan toegekend worden van zodra de kermisuitbater een zelfde standplaats heeftverkregen gedurende twee opeenvolgende jaren.Voor de berekening van de termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van destandplaats door de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat ergeen onderbreking was bij de overname.De regel van twee jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen n.a.v. een opschorting vanhet abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuweovernemer is geworden van de standplaats.

Onderafdeling 3. Organisatie van kermisactiviteiten op privéterreinArtikel 5.3.3. 1.:

Page 29: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

29

ToepassingsgebiedEenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere plaatsen van een privé-terreinom een kermisattractie of vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel uit te baten dientdit voorafgaand aan te vragen bij de gemeente.Deze aanvraag dient te gebeuren via standaardformulier (cf. bijlage)

Artikel 5.3.3.2.Voorwaarden inzake toewijzingen inname standplaatsenDe voorafgaande toelating van de burgemeester of zijn afgevaardigde is vereist voor :

organisatie van een kermis ontstaan uit privé-initiatief organisatie van een kermisactiviteit op een prive-terrein

De personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen (cf. artikel 5.3.1.3.) en innemen vande standplaatsen op de openbare kermis kunnen standplaatsen op het openbaar domein verkrijgenvoor een kermisattractie of vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel. Een vestigingvan kermisgastronomie zonder bediening aan tafel valt onder het toepassingsgebied van hetgemeentelijk reglement betreffende de organisatie van ambulante activiteiten op het openbaar domein

De voorafgaande toelating kan door de burgemeester of zijn afgevaardigde geweigerd worden: om redenen van openbare orde, volksgezondheid, of bescherming van de consument

(hygiënenormen, ruimtelijke ordening) indien de activiteit van aard is om het bestaand commercieel- of kermisaanbod in gevaar te

brengen

Onderafdeling 4. SlotbepalingenArtikel 5.3.4.1.De personen belast met de praktische organisatieDe personen belast met de praktische organisatie van openbare kermissen en de uitoefening vankermisactiviteiten op het openbaar domein worden aangesteld door de burgemeester.Ze zijn in de uitoefening van hun opdracht gemachtigd om de documenten vermeld in art. 5.3.1.3. tecontroleren .

Art.5.3.4.2.Uitbaters van kermisactiviteiten, die gemachtigd werden zich op het grondgebied van de gemeenteop te stellen, mogen op zon- en feestdagen hun inrichtingen niet openen voor 10 uur 's voormiddags.Zij moeten op om het even welke dagen uiterlijk om 24 uur gesloten worden.De Burgemeester mag, om bijzondere redenen, het sluitingsuur vervroegen.Hij mag eveneens op andere dan de hierboven vermelde dagen het openingsuur vervroegen.

Art.5.3.4.3.De uitbaters van om het even welke foorinrichting moeten er voor zorgen dat er geen kabels ofdraden voor elektriciteitsvoorziening op de grond blijven liggen.Deze kabels of draden moeten op voldoende hoogte opgehangen worden zodat ze niemandkunnen hinderen. Er mag geen schade aan het openbaar domein worden aangebracht.

Afdeling 4: Publieke inrichtingen

Art.5.4.1Hij die een inrichting opent, overneemt of verplaatst, waar eet- of drankwaren door het publiekkunnen verbruikt worden of waar slaapgelegenheid wordt verschaft, is gehouden daarvan hetcollege van burgemeester en schepenen vooraf schriftelijk in kennis te stellen.

Art.5.4.2De verplichting om het college van burgemeester en schepenen vooraf schriftelijk in kennis te stellengeldt eveneens voor inrichtingen waar leden van privaat gezelschap uitsluitend of hoofdzakelijkbijeenkomen om sterke of gegiste dranken te gebruiken of om aan hazardspel te doen. Dezeinrichtingen moeten beantwoorden aan de voorwaarden gesteld in de bijzondere wetten en inhet gemeentelijk bouwreglement.

Art.5.4.3

Page 30: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

30

De houders van hotels, pensions, restaurants, drankhuizen en dancings zijn verplicht huningeschreven personeel binnen de drie dagen na de aanwerving bij de politie aan te melden met hetvoorleggen van een uittreksel uit het strafregister, afgeleverd door de overheid van de laatstewoon- of verblijfplaats.

Art.5.4.4Het eenvoudig ten gehore brengen van muziek in herbergen, koffiehuizen, drankslijterijen,spijshuizen en in het algemeen in plaatsen waar in het klein, bier, wijn of andere dranken verkochtworden, is toegelaten tussen 8 uur 's morgens en 2 uur 's nachts.

Art.5.4.5De burgemeester zal steeds, in buitengewone gevallen, mogen verbieden dat er muziek ten gehorewordt gebracht in de inrichtingen bedoeld in artikel 5.4.2.

Art.5.4.6De inrichtingen bedoeld in artikel 5.4.2. zullen steeds door de politie mogen ontruimd en geslotenworden, zelfs voor een eventueel vastgesteld sluitingsuur, in geval van wanorde, of van lawaai,strijdig met de norm van de wet dat van aard is de rust van de inwoners te storen. Deburgemeester kan de sluiting bevelen van een drankgelegenheid waar de openbare rust wordtverstoord of waar buren- of milieuhinder wordt vastgesteld of waarvan de houder weigert de bevelenvan de politie na te leven.

Art.5.4.7Aan alle uitbaters van danszalen, herbergen, drankhuizen, koffiehuizen schenkplaatsen,danstenten of gelijk welke inrichting waar het publiek toegelaten wordt, is het verboden aldaardansfeesten of danspartijen te houden, te geven of te laten geven zonder voorafgaande kennisgevingaan de burgemeester.Deze kennisgeving moet ten minste 48 uur op voorhand gebeuren.

Art.5.4.8Personen die kennelijk in staat van dronkenschap verkeren mogen niet toegelaten worden.

Art.5.4.9De plaatsen waar er gedanst wordt, alsmede hun aanhorigheden moeten degelijk verlicht zijn. Pasdan mogen de lichten uitgedoofd worden wanneer alle publiek de dansvloer en de aanpalendeplaatsen en ruimten zal verlaten hebben.

Art.5.4.10Benevens deze schikkingen moeten de uitbaters dezer lokalen de wettelijke voorschriftennaleven die betrekking hebben op de inrichting van de danszalen zelf.

Art.5.4.11Het is verboden, zonder voorafgaande schriftelijke machtiging van de burgemeester, hetzij opde openbare weg, hetzij op privaat terrein, tenten, niet vast barakken of kramen op te stellenbestemd voor toneel- of muziekuitvoeringen, vermakelijkheden, tentoonstellingen of anderemanifestaties.

Afdeling 5: Uitvliegen van duiven.

Art.5.5.1.Het is binnen de grenzen van de gemeente verboden duiven van welke soort ook, die nietmeekampen in prijsvluchten, te laten uitvliegen op zaterdagen en zondagen gedurende hetspeelseizoen en vooraleer de prijsvluchten zijn gesloten.Onder speelseizoen wordt verstaan de periode die ieder jaar begint de eerste zaterdag van maarten eindigt de laatste zondag van oktober. Wanneer ten gevolge van overmacht, ongunstig weer ofandere oorzaken, op de voornoemde dagen, de duiven niet kunnen gelost worden, gelden devoorschriften voor de volgende dag. Bij dergelijke gevallen zijn de medekampende liefhebbersgehouden zulks ruchtbaar te maken.

Page 31: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

31

Afdeling 6 : Bouwwerven en bouwvallige gebouwen

Art. 5.6.1.Wanneer een bouwwerk door bouwvalligheid de openbare veiligheid in het gedrang brengt, is deeigenaar verplicht het gevaar te doen ophouden. Bij nalatigheid kan op kosten van de eigenaar doorde burgemeester een deskundige de hiertoe uit te voeren werken bepalen, alsmede de tijd binnendewelke deze zullen moeten worden uitgevoerd. In geval van hoogdringendheid kunnen de voormeldemaatregelen worden opgelegd zonder deskundig onderzoek. Deze bepaling geldt onverminderd demachten terzake aan de burgemeester toegekend door de wet.Vormt een overtreding op huidig artikel en is als dusdanig strafbaar met de in art. 1.8. gesteldestraffen:

het niet doen ophouden van het in het eerste lid van dit artikel bedoelde gevaar het geen gehoor geven aan de aanmaning van de administratieve overheid om gebouwen die

bouwvallig zijn te herstellen of te slopen.

Art.5.6.2.Terreinen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg en waarop bouwwerken plaatsvinden, moetenafgeschermd worden.

Afdeling 7 : Andere vormen van maatschappelijke overlast

Art. 5.7.1.Het is verboden:

andermans roerende eigendommen opzettelijk te beschadigen of te vernielen, ditonverminderd de gevallen omschreven in boek II, titel IX, hoofdstuk III van het Strafwetboek;

stenen of andere harde lichamen of andere voorwerpen die kunnen bevuilen of beschadigen,tegen rijdende voertuigen, huizen, gebouwen en afsluitingen van een ander te werpen, of intuinen en besloten erven;

wettig aangebrachte aanplakbiljetten kwaadwillig af te trekken of af te scheuren zonder daartoe gemachtigd te zijn, graszoden, aarde, stenen of materialen weg te nemen op

plaatsen die tot het openbaar domein van de Staat, de Provincie, of de Gemeente behoren; stedelijke of landelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt, opzettelijk te

beschadigen;

Art. 5.7.2.Daders van feitelijkheden of lichte gewelddaden, mits zij niemand gewond of geslagen hebben enmits de feitelijkheden niet tot de klasse van de beledigingen behoren: in het bijzonder zij dieopzettelijk, doch zonder het oogmerk om te beledigen of op onvoorzichtige wijze enig voorwerp opiemand werpen dat hem kan hinderen of bevuilen, worden gestraft overeenkomstig art. 1.8. van ditalgemeen gemeentelijk politiereglement.

HOOFDSTUK 6 – BRANDPREVENTIE

Afdeling 1: BrandvoorkomingArt. 6.1.1De toegang tot *waterwinpunten moet altijd vrij en gemakkelijk bereikbaar zijn.De identificatie- en herkenningstekens van deze watervoorraden dienen steeds duidelijk zichtbaargehouden te worden.Behoudens overmacht dienen de watervoorraden steeds op peil gehouden te worden.Art. 6.1.2Het is verboden enig vuur aan te leggen waardoor het gebruik of de aanwezigheid van *open vuur of*vlammen een risico ontstaat voor het publiek, zonder voorafgaande machtiging van de burgemeester.De aanvraag tot machtiging dient samen met de nodige stukken, tijdig, minstens vierentwintig uur voorde aanvang van de activiteit ingediend te worden.Het is enkel toegelaten niet-afvalstoffen te gebruiken die geen hinderlijke rookontwikkeling met zichmeebrengen.

Page 32: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

32

Art. 6.1.3Zonder machtiging van de burgemeester mag men geen open vuur of vlammen op de openbare wegdragen of plaatsen.

Afdeling 2. Brandveiligheid in publieke inrichtingenArt. 6.2.1.Deze afdeling is van toepassing op elke publieke inrichting waar 50 personen of meer kunnenaanwezig zijn.Art. 6.2.2.Het maximum aantal aanwezige personen wordt berekend volgens de berekeningswijze bepaald inartikel 52 Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, afgekort A.R.A.B, opgenomen in bijlageII achteraan deze verordening.Dit aantal wordt vastgesteld door de uitbater, op eigen verantwoordelijkheid, indien het aantaltoegelaten aanwezigen niet op een afdoende wijze kan worden bepaald.Art. 6.2.3.Het maximum aantal personen dat in de publieke inrichting aanwezig mag zijn, moet wordenaangeduid op een bordje dat duidelijk leesbaar en goed zichtbaar bij de ingang(en) en wordtaangebracht door de zorgen van de uitbater.Art. 6.2.4.De uitbater moet de nodige maatregelen nemen om overschrijding van het vastgesteld aantalpersonen te voorkomen.Art. 6.2.5.Een publieke inrichting dient te beantwoorden aan de voorschriften inzake brandveiligheid. Opverzoek van de burgemeester kan hiertoe verslag van de brandweerdienst opgevraagd worden.Art. 6.2.6.*Gemakkelijk brandbare materialen mogen noch als versiering noch als bouwmateriaal aangewendworden. Op eenvoudig verzoek dient een attest, afgegeven door een erkende controle-instelling aande burgemeester of de politiediensten te worden voorgelegd.De normale, functionele stoffering voor gordijnen, overgordijnen, vaste muurbekleding en tafellinnenvallen niet onder dit artikel.

Afdeling 3. Verhuur van kamers

Onderafdeling 1. Toepassingsgebied

Art. 6.3.1.1Deze afdeling is van toepassing op alle kamerwoningen op het grondgebied van de gemeenteAnzegem.Vallen niet onder toepassing van deze afdeling : appartementen, rustoorden en andere inrichtingenwaarvoor een specifieke reglementering geldt.

Evenmin vallen onder het toepassingsgebied de kamerwoningen die onder toepassing vallen van hetDecreet van 10 juli 2008 houdende het statuut van de logiesverstrekkende bedrijven en het Besluitvan de Vlaamse Executieve d.d. 29 juli 1987 houdende vaststelling van de voor logiesverstrekkendebedrijven geldende brandveiligheidsnormen en tot regeling van de toekenning van de voor dieexploitatie vereiste vergunning.

Onderafdeling 2. Brandveiligheid1. AlgemeenhedenArt. 6.3.2.1.1§1.ToepassingsgebiedDe hiernavolgende artikelen zijn van toepassing op de kamerwoning voor wat betreft brandveiligheid.Voor de beperkte verhuur gelden slechts volgende artikelen : artikel 6.3.2.2.1,§1, artikel 6.3.2.5.1, deartikelen 6.3.2.8.2 tot en met 6.3.2.10.1§2.Terminologie Voor nadere toelichting van de terminologie die gebruikt wordt in onderhavige artikelswordt verwezen naar de basisnormen voor preventie, brand en ontploffing. (koninklijk besluit van 7 juli1994 en wijzigingen)§3. NieuwbouwVoor nieuwe gebouwen gelden naast de hiernavolgende bepalingen tevens de federale basisnormen.(koninklijk besluit van 7 juli 1994 en wijzigingen)

Page 33: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

33

§4. Indeling van de inrichtingen De inrichtingen worden ingedeeld in drie categorieën:Categorie 1: de lage gebouwen: deze worden onderverdeeld in 2 subcategorieën:Sub cat. 1a – gebouwen met maximum één bovengrondse bouwlaag, boven het normaleevacuatieniveau. Sub cat. 1b – de overige gebouwen, die niet tot de categorie 2 of 3 behoren.Categorie 2: de middelhoge gebouwen (hoogte bovenste bouwlaag vanaf 10 m tot 25 m). Categorie 3:de hoge gebouwen (hoogte bovenste bouwlaag 25 m of meer).

2. Inplanting en toegangswegenArt. 6.3.2.2.1 Inplanting§1. De kamerwoning moet ofwel van de nevenliggende constructies gescheiden zijn door wanden met

een brandweerstand van tenminste : voor de categorie 1: EI 60; voor de categorie 2 en 3: EI 120.

ofwel opgericht zijn in metselwerk of beton.Verbindingen mogen enkel gebeuren via zelfsluitende deuren met EI 30 (voor categorie 1) of EI 60

(voor categorie 2 en 3).§2. Kamers voor overnachting en de bijhorende gemeenschappelijke lokalen mogen slechts grenzen

aan andere ruimten, voor zover ze ervan gescheiden zijn door wanden met EI 60 of bestaande uitmetselwerk/beton.

De deuren in deze wanden moeten een brandweerstand EI 30 hebben en zelfsluitend zijn. Hetgedeelte van het gebouw met kamers moet over een toegang beschikken die afgescheiden is vanandere ruimten met een bestemming vreemd aan de kamerverhuur door wanden en deuren metvoornoemde eigenschappen.

Art. 6.3.2.2.2 ToegangswegenDe kamerwoning moet altijd bereikbaar zijn voor de brandweervoertuigen. In de nabijheid van de

kamerwoning moeten de wegen zodanige kenmerken vertonen dat de opstelling en de bedieningvan het materieel voor brandbestrijding en redding gemakkelijk kunnen uitgevoerd worden.

3. Voorschriften voor sommige bouwelementenArt. 6.3.2.3.1 Constructieve elementen§1. De constructieve elementen die de stabiliteit van het gebouw verzekeren, zoals kolommen,

dragende wanden, hoofdbalken, vloeren en andere essentiële delen die de draagconstructie vanhet gebouw vormen, moeten ofwel beantwoorden aan de hiernavolgende vereisten: voor de categorie 1a: REI 30; voor de categorieën 1b en 2 : REI 60; voor de categorie 3: REI 120;

ofwel gebouwd zijn in metselwerk of beton.§2. Indien aan de voorschriften van de vorige paragraaf niet voldaan wordt moet het ganse gebouw

uitgerust worden met een algemene branddetectie-installatie, die voldoet aan de voorschriften vanartikel 222, §5. Voor de inrichtingen van de categorieën 2 en 3 moeten de constructieve elementenrespectievelijk REI 30 en een REI 60 bezitten.

Deze bepalingen zijn niet van toepassing voor de constructieve elementen van het dakwerk.Art. 6.3.2.3.2 KamerwandenOnverminderd de bepalingen van artikel 6.3.2.3.1 moeten de verticale binnenwanden die de kamers

begrenzen ten minste een brandweerstand EI 60 hebben of gebouw zijn in metselwerk of beton.De toegang(binnen)deuren tot de kamers moeten brandweerstand EI 30 hebben.

4. CompartimenteringArt. 6.3.2.4.1Iedere bouwlaag, die geen normaal evacuatieniveau is, vormt één of meer compartimenten.De oppervlakte van een compartiment moet kleiner zijn dan 1.250 m2.De lengte van een compartiment wordt gedefinieerd als de afstand tussen de twee punten van het

compartiment die het verst van elkaar verwijderd zijn. Deze lengte mag niet meer dan 75 mbedragen.

Art. 6.3.2.4.2De wanden tussen de compartimenten moeten ofwel gebouwd zijn in metselwerk of beton, ofwel

beantwoorden aan de hiernavolgende minima: - voor de categorie 1a: EI 30; - voor de anderecategorieën: EI 60.

De verbinding tussen twee compartimenten wordt slechts toegestaan bij gebruik van zelfsluitende ofbij brand zelfsluitende deuren met brandweerstand EI 30. Indien aan bovenvermelde

Page 34: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

34

voorschriften niet voldaan wordt moet de inrichting uitgerust worden met een branddetectie-installatie die voldoet aan de voorschriften van artikel 6.3.2.8.4, § 5.

5. EvacuatieArt. 6.3.2.5.1 De evacuatiewegen moeten oordeelkundig verdeeld worden over het gebouw en een

vlugge en gemakkelijke ontruiming van personen toelaten.Elk compartiment, de kelderverdieping uitgezonderd en voor zover er geen kamers in ingericht

worden, moet minstens twee onafhankelijke vluchtmogelijkheden hebben in geval van brand.De eerste vluchtmogelijkheid bestaat uit een binnentrap.Aanvaardbare oplossingen voor de tweede vluchtmogelijkheid zijn:

een tweede binnentrap; een buitentrap; een opendraaiend venster of openschuivend venster per kamer, indien de kamervloer zichlager bevindt dan 3 m boven het maaiveld (=springen). Daarbij moet de vensterdorpel zichbevinden op maximum 1,2 m boven deze vloer. een opendraaiend of openschuivend venster per kamer, met kamervloer op of onder hetmaaiveld. Daarbij moet de vensterdorpel zich bevinden op maximum 1,5 m boven deze vloer; een opendraaiend of openschuivend venster per kamer, rechtstreeks of onrechtstreeks (viaeen begaanbare passerelle, afdak of platform) aansluitend op een ladder (voor kamers met eenkamervloer lager dan 10 m ten opzichte van het maaiveld) of trap (voor kamers met eenkamervloer hoger dan 10 m ten opzichte van het maaiveld). Daarbij moet de vensterdorpel zichbevinden op maximum 1,2 m boven deze vloer. Dakvensters moeten van het type zijn diebovenaan scharnieren. een opendraaiend of openschuivend venster, per kamer, dat toegankelijk is voor deladderwagen van de brandweer, voor de inrichtingen van categorieën 1 en 2. Daarbij moet devensterdorpel zich bevinden op maximum 1,2 m boven de vloer (dakvensters moeten van het typezijn die bovenaan scharnieren)38;Van de trap en de ladder mag het laatste deel geleed worden of mag van het laatste deel(maximum 3 m) gesprongen worden mits een terras van minimum 0,8 m x 0,8 m aanwezig is op despringhoogte ten opzichte van het maaiveld.De te gebruiken ramen dienen minstens 1 m² nuttige doorgang te hebben, waarvan zowel de nettobreedte als de netto hoogte minimum 0,70 m bedraagt.De af te leggen weg, vanaf iedere plaats in het gebouw, mag niet groter zijn dan 30 m tot de eerstevluchtmogelijkheid en 60 m tot de tweede vluchtmogelijkheid. De lengte van de doodlopende delenvan de evacuatiewegen mag niet meer bedragen dan 15 m.

Art. 6.3.2.5.2 Evacuatieruimten§1. Plaats, verdeling en breedteDe plaats, de verdeling en de breedte van de evacuatiewegen, trappen, uitgangen en nooduitgangen

moeten een snelle en gemakkelijke ontruiming van personen toelaten. De deuren,evacuatiewegen, trappen, uitgangen en nooduitgangen moeten een minimale nuttige breedte van0,70 m hebben en een minimale hoogte van 2 m. Elke open zijde van de trappen moet voorzienzijn van een stevige leuning. In ieder geval moet elke trap voorzien zijn van minimum één degelijkeleuning. Het is verboden enig voorwerp te plaatsen, dat de doorgang kan belemmeren naar of denuttige breedte kan beperken van evacuatiewegen, trappen, uitgangen en nooduitgangen.

De kamers en andere lokalen waar huurders vertoeven, moeten rechtstreeks uitgeven op eenevacuatieweg.

De verbinding tussen en naar de trappenhuizen of trappen moet via evacuatiewegen gaan of overvluchtterrassen.

§2. Wanden van de evacuatiewegenDe binnenwanden van evacuatiewegen moeten ofwel gebouwd zijn in metselwerk of beton, ofwel een

brandweerstand EI 60 hebben. De toegangsdeuren van de andere lokalen dan kamers(uitgezonderd sanitair) tot de evacuatiewegen moeten zelfsluitend of bij brand zelfsluitend zijn metbrandweerstand EI 30.

§3. Opvatting van nieuw te bouwen binnentrappenOnverminderd de bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel moeten de nieuw te bouwen

binnentrappen een minimale nuttige breedte van 0,80 m en een maximale helling van 37° hebben.De diepte van de treden moet op de looplijn minstens 0,20 m bedragen. De treden van de

binnentrappen moeten voorzien zijn van tegentreden.Spiltrappen zijn verboden. De trappen moeten een stabiliteit R30 hebben.

Page 35: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

35

§4. Binnentrappenhuizen Elke binnentrap in een inrichting van de categorieën 1b, 2 en 3, dieverschillende compartimenten verbindt, moet ommuurd worden.

Voor de inrichting van de categorie 1b mogen de muren en toegangsdeuren van de kamers deommuring vormen.

De binnenwanden van de trappenhuizen moeten ofwel gebouwd zijn in metselwerk of beton, ofwelbeantwoorden aan de hiernavolgende minima: voor de categorieën 1b en 2: EI 60; voor de categorie 3:EI 120.

De trappenhuizen geven toegang tot een evacuatieniveau. De trappenhuizen die toegang geven totde ondergrondse verdiepingen mogen niet rechtstreeks in het verlengde liggen van deze diedienen voor verdiepingen boven een evacuatieniveau.

Dit sluit niet uit dat het ene trappenhuis boven het andere mag liggen, mits de wanden die ze scheidenvoldoen aan de voorwaarden vereist voor de wanden van de trappenhuizen. De toegang tot detrappenhuizen geschiedt voor de categorie 2 via een branddeur EI 30 zelfsluitende of bij brandzelfsluitende deuren. Voor categorie 3 dienen twee dergelijke deuren voorzien in een sas metwanden EI 120 en een oppervlakte van minimum 2 m2 .

§5. Buitentrappen als evacuatiewegen.Onverminderd de bepalingen van paragraaf 1 gelden voor de buitentrappen :

maximum helling 45°; minimum nuttige breedte 0,60 m; aantrede minimum 0,10 m; optrede maximum 0,20 m; treden moeten anti-slip uitgevoerd worden; moeten vervaardigd worden uit onbrandbare materialen; voorzien worden van leuningen langs beide zijden van trap;

§6. BuitenladdersDe buitenladders moeten stevig bevestigd zijn. Zij mogen vast of opklapbaar zijn.Ze moeten uitgeven op een plaats waar de gebruikers zich in veiligheid kunnen stellen. De eventuele

toegangsterrassen moeten 0,8 m breed zijn en voorzien zijn van een leuning met een hoogte vanminstens 1,1m. Een buitenladder kan slechts dienstig zijn voor de ontruiming van ofwel tweekamers per verdieping, ofwel vier kamers in geval van één verdieping (categorie 1a).

De tussenafstand van de treden, as op as gemeten, moet 250 à 300 mm bedragen. De breedte moetminstens 0,4 m zijn.

De bovenste trede moet minimum 1 m boven het hoogste toegangsniveau van de ladder bevinden.De tussenafstand tussen de muren en de ladder bedraagt minstens 0, 2 m.Een valbeveiliging dient steeds voorzien, indien dit niet kan gerealiseerd worden door de afstand

tussen muur en ladder dient een specifieke kooibeveiliging aangebracht.40§7. Signalisatie De evacuatiewegen en de plaats van elke uitgang en nooduitgang moeten worden

aangeduid door de reddingstekens bepaald in het koninklijk besluit van 17 juni 1997 betreffende deveiligheids- en de gezondheidssignalering op het werk.

Het volgnummer van de verdiepingen moet aangebracht worden in de evacuatiewegen en op deoverlopen van de trappen en de liften.

6. Eisen op gebied van reactie bij brandArt. 6.3.2.6.1De eisen die opgenomen zijn in volgende tabel dienen toegepast te worden voor nieuwe bekledingen

of wanneer de bestaande bekledingen worden vervangen.De classificatie van de bouwmaterialen is conform aan de proefmethodes opgenomen in het koninklijk

besluit van 7 juli 1994, bijlage V en bijlage V/1.

vloerbekledingenvlottende envastebekledingenvan verticalewanden

bekledingen vanplafonds en valseplafonds

technische lokalencollectieve keukensliftmachinekamers enliftschachten

AO A2FL-s2 AO A2-s3, d0 AO A2-s3, d0

Page 36: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

36

evacuatiewegenbinnentrappenhuizenliftkooien huiskeukens

A2 CFL-s1 A1 C-s1, d2 A1 C-s1, d0

anderegemeenschappelijkeruimtes, uitgezonderdsanitaire ruimtes

A3 CFL-s2 A2 C-s2, d2 A1 C-s2, d0

7. Constructievoorschriften voor sommige lokalenArt. 6.3.2.7.1 Stookplaatsen en opslaglokalen en brandstofDe wanden die de stookplaats en het opslaglokaal voor brandstof scheiden van de andere lokalen vanhet gebouw moeten EI 60 hebben of bestaan uit metselwerk/beton.De stookplaats en het opslaglokaal voor brandstof dienen elk voor hun specifiek doeleindevoorbehouden en rechtstreeks naar buiten verlucht te worden.Indien de toegangsdeur een binnendeur is, dan dient deze een zelfsluitende deur te zijn met eenbrandweerstand EI 30.De vloer van het brandstoflokaal moet komvormig zijn zodat ingeval van lek de volledige tankinhoudkan opgevangen worden.De stookketel moet niet in een bijzonder voorbehouden lokaal ondergebracht worden indien:Ofwel

vermogen stookketel niet groter is dan 30kW; en voldoende luchtaanvoer verzekerd wordt; en niet opgesteld in slaapkamers; Ofwel vermogen stookketel niet groter is dan 70 kW; en gasgestookt; en stookketel werkt met gesloten verbranding en met mechanische trek; en niet opgesteld in slaapkamers.

Art. 6.3.2.7.2 ParkeerruimtenDe parkeerruimten moeten afgescheiden worden van de andere lokalen van het gebouw door wandenmet EI 60 of bestaande uit metselwerk/beton en zelfsluitende deuren met een brandweerstand EI 30.Art. 6.3.2.7.3 Keuken en restaurant / refterDe keukens en de combinaties keuken-restaurant/refter moeten ofwel gebouwd zijn in metselwerk ofbeton, ofwel begrensd worden door wanden met een brandweerstand van minstens EI 60.De toegang dient te gebeuren door zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren EI 30.

8. Uitrusting van de inrichtingArt. 6.3.2.8.1 Liften en goederenliftenHet geheel van de liften en goederenliften bestaande uit één of meer schachten, moet ofwel gebouwdzijn in metselwerk of beton, ofwel begrensd worden door wanden met een brandweerstand vanminstens

voor de categorieën 1 en 2: EI 60; voor de categorie 3: EI 120.

Uitzondering wordt gemaakt voor de voorzijde van de liftbordessen en de wanden die deel uitmakenvan de gevel.De liftbordesvoorzijde, de deuren inbegrepen, moet gedurende een half uur voldoen aan de criteriavan stabiliteit en vlamdichtheid, volgens de norm NBN 713-020.Art. 6.3.2.8.2 VerwarmingsinstallatiesDe verwarmingsinstallaties moeten beantwoorden aan de voorschriften van de vigerendereglementeringen en normen, geplaatst worden volgens de code van goed vakmanschap en in goedestaat gehouden worden zodat ze voldoende veiligheid verzekeren.Zo de verwarmingstoestellen gevoed worden met vloeibare brandstof moeten de nodige schikkingengetroffen worden om hevelwerking te voorkomen.Elektrische verwarmingstoestellen die een zichtbare elektrische weerstand bevatten, installaties metbutaan-,propaan- of ander brandbaar gas in verplaatsbare recipiënten of verplaatsbare toestellen,gevoed met vloeibare brandstof, zijn verboden.Daarentegen zijn installaties gevoed met vloeibaar gemaakt handelspropaan, handelsbutaan ofmengsels daarvan in vaste ongekoelde houders en opgesteld volgens de desbetreffende wettelijke

Page 37: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

37

voorschriften toegelaten voor zover geen mogelijkheid bestaat om aan te sluiten op het openbaargasbedelingsnet.Art. 6.3.2.8.3 VeiligheidsverlichtingDe grote gemeenschappelijke lokalen (refters, restaurantzalen, keukens, vergaderzalen,ontspanningszalen, enzovoort) evacuatiewegen (ook de buiten gelegen noodladders en noodtrappen),bordessen, overlopen,liftkooien, stookplaatsen moeten voorzien zijn van een veiligheidsverlichting.Deze moet, zodra de normale verlichting uitvalt, in werking treden binnen de dertig seconden en ditgedurende één uur. Deze veiligheidsverlichting mag gevoed worden door de normale stroombron,maar valt deze uit, dan moet de voeding door één of meer autonome stroombronnen gebeuren.Art. 6.3.2.8.4 Detectie, melding, waarschuwing, alarm en brandbestrijding§1. AlgemeenAlle inrichtingen moeten uitgerust zijn met installaties voor detectie, melding, waarschuwing, alarm enbrandbestrijding.De brandweerdienst wordt door de uitbater geraadpleegd voor het bepalen van de aard en de omvangvan deze uitrusting.§2. MeldingVanuit elke inrichting of haar onmiddellijke omgeving moet de melding van brand of ander gevaaronmiddellijkaan de brandweerdienst kunnen overgemaakt worden.§3. Waarschuwing en alarmDe waarschuwing- en alarmseinen of –berichten moeten door alle betrokken personen kunnenopgevangen worden en mogen niet met elkaar noch met andere seinen verward kunnen worden.Hun elektrische netten verschillen van elkaar. Voor de gebouwen van categorie 1 mogen dewaarschuwing- en alarmsignalen nochtans identiek zijn en voortgebracht worden door dezelfdeinstallatie.§4. BrandbestrijdingDe snelblussers en muurhaspels moeten voldoen aan de geldende normen en zo geplaatst wordendat ze een vlotte eerste interventie toelaten. In de gemeenschappelijke ruimte dient eenvuurbestendige deken duidelijk zichtbaar en bereikbaar opgehangen.§5. DetectieWanneer de onderhavige verordening een branddetectie-installatie vereist, wordt de aard en deomvang van de installatie bepaald in overleg met de brandweerdienst.Onverminderd bovenvermelde bepalingen moeten alle lokalen met branddectectie worden uitgerust,met uitzondering van uitsluitend sanitaire voorzieningen.§6. Branddectectie-installatieElke uitbating dient uitgerust te zijn met een branddetectie-installatie van het type “algemenebewaking”.

9. Onderhoud en controleArt. 6.3.2.9.1De technische uitrusting van de inrichting moet in goede staat gehouden worden. Onverminderdandere wettelijke bepalingen ter zake moet de uitbater periodiek volgende installaties laten nazienhetzij door een bevoegd persoon (BP) of installateur (BI), hetzij door een daartoe erkende externedienst voor technische controle (EDTC)

Installatie Controleorgaan periodiciteit

hoogspanning EDTC jaarlijks

Laagspanning

(incl.veiligheidsverlichting)

EDTC vijfjaarlijks

Centrale verwarming en

centrale klimaatregeling

BI/ EDTC jaarlijks

Page 38: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

38

Autonome

verwarmingstoestellen

BI/ EDTC jaarlijks

Gasleiding (dichtheid) BI/ EDTC vijfjaarlijks

Waarschuwing en alarm EDTC/BI jaarlijks

Automatische branddetectie BI/ EDTC jaarlijks

brandbestrijdingstoestellen BP jaarlijks

Geregeld moet de werking van de veiligheidsverlichting gecontroleerd worden door de uitbater,minstens om de zes maanden moeten door de uitbater duurzaamheidproeven verricht worden,teneinde de batterijen tijdig te doen herladen.Deze data dienen eveneens bijgehouden te worden in voormeld register.Bovendien dient elke uitbreiding van de technische uitrusting te gebeuren volgens de regels van dekunst en van goed vakmanschap. Elke belangrijke uitbreiding van de elektrische installatie moetgecontroleerd worden door een daartoe erkend externe dienst voor technische controle. Eenuitbreiding van de gasinstallatie moet nagezien worden door een daartoe bevoegd installateur.

10. UitbatingsvoorschriftenArt. 6.3.2.10.1Buiten hetgeen voorzien is door onderhavige reglementering, moet de uitbater, op het vlak van deveiligheid, alle nodige maatregelen nemen om de personen, aanwezig in de inrichting, te beschermentegen brand, paniek en ontploffingen.De permanente maatregelen die in dat opzicht door de uitbater moeten genomen worden, moetenvermeld worden in een huishoudelijk reglement.De huurders moeten, bij inschrijving en het personeel, bij indienstneming, alsook periodiek en tenminste één maal per jaar ingelicht worden over het bestaan en gebruik van de verschillendevluchtwegen, melding -,waarschuwing- en alarminstallatie, blusinrichtingen… Deze moeten te allen tijde vrijbereikbaar en gebruiksklaar gehouden worden.De goede werking van zelfsluitende en bij brand zelfsluitende deuren mag niet verhinderd worden.De opmerkingen die voorkomen in de processen-verbaal van de periodieke controles, voorzien inartikel 6.3.2.9.1, moeten onverwijld gevolgd worden door de nodige aanpassingen en verbeteringen.

Onderafdeling 3. Toezicht en controleArt. 6.3.3.1De daartoe door de burgemeester aangewezen ambtenaren hebben het recht om controlebezoekente verrichten aan de kamerwoning. De datum en het uur van het controlebezoek zullen minstens vijfdagen vooraf schriftelijk meegedeeld worden aan de verhuurder ervan.De verhuurder dient de respectievelijke huurders van de kamers in kennis te stellen van hetcontrolebezoek en ervoor te zorgen dat alle lokalen behorend tot de kamerverhuur kunnen bezochtworden door voormelde ambtenaren.Het controlebezoek zal uitsluitend tussen 08 uur en 20 uur plaatsvinden.

Onderafdeling 4. HandhavingArt. 6.3.4.1 HandhavingDeze afdeling doet geen afbreuk aan de bevoegdheden van de burgemeester tot het schorsen van deuitbatingvergunning en sluiting van de kamerwoning.Ingeval de burgemeester een maatregel van sluiting van de kamerwoning overweegt, zal hij debewoners hiervan zonder verwijl verwittigen. De burgemeester neemt de nodige initiatieven met hetoog op de herhuisvesting van de betrokken bewoners. De herhuisvesting zal gebeuren op kosten vande verhuurder die in gebreke is gebleven.

Afdeling 4. DansgelegenhedenOnderafdeling 1.Toepassingsgebied

Page 39: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

39

Art. 6.4.1.1Deze afdeling is van toepassing op alle lokalen of inrichtingen waar gedanst wordt en die eenpubliektoegankelijke ruimte hebben (intra muros) van meer dan 100 m².Deze afdeling geldt onverminderd andere wettelijke en reglementaire bepalingen terzake,inzonderheid deze betreffende de Stedenbouw en de ruimtelijke ordening, het Algemeen Reglementvoor Arbeidsbescherming (hierna afgekort het A.R.A.B.), Vlarem en de federale basisnormen inzakebrandveiligheid (bij nieuwbouw).

Onderafdeling 2. IndelingArt. 6.4.2.1De lokalen of inrichtingen die onder het toepassingsgebied van deze afdeling vallen, wordenopgedeeld in vier categorieën, afhankelijk van de aanvraag of van de feitelijke vaststellingen inzakedansactiviteiten:D1: alle lokalen waar de hoofdactiviteit bestaat in het uitbaten van een dansgelegenheid met eenpermanent en/of commercieel karakter;D2: alle lokalen waar de hoofdactiviteit bestaat in het uitbaten van een eetgelegenheid, doch waardaarnaast ook gedanst wordt;D3: alle lokalen die op een polyvalente manier kunnen gebruikt worden en waar op onregelmatigetijdstippen een dansactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid doorgaat (maximumtwaalf maal per jaar, maximum twee maal per maand);D4: Tijdelijke constructies, tenten of tijdelijk gebruikte inrichtingen.

Onderafdeling 3. Algemeen principeArt. 6.4.3.1Deze afdeling heeft tot doel de voorwaarden te bepalen waaraan de lokalen met dansgelegenheid,lokalen voor polyvalent gebruik en tijdelijke constructies moeten voldoen om:1° brand te voorkomen en uitbreiding tegen te gaan;2° ieder begin van brand snel en doeltreffend te bestrijden;3° een veilige en snelle ontruiming van de aanwezige personen te allen tijde te verzekeren;4° de tussenkomst van de brandweer te vergemakkelijken.Daartoe bepaalt de brandweer de technische bepalingen waaraan de lokalen moeten voldoen. Dezebepalingen betreffen:1° de toegangswegen en de inplanting van het lokaal of de constructie tegenover derden;2° de compartimentering van een eventuele woongelegenheid;3° de toegelaten bouwelementen;4° de evacuatiemogelijkheden;5° de voorschriften voor specifieke lokalen en technische ruimten;6° de voorschriften waaraan de technische uitrusting moet voldoen;7° de voorwaarden waaronder ontvlambare vloeistoffen en brandbare gassen moeten wordenopgeslagen;8° de voorschriften met betrekking tot bekleding en versiering van het lokaal9° de regels inzake periodieke controle van technische installaties en veiligheidsuitrusting;10° de uitbatingvoorschriften.

Onderafdeling 4. ToelatingArt. 6.4.4.1De lokalen D1 en D2 moeten conform zijn aan de respectieve bepalingen die omschreven zijn intechnische voorschriften zoals opgenomen in onderafdeling 6. Toelating wordt bekomen via hetmilieuvergunningsstelsel (Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning) waarvanvoormelde conformiteit deel uit maakt.De lokalen D3 moeten een toelating inzake brandveiligheid bekomen van de burgemeester. Detoelating is gebaseerd op de conformiteit van het lokaal met de respectieve bepalingen uit detechnische nota zoals opgenomen in onderafdeling 6.De tijdelijke inrichtingen, tijdelijke constructies en tenten van D4 moeten eveneens een toelatinginzake brandveiligheid bekomen van de burgemeester, telkens een activiteit wordt georganiseerdwaarbij er dansgelegenheid zal zijn. De toelating is gebaseerd op de conformiteit van de inrichting metde respectieve bepalingen uit de technische nota zoals opgenomen in onderafdeling 6.

Onderafdeling 5. Nieuw nazicht D1 D2 D3Art. 6.4.5.1

Page 40: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

40

Voor ingebruikneming van nieuwe dansgelegenheden of uitbreiding van de bestaande moet eennazicht aangevraagd worden bij de stedelijke technische dienst en de dienst brandvoorkoming.Het verslag van de brandweer dat wordt opgesteld naar aanleiding van dit nazicht zal gelden alsonderdeel van het onderzoek dat nodig is voor het bekomen van de toelating van de burgemeester ofvoor het bekomen van een milieuvergunning.

Onderafdeling 6.Technische voorschriftenHet toepassingsgebied van elke bepaling van deze onderafdeling is algemeen of wordt naderomschreven door bijgaande vermelding van de categorie waarop het van toepassing is.

1.Toegangswegen en inplanting ten aanzien van derdenArt. 6.4.6.1.1De toegangswegen worden bepaald in akkoord met de brandweer.D1 D2 D3 D4Het gebouw of de inrichting moet bereikbaar zijn voor het brandweermaterieel.Bijgebouwen, luifels of anderen uitspringende delen, beplantingen en parkeerplaatsen zijn enkeltoegelaten indien zij de interventies van de brandweerdienst niet bemoeilijken.De dansgelegenheid moet van de aanpalende gebouwen gescheiden zijn door wanden vervaardigduit metselwerk of beton of wanden met een minimale brandweerstand :

D1 EI 120; D2 D3 EI 60.

Verbindingen kunnen enkel via zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren met een minimalebrandweerstand:

D1 EI 60; D2 D3 EI 30.

D1 D2De dansgelegenheid moet van aanpalende lokalen die geen deel uitmaken van het voorwerp van deuitbating, gescheiden worden door wanden (horizontaal en verticaal) vervaardigd uit metselwerk ofbeton of wanden met een minimale brandweerstand EI 60. Verbindingen kunnen enkel viazelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren met een minimale brandweerstand EI 30.D1Verkoopspunten met warmtebron moeten buiten de dansgelegenheid op minstens 8 m van deuitgangen en gevelopeningen gelegen of brandwerend EI 60 ervan gescheiden zijn.D4De inrichting moet van aanpalende gebouwen en lokalen die geen deel uitmaken van het voorwerpvan de uitbating, gescheiden worden door wanden (horizontaal en verticaal) vervaardigd uitmetselwerk of beton of op een afstand van minstens 6 m ervan verwijderd zijn.D1 D2 D3 D4Er dient een parkeerverbod ingesteld aan de buitenzijde van de (nood)uitgangen.

2. Compartimentering woongelegenheid D1 D2 D3Art. 6.4.6.2.1Indien er een woongelegenheid is in het gebouw, moet deze van de dansgelegenheid of polyvalentezaal gescheiden worden door wanden (horizontaal en verticaal) met een minimale brandweerstand EI60. De deuren in deze wanden moeten een minimale brandweerstand EI1 30 hebben en zelfsluitendzijn.De evacuatie van de woongelegenheid gebeurt via evacuatiewegen waarvan de verticalebinnenwanden en -deuren een minimale brandweerstand EI 30 hebben. Deze evacuatie-eis is nietvan toepassing indien deze woongelegenheid betrokken wordt door de uitbater van de bijhorendedansgelegenheid of polyvalente zaal.

3. Bouwelementen D1 D2 D3Art. 6.4.6.3.1 Doorvoeringen D1 D2 D3 D4De doorvoeringen van de wanden en de uitzetvoegen mogen de vereiste brandweerstand niet nadeligbeïnvloeden.Art. 6.4.6.3.2 Structurele elementen D1 D2 D3

Page 41: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

41

De structurele elementen die de stabiliteit van het geheel of van een gedeelte van het gebouwverzekeren (kolommen, balken, dragende wanden, vloeren,… met uitzondering van het dak) moetenvervaardigd uit metselwerk of beton of een minimale brandweerstand hebben:

D1 D2 REI 60; D3 REI 30.

Art. 6.4.6.3.3 Valse plafonds D1 D2In de evacuatiewegen en de voor het publiek toegankelijke lokalen moeten de valse plafonds eenstabiliteit R30 hebben en tot de klasse A1 (Belgische classificatie) / B-s1, d0 (Europese classificatie)behoren.

4. EvacuatieArt. 6.4.6.4.1 Algemeen D1 D2 D3 D4De maximale bezetting dient door de uitbater vermeld in:D1 D2 - de vergunningsaanvraag;D1 D2 - aan de toegang tot de zaal;D1 D2 D3 D4 - elke gebruiksovereenkomst;D1 D2 D3 D4 - elke veiligheidsinstructie.De maximale bezetting wordt bepaald rekening houdend met: de oppervlakte(intra muros): - D1 0,65 m²/persoon;

-D2 D3 D4 1,00 m²/persoon; de uitgangsbreedte: - D1 D2 D3 D4 uitgangen: 1cm/persoon;

(bepaald met min. van 0.80 m of gehele veelvoud van 0.60 m)- D1 D2 D3 D4 trappen: dalend 1,25 cm/persoon;

stijgend 2,00 cm/persoon.waarbij in rekening mogen worden gebracht alle uitgangen die:

een draaideur hebben; een minimum hoogte hebben van 2 m; open draaien in de vluchtzin (de ingangsdeur mag opendraaien naar binnen mits ze vastgezet wordt in open stand).

Het minimum aantal (nood)uitgangen bedraagt: twee vanaf vijftig personen; drie vanaf vijfhonderd personen (tweehonderd en vijftig voor tenten).

Alle nooduitgangen moeten open gaan in de vluchtzin.Alle deuren moeten ontgrendeld zijn.Alle deuren moeten openen bij een minimale druk.De uitgangen bevinden zich in tegenovergestelde zones.Alle uitgangen moeten buiten uitgeven hetzij rechtstreeks (D1,D2,D3,D4), hetzij via een anderbrandveilig compartiment (D1 D2), hetzij via een evacuatieweg (D3).D1 Voor trappen gelden volgende voorschriften:

rechte traparmen; maximaal zeventien treden per traparm; slipvrije treden hebben; bestaan uit onbrandbare materialen A0 (Belgische classificatie)/A1(Europese

classificatie) of R30 bezitten.D2 D3 D4 Spiltrappen zijn verboden.D1 D2 D3 Geen enkel punt van de dansgelegenheid mag zich verder bevinden dan:

30 m van de evacuatieweg die de trappen of uitgangen verbindt; 45 m van de toegang tot de dichtstbijzijnde trap of uitgang; 80 m van de toegang tot een tweede trap of uitgang.

D4 Geen enkel punt van de inrichting mag zich verder bevinden dan 45 m van een uitgang.D1 D2 D3 D4De maximale bezetting per niveau mag niet meer dan vijftig personen bedragen, zoniet moet eentweede vluchtweg (deur of trap) voorzien worden.De organisator staat in voor de permanente controle van het aantal aanwezigen dat ten allen tijdeonder het toegelaten aantal moet blijven.Art. 6.4.6.4.2 Signalisatie D1 D2 D3 D4

Page 42: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

42

De plaats en de richting van alle uitgangen en nooduitgangen moet aangeduid worden metpictogrammen volgens de modellen goedgekeurd bij koninklijk besluit van 17 juni 1997.Het volgnummer van de verdiepingen moet aangebracht in de evacuatiewegen en op de overlopenvan de trappen en de liften.

5. Voorschriften voor sommige lokalen en technische ruimtesArt. 6.4.6.5.1 Stookplaats D1 D2 D3 D4De stookplaats moet van de andere lokalen gescheiden worden door wanden met een minimalebrandweerstand:

D1: EI 120; D2 D3 D4: EI 60.

De toegang tot de stookplaats:- D1 moet gebeuren via een sas met wanden met een minimale brandweerstand EI 120 enzelfsluitende binnendeuren met een minimale brandweerstand EI 30 die opendraaien in de vluchtzin.Het sas mag vervangen worden door een zelfsluitende branddeur EI 60 op voorwaarde dat deze nietuitgeeft op een trappenhuis, liftoverloop of lokaal met bijzondere risico’s.- D2 D3 D4 moet gebeuren met zelfsluitende binnendeuren met een minimale brandweerstand EI 30.De stookplaats moet doelmatig verlucht worden via buitenmonden.Het lokaal moet voorbehouden blijven voor zijn specifiek doeleinde. Andere uitrustingen worden nietopgesteld in dit lokaal.D1 D2 De stookplaats mag niet rechtstreeks uitgeven in de dans- of feestzaal.D4 De verwarmingsinstallatie moet brandveilig gescheiden of op een minimumafstand van 2 mverwijderd zijn van de inrichting.Art. 6.4.6.5.2 Hoogspanningslokaal D1 D2 D3Het hoogspanninglokaal moet van de andere lokalen gescheiden worden door binnenwanden met eenminimale brandweerstand EI 60. De deuren in deze wanden moeten een minimale brandweerstandEI1 30 hebben.Het lokaal moet degelijk verlucht worden.Het lokaal moet voorbehouden blijven voor zijn specifiek doeleinde. Andere uitrustingen worden nietopgesteld in dit lokaal.Het lokaal moet uitgerust worden met een vloeistofdichte inkuiping zodat ingeval van lek de volledigeinhoud ontvlambare vloeistof van de toestellen kan opgevangen worden.De bepalingen van de norm NBN C18-200 betreffende de beveiliging van transfolokalen moetennageleefd worden.Art. 6.4.6.5.2 Keukenactiviteiten D1 D2 D3 D4D1De keukenactiviteiten moeten van de rest van het gebouw gescheiden worden door wanden met eenminimale brandweerstand EI 60 en zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren met een minimalebrandweerstand EI 30 die opendraaien in de vluchtzin.D2De keukenactiviteiten moeten van de rest van het gebouw gescheiden worden door wanden met eenminimale brandweerstand EI 60 en zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren met een minimalebrandweerstand die EI 30 opendraaien in de vluchtzin.Wanneer de keukenactiviteiten niet brandwerend gescheiden zijn ten opzichte van dedansgelegenheid:

is elk vast frituurtoestel voorzien van een vaste automatische blusinstallatie diegekoppeld wordt aan een

toestel dat de toevoer van energie van het frituurtoestel onderbreekt; zijn mobiele frituurtoestellen niet toegelaten.

D3De keukenactiviteiten moeten van de rest van het gebouw gescheiden worden door wanden met eenminimalebrandweerstand EI 60 en zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren met een minimalebrandweerstand EI 30die opendraaien in de vluchtzin.Indien de keuken niet beantwoordt aan voormelde bepalingen, dient ze tijdens het gebruik van de zaalals dansgelegenheid buiten gebruik gesteld en de toevoer van energie afgesloten.Tijdelijke en mobiele drank- en voedselbereidingen met warmtebron zijn verboden:

in de dansgelegenheid;

Page 43: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

43

in de evacuatiewegen.Zij kunnen enkel in andere lokalen of buiten op minstens 8 m van de uitgangen.Bij gebruik van de zaal voor andere activiteiten dan dansen, kunnen enkel vaste kookinstallaties ofmobiele op elektriciteit toegelaten worden.D4In een tent of een tijdelijke constructie of tijdelijk gebruikte inrichting moeten de mobiele drank- envoedselbereidingen met warmtebron in een afzonderlijke ruimte geplaatst worden of buiten opminstens 8 m verwijderd.Art. 6.4.6.5.3 Tellerlokalen D1 D2 D3 D4Tellers dienen voldoende veilig opgesteld (zie voorschriften nutsmaatschappijen o.a. droog, verlucht,beschermd tegen beschadiging, slechte werking, warmtestraling en gevaarlijke producten,…).Art. 6.4.6.5.4 Technische lokalen D1 D2 D3De technische ruimten moeten van de andere lokalen gescheiden worden door wanden (horizontaleen verticaal) met een minimale brandweerstand EI 60.De binnendeuren in deze wanden moeten een minimale brandweerstand EI 30 hebben en zelfsluitendzijn.Het technisch lokaal moet voorbehouden worden voor zijn specifiek doeleinde. Andere uitrustingenworden niet opgesteld in dit lokaal.

6. Technische uitrustingArt. 6.4.6.6.1 Elektrische installaties D1 D2 D3 D4De elektrische installaties moeten gekeurd worden door een externe dienst voor technische controlesen de vastgesteld inbreuken moeten weggewerkt worden. Een eindkeuringsverslag zonderbemerkingen moet voorgelegd worden aan de bevoegde ambtenaar.Art. 6.4.6.6.2 Veiligheidsverlichting D1 D2 D3 D4De inrichting moet uitgerust worden met een veiligheidsverlichting die een voldoende lichtsterkte heeftom een veilige evacuatie te verzekeren. Deze verlichting moet onmiddellijk in werking treden bij eenstroomonderbreking, een autonomie van één uur hebben en beantwoorden aan de geldende normen.In het bijzonder dient veiligheidsverlichting voorzien aan:D1 D2 D3 D4 - elke (nood)uitgang binnen;D1 D2 - elk niveauverschil;D1 - elke (nood)uitgang buiten;D1 - de blusmiddelen;D1 - de middelen voor melding, waarschuwing en alarm.

Art. 6.4.6.6.3 Autonome stroombronnen D1 D2 D3 D4Alle veiligheidsinstallaties zoals de veiligheidsverlichting, de installatie voor melding, waarschuwing,alarm en detectie, de installaties voor rookafvoer en de waterpompen voor de brandbeveiliging eneventuele ledigingspompen, moeten voorzien zijn van autonome stroombronnen. Deze moeten eenautonomie van één uur hebben en automatisch in werking treden binnen de zestig seconden naonderbreking van de normalestroomtoevoer.Art. Art. 6.4.6.6.4 Verwarmingsinstallaties§1. Algemeen D1 D2 D3 D4De centrale verwarming en de onafhankelijke verwarmingstoestellen moeten beantwoorden aan devoorschriften van de vigerende reglementeringen en normen en geïnstalleerd worden volgens de codevan goed vakmanschap.De conformiteit van deze installaties moet gestaafd worden door een attest afgeleverd door eenbevoegde installateur of organisme.Volgende verwarmingstoestellen zijn verboden:D1 D4 - met open vlam of gloeiend oppervlak;D1 D2 D3 D4 - met gasflessen;D1 D2 D3 D4 - verplaatsbare.§2. Centrale verwarming met gasD1 D2 D3 Buiten de stookplaats moet een algemene gasafsluiter aangebracht worden op detoevoerleiding.D1 D2 Gasleidingen in of op de wanden van de dansgelegenheid zijn verboden.§3. Centrale verwarming met stookolie D1 D2 D3Op de ketel(s) moet een automatische blusinstallatie geplaatst worden met voldoende blusvermogen.

Page 44: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

44

Buiten de stookplaats moet een algemene afsluitkraan voorzien worden op de toevoer- enterugvoerleiding. De nodige maatregelen moeten getroffen worden om hevelwerking te voorkomeningeval van leidingbreuk.Art. Art. 6.4.6.6.5 Gasinstallaties§1. Algemeen D1 D2 D3 D4De gasinstallaties moeten voldoen aan de reglementaire voorschriften en regels van goedvakmanschap.Ze moeten gekeurd worden door een daartoe uitgerust organisme of bevoegd installateur engebeurlijke inbreuken moeten weggewerkt worden. Een eindkeuringsverslag zonder bemerkingenmoet voorgelegd worden aan de bevoegde ambtenaar.Elke installatie voor opslag en ontspanning van vloeibaar petroleumgas, gebruikt voor de verwarmingligt buiten het gebouw.D1 D2 Gasleidingen in of op de wanden van de danszaal of inrichting zijn verboden.§2. Algemene gasafsluiter D1 D2 D3Op de gastoevoerleiding moet een algemene handbediende gasafsluiter voorzien worden dieopvallend wordt aangeduid en gemakkelijk bereikbaar is.§3. Gasafsluiter keuken D1 D2 D3In de keuken moet een algemene gasafsluiter voorzien worden die opvallend wordt aangeduid engemakkelijk bereikbaar is.Art. 6.4.6.6.6 Meldingen, waarschuwing, alarm D1 D2 D3 D4§1. MeldingDe melding van ontdekking of detectie van brand moet onmiddellijk aan de brandweerdienstenkunnen worden doorgegeven via een telefoontoestel.§2. Waarschuwing en alarmD1 D2 Het gebouw moet uitgerust worden met een waarschuwing- en alarminstallatie die overalhoorbaar is en die beantwoordt aan de voorschriften van artikel 52,10° van het A.R.A.B, opgenomenals bijlage II achteraan deze verordening.Bij bediening van de alarminstallatie moet de muziek ogenblikkelijk onderbroken worden en moet eengesproken boodschap het alarm verduidelijken.D3 D4 De zaal of inrichting moet voorzien zijn van een evacuatiesignaal dat overal hoorbaar is.Art. 6.4.6.6.7 Blusmiddelen§1. Axiaal gevoede muurhaspels D1 D2 D3In de inrichting moeten per bouwlaag (vanaf 500 m²) axiaal gevoede muurhaspels voorzien worden,zo opgesteld dat elk punt van de inrichting bereikt kan worden met een doeltreffende waterstraal.D1 De overblijvende druk aan de minst begunstigde straalpijp moet minstens 2,5 bar bedragen.§2. Snelblussers D1 D2 D3 D4In de inrichting moet minstens een aangepast snelblustoestel opgehangen worden met een minimuminhoud van één bluseenheid per bouwlaag en per 150 m² vloeroppervlakte.Bij mobiele en tijdelijke drank- en voedselbereidingen dient in de onmiddellijke omgeving eenaangepast blustoestel aanwezig te zijn.§3. Aanduiding en bereikbaarheid blusmiddelen D1 D2 D3 D4De blusmiddelen moeten duidelijk aangeduid worden met de conventionele pictogrammen (koninklijkbesluit van 17 juni 1997 inzake veiligheidssignalering). De toestellen moeten in goede staat vanonderhoud verkeren en vlot bereikbaar zijn zodat ze steeds gebruiksklaar zijn.Het is niet toegelaten goederen te stapelen in de zones voor de blusmiddelen (snelblussers, haspels,hydranten).§4. Vuurbestendig deken D1 D2 D3 D4Bij de keukenactiviteiten moet een vuurbestendig deken duidelijk zichtbaar en bereikbaaropgehangen.

7.Opslag ontvlambare vloeistoffen en brandbare gassen D1 D2 D3 D4Art. 6.4.6.7.1 Elke opslag van ontvlambare vloeistoffen, licht ontvlambare vloeistoffen en brandbaregassen is verboden in de dansgelegenheid of inrichting.De opslag van brandbare vloeistoffen dient te gebeuren buiten op minimum 8 m van dedansgelegenheid of inrichting of in een lokaal afgescheiden van de andere lokalen door wanden(horizontaal en verticaal) met een minimale brandweerstand EI 60. De deuren in deze wanden moeteneen minimale brandweerstand EI 30 hebben en zelfsluitend zijn. Inkuiping en buitenverluchtingdienen steeds gewaarborgd. Deze opslag mag niet rechtstreeks uitgeven in de dansgelegenheid ofinrichting.

Page 45: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

45

8. Bekleding/versieringArt. 6.4.6.8.1

Vloeren Wanden plafonds

D1 A0 of A1 (*)

A1 of A2FL-s1(**)

A0 ot A1 (*)

A1 of A2-s1,d1(**)

A0 of A1 (*)

A1 of A2-s1,d0(**)

D2 A3(*)

BFL-s1(**)

A2(*)

B-s1,d2(**)

A0 of A1 (*)

A1 of A2-s1,d0(**)

D3 A3(*)

BFL—s1(**)

A2(*)

B-s1,d2(**)

A0 of A1 (*)

A1 of A2-s1,d0(**)

Wanden en panelen Plafonds en tentzeilen

D4 A4(*)

EFL (**)

A3(*)

B(**)

A2(*)

B(**)

*: Belgische classificatie**: Europese classificatie

9. Periodieke controleArt. 6.4.6.9.1D1 D2 D3De technische uitrusting van de inrichting, waaronder de elektrische installaties, veiligheidsverlichting,de gas- en de verwarmingsinstallaties, het brandbestrijdingsmaterieel, de alarminstallatie, ... moetperiodiek gecontroleerd worden door een bevoegde persoon.De data van deze onderzoekingen en de gebeurlijke bemerkingen moeten in een register bijgehoudenworden.Deze laatste moeten zo snel mogelijk gevolgd worden door de nodige aanpassingen.De periodieke controle dient te gebeuren volgens het schema in:

artikel 263 voor D1; artikel 264 voor D2; artikel 265 voor D3.

D4Voor de ingebruikneming moet een geldig verslag worden ingediend van de technische uitrustingenzoals omschreven in artikel 6.4.10.1.D1 D2 D3 D4Naast de periodieke controles dient voor de aanvang van elke activiteit de goede werking enbruikbaarheid nagegaan van waarschuwing en alarm, veiligheidsverlichting, blusmiddelen en(nood)uitgangen. De registratie van deze controles dient te gebeuren in een register, voor te leggenaan de veiligheidsdiensten.

10.Uitbatingsvoorschriften

Page 46: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

46

Art. 6.4.6.10.1 Verzekering objectieve aansprakelijkheid D1 D2 D3 D4Ingeval de inrichting valt onder het toepassingsgebied van de wet van 30 juli 1979 en zijnuitvoeringsbesluiten, moet een verzekering objectieve aansprakelijkheid afgesloten worden.Art. 6.4.6.10.2 Brandinstructies D1 D2 D3 D4De aanwezigen (bewoners, personeel, gasten,...) moeten de nodige brandinstructies ontvangen,onder meer wat betreft het bestaan en het gebruik van de verschillende vluchtwegen, debrandbestrijdingsmiddelen, de waarschuwing- en alarminstallatie,...Deze instructies moeten op oordeelkundig gekozen plaatsen opgehangen worden.Art. 6.4.6.10.3 Evacuatie D1 D2 D3 D4Het is niet toegelaten enig voorwerp te plaatsen dat de doorgang kan belemmeren naar of de nuttigebreedte kan beperken van evacuatiewegen, trappen en (nood)uitgangen. In het bijzonder moetenzeilen, doeken, en dergelijke de vrije doorgang van (nood-)uitgangen steeds volledig garanderen.De vluchtdeuren moeten ongesloten zijn zolang publiek of personeel aanwezig is.Art. 6.4.6.10.4 Open vuren D1 D3 D4Elke vorm van open vuur is verboden.Art. 6.4.6.10.5 Voorkoming van brand D1 D2 D3 D4Alle installaties of voorwerpen die warmte kunnen genereren, voldoende om tot een ontbranding tekomen, moeten op een voldoende afstand van brandbare stoffen en materialen gehouden wordenzodat brandgevaar voorkomen wordt.Op de plaatsen waar roken toegelaten is, dienen alle voorzorgen genomen om brandrisico’s hierdoor tevermijden.Art. 6.4.6.10.6 Bezetting D1 D2De uitbater moet op ieder ogenblik de juiste bezetting kunnen opgeven/aantonen.Art. 6.4.6.10.7 Branddeuren D1 D2 D3 D4Branddeuren moeten na het openen terug dicht; zelfsluitende branddeuren mogen in hun werking nietgehinderd worden.

11. Attesten D1 D2 D3 D4Art. 6.4.6.11.1 De attesten waaruit blijkt dat de bouwelementen en bouwmaterialen respectievelijk devereiste brandweerstand of reactie bij brand hebben moeten bijgehouden worden door deuitbater/bouwheer, die ze te allen tijde moet kunnen voorleggen aan de bevoegde ambtenaar. In eenaanvullende verklaring dient bevestigd dat deze geplaatst werden volgens de voorschriften van hetproefrapport en volgens de regels van kunst en van goed vakmanschap.

Onderafdeling 7. Periodieke controles D1Art. 6.4.7.1

ONDERHOUD EN CONTROLE TECHNISCHE

UITRUSTING

PERIODICITEIT

EDTC BI BP

hoogspanning J X

Laagspanning (incl.veiligheidsverlichting,

melding, waarschuwing, alarm, detectie)

J X

Gasleidingen en –toestellen (dichtheid) J X

Gastoestellen (goede werking) J X

Verwarmingstoestellen op vloeibare of vast J X

Page 47: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

47

brandstoffen (goede werking)

Schoorstenen van toestellen op vloeibare of

vaste brandstoffen (reiniging)

J X

Rookgasafvoer alle toestellen (goede werking) J X

Centrale klimaatregeling (incl.afvoer) J X

Veiligheidsverlichting (goede werking +

autonomie)

3M X

Melding, waarschuwing- en alarminstallatie

(goede werking + autonomie)

J X

branddeuren J X

Draagbare blustoestellen J X

Muurhaspels en -hydranten J X

Alle verslagen dienen gebundeld door de uitbater.Het wegwerken van de eventuele inbreuken/opmerkingen dient permanent opgevolgd.EDTC: Externe Dienst Technische ControlesBI: bevoegde installateurBP: bevoegd persoon

Onderafdeling 8. Periodieke controles D2Art. 6.4.8.1

ONDERHOUD EN CONTROLE TECHNISCHE

UITRUSTING

PERIODICITEIT

EDTC BI BP

hoogspanning J X

Laagspanning (incl.veiligheidsverlichting,

melding, waarschuwing, alarm, detectie)

5J X

Gasleidingen en –toestellen (dichtheid) 5J X

Page 48: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

48

Gastoestellen (goede werking) J X

Verwarmingstoestellen op vloeibare of vast

brandstoffen (goede werking)

J X

Schoorstenen van toestellen op vloeibare of

vaste brandstoffen (reiniging)

J X

Rookgasafvoer alle toestellen (goede werking) J X

Centrale klimaatregeling (incl.afvoer) J X

Veiligheidsverlichting (goede werking +

autonomie)

3M X

Melding, waarschuwing- en alarminstallatie

(goede werking + autonomie)

J X

branddeuren J X

Draagbare blustoestellen J X

Muurhaspels en -hydranten J X

Alle verslagen dienen gebundeld bijgehouden door de uitbater.Het wegwerken van de eventuele inbreuken/opmerkingen dient permanent opgevolgd.EDTC : Externe Dienst Technische ControlesBI : bevoegd installateurBP : bevoegd persoon

Onderafdeling 9. Periodieke controles D3Art. 6.4.9.1ONDERHOUD EN CONTROLE TECHNISCHE

UITRUSTING

PERIODICITEIT

EDTC BI BP

hoogspanning J X

Laagspanning (incl.veiligheidsverlichting,

melding, waarschuwing, alarm, detectie)

5J X

Gasleidingen en –toestellen (dichtheid) 5J X

Page 49: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

49

Gastoestellen (goede werking) J X

Verwarmingstoestellen op vloeibare of vast

brandstoffen (goede werking)

J X

Schoorstenen van toestellen op vloeibare of

vaste brandstoffen (reiniging)

J X

Rookgasafvoer alle toestellen (goede werking) J X

Centrale klimaatregeling (incl.afvoer) J X

Veiligheidsverlichting (goede werking +

autonomie)

3M X

Melding, waarschuwing- en alarminstallatie

(goede werking + autonomie)

J X

branddeuren J X

Draagbare blustoestellen J X

Muurhaspels en -hydranten J X

Alle verslagen dienen gebundeld bijgehouden door de uitbater.Het wegwerken van de eventuele inbreuken/opmerkingen dient permanent opgevolgd.EDTC : Externe Dienst Technische ControlesBI : bevoegd installateurBP : bevoegd persoon

Onderafdeling 10. Technische controles D4Art. 6.4.10.1

ONDERHOUD EN CONTROLE TECHNISCHE

UITRUSTING

EDTC BI BP

hoogspanning X

Laagspanning (incl.veiligheidsverlichting,

melding, waarschuwing, alarm, detectie)

X

Page 50: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

50

Gasleidingen en –toestellen (dichtheid) X

Gastoestellen (goede werking)

Rookgasafvoer alle toestellen (goede werking)

X

Veiligheidsverlichting (goede werking +

autonomie)

X

Melding, evacuatiesignaal X

Draagbare blustoestellen X

EDTC : Externe Dienst Technische ControlesBI : bevoegd installateurBP : bevoegd persoonOnderafdeling 11. OvergangsbepalingenArt. 6.4.11.1De bestaande lokalen die onder het toepassingsgebied vallen van deze afdeling , dienen zich binnende drie jaar na de inwerkingtreding van deze afdeling in overeenstemming te stellen met alletechnische voorschriften.Hiertoe kan een nazicht worden gevraagd bij de stedelijke technische dienst en de dienstbrandvoorkoming.

Afdeling 5. horecazaken en gelijkaardige inrichtingenArt. 6.5.1§1.ToepassingsgebiedDeze reglementering is van toepassing op alle horecazaken welke permanent uitgerust zijn om debezoekers toe te laten tot consummatie van eten of drinken.Deze afdeling geldt onverminderd andere wettelijke en reglementaire bepalingen terzake,inzonderheid deze betreffende de stedenbouw en de ruimtelijke ordening, het Algemeen Reglementvoor Arbeidsbescherming (hierna afgekort het A.R.A.B.), Vlarem en de federale basisnormen inzakebrandveiligheid (bij nieuwbouw).Deze bepalingen zijn echter niet van toepassing op de instellingen van tijdelijke aard zoalskermisinrichtingen,tenten, e.d.§2. Algemeen principeDeze reglementering bepaalt de minimale eisen waaraan de opvatting, de bouw en de inrichting vanhorecazaken moeten voldoen om:1° brand te voorkomen en uitbreiding tegen te gaan;2° ieder begin van brand snel en doeltreffend te bestrijden;3° een veilige en snelle ontruiming van de aanwezige personen te allen tijde te verzekeren;4° de tussenkomst van de brandweer te vergemakkelijken.§3. Technische voorschriften1° Toegankelijkheid en inplanting ten aanzien van derdenDe toegankelijkheid van de inrichting wordt bepaald in akkoord met de brandweer.De inrichting moet van de aanpalende gebouwen gescheiden zijn door wanden uit metselwerk ofbeton of brandveilige bouwelementen met minimale brandweerstand van EI60. Verbindingen metdeze aanpalende gebouwen kunnen enkel via openingen met brandweerstand van minstens EI1 302° Compartimentering woongelegenheidDe horecazaak moet brandwerend gescheiden zijn van het privaat gedeelte metovernachtingsmogelijkheid, door wanden (horizontaal en verticaal) uit beton of metselwerken of metminimum brandweerstand EI60 en zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren EI 30.Hiervan kan enkel afgeweken worden voor overnachtingsmogelijkheid ten behoeve van de uitbaterzelf voor zover de woongelegenheid uitgerust is met (autonome) rookdetectoren.

Page 51: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

51

De evacuatie van de woongelegenheid gebeurt via evacuatiewegen waarvan de verticalebinnenwanden en -deuren een minimale brandweerstand EI 30hebben. Deze evacuatie-eis is nietvan toepassing indien deze woongelegenheid betrokken wordt door de uitbater van de horecazaak.Het doorvoeren van leidingen doorheen wanden mag de vereiste weerstand tegen brand van debouwelementen niet nadelig beïnvloeden3° EvacuatieGeen enkel punt van de publiek toegankelijke inrichting mag zich op meer dan 45m bevinden van eenuitgang naar buiten of naar een ander gebouw en van waaruit men de openbare weg kan bereikenDe evacuatiewegen en uitgangen mogen geen voorwerpen bevatten die de evacuatie kunnenbelemmeren.De plaats en de richting van alle uitgangen en nooduitgangen moet aangeduid wordenmet pictogrammen volgens de modellen goedgekeurd bij K.B. van 17.06.1997.Bij lokalen met een bezetting van 50 of meer personen moet een tweede vluchtweg aanwezig zijn. Debreedte van de uitgangsdeuren moet minstens in cm gelijk zijn aan het maximaal toegelaten aantalpersonen. De uitgangen zijn in tegenovergestelde zones gesitueerd.4° Technische uitrustinga) Elektrische installatiesDe elektrische installaties moeten gekeurd worden door een externe dienst voor technische controles.Een recent eindkeuringsverslag zonder bemerkingen moet voorgelegd worden aan de bevoegdeambtenaar.b) VeiligheidsverlichtingDe publiek toegankelijke delen moet uitgerust worden met een veiligheidsverlichting die eenvoldoende lichtsterkte heeft om een veilige evacuatie te verzekeren. Deze verlichting moetonmiddellijk in werking treden bij een stroomonderbreking, een autonomie van 1 h hebben enbeantwoorden aan de geldende normen.c) VerwarmingsinstallatiesDe centrale verwarming of individuele verwarmingstoestellen moeten beantwoorden aan devoorschriften van de vigerende reglementeringen en normen en geïnstalleerd worden volgens de codevan goed vakmanschap.Verplaatsbare verwarmingstoestellen met stralingswarmte of houders met vloeibare brandstoffen zijnniet toegelaten in de horecazaken.d) Butaan- en propaangas in flessenButaan- en propaangas in flessen, evenals de lege flessen, moeten in de open lucht wordenondergebracht.De voedingsleidingen naar de verbruikstoestellen zijn vast.e) FrituurtoestellenIndien de keuken niet gecompartimenteerd is ten opzichte van de horecazaak , moet elk vastfrituurtoestel voorzien zijn van een vaste automatische blusinstallatie die gekoppeld wordt aan eentoestel dat de toevoer van energie naar het frituurtoestel automatisch onderbreekt.f) Melding, Waarschuwing en AlarmMeldingDe melding van ontdekking of detectie van brand moet onmiddellijk aan de brandweerdienstenkunnen worden doorgegeven via een meldingstoestel met vermelding van de oproepnummers van dehulpdiensten, evenals de naam, het adres en het telefoonnummer van de horecazaak.Waarschuwing en AlarmEen alarmsysteem is eveneens verplicht indien er zich in het gebouw meerdere voor het publiektoegankelijke, van elkaar gescheiden lokalen bevinden die gelijktijdig in gebruik kunnen zijn. Het alarmmoet in alle publiek toegankelijke lokalen van het gebouw hoorbaar zijn.5 ° BlusmiddelenIn de horecazaak moet minstens een aangepast snelblustoestel opgehangen worden met eenminimum inhoud van 1 bluseenheid per bouwlaag en per 150 m² vloeroppervlakte en in samenspraakmet de brandweer.6° Reactie bij brandAlle aangebrachte bouwmaterialen en versieringen mogen geen bijzonder risico voor de(brand)veiligheid met zich meebrengen.De normale functionele stoffering voor overgordijnen, vaste muurbekleding en tafellinnen vallen nietonder dit artikel, evenmin als toneeldecors.7° 0nderhoud en controle

Periodiciteit EDTC BI BP

Page 52: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

52

laagspanning 5j X

Veiligheidsverlichting (goede

werking)

6 M X

Verwarming (goede werking) J X

gasdichtheid J X

Waarschuwing en alarm J X

blustoestellen J X

dampkappen J X

EDTC: externe dienst technische controleBI: bevoegd installateurBP: bevoegd persoon

HOOFDSTUK 7: LANDBOUW

Afdeling 1 : Afwateringsgrachten

Art. 7.1Teneinde afkalving van de grachten en beken tegen te gaan, wordt een voldoende brede strooklangsheen de gracht of beek niet ingeploegd. De breedte van deze strook bedraagt minstens 30centimeter maar kan meer zijn indien de bodemstructuur dit vereist.Het drenken van de dieren mag niet tot gevolg hebben dat grachten of beken inkalven en dat deafwateringsfunctie in het gedrang komt.

HOOFDSTUK 8: CULTURELE EN SPORTCENTRA - PARKEN EN PLEINEN

Afdeling 1: Sport- en ontmoetingscentrum Torrebos – Landergemstraat 1

Art.8.1.1Het gemeentelijk sport- en ontmoetingscentrum Torrebos, Landergemstraat 1 Anzegem, istoegankelijk voor iedereen en dit iedere dag van 8u30 tot 22u30, de zaterdag tot 19u en de zondagtot 17u, behoudens uitzonderingen toegestaan door het college van burgemeester en schepenen.Het centrum is gesloten op wettelijke feestdagen en andere tijdstippen bepaald door het college vanburgemeester en schepenen.De gebruikers en bezoekers van het gemeentelijk sportcentrum en ontmoetingscentrum dienen.gebruik te maken van de wandel- en toegangswegen.

Art.8.1.2Het is ten strengste verboden over de grasperken of doorheen de bloemperken of beplantingen tegaan, te lopen of te spelen. De speelvelden zijn verboden aan onbevoegden.

Art.8.1.3Het is ten strengste verboden auto's, moto's, bromfietsen of welkdanige andere motorischevoertuigen in het sport- en ontmoetingscentrum binnen te brengen.Deze dienen op de parkeerplaats reglementair geparkeerd te worden.

Page 53: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

53

Art.8.1.4Het is niet toegelaten te fietsen binnen het sport- en ontmoetingscentrum. De fietsers dienen hunfietsen in de daartoe aangebrachte fietsenrekken te plaatsen.

Art.8.1.5Het is verboden transistors of om het even welk ander muziek- of geluidverwekkend toestel ofinstrument te doen spelen op een zulkdanige manier dat het storend is voor de andere bezoekers vanhet sport- en ontmoetingscentrum.

Art.8.1.6Het college van burgemeester en schepenen is gemachtigd om tijdelijke en blijvendereclamevoering in het Sport- en Ontmoetingscentrum Torrebos toe te staan. Elke reclame, publiciteit,aanplakking of aankondiging aangebracht in het gebouw of op het domein rond het Sport- enOntmoetingscentrum Torrebos of op de officiële parkeerplaatsen, zonder de toelating vanhogergenoemde instantie zal onmiddellijk verwijderd of weggenomen worden.

Art.8.1.7Het is verboden binnen het gemeentelijk sport- en ontmoetingscentrum vaste of ambulante handelte drijven, of koopwaren uit te stallen. Hiervoor is een voorafgaandelijke en schriftelijkevergunning vereist van het college van burgemeester en schepenen.De te betalen retributie of belasting wordt vastgesteld door de gemeenteraad.

Art.8.1.8Alle vuilnis en afval dienen in de daartoe speciaal geplaatste vuilnisbakken of emmers gedeponeerdte worden.

Art.8.1.9Het is niet toegelaten binnen het gemeentelijk sport- en ontmoetingscentrum om het even welkgebouw of verplaatsbare inrichting op te richten, een bestaand gebouw te verbouwen of debestemming ervan te wijzigen.

Art.8.1.10Het is verboden binnen het terrein gelijk welke handeling te stellen waardoor enige beschadigingzou ontstaan, hetzij aan de beplantingen, hetzij aan gelijk welke roerende of onroerende voorwerpenwelke zich in het terrein bevinden.

Art.8.1.11Het publiek moet zich gedragen naar de richtlijnen die hem op een behoorlijke wijze door middelvan aanwijzingen en borden of door enig ander middel zullen ter kennis gebracht worden.

Art.8.1.12Iedere bezoeker is overeenkomstig de artikelen 1382, 1383 en 1384 van het Burgerlijk Wetboekverantwoordelijk voor de schade door hem veroorzaakt.Verenigingen kunnen als zodanig verantwoordelijk gesteld worden.De leraars (leraressen), leiders (sters) of monitors (trices) van schooljeugd en andere groepen zijnverantwoordelijk voor de personen die onder hun leiding of gezag staan. Het gemeentebestuur,noch het college van burgemeester en schepenen, noch hun aangestelden en toezichters zijnverantwoordelijk voor schadegevallen wat ook de aard of oorzaak weze.

Art.8.1.13Elke beschadiging geeft aanleiding tot betaling van een vergoeding gelijk aan de herstellingskosten,de kosten van vervanging van het beschadigde, de gebruiksderving en waardeverminderingingevolge herstel.

Art.8.1.14Het toezicht en de controle zijn toevertrouwd aan de aangestelden door het college vanburgemeester en schepenen. De toezichters hebben het recht een verslag op te stellen tegen depersonen, verenigingen of om het even welke andere gebruiker of bezoeker van het sportcentrumdie moedwillig de velden, gebouwen, installaties, beplantingen beschadigd of vernield heeft. De

Page 54: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

54

huurder- gebruiker en elke bezoeker dient gevolg te geven aan de aanwijzigingen en bevelen vande toezichter(s).Het recht van toezicht en controle is eveneens voorbehouden aan de politie en om het even welkeandere gerechtelijke instantie.

Art.8.1.15Door het eenvoudig feit van hun verblijf op het grondgebied van het sport- en ontmoetingscentrumverklaren de bezoekers zich te onderwerpen aan alle beschikkingen van onderhavig reglementen inzonderheid zich rekenschap te geven van hun verantwoordelijkheid inzake de schadetoegebracht aan de beplantingen, gebouwen, installaties, goederen en tegenover derden.

Afdeling 2: Domein Beukenhof

Art.8.2.1Het domein Beukenhof met bestemming wandelpark en cultureel centrum is opengesteld voorhet publiek gedurende het ganse jaar.

Art.8.2.2Met uitzondering voor bijeenkomsten of manifestaties van verenigingen met cultureel of socio-cultureel karakter, is het park gesloten, ’s nachts 1 uur tot 's morgens 7 uur.

Art.8.2.3De toegang tot het park is verboden voor alle voertuigen, uitgezonderd dienstvoertuigen.Het is de bestuurders van voertuigen evenwel van zondag tot en met donderdag toegelaten hunvoertuig te parkeren op de parking tussen het VKSJ-jeugdlokaal (vroegere paardenstal) en KSA-jeugdlokaal. Op vrijdag en zaterdag geldt er een absoluut parkeerverbod voor motorvoertuigen.Vanaf de parking dienen alle bestuurders te voet verder te gaan. Het is de bestuurders vanrijwielen, brom- of motorfietsen toegelaten hun voertuigen te stallen in de daartoe voorziene stallingvoor fietsen, brom- en motorfietsen, gelegen tussen de paardestal en de hoofdtoegangsdreef vanafde Kerkdreef. De toegang tot de stalling moet geschieden langs de inrijpoort aan dehoofdtoegangsdreef, zijnde Kerkdreef.Vanaf de stalling dienen alle bestuurders te voet verder te gaan.

Art.8.2.4Het is verboden personen te hinderen door rumoerige muziek of zang door geroep of door eenderwelk storend lawaai, strijdig met de norm van de wet.Het gebruik van geluidsvoortbrengende toestellen zoals radio's, transistortoestellen, TV-toestellen (draagbare toestellen inbegrepen), luidsprekers, geluidversterkers is in het parkverboden. De burgemeester kan schriftelijk en voorafgaand afwijkingen toestaan op onderhavigeverbodsbepaling.

Art.8.2.5De verbruikzaal van het ontmoetingscentrum is niet toegankelijk voor personen beneden de 16 jaar,niet vergezeld van hun ouders.

Art.8.2.6De bijgebouwen van het domein zijn enkel toegankelijk voor bevoegde personen.

Art. 8.2.7.in het domein is het eveneens verboden:

takken, bloemen of planten af te rukken, af te snijden, plat te trappen of uit te doen in de bomen te klimmen en banken of afsluitingen te beklimmen en te beschadigen de gras- en bloemperken en enig voorwerp, dienende tot versiering van het park, te

beschadigen zijn hond toe te laten andere personen te hinderen of op andere dieren te jagen. nesten te roven of te verstoren of broedsel te storen te kamperen of te overnachten, tenzij met toelating vuren aan te leggen allerhande afval, inzonderheid huisafval binnen het domein te brengen en zich te ontdoen van

om het even welk voorwerp of van een stof, tenzij in de afvalkorven.

Page 55: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

55

Afdeling 3: Ravotplein aan jeugdheem “De Wortel”

Art.8.3.1Het ravotplein aan jeugdheem “De Wortel” met bestemming speel- en ravotplein is opengesteldvoor het publiek gedurende het ganse jaar.

Art.8.3.2De toegang tot het ravotplein is verboden voor alle gemotoriseerde voertuigen. Deze dienen opde daartoe voorziene parkeerplaatsen reglementair geparkeerd te worden.

Afdeling 4. Sporthalle Beekdale en aanpalend sportveldArt.8.4.1.Het is verboden op het terrein gelijk welke handeling te stellen waardoor enige beschadiging zouontstaan aan het sportveld of de uitrusting, de bijhorende accommodatie (sporthalle –onderwijsgebouwen - gemeenschapscentrum), de beplantingen, hetzij aan gelijk welke roerende ofonroerende voorwerpen welke zich in en om het terrein bevinden.Iedere bezoeker is overeenkomstig de artikelen 1382, 1383 en 1384 van het Burgerlijk Wetboekverantwoordelijk voor de schade door hem veroorzaakt. Verenigingen kunnen als zodanigverantwoordelijk gesteld worden.De leraars (leraressen), leiders (sters) of monitors (trices) van schooljeugd en andere groepen zijnverantwoordelijk voor de personen die onder hun leiding of gezag staan.Elke beschadiging geeft aanleiding tot betaling van een vergoeding gelijk aan de herstellingskosten,de kosten van vervanging van het beschadigde, de gebruiksderving en waardeverminderingingevolge herstel.De gebruiker staat in voor het gaaf houden van de gehuurde ruimte, veld en uitrusting en is tenaanzien van de gemeente verantwoordelijk voor schade eraan toegebracht door de deelnemers aande activiteit.Het gemeentebestuur, noch het college van burgemeester en schepenen, noch hunaangestelden en toezichters zijn verantwoordelijk voor schadegevallen wat ook de aard of oorzaakweze.

Art.8.4.2.Alle afval (blikjes, papier, glazen, etensresten, …) moet op dezelfde dag van de manifestatie van deterreinen opgeruimd worden onverminderd de toepassing van art. 5.2.10.

Art.8.4.3.Het is verboden met gemotoriseerde voertuigen het grasveld aan de Stringe te betreden.

Art.8.4.4.Het is verboden om de sportvloer van de sporthalle Beekdale met voetbalschoenen te betreden. Het isverboden de voetbalschoenen in de douches of lavabo’s te reinigen of af te spoelen.

Art. 8.4.5.Het is verboden omwonenden te hinderen door rumoerige muziek of zang door geroep of dooreender welk storend lawaai, strijdig met de norm van de wet.Het gebruik van geluidsvoortbrengende toestellen zoals radio's, transistortoestellen, TV-toestellen (draagbare toestellen inbegrepen), luidsprekers, geluidversterkers is op het sportveldverboden. De burgemeester kan schriftelijk en voorafgaand afwijkingen toestaan op onderhavigeverbodsbepaling.

Art.8.4.6Het publiek moet zich gedragen naar de richtlijnen die hem op een behoorlijke wijze door middelvan aanwijzingen en borden of door enig ander middel zullen ter kennis gebracht worden.

HOOFDSTUK 9: OPENBARE MARKTEN

Page 56: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

56

INLEIDING.Op dit reglement is volgende regelgeving van toepassing. De wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie

van de openbare markten, gewijzigd door de wet van 4 juli 2005 en 20 juli 2006. Het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van

ambulante activiteiten. AFDELING 1 – Organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten.

Artikel 9.1 – Gegevens van openbare markt (wet art. 8§2).De gemeente richt op het openbaar domein volgende openbare markt: elke vrijdagvoormiddag op hetMarktplein en verder in dit reglement het “marktplein” genoemd.Buiten de wekelijkse vrijdagmarkt mogen geen openbare markten gehouden worden dan mettoestemming van de gemeenteraad. De markt telt 22 standplaatsen en wordt ingedeeld volgens bijgaand marktplan.De gemeenteraad vertrouwt aan het college van burgemeester en schepenen de bevoegdheid toe omwijzigingen aan te brengen aan het marktplan. Elke wijziging aan het marktplan wordtbekendgemaakt door middel van een bericht aangeplakt aan het gemeentelijk infobord en/of via dewebstek www.anzegem.be en of via de lokale pers. Het college zal voor elke standplaats het gebruikbepalen.De vrijdagmarkt wordt gehouden van 8 uur tot 12 uur. Na 12 uur is elke verkoop verboden. Deverkoopwagens, tenten en kramen moeten verwijderd zijn en het marktplein moet opnieuw vrij zijn bijvrijdagmarkt om 13 uur.Iedere vorm van beweeglijke ambulante handel is verboden op het marktplein en binnen een straalvan 150 meter van de plaats van het marktgebeuren. Dit verbod is niet van toepassing op het ventenmet ijsroom.Vanaf 30 minuten na het beginuur tot het einde van de markt is alle voertuigenverkeer op hetmarktplein verboden. Dit geldt eveneens voor de marktkramers en standwerkers. Wanneer het marktplein, wegens omstandigheden bezet is (bvb kermis, wettelijke feestdag,werken ….), kan het college van burgemeester en schepenen bepalen de markt te houden op eenandere dag, plaats of uren dan deze voorzien in onderhavig reglement. In dit geval worden demarkthandelaars minstens één maand vooraf hierover ingelicht en dienen zich strikt te houden aan deaanwijzingen van de marktleider. Teneinde de diversiteit van het aanbod te waarborgen kan het college van burgemeester enschepenen het aantal standplaatsen per specificiteit beperken.

Artikel 9.2 – Voorwaarden inzake toewijzing standplaatsen (wet art. 8§2, art. 10§1 en KB art. 25).Een standplaats op de openbare markt kan enkel toegewezen worden aan: de natuurlijke personen die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefenen: houders van

een “machtiging als werkgever” rechtspersonen die dezelfde activiteit uitoefenen. De standplaatsen worden toegekend door

tussenkomst van een persoon verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de vennootschapdie houder is van de “machtiging als werkgever”.

De standplaatsen kunnen occasioneel ook toegewezen worden aan de verantwoordelijken vanverkoopacties zonder commercieel karakter, hiervoor toegelaten overeenkomstig artikel 7 van het KBvan 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten.Teneinde de diversiteit van het aanbod te waarborgen is het aantal standplaatsen per ondernemingbeperkt tot één.

Artikel 9.3 – Verhouding abonnementen – losse plaatsen (KB art. 24§1).De standplaatsen op de openbare markt worden toegewezen: hetzij per abonnement (maximum 95 % van het totaal aantal standplaatsen) hetzij van dag tot dag (minimum 5 % van het totaal aantal standplaatsen).

Bij de standplaatsen die per abonnement worden toegewezen, wordt voorrang gegeven aande standwerkers tot 5 % van het totaal aantal standplaatsen op de markt.Wordt als standwerker beschouwd, de persoon van wie de activiteit uitsluitend bestaat uit de verkoop,op verschillende markten, van producten of diensten waarvan hij de kwaliteit aanprijst en/of het

Page 57: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

57

gebruik uitlegt, door middel van argumenten en/of demonstraties gericht op een betere bekendheid bijhet publiek en zodoende de verkoop ervan te promoten.

Artikel 9.4 – Toewijzingsregels losse plaatsen (KB art. 27).De toewijzing van losse standplaatsen gebeurt volgens de chronologische volgorde van aankomst opde markt. Wanneer de volgorde van aankomst op de markt tussen twee of meerdere kandidaten nietkan uitgemaakt worden, gebeurt de toekenning van de standplaats bij loting. De houder van demachtiging als werkgever moet bij de toewijzing van de standplaats aanwezig zijn. Diegene die de standplaats krijgt toegewezen, betaalt de vergoeding aan de marktleider tegenafgifte van een ontvangstbewijs.

Artikel 9.5 – Toewijzingsregels per abonnement (KB art. 28 en 30).9.5.1. Vacature en kandidatuurstelling standplaats per abonnement (KB art. 28 en 30).Wanneer een standplaats die per abonnement wordt toegekend, vrijkomt, zal deze vacature bekendgemaakt worden door publicatie van een kennisgeving.Deze kennisgeving zal gebeuren door middel van een bericht aangeplakt aan het gemeentelijkinfobord en/of via de webstek www.anzegem.be en of via de lokale pers.De kandidaturen kunnen ingediend worden na een melding van vacature of op elk ander tijdstip.De kandidaturen worden ingediend volgens de voorschriften van artikel 30§1, tweede lid van het KBvan 24 september 2006 : “zij worden hetzij bij brief neergelegd tegen ontvangstbewijs hetzij bij ter postaangetekend schrijven tevens met ontvangstbewijs, hetzij op een duurzame drager tegenontvangstbewijs gericht aan de gemeente of de concessionaris” en binnen de termijn voorzien in dekennisgeving van de vacature. Kandidaturen die hieraan niet voldoen, worden niet weerhouden.

9.5.2. Register van de kandidaturen (KB art. 31).Alle kandidaturen worden naargelang hun ontvangst (chronologisch) bijgehouden in een register.Overeenkomstig het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur kan ditregister steeds geraadpleegd worden.

De kandidaturen blijven geldig zolang ze niet werden nagekomen of ingetrokken door hun auteur.

9.5.3. Volgorde van toekenning van de standplaatsen (KB art. 31).Bij het vacant komen van een standplaats per abonnement worden met het oog op de toekenningervan, de kandidaten als volgt geklasseerd in het register:

Rekening houdend met de eventuele specialisatie: aan standwerkers voor zover ze 5 % van het totaal aantal standplaatsen niet bereiken en dan volgens de kandidaten bij voorrang van volgende categorie(ën):

a) personen die een uitbreiding van hun standplaats vragenb) personen die een wijziging van hun standplaats vragenc) personen die een standplaats vragen als gevolg van de opheffing ervan die ze op één van de

markten van de gemeenten innamen of aan wie de gemeente een vooropzeg heeft gegevenomwille van definitieve opzegging van de markt of een deel van de standplaatsen

d) de externe kandidaten. en dan binnen elke categorie, in voorkomend geval, volgens de gevraagde standplaats en

specialisatie en tenslotte volgens datum.

Wanneer twee of meerdere aanvragen behorend tot dezelfde categorie tezelfdertijd ingediend worden,wordt als volgt voorrang gegeven :

a) voorrang wordt gegeven (uitgezonderd de categorie externe kandidaten) aan de aanvragerdie de hoogte anciënniteit op de markt van de gemeente heeft; wanneer de anciënniteit nietkan vergeleken worden, wordt de voorrang bepaald bij loting;

b) voor de externe kandidaten, wordt de voorrang bepaald bij loting.

9.5.4. Bekendmaking van de toewijzing van de standplaatsen (KB art. 33).De toewijzing van de standplaats wordt bekend gemaakt aan de aanvrager: bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of door overhandiging van een brief tegen ontvangstbewijs of bij elektronische post met ontvangstbewijs.

Page 58: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

58

9.5.5. Het register van de standplaatsen toegewezen per abonnement (KB art. 34).Een plan of register wordt bijgehouden waarin voor elke standplaats toegewezen per abonnementvermeld staat: de naam, voornaam, het adres van de persoon aan wie of door wiens tussenkomst de standplaats

werd toegekend; in voorkomend geval, de handelsnaam van de rechtspersoon aan wie de standplaats toegekend

werd en het adres van haar maatschappelijke zetel; het ondernemingsnummer; de producten en/of diensten die te koop aangeboden worden; in voorkomend geval, de hoedanigheid van de standwerker; de datum van de toewijzing en de duur van het gebruiksrecht; indien de activiteit seizoensgebonden is, de periode van activiteit; de prijs van de standplaats, behalve deze op een uniforme wijze vastgelegd is; desgevallend,de naam en het adres van de overlater en de datum van de overdracht.

Buiten de identiteit van de houder van de standplaats of van de persoon door wiens tussenkomst destandplaats mag het plan of het register verwijzen naar een bestand dat de andere inlichtingenoverneemt, uitgezonderd voor de volgende gegevens: de identiteit van de houder van de standplaats of van de persoon door wiens tussenkomst de

standplaats toegekend is; de eventuele specialisatie; de hoedanigheid van standwerker en het seizoensgebonden karakter van de standplaats.

Overeenkomstig het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur kan ditregister steeds geraadpleegd worden.

Artikel 9.6 – Identificatievereiste bij uitoefenen ambulante activiteiten op openbare markt (KB art. 21).Elke persoon die een ambulante activiteit uitoefent op de openbare markt, dient zich te identificerenaan de hand van een leesbaar uithangbord, zichtbaar geplaatst op het kraam of het voertuig, indien hijde activiteit aan het kraam of het voertuig uitoefent. Het bord moet eveneens door de aangesteldenaangebracht worden wanneer deze alleen werken.

Het bord bevat volgende vermeldingen :1. hetzij de naam, de voornaam van de persoon die een ambulante activiteit uitoefent als natuurlijk

persoon voor eigen rekening of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordtuitgeoefend; hetzij de naam, de voornaam van de persoon die het dagelijks bestuur binnen eenrechtspersoon waarneemt of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordtuitgeoefend;

2. de firmanaam en/of de benaming van de onderneming;3. al naargelang het geval, de gemeente van haar maatschappelijke zetel of van de

uitbatingszetel; en indien de onderneming niet in België gelegen is, het land en de gemeentewaar deze zich bevindt;

4. het inschrijvingsnummer in de Kruispuntbank van Ondernemingen (of een identificatie die dezevervangt, indien het om een buitenlands bedrijf gaat).

Artikel 9.7 – Duur abonnement (KB art. 32).De abonnementen worden toegekend voor de duur van 12 maanden.Na verloop van deze termijn worden zij stilzwijgend verlengd behoudens anders bepaald door deaanvrager (cf. artikel 8 en 9 van onderhavig marktreglement) en behoudens intrekking bijaangetekend schrijven of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs door het gemeentebestuurin de gevallen bepaald in artikel 10 van onderhavig marktreglement.Elke marktkramer of standwerker moet het marktrecht betalen, bepaald door het gemeentelijkretributiereglement.Indien een vaste standplaatshouder zijn plaats niet ingenomen heeft vóór 8u30, kan deze plaats alslosse plaats toegewezen worden. Die een vrije standplaats inneemt, betaalt de vergoeding aan de door de gemeentegemachtigde ambtenaar, tegen afgifte van een ontvangstbewijs.

Page 59: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

59

Artikel 9.8 – Opschorting abonnement (KB art. 32).De houder van een abonnement kan het abonnement opschorten voor een voorziene periode vantenminste een maand wanneer hij ongeschikt is zijn activiteit uit te oefenen : door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond.

De opschorting gaat in de dag waarop de gemeente op de hoogte gebracht wordt van deongeschiktheid en houdt op ten laatste vijf dagen na de melding van het hernemen van de activiteiten.Na afloop van de opschorting krijgt de geabonneerde zijn standplaats terug.De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomstvoorkomen.Gedurende de periode van opschorting kan de standplaats toegewezen worden als losse plaats.

Artikel 9.9 – Afstand van het abonnement (KB art. 32).De houder van een abonnement kan afstand doen van het abonnement: bij de vervaldag van het abonnement mits een opzegtermijn van tenminste 30 dagen bij stopzetting van de ambulante activiteiten mits een opzegtermijn van 30 dagen indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen omwille van redenen vermeld in

artikel 8 van dit reglement. In dit geval is geen vooropzeg nodig. op ieder ogenblik mits een vooropzeg van tenminste 30 dagen.De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteiten uitoefentkunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg afstand doen van het abonnement waarvan hij de houderwas.De aanvragen van opschorting, herneming of opzegging van een abonnement worden betekendvolgens één van de vermelde modaliteiten: bij een per post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs overhandiging tegen ontvangstbewijs op een duurzame drager (fax, e-mail) tegen ontvangstbewijs.

Artikel 9.10 – Schorsing en opzegging van het abonnement (KB art. 32 laatste lid).Het abonnement zal door het college van burgemeester en schepenen geschorst of ingetrokkenworden in volgende gevallen: bij niet of tijdige betaling van de standplaatsvergoeding bij afwezigheid gedurende drie opeenvolgende weken zonder de marktleider vooraf of tijdens zijn

eerste week van afwezigheid ervan op de hoogte te stellen bij overdracht van een abonnement aan een derde zonder te voldoen aan voorwaarden bepaald in

artikel 14 van onderhavig gemeentelijk reglement wanneer andere waren of diensten verkocht worden dan diegenen vermeld op zijn abonnement.

De beslissing tot schorsing en opzegging wordt betekend bij een ter post aangetekend schrijven metontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

Artikel 9.11 – Vooropzeg vanuit de gemeente (Wet art. 8§2).Wanneer de manifestatie of een deel van de standplaatsen definitief worden opgeheven, geldt eentermijn van de vooropzeg aan de houders van een standplaats per abonnement van één jaar. Dezepersonen krijgen voorrang bij het toekennen van een vacante standplaats per abonnement (cf. artikel5.3) voor zover er geen standwerker (tot 5 % van het totaal aantal standplaatsen op de markt) inaanmerking komt.

Artikel 9.12 – Seizoensgebonden ambulante activiteiten (KB art. 37).Een seizoensgebonden activiteit is in het algemeen een activiteit die betrekking heeft op producten ofdiensten die wegens hun aard of traditie slechts gedurende een periode van het jaar verkocht worden.De abonnementen die toegekend worden voor de verkoop van hoger vernoemde activiteiten wordengeschorst gedurende de periode van non-activiteit.Gedurende de periode van non-activiteit kunnen deze standplaatsen toegewezen worden als lossestandplaatsen.

Artikel 9.13 – Inname standplaatsen (KB art. 26).De standplaatsen op de openbare markt kunnen ingenomen worden door:

Page 60: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

60

a) 1) de natuurlijke personen die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefenen houdersvan een “machtiging als werkgever”, aan wie een standplaats is toegewezen2) de verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur van een rechtspersoon, aan wie de standplaatsis toegewezen, houder van een “machtiging als werkgever”;

b) de feitelijke venno(o)t(en) van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen,houder van een “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit vooreigen rekening;

c) de echtgenoot of echtgenote en wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wie destandplaats werd toegewezen, houder van een “machtiging als werkgever” voor de uitoefening vaneen ambulante activiteit voor eigen rekening;

d) de standwerker, houder van een “machtiging als werkgever” aan wie het tijdelijk gebruiksrecht vande standplaats werd onderverhuurd, overeenkomstig de bepalingen van artikel 36 van voornoemdKB van 24 september 2006 alsook aan de standwerker, houder van een “machtiging alsaangestelde A en B” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor rekening of in dienstvan de persoon aan wie de standplaats werd toegewezen of onderverhuurd;

e) de personen die beschikken over een “machtiging als aangestelde A” of een “machtiging alsaangestelde B”, die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van denatuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in a) tot c);

f) de personen die verkopen realiseren zonder commercieel karakter binnen het kader van de actiesbedoeld in artikel 7 van voornoemd KB van 24 september 2006, kunnen een standplaats innemen,toegewezen aan de verantwoordelijke van de actie. Desgevallend kunnen zij deze innemenbuiten de aanwezigheid van deze.

De personen opgesomd in a) 2) tot e) kunnen de standplaatsen innemen, toegewezen ofonderverhuurd aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon voor wiens rekening of in wiens dienst zijde activiteit uitoefenen, buiten de aanwezigheid van de persoon aan wie of door middel van wie destandplaats werd toegewezen of onderverhuurd.

Artikel 9.14 – Overdracht standplaats (KB art. 35).9.14.1. De overdracht van een standplaats is toegelaten onder de volgende voorwaarden:1. wanneer de houder van de standplaats(en) zijn ambulante activiteiten als natuurlijk persoon

stopzet of overlijdt of wanneer de rechtspersoon haar ambulante activiteiten stopzet. Bijstopzetting bezorgt de overlater of zijn rechthebbenden een document als bewijs van schrappingvan zijn ambulante activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen.

2. en indien de overnemer(s) houder(s) zijn van een machtiging tot het uitoefenen van ambulanteactiviteiten als werkgever en de specialisatie van de overlater voortzetten op elke overgedragenstandplaats. Een eventuele wijziging van de specialisatie dient aangevraagd te worden peraangetekend schrijven bij het college van burgemeester en schepenen. In beide gevallen –behoud specialisatie of toegelaten wijziging van specialisatie – dient de overnemer over degepaste machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten te beschikken.

3. de onderneming van de overnemer mag door deze overname over niet meer dan 1 standplaatsbeschikken (cf. art 2).

9.14.2. In afwijking van 14.1 wordt de overdracht van standplaatsen toegelaten tussen: echtgenoten bij feitelijke scheiding; echtgenoten bij scheiding van tafel en bed en van goederen; echtgenoten bij echtscheiding; wettelijk samenwonenden bij stopzetting van de wettelijke samenwoningop voorwaarde dat: de overlater of de overnemer aan de gemeente een document voorlegt als bewijs van de

vermelde toestand in 14.2 de overnemer voldoet aan de voorwaarden in 14.1 2° en 3°.De overdracht is geldig voor de resterende geldigheidsduur van het abonnement van de overlater.Ingeval van overdracht wordt het abonnement eveneens stilzwijgend vernieuwd.

Artikel 9.15 – Onderverhuur standwerkers (KB art. 36).De standwerkers, die een abonnement voor een standplaats verkregen hebben, kunnen hun tijdelijkgebruiksrecht op deze standplaats onderverhuren aan andere standwerkers namelijk: rechtstreeks aan een andere standwerker; via een vereniging om die voor alle standwerkers zonder discriminatie openstaat.

Page 61: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

61

Al naargelang, deelt de standwerker of de vereniging de lijst van standwerkers mee, aan wie hettijdelijk gebruiksrecht van de standplaats werd onderverhuurd.De prijs van de onderverhuring mag niet hoger zijn dan het deel van de abonnementsprijs voor deduur van de onderverhuring.

Artikel 9.16 – Verwarmingstoestellen.Het is verboden verwarmingstoestellen te gebruiken die niet voldoen aan de veiligheidsnormen of diegassen of rook laten ontsnappen.Elke kraam of winkelwagen die gebruik maakt van verwarmingstoestellen, dient te beschikken overeen goedgekeurd draagbaar snelblustoestel met een minimum inhoud van 6 kg ABC-poeder of 5 kgCo2. De verwarmingstoestellen moeten stevig bevestigd worden.Het gebruik van elektrische verwarmingstoestellen is slechts toegelaten als deze door een erkendorganisme gekeurd zijn. Bij gebruik van niet goedgekeurde elektrische verwarmingstoestellen zal deabonnee of losse marktkramer geschorst worden voor een periode van 3 maanden.Indien gebruik gemaakt wordt van installaties met vloeibaar gemaakt petroleumgassen moet devoorraad ervan, zowel lege als volle gasflessen, tot het strikte minimum gehouden worden en moetendeze gasflessen voorzien worden van een degelijke valbeveiliging.De marktkramers en standwerkers die gebruik maken van verwarmingstoestellen zijn verplicht hunburgerlijke aansprakelijkheid, onder alle oogpunten, tegen brand en ontploffing te laten verzekeren eneen kopie over te maken aan de gemeente. Op elk verzoek van de marktleider moet het bewijsworden voorgelegd dat aan deze verplichtingen werd voldaan.Het college van burgemeester en schepenen kan elk moment een veiligheidscontrole laten uitvoerendoor de brandweer.

Artikel 9.17 – Voeding – vis/vlees.De vis- en vleeshandelaars zijn onderworpen aan de bepalingen van het KB van 10 november 2005betreffende de detailhandel van levensmiddelen van dierlijke oorsprong.

Artikel 9.18 – Voeding – tentoongestelde eetwaren.Alle eetwaren dienen te koop gesteld te worden op de wijze die beantwoordt aan allehygiënische voorwaarden voorzien bij KB van 7 februari 1997 inzake de algemenevoedingsmiddelenhygiëne.

Artikel 9.19 – Voeding – te koelen voedingsmiddelen.Het in handel brengen van te koelen voedingsmiddelen is onderworpen aan het KB van 5 februari1980.

Artikel 9.20 – Reinhouden standplaatsen.De marktkramers en standwerkers moeten ervoor zorgen dat geen brandbare, schadelijke, hinderlijkeen/of onwelriekende vloeistoffen/producten op de grond druipen/liggen. Indien dit voor vloeistoffenonmogelijk blijkt, moeten de markthandelaars deze vloeistoffen in emmers of waterdichte recipiëntenopvangen.De marktkramers en standwerkers moeten hun standplaats voortdurend rein houden. Ze moeten alleafval, resten of verpakkingsmateriaal bijeen verzamelen zowel tijdens en na de markt en mogen hetmarktplein niet verlaten, vooraleer alle afval voortkomende van hun marktactiviteit te hebbenopgeruimd en meegenomen.

Artikel 9.21. De marktkramers en standwerkers mogen geen gebruik maken van geluidsversterking of van

andere hinderlijke lawaaimakende toestellen, tenzij absoluut noodzakelijk voor de verkoop vancd’s, …. Dit geluidsvolume moet aanvaardbaar zijn voor de aanwezigen op de markt.

De marktkramers en standwerkers mogen het openbaar domein op geen enkele wijzebeschadigen of bevuilen. Het is verboden piketten in de grond te slaan. Zij zullen in voorkomendgeval aansprakelijk worden gesteld voor de door hen aangerichte schade.

De marktkramers en standwerkers mogen bij het lossen van hun goederen geen overdrevenlawaai maken teneinde de morgenrust van de inwoners te eerbiedigen.

De marktkramers en standwerkers blijven burgerlijk verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen,veroorzaakt door hun onbewaakte of slecht verlichte kramen, of door uitstekende delen ervan.Het gemeentebestuur wijst alle verantwoordelijkheid af.

Page 62: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

62

AFDELING 2 – Organisatie van ambulante activiteiten op het openbaar domein buitende openbare markten.

Plaatsen op het openbaar domein waar de ambulante activiteit mag plaatsvinden zijn nietvooraf bepaald.Artikel 9.22 – Toepassingsgebied (KB art. 43).Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere plaatsen van het openbaardomein buiten de openbare markt(en) om ambulante activiteiten uit te oefenen dient dit voorafgaandaan te vragen bij de gemeente.

Artikel 9.23 – Voorafgaande machtiging.1. Aanvraag machtiging. Om een standplaats toegewezen te krijgen zoals vermeld in artikel 1 moet voldaan zijn aan devoorwaarden vermeld in artikel 2 van afdeling 1 van het reglement en dient men te beschikken overeen machtiging. Deze machtiging dient voorafgaand aan het uitoefenen van de ambulante activiteitaangevraagd te worden bij de gemeente (college van burgemeester en schepenen, Dorpsplein z/n,8570 Anzegem).

2. Beslissing machtiging.In geval van positieve beslissing verkrijgt de aanvrager een machtiging met daarin vermeld: de aard van de producten of diensten die hij gemachtigd is te verkopen de plaats de datum en duur van de verkoop.

De gevraagde machtiging kan geweigerd worden omwille van één of meerdere vanonderstaande redenen: redenen van openbare orde redenen van volksgezondheid bescherming van de consument activiteit kan het bestaand commercieel aanbod in gevaar brengen. De gemeente zal deze reden(en) motiveren in zijn kennisgeving van de negatieve beslissingaan de aanvrager en verwijst tevens naar rechtsmiddelen inzake beroep. Artikel 9.24 – Voorwaarden inzake toewijzing en inname standplaatsen. De personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen (cf. supra artikel 2) eninnemen van de standplaatsen op de openbare markt (cf. supra artikel 12) kunnen standplaatsen ophet openbaar domein verkrijgen en innemen. Artikel 9.25 – Toewijzingsregels losse standplaatsen (KB art. 42§2). De toewijzing in losse standplaatsen gebeurt volgens de chronologische volgorde vanaanvragen en desgevallend in functie van de gevraagde plaats en specialisatie. Wanneer twee ofmeerdere aanvragen voor standplaatsen gelijktijdig ingediend worden, gebeurt de toewijzing via loting. Artikel 9.26 – Toewijzingsregels per abonnement. Hier gelden dezelfde regels als voor de openbare markten (cf. supra). Voorwaarden inzakemelding van vacature (cf. Afdeling 1 artikel 5.1 van dit reglement) gelden niet. Artikel 9.27 – Identificatievereiste bij uitoefenen ambulante activiteiten (KB art. 21). Elke persoon die een ambulante activiteit uitoefent op het openbaar domein, dient zich teidentificeren aan de hand van een leesbaar uithangbord, zichtbaar geplaatst op het kraam of hetvoertuig, indien hij de activiteit aan het kraam of het voertuig uitoefent. Het bord moet eveneens doorde aangestelden aangebracht worden wanneer deze alleen werken. Het bord bevat volgende vermeldingen : hetzij de naam, de voornaam van de persoon die een ambulante activiteit uitoefent als natuurlijk

persoon voor eigen rekening of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt

Page 63: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

63

uitgeoefend; hetzij de naam, de voornaam van de persoon die het dagelijks bestuur binnen eenrechtspersoon waarneemt of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend;

de firmanaam en/of benaming van de onderneming; al naargelang het geval, de gemeente van haar maatschappelijke zetel of van de uitbatingszetel;

en indien de onderneming niet in België gelegen is, het land en de gemeente waar deze zichbevindt;

het inschrijvingsnummer in de Kruispuntbank voor Ondernemingen (of een identificatie die dezevervangt, indien het om een buitenlands bedrijf gaat).

AFDELING 3 Artikel 9.28 – Bevoegdheid marktleider (KB art. 44).De markt wordt geleid door de marktleider of zijn vervanger, aangewezen door de burgemeester. De marktleider of zijn vervanger: is bevoegd om de machtiging en identiteit van de personen die een ambulante activiteit uitoefenen

te controleren. houdt toezicht op de toepassing van onderhavig marktreglement. Artikel 9.29 – In werking treden reglement (cf. wet, art. 10§2). Dit reglement wordt binnen de maand na de aanneming ervan gestuurd naar de minister vanMiddenstand en treedt in werking op 1 oktober 2007.

HOOFDSTUK 10: OPENBARE VERKOOP VAN GOEDEREN, buiten particuliere eigendommengevonden

Art.10.1.Het gemeentebestuur houdt telkens de noodzaak zich voordoet, een openbare verkoop van goederen,die buiten particuliere eigendommen werden gevonden, waarvan de eigenaar niet gekend is en diereeds zes maanden na afgifte of weghaling bij het gemeentebestuur bewaard worden. Dezegoederen zijn voor iedereen, een half uur voor de openbare verkoop, te bezichtigen. Wanneer tijdensdeze verkoop wordt vastgesteld dat iemand zich aanbiedt, met een bewijs, afgegeven door eenpolitie- of rijkswachtdienst ,van aangifte van verlies of diefstal, van een goed dat deel uitmaakt vandeze openbare verkoop, dan zal dit goed kosteloos teruggegeven worden aan de rechtmatigeeigenaar. Vermelde openbare verkoop zal telkens bekend gemaakt worden in het gemeentelijkinformatieblad.”

HOOFDSTUK 11: VISSEN OP GEMEENTELIJKE VIJVERS: L. ISEBAERTPLANTSOEN ENBEDRIJVENTERREIN HUTTEGEM

Art. 11.1.Het vissen op de vijver is slechts toegelaten mits visvergunning afgeleverd door de burgemeester ofzijn aangestelde. Deze visvergunning is één jaar geldig, niet overdraagbaar en geeft recht tot hetvissen met maximum 2 hengels of werphengels. Enkel inwoners van de gemeente Anzegem kunneneen visvergunning krijgen en de minimumleeftijd is 12 jaar. Kinderen jonger dan 12 jaar moetenbegeleid worden door een volwassene.

Art. 11.2.Het is verboden te vissen van 15 april tot en met 31 mei. Buiten deze periode kan de burgemeestersteeds bij gemotiveerde beslissing een visverbod uitvaardigen.Enkel het vissen met de hengel of de werphengel is toegelaten en de vis dient voorzichtig van de haakgenomen en teruggezet.Er mag geen vis worden meegenomen of ontvreemd of bijkomend uitgezet worden.

Art. 11.3Het is verboden: de rietkraag te verstoren, afval achter te laten, de vissen in de vijver en de dieren inde omgeving van de visvijver te voederen.De vijver, de oever en de omgeving van de vijver worden rein gehouden.

Page 64: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

64

Het niet nakomen van de bepalingen van dit reglement kan, naast eventuele gerechtelijke gevolgen,de onmiddellijke intrekking van de visvergunning tot gevolg hebben.

Art. 11.4.Dit reglement dient bij de visvijver op een goed zichtbare plaats uitgehangen te worden.De visvergunning kan aangevraagd worden via de gemeentelijke website.Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de verdere uitvoering van ditreglement.

HOOFDSTUK 12: OPENBARE GEZONDHEID.

Afdeling 1: Gezondheid van de woningen.

Art. 12.1.1.Het is verboden een gebouw of gedeelten van een gebouw te laten bewonen die door deburgemeester onbewoonbaar werden verklaard of waarvan de ontruiming werd bevolen.

Afdeling 2: Hinderlijke of schadelijke goederen

Art. 12.2.1.Het is verboden, behoudens vergunning verleend overeenkomstig de toepasselijke wetgeving,hinderlijke of schadelijke goederen op te stapelen, te verspreiden of te lozen, neer te werpen, teplaatsen of achter te laten wanneer de openbare gezondheid hierdoor in gevaar kan gebracht worden.

Afdeling 3: Verwarmingsinstallaties en gebruik van brandstoffen

Art. 12.3.1.De gebruikers van verwarmingsinstallaties met verbranding moeten ervoor zorgen dat de werking vanhun installatie geen hinder oplevert voor de openbare gezondheid.Bovendien dienen alle ovens, schoorstenen of fabrieken waar met gelijk welk doel gebruik wordtgemaakt van vuur behoorlijk te worden onderhouden, hersteld of gereinigd door diegene die daartoeingevolge de burgerrechtelijke gerechtigheid of gehoudenheid op of omtrent deze ovens,schoorstenen of fabrieken is gehouden.

Page 65: GEMEENTE ANZEGEM Algemene Gemeentelijke ...

65

INHOUD

- Hoofdstuk 1 : Inleidende bepalingen- Hoofdstuk 2 : Wegenis en openbare weg (blz.2)

* afd.1: plaatsen van koopwaren of voorwerpen op openbare voetpaden (blz.2)* afd.2: plaatsen van containers op de openbare weg (blz.2)* afd.3: laten loslopen van dieren (blz.3)* afd.4: reinheid van de gemeente (blz.4)* afd.5: veiligheid en gemak van doorgang op landelijke wegen (blz.6)* afd.6: plaatsen van richtingsaanwijzers naar bedrijven en/of instellingen (blz.6)

- Hoofdstuk 3 : Huisvuilverwijdering (blz.8)* afd.1: definities (blz.8)* afd.2: algemene verbodsbepalingen (blz.10)* afd.3: selectieve inzameling (blz.11)

- Hoofdstuk 4 : Aanwijzingen op huizen en gebouwen (blz.19)* afd.1: nummeren van huizen (blz.19)* afd.2: aanbrengen van andere tekens (blz. 19)

- Hoofdstuk 5 : Orde en Veiligheid (blz.20)* afd.1: lawaai (blz.20)* afd.2: activiteiten-feesten-manifestatie (blz. 21)* afd.3: kermissen (blz.22)* afd.4: publieke inrichtingen (blz.29)* afd.5: uitvliegen van duiven (blz.30)* afd.6: bouwwerven en bouwvallige gebouwen (blz.31)* afd.7: andere vormen van maatschappelijke overlast (blz.31)

- Hoofdstuk 6 : Brand en bescherming tegen brand (blz.31)* afd. 1: Brandvoorkoming (blz. 31)* afd. 2: Brandveiligheid in publieke inrichtingen (blz. 32)* afd. 3: Verhuur van kamers (blz. 32)* afd. 4: Dansgelegenheden (blz. 38)* afd. 5: horecazaken en gelijkaardige inrichtingen (blz. 50)

- Hoofdstuk 7 : Landbouw (blz.52)* afd.1: afwateringsgrachten (blz.52)

- Hoofdstuk 8 : Culturele en sportcentra – Parken en pleinen (blz.52)* afd.1: sport- en Ontmoetingscentrum Torrebos (blz.52)* afd.2: domein Beukenhof (blz.54)* afd.3: ravotplein aan jeugdheem “De Wortel” (blz.55)* afd.4: Sporthalle Beekdale en aanpalend sportveld (blz 55)

- Hoofdstuk 9 : Openbare markten (blz.55)* afd.1: organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten (blz.56)* afd.2: organisatie van ambulante activiteiten op het openbaar domein buiten de

openbare markten (blz.62)* afd.3: (blz.63)

- Hoofdstuk 10 : Openbare verkoop van goederen, buiten particuliere eigendommengevonden (blz.63)

- Hoofdstuk 11 : Visvijver L. Isebaertplantsoen (blz.63)- Hoofdstuk 12 : Openbare gezondheid (blz.64)

* afd.1: Gezondheid van woningen (blz.64)* afd.2: hinderlijke of schadelijke goederen (blz.64)* afd.3: Verwarminginstallaties en gebruik van brandstoffen (blz.64)