ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering...

22
ge meente Moerdijk 0 2 MEI 2016 RAADSINFORMATIEBRIEF illehouder: Eef Schoneveld lnleiding Hierbij presenteren wij u de tweede factsheet van de Transformatiemonitor in de gemeente Moerdijk. De inhoud is gebaseerd op onderzoek dat door de GGD West-Brabant in opdracht van de gemeenten in WestBrabant West is uitgevoerd in het vierde kwartaal van 2015. ln deze factsheet leest u over de ervaringen in en met de lokale toegang tot jeugdhulp. Ook vindt u cijfers over het gebruik van jeugdhulp in onze gemeente. Daarnaast wordt ook informatie gegeven over de gezinnen in onze gemeente. lnformatie Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten wijer nu uit: het expertteam en oarticipatie. Experteam De jeugdprofessionals geven aan in 2015 nauwelijks toegevoegde waarde van het expertteam te ervaren. Het expertteam is een team van specialisten dat ter ondersteuning van de jeugdprofessionals was ingericht vanuit het idee dat deze nieuwe jeugdprofessionals, die werken in een nieuw jeugdhulpstelsel, extra inhoudelijk advies goed zouden kunnen gebruiken. Het expertteam werd ingericht in een tijdelijke constructie, een pilot, om te ontdekken wat werkt en wat niet. Al na een half jaar bleek dat het expertteam maar heel beperkt werd geraadpleegd. Slechts enkele tientallen vragen werden gesteld. Uit gesprekken met de jeugdprofessionals bleek dat zij bij vragen hun'oude' netwerk benutten, oud-collega's en samenwerkingspartners werden gebeld als ze inhoudelijke ondersteuning nodig hadden. Het expertteam, zoals was vormgegeven in de pilot, was te weinig bekend en te veel op afstand. Samen met jeugdprofessionals, zorgaanbieders en beleidsadviseurs is het expertteam per 1 april 2016 op een andere manier vormgegeven. Met bekende gezichten en in nauw contact met de toegang tot de jeugdhulp van elke gemeente. Participatie We zijn trots op het relatief hoge percentage ouders dat als vrijwilliger betrokken is bij activiteiten met of voor kinderen. Ook tieners zetten zich onbetaald in voor het organiseren van activiteiten. ln de gemeente Moerdijk bl¡jft dit aantal gelukkig hoog en we zetten ons er voor in om dit zo te houden. Uitvoering van de jeugdhulp in de gemeente Moerdijk Zoals u kunt lezen verloopt de uitvoering van de jeugdhulp in de gemeente Moerdijk goed. De jeugdprofessionals zijn beter ingewerkt en nemen hun centrale positie in het nieuwe jeugdzorgstelsel steeds krachtiger in. Ze werken samen met aanbieders van vrij toegankelijke zorg, zoals huisartsen en jeugdgezondheidzorg, en met aanbieders van niet vrij toegankelijke zorg. Ook worden er positieve ervaringen opgedaan met het versterken van de eigen kracht van de cliënt en het inzetten van het sociale netwerk. ln de komende periode zetten we in op het behouden en versterken van deze positieve ontwikkelingen. I Nummer oriffie Zaaknummer Documentnummer Van College van burgemeester en wethouders Aan de leden van de qemeenteraad Onderwerp Factsheet #2 Tansformatiemonitor JEUGD Moerdiik maart 2016

Transcript of ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering...

Page 1: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

gemeenteMoerdijk

0 2 MEI 2016

RAADSINFORMATIEBRIEF

illehouder: Eef Schoneveld

lnleidingHierbij presenteren wij u de tweede factsheet van de Transformatiemonitor in de gemeente Moerdijk.De inhoud is gebaseerd op onderzoek dat door de GGD West-Brabant in opdracht van de gemeentenin WestBrabant West is uitgevoerd in het vierde kwartaal van 2015.

ln deze factsheet leest u over de ervaringen in en met de lokale toegang tot jeugdhulp. Ook vindt ucijfers over het gebruik van jeugdhulp in onze gemeente. Daarnaast wordt ook informatie gegevenover de gezinnen in onze gemeente.

lnformatieOngetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij dezevoor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten wijer nu uit: het expertteamen oarticipatie.

ExperteamDe jeugdprofessionals geven aan in 2015 nauwelijks toegevoegde waarde van het expertteam teervaren. Het expertteam is een team van specialisten dat ter ondersteuning van de jeugdprofessionalswas ingericht vanuit het idee dat deze nieuwe jeugdprofessionals, die werken in een nieuwjeugdhulpstelsel, extra inhoudelijk advies goed zouden kunnen gebruiken. Het expertteam werdingericht in een tijdelijke constructie, een pilot, om te ontdekken wat werkt en wat niet.Al na een half jaar bleek dat het expertteam maar heel beperkt werd geraadpleegd. Slechts enkeletientallen vragen werden gesteld. Uit gesprekken met de jeugdprofessionals bleek dat zij bij vragenhun'oude' netwerk benutten, oud-collega's en samenwerkingspartners werden gebeld als zeinhoudelijke ondersteuning nodig hadden. Het expertteam, zoals was vormgegeven in de pilot, was teweinig bekend en te veel op afstand.Samen met jeugdprofessionals, zorgaanbieders en beleidsadviseurs is het expertteam per 1 april2016 op een andere manier vormgegeven. Met bekende gezichten en in nauw contact met detoegang tot de jeugdhulp van elke gemeente.

ParticipatieWe zijn trots op het relatief hoge percentage ouders dat als vrijwilliger betrokken is bij activiteiten metof voor kinderen. Ook tieners zetten zich onbetaald in voor het organiseren van activiteiten. ln degemeente Moerdijk bl¡jft dit aantal gelukkig hoog en we zetten ons er voor in om dit zo te houden.

Uitvoering van de jeugdhulp in de gemeente MoerdijkZoals u kunt lezen verloopt de uitvoering van de jeugdhulp in de gemeente Moerdijk goed. Dejeugdprofessionals zijn beter ingewerkt en nemen hun centrale positie in het nieuwe jeugdzorgstelselsteeds krachtiger in. Ze werken samen met aanbieders van vrij toegankelijke zorg, zoals huisartsen enjeugdgezondheidzorg, en met aanbieders van niet vrij toegankelijke zorg. Ook worden er positieveervaringen opgedaan met het versterken van de eigen kracht van de cliënt en het inzetten van hetsociale netwerk. ln de komende periode zetten we in op het behouden en versterken van dezepositieve ontwikkelingen.

I

Nummer oriffieZaaknummerDocumentnummer

Van College van burgemeester en wethoudersAan de leden van de qemeenteraadOnderwerp Factsheet #2 Tansformatiemonitor JEUGD Moerdiik maart 2016

Page 2: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

gemeenfeMoerdijk

Ook steven we naar het uitvoeren van de jeugdhulp volgens heldere processtappen waardoorduidelijk is welke ondersteuning voor wie, met welk doel wordt ingezet en wat de kosten zijn. Nu deovergangsperiode, die eindigde op 31 december 2015, voorbij is en de nieuwe jeugdhulpcatalogus isgeimplementeerd, is het mogelijk om dit structureel en op de toekomst gericht vorm te geven.

Bijlagen:Factsheet #2 Transformatiemonitor JEUGD Moerdijk maart 2016

Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd

Met

ers van Moerdijk,de

J.P.M

2

Page 3: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

Inleiding

Sinds I januari 2O15 is de jeugdwet van kracht. Deze jeugdwet stelt dat gemeenten vanaf Ijanuari gegevens moeten verzamelen en vastleggen om de resultaten van hun beleid tebeoordelen en om die met het Rijk te kunnen delen. Uw gemeente werkt hierin samen met deacht andere gemeenten in de regio West-Brabant West. Om de gemeenten bij deze taak tekunnen ondersteunen heeft de GGD West-Brabant via het Zorg Inkoop en Informatie Team(Za2T) de opdracht gekregen om de beleidsdoelen van het regionaal beleidskader te monitoren.

Deze factsheet is een weergave van de resulaten

uit de tweede rappoftage in februari 2016.

Hiervoor is data verzameld in het najaar van

2015. De transformatiemonitor is gebaseerd op

de onderwerpen die benoemd zijn in het

hiernaast afgebeelde kader.

De transitie heeft niet alleen gevolgen voor de

werkzaamheden van de jeugd(zorg)-

professionals, maar ook de wijze waarop

informatie opgeslagen wordt en ontsloten kan

worden is veranderd. Daarmee is ook de

transformatiemonitor een product in

ontwikkeling,

M aatscha p pe I ij ke resu I ta ten(Doe¡stelling 1 en 2)

4,s)

ûffiend$hpmmd¡dnn¡,kn&

'/rJ toegànKeiilr

KW

trån3formôt¡emonltor

JEUGD

{r-ffi

Page 4: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

Het beleidskader is gekoppeld aan de volgende doelstellingen die de gemeenten in de regio West-Brabant

West gemeenschappelijk hebben geformuleerd:

1. In 20L7 nemen meer jeugdigen dan in 2015 actief deel

aan het sociale, economische en culturele leven;

2. In 20t7 groeien meer jeugdigen dan in 2015 veilig en

gezond op;

3. In 20L7 lossen meer gezinnen dan in 2015 opgroei- en

opvoedproblemen op zonder tussenkomst van het

professionele vangnet;

4. In 20L7 heeft de professionele zorg meer dan in 2015

een duurzaam effect op het gezinssysteem;

5. In 2OL7 is het aandeel gezinnen dat over de juiste zorg

en ondersteuning op het juiste moment beschikt groter

dan in 2015 (licht waar kan, zwaar waar nodig).

De gegevens verzameling heeft plaatsgevonden in de periode mei 2015 tot en met december 2015. In deze

periode hebben er meerdere metingen en groepsinterviews plaatsgevonden. Hieronder volgen zowel de

regionale als de lokale resultaten.

Ervaringen van professionals in de reg¡o

Ervaringen van profess¡onals bij de toegang en zorgaanb¡edersProfessionals bij de toegang en zorgaanbieders hebben in groepsinterviews hun ervaringen met het nieuwe

stelsel in West-Brabant West gedeeld. Deze resultaten weerspiegelen dus de stand van zaken vanuit het

perspectief v an professiona I s.

Toegang tot jeugdhulp en -zorg. Jeugdprofessionals zijn in de loop van 2015 beter ingewerkt in hun

functie en weten beter wat er van hen verwacht wordt. Een hoge werkdruk beperkt echter de tijd die

beschikbaar is voor individuele cliënten en preventieve activiteiten. De meeste cliënten zijn volgens de

medewerkers van de toegang positief over de hulp die zij van hen ontvangen. Niet alle jeugdprofessionals

vinden dat zij voldoende in staat zijn om drang toe te passen in hun casussen (met'drang'wordt de wijze

bedoeld waarop jeugdprofessionals optreden richting gezinnen om een kinderbeschermingsmaatregel te

voorkomen.) Enkele zorgaanbieders zien de afgelopen maanden een toename in doorverwijzing vanuit de

toegang. Overdracht van casuistiek tussen de toegang en zorgaanbieders verdient nog aandacht: nu

bestaat er nog regelmatig onduidelijkheid over wie de regie heeft en welke informatie er wordt

overgedragen. Zorgaanbieders zouden soms graag meer kennis en expertise bij jeugdprofessionals willen

zien.

2

Page 5: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

Voorliggend veld. Jeugdprofessionals en professionals in het voorliggend veld zijn in 2015 steeds meer

met elkaar gaan samenwerken op casusniveau, hoewel er veel variatie is en het succes van de

samenwerking sterk persoonsafhankelijk is. Veel aandacht gaat onder meer uit naar een betere afstemming

met huisats(praktijk)en, waarmee kan worden voorkomen dat klanten gaan'shoppen'naar zarg.

Niet-vrij toegankelijke zorg (NWZ). De samenwerking tussen jeugdprofessionals en zorgaanbieders

(NWZ) verloopt steeds beter. Cliënten zijn volgens de zorgaanbieders over het algemeen tevreden over de

specialistischezorg die zij ontvangen. Ook de samenwerking tussen grote en kleine zorgaanbieders lijkt te

verbeteren, hoewel ook die ervaringen wisselend zijn, Medewerkers van zorgaanbieders ervaren veel

verschillen in de werkwijze per gemeente (en per toegangorganisatie), bijvoorbeeld als het gaat om

administratieve procedures, en zij hebben een sterke behoefte aan

meer uniformiteit. Zij ervaren dat er nog veel moet gebeuren

voordat er gewerkt wordt volgens het uitgangspunt van één gezin,

één plan, één regisseur, hoewel de regierol van de toegang zich

steeds meer begint uit te kristalliseren. De hulp aan l8-plussers is

volgens jeugdprofessionals en zorgaanbieders een groot

aandachtspunt. Individuele jeugdprofessionals hebben veel kennis

over de kwaliteit van zorg maar die is volgens hen niet teambreed

beschikbaar. De zorgaanbieders zijn van mening dat er beter kan

worden gecontroleerd op de kwaliteit van de zorg, Door een

hogere werkdruk ervaren zorgaanbieders meer uitval van

personeel en een afname van de veiligheid, zowel van cliënten als

van medewerkers. Er worden door jeugdprofessionals en

zorgaanbieders vooral lange wachtlijsten gemeld bij GGZ-

instellingen. In de pleegzorg zijn wachtlijsten juist korter

geworden.

Expertteam. De jeugdprofessionals maken nog in beperkte mate gebruik van het expertteam en ervaren

over het algemeen weinig meerwaarde van het expertteam. Er is echter veel veftrouwen in de coördinator

die recent is aangesteld om het expertteam te verbeteren.

Justitiële veiligheidsketen jeugd. Medewerkers van de toegang en zorgaanbieders ervaren dat de

samenwerking met de partners in de justitiële veiligheidsketen voor jeugd, zoals Veilig Thuis, steeds beter

verloopt, Met de meeste wijkagenten hebben jeugdprofessionals nauw contact. Zorgaanbieders verwachten

wel nog meer duidelijkheid over de taken en verantwoordelijkheden van de partners in de justitiële

veiligheidsketen,

Doelstellingen'eigen kracht'en'soc¡aal netwerk'. Zowel jeugdprofessionals als medewerkers van

zorgaanbieders hebben met uiteenlopende voorbeelden geïllustreerd hoe de eigen kracht van cliënten kan

worden aangesproken en versterkt. Binnen de pleegzorg en de justitiële veiligheidsketen worden

bijvoorbeeld netwerkberaden steeds meer ingezet. Het is volgens jeugdprofessionals echter voor hen

nauwelijks mogelijk om de mate van 'eigen kracht'te kwantificeren/ te meten op collectief niveau.

.

I

i

!:!

l

3

Page 6: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

Resultaten van de toegang en zorgaanbieders

Op dit moment wordt er in samenwerking met

zorgaanbieders en toegangorganisaties gewerkt aan

kwaliteitsindicatoren zoals doelrealisatie en

cliënttevredenheid. Voor de zorgaanbieders zijn de

indicatoren vastgesteld en zullen dit jaar

geimplementeerd worden. De eerste resultaten van

de kwaliteitsmeting worden begin 2017 verwacht.

Daarnaast heeft Stichting Alexander een

modelvragenlijst ontwikkeld voor het meten van

cliëntervaring. Er wordt onderzocht wat de

mogelijkheden zijn om deze lijst (deels) te

combineren met het bestaande populatieondezoek

en dubbele belasting van cliënten te voorkomen.

2. Bevind¡ngen in de gemeente Moerd¡jk

Ervaringen van de profess¡onals in de toegang

De groep van aanbieders van vrij toegankelijke zorg (WZ) is

omvangrijk en divers. Samenwerking met deze partners vraagt

dan ook om voortdurende investering van jeugdprofessionals,

bijvoorbeeld als het gaat om de samenwerking met huisartsen en

maatschappelijk werk. De samenwerking met de

jeugdgezondheidszorg is het meest structureel (duurzaam)

vormgegeven. Jeugdprofessionals zijn over het algemeen

positiever over de samenwerking met overige aanbieders van niet-

vrij toegankelijke zorg (NWZ), omdat zij hen beter op de hoogte

houden over het verloop van casussen. De jeugdprofessionals ervaren nauwelijks toegevoegde waarde van

het expertteam; voor inhoudelijk advies raadplegen zij collega's. Binnen de veiligheidsketen heeft de

samenwerking met Veilig Thuis (VT) zich positief ontwikkeld. Jeugdprofessionals ervaren het KR8-kollektief

echter als een belemmerende stap in hun casussen. Jeugdprofessionals van mening datzij steeds meer een

positie verwerven als een laagdrempelige, persoonlijke hulpverlener die snel door kan schakelen naar

aanbieders van specialistische zorg. Het versterken van'eigen kracht'en'sociaal netwerk'kunnen zij niet

kwantificeren maar wordt wel geïllustreerd aan de hand van concrete voorbeelden uit de praktijk.

Lokale cijfers over de toegang

De registratie van CJG Moerdijk bevat 490 zorgtrajecten tot in september 2015 waarvan er 483 actief zijn.

Het gaat om beschikkingen voor 301 jongens (6Lo/o) en 189 meisjes uit de gemeente Moerdijk waarvoor4

-

Page 7: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

402ZIN (82o/o) en 87 PGB zijn afgegeven. Een deel van deze casussen zullen ook bij zorgaanbieders van de

NVTZ geregistreerd staan. Op dit moment kunnen we deze overlap niet vaststellen. Daarbij voeren

jeugdprofessionals vanuit de Vrij Toegankelijke Ondersteuning (WO) ook zelf hulpverleningstrajecten uit bij

jeugdigen zonder dat de NVTZ daarbij betrokken is. Over het registreren van deze trajecten binnen VTO

worden regionaal afspraken gemaaK.

Lokale cijfers over niet-vrij toegankelijke zorg

Uit de registratie van het ZiiT blijkt dat in West-Brabant West 6.971 jongeren in 2015 in niet vrij

toegankelijke zorg zijn geweest. Samen hebben zij 9.367 jeugdhulptrajecten door lopen. Dit betekent dat

een deel van de jeugdigen meer dan één zorgtraject doorloopt. Bijvoorbeeld een pleegkind

(jeugdbeschermingsmaatregel en jeugdhulp met verblijf) die begeleiding ontvangt van een GGZ-psycholoog

(jeugdhulp zonder verblijf) of een jeugdige die begeleiding krijgt door het CJG en daarnaast hulp ontvangt

van de GGZ-psycholoog. Voor Moerdijk zijn dit 752 jongeren met 941 jeugdhulptrajecten.

In Figuur 1 is het aantal trajecten en het aantal jongeren weergegeven naar ratio van het aantal jongeren

onder de 20 jaar in de gemeenten waardoor een vergelijking tussen de gemeenten mogelijk is.

L6%

L4%

12%

tOTo

8%

6%

4%

2%

0%

2.O6L r Trajecten

I Jongeren

983

7t8 6732.376

9.3674997t9 941

384

Pc(oltr!üåc)r=(u

=

Ëc)T'cN

Ioïtc0.,o3

cou¡tc)llç,(u(l,ttt

c(u

=CLIJ5É,

lo(oîtc(¡)

ooú,

vE0,o

oE(ul¡(uï,(o-

J0,,JcoPt!

CLo_qEoJOooobNco

Figuur 1: Aantal jeugdhulptrajecten en aantal jongeren dat niet vrij toegankelijke jeugdhulp onfuangt per gemeente in

West-Brabant West.

5

Page 8: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

Uit tabel 1 blijkt dat de kleinere zorgaanbieders waarmee een raamovereenkomst is gesloten, de meeste

jongeren in zorg hebben. We kunnen hier niet uitsplitsen naar specifieke zorgaanbieder. Daarnaast zijn de

GGZ WNB en Juzt de aanbieders met veel jongeren in zorg.

Naast de trajecten die via de gemeente Moerdijk lopen, zijn er 37 jongeren uit de gemeente Moerdijk die

jeugdzorg krijgen via een landelijk traject.

Tabel 1: Aantal jongeren (en aandeel van het totaal aantal jongeren tot 20 jaar) in de gemeente Moerdijk in 2015 per

zorgaanbieder.

AandeelJongeren Aandeel Jongeren

Raa movereenkomst 4,Oo/o 3153 4,3o/o326

15 o,2o/o 139 0,2o/o4-sprong

Amarant 31 o,4o/o 263 o,4o/o

L,3o/oro7 349Breburg Q,5o/o

Koraal o,oo/o o,Lo/o4 39

26SDW 443o,3o/o o,60/o

62 o,8o/o L,4o/oGGZWNB 1050

1331L,7o/oJuzt 144 L,8o/o

landelijke trajecten 37 o,3o/o204o,4o/o

West Brabant WestMoerdijk

Eigen kracht en inzet soc¡ale netwerk

Eind september 2015 is in de twee jeugdzorgregio's West-Brabant

West en West-Brabant Oost een online-enquête uitgezet onder

ouders/verzorgers van 0 t/m 18 jarigen om inzicht te krijgen in

hoe zij omgaan met mogelijke opvoedproblemen bij hun kind.

De gemeente Moerdijk telt 3,978 gezinnen met één (of meerdere)

kind(eren) in de leeftijd van 0 t/m 18 jaar, In totaal 1.221

gezinnen hebben de uitnodiging ontvangen om aan het onderzoek

deel te nemen. Hiervan heeft 260lo de online-enquête ingevuld (dit

zijn 316 gezinnen). De respons in beide jeugdzorgregio's ligt op

30o/o.

Hieronder volgen de belangrijkste resultaten uit de enquête.

6

-4

Page 9: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

Part¡c¡pat¡e

Vrijwilligerswerk is een veelzeggende indicator als het gaat om betrokkenheid van mensen bij de

samenleving. In Moerdijk is 52o/o van de ouders als vrijwilliger soms of vaak betrokken bij activiteiten met

kinderen en/of jongeren (significant hoger dan in West-Brabant West: 39o/o);8olo vân de 4 tlm ll jarigen

en 35o/o van de L2 tlm 18 jarigen doet soms tot vaak werk dat in georganiseerd verband en onbetaald

wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld hulp op school of bij een sporh/ereniging (zie figuur 2).

60

50

40

o¡6 30t4 tlm 11 jarigen

.L2 Vm 18 jarigen

I ouders20

10

0Moerdijk WB-West WB-Oost

Figuur 2 Doet vrijwilligerswerk in Moerdijk en de twee jeugdzorgregio's

Opvoeden en opgroeien

Ruim één op de drie ouders in Moerdijk geeft aan in de afgelopen 12 maanden zorgen te hebben gehad

over de opvoeding, het gedrag of de ontwikkeling van het kind (zie figuur 3 voor alle gemeenten in West-

Brabant West en de twee jeugdzorgregio's). Bij 7olo is dit vaak of altijd.

45

40

35

30

25olo

20

15

10

5

0

""*.".-n"f....S

.".'n-"""""d

"-"oo"'".".."t" """t. "." "t.

Figuur 3. Zorgen over opvoeden en opgroeien in Moerdijk en de andere gemeenten uit West-Brabant West (inclusief de

twee jeugdzorgreg io's)

7

Page 10: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

Deze zorgen kunnen op verschillende terreinen betrekking hebben, en zijn gebonden aan de leeftijd van het

kind. De resultaten hiervan zijn voor de jeugdzorgregio West-Brabant West beschikbaar (zie tabel 2).

Tabel 2: Op welke terreinen hebben de zorgen over uw kind betrekking? (in West-Brabant West)

In figuur 4 is te zien met wie ouders zorgen of vragen over de opvoeding regelmatig of vaak bespreken.

Met mijn partner

Met buren en/of Met mijnvrienden/kennissen

rnnen

Met collega'sMet mijn

kind(eren) -Moerd¡jk-WB-West

Met anderefamilieleden(anders dan

leerkrachtenop school of

leid(st)er(schoon)ouder(s)en gezinsleden)

kinderdagverblijf/peuterspeelzaal

Met(schoon)ouder(s)

Figuur 4. Met wie bespreken ouders regelmatig of vaak de vragen of zorgen over de opvoeding in Moerdijk en in West-

Brabant West

Moerdijk komt overeen met West-Brabant West. Vragen of zorgen worden het meest met de paftner

gedeeld.

Bekendheid met opvoedingsondersteun¡ng in de gemeente

Van de ouders in Moerdijk kent 53% het Centrum voor Jeugd en Gez¡n (CJG) binnen de eigen gemeente, Dit

komt overeen met de jeugdzorgregio West-Brabant West (zie figuur 5 voor alle gemeenten in West-Brabant

West en de twee jeugdzorgregio's).

I

eten, slapen of groei en gezondheid0 jarigen

eten, slapen of groei, gezondheid en luisteren en gehoorzamen1-4 jar¡gen

luisteren en gehoorzamen, houden aan of stellen van grenzen/regels/afspraken enanost. onzekerheid of faalanost4-8 jarigen

angst/onzekerheid/faalangst, schoolprestaties en houden aan of stellen vano renzen/reoels/afsoraken8+

Belangrijkste zorgenLeeftijdsgroep

Page 11: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

Figuur 5. Bekendheid met Lokale Toegang in Moerdijk en de opvoedingsondersteuning in andere gemeenten uit West-

Brabant West (inclusief de twee jeugdzorgregio's) .

Gebruik jeugdhulp

Figuur 6 laat zien dat 16% van de ouders in Moerdijk daadwerkelijk gebruik heeft gemaaK van

professionele hulp of advies (West-Brabant West: 160lo).

70

60

50

40o/o

30

20

10

0

trd*n""*t".s .*"'*-.*"C

""o;..oo"'":.".'t ""'"o *".t .."**

30*

25

20

15

olo

10

5

0

""r",-n""*.r".d

.".u":.o"'C

"".,oo"'"..".ud ""t"o

o'"." o."d

Figuur 6. Gebruik van professionele hulp of advies in Moerdijk en de andere gemeenten uit West-Brabant West (inclusief

de twee jeugdzorgregio's)

. Met een statistisch significant verschil bedoelen we dat met een waarschijnlijkheid van 95olo het gevonden verschil niet

op toeval berust. cttrsief en onderstr pt weergegeven percentages met een * in de tabel geven een statistischsignificant verschil aan tussen de gemeente en de Jeugdzorgregio of tussen de jeugdzorgregio's.

9

Page 12: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

1, Huisarts (voorliggend veld) 45o/o

2. Opvoeddeskundige (bv. psycholoog, pedagoog, opvoedkundig e) (NWZ) 360/o

3. Centrum voor Jeugd en Gez¡n (CJG) (toegang) 3Oo/o

4. Schoolarts/-verpleegkundige enlof het consultatiebureau (voorliggend veld) 29o/o

5. Medisch specialist (bv. kinderarts, kinderpsychiater) (NVTZ) of maatschappelijk

werker (voorlíggend veld)24o/o

Top 5: van wie profess¡one¡e hulp/advies gekregen Moerdijk

In tabel 3 is voor Moerdijk de top 5 van contact met hulpverleners weergegeven

Tabel 3: top 5 van wie professionele hulp of advies gekregen in Moerdijk (respondenten konden meerdere antwoorden

geven)

076 5 28 20 00www, ggdwestbrabant, nløKtø

10

Page 13: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

Inleiding

Sinds 1 januari 2015 is de jeugdwet van kracht. Deze jeugdwet stelt dat gemeenten vanaf 1

januari gegevens moeten verzamelen en vastleggen om de resultaten van hun beleid te

beoordelen en om die met het Rijk te kunnen delen. Uw gemeente werkt hierin samen met de

acht andere gemeenten in de regio West-Brabant West. Om de gemeenten bij deze taak te

kunnen ondersteunen heeft de GGD West-Brabant via het Zorg Inkoop en Informatie Team

(Zi2T) de opdracht gekregen om de beleidsdoelen van het regionaal beleidskader te monitoren.

Deze factsheet is een weergave van de resulaten

uit de tweede rapportage in februari 2016.

Hiervoor is data verzameld in het najaar van

2015. De transformatiemonitor is gebaseerd op

de onderwerpen die benoemd zijn in het

hiernaast afgebeelde kader.

De transitie heeft niet alleen gevolgen voor de

werkzaamheden van de jeugd(zorg)-

professionals, maar ook de wijze waarop

informatie opgeslagen wordt en ontsloten kan

worden is veranderd. Daarmee is ook de

transformatiemonitor een product in

ontwikkeling.

FACTSHEET #2

TRANSFORMATIEMONITOR

JEUGD Moerdijk

maart 2016

Page 14: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

2

Het beleidskader is gekoppeld aan de volgende doelstellingen die de gemeenten in de regio West-Brabant

West gemeenschappelijk hebben geformuleerd:

1. In 2017 nemen meer jeugdigen dan in 2015 actief deel

aan het sociale, economische en culturele leven;

2. In 2017 groeien meer jeugdigen dan in 2015 veilig en

gezond op;

3. In 2017 lossen meer gezinnen dan in 2015 opgroei- en

opvoedproblemen op zonder tussenkomst van het

professionele vangnet;

4. In 2017 heeft de professionele zorg meer dan in 2015

een duurzaam effect op het gezinssysteem;

5. In 2017 is het aandeel gezinnen dat over de juiste zorg

en ondersteuning op het juiste moment beschikt groter

dan in 2015 (licht waar kan, zwaar waar nodig).

De gegevens verzameling heeft plaatsgevonden in de periode mei 2015 tot en met december 2015. In deze

periode hebben er meerdere metingen en groepsinterviews plaatsgevonden. Hieronder volgen zowel de

regionale als de lokale resultaten.

Ervaringen van professionals bij de toegang en zorgaanbieders

Professionals bij de toegang en zorgaanbieders hebben in groepsinterviews hun ervaringen met het nieuwe

stelsel in West-Brabant West gedeeld. Deze resultaten weerspiegelen dus de stand van zaken vanuit het

perspectief van professionals.

Toegang tot jeugdhulp en –zorg. Jeugdprofessionals zijn in de loop van 2015 beter ingewerkt in hun

functie en weten beter wat er van hen verwacht wordt. Een hoge werkdruk beperkt echter de tijd die

beschikbaar is voor individuele cliënten en preventieve activiteiten. De meeste cliënten zijn volgens de

medewerkers van de toegang positief over de hulp die zij van hen ontvangen. Niet alle jeugdprofessionals

vinden dat zij voldoende in staat zijn om drang toe te passen in hun casussen (met ‘drang’ wordt de wijze

bedoeld waarop jeugdprofessionals optreden richting gezinnen om een kinderbeschermingsmaatregel te

voorkomen.) Enkele zorgaanbieders zien de afgelopen maanden een toename in doorverwijzing vanuit de

toegang. Overdracht van casuïstiek tussen de toegang en zorgaanbieders verdient nog aandacht: nu

bestaat er nog regelmatig onduidelijkheid over wie de regie heeft en welke informatie er wordt

overgedragen. Zorgaanbieders zouden soms graag meer kennis en expertise bij jeugdprofessionals willen

zien.

Ervaringen van professionals in de regio

reguio

Page 15: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

3

Voorliggend veld. Jeugdprofessionals en professionals in het voorliggend veld zijn in 2015 steeds meer

met elkaar gaan samenwerken op casusniveau, hoewel er veel variatie is en het succes van de

samenwerking sterk persoonsafhankelijk is. Veel aandacht gaat onder meer uit naar een betere afstemming

met huisarts(praktijk)en, waarmee kan worden voorkomen dat klanten gaan ‘shoppen’ naar zorg.

Niet-vrij toegankelijke zorg (NVTZ). De samenwerking tussen jeugdprofessionals en zorgaanbieders

(NVTZ) verloopt steeds beter. Cliënten zijn volgens de zorgaanbieders over het algemeen tevreden over de

specialistische zorg die zij ontvangen. Ook de samenwerking tussen grote en kleine zorgaanbieders lijkt te

verbeteren, hoewel ook die ervaringen wisselend zijn. Medewerkers van zorgaanbieders ervaren veel

verschillen in de werkwijze per gemeente (en per toegangorganisatie), bijvoorbeeld als het gaat om

administratieve procedures, en zij hebben een sterke behoefte aan

meer uniformiteit. Zij ervaren dat er nog veel moet gebeuren

voordat er gewerkt wordt volgens het uitgangspunt van één gezin,

één plan, één regisseur, hoewel de regierol van de toegang zich

steeds meer begint uit te kristalliseren. De hulp aan 18-plussers is

volgens jeugdprofessionals en zorgaanbieders een groot

aandachtspunt. Individuele jeugdprofessionals hebben veel kennis

over de kwaliteit van zorg maar die is volgens hen niet teambreed

beschikbaar. De zorgaanbieders zijn van mening dat er beter kan

worden gecontroleerd op de kwaliteit van de zorg. Door een

hogere werkdruk ervaren zorgaanbieders meer uitval van

personeel en een afname van de veiligheid, zowel van cliënten als

van medewerkers. Er worden door jeugdprofessionals en

zorgaanbieders vooral lange wachtlijsten gemeld bij GGZ-

instellingen. In de pleegzorg zijn wachtlijsten juist korter

geworden.

Expertteam. De jeugdprofessionals maken nog in beperkte mate gebruik van het expertteam en ervaren

over het algemeen weinig meerwaarde van het expertteam. Er is echter veel vertrouwen in de coördinator

die recent is aangesteld om het expertteam te verbeteren.

Justitiële veiligheidsketen jeugd. Medewerkers van de toegang en zorgaanbieders ervaren dat de

samenwerking met de partners in de justitiële veiligheidsketen voor jeugd, zoals Veilig Thuis, steeds beter

verloopt. Met de meeste wijkagenten hebben jeugdprofessionals nauw contact. Zorgaanbieders verwachten

wel nog meer duidelijkheid over de taken en verantwoordelijkheden van de partners in de justitiële

veiligheidsketen.

Doelstellingen ‘eigen kracht’ en ‘sociaal netwerk’. Zowel jeugdprofessionals als medewerkers van

zorgaanbieders hebben met uiteenlopende voorbeelden geïllustreerd hoe de eigen kracht van cliënten kan

worden aangesproken en versterkt. Binnen de pleegzorg en de justitiële veiligheidsketen worden

bijvoorbeeld netwerkberaden steeds meer ingezet. Het is volgens jeugdprofessionals echter voor hen

nauwelijks mogelijk om de mate van ‘eigen kracht’ te kwantificeren/ te meten op collectief niveau.

Page 16: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

4

Resultaten van de toegang en zorgaanbieders

Op dit moment wordt er in samenwerking met

zorgaanbieders en toegangorganisaties gewerkt aan

kwaliteitsindicatoren zoals doelrealisatie en

cliënttevredenheid. Voor de zorgaanbieders zijn de

indicatoren vastgesteld en zullen dit jaar

geïmplementeerd worden. De eerste resultaten van

de kwaliteitsmeting worden begin 2017 verwacht.

Daarnaast heeft Stichting Alexander een

modelvragenlijst ontwikkeld voor het meten van

cliëntervaring. Er wordt onderzocht wat de

mogelijkheden zijn om deze lijst (deels) te

combineren met het bestaande populatieonderzoek

en dubbele belasting van cliënten te voorkomen.

Ervaringen van de professionals in de toegang

De groep van aanbieders van vrij toegankelijke zorg (VTZ) is

omvangrijk en divers. Samenwerking met deze partners vraagt

dan ook om voortdurende investering van jeugdprofessionals,

bijvoorbeeld als het gaat om de samenwerking met huisartsen en

maatschappelijk werk. De samenwerking met de

jeugdgezondheidszorg is het meest structureel (duurzaam)

vormgegeven. Jeugdprofessionals zijn over het algemeen

positiever over de samenwerking met overige aanbieders van niet-

vrij toegankelijke zorg (NVTZ), omdat zij hen beter op de hoogte

houden over het verloop van casussen. De jeugdprofessionals ervaren nauwelijks toegevoegde waarde van

het expertteam; voor inhoudelijk advies raadplegen zij collega’s. Binnen de veiligheidsketen heeft de

samenwerking met Veilig Thuis (VT) zich positief ontwikkeld. Jeugdprofessionals ervaren het KR8-kollektief

echter als een belemmerende stap in hun casussen. Jeugdprofessionals van mening dat zij steeds meer een

positie verwerven als een laagdrempelige, persoonlijke hulpverlener die snel door kan schakelen naar

aanbieders van specialistische zorg. Het versterken van ‘eigen kracht’ en ‘sociaal netwerk’ kunnen zij niet

kwantificeren maar wordt wel geïllustreerd aan de hand van concrete voorbeelden uit de praktijk.

Lokale cijfers over de toegang

De registratie van CJG Moerdijk bevat 490 zorgtrajecten tot in september 2015 waarvan er 483 actief zijn.

Het gaat om beschikkingen voor 301 jongens (61%) en 189 meisjes uit de gemeente Moerdijk waarvoor

2. Bevindingen in de gemeente Moerdijk

Page 17: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

5

402 ZIN (82%) en 87 PGB zijn afgegeven. Een deel van deze casussen zullen ook bij zorgaanbieders van de

NVTZ geregistreerd staan. Op dit moment kunnen we deze overlap niet vaststellen. Daarbij voeren

jeugdprofessionals vanuit de Vrij Toegankelijke Ondersteuning (VTO) ook zelf hulpverleningstrajecten uit bij

jeugdigen zonder dat de NVTZ daarbij betrokken is. Over het registreren van deze trajecten binnen VTO

worden regionaal afspraken gemaakt.

Lokale cijfers over niet-vrij toegankelijke zorg

Uit de registratie van het ZiiT blijkt dat in West-Brabant West 6.971 jongeren in 2015 in niet vrij

toegankelijke zorg zijn geweest. Samen hebben zij 9.367 jeugdhulptrajecten door lopen. Dit betekent dat

een deel van de jeugdigen meer dan één zorgtraject doorloopt. Bijvoorbeeld een pleegkind

(jeugdbeschermingsmaatregel en jeugdhulp met verblijf) die begeleiding ontvangt van een GGZ-psycholoog

(jeugdhulp zonder verblijf) of een jeugdige die begeleiding krijgt door het CJG en daarnaast hulp ontvangt

van de GGZ-psycholoog. Voor Moerdijk zijn dit 752 jongeren met 941 jeugdhulptrajecten.

In Figuur 1 is het aantal trajecten en het aantal jongeren weergegeven naar ratio van het aantal jongeren

onder de 20 jaar in de gemeenten waardoor een vergelijking tussen de gemeenten mogelijk is.

Figuur 1: Aantal jeugdhulptrajecten en aantal jongeren dat niet vrij toegankelijke jeugdhulp ontvangt per gemeente in

West-Brabant West.

2.061

983

719 941

2.376

499

718 673

384

9.367

1.500

768 528 752

1.750

373 489

491

305

6.971

0%

2%

4%

6%

8%

10%

12%

14%

16%

Be

rge

n o

pZo

om

Ette

n-L

eu

r

Hal

der

be

rge

Mo

erd

ijk

Ro

ose

nd

aal

Ru

cph

en

Ste

enb

erge

n

Wo

en

sdre

cht

Zun

de

rt

We

st-B

rab

ant

We

st

Trajecten

Jongeren

Page 18: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

6

Uit tabel 1 blijkt dat de kleinere zorgaanbieders waarmee een raamovereenkomst is gesloten, de meeste

jongeren in zorg hebben. We kunnen hier niet uitsplitsen naar specifieke zorgaanbieder. Daarnaast zijn de

GGZ WNB en Juzt de aanbieders met veel jongeren in zorg.

Naast de trajecten die via de gemeente Moerdijk lopen, zijn er 37 jongeren uit de gemeente Moerdijk die

jeugdzorg krijgen via een landelijk traject.

Tabel 1: Aantal jongeren (en aandeel van het totaal aantal jongeren tot 20 jaar) in de gemeente Moerdijk in 2015 per

zorgaanbieder.

Moerdijk West Brabant West

Jongeren Aandeel Jongeren Aandeel

Raamovereenkomst 326 4,0% 3153 4,3%

4-sprong 15 0,2% 139 0,2%

Amarant 31 0,4% 263 0,4%

Breburg 107 1,3% 349 0,5%

Koraal 4 0,0% 39 0,1%

SDW 26 0,3% 443 0,6%

GGZWNB 62 0,8% 1050 1,4%

Juzt 144 1,7% 1331 1,8%

landelijke trajecten 37 0,4% 204 0,3%

Eind september 2015 is in de twee jeugdzorgregio’s West-Brabant

West en West-Brabant Oost een online-enquête uitgezet onder

ouders/verzorgers van 0 t/m 18 jarigen om inzicht te krijgen in

hoe zij omgaan met mogelijke opvoedproblemen bij hun kind.

De gemeente Moerdijk telt 3.978 gezinnen met één (of meerdere)

kind(eren) in de leeftijd van 0 t/m 18 jaar. In totaal 1.221

gezinnen hebben de uitnodiging ontvangen om aan het onderzoek

deel te nemen. Hiervan heeft 26% de online-enquête ingevuld (dit

zijn 316 gezinnen). De respons in beide jeugdzorgregio’s ligt op

30%.

Hieronder volgen de belangrijkste resultaten uit de enquête.

Eigen kracht en inzet sociale netwerk

Page 19: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

7

Participatie

Vrijwilligerswerk is een veelzeggende indicator als het gaat om betrokkenheid van mensen bij de

samenleving. In Moerdijk is 52% van de ouders als vrijwilliger soms of vaak betrokken bij activiteiten met

kinderen en/of jongeren (significant hoger dan in West-Brabant West: 39%); 8% van de 4 t/m 11 jarigen

en 35% van de 12 t/m 18 jarigen doet soms tot vaak werk dat in georganiseerd verband en onbetaald

wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld hulp op school of bij een sportvereniging (zie figuur 2).

Figuur 2 Doet vrijwilligerswerk in Moerdijk en de twee jeugdzorgregio’s

Opvoeden en opgroeien

Ruim één op de drie ouders in Moerdijk geeft aan in de afgelopen 12 maanden zorgen te hebben gehad

over de opvoeding, het gedrag of de ontwikkeling van het kind (zie figuur 3 voor alle gemeenten in West-

Brabant West en de twee jeugdzorgregio’s). Bij 7% is dit vaak of altijd.

Figuur 3. Zorgen over opvoeden en opgroeien in Moerdijk en de andere gemeenten uit West-Brabant West (inclusief de

twee jeugdzorgregio’s)

8 7 8

35 29

32

52

39 40

0

10

20

30

40

50

60

Moerdijk WB-West WB-Oost

%

4 t/m 11 jarigen

12 t/m 18 jarigen

ouders

32 36 36

33 35 34 40 40

31 35 34

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

%

Page 20: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

8

Deze zorgen kunnen op verschillende terreinen betrekking hebben, en zijn gebonden aan de leeftijd van het

kind. De resultaten hiervan zijn voor de jeugdzorgregio West-Brabant West beschikbaar (zie tabel 2).

Tabel 2: Op welke terreinen hebben de zorgen over uw kind betrekking? (in West-Brabant West)

Leeftijdsgroep Belangrijkste zorgen

0 jarigen eten, slapen of groei en gezondheid

1-4 jarigen eten, slapen of groei, gezondheid en luisteren en gehoorzamen

4-8 jarigen luisteren en gehoorzamen, houden aan of stellen van grenzen/regels/afspraken en angst, onzekerheid of faalangst

8+ angst/onzekerheid/faalangst, schoolprestaties en houden aan of stellen van grenzen/regels/afspraken

In figuur 4 is te zien met wie ouders zorgen of vragen over de opvoeding regelmatig of vaak bespreken.

Figuur 4. Met wie bespreken ouders regelmatig of vaak de vragen of zorgen over de opvoeding in Moerdijk en in West-

Brabant West

Moerdijk komt overeen met West-Brabant West. Vragen of zorgen worden het meest met de partner

gedeeld.

Bekendheid met opvoedingsondersteuning in de gemeente

Van de ouders in Moerdijk kent 53% het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) binnen de eigen gemeente. Dit

komt overeen met de jeugdzorgregio West-Brabant West (zie figuur 5 voor alle gemeenten in West-Brabant

West en de twee jeugdzorgregio’s).

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

Met mijn partner

Met mijnvrienden/

vriendinnen

Met mijnkind(eren)

Met leerkrachtenop school of

leid(st)erkinderdagverblijf/peuterspeelzaal

Met(schoon)ouder(s)

Met anderefamilieleden(anders dan

(schoon)ouder(s)en gezinsleden)

Met collega's

Met buren en/ofkennissen

Moerdijk

WB-West

Page 21: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

9

Figuur 5. Bekendheid met Lokale Toegang in Moerdijk en de opvoedingsondersteuning in andere gemeenten uit West-

Brabant West (inclusief de twee jeugdzorgregio’s)

Gebruik jeugdhulp

Figuur 6 laat zien dat 16% van de ouders in Moerdijk daadwerkelijk gebruik heeft gemaakt van

professionele hulp of advies (West-Brabant West: 16%).

Figuur 6. Gebruik van professionele hulp of advies in Moerdijk en de andere gemeenten uit West-Brabant West (inclusief

de twee jeugdzorgregio’s)

Met een statistisch significant verschil bedoelen we dat met een waarschijnlijkheid van 95% het gevonden verschil niet

op toeval berust. cursief en onderstreept weergegeven percentages met een * in de tabel geven een statistisch significant verschil aan tussen de gemeente en de jeugdzorgregio of tussen de jeugdzorgregio’s.

54 55

30*

53 51 57 54

59 52 52 49

0

10

20

30

40

50

60

70

%

13

17 15 16 16 16

21

16

12

16 15

0

5

10

15

20

25

%

Page 22: ge Moerdijk · Ongetwijfeld roept de factsheet vragen bij u op. Tijdens de commissie vergadering kunnen wij deze voor u beantwoorden. Enkele opvallende zaken uit het onderzoek lichten

10

In tabel 3 is voor Moerdijk de top 5 van contact met hulpverleners weergegeven.

Tabel 3: top 5 van wie professionele hulp of advies gekregen in Moerdijk (respondenten konden meerdere antwoorden

geven)

Top 5: van wie professionele hulp/advies gekregen Moerdijk

1. Huisarts (voorliggend veld) 45%

2. Opvoeddeskundige (bv. psycholoog, pedagoog, opvoedkundige) (NVTZ) 36%

3. Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) (toegang) 30%

4. Schoolarts/-verpleegkundige en/of het consultatiebureau (voorliggend veld) 29%

5. Medisch specialist (bv. kinderarts, kinderpsychiater) (NVTZ) of maatschappelijk

werker (voorliggend veld) 24%