Gem brvlklich

46
Gemeente: Bruid? Volk? Lichaam? 1

description

 

Transcript of Gem brvlklich

Page 1: Gem brvlklich

Gemeente: Bruid? Volk?

Lichaam?1

Page 2: Gem brvlklich

Verbond: Ieue met Israël Huwelijk

Page 3: Gem brvlklich

Hoe was het in het (Midden-) Oosten?

Bruid: gekozen door bloedverwanten of een vriend – Bijv. Genesis 24

Page 4: Gem brvlklich

Bruid: bepalend door ouders en zoon Simson koos uit – Bijv. Richteren 14:1-10

Page 5: Gem brvlklich

na de keuze: verloving

Bruid verliest alle rechten aan de bruidegom

Page 6: Gem brvlklich

Verloving : feestelijk

Consumeren van het huwelijk

Ontrouw had net zulke gevolgen als in het huwelijk Deuteronomium 22:23,24

Page 7: Gem brvlklich

Huwelijksdag: geen feest

Bruidegom haalt bruid op en neemt haar mee - geen godsdienstige ceremonie -

Page 8: Gem brvlklich

Bruidegom met tulband en versieringen Hooglied 3:6,7; Jesaja 61:10

Wie is deze, neerdalend uit de woestijnAls zuilen van rook,in een wolk van wierook en mirre,Van al het poeder van de handelaar?Kijk! Salomo’s draagstoel,omringd door zestig meesterlijke mannenvan de meesterlijke mannen van Israël

Page 9: Gem brvlklich

Bruid met witte kleding en sluier, geparfumeerd en gekroond met juwelen

Page 10: Gem brvlklich

* Avonduur vastgesteld* Bruidegom naar zonen van de bruidskamer (Mattheüs 9:15)* Bruid wacht op de bruidegom* Bruidspaar naar huis van de bruidegom met hele stoet met 10 maagden met brandende lampen* In dat huis een feestelijke maaltijd (Genesis 29:22; Johannes 2:2)

Page 11: Gem brvlklich

* In huis van bruidegom: directe communicatie –> vriend van bruidegom trekt zich terug* Ceremonie eindigt als bruid het bruidsvertrek binnengaat – baldakijn* Familielid van bruidegom en bruid op huwelijksdag geselecteerd om belangrijke zaken te regelen/onderzoeken (Deuteronomium 22:15-21)

Page 12: Gem brvlklich

Hebreeuws voor bruid is ‘kalah’:schoondochter Genesis 11:31; 38:11,16,24; Leviticus 18:15; 20:12; Ruth 1:6,7,8,22; 2:20,22; 4:151 Samuël 4:19; 1 Kronieken 2:4; Ezechiël 22:11; Micha 7:6bruidHooglied 4:8,9,10,11,12; 5:1; Jesaja 49:18; 61:10; 62:5; Jeremia 2:32; 7:34; 16:9; 25:10; 33:11; Hosea 4:13,14

Page 13: Gem brvlklich

Israël en de volkeren

Israël werd koninkrijk met menselijke koning

Saul – David – Salomo Rehabeam / Jerobeam

Page 14: Gem brvlklich

relatie als huwelijk voorgesteld: Koning en volk

Koning heeft zijn volk lief, hij eert het, beschermt het en zorgt ervoor in alle opzichten.

Page 15: Gem brvlklich

Israël bij de Sinaï : huwelijkIeue = bruidegomIsraël = bruidMozes = vriend van de bruidegom

Exodus 19:7 - uitgeleidPsalm 68:7 – ontmoeting Ezechiël 16:8 – verbinding bij troonsbestijging

Page 16: Gem brvlklich

Verbinding bij troonsbestijging op Sinaï – het Woord bekendmaken

Verbinding in tabernakel, tussen de cherubs- het Woord bekendmaken

1 Samuël 4:4; Psalm 5:2; 10:16; 47:7,8; 74:12; 89:19; Jesaja 6:5; 33:22; 43:15; Jeremia 10:10; 46:18 etc.

Page 17: Gem brvlklich

Het verbond dat geratificeerd werd bij die gebeurtenis (Sinaï) werd later beschreven als huwelijk:

niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb op de dag dat Ik hun hand vastgreep om hen uit het land Egypte te leiden – Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ík hen regeerde, een bevestiging van Ieue Jeremia 31:32

Page 18: Gem brvlklich

Mozes kwam terug en riep de oudsten van het volk, en hield hun al deze woorden voor, die Ieue hem geboden had. Toen antwoordde heel het volk gezamenlijk en zei: Al wat Ieue gesproken heeft, zullen wij doen! En Mozes bracht de woorden van het volk terug aan Ieue. Exodus 19:7-8, Mozes als vriend van bruidegom Ieue

Page 19: Gem brvlklich

Israëls bruid zijn verstoord lasteren hun God/Koning;Mozes ontving instructies van hun Heer op de berg – een gouden beeld opgezet van de Egyptische stiergod Apis. Zij schreven de verlossing uit Egypte aan hem -in plaats van aan Ieue- toe(Exodus 32:4).

Nog vóór het echte huwelijk ging Israël een andere godaanbidden!

Page 20: Gem brvlklich

Ik denk aan jou, aan de genegenheid van jouw jeugd, aan de liefde van jouw bruidsdagen,

toen jij achter Mij aan ging in de woestijn, in een onbezaaid land. Jeremia 2:2

Terugkijkend door de profeet op de begindagen:

Page 21: Gem brvlklich

Het huwelijk van Israël met Ieue was een geestelijke verbintenis met Hem. Niet van individuele mensen, maar van het volk.

Ieue neemt haar -ondanks het gouden kalf- mee naar Zijn huis, het land Kanaän (Leviticus 25:23)

Page 22: Gem brvlklich

Er kwam geen nationale geestelijke verbinding met Ieue tot stand. Er was geen sprake van een echt huwelijk tussen het volk en hun Echtgenoot-Koning.

Zo werd je getooid met goud en zilver. Jouw kleding was van fijn linnen en zijde, voorzien van kleurrijk borduurwerk. Meelbloem, honing en olie at jij. Jij werd buitengewoon mooi, en werd geschikt voor het koningschap. Ezechiël 16:13

Page 23: Gem brvlklich

Zij pleegde overspel met de Egyptenaren (Ezechiël 8:10,14; 20:7,8) en de Assyriërs. Ook gingen zij zondige verbintenissen aan met deze volkeren. Zij vermengden hun dienst aan Ieue met afgodendienst Ballingschap!

Page 24: Gem brvlklich

Hosea Hosea moest Gomer huwen, zij was een ontrouwe vrouw beeld van het volk en Ieue

Page 25: Gem brvlklich

De namen van de kinderen zijn:

1) Jizreeël (God zal verstrooien of zaaien) – 1 Koningen 21:1; 2 Koningen 17:5,6

2) Lo-Ruchama (geen ontferming of barmhartigheid, geen berouw) – Hosea 1:6; 2 Koningen 19:34,35

3) Lo-Ammi (niet Mijn volk) – Hosea 1:9 1:10

Page 26: Gem brvlklich

Daarom zal ik haar meelokken naar de woestijn en dan tot haar hart spreken. Daar zal ik haar wijngaarden aan haar teruggeven, het dal Achor maak ik tot een poort van hoop. En zij zal mijn liefde beantwoorden als in de tijd van haar jeugd, als op de dag dat ze wegtrok uit Egypte. De namen van de Baäls zul je niet meer in de mond nemen, ze zullen niet langer worden gehoord. Dan, op die dag zal het zijn, – spreekt Ieue –, dat je zult zeggen: Jij bent Ishi, en je zult Mij niet meer noemen: Baali. Hosea 2:16-19

God bedoelt met haar om te gaan als een tedere echtgenoot en niet als een harde meester:

Ishi = mijn Man

Baali = mijn Heer

Page 27: Gem brvlklich

Juda (en Benjamin) faalde(n) ook.

Page 28: Gem brvlklich

Ezechiël laat de reden voor wegvoering in ballingschap in duidelijke woorden zien. Hij noemt de zusters Oholah (haar tent), dat is Samaria en Oholibah (Mijn tent is in haar), Jeruzalem.

Page 29: Gem brvlklich

Zij verontreinigde zich met allen op wie zij verliefd was geworden, met al hun stinkgoden. Ezechiël 23:7

Toen bracht Hij mij bij de ingang van de poort van het huis van Ieue die aan de noordkant is, en zie, daar zaten vrouwen die de Tammuz beweenden. Ezechiël 8:14

Page 30: Gem brvlklich

Heidense koningen claimden afstamming van de baäl -zij werden zonen van de zon genoemd- en werden als goden aanbeden. Zo legde Juda verbindingen met afgoden door verbonden met vreemde koningen te sluiten.

Juda + Assyrië = afgoderij

Page 31: Gem brvlklich

Woord van Ieue:

Men zegt: Als een man zijn vrouw wegstuurt, zij bij hem weggaat en de vrouw van een andere man wordt, kan hij nog naar haar terugkeren?Zou dat land niet ten zeerste ontheiligd worden?Jij echter, jij hebt hoererij bedreven met veel vrienden, En keer terug naar Mij – een bevestiging van Ieue

Jeremia 3:1(Deuteronomium 24:1-4)

Page 32: Gem brvlklich

Na de ballingschap in Babylon:

Terugkeer van een gelovige groepvan 42360 mensen, met 7337 slaven en slavinnen, en 200 zangers/zangeressen Ezra 2:64

Page 33: Gem brvlklich

Wat gebeurde in het land na de terugkeer uit Babylonische ballingschap?

•Diverse sekten ontstonden•Enkelingen geloofden -Maleachi 3:16 •Velen met een hard hart -Maleachi 1:2•Oproep tot terugkeer -Maleachi 3:7•Bruid moest uitzien naar vriend van Bruidegom -Maleachi 4:5

Zie! Ik zend jullie Elia, de profeet!

Page 34: Gem brvlklich

De Griekse Schrift (NT)

Page 35: Gem brvlklich

Bruid: schoondochter - Mattheüs 10:35; Lucas 12:53, 53Bruid:Johannes 3:29; Openbaring 18:23, 19:7; 21:2,9; 22:17

Page 36: Gem brvlklich

Mattheüs

Page 37: Gem brvlklich

Mattheüs

Begint met de roep te midden van het volk:

Keer je om, want het koninkrijk van de hemelen is nabij!Er was overheersing door de Romeinen. Zij werden nu teruggeroepen tot hun Man, die in de hemelen resideerde.

Page 38: Gem brvlklich

Mattheüs (vervolg)

Zonen van de bruidskamer (9:15): de JodenBruidegom (Marcus 2:19,20; Lucas 5:34,35): de Heer zelfBediening van de Heer/12 sloot heidenen buiten (10:5; 15:24)Joodse volk: boos en overspelig geslacht (12:39)De gemeente van 16:18 was die uit Israël, en die uitHandelingen 7:38 en Psalm 22:22,23 eveneens.Sleutels van het kkrijk: bekering en doop, de 12 zullen in de wedergeboorte richten over de 12 stammen – 19:28Koninklijke bruiloft: 22:1-14, gelovige rest was de bruid, de farizeeën en schriftgeleerden waren uitgenodigd. Wijze en dwaze maagden (25:1-13): niet de bruid, maar gasten.

Page 39: Gem brvlklich

Marcus en Lucas

Page 40: Gem brvlklich

Marcus zegt iets over de lijdende dienaar van Ieue we vinden welhaast niets over de bruid.

Lucas tekent Hem als de Zoon van Adam recht op de troon over heel de aarde.

Samen met Israël en Hij wil het hart winnen in Lucas 12:22-31; bekering en vrucht 13:1-9, maar het antwoord is in 13:14 anders gericht.De Heer richt zich tot de armen 14:16-24

Page 41: Gem brvlklich

Johannes

Page 42: Gem brvlklich

Johannes

Jezus is de Zoon van God (Johannes 20:31). Hij identificeert de koninklijke Man met Zijn voorafgaande hemelse heerlijkheid (3:12,13) en met Zijn vorige huwelijk met Israël in de naam van Ieue.1e teken: bruiloft in Kana, 2:1-11; Jesaja 25:10

Page 43: Gem brvlklich

De Bruidegom heeft de bruid; de vriend van de Bruidegom staat te luisteren en is blij dat hij de stem van de Bruidegom hoort. Dat vervult mij met grote vreugde. Johannes 3:29

Page 44: Gem brvlklich

Gelovig overblijfsel uit de Joden was toen de bruid.De bruid is Israël, net als de vrouw van Ieue in Tenach.

Samaritaanse vrouw – Johannes 4.

2000 jaar geen Man voor Israël

Page 45: Gem brvlklich

Herder en de schapen – Johannes 10De Heer en Israël

Lijkt als beeldenigszins op Man en vrouw

Paulus’ brieven:schaap – Romeinen 8:36herders – Efeziërs 4:11

Page 46: Gem brvlklich

Johannes 10 en 17,

De Heer bidt en dankt voor degenendie de Vader Hem gegeven heeft.

De bruid wordt groter qua aantal leden van het volk