Gebruikers Handleiding - Accueil MFM · Bij neuromusculaire aandoeningen bestaat behoefte aan items...
Transcript of Gebruikers Handleiding - Accueil MFM · Bij neuromusculaire aandoeningen bestaat behoefte aan items...
Motor Function Measure
bij neuromusculaire aandoeningen
Gebruikers Handleiding MFM-32 & MFM-20
Vertaling
Derde Franse Versie 2009
Nederlandse vertaling van de MFM: Ria Nijhuis-van der Sanden; Imelda de Groot en
de Nederlandse MFM studiegroep.
Franse editie Copyright : Carole Bérard, Françoise Girardot, Christine Payan et le Groupe d’étude MFM
Hospices Civils de Lyon, Unité de rééducation pédiatrique, Escale, [email protected]
2
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
CONSTRUCTIE
Vóór 1998 werd in L’Escale, een kinderrevalidatie afdeling verbonden aan het
gemeenteziekenhuis te Lyon, Frankrijk een Franse vertaling (Evaluation Motrice
Fonctionnelle Globale) van de Gross Motor Function Measure (Russell) gebruikt om
objectief de motorische mogelijkheden te evalueren van kinderen met
neuromusculaire aandoeningen zoals amyotrofische lateraal sclerose, spinale atrofie
of congenitale myopathieën, ondanks het feit dat deze test niet gevalideerd was voor
kinderen met deze aandoeningen.
Er werd besloten de GMFM niet te valideren voor neuromusculaire aandoeningen,
maar om een nieuwe schaal te maken waarbij wel het basisconstruct van de GMFM
als uitgangspunt diende.
De volgende overwegingen lagen aan dit besluit ten grondslag:
De GMFM is gebaseerd op het detecteren van bewegingsstoornissen die het
gevolg zijn van centrale stoornissen. Deze bewegingsstoornissen kennen hun
eigen specifieke karakteristieke kenmerken die verschillen van de kenmerken bij
neuromusculaire aandoeningen.
Slechts een klein aantal items in de GMFM richt zich op de vaardigheden van de
bovenste extremiteiten en geen enkel item richt zich op de distale motoriek.
Bij neuromusculaire aandoeningen bestaat behoefte aan items die axiale,
proximale en distale spierfuncties meten en die de mogelijkheid bieden de
veranderingen in motorische vaardigheden te meten bij kinderen in de
verschillende stadia van de ernst van de aandoening.
Tevens zou het aan te bevelen zijn als de schaal zowel voor kinderen als
volwassenen bruikbaar was.
In de eerste fase van het project werd door Sandrine Guinvarc’h een literatuurstudie
uitgevoerd. Zij concludeerde dat er geen geschikt valide instrument bestond om de
functionele motorische vaardigheden te evalueren bij volwassenen en kinderen met
neuromusculaire aandoeningen. Daarom werd besloten een nieuw instrument te
ontwikkelen dat gericht was op het evalueren van de functie van romp, bovenste en
onderste extremiteiten, dat gebruikt kon worden om de motorische functie te
evalueren in de tijd ondanks de toename in de ernst van de aandoening. De wens was
om in zijn algemeenheid één versie te ontwikkelen die bruikbaar was voor kinderen
en volwassenen.
De eerste experimentele versie van de test bevatte 75 items en was geschreven in het
engels en het frans. Bij deze versie behoorde een video. De test werd toegezonden
aan 166 teams, nationaal en internationaal. Er werden kritische kanttekeningen
CONSTRUCTIE, VALIDATIE EN ONTWIKKELING
3
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
ontvangen van 47 teams (revalidatie, neurologie en pediatrie), deze werden
geanalyseerd door de MFM onderzoeksgroep, die voor het eerst bijeenkwam in
september 1998. De eerste concept versie in het Frans bestond uit 51 items. In de
validatie studie, die tussen mei 2000 en februari 2001 plaats vond, participeerden 17
centra en 376 patientjes.
VALIDATIE VAN DE MFM-32
Op basis van deze studie werd een tweede definitieve versie samengesteld. In de
nieuwe validatie ronde (mei 2002 tot maart 2003) participeerden 303 patiënten in de
leeftijd van 6 tot 60 jaar met aandoeningen als Duchenne, Becker, limb-girdle
dystrofie, facio-scapulo-humorale vorm van dystrofie, myotone dystrofie etc. De
studie naar de sensitiviteit van de test werd uitgevoerd tussen oktober 2003 en juli
2004 bij 152 patiënten.
De resultaten van beide studies tonen aan dat de MFM beschikt over:
Een goede test-hertest, intra- en interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
Een goede constructvaliditeit
op basis van een factoranalyse zijn de dimensies geïdentificeerd
goede correlatie met andere meetinstrumenten
goede discriminatieve validiteit ten aanzien van de ernst van het
functieverlies
Gevoelig voor verandering na 1 jaar.
De resultaten van deze studies zijn internationaal gepubliceerd (Bérard).
ONTWIKKELING VAN DE MFM
DE VERSCHILLENDE EDITIES VAN DE FRANSE EN NEDERLANDSE
HANDLEIDING
De eerste editie van de Franse handleiding is verschenen in 2004. De tweede editie in
2006 bevatte een vereenvoudiging van de score instructies. De belangrijke
opmerkingen bij de instructies zijn in deze editie niet langer opgenomen in de
voetnoten maar in de tekst van de item beschrijvingen. De Franse versie van 2009 is
bijgesteld op basis van opmerkingen die in de scholingsbijeenkomsten met
professionals naar voren kwamen en op basis van de opmerkingen binnengekomen
via de website www.mfm-nmd.org. Voor de Nederlandse vertaling is gebruikgemaakt
van de Engelse versie (2006). Deze is in het Nederlands vertaald door beide auteurs
van de handleiding vervolgens terug vertaald vanuit Nederlands naar het Frans en in
consensus met de oorspronkelijke auteur Carole Berard is de formulering vastgesteld.
Het verdient de voorkeur deze laatste Nederlandse versie van 2009 te gebruiken met
een meer precieze beschrijving van de items, maar ook de voorgaande versies zijn
valide, omdat de score niet is gewijzigd. Deze Nederlandse vertaling is gebaseerd op
de Franse versie van 2009.
4
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
DE MFM-20
In 2006 bestond de behoefte ook een gevalideerde versie voor kinderen onder 6 jaar
te ontwikkelen. Een studie in 2007 op 4 plaatsen in Frankrijk bij 191 gezonde
kinderen maakte duidelijk dat de huidige MFM versie met 32 items niet gevalideerd
kon worden, omdat bepaalde items niet uitvoerbaar waren voor jonge kinderen omdat
hun psychomotorische ontwikkelingsniveau nog te kort schiet. Door de items te
verwijderen die niet door meer dan 80% van de kinderen konden worden uitgevoerd
bleef er een ingeperkte MFM test van 20 items over. Tussen maart 2008 en maart
2009, heeft een validatiestudie van de MFM-20 plaatsgevonden bij kinderen tot 7
jaar. Deze studie vond plaats in meerdere centra: Frankrijk (10 centra), Zwitserland
(1 centrum) en België (2 centra). Het betreft 88 kinderen met een neuromusculaire
aandoening. De gevoeligheid voor verandering wordt onderzocht in 2009-2010.
DE MFM-32 EN DE MFM-20 EN HUN EIGENSCHAPPEN
De MFM-32 en MFM-20 bevatten een numerieke meetschaal waarmee het
functionele motorische niveau kan worden gemeten bij patiënten met
neuromusculaire aandoeningen.
DE DIMENSIES
De dimensie waartoe ieder item behoort staat aangegeven in de handleiding en op het
score formulier. De MFM bevat 32 items ingedeeld in 3 domeinen.
D1: staan en transfers: 13 items
D2: Axiale en proximale motorische vaardigheden: 12 items
D3: Distale motorische vaardigheden: 7 items, waarvan er 6 betrekking hebben op de
bovenste extremiteit.
De MFM-20 bevat 20 items ingedeeld in 2 domeinen:
D1: staan en transfers: 8 items
D2 en D3: Axiale, proximale en distale motorische vaardigheden: 12 items.
in de vertaling is de Franse terminologie aangehouden. Volgens de ICF gaat het niet om het meten van het functionele
motorische niveau, maar om het meten van performance van gestandaardiseerde bewegingen.
KENMERKEN VAN DE SCHAAL
5
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
DE ITEMS
De items meten statische en dynamische activiteiten. De taken worden in rugligging,
zit of stand uitgevoerd. De items genummerd van 1 tot 32 zijn geordend in een
logische afname volgorde. Deze moet aangehouden worden tijdens de afname.
De items van de MFM-20 zijn aangegeven door toevoeging van het symbool . Deze
20 items betreffen de nummers: 1, 3, 4, 5, 6, 7, 9,10, 11, 12, 14, 18, 21, 22, 23, 24,
25, 27, 30 et 32.
Ieder item wordt gescoord in een 4-punts schaal. In de handleiding staat voor ieder
item gedetailleerd beschreven hoe de test moet worden uitgevoerd. Deze instructie
moet nauwkeurig gevolgd worden tijdens de afname.
Om de analyse van iemands prestatieniveau te vereenvoudigen, worden maximaal 2
componenten van een motorische functie betrokken bij het scoren van een item.
Bijvoorbeeld: bij een aantal items moet bij de testafname de bewegingsuitslag en het
uithoudingsvermogen gecontroleerd worden, bij andere items de positie van het
gewricht en de overgang van de ene positie naar de andere.
De patiënt die functionele beperkingen heeft als gevolg van één of meer
spiercontracturen, gewrichtscontracturen of pijn wordt op dezelfde wijze gescoord als
de patiënt die niet genoeg kracht heeft om de beweging volledig uit te voeren.
Gewrichtsbeperkingen beïnvloeden slechts bij enkele items de maximum score in
negatieve zin.
Voor alle items is de score beschreven in de handleiding bij de itemafname.
De generieke score is als volgt gedefinieerd:
0: kan de taak niet uitvoeren of kan de uitgangspositie niet innemen/handhaven
1: kan de taak deels uitvoeren
2: voert de beweging uit maar niet over de volledige bewegingsbaan of voert de
beweging wel uit over de gehele bewegingsbaan maar de uitvoering is niet
conform de beschrijving (compensatie bewegingen, kan de houding niet
handhaven, traagheid, ongecontroleerde bewegingen)
3: voert de taak volledig uit op een “normale”wijze: de beweging wordt
gecontroleerd, in de juiste richting uitgevoerd in een constant tempo.
Als een patiënt een item weigert, als een item vergeten is of als de
onderzoekscondities niet toelaten het item veilig uit te voeren omdat de startpositie
niet bereikt kan worden, bedraagt de score voor het item 0. Indien er sprake is van
een weigering kan dit genoteerd worden als opmerking op het score formulier. Een
score 1 betekent dat de taak maar gedeeltelijk is uitgevoerd. Dit kan het gevolg zijn
van contracturen, spierzwakte of pijn of omdat de noodzakelijke positie niet lang
genoeg kon worden volgehouden. Bij de meeste items betekent score 2 dat de
beweging alleen kan worden uitgevoerd met compensatie bewegingen, of dat de
beweging erg traag verloopt, of dat de houding niet lang genoeg kan worden
gehandhaafd of dat de beweging niet over de volledige bewegingsbaan wordt
uitgevoerd.
6
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
Een score 3 komt overeen met een normale score.
Bij ieder item mag de patiënt twee pogingen uitvoeren. De tester moedigt aan een
tweede poging te ondernemen als hij inschat dat de patiënt de prestatie kan
verbeteren, eventueel door de instructie te wijzigen. De beste score 2 wordt gebruikt
als definitieve score.
DE ZIEKTEBEELDEN WAARVOOR DE MFM BRUIKBAAR IS
Buiten de ziektebeelden die vertegenwoordigd zijn in de uitgevoerde validatiestudies
kan de test ook gebruikt worden voor de longitudinale evaluatie van de functionele
mogelijkheden van personen met een vergelijkbaar musculair ziektebeeld. Buiten het
feit dat de resultaten gebruikt kunnen worden voor publicaties en toekomstige
validatie, is de test bruikbaar voor klinische evaluatie binnen de patiënt. Het
instrument staat ter beschikking, het gebruik door professionals kan de
toepasbaarheid vergroten.
TRAINING IN HET GEBRUIK VAN DE MFM
Om vertrouwd te raken met de afname en score van de MFM is een training van
belang. De training bestaat uit een hoorcollege en een trainingsdag met behulp van
videobeelden. Tussen juni 2004 en November 2009 hebben meer dan 470
therapeuten, met name fysiotherapeuten,ergotherapeuten en revalidatie artsen de
training gevolgd. Deze richt zich met name op de psychometrische eigenschappen
van de test en de betrouwbare afname en de wijze van scoren. Om de correcte afname
van de test te toetsen wordt aan het eind van de cursus een validatie toets afgenomen.
De score op deze test is een indicatie voor de betrouwbaarheid van de testscores in de
kliniek en voor onderzoek.
Het wordt aangeraden voor de toets minimaal 2 kinderen in een proefsituatie te
testen, voordat je de testwaardes meeneemt in het onderzoek. Actualisatie van de test
competenties kan plaatsvinden door analyse van de video clips op de internet site
www.mfm-nmd.org. De therapeut kan de gewenste sessies “quiz compétences”
uitvoeren, zo vaak als hijzelf nodig acht. Als men deel wil nemen aan een klinisch
onderzoek is het vereist een minimale score van 8 te behalen in 2 “competency quiz”.
7
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
MATERIAAL
Bij de testafname moet de tester ervoor zorgen dat de handleiding en een
scoreformulier aanwezig zijn. Het noodzakelijk materiaal moet voor de test aanwezig
zijn en bij herhaling van de test moeten dezelfde materialen gebruikt worden. Als het
noodzakelijk is het materiaal te vervangen moet dit op het testformulier vermeld
worden om hiermee rekening te kunnen houden bij herhaling van de meting op een
later tijdstip.
De volgende testmaterialen zijn noodzakelijk:
Een oefenmat of een grote onderzoekstafel
Kussens om het hoofd en/of de ledematen te kunnen ondersteunen
Een in hoogte verstelbare tafel. De hoogte van de tafel dient zodanig te worden
ingesteld dat de patiënt met de onderarmen op het tafelblad kan leunen terwijl de
ellebogen in 90 graden flexie zijn
Een in hoogte verstelbare stoel. De stoelhoogte is zodanig ingesteld dat de patiënt
kan zitten met de voeten plat op de grond en heupen en knieën in 90 graden.
Een gymzaal of andere ruimte met voldoende afmeting om 10 meter vrij te lopen
Een lijn op de vloer: 2 cm breed en 6 meter lang
Een stop-watch
Een antislip matje
Tape om een lijn op de vloer te plakken (2 cm breed)
Een CD of CD-ROM, die op een stuk karton gelijmd is
10 munten met een diameter van 20 mm en 2 mm dik (10 eurocent)
een tennisbal
een viltstift of potlood
Een vel papier van A4 formaat (70 of 80 gr.)
KLEDING EN ORTHESEN
De kleding mag niet belemmerend zijn voor het uitvoeren van de bewegingen en de
observatie door de onderzoeker (ondergoed of een korte broek en T-shirt). De MFM
moet worden afgenomen met blote voeten, als de het dragen van schoenen
noodzakelijk is moet dit gezien worden als het dragen van orthesen. Als een korset
onontbeerlijk is dan worden de items 9, 10, 11 en 13 als 0 gescoord. De overige items
mag hij met korset proberen uit te voeren. Het dragen van orthesen is niet toegestaan
bij het scoren van de onderste extremiteiten bij het staan lopen of de transfers.
HET POSITIONEREN IN DE UITGANGSPOSITIE
TESTAFNAME VAN DE MFM
8
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
De uitgangspositie is van belang bij de score. Als het niet mogelijk is de juiste
uitgangspositie in te nemen moet het item als 0 gescoord worden. De uitgangspositie
is vastgelegd in de tekst bij ieder item in de paragraaf « uitgangspositie».
De patiënt wordt op de mat of de test tafel neergelegd voor de items 1 tot 10
eventueel met hulp, maar hij moet zelf de uitgangspositie kunnen handhaven. De
kwalificatie « comfortabel » betekent dat er mogelijk kussens gebruikt kunnen
worden om de uitgangspositie beter te kunnen innemen, maar mogen nooit gebruikt
worden om de uitgangspositie van het te testen lichaamsdeel te realiseren. Gebruik
ook geen rolstoelen met verschillende instellingsmogelijkheden. De patiënt moet zelf
kunnen zitten op een mat of een stoel of op blote voeten kunnen staan voor de items
11,12 en 24 tot 32. Een patiënt die niet zelfstandig de houding kan handhaven krijgt
een score 0 voor deze 11 items. Voor de items 14 tot 23 mag de patiënt in de rolstoel
blijven zitten. De tester moet dan wel de armleuningen en het werkblad verwijderen
zodat de patiënt kan aanschuiven bij de tafel die op de juiste hoogte is afgesteld.
HET AANTAL POGINGEN VOOR HET SCOREN PER ITEM
Bij ieder item staat aangegeven welke taak uitgevoerd moet worden om een
maximale score te behalen. De therapeut geeft instructies aangepast aan de
verschillende scoringsniveaus, de verwachtte prestatie, de leeftijd en de aanwezige
functionele mogelijkheden. Voor iedere score bij elk item mogen twee pogingen
gebruikt worden. Stel een tweede poging voor tijdens de meting als je als tester
verwacht dat er een betere score behaald kan worden bij de tweede poging. Noteer de
hoogste score. Bij twijfel of de hogere score wel behaald is wordt de laagste score
genoteerd: de score dus waarvan de tester zeker is dat deze behaald is. Bij alle items
zijn alle strategieën die de patiënt gebruikt toegestaan, mits dit niet de precisie van de
beschreven uitvoering beïnvloedt.
PROCEDURE
Het is niet toegestaan om de patiënt bij het uitvoeren van de taken manueel te
ondersteunen tenzij dit in de handleiding staat aangegeven. Het is wel van belang dat
de tester de patiënt aanmoedigt en stimuleert om een zo goed mogelijke score te
behalen. Dit kan door het geven van mondelinge informatie, door de bewegingen te
demonstreren of door de bewegingen te laten voelen. Deze demonstraties worden niet
meegeteld in de twee toegestane pogingen, die meetellen in de score. Bijvoorbeeld:
bij de items 19 en 22 dient het tafelblad horizontaal te worden aangeboden. Patiënten
die echter gebruik maken van een hoofdsteun kunnen beter op het blad kijken als dit
wat schuiner wordt afgesteld. In een dergelijk geval mag de patiënt eerst de taak
oefenen met goed zicht op het blad maar als de taak gescoord wordt moet het blad
weer horizontaal worden afgesteld en de patiënt moet zelfstandig het hoofd kunnen
ophouden.
9
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
Tijdens de gehele testafname moet de tester alert zijn en rekening houden met val
risico tijdens het uitvoeren van taken die voor de patiënt tot de grenzen van zijn
mogelijkheden behoren. Tijdens de validatiestudie is overigens gebleken dat de
meeste patiënten een goede inschatting kunnen maken van hun motorische
mogelijkheden en weigeren om taken uit te voeren die risico’s voor zichzelf met zich
meebrengen. Tijdens de validatiestudie bleek slechts in 14% van de gevallen een
betere prestatie geleverd te worden na intensieve aanmoediging.
De hele test moet zoveel mogelijk in één sessie worden afgenomen. Als dit niet
mogelijk is, doordat bijvoorbeeld vermoeidheid een grote rol invloed gaat hebben op
de score, in maximaal 2 sessies die niet meer dan 7 dagen uit elkaar mogen liggen.
De gemiddelde testafname duurt 30-40 minuten, maar is afhankelijk van de
medewerking van de patiënt.
VOLGORDE VAN DE ITEMS EN WIJZE VAN SCORE
De test moet worden afgenomen in de beschreven volgorde en als dit niet mogelijk is
moet dit aangegeven worden op het score formulier pagina 5. Voor de testitems die
met één lichaamshelft worden uitgevoerd (items 3, 4, 5, 7, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 26
et 31) geldt dat de patiënt bij de start van een test item zelf mag kiezen of hij dit item
rechts dan wel links wil uitvoeren. Als de tester dit wenselijk acht of als de patiënt
erom vraagt kan ook een test item in zijn geheel (twee trials voor iedere score per
lichaamszijde) met de andere lichaamszijde herhaald worden; de beste score wordt
dan genoteerd. Bij een aantal aandoeningen zijn de uitvoeringen rechts en links
geheel verschillend. Dan kan besloten worden beide zijden te testen om deze met
elkaar te kunnen vergelijken. Voor de items 18, 19 en 26, zijn 2 pogingen mogelijk
voor elke zijde en elk scoringsniveau. De beste score wordt dan genoteerd voor het
optellen van de eindscore. De score aan de contralaterale zijde wordt genoteerd op
het score formulier bij « opmerkingen ».
SCOREFORMULIER
Er zijn scoreformulieren beschikbaar in het Engels, Spaans, Frans en Portugees via
internet www.mfm-nmd.org. Het Nederlands formulier en de Nederlandse
handleiding zullen ook via internet beschikbaar komen. De ruimte voor «
opmerkingen » op het score formulier is te gebruiken om specifieke observaties
tijdens de testafname van de MFM te noteren. Deze zijn te gebruiken bij de
interpretatie van de testscores en de longitudinale evaluatie.
BEREKENEN VAN DE TESTSCORES EN DATABANK
10
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
BEREKENING VAN DE TESTSCORES
Door de itemscores op te tellen kan een totaal score berekend worden. De resultaten
worden uitgedrukt in een percentage van de maximaal te behalen score, waardoor
vergelijking tussen individuen en groepen mogelijk is. De domeinscores worden
berekend door de scores op de items behorend bij dat domein op te tellen, te delen
door het totaal aantal items voor dat domein en te vermenigvuldigen met 100: zo
wordt per domein een percentuele score berekend. De totaalscore komt overeen met
de totaal score op alle items (totaal score van alle drie de domeinen) gedeeld door 96
en vermenigvuldigd met 100. Om het aflezen van de resultaten te vereenvoudigen en
het beloop van de functionele motorische vaardigheden beter te kunnen evalueren
kunnen de resultaten grafisch worden weergegeven in een excell sheet, te verkrijgen
via de site www.mfm-nmd.org. (zie voorbeeld aan het eind van deze handleiding).
DATABANK VAN DE MFM
Sinds 2007 worden de resultaten van MFM scores van iedere patiënt met een
neuromusculaire aandoening of de verdenking daarop en bij wie de test is afgenomen
opgeslagen in de databank van de MFM. Deze is opgezet in samenwerking met D.
Hamroun en C. Béroud in Montpellier (INSERM U827, directeur M.Claustres) die de
database coördineren (UMD: Universal Mutation Database). De databank van de
MFM is gratis toegankelijk voor verschillende centra die evaluaties uitvoeren en
biedt elke geaccrediteerde clinicus of therapeut de gelegenheid data toe te voegen of
te consulteren. De database is geautoriseerd door de CNIL (Commission Nationale de
l’Informatique et des Libertés). De wijze van functioneren en de beheersaspecten zijn
vastgelegd in een reglement dat te consulteren is via de site www.mfm-nmd.org.
Direct na de publicatie van de studie resultaten en de presentatie op verscheidene
internationale congressen zijn talloze contacten gelegd in 5 continenten. Een correcte
vertaling en een goede samenwerking zijn de beste garanties voor homogeniteit van
de scores en reproduceerbaarheid van de resultaten. Om de vertaling te valideren is
een tegenvertaling van belang en een validatie workshop met de locale
samenwerkende partners. Tijdens de workshop, worden de teksten bij de items met
behulp van video’s gecontroleerd. Het gebruik van de MFM door een groot aantal
clinici moet het inzicht in het beloop van de functionele mogelijkheden van personen
met een neuromusculaire aandoening en het onderzoek in de kliniek versterken.
BESCHIKBARE INTERNATIONALE VERTALINGEN
INTERNATIONALE UITBREIDING
11
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
De Engelse vertaling is gevalideerd en gepubliceerd in de zomer van 2006 (6), een
elektronische versie is geactualiseerd in 2009 en is beschikbaar op de site. De
Spaanse versie is gevalideerd en uitgegeven in 2007 (7). De Nederlandse versie is
gevalideerd in 2008 en wordt uitgegeven in 2010 als de validatie van de MFM-20
gereed is. De Portugese versie is gevalideerd in Brazilië in 2009. Alle versies zijn
beschikbaar via de internet site www.mfm-nmd.org. Andere versies (Italiaans, Turks
…) worden op dit moment vertaald. Als er teams zijn die behoefte hebben aan een
vertaling kunnen zij contact op nemen met [email protected] om te
voorkomen dat er dubbel werk wordt uitgevoerd.
EEN REFERENT PER LAND
Er wordt naar gestreefd één referent per land te benoemen. Daarnaast worden per
land op de site de personen vermeld die geschoold zijn in de MFM. Een jaarlijkse
bijeenkomst van referenten kan garanderen dat de MFM afstemming goed verloopt.
DE WEBSITE: www.mfm-nmd.org
Sinds 2007 wordt de verspreiding van de MFM en informative uitwisseling over de
MFM gerealiseerd via de website www.mfm-nmd.org. De site is uitgewerkt in 3
talen: Frans, Engels en Spaans. Op de site staat alle informatie over de geschiedenis
van de MFM, de actuele ontwikkelingen, de
publicaties, de onderzoeksprojecten, de trainingsmogelijkheden met vermelding van
data en plaats. De handleiding en de scoreformulieren zijn gratis te downloaden in de
verschillende talen. Er is een scholingsmodule om de competenties te actualiseren en
stelt beginnende therapeuten in staat de handleiding te leren kennen, en de scores te
berekenen voor de MFM van de personen gepresenteerd in de video clips. Door
middel van feedback op de scores wordt inzicht verkregen in de competenties als
gebruiker van de MFM.
De tekst van de eerste concept versie is vertaald uit de Engelse “Users Manual” uit
2006. Deze Engelse vertaling is gebaseerd op de Franse versie uit 2002. Deze
Engelse vertaling verschilde in enige mate van de Franse versie om het woordgebruik
eenvoudiger en meer samenhangend te maken. De keuzen die gebruikt zijn bij de
vertaling van het Frans naar het Engels zijn te raadplegen op de AMF website:
www.afm-france.org. Vervolgens is de Nederlandse conceptversie uit 2006
terugvertaald naar het Engels en Frans.
In 2008 is een validatie bijeenkomst gehouden met de Franse ontwerpers. Tijdens
deze sessie zijn de items met behulp van video opnamen getoetst. Het bleek dat de
NEDERLANDSE VERSIE
12
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
Engels versie meer afweek dan wenselijk. Daarop is de concept versie in 2009
nogmaals getoetst aan de hand van de Franse versie. Er is voor gekozen zo dicht
mogelijk bij de Franse versie te blijven en alleen wijzigingen zoals vastgesteld en
goedgekeurd tijdens de validatie bijeenkomst door te voeren. Dit heeft geresulteerd in
de huidige versie.
De contactpersoon voor Nederland is Dr. Imelda de Groot, revalidatiearts in het
UMC St Radboud. Samen met prof.dr. Ria Nijhuis-van der Sanden, leidt zij de
Nederlandse studiegroep van de MFM.
De leden van deze studiegroep zijn Merel Jansen, UMC ST Radboud, Annemiek
Sagius en Cora van den Heuvel, St Maartenskliniek; Karel Pelger, Mytylschool
Gabriël Den Bosch; Anton Comuth, revalidatiecentrum Adelante (Franciscusoord).
Zij zijn allen aanwezig geweest bij de validatie bijeenkomst en hebben een
accreditatietoets gedaan. Zij hebben gezamenlijk de laatste versie van de handleiding
vastgesteld en gaan cursussen verzorgen in Nederland.
De validatie van de MFM-32 is het resultaat van een vruchtbare intensieve
samenwerking met Franse teams, een Zwitsers team en een groot aantal studenten,
die talloze personen getest hebben. We willen de volgende personen graag bij naam
noemen: M. Fournier-Méhouas, arts en V. Tanant, fysiotherapeut in l’Hôpital de
l'Archet,Nice; F. Beltramo,arts en C Marchal en C. Capello, fysiotherapeuten in
l’Hôpital Brabois, Nancy; D. Fort, arts en M. Desingue, fysiotherapeut in Centre de
Rééducation Enfants, Flavigny sur Moselle; C. Bérard, arts, I. Hodgkinson, arts, F.
Girardot en F. Locqueneux, fysiotherapeuten in l'Escale, Hospices civils de Lyon; J.
Lachanat, arts en D. Denis, fysiotherapeut bij la Fondation Richard, Lyon; J. Nielsen,
arts, C. Glardon en S. Igolen-Augros, fysiotherapeuten in l’Hôpital Orthopédique, de
Lausanne, Suisse; A. Fares, arts, G. Le Claire, arts, J.L. Le Guiet, arts, D. Lefeuvre-
Brule, fysiotherapeute in Centre de Kerpape,Ploemeur; J.Y. Mahé, arts en C. Nogues,
fysiotherapeut in Centre de Pen Bron, La Turballe; L. Feasson, arts en A. Jouve,
fysiotherapeut in l’Hôpital Bellevue, Saint Etienne; M. Schmuck, arts bij Service de
Soins à Domicile, Roanne; P. Kieny, arts en G. Morel, fysiotherapeut in la Résidence
la Forêt, Saint Georges sur Loire; J.A. Urtizberea, arts, C. Themar Noel,arts, F.
Cottrel, arts, V. Doppler, arts en J. Paulus, fysiotherapeut in l’Institut de Myologie,
Hôpital Pitié-Salpêtrière, Paris; F. Vandenborre,arts en C. Pastorelli, fysiotherapeut in
l’Hôpital Raymond Poincaré, Garches; I. Desguerre, arts in het l’Hôpital Saint-
Vincent de Paul, Paris; E. Boulvert, arts in Centre de rééducation Petit Tremblay,
Corbeil-Essonnes; B. Pialoux,arts, P. Gallien, arts en F. Letanoux, fysiotherapeut in
Centre Hospitalier Régional Pontchaillou, Rennes; P. Dudognon,arts, J.Y. Salle, arts,
F. Parpeix en P. Morizio, fysiotherapeuten in Centre Hospitalier Universitaire
Dupuytren, Limoges; V. Bourg en B. Moulis-Wyndels,fysiotherapeuten in Centre
DANKWOORD
13
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
Paul Dottin, Ramonville Saint Agne; M. Marpeau,arts, F.Barthel, arts, D. Trabaud, D.
Rouif en M Vercaemer, fysiotherapeuten in Centre St Jean de Dieu, Paris; G.
Viet,arts en B. Degroote, fysiotherapeut in l’Hôpital Swinghedaw, Lille; A.
Carpentier, arts en I. Bourdeauducq, fysiotherapeut in Centre Marc Sautelet,
Villeneuve d'Ascq.
De hulp van Jacques Paulus en Alain Jouve is vele malen nodig geweest.
Wij hebben de samenwerking met Christine Payan, AFM, Institut de myologie
Hôpital Pitié-Salpétrière Paris en Jacques Fermanian van het département de bio
statistiques de l’Hôpital Necker Paris enorm gewaardeerd, zij hebben een belangrijke
bijdrage geleverd aan de methodologie.
Wij zijn dank verschuldigd aan allen die een bijdrage hebben geleverd aan de derde
editie met name: Dominique Vincent-Genod en Françoise Locqueneux.
De ontwikkeling van de MFM is mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van
de Association Française contre les Myopathies, met participatie van het département
des Affaires Médicales en van het département des Recherches et Thérapeutiques.
Niets was mogelijk geweest zonder de deelname van alle personen die meegedaan
hebben aan de validatie studies.
14
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
Russell D, Rosenbaum P, Cadman D, Gowland C, Hardy S, Jarvis S.The Gross motor
Function Measure : a means to evaluate the effects of physical therapy.
Developmental medicine and Child Neurology 1989;31:341-352.
Guinvarc’h S. Une échelle internationale de mesure de la fonction motrice pour les
maladies neuromusculaires. Mémoire de DEA, Université de Bourgogne, 1998.
Guinvarc’h S., Bérard C., Calmels P. Affections neuromusculaires. In Guide des
outils de mesure et d’évaluation en médecine physique et réadaptation. Eds
F.Bethoux, P.Calmels. Ed Frison-Roche, Paris 2003. pages 269-283.
Bérard C, Payan C, Hodgkinson I, Fermanian J, and the MFM collaborative study
group. A motor fonction measure scale for neuromuscular diseases. Construction and
validation study. Neuromuscular Disorders (2005) 15 :463-470
Bérard C, Payan C, Fermanian J, Girardot F et le groupe d’étude MFM. La Mesure de
Fonction Motrice, outil d’évaluation clinique des maladies neuromusculaires. Etude
de validation. Revue de Neurologie (2006) 162:485-493
Vuillerot C, Girardot F, Payan C, Fermanian J, Iwaz J, De Lattre C, Bérard C.
Monitoring changes and predicting loss of ambulation in Duchenne muscular
dystrophy with the Motor Function Measure. Developmental Medicine and Child
Neurology 2010; 52 (1):60-65.
LITERATUUR
15
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
8
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
16
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
1. Rugligging, hoofd in middenlijn
Uitgangspositie
Leg de patiënt op de mat of onderzoekstafel met de armen en benen in een
comfortabele uitgangspositie. De tester legt het hoofd in de middenlijn. Dit wil
zeggen dat het hoofd in het sagittale vlak noch in extensie noch in flexie ligt, in het
frontale vlak niet zijwaarts gebogen (ogen op hetzelfde niveau in het frontale vlak) en
er is geen sprake van zijwaartse rotatie (uitgelijnd in het transversale vlak).
Taak Vraag de patiënt het hoofd 5 seconden in het midden te houden en daarna als je “ja”
zegt het hoofd volledig van rechts en dan naar links (of links naar rechts) te draaien
en terug naar het midden.
Richtlijn voor het scoren
“Het hoofd volledig draaien” betekent dat het oor de mat of de tafel raakt. Alleen het
draaien van de ogen is een score 0. Als (een deel) van de romp meedraait dan is de
score gelimiteerd tot 2.
Men kan een bij een kind een speeltje aan iedere zijde gebruiken om de juiste
beweging uit te lokken.
0 : kan het hoofd niet 5 seconden in de middenlijn handhaven en/of kan het
hoofd niet draaien
1 : houdt het hoofd 5 seconden in de middenlijn en draait het gedeeltelijk
minimaal naar één zijde
2 : houdt het hoofd 5 seconden in de middenlijn en draait het volledig naar de
ene en de andere zijde met moeite
3 : houdt het hoofd 5 seconden in de middenlijn en draait het volledig naar de
ene en de andere zijde
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D2
MFM-20
17
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
2. Rugligging
Uitgangspositie
Leg de patiënt op de mat of onderzoekstafel met de armen en benen in een
comfortabele uitgangspositie. De tester legt het hoofd in de middenlijn. Dit wil
zeggen dat het hoofd in het sagittale vlak noch in extensie noch in flexie ligt, in het
frontale vlak niet zijwaarts gebogen (ogen op hetzelfde niveau in het frontale vlak) en
er is geen sprake van zijwaartse rotatie (uitgelijnd in het transversale vlak).
Taak Vraag de patiënt het hoofd 5 seconden omhoog te houden. Er mag bij het omhoog
houden geen contact meer zijn van het hoofd met de onderlaag.
Richtlijn voor het scoren
De tester kan de patiënt vragen naar een voorwerp te kijken dat langzaam in de
richting van de voeten bewogen wordt.
Indien de kin naar beneden bewogen wordt door alleen de mond te openen is dit een
score 0. Om score 1 te behalen moet er enige beweging in het hoofd waarneembaar
zijn in de flexie richting doordat de kin omlaag gaat (met gesloten mond) of naar
voren bewegen van het hoofd. Om score 2 te behalen moet de tester de hand onder
het opgeheven hoofd kunnen schuiven.
0 : initieert geen nek flexie
1 : initieert nekflexie, maar tilt het hoofd niet op
2 : tilt het hoofd op maar kan deze positie geen 5 seconden volhouden
3 : houdt het hoofd 5 seconden omhoog
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D2
18
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
3. Rugligging hoofd in middenlijn
Uitgangspositie
Leg de patiënt op de mat of onderzoekstafel (niet in de rolstoel) met de armen in een
comfortabele uitgangspositie en de benen zoveel mogelijk in gestrekte positie met
heupen, knieën en voeten in een rechte lijn. Er mogen kussens gebruikt worden voor
het niet te testen been. De patiënt mag met de armen de benen niet raken.
Taak Vraag de patiënt één knie naar de borstkast te heffen (zelf kiezen).
Richtlijn voor het scoren
Veranderen van positie vanuit kikkerstand over de onderlaag naar een positie met de
voeten plat op de onderlaag of het gebruik maken van het andere been resulteert in
een score 0. Om score 1 te behalen moet de patiënt de flexiebeweging initiëren
( 100). Voor een score 1 en 2 kan de beweging uitgevoerd worden terwijl de voet
contact houdt met de onderlaag; een patiënt met een contractuur van de knie of de
heup krijgt een score die gerelateerd is aan de bewegingsuitslag van startpositie naar
eindpositie. Om score 2 te behalen moet de beweging die uitgevoerd wordt tussen 100
en 900 bedragen. Om score 3 te behalen moet de flexie beweging uitgevoerd worden
terwijl de romp en het bekken op de onderlaag blijven.
Men kan een bij een kind een speeltje gebruiken om de juiste kniebeweging uit
te lokken.
0 : initieert geen beenflexie
1 : initeert beenflexie in heup of knie (<10°)
2 : gedeeltelijk beenflexie in heup en knie (<90°) of de voeten blijven geheel of
gedeeltelijk in contact met de onderlaag tijdens de been flectie
3 : heup en knie worden meer dan 90° geflecteerd, waarbij de voeten of benen
geen contact hebben met de onderlaag over de hele bewegingsbaan
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D2
MFM-20
19
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
4. Rugligging: één been wordt ondersteund door de tester
Uitgangspositie
Leg de patiënt op de mat of onderzoekstafel. Eén been naar keuze van de patiënt
wordt ondersteund door de tester zodat de heup en de knie in ongeveer 900 flexie zijn.
Het onderbeen wordt parallel gehouden aan de onderlaag en de voet hangt in plantair
flexie zonder ondersteuning.
Taak Vraag de patiënt de voet zo ver mogelijk op te trekken.
Richtlijn voor het scoren
De dorsaal flexie van de voet mag zowel met een varus- als valgusstand van de voet
gepaard gaan. Als de voet niet in de plantairflexie richting kan bewegen, is de
maximumscore beperkt tot 2.
Men kan bij een kind een speeltje gebruiken en de voet aanraken om de
beweging uit te lokken.
0 : kan geen dorsaal flexie beweging van de voet of een extensie beweging van
de tenen initiëren
1 : alleen extensie van de tenen waarneembaar
2 : gedeeltelijke dorsaalflexie in de enkel maar bereikt niet 900
ten opzichte van
het onderbeen
3 : beweegt de voet van plantairflexie naar dorsaalflexie tot minimaal 900
ten
opzichte van het onderbeen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D3
MFM-20
20
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
5. Rugligging
Uitgangspositie
Leg de patiënt op de mat of onderzoekstafel in rugligging met de benen in een
comfortabele uitgangspositie. De armen liggen langs het lichaam met de vingers en
handen in contact met de onderlaag (indien mogelijk).
Taak Vraag de patiënt één zelfgekozen hand op de tegenoverliggende schouder te leggen.
Richtlijn voor het scoren
De schouder ligt in één lijn met de laterale zijde van de bovenarm (geen pro- of
retractie). Het is niet toegestaan de mond of de andere arm te gebruiken (score 0).
Voor een score 1, mogen de vingers of de hand niet in contact zijn met de onderlaag
bij het starten van de taak (hand moet opgetild worden), de tegenoverliggende
schouder kan niet bereikt worden. Om score 2 te behalen moet in ieder geval de
tegenoverliggende schouder bereikt worden, maar de patiënt gebruikt zijn hand om
langs de romp te krabbelen, of hij draait de romp, of de beweging wordt
ongecontroleerd uitgevoerd. Om score 3 te behalen moet de arm over de hele
bewegingsbaan geheven worden (geen contact onderlaag), terwijl de romp in contact
blijft met de onderlaag.
Men kan een bij een kind een speeltje gebruiken om de hand beweging uit te
lokken.
0 : kan de hand en de elleboog niet opheffen
1 : kan de beweging deels uitvoeren en heft in ieder geval de hand en elleboog
van de onderlaag
2 : kan de hand en de elleboog heffen en beweegt naar de tegenoverliggende
schouder maar gebruikt compensatie bewegingen
3 : heft de hand en elleboog naar de tegenoverliggende schouder
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D2
MFM-20
21
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
6. Rugligging, benen licht gebogen, patella wijst
naar boven, voeten op de mat, op heupbreedte
Uitgangspositie
Leg de patiënt op de mat of onderzoekstafel met de armen in een comfortabele
positie, niet tegen het lichaam aan. De benen zijn gebogen, de knieschijven
wijzen naar boven en de voeten steunen op de onderlaag (heupbreedte).
Taak Handhaven van de uitgangspositie en vraag de patiënt vervolgens het bekken van de
onderlaag te tillen met wervelkolom, bekken en heupen in een gestrekte lijn.
Richtlijn voor het scoren
Het is niet toegestaan bij het handhaven van de uitgangspositie de voeten te spreiden
voorbij heupbreedte en de knieën tegen elkaar te laten steunen, dan score 0.
Om score 2 te behalen moet de tester minimaal met de vlakke hand onder de billen
door kunnen schuiven, maar de extensie in de heupen is niet volledig; de voeten
mogen tegen elkaar gesloten worden.
Men kan bij een kind een speeltje gebruiken om onder “het bruggetje” door te
rijden en zo de beweging uitlokken.
0 : kan de uitgangspositie niet 5 seconden handhaven met de benen gebogen,
de knieschijven wijzen omhoog en de voeten steunen op de onderlaag
(heupbreedte)
1 : kan de uitgangspositie minimaal 5 seconden handhaven, de benen gebogen,
de knieschijven wijzen omhoog en de voeten steunen op de onderlaag
(heupbreedte), maar het bekken kan niet opgetild worden
2 : kan de uitgangspositie minimaal 5 seconden handhaven, kan deels het
bekken optillen (geen contact meer met de onderlaag), de voeten hoeven bij
het optillen niet op heupbreedte te staan
3 : kan de uitganspositie minimaal 5 seconden handhaven en kan het bekken
optillen: de wervelkolom, het bekken en de bovenbenen vormen één lijn
terwijl de voeten op heupbreedte blijven staan
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D1
MFM-20
22
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
7. Rugligging
Uitgangspositie
Leg de patiënt in rugligging met het hoofd, de romp en de ledematen op de mat of
onderzoekstafel.
Taak
Vraag de patiënt op de buik te rollen en de armen vrij langs het lichaam te leggen.
Richtlijn voor het scoren
Als de patiënt eerst gaat zitten voor hij omdraait of de rand van de mat of tafel
gebruikt krijgt hij score 0. Om score 1 te behalen moet hij de schoudergordel en de
heup van de onderlaag draaien. Om score 2 of 3 te behalen moet hij volledig
omrollen: de buik maakt min of meer contact met de onderlaag aan het eind van de
beweging.
Bij een kind wordt de beweging het beste correct uitgevoerd na een
demonstratie van de therapeut
0 : kan de omrol beweging niet initiëren
1 : rolt gedeeltelijk om : schouder en heup van de onderlaag
2 : rolt met moeite om naar buikligging en maakt daarbij gebruik van
compensatie bewegingen en/of kan de armen in buikligging niet vrij maken
3 : rolt om naar buikligging en maakt de armen vrij zonder compensatie
strategie
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D2
MFM-20
23
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
8. Rugligging
Uitgangspositie
Leg de patiënt in rugligging met het hoofd, de romp en de ledematen op de mat of
onderzoekstafel.
Taak Vraag de patiënt te gaan zitten, zo mogelijk zonder gebruik te maken van de armen.
Richtlijn voor het scoren
Als de tafel of mat gebruikt wordt om op te trekken of de benen buiten de rand van de
tafel gegooid worden om tot zit te komen wordt een 0 gescoord. Als de patiënt alleen
in het platte vlak blijft, of alleen de schouders van de onderlaag heft, of wat omhoog
komt via zijligging, wordt score 1 genoteerd (zitpositie wordt niet bereikt). Om score
2 te behalen moet hij tot zit komen, het gebruik van één of twee armen met steun op
romp of onderlaag of via zijzit omhoog komen is geoorloofd, draaien in buikligging
is niet toegestaan, en hij mag ook geen steun met een ander lichaamsdeel dan de
armen nemen. Om score 3 te behalen moet hij zonder steun omhoog komen (inzet
met de armen naar voren in een zwaaibeweging mag), als hij eenmaal zit mag hij na
korte tijd steun nemen.
0 : kan de beweging om tot zit te komen niet initiëren
1 : initieert de beweging of draait naar buikligging om tot zit te komen
2 : komt tot zit maar gebruikt daarbij de armen
3 : komt tot zit en blijft zitten zonder gebruik te maken van de armen op de
onderlaag of op de romp
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D1
24
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
9. Zit op de onderlaag
Uitgangspositie
De patiënt zit op de mat of onderzoekstafel zonder dat de benen over de tafelrand
hangen. Hij mag geen steun nemen met de rug tegen de muur of een ander voorwerp
en mag geen korset dragen of andere steunmiddelen.
Taak
Vraag de patiënt 5 seconden te blijven zitten zonder steun van de handen en
vervolgens de handen tegen elkaar naar voren te strekken en dit 5 seconden vol te
houden.
Richtlijn voor het scoren
De patiënt die niet kan blijven zitten zonder korset of andere steunmiddelen of zonder
steun van de handen krijgt score 0. Voor een score 2 of 3 moeten bij het naar voren
strekken de handen of een deel van de armen elkaar raken.
Bij een kind kan een klein voorwerp gegeven worden om tussen de handen
geklemd naar voren te reiken.
0 : kan de zithouding niet tenminste 5 seconden handhaven
1 : kan de zithouding minimaal 5 seconden handhaven met steun van één of
twee arm(en) op de onderlaag of het lichaam (geen ander deel van het
lichaam mag steun nemen)
2 : kan de zithouding minimaal 5 seconden handhaven zonder steun van één of
twee arm(en), maar kan niet met de handen/armen tegen elkaar aan naar
voren reiken
3 : kan de zithouding minimaal 5 seconden handhaven zonder steun en kan
vervolgens de armen naar voren strekken en 5 seconden contact houden
tussen beide armen/handen
MFM-20
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D2
25
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
10. Zit op de onderlaag : er ligt een tennisbal
voor de patiënt
Uitgangspositie
De patiënt zit op de mat of onderzoekstafel zonder afhangende benen. Hij moet
redelijk stabiel kunnen zitten zonder korset om dit item uit te voeren. De positie van
de armen is vrij. De tennisbal ligt voor de patiënt op een zodanige afstand dat hij naar
voren moet buigen (ongeveer 300 ten opzichte van de startpositie) om de bal aan te
tikken. Een of twee handen is correct omdat het item meet of de patiënt naar voren
kan buigen.
Taak
Vraag de patiënt naar voren te buigen, de bal aan te tikken en weer rechtop te
gaan zitten zonder gebruik te maken van steun.
Richtlijn voor het scoren
Dit item heeft als doel te meten of de patiënt naar voren kan buigen en weer rechtop
kan komen. Door de bal met twee handen aan te tikken kan hij de
bewegingsvoorstelling makkelijker maken. Een patiënt die niet stabiel kan zitten
zonder korset krijgt score 0. Als hij de bal aanraakt door alleen de armen te strekken
is dit ook score 0. Als hij op de bal steunt bij het rechtop komen is de maximum score
2.
Bij een kind wordt de taak het best uitgevoerd na een demonstratie van de
therapeut.
0 : kan niet ver genoeg (= 300) naar voren buigen
1 : kan met steun van de armen op onderlaag of lichaam naar voren buigen en
de bal aan tikken, maar kan niet meer rechtop gaan zitten
2 : kan met steun van de armen op onderlaag of lichaam naar voren buigen en de
bal aan tikken en kan met steun van de armen op onderlaag of lichaam weer
rechtop gaan zitten
3 : kan zonder steun van de armen op lichaam of onderlaag naar voren buigen
en de bal aan tikken en kan zonder steun weer rechtop gaan zitten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D2
MFM-20
26
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
11. Zit op de onderlaag
Uitgangspositie
De patiënt zit zonder korset op de mat met de benen gestrekt naar voren. Gebruik bij
dit item niet de onderzoekstafel.
Taak
Vraag de patiënt te gaan staan op twee voeten zonder de armen als steun te
gebruiken.
Richtlijn voor het scoren
Alle posities tussen zit en stand zijn toegestaan. Een patiënt die niet stabiel kan
zitten zonder korset krijgt score 0. Een patiënt die steun zoekt met de romp of het
hoofd op de grond of op ander materiaal behaalt score 0. Om score 1 te behalen moet
de patiënt opstaan uit zit, maar mag gebruik maken van een zitmeubel, waarvan de
hoogte (stoel, bank etc.) aangepast is aan de lengte van de patiënt. Om score 2 te
behalen mag hij geen steun nemen op het zitmeubel. Om score 3 te behalen moet hij
eerst opstaan en mag de armen gebruiken om balans te handhaven maar niet als steun,
als hij eenmaal staat mag hij na korte tijd gebruik maken van steun.
Bij een kind moet expliciet aangegeven worden dat hij moet opstaan met de
handen in de lucht.
0 : kan niet opstaan
1 : kan opstaan met steun van de armen op het zitmeubel
2 : kan opstaan met steun van de armen op de onderlaag of het eigen lichaam
3 : kan opstaan zonder enige steun van de armen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D1
MFM-20
27
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
12. Stand
Uitgangspositie
De patiënt staat op twee voeten op de vloer vlakbij een stoel (zonder leuningen) met
of zonder steun van de handen op de stoel. Hij mag niet met een ander deel van het
lichaam steun nemen tegen de stoel.
Taak
Vraag de patiënt zonder steun van de handen te gaan zitten op de stoel.
Richtlijn voor het scoren
Een patiënt die niet kan staan krijgt score 0. Als de patiënt zich op de stoel laat
“vallen” zonder gecontroleerde beweging wordt score 1 genoteerd. Om een score 2 of
3 te behalen mogen uitsluitend de armen gebruikt worden om het evenwicht
te handhaven. Voor score 3 moet de patiënt in staat zijn de voeten te laten staan
op heupbreedte.
Bij een kind moet expliciet aangegeven worden dat hij moet gaan zitten met de
handen los.
0 : kan niet gaan zitten op de stoel
1 : kan gaan zitten op de stoel met steun van de armen (andere steun niet
toegestaan) of laat zich vallen op de stoel
2 : kan zonder steun van de armen gaan zitten op de stoel door
compensatiebewegingen te gebruiken of de beweging verloopt
ongecontroleerd
3 : kan gaan zitten op de stoel zonder steun van de armen en heeft daarbij de
voeten op heupbreedte staan
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D1
MFM-20
28
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
13. Zit op de stoel
Uitgangspositie
De patiënt zit zonder korset op de stoel of op de hoek van de behandeltafel met de
voeten op heupbreedte plat op de grond en de armen langs de romp. Afname in de
rolstoel is niet toegestaan.
Taak
Vraag de patiënt zonder steun zo rechtop mogelijk te blijven zitten gedurende 5
seconden.
Richtlijn voor het scoren
Een patiënt die niet stabiel kan zitten zonder korset krijgt score 0. Als er sprake is van
een deformatie of een abnormale hoofdpositie in een van de drie richtingen is score 2
de maximale score. Score 2 of 3 is haalbaar als de patiënt de voeten op heupbreedte
plat op de grond kan laten staan.
0 : kan niet 5 seconden zonder hulp rechtop blijven zitten
1 : kan 5 seconden zonder hulp blijven zitten maar wel ruggesteun en/of steun
van de armen op onderlaag of romp nodig ; nek en romp zijn daarbij niet in
midline positie
2 : kan 5 seconden blijven zitten zonder ruggesteun en/of steun van de armen
op onderlaag of romp, nek en romp zijn daarbij niet in midline positie
3 : kan 5 seconden blijven zitten zonder ruggesteun en/of steun van de armen,
en nek en romp zijn in midline positie
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D2
29
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
14. Zit op een stoel of in de rolstoel, hoofd in flexie
Uitgangspositie
De patiënt zit op een stoel of in de rolstoel indien noodzakelijk met steun. Het hoofd
is in maximale flexie naar voren gebogen.
Taak Vraag de patiënt het hoofd te heffen en het hoofd daarna 5 seconden in het midden te
houden (oren, ogen horizontaal en geen rotatie in het hoofd).
Richtlijn voor het scoren
Een patiënt die geen passieve flexie heeft krijgt een score 0. Een volledige flexie van
het hoofd betekent dat de kin met gesloten mond minder dan 3 cm van de borstkast is
verwijderd. Als het hoofd niet in deze volledige flexie kan komen wordt score 1
genoteerd. Als het hoofd niet in minder dan 5 seconden vanuit flexie houding kan
worden opgeheven of een afwijking van de bewegingsas plaats vindt wordt
score 2 genoteerd.
Bij een kind kan men een speelgoedje gebruiken waar het kind naar moet kijken
0 : kan het hoofd niet heffen
1 : kan het hoofd slechts deels heffen of volledige flexie is niet mogelijk
2 : kan het hoofd heffen maar tijdens het heffen of tijdens het handhaven van de
hoofdpositie zijn oren en ogen niet horizontaal of wordt het hoofd gedraaid
3 : kan het hoofd vanuit volledige flexie heffen en 5 seconden omhoog houden
in de middenpositie
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D2
MFM-20
30
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
15. Zit op een stoel of in de rolstoel,
onderarmen rusten op een tafelblad behalve
de ellebogen
Uitgangspositie
De patiënt zit op een stoel of een rolstoel (zonder armleuningen) aan een op de juiste
hoogte afgesteld tafelblad met de onderarmen op de tafel waarbij de ellebogen steeds
vrij blijven. Hij mag tegen de leuning van de (rol)stoel leunen.
Taak Vraag de patiënt beide handen tegelijkertijd op zijn hoofd te leggen.
Richtlijn voor het scoren
Als de patiënt niet kan zitten, als hij beide handen vastpakt of het hoofd buigt is de
score 0. Als de patiënt voor het heffen van de handen compensatie bewegingen
gebruikt in hoofd en romp is de maximum score 2.
0 : kan de handen niet van de tafel tillen
1 : kan de handen van de tafel tillen, maar de onderarmen blijven contact
houden met het tafelblad
2 : kan de onderarmen van de tafel tillen, maar kan de handen niet tegelijk op
het hoofd leggen. de handen moeten minimaal op mondhoogte komen
3 : kan beide handen tegelijkertijd op het hoofdleggen terwijl hoofd en romp in
de middenpositie blijven
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D2
31
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
16. Zit op een stoel of in de rolstoel,
er ligt een potlood op het tafelblad
Uitgangspositie
De patiënt zit op een stoel of een rolstoel (zonder armleuningen) aan een op de juiste
hoogte afgesteld tafelblad. De ellebogen mogen daarbij naar keuze wel dan niet op
het blad liggen. Leg een potlood op tafel. De afstand tussen de romp en het potlood is
gelijk aan de lengte van de arm (gemeten vanaf de toppen van de vingers tot de
schouder bij een passief zo maximaal mogelijk gestrekte elleboog).
Taak Vraag de patiënt zonder naar voren te leunen het potlood aan te raken door zijn arm
te heffen en te strekken.
Richtlijn voor het scoren
Als alleen de vingers geheven worden wordt score 0 genoteerd. Als gesproken wordt
van een zo maximaal mogelijk gestrekte elleboog betekent dit dat de patiënt actief
zijn maximale bewegingsuitslag benut ook al is er een flexiecontractuur aanwezig
(maximale score 2), zonder flexiecontractuur en een volledige extensie is score 3. Als
er een voorwaartse beweging van de hand is, maar het potlood wordt niet bereikt
of de volledige beschikbare extensie van de elleboog wordt niet actief bereikt is er
sprake van score 1. Bij score 2 mag er sprake zijn van compensatiebewegingen
in de romp en de vingers mogen gebruikt worden om over het blad naar het potlood
te krabbelen. Om score 3 te behalen mag de romp niet naar voren buigen en mag de
onderarm geen contact hebben met het tafelblad.
0 : kan de hand niet naar voren bewegen
1 : kan de hand slechts gedeeltelijk naar voren verplaatsen
2 : kan het potlood met één hand aanraken, met een zo maximaal
mogelijk gestrekte elleboog (contractuur), maar langzaam en met
compensatie bewegingen
3 : kan het potlood met één hand aanraken met een volledig gestrekte elleboog
aan het eind van de beweging zonder steun op het tafelblad
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D2
32
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
17. Zit op een stoel of in de rolstoel,
10 munten op het tafelblad
Uitgangspositie
De patiënt zit op een stoel of een rolstoel (zonder armleuningen) aan een op de juiste
hoogte afgesteld tafelblad. De ellebogen mogen daarbij naar keuze wel dan niet op
het blad liggen. Leg 10 munten op het antislipmatje op de tafel in de buurt van de
handen van de patiënt niet te dicht bij de hoeken van het tafelblad.
Taak Vraag de patiënt met één hand de munten (€ 0,10) één voor één op te pakken en in
dezelfde hand te houden. Bij het oppakken mogen de munten niet over de tafel
schuiven.
Richtlijn voor het scoren
Oppakken van een munt betekent dat er geen contact meer is tussen de munt en de
tafel. Als er één of meerdere munten uit de hand vallen mag de patiënt ze opnieuw
oppakken. Vertel de patiënt dat de score hoger is hoe meer munten hij binnen 20
seconden kan oprapen en in de hand houden.
0 : kan geen enkele munt oppakken binnen 20 seconden
1 : pakt één voor één 1-5 munten op binnen 20
seconden en houdt deze vast in één hand
2 : pakt één voor één 6-9 munten op binnen 20 seconden
en houdt deze vast in één hand
3 : pakt één voor één 10 munten op binnen 20 seconden en houdt deze vast in
één hand
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D3
33
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
18. Zit op een stoel of in de rolstoel,
één vinger in het midden van de vastgemaakte CD
Uitgangspositie
De patiënt zit op een stoel of een rolstoel (zonder armleuningen) aan een op de juiste
hoogte afgesteld tafelblad. De ellebogen mogen daarbij naar keuze wel dan niet op
het blad liggen. Eén vinger, bij voorkeur de wijsvinger, ligt in het midden van een
CD, welke vast gelijmd zit op een stuk karton, dat op het tafelblad gefixeerd
gehouden wordt door de tester.
Taak Vraag de patiënt in het ongegraveerde midden rond de opening van de CD met één
vinger rondjes te draaien (3,5 cm).
Richtlijn voor het scoren
Het midden van de CD, dat niet gegraveerd is, heeft een diameter van 3,5 cm. Als de
patiënt langs de rand van het middengat beweegt wordt score 1 genoteerd. Als de
patiënt 1 of meerdere keren stopt of wisselt van vinger tijdens de taak of als er sprake
is van compensatie bewegingen in de romp is er sprake van score 2. Voor score 3
moet steeds dezelfde vinger gebruikt worden.
Bij een kind mag men eventueel een gekleurde cirkel aanbrengen
op de CD
0 : kan geen cirkel beweging maken met de vinger over de CD
1 : kan een cirkel beweging maken met de vinger op de rand van de midden
cirkel van de CD of in het gat
2 : kan een cirkel beweging maken met de vinger over de CD maar stopt meer
dan 1 of 2 keer, wisselt van vinger of maakt compensatie bewegingen met de
romp.
3 : maakt met één vinger achter elkaar rondjes in de midden cirkel
(ongegraveerde deel 3,5 cm) van de CD zonder steun van de hand
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D3
MFM-20
34
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
19. Zit op een stoel of in de rolstoel, er ligt
een potlood op het tafelblad
Uitgangspositie
De patiënt zit op een stoel of in een rolstoel (zonder armleuningen) aan een op de
juiste hoogte afgesteld tafelblad. De ellebogen mogen daarbij naar keuze wel dan niet
op het blad liggen. Leg een potlood op tafel bij de hand die de patiënt als voorkeur
aangeeft. De patiënt geeft aan waar het potlood en het papier ligt.
Taak Vraag de patiënt zonder te stoppen achter elkaar een serie lussen te tekenen binnen
het rechthoekig kader over de gehele breedte waarbij de boven- en onderlijn steeds
geraakt moeten worden.
Richtlijn voor het scoren
Gebruik de rechthoekige kaders op het score formulier (1cm hoog, 4 cm lang). Het
scoreformulier wordt door de tester op het tafelblad (horizontale stand) vastgehouden.
Het potlood mag opgepakt worden met de ene hand, terwijl de andere hand de lussen
maakt, of met beide handen. Als er een lijn op papier zichtbaar is geldt deze als
geschreven lijn (score 1). Als de patiënt een of meerdere malen stopt tijdens het
tekenen of als de lussen buiten het kader komen of als niet het hele kader gevuld of
geraakt is wordt een score 2 toegekend. Voor een score 3 moet de hele serie in één
keer afgeschreven worden.
0 : kan het potlood niet optillen of kan geen zichtbare lijn tekenen
1 : pakt het potlood op en tekent een zichtbare lijn, maar kan geen lussen
maken die de bovenste en onderste lijn van het kader raken
2 : pakt het potlood op en tekent minimaal een lus, die boven en onderlijn van
het kader raken, maar kan geen doorgaande serie lussen maken
3 : pakt het potlood op en tekent achter elkaar een serie lussen binnen het
kader, die boven en onderlijn van het kader raken over de volle breedte van
het kader
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D3
35
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
20. Zit op een stoel of in een rolstoel:
een vel papier in de hand
Uitgangspositie
De patiënt zit op een stoel of in een rolstoel (zonder armleuningen) aan een op de
juiste hoogte afgesteld tafelblad. De ellebogen mogen daarbij naar keuze wel dan niet
op het blad liggen. Geef de patiënt een vel papier in de hand.
Taak Het papier scheuren over een lengte van minimaal 4 cm in één keer.
Richtlijn voor het scoren
Vouw een vel papier stevig in vieren met een scherpe vouwnaad (met de vingers niet
met de nagels). Het beste is voor iedere test een nieuw vel te gebruiken (om niet over
een oude vouwnaad te scheuren). De patiënt moet met twee handen scheuren, indien
hij dit niet kan is de score 0. Iedere beweging bedoeld om te scheuren wordt als
poging geteld. Als de patiënt het in vieren gevouwen papier niet kan scheuren, geef
dan een in tweeën gevouwen vel papier, óf indien noodzakelijk een ongevouwen stuk
papier. Er mogen twee pogingen uitgevoerd worden per deelscore (dus in 4-en
gevouwen 2 pogingen, in 2-en gevouwen 2 pogingen etc. schat goed in wat mogelijk
is zodat de score niet verstoord wordt door vermoeidheid).
0 : kan niet scheuren
1 : kan het ongevouwen vel papier scheuren
2 : kan het in tweeën gevouwen vel papier scheuren
vanaf de vouwrand
3 : kan het in vieren gevouwen vel papier scheuren vanaf de vouwrand
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D3
36
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
21. Zit op een stoel of in de rolstoel : een
tennisbal op het tafelblad
Uitgangspositie
De patiënt zit op een stoel of in een rolstoel (zonder armleuningen) aan een op de
juiste hoogte afgesteld tafelblad. De ellebogen mogen daarbij naar keuze wel dan niet
op het blad liggen. Leg een tennisbal vlak bij de hand van de patiënt, de positie van
de bal wordt door de patiënt aangegeven. De bal wordt niet vastgehouden door de
tester.
Taak
Vraag de patiënt de bal op te pakken en dan de hand volledig te draaien en daarbij de
bal vast te houden en geen contact te maken met de tafel.
Richtlijn voor het scoren
“De hand volledig draaien” betekent dat de rug van de hand min of meer volledig
evenwijdig aan het tafelblad wordt gehouden. Bij een score 1 raakt de bal het
tafelblad niet meer. Als een compensatie beweging in de romp op treedt betekent dit
score 2. Aan het eind van de beweging mag voor score 2 en 3 de hand contact maken
met de tafel maar niet tijdens de draaibeweging.
Bij een kind kan aan de onderkant van de bal een afbeelding aan gebracht
worden dit werkt stimulerend om deze om te draaien.
0 : kan de bal niet van de tafel oppakken
1 : kan de bal van de tafel oppakken maar niet
draaien
2 : kan de bal van de tafel pakken, draait de hand maar niet volledig of wel
volledig maar maakt gebruik van compensatie bewegingen
3 : kan de bal oppakken en draait de hand volledig met de bal in de hand
waarna de hand de tafel mag raken
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D3
MFM-20
37
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
22. Zit op een stoel of in een rolstoel : één
vinger in het centrum van onderstaande matrix
Uitgangspositie
De patiënt zit op een stoel of in een rolstoel (zonder armleuningen) aan een op de
juiste hoogte afgesteld tafelblad. De ellebogen mogen daarbij naar keuze wel dan niet
op het blad liggen. Een door de patiënt gekozen vinger (of de duim) wordt in het
centrum van onderstaande matrix (5x5 cm, en 9 gelijke vakken) geplaatst op het
woordje “start”. De handleiding met de matrix wordt door de tester op het tafelblad
stil gehouden.
Taak Vraag de patiënt de vinger achtereenvolgens op de 8 vierkante hokjes te plaatsen,
zonder de lijnen te raken. Hij mag de hand of de andere vingers laten steunen op het
blad.
Richtlijn voor het scoren
Als de lijnen van de matrix worden geraakt met de vinger is de
maximale score 2.
De afbeelding in ieder vakje helpt om ieder vakje te laten aantikken.
0 : kan de vinger niet optillen of verschuiven naar een van de vierkante hokjes
1 : kan de vinger niet optillen en in een vierkant plaatsen maar kan wel
minimaal naar één vierkant schuiven
2 : kan de vinger optillen en in 1-8 van de vierkante hokjes plaatsen, maar niet
nauwkeurig
3 : kan de vinger optillen en deze achtereenvolgens in de 8 vierkante hokjes
plaatsen zonder de lijnen te raken
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D3
MFM-20
38
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
23. Zit op een stoel of in een rolstoel:
armen langs de romp
Uitgangspositie
De patiënt zit op een stoel of in een rolstoel (zonder armleuningen). Zet de tafel op
een afstand die gelijk is aan de lengte van de onderarm als de bovenarm langs de
romp wordt gehouden en de elleboog 90 graden is gebogen.
Taak Vraag de patiënt beide handen tegelijkertijd op tafel te leggen.
Richtlijn voor het scoren
Een patiënt met een flexie contractuur van meer dan 90 graden krijgt score 0. Als een
vinger of de duim van één hand minimaal de rand van de tafel raakt wordt score 1
genoteerd. Als de onderarmen of de handen één voor één op de tafel worden gelegd
wordt score 2 genoteerd. Als de handen elkaar raken bij het op de tafel leggen is de
maximale score 2. Om score 3 te behalen mag de romp niet meebewegen bij het
omhoog leggen van de armen.
Bij een kind kan je voordoen hoe je moet staan als een standbeeld: dat betekent
dat de romp helemaal stil blijft.
0 : kan niet de rand van de tafel aanraken met een vinger of de duim van één
hand
1 : voert de beweging gedeeltelijk uit en minimaal de vingers van één hand
raken de rand van de tafel
2 : plaatst de onderarmen en/of de handen op de tafel
niet tegelijk of langzaam en met compensatie bewegingen
3 : plaatst beide onderarmen en/of handen tegelijkertijd op de bovenkant van
van de tafel zonder de romp te buigen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D2
MFM-20
39
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
24. Zit op de stoel
Uitgangspositie
De patiënt zit op een stoel met een aangepaste hoogte, de voeten plat op de vloer op
heupbreedte. Er staat een tafel gereed vóór de patiënt voor het geval hij die nodig
heeft als steun.
Taak Vraag de patiënt uit de stoel op te staan zonder steun te nemen op welke wijze dan
ook.
Richtlijn voor het scoren
Voor een score 1 mag steun genomen worden met de armen/handen tegen het
lichaam, op de tafel of op de stoel. Voor score 1 en 2 mogen de voeten breed uit
elkaar gezet worden. De patiënt mag de knieën tegen elkaar aan houden. Als de
armen gebruikt worden om met een zwaai op te staan of de balans te handhaven, of
compensatie rompbewegingen worden gemaakt is dit score 2. Om score 3 te behalen
mogen de armen niet ingezet worden voor het handhaven van balans of om met een
zwaaibeweging omhoog te komen en moeten de voeten op heupbreedte blijven.
Bij een kind kan men aangeven dat de handen in de lucht moeten worden
gehouden.
0 : kan niet opstaan
1 : staat op maar gebruikt de tafel, de stoel of het eigen lichaam om op te
steunen
2 : staat op zonder steun te nemen op de armen, maar
maakt gebruik van compensatie bewegingen
3 : staat op zonder steun van de armen en met de voeten op heupbreedte
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D1
MFM-20
40
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
25. Stand op twee voeten met steun van de
armen op een tafel
Uitgangspositie
De patiënt staat op twee voeten op de vloer terwijl de armen steun hebben op een
tafel, wandrek of ander materiaal. Als een patiënt niet zonder orthesen kan staan
behaalt hij score 0.
Taak Vraag de patiënt de steun met de armen los te laten en zoveel mogelijk rechtop
minimaal 5 seconden los te staan.
Richtlijn voor het scoren
Als er weinig stabiliteit is in 1 van de 3 richtingen in de romp of de gewrichten van
de benen of dat de patiënt de benen verder dan heupbreedte uit elkaar zet, of als hij de
armen moet gebruiken voor het handhaven van de balans, dan is de score maximaal
2.
Met slechte stabiliteit wordt bedoeld de verschillende lichaamsdelen, betrokken bij de
taak, niet voldoende in balans zijn in het transversale, frontale en sagittale vlak.
Bij een kind kan men aangeven dat hij zo recht en stil mogelijk als een
standbeeld moet gaan staan.
0 : kan niet 5 seconden blijven staan
1 : kan 5 seconden blijven staan met steun van een of beide armen, maar kan
niet de steun loslaten
2 : kan 5 seconden blijven staan zonder steun van de armen tegen het lichaam of
aan de tafel etc., maar met weinig stabiliteit en veel compensatie bewegingen
en niet goed uitgelijnd in het transversale, frontale of sagittale vlak.
3 : kan de steun loslaten en 5 seconden een staande positie
handhaven met de voeten op heupbreedte plat op de
grond, hoofd, romp en benen in de middenpositie
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D1
MFM-20
41
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
26. Stand op twee voeten met steun van de armen
Uitgangspositie
De patiënt staat op twee voeten op de vloer terwijl de armen steun hebben op een
tafel, wandrek of ander materiaal. Als een patiënt niet zonder orthesen kan staan
behaalt hij score 0.
Taak Vraag de patiënt de steun los te laten en dan één voet op te tillen en zo op één been te
blijven staan: minimaal 3 seconden en als het lukt 10 seconden.
Richtlijn voor het scoren
Met “één voet optillen” wordt bedoeld dat de voet de vloer niet meer raakt en niet
steunt tegen het andere been. Op het score formulier wordt genoteerd welk been
wordt opgetild. De steun moet los gelaten worden voor het optillen van de voet en er
mag geen steun genomen worden tegen het andere been. Verder zijn alle compensatie
bewegingen toegestaan, waar het om gaat voor score 2 of 3 is de tijd dat de patiënt op
één been staat
0 : kan de voet geen 3 seconden optillen
1 : kan de voet wel optillen voor minimaal 3 seconden met steun van de armen
en/of steun tegen het andere been
2 : kan de voet tussen 3 en 10 seconden (3 t/m 9 seconden) optillen zonder steun
van de armen en zonder steun tegen het andere been
3 : kan de voet minimaal 10 seconden optillen zonder steun van de armen en
zonder steun tegen het andere been
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D1
42
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
27. Stand
Uitgangspositie
De patiënt staat met twee voeten op de vloer (zo mogelijk zonder steun).
Taak Vraag de patiënt naar voren te buigen en met één hand de vloer te raken en dan weer
overeind te komen zonder ondersteuning van de armen noch op de vloer noch op het
eigen lichaam.
Richtlijn voor het scoren
Elke strategie is toegestaan behalve het gaan zitten op de vloer. Om een score hoger
dan 0 te halen moet minimaal met 1 vinger de vloer geraakt zijn.
Bij een kind kan men iets op de vloer leggen dat hij moet aantikken.
0 : kan niet met één hand de vloer raken of kan niet meer overeind komen
1 : kan met één hand de vloer raken en komt weer omhoog maar heeft in beide
fasen steun nodig
2 : kan zonder steun de vloer raken met één hand en staat weer op, traag of met
compensatie bewegingen
3 : raakt zonder steun met één hand de vloer aan en staat zonder steun weer op
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D1
MFM-20
43
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
28. Stand zonder steun : lopen op de hielen
Uitgangspositie
De patiënt staat met twee voeten op de vloer (zo mogelijk zonder steun). Om deze
taak te kunnen uitvoeren moet de patiënt in staat zijn zonder enige steun te lopen.
Taak 10 stappen voorwaarts lopen op de hielen.
Richtlijn voor het scoren
Om score 1 te behalen moet de patiënt de tenen van de vloer tillen maar de
middenvoetsbeentjes blijven op de vloer. Voor een score 2 of 3, betekent “op de
hielen lopen” dat de patiënt loopt met alleen steun op de hielen zonder steun op de
rest van de voet, het voorste deel van de voet mag niet de vloer raken tussen de
passen door.
0 : maakt minder dan 10 stappen voorwaarts met de tenen van één of beide
voeten geheven
1 : maakt 10 stappen voorwaarts met de tenen van één of beide voeten geheven
2 : maakt minder dan 10 stappen voorwaarts op beide hielen, of wel 10 stappen
maar slechts op één hiel
3 : maakt 10 stappen voorwaarts op beide hielen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D1
44
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
29. Stand zonder steun : lopen op een lijn
Uitgangspositie
De patiënt staat op de vloer aan het begin van een lijn die 6 meter lang en 2 cm breed
is. Om deze taak te kunnen uitvoeren moet de patiënt zonder steun kunnen lopen.
Taak
Vraag de patiënt om voorwaarts 10 stappen op de lijn te lopen en bij iedere stap de
voet zo goed mogelijk op de lijn te plaatsen.
Richtlijn voor het scoren
De passen die op de lijn geplaatst worden tellen mee in de score. Alleen de stappen
voor de eerste foutieve stap worden meegeteld
0 : kan geen enkele stap voorwaarts op de lijn plaatsen
1 : kan 1 tot 3 stappen op de lijn plaatsen
2 : kan 4 tot 9 stappen op de lijn plaatsen
3 : kan 10 stappen op de lijn plaatsen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D1
45
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
30. Stand zonder steun : rennen
Uitgangspositie
De patiënt staat zonder steun met twee voeten op de vloer. Om deze taak te kunnen
uitvoeren moet de patiënt in staat zijn zonder steun te lopen.
Taak Vraag de patiënt om 10 meter te rennen.
Richtlijn voor het scoren
Er is sprake van “rennen”als op enig moment beide voeten van de vloer zijn en er
sprake is van een zweefmoment.
Het is aan te bevelen met het kind mee te rennen om hem aan te moedigen.
0 : kan de loopsnelheid niet opvoeren
1 : de loopsnelheid wordt groter maar kan geen 10 meter rennen
2 : rent 10 meter maar met veel compensatie bewegingen
3 : rent 10 meter
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D1
MFM-20
46
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
31. Stand op één been zonder steun
Uitgangspositie
De patiënt staat op één been zonder enige steun noch van de armen noch elders. Het
is zinvol om de patiënt in het midden van een cirkel van 60 cm doorsnee getekend op
de vloer te laten staan.
Taak
Vraag de patiënt om 10x achter elkaar min of meer op dezelfde plaats binnen de
cirkel te hinkelen.
Richtlijn voor het scoren
Onder “hinkelen” wordt verstaan springen op één been, waarbij de voet los komt van
de vloer. De voet die omhoog gehouden wordt mag niet tussendoor de vloer raken.
De sprongen moeten elkaar binnen 2 seconden opvolgen zonder te vallen en zonder
steun te nemen. De voet die gebruikt wordt voor het hinkelen wordt genoteerd op het
formulier.
0 : kan niet springen op één been
1 : begint te springen op één been, de hiel komt van de vloer, maar de tenen
komen niet los van de vloer
2 : hinkelt 1 tot 9 sprongen
3 : hinkelt 10 keer op de plaats
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
D1
47
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
32. Stand zonder steun
Uitgangspositie
De patiënt staat met twee voeten op de vloer zonder steun. Om deze taak te kunnen
uitvoeren moet de patiënt in staat zijn zonder steun te lopen.
Taak Vraag de patiënt tweemaal achter elkaar te hurken en weer op te staan zonder steun te
gebruiken.
Richtlijn voor het scoren
Met “hurken” wordt bedoeld dat je door de knieën gaat met gebogen knieën en
heupen (beiden meer dan 90 graden) steunend op twee voeten, met de billen zo dicht
mogelijk naar de grond zakt zonder de vloer met de billen te raken. De patiënt moet
opstaan uit hurkzit zonder met één knie de vloer te raken.
Het kind aanmoedigen te hurken met de handen in de lucht.
0 : kan niet hurken of niet meer omhoog komen uit hurkzit ook niet met steun
van de armen.
1 : kan met armsteun eenmaal hurken en weer omhoog komen
2 : kan zonder steun van de armen eenmaal hurken en weer omhoog komen
3 : kan zonder steun tweemaal achter elkaar hurken en weer omhoog komen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32 D1
MFM-20
48
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
DEFINITIES
“met steun”betekent dat een of beide armen of een ander deel van het lichaam
gebruikt mag worden om steun te nemen op de vloer, het lichaam of enig ander
geschikt materiaal in de omgeving.
„zonder steun” betekent dat geen van beide armen of geen ander deel van het
lichaam gebruikt mag worden om steun te nemen op de vloer, het lichaam of enig
ander geschikt materiaal in de omgeving.
“met steun van de armen” betekent dat de armen gebruikt mogen worden om
balans te handhaven door steun te nemen op de vloer, het lichaam of enig ander
geschikt materiaal. Ondersteuning door met een ander deel van het lichaam steun te
zoeken is niet toegestaan.
“zonder steun van de armen” betekent dat de armen niet gebruikt mogen worden
om balans te handhaven door steun te nemen op de vloer, het lichaam of enig ander
geschikt materiaal. Wel mogen de armen gebruikt worden voor het handhaven van
balans om door met een zwaai meer kracht te genereren.
“voeten op heupbreedte” de voeten staan naast elkaar en recht onder de heupen
zodat de heupbreedte en de afstand tussen de buitenzijden van beiden voeten gelijk
zijn.
“hoofd en/of romp in middenpositie” betekent dat hoofd en romp anatomisch in
één lijn liggen. In het sagittale vlak is er een middenstand tussen flexie en extensie, in
het transversale vlak staan ogen, oren, schouders en heupen in een evenwijdige lijn en
niet naar opzij gebogen, en in het frontale vlak is er geen sprake van rotatie.
“stand” betekent een rechtopstaande positie gesteund door beide voeten. De mate
waarin romp en benen in een lijn liggen varieert.
“een stap voorwaarts” betekent een voorwaartse beweging van een been vanaf het
moment dat het contact met de vloer ophoudt tot het moment van nieuw contact met
de onderlaag van een willekeurig deel van de voet.
“optillen” betekent dat er geen contact meer is met het betreffende lichaamsdeel en
de onderlaag.
“kikkerstand” betekent exorotatie en abductie stand in de heupen en flexiestand in
heupen en knieën.
49
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
50
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
Julien heeft de ziekte van Duchenne (DMD) en is geboren in januari 1992. Hij verloor de mogelijk om te lopen in
januari 2010 (leeftijd 10 jaar) en gebruikt nu een electrische rolstoel.
Zijn functionele motoriek werd getest met behulp van de MFM in December 2002. Julien participeert in de
studies om de MFM te valideren en te testen op gevoeligheid voor verandering.
Julien was 10 jaar en 10 maanden oud toen de
eerste MFM test werd afgenomen. Zijn Totaal
score bedroeg 50%.
Toen hij 11 jaar was, brak hij zijn femur,
waarvoor hij behandeld werd met 45 dagen gips.
De femur breuk bleef 6 maanden pijnlijk, en dit
is terug te zien in de lagere scores.
Na deze periode van pijn, herstelden de
functioneel motorische mogelijkheden
proximaal (D2) en distaal (D3). De scores
namen langzaam toe tot er een Totaal score van
49% werd bereikt in Februari 2004, toen hij 13
jaar en 3 maanden was.
Op de leeftijd van 14 jaar en 1 maand en 2
maanden later (14 jaar en 3 maanden),
vertoonde de MFM een snelle daling in zijn
motorische functies, met name in het axiale en
proximale domein (D2) met een verlies van
30,56% in een periode van 14 maanden. Deze
daling kwam overeen met het klinisch beeld
tijdens de medische controles en met de
waarneming van zijn ouders. Op de leeftijd van
14 jaar en 3 maanden zijn we gestart met steroïd
behandeling.
Na 3 maanden steroïd behandeling, namen de
D2 en D3 scores weer toe. Over een periode van
6 maanden, verbeterde de Totaal score van
35,42% naar 44,79%.
Toen Julien 15 jaar en 4 maanden oud was, werd
de steroïd behandeling 1 maand voor de
wervelkolom chirurgie gestopt. Op de leeftijd
van 16 jaar en 1 maand, 8 maanden nae de
operatie, was er sprake van een daling in de
scores, met name in D2 (axiale en proximale
motoriek).
De steroïd behandeling werd hervat op de
leeftijd van 16 jaar en 2 maanden.
Toen Julien 17 jaar en 2 maanden was,
herstelden de proximale (D2) en distale (D3)
mogelijkheden. De Totale score van de MFM
nam toe met 41,67 %.
De longitudinale MFM scores van Julien laten het verloop zien in de motorische mogelijkheden gedurende de periode
van 10 jaar en 10 maanden en 17 jaar en 2 maanden. De grafieken tonen de perioden van achteruitgang en herstel
gekoppeld aan de gebeurtenissen en interventies bij Julien. Na het verlies van de loopfunctie bij DMD patiënten, laat
het natuurlijk beloop van het ziektebeeld een gemiddeld verlies per jaar zien van 5.80% [-9.14,-2.46] voor de Totale
score, en -7.86% [-12.42,-2,94] voor D2 (axiale en proximale motoriek). Wat is de rol van corticosteroïden therapie bij
deze adolescent gezien de relatief lage daling in de MFM D2 en Totaal score?
51
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
52
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
Motor Function Measure
for neuromuscular Disease
M F M Score formulier
Naam: Nummer:
Geboortedatum: Leeftijd:
Jaar/ Maand/ Dag Jaar / Maand
Testdatum: Naam tester:
Verlies loopvaardigheid: Diagnose:
Vermoeidheidsniveau bij start van de MFM afname vergeleken met normaal (mening patiënt):
Fitter Normaal Meer vermoeid Veel meer vermoeid
Voor informatie over het construct van de MFM kunt U contact opnemen met: Doctor Carole Bérard,
Service de Rééducation Pédiatrique l’Escale, HFME, Aile A1, 59 bd Pinel, 69677 Bron Cedex, France. Tel 04 72 12 94
50. Mail: [email protected]
Voor alle informatie over de internationale database MFM: http://www.motor-function-measure.org/databank.aspx
De gebruikershandleiding en het score formulier zijn te downloaden:http://www.motor-function-measure.org/user-s-
manual.aspx
Voor informatie over de Nederlandse Handleiding, scoreformulieren en database en met: [email protected] of
De MFM is een evaluatief meetinstrument, ontwikkeld en gevalideerd door de MFM
studiegroep om de functionele motorische activiteiten te meten bij patiënten met
neuromusculaire aandoeningen. Door herhaalde metingen over de tijd uit te voeren kan met de
MFM de verandering in het motorisch functioneren van een persoon worden vastgelegd. Het
hier onder vermelde score systeem laat in zijn algemeenheid zien hoe de score is opgebouwd,
maar voor ieder item afzonderlijk zijn de specifieke scores beschreven in de handleiding; het
gebruik van deze instructies is verplicht.
Basis scores:
0: kan de taak niet uitvoeren of kan de uitgangspositie niet handhaven
1: kan de taak deels uitvoeren
2: voert de beweging uit maar niet over de volledige bewegingsbaan of voert de beweging wel uit
over de gehele bewegingsbaan maar de uitvoering is niet conform de beschrijving
(compensatie bewegingen, kan de houding niet handhaven, traagheid, ongecontroleerde
bewegingen)
3: voert de taak volledig uit op een “normale” wijze: de beweging wordt gecontroleerd, in de juiste
richting uitgevoerd in een constant tempo.
53
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
Items MFM 32 (6-60 jaar) Items MFM 20 (kind onder de 7 jaar) D1 D2 D3
1. Rugligging, hoofd in de middenpositie: houdt het hoofd 5 seconden in de
middenpositie en draait vervolgens volledig van de ene zijde naar de andere.
Opmerkingen:
0
1
2
3
2. Rugligging: heft het hoofd en houdt dit 5 seconden omhoog.
Opmerkingen:
0
1
2
3
3. Rugligging: buigt de heupen en knieën meer dan 900 terwijl de voet van de
mat getild wordt.
Opmerkingen:
Rechts Links
0
1
2
3
4. Rugligging: de onderbenen in een horizontale positie ondersteund door de
tester : beweegt de voet van plantair flexie naar dorsaal flexie tot minimaal 900
ten opzichte van het onderbeen.
Opmerkingen:
Rechts Links
0
1
2
3
5. Rugligging: tilt de arm op en beweegt deze naar de tegenover liggende
schouder.
Opmerkingen:
Rechts Links
0
1
2
3
6. Rugligging: benen deels gebogen, de knieschijven wijzen omhoog en de
voeten steunen op de onderlaag: heft het bekken, de rug, het bekken en de
bovenbenen komen in één lijn, de voeten staan op heupbreedte.
Opmerkingen:
0
1
2
3
7. Rugligging: draait naar buikligging en maakt de armen vrij.
Opmerkingen:
Rechts Links
0
1
2
3
8. Rugligging: gaat zonder steun van de armen zitten.
Opmerkingen:
0
1
2
3
9. Zit op de mat: kan zonder steun van de armen 5 seconden rechtop blijven
zitten en kan dan met de armen naar voren gestrekt 5 seconden de armen/handen
tegen elkaar houden.
Opmerkingen:
0
1
2
3
10. Zit op de mat met een tennisbal voor de persoon op de mat: kan zonder steun
van de armen naar voren buigen, de bal aanraken en weer rechtop gaan zitten.
Opmerkingen:
0
1
2
3
11. Zit op de mat en gaat staan zonder steun van de armen.
Opmerkingen:
0
1
2
3
Subscore pagina 2 D1= D2= D3=
54
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
Items scores
Transport Subscore pagina 2 D1= D2= D3=
12. Stand: kan gaan zitten op de stoel zonder steun van de armen en de voeten op
heupbreedte.
Opmerkingen:
0
1
2
3
13. Zit op de stoel: kan zonder steun van de armen of zonder steun tegen de
rugleuning, 5 seconden rechtop blijven zitten met het hoofd en de romp in de
middenpositie.
Opmerkingen:
0
1
2
3
14. Zit op de stoel of in de rolstoel, hoofd naar voren gebogen: kan het hoofd
heffen en rechtop in de middenpositie gedurende 5 seconden handhaven.
Opmerkingen:
0
1
2
3
15. Zit op de stoel of in de rolstoel, onderarmen op tafel maar niet de ellebogen: kan
beide handen tegelijkertijd op het hoofd plaatsen terwijl hij rechtop blijft zitten
Opmerkingen:
0
1
2
3
16. Zit op de stoel of in een rolstoel, een potlood op de tafel: kan naar het potlood
reiken met een hand en met een volledig gestrekte elleboog aan het eind van de
beweging.
Opmerkingen:
Rechts Links
0
1
2
3
17. Zit op een stoel of in een rolstoel, 10 munten op tafel: kan de munten één voor
één oppakken en in in de hand houden gedurende 20 seconden.
Opmerkingen:
Rechts Links
0
1
2
3
18. Zit op de stoel of in de rolstoel, een vinger in het midden van een CD: kan
rondjes draaien over de rand van het middelste gat in de CD met een vinger
zonder dat de hand de tafel raakt.
Opmerkingen:
Rechts Links
0
1
2
3
19. Zit op een stoel of in een rolstoel, een potlood ligt op tafel: pakt het potlood en
tekent achter elkaar een serie lussen binnen in het hieronder afgedrukte kader
over de hele breedte terwijl de lussen boven en onderzijde raken.
Poging 1:
Poging 2:
Opmerkingen:
Rechts Links
0
1
2
3
20. Zit op een stoel of in de rolstoel en houdt een vel papier in de hand: kan een in
vieren gevouwen vel papier scheuren beginnend bij de vouwrand.
Opmerkingen:
0
1
2
3
Subscore pagina 3 D1= D2= D3=
55
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
Items scores
Transport subscore pagina 3 D1= D2= D3=
21. Zit op de stoel of in een rolstoel, de tennisbal op tafel: kan de bal pakken en
volledig omdraaien met de hand.
Opmerkingen:
Rechts Links
0
1
2
3
22. Zit op de stoel of in een rolstoel, een vinger in het diagram afgebeeld in de
handleiding: kan de vinger optillen en achter elkaar de 8 vierkanten aantikken
zonder de lijnen te raken.
Opmerkingen:
Rechts Links
0
1
2
3
23. Zit op de stoel of in de rolstoel, armen langs de romp: kan beide armen
tegelijkertijd op de tafel plaatsen.
Opmerkingen:
0
1
2
3
24. Zit op de stoel: kan zonder steun van de armen en met de voeten op
heupbreedte opstaan.
Opmerkingen:
0
1
2
3
25. Stand met steun van de armen: kan de steun van de armen loslaten en 5
seconden rechtop stil blijven staan met hoofd en romp in middenpositie.
Opmerkingen:
0
1
2
3
26. Stand met steun van de armen: kan 10 seconden zonder steun van de armen op
één been staan.
Opmerkingen:
Rechts Links
0
1
2
3
27. Stand zonder steun: kan met één hand de vloer aantikken en weer rechtop
komen staan.
Opmerkingen:
0
1
2
3
28. Stand zonder steun: kan 10 stappen op de hielen naar voren lopen.
Opmerkingen:
0
1
2
3
29. Stand zonder steun: kan 10 passen op een lijn voorwaarts lopen.
Opmerkingen:
0
1
2
3
30. Stand zonder steun: kan 10 meter rennen.
Opmerkingen:
0
1
2
3
31. Stand op één been zonder steun: kan 10 keer op de plaats hinken.
Opmerkingen:
Rechts Links
0
1
2
3
32. Stand zonder steun: kan zonder steun van de armen tweemaal achter elkaar
hurken en weer omhoog komen.
Opmerkingen:
0
1
2
3
SCORE*
D1= D2= D3=
*Alle berekeningen verlopen geautomatiseerd als deze worden ingevoerd in de MFM database
56
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
M F M
Totaal Score
SCORES MFM 32*: % SCORES
SCORES MFM 20*: % SCORES
*Alle berekeningen verlopen geautomatiseerd als deze worden ingevoerd in de MFM database
Medewerking van de patiënt: geen medewerking middelmatige prima Bijzonderheden tijdens de test:
D1: Stand en transfers: Totaal Domein 1 = x 100 = % 13 x 3 39 D2: Axiale en proximale functies Totaal Domein 2 = x 100 = % 12 x 3 36 D3: Distale functies: Totaal Domein 3 = x 100 = % 7 x 3 21 TOTAAL SCORE = Totaalscore = x 100 = % 32 x 3 96
D1: Stand en transfers: Totaal Domein 1 = x 100 = % 8 x 3 24 D2: Axiale en proximale functies Totaal Domein 2 = x 100 = % 8 x 3 24 D3: Distale functies: Totaal Domein 3 = x 100 = % 4 x 3 12 TOTAAL SCORE = Totaalscore = x 100 = % 20 x 3 60
57
Copyright © 2010 Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen. Prof.dr. R. Nijhuis-van der Sanden, e-mail: [email protected] en Dr. I. de Groot, e-
mail: [email protected], UMC St Radboud. Deze vertaling is tot stand gekomen in samenwerking met en na toestemming van Carole Berard. Motor
Function Measure© is protected by international copyright with all rights reserved to MFM steering committee.
Additionele informatie voor de MFM database
De motorische functiestoornis is in zijn algemeenheid:
Mild Matig Ernstig Zeer ernstig
Voorkeurszijde: rechts Rolstoel beschikbaar: nee
links handgestuurd
ambidexter handgestuurd en electrisch
onbekend
Vignos score:
1- Loopt en klimt de trap op zonder hulp
2- Loopt en klimt de trap op met hulp of met gebruik van de reling
3- Loopt en klimt de trap op maar langzaam met hulp of met gebruik reling (meer dan 24
seconden voor 8 treden).
4- Loopt zonder hulp en staat op van een stoel maar kan geen traplopen
5- Loopt zonder hulp maar kan niet opstaan uit een stoel noch traplopen
6- Loopt alleen met hulp of onafhankelijk met lange been orthesen
7- Loopt in lange been orthesen maar heeft hulp nodig voor het handhaven van de balans
8- Staat in lange been orthesen maar kan niet met hulp lopen
9- Zit in een rolstoel, kan de ellebogen buigen tegen de zwaartekracht in
10- Zit in een rolstoel of ligt in bed, de ellebogen kunnen niet tegen de zwaartekracht in buigen.
Brooke score:
1- Start met de armen langs het lichaam, de patiënt kan de armen abduceren en de armen raken
elkaar boven het hoofd
2- Kan de armen niet boven het hoofd tillen alleen door de ellebogen te buigen (hierdoor wordt
de bewegingsbaan korter) of door compensatie bewegingen te maken.
3- Kan niet de handen boven het hoofd heffen, maar kan een 180 ml glas met water naar de
mond brengen (indien nodig mogen beide handen gebruikt worden).
4- Kan met de handen de mond aanraken, maar geen glas water heffen van 180 ml.
5- Kan niet met de handen de mond aanraken maar kan wel met de handen een pen of munten
van tafel oprapen
6- Kan de handen niet optillen en heeft geen bruikbare functie in de handen. Vergeet niet de medische gegevens te noteren:
Data ingevoerd Ja Nee
Diagnose: geverifieerd Veranderd:
Datum eerste klinische signalen: geverifieerd Veranderd:
Participatie in een klinische trial: geverifieerd Veranderd:
Medicatie: geverifieerd Veranderd:
Chirurgische geschiedenis: geverifieerd Veranderd: