GAP Jaarverslag 2014 Stuurgroep GAP Genderactieplan 2014 ... · Daarnaast is er al vooruitgang...
Transcript of GAP Jaarverslag 2014 Stuurgroep GAP Genderactieplan 2014 ... · Daarnaast is er al vooruitgang...
1
GAP Jaarverslag 2014
Stuurgroep GAP
Genderactieplan 2014-2016 (ASP/PTOP115)
2 Documentbeheer
Status (draft/finaal/…) Finaal
Versie V.04
Datum 11/02/2015
Titel GAP Jaarverslag 2014
Inhoudsopgave
1. Identificatie en opdracht Stuurgroep Genderactieplan (GAP) p. 3
2. Executive summary p. 5
3. Kwantitatieve monitoring p. 7
3.1 Aantallen mannen en vrouwen academisch personeel
3.2 Nieuwe aanwervingen ZAP
3.3 Bevorderingen ZAP
3.4 Aantallen mannen en vrouwen in besturen en raden
4. Kwalitatieve monitoring: stand van zaken GAP-actiepunten p. 25
5. Bijlagen p. 39
Versie Voorbereid door voorgelegd aan besproken met Datum Opmerkingen
V.01 Machteld De Metsenaere, voorzitter GAP Lisa Wouters, GAP-medewerker Met input van: Sofie Stevens (admin. secretaris LK), Chantal Vermoesen (admin. secretaris GF), Mieke Gijsemans, (Diensthoofd R&D), Julie Debrauwere (DOCBE), Els Robbrecht (Diensthoofd SB), Jan Den Haese (Dir. Personeel)
Stuurgroep GAP 20/01/2015
V.02 Met input van: ES, IR, LK, LW, RC, WE, GF Stuurgroep GAP (per mail) 29/01/2015 Opmerkingen van Stuurgroep GAP verwerkt
V.03 Machteld De Metsenaere, voorzitter GAP Lisa Wouters, GAP-medewerker
03/02/2015 Finalisering
V.04 Lisa Wouters, GAP-medewerker Dagelijks Bestuur Stuurgroep GAP (per mail)
09/02/2015 Opmerkingen van het Dagelijks Bestuur geïntegreerd
3 1. Identificatie en opdracht Stuurgroep Genderactieplan (GAP)
Statuut ad hoc Stuurgroep
Opdracht (cf. GAP, goedgekeurd RvB 28/01/2014)
Uitwerken van een instellingseigen genderactieplan in het kader van het VLIR Charter Gender.
Bewerkstelligen van een draagvlak in alle geledingen van de instelling.
De verankering van een duurzaam genderbeleid aan VUB.
Gezien de goedkeuring van het GAP door de Raad van Bestuur d.d. 28/01/2014. Gezien de integratie van het GAP in het ASPII en de jaarlijkse ASP-monitoring (optimaliseringsportfolio ASP/PTOP115 “Duurzaamheid en Gender”). Gezien de aanwerving per 01/01/2015 van 1 VTE ATP (0.5 VTE Dienst Strategie en Beleidsvoorbereiding: gender/0.5 VTE Departement Onderwijsbeleid: duurzame ontwikkeling) met als kerntaak de implementatie van het GAP.
Bijkomende taken Stuurgroep GAP
Betreffende het operationele luik (implementatie genderbeleid): De Stuurgroep GAP verstrekt advies aan het Directiecomité, de Academische Raad en aan de leidinggevenden van de rectorale en centrale administratieve diensten over de thema’s en beleidsvoorstellen of uitvoeringsbeslissingen die binnen hun respectievelijke domein vallen.
Betreffende het strategische luik (visie, monitoring, evaluatie en bijsturing genderbeleid): De Stuurgroep GAP levert input aan de Dienst Strategie en Beleidsvoorbereiding, via de GAP-medewerker die ingebed is in de werking van deze dienst.
Samenstelling
- Vertegenwoordigers van alle faculteiten alsook van een aantal centrale diensten, samenstelling bekrachtigd Raad van Decanen d.d. 29/04/2013 - Voorzitter: prof. dr. Machteld De Metsenaere, per 01/03/2015 opgevolgd door prof. dr. Gily Coene - Stafmedewerker: Lisa Wouters
Effectieve leden
Jan Veny (Directie Personeelsdienst) Wijziging per 1/11/2014: Raf Devos prof. dr. Yvette Michotte (Vicerector Onderwijs) Mieke Gijsemans (Diensthoofd Vicerectoraat Onderzoek) prof. dr. Karen Celis (Faculteit ES) prof. dr. Gily Coene (Faculteit LW) prof. dr. Wilfried Rauws (Faculteit RC) Wijziging per 20/10/2014: Els Dumortier is effectief lid
prof. dr. Roland Pepermans (Faculteit PE) prof. dr. Eric Kerckhofs (Decaan Faculteit LK) prof. dr. Karin Vanderkerken (Faculteit GF) prof. dr. Francis Berghmans (Faculteit IR)
Plaatsvervangende leden
Maha Najjar (Directie Personeelsdienst) Vanessa De Cock (Diensthoofd Vicerectoraat Onderwijs) Julie Debrauwere (Coördinator Centrale Doctoraatsbegeleiding) prof. dr. Bram Spruyt (Faculteit ES) / prof. dr. Paul De Hert (Faculteit RC) Wijziging per 22/11/2013: Els Dumortier (Faculteit RC) vervangt Paul De Hert, Wijziging per 20/10/2014: Wilfried Rauws is plaatsvervangend lid prof. dr. Joeri Hofmans (Faculteit PE) / prof. dr. Ilse Smolders (Faculteit GF) prof. dr. Ann Dooms (Faculteit IR)
4
prof. dr. Stefan Magez (Faculteit WE)
Aanvulling effectieve leden n.a.v. Raad van Decanen d.d. 04/11/2013 prof. dr. Georges Declercq (Decaan Faculteit LW) prof. dr. Patrick Stouthuysen (Academisch Directeur Faculteit ES) Jan Den Haese (Directie Personeelsdienst, HR)
Leden met raadgevende stem Frank Gladines (GOCO) en Jacqueline Couder (IRMO)
prof. dr. Eva Colebunders (Faculteit WE)
/ / /
Vergaderingen
8 juli, 2 september en 13 november 2013 10 januari, 30 april, 4 juni en 5 november 2014 20 januari 2015
Verslagen op te vragen bij GAP-medewerker.
Communicatie
Website: http://www.vub.ac.be/over/genderactieplan Elektronische nieuwsbrief personeel VUB
5 2. Executive summary
Conform de beslissing van de Raad van Bestuur (d.d. 28/01/14, RVB.635/Q4/01) werd het Genderactieplan 2014-2016 geïntegreerd in het Algemeen Strategisch Plan. Jaarlijks vindt een
kwantitatieve en kwalitatieve monitoring plaats die aansluit bij de ASP-rapportering. Daarnaast participeert de VUB aan de tweejaarlijkse interuniversitaire monitoring door de VLIR Task
Force Gender die voor de eerste maal plaatsvindt in februari-maart 2015.
De voorbereiding van het GAP jaarverslag voor het kalenderjaar 2014 gebeurde door de Stuurgroep GAP en de GAP-medewerker. De faculteiten en centrale diensten werden om input
gevraagd. Leverden in meer of mindere mate input: ES, GF, IR, LK, LW, RC, WE, R&D, DOCBE, Studentenbeleid en Dienst Personeel. Dit is de eerste interne monitoring van het GAP.
Suggesties voor eventuele verbeteringen zijn welkom.
Aantallen mannen en vrouwen academisch personeel
De data voor de kwantitatieve monitoring werden aangeleverd door de Dienst Personeel. Een aantal cijfers in dit rapport geven de situatie weer voor de implementatie of zelfs voor de
formele goedkeuring van het GAP 28/01/2014. De voorbereiding van het GAP startte echter wel al in 2013. Achter de (soms minimale) evoluties in de percentages VTE tussen 2013 en 2014
schuilen vaak kleine aandelen VTE. De cijfers voor 2014 zijn inclusief het integratiekader EhB.
Van alle AP (AAP/BAP/ZAP) werkzaam aan de VUB is 41% vrouw (VTE). Het percentage vrouwelijk ZAP bedraagt 28% (VTE). Het percentage vrouwelijke postdocs daalde en dat van
docenten steeg licht. Deze tendensen moeten opgevolgd worden. De lekkende pijplijn eindigt met slechts 15% vrouwelijke gewoon en buitengewoon hoogleraren.
Het percentage vrouwelijk ZAP in de faculteiten verschilt in grote mate: WE 14%, IR 19%, LK 25%, GF 33%, ES 35%, LW 35%, RC 37%, PE 45%. De faculteiten ES en GF behalen voor 2014 het
door hen geformuleerde streefdoel van minstens 33% vrouwelijke ZAP-leden in 2019. Ook LW behaalt met 35% het vooropgestelde streefdoel voor 2023 van 33% (incl. integratiekader EhB).
De ambitie moet zijn om deze cijfers te bestendigen en te verbeteren. Ook WE heeft in 2014 conform het streefdoel minstens 25% vrouwen als docent aangeworven (3,8 VTE mannen en 3,8
VTE vrouwen). Een aandachtspunt voor de faculteiten ES, GF, IR, LW en WE is het afnemend aandeel vrouwelijke postdocs. Een goede doorstroom van vrouwen naar hoogleraar en gewoon
hoogleraar blijft voor alle faculteiten noodzakelijk, maar in het bijzonder voor PE, LK en LW. Willen faculteiten de vrouwelijke aanwezigheid bij hoogleraren bevorderen, dan dient het
toekomstig 'vrouwelijk reservoir' daartoe op postdoc en docentenniveau uitgebreid met vrouwen.
Nieuwe aanwervingen ZAP
In 2014 werden 34 mannelijke (10,52 VTE) en 24 vrouwelijke (7,54 VTE) docenten in verschillende statuten aangeworven (59%-41%). Er werden 10 gastprofessoren aangeworven (6M-4V,
totaal: 0,66 VTE), 12 ZAP in het statuut van openbaar ambt ZAP (6M-6V, totaal: 11,5 VTE) en 36 tijdelijke ZAP’ers (22M-14V, totaal: 5,9 VTE). Om dit adequaat te interpreteren is bijkomende
informatie nodig. De faculteit IR ging na hoeveel kandidaten M/V er telkens waren bij een vacature (2013-2015). De Stuurgroep GAP stelt voor om voor het kalenderjaar 2015 (niet
retrogressief) het aantal kandidaturen M/V te monitoren ten einde een genuanceerde analyse mogelijk te maken (in samenspraak met faculteiten en centrale diensten).
Bevorderingen ZAP
In 2014 werden 24 mannelijke ZAP-leden (17,9 VTE) en 4 vrouwen (4 VTE) bevorderd (82%-18%). Het gaat over de lichting die in 2013 werd goedgekeurd en in 2014 werd bevorderd. De
faculteit LK heeft ondertussen conform het streefdoel bevorderingen doorgevoerd (2 vrouwelijke hoofddocenten). De cijfers zullen pas in het GAP jaarverslag van 2015 verschijnen. De
6 faculteit GF berekende de promotiekansen van haar ZAP-leden (2009-2015, uitgedrukt in hoofden, niet in VTE
1): vrouwen maken 81% kans om de aangevraagde bevordering te halen. Op
het eerste zicht geeft dit aanleiding tot optimisme, ware het niet dat vrouwen vaak hun dossier pas indienen wanneer ze zeker zijn dat ze de bevordering zullen halen. Indien ze twijfelen aan
de uitkomst van de procedure of indien hen wordt afgeraden in competitie te gaan met andere – meestal mannelijke – kandidaten, dienen ze vaak geen aanvraag tot bevordering in. Ook de
faculteit IR ging het aantal aanvragen tot bevordering na (lichting 2014). De Stuurgroep GAP stelt voor om ook wat de bevorderingen betreft het aantal aanvragen M/V te monitoren
zodoende een genuanceerde analyse mogelijk te maken (in samenspraak met faculteiten en centrale diensten, voor het kalenderjaar 2015). Toch kunnen we stellen dat de bevordering van
slechts 4 vrouwen in 2014 onvoldoende is (2 VTE in de faculteit ES, 1 VTE in GF en 1 VTE in LW).
Aantallen mannen en vrouwen in besturen en raden
In de linkerkolom werd de samenstelling van een aantal centrale en facultaire bestuursorganen per 31/12/2014 in kaart gebracht (effectieve leden). De VUB bevindt zich momenteel in een
overgangsperiode. In de rechterkolom vindt u telkens de genderbepalingen zoals goedgekeurd door het nieuwe Organiek Statuut (16/09/2014) en de Uniforme Beheersstructuur voor de
faculteiten (01/07/2014) n.a.v. de GOCO-hervormingen. Deze worden vanaf het academiejaar 2015-2016 toegepast.
In de huidige Raad van Bestuur zetelen slechts 20% vrouwen (9 vrouwen op 46 leden). Het Directiecomité, de OWR en de RIB halen het minimum van 1/3 vrouwen en de OZR nagenoeg
ook. In WE en LK bestaat het Faculteitsbestuur uitsluitend uit mannen. LW, RC en ES hebben een vrouwelijke Academisch secretaris. PE een vrouwelijke vicedecaan en IR een vrouwelijke
decaan.
De samenstelling van de EBC’s is er sterk op vooruit gegaan wat de vertegenwoordiging van vrouwen betreft. Toch wordt de minimale 1/3 niet gehaald in LW, PE (en CA). Het aantrekken
van vrouwelijke expertleden van andere faculteiten is een duidelijke stap in de goede richting mits (op termijn) bevorderingen van vrouwelijke hoogleraren in de eigen faculteit.
GAP-actiepunten
De faculteiten en centrale diensten werden (via de stuurgroepleden) herhaaldelijk gevraagd naar de voortgang van de GAP-actiepunten. De (schaarse en soms ondermaatse) aangeleverde
informatie werd verwerkt in de GAP-actiepunten. Voldoende gerealiseerde actiepunten zijn in groen aangeduid (19). Onvoldoende gerealiseerde actiepunten in oranje (8) en niet
gerealiseerde actiepunten in rood (3). Voor 2014 wordt met 19 afgeronde actiepunten de KPI net niet gehaald (tenminste 2/3, i.c. 20 van de 30 geplande actiepunten zijn geslaagd). Een
aantal actiepunten is ondertussen of wordt ten laatste in het voorjaar van 2015 afgewerkt. Daarnaast is er al vooruitgang geboekt met actiepunten voor 2015 en 2016. De balans van het
werkingsjaar 2014 is over het algemeen positief te noemen.
Per 01/01/2015 is er een GAP-medewerker aangesteld (0,5 VTE ATP) met als kerntaak de implementatie van het GAP die moet leiden tot een duurzame cultuurverandering. Dit vraagt
uiteraard tijd, maar evenzeer de medewerking en een verantwoordelijkheidsgevoel van alle betrokken actoren. De grootste problemen bij het tijdig realiseren van de actiepunten werden
aangetroffen in diensten en faculteiten waar o.m. de leidinggevenden minstens een onverschilligheid, soms zelfs een zekere vijandigheid aan de dag legden t.a.v. het GAP en onvoldoende
de opportuniteiten van dit plan inzien voor hun academisch personeel, ondanks alle inspanningen die daartoe werden ondernomen. Het besef dat GAP-engagementen geen loze beloften
betreffen, maar dienen nagekomen te worden, is onvoldoende aanwezig. De Stuurgroep GAP zal zich in 2015 moeten bezinnen over de afdwingbaarheid van de nagestreefde maatregelen.
1 Verhouding tussen succesvol ingediende dossiers en ingediende dossiers.
7 3. Kwantitatieve monitoring
De data voor de kwantitatieve monitoring werden aangeleverd door de Dienst Personeel. Een aantal cijfers in dit rapport geven de situatie weer voor de implementatie of zelfs voor de
formele goedkeuring van het GAP 28/01/2014 en kunnen als dusdanig als een nulmeting beschouwd worden. Waar mogelijk werd de vergelijking met 2013 gemaakt.
3.1 Aantallen mannen en vrouwen academisch personeel
VUB Evolutie 2013 (01/02/2013) – 2014 (01/02/2014)2
Het percentage vrouwelijke postdocs (VTE) daalde in 2014 met 4% t.o.v. 2013. Het aantal VTE steeg met 36,5 (33,65 M en 2,85 V). Het percentage vrouwelijke docenten (VTE) steeg in 2014
met 3% t.o.v. 2013. Het aantal VTE steeg met 24,61 (10,47 M en 14,14 V).
*Gewoon/Buitengewoon hoogleraar
2 Alle werkgevers (FWO, Imec, iMinds, Integratiekader Ehb, IWT, U.Z. Brussel, VUB, VIB). Alle faculteiten en entiteiten (IRMO, VECO, IES, IDLO, ACTO en OWSS, OZCO en OZDB, RT).
% VTE 2013 M V
VTE 2014 M V Totaal
Predoc 54 46
Predoc 547 499 1046
Postdoc 59 41
Postdoc 216,75 129,6 346,35
Docent 64 36
Docent 98,97 62,99 161,96
Hoofddocent 77 23
Hoofddocent 70,5 20,2 90,7
Hoogleraar 77 23
Hoogleraar 49,8 16,4 66,2
G/BG Hoogleraar 85 15
G/BG Hoogleraar 57,55 10,3 67,85
% VTE 2014 M V
VTE Evolutie 2013-2014 M V Totaal
Predoc 52 48
Predoc 40,85 75,6 116,45
Postdoc 63 37
Postdoc 33,65 2,85 36,5
Docent 61 39
Docent 10,47 14,14 24,61
Hoofddocent 78 22
Hoofddocent 11,4 2,5 13,9
Hoogleraar 75 25
Hoogleraar 4,7 3,05 7,75
G/BG Hoogleraar* 85 15
G/BG Hoogleraar -3,3 -0,7 -4
8 Academisch personeel VUB
Het percentage mannelijk AP (gehele VUB) bedraagt 59% t.o.v. 41% vrouwelijk AP. De ZAP-geleding bevat het kleinste percentage vrouwen: 28%. Nagenoeg dezelfde verhoudingen gelden
voor de faculteiten samen (ES, GF, IR, LK, LW, PE, RC, WE).
Gehele VUB (Alle werkgevers)
Statuut % V VTE
AAP 52
BAP 44
ZAP (+ gastprof.) 28
Totaal 41
AP in een ZAP-statuut per faculteit
Werkgever VUB % VTE M % VTE V Totaal ZAP VTE
ES 65 35 50
GF 64 36 47,85
IR 83 17 51,6
LK 75 25 15,17
LW 73 27 41,64
PE 55 45 25,05
RC 63 37 32,1
WE 86 14 70,05
* Incl. Integratiekader EhB en U.Z. Brussel
Alle faculteiten (Alle werkgevers)
Statuut M VTE V VTE Totaal VTE % V VTE
AAP 86 88,8 174,8 51
BAP 657,5 517,3 1174,8 44
ZAP 265,9516 105,4367 371,3883 28
Totaal 1009,452 711,5367 1720,988 41
Alle werkgevers* % VTE M % VTE V Totaal ZAP VTE
ES 65 35 50
GF 67 33 65,75
IR 81 19 60,1
LK 75 25 15,19
LW 65 35 52,44
PE 55 45 25,05
RC 63 37 32,1
WE 86 14 70,75
9 Faculteit ES
ES voldoet met 34% vrouwelijk ZAP (gedeeltelijk) aan het streefdoel (tegen 2019 tenminste 33% ZAP met aandacht voor bevorderingen tot hoogleraar en gewoon hoogleraar). Opvallend is
de terugval van het % vrouwelijke postdocs (56% in 2013 en 44% in 2014, daling van 0,65 VTE vrouwelijke postdocs en een stijging van 5,8 VTE mannelijke) en van het % vrouwelijke
hoofddocenten (38% in 2013 en 30% in 2014, stijging van 0,4 VTE vrouwelijke hoofddocenten t.o.v. 5,8 VTE mannelijke). Het percentage vrouwelijke gewoon hoogleraren is gestegen van 11
naar 16% (aantal VTE vrouwelijke gewoon hoogleraren bleef status quo maar -2,9 VTE mannelijke gewoon hoogleraren). In globo verandert de academische 'schaar' niet ten goede ten
opzichte van 2013.
% VTE 2013 M V
VTE 2014 M V Totaal
Predoc 53 47
Predoc 69,15 75,3 144,45
Postdoc 44 56
Postdoc 16,1 12,4 28,5
Docent 58 42
Docent 11,35 8,3 19,65
Hoofddocent 62 38
Hoofddocent 9,15 3,85 13
Hoogleraar 62 38
Hoogleraar 6,6 4 10,6
G/BG Hoogleraar 89 11
( G/BG Hoogleraar 6,35 1,2 7,55
% VTE 2014 M V
VTE Evolutie 2013-2014 M V Totaal
Predoc 48 52
Predoc 5,3 19,55 24,85
Postdoc 56 44
Postdoc 5,8 -0,65 5,15
Docent 58 42
Docent -0,35 -0,25 -0,6
Hoofddocent 70 30
Hoofddocent 3,6 0,4 4
Hoogleraar 62 38
Hoogleraar 0 0 0
G/BG Hoogleraar 84 16
G/BG Hoogleraar -2,9 0 -2,9
10 Faculteit GF
GF voldoet met 33% vrouwelijk ZAP aan het streefdoel (tegen 2019 tenminste 33% ZAP met aandacht voor de doorstroom van postdoc naar docent). Deze cijfers zijn exclusief de postdocs die in het U.Z. Brussel werken, zowel de artsen als niet-artsen zonder ZAP-mandaat: een 40-tal mannen en een 38-tal vrouwen (klinisch professoren en onderzoekers). De daling van postdoc naar docent in onderstaand schaardiagram is in realiteit minder steil. Tenminste een deel van de vrouwelijke postdocs stroomt door naar een functie in het U.Z. Brussel (niet noodzakelijk een ZAP-statuut). Een bijkomend werkpunt voor de monitoring van 2015 is om het aantal VTE van deze categorie werknemers te integreren in de berekeningen. Het percentage vrouwelijke docenten, hoogleraren en gewoon hoogleraren steeg (lichte stijging of status quo VTE). Dat van vrouwelijke hoofddocenten daalde (-1 VTE t.o.v. +2,5 VTE mannelijke hoofddocenten).
% VTE 2013 M V
VTE 2014 M V Totaal
Predoc 35 65
Predoc 58,15 108,75 166,9
Postdoc 40 60
Postdoc 19,35 30,3 49,65
Docent 69 31
Docent 18,7 10,05 28,75
Hoofddocent 64 36
Hoofddocent 8,2 2,2 10,4
Hoogleraar 72 28
Hoogleraar 11,2 5,3 16,5
G/BG Hoogleraar 68 32
G/BG Hoogleraar 6,1 4 10,1
% VTE 2014 M V
VTE Evolutie 2013-2014 M V Totaal
Predoc 35 65
Predoc 4,4 9,5 13,9
Postdoc 39 61
Postdoc -1,75 -1,4 -3,15
Docent 65 35
Docent -1 1,3 0,3
Hoofddocent 79 21
Hoofddocent 2,5 -1 1,5
Hoogleraar 68 32
Hoogleraar 0,1 0,95 1,05
G/BG Hoogleraar 60 40
G/BG Hoogleraar -2,3 0 -2,3
11 Faculteit IR
IR voldoet met 19% vrouwelijk ZAP nog niet aan het streefdoel dat het wil bereiken tegen 2019 (tenminste 25% ZAP met aandacht voor de doorstroom van postdoc naar docent). Wel is het % vrouwelijke ZAP gestegen van 17% in 2013 naar 19% in 2014. Het percentage vrouwelijke postdocs is gedaald (-2,3 VTE t.o.v. +6,55 VTE mannelijke postdocs). Het VTE vrouwelijke docenten steeg met 1,35 t.o.v. 4,05 VTE mannelijke docenten. Er kwam ook 1 VTE vrouwelijke hoofddocent bij. Het integatiekader EhB (inkanteling professionele opleidingen) bedraagt 10,45 VTE M en 2,5 VTE V.
Staafdiagram aangeleverd door IR
% VTE 2013 M V
VTE 2014 M V Totaal
Predoc 77 23
Predoc 200,8 63,55 264,35
Postdoc 72 28
Postdoc 64,7 19,8 84,5
Docent 63 37
Docent 13,15 6,6 19,75
Hoofddocent 90 10
Hoofddocent 13,3 2,45 15,75
Hoogleraar 84 16
Hoogleraar 7,1 1 8,1
G/BG Hoogleraar 94 6
G/BG Hoogleraar 14,75 1 15,75
% VTE 2014 M V
VTE Evolutie 2013-2014 M V Totaal
Predoc 76 24
Predoc 25,1 10,95 36,05
Postdoc 77 23
Postdoc 6,55 -2,3 4,25
Docent 66 33
Docent 4,05 1,35 5,4
Hoofddocent 84 16
Hoofddocent 0,1 1 1,1
Hoogleraar 88 12
Hoogleraar 2 0 2
G/BG Hoogleraar 94 6
G/BG Hoogleraar -0,05 0 -0,05
12 Faculteit LK
LK heeft conform het streefdoel en het LK-bevorderingsplan 2014-2017 (minstens 3 vrouwelijke hoofddocenten tegen 2017) 2 vrouwelijke hoofddocenten bevorderd (goedgekeurd in 2014,
bevorderd in 2015). Dit vertaalt zich nog niet in onderstaand schaardiagram (per 01/02/2014). Het percentage vrouwelijke postdocs is gestegen van 42 naar 52% (+ 1,5 VTE). Het percentage
vrouwelijke docenten is licht gedaald (zeer beperkte VTE-aantallen).
% VTE 2013 M V
VTE 2014 M V Totaal
Predoc 50 50
Predoc 18,5 19,5 38
Postdoc 58 42
Postdoc 2,9 3,2 6,1
Docent 43 57
Docent 3,98 4,6 8,58
Hoofddocent 100 0
Hoofddocent 2 0 2
Hoogleraar 100 0
Hoogleraar 3,5 0 3,5
G/BG Hoogleraar 100 0
G/BG Hoogleraar 2 0 2
% VTE 2014 M V
VTE Evolutie 2013-2014 M V Totaal
Predoc 49 51
Predoc -0,75 0 -0,75
Postdoc 48 52
Postdoc 0,55 1,5 2,05
Docent 46 54
Docent 0,73 0,3 1,03
Hoofddocent 100 0
Hoofddocent -1,25 0 -1,25
Hoogleraar 100 0
Hoogleraar 0 0 0
G/BG Hoogleraar 100 0
G/BG Hoogleraar 0,4 0 0,4
13 Faculteit LW
LW behaalt in 2014 met 35% vrouwelijke ZAP-leden het streefdoel (tenminste 28% ZAP tegen 2019 en 33% ZAP tegen 2023, met aandacht voor de doorstroom van predoc naar postdoc en
de bevorderingen hoogleraar en gewoon hoogleraar). Het integratiekader EhB (inkanteling professionele opleidingen) bedraagt 9,3 VTE M en 15,8 VTE V. Het percentage VTE vrouwelijke
docenten nam toe (van 39% naar 45%, +5,63 VTE t.o.v. 3,15 VTE mannelijke docenten) net zoals dat van vrouwelijke hoogleraren (van 0% naar 20% of +2,1 VTE). De doorstroom van predoc
naar postdoc blijft een aandachtspunt.
% VTE 2013 M V
VTE 2014 M V Totaal
Predoc 43 57
Predoc 30,05 45,25 75,3
Postdoc 64 36
Postdoc 13,9 7,6 21,5
Docent 61 39
Docent 17,2 14,38 31,59
Hoofddocent 74 26
Hoofddocent 7,25 2 9,25
Hoogleraar 100 0
Hoogleraar 8,3 2,1 10,4
G/BG Hoogleraar 100 0
G/BG Hoogleraar 2,7 0 2,7
% VTE 2014 M V
VTE Evolutie 2013-2014 M V Totaal
Predoc 40 60
Predoc -0,25 4,65 4,4
Postdoc 65 35
Postdoc 3,15 1,5 4,65
Docent 55 45
Docent 3,65 5,63 9,29
Hoofddocent 78 22
Hoofddocent -0,05 -0,5 -0,55
Hoogleraar 80 20
Hoogleraar 0,05 2,1 2,15
G/BG Hoogleraar 100 0
G/BG Hoogleraar 0,5 0 0,5
14 Faculteit PE
PE is met 46% vrouwelijk ZAP de koploper van de faculteiten (streefdoel is 50% ZAP tegen 2019 met aandacht voor bevorderingen hoofddocent, hoogleraar en gewoon hoogleraar).
Opvallend is de daling van het % VTE vrouwelijke docenten (van 70% naar 59% of -1VTE t.o.v. +1,5 VTE mannelijke docenten) en de stijging van het percentage vrouwelijke hoofddocenten
(van 38% naar 45%, +1VTE t.o.v. -0.2 VTE mannelijke docenten). Voor een faculteit die een zeer sterke vrouwelijke studentenuitstroom kent en zich tot doel stelt bijzondere aandacht te
schenken aan de benoemingen van vrouwen op het hoogleraarniveau, lijken dit eigenaardige ontwikkelingen.
% VTE 2013 M V
VTE 2014 M V Totaal
Predoc 23 77
Predoc 12,1 39,65 51,75
Postdoc 51 49
Postdoc 1,5 1,55 3,05
Docent 30 70
Docent 5 7,15 12,15
Hoofddocent 62 38
Hoofddocent 5,1 4,25 9,35
Hoogleraar 100 0
Hoogleraar 0,45 0 0,45
G/BG Hoogleraar 100 0
G/BG Hoogleraar 3,1 0 3,1
% VTE 2014 M V
VTE Evolutie 2013-2014 M V Totaal
Predoc 23 76
Predoc 0,5 -0,3 0,2
Postdoc 49 51
Postdoc -0,7 -0,6 -1,3
Docent 41 59
Docent 1,5 -1 0,85
Hoofddocent 55 45
Hoofddocent -0,2 1 0,8
Hoogleraar 100 0
Hoogleraar 0,2 0 0,2
G/BG Hoogleraar 100 0
G/BG Hoogleraar 0,1 0 0,1
15 Faculteit RC
In RC is 37% van het ZAP-kader vrouwelijk (VTE). Het streefdoel van RC is een gelijk aandeel mannen en vrouwen bevorderen (bevorderingsplan 2014-2017). Volgens de aangeleverde cijfers
werden in 2014 (goedkeuring 2013) evenwel 4 mannen bevorderd: 3 hoofdocenten (totaal van 1,15 VTE) en 1 gewoon hoogleraar (1 VTE). Het VTE vrouwelijke postdoc en docent is
gestegen.
% VTE 2013 M V
VTE 2014 M V Totaal
Predoc 45 55
Predoc 27,9 38 65,9
Postdoc 47 53
Postdoc 3,05 7,15 10,2
Docent 68 32
Docent 7,4 4,95 12,35
Hoofddocent 59 41
Hoofddocent 4,7 2,75 7,45
Hoogleraar 62 38
Hoogleraar 2,3 2 4,3
G/BG Hoogleraar 61 39
G/BG Hoogleraar 5,9 2,1 8
% VTE 2014 M V
VTE Evolutie 2013-2014 M V Totaal
Predoc 42 58
Predoc -0,85 2,35 1,5
Postdoc 30 70
Postdoc -0,1 3,55 3,45
Docent 60 40
Docent -0,6 1,2 0,6
Hoofddocent 63 37
Hoofddocent 0,8 0 0,8
Hoogleraar 53 47
Hoogleraar -1 0 -1
G/BG Hoogleraar 74 26
G/BG Hoogleraar 1,5 0,7 0,8
16 Faculteit WE
WE voldoet aan het streefdoel: 25% vrouwen bij nieuwe aanstellingen tot docent gedurende 5 jaar. In 2014 werden 3,8 VTE mannen en 3,8 VTE vrouwen aangeworven, waarvan een 0,1 VTE
tijdelijk mannelijk hoogleraar en een 0,1 VTE tijdelijk buitengewoon hoogleraar. Er werden 11 nieuwe mannelijke docenten aangeworven en 7 vrouwelijke (61% - 39%) of 2 VTE mannelijke
docenten openbaar ambt ZAP en 3,5 vrouwelijke + een 0,3 tijdelijk docente (49% VTE mannen en 51% VTE vrouwen). Met 14% vrouwelijk ZAP scoort WE het minst van alle faculteiten. Het
integratiekader EhB (inkanteling professionele opleidingen) bedraagt 1,8 VTE M en 0,25 VTE V.
% VTE 2013 M V
VTE 2014 M V Totaal
Predoc 61 39
Predoc 116,15 91,05 207,2
Postdoc 62 38
Postdoc 87,25 42,2 129,45
Docent 85 15
Docent 21,25 5 26,25
Hoofddocent 93 7
Hoofddocent 16,9 1,1 18
Hoogleraar 78 22
Hoogleraar 8 2 10
G/BG Hoogleraar 89 11
G/BG Hoogleraar 14,7 2 16,7
% VTE 2014 M V
VTE Evolutie 2013-2014 M V Totaal
Predoc 56 44
Predoc -6,8 10,95 4,15
Postdoc 67 33
Postdoc 12,15 -4,15 8
Docent 81 19
Docent 2,35 1,6 3,95
Hoofddocent 94 6
Hoofddocent 2 0 2
Hoogleraar 80 20
Hoogleraar 1 0 1
G/BG Hoogleraar 88 12
G/BG Hoogleraar -1,5 0 -1,5
17 3.2 Nieuwe aanwervingen ZAP 2014 (01/01/2014 t/m 31/12/2014)
In 2014 werden aan de VUB in totaal 62 ZAP-leden aangeworven waarvan 36 mannen (10,72 VTE) en 26 vrouwen (7,74 VTE). In hoofdzaak betreft het aanwervingen in de graad van docent:
34 mannen (10,52 VTE) en 24 vrouwen (7,54 VTE). Daarnaast werden – telkens voor 0,1 VTE – een mannelijke Buitengewoon Hoogleraar (WE), een vrouwelijke (RC) en een mannelijke
Hoogleraar (WE) en een vrouw in het statuut van plvv. academisch personeel (ES) aangeworven. Onderstaande tabel toont het statuut en de groep waartoe de nieuw aangeworven
docenten behoren (26 mannen en 19 vrouwen met een Belgische nationaliteit, 7 mannen en 3 vrouwen met een Europese nationaliteit, één man uit Rusland, één vrouw uit China en één uit
V.S.). De Tenure Tracks op OZR-kader worden gemonitord M/V (kleine percentages). Vanuit een tijdelijk statuut “ZAPdefisc” en “ZAPlid” is er een mogelijke doorgroei naar docent. In bijlage
5.1 vindt u per faculteit de nieuwe aanwervingen M/V (N en % N, VTE en % VTE).
Docenten: Statuut en Groep N M N V N Totaal VTE M VTE V VTE Totaal
GastnietWTprofessor 0 1 1 0 0,15 0,15
Gastonderwijsprofessor met kader 5 3 8 0,12 0,29 0,41
Gastonderwijsprofessor zonder kader 1 0 1 0,1 0 0,1
Totaal GASTPROF. Contractueel 6 4 10 0,22 0,44 0,66
% N en % VTE 60 40 100 33 67 100
ZAP tijd/OA 0 1 1 0 1 1
ZAP_TT BOF 2 0 2 2 0 2
ZAP_TT facultair 4 5 9 4 4,5 8,5
Totaal Openbaar ambt ZAP 6 6 12 6 5,5 11,5
% N en % VTE 50 50 100 52 48 100
Statuut
ZAPdefiscUAB 1 1 2 0,1 0,1 0,2
ZAPdefiscVUB 6 5 11 0,6 0,5 1,1
ZAPlid 15 8 23 3,6 1 4,6
Totaal Tijdelijk 22 14 36 4,3 1,6 5,9
% N en % VTE 61 39 100 73 27 100
Totaal Docenten: alle statuten 34 24 58 10,52 7,54 18,06
% N en % VTE 59 41 100 58 42 100
De Faculteit IR ging het aantal kandidaturen M/V na voor de vacatures ZAP en BAP binnen IR (2013-2015). Een voorbeeld: slechts 1 keer op 5 solliciteerden ook vrouwen voor een ZAP-
vacature (2 vrouwelijke kandidaten en 1 mannelijke: er werd een vrouw aangesteld). In de overige 4 gevallen solliciteerden uitsluitend mannen voor de te begeven functies. Deze kwestie
wordt in 2015 verder uitgewerkt door de Stuurgroep GAP (quid monitoring, stimuleren van vrouwelijke kandidaten, etc.).
18 3.3 Bevorderingen ZAP (lichting in 2013 goedgekeurd, in 2014 bevorderd)
In totaal werden 28 ZAP-leden bevorderd in 2014 (21,9 VTE) waarvan 24 mannen (gemiddeld 0,75 VTE): 15 Hoofddocenten (10,7 VTE), 6 Hoogleraren (5,2 VTE) en 3 Gewoon Hoogleraren (2
VTE) en 4 vrouwen (telkens voor 1 VTE): 2 Hoofddocenten (2 VTE) en 2 Hoogleraren (2VTE), in kleur aangeduid in tabel. Eén persoon (mannelijk) bezit niet de Belgische nationaliteit maar de
Zwitserse. In onderstaande tabel wordt per faculteit en per graad de bevorderingen weergegeven (N, VTE en % N en % VTE).
FAC Graad N M N V N Totaal VTE M VTE V VTE Totaal FAC Graad N M N V N Totaal VTE M VTE V VTE Totaal
ES Hoofddocent 2 2 4 1,95 2 3,95 LW Hoofddocent 1 0 1 0,85 0 0,85
N en VTE 2 2 4 1,95 2 3,95
Hoogleraar 1 1 2 1 1 2
% 50 50 100 50 50 100 N en VTE 2 1 3 1,85 1 2,85
GF Hoofddocent 3 0 3 2,5 0 2,5 % 67 33 100 65 35 100
Hoogleraar 0 1 1 0 1 1 PE Gewoon Hoogleraar 1 0 1 0,4 0 0,4
N en VTE 3 1 4 2,5 1 3,5
Hoofddocent 1 0 1 0,15 0 0,15
% 75 25 100 71 29 100 Hoogleraar 1 0 1 0,2 0 0,2
IR Hoofddocent 2 0 2 1,1 0 1,1 N en VTE 3 0 3 0,75 0 0,75
Hoogleraar 2 0 2 2 0 2 % 100 0 100 100 0 100
N en VTE 4 0 4 3,1 0 3,1 RC Hoofddocent 3 0 3 1,15 0 1,15
% 100 0 100 100 0 100
Gewoon Hoogleraar 1 0 1 1 0 1
LK Gewoon Hoogleraar 1 0 1 0,6 0 0,6 N en VTE 4 0 4 2,15 0 2,15
Hoogleraar 1 0 1 1 0 1 % 100 0 100 100 0 100
N en VTE 2 0 2 1,6 0 1,6 WE Hoofddocent 3 0 3 3 0 3
% 100 0 100 100 0 100
Hoogleraar 1 0 1 1 0 1
N en VTE 4 0 4 4 0 4
% 100 0 100 100 0 100
Totaal N en VTE 24 4 28 17,9 4 21,9
% 86 14 100 82 18 100
19 Aangeleverd door GF
De faculteit GF berekende de promotiekansen van de ZAP-leden (hoofden, niet VTE).
Kalenderjaar Bevorderd % Bevorderd % bevordering aangevraagd
bevordering aangevraagd
Man Kans Vrouw Kans Man Vrouw
2009 6 86 2 100 7 2
2010 3 38 1 100 8 1
2011 4 57 1 50 7 2
2012 2 40 4 100 5 4
2013 4 44 1 50 9 2
2014 3 25 2 67 12 3
2015 8 50 3 100 16 3
Gem % 49 Gem % 81
Ook de Faculteit IR heeft het aantal aanvragen M/V voor een bevordering in kaart gebracht (goedgekeurd in 2014). Aanvragen bevordering tot hoofddocent: 4 aanvragen van mannen (2,6
VTE) en 5 aanvragen van vrouwen (2,4 VTE). Gehonoreerd: 3 aanvragen van mannen (2,5 VTE) en 1 aanvraag van een vrouw (0,4 VTE). Bevordering tot hoogleraar en tot gewoon hoogleraar:
telkens 1 aanvraag van een man voor 1 VTE. De bevordering tot hoogleraar werd gehonoreerd, die tot gewoon hoogleraar niet. Hierbij wenst de faculteit te benadrukken dat de EBC-
commissie een voorstel heeft geformuleerd op basis van de strategische evaluatiecriteria zoals goedgekeurd door de faculteitsraad. Verder wordt uitdrukkelijk gesteld dat het
bevorderingscontingent per faculteit erg beperkt is en dat de EBC-commissie een weloverwogen beslissing dient te nemen binnen de facultair vastgelegde criteria.
20 3.4 Aantallen mannen en vrouwen in besturen en raden, per 31/12/2014
Monitoring aantallen mannen en vrouwen in besturen en raden (effectieve leden) per 31/12/2014, telkens enkel de effectieve leden met stemrecht volgens de principiële samenstelling (excl. leden met raadgevende stem).
Academiejaar 2015-2016: implementatie genderbepalingen opgenomen in het nieuwe Organiek Statuut (RvB 16/09/2014) en de Uniforme Beheersstructuur voor de faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel n.a.v. hervormingen “Goed Bestuur” (RvB 01/07/2014) en het Genderactieplan (RvB 28/01/2014).
Raad Van Bestuur Universiteitsraad
Geleding Man Vrouw Totaal
rector 1 0 1
vicerectoren 2 2 4
decanen 7 1 8
ZAP 7 1 8
AAP 5 2 7(1 N.N.)
student 7 1 8
ATP 3 0 3
CA 1 0 1
gecoöpteerde leden 4 2 6
Totaal 37 9 46
Voorzitter: man, gekozen onder leden Ondervoorzitter: vrouw, gekozen onder leden Raadgevers: 5 mannen In de huidige RvB zetelen slechts 20% vrouwen.
O.S. Artikel 9 Samenstelling – stemgerechtigde leden Universiteitsraad § 3 Er wordt naar gestreefd dat minstens één derde van de stemgerechtigde leden tot het andere geslacht behoort.
21 Dagelijks Bestuur Raad van Bestuur
Geleding Man Vrouw Totaal
rector 1 0 1
vicerectoren 2 2 4
Algemeen Beheerder 1 0 1
CIO 1 0 1
Marcom 0 1 1
DP 1 0 1
Liaison Officer EhB 1 0 1
Totaal 7 3 10
Aan de minimale 1/3 vrouwen wordt niet voldaan.
O.S. Artikel 21 Samenstelling – stemgerechtigde leden Raad van Bestuur § 3 Er wordt gestreefd naar evenwicht tussen geslachten, waarbij minstens één derde van de stemgerechtigde leden tot het andere geslacht behoort.
Academische Raad
O.S. Artikel 34 Samenstelling Academische Raad § 3 Er wordt naar gestreefd dat minstens één derde van de stemgerechtigde leden tot het andere geslacht behoort.
Bestuurscollege UZ Brussel
O.S. Artikel 84 Samenstelling Bestuurscollege UZ Brussel § 2. Er wordt naar gestreefd dat minstens één derde van de stemgerechtigde leden tot het andere geslacht behoort.
Directiecomité Directiecomité
Geleding Man Vrouw Totaal
Algemeen Beheerder 1 0 1
CIO 1 0 1
Marcom 0 1 1
R&D 0 1 1
DOZ 0 1 1
IRMO 0 1 1
SAC 1 0 1
SB 0 1 1
DP 1 0 1
Financies 0 1 1
Infrastructuur 1 0 1
Totaal 5 6 11
De vrouwelijke leden zijn met 55% in de meerderheid.
22 Onderzoeksraad Onderzoeksraad
Geleding Man Vrouw Totaal
Voorzitter 1 0 1
ZAP 14 7 21
Totaal 15 7 22
Wanneer men enkel de ZAP-leden van de OZR bekijkt, wordt aan de decretaal verplichte 1/3 voldaan.
O.S. Artikel 39 De Onderwijsraad, de Onderzoeksraad, de Innovatie- en Valorisatieraad en de Raad Internationaal Beleid § 1 De Academische Raad wordt bij de uitoefening van zijn bevoegdheden bijgestaan door de Onderwijsraad, de Onderzoeksraad, de Innovatie- en Valorisatieraad en de Raad Internationaal Beleid. De samenstelling van deze raden wordt bepaald door de Academische Raad. Er wordt gestreefd naar evenwicht tussen geslachten, waarbij minstens één derde van de stemgerechtigde leden tot het andere geslacht behoort.
Onderwijsraad Onderwijsraad
De vrouwelijke leden zijn met 54% in de meerderheid.
Geleding Man Vrouw Totaal
Voorzitter 0 1 1
ZAP 5 3 8
AAP 3 5 8
student 2 3 5 (3 N.N.)
IDLO 1 0 1
Diensthoofd 0 1 1
Totaal 11 13 24
O.S. Artikel 39 De Onderwijsraad, de Onderzoeksraad, de Innovatie- en Valorisatieraad en de Raad Internationaal Beleid § 1 De Academische Raad wordt bij de uitoefening van zijn bevoegdheden bijgestaan door de Onderwijsraad, de Onderzoeksraad, de Innovatie- en Valorisatieraad en de Raad Internationaal Beleid. De samenstelling van deze raden wordt bepaald door de Academische Raad. Er wordt gestreefd naar evenwicht tussen geslachten, waarbij minstens één derde van de stemgerechtigde leden tot het andere geslacht behoort.
Raad Internationaal Beleid Raad Internationaal Beleid
Geleding Man Vrouw Totaal
Voorzitter 1 0 1
Faculteiten 3 5 8
IES 1 0 1
FACIR 6 2 8
student 1 0 1
Totaal 12 7 19
Met 37% vrouwen wordt aan de minimale 1/3 voldaan.
O.S. Artikel 39 De Onderwijsraad, de Onderzoeksraad, de Innovatie- en Valorisatieraad en de Raad Internationaal Beleid § 1 De Academische Raad wordt bij de uitoefening van zijn bevoegdheden bijgestaan door de Onderwijsraad, de Onderzoeksraad, de Innovatie- en Valorisatieraad en de Raad Internationaal Beleid. De samenstelling van deze raden wordt bepaald door de Academische Raad. Er wordt gestreefd naar evenwicht tussen geslachten, waarbij minstens één derde van de stemgerechtigde leden tot het andere geslacht behoort.
23 Vicerectoraat Innovatie- en Valorisatie vanaf 2015-2016 Innovatie- en Valorisatieraad
O.S. Artikel 39 De Onderwijsraad, de Onderzoeksraad, de Innovatie- en Valorisatieraad en de Raad Internationaal Beleid § 1 De Academische Raad wordt bij de uitoefening van zijn bevoegdheden bijgestaan door de Onderwijsraad, de Onderzoeksraad, de Innovatie- en Valorisatieraad en de Raad Internationaal Beleid. De samenstelling van deze raden wordt bepaald door de Academische Raad. Er wordt gestreefd naar evenwicht tussen geslachten, waarbij minstens één derde van de stemgerechtigde leden tot het andere geslacht behoort.
Faculteitsbureau Faculteitsbureau/beleidsploeg
FAC Man Vrouw Totaal Functie vrouw
LW 3 1 4 Academisch secretaris
RC 3 1 4 Academisch secretaris
ES 2 1 3 Academisch secretaris
PE 2 1 3 Vicedecaan
WE 3 0 3 /
IR 3 1 4 Decaan
GF 4 1 5 /
LK 5 0 5 /
Totaal 25 6 31
In 2 faculteiten bestaat het faculteitsbestuur uitsluitend uit mannen (WE en LK). In 3 faculteiten is de Academisch secretaris een vrouw (LW, RC, ES). In de toekomst moet blijken of deze functie een opstap is naar Vicedecaan.
p. 13 Uniforme Beheersstructuur voor de faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel Het Faculteitsbureau is het facultaire orgaan dat instaat voor het dagelijks bestuur van de faculteit. Het Faculteitsbureau, voorgezeten door de Decaan bij wie die de dagelijkse leiding van de faculteit berust, bestaat daarnaast steeds ten minste uit de Vicedecaan en de Academisch Secretaris, en kan worden aangevuld tot ten hoogste vijf stemgerechtigde leden. De Administratief Secretaris is ex officio lid met raadgevende stem. Naast de toegewezen bevoegdheden kunnen aan het Faculteitsbureau bijkomende bevoegdheden worden gedelegeerd. Naargelang het geval rapporteert het Faculteitsbureau aan het Faculteitsbestuur en aan de Faculteitsraad. pp. 14-16 Uniforme Beheersstructuur voor de faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel Aan het hoofd van elke faculteit staat een verkozen Decaan, die zijn/haar legitimiteit ontleent aan de bekrachtiging van de verkiezing door de Faculteitsraad, welk orgaan hij/zij ook voorzit. Samen met de verkiezing van de Decaan wordt ook een Vicedecaan en een Academisch Secretaris aangesteld door de Faculteitsraad, op voordracht van de Decaan-elect. De Decaan is krachtens zijn/haar verkiezing bevoegd om bestuurshandelingen te stellen en wordt daarom ook beschouwd als een bestuursorgaan van de faculteit en derhalve ook opgenomen in het Organiek Statuut. Optioneel, dus niet verplicht, kan de kandidaat-Decaan naar voor treden als hoofd van een beleidsploeg; met andere woorden reeds bij de kandidaatstelling kan de kandidaat-Decaan tevens kandidaten voorstellen voor de functies van Vicedecaan en Academisch Secretaris. De Decaan, Vicedecaan en Academisch Secretaris behoren bij voorkeur tot verschillende vakgroepen. De Decaan-elect waakt hierover bij de voordracht van kandidaten aan de Faculteitsraad. De beleidsploeg wordt bij voorkeur genderdivers samengesteld. De Decaan-elect waakt hierover bij de voordracht van kandidaten aan de Faculteitsraad.
24 Faculteitsbestuur – Faculteitsraad – Facultair College Faculteitsbestuur
Deze bestuursorganen werden niet in kaart gebracht gezien:
1. de huidige verschillen tussen faculteiten wat betreft de samenstelling, opdracht en benaming van bestuursorganen
2. de GOCO-hervorming, i.c. een uniformisering van facultaire bestuursorganen die vanaf 2015-2016 in de praktijk wordt gebracht.
pp. 11 Uniforme Beheersstructuur voor de faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel Het Faculteitsbestuur is het orgaan dat instaat voor het bestuur van de faculteit. Deze opdracht weerspiegelt zich in de samenstelling, de leden van het Faculteitsbestuur zijn lid uit hoofde van het bestuurlijk mandaat dat zij in de faculteit uitoefenen. Het Faculteitsbestuur is bevoegd om welomschreven bestuursdaden te stellen binnen het door de Faculteitsraad bepaalde algemene beleidskader en oefent deze bevoegdheden uit onder het toezicht van de Faculteitsraad. De Faculteitsraad kan bovendien bevoegdheden naar het Faculteitsbestuur delegeren. Het Faculteitsbestuur ziet eveneens toe op het deugdelijk functioneren van de facultaire organen. Het Faculteitsbestuur rapporteert aan de Faculteitsraad.
Faculteitsraad
pp. 7-9 Uniforme Beheersstructuur voor de Faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel De Faculteitsraad waakt erover dat bij de ZAP-afgevaardigden van de vakgroepen daarenboven wordt gestreefd naar een evenwichtige vertegenwoordiging op het vlak van: de grootte van de vakgroepen, de spreiding over de verschillende vak- en expertisegebieden, voltijds en deeltijds ZAP, gender, de verschillende ZAP-graden.
Evaluatie- en Bevorderingscommissie en selectiecommissies Evaluatie- en Bevorderingscommissie en selectiecommissies
3 EBC’s voldoen niet aan de minimale 1/3 vereiste (LW, PE en CA). De faculteiten WE en IR, met proportioneel gezien minder vrouwelijke ZAP-leden, slagen hier wel in.
FAC Man Vrouw Totaal
LW 4 2 6
RC 5 3 8
ES 4 3 7
PE 4 1 5
WE 6 3 9
IR 10 5 15
GF 5 3 8
LK 5 3 8
IES 4 2 6
OZR 7 4 11
CA 6 2 8
Totaal 60 31 92
p.21 Uniforme Beheersstructuur voor de Faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel Genderdiverse samenstelling van de Evaluatie- en Bevorderingscommissies en de selectiecommissies AP (cfr. ook Genderactieplan_GAP, RvB d.d. 28/01/2014) De facultaire Evaluatie- en Bevorderingscommissies en de selectiecommissies voor het Academisch Personeel fungeren als gatekeepers voor de in- en doorstroom van het Academisch Personeel; in deze commissies dient gender awareness gecreëerd te worden om de gender bias te neutraliseren. Het Genderactieplan (RvB d.d. 28/01/2014) heeft als strategische doelstelling “een aanstellingsprocedure met oog voor het genderthema en helderheid binnen het bevorderingsbeleid, explicitering van objectieve selectie- en evaluatiecriteria” opgenomen. Als operationele doelstelling voor 2014 wordt minimaal een 1/3 vertegenwoordiging van elk geslacht in de EBC vooropgesteld; de EBC kan aangevuld worden met externen (i.e. extern aan de faculteit, maar wel behorend tot de universiteit) indien niet aan deze regel wordt voldaan.
25 4. Kwalitatieve monitoring: stand van zaken GAP-actiepunten
De faculteiten en ook de centrale diensten werden (via de GAP-stuurgroepleden) gevraagd naar de voortgang van de GAP-actiepunten (december 2014). De aangeleverde informatie werd
verwerkt in de GAP-actiepunten. Tekstuele input van faculteiten of diensten (eind januari 2015) werd letterlijk gekopieerd naar dit document. Ook op de stuurgroepvergadering van
20/01/2015 werd input gegeven over de stand van zaken.
GAP-actiepunten 2014
Voldoende gerealiseerde actiepunten zijn in groen aangeduid (19). Onvoldoende gerealiseerde actiepunten in oranje (8) en niet gerealiseerde actiepunten in rood (3).
Nr. Verantwoordelijke Actiepunt
1. Raad van Bestuur VUB ondertekent het interuniversitaire Charter Gender van de VLIR
Het Charter Gender werd op voorstel van de Rector goedgekeurd door de Raad van Bestuur 02/07/2013.
2. Raad van Bestuur De integratie van het GAP in het Algemeen Strategisch Plan van de VUB
GAP Goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 28/01/2014 (RVB.635/Q4/01) en geïntegreerd in ASP2, optimaliseringsportfolio ASP/PTOP115
“Duurzaamheid en Gender”. Formele goedkeuring van het GAP als ASP2-project door het Dagelijks Bestuur op 19/01/2015. De ASP-methodologie wordt
gebruikt voor de verdere uitwerking van het dossier.
3. STBE, GAP De ontwikkeling van een genderindicator voor de monitoring van het ASP2
Jaarlijks vindt een kwantitatieve en kwalitatieve monitoring plaats die aansluit bij de ASP-rapportering met als KPI “Jaarlijks worden minimaal twee derde
van de geplande actiepunten gerealiseerd”.
4. Faculteiten, GAP De integratie van gender in de facultaire strategische plannen
De faculteiten integreerden in meer of mindere mate genderaspecten in hun beleidsplan 2014-2016. De Stuurgroep GAP adviseerde de faculteiten
hierover via een uitgebreid document (2013). Een voorlopige versie van het GAP werd op de Raad van Decanen 04/11/2013 voorgesteld door prof. dr. De
Metsenaere en Lisa Wouters.
→ Dit is een aandachtspunt bij het opstellen van een volgende lichting facultaire deelbeleidsplannen. Ook de opvolging van de plannen wat gender betreft
(door de GAP-stuurgroep) is een werkpunt voor 2015.
5. VLIR Er is duidelijkheid over het statuut en de opdracht van de VLIR High Level Task Force Gender
De Task Force wordt voortgezet en coördineert de interuniversitaire monitoring. Vicerector prof. dr. Yvette Michotte vertegenwoordigt de VUB.
6. GAP Er is duidelijkheid over het statuut, de opdracht en de samenstelling van de Stuurgroep GAP
De Stuurgroep GAP is een ad hoc adviesorgaan (cf. punt 1, identificatie en opdracht Stuurgroep GAP). Per 01/03/2015 vervangt prof. dr. Gily Coene huidig
voorzitter prof. dr. Machteld De Metsenaere die met emeritaat gaat.
26 7. Raad van Bestuur De aanstelling van een beleidsmedewerker gender en diversiteit aan de VUB
De aanwerving per 01/01/2015 van een medewerker (Dienst Strategie en Beleidsvoorbereiding) met als taak de implementatie van het GAP
(BEC.883/P2/18). Dit is conform de beslissing van de RvB 28/01/2014. De GAP-medewerker maakt deel uit van de VLIR Werkgroep Gelijke Kansen.
8. Marcom, GAP Een webpagina over het GAP en de initiatieven van het genderbeleid
http://www.vub.ac.be/over/genderactieplan, met dank aan Marcom.
9. Marcom, GAP Communicatie over het GAP
Op regelmatige basis worden items in de VUB-nieuwsbrief (personeel) gepubliceerd. In 2015 vinden diverse campagnes plaats i.s.m. Marcom
(mediatraining, videoboodschappen, etc.). Het GAP werd toegelicht op de welzijnsdag georganiseerd door de Dienst Personeel (Campus Etterbeek
27/05/2014).
10. Marcom, GAP Integratie genderbeleid in het jaarverslag en de jaarverslagbrochure
Populaire jaarverslagbrochure 2013-2014 p. 31, http://www.vub.ac.be/downloads/Jaarverslag%202013-14_DEF.PDF
De Stuurgroep GAP is niet in het Organiek Statuut opgenomen (geen principiële samenstelling) en wordt bijgevolg niet vermeld in het officiële jaarverslag
(cf. actiepunt 6). Het GAP wordt kort toegelicht in het kader van duurzaamheid (jaarverslag 2013 p. 433).
11. GAP, Faculteiten Explicit search bij nieuwe aanwervingen postdocs en zelfstandig academisch personeel
→ Aandachtspunt 2015. Sensibilisering naar faculteiten toe. Monitoring van kandidaturen.
ES “De faculteit heeft nog geen specifieke procedure opgezet voor explicit search. De faculteit hoopt dat door de genderevenwichtige samenstelling
van faculteitsbestuur en EBC (vandaag 50/50) er alleszins een implicit search plaatsvindt om in evenredige mate mannelijke en vrouwelijke
kandidaten te vinden.”
GF “Vrouwen worden aangemoedigd om te postuleren.”
IR “Vacatures, evaluaties en bevorderingen AP houden waar mogelijk rekening met genderbeleid maar belangrijkste criterium is wetenschappelijke
kwaliteit (dit overigens mede op uitdrukkelijke vraag van vrouwelijke AP-leden).”
LK “Geen expliciete zoektocht naar vrouwen.”
LW “Neen (geen vacatures).”
PE /
RC “Vrouwen worden vaak expliciet aangemoedigd om zich kandidaat te stellen. Een opvolging van genderverhoudingen bij kandidaten en effectieve
aanstellingen lijkt noodzakelijk. Die opvolging zou kunnen gebeuren door faculteitssecretariaat op basis van onder andere Talent finder en EBC-
aanvragen en beslissingen. Aanleveren van sjabloon om dit op te volgen vanuit centrale diensten lijkt aangewezen.”
WE “Er wordt getracht om bij elke vacature gender expliciet aandacht te geven. Voor vacatures van de faculteit WE blijkt de balans bij de kandidaturen
echter zeer vaak een basisprobleem te zijn.”
27 12. GAP Nulmeting verhoudingen academisch personeel en detectie knelpunten
In 2013 werden data verzameld en verwerkt tot schaardiagrammen per faculteit (gepresenteerd op strategisch seminarie januari 2014).
13. GAP In kaart brengen van instroom-, doorstroom- en uitstroombewegingen academisch personeel
Onder leiding van prof. dr. Marie-Anne Guerry en PhD. Evy Rombaut werd in het kader van het opleidingsonderdeel ‘Kwantitatieve methoden voor
personeelsbeleid’ een groepstaak opgesteld over de promotiekansen aan de VUB. De presentatie van de groepswerken door de studenten vond plaats op
09/05/2014. De GAP-medewerker was hierbij aanwezig en leverde feedback aan de studenten. De database werd aangeleverd door de Dienst Personeel.
→ Het onderzoek wordt in 2015 verdergezet door prof. dr. Marie-Anne Guerry, PhD Evy Rombaut en een student (studentenjob). De database wordt
uitgebreid met een aantal parameters (i.s.m. de Dienst Personeel) en het gebruikte wiskundig model wordt verfijnd. Daarnaast worden in 2015
exitgesprekken afgenomen (GAP-medewerker) die een kwalitatieve aanvulling vormen op het kwantitatieve luik.
14. DocBe, VUB Career Center Individuele- en groepscoaching van doctoraatsstudenten
“DocBe ontvangt van de Vlaamse Overheid een subsidie voor de omkadering van jonge onderzoekers (OJO-besluit), waarbij er expliciete aandacht is voor
gender- en loopbaanbegeleiding. Het luik loopbaanbegeleiding wordt grotendeels verzorgd door het VUB Career Center, dat tijdens het academiejaar
2013-2014 9 workshops organiseerde. Ook 22 doctorandi en postdocs volgden er een individueel loopbaanbegeleidingstraject.”
15. VUB Career Center Jobbeurs voor PhD en postdocs vanuit genderperspectief en netwerkingevent
Op initiatief van VUB Career Center.
16. GAP Pilootproject mentoring: analyse best practices en opstart
De analyse van best practices en de opstart van het pilootproject is gerealiseerd i.s.m. Jan Den Haese (Dienst Personeel) en prof. dr. Patrick Stouthuysen
(Academisch Directeur ES). ES is mede-initiatiefnemer en trekker van het interfacultaire mentoringproject. Het project “Interfacultair pilootproject
mentoring van AP in een Tenure Track (TT) mandaat” werd op de Raad van Decanen (01/12/2014) voorgesteld. Alle faculteiten werden uitgenodigd om
deel te nemen. De voorbereiding loopt.
→ Start gesprekken mentees-mentoren: september 2015 (tot juni 2017). In het najaar van 2017 vindt een evaluatie van het pilootproject plaats.
17. GOCO, GAP Duidelijkheid over in welke centrale en facultaire bestuursorganen de 1/3-2/3 regel van kracht
De Stuurgroep GAP stelde een advies op (02/05/2014) dat aan de GOCO-commissies I en II werd bezorgd. Op de Stuurgroepvergadering van 30/04/2014
werd vicerector en voorzitter van de GOCOII-commissie, prof. dr. Viviane Jonckers uitgenodigd. Genderbepalingen zijn opgenomen in het Organiek
Statuut (RvB 16/09/2014), de Uniforme Beheersstructuur voor de faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel (RvB 01/07/2014) en het Genderactieplan
(RvB 28/01/2014).
18. GOCO, GAP Transparante procedures voor de samenstelling van bestuursorganen
Actiepunt is lopende. N.a.v. de uitvoering van het nieuwe Organiek Statuut bezorgde de GAP-medewerker een stand van zaken en advies aan de
betrokken diensthoofden (09/01/2015) m.b.t. de implementatie van de genderstreefdoelen. Diverse gesprekken vonden plaats met o.a. het Secretariaat
28
van de Raad, de Dienst Personeel, R&D, Frank Gladines (GOCO) en experten verkiezingsmechanismen.
→ Normaliter tijdens het voorjaar 2015 afgerond.
19. Faculteiten, GAP Minimaal 1/3 vertegenwoordiging van elk geslacht in EBC’s en in selectiecommissies
Er is een grote sprong voorwaarts gemaakt wat de samenstelling van de EBC’s betreft, maar PE en CA halen de vooropgestelde 1/3 vrouwen niet (zie supra
punt 2.4).
De monitoring van de vele facultaire ad hoc selectiecommissies in de faculteiten bleek (administratief) niet mogelijk. Er wordt gedacht aan de oprichting
van vaste facultaire selectiecommissies (cf. EBC).
→ Verdere opvolging in 2015.
20. Dienst Personeel, GAP Leidinggevenden (AP) krijgen vorming over gender en diversiteit
Alle faculteitsbesturen en leden van EBC’s werden specifiek uitgenodigd voor de lunchlezing Mind the GAP#1 met prof. dr. Marieke van den Brink op
09/02/2015 over gender in selectie- en benoemingsprocedures.
→ Aandachtspunt: verwijzing naar het GAP in de geplande opleiding voor nieuwe leden van de Raad van Bestuur. De eerste opleid ing is voorzien in het
voorjaar van 2015 en wordt uitgewerkt door de Dienst Personeel. Dit gebeurt in het kader van het ondertekende Universitair Charter Goed Bestuur (RvB
04/03/2014).
21. Dienst Personeel, GAP De leiderschapstraining voor ATP bevat een genderaspect
→ “In de “Basisopleiding Leidinggeven” wordt vanaf 2015 een item toegevoegd over genderaspecten. De eerste bijgewerkte module is gepland op 30 en
31/03/2015.”
22. Marcom, GAP De gender proofing van academische evenementen, communicatie en documenten
Hierover werd een mondeling akkoord met de directie van Marcom gesloten (07/01/2015).
23. Crosstalks VUB, GAP De jaarlijkse organisatie van netwerkingsmoment(en) voor vrouwelijke academici
04/03/2014 - Campustalks #20: International Women's Day with the VUB Doctoral Schools: http://crosstalks.vub.ac.be/04032014-campustalks-20-
international-womens-day-vub-doctoral-schools
10/03/2015 - Campustalks #23: International Women’s Day http://crosstalks.vub.ac.be/10032015-campustalks-23-international-womens-day
24. Dienst Personeel Vastbenoemd ZAP wordt tijdens zwangerschapsverlof vervangen (bezoldiging)
Coördinatie door Dienst Personeel.
25. GAP, PRMI De arbeidsgeneesheer reikt correcte informatie en praktische oplossingen aan voor zwangere vrouwen die in een risicovolle werkomgeving werken (labo)
met het oog op zo min mogelijk impact op het verdere verloop van hun academische carrière
Op 28/10/2014 vond hierover een eerste overleg plaats. Waren aanwezig: Machteld De Metsenaere, Jan Veny, Raf Devos, Mieke Gijsemans, Maha Najjar,
29
Geert Seynaeve, Dimitri Devuyst, Walter Kempenaers, Stefan Magez en Lisa Wouters (verontschuldigd: Karin Vanderkerken). Een tweede overleg vond
plaats op 17/12/2014 met Machteld De Metsenaere, Lisa Wouters, Dimitri Devuyst en Geert Seynaeve.
→ Een specifieke werkgroep m.b.t. deze problematiek wordt opgericht, met een adviserende rol t.a.v. het Comité voor Preventie en Bescherming op het
Werk, CPBW. Een concreet actieplan wordt uitgewerkt in het voorjaar van 2015.
26. DocBe, RHEA, GAP Generieke en disciplinespecifieke seminars en workshops gender(methodologie) voor PhD's
“In het kader van het OJO-besluit en vanuit de doctoral schools vonden in academiejaar 2013-2014 de volgende seminars plaats:
- Gender, ethics and care - Campustalks International Women’s Day - Interuniversitair Gender Research Seminar: Feminist Methodologies - Gendered Innovations in Science, Health & Medicine, Engineering and Environment - The Gender Politics of Plants in the 18th Century Atlantic World - The gendered Production of Audit Quality. The conundrum of being a female auditor → Voornamelijk voor de doctorals schools NSE en LSM, die minder ervaring hebben in deze materie, wordt gezocht naar een gesch ikte en relevante invulling van het thema. → DocBe: verderzetting van de samenwerking met de andere Vlaamse universiteiten en uitwerking van events voor elke doctoral school.” In de Faculteit PE werden in 2014 de "Life after a PhD series" georganiseerd in samenwerking met de Doctoral School of Human Sciences.
27. Studentenbeleid Een digitaal meld- en informatiepunt voor studenten (+ communicatie hierover)
“Minimaal ingevuld op My VUB. Wordt verder uitgewerkt.”
28. Dienst Personeel, Rector Toelichting van de visie tijdens de jaarlijkse onthaaldag voor ZAP
“Tijdens het jaarlijkse onthaalmoment voor de nieuwe ZAP-leden werd de visie van de universiteit m.b.t. een duurzaam genderbeleid door de rector
duidelijk gecommuniceerd.”
29. Dienst Personeel Een genderperspectief in de jaarlijkse bevraging van nieuw personeel (AP/ATP)
In 2014 vond geen bevraging plaats.
→ “De bevraging 2015 start in het voorjaar. Nadien zal voor het eerst mogelijk zijn om analyses te maken op basis van gender.”
30. Dienst Personeel Intentieverklaring 'Respect voor elkaar op het werk' in onthaalmap nieuw personeel
Met dank aan de Dienst Personeel.
30 Initiatieven faculteiten, werkgroep,
specifieke actie, vorming, …
Faculteit WE
Er is een facultaire Gender werkgroep opgericht. Deze vergaderde begin 2014 om de kernpunten van het GAP op te volgen en communiceerde vervolgens
elektronisch over de op te volgen punten. De voorzitter (prof. dr. Stefan Magez) rapporteert steeds de relevante punten aan de faculteitsraad.
Er is binnen de faculteit WE bijzonder aandacht besteed aan het feit dat op het niveau van de 10% ZAP mandaten er een zeer sterke disproportie was van
het aantal mannelijke leden. In de laatste selectieronde werden er 3 vrouwelijke ZAP kandidaten geselecteerd op basis van hun excellente dossiers.
GAP-actiepunten 2015
Nr. Verantwoordelijke Actiepunt
1. Faculteiten, Marcom, GAP Alle faculteiten streven naar een evenwichtige M/V instroom van studenten
ES “Er bestaan geen opleidingen met scheefgetrokken studentenpopulaties binnen ES. De faculteit voert dan ook geen beleid terzake.”
GF “Reeds meer V dan M.”
IR “Ja, de faculteit IR zet specifiek in op het rekruteren van meer vrouwelijke studenten in de opleidingen burgerlijk en industrieel ingenieur.”
LK “Op dit moment is er in de LO-opleiding een meerderheid aan mannelijke studente, in de KINE-opleiding een meerderheid aan vrouwelijke
studenten. Er stelt zich echter geen probleem op dat vlak, waardoor wij dus ook niet genoodzaakt zijn om gerichte acties te ondernemen.”
LW “Neen (hier is er reeds een redelijk evenwicht).”
PE /
RC “Er lijkt zich op dit vlak geen probleem te stellen in de faculteit RC.”
WE “Hier stelt zich geen probleem binnen de vakgroep WE als geheel. Wel is het duidelijk dat er binnen bepaalde richtingen een natuurlijke
differentiatie optreedt.”
31
Indicatieve cijfers (studenten schakelprogramma, voorbereidingsprogramma en interuniversitaire opleidingen niet meegerekend). Het percentage
studenten in totaal aan VUB: 45% mannelijke en 55% vrouwelijke studenten. Dit is conform de gemiddelde cijfers in Vlaanderen.
Marcom: in brochures en communicatie m.b.t. rekrutering is aandacht voor genderaspecten.
2. Faculteiten Faculteiten ontwikkelen een ZAP-meerjarenplan met aandacht voor gender
ES “De aanbevelingen van het GAP werden opgenomen in het ZAP-meerjarenplan.”
GF “Niet aanwezig, is verwerkt in strategisch beleidsplan.”
IR “Aanstellingen na vacatures AP houden waar mogelijk rekening met genderbeleid maar eerste vereiste bij aanstelling gaat naar kwaliteit.”
LK “De Faculteit beschikt nog niet over een algemeen personeelsbeleidsplan, maar hieraan wordt gewerkt in het Facultair Bestuur. De Faculteit
beschikt wel reeds over een bevorderingsplan, waarin staat gestipuleerd dat we tegen 2017 ten minste over 2 vrouwelijke hoofddocenten willen
beschikken. Die doelstelling is intussen al bereikt (bevordering in 2015).”
LW “Neen, want geen belangrijke vacatures voor 2018 (cf. Beleids- en besparingsplan faculteit).”
PE /
RC “Ja, bij de voorziene aanstelling van 6VTE wordt verhouding 3M/3V nagestreefd (zie door de faculteit goedgekeurd beleidsplan). Toekomst:
Opvolging uitvoering facultair beleidsplan.”
WE “Er is de intentie om de genderbalans te corrigeren op het niveau van het ZAP, richting de verhouding die we terugvinden op het niveau PhD/early
post-doc.”
32 3. GAP Onderzoeksproject naar uitstroom van vrouwelijk academisch personeel (exitgesprekken)
Cf. actiepunt 13. Er wordt een project uitgewerkt en uitgevoerd door de GAP-medewerker, eventueel in overleg met de VLIR (in het kader van de
interuniversitaire monitoring).
4. GAP, Dienst Personeel Professionele coaching met verhoogde deelname-sensibilisering van vrouwen
5. Dienst Personeel Ondersteuning bestuurstaken centrale organen (bv. vorming)
Cf. actiepunt 20.
6. Faculteiten Faculteiten valoriseren bestuurstaken maar hebben ook aandacht voor overbevraging
ES “Bestuurstaken worden gevaloriseerd. Er werd een inventaris gemaakt van de tijdbelasting die bestuurstaken inhouden en daarmee wordt
rekening gehouden bij de verdeling en valorisatie van de functies.”
GF “Wordt mee opgenomen in ZAP evaluatie.”
IR “Binnen de pijler ‘dienstverlening’ worden bestuurstaken binnen de faculteit en de universiteit in ogenschouw genomen. Hierbij wordt er in de
mate van het mogelijke over gewaakt vrouwelijke AP-leden niet te overbelasten (in functie van de minimale 1/3 vertegenwoordiging in
beslissingsorganen).”
LK “Bestuurstaken worden gevaloriseerd aangezien deze worden opgenomen in de evaluaties en aanvragen tot bevordering. Een opmerking hierbij is
wel dat de opgelegde genderverhoudingen leiden toch tot een overbevraging van de vrouwelijke ZAP’ers. Tot op heden is er geen sprake van
compensatie van deze taken.”
LW “Ja.”
PE /
RC “Zal besproken worden op faculteitsraad bij opvolging GAP en jaarverslag GAP door faculteitsraad RC.”
WE “Dit wordt binnen de faculteit WE systematisch reeds gedaan.”
7. Faculteiten Faculteiten communiceren duidelijk over bevorderingsprocedures en geven feedback
ES “Er worden systematisch voorbereidende en feedback-gesprekken gehouden bij bevorderingsaanvragen. Er bestaat volledige transparantie over de
procedure en criteria.”
GF “Wordt gedaan door decaan bij nieuwe aanstellingen.”
IR “Ja, maar staat ons inziens los van gender; feedback in functie van de facultaire bevorderingscriteria gebeurt naar alle AP-leden.”
LK “De informatie en communicatie over de procedure is transparant. Naar feedback toe zijn alle rapporten ter inzage (verslagen EBC en Facultair
College). Bovendien hebben de kandidaten voor bevordering de mogelijkheid om bij de Decaan een debriefing aan te vragen.”
33
LW “Ja.”
PE /
RC “Verslagen en beslissingen van EBC’s worden meegedeeld aan de betrokkenen.”
WE “Dit wordt reeds systematisch binnen de faculteit WE gedaan.”
8. Faculteiten, VUB Foundation Elke faculteit draagt jaarlijks minstens één vrouw voor als Fellow van de VUB
Een overleg hierover vond plaats met Ann Verbeeck op 30/10/2014. In het VUB Fellowship Reglement (RvB 09/12/2014) werd volgend artikel opgenomen:
Artikel 11 Genderevenwicht, “Bij het voordragen van Fellow kandidaten wordt er door de vakgroepen en de betrokken faculteitsraden op toegezien dat
de algemene universitaire richtlijnen en criteria met betrekking tot het genderevenwicht worden opgevolgd en nageleefd”.
Op 17 september 2014 zijn 22 topmensen uit de industrie, het bedrijfsleven en de wereld van de politiek en beleid Fellow VUB geworden, waarvan de
helft vrouwen.
ES “De faculteit draagt meerdere vrouwelijke fellows voor.”
GF “Ja, zelfs 2.”
IR “Ja, reeds minimaal 1 vrouw voorgedragen bij elke ronde voor selectie kandidaat-fellows.”
LK “Dit is gebeurd voor 2015.”
LW “Ja.”
PE /
RC “Ja (in 2014 werd vrouw verkozen als fellow voor de faculteit RC).”
WE /
9. Faculteiten Aandacht voor impact van internationale rekrutering op genderverhoudingen in het ZAP
ES “De faculteit houdt rekening met de impact van internationaal gerekruteerd WP op genderverhoudingen. Voorlopig blijft die internationale
rekrutering (te) beperkt, vermits opdrachten meestal een onderwijscomponent inhouden en onderwijs nog in belangrijke mate in het Nederlands
plaatsvindt.”
GF “Is afhankelijk van mensen die postuleren.”
IR “Aanstellingen na vacatures AP houden waar mogelijk rekening met genderbeleid maar eerste vereiste bij aanstelling gaat naar kwaliteit.”
LK “Conform de template van de personeelsdienst, vermelden wij in alle vacatures dat vrouwelijke kandidaten in het bijzonder worden aangemoedigd
om zich kandidaat te stellen.”
LW “Neen, nog niet van toepassing.”
PE /
RC “Wordt momenteel niet expliciet opgevolgd. Zal voorgelegd worden op faculteitsraad bij opvolging GAP en jaarverslag GAP door faculteitsraad
RC.”
WE “Dit wordt opgevolgd, maar de rekrutering zelf is volledig gebaseerd op kwaliteit, waarbij er steeds aangespoord wordt dat vrouwelijke
onderzoekers zich kandidaat stellen.”
34 10. OZR/R&D De Onderzoeksraad heeft oog voor alternatieven voor langdurig verblijf in het buitenland
Cf. uittreksel OZR-verslag 2012 (TT & buitenlandverblijven). Dit OZR-standpunt werd inderdaad in 2012 geformuleerd en wordt nog steeds gehanteerd.
11. Faculteiten Faculteiten voeren een proactief beleid inzake vervangingen (onderwijsopdracht)
ES “De faculteit voert een proactief beleid betreffende vervangingen onderwijsopdracht.”
GF “Hangt af van de gevraagde expertise en de beschikbare kandidaten.”
IR “Vervanging onderwijsopdracht voor vrouwelijke ZAP-leden tijdens moederschapsrust.”
LK “Wij voeren op dit vlak geen proactief beleid, maar dat type verlof wordt in principe wel steeds toegestaan en er wordt via aanstelling van
interimarissen voor vervanging gezorgd.”
LW “Ja.”
PE /
RC “Ja, vrouwelijk AAP en ZAP-leden worden vervangen voor hun onderwijsopdracht wanneer zij zwangerschapsverlof opnemen. Zwangerschap zal er
vaak toe leiden dat de duur van het assistentenmandaat wordt verlengd met een extra jaar voor de voltooiing van het doctorale proefschrift.”
WE “Dit is tot op heden niet aan bod gekomen, daar het ‘probleem’ zich nog niet heeft voorgedaan.”
12. EBC’s EBC's brengen thematische verloven in rekening bij evaluatie van academisch dossier
ES “Er wordt bij de bespreking van de opdrachten rekening gehouden met thematische verloven.”
GF “Ja.”
IR “Ja.”
LK “Dit wordt niet expliciet in rekening gebracht.”
LW “Ja.”
PE /
RC “EBC’s dienen rekening te houden met alle door de betrokkene aangebrachte en in de ZAP-matrix voorziene elementen.”
WE “Er wordt facultair op aangedrongen dat al de ad hoc selectiecommissies hier adequaat rekening mee houden.”
13. Faculteiten Gezinsvriendelijke vergaderuren
ES “Voor alle vergaderingen, behalve deze die betrekking hebben op de opleidingen Management en Bedrijfskunde, vinden de vergaderingen plaats
op de middag. Het doelpubliek van de opleidingen Management en Bedrijfskunde zijn werkstudenten; een groot deel van de docenten is elders in
hoofdorde werkzaam. Beide groepen kunnen alleen ’s avonds vergaderen.”
GF “Wordt bekeken.”
IR “Tijdstip faculteitsbestuur gewijzigd van 16u naar 12u omwille van gezinsvriendelijkheid.”
LK “Dit hebben we tot op heden nog niet bereikt, maar het is een werkpunt om dat te realiseren.”
LW “Ja.”
35
PE /
RC “In bepaalde vakgroepen worden de vergadering door de dag of tijdens lunchpauze georganiseerd. De Faculteitsraad vindt plaats van 16 tot 18 à
19u. Doelstelling voor de toekomst: de Faculteitsraad starten om 15u. Nagaan of probleem zich stelt voor andere bestuur-, opleidings- en/of
vakgroepvergaderingen.”
WE “Verschillende commissie vergaderen nu over de middaguren (Gender, ethische commissie, PR, …). Op niveau van de faculteit worden in de
toekomst bestuurs- en raadsvergaderingen ingepland tijdens de middaguren. Hiervoor is echter een aanpassing van de lessenroosters nodig. Dit op
zich brengt een complicatie mee dat sommige vakken over verschillende faculteiten heen georganiseerd worden, zodat dit alles een probleem van
synchronisatie met zich mee brengt. Op het niveau van de vakgroepen zal dit eveneens moeten doorgevoerd worden.”
14. Raad van Bestuur Structurele ondersteuning interuniversitaire Master Gender en Diversiteit en het opleidingsonderdeel ‘Inleiding tot vrouwen- en genderstudies’ (open
voor studenten uit diverse opleidingen)
De Master Gender en Diversiteit is een gemeenschappelijk initiatief van de vijf Vlaamse Universiteiten en wordt aangeboden als een eenjarig programma
(60 ECTS). Meer dan 60 studenten schreven zich in (2014-2015).
De VUB ondersteunt de master met de toekenning van 0.1 ZAP-kader. De VUB ondersteunt het bachelorvak ‘Inleiding tot vrouwen- en genderstudies’ met
0.1 ZAP-kader. Dit is conform de beslissing van de Raad van Bestuur 28/01/2014.
15. Dienst Personeel Vorming problematiek van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag en geweld en een grotere zichtbaarheid van de vertrouwenspersonen
“Project rond preventie van psychosociale risico’s en behandeling van psychsociale problemen aan de VUB (2015-2016). Vorming rond (seksueel)
grensoverschrijdend gedrag zal hierin worden opgenomen, naast mogelijke initiatieven ter verbetering van de bereikbaarheid van de
vertrouwenspersonen. Het project wordt getrokken door de dienst Preventie en Milieu, in samenwerking met de Dienst Personeel, de externe
preventiedienst (Attentia) en de werknemersdelegatie in het CPBW.”
16. Studentenbeleid en Dienst
Personeel
De tuchtprocedures voor personeel en studenten zijn gekend
“Tuchtreglement studenten functioneert. De tuchtprocedure personeel (na klacht van student) moet worden opgevolgd door dienst Personeel.
Tuchtreglement studenten wordt geactualiseerd in 2015 ter afstemming met het nieuw Organiek Statuut VUB.”
17. Bijkomend Actiepunt
OZR/R&D
Systematische monitoring van het genderevenwicht in de door de OZR beheerde mandaten en projecten
R&D maakt vanaf 2015 overzichtslijsten die jaarlijks geëvalueerd worden door de OZR in de context van (de bespreking van) haar genderbeleid.
18. Bijkomend Actiepunt
OZR/R&D
Bij de samenstelling van de panels die instaan voor de selectie van mandaten en projecten (OZR) wordt gestreefd naar een genderevenwicht
Bij het organiseren van peerevaluaties kan eventueel bij het opvragen van mogelijke (buitenlandse) referees, toegevoegd worden dat hierbij aandacht
moet gaan naar een genderevenwicht in de voorstellen. Hierdoor zal de feitelijke samenstelling van de panels die instaan voor de selectie van mandaten
en projecten makkelijker in genderevenwicht zijn.
19. Bijkomend Actiepunt
36
Studentenbeleid Meer vrouwelijke studenten stellen zich kandidaat voor de verkiezing van de Studentenraad
Voor de Stuvoraad zijn de genderevenwichten decretaal bepaald. De GAP-medewerker adviseerde om ook de Studentenraad gendergebalanceerd samen
te stellen (17/10/2014). De Studentenraad opteerde om geen quota te voorzien in het Algemeen Reglement 2015-2016 wegens (op dit moment) een
tekort aan vrouwelijke kandidaten (RvB 09/12/2014) en volgt hiermee ook het standpunt van VVS (Vlaamse Vereniging van Studenten) m.b.t. quota (als er
bijkomende gendervoorwaarden gesteld worden aan de studentenparticipatie mogen deze de participatie an sich niet in het gedrang brengen).
→ Er worden rolmodel-videoboodschappen voorzien voor de bekendmakingscampagne voor de verkiezingen van de Studentenraad 2015.
20. Bijkomend Actiepunt
Faculteiten en CA
Er is aandacht voor gender bij het toekennen van de eredoctoraten.
In 2015 krijgen 3 vrouwen en 3 mannen een eredoctoraat. Ook Lucie Van Crombrugge /de Unie van Nederlandstalige Abortuscentra LUNA ontvangen een
eredoctoraat in 2015 (n.a.v. herdenking Willy Peers).
GAP-actiepunten 2016
1. VLIR, GAP De VLIR High Level Task Force Gender coördineert interuniversitaire monitoring
Het VLIR Bureau stemde op 29/10/2014 in met het aanbieden van twee stageplaatsen aan studenten van de interuniversitaire Master Gender en
Diversiteit (2014-2015), ter ondersteuning van de monitoring m.b.t. het bereiken van de doelstellingen van het VLIR Actieplan Gender. De VLIR Task
Force coördineert de monitoring. De GAP-medewerker levert data aan.
2. GAP Vorming voor leden van EBC's en selectiecommissies over implicit gender bias
Cf. Actiepunt 20. Lunchlezing Mind the GAP#1 met prof. dr. Marieke van de Brink (Radboud Universiteit Nijmegen) over gender in academische
selectie- en benoemingsprocessen. Deze lezing wordt georganiseerd in het kader van het Genderactieplan van de VUB en richt zich tot
leidinggevenden en tot de leden van Evaluatie- en Bevorderingscommissies (EBC’s) in het bijzonder.
ES “Alle EBC-leden (en ook alle leden van de faculteitsraad) werden uitgenodigd voor de eerste lezing van 2015.”
GF “Nog geen uitnodiging ontvangen.”
IR “Leden van de EBC worden expliciet door de decaan uitgenodigd deel te nemen aan lezingen/… daaromtrent.”
LK /
LW /
PE /
RC /
WE /
37 3. Faculteiten Uitwisselen good practices tussen faculteiten m.b.t. loopbaanbeleid
Cf. Actiepunt 16: aanzet hiertoe via het interfacultair pilootproject mentoring.
ES “De ES fungeert als pilot binnen het VUB-project rond loopbaanontwikkeling en competentieprofielen.”
GF “Wordt gepland.”
IR “Het kan een idee zijn om best practices met andere faculteiten door te spreken, overigens niet alleen met betrekking tot de
genderproblematiek.”
LK “Wij nemen vrouwelijke experten uit andere faculteiten op in onze Evaluatie- en BevorderingsCommissie.”
LW “Ja.”
PE /
RC “Zal besproken worden op faculteitsraad bij opvolging GAP en jaarverslag GAP door faculteitsraad RC.”
WE “De faculteit WE is was de eerste om een Gender werkgroep op te richten en is steeds bereid dit initiatief te overleggen met ander faculteiten.”
4. Faculteiten Loopbaangesprekken en (tussentijdse) evaluatiegesprekken tijdens carrière
ES “De academisch directeur hield tijdens het kalenderjaar 2014 84 loopbaangesprekken. De planning voor 2015 is opgemaakt en voorziet een
vergelijkbaar aantal gesprekken. Dat zal ook zo zijn in 2016.”
GF “Worden reeds gevoerd, in functie van ZAP reglement. Worden georganiseerd op gezinsvriendelijke uren.”
IR “Intakegesprekken gebeuren (verplicht) op niveau van de faculteit.”
LK “Bij elke ZAP aanstelling gebeurt een formeel intakegesprek met de Decaan (en vakgroepvoorzitter). Voor het AAP/BAP/ ATP heeft een dergelijk
gesprek plaats met de vakgroepvoorzitter. Bij deze intakegesprekken wordt m.b.t. de organisatie van het werk gestreefd naar een evenwicht
tussen de noden van de dienst en de individuele mogelijkheden/situatie van het betrokken personeelslid.”
LW “Neen (faculteit heeft geen capaciteit hiervoor).”
PE /
RC “Evaluatie loopbaan kan op verschillende manieren gebeuren:
Vakgroepen hebben in deze een verantwoordelijkheid
OPLR hebben bevoegdheid op vlak van onderwijs
Fac. Onderzoekscommissie volgt doctorale vordering op
Voor ATP zijn evaluatiegesprekken voorzien EBC’s evalueren verlengingen, aanstellingen, bevorderingen en brengen hierover verslag uit. De evaluatie gebeurt vrij gefragmenteerd. Er kan
nood zijn aan een meer centraal (facultair) gestuurd beleid met oog voor genderproblematiek. Zal besproken worden op faculteitsraad bij
opvolging GAP en jaarverslag GAP door faculteitsraad RC. Ondersteuning van centrale diensten lijkt hier echter nodig.”
WE “Deze worden systematisch gevoerd door de decaan.”
38 5. Faculteiten Afspraken over individueel takenpakket als basis voor volgende evaluatie
ES “Voor alle aangestelde collega’s wordt een individueel takenpakket opgemaakt met oog voor de beschreven doelstellingen van ged ifferentieerd
loopbaanbeleid. Bij functionerings- of doelgesprekken wordt dit takenpakket desgewenst bijgestuurd.”
GF /
IR /
LK “Flexibele werkuren en thuiswerk kunnen worden besproken met de vakgroepvoorzitter. Wat de evaluatie van het ZAP betreft, wordt dit
opgevangen door de Facultaire Evaluatie en BevorderingsCommissie. Voor het AAP en BAP gebeuren de periodieke evaluaties volgens de
geëigende procedures van de vakgroep. Voor het ATP wordt de standaard evaluatieprocedure gevolgd.”
LW “Neen (faculteit heeft geen capaciteit hiervoor).”
PE /
RC “Zal besproken worden op faculteitsraad bij opvolging GAP en jaarverslag GAP door faculteitsraad RC.”
WE “Hier is nog geen specifieke vraag rond gekomen, om dit systematisch te benaderen.”
6. GAP Ontwikkeling en verspreiding van brochure gericht aan EBC's en selectiecommissies
7. TOR Onderzoek naar de taakinvulling en taakbelasting van academisch personeel
Lopend project van prof. dr. Ignace Glorieux (TOR).
8. DOZ, Faculteiten, GAP Onderzoek naar de werklast van de onderwijsopdracht (avondonderwijs)
GAP-actiepunten 2017
1. Centrale Diensten Een ZAP-matrix is een operationeel, dynamisch instrument met heldere functieprofielen en evaluatiecriteria
39 5. Bijlagen
5.1 Nieuwe aanwervingen per faculteit
Faculteit VTE M VTE V VTE Totaal
ES
VTE 1,1 0,25 1,35
% VTE 81 19 100
GF
VTE 1,7 0,35 2,05
% VTE 83 17 100
IES
VTE 0,2 0 0,2
% VTE 100 0 100
IR
VTE 0,2 0,1 0,3
% VTE 66 33 100
LK
VTE 0,04 0,3 0,34
% VTE 12 88 100
LW
VTE 2,33 1,54 3,87
% VTE 60 40 100
PE
VTE 1 0,1 1,1
% VTE 91 9 100
RC
VTE 0,35 1,3 1,65
% VTE 21 79 100
WE
VTE 3,8 3,8 7,6
% VTE 50 50 100
Totaal
VTE 10,72 7,74 18,46
% VTE 58 42 100
Faculteit N M N V N Totaal
ES
N 2 2 4
% N 50 50 100
GF
N 6 4 10
% N 60 40 100
IES
N 1 0 1
% N 100 0 100
IR
N 2 1 3
% N 67 33 100
LK
N 2 2 4
% N 50 50 100
LW
N 7 5 12
% N 58 42 100
PE
N 1 1 2
% N 50 50 100
RC
N 4 4 8
% N 50 50 100
WE
N 11 7 18
% N 61 39 100
Totaal
N 36 26 62
% N 58 42 100