FP_2013_03
-
Upload
shelflife-publishing-bv -
Category
Documents
-
view
234 -
download
14
description
Transcript of FP_2013_03
De tweede Stach, net een buurtcafé ● Logistieke
wirwar bij Franse afhaalsupers ● Corresponderen
met de NMa ● Te veel jonge mensen aan het werk
bij supers, ja of nee? ● Kochhaus, voorbeeld voor
Bilder & De Clerq ● De AH’s die ex-C1000 zijn: moeilijk
3
KEES KIESTRA EN JOHAN VAN HEEREBEEK
Concurreren op kwaliteit 01 cover 1 11-03-2013 09:18:15
Bijna elke Nederlander kent Smulweb.nl. Met meer dan 2 miljoen unieke bezoekers per maand is
Smulweb de meestbezochte receptenwebsite. Elke dag bepalen zo’n 150.000 Nederlanders bij ons hoe
de avondmaaltijd eruit komt te zien. In 2012 bekeken zij ruim 41 miljoen recepten. Daarmee is Smulweb
hét ideale interactieve medium voor producent en retailer om te communiceren met de consument.
Consumenten betrekken bij je product. Dát is communicatie en strategie anno 2013.
Meer info? Kijk op www.smulweb.nl/samenwerken
www.smulweb.nl
Smulweb verbindt producent, retailer en consument
41.167.524 maaltijden
02 ADV 2 07-03-2013 16:03:55
3FoodPersonality maart 2013
INHOUD
4 Deze maand
5 Hoofdredactioneel: ‘Ons lekkere eten’
6 Personality’s
8 Formulecijfers GfK
Met Pim op straat
Superkijken: Bram Muilwijk (Yil’driz)
Franse afh aalpunten, nabrandertje
EFMI: beperkt beschikbaar eten
De tweede Stach-winkel
Van Duin: onderhandelingsangst
Corresponderen met de NMa
Kremer: dit gaat niet over paard
Logistieke keuzes afh aalsupers
22 Jong volk werkt in de winkels; te jong?
26 Foodpolicy’s Outbreak: Sander en Femke
Ruzie met Rutte: AH, Aldi en Coca-Cola
28 Hoe werkt Th uisafgehaald.nl?
Emté: Johan van Heerebeek en Kees Kiestra
Discussie: de verkoop van ‘de warme maaltijd’
42 Bij Evelyn aan tafel: Arthur Ham (Santa Maria)
44 Kochhaus, Duitse gerechtenformule
48 De AH’s die eerst C1000 waren,
en hun marktgebieden
Ammerlaan: Bestraf ze! Keuze en plicht
Erik Hemmes in de VS: Uptown Grocery
59 Vleursvloer: boodschappen doen bij
Bilder & De Clerq
Formule-atlas: Zaandam
Locatienieuws
62 Suzette’s TM: Marjan Torringa (DeOleo)
64 Productnieuws
22
28
44
03 Inhoud 3 11-03-2013 09:21:41
4FoodPersonality maart 2013
DEZE MAAND
Gedenatureerd of houdbaar?
Lidl marktleider in likes
De term ‘gedenatureerd eten’ komen we tegen in
een citaat van hoogleraar bedrijfskunde/duurzaam
ondernemen Jan Jonker van de Radboud Universi-
teit Nijmegen. Jonker zegt: “Denk om te beginnen
aan een feed-in-tarief, niet alleen voor energie
maar ook voor groente en zorg, een verhoogde
belasting op grondstoff en en daardoor minder op
arbeid, strenge boetes op gedenatureerd eten, anti-
overgewichtsbeleid en boetes bij een aantoonbaar
ongezonde levensstijl.”
Dat is nogal wat, wat Jonker daar zegt. Hij legt uit
hoe de overheid onder consumenten duurzame
consumptie kan bevorderen en niet-duurzame ont-
moedigen. Maar wat betekent dat ‘gedenatureerd
eten’? Waar wil Jonker die boete op hebben?
Het is geen nieuwe term. Het is: de moleculaire
of andere structuur van eten zo veranderen, dat
het niet meer in die vorm terugkeert, zoals een ei
bakken. Maar Jonker heeft het hier niet over een
omeletje. Al googelend op allerlei andere sites zie je
al snel wat ook andere gebruikers ermee bedoelen.
Voedsel dat door industriële bewerkingen niet
meer natuurlijk is: bewerkt eten (een veranderd
product d.m.v. zout, suiker, e-nummers, zetmeel,
waardoor de smaak en/of de bewaarperiode van
het product verandert). Gedenatureerd eten is
Volgens Socialbakers.com, een platform
dat internetstatistieken verzamelt, telt ons
land inmiddels 7,5 miljoen Facebook-ge-
bruikers, wat neerkomt op een penetratie
van iets meer dan 45% van de bevolking.
Dat maakt Facebook tot een belangrijk
communicatieplatform, ook voor super-
markten.
Uit een kleine inventarisatie onder de grotere lan-
delijke spelers blijkt Lidl met 231.000 likes het po-
pulairst onder Facebook-gebruikers. Sterker nog,
het laat marktleider Albert Heijn ver achter zich.
De mindere prestatie van Albert Heijn lijkt voor
een deel te maken te hebben met versnippering.
Er blijken tientallen AH-pagina’s te bestaan, niet
in de laatste plaats van AH-franchisers, waarvan
sommigen aanzienlijke aantallen likes hebben. Het
probleem van versnippering doet zich met name
bij ondernemersformules voor, maar het meest
bij C1000, dat langdurig ondernemers op internet
z’n gang liet gaan en pas twee jaar terug internet-
communicatie centraliseerde. Met als gevolg: de
algemene Facebook-pagina van C1000 – nog altijd
de nummer twee in de markt – heeft slechts 1.163
likes, maar de pagina C1000 Deal (van C1000
Landgraaf) heeft maar liefst 11.000 likes (nogal
actief met share-en-like-acties). Los daarvan: som-
Paul Snoeij: “De vraag is hoe lang
de industrie dit kan financieren. Voorbeeld:
wasmiddelen. 15 jaar geleden zo’n 15% pro-
modruk, met veel positionerende campag-
nes. Nu ruim boven de 50%, en zonder enige
merkwaarde te creëren.”
Paul Snoeij (SnoeijRetail) reageert op het bericht dat de promotiedruk in supermarkten blijft op-lopen (onderzoek SymphonyIRI). Snoeij werkte eerder in marketing- en communicatiefuncties bij onder meer Hema, Plus en BP.
Van LinkedIn-groep FoodPersonality
2.207 leden per 11 maart
Onlangs kwam een pr-bureau dat voor Jumbo
werkt, met de uitnodiging om de presentatie bij te
wonen van een Jumbo-verzorgingslijn. Er stond
bij: ‘badkamerrituelen’. Opvallende naam. Doet
denken aan Rituals, van ex-Unilever-manager
Raymond Cloosterman. En als je dan bedenkt
dat hij de echtgenoot is van formuledirecteur
Colette Cloosterman-van Eerd van Jumbo, dan is
het verband snel gelegd. ’s Avonds aan tafel, thuis.
Ik wil ook van die margerijke producten zoals jij
die in jouw winkels hebt, van die dingen. Al snel
benadrukte het pr-bureau tegenover Distrifood dat
er geen verband is tussen Jumbo-badkamerrituelen
en Rituals. Terwijl Badkamerrituelen toch eigenlijk
de nieuwe merknaam leek. Wat blijkt nu, na de
presentatie? Het woord staat niet eens op de pro-
ducten. Het is gewoon een ‘Jumbo-verzorgingslijn’.
Op de fl acons en tubes staat ‘Jumbo verzorgt elke
dag’, een kreet die de ‘elke dag’-benamingen van
cosmetica combineert met ‘de 7 Dagelijkse Zeker-
heden’ van Jumbo.
Was het nou oorspronkelijk de bedoeling dat die
lijn de naam Badkamerrituelen zou dragen of niet?
Nee, is de offi ciële lezing. Maar hoe het nou zit?
Dat weten wellicht alleen de formuledirecteur van
Jumbo en de eigenaar van Rituals. Goed moment
voor een cosmeticalijn: Badkamergeheimen.
‘framing’, een woord of term zo kiezen dat het een
positieve of negatieve associatie krijgt. Framing is
strategische communicatie, vooral bekend in de
politiek. Een voorbeeld van Wikipedia: ‘vers ge-
plukt’, dat op zichzelf niks betekent want een peer
aan een boom is altijd vers als hij geplukt wordt.
Maar de associatie is vers, natuurlijk, voedzaam et
cetera, terwijl het sap van vers geplukte peren best
houdbaar kan zijn. ‘Gedenatureerd’ is de negatieve
variant van bewerkt en houdbaar. Houdbaar com-
municeert dat je het langer kunt bewaren, een po-
sitief aspect. Als een term een positieve associatie
heeft , is dat meestal afk omstig van partijen die er
baat bij hebben. Producenten van gemaksvoedsel
kozen het woord gemak uit, of convenience. Niet
de term haast-eten. Gewasbeschermingsmiddelen
versus bestrijdingsmiddelen, ook een mooi koppel.
Genetisch gemodifi ceerd versus genetisch gemani-
puleerd. Door de woordkeuze weet je al bijna met
welke partij je van doen hebt.
De vraag is: gaat deze term - gedenatureerd- op-
gang maken in de discussie over duurzaam eten?
Dat is niet te zeggen. Alleen al het feit dat wij dit
onderwerp hier aankaarten, maakt het begrip gro-
ter, jaja, we weten het. De makers van pakjes poe-
der voor soep of saus, zijn hierbij gewaarschuwd.
mige organisaties zijn gewoon nog niet zo bezig
met sociale media.
Toch zit er in het grote verschil tussen Albert Heijn
en Lidl waarschijnlijk ook gewoon een verschil in
waardering. Lidl heeft de wind mee, en dat heeft
ook op Facebook zijn weerklank. En het is goed
mogelijk dat Facebook-gebruikers eerder een like
plaatsen bij een merk dat geen allemansmerk is,
een persoonlijker keuze. Iets vergelijkbaars ervaart
Albert Heijn in België, waar het met een paar win-
kels in korte tijd al 35.000 likes verzamelde.
Overigens zet Lidl sinds kort nadrukkelijker in op
Facebook met Lidl Likes, een app waarmee consu-
menten kunnen stemmen op het product dat ze het
liefst in de aanbieding willen hebben.
Gezichtscrème van de nieuwe Jumbo-verzor-gingslijn.
Jumbo-rituelen
04_deze maand 4 11-03-2013 17:08:13
5FoodPersonality maart 2013
Gé Lommen, hoofdredacteur
‘Het is ook óns gehakt!’Als een artikel een A-merk is, is de maker van het
artikel bekend of anders te achterhalen. Als een
artikel een huismerk- of privatelabelartikel is, dan
is dat doorgaans niet zo. Dé bedrijfsafzender op een
product van Knorr is Unilever, dé bedrijfsafzender
van een AH-artikel is AH. Wie maakt dat artikel van
AH? Dat zegt AH niet, althans meestal niet. Soms is
zo’n fabrikant van een huismerkartikel of private la-
bel bekend, denk aan Vezet van de gesneden agf van
AH, of Bakker Barendrecht van de agf, maar buiten
AH weten heel wat minder mensen al wie dat maakt
– of ze moeten zo af en toe eens in de AllerHande
voorbijkomen.
Overigens is het ook niet altijd zo dat een Unilever-
artikel per se uit een Unilever-fabriek komt, het kan
ook een producent zijn die in opdracht van Unilever
produceert. Dat geldt al helemaal voor toeleveran-
ties.
Als een A-merkartikelfabrikant een prijs wint (de
beste, de geliefdste, de leukste commercial etc.,
etc.), dan zal hij daar gebruik van maken en ermee
adverteren bij de doelgroep. Als een huismerkartikel
zo’n prijs wint, is het aan de retailer om daar wel of
niet wat mee te doen. De huismerkartikelfabrikant
kan vanachter zijn bureau dan nog zo’n gat in de
lucht springen, hij wordt niet geacht ermee de boer
op te gaan. Dat wil zijn afnemer niet, volgens de
mores van de sector. Alleen als de omstandigheden
daartoe dwingen, zoals een complexe recall, komt
zo’n producent in beeld.
Maar van die mores heeft vleesproducent Vion zich
niks aangetrokken? Onlangs heeft de Consumen-
tenbond gehakt getest; verschillende soorten gehakt,
runder, varkens, half-om-half, extra mager runder.
De uitkomst was een goede score voor C1000, Plus
en Aldi. Mager rundergehakt van C1000 werd num-
mer één, roerbakgehakt van Plus twee en mager
rundergehakt van het merk Cornfield, van Aldi,
nummer drie. Een paar dagen later kwam Vion met
het bericht naar buiten dat het gehakt van Aldi door
Vion werd gemaakt. En voor het magere runder-
gehakt van C1000 zegt Vion, is Vion de leverancier
van de grondstoffen. Daarnaast produceert Vion het
voorverpakte magere rundergehakt.
De vraag is dan: heeft Vion om toestemming
gevraagd aan Aldi en C1000 om dit openbaar te ma-
ken? Woordvoerster Suzan Wilbers: “Voor zover ik
het heb kunnen achterhalen: C1000 is geïnformeerd
en van Aldi weet ik het niet. Maar we zijn hoe dan
ook trots op die prestatie.”
Zo zit dat dus. Bij dit bericht valt het op dat het altijd
weer complexer in elkaar zit dan het lijkt. Vion is de
maker van het voorverpakte magere rundergehakt
van C1000, maar van het andere magere runderge-
hakt levert het alleen grondstoffen (welke, dat weten
we niet.), dus aan een andere gehaktmaker.
Soms zijn productieketens van artikelen zo complex
vertakt... De keten van leveranciers en toeleveran-
ciers van de lasagne met rundvlees dat deels paar-
denvlees was, heeft dat weer eens geïllustreerd, met
partijen in Breda, Oss, Frankrijk, Cyprus, Roemenië
en afnemers van AH tot Tesco tot Ikea.
‘Ons lekkere eten’Concurreren marktpartijen in de branche op kwaliteit? Wel degelijk. De supermarktke-
tens en de leveranciers van dat assortiment, of dat nu versleveranciers, A-merkartikel- of
privatelabelfabrikanten zijn, onderzoeken elkaars producten. En als daar een mar-
ketingreden voor is, proberen ze een product te maken dat bijvoorbeeld een betere
smaak heeft of hoogwaardiger ingrediënten bevat dan concurrerende artikelen. Alleen,
niemand loopt ermee te koop. Soms wel: het komt bijvoorbeeld vaker voor dat super-
marktketens de consument zeggen dat het huismerkartikel minstens zo goed is als het
referentiële A-merk, maar dan voor een lagere prijs. Wat we in de sector zo goed als niet
meemaken, is dat een marktpartij de consument zegt dat artikel x weliswaar duurder is,
maar daarom ook stukken beter smaakt dan rivaliserend artikel y. Tenzij de Consumen-
tenbond iets getest heeft. Dat wordt doorgaans even flink opgespeeld. Dat is inciden-
teel. Dus: alleen als een derde ’dit is lekkerder’ zegt.
Is het goed als supermarktketens in advertenties en tv-commercials de consument
zouden vertellen dat hun artikel of artikelen beter smaken dan die van de concurrentie?
Niet als dat een aaneenrijging van zulke boodschappen tot gevolg zou hebben en su-
permarkten elkaar daarmee zouden overschreeuwen. Maar: in de supermarktsector van
vandaag, waarin de consument voornamelijk met afprijzingen, spaarprogramma’s en
lage prijzen wordt verleid (en nu en dan een goed doel), kan het geen kwaad als er een
partij is die gewoon weer eens zegt: onze chocoladebollen zijn de lekkerste. Die partij
is Sligro Food Group/Emté. Verderop in deze FoodPersonality vertellen commercieel di-
recteur Johan van Heerebeek en operationeel directeur Kees Kiestra over de campagne
de ’tien van Emté’: de beste producten, waar in de ogen van dit directietweetal geen
concurrent aan kan tippen. Daar is Emté niet de eerste mee. Vorig jaar al is Plus Retail
begonnen met een soortgelijke campagne, ’Hier komt u voor terug’, een campagne voor
kwaliteitsartikelen van Plus. Het moet gezegd; die is nog niet zo succesvol geweest dat
we Plus nadien alle andere prijsprikkels heeft kunnen laten voor wat ze zijn.
Als we terugkijken in de branche, is er wel een historisch lijntje te vinden. ’Altijd op zoek
naar het beste’ was een tijd lang de kreet van Super de Boer. Het was – helaas – ook een
inkopper voor critici: ’jaja, op zoek, maar heb je het beste ook gevonden?’ In die tijd
werden sommige producten van Super de Boer, zoals asperges klasse 1, platgereden
door de no-nonsense-stoomwals van C1000 met ’geen fratsen’ (met asperges tegen een
dumpprijs). Achteraf beschouwd heeft het succes van die geenfratsencampagne wel-
licht alle ketens ertoe gezet om kwaliteitssignalen in advertising te vermijden, een soort
aanhoudende nivelleringsbehoefte, die doorsijpelde tot bij Albert Heijn, dat als king of
food een prijzenslag ontketende.
Is het raar om te zeggen dat bij jou iets het lekkerste smaakt? Ja, het heeft iets pedants.
Maar dan zijn kreten als nergens goedkoper of de diepste acties net zo pedant. Geef dan
maar een branche met opscheppers over lekker eten. Audi, Tommy Hilfiger, ClubMed,
Apple, Nike, buiten de branche wemelt het van de partijen die iets anders zeggen dan
ik ben goedkoop. Bovendien doen AH, Jumbo, C1000, Aldi, Lidl en Plus dat ook, maar
alleen in de aanloop naar kerst en de paasdagen, met het feestassortiment.
Het is ook riskant. Want prijzen kun je vergelijken, in euro. Kwaliteit niet zo eenvoudig
vergelijkbaar, over smaak valt te twisten. Is het elitair, concurreren op kwaliteit? Wat je
de branche ook zou kunnen verwijten, elitarisme niet. We hebben het niet over de voor
een grote groep klanten onbetaalbare haute cuisine of exquise wijnen, maar gewoon
over supermarktartikelen.
We zullen zien of het helpt. Hoe dan ook, Emté toont moed, steekt zijn nek uit. Voor
de identiteit van de branche van dit moment, altijd al prijsgericht en al zeker sinds de
prijzenslag vanaf 2003, is het zeer wel te hopen dat consumenten niet zozeer wikken en
wegen over wat ze willen besteden, maar over wat ze willen eten. Bij een sector die eten
en drinken verkopen als kernactiviteit heeft, maar geregeld in het nieuws is over voedsel
dat anders is dan wat het zou moeten zijn, is zo’n kwaliteitsclaim een verademing.
04_deze maand 5 11-03-2013 17:08:37
6FoodPersonality maart 2013
DEZE MAAND
Personality’sWie wat waarheen en waarvandaan, in de personaliarubriek
van FoodPersonality.
Mailen? [email protected]
Heidman, Jeans OnlineDe voormalige directievoorzitter van C1000, Tom Heidman
(53), is sinds vorige maand aandeelhouder bij Jeans Online,
een spijkerbroekenverkoper via internet. De branche kent
Heidman vooral als C1000-leidsman en in een periode daar-
vóór als operationsdirecteur en commercieel directeur van
Albert Heijn, dus als foodman. Maar Heidman was ook lange
tijd commissaris bij de grote internetverkoper Bol.com, totdat
Ahold Bol.com overnam. En vóór zijn toetreding tot C1000
was hij jarenlang leidsman van Retail Network, een investe-
ringsvehikel met tal van non-foodketens die uit de stal van
Vendex-KBB waren gezet (Scapino, Prénatal, Luccardi etc.). Nu
is Heidman weer terug bij non-food, als aandeelhouder.
Geld om in een internetspijkerbroekenverkoper te investeren
heeft Heidman wel, want het geldt in de supermarktsector als
een soort publiek geheim dat Heidmans missie voor investe-
ringsmaatschappij CVC (‘maak C1000 in orde en verkoop-
klaar’) hem een stevige beloning opleverde. Zo’n bedrag
waarvan je het jammer vindt dat je er belasting over moet
betalen, maar dan knijp je even in je arm en besef je weer dat
het bedrag dat dan overblijft, altijd van pas komt. Een bedrag
ook, dat best een onderwerp had kunnen worden in de huidige
maatschappelijke discussie over beloningen van managers,
commissarissen en directies. Maar anders dan in de banken-
sector en de woningcorporatiesector zijn de beloningen in de
levensmiddelensector (nog) geen maatschappelijke kwestie.
Zoals te verwachten valt, hebben degenen die eerder aan-
deelhouder waren van Jeans Online, Jan Peters en Robert Jan
Visser, bekendgemaakt verheugd te zijn met de komst van
Heidman als mede-aandeelhouder. ■
Dahan, Hommen, AholdEr is een grote wisseling op komst bij
Ahold; die van de voorzitter van de
raad van commissarissen. Dat is nu
toe René Dahan en het is de bedoe-
ling dat Jan Hommen hem opvolgt.
Hommen is momenteel bestuursvoor-
zitter van ING, maar vertrekt daar in
oktober. Hommen werd aangesteld
daar om de bank door zwaar weer te
loodsen in de kredietcrisis, met rom-
melhypotheken en ander financieel
paardenvlees, zeg maar. ING is geen
staatsbank, maar wél een bank met
een lening van de staat.
Hommen was al eens eerder verbonden aan Ahold, als commissaris, van
2003 tot 2007. Verder is Hommen allang een bekende in het Nederlandse
bedrijfsleven, als cfo van Philips.
Dahan is van Marokaanse komaf, opgeleid op de zeevaartschool in Frank-
rijk, belandde bij Esso in Rotterdam en groeide door tot Exxon-verantwoor-
delijke buiten de VS. Hij kwam in 2004 als commissaris bij Ahold terecht.
Het opmerkelijke rondom deze opvolging van Dahan en Hommen is een
interview met Dahan in Het Financieele Dagblad begin deze maand, naar
aanleiding van ‘tien jaar geleden: Ahold-schandaal’. Daarin zegt Dahan graag
nog zijn voorzittersrol te willen blijven vervullen tot aan de reguliere periode
en die loopt tot 2016. Hij zegt daarbij van een aanvankelijke relatieve buiten-
staander een echte Ahold-man te zijn geworden, juist ook doordat Ahold zo
in de problemen zat toen hij als commissaris aantrad. Toch maakt Dahan dit
jaar al plaats voor Hommen. Moeten we daarom opeens denken dat Dahan
onder druk van buitenaf of intern opzij stapt? Eerder blijkt hieruit wat voor
keurslijf zulke mensen van beursgenoteerde bedrijven om zich heen hebben.
Als iemand van Het Financieele Dagblad je vraagt of je het leuk vindt, dan
zeg je uiteraard ja. En dan mag je niet zeggen dat je intern al hebt afgespro-
ken om te stoppen, want dan zou een antwoord in een interview in een krant
opeens een officieel bericht van een beursgenoteerd bedrijf zijn. ■
Tromp, Moonen, Snack ConnectionMarcel Tromp is de nieuwe com-
mercieel manager van Snack
Connection, leverancier van noten.
Tromp is afkomstig van Moonen
Packaging, waar hij sales manager
retail was. Moonen is leverancier en
toeleverancier van verpakkingen en
verpakkingsmaterialen voor super-
markten en andere winkels, bijvoor-
beeld disposables en draagtassen.
Daarvóór werkte Tromp voor Be-
stfoods en Unilever. Bestfoods (o.a.
Knorr, Conimex, Maizena) werd
overgenomen door Unilever en zo
kwam Tromp bij Unilever, waar hij
account- en salesfuncties vervulde
voor supermarkten en buitenshuis-
verbruik. ■
Jan Hommen
06 Deze Maand 6 11-03-2013 16:02:05
7FoodPersonality maart 2013
Jaco Brussé is met het bedrijf Visu-
alFabriq gestart. Brussé werkte tot
najaar 2011 bij Leaf (o.a. Sportlife,
Red Band), dat toen nog in handen
was van CVC maar inmiddels tot
het Cloetta-concern behoort (en
sinds kort ook zo heet). Brussé
werkte daarvóór jarenlang bij
Heinz, op het laatst directeur voor
Scandinavië en België, en daarvóór
voor Procter & Gamble, Kellogg’s
en Mars.
Brussé stapte najaar 2011 als ‘area
president Middle’ op bij Leaf, om
– zoals hij het zei – zich te beraden
op zijn toekomst. En werkte daarna
ruim een jaar buiten de sector, voor
zijn eigen bedrijf Simunye. Brussé
is inmiddels een onderzoeksbureau
gestart voor geografische marktana-
lyse, VisualFabriq. Hij is er partner,
samen met Carst Vaartjes en Sander
van der Blonk. Verderop in deze
Gockel, Aldi, MaxxamSinds deze maand is Frans Gockel inkoper bij Maxxam, het
inkoopverband van onder andere Metro-Makro, Hanos, Deli XL,
Lekkerland en Horesca. Gockel is afkomstig van Aldi, waar hij de
laatste drie jaar als inkoper werkzaam was. ■
advertentie
Hofman, Colruyt, Goeminne, Ter BekeMet ingang van komende maand
heeft de Belgische supermarktke-
ten Colruyt een nieuwe financieel
directeur: Marc Hofman, die Wim
Biesemans opvolgt. Opmerkelijk:
Hofman vervulde tot nu toe geen
financiële functie, maar was alge-
meen directeur en dan ook nog eens
van een leverancier, Ter Beke, pro-
ducent van maaltijden en vleeswa-
ren. Hofman werkte onder andere
voor accountants- en adviesbedrijf
Arthur Andersen en als financieel
directeur van vakantieparkenbedrijf
Sun, waarna hij bij Ter Beke terecht-
kwam, eerst als verantwoordelijke
voor de vleeswarendivisie. Nader-
hand werd hij algemeen directeur.
Valk, IRI, UnileverFred Valk is ‘franchise development manager’ bij het out-of-homedeel
van Unilever geworden. Valk was van 2007 tot aan zomer vorig jaar
managing director van marktonderzoeksbureau SymphonyIRI. Hij
werd zogezegd boventallig, nadat de Amerikaans/Europese leiding
van SymphonyIRI kosten wilde besparen en dat deed door van de
functies directeur Duitsland en directeur Nederland er één te maken.
De directeur Duitsland, Rainer Anskinewitsch, kreeg daarmee de
functie van Valk erbij.
Valk is bij Unilever nu verantwoordelijk voor het ijsmerk dat anders
dan Magnum en Hertog niet in de supermarkt te vinden is: Swirl’s.
Swirl’s is het softijs van Unilever, weliswaar onder het Ola-hartje, maar
dan voor de out-of-homemarkt. En als we het over ‘franchise develop-
ment’ hebben, hebben we het over tientallen franchise-ijswinkeltjes
met de naam Swirl’s. Unilever kocht dat in 2000. Swirl’s is behalve in
Nederland ook te vinden in Engeland, Ierland, Duitsland en Spanje.
Valk werkte vóór zijn tijd bij SymphonyIRI bij Heineken, waar hij
verschillende verkoop- en accountfuncties vervulde. ■
Wim Biesemans vertrekt niet bij
Colruyt, hij gaat er iets anders doen,
iets wat wij in Nederland niet ken-
nen als een kernactiviteit van een
supermarktketen: hij gaat leiding
geven aan Colruyts belangen in
windmolenparken.
Ook de tijdelijke opvolger van
Hofman bij Ter Beke is opmerkelijk,
omdat het voor de Nederlandse
detailhandel een bekende naam is:
Dirk Goeminne. Deze Belg leidde
een aantal jaren geleden, tussen
1997 en 2003, onder Vendex-KBB
en naderhand Maxeda de warenhui-
zen van V&D, Hema en restaurant-
keten La Place. Goeminne is sinds
2001 verbonden aan Ter Beke. ■
FoodPersonality (bladzijde 48 e.v.):
een artikel aan de hand van gege-
vens en analyses van VisualFabriq ,
met als onderwerp; wat is er nu aan
de hand met de C1000-vestigingen
die Albert Heijn van Jumbo over-
nam? Sommige zijn inmiddels AH,
andere zijn nog C1000. En wat is de
respons van klanten daarop en hoe
zijn de concurrentievelden? ■
Brussé, VisualFabriq
06 Deze Maand 7 11-03-2013 16:02:18
8FoodPersonality maart 2013
GfK-formulecijfersDEZE MAAND
Stijgers/dalers, P01 ‘13 vs. P13 ‘12
Let op gezondheid, P01
Klantenkringen, P01 2013 vs. P01 2012
Supermarktomzet, P01
In FoodPersonality maandelijks de klantenkringen van acht
landelijke supermarktformules van onderzoeksbureau GfK.
Deze penetratiecijfers - het percentage huishoudens dat
per periode een bepaalde formule bezoekt – geven een
beeld van het ‘switchgedrag’ van de consument.
Deze maand: periode 1 (week 1 tot en met week 4).
Opnieuw blijkt dat Albert Heijn het met name in
de eerste weken van het jaar goed doet (Hamste-
ren!). Het is de grootste stijger van deze periode.
Met name Lidl en Jumbo moeten fors terug, maar
wel van de hoge niveaus die ze tijdens de feestda-
gen haalden. Ten opzichte van dezelfde periode
vorig jaar valt op dat met Lidl de klantenkring
stevig heeft weten te vergroten.
Deze maand staat het profiel gezondheid
centraal. Welke klanten letten op de voeding en
welke juist niet? Ook hier valt het profiel van Lidl
op vanwege de relatief hoge oververtegenwoor-
diging van klanten die op hun voeding letten. Bij
Dirk is juist de groep die niet geïnteresseerd is in
voeding oververtegenwoordigd. Albert Heijn laat
op dit punt het meest evenwichtige (of vlakke)
beeld zien.
Van GfK weten we dat de supermarktomzet over
heel januari met 3,8% is gestegen ten opzichte van
dezelfde periode vorig jaar. De omzet in periode 1
(de eerste vier weken van januari) kwam uit op €
2,5 miljard, wat zelfs 4,4% hoger was dan periode
1 in 2012. De toch forse stijging is te danken aan
hogere bestedingen waar echter voor een belang-
rijk deel hogere grondstofprijzen, de gestegen btw
en gestegen accijnzen aan ten grondslag liggen.
08 GFK formulecijfers 8 11-03-2013 09:48:32
Speciaal voorde k(r)oning!
Kwal i t e i t i s h e t b e s t e r e c e p t .
Speciaal ter gelegenheid van de kroning, heeft Dr. Oetker een bijzondere taart ontwikkeld, de Kwarktaart Tango Mango Kroningseditie. Dit is een limited edition in een zeer opvallende goudgele verpakking die veel impulsaankopen teweeg zal brengen. Mis deze kans niet en bestel tijdig. Op=Op.
Wij wensen het koninklijk paar Willem-Alexander en Máxima een swingend feest toe!
09 ADV 9 07-03-2013 16:05:11
10 ADV 10 11-03-2013 09:57:52
11FoodPersonality maart 2013
DEZE MAAND
‘Superkijken’‘Superkijken’: hoe bekijken mensen uit de branche
supermarkten? Waar letten ze op, wat bepaalt hun
oordeel? Deze maand: Bram Muilwijk, van Yil’driz.
Op verzoek van Wim Groot, category manager
houdbare maaltijdcomponenten bij Albert Heijn,
vorige maand.
Door: Anke Groenendaal Foto: Guido Benschop
Waar let je op in een supermarkt?“Assortiment, keuze, sfeer en personeel. Graag
veel producten, veel keuze, dus liefst bij service-
supermarkten. Ik wil veel kleine producten zien
en uit tachtig verschillende soorten kruiden
kunnen kiezen. Sfeer zit ‘m in activiteiten, in
‘reuring’ op de vloer. Maar ook: verlichting. Dus
géén tl-balken boven de dkw. Sfeer wordt ook
bepaald door de lay-out van de winkel. Laat het
boodschappen doen vooral geen logistieke ope-
ratie worden. En vakkenvullers die gedag zeggen
en niet met elkaar bezig zijn, een vriendelijke
caissière en medewerkers die je vragen kunnen
beantwoorden.”
Kun je zien of een supermarkt winst of verlies draait?“Nou weet je dat nooit zeker, omdat het om
kleine nettomarges gaat en je bepaalde zaken
in de kostensfeer niet aan de buitenkant kunt
zien. Maar verder… natuurlijk zegt een gammele
bestelauto met overgeplakte letters voor de deur
veel. Als er blijkbaar geen budget is voor 800 euro
aan belettering... Ook verlepte agf en de hoeveel-
heid afgeprijsde artikelen zeggen genoeg.”
Welke supermarkt of levensmiddelenwinkel in het buitenland maakte een bijzondere indruk?“Een Carrefour in Spanje is het enige wat ik tot
nu toe gezien heb. Niet echt onder de indruk. Het
stonk er vreselijk naar vlees. En al dat non-food?
Hoort volgens mij helemaal niet in een super-
markt.”
En in Nederland?“Ik kan daar weinig over zeggen, ik kom momen-
teel nauwelijks toe aan supermarktbezoeken.”
Het stomste/ergste ooit gezien in een super-markt?“In discussie gaan met een klant op de winkel-
vloer. Waar veel andere consumenten bij zijn.
Leg het uit aan die klant, maar ga ergens rustig in
een hoekje staan. Ook stom: een klant geen gelijk
geven, terwijl het maar om 1 euro gaat. ‘Dienen
om te verdienen’, zou ik zeggen.”
Wat koop je vaker dan andere consumenten?“Alles wat nieuw is in dkw, wil ik uitproberen.
Nieuw potje mierikswortel? Koop ik. Vaak zie ik
goede verpakkingen, maar is de kwaliteit van de
inhoud onder de maat.”
Wat moet er anders/beter in supermarkten?“Meer beleving, vooral geen indruk wekken van
een logistieke operatie. Dus maak bijvoorbeeld
minisandwiches met wasabimayonaise. Geef
consumenten ideeën mee naar huis, haal ze uit
hun routine en zorg voor plezier.”
Stel, je begint zelf een winkel, wat zou je doen?“Wat ik net zei, eigenlijk. En ik zou mensen aan-
nemen met passie voor eten. Dan kun je namelijk
de gezelligste supermarkt zijn.”
En wie moet er de volgende keer in de rubriek?“Arjanneke Teeuw van Healthy People. De men-
sen van Healthy People inspireerden mij aan het
begin van mijn carrière als fabrikant.” ■
“Het gerucht gaat – nu, begin maart – dat Ahold
op Harris Teeter wil bieden. Een supermarktketen
van ruim 200 vestigingen in vooral het zuidoosten
van de VS.
Met € 3,4 miljard omzet en € 235 miljoen ‘ebitda’ is
de marktwaarde van Harris Teeter zo’n € 1,5 mil-
jard. Bloomberg houdt het zelfs op € 2,3 miljard.
Dat wordt voor Ahold altijd twee- tot driemaal de
jaarwinst.
Ebitda? Earnings before interest, taxes, depre-
ciation and amortization; een maatstaf voor de
Met Pim op straatElke maand een foto uit de collectie van Pim van
den Berg, ‘straat-o-loog’ bij zijn eigen bedrijf Pim
van den Berg Perspectives. Van den Berg kijkt
naar ‘alles’ in de detailhandel, waar dan ook.
brutowinst na aftrek van overheadkosten. Maatstaf
voor de winst die een onderneming haalt met
haar operationele activiteiten, zonder de kosten en
opbrengsten van de financiering.
De huidige bestuursvoorzitter, Thomas Dickson,
ontving voor zijn leiderschap in 2012 een som-
metje van € 5,7 miljoen. Dat was overigens in 2011
‘slechts’ € 2,6 miljoen. De arme man, tot twee jaar
terug onderbetaald.
Er zijn meer geïnteresseerden. Concurrent Publix,
dat het Harris Teeter in Atlanta moeilijk maakte.
Kroger. En investeringsmaatschappijen die nog
steeds bulken van de poen.
Concurrent Whole Foods opent als bovenkant-
markt-winkel overal winkels in de marktgebieden
van Harris Teeter. Food in de VS is altijd oorlog.
Feller, harder, nietsontziend. Dat spel moet je wil-
len spelen.
De voorzitter van de rvc van Ahold, René Dahan,
liet in Het Financieele Dagblad weten dat je nooit
mag groeien om de groei alleen. Dat was de wijze
les na het pijnlijke Ahold-debacle van tien jaar
geleden.
Harris Teeter had ooit een reputatie van foodthea-
terspecialist, met veel smaak en creativiteit en een
originele inrichting. Concurrenten hebben dat nu
ook ontdekt.
Op de site zien we beelden van boeren, telers, vis-
sers etc. met wie Harris Teeter werkt: wel een op-
merkelijk statement. Daar kan AH veel van leren.
Blijf je zitten met de vraag wat de toegevoegde
waarde is van geldverslindende overnames. Wat
zijn de synergie-effecten? Wat is het voordeel voor
de klant?
Adviseurs genoeg die daar tegen forse betaling een
antwoord voor hebben.
Eind deze maand moeten de biedingen binnen
zijn.” ■
11 Met Pim op straat 11 07-03-2013 16:05:56
12FoodPersonality maart 2013
DEZE MAAND
om zodoende de nummer-één-positie in te nemen. En dan kunnen ze nummers een, twee en wellicht drie op grond van volume en schaalgrootte eerder bij een omslagpunt naar winstgevendheid komen.En hoe zit dat logistiek in elkaar? Zie blz. 20 en 21. Over orderpicken in winkels, in dc’s, over vakken vullen in hypermarkten en dan weer leeghalen omdat er een afhaalbestelling is. Of over Arcimbo, een verswinkel die Auchan dezer dagen opende bij een groot afhaalpunt aan de rand van Parijs, om wat impulsaankopen te bevorderen. Dus dan kom je als Parijzenaar je bestelling afhalen en dan wil Auchan je uit de auto trekken met een winkel. En; die winkel gaat van lieverlee ook weer zijn waren op internet zetten, om te halen. Handig.Wat valt op aan dit overzicht? Intermarché fier bovenaan. In plaats van marktleider Leclerc. Dat oogt op het eerste gezicht vreemd, maar dat kan wel kloppen, want Leclerc in marktleider in omzet, maar Intermarché is in Frankrijk kampioen
Franse afhaalsupers: als paddenstoelen
Wat blijkt eruit? Dat de Franse hypermarktcon-cerns over elkaar heen buitelen als het erom gaat nieuwe ‘drives’ te openen. Als de markt dat allemaal kan verdragen, kan elke partij honder-den afhaalpunten openen en worden ze allemaal winstgevend, jaja… Maar het ziet niet ernaar uit dat de markt dat kan verdragen. De belangrijkste conclusie uit het artikel van vorige maand is ook dat elke keten zoveel mogelijk voorop wil liggen
Vorige maand schreven we over de op-
komst van ‘drives’ in Frankrijk, de afhaal-
punten van Carrefour, Auchan,
Intermarché, Leclerc, Système U, Casino
en andere, die in anderhalf à twee jaar als
paddenstoelen uit de grond zijn gescho-
ten. Bij dat artikel wilden we nog een
overzicht leveren, maar dat werd door een
redactionele misser niet geplaatst. Dus
doen we gewoon hier nog eens.
“Rustten de studie geschiedenis in Leiden en
personeelswerk bij Unilever Mark Rutte vol-
doende toe om op een schuivend wereldtoneel
adequaat op te treden namens Nederland?”
“Mijn man maakte toen een lijstje: jam kost
zoveel, eieren zoveel. Ik verdiende er maar
€ 1,50 per uur mee.”
“In tegenstelling tot in Nederland is de plofkip,
als een van de ergste uitwassen van de vee-
industrie, wereldwijd aan een opmars bezig. In
de Oekraïne bijvoorbeeld wordt met interna-
tionale steun aan een gigantische vleeskuiken-
fabriek gebouwd, waar jaarlijks 111 miljoen
kuikens geproduceerd zullen worden. Deze
gigastal alleen levert meer dan 20% van de
hele Nederlandse jaarproductie.”
“Ik merk niets van onvrede bij klanten. Het valt
ook goed uit te leggen waarom we het systeem
gebruiken; onze kassamedewerkers bescher-
men en geen alcohol voor kinderen.”
“Supermarkten hebben kinderpsychologen in
dienst om die acties op te zetten, zoals van die
mini’s bij de Albert Heijn. Dat is toch hoereren
pur sang, dat je je als psycholoog leent om
kinderen te lokken.”
“U overschat mijn rol. Ik heb Mark Rutte sinds
het aantreden van het nieuwe kabinet niet
meer gesproken.”
“De methoden van de suikerlobby zijn eigenlijk
regelrecht ontleend aan de tabakslobby.”
“Elke Okinawese maaltijd bestaat uit minimaal
vijftien ingrediënten. De Nederlandse schijf
van vijf lijkt er niets bij.”
“Het is als een hermetisch gesloten gevangenis
waar de voordeur openstaat.”
“Toegegeven: de bulk van het vlees vindt nog
zijn weg via kiloknallerconstructies, maar met
elk schandaal rondom vlees wordt de groep
kilokopers weer een beetje kleiner.”
Gef
unde
nes F
ress
en
Afhaalsupers in Frankrijk
Aantal drives Toevoegingen Assortiment
in 2012 (schatting)
Bron: Linéaires/Drive Insights; PlanetRetail
12-13 Deze maand GF-EFMI 12 08-03-2013 13:48:14
13FoodPersonality maart 2013
Spar test e-commerce
Eerder al vertelde directeur Sjaak Kranendonk (zie FoodPersonality februari) dat Spar in het eerste kwartaal van dit jaar met een internetbestelservice zou starten. Spar wil na de zomer meer winkels toevoegen aan de internetoperatie. Volgens Kra-nendonk is er eigenlijk geen sprake van testwinkels, maar is gekozen op grond van gebieden; testgebie-den. Dat wil niet zeggen dat er opeens een Spar-omwenteling gaande is. Kranendonk: “We hebben 400 winkels onder de formulenaam Spar en Attent. Die kun je inschakelen als mini-dc’s en afhaalpun-ten. Maar bijna alle ondernemers bezorgen al bij bedrijven en consumenten aan huis. Dat ging in de regel nog via lijstjes, telefoon, e-mail en fax, dat is nu via Spar Online.” Maar Spar Online mag dan een naam van een proef zijn, dat is niet de naam die de consument moet googelen, dat platform is er niet. De internetadres-sen zijn, bijvoorbeeld: http://hulshof.spar.nl, de naam van de ondernemer en Spar erachter.Stel dat een Spar-ondernemer nu niet wil bezor-gen, maar alleen als afhaalpunt wil fungeren, kan dat dan? Op zichzelf begrijpelijk, vanwege het roemruchte internetsupermarkt-gezegde ‘de laatste kilometers zijn de duurste’. Biedt Spar een onder-nemer die vrijheid? Erna Zoeteman, rechterhand van Kranendonk, doet tussen alle bedrijven door even het woord. “Bij de start van deze test zijn de voorwaarden in alle zeven testgebieden hetzelfde, dan kun je ook goed vergelijken tijdens de test. We hebben nog geen ondernemer gehoord die heeft gezegd ‘ik wil niet bezorgen, maar alleen een afhaal-mogelijkheid fungeren’. Het doet zich niet voor.”
Spar is sinds deze maand aan de slag met
internetbestellingen. Zeven Spar-vesti-
gingen zitten in die proef. Spar Hulshof
in Heelsum, Spar Roode in Haps, Spar
Hulsbosch in Vogelenzang, Spar Veul in
Hoogwoud, Spar Van den Bos in Waddinx-
veen, Spar Willemsen in Milsbeek en Spar
Albers in Wageningen.
vestigingspunten (minder m2 vvo per vestiging, maar wel meer vestigingen). In die Intermarché-aantallen zitten ook veel bestaande winkels, die er een afhaalpunt bij gaan krijgen of al bijgekregen hebben. Dat geldt min of meer ook voor de andere, op ChronoDrive na, het afhaalpunt van Auchan zonder winkel erbij (dus te vergelijken met de afhaalpunten van AH tot nu toe). Opvallend ook is het aantal van Monoprix, het ‘Franse Hema’.
Permanent beperkt beschikbaar‘MAXIMAAL VIER PAKKEN PER PERSOON. In verband met onvoldoende voorraad op de Nederlandse markt. De oorzaak hiervan is dat de export van flesvoeding naar China fors is toegenomen.’
Na vier maanden zwangerschapsverlof mag ik mijn werk weer beginnen
met deze column. Nu ik terug ben op het werk, koop ik flesvoeding voor
ons zoontje. Bij het schap trof ik bovenstaande tekst aan. Dit blijkt niet iets
van gisteren te zijn. Toch zet het me aan het denken. Want hoe lang zal het
duren voordat we deze teksten ook lezen bij de vleescounter, de zuivelkoe-
ling of het koekschap?
De Chinese bevolking is inmiddels gegroeid naar ruim 1,3 miljard koppen.
De Chinese economie is het afgelopen decennium jaarlijks met zo’n 9% ge-
groeid. Deze groeiende welvaart zorgt er blijkbaar voor dat de vraag naar
babyvoeding, maar bijvoorbeeld ook de vleesconsumptie per inwoner
van China sterk is toegenomen. In 2005 was dit bijna 59 kg vlees per jaar,
terwijl dit in 1980 nog 14 kg was (ter illustratie, dit is in Nederland zo’n 85
kg per jaar). Het is dus niet ondenkbaar dat binnenkort ook bij het vlees
een vergelijkbare tekst is te vinden met ‘MAXIMAAL 1 KILO GEHAKT PER
PERSOON’.
En wat te denken van India? Dit land heeft momenteel ‘iets’ minder inwo-
ners dan China, namelijk zo’n 1,2 miljard. De economie groeide in India het
afgelopen decennium met zo’n 7 tot 8%. De bevolking van dit land groeit
op dit moment jaarlijks met 1,3% (ten opzichte van de Chinese bevolking
die jaarlijks met zo’n 0,5% groeit). Volgens de prognoses wonen in 2050
meer mensen in India dan in China. Maar goed dat de koe heilig is in India,
anders kunnen we straks echt fluiten naar een lekker stukje biefstuk!
De toekomstige exponentiële groei van de wereldbevolking in combi-
natie met een toename in de welvaart verhoogt de vraag naar voedsel
drastisch. Tegelijkertijd (zoals ik al in een eerdere column aangaf ) staat het
aanbod van verschillende typen voedsel als graan en maïs onder druk door
mislukte oogsten, andere toepassingen en alternatieven voor landbouw-
grond (veevoer, biobrandstoffen, verbouwing van katoen) en protectio-
nisme. Ineens zie ik in gedachten ook de tekst met ‘MAXIMAAL 4 PAKKEN
MEERGRANEN-BISCUIT PER PERSOON’.
Ik vraag me dus echt af hoe lang het gaat duren voordat steeds meer
producten permanent beperkt beschikbaar zijn in onze supermarkt. En
wat voor effect zal dit hebben op de manier waarop wij straks met onze
boodschappen omgaan?
Zullen bijvoorbeeld de huidige ‘high-low’-strategieën die retailers volgen
nog mogelijk zijn? Of worden hamster- en euroweken logistiek onuitvoer-
baar en gaat men straks allemaal gedwongen over op een ‘EDLP’-strategie?
Loopt de shopper straks de winkel in met voedselbonnen in plaats van ac-
tiestickers, waarmee een maximale hoeveelheid van een bepaald product
kan worden gekocht? En zullen fabrikanten zich straks bezighouden met
‘maximaal te verkopen in Nederland’ in plaats van ‘minimaal af te zetten in
Nederland’, zodat we in elk geval iets krijgen in plaats van helemaal niets?
Zover zal het (voorlopig) nog niet komen. Vooralsnog is de promodruk
afgelopen jaar naar bijna 18% gestegen, dumpen fabrikanten hun overpro-
ductie in groten getale bij de Action en gooien consumenten een derde
van hun eten in de kliko!
EFMIMarcel van Aalst, Irene van Berlo,
Koen Hazewinkel en Melanie Murk wisselen
elkaar af als columnist.
Deze maand Melanie Murk.
Reacties: [email protected].
12-13 Deze maand GF-EFMI 13 08-03-2013 13:48:25
14FoodPersonality maart 2013
Stach Schaberg in de (deur)opening van zijn tweede winkel.
14-17 Stach - EFMI 14 07-03-2013 16:06:36
15FoodPersonality maart 2013
het brood en het banket zijn hoogwaardig en ambachtelijk. De dkw-artikelen hebben een premiumniveau.Stach heeft ook een horecacomponent. Wie wil, kan de maaltijden ter plaatse nuttigen, een mag-netron en een oven staan er klaar voor. En er is koffie en thee om direct te nuttigen.De maaltijden zijn onderscheidend. “Natuurlijk zitten er ook stamppotten bij, zoals bietenstamp-pot met een prijsverlaging naar € 5,50”, vertelt Schaberg, want hij wil zeker ook het prijspeil bewaken en waakt ervoor om voor een dure yuppenformule te worden gezien. Die € 5,50, dat tikt wel aan als hij in zijn eerste vestiging die prijs groot op zijn raam kalkt, recht tegenover de AH. Maar echt onderscheidend zijn de maaltijden ook, als je bedenkt dat het om linzencurry, groen-ten met gehaktbrood en dat soort onalledaagse samenstellingen gaat. Die kosten dan meer, € 6,99 of € 7,49.
Een tweede Stach Food? Eind 2011 startte onder-nemer Stach Schaberg met een levensmiddelen-winkel onder zijn eigen naam, Stach Food. In de Pijp, Oud-Zuid, Amsterdam. We deden daarvan uitgebreid verslag in FoodPersonality juli-augustus vorig jaar, met een interview met deze dertiger, die voordien ex-Aldi-districtsleider en ex-Marqt-ope-rations manager was. We noemden Stach Food een buurtmaaltijdenwinkel, hoewel dat ook wel weer wat tekort doet aan het aanbod, want Stach biedt al het eten en drinken dat je kunt bedenken, alleen; in plaats van agf, vlees en vis biedt Stach kant-en-klare maaltijden. Een wisselend aanbod, geproduceerd door verschillende leveranciers die elders in Amsterdam een horeca- of cateringrol vervullen. Hoe zat het ook alweer? De foto’s laten het zien: maaltijden, maaltijdsalades, brood, noten, snacks, kaas, wijnen, bieren, frisdrank, olijfolie, koffie en thee, en koek en banket zoals brownies, taart- en cakepunten en een beetje zuivel. De maaltijden,
De tweede van Stach – en het lijkt wel een caféEr is een tweede Stach-winkel. Hij is maar 30 m2 vvo, dus waar hebben
we het over. Maar toch.
Schaberg bepaalt samen met zijn leveranciers week in, week uit het maaltijdenaanbod, tegenwoordig werkt het ongeveer zo: 25 maal-tijden, vijf soepen en tien salades wisselend per seizoen, maar als er sneller gewisseld moet wor-den, dan kan dat. Ook bij andere categorieën moeten we niet opkijken van de onalledaagse en onderscheidende artikelen, zoals frisdrank
Door: Gé Lommen Foto: Ron Offermans
De nieuwe Spiegelstraat/hoek Kerkstraat. Met vooral fietsers als verkeer. Na 13 april verwacht Schaberg een flinke extra zet voor deze tweede winkel. Dan wordt het Rijksmu-seum officieel heropend. De Nieuwe Spiegelstraat en de Spiegelgracht erachter wordt dé fietsverbin-ding tussen ‘zuid’ en centrum – fietsers kunnen dan weer onder het Rijksmuseum doorrijden.
Dit is eigenlijk de hele winkel: maaltijdsalades, soepen, maaltijden, dan gevolgd door ‘geniet’-groepen in dkw als thee, frisdrank, noten, wijn, dan zuivel, toetjes en kaasjes, en dan brood. Banket, chocola en andere zoetwaren vindt de klant op de counter. Koffie om te drinken, terwijl je boven gaat zitten, of voor onderweg? Achter de medewerkster staat het espressoapparaat.
14-17 Stach - EFMI 15 07-03-2013 16:06:42
16FoodPersonality maart 2013
Behelpen, bedenken
Het is voor een kleinschalige winkel als Stach Food een kwestie van goed nadenken over
de ruimte – waar laat je al je producten? Stach Food heeft in totaal een artikelbestand
van 1.700 items. Daar zit dan wel veel seizoensmatige wisseling in, waardoor de winkel
er maar 400 hoeft te omvatten. Dat scheelt. Maar dan nog, gaandeweg is er besloten om
vers brood aan het aanbod toe te voegen, dat maakt het weer moeilijker en maakt de druk
op de ruimte nog erger. Daar wordt een mens vindingrijk van. Zo liet Schaberg onder in
de houten wandstelling een uitschuifbare la maken, die gekoeld is. Voor de dagvoorraad
maaltijden, de salades etc.
Nog een vondst: de medewerkers aan de toonbank helpen niet alleen met afrekenen en
inpakken, ze voeren ook horecahandelingen uit. Bijvoorbeeld: belegde broodjes. De snij-
planken zijn in- en uitschuifbaar geworden, en daaronder bevinden zich de metalen bak-
ken (saladières, heet dat in horecataal) met gesneden groente als komkommer en tomaat.
en/of sappen van Belvoir, taleggiokaas, Italiaans
gebak.
Marqt versus StachIs het te vergelijken met Marqt? Ja en nee. Schaberg
zelf zegt natuurlijk altijd van nee en dat is zijn
goed recht en klopt ook, omdat hij zich niet hard
profileert als boodschapper tegen het reguliere
supermarktvoedsel, zoals Marqt-oprichter Quirijn
Bolle. Evenmin is Stach vergelijkbaar met Marqt
als je naar de winkel kijkt. Waar Marqt gerust een
duizend vierkante meter vvo pakt, omvat de eerste
Stach-winkel zo’n 150 m2 vvo. Maar verder; de
productbeleving komt wel degelijk overeen. En er
wordt ook wel eens wat afgeprijsd, maar niet met
kilo’s geknald.
En wat die vvo-verschillen tussen Marqt en Stach
betreft, deze hier, aan de Nieuwe Spiegelstraat/
hoek Kerkstraat, is soms letterlijk een kruiphok.
Want wie naar beneden wil, de kelder in, moet
een deel van de trap omhoogtrekken. Dat is de
trap die omhoog naar de horecazitgelegenheid
leidt. Als de trap omhooggeklapt staat, kan de
horecaklant niet naar beneden. Als de trap naar
beneden geklapt staat, kan de medewerker niet
zomaar de kelder uit. Het is alles bij elkaar nog
geen 30 m2 vvo.
Maar het maakt het wél gezellig. Kijk, dat kunnen
supermarkten niet altijd zeggen van zichzelf – dat
het een café lijkt.
Nóg een verschil, maar dan niet met Marqt of de
Nederlandse supermarkt: Sam Walton, oprichter
van Walmart, vertelt in zijn biografie dat hij ’s
ochtends vaak zijn eigen vliegtuigje pakte om
over het land te vliegen, om zodoende nieuwe
stukken grond te bekijken. Zo ontdekte hij altijd
nieuwe plekken voor zijn inmiddels roemruchte
tot omstreden ‘big boxes’. Schaberg vliegt niet.
Hij fietst. Door Amsterdam. Ook op zoek, naar
nieuwe panden, waar hij een nieuwe Stach kan
openen.
Kwestie van maatvoeringAl fietsend kwam hij dit pand tegen. Net als zijn
eerste winkel een hoekpand en een karakteris-
tiek oude gevel. De eerste winkel, aan de Van
Woustraat, is een drukke straat, toevoerlijn van
Oud-Zuid naar het centrum. De Nieuwe Spiegel-
straat is dé fietsroute van Oud-Zuid naar het cen-
‘Stach is winstgevend’Schaberg meldt dat zijn Stach Food nu winstgevend is. Die melding is nieuw. In een eerder interview wilde
hij nog niets kwijt over de cijfers, nu wel. “We draaien nu een jaaromzet van tegen de € 1 miljoen. En we zijn
winstgevend.” Hoeveel winst, dát vindt Schaberg nog wel een privékwestie.
We moeten wel beseffen: die ene miljoen jaaromzet heeft Schaberg met eigenlijk maar één winkel behaald.
Want de tweede Stach Food, deze hier, is net pas open. In dat geval moet Stach in de Van Woustraat tegen de
€ 20.000 per week gemiddeld draaien.
Sinds een tijd is het aanbod van Stach uitgebreid met vers brood. Stach Food had al brood in de Van Woustraat, maar al-leen in de vorm van belegde broodjes, die hij van zijn buurman afnam, een Turkse bakker. Klanten vroegen geregeld ‘heb je ook brood?’. Dus voegde Schaberg brood toe. Van Le Perron: premi-umbrood voor een acceptabel prijsniveau, aldus Schaberg.
14-17 Stach - EFMI 16 07-03-2013 16:06:50
17FoodPersonality maart 2013
trum van de stad; onder het Rijksmuseum door de stad in. En tegelijkertijd is de Kerkstraat in Amsterdam een hoofdader tussen de Keizers- en de Prinsengracht. Maar altijd vooral voor fietsers.Schaberg heeft het niet laten natellen, maar op jaarbasis fietsen hier tienduizenden voorbij. En er zijn veel dagjesmensen, die de antiquariaten bezoeken waar de Spiegelgracht van vergeven is. En dan hebben het nog niet eens over de buiten-landse toeristen die dit deel van de grachtengor-del bewandelen.
Een van de maaltijdsalades van Stach: aardappel, chorizo, ei. Met uiteraard ook de nodige groenten erbij. Hoe zit het precies? Dit schreven we juli vorig jaar: ‘een maaltijd, 450 gram, kost € 6,50. Een euro meer dan de reguliere prijs van de Koken & Stomen-maaltijden die je als inwoner van De Pijp hiertegenover kunt halen’. Schaberg zei over zijn rol recht tegenover een AH dat hij meer mag vragen omdat zijn maaltijden toch net iets exclusiever, opvallender en origineler zijn. Ze zijn verder vrij van alle geur-, kleur- en smaakstoffen, en het moet een volwaar-dige maaltijd zijn. Het moet zó smaken dat je als klant reden hebt om voor die ene euro extra voor Stach in plaats van AH te kiezen.
Het aanbod is een mix van premiumartikelen van allerlei aan-bieders en producten die Schaberg speciaal voor zijn formule heeft laten maken. Hoe gaat dat dan? Sommige producten zijn nogal voor de hand liggend, zoals olijfolie, maar anderen weer niet. Zoals Stach-limoenade. Gemaakt door de gebroeders Fiorito die limoncello maken. Dat maken ze van citroen- en limoenschil, zoals dat hoort. Het vruchtvlees heeft géén bestem-ming. Schaberg en de Fiorito’s bedachten dat het mogelijk is om daar frisse limoenlimonade van te maken. En die is er nu, Stach-limoenade.Bijzonder detail: het flesje heeft een beugeldop.
Onderhandelingsangst Wat een stelletje angsthazen kom je soms in dit blad tegen. In allerlei bochten
wringen om aan te tonen dat het niet eerlijk is dat er iemand onderhandelingsmacht
heeft. Miauwen over de brieven van Jumbo en Albert Heijn met aanpassingen van
condities. Of over de prijsverhogingen van grote brouwers of koffiebranders. En dan
jeremiëren bij de koepelorganisatie of zelfs een hoogleraar inschakelen om juridisch
te toetsen of dat allemaal wel mag. Of de NMa om een reactie vragen. Of een on-
derzoek of er getwitterd wordt over hoe je te woord bent gestaan door een inkoper.
Tjongejonge. Ruikt u ook de geur van angst?
Ik schreef het al eens eerder: er zwerven wat te veel angstige hoogopgeleide
betweterige mensen door de branche die denken met academische slimmigheidjes
het aloude marktmechanisme te slim af te zijn. Steeds vaker kom ik termen als ‘pay
for performance’ en ‘fact-based onderhandelen’ tegen, het gebruik van anglicismen
doet al vermoeden dat er iets verborgen moet blijven voor de malle eppies van de
supermarkten. Het is dat ik van nature zachtaardig ben, anders had ik hier nog iets
neergepend over de arrogantie van de accountmanagers en salesdirecteuren die
zo lang op hun accountplan hebben geoefend dat ze zijn gaan geloven in wat erin
staat. De verontwaardiging bij velen van hen als er eens tegengas wordt gegeven in
een onderhandeling, lijkt in sommige gevallen niet eens gespeeld! Erger nog, er zijn
dames en heren die denken dat je het op hen persoonlijk gemunt hebt!
De trend is mij inmiddels helder. Bedrijven hebben geen enkel vertrouwen meer
in de mensen die ze aan tafel sturen om een mooi prijsje af te maken voor een
leuk product. Want laten we wel wezen: Albert Heijn stuurt ook een brief naar alle
leveranciers in de veronderstelling dat ‘er nog wel wat te halen valt’. Een prachtig
impliciet brevet van onvermogen naar al je inkopers, die dus blijkbaar de grens niet
hebben gevonden bij hun leveranciers. Ik zou me kapot schamen als mijn baas een
brief zou sturen naar een onderhandelingspartner, met de vraag of het nog een onsje
meer mag zijn als de inkt van mijn contract net droog is. Dat ik last heb van enige
zelfoverschatting moet u me bij deze maar even niet kwalijk nemen. Vorige maand
schreef ik al over de voorbereiding van de onderhandelingen, nu nog het kunstje zelf.
En het lijkt alsof steeds minder mensen dat beheersen. En uit pure angst stuurt men
vrijwel ongeautoriseerde mensen aan tafel die tandeloos aan de miljoenen trekken.
Rode vlekken in de nek, zweet boven de lip, papieren tegen de borst als bescherming
voor het angstig kloppend hart.
Dus. Wat gaan we nu doen? We laten Deloitte of OC&C een rapport schrijven. Bench-
markje links en rechts. Zeggen dat er nog wel een procentje uit kan als we grote ex-
celsheets maken, Pareto-analyse, tailcutting, corporate bullshitgenerator uurtje laten
draaien, nog wat cijfers eroverheen blazen en weer aan tafel en geld ophalen. Zou het
zo werken? Of gaan we hard op diezelfde tafel slaan, argumententrefbal en een paar
keer stemverheffing en hopla: de portemonnee uit de zak? Misschien nog drie keer je
uiterste bod aanpassen en dan een strik erom? Ook leuk. Maar het kan nog beter.
Luister nu gewoon eens naar elkaar. Probeer er gewoon in een vriendelijk gesprek
achter te komen wat de ander wil. Prik zachtjes en genezend door de leugens heen,
schuif de achteruitrekenende sheets opzij en onderzoek aan de hand van de juiste
vragen wat er nu eigenlijk allemaal mogelijk is. Krijg je nog vakkennis ook. Lekkere
koffie erbij. En een koekje, adviseer ik ook.
Hans van DuinColumn Hans van Duin, voormalig
inkoop directeur voor houdbare
producten bij Bijeen, nu hoofd inkoop bij DA
Retailgroep, op interimbasis.
14-17 Stach - VanDuin 17 08-03-2013 12:09:58
18FoodPersonality maart 2013
anonieme klachten heeft de NMa niets. En zodra een fabrikant zich bekendmaakt, is de kans groot dat de verhouding met de afnemer zo op scherp komt te staan dat dat niet meer goed komt. Een gewonnen rechtszaak wordt dan uiteindelijk een economisch verlies.En er waren andere stemmen: zoals van juriste Ireen Boon, die stelde dat het niet kan dat een groep gelijkgestemde fabrikanten niet bij de NMa zou mogen klagen. Een gezamenlijk actie is immers marktafgestemd gedrag. Stel dat meer fabrikanten gezamenlijk bij de NMa zouden aankloppen, dan zijn zij in theorie al mogelijk vervolgbaar. Met andere woorden, vragen om overleg met de NMa is het risico lopen dat je beboet wordt. Dat weet je niet eens meteen, dat zegt de NMa niet. Dat merk je pas naderhand. Dat is Kafkaiaans – zoals in de beroemde roman ‘Het proces’ van schrijver Kafka, waar de hoofd-persoon het hele proces lang maar niet van de rechtbank mag weten waarvan hij beschuldigd is, zodat hij zich ook niet kan verweren.De NMa, aldus Boon, is in dit opzicht niet marktordenend, maar eerder marktverstorend.En zo kwam er nog meer voorbij. We zagen Philip de Ridder, van Heineken Nederland, in NRC Handelsblad klagen over de kwestie van leningen van brouwers aan café-exploitanten, die in ruil daarvoor eisen dat alleen hún merk uit de tap komt. Dat kwam enkele maanden terug onder vuur te liggen. Heineken is in al die jaren een supergrote debiteur van Nederlandse cafés geworden. De Ridders antwoord daarop was dat Heineken dat ook wel wilde veranderen, maar dan in overleg met concurrerende brouwers. Maar ja, hij mag met die andere niet praten daarover. Nodigde de NMa ons maar uit, aldus De Ridder, dan stonden we zó voor de deur van de NMa.Een paar weken terug kwam nog iets geks voorbij. Nou hebben de Nederlandse super-marktketens eindelijk een beetje een antwoord geformuleerd op de maatschappelijke kritiek op de plofkip – oké, nog lang niet genoeg naar de zin van Wakker Dier – maar toen konden we
Vanaf het moment dat een brief van Albert Heijn, waarin 2% korting wordt gevraagd van leveran-ciers, een serieuze kwestie werd in de sector, heeft ook dit blad een duit in het zakje gedaan. We hebben de sector afgestruind naar hoe de meningen verdeeld zijn. En we kwamen op een patstelling uit. Dat was natuurlijk ook wel te ver-wachten, maar de inhoud van die meningen en de kwaliteit van de argumenten werden hierdoor wel duidelijk. Levensmiddelenfabrikanten vinden dat super-markten in Nederland een te grote inkoopmacht vormen. Een fabrikant kan niet anders dan alles wat een supermarktbedrijf wenst, honoreren en inwilligen. Want anders is de kans te groot dat de samenwerkingsvorm leverancier-afnemer ongunstig uitpakt en de leverancier benadeeld wordt. Ofwel hij krijgt te weinig distributie, ofwel hij krijgt het geld voor de leveringen te laat, enzovoort. Supermarktketens daarentegen vinden dat fabrikanten daar te veel de nadruk op leggen en de rol van martelaar spelen. Zij verdienen nog geld genoeg, zie de beschikbare jaarrekeningen. En zij kunnen condities of andere verslechterde leveranciersomstandigheden omzeilen door een prijsverhoging van een product in te voeren. Hoe belangrijker en hoe onvervangbaarder dat product, hoe moeilijker het is voor supermark-ten om die prijsverhoging te negeren, op straffe van een leeg schap omdat een fabrikant tegen die inkoopprijs niet levert. Die prijsverhogingen zijn volgens supermarktketens lang niet altijd gerechtvaardigd, bijvoorbeeld zoals bij stijgingen van grondstofprijzen op de wereldmarkt.Supermarktketens kunnen geen juridische stap-pen zetten tegen een prijsverhoging. Wél heeft een fabrikant een leveringsplicht, maar dat is ook weer afhankelijk van omstandigheden.Fabrikanten daarentegen zeggen weer dat zij eigenlijk geen verzet kunnen plegen bij in hun ogen ongegronde conditieveranderingen. Zij kunnen officieel naar de rechter stappen, of naar de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). Maar dan moeten zij zich kenbaar maken. Aan
Corresponderen met de NMaGenoeg kritiek verzameld de laatste maanden! Tijd om de
NMa eens te laten reageren daarop.
vernemen dat de NMa mogelijk ging onderzoe-ken of er ergens in die afspraken een soort kartel zou kunnen schuilen. Met andere woorden, als de Nederlandse supermarktsector iets aan maat-schappelijk verantwoord ondernemen wil doen, gaat de NMa kijken of dat strafbaar is.
Genoeg kritiek op de NMa gehoord en gezien, tijd om de NMa eens aan het woord te laten. Hoor, wederhoor, heet dat. En maar goed ook, want wij zijn niet zo van ‘ja, dat is betutteling en mopperen op de overheid en Den Haag luistert maar niet en de politiek is verrot en onbetrouw-baar en ga zo maar door’. Een overheidsinstelling dient transparantie te betrachten, er is een wet openbaarheid bestuur. En natuurlijk, een instel-ling als de NMa, die juridische kwesties moet onderzoeken, kan soms over bepaalde kwesties niet willen praten met het oog op een onderzoek, maar daar gaat het in dit geval niet om. Bovendien, de NMa is door politiek Den Haag in het leven geroepen om consumenten te bescher-men tegen een gebrek aan concurrentie, maar wat nu als je eigenlijk moet concluderen dat er een branche is waar de concurrentie zo groot is dat dat andere gewenste marktomstandigheden ondermijnt? Wat nu als blijkt dat de NMa een beter leven van een kip gaat tegenhouden? Wat moeten we ervan vinden dat als supermarktke-tens eindelijk de prijs van vlees zouden vragen die recht doet aan de belasting van de wereld, die de productie van vlees eigenlijk is? Wat nu als een sector het niet aandurft om andere producten in winkels te presenteren omdat ze bang zijn in een prijzenslag geen vuist meer te kunnen maken? Dat zijn toch eigenlijk kwesties waar ook het ministerie van Henk Kamp, Economische Zaken, over moet nadenken? Want die moeder van de NMa, EZ, die heeft toch op de eerste pagina van zijn site staan dat EZ wil bijdragen aan een eco-nomisch klimaat met oog voor duurzaamheid? En als iemand zegt dat de NMa in een bepaald opzicht niet marktordenend werkt, maar markt-verstorend? Dat is toch wel iets om op in te gaan?We vragen een interview aan bij de instelling,
Door: Gé Lommen
18-19 NMa - Kremer 18 11-03-2013 12:00:59
19FoodPersonality maart 2013
maakt niet uit wie, als het maar iemand is die
over dit soort kwesties in de levensmiddelen-
branche gaat. Dat verzoek gaat naar een pers-
woordvoerder.
De perswoordvoerder komt met een mailtje erop
terug. Hij antwoordt dat de NMa zich hier laatste
tijd niet mee bezig heeft gehouden: ’Op de vraag
of er wel of geen sprake is van onevenwichtige
machtsverhoudingen tussen de fabrikanten
enerzijds en supermarkten anderzijds moet ik
het antwoord schuldig blijven; wij hebben geen
onderzoek hiernaar gedaan. Een interview is
daarom voor ons niet aan de orde.’
Tja. Nou begrijpen we dat wel. De NMa heeft
wel meer dan alleen deze kwesties. Banken, de
energiemarkt, de telecommarkt, een kartel van
prijsafsprekende uientelers, woningcorporaties,
genoeg omhanden dus.
Bovendien, het zou oorspronkelijk januari wor-
den, maar in april gaat alle kartel-, prijsafspraak-
en mededingingsinstellingen op in één nieuw
geheel, de Autoriteit Consument en Markt. Dus
ze hebben het druk, daar in Den Haag.
De woordvoerder wijst op de laatste verrichtin-
gen van de NMa met betrekking tot de super-
marktsector. Via een link. Hij wijst erop dat er
wél onderzoek is gedaan naar mededingings-
aspecten van fusies in de supermarktsector.
Die link is een link naar een bericht. En dat is
het bericht dat de NMa goedkeuring verleent aan
de overname van supermarkten van Jumbo en
C1000 door Albert Heijn en Coop. Dat bericht
kennen we. Het gaat over die 82 supermarkten
die AH erbij kreeg en de 54 die Coop erbij kreeg,
juli vorig jaar.
Maar dat is niet waar we op doelden, toch?
We leggen de woordvoerder nog eens uit wat ons
verzoek is. Als het dan geen interview is, kan
iemand van de NMa dan nog eens antwoord
geven op onze vragen? Bijvoorbeeld op de
stelling dat de NMa niet marktbevorderend is,
maar marktverstorend? Is er niet gewoon ergens
iemand die erop kan reageren dat binnen de
sector de rol van de NMa steeds meer kritiek
ondervindt? Kan de NMa een antwoord geven op
vragen over het functioneren van de NMa zelf?
Het antwoord wordt: ’In antwoord op uw laatste
mail bij bijgevoegd artikel: wij denken dat de
informatie op onze site en de bestudering van de
besluiten die ik u toestuurde, voldoende infor-
matie moet kunnen opleveren die u als journalist
zou kunnen gebruiken om zienswijze, bevoegd-
heden en activiteiten van de NMa te kunnen
verwoorden. Succes met uw artikel.’
Tsja.
Dat artikel hebben we dan hierbij maar geschre-
ven.
Dit gaat niet over paardNee, wees niet bang, ik ga het niet hebben over paard. Het werd mij zelfs
expliciet verboden door de hoofdredacteur. Gelukkig dacht ik zelf ook al
meer aan kip, en aan varken. Daar worden tegenwoordig heuse akkoorden
over gesloten. Verbonden, akkoorden en convenanten, een beetje bran-
cheorganisatie kan niet meer zonder.
In mei aanstaande is het weer zo ver, meldt het CBL. Na de kip is nu het
varken aan de beurt om in een ‘akkoord’ te worden verwerkt. Wordt het een
doorbraak, of wordt het net zo’n misbaksel als het kipakkoord? Want klonk
vorig jaar nog het veelbelovende geluid dat vanaf 2020 uitsluitend kip zou
worden verkocht met een Beter-Levenkenmerk, nu heet het volgens de
brancheorganisatie dat de dierenorganisaties met die ene ster een ‘utopie’
nastreven. De daarvoor noodzakelijke vrije uitloop is onhaalbaar (vanwege
tegenstrijdige milieu- en dierenwelzijnseisen) en onbetaalbaar: ‘Super-
markten verkopen kip voor consumenten, niet voor Wakker Dier’.
Het CBL hanteert hier natuurlijk een klassieke vertragingstactiek, beroemd
geworden door de Romeinse veldheer Fabius Cunctator. Door nooit recht-
streeks de strijd aan te gaan, maar hem wel steeds hinderlijk op zijn lip te
blijven zitten, putte Fabius zijn tegenstander Hannibal langzaam uit; met
een sluwe tactiek van geven en nemen maakte hij hem horendol. Op die
manier spaarde hij zijn legioenen, die zich niet konden meten met de ge-
vechtskracht van de Carthagers. De Romeinen hadden aanvankelijk weinig
op met wat zij zagen als Fabius’ lafheid. Zijn bijnaam Cunctator betekent
dan ook ‘aarzelaar’ of ‘twijfelaar’. Pas jaren later zagen zij de wijsheid in van
zijn halfslachtige krijgsbewegingen.
Zal ook het CBL na al zijn konkelen en kronkelen uiteindelijk het genoegen
van het gelijk achteraf mogen smaken? Ik denk het niet. Een prudent con-
servatisme kan onder omstandigheden inderdaad een wijze aanpak zijn,
maar uitsluitend als datgene wat behouden moet worden de moeite van
het behouden waard is. De misstanden in de pluimvee- en varkenssector
vallen helaas buiten die categorie.
Met de domme ‘Bofkip’-campagne illustreerden de pluimveehouders on-
langs nog eens op pijnlijke wijze hun gebrek aan zelfkritiek. Ook de meeste
varkenshouders wentelen zich nog altijd tevreden knorrend in de modder
van het eigen gelijk. We hebben onze zaakjes toch prima voor elkaar?
Ophouden dus met dat gezeur!
De uitstelpolitiek van het CBL berust niet op een maatschappelijk draag-
vlak, maar op de onwil in de vlees- en supermarktsector om echt nieuwe
wegen in te slaan. Men beweert te strijden tegen Wakker Dier, maar
bevecht in feite De Tijdgeest. Een grote vergissing en een gemiste kans.
Want zeg BSE, zeg hormonen, zeg anti-biotica, zeg salmonella, zeg (jawel)
paardenvlees, en u begrijpt waarom deze strijd niet te winnen valt. Vlees
heeft te kampen met een enorme imagoschade. Akkoorden die niet we-
zenlijk bijdragen aan het herstel van vertrouwen bij de consument, kunnen
daarom beter niet gesloten worden.
Niet aan vertraging, maar aan versnelling hebben we behoefte. Onhaal-
bare, onbetaalbare, utopistische versnelling. Voor het te laat is. En excuus
dat er op het laatst toch nog wat paard insloop.
Om de maand in dit blad: Hans Eysink Smeets
en Frits Kremer als columnist.
Deze maand Frits Kremer.
Reacties: [email protected]
N.B. Hans Eysink Smeets heeft
besloten te stoppen als columnist.
KREMER
18-19 NMa - Kremer 19 11-03-2013 12:01:18
20FoodPersonality maart 2013
HET AFHAALPUNT:
Bestellingen uit de winkel of het dc?Met de start van afhaalpunten van Albert Heijn en Dekamarkt doet zich weer een
vraag voor van ‘toen’, zeg, 1999, 2000, toen de branche behoedzaam verkennend
met e-commerce begon: pik je bestellingen uit een winkel of uit een dc?
Door: Gé Lommen Foto’s: archief FoodPersonality
Vorige maand schreven we over de enorme
opkomst van ‘drives’ in Frankrijk, de afhaalpun-
ten van Carrefour, Auchan, Intermarché, Leclerc,
Système U, Casino en andere, die in anderhalf
à twee jaar als paddenstoelen uit de grond zijn
geschoten. Op blz. 12 van deze FoodPersonality:
een overzicht van de aantallen Franse ‘drives’ en
wat er volgens de bedrijven nog bijkomt, en de
assortimentsaantallen.
Uit het artikel van vorige maand bleek: Franse
retailers gebruiken winkels en dc’s door elkaar
om er de bestelling uit te verzamelen. De een dc’s,
de ander winkels en weer een ander gebruikt een
deel van de winkel als een soort dc.
Waar komen die keuzes vandaan?
Eerst maar eens ingaan op de keuze om een deel
van de winkel te gebruiken als voorraadkast voor
de afhaalbestellingen. Dat is een beslissing die
van de Franse retailers met hun enorme vvo’s
wel te begrijpen valt: nu de Franse consument de
hypermarkt minder vanzelfsprekend op zaterdag
bezoekt en ook minder non-food aanschaft, heb-
ben de Fransen in feite zo veel m2 vvo over dat
niet rendabel is, dat ze winkelmeters gebruiken
als voorraadruimte voor afhaalbestellingen. Het
is een werkwijze die te begrijpen valt, maar het is
een uit nood geboren besluit.
Weer een ander gebruikt zowel dc’s als winkels.
Zo heb je Auchan, dat twee formules afhaalpun-
ten heeft: AuchanDrive, een afhaalpunt bij een
Auchan-hypermarkt, met die hypermarkt als
voorraadkast of ze worden vanuit een dc tegelijk
beleverd (vrachtwagens met dubbele stromen),
en ChronoDrive, het afhaalpunt van Auchan dat
solitair is, zonder winkel. Beleverd vanuit een dc.
Elke mogelijk vorm is er dus.
AH, Dekamarkt Hoe is dat in Nederland? In onze branche
experimenteren twee partijen met afhaalpunten.
Ten eerste Albert Heijn, met zijn Pick Up Points
in Heemstede, Tilburg en Naarden momenteel.
En begin deze maand is daar een afhaal-AH
bijgekomen: in Breda, naast een AH-supermarkt.
De andere partij is Dekamarkt, dat twee De-
kaDrive-punten heeft, bij de filialen in Wormer
en Zaandam.
Twee partijen met voorlopig twee verschillende
logistieke keuzes. De klant die bij een DekaDrive
bestelt en zijn afhaalmoment opgeeft, krijgt zijn
bestelling vanuit de Dekamarkt die daarbij hoort.
De klant die dat bij een Pick Up Point van AH
doet, krijgt waren die van drie dc’s vandaan kun-
nen komen: Almere, De Meern en Rotterdam, de
zogeheten ‘home shop centers’ van Albert.nl.
Winkel of dc, wat is nou het beste: die vraag laat
zich niet zomaar beantwoorden. Zeker niet door
AH en Dekamarkt. Want zoals het voor AH het
beste kan lijken om dc’s te gebruiken, zo kan het
voor Dekamarkt het beste lijken om winkels te
gebruiken.
Waarom? Omdat AH van plan is die afhaalpun-
ten landelijk uit te rollen. Dat is niet expliciet
gezegd, en een landelijk netwerk AH-afhaalpun-
ten kan nog jaren op zich laten wachten, maar de
ambities zijn er. Dekamarkt heeft nooit verklaard
hoeveel afhaalpunten het wil exploiteren en op
welke termijn, maar Dekamarkt is bovendien
een regionale speler, in Noord-Holland, Gelder-
land en nog een paar vestigingen in Overijssel,
Drenthe en Friesland. In theorie kun je dan
nog bedenken dat Dekamarkt de ambitie heeft
DekaDrive landelijk uit te rollen, verder dan de
huidige marktgebieden. Dat kan. En het afhaal-
punt kan ook intern binnen Detailresult worden
overgenomen, zodat er een keer een DirkDrive,
BasDrive en DigrosDrive komen. Maar dat lijkt
voorlopig niet aan de orde. En daarom kunnen
we ervan uitgaan dat Dekamarkt geen wens heeft
om de afhaalpunten te voorzien van eigen dc
voor die activiteit.
Het eerste afhaalpunt van AH in Heemstede…
20-21 Afhaalsuper 20 08-03-2013 13:33:32
21FoodPersonality maart 2013
Sterker nog, voorlopig is de verhouding tussen
dc en afhaalpunt bij AH buitenissiger dan bij
Dekamarkt: bij AH werken drie dc’s voor vier
afhaalpunten. Bij Dekamarkt werken twee Deka-
markten voor twee afhaalpunten.
Maar wat is logischer? Wat is een betere ver-
houding, voor de back-office-operatie? Welk
businessmodel, dc of winkel als voorraadruimte,
levert de beste klantprestatie (de meeste keuze,
de snelste afhaalmogelijkheid) tegen de laagst
mogelijke kosten?
Vakken vullen, vakken legen Dat is een ingewikkelde. Als AH en Dekamarkt
eventjes hun interne cijfers over de mail zouden
gooien en wij die zouden voorleggen aan supply-
chaindeskundigen, dan waren we er wellicht zó
uit. Maar die cijfers hebben we niet.
We grijpen daarom terug naar de schrijver van
het artikel van vorige maand over die Franse
afhaalpunten, freelance verbonden aan dit blad,
Pascal Kuipers, die ook voor GS1 publiceert
(dat zich al jaren met logistiek of supply chain
management bezighoudt). Van zijn publicerende
collega’s in Franse supermarktvakbladen kreeg
hij te horen dat het soms absurd is wat Franse
vakkenvullers moeten doen; de schappen van
een hypermarkt vullen. Niks mis mee, totdat je
merkt dat je van je chef te horen krijgt dat je een
half uur later twee producten er weer uit moet
halen omdat een Franse consument die besteld
heeft en die moeten weer terug het magazijn voor
een kratje afhaalboodschappen. Dubbel werk,
dus, en behoorlijk omslachtig als je bedenkt dat
een stevige Leclerc of Auchan niet kijkt naar een
stevige duizend vierkante meter meer of minder.
Goed voor de beenspieren, funest voor de vloer-
productiviteit. Hoe vaak dat voorkomt, weten we
niet, maar je kunt niet volhouden dat hier sprake
is van een visie op
supply chain management (al kun je ook weer
niet stellen dat de marktpartij met de meest
geavanceerde visie op iets ook echt na jaren het
meeste marktaandeel en de meeste winst zal
pakken, de realiteit is altijd weerbarstig en ver-
rassend).
Dan zijn er nog twee andere keuzes. Kuipers:
“Hypermarkten verkopen steeds minder non-
food. Dat is een probleem maar daardoor kun-
nen ze wel steeds meer ruimte vrijmaken voor
bestellingen voor afhaalboodschappen. Dan zijn
er twee opties: ten eerste, hypermarkt en drive
worden in één logistieke flow beleverd, vanuit
het dc. Ten tweede, hypermarkt en drive worden
beide vanuit het dc beleverd, maar in gescheiden
leverstromen. Het eerste is pragmatisch en het is
altijd al beter dan orderpicking in de winkel zelf,
maar het kan ertoe leiden dat verschillende ver-
koopstromen de voorraadniveaus beïnvloeden.
Het tweede is efficiënter, want het geeft een beter
inzicht in die voorraadniveaus en in de bestellin-
gen per operatie. Ook kun je de producten voor
het afhaalpunt in een apart deel van de winkel
zo opslaan dat ze op basis van bestelfrequentie
worden gepicked, zodat dit orderpickproces
efficiënter is. Toch kleven er twee nadelen aan.
Het eerste: dit werkt alleen met afhaalpunten die
aan winkels gekoppeld zijn – je kunt wel vanuit je
hypermarkt solitaire afhaalpunten gaan bevoorra-
den, maar dat roept nog meer complexiteit op en
het klinkt niet rendabel in termen van investe-
ringen en arbeidskosten. Het tweede nadeel: de
kannibalisatie op de omzet lijkt groot als de klant
niet meer de hypermarkt in gaat, maar alleen het
afhaalpunt bezoekt, zeker als je daardoor extra
impulsaankopen mist.”
Afhaal, dan winkel, dan afhaalEn daardoor ontstaan nu vreemde keuzes bij
de Fransen. Kuipers: “De winstgevendheid
komt alleen maar door additionele groei. Veel
afhaalpunten hebben een beperkt assortiment
nu, bijvoorbeeld Leclerc: 6.500 items. Voor een
Leclerc-klant is dat maar een fractie van het aan-
bod in de winkels. Voor Franse begrippen is het
minder dan een buurtwinkelassortiment. Terwijl
Cora en Intermarché bijvoorbeeld weer wél hun
hele assortiment via afhaalpunten aanbieden,
met een grotere kans dat de klant de winkel links
laat liggen. Of – en dat is helemaal een gekke
– Auchan heeft in Parijs een enorm afhaalpunt
en heeft daarnaast een grote verswinkel erbij
geplaatst, om de klant te verleiden om bij het
afhalen van de dkw-bulk toch even de auto uit
te gaan en verswaren in te slaan in die winkel.
Want Auchan wil toch meer bieden dan alleen
de dkw-bulk. En die winkel, die Arcimbo heet
- vorige maand was het nog Multifrais, maar
dat blijkt een codenaam te zijn geweest - zal op
termijn zijn waren op internet aanbieden, om af
te halen. Het illustreert hoe de Fransen zich in
bochten wringen om die afhaalmarkt naar zich
toe te trekken en het winstgevend te maken.
Dan begrijp ik wel het standpunt van Ahold: van
meet af aan afhaalmogelijkheden van een afzon-
derlijke logistieke keten voorzien. Dat heeft in
het begin meer kosten tot gevolg, maar je bouwt
wel aan een operatie. De winkelstromen en de
afhaalstromen fietsen niet tussen elkaar door, de
keten van afhaalpunten en bijbehorend dc laat
zich beter controleren, beoordelen en managen
en je kunt veel makkelijker andere producten
toevoegen, denk aan Bol-artikelen. Van daaruit
werk je toe naar verbetering van omzet en
resultaat.”
Maar is er ook een mogelijkheid om met winkel-
orderpicking te beginnen en na verloop van
tijd op dc-orderpicking en -belevering over te
stappen. Een persoon die anoniem wil blijven,
maar wel zowel de AH- als de Dekamarkt-
operatie kent: “Als AH een aparte keten opzet,
lijkt dat de helderste keuze. Je bent meteen van
alle logistieke gerommel af, alleen, het kóst in
het begin veel meer, omdat je afzonderlijke dc’s
of afzonderlijke dc-ruimten gebruikt, dus extra
vastgoedkosten en extra medewerkers. Dat neem
je dan op de koop toe. Maar zelfs daar moet je
eigenlijk een vraag aan vooraf stellen: wie wil je
zijn? AH heeft een gescheiden operatie, prima.
Maar Dekamarkt kan bij de consument claimen
dat alles uit de winkel ook via afhalen te koop is.
En de minimale tijd tussen bestelmogelijkheid
en afhaalmogelijkheid is korter.”
Moeten we daaruit opmaken dat DekaDrive ‘be-
ter’ is? “Nee, het gaat om de strategische vragen
die je jezelf bij zo’n operatie moet stellen. Wil je
het als extraatje aan je formule toevoegen of wil
je er flink mee uitpakken? Hoeveel aanbod wil
je op internet beschikbaar stellen? Hoe snel wil
je dat je service is? Hoeveel kosten ben je bereid
te maken in ruil voor het aanbod dat je doet? En
dan moet je bekijken welke strategische rol je
logistieke operatie daarin moet vervullen. En in
de tijd bekeken: ben je bereid deze operatie in de
toekomst aan te passen als blijkt dat de consu-
mentenvraag toeneemt en de kosten-batenver-
houding anders wordt?” ■… en een AuchanDrive in Noord-Frankrijk.
20-21 Afhaalsuper 21 08-03-2013 13:44:22
22FoodPersonality maart 2013
Al dat jonge volk in Nederlandse supermarktenSupermarkten profiteren van de ’onwetendheid’ van jongeren en leven de cao’s lang
niet altijd na, zeggen CNV en FNV. Jongeren zorgen voor een ’moeilijke bedrijfsvoe-
ring’, aldus een arbeidseconoom. Lariekoek, vindt een oud-ondernemer. Als je jon-
geren maar verantwoordelijkheid geeft. Is het Nederlands supermarktpersoneel te
jong? Of valt dat wel mee?
Door: Marieke Venbrux
Zo eens in de zoveel tijd ligt de supermarktbran-
che weer eens onder vuur als het om personeel
gaat. Dan hebben we het niet alleen over de
wantoestanden waar Aldi zich schuldig aan zou
maken, ook de andere formules zouden zich lang
niet altijd houden aan de eisen van ‘goed werkge-
verschap’. FNV Bondgenoten uitte begin dit jaar
nog felle kritiek op vooral AH, C1000 en Jumbo:
die zouden een potje maken van de laatste
cao-afspraken. Zo zouden werknemers met een
tijdelijke contract – meestal jongeren – vaak geen
verlenging van de arbeidsovereenkomst krijgen.
Ook zouden supermarkten zich lang niet altijd
houden aan een uitspraak van de Commissie
Gelijke Behandeling eind 2012, waarin is bepaald
dat ook hulpkrachten recht hebben op toeslagen
voor werk verricht in de avonduren.
Uit een rapport dat ABN Amro publiceerde,
blijkt dat supermarkten nog wel een stuk
‘klantvriendelijker’ kunnen. Zo gaf 47% van de
ondervraagde consumenten aan nooit begroet
te worden in een supermarkt. Branchecritici en
-watchers zeiden in dit verband geregeld: tja, wat
kun je als klant aan service, deskundigheid en
klantvriendelijkheid eigenlijk verwachten, gezien
de jonge leeftijd van het supermarktpersoneel?
En trouwens: is een supermarkt meteen zo veel
beter als iemand goeiemorgen tegen je zegt? Of:
zijn er consumenten die denken: prima, al dat
jong volk, zo blijft het eten goedkoop?
In FoodPersonality februari zei ondernemers-
coach Theo Bleeker ‘niet te behoren tot de groep
mensen die kritiek heeft op ‘te jonge’ mensen
op de supermarktvloer’. Hij vindt het juist goed
dat “de supermarkt jonge mensen in aanraking
laat komen met werken en met omgaan met
klanten.” Maarten van Klaveren (foto: Ron Offermans)
Hoe zit het nu, hebben supermarkten te jonge
werknemers? En zo ja: wie heeft hier last van? De
medewerkers zelf, de klant, misschien ook die
supermarkten zelf? Of zijn supermarkten juist
‘goed bezig’, omdat ze jongeren de kans geven om
werkervaring op te doen? Een rondje langs wat
velden.
Overigens: in genoemd ABN Amro-rapport
gaf een vijfde van de supermarktondernemers
aan de komende vijf jaar meer te investeren in
deskundig en klantvriendelijk personeel. Of dat
ook betekent dat de gemiddelde leeftijd van het
supermarktpersoneel zal stijgen, daar laat het
rapport zich niet over uit.
Maarten van Klaveren, econoom en onderzoeker bij het Amsterdamse Instituut voor Arbeidsstu-dies (AIAS)Van Klaveren deed tussen 2004 en 2008 inter-
nationaal onderzoek naar de arbeidsomstandig-
heden en loonkosten in onder andere supermark-
ten. Tijdens een onlangs door FNV Bondgenoten
en de Amerikaanse vakbond UFCW georga-
niseerde ‘expertmeeting’ in het Amsterdamse
Vakbondsmuseum waarschuwde hij supermark-
ten. Altijd maar vasthouden aan vooral jonge me-
dewerkers is op langere termijn ‘buitengewoon
nadelig’ voor hun bedrijfsvoering, zei hij.
Hoe bedoelde hij dit precies?
“Nederland heeft in de westerse wereld het al-
lerjongste supermarktpersoneel. In 2008 was
45% van het personeel jonger dan 25, alleen in
Denemarken lag dat een paar procenten hoger.
De percentages in Duitsland en Frankrijk lagen
onder de 20%, in de VS en UK rondom de 30%.
Kijken we naar jongeren onder de 21, dan wor-
den de verschillen nog groter, Nederland heeft ‘de
jongste jongeren’ in dienst. Zeker als je kijkt naar
de winkel (eerdergenoemde percentages hebben
betrekking op werknemers zowel in winkels als
op de kantoren en de dc’s, MV). Ter voorberei-
ding op die expertmeeting van de FNV heb ik
22-25 Jong volk 22 07-03-2013 16:08:13
23FoodPersonality maart 2013
nog een belronde gedaan onder contacten in de
sector en het beeld is sinds 2008 wel zo’n beetje
hetzelfde gebleven.”
Verder heeft Nederland in vergelijking met an-
dere landen een ‘uitzonderlijk laag jeugdloon’, al-
dus Van Klaveren. “Iemand van 15 verdient 30%
van het volwassenenloon, dat loopt langzaam op
tot 100% op je 23e. Vanaf je 18e, de leeftijd dat
je volwassen bent, verdien je nog jarenlang een
jeugdloon. Een enorme impuls voor het aantal
jonge medewerkers in de supermarkt.”
Daar is hij niet op tegen, maar de grootschalige
inzet van zo jong personeel heeft op termijn wel
voor supermarkten zelf grote nadelen.
“Allereerst het probleem van de arbeidsvoor-
ziening. In de toekomst zijn er steeds minder
jongeren en steeds meer ouderen. Nu hebben
supermarkten het ‘geluk’ dat we in een slappe
tijd zitten. As de economie weer aantrekt, komt
er onherroepelijk een concurrentieslag om
de jongeren. Supermarkten moeten dan sterk
concurreren met de horeca, de zorg, noem maar
op. Ik heb diverse human resources-mensen van
supermarktformules gesproken, de een beseft dat
beter dan de ander.”
Supermarkten moeten jongeren daarom nu al meer
bieden dan alleen ‘werkervaring tegen een mini-
mumloon’. “Probeer 17- of 18-jarigen vast te hou-
den. Een deel heeft andere ambities, maar er is ook
een deel dat best wil blijven, maar het idee heeft dat
de supermarkt er alleen voor bijbaantjes is.”
Neem allochtone jongeren. “Retail staat zeker
onder Turkse jongeren hoog aangeschreven.
Maar in gesprekken met die jongeren merk ik dat
ze het idee hebben dat werken in de supermarkt
mogelijk is voor 10 tot 15 uur per week en dat het
dan ophoudt. ‘Hoe weet je dat?’, vroeg ik. ‘Heb
je het daar wel eens met je manager over gehad?’
Het antwoord: ‘Daar kan ik wel over praten met
mijn assistent-manager, maar iedereen in de
supermarkt werkt parttime. We worden over één
kam geschoren met scholieren en studenten die
het werk als bijbaantje zien, terwijl ik er wel zou
willen blijven.’ Het perspectief van die jongeren
is dus: werken in de supermarkt is parttime en
tijdelijk, na anderhalf jaar moet je weg. Ik zeg:
kijk daarmee uit. Want als dat bij jongeren het
algemene beeld is, mis je op termijn een grote
groep die je straks wel eens heel hard nodig zou
kunnen hebben.”
Dit is extra van belang, nu de studiedruk op stu-
denten wordt opgevoerd. “Veel studenten kiezen
nu nog voor minimaal studeren en maximaal
geld verdienen – ze mogen circa € 13.000 belas-
tingvrij bijverdienen. In andere landen is het idee:
werken houdt je van het studeren af. In Neder-
land gaan we nu ook die kant op, Jet Bussemaker
(minister van Onderwijs, MV) heeft al aange-
kondigd dat de normen voor studenten worden
verhoogd en dat ze straks harder zullen moeten
gaan studeren. De grote groep studenten die voor
de supermarkt beschikbaar is, is dus eindig.”
De inzet van jong supermarktpersoneel levert
volgens Van Klaveren nog een ander probleem
op: het leidt tot een ‘moeilijke bedrijfsvoering’.
“Ik heb veel managers en assistent-managers ge-
sproken. Zij geven aan: ‘Ik ben aangenomen om
me bezig te houden met zaken als inkoop en het
aanpassen van de formule aan de lokale markt,
maar in de praktijk ben ik vooral een personeels-
manager die de medewerkers achter de vodden
aan moet zitten.’ Dat geloof ik meteen: ik kom als
klant zelf geregeld in de supermarkt en dan zie
ik toch nog iets te vaak jongeren met dozen naar
elkaar gooien, et cetera. Dat zijn incidenten, maar
feit is wel dat ouderen doorgaans iets beter hun
verantwoordelijkheden kennen en in staat zijn
om zelfstandig te werken.”
Maar als de bedrijfsvoering daadwerkelijk zoveel
moeilijkheden zou opleveren, zouden super-
markten die jongeren niet inzetten, toch? Van
Klaveren: “Nu wegen de baten ervan nog op
tegen de kosten. Als je – net als je concurrenten –
jongeren in dienst hebt tegen een minimumloon
van 5 of 6 euro per uur, dan ben je een dief van
je eigen portemonnee als je mensen voor 10 euro
per uur aanneemt. Maar de sector houdt zichzelf
zo wel in een wurggreep. Omdat de groep jonge-
ren slinkt, maar ook omdat er gesleuteld wordt
aan de hoogte van het minimumloon en klanten
kritischer worden. Je ziet dat nu ook bij duur-
zaamheid en bio. Ouder en duurder personeel
heeft echter wel een prijs, je zult die klanten dan
dus ook moeten durven zeggen: alles wordt een
dubbeltje duurder, vanwege de hogere personeels-
kosten. Bovendien: waarom wel goed zorgen voor
je producten, maar niet voor je personeel?”
Titus Vogt, Jumbo-ondernemer in DokkumVogt zei in 2009 tegen de website Noordoostfries-
land.nl expliciet ‘niet mee te doen aan de trend
van supermarkten om steeds meer jonge(re)
medewerkers aan te nemen’. Dat doet hij nu, vier
jaar later, nog steeds niet, zegt hij. “Ik neem om te
beginnen alleen jongeren vanaf 16 jaar aan. Je ziet
Titus Vogt (foto: Frans Fazzi)
22-25 Jong volk 23 07-03-2013 16:08:18
24FoodPersonality maart 2013
bij sommige supermarkten ook 14- of 15-jari-gen op de vloer, daar heb je te veel werk aan, in verband met allerlei regelgeving (zo mogen 14- en 15 jarigen op schooldagen minder soorten werk doen dan op vrije dagen en moet er altijd iemand in de buurt zijn om op hen te letten, MV). Los daarvan probeer ik een gezonde mix van jong en oud op de vloer te hebben. Jongeren van 16, 17 of 18 jaar als vakkenvullers, ouderen – vanaf 25 jaar tot 40-plus – op de meer ‘vitalere functies’. Je hebt altijd klanten die wat moeilijkere vragen hebben, ook om die reden is het van belang oudere mede-werkers in dienst te hebben. Op de vers-afdeling mag sowieso alleen personeel van 18 jaar of ouder staan, wegens de bediening van machines, en de meeste caissières hier zijn 23 jaar of ouder. Het is wel van belang - en dat vergeten som-mige supermarkten nog wel eens - om zowel in ouderen als in jongeren te investeren, ook vanuit een oogpunt van klantvriendelijkheid. We zijn onlangs vierde geworden in de Jumbo-winkelwed-strijd, dat betekent dat we de klantvriendelijkheid op een aardig hoog niveau hebben. Maar dat wil ik ook zo houden en dus heb ik in januari zelf een mysteryshopperbureau ingeschakeld dat kijkt: hoe is het met die klantvriendelijkheid en servicege-richtheid van het personeel gesteld? We hebben 260 medewerkers in dienst, de vaste mensen zijn vaak op zaterdag vrij, terwijl dat de belangrijkste retaildag is. Dan lopen er vooral hulpkrachten rond. Ook daarom is het verstandig te investeren in deze mensen: je investeert zo in je belangrijkste verkoopdag.”Gemiddeld krijgt hij nog veertig sollicitatiebrie-ven per week binnen, ‘dus mensen willen blijkbaar graag bij hem werken’. “In een tijd dat het econo-misch niet goed gaat, geven supermarkten als een van de weinige jongeren de kans om te werken. En ja, soms moeten ook wij na 3,5 jaar met een medewerker stoppen, vanuit kostenoogpunt. Maar hier in Dokkum is het ook zo dat jongeren zelf vaak vertrekken als ze hoger onderwijs gaan volgen, dat is een ‘voordeel’.”
Jules van Well, hoofd Medewerkers en Veiligheid bij het CBLVan Well is naast zijn werkzaamheden voor het CBL secretaris bij het Cao Nalevingsinstrument Supermarkten (CNi). Supermarktmedewerkers die het niet eens zijn met de vergoeding die ze krijgen of die vermoeden dat hun werkgever de cao-bepalingen niet naleeft, kunnen daar een melding van maken bij het CNi. Vooralsnog loopt het echter geen storm met klachten over te jong personeel of over supermarkten die jongeren niet goed zouden betalen of behandelen, aldus Van Well. “Ik zal niet zeggen dat daarmee de cao in
5.000 supermarkten met 260.000 medewerkers altijd wordt nageleefd – incidenten zijn er altijd – maar in het algemeen geldt: de systemen kloppen, supermarkten werken volgens de cao. En ja, dat de cao in combinatie met wetgeving volgens de vakbonden soms ongewenste effecten heeft, dat kan.”Van Well doelt bijvoorbeeld op de situatie van de tijdelijke contracten. “Na drie tijdelijke contrac-ten moet een medewerker een contract voor on-bepaalde tijd krijgen. Dat is in veel supermarkten een vrij natuurlijk moment van afscheid nemen van scholieren en studenten die een opleiding volgen voor een carrière buiten de supermarkt.”Supermarkten hebben volgens Van Well een ‘flexibel apparaat nodig om zowel de klanten-stroom – de ene keer is het druk aan de kassa, een andere keer niet – als de goederenstroom – denk aan de rolcontainers die op bepaalde tijden de winkel in moeten – goed te laten verlopen’. “Die flexibele inzetbaarheid is jongeren op het lijf geschreven. De kassagroep is in veel supermark-ten trouwens helemaal niet zo jong, op sommige uren – neem de lunch – is het zelfs heel lastig om jongeren te krijgen. Dan zie je vooral herintre-ders. Overigens: in buitenlandse supermarkten lopen, zeker op bepaalde uren, ook vooral jon-geren rond. Simpelweg omdat op die uren geen ouderen beschikbaar zijn. Dat heeft dus niets te maken met salaris, maar alles met beschikbaar-heid.”De stelling van Maarten van Klaveren dat super-markten nadrukkelijker zouden moeten proberen jongeren vast te houden of oudere groepen aan te trekken vanwege de vergrijzing, daar maakt van Well zich geen zorgen over. “Of we straks nog in diezelfde mate een beroep kunnen doen op
jongeren als nu, zal moeten blijken. Maar voor-alsnog is dat geen prikkel voor supermarkten om nu al afscheid te nemen van jongeren. Misschien sta ik er wat laconiek in, maar als die jongeren straks niet meer beschikbaar zijn, dan moeten supermarkten weliswaar op zoek naar andere groepen, maar daar hebben ze dan allemaal last van, de concurrentieverhoudingen veranderen er niet door. Daarbij betaalt de supermarkt in vergelijking met andere sectoren best heel goed. Voor 2011-2013 is voor iedereen in de sector een loonsverhoging van 3% afgesproken, voor 16-18-jarigen zelfs 6,8%. In de non-fooddetail-handel vallen tegelijkertijd de winkels met bosjes om, dus er wordt ook op die manier een afstand met andere sectoren gecreëerd.”Dat jong personeel de bedrijfsvoering bemoeilijkt en van supermarktmanagers ten onrechte per-soneelsmanagers zou maken, bestrijdt Van Well. “Een manager hoeft zich doorgaans niet bezig te houden met de inkoop, die wordt vrij centraal geregeld. Ook het logistieke apparaat van een formule staat volledig in dienst van de vestigin-gen. Zijn primaire taak is: zich bezighouden met de klant en de verkoopprocessen. Het winkelper-soneel is een van de belangrijkste verkoopinstru-menten, dus het aansturen en begeleiden van dat personeel behoort bij uitstek tot zijn werk, zou ik zeggen.”Oudere medewerkers hebben misschien meer levenservaring en soms een hoger EQ waardoor supermarkten er wellicht minder werk aan heb-ben, maar ‘dat moeten we vooral niet overdrijven’, aldus Van Well. “Supermarkten werken allemaal met introductieprogramma’s. Op Supermarkt.nl kunnen aankomende medewerkers hun CBL-cer-tificaat halen, veel organisaties hebben daarnaast
Jules van Well (foto: Rob Keeris)
22-25 Jong volk 24 07-03-2013 16:08:19
25FoodPersonality maart 2013
een eigen leerportaal dat aankomend personeel
moet doorlopen. Bij Dirk van den Broek krijg je,
als je niet voor dag één zelf al geïnvesteerd hebt
in je werk, je bedrijfskleding niet eens uitgereikt
en bij Emté en Lidl kun je in dat geval niet eens
aan de slag.”
Blijken jongeren eenmaal op de winkelvloer
niet vooruit te branden zijn, ‘dan komen ze
waarschijnlijk de proeftijd niet eens door’. “Leen
Hoogvliet zei eens: als je in de supermarkt wilt
werken, moet je het leuk vinden om a) met
klanten om te gaan b) met levensmiddelen bezig
te zijn en c) met collega’s samen te werken. Als je
één van die drie dingen niet leuk vindt, moet je je
jas pakken en naar huis gaan.”
Henk Toonen, oud-C1000-ondernemer en oud-bestuurslid SchuitemaToonen had jarenlang twee C1000’s, in Bergeijk
en Eersel. Ook vervulde hij bestuurs- en advies-
functies binnen Schuitema. Eind 2007 verkocht
hij zijn supermarkten en ging hij met pensioen.
De sector volgt hij echter nog steeds – ‘eens
besmet, altijd besmet’ – evenals de ‘personeels-
perikelen’ die soms opspelen.
Toonen: “Binnen Schuitema heb ik me altijd
met hand en tand verzet tegen de situatie dat
supermarkten alleen nog maar rendabel te
exploiteren zouden zijn door zo laag mogelijke
loonkosten. Een bedrijf, dus ook een supermarkt,
is een dwarsdoorsnede van de maatschappij. In
de maatschappij leven mensen van 15 tot 75, die
dwarsdoorsnede moet je terugzien in het perso-
neelsbestand. Dat moeten supermarkten kunnen.
Kunnen ze dat niet, dan is de branche verrot.”
Toch loopt in supermarkten veel jong perso-
neel. Is de branche daarmee ‘verrot’? Nee, vindt
Toonen. “Vergis je niet, zo veel jongeren zijn
er al niet meer. Ja, de weekendbaantjes en het
werk in de vulploegen wordt vaak door jongeren
gedaan, dat zijn leuke bijbaantjes, daarbij gaat
het doorgaans ook niet om zo veel uren. Maar in
supermarkten lopen ook genoeg vaste krachten
rond. En die zijn echt niet altijd zo jong. Het is
ook maar wat je onder jong verstaat: is iemand
van 23 jong? Zo iemand verdient ook echt niet
veel minder dan iemand van 40.”
Net als Vogt zegt ook Toonen altijd een even-
wichtig personeelsbestand te hebben nagestreefd.
“Ik kreeg eens een sollicitatiebrief van een dame
van 51. ‘Ik wil graag bij u werken, maar ik zal wel
te oud zijn.’ Ik dacht: en bedankt! Ik ben 52. Dan
ben ik dus helemaal te oud...”
Ik heb deze dame aangenomen voor een afde-
ling waar zo’n twintig vaste en tijdelijke mensen
werkten, variërend van 17/18 tot 35/40 jaar oud.
Dat werkte uitstekend: deze dame werd zeker
voor het jongste personeel de ‘biechtmoeder’ van
de afdeling.”
Dat jongeren minder servicegericht of minder
behulpzaam zouden zijn of zouden leiden tot
een moeilijke bedrijfsvoering, vindt hij onzin.
“Niemand heeft een arbeidsproductiviteit van
100, of je nu 18, 45 of 65 bent. Los daarvan werd
er bij ons ook door de jongeren keihard gewerkt.
Je moet jongeren alleen wel verantwoordelijkhe-
den durven geven – 17- of 18-jarigen zijn geen
kindjes, hoor, die kunnen echt wel wat – en er
ook financieel in willen investeren. Daar ont-
breekt het, zeker in filiaalbedrijven, nog wel eens
aan. Maar ik kan je zo mee op sleeptouw nemen
langs tien ondernemers die zich wel degelijk heel
verantwoordelijk voelen voor de persoonlijke en
financiële ontwikkeling van hun personeel.”
Hoe denkt hij over het probleem van de tijde-
lijke contracten, waardoor ‘oudere jongeren’
vaak na een jaar of drie het veld moeten ruimen,
iets wat de vakbonden een doorn in het oog is?
“Voorheen werd dit inderdaad wel als asociaal
gezien. Maar inmiddels zijn de tijden veranderd,
door wetgeving, het ontslagrecht en de econo-
mische situatie. Probeer in deze tijd – in welke
branche ook – maar eens een vast contract te
krijgen. Daar is de supermarkt echt geen uitzon-
dering in.”
Van Hoogvliet kregen we deze vraag. “Als Jules
van Well in een van onze filialen poseert, mogen
wij dan ook commentaar geven op de kwestie?”
Natuurlijk, dat mag.
Waarna manager personeel & organisatie Petra
van der Vlist mailt: “Ook jongeren verdienen
een kans om te werken. De supermarkt is bij uit-
stek geschikt voor jongeren om werkervaring op
te doen. Juist door de verruimde openingstijden
is het voor jongeren goed te combineren met
hun schoolrooster. Natuurlijk moet niet het hele
team uit jongeren bestaan, maar dat is in onze
winkels niet aan de orde. Wil je jongeren ont-
wikkelen, dan kan dat alleen als daar voldoende
ervaren medewerkers tegenover staan.” ■
Driekwart is jonger dan 23 jaarUit het rapport ‘Levensfasebewust personeelsbeleid
in de supermarktbranche’, van onder andere het
CBL, eind vorig jaar, blijkt dat bijna driekwart van
de supermarktmedewerkers jonger is dan 23 jaar.
Medewerkers van 23 tot 34 jaar hebben een aandeel
van 12%, mensen van 35 tot 49 jaar 10% en mensen
van 50 tot 65 jaar 5%.
Henk Toonen (foto: Jan Willem Houweling)
22-25 Jong volk 25 07-03-2013 16:08:22
26FoodPersonality maart 2013
CONGRES FOODPOLICY’S OUTBREAK
‘Responsible retailing’ volgens Albert HeijnSander van der Laan is een van de sprekers op Foodpolicy’s Outbreak. Hij gaat in op wat bij Ahold sinds kort ‘responsible retailing’ is gaan heten. En aansluitend op de presentatie zal Femke Halsema in een vraaggesprek met Van der Laan een en ander nog eens flink uitdiepen.
Onlangs introduceerde Dick Boer de term ‘res-ponsible retailing’. Deze vervangt het gangbare ‘corporate social responsibility’ (CSR) bij Ahold. Waarom? CSR impliceert dat maatschappelijk verantwoord ondernemen vooral een zaak van het hoofdkantoor is. Boer geeft aan dat Ahold nu een stap verder is. Het is een van de strategische pijlers van het bedrijf. Sander van der Laan gaat op Foodpolicy’s Outbreak in op de implicaties voor Albert Heijn hiervan, en geeft o.a. aan welke speerpunten van beleid de marktleider voor de komende periode definieert. Hoe kan dat beleid in samenwerking met leveranciers tot een haal-baar economisch model worden gebracht? Welke plaats is er weggelegd voor ketensamenwerking? Daarover gaat Van der Laan ook in gesprek met Femke Halsema. Hij bevindt zich dan overigens
in het goede gezelschap van Bill Clinton, die afge-lopen februari door Halsema werd geïnterviewd op het Goed Geld Gala. Halsema, jarenlang het gezicht van GroenLinks, geldt als een scherpzin-nig vragenstelster. Samen met dagvoorzitter Rob Oudkerk zorgt zij er op 4 juni voor dat ook het publiek een stevige inbreng heeft, waarmee onge-twijfeld een levendig debat ontstaat.
Lynn Frewer, Dick Veerman Maar er zijn intussen meer programmaonder-delen bekend. Zo is de congresorganisatie er tevens in geslaagd hoogleraar Lynn Frewer vast te leggen. Frewer doceerde eerder in Wageningen, maar zij bekleedt momenteel de universitaire leerstoel ‘Food & Society’ aan de universiteit van Newcastle. Op het congres verzorgt zij ‘s ochtends een inleidende sessie, die als het ware een paraplu biedt voor de rest van de dag. Frewer benoemt en analyseert een aantal concrete maatschappelijke issues, die ze vervolgens bekijkt op consequen-ties en kansen voor de foodsector. Aan de orde komen onder meer de tweedeling in de samen-leving, immigratie, bevolkingskrimp, vergrijzing en ontgroening, maar ook de ontwikkeling van technologie en duurzaamheidskwesties.
Dick Veerman, de man die met Foodlog zijn kennis van levensmiddelen inzet voor de publieke zaak, zal met de congresdeelnemers een Duurza-me Intelligentie Quiz spelen. Wie heeft het hoog-ste DIQ (Duurzaam IQ)? Op 4 juni aan het eind van de middag zullen we het weten - de slimste speler krijgt uit handen van quizmaster ‘Dicq’ zelf tijdens de borrel een mooie prijs aangereikt…
Meer congresonderdelen? Kate Bull (The People’s Supermarket), het Reclame-veteranenpanel (zie hieronder het interview met Heleen van Benthem), ‘straatjutter’ Richard Stomp… Kijk voor alle details op www.foodpolicy-outbreak.nl. Inschrijven via de website. ■
Femke Halsema interviewt Sander van der Laan op 4 juni.
Leden van de Raad van Advies van Food-
policy’s Outbreak en het waarom van hun
betrokkenheid bij het congres.
Heleen van Benthem,
algemeen directeur
United Coffee
Foodpolicy’s Outbreak wordt een maatschappelijk
foodcongres. Waarom vind jij zo’n congres van
belang?
“De ondernemingen die actief zijn in deze keten
zullen de handen ineen moeten slaan om de inspan-
ningen te kunnen leveren die nodig zijn om de hele
keten te verduurzamen. En dat is nodig. Juist dit
congres kan daar een bijdrage aan leveren.
Wat vind je ervan dat maatschappelijke organisaties
de levensmiddelensector steeds vaker ter verantwoor-
ding roepen?
Ter verantwoording roepen is prima, en soms komen
zaken daardoor ook in een versnelling. Maar: de
sector kan het niet alleen. Dat hebben de afgelopen
weken wel weer aangetoond. De verantwoordelijk-
heid ligt bij de samenleving als geheel.
We spreken bij Foodpolicy’s Outbreak van een congres
in wording. Wat spreekt je in het bijzonder aan in het
programma?
“Het reclame-veteranenpanel met Eugene Roorda,
Rob Benjamens en Jan Rijkenberg over duurzaamheid
in reclame en commercials. Duurzaamheid in com-
mercials kan een enorme boost geven aan het consu-
mentenbewustzijn op het gebied van duurzaamheid.
En dan door naar de volgende fase, van bewustzijn
naar concreet handelen, in het geval van onze sector
naar verandering in het aankoopgedrag op de win-
kelvloer. Ik hoop dat dit panel van doorgewinterde
reclameprofessionals zich ook over dat laatste aspect
zal buigen.
En uiteraard valt het toe te juichen dat ook Albert
Heijn zijn betrokkenheid toont in de vorm van een
‘keynote’ van Sander van der Laan!”
Hans-Peter Kok,
inkoopdirecteur
Maxxam
Eén van de centrale vragen van dit congres is hoe je
maatschappelijke uitdagingen vertaalt in commerci-
ele kansen. Heb jij al een antwoord op die vraag?
“Door in te zetten op duurzame ketens investeer
je als bedrijf in je toekomstige bestaansrecht! Dat
alleen al is een enorme kans. Transparantie is daarbij
essentieel, omdat een transparante keten je de kans
biedt je concurrentievermogen te verbeteren, onder
meer doordat je op het gebied van verduurzaming
dan gedwongen wordt verder te denken dan de
eigen bedrijfsvoering. Transparantie beperkt ook de
risico’s in de keten; je kunt dan sturen op het uitslui-
ten van niet-duurzame activiteiten. Daarmee verklein
je ook de kans op negatieve publiciteit, ook voor je
afnemers.”
De maatschappelijke dimensie van de sector blijkt de-
zer dagen weer volop – voedselschandalen en NGO’s
die vermeende misstanden in de sector aan de kaak
stellen. Hoe vind je dat de sector hiermee omgaat?
“NGO’s kaarten terecht problemen in de sector aan
en zorgen daarmee voor een extra stimulans om mis-
standen aan te pakken. Hoewel de kritiek niet altijd
even opbouwend is, dienen dit soort organisaties wel
al jaren duidelijk een doel. Steeds meer bedrijven zijn
met verduurzaming bezig en proberen oprecht stap-
pen te zetten. Soms om een schandaal te voorkomen,
soms om de business te verduurzamen. En soms gaan
die twee samen. De sector moet de dialoog met maat-
schappelijke organisaties nadrukkelijker opzoeken.”
Wat is jouw persoonlijke motivatie om bij een maat-
schappelijk foodcongres betrokken te zijn?
“Een betere wereld willen we allemaal. Dat geldt voor
mij ook. En zo zijn er heel veel individuele ambities.
Waar het in de sector aan ontbreekt, is de samen-
hang. Samenhang en transparantie kunnen onze
keten verder brengen. Ik verwacht dat dit congres
ketenpartners dichter bij elkaar brengt om een juist
evenwicht te vinden tussen een betere toekomst en
een commercieel verantwoorde bedrijfsvoering.”
26 Foodpolicy 26 11-03-2013 15:14:13
27FoodPersonality maart 2013
‘Aha, Coca-Cola bij Aldi’Het mooiste wielerboek ooit geschreven is De
Renner van Tim Krabbé. De eerste alinea vind
ik fenomenaal. ‘Meyrueis, Lozère, 26 juni 1977.
Warm, bewolkt weer. Ik pak mijn spullen uit mijn
auto en zet mijn fiets in elkaar. Vanaf terrasjes kij-
ken toeristen en inwoners toe. Niet-wielrenners.
De leegheid van die levens schokt me.’
Deze zin schiet me altijd te binnen als ik dag-
bladjournalisten aan de lijn krijg die me vragen
– soms zelfs met een smekende ondertoon – wan-
neer er nou eindelijk weer eens een prijzenoorlog
aankomt. Ze weten niet wat er speelt. Alsof er
niets anders bestaat in deze prachtige branche.
Recentelijk ook weer, nadat de marketeers van
Albert Heijn het in hun hoofd hadden gehaald om
nota bene op de voorpagina van De Telegraaf –
tsja, ik vind het de beste krant van Nederland – te
adverteren met een prijsvergelijking met Aldi.
Coca-Cola nu voor dezelfde prijs als bij Aldi.
Huh? Ik zie de conversaties in een doorsnee-
huisgezin al voor me.
Man aan de tafel met Telegraaf: “Hé, ze verkopen
bij Aldi ook Coca-Cola. Wist je dat?”
Vrouw: “Hoe kom je dáár nou weer bij? Staat dat
in de krant?”
Man: “Nou, kijk hier… Hier staat het.”
Vrouw: “Nee, dat is Albert Heijn, man!”
Man: “Ja! Dat zie ik ook wel! Maar er staat ook:
‘Aldi-prijs!’”
Vrouw: “Tsss! Ik had die cola nog helemaal niet
zien staan daar. Nou hoeven we niet meer speciaal
naar AH voor jouw cola.”
Man: “Hoezo? Je betaalt bij AH nu net zo veel als
bij Aldi voor die cola. Het maakt niet uit!”
Vrouw: “Jawel, want dat is volgende week weer
anders, maar bij Aldi niet, daar blijft-ie die prijs
hebben.”
Briljante zet, daar bij die marketingafdeling van
Albert Heijn. Marketingbaas Alfred Levi geldt
in de branche en ook daarbuiten als een echte
merkenman, met gevoel voor reputatie en stijl. Hij
moet toch iets anders aan zijn hoofd hebben ge-
had toen hij intern in Zaandam hier ja tegen zei.
Bij Aldi hebben Vink en de zijnen die avond nog
een fles champagne opengetrokken. Waarschijn-
lijk op eigen kosten, maar goed, ook uit de eigen
winkel. ‘Proost, Appie!’
Wat zullen de anderen in de branche Levi dank-
baar zijn voor deze advertentie. En wat zal Jaap
Wassink en de rest van Coca-Cola in Rotterdam
er nou van vinden? Wat? Dit is een deal met
Coca-Cola?
Straks gaan alle prijzen weer permanent naar
beneden. En waarom nou? Beste AH, kun jij met
al je marketingmacht de klant nou niet ’s een keer
uitleggen dat je niet de beste en de goedkoopste
tegelijk kunt zijn? Denken jullie in Zaandam dat
de Aldi-klant nu naar jullie komt? Of wilden jullie
gewoon een stevig prijssignaal geven? Aan wie?
Die man en die vrouw hebben er een assorti-
mentssignaal van Aldi van gemaakt.
Die dagbladjournalisten bellen ook veel over
internetbestellen en de afhaalpunten van AH. Wie
nu de beste is en hoe zinvol het allemaal wel of
niet is. Online bestellen gaat een vlucht nemen
de komende jaren, heet het. Het is alleen de vraag
of dat een gezonde groei gaat worden en zo ja,
hoe. Het beleid van Albert Heijn en zogeheten
‘Pick Up Points’ begrijp ik. Het is met name een
kwestie van leren, ervaren en vooral ook van
investeren. Belangrijk argument van AH voor die
afhaalpunten is kosten verminderen bij Albert.nl.
Laat de klanten maar die laatste dure kilometers
maken in plaats van je eigen dure wagenpark.
Want eigenlijk betaalt de klant niet helemaal voor
dat bezorgen. (Raar, eigenlijk, als je bedenkt dat
het zelfbedieningssysteem juist bedacht is om
de klant het werk te laten doen, om zo kosten te
verminderen.)
Toch zal het orderpicken in het dc in combinatie
met het laten ophalen van de boodschappen in de
winkel de toekomst zijn. Je maakt gebruik van de
faciliteiten die er zijn en de mensen die er werken.
Maar bij boodschappen bezorgen bij bedrijven en
instellingen krijg je een ander plaatje. Hier ver-
dient Albert Heijn geld aan. Interessante markt:
grote bestellingen, makkelijk bezorgen en in die
hoek vindt niemand het gek dat je voor bezorgen
betaalt (komt toch op kosten van de zaak, zeg ik
maar). Bezorgen bij bedrijven en de particulier
laten afhalen: schade beperken, goed bedacht van
AH.
Nu nog wat langer nadenken over wat je in een
advertentie over jezelf ten opzichte van je concur-
renten wilt melden… besef goed wat je met je
laatste cola doet!
Wat bedoel je met ‘eigenlijk betaalt de klant niet helemaal voor dat bezorgen’? Er wordt toch voor betaald?Rutte: “Jawel, maar niet voor het orderpicken in
het dc. Dat zijn ook kosten.”
‘Hier verdient Albert Heijn geld aan.’ Heb je het idee dat dat ook echt zo is?Rutte: “Ja, dat is zo.”
* Gerard Rutte is onafhankelijk, maar niet altijd
even objectief, zeker niet als het om Plus en Deka-
markt gaat, want dat zijn klanten van hem.
met Rutte!
Ruzie met Rutte! De rubriek waarin Gerard Rutte*
weer eens de knuppel in het branchehoenderhok
gooit. (En als het nodig is reageren wij daar weer op,
om schandalen te voorkomen.) RUZIE
27 Rutte 27 08-03-2013 12:12:21
28FoodPersonality maart 2013
THUISAFGEHAALD.NL
’Marktplaats’ voor maaltijden‘Couscous voor € 3,50, af te halen tussen 4 en 6.’ Dit soort meldingen staan op Thuis-
afgehaald.nl, een website waarop thuiskoks en afhalers met elkaar in verbinding
staan. Goed voor de supermarkt? Jazeker.
Door: Anke Groenendaal Foto: Jan Willem Houweling / Gerard Til
De website, of beter gezegd: het platform, is
een initiatief van Marieke Hart en Jan Thij
Bakker. Zij zijn er nu een jaar mee aan de slag.
Thuisafgehaald wordt vooral gebruikt in de
grote steden. Op de kaart van Nederland , die
een belangrijk onderdeel van de site is, zien we
dat veel steden en in die steden zien we meeste
concentraties koks en afnemers van die koks.
Het werkt als volgt: stel, een consument maakt
eten. Die consument maakt het voor drie, maar
heeft ingrediënten voor meer. Dan zet die kok
zijn maaltijd op Thuisafgehaald, en anderen
kunnen dat afhalen. En zo is in een jaar een
netwerk ontstaan van koks en afhalers, veelal
in elkaars buurten – wat begrijpelijk is, wie in
Zwolle woont, gaat geen maaltijd afhalen in
Utrecht. En wat is het voordel voor de afhalers?
Nou, hele dag druk geweest, geen zin om te ko-
ken. Geen zin in kant-en-klaarmaaltijden van
welke supermarkt dan ook en geen zin/tijd om
boodschappen te doen. En toch gezond of lek-
ker willen eten. Thuisafgehaald is dan een site
waar je terecht kunt. De afhaler meldt zich bij
de thuiskok (bijvoorbeeld via de mail), ze spreken
onderling een prijs per portie af (als de thuiskok
niet al een prijs per portie heeft vermeld) en een
afhaaltijdstip. Het is allemaal heel laagdrempelig,
geen poeha en het is tot nu toe al helemaal niet de
bedoeling dat het een ‘culigedoe’ wordt.
De site telt inmiddels 4.700 koks, 33.000 afhalers,
27.000 gerechten en de teller laat zien dat er
32.000 keer is afgehaald. Het platform is een
exponent van de trend ‘sharing economy’: steeds
meer consumenten slaan de handen ineen, door
van en met elkaar spullen, geld en diensten te
lenen, ruilen, huren of kopen. De idealen van dit
initiatief: contact tussen buurt- en wijkbewoners
versterken door middel van het delen van eten,
voedselverspilling in de wereld tegengaan en ge-
zond eten stimuleren. Het is een deur verwijderd
van sites als Marktplaats, waar particulieren als
elkaars verkoper en afnemer fungeren.
MeedoenWe nemen de proef op de som. Ik meld me aan.
Ik zoek in mijn omgeving naar koks (zijn er zo’n
200). Ik kan vandaag kiezen uit maaltijdsoep
(voor 3 euro). Bijgaand een foto (ziet er trouwens
lekker uit) en korte omschrijving (couscous met
kikkererwten, tomaat en abrikoos). Ook zie ik
of deze kok al vaker heeft gekookt (ja, 56 keer).
Ik zie bedankjes van afhalers die mij vóór waren
(zo’n 40). En hoeveel volgers hij heeft, 33.
Dat soort informatie is belangrijk, legt Hart
naderhand desgevraagd uit. Zij geeft samen met
Bakker afhalers ook het advies mee om vooral
je gezonde verstand te gebruiken. “Kijk hoe de
keuken eruit ziet, lees de beschrijving bij de kok
en voorkom daarmee mogelijke problemen.“
Terug naar mijn zoektocht naar een maaltijd
vanavond. Ik zie dat ik me niet meer kan opgeven
voor pasta pattanesca (jammer, ziet er erg lekker
uit en dat voor 4 euro) omdat de tijd is verstre-
ken. Ik had me vóór 12 uur moeten opgeven.
Aha, die wil eerst aanmeldingen en slaat dan de
artikelen in, kennelijk? Ik zie wel dat het wordt
gemaakt door een kok die thuishoort in de top-20
van favoriete koks. Dus wel een om te onthouden.
Hij lijkt met een andere favoriete kok te ‘strijden’
om plaats 1 in de top-20.
Ik kan me trouwens ook aanmelden voor ‘maal-
tijden op verzoek’. Die maaltijden zien er ook
erg lekker uit, en lijkt me wel een optie voor een
eventuele volgende keer. Valt me trouwens ook
meteen op: dat sommigen toch wel erg lang in
de keuken moeten staan (vier hoofdgerechten op
één dag koken, daar moet je wel zin in hebben).
Helaas kan ik me ook niet meer aanmelden voor
‘draadjesvlees in peperkoeksaus’ (voor 4 euro,
foto veelbelovend). Deze is al ‘uitverkocht’. In
’Couscous voor 3,50, af te halen
tussen 4 en 6’
Marieke Hart en Jan Thij Bakker, de twee oprichters van Thuisafgehaald.nl.
28-29 Thuis afgehaald 28 07-03-2013 16:10:19
29FoodPersonality maart 2013
ieder geval blijft daarmee een onnodig autoritje achterwege.
FinancieringHart en Bakker positioneren Thuisafgehaald niet alleen als een onderneming met winstoog-merk, integendeel. Thuisafgehaald moest een maatschappelijke en duurzame bijdrage aan de samenleving zijn. En om het nog concreter te maken: het idee ontstond uit een behoefte om iets te veranderen aan de voedselverspilling. Hun startfinanciering voor het eerste jaar kregen ze van Stichting Doen. Hart: “Dit jaar hopen we op een vervolgfinanciering. Daarnaast denken we aan sponsoring, advertenties en betaalde abon-nementen. We willen extra mogelijkheden op de site gaan aanbieden. Koks willen bijvoorbeeld graag weten wie hun volgers zijn en zo is het in de toekomst mogelijk om als volger je maaltijd eerder af te halen. Daarnaast is het mogelijk om donateur te worden, bijvoorbeeld met een deur-sticker, vanaf € 7,50.”Hart en Bakker organiseren inmiddels ook buurtactiviteiten en landelijke activiteiten. Al-lemaal met dezelfde sociale insteek. Hart: “We organiseren de Week van de Spruit, waarin buurt-genoten worden uitgedaagd om een verrukkelijke maaltijd te maken met spruiten. “Op de site valt te lezen dat de thuiskoks Stephan en Johanneke zijn bekroond tot spruitjeskok. Andere activitei-ten: de ’MonChou-feestdagenactie’ en thuiskoks die bij spruitjestelers op bezoek gaan. MonChou? Komen we nog op terug.
Misbruik voorkomenMisbruik valt door het zelfreinigend vermogen van het platform enorm mee, vertelt Hart. Ge-rechten die te duur zijn, krijgen weinig afhalers en minder of geen bedankjes. Koks vallen op die manier vanzelf af. Ook kan misbruik gemeld worden bij de initiatiefnemers. Verder zijn er huisregels waar je je als kok aan te houden hebt: maaltijd aanbieden tegen kostprijs van de ingrediënten, is er zo een. En regels waar je je als afhaler aan te houden hebt: ga discreet om met gegevens van de kok, bijvoorbeeld. Ook is er aandacht voor hygiëne en voedselveiligheid. Hart: “Samen met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit hebben we voor de gebruikers een lijst met aandachtspunten opgesteld. Voor de koks: gebruik aparte snijplanken voor vlees en groenten, is een voorbeeld. Controle daarop is lastig. Elke dag worden er zo’n 200 maaltijden gekookt op diverse locaties door heel Nederland en er komen elke dag zo’n 100 koks bij. Proble-men hebben zich tot nu toe in ieder geval niet voorgedaan.“
Fabrikanten, retailersAgf-leverancier The Greenery, Lassie en FrieslandCampina staan op de site in de lijst van partners. The Greenery staat er met naam en toenaam en FrieslandCampina staat er als partner MonChou. Verder staan op die lijst de gemeente Tilburg, de gemeente Utrecht, de Rabobank A’dam-Noord en een woningbouwvereniging uit Tilburg en het Wilhelmina Drucker Fonds. Een mix van mvo-partners en commercie. Super-marktketens ontbreken. We hebben in het voor-bijgaan Albert Heijn om een reactie gevraagd: ja, het is daar uiteraard al bekend. Wat vindt AH er fijn aan? Dat er een kans is dat de koks iets maken uit… AllerHande, natuurlijk. En dat is ook meteen een bruggetje naar de vraag: kans of bedreiging? Het is zonder meer een kans voor de supermarktsector. Waarom? Niet omdat
De site van Thuisafgehaald, met een deel van Nederland. De icoontjes met de koksmutsen zijn de signa-len van mensen die koken, de anderen zijn van mensen die afhalen bij de koks. Het gebied van Thuisafgehaald omvat inmiddels geheel Nederland en een groot deel van Vlaanderen. De grootste concentraties icoontjes zijn in de grote steden te vinden. Dat komt waarschijnlijk niet alleen omdat daar meer mensen wonen, het kan ook te maken hebben met de mate van eenpersoonshuishou-dens in grote steden en de mate van jongeren en jongvolwassenen, die een verschijnsel als alternatief voor elkaar koken en eten afnemen eerder omarmen.
het meteen zeker is dat een thuiskok bij AH, Lidl, Jumbo of C1000 zijn waren heeft ingeslagen. Maar die kans is wel reëel. En inderdaad, de kans dat iemand nu niet naar de supermarkt fietst of rijdt voor een snelle maaltijd, doet de omzet geen goed. Maar Thuisafgehaald er is juist voor consumenten die geen goed antwoord hebben op de vraag ’wat eten we vandaag?’. Die kunnen bij een buurt- of wijkgenoot terecht. En zo is Thuisafgehaald een extra mogelijkheid om niet naar de patatkraam of afhaalchinees te gaan of de pizzakoerier te bellen. Het is een extra initiatief naast de trend ’thuis uit eten’. Nou, voor de volledigheid: we hebben die avond toch maar zelf gekookt. Gewoon pasta met gehakt en een sausje, sla erbij, klaar. En nee, niet gekookt voor de buren. Andere keer maar. ■
’Huisregels? Bied je maaltijd aan tegen kostprijs. Ga discreet om
met de gegevens van de kok’
28-29 Thuis afgehaald 29 07-03-2013 16:10:22
30FoodPersonality maart 2013
30 Heerebeek-Kiestra 30 07-03-2013 16:12:05
31FoodPersonality maart 2013
De twee van Emté...
...over de tien van Emté Sligro Food Group kwam een tijd terug met de melding dat het masterplan van Emté
niet gehaald was. Daarom gaan Kees Kiestra (op de foto links) en Johan van
Heerebeek er een klap op geven; het bedrijfsresultaat moet over drie jaar verdub-
beld zijn. Hoe? Emté moet de toekomstige kampioen lekker eten worden
Door: Ge Lommen Foto’s: Ingrid Bertens
De tien van Emté? Daar zijn er nog maar drie
van bekend, of eigenlijk vier. De chocoladebol,
de pasta van het merk Rummo en de biefstuk.
En we weten al dat het verse sinaasappelsap aan
de beurt komt, want dat heeft Sligro Food Group
al bekendgemaakt tijdens de presentatie van de
jaarcijfers in januari. De tien van Emté, dat zijn
de tien producten waarvan Sligro in de marke-
tingcommunicatie tegen de klant zegt: lekkerder
kun je het nergens krijgen. Die tien komen suc-
cessievelijk aan de beurt.
Het eerste wat je dan denkt: geweldig, concur-
reren op kwaliteit, kunnen we ons in de super-
marktsector ook maar iets beters voorstellen na
jaren van prijsdruk, promotiedruk en kruiwagens
vol voetbalplaatjes, wuppies en andere hyste-
rieprullaria? Een formule die met goed eten en
drinken wil scoren, wat willen we nog meer? Als
het goed is, hebben we over een paar jaar een
nieuw soort druk: kwaliteitsdruk. Druk op het
rendement van onderaf in plaats van bovenaf. We
schetsen hierbij alvast een soort Martin Luther
King-kruideniersdroom: supermarktketens die
nauwelijks winst kunnen maken omdat ze zulke
hoogwaardige voedselproducten moeten inslaan
om de concurrentie bij te houden dat het bijna
niet meer te betalen is… de inkoopkosten gieren
de pan uit. Maar zo ver zal het vast niet gaan.
Maar goed, uitgedroomd. De tien: superlekkere
chocoladebollen, toppasta van het merk
Rummo, uitstekende biefstuk… wat doe je met
die andere 11.990 items van een Emté? En wat is
dat baanbrekende loyaliteitsprogramma waar
Sligro het over had? En hoe moeten we dat zien
als het erom gaat dat Emté in 2015 een ebita
(winst vóór rente, belasting en amortisatie) in %
van de omzet van 2,5 tot 3,0% wil behalen en een
ebita op netto geïnvesteerd vermogen van 15%,
terwijl de cijfers nu respectievelijk 1,4% en 5,7%
zijn? En kun je eigenlijk wel concurreren op
kwaliteit, dat in tegenstelling tot prijs zo subjec-
tief en persoonlijk is?
Vragen genoeg dus, voor commercieel direc-
teur Johan van Heerebeek en operationeel
directeur Kees Kiestra. Zij zijn wel en niet de
opvolger van Johan Pardoel. Ze zijn dat níet,
omdat Sligro heeft besloten na het vertrek van
Pardoel uiteindelijk geen nieuwe directeur
food retail aan te stellen. Maar omdat er ‘geen
nieuwe Pardoel’ komt, zijn zij juist wél de
nieuwe leidsmannen van Emté, ook al omdat
zij tot de groepsdirectie van Sligro Food Group
zijn toegetreden.
Te weinig omzet per m2
We gaan we eerst terug naar januari, toen
Johan van Heerebeek en Kees Kiestra tijdens de
presentatie van de jaarcijfers bekendmaakten
dat het masterplan van Emté niet gehaald was.
Dat masterplan, kind van Pardoel, bestond
uit een aantal doelen om de formule Emté op
orde te krijgen. De derving moest onder een
bepaalde percentage komen, formule-eenheid
in de vestigingen, Golff-ondernemers moesten
opgaan in Emté, brood, vlees, kaas moest in be-
diening bij een bepaalde omzetgrootte etc., etc.
Looptijd: 2009 tot en met 2012. Van Heerebeek
en Kiestra meldden welke doelen er niet bereikt
waren:
* De weekomzet per m2 is te weinig. Emté heeft
er een van € 132, terwijl formules als Jumbo
en Albert Heijn een weekomzet rond de € 180
hebben.
* De kosten zijn beduidend hoger dan de con-
currentie (daar kregen we geen cijfers van).
* Het aantal Emté’s met een omzet van minder
dan € 125.000 is te groot. Sligro sprak van een
te lange staart van minder draaiende winkels,
met name in Twente waar in 2011 de keten
Sanders werd overgenomen en tot Emté werd
omgebouwd.
* De naamsbekendheid en de merkidentiteit van
Emté zijn nog niet goed genoeg, met name in
Twente. Hangt uiteraard samen met het vorige
punt.
* En er waren die twee percentages, de te lage
winstmarge op de omzet en het te lage rende-
ment op het vermogen.
Een vervolgplan werd uit de doeken gedaan: zes
bouwstenen.
* drie groeistenen: loyalty, uniek assortiment en
merkbouw.
* drie verstevigingsstenen: back-office op orde,
category management en operational excel-
lence.
Waardoor Emté dus in 2015 3% of meer marge
op de omzet moet maken en 15% rendement op
het vermogen.
Moeten we er nu al aan gaan denken dat als dat
niet lukt, directievoorzitter Koen Slippens in
2015 de stekker uit Emté trekt? Nee, dat niet.
Maar we weten natuurlijk nooit wat er in de
consolidatieslag gebeurt, bovendien heeft
Slippens duidelijk laten weten dat hij het jam-
mer vindt dat C1000 is gekocht door een andere
familie uit Veghel dan de familie Slippens en
andere Sligro-aandeelhouders.
Gaat alles nu slecht bij Emté? Nee. De omzet
van Emté over 2012 was € 833 miljoen. Behaald
door momenteel 130 Emté’s (100 filialen, 30
franchisers), de autonome omzetgroei was 2,7%.
Dat is nog altijd boven het marktgemiddelde.
Om het maar eens van de andere kant te bena-deren; waar maken jullie je eigenlijk druk om? Emté ís Sligro Food Retail, het doet een derde
30 Heerebeek-Kiestra 31 07-03-2013 16:12:07
32FoodPersonality maart 2013
van de omzet Sligro Food Group. De formule groeit meer dan het marktgemiddelde, het maakt alleen te weinig rendement en winst. Of is het mislukken van het masterplan een groot echec?Van Heerebeek: “We moeten reëel zijn, het mas-
terplan is niet gehaald. Het zou niet goed om
dit te camoufleren of als detail af te doen. Sligro
is beursgenoteerd, dus we kunnen ons geen
formule veroorloven die ondermaats presteert.
Dat kunnen we tegenover de franchisers niet
maken en ook niet tegenover de aandeelhouders
van Sligro Food Group. En niet tegenover de
consument, we hebben de plicht relevant te zijn
voor de consument.”
Kiestra: “Ja, we móeten wel. We hebben de
markt drie jaar geleden beloofd op een bepaald
niveau te opereren. Dat is niet gehaald. Dan heb
je gewoonweg de plicht om dat te herstellen of
verbeteren.”
Wat is nu eigenlijk dat loyaliteitsprogramma waar jullie het over hadden en waar jullie van zeiden: dit moet alle andere loyaliteitsprogram-ma’s verslaan? Kiestra: “Dat is er nog niet, dat heb je nog niet
gezien. Daar komen we pas eind dit jaar mee.”
Op tv zien we nu ene Peter. Man, klant van Emté: die de kijker moet uitleggen wat er goed is aan Emté. Die blijft voorlopig?Van Heerebeek: “Die blijft voorlopig.”
Heeft deze Peter al een aantoonbaar effect gehad voor jullie?Van Heerebeek: “Omdat we beursgenoteerd zijn,
kunnen we nu niet alle details bekendmaken.
Maar neem van mij aan dat we geen spijt hebben
van deze marketinginvestering.”
Emté op tv, een onderscheidender assortiment, er komt een loyaltyprogramma en veel acties, zoals de Fifty-Fifty-weken. Dat zijn investerin-gen in de formule. Maar tegelijk roept Sligro Food Group over zichzelf af dat het resultaat van Emté beter moet. Waarom zeggen jullie niet: we investeren in Emté en een resultaatsverbetering stellen we even uit? Dat lijkt realistischer.Kiestra: “Nee, zo willen we het niet zien. Ten
eerste ga je dan voorbij aan het belang van stake-
holders zoals franchisers en aandeelhouders. De
verhouding tussen omzet en kosten moet beter.
We sleutelen dus aan de omzetkant en tegelijk
aan de kostenkant.”
Van Heerebeek: “Bovendien moet dat elkaar
versterken. Als je je omzet weet te verbeteren,
worden de kosten in verhouding tot die omzet
beter, zelfs als die kosten gelijkblijvend zijn.”
Waarom zijn die kosten zo hoog vergeleken met de concurrentie? Het zou om derving en loonkos-ten gaan.Kiestra: “De derving is gewoonweg een kwestie
van strakker aansturen. Bovendien, als je meer
verkoopt, zeker in vers, gaat je derving omlaag.
Maar we hebben ook extra kosten die inherent
zijn aan de formule. Brood, vlees en kaas zijn
vanaf een bepaalde omzetklasse in bediening.
We hebben echte slagers in huis en dat willen
we vooral zo houden, omdat die mensen een
hoeksteen zijn in onze strategie om hoogwaardig
en ambachtelijk eten te verkopen. We moeten
het alleen nog beter uitvoeren. We moeten beter
afstemmen hoeveel uren een slager maakt, bij
welke omzet en bij welke winkel. We moeten
meer modulair bouwen in de formule, betere
producten en mensen inzetten in verhouding tot
de omzet, een omzet die moet groeien dus. We
zijn vorig jaar uitgeroepen tot de klantvriende-
lijkste formule, we doen al jaren mee in de strijd
om de beste versformule. Met die wapens staan
we sterk in de concurrentiestrijd.
En we moeten ook kijken hoe we in de verschil-
lende marktgebieden opereren. Vlees is een
speerpunt binnen de formule, en vlees was ook
een speerpunt bij Sanders in Twente. Maar als
je in een marktgebied opereert waar bijvoor-
beeld een C1000 is gevestigd, die ook vlees als
speerpunt heeft, moet je wel goed je onderscheid
bepalen.”
Die tien van Emté: laat ik eens beginnen met chocoladebollen. Waarom heten die niet gewoon Bossche bollen?Van Heerebeek: “Omdat dat in Twente en Zeeland
niks zegt. Die noemen ze daar niet zo. Daar
heten ze moorkoppen, maar dat is eigenlijk ook
weer ander gebak: een chocoladebol met een toef
slagroom erop. Dus zochten we een benaming die
voor iedereen duidelijk zou zijn: chocoladebollen.”
‘Sligro is een snoepwinkel, waar we uit kunnen putten’
30 Heerebeek-Kiestra 32 07-03-2013 16:12:11
33FoodPersonality maart 2013
En dan volgt pasta van het merk Rummo. Emté is een versformule, jullie willen graag in vers scoren en in vers kan een formule zich ook beter onderscheiden. Waarom dan dat zakje pasta?Van Heerebeek: “Omdat we ons met dat Rummo-merk juist ook goed kunnen onderschei-den. Het is uitstekende pasta, van een Italiaans topmerk, dat in Nederland alleen Sligro in huis heeft. Ik geef zonder meer toe dat de Nederlandse consument vaak een flinke berg saus met bij-voorbeeld gehakt eroverheen doet, waardoor die kwaliteit niet meteen opgemerkt wordt. Maar dan nog, het smaakonderscheid is er. En daarbij, we willen zeker niet dat alleen maar versartikelen tot die tien van Emté gaan behoren. We willen juist uit het hele assortiment putten.”
En dan komt de biefstuk.Van Heerebeek: “Ja, want ook onze biefstuk is van een absolute topkwaliteit. Het is biefstuk van het runderras Blonde d’Aquitaine, het zijn onze eigen runderen uit onze eigen keten, ze leven en eten precies zoals wij dat willen. En aangeboden door onze eigen vakslagers.”Kiestra: “Bij die tien van Emté moet dit duidelijk zijn; uniek assortiment is een van de bouwste-nen van de formule. We kúnnen ook een uniek assortiment bieden, want een deur naast Sligro Food Retail zit Sligro Food Service. Met tal van producten van uitstekende horecakwaliteit.” Van Heerebeek: “We noemen dat een snoepwin-kel, waar we uit kunnen putten. Eigenlijk hebben we dat in het verleden veel te weinig gedaan en als we het al deden, maakten we het de consu-ment niet duidelijk genoeg. Dat hebben we veel te weinig opgespeeld.”
Hoe zorg je er nu voor dat de Emté-klant, en wellicht ook de klant van concurrerende ketens, die eens bij Emté komt snuffelen, ook thuis merkt dat het zo lekker is?Kiestra: “We testen uiteraard elk product en kij-ken of het ook echt onderscheidend beter smaakt dan de soortgelijke artikelen van de concurren-ten.”
Tien, lekker rond getal en tien associeert ook: uitmuntend, foutloos. Maar als Emté nu zo’n 12.000 artikelen heeft, is tien dan niet veel te weinig?Kiestra: “Natuurlijk hebben we dat ook beseft, maar we hebben besloten dat tien een goed getal is. Meervoud en eenvoud. En we hebben de tijd.”Van Heerebeek: “Less is more is hier van toepas-sing. We hebben dit ook in de folder doorge-voerd. Voorheen hadden we zo’n 85 artikelen in de weekfolder. We zijn naar 60 gegaan. Dat maakt het overzichtelijker. En bij een actie als de
Fifty-Fifty-weken al helemaal: vijftig artikelen voor vijftig procent van de prijs.”
En als die tien van Emté allemaal bekend zijn, dan beginnen we weer van vooraf aan met de chocoladebol? Kiestra: “Nee, deze tien zijn de tien voor dit jaar. Sommige daarvan zullen ook volgend jaar deel uitmaken van de tien. Dus dan volgen ook andere. Maar meer willen we daar nu nog niet over kwijt.”
Jullie hebben zo’n wit-groene kast in de winkels staan, met tien artikelen waarvan de resterende nog niet bekend zijn. Maar het zijn er dus veel meer.Kiestra: “Ja, maar die vindt de klant nu nog niet in de winkel. Dat zijn producten die we nog in die zogezegde snoepwinkel van Sligro gaan halen. Die komen nog. We zullen uiterst scherp en kritisch kijken naar wat voor producten dat gaan worden. Dat moet door verschillende categorieën heen zijn, de kwaliteit moet onovertroffen zijn en het moeten producten zijn die geen absolute niche zijn, maar dagelijkse aankopen, weekendaankopen of ver-wenmomenten.”
Nu is concurreren op kwaliteit zonder meer an-ders dan het jarenlange prijsbeuken van iedereen, maar toch: zodra de concurrentie opmerkt dat de assortimentshelden van Emté écht wat gaan doen in de markt, gaan ze Emté nadoen – en ben je dat onderscheidend vermogen kwijt.Van Heerebeek: “Nee, dat gaat niet zomaar. Nie-mand kan zomaar onze chocoladebollen kopiëren, die we vers in de winkel produceren. Dan moet je een forse ingreep in de operatie en de presen-tatie van je assortiment in gang zetten. Het geldt ook voor die biefstuk. Ik zei al: een uitzondering daargelaten heeft geen concurrent momenteel zo’n goede malse biefstuk. Wij hebben daar een eigen afzonderlijke keten voor. Bovendien zijn het pro-ducten met een verhaal, dat kunnen we de klant duidelijk maken. En dat gaan we doen ook.”
Een uitzondering daargelaten… Dat is Coop? Ook Blonde d’Aquitaine?Van Heerebeek: “Dat wil ik nu maar eens in het midden laten. Ik wil ook niemand te kort doen.”
Ook een van die tien: het sinaasappelsap, dat je als klant door middel van een pers in de winkel zelf perst. Dat zie je al enkele jaren bij Plus, Deka-markt heeft het sinds kort al en ook ondernemers en franchisers van verschillende formules hebben die pers met flessen in hun supermarkten staan. Dat is niet onderscheidend. De anderen zijn Emté zelfs voor…Van Heerebeek: “Het gaat niet om het persen,
maar om het beste sinaasappelsap. Emté gebruikt Spaanse sinaasappels van Bollo, een exclusieve leverancier van Sligro Food Group. Ze zijn op kwaliteit geselecteerd. De sinaasappels die wij willen, groeien boven in de bomen, die krijgen meer zon dan de sinaasappels onder aan de bomen. Dat is een kwaliteit die je bij andere niet kunt krijgen. Ook weer een kwaliteitsproduct uit de snoepwinkel van Sligro, en met een verhaal dat we de klant kunnen vertellen.”Kiestra: “Met deze assortimentscampagne gaan we dus langdurig aan de slag. Je hebt tijd nodig om de klant aan je te binden aan de hand van je assortiment. Dat geldt voor bestaande klanten en nog meer voor nieuwe klanten die eens een keer bij Emté boodschappen zijn gaan doen en wel openstaan voor ons aanbod, maar nog geen vaste en overtuigde klant zijn. En we gaan er ook intern mee verder, in die zin dat we al onze 6.500 medewerkers hebben gevraagd wat hún favoriete product is. Zo kweek je enthousiasme en bekend-heid van de campagne bij de achterban. Ook de medewerkers moeten zich ervan bewust zijn. Het moet echt gaan leven in de organisatie.”
Ik heb tot nu toe de chocoladebollen, de Rummo-pasta en de biefstuk voorbij zien komen. Mogen we de resultaten hiervan weten?Van Heerebeek: “In de week dat de chocola-debol als de eerste van de tien van Emté in de schijnwerpers stond, hebben we 50% meer ervan verkocht dan het omzetrecord tot dan toe. En de biefstuk: die was in de actie rond de kerstdagen, 500 gram voor € 5,99. Maar we herhaalden deze actie als onderdeel van de tien van Emté, na die week verkochten we 60% meer biefstuk dan tijdens de kerstactie. Dat illustreert dat de Emté-klant het goed oppakt.” Kiestra: “Als je kijkt naar de positioneringsverschillen van de formules in het concurrentieveld: stel, je pakt de GfK-zomer- en -kerstrapporten erbij, dan komt het erop neer dat we weg willen van die eeuwige dimensies van prijs en service. We willen assortimentskwa-liteit meer profileren , als een groter aspect van formuleverschillen. We gaan niet over één nacht ijs. En we zullen ongetwijfeld hier en daar nog moeten bijsturen op punten die we nu nog niet zien. Maar Emté gaat hoe dan ook een scherper profiel krijgen.” ■
‘Niemand kan zomaar onze chocoladebollen kopiëren’
30 Heerebeek-Kiestra 33 07-03-2013 16:12:13
34FoodPersonality maart 2013
Discussie: ‘de warme maaltijd’ & de supermarktomzetDoor: Pascal Kuipers Foto’s: Jan-Willem Houweling
De maaltijdenverkoop in de toekomst
In Amsterdam is er sinds kort de trendy gerechtenwinkel Bilder & De Clercq.
Zou die ook levensvatbaar zijn in Hoorn, Ommen of Valkenswaard? Ja, want de
consument is op zoek naar maaltijdideeën, zegt de een. Nee, de consument wil
gewoon snel wat te eten hebben, zegt de ander. Wat is waar? En wat houdt dat
voor de branche in?
Dit Kookcollege, bij Smulweb, in Amersfoort, is een uitgelezen locatie voor een
discussie over de warme maaltijd. Het onderwerp vormt met € 8 miljard omzet
de ruggengraat van de supermarktomzet. Een discussie met tal van tegenstellin-
gen. Tussen grote stad en provincie, grachtengordel en goegemeente, trends en
traditie. En tussen jong en oud, want volgens trendwatcher Anneke Ammerlaan
erkennen jongere generaties meer de waarde van voeding en hechten ze meer
belang aan de bereiding, terwijl hun ouders meer met prijs bezig zijn.
Zolang de Nederlandse supermarkten tot op de dag van vandaag vooral op prijs
gericht zijn, krijgt een formule als Bilder & De Clerq een kans - ook recht tegen-
over een Albert Heijn. Want, zegt Ammerlaan: ‘Supermarkten en hun toeleveran-
ciers hebben geen langetermijnvisie.’
Een levendige discussie, daar bij Smulweb. De deelnemers zijn het vaak niet met
elkaar eens. Zo stelt Smulweb-gastheer Michiel Slegt dat de consument tegen-
woordig inmiddels wel tien of elf recepten uit z’n hoofd kent. Nee, maar vijf nog,
stelt Nestlé’s Danny van den Burg even later.
Een discussie met (op de foto v.r.n.l.):
Kalfsvlees
-
college in Amersfoort.
34-37 Discussie 34 07-03-2013 16:13:20
35FoodPersonality maart 2013
Gé Lommen (FoodPersonality): “Eerst even de
cijfers: hoe groot is ‘de maaltijdenmarkt’ en hoe
ontwikkelt die markt zich?”
Danny van den Burg (Nestlé): “Volgens Nielsen
gaat het hier om ruim € 8 miljard. Daarmee
omvat de warme maaltijd een vierde van de
supermarktomzet, een enorm deel. Vandaar ook
dat de omzet zich vergelijkbaar ontwikkelt als
de totale markt. Dus lichte groei. Daarbinnen
vinden wel opvallende verschuivingen plaats.
Mensen hebben minder tijd om te koken. Van-
daar dat gemaksproducten die de consument
oplossingen bieden en tijdwinst opleveren, meer
in trek zijn.”
Alwin van den Berg (Vandemoortele): “Is er wel
groei? Als mensen minder uit gaan eten en meer
voor luxe thuis kiezen, stimuleert dat weliswaar
de omzet, maar we zien downtrading in de re-
tail: de bestedingen staan onder druk. Ik verbaas
me erover hoe weinig Nederlandse consumenten
aan de avondmaaltijd besteden.”
Michiel Slegt (Smulweb): “Mensen zoeken ook
op internet inspiratie. Op dit moment kent de
consument gemiddeld elf recepten uit het hoofd.
Dat is al veel gevarieerder dan vroeger, toen er
meestal karbonaadjes en gekookte aardappelen
op tafel werden gezet.”
Anneke Ammerlaan: “Supermarkten en merk-
artikelfabrikanten denken te veel in termen van
‘maaltijden’. Liefst de gezinsmaaltijd voor vier
personen en wat dat dan moet opleveren. Steeds
meer mensen, met name jongeren, denken niet
in maaltijden, maar in momenten. Wie eet wat
op welke momenten? En niet alleen het tradi-
tionele gezin, maar ook de groeiende aantallen
één- en tweepersoonshuishoudens. Daar moeten
retailers en producenten veel meer van uitgaan.
Verder hebben jongeren tegenwoordig veel meer
kennis van voeding. Vroeger grepen mensen
terug op de traditionele voedingsgewoonten die
ze van huis uit hadden meegekregen zodra ze
zelf kinderen hadden. Dat is tegenwoordig heel
anders.”
Van den Burg: “Daar ben ik het niet mee eens.
Zodra er kinderen komen, zie je dat de traditio-
nele maaltijd van aardappelen, vlees en groente
aan belang wint. Misschien kiezen die consu-
menten dan wel wat vaker voor gemak, dus de
aardappelen gebakken in plaats van gekookt.
Puur uit tijdwinst.”
Ammerlaan: “Het gaat niet om tijd, het gaat om
gedoe. Dat is wat de consument wil. Geen tijd-
winst, maar minder handelingen, minder gedoe.
Dat is een andere kijk op convenience.”
Rik Teran (Plus Retail): “Ook bij Plus zien we een
trend naar meer aandacht voor koken, maar dit is
nog een hele kleine groep. Traditionele gerechten
vormen de bulk van de business. Dit betekent
eenvoudige maaltijden in combinatie met allerlei
verpakte kruidenmixen. Nasi, bami, macaroni en
spaghetti zijn nog steeds de meest voorkomende
keuzes.”
Henk Janmaat (Van Tol Retail): “Ik zie een twee-
deling. Een klein deel van de Nederlandse bevol-
king, zoals veel bewoners van Amsterdam, zijn de
voorlopers. Wellicht dat daar de trends ontstaan,
zeker wat voeding voor directe consumptie be-
treft. Het grootste deel van de
Nederlanders denkt en doet echter nog steeds
heel traditioneel. En de handel stuurt deze klan-
ten in hun aankoopproces.”
Teran: “Maar zo sterk kunnen we helemaal niet
sturen. Het blijkt in de praktijk erg lastig om
klanten aan de recepten te krijgen.”
Ammerlaan: “Ik heb ooit onderzoek gedaan bij
mensen thuis. Daaruit blijkt dat mensen graag
beter en gevarieerder willen koken, maar ze
hebben handvatten nodig. Ze willen meer dan ze
kunnen en worden niet geholpen.”
‘Eten maken’ of kokenLommen: “Twee typen consumenten hoor ik hier
voorbijkomen: culinaire zoekers en routine-
kokers…”
Ammerlaan: “Dat kunnen ook dezelfde mensen
zijn: hangt af van het moment.”
Janmaat: “Mensen hebben het druk. Ze werken
vijf dagen per week en willen dan doordeweeks
een snelle en goede maaltijd. Om daarin te
voorzien heeft de handel nog wel wat stappen te
zetten.”
Van den Burg: “Er is behoefte aan inspiratie. De
meeste mensen kennen maximaal vijf gerechten
uit hun hoofd. Vroeger kenden ze er meer. De
winkelvloer moet inspiratie bieden.”
Van den Berg: “‘Iets te eten maken’ is een heel an-
dere beleving dan ‘koken’. Door de week maken
mensen iets te eten.”
Janmaat: “Het is de plicht van de handel om haas-
tige consumenten een goede maaltijd te bieden.
Doordat er zo veel gemaksvoeding is ontwikkeld,
neemt de kwaliteit af. De smaak gaat achteruit.
Neem die zakjes aardappelpuree. Als je daarvan
een stamppot maakt, krijg je toch een kwalitatief
veel minder resultaat dan wanneer je daarvoor
goede aardappels gebruikt.”
Slegt: “De massa is van het ‘eten koken’. Ze
hebben een leidraad nodig. Maar via internet
raken mensen meer vertrouwd met gerechten en
recepten.”
Oud of jongAmmerlaan: “Kijk nu eens hoe jonge ouders
omgaan met hun kinderen. Dat is een enorme
breuk met het verleden. Ze maken veel meer
dan hun ouders zélf eten voor hun kinderen. En
consumenten hebben steeds meer behoefte aan
gezonde voeding. Maar er komt zó wanstaltig veel
informatie op hen af! Al die signalen van de ge-
zondheidsindustrie maken mensen onzeker. Wat
er over linolzuur wordt gezegd. Of probiotische
yoghurt, die na een hype helemaal is verdwenen.
Dat is verwarrend.”
Patricia van Krieken (Stichting Promotie Kalfs-
vlees): “Als er nieuwe generaties van veel meer be-
wuste consumenten aankomen, met veel verstand
van voeding, betekent dit dan ook een einde de
Anneke Ammerlaan: …supermarkten presenteren
overdaad…
Henk Janmaat: …supermarkten hebben de plicht om
goede voeding te presenteren…
34-37 Discussie 35 07-03-2013 16:13:24
36FoodPersonality maart 2013
ondervoeding bij veel ouderen? Dat is een groot
hedendaags probleem.”
Ammerlaan: “Ik denk van wel. Er gaapt een
generatiekloof als het gaat om gezondheid en
eten, en het vertrouwen in voedingsmiddelen.
De generatie die tussen 1980 en 2000 is geboren,
kijkt veel kritischer naar voeding. Die beïnvloe-
den hun ouders. Die ouders hebben vaak niets
geleerd over maaltijdbereiding. De jongeren zijn
veel strenger over gezond eten. Daardoor zal er
de komende jaren veel veranderen.”
Vers of dkwLommen: “Krijgen we in de toekomst nog meer
vers in de supermarkten, ten koste van dkw?
Wellicht ook door de gezondheidsperceptie van
vers?”
Teran: “Het gaat om toevoegingen. Vers wordt
belangrijker, maar niet ten koste van dkw.”
Janmaat: “De handel wordt belaagd door de
industrie. Er is veel te verdienen met bereide
producten, in plaats van basisproducten. De
industrie is zeer volhoudend om deze producten
in de winkels te krijgen.”
Van den Burg: “Variatie is gezond. Wij stimule-
ren de versomzet via dkw. Ons merk Maggi is
de ‘partner to fresh’, door onze producten wordt
meer vers verkocht.”
Teran: “De industrie wil de consument variatie
bieden. Maar de consument is kritisch en laat
zich niet door de industrie sturen. Niet voor niets
is het zo lastig voor de industrie om te innove-
ren.”
Van den Burg: “Maar ook in de winkels gebeurt
er weinig. Bijvoorbeeld als het om slim groeperen
van vers en dkw gaat.”
Teran: “Dat is ook niet zo eenvoudig. Dkw en
vers zijn nog steeds twee verschillende werelden.
Ook is er geen verantwoordelijke in de winkel die
vers en dkw combineert. Daar gaat het mis. Het
drukt de productiviteit, dus iedereen richt zich op
zijn eigen verantwoordelijkheid. De agf-chef richt
zich op zijn eigen handel. Daar wordt hij tenslotte
op afgerekend. En de dkw-chef zorgt dat zijn
vulploeg de schappen op tijd vult.”
Janmaat: “Dat is vreemd. Je kunt toch een split-
sing aanbrengen en apart maaltijdcomponenten
bij elkaar op de winkelvloer presenteren?”
Slegt: “Bij Smulweb zijn we juist georganiseerd op
soort keuken: de Aziatische, Italiaanse, etcetera.
Dat kan toch ook in de supermarkt? Is zoiets al
eens getest?”
Teran: “Dat is niet te doen. Een Aziatische pre-
sentatie: met vlees en vis. Maar er zijn ook andere
keukens. Je kunt niet alles dubbel presenteren.”
Janmaat: “Het kan wel tot sterke resultaten lei-
den, zo’n dubbele presentatie.”
Teran: “Structureel kan het niet. Alleen actie-
matig. We bieden ook recepten aan, maar de
consument wil toch vooral zelf bepalen wat er
op tafel komt.”
Variatie of inspiratieAmmerlaan: “Consumenten vallen voortdu-
rend terug op dezelfde keuzes omdat er te veel
aanbod is. Supermarkten moeten veel meer
accenten leggen en klanten inspireren.”
Lommen: “In Duitsland kennen we de gerech-
tenwinkels van Kochhaus. Een vergelijkbare
formule is er nu in Amsterdam: Bilder & De
Clercq. Geeft dat aan waar het naartoe moet?”
Ammerlaan: “Een heerlijke winkel, Bilder &
De Clercq! Minder, maar beter aanbod. Grote
supermarkten hebben vaak te veel aanbod. De
overdaad aan keuze voelt niet goed. Kochhaus
heeft ook een beperkt assortiment, maar het is
wel érg gestileerd. Of dat werkt, weet ik niet.”
Van Krieken: “Een supermarktketen heeft zoiets
ooit geprobeerd. Vier maaltijdsuggesties per
dag, inclusief wijnen. Het werd geen succes. De
consument laat zich niet zo gemakkelijk sturen
om al die ingrediënten uit de presentatiebakken
te halen.”
Lommen: “Ik vermoed dat je nu de oranje-
generatie van C1000 bedoelt, die met een pilot
in Nuenen startte? Maar weten we wel of die
formulevariant dáárdoor mislukte of doordat
C1000 door de prijzenslag van AH in de ver-
drukking kwam?”
Ammerlaan: “Misschien was het voor die C1000-
klanten net iets te veel vernieuwing. Het kan zijn
dat de klantenkring nog nét te traditioneel is.”
Slegt: “Maar een nieuwe generatie groeit op. Die
gaat misschien niet eens meer naar de winkel en
laat alles thuisbezorgen.”
Ammerlaan: “Uit onderzoek blijkt dat con-
sumenten internet gebruiken om recepten te
zoeken voor producten die ze meestal al in
huis hebben. Dat is heel gericht zoeken. Je laten
inspireren over welke maaltijd te bereiden, is iets
anders. Daarvoor nemen veel consumenten nog
steeds een kookboek of een tijdschrift. Tv speelt
Rik Teran: …versartikelen dubbel presenteren, dat voert
te ver…
Danny van den Burg: …wat tijdwinst oplevert, is in
trek…
34-37 Discussie 36 07-03-2013 16:13:30
37FoodPersonality maart 2013
bij de traditionele consument een geringe rol.
Kookprogramma’s zijn voor hen entertainment.
Ik denk dat jongere mensen eerder afgaan op
wat ze tussen de bedrijven door aan informatie
opvangen.”
Kennis of gemakSlegt: “Neem een product als pannenkoekmix.
Waarom zou je dat kopen als je de ingrediënten
melk, eieren en bloem in huis hebt? Jonge genera-
ties weten dat en kopen die mixen niet meer zo.”
Ammerlaan: “Dat klopt. Jonge generaties hebben
veel meer kennis en daar moet je als industrie op
anticiperen. Dat gebeurt echter niet. Visie ont-
breekt, dus is het ook niet verwonderlijk dat veel
merkartikelen worden ingewisseld voor huismer-
ken. Ze bieden geen toegevoegde waarde omdat
ze met de veranderingen niks kunnen. Veel A-
merken hebben zó veel achterstallig onderhoud!”
Van den Burg: “Maar veel consumenten zijn nog
steeds traditioneel. Daarnaast neemt de arbeids-
participatie van vrouwen toe, dus iedereen is erg
druk. Daarvoor moet je als leverancier goede
oplossingen bieden.”
Ammerlaan: “Maar de supermarkt communiceert
alleen afzonderlijke producten. Mensen willen
door maaltijden geïnspireerd worden.”
Teran: “Maar er staan in de supermarkt al veel
meubels waar de ingrediënten voor maaltijden
bij elkaar liggen. Maar op wie is dat gericht? Op
gezinnen? Of op één- en tweepersoonshuishou-
dens? Het is niet consistent. Als het je als klant de
ene keer niet aanspreekt, loop je er de volgende
keer aan voorbij.”
Slegt: “Kennen jullie ‘Hello Fresh’? Dat is een
internetbestelservice voor maaltijden. Alles
klopt daaraan. Als klant krijg je de ingrediënten
in precies de juiste hoeveelheden stipt op tijd
thuisbezorgd. Inclusief receptenboekjes. Gemak-
kelijk te bereiden en gezond. Dit is de vorm van
de toekomst.”
Van den Burg: “Klinkt als een idee voor de grach-
tengordel…”
Janmaat: “Inderdaad. En de vraag is: maken ze
ook winst?”
Slegt: “Nee. Ze zitten nog in de investeringsfase.
Er is net een nieuwe investeringsronde geweest.”
Ammerlaan: “Toch werkt gerechten en recepten
presenteren goed. Het is weer helemaal terug:
niet de klant met overdaad verwarren, nee, één
recept of maaltijd goed neerzetten.”
Teran: “Wij doen dat al met ons ‘Zo Gecheft’-
meubel. Onze ervaringen daarmee zijn goed.
Maar het is moeilijk. Want voor welke doelgroep
bied je het aan? Gezinnen of kleine huishoudens?
Als klanten het niet meer interessant vinden en
de ondernemer blijft met de overschotten zitten,
dan verdwijnt dat meubel weer snel. En komt er
een actiemeubel voor in de plaats.”
Traditie of toekomstSlegt: “‘Thuis Afgehaald’ is ook zo’n alterna-
tief idee. Iemand kookt iets lekkers, in grotere
hoeveelheden, en meldt dat op thuisafgehaald.nl,
waarna buurtbewoners zich melden, het komen
ophalen en per portie de kok betalen. Zoiets ont-
staat vanuit de sociale structuur in buurten. Het
is zeer zeker geen gevolg van de crisis.”
Ammerlaan: “Het ook weer zo’n ontwikkeling die
supermarktorganisaties en hun leveranciers ertoe
moet aanzetten om na te denken over hun functie
in de toekomst. Zoals supermarkten nu opereren,
kan in de toekomst echt niet meer. Vergelijk het
met de restaurants van Van der Valk, die een vrij
traditionele klantenkring bedienen. Toch heeft
Van der Valk zich door de jaren heen mee-ont-
wikkeld.”
Van den Burg: “Als je het over beleving in de win-
kel hebt, dan vind ik die bordjes op de agf-afde-
ling met daarop de naam en foto van de boer of
tuinder die de groente heeft verbouwd, veelzeg-
gend. Dat geeft mij als klant meer beleving.”
Slegt: “En hoe ga je daar als Nestlé mee om? Dkw
is onpersoonlijk.”
Van den Burg: “Inderdaad. Lokaal een gezicht
krijgen is de uitdaging. Daar zoekt Nestlé ook
naar. Hoe dat het beste gaat, dat weten we nog
niet.”
Van Krieken: “Plus zou het moeten weten. Jullie
hebben het Gijs-assortiment, dat op de verpak-
king de leverancier aan de consument voorstelt.
Verkoopt dat beter?”
Teran: “Gijs is een label voor streekproducten.
Dat verhaal vertellen we op de verpakking. Bij
grote, internationale dkw-merken is dat lastiger.”
Slegt: “Het gaat erom dat de consument wil weten
wat zij toevoegt aan haar eten.”
Van den Burg: “Dat is waar. Consumenten willen
weten wat erin zit. De achterkant van de verpak-
kingen wordt heel goed gelezen. Daar ligt ook een
kans voor supermarkten. Op internetsites is een
product minder goed leesbaar.”
Ammerlaan: “Als alle relevante informatie duide-
lijk en begrijpelijk op de verpakking staat, dan is
dat al transparant en is er al veel winst geboekt.” ■
Alwin van den Berg: …‘iets te eten maken’ is geen
koken…
Patricia van Krieken: …bij ouderen sprake van onder-
voeding…
Michiel Slegt: …jongere generatie koopt geen mixen
meer…
34-37 Discussie 37 07-03-2013 16:13:35
38FoodPersonality maart 2013
NESTLÉ EN DE AVONDMAALTIJD
Dkw als partner van versOp welke wijze spant Nestlé zich in voor de cate-gorie maaltijden?Danny van den Burg, manager category & chan-nel sales development: “Nestlé is ‘s werelds groot-ste bedrijf in voedingsmiddelen. Met het merk Maggi spelen we een grote rol in de avondmaal-tijd. Nestlé wil met de retailers verder kijken dan de categorieën waar we in actief zijn. We hebben in 2012 ons grootste shopperonderzoek ooit ver-richt, volledig op de avondmaaltijd gericht:‘Hoe koopt Nederland?’ Uit Nielsen data is gebleken dat de avondmaaltijd als categorie met een omzet van € 8,5 miljard de grootste ‘supercategorie’ in de supermarkt is en dat € 3,2 miljard hiervan wordt gevormd door dkw-categorieën. De totale avondmaaltijd groeit overeenkomstig de totale supermarktomzet, dus zo’n 1,5 procent.”
In welke categorie is Nestlé actief? “Nestlé is met het merk Maggi vertegenwoordigd in de dkw-categorieën soep, maaltijdoplossin-gen, puree, jus en saus. De groeikansen van deze segmenten zoeken we in de combinatie met de verscategorieën agf, vlees en vis. Ons motto ‘een beetje van jezelf en een beetje van Maggi’ staat voor de inspiratie die wij de consument bieden om een smaakvolle, gezonde maaltijd op tafel te zetten.”
Wat zijn de marktgroeikansen binnen de avond-maaltijd? “Een consument koopt per shoppingtrip gemid-deld 2 à 3 maaltijden. En omdat een consument
niet meer bij één formule zijn inkopen doet, zal een extra maaltijd per shoppingtrip de groei stimuleren. Daarnaast liggen er kansen in de vergroting van de gemiddelde waarde van de avondmaaltijd. Dit kan bijvoorbeeld door con-sumenten te stimuleren voor elke avondmaaltijd de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid groente te kopen. De combinatie vers/dkw wordt nu voornamelijk actiematig ingezet. Nestlé heeft daarom het ‘Maggi Partner to Fresh’-programma ontwikkeld en stimuleert retailers met onderzoek en bewijs. Wij kunnen duidelijke groei-indexen laten zien, zowel in vers als in dkw, als beide wor-den gecombineerd. Verder leveren we de hard-ware om de gecombineerde presentatie in gang te zetten; rekjes om dkw bij agf te zetten, bakjes om dkw bij vlees en vis te presenteren en displays die actiematig ingezet kunnen worden. De eerste kleine stappen hoeven niet ingewikkeld te zijn.
Nestlé neemt met de inzichten uit het shopperon-derzoek graag de voortrekkersrol op zich. Als we met retailers rond de tafel zitten, richten we ons op het in samenwerking benutten van de groei-kansen in de supercategorie ‘Avondmaaltijd’.”
Hoe vertaalt Nestlé deze marktkansen in het productaanbod?“Iedereen wil graag gezond en dus gevarieerd eten. Maar de meeste shoppers kunnen slechts 1 tot 5 maaltijden uit het hoofd bereiden en met de Maggi-producten inspireren we hen om meer te variëren. Onze verpakkingen geven een recept en om van een mix of pakket tot een maaltijd te ko-men, voegt de shopper groente en vlees of vis toe, wat leidt tot een beter gevuld mandje. Daarnaast inspireren we de shopper bijvoorbeeld via Facebook en met de Maggi Kookstudio op tour-nee, die door het land trekt en kookworkshops met Maggi-producten geeft.”
Wat zijn de meest recente introducties?“In het najaar van 2012 hebben we Maggi ‘Vers idee voor Roerbaknoedels’ geïntroduceerd. De drie varianten van deze range hebben een sterke impuls aan het segment maaltijdpakket-ten gegeven. Deze lijn is nog beter ontvangen dan gedacht, we vervullen de behoefte naar meer variatie en een gemakkelijke maaltijd. Binnen 15 minuten heeft de consument een complete wokmaaltijd klaar. Met deze range is het ons gelukt om een nieuw soort maaltijd mainstream te maken en de drie varianten zullen zeker een vervolg krijgen. Onze succesvolle ‘Braadstomen’-range introduceerde al een nieuwe kookmethode en deze hebben we vorig jaar uitgebreid met de smaken ‘Kip Piri Piri’, ‘Gekruide Gehaktballen’ en ‘Zalm’. Verder hebben we in 2012 ook ‘Bouillon Kip minder zout, meer kruiden’ geïntroduceerd. Hiermee hebben we een belangrijke barrière voor het gebruik van bouillon weggenomen, zonder in te boeten aan smaak.” ■
Danny van den Burg, manager category & chan-nel sales development Nestlé culinary & drinks
Een KW-vers display van Maggi bij Coop
38 ADVO Nestle 38 11-03-2013 16:08:43
M A G G I
Verrassende variatie voor vollere winkelwagens
Kip Kerrie, Mediterrane Kip en Gekruide Varkensreepjes.
39 ADV 39 11-03-2013 09:20:19
VanDrie Group stelt hoge eisen op het gebied van dierenwelzijn.
De kalveren krijgen een gevarieerd menu. Naast kalvermelk wordt
ook ruwvoer en muesli verstrekt. De dieren verblijven in ruime,
lichte stallen. Door een geïntegreerd controlesysteem, Safety Guard,
kunnen we de kwaliteit en voedselveiligheid in alle schakels van de
kalfsvleesproductieketen garanderen. Onze zorg voor de kalveren
wordt vertaald naar een kwalitatief eindproduct. Kalfsvlees is door
haar fi jne structuur en malsheid een gewaardeerd stukje vlees.
Kalfsvlees is gemakkelijk te bereiden en laat zich prima combineren
met allerlei garnituren.
Altijd een vertrouwd recept voor heerlijke en verrassende gerechten.
KALFSVLEES
Gecontroleerde kwaliliteit in alle schakels.
www.vandriegroup.nl
40 ADV 40 07-03-2013 16:14:37
41FoodPersonality maart 2013
VANDRIE GROUP EN DE AVONDMAALTIJD
‘Transparantie en duur-zaamheid als marktkans’Op welke wijze spant de VanDrie Group zich in voor de categorie maaltijden?Patricia van Krieken, manager marketing & com-municatie: “De VanDrie Group is een Nederlands familiebedrijf dat met het verwaarden van het eerste kalf begon door Jan van Drie in de jaren zestig. Inmiddels is een van onze bedrijven hofleverancier en met meer dan twintig bedrijven wereldmarktleider op het gebied van kalfsvlees. Van Drie kalfsvlees is gemakkelijk te bereiden en eindeloos te combineren met andere producten. Het succes van het kalfsvlees komt mede doordat het product binnen alle eetculturen past. Jaarlijks slachten we circa 1,4 miljoen kalveren en meer dan 95% daarvan wordt over de hele wereld geëxporteerd. In Europa voorziet de VanDrie Group in 25% van de behoefte. We leveren aan de supermarktsector consumentenverpakkingen kalfsvlees, al dan niet gekruid en/of kant-en-klaar voor bereiding in de oven. Wij bieden retailers de garantie van optimale kwaliteit met Safety Guard, een uniek systeem van integrale ketenbeheersing dat door de meest geavanceerde controlesyste-men wordt begeleid. Die integratie vormt het perfecte antwoord op de constant veranderende wensen van de consument en de markt. De kalve-ren van de VanDrie Group komen uitsluitend van gecontroleerde bedrijven. We hebben ongeveer 1.200 kalverhouderijen, waar de kalveren in groepen worden gehuisvest in ruime en goed ge-ventileerde stallen met ruim voldoende daglicht.”
Wat zijn de marktgroeikansen binnen kalfsvlees? “Kalfsvlees is met zijn fijne structuur en verfijnde smaak een gewaardeerde delicatesse. Het past als light product dat weinig cholesterol bevat en rijk is aan vitaminen en mineralen helemaal in deze tijd. Bovendien voldoet ons kalfsvlees volledig aan alle eisen van de kritische consu-ment. We brengen de bijzondere kwaliteiten van gecontroleerd kwaliteitskalfsvlees dan ook op alle mogelijke manieren onder de aandacht van consumenten. Onder andere met winkelacties, receptuurontwikkeling en promotie-activiteiten. Voor tal van activiteiten wordt samengewerkt met winkelketens, de betere restaurants en opleidings-centra voor vlees en voeding.De VanDrie Group is een transparante organisa-tie; we geloven in openheid en maatschappelijk verantwoorde productie. Daarom hebben we een internetsite ontwikkeld, www.vealvision.com, waar alle informatie van de ontvangen partij kalfsvlees kan worden getraceerd. Ook kunnen onze afnemers via VealVision virtueel kennisma-ken met de kalverhouder, die voor het betrokken kalf verantwoordelijk is geweest. Daarnaast zorgen we ervoor dat de consument weet dat onze producten aan hoge eisen voldoen op het gebied van voedselveiligheid en dierenwel-zijn, dat wordt gewaarborgd door het Beter Leven kenmerk van de Dierenbescherming. Deze open-heid en transparantie zien wij als marktkansen, want voor retailers wordt het steeds belangrijker
om de consument duurzame en verantwoorde producten te bieden.” Hoe zien we deze marktkansen terug in het productaanbod?“Wij hebben door ons forse volume een breed assortiment en we zorgen voor tailormade-oplossingen, waarmee we specifieke wensen van klanten kunnen vervullen. We leveren kalfsvlees in diverse snitten en het wordt vacuüm verpakt, waardoor het tot wel 40 dagen goed blijft. Om de verkoop te stimuleren, zorgen we voor promo-tionele ondersteuning via de Stichting Promotie Kalfsvlees en voor duidelijke communicatie over de kwaliteit en de duurzaamheid van ons vlees.”
Wat zijn de meest recente introducties?“De VanDrie Group kent vier kalfsvleescon-cepten: VanDrie Controlled Quality Veal, het premiummerk Peter’s Farm, Friander en begin dit jaar hebben we Vitender geïntroduceerd. Vitender is een voorbeeld van maximale ver-waarding van kalfsvlees door duurzaamheid en innovatieve stalconcepten. De vezelrijke voeding en de optimale zorg voor de dieren komen tot uiting in de kwaliteit van het kalfsvlees. Het vlees heeft een onderscheidende structuur ten opzichte van het reguliere kalfsvlees. Het jonge rosé kalfsvlees – maximaal acht maanden oud – heeft een lichte bite en is mager. Dit product is gemak-kelijk en snel te bereiden en past uitstekend in de keuken van de moderne consument, die in weinig tijd toch een verantwoorde maaltijd op tafel wil zetten.” ■“Kalfsvlees past als duurzaam light product helemaal in deze tijd”
Patricia van Krieken: “Voor retailers wordt het steeds belangrijker om een duurzaam en ver-antwoord product te bieden” (foto: Jan Willem Houweling)
41 Advo Van Drie 41 08-03-2013 12:07:53
42FoodPersonality maart 2013
Bij Evelyn aan tafel
Door: Evelyn Günther Foto: Jan Willem Houweling
Je vertelde me in de aanloop naar dit gesprek dat je ouders een supermarkt hadden.Ja. Mijn vader heeft de bedieningswinkel van
mijn opa in Vlaardingen overgenomen en heeft
er een kleine supermarkt van gemaakt. Dat heeft
hij uitgebreid naar een eigen keten met tien
kleinschalige discountwinkels, ‘Ham de Treffer’.
En later werd het ‘Treffer Discount’. We hadden
voor hetzelfde geld nu Superunie-lid kunnen zijn,
maar dat is ‘m niet geworden.
Waarom niet?De winkels waren nooit meer dan 400 m2 vvo, te
klein voor een discountformule. Op een gegeven
moment heeft hij de winkels kunnen verkopen
aan Boon. Anderhalf jaar daarna is mijn vader
Albert Heijn-franchiser in Oudenbosch gewor-
den. Dat was een hele omslag, waar ik altijd veel
bewondering voor heb gehad. Dat hij in staat was
om vanuit z’n eigen toko met tien discount-
winkels te veranderen naar een Albert Heijn-
serviceformule op franchisebasis. Dat is heel wat
anders. En dat heeft hij heel goed gedaan.
Heb jij de winkel over willen nemen?Ik was nog te jong en de winkel groeide ontzet-
tend hard. Er werd een winkelcentrum gebouwd,
waar hij een nieuwe winkel kreeg. Eind jaren
negentig heeft mijn broer de winkel overgeno-
men. Dat heeft hij nog een paar jaar gedaan, de
zaak is inmiddels niet meer in handen van de
familie. Mijn vader is gestopt toen mijn broer het
overnam. Hij is gaan genieten van het leven, veel
gaan reizen met mijn moeder.
Maar wilde jij geen retailer worden?Jawel, daar was ik heel serieus mee bezig. Ik heb
mijn mmo gehaald en daarna de heao logistiek
met retailmanagement. Op het einde besloot ik
toch wat van de wereld te zien. Ik dacht: ‘Anders
zit ik vast aan één winkel, en ik wil toch proberen
wat breder te kijken.’ Ik ben naar Unilever gegaan
als logistiek operationeel planner bij Lever in
Capelle aan den IJssel. Na tweeënhalf jaar ben ik
naar sales gegaan. Na acht jaar bij Unilever ging
ik naar Nestlé, in Zwijndrecht, maar uiteindelijk
had ik niet zoveel affiniteit met diervoeding. Toen
werd ik gebeld om bij Unilever terug te komen,
maar dan bij Iglo. Daar heb ik tot 2006 gewerkt.
Toen Iglo verkocht werd, ben ik meegegaan met
Iglo.
Waarom ging je naar Santa Maria?Ik had moeite met de private equity-gedachte van
Iglo, in zoverre, de manier waarop dat aange-
stuurd wordt. Voor mij was een kleiner bedrijf
met net zo’n brede rol een perfecte combinatie.
Die kans kreeg ik bij Santa Maria, in 2010. Het
omvat ondernemerschap. In de beginfase had ik
Leo de Wit, degene die ik opvolgde, aan mijn zij-
de. Hij is nu in Zweden, dus nu moet ik het echt
zelf doen. Ik doe nu veel wat ik in al die jaren
ervoor niet deed. Bijvoorbeeld mensen aansturen,
category management en trade marketing, maar
ook marketing. Vanuit mijn salesbaan stuurde ik
altijd wel een of twee mensen aan, maar nu zitten
we met een clubje van tien mensen, verschillende
disciplines en internationaal. Ik heb een Engelse
baas gehad en een Noorse baas die in Schotland
woont en in Zweden werkt. Dat betekent ook dat
de aansturing anders is.
Wat vind je moeilijk?De uitdaging is om met het team grote stappen
te zetten en de teamgenoten mee te nemen in
mijn gedachtegang en waar we naartoe moeten.
We hebben een heel leuk en energiek team, met
verschillende persoonlijkheden, wensen en ambi-
ties. Ik moet zorgen dat we met z’n allen dezelfde
richting uit gaan en groei realiseren. Dat is best
wel wennen. Ik zie zo veel mogelijkheden tegelijk
en moet eigenlijk beter prioriteiten stellen. De
categorie Mexicaans is inmiddels een mooie
markt geworden. We noemen het ook geen niche
meer, het staat nu op € 47 miljoen en het groeit
met 10% per jaar. We boren nu ook de markt van
kruiden aan, waar natuurlijk wel al volop activi-
teit is. Daarnaast zien we goede mogelijkheden
om in Thaise maaltijden vorm te geven.
Mexicaans, Thais… jullie zijn een Zweeds bedrijf. Ja, een Zweeds familiebedrijf. Ons bedrijf heeft de
Tex-Mex-keuken in begin jaren negentig ‘ontdekt’.
De oprichters kwamen erachter dat deze keuken
op het gebied van kruiden een interessante markt
was voor Europa. Dat zijn ze ook enorm gaan
uitbreiden, ze hebben er veel in geïnvesteerd.
Inmiddels is het in Zweden ‘Friday taco day’.
Hoe hard werk je? Ik zit ‘s ochtends om zes uur in de auto en ik rij
zeven uur ’s avonds weer naar huis. Niet iedere
dag, hoor. Ik heb thuis een keer de afspraak ge-
maakt dat ik op maandag, dinsdag en donderdag
na de spits wegrij. Op woensdag en vrijdag ga ik
meestal tussen twee en drie uur naar huis. Dat
wordt wel steeds moeilijker, door alles waar we
mee bezig zijn.
Wat drijft jou zo voort?In ons bedrijf werken we met drie waarden, ‘stay
curious’, ‘grow together’ en ‘strive for excellence’.
Die laatste, die zit gewoon ín mij. Daarom wil ik
Evelyn Günther van People Select Executive Search interviewt managers uit de branche
over hun waarden/normen, werk/privé, uitdagingen/ergernissen en ‘leermomenten’.
Deze maand Arthur Ham, country manager Benelux bij Santa Maria.
42-43 Evelyn 42 07-03-2013 16:16:05
43FoodPersonality maart 2013
ook alle kansen oppakken. Mijn vader en moeder
hebben allebei altijd keihard gewerkt. Het ging
thuis ook altijd over de zaak. Als ik voor een
opdracht sta, dan stel ik alles in het werk om dat
af te maken.
Je hebt een broer en zus, zei je me. Zijn die ook de commerciële kant op gegaan?Ik heb een oudere zus die het onderwijs is inge-
gaan. En mijn broer heeft wel een tijdje de winkel
van mijn vader gerund, maar hij is nu chauffeur
op een ambulance.
Is kruiden verkopen dan wel belangrijk in het leven? Ik zie het niet als alleen ‘kruiden verkopen’. Ik
zie het als een bedrijf laten groeien en met het
team aan de gang gaan en mezelf daarmee laten
groeien. Dat vind ik leuk. Mijn doelgerichtheid
zorgt ervoor dat ik het op die manier bekijk. Ik
vind de dynamiek van de markt leuk.
Je bent 46. Nog 20 jaar. Heb je een droom voor die twintig jaar?Dat ik geen twintig jaar meer hoef.
Vind je het gek dat je nu pas op de helft zit? Ja. Daar moet je niet te lang over nadenken. Toch
is het goed om de langere termijn te plannen en
de regie te houden. Ik heb nog niet het eind-
plaatje voor mezelf kunnen bepalen. Maar ik heb
nog zoveel energie dat ik voorlopig nog lekker
door kan.
Heb je een droom?Nou, de droom om het eens een keer op een
andere manier aan te pakken, die is er ergens wel.
Maar niet concreet. Ik bedoel, zoals ik nu bezig
ben, met de uren die ik mezelf opleg, ga ik het
niet eens volhouden tot mijn 65e.
Wat zou je willen veranderen?Ik krijg veel energie van mijn werk, maar op
vrijdagavond gaan de luikjes wel vroeg dicht.
Doordeweeks ook wel eens, hoor. Ik zou best nog
wel tien jaar in deze richting kunnen werken,
maar ik moet wel iets veranderen aan de manier
waarop ik het doe. Als het lukt, ben ik voor meer
output en minder inspanning. Dat is waar we
naartoe moeten. We leveren veel, maar het kost
ook veel tijd en moeite voor de mensen. En daar
ben ik zelf debet aan.
Hoe kijk je tegen de handel aan?De sfeer tussen leveranciers en retailers is zake-
lijker geworden. Wij willen graag investeren in
de markt, in de groei van de categorie. Het is te-
genwoordig focus op bottomline-resultaten. Het
is prima als je dit jaar iets wilt investeren, maar
het moet ook dit jaar iets opleveren. Als je naar
de historie van Santa Maria kijkt, dan hebben wij
heel veel geïnvesteerd in de Tex-Mex-markt, en
daardoor is die categorie ook gigantisch gegroeid.
Lukt het om nu ook een positie in de kruiden-markt in te nemen? We hebben nu volledige distributie bij Emté.
Over het algemeen horen we positieve reacties.
Wat mooi is, is dat we van de consumenten
terughoren dat de kwaliteit erg goed is, met
name de molentjes. Wij werken vanuit een clean
label-gedachte: zo min mogelijk kunstmatige
toevoegingen bij de kruiden. De consument moet
wel wennen, bijvoorbeeld dat onze muskaatno-
ten in een potje zitten in plaats van in een zakje.
Daarom hebben mensen in eerste instantie even
moeite om het te vinden. De retailer kijkt mis-
schien op tegen ombouw van het kruidenrek,
maar onze visie is dat kruiden niet anders hoeven
te zijn dan de rest van dkw. Als je maar zorgt
dat het overzichtelijk blijft. Want waarom is een
zakje gehaktmix anders dan een zakje Knorr- of
Honig-mix?
Waar erger jij je aan?De rituele dans rondom jaargesprekken en
condities. Driekwart jaar doen we goed zaken
met elkaar als leverancier en retailer en dan
probeer je in één kwartaal de ander bij wijze van
spreken zwart te maken over dingen die allemaal
niet goed zijn gegaan of over condities. Of er
worden standpunten ingenomen die heel ver uit
elkaar liggen om maar ergens in het midden uit
te komen.
Hoe zou je dat dan willen?Ik besef dat het heel moeilijk is om dat te
veranderen, maar wat ik zou willen is dat we
samen kijken naar wat de kansen zijn, waar we
mogelijkheden zien. Ik zei het al eerder, als je ziet
dat we echt in een groeicategorie zitten en dat
de rendementen hoog zijn, dan moet je elkaars
tijd toch niet verdoen met het elkaar moeilijk
maken en bij wijze van spreken die laatste tiende
procent er nog uit willen persen. Die kun je drie
keer terugverdienen als je lekker doorgaat met de
business. Dat kan veel efficiënter.
Praat je daar ook over met retailers?Ja, maar daar krijg ik weinig reactie op, want ‘zo
gaat het nu eenmaal’. Er zit wel verschil in de
reacties en in de erkenning dat je met elkaar iets
moois aan het bouwen bent. Sommigen blijven
erg in het stramien hangen van hoe het met alle
leveranciers gaat. Het is wel prettig om te merken
dat er soms wel beweging in zit. ■
‘Mijn droom? Dat ik geen twintig jaar meer hoef’
42-43 Evelyn 43 07-03-2013 16:16:09
44FoodPersonality maart 2013
Receptenretailer Kochhaus wil Duitsland veroverenIn Amsterdam is sinds een maand Bilder & De Clerq operationeel (zie voor een im-
pressie blz. 59). Het is een Nederlands initiatief, van oprichters Diederik van Gelder en
Rogier Leopold. En die hebben dat van een Duitse formule, Kochhaus.
Door: Pascal Kuipers Foto: Jim Cordts
Nog geen maand nadat de eerste Kochhaus in
september 2010 van start was gegaan in de Ber-
lijnse wijk Schöneberg, verscheen er al een artikel
over in de New York Times. Een duidelijker
bevestiging dat hij trendsetter is, had bedenker
Armin Goo niet kunnen krijgen. Inmiddels telt
deze eigenzinnige foodformule zeven vestigingen.
Twee in Berlijn, vier in Hamburg en nog niet zo
lang geleden opende Kochhaus ook in Frankfurt
zijn deuren.
Het is allemaal snel gegaan met Kochhaus. Na de
eerste drie vestigingen in eigen beheer te hebben
geopend, is de uitbreiding verder gegaan via fran-
chising (zie kader blz. 46-47). Binnen afzienbare
tijd moeten er ook Kochhäuser openen in steden
in Midden- en vooral het welvarende Zuid-Duits-
land. Zo slaagt Goo en zijn Kochhaus-team erin
om snel te groeien in de Duitse levensmiddelen-
markt die toch als zeer concurrerend te boek staat.
ReceptenretailerDe reden voor de groei is het feit dat Koch-
haus een uniek foodconcept is. Kochhaus is een
receptenretailer die op kleine vvo’s van zo’n 200 m2
opereert. Op 20 tot 25 tafels staan verschillende
recepten van voorgerechten, hoofdgerechten
en desserts. Twee recepten per tafel, waarop de
ingrediënten keurig geportioneerd verpakt staan.
Verse ingrediënten staan in een kleine koeling
naast de tafel. Prijzen en hoeveelheden zijn
duidelijk aangegeven, zodat de klant zelf de hoe-
veelheden kan bepalen al naar gelang het aantal
mensen dat zal aanschuiven. Ook op tafel: het
recept en de bereidingswijze. Twee van de regels
die Kochhaus aanhoudt, zijn dat de bereidingstijd
niet langer dan een uur mag zijn en dat de recep-
Een tafel met aan weerszijden van het bord twee gerechten. Compleet met alle ingrediënten en recepten. De koeling naast de tafel bevat de verse ingrediënten.
44-47 Kochhaus 44 07-03-2013 16:17:06
45FoodPersonality maart 2013
ten uit maximaal twaalf stappen mogen bestaan.
De recepten worden door eigen koks bedacht
en wisselen regelmatig. Er is altijd een keuze uit
vlees-, vis- of vegetarische gerechten. Daarnaast
kunnen de klanten wijnen en andere dranken
kopen, en een beperkt assortiment aan keuken-
gerei. Ook een onderdeel van de Kochhaus-bele-
ving: een kleine espressobar en de mogelijkheid
om een kookworkshop te krijgen, onder begelei-
ding van een kok. Zowel voor particulieren als
voor bedrijven.
Internet, bezorging, winkelOok op internet is Kochhaus aanwezig. Via
www.kochhaus.de kunnen klanten in de regio
rondom de winkels maaltijden bestellen die voor
€ 5,90 worden thuisbezorgd. Vóór 4 uur
’s middags besteld, betekent dezelfde dag nog
bezorgd, tussen 6 en 8 uur ’s avonds. Dit kan elke
dag, via een koerierlevering.
Het is niet duidelijk hoe groot die straal is
rondom een vestiging, waarbinnen het bedrijf
bezorgt. Het kan zijn dat Kochhaus dat niet
bekend wil maken omdat het min of meer speelt
of experimenteert met die afstanden. Stel, je bent
voor het eerst internetbesteller bij Kochhaus en
eigenlijk woon je tien kilometer te ver, wellicht
bezorgt het dan toch: om een nieuwe markt
open te breken, om in een marktgebied verderop
mond-tot-mondreclame op gang te krijgen.
Klanten kunnen bij Kochhaus ook een weekabon-
nement afsluiten voor twee, drie of vijf gerechten.
De prijzen die Kochhaus hiervoor rekent, zijn
inclusief bezorgkosten en de klant kan het abon-
nement op elk gewenst ogenblik direct beëindi-
gen. Dit zogeheten ‘zorgeloos-abonnement’ is een
slimme manier om klanten in de regio rondom
de Kochhaus-winkel met de maaltijden kennis te
laten maken.
Het informatiebord communiceert duidelijk de prijs per persoon en de benodigde hoeveelheden als je voor meerdere mensen kookt. De klant kan dus op maat inkopen en blijft niet
met de resten zitten.
In een schap presenteert Kochhaus een extra selectie aan dranken, kruiden en ingrediënten.
44-47 Kochhaus 45 07-03-2013 16:17:10
46FoodPersonality maart 2013
Hoewel Kochhaus nu nog beperkt is tot drie
Duitse steden, kunnen alle Duitsers met Koch-
haus kennismaken. Ook dit is een doordachte
manier om het merk bekendheid te geven. Want
Kochhaus heeft de ambitie om de formule lande-
lijk uit te rollen. Zo bouwt Kochhaus via internet
aan naamsbekendheid, die later bij de uitrol van
winkels heel goed van pas komt.
Zelfs landelijk bestellen is mogelijk, iets waar je
je als Nederlandse food retailer toch bij achter
het oor krabt. Je zal maar winkels in Berlijn,
Hamburg en Frankfurt hebben en dan een maal-
tijdbestelling in hartje Keulen moeten bezorgen.
Daarom gelden voor de landelijke bestelmogelijk-
heid beperkingen. Het kan ten eerste alleen op
donderdag en vrijdag. En ten tweede gaat het dan
via DHL en het standaardbedrag is dan € 5,90,
plus één euro per persoon en per recept voor de
verpakking en de koeling van de ingrediënten.
Kan deze bezorgdienst winstgevend zijn? Het lijkt
er niet op, zeker niet de landelijke service. Maar
Kochhaus gebruikt deze service naar alle waar-
schijnlijkheid als een instrument. Het kan aan de
hand van bestelpatronen nagaan waar veel bestel-
lingen vandaan komen en dat marktgebied is dan
voor Kochhaus een gebied waar een volgende
winkel kan worden gestart.
Jonge kwaliteitszoekersKochhaus is geen delicatessenwinkel, noch een
kookschool of een restaurant en al helemaal
geen supermarkt. ‘Eenvoudig zelf koken’ staat
bij Kochhaus in het logo en dat is de vaak jonge
clientèle van Kochhaus uit het hart gegrepen.
Trendwatcher Anneke Ammerlaan bevestigt dit
ook in de discussie over maaltijden in deze editie
van FoodPersonality (blz. 34 e.v.): de jonge gene-
ratie van na1980 heeft doorgaans meer aandacht
voor goede voeding dan de generatie waartoe
hun ouders behoren. De groep ‘millennials’, zoals
deze generatie ook wel wordt genoemd, kent veel
consumenten die bewust met voeding omgaan,
of anders gezegd: graag goed eten. Dat deze gene-
Kochhaus wil landelijk uitbreiden via franchising
Om te groeien zoekt Kochhaus franchisers. Een opening van een winkel vergt een investering van zo’n
€ 250.000, waarvan 20% door de franchiser moet worden ingelegd. Daarbij moet de franchiser een
eenmalig bedrag voor advies en scholing betalen, en een maandelijkse franchise-fee. Het is franchisers
toegestaan om meerdere locaties te exploiteren. Over de steden waar Kochhaus winkels wil openen, is
de Kochhaus-organisatie duidelijk. Vooral München heeft de interesse. Daar zijn tal van locaties interes-
sant, maar ook in middelgrote steden en in de drie steden waar Kochhaus al opereert (Berlijn, Hamburg
en Frankfurt), zoekt het naar winkels met zo’n 200 m2 vvo en 50 m2 voor additionele ruimte en opslag. De
ruimtes moeten licht zijn en minstens zes meter aan winkelraam hebben. Liefst op een hoeklocatie in een
hoogwaardig bestaand of nieuwbouwpand.
Op korte termijn wil Kochhaus nieuwe steden als vestigingsplaats toevoegen: Augsburg, Hannover,
Heidelberg, Münster, Neurenberg, Wiesbaden en Würzburg. Er spreekt uit deze lijst een duidelijke voorkeur
voor het relatief welvarende zuiden van Duitsland. Mannheim en zoals gezegd vooral München zijn ook
interessant voor Kochhaus. Net zoals de grote steden van het Ruhrgebied, met name Keulen en Düsseldorf.
Daar waar het in september allemaal begon: de Kochhaus in de Berlijnse wijk Schöneberg, waar een etnisch en sociaal
gemixte groep mensen woont, die voor Kochhaus een belangrijke karakteristiek delen: ze koken veel zelf en hebben
aandacht voor verse voeding.
Op deze tafel staan ook keukenbenodigdheden die Kochhaus in beperkte mate verkoopt. In dit geval pepermolens.
44-47 Kochhaus 46 07-03-2013 16:17:16
47FoodPersonality maart 2013
ratie aan belang wint, verklaart mede het succes
van Kochhaus en het ontstaan van vergelijkbare
internetinitiatieven zoals Hellofresh. Dit is een
van origine Duits receptenconcept met een logo
waarvan de vorm opvallend veel op dat van
Kochhaus lijkt, dat ook in Nederland opereert.
Ook Kruid & Druif (online) en offline uiteraard
De Bilder & De Clercq in Amsterdam, zijn mede
door dit nieuwe voedingsbewustzijn te verklaren.
Culinaire multi-cultiKochhaus-grondlegger Armin Goo (geboren in
1981) en zijn team zijn ook allen dertigers, die tot
deze jonge generatie van voedingsbewuste men-
sen behoren. Goo is een exponent van culinaire
multi-culti. Zoon van een Duitse moeder en een
Chinees-Amerikaanse vader, met een achter-
grond in… consultancy. Voordat hij Kochhaus
bedacht, werkte hij als consultant bij McKinsey.
Tijdens een verlof om een promotie-onderzoek te
doen over ondernemerschap nam hij het besluit
om de theorie in te wisselen voor de praktijk en
zijn idee van een receptenwinkel in praktijk te
brengen.
Kochhaus is eens te meer het bewijs dat innovatie
in food retail niet uit de hoek van de gevestigde
orde komt. Zodra retailers bang zijn om hun ei-
gen business te kannibaliseren, wordt creativiteit
in de kiem gesmoord. Een supermarkt zal niet zo
snel een revolutionair idee op de markt brengen
zoals dit. Zoiets komt van een nieuwkomer.
In het Verenigd Koninkrijk, bijvoorbeeld, is de
pure internetsupermarkt Ocado bedacht door
een groepje investeringsbankiers, zonder enige
ervaring in de food retail. Het levert een bedrijf
op dat sinds 2000 nog nooit winst heeft gemaakt
– het management verklaart trots dat de verliezen
elk jaar afnemen – maar dat wel een ultramoder-
ne infrastructuur heeft gebouwd om automatisch
orders te picken voor thuisbezorging.
Wellicht dat een consultant bij McKinsey op
bescheidener schaal denkt dan investeringsban-
kiers, want Kochhaus vereist minder inves-
teringskapitaal. En de basis is de winkel die
Kochhaus als een ‘begaanbaar receptenboek’
aanduidt. Anno 2013 kun je het ook een ‘begaan-
bare website’ noemen, want de bezoeker loopt als
een soort cursor door de winkel en hoeft geen
producten aan de klikken maar kan deze gewoon
pakken. Niets geen peperdure laatste kilometer
naar de klant waarmee Ocado worstelt en wat
Ahold en de meeste Franse retailers willen oplos-
sen met een netwerk van afhaalpunten.
Family groupingHet onderscheid zit hem in de positionering en
in de winkels. Kochhaus is family grouping in
Een nieuwe generatie winkels; levensvatbaar?
Door: Gé Lommen
De hamvraag voor de nabije toekomst is uiteraard: gaat Kochhaus in Duitsland landelijk opereren en
gaat het ook echt een succes worden? En dat geldt niet alleen voor Kochhaus in Duitsland. Wat kan de
Nederlandse supermarktsector verwachten van een winkel als Bilder & De Clerq?
De vraag is even relevant als het antwoord nietszeggend: het is koffiedik kijken.
Mainstream zal het voorlopig niet worden. Kochhaus bijvoorbeeld werkt met prijzen van 10 tot soms 13
euro. Maar de Aldi-klant is geen Kochhaus-klant.
Stel nu dat die goed boerende jongvolwassenen in de Duitse grote steden dit echt veelvuldig gaan ge-
bruiken. Wat dan? Zullen supermarktketens met een fullservicekarakter als Rewe en Edeka dit – al is het
maar uit defensieve concurrentie-overwegingen – ook gaan opzetten? Dat kan. Alleen zullen deze ketens
zeker in het begin niet het appèl op die groep grotestadsconsumenten hebben dat Kochhaus dan al
heeft, met kwalitatief hoogwaardig eten en drinken als kernwaarde. Die kritische groep jongvolwassenen
zal het snel doorhebben: ’Och jee, zij beginnen nu ook…’ Het zal niet als ’echt’ worden ervaren.
Aan de andere kant, het is wél goed voorstelbaar dat Duitse super-supermarktondernemers dit oppak-
ken en er soortgelijke culinaire en duurzame trekken aan toevoegen. We moeten dan vooral denken
aan Edeka-ondernemers als Heinz Zurheide. Door de mogelijke opkomst van Kochhaus zullen vooral
ondernemers als Zurheide zich uitgedaagd voelen. Zurheide als ijkpersoon; die in het Ruhrgebied ver-
schillende grote supermarkten exploiteert met imponerende versafdelingen en zeer tot de verbeelding
sprekende assortimenten, soms zelfs met zijn achternaam als merknaam voor vers. Als zulke mensen uit
de levensmiddelensector er een draai aan geven, wordt het voor Kochhaus wellicht al moeilijker om on-
derscheidend te zijn. Of: ze trekken samen op en laten de traditionele supermarkt op termijn achter zich.
Dat kan echter ook weer anders uitpakken, bijvoorbeeld als in de toekomst blijkt dat Kochhaus-klanten
uit principe graag levensmiddelen kopen die niet van een supermarktketen afkomstig zijn. Omdat de
supermarkt voor hen een blijvende onderkant-markt-associatie zal oproepen, Zurheide of geen Zurheide.
Maar ja, koffiedik, zeiden we - voor hetzelfde geld blijkt over enkele jaren Kochhaus in Duitsland en Bilder
& De Clerq in Nederland toegevoegd te kunnen worden aan de rij mislukte initiatieven die anders wilden
zijn dan de supermarktsector. Dat zou wel jammer zijn.
Of stel nu, er komt veel meer ruimte voor receptenformules. Stel, in Duitsland groeien ze op een gegeven
moment als kool. En dan treedt de verzadiging op. Dan komt in elke armetierige en haveloze winkelstrip
tussen een tapijtenboer en een computerrepateur een eetwinkel, en dan is de spanning eraf. Zoals
Starbucks in de VS vroeger fans had, omdat het klein was, en nu op elke hoek te vinden is en daardoor
geen verrassing meer teweegbrengt. En dan gaan die eetwinkels over elkaar heen buitelen in de strijd
om wie het goedkoopste is. Onderscheid weg? Prijzenslag. We zien de kreet al voor ons; bij ons betaalt u
geen twee euro voor een takje rozemarijn. Zoals het Duitse Mediamarkt al jaren buldert dat je toch niet
gek bent! Zoals supermarkten elkaar in de nek zijn gaan hijgen de laatste jaren. Dat zou nog jammerder
zijn. Smaakvolle initiatieven die in smakeloosheid eindigen.
optima forma. Alles om de klant van dienst te
zijn en om de kloof die nu vaak nog tussen re-
cept en bereiding gaapt, te dichten met gemak.
Want in principe kan iedereen ‘kalfslende met
zoete aardappelen en cocktailtomaten in een
uien-salievinaigrette’ op tafel zetten. Of ‘zwarte
tagliolini in een paprikaschuimsaus met gebak-
ken kruiden’. Alleen hebben ze daar een beetje
hulp bij nodig.
Als extra stimulans geldt dat dit alles met een
duurzaam – dus schoon – geweten kan worden
gegeten. Want de ingrediënten zijn zoveel
mogelijk lokaal ingekocht en waar mogelijk bio-
logisch. Bovendien zorgt de portionering ervoor
dat er geen voedsel wordt verspild. Ook dit sluit
naadloos aan bij de voedselbewuste generatie die
in duurzaamheid is geïnteresseerd. Jonge mensen
die nu en in de toekomst vooral in de stad wonen.
Vandaar ook dat Kochhaus de grote en middel-
grote Duitse steden opzoekt, en in de exploitatie
de balans zoekt tussen offline en online. Uiteraard
is het een niche. En je kunt je afvragen of het het
potentieel heeft om mainstream te worden. Feit is
echter dat dit laatste geen kritische succesfactor
is. Kochhaus is het bewijs dat het in de bakermat
van Aldi en Lidl mogelijk is om te groeien. Door
een onderscheidende propositie die de tijdgeest
aanvoelt. ■
44-47 Kochhaus 47 07-03-2013 16:17:16
48FoodPersonality maart 2013
DE NIEUWE AH’S EXC1000
Nog veel missiewerkvoor Albert Heijn
Door: Carst Vaartjes en Dave van Loon Foto: archief FoodPersonality
Met de overname van 82 winkels van Jumbo (78 C1000-winkels en 4 Jumbo-vestigingen) heeft Albert Heijn een wellicht beslissende voorsprong genomen op de concurrentie. Met de nieuwe vestigingen kan zowel bereik als marktaandeel van de marktleider belangrijk worden vergroot. Maar na de ombouw van de eerste C1000-winkels blijken de resultaten tegen te vallen. Bij meer dan de helft van de ombouwde winkels zou sprake zijn van een lagere omzet. Met name de Friese C1000-winkels zouden te kampen hebben met teruglo-pende omzetten. AH-topman Sander van der Laan reageerde eerder op de berichten door te zeggen dat de klanten van de ombouwde winkels gewoon nog moeten wennen aan de AH-formule. Wel gaf hij aan dat Albert Heijn meer dan voorheen per winkel maatwerk wil leveren als het gaat om inde-
ling, assortiment en promoties. Intussen neemt de ongerustheid onder de ondernemers van de nog om te bouwen C1000-winkels toe. Zij kun-nen zich geen omzetverlies permitteren, ook niet tijdelijk. De vraag is echter of de tegenvallende prestaties van de tot dusver omgebouwde winkels niet méér dan een kwestie van wennen is. FoodPersonality vroeg VisualFabriq, een nieuw bedrijf dat retailers en fabrikanten in staat stelt om zélf dynamische marktanalyses te maken, daarom om de ‘nieuwe AH’s’ van nu en straks onder de loep te nemen met hun Location Insights-model. Hiermee kunnen keuzeprocessen van consumenten met fijnmazige verzorgingsge-bieden op basis van de 450.000 6-cijferige postco-degebieden van ons land worden nagebootst. Het model voorspelt in wezen wie naar welke winkel
gaat en waarom. Carst Vaartjes, partner bij Visu-alFabriq: “We hebben in dit geval de verschillen geanalyseerd van vóór de overname, de huidige situatie en het eindbeeld als straks alle winkels zijn omgebouwd op basis van de profielen van mensen die binnen een straal van twee kilometer rondom elke betrokken supermarkt wonen. Zo kun je bepalen wat de directe verschillen zijn.”
Wie concurreert met wie?Om te beginnen schetsen we een totaalbeeld. Kijk je naar alle supermarkten in Nederland, dan kun je per formule de concurrentie in beeld bren-gen. Relevant is met name de concurrentie in de dichte nabijheid. Dat kun je visueel maken door middel van een zogeheten ‘heatmap’; hoe groter de nabijheid tussen de vestigingen van formules
De prestaties van de door Albert Heijn omgebouwde C1000-winkels vallen tot
dusver tegen. Uit een analyse op basis van een nieuw model dat keuzeprocessen
van consumenten nabootst, blijkt het probleem: in de nieuwe verzorgingsgebie-
den wonen te weinig uitgesproken AH-klanten.
Figuur 1: Lokale concurrentie tussen formules Figuur 2: Lokale concurrentie gecompenseerd voor aantal omwonenden
48-51 Vis.Fabric-Ammerlaan 48 11-03-2013 15:35:02
49FoodPersonality maart 2013
hoe groter de concurrentie en hoe donkerder (heter!) de kleur (zie figuur 1).Het is logisch dat supermarkten vaker concur-reren met de grotere ketens als Albert Heijn, C1000, Aldi, Jumbo en Lidl vanwege de lande-lijke spreiding van die ketens, maar er zijn wel verschillen tussen de diverse formules. Super-markten als Spar, Poiesz en Attent hebben wel sterke lokale profielen met minder concurrentie, maar wel in kleinere gemeenschappen. Ook valt er een een redelijk diagonale lijn te ontdekken: vestigingen van dezelfde formules zitten relatief dicht bij elkaar in de buurt.De mate van concurrentie moet echter wel worden gerelativeerd door deze te koppelen aan de hoeveelheid consumenten in de betrokken verzorgingsgebieden; meer concurrentie hoeft per saldo niet negatief te zijn als zich dit in een verzorgingsgebied met meer consumenten voor doet (figuur 2 bevat de heatmap gecompenseerd voor het aantal omwonenden). AH To Go heeft hier weliswaar een relatief hoge score, maar deze formule opereert voor een belangrijk deel in een andere markt, namelijk die van de ‘on the go’-consument. Andere super-markten in omringende verzorgingsgebieden zijn voor To Go minder concurrerend dan voor andere formules. En Albert Heijn mag dan als marktleider veel in zones zitten met een hogere concurrentiegraad, uit de analyse blijkt dat de formules van de Detailresult Groep (Dirk/Bas/Digros en Deka) en Nettorama het ongunstigst blijken te zitten qua verhouding tussen publiek en de hoeveelheid aanbod van concurrenten.
Extra bereik AH: 438.000Met de overname van de 82 winkels van Jumbo wint Albert Heijn behoorlijk in bereik en is straks voor bijna alle Nederlanders beschikbaar als een lokale optie om naar toe te gaan. De kannibali-
satie is beperkt omdat de meeste nieuwe winkels niet direct in de buurt zitten van bestaande AH’s. Anders gezegd: Albert Heijn heeft goed gese-lecteerd en veel witte vlekken ingevuld, terwijl Jumbo behoorlijk aan bereik verliest. Het aantal doublures tussen C1000 en Jumbo blijkt zo be-zien dus nogal mee te vallen. Nóg anders gezegd: doordat Albert Heijn in veel nieuwe marktgebie-den actief wordt, is de Albert Heijn-formule er nog relatief onbekend. Er liggen immers weinig Albert Heijn-vestigingen in de omgeving; de nieuwe winkels liggen als het ware in een soort missiegebied voor de AH-formule.Straks, als de hele ombouwoperatie voltooid is, zal pas echt blijken hoe het bereik, de lokale concurrentieniveaus en de totale marktaandelen zich tot elkaar verhouden. Dat geeft dan een goed inzicht in de relatieve aantrekkelijkheid van de formules in de betrokken verzorgingsgebieden.
Op basis van de prestaties van de omgebouwde winkels tot dusver blijkt de aantrekkelijkheid van de AH-formule vooralsnog minder te zijn dan door Albert Heijn gewenst.In figuur 3 (tabel en grafiek) heeft VisualFabriq de gevolgen voor het bereik van de overname in kaart gebracht. De winst voor Albert Heijn (437.980) en het verlies voor Jumbo (-388.870) zijn duidelijk zichtbaar.
Nieuwe AH’s versus bestaandeWat zou het verschil kunnen verklaren (in pres-tatie) tussen bestaande Albert Heijn- winkels en de overgenomen C1000s? En zijn deze C1000-winkels bijvoorbeeld ook anders dan de rest van de C1000-winkels van Jumbo?De hier geanalyseerde verschillen maken deel uit van een breder spectrum aan variabelen dat verklaart wat welke rol speelt in de keuzes van
Figuur 3: Verschil in bereik van verzorgingsgebieden door transactie
Overzicht van de aan Albert Heijn verkochte C1000-winkels (links) en de tot nu toe omgebouwde vestigingspunten op basis waarvan VisualFabriq de analyse heeft uitgevoerd.
48-51 Vis.Fabric-Ammerlaan 49 11-03-2013 15:35:17
50FoodPersonality maart 2013
consumenten: bijvoorbeeld in de stad maakt de afstand meer uit dan in een dorp waar men eerder met de auto naar een supermarkt gaat en parkeergelegenheid extra belangrijk is. Zij geven echter wel een goede indicatie van verschillen die de nieuwe winkels hebben ten opzichte van de standaardprofielen van bestaande AH-winkels.
Concurrentie van JumboOm te beginnen zitten de overgenomen C1000-winkels op plekken waar weinig kannibalisatie is met bestaande Albert Heijns. Ook is er relatief minder concurrentie met Aldi’s en C1000-winkels dan Albert Heijn- winkels doorgaans hebben. Wat de winkels die tot nog toe zijn omgebouwd tot Albert Heijn vooral veel meer hebben dan normaal is concurrentie van Jumbo! Zie figuur 4. Het veranderen van een formule kan voor lokale consumenten aanleiding zijn geweest om hun winkelvoorkeur te wijzigen en over te stappen naar de lokale Jumbo. Gezien het verschil in sfeer en aanbod tussen C1000 en Albert Heijn is dat
niet ondenkbeeldig. Overigens blijkt uit de analyse van de overgenomen winkels dat de C1000-winkels die nog over moeten minder last van concurrentie van Jumbo zullen hebben doordat Jumbo in de verzorgingsgebieden van de reeds omgebouwde C1000-winkels sterker aanwezig is dan in de resterende.Ook op demografische vlak zijn er verschillen: de winkels scoren iets lager in de 25-44 leeftijds-categorie doordat ze gemiddeld een ietwat ouder publiek hebben dan de meeste Albert Heijns (zie figuur 5).Daarnaast hebben de winkels een aanzienlijk lager gehalte aan alleenwonende singles dan doorgaans bij Albert Heijn (zie figuur 6)
Als we kijken naar de mensen, hun inkomen en de woonsituatie zien we dat de hoeveelheid mensen binnen de analyseradius niet veel afwijkt, maar wel dat AH-winkels normaliter klanten hebben met een iets hoger inkomen, duurdere huizen en –het grootste verschil- een veel stedelij-ker omgeving.
De door Albert Heijn overgenomen C1000-winkels hebben – zoals dat in onderzoekstaal heet - een significant ander profiel dan de huidige doorsnee Albert Heijn: de nieuwe winkels heb-ben relatief minder singles en meer gezinnen met kinderen. De mensen hebben ook een lager inkomen en wonen in een veel minder stedelijke
Figuur 5: Leeftijdsopbouw
Figuur 6: Gezinssamenstelling
Figuur 4: Verschillen in concurrentie voor de overgenomen C1000’s
Figuur 7: Mensen, inkomen en behuizing
48-51 Vis.Fabric-Ammerlaan 50 11-03-2013 15:35:32
51FoodPersonality maart 2013
AMMERLAANAnneke Ammerlaan, trendonderzoekster voor
voeding en consumentenwensen, beoordeelt
de branche op het evenwicht tussen goede
smaak en commercie.
E-mail: [email protected].
Het paardenvleesschandaal is nu wel weer uit het actuele nieuws weg-
geëbd, maar ik moet er toch nog iets over kwijt. Iets filosofisch. Omdat
iedereen uit de sector zegt: “We konden niet anders.” Is dat echt zo?
Dat ik het daar over wil hebben, komt omdat ik gefascineerd ben door
het boek ‘Het handwerk van de vrijheid’ van de Zwitserse filosoof Peter
Bieri, beter bekend onder zijn pseudoniem Paul Mercier: auteur van o.a.
‘Nachttrein naar Lissabon’.
De opdracht van de supermarkt om nog goedkoper te leveren, is
volgens de opvattingen van Bieri een gedwongen keuze. Wat is het
alternatief als je het niet doet? Dat je niet meer kunt leveren en ook het
personeel zonder werk komt? Zo’n gedwongen keuze komt altijd voort
uit een vorm van macht of misschien beter superioriteit. Dat maakt dat
de opdrachtgever ook schuld heeft aan de affaire. Supermarkten en
voedselfabrikanten kunnen wel hard roepen dat de overheid hard moet
straffen, maar dat is maar een verlegging van de kwestie. Dit is geen plei-
dooi voor fraude, integendeel, je hebt als opdrachtnemer altijd de keuze
om nee te zeggen. Misschien moet je dat maar eens doen.
Is de consument dan de dupe? In eerste instantie lijkt het wel zo. Zij wist
er toch niet van en had er geen invloed op. Ook hier speelt weer die
keuze een rol. Je hoeft als consument geen goedkoop kant-en-klaar-
voedsel te kopen. Voor hetzelfde geld koop je gezonde ingrediënten en
maak je er iets lekkers van.
En: misschien wordt de consument in de toekomst wel daartoe ge-
dwongen. Wetenschappers van VU en UvA kunnen sinds kort een, wat
ze noemen, ‘routekaart’ maken van je dna en aangeven welke ziektes
en aandoeningen je mogelijk zou kunnen krijgen. Maar ook wat je
moet eten om het te voorkomen of uit te stellen. Maar, benadrukken de
wetenschappers, het is een vrijwillige keuze om de adviezen wel of niet
op te volgen.
Nu nog wel, maar denken de ziektekostenverzekeraars er straks ook zo
over?
Ik denk het niet. Zo’n kaart kost nu nog € 2.000,-. Dat is een heel bedrag
voor een consument. Maar niet als je bedenkt wat die consument ermee
kan winnen. En die kaart wordt in de toekomst vast en zeker goedkoper.
Zo’n kaart krijgt iedereen straks bij de geboorte gewoon mee? Weten-
schappers zeggen dat het over een jaar of vijf, zes zo ver is.
Deze kaart betekent veranderingen voor de complete voedselbranche.
(Bijna) verplicht om op de voet te volgen. Met die kaart op zak gaan
consumenten in de toekomst andere keuzes maken.
Ik zou zo’n kaart wel willen hebben. Maar, zoals Bieri zegt: “Het is aan
het individu om het advies op te volgen.” In dit geval: aan mij. Ik ben
benieuwd hoe ik me dan zal gedragen in de winkel. En ook: hoe de ver-
antwoordelijkheden in de voedselketen geregeld zullen zijn. ■
Bestraf ze! Keuze en plicht
VisualFabriq
VisualFabriq (www.visualfabriq.com) is het
nieuwe bedrijf van Jaco Brussé (vervulde eerder
managementfuncties bij onder meer Leaf, H.J.
Heinz en Procter & Gamble) en Carst Vaartjes
(werkte als consultant voor een lange reeks
FMCG-bedrijven bij Deloitte). VisualFabriq
stelt retailers en fabrikanten in staat om zelf
dynamisch marktanalyses te maken. Het maakt
daarbij gebruik van een in eigen beheer ontwik-
keld tool – Location Insights – dat zeer snel data
van demografische gegevens tot aan POS- en
loyalty card-data kan integreren en in consu-
mentenmodellen kan projecteren.
setting. Zonder gezinstrekkende promotionele acties zoals C1000 die veelvuldig doet en met (voor de overgegane winkels) sterke concurrentie van Jumbo, betekent het dat het de winkels zwaarder kan vallen om hun klandizie te overtuigen dat zij ook voor hen de beste optie zullen blijven bij een switch naar Albert Heijn. Prijs, promoties, routing, assortiment, winkelbeeld (sfeer) etc. kunnen die klandizie na de ombouw ontheemd doen voelen. Het is aan Albert Heijn om de ‘hearts & minds’ van consumenten in de nieuwe verzorgingsgebieden te winnen, ook al passen die in veel hogere mate niet in het profiel van de doorsnee AH-klant. Bekend is bijvoorbeeld dat Albert Heijn voor de heropenin-gen het ‘standaard’ communicatieplan voor winke-lopeningen volgt en dat het op assortimentsgebied vooral reactief op rotatie stuurt. Meer aandacht per om te bouwen C1000-winkel en een op voorhand meer toegesneden aanbod, ook in promotionele zin, zou meer consumenten kunnen overtuigen. Maar het wordt wellicht toch een kwestie van lange adem. Het is missiewerk. ■
48-51 Vis.Fabric-Ammerlaan 51 11-03-2013 15:35:47
ONTDEK HET
VERHAAL ACHTER
ELK BLIKJE
Wil jij ook weten waar onze wilde tonijn vandaan komt? Ontdek het op john-west.nl
Ons merk heeft een nieuw uiterlijk.Onze vissers niet.
52 ADV 52 07-03-2013 16:17:56
53FoodPersonality maart 2013
Uptown\Erik Hemmes van Erik Hemmes\Trade Marke-
ting Services is weer terug van een bijzondere reis,
met bijzondere foto’s.
Waar zijn we hier? In Edmond, een noordelijke
voorstad van Oklahoma City, de hoofdstad van
de staat Oklahoma. Ene Hank Binkowski liet dit
bouwen. Hij had er een kruiwagen voor: Susan
Binkowski. Voormalig vastgoedmanager. Zijn
vrouw.
Het oogt oud, maar het is pas van maart vorig
jaar. Het is retro. Het is een pand waarvan de
lokale bevolking zegt dat het ‘typisch New Yorkse
industriële stijl’ is. Maar wij vinden het eerder
typisch Amerikaans.
Welkom bij Uptown Grocery, zo’n 3.500 m2 vvo.
Is dit een keten? Nee, van deze formule is er
maar één. Daar moeten we in dit land niet van
opkijken.
53-57 Hemmes NEW 53 07-03-2013 16:33:43
54FoodPersonality maart 2013
FOOD RETAIL IN DE VS:
Vanaf deze maand een nieuwe serie met impressies van Erik Hemmes: uit Texas
en Oklahoma. We starten met Uptown Grocery.
Door: Xxxx??? Foto’s: Xxxx ???
Uptown Grocery
Oud aandoende roodbruine stenen van buiten, maar ook van binnen is deze hypermarkt gedecoreerd met ‘vintage’ en ‘heritage’. Oude foto’s van de stad Oklahoma, foto’s van boortorens, van oude ‘city stores’. En we zien ook een fiets, die uit de muur steekt. Nou heeft een oude fiets naar onze smaak niets met dit land en dit werelddeel te maken, maar goed, wie zijn wij om te oorde-len over wat vreemd is? Erik Hemmes: “Deze winkel afficheert als sterk lokaal en regionaal, maar zegt ook van zichzelf: ‘authentiek’, ‘uniek’ en ‘inspirerend’. Uptown komt me over als een combinatie van Whole Foods en Wegmans. Veel aandacht voor biologisch en natuurlijk, maar ook voor kant-en-klaar-maaltijden en consumptie ter plaatse, in het café.”
In de samenwerking met Erik Hemmes van Erik Hemmes\Trade Marketing Services zijn we inmid-dels in de oliestaten van de VS aanbeland. We begonnen in Engeland, of Londen, om precies te zijn. Daarna volgde een reeks formules in en om Du-
blin, vervolgens Milaan, daarna kwamen een paar Franse formules uit het Noord-Franse Pas de Ca-lais aan de beurt, vervolgens Oostenrijkse Noorse, Deense en Zweedse formules. Een half jaar geleden startten we met een reeks formules uit het westen
van Canada (omgeving Vancouver en Calgary). De volgende reeks komt uit Oklahoma en Texas. En dan kom je iets tegen als Uptown Grocery. Grocery? Dkw? Het is voor de helft een enorme vershal.
53-57 Hemmes NEW 54 07-03-2013 16:34:06
55FoodPersonality maart 2013
We zitten dus in Oklahoma, een gebied dat
niet zo vaak voorkomt op de agenda van de
gebruikelijke studiereisjes van netwerkclubs en
andere initiatieven uit de Nederlandse levens-
middelensector. Die kiezen eerder voor de
grotere steden aan de oost- en westkust. Aan de
ene kant de oostkust, met New York als grote
trekker. Bovendien heeft de oostkust ook vaker
de interesse van Nederlands ‘foodvolk’, omdat
Ahold daar opereert, met Stop & Shop en Giant.
De westkust is weer de moeite waard omdat met
name Californië een innovatieve omgeving is…
nou ja, je kunt net zo goed stellen dat formules
als Von’s en Pavillion’s er soms nog ongelooflijk
jaren tachtig uitzien, met hun tempelachtige
puien - niet meer van deze tijd. Daar stellen we
dan weer tegenover dat Californië de geboor-
tegrond is van Trader Joe, die jaren geleden al
anders dan de andere was.
Tussen deze twee uitersten van de VS is uiter-
aard van alles aan opmerkelijke formules te
zien. We zitten in het gebied waar ooit Sam
Walton met zijn pakhuis Walmart begon; in
Arkansas, net een staat verder. Het is het gebied
waar de alternatieve formule Whole Foods
Market aan zijn zegetocht in de VS begon
(Austin, Texas). Het is ook het gebied waar
supermarkten zich vaker profileren als ‘farmers’
market’, grote winkels die hun versaanbod direct
van telers en boeren afnemen.
In de komende maanden zullen we laten zien dat
supermarkten in de staten Oklahoma en Texas
veel weghebben van: aan de ene kant Whole
Foods Market, aan de andere kant Trader Joe.
Whole Foods Market is een formule die bewust
eten, biologisch, lokaal en ‘respect voor de leve-
rancier’ en smaakvol, stijlvol eten en drinken tot
in de puntjes heeft leren beheersen. Trader Joe
heeft weer een andere identiteit: eigen merken
die een antwoord zijn op de A-merken van
Kroger, Safeway, etc. en die tegelijk een culinair
appèl hebben omdat Trader Joe zich profileert als
handelaar in producten van dichtbij en veraf, bij-
voorbeeld, Europese kazen, Italiaanse wijnen. Of
gewoon de goedkoopste pompoenen die je maar
kunt bedenken tegen de tijd dat het Halloween
is. En dan beperkingen met een instore-grapje
afdoen: ‘Te weinig aanbod? Deze winkel is altijd
groter dan jouw koelkast’, dat soort opmerkingen.
Veel van de formules die in deze reeks nog aan
bod komen, combineren trekken van Whole
Foods Market en Trader Joe.
Wat kunnen we zeggen over de Amerikaanse
markt? Het land barst van de cijfers, da’s mooi.
Maar het land barst ook van de afwijkingen,
waardoor een vergelijking met de Nederlandse
supermarktsector moeilijk wordt.
Op dit bord laat Uptown een gecombineerde agenda zien. Het gaat over evenementen die in Edmond plaatsvinden, maar tegelijk zet Uptown erbij wanneer het proeverijen organiseert, zoals learn with brunch, home school class, apple tas-ting demos en een glutenfree shopping tour.Hemmes: “Opvallend hoe in dit deel van de VS veel met tekeningen en plaatjes gewerkt wordt. Vaak ook uit de pioniertijd, winkels grijpen terug naar de geschiedenis.”
Uptown Grocery is niet alleen een winkel van een ondernemer, het is ook een samenwerkingsvorm met zes versspecialisten. Het brood is Great Grains Bakery en de bloemen en planten zijn van Floral Fusion.
Gebak en banket ruim voorhanden. Maar dat is in deze Uptown bij alle categorieën zo. Hemmes: “Gebak zie je hier per stuk, je kunt zelf bepalen hoeveel je wilt hebben, zoals bij ons bij de banketbakker. In Neder-landse supermarkten krijg je het alleen voorverpakt in dozen aangeboden.”
53-57 Hemmes NEW 55 07-03-2013 16:34:24
56FoodPersonality maart 2013
Op internet is een lijvig rapport van een vastgoed-partij te vinden over de Amerikaanse supermarkt-sector. Die meldt, in 2009, 35.600 supermarkten (hypermarkten, discounters, supermarkten convenience stores dollarstores en wat al niet meer, allemaal bij elkaar). Van die 35.6000 zijn 29.3000 een filiaal van een marktpartij die meer dan tien winkels heeft. De resterende worden onderne-mers of onafhankelijken genoemd, maar de grens daartussen is gewoon: meer dan tien vestigingen of minder. Plakken we Agrimarkt nu in de Ameri-kaanse markt, dan zou dat daar dus geen gwb zijn, maar een ondernemer van vijf winkels. Wat is de omzet? Verschillende bedragen zoemen rond, maar de bedragen € 430 miljard en € 450 miljard komen we het meeste tegenEn bij deze bedragen is het niet duidelijk welke categorieën bij welke winkels erbuiten vallen. Een Walmart verkoopt eten en drinken maar ook heel veel non-food, bij een Target is de supermarktafde-ling doorgaans maar een klein deel van het enorme geheel. Hoe die omzet precies wordt berekend, weten we niet zeker. Bovendien worden de dol-larstores etc. erbij geteld, dus dan zou in ons land
Een cactusplant in de aanbieding? Nee, het is aloë vera, de plant waarvan de sappen een goede werking voor de huid hebben. Maar het ligt wel tussen de agf-artikelen.
De meeste supermarkten in Nederland hebben geen ramen. Ja, bij de in- en uitgang en de kassarij, maar verder houdt het doorgaans wel op. Deze fabrieksachtige hal heeft bijna overal vensters. Wel bovenin, zodat de zon niet door de ramen op artikelen in een stelling schijnt en zodoende onnodig verwarmt. Hemmes: “De sfeer in deze hypermarkt wordt door die vensters anders dan in Neder-landse supermarkten. Een hoog gebouw, een hal, licht van buitenaf, gecombineerd met lampen aan het zwarte plafond; het wordt een foodtempel of een theater. Maar door de planten erbij ook wel weer huiselijk.”
En er is ruimte voor heel veel decoratieve opstellingen. Tussen de versafdelingen door zien we dit veel, als was het een cadeau-winkel. Hemmes: “En kijk eens naar de gevarieerde presentatie-materialen die Uptown gebruikt. Wij stapelen vier, vijf produc-ten op een kopstelling. Hier nemen ze de tijd voor aankleding.”
Dit meubel herbergt de grillproducten, kip, varkenslende, spare ribs… Hemmes: “Allemaal warm. Een mooi open meubel waarin de producten goed zichtbaar zijn.”
53-57 Hemmes NEW 56 07-03-2013 16:34:49
57FoodPersonality maart 2013
een partij als Action ook bij onze € 32 miljard
omzet moeten worden opgeteld. Bovendien lijkt
het erop – maar dat weten we niet zeker – dat de
zelfbedieningsgroothandels voor consumenten
als Sam’s Club en Costco er ook bij worden geteld
(wat gezien het karakter van die markt wel een te-
rechte keuze is). Hoe dan ook, binnen dat geheel
van de Amerikaanse branche is de marktleider
Walmart:
* 1/ Walmart, met 28%
* 2/ Kroger: 11%
* 3/ Safeway 6%
* 4/ Supervalu 6%
* 5/ Ahold 4%
* 6/ Publix 4%
* 7/ Delhaize 3%
En de rest? Te verdelen onder Whole Foods,
Trader Joe, Wegman’s, Target, Winn-Dixie, H.E.
Butt, Meijer, ShopRite, SaveRite, Ukrop’s,
Magruder’s, Bruno’s, Haggen, King Sooper’s,
Affiliated Foods, Big Y, Ralph’s, Randall’s, Harris
Teeter, en de andere ongeveer tweehonderd for-
mulenamen die een beetje desktop-onderzoek al
laat zien. Het is een grote markt uiteraard, maar
juist daardoor ook nog een markt met veel conso-
lidatiekansen. En van de andere kant, het kan ook
nog jarenlang zo gefragmenteerd blijven.
Goed, weer even terug naar Uptown Grocery.
Het is van een ondernemer, Hank Binkowski,
die voorheen in Michigan in de sector werkte
en jaren geleden naar Oklahoma verhuisde. Om
daar van twee andere ondernemers de formule
‘Buy for Less’ (met de twee S’en in dollartekens)
te kopen, een lageprijzenformule zoals de naam
al zegt (als-ie tenminste waarmaakt wat de naam
claimt). Buy For Less omvat momenteel dertien
vestigingen in en om hoofdstad Oklahoma City.
En vorig jaar begon Binkowski ‘Uptown Grocery’,
een joekel van een winkel. Het heet Uptown,
omdat het in Edmond is gelegen, een noordelijke
voorstad van Oklahoma City.
Uptown lijkt ook een soort compagnonschap
met andere bedrijven: Butchers Block voor vlees,
broodspecialist Great Grains Bakery, kaasspecia-
list The Wedgery, the Gourmet Grille voor vlees-
en visgerechten en andere maaltijden, Sushi at
the Grille voor een oosters versaanbod en Floral
Fusion als bloemen-en-plantenspecialist. Maar
als je die namen nagaat op internet, dan blijken
ze alleen van toepassing te zijn op deze Uptown-
vestiging. Daarmee kom je op de vraag of het wel
een samenwerkingsvorm is met andere specialis-
ten, of dat Binkowski gewoonweg aparte namen
heeft verzonnen voor zijn versafdelingen.
Omzet? Hebben we geen idee van. Wat is Hem-
mes’ inschatting? “Met negen kassa’s open van
‘s ochtends vroeg tot ’s avonds laat zal dat rond
de € 330.000 weekomzet zijn.” Nogmaals, Uptown
is een formule met maar één vestiging. Het blijkt
dus dat je in de VS zo’n 3.500 m2 vvo zelf kunt
opzetten en je tussen de Whole Foods en de
Walmarts in kunt nestelen. Ergens op internet is
wel te lezen dat Hank Binkowski en zijn vrouw
Susan, die voormalig vastgoeddame dus, twee
jaar bezig zijn geweest met de projectontwikke-
ling – los van de bouw.
Hoe houdt nu zo’n ondernemer als Binkowski het
hoofd boven water in die markt? Dat is altijd een
raadsel. Net zoals Agrimarkt in ons land concur-
rerend is zonder schaalgrootte, daar verzin je iets
op. Net als sommige bakkers en slagers het voor
elkaar blijven krijgen om supermarktklanten naar
hun versaanbod te trekken. Het lukt. Iéts doet die
Binkowski dus heel goed – ervan uitgaande dat
het geen vastgoedtrucje is of een ‘ik leef van de
huur van de kaas/brood/vlees/vis/bloemenman’-
constructie. ■
Ook bij de agf is ruimte voor decoratie en beleving. De producten liggen erbij alsof ze uit omgevallen
manden zijn gerold, als een hoorn des overvloeds. Dat geldt zowel voor losse agf als voor voorverpakte.
Aangekleed met pompoenen en een vaasje bloemen. Of je dat een wenselijke toevoeging vindt of niet,
daarover kun je van mening verschillen. Hemmes: “Bloemen in een supermarkt zien we in Nederland
alleen als de winkel net geopend is, als cadeautje.”
Let ook eens op de koof: planken. En van de appel en de tomaat laat Uptown geen foto zien, maar een
tekening.
The Gourmet Grille is de verspecialist voor maaltij-
den, gegrild vlees en salades en alles waar daarbij
kan horen. Hemmes: “De maaltijden en vleesgerech-
ten springen eruit in de zwarte en witte schalen op
een roestvrijstalen ondergrond. Gedecoreerd met
schijfjes sinaasappel en citroen. Helaas, ik zie dit niet
in een Nederlandse supermarkt.”
53-57 Hemmes NEW 57 07-03-2013 16:35:03
58 ADV 58 07-03-2013 16:25:57
59FoodPersonality maart 2013
Bilder & De ClerqOp de hoek van de Bilderdijkstraat en de De
Clercqstraat in Amsterdam, in Oud-West, dicht bij
het centrum, is een winkel geopend die een pro-
bleemoplosser wil zijn voor de vraag: wat eten we
vanavond? Een reportage van deze winkel stond
eerder al in Distrifood.
De oprichters: Diederik van Gelder en Rogier Leo-
pold, die hun formule naar de straatnamen hebben
genoemd. Handig, want goed te onthouden, maar
ook weer niet, want als ze na een half jaar bijvoor-
beeld een tweede eetwinkel aan de Wibautstraat in
diezelfde stad openen en het is geen hoekpand, hoe
heet-ie dan? Wibaut? Wibaut & Wibaut?
Het is een Nederlandse versie van een eetwinkel-
formule in Duitsland, Kochhaus (zie blz. 44 e.v. in
deze FoodPersonality).
Kon ik er makkelijk parkeren? Nee, dat niet. Bilder
& De Clerq is stijlvol ingericht: je ziet op zeven
tafels veertien recepten uitgestald; gerecht, foto,
naam, bedrag per persoon en de ingrediënten die
je nodig hebt. En daaronder de producten, in meu-
bels die op de bekende bancarella’s van AH lijken.
Het is niet te vergelijken met een supermarkt, maar
ergens ook weer wel. Kies & Kook, de ter ziele ge-
gane module van AH met maaltijdonderdelen, lijkt
er wellicht nog het meeste op. Maar toch is het dat
ook weer niet. Dat was een echte gezinsvuller, voor
vier eters; dat kunnen we hiervan niet zeggen.
Het eerste wat opvalt, is dat de recepten verlei-
delijk zijn om uit te proberen, en ze zijn net iets
origineler dan wat ik gewoonlijk maak, maar ook
wel herkenbaar. En ze zijn gemakkelijk. Want niet
alleen het vlees, de rijst of aardappelen of pasta en
de groente staan erbij, maar ook de kruiden: dus
ik pak voor mijn cassoulet met bonen de saucijsjes
(van Brandt & Levie, drie jongens die ambachte-
lijke worsten maken), een bosje peterselie, ik knip
een takje rozemarijn, pak het pakje ontbijtspek,
een ui, een teentje knoflook, een stengel bleeksel-
derij, een laurierblad, twee blikken witte bonen en
het zakje broodkruim. Alles in de juiste hoeveel-
heid voor twee personen. Ik ben voor die maaltijd
€ 5,00 per persoon kwijt. Bilder & De Clerq gaat
ervan uit dat ik de benodigde olijfolie zelf in huis
heb, maar ik kan ook een fles kopen. En daarbij
een mooie receptfolder, waar de bereiding in staat.
Tot slot natuurlijk een wijnsuggestie. Er hangen
ook nog keukenhulpjes bij, mocht ik die nodig
hebben. ’s Avonds aan het kokkerellen geslagen:
eigenlijk heel eenvoudig, als je alle ingrediënten
hebt. En in een half uurtje heb een bijzonder lek-
kere maaltijd op tafel getoverd en voel ik me een
fantastische kok.
Werkt deze formule-aanpak nu? Ja, voor mij wel.
Hoe vaak sta ik niet in de supermarkt, met in
het geval van een AH XL of een forse Jumbo wel
30.000 artikelen om me heen, en dan dwaal ik
langs de afdelingen en de gangpaden omdat het
moeilijk kiezen is? Of loop ik met een recept in
de hand door de supermarkt op zoek naar alle
ingrediënten? Bilder & De Clercq voorziet in een
belangrijke shopperbehoefte, voor iedereen die het
druk heeft, maar toch liever zelf kookt dan afhaalt
en in een oogwenk een verse en gezonde avond
maaltijd op tafel wil zetten. Met eerlijke en kwalita-
tief hoogwaardige ingrediënten. En met die keuze
uit veertien gerechten ontstaat geen keuzestress. En
wie fietst, wíl ook geen zak aardappelen.
Moet ik alle ingrediënten kopen of kan ik ook
zeggen: aardappelen of rijst dat hoeft niet? Ja hoor,
VleursvloerGemiste kansen, rariteiten, misvattingen en flaters (en ook goeie zetten!) uit het oogpunt van een
weldenkende shopper. De rol van weldenkende shopper wordt ‘gespeeld’ door Evelyn van Leur,
partner bij de Category & Trade Company. Reageren? Mail [email protected].
dat kan, je neemt mee wat je van het recept wilt
meenemen.
Waarom koop ik het hier en niet aan de overkant
bij de supermarkt? Nou, die heeft die saucijsjes
en dat broodkruim niet. En de bleekselderij,
winterwortel en bleekselderij, daarvan kan ik
hier gewoon een stengel of takje van meenemen
in plaats van een hele zak, waarvan ik het restant
na een paar dagen weggooi. Ik hoef ook geen vijf
kilo aardappelen te kopen.
Het is met name gericht op een- en tweeper-
soonshuishoudens: dat is inmiddels tweederde
van de Nederlandse huishoudens, met name in
de grote steden. Voor die huishoudens moet €
5,00 per persoon doorgaans ook geen probleem
zijn, afhankelijk uiteraard van de vraag hoe hard
de crisis of recessie je treft. Het zijn eigentijdse
gerechten, en naast vlees- en visgerechten zie ik
ook enkele vegetarische gerechten. Bovendien
hebben ze ook toetjes. Op het moment dat ik er
ben: ’baked apple’ met amarettoslagroom (ja, die
was lekker). De openingstijden passen natuur-
lijk bij de avondmaaltijd. Open tot negen uur ’s
avonds, het drukste is het van half zeven tot acht
uur ’s avonds. Bilder & De Clerq communiceert
modern: op Facebook. Bijvoorbeeld, dat er een
proeverij is komende zaterdag, met wortelcakejes.
En: laatste kans voor gerechten die vervangen
gaan worden door nieuwe. De klanten beslissen
mee welke gerechten moeten blijven of terugko-
men. Al meer dan 3.000 likes in de twee weken
dat de winkel open is, zo blijkt. En dan heb ik nog
niet verteld over de lekkere koffie of het heerlijke
brood. Of de aardige, enthousiaste bediening.
En de complimenten die ik thuis kreeg over de
maaltijd.
Woonde ik maar in Amsterdam. Of nee, laat de
twee heren maar snel een vestiging in Amersfoort
openen. En dan… zou ik antwoord kunnen geven
op de vraag hoe vaak ik er gebruik van zou ma-
ken. Want eerlijk is eerlijk, dat huishouden van
mij telt toch meer dan twee personen en dan zou
ik van mezelf eens willen weten hoe vaak ik die
recepten voorschotel of dat het nieuwtje er van
afgaat en ik de recepten zelf ongeveer namaak. ■
59 Vleursvloer 59 07-03-2013 16:26:59
60FoodPersonality maart 2013
FORMULEATLAS: ZAANDAM
De plaats Zaandam vormt het hoofdbestanddeel van de gemeente Zaanstad. Deze gemeente telt ruim 147.000 inwoners. Het totale winkelvloeroppervlak aan supermarkten bedraagt circa 27.000 m2 verdeeld over 27 supermarkten. Elke inwoner van Zaandam heeft 0,29 m2 supermarkt tot zijn beschikking. Landelijk gezien ligt dit gemiddeld op ongeveer 0,23 m2 per inwoner. De supermarktdichtheid in Zaandam kan daarmee worden gekwalificeerd als vrij hoog.
BakermatDankzij de aanwezigheid van formules uit verschillende segmenten is sprake van een behoorlijk gedifferentieerd aanbod. Zaandam is de bakermat en nog altijd thuisbasis van Albert Heijn. Niet verwonderlijk daarom: gemeten in m2 is Albert Heijn met ruim 8.000 m2 de grootste speler. Dekamarkt volgt op gepaste afstand met ruim 6.000 m2. Ook de discounters Aldi en Lidl hebben verspreid over de stad diverse vestigingspunten. Vomar heeft twee
De formule-atlas van FoodPersonality: maandelijks worden
van een stad, dorp of ander marktgebied de kenmerken
beschreven en de in het gebied actieve supermarktformu-
les. De gegevens zijn afkomstig van BVDW, een in
winkelonderzoek gespecialiseerd bureau.
Supermarkt(en) Winkelcentrum m2 in WVO
Albert Heijn Rooswijk 950
Aldi ‘t Kalf 635
Dekamarkt ‘t Kalf 990
Supercoöp Molenwerf 750
Albert Heijn Koog a/d Zaan 980
Dekamarkt Molenwerf 1.000
Aldi Koog a/d Zaan 500
Dekamarkt verspreid 1.200
Dekamarkt Kogerveld 1.200
Albert Heijn Westwatering 990
Dekamarkt Oostzijde 880
Deen Gibraltar 800
Lidl Centrum 900
Dirk van den Broek Centrum 2.800
EkoPlaza Centrum 300
Albert Heijn Centrum 1.400
Vomar Centrum 1.400
Dekamarkt Centrum 1.500
Aldi Centrum 450
Aldi verspreid 800
Lidl verspreid 800
Vomar verspreid 1.150
Albert Heijn Lobelius 900
Albert Heijn Vermiljoenweg 2.900
2
2
winkels in Zaandam. Verder zijn Deen, Dirk van den Broek, Supercoop en biosuper Ekoplaza met één winkel aanwezig. De grootste supermarkt is de Albert Heijn aan de Vermiljoenweg met circa 2.900 m2. Ekoplaza is met zijn 300 m2 de kleinste.Opvallend is dat Jumbo (nog) geen winkel in Zaandam heeft, hoewel er geluiden zijn dat deze formule wel ambities heeft om hier een vestiging te openen. Ook bestaan er al enige jaren plannen voor een XL-filiaal van Albert Heijn. De haalbaarheid kan echter niet zonder meer aannemelijk worden gemaakt, zo blijkt.
Hoge supermarktdichtheidDe concurrentie in Zaandam is erg groot. Enerzijds beschikken consumen-ten als gevolg daarvan over een breed keuzepalet aan supermarkten binnen afzienbare afstand van de woonplek, maar tegelijkertijd zorgt de sterke fragmentatie van het aanbod ervoor dat de verzorgingsgebieden van de supermarkten elkaar sterk overlappen. Op basis van een recent koopstromenonderzoek (2011) kan worden geconcludeerd dat de dagelijkse detailhandel in Zaanstad een lage gemid-delde omzet per m2 realiseert. Dit is terug te zien in het functioneren van de afzonderlijke supermarkten. Er is slechts een handjevol supermarkten dat naar behoren functioneert. Het overige deel doet het slecht tot hooguit redelijk. Opvallend in dat kader is ook dat juist de grootschalige super-markten tegenvallende resultaten boeken. Dit komt doordat geen van deze supermarkten qua huisvesting goed genoeg geoutilleerd is om de functie van bulkboodschappenwinkel waar te maken. Dat heeft weer te maken met een suboptimale ligging en/of een parkeerprobleem, maar ook met de eerder genoemde grote overlap van verzorgingsgebieden en ‘supermarktdichtheid’.
Lage vloerproductiviteitHet totale omzetpotentieel van supermarkten in Zaandam bedraagt circa € 263 miljoen. De ruimtelijke structuur van Zaanstad, met omliggende kernen zoals Zaandijk en Koog a/d Zaan, zorgt voor een toevloeiing van 5% tot 10%. Er is een vloerproductiviteit becijferd van ongeveer € 6.300,- en deze ligt flink onder de landelijke HBD-norm (circa € 8.300,-). Op basis daarvan kan worden geconcludeerd dat de lokale supermarktstructuur onder druk staat. Er is sprake van overaanbod. Nieuwe initiatieven (toevoe-ging van nieuwe meters) leiden direct tot effecten op de bestaande struc-tuur. Gezien de sterke fragmentatie van het aanbod hoeft dit per saldo niet negatief te zijn. Vernieuwing zal in de Zaandamse situatie betekenen dat de bestaande aanbodstructuur gemoderniseerd wordt zonder dat dit ten koste gaat van de keuzemogelijkheden van consumenten voor het doen van de dagelijkse boodschappen.
Slechte meters vervangenVoor de toekomst verwacht de gemeente nog een flinke toename van het inwonertal tot 2020. Deze vergroting van het draagvlak zal het bestaande overaanbod echter niet opheffen. De sleutel tot een verbeterd functioneren van het lokale supermarktaanbod in Zaandam moet vooral gezocht worden in een kwalitatieve versterking van de structuur. Daarbij zullen partijen er niet aan ontkomen om slechte supermarktmeters aan de markt te onttrekken en te vervangen door meters die meerwaarde hebben ten opzichte van de bestaande winkels. ■
60 Formule atlas 60 07-03-2013 16:27:33
61 FoodPersonality maart 2013
Pippa Middleton, de fl amboyante jongere zus van prinses Kate, (de ‘Duchess of Cambridge’ oft ewel de echtgenote van de Britse troonopvol-ger prins William), gaat als columniste aan de slag voor Waitrose Kitchen, het klantenmagazine van de Britse supermarktketen Waitrose. Pippa heeft enige schrijfervaring, want vorig jaar kwam haar boek ‘Celebrate’ uit, een soort handleiding voor het organiseren van feesten en partijen. Kritiek op het besluit van Waitrose is er ook. Zo zou Pippa – als gekend feestbeest een lieveling
Pippa in de pen voor Waitrosevan de Britse tabloids – te ordinair zijn voor het verfi jnde/snobistische Waitrose-publiek. Hoe dan ook, ze begint in april en zal dan ook meteen op de cover (zie hiernaast) staan.Overigens heeft Waitrose wel iets met de ‘royals’. Zo verkoopt Waitrose als enige supermarktketen de (veelal bio) levensmiddelenproducten van Duchy Originals, het goede doelenmerk van prins Charles.En had prinses Máxima niet ook nog een jonger zusje?
LocatienieuwsMaandelijks een overzicht van openingen, uitbreidingen, opheffingen en de planvorming van
supermarktlocaties. Tips? Mail de redactie: [email protected]
GRAMSBERGEN – In het centrum van Gramsbergen worden in het gebied
tussen de Stationsstraat en De Oostermaat een nieuwe supermarkt,
winkelruimten en appartementen gebouwd. De start van de bouw is naar
verwachting nog dit voorjaar. De bestemmingsplanprocedure om de reali-
satie mogelijk te maken is al gestart.
EMMELOORD – De locatie Greve op de hoek van de Zuiderkade en de
Nagelerweg wordt herontwikkeld. Supermarkt Lidl zal verplaatsen en de
locatie die het aan de Zuiderkade achterlaat, zal niet meer als supermarkt-
locatie beschikbaar zijn. Het bestemmingsplan zegt namelijk dat er maxi-
maal twee supermarkten in dit winkelgebied mogelijk zijn.
BERGEN OP ZOOM – De Lidl aan de Antwerpsestraatweg breidt uit. De
supermarkt, gevestigd in Koopcentrum Bergen, gebruikt daarvoor de
ruimte van de aanpalende lege winkelpanden. De uitbreiding is voor Lidl
aanleiding om heel de winkel te verbouwen en te moderniseren. Naast de
verbouwing van het fi liaal aan de Antwerpsestraatweg, staat een compleet
nieuwe winkel in Halsteren op de planning. De supermarktketen sloopt
daarvoor de voormalige Hemi-loodsen en bouwt daar een nieuw fi liaal
inclusief parkeerterrein voor in de plaats.
BELLINGWOLDE – Coop krijgt een nieuwe vestiging op de plaats van een
voormalige Rabobank in het centrum. Het dorp krijgt een nieuw centrum
rond het Dorpsplein en de kruising met de Rhederweg. Eind 2013 wordt de
nieuwe Coop-vestiging opgeleverd.
MAASTRICHT – Eind februari is begonnen met de bouw van het winkel-
centrum De Leim, een herontwikkelingsproject van Top Vastgoed. Het
winkelcentrum aan de Akersteenweg wordt uitgebreid tot ruim 5.500 m2.
De bouw omvat de herontwikkeling van het bestaande winkelcentrum van
ruim 3.000 m2, de uitbreiding met 2.500 m2 nieuwbouw van winkelruimte,
24 appartementen en een parkeerkelder met 107 parkeerplaatsen. De
winkelruimte is verhuurd aan Plus Retail, Hema en Zeeman XL.
HOOGKARSPEL – De gemeente Drechterland werkt aan de ontwikkeling
van het dorpscentrum in Hoogkarspel. Winkelcentrum Reigerspassage valt
binnen het plangebied. De eigenaar van het winkelcentrum, Deen
Vastgoed Ontwikkeling, kan daardoor dit voorjaar beginnen met het op-
knappen van het huidige winkelcentrum waarin zich straks ook een Hema
zal vestigen.
AMERSFOORT – Ontwikkelaar MAB Development en de gemeente
Amersfoort hebben het offi ciële startschot gegeven voor de bouw van de
uitbreiding van het winkelcentrum van Vathorst. Het gaat om circa 3.500
m2 winkeloppervlak, waarvan 2.000 m2 reeds verhuurd is aan Jumbo. Met
de bouw van de tweede fase ontstaat een volwaardiger winkelcentrum,
passend bij de omvang van de wijk Vathorst. Het winkelcentrum heeft nu
circa 8.900 m2 aan winkeloppervlak. Met de toevoeging van de 2e fase
ontstaat een totaal winkeloppervlak van 12.400 m2.
MIERLO – Albert Heijn opent een nieuwe vestiging in het centrum van
Mierlo, zegt projectontwikkelaar Van Ruysdael Ontwikkeling. De andere
trekker in dit plan voor het centrum van Mierlo is een Hema, die nog eind
deze maand opengaat.
KWINTSHEUL – In het centrumplan Kastanjehof is ruimte voor een nieuwe
supermarkt. De ontwikkeling bestaat uit drie fasen waarvan de bouw van
de supermarkt de eerste is. Vooralsnog is niet bekend welke supermarkt-
formule zich hier zal vestigen.
STEIN – De winkelpanden van Lidl en Jan Linders, gelegen op de hoek
Heerstraat-Noord/Industrieweg worden vervangen door nieuwbouw. De
huidige panden voldoen niet meer aan de eisen die een moderne bedrijfs-
voering aan winkelpanden stelt. Beide bedrijven hebben aangegeven hun
winkels te willen vernieuwen en beperkt uitbreiden om bij te tijd te blijven.
Om de nieuwbouw mogelijk te maken, start de gemeente binnenkort een
bestemmingsplanprocedure.
SUSTEREN – De gemeente gaat het centrumplan voor de kern Susteren op
haalbaarheid onderzoeken. Globaal komt het plan van de gemeente erop
neer dat na het vertrek van Jan Linders (per 1 juli 2013) de gemeente naast
de bestaande Plus nog een tweede supermarkt ziet verschijnen, eventueel
aangevuld met nog een aantal kleinere winkels en voldoende parkeer-
plaatsen.
DEDEMSVAART - De realisatie van het plan rondom de Markt is een stap
dichterbij gekomen dankzij vaststelling van een nieuw bestemmingsplan.
Binnen het plan is ruimte voor een supermarkt (Jumbo) en kleinschalige
winkels voor de dagelijkse boodschappen. Het noordelijke bouwblok, dat
in de plaats van drie woningen aan de Tuinstraat komt, biedt ruimte aan
onder meer een tweede supermarkt (Aldi).
61 Locatienieuws-open 61 11-03-2013 09:50:10
62FoodPersonality maart 2013
Suzette’s TM
Elke maand interviewt Suzette Moerman van Caracter Company (adviesbedrijf
voor trade en shopper marketing en category management) een trade marketeer,
category manager of inkoper. Uitgangspunt: hoe gaat het met trade en shopper
marketing in de samenwerking met de handel? Deze maand Marjan Torringa,
trade marketing manager bij DeOleo (o.a. Bertolli en Carbonell).
Door: Suzette Moerman Foto: Jan Willem Houweling
Je hebt bij grote bedrijven zoals Heineken en Vrumona gewerkt. En dan kom je – nu een jaar geleden – bij DeOleo. Hoe is dat?“Nou, in Nederland is DeOleo geen grote
organisatie, maar wereldwijd is DeOleo
marktleider in olijfolie, dus in die zin is het
toch wel weer een groot. Voor mij was het
een grote, maar ook een zeer bewuste stap. Bij
Heineken heb je een trade marketing-afdeling
van tien mensen, hier doe ik alles alleen. Het
is een heel andere rol, maar wel een die ik
prettig vind: het is een mooie uitdaging om
trade marketing in een nieuwe organisatie
op te zetten. Veel kennis en ervaring die ik
bij Heineken heb opgedaan, kan ik in deze
functie weer goed gebruiken.”
Als je nu kijkt naar Heineken en DeOleo, wat is dan het grote verschil bij de retail?“Je hebt niet direct krediet opgebouwd, je
moet je sporen echt nog verdienen en dat
vergt tijd. Tegelijkertijd merk ik wel: als je een
goed verhaal hebt, komt dat goed en krijg je
zendtijd. Gelukkig is olie een categorie waar
retailers wel wat mee willen en waarvan ze
inzien dat er nog heel veel moet gebeuren.”
In Nederland is DeOleo eigenlijk alleen ver-koopkantoor, waarom is een trade marketeer erbij dan zo belangrijk?“Omdat er de laatste jaren met olijfolie eigen-
lijk in de winkels heel weinig is gebeurd. En
we zien juist dat we in de winkels moeten la-
ten zien welke merken er zijn en welke olie je
waarvoor kunt gebruiken. Dat is de afgelopen
jaren een groot gemis geweest. We merken
trouwens wel dat het zin heeft, want retailers
reageren positief op mijn toegevoegde waarde
bij het verkoopspelletje.”
Hoe reageerde de retail dan op de toevoeging van jou als trade marketeer?“Positief, omdat er eindelijk iemand van DeOleo
voorbijkwam die naar de categorie kijkt, het ge-
sprek breder trekt en meedenkt. Ik merkte al toen
ik binnenkwam dat de informatie die voorhanden
was, niet de verhalen waren waarmee ik bij een
retailer om de tafel kon gaan.”
Zoals?“Je kunt retailers best het proces van olijfolie
maken uitleggen, maar een retailer wil gewoon
weten hoe hij het schap moet indelen en waarmee
hij een shopper kan beïnvloeden. Een van de
eerste dingen die mij opviel, was dat elke retailer
de schapindeling anders had, er waren enorme
verschillen in waar het in de winkel stond en hoe
het schap was ingedeeld.”
En wat voor gedachten of uitgangspunten had-den die retailers daar dan bij? “Velen van hen gebruiken nog de oude CBL-
indeling, waarbij olie bij de zuren en sauzen
komen te staan, kortom olie tussen de augurken
en frituurvet. Maar dat is niet de beleving die een
shopper verwacht bij een mediterrane categorie
als olijfolie. Bovendien ondermijnt het de ge-
zondheidsperceptie van olijfolie. Shoppers geven
in onderzoek aan dat ze het bij de mediterrane
producten verwachten. Gelukkig zijn er retailers
die deze stap al gemaakt hebben.”
Welke problemen ondervonden retailers?“Voor iedere retailer is ‘het probleem’ ver-
schillend, dus het is nodig om iedere retailer
een aparte categorie en schapadvies te geven.
Bijvoorbeeld: een categorie verplaatsen is niet iets
wat onze contactpersonen even kunnen regelen.
Hiervoor kun je ze voeden met argumentatie
en insights, maar het blijft de beslissing en het
initiatief van de retailer. Gelukkig hebben we veel
voorbeelden uit omringende landen waar retail-
ers dit soort problemen al verholpen hebben.”
Je bent nu een jaar verder. Je hebt onderzoek ge-daan of laten doen, aan de relatie met de handel gewerkt en zodoende de rol van marktleider op je genomen. Of missen we nog wat?“Sommige aspecten staan nu goed, zoals een
duidelijke categorievisie, omdat ik daar ook mee
begonnen ben. Maar er zijn ook zaken die we
moeten aanscherpen. We willen in ieder geval
onze kennis verbreden van alleen olijfolie naar
olie. Daarvoor gaan we ook weer een onderzoek
doen, waarvoor ik onze handelspartners om
input heb gevraagd. Daar hebben ze ook allemaal
op gereageerd en die vragen nemen we mee in
het onderzoek. Een volgende stap zou zijn: een
visie ontwikkelen voor olijven en tapas. Daar zijn
we nu ook actief mee, maar nog niet op het juiste
niveau.”
Je richt je wel erg op strategische zaken zoals visie. Moet je niet eerst de basis goed op orde hebben?“Om de basis op orde te krijgen, heb je volgens
mij eerst een duidelijke visie nodig. Dan is het
een stuk makkelijker om die basis op orde te
krijgen. Alle neuzen moeten eerst wel de juiste
richting op.”
Is jullie categorievisie ook al in de winkel te zien? “Deels, bij Plus Retail. Daar hebben we de schap-
communicatie doorgevoerd. Uit het onderzoek
kwam naar voren dat shoppers veel moeite heb-
ben met het kiezen van de juiste olijfolie: welke
gebruik je in de pan en welke voor de salade?
Daarnaast kan de categorie ook wel wat meer
62-63 Suzettes 62 07-03-2013 16:28:13
63FoodPersonality maart 2013
beleving gebruiken. Door het schap een mediter-
rane uitstraling te geven, is het voor consumenten
duidelijker dat ze daar olijfolie kunnen vinden
en vervolgens communiceren we op een simpele
manier waar je welke olie voor kunt gebruiken.”
Menig leverancier wil natuurlijk dat zijn catego-rie meer beleving krijgt en een sterkere signaal-werking in de schappen. Waarom lukt het jullie?“Heel simpel: met bewijslast en aantoonbaar
resultaat. We hebben het in eerste instantie getest
en dan zie je dat consumenten meer én duurdere
producten kopen in een schap waar die beleving
aan toegevoegd is. Op basis hiervan hebben we
schapcommunicatie en beleving ontwikkeld aan
de hand van het zogeheten ’5-1-hand-model’.
Op 5 meter afstand ziet de shopper een mediter-
rane uitstraling, op 1 meter ziet de shopper de
segmentatie en als de olie binnen handbereik is,
kan hij zien welk product hij voor welk doel kan
gebruiken. Een logisch en duidelijk verhaal, daar
hebben retailers enthousiast op gereageerd. Bij
Plus zijn we dat nu aan het testen en de eerste
resultaten zijn erg positief.”
Grote leveranciers krijgen bijna automatisch meer zendtijd bij een retailer, hoe claim jij die tijd? “Wat ik al snel merkte, was dat retailers toch al op
zoek waren naar een goede invulling voor de ca-
tegorie. Onze account managers kregen daar ook
vragen over en het feit dat ik er nu ben, maakt die
gesprekken mogelijk. Als je net nieuw bent, moet
je mensen nog van je kennis overtuigen en kun je
niet alles op buikgevoel laten aankomen. Ik denk
dat we het slim gedaan hebben door met onder-
zoek te beginnen en dat ook uit te dragen.”
Je hebt geen trade marketing-collega’s. Waar haal je nieuwe inzichten en inspiratie vandaan?“Die haal ik uit congressen, netwerkbijeenkom-
sten en van mijn collega’s in het buitenland. Dat
is wel verfrissend: zij voorzien mij van concepten,
producten en acties uit het buitenland en ik kan
hen voorzien van shopper en trade marketing-
inzichten. Ik spar ook nog met oud-collega’s over
bijvoorbeeld retailerkwesties of als ik op zoek
ben naar een goed bureau om een onderzoek te
doen. Bij Heineken had ik daar een marktonder-
zoeker voor en nu doe ik dat zelf. Leuk, maar ook
arbeidsintensief.”
Loop je niet af en toe ook tegen dingen aan? Je bent nu toch eigenlijk junior en senior tegelijk.“Ja, natuurlijk, ik doe ook heel veel. Ik ben met
minieme details bezig, maar ook met de stra-
tegische plannen voor 2013. Ik merk dat ik een
duidelijke voorkeur heb in mijn werkzaamheden,
maar omdat ik heel vrij ben in de indeling van
mijn werk is dat geen probleem. Het enige wat
ik af en toe mis in vergelijking met Heineken, is
de interne dynamiek van een grote organisatie,
tijdens bijvoorbeeld grote EK- en WK-evenemen-
ten. Maar daar staat de dynamiek van het sparren
en delen van informatie met mijn buitenlandse
collega’s weer tegenover.”
Wanneer ga jij naar huis terwijl je zegt ‘ik heb echt een geweldige dag gehad vandaag’?“Grappig dat je dat vraagt, dat vraag ik mezelf
bewust vaak af. Ik krijg veel energie van ideeën
bedenken en dan merken dat het intern ook echt
gaat leven. Het zit hem ook in nieuwe dingen
doen, dat je niet in een kader vastzit. En kennis
delen en merken dat je iets kunt toevoegen. We
hebben geen eigen buitendienst, dus als we met
een paar collega’s een dagje in de winkel zijn,
rijden we vaak met een goed gevoel terug naar
huis. Wat dat betreft hebben we ook echt een fijn
team.”
Als je kijkt naar je relatie met retailers, heb je dan het idee dat je genoeg van hen weet? “Dat is nog zeer verschillend. Na anderhalf jaar
zijn er retailers waarmee we mooie dingen ge-
daan hebben en anderen willen eerst zien wat we
kunnen. Er zijn ook retailers bij wie ik eigenlijk
meer zendtijd zou moeten hebben om te weten
wat zij nou precies verwachten. Je kunt ook niet
alles in zo’n korte tijd omdraaien en ik denk dat
we ook nog wat meer onze eigen kennis en kunde
kunnen uitdragen. We mogen onze successen ook
vertellen en onszelf nog wat meer op de kaart zet-
ten. Dan krijgen we vanzelf ook meer zendtijd.”
Hoe denk je dit te bereiken?“Doorgaan op de ingeslagen route: kennis verga-
ren, inzichten omzetten tot uitvoerbare concep-
ten en dit met retailers delen. Ons hoofdkantoor
in Spanje heeft Nederland tot innovatieland be-
noemd, dus we krijgen de ruimte om activiteiten
en producten hier uit te proberen. En dat willen
we dit jaar zeker gaan doen.” ■
Suzette Moerman (l.) en Marjan Torringa.
62-63 Suzettes 63 07-03-2013 16:28:17
64FoodPersonality maart 2013
PRODUCTNIEUWS
Dr. Oetker Intens gratis proberenSinds week 11 kunnen consumenten tijde-
lijk gratis genieten van Dr. Oetker Intens, de
meest intense smaak van romige pudding. De
duo-verpakking is voorzien van een opvallende
actiesticker. Met de code op de sticker krijgt de
consument het aankoopbedrag van maximaal
drie verpakkingen retour via internet.
Dr. Oetker Intens is romige pudding, bereid
met pure, hoogwaardige ingrediënten zoals
100% echte vanille, een cacaoaandeel van
maar liefst 60% of lekkere, volle tarwegries. De
refundactie wordt online en op de winkelvloer
ondersteund. ■
Inlichtingen: Dr. Oetker, (033) 451 79 00 (www.oetker.nl)
Het oer-Hollandse Bros lanceert
nieuwe tabletvarianten: Melk &
Praliné, Melk & Caramel en Melk &
Wit. Bros kwam in 2011 al met BROS
Tablet Melk en Puur. Bros Tablet is
geliefd onder Nederlanders. Dit komt
door de combinatie van de volle
smaak van chocolade en de luchtige
smeltsensatie van de unieke bubbels.
In de nieuwe tabletten van Bros is de
volle smaak van chocolade gecombi-
neerd met de bekende bubbels, waar-
door het heerlijk smelt in de mond.
Met maar liefst vijf smaakvarianten
biedt BROS voor ieder wat wils.
PepsiCo introduceert het wereldbekende fris-
drankmerk Mountain Dew nu ook in Nederland.
Mountain Dew is een dorstlessende frisdrank met
een verfrissende citrussmaak. Het merk staat be-
kend om de gewaagde neongroene kleur van de
verpakking en het knallende logo. Mountain Dew
positioneert zich als dé frisdrank voor grensver-
leggende jongeren die alles uit het leven willen
halen.
Mountain Dew is al jaren een van de grootste frisdrank-
merken in de Verenigde Staten en neemt een vierde plek
in op de lijst van bekendste frisdranken ter wereld. De
legendarische frisdrank is vanaf nu verkrijgbaar in Ne-
derland, in neongroene flesjes van 0,5 liter
Mountain Dew heeft een stoere, no-nonsense uitstraling
en richt zich primair op een mannelijke doelgroep tussen
de 16 en 24 jaar, waarbij de slogan ‘Do the Dew!’ aanzet
tot actie. In het buitenland lieert Mountain Dew zich aan
actiesporten, muziek en ‘streetart’. In ons land staan er dit
jaar promoties rondom skateboardevents op stapel.
Michael Blankert, senior brand manager bij PepsiCo: “Al
jaren inspireert Mountain Dew jongeren over de hele
wereld om hun grenzen te verleggen en hun eigen ding
te doen. Nu gaat Mountain Dew eindelijk ook Neder-
land veroveren. Het is een frisdrank buiten de gebaande
paden: a liquid like no other!”
Mountain Dew is vanaf nu landelijk verkrijgbaar in
supermarkten, maar vooral in binnensteden en ‘on the go’.
Evenals bij Pepsi is Vrumona het aanspreekpunt voor de
retail voor Mountain Dew. ■
Inlichtingen: Vrumona, (030) 656 89 11 (www.pepsico.nl)
Bovendien hebben de nieuwe
smaken van Bros Tablet het Nestlé
Cocoa Plan- logo op de verpakking
staan, wat betekent dat de tabletten
gemaakt zijn met duurzame cacao,
met oog voor de leefomstandigheden
van de cacaoboer.
Bros Tablet Melk & Caramel (95g),
Melk & Praliné (95g) en Melk & Wit
(85g) zijn vanaf deze maand lever-
baar. De consumentenadviesprijs is
€ 0,99. ■
Inlichtingen, Nestlé, (010) 569 93 23 (www.nestle-chocolade.nl)
Bros in Melk & Praliné, Melk & Caramel en Melk & Wit
PepsiCo introduceert Mountain Dew
64-65 Productnieuws 64 07-03-2013 16:29:00
PRODUCTNIEUWS
65FoodPersonality maart 2013
Dr. Oetker CupCake MinivormpjesDr. Oetker breidt vanaf week 11 de CupCake-
range uit met Minivormpjes. Met deze vrolijke
Minivormpjes met roze, paarse, blauwe, zwarte
en rode polka dots maak je leuke en bijzondere
cupcakes. De Minivormpjes zijn uniek in het
schap door de opvallende kleuren en het kleine
formaat.
Consumentenadvies-
prijs: Minivormpjes
(75 st.) € 2,29.
Plaatsingsadvies: Naast
overige Dr. Oetker
vormpjes.
De introductie wordt
ondersteund op consu-
mentenbeurzen. ■
Dr. Oetker introduceert (vanaf week 11) Chocodip
in de varianten Bruin en Wit. Met Dr. Oetker Cho-
codip kun je gemakkelijk cakepops, cupcakes, fruit
of ander gebak in een chocolaagje dippen. Na het
dippen zijn de producten direct te versieren.
De Chocodips zijn gemakkelijk en snel au bain-
marie of in de magnetron op te warmen. De ver-
pakking is hersluitbaar waarna het nog twee weken
houdbaar is.
Om het pannenkoekmixensegment te stimuleren,
kunnen consumenten van week 11 t/m 24 bij
aankoop van twee actieverpakkingen Koopmans
Pannenkoeken sparen voor een gratis pannen-
koeksjabloon! Het sjabloon is verkrijgbaar in drie
Nieuw: Chocodip Bruin en Chocodip Wit van Dr. Oetker
Versieren met Koopmans pannenkoeksjablonen
Consumentenadviesprijs: Chocodip € 1,99.
Plaatsingsadvies: bij Dr. Oetker CupCake deco-
raties.
De introductie wordt intensief ondersteund op tv,
online en op consumentenbeurzen. ■
Inlichtingen: Dr. Oetker, (033) 451 79 00 (www.oetker.nl)
uitvoeringen: een dolfijn, een poes en een vlinder.
Consumenten kunnen het sjabloon online
aanvragen waarna het gratis wordt thuisgestuurd.
De actiecodes bevinden zich aan de binnenzijde
van de verpakkingen: Koopmans Pannenkoeken
Speciaal, Scharrelei, 6-Granen en Oma’s pannen-
koeken. Voor deze actie geldt op=op!
Deze actie wordt intensief ondersteund, onder
meer online en op tv. ■
Dr. Oetker introduceert Biscuitmix en Mix voor Luchtige BotercrèmeDr. Oetker introduceert (vanaf week 11) Biscuitmix en Mix voor
Luchtige Botercrème. Met de Biscuitmix maak je snel en eenvoudig een
luchtige taartbodem, de perfecte basis voor diverse taarten. Dr. Oetker
Mix voor Luchtige Botercrème is gemakkelijk in gebruik en ideaal voor
het vullen/bestrijken van taarten én als topping voor cupcakes.
Consumentenadviesprijs: Biscuitmix € 1,49 en Botercrème € 1,89.
Plaatsingsadvies: Biscuitmix bij taartmixen en de Botercrème naast de
banketbakkersroom.
De introductie wordt intensief ondersteund op tv, in print, online en op
consumentenbeurzen. ■
Inlichtingen: Dr. Oetker (033) 451 79 00 (www.oetker.nl)
Inlichtingen: Dr. Oetker, (033) 451 79 00 (www.oetker.nl)
Inlichtingen: Koopmans, (033) 451 79 00 (www.koopmans.com)
64-65 Productnieuws 65 11-03-2013 15:19:33
66FoodPersonality maart 2013
PRODUCTNIEUWS
Holy Soda!Vrumona introduceert Holy Soda: een
nieuwe frisdrank die niet alleen laag in
calorieën is, maar ook voor 100 procent uit
natuurlijke ingrediënten bestaat. Het is het
antwoord van Vrumona op de vraag van de
consument naar verantwoorder producten.
Uit onderzoek van Rogil blijkt dat 70% procent
van de Nederlanders aangeeft een frisdrank te
willen zonder kunstmatige ingrediënten, veel
calorieën of toegevoegde suikers. Met onder
andere de natuurlijke suikervervanger stevia en
Sourcy-mineraalwater is Holy Soda het antwoord
op deze behoeft e.
Holy Soda is verkrijgbaar in drie fruitige smaken:
appel-framboos, peer-perzik en appel-cranberry.
De sprankelende frisdrank is gemaakt met kool-
zuurhoudend Sourcy-mineraalwater, fruitsap en
de natuurlijke zoetstof stevia. Holy Soda bevat
maar 13 tot 15 kcal per 100 ml – 50 tot 60%
minder dan vergelijkbare reguliere frisdranken. ■
Inlichtingen: Vrumona, (030) 656 89 11 (www.pepsico.nl)
De nieuwe campagne van Wagner Pizza
draait om Sensazione, de premium pizza met
een unieke, knapperige bodem en eerste-
klas ingrediënten. De campagne gaat deze
maand van start.
Eind deze maand staat er een tv-commercial rond
Sensazione op stapel die zowel dit voorjaar als
in het najaar op de Nederlandse televisie te zien
zal zijn. Verder wordt de campagne ondersteund
door een Facebook-actie, divers POS-materiaal en
tastings in supermarkten.
De Sensazione-campagne draait om het thema
‘sensationeel lekker’. Henrik Jäger, marketing mana-
ger van Wagner Pizza, legt uit: “De nadruk in de
campagne ligt op de kwaliteit en versheid van de
ingrediënten van Sensazione, en de unieke, luch-
tige bodem. De campagne wordt ondersteund
door een televisiecommercial, die eind maart in
première gaat en een maand lang op de Neder-
landse televisie te zien zal zijn. In het najaar zal
de spot nogmaals worden vertoond.”
Op de Facebook-pagina van Wagner kunnen con-
sumenten in mei weer meedoen aan een ludieke
actie. Deze acties bleken bij vorige campagnes
zeer succesvol, en zorgden ervoor dat de site
inmiddels bijna 50.000 Wagner-fans telt.
In supermarkten wordt via vloerstickers,
deurbanners en ander opvallend POS-materiaal
aandacht aan de campagne besteed. Ook staan er
verschillende supermarkttastings op stapel, om
consumenten te overtuigen van de buitengewone
kwaliteit van Sensazione.
Uit diverse tests blijkt dat de consument zeer te
spreken is over Sensazione. De pizza scoort zeer
hoog op de ‘Net Promoter Score’, wat aangeeft dat
veel consumenten de pizza van harte aan anderen
zouden aanbevelen. ■
Inlichtingen: Nestlé Wagner GmbH, (020) 569 93 23 (www.wagner-pizza.nl)
‘Sensationeel lekker’ – de nieuwe campagne van pizzaspecialist Wagner
FoodPersonality
Onafhankelijk maandblad voor managers in de
levensmiddelenhandel en -industrie
FoodPersonality is een uitgave van:
Shelfl ife Publishing bv
Molenveldlaan 104
6523 RN Nijmegen
Telefoon: 024 – 365 16 70
E-mail: [email protected]
www.foodpersonality.nl
HR 09160015
Abonnementen:
€ 172,- per jaar exclusief btw
Collectieve afname: prijs op aanvraag
Opzegging abonnementen: 2 maanden voor
einddatum van het abonnement
Prijs los nummer: € 18,50 exclusief btw
en portokosten
Abonnementsopgave, klachten
en/of (verhuis)mededelingen:
Vakblad FoodPersonality
T.a.v. Klantenservice
Molenveldlaan 104
6523 RN Nijmegen
Redactie:
Gé Lommen, [email protected]
Dave van Loon, [email protected]
Marieke Venbrux, [email protected]
Redactionele medewerking:
Constant Berkhout
Anke Groenendaal
Martijn Kregting
Pascal Kuipers
Ivonne de Thouars
Jeroen van der Weerd
Verkoop:
Robin Kramp, [email protected]
Vormgeving:
Giesbers Velp, Walter Bouwman, Hans de Vries
Druk:
Ten Brink
Distributie:
PostNL
Auteursrecht
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen
in een geautomatiseerd bestand, of openbaar gemaakt, in enige
vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door
fotokopie of enig andere manier, zonder voorafgaande schrifte-
lijke toestemming van de uitgever.
Aansprakelijkheid
Hoewel FoodPersonality met de meeste zorg
wordt samengesteld, kunnen uitgever en redactie
niet aansprakelijk worden gesteld voor mogelijke
onjuiste berichtgeving en/of zetfouten.
ISSN: 0925 – 8051
© Shelfl ife Publishing bv
66 Product-col 66 11-03-2013 16:44:37
67 ADV 67 07-03-2013 16:29:42
TIP
Onze nieuwe introductie Lay’s Deep Ridged is een heerlijke
chip met een unieke en verrassende dubbel diepe golf-
structuur voor dubbel zoveel smaak en krokantheid bij iedere
hap. Wij sluiten met Lay’s Deep Ridged perfect aan op
de shopperbehoefte van jong volwassenen door bijzondere
smaken en de juiste zakinhoud te combineren. Hiermee
bieden wij u een kans om de aankoopfrequentie van de
doelgroep te vergroten en voegen we waarde toe aan de
categorie! We ondersteunen Lay’s Deep Ridged groots op TV,
online, via social media en natuurlijk ook bij u op de winkelvloer.
Wilt u deze kans ook niet missen? Bel ons: 030-247 3811.
“ Bergen omzetlaten de categorie pieken”
(Sander Bakker, Account Manager)
Combineer deze grootse introductie
met andere producten voor jong
volwassenen voor extra impuls.
D e e l d e a m b i t i e
68 ADV 68 07-03-2013 16:30:09