Gebruiksaanwijzing - Viega · 2017. 12. 22. · Inhoudsopgave 1 Over deze gebruiksaanwijzing 4 1.1...

Bouwjaar:van 04/2007nl_NL

Prestabo XL

Gebruiksaanwijzing

Prestabo XL 2 van 28

Inhoudsopgave

1 Over deze gebruiksaanwijzing 4

1.1 Doelgroepen 4

1.2 Markering van aanwijzingen 4

1.3 Aanwijzing over deze taalversie 5

2 Productinformatie 6

2.1 Normen en regelgevingen 6

2.2 Beoogd gebruik 7

2.2.1 Toepassingen 7

2.2.2 Media 8

2.3 Productbeschrijving 9

2.3.1 Overzicht 9

2.3.2 Buizen 9

2.3.3 Persfittingen 12

2.3.4 Dichtelementen 13

2.3.5 Markeringen op componenten 14

2.4 Gebruiksinformatie 16

2.4.1 Corrosie 16

3 Gebruik 19

3.1 Transport 19

3.2 Opslag 19

3.3 Montage-informatie 19

3.3.1 Montageaanwijzingen 19

3.3.2 Potentiaalvereffening 20

3.3.3 Toegestane vervanging van dichtelementen 20

3.3.4 Benodigde ruimte en afstanden 21

3.3.5 Benodigd gereedschap 22

3.4 Montage 23

3.4.1 Dichtelement vervangen 23

3.4.2 Inkorten van buizen 24

3.4.3 Leidingen ontbramen 24

3.4.4 Fitting persen 26

3.4.5 Dichtheidscontrole 28

3.5 Afvalverwijdering 28

Inhoudsopgave


1 Over deze gebruiksaanwijzingVoor dit document gelden auteursrechten, meer informatie hierover kuntu vinden op viega.com/legal.

1.1 DoelgroepenDe informatie in deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor verwarmings-en sanitairinstallateurs resp. voor geïnstrueerd vakpersoneel.

Personen die niet over de bovengenoemde opleiding resp. kwalificatiebeschikken, is de montage, installatie en evt. het onderhoud van dit pro-duct niet toegestaan. Deze beperking geldt niet voor eventuele aanwij-zingen voor de bediening.

Bij de installatie van Viega producten moeten de algemeen erkenderegels van de techniek en de Viega gebruiksaanwijzingen in achtworden genomen.

1.2 Markering van aanwijzingenTeksten van waarschuwingen en aanwijzingen zijn afgezet tegen de ver-dere tekst en extra gemarkeerd met bijbehorende pictogrammen.

GEVAAR! Waarschuwt voor mogelijk levensgevaarlijk letsel.

WAARSCHUWING! Waarschuwt voor mogelijk ernstig letsel.

VOORZICHTIG! Waarschuwt voor mogelijk letsel.

AANWIJZING! Waarschuwt voor mogelijke materiële schade.

Aanvullende aanwijzingen en tips.

Over deze gebruiksaanwijzing


https://www.viega.com/legal

1.3 Aanwijzing over deze taalversieDeze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke informatie over product resp.systeemkeuze, montage en inbedrijfstelling, alsmede over het beoogdgebruik en zo nodig over onderhoudsmaatregelen. Deze informatie overproducten, de eigenschappen en technische handleiding ervan is geba-seerd op de momenteel geldende normen in Europa (bijv. EN) en/of inDuitsland (bijv. DIN/DVGW).

Sommige passages in de tekst kunnen verwijzen naar technische voor-schriften in Europa/Duitsland. Deze voorschriften gelden voor anderelanden als adviezen, als daar geen overeenkomstige nationale eisenbestaan. De overeenkomstige nationale wetten, standaards, voor-schriften, normen en andere technische voorschriften hebben prioriteitboven de Duitse/Europese richtlijnen in deze handleiding: de hierbeschreven informatie is niet bindend voor andere landen en gebiedenen dienen, zoals gezegd, enkel als ondersteuning.

Over deze gebruiksaanwijzing


2 Productinformatie2.1 Normen en regelgevingen

De volgende normen en regelgevingen zijn van toepassing op Duitslandresp. Europa. Nationale regeling is te vinden op de relevante websitevan het land onder viega.nl/normen.

Geldigheidsgebied / Aanwijzing In Duitsland geldende regelgeving

Toepassing in brandblusinstalla-ties

DIN 14462


Geschiktheid voor zoutarm / zoutdrinkwater

VDI-Richtlinie 2035, tab. 1

Geschiktheid voor verwarmings-water in pomp-warmwater-ver-warmingsinstallatie

VDI-Richtlinie 2035, bladzijde 1 enbladzijde 2


Toepassingen van het EPDM-dichtelement

n Verwarming

DIN EN 12828


Zuurstofinvoer bij opnieuw vullenvan een systeem

DIN EN 14868 (2005–11)

Zuurstofgehalte in zoutarm water/zout water

VDI-Richtlinie 2035 Tab. 1

Volledige corrosiebeschermingaan de buitenkant bij gebruik inkoelwatercircuits

DIN 50929

Volledige corrosiebeschermingaan de buitenkant bij gebruik inkoelwatercircuits

AGI-Arbeitsblatt Q 151

Regelgeving uit de paragraaf: toepassingen

Regelgeving uit de paragraaf: media

Regelgeving uit de paragraaf: dichtelementen

Regelgeving uit de paragraaf: corrosie

Productinformatie


https://www.viega.nl/normen


Eisen aan de opslag van materiaal DIN EN 806-4, hoofdstuk 4.2


Controle op de voltooide, maarniet weggewerkte installatie

DIN EN 806–4

Dichtheidscontrole voor waterin-stallaties

ZVSHK-Merkblatt:"Dichtheitsprüfungen von Trin-kwasserinstallationen mit Druc-kluft, Inertgas oder Wasser"

Eisen aan vul- en suppletiewater VDI 2035

2.2 Beoogd gebruik

Stem het gebruik van het systeem voor andere dan debeschreven toepassingen en media met het Viega service-center af.

2.2.1 ToepassingenHet systeem is bestemd voor de toepassing in industriële en verwar-mingsinstallaties. Het systeem is niet geschikt voor het gebruik in drink-waterinstallaties. Buizen en fittingen zijn daarom met een rood symbool"Geen drinkwater" gekenmerkt.

Deze kan o.m. op de volgende gebieden worden gebruikt:

n Industriële- en verwarmingsinstallatiesn natte sprinklerinstallatie (met sendzimir verzinkte buis)n Brandblusinstallaties, zie Ä “Regelgeving uit de paragraaf: toepas-

singen” op pagina 6– nat (met sendzimir verzinkte buis)

n Zonne-energie-installatie met vlakke collectoren

Regelgeving uit de paragraaf: opslag

Regelgeving uit de paragraaf: dichtheidscontrole

Afb. 1: "Geen drinkwater"

Productinformatie


n Zonne-energie-installaties met vacuümcollectoren (alleen met FKM-dichtelement)

n Persluchtinstallatiesn Koelwaterleidingen (gesloten circuit)n Vacuüminstallaties (op aanvraag)n Installaties voor technische gassen (op aanvraag)n Lakstraten (alleen met LABS-vrije componenten)n Airconditioning

Het systeem is bestemd voor het installeren in warme endroge atmosfeer. De buizen mogen niet permanent aanvocht worden blootgesteld. Anders kan het systeem corro-deren, zie Ä Hoofdstuk 2.4.1 “Corrosie” op pagina 16.

2.2.2 MediaHet systeem kan in gesloten watercircuits worden toegepast, waaringeen binnendringen van zuurstof tijdens de werking mogelijk is.

Voor het zuurstofgehalte gelden de volgende grenswaarden, zieÄ “Regelgeving uit de paragraaf: media” op pagina 6:

n zoutarm water ≤ 0,1 mg/ln zouthoudend water < 0,02 mg/l

Het systeem is o.a. ook nog geschikt voor de volgende media:

Geldende richtlijnen, zie Ä “Regelgeving uit de paragraaf: media”op pagina 6.

n Verwarmingswater voor gesloten pomp-warmwater-verwarmingsin-stallaties

n Perslucht (droog) volgens de specificatie van de gebruikte dichtele-menten– EPDM bij olieconcentratie < 25 mg/m3

– FKM bij olieconcentratie ≥ 25 mg/m3

n Antivriesmiddelen, koelmiddelen tot een concentratie van 50%

AANWIJZING! Gebruik bij koelwater met toevoegingen (bijv. antivries-middel etc.) geen sendzimir verzinkte buizen. Anders kan dezinklaag in de inwendige buis loslaten en installatiedelenverstoppen.

Productinformatie


2.3 Productbeschrijving2.3.1 Overzicht

Het leidingsysteem bestaat uit persfittingen in verbinding met ongele-geerde stalen buizen en het bijbehorende persgereedschap.

Afb. 2: Persfittingen en flens

De systeemcomponenten zijn beschikbaar in de volgende afmetingen:d 64,0 / 76,1 / 88,9 / 108,0.

2.3.2 BuizenPrestabo XL-buizen zijn beschikbaar met een lengte van 6 m.

Van het beschreven systeem zijn de volgende buizen verkrijgbaar:

Leidingtype Prestabo XL-buis Prestabo XL-buis voorspeciale toepassingen

Toepassingen Industriële- en verwar-mingsinstallaties

Sprinkler- en persluch-tinstallaties

d [mm] 64,0 / 76,1 / 88,9 /108,0

64,0 / 76,1 / 88,9 /108,0

Productinformatie


Leidingtype Prestabo XL-buis Prestabo XL-buis voorspeciale toepassingen

Soort verzinking buitenkant galvanischverzinkt

van binnen en buitensendzimir verzinkt

Dikte van de verzin-king

8–15 μm > 20 μm

Beschermkap rood wit

Sendzimir-verzinkte buizen zijn niet geschikt voor verwar-mings- en koelinstallaties.

Buiskenmerken blanke Prestabo XL-buis

d x s [mm] Volume per meterbuis [l/m]

Leidinggewicht [kg/m]

64,0 x 2,0 2,83 3,06

76,1 x 2,0 4,08 3,66

88,9 x 2,0 5,66 4,29

108,0 x 2,0 8,49 5,23

Voor de bevestiging van de buizen alleen buisklemmen met chloridevrijegeluidsisolerende voering gebruiken.

Neem de algemene regels van de bevestigingstechniek in acht:

n Bevestigde leidingen niet gebruiken als houders voor andere lei-dingen en componenten.

n Gebruik geen buishaken.n Houd afstand tot fittingen.n Let op de richting van de uitzetting: vaste en glijpunten inplannen.

Let erop de leidingen zodanig te bevestigen en los te koppelen van debouwstructuur zodat ze geen contactgeluid als gevolg van thermischelengteveranderingen en eventuele drukschokken op de bouwstructuurof andere onderdelen kunnen overdragen.

Houd de volgende bevestigingsafstanden aan:

Afstand tussen de buisklemmen

d [mm] Bevestigingsafstand van de buisklemmen [m]

64,0 4,00

76,1 4,25

Leidingtraject en bevestiging

Productinformatie


d [mm] Bevestigingsafstand van de buisklemmen [m]

88,9 4,75

108,0 5,00

Leidingen zetten uit bij verwarming. De warmte-uitzetting is afhankelijkvan het materiaal. Lengteveranderingen leiden tot spanningen in deinstallatie. Deze spanningen moeten door geschikte maatregelenworden gecompenseerd.

Het volgende heeft zich beproefd:

n Vaste en glijpuntenn Uitzettingscompensatietraject (buighoek)n Expansiestukken

Warmte-uitzettingscoëfficiënten van verschillende buismaterialen

Materiaal Warme-uitzettingscoëf-ficiënt ⍺ [mm/mK]

Voorbeeld:

Lengte-uitzetting bij bui-slengte = 20 m en

ΔT = 50 K [mm]

Verzinkt staal 0,0120 12,0

Lengte-uitzetting

Productinformatie


1 2

3

Afb. 3: Lengte-uitzetting stalen buizen

1 - Lengte-uitzetting ⃗ΔI [mm]2 - Leidinglengte ⃗ l0 [m]3 - Temperatuurverschil ⃗Δϑ [K]

De lengte-uitzetting Δl kan in een diagram worden afgelezen of met devolgende formule rekenkundig worden vastgesteld:

Δl = ⍺ [mm/mK] × L [m] × Δϑ [K]

2.3.3 PersfittingenPersfittingen worden in talrijke uitvoeringen aangeboden. Een overzichtvan bij het systeem passende persfittingen vindt u in de catalogus.

Afb. 4: Persfittingen

Productinformatie


Bij Prestabo XL-persfittingen bevinden zich een snijring, een scheidings-ring en een dichtelement in de inkeping van de persfitting. Bij het persensnijdt de snijring in de buis en zorgt op die manier voor een krachtslui-tende verbinding.

Bij de installatie en later bij het persen beschermt de scheidingsring hetdichtelement tegen beschadigingen door de snijring.

Afb. 5: SC-Contur

Viega persfittingen beschikken over het SC-Contur. Het SC-Contur iseen door de DVGW gecertificeerde veiligheidstechniek en zorgt ervoordat de fitting in ongeperste toestand gegarandeerd ondicht is. Perongeluk niet-geperste verbindingen vallen daarom gelijk op bij het vullenvan de installatie.

Viega garandeert dat per ongeluk niet-geperste verbindingen duidelijkzichtbaar worden bij het vullen van de installatie:

n bij de natte dichtheidscontrole in het drukbereik van 0,1–0,65 MPa(1,0–6,5 bar)

n bij de droge dichtheidscontrole in het drukbereik van 22 hPa–0,3 MPa (22 mbar–3,0 bar)

2.3.4 DichtelementenDe persfittingen zijn in de fabriek uitgerust met EPDM-dichtelementen.Voor toepassingen met hogere temperaturen, zoals bijvoorbeeld bijstadsverwarmingsvoorzieningen, moeten de persfittingen met FKM-dichtelementen worden uitgerust.

De dichtelementen kunnen als volgt worden onderscheiden:

n EPDM-dichtelementen zijn zwart glanzend.n FKM-dichtelementen zijn zwart mat.

SC-Contur

Productinformatie


Toepassingen Verwarming Solarinstallaties Airconditioning Perslucht Technischegassen

Toepassing Pomp-warm-water-verwar-

mingsinstallatie

Zonnecircuit Secundair cir-cuit gesloten

alle leiding-stukken

alle leiding-stukken

Bedrijfstempe-ratuur [Tmax]

110°C 1) ≥ -25 °C 60 °C —

Bedrijfsdruk[Pmax]

1,6 MPa (16 bar) 0,6 MPa (6 bar) 1,0 MPa (10 bar) 1,6 MPa (16 bar) —

Opmerkingen Tmax: 105 °C2)

bij radiatorkop-peling

Tmax: 95 °C

voor vlakke col-lectoren

Inhibitoren voorkoudwatersets,zie materiaalbe-

stendigheid

droog,oliegehalte< 25 mg/m3 1)

1) Afstemming met het Viega servicecenter vereist

2) zie Ä “Regelgeving uit de paragraaf: dichtelementen” op pagina 6

Toepassingen Stadsverwarmingsvoor-ziening

Solarinstallaties Perslucht

Toepassing Stadsverwarmingsvoor-zieningen na de doorvoer

van de buitenmuur

Zonnecircuit alle leidingstukken

Bedrijfstemperatuur [Tmax] 140 °C 1) 60 °C

Bedrijfsdruk [Pmax] 1,6 MPa (16 bar) 0,6 MPa (6 bar) 1,6 MPa (16 bar)

OpmerkingenNoodzakelijk voor het

afstemmen van de instal-latie met het nutsbedrijf

Voor vacuüm-buiscollec-toren

droog, oliegehalte≥ 25 mg/m3

1) Afstemming met het Viega servicecenter vereist.

2.3.5 Markeringen op componenten

Prestabo XL-buis Prestabo XL-buis voor specialetoepassingen

rode doorgetrokken streep rode stippellijn

rood opschrift zwart opschrift

De buismarkeringen bevatten belangrijke gegevens over de materiaal-gesteldheid en de vervaardiging van de buizen. De rode lijn op debuizen dient als waarschuwing: „Niet geschikt voor drinkwater!‟.

Toepassingen van het EPDM-dichtelement

Toepassingen van het FKM-dichtelement

Buismarkering

Productinformatie


De betekenis van de markering is als volgt:

Afb. 6: Buis galvanisch verzinkt

1 - Systeemfabrikant / systeemnaam2 - DIN-materiaalnummer3 - d x s4 - Symbolen van de buizenfabrikant5 - Productiedatum6 - Chargenummer7 - Symbool "Niet geschikt voor drinkwater!"

Afb. 7: Buis van binnen en buiten sendzimir verzinkt

1 - Systeemfabrikant / systeemnaam2 - DIN-materiaalnummer3 - Nominale DIN-buisdiameter en d x s4 - Chargenummer5 - Keurmerk / controlenummer6 - Drukniveau7 - Geschikt voor sprinkler8 - Symbool "Niet geschikt voor drinkwater!"

Productinformatie


De rode rechthoek dient als waarschuwing: „Niet geschikt voor drink-water!‟.

De rechthoek bevindt zich op de volgende plaatsen:

n op het persuiteinde van de persfittingn op de flens van de flensovergang

Afb. 8: Markering „Niet geschikt voor drinkwater‟

Afb. 9: Markering „Niet geschikt voor drinkwater‟

2.4 Gebruiksinformatie2.4.1 Corrosie

Bij metalen materialen kan corrosie optreden binnen het bereik van dedriefasegrens (water/materiaal/lucht). Deze corrosie kan worden voor-komen, als de installatie na de eerste vulling en ontluchting volledig metwater gevuld blijft. Wordt het systeem na de installatie niet onmiddellijkin gebruik genomen, dan is een druk- en dichtheidscontrole met lucht ofinerte gassen aanbevolen, zie Ä Hoofdstuk 3.4.5 “Dichtheidscontrole”op pagina 28.

Markeringen op persfittingen

Inwendige corrosie (driefasegrens)

Productinformatie


Het Prestabo-systeem in combinatie met aan de buitenkant galvanischverzinkte buizen kan met de vorm- en verbindingsdelen in alle geslotenkoelwatercircuits worden toegepast waarin geen binnendringen vanzuurstof tijdens de werking mogelijk is.

Door de bedrijfsomstandigheden in koelwatersystemen kan het nodigzijn het dragermedium te voorzien van een antivriesmiddel. Tot een gly-colpercentage van 50% bij de totale waterinhoud kunnen standaard-dichtelementen van EPDM worden gebruikt. Voor deze toepassing zijnaan de binnenkant en buitenkant sendzimir verzinkte Viega leidingenniet geschikt.

Het opnieuw bijvullen van een systeem leidt normaal gesproken niet toteen significante binnendringing van zuurstof, zie Ä “Regelgeving uit deparagraaf: corrosie” op pagina 6. Niettemin kan de zuurstofbinnendrin-ging tot schade aan het systeem (corrosie) leiden wanneer het circula-tiewater in het systeem als gevolg van verliezen regelmatig wordt ver-vangen en (bijv. door automatische dosering)aanzienlijke hoeveelhedenvers water worden toegevoegd.

Het zuurstofgehalte moet bij zoutarm water < 0,1 mg/l liggen, bij zoutwater < 0,02 mg/l , zie Ä “Regelgeving uit de paragraaf: corrosie”op pagina 6.

Bij gebruik in koelcircuits moet een volledige corrosiebescherming aande buitenkant worden aangebracht waardoor corrosiebevorderendeinvloeden veilig worden voorkomen. Neem daarbij de productinformatievan de fabrikant en de geldende richtlijnen in acht, zie Ä “Regelgevinguit de paragraaf: corrosie” op pagina 6.

Prestabo-buizen en fittingen zijn aan de buitenkant beschermd door eendunne galvanische zinklaag. Deze zinklaag beschermt in een vochtigeomgeving echter niet permanent tegen uitwendige corrosie. Het sys-teem is bestemd voor het installeren in warme en droge atmosfeer. Bijvakkundige installatie en reglementaire toepassing komen de compo-nenten dus over het algemeen niet aan de buitenkant in aanraking metvocht.

Permanente vochtigheid direct aan de leiding ontstaat bijv. door de vol-gende omstandigheden:

n door condens of neerslag tijdens de bouwfasen Condenswater (bijv. bij de toepassing in koelcircuits)n door reinigings- en spatwater en afvalwater door defecte bodemaf-

dichtingen enz.n wanneer water tegen de voorschriften in bij de leidinginstallatie komt,

bijv. door gebreken of waterschade in het gebouw

Prestabo-systeem in koelwatercircuits

Uitwendige corrosie

Permanente vochtigheid aan de leiding

Beschermingsmaatregelen tegen uitwendige corrosie

Productinformatie


Ter bescherming tegen uitwendige corrosie van het Prestabo-systeemde volgende maatregelen in acht nemen:

n Leidingen buiten gebieden installeren die gevaar lopen vochtig teworden.

n Het contact met corrosief werkende bouwstoffen (bijv. plamuur ofegalisatie-estrik) vermijden.

n De geïnstalleerde leidingen door waterbestendige scheidingsfolie inde vloeropbouw tegen mogelijk vocht bijv. estrikvocht beschermen.De overlappende folie-overgangen moeten goed dicht zijn geplakt.

n Isolatieslangen met gesloten cellen gebruiken en vakkundigafdichten. Daarbij vooral alle stoot- en snijranden zorgvuldig dicht-plakken. De maatregel is echter geen vervanging voor eventueelnoodzakelijke en aanvullende corrosiebescherming.

n Bij installaties bijv. in industriële gebieden die met agressieve omge-vingslucht zijn belast, moet rekening worden gehouden met deinterne fabrieksvoorschriften.

In gebieden waar een dagelijkse reiniging van de vloer is vereist (bijv. inziekenhuizen), kan corrosie ook worden veroorzaakt doordat zichtbareradiator-aansluitleidingen die uit de vloer komen, met water en reini-gingsmiddelen in aanraking komen. Het water kan door ondichtevoegen tussen de leiding en de tegels in de isolatie binnendringen. Daarkan het niet meer ontwijken en leidt tot permanente vochtigheid aan deleiding die tot corrosie van de buitenkant leidt.

Ook desinfectiemiddelen kunnen een corrosieve invloed hebben op deleidingen.

n De voorkeur geven aan radiatoraansluitingen uit de wand.n Voor aansluitingen uit de vloer met kunststof ommantelde Prestabo-

buizen gebruiken.n De voegen tussen de leiding en de tegels vakkundig afdichten. Sili-

conen voegen regelmatig onderhouden.

Voor de installatie van het Prestabo-systeem bij en ingebouwd in devloer adviseert Viega het gebruik van de PP-ommantelde Prestabo-buis(model 1104). Om een doorlopende corrosiebescherming te garanderenmoten de persfittingen en uiteinden van de leidingen van corrosiebe-schermende tape worden voorzien werden — bijv.Denso Densolen ET 100. Neem hierbij de desbetreffende verwerkings-richtlijnen in acht.

Corrosie door reinigingswater

Aanbevolen maatregelen ter bescherming tegen corrosie door reinigingswater

Productinformatie


3 GebruikAANWIJZING! Corrosiegevaar door beschadigde oppervlakkenDe verzinkte oppervlakken van de componenten mogen nietworden beschadigd (bijv. met scherpe voorwerpen). Andersbestaat er gevaar voor corrosie.

3.1 Transport

Bij het transport van leidingen moet op het volgende worden gelet:

n Leidingen niet over laadranden trekken. Het oppervlak zou bescha-digd kunnen worden.

n Leidingen bij het transport beveiligen. Door het wegglijden zoudende leidingen kunnen buigen.

n Beschermkappen aan de uiteinden van de leiding niet beschadigenen pas direct voor de montage verwijderen. Beschadigde uiteindenvan de leiding mogen niet meer worden geperst.

3.2 OpslagBij de opslag de eisen van de geldende richtlijnen in acht nemen, zieÄ “Regelgeving uit de paragraaf: opslag” op pagina 7:

n Componenten schoon en droog bewaren.n Zorgen voor ventilatie.n Componenten niet direct op de bodem opslaan.n Minstens drie oplegpunten creëren voor het opslaan van leidingen.n Leidingen niet met folie afdekken, condensvorming vermijden.n Verschillende leidingmaten indien mogelijk gescheiden bewaren.

Wanneer de gescheiden opslag niet mogelijk is, kleine maten opgrote maten opslaan.

n Om contactcorrosie te vermijden leidingen van verschillende mate-rialen gescheiden opslaan.

3.3 Montage-informatie3.3.1 Montageaanwijzingen

Door transport en opslag kunnen systeemcomponenten evt. wordenbeschadigd.

n Alle onderdelen controleren.n Beschadigde componenten vervangen.

Systeemcomponenten controleren

Gebruik


n Beschadigde componenten niet repareren.n Vervuilde componenten mogen niet worden geïnstalleerd.

3.3.2 Potentiaalvereffening

GEVAAR! Gevaar door elektrische stroomEen elektrische schok kan leiden tot verbrandingen en ern-stig tot dodelijk letsel veroorzaken.

Omdat alle leidingssystemen van metaal elektrisch geleiden,kan een abusievelijk contact met een netspanning gelei-dend deel ertoe leiden dat het hele leidingssysteem en deaangesloten metallische componenten (bijv. radiatoren)onder spanning staan.

– Laat werkzaamheden aan het elektrisch systeem uitslui-tend uitvoeren door elektriciens.

– Integreer leidingssystemen van metaal altijd in de poten-tiaalvereffening.

De oprichter van de elektrische installatie is ervoor verant-woordelijk dat de potentiaalvereffening wordt gecontroleerdresp. wordt beveiligd.

3.3.3 Toegestane vervanging van dichtelementen

Belangrijke aanwijzingDichtelementen in persfittingen zijn met de materiaalspeci-fieke eigenschappen op de betreffende media resp. toepas-singsgebieden van de leidingsystemen afgestemd en in hetalgemeen alleen daarvoor gecertificeerd.

De vervanging van een dichtelement is principieel toege-staan. Het dichtelement moet door een reglementair reser-vedeel voor het beoogde toepassingdoel worden vervangenÄ Hoofdstuk 2.3.4 “Dichtelementen” op pagina 13. Hetgebruik van andere dichtelementen is niet toegestaan.

In de volgende situaties is de vervanging van een dichtelement toege-staan:

n wanneer het dichtelement in de persfitting duidelijk beschadigd is endoor een Viega reserve-dichtelement moet worden vervangen

n wanneer een EPDM-dichtelement door een FKM-dichtelement(hogere temperatuurbestendigheid, bijv. voor industriële toepassing)moet worden vervangen

Gebruik


3.3.4 Benodigde ruimte en afstanden

d 64,0 76,1 88,9 108,0

a [mm] 110 110 120 135

b [mm] 185 185 200 215

d 64,0 76,1 88,9 108,0

a [mm] 110 110 120 135

b [mm] 185 185 200 215

c [mm] 130 130 140 155

d 64,0–108,0

Minimumafstand a min [mm] 20

Persen tussen leidingen

Persen tussen buis en wand

Afstand tot wanden

Gebruik


d 64,0–108,0

Minimumafstand a [mm] 15

De Z-maten vindt u op de overeenkomstige productpagina in de online-catalogus.

3.3.5 Benodigd gereedschap

AANWIJZING! Prestabo XL-fittingen mogen alleen met Viega persringenmet de afmetingen 64,0–108,0 worden geperst. De verbin-ding met Viega perskettingen met de afmetingen76,1–108,0 is niet toegestaan.

Voor het vervaardigen van een persverbinding is het volgende gereed-schap nodig:

n Buissnijder of metaalzaag met fijne tandenn Ontbramer en gekleurde pen voor het aantekenenn Persmachine met constante perskracht van 32 kNn Persring met bijbehorende zwenkbek passend bij de buisdiameter en

met geschikt profiel

Afb. 10: Persringen en zwenkbek

Aanbevolen Viega persmachines:

Afstand tussen de persingen

Z-maten

Gebruik


n Pressgun 5n Pressgun 4E / 4Bn Type PT3-AHn Type PT3-H/EHn Type 2 (PT2)

3.4 Montage3.4.1 Dichtelement vervangen

VOORZICHTIG! Gevaar voor letsel door scherpe randenBoven het dichtelement bevinden zich een scheidingsringen een snijring met scherpe randen (zie pijl). Bij het ver-vangen van het dichtelement bestaat gevaar voor snijletsel.

– Grijp niet met blote handen in de persfitting.

Gebruik geen voorwerpen met scherpe punten of randen bijhet verwijderen van het dichtelement. Deze kunnen hetdichtelement of de inkeping beschadigen.

Het dichtelement uit de inkeping verwijderen, daarbij de scheidings-ring in de inkeping laten.

Ga voorzichtig te werk zodat de scheidingsring en de zitting van hetdichtelement niet worden beschadigd.

Afb. 11: Snijring

Dichtelement verwijderen

Dichtelement plaatsen

Gebruik


Een nieuw, onbeschadigd dichtelement onder de scheidingsring inde inkeping plaatsen.

Let er daarbij op dat het dichtelement niet door de snijring wordtbeschadigd.

Controleren of het dichtelement zich volledig in de inkeping bevindt.

3.4.2 Inkorten van buizen

AANWIJZING! Ondichte persverbindingen door beschadigd materiaal!Door beschadigde buizen of dichtelementen kunnen pers-verbindingen ondicht raken.

Let op de volgende aanwijzingen om beschadigingen aanbuizen en dichtelementen te voorkomen:

– Gebruik voor het inkorten geen slijpschijven (haakseslijper) of snijbranders.

– Gebruik geen vetten en oliën (bijv. snijolie).

Voor informatie over gereedschap, zie ook Ä Hoofdstuk 3.3.5 “Beno-digd gereedschap” op pagina 22.

De buis met een buissnijder of een metaalzaag met fijne tandendoorzagen.

Groeven op het buisoppervlak voorkomen.

3.4.3 Leidingen ontbramenDe uiteinden van de leiding moeten na het inkorten aan binnen- en bui-tenkant zorgvuldig worden ontbraamd.

Door het ontbramen wordt vermeden dat het dichtelement wordtbeschadigd of de persfitting bij de montage kantelt. Er wordt aanbe-volen een ontbramer (model 2292.4XL) te gebruiken.

Gebruik


AANWIJZING! Beschadiging door verkeerd gereedschap!Gebruik geen slijpschijven en dergelijk gereedschap voorhet ontbramen. De leidingen kunnen daardoor wordenbeschadigd.

De leiding in de bankschroef spannen.

Bij het inspannen minstens 100 mm afstand (a) tot het uiteinde vande leiding aanhouden.

De uiteinden van de leiding mogen niet worden verbogen of bescha-digd.

De leiding van binnen en buiten ontbramen.

Gebruik


3.4.4 Fitting persen

Vereisten:

n Het buiseinde is niet verbogen of beschadigd.n De buis is ontbraamd.n In de persfitting bevindt zich het juiste dichtelement.

EPDM = zwart glanzendFKM = zwart mat

n Dichtelement, scheidingsring en snijring zijn onbeschadigd.n Dichtelement, scheidingsring en snijring bevinden zich volledig in de

inkeping.

De insteekdiepte meten.

d [mm] Insteekdiepte [mm]

64,0 43

76,1 50

88,9 50

108,0 60

De insteekdiepte markeren.

De persfitting tot de gemarkeerde insteekdiepte op de buisschuiven. De persfitting niet kantelen.

Zwenkbek op de persmachine steken en de bevestigingspin erinschuiven totdat deze vergrendelt.

Gebruik


INFO! Neem de handleiding van het persgereedschap in acht.

De persring op de fitting plaatsen. De persring moet de buitenstering van de persfitting volledig bedekken.

De zwenkbek openen.

De zwenkbek in de opnames van de persring vastklikken.

De persing uitvoeren.

De zwenkbek openen en de persring verwijderen.

Gebruik


De controlelip verwijderen.

ð De verbinding is als geperst gekenmerkt.

3.4.5 Dichtheidscontrole

Vóór de inbedrijfstelling moet de installateur een dichtheidscontrole uit-voeren.

Deze controle op de voltooide, maar nog niet weggewerkte installatieuitvoeren.

De geldende richtlijnen in acht nemen, zie Ä “Regelgeving uit de para-graaf: dichtheidscontrole” op pagina 7.

Ook voor niet-drinkwaterinstallaties de dichtheidscontrole volgens degeldende richtlijnen uitvoeren, zie Ä “Regelgeving uit de paragraaf:dichtheidscontrole” op pagina 7.

Het resultaat documenteren.

Na de uitvoering van een dichtheidscontrole met watermoet de installatie volledig gevuld blijven om corrosie tevoorkomen.

De eisen voor het vul- en suppletiewater conform de gel-dende richtlijnen in acht nemen, zie Ä “Regelgeving uit deparagraaf: dichtheidscontrole” op pagina 7.

3.5 AfvalverwijderingProduct en verpakking scheiden in de verschillende materiaalgroepen(bijv. papier, metalen, kunststoffen of non-ferrometalen) en volgens denationaal geldende wetgeving afvoeren.

Gebruik


Gebruiksaanwijzing - Viega · 2017. 12. 22. · Inhoudsopgave 1 Over deze gebruiksaanwijzing 4 1.1...

Documents

Transcript of Gebruiksaanwijzing - Viega · 2017. 12. 22. · Inhoudsopgave 1 Over deze gebruiksaanwijzing 4 1.1...