GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak...

114
GEBRUIKS- AANWIJZING MAXIMAT SUPER 11 CD

Transcript of GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak...

Page 1: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

GEBRUIKS-AANWIJZING

MAXIMATSUPER 11 CD

Page 2: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

2

super 11 CD4.3 Instellen van de voeding. . . . . . . . . . . . . 294.4 Omschakelen van de voeding . . . . . . . . 304.5 Koppelen van de slotmoer voor het

snijden van draad . . . . . . . . . . . . . . . . . . 304.6 Nomogram toerental. . . . . . . . . . . . . . . . 314.7 Richtlijnen voor de snijsnelheid . . . . . . . 324.8 Draadsnijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 334.9 Monteren van de wisselwielen . . . . . . . . 364.10 Losse kop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 384.11 Montage van de opspangereedschappen

op de spindelneus volgens DIN . . . . . . . 404.12 Montage van de opspangereedschappen

op de spindelneus met camlock-bevestiging . . . . . . . . . . . . . . . . 40

5 Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 425.1 Smeerschema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 425.2 Aanwijzingen voor het kiezen van een

koelsmeermiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 445.3 Reiniging van het koelsmeermiddelreser-

voir . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44

6 Nastellen en vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . 456.1 Nastellen van de lagering van de

hoofdspindel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 456.2 Nastellen van de spindelmoer van de

dwarsslede . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 456.3 Nastellen van de spindelmoer van de

bovenslede . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 466.4 Nastellen van de geleidingen van

dwars- en bovenslede . . . . . . . . . . . . . . 466.5 Nastellen van de slotmoer bij speling

tussen slotmoer en transporteur. . . . . . . 476.6 Nastellen van de slotmoergeleiding . . . . 476.7 Nastellen bij axiale speling van de

transporteur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 476.8 Vervangen van de breekstift in de

transporteurkoppeling. . . . . . . . . . . . . . . 48

7 Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 497.1 Supportslijpmachine . . . . . . . . . . . . . . . . 497.2 Voetrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 527.3 Draadsnijklok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 547.4 Conusliniaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 567.5 Machinelamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57

8 Onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59

1 Algemene aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41.1 Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41.2 Bestemming van de machine . . . . . . . . . . 51.3 Garantiebepalingen voor nieuwe

EMCO-machines . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51.4 Veiligheidsvoorschriften. . . . . . . . . . . . . . . 61.5 Veilig opspannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81.6 Algemene werkaanwijzingen . . . . . . . . . . . 91.7 Gebruikte symbolen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 91.8 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . 10

2 Machine installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112.1 Acceptatie van de machine . . . . . . . . . . . 112.2 Basisuitvoering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112.3 Transport van de machine . . . . . . . . . . . . 12

2.3.1 Transport op pallet . . . . . . . . . . . . . . . . . . .122.3.2 Transport zonder pallet. . . . . . . . . . . . . . . .12

2.4 Voorwaarden voor opstelling . . . . . . . . . . 132.4.1 Ondergrond . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .132.4.2 Ergonomie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .132.4.3 Benodigde ruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .132.4.4 Afmetingen van de machine. . . . . . . . . . . .142.4.5 Opstelmogelijkheden . . . . . . . . . . . . . . . . .152.4.6 Aanvullende eisen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16

2.5 Transportbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . 172.6 Montage van de koelmiddelinrichting

(accessoire) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172.7 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . 182.8 Eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20

3 Milieu-aspecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213.1 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213.2 Milieubelasting in de verspaningstechniek .

213.2.1 Smeermiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .213.2.2 Koelsmeermiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . .213.2.3 Oplosmiddelen en reinigingsmiddelen . . . .223.2.4 spanen met resten koelsmeermiddel . . . . .223.2.5 Olienevel, oliedamp, stof en dergelijke. . . .223.2.6 Andere belastingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . .22

3.3 Maatregelen ter vermindering van de milieubelasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 223.3.1 Algemene maatregelen . . . . . . . . . . . . . . .223.3.2 Omgang met smeerolie . . . . . . . . . . . . . . .233.3.3 Omgang met koelsmeermiddelen. . . . . . . .233.3.4 Omgang met spanen . . . . . . . . . . . . . . . . .243.3.5 Omgang met gevaarlijke stoffen. . . . . . . . .24

4 Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 274.1 Bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . 274.2 Instellen van het toerental . . . . . . . . . . . . 28

Het is niet toegestaan deze uitgave, of delen uit deze uitgave, te vermenigvuldigen of over te nemen, op welke wijze dan ook, tenzij naverkregen uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de uitgever, VDH te Utrecht.

Deze uitgave is met zorg samengesteld en weerspiegelt de stand van zaken op het moment van verschijnen (september 1998). Aan hetin deze uitgave vermelde of afgebeelde kunnen geen rechten worden ontleend.

Door de voortgaande ontwikkeling van de machine en de accessoires kunnen zich verschillen voordoen tussen hetgeen in deze uitgaveis vermeld of afgebeeld, en de machines of accessoires die worden geleverd. Wij streven ernaar de gebruiksaanwijzing zo goed mogelijkaan te passen en uit te breiden. Het kan echter voorkomen, dat nieuwere uitvoeringen of accessoires nog niet, of niet volledig, in dezegebruiksaanwijzing zijn opgenomen. Neem in geval van twijfel contact op met de importeur.

Page 3: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

3

super 11 CDGebruiksaanwijzing

voor de

EMCO MAXIMAT 11 CD draaibank

impor teur v oor de Benelux:VDH Machines en Gereedschappen B.V.

Texasdreef 83565 CL Utrecht

tel.: (030) 296 32 70

EG-conf ormiteitHet nevenstaande teken geeft aan, dat samen met de EG-conformiteitsverklaring,de machine en de handleiding overeenkomstig de EG-richtlijn voor machines 89/392/EWG en de aanpassingen 91/368/EWG en 93/68/EWG zijn uitgevoerd.

fabrikant:EMCO MAIER Ges. m. b. H

Postfach 131A-5400 Hallein

Austria

eerste druk, september 1998bestelnummer 08.990.27

VDH Machines en Gereedschappen B.V.Utrecht

Page 4: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

4

algemeensuper 11 CD1 Alg emene aanwijzing en

1.1 Voorw oor dSedert meer dan veertig jaar ontwikkelt en bouwt EMCO machines voor de hout- en metaalbewerking. Sinds1980 worden ook met succes computergestuurde machines geproduceerd.

Van deze grote ervaring profiteert ook de draaibank ‘EMCO MAXIMAT SUPER 11 CD’.

De uitgebreide keuze aan accessoires stelt u in staat een veelheid aan draai- en freeswerkzaamheden metdeze machine te verrichten.

De wereldwijde toepassing van onze machines heeft geleid tot de ontwikkeling van een alomvattend service-netwerk. Voor ons zijn direct inzetbare service-technici, telefonische service en een voor 100% gegaran-deerde levering van onderdelen, ook nog ver buiten de verplichte 10-jarige periode,vanzelfsprekend.

Over vernieuwingen en uitbreidingen (bijvoorbeeld voor het opspannen van werkstukken) en de mogelijkhe-den deze achteraf toe te voegen, verstrekt een van onze meer dan 100 algemene vertegenwoordigingengraag nadere inlichtingen.

In deze gebruiksaanwijzing vindt u een volledige beschrijving van een veilige werkwijze, het transport, deopstelling, het gebruik en het onderhoud van de machine. Leest u daarom deze gebruiksaanwijzing in zijngeheel door, voordat u de machine gebruikt.

De in deze gebruiksaanwijzing opgenomen afbeeldingen tonen omwille van de duidelijkheid niet altijd devoorgeschreven afschermingen.

In de gebruiksaanwijzing vindt u explosietekeningen van de verschillende onderdelen van de machine. Dezekunnen worden gebruikt om het nummer van een gewenst onderdeel op te zoeken. Aan de hand van hetnummer kan het onderdeel worden besteld.

Als u nadere inlichtingen wenst of voorstellen hebt voor verbetering van deze gebruiksaanwijzing, kunt u zichrechtstreeks wenden tot:

EMCO MAIER Gesellsc haft m. b. H.

Afdeling T echnisc he Documentatie

A-5400 Hallein, A ustria

of contact opnemen met haar vertegenwoordiging:

VDH Machines & Gereedsc happen B.V .

Jeker straat 88

3521 EK UTRECHT

telef oon: +31 (0)30 2 963 270

telefax: +31 (0)30 2 954 278

Page 5: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

5

algemeen super 11 CD1.2 Bestemming v an de mac hineDe machine is bestemd voor het draaien van verspaanbare metalen en verspaanbare kunststoffen.De bewerking van andere materialen is niet toegestaan, tenzij in bijzondere gevallen, in overleg met de fabri-kant van de machine.

Het gebruik volgens de voorschriften houdt tevens in, dat de door de fabrikant gegeven aanwijzingen voor hetgebruik en het onderhoud van de machine worden opgevolgd.

De machine mag uitsluitend worden bediend door personen die bekend zijn met de bediening, het onderhouden het instellen van de machine en die op de hoogte zijn van de gevaren.

Alle aanwijzingen ter voorkoming van ongevallen en verhoging van de veiligheid die gelden voor het werkenmet machines, moeten altijd worden opgevolgd.

Als de machine niet volgens de voorschriften wordt gebruikt, acht de fabrikant zich ontheven van elke aan-sprakelijkheid. De verantwoordelijkheid ligt dan uitsluitend bij de gebruiker.

5 De garantietermijn voor vervangende onderde-len bedraagt 6 maanden vanaf de levering of deinbouw, waarbij de garantie ook bij herhaaldelijkeaanspraak daarop niet meer omvat dan de bij deeerste aanspraak op de garantie geldende dek-king.

6 Voor gebreken die zijn ontstaan door het nietopvolgen van bedienings-, veiligheids- en toela-tingsvoorschriften, of andere aanwijzingen die delevering, opstelling, ingebruikneming of hetgebruik van de machine betreffen, door onjuist ofondeskundig gebruik, door foutieve montage ofingebruikneming, evenals door eigenmachtige,niet uitdrukkelijk voorgeschreven of toegestaneingrepen of veranderingen aan de machine doorde koper of door derden, door normale slijtage,door foutieve of onzorgvuldige behandeling, doorchemische, electrochemische of electrischeinvloeden, door onvoldoende energietoevoer endoor overmacht, bestaat geen aanspraak opgarantie.

7 De kosten voor prestaties die buiten de garantievallen komen voor rekening van de koper.

1.3 Garantiebepaling en voor nieuwe EMCO-mac hines

1 De garantietermijn voor nieuwe EMCO-machi-nes bedraagt, ongeacht het aantal bedrijfsuren,12 maanden vanaf de levering van de machinedoor EMCO of door een geautoriseerde leveran-cier. Wanneer EMCO of haar geautoriseerde ver-tegenwoordiging tevens de installatie verzorgt,begint de termijn aansluitend aan de voltooideinstallatie van de machine.Als de installatie buiten de schuld van EMCO ofhaar gevolmachtigde vertegenwoordiging vertra-ging oploopt, verstrijkt de termijn 12 maanden nahet oorspronkelijk voorziene tijdstip van installa-tie.

2 De garantie omvat het verhelpen van alle defec-ten aan materiaal en constructie voorzover dezede normale functie van de machine belemmeren.

3 Geconstateerde gebreken moeten onverwijld enonder gedetailleerde beschrijving wordengemeld aan de EMCO-vertegenwoordiging ofaan de dichtstbijzijnde EMCO-service-afdeling,hetzij schriftelijk, hetzij mondeling met aanslui-tende schriftelijke bevestiging.

4 Volgens de regels gemelde en door de garantieomvatte defecten worden door reparatie van dedefecten of door vervanging zonder kosten voorde koper hersteld. Defecte onderdelen moetenindien dit gewenst wordt, naar EMCO of haarvertegenwoordiging worden teruggezonden. Dekosten en risico’s van deze verzending komenvoor rekening van de koper.

Page 6: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

6

algemeensuper 11 CD1.4 Veiligheidsv oor schriften

Spaanhaak g ebruikenSpanen alleen bij uitgeschakelde machine en meteen spaanhaak verwijderen.

Niet in de draaiende mac hine grijpen!Uitstekende delen afsc hermenBij het bewerken van stafmateriaal moet het uit devaste kop stekende deel over de gehele lengte voor-zien zijn van een vaste afscherming.

Gereedsc hap verwisselenGereedschappen alleen verwisselen bij stilstaandemachine.

Meting enMetingen alleen uitvoeren als de machine stilstaat ende NOODSTOP-knop ingedrukt is.

Lic haamsbesc hermingLet erop, dat beharing niet in de machine kan gera-ken: draag een hoofddeksel. Bescherm de ogen meteen beschermbril.Draag geen loszittende werkkleding. De werkkledingmoet rond polsen en heupen strak aansluiten.

De machine in het oog houdenEen draaiende machine nooit uit het oog verliezen.Alvorens de werkplaats te verlaten de machine uit-schakelen en vergrendelen tegen onbevoegdgebruik.

Onderhoud en nastellenAlle onderhouds- en nastelwerkzaamheden mogenalleen bij uitgeschakelde machine en ingedrukteNOODSTOP-knop worden uitgevoerd.

Werkzaamheden bij stilstaande mac hineAlle meet-, opspan- en instelwerkzaamheden, als-mede verwisseling van werkstuk en gereedschap,mogen alleen worden uitgevoerd bij stilstaandemachine met de NOODSTOP-knop ingedrukt.

Omgeving vrij makenVóór het begin van de werkzaamheden moeten allevoorwerpen die zich in de werkomgeving van demachine bevinden, zoals sleutels, meet- en andergereedschap worden verwijderd.

Gereedsc hapAlleen met scherp en correct geslepen gereedschap-pen werken. Op de juiste draairichting van gereed-schappen letten.

Gevaarlijke materialenWegens brandgevaar is het verspanen van magne-sium en magnesiumlegeringen niet toegestaan.

SchadeIn geval van botsing of andere schade in verbinding

Handleiding lez enLees deze handleiding in zijn geheel vóórdat demachine in gebruik wordt genomen.

Electrisc he aansluitingDe machine mag uitsluitend door een bevoegd des-kundige worden aangesloten op het electrische net.De machine mag alleen worden

Bevoegde bedieningDe machine mag uitsluitend door daartoe bevoegdepersonen worden bediend.Verhinder onbevoegd gebruik van de machine (verg-rendelbare hoofdschakelaar).

IngebruiknemingOvertuig u vóór iedere ingebruikneming ervan, datde machine in goede staat van onderhoud verkeerten dat alle veiligheidsvoorzieningen aanwezig zijn.

Geen verandering en aanbreng enEigenmachtige veranderingen aan veiligheidsvoor-zieningen, onwerkzaam maken van bewakingsvoor-zieningen en elke ingreep in het electrische/electronische deel van de machine zijn verboden.Veronachtzamen van dit voorschrift kan gevaar ople-veren voor degene die de machine bedient. De wer-king van de machine kan nadelig worden beïnvloed.Alle aanspraken op garantie komen te vervallen.

Bij g evaar: NOODSTOPBij dreigend gevaar de machine onmiddellijk stilzet-ten met de NOODSTOP-knop.

Veilig opspannenVóór het begin van een bewerking nagaan of werk-stuk en gereedschap stevig, veilig en betrouwbaaropgespannen zijn.

Klauwplaatsleutel afnemenVóór het begin van een bewerking nagaan of deklauwplaatsleutel uit de klauwplaat verwijderd is.Klauwplaatsleutels en dergelijke mogen niet met ket-tingen, banden of dergelijke aan de machine wordenbevestigd.

Maximaal toerental niet o verschrijdenOpspanmiddelen zijn onderhevig aan een maximaaltoerental. Let erop, dat dit maximale toerental nietoverschreden wordt.

Lang e werkstukkenLange werkstukken (lengte meer dan 3 × de spandia-meter) ondersteunen met bril of center.

Niet te krap opspannenVermijd een kleine opspandiameter bij een grotedraaidiameter. Het werkstuk moet goed aansluiten.

Page 7: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

7

algemeen super 11 CDtreden met de vertegenwoordiging of de fabriek.Bij reclamaties en schade, bij onduidelijkheid en bijbestelling van onderdelen altijd het nummer van demachine vermelden.Voor onderdelen die niet door EMCO geleverd zijn,kan EMCO niet aansprakelijk worden gesteld.

ReinheidDe werkomgeving en de machine altijd schoon hou-den. Spanen niet verwijderen bij lopende machine.Daarvoor een spaanhaak, kwast of veger gebruiken.Een niet-opgeruimde werkomgeving en een vuilemachine verhogen de kans op ongevallen.

Werkomg evingDe machine zo opstellen, dat er voldoende ruimteoverblijft voor het bedienen en onderhouden van demachine. In deze ruimte niets neerzetten of opslaanen hierdoor geen elektrische leidingen voeren.

Machine verlic htingDe afstand tussen de machinelamp en het besche-nen vlak moet minstens 0,1 m bedragen, daar delamp anders ten gevolge van hitte defect kan raken.

Aansla gstift instellenDe aanslagstiften voor de langsbeweging (acces-soire) en voor de dwarsbeweging (accessoire) moe-ten zo worden ingesteld, dat de afstand tussen heteinde van de stift en het huis minstens 25 mmbedraagt (zie afbeelding 1 en afbeelding 2).

HeflastLet bij het heffen van de machine op de maximaaltoelaatbare heflast van de hefmachine.

Opspang ereedsc hap monterenMonteren of afnemen van opspangereedschap voorde spindelneus mag alleen plaatsvinden bij stil-staande machine en omhooggeklapte afscherming.Als de ril van de camlock-pen onder of boven het vlakvan het opspangereedschap ligt, is stevig enbetrouwbaar opspannen niet gewaarborgd.

Afsc hermingDe afscherming van de hoofdspindelneus moet altijdworden gebruikt.

Beknellingsbesc herming enDe inrichtingen die bescherming bieden tegenbeknelling nooit verwijderen. Op de langssledebevindt zich een beschermer 1 (zie afbeelding 3) diebeknelling tussen langsslede en losse kop moetvoorkomen. Deze wig mag niet worden verwijderd.Beknelling tussen de langsslede en de plaat van delosse kop wordt voorkomen door een bout (lengte 25mm). Deze bout niet verwijderen.

Afb. 1: Langsaansla g.

Afb. 2: Dwar saansla g.

Afb. 3: Besc herming teg en beklemming.

Page 8: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

8

algemeensuper 11 CD1.5 Veilig opspannen(Zie ook afbeelding 4.)

Opper vlakOpspangereedschappen alleen op voorgedraaide,voorbewerkte, gladde oppervlakken laten klemmen.

Onder steuning bij lang ere werkstukken!Als het deel van het werkstuk dat buiten de klauw-plaat (of ander inspangereedschap) steekt, langer isdan drie maal de diameter, moet het werkstuk onder-steund worden met de losse kop (met vast of mee-draaiend center) of de vaste bril.Anders bestaat het gevaar, dat het werkstuk door-buigt onder druk van de beitel. Het begint dan te rate-len. Het gevolg is: slecht draairesultaat, breuk van debeitel, verbuigen of wegslingeren van het werkstuk.

De meelopende brilDunne werkstukken buigen door onder de druk vande beitel. Gebruik in dergelijke gevallen de meelo-pende bril als steun. De meelopende bril wordt aande langsslede bevestigd.

De vaste brilAls ondersteuning door de losse kop niet mogelijk is,moet u de vaste bril gebruiken. De vaste bril wordt ophet bed van de machine gemonteerd.Als u de vaste bril niet gebruikt, kan het gevolg zijn:slecht draairesultaat, breuk van de beitel, verbuigenof wegslingeren van het werkstuk.

Draaibeitel zo weinig mog elijk laten uitste-kenEen draaibeitel die te ver uit de houder steekt, buigtteveel door, gaat ratelen en breekt. De breukstukkenvliegen als projectielen weg: uiterst gevaarlijk! Debeitelpunt moet precies op centerhoogte staan.

Werkstuk niet te krap opspannen (A)Het werkstuk moet ruim gevat worden door hetopspangereedschap, anders wordt het weggeslin-gerd.

Vermijd een kleine spandiameter (d) bij een grote draaidiameter (D)De houdkrachten bij de kleine diameter zijn te klein,het werkstuk kan weggeslingerd worden. Altijd allebekken van het opspangereedschap vastzetten.

Overschrijd het spanbereik v an de opspan-gereedsc happen nietLet op de spanbereiken van de opspangereedschap-pen. Bekken die te ver uitsteken, breken en wordenals projectielen weggeslingerd. De spanbereiken vande opspangereedschappen worden door de fabrikantervan vastgelegd.

Afb. 4: Veilige en onveilige manieren van op-spannen.

Page 9: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

9

algemeen super 11 CD1.6 Alg emene werkaanwijzing en

In stilstand omsc hakelenDe hefbomen voor het omschakelen van het toeren-tal alleen bij stilstaande machine omzetten. Alleschakelhefbomen laten inklikken, nooit tussen tweestanden laten staan.Alle omschakelingen die de hoofdspindel betreffenalleen bij stilstaande machine uitvoeren.

BreekstiftDe breekstift van de voedingsspindel is om veilig-heidsredenen van een aluminiumlegering vervaar-digd. Als de stift door overbelasting breekt, mag dezealleen door een originele breekstift, in geen gevaleen uit harder materiaal, worden vervangen.

VergrendelingDe transporteur en de voedingsspindel kunnen nietgelijktijdig gebruikt worden.

Machine reinig enNa werkzaamheden waarbij koelsmeermiddel isgebruikt, de machine reinigen en opnieuw oliën. Demachine nooit reinigen met perslucht, daar andersspanen in de geleidingen kunnen geraken.

Door een juiste behandeling van de spanen kan demilieuschade worden beperkt en de restwaarde vande spanen worden vergroot.

SpindelNiet op de hoofdspindel slaan, daar de precisie vande lagering anders in gevaar komt.

SmerenDe machine volgens het smeerplan onderhouden enregelmatig het oliepeil nakijken.

SlijpenBij gebruik van een supportslijpmachine alle geleidin-gen grondig afdekken.

CenterhoogteAlle draaibeitels altijd op centerhoogte laten werken.Zonodig onderlegplaatjes gebruiken.

Geluidsbelasting v an eenfasig e machine-aandrijving bij la ge toerentallenVoor het aanlopen en bij het omkeren van de draai-richting wordt om technische redenen een condensa-torcombinatie gedurende ongeveer 2,5 sbijgeschakeld. Dit veroorzaakt bij lage toerentalleneen verhoogde geluidsbelasting.

Werken met het hoogste toerental (2200 omw/min) bij de 115 V - ver sieVoor de aanloopfase bij het hoogste toerental moeteerst de schakelaar 5 (zie afbeelding 5) worden inge-schakeld, en na 2,5 s (aanloopcondensatoren zijngedurende deze tijd bijgeschakeld) moet de schake-

Afb. 5: Motor schakelaar s.

laar 4 van stand 1 op stand 2 worden gezet. Alsdirect naar stand 2 geschakeld wordt, komt de hoofd-spindel niet op toeren.

1.7 Gebruikte symbolenHet hiernaast weergegeven sym-bool attendeert op een mogelijkgevaar voor personen of voorbeschadiging van de machine.Het wordt overal in dezegebruiksaanwijzing geplaatst,waar op een specifieke gevaren-situatie wordt gewezen.

Dit symbool vindt u bij tips enandere aanwijzingen voor eenjuiste bediening van de machine,ter vergemakkelijking van hetwerk en om beschadigingen aande machine te voorkomen.

Het milieusymbool wordt afge-beeld bij een aanbeveling in ver-band met afname van debelasting voor het milieu. In dezegebruiksaanwijzing zijn op enkeleplaatsen milieusymbolen opgeno-men. Een uitgebreidere verhan-deling over de milieu-aspectenvan de verspaningstechniekstaat op pagina 21.

Page 10: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

10

algemeensuper 11 CD1.8 Technisc he gegevens

Werkruimtecenterafstand ................................................ 650 mmcenterhoogte ................................................. 140 mmdraaidiameter boven het bed ........................ 280 mmdraaidiameter boven de dwarsslede ............. 170 mmbreedte van het bed ...................................... 155 mmverplaatsbaarheid langsslede ....................... 590 mmverplaatsbaarheid dwarsslede ...................... 135 mmverplaatsbaarheid bovenslede ...................... 100 mmafstand centerlijn – bovenslede....................... 23 mmdraaibereik bovenslede ........................ -180° – +180°doorsnede draaibeitel ...................... 12 mm × 12 mm

Hoofdspindelspindelneus DIN 55021................................... maat 3camlockneus ASA 5,9 D1 ............................... maat 4binnenconus DIN ...............................................MC 4binnenconus camlock.........................................MC 5spindeldoorlaat DIN/camlock .......................... 26 mmspindeldoorlaat camlock ................................. 35 mmspindeldiameter in voorste lager ..................... 45 mmaantal spindeltoerentallen ........................................ 8spindeltoerentallen................. 55, 110, 200, 410, 300..........................................600, 1100, 2200 omw/min

Aandrijfmotor (poolomsc hakeling, IEC)vermogen (draaistroom) S6–60% .............1,1/1,4 kWvermogen (wisselstroom) S6–60% .........0,75/1,0 kW

Voeding enaantal langsvoedingen ........................................... 14langsvoeding...............................0,03 – 0,3 mm/omwaantal dwarsvoedingen .......................................... 14dwarsvoedingen ......................0,015 – 0,15 mm/omw

Draadsnijdenaantal metrische spoeden...................................... 14spoed ...............................0,25 – 2,5 mm (M1 – M12)9 engelse spoeden.................................... 96 – 12 tpi

extra met accessoire wisselwielen:

13 metrische spoeden.......................... 0,125 – 5 mm29 Engelse spoeden ................................... 76 – 4 tpi12 modulaire spoeden ....................... m 0,25 – m 2,525 diametral pitch-spoeden....................... 96 – 11 tpi

Losse k opdiameter pinole ............................................... 30 mmbinnenconus pinole ............................................MC 2slag van de pinole ........................................... 80 mmzijwaartse verplaatsbaarheid .......... -8 mm – +10 mm

Schaalring en van de hand wielenlangsslede.................................................... 0,02 mmdwarsslede................................................... 0,05 mmbovenslede................................................. 0,025 mmlosse kop...................................................... 0,05 mm

Toelaatbare werkstukmassavrijdraaiend ........................................................45 kgmet ondersteuning losse kop.............................80 kg

Elektrisc he aansluitingspanningsverzorging (~1/N/PE)..............115 – 230 Vspanningsverzorging (~3/PE) .................200 – 440 Vmax. toelaatbare spanningsfluctuatie .....-10% – +6%frekwentie .............................................50 Hz / 60 Hzaansluitwaarde.................................................. 3 kVAhoofdzekering ............................................16 A traag

Afmeting en van de mac hinetotale lengte ................................................ 1385 mmtotale breedte................................................ 714 mmtotale hoogte ............................................... 1166 mmafstand hoofdspindel – vloer....................... 1050 mmgewicht van de machine ..................................243 kg

Geluidsbelastingmax. geluidsniveau ...................................... 77 dB(A)onder de volgende condities:

meting: volgens DIN 45635meetpunt: 1 m afstand en 1,6 m boven de vloerbedrijfstoestand: hoogste toerental, onbelast

(Wijzigingen voorbehouden.)

Page 11: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

11

installatie super 11 CD2 Machine installeren

2.1 Acceptatie v an de mac hineDenk bij de acceptatie van de machine aan het vol-gende:

• Onderzoek de machine op eventuele transport-schade en op volledigheid van de levering. Bijdefecten onmiddellijk de leverancier, de transport-onderneming en de verzekering inlichten ondervermelding van het type, het serienummer en hetnummer van de elektrische installatie van demachine.

• Bij transportschade de machine en de toebehorenvrijwaren van verdere schade (bijvoorbeeld doorweersinvloeden).

Serien ummer en n ummer elektrisc he instal-latie(Zie afbeelding 6.) Het serienummer 1 van demachine bevindt zich op de aangegeven plaats.Het plaatje 2 met het nummer van de elektrischeinstallatie bevindt zich opzij van de aansluitkast.Het nummer van de elektrische installatie is een uit 9tekens bestaande aanduiding (bijvoorbeeld Y5A 300000). In tabellarische vorm is het versienummer (bij-voorbeeld V1) weergegeven. V1 betekent versie 1.De voor deze versie geldende schakelschema’s vindtu in de elektrische documentatie, bestelnummer ZVP674 373 V1 voor de éénfasige, en bestelnummerZVP 674 374 V1 voor de driefasige uitvoering(bevindt zich in de aansluitkast voor de elektrischebedrading).

2.2 Basisuitv oeringDe basisuitvoering bestaat uit:bed met prismatische geleidingen, machine-onder-kast, tandwielaandrijving hoofdspindel, losse kop,langs-, dwars- en bovenslede, enkelvoudige beitel-houder (beitelspanplaat), klauwplaatafschermingmet schakelaar, voedingsaandrijving, voedingsspin-del met slipkoppeling, transporteur met klauwkoppe-ling, schaar met wisselwielen (30, 90, 120 en 127tanden), vast center MC4 of MC5, vast center MC2, 3breekstiften, meenemer, meenemerstift, vetspuit,gebruiksaanwijzing en elektrische documentatie;

gereedschapsset bestaande uit:1 dubbele ringsleutel 17 × 13 DIN837, 1 dopsleutelB13 × 17-A DIN896, 1 inbussleutel maat 5 DIN911, 1inbussleutel maat 6 DIN911, 1 dubbele steeksleutel8 × 10 DIN895, 1 enkele steeksleutel maat 13DIN894.

Afb. 6: Plaats van serienummer en nummerelektrisc he installatie .

Page 12: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

12

installatiesuper 11 CD2.3 Transpor t van de mac hine

Let bij het heffen van de machine op het hefver-mogen van het hefwerktuig en op de ligging vanhet zwaartepunt.

vorkbreedte ..................................minimaal 1000 mmheflast (inclusief verpakking)............minimaal 350 kg

2.3.1 Transpor t op palletDe verpakking van de machine is verschillend, alnaar gelang het land van levering. Het pallet is echtervoor alle uitvoeringen gelijk.(Zie afbeelding 7.) Plaats de vork 1 zoonder het pal-let, dat het zwaartepunt ongeveer in het midden vande vork komt.De vork moet minstens 900 mm onder het palletkomen.

2.3.2 Transpor t zonder palletVerwijder de schroeven waarmee het pallet aan demachine bevestigd is.(Zie afbeelding 8.) Plaats de vork 1 van het hefwerk-tuig als afgebeeld onder de machine (let op de lig-ging van het zwaartepunt).

Vóór het plaatsen van de vork 1 onder demachine houten balken 2 op de vork leggen, omde machine niet te beschadigen.

Afb. 7: T ranspor t op pallet.

Afb. 8: T ranspor t zonder pallet.

Page 13: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

13

installatie super 11 CD2.4 Voorwaar den voor opstelling

2.4.1 Onder grondDe machine moet op een zo horizontaal mogelijkeonderlaag opgesteld worden met voldoende draag-vermogen. Een solide opstelling voorkomt trillingen,die de nauwkeurigheid van bewerkingen negatiefkunnen beïnvloeden.

2.4.2 ErgonomieDe machine is met ergonomische uitgangspuntenontworpen, waardoor de bediening geoptimaliseerdis.Let bij de keuze van de opstelplaats echter ook opvoldoende verlichting.

2.4.3 Benodigde ruimteZie voor de benodigde ruimte voor bediening enonderhoud afbeelding 9 en afbeelding 10.

Afb. 9: Benodigde ruimte aan de voor- en ach-terzijde v an de mac hine .

Afb. 10: Benodigde ruimte aan de linker- enrechterzijde v an de mac hine .

Page 14: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

14

installatiesuper 11 CD2.4.4 Afmeting en van de mac hine

(Wijzigingen voorbehouden.)

Afb. 11: Belangrijkste afmeting en van de mac hine .

Page 15: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

15

installatie super 11 CD2.4.5 Opstelmog elijkhedenHet machinebed is nauwkeurig gepositioneerd op demachine-onderkast.

Om de nauwkeurigheid van de machine niet tebeïnvloeden moet de machine alleen met de driestelschroeven 2 (zie afbeelding 12) horizontaalworden opgesteld. De schroeven borgen.Na het opstellen van de machine de stelschroef 6tot aan de onderlaag indraaien en borgen.

opstelling op nivelleer voetenHiervoor zijn nodig: 4 stuks nivelleervoeten, bestel-nummer 585 110.

• Draai de stelschroeven 2 M10 × 45 (zie afbeelding13) in de daarvoor bestemde openingen in de uit-sparingen van de machine-onderkast. Vantevorende borgmoeren 3 op de schroeven draaien.

• De machine zó op de nivelleervoeten 1 plaatsen,dat de stelschroeven 2 precies in de uitsparingenvan de nivelleervoeten vallen.

• De machine uitrichten met de drie stelschroeven 2.

• De stelschroeven 2 met de moeren 3 borgen.

• De stelschroef 6 aandraaien tot deze de onderlaagraakt en eveneens borgen.

In plaats van de nivelleervoeten kan ook een vlakstuk staalplaat van 80 mm × 80 mm × 10 mm wordengebruikt.

vaste opstellingAls de machine vast met de onderlaag verbondenmoet worden, moeten drie boorgaten 5 (zie afbeel-ding 14) voor pluggen S10 in de onderlaag wordenaangebracht (voor de maten zie Afmetingen van demachine).Wij raden het gebruik van houtschroeven 8 × 70DIN571 aan.De machine wordt met drie stelschroeven 2 M10 × 45en bijpassende moeren uitgericht en door het vast-draaien van de houtschroeven 5 bevestigd.De stelschroef 6 slechts licht aandraaien en even-eens borgen.Gebruik een vlakke staalplaat, maat 80 mm × 80 mm× 10 mm 4 als onderlegger, zodat de stelschroevende onderlaag niet kunnen binnendringen.

Afb. 12: Plaats van de stelschroeven voor hetrecht opstellen v an de mac hine .

Afb. 13: Opstelling op nivelleer voeten.

Afb. 14: V erankering in de onder grond.

Page 16: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

16

installatiesuper 11 CD2.4.6 Aanvullende eisen

Naast de vermelde draagkracht en trillingsvrij-heid moet bij de opstelling ook rekening wordengehouden met de volgende factoren:

• De plaats waar de machine is opgesteld moeteen onderlaag hebben die volledig ondoor-dringbaar is voor grondwater, koelsmeermiddelen olie, om lekkage van koelmiddel en smeer-middel naar het grondwater te voorkomen. Inhet ideale geval vormt de opstelplaats tevensde opvangplaats voor koelmiddel.

• De trillingsdempende eigenschappen van deopstelplaats moeten zo goed mogelijk zijn, omoverdracht van trillingen op voorwerpen in debuurt te voorkomen.

• Er moet gelet worden op de persoonlijkegeluidsbelasting van de verspaningstechnicusaan de machine. Bedenk, dat, al naar gelangde specifieke bedrijfssituatie, deskundigen aande machine moeten werken die veeleisendwerk verrichten.De gemiddelde geluidsbelasting moet daaromniet hoger zijn dan 70 à 75 dB(A). Soms kanmet behulp van geluidswerende wanden eenverbetering van de situatie worden bereikt.Uit onderzoek is gebleken, dat bij een verdub-beling van de afstand tot de geluidsbron degeluidsdruk met 3 à 5 dB(A) afneemt. Een ver-dubbeling van het aantal geluidsbronnen, bijgelijkblijvende intensiteit, leidt tot een toenamevan 3 dB(A).

• Een goede en voldoende verlichting van hetwerkveld maakt het gebruik van de machinegemakkelijker en verhoogt de kwaliteit van hetwerk.

• Ongunstige lichtverhoudingen, bijvoorbeelddirecte inval van zonlicht, kunnen leiden totreflecties en vermindering van de zichtbaar-heid.

• Warmtebronnen met variërende temperatuur inde nabijheid van de machine en tocht beïnvloe-den naast de kwaliteit van de werkomgevingook de nauwkeurigheid van de machine. Neemeventueel maatregelen voor afscherming.

Page 17: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

17

installatie super 11 CD2.5 Transpor tbeveiligingDe langsslede is met een schroef 1 (zie afbeelding15) vastgezet. Vóór het begin van de werkzaamhe-den moet de schroef losgedraaid worden.Om de hoogste nauwkeurigheid te bereiken bij hetvlakdraaien, verdient het aanbeveling de langssledein dat geval vast te zetten met schroef 1.

2.6 Montage van de koelmiddelinrichting (accessoire)

Het aanbrengen van de koelmiddelinrichting magalleen plaatsvinden bij uitgeschakelde machine,met de NOODSTOP-knop ingedrukt, en door eenelectrotechnisch deskundige.

technisc he gegevens k oelmid delinstallatievermogen van de pompmotor ..........................110 Winhoud van het reservoir ...................................... 27 lmaximale pompcapaciteit ..............................40 l/min

monta ge• Koelmiddelpomp op het koelmiddelreservoir

bevestigen.

• Terugvoerslang van spanenbak naar koelmiddelre-servoir aanbrengen.

• Kabel van koelmiddelpomp via klem 1 (zie afbeel-ding 16 of afbeelding 17) binnenleiden in de aan-sluitkast en als volgt aansluiten:Bij een éénfasige uitvoering beide aders onder deklemmen 13 en 14 van connector X1 vastzetten;de geelgroene ader met de aardconnector 2 ver-binden.Bij een driefasige uitvoering de zwarte ader onderklem 13, de bruine ader onder klem 14 en deblauwe ader onder klem 15 van connector X1 vast-zetten; de geelgroene ader met de aardconnector2 verbinden.

• Koelmiddelreservoir aan de achterzijde van demachine in de onderkast plaatsen.

• Reservoir vullen met koelsmeermiddel. Zie voorsoort en standtijd van het koelsmeermiddel hethoofdstuk 5.2 Aanwijzingen voor het kiezen vaneen koelsmeermiddel op pagina 44.

Afb. 15: Klemsc hroef v an de langsslede .

Afb. 16: Elektrische aansluiting koelmiddel-pomp (éénfasig).

connector X1

Afb. 17: Elektrische aansluiting koelmiddel-pomp (driefasig).

connector X1

Page 18: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

18

installatiesuper 11 CD

De koelmiddelpomp is voorzien van een schake-laar. Let erop, dat deze schakelaar steeds inge-schakeld is, anders kan de pomp vanaf debedieningsconsole niet gestart worden.

Een juiste keuze van het koelsmeermiddel,vooral in verband met de gebruikte leibaanolie,heeft belangrijke gevolgen voor de levensduurvan de emulsie. Door een juiste keuze te makenkan de standtijd aanzienlijk verhoogd en demilieubelasting daardoor verlaagd worden.

2.7 Elektrisc he aansluiting

aansluitwaar dentype 1 ................................115 V ~ 1/N/PE/ 50/60 Hztype 2 ................................200 V ~ 1/N/PE/ 50/60 Hztype 3 ................................230 V ~ 1/N/PE/ 50/60 Hztype 4 ................................... 200 V ~ 3/PE/ 50/60 Hztype 5 ................................... 230 V ~ 3/PE/ 50/60 Hztype 6 ................................... 400 V ~ 3/PE/ 50/60 Hztype 7 ................................... 440 V ~ 3/PE/ 50/60 Hzmax. toelaatbare spanningsfluctuatie ........-10 – +6%hoofdzekering ............................................16 A traagaansluitwaarde..................................................3 kVAkabeldoorsnede éénfasig ........ minimaal 3 × 2,5 mm2

kabeldoorsnede driefasig........ minimaal 4 × 2,5 mm2

aansluiting v an de transf ormator per typeZie voor de aansluitingen afbeelding 18 en afbeel-ding 19.Al naar gelang het elektrische type van de machineworden beide aders met de aansluitklemmen van detransformator verbonden.

De elektrische aansluiting van de transformatormag alleen door een vakkundig elektrotechnicusworden verricht.

Bij het aansluiten van de aders mag de kabel nogniet op het net zijn aangesloten!

Afb. 18: Aansluiting van de transformator bijéénfasig e uitv oering en.

Afb. 19: Aansluiting van de transformator bijdriefasig e uitv oering en.

Page 19: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

19

installatie super 11 CDaansluiting v an de netkabel

De elektrische aansluiting aan het net mag alleendoor een vakkundig elektrotechnicus worden ver-richt.

Alvorens de netkabel aan te sluiten, eerst deaansluiting van de transformator controleren, omte voorkomen dat de netkabel weer moet wordenlosgenomen.

• Aansluitkast openen.

• De netkabel van de achterzijde via de klem in deaansluitkast voeren.

• Bij draaistroomuitvoering de fasen L1, L2 en L3volgens afbeelding 20 aan de connector X1 aan-sluiten.Bij wisselstroomuitvoering de fasedraad en de nul-draad volgens afbeelding 21 aan de connector X1aansluiten.De geelgroene aarddraad onder klem 4 vastzetten.

• Kabelklem vastschroeven.

contr oleren v an de juiste aansluitingControleer of de draairichting van de hoofdspindel nahet inschakelen van de machine juist is. Als de rich-ting van de spindel niet overeenkomt met de symbo-len bij schakelaar 1 (zie afbeelding 22), moeten bij dedraaistroomuitvoering de aansluitingen van twee vande drie fasen (bijvoorbeeld L1 en L2) verwisseld wor-den op connector X1.

Vóór het veranderen van de aansluitingen denetkabel losnemen van het net.

zekering enzie de elektrische documentatie, die zich in de aan-sluitkast bevindt.

Afb. 20: Aansluiting van de netkabel bij driefa-sig e uitv oering en.

connector X1

Afb. 21: Aansluiting van de netkabel bij éénfa-sig e uitv oering en.

connector X1

Afb. 22: Motor schakelaar .

Page 20: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

20

installatiesuper 11 CD2.8 Eerste g ebruik• Alle blanke delen moeten met een schone doek

worden ontdaan van het roestbeschermingsmid-del. Aansluitend deze delen licht oliën.

• Bij het eerste gebruik, maar ook na een langereperiode van stilstand, de leibanen smeren.

• Controleer het oliepeil van de aandrijvingen vanhoofdspindel en voeding door middel van de kijk-glazen 1 en 2 (zie afbeelding 23).Als de machine wordt geleverd, is er reeds olie inde tandwielkasten aanwezig.

• Als er een koelmiddelinrichting aanwezig is (acces-soire), moet het reservoir daarvan met koelsmeer-middel worden gevuld.

• Machine inschakelen met de hoofdschakelaar.

Afb. 23: Kijkglazen voor het oliepeil vanhoofdspindel- en v oedingsaandrijving.

Page 21: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

21

milieu super 11 CD3 Milieu-aspecten

3.1 InleidingNaast de voortdurend toenemende eisen aan de pro-duktiviteit en de flexibiliteit van de werkzaamheden,krijgt ook de eis naar milieuvriendelijkheid eensteeds groter wordende betekenis. Het vermijdenvan milieubelastende handelingen is in de laatstejaren een centraal-maatschappelijke taak geworden.Niet langer is het mogelijk de verantwoordelijkheid opeen ander af te schuiven. Iedere sector moet zijn bij-drage leveren.

Ook de verspaningstechniek kent vele momenten diekunnen bijdragen tot de belasting voor het milieu.Enkele van de belangrijkste zijn:

• met koelsmeermiddelen verontreinigde spanen

• hulpstoffen en andere chemicaliën (zoals koel-smeermiddelen, snij-oliën, smeerolie)

• chemisch afval (zoals met olie vervuilde poetslap-pen, gebruikte emulsies)

• olienevelvorming

• geluidsbelasting en trillingen

• restwarmte

Uit de noodzaak tot bescherming van ons milieu zijner wetten en regels opgesteld die moeten bijdragentot verbetering van de huidige situatie. Bovendien isde controle op handhaving van deze regels aanmer-kelijk verscherpt.In toenemende mate ondervinden ook kleinerebedrijven de druk van deze tendens. Ook zij moeteneen zo hoog mogelijke mate van milieusparendemaatregelen implementeren.Tijdig reageren op de veranderde situatie is daaromvan wezenlijk bedrijfsbelang.

EMCO heeft zich tot taak gesteld bij te dragen in deoplossing van de huidige milieu- en afvalproblema-tiek. In dit licht moeten ok de volgende belangrijkeaanwijzingen en richtlijnen bezien worden.Het opvolgen van deze aanwijzingen maakt het ookvoor u mogelijk een directe bijdrage te leveren aande bescherming van onze leefomgeving in het alge-meen, maar tevens aan de verbetering van de kwali-teit van uw eigen werkomgeving.De aanwijzingen zijn opgesteld in zo’n vorm, dat hetopvolgen ervan geen extra kosten met zich mee-brengt, of in veel gevallen juist tot een op korte ter-mijn waarneembare vermindering van kosten leidt.Voor een beter begrip van de aangeboden voorstel-len wordt, voorafgaande aan de eigenlijke aanwijzin-gen, een kort overzicht gegeven van de in deverspaningstechniek optredende milieuproblemen.

3.2 Milieubelasting in de ver spanings-techniek

3.2.1 Smeermid delenHet gebruik van smeermiddelen is in de verspanings-techniek onontkoombaar. Vaak gebeurt het echter,dat de smeermiddelen door onwetendheid niet eco-nomisch optimaal worden gebruikt. Vooral bij deopslag van smeermiddelen wordt veel te zorgeloosmet de stoffen omgegaan, waardoor de smeermidde-len in de grond terechtkomen en daar bijdragen aande belasting van het grondwater.Lekkende, beschadigde vaten, onoplettendheid bijde omgang met oliën, ontbrekende of slecht onder-houden olie-afscheiders, ‘lege’ containers, die buitendoor de regen ‘uitgewassen’ worden: slechts enkelevoorbeelden van de veel te vaak voorkomende situa-tie in de bedrijven. Ook het stiefmoederlijke bestaanvan de oliecontainers in de verste hoek van de werk-plaats vormt niet de gewenste oplossing. Niet voorniets leiden met olie vervuilde werkvloeren en evenvuile machines – resultaat van een verkeerd gebruikvan smeerolie – tot een belangrijke verslechteringvan de kwaliteit van de werkplaats en daardoor indi-rect ook van de van de kwaliteit van de produkten.

3.2.2 Koelsmeermid delenEvenals de smeermiddelen zijn ook de koelsmeer-middelen niet meer weg te denken uit de verspan-ende bewerkingen. De koelsmeermiddelen zijngecompliceerde chemische verbindingen, die eenzorgvuldige omgang vergen. Verkeerd gebruik kantot ernstige schade aan de gezondheid leiden. Fijnverstoven emulsie (open werkruimte) dringt tot in delongen door en blijft daar achter. Ook kan verkeerdgebruik van emulsie tot huidziekten leiden (ontste-king, allergische reacties) en door middel van wond-jes tot infecties. Door een doeltreffendebedrijfshygiëne kunnen deze gevaren worden verme-den.Emulsies zijn bijzonder gevaarlijk voor het grondwa-ter. Ze mogen daarom in geen geval zorgeloos weg-gegooid worden. Biologisch afbreekbarekoelsmeermiddelen vormen in dit opzicht ook geenalternatief. Deze middelen zijn weliswaar zoals zeworden geleverd biologisch afbreekbaar, maar tij-dens het gebruik worden ze verontreinigd met lek-kende olie, slijpstof en dergelijke. Daardoor gaat debiologische afbreekbaarheid verloren en kunnen demiddelen niet meer in de afvoer geloosd worden.Een bijzondere bron van gevaar vormen de restenemulsie die aan de spanen blijven kleven. Bij deopslag van spanen buiten, of onder een ondichtafdak, kunnen de emulsieresten door de regen wor-den uitgewassen en in het riool of het grondwaterterechtkomen.

De levensduur van koelsmeermiddelen is beperkt.

Page 22: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

22

milieusuper 11 CDOmdat koelsmeermiddelen organische bestanddelenbevatten, kunnen ze door micro-organismen wordenaangetast. Als het aantal micro-organismen in eenemulsie boven een bepaalde maat stijgt, slaat deemulsie om en is deze niet meer bruikbaar. Door ver-hindering van de vermeerdering van de micro-orga-nismen kan de standtijd worden verlengd.Door goede verzorging en zorgvuldig gebruik kan delevensduur van de emulsies aanzienlijk verlengdworden.

De micro-organismen geraken in de emulsie door:

• de lucht

• afvalwater

• lekkende olie

• afval, dat direct of indirect met de emulsie in con-tact komt (sigarettepeuken, lege drankblikken)

• het bewerkte werkstuk

• het bedieningspersoneel

• gebrekkige bedrijfshygiëne

Door op de volgende aanwijzingen voor de verzor-ging te letten, kunt u wezenlijk bijdragen tot de verbe-tering van de situatie en tot besparing van kosten.

3.2.3 Oplosmid delen en reinigingsmid delenReinigingsmiddellen worden bij verspanende bewer-kingen veelvuldig gebruikt, zowel voor het reinigenvan produkten, als ook bij reparaties en bij de reini-ging van gereedschappen en machines. Vooral dechloorhoudende koolwaterstoffen (bijvoorbeeldtrichloorethyleen, trichloorethaan en perchloorethy-leen) hebben een breed werkterrein.Deze middelen vormen een voor de gebruiker nietaltijd duidelijk gevaar. Juist vanwege het ogenschijn-lijke gemak dat deze stoffen bieden (onbrandbaar,zeer goed vetoplossend, geringe reuk, enz.) wordtniet beseft, dat deze middelen zware gifstoffen voorde lever en het zenuwstelsel zijn. Het is daaromnoodzakelijk bij het gebruik van deze stoffen daar-mee rekening te houden.Daarenboven hebben deze stoffen de eigenschapdat ze, op grond van hun lage dichtheid, zonder meerdoor (om het even hoe dikke) betonnen vloeren kun-nen sijpelen en zo het grondwater verontreinigen.Vanwege het lage kookpunt vervluchtigen deze mid-delen ook uit open vaten (bijvoorbeeld uit een openreinigingstank).Bijzonder onaangenaam is het feit, dat deze stoffenniet biologisch afbreekbaar zijn en daardoor ook inde toekomst nog tot de milieubelasting bijdragen. Inhet verleden heeft dit al geleid tot situaties waarbijgrondwaterbekkens vervuild raakten.

1 kg chloorhoudende koolwaterstoffen kan 40 mil-joen liter drinkwater voor altijd onbruikbaar maken!

3.2.4 spanen met resten k oelsmeermid delMet de spanen worden aanzienlijke hoeveelhedensmeermiddelen en emulsie door de machine ‘uitge-scheiden’. Door de spanen te laten uitdruipen, kaneen deel van deze stoffen teruggewonnen worden enals waardevolle hulpstof opnieuw worden gebruikt.De rest gaat ‘verloren’ tijdens het transport en deopslag en vormt zo een belasting voor het grondwa-ter.

Spanen zijn geen afval, maar waardevolle grondstof!

Daarom is het belangrijk:

• dat de spaanlade niet als afvalemmer gebruiktwordt: peuken, kunststof bekertjes en dergelijkehoren niet in de spaancontainer;

• dat de spanen soort bij soort verzameld worden;

• dat de spanen zo olievrij mogelijk bij de verwer-kende industrie terechtkomen, anders ontstaan erenorme belastingen bij het smelten.

3.2.5 Oliene vel, oliedamp, stof en der gelijkeOlienevel ontstaat door verdamping en vernevelingvan smeer- of koelsmeermiddelen in de werkruimte.Een grote bijdrage aan het ontstaan van olienevellevert het gebruik van perslucht voor het reinigen vanwerkstukken, machines en installaties. Iets dergelijksgeldt ook voor de stofontwikkeling bij droog bewer-ken.Olienevel en oliedampen vormen zowel een belas-ting voor de werkomgeving (verontreiniging vanmachines en installaties: aan vettige delen hecht zichmeer stof), maar ook een gevaar voor de gezondheidvan het bedieningspersoneel.

3.2.6 Andere belasting enNaast de al genoemde belastingen vormen ookgehoorbeschadigend lawaai, problemen met deafvoer van restwarmte en het gebruik van andere,indirect in verband met de verspaning staande stof-fen, zoals schoonmaakmiddelen, gietharsen, verpak-kingsmaterialen belastingen voor hetbedieningspersoneel van de machines en het milieu.

3.3 Maatregelen ter vermindering van de milieubelasting

3.3.1 Alg emene maatreg elenDe beste manier om afval te verwerken is geen afvalte produceren!Vermijd daarom zoveel als maar enigszins mogelijkis het ontstaan van chemisch afval.Ga spaarzaam om met milieubelastende stoffen!Ga bij het gebruik gevaarlijke stoffen op de juistemanier ermee om!Zorgeloos omgaan met belastende stoffen is niet ietsom trots op te zijn, het kan uw gezondheid in gevaarbrengen, draagt bij tot de belasting van het milieu en

Page 23: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

23

milieu super 11 CDkost uiteindelijk meer.Gebruik de juiste doseringen!Neem de aanwijzingen van de fabrikant in acht!Vermijd onnodige afvalstukken!

3.3.2 Omgang met smeer olieopsla g van smeer olieVermijd iedere vorm van verlies van smeermiddelen:bij de opslag, bij het gebruik (lekkende leidingen, lek-kende pakkingen), tijdens het overgieten, tijdens hettransport, enzovoort.Dit geldt natuurlijk ook voor afgewerkte olie.

Let erop, dat de opslag op een dichte ondergrondplaatsvindt, en dat de oliecontainers niet kunnenomkiepen.Lekschalen moeten de olieresten kunnen opvangen.

Als de lege olievaten buiten worden opgeslagen,moeten ze worden afgesloten tegen weersinvloedenom uitspoelen te voorkomen.

Afgewerkte olie is chemisch afval en moet als zoda-nig behandeld worden.

Markeer duidelijk alle vaten, die voor het verzamelenvan verschillende soorten afval zijn opgesteld (bij-voorbeeld afgewerkte olie, gebruikte oliefilters, olie-gedrenkte lappen).

gebruik v an smeer olieGebruik alleen voor het doel geschikte smeermidde-len. Verkeerde smeermiddelen zijn sneller verbruikt,leiden tot rookontwikkeling en tot onnodig afval.

Let bij het kiezen van smeermiddelen ook op de ver-enigbaarheid met andere hulpstoffen, zoals emul-sies. De fabrikant geeft daarover nadere informatie.

Vraag in twijfelgevallen altijd na, want een foutiefgebruik van produkten kan tot een flinke kostenpostaanleiding zijn.

Verzorg de smeermiddelen goed! Regelmatig reini-gen en verwisselen van de filters verlengt de stand-tijd.

Sluit de vulopeningen zorgvuldig af.

3.3.3 Omgang met k oelsmeermid delenGebruik alleen koelsmeermiddelen die verenigbaarzijn met de gebruikte smeermiddelen. Onverenig-baarheid leidt tot een kortere levensduur van de koel-smeermiddelen.

Gebruik zo mogelijk halogeenvrije koelsmeermidde-len, want deze zijn als afval goedkoper te verwerken.

Let op de opslagvoorwaarden voor de vaten met con-centraat (geen vorst, geen grote hitte, enz.).

Hergebruik van vaten helpt de afvalberg te verklei-nen en is daarom aan te raden.

Zorg goed voor uw koelsmeermiddelen! Door zorg-vuldig met deze stoffen om te gaan, wordt de stand-tijd op zijn minst verdubbeld. Let op de volgende

aanwijzingen:

• Vermijd elke verontreiniging van de emulsie.

• De koelsmeermiddelcontainer is geen afvalvat.

• Vermijd dat olieresten in de emulsie terechtkomen.Olie is lichter dan de emulsie en drijft aan deoppervlakte. Daardoor wordt de zuurstoftoevoernaar de emulsie bemoeilijkt, waardoor een idealevoedingsbodem ontstaat voor anaerobe micro-organismen.

• Verwijder regelmatig drijvende olieresten van deemulsie (dagelijks voor het begin van de werk-zaamheden). Op de eenvoudigste manier kan datdoor de emulsie ‘af te romen’.

• Vermijd verontreiniging van de emulsie door lek-kende olie (lekkende hydraulische installatie).

• Controleer regelmatig de concentratie van deemulsie. Te vette emulsies brengen een grotergevaar voor de gezondheid met zich mee en tastende machine aan.

• Controleer dagelijks het peil van de emulsie: bij teweinig emulsie ontstaat er een te sterke verwar-ming, waardoor de bakteriegroei wordt bevorderd.

• Vermijd onnodig verlies van emulsie door eenjuiste opbouw van de installatie.

• Bij langere perioden van stilstand van de machinemoet de emulsie dagelijks minstens éénmaal rond-gepompt worden, om zuurstof aan de vloeistof toete voegen.

• Verwijder na de werkzaamheden de spanen vande machine. Meestal is een kort laten doorlopenvan de afvoerinstallatie voldoende.

• Let bij het vervangen van de emulsie op:Het opvangen van de afgewerkte emulsie in vooriedereen duidelijk gekenmerkte vaten, zodat ook innoodgevallen geen verwisseling mogelijk is.Het niet mengen van de afgewerkte emulsie metandere stoffen, omdat anders de afvalverwerkings-kosten hoger worden.De zeer zorgvuldige reiniging van de gehele koels-meerinstallatie. Verontreinigingen, vooral in moei-lijk toegankelijke hoeken, zijn kweekplaatsen voorbakteriën, die de verse emulsie direct weerbesmetten.Let op: het gebruik van reinigingsmiddelen kan deverwerkingskosten van de emulsie doen stijgen.Let op de juiste mengverhouding bij de bereidingvan verse emulsie.Emulsie altijd vers bereiden, niet in voorraad hou-den.

Page 24: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

24

milieusuper 11 CD3.3.4 Omgang met spanenalgemene aanwijzing enSpanen vormen een waardevolle grondstof! Behan-del ze niet als afval!

Bij verkeerde omgang met spanen kunnen deze,voorzover ze verontreinigd zijn met emulsie ensmeermiddelen, het grondwater en de grond veront-reinigen.

verzamelen, voorbehandelen en opslaan van spanenSpanen moeten, in de toestand waarin ze demachine verlaten, in een oliedichte containerbewaard worden, waarin de mogelijkheid is inge-bouwd voor het afdruipen van de emulsie- en olieres-tanten. Op de bodem van het vat moet een ruimteaanwezig zijn waarin de emulsie kan worden verza-meld, zonder dat vermenging met spanen plaats-vindt. Met een kraan moet het mogelijk zijn deopgevangen emulsie af te tappen.

De afdruiptijd moet lang genoeg zijn, evenzo moet detemperatuur hoog genoeg zijn om te zorgen dat deemulsie zo volledig mogelijk van de spanen afdruipt.Bij koude kan het nodig zijn het afdruipvat in een ver-warmde ruimte op te stellen.

De verzameling van emulsie en olie moet soort bijsoort plaatsvinden, om te zorgen dat bij het opnieuwgebruiken geen onnodige verontreinigingen in hetsysteem komen.

De spanen moeten eveneens soort bij soort wordenverzameld en opgeslagen, want een mengsel bete-kent een achteruitgang in de kwaliteit van de grond-stof.

De spanencontainer mag niet tevens als algemeneafvalbak dienen: afval hoort niet bij waardevollegrondstoffen.

Na het uitdruipen moeten de spanen, eveneens soortbij soort, tot ze worden afgehaald voor verdere ver-werking, worden opgeslagen.Daarbij moet erop worden gelet, dat eventuele res-tanten (koel-)smeermiddel worden opgevangen,zodat grond en grondwater geen gevaar lopen.In elk geval moet de opslag buiten of onder een lek-kend afdak vermeden worden, daar in deze omstan-digheden de regen de olieresten kan uitwassen.

3.3.5 Omgang met g evaarlijke stoff enProbeer alternatieve, niet gevaarlijke stoffen tegebruiken, voordat u gevaarlijke stoffen toepast.

Het argument van de kosten is, met het oog op destijgende afvalverwerkingskosten en veelal ook methet oog op de verrekening van deze kosten in dealgemene afvalverwerkingskosten, meestal niethoudbaar.

Vermijd het gebruik van gevaarlijke stoffen waar

mogelijk door:

• besparingsmaatregelen en optimalisatie van hetgebruik;

• overschakeling op voor hergebruik of biologischeafbreekbaarheid geschikte produkten in plaats vande gevaarlijke stoffen.

Als gevaarlijke stoffen niet vermijdbaar zijn, moetenalleen die gebruikt worden die kunnen worden ver-werkt:

• voor hergebruik (recycling)

• voor biochemische omzetting (compostering)

• voor energielevering (verbranding)

Afval dat noch vermeden, noch verwerkt kan worden,moet met zo weinig mogelijk schade worden afge-voerd (depot na geschikte voorbehandeling).Bijzonder zorgvuldig moet worden omgegaan metchemisch afval. Een overzicht van dit afval is opge-nomen op de volgende pagina’s. Het is ontleend aande Oostenrijkse ÖNORM S 2101, waarin stoffen zijnvermeld die een bijzondere afvalverwerking vereisen.Voor al deze stoffen geldt:

• een identificatie- en meldingsplicht;

• een registratieplicht;

• de plicht tot schadevrije verwerking;

• een declaratieplicht.

Page 25: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

25

milieu super 11 CDTabel 1: Gevaarlijke stoff en

besc hrijvingsleutel-nummer

eigensc happenaggregatie-

toestandaantekening en en

herk omst (v oorbeelden)

met olie verontreinigde grond (afgraafmateriaal)

31423 waterbelastend vast, ook pas-teus

bij verzamelen, transporteren en opslag beschermen tegen warmte

ongelukken, oliewinning, erfenissen uit het verleden

gebruikte filters en opzuig-machines, voorzover

belast met chemisch afval

31434 waterbelastend( zie aantekening)

vast sorteren naar de aard van het gefil-terde materiaal

waterzuivering, voedings- en genot-middelfabricage, chemische indus-

trie, chemische reiniging, adsorptieve reiniging van gassen en vloeistoffen

non-ferrometaalhoudend stof

35321 toxisch, waterbelas-tend, explosief

vast kunnen lood, cadmium, arsenicum en beryllium bevatten

bijzondere maatregelen nodig ter voorkoming van explosies

zinkwinning, zinkverwerking, alumini-umwinning, gieterijen, loodwinning, magnesiumwinning, vuurstenen en

pyrotechnische industrie, elektrotech-niek

kwikhoudende batterijen 35324 toxisch, waterbelastend vast vervaardiging van batterijen, handel, gebruik

droge batterijen, kwik- en zilverbevattend

35325 toxisch, waterbelastend vast vervaardiging van batterijen, handel, gebruik

zuurhoudende olie 54101 waterbelastend, etsend bij pH < 3, kunnen met lucht explosieve meng-

sels vormen

vloeibaar textielindustrie

afgewerkte olie 54102 waterbelastend, restan-ten van de verwerking

van afgewerkte olie kun-nen toxisch zijn, kun-

nen met lucht explosieve mengsels

vormen

vloeibaar tot vast ook hydraulische olie en remvloeistof-fen

handel en industrie, tankstations, garages

boor-, snij- en slijpolie 54109 waterbelastend, kun-nen met lucht explo-

sieve mengsels vormen

vloeibaar metaalbewerking

synthetische koel- en smeermiddelen

54401 waterbelastend vloeibaar metaalbewerking

boor- en slijpolie-emulsies en mengsels van emulsies

54402 waterbelastend vloeibaar metaalbewerking

olie-water-mengsels 54408 waterbelastend vloeibaar

inhoud van olie- en ben-zine-afscheiders

54702 waterbelastend vloeibaar tot vast

slib uit oliescheidingsin-stallaties

54703 waterbelastend vloeibaar tot vast

slib van tank- of vatreini-ging

54704 waterbelastend vloeibaar tot vast

slib van paraffine-olie 54706 waterbelastend vloeibaar tot vast petrochemie, handel

oliehoudend slijpslib 54710 waterbelastend vloeibaar tot vast metaal-, glas- en steenbewerking

gebruikte oliebindmidde-len

54926 waterbelastend

gebruikte olie- en luchtfil-ters (minerale-olie-hou-

dend)

54928 waterbelastend

Page 26: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

26

milieusuper 11 CD

perchloorethyleen (Per) 55209 waterbelastend vloeibaar chemische industrie, textielindustrie, chemische reiniging, ontvetting, verf-

fabricage

trichloorethaan 55212 waterbelastend, toxisch is alleen 1,1,2-trichloor-ethaan, schadelijk voor

de gezondheid

vloeibaar chemische industrie, textielindustrie, chemische reiniging, ontvetting, verf-

fabricage

trichloorethyleen (Tri) 55213 waterbelastend, scha-delijk voor de gezond-

heid

vloeibaar chemische industrie, textielindustrie, chemische reiniging, ontvetting, verf-

fabricage

halogeenhoudende reini-gingsmiddelen

55214 waterbelastend vloeibaar handel en industrie

mengsels van halogeen-houdende oplosmiddelen

55220 waterbelastend, kun-nen toxisch zijn

vloeibaar handel en industrie

nitro-oplosmiddel 55359 waterbelastend, kan met lucht explosieve mengsels vormen

vloeibaar reiniging en ontvetting van metaalop-pervlakken, verffabricage, textielin-

dustrie, kunststofverwerking, chemische industrie

petroleum 55360 waterbelastend, kan met lucht explosieve mengsels vormen

vloeibaar reiniging en ontvetting van metaalop-pervlakken

mengsels van halogeen-vrije oplosmiddelen

55370 waterbelastend, kun-nen toxisch zijn, kun-

nen met lucht explosieve mengsels

vormen

vloeibaar handel en industrie

slib van halogeenhou-dende oplosmiddelen

55401 waterbelastend, kun-nen toxisch zijn

vloeibaar tot pasteus

handel en industrie, afvalverwerking

slib van halogeenvrije oplosmiddelen

55402 waterbelastend, kun-nen toxisch zijn

vloeibaar tot pasteus

handel en industrie, afvalverwerking

Tabel 1: Gevaarlijke stoff en (ver volg)

besc hrijvingsleutel-nummer

eigensc happenaggregatie-

toestandaantekening en en

herk omst (v oorbeelden)

Page 27: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

27

gebruik super 11 CD4 Gebruik

Afb. 24: Bedieningselementen v an de mac hine .

4.1 Bedieningselementen1 vergrendelbare hoofdschakelaar

2 schakelaar voor koelmiddelpomp

3 elektrische-aansluitkast

4 NOODSTOP-knop

5 schakelaar voor verticale kolom

6 schakelaar voor toerental langzaam – snel

7 schakelaar voor hoofdspindel aan – uit (links/rechts)

8 hendel voor langs- en dwarsvoeding

9 slotmoerhendel

10 handwiel dwarsslede

11 handwiel langsslede

12 slipkoppeling

13 uitschakelbare klauwkoppeling

14 kijkglas oliepeil voedingsaandrijving

15 draaiknoppen voor voeding en spoed

16 machine-onderstel

17 kijkglas oliepeil spindelaandrijving

18 draaiknop voor voedingsrichting

19 schakelknoppen voor toerental

20 klauwplaatafscherming

21 hoofdspindel

22 voedingsaandrijving

23 spatscherm

24 bovenslede

25 moeren voor vastzetten bovenslede

26 klemschroef voor vastzetten dwarsslede

27 klemschroef voor vastzetten langsslede

28 handwiel bovenslede

29 pinole losse kop

30 klemhendel voor pinole losse kop

31 handwiel pinole losse kop

32 smeernippel voor pinole losse kop

33 handwiel pinole losse kop

34 losse kop

35 machinebed

36 dwarsslede

37 slotkast

Page 28: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

28

gebruiksuper 11 CD4.2 Instellen v an het toerentalDe machine beschikt over acht verschillende,mechanisch instelbare toerentallen.

De instelling vindt plaats met de schakelhendels 1 en2 (zie afbeelding 25) volgens tabel 3.

Tijdens het omschakelen de hoofdspindel voorzichtigmet de hand draaien, zodat de schakelhendels voel-baar en gemakkelijk inspringen.

Het instellen van het toerental mag alleen bij stil-staande machine geschieden.

voorbeeldBij een gewenst toerental van 600 omw/min moetende hendels 1 en 2 staan zoals in de tabel is aangege-ven.

De hoofdspindel wordt na het instellen van het toe-rental en na het inschakelen met de hoofdschakelaar6 (zie afbeelding 26) met de schakelaar 4 aangezet.Daarbij roteert de hoofdspindel rechtsom als deschakelaar naar rechts wordt gezet, en linksom bijnaar links zetten van de schakelaar. Met schakelaar5 kan worden gekozen tussen langzaam draaien(regel 1 in de toerentaltabel) en snel draaien (regel2).

• Alle tandwielen zijn gehard en geslepen.Onoordeelkundig schakelen kan de flankenvan de tanden beschadigen, waardoor demachine meer lawaai maakt.

• Als u voor een bepaald toerental de keuze hebtuit twee mogelijkheden (de toerentalbereikenoverlappen elkaar), kies dan het laagste toe-rentalbereik. Het moment is dan groter.

• Let bij eenfasige machines op wat vermeld isover de geluidsbelasting bij lage toerentallenen over het werken met het hoogste toerentalbij de 115 volt-versie (zie 1.6 Algemene werk-aanwijzingen op pagina 9).

Afb. 25: Instelling v an het toerental.

Afb. 26: Motorschakelaars voor riching enlangzaam/snel en hoofdsc hakelaar .

Page 29: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

29

gebruik super 11 CD4.3 Instellen v an de voedingDe automatische voeding kan zowel voor bewegin-gen in de langs- (Z) als voor bewegingen in dedwarsrichting (X) worden gebruikt.Vóór de voedingsaandrijving is een omkeeraandrij-ving geschakeld. Daardoor is het mogelijk de richtingvan de voeding om te keren bij gelijkblijvende draai-richting van de spindel.In de voedingstabel (zie afbeelding 27) zijn de voe-dingen in mm/omw bij de metrische versie en in inch/omw bij de imperial-versie.Daarbij moet echter worden bedacht, dat de waardenvoor de dwarsvoeding als diametermaten staan aan-gegeven. De daadwerkelijke voeding is dus telkensde helft van de aangegeven waarde.Verder kunnen uit het diagram de posities van dewisselwielen worden afgelezen.

• Het instellen van de voeding mag alleen bij stil-staande machine plaatsvinden.

• Omkeren van de richting van de voeding metdraaiknop 1 (zie afbeelding 28) mag alleen bijstilstaande machine plaatsvinden.

Als de automatische voeding niet gebruikt wordt,de draaiknop 1 op “0” zetten. De aandrijving vande voeding wordt dan niet onnodig belast.

Met de draaiknop 1 wordt de richting van de voedingingesteld.In de stand “0” is er geen koppeling tussen hoofd-spindel en voedingsaandrijving. De voedingsaandrij-ving, de wisselwielen, de transporteur en devoedingsspindel staan stil, ook bij draaiende hoofd-spindel.

Met de draaiknoppen 2 en 3 wordt de gewenste voe-ding ingesteld. Daarbij wordt uitgegaan van de tabel-len 4 of 5.

Bij het instellen de hoofdspindel voorzichtig met dehand draaien, zodat de draaiknoppen voelbaar engemakkelijk in de juiste stand inspringen.Om de hoofdspindel gemakkelijk te kunnen draaien,kan het beste een hoog toerental worden ingesteld.

Afb. 27: Tabel voor het instellen van de voe-ding.

Afb. 28: Schakelaars voor het instellen van devoeding.

Page 30: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

30

gebruiksuper 11 CD4.4 Omsc hakelen v an de voeding

Grijp bij het werken met automatische voedingnooit tussen slede en losse kop! Er is gevaarvoor beknelling!

De hendel voor de voeding (zie afbeelding 29 enafbeelding 30) is gekenmerkt door twee pijlsymbolen.Telkens is slechts één van beide symbolen zichtbaar,en alleen de bijbehorende voedingsrichting kan wor-den gebruikt.Voor het verkrijgen van de andere voedingsrichtingmoet u de hendel uittrekken en dan 180° draaien.

insc hakelen v an de langsv oeding• De voedingshendel in de stand langsvoeding zet-

ten (zie pijlen).

• De voedingshendel uittrekken en naar boven zet-ten.

insc hakelen v an de d warsvoeding• De voedingshendel in de stand dwarsvoeding zet-

ten (zie pijlen).

• De voedingshendel uittrekken en naar benedenzetten.

4.5 Koppelen v an de slotmoer v oor het snijden v an draadDoor de slotmoerhendel 1 (zie afbeelding 31) met deklok mee te draaien grijpt de slotmoer in de transpor-teur.Om de hendel gemakkelijk te laten schakelen, wordtbij stilstaande transporteur, de langsslede metbehulp van het handwiel voorzichtig verschoven.

Afb. 29: Gesc hakeld v oor langsv oeding.

Afb. 30: Gesc hakeld v oor d warsvoeding.

Afb. 31: Schakelhendel voor sluiting van deslotmoer .

Page 31: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

31

gebruik super 11 CD4.6 Nomogram toerentalIn het nomogram (zie afbeelding 32) is te vinden, welk toerental moet worden ingesteld bij een gegeven draai-diameter en snijsnelheid.

Afb. 32: Nomogram v oor de bepaling v an het toerental.

draaidiameter in mm

snijs

nelh

eid

in m

/min

toerentallen in omw/min

Page 32: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

32

gebruiksuper 11 CD4.7 Richtlijnen v oor de snijsnelheidDe in de tabel (zie tabel 2) vermelde waarden hebben betrekking op de in afbeelding 33 aangegeven hoeken.

De waarden gelden voor droge verspaning, standtijd voor HSS van 60 min (snijsnelheid v60), standtijd voorHM van 240 min (snijsnelheid v240), instelhoek κ = 45°, neushoek ε = 90°, hellingshoek λ = 0° − 8° (bij non-ferro-metalen, kunststoffen en persstoffen λ = 5° – 10°);snijsnelheid in m/min; waarbij d = draaidiameter, n = toerental.

De richtwaarden gelden voor snijdiepten tot 5 mm. Bij snijdiepten boven 5 mm ligt de snijsnelheid 10% – 20%lager. (N.B.: 1 kp/mm2 = 9,80665 N/mm2.)

Afb. 33: Hoeken v an het snijg ereedsc hap.

werkstuk

beitel

v =d • π • n

1000

Tabel 2: Hoeken en snijsnelheden

materiaal

hardheid /treksterkte

inkp/mm 2

gereedschap

snijhoeken voeding in mm/omw koeling /smering

α γ0,1 0,2 0,4 0,8

voordr.

nadr.

snijsnelheid in m/min

ongelegeerd staalSt 34, St 37, St 42

tot 50 SSS1

85

1410 280

60236

45200

34170 E

Eof P

St 50, St 60 50 – 70 SSS1

85

1410 240

44205

32175

24145 E

Eof P

St 70 70 – 85 SSS1

85

1410 200

32170

24132

18106 E

Eof P

gietstaal 50 – 70 SSS1

85

106 118

34100

2585

1971 E D

gelegeerd staal 85 – 100 SSS1

85

106 150

24118

1795

1275 E

Eof P

Mn-staal, Cr-Ni-staal,Cr-Mo-staal

100 – 140 SSS1

85

66 95

1675

1160

850 E

Eof P

en andere gelegeerdestaalsoorten

140 – 180 SSS1

85

66 60

9,548

638 32 E

Eof P

gereedschapsstaal 150 ­– 180 SSS1

85

66 50 40 32 27 E

Rof P

GG 20, GG 25 200 – 250 HB SSS1

85

00 106

3290

1875

1363

Dof E D

koperlegeringen,messing

80 – 120 HB SSH1

85

06 600

125530

85450

56400

D, Eof L D

gietbrons SSG1

85

06 355

63280

53236

43200

Eof L D

lichtmetaal,zuiver aluminium

SSG1

1212

3030

4001320

3001120

200950

118850

Eof S

E, Pof S

Al-legeringen(11% – 13% Si)

SSG1

1212

1818

100224

67190

45160

30140 E

Oof P

magnesiumlegeringen(BRANDGEVAAR!)

SSG1

85

66

10001800

9001500

8001250

7501060

Dof B

Dof B

kunststoffen, persstof-fen,

hardrubber

SSG1

1212

1010 300 280 250 224 D D

persstoffen, bakeliet,Novotext, Pertinax

SSG1

1212

1414 280 212 170 132 D D

Legenda

SS: snelstaal (HSS)S1, H1, G1: hardmetaal

NB: magnesium(legeringen)niet koelen met waterbevat-tende koelsmeermiddelen!

B: brandremmende olieD: droogE: (boor-)emulsieP: petroleumR: raapolieS: zeepspiritusL: luchtO: snijolie S II

Page 33: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

33

gebruik super 11 CD4.8 DraadsnijdenOp de deksel van de voedingsaandrijving zijn dedraadspoeden die zonder wisselwielen kunnen wor-den gesneden, vermeld.

Voor het draadsnijden wordt uitsluitend gebruikgemaakt van de transporteur, die aangekoppeldmoet worden.

Meestal wordt een draad in verschillende doorgan-gen gesneden. De slotmoer moet dan niet ontkop-peld worden, omdat het moeilijk is het precieze beginvan de draad terug te vinden. In plaats daarvanwordt aan het einde van de draad de dwarssledeteruggehaald en door omschakeling van de draai-richting van de motor weer naar de beginpositiegebracht.

Het beschikbare aantal spoeden, de soort spoed(metrisch, Engels, modulair, diametral pitch) kan metde set wisselwielen enorm worden uitgebreid.

De volgende overzichten tonen alle standaard draad-soorten die in de praktijk worden toegepast.

Het uitrekenen van de wisselwielcombinatie voor bij-zondere draadsoorten is soms ook voor geoefendenniet eenvoudig. Als bjizondere spoeden gewenst zijn,kunnen onze technici daarbij behulpzaam zijn.

metrisc he draad

tand wiel-combinatie

spoedin mm

standknoppen

0,125 A 1

0,15 A 2

0,175 A 3

0,2 A 4

0,75 C 2

0,45 A 1

0,9 A 5 of B 1

2,25 C 1

4,5 B 5

3,0 C 2

3,5 C 3

4,0 C 4

5,0 C 5

Page 34: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

34

gebruiksuper 11 CD

modulaire draad

tand wiel-combinatie

moduul-maat

standknoppen

0,25 A 1

0,3 A 2

0,4 A 4

0,5 A 5 of B 1

0,7 B 3

1,0 B 5

1,25 C 1

1,5 C 2

1,75 C 3

2,0 C 4

2,5 C 5

2,25 C 4

diametral pitc h-draad

tand wiel-combinatie t.p.i. stand

knoppen

12 C 4

16 C 2

24 B 5

30 B 4

40 B 2

48 B 1 of A 5

60 A 4

80 A 2

96 A 1

20 B 4

32 B 1

64 A 1

18 C 4

36 B 5

72 B 1 of A 5

11 C 4

22 B 5

44 B 1 of A 5

88 A 1

14 B 5

28 B 1 of A 5

56 A 1

13 B 5

26 B 1 of A 5

52 A 1

Page 35: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

35

gebruik super 11 CD

Engelse draad

tand wiel-combinatie t.p.i. stand

knoppen

12 C 4

16 C 2

24 B 5

30 B 4

40 B 2

48 B 1 of A 5

60 A 4

80 A 2

96 A 1

32 B 1

64 A 1

4 C 5

5 C 4

8 C 1

10 B 5

20 B 1 of A 5

9 C 4

18 B 5

36 B 1 of A 5

72 A 1

6 1⁄2 C 4

13 B 5

26 B 1 of A 5

52 A 1

9 1⁄2 C 4

19 B 5

38 B 1 of A 5

76 A 1

7 C 4

14 B 5

28 B 1 of A 5

56 A 1

5 1⁄2 C 4

11 B 5

22 B 1 of A 5

44 A 1

27 A 1

4 1⁄2 C 1

Engelse draad (ver volg)

tand wiel-combinatie t.p.i. stand

knoppen

Page 36: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

36

gebruiksuper 11 CD4.9 Monteren v an de wissel wielen

• Het verwisselen van de wisselwielen magalleen met de hoofdschakelaar op uit en deNOODSTOP-knop ingedrukt gebeuren.

• De machine nooit gebruiken als het deksel vande wisselwielenkast afgenomen is.

algemeenTussen de in elkaar grijpende tandwielen moet enigespeling bestaan. Dit kan worden bereikt door tussende tandwielen een strook papier te laten lopen bij hetmonteren van de assen. De speling heeft geeninvloed op de nauwkeurigheid van de voeding.Elk wisselwiel is gekenmerkt door een getal, dat hetaantal tanden aangeeft.

voorbeeld v an een combinatieGewenste draad: modulaire draad m 0,5 (effectievespoed is m × π = 0,5 × 3,14 = 1,57 [mm]). De tabelvoor modulaire spoed geeft aan:

1 tandwiel 55 drijft tandwiel 90 aan (zie afbeelding34);

2 tandwiel 90 drijft tandwiel 70 aan; tandwiel 70 zitop dezelfde lagerbus als tandwiel 80 en heeftdus hetzelfde toerental;

3 tandwiel 80 drijft tandwiel 60 aan, dat op detransporteuras zit;

4 de schakelknoppen worden in stand A5 of B1gezet.

monta ge1 Schaar naar beneden draaien. De op de schaar

aanwezige wisselwielen worden afgenomen. Ophet onderste been van de schaar 1 (zie afbeel-ding 35) wordt de as gemonteerd.

Afb. 34: Wisselwielencombinatie voor modu-laire draad, moduulmaat 0,5.

Afb. 35: Monta ge van de as op de sc haar.

Page 37: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

37

gebruik super 11 CD2 Op de schuif-as wordt tandwiel 55 (zie afbeel-

ding 36) en op de transporteur-as tandwiel 60gemonteerd (zie afbeelding 37).

3 De tandwielen 80 11 (zie afbeelding 38) en 70 12worden op de lagerbus van het onderste beenvan de schaar geschoven en met de vulring 13en de gekartelde moer 14 bevestigd.De as wordt nu zó aan de schaarbevestigd, datde tandwielen 60 en 80 in elkaar grijpen.De tweede lagerbus krijgt eerst een afstandsbusen vervolgens tandwiel 90. Ook dit tandwielwordt met vulring en gekartelde moer bevestigd.De as wordt zo aan de schaar bevestigd, dattandwiel 90 in tandwiel 70 grijpt.

4 Door de schaar te draaien grijpt tandwiel 90 intandwiel 55. De schaar wordt met de zeskant-moer vastgezet.

5 Het deksel wordt weer teruggeplaatst.

Afb. 36: Montage van tandwiel 55 op deschuif-as.

Afb. 37: Montage van tandwiel 60 op de trans-por teur -as.

Afb. 38: Montage van tandwielen 70 en 80 opde sc haar.

1 Legenda bij de afbeelding en:1 wisselwielenschaar

2 vierkantmoer

3 aandrukring

4 as

5 lagerbus

6 schuif-as

7 afstandsbus

8 tandwiel 55

9 spanring

10 inbusschroef

11 tandwiel 60

Page 38: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

38

gebruiksuper 11 CD4.10 Losse k opDe losse kop is vervaardigd uit hoogwaardig, trillings-dempend grijs gietijzer. De losse kop loopt op eeneigen prismageleiding.

Het handwiel aan de losse kop dient voor de ver-plaatsing van de pinole (slag van de pinole 90 mm).De pinole is voorzien van een mm-schaal.Nauwkeurige verstelling is mogelijk met behulp vande instelbare schaalring (verdeling in 0,05 mm) vanhet handwiel van de losse kop.

De pinole, behalve bij het boren, altijd vastklem-men.

De binnenconus van de pinole van de losse kop(morse-conus 2) is bestemd voor de opname van hetcenter, het meedraaiend center en de boorkop. Alsde pinole terug in het huis wordt gedraaid, wordt hetgemonteerde gereedschap automatisch uitgewor-pen.De losse kop zelf wordt met de klemhendel op hetbed van de machine vastgezet.

draaien v an de klemhendelDe klemhendel kan in stappen van 60° gedraaid wor-den, om de gunstigste stand te kunnen gebruiken.

werkwijze:

(zie afbeelding 39.) De klemhendel 1 wordt zover los-gedraaid, dat de kop van de zeskantschroefbout 2ten opzichte van de gleuf in de wig 3 gedraaid kanworden. Houd daarbij de wig 3 naar boven gedrukt,tegen de klemplaat 4. Zet de hendel weer vast.

zijwaarts verplaatsen van de losse kop

voorbeeld: verplaatsen naar voren

(Zie afbeelding 40.) De achterste stelschroef wordtlosgedraaid. Door nu de voorste stelschroef 1 verderin te draaien komt de losse kop naar voren. Als dejuiste positie is verkregen, moet de achterste stel-schroef weer vastgezet worden.Met behulp van de markering 2 kan de losse kopweer in zijn neutrale stand teruggezet worden. Eenaansluitende controle is aan te bevelen.

Afb. 39: Kleminric hting losse k op.

Afb. 40: Zijwaarts verplaatsen van de lossekop.

Page 39: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

39

gebruik super 11 CDconisc h draaien door zijwaar ts verplaatsen van de losse k opRelatief lang conisch draaiwerk kan worden verrichtdoor het zijwaarts verplaatsen van de losse kop (zieafbeelding 41). Hierbij kan ook de automatische voe-ding worden gebruikt. Het werkstuk moet tussen decenters opgespannen zijn.

Formule voor de verplaatsing:

waarin:

v: zijwaartse verplaatsing van de losse kop [mm]D: grootste diameter van de kegel [mm]d: kleinste diameter van de kegel [mm]L: lengte van het werkstuk [mm]l: lengte van de kegel [mm]

voorbeeld:

D = 70 mm, d = 65 mm, L = 400 mm, l = 200 mm;

dit geeft voor de verplaatsing in mm:

Afb. 41: Schema bij de berekening van de ver-plaatsing v an de losse k op.

v = D − d2 l

× L

v = × = × 2 = 55

270 − 65

2400200

Page 40: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

40

gebruiksuper 11 CD4.11 Monta ge van de opspang ereed-schappen op de spindelneus v olg ens DINDe hoofdspindel (zie afbeelding 42) heeft een door-laat van 26 mm diameter.De spindelneus is genormeerd volgens DIN 55021.

De maximale diameter van de klauwplaat is 140 mm.De maximale diameter van de onafhankelijke vier-klauwplaat is 152 mm.

monta ge van het spang ereedsc hap

Voordat een spangereedschap op de spindel-neus wordt gemonteerd, moeten zowel de spin-delneus als het spangereedschap wordenontdaan van spanen en andere verontreinigin-gen.

Monteren of afnemen van een spangereedschapmag slechts plaatsvinden bij stilstaande machineen omhoog geklapte klauwplaatafscherming.

werkwijz eSpangereedschap, voorzien van draadeinden, op despindelneus plaatsen. Vastzetten met de drie zes-kantmoeren M 10.

4.12 Monta ge van de opspang ereed-schappen op de spindelneus met cam-loc k-bevestigingDe hoofdspindel (zie afbeelding 43) heeft een door-laat van 35 mm diameter.De spindelneus is genormeerd volgens DIN 55029.

De maximale diameter van de klauwplaat is 140 mm.De maximale diameter van de onafhankelijke vier-klauwplaat is 152 mm.

Afb. 42: Spindelneus v olg ens DIN.

binnenconus MC 4

binnenconus MC 4

Afb. 43: Spindelneus met camlock-bevesti-ging.

Page 41: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

41

gebruik super 11 CDmonta ge van het spang ereedsc hap

Voordat een spangereedschap op de spindel-neus wordt gemonteerd, moeten zowel de spin-delneus als het spangereedschap wordenontdaan van spanen en andere verontreinigin-gen.

Monteren of afnemen van een spangereedschapmag slechts plaatsvinden bij stilstaande machineen omhoog geklapte klauwplaatafscherming.

voorbereiden v an het spang ereedsc hap(Zie afbeelding 44.) Alle zes camloc-pennen 2 in devan draad voorziene openingen van het spangereed-schap 4 draaien.

De camlock-pennen zover indraaien, dat de groef 3in de pen gelijk komt te liggen met de vlakke achter-zijde van het spangereedschap (zie afbeelding opvoorkant), en de borgschroeven 1 kunnen wordeningedraaid.

De zes borgschroeven 1 indraaien en vastzetten.

Als de groef op de camlock-pen niet gelijk staatmet het achtervlak van het spangereedschap, ishet niet mogelijk betrouwbaar te spannen.

monta geHet spangereedschap 4 (zie afbeelding 45) met decamlock-pennen 3 in de boringen van de spindel-neus 2 plaatsen.

Het spangereedschap vastzetten door de drie klem-nokken 1 met een vierkantsleutel met de klok mee tedraaien.

De klemnokken 1 staan open als de markeringen opde nokken gelijk staan met de markeringen op despindelneus.

Afb. 44: Monta ge van de camloc k-pennen.

Afb. 45: Klemnok en camloc k-pen.

Page 42: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

42

onderhoudsuper 11 CD5 Onderhoud

Afb. 46: Voor het onderhoud belangrijke plaatsen (1).

5.1 Smeerschema

Alle onderhoudswerkzaamheden mogen alleenbij uitgeschakelde hoofdschakelaar en inge-drukte NOODSTOP-knop worden verricht.

(Zie afbeelding 46 en afbeelding 47.)

1 vaste kop (olie aanvullen bij geopend deksel)

2 oliekijkglas in de vaste kop

3 olieaftapschroef in de vaste kop

4 olievulschroef in de voedingsaandrijving

5 oliekijkglas in de voedingsaandrijving

6 olieaftapschroef in de voedingsaandrijving

7 smeernippel voor rondsel

8 smeernippel losse kop

9 smeernippel bovenslede

10 smeernippel voedingsspindel

11 smeernippel wisselwielas

12 geleiding van de bovenslede

13 geleiding van de dwarsslede

14 pinole losse kop

Afb. 47: Voor het onderhoud belangrijke plaat-sen (2).

15 geleidingen op het bed

16 transporteur

17 tandheugel

Bij nummer 2 en nummer 5 geldt, dat het oliepeilbeslist niet boven het midden van het kijkglas magkomen, eerder iets eronder.

Page 43: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

43

onderhoud super 11 CD

Tabel 3: Smeer tabel

onder deelsmeer -plaats

contr ole-plaats

smeer -mid del

soor thoeveel-

heidinter val

vaste kop 1 2 olie oliebad ong. 0,4 l om de 500 uur

voedingsaandrijving 4 2 olie oliebad ong. 0,4 l om de 500 uur

slotkast 7 - vet vetspuit om de 24 uur

losse kop 8 - vet vetspuit om de 24 uur

bovenslede 9 - vet vetspuit om de 24 uur

transporteur 10 - vet vetspuit om de 24 uur

wisselwielas 11 - vet vetspuit om de 24 uur

geleiding bovenslede 12 - olie oliespuit

meermaals daags, vooral de transpor-teur bij het

draadsnijden

geleiding dwarsslede 13 - olie oliespuit

pinole losse kop 14 - olie oliespuit

geleidingen bed 15 - olie oliespuit

voedingsspindel 16 - olie oliespuit

tandheugel 17 - vet om de 24 uur

Tabel 4: Aanbe volen smeermid delen en k oelsmeermid delen

toepassing DIN besc hrijving voorbeelden

spindelaandrijving, voe-dingsaandrijving

hydraulische olie HLP DIN 51524/2 ISO VG46

BPCASTROL

EUROLESSO

KLÜBERMOBIL

Energol HLP 46Vario HDXSpezial K

Nuto H 646Croucolan 46

DTE 25

sledegeleidingen, pinole losse kop

leibaanolieCGLP DIN 51502

ISO VG68

BPCASTROL

ESSOKLÜBERMOBIL

Maccurat 68Magnaglide D68

Febis K 68Lamora Super Pollad 68

Vactra 2

alle smeerpunten (smeer-nippels), wisselwielen

smeervetDIN 51804/T1

NLGI 2DIN 51807 1

EMCOBP

CASTROLKLÜBERMOBILRÖHM

smeervetL2

Grease MS3Altemp Q NB 50

Mobilgrease SpecialF80

metaalbewerking koelsmeermiddel CASTROLCASTROLCASTROL

BPBPBP

Syntilo R PlusDC 282Alusol BFedaro

OlexBezora

Page 44: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

44

onderhoudsuper 11 CD5.2 Aanwijzing en voor het kiez en van een koelsmeermid del

• De kosten voor de aanschaf van koelsmeer-middelen spelen bij de verspanende bewerkingmeestal een ondergeschikte rol (vaak minderdan 1% van de fabricagekosten).Een fout gekozen of fout gebruikt koelsmeer-middel kan echter een grote invloed uitoefenenop het produktieproces, en op die manier hogekosten veroorzaken.

• Na het einde van hun standtijd moeten koel-smeerstoffen worden beschouwd als chemischafval, waarop toezicht gehouden moet wordenen dat op de juiste manier moet worden ver-werkt. De verwerkingskosten hebben eenbelangrijke invloed op hoe economisch hetgebruik van een bepaald koelsmeermiddel is.

• De hoofdtaken van een koelsmeermiddel zijn:koelen, smeren en afvoeren van spanen.Als met hoog vermogen wordt verspaand, ligthet accent vooral op voldoende koeling vangereedschap en werkstuk. In dat geval gaat devoorkeur uit naar met water mengbare koel-smeermiddelen.Bij gecompliceerde verspaning, zoals bij draad-snijden en ruimen, gaat het vooral om vol-doende smering op de contactvlakken vangereedschap en werkstuk en smering van despanen. In die gevallen kunnen betere resulta-ten worden behaald met niet-watermengbarekoelsmeerstoffen.Een doeltreffende afvoer van spanen wordtminder door de soort koelsmeermiddelbepaald als door de soort en de plaats van desproeiers en de druk en de stroomsnelheid vanhet koelsmeermiddel.

• Naast deze algemene criteria voor de keuzevan een koelsmeermiddel, moet ook op de vol-gende aspecten, al naar gelang de situatie inmeerdere of mindere mate, worden gelet:afvalverwerking (afbreekbaarheid); samenstel-ling (chloor-, nitraat-, fenolbevattend); corrode-rende werking; viscositeit (ook in samenhangmet reiniging van spanen); vergankelijkheid enstandtijd; groeiremming van micro-organismen;emulgeerbaarheid en omslaggedrag; schuim-vorming; vuilafscheidingsvermogen; bevochti-gend vermogen; filtreerbaarheid; transparantie;afwasbaarheid van de resterende film; ver-draagbaarheid door metalen, kunststoffen enlakken; de eigenschappen van resten; ontvlam-

baarheid; geur; effect op de gezondheid (nevel-vorming, huidreacties, giftigheid, kankerver-wekkende eigenschappen, enz.)

• De niet met water mengbare koelsmeermidde-len zijn gewoonlijk bij gebruik op de machinezonder problemen voor wat betreft de verzor-ging, de standtijd, de corroderende werking ende verdraagbaarheid. De moeilijkheden tredenop bij de nevelvorming en de reiniging van spa-nen.

5.3 Reiniging v an het k oelsmeermid del-reser voir

• De verbruikte koelsmeermiddelen moeten ineen duidelijk gekenmerkt vat worden bewaardom verwisseling met andere vloeistoffen tevoorkomen.

• Resten in het koelsmeersysteem (slib) zijn che-misch afval; ze mogen niet met het huishoude-lijk afval worden afgevoerd.

• Voor de reiniging van het koelsmeermiddelre-servoir mogen geen vetoplossende FCKW’s(bijvoorbeeld trichloorethyleen, trichloorethaan,perchloorethyleen) worden gebruikt, omdat hetgebruik van deze stoffen in niet-gesloten kring-lopen in hoge mate schadelijk is voor degezondheid.

• Bij de reiniging moet op volledige verwijderingvan afzettingen worden gelet, vooral bij moeilijktoegankelijke hoeken en richels. Achterblij-vende verontreinigingen vormen broeinestenvoor bacteriën, die de verse emulsie besmettenen de standtijd sterk doen teruglopen.

• Met olie besmeurde poetslappen vormen che-misch afval. Ze mogen niet bij het huishoudelijkafval worden gevoegd.

• Poetslappen en reinigingsmiddelen moeten zospaarzaam mogelijk worden gebruikt, om deresulterende hoeveelheid chemisch afval zoklein mogelijk te houden.

Page 45: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

45

nastellen super 11 CD6 Nastellen en

vervangen

Voor alle nastelwerkzaamheden geldt, dat zealleen mogen worden uitgevoerd met de hoofd-schakelaar op “0” en de NOODSTOP-knop inge-drukt.

6.1 Nastellen v an de la gering v an de hoofdspindelDe precisie-kegellagers zijn door de fabriek voorge-spannen, zodat de hoofdspindel zonder spelingdraait. Als na lang gebruik speling optreedt, moet delagering nagesteld worden.

werkwijz e (zie afbeelding 48)Stelschroef 1 losdraaien en spanmoer 2 met eenhaaksleutel natrekken. De stelschroef weer vast-draaien.

contr oleDe schuivende tandwielen in de vaste kop buitenwerking stellen. De omkeerinrichting in de stand “0”zetten.Als u nu de klauwplaat op de spindelneus met dehand een stevige zet geeft, moet de spindel onge-veer één hele omwenteling nadraaien.

Te sterk voorgespannen lagers veroorzaken veelwrijvingswarmte en onnodige slijtage.

6.2 Nastellen van de spindelmoer van de dwarssledeSpeling is merkbaar aan de ‘dode slag’ van het hand-wiel. Het handwiel kan over een bepaalde hoek wor-den gedraaid, zonder dat de slede beweegt.

werkwijz e (zie afbeelding 49)Bovenslede verwijderen. De stelschroef 1 zoverdraaien, dat de dode slag verdwenen is.

contr oleDe bovenslede moet snel reageren op draaien aan

Afb. 48: Nastellen v an het hoofdspindella ger.

Afb. 49: Nastellen van de moer van de dwars-slede .

Page 46: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

46

nastellensuper 11 CDhet handwiel. Bedenk echter wel, dat een te strakkeinstelling leidt tot onnodige slijtage van de spindel-moer.

6.3 Nastellen van de spindelmoer van de bovensledeSpeling is merkbaar aan de ‘dode slag’ van het hand-wiel. Het handwiel kan over een bepaalde hoek wor-den gedraaid, zonder dat de slede beweegt.

werkwijz e (zie afbeelding 50)Bovenslede verwijderen. De stelschroef 1 aan deonderkant van de bovenslede zover draaien, dat dedode slag verdwenen is.

contr oleDe bovenslede moet snel reageren op draaien aanhet handwiel. Bedenk echter ook hier, dat een testrakke instelling leidt tot onnodige slijtage van despindelmoer.

6.4 Nastellen v an de g eleiding en van dwars- en bo vensledeDe dwarsslede en de bovenslede zijn uitgerust metnastelstrippen. Met de stelschroeven 3 (zie afbeel-ding 51) wordt meer of minder druk uitgeoefend opde strippen. De zeskantmoeren 2 dienen voor hetborgen van de schroeven na instelling.

werkwijz eDe zeskantmoeren losdraaien, de stelschroevenindraaien tot de sleden zonder speling lopen. Deschroef in deze positie met een schroevendraaiervasthouden en met een sleutel de borgmoer vast-draaien. De schroef zou anders mee gaan draaien bijhet vastdraaien van de moer en de slede klemmen.

Afb. 50: Nastellen van de moer en de gelei-ding v an de bo venslede .

Afb. 51: Nastellen van de geleiding van dedwarsslede .

Page 47: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

47

nastellen super 11 CD6.5 Nastellen van de slotmoer bij speling tussen slotmoer en transpor teur(Zie afbeelding 52.) De inbusschroef 1 twee à drieomwentelingen losdraaien. Met de slotmoerhendelde slotmoer geheel sluiten.

Nu de inbusschroef 1 zover vastdraaien, dat deze detegenoverliggende helft van de slotmoer net raakt.

Vervolgens de inbusschroef 1 nog een halve omwen-teling verder draaien. Daarmee is de juiste spelingtussen de flanken van de draad ingesteld.

De mate van speling op de flanken heeft geeninvloed op de nauwkeurigheid bij het draadsnij-den. Zonder speling bestaat gevaar voor bescha-diging en onnodige slijtage.

6.6 Nastellen v an de slotmoer geleidingAls de slotmoerhendel tijdens het draadsnijden uiteigen beweging naar beneden zakt, moet de gelei-ding van de slotmoer worden nagesteld.

werkwijz e (zie afbeelding 52)De twee zeskantschroeven 2 losdraaien. De stel-schroef 3 zover indraaien dat de speling verdwenenis. De zeskantschroeven 2 weer vastdraaien.

contr oleDe slotmoer moet snel reageren op het omzetten vande hendel, maar het schakelen mag niet zwaar gaan.

6.7 Nastellen bij axiale speling v an de transpor teurEr is teveel speling, als de transporteur met de handheen-en-weer geschoven kan worden.

werkwijz e (zie afbeelding 53)De zelfborgende zeskantmoer 1 natrekken, tot despeling in axiale richting nog maar ongeveer 0,05mm is. Om de transporteur tegen te houden bij hetaandraaien van de zeskantmoer de slotmoer sluiten.

contr oleDe transporteur moet nog met de hand draaibaarzijn, anders is de zeskantmoer te strak aangedraaid.

Afb. 52: Nastelling van de speling op de flan-ken van de slotmoer en de geleiding van deslotmoer .

Afb. 53: Nastelling van de axiale speling vande transpor teur .

Page 48: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

48

nastellensuper 11 CD6.8 Vervangen van de breekstift in de transpor teurk oppelingAls de breekstift 1 (zie afbeelding 54) door overbe-lasting of door onjuist gebruik is gebroken, moetdeze worden vervangen door een originele breek-stift.

werkwijz eMet een passende doorslag de rest van de breekstiftverwijderen. De nieuwe stift plaatsen.

Afb. 54: Localisatie van de breekstift van detranspor teur .

Page 49: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

49

accessoires super 11 CD7 Accessoires

7.1 Suppor tslijpmac hine

Het monteren en afnemen van de supportslijp-machine mag alleen bij uitgeschakelde machineen ingedrukte NOODSTOP-knop plaatsvinden.

technisc he gegevensspindeltoerental.......13000, 10000 en 7000 omw/minafstand basisvlak – slijpas .............................. 23 mmmotor................................... IEC genormeerde motorfrekwentie............................................. 50 Hz / 60 Hzmotorvermogen................................................185 Wafscherming .......................................................IP 54

slijpsc hijven en toerentallenRechte schijf (in mm): ∅ 80 × 10 × 20; voor uitwendigslijpwerk.Bijbehorend toerental: 7000 omw/min.

Rechte schijf (in mm): ∅ 20 × 10 × 6; voor inwendigslijpwerk.Bijbehorend toerental: 13000 omw/min.

Rechte komschijf (in mm): ∅ 45 × 30 × 20; voor kopsslijpwerk.Bijbehorend toerental: 10000 omw/min.

leveringsomv angSupportslijpmachine inclusief aandrijfmotor en aan-sluitkabel, doorn voor inwendig slijpen, gereedschap,drie slijpschijven als boven beschreven, korrel 80.

elektrisc he aansluitingDe elektrische aansluiting van de supportslijpma-chine wordt verbonden met contactpunt 1 (zie afbeel-ding 55).

monta ge van de suppor tslijpmac hineNeem de beitelhouder van de slede af en monteer desupportslijpmachine met de zeskantmoer zo, dat deas van de slijpdoorn evenwijdig loopt aan de center-lijn van de draaibank.

instellen v an het spindeltoerentalOp het huis van de supportslijpmachine bevindt zicheen schild, waarop de toerentallen en de bijbeho-rende posities van de aandrijfsnaar zijn vermeld.

1 Snaarafscherming afnemen en de beide zes-kantschroefbouten voor het op spanning bren-gen van de snaar losdraaien.

Afb. 55: Connector voor de aansluiting van desuppor tslijpmac hine .

Page 50: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

50

accessoiressuper 11 CD2 De motor naar voren kantelen en de snaar om

om de gewenste snaarwielen leggen.

3 De motor naar achteren kantelen, waardoor desnaar gespannen wordt. Met de beide zeskant-schroefbouten vastzetten en de snaarafscher-ming monteren.

monta ge van de uitwendig e slijpsc hijvenDe onderstaande werkwijze geldt voor de rechteslijpschijf ∅ 80 mm × 10 mm × 20 mm en voor derechte komschijf ∅ 45 mm × 30 mm × 20 mm (zieafbeelding 56).

1 Slijpschijfafscherming monteren.

2 Slijpdoorn 2 met klemschroef 3 vastzetten. Omde as tegen te houden is aan het snaarwiel eenvlak voor een sleutel (maat 19) aangebracht.

3 De slijpschijf op de slijpdoorn plaatsen en met degleufmoer 4 bevestigen. Op de slijpdoorn is eenvlak voor een sleutel aangebracht, zodat dedoorn kan worden tegengehouden.

monta ge van de inwendig e slijpsc hijfVoor het monteren van de slijpschijf ∅ 20 mm × 10mm × 6 mm voor inwendig slijpwerk moet ook deslijpdoorn worden vervangen door de slijpdoorn voorinwendig slijpen (zie afbeelding 57 en afbeelding 58).

1 Gleufmoer en slijpschijf afnemen. Met behulpvan de uitwerpschroef 5, die in de slijpdoorngedraaid wordt, de slijpdoorn 2 voor uitwendigslijpen van de as nemen. Om de as tegen te hou-den gebruik maken van de sleutelvlakken (sleu-tel 19) op het snaarwiel.

2 Schroef 6 in de opening van de slijpspindeldraaien.

3 De slijpdoorn op het tapeind draaien, tot dedoorn stevig tegen de conus aansluit.Voor het vastzetten van de slijpdoorn kunnen desleutelvlakken op de doorn en op het snaarwielworden gebruikt.

4 Slijpschijf monteren als weergegeven in afbeel-ding 58.

aanwijzing en voor het g ebruik• Toerental van het werkstuk maximaal 110 omw/

min.

• Voeding van de supportslijpmachine: ongeveer 2mm/spindelomwenteling van de draaibank.

• De slijpschijven afritsen, want alleen met eenscherpe steen kan een goed resultaat worden ver-kregen.

• De leibanen van de draaibank moeten met grotezorgvuldigheid worden afgedekt. Het slijpstof kangemakkelijk de nauwkeurige geleidingen beschadi-gen.

Afb. 56: Montage van de uitwendige slijpschij-ven.

Afb. 57: Afnemen van de slijpdoorn voor uit-wendig slijpen.

Afb. 58: Montage van de slijpdoorn voor in-wendig slijpen.

Page 51: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

51

accessoires super 11 CD

• Bij alle slijpwerkzaamheden een beschermbrildragen.

• Nooit werken met afgenomen afschermingenvan slijpschijf of snaar.

• Slijpschijfafscherming altijd boven de slijpschijfzetten.

• De aanwijzingen voor de montage van slijp-schijven opvolgen.

• De slijpschijven moeten zo worden bewaard,dat ze beschermd zijn tegen stoten, slagen entrillingen.

• De asboring van slijpschijven mag niet achterafworden vergroot wegens het daarmee gepaardgaande gevaar voor breuk.

• Vóór het monteren van een slijpschijf dezedoor aanslaan controleren op scheuren.

• Voordat een nieuwe slijpschijf gebruikt wordt,eerst zonder belasting een proefloop van onge-veer 5 minuten uitvoeren.

• Ongelijk lopende schijven afnemen met eenslijpsteenafnemer.

• Algemene regels voor de voorkoming vanongevallen opvolgen.

Page 52: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

52

accessoiressuper 11 CD7.2 Voetrem

Het monteren en afnemen van de voetreminrich-ting mag alleen bij uitgeschakelde machine eningedrukte NOODSTOP-knop plaatsvinden.

functieDoor middel van de voetrem wordt de aandrijfmotoruitgeschakeld en wordt de hoofdspindel mechanischafgeremd.

monta ge5 N.B.: Verschillende secties van de voetreminrich-

ting zijn al geassembleerd. In de explosieteke-ning is echter elk onderdeel apart afgebeeld (zieafbeelding 59 en afbeelding 60.).

Afb. 59: Monta ge van de voetrem.

Afb. 60: Componenten v an de voetreminric hting.

Page 53: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

53

accessoires super 11 CD1 De remstang 1 in de linker zuil van de machine-

onderkast voeren en nok A in de opening van derechter zuil laten vallen.

2 Hefboom 5 met twee seegerringen 24 op dedraaias 6 monteren. De draaias 6 met twee rin-gen 30 en twee zeskantschroefbouten 24 in dezuil van de onderkast bevestigenDe flens van deremstang met zeskantschroefbout 20 en trek-veerschroef 9 aan de hefboom 5 bevestigen.De tweede trekveerschroef 9 met zeskantmoer16 aan de onderkast bevestigen. Tussen beideschroeven 9 de trekveer 14 spannen.

3 Duwstang 3 door de bovenste opening in demachinekast voeren. Drukveer 15 op de duw-stang 3 schuiven. De duwstang 3 in de bus 2schuiven en de stelschroef 25 in de bus 2schroeven. De zeskantmoer 17 dient om stel-schroef 25 te borgen.Let op:De stelschroef moet in de uitsparing van de duw-stang vallen;De duwstang mag niet vastgezet worden door destelschroef. De stelschroef dient alleen om tevoorkomen dat de duwstang uit de bus schiet.

4 De drukveer 15 met behulp van zeskantmoer 19zo voorspannen, dat de afstand bovenkant bus –zeskantmoer ongeveer 20 mm is.

5 Deksel van de aandrijving van de machine afne-men. De remschoen-sectie met schroef 7 aan devaste kop bevestigen. Het verbindingsstuk 4zover op de duwstang schroeven, dat de afstandtussen de remschoen 8 en het snaarwiel ingeheel afgemonteerde toestand 1 à 2 mmbedraagt.Aantal en dikte van de onderlegringen 29 moe-ten zo worden gekozen, dat de profielen van deremschoen 8 en het snaarwiel in elkaar passen.

6 Schakelaar 12 met inbusschroeven 22 op deplaat 31 bevestigen. De plaat 31 met inbus-schroeven 18 en ringen 27 tegen de zuil van deonderkast monteren.

elektrisc he aansluiting v an de voetrem

De elektrische aansluiting van de voetrem magalleen bij uitgeschakelde machine en ingedrukteNOODSTOP-knop door een bevoegd electro-technicus worden verricht.

• De elektrische-aansluitingenkast openen.

• De jumper tussen de klemmen 8 en 9 op connectorX3 (zie afbeelding 61) verwijderen.

• De kabel van de schakelaar van de voetreminrich-ting via de trekontlasting binnenleiden in de aan-sluitingenkast.

• De beide aders aan de klemmen 8 en 9 van con-nector X3 aansluiten.

• Trekontlasting vastzetten.

nastellenBij slijtage van remschoen 8 moet het verbindings-stuk 4 ( zie afbeelding 62) verder omhoog wordengeschroefd (zie punt 6 van de montage-aanwijzin-gen).Een versleten remschoen moet worden vervangen.

Afb. 61: Elektrische aansluiting van de scha-kelaar v an de voetrem.

Afb. 62: Nastelling v an de voetrem.

Page 54: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

54

accessoiressuper 11 CD7.3 Draadsnijklok

Het monteren en afnemen van de draadsnijklokmag alleen bij uitgeschakelde machine en inge-drukte NOODSTOP-knop plaatsvinden.

monta ge• De losse kop helemaal naar rechts zetten.

• De langsslede eveneens helemaal naar rechts ver-plaatsen.

• De beide inbusschroeven 4 van de transporteuraf-dekking (zie afbeelding 63) uitdraaien en de afdek-king afnemen.

• Draadeind 5 uit de slede draaien.

• Het al voorgestanste stuk 6 uit de transporteuraf-dekking 7 zagen. Bramen verwijderen.

• Het gewenste tandwiel van de draadsnijklok (zieafbeelding 64) in de transporteur laten grijpen.Inbusschroef 1 licht aandraaien.

• De slotmoer sluiten en de inbusschroef 1 vastzet-ten.

• Gleufkopschroef 2 losdraaien en de wijzerplaat 3zo draaien, dat de aanwijsstreep en één van demogelijke getallen op de wijzerplaat tegenoverelkaar staan. De gleufkopschroef weer vastzetten.

• De afdekking van de transporteur terugplaatsen.

werkwijz eDe slotmoer aan het eind van de doorgang openen,de slede terugzetten tot voor het begin van de draad.De slotmoer sluiten voor de volgende doorgang ophet moment dat de draadsnijklok het gewenste getalaangeeft (zie tabel 5 en tabel 6).

voorbeeldBij een spoed van 0,8 mm is tandwiel z3 (16 tanden)in contact met de transporteur. De slotmoer kan danbij aanwijzing van 1 of van 2 gesloten worden.

aanwijzingBij alle spoeden die niet in de tabel zijn opgenomen,kan de slotmoer op een willekeurig moment wordengesloten.

Afb. 63: Voorbereiding van de montage van dedraadsnijklok.

Afb. 64: Draadsnijklok.

Page 55: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

55

accessoires super 11 CDTabel 5: Draadsnijklok metrisc he ver sie

spoed in mm/omw

getal op wijz erplaat

z1 (14)

z2 (15)

z3 (16)

0,175 1, 2

0,35 1, 2

0,4 1, 2, 4

0,45 1

0,7 1, 2

0,8 1, 2

0,9 1

1,25 1, 3

1,75 1, 2

2 1, 2, 4

2,25 1

2,5 1, 3

3,5 1, 2

4 1, 2, 4

4,5 1

5 1, 3

Tabel 6: Draadsnijklok Eng else ver sie

spoed in threads / inc h

getal op wijz erplaat, tand wiel z3 (16)

6, 8, 22, 26, 38, 44, 52, 72, 80, 96,

112, 128

1, 2, 4

5, 7, 11, 13, 19, 27

1, 2

41⁄2, 91⁄2 1

Page 56: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

56

accessoiressuper 11 CD7.4 Conusliniaal

technisc he gegevensMaximale kegellengte ................................... 210 mm

Maximale kegeldiameter ................................. 80 mm

Instelhoek (α/2, kegelhoek is α)................... -9° – +9°

Het monteren en afnemen van de conusliniaalmag alleen bij uitgeschakelde machine en inge-drukte NOODSTOP-knop plaatsvinden.

monta ge• Conusslede 1 (zie afbeelding 65) met vier T-moe-

ren en inbusschroeven M 8 × 20 op de dwarssledevan de machine monteren.

• Klemblok 2 met klemplaat op het bed bevestigen.De klemplaat valt in de uitsparing van het bed.

• De beitel kan met de snijkant naar boven ofandersom gemonteerd worden. Let daarbij op dejuiste draairichting van de hoofdspindel!

instellen v an de diameter• Dwarsslede van de draaibank verplaatsen.

• Plaats van de conusslede op de dwarsslede veran-deren.

instellen v an de positie v an de keg el in langsric htingDe verbindingsstang 3 in de gewenste stand vast-klemmen.

instellen v an de keg elhoekInbusschroeven 4 van de liniaal losdraaien. De liniaalmet behulp van de gradenverdeling instellen. Deinbusschroeven 4 weer vastzetten.

nastellen v an de g eleiding en• De langs- en dwarsgeleidingen van de conusslede

zijn voorzien van instelstrippen. Het nastellen vande geleidingen gaat op dezelfde manier als bij dedwarsslede van de draaibank.

• De geleiding langs de conusliniaal geschiedt doormiddel van drie rollen.

voorbeeld voor de berekening van een conus(Zie afbeelding 66.) Gevraagd is de in te stellen hel-lingshoek α bij een gewenste helling i van 1 : 10.

Oplossing:

, , .

Afb. 65: Conusliniaal (inrichting voor conischdraaien).

Afb. 66: Nomogram voor de bepaling van de inte stellen hoek.

tan α = i = hb

α = atan 110

α = 5,71°

Page 57: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

57

accessoires super 11 CD7.5 Machinelamp

Het monteren van de machinelamp en het aan-sluiten van de elektrische bekabeling mag alleenbij uitgeschakelde machine en ingedrukteNOODSTOP-knop door een deskundig electro-technicus worden verricht.

• Machinelamp 5 (zie afbeelding 67) met de vierinbusschroeven M 4 × 16 4 en de bijpassende rin-gen en moeren aan de houder 2 bevestigen.

• De vier lenskopschroeven M 5 × 12 1 door de ope-ningen in het spatscherm 3 van de machine stekenen de lamphouder 2 met de bijpassende ringen enmoeren M 5 aan het spatscherm bevestigen.

• De lampkabel binnen de achterste bekledingsplaatvan de vaste kop en via de onderkast tot in de aan-sluitkast leiden; daarbij de kabel door de trekont-lasting voeren.

• De aders van de kabel 6 aansluiten op de klem-men 16 en 17 van de connector X3 (zie afbeelding68).

• De trekontlasting vastzetten.

• De afstand tussen machinelamp en het vlak datdoor de lamp bestraald wordt, moet minstens 0,1m bedragen; de lamp kan anders door de warmtedefect raken.

Afb. 67: Monta ge van de mac hinelamp.

Afb. 68: Elektrische aansluiting van de machi-nelamp.

connector X3

Page 58: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

58

verklaringsuper 11 CDConf ormiteitsverklaring

Produkt: draaibank

Specificatie v an de mac hine: fabrikaat: EMCO type: MAXIMAT SUPER 11 CD

Adres fabrikant: Emco Maier GmbH

Friedmann-Maier-Straße 9

A-5400 Hallein

Grondsla g van de norm: EN 292 deel 1 en 2, EN 294, EN 418, EN 60204, prEN 954-1,

prEN 1037, prEN 1050, prEN 1088

Verordening: MSV (BGBI. nr. 306/1994 van 27-4-1994)

Testcer tifikaat:

Bijzonderheden, bijla gen: electrische documentatie in de betreffende versie

Wij verklaren, dat het bovengenoemde produkt, waarop deze verklaring van toepassing is, voldoet aan degeldende bepalingen in de richtlijn van de Raad van 14 juni 1989 ter aanpassing van de rechtsvoorschriftenvan de lidstaten voor machines (89/392/EWG) en de veranderingen van 20 juni 1991 (91/368/EWG),14 juni 1993 (93/44/EWG), 22 juli 1993 (93/68/EWG), met de richtlijn van de Raad van 3 mei 1989 ter aan-passing van de rechtsvoorschriften betreffende de electromagnetische stralingsbelasting (89/336/EWG) ende veranderingen daarvan van 28 april 1992 (92/31/EWG) en 22 juli 1993 (93/68/EWG), en met de laag-spanningsrichtlijn van 19 februari 1973 (73/23/EWG) en de verandering daarvan van 22 juli 1993 (93/68EWG). Bovendien is dit produkt in overeenstemming met de bovengenoemde normgrondslagen en ver-ordeningen.

Plaats, datum: Hallein, 21 december 1995

Gevolmachtigde: leiding kwaliteitsbewaking Dr. Wilfried Brugger ............................................................

Page 59: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

59

onder delen super 11 CD8 Onder delen

Gebruik de volgende onderdelenlijsten van de Maximat Super 11 CD om vervangende onderdelen te bestel-len. Geef bij uw bestelling het referentienummer op.

Onder delentabellen:Tabel 1: Basisuitrusting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60

Tabel 2: Klauwplaatafscherming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61

Tabel 3: Ombouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63

Tabel 4: Machinebed met aanbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65

Tabel 5: Vaste kop (DIN) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68

Tabel 6: Vaste kop (camlock) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71

Tabel 7: Voedingsaandrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74

Tabel 8: Wisselwielenschaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76

Tabel 9: Slotkast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78

Tabel 10: Sleden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81

Tabel 11: Bovenslede. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83

Tabel 12: Losse kop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86

Tabel 13: Supportslijpmachine . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87

Tabel 14: Meelopende bril . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89

Tabel 15: Vaste bril. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90

Tabel 16: Spantanginrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91

Tabel 17: Snelspaninrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92

Tabel 18: Centrerende vierklauw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93

Tabel 19: Centrerende drieklauw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93

Tabel 20: Onafhankelijke vierklauw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94

Tabel 21: Opspanplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94

Tabel 22: Wisselwielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95

Tabel 23: Beitelafscherming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96

Tabel 24: Langsaanslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97

Tabel 25: Dwarsaanslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98

Tabel 26: Voetrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100

Tabel 27: Conusliniaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102

Tabel 28: Viervoudige beitelhouder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104

Tabel 29: Snelwisselbeitelhouder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105

Tabel 30: Meedraaiend center . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106

Tabel 31: Elektrische en electronische onderdelen in de éénfasige versie . . . . . 109

Tabel 32: Elektrische en electronische onderdelen in de driefasige versie . . . . . 113

Page 60: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

60

onder delensuper 11 CD

Tabel 1: Basisuitrusting

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

1 ZWZ 37 1713 17 × 13 DIN 837 ringsleutel

2 ZWZ 96 1317 B13 × 17-A DIN 896 dopsleutel

3 ZWZ 11 0500 SW 5 DIN 911 inbussleutel

4 ZWZ 11 0600 SW 6 DIN 911 inbussleutel

5 ZWZ 95 0810 8 × 10 DIN 895 steeksleutel

6 ZWZ 99 0012 12 K vetspuit

7 ZWZ 94 1300 SW 13 DIN 894 steeksleutel

8C6A 000 320 meenemerpen

D1A 140 020 idem camlock

9C6A 000330 vast center MC 4

C6E 000330 idem MC 5 camlock

10 B2A 000 420 vast center MC 2

11 C6A 090 000 meenemer

12 ZSR 33 0835 M 8 × 35 DIN 933-5.6 zeskantschroefbout

(Zie tabel 1: Basisuitrusting.)

Page 61: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

61

onder delen super 11 CD

Tabel 2: Klauwplaatafsc herming

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

1 C6R 260 000 scherm

2 ZEL 21 2030 schakelaar

3 C6R 000340 schakelnok

4 ZRG 71 1010 W 10 × 1 DIN 471 borgring

5 ZSB 25 1050 B 10,5 DIN 125 onderlegring

6 ZST 16 0810 M 8 × 10 DIN 916-45 H stelschroef

7 C6R 000 350 aanslag

8 ZMU 34 0800 M 8 DIN 934-6 zeskantmoer

9 ZSB 25 0840 B 8,4 DIN 125 ring

10 ZSR 12 0820 M 8 × 120 DIN 912-8.8 inbusschroef

11 ZHL 81 0535 5 × 36 DIN 1481 spanhuls

(Zie tabel 2: Klauwplaatafsc herming.)

Page 62: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

62

onder delensuper 11 CD

(Zie tabel 3: Ombouw .)

Page 63: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

63

onder delen super 11 CDTabel 3: Ombouw

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

1 C6R 250 000 motorombouw

2 C6R 160 000 voorplaat

3C6R 000 300 schild metrisch

C6T 000 300 schild Engels

4 C6R 220 000 onderstel

5 ZSR 88 0610 M 6 X 10-10,9 lenskopschroef

6 C6R 000 100 steun

7 ZMU 34 0600 M 6 DIN 934-6 zeskantmoer

8 ZSR 33 1045 M 10 X 45 DIN 933 zeskantschroefbout

9 ZMU 34 1000 M 10 DIN 934-6 zeskantmoer

10 C6R 150 000 spanenscherm

11 Y5A 300 040 schild schakelaars

12 Y5A 305 000 aansluitkast

13 C6R 000 320 transporteurdek

14Y5A 308 000 deur

ZGU 03 0013 1038-02 / 1590 mm deurafdichting

15ZXM 03 0032 DG 32/BDB /ZH 34 slot

ZWZ 90 0003 SDB3 sleutel

16 ZSR 57 0870 8 X 70 DIN 571-4,6 houtschroef

17 ZSB 25 0840 B 8,4 DIN 125 ring

18 ZDK 10 1000 S 10-410 783 plug

19 ZEE 53 1050 lamparmatuur

20 ZME 00 0100 HL48/S400/G1/24V gloeilamp + reflector

21 ZME 00 0101 beschermglas

22 – 27

532 400 200-415V/3ph.koelmiddeli-

nrichting532 200 200-240V/1ph.

532 110 100-120V/1ph.

22 ZME 08 1028 reservoir

23 ZME 08 1029 deksel

24

ZME 08 1025 200-415V/3ph.

pompZME 08 1026 200-240V/1ph.

ZME 08 1027 100-120V/1ph.

25 ZME 08 0030 leiding compleet

26 ZME 08 1001 flexibele buis

27 ZVE 20 1031 kraan

Page 64: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

64

onder delensuper 11 CD

(Zie tabel 4: Mac hinebed met aanbouw .)

Page 65: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

65

onder delen super 11 CDTabel 4: Machinebed met aanbouw

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

1 C6S 000 010 machinebed

2 C6A 000 100 afstandsbus

3 C6A 000 110 tussenring

4 C6A 000 120 spanring

5 C6A 000 130 wisselwiel 30

6 C6A 000 140 wisselwiel 90

7 C6A 000 151 motorplaat

8 C6A 000 160 tussenhuls

9C6A 000 200 transporteur metrisch

C6B 000 200 transporteur Engels

10 C6A 000 210 voedingsspindel

11 C6A 000 220 beschermhuls

12 C6A 000 231 steunbout

13C6R 140 000 deksel DIN

C6S 140 000 deksel camlock

14 ZSR 12 0830 M 8 × 30 DIN 912-6.9 inbusschroef

15 ZAB 000 013 SW 13 afdekkap

16

C6A 000 260 onderlegplaat 0,04

C6A 000 270 onderlegplaat 0,05

C6A 000 280 onderlegplaat 0,06

C6A 000 290 onderlegplaat 0,07

C6A 000 300 onderlegplaat 0,08

C6A 000 310 onderlegplaat 0,09

17 H5A 000 380 spanring

18 C4A 000 081 tandheugel

19 C4A 000 060 lager

20 C6R 000 380 lagerblok

21 B2A 010 080 drukveer

22 ZSR 33 0816 M 8 × 16 DIN 933-5.6 zeskantschroefbout

23 ZSR 33 0820 M 8 × 20 DIN 933-5.6 zeskantschroefbout

24 ZSR 12 0835 M 8 × 35 DIN 912-6.9 inbusschroef

25 ZSR 12 0840 M 8 × 40 DIN 912-6.9 inbusschroef

26 ZSR 12 0612 M 6 × 12 DIN 912-6.9 inbusschroef

27 ZSR 12 08160 M 8 × 16 DIN 912-6.9 inbusschroef

28 ZSR 12 0820 M 8 × 20 DIN 912-6.9 inbusschroef

29 ZSR 89 0506 M 5 × 6 DIN 7985-4.8 lenskopschroef

30 ZSR 39 1045 M 10 × 45 DIN 939-5.6 tapeind

31 ZST 53 0508 M 5 × 8 DIN 553-5.8 stelschroef

32 ZSB 14 1000 10 DIN 1440 ring

33 ZSB 25 0840 B 8,4 DIN 125 ring

34 ZSB 25 1050 B 10,5 DIN 125 ring

35 ZMU 34 0800 M 8 DIN 934-6 zeskantmoer

Page 66: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

66

onder delensuper 11 CD

36 ZMU 34 1000 M 10 DIN 934-6 zeskantmoer

37 ZMU 80 0800 NM 8 DIN 980-8 borgmoer

38 ZRG 28 0080 B 8 DIN 127 veerring

39 ZRG 71 0808 8 × 0,8 DIN 471 borgring

40 ZRG 71 1010 10 × 1 DIN 471 borgring

41 ZRG 28 0060 B 6 DIN 127 veerring

42 ZFD 88 0337 3 × 3,7 DIN 6888 spie

43 ZFD 85 4416 A 4 × 4 16 DIN 6885 spie

44 ZNP 01 2000 NIP A 2 smeernippel

45 ZKG 00 1040 4 DIN 5401 stalen kogel

46 ZHL 81 0420 4 × 20 DIN 1481 spanhuls

47 ZRM 80 0610 J 10 × 610 multi-V-snaar

48 ZST 79 1035 10 × 35 DIN 1473-6.8 gegroefde passtift

49 C6A 000 180 pakking

50 C6A 170 000 koppelingshuls

51 ZSB 21 0840 A 8,4 DIN 9021 ring

C6A 180 000 koppeling compleet

52 C6A 180 010 koppelingshuis

53 C4A 180 020 koppelingsplaat

54 C4A 180 030 drukveer

55 C4A 180 040 ring

56 C6A 180 050 instelring

57 C4A 180 060 meeneemring

Tabel 4: Machinebed met aanbouw (ver volg)

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

Page 67: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

67

onder delen super 11 CD

(Zie tabel 5: V aste k op (DIN).)

Page 68: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

68

onder delensuper 11 CDTabel 5: Vaste k op (DIN)

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

C6R 030 000 vaste kop compleet

1 C6R 030 010 vaste kop

2 C6A 030 020 hoofdspindel

3 C6A 030 030 aandrijvingsas

4 C6R 030 040 dekplaat

5 C6A 030 050 schuiftandwiel 55

6 C6A 030 060 schuiftandwiel 23

7 C6A 030 070 tandwiel 32

8 C6A 030 080 schuiftandwiel 32

9 C6A 030 090 lageras

10 C6A 030 100 lagerdeksel 87

11 C6A 030 110 lagerdeksel 103

12 C6R 030 120 schakelnaaf

13 C6A 030 130 schakelstang

14 C6A 030 140 schuifas

15 C6A 030 150 schakelas

16 ZGF 400 204 handgreep

17 C6A 030 180 spanmoer

18 C6A 030 210 pakking A

19 C6A 030 220 pakking B

20 S2A 010 090 drukring

21 D1A 030 300 glijblok

22 D1A 000 390 drukveer

23 E3A 010 100 glijblok

24 F9R 000 130 naamplaat

25 C6A 031 000 tandwiel 45

26 C6A 032 000 tandwiel 49

27 C6A 033 000 dubbeltandwiel 32

28 C6A 034 000 schakelhefboom

29 C6A 035 000 lagerflens

30 ZLG 32 0096 32009 XA/P6 conische-rollager

31 ZLG 32 0076 32007 X/P6 conische-rollager

32 ZRG 25 3817 H 38 × 1,75 halve ring

33 ZFD 85 4414 A 4 × 4 × 14 DIN 6885 spie

34 ZFD 85 4418 A 4 × 4 × 18 DIN 6885 spie

35 ZSB 10 2181 A 6 × 6 × 36 DIN 6885 spie

36 ZRG 71 1210 SS 12 × 18 × 1,2 steunring

37 ZRG 71 1210 12 × 1 DIN 471 borgring

38 ZKG 00 1060 6 GK 3 DIN 5401 stalen kogel

39 ZLG 63 0500 kogellager

40 ZST 51 0605 M 6 × 5 DIN 551-5.8 stelschroef

41 ZST 16 0816 M 8 × 16 DIN 916-45H stelschroef

Page 69: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

69

onder delen super 11 CD

42 ZSR 12 0620 M 6 × 20 DIN 912-6.9 inbusschroef

43 ZSR 33 0616 M 6 × 16 DIN 84-4.8 zeskantschroefbout

44 ZSR 84 0616 M 6 × 16 DIN 84-8.4 inbusschroef

45 ZOR 00 8020 OR 8-2 O-ring

46 ZMU 34 0600 M 6 DIN 934-6 zeskantmoer

47 ZSR 08 1415 M 14 × 1,5 DIN 908-4.6 afsluitschroef

48 ZDK 80 3800 R 3⁄8” oliepeilkijkglas

49 ZOR 80 1216 G 12 × 16 × 3 dichtingsring

50 ZBU 50 0001 I 12 × 16 × 20 DIN 1850 bus

51 ZBU 50 0002 I 18 × 24 × 18 DIN 1850 bus

52 ZDK 43 2400 24 DIN 443 deksel

53ZSB 12 1802 pasring 0,2

ZSB 12 1805 pasring 0,5

54 ZSB 02 6206 6206/K2 compenseer ring

55 ZRG 05 1418 14 × 18 × 1,5 DIN 7603 dichtingsring

56 ZSB 12 1205 PS 12 × 18 × 0,5 pasring

57 C6R 030 200 schakelnaaf

58 ZHL 81 0422 4 × 22 DIN 1481 spanhuls

Tabel 5: Vaste k op (DIN) (ver volg)

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

Page 70: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

70

onder delensuper 11 CD

(Zie tabel 6: V aste k op (camloc k).)

Page 71: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

71

onder delen super 11 CDTabel 6: Vaste k op (camloc k)

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

C6S 030 000 vaste kop compleet

1 C6S 030 010 vaste kop

2 C6E 030 020 hoofdspindel

3 C6A 030 030 aandrijvingsas

4 C6R 030 040 dekplaat

5 C6A 030 050 schuiftandwiel 55

6 C6A 030 060 schuiftandwiel 23

7 C6E 030 070 tandwiel 32

8 C6A 030 080 schuiftandwiel 32

9 C6A 030 090 lageras

10 C6A 030 100 lagerdeksel 87

11 C6A 030 110 lagerdeksel 103

12 C6R 030 120 schakelnaaf

13 C6A 030 130 schakelstang

14 C6A 030 140 schuifas

15 C6A 030 150 schakelas

16 ZGF 400 204 handgreep

17 C6E 030 180 spanmoer

18 C6A 030 210 pakking A

19 C6E 030 220 pakking B

20 S2A 010 090 drukring

21 D1A 030 300 glijblok

22 D1A 000 390 drukveer

23 E3A 010 100 glijblok

24 F9R 000 130 naamplaat

25 C6A 031 000 tandwiel 45

26 C6E 032 000 tandwiel 49

27 C6A 033 000 dubbeltandwiel 32

28 C6A 034 000 schakelhefboom

29 C6E 037 000 lagerflens

30 ZLG 32 0096 32009 XA/P6 conische-rollager

31 ZLG 32 0086 32008 X/P6 conische-rollager

32 ZSB 10 0502 SS 40 × 50 × 2,5 steunring

33 ZSR 12 0416 M 4 × 16 DIN 912 inbusschroef

34 ZFD 85 4418 A 4 × 4 × 18 DIN 6885 spie

35 ZSB 10 2181 A 6 × 6 × 36 DIN 6885 spie

36 ZRG 71 1210 SS 12 × 18 × 1,2 steunring

37 ZRG 71 1210 12 × 1 DIN 471 borgring

38 ZKG 00 1060 6 GK 3 DIN 5401 stalen kogel

39 ZLG 63 0500 groefkogellager

40 ZST 51 0605 M 6 × 5 DIN 551-5.8 stelschroef

41 ZST 16 0816 M 8 × 16 DIN 916-45H stelschroef

Page 72: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

72

onder delensuper 11 CD

42 ZSR 12 0620 M 6 × 20 DIN 912-6.9 inbusschroef

43 ZSR 33 0616 M 6 × 16 DIN 84-4.8 zeskantschroefbout

44 ZSR 84 0616 M 6 × 16 DIN 84-8.4 inbusschroef

45 ZOR 00 8020 OR 8-2 O-ring

46 ZMU 34 0600 M 6 DIN 934-6 zeskantmoer

47 ZSR 08 1415 M 14 × 1,5 DIN 908-4.6 afsluitschroef

48 ZDK 80 3800 R 3⁄8” oliepeilkijkglas

49 ZOR 80 1216 G 12 × 16 × 3 dichtingsring

50 ZBU 50 0001 I 12 × 16 × 20 DIN 1850 bus

51 ZBU 50 0002 I 18 × 24 × 18 DIN 1850 bus

52 ZDK 43 2400 24 DIN 443 deksel

53ZSB 12 1802 pasring 0,2

ZSB 12 1805 pasring 0,5

54 ZSB 02 6206 6206/K2 compenseer ring

55 ZRG 05 1418 14 × 18 × 1,5 DIN 7603 dichtingsring

56 ZSB 12 1205 PS 12 × 18 × 0,5 pasring

57 C6E 030 100 lagerdeksel 92

58 D1B 030 450 pen

59 D1B 030 440 klemnok

60 D1B 030 460 gleufkopschroef

61 B2A 010 080 drukveer

62 V6C 000 070 sleutel

63 V6C 000 08 handgreep

64 C6R 030 200 schakelnaaf

65 ZHL 81 0422 4 × 22 DIN 1481 spanhuls

66 ZDK 033 500 35 × 38 afdekkap

Tabel 6: Vaste k op (camloc k) (ver volg)

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

Page 73: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

73

onder delen super 11 CD

(Zie tabel 7: V oedingsaandrijving.)

Page 74: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

74

onder delensuper 11 CDTabel 7: Voedingsaandrijving

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

C6R 070 000 voedingsaandrij-ving metrisch com-pleet

C6T 070 000 voedingsaandrij-ving Engels com-pleet

1 C6A 070 010 ingangs-as

2 C6A 070 020 schuif-as

3 C6A 070 030 uitgangs-as

4 C6A 070 040 tandwiel 14

5C6A 070 050 tandwiel 25 metrisch

C6B 070 050 tandwiel 24 Engels

6C6A 070 060 tandwiel 24 metrisch

C6B 070 060 tandwiel 29 A Engels

7C6A 070 070 tandwiel 28 A metrisch

C6B 070 070 tandwiel 30 A Engels

8C6A 070 080 tandwiel 28 B metrisch

C6B 070 080 tandwiel 32 Engels

9C6A 070 090 tandwiel 30 A metrisch

C6B 070 090 tandwiel 30 B Engels

10C6A 070 100 tandwiel 30 B metrisch

C6B 070 100 tandwiel 29 B Engels

11C6A 070 110 tandwiel 40 metrisch

C6B 070 110 tandwiel 38 Engels

12 C6A 070 120 tandwiel 19

13C6A 070 130 schuiftandwiel A m.

C6B 070 130 schuiftandwiel A E.

14C6A 070 140 schuiftandwiel B m.

C6B 070 140 schuiftandwiel B E.

15 C6A 070 150 afstandsbus A

16 C6A 070 160 afstandsbus B

17 C6A 070 170 pakking

18C6R 070 250 knop metrisch

C6T 070 250 knop Engels

19 C6A 070 190 breekstift

20 C6A 070 200 koppelingswiel

21 C6A 070 211 schakelknop

22 C6A 070 220 behuizing

23 C6A 070 230 as

24 C6A 070 240 indicatieplaatje

25 E3A 010 100 glijblok

26 B2Z 321 040 drukveer

27 ZKG 00 1060 6 DIN 5401 GK 3 stalen kogel

28 ZST 16 0816 M 8 × 16 DIN 916-45H stelschroef

30 ZSR 08 1415 M 14 × 1,5 DIN 908-4.6 afsluitschroef

Page 75: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

75

onder delen super 11 CD

31 ZSR 12 0510 M 5 × 10 DIN 912-6.9 inbusschroef

32 ZFD 85 5580 A 5 × 5 × 80 DIN 6885 spie

33 ZFD 85 4450 A 4 × 4 × 50 DIN 6885 spie

34 ZFD 85 4418 Z 4 × 4 × 18 DIN 6885 spie

35 ZOR 00 8020 OR 8-2 O-ring

36 ZOR 03 0324 OR 30,3-2,4 O-ring

37 ZRG 71 1610 W 16 × 1 DIN 471 borgring

38 ZRG 71 1210 W 12 × 1 DIN 471 borgring

39 ZRG 71 1010 W 10 × 1 DIN 471 borgring

40 ZSB 10 0161 SS 10 × 16 × 1,2 steunring

41 ZDK 80 3800 R 3⁄8 kijkglas

42 ZBU 50 0005 I 16 × 22 × 16 DIN 1850 bus

43 ZBU 50 0006 I 20 × 26 × 15 DIN 1850 bus

44 ZBU 50 0007 I 25 × 32 × 16 DIN 1850 bus

45 ZOR 80 2532 G 25 × 32 × 4 afdichtingsring

46 ZFD 85 5520 A 5 × 5 × 20 DIN 6885 spie

47 ZSR 39 0840 M 8 × 40 DIN 939-5.6 tapeind

48ZSB 12 1602 PS 16 × 22 × 0,2 pasring 0,2

ZSB 12 1605 PS 16 × 22 × 0,5 pasring 0,5

49

ZSB 12 1201 PS 12 × 18 × 0,1 pasring 0,1

ZSB 12 1203 PS 12 × 18 × 0,3 pasring 0,3

ZSB 12 1205 PS 12 × 18 × 0,5 pasring 0,5

50 C6A 071 000 hefboom

51 C6A 072 000 lagerdeksel B

52 ZOR 80 2230 G 22 X 30 X 4 afdichtingsring

53 C6A 073 000 lagerdeksel A

54 C6A 074 000 tandwiel 40 / 13

55 C6A 075 000 tandwiel 42

56 ZDK 43 1800 18 DIN 443 afdekking

57 ZRG 05 1418 14 × 18 × 1,5 DIN 7603 - Cu afdichtingsring

Tabel 7: Voedingsaandrijving (ver volg)

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

Page 76: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

76

onder delensuper 11 CD

Tabel 8: Wissel wielensc haar

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

C6A 080 000 schaar compleet

1 C6A 080 010 schaar

2 C6A 080 020 as

3 C6A 080 030 lagerbus

4 C6A 080 040 moer

5 C6A 080 050 drukring

6 C6A 080 060 blok

7 C6A 080 070 wisselwiel 120

8 C6A 080 080 wisselwiel 127

9 ZFD 85 4418 A 4 × 4 × 18 DIN 6885 spie

10 ZNP 01 2000 A 2 smeernippel

11 ZSB 02 6000 nivelleerring

(Zie tabel 8: Wissel wielensc haar.)

Page 77: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

77

onder delen super 11 CD

(Zie tabel 9: Slotkast.)

Page 78: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

78

onder delensuper 11 CDTabel 9: Slotkast

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

C6R 010 000 slotkast compleet metrisch

C6T 010 000 slotkast compleet Engels

1 C6R 010 010 slotkast

2 C4A 010 020 geleider

3 C6A 010 030 slotmoerhendel

4 C6A 010 050 coulisse

5 C6A 010 040 schakelhendel

6 C4A 010 090 worm

7 C4A 010 100 ring

8 C4A 010 110 wormwiel

9 C4A 010 121 bus

10 C4A 010 140 as

11 C6A 010 150 rondsel

12 C4A 010 160 pen

13 C6A 010 170 rondsel

14 C4A 010 190 indicatieplaatje

15 C6A 011 000 voedingshefboom

16 C6A 013 000 schuifwiel

17C6A 010 060 slotmoer metrisch

C6B 010 060 slotmoer Engels

18 ZGF 400 203 handgreep

19 B2A 000 080 boogveer

20 C6A 010 100 boogveer

21 C6A 010 070 indicatieplaatje

22C6A 010 080 schaalring metrisch

C6B 010 080 schaalring Engels

23D1R 010 020 plaatje metrisch

C6B 010 110 plaatje Engels

24 C6A 010 020 drukveer

25 C3A 062 040 drukveer

26 B4A 040 011 handwiel

27 ZDK 43 3400 34 DIN 443 afdekkap

28 ZST 53 0612 M 6 × 12 DIN 553-5.8 stelschroef

29 ZST 51 0610 M 6 × 10 DIN 551-5.8 stelschroef

30 ZSR 33 0616 M 6 × 16 DIN 933-5.6 inbusschroef

31 ZST 06 0624 6 m6 × 24 DIN 7 stift

32 ZRG 71 1510 15 × 1 DIN 471 borgring

33 ZRG 71 2212 22 × 1,2 DIN 471 borgring

34 ZFD 88 0337 3 × 3,7 DIN 6888 spie

35 E3A 010 100 glijblok

36 ZGF 180 201 23 × M 10 GN 519 kartelknop

37 ZRG 21 0350 WR 35 veerring

Page 79: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

79

onder delen super 11 CD

38 ZKG 00 1060 6 GK 3 DIN 5401 stalen kogel

39 ZSR 12 0640 M 6 × 40 DIN 912-6.9 inbusschroef

40 ZSR 12 0635 M 6 × 35 DIN 912-6.9 inbusschroef

41 ZMU 80 0800 NM 8 DIN 980-8 borgmoer

42 H4A 000 300 tussenring

43 ZSR 98 0003 1,47 × 6,35 klinknagel

44 ZST 17 0620 M 6 × 20 DIN 417-5.8 tapeind

45 ZSB 12 1003 10 × 16 × 0,3 pasring

46 A2Z 300 110 veer

47 C6R 010 020 hendel

48 ZGF 180 200 kartelknop

Tabel 9: Slotkast (ver volg)

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

Page 80: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

80

onder delensuper 11 CD

(Zie tabel 10: Sleden.)

Page 81: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

81

onder delen super 11 CDTabel 10: Sleden

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

1 C6R 000 020 langsslede

2 C6A 000 030 dwarsslede

3 C6A 000 040 instelstrip

4 C6A 000 050 afdekplaat

5 C6A 000 060 wisserplaat

6 C6A 000 070 wisserplaat

7 C6A 000 080 vilten wisser

8 C6A 000 090 vilten wisser

9 C6A 000 170 wisserplaat

10 C6A 000 240 klemplaat

11 C6A 000 250 aanslagschroef

12 C3A 000 200 geleider

13 C3A 000 200 aandrukstift

14C4A 000 120 sledemoer metrisch

C4B 000 120 sledemoer Engels

15 B2A 000 140 nastelschroef

16 ZSR 33 0616 M 6 × 16 DIN 933-5.6 zeskantschroefbout

17 ZSR 31 0845 M 8 × 45 DIN 931-5.6 zeskantschroefbout

18 ZSR 12 0612 M 6 × 12 DIN 6912-6.9 inbusschroef

19 ZSR 12 0610 M 6 × 10 DIN 912-6.9 inbusschroef

20 ZSR 12 0840 M 8 × 40 DIN 912-6.9 inbusschroef

21 ZSR 12 0835 M 8 × 35 DIN 912-6.9 inbusschroef

22 ZSR 84 0408 M 4 × 8 DIN 84-4.8 gleufkopschroef

23 ZSR 84 0420 M 4 × 20 DIN 84-4.8 gleufkopschroef

24 ZST 53 0608 M 6 × 8 DIN 553-5.8 stelschroef

25 ZST 51 0812 M 8 × 12 DIN 551-5.8 stelschroef

26 ZST 51 0516 M 5 × 16 DIN 551-5.8 stelschroef

27 ZST 08 0510 5 h8 × 16 DIN 7 passtift

28 ZST 71 0408 4 × 8 DIN 1471-6.8 gegroefde stift

29 ZST 79 1035 10 × 35 DIN 1473-6.8 gegroefde stift

30 ZHL 81 0310 3 × 10 DIN 1481 spanbus

31 ZSB 25 0640 B 6,4 DIN 125 ring

32 ZSB 25 0840 B 8,4 DIN 125 ring

33 ZMU 34 0500 M 5 DIN 934-5 zeskantmoer

34 ZNP 01 2000 NIP A2 smeernippel

35 ZKG 00 2316 3⁄16 DIN 5401 stalen kogel

36 ZSR 12 0816 M 8 × 16 DIN 912-6.9 inbusschroef

Page 82: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

82

onder delensuper 11 CD

C6R 020 001 dwarstransporteur metrisch com-pleet

C6T 020 001 dwarstransporteurl Engels compleet

37C6A 020 010 dwarstransporteur metrische draad

C6B 020 010 dwarstransporteur Engelse draad

38 C6R 020 020 lagerblok

39C6A 020 010 wijzer metrisch

C6B 020 010 wijzer Engels

40 C6A 020 040 handwiel

41C6A 020 050 schaalring metrisch

C6B 020 050 schaalring Engels

42 ZGF 400 203 handgreep

43 C4A 020 020 dwarsvoedingswiel

44 B2A 000 080 boogveer

45 ZFD 88 0337 3 × 3,7 DIN 6888 spie

46 ZLG 60 0000 groefkogellager

47 ZSR 98 0003 1,47 × 6,35 klinknagel

48 ZSB 25 0840 B 8,4 DIN 125 ring

49 ZMU 80 0800 NM 8 DIN 980-8 borgmoer

Tabel 10: Sleden (ver volg)

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

Page 83: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

83

onder delen super 11 CD

Tabel 11: Bovenslede

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

C6R 050 000 bovenslede metrisch compleet

C6T 050 000 bovenslede Engels compleet

1 C6A 050 010 bovenslede

2 C6A 050 020 sledegeleider

3 C6A 050 031 basisplaat

4 C6A 050 041 centrale schroef

5 C6A 050 050 instelstrip

6 C6A 050 060 T-schroef

7 C6A 050 070 graadverdeling

8C6A 050 100 sledemoer metrisch

C6B 050 100 sledemoer Engels

9 C6A 050 090 aandrukstift

(Zie tabel 11: Bo venslede .)

Page 84: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

84

onder delensuper 11 CD

10 D1Z 250 060 T-moer

11 C3A 050 060 beitelklem

12 C3A 050 030 bolle ring

13 C3A 050 050 drukveer

14 ZMU 33 0801 M 8 DIN 934-10 zeskantmoer

15 ZSR 12 0820 M 8 × 20 DIN 912-6.9 inbusschroef

16 ZST 51 0510 M 5 × 10 DIN 551-5.8 stelschroef

17 ZMU 34 0500 M5 DIN 934-5 zeskantmoer

18 C3A 040 060 M 10 zeskantmoer

19 C6A 050 130 M 6 inbusschroef

20 ZSR 12 0612 M 6 × 12 DIN 912-6.9 inbusschroef

21 ZSR 12 0610 M 6 × 10 DIN 912-6.9 inbusschroef

22 C6A 050 080 ring

23 B2A 000 140 nastelschroef

24 D1Z 350 020 geleidestift

25 C6W 050 200 geleidestift

C6R 051 001 boventransporteur metrisch com-pleet

C6T 051 001 boventransporteur Engels compleet

26 C6R 051 010 lagerblok

27 C6A 051 020 handwiel

28C6A 051 030 schaalring metrisch

C6B 051 030 schaalring Engels

29C6A 051 040 boventransporteur metrische draad

C6B 051 040 boventransporteur Engelse draad

30B2A 000 060 wijzer metrisch

B2B 040 030 wijzer Engels

31 B2A 000 080 boogveer

32 ZGF 400 203 12 × 40 × M 5 handgreep

33 ZMU 80 0800 NM 8 DIN 980-8 borgmoer

34 ZSB 25 0840 B 8,4 DIN 125 ring

35 ZFD 88 0337 3 × 3,7 DIN 6888 spie

36 ZNP 01 1000 smeernippel

37 ZSR 98 0003 1,47 × 6,35 klinknagel

38 C6A 050 120 indicatieplaatje

39 ZSR 14 0256 BM 2,5 × 6 DIN 7513 plaatschroef

Tabel 11: Bovenslede (ver volg)

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

Page 85: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

85

onder delen super 11 CD

(Zie tabel 12: Losse k op.)

Page 86: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

86

onder delensuper 11 CDTabel 12: Losse k op

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

C6R 040 000 losse kop metrisch compleet

C6T 040 000 losse kop Engels compleet

1C6A 044 000 pinole metrisch

C6B 044 000 pinole Engels

2C6A 040 020 transporteur metrisch

C6B 040 020 transporteur Engels

3 C6A 040 030 spie

4 C6A 040 040 lager

5C6A 040 050 schaalring metrisch

C6B 040 050 schaalring Engels

6 C6A 040 060 gegroefde wig

7 C6A 040 070 klemplaat

8C3A 040 070 wijzer metrisch

B2B 040 030 wijzer Engels

9 C6R 041 000 behuizing losse kop

10, 11 C6A 042 000 klemhendel

11 ZGF 18 0200 kartelknop

12, 13 C6W 043 000 klemhendel

13 ZGF 18 0201 kartelknop

14 H4A 000 300 tussenring

15 C6A 040 090 klembek

16 B2A 040 070 klemdeel

17 B4A 040 011 handwiel 100

18 ZSR 31 1310 M 12 × 100 DIN 931-5.6 zeskantschroefbout

19 ZSR 31 0650 M 6 × 50 DIN 931-5.6 zeskantschroefbout

20 ZMU 80 8000 NM 8 DIN 980-8 borgmoer

21 ZLG 51 1000 axiaal groefkogellager

22 ZNP 01 2000 smeernippel

23 ZRG 71 2512 25 × 1,2 DIN 471 borgring

24 ZFD 88 0337 3 × 3,7 DIN 6888 spie

25 ZSR 98 0003 1,4 × 6,35 klinknagel

26 B2A 000 080 boogveer

27 ZGF 400 203 handgreep

28 ZST 07 1232 12 m6 × 32 DIN 6325 passtift

29 ZST 17 0840 M 8 × 40 DIN 417-5.8 stelschroef

30C6A 044 010 verdeling metrisch

C6B 044 010 verdeling Engels

Page 87: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

87

onder delen super 11 CD

Tabel 13: Suppor tslijpmac hine

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

584 1DR slijpinrichting compleet

584 1UR slijpinrichting compleet

1 SOR 000 010 blok

2 SOD 000 020 slijpspindel

3 SOD 000 030 lagerflens

4 SOD 000 040 montageschijf

5 SOD 000 050 slijpdoorn

6 SOD 000 060 klemschroef

7 SOD 000 070 gleufmoer

8 SOR 000 030 afscherming

9 SOD 000 090 snaarwiel

(Zie tabel 13: Supportslijp-machine .)

Page 88: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

88

onder delensuper 11 CD

10 SOD 000 100 spanring

11 SOD 000 110 motorsnaarwiel

12 SOD 000 120 snaarafscherming

13 SOD 000 130 afstandsring

14 SOD 000 140 huls

15 SOD 000 160 toerentalplaatje

16 SOD 020 000 drager

17 ZFD 93 1500 15 × 8,2 × 0,8 DIN 2093 schotelveer

18 ZSB 22 0530 B 5,3 DIN 2091 ring

19 ZSR 33 0516 M 5 × 16 DIN 933-5.6 zeskantschroefbout

20 ZSR 12 0516 M 5 × 16 DIN 912-6.9 inbusschroef

21 ZSB 21 0430 A 4,3 DIN 9021 ring

22 ZGF 36 2506 25 × M 6 DIN 6336 knop

23 ZRM 05 0406 406 × 5 × 3 V-snaar

24 ZSR 33 0512 M 5 × 12 DIN 933-5.6 zeskantschroefbout

25 ZSB 25 0530 B 5,3 DIN 125 ring

26 ZSR 84 0410 M 4 × 10 DIN 84-4.8 gleufkopschroef

27 ZSB 21 1050 A 10,5 DIN 9021 ring

28 ZSR 84 0416 M 4 × 16 DIN 84-4.8 gleufkopschroef

29 ZSR 12 0416 M 4 × 16 DIN 912-6.9 inbusschroef

30 ZFD 85 3316 A 3 × 3 × 16 DIN 6885 spie

31 ZLG 62 0206 groefkogellager

32 ZFD 94 3461 34,6 × 20,4 × 0,4 schotelveer

33 ZNA 76 0144 1,4 × 4 DIN 1476-4.6 klinknagel

34 SOD 000 150 slijpdoorn

35 SOD 000 170 draadeind

36 SOD 000 180 gleufmoersleutel

37 ZSR 84 0308 M 3 × 8 DIN 84-4.8 gleufkopschroef

38 ZSB 25 0320 A 3,2 DIN 125 ring

39 ZST 13 1010 M 10 × 10 DIN 913-45H afdrukschroef

40 ZWZ 95 0810 8 × 10 DIN 895 steeksleutel

41 SOD 000 190 SW 19 DIN 894 steeksleutel

42 ZWZ 95 0810 SW 5 DIN 911 inbussleutel

43 slijpschijf

44 SOR 000 020 beugel

45 SOR 000 040 stang

46ZMO 21 2240 220 – 240 V / 50 Hz motor

ZMO 21 2115 115 V / 60 Hz motor

47 ZSR 64 0610 M 6 × 10 DIN 464-5.8 kartelschroef

Tabel 13: Suppor tslijpmac hine (ver volg)

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

Page 89: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

89

onder delen super 11 CD

Tabel 14: Meelopende bril

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

584 730 meelopende bril compleet

2 C6Z 240 020 kartelschroef

3 C6Z 240 030 klemschroef

4 ZST 06 0532 5 m6 × 32 DIN 7 gegroefde passtift

5 ZSR 33 0825 M 8 × 25 DIN 933-5.6 zeskantschroefbout

6 ZSB 25 0840 B 8,4 DIN 125 ring

7 C6Z 241 010 geleidestift

8 C6Z 241 020 geleider

(Zie tabel 14: Meelopende bril.)

Page 90: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

90

onder delensuper 11 CD

Tabel 15: Vaste bril

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

584 740 vaste bril compleet

2 C6Z 240 020 kartelschroef

3 C6Z 240 030 klemschroef

4 C6Z 240 040 klemplaat

5 ZST 06 0532 5 m6 × 32 DIN 7 gegroefde passtift

6 ZSR 31 1050 M 10 × 50 DIN 931-5.6 zeskantschroefbout

7 ZSB 25 1050 B 10,5 DIN 125 ring

8 C6Z 241 010 geleidestift

9 C6Z 241 020 geleider

(Zie tabel 15: V aste bril.)

Page 91: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

91

onder delen super 11 CD

Tabel 16: Spantanginric hting

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

584 040 spantanginrichting compleet

1 C6Z 041 000 trekspindel

2 ZWZ 04 0010 reduceerhuls

3 ZWZ 97 4550 A 45 - 50 DIN 1810 haaksleutel

4 C6Z 040 010 houder

(Zie tabel 16: Spantanginric hting.)

Page 92: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

92

onder delensuper 11 CD

Tabel 17: Snelspaninric hting

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

584 070 snelspaninrichting compleet

1 C6Z 070 010 steun

2 ZSR 12 0620 M 6 × 20 DIN 912-6.9 inbusschroef

3 C6Z 071 010 flens

4 ZSR 40 1030 M 10 × 30 DIN 939-8.8 tapeind

5 ZMU 34 1080 M 10 DIN 934-6 zeskantmoer

6 C6Z 072 000 stift

7 ZSR 12 0845 M 8 × 45 DIN 912-6.9 inbusschroef

8 ZSR 12 0616 M 6 × 16 DIN 912-6.9 inbusschroef

9 584 070 houder

(Zie tabel 17: Snelspaninric hting.)

Page 93: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

93

onder delen super 11 CD

1 Aan de buitenkant van de spiraalschijf is een nummer (0, 1, 2, 3, ..) aangegeven. Bij bestellingen naast hetbestelnummer ook dit nummer vermelden.

1 Aan de buitenkant van de spiraalschijf is een nummer (0, 1, 2, 3, ..) aangegeven. Bij bestellingen naast hetbestelnummer ook dit nummer vermelden.

Tabel 18: Centrerende vierklauw

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

vierklauw 140 mm Æ

1 ZME 30 1244 set van vier aflopende bekken 52 mm

2 ZME 30 1254 set van vier oplopende bekken 52 mm

3 set van vieromkeerbekken

4 V1V 000 020 spiraalschijf 105 mm1

5 T0D 000 030 rondsel 42 mm

6 T0D 001 000 sleutel 85 mm

Tabel 19: Centrerende drieklauw

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

drieklauw 140 mm Æ

1 ZME 30 1243 set van drie aflopende bekken 52 mm

1 ZME 30 1253 set van drie oplopende bekken 52 mm

3 set van drie omkeerbekken

4 V1V 000 020 spiraalschijf 105 mm1

5 T0D 000 030 rondsel 42 mm

6 T0D 001 000 sleutel 85 mm

1 2 3

4

5

6

nummer

(Zie tabel 18: Centrerende vierklauw .)

1 2 3

4

5

6

nummer

(Zie tabel 19: Centrerende drieklauw .)

Page 94: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

94

onder delensuper 11 CD

Tabel 20: Onafhankelijke vierklauw

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

onafhankelijke vierklauw 125 mm ∅ ( 5”)

onafhankelijke vierklauw 152 mm ∅ (6")

1 P1E 004 000 set van vier omkeerbekken 51 mm

2P0D 000 030 spindel 42 mm lang voor plaat 125 mm

P0E 000 030 spindel 48 mm lang voor plaat 152 mm

3 P1E 000 150 gaffel 18 mm

4 P0E 001 000 sleutel 90 mm

Tabel 21: Opspanplaat

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

584 080 opspanplaat voor DIN-versie compleet

1 ZSR 40 1030 M 10 × 30 DIN 939-8.8 draadeind

2 ZMU 34 1080 M 10 DIN 934-6 zeskantmoer

584 540 opspanplaat voor camlock-versie compleet

3 ZSR 12 0612 M 6 × 12 DIN 912 inbusschroef

4 UOE 740 170 camlockstift

1 2 3 4

(Zie tabel 20: Onafhankelijke vierklauw .)

(Zie tabel 21: Opspanplaat.)

Page 95: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

95

onder delen super 11 CD

Tabel 22: Wissel wielen

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

584 200 set wisselwielen compleet

1 C6Z 200 010 wisselwiel 35

2 C6Z 200 020 wisselwiel 40

3 C6Z 200 030 wisselwiel 45

4 C6Z 200 040 wisselwiel 50

5 C6Z 200 050 wisselwiel 55

6 C6Z 200 060 wisselwiel 60

7 C6Z 200 070 wisselwiel 65

8 C6Z 200 080 wisselwiel 70

9 C6Z 200 090 wisselwiel 80

10 C6Z 200 100 wisselwiel 95

11 ZSR 31 0911 M 8 × 110 DIN 931-5.6 zeskantschroefbout

12 ZSB 21 0840 A 8,4 DIN 9021 ring

13 ZMU 34 0800 M 8 DIN 934-6 zeskantmoer

14 C6A 080 020 as

15 C6A 080 030 lagerbus

16 C6A 080 040 moer

17 C6A 080 050 drukring

18 C6A 080 060 blok

19 ZSB 02 6000 pasring

20 ZNP 01 2000 INA smeernippel

21 ZFD 85 4418 A 4 × 4 × 18 DIN 6885 spie

22 C6A 000 100 afstandsbus

(Zie tabel 22: Wissel wielen.)

Page 96: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

96

onder delensuper 11 CD

Tabel 23: Beitelafsc herming

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

551 000 beitelscherm compleet

1 C3Z 330 010 scherm

2 C3Z 330 020 aanslag

3 C3Z 330 030 deksel

4 C3Z 330 040 bevestigingsbeugel

5 ZSR 12 0612 M 6 × 12 DIN 912 inbusschroef

6 ZSR 63 0410 M 4 × 10 DIN 63 verzonken schroef

7 ZNI 60 0320 3 × 20 DIN 660 bolkopnagel

(Zie tabel 23: Beitelafsc herming.)

Page 97: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

97

onder delen super 11 CD

Tabel 24: Langsaansla g

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

584 710 langsaanslag

1 C6Z 710 010 blok

2 C6Z 030 020 klemplaat

3 N1B 000 140 drukveer

4 ZST 17 0860 M 8 × 60 DIN 417-5.8 draadeind

5 ZMU 34 0800 M 8 DIN 934-6 zeskantmoer

6 ZSR 31 0850 M 8 × 50 DIN 931-5.6 zeskantschroefbout

7 ZSB 25 0840 B 8,4 DIN 125 ring

(Zie tabel 24: Langsaansla g.)

Page 98: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

98

onder delensuper 11 CD

Tabel 25: Dwarsaansla g

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

548 000 dwarsaanslag compleet

1 C4Z 010 010 aanslag

2 C4Z 010 020 blok

3 C3A 050 040 T-schroef

4 ZSB 25 0840 B 8,4 DIN 125 ring

5 ZMU 34 0800 M 8 DIN 934 zeskantmoer

6 ZRS 12 0620 M 6 X 20 DIN 912 inbusschroef

7 ZST 17 0860 M 8 X 60 DIN 417 draadeind

(Zie tabel 25: Dwar saansla g.)

Page 99: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

99

onder delen super 11 CD

(Zie tabel 26: V oetrem.)

Page 100: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

100

onder delensuper 11 CD

Tabel 26: Voetrem

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

584 750 voetrem compleet

1 C6Z 751 000 remstang

2 C6Z 530 020 verbindingsdeel

3 C6Z 750 030 duwstang

4 C6Z 530 040 instelbaar

5 C6Z 750 050 hefboom

6 C6Z 750 060 benedenas

7 C6Z 530 070 bovenas

8 C6Z 530 080 remschoen 50 Hz

9 C6Z 530 100 veerschroef

10 C6Z 530 110 buffer

11 C6Z 531 000 remhefboom

12 ZEL 21 2030 schakelaar

13 ZPG 10 0010 STP 13 kabelwartel

14 ZFD 50 0130 trekveer

15 ZFD 20 4279 drukveer

16 ZMU 34 0800 M 8 DIN 934-6 zeskantmoer

17 ZMU 34 0600 M 6 DIN 934-6 zeskantmoer

18 ZSR 84 0408 M 4 × 8 DIN 84 gleufkopschroef

19 ZMU 34 1200 M 12 DIN 934-6 zeskantmoer

20 ZSR 33 0812 M 8 × 12 DIN 933-5.6 zeskantschroefbout

21 ZSR 33 0816 M 8 × 16 DIN 933-5.6 zeskantschroefbout

22 ZSR 84 0425 M 4 × 25 DIN 84-4.8 gleufkopschroef

23 ZRG 71 1210 12 × 1 DIN 471 borgring

24 ZRG 71 1610 16 × 1 DIN 471 borgring

25 ZST 17 0612 M 6 × 12 DIN 417-5.8 stelschroef

26 ZHL 81 0520 5 × 20 DIN 1481 spanbus

27 ZSB 21 0430 A 4,3 DIN 9021 ring

28 ZSB 03 0607 607 – K3 nivelleerring

29

ZSB 12 1201 PS 12 × 18 × 0,1 pasring

ZSB 12 1203 PS 12 × 18 × 0,3 pasring

ZSB 12 1205 PS 12 × 18 × 0,5 pasring

30 ZSB 25 0840 B 8,4 DIN 125 ring

31 C6Z 530 120 tussenstuk

Page 101: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

101

onder delen super 11 CD

(Zie tabel 27: Con usliniaal.)

Page 102: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

102

onder delensuper 11 CD

Tabel 27: Conusliniaal

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

584 350 conusliniaal compleet

1 C6Z 350 010 conusslede

2 C6Z 350 020 dwarsslede

3 C6Z 350 030 langsslede

4 C6Z 350 040 liniaal

5 C6Z 350 050 glijblok

6 C6Z 350 060 excenter

7 C6Z 350 070 as

8 C6A 050041 klemschroef

9 C6Z 350 090 lager

10 C6Z 350 100 klem

11 C6Z 350 110 verbindingsstaf

12 C6Z 350 120 klemblok

13 C6Z 350 130 klemplaat

14 C6Z 350 140 instelstrip 1

15 C6Z 350 150 instelstrip 2

16 C6Z 350 160 afdekking

17 C6Z 350 170 wisserplaat

18 C6Z 350 180 vilten wisser

19 C6Z 350 190 graadverdeling

20 ZST 51 0510 M 5 × 10 DIN 551-5.8 instelschroef

21 ZMU 34 0500 M 5 DIN 934-5 zeskantmoer

22 ZLG 95 0001 geleiderol

23 ZRG 71 1610 W 16 × 1 DIN 471 borgring

24

ZSB 12 1601 PS 16 × 22 × 0,1 pasring 0,1

ZSB 12 1602 PS 16 × 22 × 0,2 pasring 0,2

ZSB 12 1603 PS 16 × 22 × 0,3 pasring 0,3

25 ZSR 12 0630 M 6 × 30 DIN 922-6.9 inbusschroef

26 ZSR 12 0820 M 8 × 20 DIN 912-8.8 inbusschroef

27 ZST 07 1232 12 m6 × 32 DIN 6325 passtift

28 ZSR 12 0812 M 8 × 12 DIN 912-6.9 inbusschroef

29 ZNA 76 0144 1,4 × 4 DIN 1476-4.6 klinknagel

30 ZSR 84 0408 M 4 × 8 DIN 84-4.8 gleufkopschroef

31 ZSR 84 0305 M 3 × 5 DIN 84-4.8 gleufkopschroef

32 ZSB 25 0320 A 3,2 DIN 125 ring

33 ZNA 77 0208 2 × 8 DIN 1477-4.6 verzonken nagel

34 ZST 06 0820 8 m6 × 20 DIN 7 passtift

35 ZSR 12 0816 M 8 × 16 DIN 912-6.9 inbusschroef

36 ZSR 12 0830 M 8 × 30 DIN 912-6.9 inbusschroef

37 ZST 16 0506 M 5 × 6 DIN 916-45H stelschroef

38 C4Z 030 030 geleidestift

Page 103: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

103

onder delen super 11 CD

39 D1Z 250 060 T-moer

40 C3A 050 050 drukveer

41 C3A 050 060 beitelklem

42 C3A 040 060 M 10 zeskantmoer

43 C3A 050 030 bolle ring

44 C6A 050 080 ring

45 C6A 050 080 aandrukstift

46 C3Z 010 030 T-moer

47 D1Z 250 190 noniusplaat

Tabel 27: Conusliniaal (ver volg)

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

Page 104: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

104

onder delensuper 11 CD

Tabel 28: Viervoudig e beitelhouder

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

584 190 viervoudige beitelhouder compleet

2 ZSR 29 1025 M 10 × 25 DIN 479-8.8 vierkantschroefbout

3 C3A 050 030 bolle ring

4 ZGF 50 8010 80 × M 10 GN 500 klemhefboom

5 C6Z 190 020 sleutel

(Zie tabel 28: Vier voudig e beitelhouder .)

Page 105: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

105

onder delen super 11 CD

Tabel 29: Snelwisselbeitelhouder

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

584 180 snelwisselbeitel-houder compleet

1 C6Z 180 040 ringsleutel 13

2 ZSR 31 0860 M 8 × 60 DIN 931-5.6 zeskantschroefbout

3 C6Z 180 020 T-moer

4 C6Z 180 030 tussenplaatje

5 ZSB 25 1050 B 10,5 DIN 125 ring

6 ZSB 25 0840 B 8,4 DIN 125 ring

7 ZSR 12 0520 M 5 × 20 DIN 912-6.9 inbusschroef

8 C6Z 181 020 stelknop

9 ZST 13 0525 M 5 × 25 DIN 913-45H draadeind

10 ZSR 13 0516 M 5 × 16 DIN 912-10.9 inbusschroef

11 ZWZ 11 0400 SW 4 DIN 911 inbussleutel

(Zie tabel 29: Snel wisselbeitelhouder .)

Page 106: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

106

onder delensuper 11 CD

Tabel 30: Meedraaiend center

stuk-nummer

referentie-nummer

DIN omsc hrijving

732 000 meedraaiend center compleet

1 B2Z 260 010 lagerhuis

2 B2Z 260 020 afdekschijf

3 B2Z 260 030 center

4 ZLG 06 0800 608 EL 8 groefkogellager

(Zie tabel 30: Meedraaiend center .)

Page 107: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

107

onder delen super 11 CD

Eénfasig e versie , blad +1DU1

(Zie tabel 31: Elektrisc he en electr onisc he onder delen in de éénfasig e versie .)

Page 108: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

108

onder delensuper 11 CD

Eénfasig e versie , blad +1DL1

(Zie tabel 31: Elektrisc he en electr onisc he onder delen in de éénfasig e versie .)

Page 109: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

109

onder delen super 11 CD

Tabel 31: Elektrisc he en electr onisc he onder delen in de éénfasig e versie

aanduidingreferentie-nummer

omsc hrijving

=1DA0.C1+1DL1-F1 ZEL 68 1312 automatische zekering éénpolig

=1DA0.C1+1DL1-F2

ZEK 22 2002 zekeringklem

ZEE 75 0084 zekering 2,5 A traag 6,3 × 32 CSA

ZEK 22 2002 zekeringklem

=1DA0.C1+1DL1-Q1 ZES 04 1121 hoofdschakelaar

=1DA0.C1+1DL1-T1 ZET 00 2260 scheidingstransformator

=1DA0.R1+1DL1-F1

ZEK 22 2002 zekeringklem

ZEE 75 0083 zekering 6,3 A traag 6,3 × 32 CSA

ZEK 22 2002 zekeringklem

=1DA0.R1+1DL1-F2

ZEK 22 2002 zekeringklem

ZEE 75 0083 zekering 6,3 A traag 6,3 × 32 CSA

ZEK 22 2002 zekeringklem

=1DA0.R1+1DL1-F3

ZEK 22 2002 zekeringklem

ZEE 75 0083 zekering 6,3 A traag 6,3 × 32 CSA

ZEK 22 2002 zekeringklem

=1DA0.R1+1DL1-K1 ZEL 63 0003 tijdgestuurd relais

=1DA0.R1+1DL1-K2 ZEL 63 0004 tijdgestuurd relais

=1DA0.R1+1DL1-K3 ZEL 53 3005 beschermingsschakeling

=1DA0.R1+1DL1-S1ZEL 40 1020 NOODSTOP-knop

ZEL 49 0020 contactblok

=1DA0.R1+1DL1-V1 ZEG 21 2504 bruggelijkrichter 400 V 25 A

=1DA0.R1+1DU1-S2ZEL 21 2030 schakelaar

ZEE 47 0231 rolhefboom

=1DA0.R1+1DU1-S6ZEL 21 2030 schakelaar

ZEE 47 0231 rolhefboom

=1DB1.D1+1DL1-K1 ZEL 53 3001 beschermingsschakelaar

=1DB1.D1+1DL1-K2 ZEL 53 3001 beschermingsschakelaar

=1DB1.D1+1DL1-Q1 ZEL 18 0030 richtingschakelaar

=1DB1.D1+1DL1-Q2 ZEL 18 0030 poolschakelaar

=1DB1.D1+1DU1-C1

ZKO 24 0600 condensator 60 µF

ZKO 23 4100 condensator 100 µF

ZKO 23 4150 condensator 160 µF

=1DB1.D1+1DU1-M1

ZMO 21 1230wisselstroommotor met poolschakeling 1,0 kW 230 V –

240 V, 50 Hz, 1

ZMO 21 1115wisselstroommotor met poolschakeling 1,0 kW 115 V,

60 Hz, 1, CSA

=1DG1.D1+1DL1-Q1 ZES 03 5202 schakelaar

=1DG1.D1+1DL1-Q2 ZES 03 5202 schakelaar

=1DG1.D1+1DL1-X10

ZEL 03 0010 behuizing met flens, female

ZEL 03 0011 behuizing met ring, male

ZEL 03 0012 kap met trekontlasting

Page 110: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

110

onder delensuper 11 CD

=1DG1.D1+1DU1-M2

ZMO 57 1115wisselstroom-asynchroonmotor 0,22 kW, 115 V, 60Hz, 1,

CSA

ZMO 57 1230wisselstroom-asynchroonmotor 0,22 kW, 220 V – 240 V,

50 Hz, 1

=1DG1.D1+1DU1-M3

ZMO 21 2240wisselstroom-asynchroonmotor 0,185 kW, 220 V – 240 V,

50 Hz, 1

ZMO 21 2115wisselstroom-asynchroonmotor 0,185 kW, 115 V, 60 Hz, 1,

CSA

Tabel 31: Elektrisc he en electr onisc he onder delen in de éénfasig e versie (ver volg)

aanduidingreferentie-nummer

omsc hrijving

Page 111: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

111

onder delen super 11 CD

Driefasig e versie , blad + 1DU1

(Zie tabel 32: Elektrisc he en electr onisc he onder delen in de driefasig e versie .)

Page 112: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

112

onder delensuper 11 CD

Driefasig e versie , blad + 1DL1

(Zie tabel 32: Elektrisc he en electr onisc he onder delen in de driefasig e versie .)

Page 113: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

113

onder delen super 11 CDTabel 32: Elektrisc he en electr onisc he onder delen in de driefasig e versie

aanduidingreferentie-nummer

omsc hrijving

=1DA0.C1+1DL1-F1 ZEL 68 3100 automatische zekering driepolig

=1DA0.C1+1DL1-F2

ZEK 22 2002 zekeringklem

ZEE 75 0084 zekering 2,5 A traag 6,3 × 32 CSA

ZEK 22 2002 zekeringklem

=1DA0.C1+1DL1-F3

ZEK 22 2002 zekeringklem

ZEE 75 0084 zekering 2,5 A traag 6,3 × 32 CSA

ZEK 22 2022 zekeringklem

=1DA0.C1+1DL1-Q1 ZES 04 1121 hoofdschakelaar

=1DA0.C1+1DL1-T1 ZET 00 2260 scheidingstransformator

=1DA0.R1+1DL1-F1

ZEK 22 2002 zekeringklem

ZEE 75 0083 zekering 6,3 A traag 6,3 × 32 CSA

ZEK 22 2002 zekeringklem

=1DA0.R1+1DL1-F2

ZEK 22 2002 zekeringklem

ZEE 75 0083 zekering 6,3 A traag 6,3 × 32 CSA

ZEK 22 2002 zekeringklem

=1DA0.R1+1DL1-F3

ZEK 22 2002 zekeringklem

ZEE 75 0083 zekering 6,3 A traag 6,3 × 32 CSA

ZEK 22 2002 zekeringklem

=1DA0.R1+1DL1-K1 ZEL 63 0003 tijdgestuurd relais

=1DA0.R1+1DL1-K3 ZEL 53 3005 beschermingsschakeling

=1DA0.R1+1DL1-S1ZEL 40 1020 NOODSTOP-knop

ZEL 49 0020 contactblok

=1DA0.R1+1DL1-V1 ZEG 21 2504 bruggelijkrichter 400 V 25 A

=1DA0.R1+1DU1-S2ZEL 21 2030 schakelaar

ZEE 47 0231 rolhefboom

=1DA0.R1+1DU1-S6ZEL 21 2030 schakelaar

ZEE 47 0231 rolhefboom

=1DB1.D1+1DL1-Q1 ZEL 18 0050 richtingschakelaar

=1DB1.D1+1DL1-Q2 ZEL 18 0030 poolschakelaar

=1DB1.D1+1DU1-M1

ZMO 21 3230draaistroommotor met poolschakeling 1,4 kW 200 V –

230 V, 60 Hz, 3, CSA

ZMO 21 3440draaistroommotor met poolschakeling 1,4 kW 400 V –

440 V, 50 Hz, 3

=1DG1.D1+1DL1-Q1 ZES 03 5202 schakelaar

=1DG1.D1+1DL1-Q2 ZES 03 5202 schakelaar

=1DG1.D1+1DU1-M2

ZMO 57 3220draaistroom-asynchroonmotor 0,3 kW, 200 V – 230 V,

60Hz, 3, CSA

ZMO 57 3400draaistroom-asynchroonmotor 0,3 kW, 400 V – 440 V,

50 Hz, 3

Page 114: GEBRUIKS- AANWIJZING gebruiksaanw...6 super 11 CD algemeen 1.4 Veiligheidsvoorschriften Spaanhaak gebruiken Spanen alleen bij uitgeschakelde machine en met een spaanhaak verwijderen.

Een uitgave van:VDH Machines & Gereedsc happen B.V .

Texasdreef 8

3565 CL UTRECHT(industrieterrein Overvecht)

telefoon: (030) 296 32 70telefax: (030) 293 66 00e-mail: [email protected]

website (URL): http://www.vdhbv.nl