FIA T PUNTOaftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/199_GRANDEPUNTOACTUAL/...PUNTO ACTUAL UM NL:PUNTO UM...
Transcript of FIA T PUNTOaftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/199_GRANDEPUNTOACTUAL/...PUNTO ACTUAL UM NL:PUNTO UM...
De gegevens in deze publicatie zijn uitsluitend indicatief bedoeld. Fiat behoudt zich het recht voor op elk moment de in deze publicatie beschreven modellen om technische of commerciële redenen te wijzigen.
Wendt u voor nadere informatie tot het Fiat Servicenetwerk. Gedrukt op milieuvriendelijk chloorvrij papier.
NEDERLANDS
G E B R U I K E N O N D E R H O U D
F I A T P U N T O
PUNTO ACTUAL UM NL:PUNTO UM ITA 23-10-2009 10:11 Pagina 1
Geachte cliënt,
Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat Punto.
Wij hebben dit boekje samengesteld om u de kwaliteiten van deze auto volledig te laten benutten.
Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto gaat rijden.
Dit instructieboekje bevat informatie, tips en aanwijzingen die u zullen helpen de technische kwaliteiten van uw Fiat volledig te benutten.
Wij raden u aan de waarschuwingen en tips aandachtig te lezen die worden voorafgegaan door de symbolen:
veiligheid van de inzittenden;
conditie van de auto;
bescherming van het milieu.
In de bijgevoegde “Service- en garantiehandleiding” vindt u de extra service van Fiat:
❒ het garantiecertificaat en de bijbehorende voorwaarden
❒ een overzicht van de speciale aanvullende service voor cliënten.
Veel leesplezier en goede reis!
Hoewel in dit instructieboekje alle uitvoeringen van de Fiat Punto beschreven worden, dient u zich aan de informatie te houden met betrekking tot de uitrusting,
de motoruitvoering en het model van de auto die u gekocht hebt.
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:10 Pagina 1
ABSOLUUT LEZEN!
�
K
BRANDSTOF TANKEN
Benzinemotoren: tank uitsluitend loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON die voldoet aande Europese specificatie EN228.
Dieselmotoren: tank uitsluitend diesel voor motorvoertuigen conform de Europese specificatie EN590.Het gebruik van andere producten of mengsels kan de motor onherstelbaar beschadigen en het vervallen van de garantie tot gevolg hebben.
MOTOR STARTEN
Benzinemotoren: controleer of de handrem is aangetrokken; zet de versnellingspook in vrij; trap het koppelings-pedaal volledig in, maar trap het gaspedaal niet in; draai vervolgens de contactsleutel in stand AVV en laat de sleutellos zodra de motor aanslaat.
Dieselmotoren: controleer of de handrem is aangetrokken; zet de versnellingspook in vrij; trap het koppelingspe-daal volledig in, maar trap het gaspedaal niet in; draai vervolgens de contactsleutel in stand MAR en wacht tot de waar-schuwingslampjes Y en m doven; draai de contactsleutel in stand AVV en laat de sleutel los zodra de motoraanslaat.
PARKEREN BOVEN BRANDBARE MATERIALEN
Onder normale bedrijfsomstandigheden bereikt de katalysator hoge temperaturen. Parkeer de auto dus niet op grasof boven droge bladeren, dennennaalden of ander ontvlambaar materiaal: brandgevaar.
BESCHERMING VAN HET MILIEU
De auto is uitgerust met een diagnosesysteem, dat continu controles uitvoert op de componenten die van invloedzijn op de uitlaatgasemissie zodat overmatige vervuiling van het milieu wordt voorkomen.
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:10 Pagina 2
ELEKTRISCHE APPARATUUR
Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren die stroom verbruiken (waardoor de accu langzaam kan ontladen), wendt u dan tot het Fiat Servicenetwerk, dat kan controleren of de elektrische installatie van de auto geschikt is voor het extra stroomverbruik.
CODE-card
Bewaar deze op een veilige plaats, maar niet in de auto. Wij raden u aan de elektronische code van de CODE-cardaltijd bij u te hebben.
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Bedenk dat een goed onderhoud van de auto de beste manier is om de prestaties en de veiligheid van de auto gedurende langere tijd te garanderen. Daarbij wordt ook het milieu ontzien en blijven de exploitatiekosten laag.
IN HET INSTRUCTIEBOEKJE....
…vindt u informatie, tips en belangrijke waarschuwingen voor het juiste gebruik, veilig rijden en het onderhoud vanuw auto. Let vooral op de symbolen " (veiligheid van de inzittenden) # (bescherming van het milieu) ! (conditievan de auto).
�
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:10 Pagina 3
4
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
DASHBOARD ...................................................................... 5
SYMBOLEN ........................................................................... 6
FIAT CODE ........................................................................... 6
DE SLEUTELS ........................................................................ 8
DIEFSTALALARM ................................................................ 10
START-/CONTACTSLOT ................................................. 12
INSTRUMENTENPANEEL ................................................. 13
INSTRUMENTEN ................................................................ 14
DIGITAAL DISPLAY ............................................................ 16
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY ..................................... 21
TRIPCOMPUTER ................................................................. 30
ZITPLAATSEN VOOR ........................................................ 32
ZITPLAATSEN ACHTER ................................................... 33
HOOFDSTEUNEN .............................................................. 34
STUURWIEL ......................................................................... 35
SPIEGELS ................................................................................ 35
VERWARMING EN VENTILATIE .................................... 37
HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING ..................... 41
BUITENVERLICHTING ...................................................... 47
RUITEN REINIGEN ............................................................. 49
PLAFONDVERLICHTING ................................................. 51
BEDIENINGSKNOPPEN .................................................... 53
BRANDSTOFNOODSCHAKELING .............................. 55
INTERIEURUITRUSTING ................................................... 56
OPENDAK SKY-DOME ..................................................... 60
PORTIEREN .......................................................................... 62
RUITBEDIENING ................................................................. 65
BAGAGERUIMTE ................................................................. 67
MOTORKAP ......................................................................... 70
IMPERIAAL/SKIDRAGER ................................................... 71
KOPLAMPEN ........................................................................ 72
ABS .......................................................................................... 74
ESP-SYSTEEM ........................................................................ 75
EOBD-SYSTEEM ................................................................... 78
ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING DUALDRIVE .......................................................................... 79
START&STOP-SYSTEEM .................................................... 81
GEAR SHIFT INDICATOR-SYSTEEM ............................. 86
AUTORADIO ....................................................................... 87
INBOUWVOORBEREIDING VOOR DRAAGBAAR NAVIGATIESYSTEEM ........................................................ 88
EXTRA ACCESSOIRES ....................................................... 88
TANKEN ................................................................................ 90
BESCHERMING VAN HET MILIEU ................................. 91
DDAASSHHBBOOAARRDD EENN BBEEDDIIEENNIINNGG
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:10 Pagina 4
DASHBOARD
De aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsorganen, de instrumenten en de controle-/waarschuwingslampjes kunnen per uitvoering verschillen.
1. Verstelbare luchtroosters zijkant – 2. Vaste luchtroosters zijkant – 3. Linker hendel: bediening buitenverlichting – 4. Instrumen-tenpaneel – 5. Rechter hendel: bediening ruitenwissers, achterruitwisser, tripcomputer – 6. Bedieningsknoppen op het dashboard– 7. Verstelbare luchtroosters midden – 8. Vast luchtrooster boven – 9. Frontairbag passagierszijde – 10. Dashboardkastje – 11. Au-toradio (voor bepaalde uitvoeringen/markten) – 12. Bedieningsknoppen verwarming/ventilatie/airconditioning – 13. Contactslot– 14. Frontairbag bestuurderszijde – 15. Hendel stuurwielverstelling – 16. Schakelaarpaneel: mistlampen voor/mistachterlicht/kop -lampafstelling/digitaal display/multifunctioneel display. 5
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
F0M0400m
fig. 1
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:10 Pagina 5
6
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G SYMBOLEN
Op of in de nabijheid van enkele onder-delen van uw auto zijn plaatjes met een be-paalde kleur aangebracht, met daaropsymbolen die uw aandacht vragen en dievoorzorgsmaatregelen aangeven die u inacht moet nemen als u met het be-treffende onderdeel te maken krijgt.
Onder de motorkap fig. 2 is een plaatjeaangebracht, waarop de betekenis van desymbolen wordt verklaard.
FIAT CODE
Voor een nog betere bescherming tegendiefstal is de auto uitgerust met een elek-tronische startblokkering. Het systeemschakelt automatisch in als de contact-sleutel wordt uitgenomen.
In iedere sleutel zit een elektronischecomponent gemonteerd die bij het star-ten van de motor een signaal ontvangt viaeen speciale antenne die in het start-/con-tactslot is ingebouwd. Het signaal wordtbij het starten omgezet in een gecodeerdsignaal en vervolgens aan de regeleenheidvan het CODE-systeem gezonden, die, alsde code wordt herkend, het starten vande motor mogelijk maakt.
fig. 2 F0M0005m
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:10 Pagina 6
7
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GDraai in dat geval de sleutel in standSTOP en vervolgens opnieuw in standMAR; als de motor geblokkeerd blijft,probeer het dan opnieuw met de anderegeleverde sleutels. Als de motor nog nietaanslaat, wendt u dan tot het Fiat Servi-cenetwerk.
Als het lampje Y tijdens hetrijden gaat branden
❒ Als het lampje Y gaat branden, be-tekent dit dat het systeem zichzelf con-troleert (bijv. bij een vermindering vande spanning).
❒ Als het lampje Y blijft branden, moetu zich tot het Fiat Servicenetwerkwenden.
Bij krachtige stoten kunnende elektronische componen-ten in de sleutel beschadigdworden.
WERKING
Als u bij het starten van de motor de sleu-tel in stand MAR draait, stuurt het FiatCODE-systeem een code naar de rege-leenheid van de motor die, als de codewordt herkend, de blokkering van de func-ties opheft.
De code wordt alleen verzonden als deregeleenheid van het Fiat CODE-systeemde door de sleutel verzonden code heeftherkend.
Door de contactsleutel op STOP tedraaien, schakelt het Fiat CODE-systeemde functies van de regeleenheid van hetmotormanagementsysteem uit.
Als bij het starten de code niet wordt her-kend, gaat op het instrumentenpaneel hetwaarschuwingslampje Y branden.
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:10 Pagina 7
8
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
SLEUTEL METAFSTANDSBEDIENING fig. 4(optional voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
De metalen baard A dient voor:
❒ het start-/contactslot;
❒ de sloten van de portieren;
❒ het ver-/ontgrendelen van de tankdop(voor bepaalde uitvoeringen/markten);
Als u op de knop B drukt, wordt de me-talen baard in-/uitgeklapt. Knop Ë dient voor het ontgrendelen van
de portieren en de achterklep.
Knop Á dient voor het op afstand ver-grendelen van de portieren en de baga-geruimte.
Knop R dient voor het openen van deachterklep.
Als de portieren worden ontgrendeld,wordt de interieurverlichting een bepaal-de tijd ingeschakeld.
DE SLEUTELS
CODE CARD fig. 3 (optional voorbepaalde uitvoeringen/markten)
Bij de auto worden twee sleutels geleverden de CODE-card waarop staan aange-geven:
A de elektronische code;
B de mechanische code van de sleutelsdie bij aanvraag van duplicaatsleutelsaan het Fiat Servicenetwerk moetworden overhandigd.
Wij raden u aan de elektronische codevan de CODE-card A-fig. 3 altijd bij u tehebben.
BELANGRIJK Om schade aan de elektro-nische schakelingen in de sleutels te voor-komen, mogen de sleutels niet aan direc-te zonnestraling worden blootgesteld.
Als de auto wordt verkocht,moeten alle sleutels en deCODE-card overhandigd wor-den aan de nieuwe eigenaar.
fig. 3 F0M0351m
Druk de knop B alleen in alsde sleutel ver genoeg van het
lichaam (speciaal de ogen) en van voor-werpen die snel beschadigen (bijvoor-beeld kledingstukken) is verwijderd.Laat de sleutel nooit onbeheerd achter.Hiermee voorkomt u dat iemand (ditgeldt in het bijzonder voor kinderen) perongeluk op de knop drukt.
ATTENTIE!
fig. 4 F0M0394mfig.
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:10 Pagina 8
9
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
Informatie van het lampje op hetdashboard
Als de portieren worden vergrendeld, gaathet bewakingslampje A-fig. 5 ongeveer3 seconden branden en daarna knipperen(bewakingsfunctie).
Als u de portieren vergrendelt en een ofmeer portieren of de achterklep zijn nietgoed gesloten, dan gaan het lampje en derichtingaanwijzers snel knipperen.
fig. 5 F0M0013m
fig. 7
fig. 6 F0M0395m
F0M0396m
BATTERIJ VAN DE SLEUTELMET AFSTANDSBEDIENINGVERVANGEN fig. 6
Ga voor het vervangen van de batterij alsvolgt te werk:
❒ druk op de knop A en klap de meta-len baard B uit;
❒ draai de schroef C in stand : m.b.v.een kleine schroevendraaier;
❒ trek de batterijhouder D naar buitenen vervang de batterij E; let daarbijgoed op de polariteit;
❒ plaats de batterijhouder D in de sleutelen draai de schroef C in stand Á.
FRONTJE VANAFSTANDSBEDIENINGVERVANGEN fig. 7
Volg voor het vervangen van het frontjevan de afstandsbediening de in de figuur afgebeelde procedure.
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:10 Pagina 9
10
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
MECHANISCHE SLEUTEL fig. 8
De metalen baard A zit vast aan de sleutel.
De sleutel dient voor:
❒ het start-/contactslot;
❒ de sloten van de portieren;
❒ het ont-/vergrendelen van de tankdop(voor bepaalde uitvoeringen/markten).
fig. 8 F0M0352m
DIEFSTALALARM
Het diefstalalarm van de auto is opgeno-men in het Fiat Lineaccessori-programma.
Lege batterijen zijn schadelijkvoor het milieu. Ze moeten indaarvoor bestemde containersworden gedeponeerd of kun-
nen ingeleverd worden bij het Fiat Ser-vicenetwerk. Dit zal vervolgens zorg-dragen voor de afvoer.
Extra afstandsbedieningenbestellen
Het systeem kan maximaal 8 afstandsbe-dieningen herkennen. Als u in de loop dertijd een nieuwe afstandsbediening nodighebt, kunt u zich tot het Fiat Servicenet-werk wenden. Neem dan de CODE-card,een identiteitsbewijs en het kentekenbe-wijs mee.
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:10 Pagina 10
11
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GHieronder worden alle met de sleutel in te schakelen functies samengevat (met en zonder afstandsbediening):
Type sleutel
Mechanische sleutel
Sleutel met afstandsbediening
Zichtbare signalering
Knipperen richtingaanwijzers (alleen met sleutel met afstandsbediening)
Bewakingslampje
Dead lock inschakelen
(*)
–
–
Knop Á twee keer indrukken
3 x knipperen
Twee x knipperenen vervolgens knipperen bewakingslampje
Ruiten openen(*)
–
–
Knop Ë langer dan 2 seconden indrukken
2 x knipperen
Uitschakelen
Ruiten sluiten(*)
–
–
Knop Á langer dan 2 seconden indrukken
1 x knipperen
Bewakingslampjeknippert
Achterklepslot ontgrendelen
–
–
Knop R kortindrukken
2 x knipperen
Bewakingslampjeknippert
Ontgrendelensloten
Sleutel linksom draaien(bestuurderszijde)
Sleutel linksom draaien(bestuurderszijde)
Knop Ë kort indrukken
2 x knipperen
Uitschakelen
Sloten van buitenaf
vergrendelen
Sleutel rechtsom draaien (bestuurderszijde)
Sleutel rechtsom draaien (bestuurderszijde)
Knop Á kort indrukken
1 x knipperen
3 Seconden continu branden en vervolgens knipperen bewakingslampje
(*) Optional voor bepaalde uitvoeringen/markten.
BELANGRIJK Het openen van de ruiten is gekoppeld aan het commando voor ontgrendeling van de portieren; het sluiten van deruiten is gekoppeld aan het commando voor vergrendeling van de portieren.
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:10 Pagina 11
12
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G START-/CONTACTSLOT
De sleutel kan in 3 standen worden gedraaidfig. 9:
❒ STOP: motor uit, sleutel uitneembaar,stuurslot ingeschakeld. Enkele elektri-sche installaties werken (bijv. autoradio,centrale portiervergrendeling).
❒ MAR: contact aan. Alle elektrische in-stallaties werken.
❒ AVV: motor starten (stand zonder ver-grendeling).
Het contactslot is voorzien van een her-startbeveiliging. Als de motor bij de eer-ste poging niet aanslaat, moet u de sleu-tel terugdraaien in stand STOP ennogmaals starten.
STUURSLOT
Inschakelen
Zet de sleutel in stand STOP, trek desleutel uit het start-/contactslot en draaihet stuur totdat het vergrendelt.
Uitschakelen
Draai het stuur iets heen en weer, terwijlu de sleutel in stand MAR draait.
Als het start-/contactslot isgeforceerd (bijv. bij een po-
ging tot diefstal) moet u, voordat uweer met de auto gaat rijden, de wer-king van het slot laten controleren bijhet Fiat Servicenetwerk.
ATTENTIE!
Neem altijd de sleutel uit hetcontactslot als de auto
wordt verlaten, om onvoorzichtig ge-bruik van de bedieningsknoppen tevoorkomen. Vergeet niet de handremaan te trekken. Schakel de eerste ver-snelling in als de auto op een hellingomhoog staat en de achteruit bij eenhelling omlaag (gezien vanuit de rij-richting). Laat kinderen nooit alleenachter in de auto.
ATTENTIE!
fig. 9 F0M0015m
Verwijder de sleutel nooit uithet contactslot als de auto
nog in beweging is. Bij de eerste stuur-uitslag blokkeert het stuur automa-tisch. Dit geldt in alle gevallen, ookals de auto gesleept wordt.
ATTENTIE!
Het is streng verboden omdemontage-/montagewerk-
zaamheden uit te voeren, waarvoorwijzigingen in de stuurinrichting of destuurkolom vereist zijn (bijv. bij mon-tage van een diefstalbeveiliging).Hierdoor kunnen de prestaties vanhet systeem, de garantie en de veilig-heid in gevaar worden gebracht envoldoet de auto niet meer aan detypegoedkeuring.
ATTENTIE!
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:10 Pagina 12
13
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GINSTRUMENTENPANEEL
Uitvoeringen met digitaal display
A Snelheidsmeter
B Brandstofmeter met waarschuwings-lampje brandstofreserve
C Koelvloeistoftemperatuurmeter metwaarschuwingslampje voor te hogekoelvloeistoftemperatuur
D Toerenteller
E Digitaal display
Uitvoeringen met multifunctioneeldisplay
A Snelheidsmeter
B Brandstofmeter met waarschuwings-lampje brandstofreserve
C Koelvloeistoftemperatuurmeter metwaarschuwingslampje voor te hogekoelvloeistoftemperatuur
D Toerenteller
E Multifunctioneel display
F0M0401m
fig. 10
F0M0402m
fig. 11
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:10 Pagina 13
14
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G INSTRUMENTEN
De achtergrondkleur en de vormgevingvan de instrumenten kunnen per uitvoe-ring verschillen.
SNELHEIDSMETER fig. 12
Geeft de snelheid van de auto aan.
TOERENTELLER fig. 13
De toerenteller geeft het toerental per mi-nuut van de motor aan.
BELANGRIJK De regeleenheid van deelektronische inspuiting blokkeert tijdelijkde toevoer van brandstof als de motormet te hoge toerentallen draait, waardoorhet motorvermogen zal afnemen.
Bij stationair draaiende motor kan de toe-renteller onder bepaalde omstandighedeneen geleidelijke of herhaalde toerentalstij-ging aangeven.
Dit is een normaal verschijnsel dat kan op-treden als bijvoorbeeld de airconditioningof de elektroventilateur wordt ingescha-keld. In deze gevallen dient een geringetoerentalstijging voor het behoud van delading van de accu.
fig. 12 F0M0405m fig. 13 F0M0406m
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:10 Pagina 14
15
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
BRANDSTOFMETER fig. 14
De wijzer geeft de hoeveelheid brandstofaan die in de tank aanwezig is.
E brandstoftank leeg.
F brandstoftank vol.
Het waarschuwingslampje A geeft aan dater nog ongeveer 7 liter brandstof aanwe-zig is.
Rijd niet met een bijna lege brandstoftank:door een onregelmatige brandstoftoevoerkan de katalysator beschadigen.
Zie de paragraaf “Tanken”.
BELANGRIJK Als de wijzernaald op de in-dicatie E staat en het waarschuwings-lampje A knippert, dan is er een storing inhet systeem. Wendt u in dit geval tot hetFiat Servicenetwerk om het systeem te laten controleren.
KOELVLOEISTOFTEMPERATUURMETER fig. 15
De wijzer geeft de temperatuur aan vande motorkoelvloeistof, zodra de koel-vloeistoftemperatuur hoger wordt danongeveer 50°C.
Bij normaal gebruik van de auto kan dewijzernaald op verschillende posities in hetbereik staan, afhankelijk van de gebruik-somstandigheden van de auto.
C Lage koelvloeistoftemperatuur.
H Hoge koelvloeistoftemperatuur.
Als het waarschuwingslampje B gaat bran-den (op enkele uitvoeringen verschijntook een melding op het multifunctioneledisplay), dan is de koelvloeistoftempera-tuur te hoog; zet in dat geval de motor uiten wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.
Als de wijzer van de koel-vloeistoftemperatuurmeter inhet rode gebied komt, zet danonmiddellijk de motor uit en
wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.
fig. 14 F0M0407m fig. 15 F0M0408m
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:10 Pagina 15
16
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G DIGITAAL DISPLAY
BEGINSCHERM fig. 16
Op het beginscherm kan het volgendeworden weergegeven:
A Stand koplampverstelling (alleen alshet dimlicht is ingeschakeld).
B Tijd (altijd weergegeven, ook bij uit-genomen contactsleutel en geslotenvoorportieren).
C Kilometerteller (weergave kilometer-/mijltotaalteller) en informatie Trip-computer.
D Weergave Start&Stop-functie (voorbepaalde uitvoeringen/markten).
E Gear Shift Indicator (schakeladvies)(voor bepaalde uitvoeringen/markten).
Opmerking Bij uitgenomen contactsleu-tel wordt bij het openen van een van devoorportieren het display verlicht enwordt enkele seconden de tijd en de ki-lometer- of mijltotaalteller weergegeven.
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 17
+ Om het scherm en de keuzemoge-lijkheden naar boven te doorlopen ofde weergegeven waarde te verhogen.
MENU Kort indrukken voor toegangESC tot het menu en/of naar het
volgende scherm te gaan of dekeuze te bevestigen.Even ingedrukt houden om terugte keren naar het beginscherm.
– Om het scherm en de keuzemogelijk-heden naar beneden te doorlopen ofde weergegeven waarde te verlagen.
Opmerking Bij de knoppen + en – hangtde werking van het volgende af:
Lichtsterkte interieur auto regelen
– als het beginscherm wordt weergegeven,dan kunt u hiermee de lichtsterkte van het instrumentenpaneel, van de autoradioen van de automatische klimaatregeling regelen.
Setup-menu
– binnen het menu kunt u het menu naarboven of beneden doorlopen;– tijdens het instellen kunt u de waardeverhogen of verlagen.
fig. 16 F0M0537m fig. 17 F0M0122m
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:10 Pagina 16
17
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GSETUP-MENUHet menu bestaat uit een aantal functiesdat “cyclisch” wordt weergegeven. Defuncties kunnen met de knoppen + en –worden gekozen, waarna u keuzemoge-lijkheden kunt selecteren of instellingen(setup) kunt uitvoeren.
Het setup-menu kan worden ingeschakelddoor de knop MENU ESC kort in tedrukken.
Door de knoppen + en – telkens in tedrukken, kunt u de lijst van het setup-menu doorlopen.
De werking is vanaf dit moment afhanke-lijk van het geselecteerde menupunt.
Een menupunt selecteren
– als u de knop MENU ESC kort indrukt,kunt u in het menu de instelling selecterendie u wilt wijzigen;
– met de knop + of – (door de knop tel-kens in te drukken) kan de nieuwe instel-ling worden geselecteerd;
– als u de knop MENU ESC kort indrukt,kunt u de instelling opslaan en tegelijker-tijd terugkeren naar het eerder geselec-teerde menupunt.
“Klokje instellen” selecteren
– druk kort op de knop MENU ESC omde eerste eenheid (uren) te veranderen;
– met de knop + of – (door de knop tel-kens in te drukken) kan de nieuwe instel-ling worden geselecteerd;
– als u de knop MENU ESC kort indrukt,kunt u de instelling opslaan en tegelijker-tijd verdergaan naar het volgende onder-deel van het setup-menu (minuten);
– na het instellen van de tijd keert u terugnaar het eerder geselecteerde menupunt.
Als u de knop MENU ESC even ingedrukthoudt– als u zich in het menu bevindt, dan ver-laat u het setup-menu;– als u zich in een menu-onderdeel be-vindt, dan verlaat u dat menu-onderdeel;– worden alleen de reeds opgeslagen in-stellingen bewaard (reeds bevestigd doorhet indrukken van de knop MENU ESC).
Het setup-menu heeft een tijdregeling; alshet menu na een bepaalde tijd verdwijnt,worden alleen de door u opgeslagen wij-zigingen (bevestigd door het kort indruk-ken van de knop MENU ESC) bewaard.
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:10 Pagina 17
18
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GOm vanuit het beginscherm te kunnen navigeren, moetu kort op de knop MENU ESC drukken. Druk op deknop + of – om in het menu te navigeren.Opmerking Als de auto rijdt, is om veiligheidsredenenalleen een beperkt menu (instelling “SPEEd”) toegan-kelijk. Als de auto stilstaat is het uitgebreide menu toe-gankelijk.
F0M1007g
+
–
+– +
–
+–
+
–
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:10 Pagina 18
19
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GSnelheidslimiet (SPEEd) instellen
Met deze functie kan de snelheidslimietvan de auto (km/h of mph) worden inge-steld. Als deze limiet wordt overschreden,wordt de bestuurder gewaarschuwd (ziehoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Ga voor het instellen van de snelheidsli-miet als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display verschijnt het opschrift (SPEEd)en de ingestelde meeteenheid (km/h ofmph);
– druk op de knop + of – om de snel-heidslimiet in te schakelen (On) of uit teschakelen (OFF);
– als de functie al was ingeschakeld (On),kan met de knop + of – de gewenste snel-heidslimiet worden ingesteld en wordenbevestigd door het indrukken van de knopMENU ESC;
Opmerking De waarde kan worden in-gesteld tussen 30 en 200 km/h of tussen20 en 125 mph, afhankelijk van de inge-stelde meeteenheid (zie de paragraaf“Meeteenheid instellen Unit”). Elke keerals u de knop +/– indrukt, wordt de waar-de 5 eenheden verhoogd of verlaagd. Alsu de knop +/– ingedrukt houdt, lopen decijfers automatisch snel door of terug. Alsu dicht bij de gewenste waarde bent, kande instelling worden voltooid door deknop telkens in te drukken.
– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.Ga als volgt te werk als u de instelling wiltannuleren:
– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert (On);
– druk op de knop –; op het display knip-pert (Off);
– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.
Klokje instellen (Hour)
Met deze functie kunt u het klokje instellen.
Ga voor het instellen als volgt te werk:– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knipperen de “uren”;– druk op de knop + of – om de instel-ling uit te voeren;– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knipperen de “minuten”;
– druk op de knop + of – om de instel-ling uit te voeren;
– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.
Volumeregeling buzzer (bUZZ)
Met deze functie kan het volume van hetakoestische signaal (buzzer) worden inge-steld, dat klinkt bij de melding van een sto-ring/waarschuwing en bij het indrukkenvan de knoppen MENU ESC, + en –.
Ga voor het instellen van het gewenstevolume als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display verschijnt het opschrift (bUZZ);
– druk op de knop + of – om het ge-wenste volume in te stellen (instelling mo-gelijk op 8 niveaus).
– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:10 Pagina 19
20
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G Inschakeling/Uitschakeling van de frontairbag en de zij-airbag(sidebag) aan passagierszijde (BAG P) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze functie kan de passagiersairbagworden in-/uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk:
❒ druk op de knop MENU ESC en druk,nadat op het display het bericht (BAGP OFF) (voor uitschakeling) of het be-richt (BAG P On) (voor inschakeling) isverschenen door het indrukken van deknop + of –, opnieuw op de knopMENU ESC;
❒ op het display verschijnt het bericht omde instelling te bevestigen;
❒ selecteer door het indrukken van deknop + of – (YES) (voor bevestiging vande inschakeling/uitschakeling) of (no)(om te annuleren);
❒ druk kort op de knop MENU ESC; erverschijnt een bevestiging van de geko-zen instelling en er wordt teruggekeerdnaar het menuscherm of, wanneer deknop even ingedrukt wordt gehouden,naar het beginscherm zonder op te slaan.
MENU ESC
MENU ESC
MENU ESC
–+
–+
–+
–+
F0M
1001
i
F0M
1003
i
F0M
1002
iF0
M10
05i
F0M
1006
i
F0M
1002
i
F0M
1003
i
Meeteenheid (Unit) instellen
Met deze functie kunt u de meeteenheidinstellen.
Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display verschijnt het opschrift (Unit)en de ingestelde meeteenheid (km) of(mijl);
– druk op de knop + of – om de gewens-te meeteenheid in te stellen.
– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 20
21
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 19
+ Om het scherm en de keuzemoge-lijkheden naar boven te doorlopen ofde weergegeven waarde te verhogen.
MENU Kort indrukken voor toegangESC tot het menu en/of naar het vol-
gende scherm te gaan of de keu-ze te bevestigen.Even ingedrukt houden om terugte keren naar het beginscherm.
– Om het scherm en de keuzemogelijk-heden naar beneden te doorlopen ofde weergegeven waarde te verlagen.
MULTIFUNCTIONEELDISPLAY(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De auto kan zijn uitgerust met een multi-functioneel display dat tijdens de rit nut-tige informatie levert aan de bestuurderop basis van de instelling voor de gewenstegegevens.
BEGINSCHERM fig. 18Op het beginscherm kan het volgendeworden weergegeven:A Datum.B Kilometerteller (weergave kilometer-/
mijltotaalteller).C Tijd (altijd weergegeven, ook bij uit-
genomen contactsleutel en geslotenvoorportieren).
D Buitentemperatuur.E Stand koplampverstelling (alleen als
het dimlicht is ingeschakeld).F Weergave Start&Stop-functie (voor
bepaalde uitvoeringen/markten).G Gear Shift Indicator (schakeladvies)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten).
Opmerking Bij het openen van eenvoorportier wordt het display verlicht enwordt enkele seconden de tijd en de ki-lometer-/mijltotaalteller weergegeven.
fig. 18 F0M0538m
Opmerking Bij de knoppen + en – hangtde werking van het volgende af:
Lichtsterkte interieur auto regelen
– als het beginscherm wordt weergegeven,dan kunt u hiermee de lichtsterkte van het instrumentenpaneel, van de autoradio en van de automatische klimaatregeling regelen.
Setup-menu
– binnen het menu kunt u het menu naarboven of beneden doorlopen;– tijdens het instellen kunt u de waardeverhogen of verlagen.
fig. 19 F0M0122m
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 21
22
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G SETUP-MENU fig. 20Het menu bestaat uit een aantal functiesdat “cyclisch” wordt weergegeven. Defuncties kunnen met de knoppen + en –worden gekozen, waarna u keuzemoge-lijkheden kunt selecteren of instellingen(setup) kunt uitvoeren. Bij enkele onder-delen (Klokje en Meeteenheid instellen) iser een submenu.Het setup-menu kan worden geactiveerddoor de knop MENU ESC kort in tedrukken.Door de knop + of – telkens in te druk-ken, kunt u de lijst van het setup-menudoorlopen.De werking is afhankelijk van het geselec-teerde menupunt.
Een menupunt selecteren in het hoofdmenuzonder submenu:– als u de knop MENU ESC kort indrukt,kunt u in het hoofdmenu de instelling se-lecteren die u wilt wijzigen;– met de knop + of – (door de knop tel-kens in te drukken) kan de nieuwe instel-ling worden geselecteerd;– als u de knop MENU ESC kort indrukt,kunt u de instelling opslaan en tegelijker-tijd terugkeren naar het daarvoor gese-lecteerde menupunt.
“Datum” en “Instellen klokje” selecteren:– als u de knop MENU ESC kort indrukt,kunt u de instelling selecteren die u wiltwijzigen (bijv. uren/minuten of jaar/maand/dag);– met de knop + of – (door de knop telkens in te drukken) kan de nieuwe instelling worden geselecteerd;– als u de knop MENU ESC kort indrukt,kunt u de instelling opslaan en tegelijker-tijd doorgaan naar het volgende menu-punt. Als dit menupunt het laatste is, danwordt teruggekeerd naar het daarvoor geselecteerde menupunt.
Als u de knop MENU ESC even ingedrukt houdt:– als u zich in het hoofdmenu bevindt, danverlaat u het setup-menu;– als u zich op een ander punt in het menubevindt (instellen van een onderdeel in eensubmenu, in een submenu of instellen vaneen onderdeel in het hoofdmenu), dankeert u terug naar het hoofdmenu;– worden alleen de reeds opgeslagen in-stellingen bewaard (reeds bevestigd doorhet indrukken van de knop MENU ESC).Het setup-menu heeft een tijdregeling; alshet menu na een bepaalde tijd verdwijnt,worden alleen de door u opgeslagen wij-zigingen (bevestigd door het kort indruk-ken van de knop MENU ESC) bewaard.
Een menupunt selecteren in het hoofdmenumet submenu:– als u de knop MENU ESC kort indrukt,wordt het eerste menupunt van het sub-menu weergegeven;– met de knop + of – (door de knop tel-kens in te drukken) kunt u alle menupun-ten van het submenu doorlopen;– als u de knop MENU ESC kort indrukt,kunt u het menupunt van het submenu se-lecteren en verschijnt het betreffende in-stellingenmenu;– met de knop + of – (door de knop tel-kens in te drukken) kan de nieuwe instel-ling van dit menupunt in het submenuworden geselecteerd;– als u de knop MENU ESC kort indrukt,kunt u de instelling opslaan en tegelijker-tijd terugkeren naar het daarvoor gese-lecteerde menupunt.
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 22
23
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
Dag
Jaar Maand
Deutsch
Português
English
Español
Français
Italiano
Nederland
Polski
Voorbeeld:
fig. 20
Voorbeeld:Om vanuit het beginscherm te kunnen navigeren,moet u kort op de knop MENU ESC drukken. Drukop de knop + of – om in het menu te navigeren. Opmerking Als de auto rijdt, is om veiligheidsre-denen alleen een beperkt menu (“Beep Snelheid” in-stellen) toegankelijk. Als de auto stilstaat is het uit-gebreide menu toegankelijk.
F0M1038g
MENU ESCknop kort indrukken
+
–+–
–+
–
–
–+
+ +
+–
–
–
–
+
+
–
–+
+–
MENU VERLATEN
BEEP SNELHEID
TIJD INSTELLEN
DATUM INSTELLEN
ZIE RADIO
AUTOCLOSE
MEETEENHEID
TAAL
VOLUME WAARSCHUWINGEN
VOL. TOETSEN
SERVICE
BAG PASSAGIER
– +
GEGEVENS TRIP B
MENU ESCknop kort indrukken
+
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 23
24
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G – druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.Ga als volgt te werk als u de instelling wiltannuleren:
– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert (On);
– druk op de knop –; op het display knip-pert (Off);
– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.
Trip B (Gegevens trip B)
Met deze functie kan de weergave vanTrip B (dagteller) worden ingeschakeld(On) of uitgeschakeld (Off).
Zie voor meer informatie de paragraaf“Tripcomputer”.
Ga voor het in-/uitschakelen als volgt tewerk:
– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert (On) of (Off), afhan-kelijk van de instelling;
FUNCTIES DISPLAY
Snelheidslimiet (Beep Snelheid)
Met deze functie kan de snelheidslimietvan de auto (km/h of mph) worden inge-steld. Als deze limiet wordt overschreden,wordt de bestuurder gewaarschuwd (ziehoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Ga voor het instellen van de snelheidsli-miet als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display verschijnt het opschrift (BeepSnelh.);
– druk op de knop + of – om de snel-heidslimiet in te schakelen (On) of uit teschakelen (Off);
– als de functie al was ingeschakeld (On),kan met de knop + of – de gewenste snel-heidslimiet worden ingesteld en wordenbevestigd door het indrukken van de knopMENU ESC.
Opmerking De waarde kan worden in-gesteld tussen 30 en 200 km/h of tussen 20en 125 mph, afhankelijk van de ingesteldemeeteenheid (zie de paragraaf “Meeteen-heid instellen” (Meeteenheid) hierna). Elkekeer als u de knop +/– indrukt, wordt dewaarde 5 eenheden verhoogd of verlaagd.Als u de knop +/– ingedrukt houdt, lopende cijfers automatisch snel door of terug.Als u dicht bij de juiste waarde bent, steltu de exacte waarde in door de knop tel-kens in te drukken en los te laten.
– druk op de knop + of – om de keuze uitte voeren;
– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.
Tijd instellen (Klok instellen)Met deze functie kan het klokje wordeningesteld m.b.v. twee submenu’s: “Tijd” en“Formaat”.Ga voor het verstellen als volgt te werk:– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display verschijnen de twee submenu’s“Tijd” en “Formaat”;– druk op de knop + of – om tussen desubmenu’s te navigeren;– druk na het selecteren van het submenudat u wilt wijzigen, kort op de knopMENU ESC;– als het submenu “Tijd” is gekozen: drukkort op de knop MENU ESC; op het dis-play knipperen de “uren”;– druk op de knop + of – om de instel-ling uit te voeren;– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knipperen de “minuten”;
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 24
25
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GDatum instellen (Datum instellen)Met deze functie kan de datum worden ingesteld (dag – maand – jaar).Ga voor het instellen als volgt te werk:– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert de “dag” (dd);– druk op de knop + of – om de instel-ling uit te voeren;– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert de “maand” (mm);– druk op de knop + of – om de instel-ling uit te voeren;– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert het “jaar” (jjjj);
– druk op de knop + of – om de instel-ling uit te voeren.Opmerking Elke keer als u de knop + of– indrukt, wordt de waarde een eenheidverhoogd of verlaagd. Als u de knop in-gedrukt houdt, lopen de cijfers automa-tisch snel door of terug. Als u dicht bij dejuiste waarde bent, stelt u de exacte waar-de in door de knop telkens in te drukkenen los te laten.– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.
– druk op de knop + of – om de instel-ling uit te voeren;– als het submenu “Formaat” is gekozen:druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert de tijdsaanduiding;– druk op de knop + of – voor weergavevan de tijd in “24h” of “12h”, Druk na het uitvoeren van de instellingkort op de knop MENU ESC om terugte keren naar het menuscherm of houd deknop even ingedrukt om terug te kerennaar het beginscherm zonder op te slaan. – druk nogmaals lang op de knop MENUESC om terug te keren naar het begin-scherm of het hoofdmenu, afhankelijk vanwaar u zich in het menu bevindt.
Eerste pagina (weergave van informatie op hetbeginscherm van het display) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze functie kan het type informatiegeselecteerd worden dat in het begin-scherm moet worden weergegeven.U kunt kiezen voor weergave van de da-tum of voor weergave van de turbodruk.
Ga voor het selecteren als volgt te werk:– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display verschijnt “Eerste pagina”;– druk nogmaals kort op de knop MENUESC; op het display verschijnen de opties“Datum” en “Info motor”;– druk op de knop + of – om de weerga-ve te selecteren die u op het beginschermvan het display wilt hebben;– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.
Als u de contactsleutel in stand MARdraait, wordt op het display, na de start-controle, de informatie weergegeven diedoor middel van de functie “Eerste pagina”in het menu is ingesteld.
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 25
26
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G Centrale portiervergrendeling bijrijdende auto (Autoclose)
Als deze functie is ingeschakeld (On), wor-den de portieren automatisch vergrendeldals de auto sneller rijdt dan 20 km/h.
Ga voor het inschakelen (On) of uitscha-kelen (Off) van deze functie als volgt tewerk:
– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display verschijnt een submenu;
– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert (On) of (Off), afhan-kelijk van de instelling;
– druk op de knop + of – om de keuze uitte voeren;
– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het scherm van hetsubmenu of houd de knop even ingedruktom terug te keren naar het scherm vanhet hoofdmenu zonder op te slaan;– houd de knop MENU ESC nogmaalseven ingedrukt om terug te keren naar hetbeginscherm of het hoofdmenu, afhanke-lijk van waar u zich in het menu bevindt.
Herhaling informatieaudiosysteem (Zie radio)Met deze functie kan op het display de informatie over de autoradio wordenweergegeven.– Radio: frequentie of RDS-bericht van hetgeselecteerde radiostation, automatischzoeken of AutoSTore inschakelen;– audio-CD, MP3-CD: nummer van hetmuziekstuk;– CD-wisselaar: CD-nummer en nummermuziekstuk.Ga voor het inschakelen (On) of uitscha-kelen (Off) van de informatie van het au-diosysteem op het display als volgt te werk:– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert (On) of (Off), afhan-kelijk van de instelling;– druk op de knop + of – om de keuze uitte voeren;– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.
Meeteenheid instellen(Meeteenheid)
Met deze functie kunnen de meeteenhe-den worden ingesteld in drie submenu’s:“Afstand”, “Verbruik” en “Temperatuur”.
Ga voor het instellen van de gewenstemeeteenheid als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display verschijnen de drie submenu’s;
– druk op de knop + of – om tussen dedrie submenu’s te navigeren;
– druk na het selecteren van het submenudat u wilt wijzigen, kort op de knop MENU ESC;
– als het submenu “Afstand” is gekozen:druk kort op de knop MENU ESC; ophet display wordt “km” of “mijl” weerge-geven, afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop + of – om de keuze uitte voeren;
– als het submenu “Verbruik” is gekozen:druk kort op de knop MENU ESC; ophet display wordt “km/l”, “l/100km” of“mpg” weergegeven, afhankelijk van de instelling;
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 26
27
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GTaal instellen (Taal)
U kunt de taal van het display instellen: Ita-liaans, Duits, Engels, Spaans, Frans, Por-tugees, Pools en Nederlands.
Ga om de gewenste taal in te stellen alsvolgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert de ingestelde “taal”;
– druk op de knop + of – om de keuze uitte voeren;
– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.
Volumeregelingwaarschuwingszoemer (Vol. waarschuwingen)
Het volume van het akoestische signaal(buzzer) dat klinkt voor het melden vaneen storing of waarschuwing, kan ingesteldworden op 8 niveaus.
Ga voor het instellen van het gewenstevolume als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert het “niveau” van hetingestelde volume;
– druk op de knop + of – om de instel-ling uit te voeren;
– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.
Als de meeteenheid afstand is ingesteld op“km”, kan de meeteenheid verbruik wor-den ingesteld op ‘’km/l’’ of ‘’l/100 km’’.
Als de meeteenheid afstand is ingesteld op“mijl”, geeft het display de hoeveelheidverbruikte brandstof aan in “mpg”.
– druk op de knop + of – om de keuze uitte voeren;
– als het submenu “Temperatuur” is geko-zen: druk kort op de knop MENU ESC;op het display wordt “°C” of “°F” weer-gegeven, afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop + of – om de keuze uitte voeren;Druk na het uitvoeren van de instellingkort op de knop MENU ESC om terugte keren naar het scherm van het submenuof houd de knop even ingedrukt om terugte keren naar het scherm van het hoofd-menu zonder op te slaan. – houd de knop MENU ESC nogmaalseven ingedrukt om terug te keren naar hetbeginscherm of het hoofdmenu, afhanke-lijk van waar u zich in het menu bevindt.
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 27
28
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G Volumeregeling knoppen (Vol. toetsen)
Het akoestische signaal dat klinkt bij hetindrukken van de knoppen MENU ESC,+ en –, kan worden ingesteld op 8 niveaus.
Ga voor het instellen van het gewenstevolume als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert het “niveau” van hetingestelde volume;
– druk op de knop + of – om de instel-ling uit te voeren;
– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.
Geprogrammeerd onderhoud(Service)
Met deze functie kan worden weergege-ven hoeveel kilometers nog resterenvoordat een servicebeurt moet wordenuitgevoerd.
Ga voor het raadplegen van deze aanwij-zingen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert de afstand in km ofmijl, afhankelijk van de instelling (zie de paragraaf “Meeteenheid afstand”);
– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm.
Opmerking Het “Geprogrammeerd on-derhoudsschema” voorziet elke 30.000 km(of iedere 18.000 mijl) in een servicebeurt;deze weergave verschijnt automatisch alsde sleutel in stand MAR staat, vanaf2.000 km (of 1.240 mijl). De weergavewordt elke 200 km (of elke 124 mijl) op-nieuw weergegeven. Onder de 200 kmwordt de weergave met kleinere interval-len weergegeven. De weergave in km ofmijl is afhankelijk van de ingestelde mee-teenheid. Als u dicht bij de volgende ser-vicebeurt bent en u de contactsleutel instand MAR draait, verschijnt op het dis-play het opschrift “Service” gevolgd doorhet aantal kilometers/mijlen dat resteerttot de volgende servicebeurt. Wendt u tothet Fiat Servicenetwerk voor het uitvoe-ren van de werkzaamheden van het “On-derhoudsschema” en voor het op nul zet-ten van deze weergave (reset).
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 28
29
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GInschakeling/Uitschakeling van defrontairbag aan passagierszijde ende zij-airbag voor de beschermingvan borstkas/bekken (side bag) (Bag passagier)(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze functie kan de passagiersairbagworden in-/uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk:
❒ druk op de knop MENU ESC en druk,na het verschijnen op het display vanhet bericht (Bag pass: Off) (voor uit-schakelen) of het bericht (Bag pass: On)(voor inschakelen) door op de knop +of – te drukken, nogmaals op de knopMENU ESC;
❒ op het display verschijnt het bericht omde instelling te bevestigen;
❒ selecteer door het indrukken van deknop + of – (Ja) (voor bevestiging vande inschakeling/uitschakeling) of (Nee)(om te annuleren);
❒ druk kort op de knop MENU ESC; erverschijnt een bevestiging van de geko-zen instelling en er wordt teruggekeerdnaar het menuscherm of, wanneer deknop even ingedrukt wordt gehouden,naar het beginscherm zonder op teslaan.
MENU ESC
MENU ESC
MENU ESC
–+
–+
–+
–+
F0M
1009
i
F0M
1011
i
F0M
1010
iF0
M10
13i
F0M
1014
i
F0M
1009
i
F0M
1015
i
F0M
1016
i
F0M
1009
i
Menu verlaten
Laatste functie waarmee de instellingen uithet menuscherm worden afgesloten.
Druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het beginscherm zon-der op te slaan.
Als u de knop – indrukt, wordt terugge-keerd naar het eerste menupunt (BeepSnelheid).
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 29
30
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G TRIPCOMPUTER
Algemeen
Met de “Tripcomputer” kan, als de con-tactsleutel in stand MAR staat, op het dis-play informatie worden weergegeven overde werking van de auto. Deze functie be-staat uit “Trip A” en “Trip B” die onaf-hankelijk van elkaar werken en betrekkinghebben op de hele rit van de auto.
Beide functies kunnen op nul worden gezet (reset - begin van een nieuwe rit).
“Trip A” geeft informatie over:
– Buitentemperatuur
– Autonomie (actieradius)
– Afgelegde afstand
– Gemiddeld verbruik
– Huidig verbruik
– Gemiddelde snelheid
– Reistijd.
“Trip B”, alleen aanwezig op het multi-functionele display, geeft informatie over:– Afgelegde afstand B– Gemiddeld verbruik B– Gemiddelde snelheid B– Reistijd B.Opmerking De functie “Trip B” kanworden uitgeschakeld (zie de paragraaf“Trip B”). De gegevens “Autonomie” en“Huidig verbruik” kunnen niet op nul wor-den gezet.
Weergegeven gegevens
Buitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan.
Autonomie
Geeft het aantal kilometers aan dat nog ge-reden kan worden met de brandstof in debrandstoftank, waarbij ervan uit wordt ge-gaan dat de rijstijl niet verandert. Op hetdisplay verschijnt de indicatie “- - - -” als:
– de actieradius kleiner is dan 50 km (of30 mijl)
– de auto langere tijd met draaiende mo-tor stilstaat.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand aan die de auto heeft af-gelegd vanaf het begin van een nieuwe rit.
Gemiddeld verbruik
Geeft het gemiddelde brandstofverbruikaan vanaf het begin van een nieuwe rit.
Huidig verbruik
Geeft doorlopend de wijziging in hetbrandstofverbruik aan. Als de auto stilstaatmet draaiende motor wordt “- - - -” ophet display weergegeven.
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid van de au-to aan op basis van de tijd die verstrekenis vanaf het begin van een nieuwe rit.
Reistijd
Geeft de verstreken tijd aan vanaf het be-gin van een nieuwe rit.
BELANGRIJK Als er geen informatie is,verschijnt bij alle functies op de Tripcom-puter de aanduiding “- - - -” in plaats vande waarde. Wanneer de normale werkingweer hersteld is, worden de waarden vande functies weer op normale wijze weer-gegeven. De waarden die voor de storingwerden weergegeven, worden niet op nul gezet en er wordt geen nieuwe rit begonnen.
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 30
31
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
fig. 21 F0M0124m
Bedieningsknop TRIP fig. 21Met de knop TRIP, aan het uiteinde vande rechter hendel, krijgt u, als de con-tactsleutel in stand MAR staat, toegangtot de hiervoor beschreven gegevens enkunnen de gegevens op nul worden gezetom een nieuwe rit te beginnen:– kort indrukken voor weergave van deverschillende gegevens– even ingedrukt houden voor het op nulzetten (reset) en het beginnen van eennieuwe rit.
Nieuwe rit
Begint als een reset is uitgevoerd:– “handmatig” door de gebruiker, doorhet indrukken van de betreffende knop;– “automatisch” wanneer de “afgelegde af-stand” de waarde 3999,9 km of 9999,9 km,afhankelijk van het geïnstalleerde display,bereikt of wanneer de “reistijd” de waar-de 99.59 (99 uur en 59 minuten) bereikt;– iedere keer als de accu losgekoppeld isgeweest.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zetterwijl het scherm van “Trip A” wordtweergegeven, dan worden alleen de ge-gevens van “Trip A” op nul gezet.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zetterwijl het scherm van “Trip B” wordtweergegeven, dan worden alleen de ge-gevens van “Trip B” op nul gezet.
Procedure voor het begin van een rit
Voor het op nul zetten (reset) moet u,met de sleutel in stand MAR, langer dan2 seconden op de knop TRIP drukken.
Trip verlaten
De functie Trip verlaten: houd de knopMENU ESC langer dan 2 seconden ingedrukt.
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 31
32
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
De stoffen bekleding van uwauto is langdurig bestand te-gen slijtage die ontstaat bijeen normaal gebruik van de
auto. Hevig en/of langdurig wrijven metkledingaccessoires zoals metalen ges-pen, sierknopen en klittenbandsluitin-gen, moet echter absoluut worden ver-meden omdat hierdoor grote drukontstaat op een bepaalde plek op debekleding, waardoor deze plek kan slij-ten en de bekleding beschadigd wordt.
Hoogteverstelling fig. 21(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Beweeg de hendel B omhoog of omlaagtotdat de gewenste zithoogte is bereikt.
BELANGRIJK De verstelling is alleen mogelijk als u op de stoel zit.
Verstellen van de rugleuning fig. 22
Draai de knop C.
ZITPLAATSEN VOOR
fig. 22 F0M0055m
Alle afstellingen mogen uit-sluitend bij een stilstaande
auto worden uitgevoerd.
ATTENTIE!
Verstellen in lengterichting fig. 22
Trek de hendel A omhoog en schuif destoel naar voren of naar achteren: als u rijdt,moeten de armen licht gebogen zijn en dehanden op de stuurwielrand steunen.
Controleer of de zitplaatsgoed geblokkeerd is door
hem naar voren en naar achteren teschuiven, nadat de hendel is losgela-ten. Als de stoel niet goed geblok-keerd is, kan deze onverwachts ver-schuiven, waardoor u de controleover de auto kunt verliezen.
ATTENTIE!
Voor maximale veiligheidmoet u de rugleuning recht-
op zetten, tegen de leuning aan gaanzitten en de gordel goed laten aan-sluiten op borst en bekken.
ATTENTIE!
fig. 23 F0M0057m
Rugleuning naar voren klappen (3-deurs uitvoering) fig. 23
Trek voor toegang tot de zitplaatsen ach-ter aan de handgreep A, kantel de rug-leuning naar voren, waarbij tevens de stoelvrij naar voren kan schuiven door tegende rugleuning te duwen.
Als de rugleuning wordt teruggeklapt, danwordt de stoel in de oorspronkelijke standteruggeschoven (geheugenmechanisme).
Controleer of de stoel goedgeblokkeerd is door hem naar
voren en naar achteren te schuiven.
ATTENTIE!
001-032 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 32
33
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
De stoffen bekleding van uwauto is langdurig bestand te-gen slijtage die ontstaat bijeen normaal gebruik van de
auto. Hevig en/of langdurig wrijven metkledingaccessoires zoals metalen ge-spen, sierknopen en klittenbandsluitin-gen, moet echter absoluut worden ver-meden omdat hierdoor grote drukontstaat op een bepaalde plek op debekleding, waardoor deze plek kan slij-ten en de bekleding beschadigd wordt.
Stoelverwarming fig. 24(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk met de sleutel in stand MAR op deknop F om de functie in of uit te schake-len. Bij inschakeling gaat het lampje op deknop branden.
BELANGRIJK De stoelverwarming is aan-gesloten op een thermostaat die de ver-warming automatisch uitschakelt als eenbepaalde temperatuur is bereikt.
ZITPLAATSEN ACHTER
Zie voor het neerklappen van de zitplaat-sen achter de paragraaf “Bagageruimtevergroten” in dit hoofdstuk.
fig. 24 F0M0058m
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 33
34
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G HOOFDSTEUNEN
VOOR fig. 25
Deze zijn op enkele uitvoeringen in hoog-te verstelbaar en vergrendelen automatischin de gewenste stand.
Instellen:
❒ omhoog verplaatsen: trek de hoofd-steun omhoog totdat deze hoorbaarvergrendelt.
❒ omlaag verplaatsen: druk op de knop Aen duw de hoofdsteun omlaag.
Om de hoofdsteunen voor te verwijde-ren, moet u gelijktijdig de knoppen A enB aan de kant van de twee steunen in-drukken en de hoofdsteunen uittrekken.
ACHTER fig. 26(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Om de hoofdsteun omhoog te plaatsen,moet u de hoofdsteun uittrekken totdathij hoorbaar in de stand (gebruiksstand)vergrendelt.
Druk om de hoofdsteun in de zitting teplaatsen op de knop A en laat de hoofd-steun in de zitting op de rugleuning zakken.
Om de hoofdsteunen achter te verwijde-ren, moet u gelijktijdig de knoppen A enB aan de zijkant van de twee steunen in-drukken en de hoofdsteunen uittrekken.
BELANGRIJK Als de zitplaatsen achter ge-bruikt worden, moeten de hoofdsteunenaltijd volledig zijn uitgetrokken.
fig. 25 F0M0025m fig. 26 F0M0026m
De hoofdsteunen moeten zo worden ingesteld dat ze
het hoofd ondersteunen en niet denek. Alleen in deze positie bieden zebescherming.
ATTENTIE!
Voor het optimaal benutten van de hoofd-steun moet de rugleuning zo zijn ingestelddat u rechtop zit en dat uw hoofd zich zodicht mogelijk bij de hoofdsteun bevindt.
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 34
35
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GSPIEGELS
BINNENSPIEGEL fig. 28
De binnenspiegel is voorzien van een be-veiligingsmechanisme, waardoor de spie-gel bij een krachtig contact met een inzittende losschiet.
STUURWIEL
Het stuurwiel kan zowel in lengterichtingals in hoogte worden versteld (voor bepaalde uitvoeringen/markten).
Ga voor het verstellen als volgt te werk:
❒ ontgrendel de hendel A-fig. 27 doordeze naar voren te drukken (stand 1);
❒ plaats het stuur in de gewenste stand;
❒ vergrendel de hendel A door hem naarhet stuur te trekken (stand 2).
fig. 27 F0M0354m
Het stuur mag alleen wordenversteld als de auto stilstaat.
ATTENTIE!
Het is streng verboden omdemontage-/montagewerk-
zaamheden uit te voeren, waarvoorwijzigingen in de stuurinrichting of destuurkolom vereist zijn (bijv. bij mon-tage van een diefstalbeveiliging).Hierdoor kunnen de prestaties vanhet systeem, de garantie en de veilig-heid in gevaar worden gebracht envoldoet de auto niet meer aan de typegoedkeuring.
ATTENTIE!
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 35
36
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
BUITENSPIEGELS
Verstellen fig. 29
De elektrische verstelling is alleen mogelijkals de contactsleutel in stand MAR staat.
Ga voor het verstellen als volgt te werk:
❒ met de schakelaar B kiest u welke spie-gel u wilt verstellen (links of rechts);
❒ met de schakelaar C kunt u de spiegelin 4 richtingen verstellen.
fig. 28 F0M0028m fig. 29 F0M0030m
Met het hendeltje A kan de spiegel in tweestanden worden gezet: normale of anti-verblindingsstand.
fig. 30 F0M0250m
Inklappen
Indien nodig (bijv. bij nauwe doorgangen)kunnen de buitenspiegels worden inge-klapt door ze van stand 1-fig. 30 in stand2 te zetten.
Tijdens het rijden moeten despiegels altijd in stand 1-fig.30 staan.
De spiegel aan de bestuur-derszijde is bol, waardoor
de afstandswaarneming iets wordtbeïnvloed.
ATTENTIE!
Ontwaseming/ontdooiing (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De buitenspiegels zijn voorzien van ver-warmingselementen die worden inge-schakeld als de achterruitverwarmingwordt ingeschakeld (door op de knop ()te drukken.
BELANGRIJK De functie is voorzien vaneen tijdschakeling, waardoor de functie naenige minuten automatisch wordt uitge-schakeld.
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 36
37
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
fig. 31
F0M0355m
VERWARMING EN VENTILATIE
1. Vast luchtrooster boven – 2. Verstelbare luchtroosters in het midden – 3. Vaste luchtroosters aan zijkant – 4. Verstelbare luchtroosters aan zijkant – 5. Luchtroosters onder voor zitplaatsen voor – 6. Luchtroosters onder voor zitplaatsen achter.
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 37
38
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 34
Draaiknop A voor regeling van de luchttemperatuur (menging van warme/koude lucht)
Rode gebied = warme lucht
Blauwe gebied = koude lucht
Draaiknop B voor het inschakelen/regelen van de aanjager
p 0 = aanjager uitgeschakeld
1-2-3 = aanjagersnelheid
4 - = aanjager op maximale snelheid
fig. 34 F0M0035m
fig. 32 F0M0033m
fig. 33 F0M0034m
VERSTELBARE EN REGELBARELUCHTROOSTERS AAN DEZIJKANT EN IN HET MIDDEN fig. 32-33
A Vast luchtrooster voor de zijruiten.B Verstelbare luchtroosters aan de zijkant.C Verstelbare luchtroosters in het midden.De luchtroosters A zijn niet verstelbaar.Om de luchtroosters B en C te gebruiken,moet u met de betreffende schuif de lucht-roosters in de gewenste stand instellen.
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 38
39
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GDraaiknop C voor de luchtverdeling
¶ voor lucht uit de luchtroosters in hetmidden en aan de zijkanten;
ß voor luchttoevoer naar de been-ruimten en voor een iets lagere tem-peratuur uit de luchtroosters op hetdashboard (“bilevel”-stand);
© voor verwarming bij lage buitentem-peraturen: voor maximale luchttoe-voer naar de beenruimten;
® voor verwarming van de beenruimtenen ontwaseming van de voorruit;
- voor een snelle ontwaseming van devoorruit.
Knop D voor in-/uitschakeling van de luchtrecirculatie
Als u op de knop drukt (lampje op de knopbrandt), schakelt de luchtrecirculatie in.
Als u op de knop drukt (lampje op de knopgedoofd), schakelt de luchtrecirculatie uit.
SNELLE VERWARMING VAN INTERIEUR
Ga voor een snelle verwarming als volgtte werk:
❒ draai de knop A in het rode vlak;
❒ schakel de luchtrecirculatie in door deknop D in te drukken (lampje op deknop brandt);
❒ draai de knop C in stand ©;
❒ draai de knop B in stand 4 - (maxi-male aanjagersnelheid).
Vervolgens kan een stand gekozen wor-den waarbij het comfort optimaal blijft.Druk op de knop D om de luchtrecircu-latie uit te schakelen (lampje op de knopgedoofd) en het beslaan van de ruiten tevoorkomen.
BELANGRIJK Bij een koude motor moetenige minuten worden gewacht totdat de vloeistof van het systeem de optimalebedrijfstemperatuur heeft bereikt.
VENTILATIE VAN HET INTERIEUR
Ga voor een goede ventilatie van het interieur als volgt te werk:
❒ draai de knop A in het blauwe vlak;
❒ schakel de luchtrecirculatie uit door deknop D in te drukken (lampje op deknop gedoofd);
❒ draai de knop C in stand ¶;
❒ draai de knop B op de gewenste snel-heid.
VERWARMING VAN HET INTERIEUR
Ga als volgt te werk:
❒ draai de knop A in het rode vlak;
❒ draai de knop C in de gewenste stand;
❒ draai de knop B op de gewenste snel-heid.
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 39
40
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G SNEL ONTWASEMEN/ONTDOOIEN VOORRUITEN(VOORRUIT EN ZIJRUITEN)
Ga als volgt te werk:
❒ draai de knop A in het rode vlak;
❒ schakel de luchtrecirculatie uit door deknop D in te drukken (lampje op deknop gedoofd);
❒ draai de knop C in stand -;
❒ draai de knop B in stand 4 - (maxi-male aanjagersnelheid).
Nadat de ruiten ontwasemd zijn, kan eenstand gekozen worden waarbij het comfortoptimaal blijft.
Beslaan van de ruiten voorkomen
Als het buiten extreem vochtig is en/of bijregen en/of bij grote verschillen in interi-eur- en buitentemperatuur, raden wij u devolgende procedure aan om het beslaanvan de ruiten te voorkomen:
❒ draai de knop A in het rode vlak;
❒ schakel de luchtrecirculatie uit door deknop D in te drukken (lampje op deknop gedoofd);
❒ draai de knop C in stand - met demogelijkheid stand ® in te schakelenals de ruiten niet beslaan;
❒ draai de knop B op de 2e snelheid.
ONTWASEMING/ONTDOOIING ACHTERRUIT EN BUITENSPIEGELS fig. 35(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de knop A voor het inschake-len van deze functie: als deze functie wordtingeschakeld, gaat het lampje op de knopbranden.
De functie is voorzien van een tijdscha-keling, waardoor de functie na 20 minutenautomatisch wordt uitgeschakeld. U kuntde functie eerder uitschakelen door nog-maals de knop A in te drukken.
BELANGRIJK Plak geen stickers of an-dere plaatjes op de elektrische weer-standsdraden aan de binnenzijde van deachterruit, om beschadiging van de ach-terruitverwarming te voorkomen.
fig. 35 F0M0036m
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 40
41
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GHANDBEDIENDEAIRCONDITIONING (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 36
Draaiknop A voor regeling van de luchttemperatuur (menging van warme/koude lucht)
Rode gebied = warme lucht
Blauwe gebied = koude lucht
Draaiknop B voor het inschakelen/regelen van de aanjager
p 0 = aanjager uitgeschakeld
1-2-3 = aanjagersnelheid
4 - = aanjager op maximale snelheid
LUCHTRECIRCULATIEINSCHAKELEN
Druk op de knop • zodat het lampjeop de knop gaat branden.
Het verdient aanbeveling om de luchtre-circulatie in te schakelen in de file of in tun-nels. Hiermee wordt voorkomen dat ver-vuilde lucht het interieur bereikt. Het isniet raadzaam dit systeem langdurig te la-ten werken, omdat anders, vooral alsu met meerdere personen in de auto zit,de kans aanzienlijk toeneemt dat de ruitenbeslaan.
BELANGRIJK Met de recirculatiefunctiekunnen, afhankelijk van de werking van hetsysteem (“verwarming” of “koeling”), degewenste omstandigheden sneller bereiktworden.
Het is echter niet raadzaam deze functiein te schakelen op regenachtige of koudedagen, omdat dan de ruiten aan de bin-nenzijde aanzienlijk sneller kunnen beslaan.
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 41
42
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
Draaiknop C voor de luchtverdeling
¶ voor lucht uit de luchtroosters in hetmidden en aan de zijkanten;
ß voor luchttoevoer naar de been-ruimten en voor een iets lagere tem-peratuur uit de luchtroosters op hetdashboard (“bilevel”-stand);
Knop D voor in-/uitschakeling van de luchtrecirculatie
Als u op de knop drukt (lampje op de knopbrandt), schakelt de luchtrecirculatie in.
Als u nogmaals op de knop drukt (lampjeop de knop gedoofd), schakelt de lucht-recirculatie uit.
Knop E voor het in-/uitschakelenvan de airconditioning
Als u op de knop drukt (lampje op de knopbrandt), schakelt de airconditioning in.
Als u nogmaals op de knop drukt (lampjeop de knop gedoofd), schakelt de aircon-ditioning uit.
fig. 37 F0M0037m
© voor verwarming bij lage buitentem-peraturen: voor maximale luchttoe-voer naar de beenruimten;
® voor verwarming van de beenruimtenen ontwaseming van de voorruit;
- voor een snelle ontwaseming van devoorruit.
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 42
43
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GVENTILATIE VAN HET INTERIEUR
Ga voor een goede ventilatie van het interieur als volgt te werk:
❒ draai de knop A in het blauwe vlak;
❒ schakel de luchtrecirculatie uit door deknop D in te drukken (lampje op deknop gedoofd);
❒ draai de knop C in stand ¶;
❒ draai de knop B op de gewenste snel-heid.
AIRCONDITIONING (koeling)
Ga voor een snelle koeling als volgt tewerk:
❒ draai de knop A in het blauwe vlak;
❒ schakel de luchtrecirculatie in door deknop D in te drukken (lampje op deknop brandt);
❒ draai de knop C in stand ¶;
❒ schakel de airconditioning in door deknop E in te drukken; het lampje op deknop E gaat branden;
❒ draai de knop B in stand 4 - (maxi-male aanjagersnelheid).
Regeling van de koeling
❒ draai de knop A naar rechts voor verhoging van de temperatuur;
❒ schakel de luchtrecirculatie uit door deknop D in te drukken (lampje op deknop gedoofd);
❒ draai de knop B voor verlaging van deaanjagersnelheid.
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 43
44
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G VERWARMING VAN HET INTERIEUR
Ga als volgt te werk:
❒ draai de knop A in het rode vlak;
❒ draai de knop C op het gewenste sym-bool;
❒ draai de knop B op de gewenste snel-heid.
SNELLE VERWARMING VAN INTERIEUR
Ga voor een snelle verwarming als volgtte werk:
❒ draai de knop A in het rode vlak;
❒ schakel de luchtrecirculatie in door deknop D in te drukken (lampje op deknop brandt);
❒ draai de knop C in stand ©;
❒ draai de knop B in stand 4 - (maxi-male aanjagersnelheid).
Vervolgens kan een stand gekozen wor-den waarbij het comfort optimaal blijft enop de knop D worden gedrukt om deluchtrecirculatie uit te schakelen (lampjeop de knop gedoofd).
BELANGRIJK Bij een koude motor moetenige minuten worden gewacht totdat devloeistof van het systeem de optimale be-drijfstemperatuur heeft bereikt.
SNEL ONTWASEMEN/ONTDOOIEN VOORRUITEN(VOORRUIT EN ZIJRUITEN)
Ga als volgt te werk:
❒ draai de knop A in het rode vlak;
❒ draai de knop B in stand 4 - (maxi-male aanjagersnelheid);
❒ draai de knop C in stand -;
❒ schakel de luchtrecirculatie uit door deknop D in te drukken (lampje op deknop gedoofd).
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 44
45
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GBeslaan van de ruiten voorkomen
Als het buiten extreem vochtig is en/of bijregen en/of bij grote verschillen in interi-eur- en buitentemperatuur, raden wij u devolgende procedure aan om het beslaanvan de ruiten te voorkomen:
❒ draai de knop A in het rode vlak;
❒ schakel de luchtrecirculatie uit door deknop D in te drukken (lampje op deknop gedoofd);
❒ draai de knop C in stand - met demogelijkheid stand ® in te schakelenals de ruiten niet beslaan;
❒ draai de knop B op de 2e snelheid.
BELANGRIJK De airconditioning is zeerbruikbaar om het beslaan van de ruitente voorkomen bij een hoge luchtvochtig-heid, omdat de in het interieur gevoerdelucht wordt ontvochtigd.
ONTWASEMING/ONTDOOIING ACHTERRUIT EN BUITENSPIEGELS fig. 38(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de knop A voor het inschake-len van deze functie: als deze functie wordtingeschakeld, gaat het lampje op de knopbranden.
De functie is voorzien van een tijdscha-keling, waardoor de functie na 20 minutenautomatisch wordt uitgeschakeld. U kuntde functie eerder uitschakelen door nog-maals de knop A in te drukken.
BELANGRIJK Plak geen stickers of an-dere plaatjes op de elektrische weer-standsdraden aan de binnenzijde van deachterruit, om beschadiging van de ach-terruitverwarming te voorkomen.
fig. 38 F0M0038m
Nadat de ruiten ontwasemd zijn, kan eenstand gekozen worden waarbij het com-fort optimaal blijft.
BELANGRIJK De airconditioning kangoed gebruikt worden om de ruiten snel-ler te ontwasemen, omdat de lucht wordtontvochtigd. Stel de bedieningsorganen inzoals hiervoor beschreven en schakel deairconditioning in door de knop E in tedrukken; het lampje op de knop gaatbranden.
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 45
46
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G ONDERHOUD VAN HET SYSTEEM
Schakel in de winter de airconditioning1 keer per maand gedurende 10 minutenin. Laat voor het zomerseizoen de wer-king van de airconditioning door het FiatServicenetwerk controleren.
De airconditioning maakt gebruik van het koelmiddelR134a. Bij lekkage is dit mid-del niet schadelijk voor het
milieu. Gebruik in geen geval anderemiddelen, zoals R12, omdat anders de componenten van het systeem beschadigd kunnen worden.
BELANGRIJK Met de recirculatiefunctiekunnen, afhankelijk van de werking van hetsysteem (“verwarming” of “koeling”), degewenste omstandigheden sneller bereiktworden.
Het is echter niet raadzaam deze functiein te schakelen op regenachtige of koudedagen, omdat dan de ruiten aan de bin-nenzijde aanzienlijk sneller kunnen beslaan.
LUCHTRECIRCULATIEINSCHAKELEN
Druk op de knop • zodat het lampjeop de knop gaat branden.
Het verdient aanbeveling om de luchtre-circulatie in te schakelen in de file of in tun-nels. Hiermee wordt voorkomen dat ver-vuilde lucht het interieur bereikt. Het isniet raadzaam dit systeem langdurig te la-ten werken, omdat anders, vooral alsu met meerdere personen in de auto zit,de kans aanzienlijk toeneemt dat de ruitenbeslaan.
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 46
47
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GBUITENVERLICHTING
Met de linker hendel fig. 39 bedient u debuitenverlichting.
De buitenverlichting werkt uitsluitend alsde contactsleutel in stand MAR staat.
Als u de buitenverlichting inschakelt, gaatook de verlichting van het instrumenten-paneel en van de bedieningsknoppen ophet dashboard branden.
VERLICHTINGUITGESCHAKELD
Draaiknop in stand O.
BUITENVERLICHTING
Draai de draaiknop in stand 6.
Op het instrumentenpaneel gaat het con-trolelampje 3 branden.
GROOTLICHTSIGNAAL
Trek de hendel naar het stuurwiel (1e on-vergrendelde stand), ongeacht de stand vande draaiknop. Op het instrumentenpaneelgaat het controlelampje 1 branden.
fig. 39 F0M0060m
DIMLICHT
Draai de draaiknop in stand 2.
Op het instrumentenpaneel gaat het con-trolelampje 3 branden.
GROOTLICHT
Trek, als de draaiknop reeds in stand 2staat, de hendel naar het stuurwiel (2e on-vergrendelde stand).
Op het instrumentenpaneel gaat het con-trolelampje 1 branden.
Als de hendel opnieuw naar het stuurwielwordt getrokken, dooft het grootlicht enwordt het dimlicht weer ingeschakeld.
033-071 ACTUAL NL 1ed 18-01-2011 13:53 Pagina 47
48
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G RICHTINGAANWIJZERS fig. 40
Zet de hendel in de vergrendelde stand:
❒ omhoog (stand 1): inschakeling rechterrichtingaanwijzer;
❒ omlaag (stand 2): inschakeling linkerrichtingaanwijzer.
Op het instrumentenpaneel knippert hetcontrolelampje ¥ of Î.
De richtingaanwijzers schakelen automa-tisch uit als de auto weer rechtuit rijdt.
Als u kort richting aan wilt geven, voor hetuitvoeren van een handeling waarvoor hetstuurwiel slechts weinig hoeft te wordenverdraaid, dan drukt u de hendel iets om-hoog of omlaag zonder dat de hendel ver-grendelt. Zodra u de hendel loslaat, gaatdeze automatisch terug.
Functie wisselen van rijbaan
Als u bij wisseling van rijstrook kort rich-ting wilt aangeven, moet u de linker hendelkorter dan een halve seconde in de on-vergrendelde stand zetten. De richting-aanwijzer aan de gekozen zijde knippert5 keer en dooft daarna automatisch.
“FOLLOW ME HOME” SYSTEEM
Met dit systeem kan de ruimte voor de auto een bepaalde tijd worden verlicht.
Inschakelen
U schakelt deze functie in door de con-tactsleutel in stand STOP te draaien ofuit te nemen en de linker hendel binnen2 minuten na het uitzetten van de motornaar het stuur te trekken.
Telkens als u de hendel bedient, blijft deverlichting 30 seconden langer branden,tot een maximum van 210 seconden; hier-na schakelt de verlichting automatisch uit.
Als de hendel wordt bediend, gaat het con-trolelampje 3 op het instrumentenpa-neel branden en verschijnt er een berichtop het display (zie het hoofdstuk “Lampjesen berichten”) gedurende de tijd dat defunctie actief blijft. Het lampje gaat bran-den als de hendel voor het eerst bediendwordt en blijft branden totdat de functieautomatisch uitschakelt. Telkens als dehendel wordt bediend, wordt alleen de inschakeltijd van de verlichting verlengd.
Uitschakelen
Houd de hendel langer dan 2 secondennaar het stuur getrokken.
fig. 40 F0M0061m
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 48
49
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GRUITEN REINIGEN
Met de rechter hendel fig. 41 kunt u deruitenwissers/-sproeiers en achterruit-wisser/-sproeier bedienen.
RUITENWISSERS/-SPROEIERS
Deze werken uitsluitend als de contact-sleutel in stand MAR staat.
De draaiknop van de rechter hendel kanin vier standen worden gezet:
O ruitenwissers uitgeschakeld;
≤ wissen met interval;
≥ langzaam continu wissen;
¥ snel continu wissen.
In stand A (onvergrendelde stand) wer-ken de ruitenwissers, zolang u de hendelmet de hand in deze stand houdt. Als u dehendel loslaat, springt deze direct weer te-rug en schakelen de ruitenwissers auto-matisch uit.
Gebruik de ruitenwissers nietom opgehoopte sneeuw of ijsvan de voorruit te verwijde-ren. In die omstandigheden
grijpt, als de ruitenwissers te zwaarworden belast, de beveiliging in, die er-voor zorgt dat de ruitenwissers enkeleseconden worden uitgeschakeld. Alshierna de werking niet wordt hervat(ook niet als de motor met de con-tactsleutel opnieuw is gestart), wendtu dan tot het Fiat Servicenetwerk.
Als de draaiknop in stand ≤ staat, wordtde slag van de ruitenwissers automatischaangepast aan de snelheid van de auto.
BELANGRIJK Vervang de wisserbladenvolgens de aanwijzingen in het hoofdstuk“Onderhoud en zorg”.
fig. 41 F0M0062m
“Intelligente wis-/wasregeling”
Als u de hendel naar het stuur trekt (onvergrendelde stand), schakelen de ruitensproeiers in.
Als u de hendel langer dan een halve se-conde aangetrokken houdt, dan wordenin een handeling de ruitenwissers en deruitensproeiers ingeschakeld.
Als u de hendel loslaat, maken de ruiten-wissers nog drie slagen.
Na 6 seconden volgt nog een extra reini-gingsslag.
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 49
50
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
ACHTERRUITWISSER/-SPROEIERfig. 42
Deze werken uitsluitend als de contact-sleutel in stand MAR staat.
De werking stopt als de hendel wordt los-gelaten.
Als u de draaiknop van stand O in stand' zet, dan werkt de achterruitwisser alsvolgt:
❒ in intervalstand als de ruitenwissersvoor niet zijn ingeschakeld;
❒ synchroon (met de helft van de fre-quentie van de ruitenwissers voor) alsde ruitenwissers voor zijn ingeschakeld;
❒ continu als de achteruit is ingeschakeld.
Gebruik de achterruitwisserniet om opgehoopte sneeuwof ijs van de achterruit te ver-wijderen. In die omstandighe-
den grijpt, als de achterruitwisser tezwaar wordt belast, de beveiliging in,die ervoor zorgt dat de wisser enkeleseconden wordt uitgeschakeld. Als hier-na de werking niet wordt hervat (ookniet als de motor met de contactsleu-tel opnieuw is gestart), wendt u dan tothet Fiat Servicenetwerk.
Als u bij ingeschakelde ruitenwissers voorde achteruit inschakelt, gaat automatischook de achterruitwisser continu wissen.
Als u de hendel naar het dashboard duwt(onvergrendelde stand), schakelt de ach-terruitsproeier in.
Als u de hendel langer dan een halve se-conde naar het dashboard geduwd houdt,schakelt ook de achterruitwisser in.
Als u de hendel loslaat, wordt het intelli-gente wis-/wasprogramma ingeschakeld,zoals bij de ruitenwissers voor.
fig. 42 F0M0218m
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 50
51
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GPLAFONDVERLICHTING
PLAFONDVERLICHTING VOOR MET KANTELBAARLAMPENGLAS
U kunt het lampje in- en uitschakelen doorop de rechter of linker zijde van het lam-penglas te drukken, zoals is afgebeeld infig. 43.
PLAFONDVERLICHTING VOOR MET SPOTJES (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met de schakelaar A-fig. 44 kunnen de pla-fondlampjes worden in- en uitgeschakeld.
Met de schakelaar A-fig. 44 in het mid-den, worden de lampjes C en D in-/uit-geschakeld bij het openen/sluiten van devoorportieren.
Met de schakelaar A-fig. 44 naar links ge-drukt, blijven de lampjes C en D altijd uit-geschakeld.
Met de schakelaar A-fig. 44 naar rechtsgedrukt, blijven de lampjes C en D altijdingeschakeld.
Het inschakelen/doven van de verlichtinggaat geleidelijk.
Met de schakelaar B-fig. 44 bedient u despotjes; bij uitgeschakelde plafondverlich-ting wordt met de schakelaar:
❒ in linker stand, het spotje C ingescha-keld;
❒ in rechter stand, het spotje D inge-schakeld.
fig. 44 F0M0065mfig. 43 F0M0067m
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 51
52
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G Brandduurregeling van de plafondverlichting
Om het in- en uitstappen vooral in het don-ker te vergemakkelijken, zijn er 2 brand-duurregelingen (bepaalde uitvoeringen).
BRANDDUURREGELING BIJ HET INSTAPPEN
De plafondlampjes gaan op de volgendemanier branden:
❒ ongeveer 10 seconden tijdens het ont-grendelen van de voorportieren;
❒ ongeveer 3 minuten bij het openen vaneen portier;
❒ ongeveer 10 seconden bij het vergren-delen van de portieren.
De werking van de brandduurregelingwordt onderbroken als de contactsleutelin stand MAR wordt gedraaid.
BRANDDUURREGELING BIJ HET UITSTAPPEN
Als de contactsleutel uit het start-/contactslot wordt verwijderd, gaan deplafondlampjes op de volgende manierbranden:
❒ ongeveer 10 seconden binnen 2 minu-ten na het uitzetten van de motor;
❒ ongeveer 3 minuten bij het openen vaneen portier;
❒ ongeveer 10 seconden bij het sluitenvan een portier.
De brandduurregeling schakelt automatischuit als de portieren worden vergrendeld.
BELANGRIJK Controleer voordat u deauto verlaat of beide schakelaars in demiddelste stand staan. Op deze manierzullen de lampjes van de plafondverlichtingdoven bij het sluiten van de portieren, envoorkomt u dat de accu ontlaadt.
Als de schakelaar in de rechter stand is blijven staan, schakelt de verlichting 15 minuten na het uitzetten van de motorautomatisch uit.
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 52
53
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GBEDIENINGSKNOPPEN
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN fig. 45
Deze worden ingeschakeld als op knop Awordt gedrukt, ongeacht de stand van decontactsleutel.Als het systeem is ingeschakeld, brandende lampjes Î en ¥ op het instrumen-tenpaneel.
Druk voor uitschakeling nogmaals op deknop.
Het gebruik van de waarschuwingsknip-perlichten is afhankelijk van de wetgevingvan het land waarin u zich bevindt. Houdtu aan de voorschriften.
NoodstopBij een noodstop schakelen automatischde waarschuwingsknipperlichten in engaan gelijktijdig de lampjes Î en ¥ op hetinstrumentenpaneel branden. De functie schakelt automatisch uit als deremvertraging niet meer het karakter vaneen noodstop heeft. Deze functie voldoet aan de huidige wet-telijke voorschriften.
MISTLAMPEN VOOR fig. 46(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Ze gaan branden als op knop 5 wordt gedrukt.
Op het instrumentenpaneel gaat het con-trolelampje 5 branden.
Druk voor uitschakeling nogmaals op deknop.
Als de mistlampen branden, dan brandtook de buiten- en kentekenverlichting,terwijl de dagverlichting gedoofd is, on-geacht de stand van de draaiknop.
Het gebruik van de mistlampen is afhan-kelijk van de wetgeving van het landwaarin u zich bevindt. Houdt u aan devoorschriften.
fig. 45 F0M0069m fig. 46 F0M0070m
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 53
54
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
ACHTERRUITVERWARMING fig. 49
Druk op de knop A voor inschakeling. Bijingeschakelde achterruitverwarming zorgteen tijdschakeling ervoor dat de verwar-ming na ongeveer 20 minuten uitschakelt.
fig. 49 F0M0036m
PARKEERVERLICHTING
Draai met de sleutel in stand STOP ofmet uitgenomen sleutel, de draaiknop vande linker hendel eerst in stand O en ver-volgens in stand 6 of 2.
Op het instrumentenpaneel gaat het con-trolelampje 3 branden.
ELEKTRISCHESTUURBEKRACHTIGINGDUALDRIVE fig. 48
Druk op de knop A voor inschakeling vande functie “CITY” (zie de paragraaf “Elek-trische stuurbekrachtiging Dualdrive” indit hoofdstuk). Als de functie is ingescha-keld, dan wordt op het instrumentenpa-neel het lampje CITY verlicht. Druk nog-maals op de knop om deze functie uit teschakelen.
fig. 48 F0M0073m
MISTACHTERLICHT fig. 47
Druk voor inschakelen op knop 4. Hetmistachterlicht werkt alleen als de dimlich-ten of de mistlampen voor (voor bepaaldeuitvoeringen/markten) zijn ingeschakeld.
Op het instrumentenpaneel gaat het con-trolelampje 4 branden.
Druk voor uitschakeling nogmaals op deknop of schakel het dimlicht en/of de mist-lampen voor (voor bepaalde uitvoeringen/markten) uit.
Het gebruik van het mistachterlicht is af-hankelijk van de wetgeving van het landwaarin u zich bevindt. Houdt u aan devoorschriften.
fig. 47 F0M0071m
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 54
55
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GPortierontgrendeling bij een ongeval
Bij een ongeval waarbij de brandstof-noodschakelaar in werking treedt, wor-den de portieren automatisch ontgrendeldzodat het interieur van de auto van bui-tenaf bereikt kan worden. Gelijktijdig gaatook de plafondverlichting branden. U kuntde portieren echter altijd van binnenuitopenen met behulp van de daarvoor be-stemde bedieningshendels.
Als u na het ongeval geen brandstoflek-kage vindt en de auto kan nog verder rij-den, herstel dan de werking van de brand-stofnoodschakeling, volgens de hiernabeschreven procedure.
PORTIERVERGRENDELING fig. 50
U kunt de centrale portiervergrendelinginschakelen door de knop A op de mid-denconsole in te drukken, onafhankelijkvan de stand van de contactsleutel.
BRANDSTOFNOOD -SCHAKELING
Deze schakelt in bij een ongeval waardoor:
❒ de toevoer van brandstof wordt ge-stopt en de motor afslaat;
❒ de portieren automatisch ontgrende-len;
❒ de interieurverlichting wordt ingescha-keld.
Als de brandstofnoodschakeling geacti-veerd is, verschijnt op het display het be-richt “Brandstoftoevoer afgesloten, zie in-structieboekje”.
Controleer de auto zorgvuldig op brand-stoflekkage, bijvoorbeeld in de motor-ruimte, onder de auto of in de nabijheidvan de brandstoftank.
Draai na een ongeval de contactsleutel in stand STOP om te voorkomen dat deaccu ontlaadt.
fig. 50 F0M0013m
Als u na een ongeval eenbrandstoflucht ruikt of merkt
dat het brandstofsysteem lekt, scha-kel dan het systeem niet opnieuw in,zodat brand wordt voorkomen.
ATTENTIE!
BRANDSTOFNOOD-SCHAKELING033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 55
56
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
fig. 52 F0M0077m
fig. 51 F0M0104m
fig. 53 F0M0078m
INTERIEURUITRUSTING
DASHBOARDKASTJE fig. 51-52
Trek aan de handgreep A-fig. 51 om hetdashboardkastje te openen.
In het dashboardkastje bevindt zich eendocumentenvak A-fig. 52 (voor bepaaldeuitvoeringen/markten).
OPBERGVAKKEN
Het opbergvak A-fig. 53 bevindt zich in het dashboard, links van het stuurwiel.
Om de juiste werking van de auto te her-stellen, moeten de volgende handelingenworden uitgevoerd:❒ draai de contactsleutel in stand MAR;❒ schakel de rechter richtingaanwijzer in;❒ schakel de rechter richtingaanwijzer uit;❒ schakel de linker richtingaanwijzer in;❒ schakel de linker richtingaanwijzer uit;❒ schakel de rechter richtingaanwijzer in;❒ schakel de rechter richtingaanwijzer uit;❒ schakel de linker richtingaanwijzer in;❒ schakel de linker richtingaanwijzer uit;❒ draai de contactsleutel in stand STOP.
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 56
57
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
PORTIERVAKKEN fig. 56
In ieder portier bevindt zich een opberg/documentenvak.
ARMSTEUN VOOR MET OPBERGVAK(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Tussen de voorstoelen is bij enkele uit-voeringen een armsteun geplaatst A-fig.57.
Om de armsteun te gebruiken, moet u de steun omlaag duwen zoals afgebeeldin fig. 57.
Als u de knop A-fig. 58 indrukt, kuntu het bovenste gedeelte van de armsteunomhoogklappen en het vak B gebruiken.Met de hendel C kunt u de armsteun ineen lagere stand zetten dan de normalegebruiksstand.
fig. 54 F0M0079m
fig. 55 F0M0080m fig. 57 F0M0225m
fig. 58 F0M0245mfig. 56 F0M0081m
Het opbergvak B-fig. 54 bevindt zich in het midden van het dashboard.
Het opbergvak B kan worden uitgeno-men voor de eventuele installatie van deautoradio.
HANDSCHOENENVAK
Het vak A-fig. 55 bevindt zich in de tun-nelconsole voor de handrem.
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 57
58
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
AANSTEKER fig. 62
Deze is in de tunnelconsole geplaatst, voorde handrem.
Druk voor het inschakelen van de aanste-ker de knop A in, als de contactsleutel instand MAR staat.
Na ongeveer 15 seconden springt de knopin de beginstand en is de aansteker klaarvoor gebruik.
BELANGRIJK Controleer altijd of de aan-steker na het indrukken ook uitschakelt.
fig. 62 F0M0084m
De aansteker wordt ergheet. Gebruik de aansteker
voorzichtig en voorkom dat hij ge-bruikt wordt door kinderen: risico opbrand en/of brandwonden.
ATTENTIE!
BEKERHOUDER –BLIKJESHOUDER fig. 59-60
De bekerhouders – blikjeshouders bevin-den zich op de tunnelconsole (twee voorde handrem en één achter).
PASJESHOUDER – CD-HOUDERfig. 61
Op de tunnelconsole bevinden zich gleu-ven om telefoonkaarten, CD’Smagneet-pasjes of tolkaarten in op te bergen.
fig. 59 F0M0082m fig. 61 F0M0083m
fig. 60 F0M0118m
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 58
59
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
ASBAK fig. 63-64
De uitneembare kunststof asbak kan in debeker/blikjeshouder geplaatst worden opde tunnelconsole.
BELANGRIJK Gebruik de asbak niet alsprullenbak voor papiertjes; als deze in con-tact komen met smeulende peuken kan erbrand ontstaan.
ZONNEKLEPPEN fig. 65
De zonnekleppen zitten aan beide zijdennaast de binnenspiegel. Ze kunnen voorde voorruit of de zijruit worden gedraaid.
De zonneklep aan de bestuurderszijde kanzijn voorzien van een spiegeltje.
Om het spiegeltje (voor bepaalde uitvoe-ringen/markten) te gebruiken, moet hetschuifklepje A worden geopend.
fig. 63 F0M0085m fig. 65 F0M0086m fig. 66 F0M0249m
fig. 64 F0M0116m
STEKKERDOOS(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Deze bevindt zich in de bagageruimte, linksvan de kunststof steun van de hoeden-plank fig. 66.
Open voor gebruik de dop A.
BRANDBLUSSER fig. 66a(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De brandblusser bevindt zich aan delinkerzijde van de bagageruimte.
fig. 66a F0U0530m
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 59
60
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G OPENDAK SKY-DOME (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het grote opendak bestaat uit twee ruit-panelen, een vast paneel en een beweeg-baar paneel, met twee handbediende zonneschermen (voor en achter). De zon-neschermen kunnen worden gebruikt inde standen “geheel gesloten” of “geheelgeopend” (ze hebben geen vaste tussen-liggende standen). Zonneschermen ope-nen: pak de handgreep A-fig. 68 vast,maak de handgreep vrij en beweeg hem inde richting van de pijlen totdat de stand“geheel geopend” is bereikt. Ga voor hetsluiten in omgekeerde volgorde te werk.Het opendak kan uitsluitend bediend wor-den als de contactsleutel in stand MARstaat. Met de bedieningsknoppen A-B fig.67 op het paneel nabij de plafondverlich-ting voor, kunt u het dak openen/sluiten.
Openen
Als u de knop B-fig. 67 indrukt en inge-drukt houdt, opent het voorste ruitpaneelin “kantelstand”. Druk nogmaals langer daneen halve seconde op de knop B-fig. 67om de ruit geheel te openen. De ruit kanin een tussenliggende stand worden gezetdoor opnieuw op de knop te drukken.
Sluiten
Als het dak in geheel geopende stand staaten u drukt langer dan een halve secondeop de knop A-fig. 67, dan komt het voor-ste ruitpaneel automatisch in “kantel-stand”. De ruit kan in een tussenliggendestand worden gezet door opnieuw op deknop te drukken. Druk nogmaals op deknop A-fig. 67 en houd de knop inge-drukt om het paneel geheel te sluiten.
fig. 67
A
B
F0M0087m
Als er een imperiaal gemon-teerd is, is het raadzaam hetopendak alleen in “kantel-stand” te gebruiken.
Open het dak niet bij sneeuwof ijs: het kan dan beschadigdworden.
Verwijder altijd de contact-sleutel uit het contactslot als
u de auto verlaat, om te voorkomendat het opendak per ongeluk in be-weging wordt gebracht en zo gevaarkan opleveren voor de achtergeblevenpassagiers: onzorgvuldige bedieningvan het opendak kan gevaarlijk zijn.Controleer voor en tijdens de bedie-ning van het opendak altijd of de pas-sagiers niet verwond kunnen wordendoor de beweging van het opendakzelf of door in beweging gebrachtevoorwerpen.
ATTENTIE!
fig. 68 F0M0172m
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 60
61
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GANTI-LETSELFUNCTIE
Het opendak is voorzien van een anti-let-selfunctie die een eventueel obstakel kanwaarnemen als de ruit sluit. In dat gevalstopt het systeem de ruitbeweging enwordt de ruitbeweging onmiddellijk omgekeerd.
INITIALISATIEPROCEDURE
Als de accu losgekoppeld is geweest of alseen zekering is doorgebrand, moet dewerking van het opendak opnieuw inge-steld worden.
Ga als volgt te werk:
❒ druk de knop A-fig. 67 in de sluitstand;
❒ houd de knop ingedrukt totdat het dakstapsgewijs geheel is gesloten;
❒ wacht nadat het dak geheel gesloten is,tot de elektrische motor van het dakuitschakelt.
Verwijder altijd de contactsleutel uit hetcontactslot als u de auto verlaat, om tevoorkomen dat het opendak per ongelukin beweging wordt gebracht en zo gevaarkan opleveren voor de achtergeblevenpassagiers: onzorgvuldige bediening vanhet opendak kan gevaarlijk zijn. Contro-leer voor en tijdens de bediening van hetopendak altijd of de passagiers niet ver-wond kunnen worden door de bewegingvan het opendak zelf of door in beweginggebrachte voorwerpen.
NOODBEDIENING
Als het opendak niet elektrisch bediendkan worden, dan kan het handmatig wor-den bediend; ga hiervoor als volgt te werk:
❒ verwijder de beschermdop op de he-melbekleding, tussen de twee zonne-schermen;
❒ neem de zeskantige sleutel uit de ge-reedschaphouder in de bagageruimte;
❒ steek de sleutel in de zitting A-fig. 69en draai de sleutel:– rechtsom om het dak te openen;– linksom om het dak te sluiten.
fig. 69 F0M0088m
033-071 ACTUAL NL 1ed 18-01-2011 13:53 Pagina 61
62
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G PORTIEREN
CENTRALE PORTIERVER-/ONTGRENDELING
Portiervergrendeling van buitenaf
Druk bij gesloten portieren op de knop Áop de afstandsbediening fig. 70 of steek demetalen baard in het slot van het bestuur-dersportier en draai de sleutel rechtsom.Als de portieren zijn vergrendeld, brandthet lampje op de knop A-fig. 72 één keer.Alleen als alle portieren gesloten zijn,wordt de portiervergrendeling ingescha-keld. Als een of meerdere portieren nietvergrendeld zijn na het indrukken van deknop Á op de afstandsbediening fig. 70,gaan de richtingaanwijzers en het lampjeop de knop A-fig. 72 ongeveer 3 secon-den snel knipperen.Als een of meerdere portieren niet ver-grendeld zijn nadat de metalen baard vande sleutel in het slot van het bestuurder-sportier is gedraaid, gaat alleen het lamp-je op de knop A-fig. 72 ongeveer 3 se-conden snel knipperen. Als de portierenzijn gesloten en de achterklep open is,worden de portieren vergrendeld: de rich-tingaanwijzers (alleen na vergrendelingdoor op de knop Á fig. 81 te drukken) enhet lampje op de knop A-fig. 70 gaan on-geveer 3 seconden snel knipperen.Bij ingeschakelde functie kunt u de slotenvan de andere portieren ontgrendelendoor de knop A-fig. 72 op de midden-console in te drukken.
Druk twee keer snel achter elkaar op de knop Á op de afstandsbediening fig.70 voor het inschakelen van het deadlock-systeem (zie de paragraaf “Deadlock-systeem”).
Portierontgrendeling van buitenaf
Druk kort op de knop Ë fig. 70 voor hetop afstand ontgrendelen van de portie-ren. Gelijktijdig wordt de plafondverlich-ting tijdelijk ingeschakeld en knipperen de
fig. 72 F0M0075m
richtingaanwijzers twee keer. Of steek de metalen baard in het slot van het bestuurdersportier en draai de sleutellinksom zoals afgebeeld in fig. 71.
Portierver-/ontgrendeling vanuit het interieur
Druk op de knop A-fig. 72 om alle por-tieren te ver-/ontgrendelen. De knop isvoorzien van een lampje dat de status aan-geeft (portieren ver- of ontgrendeld). Alsde portieren vergrendeld zijn, brandt hetlampje op de knop; als de knop wordt in-gedrukt, worden alle portieren ontgren-deld en dooft het lampje. Als de portierenzijn ontgrendeld, is het lampje gedoofd; als de knop wordt ingedrukt, worden al-le portieren vergrendeld. Alleen als alleportieren goed gesloten zijn, wordt deportiervergrendeling uitgevoerd.
fig. 71 F0M0410m
fig. 70 F0M0409m
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 62
63
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GAls de portieren zijn vergrendeld met behulp van:
❒ de afstandsbediening;
❒ het portierslot;
kunt u de portieren niet meer ontgren-delen met de knop A-fig. 72 op het scha-kelaarpaneel op het dashboard.
BELANGRIJK Als de portieren centraalzijn vergrendeld en een van de voorpor-tieren wordt van binnenuit geopend metde handgreep, dan wordt het betreffen-de portier ontgrendeld. Als een van deachterportieren van binnenuit wordt ge-opend met de handgreep, dan wordt hetbetreffende portier ontgrendeld.
Bij een onderbreking in de elektrischevoeding (doorgebrande zekering, losge-koppelde accu enz.) kunnen de portierenaltijd met de hand worden vergrendeld.
Als u harder dan 20 km/h rijdt, worden al-le portieren automatisch vergrendeld als inhet setup-menu deze functie is ingescha-keld (zie de paragraaf “Multifunctioneel display” in dit hoofdstuk).
Als het dead lock-systeem isingeschakeld, kunnen de por-
tieren op geen enkele wijze van bin-nenuit worden geopend. Controleerdaarom, voordat u de auto verlaat, ofer geen personen meer aan boord zijn.Als de batterij van de sleutel met af-standsbediening leeg is, kan het sys-teem alleen worden uitgeschakelddoor de metalen baard van de sleutelin beide portiersloten te steken en tedraaien, zoals hiervoor is beschreven:in deze situatie blijft de functie wel bijde achterportieren ingeschakeld.
DEAD LOCK(voor bepaalde uitvoeringen/markten)Dit veiligheidssysteem verhindert de wer-king van:
❒ de binnenhandgrepen;
❒ ont-/vergrendelknop A-fig. 72;hierdoor kunnen de portieren niet vanbinnenuit worden geopend bij een in-braakpoging (bijvoorbeeld bij het inslaanvan een ruit).Het dead lock-systeem biedt dus de bestebescherming tegen inbraakpogingen. Daar-om raden wij u aan om iedere keer als u deauto verlaat, het systeem in te schakelen.
Systeem inschakelen
Het systeem schakelt op alle portieren au-tomatisch in als de knop Á op de sleutelmet afstandsbediening fig. 70 twee keersnel wordt ingedrukt.
Als het systeem is ingeschakeld, knipperende richtingaanwijzers 3 keer en knipperthet lampje op de knop A-fig. 72 op hetschakelaarpaneel op het dashboard.
Het systeem schakelt niet in als een ofmeerdere portieren niet goed geslotenzijn: zo wordt voorkomen dat een per-soon via het geopende portier het interi-eur van de auto kan betreden en, als hetportier vervolgens wordt gesloten, de auto niet meer kan verlaten.
Systeem uitschakelen
Het systeem schakelt in de volgende ge-vallen automatisch op alle portieren uit:
❒ als de contactsleutel in het bestuurder-sportier wordt gestoken en de sleutelrechtsom wordt gedraaid;
❒ als de portieren m.b.v. de afstandsbe-diening worden ontgrendeld;
❒ als de contactsleutel in stand MARwordt gedraaid.
ATTENTIE!
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 63
64
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
NOODPORTIERVERGRENDELINGACHTER (5-deurs uitvoeringen)fig. 74
De achterportieren zijn voorzien van eensysteem waarmee ze kunnen worden ver-grendeld als er geen stroom aanwezig is.
In dat geval moet u:
❒ de contactsleutel in het slot B steken;
❒ het slot van stand 2 in stand 1 draaienen het portier sluiten.
Als het systeem is ingeschakeld, kunt u deachterportieren weer openen met dehandgrepen in de auto.
Bedien het kinderveilig-heidsslot niet als de nood-
portiervergrendeling achter al is in-geschakeld.Als beide systemen zijn ingeschakeld:om het portier weer te kunnen ope-nen, moet eerst met de handgreep inde auto de noodportiervergrendelingachter worden uitgeschakeld en ver-volgens het portier met de handgreepaan de buitenzijde worden geopend.
ATTENTIE!KINDERVEILIGHEIDSSLOT (5-deursuitvoeringen) fig. 73
Hierdoor kunnen de achterportieren nietvan binnenuit geopend worden.
Het systeem kan alleen bij een geopendportier worden ingeschakeld.
❒ stand 1 – systeem ingeschakeld (portiervergrendeld);
❒ stand 2 – systeem uitgeschakeld (por-tier kan van binnenuit worden ge-opend).
Het systeem A-fig. 73 blijft ook inge-schakeld na het elektrisch ontgrendelenvan de portieren.
Schakel dit systeem altijd inals u kinderen vervoert.
ATTENTIE!
Controleer nadat u het vei-ligheidsslot bij beide achter-
portieren hebt ingeschakeld, of hetslot daadwerkelijk is ingeschakelddoor aan de handgreep aan de bin-nenzijde van de portieren te trekken.
ATTENTIE!
fig. 74 F0M0412mfig. 73 F0M0411m
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 64
65
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GRUITBEDIENING
ELEKTRISCH BEDIEND
In de armsteun van het portier aan be-stuurderszijde zijn de twee bedienings-schakelaars fig. 75 gemonteerd waarmeeu, als de contactsleutel in stand MARstaat, de zijruiten bedient:
A openen/sluiten zijruit linksvoor;
B openen/sluiten zijruit rechtsvoor.
De automatisch continue werkingvan de ruit wordt ingeschakeld alsu langer dan een halve seconde op een vande bedieningsschakelaars drukt. De be-weging stopt als de ruit aan het einde vanzijn slag is of als u nogmaals op de scha-kelaar drukt.
BELANGRIJK Als de anti-letselfunctie bin-nen 1 minuut 5 keer inschakelt, dan voerthet systeem automatisch de “recovery”uit (zelfbescherming). Hierbij gaat de ruittelkens een klein stukje omhoog totdat deruit geheel gesloten is.
fig. 75 F0M0136m
Automatische werking
De auto is uitgerust met automatischeruitbediening omhoog en omlaag aan debestuurderszijde.
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 65
66
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
Initialisatie van de ruitbediening
Als de accu losgekoppeld is geweest of alseen zekering is doorgebrand, moet dewerking van het systeem opnieuw ingesteldworden.
Initialisatieprocedure:
❒ sluit de ruit die geïnitialiseerd moetworden geheel (handmatig);
❒ houd na het bereiken van de geheel gesloten stand de schakelaar nog tenminste 1 seconde ingedrukt.
Onzorgvuldig gebruik van deelektrische ruitbediening kan
gevaarlijk zijn. Controleer voor en tij-dens het bedienen van de ruit altijd ofde passagiers niet kunnen wordenverwond door de bewegende ruiten,hetzij direct door contact met de ruit,hetzij door voorwerpen die door deruit worden meegesleept of geraakt.Verwijder altijd de sleutel uit het con-tactslot als u de auto verlaat om tevoorkomen dat een onverwachtse inschakeling van de elektrische ruit-bediening gevaar oplevert voor deachtergebleven passagiers.
ATTENTIE!
HANDBEDIENING ACHTER (5-deurs uitvoeringen) fig. 76
Open of sluit de ruit met de betreffendeslinger.
fig. 76 F0M0091m
Ga voor het herstellen van de juiste wer-king van het systeem als volgt te werk:
❒ open de ruiten;
of
❒ draai de contactsleutel in stand STOPen vervolgens in MAR.
Als er geen storingen zijn, dan werkt deruit weer normaal.
BELANGRIJK Als de contactsleutel instand STOP staat of is uitgenomen, dankunnen de ruiten nog ongeveer 2 minutenworden bediend. Het systeem wordt ech-ter onmiddellijk uitgeschakeld als een vande portieren wordt geopend.
Het systeem voldoet aan de2000/4/EU-normen en is ge-
richt op de bescherming van de inzit-tenden wanneer deze ledematen doorde geopende ruit steken.
ATTENTIE!
BELANGRIJK Als bij enkele uitvoeringende knop Ë op de sleutel met afstandsbe-diening langer dan 2 seconden wordt in-gedrukt, worden de ruiten geopend; als deknop Á op de sleutel met afstandsbedie-ning langer dan 2 seconden wordt inge-drukt, worden de ruiten gesloten.
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 66
67
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
fig. 80 F0M0095m
BAGAGERUIMTE
ACHTERKLEP OPENEN
De achterklep kan op elk moment vanuithet interieur worden geopend met deknop A-fig. 78.
De achterklep kan van buitenaf wordengeopend door de knop R op de af-standsbediening fig. 77 in te drukken.
Als de achterklep wordt geopend, knip-peren de richtingaanwijzers twee keer.
ACHTERKLEP SLUITEN
Laat de achterklep zakken en druk op deachterklep totdat hij vergrendelt fig. 79.
ACHTERKLEP IN GEVAL VAN NOOD OPENEN fig. 80
Om de achterklep vanuit het interieur teopenen (bij een lege accu of een storing inhet elektrische systeem), moet als volgt tewerk worden gegaan:
fig. 78 F0M0093m
fig. 79 F0M0094m
Naderhand aangebrachtevoorwerpen op de hoeden-plank of de achterklep (luid-sprekers, spoiler enz.) kunnen,
behalve wanneer de auto hierop isvoorbereid, de juiste werking van degasveren verhinderen.
Bij het gebruik van de baga-geruimte mag het maximum
laadvermogen nooit worden over-schreden (zie het hoofdstuk “Tech-nische gegevens”). Controleer boven-dien of de bagageruimte goedgeladen is, om te voorkomen dat eenvoorwerp bij bruusk remmen naar vo-ren schiet en letsel veroorzaakt.
ATTENTIE!
Rijd niet met voorwerpen opde hoedenplank: bij een on-
geval of bruusk remmen kunnen ze depassagiers verwonden.
ATTENTIE!
fig. 77 F0M0425m
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 67
68
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
❒ klap de zitplaatsen achter volledig om (zie de paragraaf “Bagageruimtevergroten” in dit hoofdstuk);
❒ druk in de bagageruimte op het hen-deltje B.
BAGAGERUIMTE VERGROTEN
Gedeeltelijk vergroten (1/3 of 2/3)fig. 83(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het is mogelijk de bagageruimte te ver-groten door de deelbare achterbank ge-deeltelijk (1/3 of 2/3) of geheel neer teklappen.
Ga als volgt te werk:❒ laat de hoofdsteunen van de achterbank
geheel zakken;❒ controleer of de gordels niet gespan-
nen zijn of gedraaid zitten;❒ klap de zittingen naar voren in de rich-
ting van de pijl fig. 81;
❒ trek de hendels A of B-fig. 82 omhoogom respectievelijk het linker of hetrechter deel van de rugleuning te ont-grendelen en plaats de rugleuning op dezitting.
Als u de rechterzijde van de bagageruim-te vergroot, kunt u twee passagiers op hetlinker gedeelte van de achterbank ver-voeren. Als u de linkerzijde van de baga-geruimte vergroot, kunt u een passagierop het rechter gedeelte van de achterbankvervoeren.
fig. 81 F0M0096m fig. 82 F0M0097m
fig. 83 F0M0137m
Maximale vergroting fig. 84
Als de achterbank wordt neergeklapt, isde bagageruimte maximaal vergroot.
Ga als volgt te werk:
❒ laat de hoofdsteunen van de achterbankgeheel zakken;
❒ controleer of de gordels niet gespan-nen zijn of gedraaid zitten;
❒ klap de zittingen naar voren in de rich-ting van de pijl fig. 81;
❒ trek de handgrepen A en B-fig. 82omhoog om de rugleuningen te ont-grendelen en klap ze op de zitting neer.
BELANGRIJK Als het na het volledigneerklappen van de achterbank noodza-kelijk is om de hoedenplank te verwijde-ren, plaats deze dan zoals is aangegeven in fig. 86.
fig. 84 F0M0098m
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 68
69
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
fig. 86 F0M0101m
fig. 88 F0M0099m
fig. 85 F0M0221m
HOEDENPLANK VERWIJDEREN
Als u de hoedenplank wilt verwijderen omde bagageruimte te vergroten: maak debovenste uiteinden A-fig. 86 van de tweetrekkoorden los door de ogen van de pen-nen te schuiven, maak de hoedenplank los,draai hem in de zitting en maak de tweepennen fig. 87 los uit de zittingen aan dezijkant.De verwijderde hoedenplank kan dwarstussen de rugleuningen van de voorstoe-len en de omgeklapte achterbank wordenopgeborgen fig. 88.
fig. 87 F0M0222m
Achterbank terugplaatsen fig. 85
Plaats de rugleuningen omhoog en druk deleuningen naar achteren, totdat beideborgmechanismen hoorbaar inklikken.
Plaats de gespen van de veiligheidsgordelsomhoog en zet de zitting weer in de nor-male gebruiksstand.
BELANGRIJK Als de rugleuning goed isvergrendeld, dan is de “rode band” naastde hendels voor het neerklappen van derugleuning, niet meer zichtbaar. Als de“rode band” zichtbaar is, is de rugleuningniet goed vergrendeld. Als de rugleuningin de normale gebruiksstand wordt gezet,controleer dan of de rugleuning hoorbaarvergrendelt.
Controleer of de rugleuning aan beide zij-den goed vergrendeld is om te voorkomendat in geval van bruusk remmen, de rug-leuning naar voren klapt en de passagiersverwondt.
033-071 ACTUAL NL 1ed 18-01-2011 13:53 Pagina 69
70
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G MOTORKAP
OPENEN
Ga als volgt te werk:
❒ trek de hendel fig. 89 in de richting vande pijl;
❒ trek aan het hendeltje A-fig. 90, zoalsaangegeven in de afbeelding;
❒ til de motorkap op en trek gelijktijdig desteunstang D-fig. 91 uit de klem; steekvervolgens het uiteinde C-fig. 92 vande stang in de zitting E op de motorkap.
BELANGRIJK Controleer of de armen vande ruitenwissers tegen de ruit aanstaanvoordat u de motorkap optilt.
SLUITEN
Ga als volgt te werk:
❒ houd de motorkap met een hand om-hoog, trek met de andere hand de stangC-fig. 92 uit de zitting E en plaats desteunstang terug in de klem D-fig. 91;
fig. 90 F0M0358m
fig. 89 F0M0135m
❒ laat de motorkap tot op ongeveer20 cm van de motorruimte zakken, laatde motorkap vallen en controleer of demotorkap goed is gesloten door de mo-torkap op te tillen. De motorkap magniet alleen door de beveiliging vergren-deld zijn. Druk in dit laatste geval demotorkap niet dicht, maar til hem op-nieuw op en herhaal de handeling.
BELANGRIJK Controleer altijd of de mo-torkap vergrendeld is, om te voorkomendat deze tijdens het rijden open gaat.
fig. 91 F0M0413m
fig. 92 F0M0133m
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 70
71
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
Om veiligheidsredenen moetde motorkap tijdens het rij-
den altijd goed gesloten zijn. Con-troleer daarom altijd of de motorkapgoed vergrendeld is. Als u tijdens hetrijden merkt dat de motorkap nietgoed is vergrendeld, stop dan on-middellijk en sluit de motorkap op dejuiste wijze.
ATTENTIE!
Als de steunstang verkeerdgeplaatst wordt, kan de mo-
torkap onverwacht dichtvallen.
ATTENTIE!
Voer deze handeling alleenuit als de auto stilstaat.
ATTENTIE!
IMPERIAAL/SKIDRAGER
3-deursuitvoeringen
De voorste bevestigingspunten bevindenzich op de punten A-fig. 93.
De achterste bevestigingspunten bevindenzich op de punten B. Deze worden aan-gegeven met symbolen (O) op de zijrui-ten achter.
5-deursuitvoeringen
De voorste bevestigingspunten bevindenzich op de punten A-fig. 93.
De achterste bevestigingspunten bevindenzich op de punten B. Deze worden aan-gegeven met een inkeping op het boven-ste deel van de portierstijl.
BELANGRIJK U dient zich strikt aan demontagevoorschriften te houden die bijde set zijn geleverd. De montage moet al-tijd door deskundige personen wordenuitgevoerd.
fig. 93 F0M0102m
Controleer na enkele kilome-ters rijden nogmaals of de be-
vestigingsbouten nog goed vastzitten.
ATTENTIE!
Houdt u zorgvuldig aan de wet-telijke bepalingen betreffendede maximale afmetingen.
Verdeel de lading gelijkmatigen houd tijdens de rit reke-
ning met een verhoogde zijwindge-voeligheid.
ATTENTIE!
Overschrijd nooit het maxi-mum draagvermogen (zie hethoofdstuk “Technische gege-vens”).
033-071 ACTUAL NL 1ed 2-08-2010 16:16 Pagina 71
72
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G KOPLAMPEN
KOPLAMPEN AFSTELLEN
Goed afgestelde koplampen zijn belangrijkvoor het comfort en de veiligheid van uzelfen de overige weggebruikers. Voor opti-maal zicht en zichtbaarheid moeten dekoplampen op de juiste wijze zijn afgesteld.Wendt u voor controle of afstelling tothet Fiat Servicenetwerk.
KOPLAMPVERSTELLING
De stand kan worden geregeld als de con-tactsleutel in stand MAR staat en de dim-lichten zijn ingeschakeld. Als de auto is beladen en achterover helt, schijnt de licht-bundel meer omhoog. De stand van dekoplampen moet nu worden gecorrigeerd.
Koplampen afstellen fig. 94
De koplampen kunnen worden versteldmet de knoppen Ò en Ó op het scha-kelaarpaneel.
Op het display van het instrumentenpa-neel wordt de stand aangegeven.
Stand 0 – een of twee personen op devoorstoelen.
Stand 1 – vijf personen.
Stand 2 – vijf personen + bagage.
Stand 3 – bestuurder + toegestane maxi-mum lading volledig in de bagageruimte.
BELANGRIJK Controleer de afstelling vande koplampen telkens als het gewicht vande lading wijzigt.
MISTLAMPEN VOOR AFSTELLEN (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wendt u voor controle of afstelling tothet Fiat Servicenetwerk.
fig. 94 F0M0103m
072-092 ACTUAL NL 1ed 4-08-2010 9:38 Pagina 72
73
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GKOPLAMPEN AANPASSEN AANHET BUITENLAND fig. 95-96
De dimlichten zijn afgesteld voor gebruikin het land waarin de auto is verkocht. Indie landen waarin aan de andere zijde vande weg wordt gereden, moet om het te-gemoetkomende verkeer niet te verblin-den, de vorm van de lichtbundel wordengewijzigd door het aanbrengen van eenspeciaal daarvoor ontwikkelde sticker.
Deze sticker is opgenomen in het Fiat Lineaccessori-programma en verkrijgbaarbij het Fiat Servicenetwerk.
De afbeelding heeft betrekking op deovergang van een land waar links wordtgereden naar een land waar rechts wordtgereden.
fig. 95 F0M0105m
fig. 96 F0M0106m
072-092 ACTUAL NL 1ed 4-08-2010 9:38 Pagina 73
74
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G ABS
Als u niet eerder in een auto met ABShebt gereden, raden wij u aan het systeemeerst een paar keer uit te proberen op eenglad wegdek. Verlies hierbij de veiligheidniet uit het oog en houdt u aan de wet-geving van het land waarin u zich bevindt.Bovendien raden wij u aan de volgendeaanwijzingen aandachtig te lezen.
Het ABS dat geïntegreerd is in het remsy-steem, voorkomt dat tijdens het remmende wielen blokkeren, ongeacht de condi-tie van het wegdek en de pedaaldruk, enverhindert daarmee het doorslippen vaneen of meerdere wielen. Hierdoor blijft deauto bestuurbaar, zelfs bij noodstops.
Het systeem wordt gecompleteerd meteen elektronische remdrukverdeling EBD(Electronic Braking force Distribution), diede remdruk verdeelt tussen de voor- enachterwielen.
BELANGRIJK Voor een maximale werkingvan het remsysteem is een inrijperiode no-dig van ongeveer 500 km (bij een nieuweauto of nadat de remblokken/-schijven zijnvervangen): tijdens deze periode moetbruusk, herhaaldelijk of langdurig remmenworden voorkomen.
Het ABS maakt zoveel mo-gelijk gebruik van de be-
schikbare grip maar kan deze nietverhogen. Daarom moet op gladdeweggedeelten altijd voorzichtig wor-den gereden en mogen er geen on-nodige risico’s worden genomen.
ATTENTIE!
ACTIVERING VAN HET SYSTEEM
Als het ABS in werking is getreden, merktde bestuurder dit aan een trilling in hetrempedaal, die gepaard gaat met enig ge-luid: dit geeft aan dat het noodzakelijk is uw snelheid aan te passen aan de beschikbare grip op het wegdek.
MECHANICAL BRAKE ASSIST(remregeling bij noodstops)(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit systeem, dat niet kan worden uitge-schakeld, herkent noodstops (op basis vande snelheid waarmee het rempedaal wordtingetrapt) en verhoogt de druk in het rem-circuit aanzienlijk, waardoor het systeemsneller en krachtiger kan remmen.
WAARSCHUWING Als het MechanicalBrake Assist wordt geactiveerd, is het mo-gelijk dat het systeem lawaai produceert. Ditis normaal. Houd tijdens het remmen hetrempedaal in ieder geval goed ingedrukt.
Als het ABS in werking treedt,dan is de grip van de banden
op het wegdek beperkt: u dient uwsnelheid te verlagen en aan te passenaan de beschikbare grip.
ATTENTIE!
STORINGSMELDINGEN
Storing in ABS
Bij een storing brandt het waarschu-wingslampje > op het instrumentenpa-neel en verschijnt er een melding op hetmultifunctionele display (voor bepaaldeuitvoeringen/markten) (zie het hoofdstuk“Lampjes en berichten”).
In dat geval blijft het remsysteem normaalwerken, maar zonder de mogelijkhedenvan het ABS. Rijd voorzichtig naar dedichtstbijzijnde werkplaats van het FiatServicenetwerk om het systeem te latencontroleren.
072-092 ACTUAL NL 1ed 4-08-2010 9:38 Pagina 74
75
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GESP-SYSTEEM(Electronic StabilityProgram) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit systeem bewaakt de stabiliteit van deauto als de wielen hun grip verliezen,waardoor de auto beter op koers blijft.
De werking van het ESP is uitermate nut-tig als de grip op het wegdek wisselt.
Naast het ESP-, ASR- en Hill Holder-sys-teem beschikt de auto (voor bepaalde uit-voeringen/markten) ook over MSR (rege-ling van het afremmen op de motor tijdensterugschakelen) en HBA (automatischeremdrukverhoger bij noodstops).
ACTIVERING VAN HET SYSTEEM
Bij activering gaat het lampje á op het in-strumentenpaneel knipperen, om de be-stuurder er op te wijzen dat de auto destabiliteit en de grip dreigt te verliezen.
Als het ABS in werkingtreedt, merkt u dat aan een
trilling in het rempedaal. Verlaag deremdruk niet maar houd het rempe-daal juist goed ingetrapt; op deze ma-nier hebt u de kortste remweg in re-latie tot de conditie van het wegdek.
ATTENTIE!Storing in EBD
Bij een storing branden de waarschu-wingslampjes > en x op het instru-mentenpaneel en verschijnt er een mel-ding op het multifunctionele display (voorbepaalde uitvoeringen/markten) (zie hethoofdstuk “Lampjes en berichten”).
In dit geval kunnen bij krachtig remmende achterwielen vroegtijdig blokkerenwaardoor de auto kan slippen. Rijd zeervoorzichtig naar de dichtstbijzijnde werk-plaats van het Fiat Servicenetwerk om hetsysteem te laten controleren.
Als alleen het waarschu-wingslampje x op het in-
strumentenpaneel gaat branden (erverschijnt ook een melding op hetmultifunctionele display – voor be-paalde uitvoeringen/markten), stopdan onmiddellijk en wendt u tot hetFiat Servicenetwerk. Als er vloeistoflekt uit het hydraulische systeem,wordt de werking van zowel het con-ventionele remsysteem als het ABS ingevaar gebracht.
ATTENTIE!
072-092 ACTUAL NL 1ed 4-08-2010 9:38 Pagina 75
76
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G INSCHAKELING VAN HET SYSTEEM
Het ESP wordt automatisch ingeschakeldals de motor wordt gestart en kan nietworden uitgeschakeld.
STORINGSMELDINGEN
Bij een storing in het ESP wordt het sys-teem automatisch uitgeschakeld en gaat hetlampje á op het instrumentenpaneel con-tinu branden en verschijnt er een meldingop het multifunctionele display (voor be-paalde uitvoeringen/markten) (zie hethoofdstuk “Lampjes en berichten”). Bo-vendien gaat ook het lampje in de knopASR OFF branden. Wendt u in dat geval zosnel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk.
De prestaties van het ESP-systeem mogen de bestuur-
der er niet toe verleiden onnodige enonverantwoorde risico’s te nemen. Derijstijl moet altijd zijn aangepast aanhet wegdek, het zicht en het verkeer.De verantwoordelijkheid voor de ver-keersveiligheid ligt altijd en overal bijde bestuurder.
ATTENTIE!
HILL HOLDER-SYSTEEM
Dit in het ESP geïntegreerde systeem helptbij het wegrijden op een helling.
Het systeem schakelt automatisch in als:
❒ op een stijgende helling: de auto stilstaatop een helling van meer dan 5% metdraaiende motor, ingetrapt rempedaalen versnellingsbak in vrij of als een andere versnelling dan de achteruit is ingeschakeld.
❒ op een dalende helling: de auto stilstaatop een helling van meer dan 5% metdraaiende motor, ingetrapt rempedaalen als de achteruit is ingeschakeld.
Tijdens het wegrijden zorgt de regeleen-heid van het ESP ervoor dat de wielen ge-remd blijven, totdat het noodzakelijke mo-torkoppel is bereikt om weg te rijden (ofmaximaal 1 seconde), zodat u meer tijdheeft om uw rechter voet van het rem-pedaal naar het gaspedaal te verplaatsen.
Als u na 1 seconde niet bent weggereden,schakelt het systeem automatisch uit enwordt de remdruk geleidelijk verlaagd.
Tijdens deze fase kunt u een typisch geluidhoren. Dit geluid betekent dat de auto ieder moment in beweging kan komen.
Storingsmeldingen
Bij een storing in het systeem brandt op hetinstrumentenpaneel het waarschuwings-lampje * bij een digitaal display en hetlampje á bij een multifunctioneel display(voor bepaalde uitvoeringen/markten) (ziehet hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
BELANGRIJK Het Hill Holder-systeem isgeen handrem; verlaat dus nooit de autozonder de handrem aan te trekken, demotor uit te zetten en de eerste versnel-ling in te schakelen.
Voor de juiste werking vanhet ESP- en ASR-systeem is
het noodzakelijk dat de banden vanalle wielen van hetzelfde merk en ty-pe zijn. De banden moeten in perfec-te conditie zijn en de voorgeschrevenafmetingen hebben.
ATTENTIE!
HYDRAULIC BRAKE ASSIST(remregeling bij noodstopsgeïntegreerd in ESP) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit systeem, dat niet kan worden uitge-schakeld, herkent noodstops (op basis vande snelheid waarmee het rempedaalwordt ingetrapt) en verhoogt de druk inhet remcircuit aanzienlijk, waardoor snel-ler en krachtiger door het systeem wordtgeremd.De Hydraulic Brake Assist wordt, bij uit-voeringen die zijn uitgerust met ESP, uit-geschakeld bij een storing in het ESP(lampje ábrandt en er verschijnt een mel-ding op het multifunctionele display – voorbepaalde uitvoeringen/markten).
072-092 ACTUAL NL 1ed 4-08-2010 9:38 Pagina 76
77
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
MSR-systeem (regeling van motorremwerking)
Dit systeem, dat geïntegreerd is in hetASR-systeem, verhoogt bij bruusk terug-schakelen het motorkoppel, zodat over-matige vertraging van de aangedrevenwielen wordt voorkomen. Dit heeft voor-al voordelen op een wegdek met weiniggrip, waarop de stabiliteit van de auto snelverloren kan gaan.
In-/uitschakeling van het systeemfig. 97Het ASR-systeem schakelt automatisch inals de motor wordt gestart. Tijdens het rijden kan de ASR worden uit-geschakeld en vervolgens weer wordeningeschakeld door de knop A op hetschakelaarpaneel op het dashboard in tedrukken fig. 97.
Als het systeem wordt uitgeschakeld, gaathet lampje op de knop branden en ver-schijnt er op het multifunctionele display(voor bepaalde uitvoeringen/markten) eenmelding.Als het ASR-systeem tijdens het rijdenwordt uitgeschakeld, schakelt het auto-matisch weer in als de auto opnieuwwordt gestart.Als u met sneeuwkettingen rijdt, dan kanhet nuttig zijn om het ASR-systeem uit teschakelen: onder deze omstandigheden le-vert het doorslaan van de aangedrevenwielen juist meer trekkracht op.
Voor de juiste werking vanhet ESP- en ASR-systeem is
het noodzakelijk dat de banden vanalle wielen van hetzelfde merk en ty-pe zijn. De banden moeten in per-fecte conditie zijn en de voorge-schreven afmetingen hebben.
ATTENTIE!
fig. 97
ASROFF
F0M0109m
ASR-SYSTEEM (Antislip Regulator)Het ASR-systeem controleert de trek-kracht van de auto en grijpt automatischin als een of beide aangedreven wielendreigen door te slippen.
Afhankelijk van de oorzaak van het door-slippen, worden er twee verschillenderegelsystemen geactiveerd:
❒ als beide aangedreven wielen doorslip-pen, vermindert de ASR het motor-vermogen;
❒ als slechts een aangedreven wieldoorslipt, zorgt het ASR-systeemervoor dat het wiel automatischwordt afgeremd.
Het ASR-systeem is vooral nuttig onderde volgende omstandigheden:
❒ doorslippen van het binnenste wiel inbochten, door verandering van de wiel-belasting of door te felle acceleratie;
❒ te hoog vermogen naar de wielen,ook in samenhang met de conditiesvan het wegdek;
❒ acceleratie op gladde wegen en bijsneeuw en ijzel;
❒ verlies van grip op natte weggedeel-ten (aquaplaning).
072-092 ACTUAL NL 1ed 4-08-2010 9:38 Pagina 77
78
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GDe prestaties van het sys-teem mogen de bestuurder
er niet toe verleiden onnodige en on-verantwoorde risico’s te nemen. Derijstijl moet altijd zijn aangepast aanhet wegdek, het zicht en het verkeer.De verantwoordelijkheid voor de ver-keersveiligheid ligt altijd en overal bijde bestuurder.
ATTENTIE!
Voor de juiste werking van het ASR-sys-teem is het noodzakelijk dat de bandenvan alle wielen van hetzelfde merk en ty-pe zijn. De banden moeten in perfecteconditie zijn en de voorgeschreven afme-tingen hebben.
STORINGSMELDINGEN
Bij een storing in het ASR-systeem wordthet systeem automatisch uitgeschakeld engaat het lampje á op het instrumenten-paneel continu branden. Bovendien ver-schijnt er een melding op het multifuncti-onele display (voor bepaalde uitvoeringen/markten) (zie het hoofdstuk “Lampjes enberichten”). Wendt u in dat geval zo snelmogelijk tot het Fiat Servicenetwerk.
EOBD-SYSTEEM
Met het EOBD-systeem (European OnBoard Diagnosis) kan een doorlopende di-agnose worden uitgevoerd op die com-ponenten op de auto die van invloed zijnop de emissie.
Bovendien meldt het systeem, door hetbranden van het lampje U op het instru-mentenpaneel en het verschijnen van eenmelding op het multifunctionele display(voor bepaalde uitvoeringen/markten – ziehoofdstuk “Lampjes en berichten”) dat debetreffende componenten defect zijn.
Het doel is:
❒ de werking van het systeem controle-ren;
❒ signaleren wanneer door een storing deemissies boven de wettelijk vastgestel-de drempelwaarde uitkomen;
❒ signaleren wanneer het noodzakelijk isdefecte componenten te vervangen.
Het systeem beschikt verder nog over eendiagnosestekker die het mogelijk maakt,na het aansluiten van speciale apparatuur,de door de regeleenheid opgeslagen sto-ringscodes en de specifieke parametersvoor de diagnose en werking van de mo-tor te lezen. Deze controle kan ook wor-den uitgevoerd door de verkeerspolitie.
BELANGRIJK Na het verhelpen van destoring moet het Fiat Servicenetwerk vooreen complete controle van het systeem,tests uitvoeren op een testbank en, zo no-dig, een proefrit maken die eventueel eenlangere afstand kan omvatten.
Als u de contactsleutel in standMAR draait en het lampje Ugaat niet branden of het gaatbranden of knipperen tijdens
het rijden (er verschijnt ook een meldingop het multifunctionele display – voorbepaalde uitvoeringen/markten), wendtu dan zo snel mogelijk tot het Fiat Ser-vicenetwerk. De werking van het lamp-je Ukan met speciale apparatuur doorde verkeerspolitie gecontroleerd wor-den. Houdt u aan de wetgeving van hetland waarin u rijdt.
072-092 ACTUAL NL 1ed 4-08-2010 9:38 Pagina 78
79
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GELEKTRISCHESTUURBEKRACHTIGING“DUALDRIVE”
De auto is uitgerust met de elektrischestuurbekrachtiging “Dualdrive”. De elek-trische stuurbekrachtiging werkt alleenals de contactsleutel in stand MAR staaten de motor draait. Met het systeem kande bestuurder de hulpkracht voor hetverdraaien van het stuur aanpassen aande rij-omstandigheden. IN-/UITSCHAKELEN
(CITY-functie)
Druk voor het in-/uitschakelen van defunctie op de knop op het schakelaarpa-neel op het dashboard.
De inschakeling van de functie wordt aangegeven:
❒ door het opschrift CITY op het in-strumentenpaneel (bij uitvoeringen metmultifunctioneel display);
❒ door het verlichten van het opschriftCITY op de knop, nadat deze knop isingedrukt fig. 98.
Met ingeschakelde CITY-functie draaithet stuur heel licht, waardoor makkelijkerkan worden geparkeerd: deze instellingvan de stuurbekrachtiging is dus zeer geschikt voor het rijden in de stad.
Als deze functie is ingeschakeld bij de Sport-uitvoeringen, kan comfortabeler wordengereden, omdat de motor veel geleidelijkerop gaspedaalbewegingen reageert tijdensaccelereren/decelereren.fig. 98 F0M0111m
072-092 ACTUAL NL 1ed 4-08-2010 9:38 Pagina 79
80
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G STORINGSMELDINGEN
Eventuele storingen in het systeem wor-den aangegeven door het branden van hetlampje g op het instrumentenpaneel (erverschijnt ook een melding op het multi-functionele display – voor bepaalde uit-voeringen/markten) (zie het hoofdstuk“Lampjes en berichten”).
Bij een storing in het systeem blijft de auto mechanisch bestuurbaar.
BELANGRIJK In bepaalde omstandighe-den kan door externe factoren het lamp-je g op het instrumentenpaneel gaanbranden.
In dat geval moet u onmiddellijk de autostilzetten, de motor ongeveer 20 secondenuitzetten en vervolgens de motor weerstarten. Als het lampje g blijft branden ende melding op het multifunctionele display(voor bepaalde uitvoeringen/ markten) blijftweergegeven, wendt u dan zo snel moge-lijk tot het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK De benodigde stuurkrachtkan toenemen bij langdurige parkeerma-noeuvres; dit is een normaal verschijnselom oververhitting van de motor voor destuurbekrachtiging te voorkomen, in dezesituatie zijn er geen reparaties vereist. Alsu de auto een volgende keer weer gebruikt,zal de stuurbekrachtiging weer normaalwerken.
Het is streng verboden omde-/montagewerkzaamheden
uit te voeren, waarvoor wijzigingen inde stuurinrichting of de stuurkolomvereist zijn (bijv. bij montage van eendiefstalbeveiliging). Hierdoor kunnende prestaties van het systeem, de ga-rantie en de veiligheid in gevaar wor-den gebracht en voldoet de auto nietmeer aan de typegoedkeuring.
ATTENTIE!
Zet altijd de motor uit enverwijder de contactsleutel
uit het contactslot, waardoor hetstuurwiel wordt vergrendeld, voordater onderhoudswerkzaamheden wor-den uitgevoerd, vooral als de automet de wielen los van de grond staat.Als dit niet mogelijk is (als de sleutelin stand MAR moet staan of de mo-tor moet draaien), moet de hoofdze-kering van de elektrische stuurbe-krachtiging worden verwijderd.
ATTENTIE!
072-092 ACTUAL NL 1ed 4-08-2010 9:38 Pagina 80
81
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
fig. 99 F0M0505m
START&STOP-SYSTEEM(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
INLEIDING
Het Start&Stop-systeem zet automatischde motor uit als de auto stilstaat en startde motor zodra de bestuurder weer wilgaan rijden.
Zo wordt de doelmatigheid van de autovergroot door een vermindering van hetbrandstofverbruik, de uitstoot van scha-delijke uitlaatgassen en de akoestische ver-vuiling. Het systeem schakelt in iederekeer als de motor wordt gestart.
WERKING
Uitschakelmethode van de motor
Met handgeschakeldeversnellingsbak
Als auto stilstaat, wordt de motor uitge-zet als de versnellingspook in de vrijstandstaat en het koppelingspedaal is losgelaten.
Met Dualogic versnellingsbak (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De motor wordt uitgezet als u de autostilzet met ingetrapt rempedaal. Als u deversnellingspook in stand N zet, blijft de-ze toestand gehandhaafd zonder het rem-pedaal in te trappen.
Opmerking: De motor wordt uitsluitendautomatisch uitgezet nadat sneller is ge-reden dan circa 10 km/h om het herhaal-delijk uitzetten van de motor te voorko-men wanneer stapvoets wordt gereden.
Het uitzetten van de motor wordt, af-hankelijk van de uitvoering, aangegevendoor het lampje fig. 99 op het instru-mentenpaneel.
Startmethode van de motor
Met handgeschakeldeversnellingsbak
Trap het koppelingspedaal in om de mo-tor weer te starten.
Met Dualogic versnellingsbak (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als de versnellingspook in stand N staat,moet de pook in een willekeurige rijstandworden geplaatst of anders het rempedaalworden losgelaten of de versnellingspookin stand (+), (–) of R worden gezet.
072-092 ACTUAL NL 1ed 4-08-2010 9:38 Pagina 81
82
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
fig. 100 F0M0506m fig. 101 F0M0507m
HANDMATIGE IN-/UITSCHAKELING
Het systeem kan worden in- of uitge-schakeld met de knop op het schakelaar-paneel fig. 101. Als het systeem is uitge-schakeld, is op het dashboard het lampjeop het instrumentenpaneel “Start&StopOFF” fig. 100 zichtbaar.
Bovendien worden (voor bepaalde uit-voeringen/markten) extra aanwijzingen ge-geven op het display over de in- en uit-schakeling van het Start&Stop-systeem.
OMSTANDIGHEDEN WAARBIJDE MOTOR NIET WORDTUITGEZET
Als het systeem ingeschakeld is, danwordt, vanwege comforteisen, ter beper-king van de uitstoot en om veiligheidsre-denen, de motor niet uitgezet onder devolgende omstandigheden:
❒ nog koude motor;
❒ zeer lage buitentemperaturen;
❒ onvoldoende opgeladen accu;
❒ ingeschakelde achterruitverwarming;
❒ ruitenwisser ingeschakeld op maxima-le snelheid;
❒ tijdens regeneratie van het roetfilter(DPF) (voor bepaalde uitvoeringen/markten);
❒ geopend bestuurdersportier;
❒ niet omgelegde veiligheidsgordel vanbestuurder;
❒ ingeschakelde achteruit (bijv. bij inpar-keren);
❒ bij automatische airconditioning, zolangnog niet een comfortabele temperatuurin het interieur is bereikt of als deMAX-DEF-functie is ingeschakeld;
❒ in de eerste gebruiksperiode als het sys-teem zichzelf instelt.
In bovengenoemde gevallen verschijnt erinformatie op het display en gaat het lamp-je fig. 99 op het instrumentenpaneel knip-peren (voor bepaalde uitvoeringen/mark-ten).
072-092 ACTUAL NL 1ed 4-08-2010 9:38 Pagina 82
83
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
fig. 102 F0M0508m
OMSTANDIGHEDEN VOOR HETHERSTARTEN VAN DE MOTOR
Vanwege comforteisen, beperking van deuitstoot en om veiligheidsredenen kan demotor weer automatisch worden gestart,zonder ingrijpen van de bestuurder, onderde volgende omstandigheden:
❒ onvoldoende opgeladen accu;
❒ ruitenwisser ingeschakeld op maxima-le snelheid;
❒ beperkte onderdruk in het remsysteem(bijvoorbeeld na herhaaldelijk intrappenvan het rempedaal);
❒ auto in beweging (bijvoorbeeld wan-neer bergafwaarts wordt gereden);
❒ door het Start&Stop-systeem langerdan ongeveer 3 minuten uitgezette mo-tor.
❒ bij automatische airconditioning, zolangnog niet een comfortabele temperatuurin het interieur is bereikt of als deMAX-DEF-functie is ingeschakeld.
Met een ingeschakelde versnelling kan demotor alleen automatisch worden gestartals het koppelingspedaal geheel wordt in-getrapt. Via een melding op het instru-mentenpaneel en het branden van hetlampje fig. 102 op het instrumentenpa-neel (indien aanwezig) wordt de bestuur-der verzocht deze handeling uit te voeren.
Opmerking: Als het koppelingspedaal nietwordt ingetrapt na 3 minuten na het uit-zetten van de motor, is een herstart vande motor alleen mogelijk met behulp vande contactsleutel.
Opmerking: Als de motor ongewenst is af-geslagen, bijvoorbeeld wanneer het kop-pelingspedaal te snel is losgelaten bij een in-geschakelde versnelling, en het Start&Stop-systeem is ingeschakeld, dan kan de mo-tor gestart worden door het koppelings-pedaal helemaal in te trappen of door deversnellingspook in de vrijstand te zetten.
VEILIGHEIDSINSTELLINGEN
Als de motor is uitgezet door hetStart&Stop-systeem en de bestuurdermaakt de eigen veiligheidsgordel los enopent het bestuurders- of passagierspor-tier, dan kan de motor daarna alleen wor-den gestart m.b.v. de contactsleutel.
De bestuurder wordt op deze situatie ge-attendeerd door een geluidssignaal, eenmelding op het display en, voor bepaaldeuitvoeringen/markten, het knipperen vansymbool het lampje fig. 102 op het in-strumentenpaneel.
“ENERGY SAVING”-FUNCTIE (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als na een automatische start van de mo-tor de bestuurder 3 minuten geen enkeleactie onderneemt, dan zet het Start&Stop-systeem de motor definitief uit om brand-stof te besparen. In dat geval kan de mo-tor alleen gestart worden met decontactsleutel.
Opmerking: Het is in alle gevallen moge-lijk de motor draaiend te houden door hetStart&Stop-systeem uit te schakelen.
STORINGEN
Bij een storing schakelt het Start&Stop-systeem uit. De storing wordt aan de be-stuurder getoond door het branden vanhet lampje A-fig. 102 en, indien aanwe-zig, het verschijnen van een melding en eensymbool B-fig. 102 op het instrumen-tenpaneel. Wendt u in dat geval tot het Fi-at Servicenetwerk.
072-092 ACTUAL NL 1ed 4-08-2010 9:38 Pagina 83
84
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
AUTO LANGERE TIJD NIET INGEBRUIK fig. 103 (met Start&Stop-systeemvoorzien van secundaire minpool)(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als de auto langere tijd niet wordt ge-bruikt, dan moet er bijzonder op wordengelet dat de elektrische voeding van de ac-cu wordt losgemaakt. Hiervoor moet deminklem met de snelspanner A-fig. 103worden losgekoppeld van de secundaireminpool B, omdat minpool C van de ac-cu is voorzien van een sensor D voor decontrole van de accuconditie, die nooitmag worden losgekoppeld (behalve als deaccu wordt vervangen).
AUTO LANGERE TIJD STALLENfig. 104 (met Start&Stop-systeemzonder secundaire minpool)(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als de auto langere tijd niet wordt gebruikt,dan moet er bijzonder op worden gelet datde elektrische voeding van de accu wordtlosgemaakt. Hiervoor moet de aansluitingA-fig. 104 (door bediening van knop B)worden losgekoppeld van de accucondi-tiesensor C, die op de minpool D van deaccu is gemonteerd. Deze sensor mag nooitworden losgekoppeld van de accu, behalveals de accu wordt vervangen.
NOODSTART (met Start&Stop-systeemvoorzien van secundaire minpool)(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als een noodstart wordt uitgevoerd meteen hulpaccu mag de minkabel (–) vanaf dehulpaccu nooit met de minpool B-fig. 105van de accu van de auto worden verbon-den, maar moet de minkabel of met se-cundaire minpool A of met een massapuntop de motor of versnellingsbak wordenverbonden.
Wendt u voor het vervangenvan de accu altijd tot het Fi-
at Servicenetwerk. Vervang de accudoor een accu van hetzelfde type(HEAVY DUTY) en met dezelfde spe-cificaties.
ATTENTIE!
fig. 103 F0M0514m fig. 104 F0M0516m fig. 105 F0M0517m
072-092 ACTUAL NL 1ed 4-08-2010 9:38 Pagina 84
85
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
fig. 106
A
F0M0510m fig. 107 F0M0511m
NOODSTART fig. 106(met Start&Stop-systeem zondersecundaire minpool)(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als een noodstart wordt uitgevoerd meteen hulpaccu mag de minkabel (–) vanaf dehulpaccu nooit met de minpool A-fig. 106van de accu van de auto worden verbon-den, maar moet de minkabel op een mas-sapunt op de motor of de versnellingsbakworden aangesloten.
BELANGRIJKE TIPS
Controleer voordat u de mo-torkap opent of de motor is
uitgeschakeld en de contactsleutel instand OFF staat. Houdt u aan hetgeenbeschreven staat op het etiket op defronttraverse fig. 107. Het is raadzaamde contactsleutel uit te nemen als erin de auto nog inzittenden zijn. Als deauto wordt verlaten moet de contact-sleutel altijd worden uitgenomen of instand OFF worden gedraaid. Tijdenshet tanken moet de motor uitgezetzijn en de sleutel in stand OFF staan.
ATTENTIE!
Bij auto’s met automatischbediende versnellingsbak, is
het raadzaam om, als de motor auto-matisch is uitgezet op een helling, demotor opnieuw te starten door de ver-snellingspook in stand (+) of (-) te zet-ten zonder het rempedaal los te laten.Bij auto’s met Dualogic versnellings-bak en, indien aanwezig, Hill Holder-systeem, moet u, als de motor auto-matisch is uitgezet op een helling, demotor opnieuw starten door de ver-snellingspook in stand (+) of (–) te zet-ten zonder het rempedaal los te laten,zodat het Hill Holder-systeem be-schikbaar is, dat alleen actief is bij eendraaiende motor.
ATTENTIE!
072-092 ACTUAL NL 1ed 4-08-2010 9:38 Pagina 85
86
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
fig. 108 F0M0512m
GEAR SHIFTINDICATOR (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het “GSI”-systeem (Gear Shift Indicator)geeft een schakeladvies aan de bestuurderm.b.v. een indicatie op het instrumenten-paneel (zie fig.108).
De GSI (indien aanwezig) adviseert de be-stuurder naar een andere versnelling teschakelen om brandstof te besparen.
Voor een zuinige rijstijl wordt daaromaangeraden de adviezen van de Gear ShiftIndicator op te volgen.
Als op het display de icoon SHIFT UP (NSHIFT) verschijnt, dan adviseert de GSIom naar een hogere versnelling op teschakelen, terwijl als op het display wordtweergeven SHIFT DOWN (O SHIFT),dan adviseert de GSI om terug te schake-len naar een lagere versnelling.
Als u het interieur in de autowilt blijven koelen, dan moet
u het Start&Stop-systeem uitschake-len, zodat de airconditioning continukan blijven werken.
ATTENTIE!
072-092 ACTUAL NL 1ed 4-08-2010 9:38 Pagina 86
87
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GAUTORADIO(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Raadpleeg voor de werking van de auto-radio met CD- of MP3 CD-speler (voor be-paalde uitvoeringen/markten) het supple-ment dat bij dit instructieboekje is geleverd.
INBOUWVOORBEREIDINGAUTORADIO(voor bepaalde uitvoeringen/markten)Het pakket bestaat uit:❒ kabels voor voeding van de autoradio;❒ kabels voor voeding van de luidspre-
kers voor en achter;❒ kabel voor voeding van de antenne;❒ 2 tweeter luidsprekers in de voorpor-
tieren met elk een piekvermogen van30 W;
❒ 2 mid-woofer luidsprekers in de voor-portieren, met een diameter van165 mm en met elk een piekvermo-gen van 40 W;
❒ 2 full-range luidsprekers in de achter-portieren of de zijpanelen achter, meteen diameter van 130 mm en met elkeen piekvermogen van 40 W;
❒ antennekabel voor radio.
Autoradio inbouwen
De autoradio moet worden ingebouwdop de plek van het opbergvak in het mid-den. De voedingskabels liggen achter ditopbergvak.
Verwijder het vak door op de aangegevenpunten bij de borgingen te drukken.
fig. 109 F0M0114m
Laat de aansluiting op de in-bouwvoorbereiding in de
auto uitsluitend door het Fiat Ser-vicenetwerk uitvoeren. Zo bent u ver-zekerd van het beste resultaat enwordt voorkomen dat de rijveiligheidin gevaar wordt gebracht.
ATTENTIE!
072-092 ACTUAL NL 1ed 4-08-2010 9:38 Pagina 87
88
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G INBOUWVOOR -BEREIDING VOORDRAAGBAARNAVIGATIESYSTEEM (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Bij auto’s met Blue&Me™ kan (als optio-nal) een montagevoorbereiding aanwezigzijn voor een draagbaar navigatiesysteem,dat is opgenomen in Lineaccessori Fiat.
U kunt het draagbare navigatiesysteem inde speciale beugel steken die is aangege-ven in fig. 110.
fig. 110 F0M0431m
EXTRA ACCESSOIRES
Als u na aanschaf van uw auto accessoi-res wilt monteren die constante voedingnodig hebben (autoradio, anti-diefstalsa-tellietbewaking enz.), of accessoires diede elektrische installatie zwaar belasten,wendt u dan tot het Fiat Servicenetwerk.Deze kan u de meest geschikte installatiesaanraden uit het Fiat Lineaccessori-pro-gramma en controleren of de elektrischeinstallatie van de auto geschikt is voor hetextra stroomverbruik of dat het nood-zakelijk is een accu met een grotere capaciteit te monteren.
INBOUWVOOR-BEREIDING072-092 ACTUAL NL 1ed 4-08-2010 9:38 Pagina 88
89
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GRADIOZENDAPPARATUUR EN MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparaten (mobiele telefoons,27 mc en dergelijke) mogen alleen in deauto worden gebruikt met een aparte an-tenne aan de buitenkant van de auto.
BELANGRIJK Het gebruik van dergelijkeapparaten in de auto (zonder buitenan-tenne) kan niet alleen schadelijk zijn voorde gezondheid van de inzittenden, maarkan ook storingen in de elektrische sys-temen van de auto veroorzaken. Hierdoorwordt de veiligheid in gevaar gebracht.
Bovendien wordt de zend- en ontvangst-kwaliteit aanzienlijk beperkt door de iso-lerende eigenschappen van de carrosserie.
Houdt u bij het gebruik van mobiele tele-foons (GSM, GPRS, UMTS) met het offi-ciële EU-keurmerk, strikt aan de instruc-ties die door de fabrikant van de mobieletelefoon zijn bijgeleverd.
Let op bij de montage vanspoilers, lichtmetalen velgen
en niet standaard wieldoppen: zekunnen de ventilatie van de remmenverminderen en daarmee hun doel-matigheid tijdens krachtig en veel-vuldig remmen; bijvoorbeeld tijdenseen lange afdaling. Controleer bo-vendien of de slag van de pedalen nietbeperkt wordt (door matten enz.).
ATTENTIE! ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCHESYSTEMEN MONTEREN
De elektrische/elektronische systemen diena aankoop van de auto en binnen de af-tersales-service worden gemonteerd,moeten voorzien zijn van het merkteken:
Fiat Auto S.p.A. autoriseert de montagevan zend-/ontvangstapparatuur op voor-waarde dat de montagewerkzaamhedenop de juiste wijze bij een gespecialiseerdbedrijf worden uitgevoerd, waarbij de aan-wijzingen van de fabrikant in acht moetenworden genomen.
BELANGRIJK Als door de montage vansystemen de kenmerken van de auto wor-den gewijzigd, kan het kentekenbewijsworden ingenomen door de bevoegde in-stanties en eventueel de garantie komente vervallen bij defecten die veroorzaaktzijn door de bovengenoemde modificatieof op defecten die direct of indirect daar-van het gevolg zijn.
Fiat Auto S.p.A. is op geen enkele wijzeaansprakelijk voor schade die het gevolgis van de installatie van accessoires die nietdoor Fiat Auto S.p.A. zijn geleverd of aan-bevolen en/of die niet conform de gele-verde instructies zijn geïnstalleerd.
072-092 ACTUAL NL 1ed 4-08-2010 9:38 Pagina 89
90
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G TANKEN
BENZINEMOTOREN
Tank uitsluitend loodvrije benzine.
Om vergissingen te voorkomen is de dia-meter van de vulpijp van de tank kleiner,zodat het vulpistool voor loodhoudendebenzine er niet in past. Het octaangetal vande benzine moet ten minste 95 RON zijn.
BELANGRIJK Een beschadigde katalysa-tor laat schadelijke stoffen in het uitlaat-gas achter, waardoor het milieu wordtvervuild.
BELANGRIJK Tank met de auto nooit,niet in noodgevallen en ook niet een kleinbeetje, loodhoudende benzine. U zou dekatalysator onherstelbaar beschadigen.
DIESELMOTOREN
Bij lage buitentemperaturen kan de vloei-baarheid van de dieselbrandstof verminde-ren door de vorming van paraffine, waar-door het dieselfilter verstopt kan raken.
Om dit probleem te voorkomen wordt er,afhankelijk van het seizoen, dieselbrandstofgeleverd die speciaal voor de zomer, voorde winter en voor zeer lage temperaturen(bergachtige gebieden) is ontwikkeld.
Als dieselbrandstof wordt getankt die niettoereikend is voor de gebruikstempera-tuur, raden wij aan de dieselbrandstof temengen met het vorstbeveiligingsmiddelTUTELA DIESEL ART in de verhouding diein de gebruiksaanwijzing van het middel isaangegeven. Doe eerst het middel in detank en voeg daarna de dieselbrandstof toe.
Als de auto lange tijd wordt gebruikt/stil -staat in bergachtige/koude gebieden, is hetraadzaam dieselbrandstof te tanken die terplaatse beschikbaar is.
In dat geval is het bovendien raadzaam eenhoeveelheid brandstof in de tank te hou-den die groter is dan 50% van de nuttigeinhoud.
Tank bij auto’s met dieselmo-tor uitsluitend dieselbrandstofvoor motorvoertuigen die vol-doet aan de Europese speci-
ficatie EN590. Het gebruik van ande-re producten of mengsels kan de motoronherstelbaar beschadigen en het ver-vallen van de garantie tot gevolg heb-ben. Mocht u onverhoopt een ander ty-pe brandstof tanken, dan mag demotor niet worden gestart en moet debrandstoftank worden afgetapt. Ookals de motor slechts kort heeft ge-draaid, moet naast de brandstoftank,ook alle brandstof uit het gehele brand-stofcircuit worden afgetapt.
072-092 ACTUAL NL 1ed 4-08-2010 9:38 Pagina 90
91
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
TANKDOP fig. 111
Om te tanken moet u het klepje A ope-nen en vervolgens de dop B losdraaien.De tankdop is voorzien van een koord Cdat aan het klepje vastzit, om verlies vande dop te voorkomen.
Op enkele uitvoeringen is de tankdop Bvoorzien van een slot. De tankdop kanworden bereikt door het tankklepje A teopenen. Draai vervolgens de contactsleu-tel in het slot van de dop linksom en draaide dop los.
Door de hermetische afsluiting van detank kan de druk in de tank iets verhoogdzijn. Het is daarom normaal als u bij hetlosdraaien van de tankdop een sissend geluid hoort.
Plaats tijdens het tanken de dop in de uit-sparing op het tankklepje, zoals is afge-beeld in fig. 111.
fig. 111 F0M0138m
Kom niet dicht bij de vul-opening met open vuur of
een brandende sigaret: brandgevaar.Houd uw hoofd ook niet dicht bij devulopening om te voorkomen datu schadelijke dampen inademt.
ATTENTIE!
Tankinhoud
Om te zorgen dat de tank volledig gevuldwordt, moet u twee keer bijvullen nadathet vulpistool voor de eerste keer afslaat.Vul niet nog een keer bij om storingen inhet brandstofsysteem te voorkomen.
BESCHERMING VAN HET MILIEU
De emissiereductiesystemen voor benzi-nemotoren zijn:
❒ driewegkatalysator (katalysator);
❒ lambdasondes;
❒ benzinedamp-opvangsysteem.
Laat de motor nooit, ook niet tijdens test-werkzaamheden, met losgenomen bou-giekabels draaien.
De emissiereductiesystemen voor diesel-motoren zijn:
❒ oxidatiekatalysator;
❒ uitlaatgasrecirculatie-systeem (EGR);
❒ roetfilter (DPF) (voor bepaalde uitvoe-ringen/markten).
072-092 ACTUAL NL 1ed 4-08-2010 9:39 Pagina 91
92
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
Onder normale bedrijfsom-standigheden bereikt de ka-
talysator hoge temperaturen. Parkeerdaarom niet boven brandbare mate-rialen (gras, droge bladeren, dennen-naalden enz.): brandgevaar.
ATTENTIE!
DPF-ROETFILTER (DIESEL PARTICULATE FILTER) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het DPF-roetfilter (Diesel Particulate Fil-ter) is een mechanisch filter in het uitlaat-systeem dat de partikels in het uitlaatgasvan dieselmotoren opvangt.
Het roetfilter vangt bijna de totale hoe-veelheid roetdeeltjes op, waardoor vol-daan wordt aan de huidige/toekomstigewettelijke normen.
Tijdens het normale gebruik van de autoregistreert de inspuitregeleenheid een aan-tal gegevens met betrekking tot het ge-bruik (gebruiksduur, type traject, bereik-te temperatuur enz.) en berekent dehoeveelheid verzameld roet in het filter.
Omdat het filter de roetdeeltjes verza-melt, moet het periodiek worden gere-genereerd (schoongemaakt) door de roet-deeltjes te verbranden.
De regeneratieprocedure wordt geregelddoor de regeleenheid van de motor op ba-sis van de hoeveelheid opgevangen roet-deeltjes en de bedrijfsomstandigheden vande auto.
Tijdens de regeneratie kan het volgendeworden waargenomen: een beperkte toe-rentalverhoging, inschakeling van de elek-troventilateur, een beperkte toename vande rook uit de uitlaat en een hogere tem-peratuur bij de uitlaat. Dit zijn geen sto-ringen en deze situatie heeft geen invloedop het milieu of het gedrag van de auto.
Als de bijbehorende melding op het dis-play verschijnt, zie dan het hoofdstuk“Lampjes en berichten”.
Onder normale bedrijfsom-standigheden bereikt het
roetfilter (DPF) (voor bepaalde uit-voeringen/markten) hoge temperatu-ren. Parkeer daarom niet boven brand-bare materialen (gras, droge bladeren,dennennaalden enz.): brandgevaar.
ATTENTIE!
072-092 ACTUAL NL 1ed 4-08-2010 9:39 Pagina 92
93
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GVE
ILIGH
EID
VEILIGHEIDSGORDELS ..................................................... 94
SBR-SYSTEEM ........................................................................ 95
GORDELSPANNERS .......................................................... 96
KINDEREN VEILIG VERVOEREN .................................... 99
MONTAGEVOORBEREIDING VOOR “ISOFIX UNIVERSEEL”-KINDERZITJE ........................... 103
FRONTAIRBAGS ................................................................. 105
ZIJ-AIRBAGS ......................................................................... 107
VVEEIILLIIGGHHEEIIDD
093-110 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 93
94
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GVE
ILIGH
EID
Als de auto op een steile helling staat, kande rolautomaat blokkeren; dit is een nor-maal verschijnsel. Bovendien blokkeert deoprolautomaat als u de gordel snel uittrekt.Hij blokkeert ook bij hard remmen, bot-singen en bij hoge snelheden in bochten.
De achterbank is voorzien van driepunts-veiligheidsgordels met rolautomaat.
De veiligheidsgordels achter moeten wor-den omgelegd zoals is aangegeven in het af-gebeelde schema fig. 2 (met een veilig-heidsgordel middenachter – voor bepaaldeuitvoeringen/markten) of zoals in het af-gebeelde schema fig. 3 (bij achterbank met2 zitplaatsen).
VEILIGHEIDSGORDELS
GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS fig. 1
Ga goed rechtop zitten, steun tegen derugleuning en leg dan de gordel om.
Trek de gordel uit en maak de gordel vastdoor de gesp A in de sluiting B te druk-ken, totdat hij hoorbaar blokkeert.
Als tijdens het uittrekken van de gordel derolautomaat blokkeert, laat dan de gordeleen stukje teruglopen en trek de gordelvervolgens weer geleidelijk uit.
Druk, om de gordel los te maken, op deknop C. Begeleid de gordel tijdens het te-ruglopen, zodat wordt voorkomen dat degordelband draait.
Via de oprolautomaat wordt de lengte van de gordel automatisch aangepast aan het postuur van de drager en wordt tochvoldoende bewegingsvrijheid geboden.
fig. 1 F0M0040m fig. 2 F0M0041m
fig. 3 F0M0502m
Druk tijdens het rijden nietop de knop C-fig. 1.
ATTENTIE!
093-110 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 94
BELANGRIJK Als de rugleuning goed isvergrendeld, dan is de “rode band” naastde hendels fig. 4 voor het neerklappenvan de rugleuning, niet meer zichtbaar. Alsde “rode band” zichtbaar is, is de rugleu-ning niet goed vergrendeld. Als de rug-leuning in de normale gebruiksstand wordtgezet, controleer dan of de rugleuninghoorbaar vergrendelt.
BELANGRIJK Plaats de veiligheidsgordelsop de juiste wijze terug als de achterbankweer in de normale gebruiksstand wordtgezet, zodat ze altijd direct klaar voor gebruik zijn.
95
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GVE
ILIGH
EID
fig. 4 F0M0042m
Bedenk dat achterpassagiersdie geen gordel dragen, tij-
dens een ernstig ongeval niet alleenzelf aan gevaar worden blootgesteldmaar ook gevaar opleveren voor deinzittenden voor.
ATTENTIE!
Controleer of de rugleuningaan beide zijden goed ver-
grendeld is om te voorkomen dat ingeval van bruusk remmen, de rugleu-ning naar voren klapt en de passa-giers verwondt.
ATTENTIE!
SBR-SYSTEEM
De auto is uitgerust met het SBR-systeem(Seat Belt Reminder), dat bestaat uit eenakoestisch waarschuwingssysteem dat, sa-men met het knipperende lampje < ophet instrumentenpaneel, de bestuurder en de passagier voor (voor bepaalde uit-voeringen/markten) waarschuwt als deveiligheidsgordel niet is omgelegd.
Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk omhet systeem permanent uit te schakelen.
093-110 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 95
GORDELSPANNERS
Voor een nog effectievere beschermingzijn de veiligheidsgordels voor van de au-to voorzien van gordelspanners. Dit sys-teem trekt bij een heftige botsing de gor-del enige centimeters aan. Op deze wijzeworden de inzittenden veel beter op hunplaats gehouden en wordt de voorwaart-se beweging beperkt.
Het blokkeren van de veiligheidsgordelsgeeft aan dat de gordelspanner in werkingis geweest; de gordel wordt niet meer opgerold, ook niet als hij wordt begeleid.
BELANGRIJK Voor een maximale be-scherming door de gordelspanner moetde veiligheidsgordel zo worden omgelegddat hij goed aansluit op borst en bekken.
Tijdens de werking van de gordelspannerkan er een beetje rook ontsnappen. De-ze rook is niet schadelijk en duidt niet opbrand.
De gordelspanner behoeft geen enkel on-derhoud of smering.
Elke verandering van de oorspronkelijkestaat zal de doelmatigheid verminderen.
Als de gordelspanner door extreme na-tuurlijke omstandigheden (overstromin-gen, vloedgolven) met water en modder incontact is geweest, dan moet de spannerworden vervangen.
TREKKRACHTBEGRENZERS
Om de bescherming van de inzittenden bijeen ongeval te vergroten, zijn de oprol-automaten van de gordels voor voorzienvan trekkrachtbegrenzers die tijdens eenfrontale aanrijding de piekbelasting op deborst en schouders beperken.
96
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GVE
ILIGH
EIDDe gordelspanner werktslechts eenmaal. Als de gor-
delspanners hebben gewerkt, moetu zich tot het Fiat Servicenetwerkwenden om ze te laten vervangen. Degeldigheid van het systeem staat ver-meld op een plaatje dat zich in hetdashboardkastje bevindt: laat het sys-teem voor het verstrijken van dezetermijn door het Fiat Servicenetwerkvervangen.
ATTENTIE!
Werkzaamheden in de buurtvan de gordelspanners, waar-bij stoten, sterke trillingen ofverhitting optreden (maxi-
maal 100 °C gedurende ten hoogste6 uur), kunnen de gordelspanners be-schadigen of activeren: bij die omstan-digheden horen niet trillingen die voort-gebracht worden door een slechtwegdek of door contacten met kleineobstakels zoals trottoirs. Als er iets aande gordelspanners moet gebeuren,dient u zich tot het Fiat Servicenetwerkte wenden.
093-110 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 96
ALGEMENE OPMERKINGENOVER HET GEBRUIK VAN VEILIGHEIDSGORDELS
De bestuurder is verplicht zich te houdenaan de wettelijke voorschriften met be-trekking tot het verplichte gebruik van deveiligheidsgordels (en de inzittenden eropattent te maken). Leg de veiligheidsgordelaltijd om voordat u vertrekt.
Ook vrouwen die in verwachting zijn moe-ten een gordel dragen: ook voor hen (zo-wel voor de aanstaande moeder als hetkind) is de kans op letsel bij een ernstigongeval kleiner als ze een gordel dragen.
Uiteraard moeten zwangere vrouwen hetonderste deel van de gordel meer naar be-neden omleggen, zodat de gordel onderde buik langs loopt fig. 5.
97
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GVE
ILIGH
EID
fig. 5 F0M0043m fig. 6 F0M0044m fig. 7 F0M0045m
De gordelband mag nooitgedraaid zijn. Het diagonale
gordelgedeelte moet via het middenvan de schouder schuin over de borstliggen. Het horizontale gordelgedeel-te moet over het bekken fig. 6 en nietover de buik liggen. Gebruik geenvoorwerpen (wasknijpers, klemmenenz.) die een goed aansluiten van degordel op het lichaam verhinderen.
ATTENTIE!
093-110 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 97
HOE U DEVEILIGHEIDSGORDELS INOPTIMALE STAAT HOUDT
Voor het juiste onderhoud van de veilig-heidsgordels moeten de volgende aanwij-zingen zorgvuldig worden opgevolgd:
❒ zorg dat de gordel goed uitgetrokkenen niet gedraaid is; controleer ook ofde oprolautomaat zonder haperingenwerkt;
❒ vervang de gordels na een ongeval, ookal zijn ze ogenschijnlijk niet beschadigd.Vervang de gordels ook als de gordel-spanners in werking zijn geweest;
❒ u kunt de gordels met de hand wassenmet water en een neutrale zeep. Spoelze uit en laat ze in de schaduw drogen.Gebruik geen bijtende, blekende of kleu-rende middelen. Vermijd het gebruikvan alle chemische producten die hetweefsel van de gordel kunnen aantasten;
❒ voorkom dat vocht in de oprolauto-maat komt: de werking van de oprol-automaten is alleen gegarandeerd, alsze niet nat zijn geweest;
❒ vervang de gordels bij tekenen van slijtage of beschadigingen.
98
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GVE
ILIGH
EIDVoor maximale veiligheidmoet u de rugleuning recht-
op zetten, tegen de leuning aan gaanzitten en de gordel goed laten aan-sluiten op borst en bekken. Draag al-tijd veiligheidsgordels zowel voor alsachter in de auto! Rijden zonder vei-ligheidsgordels vergroot het risico opernstig letsel of dodelijke afloop bijeen ongeval.
ATTENTIE!
Het is streng verboden onderdelen van de veilig-
heidsgordels of gordelspanners te de-monteren of open te maken. Werk-zaamheden aan de veiligheidsgordelsen gordelspanners moeten wordenuitgevoerd door gekwalificeerd per-soneel. Wendt u altijd tot het Fiat Servicenetwerk.
ATTENTIE!
Als de gordel aan een zwarebelasting wordt blootgesteld
(bijvoorbeeld tijdens een ongeval),dan moet de gordel samen met deverankeringen, bevestigingspunten ende gordelspanners worden vervangen.Ook als de schade niet zichtbaar is,dan kan de gordel toch verzwakt zijn.
ATTENTIE!
Iedere gordel dient slechts terbescherming van een enkel
persoon: gebruik de gordel niet vooreen kind dat bij een volwassene opschoot zit, waarbij de gordel beidenzou moeten beschermen. Er mag geenenkel voorwerp tussen de gordel enhet lichaam van de inzittende wordengeplaatst.
ATTENTIE!
093-110 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 98
Voor optimale bescherming bij een onge-val moeten alle inzittenden zittend reizenen beschermd worden door goedgekeur-de veiligheidssystemen.
Dit geldt met name voor kinderen.
Dit is een wettelijk voorschrift volgensrichtlijn 2003/20/EU in alle lidstaten van deEuropese Unie.
Het hoofd van kleine kinderen is in ver-houding met de rest van het lichaam gro-ter en zwaarder dan dat van volwassenen,terwijl spieren en botstructuur nog nietvolledig zijn ontwikkeld. Daarom moetenkleine kinderen door andere systemen be-schermd worden dan door de veiligheids-gordels. De resultaten van het onderzoekover de optimale bescherming van kleinekinderen zijn opgenomen in de EuropeseECE/R44-voorschriften die wettelijk ver-plicht zijn. De systemen zijn onderver-deeld in vijf groepen:
Groep 0 gewicht tot aan 10 kg
Groep 0+ gewicht tot aan 13 kg
Groep 1 gewicht: 9-18 kg
Groep 2 gewicht: 15-25 kg
Groep 3 gewicht: 22-36 kg
Zoals u ziet is er een gedeeltelijke over-lapping tussen de groepen; daarom zijn inde handel systemen verkrijgbaar die ge-schikt zijn voor verschillende gewichts-groepen.
Alle systemen moeten zijn voorzien vande typegoedkeuring en van een goed vast-gehecht plaatje met het controlemerk, databsoluut niet mag worden verwijderd.
99
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GVE
ILIGH
EID
KINDEREN VEILIG VERVOEREN
Kinderen met een lengte van meer dan1,50 m worden, met betrekking tot de vei-ligheidssystemen, gelijkgesteld met vol-wassenen en moeten dan ook normaal deveiligheidsgordels omleggen.
In het Fiat Lineaccessori-programma zijnkinderzitjes opgenomen voor elke ge-wichtsgroep. Wij raden u deze kinderzit-jes aan omdat ze speciaal ontworpen zijnvoor de Fiat-modellen.
093-110 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 99
100
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GVE
ILIGH
EID
GROEP 0 en 0+Baby’s tot 13 kg moeten in wiegjes wor-den vervoerd die achterstevoren zijn ge-plaatst, waardoor het achterhoofd wordtgesteund en bij plotseling remmen de nekniet wordt belast.Het wiegje moet op zijn plaats worden ge-houden door de veiligheidsgordel fig. 8 enhet kind moet op zijn beurt worden be-schermd door de gordel van het wiegjezelf.
Monteer absoluut geen kin-derzitje achterstevoren op
de passagiersstoel voor als de airbagaan passagierszijde is ingeschakeld.Als bij een ongeval de airbag in wer-king treedt (opblaast), kan dit ernstigletsel en zelfs de dood tot gevolg heb-ben, ongeacht de zwaarte van hetongeluk. Wij raden u aan kinderen al-tijd in een kinderzitje op de zitplaat-sen achter te vervoeren, omdat dieplaatsen bij een ongeval de meestebescherming bieden.
ATTENTIE!
ZEER GEVAARLIJK Als hetabsoluut noodzakelijk is eenkind op de passagiersstoelvoor te vervoeren, in eenkinderzitje dat achterstevo-ren is geplaatst, moeten de
airbags aan passagierszijde wordenuitgeschakeld (frontairbag en zij-air-bag voor de bescherming van borst-kas/bekken (sidebag), indien aanwe-zig) in het setup-menu. Controleerdirect of de airbags daadwerkelijk zijnuitgeschakeld: het waarschuwings-lampje “op het instrumentenpaneelmoet continu branden. Bovendienmoet de stoel zo ver mogelijk naarachteren zijn geschoven om te voor-komen dat het kinderzitje eventueelin aanraking komt met het dash-board.
ATTENTIE!
fig. 8 F0M0046m
De afbeeldingen dienen al-leen ter illustratie van de be-
vestiging. Houdt u voor de montagevan het kinderzitje aan de instructies.De fabrikant is verplicht deze in-structies bij te leveren.
ATTENTIE!
fig. 9 F0M0504m
GRUPPO 1Kinderen met een gewicht tussen 9 en 18kg moeten met het gezicht naar vorenworden vervoerd.
093-110 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 100
101
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GVE
ILIGH
EID
fig. 10 F0M0048m
GROEP 2
Kinderen met een gewicht tussen 15 en25 kg kunnen direct door de veiligheids-gordels van de auto worden beschermdfig. 10. Kinderen moeten zo in de kin-derzitjes worden geplaatst, dat het diago-nale gordelgedeelte schuin over de borsten niet langs de nek moet liggen. Het ho-rizontale gordelgedeelte moet over hetbekken en niet over de buik van het kindliggen.
De afbeelding dient alleenter illustratie van de monta-
ge. Houdt u voor de montage van hetkinderzitje aan de instructies. De fa-brikant is verplicht deze instructies bijte leveren.
ATTENTIE!
Er bestaan kinderzitjes diegeschikt zijn voor de ge-
wichtsgroepen 0 en 1. Deze kinder-zitjes kunnen worden bevestigd aande veiligheidsgordels achter en heb-ben zelf gordels om het kind te be-schermen. Vanwege het gewicht kanhet gevaarlijk zijn als ze verkeerd wor-den gemonteerd (bijvoorbeeld als eenkussen tussen het kinderzitje en deveiligheidsgordels van de auto wordtgeplaatst). Houdt u voor de montagestrikt aan de bijgeleverde instructies.
ATTENTIE!
GROEP 3
Voor kinderen met een gewicht tussen 22en 36 kg bestaan er verhogingen die hetcorrecte gebruik van de veiligheidsgordelmogelijk maken.
In fig. 11 wordt een voorbeeld gegevenvan de juiste positie van het kind op deachterbank.
Kinderen die langer zijn dan 1,50 m kun-nen net zoals volwassenen de veiligheids-gordels omleggen.
fig. 11 F0M0049m
De afbeelding dient alleenter illustratie van de bevesti-
ging. Houdt u voor de montage vanhet kinderzitje aan de instructies. Defabrikant is verplicht deze instructiesbij te leveren.
ATTENTIE!
093-110 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 101
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VANDE UNIVERSELE KINDERZITJES
De auto voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijnen voor de montage vankinderzitjes op de verschillende plaatsen in de auto. Zie de volgende tabel:
Hieronder zijn de richtlijnen vooreen veilig vervoer van kinderenaangegeven:
1) Plaats het kinderzitje bij voorkeur opeen van de zitplaatsen achter omdat de-ze plaatsen bij een ongeval de meeste be-scherming bieden.
2) Als de airbag aan passagierszijde bui-ten werking wordt gesteld, moet altijd ge-controleerd worden of het betreffendegele lampje op het instrumentenpaneelcontinu brandt.
3) Houdt u bij de montage van het kin-derzitje strikt aan de instructies. De fa-brikant is verplicht deze instructies bij televeren. Bewaar de instructies samen methet instructieboekje in de auto. Monteergeen gebruikte kinderzitjes waarvan de ge-bruiksaanwijzingen ontbreken.
4) Controleer of de gordels goed zijnvastgemaakt door aan de gordelband tetrekken.
5) Ieder veiligheidssysteem is bedoeldvoor slechts één kind: vervoer nooit tweekinderen in een systeem.
6) Controleer altijd of de gordel nietlangs de nek van het kind loopt.
7) Zorg er tijdens de rit voor dat het kindgeen afwijkende houding aanneemt of degordels losmaakt.
102
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GVE
ILIGH
EID Groep Gewicht Passagier Passagier Passagiervoor achter achter in
het midden (●)
Groep 0, 0+ tot 13 kg U (▼) U *
Groep 1 9-18 kg U (▼) U *
Groep 2 15-25 kg U (▼) U *
Groep 3 22-36 kg U (▼) U *
Legenda:
U = geschikt voor “Universele” kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-voorschriften voor de aangegeven “groepen”.
(▼) bij auto’s met een passagiersstoel zonder hoogteverstelling, moet de rugleuning volledig rechtop staan.
* Op de middelste zitplaats achter kan geen enkel type kinderzitje worden gemonteerd.
(●) Voor bepaalde uitvoeringen/markten.
093-110 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 102
8) Vervoer kinderen nooit in uw armen,ook geen pasgeboren kinderen. Niemandis sterk genoeg om ze bij een ongeval vastte houden.
9) Na een ongeval moet het zitje dooreen nieuw exemplaar worden vervangen.
103
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GVE
ILIGH
EID
Monteer absoluut geen kin-derzitje achterstevoren op
de passagiersstoel voor als de airbagaan passagierszijde is ingeschakeld.Als bij een ongeval de airbag in wer-king treedt (opblaast), kan dit ernstigletsel en zelfs de dood tot gevolg heb-ben, ongeacht de zwaarte van het on-geluk. Wij raden u aan kinderen altijdin een geschikt kinderzitje op de zit-plaatsen achter te vervoeren, omdatdie plaatsen bij een ongeval de mees-te bescherming bieden.
ATTENTIE!
MONTAGEVOORBEREIDINGVOOR “ISOFIXUNIVERSEEL”-KINDERZITJE(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De auto is voorbereid op de montage van“Isofix Universeel”-kinderzitjes; een nieuwgestandaardiseerd Europees systeem voorhet vervoeren van kinderen. In fig. 12 iseen voorbeeld gegeven van het kinderzit-je. Het Isofix Universeel-kinderzitje is ervoor drie gewichtsgroepen: 1.
Vanwege het verschillende bevestigings-systeem, moet het kinderzitje aan de daar-voor bestemde onderste metalen beugelsA-fig. 13 worden bevestigd. Deze bevin-den zich tussen de rugleuning en zittingachter. Bevestig daarna de bovenste gor-del (bij het kinderzitje geleverd) aan debeugel B-fig. 14 aan de achterkant van dezitplaats. Er kan ook een mengvorm wor-den gekozen, een traditioneel kinderzitjeen een “Isofix Universeel”-kinderzitje.
Bedenk dat bij Isofix Universeel-kinder-zitjes, alle zitjes gebruikt kunnen wordendie goedgekeurd zijn volgens de ECER44/03-richtlijn “Isofix Universeel”.
fig. 12 F0M0253m
In het Fiat Lineaccessori-programma zijneen “Isofix Universeel” “Duo Plus”- eneen “G 0/1”-kinderzitje beschikbaar.
Zie voor meer informatie over de mon-tage en/of het gebruik van het kinderzit-je, het “Instructieboekje” dat bij het kin-derzitje wordt geleverd.
093-110 ACTUAL NL 1ed 10-11-2010 13:12 Pagina 103
104
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GVE
ILIGH
EID
fig. 13 F0M0050m
fig. 14 F0M0051m
Monteer het kinderzitje al-leen als de auto stilstaat.
Het kinderzitje is op de juiste wijzeaan de beugels bevestigd als u hethoort vergrendelen. Houdt u in iedergeval aan de instructies voor de mon-tage, de demontage en de plaatsing.De fabrikant van het kinderzitje isverplicht deze instructies bij te leve-ren.
BELANGRIJK
E
E
D
C
D
C
B
B1
A
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIKVAN DE ISOFIX UNIVERSEEL KINDERZITJES
In de volgende tabel worden, conform de Europese wetgeving ECE 16, de mogelijkhe-den weergegeven van de montage van de Isofix Universeel-kinderzitjes op de zitplaat-sen die zijn uitgerust met Isofix-beugels.
Gewichtsgroep Opstelling Klasse- Plaats Isofixkinderzitje indeling Isofix zijkant achter
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep I vanaf 9 kgtot 18 kg
IUF: geschikt voor Isofix-kinderzitjes uit de universele klasse (met een derde bevesti-gingspunt boven) die in de rijrichting bevestigd moeten worden en goedgekeurdzijn voor het gebruik door die gewichtsgroep.
IL: geschikt voor Isofix-kinderzitjes, die speciaal ontworpen en goedgekeurd zijn voordit type auto. Het kinderzitje kan gemonteerd worden door de voorstoel naar vo-ren te schuiven.
IL
IL
IL
IL
IL
IL
IUF
IUF
IUF
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
In de rijrichting
In de rijrichting
In de rijrichting
093-110 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 104
105
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GVE
ILIGH
EID
FRONTAIRBAGS
De auto is uitgerust met frontairbags, aanbestuurders- en passagierszijde, en eenknie-airbag aan bestuurderszijde (voor be-paalde uitvoeringen/markten).
De frontairbags (bestuurder en passagier)en de knie-airbag aan bestuurderszijde(voor bepaalde uitvoeringen/markten) be-schermen de inzittenden voor bij mid-delzware en zware frontale botsingen,door het opblazen van een luchtkussentussen de inzittende en het stuurwiel ofhet dashboard.
Als de airbags niet worden geactiveerdbij andere soorten botsingen (zijdelings,van achter, over de kop slaan enz.), be-tekent dit niet dat het systeem niet goedfunctioneert.
Bij een frontale botsing zorgt een regel-eenheid ervoor, indien nodig, dat het kus-sen wordt opgeblazen. Het kussen blaastonmiddellijk op, waardoor het lichaam vande inzittenden voor wordt opgevangen ende kans op letsel beperkt wordt. Directdaarna loopt het kussen weer leeg.
De frontairbags (bestuurder en passagier)en de knie-airbag aan bestuurderszijde(voor bepaalde uitvoeringen/markten) zijngeen vervanging voor de veiligheidsgor-dels, maar een aanvulling.
Draag dus altijd veiligheidsgordels. Bo-vendien is het dragen van veiligheidsgor-dels wettelijk verplicht in Europa (en in demeeste landen daarbuiten).
Als de frontairbags volledig opgeblazen zijn,vullen zij het grootste deel van de ruimtetussen het stuurwiel en de bestuurder enhet dashboard en de voorpassagier.
Bij een ongeval kan een inzittende die geenveiligheidsgordel heeft omgelegd, in con-tact komen met een airbag die nog nietvolledig opgeblazen is. Hierdoor wordt de inzittende minder door de airbag beschermd.
Het is mogelijk dat de frontairbags in devolgende gevallen niet worden geactiveerd:
❒ bij frontale botsingen, met een anderdeel van de auto dan het front, tegenmakkelijk vervormbare objecten (bijv.als het voorspatbord tegen de vangrailkomt of tegen grindhopen);
❒ als de auto onder andere auto’s of vei-ligheidsvoorzieningen schuift (bijvoor-beeld onder vrachtwagens of de vang-rail); omdat geen enkele aanvullendebescherming wordt geboden op de vei-ligheidsgordels. Als de airbags in dezegevallen niet geactiveerd worden, be-tekent dit niet dat het systeem nietgoed functioneert.
Plaats geen stickers of ande-re objecten op het stuurwiel,
op het deksel van de airbag aan pas-sagierszijde of op de zijkant van dehemelbekleding. Plaats geen voor-werpen op het dashboard aan de pas-sagierszijde (bijv. een mobiele tele-foon), omdat deze het correct openenvan de airbag aan passagierszijdekunnen hinderen en de inzittendenernstig kunnen verwonden.
ATTENTIE!
Bij lichte aanrijdingen (waarbij de be-scherming door de veiligheidsgordel vol-doende is) worden de airbags niet geacti-veerd. Daarom is het gebruik van deveiligheidsgordels absoluut noodzakelijk,want de gordel houdt de inzittende bij eenzijdelingse botsing in de juiste positie envoorkomt dat de inzittende uit de autowordt geslingerd bij zware botsingen.
093-110 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 105
106
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GVE
ILIGH
EIDZEER GEVAARLIJK: Mon-teer absoluut geen kinder-zitje achterstevoren op depassagiersstoel voor als deairbag aan passagierszijde isingeschakeld (ON). Als bij
een ongeval de airbag wordt geacti-veerd, kan het kind hierdoor dodelij-ke verwondingen oplopen. Als er geenandere mogelijkheid is, moet in iedergeval de airbag aan passagierszijdeuitgeschakeld worden als het kinder-zitje op de passagiersstoel voor wordtgeplaatst. Bovendien moet de passa-giersstoel zo ver mogelijk naar ach-teren zijn geschoven om te voorko-men dat het kinderzitje eventueel inaanraking komt met het dashboard.Ook als het niet wettelijk verplicht is,raden wij u aan, voor een optimalebescherming van de volwassenen, deairbag onmiddellijk weer in te scha-kelen zodra er geen kinderen meervervoerd worden.
ATTENTIE!
FRONTAIRBAG AANPASSAGIERSZIJDE fig. 16
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussenmet een groter volume dan dat aan be-stuurderszijde. Het kussen is in een daar-voor bestemde ruimte in het dashboardgeplaatst.
fig. 16 F0M0053mfig. 15 F0M0360m
FRONTAIRBAG AANBESTUURDERSZIJDE fig. 15
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussendat in een daarvoor bestemde ruimte inhet midden van het stuurwiel is geplaatst.
093-110 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 106
107
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GVE
ILIGH
EID
FRONTAIRBAG EN SIDEBAGAAN PASSAGIERSZIJDE HANDMATIG UITSCHAKELEN(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als het absoluut noodzakelijk is een kindop de passagiersstoel voor te vervoeren,moeten de frontairbag en de sidebag (voorbepaalde uitvoeringen/markten) aan pas-sagierszijde worden uitgeschakeld.
Het waarschuwingslampje “ op het dash-board blijft continu branden totdat defrontairbag en de zij-airbag (sidebag) (voorbepaalde uitvoeringen/markten) aan pas-sagierszijde opnieuw worden ingeschakeld.
Raadpleeg voor het hand-matig uitschakelen van de
frontairbag en zij-airbag (sidebag)(voor bepaalde uitvoeringen/mark -ten) aan passagierszijde, de paragra-fen “Digitaal display” en “Multifunc-tioneel display” in het hoofdstuk“Dashboard en bediening”.
ATTENTIE!
ZIJ-AIRBAGS
De auto is uitgerust met zij-airbags voor(sidebags voor) aan bestuurders- en pas-sagierszijde (voor bepaalde uitvoeringen/markten) voor bescherming van borst-bek-ken en headbags voor en achter (wind-owbags) (voor bepaalde uitvoeringen/markten).
De zij-airbags (voor bepaalde uitvoerin-gen/markten) beschermen de inzittendenbij middelzware en zware zijdelingse aan-rijdingen, door het opblazen van een lucht-kussen tussen de inzittende en de interi-eurdelen aan de zijkant van de auto.
Als de zij-airbags niet worden geactiveerdbij andere soorten botsingen (frontaal, vanachter, over de kop slaan enz.), betekentdit niet dat het systeem niet goed functi-oneert.
Bij een zijdelingse aanrijding zorgt de cen-trale regeleenheid ervoor, indien nodig,dat het kussen opblaast. Het kussen blaastonmiddellijk op, waardoor het lichaam vande inzittenden wordt opgevangen en dekans op letsel wordt beperkt. Direct daar-na loopt het kussen weer leeg.
De zij-airbags (voor bepaalde uitvoerin-gen/markten) zijn geen vervanging voor deveiligheidsgordels, maar een aanvulling.Draag dus altijd veiligheidsgordels. Bo-vendien is het dragen van veiligheidsgor-dels wettelijk verplicht in Europa (en in demeeste landen daarbuiten).
ZIJ-AIRBAGS VOORBESCHERMING VAN BORSTKAS/BEKKEN (SIDEBAGS) fig. 17 (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Deze sidebags zijn kussens die zich snelopblazen en bevinden zich in de rugleuningvan de voorstoelen, en hebben tot doel deborstkas en het bekken van de inzittendente beschermen bij middelzware en zwarezijdelingse aanrijdingen.
fig. 17 F0M0140m
093-110 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 107
108
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GVE
ILIGH
EIDBELANGRIJK De frontairbags en/of zij-air-bags kunnen ook worden geactiveerd bijkrachtige stoten aan de onderzijde van decarrosserie, bijvoorbeeld bij zware bot-singen tegen drempels of stoepranden ofobstakels op het wegdek of als de auto te-recht komt in grote gaten of verzakkingenin het wegdek.
BELANGRIJK Als de airbags in werkingtreden, ontsnapt een beetje rook. Dezerook is niet schadelijk en duidt niet opbrand; bovendien kan het oppervlak vanhet opgeblazen kussen en het interieur vande auto bedekt zijn met een laagje poeder:dit poeder kan de huid en de ogen irrite-ren. Als u hiermee in aanraking bent ge-komen, moet u zich met neutrale zeep enwater wassen.
De geldigheidsduur van de pyrotechnischelading en van het spiraalmechanisme is ver-meld op het betreffende plaatje in hetdashboardkastje. Laat ze voor het ver-strijken van deze termijn door het FiatServicenetwerk vervangen.
BELANGRIJK Na een ongeval waarbij eenof meerdere veiligheidssystemen zijn geac-tiveerd, dient u contact op te nemen methet Fiat Servicenetwerk om de geactiveer-de systemen te laten vervangen en de wer-king van het systeem te laten controleren.
Alle controlewerkzaamheden, reparatiesen vervanging van de airbag moeten doorhet Fiat Servicenetwerk worden uitge-voerd.
Aan het einde van de lange levensduur vanuw auto, moet u contact opnemen methet Fiat Servicenetwerk om het systeembuiten werking te laten stellen. Bovendienmoet bij verkoop van de auto de nieuweeigenaar op de hoogte gesteld worden vanhet gebruik en de instructies, en moet hijhet instructieboekje ontvangen.
BELANGRIJK Het in werking treden vande gordelspanners, de frontairbags en dezij-airbags voor wordt door de elektro-nische regeleenheid bepaald, afhankelijkvan het type ongeval. Als een van deze on-derdelen niet wordt geactiveerd, dan hoeftdit niet op een storing in het systeem teduiden.
HEADBAGS (WINDOWBAGS)fig. 18 (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De headbag is een “gordijn”-systeem enbevindt zich aan de rechter- en aan de lin-kerzijde in de hemelbekleding aan de zij-kant en is afgedekt met een afwerklijst.
De headbags bieden bescherming aan hethoofd van de inzittenden voor en achtertijdens een zijdelingse botsing, dankzij hetgrote effectieve oppervlak van de kussens.
BELANGRIJK De inzittende wordt bij eenzijdelingse botsing optimaal door het sys-teem beschermd als hij/zij in de juiste po-sitie in de stoel zit. Hierdoor kunnen de zij-airbags op de juiste wijze wordenopgeblazen.
fig. 18 F0M0141m
093-110 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 108
109
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GVE
ILIGH
EID
Steun niet met het hoofd, dearmen of de ellebogen tegen
het portier, de ruiten of in het gebiedvan de headbag (Window Bag) omverwondingen tijdens het opblazen tevoorkomen.
ATTENTIE!
Steek nooit het hoofd, de armen of de ellebogen uit
het raam.
ATTENTIE!
ALGEMENE OPMERKINGEN
Als u de contactsleutel instand MAR draait en het
lampje ¬ gaat niet branden of blijftbranden tijdens het rijden (op hetmultifunctionele display verschijntook een bericht – indien aanwezig),dan is er mogelijk een storing in deveiligheidssystemen; in dat geval kun-nen de airbags of gordelspanners nietgeactiveerd worden bij een ongevalof, in een zeer beperkt aantal geval-len, niet op de juiste wijze geactiveerdworden. Voordat u verder rijdt, dientu contact op te nemen met het FiatServicenetwerk om het systeem directte laten controleren.
ATTENTIE!
Bedek de rugleuning van de stoelen voor en achter
niet met hoezen of kleden die nietzijn voorbereid op het gebruik met sidebags.
ATTENTIE!
Reis niet met voorwerpen opschoot of voor de borst en
houd vooral geen pijp, potlood enz.in de mond. Bij een ongeval waarbijde airbag in werking treedt, kan diternstig letsel veroorzaken.
ATTENTIE!
Als de contactsleutel in standMAR staat, kunnen, ook bij
uitgezette motor, de airbags inscha-kelen als de auto stilstaat en de autofrontaal wordt aangereden door eenandere auto. Daarom mogen, ook alsde auto stilstaat, absoluut geen kin-deren op de passagiersstoel voor wor-den geplaatst. Als de contactsleutelechter in stand STOP staat, wordt bijeen ongeval geen enkel beveiligings-systeem (airbag of gordelspanners)geactiveerd; als een systeem niet inwerking treedt, betekent dit niet dathet systeem niet goed werkt.
ATTENTIE!
093-110 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 109
110
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GVE
ILIGH
EID
De stoelen mogen niet metwater worden afgenomen of
met stoom worden gereinigd (met dehand of in een automatisch wasap-paraat).
ATTENTIE!
De frontairbag treedt in wer-king als de botsing zwaarder
is dan een botsing waarbij alleen degordelspanners worden geactiveerd.Bij aanrijdingen die tussen deze tweedrempelwaarden in liggen, treden al-leen de gordelspanners in werking.
ATTENTIE!
Haak geen harde voorwer-pen aan de kledinghaakjes
en aan de steunhandgrepen.
ATTENTIE!
De airbag is geen vervangingvoor de veiligheidsgordels,
maar een aanvulling. Omdat de fron-tairbags niet worden geactiveerd bijfrontale botsingen bij lage snelheid,bij zijdelingse aanrijdingen en als deauto van achter wordt aangereden ofover de kop slaat, worden in deze ge-vallen de inzittenden uitsluitend doorde veiligheidsgordels beschermd. Degordels moeten dus altijd gedragenworden.
ATTENTIE!
Als u de contactsleutel instand MAR draait, gaat het
lampje “ (met de frontairbag aanpassagierszijde ingeschakeld) enkeleseconden knipperen, om u eraan teherinneren dat de airbag aan passa-gierszijde bij een botsing wordt geac-tiveerd. Hierna moet het lampje doven.
ATTENTIE!
Rijd altijd met beide handenop de stuurwielrand, zodat
bij het in werking treden van de air-bag, het kussen niet wordt gehinderddoor obstakels. Rijd niet met voorovergebogen lichaam, maar ga goed recht-op zitten en steun tegen de rugleuning.
ATTENTIE!
Laat bij diefstal of een pogingtot diefstal, bij beschadiging
of als de auto bij een overstroming on-der water is geweest, het airbagsys-teem door het Fiat Servicenetwerkcontroleren.
ATTENTIE!
093-110 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 110
111
VEILI
GHEID
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GST
ARTE
N EN
RIJD
EN
MOTOR STARTEN ............................................................. 112
PARKEREN ............................................................................ 115
GEBRUIK VAN DE HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK ........................................................... 116
BRANDSTOFBESPARING ................................................. 117
WINTERBANDEN .............................................................. 121
SNEEUWKETTINGEN ....................................................... 121
AUTO LANGERE TIJD STALLEN ................................... 122
SSTTAARRTTEENN EENN RRIIJJDDEENN
111-122 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:13 Pagina 111
112
VEILI
GHEID
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GST
ARTE
N EN
RIJD
ENMOTOR STARTEN
De auto is uitgerust met een elektronischestartblokkering: zie bij startproblemen deparagraaf “Fiat CODE-systeem” in hethoofdstuk “Dashboard en bediening”.
Direct na het starten van de motor, voor-al als de auto langere tijd niet is gebruikt,kan de motor iets meer geluid produce-ren. Dit geluid, dat niet schadelijk is voorde werking van de motor, wordt veroor-zaakt door de hydraulische klepstoters:het distributiesysteem van de auto dat bijdraagt aan een vermindering van de onderhoudswerkzaamheden.
Het verdient aanbeveling omgedurende de eerste kilome-ters niet de maximale presta-ties van uw auto te eisen (bijv.
snel accelereren, langdurig rijden methoge toerentallen, krachtig remmen).
Laat de contactsleutel niet inhet contactslot zitten als demotor stilstaat, zodat de accuniet onnodig wordt ontladen.
Het is zeer gevaarlijk om de motor in afgesloten ruim-
ten te laten draaien. De motor ver-bruikt zuurstof en produceert kool-dioxide, koolmonoxide en andere giftige stoffen.
ATTENTIE!
Houd er rekening mee datde rem- en de stuurbekrach-
tiging niet werken, als de motor stil-staat, waardoor meer kracht nodig isvoor de bediening van het rempedaalen het stuur.
ATTENTIE!
BENZINEMOTOR STARTEN
Ga als volgt te werk:
❒ trek de handrem aan;
❒ zet de versnellingspook in de vrijstand;
❒ trap het koppelingspedaal geheel in,zonder het gaspedaal in te trappen;
❒ draai de contactsleutel in stand AVVen laat de sleutel los zodra de motoris aangeslagen.
Als de motor bij de eerste poging niet aan-slaat, moet u de sleutel terugdraaien instand STOP voordat u opnieuw start.
111-122 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:13 Pagina 112
113
VEILI
GHEID
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GST
ARTE
N EN
RIJD
EN
Als met de contactsleutel in stand MARhet controlelampje Y samen met hetwaarschuwingslampje Ublijft branden, ra-den wij u aan de sleutel in stand STOP tedraaien en vervolgens weer in standMAR; als het lampje nog steeds blijft bran-den, probeer het dan met de andere geleverde sleutels.
BELANGRIJK Als het lampje Y op hetinstrumentenpaneel constant blijft bran-den, wendt u dan onmiddellijk tot hetFiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK Laat de contactsleutel niet instand MAR staan als de motor is uitgezet.
DIESELMOTOR STARTEN
Ga als volgt te werk:
❒ trek de handrem aan;
❒ zet de versnellingspook in de vrijstand;
❒ draai de contactsleutel in stand MAR:op het instrumentenpaneel gaan decontrolelampjes m en Y branden;
❒ wacht tot de lampjes Y en m ge-doofd zijn. Hoe warmer de motor, hoesneller het lampje dooft;
❒ trap het koppelingspedaal geheel in,zonder het gaspedaal in te trappen;
❒ draai de contactsleutel in stand AVVdirect nadat het lampje m gedoofd is.Als u te lang wacht, zijn de voorgloei-bougies weer afgekoeld. Laat de sleutellos zodra de motor is aangeslagen.
Als de motor bij de eerste poging niet aan-slaat, moet u de sleutel terugdraaien instand STOP voordat u opnieuw start.
Als met de contactsleutel in stand MARhet controlelampje Y samen met hetwaarschuwingslampje m blijft branden,raden wij u aan de sleutel in stand STOPte draaien en vervolgens weer in standMAR; als het lampje nog steeds blijft bran-den, probeer het dan met de andere geleverde sleutels.
BELANGRIJK Als het lampje Y op hetinstrumentenpaneel constant blijft bran-den, wendt u dan onmiddellijk tot de Fiat-dealer.
BELANGRIJK Laat de contactsleutel nietin stand MAR staan als de motor is uitgezet.
Als het lampje m gedurende60 seconden gaat knipperenna het starten of tijdens eenlangdurige startpoging, dan
duidt dat op een storing in het voor-gloeisysteem. Als de motor aanslaat,kunt u de auto op de gewone maniergebruiken, maar wendt u zo snel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk.
111-122 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:13 Pagina 113
114
VEILI
GHEID
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GST
ARTE
N EN
RIJD
ENMOTOR UITZETTEN
Draai de contactsleutel in stand STOPterwijl de motor stationair draait.
BELANGRIJK Het is beter om de motorna een zware rit even “op adem” te la-ten komen. Zet de motor niet onmiddel-lijk uit, maar laat hem even stationairdraaien. Hierdoor kan de temperatuur inde motorruimte dalen.
Gasgeven voordat u de motoruitzet heeft geen enkel nut,verspilt brandstof en is, voor-al voor motoren met turbo-
compressor, schadelijk.
MOTOR OPWARMEN NA HETSTARTEN (benzine en diesel)
Ga als volgt te werk:
❒ rijd rustig weg, laat de motor niet methoge toerentallen draaien en trap hetgaspedaal niet bruusk in;
❒ verlang de eerste kilometers geen maxi-male prestaties. Wij raden u aan tewachten tot de wijzernaald van de koel-vloeistoftemperatuurmeter begint tebewegen.
Houd er rekening mee dat derem- en de stuurbekrachtigingniet werken zolang de motorniet is aangeslagen, waardoor
meer kracht nodig is voor de bedieningvan het rempedaal en het stuur.
Probeer auto’s nooit te star-ten door ze aan te duwen, teslepen of van een helling af telaten rijden. Op die wijze kan
er onverbrande brandstof in de kataly-sator komen, waardoor deze onher-stelbaar wordt beschadigd.
111-122 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:13 Pagina 114
115
VEILI
GHEID
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GST
ARTE
N EN
RIJD
EN
HANDREM fig. 1
De handrem bevindt zich tussen de voor-stoelen.
Om de handrem in te schakelen, moetu de hendel omhoog trekken zodat de au-to blokkeert. Op een vlakke ondergrondhoort de auto geblokkeerd te zijn als dehandrem vier of vijf tanden is aangetrok-ken. Op sterke hellingen en bij een bela-den auto moet de handrem negen of tientanden worden aangetrokken.
BELANGRIJK Als dit niet het geval is, laatdan het Fiat Servicenetwerk de handremafstellen.
Als de handrem is aangetrokken en decontactsleutel in stand MAR staat, gaat ophet instrumentenpaneel het waarschu-wingslampje x branden.
PARKEREN
Ga als volgt te werk:
❒ zet de motor uit en trek de handremaan;
❒ schakel een versnelling in (de 1e als deweg omhoog loopt, de achteruit als deweg omlaag loopt) en zet de voorwie-len iets uitgestuurd.
Als de auto op een steile helling staat, blok-keer de wielen dan met stenen of wiggen.Laat de contactsleutel nooit in het con-tactslot zitten omdat hierdoor de accuontlaadt. Neem bovendien de sleutel altijduit het contactslot als u de auto verlaat.
Laat kinderen nooit alleenachter in de auto. Neem de
sleutel altijd uit het contactslot alsu de auto verlaat en neem de sleutelmee.
ATTENTIE!
fig. 1 F0M0115m
Handrem uitschakelen:
❒ trek de hendel iets omhoog en druk opde ontgrendelknop A;
❒ houd de knop A ingedrukt en laat dehendel zakken. Het lampje x op hetinstrumentenpaneel dooft.
Om onverwachte bewegingen van de au-to te voorkomen, moet bij het bedienenvan de handrem het rempedaal wordeningetrapt.
111-122 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:13 Pagina 115
116
VEILI
GHEID
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GST
ARTE
N EN
RIJD
ENGEBRUIK VAN DEHANDGESCHAKELDEVERSNELLINGSBAK
Om de versnellingen in te schakelen,moet u het koppelingspedaal geheel in-trappen en vervolgens de versnellings-pook in de gewenste stand plaatsen (hetschakelschema staat op de knop van depook fig. 2).
BELANGRIJK De achteruit kan alleen bijeen stilstaande auto worden ingeschakeld.Wacht bij een draaiende motor en een ge-heel ingetrapt koppelingspedaal minstens2 seconden, voordat u de achteruit in-schakelt. Hiermee wordt voorkomen datde tandwielen beschadigen.
fig. 2 F0M0503m
Om op de juiste wijze teschakelen, moet u het kop-
pelingspedaal geheel intrappen.Daarom mag er niets onder het pe-daal liggen dat dit kan verhinderen:let erop dat eventuele vloermattenniet zijn dubbelgevouwen en zo deslag van de pedalen beperken.
ATTENTIE!
Laat na het schakelen de ver-snellingspook los. Door hetrijden met een hand aan deversnellingspook wordt op
het schakelmechanisme in de versnel-lingsbak een geringe kracht uitgeoe-fend, waardoor onnodige slijtage kanontstaan.
Ga als volgt te werk om de achteruit Rvanuit de vrijstand in te schakelen: trek deschuifring A onder de knop omhoog enverplaats de pook naar rechts en vervol-gens naar achteren fig. 2.
BELANGRIJK Gebruik het koppelingspe-daal uitsluitend voor het overschakelen.Laat tijdens het rijden de voet nooit – zelfsniet licht – op het koppelingspedaal rus-ten. Bij uitvoeringen voor bepaalde mark-ten kan de regelelektronica van het kop-pelingspedaal een foutief gebruik door debestuurder beschouwen als een storing.
111-122 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:13 Pagina 116
117
VEILI
GHEID
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GST
ARTE
N EN
RIJD
EN
Imperiaal/skidrager
Verwijder de imperiaal of skidrager als udeze niet gebruikt. Ze verminderen de ae-rodynamica van de auto, waardoor hetbrandstofverbruik toeneemt. Gebruikvoor het vervoer van volumineuze voor-werpen bij voorkeur een aanhanger.
Stroomverbruikers
Gebruik elektrische accessoires uitsluitendals u ze nodig hebt. De achterruitverwar-ming, de verstralers, de ruitenwissers ende aanjager van het ventilatie-/verwar-mingssysteem vragen veel stroom, waar-door het brandstofverbruik toeneemt (totaan 25% in stadsverkeer).
Airconditioning
De airconditioning gebruikt zeer veelenergie, waardoor het brandstofverbruiksterk toeneemt (tot gemiddeld 20%): ge-bruik wanneer de buitentemperatuur hettoelaat, bij voorkeur de functies van hetventilatiesysteem.
Aerodynamische accessoires
Het gebruik van niet goedgekeurde aero-dynamische accessoires kan de aerodyna-mica negatief beïnvloeden, waardoor hetbrandstofverbruik zal toenemen.
RIJSTIJL
Starten
Laat bij stilstaande auto de motor nietwarmdraaien met stationair toerental enook niet met een verhoogd toerental: on-der deze omstandigheden warmt de mo-tor veel langzamer op, terwijl het verbruiken de schadelijke uitlaatgasemissie toene-men. Het is beter om rustig weg te rijdenen geen hoge toerentallen te gebruiken: opdeze manier warmt de motor sneller op.
Overbodige handelingen
Trap het gaspedaal niet in als u stilstaatvoor een stoplicht of voordat u de mo-tor afzet. Deze handeling heeft evenals hetoverschakelen met tussengas, geen enkelnut. Het kost brandstof en verhoogt deuitstoot van schadelijke uitlaatgassen.
Keuze van de versnellingen
Gebruik als het verkeer en de weg hettoelaten de hoogste versnelling. Het in-schakelen van een lage versnelling vooreen snelle acceleratie verhoogt het brand-stofverbruik.
Bij het oneigenlijke gebruik van een hogeversnelling neemt het verbruik en de scha-delijke uitlaatgasemissie toe. Bovendienslijt de motor hierdoor sneller.
BRANDSTOFBESPARING
Hierna volgen enkele nuttige tips, waar-door het brandstofverbruik zo laag mo-gelijk blijft en de uitstoot van schadelijkeuitlaatgassen zoveel mogelijk beperktwordt.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Onderhoud van de auto
Zorg voor een goed onderhoud van deauto door de controles en afstellingen diein het “Geprogrammeerd Onderhouds-schema” staan vermeld, te laten uitvoeren.
Banden
Controleer regelmatig, ten minste eenkeer per maand, de spanning van de ban-den: als de spanning te laag is, wordt deweerstand groter en neemt het verbruiktoe.
Overbodige bagage
Rijd niet met een overbeladen bagage-ruimte. Het gewicht van de auto (vooralin stadsverkeer) en de wieluitlijning heb-ben grote invloed op het brandstofver-bruik en de stabiliteit.
111-122 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:13 Pagina 117
118
VEILI
GHEID
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GST
ARTE
N EN
RIJD
ENGEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
Koude start
Bij korte ritten en regelmatig koud star-ten bereikt de motor niet de optimale be-drijfstemperatuur. Hierdoor neemt nietalleen het brandstofverbruik toe (van15 tot aan 30% in stadsverkeer), maar ookde uitstoot van uitlaatgassen.
Verkeerssituatie en conditie van het wegdek
Op een drukke weg, bijvoorbeeld bij file-rijden, waarbij overwegend lage versnel-lingen worden gebruikt, of in de stad waarzich veel verkeerslichten bevinden, zal hetbrandstofverbruik aanzienlijk hoger zijn.Bochtige trajecten, bergwegen en eenslecht wegdek verhogen eveneens hetbrandstofverbruik.
Stilstaan in het verkeer
Als u langere tijd stilstaat (bijv. spoor-wegovergangen), is het raadzaam de motor uit te zetten.
TREKKEN VAN AANHANGERS
BELANGRIJKE TIPS
Voor het trekken van aanhangwagens of ca-ravans moet de auto uitgerust zijn met eentrekhaak van een goedgekeurd type en eenadequate elektrische installatie. De mon-tage van de trekhaak moet door gespecia-liseerd personeel worden uitgevoerd. Ookmoet documentatie worden overhandigdm.b.t. het rijden met een aanhanger.
Monteer zo nodig speciale en/of extra ach-teruitkijkspiegels, waarmee u voldoet aande geldende verkeerswetgeving.
Let er op dat het maximum klimvermogenvan de auto door het gewicht van een aan-hanger of caravan wordt beperkt. Ook deremweg wordt langer en u hebt meer tijdnodig om in te halen.
Schakel een lage versnelling in tijdens hetafdalen om te voorkomen dat u constantmoet remmen.
Het gewicht van de aanhanger dat op detrekhaak rust, moet worden afgetrokkenvan het laadvermogen van de auto. Om erzeker van te zijn dat u het maximum toe-laatbaar aanhangergewicht niet over-schrijdt (aangegeven op de typegoedkeu-ring), moet u er rekening mee houden dathet maximum betrekking heeft op het to-tale gewicht van de aanhangwagen of ca-ravan, inclusief accessoires en bagage.
Maximum snelheid
Het brandstofverbruik neemt aanzienlijktoe bij een hogere snelheid. Rijd daaromzoveel mogelijk met een gelijkmatige snel-heid, vermijd overbodig remmen en op-trekken. Dit kost brandstof en verhoogtde uitstoot van schadelijke uitlaatgassen.
Acceleratie
Met vol gas optrekken kost veel brandstofen verhoogt de uitstoot van schadelijkeuitlaatgassen: het is beter geleidelijk op tetrekken en het toerental, waarbij hetmaximum koppel wordt geleverd, niet teoverschrijden.
111-122 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:13 Pagina 118
119
VEILI
GHEID
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GST
ARTE
N EN
RIJD
EN
TREKHAAK MONTEREN
De trekhaak moet door gespecialiseerdpersoneel aan de carrosserie worden be-vestigd waarbij de richtlijnen die hiernazijn opgenomen, moeten worden aange-houden. Deze richtlijnen worden even-tueel aangevuld door extra informatie vande fabrikant van de trekhaak.
De te installeren trekhaak moet voldoenaan de huidige EU-normen 94/20 en daar-op volgende wijzigingen.
Voor iedere uitvoering moet een trekhaakworden gebruikt die geschikt is voor hetmaximale aanhangergewicht van de autowaarop de trekhaak wordt bevestigd.
Voor de elektrische aansluiting moet een gestandaardiseerde stekkerverbindingworden gebruikt die kan worden beves-tigd op de daarvoor bestemde steun op detrekhaak. Bovendien moet op de auto eenregeleenheid voor de buitenverlichting vande aanhanger worden geïnstalleerd.
Voor de elektrische aansluiting moet een7- of 13-polige 12VDC stekkerverbinding(CUNA/UNI- en ISO/DIN-normen) wor-den gebruikt, waarbij eventuele aanwij-zingen van de fabrikant van de auto en/ofvan fabrikant van de trekhaak moetenworden opgevolgd.
Een eventueel elektrisch geregelde rem ofeen ander systeem (lier enz.) moet recht-streeks op de accu worden aangeslotenmet een kabel met een diameter van mi-nimaal 2,5 mm2.
BELANGRIJK De elektrisch geregelderem of lier kan alleen gebruikt worden alsde motor draait.
Naast de voorgeschreven elektrische aan-sluitingen, mogen slechts een eventueleelektrisch geregelde rem en een 15 W-gloeilamp voor de binnenverlichting vande aanhanger op de elektrische installatievan de auto worden aangesloten.
Gebruik voor het aansluiten de regeleen-heid van de inbouwvoorbereiding en eenkabel vanaf de accu met een diameter vanten minste 2,5 mm2.
Houdt u aan de snelheidsbeperkingen dievoor auto’s met aanhanger gelden. U magin geen geval harder rijden dan 100 km/h.
Wij raden het gebruik aan van een ge-schikte stabilisator op de trekhaak van deaanhanger.
Het ABS waarmee de autokan zijn uitgerust, werkt niet
op het remsysteem van de aanhan-ger. Wees daarom extra voorzichtigop gladde wegen.
ATTENTIE!
Voer in geen geval modifica-ties aan het remsysteem van
de auto uit. Het remsysteem van deaanhanger moet geheel onafhanke-lijk van het hydraulisch remsysteemvan de auto worden bediend.
ATTENTIE!
111-122 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:13 Pagina 119
120
VEILI
GHEID
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GST
ARTE
N EN
RIJD
ENMontageschema fig. 3
De trekhaak moet op de punten aange-geven met Ø bevestigd worden met in totaal 6 M10-bouten.
De binnenste verstevigingsplaten op hetchassis moeten een minimale dikte heb-ben van 6 mm.
De trekhaak moet op de carrosserie ge-monteerd worden zonder gaten in of ver-vormingen van de achterbumper die zicht-baar zijn bij gedemonteerde trekhaak.
BELANGRIJK Het is verplicht om op de-zelfde hoogte als de trekkogel een (goedzichtbaar) plaatje van voldoende afmetin-gen en kwaliteit aan te brengen met devolgende tekst:
MAX. GEWICHT OP KOPPELING 60 kg
Na de montage van de trek-haak moeten de boutgaten
worden afgedicht om te voorkomendat uitlaatgassen in het interieurkunnen dringen.
ATTENTIE!
fig. 3 F0M0143m
Bestaandgat
BestaandeBout
Bestaande bout
Bestaand gat
Bestaandgat
Bestaand gatH
art
trek
koge
l
Bela
den
111-122 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:13 Pagina 120
121
VEILI
GHEID
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GST
ARTE
N EN
RIJD
EN
BELANGRIJK Als u winterbanden ge-bruikt waarvan de maximum toegestanesnelheid lager is dan de topsnelheid vande auto (met een marge van 5%), dandient u in het interieur van de auto eenvoor de bestuurder duidelijk zichtbaarwaarschuwingsplaatje te plaatsen met demaximum toegestane snelheid wanneermet die winterbanden wordt gereden(overeenkomstig de EU-normen).
Monteer op alle vier de wielen dezelfdebanden (zelfde merk en profieldiepte)voor meer veiligheid tijdens het rijden enremmen en voor een betere bestuur-baarheid.
Keer de draairichting van de banden nietom.
SNEEUWKETTINGEN
Het gebruik van sneeuwkettingen is af-hankelijk van de voorschriften van het landwaar wordt gereden.
De sneeuwkettingen mogen alleen op devoorwielen gemonteerd worden (aange-dreven wielen). Wij raden u het gebruikaan van sneeuwkettingen uit het Fiat Lineaccessori-programma.
Controleer na enkele tientallen meters rij-den of de kettingen nog goed gespannenzijn.
BELANGRIJK Geef bij gemonteerdesneeuwkettingen voorzichtig gas om hetdoorslippen van de aangedreven wielen te voorkomen of zoveel mogelijk te be-perken. Hierdoor wordt het breken vande kettingen voorkomen en daarmee beschadiging van de carrosserie en de mechanische onderdelen.
BELANGRIJK Gebruik dunne sneeuwket-tingen met een beperkte dikte van 9 mm.
WINTERBANDEN
Gebruik winterbanden die dezelfde maathebben als de standaard geleverde banden.
Het Fiat Servicenetwerk kan u adviserenwelke band het meest geschikt is voor hetdoel waarvoor u deze wilt gebruiken.
Houdt u voor de bandenmaat, de ban-denspanning en het type winterbandenexact aan de gegevens die staan vermeldin de paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk“Technische gegevens”.
De specifieke eigenschappen van winter-banden verminderen aanzienlijk als de pro-fieldiepte minder is dan 4 mm. In dat geval is het veiliger ze te vervangen.
Door de specifieke eigenschappen vanwinterbanden zijn de prestaties onderniet-winterse omstandigheden of wanneerer lange afstanden op de snelweg wordengereden, minder dan die van de standaardgemonteerde banden. Beperk het gebruikvan winterbanden tot die omstandighedenwaarvoor ze zijn goedgekeurd.
Bij winterbanden met de in-dicatie “Q” geldt een maxi-
mum snelheid van 160 km/h; bij win-terbanden met de indicatie “T” geldteen maximum snelheid van 190 km/h;bij winterbanden met de indicatie“H” geldt een maximum snelheid van 210 km/h. Deze maximum snel-heden zijn in overeenstemming metde huidige wetgeving.
ATTENTIE!
111-122 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:13 Pagina 121
122
VEILI
GHEID
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GST
ARTE
N EN
RIJD
ENAUTO LANGERE TIJD STALLEN
Tref de volgende maatregelen als de au-to enkele maanden niet wordt gebruikt:
❒ zet de auto in een overdekte, droge engoed geventileerde ruimte;
❒ schakel een versnelling in;
❒ zorg ervoor dat de handrem niet is aan-getrokken;
❒ maak de minkabel los van de accu encontroleer de acculading. Gedurendehet stallen moet deze controle iederedrie maanden worden herhaald. Laadde accu op als de optische meter eendonkere kleur heeft zonder een groenmiddenstuk;
❒ maak de gespoten plaatdelen schoon enbehandel ze met een beschermendewas;
❒ reinig en conserveer de glimmende me-talen delen met daarvoor geschiktemiddelen;
❒ smeer de wisserrubbers van de ruiten-wissers en achterruitwisser in met talk-poeder en laat ze los van de ruit staan;
❒ zet de ruiten een klein stukje open;
❒ dek de auto af met een stoffen of eenademende kunststof hoes. Gebruikgeen dichte plastic hoes, omdat het inen op de auto aanwezige vocht dan nietkan verdampen;
❒ breng de bandenspanning 0,5 bar bovende normaal voorgeschreven spanningen controleer deze regelmatig;
❒ als u de accukabels niet loskoppelt,moet de lading iedere maand gecon-troleerd worden; laad de accu op als deoptische meter een donkere kleur heeftzonder groen middenstuk;
❒ tap het koelsysteem van de motor nietaf.
BELANGRIJK Als de auto is uitgerust meteen diefstalalarm, schakel dan het alarmuit met de afstandsbediening.
Beperk de snelheid alsu sneeuwkettingen gebruikt;rijd niet harder dan 50 km/h.Vermijd kuilen, stoeprandenen andere obstakels en rijd,om de auto en het wegdek
niet te beschadigen, geen lange stuk-ken op sneeuwvrije wegen.
ATTENTIE!
111-122 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:13 Pagina 122
123
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GLA
MPJE
S EN
BERI
CHTE
N
ALGEMENE OPMERKINGEN ........................................... 124
TE LAAG REMVLOEISTOFNIVEAU ............................... 124
AANGETROKKEN HANDREM ...................................... 124
STORING AIRBAGSYSTEEM ............................................ 125
TE HOGE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR ............. 125
ACCU WORDT NIET VOLDOENDE OPGELADEN ........................................... 126
TE LAGE MOTOROLIEDRUK - OLIEKWALITEIT ONVOLDOENDE .............................. 126
STORING ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING “DUALDRIVE” ................... 127
NIET GOED GESLOTEN PORTIEREN .......................... 127
MINIMUM MOTOROLIEPEIL ........................................... 127
STORING EBD ..................................................................... 127
STORING INSPUITSYSTEEM (Multijet-uitvoeringen) ......................................................... 128
STORING MOTORMANAGEMENTSYSTEEM(EOBD) (benzine-uitvoeringen) ....................................... 128
AIRBAG PASSAGIERSZIJDE UITGESCHAKELD ......... 129
STORING ABS ..................................................................... 129
BRANDSTOFRESERVE ....................................................... 129
NIET OMGELEGDE VEILIGHEIDSGORDEL ................ 129
VOORGLOEI-INSTALLATIE ............................................. 130
STORING VOORGLOEI-INSTALLATIE ........................ 130
WATER IN BRANDSTOFFILTER .................................... 130
STORING ELEKTRONISCHE STARTBLOKKERING – FIAT CODE ............................. 131
DEFECTE BUITENVERLICHTING .................................. 131
MISTACHTERLICHTEN ..................................................... 131
ALGEMENE STORINGSMELDING ................................. 131
DPF (Multijet-uitvoeringen) ................................................ 132
STORING ESP ....................................................................... 132
VERSLETEN REMBLOKKEN ............................................. 132
STORING HILL HOLDER ................................................. 132
BUITENVERLICHTING EN DIMLICHTEN ................... 133
FOLLOW ME HOME .......................................................... 133
MISTLAMPEN VOOR ......................................................... 133
RICHTINGAANWIJZER LINKS ....................................... 133
RICHTINGAANWIJZER RECHTS ................................... 133
INSCHAKELING ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING “DUALDRIVE” ................... 133
GROOTLICHT ..................................................................... 133
KANS OP GLADHEID ....................................................... 134
BEPERKTE ACTIERADIUS ................................................ 134
ASR-SYSTEEM ....................................................................... 134
SNELHEIDSLIMIET OVERSCHREDEN ........................... 134
LLAAMMPPJJEESS EENN BBEERRIICCHHTTEENN
123-134 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 123
124
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GLA
MPJE
S EN
BERI
CHTE
NLAMPJES EN BERICHTEN
ALGEMENE OPMERKINGENAls het lampje gaat branden, verschijnt erbij bepaalde uitvoeringen ook een bijbe-horende melding op het instrumentenpa-neel en/of klinkt een geluidssignaal. Dezemeldingen zijn beknopt en uit voorzorgen moeten als een aanvulling worden ge-zien en niet als alternatief voor de infor-matie in dit instructieboekje. Wij raden udaarom aan dit instructieboekje goed doorte lezen. Houdt u bij een storing altijdaan de aanwijzingen die in dit hoofd-stuk beschreven worden.BELANGRIJK De storingsmeldingen dieop het display verschijnen, zijn onderver-deeld in twee categorieën: ernstige sto-ringen en minder ernstige storingen.De ernstige storingen worden langdurig“cyclisch” herhaald.De minder ernstige storingen worden ge-durende een kortere tijd “cyclisch” herhaald.U kunt de weergavecyclus van beide ca-tegorieën onderbreken door op de knopMENU ESC te drukken. Het lampje ophet instrumentenpaneel blijft branden, tot-dat de oorzaak van de storing is verholpen.Zie voor de meldingen bij uitvoeringenmet Dualogic-versnellingsbak, de infor-matie in het bijgevoegde supplement.
TE LAAG REMVLOEI STOF NIVEAU(rood)
AANGETROKKENHANDREM (rood)
Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Na enke-le seconden moet het lampje doven.
Te laag remvloeistofniveau
Het lampje gaat branden als het rem-vloeistofniveau in het reservoir onder hetminimum niveau is gedaald, bijvoorbeelddoor lekkage in het remsysteem.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.
x
Als het lampje x tijdens hetrijden gaat branden (op en-
kele uitvoeringen verschijnt ook eenmelding op het display), stop dan on-middellijk en wendt u tot het FiatServicenetwerk.
ATTENTIE!
Aangetrokken handrem
Het lampje gaat branden als de handremwordt aangetrokken.
Als de auto in beweging is, hoort u bij enkele uitvoeringen ook een akoestischsignaal.
BELANGRIJK Als het lampje tijdens hetrijden gaat branden, controleer dan of dehandrem niet is aangetrokken.
123-134 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 124
125
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GLA
MPJE
S EN
BERI
CHTE
N
STORING AIRBAGSYSTEEM (rood)
Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Na enke-le seconden moet het lampje doven.
Als het lampje continu blijft branden, geeftdit een storing in het airbagsysteem aan.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.
¬ Als u de contactsleutel instand MAR draait en het
lampje ¬ gaat niet branden of blijftbranden tijdens het rijden, dan is ermogelijk een storing in de veilig-heidssystemen; in dat geval kunnende airbags of gordelspanners niet ge-activeerd worden bij een ongeval of,in een zeer beperkt aantal gevallen,niet op de juiste wijze geactiveerdworden. Voordat u verder rijdt, dientu contact op te nemen met het FiatServicenetwerk om het systeem directte laten controleren.
ATTENTIE!
Een defect lampje ¬ (lamp-je gedoofd) wordt aangege-
ven doordat het lampje voor de uitgeschakelde frontairbag aan pas-sagierszijde “ langer dan de nor-male 4 seconden knippert.
ATTENTIE!
TE HOGE KOELVLOEI -STOFTEMPERATUUR(rood)
Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Na enke-le seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als de motor tewarm is.
Als het lampje gaat branden, moeten devolgende maatregelen worden genomen:
❒ bij normale rij-omstandigheden:stop de auto, zet de motor uit en con-troleer of het niveau van de koelvloei-stof in het reservoir niet onder hetMIN-merkteken staat. Als dat wel hetgeval is, wacht dan enkele minuten zo-dat de motor kan afkoelen, open ver-volgens langzaam en voorzichtig de dop,vul koelvloeistof bij en controleer of dekoelvloeistof tussen het MIN- en MAX-merkteken op het reservoir staat. Con-troleer ook of er geen vloeistof weglekt.Als bij het starten van de motor hetlampje opnieuw gaat branden, wendtu dan tot het Fiat Servicenetwerk.
ç
123-134 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 125
126
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GLA
MPJE
S EN
BERI
CHTE
NTE LAGEMOTOROLIEDRUK(rood)
OLIEKWALITEITONVOLDOENDE (alleen Multijet-uitvoeringen met DPF - rood)
Als de contactsleutel op MAR wordt ge-zet, gaat het lampje branden; direct na hetaanslaan van de motor moet het lampjedoven.
Te lage motoroliedruk
Het lampje brandt continu (voor bepaal-de uitvoeringen/markten, waar voorzien)en verschijnt er een bericht op het displaywanneer het systeem detecteert dat demotoroliedruk te laag is.
v
Als het lampje v tijdenshet rijden gaat branden (op
enkele uitvoeringen verschijnt ookeen melding op het display), zet danonmiddellijk de motor uit en wendtu tot het Fiat Servicenetwerk.
ATTENTIE!
❒ als de auto onder zware bedrijfs-omstandigheden wordt gebruikt(bijvoorbeeld het bergopwaarts trek-ken van een aanhanger of met volbela-den auto): verlaag de snelheid en breng,als het lampje blijft branden, de auto totstilstand. Wacht 2 tot 3 minuten metdraaiende motor en geef iets gas vooreen snellere circulatie van de koel-vloeistof. Zet vervolgens de motor uit.Controleer het vloeistofniveau zoalshiervoor beschreven.
BELANGRIJK Bij zware bedrijfsomstan-digheden is het raadzaam de motor en-kele minuten te laten draaien met iets in-getrapt gaspedaal voordat u de motoruitzet.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.
ACCU WORDT NIET VOLDOENDEOPGELADEN (rood)
Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Het moetdoven zodra de motor is aangeslagen (alsde motor stationair draait, kan het lampjeiets vertraagd doven).
Als het lampje blijft branden of knipperen:wendt u onmiddellijk tot het Fiat Service-netwerk.
w
Oliekwaliteit onvoldoende (alleen Multijet-uitvoeringen met DPF)
Het lampje knippert en er verschijnt (voorbepaalde uitvoeringen/markten, waar voor-zien) een bericht op het display. Afhanke-lijk van de uitvoering kan het lampje op eenvan de volgende wijzen knipperen:– gedurende 1 minuut om de twee uur;– tot de olie wordt ververst, waarbij hetlampje om de 3 minuten 5 seconden uitblijft.Na de eerste melding blijft het lampje naiedere start knipperen op de eerder be-schreven wijzen zolang de motorolie nietis ververst. Er verschijnt een bijbehoren-de melding op het display (voor bepaaldeuitvoeringen/markten, waar voorzien).Als dit lampje gaat knipperen betekent ditniet dat er sprake is van een defect aan hetvoertuig, maar wordt de klant gewaar-schuwd over het feit dat het normale ge-bruik van het voertuig heeft geleid tot denoodzaak van olieverversing. Kwaliteits-verlies van de motorolie wordt versnelddoor:– overwegend stadsgebruik van het voer-tuig, waardoor de frequentie van het re-generatieproces van het DPF toeneemt– gebruik van het voertuig voor korte tra-jecten, waardoor de motor de bedrijfs-temperatuur niet kan bereikene – herhaalde onderbrekingen van het re-generatieproces, aangegeven door hetbranden van het DPF-lampje.
123-134 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 126
127
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GLA
MPJE
S EN
BERI
CHTE
N
NIET GOED GESLOTEN PORTIEREN(rood)
Als een of meerdere portieren of de ach-terklep niet goed gesloten zijn, gaat hetlampje branden (bij bepaalde uitvoeringen).Op enkele uitvoeringen verschijnt de bijbehorende melding op het display.Als de auto in beweging is met geopen-de portieren, dan klinkt er een akoestischsignaal.
´
STORINGELEKTRISCHE STUUR -BE KRACHTIGING
“DUALDRIVE” (rood)Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Na enke-le seconden moet het lampje doven.Als het lampje blijft branden, werkt deelektrische stuurbekrachtiging niet meeren is meer kracht nodig voor het draaienvan het stuur: wendt u tot het Fiat Ser-vicenetwerk.Op enkele uitvoeringen verschijnt de bijbehorende melding op het display.
g
STORING EBD(rood) (geel)
Als bij een draaiende motor tegelijkertijdde waarschuwingslampjes x en > gaanbranden, dan is er een storing in het EBD-systeem of is het systeem niet beschikbaar;in dat geval kunnen bij hard remmen deachterwielen vroegtijdig blokkeren waar-door de auto kan slippen. Rijd zeer voor-zichtig naar de dichtstbijzijnde werkplaatsvan het Fiat Servicenetwerk om het sys-teem te laten controleren.Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.
x >
MINIMUMMOTOROLIEPEIL (rood) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje op het instrumen-tenpaneel branden. Na enkele secondenmoet het lampje doven.Het lampje (indien aanwezig) op het in-strumentenpaneel gaat branden als het mo-toroliepeil onder de minimum vastgestel-de waarde is gedaald. Herstel in dit gevalhet juiste motoroliepeil (zie “Niveaus con-troleren” in het hoofdstuk “Onderhoud en zorg”).Op enkele uitvoeringen verschijnt de bijbehorende melding op het display.
kAls het lampje gaat branden,moet de oude motorolie zo
snel mogelijk, en ieder geval binnen500 km nadat het lampje is gaanbranden, worden ververst. Als deze in-formatie niet in acht wordt genomen,kan dit ernstige schade aan de motoren het vervallen van de garantie totgevolg hebben. Het knipperen van ditlampje heeft niets te maken heeftmet de hoeveelheid olie in de motor;wanneer het lampje gaat knipperenmoet u dus absoluut geen olie aan demotor toevoegen.
ATTENTIE!
Voor bepaalde uitvoeringen/markten, waar voorzien:Het lampje v gaat knipperen (op enke-le uitvoeringen verschijnt ook een meldingop het display) als het systeem motorolievan onvoldoende kwaliteit constateert.Het knipperen van dit lampje duidt niet opeen defect aan de auto, maar geeft aan datdoor het normale gebruik van de auto deolie moet worden ververst. Als de moto-rolie niet wordt ververst, dan gaat na hetbereiken van een tweede drempel voorhet kwaliteitsverlies, ook het lampje Ubranden en wordt het motortoerental be-perkt tot 3000 t/min. Als de motorolie dan nog niet wordt ver-verst, wordt na het bereiken van een der-de drempel voor het kwaliteitsverlies, hetmotortoerental beperkt tot 1500 t/minom schade aan de motor te voorkomen.
ATTENTIE! Om schade aande motor te voorkomen wordtaangeraden de motorolie teverversen, zodra het lampjev knippert. Wendt u tothet Servicenetwerk Fiat.
123-134 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 127
128
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GLA
MPJE
S EN
BERI
CHTE
N
Als u de contactsleutel instand MAR draait en hetlampje U gaat niet brandenof het gaat branden of knip-
peren tijdens het rijden (er verschijntbij bepaalde uitvoeringen ook een mel-ding op het display), wendt u dan zosnel mogelijk tot het Fiat Servicenet-werk. De werking van het lampje Ukan met speciale apparatuur door deverkeerspolitie gecontroleerd worden.Houdt u aan de wetgeving van het landwaarin u rijdt.
Als het lampje knippert, moet het gaspe-daal worden losgelaten zodat de motormet lage toerentallen draait en het lamp-je niet meer knippert; u kunt met matigesnelheid doorrijden waarbij rij-omstan-digheden moeten worden vermeden diekunnen leiden tot het opnieuw gaan knip-peren van het lampje. Wendt u zo snelmogelijk tot het Fiat Servicenetwerk.
Storing motormanagementsysteemEOBD
Als u onder normale omstandigheden decontactsleutel in stand MAR draait, dangaat het lampje branden. Het lampje moetuitgaan als de motor is gestart. Het lamp-je gaat eerst branden om de juiste werkingervan aan te geven. Als het lampje blijftbranden of tijdens het rijden gaat branden:
❒ continu branden: duidt op een defect inhet inspuit-/ontstekingssysteem. Dit kantot gevolg hebben dat schadelijke uit-laatgasemissie toeneemt, de prestatiesverminderen, de auto slechter gaat rij-den en het brandstofverbruik toeneemt.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.
U kunt onder deze omstandigheden door-rijden zonder te veel van de motor te ei-sen of met hoge snelheid te rijden. Als langmet een brandend waarschuwingslampjewordt doorgereden, kunnen beschadigin-gen ontstaan. Wendt u zo snel mogelijktot het Fiat Servicenetwerk. Het lampjedooft als de storing verdwijnt. De storingwordt door het systeem in het geheugenopgeslagen.
❒ knipperend: duidt op een mogelijke beschadiging van de katalysator (zie“EOBD-systeem” in het hoofdstuk“Dashboard en bediening”).
STORINGINSPUITSYSTEEM (Multijet-uitvoeringen – geel)
STORINGMOTORMANAGEMENTSYSTEEM EOBD(benzine-uitvoeringen – geel)
Storing in inspuitsysteem
Als u onder normale omstandigheden decontactsleutel in stand MAR draait, dangaat het lampje branden. Het lampje moetuitgaan als de motor is gestart.
Als het lampje blijft branden of tijdens hetrijden gaat branden, dan duidt dit op eenstoring in het inspuitsysteem. Dit kan totgevolg hebben dat de prestaties vermin-deren, de auto slechter gaat rijden en hetbrandstofverbruik toeneemt.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.
U kunt onder deze omstandigheden door-rijden zonder te veel van de motor te ei-sen of met hoge snelheid te rijden. Wendtu in dit geval zo snel mogelijk tot het FiatServicenetwerk.
U
123-134 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 128
129
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GLA
MPJE
S EN
BERI
CHTE
N
çBRANDSTOFRESERVE(geel)
Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Na enke-le seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als er nog onge-veer 7 liter brandstof aanwezig is.
BELANGRIJK Als het waarschuwings-lampje knippert, dan is er een storing in hetsysteem. Wendt u in dit geval tot het FiatServicenetwerk om het systeem te latencontroleren.
STORING ABS (geel)
Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Na enke-le seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als het systeemdefect of niet beschikbaar is. In dat gevalblijft het remsysteem normaal werken,maar zonder de mogelijkheden van hetABS. Rijd voorzichtig verder en wendt u zosnel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.
>“AIRBAGPASSAGIERSZIJDEUITGESCHAKELD (geel)
Het lampje “ brandt als de frontairbagaan passagierszijde is uitgeschakeld.
Als u bij ingeschakelde frontairbag aan pas-sagierszijde de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje “ ongeveer 4 se-conden branden en vervolgens 4 secondenknipperen. Hierna moet het lampje doven.
Het lampje “ geeft boven-dien eventuele storingen van
het lampje ¬ aan. Dit wordt aange-geven door het langer knipperen vanhet lampje “ dan de normale 4 se-conden. In dat geval kan het lampje¬ geen storingen in de airbag-/gor-delspannersystemen aangeven. Voor-dat u verder rijdt, dient u contact opte nemen met het Fiat Servicenet-werk om het systeem direct te latencontroleren.
ATTENTIE!
NIET OMGELEGDE VEILIGHEIDSGORDEL(rood)
Het lampje op het instrumentenpaneel gaatcontinu branden als bij stilstaande auto deveiligheidsgordel aan bestuurderszijde nietgoed is omgelegd. Als de auto rijdt en deveiligheidsgordel van de bestuurdersstoelis niet goed omgelegd, dan gaat het lampjeknipperen. Het akoestische signaal (zoe-mer) van het SBR-systeem (Seat Belt Reminder) kan permanent worden uitge-schakeld door het Fiat Servicenetwerk.
<
123-134 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:13 Pagina 129
130
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GLA
MPJE
S EN
BERI
CHTE
NVOORGLOEI-INSTALLATIE (Multijet-uitvoeringen – geel)
STORING VOORGLOEI-INSTALLATIE (Multijet-uitvoeringen – geel)
Voorgloeien
Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Het lamp-je dooft als de voorgloeibougies de voor-af ingestelde temperatuur hebben bereikt.Start de motor, zodra het lampje gedoofdis.
BELANGRIJK Bij een hoge buitentempe-ratuur kan het lampje zeer kort branden.
Storing in voorgloei-installatie
Het lampje gaat knipperen als er een sto-ring is in de voorgloei-installatie. Wendtu zo snel mogelijk tot het Fiat Service-netwerk.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.
m
WATER INBRANDSTOFFILTERAANWEZIG (Multijet-uitvoeringen – geel)
Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Na enke-le seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als er water inhet dieselfilter zit.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.
cWater in het brandstofsys-teem kan het inspuitsysteemernstig beschadigen en de mo-tor kan onregelmatig gaan
draaien. Als het lampje c gaat branden(bij bepaalde uitvoeringen verschijntook een bericht op het display), wendtu dan zo snel mogelijk tot het Fiat Ser-vicenetwerk om de condens te laten af-tappen. Als het lampje direct na hettanken gaat branden, bestaat de mo-gelijkheid dat er tijdens het tanken wa-ter in de brandstoftank is gekomen: zetin dat geval onmiddellijk de motor uiten wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.
123-134 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:13 Pagina 130
131
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GLA
MPJE
S EN
BERI
CHTE
N
ALGEMENESTORINGSMELDING (geel)
Het lampje gaat bij de volgende omstan-digheden branden.
Storing motoroliedruksensorHet lampje gaat branden bij een storingin de motoroliedruksensor. Wendt u zosnel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerkom de storing te laten verhelpen.
Storing Start&Stop (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het lampje gaat branden als er een storingis in het Start&Stop-systeem.Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.
Storing buitenverlichting
Zie hetgeen beschreven is voor lampje 6.
BrandstofnoodschakelaargeactiveerdHet lampje gaat branden als de brand-stofnoodschakelaar is ingeschakeld.Op het display verschijnt de bijbehorendemelding.
èDEFECTEBUITENVERLICHTING(geel)
Het lampje gaat branden (bepaalde uit-voeringen) als er een storing is in een vande volgende systemen:
– buitenverlichting
– remlichten
– mistachterlichten
– richtingaanwijzers
– kentekenplaatverlichting
– dagverlichting (d.r.l.) (voor bepaalde uit-voeringen/markten).
De storing kan betreffen: doorbrandenvan een of meer lampen, doorbranden vande bijbehorende zekering of een onder-breking in de elektrische verbinding.
Op enkele uitvoeringen gaat het lampje èbranden.
Op enkele uitvoeringen verschijnt een bij-behorende melding op het display.
W
MISTACHTERLICHTEN(geel)
Het lampje gaat branden als de mistach-terlichten worden ingeschakeld.
4
STORINGELEKTRONISCHESTARTBLOKKERING – FIAT CODE(geel)
Een brandend lampje (op enkele uitvoe-ringen verschijnt ook een melding op hetdisplay) geeft een storing aan in het FiatCode-systeem of, indien aanwezig, in hetdiefstalalarm: wendt u in dat geval zo snelmogelijk tot het Fiat Servicenetwerk.
Y
123-134 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:13 Pagina 131
132
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GLA
MPJE
S EN
BERI
CHTE
N
STORING ESP (geel)
Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Na enke-le seconden moet het lampje doven.Als het lampje niet dooft of tijdens het rij-den blijft branden en het lampje op deknop ASR OFF gaat branden, wendt udan tot het Fiat Servicenetwerk.Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.Opmerking Als het lampje knippert tij-dens het rijden, dan geeft dit aan dat hetESP in werking is getreden.
á
STORING HILL HOLDER (geel)
Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Na enke-le seconden moet het lampje doven.
Als het lampje gaat branden, is er een sto-ring in het Hill Holder-systeem. Wendtu in dat geval zo snel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk.
Op enkele uitvoeringen gaat het lampje ábranden.
Op enkele uitvoeringen verschijnt een bijbehorende melding op het display.
*
VERSLETENREMBLOKKEN (geel)
Het lampje op het instrumentenpaneelgaat branden als de remblokken voor ver-sleten zijn; laat deze in dat geval zo snelmogelijk vervangen.
Op enkele uitvoeringen verschijnt een bijbehorende melding op het display.
dREINIGING VANROETFILTER (DPF)BEZIG (alleen Multijet-uitvoeringen met DPF –geel)
Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Na enkeleseconden moet het lampje doven. Hetlampje gaat continu branden om de bestuurder er op te wijzen dat het DPF-systeem het regeneratieproces moet uit-voeren om de verzadiging met verontrei-nigende stoffen (partikels) te verhelpen.Het lampje gaat niet bij iedere regenera-tie van het roetfilter branden, maar alleenals de rijomstandigheden vereisen dat debestuurder er op attent wordt gemaakt.Om het lampje te laten doven moet deauto doorrijden, totdat het regeneratie-proces is voltooid. Dit duurt gemiddeld15 minuten. De optimale omstandighedenom het proces te voltooien, worden be-reikt wanneer de auto 60 km/h rijdt bijeen toerental boven 2000 toeren/min.Het branden van het lampje duidt niet opeen defect aan de auto. Het is dus niet no-dig om de auto naar de garage te brengen.Als het lampje gaat branden, verschijnt ophet display een bijbehorende melding(voor bepaalde uitvoeringen/markten).
h De rijsnelheid moet altijdworden aangepast aan de
verkeerssituatie en de weersomstan-digheden en u dient zich altijd aan degeldende verkeerswetgeving te hou-den. U kunt de motor ook uitzettenmet een brandend DPF-lampje; hetherhaaldelijk onderbreken van het re-generatieproces kan echter een vroeg-tijdige verslechtering van de motor-oliekwaliteit veroorzaken. Het isdaarom aan te raden altijd te wach-ten tot het lampje gedoofd is voordatu de motor uitzet en de hierboven be-schreven aanwijzingen op te volgen.Het is niet aan te raden het regene-ratieproces van het DPF te voltooienbij een stilstaande auto.
ATTENTIE!
123-134 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:13 Pagina 132
133
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GLA
MPJE
S EN
BERI
CHTE
N
INSCHAKELINGELEKTRISCHE STUUR -BEKRACHTIGING“DUALDRIVE” (groen)
Het opschrift CITY gaat branden als deelektrische stuurbekrachtiging “Dualdrive”wordt ingeschakeld door het indrukkenvan de betreffende knop. Als opnieuw opde knop wordt gedrukt, dooft het opschriftCITY.
CITY
GROOTLICHT (blauw)
Het lampje gaat branden als het grootlichtwordt ingeschakeld.
1
MISTLAMPEN VOOR(groen)
Het lampje gaat branden als de mistlam-pen voor worden ingeschakeld.
5
RICHTINGAANWIJZERLINKS (groen – knipperend)
Het lampje gaat branden als de richting-aanwijzerhendel omlaag wordt gezet of,tegelijkertijd met het lampje van de rech-ter richtingaanwijzer, als de drukknopvoor de waarschuwingsknipperlichtenwordt ingedrukt.
F
RICHTINGAANWIJZERRECHTS (groen – knipperend)
Het lampje gaat branden als de richting-aanwijzerhendel omhoog wordt gezet of,tegelijkertijd met het lampje van de linkerrichtingaanwijzer, als de drukknop voorde waarschuwingsknipperlichten wordtingedrukt.
D
BUITENVERLICHTING EN DIMLICHTEN(groen)
FOLLOW ME HOME(groen)
Buitenverlichting en dimlicht
Het lampje gaat branden als de buitenver-lichting of het dimlicht wordt ingeschakeld.
Follow me home
Het lampje gaat branden als dit systeemwordt gebruikt (zie “Follow me home” inhet hoofdstuk “Dashboard en bediening”).
Op het display verschijnt de bijbehorendemelding.
3
123-134 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:13 Pagina 133
134
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
GLA
MPJE
S EN
BERI
CHTE
NASR-SYSTEEM (uitvoeringen met multifunctioneel display)
Het ASR-systeem kan worden uitgescha-keld door het indrukken van de knopASR OFF.
Op het display verschijnt een melding dieaangeeft dat het systeem is uitgeschakeld;gelijktijdig gaat het lampje in de knopbranden.
Als opnieuw op de knop ASR OFFwordt gedrukt, dooft het lampje op deknop en verschijnt op het display een mel-ding die aangeeft dat het systeem weer isingeschakeld.
KANS OP GLADHEID (uitvoeringen metmultifunctioneel display)
Als de buitentemperatuur gelijk is aan oflager wordt dan 3 °C, dan knippert detemperatuuraanduiding om aan te gevendat er kans op gladheid bestaat.
Op het display verschijnt een bijbehoren-de melding.
BEPERKTE ACTIERADIUS (uitvoeringen metmultifunctioneel display)
Op het display verschijnt een melding omde gebruiker te waarschuwen als de ac-tieradius van de auto kleiner wordt dan50 km.
SNELHEIDSLIMIETOVERSCHREDEN
Op het display verschijnt een melding alsde ingestelde snelheidslimiet wordt over-schreden (zie “Multifunctioneel display” inhet hoofdstuk “Dashboard en bediening”).
123-134 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:13 Pagina 134
135
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
MOTOR STARTEN ............................................................. 136
WIEL VERWISSELEN .......................................................... 137
SNELLE BANDENREPARATIESET FIX&GO automatic .............................................................. 142
GLOEILAMP VERVANGEN .............................................. 147
GLOEILAMP BUITENVERLICHTING VERVANGEN ........................................................................ 149
GLOEILAMP INTERIEURVERLICHTING VERVANGEN ........................................................................ 154
ZEKERINGEN VERVANGEN ........................................... 155
ACCU OPLADEN ............................................................... 163
OPKRIKKEN VAN DE AUTO .......................................... 164
SLEPEN VAN DE AUTO .................................................... 165
NNOOOODDGGEEVVAALLLLEENN
In geval van nood raden wij u aan het gratis nummer te bellen dat in de Service- en garantiehandleiding vermeld staat.
U kunt ook de site www.fiat.com raadplegen voor de dichtstbijzijnde vestiging van het Fiat Servicenetwerk.
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 135
136
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
ENMOTOR STARTEN
NOODSTART
Als het lampje Y op het instrumen-tenpaneel constant blijft branden, wendtu dan onmiddellijk tot het Fiat Service-netwerk.
STARTEN MET EEN HULPACCUfig. 1
Als de accu leeg is, kan de motor wordengestart met een hulpaccu, die ten minstedezelfde capaciteit moet hebben als de lege accu.
Ga voor het starten als volgt te werk:
❒ verbind de pluspolen (+ teken nabij depool) van de beide accu’s met een start-kabel;
❒ sluit een tweede startkabel aan op deminpool (–) van de hulpaccu en op demassa-aansluiting E op de motor of deversnellingsbak van de auto die gestartmoet worden;
❒ start de motor;
❒ neem als de motor draait, de kabels inde omgekeerde volgorde los.
Als de motor na enkele pogingen niet aan-slaat, blijf dan niet proberen maar wendtu tot het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK Verbind de minklemmenvan de twee accu’s niet direct met elkaar:eventuele vonken kunnen het explosievegas ontsteken dat uit de accu kan ont-snappen. Als de hulpaccu is geïnstalleerdaan boord van een andere auto, mogentussen deze auto en de auto met de legeaccu niet per ongeluk metalen delen metelkaar in verbinding staan.
BELANGRIJK Raadpleeg de paragraaf"Start&Stop-systeem" in het hoofdstuk"Dashboard en bediening" voordat een au-to met Start&Stop-systeem met een hulp-accu wordt gestart.
ROLLEND STARTEN
Probeer auto’s nooit te starten door zeaan te duwen, te slepen of van een hel-ling af te laten rijden. Op die wijze kan eronverbrande brandstof in de katalysatorterechtkomen, waardoor deze onherstel-baar zal beschadigen.
BELANGRIJK Houd er rekening mee datde rem- en stuurbekrachtiging niet wer-ken zolang de motor niet is aangeslagen,waardoor meer kracht nodig is voor debediening van het rempedaal en het stuur.
Deze startprocedure mag al-leen worden uitgevoerd door
deskundige personen, omdat onjuistehandelingen vonken kunnen veroor-zaken. De vloeistof in de accu is gif-tig en corrosief. Vermijd het contactmet de huid en de ogen. Kom ook nietdicht bij een accu met open vuur ofeen brandende sigaret en veroorzaakgeen vonken.
ATTENTIE!
fig. 1 F0M0414m
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 136
137
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
WIEL VERWISSELEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
Voor het verwisselen van het wiel en voorhet juiste gebruik van de krik en het re-servewiel moeten de onderstaande voor-zorgsmaatregelen in acht worden genomen.
Attendeer het overige weg-verkeer op de stilstaande au-
to m.b.v.: de waarschuwingsknipper-lichten, de gevarendriehoek enz.Tijdens het verwisselen van een wielmoeten alle inzittenden de auto heb-ben verlaten, vooral als de autozwaar beladen is, en op een veilige af-stand van het verkeer wachten, tot-dat het wiel verwisseld is. Trek dehandrem aan.
ATTENTIE!
Het reservewiel behoort bijde auto waarbij het geleverd
is. Gebruik het reservewiel niet bij an-dere auto’s en monteer geen reserve-wielen van andere auto’s. De wiel-bouten behoren bij de auto: gebruik dewielbouten niet bij andere auto’s engebruik geen wielbouten van andereauto’s.
ATTENTIE!
Laat het verwisselde wiel zosnel mogelijk repareren en
monteren. Smeer voor montage deschroefdraad van de wielbouten nietmet vet: de bouten kunnen loslopen.
ATTENTIE!
De krik dient uitsluitend voorhet verwisselen van een wiel
van de auto waarbij de krik geleverdis of voor auto’s van hetzelfde model.Gebruik de krik niet voor het opkrik-ken van andere auto’s. En beslistnooit voor het uitvoeren van werk-zaamheden onder de auto. Als de krikniet juist geplaatst wordt, kan de op-gekrikte auto van de krik vallen. Opeen sticker op de krik is het maximumhefvermogen aangegeven; de krikmag nooit voor een zwaardere lastworden gebruikt.
ATTENTIE!
Door een verkeerde monta-ge kan het wieldeksel tijdens
het rijden loslaten. Maak het ventielabsoluut niet open. Plaats geen enkelstuk gereedschap tussen velg en band.Controleer regelmatig de spanningvan de banden en van het reservewielen houdt u daarbij aan de waardendie beschreven staan in het hoofdstuk“Technische gegevens”.
ATTENTIE!
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 137
138
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
ENGa voor het verwisselen van een wiel als volgt te werk:
❒ zet de auto stil op een plaats waar hetverkeer niet in gevaar wordt gebrachten in alle veiligheid het wiel kan wordenverwisseld. Zet de auto zo mogelijk opeen vlakke en stevige ondergrond;
❒ zet de motor uit en trek de handrem aan;
❒ schakel de eerste versnelling of de ach-teruit in;
❒ trek het veiligheidshesje met reflecte-rende strepen aan (wettelijk verplichtin bepaalde landen) voordat u de autoverlaat;
❒ open de achterklep en til de bekledingop of verwijder de Cargobox (indienaanwezig);
❒ draai de blokkeerschroef A-fig. 2 los;
❒ neem de gereedschaphouder C-fig. 2uit en zet de houder dicht bij het te verwisselen wiel;
❒ pak het reservewiel B-fig. 2;
fig. 2 F0M0188m
Het is nodig te weten dat:
❒ de krik 1,76 kg weegt;
❒ de krik geen afstelwerkzaamheden vereist;
❒ de krik niet kan worden gerepareerd: bijeen defect moet de krik door een krikvan hetzelfde type worden vervangen;
❒ buiten de slinger geen enkel ander ge-reedschap op de krik gemonteerd magworden.
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 138
139
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
❒ draai met de bijgeleverde sleutel E-fig.3 de wielbouten ongeveer een slag los;schud bij uitvoeringen met lichtmetalenvelgen enige malen aan de bovenkantvan de carrosserie, waardoor de velglos van de wielnaaf kan komen; ❒ draai het mechanisme F-fig. 4 zodat de
krik omhoogkomt, totdat het bovenstedeel van de krik G-fig. 4 goed in deborging H-fig. 4 valt;
❒ waarschuw eventuele omstanders datde auto wordt opgekrikt; zorg ervoordat ze zich niet in de nabijheid van deauto bevinden en de auto vooral nietaanraken totdat deze weer geheel opde grond staat;
❒ plaats de slinger L-fig. 4 in de krik enkrik de auto omhoog, totdat het wielenige centimeters los van de grond is;
fig. 3 F0M0362m
fig. 4 F0M0191m
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 139
140
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
❒ bij uitvoeringen met een wieldekselmoet het wieldeksel worden verwij-derd na het losdraaien van de 3 wiel-bouten. Draai vervolgens de vierdewielbout L-fig. 5 los en trek het wiellos;
❒ zorg ervoor dat de boutgaten en allecontactvlakken van het reservewielschoon zijn en geen onzuiverheden be-vatten, omdat hierdoor na verloop vantijd de wielbouten kunnen loslopen;
❒ monteer het reservewiel en draai deeerste wielbout twee slagen in het gat dat zich het dichtst bij het ventielbevindt;
❒ monteer het wieldeksel waarbij het gatmet het halvemaantje over de wielboutmoet vallen die reeds met de bijgele-verde sleutel is geplaatst;
❒ draai de 4 wielbouten handvast;
❒ draai de slinger L-fig. 4 van de krik zo-dat de auto zakt, en verwijder de krik;
❒ draai met de bijgeleverde sleutel dewielbouten kruiselings vast, in de volg-orde die is aangegeven in fig. 6;
❒ als u een wiel met een lichtmetalen velgverwisselt en u wilt deze tijdelijk in dereservewielbak plaatsen, dan raden wiju aan om het wiel met de gepolijste zijde aan de bovenkant te plaatsen.
NORMALE WIEL MONTEREN
Volg de hiervoor beschreven procedure,krik de auto op en demonteer het reser-vewiel.
fig. 5 F0M0192m fig. 6 F0M0194m
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 140
141
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
Uitvoeringen met stalen velgen
Ga als volgt te werk:
❒ zorg ervoor dat de boutgaten en allecontactvlakken van het normale wielschoon zijn en geen onzuiverheden be-vatten, omdat hierdoor na verloop vantijd de wielbouten kunnen loslopen;
❒ monteer het normale wiel en draai de eerste wielbout twee slagen in hetgat dat zich het dichtst bij het ventielbevindt;
❒ monteer het wieldeksel waarbij het gat met het halvemaantje over de reedsgemonteerde wielbout moet vallen en draai vervolgens de 3 andere wiel-bouten vast;
❒ draai met de bijgeleverde sleutel dewielbouten handvast aan;
❒ laat de auto zakken en verwijder dekrik;
❒ draai met de bijgeleverde sleutel dewielbouten kruiselings vast, in de volg-orde die eerder is afgebeeld.
Uitvoeringen met lichtmetalen velgen
Ga als volgt te werk:
❒ plaats het wiel op de naaf en draai metde bijgeleverde sleutel de bouten vast;
❒ laat de auto zakken en verwijder dekrik;
❒ draai met de bijgeleverde sleutel dewielbouten vast in de volgorde die isaangegeven in de figuur.
Ter afsluiting
❒ plaats het verwisselde wiel op de daar-voor bestemde plek in de bagageruimte;
❒ druk de half geopende krik stevig in dehouder C-fig. 2 om rammelen tijdenshet rijden te voorkomen;
❒ berg het gebruikte gereedschap op inde gereedschaphouder;
❒ plaats de gereedschaphouder C-fig. 2,met het gereedschap, in het reservewiel;
❒ draai de bevestigingsschroef A-fig. 2van de gereedschaphouder vast;
❒ plaats de bekleding of de Cargobox (indien aanwezig) terug in de bagage-ruimte.
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 141
142
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
ENSNELLEBANDENREPARATIESETFIX&GO automatic
De snelle bandenreparatieset Fix&Go au-tomatic bevindt zich in de bagageruimte.
De set fig. 7 bevat:
❒ een spuitbus A met afdichtvloeistof, dievoorzien is van:
– een vulbuis B;
– een sticker C met het opschrift“max. 80 km/h”. Na het reparerenvan het wiel moet deze sticker opeen voor de bestuurder goed zicht-bare plaats worden aangebracht (ophet dashboard);
❒ een informatiefolder (zie fig. 8), vooreen correct gebruik van de snelle re-paratieset. De folder moet overhandigdworden aan het personeel dat de be-handelde band repareert;
❒ een compressor D-fig. 7 met man-ometer en aansluitnippels, die in het vakzijn te vinden;
❒ een paar werkhandschoenen dat in hetzijvak van de compressor is te vinden;
❒ adapters voor het oppompen van di-verse voorwerpen.
fig. 7 F0M0198m
In de houder (die zich in de bagageruim-te onder de bekleding bevindt) van de ban-denreparatieset zijn ook de schroeven-draaier en het sleepoog te vinden.
fig. 8 F0M0199m
Overhandig de informatie-folder aan het personeel dat
de band repareert die behandeld ismet de bandenreparatieset.
ATTENTIE!
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 142
143
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
HET IS NOODZAKELIJK TE WETEN DAT:
De afdichtvloeistof bij buitentemperatu-ren tussen −20°C en +50°C werkt.
De afdichtvloeistof heeft een houdbaar-heidsdatum.
De compressor mag niet lan-ger dan 20 minuten achter
elkaar worden ingeschakeld. Gevaarvoor oververhitting. De snelle repa-ratieset is niet geschikt voor perma-nente reparatie; de gerepareerdebanden mogen daarom slechts tijde-lijk worden gebruikt.
ATTENTIE!
Als u een lekke band krijgt,kan de band gerepareerd wor-den als de diameter van hetlek niet groter is dan 4 mm.
Het is niet mogelijk lekkenaan de zijkanten van de
band te repareren. Gebruik de repa-ratieset niet als de band beschadigdis geraakt door het rijden met een lege band.
ATTENTIE!
Bij schade aan de velg (zo-danige vervorming van het
kanaal dat er lucht wegloopt) kan deband niet gerepareerd worden. Ver-wijder de eventueel in de band bin-nengedrongen voorwerpen (schroe-ven of spijkers) niet.
ATTENTIE!
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 143
144
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
PROCEDURE VOOR HETOPPOMPEN VAN DE BAND
De spuitbus bevat ethyleen-glycol. Bevat latex: kan een
allergische reactie veroorzaken. Scha-delijk bij inslikken. Irriterend voor deogen. Kan overgevoeligheid veroor-zaken bij inademing en contact. Ver-mijd contact met ogen, huid en kle-ding. Spoel bij contact onmiddellijkovervloedig met water. Vermijd bra-ken bij inslikken, spoel de mond uit,drink veel water en raadpleeg on-middellijk een arts. Houd buiten hetbereik van kinderen. Het productmag niet gebruikt worden door ast-matische patiënten. Adem de dam-pen niet in tijdens het vullen en op-pompen. Raadpleeg onmiddellijk eenarts bij allergische reacties. Bewaarde spuitbus in de daarvoor bestemderuimte, ver verwijderd van warmte-bronnen. De afdichtvloeistof heefteen houdbaarheidsdatum.
ATTENTIE! Vervang de spuitbus met deafdichtvloeistof als deze da-tum verstreken is. Spuitbussenen afdichtvloeistof zijn scha-
delijk voor het milieu. Houdt u voor hetafvoeren van deze producten aan dewettelijke normen.
Doe de handschoenen aandie bij de snelle bandenre-
paratieset zijn geleverd.
ATTENTIE!
❒ Trek de handrem aan. Draai de ven-tieldop van de band los, neem de vul-buis A-fig. 9 uit en draai de ring B ophet ventiel van de band;
fig. 9 F0M0363m
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 144
145
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
❒ controleer of de schakelaar D-fig. 10van de compressor in stand 0 (uitge-schakeld) staat, start de motor, steekde stekker E-fig. 11 in de dichtstbij-zijnde contactdoos en schakel de com-pressor in door schakelaar D-fig. 10in stand I (ingeschakeld) te zetten.Pomp de band op tot de juiste ban-denspanning is bereikt (zie de paragraaf “Bandenspanning” in het hoofdstuk“Technische gegevens”).
Controleer de bandenspanning op demanometer F-fig. 10. Voor een nauw-keurige aflezing moet de compressorworden uitgeschakeld;
❒ als u er niet in slaagt binnen 5 minutende bandenspanning op ten minste1,5 bar te krijgen, koppel dan de com-pressor los van het ventiel en de con-tactdoos en verplaats vervolgens de au-to ongeveer 10 meter naar voren ofnaar achteren, zodat de afdichtvloeistofin de band verdeeld wordt; pomp deband vervolgens weer op;
❒ als u er ook dan niet in slaagt om, bin-nen 5 minuten na inschakeling van decompressor, de spanning op ten minste1,8 bar te brengen, mag niet verderworden gereden, omdat de band te ergbeschadigd is en de reparatieset de ver-eiste wegligging niet kan garanderen;wendt u tot het Fiat Servicenetwerk;
❒ als de band op de juiste spanning is ge-bracht (zie de paragraaf “Bandenspan-ning” in het hoofdstuk “Technische ge-gevens”), vertrek dan onmiddellijk;
fig. 10 F0M0202m
fig. 11 F0M0203m
fig. 12 F0M0364m
Plaats de sticker op een voorde bestuurder goed zichtba-
re plaats om aan te geven dat deband behandeld is met de snelle ban-denreparatieset. Rijd voorzichtigvooral in bochten. Rijd niet harderdan 80 km/h. Vermijd bruusk accele-reren en remmen.
ATTENTIE!
❒ stop na ongeveer 10 minuten en con-troleer opnieuw de bandenspanning;vergeet niet de handrem aan tetrekken;
Als de bandenspanning on-der 1,8 bar is gedaald, mag
niet verder worden gereden: de snel-le reparatieset Fix&Go automatickan de vereiste wegligging niet ga-randeren omdat de band te erg beschadigd is. Wendt u tot het FiatServicenetwerk.
ATTENTIE!
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 145
146
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN❒ als een spanning van ten minste 1,8 bar
wordt gemeten, herstel dan de correc-te bandenspanning (met draaiende mo-tor en aangetrokken handrem) en rijdtverder;
❒ rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbij-zijnde werkplaats van het Fiat Service-netwerk.
ALLEEN VOOR HETCONTROLEREN EN HERSTELLEN VAN DE SPANNING
De compressor kan ook worden gebruiktvoor het herstellen van de bandenspan-ning. Maak de snelkoppeling los en verbindde koppeling direct met het ventiel van deband fig. 13; op deze manier wordt despuitbus niet met de compressor verbon-den en wordt de afdichtvloeistof niet in deband gespoten.
PROCEDURE VOOR HETVERVANGEN VAN DE SPUITBUS
Ga als volgt te werk voor het vervangenvan de spuitbus:
❒ maak de koppeling A-fig. 14 los;
❒ draai de te vervangen spuitbus linksomen trek de spuitbus omhoog;
❒ plaats de nieuwe spuitbus en draai despuitbus rechtsom;
❒ sluit de koppeling A aan op de spuitbusen plaats de doorzichtige vulbuis B inhet daarvoor bestemde vak.
U moet absoluut aangevendat de band is gerepareerd
met de snelle bandenreparatieset.Overhandig de informatiefolder aanhet personeel dat de met de ban-denreparatieset behandelde band repareert.
ATTENTIE!
fig. 13 F0M0365m fig. 14 F0M0206m
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 146
147
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
GLOEILAMPVERVANGEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
❒ Als een lamp niet brandt, controleerdan eerst of de zekering niet doorge-brand is, voordat u de lamp vervangt:zie voor de plaats van de zekeringen deparagraaf “Zekeringen vervangen” in dithoofdstuk;
❒ controleer voordat u een lamp vervangtof de contacten niet zijn geoxideerd;
❒ vervang een defecte lamp door eenexemplaar van hetzelfde type en ver-mogen;
❒ als u een gloeilamp in de koplamp hebtvervangen, controleer dan om veilig-heidsredenen altijd of de afstelling noggoed is.
BELANGRIJK Aan de binnenzijde kan dekoplamp een beetje beslagen zijn: dit duidtniet op een defect, maar is een natuurlijkverschijnsel dat veroorzaakt wordt dooreen lage temperatuur en de luchtvochtig-heidsgraad, en verdwijnt snel als de kop-lampen worden ingeschakeld. De aanwe-zigheid van druppels aan de binnenzijdevan de koplamp duidt daarentegen op hetbinnendringen van water: wendt u tot hetFiat Servicenetwerk.
TYPEN GLOEILAMPEN
Op de auto zijn verschillende typen gloei-lampen gemonteerd:
A Glasfittinglampen: deze zijn voorzienvan een klemfitting. Verwijder de lampdoor de lamp uit de houder te trekken.
B Gloeilampen met bajonetfitting: ver-wijder de lamp uit de houder doorhem iets in te drukken en linksom tedraaien.
C Buislampen: verwijder de lamp doorhem uit de veercontacten los te maken.
D-E Halogeenlampen: verwijder de lampdoor de borgveer los te haken uit de zitting.
Halogeenlampen mag u uit-sluitend aanraken op het me-talen gedeelte. Als u de bolmet uw vingers aanraakt, zal
de lichtopbrengst van de lamp terug-lopen en kan ook de levensduur be-perkt worden. Als u de bol per onge-luk toch hebt aangeraakt, moet u debol schoonwrijven met een doekje metalcohol en daarna laten drogen.
Modificaties of reparatiesaan de elektrische installatie
die niet correct worden uitgevoerd enwaarbij geen rekening wordt gehou-den met de technische specificatiesvan het systeem, kunnen storingen inde werking en zelfs brand veroorzaken.
ATTENTIE!
Halogeenlampen bevattengas onder druk. Bij breuk
kunnen er glassplinters wegschieten.
ATTENTIE!
fig. 15 F0M0207m
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 147
148
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
ENLampen Figuur Type Vermogen
Grootlicht
Dimlicht
Buitenverlichting voor
Mistlampen voor (indien aanwezig)
Richtingaanwijzers voor
Richtingaanwijzers op flanken
Richtingaanwijzers achter
Achterlichten
Remlichten
Derde remlicht
Achteruitrijverlichting
Mistachterlichten
Kentekenplaatverlichting
Plafondverlichting voor met kantelbaar lampenglas
Plafondverlichting voor met spotjes
H4
H4
W5W
H3
PY21W
WY5W
P21W
R5W
P21/5W
–
P21W
P21W
W5W
C10W
C10W
D
D
A
–
B
A
B
B
B
B
–
–
A
C
C
55 W
60 W
5 W
55 W
21 W
5 W
21 W
5 W
5 W
2,3 W
21 W
21 W
5 W
10 W
10 W
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 148
149
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
GLOEILAMPBUITENVERLICHTINGVERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbeho-rende vermogen de vorige paragraaf“Gloeilamp vervangen”.
KOPLAMPUNITS fig. 16
In de koplampunits zijn de gloeilampenvoor de buitenverlichting, het dimlicht,het grootlicht en de richtingaanwijzer opgenomen.
De lampen zijn op de volgende wijze in delichtunit geplaatst:
A buitenverlichting
B dimlicht/grootlicht (duplolamp)
C richtingaanwijzers (pijlen)
BUITENVERLICHTING fig. 17
Gloeilamp vervangen:
❒ verwijder de geklemde rubber dop Ain de richting van de pijl;
❒ druk de lippen B naar elkaar en neemde lamphouder uit;
❒ trek de lamp C uit de houder en ver-vang hem;
❒ plaats de lamphouder, monteer de dopA en controleer of de dop goed vast-zit (geborgd).
fig. 16 F0M0178m fig. 17 F0M0179m
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 149
150
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
DIMLICHT/GROOTLICHT fig. 18
Gloeilamp vervangen:
❒ verwijder de geklemde rubber dop Ain de richting van de pijl;
❒ trek de middelste stekker los en haakde borgveer van de lamp los;
❒ verwijder en vervang de lamp B;
❒ monteer de nieuwe lamp, waarbij denokken van het metalen deel in de uit-sparingen in de reflector moeten vallen;
❒ haak de borgveer van de lamp vast ensluit vervolgens de stekker aan;
❒ monteer de dop A en controleer of dedop goed vastzit.
RICHTINGAANWIJZERS
Voor fig. 19/a – 19/b
Gloeilamp vervangen:
❒ stuur het rechter/linker wiel iets naarbuiten;
❒ draai de blokkeerschroef A-fig. 19/azoals aangegeven door de pijl en openhet toegangsklepje B;
❒ verwijder deksel/lamphouder C-fig.19/b door deze linksom te draaien;
❒ verwijder de lamp D (met bajonetfit-ting) door hem iets in te drukken enlinksom te draaien en vervang de lamp;
❒ monteer deksel/lamphouder C doordeze rechtsom te draaien en contro-leer of ze goed vastzitten (geborgd);
❒ sluit het toegangsklepje B-fig. 19/a endraai vervolgens de blokkeerschroef Avast.
fig. 18 F0M0180m fig. 19/b F0M0181mfig. 19/a F0M0261m
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 150
151
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
Flankrichtingaanwijzers fig. 20
Gloeilamp vervangen:
❒ duw tegen het lampenglas A zodat deinterne borgveer B wordt ingedrukt entrek de unit naar buiten;
❒ draai de lamphouder C linksom, ver-wijder de geklemde lamp D en vervanghem;
❒ plaats de lamphouder C in het lam-penglas door hem rechtsom te draaien;
❒ monteer de unit en controleer of de in-terne borgveer B goed vastzit (geborgd).
MISTLAMPEN VOOR (indien aanwezig)
Wendt u voor het vervangen van de mistlampen voor A-fig. 21 tot het FiatServicenetwerk.
ACHTERLICHTUNITS fig. 22-23
In de achterlichtunits zijn de gloeilampenvoor de achterlichten, de remlichten ende richtingaanwijzers opgenomen.
De lampen zijn op de volgende wijze inde lichtunit geplaatst:
B richtingaanwijzers (pijlen)
C achterlichten
D achterlichten/remlichten (duplolamp).
fig. 20 F0M0182m
fig. 22 F0M0184m
fig. 21 F0M0223m
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 151
152
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
Gloeilamp vervangen:
❒ open de achterklep en draai de tweeschroeven A los;
❒ trek de middelste stekker los en trekde lampunit naar buiten;
❒ draai de schroeven E los en neem delamphouder uit;
❒ verwijder de te vervangen lamp B, C ofD (met bajonetfitting) door hem iets inte drukken en linksom te draaien envervang de lamp;
❒ monteer de lamphouder en draai deschroeven E vast;
❒ sluit de stekker aan, plaats de lampunitop de juiste wijze op de carrosserie vande auto en draai de schroeven A vast.
MISTACHTERLICHTEN fig. 24
Wendt u voor het vervangen van het mis-tachterlicht A tot het Fiat Servicenetwerk.
ACHTERUITRIJLICHTEN fig. 25
Wendt u voor het vervangen van het ach-teruitrijlicht A tot het Fiat Servicenetwerk.
fig. 24 F0M0208m fig. 25 F0M0209m
fig. 23 F0M0185m
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 152
153
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
DERDE REMLICHT fig. 26-27
Gloeilamp vervangen:
❒ open de achterklep;
❒ verwijder de rubber doppen A-fig. 26;
❒ druk op de borglippen B-fig. 26 en ver-wijder het lampenglas C-fig. 27;
❒ maak de stekker los;
❒ druk de lippen D-fig. 27 naar elkaar enneem de lamphouder uit;
❒ verwijder de geklemde lamp en vervanghem.
KENTEKENPLAATVERLICHTINGfig. 28-29
Gloeilamp vervangen:❒ verwijder het lampenglas A-fig. 28 op
het door de pijl aangegeven punt;❒ maak de lamp fig. 29 los uit de veer-
contacten aan de zijkant en vervanghem; controleer of de nieuwe lampgoed vastzit in de veercontacten;
❒ monteer het geklemde lampenglas.
fig. 26 F0M0210m fig. 27 F0M0211m fig. 28 F0M0212m
fig. 29 F0M0233m
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 153
154
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
ENGLOEILAMPINTERIEURVERLICHTINGVERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbeho-rende vermogen de paragraaf “Gloeilampvervangen”.
PLAFONDLAMPJE VOOR (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Gloeilampen vervangen:
❒ verwijder het plafondlampje D-fig. 30op de door de pijlen aangegeven punten;
❒ open het beschermdeksel E-fig. 31;
❒ maak de lamp F-fig. 31 los uit de veer-contacten aan de zijkant en vervanghem; controleer of de nieuwe lampgoed vastzit in de veercontacten;
❒ sluit het beschermdeksel E-fig. 31 enplaats het plafondlampje D-fig. 30 in de zitting; controleer of het goed geborgd is.
PLAFONDVERLICHTING VOOR MET SPOTJES (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Gloeilampen vervangen:
❒ verwijder het plafondlampje A-fig. 32op de door de pijlen aangegeven punten;
❒ open het beschermdeksel B;
❒ maak de lampen C-fig. 33 los uit deveercontacten aan de zijkant en vervangze; controleer of de nieuwe lampengoed vastzitten in de veercontacten;
❒ sluit het beschermdeksel B-fig. 33 enplaats het plafondlampje A-fig. 32 in dezitting; controleer of het goed geborgdis.
fig. 32 F0M0213m
fig. 33 F0M0234m
fig. 30 F0M0214m
fig. 31 F0M0235m
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:11 Pagina 154
155
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
ZEKERINGENVERVANGEN
ALGEMEEN
Het elektrische systeem wordt door ze-keringen beveiligd: de zekering brandtdoor bij een storing of bij oneigenlijk gebruik van het systeem.
Als een elektrisch onderdeel niet werkt,controleer dan eerst of de zekering nietis doorgebrand: de verbindingsstrip A-fig. 34 mag niet onderbroken zijn. Is ditwel het geval, dan moet u de zekering ver-vangen door een exemplaar met dezelfdestroomsterkte (zelfde kleur).
B zekering in goede staat fig. 34
C zekering met doorgebrande strip fig. 34.
fig. 34 F0M0236m
Vervang een zekering nooitdoor een zekering met
een hogere stroomsterkte (ampère);BRANDGEVAAR.
ATTENTIE!
Vervang een defecte zekeringnooit door ander materiaal.
Als een hoofdzekering (ME-GA-FUSE, MIDI-FUSE, MAXI-
FUSE) doorbrandt, wendt u dan tothet Fiat Servicenetwerk.
ATTENTIE!
Als de zekering opnieuwdoorbrandt, wendt u dan tot
het Fiat Servicenetwerk.
ATTENTIE!
Controleer, voordat u eenzekering vervangt, of de con-
tactsleutel uit het contactslot is ge-nomen en alle stroomgebruikers uitstaan en/of zijn uitgeschakeld.
ATTENTIE!
Als een zekering van de vei-ligheidssystemen (airbagsys-
teem, remsysteem), de aandrijvingvan de auto (motormanagementsy-steem, regelsysteem van de versnel-lingsbak) of de stuurinrichting door-brandt, wendt u dan tot het FiatServicenetwerk.
ATTENTIE!
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 155
156
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
ENTOEGANG TOT DE ZEKERINGEN
De zekeringen van de auto bevinden zichin drie zekeringenkasten; op het dash-board, in de motorruimte en in de baga-geruimte (linkerzijde).
Zekeringenkast op dashboard fig. 36
De zekeringen in de zekeringenkast op het dashboard zijn bereikbaar nadat deschroeven A-fig. 35 zijn losgedraaid enhet deksel is verwijderd. fig. 36 F0M0415m
34567
891011121314
12
fig. 35 F0M0016m
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 156
157
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
Zekeringenkast in motorruimte fig. 38
De zekeringen in de zekeringkast naast deaccu zijn bereikbaar nadat het bescherm-deksel fig. 37 is verwijderd.
fig. 38 F0M0417m
fig. 37 F0M0416m
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 157
158
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
ENZekeringenkast in bagageruimtefig. 40
De zekeringen in de zekeringenkast linksin de bagageruimte zijn bereikbaar nadathet inspectieklepje is geopend (zoals afge-beeld in fig. 39).
fig. 40 F0M0372m
fig. 39 F0M0246m
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 158
159
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
7,5
7,5
5
5
10
5
20
20
20
20
5
5
7,5
1
8
13
2
5
11
4
6
14
7
12
3
10
ZEKERINGENTABEL
Zekeringenkast op dashboard fig. 36
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Dimlicht rechts
Dimlicht links, koplampverstelling
Voeding INT/A voor relaisspoelen in zekeringenkast motorruimte en relaisspoelen in regeleenheid body computer
Plafondlampje voor, plafondlampje achter (VAN-uitvoering)
+ Accu voor voeding EOBD-diagnosestekker, sirene diefstalalarm, autoradio, Blue&Me-regeleenheid.
INT-voeding voor instrumentenpaneel, rempedaalschakelaar (N.O.-contact), derde remlicht
Slotmotoren portiervergrendeling, “dead lock”-actuatoren, motor achterklepontgrendeling
Ruitensproeier-/achterruitsproeierpomp
Motor ruitbediening in voorportier bestuurderszijde
Motor ruitbediening in voorportier passagierszijde
INT-voeding voor verlichting bedieningspanelen, elektrische buitenspiegelverstelling,regeleenheid opendak, infotelematica-aansluiting my-port
Instrumentenpaneel
INT-voeding voor rempedaalschakelaar (N.C.-contact), koppelingspedaalschakelaar, interieurverwarming, Blue&Me-regeleenheid, inbouwvoorbereiding autoradio, voltage-stabilizer, achteruitrijlicht in achterbumper, waterdetectiesensor in brandstoffilter, voorgloeiregeleenheid, luchtkwantummeter, sensor in rembekrachtiger, relaisspoelen in zekeringenkast motorruimte
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 159
160
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
ENZekeringenkast in motorruimte fig. 38
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Eentonige claxon
Grootlicht links, grootlicht rechts
Hulpverwarming PTC1
Aircocompressor
Achterruitverwarming
Elektrische brandstofpomp in tank
10
14
15
19
20
21
10
15
30
7,5
30
15
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 160
161
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
15
7,5
–
15
5
7,5
30
84
85
86
87
88
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Mistlamp links, mistlamp rechts
Magneetkleppen voor methaanregeling CNG-systeem
Stekkerdoos (inbouwvoorbereiding)
Stekkerdoos interieur, aansteker
Accuconditiesensor
Spiegelverwarming bestuurderszijde, spiegelverwarming passagierszijde
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 161
162
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
17
14
01
03
04
15
10
16
08
07
05
11
13
09
06
02
20
7,5
–
–
–
–
20
–
10
–
15
20
–
10
–
–
Zekeringenkast in bagageruimte fig. 44
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Elektrisch bedienbaar opendak
Regeleenheid diefstalalarm
Beschikbaar
Beschikbaar
Beschikbaar
Beschikbaar
Ruitbediening (motor, regeleenheid) in rechter portier
Beschikbaar
Verwarming in voorstoel bestuurderszijde
Trekhaak (inbouwvoorbereiding voor zekeringmontage door after market)
Stekkerdoos in bagageruimte
Ruitbediening (motor, regeleenheid) in linker portier
Beschikbaar
Verwarming in voorstoel passagierszijde
Beschikbaar
Beschikbaar
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 162
163
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
ACCU OPLADEN
BELANGRIJK De beschrijving voor hetopladen van de accu dient slechts ter in-formatie. Wendt u bij voorkeur tot het Fiat Servicenetwerk om deze werkzaam-heden uit te laten voeren.
We raden u aan de accu langzaam en meteen lage stroomsterkte (ampèrage) gedu-rende ca. 24 uur op te laden. Als u de ac-cu snel oplaadt met een hoge stroom-sterkte, kan de accu worden beschadigd.
UITVOERINGEN ZONDERStart&Stop
Ga voor het opladen als volgt te werk:
❒ maak de klem los van de minpool op deaccu;
❒ sluit de kabels van het laadapparaat aan op de accupolen; let hierbij op depolariteit;
❒ schakel de acculader in;
❒ aan het einde van het opladen: schakeleerst de acculader uit en koppel dan deaccu los;
❒ sluit de klem weer aan op de minpoolvan de accu.
fig. 41 F0M0518m
UITVOERINGEN ZONDERStart&Stop fig. 41 (met secundaire minpool)(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Ga voor het opladen als volgt te werk:
❒ koppel de minklem met de snelspannerA los van de secundaire minpool B,omdat minpool C van de accu is voor-zien van een sensor D voor de controlevan de accuconditie, die nooit van deminpool C mag worden losgekoppeld(behalve als de accu wordt vervangen);
❒ verbind de pluskabel van de acculadermet de pluspool E van de accu en deminkabel met de secundaire minpool B;
❒ schakel de acculader in. Schakel aan heteinde van het opladen eerst de accula-der uit en koppel dan de acculader los;
❒ sluit, na het loskoppelen van het laad-apparaat, de minklem met de snelspan-ner A weer aan op de secundaire min-pool B.
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 163
164
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
ENOPKRIKKEN VAN DE AUTO
Als de auto omhoog gezet moet worden,wendt u dan tot een werkplaats van hetFiat Servicenetwerk; deze beschikt overeen garagekrik of hefbrug.
De auto mag uitsluitend worden opgekriktdoor de hefarm van de garagekrik of dehefbrug te plaatsen, zoals in de figuur is afgebeeld.
Probeer een bevroren accuniet op te laden: eerst moet
de accu ontdooid worden, andersloopt u het risico dat de accu ontploft.Als de accu bevroren is geweest, moetdoor deskundig personeel worden ge-controleerd of de cellen niet bescha-digd zijn en of de bak geen scheurenvertoont, waardoor de giftige en corrosieve vloeistof kan weglekken.
ATTENTIE!
fig. 42 F0M0513m
De vloeistof in de accu is gif-tig en corrosief. Vermijd het
contact met de huid en de ogen. Hetopladen van de accu moet wordenuitgevoerd in een goed geventileer-de ruimte, ver verwijderd van openvuur en vonkvormende apparaten:brand- en ontploffingsgevaar.
ATTENTIE!
UITVOERINGEN MET Start&Stopfig. 42 (zonder secundaire minpool) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Ga voor het opladen als volgt te werk:
❒ koppel de stekker A (door bedieningvan knop B) los van de accuconditie-sensor C, die op de minpool D van deaccu is gemonteerd.
❒ verbind de pluskabel van de acculadermet de pluspool E van de accu en deminkabel met de aansluiting op sensorD zoals in figuur is aangegeven;
❒ schakel de acculader in. Schakel aan heteinde van het opladen de acculader uit;
❒ sluit, na het loskoppelen van het laad-apparaat, de stekker A weer aan opsensor C zoals in figuur is aangegeven.
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 164
165
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
fig. 43 F0M0366m
BELANGRIJK Als bij Sport-uitvoeringende auto aan de zijkant opgekrikt wordtmet een garagekrik, zorg dan dat de side-skirts niet beschadigd worden.
SLEPEN VAN DE AUTOBij de auto is een sleepoog geleverd. Hetsleepoog bevindt zich in de gereedscha-phouder onder de vloerbedekking in debagageruimte.
SLEEPOOG BEVESTIGEN fig. 44-45
Ga als volgt te werk:❒ verwijder de dop A;❒ pak het sleepoog B uit de houder;
❒ draai het sleepoog geheel op deschroefdraadpen voor of achter.
Houd er rekening mee dat derem- en stuurbekrachtiging
niet werken zolang de motor niet isaangeslagen, waardoor meer krachtnodig is voor de bediening van hetrempedaal en het stuur. Gebruik voorhet slepen geen elastische kabels enrijd zo gelijkmatig mogelijk. Contro-leer tijdens het slepen of de sleepka-bel geen carrosseriedelen kan be-schadigen. Houdt u bij het slepen vaneen auto aan de wettelijke voor-schriften. Dit geldt zowel voor het slepen zelf als voor het gedrag naar andere weggebruikers.
ATTENTIE!
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 165
166
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
NOOD
GE-
VALL
EN
Start de motor niet als deauto wordt gesleept.
ATTENTIE!
Maak de schroefdraad zorg-vuldig schoon, voordat u het
sleepoog op de schroefdraadpendraait. Controleer, voordat de autowordt gesleept, of het sleepoog tot te-gen de aanslag op de schroefdraad-pen is gedraaid.
ATTENTIE!
Schakel voordat de auto ge-sleept wordt, het stuurslot
uit (zie de paragraaf “Start-/con-tactslot” in het hoofdstuk “Dash-board en bediening”). Houd er tijdenshet slepen rekening mee dat de rem-en stuurbekrachtiging niet werken alsde motor niet draait, waardoor meerkracht nodig is voor de bediening vanhet rempedaal en het stuur. Gebruikvoor het slepen geen elastische ka-bels en rijd zo gelijkmatig mogelijk.Controleer tijdens het slepen of desleepkabel geen carrosseriedelen kanbeschadigen. Houdt u bij het slepenvan een auto aan de wettelijke voor-schriften. Dit geldt zowel voor hetslepen zelf als voor het gedrag naarandere weggebruikers.
ATTENTIE!
Het sleepoog voor en achtermag uitsluitend worden ge-
bruikt voor pechgevallen op een vlak-ke weg. Slepen, waarbij gebruik moetworden gemaakt van een sleepver-binding (sleepstang) die aan de wet-telijke eisen voldoet, is toegestaanover korte afstanden om de auto opeen vlakke weg te verplaatsen alsvoorbereiding op transport m.b.v. eenafsleepauto of een autoambulance.De sleepogen MOGEN NIET wordengebruikt voor het slepen van het voer-tuig buiten een vlakke weg of als erobstakels aanwezig zijn en/of voor hetslepen met sleepkabels of andereelastische materialen.Naast bovenstaande voorwaardenmoeten de twee voertuigen (het sle-pende en het gesleepte) tijdens hetslepen ook zo veel mogelijk in eenrechte lijn achter elkaar blijven.
ATTENTIE!
fig. 44 F0M0243m
fig. 45 F0M0238m
135-166 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 166
167
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
G
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD .......................... 168
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA BENZINE-UITVOERINGEN .............................................. 169
GEPROGRAMMEERDONDERHOUDSSCHEMA DIESEL-UITVOERINGEN ................................................... 171
PERIODIEKE CONTROLES .............................................. 173
ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO................................ 173
NIVEAUS CONTROLEREN .............................................. 174
LUCHTFILTER ...................................................................... 179
POLLENFILTER .................................................................... 179
ACCU ..................................................................................... 179
WIELEN EN BANDEN ....................................................... 181
RUBBER SLANGEN ............................................................ 182
RUITENWISSERS/ACHTERRUITWISSER ...................... 182
CARROSSERIE ...................................................................... 184
INTERIEUR ............................................................................ 186
OONNDDEERRHHOOUUDD EENN ZZOORRGG
167-186 ACTUAL NL 1ed 2-09-2010 12:34 Pagina 167
168
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GBELANGRIJK De servicebeurten van hetGeprogrammeerd Onderhoud zijn door defabrikant voorgeschreven. Het niet uitvoe-ren van deze servicebeurten kan het ver-vallen van de garantie tot gevolg hebben.
De werkzaamheden van het Geprogram-meerd Onderhoud kunnen door alle ves-tigingen van het Fiat Servicenetwerk tegenvaste tarieftijden worden uitgevoerd.
Eventuele reparaties die nodig blijken tij-dens het uitvoeren van de diverse inspec-ties en controles van het geprogrammeerdonderhoud, worden uitsluitend na toe-stemming van de klant uitgevoerd.
BELANGRIJK Het is raadzaam eventuelekleine defecten onmiddellijk door het Fiat Servicenetwerk te laten verhelpen endaarmee niet te wachten tot de volgendeservicebeurt.
Als de auto vaak wordt gebruikt voor hettrekken van aanhangers, moeten er kor-tere intervallen worden aangehoudenvoor de werkzaamheden van het gepro-grammeerd onderhoud.
GEPROGRAMMEERDONDERHOUD
Doelmatig onderhoud is een beslissendefactor voor een lange levensduur, de be-ste prestaties en een zo zuinig mogelijk ge-bruik van de auto.
Om dit te realiseren heeft Fiat een reekscontrole- en onderhoudsbeurten samen-gesteld die iedere 30.000 km moeten wor-den uitgevoerd.
Onthoud echter dat het geprogrammeerdonderhoud niet volledig toereikend is omde auto in optimale staat te houden: zo-wel in de beginperiode voor de service-beurt bij 30.000 kilometer als daarna, tus-sen twee servicebeurten in, moet regel-matig wat aandacht aan de auto wordengeschonken. Controleer bijvoorbeeld re-gelmatig de bandenspanning en de vloei-stofniveaus en vul deze laatste zo nodig bij.
167-186 ACTUAL NL 1ed 2-09-2010 12:34 Pagina 168
169
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
G
30 60 90 120 150 180
● ● ● ● ● ●
● ● ● ● ● ●
● ● ● ● ● ●
● ● ● ● ● ●
● ● ●
● ● ● ● ● ●
● ● ● ● ● ●
● ●
● ●
●
● ● ● ● ● ●
● ● ●
ONDERHOUDSSCHEMA BENZINE-UITVOERINGEN
De onderhoudsbeurten moeten iedere 30.000 km worden uitgevoerd
× 1000 km
Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen
Werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, richtingaanw., waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur, waarschuwings-/ controlelampjes enz.) controleren;
Werking ruitenwissers/-sproeiers voor/achter controleren
Remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren
Remschoenen achter (trommelremmen) op conditie en slijtage controleren
Visueel de conditie controleren van: buitenzijde carrosserie, bodemplaatbescherming, uitlaat, brandstof- en remleidingen, rubber delen (stofkappen, hoezen enz.), en rubber slangenvan het rem- en brandstofsysteem
Vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep op vervuiling controleren en mechanismen smeren
Spanning van aandrijfriem(en) voor hulporganen controleren en eventueel afstellen (uitvoeringen 1.2 – 1.4 met verwarming)
Conditie van aandrijfriem(en) voor de hulporganen visueel controleren
Aandrijfriem(en) voor hulporganen vervangen
Handrem controleren en eventueel afstellen
Klepspeling controleren en eventueel afstellen
167-186 ACTUAL NL 1ed 2-09-2010 12:34 Pagina 169
170
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
G
Als de auto overwegend in stadsverkeer gebruikt wordt en in elk geval als de auto jaarlijks minder dan 10.000 kmrijdt, dan moet de motorolie en het oliefilter iedere 12 maanden worden vervangen.
× 1000 km
Uitlaatgasemissie controleren
Controle van de laadstatus van de accu en eventuele oplading
Luchtfilterelement vervangen
Vloeistofniveaus bijvullen (motorkoelsysteem, remsysteem, accu, ruitensproeiers enz.)
Conditie van distributieriem controleren
Motormanagementsysteem controleren (m.b.v. diagnosestekker)
Bougies vervangen
Getande distributieriem vervangen (*)
Motorolie en oliefilter vervangen (of om de 24 maanden)
Remvloeistof vervangen (of om de 24 maanden)
Pollenfilter vervangen (of om de 24 maanden)
(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koude klimaten, gebruik in stadsverkeer, langdurig stationair draaien,stoffige omgeving) om de 4 jaar of in ieder geval om de 5 jaar worden vervangen.
30 60 90 120 150 180
● ● ● ● ● ●
● ● ● ● ● ●
● ● ●
● ● ● ● ● ●
● ●
● ● ● ● ● ●
● ● ● ● ● ●
●
● ● ● ● ● ●
● ● ●
● ● ● ● ● ●
167-186 ACTUAL NL 1ed 19-01-2011 9:15 Pagina 170
171
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
G
ONDERHOUDSSCHEMADIESEL-UITVOERINGENDe onderhoudsbeurten moeten iedere 30.000 km worden uitgevoerd
30 60 90 120 150 180
● ● ● ● ● ●
● ● ● ● ● ●
● ● ● ● ● ●
● ● ● ● ● ●
● ● ● ● ● ●
● ● ●
● ● ● ● ● ●
● ● ● ● ● ●
● ● ● ● ● ●
● ● ● ● ● ●
● ● ● ● ● ●
● ●
× 1000 km
Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen
Werking verlichting(koplamp-/achterlichtunits, richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur, dashboardkastje, waarschuwings-/controlelampjes enz.) controleren
Werking ruitenwissers/-sproeiers voor/achter controleren
Stand wisserbladen voor/achter controleren en wisserbladen op slijtage controleren
Remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren en werking waarschuwingslampje voor versleten remblokken controleren
Remschoenen achter (trommelremmen) op conditie en slijtage controleren
Visueel de conditie controleren van: buitenzijde carrosserie, bodemplaatbescherming, uitlaat, brandstof- en remleidingen, rubber delen (stofkappen, hoezen, bussen enz.), en rubber slangen van het rem- en brandstofsysteem
Vergrendelmechanismen van motorkap en achterklep op vervuiling controleren en mechanismen smeren
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (remsysteem, hydraulische koppelingbediening, ruitensproeiers, accu, motorkoelsysteem enz.)
Handrem controleren en eventueel afstellen
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren
Conditie van aandrijfriemen voor hulporganen visueel controleren
167-186 ACTUAL NL 1ed 2-09-2010 12:34 Pagina 171
172
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
G× 1000 km
Controle van de laadstatus van de accu en eventuele oplading
Motormanagementsysteem controleren (m.b.v. diagnosestekker)
Aandrijfriem(en) voor hulporganen vervangen
Brandstoffilter vervangen
Luchtfilterelement vervangen
Motorolie en oliefilter vervangen (Multijet-uitvoeringen zonder DPF) (of om de 24 maanden)
Motorolie en oliefilter vervangen (Multijet-uitvoeringen met DPF) (**)
Remvloeistof vervangen (of om de 24 maanden)
Pollenfilter vervangen (of om de 24 maanden)
(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koude klimaten, gebruik in stadsverkeer,langdurig stationair draaien) om de 4 jaar worden vervangen of in ieder geval om de 5 jaar.
(**) De motorolie en het oliefilter moeten worden vervangen bij een brandend waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel(zie het hoofdstuk “Lampjes en berichten”) of in ieder geval om de 24 maanden.
Als de auto overwegend in stadsverkeer gebruikt wordt, dan moet de motorolie en het oliefilter om de 12 maan-den worden vervangen.
30 60 90 120 150 180
● ● ● ● ● ●
● ● ● ● ● ●
●
● ● ●
● ● ● ● ● ●
● ● ● ● ● ●
● ● ●
● ● ● ● ● ●
167-186 ACTUAL NL 1ed 18-01-2011 14:57 Pagina 172
173
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
G
ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO
Als de auto overwegend onder zware bedrijfsomstandigheden rijdt, zoals:
❒ trekken van aanhangers of caravans;
❒ rijden op stoffige wegen;
❒ veel korte ritten (minder dan 7-8 km)en bij buitentemperaturen onder nul;
❒ veel langdurig stationair draaiende mo-tor of lange ritten bij lage snelheden(bijv. bij huis-aan-huis bezorging) of alsde auto lang stilstaat;
❒ in de stad;
is het noodzakelijk de volgende contro-les vaker uit te voeren, dan in het On-derhoudsschema staat aangegeven:
❒ remblokken voor (schijfremmen) opconditie en slijtage controleren;
❒ vergrendelmechanismen van motor-kap en kofferdeksel op vervuiling con-troleren en mechanismen smeren;
❒ visueel de conditie controleren van:motor, versnellingsbak, aandrijfassen,uitlaat, brandstof- en remleidingen,rubber delen (stofkappen, hoezenenz.) en rubber slangen van rem- enbrandstofsysteem;
❒ acculading en niveau van het elektro-lyt in de accu controleren;
❒ conditie van aandrijfriemen voor hulp-organen visueel controleren;
❒ pollenfilter controleren en eventueelvervangen;
❒ luchtfilter controleren en eventueelvervangen.
PERIODIEKECONTROLES
Iedere 1.000 km of voor een lange reiscontroleren en eventueel bijvullen:
❒ niveau van de motorkoelvloeistof;
❒ niveau van de remvloeistof;
❒ niveau van de ruitensproeiervloeistof;
❒ conditie en spanning van de banden;
❒ werking verlichting (koplamp-/achter-lichtunits, richtingaanwijzers, waarschu-wingsknipperlichten enz.);
❒ werking ruitenwissers/-sproeiers enstand/slijtage wisserbladen voor enachter.
Iedere 3.000 km controleren en eventu-eel bijvullen: motorolieniveau.
Gebruik bij voorkeur producten van PETRONAS LUBRICANTS omdat diespeciaal zijn afgestemd op de Fiat-model-len (zie de “Vullingstabel” in het hoofdstuk“Technische gegevens”).
167-186 ACTUAL NL 1ed 2-09-2010 12:34 Pagina 173
174
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GNIVEAUSCONTROLEREN
fig. 1 – Uitvoeringen 1.2 (Euro 4) en 1.4 8V
Rook nooit tijdens werk-zaamheden in de motor-
ruimte: er kunnen licht ontvlambaregassen aanwezig zijn; brandgevaar.
ATTENTIE!
Belangrijk; tijdens het bijvul-len mogen de vloeistoffen metverschillende specificaties nietgemengd worden: als de spe-
cificaties van de vloeistoffen verschil-len, kan de auto ernstig beschadigdworden.
1. Motorkoelvloeistof
2. Accu
3. Ruitensproeiervloeistof
4. Remvloeistof
5. Motorolie.
F0M0418m
fig. 1a - Uitvoeringen 1.2 (Euro 5) F0M0531m
167-186 ACTUAL NL 1ed 2-09-2010 12:34 Pagina 174
175
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
G
fig. 2 – Uitvoering 1.3 Multijet (Euro 4)
1. Motorolie
2. Motorkoelvloeistof
3. Ruitensproeiervloeistof
4. Remvloeistof
5. Accu
6. Dieselfilter
F0M0421m
fig. 2a – Uitvoering 1.3 Multijet (Euro 5) F0M519m
1. Motorkoelvloeistof
2. Accu
3. Ruitensproeiervloeistof
4. Remvloeistof
5. Motorolie
6. Dieselfilter
167-186 ACTUAL NL 1ed 2-09-2010 12:34 Pagina 175
176
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
G
Als het oliepeil dicht bij of onder het MIN-merkteken staat, moet er via de olievu-lopening A motorolie tot aan het MAX-merkteken worden bijgevuld.
Het olieniveau mag nooit het MAX-merk-teken overschrijden.
MOTOROLIEVERBRUIK
Als richtlijn geldt een maximaal motor-olieverbruik van ongeveer 400 gram per1000 km.
De motor van een nieuwe auto moet nogworden ingereden. Dit betekent dat hetmotorolieverbruik pas na de eerste 5.000÷6.000 km stabiliseert.
BELANGRIJK Het motorolieverbruikhangt af van de rijstijl en de gebruiksom-standigheden van de auto.
BELANGRIJK Na het bijvullen of het ver-versen van de olie, moet u de motor eni-ge seconden laten draaien, vervolgens demotor uitzetten en na enige minuten hetoliepeil controleren.
MOTOROLIE fig. 3-4
Controleer het oliepeil als de auto op eenvlakke ondergrond staat en enige minuten(circa 5) na het uitzetten van de motor.
Het oliepeil moet altijd tussen het MIN-en MAX-merkteken op de oliepeilstok Bstaan.
Het verschil tussen het MIN- en MAX-merkteken komt overeen met ongeveer1 liter olie.
fig. 3 – Uitvoeringen 1.2 en 1.4 8V F0M0149m fig. 4 – Uitvoering 1.3 Multijet F0M0150m
167-186 ACTUAL NL 1ed 2-09-2010 12:34 Pagina 176
177
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
G
fig. 5
Het motorkoelsysteem ge-bruikt PARAFLUUP-koelvloei-stof. Gebruik voor het even-tueel bijvullen vloeistof met
dezelfde specificaties als waarmee hetmotorkoelsysteem is gevuld. PARAF-LUUP-koelvloeistof kan niet wordengemengd met welke andere koelvloei-stof dan ook. Als dit toch gebeurt, magde motor absoluut niet worden gestarten moet u zich tot het Fiat Service-netwerk wenden.
Het koelsysteem staat onderdruk. Vervang de dop zo no-
dig alleen door een exemplaar vanhetzelfde type, anders kan de werkingvan het systeem in gevaar worden ge-bracht. Draai bij een warme motor dedop van het expansiereservoir nooitlos: gevaar voor verbranding.
ATTENTIE!MOTORKOELVLOEISTOF fig. 5
Het niveau van de koelvloeistof moet ge-controleerd worden bij een koude motoren moet tussen het MIN- en MAX-merk-teken op het expansiereservoir staan.
Een te laag niveau bijvullen door eenmengsel van gedemineraliseerd water en50% PARAFLUUP van PETRONAS LU-BRICANTS langzaam via de vulopening Avan het expansiereservoir te gieten tot aanhet MAX-merkteken.
Een mengsel van 50% PARAFLUUP en50% gedemineraliseerd water beschermttot een temperatuur van −35°C.
Onder extreem koude klimatologischeomstandigheden raden wij een mengselaan van 60% PARAFLUUP en 40% ge-demineraliseerd water.
Afgewerkte motorolie en hetvervangen motoroliefilter be-vatten stoffen die schadelijkzijn voor het milieu. Het is
raadzaam om het verversen van de olieen het vervangen van het oliefilter doorhet Fiat Servicenetwerk te laten uit-voeren. Het Fiat Servicenetwerk be-schikt over de uitrusting voor het opmilieuvriendelijke wijze en conform dewettelijke bepalingen verwerken vanafgewerkte olie en oliefilters.
Vul nooit olie bij met anderespecificaties dan de olie waar-mee de motor is gevuld.
Wees bij het uitvoeren vanwerkzaamheden in de mo-
torruimte extra voorzichtig als de mo-tor nog warm is: gevaar voor ver-branding. Onthoud dat bij een war-me motor de elektroventilateur on-verwacht kan inschakelen: kans opverwonding. Pas op als u sjaals, das-sen of loszittende kledingstukkendraagt: deze kunnen door de bewe-gende onderdelen worden gegrepen.
ATTENTIE!
F0M0424m
167-186 ACTUAL NL 1ed 2-09-2010 12:34 Pagina 177
178
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
G
hoge luchtvochtigheid, dan moet de vloei-stof vaker worden vervangen dan in het“Onderhoudsschema” staat aangegeven.
fig. 7
Rijd niet met een leeg rui-tensproeierreservoir: de rui-
tensproeiers zijn van fundamenteelbelang voor een optimaal zicht.
ATTENTIE!
Enkele in de handel verkrijg-bare ruitensproeiervloeistof-
fen zijn licht ontvlambaar. In de mo-torruimte bevinden zich warme on-derdelen die bij contact de vloeistofkunnen doen ontbranden.
ATTENTIE!
Voorkom contact tussen dezeer corrosieve vloeistof en delak. Als remvloeistof wordt ge-morst, moet de lak onmiddel-
lijk met water worden afgespoeld.
RUITENSPROEIERVLOEISTOFfig. 6
Verwijder de dop A en vul vloeistof bij.Gebruik een mengsel van water en TU-TELA PROFESSIONAL SC35 in devolgende mengverhouding:30% TUTELA PROFESSIONAL SC35en 70% water in de zomer.50% TUTELA PROFESSIONAL SC35en 50% water in de winter.Bij temperaturen onder −20°C TUTE-LA PROFESSIONAL SC35 onver-dund gebruiken.Controleer visueel het niveau van de vloei-stof in het reservoir.
fig. 6 F0M0154m
REMVLOEISTOF fig. 7
Draai de dop A los: controleer of hetremvloeistofniveau nog op het maximumniveau staat.
Het niveau mag nooit het MAX-merkte-ken overschrijden.
Als vloeistof moet worden bijgevuld, danraden wij u aan de remvloeistof te ge-bruiken die staat vermeld in de tabel“Vloeistoffen en smeermiddelen” (zie hethoofdstuk “Technische gegevens”).
OPMERKING Maak de dop van het re-servoir A en het omringende oppervlakzorgvuldig schoon.
Wees bij het openen van de dop bijzon-der voorzichtig zodat er geen vuil in hetreservoir komt.
Gebruik voor het bijvullen altijd een trech-ter met een ingebouwde filterzeef vanmaximaal 0,12 mm.
BELANGRIJK De remvloeistof is hygros-copisch (trekt water aan). Als de auto over-wegend wordt gebruikt in gebieden met een
F0M0155m
De remvloeistof is giftig enzeer corrosief. Als per onge-
luk remvloeistof wordt gemorst, moe-ten de betreffende delen onmiddellijkworden gewassen met water en neu-trale zeep en daarna met veel waterworden afgespoeld. Bij inslikken dientonmiddellijk een arts te worden geraadpleegd.
ATTENTIE!
167-186 ACTUAL NL 1ed 2-09-2010 12:34 Pagina 178
179
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
G
LUCHTFILTER
Laat het luchtfilter vervangen door het Fiat Servicenetwerk.
POLLENFILTER
Laat het pollenfilter vervangen door hetFiat Servicenetwerk.
Het symbool π op het reser-voir geeft aan dat syntheti-
sche remvloeistof en geen mineralevloeistof moet worden gebruikt. Hetgebruik van minerale vloeistoffenmoet absoluut worden vermeden, om-dat de rubbers in het remsysteem doordeze vloeistoffen worden beschadigd.
ATTENTIE! ACCU
De accu van de auto is “onderhoudsarm”:onder normale omstandigheden hoeft hetelektrolyt niet bijgevuld te worden met gedestilleerd water.
De vloeistof in de accu is gif-tig en corrosief. Voorkom
contact met de huid en de ogen.Houd open vuur en vonkvormendeapparaten verwijderd van de accu:brand- en ontploffingsgevaar.
ATTENTIE!
ACCULADING EN ELEKTROLYTNIVEAUCONTROLEREN
De controlewerkzaamheden mogen uit-sluitend door gekwalificeerd personeelworden uitgevoerd bij de kilometerstan-den en op de wijze die beschreven staanin dit instructieboekje. Het eventueel bij-vullen mag uitsluitend worden uitgevoerddoor gespecialiseerd personeel van het Fiat Servicenetwerk.
Als de accu werkt met eenzeer laag vloeistofniveau,
ontstaat onherstelbare schade aan deaccu en kan de accu openbarsten.
ATTENTIE!
ACCU VERVANGEN
Als de accu vervangen wordt, moet eenoriginele accu met dezelfde specificatiesworden geïnstalleerd.
Als de accu vervangen wordt door een ac-cu met andere specificaties, vervallen deonderhoudsintervallen die in het “Gepro-grammeerd Onderhoudsschema” staanaangegeven.
Voor het onderhoud van de accu dientu zich strikt te houden aan de aanwijzin-gen van de fabrikant van de accu.
167-186 ACTUAL NL 1ed 2-09-2010 12:34 Pagina 179
180
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GBELANGRIJK Een accu die gedurende lan-gere tijd minder dan 50% geladen is, raaktdoor sulfatering beschadigd. Hierdoorloopt de capaciteit en het startvermogenterug.
Ook is de accu dan gevoeliger voor be-vriezing (reeds bij temperaturen van cir-ca −10°C). Als u de auto langere tijd nietgebruikt, zie dan “Auto langere tijd stal-len” in het hoofdstuk “Starten en rijden”.
Als u na aanschaf van uw auto accessoireswilt monteren die constante voeding no-dig hebben (diefstalalarm enz.), of acces-soires die de elektrische installatie zwaarbelasten, raden wij u aan contact op te ne-men met het Fiat Servicenetwerk. Dat kanu de meest geschikte installaties uit het Fi-at Lineaccessori-programma aanraden encontroleren of de elektrische installatievan de auto geschikt is voor het extrastroomverbruik of dat het noodzakelijkis een accu met een grotere capaciteit temonteren.
Enkele van deze stroomverbruikers blij-ven continu stroom verbruiken ook bijeen uitgezette motor, waardoor de accugeleidelijk ontlaadt.
PRAKTISCHE TIPS OM DE LEVENSDUUR VAN DE ACCU TE VERLENGEN
Om het snel ontladen van de accu te voor-komen en de levensduur te verlengen,dient u de volgende aanwijzingen nauw-keurig op te volgen:❒ wanneer u de auto parkeert, contro-
leer dan of de portieren, de motorkapen de achterklep goed gesloten zijn.Hiermee wordt voorkomen dat de interieurverlichting blijft branden;
❒ schakel de interieurverlichting uit: deauto is in ieder geval uitgerust met eensysteem voor automatische uitschake-ling van de interieurverlichting;
❒ voorkom zoveel mogelijk het gebruikvan stroomverbruikers als de motoruitstaat (autoradio, waarschuwings-knipperlichten enz.);
❒ maak voordat werkzaamheden aan deelektrische installatie van de auto wor-den uitgevoerd, eerst de klem los vande minpool op de accu;
❒ de klemmen moeten altijd goed zijn bevestigd.
Onoordeelkundige montagevan elektrische en elektroni-sche apparatuur kan ernstigeschade toebrengen aan de
auto. Als u na aanschaf van uw autoaccessoires wilt monteren (diefstala-larm, mobiele telefoon enz.), wendtu dan tot het Fiat Servicenetwerk, datkan u de meest geschikte installatiesaanraden en controleren of het nood-zakelijk is een accu met een grotere capaciteit te monteren.
Accu’s bevatten zeer schade-lijke stoffen voor het milieu.Het verdient aanbeveling eendefecte accu door het Fiat Ser-
vicenetwerk te laten vervangen, omdathet beschikt over de uitrusting voor hetop milieuvriendelijke wijze en conformde wettelijke bepalingen, verwerken van defecte accu’s.
Als u de auto langere tijdstalt in extreem koude om-
standigheden moet, om bevriezing tevoorkomen, de accu worden verwij-derd en op een verwarmde plaatsworden bewaard.
ATTENTIE!
Bij werkzaamheden aan deaccu of in de buurt van de
accu, moet u uw ogen altijd bescher-men met een speciale bril.
ATTENTIE!
167-186 ACTUAL NL 1ed 2-09-2010 12:34 Pagina 180
181
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
G
WIELEN EN BANDEN
De spanning van de banden, inclusief hetnoodreservewiel, moet regelmatig, om detwee weken en voor een lange rit, wordengecontroleerd: de bandenspanning moetbij koude banden worden gecontroleerd.
Tijdens het rijden neemt de bandenspan-ning toe; zie voor de juiste waarde van debandenspanning de paragraaf “Wielen” inhet hoofdstuk “Technische gegevens”.
Een onjuiste bandenspanning veroorzaakteen onregelmatige slijtage van de bandenfig. 8:
A juiste spanning: gelijkmatige slijtage vanhet loopvlak.
B te lage spanning: te grote slijtage aande zijkanten van het loopvlak.
C te hoge spanning: te grote slijtage inhet midden van het loopvlak.
Banden moeten worden vervangen als deprofieldiepte van het loopvlak minder isdan 1,6 mm. Houdt u echter altijd aan debepalingen van het land waarin u rijdt.
fig. 8 F0M0160m
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN
❒ Voorkom bruusk remmen, met spin-nende wielen optrekken, harde con-tacten tussen banden en stoepranden,kuilen en andere obstakels. Het lang-durig rijden op een slecht wegdek kande banden beschadigen;
❒ controleer de banden regelmatig opscheuren in de wangen en bulten of slijt-plekken op het loopvlak. Als u deze ge-breken constateert, wendt u dan tothet Fiat Servicenetwerk;
❒ rijd nooit met een te zwaar beladen au-to: hierdoor kunnen de banden en develgen ernstig beschadigd worden;
❒ stop zo snel mogelijk bij een lekke banden verwissel het wiel om beschadigingvan de band, de velg, de wielophangingen de stuurinrichting te voorkomen;
❒ banden verouderen, ook als zij weinigof nooit gebruikt zijn. Scheurtjes in hetloopvlak en op de wangen geven aandat de band verouderd is. Banden dielanger dan zes jaar onder een auto ge-monteerd zijn, moeten dan ook dooreen specialist worden gecontroleerd.Dit geldt in het bijzonder voor hetnoodreservewiel;
❒ monteer nooit gebruikte banden ofbanden, waarvan de herkomst onbe-kend is;
❒ bij de montage van een nieuwe bandmoet ook het ventiel vernieuwd worden;
❒ om een gelijke slijtage van de banden opde vooras en de achteras te verkrijgen,is het raadzaam de banden om de10.000/15.000 km van as te verwisse-len. Hierbij moeten de banden aan de-zelfde zijde van de auto gemonteerdblijven, zodat een omkering van dedraairichting wordt voorkomen.
Bedenk dat ook de weglig-ging afhankelijk is van een
juiste bandenspanning.
ATTENTIE!
167-186 ACTUAL NL 1ed 2-09-2010 12:34 Pagina 181
182
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
GRUITENWISSERS/ACHTERRUITWISSER
WISSERBLADENMaak de wisserbladen regelmatig schoonmet een schoonmaakmiddel; wij raden TUTELA PROFESSIONAL SC35 aan.Vervang de wisserbladen als het rubbervervormd of versleten is. Het verdientaanbeveling ten minste één maal per jaarde wisserbladen te vervangen.Met enkele simpele voorzorgsmaatrege-len is het mogelijk beschadigingen van hetrubber te voorkomen:❒ wanneer de temperatuur onder 0°C is
gedaald, moet gecontroleerd wordenof er geen ijs tussen wisserblad en ruitzit. Maak de wissers zo nodig vrij meteen anti-vriesmiddel;
❒ verwijder eventueel opgehoopte sneeuwvan de ruit: om de wisserbladen te be-schermen en oververhitting van de rui-tenwissermotor te voorkomen;
❒ schakel de ruitenwissers niet in op eendroge ruit.
Rijden met versleten ruiten-wisserbladen is gevaarlijk,
omdat hierdoor het zicht onder slech-te atmosferische omstandighedenaanzienlijk wordt beperkt.
ATTENTIE!
RUBBER SLANGEN
Houd voor de rubber slangen van hetrem- en brandstofsysteem zeer nauwkeu-rig de voorschriften van het “Onder-houdsschema” in dit hoofdstuk aan.
Ozon, hoge temperaturen en het gedu-rende langere tijd ontbreken van vloeistofin een systeem zorgen ervoor dat de slan-gen uitdrogen en scheuren, waardoor hetbetreffende systeem kan gaan lekken. Daar-om is zorgvuldige controle noodzakelijk.
Door een te lage banden-spanning wordt de band te
heet, waardoor er onherstelbare in-wendige schade aan de band kanontstaan.
ATTENTIE!
Verwissel de banden nietkruiselings, waarbij de ban-
den van de rechterzijde aan de linkerzijde en omgekeerd worden gemonteerd.
ATTENTIE!
Voer bij lichtmetalen velgengeen spuitwerkzaamheden
uit die een temperatuur vereisen boven 150 °C. De mechanische ei-genschappen van de wielen kunnenhierdoor in gevaar worden gebracht.
ATTENTIE!
167-186 ACTUAL NL 1ed 2-09-2010 12:34 Pagina 182
183
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
G
Ruitenwisserbladen vervangen fig. 9
Aanwijzingen voor het losmaken van hetwisserblad:
❒ til de wisserarm A van de voorruit;
❒ draai het wisserblad B 90° ten opzichtevan de pen C, die zich aan het uiteindevan de wisserarm bevindt;
❒ trek het wisserblad los van de pen C.
Aanwijzingen voor het plaatsen van hetwisserblad:
❒ plaats de pen C in het gat in het mid-delste deel van het wisserblad B;
❒ plaats de wisserarm met het wisserbladop de voorruit.
fig. 9 F0M0161m
Wisserblad achter vervangen fig. 10
Ga als volgt te werk:
❒ kantel het dopje A omhoog, draai demoer B los, waarmee de wisserarm aande as is bevestigd, en neem de arm vande as;
❒ plaats de nieuwe wisserarm in de juis-te stand en draai de moer zorgvuldigvast;
❒ kantel het dopje naar beneden.
fig. 10 F0M0162m
RUITENSPROEIERS
Voorruit (ruitensproeiers) fig. 11
Als de ruitensproeiers niet werken, con-troleer dan eerst het niveau in het ruitensproeiertankje (zie de paragraaf“Niveaus controleren” in dit hoofdstuk).
Controleer vervolgens of de ruitens-proeiermonden niet verstopt zijn. Dezekunnen zo nodig met een speld wordendoorgeprikt.
fig. 11 F0M0163m
167-186 ACTUAL NL 1ed 2-09-2010 12:34 Pagina 183
184
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
G❒ het aanbrengen van een beschermende
kunststof laag op kwetsbare delen: on-derzijde van de portieren, binnenzijdevan de spatborden, naden, randen enz.;
❒ toepassing van “open” holle ruimtes om condensvorming te voorkomen enbinnendringend water af te voeren,waardoor roest van binnenuit wordtvoorkomen.
CARROSSERIEGARANTIE
Bij de auto is de carrosserie tegen door-roesten van alle originele componentenvan de carrosserie en van alle dragendedelen gegarandeerd.
Voor de specifieke voorwaarden van deze garantie wordt verwezen naar de“Service- en garantiehandleiding”.
TIPS VOOR HET BEHOUD VAN DE CARROSSERIE
Lak
De lak heeft behalve een esthetische func-tie ook een beschermende functie.
Daarom moeten beschadigingen van delaklaag, zoals krassen, onmiddellijk wordenbijgewerkt om roestvorming te voorko-men. Het bijwerken dient met de origine-le lak te worden uitgevoerd (zie “Plaatjemet informatie over de carrosserielak” inhet hoofdstuk “Technische gegevens”).
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN ATMOSFERISCHE INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest zijn:❒ luchtverontreiniging;❒ zoutgehalte in de lucht en luchtvoch-
tigheid (gebieden aan zee, warm envochtig klimaat);
❒ omgevings-/seizoensinvloeden.
Ook de invloed van schurende elementen,zoals stoffige omgeving, opwaaiend zand,modder en steenslag op de lak en de on-derzijde moet niet worden onderschat.
Fiat heeft voor uw auto de beste tech-nologische oplossingen toegepast om de carrosserie efficiënt tegen roest te beschermen.
De belangrijkste zijn:❒ de toepassing van aangepaste spuit-
technieken en lakproducten die de au-to de benodigde weerstand tegen roesten schurende elementen verlenen;
❒ het gebruik van verzinkte (of voorbe-handelde) plaatdelen met een hogecorrosiebestendigheid;
❒ het aanbrengen van een gespoten be-schermende waslaag op de onderzijde,in de wielkuipen, in de motorruimte enverschillende holle ruimtes, met eenhoog beschermend vermogen;
Achterruit (achterruitsproeier) fig. 12
De sproeiermonden van de achterruits-proeier kunnen niet worden afgesteld.
De sproeier is ingebouwd boven de achterruit.
fig. 12 F0M0164m
167-186 ACTUAL NL 1ed 2-09-2010 12:34 Pagina 184
185
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
G
Het normale onderhoud van de auto be-perkt zich tot wassen, waarbij de fre-quentie afhankelijk is van het gebruik vande auto en van de omgeving. In bijvoor-beeld een omgeving met een vervuilde atmosfeer of als op straten met strooi-zout wordt gereden, moet de auto vakerworden gewassen.
De juiste wasmethode:
❒ verwijder de antenne van het dak alsu de auto in een wastunnel wast, om tevoorkomen dat deze beschadigt;
❒ spoel de auto eerst met een waterstraalonder lage druk af;
❒ was de auto met een zachte spons meteen oplossing van neutrale zeep; spoeldaarbij de spons regelmatig uit;
❒ spoel de auto af met schoon water endroog de auto met warme lucht of eenschone, zachte zeem.
De minder zichtbare delen zoals de ran-den van de portieren, achterklep, motor-kap en de koplampranden moeten tijdenshet drogen niet vergeten worden, omdatdaar water kan blijven staan. Het verdientaanbeveling de auto na het wassen niet onmiddellijk binnen te zetten, maar de au-to nog even buiten te laten staan, zodatwaterresten buiten kunnen verdampen.
Was de auto nooit in de zon of als de mo-torkap nog warm is, de glans van de lakkan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen kunnen opdezelfde wijze worden gewassen als de ge-spoten carrosseriedelen.
Parkeer de auto niet onder bomen, aan-gezien harsdruppels bij langere inwerkingde lak kunnen beschadigen, waardoor dekans op roestvorming wordt vergroot.
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen dienenzo snel en zo goed mogelijk van de lak ver-wijderd te worden, omdat door de agres-sieve bestanddelen de lak kan beschadigen.
Schoonmaakmiddelen veront-reinigen het water. Daarommoet de auto bij voorkeurworden gewassen op een
plaats waar het afvalwater direct wordtopgevangen en gezuiverd.
RuitenGebruik voor het schoonmaken van de rui-ten een daarvoor geschikt schoonmaak-middel. Gebruik een schone, zachte doek omkrassen en beschadigingen te voorkomen.BELANGRIJK Let er bij het schoonmakenvan de binnenzijde van de achterruit opdat de elektrische weerstandsdraden vande achterruitverwarming niet worden be-schadigd. Veeg voorzichtig in de richtingvan de draden.
MotorruimteLaat de motorruimte na het winterseizoenzorgvuldig uitspuiten. Hierbij mag de wa-terstraal niet direct op de elektronischeregeleenheden worden gericht en moetende bovenste ventilatie-openingen goed be-schermd worden, om beschadiging van deruitenwissermotor te voorkomen. Laatdeze werkzaamheden verzorgen door eengespecialiseerd bedrijf.BELANGRIJK Voor het uitspuiten van demotorruimte moet de contactsleutel instand STOP staan en de motor koud zijn.Controleer na het reinigen of de ver-schillende beschermingen (rubber kappen,deksels enz.) nog op hun plaats zitten enniet beschadigd zijn.
KoplampenBELANGRIJK Gebruik voor het reinigenvan het kunststof lampenglas van de kop-lampen geen aromatische producten (bijv.benzine) of ketonen (bijv. aceton).
167-186 ACTUAL NL 1ed 2-09-2010 12:34 Pagina 185
186
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENTE
CHNI
SCHE
GEGE
VENS
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
ONDE
RHOU
D EN
ZOR
G
De stoffen bekleding van uwauto is langdurig bestand te-gen slijtage die ontstaat bijeen normaal gebruik van de
auto. Hevig en/of langdurig wrijven met kledingaccessoires zoals metalen gespen, sierknopen en klittenbandslui-tingen, moet echter absoluut wordenvermeden omdat hierdoor grote drukontstaat op een bepaalde plek op debekleding, waardoor deze plek kan slij-ten en de bekleding beschadigd wordt.
STOELEN EN STOFFENBEKLEDING
Verwijder stof met een zachte borstel ofeen stofzuiger. Voor een nog betere rei-niging van de stoffen bekleding raden wiju aan de borstel vochtig te maken.
Reinig de zittingen met een vochtige sponsen een oplossing van neutrale zeep.
Gebruik nooit ontvlambareproducten zoals petroleum
of wasbenzine voor het reinigen vande interieurdelen van de auto. Deelektrostatische lading die tijdens hetreinigen door het wrijven ontstaat,kan brand veroorzaken.
ATTENTIE!
Bewaar nooit spuitbussen inde auto: ontploffingsgevaar.
Spuitbussen mogen niet wordenblootgesteld aan temperaturen boven50°C. In de zomer kan de tempera-tuur in het interieur ver boven dezewaarde oplopen.
ATTENTIE!
INTERIEUR
Controleer af en toe of er onder de vloer-bedekking geen water is blijven staan(dooiwater van sneeuwresten aan schoe-nen, lekkende paraplu’s enz.), waardoorroestvorming op de bodem veroorzaaktzou kunnen worden.
schoonmaakmiddelen zonder oplosmid-delen worden gebruikt, die geschikt zijnvoor het reinigen van kunststof en die hetvisuele effect en de kleur van de compo-nenten niet wijzigen.
BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol ofbenzine om het glas van het instrumen-tenpaneel schoon te maken.
LEREN STUURWIEL/POOKKNOP
Reinig deze componenten uitsluitend metwater en neutrale zeep.
Gebruik nooit alcohol of producten op ba-sis van alcohol.
Voordat u speciale producten gebruiktvoor het reinigen van de interieurdelen,moet u eerst de aanwijzingen op het eti-ket van het product lezen en controlerenof het geen alcohol en/of substanties opbasis van alcohol bevat.
Als tijdens het reinigen van de voorruit metspeciaal daarvoor bestemde producten,per ongeluk druppels op het leer van hetstuurwiel of de pookknop terechtkomen,moeten deze onmiddellijk worden verwij-derd en het betreffende gebied met wa-ter en neutrale zeep worden afgenomen.
BELANGRIJK Wees zeer voorzichtig bijhet gebruik van mechanische diefstalbe-veiligingen op het stuurwiel om beschadi-ging van de leren bekleding te voorkomen.
KUNSTSTOF INTERIEURDELEN
Wij raden u aan om de kunststof interi-eurdelen op de normale manier te reini-gen met een doek bevochtigd met wateren een neutrale zeep zonder schuurmid-del. Voor het verwijderen van vet- ofhardnekkige vlekken moeten speciale
167-186 ACTUAL NL 1ed 2-09-2010 12:34 Pagina 186
187
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NS
IDENTIFICATIEGEGEVENS ............................................... 188
MOTORCODES – CARROSSERIE-UITVOERINGEN ... 190
MOTOR ................................................................................... 191
BRANDSTOFSYSTEEM ....................................................... 192
TRANSMISSIE ......................................................................... 192
REMMEN ................................................................................. 193
WIELOPHANGING ............................................................. 193
STUURINRICHTING ........................................................... 193
WIELEN ................................................................................... 194
PRESTATIES ............................................................................ 197
AFMETINGEN ........................................................................ 198
GEWICHTEN ......................................................................... 199
VULLINGSTABEL .................................................................. 201
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN ......................... 202
BRANDSTOFVERBRUIK ..................................................... 204
CO2-EMISSIE .......................................................................... 204
TTEECCHHNNIISSCCHHEE GGEEGGEEVVEENNSS
187-204 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 187
188
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NS
TYPEPLAATJE METIDENTIFICATIEGEGEVENS fig. 1
Het typeplaatje is links op de bodemplaatin de bagageruimte aangebracht en bevatde volgende informatie:
B Nummer typegoedkeuring.
C Identificatiecode van het autotype.
D Chassisnummer.
E Max. toelaatbaar totaalgewicht van deauto.
F Max. toelaatbaar totaalgewicht van deauto met aanhanger.
G Max. toelaatbare voorasbelasting.
H Max. toelaatbare achterasbelasting.
I Motortype.
L Code van de carrosserie-uitvoering.
M Nummer voor de onderdelen.
N Correctiewaarde voor de uitlaatrook-gasmeting (alleen bij dieselmotoren).
IDENTIFICATIE -GEGEVENS
Wij raden u aan om nota te nemen vande identificatiegegevens. De identificatie-gegevens zijn op de volgende typeplaatjesingeslagen:
❒ Typeplaatje met identificatiegegevens.
❒ Chassisnummer.
❒ Plaatje met informatie over de carros-serielak.
❒ Motorcode.
fig. 1 F0M0368m
187-204 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 188
189
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NS
CHASSISNUMMER fig. 3
Dit is in de bodemplaat nabij de rechtervoorstoel ingeslagen.
❒ type van de auto (ZFA 199000);
❒ oplopend productienummer.
MOTORCODE
De motorcode is in het cilinderblok inge-slagen en bestaat uit het motortype en eenoplopend productienummer.
PLAATJE MET INFORMATIEOVER DE CARROSSERIELAK fig. 2
Het plaatje is op de buitenstijl (linkerzijde)van de achterklep aangebracht en bevat devolgende informatie:
A Fabrikant van de lak.
B Kleurbenaming.
C Kleurcode.
D Kleurcode voor bijwerken en over-spuiten.
fig. 2 F0M0167m fig. 3 F0M0168m
187-204 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 189
190
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSMOTORCODES – CARROSSERIE-UITVOERINGEN
Uitvoeringen Motor- Code van de carrosserie-uitvoeringcode 3-deurs 5-deurs
4 zitplaatsen 5 zitplaatsen (Õ) 4 zitplaatsen 5 zitplaatsen (Õ)
1.2 (EURO 4)
1.2 (EURO 5)
1.2 ECO
1.4 (EURO 4)
1.4 (EURO 5)
1.4 (Õ) (EURO 4)
1.4 (Õ) (EURO 5)
1.3 Multijet 75 pk(EURO 4)
1.3 Multijet 75 pk(EURO 5)
1.3 Multijet 70 pk (Õ)(EURO 4)
1.3 Multijet 85 pk ECO
(*) Uitvoering met DPF(❍) Uitvoering met Start&Stop(❒) ECO-uitvoeringen(Õ) Voor bepaalde uitvoeringen/markten
199A4000
169A4000
169A4000
350A1000
350A1000
199A7000
199A7000
199A2000
199A9000
199B2000
199B4000
199BXA1A 01D
199BXZ1A 51B (❍)
199BXZ1A 51E (❍)
199BXB1A 03P
199BXB1A 03R (❍)
199BXH1A 20D
199BXH1A 20F (❍)
199BXC1A 05E199BXC1A 05H (*)199BXC1A 05G (❒)
199BXT1A 38D (❍) (*)199BXT1A 38H (❍) (*) (❒)
199BXP1A 30F
199BXY1A 49C
199BXA1A 01C
199BXZ1A 51 (❍)
199BXZ1A 51D (❍)
199BXB1A 03C
199BXB1A 03Q (❍)
199BXH1A 20
199BXH1A 20E (❍)
199BXC1A 05199BXC1A 05C (*)199BXC1A 05F (❒)
199BXT1A 38C (❍) (*)199BXT1A 38G (❍) (*) (❒)
199BXP1A 30E
199BXY1A 49B
199AXA1A 00F
199AXZ1A 50 (❍)
199AXZ1A 50D (❍)
199AXB1A 02D
199AXB1A 02Q (❍)
199AXH1A 19
199AXH1A 19E (❍)
199AXC1A 04199AXC1A 04D (*)199AXC1A 04F (❒)
199AXT1A 37C (❍) (*)199AXT1A 37G (❍) (*) (❒)
199AXP1A 29E
199AXY1A 48B
199AXA1A 00G
199AXZ1A 50B (❍)
199AXZ1A 50E (❍)
199AXB1A 02E
199AXB1A 02R (❍)
199AXH1A 19B
199AXH1A 19F (❍)
199AXC1A 04C 199AXC1A 04E (*)
199AXC1A 04G (❒)
199AXT1A 37D (❍) (*)199AXT1A 37H (❍) (*) (❒)
199AXP1A 29F
199AXY1A 48C
187-204 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 190
191
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NS
MOTOR
ALGEMENE INFORMATIE
Typecode
Cyclus
Aantal en opstelling cilinders
Boring en slag mm
Cilinderinhoud cm3
Compressieverhouding
Maximum vermogen (EU) kWpk
bijbehorend toerental t/min
Maximum koppel (EU) Nmkgm
bijbehorend toerental t/min
Bougies
Brandstof
(Õ) Voor bepaalde uitvoeringen/markten(*) EURO 5
1.3 Multijet85pk ECO
1199B4000
Diesel
4 in lijn
69,6 × 82
1248
16,8:1
6285
3500
20020,41500
–
Diesel voor motorvoertuigen
(specificatie EN590)
1.4
350A1000199A7000 (Õ)
Otto
4 in lijn
72 × 84
1368
11,1:1
5777/75 (Õ)
6000
11511,73000
NGK ZKR7A-10
Loodvrije benzine 95 RON
(specificatie EN228)
1.2 (Euro 4)
199A4000
Otto
4 in lijn
70,8 × 78,86
1242
11,1:1
4865
5500
10210,43000
NGK ZKR7A-10
Loodvrije benzine 95 RON
(specificatie EN228)
1.2 (Euro 5)
169A4000
Otto
4 in lijn
70,8 x 78,86
1242
11,1:1
5169
5500
10210,43000
NGK ZKR7A-10
Loodvrije benzine 95 RON
(specificatie EN228)
1.3 Multijet
199A2000199B2000 (Õ)199A9000 (*)
Diesel
4 in lijn
69,6 x 82
1248
17,6:1/16,8:1 (*)
5575/70 (Õ)
4000
19019,4
1750/1500 (*)
–
Diesel voor motorvoertuigen
(specificatie EN590)
187-204 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 191
192
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSBRANDSTOFSYSTEEM
1.2 – 1.4 1.3 Multijet
Brandstofsysteem Elektronische Multipoint inspuiting Directe inspuiting Multijet “Common Rail”
Modificaties of reparaties aan het brandstofsysteem die niet correct worden uitgevoerd en waarbij geen reke-ning wordt gehouden met de technische specificaties van het systeem, kunnen storingen in de werking en zelfs
brand veroorzaken.
ATTENTIE!
TRANSMISSIE
1.2 – 1.4 – 1.3 Multijet
Versnellingsbak Vijf gesynchroniseerde versnellingen vooruit en een versnelling achteruit
Koppeling Zelfstellend met koppelingspedaal zonder vrije slag
Aandrijving Voor
187-204 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 192
193
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NS
REMMEN1.2 - 1.4 - 1.3 Multijet
Voetrem:– voor schijfremmen (geventileerd voor bepaalde uitvoeringen/markten)
– achter trommelremmen
Handrem bediend met handremhefboom, werkend op de achterwielen
BELANGRIJK Water, ijs en strooizout op de wegen kunnen zich afzetten op de remschijven waardoor de gewenste remvertragingiets later wordt bereikt.
STUURINRICHTING
1.2 - 1.4 - 1.3 Multijet
Type tandheugelstuurhuis met elektrische stuurbekrachtiging
Draaicirkel (tussen stoepranden) m 10,9
met via torsiebrug gekoppelde wielen
WIELOPHANGING
1.2 1.4 - 1.3 Multijet
Voor
Achter
onafhankelijke wielophanging, type McPherson onafhankelijke wielophanging, type McPherson met stabilisatorstang
187-204 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 193
194
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSSnelheidsindex
Q = max. 160 km/h.
R = max. 170 km/h.
S = max. 180 km/h.
T = max. 190 km/h.
U = max. 200 km/h.
H = max. 210 km/h.
V = max. 240 km/h.
Snelheidsindex voor winterbanden
QM + S = max. 160 km/h.
TM + S = max. 190 km/h.
HM + S = max. 210 km/h.
WIELEN
VELGEN EN BANDEN
Geperst stalen of lichtmetalen velgen. Tu-beless radiaalbanden. Op de typegoed-keuring zijn bovendien alle goedgekeurdebanden aangegeven.
BELANGRIJK Als de gegevens in het in-structieboekje afwijken van die van de typegoedkeuring, dient u zich altijd aan de gegevens van de typegoedkeuring tehouden.
Voor de rijveiligheid is het noodzakelijkdat alle wielen zijn voorzien van bandenvan hetzelfde merk en hetzelfde type.
BELANGRIJK In tubeless banden mogengeen binnenbanden gebruikt worden.
RESERVEWIEL
Geperst stalen velg. Tubeless band.
WIELUITLIJNING
Toespoor voor, totaal: 1 ± 1 mm
Toespoor achter totaal: 1,7 ± 2 mm
De waarden zijn van toepassing op een onbelaste auto in rijklare staat.
fig. 4 F0M0169m
VERKLARING VAN DE CODERING OP DE BANDEN fig. 4
Voorbeeld: 175/65 R 15 84T
175 = Nominale breedte (S, afstand inmm tussen de flanken).
65 = Hoogte/breedte-verhouding (H/S)(percentage).
R = Radiaalband.
15 = Diameter van de velg (in inch) (Ø).
84 = Beladingsindex (draagvermogen).
T = Snelheidsindex.
187-204 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 194
195
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NS
VERKLARING VAN DE CODERING OP DE VELGEN fig. 4
Voorbeeld: 6J × 15 ET43
6 = breedte van de velg in inch 1.
J = velgbedprofiel (deel aan de zijkan-ten waarop de band steunt) 2.
15 = montagediameter in inch (komtovereen met die van de band diegemonteerd moet worden) 3 = Ø.
ET43= diepte van de velgbolling (afstandtussen het montagevlak van develg op de naaf en het velghart).
Beladingsindex (draagvermogen)
70 = 335 kg 81 = 462 kg
71 = 345 kg 82 = 475 kg
72 = 355 kg 83 = 487 kg
73 = 365 kg 84 = 500 kg
74 = 375 kg 85 = 515 kg
75 = 387 kg 86 = 530 kg
76 = 400 kg 87 = 545 kg
77 = 412 kg 88 = 560 kg
78 = 425 kg 89 = 580 kg
79 = 437 kg 90 = 600 kg
80 = 450 kg 91 = 615 kg
BANDEN RIM PROTECTOR fig. 5
fig. 5 F0U0549m
Als op stalen velgen met in-tegrale wieldeksels (met
veerbevestiging) van de eerste mon-tage afwijkende banden met eenvelgbescherming (rim protector) (ziefig. 5) worden gemonteerd, dan mo-gen de wieldeksels NIET worden ge-monteerd. Het gebruik van onge-schikte banden en wieldeksels kanleiden tot een onvoorzien dalendebandenspanning.
ATTENTIE!
187-204 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 195
196
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NS
175/65 R15 84T (M+S)185/65 R15 88T (M+S)
185/65 R15 88T (M+S)
185/65 R15 88T (M+S)
175/65 R15 84T185/65 R15 88T
185/65 R15 88T
185/65 R15 88T
6J X 15'' - ET 43175/65 R15 84T185/65 R15 88T
6J X 15'' - ET 436J X 15'' - ET 43 (▲)
6J X 15'' - ET 43 (▲)
6J X 15'' - ET 43 (▲)
2,2 2,12,2 2,2
2,2 2,02,2 2,2
2,2 2,12,2 2,2
2,2 2,02,2 2,2
2,4 2,12,5 2,2
2,3 2,12,3 2,3
BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND (bar)
Uitvoeringen 1.2 1.4 1.3 MultijetVoor Achter Voor Achter Voor Achter
175/65 R15 84TBij gemiddelde beladingVolbeladen
185/65 R15 88TBij gemiddelde beladingVolbeladen
Bij warme banden moet de bandenspanning 0,3 bar hoger zijn dan de voorgeschreven waarde. Controleer de bandenspanning nogmaals als debanden koud zijn.Bij winterbanden moet de in de tabel aangegeven waarde van de standaard gemonteerde banden met 0,2 bar verhoogd worden.Bij rijden met snelheden boven 160 km/h moet de bandenspanning worden verhoogd tot de waarden voor volle belading.
Uitvoering Velgen (*) Banden Noodreservewiel (ç)standaard winterband Velgmaat (*) Bandenmaat
1.2 (Euro 5) - 1.4 1.3 Multijet
1.3 Multijet 85pk ECO
1.2 ECO
(▲) OPT Lichtmetalen velg
(*) Steek van wielbouten 100 mm en wielbouten M12 × 1,5; gebruik uitsluitend wielen die voor deze auto zijn bestemd.
(ç) Bij bepaalde uitrustingsniveaus heeft het noodreservewiel bandenmaat 175/65 R15 84T en velgmaat 6J×15"- ET43. In dit geval hebben de 175/65 R15 84T banden dezelfde specificaties als het noodreservewiel: de teksten en de aanwijzingen in de paragraaf “Wiel verwisselen” hebben daarom betrekking op de banden met bandenmaat 175/65 R15 84T.
6J X 15'' - ET 43 185/65 R15 88T
187-204 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 196
197
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NS
PRESTATIES
Maximaal bereikbare snelheid na de inrijperiode van de auto, in km/h.
1.2 (Euro 4) 1.2 (Euro 5) - 1.2 ECO 1.4 1.3 Multijet 70pk-75pk 1.3 Multijet 85pk ECO
155 156 165 165 172
187-204 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 197
198
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAFMETINGEN
De afmetingen zijn aangegeven in mm en hebben betrekking op een auto die isuitgerust met standaard banden.
De hoogte heeft betrekking op een onbelaste auto.
Inhoud bagageruimte
Inhoud bij onbeladen auto (VDA-norm) ................................ 275 dm3
Inhoud bij omgeklapte rugleuning en zitting van achterbank ..........1030 dm3
F0M0369m
fig. 6
Uitvoeringen A B C D E F G H3/5-deurs
1.2 - 1.41.3 Multijet 4030 875 2510 645 1490 1473 1687 1466
BELANGRIJK Afhankelijk van de velg-/bandenmaat kunnen er kleine verschillen zijn in de maten.
187-204 ACTUAL NL 1ed 29-09-2010 9:54 Pagina 198
199
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NS
5-deurs4 zitplaat-
sen
1030
480
8508501590
900/500(•)400
50
60
5-deurs5 zitplaat-
sen (Õ)
1030
560
8508501590
900/500(•)400
50
60
3-deurs4 zitplaat-
sen
1025
480
8508501505
1000400
50
60
3-deurs5 zitplaat-
sen (Õ)
1025
560
8508501585
1000400
50
60
5-deurs4 zitplaat-
sen
1040
480
8508501600
1000400
50
60
5-deurs5 zitplaat-
sen (Õ)
1040
560
8508501600
1000400
50
60
GEWICHTEN
1.2 1.4
Gewichten (kg)
Leeggewicht (met alle vloeistoffen, brandstoftank voor 90% gevuld en zonder optionals):
Nuttig laadvermogen (*) inclusief de bestuurder:
Max. toelaatbaar gewicht (**)– vooras:– achteras:– totaal:
Trekgewichten – geremd:– ongeremd:
Max. dakbelasting:
Max. gewicht op de trekhaak (geremde aanhanger):
(*) Als er speciale accessoires zijn gemonteerd (opendak, trekhaak enz.), dan stijgt het rijklaar gewicht, waardoor het totale laadvermogenmet hetzelfde gewicht daalt.
(**) Maximum waarden die niet mogen worden overschreden. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker dat de auto zodanigwordt beladen dat deze limieten niet worden overschreden.
(Õ) Voor bepaalde uitvoeringen/markten.(•) Uitvoeringen ECO.
3-deurs4 zitplaat-
sen
1015
480
8508501495
900/500(•)400
50
60
3-deurs5 zitplaat-
sen (Õ)
1015
560
8508501575
900/500(•)400
50
60
187-204 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 199
200
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NS3-deurs
4 zitplaatsen
1090
480
9508501570
1000400
50
60
3-deurs5 zitplaatsen
(Õ)
1090
560
9508501650
1000400
50
60
5-deurs4 zitplaatsen
1105
480
9508501665
1000400
50
60
5-deurs5 zitplaatsen
(Õ)
1105
560
9508501665
1000400
50
60
3-deurs4 zitplaatsen
1130
480
9508501610
1000400
50
60
3-deurs5 zitplaatsen
(Õ)
1130
560
9508501690
1000400
50
60
5-deurs4 zitplaatsen
1145
480
9508501625
1000400
50
60
5-deurs5 zitplaatsen
(Õ)
1145
560
9508501705
1000400
50
60
1.3 Multijet 70pk - 75pk 1.3 Multijet 85pk ECO
Gewichten (kg)
Leeggewicht (met alle vloeistoffen,brandstoftank voor 90% gevuld en zonder optionals):
Nuttig laadvermogen (*) inclusief de bestuurder:
Max. toelaatbaar gewicht (**)– vooras:– achteras:– totaal:
Trekgewichten – geremd:– ongeremd:
Max. dakbelasting:
Max. gewicht op de trekhaak (geremde aanhanger):
(*) Als er speciale accessoires zijn gemonteerd (opendak, trekhaak enz.), dan stijgt het rijklaar gewicht, waardoor het totale laadvermogenmet hetzelfde gewicht daalt.
(**) Maximum waarden die niet mogen worden overschreden. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker dat de auto zodanigwordt beladen dat deze limieten niet worden overschreden.
(Õ) Voor bepaalde uitvoeringen/markten.
187-204 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 200
201
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NS
1.3 Multijet
––
455 ÷ 7
7,4/6,7 (*)
––
3,03,2
1,7
0,5
2,24,5
1.4
455 ÷ 7
––
5,27
2,42,6
––
1,5
0,5
2,24,5
1.2
455 ÷ 7
––
5,27
2,42,6
––
1,5
0,5
2,24,5
VULLINGSTABEL
Brandstoftank: literinclusief een reserve van: liter
Brandstoftank: literinclusief een reserve van: liter
Motorkoelsysteem:liter
Carter: literCarter en filter: liter
Carter: literCarter en filter: liter
Versnellingsbak/differentieel: kg
Hydraul. remcircuit: kg
Vloeistofreservoir ruitensproeiers en achterruitsproeier liter met koplampsproeiers: liter
(❒) Onder extreem koude klimatologische omstandigheden raden wij een mengsel aan van 60% PARAFLUUP en 40% gedemineraliseerdwater.
(*) EURO 5
Voorgeschreven brandstof en originele
smeermiddelen
Loodvrije benzine met octaangetal van ten minste 95 RON (specificatie EN228)
Diesel voor motorvoertuigen (specificatie EN590)
Mengsel van water en 50% PARAFLUUP (❒)
SELENIA K P.E.
SELENIA WR P.E.
TUTELA CAR TECHNYX
TUTELA TOP 4
Mengsel van water en TUTELA PROFESSIONAL SC35
187-204 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 201
202
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NS
Volledig synthetische olie SAE 5W- 40 ACEA C3.Kwalificatie FIAT 9.55535-S2
Volledig synthetische olie SAE 5W- 30.Kwalificatie FIAT 9.55535-S1
SELENIA K P.E.Contractual TechnicalReference N° F603.C07
SELENIA WR P.E.Contractual TechnicalReference N° F510.D07
Volgens het Geprogrammeerde Onderhoudsschema
Volgens het Geprogrammeerde Onderhoudsschema
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN
AANBEVOLEN PRODUCTEN EN HUN SPECIFICATIES
Gebruik Specificaties van de vloeistoffen Vloeistoffen Vervangings-en smeermiddelen voor een correct en smeermiddelen verwisselen
functioneren van de auto (origineel)
Smering voor benzinemotoren
Smering voor dieselmotoren
Als bij dieselmotoren in geval van nood geen originele producten beschikbaar zijn, moeten de smeermiddelen minimaal voldoenaan de specificaties ACEA C2; in dit geval zijn de optimale prestaties van de motor niet gegarandeerd en is het raadzaam de olie zosnel mogelijk bij het Fiat Servicenetwerk te laten vervangen door het voorgeschreven smeermiddel.Het gebruik van producten die niet voldoen aan de specificaties ACEA C3 en ACEA C2 kan beschadigingen aan de motor veroorzaken die niet door de garantie gedekt worden.
187-204 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 202
203
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NS
Olie en vetten voor krachtoverbrengingen
Remvloeistof
Bescherming voor radiateurs
Toevoeging voorbrandstof
Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier
Mechanische versnellingsbak en differentieel
Homokinetische koppelingen aan wielzijde
Homokinetische koppelingen differentieelzijde
Hydraulisch remsysteem en koppelingbediening
Motorkoelsysteem.Mengverhouding: 50% water en 50% PARAFLUUP (❒)
Toevoegen aan dieselbrandstof (25 cc per 10 liter)
Onverdund of verdundmet water gebruiken in ruitensproeiervloei-stofreservoir
Synthetische olie SAE 75W- 85. Kwalificatie FIAT 9.55550-MX3
Vet met molybdeenbisulfide voor hoge bedrijfstemperaturen.Kwalificatie FIAT 9.55580. Indringingsgetal N.L.G.I. 1-2
Specifiek vet met een lage wrijvingscoëfficiënt voor homokinetische koppelingen.Kwalificatie FIAT 9.55580. Indringingsgetal N.L.G.I. 0-1
Synthetische remvloeistof F.M.V.S.S. nr. 116 DOT 4, ISO 4925SAE J1704, CUNA NC 956- 01Kwalificatie FIAT 9.55597
Roodgekleurd beschermingsmiddel met antivries op basis vanglycol-monoethyleen met organische formule.Voldoet ruimschoots aan de specificaties CUNA NC 956-16,ASTM D 3306. Kwalificatie FIAT 9.55523
Vorstbeschermingsmiddel voor dieselbrandstof met beschermende werking voor dieselmotoren
Mengsel van alcoholen, water en oppervlakte-actieve stoffen CUNA NC 956-IIKwalificatie FIAT 9.55522.
Gebruik Specificaties van de vloeistoffen Vloeistoffen Toepassingen smeermiddelen en smeermiddelen
voor een correct functioneren van de auto (origineel)
(*) BELANGRIJK Nooit bijvullen of mengen met vloeistoffen waarvan de specificaties afwijken van hetgeen is voorgeschreven.
(❒) Voor extreem koude klimatologische omstandigheden raden wij een mengsel aan van 60% PARAFLUUP en 40% gedemineraliseerd water.
TUTELA CAR TECHNYXContractual Technical Reference N° F010.B05
TUTELA ALL STARContractual Technical Reference N° F702.G07
TUTELA STAR 700Contractual Technical Reference N° F701.C07
TUTELA TOP 4Contractual Technical Reference N° F001.A93
PARAFLUUP (*)Contractual Technical Reference N° F101.M01
TUTELA DIESEL ART Contractual Technical Reference N° F601.L06
TUTELA PROFESSIONAL SC35Contractual Technical Reference N° F201.D02
187-204 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 203
204
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
ALFA
BETIS
CHRE
GIST
ERDA
SHBO
ARD
EN BE
DIEN
ING
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NS
❒ een rit buiten de stad: waarbij veelvul-dig wordt geaccelereerd in alle ver-snellingen en waarmee een normaal ge-bruik van de auto buiten de stad wordtgesimuleerd. De snelheid varieert tus-sen de 0 en 120 km/h;
❒ gecombineerd verbruik: hierbij telt dewaarde van de stadsrit mee voor 37%en de waarde van de testrit buiten destad voor 63%.
Het brandstofverbruik dat in de tabellenis opgenomen, is gemeten volgens eenvastgestelde testmethode die in EU-nor-men is vastgelegd.Het brandstofverbruik is gemeten volgensonderstaande procedure:❒ een stadsrit: opgebouwd uit een koude
start gevolgd door een gesimuleerde,normale testrit in stadsverkeer;
BELANGRIJK Het soort wegdek, ver-keerssituatie, atmosferische omstandighe-den, rijstijl, algemene conditie van de au-to, uitrustingsniveau, gebruik van deairconditioning, lading van de auto, impe-riaal op het dak en andere situaties die deaerodynamica kunnen beïnvloeden, leve-ren een ander brandstofverbruik op danhier vermeld.
Verbruik en CO2 -emissie volgens de geldende Europese Richtlijn
Uitvoeringen Stadsverkeer Buitenweg Gecombineerd CO2-emissie
1.2 (EURO 4) 7,3 4,8 5,7 1351.2 (EURO 5) 6,7 4,4 5,2 1231.2 ECO 6,6 4,3 5,1 1191.4 (EURO 4) 7,5 5,0 5,9 1391.4 (EURO 5) 7,4 4,7 5,7 1321.3 Multijet 70pk (EURO 4) 4,9 3,4 4,0 1041.3 Multijet 75pk (EURO 4) 6,2 3,5 4,5 1191.3 Multijet 75pk (EURO 4) ECO 5,2 3,5 4,1 1091.3 Multijet 75pk (EURO 5) 5,2 3,5 4,1 1081.3 Multijet 75pk (EURO 5) ECO 5,1 3,3 4,0 1041.3 Multijet 85pk ECO 4,6 3,0 3,6 95
(*) De CO2 -emissiewaarden hebben betrekking op het gemiddelde verbruik.
BRANDSTOFVERBRUIK - CO2-EMISSIE
187-204 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 204
205
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G
Bagageruimte ..................................... 67
– noodbediening van achterklep ... 67
– openen en sluiten van achterklep ............................... 67
– vergroten ....................................... 68
Bagageruimte vergroten .................... 68
Banden
– bandenspanning ............................. 196
– onderhoud ..................................... 175
– standaard ........................................ 190
– verklaring van bandencodering ... 188
– vervangen ....................................... 131
Bandenspanning ................................... 196
Banden Rim Protector........................ 195
Bedieningsknoppen ............................ 53
Bekerhouders ...................................... 58
Bekerhouders – blikjeshouders ....... 58
Bescherming van het milieu .............. 85
Bougies
– type ................................................. 185
Brandblusser ........................................ 59
Brandstof
– brandstofmeter ............................. 15
– Brandstoftoevoeron-derbreking ...................................... 55
Brandstofmeter ................................... 15
Brandstoftoevoeron -derbreking ......................................... 55
Brandstofverbruik................................ 204
Buitenverlichting
– bediening ........................................ 47
– gloeilamp voor vervangen .......... 143
– gloeilamp achter vervangen ........ 145
Buitenverlichting ................................. 47
Carrosserie
– codes uitvoeringen ....................... 184
– onderhoud ..................................... 178
Chassisnummer ................................... 182
CO2-emissie ........................................ 204
Code Card ........................................... 8
Dashboard .......................................... 5
Dashboard en bediening ................... 4
Dashboardkastje ................................. 56
Dead-lock (systeem) .......................... 63
Derde remlicht ................................... 147
Diefstalalarm ........................................ 10
Aansteker ........................................... 58ABS-systeem ........................................ 74Accu
– accu opladen .................................. 157– acculading controleren ................ 173– starten met een hulpaccu ........... 130– vervangen ....................................... 173
Achterklep ........................................... 67 Achterruitsproeier
– bediening ........................................ 50Achterruitverwarming ............. 40-45-54 Achterruitwisser
– bediening ........................................ 50– ruitensproeiers ............................. 178– wisserblad ...................................... 177
Achteruitrijverlichting ........................ 146Afmetingen ........................................... 198Airconditioning, handbediend .......... 41 Armsteun ............................................. 57Asbak ..................................................... 59ASR-systeem ........................................ 77
– in-/uitschakelen .............................. 77Auto langere tijd stallen .................... 116Autoradio ............................................. 81
AALLFFAABBEETTIISSCCHH RREEGGIISSTTEERR
205-212 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 205
206
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G – grootlichtsignaal ............................ 47– gloeilamp vervangen .................... 144
Grootlichtsignaal ................................. 47
Handrem ............................................. 109Handschoenenvak .............................. 57Hill Holder-systeem ........................... 76Hoedenplank verwijderen ................ 69Hoofdsteunen ...................................... 34Hydraulic Brake Assist ...................... 76
Identificatiegegevens .......................... 188Imperiaal/skidrager ............................. 71Inbouwvoorbereiding draagbaar
navigatiesysteem ............................... 82Instrumenten ....................................... 14 Instrumentenpaneel ........................... 13Intelligente wis-/wasregeling ............. 49Interieur ................................................ 180Interieuruitrusting .............................. 56Interieurverlichting ............................. 51
Kentekenplaatverlichting ................. 147Kinderen veilig vervoeren ................ 98Kinderveiligheidsslot .......................... 64Kinderzitjes
(geschiktheid voor gebruik) ........... 96 Koelvloeistoftemperatuurmeter ..... 15
Koplampen ........................................... 72– Aanpassen aan het buitenland ... 73– koplampen afstellen ..................... 72– koplampverstelling ....................... 72
Koppeling ............................................. 186Krik ........................................................ 133
Lak ........................................................ 178Lampjes en berichten ......................... 117 Luchtfilter ............................................. 179Luchtroosters ...................................... 38
Mechanical Brake Assist .................. 74Mechanische sleutel ........................... 10 Mistachterlichten
– bedieningsknop ............................. 54– gloeilamp vervangen .................... 146
Mistlampen voor – bedieningsknop ............................. 53– gloeilamp vervangen .................... 145
Montagevoorbereiding voor “Isofix Universel”-kinderzitje ......... 103
Motor .................................................... 185– code ................................................ 183– identificatiecode ............................ 184– technische specificaties ............... 185
Motor starten– benzinemotor starten .................. 106
Dimlicht
– bediening ........................................ 47
– gloeilamp vervangen .................... 144
Display, digitaal .................................... 16
Dop van brandstoftank ...................... 85
EOBD-systeem .................................. 78
ESP-systeem ......................................... 75
Extra accessoires ................................ 82
Fiat CODE-startblokkering ............. 6
Fix&Go automatic .............................. 136
Follow me home (systeem) .............. 48
Frontairbags ......................................... 105
Functies van display ............................ 24
Gebruik van handgeschakelde versnellingsbak .................................. 110
Gereedschap ........................................ 132
Gewichten ............................................ 199
Gloeilamp (vervangen van een lamp)
– algemene aanwijzingen ................ 141
– lamptypen ....................................... 142
Gordelspanners .................................. 90
Grootlicht
– bediening ........................................ 47
205-212 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 206
207
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G– Onderhoudsschema benzine-uitvoeringen ................... 169
– Onderhoudsschema diesel-uitvoeringen ....................... 171
– Periodieke controles ................... 173– Zwaar gebruik van de auto......... 173
Opbergvakken ..................................... 56 Opendak ............................................... 60
– Sluiten in noodgevallen ............... 61Opkrikken van de auto ..................... 158
Parkeerverlichting ............................. 54Parkeren ............................................... 109Pasjeshouder – CD-houder ............. 58Plafondverlichting voor
– bediening ........................................ 51– gloeilampen vervangen ................ 148
Pollenfilter ............................................ 179 Portieren .............................................. 62Portiervergrendeling .......................... 62 Prestaties .............................................. 197
Radiozendapparatuur en mobiele telefoons ....................... 83
Remmen– specificaties .................................... 193– vloeistofniveau .............................. 172
Richtingaanwijzers– bediening ........................................ 48– gloeilamp achter vervangen ........ 145– gloeilamp van
flankrichtingaanwijzer vervangen ....................................... 145
– gloeilamp voor vervangen .......... 144Roetfilter .............................................. 86Rubber slangen .................................... 182 Ruitbediening ....................................... 65Ruiten reinigen ............................ 49-183Ruitensproeiers
– bediening ........................................ 49– vloeistofniveau .............................. 172
Ruitenwissers– bediening ........................................ 49– ruitensproeiers ............................. 177– wisserbladen .................................. 177
SBR-systeem ....................................... 89Slepen van de auto ............................. 159Sleutel met afstandsbediening .......... 8Sleutels .................................................. 8
– Batterij vervangen van sleutel met afstandsbediening ................. 9
– Frontje van afstandsbediening vervangen ....................................... 9
Sneeuwkettingen ................................. 115
– dieselmotor starten ..................... 107
– motor opwarmen na het starten ................................ 108
– motor uitzetten ............................ 108
– noodstart ....................................... 130
– rollend starten .............................. 130
– start-/contactslot .......................... 12
– starten met een hulpaccu ........... 130
Motorkap ............................................. 70
Motorolie
– niveau controleren ....................... 170
– technische specificaties ............... 195
– verbruik .......................................... 170
Motorruimte ........................................ 168
Multifunctioneel display ..................... 21
Niveau motorkoelvloeistof ............. 171
Niveau motorolie ............................... 176
Niveau remvloeistof ........................... 178
Niveau ruitensproeiervloeistof ........ 178
Niveaus controleren .................. 168-174
Noodgevallen ...................................... 129
Noodportiervergrendeling achterportieren ................................ 64
Onderhoud en zorg .......................... 167
– Geprogrammeerd onderhoud ... 168
205-212 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 207
208
VEILI
GHEID
STAR
TEN
EN R
IJDEN
LAMP
JES
EN BE
RICH
TEN
NOOD
GE -
VALL
ENON
DERH
OUD
EN Z
ORG
TECH
NISC
HEGE
GEVE
NSAL
FABE
TISCH
REGI
STER
DASH
BOAR
D EN
BEDI
ENIN
G Typeplaatjes– carrosserielak ................................ 183– identificatiegegevens .................... 182
Veiligheid ............................................. 87Veiligheidsgordels
– algemene opmerkingen ............... 91– gebruik ............................................ 88– onderhoud ..................................... 93– trekkrachtbegrenzers .................. 90
Velgen– verklaring van velgencodering ... 189
Ventilatie van het interieur ............... 37Verbruik
– brandstof ........................................ 197– motorolie ....................................... 170
Versnellingsbak – gebruik van de handgeschakelde
versnellingsbak .................................. 110Verwarming en ventilatie .................. 37 Verwarmings-/ventilatiesysteem ...... 37Vloeistoffen en smeermiddelen ....... 202
Waarschuwingsknipperlichten ....... 53Wiel verwisselen ................................ 131 Wielen
– reservewiel .................................... 194– vervangen ....................................... 131
– wieluitlijning ................................... 194Wielophanging .................................... 193Wieluitlijning ........................................ 188Winterbanden ..................................... 190Wisserbladen voor en achter .......... 177
Zekeringen (vervangen) ................... 149Zij-airbags ............................................. 101Zitplaatsen
– omklappen (zitplaatsen achter) ... 33– reinigen ........................................... 180– verstellen ........................................ 32
Zonnekleppen ..................................... 59
Snelheid (maximum) .......................... 191 Snelheidsmeter .................................... 14Spiegels
– binnenspiegel ................................. 35– buitenspiegels ................................ 36
Start-/contactslot ................................ 12 Startblokkering Fiat CODE .............. 6Starten en rijden ................................. 105Stekkerdoos ......................................... 59 Stoelverstelling .................................... 32 Stuurbekrachtiging ........................... 54-79Stuurinrichting ..................................... 193Stuurslot ............................................... 12Stuurwiel (verstellen) ......................... 35Stuurwielverstelling ............................ 35 Symbolen .............................................. 6
Tanken ................................................. 84 Tankluikje ............................................. 85Technische gegevens .......................... 187Toerenteller ........................................ 14Transmissie .......................................... 192Trekhaak monteren ........................... 113Trekken van aanhangers ................... 112
– trekhaak monteren ...................... 113Trekkrachtbegrenzers ....................... 90 Tripcomputer ...................................... 30
205-212 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 208
RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN DE AUTO AAN HET EINDEVAN DE LEVENSDUURAl jaren werkt Fiat hard aan de bescherming van het milieu door de doorlopende verbetering van de productieprocessen en deontwikkeling van producten die steeds milieuvriendelijker zijn. Om de cliënten de best mogelijke service te garanderen in overeen-stemming met de milieunormen en conform de verplichtingen die voortvloeien uit de 2000/53/EU-richtlijn voor auto’s die aan heteinde van hun levensduur zijn, biedt Fiat aan haar cliënten de mogelijkheid de eigen auto* aan het einde van zijn levensduur in te le-veren zonder extra kosten.De Europese richtlijn voorziet er namelijk in dat de auto kan worden ingeleverd zonder kosten voor de laatste houder en/of eigenaarals de auto geen of een negatieve marktwaarde heeft. In vrijwel alle landen van de EU konden tot 1 januari 2007 alleen auto’s zon-der kosten worden teruggegeven die vanaf 1 juli 2002 op kenteken waren gezet; vanaf 2007 is het zonder kosten teruggeven vande auto niet meer afhankelijk van het jaar waarin de auto op kenteken is gezet, “indien het betrokken voertuig voorzien is van deessentiële voertuigonderdelen, met name motor en carrosserie, en geen afval bevat dat aan het afgedankte voertuig is toegevoegd”.Voor de afgifte van uw auto aan het einde van zijn levensduur kunt u zich zonder aanvullende verplichtingen tot het Fiat Service-netwerk wenden of tot een van de inzamelings- en verwerkingsbedrijven die door Fiat zijn goedgekeurd. Dergelijke bedrijven zijnzorgvuldig uitgekozen en bieden een kwaliteitservice voor de inzameling, de verwerking en het hergebruik van onderdelen van bui-ten gebruik gestelde auto’s met respect voor het milieu.Voor informatie over de inzamelings- en verwerkingsbedrijven kunt u terecht bij het Fiat Servicenetwerk of bel het gratis nummer00800 3428 0000 of raadpleeg de Fiat internetsite.
(*) Auto met maximaal 9 zitplaatsen voor personenvervoer en een maximaal toelaatbaar gewicht van 3,5 t
205-212 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 209
Pagine_ITA.indd 4 18-05-2005 11:54:19
®
Vraag uw garagist om ®
Pagine_ITA.indd 1 18-05-2005 11:53:40
in het hart van uw motor.
205-212 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 210
Uwauto heeft Selenia gekozen
Selenia biedt een assortiment technologische geavanceerde kwaliteitsproducten:
SELENIA K PURE ENERGY
Pagine_ITA.indd 4 18-05-2005 11:54:19
Synthetisch smeermiddel ontwikkeld voor benzinemoto-ren van de laatste generatie met lage emissies. De specifieke formule garandeert een maximale bescherming ook voor turbomotoren met hoge prestaties en een hoge thermische belasting. Het lage asgehalte helpt de totale reiniging van de moderne katalysatoren te behouden.
SELENIA WR PURE ENERGY Synthetisch smeermiddel ontwikkeld voor benzinemotoren die producten met een laag asgehalte vereisen. Optimaliseert de kenmerken van motoren met een hoog specifiek vermogen, beschermt de zwaarst belaste delen en helpt de moderne katalysatoren schoon te houden.
SELENIA MULTIPOWER De ideale olie voor het beschermen van benzinemotorenvan de nieuwe generatie, ook in extreme bedrijfs- enklimaatcondities. Garandeert een lager brandstofverbruik(Energy conserving) en is tevens ideaal voor alternatievemotoruitvoeringen.
SELENIA SPORTVolledig synthetisch smeermiddel dat aan de eisen van motoren met hoge prestaties voldoet. Ontwikkeld voor het beschermen van de motor ook bij hoge thermische belasting, het voorkomen van bezinksels op de turbine en het garanderen van maximale prestaties in alle veiligheid.
Het Selenia assortiment bestaat verder uit Selenia StAR Pure Energy, Selenia Racing, Selenia K, Selenia WR, Selenia 20K, Selenia 20K AR.Nadere informatie met betrekking tot de Selenia producten vindt u op de site, www.selenia.com
De motor van uw auto is ontstaan met ontworpen voor Selenia,hetmotorolie-assortiment dat voldoet aan demeest geavanceerde
internationale specificaties. Specifieke tests en technische kenmerkenvan hoog niveaumaken van Selenia het smeermiddel bij uitstek
voor veilige en onovertrefbare motorprestaties.
Pagine_ITA.indd 1 18-05-2005 11:53:40
205-212 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 211
Fiat Group Automobiles S.p.A. – Customer Services – Technical Services – Service Engineering – Largo Senatore G. Agnelli, 5 – 10040 Volvera – Torino (Italia)Druknummer 603.81.759NL – 07/2010 – 1 editie
MOTOROLIE VERVERSEN
1.2 - 1.4 - 1.3 Multijet
Tankinhoud 45
Reserve 5 ÷ 7
De benzinemotoren zijn uitsluitend geschikt voor loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON (specificatie EN228).De dieselmotoren zijn uitsluitend geschikt voor dieselbrandstof voor motorvoertuigen (specificatie EN590).
BRANDSTOFTANK (liters)
2,2 2,12,2 2,2
2,2 2,02,2 2,2
2,2 2,12,2 2,2
2,2 2,02,2 2,2
2,4 2,12,5 2,2
2,3 2,12,3 2,3
BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND (bar)
Uitvoeringen 1.2 1.4 1.3 MultijetVoor Achter Voor Achter Voor Achter
175/65 R15 84TBij gemiddelde beladingVolbeladen
185/65 R15 88TBij gemiddelde beladingVolbeladen
Bij warme banden moet de bandenspanning 0,3 bar hoger zijn dan de voorgeschreven waarde. Controleer de bandenspanning nogmaals als de banden koud zijn.Bij winterbanden moet de in de tabel aangegeven waarde van de standaard gemonteerde banden met 0,2 bar verhoogd worden.Bij rijden met snelheden boven 160 km/h moet de bandenspanning worden verhoogd tot de waarden voor volle belading.
1.2 1.4 1.3 Multijet
liter kg liter kg liter kg
Motorcarter en filter 2,6 2,25 2,6 2,25 3,2 2,75
205-212 ACTUAL NL 1ed 31-08-2010 11:12 Pagina 212
De gegevens in deze publicatie zijn uitsluitend indicatief bedoeld. Fiat behoudt zich het recht voor op elk moment de in deze publicatie beschreven modellen om technische of commerciële redenen te wijzigen.
Wendt u voor nadere informatie tot het Fiat Servicenetwerk. Gedrukt op milieuvriendelijk chloorvrij papier.
NEDERLANDS
D U A L O G I C
F I A T P U N T O
PUNTO FL DUALOGIC NL:PUNTO RADIO SB05 ITA 21-10-2009 14:31 Pagina 1