Format muziekstimulatie

42
©Tim Mannaerts en Cindy Stroobandt Format muziekstimulatie

Transcript of Format muziekstimulatie

©Tim

Mannaert

s e

n C

indy S

troobandt

Format muziekstimulatie

Inleiding

Naar aanleiding van de conceptnota van Vlaams minister van onderwijs Pascal Smet over de

inhoudelijke vernieuwing van het deeltijds kunstonderwijs, werd dit format opgesteld. Volgens deze

conceptnota zal de startleeftijd in het kunstonderwijs verjongen naar zes jaar. Hierin zagen we een

uitgelezen kans om een project uit te werken voor de derde kleuterklas aangezien dit een nieuwe

doelgroep zal worden. Dit project is opgesteld en uitgevoerd in de praktijk waardoor er enkele

verbeteringen konden aangebracht worden.

Het format ziet er als volgt uit:

Een voormiddag met alles rond muziekstimulatie. Dit begint met een ochtendritueel in de

kleuterklas waarbij alles gedaan wordt aan de hand van muziek. Daarna is er tijd voor een

muzikaal verhaal met grote interactie van de kleuters en na de speeltijd is er een uurtje zingen,

dansen en musiceren met muzikale tegenstellingen.

In de namiddag staat er een snuffeltocht in de muziekacademie op het programma (dit kan

evengoed in het repetitielokaal van je vereniging). Daar krijgen ze een beperkt aantal

instrumenten aangeboden die op een leuke manier worden voorgesteld. In dit format zijn dit

zeven instrumenten. Met je vereniging kan je gerust andere of meerdere instrumenten kiezen.

Om de dag af te sluiten is er een slotmoment waarin de kindjes alles over de dag kunnen

vertellen.

Dit format is samen met een stagiair kleuteronderwijs in de praktijk uitgevoerd waardoor dit zeker ook

pedagogisch in orde is. Bovendien hebben we erop gelet dat dit format quasi geen prijskaartje bevat

en dat het bruikbaar is voor verenigingen en het onderwijs. Je kan dit als vereniging perfect aanpassen

aan je mogelijkheden, instrumenten en budget. Je kan er ook een samenwerking van maken tussen

jouw vereniging en de basisschool. Voel je niet geremd door de doelgroep ‘derde kleuterklas’. Je kan

dit format gerust ook toepassen op de jeugd in je vereniging. Je zal wel merken dat bepaalde

‘spelletjes’ specifiek op kleuters gericht zijn. Niets houd je tegen om kleuters te betrekken in je

activiteit of om dit deel weg te laten.

Voor het gebruik van de liedjes wil ik graag volgende namen vermelden. Een grote dankjewel aan

Margré Van Gestel, Marijke Albers, Marijke Ram, Job Eppen, Tietia Haarsma, Marijke Greweldinger,

Leuo Aussems en Koor & stem. Ook het boek Kleuterwijs: liedbundel voor kinderen van 3-7 jaar,

geschreven door Frans Haverkort, Rinze van der Lei en Lieuwe Noordam, heeft me goed geholpen bij

het maken van dit format.

Dank aan Annie Boerjan en Geert Dhondt voor de accommodatie.

Ook met dank aan Elise Bruynbroeck, Cindy Stroobandt, Lien Mulier, Tine Mannaerts, Marie Coussens, Maarten Delbaere, Bert Delbaere, Lutgard Coessens, Tim Mannaerts en Dugas Pauwels voor de uitvoering.

Veel lees-, probeer-, lach- en muziekplezier!

Joke Mannaerts

Voor meer informatie kan je terecht

bij [email protected] of bij Vlamo

op het e-mailadres [email protected]. ©Tim Mannaerts

Algemene informatie

Leeftijd: 5-6 jaar Aantal kleuters: een groep van maximum 15 kinderen is aan te raden

Dagindeling van een 3e kleuterklas of je kan natuurlijk ook zelf je indeling maken: 8u30-10u10 PAUZE

10u30-11u20 PAUZE 13u10-14u55 PAUZE 15u10-16u00

Locatie: kleuterklas zelf turnzaal muziekacademie (je repetitielokaal)

Nodig materiaal: Ritmestokjes Schuddoosjes/ schudeitjes Sambaballen Rinkelbelletjes/ bellenkransen Regenstok

Didgeridoo Shakers Kokosnoten Mini-cymbaaltjes Woodblock Trommelstokjes

Triangel Waterflesjes Liedjes (partituur + muziek) Prenten Inkledingsmateriaal voor je lokaal Het boekje voor het muzikaal verhaal Claves

Frisbee’s Paraplu’s Een zak met rietjes (2 kleuren)

©Tim Mannaerts

Voormiddag

Doel:

In de voormiddag is het doel heel duidelijk het exploreren en verfijnen van de omgang met muziek. De kleuters leren tegenstellingen op een muzikale manier duidelijk onderscheiden, gaan aan de slag met ritmische instrumentjes en zingen uit volle borst mee. Een belangrijk deel is natuurlijk ook de herhaling. Herhaling is goed voor kleuters omdat ze blij zijn wanneer ze na de vele herhalingen, de tekst kunnen meezingen.

Onthaal: 8u30-9u15

Dit deel van de dag is vooral bedoeld om structuur te geven aan de kleuters. Een vaste structuur in het dagprogramma geeft kinderen een houvast. Je zal op het eerste zicht, als vereniging, misschien denken dat je met dit deel niks kan aanvangen. Toch geeft het weer hoe je jonge kinderen allerhande zaken kan leren, uitleggen via muziek en in een samenwerking met de basisschool kan dit zeker van pas komen.

Eenmaal gestart en gesetteld, wensen we elkaar goede morgen met het liedje ‘goedemorgen goedemorgen’. Alle kleuters kenden dit al en zongen uit volle borst mee. Goedemorgen, goedemorgen

Bron: http://users.telenet.be/jufeveline/juffen/klas/klasliedje.htm (druk Music fantasy muzieknootjes en CD ‘er komt gezang uit het behang!’)

Daarna worden de namen overlopen. De kleuterleidster overloopt de namenlijst. Het kindje van de week en zijn helpertjes worden overlopen. De juf kijkt samen met de kleuters wie er deze week het ‘kindje van de week’ is, wie er instaat voor de vuilbakken, wie er de jassen en boekentassen mooi moet hangen en wie er zorgt voor de brooddozenbak.

Vervolgens kijken we naar de weekkalender. Het liedje ‘wat voor dag is het’ wordt gezongen. Het kindje van de week mag de kalenders veranderen. Wat voor dag is het?

Bron:http://www.jufjanneke.nl/klas/Liedje%20luister%20goed,%20ik%20heb%20een%20vraag.JPG

Als voorlaatste zingen ze het liedje ‘we kijken door de ruiten’ en hangt het kindje van de week de juiste weersymbooltjes aan de weerkalender. We kijken door de ruiten

Bron: http://users.telenet.be/jufeveline/juffen/klas/klasweer.htm (druk Music fantasy muzieknootjes en CD ‘er komt gezang uit het behang!’)

Als laatste ritueel wordt het weekend overlopen. De kleuterleidster leest voor uit een schriftje waarin de ouders van een kleuter naar keuze, iets over het voorbije weekend geschreven hebben.

Muzikaal verhaal: 9u30-10u00

Bij het vertellen en het uitbeelden van een muzikaal verhaal is het de bedoeling om de kindjes voeling te geven met de link tussen geluid en materiaal. Elk geluid in dit verhaal wordt voorgesteld door een klein muziekinstrument. ‘Koosje maakt muziek’ Auteur: Vera de Backker Met tekst van Karen van Holst Pellekaan (je kan dit boek gemakkelijk uitlenen in de bibliotheek)

Korte samenvatting: Koosje wil het liefst de hele dag in het bos spelen. Mama zegt dat het misschien gaat onweren, maar daar is Koosje helemaal niet bang voor. Ze gaat eropuit en ontdekt allerlei dingen waar

ze muziek mee kan maken. In het begin van het verhaal zit een liedje dat op het einde ook terugkeert. Je test best eerst of het niveau niet te moeilijk is voor jouw doelgroep. Je zingt dit liedje voor het verhaal, tijdens het uitdelen van de muziekinstrumentjes en op het einde van het verhaal wanneer alle instrumentjes samen komen.

In alles zit muziek (luisterfragment)

Bron: http://anneroos.punt.nl/?a=2005-11#268085 de holle tak in het verhaal wordt weergegeven door een didgeridoo. de uitgebloeide papavers worden weergegeven door shakers. de kokosnoten blijven uiteraard 2 halve kokosnoten (je kan ook claves of stokjes gebruiken).

de peulen worden nagebootst door schuddoosjes (heel makkelijk te knutselen) of met schudeitjes. de steentjes op een stukje riet worden weergegeven door bellenkransen. de holle boomstam wordt weergegeven door een woodblock met twee stokjes. De eerste maal doen jij en ‘je assistent’ het voor. De ene persoon leest het verhaal terwijl de andere de muziekinstrumentjes laat horen. Daarna deel je de instrumentjes uit en laat je de kleuters even experimenteren. Vervolgens vraag je de kleuters hun instrumentjes te laten horen wanneer jij de naam van het instrument zegt, zodat ze goed weten welk instrument ze vast hebben. Uiteindelijk moeten ze allemaal hun instrumentje voor de voeten op de grond leggen. Wanneer hun instrument in het verhaaltje voorkomt, mogen ze het oppakken en het laten horen. (om dit visueel voor te stellen kan je ook prenten van de instrumenten gebruiken. Aandacht voor het juist hanteren van de instrumenten is ook belangrijk!)

Benodigdheden: 30 minuten boekje didgeridoo (of een buis om op te blazen) shakers

kokosnoten, claves of stokjes schuddoosjes of schudeitjes bellenkransen woodblock regenstok een gezellige kring

Speeltijd: 10u10-10u30

Muziekstimulatie: 10u40-11u20

Het volgende deel is uitgewerkt aan de hand van het onderwerp kunst. Dit was het onderwerp van de stagiair kleuteronderwijs. Je kan de kunstwerken die je in bijlage vindt gebruiken of achterwege laten en puur voor de muziek gaan. Ook de volgorde of hoeveelheid kan aangepast worden. In dit deel van de dag gaat het puur om muzikale tegenstellingen, ritme en motoriek. In het leven zijn er oneindig veel tegenstellingen en muziek is vaak een mooi hulpmiddel om deze aan kinderen duidelijk te maken. Ook motorische en ritmische vaardigheden kunnen leuk aangebracht worden met muziek.

We brengen vandaag een bezoekje aan het museum. Elk kunstwerk vraagt om een betekenis en zal bij ons tot leven komen. Op weg naar het museum zingen en marcheren we:

♪ tam tam tam tam, daar komen de bezoekers aan, ze lopen keurig in de maat bij ons door de straat ♪

Tam Tam van Marijke Ram en Job Eppen

Bron: zie partituur in bijlage Muzikale tegenstelling: hoog/laag

1) Het eerste kunstwerk is een aquarium met visjes. (zie bijlage) Je legt het liedje ‘Aquarium’ van ‘Le carnaval des animaux’ op en vertelt dat visjes

rondzwemmen in een aquarium. Als het donker wordt en de muziek lager begint te klinken dan zakken de visjes naar de bodem om te gaan slapen. Elk kindje krijgt een doekje. Tijdens de muziek zwemmen de kindjes al wapperend rond met hun doekje. Ze maken sierlijke, grote bewegingen. Op een bepaald moment hoor je het liedje als het ware stilvallen en lager worden. Dan gaan de kindjes, net als de visjes slapen en wapperen ze met hun doekje naar beneden tot ze helemaal op de grond liggen en slapen. Als de muziek terug hoger en actiever wordt, zwemmen de kindjes weer verder.

2) Het volgende kunstwerk is superwoman krokodil

Als de kindjes wild zijn, niet rustig worden en je ze actief wil bezighouden, dan is het nu de ideale moment voor ‘wie ligt daar zo stil?’ Je kan dit op gelijk welk moment laten plaatsvinden wanneer je vindt dat je kindjes nood hebben aan een moment om zich uit te leven. Je zingt het liedje voor. Een van de kinderen ligt als krokodil op de grond in het midden van een kring. Aan het eind van het lied maakt een kindje de krokodil voorzichtig wakker. De krokodil is boos en springt op en loopt achter het kindje. Het is de bedoeling dat het kindje de cirkel rondloopt en terug op zijn plaats gaat zitten voordat de krokodil hem/haar kan tikken. Daarna wordt het kindje dat de krokodil wakker maakte, de krokodil. (de naam vader in het liedje vervang je door de naam van het kindje)

Wie ligt daar zo stil van J. van der Reijden Bron: http://www.tuimeloor.be/?cat=3 (onderaan de website) Zie partituur in bijlage (Kleuterwijs)

3) Kunstwerk nummer drie is een wereldbol

Als je vindt dat je kindjes nog wel wat meer hoog/laag stimulatie kunnen gebruiken dan is het volgende liedje ook heel bruikbaar. Het liedje ‘Rond’ van Marijke Albers is heel eenvoudig uit te beelden en vaak te herhalen. Wijs in de lucht, wijs naar de grond, draai rond je as en teken een bol in de lucht. Rond van Marijke Albers

Bron: zie partituur in bijlage

4) Het hoger/lager spel

Een leuk spelletje om je muzikanten te laten kennismaken met alle instrumenten van de harmonie of fanfare is het ‘hoger/lager spel’. Je zoekt allemaal afbeeldingen van instrumenten en toont ze achter

elkaar aan de kindjes. Ze moeten steeds raden of het hoger of lager klinkt. Muzikale tegenstelling: muziek/geen muziek

1) Kunstwerk van een brandweerauto De kindjes krijgen allemaal een brandweerautostuur (frisbee) en

mogen op het liedje ‘wij zijn bij de brandweer’ van Samson en Gert, heel snel rondrijden. Telkens wanneer de muziek stopt, moeten de kindjes zo snel mogelijk stilstaan en een brandje blussen. Vergeet niet: ze vertrekken vanuit de brandweergarage! Wij zijn bij de brandweer (samson)

Bron: http://www.youtube.com/watch?v=sU-hgri2_PE

2) Kunstwerk ‘trommeltikken’

Het liedje ‘Tik maar mee’ van Margré Van Gestel wordt ondersteund door stokjes. Je zingt het liedje en je last zelf pauzes in. Op dat moment mogen de kindjes geen geluid meer maken met hun stokjes.

Tik maar mee van Margré Van Gestel

Bron: zie partituur in bijlage Muzikale tegenstelling: vlug/langzaam

1) Kunstwerk regen met olieverf Het liedje ‘regendruppels’ van Margré Van Gestel wordt uitgebeeld met stokjes op een paraplu. Dit is ook een ritmische oefening voor kleuters. Er zijn vier paraplu’s waaronder je telkens drie kindjes zet en twee kindjes die erop mogen trommelen (deze aantallen kunnen natuurlijk verschillen). Je zingt het liedje voor en na de eerste zin trommel je traag met de stokjes op de paraplu. Na de tweede zin sneller en na de derde zin heel snel. Dit is een enorm leuke ervaring voor kleuters. Daarna kan je omwisselen zodat iedereen de beide zaken ervaren heeft. Regendruppels van Margré Van Gestel

Bron: zie partituur in bijlage

2) Gypsy dance

Een andere optie is de Spanish Gypsy Dance van het Mantovani Orchestra. Dit is wel een liedje dat je alleen gebruikt bij al iets oudere kinderen omdat er geen uitgesproken verschil is tussen vlug en langzaam. Je kunt de kinderen hierop laten stappen, dansen, klappen… Gypsy dance Mantovani Orchestra

Bron: http://www.youtube.com/watch?v=vpm3rzIa-Es

3) Foto van een aap

Het lied ‘ Het aapje’ is een heel duidelijke weergave tussen traag en snel. Hierop kan je een rondedans doen, die heel wat lichaamscoördinatie

vraagt van je kindjes. Het liedje is ook een muzikale dans. Dit is echter een liedje uit een databank voor kleuterleidsters, waardoor de bron niet kan weergegeven worden. Je kan hier wel inspiratie uit opdoen. Een kring, twee stappen naar rechts, twee naar links, handen op eigen schouders leggen, armen omhoog steken, driemaal klappen. Dit blijf je telkens herhalen, ook als de muziek versnelt.

Een variatie hierop is handen op de dijen slaan, handen in de zij plaatsen, handen op eigen schouders leggen, handen op het eigen hoofd leggen en driemaal klappen. Muzikale tegenstelling: stil/luid

1) Kunstwerk van voeten

Het liedje ‘Stamp maar mee’ van Tietia Haarsma is een perfect liedje om de kindjes het verschil te leren tussen stil en luid. Plan zelf wanneer je een stop inlast in het stuk en wanneer je luider en stiller gaat. Dit zal heel verrassend zijn en de kindjes zullen heel veel plezier maken wanneer ze mogen stampen met hun voetjes. Stamp maar mee van Tietia Haarsma

Bron: zie partituur in bijlage

2) Tekening van een microfoon Wie zingt het hardst? De kinderen zitten of staan in een kring, een van hen wordt geblinddoekt en in het midden geplaatst. Het is nu de bedoeling dat de hele groep een liedje zingt, maar op een andere manier. De juf fluistert in de oren van de klas of ze heel zacht of gewoon mogen zingen. Één iemand mag er het hardst van al zingen. De blinde moet nu op het gehoor bepalen welk kindje het hardst zingt. Vervolgens moet hij naar hem toe lopen en hem tikken. Motorische oefeningen

1) Mama beer Het liedje ‘mama beer en baby beer’. De kindjes lopen per twee in een cirkel. Op de tekst van het liedje moeten ze op 1 been gaan staan. Dit is een evenwichtsoefening die heel wat concentratie vergt.

Mama beer en baby beer van Marijke Greweldinger Bron: zie partituur in bijlage

2) Kind in bad

Het douchelied uit dansspetters is ideaal om de volledige motoriek te oefenen. De kindjes vangen telkens een waterdruppel op een ander lichaamsdeel en mogen die niet laten vallen. Dit is een ideaal liedje om je activiteit mee te eindigen. De kindjes lachen zich hiermee te pletter en bewegen heel veel. De douchedruppel

Bron: CD dansspetters ‘De douchedruppel’ of you tube voor een filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=7irIs4jWVW8

Ritmische oefeningen

1) Schilderen

Schilderen op muziek zonder verf is een leuke manier om kindjes kriebels en stimuli te geven. Je laat ze een liedje horen (het is eender welk, meestal neem je een rustig liedje) en ze mogen op de vloer, op de muren, op de meubels of op iemand anders zijn armen schilderen. Je legt wel duidelijke grenzen op wat, waar en hoe. Als je een goede groep hebt of de kindjes zijn al wat ouder, kan je dit doen met

waterdruppels.

2) Kan je raden Als je een instrumentenkoffer heb of allerlei andere instrumentjes kan je het liedje ‘kan je raden’ gebruiken om een instrumentje te verstoppen en de kindjes te laten raden welk instrumentje je vast hebt.

Kan je raden van Marijke Ram en Job Eppen

Bron: Kleuterwijs nummer A18 en zie bijlage voor de partituur

3) De fanfare

Je kan je fanfare natuurlijk echt promoten met het liedje ‘rom bom bom de fanfare’. De kinderen staan vrij in de ruimte. Een van de kinderen is muzikant en loop spelend op een trommeltje door de ruimte. Wanneer de zin ‘wil je ook bij de fanfare’ gezongen wordt, blijft het kindje voor een ander kindje staan. Deze muzikant krijgt een ander instrumentje en loopt spelend achter hem aan. Dit doe je zo tot de hele groep aan het marcheren is. (het liedje is in het Fries gezongen, maar is heel makkelijk in het Nederlands te zingen)

De fanfare van Geartsje Douma

Bron: Kleuterwijs B44 en zie bijlage voor de partituur Afsluiters

1) Opruimen

Om je sessie af te sluiten is het altijd leuk om een opruimlied te gebruiken. Je zingt het vrolijk uit volle borst terwijl de kindjes alles opruimen. We gaan opruimen van M. eykelkamp

Bron: Kleuterwijs nummer A46, partituur in bijlage

2) Droomboom Wanneer je als afsluiter liever iets rustig hebt omdat je kindjes bijna moeten gaan slapen of nogal wild staan. Dan kan je het liedje ‘Droomboom’ van Attakatamoeva gebruiken. Dit is een leuk en rustig liedje om te zingen.

Droomboom van Leo Aussems Bron: zie bijlagen voor de partituur (dit is een uitgave van koor en stem, liedbundel attakatamoeva, blz. 18) of op internet: http://www.youtube.com/watch?v=PSJor9kmr7c

Andere mogelijkheden voor jouw harmonie of fanfare

1) Instrumenten benoemen Het benoemen van alle geluiden of instrumenten met de ogen dicht vormt een heel leuk spel voor kinderen, zeker als je er af en toe een grapje tussen steekt. Op deze manier leren ze naar elkaar luisteren en leren ze de instrumenten herkennen. Je kan ze ook hun instrument of andermans instrument geblinddoekt laten bespelen.

2) Gehoordozen maken Gehoordozen maken is een heel leuke activiteit als afwisseling op je repetities met de mini’s of met de jeugd. Je vult doosjes met rijst, zand, steentjes… Je maakt zoveel mogelijk verschillende reeksen. Er moet wel klankverschil op zitten. Je leert hen aan de hand van allerlei spelletjes hiermee het verschil tussen klanken, materialen en toonhoogtes….

3) Musiceren zonder instrument Het spelen met lichamelijke instrumenten is ook heel leuk! Je speelt bijvoorbeeld een stuk vanuit de repetitie zonder instrumenten en ze mogen de stem niet gebruiken…

©Tim Mannaerts

Namiddag

Doel:

In de namiddag is het de bedoeling om de ‘echte’ muziekinstrumenten te promoten. We leren de kleuters bepaalde blaas-, toets- en slagwerkinstrumenten kennen op een laagdrempelige en interactieve manier in de muziekacademie (dit kan natuurlijk ook gewoon in je repetitielokaal).

Concept:

Snuffeltocht doorheen de muziekschool aan de hand van een doorschuifsysteem.

Tijdschema

Naar de muziekschool wandelen 13u30-13u40: algemene uitleg aan de kleutertjes, een leuke omkadering ©Cindy Stroobandt 13u40-14u00: eerste groep instrumenten 14u05-14u25: tweede groep instrumenten 14u25-14u35: speeltijd (goed in banen leiden!) 14u35-14u55: derde groep instrumenten 15u00-15u20: Slagwerk

15u20-15u35: terugblikmoment Terugwandelen naar de klas

©Tim Mannaerts

©Tim Mannaerts

Duo 1: Trompet en Hoorn

Bij de trompet doen we een olifantenmars waarbij de kindjes eerst raden waaraan de muziek die de trompettist speelt hen doet denken (Colonel Hathi’s March uit Jungle Book). Als de kindjes het geraden hebben, gaat de trompettist voor in de stoet en doen alle kindjes een olifant met slurf na. Bij de hoorn gaan we op zoek naar de onderdelen ervan. De hoornist kijkt verdrietig omdat er geen

klank meer uit zijn hoorn komt, de hoorn is kapot. De kindjes moeten hem helpen door alle onderdelen te vinden en de hoorn terug in elkaar te steken. Hij toont een prent van hoe een hoorn er normaal uitziet. De kindjes gaan op zoek, na elk onderdeel probeert hij te spelen, soms komt er klank uit maar meestal een lelijk geluid EN soms passen er ook onderdelen helemaal niet op. Op het einde zijn alle stukjes terug en kan hij iets leuks spelen. Samen sluiten deze twee instrumenten af met een duet (bijvoorbeeld een deel uit Pirates of the Carribean)

Duo 2: Klarinet en Fagot

Bij de klarinet is de Flight of the Bumble Bee een leuk idee. Je kan dit hard, zacht, snel of traag spelen. De kindjes moeten raden aan welk dier het hen doet denken en mogen daarna vrij rond dansen, vliegen. Wanneer je hard speelt maken ze grote bewegingen, wanneer je stil speelt maken ze kleine bewegingen en ga zo maar verder. Indien je dit daarna ziet zitten, kan je misschien enkele kleutertjes laten spelen op je klarinet (breng dan alvast niet je beste riet mee). Een andere mogelijkheid is het spelen van emoties. Je speelt een vrolijk, verdrietig, boos, angstig liedje waarbij de kinderen gekke bekken mogen trekken die voor hen de emotie weerspiegelen. Bij de fagot wordt het nasaal nazingen wat de fagot speelt. Je mag spelen wat je wil, enkele nootjes en eenvoudige ritmes. De kinderen mogen dit nazingen door hun neus dicht te knijpen. Dit kan heel grappig zijn en het hoeft geen bestaand stuk te zijn. Samen sluiten deze twee instrumenten af met een duet. Dit is niet zo simpel aangezien ze in een verschillende toonaard staan, maar bijvoorbeeld broeder Jakob valt makkelijk te transponeren.

©Tim Mannaerts

©Tim Mannaerts

Duo 3: Dwarsfluit en Piano

Bij de dwarsfluit zou ik de kinderen leren blazen op waterflesjes. Als we die allemaal op een verschillend niveau vullen hebben we verschillende klanken. Zo oefenen de muzikanten of kleuters de juiste mondstand om dwarsfluit te leren spelen. Je kan er een melodietje of een akkoord van maken. Bij de piano zou ik ze echt laten snuffelen. De vleugel open doen, snaren laten zien, pedalen laten zien….en een stukje spelen dat een hoog ritme heeft omdat kleuters hun lichaamsritme redelijk hoog ligt. Je kan ze aan de snaren laten voelen terwijl je speelt of je kan ze onder de piano zetten om hen een ‘wauw gevoel’ te bezorgen. Dit geeft een heerlijk gevoel. Ook dit duo sluit af met een duet.

©Tim Mannaerts

©Tim Mannaerts

Slot: Slagwerk

Elk kindje mag bij het binnenkomen in de grote zaal een rietje trekken. De groene rietjes mogen helpen met het slagwerk en de rode rietjes moeten jureren. Welk instrument vinden ze het mooist? Dit doe je aan de hand van een solsleutel. De sleutel is de toegang tot iets positief = sleutel, dit instrument wil je nog horen.

Het negatieve aspect beeld je uit door een rustteken. Ik vind dit niet mooi, dus dit instrument mag zwijgen. (in de kleuterklas deden we dit met rode en groene smileys) Je laat een kindje op een pauk slaan, een ander kindje op een andere pauk, een ander kindje op de xylofoon en ga zo maar door.

Dit vormt samen een mooi akkoord. Ik klop bepaalde ritmes op een trom die zij dan mogen nakloppen. De andere kindjes jureren en nadien is er natuurlijk een wissel.

©Tim Mannaerts

Terugblikmoment

Wat hebben we vandaag allemaal gedaan? - bij de trompet - bij de hoorn - in de klas - in de turnzaal - …

Wat vond je leuk? Wat vond je niet leuk? Hierbij kan je kleine cymbaaltjes en een trom klaarleggen. Het kindje dat iets leuk wilt zeggen, klingelt eerst met de cymbaaltjes.

Het kindje dat iets minder leuk wilt zeggen, neemt de trom.

©Tim Mannaerts

©Tim Mannaerts

Bijlagen

Muziekstimulatie

Partituren

Kunstwerken