FOCUS Remote Sensing in vogelperspectief - … X-stralen ultraviolet IR microgolf radiogolven...

7
/FOCUS/ /FOCUS/ /FOCUS/ 3 Remote Sensing in vogelperspectief De lichtblauwe kolken tonen een fytoplankton- bloei in de Golf van Biscaje (MODIS beeld vanop Terra satelliet - NOAA) Meer en meer wordt gebruik gemaakt van remote sensing of teledetectietechnie- ken voor het verzamelen van beelden en informatie over het aardoppervlak en de oceanen. Denk maar aan de satellietbeel- den uit het weerpraatje, de overzichtsbeel- den van de ravage van de tsunami, … Maar het gebruik van remote sensing in de oceanografie gaat verder dan het observeren van de oceanen vanop grote hoogte of vanuit de ruimte. Steeds vaker maken mariene onderzoekers, ook in België, er gebruik van voor het meten en objectief interpreteren van oceanografische parameters. Het is een techniek die extra informatie kan aanleveren binnen een brede waaier aan onderzoeksdisciplines. Zonnestraling: samenstelling en absorptie De elektromagnetische straling die de zon uitstraalt, bestaat hoofdzakelijk uit zichtbaar licht (400-700 nm), maar bevat ook straling met langere golflengten (infrarood licht) en straling met kortere golflengten (gammastralen, X-stralen en ultraviolet). De straling die invalt op een voorwerp wordt voor een deel geabsorbeerd. Denk maar aan je zwarte T-shirt dat opwarmt in de zon of planten die het licht absorberen met hun bladgroen. De rest van de inval- lende straling wordt gereflecteerd (en eventueel deels ook doorgelaten). Wat wij met onze ogen als ‘kleur’ zien is het gereflecteerde licht. Omdat vooral het rode en blauwe licht door planten geabsorbeerd wordt, ziet het licht dat bladeren reflecteren er groen uit. Verschillende materialen, met verschillende eigenschappen, reflecteren het licht in verschillende mate. Denk maar hoe anders het is om in volle zon te kijken naar een wateroppervlak, het strand, een zwart oppervlak, … Zelfs subtiele verschillen in de kwaliteit van voorwerpen of oppervlak- ken kunnen waargenomen worden a.d.h.v. de gereflecteerde straling. Je kan aan de kleur van een appel zien hoe rijp die is en, mits enige ervaring, afleiden hoe zoet die zal smaken. Analoog kan men met remote sensing a.d.h.v. de kleur van de zee de samen- stelling van het water afleiden. Oceanen zijn niet altijd blauw zoals op kinder- tekeningen, maar kunnen ook grijs, groen of bruin getint zijn. Naargelang de aanwezigheid van fytoplankton, opgeloste organische stoffen en anorganische zwevende deeltjes (bv. zand, slib) wordt het invallende licht op een andere manier geabsorbeerd, getransmitteerd en gereflecteerd. TV FM KG AM radiogolven IR ultraviolet X-stralen gamma-stralen microgolf zichtbaar licht 400 nm 450 nm 500 nm 550 nm 600 nm 650 nm 700 nm golflengte (meter) 10 -15 10 -12 10 3 10 -3 10 0 10 9 10 6 10 -6 10 -9 Watermassa’s met een verschillende samenstelling hebben een andere kleur. Omgekeerd kan men a.d.h.v. de gereflecteerde spec- tra (grafieken), opgevangen door satellietsensors, nagaan welke deeltjes en stoffen aanwezig zijn in het zeewater (BMM)

Transcript of FOCUS Remote Sensing in vogelperspectief - … X-stralen ultraviolet IR microgolf radiogolven...

Page 1: FOCUS Remote Sensing in vogelperspectief - … X-stralen ultraviolet IR microgolf radiogolven zichtbaar licht 400 nm 450 nm 500 nm 550 nm 600 nm 650 nm 700 nm golflengte (meter) 10

/FOCUS/ /FOCUS/ /FOCUS/

3

Remote Sensing in vogelperspectief

De lichtblauwe kolken tonen een fytoplankton-bloei in de Golf van Biscaje (MODIS beeld

vanop Terra satelliet - NOAA)

Meer en meer wordt gebruik gemaaktvan remote sensing of teledetectietechnie-ken voor het verzamelen van beelden eninformatie over het aardoppervlak en deoceanen. Denk maar aan de satellietbeel-den uit het weerpraatje, de overzichtsbeel-den van de ravage van de tsunami, …Maar het gebruik van remote sensing in de oceanografie gaat verder dan hetobserveren van de oceanen vanop grotehoogte of vanuit de ruimte. Steeds vakermaken mariene onderzoekers, ook inBelgië, er gebruik van voor het meten enobjectief interpreteren van oceanografischeparameters. Het is een techniek die extrainformatie kan aanleveren binnen eenbrede waaier aan onderzoeksdisciplines.

Zonnestraling: samenstelling en absorptie

De elektromagnetische straling die de zon uitstraalt, bestaat hoofdzakelijk uit zichtbaar licht (400-700 nm), maar bevat ook straling met langeregolflengten (infrarood licht) en straling met kortere golflengten (gammastralen, X-stralen en ultraviolet).

De straling die invalt op een voorwerpwordt voor een deel geabsorbeerd. Denkmaar aan je zwarte T-shirt dat opwarmt inde zon of planten die het licht absorberenmet hun bladgroen. De rest van de inval-lende straling wordt gereflecteerd (eneventueel deels ook doorgelaten). Wat wijmet onze ogen als ‘kleur’ zien is het gereflecteerde licht. Omdat vooral hetrode en blauwe licht door planten geabsorbeerd wordt, ziet het licht dat bladeren reflecteren er groen uit.

Verschillende materialen, met verschillende eigenschappen, reflecteren het licht in verschillende mate. Denk maar hoe anders het is om in vollezon te kijken naar een wateroppervlak, het strand, een zwart oppervlak, … Zelfs subtiele verschillen in de kwaliteit van voorwerpen of oppervlak-ken kunnen waargenomen worden a.d.h.v. de gereflecteerde straling. Je kanaan de kleur van een appel zien hoe rijp die is en, mits enige ervaring, afleidenhoe zoet die zal smaken.

Analoog kan men met remote sensing a.d.h.v. de kleur van de zee de samen-stelling van het water afleiden. Oceanen zijn niet altijd blauw zoals op kinder-tekeningen, maar kunnen ook grijs, groen of bruin getint zijn. Naargelang deaanwezigheid van fytoplankton, opgeloste organische stoffen en anorganischezwevende deeltjes (bv. zand, slib) wordt het invallende licht op een anderemanier geabsorbeerd, getransmitteerd en gereflecteerd.

TV FM KG AMradiogolvenIRultravioletX-stralengamma-stralen microgolf

zichtbaar licht

400 nm 450 nm 500 nm 550 nm 600 nm 650 nm 700 nm

golflengte (meter)

10 -15 10 -12 10 310 -3 10 0 10 910 610 -610 -9

Watermassa’s met een verschillende samenstelling hebben eenandere kleur. Omgekeerd kan men a.d.h.v. de gereflecteerde spec-tra (grafieken), opgevangen door satellietsensors, nagaan welkedeeltjes en stoffen aanwezig zijn in het zeewater (BMM)

Page 2: FOCUS Remote Sensing in vogelperspectief - … X-stralen ultraviolet IR microgolf radiogolven zichtbaar licht 400 nm 450 nm 500 nm 550 nm 600 nm 650 nm 700 nm golflengte (meter) 10

4

/FOCUS/ /FOCUS//FOCUS/

Wat is remote sensing? Remote sensing of teledetectie is de

techniek, waarbij door middel van instru-menten, informatie wordt verkregen overeen voorwerp zonder er direct mee in contact te komen. In strikte zin is het makenvan een foto van een vaas bloemen op jekeukentafel dus een vorm van teledetectie.De term wordt echter het meest gebruiktvoor waarnemingen van het aardoppervlaken de oceanen, door middel van instrumen-ten gemonteerd op satellieten, vliegtuigen,schepen of met de hand gedragen.

De straling van de zon die op het aard-oppervlak invalt, wordt deels geabsor-beerd, deels getransmitteerd (bv. in water)en deels teruggekaatst of gereflecteerd.Voor elk voorwerp is de absorptie, transmis-sie en reflectie anders. Door middel vansensoren kan je de gereflecteerde stralingopvangen en analyseren, en als dusdanigde verschillende voorwerpen, aard- en oceaanstructuren onderscheiden a.d.h.v.hun zogenaamde ‘spectrale signatuur’.

Voordelen en beperkingenStaalnamen en veldmetingen op zee en

in de kuststreek zijn weliswaar zeer accu-raat, maar zijn duur en leveren geen totaal-beeld op. Voor bepaalde toepassingen kanremote sensing vanuit vliegtuigen en satellieten op frequente basis een totaal-beeld geven van veranderingen in eenganse regio. Het bereik is groot en heefteen resolutie die je met monitoring in hetveld nooit zou kunnen uitvoeren of bekosti-gen. Remote sensing van de oceaan en kustheeft echter ook zijn beperkingen. Het aantal parameters dat van op afstandkan gemeten worden is niet onbeperkt ener moeten correcties worden uitgevoerd omstorende factoren zoals de atmosfeer tecompenseren (zie verder). Daarbij komtnog dat de analyse van remote sensingdata de nodige expertise en ervaring vereist.

Optische gegevens capterenmet passieve sensoren Passieve sensoren ontvangen het

gereflecteerde licht van bestaande energie-bronnen (bv. de zon); ze zenden zelf geenstraling uit. Optische sensoren metengewoonlijk de teruggekaatste zonnestralingin 4 of 5 verschillende banden uit het zicht-bare elektromagnetische spectrum. Deze banden worden gekozen in de ven-sters (of ‘transmission windows’) waarin deatmosfeer niet of nauwelijks absorbeert. In geval er minder dan 10 spectrale ban-den worden geregistreerd, spreekt men vanmultispectrale remote sensing. Voor hetopvangen van de kleine hoeveelhedennatuurlijke microgolfstraling worden specia-le microgolfsensoren gebruikt. Er zijn

daarnaast ook sensoren die de specifiekebanden uit het infrarood spectrum capteren.

De atmosfeer, zijnde de lucht, de erinaanwezige waterdamp en verschillendetypes aërosolen, absorbeert de meesteultraviolette straling met golflengten kleinerdan 350 nm. Er zijn specifieke bandbreed-tes, binnen het zichtbare lichtspectrum(blauw, groen en rood licht met golflengtenvan ± 450, 550 en 650 nm), het nabijeinfrarood (700-1400 nm) en sommige ban-den binnen het thermisch infrarood (1000µm tot 1 mm) die de atmosfeer gemakkelijkpasseren. Golflengtes tussen 20 µm en 3 mm worden quasi volledig door de atmosfeer geabsorbeerd, maar voor micro-golven, met golflengten tussen 3 mm en 10 cm, is er terug weinig absorptie.

Eén van de meest recente ontwikkelingenin de remote sensing is de hyperspectraleteledetectie (ook wel ‘beeldvormende spectroscopie’ genoemd). Deze disciplineonderscheidt zich van de klassieke multi-spectrale teledetectie doordat het zonlichtgeregistreerd wordt in tientallen tot honder-den fijne spectrale banden; dit kan zowelvanuit vliegtuigen als vanop satellieten worden toegepast. De fijne spectrale resolu-tie heeft als gevolg dat de kleur van bijvoor-beeld het zeeoppervlak of het strand inmeer detail kan bestudeerd worden enbiedt de mogelijkheid om sedimenten,vegetatie en water gedetailleerd te analyse-ren op hun samenstelling. Men kan dit bestvergelijken met een curve waarvan 4 of100 punten gekend zijn; hoe meer puntenvan de curve bekend zijn, hoe gedetailleer-der de informatie waarover men beschikt.

Passieve sensoren die gevoelig zijn inhet zichtbare spectrum leveren informatieover de kleur en dus over de samenstelling(chlorofyl, gesuspendeerde partikels) vanhet zeewater, alsook over de bathymetrie.Passieve microgolfsensoren meten naast detemperatuur van het oppervlaktewater, ook de saliniteit en de ruwheid van het oceaanoppervlak. Infrarood sensoren wor-den eveneens gebruikt om de temperatuurvan het oppervlaktewater te meten.

Micro- en radargegevens: zelf straling uitzenden enterug opvangenIn tegenstelling tot passieve teledetectie-

systemen stralen de actieve instrumentenzelf een signaal naar het aardoppervlakvanuit de ruimte of vliegtuig, en analyserendan de ‘echo’. Ze werken vaak in hetgebied van de micro- of radargolven (golflengten tussen 0,1 cm en 1 m) en heb-ben het voordeel dat ze niet tegengehou-den worden door wolken. Er zijn ook actie-ve sensoren die gebruik maken vaninfraroodlasers om zeer nauwkeurig detopografie van het aardoppervlak te bepa-len (cf. LiDAR systemen). Door gebruik temaken van verschillende lasers in het groe-ne en blauwe licht is het zelfs mogelijk omde bathymetrie in helder water te bepalen.

Actieve remote sensing levert o.a. informatie over de golven, winden en ande-re fenomenen op het oppervlak van de oceanen. Het is wel zo dat de meeste golf-banden binnen de micro- en radiogolven-spectrum reeds gebruikt worden voor tele-communicatiedoeleinden (radio, TV, GSM,radiocommunicatie voor civiele en militairedoeleinden). Er zijn slechts enkele band-breedtes specifiek beschikbaar voor hetgebruik binnen de remote sensing (voorpassieve en actieve doeleinden en voor decommunicatie van satellieten naar deAarde).

Correcties van ruwe satelliet- en vliegtuigbeeldennodig!Wanneer vanuit een vliegtuig of satelliet

waarnemingen worden gedaan van hetweerkaatste licht, moeten deze eerst gekalibreerd en bewerkt worden vooraleerde eigenschappen van het reflecterendeoppervlak kunnen bepaald worden.De transmissie door de atmosfeer is allesbe-halve perfect en maakt een directe interpre-tatie onbetrouwbaar. Men kan geen waar-nemingen doen doorheen een wolkenlaag.Elke pixel van het beeld moet dus

Door de beelden van 4 spectrale vensters te combineren komt men in de multispectrale remote sensingtot nauwkeurige waarnemingen van het bestudeerde oppervlak. Hier zien we eenzelfde stuk mangrovewoud in Pambala-Kakkapalliya (Sri Lanka) v.l.n.r. op een luchtfoto, op een panchromatischbeeld, op een ware kleurencomposiet (blauw-groen-rood) en een valse kleurencomposiet (blauw-groen-nabij-infrarood) met de IKONOS sensor (FDG)

Page 3: FOCUS Remote Sensing in vogelperspectief - … X-stralen ultraviolet IR microgolf radiogolven zichtbaar licht 400 nm 450 nm 500 nm 550 nm 600 nm 650 nm 700 nm golflengte (meter) 10

/FOCUS/ /FOCUS/ /FOCUS/

5

geklasseerd worden als wolkenvrij (= bruikbaar) of onder invloed van wolkenof hun schaduw (= onbetrouwbaar). Ook in wolkenvrije omstandigheden wordthet zichtbaar licht verstrooid (‘scattered’)door de atmosfeer, thermische infrarood straling wordt vooral geabsorbeerd doorbroeikasgassen en waterdamp, terwijlmicrogolven weinig, maar niet verwaarloos-baar worden beïnvloed. De gecapteerdeinformatie moet hiervoor gecorrigeerd wor-den met behulp van ‘atmosferische correc-tie-algoritmen’. Satellieten observeren stra-ling die tot 90 % kan bestaan uitzonnestraling die weerkaatst wordt door debuitenste lagen van de atmosfeer. De beelden moeten hiervoor dus wordengecompenseerd. Voor de toepassingenonder water worden specifieke aquatischecorrectiealgoritmes toegepast, die nietalleen rekening houden met de typischekenmerken van de luchtlagen boven eenwateroppervlak, maar eveneens de vervorming van het licht door de water -kolom in rekening brengen. Oceanenabsorberen immers vooral rood en groenlicht. Theoretische studies zijn onontbeerlijkvoor de correcte interpretatie en wordendoor de Vlaamse Instelling voorTechnologisch Onderzoek (VITO) verricht.

2

34 5

6

1

Mijlpalen in de oceanografische observatie vanuit de lucht en de ruimte

Teledetectie gebeurde eertijds enkel op basis van luchtfoto’s vanuit vliegtuigen uitgerust met speciale (analoge) camera’s. De films werden ontwikkeld en geanalyseerd na het einde van devlucht. Door speciale films en filters te gebruiken kon men een waaier van frequenties, normaalonzichtbaar voor het blote oog, vastleggen (infraroodfotografie).1957: Lancering van de Sputnik door de USSR, de eerste orbitale satelliet1960: Eerste meteorologische satelliet in een baan rond de Aarde (USA)

De eerste ruimtefoto’s werden analoog vastgelegd, waarna de filmpjes naar de Aarde werdengeschoten. Al snel doet digitale fotografie zijn intrede en worden de beelden, onder de vorm vanbinaire informatie, per radio naar de Aarde gezonden. Met de digitale sensoren kunnen ook delen van het elektromagnetische spectrum geanalyseerd worden die niet op fotofilm vast te leggen zijn (bv. thermale infrarood).

1978: Lancering van sensoren door NASA, speciaal ontwikkeld voor het kwalitatief meten vanoceanografische data. Deze eerste beelden leverden de mens o.a. het inzicht dat er in de oceanen megadraaikolken voorkomen (zgn. ’eddies’), dat er in bepaalde perioden enorme phytoplanktonbloeien aanwezig zijn in de Noord Atlantische Oceaan, etc. 1980’s: Europa (ESA) en Japan lanceren hun eigen ‘mariene’ satellieten1990’s: Canada, India, Frankrijk en andere landen volgen met hun eigen oceanografische satellieten

Na 2000: Nieuwe fenomenen worden waargenomen (bv. de ‘interne golven’ op tientallenmeters onder het oceaanoppervlak). Remote sensing oceanografen coördineren hun acties methet Global Ocean Observing System (GOOS) en het Global Climate Observing System (GCOS),zodat observaties van oceanografische en klimatologische processen op wereldschaal mogelijkworden. Ook belangrijk is dat er – door het evolueren van internetgebruik, de steeds hogere computercapaciteit en de wereldwijde netwerking – steeds meer toegang is tot de reusachtigedatasets en beelden.

De toekomst van remote sensing, een techniek in beweging

Het gebruik van remote sensing in marien en kustgebonden onderzoek is een ontluikende disciplinedie op alle fronten vooruitgang boekt. Wat kunnen we in de directe toekomst nog verwachten?

Nieuwe types en meer accurate sensoren zullen ontwikkeld en gelanceerd worden bv. voor hetmeten van het zoutgehalte van de oceanen, de windsnelheid en windrichting, stroomsnelheden,enz. Vermeldenswaardig is zeker de APEX sensor, een hyperspectrale vliegtuigsensor die ontwik-keld wordt in opdracht van de Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA). Deze sensor is in staat dezeer korte blauwe golflengtes te capteren wat hem uiterst geschikt maakt voor aquatische toepas-singen. VITO zal deze sensor in de nabije toekomst inzetten. Daarnaast bouwt VITO ook aan eennieuw type platform voor aardobservatie: onbemande vliegtuigen of UAV’s. Deze zullen in staatzijn om maandenlang tegen zeer hoge resolutie beelden te maken van het aard- en oceaanopper-vlak. In tegenstelling tot satellieten hebben zij geen vaste baan, waardoor de monitoring veel flexibeler kan gebeuren. Het nadeel van een klassiek vliegtuig, dat na een paar uur moet landen en duur is omwille van de mankracht, wordt eveneens overwonnen bij dit nieuwe platform.

De betrouwbaarheid van de remote sensing data (vnl. ‘oceancolour’ data) zal stijgen door eenhogere nauwkeurigheid en resolutie (zowel in de ruimte als in het spectrum), maar tevens doorbetere correctiealgoritmes en validatietechnieken.

Primaire productie en algenbloei kunnen zeer goed gevolgd worden met de huidige technieken, maarhet onderscheiden van de verschillende soorten is nog moeilijk op basis van remote sensing alleen.Veldgegevens blijven nodig, maar zullen in de toekomst (deels) geautomatiseerd kunnen worden door het gebruiken van een ‘Continuous Plankton Recorder’ (CRP) of een ‘Autonome Cytometer’.

Remote sensing data zullen steeds meer ‘near real time’ geleverd worden. Dit kan door de hogere rekencapaciteit en netwerking van computers en door het versnellen van de beeldverwer-king aan boord van de satellieten. Vooraleer de data naar de Aarde gestuurd worden, zal de correctie en validatie reeds gebeurd zijn. Dit zal nuttig zijn voor oceanografen aan boord vanonderzoeksschepen en bv. aquacultuurbedrijven die respectievelijk hun staalnames en productiezullen kunnen optimaliseren.

Verschillende banen van elektromagnetische straling doorheen de atmosfeer: (1) bruikbaarsignaal, (2) straling geabsorbeerd op zijn weg,(3) straling verstrooid buiten het observatieveldvan de sensor, (4) straling van atmosferischedeeltjes, (5 en 6) straling afkomstig van buitenhet observatieveld, maar door verstrooiingterechtgekomen binnen het observatieveld van de sensor

Page 4: FOCUS Remote Sensing in vogelperspectief - … X-stralen ultraviolet IR microgolf radiogolven zichtbaar licht 400 nm 450 nm 500 nm 550 nm 600 nm 650 nm 700 nm golflengte (meter) 10

6

/FOCUS/ /FOCUS/ /FOCUS/

Veldmetingen blijven nodig!Remote sensing is een krachtig en inno-

vatief instrument dat in verschillende weten-schappelijke disciplines kan gebruikt wor-den. Kust- en oceanografisch onderzoekvormt hierbij één van de belangrijkste toe-passingsgebieden. Het is echter van grootbelang dat de gebiedsdekkende remotesensing data gekoppeld worden aan klas-sieke observatietechnieken, vaak puntwaar-nemingen. Remote sensing vervangt dezeveldwaarnemingen immers niet, maargebruikt ze om de remote sensing data tekalibreren, de classificaties te trainen en deeindproducten (bv. een geklasseerde kaart)te valideren. Verschillende projecten aan deVlaamse kust tonen aan hoe remote sensingmet succes gekoppeld wordt aan anderemeetmethoden (zie verder).

Remote sensing bewijst zijn nut in zee-en kustgebonden onderzoek en blijkt eenhandig hulpmiddel in het kustbeleid. Ook inVlaanderen! Enkele voorbeelden:

Monitoring strandsuppletie VITO en Afdeling Kust (MD&K)

Afdeling Kust van MD&K, de beheerdervan de Vlaamse stranden, voert regelmatigstrandsuppleties uit om de erosie van onzezandstranden te compenseren en de kust-verdediging te garanderen. De samenstel-ling van het aangevoerde zand verschiltvan het natuurlijk aanwezige zand, waar-door het d.m.v. hyperspectrale teledetectietraceerbaar is en op te volgen is in de tijd.

De kleur van de zee: gesuspendeerd sediment,fytoplankton en eutrofiëring BMM, ULB/ESA en VITO in kader vanhet BELCOLOUR project

De kleur van het door het zeeoppervlakgereflecteerde licht verschilt naargelang desamenstelling van het zeewater. De manierwaarop partikels en opgeloste stoffen in hetwater het licht absorberen én verspreidenmaakt dat het water meer groen, grijs ofbruin gekleurd is. Als het spectrum van deopgevangen straling kan ontrafeld wordenin de spectra van de verschillende bestand-delen, kan men dus de samenstelling vanhet zeewater bepalen (zoals bv. gehaltechlorofyl, gesuspendeerd sediment, ...).

Dit is relatief eenvoudig voor water waarweinig tot geen opgeloste deeltjes en sedimenten in aanwezig zijn, zoals diepeoceanische wateren. Hier beïnvloedt enkelde concentratie aan chlorofyl het spectrum.Maar voor kustwater is de situatie veel ingewikkelder: opgelost organisch materiaalafkomstig uit de rivieren, en gesuspendeerdebodemdeeltjes maken het immers moeilijk omde chlorofylconcentraties te meten.

BELCOLOUR probeert de algoritmesvoor de berekening van chlorofylconcentra-ties en opgeloste deeltjes te verfijnen en teoptimaliseren zodat de beelden, afkomstigvan verschillende satellieten en vliegtuigsen-soren, correct kunnen omgezet worden inbetrouwbare concentratiekaarten van chlorofyl en opgeloste deeltjes. Dit doen zedoor lichtmetingen vanop de oceanografi-sche schepen RV Belgica en RV Zeeleeuw te combineren met data verkregen uit simultaan genomen satelliet- of vliegtuig-beelden. Tegelijk worden ook waterstalengenomen om de exacte concentraties aanchlorofyl, opgeloste en gesuspendeerdedeeltjes te bepalen.

Tevens wordt er ook laboratoriumonder-zoek verricht naar de optische eigenschap-pen van de aparte bestanddelen aanwezig

De fijne spectrale resolutie van hyperspectraalbeelden maakt het mogelijk om kaarten te makenvan de verschillende zandtypen op het strand.Hierdoor kunnen de verspreiding en de erosievan het suppletiezand in de tijd opgevolgd worden. Op de figuur zien we het het strand tussen Blankenberge en Zeebrugge. De klassen 7 en 8 (oranje en rood) duiden op deaanwezigheid van gesuppleerd zand(VITO/MD&K-Kust)

Aan boord van een onderzoeksschip meet hetTriOs toestel het invallende licht en de reflectievan water en lucht. Deze waarden wordengecombineerd met simultane wateranalyses ensatellietwaarnemingen. Zo kan men de algorit-mes testen en verbeteren en de afgeleide chloro-fylproducten beter evalueren (BMM)

MODIS satellietbeeld (links) van 11 april 2005 omgezet in concentratiekaarten van opgelostedeeltjes (midden) en chlorofyl (rechts). Deze kaarten worden gebruikt voor het monitoren vangrote gebieden, voor het beheer van kust-wateren, voor oceanografisch onderzoek en voorhet voeden en valideren van numerieke modellen(BMM)

1 (water)

2 (zand en slib)

3 (fijn natstrand)

4 (grof natstrand)

5 (droogstrand)

6 (droogstrandberm)

7 (suppletiezand)

8 (schelprijk zand)

9 (fijn duinzand)

10 (vegetatie)

11 (grof duinzand)

12 (mengpixels)

13 (schaduw)

LEGENDEKlassen van de zandkarakterisatie

Page 5: FOCUS Remote Sensing in vogelperspectief - … X-stralen ultraviolet IR microgolf radiogolven zichtbaar licht 400 nm 450 nm 500 nm 550 nm 600 nm 650 nm 700 nm golflengte (meter) 10

/FOCUS/ /FOCUS/ /FOCUS/

7

in de kustwateren, zoals bijvoorbeeld deabsorptie en reflectie van verschillende fyto-planktonsoorten. Deze metingen wordengebruikt voor het kalibreren van de theoreti-sche modellen en het valideren van de opti-sche theorie.

De meest nuttige sensoren die in onsgebied belangrijk zijn voor de ‘colour ofocean data’ zijn: MERIS, MODIS, SeaWiFS(tot 2004), NOAA AVHRR en de hyper-spectrale sensor CHRIS. De ruwe enbewerkte beelden van de eerste 3 sensorenzijn on-line beschikbaar viawww.mumm.ac.be/OceanColour.

Monitoring van mangrove-vegetatiesVUB

Aan de VUB wordt door de groep rondNico Koedam en Farid Dahdouh-Guebasonderzoek verricht naar de veranderingendie zich voordoen in mangrovewouden langstropische kusten.Teledetectiegegevens zoalshistorische luchtfoto’s en recente satellietbeel-den geven goede visuele informatie, maarworden gecombineerd met terreinwerk in devegetatielagen van verschillende ouderdom,met interviews met lokale inwoners, dendro-chronologie, historisch archiefonderzoek(a.d.h.v. oud kaartmateriaal) en diepebodemboringen. Door het verleden te docu-menteren, kunnen voorspellingen wordengemaakt naar de toekomstige ontwikkelingvan het woud, bv. bij zeespiegelstijging.Tevens worden vegetatiekaarten aangemaaktdie dienen voor het geïntegreerd beheren

Hyperspectraalbeelden vanuit vliegtuigen wor-den gebruikt voor het bepalen van de fysische enchemische samenstelling van het water (hier dehoeveelheid sediment in suspensie). Deze para-meters zijn van belang voor het bepalen vansedimenttransport en episodes van eutrofiëring.Ze kunnen bovendien worden ingezet bij bagger-werkzaamheden om na te gaan of de hoeveel-heid opgewoeld sediment bepaalde limieten nietoverschrijdt (VITO)

van deze onder druk staande tropische kust-gebieden. Het gebruik, de desintegratie eneventueel herstel kunnen zo in de tijd opge-volgd worden.

Door gebruik te maken van zeer gede-tailleerde beelden van de IKONOS-satelliet,kunnen verschillende mangrovesoorten (zelfbinnen één geslacht) onderscheiden wor-den op basis van hun spectrale kenmerken

Luchtfoto’s van de mangroves van Galle-Unawatuna in Sri Lanka (boven) en de afgeleide vegetatie-kaarten (onder) in 1956 (links), 1974 (midden) en 1994 (rechts) tonen de veranderingen en degra-datie van het woud. Mangroves worden aangeduid in het licht- en donkergroen, geel en oranje,kokosnootplantaties in het paars en water in het blauw. De rest van het beeld bestaat uit bewoondgebied en rijstvelden (FDG)

Satellietbeelden worden al langer gebruikt om vegetatietypen in mangroves te bestuderen, maar ditgebeurt meestal op een schaal die enkel onderscheid mogelijk maakt tussen mangroven en niet-man-groven, en tussen bepaalde bostypen zoals hoog dicht woud, struweel, open woud, enz. Aan deVUB worden de IKONOS beelden op een hoge resolutie ingelezen, zodat het mogelijk wordt ver-schillende soorten binnen een geslacht en zelfs individuele bomen in het woud te herkennen. Opdeze manier kunnen degradatie en de aanwezigheid van invasieve soorten vroegtijdig vastgesteldworden (FDG)

in het optische en infrarood spectrum. Inhet verleden werden hiervoor zwart-witluchtfoto’s gebruikt en bleven belangrijkenuances onzichtbaar. Met de latereLandsat-TM satellietbeelden konden enkelgrote homogene bestanden van éénbepaalde soort onderscheiden worden.De pixelgrootte van de TM-beeldenbedroeg minimaal 30 m bij 30 m;

Page 6: FOCUS Remote Sensing in vogelperspectief - … X-stralen ultraviolet IR microgolf radiogolven zichtbaar licht 400 nm 450 nm 500 nm 550 nm 600 nm 650 nm 700 nm golflengte (meter) 10

8

/FOCUS/ /FOCUS//FOCUS/

een te lage resolutie om details te detecte-ren of zelfs maar individuele bomen vanelkaar te onderscheiden in een woud.

Het gebruik van IKONOS-beelden bete-kent echter niet dat luchtfoto's onbelangrijkworden in het onderzoek aan de VUB. De vernieuwingen in de luchtfotografie,met multispectrale en hyperspectrale sen-soren die vele tientallen spectrale bandenin het visuele én onzichtbare elektromagne-tische spectrum aftasten (bv. CASI), zijnveelbelovend. Historische zwart-wit lucht-opnames blijven vaak het enige beschikba-re beeldmiddel om ecosysteemveranderin-gen op te volgen in de tijd (retrospectie),tot lang voor de lancering van de eerstesatellietsensoren. Bovendien zijn de gede-tailleerde IKONOS-satellietbeelden voorlo-pig nog erg duur.

Monitoring van intertidalesedimentbewegingen in deWesterschelde enIJzermondingKULeuven – Hydraulica, UGent –Mariene Biologie, UGent –Protistologie, NIOO en VITO

Op het Laboratorium voor Hydraulicaprobeert de groep rond prof. Monbaliu metbehulp van sedimenttransportmodellen nate gaan waar en in welke mate er erosieen/of sedimentatie zal optreden in inter-tidale gebieden (onder invloed bv. van eenstijgend zeeniveau of van menselijke ingre-pen). Zo werd een numeriek transportmodelopgesteld voor de IJzermonding, dat doorde intensieve monitoring in het kader vaneen natuurherstelproject een interessant studiegebied is.

Cruciaal voor het goed draaien vandeze modellen zijn data over de korrelsa-menstelling, erosiegevoeligheid, biologi-sche kenmerken en aanvoer van de sedi-menten in het bewuste gebied. Maarprecieze informatie over het sediment vandynamische intergetijdengebieden isschaars. De sedimentkenmerken kunnendoor verscheidene gradiënten immers sterkvariëren over korte afstanden. Daarbij komt dat puntwaarnemingen moei-lijk en tijdrovend zijn wegens de slechtetoegankelijkheid en de uitgestrektheid vanintergetijdezones. Remote sensing blijkt dushet enige alternatief om gebiedsdekkendeinformatie te verzamelen.

Hyperspectraalbeelden, van luchtfoto’smet de HyMap en CASI sensoren of vanbeelden met de CHRIS sensor gemonteerdop de Belgische PROBA-satelliet, levereninformatie over belangrijke sedimentologi-sche parameters, zoals het vochtgehalte, dekorrelgrootte, het gehalte organisch materiaal en chlorofyl a. Veldwerk in de IJzermonding met een Global Positioning System (GPS) en een ‘Analytical Spectral

Device (ASD) (boven). Op de Molenplaat in de Westerschelde wordt gewerkt met de Laser In-Situ Scattering and Transmissometry (LISST) en een In-Situ Erosion Flume (ISEF) (midden en onder)(LH)

Page 7: FOCUS Remote Sensing in vogelperspectief - … X-stralen ultraviolet IR microgolf radiogolven zichtbaar licht 400 nm 450 nm 500 nm 550 nm 600 nm 650 nm 700 nm golflengte (meter) 10

/FOCUS/ /FOCUS/ /FOCUS/

9

Water with sediment in suspension

Very wet, clayey loam - Large amount of chla and intermediate amount of OM

Very wet to saturated clayey loam - Intermediate amount of chla and OM

Wet sand - Small amount of chla and OM

Dry sand - Small amount of chla and OM

Dry sand - No chla and OM

0 500

Meters

Resultaat van een sedimentclassificatie van de Molenplaat in de Westerschelde op basis van eenhyperspectraal beeld (HyMap 2004) (LH)

Classificatieresultaat (onder) van een hyperspectrale vliegtuigopname (boven rechts) van een atol(boven links) in Indonesië (regio Tanimbar – Fordate). Het hyperspectrale beeld laat toe de voornaamste koralen gemeenschappen en sedimenttypen te onderscheiden (VITO)

Toch is er nog heel wat fundamenteelonderzoek nodig om uit het opgemetenbeeldsignaal en de daaruit verkregen sedi-mentparameters, ook erosiekarakteristiekenaf te leiden. Via laboratoriumexperimenten,onder gecontroleerde omstandigheden enmet sediment waarvan de fysische en biologische eigenschappen gekend zijn, probeert men de reflectie en de erosie-gevoeligheid aan elkaar te koppelen. De uiteindelijke doelstelling van dit projectis om uit een hyperspectraal signaal nietalleen de fysische parameters, maar ook debiologische eigenschappen van het sedi-ment in intergetijdengebieden te gaanbepalen en die - via het in het labo verkre-gen model - te linken aan de erosiegevoe-ligheid van het sediment. Zo kan men minstens voor de oppervlaktesediment-karakterisatie van intergetijdengebiedenover ruimtelijk gedetailleerde en gebieds-dekkende gegevens beschikken die zonodig zijn voor het sedimenttransportmodel.

Monitoring van koraalriffen inIndonesiëVITO en Universiteit Gent - Geografie

Koraalriffen worden beschouwd als eenbelangrijke indicator voor de wereldwijdeklimaatverandering en de verandering vande samenstelling van het oceaanwater. Omdeze unieke ecosystemen te kunnen opvol-gen, moeten ze nauwkeurig in kaart wor-den gebracht. Het laboratorium van prof.Goossens aan de Universiteit Gent en VITOverwerken hyperspectrale vliegtuigbeelden

van de riffen tot kaarten die de koraalsa-menstelling en de gezondheidstoestand vanhet rif weergeven.

Tot slot is het belangrijk te vermelden datverschillende Vlaamse onderzoeksgroepenremote sensing data gebruiken in hunonderzoek, zonder dat ze zich inlaten metde technische kant van remote sensing.

Het INBO gebruikt bijvoorbeeld hogeresolutie hyperspectrale luchtbeelden omvegetatiekaarten te maken van de Vlaamseduingordel (in samenwerking met VITO,UGent en VLM). Een goede synergie tussende remote sensors en de thematische onder-zoekers is in dit geval primordiaal.

In samenwerking met: Bart Deronde (VITO), Barbara Van Mol enKevin Ruddick (BMM), Farid Dahdouh-Guebas en Nico Koedam (VUB), JaakMonbaliu en Stefanie Adams (KULeuven),Rudi Goossens (UGent)

Meer informatie over remote sensing ophttp://telsat.belspo.beOnline satelliet- en vliegtuigbeelden ophttp://campaigns.vgt.vito.be;http://www.mumm.ac.be/BELCOLOUR;VUB Publicaties op http://www.vub.ac.be/APNA/staff/FDG/pub/