FERMENTEREN THEORIE EN PRAKTIJK - foodlab...
Transcript of FERMENTEREN THEORIE EN PRAKTIJK - foodlab...
FERMENTEREN
THEORIE EN PRAKTIJK
Rudi Verheyden
1
INHOUD
Deel 1: Theorie fermenteren 2
1. Inleiding 2
2. Wat is fermenteren? 2
3. Fermenteren: oorlog tussen helden en vijanden 4
4. Nuttige micro-organismen 5
5. Schadelijke micro-organismen 8
6. Middelen om de winstkansen van nuttige micro-organismen te vergroten 9
7. Benodigde materialen 12
8. Veiligheid en tips 14
9. Fermenteren en gezondheid 15
Deel 2: Praktijk fermenteren 18
1. Fermenteren van groenten en fruit 18
2. Fermenteren van condimenten 35
3. Fermenteren van melk (kaas en yoghurt) 37
4. Zuurdesembrood 49
5. Waterkefir, melkfefir en kombucha 59
6. Andere gefermenteerde dranken 68
7. Azijn 72
Bronnen en interessante literatuur over fermenteren 75
2
Deel 1: Theorie fermenteren
1. Inleiding
Wie met succes wil fermenteren, moet enige basiskennis hebben. In deze cursus vind je
elementaire feiten over fermentatie, iets over de geschiedenis van het proces, de dingen die je
nodig hebt, hoe je aan de materialen en ingrediënten komt, recepten, enzovoort.
Overal om ons heen bestaat de wondere wereld van fermentatie. Bacteriën zijn overal zonder
dat we ze zien en de wereld en wijzelf zouden niets zijn zonder hun werkzaamheden op
cellulair niveau. De Kunst van Fermentatie is grenzeloos, een proces dat altijd heeft bestaan
en dat door de geschiedenis heen door talloze volkeren en culturen is toegepast. Ooit was het
een manier voor overleving en conservering, maar ook tegenwoordig zijn fermentatie-
technieken van groot belang voor de toekomst. Niet alleen is het een goede manier om onszelf
gezond te houden, fermentatie zal een significante strategie worden in het tegengaan van
voedselverspilling door onze ‘leftovers’ te gebruiken en dus te streven naar een meer
circulaire manier van nadenken over voedsel consumptie en productie.
2. Wat is fermenteren?
Fermentatie is in de biochemie het omzetten van biologische materialen met behulp van
bacteriën, celculturen of schimmels, zowel in afwezigheid van zuurstof (anaeroob) als in de
aanwezigheid van zuurstof (aeroob).
Fermenteren is het veranderen van voedsel met behulp van micro-organismen om het lekker,
houdbaar of beter verteerbaar te maken.
Tijdens het fermenteren van voedsel worden door de micro-organismen stoffen gevormd die
de smaak, geur en het uiterlijk van het voedsel veranderen. De micro-organismen breken
onderdelen van het voedsel, zoals complexe koolhydraten, af tot kleinere brokstukken die de
mens zelf verder kan verteren. Er worden ook stoffen gevormd (zoals vitamine K) die de
gezondheid bevorderen. Bovendien wordt door fermentatie het voedsel langer houdbaar,
waardoor groenten, fruit en zuivel langer en buiten het seizoen gegeten kunnen worden.
Tijdens fermentatie worden ook potentieel schadelijke componenten uit het voedsel
afgebroken. Een voorbeeld hiervan is lactose, melksuiker. Voor de meeste mensen is lactose
geen enkel probleem, maar wanneer je een lactose-intolerantie hebt is het drinken van melk
geen pretje. In gefermenteerde melkproducten, zoals kefir en Griekse yoghurt, hebben micro-
3
organismen bijna alle lactose afgebroken waardoor het ook door mensen met een lactose-
intolerantie gegeten kan worden. Tijdens het fermenteren van graan wordt fytinezuur
afgebroken. Hierdoor kan het ijzer, calcium en magnesium uit granen gemakkelijker worden
opgenomen.
Enzymen kun je een beetje zien als katalysator. Ze worden veelal gevormd door onze
vrienden, de microben, om voedsel te veranderen. Gisten zetten bijvoorbeeld suiker om tot
alcohol en koolzuurgas met behulp van het enzym zymase. Bacteriën kunnen geen grote
moleculen verteren en daarom scheiden ze enzymen uit om de grote moleculen - zoals
complexe suikers, eiwitten en vetten - buiten de cel te verteren. Deze vertering levert kleine
moleculen op die een belangrijke bijdrage leveren aan de smaak. Zo wordt smakeloos zetmeel
door enzymen omgezet tot zoet glucose. Enzymen spelen dus een belangrijke rol bij vrijwel
elke vorm van fermenteren, maar andersom is het niet zo dat als er enzymen in het spel zijn er
ook per se sprake is van fermentatie. Maatjesharing bijvoorbeeld wordt puur en alleen door
enzymen smakelijk gemaakt. Er komen geen bacteriën, schimmels of gisten bij kijken en het
is dus geen fermentatie.
4
3. Fermenteren: oorlog tussen helden en vijanden
Helden: nuttige micro-organismen nodig voor het fermentatieproces.
Vijanden: micro-organismen die bederf veroorzaken en micro-organismen die ziek maken.
Micro-organismen denken maar aan één ding, zichzelf voortplanten. Daarvoor is voedsel
nodig. Dat voedsel is schaars en er zijn kapers op de kust. Die kapers, dat zijn vooral andere
microben, de vijanden. Er ontstaat dus een gevecht om voedsel waarbij de verschillende
microben elkaar bestrijden. En dat gaat er hard aan toe. De partijen deinzen niet terug voor
chemische oorlogsvoering. Zuur, vergiftiging en verstikking worden ingezet om de overhand
te krijgen op de tegenstanders. Van deze strijd plukken wij de vruchten. Het zuur geeft ons
zuurkool, dat gif (alcohol) brengt vergetelheid en one night stands en waar de microben door
naar adem happen geeft ons de fijne tinteling op de tong van een zelfgemaakte frisdrank.
Maar fermenteren doet meer. Het voedsel is niet alleen schaars, het is vaak ook moeilijk
verteerbaar voor micro-organismen. Fermenteren is ook afbreken en hapklaar maken. Voor
micro-organismen, maar daarmee ook voor ons.
Tijdens het fermentatieproces moeten we er voor zorgen dat de helden de bovenhand halen op
de vijand (zie 6).
5
4. Nuttige micro-organismen
Er zijn drie grote groepen microben waar wij als fermenteerders mee te maken hebben:
bacteriën, gisten en schimmels. Bacteriën vormen een domein van eencellige, soms in
kolonies levende micro-organismen. Kenmerken is dat ze geen celkern hebben. Er bestaat een
enorme variatie aan verschijningsvormen, grootte, reproductiestijl en favoriete leefplek.
Zowel gisten als de schimmels behoren tot het rijk der funghi. Gisten zijn eencellig en
schimmels zijn meercellig.
4.1 Bacteriën
→ Melkzuurbacteriën
De bacteriën die er voor de fermenteerder het meest toe doen zijn de Lactobacillales - de
melkzuurbacteriën. Ze eten koolhydraten en produceren allemaal melkzuur, met al naar
gelang de soort ook koolzuurgas, wat andere zuren en een beetje alcohol. Kaas? Droge worst?
Augurken? Lactobacillales! Deze vorm van fermenteren noem je dus lactofermentatie of
melkzuurfermentatie. Er is niet één soort melkzuurbacteriën, maar heel veel. Elk heeft zijn
eigen voorkeur. De een eet het liefst suikers uit fruit, de volgende melksuikers en de andere
suikers uit vlees. Waar sommige alleen melkzuur produceren maken andere ook alcohol of
gas. De voor fermentatie meest belangrijke families binnen de Lactobacillales zijn de
Lactobacillus (ook melkzuurbacteriën in de volksmond), Leuconostoc, Pediococcus,
Lactococcus en Streptococcus. Een aantal namen die je geregeld zal tegenkomen zijn
6
Lactobacillus acidophilus, L. bulgaricus, L. brevis en L. thermophilus (je begrijpt dat dat L.-
etje staat voor Lactobacillus.
Melkzuurbacteriën zijn ook de belangrijkste spelers in allerlei probiotische drankjes.
Melkzuurfermentatie werkt het best in anaerobe condities. Dat betekent dat ze zich (vrijwel)
zonder zuurstof van hun taak kunnen kwijten. De meeste zijn echter aerotolerant, ze hebben
dus geen zuurstof nodig, maar de eventuele aanwezigheid ervan boeit ze niet echt.
Melkzuurbacteriën kunnen ook redelijk goed tegen zout.
→ Azijnzuurbacteriën
Een andere groep bacteriën zijn de Acetobacteraceae of azijnzuurbacteriën. Ze halen hun
energie uit alcohol en produceren daarbij azijnzuur en water. Deze bacteriën werken strikt
aeroob: ze hebben zuurstof nodig om hun werk te kunnen doen. Ze spelen een relatief kleine
rol in het geheel van fermenteren. Hun rol is vaak secundair, naast die van melkzuurbacteriën
of gisten. Bijvoorbeeld in zuurdesem.
→ Bacillus-bacteriën
Een laatste groep bacteriën speelt nog een kleinere rol bij fermentatie. Het zijn de bacillus-
bacteriën, met glansrollen voor Bacillus subtilus, B. licheniformis en B. pumillius. Ze zetten
proteïnen (eiwitten en dus geen suikers) om in aminozuren, peptiden en ammonia. Daarmee
maken ze het voedsel niet zuur maar basisch. Je vindt deze fermentatie dus vooral in
producten met relatief veel eiwit, zoals soja en sommige noten en zaden. Dit zijn vaak de wat
exotischer fermentatievarianten uit Afrika en Azië, zoals het nog redelijk bekende Japanse
natto. De bacteriën werken over het algemeen aeroob en kunnen behoorlijk extreme
omstandigheden aan.
4.2 Gisten
Gisten zijn eencellige funghi. Ze onderscheiden zich van bacteriën door het bezit van een
celkern en hun forse formaat. Er bestaan zeker 1500 verschillende soorten en ze zitten
werkelijk overal. De belangrijkste spelers voor de fermenteerder zijn saccharomyces-gisten,
die in staat zijn om suikers te ontleden en om te zetten in alcohol en koolzuurgas. Je
bubbelende bier en de luchtigheid van brood dank je aan dit gist. De gist die we gebruiken
voor brood is Saccharomyces cerevisiae (bakkersgist, brouwersgist, wijngist of biergist).
Het metabolisme van gisten is zowel aeroob als anaeroob. Onder anaerobe omstandigheden is
de alcoholproductie maximaal, aerobe condities stimuleren vooral de groei en
vermenigvuldiging. In de broodbereiding maken we bijvoorbeeld gebruik van aerobe
gistfermentatie, terwijl we om wijn en andere dranken te maken vooral anaeroob werken. Te
veel zuurstof zorgt namelijk vaak voor de groei van azijnzuurbacteriën met een mislukte wijn
tot gevolg. Ook de optimale temperatuur verschilt, over het algemeen voelen gisten zich het
lekkerst in de range van 20-30 °C. Boven de 50 °C is het dan weer gedaan met de a
Gisten zijn redelijk zuurtolerant. Als er iets je pekelaugurkjes verpest zijn het waarschijnlijk
gisten. Lager dan een pH van 4 kunnen ze echter niet aan. Ze hebben ook vocht nodig om te
kunnen vermenigvuldigen. Zonlicht dan weer niet?
4.3 Schimmels
Schimmels ken je van de roquefort, het witte laagje aan de buitenkant van een gedroogde
worst of camembert. Maar je kent ze ook als de ongewenste, en niet zelden giftige, slijmlaag
op voedsel dat je achter in de koelkast bent vergeten.
Ze spelen dus, als alle microben, zowel een rol in gewenste fermentatie als ongewenst bederf.
Waar schimmels heel goed in zijn is in het afbreken van complexe suikers, met name zetmeel
maar ook cellulose en lignine. Daarom groeien schimmels zo goed op brood en
boomstronken.
Bij de bereiding van bijvoorbeeld sake gebruik je een schimmel om het zetmeel uit het rijst
om te zetten in kortere suikers die vervolgens met een gist weer kunnen worden omgezet in
alcohol. Schimmels kunnen ook goed eiwitten afbreken waardoor verzuurd
hoge pH krijgt wat bijdraagt aan de structuur (camembert dankt daar zijn smeuïgheid aan).
Tenslotte zijn schimmels ook heel goed in het produceren van allerlei smaakstoffen en
antibiotica wat weer beschermt tegen ongewenste bacteriën. Er
ook de paddenstoelen vallen), maar slechts een beperkt aantal wordt gebruikt voor
voedselbereiding. Hun rol is vooral in melk
Ze zijn aeroob en hebben behoorlijk wat vocht nodig om hun werk te kunnen doen. O
algemeen tref je ze dus aan de buitenkant
van voedsel.
tot gevolg. Ook de optimale temperatuur verschilt, over het algemeen voelen gisten zich het
30 °C. Boven de 50 °C is het dan weer gedaan met de a
Gisten zijn redelijk zuurtolerant. Als er iets je pekelaugurkjes verpest zijn het waarschijnlijk
gisten. Lager dan een pH van 4 kunnen ze echter niet aan. Ze hebben ook vocht nodig om te
kunnen vermenigvuldigen. Zonlicht dan weer niet?
Schimmels ken je van de roquefort, het witte laagje aan de buitenkant van een gedroogde
worst of camembert. Maar je kent ze ook als de ongewenste, en niet zelden giftige, slijmlaag
op voedsel dat je achter in de koelkast bent vergeten.
als alle microben, zowel een rol in gewenste fermentatie als ongewenst bederf.
Waar schimmels heel goed in zijn is in het afbreken van complexe suikers, met name zetmeel
maar ook cellulose en lignine. Daarom groeien schimmels zo goed op brood en
Bij de bereiding van bijvoorbeeld sake gebruik je een schimmel om het zetmeel uit het rijst
om te zetten in kortere suikers die vervolgens met een gist weer kunnen worden omgezet in
alcohol. Schimmels kunnen ook goed eiwitten afbreken waardoor verzuurd
hoge pH krijgt wat bijdraagt aan de structuur (camembert dankt daar zijn smeuïgheid aan).
Tenslotte zijn schimmels ook heel goed in het produceren van allerlei smaakstoffen en
antibiotica wat weer beschermt tegen ongewenste bacteriën. Er zijn er duizenden (waaronder
ook de paddenstoelen vallen), maar slechts een beperkt aantal wordt gebruikt voor
voedselbereiding. Hun rol is vooral in melk- en vleesproducten.
Ze zijn aeroob en hebben behoorlijk wat vocht nodig om hun werk te kunnen doen. O
algemeen tref je ze dus aan de buitenkant
7
tot gevolg. Ook de optimale temperatuur verschilt, over het algemeen voelen gisten zich het
30 °C. Boven de 50 °C is het dan weer gedaan met de activiteit.
Gisten zijn redelijk zuurtolerant. Als er iets je pekelaugurkjes verpest zijn het waarschijnlijk
gisten. Lager dan een pH van 4 kunnen ze echter niet aan. Ze hebben ook vocht nodig om te
Schimmels ken je van de roquefort, het witte laagje aan de buitenkant van een gedroogde
worst of camembert. Maar je kent ze ook als de ongewenste, en niet zelden giftige, slijmlaag
als alle microben, zowel een rol in gewenste fermentatie als ongewenst bederf.
Waar schimmels heel goed in zijn is in het afbreken van complexe suikers, met name zetmeel
maar ook cellulose en lignine. Daarom groeien schimmels zo goed op brood en
Bij de bereiding van bijvoorbeeld sake gebruik je een schimmel om het zetmeel uit het rijst
om te zetten in kortere suikers die vervolgens met een gist weer kunnen worden omgezet in
alcohol. Schimmels kunnen ook goed eiwitten afbreken waardoor verzuurd voedsel weer een
hoge pH krijgt wat bijdraagt aan de structuur (camembert dankt daar zijn smeuïgheid aan).
Tenslotte zijn schimmels ook heel goed in het produceren van allerlei smaakstoffen en
zijn er duizenden (waaronder
ook de paddenstoelen vallen), maar slechts een beperkt aantal wordt gebruikt voor
Ze zijn aeroob en hebben behoorlijk wat vocht nodig om hun werk te kunnen doen. Over het
8
Tabel: de belangrijkste fermentatiespelers
Wie Funghi Bacteriën combinaties
Belangrijkste
spelers
Gisten Schimmels Melkzuur-
bacteriën
Azijnzuur-
bacteriën
Bacillus
bacteriën
Meestal gisten en
bacteriën
Hoe heet het? Vergisting Schimmel-
fermentatie
Melkzuur-
fermentatie
Azijnzuur-
fermentatie
Alkalische
fermentatie
Meestal worden
de verschillende
soorten
fermentatie apart
genoemd.
Wat eten ze? Suikers Complexe
suikers en
eiwitten
suikers alcohol eiwitten Suikers en
alcohol
Wat
produceren
ze?
Alcohol,
Koolzuur,
Water,
Zuur
Veelal
Smaak-
makende
enzymen,
antibiotica,
ammonia
melkzuur azijnzuur Ammonia alles
Zuurstof
nodig?
Ja en nee ja Ja en nee ja ja Ja en nee
Waar ken je
ze van?
Wijn, bier,
brood
Kaas,
Sommige
wijnen,
Miso,
Tempeh
Groenten,
Kaas,
salami
Azijn,
Zuurdesem-
brood
Natto Zuurdesembrood,
Komboecha,
Gemberbier,
Kefir
5. Schadelijke micro-organismen
Sommige micro-organismen veroorzaken bederf, andere zijn ziekmakend.
9
Tabel: ziekmakende micro-organismen
Aandeel in
ziektegevallen
Voorbeeld Waarin Hoe te
voorkomen?
Bacteriën Zeer groot Clostridium
botulinum
Alles Was je handen,
zout, zuur
Virussen Zeer groot Noro- of rotavirus Vrijwel alles Was je handen
Parasieten Groot Trichinosis Vis, varkensvlees
(vroeger en
tegenwoordig
alleen nog buiten de
Westerse landen)
Screening door
industrie, lang
invriezen, verhitten
boven de 62 °C.
Prionen Zeer klein Gekke koeienziekte Rundvlees Screening door
industrie.
Protisten Groot Toxoplasma gondii Je kat Kat van het
aanrecht weren en
de kattenbak uit de
keuken.
Schimmels Zeer klein Rhizopus arrhizus Heel veel Vergeet het maar,
nauwelijks te
voorkomen.
6. Middelen om de winstkansen van de nuttige micro-organismen te vergroten
6.1 Vocht
Alle micro-organismen hebben water nodig om zich te vermenigvuldigen en hun werk te
doen. Maar bacteriën hebben veel meer water nodig dan schimmels, die weer minder water
nodig hebben dan gisten. Binnen deze soorten micro-organismen zijn ook weer verschillen.
Door de hoeveelheid water te manipuleren kun je dus de ene microbe bestrijden ten gunste
van een ander. Een bommentapijt van water, of van droogte feitelijk. Het gaat hierbij altijd
om het remmen van de groei van micro-organismen, vochtmanipulatie is geen goede manier
om microben te doden.
6.2 Temperatuur
Temperatuur is van invloed op de groeisnelheid van micro-organismen. In tegenstelling tot
vocht kan een voldoende hoge temperatuur micro-organismen wel doden. De meeste micro-
organismen voelen zich rond onze lichaamstemperatuur het beste. Maar ook hier gelden weer
verschillen die je in kunt zetten om de gewenste fermentatie te krijgen. Je zuurkool verzuren
bij kamertemperatuur gaat sneller, maar het eindresultaat is minder complex van smaak dan
10
wanneer je onder de 18 °C blijft omdat bij elke temperatuur andere melkzuurbacteriën
domineren.
6.3 Zuurstof
Net als water is zuurstof een van de voorwaarden voor leven. Niet alle micro-organismen
hebben echter evenveel (vrije) zuurstof nodig. Eerder hebben we al gesproken over aerobe en
anaerobe micro-organismen. Die laatste hebben vaak al genoeg aan dat wat vrijkomt bij het
afbreken van koolhydraten, die immers bestaan uit koolstof, waterstof en zuurstof. Er is ook
nog een groep die er tussenin zit en zowel aeroob als anaeroob kan functioneren, zij het met
andere gevolgen. En dan zijn er nog de bacteriën die helemaal niet tegen zuurstof kunnen,
zoals de bifidus-bacteriën in je yoghurtdrankje. Door de hoeveelheid zuurstof te manipuleren
kun je dus het ene micro-organisme remmen of stimuleren ten opzichte van een andere. Denk
aan een waterslot op je vergistingsemmer, waardoor er geen zuurstof bij het sap kan wat
daarmee schimmelgroei (en azijnzuurfermentatie) tegengaat, zodat gisten zich ongehinderd
tegoed doen aan de suikers.
6.4 Zuur (pH)
Je vierde wapen is zuur. Dit is een belangrijke. In het stuk over (melkzuur) bacteriën hebben
we daar al bij stilgestaan. Het feit dat fermenteren voedsel langer houdbaar maakt heeft in
belangrijke mate met zuur te maken. Een zure omgeving maakt het voor veel micro-
organismen moeilijk zich te vermenigvuldigen en hun voedselbedervend, of erger,
voedselvergiftigend werk te doen. Melkzuurbacteriën en azijnzuurbacteriën kunnen,
vanzelfsprekend, beter tegen zuur. De meeste micro-oganismen prefereren een neutrale
zuurtegraad, zo rond een pH van 7 (water). Beneden de 4,6 zijn er nauwelijks meer bacteriën
die zich kunnen vermenigvuldigen en is je voedsel (bacteriologisch) veilig. Gisten en
schimmels kunnen beter tegen zuur. Gisten trekken een pH van 4-4,5 nog wel, en er zijn
schimmels die zelfs nog bij een pH van 2 nog overleven. Alle ingemaakte groenten, maar ook
gefermenteerd vlees, danken hun houdbaarheid in belangrijke mate aan zuur. Overigens zijn
er ook een paar fermentatievormen waarbij de pH juist hoger wordt, bijvoorbeeld die van
natto.
6.5 Zout
Melkzuurbacteriën kunnen relatief goed tegen zout, waar veel andere bacteriën dat niet
kunnen. Vaak wordt dus zout gebruikt om die ongewenste micro-organismen even onder de
duim te houden. Boven de circa 2% zout wordt de groei van veel bacteriën al geremd, terwijl
melkzuurbacteriën zich wel nog kunnen vermenigvuldigen. Boven de 3% wordt de
hoeveelheid zout onappetijtelijk. Het is dus zelden het zout zelf dat voor de houdbaarheid
11
zorgt, maar het geeft de melkzuurbacteriën als het ware de tijd de stellingen in te nemen om
hun zware bederfremmende werkt te doen.
6.6 Gif
Micro-organismen kunnen ook niet tegen gif. Gewenste micro-organismen ook niet en wij
evenmin. Maar er zijn enkele aspecten van gif die het toch een prettig fermentatiehulpje
maken: de tolerantie en de timing. Alcohol is een goed voorbeeld van de eerste. Biergist kan
redelijk goed tegen het giftige alcohol, veel beter dan andere gisten en micro-organismen.
Door alcohol te produceren moordt het dus de competitie uit. Zo ook: gisten kunnen wel tegen
hop in bier, maar veel bacteriën niet. Wij passen met name gif toe om de competitie op
voorhand uit te schakelen, bijvoorbeeld door onze materialen goed schoon te maken met
schoonmaakmiddelen, onze handen te wassen, of door met sulfiet wilde gisten en bacteriën te
doden voorafgaand aan het toevoegen van een startercultuur. Een kwestie van timing dus.
6.7 De hoeveelheid microben: starterculturen
Een laatste manier om je rebellen te laten winnen van het regeringsleger is om eenvoudigweg
heel veel rebellen in te zetten. Dat noemen we een starter of startercultuur bestaande uit een
miljoenvoudige overmacht aan bacteriën, gisten of schimmels. Zo weet je zeker dat jouw
microben het gaan winnen van de andere, reeds aanwezige maar onbekende en mogelijk
onsmakelijke of ongezonde broertjes. Denk aan een zakje gist dat je in de broodmachine
gooit, de eetlepel startercultuur in je salami of de witschimmel die je doelbewust aan de
buitenkant van je kaasje smeert. De voordelen van een starter boven natuurlijke fermentatie
zijn snelheid, controleerbaarheid en daarmee veiligheid en herhaalbaarheid.
Tabel: voordelen van natuurlijke en startermethode
Natuurlijke methode startermethode
Smaken complexer Minder alternatieve veiligheidsmaatregelen
nodig (bijvoorbeeld minder zout)
Avontuurlijker en verrassender Sneller
Uniform en herhaalbaar
Vaak veiliger
Meer variatie
12
6.8 Kruiden
Sommige kruiden hebben een bewezen antibacterieel effect. De rol van kruiden is echter altijd
ondersteunend en nooit ter vervanging van een van de hiervoor genoemde fermentatiehulpjes.
7. Benodigde materialen
� thermometer (kern- of vleesthermometer)
� pH-meter
� nauwkeurige weegschaal
� glazen potten
� flessen
� waterslot: veel fermentatieprocessen zijn anaeroob. Ze vinden plaats zonder zuurstof.
Denk aan het fermenteren van groenten en het maken van alcoholische dranken. Een
waterslot zorgt ervoor dat er wel gas kan ontsnappen, maar dat er geen buitenlucht in kan.
Het houdt ook uitstekend vliegen en ander gespuis buiten je zuurkool.
� emmers
� soms fermentatiekast (regeling temperatuur en vochtigheid)
Fermenteerpot met waterslot
13
Fermenteerpot met Sterilock ontluchter.
De Sterilock® ontluchter bevat een gepatenteerde Nanoseal waarmee gistingsgassen veilig
kunnen ontwijken, terwijl het indringen van verontreinigende stoffen met inbegrip van wilde
gisten en bacteriën wordt voorkomen.
De Sterilock® ontluchter wordt rustig door de doorvoertule in de deksel gestoken tot dat het
aan de onder kant van de deksel uit de doorvoertule steekt.Niet forceren.
Hoe het werkt:
De Sterilock® ontluchter werkt als een eenrichtingsklep zodat het gisting gas wel uit de pot
kan maar niet andersom lucht terug kan, wat verontreiniging zou kunnen veroorzaken.
Ook ontstaat er met de Sterilock® ontluchter geen overdruk in de Fermenteerpot.
Wel schoon werken:
Zorg ervoor dat alles mooi schoongemaakt is, dus de pot met heet water gespoeld en
gedroogd alvorens u met het fermentatie-proces begint.
Online te bestellen bij: www.kefirwinkeltje.nl
Andere adressen waar je materialen voor het fermenteren kan bestellen zijn:
• BMS Wijndepot, Brugsesteenweg 313, 8520 Kuurne, www.bmswijndepot.com
• www.brouwland.com
14
• Via www.fonq.be kan je de handige fermentatiepotten met waterslot van Mortier Pilon
bestellen (uitvoeringen 2 en 5 liter).
8. Veiligheid en tips
→ Werk schoon
Bij alle vormen van fermentatie is schoon werken van het uiterste belang. 50-80% van door
voedsel veroorzaakte ziekten doe je thuis op. Je handen, keuken en aanrecht bevatten tal van
microben die net zo van suiker, rauw vlees of melk houden zoals jij.
→ Meten is weten
15
Temperatuur, soortelijk gewicht, zuurtegraad (pH), luchtvochtigheid, grammen zout of
milligrammen startercultuur: het doet ertoe. Je zuurkool wordt lekkerder bij 18 °C dan bij 25
°C, je gefermenteerde uitjes zijn voor de eeuwigheid houdbaar bij een pH van 4,6 en bij een
soortelijk gewicht van 1030 weet je dat, wil je voldoende alcohol, je sap nog wat extra suiker
nodig heeft.
→ Houd een logboek bij.
Als je steeds beter wil worden in fermenteren loont het de moeite om elke stap en elke meting
nauwkeurig te noteren. Zo worden je successen herhaalbaar en je mislukkingen begrijpelijk.
9. Fermenteren en gezondheid
De gezondheidstoestand van je darmen heeft een grote invloed op je algemene fysieke en
mentale gezondheid. Dat komt omdat ze via het darmslijmvlies in verbinding staan met je
immuunsysteem en je zenuwstelsel.
Fermenteren is een oude bewaartechniek die de laatste jaren aan een revival toe is. En terecht.
Gefermenteerde voeding is niet alleen essentieel voor mensen die last hebben van
spijsverteringsproblemen, maar simpelweg voor iedereen. Gefermenteerde producten zorgen
namelijk voor een flinke dosis probiotica: goede bacteriën die het evenwicht in je darmflora
helpen behouden of herstellen.
Er zijn verschillende soorten fermentatie. Zo is wijn een gefermenteerd product waarbij de
gisten die van nature op druiven zitten als bijproduct alcohol produceren. Schimmelkazen zijn
gefermenteerd door schimmels. En in yoghurt en zuurkool hebben melkzuurbacteriën de in
melk en kool aanwezige suikers omgezet in melkzuur.
Wanneer je elke dag zo'n gefermenteerd voedingsmiddel eet, wordt er in je darmen een
lichtjes zuur milieu gecreëerd waarin goede darmbacteriën welig kunnen tieren. Slechte
bacteriën houden daar niet van en worden zo onder controle gehouden. Bovendien scheiden
de gunstige bacteriën stoffen uit die gifstoffen afbreken en die als een soort van antibiotica
werken op ongewenste of ziekmakende micro-organismen. Slechte bacteriën dood je dus met
goeie bacteriën. Dat hadden onze voorouders al begrepen; ze gebruikten deze techniek om
hun voedsel te bewaren toen er nog geen koelkasten bestonden. Door kool te veranderen in
zuurkool, andere groenten in pickles en melk in yoghurt, kregen rottingsbacteriën immers
geen kans. Dat is ook de reden waarom gefermenteerd voedsel erg lang goed blijft. Op die
manier helpen gefermenteerde producten je ook tijdens of na een antibioticakuur. Veel
mensen krijgen dan last van diarree of schimmelinfecties. Dat komt omdat de antibiotica niet
alleen ziekmakende maar ook gunstige bacteriën vernietigde. De afwezigheid van gunstige
16
bacteriën na een antibioticakuur is voor slechte micro-organismen de ideale gelegenheid om
de overhand te nemen en de darm te koloniseren. Zorg je echter voor gulle aanvoer van
probiotica door voldoende gefermenteerd voedsel te eten, dan geef je deze ziekmakende
micro-organismen veel minder kans.
Gefermenteerde producten waren rijkelijk aanwezig in het voedingspatroon van onze
voorouders en het grotendeels verdwijnen ervan uit ons moderne dieet speelt waarschijnlijk
mee een rol in het ontstaan van voedselintoleranties en -overgevoeligheden. Het
fermenteerproces verteert voedsel als het ware voor en dat is een ware zegen voor mensen met
een gevoelige spijsvertering. Die voorvertering helpt immers ook om moeilijk afbreekbare
moleculen als melkeiwit en gluten veel lichter verteerbaar te maken. Het probleem met
bijvoorbeeld brood is dus waarschijnlijk niet het brood zelf, maar wel hoe het gemaakt wordt.
Oorspronkelijk was ook brood immers een gefermenteerd product dat gemaakt werd met
behulp van zuurdesem, een mix van melkzuurbacteriën en gisten die van nature aanwezig zijn
op graan. Wanneer je graan nat maakt, gaan de micro-organismen meteen aan de slag om het
graan voor te verteren. Gluten en andere belastende stoffen zoals bijvoorbeeld fytinezuur
worden daardoor gedeeltelijk afgebroken. Tegenwoordig wordt brood gemaakt met
bakkersgist die alleen koolhydraten omzet in koolzuurgas. Daardoor rijst het brood wel, maar
de gist breekt geen antinutriënten of gluten af en verteert dus niet voor. Dat is onder andere de
reden waarom mensen met een overgevoeligheid voor gluten vaak toch echt, lang gerezen
zuurdesembrood kunnen verteren.
Hetzelfde geldt voor gefermenteerde zuivel; lang gefermenteerde yoghurt of kefir en oude
kazen veroorzaken doorgaans veel minder last voor overgevoelige darmen dan niet-
gefermenteerde zuivel als melk. Logisch als je weet dat ook in dit geval het fermentatieproces
het melkeiwit en de lactose op voorhand begint af te breken, zodat je buik die klus niet alleen
hoeft te klaren.
Die 'voorvertering' is trouwens ook der reden waarom Japanners alleen gefermenteerde
sojaproducten zoals tempé en miso eten, en geen 'knutselsojaproducten' als sojamelk,
sojayoghurt of sojapap. Dat kan een ander licht werpen op het feit dat bijna net zoveel mensen
allergisch of overgevoelig zijn voor soja als voor koemelkproducten.
Wanneer je groenten fermenteert, ontstaat niet alleen een florerende cultuur van probiotica,
maar worden vitaminen ook veel beter beschikbaar. Bovendien helpt het melkzuur bij het
conserveren van vitaminen, waardoor gefermenteerde groenten heel rijk zijn aan vitamine C,
B-complex en K.
17
Opgelet! Ook al zijn wijn en bier gefermenteerde producten: er zijn tegenstrijdige opinies
over het effect van alcohol op je darmflora. De regel 'wees matig met alcohol' blijft uiteraard
opgaan.
18
Deel 2: Praktijk fermenteren
1. Fermenteren van groenten en fruit
Het fermenteren van groenten bestaat eruit dat suikers uit die groenten door
melkzuurbacteriën worden omgezet in melkzuur. Het is dus voornamelijk melkzuurvergisting.
Dit melkzuur zorgt voor de houdbaarheid van je augurkjes omdat het de pH verlaagt naar een
niveau waarop bederf- en ziekmakende micro-organismen uitgeschakeld worden. Hoe lager
de pH, hoe zuurder het product.
De voor de fermentatie benodigde suikers zitten al in je groenten, evenals de
melkzuurbacteriën zelf. Het enige dat ze nodig hebben om aan het werk te gaan is een beetje
vocht. En wat wil het toeval? Dat zit ook al in groenten. Een witte kool bijvoorbeeld, de basis
voor zuurkool, bestaat voor zo'n 90% uit vocht en 1-3% uit suiker. Hoeveel
melkzuurbacteriën er op en in zitten weten we niet, maar meer dan genoeg.
Het fermenteren van groenten is gelukkig veel breder dan het maken van zuurkool. Andere
koolsoorten laten zich bijvoorbeeld ook uitstekend verzuren. Datzelfde geldt voor wortel,
pastinaak, koolrabi, bietjes, paprika, hete peper, bloemkool of zoete aardappel.
Zoals je ziet zijn het met name de hardere groentesoorten die fermentatie-minnend zijn.
Bladgroenten zijn bijvoorbeeld minder geschikt, die worden snel papperig.
Melkzuurbacteriën hebben, net als veel andere micro-organismen een hekel aan zout, maar ze
tolereren het alleen net even beter dan de rest. Met zout geven we de melkzuurbacteriën dus
een voorsprong op andere microben. Een zoutgehalte van 2-3% is de sweetspot waarin
melkzuurbacteriën zich nog lekker voelen, maar veel andere microben niet meer. Onder de
2% loop je het gevaar dat gisten en andere bacteriën hun kans schoon zien en je augurkjes
papperig of ronduit vies maken. Zout is dus belangrijk voor fermenteren, maar het is
uiteindelijk het zuur dat voor het daadwerkelijke conserveren zorgt, en niet het zout.
Melkzuurbacteriën zijn de geiten onder de micro-organismen. Ze lusten alles en kunnen bijna
overal tegen. Naast dat ze weinig moeite hebben met zout, doen ze ook niet moeilijk over
zuurstof. Ze werken zowel aeroob als anaeroob. Het is deze eigenschap die hen voorsprong
nummer twee geeft op ongewenste microben. Deze zuurstofonverschilligheid geld namelijk
niet voor (met name) schimmels die je groenten papperig maken, de smaak verpesten en de
pH verhogen waardoor ziekmakende bacteriën hun kans schoon zien. Om jouw bacteriën
ongestoord de concurrentie te laten aankunnen moet je dus naast zout toevoegen ook de
zuurstof afknijpen. De makkelijkste manier daarvoor is: fermenteer onder water: een pekel.
19
Door je fermenterende groenten onder zout water te houden sluit je ze af van zuurstof. Die
pekel kan bestaan uit het vocht dat onder invloed van zout en kneden vanzelf uit je groenten
treedt. Dat geldt met name voor fijngesneden groenten als de witte kool voor je zuurkool.
Groenten die je intact laat, zoals worteltjes, staan onvoldoende vocht af om zichzelf onder
water te kunnen zetten. Daar moet je een pekel aan toevoegen.
2-3% of 5% zout
Sommige groenten, zoals fijngesneden witte kool, laten door de toevoeging van circa 2-3%
zout en de daaropvolgende manuele mishandeling zo veel vocht los dat de kool als vanzelf
door een pekel bedekt wordt. Maar denk eens aan gefermenteerde worteltjes of augurkjes.
Die blijven intact, je mishandelt ze niet en ze laten daardoor maar weinig vocht los. Daar
moet je dus extra vocht aan toevoegen om ze onder water te laten staan. Echter, als je net als
bij kool alleen maar 2-3% van het groentegewicht aan zout toevoegt en de pot vervolgens
aanvult met water is de zoutconcentratie veel te laag. Je moet dus meer zout toevoegen. De
makkelijkste, en vrijwel door iedereen gebruikte methode is het toevoegen van 5% pekel.
Met het vocht in de worteltjes op bietjes meegerekend hoop je dan ongeveer weer in de buurt
van de optimale 2-3% concentratie te komen. Als je even nadenkt dan zal je beseffen dat dit
wel afhankelijk van je groenten-water verhouding is. Misschien stoppen wij onze potten wel
veel voller of minder vol met worteltjes dan jij. In onze ervaring valt de 5% methode in de
praktijk vaak nogal zout uit. Wil je exacter werken dan weeg je eerst de worteltjes, bietjes of
anderszins, vervolgens weeg je de hoeveelheid water die nodig is om de groenten voldoende
onder water te laten staan en tenslotte meet je 2-3% zout van het geheel aan gewicht van
groenten + water af. Zo zit je altijd goed.
20
Microbiologie van groentefermentatie in stappen
STAP 1 Leconostoc mesenteroides arriveert als eerste aan het fermentatiefront. Het is een
zogenaamde heterofermenteerder, wat betekent dat het naast melkzuur ook andere
eindproducten produceert zoals azijnzuur, koolzuurgas, wat alcohol en mallitol (een
suikeralcohol). Juist dit brede palet aan smaakmakers maakt L. mesenteroides
verantwoordelijk voor de complexe smaak van je gefermenteerde groenten. Hij werkt het
liefst bij een temperatuur van beneden de 22 °C, dus als je op een hogere temperatuur
fermenteert kan deze bacterie zijn werk niet goed doen en moet je rekenen op een platter
smakend eindresultaat. Het koolzuurgas dat deze bacterie produceert, verdrijft de zuurstof
(dat zie je aan de belletjes in het waterslot) en plaveit daarmee de weg voor de andere
melkzuurbacteriën die anaeroob werken. Dat verdrijven van de zuurstof helpt ook in de
kleurvorming, of het kleurbehoud. L. mesenteroides verhoogt het zuurgehalte maar een klein
beetje, tot ongeveer 0,25-0,3% en overlijdt dan. Bij circa 18 °C is dat al na een dag of drie.
Zijn enzymen blijven echter doorwerken
STAP 2 Lactobacillus plantarum neemt het vervolgens over. Deze bacterie doet wat minder
moeilijk over temperatuur en zuur. Of voedingsbodem, want je treft hem zowel in zuurkool
als kaas en vlees. Hij is wat eindproduct betreft dan wel weer wat meer eenkennig. Het is een
homofermenteerder die alleen melkzuur produceert. De bulk van de verzuring van je
groenten komt voor rekening van deze bacterie en hij verhoogt het zuurgehalte tot ongeveer
1,5-2%.
STAP 3 Lactobacillus pentoaceticus gaat door met verzuren tot ongeveer 3% melkzuur, of
een pH van ongeveer 4,6 is bereikt. Dan is je groente gereed. Maar pas op, als je deze
bacterie niet op tijd een halt toe roept door je groenten op te eten of naar de koelkast te
verhuizen, gaat hij gewoon door tot je groenten oneetbaar zuur zijn. Naast zuur produceert
deze bacterie ook koolzuurgas.
21
Recept: roze zuurkool
Zuurkool wordt misschien weer hip als we weten dat het zo'n 100 miljard meer goede
bacteriën voor je darmflora bevat dan om het even welk commercieel probiotisch drankje.
Zelfs de meeste capsules met probiotica kunnen niet tippen aan de hoeveelheid goede beestjes
die zuurkool je oplevert. James Cook wist al in de achttiende eeuw dat hij zuurkool mee op
zeereis moeste nemen om scheurbuik te voorkomen. Hij wist nog niet dat dit kwam doordat
zuurkool tjokvol vitamine C zit, maar wij weten dat ondertussen wel.
Benodigdheden:
• 1/2 witte kool
• 1/2 rode kool
• 1 appel
• 2 eetlepels fijn zeezout (25 g)
• 1 glazen pot met deksel + eventueel een kleiner potje om erin te zetten
• eventueel bronwater en extra zeezout
• eventueel een restje zuurkool
• eventueel wat specerijen die jij lekker vindt, bijvoorbeeld komijn, anijs, kruidnagel,
peperbolletje
Bereidingswijze:
• Snijd beide kolen in fijne slierten of laat je keukenrobot dat voor je doen. Bewaar een van
de buitenste bladeren van de kool om straks je pot mee af te sluiten. Snijd de appel in
schijfjes.
• Leg de koolslierten en appelschijfjes in lagen in een kom en strooi tussen elke laag wat
zeezout tot je het zout hebt opgebruikt.
• Laat de kom een kwartiertje staan. Het koolsap komt zo gemakkelijk vrij en jij zal minder
lang en hard labeur moeten doen.
• Kneed dan de kool met je handen. Je zal zien dat je al snel heel veel sap hebt. Heb je nog
een restje zuurkool (eventueel van een pot niet-gepasteuriseerde zuurkool uit de winkel),
dan kan je dat mee onder de verse kool kneden. De kool zal dan sneller fermenteren.
• Doe de kool-appelmix vervolgens in een glazen pot en duw zo hard als je kan aan.
Normaal gezien gaat deze hoeveelheid makkelijk in een pot van een liter. Je zal zien dat er
een aantal centimeter vocht boven de kool zit; dat is ideaal.
22
• Neem het buitenste koolblad en vouw het zo dat je een soort 'dekseltje' maakt waarmee je
de geneden kool naar beneden kan houden. Druk goed aan. Je kan hier eventueel nog een
kleiner potje op zetten voor extra gewicht.
• Dek je pot af met het deksel, maar draai het niet volledig vast. De eerste dagen van de
fermentatie ontsnapt er immers koolzuurgas. Bewaar je pot daarom op het aanrecht in een
diep bord. Anders zou je wel eens verrast kunnen worden door een zuurkoolsapmeertje.
• Controleer na 24 uur even of er nog steeds genoeg vocht op je kool staat. Mocht dat niet
het geval zijn, giet er dan wat zout water bij.
• Afhankelijk van het weer en de temperatuur in je keuken zal je kool klaar zijn na twee (in
de zomer) tot zes (bij een kamertemperatuur onder 20 graden) weken. Bescherm de pot
tegen zonlicht. Als de kool klaar is plaats je de pot in de koelkast zodat het
fermentatieproces gestopt wordt.
23
24
Recept: kefirzuurkool
Men maakt een onderscheid tussen melkkefir en waterkefir. (zie 5. waterkefir, melkfefir en
kombucha). De melkkefir- en waterkefirkorrels zijn SCOBY's (symbiotic culture of bacteria
and yeast), dus symbiotische samenlevingsvormen van bacteriën (melkzuurbacteriën en gisten
samengehouden door onder andere bepaalde polysacchariden).
Kefirzuurkool vraagt net als alle kefirbereidingen een beetje 'aanvoelen'. Het bijzondere is dat
je dankzij de kefir sneller kan werken dan bij klassieke zuurkool, dat je geen zout hoeft te
gebruiken en dat je ook kleine hoeveelheden kan maken. Door de kool aan te vullen met
vruchten en kruiden krijg je opnieuw originele toepassingen. Rode kool kan je combineren
met appel, krenten en een stukje gember. Aan witte kool kan je wat wortel en korianderzaden
toevoegen.
Benodigdheden:
• 1 witte kool of 1/2 witte kool en 1/2 rode kool
• 2 eetlepels kefirkorrels (je gebruikt hiervoor best reservekorrels, want de korrels blijven
achter in de bereiding en je kunt ze dus niet verder gebruiken. Je zou ze uit de zuurkool
kunnen halen maar de kans is groot dat ze hun vermogen verliezen om melk opnieuw tot
kefir om te zetten of om een waterdrankje opnieuw tot waterkefir om te zetten).
• smaakmakers naar keuze: rozijnen, kruiden, zaden, fijngesneden stukjes groenten als
wortel, radijs of broccoli.
• glazen pot met deksel + eventueel klein glazen potje om erin te zetten.
Bereidingswijze:
• Bewerk de kool. Verwijder de buitenste donkere bladeren, was die en houd ze apart. Snijd,
of beter, schaaf de rest van de kool in dunne schijfjes tot je het harde gedeelte overhoudt.
Neem kleine hoeveelheden kool en bewerk die in een schaal met een stamper tot de kool
goed gekneusd is en een deel van zijn vocht loslaat. Bewerk zo de hele kool.
• Leg 1 eetlepel kefirkorrels op de bodem van de glazen pot. Voeg daar de geraspte kool aan
toe in dunne laagjes, die je telkens met een houten lepel of stamper goed aanduwt tot alle
lucht uit de kool verdwenen is. Vul de helft van de pot. Eventueel vul je die laagjes aan
met rozijnen, kruiden, zaden, fijngesneden stukjes groenten als wortel, radijs of broccoli.
Halverwege de pot plaats je opnieuw 1 eetlepel kefirkorrels in een dunne laag. Vul verder
aan met kool, druk telkens stevig aan tot de pot voor driekwart gevuld is.
25
• Gebruik nu een of twee van de grote donkere koolbladeren om het koolmengsel luchtdicht
af te sluiten. Probeer de randen van het blad langs de rand van de pot naar beneden te
duwen.
• Zet boven op dit blad een klein bordje en daarop een stevig gewicht van bijvoorbeeld een
kleinere glazen pot gevuld met water. Als alles goed gaat, bevat de geraspte kool
voldoende vocht zodat alles onder water staat. Zo niet, dan vul je het met water aan. Sluit
de pot niet luchtdicht, zodat de gassen weg kunnen die ontstaan tijdens het
fermentatieproces (zie p. 23).
• Na een dag of drie moet je de pot controleren. Indien er schuim op het wateroppervlak
staat, verwijder je dat met een lepel. Na 4 tot 5 dagen is de zuurkool klaar. Je mag de
bovenste glazen pot en het bordje verwijderen. Zorg ervoor dat de kefirzuurkool altijd net
onder water staat. Mocht het nodig zijn, dan kun je de zuurkool aanvullen met een beetje
water.
• Laat de pot nu in de koelkast een weekje narijpen en klaar! Als alles goed is verlopen,
heeft het eindresultaat een friszure tintelende smaak en een knapperige structuur. Indien de
kool slap en slijmerig is, dan het je het te lang laten fermenteren of had je tijdens de
fermentatie te hoge temperaturen (18 tot 22 °C is ideaal). In de winter duurt dit proces 5
tot 6 dagen. Tijdens de zomermaanden zal het na een dag of 3 tot 4 klaar zijn. Je kunt de
kefirzuurkool dagelijks gebruiken. De korrels kun je ook opeten.
Recept: gefermenteerde worteltjes
Benodigdheden:
• een halve kilo wortelen
• een halve liter water
• 25 gram fijn zout
• 1 theelepel komijnzaadjes
• 2 knoflookteentjes
• glazen pot, diepvrieszakje, kaasdoek
Bereidingswijze:
• Breng 1 dl water aan de kook en los het zout erin op. Laat afkoelen en voeg bij het overige
water.
26
• Maak de wortelen schoon met een dunschiller. Snijd ze in de lengte in vieren en
vervolgens in de helft.
• Pel de knoflook, snijd in plakjes en leg op de bodem van de glazen pot, samen met de
komijnzaadjes.
• Zet de wortelen rechtop in de bokaal zodanig dat ze 3 cm onder de rand blijven.
• Giet het pekelvocht in de bokaal tot de wortelen ondergedompeld zijn. Leg een gesloten
diepvrieszakje gevuld met gezouten water op de wortelen, om te voorkomen dat de
wortelen boven het vocht uitkomen.
• Dek de glazen pot af met kaasdoek en span er een elastiek rond.
• Laat gedurende een week fermenteren op kamertemperatuur. Proef of de wortelen zuur
genoeg zijn. Laat anders nog een of meerdere dagen fermenteren. Verwijder het
diepvrieszakje.
• Stop de fermentatie door de glazen pot afgesloten met deksel en gelabeld in de koelkast te
bewaren. Laat nog drie dagen trekken alvorens te serveren. Spoel de wortelen af voor
gebruik.
27
Recept: Gefermenteerde wortelen in eigen sap
Benodigdheden:
• 1 kg wortelen
• 10 g zout
• 1 koffielepel konijnzaadjes
• glazen bokaal van 1 l (bij voorkeur met brede opening)
Bereidingswijze:
• Maak de wortelen schoon met een dunschiller en snijd de uiteinden weg. Snijd de
wortelen, naargelang de dikte, in 2 of in 4 door in de lengte. Neem een bokaal van 1 l.
Schep er de komijnzaadjes in en zet de wortelen rechtop in de bokaal.
• Pers de resterende wortelen in een sapcentrifuge. Warm 1/2 dl wortelsap op en los er het
zout in op. Laaf afkoelen en voeg bij de rest van het wortelsap. Giet het wortelsap in de
bokaal totdat de wortelen minstens 2 cm onder staan. Leg een gesloten diepvrieszakje
gevuld met gezouten water op de wortelen. Dit voorkomt dat de wortelen boven het vocht
uitkomen. Dek de bokaal af met kaasdoek en span er een elastiek rond zodat er geen
vliegjes bijkomen.
• Laat gedurende 3 à 5 dagen fermenteren op kamertemperatuur. Proef of de wortelen zuur
genoeg zijn. Laat anders nog 1 of meerdere dagen fermenteren. Verwijder het
diepvrieszakje.
• Stop de fermentatie door de bokaal, afgesloten met deksel en gelabeld, in de koelkast te
bewaren. Laat nog 3 dagen trekken alvorens te serveren.
• De wortelen kunnen tot 2 maand bewaard worden in de koelkast. Afspoelen voor gebruik
is niet nodig.
28
Recept: Kimchi
De basis van dit nationale gerecht van Korea bestaat uit ingemaakte groenten. Door het
inmaken worden de groenten zacht, maar behouden toch een zekere knapperigheid, die
kenmerkend is voor kimchi. In Korea verschilt de smaak en samenstelling van kimchi per
regio. Kimchi uit de noordelijke provincies is bijvoorbeeld vaak minder zout en iets wateriger,
en meestal worden er geen gezouten garnalen of ansjovis gebruikt bij de bereiding. Kimchi
uit het zuiden bevat deze laatstgenoemde ingrediënten meestal wel, als zoute toevoeging en
voor een wat robuustere smaak. Ook de seizoenen zorgen voor variatie, aangezien Koreanen
vroeger moesten gebruiken wat voorhanden was. Dat betekent dus kimchi van daikon en
komkommer in de zomer en kimchi van kool in de herfst en winter, dat het in grote
hoeveelheden wordt gemaakt en in aardewerken potten in de grond wordt begraven als
voorraad voor de rest van het jaar.
Op tafel speelt kimchi meestal de rol van bijgerecht. Met zijn pittige, zure smaak kan hij
namelijk wat tegengewicht bieden aan zwaardere hoofdgerechten. In Korea zijn er wel meer
dan 150 verschillende soorten kimchi, maar de twee populairste soorten worden gemaakt van
Chinese kool en daikon.
Kimchi is enorm gezond en zit boordevol vitaminen en bacteriën die zorgen voor een gezonde
darmflora.
Benodigdheden:
• 1 Chinese kool
• 35 g zeezout (hoeveelheid hangt af van de hoeveelheid Chinese kool)
• 4 dl water
• 20 g maïszetmeel
• 2 eetlepels rietsuiker
• 3 knoflookteentjes
• 2 sjalotten
• een stuk verse gember ( 5 cm)
• 1/2 rode paprika
• 1 theelepel sambal
• 4 eetlepels vissaus
• glazen bokaal, kaasdoek
29
Bereidingswijze:
• Trek de bladeren van de Chinese kool en leg ze of op een bakplaat of in een brede kom.
Bestrooi rijkelijk met zout, dit om het overtollige vocht aan de kool te onttrekken. Leg een
gewicht bovenop de koolbladeren en laat 3 uur trekken. Als gewicht kan je gebruik maken
van een plastiek plank waarop je een gewicht zet, bv. een stapel borden. Spoel de
koolbladeren af met water en dep ze droog.
• Los het maïszetmeel op in wat water. Breng de rest van het water aan de kook en bind met
het gebroken maïszetmeel. Voeg de suiker toe en laat op een zacht vuurtje 5 minuten
sudderen. Laat afkoelen.
• Pel de knoflook en sjalotten. Schil de gember en snijd in stukken. Snijd de paprika in
blokjes en doe deze samen met de sambal en vissaus in een cutter. Maal fijn en voeg bij
het afgekoelde maïszetmeelpapje.
• Wrijf elk koolblad in met het papje en rol het blad op. Doe de koolrolletjes in een bokaal.
Druk aan met de onderkant van een fles zodat er geen lucht tussen de bladeren zit. Leg een
gesloten diepvrieszakje gevuld met gezouten water op de koolrolletjes. Dek de bokaal af
met kaasdoek en span er een elastiek rond zodat er geen vliegjes kunnen bijkomen.
• Laat gedurende 3 dagen fermenteren op kamertemperatuur. Proef of de kimchi zuur
genoeg is. Laat anders nog 1 of meerdere dagen fermenteren. Verwijder het
diepvrieszakje.
• Stop de fermentatie door de bokaal, afgesloten met deksel en gelabeld, in de koelkast te
bewaren. Laat nog drie dagen trekken alvorens te serveren. De kimchi kan tot 2 maand
bewaard worden in de koelkast. Afspoelen voor gebruik is niet nodig.
30
Recept: Gefermenteerde uien
Benodigdheden:
• 250 g uien
• 2,5 dl water
• 15 g fijn zeezout
• 2 laurierblaadjes
• een stuk verse gember (1/2 cm)
• glazen bokaal, kaasdoek
Bereidingswijze:
• Maak de uien schoon, snijd ze in 4 en vervolgens in fijne plakjes. Meng de uien met 1/4
koffielepel zout zodat het vocht gemakkelijk vrijkomt. Breng 0,5 dl water aan de kook en
los het overige zout erin op. Laat afkoelen en voeg bij het overige water.
• Schil de gember, snijd in plakjes en leg op de bodem van een bokaal. Voeg de
laurierblaadjes toe. Vul de bokaal met de uien tot 3 cm onder de rand. Duw de uien hierbij
goed aan met een stamper of de onderkant van een fles.
• Giet het pekelvocht in de bokaal tot de uien onder staan. Leg een gesloten diepvrieszakje
gevuld met gezouten water op de uien. Dit voorkomt dat de uien boven het vocht
uitkomen. Dek de bokaal af met kaasdoek en span er een elastiek rond zodat er geen
vliegjes kunnen bijkomen.
• Laat gedurende 4 dagen fermenteren op kamertemperatuur. Proef of de uien zuur genoeg
zijn. Laat anders nog 1 of meerdere dagen fermenteren. Verwijder het diepvrieszakje.
• Stop de fermentatie door de bokaal, afgesloten met deksel en gelabeld, in de koelkast te
bewaren. Laat nog drie dagen trekken alvorens te serveren.
• De uien kunnen tot 2 maand bewaard worden in de koelkast. Afspoelen voor gebruik is
niet nodig.
31
Recept: gefermenteerde citroenen
Gefermenteerde citroenen vind je zowel in de Midden-Oosterse keuken, zoals in de tajines
van Marokko, tot in de Oosterse keuken van bijvoorbeeld India.
Je kunt deze citroenen overal gebruiken waar normaal citroen of citroenschil gebruikt wordt.
Benodigdheden:
• 5 onbespoten citroenen
• het sap van 3 citroenen
• ongeveer 2,5% steen- of zeezout van het geheel aan sap en citroenen (reken op zo'n 20
gram)
• 1 pijpje kaneel
• 2 g korianderzaad
• glazen bokaal met brede opening (optioneel met waterslot)
Bereidingswijze:
• Was de citroenen en halveer ze.
• Pers drie citroenen uit en los het zout in het citroensap op.
• Stop alle ingrediënten in een pot en druk goed aan. Zorg dat de citroenen onderstaan.
• Fermenteer onder iets zwaars (bv. diepvrieszakje gevuld met gezouten water) minstens 4
weken, maar langer mag ook.
• Zet eventueel in de koelkast om de fermentatie te stoppen.
32
Fermenteren van groenten met de nuka-methode
Dit is een Japanse fermenteermethode, waarbij gebruik wordt gemaakt van geroosterd
rijstzemelen, bier en zout (zie aangepast recept in deze cursus). Stevige groenten worden een
dag tot enkele weken gefermenteerd naargelang de stevigheid van de groenten, de dikte en het
gewenste resultaat. Met deze fermenteermethode bekom je knapperige groenten die intens en
zacht zuur zijn van smaak.
Door groenten in nuka te steken worden er melkzuurbacteriën aan toegevoegd. De aanvoer
van natuurlijke gisten gebeurt door de nuka te bewerken met de handen. Zo krijg je een nuka
met aanwezige microculturen waarin je de groenten kort of lang kunt fermenteren.
Je kunt ook haverzemelen gebruiken.
Tips bij nuka-fermentatie:
• Maak de handen schoon alvorens de nuka te bewerken.
• Maak gebruik van bio-groenten, al of niet geschild.
• De groenten mogen er in stukken of in zijn geheel in, bv. wortelen. Hoe dikker en steviger
de groenten, hoe langer de fermentatie duurt.
• Woel met je handen elke dag door de nuka, ook al zitten er geen groenten in.
• De aanwezige groenten geven vocht af dus kan de nuka te waterachtig worden. Voeg dan
geroosterde zemelen en zout toe, 5% zout op 10% zemelen.
33
• Is er schimmel aanwezig op de nuka, verwijder deze dan. Vervolgens kun je de nuka
verder gebruiken.
• Bewaar de nuka op kamertemperatuur (18 tot 24 °C) voor een snellere fermentatie, in de
koelkast voor een langere fermentatie.
• Hoe meer micro-organismen in de nuka aanwezig zijn, hoe vlugger de fermentatie
verloopt.
• Dek de pot waarin je de nuka bewaart af met een kaasdoek vastgemaakt met een elastiek
zodat er geen vliegen bij kunnen.
• Controleer de fermentatie door van de groenten te proeven en gebruik ze onmiddellijk
wanneer de fermentatie voltrokken is.
• Spoel de groenten af voor gebruik, verwerk ze in een slaatje of serveer ze als groenten bij
de lunch.
• Ze hebben dezelfde gezondheidsvoordelen als de gepekelde gefermenteerde groenten.
Benodigdheden bereiding Nuka:
• 1 kg bio-haverzemelen
• + 7 dl mineraalwater
• 150 g fijn zeezout
• 2,5 dl bio-geuze (Cantillon)
• wok, grote bak van plastiek, glas of geglazuurd aardewerk, kaasdoek
Bereidingswijze Nuka:
• Verwarm het water en los het zout hierin op. Laat afkoelen.
• Doe de haverzemelen in een wok en verwarm deze al roerend op een middelmatig vuur tot
een aroma van noten vrijkomt. Haal van het vuur af en laat al roerend afkoelen.
• Neem een grote bak van plastiek, glas of geglazuurd aardewerk. Doe hierin de geroosterde
haverzemelen. Meng er de geuze onder en daarna de pekel (water + zout). Meng alles
zorgvuldig tot het vocht is opgeslorpt en verdeeld over de zemelen. In het begin voelt dit
aan als een droog, kleverig deeg. Na 3 dagen voelt het meer zanderig aan. Dek de bak af
met kaasdoek en span er een elastiek rond zodat er geen vliegjes kunnen bijkomen.
Bewaar op kamertemperatuur tussen 18 en 22 °C. Verkruimel het deeg tussen de handen,
gedurende een week en dit twee keer per dag. Dek het deeg telkens terug af met kaasdoek.
34
• Op het einde van de week voelt het deeg meer zanderig aan en heeft het een geur van
brooddeeg. Het is nu klaar om er groenten in te fermenteren. Verkruimel het vanaf dan 1
keer per dag en dek telkens goed af met kaasdoek. Is de kamertemperatuur te hoog dan
plaats je de nuka best in de koelkast.
Groenten voor nuka:
Je kan alle harde bio-groenten fermenteren in nuka, o.a. wortelen, raapjes, koolrabi, daikon,
courgette, komkommer, paprika, radijs, rammenas, nerven van de snijbiet, selderstengels ...
Steek de bio-groenten in zijn geheel in de nuka, al of niet geschild, bv. wortelen, radijs, kleine
komkommers, kleine raapjes, nerven van snijbiet, enz. Of snijd koolrabi, daikon, paprika in
grote stukken en laat gedurende 2 à 5 dagen fermenteren.
Proef vanaf dag 1 of de groenten voldoende gefermenteerd zijn. Sommige groenten, vooral
harde vragen een langere fermentatietijd. Je kunt ze zelfs tot 1 week in de nuka laten
fermenteren. Ligt de kamertemperatuur boven 22 °C plaats dan de nuka bovenaan in de
koelkast (dit is de warmste plaats). Laat de groenten daar verder fermenteren. Denk eraan om
de nuka elke dag om te woelen met de hand, zelfs met de groenten erin.
Spoel de groenten af voor gebruik. Serveer ze bij de lunch, in een lunchpakket of als
tussendoortje. Je kunt ze ook verwerken in een slaatje of als bijgerecht geven bij de warme
maaltijd.
35
2. Fermenteren van condimenten
Allerlei wereldwijd populaire condimenten zoals mosterd, ketchup, chutney en chilisaus
krijgen een nieuw leven als je ze fermenteert. Gefermenteerde condimenten kunnen een
nieuwe smaakdimensie aan alledaagse gerechten geven.
Recept: gefermenteerde ketchup
Benodigdheden:
• 175 ml tomatenpuree
• 2 eetlepels startvocht (zuurkoolvocht, waterkefir of wei)
• 1 eetlepel ahornsiroop of honing
• 1 teen knoflook, fijngewreven
• 1/4 theelepel zout
• 1/8 theelepel kaneel
• mespunt gemalen kruidnagel
• mespunt cayennepeper
• 2 eetlepels ciderazijn
• 1 weckpot van 500 ml
Bereidingswijze:
• Meng tomatenpuree, startvocht, ahornsiroop of honing, knoflook, zout, kaneel, kruidnagel
en cayennepeper grondig in de steriele pot.
• Giet de ciderazijn op de ketchup. Dat gaat de groei van schimmels op het oppervlak tegen.
• Draai het deksel goed dicht, bescherm de pot tegen zonlicht en laat hem 2-3 dagen op
kamertemperatuur staan.
• Wacht tot te tevreden bent met de fermentatie, er roer de azijn door de ketchup. Verdun de
ketchup zo nodig met azijn, water of meer startvocht. De ketchup is in de koelkast 1-2
weken houdbaar.
36
Recept: Dijonmosterd
Traditionele dijonmosterd werd gemaakt met het sap van onrijpe witte druiven. De soort van
tegenwoordig krijgt zijn kenmerkende smaak van witte wijn.
Benodigdheden:
• 2 eetlepels zwart mosterdzaad
• 4 eetlepels geel mosterdzaad
• 60 ml zuurkoolvocht
• 60 ml witte wijn
• 1/2 theelepel zout
• 1 weckpot van 500 ml
Bereidingswijze:
• Meng al het mosterdzaad, het zuurkoolvocht, de wijn en het zout in de steriele pot.
• Draai het deksel goed dicht, zet de pot in het donker en laat hem minstens 2-3 dagen op
kamertemperatuur staan.
• Schep de inhoud in een kleine blender of keukenmachine en draai er een gladde massa
van.
• Doe de mosterd in een kleine pot en zet hem in de koelkast. Het product is op die manier
verscheidene maanden houdbaar.
Tip:
Doe 1-2 theelepels dijonmosterd bij zelfgemaakte vinaigrette. Mosterd is een emulgeermiddel
en zorgt voor een goede menging van olie en azijn.
37
3. Fermenteren van melk
3.1 Kaas
Het volledige proces om kaas te maken kan gezien worden als een ingreep om de voedzame
bestanddelen (vetten, eiwitten en mineralen) van het water te scheiden. Water wordt maar
voor een klein gedeelte in de kaas aangetroffen.
Hoe gebeurt nu de scheiding tussen water en voedzame bestanddelen?
Eerst en vooral wordt de melk gepasteuriseerd. Dit betekent dat de melk wordt verwarmd tot
ongeveer 72° C en dit gedurende ten minste 15 seconden. Op die manier worden de
aanwezige bacteriën gedood.
Na het pasteuriseren gaat de terug afgekoelde melk in de kaasbak. Hier voegt men zuursel en
vervolgens stremsel toe. De melk verzuurt en stremt (de melk vlokt uit en wordt dik). We
spreken van een wrongel en dit is de toekomstige kaas.
Vervolgens wordt de wrongel gesneden. De dikke, gestremde melk wordt in stukjes gesneden
met draaiende, scherpe, grote messen, waardoor de vaste deeltjes (wrongel) zich van de
vloeistof (wei) afscheiden. De wei wordt afgetapt. Hoe meer we roeren, hoe meer wei uit de
wrongel wordt gedreven. Als er voldoende wei uit de wrongel is verdreven, wordt de wrongel
in een kaasvorm gebracht. De wrongel wordt geperst, waardoor hij één vaste massa wordt. De
overtollige wei wordt door de gaatjes van de kaasvorm geperst. De kazen gaan vervolgens in
een pekelbad (zoutbad).
Na het pekelbad wordt op de kaas meestal een beschermend plastic laagje aangebracht om
schimmelvorming tegen te gaan. Het laagje is zo poreus dat de kaas kan blijven ademen.
Het rijpen kan nu beginnen.
Tijdens het rijpen worden vetten en eiwitten afgebroken en omgezet in geur- en smaakstoffen.
Op die manier krijgt de kaas zijn typische smaak.
Jonge kaas wordt verkocht na een 5-tal weken rijping, belegen kaas na 16 weken en oude kaas
is pas na een jaar rijpen klaar.
In de volgende figuur wordt beknopt schematisch voorgesteld hoe kaas gemaakt wordt.
Voor een meer uitgebreide uitleg over de kaasbereiding wordt verwezen naar de brochure
"Kaas(w)eten(schap" van Foodlab HK.
38
⇓
Pasteurisatie
⇓
Gepasteuriseerde melk
⇓
+ zuursel + stremsel
⇓
Zachte wrongel
⇓
Snijden
⇓
Harde wrongel + wei
⇓
Wei aflaten
⇓
Harde wrongel
⇓
Persen in kaasvorm
⇓
Geperste wrongel
⇓
Pekelen
⇓
Gepekelde wrongel
⇓
Rijpen
⇓
Kaas
39
Recept: HKaas (boerenkaas)
In het recept in deze cursus maken we gebruik van zakjes gevriesdroogd zuursel voor niet-
directe toevoeging. Met één zakje maak je één liter zuursel. Eén liter zuursel is voldoende om
100 liter melk aan te zuren.
A. Voorbereidend werk
1. Bereiding zuursel: 1 zakje gevriesdroogd poederzuursel in 1 liter gesteriliseerde volle
melk brengen en 24 uur laten incuberen op kamertemperatuur. Een andere optie is: zuursel
aankopen voor rechtstreekse enting. Dit is gemakkelijker, maar iets duurder. Belangrijk:
afhankelijk van type kaas voegt men ander zuursel bij. Voor boerenkaas gebruikt men een
LD-zuursel of een L-zuursel.
2. Ontsmetting apparatuur (met kokend water)
B. Kaasbereiding
1. Pasteurisatie melk: niet toegepast (boerenkaas wordt bereid met rauwe melk)
2. 15 liter rauwe melk in inox kookpot gieten. Melk via bain-marie (met weckketel tot 1/3
gevuld met water) opwarmen tot 31° C + 2° C en deze temperatuur aanhouden.
3. 150 ml zuursel toevoegen aan melk en goed roeren.
4. 4,5 ml CaCl2 oplossing (30%) toevoegen en goed roeren.
5. 6 ml NaNO3 oplossing 30% (salpeter) toevoegen en goed roeren.
6. 10 minuten na het toevoegen van het zuursel 4,5 ml stremsel toevoegen, goed roeren en
dan alles gedurende 40 minuten laten rusten zodat de kaas kan stremmen tot gladde breuk.
7. Snijden van de wrongel: 10 tot maximum 15 minuten. Eerst voorzichtig beginnen en
langzaam snijdend draaien. Na verloop van enige minuten de snelheid opvoeren tot we
wrongelstukjes met een gemiddelde doorsnede van ongeveer 15 mm bekomen (grootte
erwt).
8. Wrongel ongeveer 10 minuten laten bezinken.
9. 30% (1/3) van de wei verwijderen (afgieten).
10. Na losroeren van de wrongel geleidelijk in ongeveer 10 minuten water toevoegen tot 33
°C (watertemperatuur + 60° C; + 3 liter water 60° C, controleren met thermometer!). Door
het toevoegen van warm water wordt nog meer wei uit de wrongel gedreven.
11. Roeren van de wei-wrongel: 40 minuten
12. Bezinken: 20 - 30 minuten (afkoeling voorkomen).
13. Verwijderen van de wei.
14. Kaasvat vullen: bij voorkeur kruimelen, vaatjes ruimschoots en gelijkmatig vullen.
40
15. Wrongel aandrukken.
16. De wrongel in het vat laten uitlekken: circa 15 minuten (afkoeling voorkomen, bv.
handdoek over leggen).
17. Persen tot korst gesloten is, duur 1 tot 1,5 uur, halfweg kaas draaien, persdruk 3 à 4 keer
eigen gewicht. Geleidelijk aan opdrijven.
18. Rechten (ronden = omlopen): 6 tot 8 uur (afkoeling voorkomen). Kaas uit vat nemen,
randjes zorgvuldig wegsnijden, kaas omkeren (met weggesneden rand naar boven) en
zonder net in vat terugleggen. Door het eigen gewicht van de kaas krijg je een mooi egale
ronding. Volger niet op kaas leggen.
19. Pekelen: 8 tot 24 uur (pekelbad 18 tot 20° Be, + 20 kg NaCl in 90 liter water, pH < 5 door
150 ml zoutzuur chemisch zuiver 10% aan 100 liter pekel toe te voegen, + 1,5 liter CaCl2
30%).
20. Plastificeren: zodra de kaaskorst pekeldroog is. Er mag geen schimmel ontstaan zijn.
Behandeling tijdig herhalen.
21. Rijpen bij 13 tot 15° C en relatieve luchtvochtigheid van 80 - 85%.
22. Regelmatig keren en schoonhouden. (in geval van schimmel met doek gedrenkt in water
met scheutje azijn toegevoegd).
23. Consumptie na 3 (4) tot 12 weken.
41
1. Melk verwarmen tot + 31°C 5. Kaasvorm met net 9. kazen pekelen
2. Na toevoegen van zuursel
en stremsel vormt de wrongel
zich
6. Wrongel in kaasvorm gieten 10. Kazen drogen
3. Wrongel snijden 7. Wrongel in kaasvorm 11. Kaas coaten
4. Wrongel snijden tot grootte
van erwten
8. Kazen persen 12. Kaasrijping
42
Recept: Verse kaas (zoals hüttenkäse)
Benodigdheden:
• 2 liter verse melk of volle melk
• 20 ml karnemelk (of zuursel)
• stremseloplossing (verkrijgbaar bij BMS Wijndepot Brugge of Brouwland.com)
• grote pan met deksel, maatkan, kaasdoek en thermometer
Bereidingswijze:
• Verwarm de melk tot 2 graden Celsius. Voeg 20 ml karnemelk toe. Voeg 8 à 10 druppels
stremsel aan de melk toe. Roer voorzichtig door elkaar. Laat de melk in een afgedekte pan
11 uur staan in een ruimte van ongeveer 20 °C.
• Kijk of de melk gestremd is. De melk moet dan vaster/dikker zijn. Snij de massa met een
mes in de pan in blokjes van 1 bij 1 centimeter. De blokjes worden ook wel wrongel
genoemd.
• Laat de wrongel 30 minuten bezinken (rusten).
• Schep de vloeistof (de wei) weg, die heb je verder niet meer nodig. Doe de wrongel in de
kaasdoekzak, pers de wei er licht uit en hang deze katoenen zak daarna een nacht lang
boven een emmer of gootsteen om uit te lekken.
• De verse kaas kan nu worden gegeten. Voeg voor de smaak en de conservering zout en/of
kruiden toe.
• Bewaar de kaas in een koelkast tussen de 5 en 6 °C. Je verse kaas is 10 dagen houdbaar.
Met verse kaas kun je eindeloos variëren, je kunt er verse kruiden aan toevoegen die op de
vensterbank, op het balkon of in de tuin groeien of, bijvoorbeeld, fijngesneden stukjes
gedroogde tomaat. Verse kaas is heerlijk op een stokbroodje, maar wat dacht je van een wrap
of sandwich met verse kaas en gerookte zalm?
43
Recept: verse snijkaas
Benodigdheden:
• 2 liter verse melk of volle melk uit de koeling
• 40 ml karnemelk (of zuursel)
• 4 g zout
• stremseloplossing (verkrijgbaar bij BMS Wijndepot Kuurne of bij Brouwland.com)
• 2 in elkaar passende pannen (de kleinste pan moet minimaal een inhoud van 3 liter
hebben) of een speciale au bain-marie pan.
• lang mes
• maatkan
• thermometer
• kaasvormpjes
Bereidingswijze:
• Schenk de melk in een pan die je plaatst in een andere pan heet water (of een speciale au
bain-marie pan). Verwarm tot 30°C.
• Voeg de karnemelk toe (2 procent van de hoeveelheid melk die je gebruikt ofwel 40 ml
voor 2 liter).
• Voeg 8 à 10 druppels stremsel aan de melk toe en roer alles voorzichtig door elkaar.
• Laat de melk ongeveer een uur rusten (dus niet roeren). Controleer tussendoor of de
temperatuur nog steeds hetzelfde is. Verwarm, indien nodig, een beetje bij.
44
• Kijk na een uur of de melk gestremd is. De melk moet dan vaster/dikker zijn. Snij de
massa in blokjes van 1 cm.
• Verwarm 1 liter water tot 35 °C en roer het gedurende 5 minuten rustig en voorzichtig
door de gesneden blokjes ofwel de wrongel. De blokjes moeten intact blijven.
• Dek de pan af en laat de wrongel 30 minuten rusten/rijpen. (dus niet roeren).
• Giet zoveel mogelijk vloeistof (dit heet: wei) af, zorg dat de wrongel intact blijft. De wei
heb je verder niet meer nodig. Meng voorzichtig 4 gram zout door de wrongel.
• Doe de wrongel in de speciale kaasvormpjes en laat 2 tot 3 uur uitlekken. Keer elk uur de
kaasjes om.
• Haal de verse snijkaasjes uit de vormpjes en laat ze een paar uur rusten/rijpen, keer ze
regelmatig om.
• Opgerold in vershoudfolie kunnen je eigen verse snijkaasjes 1 tot 2 weken in de koelkast
worden bewaard.
Voordat je de wrongel in de kaasvormpjes doet, kun je door toevoeging van kruiden je eigen
kaassoorten ontwikkelen. Of rol de kaas, na bereiding door kruiden.
3.2 Yoghurt
De 2 essentiële grondstoffen van yoghurt zijn melk en zuursel. Zuursel is een schadeloze
bacteriecultuur die bestaat uit melkzuurbacteriën. Voor de bereiding van echte yoghurt
worden volgende melkzuurbacteriën gebruikt: Lactobacillus bulgaricus en Streptococcus
thermophilus.
Deze bacteriën zetten de melksuiker (lactose) in melk om in melkzuur. Het melkzuur zorgt
ervoor dat de melk verzuurt. De zuurvorming zorgt voor de stremming (dikker, harder
worden) van de melk. Streptococcus thermophilus zorgt voor de eerste verzuring van de melk
tot een pH van ongeveer 5. De Lactobacillus bulgaricus zorgt voor een verdere daling van de
pH tot 4. Naast de zuurvorming gaan ook de eiwitten coaguleren (aan elkaar hechten).
Yoghurtbacteriën vereisen een zeer specifieke temperatuur om te groeien en melkzuur te
vormen:
� Bij temperaturen beneden de 30 °C groeien ze niet meer.
� Bij temperaturen hoger dan 50 °C sterven ze.
De fermentatie wordt stopgezet door de yoghurt te koelen tot maximum 7 °C.
Yoghurtfermenten zijn bij verschillende leveranciers verkrijgbaar. Hierna vindt u de
gebruiksaanwijzing van Lactoferm yoghurtferment verkrijgbaar bij Brouwland.com
45
Bij Brouwland.com kan je ook de handige yoghurtautomaat Lactoferm Yoferm bestellen.
Handig is dat dit toestel op het einde van de fermentatie automatisch begint te koelen.
De yoghurt kan ook gemaakt worden met een ander toestel. De fermentatietijd kan dan wel
enigszins verschillen. Hierna volgt het recept bij het gebruik met Lactoferm yoghurtcultuur:
46
47
3.3 Yoghurtijs versus vanilleroomijs
Je zelf gemaakt yoghurt kan je gebruiken om ermee yoghurtijs te maken. Yoghurtijs bevat
minder calorieën en is zacht van structuur. Naturel is yoghurtijs erg lekker maar met
sinaasappel-, kersen- of aardbeiensaus of -gelei door het ijs gemarmerd is het niet te
versmaden.
Recept: yoghurtijs
Benodigdheden:
• 50 g slagroom
• 550 g volle yoghurt
• 100 g suiker
• 30 g druivensuiker
• ijsmachine
Bereidingswijze:
Verwarm de slagroom met een kwart van de yoghurt in een pan. Voeg daar de suiker en
druivensuiker bij. Roer goed door elkaar tot de suiker is opgelost. Giet dit mengsel in een kom
en doe daar de rest van de yoghurt bij. Roer het geheel met de garde goed door voordat het de
ijsmachine in gaat.
Voor wie de smaak van yoghurtijs wil vergelijken met de smaak van klassieke roomijs volgt
hiervan ook nog een recept.
Recept: vanilleroomijs
Benodigdheden:
• 4 dl volle melk
• 2 dl room (40% vet)
• 1 vanillestokje
• 20 g magere melkpoeder
• 40 g glucosestroop
• 120 g suiker
• 4 eierdooiers
48
• 2 g gelatine, geweekt in koud water
• koude bain-marie
• ijsmachine
Bereidingswijze:
• Snijd het vanillestokje middendoor en schraap de vanillezaadjes eruit. Voeg het toe aan de
melk.
• Kook de melk met de vanillezaadjes, de glucosestroop, drie kwart van de suiker, de
magere melkpoeder en de room.
• Klop intussen de eierdooiers met de rest van de suiker luchtig.
• Giet een deeltje van de kokende massa op het eierdooiermengsel en meng zeer goed.
• Doe alles weer samen in de kookpot en verwarm al roerend tot 85 °C (= afroeren).
• Giet de ijsmix door een zeef en voeg het geweekte blaadje gelatine toe.
• Mix gedurende 1 minuut.
• Koel de ijsmix zo snel mogelijk af in de koude bain-marie.
• Plaats de ijsmix (waaraan je ook het vanillestokje toevoegt om een maximum aan
vanillearoma te ontrekken) enkele uren tot een dag in de koelkast in een afgesloten
recipiënt.
• Giet de ijsmix, nadat je het vanillestokje verwijderde, in een ijsmachine en laat bevriezen
volgens de gebruiksaanwijzing van de machine.
Tips:
• Roer nog een halve minuut in de kookpot nadat je deze van het vuur hebt genomen. Zo
vermijd je stolling van de eierdooiers op de bodem van de kookpot.
• Controleer de binding van elke ijsmix als volgt: druk een spatel of lepel in de ijsmix en
trekt een lijntje in de vloeistof. Als het lijntje niet meer ineenloopt, is de massa voldoende
gebonden.
• Door het mixen van de ijsmix worden de melkvetdeeltjes kleiner, met een romiger ijs als
gevolg.
• Vervang de hoeveelheid glucosestroop door honing voor de bereiding van honingroomijs.
49
4. Zuurdesembrood
Om met zuurdesem te kunnen bakken, heb je allereerst een zuurdesemstarter nodig. Zo'n
starter heet ook wel zetsel. Je maakt het zetsel door meel en water met elkaar te vermengen en
dit mengsel enkele dagen te laten staan. Als je eenmaal een starter hebt, hoef je niet telkens
een nieuwe te maken. Door steeds weer water en meel toe te voegen, krijg je vanzelf meer
starter. Een zuurdesemstarter kun je het beste in de koelkast bewaren. Zuurdesem is onbeperkt
houdbaar, als je maar regelmatig meel en water toevoegt. Zuurdesem kan ook worden
gedroogd of ingevroren.
Het bereiden van brood met zuurdesem kun je doen op twee manieren: door gist toe te voegen
- het zuurdesem is er dan vooral om het brood smaak en karakter te geven - of door uitsluitend
zuurdesem als rijsmiddel te gebruiken. Het is belangrijk dat het zuurdesem vers en levendig
is. Je begint best met het maken van een zuurdesemstarter waaraan meel en water aan worden
toegevoegd. Na 8 tot 10 uur maak je dan het deeg door meer meel, water en zout toe te
voegen.
4.1 Een zuurdesemstarter maken
Het maken van een starter hoeft maar één keer te lukken, want daarna is de zuurdesemcultuur
onbeperkt houdbaar. Door water en meel met elkaar te vervangen, komen de micro-
organismen die zich van nature in het meel bevinden, tot leven. Als het goed is, ontstaan er
melkzuur en azijnzuurbacteriën die het deeg zuur maken, en verschillende soorten gist
waardoor het deeg rijst. Na een tijdje wordt het mengsel zo zuur, dat schadelijke bacillen en
schimmels er niet in overleven.
Behalve meel en water kun je ook andere zaken, zoals wat honing, een scheut yoghurt of wat
geraspte appel toevoegen om het proces op gang te brengen, maar om te beginnen is et
handigst om het bij water en meel te houden.
Een paar bijkomende tips:
• Gebruik biologisch volkorenmeel, het liefst gemalen op steen. Aan de buitenkant van de
graankorrel zitten stoffen die ervoor zorgen dat het zuurdesem gaat leven - en
volkorenmeel wordt juist van die hele graankorrel gemaakt. Biologisch meel bevat meer
natuurlijke gistsporen en mineralen dan gewoon meel, waardoor het rijsproces makkelijker
op gang komt. Volkorenmeel en roggemeel zijn onder andere bij molens en biologische
winkels verkrijgbaar.
• Zoek een warm plekje in de keuken, en verwarm voor een goed begin de kom op pot voor.
Dit is vooral belangrijk in koudere jaargetijden; in de zomer gaat dat meestal vanzelf.
• Heb geduld. Lukt het niet, probeer het dan gewoon nog een keer.
50
Roggezuurdesemstarter:
Dag 1, ochtend
100 ml (1 dl) lauw water
30 gr (1/2 dl) roggemeel
Meng het water en het meel in een glazen pot met een inhoud van ten minste een halve liter.
Doe het deksel erop, maar schroef deze er losjes op, en zet de pot op een warme plek (bij
voorkeur 20-25 °C). Laat het mengsel drie dagen staan. Schud de pot elke ochtend en avond
voorzichtig even om.
Dag 4, ochtend
100 ml (1 dl) lauw water
90 gr (1 + 1/2 dl) roggemeel
Voeg water en meel toe en roer om. Het mengsel wordt nu wat dikker.
Dag 4, avond
100 ml (1 dl) lauw water
60 gr (1 dl) roggemeel
Nu zou het gisten moeten zijn begonnen, en als het goed is, is het zuurdesem behoorlijk in
volume toegenomen. Laat het nog eens 10 tot 12 uur staan als het gistproces nog niet op gang
is gekomen. Het zuurdesem ruikt misschien niet zo aangenaam, maar het moet zich nu
eenmaal verder ontwikkelen; ook de geur wordt sterker.
Giet het mengsel uit de pot tot er nog ongeveer 50 g (0,5 deciliter) in zit, voeg het roggemeel
en het water toe en roer om.
Dag 5, ochtend
Het zuurdesem is klaar als het na 10 tot 12 uur flink is gerezen en het de dikte van
chocolademousse heeft gekregen
Roggemeel wordt veel gebruikt omdat het van zichzelf veel micro-organismen en mineralen
bevat, veel meer dan tarwemeel.
51
Tarwezuurdesemstarter:
Een starter voor tarwezuurdesem maken kan wat lastiger zijn dan het maken van een
roggezuurdesemstarter. Je kan wat roggezuurdesemstarter gebruiken om snel maar simpel een
tarwezuurdesemstarter te maken. Dat lijkt misschien op vals spelen, en je zou kunnen zeggen
dat het op deze manier geen puur tarwezuurdesem wordt, maar op deze manier krijg je een
prima zuurdesem en het klein beetje rogge dat je gebruikt om te beginnen, is toch zo
verdwenen. Het sterke tarwemeel dat je gebruikt, moet een hoog eiwitgehalte hebben
(minimaal 11%) en is vooral geschikt voor brood. Je kunt het onder andere bij molens,
groothandels en speciaalzaken kopen. Maar in plaats daarvan kun je ook volkoren tarwemeel
gebruiken.
Dag 1, ochtend
5 g roggezuurdesemstarter
50 ml lauw water
50 g sterk tarwemeel of volkorentarwemeel
Meng de ingrediënten in een pot met een inhoud van ten minste een halve liter. Doe het
deksel erop, maar schroef deze losjes vast, of dek de pot af met huishoudfolie. Zet de pot op
een warme plaats, het liefst rond de 25 °C. Schud de pot elke 12 uur (zo ongeveer)
voorzichtig om.
Dag 2, avond
100 g sterk tarwemeel of volkoren tarwemeel
100 ml lauw water
Voeg het meel en het water toe en roer goed door. Na 12 uur zou het zuurdesem op gang
moeten zijn gekomen: het is dan in volume toegenomen en er verschijnen bubbeltjes. Is dat
niet zo, laat het dan nog eens 12 uur staan; giet het mengsel dan op 50 g na uit de pot, en
herhaal stap 2.
52
4.2 Zuurdesem bewaren en voeden
Wat is nu precies wat bij het bakken met zuurdesem? Dat kan voor sommigen wel eens
verwarrend zijn. Welnu, de inhoud van de pot in je koelkast noem je de zuurdesemstarter.
Maar zuurdesem is het mengsel dat daarna komt: dat wat je maakt wanneer je het bakken
voorbereid, en wat daarna in de laatste fase het deeg wordt. En dat deeg wordt uiteindelijk het
brood zelf.
Zo eens per week voed je jouw zuurdeegstarters, of je ze nu gebruikt of niet. Op die manier
weet je ongeveer wat ze doen als je ermee gaat bakken. Je bewaart best 250 van elke soort
(roggezuurdesemstarter en tarwezuurdesemstarter). Dat is genoeg voor twee keer bakken, en
je houdt dan voldoende over om verder mee te werken.
Zo kan je te werk gaan: op vrijdagavond maak je jouw zuurdesem. Je giet de pot
zuurdesemstarter leeg op ongeveer 50 gram na. Dan voeg je water en meel aan de pot toe, roer
je het mengsel goed en zet je de pot weer op de koelkast (= warme plaats). Op zaterdagavond
is je zuurdesemstarter flink gerezen en barst hij van luchtbelletjes. Je wilt nu niet bakken, dus
plaats je de pot in de koelkast. Maandag is het bakdag, dus dan neem je 100 gram uit de pot.
Op donderdag gebruik je nog eens 100 gram starter om ander brood mee te bakken. In de pot
zit nu nog 50 gram: je bent weer bij stap 1 aangeland.
Als je soms een week niet bakt, dan giet je de pot toch leeg op 50 gram na. Daarna voeg je
meel en water toe. Dat lijkt misschien verspilling, maar alleen op deze manier houd je je
zuurdesem in vorm. Soms zit er meer dan een week tussen twee keer voeden, maar dat levert
zelden problemen op. Zuurdesem gaat niet gauw dood, maar het kan wel bederven: dan wordt
het bijvoorbeeld te zuur. Als het zuurdesem te lang heeft gestaan, dan kun je het proces van
weggooien, een deel bewaren en voeden een paar keer herhalen. Daarna is het zuurdesem
weer snel in orde.
Verhoudingen voor aanvullen:
Roggezuurdesem: 100 ml (1dl) water per 60 gr (1dl) roggemeel
Tarwezuurdesem: 100 ml (1dl) water per 100 gr (1,5 dl) sterk tarwemeel
Je kan het doen op deze manier, maar er zijn natuurlijk talloze andere manieren om een
zuurdesemstarter in leven te houden. Er zijn ook andere verhoudingen meel en water
mogelijk: sommige mensen hebben liever een veel steviger zuurdesem.
Als je zuurdesem erg weinig gebruikt, kun je het drogen of invriezen.
Je kan zuurdesem drogen op de volgende manier: meng gelijke delen zuurdesemstarter en
meel tot een hard deeg dat je op een vel bakpapier legt. Druk het deeg plat; 75 gram
zuurdesem en 75 gram meel zijn genoeg voor een hoeveelheid ter grootte van een pannenlap
53
en zo dik als een theebiscuitje. Leg het deeg met het bakpapier op een krant of een theedoek,
en laat het een paar dagen drogen. Het moet volledig droog worden. Breek het deeg dan in
stukjes en bewaar de stukjes in een pot.
Om gedroogd zuurdesem weer te activeren, verkruimel je een brokje zuurdesem in een kopje.
Giet er net zo veel water bij tot de kruimels onder water staan. Na ongeveer 20 uur zou het
zuurdesem weer actief moeten zijn. Voeg dan meel en water toe, en je hebt terug een prima
zuurdesemstarter.
Zuurdesem is goed als het lobbig en luchtig is. Zet het als het klaar is in de koelkast als je er op dat moment niet
mee wilt gaan bakken.
54
4.3 Bakken met zuurdesem
De meeste recepten beginnen op dezelfde manier.
Vermeng zuurdesemstarter met meel en water, en laat het mengsel een nacht staan. De starter
gebruik je zo uit de pot die je in de koelkast bewaart. Dat deze starter koud is, maakt niet uit:
dat compenseer je door lauw water te gebruiken. Het zuurdesem moet nu echt goed op gang
zijn gekomen, anders rijst het deeg straks niet. Goed zuurdesem herken je snel: het is luchtig,
het borrelt, en het smaakt en ruikt zurig. Roggezuurdesem doet wat consistentie betreft
denken aan chocolademousse, en ook tarwezuurdesem hoort lobbig te zijn en veel
luchtbelletjes te bevatten.
Zuurdesem zorgt voor twee dingen: het geeft het brood een zurige smaak en het zorgt ervoor
dat het rijst. Als het zuurdesem zich ontwikkelt, ontstaat eerst het gistvermogen en daarna
komt de zurige smaak. Daarom wordt zuurdesem dat lang staat steeds zuurder, terwijl het zijn
gistvermogen verliest. Het is dus belangrijk om de juiste balans te vinden - en om op het juiste
moment te gaan bakken.
In de volgende recepten laten we de zuurdesem een nacht staan. Dat is natuurlijk een vage
tijdsaanduiding. Hoe lang het precies nodig heeft, wisselt; het is een kwestie van
experimenteren tot je ontdekt wat in jouw keuken werkt. Sommige zuurdesems zijn na 8 tot
10 uur klaar. Als je dan nog niet wil bakken, zet je het in de koelkast, het blijft zeker nog
enkele uren goed.
Handige keukenbenodigdheden bij het bakken zijn:
• een deegschraper
• keukenweegschaal
• deegkneder
• bakthermometer
• ovensteen
• broodschep
• rijsmanden
• plantenspuit (besproei met een plantenspuit het brood voor een mooi glanzende korst
met water voordat het de oven in gaat, en nog eens zodra het uit de oven komt)
Let op het deeg, niet op de klok
Hoe snel of hoe langzaam deeg rijst, hangt af van veel verschillende factoren. Behalve de
hoeveelheid gist en zuurdesem speelt temperatuur een belangrijke rol. Deeg dat op een koude
winterdag 4 uur nodig heeft om eens zo groot te worden, heeft in de zomer misschien maar de
55
helft van die tijd nodig. Staar je dus niet blind op de tijden die in de recepten staan
aangegeven maar gebruik je ogen. Als vuistregel kan je aanhouden dat een deeg klaar is met
rijzen wanneer het in grootte is verdubbeld.
Om een mooie knapperige korst te krijgen kan je een paar ijsblokjes op de plaat onder in de
oven leggen. Daardoor ontstaat er in de eerste paar minuten stoom in de oven. Na ongeveer
een kwartier ventileer je de oven door de ovendeur te openen en weer te sluiten. Dat kan je
elke 5 minuten doen, totdat het brood klaar is; hierdoor wordt de lucht droog en krijgt het
brood een knapperige korst.
Hou je brood in de oven in de gaten. De korst moet knapperig zijn maar mag niet verbranden.
Leg een stuk aluminiumfolie over je brood als het te donker wordt, of verlaag de
oventemperatuur.
Gebruik bij voorkeur biologische bloem of volkorenmeel.
Recept: boerenbrood
Dit brood is het lekkerst met een stevige korst en om die zo te krijgen kun je het brood het
beste op een ovensteen bakken.
3 broden
Dag 1, avond
150 gr (1,5 dl) roggezuurdesemstarter
425 ml lauw water
300 gr sterk tarwemeel
150 gr roggemeel
Meng starter, water en meel in een ruime kom. Dek af met huishoudfolie en laat de kom een
nacht staan, op een warm plaats.
Dag2, ochtend
Het zuurdesem van gisteren
200 ml water
500 gr sterk tarwemeel
20 gr zout
Meng alle ingrediënten, behalve het zout, door elkaar en kneed het deeg 8 minuten in de
keukenmachine (5 minuten op lage snelheid en 3 minuten op iets hogere snelheid). Voeg het
56
zout toe en kneed nog eens 2 minuten. Dit deeg bevat behoorlijk veel water en daardoor is het
relatief vloeibaar; voeg wat meel toe als het deeg te slap lijkt. Het moet stevig soepel worden.
Vet een kunststof bak in met koolzaadolie of een andere olie met een neutrale smaak, doe het
deeg in de bak en leg het deksel erop.
Laat het deeg in 3 tot 5 uur tot dubbele grootte rijzen. Vouw het deeg, terwijl het in de bak ligt
te rijzen, drie keer. De eerste keer na 1 uur, daarna elk halfuur. Vouw het deeg met natte
handen van links naar binnen toe,van rechts naar binnen, en van onderaf en van bovenaf naar
het midden.
Verwarm de oven ruim op tijd voor op 275 °C. Plaats een bakplaat of ovensteen in het midden
van de oven en schuif een stevige plaat op de onderste richel. Haal vervolgens het deeg uit de
kom en leg het op een met roggemeel bestoven oppervlak. Bestrooi drie rijsmanden met
roggemeel. Deel het deeg in drie stukken en leg ze voorzichtig in de manden. Dek de manden
af met een theedoek en laat de broden een halfuurtje rijzen.
Leg de stukken deeg op een vel bakpapier of op een deegschep en schuif ze in de oven. Leg
een paar ijsblokjes op de onderste plaat en verlaag de oventemperatuur meteen tot 250 °C.
Verlaag de temperatuur na 15 minuten nog eens, nu tot 180 °C. Lucht de oven door de
ovendeur even te openen en te sluiten zodat de stoom verdwijnt. Na 35-40 minuten bakken
zijn de broden klaar. De kerntemperatuur moet 98 °C zijn. Neem de broden uit de oven en laat
ze afkoelen op een rooster.
Recept: Licht speltbrood
3 broden
Dag 1, avond
100 gr tarwezuurdesemstarter
300 ml lauw water
250 gr volkoren speltmeel
Meng starter, water en meel in een ruime kom. Dek af met huishoudfolie en laat de kom op
een warme plaats (zo rond de 22-24 °C) een nacht staan.
Dag 2, ochtend
Het zuurdesem van gisteren
375 ml water
250 gr gezeefd speltmeel
500 gr sterk tarwemeel
57
25 gr honing
20 gr zout
Meng alle ingrediënten door elkaar en kneed het deeg 8 minuten in de keukenmachine (5
minuten op lage snelheid en 3 minuten op een iets hogere snelheid). Voeg het zout toe en
kneed nog eens 2 minuten. Het deeg is goed als het elastisch is en het van de kom begint los te
komen. Het mag wat plakkerig zijn, maar moet niet aan je vingers blijven kleven als je het
beetpakt.
Vet een kunststof bak in met koolzaadolie of een andere olie met een neutrale smaak, doe het
deeg in de bak en leg het deksel erop. Laat het deeg in 3 tot 5 uur tot ongeveer dubbele grootte
rijzen. Vouw het deeg terwijl het in de bak rijst drie keer. De eerste keer na 1 uur, daarna om
het halfuur. Vouw met natte handen het deeg van links naar binnen, van rechts naar binnen, en
van onderaf en boven naar het midden toe.
Verwarm de oven voor op 275 °C, met een bakplaat of ovensteen in het midden van de oven
en een stevige plaat op de onderste richel geschoven. Keer de bak om boven een met meel
bestoven werkvlak en neem het deeg eruit. Vorm het dan voorzichtig tot een gelijkmatige
rechthoek. Bestrooi het deeg met meel en deel het in de lengte in drie delen. Hevel de broden
voorzichtig over op een vel bakpapier.
Zet het brood in de oven en leg een paar ijsblokjes op de onderste plaat. Verlaag de
oventemperatuur tot 250 °C. Verlaag de temperatuur na nog eens 15 minuten tot 200 °C en
laat de stoom ontsnappen door de ovendeur even te openen en dan weer te sluiten. Herhaal
deze stap elke 5 minuten, totdat het brood klaar is.
Neem het brood na 30-35 minuten uit de oven (de kerntemperatuur met dan circa 96 °C zijn)
en laat het afkoelen op een rooster.
Smakelijk!
58
Een slimme combinatie op je bord!
Desembrood + zuivel (kaas, enz.)
Zuivelproducten zijn een prima bron van calcium. Vaak zijn we geneigd om zuivel met brood te
combineren. Volkorenbrood bevat echter veel fytinezuur, dat zich met mineralen bindt en hun
opname afremt. Althans als het om brood gaat dat bereid is met industriële gist. Bevat het
broodkruim daarentegen natuurlijke zuurdesem, dan zullen die micro-organismen het fytinezuur
deels afbreken. Daardoor neemt de biologische beschikbaarheid van nutriënten zoals calcium toe.
Verder hangt de opname van calcium en de kalkaanmaak in je botten nauw samen met de
hoeveelheid fosfor in je organisme. Bevat je lichaam te veel fosfor - omdat je veel frisdrank zoals
cola drinkt of veel fijne vleeswaren met fosfaten eet - dan is het risico op botontkalking groter. Ook
vitamine K speelt een belangrijke rol bij de kalkaanmaak. Je vindt ze overvloedig in kool, snijbiet en
broccoli, terwijl andere vormen dan weer worden aangemaakt door bacteriën (met name in je
darmen).
Slimme combinaties zijn desembrood met gefermenteerde kaas (type Goudse kaas, want die levert
veel vitamine K2) en soep op basis van kool als lunch.
Bron: Plus Magazine, nr. 338 juni 2017
59
5. Waterkefir, melkkefir en kombucha
Zowel waterkefir, melkkefir als kombucha worden gemaakt met een SCOBY (symbiotic
culture of bacteria and yeast).
5.1 Waterkefir
Hoewel geen twee waterkefirkoloniën hetzelfde zijn, bestaan ze over het algemeen uit een
reeks Lactobacillus-, Streptococcus-, Pediococcus- en Leuconostocbacteriën en
Saccharomyces-, Candida- en Kloeckeragisten. Deze worden aan elkaar geplakt door een
polysacchariden-gel. Deze plaksuiker geeft ze een half doorzichtig uiterlijk en een textuur van
kwetsbare 'rubberen' suikerkristallen.
De oorsprong van waterkefir is niet helemaal duidelijk, maar het wordt op meerdere plekken
ter wereld gemaakt.
De basis van je waterkefir bestaat uit water, suiker en smaakstoffen naar keuze. Vaak zijn dat
(citrus)vruchten, al dan niet gedroogd, maar de variatie is eindeloos. Anders dan bij melkkefir
is de smaak die de SCOBY zelf afgeeft vrij neutraal. De bubbels staan centraal. Eigenlijk is
het vooral een goede manier om in enkele dagen van je gewone zelfgemaakte limonade
zelfgemaakte priklimonade te maken.
Waterkefir is een sprankelende friszure waterdrank, tevens met koolzuur en een licht
alcoholgehalte. Dat alcoholgehalte wordt sterk beïnvloed door de duur van de gisting en de
aanwezige stoffen die aan het water zijn toegevoegd. Meestal ligt het alcoholgehalte ergens
rond de 0,5%.
Waterkefir vernieuwt zichzelf constant en kan dus onder geschikte omstandigheden eeuwig
voortbestaan.
Basisbereiding waterkefir:
Waterkefir kun je het beste in brede inmaakpotten bereiden, zodat het vullen en leegmaken
snel verloopt. Daarnaast is het voor waterkefir van essentieel belang dat alles luchtdicht wordt
afgesloten. Bij de bereiding gebruik je 5 tot 10% waterkefirkorrels. Die hebben behalve de
waterige omgeving een voedingsbodem nodig om zich te ontwikkelen. Gedroogde vruchten
en een zoetstof moeten in hun energie voorzien, en citroen is noodzakelijk voor de verzuring.
Per liter vloeistof zijn drie tot vijf gedroogde vijgen, één à twee eetlepels rozijnen, twee
eetlepels zoetstof en een halve citroen (in vieren gesneden) voldoende.
Net als de waterkwaliteit (leidingwater is meestal bruikbaar maar als je in een streek woont
waar het drinkwater een duidelijke chloorsmaak heeft, dan kan je beter overschakelen op
mineraalwater uit een fles) is de kwaliteit van de vruchten belangrijk en van invloed op de
smaak van het eindresultaat. Gezwavelde vruchten geven vrijwel altijd een onaangename
60
smaak aan de kefirdrank. Kies dus voor ongezwavelde vruchten. Ook de citroen, waarvan de
schil gebruikt wordt, mag geen behandeling ondergaan hebben. Tenslotte worden de vruchten
door de werking van de kefir voor een deel afgebroken en wil je geen ongewenste
ingrediënten in de drank.
Zo ga je te werk:
Doe alle ingrediënten (korrels, zoetstof, citroen en vruchten) in de pot en vul die tot enkele
centimeters onder de rand met water. Roer flink, totdat de zoetstof is opgelost. Zet de gesloten
pot op een lichte plaats. Kamertemperatuur is voldoende.
Na een paar uur verschijnen de eerste koolzuurbelletjes, en 24 uur later zit zo'n pot waterkefir
vol leven. De belletjes gaan vaak op en neer, en korrels, rozijnen en vijgen zakken en stijgen
in de pot.
Na 48 uur is de waterkefir klaar voor gebruik. De vloeistof bevat tussen 0,5 en 2 procent
alcohol. Laat je de kefir langer staan, dan zul je een hoger alcoholgehalte en een zuurdere
smaak krijgen.
Schep de vruchten uit de pot, knijp de citroen uit en giet de drank door een doek om een
helder resultaat te krijgen en de waterkefirkorrels, die meestal onderaan zitten, terug te
winnen. Meestal moet je er nog wat stukjes vruchten en rozijnen uithalen. Spoel de korrels
daarna goed met koud water en ze zijn klaar voor een volgende bereiding.
Giet de gezeefde kefirdrank met een trechter of met wat handigheid in een fles en zet hem
koel en donker weg om hem te laten narijpen. Na een dag of twee is de waterkefir klaar voor
gebruik en ongeveer een maand houdbaar.
Let op bij het openen van de flessen, want er kan zich behoorlijk wat druk ontwikkelen - met
een uitbundig bruisend resultaat. De helft van de fles zou enthousiast verloren kunnen gaan.
Als de drank iets te zuur is, kun je er bij het schenken wat zoetstof aan toevoegen.
Waterkefirkorrels zullen geleidelijk in hoeveelheid toenemen, zodat je na enkele weken een
deel van de korrels kunt uitdelen of drogen voor reserve.
61
Waterkefir met meloen
Tip: in plaats van een gin aan te lengen met Fever-Tree water kan je het ook aanlengen met
waterkefir, het resultaat is wat bitterder maar best lekker.
62
5.2 Melkkefir
Hoewel het de naam deelt met die ander kefir, is melkkefir eigenlijk niet gerelateerd aan
waterkefir. Toegegeven, waterkefirkorrels eten suikers en produceren daarbij koolzuur,
melkzuur en alcohol; ze groeien en zijn klonterig en vooruit het zijn allebei SCOBY's.
Maar daar houden de overeenkomsten ook wel weer op.
Melkkefir is een frisse, lichtzure melkdrank met een romige structuur die bij het drinken een
lichte tinteling op de tong geeft. Dat specifieke, aangename gevoel wordt veroorzaakt door het
koolzuur dat in de melk aanwezig is. Melkkefir bevat tussen de 0,1 en 0,2 % alcohol en ruim
veertig aromatische componenten, wat zijn unieke smaak verklaart.
Melkkefir wordt gemaakt met melkkefirkorrels, vaak ook kefirbloemetjes of
yoghurtbloemetjes genoemd. Die roomachtige sponsachtige structuur is een moedercultuur of
een starter en wordt gevormd door de symbiose van specifieke melkzuurbacteriën (het type
Lactobacillus caucasicus) en levende lactosegistcellen. De kefirkorrels bestaan uit proteïnen,
vetten en oplosbare polysacchariden.
De bacteriën en de gisten vormen niet alleen die sponsachtige structuur maar worden ook
door die structuur gebruikt. Een deel van de structuur zal telkens toenemen en bijgroeien, een
deel zal tijdens het proces afsterven. Zo vernieuwt kefir zichzelf constant.
Basisbereiding melkkefir:
Als basis voor de bereiding van melkkefir wordt traditioneel melk gebruikt. De keuze voor
een bepaald type melk zal uiteraard het resultaat in smaak en structuur beïnvloeden. Wie
verse, volle, romige melk gebruikt, heeft een ideale basis. Die melk mag rauw of niet-
gepasteuriseerd zijn, maar het lukt ook prima met volle, halfvolle of magere melk uit een pak
of fles. Alle melksoorten zijn bruikbaar, dus ook geiten-, paarden- of schapenmelk.
De melk op kamertemperatuur wordt gemengd met 5 tot 10% kefirkorrels. Een grotere
hoeveelheid korrels zal het proces versnellen - met een zuurder product als eindresultaat. Ook
een hogere omgevingstemperatuur heeft een invloed op het verloop van het proces, maar over
het algemeen kun je ervan uitgaan dat je op kamertemperatuur 24 uur nodig hebt om kefir te
maken. Melkkefir rijpt het best in een afgesloten glazen pot. Inmaakpotten met een rubberen
afsluiting voldoen daarvoor het best. De kefir is rijp wanneer de melk mooi ingedikt is en het
bovenoppervlak er enigszins gebobbeld uitziet.
Om de kefirkorrels terug te winnen en te scheiden van het drinkbare product, is het
noodzakelijk om de kefir te zeven. Een fijnmazige plastic keukenzeef is het meest geschikt en
zal de smaak van de kefir nauwelijks beïnvloeden. Sommigen beweren dat een metalen zeef
63
dat wel zou doen. Giet de kefir door de zeef en roer met een plastic of houten lepel in de zeef
tot de meeste kefir gezeefd is. De overgebleven korrels zijn weer klaar voor gebruik.
Er is vaak discussie of die kefirkorrels (die uiteraard nog veel melk of kefir bevatten) voor de
volgende bereiding gespoeld moeten worden. Uit hygiënische overwegingen zijn we geneigd
om voor elke bereiding de korrels uitgebreid in ruim water te spoelen, en zo iedere keer met
gewassen korrels een nieuwe cultuur aan te maken. Voor de bereiding is dan niet essentieel; je
kunt zonder problemen enkele malen zonder te spoelen van de ene cultuur op de andere
overgaan. Voor het bewaren van de kefirkorrels of wanneer je de korrels aan een andere
persoon wilt geven, is het wel aan te bevelen de korrels goed te spoelen. In de hele
behandeling van melkkefir is hygiëne overigens erg belangrijk. Gebruik altijd brandschone
(glazen) potten die voor elke bereiding grondig uitgewassen en met warm of heet water
gespoeld zijn. De kefirkorrels zelf verdragen geen hoge temperaturen, dus die worden slechts
met koud of handwarm water gespoeld.
Bewaar de verse melkkefir opnieuw in een schone glazen of plastic pot. Je kunt kefir 24 uur
op kamertemperatuur laten narijpen. Die nabehandeling maakt de smaak nog intenser en laat
het lactosegehalte dalen. De verse of gerijpte melkkefir is klaar voor gebruik en in de koelkast
nog ruim een week houdbaar.
Tijdens de bereiding van kefir zullen de korrels groeien. Na verloop van tijd wordt de
hoeveelheid korrels te groot en kan een deel ervan verwijderd worden. Je kunt ze opeten,
drogen, bewaren als voorraad of uitdelen aan vrienden of kennissen, die zo hun eigen
kefircultuur kunnen starten.
Kefirbloemetjes
64
Melkkefir
Opmerking:
De melkkefirkorrels verzuren de melk en gaandeweg het verzuringsproces zullen ze - net als
bij karnemelk of yoghurt - een stremmende werking op de melk hebben. Gestremde melk is
de basis voor allerlei kazen, bijvoorbeeld zachte kwark, hartige ricotta of romige mascarpone.
De verschillende kazen vragen geen of slechts een lichte bewerking om tot het gewenste
product te komen.
Drie voorbeelden:
Kefirkwark
De eenvoudigste techniek is de kefir in een dik geweven doek te laten uitlekken. Alles wat je
nodig hebt is kefir, bij voorkeur 24 uur gerijpt en 48 uur nagerijpt. Verder heb je een stevige
theedoek (geen kaasdoek), een vergiet en een stukje touw nodig.
Plaats de bevochtigde doek (eventueel dubbelgevouwen) in het vergiet. Giet hier de kefir in.
Neem de vier hoeken van de theedoek, bind ze samen en hang het geheel boven een schaal of
pot om uit te lekken. Als het goed gaat, komt er door de doek geelachtig vocht of wei. Na 2
uur is de kefir uitgelekt en hou je een kwarkachtige, romige kaas over. Die witte kaas kun je
gebruiken en verwerken in sausen, taarten, of mengen met fruit...
Kefirricotta
Bij dit recept gaan we de kefir extra verwarmen om het schiften of het stremmen van de melk
te versnellen. Breng de kefir in een pan op een zacht vuur tot net onder het kookpunt. Je zult
merken dat de kefir opvallend gaat schiften in melkwei en kaasvlokken. Laat het geheel rustig
afkoelen en giet alles vervolgens door een kaasdoek. Wat je opvangt, kun je nog een uurtje
laten uitlekken. De bereiding zorgt voor een meer kruimelige, sponsachtige structuur. Dit
kaastype smaakt heerlijk met kruiden, knoflook, peper en zout.
Kefirmascarpone
65
Een heerlijke romige mascarpone maak je met 1 liter volle melk en 0,25 liter room. Vermeng
de room en de melk goed, en verwerk het volgens de basisbereiding in 12 tot 24 uur tot kefir.
Zeef de korrels uit de romige kefir en voeg een theelepel zout toe. Zeef de kefir door een
vochtige linnen of katoenen doek. Bind de vier hoeken van de doek samen en laat het
gedurende 12 tot 24 uur boven een schaal uitlekken. Hoe langer je het laat uitlekken, hoe
steviger het eindresultaat zal zijn. De mascarpone is een week houdbaar in de koelkast en kan
net als de gewone mascarpone gebruikt worden in allerlei Italiaanse gerechten.
5.3 Kombucha
In verschillende talen wordt kombucha (komboecha) ook wel 'theezwamdrank' genoemd.
Klopt niet. Het is inderdaad een drank op basis van thee en suiker, die door het toevoegen van
een kolonie van gisten en bacteriën (een SCOBY) gefermenteerd wordt. Er komt dus geen
paddenstoel aan de bereiding te pas. De naamgeving is wel te begrijpen. De kombucha-
SCOBY is een taaie, geleiachtige platte schijf aan het oppervlak van je vloeistof die inderdaad
wel wat van een paddenstoel weg heeft.
De bacteriën en gisten eten de suiker in de thee en produceren daarbij koolzuurgas, alcohol,
azijnzuur, gluconzuur, foliumzuur en melkzuur.
Geen twee kombucha-SCOBY's zijn gelijk maar de volgende gisten maken waarschijnlijk
deel uit van de SCOBY: Schizosaccharomyces pombe, Torulaspora delbruecki en
Zygosaccharomyces bailii. Verder vind je verschillende candida- en aspergillusgisten.
Bacteriën die veel in kombucha zitten zijn Bacterium xylinum, Bacterium gluconium en
Acetobacter hetogenum.
De geur van kombucha is licht gisterig en de smaak wordt bij een langere fermentatietijd wat
zuur en branderig in de keel, met al naar gelang de bereidingswijze een bubbeltje en in de
verte een restje zoet en wat van het wrange van thee. Hoe langer je kombucha laat
fermenteren, des te meer suikers er worden omgezet en hoe zuurder het resultaat is. Dat heb je
zelf in de hand. Een dag of negen bij kamertemperatuur is een mooi gemiddelde.
De SCOBY heeft, zoals we dat ook kennen van melk- en waterkefir, nogal de neiging zich te
vermeerderen. In het geval van kombucha kan dat een tweede losse disk zijn, of gewoon een
extra laag waardoor hij steeds een beetje dikker wordt. Door hem af en toe te splijten hou je
hem onder de duim. Geef het afgespleten deel aan vrienden of kennissen.
Benodigdheden:
• een pot met een wijde opening werkt het best, zodat de pseudozwam aan de oppervlakte
kan drijven
66
• theedoek, zakdoek of kaasdoek
• petflessen, beugelflessen of champagneflessen
• om te beginnen heb je een kombuchazwam nodig (te bestellen via internet)
• 1 l water
• 5-7 g thee (zwart, groen of een mixje), liever geen earl grey, de bergamot die het bevat
heeft een antibacteriële werking. Sla de smaakjesthee ook maar liever over, smaakjes
voegen we wel toe in de tweede fermentatie
• 2 eetlepels azijn, of 4 eetlepels kombucha van een vorige bereiding
• 75-100 g suiker of honing
Bereidingswijze:
• Kook het water, los er de suiker in op en laat de thee trekken tot het een pittige kleur en
smaak heeft.
• Verwijder de theeblaadjes en laat afkoelen. Kombucha prefereert temperaturen van 15-30
°C, dus kamertemperatuur werkt prima. Hoe lager de temperatuur, hoe trager de
fermentatie.
• Voeg de pseudozwam toe aan de thee, met de azijn of kombucha van de vorige keer. De
zwam heeft een aangezuurde omgeving nodig om te starten en dit voorkomt ook de groei
van ongewenste bacteriële concurrentie.
• Doekje erover, elastiekje erom en op een warme plek wegzetten. De zwam houdt van
zuurstof.
• De fermentatie is aeroob en vindt vooral plaats aan de oppervlakte waar de zwam drijft.
Schrik niet van de zoetzure walm die na enkele dagen door het doek, en vervolgens door
je keuken, heen trekt. Of van de vliegen die opgewonden rond je elixer zoemen. Maar doe
er voor de zekerheid nog maar wel een extra elastiekje omheen. Probeer je te beheersen en
wacht minimaal een week, en maximaal drie weken voor je de doe verwijdert.
• Ai. Een taaie theekwal met een tekening die vagelijk aan adertjes doet denken heeft zich
over het oppervlak van je drank gevormd. Giet de zacht bruisende ice tea from hell door
een schone zakdoek in (beugel)flessen, petflessen of champagneflessen als je een
bubbelende kombucha wilt. Bewaar wat van de kombucha om de zwam mee in leven te
houden en als starter voor de volgende batch.
• Dit is ook het moment om optioneel nog extra smaakmakers toe te voegen. Denk aan
perzik, citroen, sinaasappel, frambozen, kaneel, gember, korianderzaad of vanille. Laat
67
nog een dag of twee fermenteren in een afgesloten fles met deze smaakmakers, waarbij de
kombucha tegelijkertijd op druk komt.
• Laat optioneel afkoelen tot je favoriete drinktemperatuur.
• Gezondheid
Ga je langere tijd op vakantie, of ben je de kombucha gewoon even helemaal zat, maak dan
een verse suikerthee en bewaar de kombucha daarin in de koelkast. Ververs eens per maand
of anderhalve maand. Invriezen kan, samen met wat vocht, ook.
Hou een extra gevormde kombuchazwam achter de hand (in de koelkast) voor het geval je
hoofdzwam komt te overlijden door overexperimenteren, verwaarlozing of anderszins.
Tip:
Gebruik een flink verzuurde kombucha als vervanger voor azijn in een dressing.
68
6. Andere gefermenteerde dranken
Heel wat dranken zijn het resultaat van een fermentatieproces. De bekendste voorbeelden zijn
wellicht bier en wijn. Gisten zetten suikers om in alcohol en koolzuurgas.
Hierna volgen nog een aantal recepten van dranken die je gemakkelijk zelf thuis kan maken.
Recept: Mede of honingdrank
Benodigdheden:
• 1 deel honing
• 4 delen mineraalwater
• 1 vanillepeul op 1,5 liter mede
• glazen bokaal en glazen flessen
Bereidingswijze:
• Schraap het vanillemerg uit de peul. Voeg de honing, het vanillemerg en de peul bij het
water en schud tot de honing is opgelost.
• Laat 5 à 7 dagen fermenteren op kamertemperatuur. Roer om de gistgroei te bevorderen
minstens 2 keer per dag om, telkens in de tegenovergestelde richting (dus de ene keer in
de ene richting, de volgende keer in de andere richting). Proef om te controleren of de
zoetzuurverhouding goed zit. De mede zou sprankelend moeten zijn.
• Indien de smaak goed is, giet de mede dan in een fles. Stop de fermentatie door de fles,
afgesloten met deksel en gelabeld, in de koelkast te bewaren. Laat nog 2 dagen trekken
alvorens te serveren.
Tips:
• De honing moet koud geslingerd zijn.
• Je kunt gedroogd fruit toevoegen tijdens het fermenteren, of andere kruiden bv.
kaneelstokje.
69
Recept: Appellimonade
Benodigdheden:
• + 3kg appels
• sap van 1 citroen
• 40 g rietsuiker
• 150 ml ongepasteuriseerde melkwei
• sapcentrifuge
• petfles van 1,5 liter
Bereidingswijze:
• Was de appels, verwijder de steeltjes en het klokhuis. Pers de ongeschilde appels in een
sapcentrifuge. Meng 1 liter appelsap met het sap van 1 citroen. Verwarm dit in een
kookpot tot 30 °C, los de suiker erin op en laat afkoelen.
• Doe de melkwei in een petfles van 1,5 liter en giet het sap erbij. Laat 3 à 4 dagen
fermenteren op kamertemperatuur tot de fles begint bol te staan en je nog maar moeilijk
kan induwen. Proef om te controleren of de zoetzuurverhouding goed zit. De limonade
zou sprankelend moeten zijn.
• Indien de smaak goed is, giet de limonade dan in een fles. Stop de fermentatie door de
fles, afgesloten met deksel en gelabeld, in de koelkast te bewaren. Laat nog 2 dagen
trekken alvorens te serveren.
70
Recept: Gemberbier
Voor de bereiding van gemberbier moet je eerst ginger bug bereiden. Een ginger bug is een
cultuur van wilde gisten om een fermentatie te starten en is bruikbaar bij elke drank die gist
nodig heeft om te bruisen of alcoholisch te worden.
Benodigdheden ginger bug:
• 50 g verse gember, ongeschild geraspt
• 100 g suiker
• 240 ml water
Bereidingswijze ginger bug:
• Meng 1 eetlepel geraspte gember, 1 eetlepel suiker en al het water grondig in een kleine
steriele pot.
• Dek de opening met bijvoorbeeld een stuk kaasdoek af en zet het met een elastiekje vast.
• Laat de pot 4-6 dagen op kamertemperatuur staan. Voeg elke dag 1 eetlepel geraspte
gember en 1 eetlepel suiker toe, roer goed en dek de pot weer af.
• Wacht tot de ginger bug naar gist ruikt en flink borrelt. Dan is hij klaar. Zet hem in de
koelkast en maak de pot af en toe even open. Ginger bug is maandenlang houdbaar.
Benodigdheden gemberbier:
• stuk van 2,5-7,5 cm verse gember, geraspt of in plakjes
• 2 liter water
• 100 g suiker
• sap van 1 kleine citroen of 2 limoenen
• 3 eetlepels ginger bug
• 1 weckpot van 2 liter
• flessen voor botteling
Bereidingswijze gemberbier:
• Meng de gember en 1 liter water in een kleine pan. Breng alles op hoog vuur aan de kook
en laat het 15 minuten pruttelen.
• Zet een kleine zeef op de pot en giet er het mengsel door. Gooi de gember niet weg.
71
• Doe de gember weer in de pan en giet er de rest van het water bij. Breng alles op hoog
vuur aan de kook en laat het weer 15 minuten pruttelen.
• Zeef deze tweede lading in de pot. Gooi de gember weg of bewaar hem voor iets anders.
• Doe de suiker in de pot en los hem al roerend op. Laat het vocht tot kamertemperatuur
afkoelen.
• Doe het citroen- of limoensap en de ginger bug in de pot. Leg een doek op de opening van
de pot en zet hem met een elastiekje vast. Laat de inhoud 1-3 dagen op kamertemperatuur
fermenteren. Het vocht moet flink borrelen.
• Giet het gemberbier in steriele flessen en sluit ze goed af. Laat ze (afhankelijk van het
weer) 1-4 dagen op kamertemperatuur staan en zet ze dan in de koelkast. Gemberbier is
daar verscheidene maanden houdbaar.
72
7. Azijn
Azijn wordt gemaakt door een tweetrapsfermentatie. Eerst worden de fruitsuikers door
gistcellen omgezet in alcohol, waarna azijnzuurbacteriën de alcohol omzetten in azijn.
Voor de fermentatie van alcohol naar azijn in zuurstof nodig. Dat is de reden dat we in
bijvoorbeeld de wijnbereiding, maar eigenlijk bij elke fermentatie waarbij we alcohol als
eindproduct wensen, de zuurstof afknijpen. Dat afknijpen doen we met deksels en
watersloten. Die hebben nog een andere functie: fruitvliegjes weghouden. Fruitvliegjes dragen
ook azijnzuurbacteriën bij zich. Eentje kan al je hele voorraad zelfgemaakte wijn verpesten.
Diezelfde bacteriën zweven ook rond in de lucht, een dubbele reden dat azijnzuurfermentatie
vrij makkelijk spontaan plaatsvindt. Azijnzuurbacteriën houden zoals gezegd van zuurstof,
maar ook van een betrekkelijk hoge temperatuur (rond de 28-40 °C) en van alcohol, maar ook
weer niet te veel, 5-12%. Bij hogere alcoholpercentage gaat de azijnzuurvorming trager. Dat
is een reden dat je niet bang hoeft te zijn dat je whisky in azijn verandert. Van dranken met
teveel conserveringsmiddelen kan je ook geen azijn maken.
Hoewel het Franse woord voor azijn, vinaigre, 'zure wijn' betekent kun je azijn maken van de
meeste alcoholische dranken. Denk bijvoorbeeld aan ciderazijn of rijstazijn. Overigens hoef je
azijn niet altijd te maken van bestaande drank. Je kunt ook direct van fruit (en met een beetje
hulp zelfs van sommige groenten) azijn maken. De suikers uit het fruit worden omgezet in
alcohol en daarna weer tot azijn gefermenteerd.
Er zijn, zoals bij veel vormen van fermenteren, globaal twee hoofdmethoden voor het zelf
maken van azijn: de wilde methode en de ent- of startermethode. De wilde methode komt er
op neer dat je drank of vruchtensap aan de lucht blootstelt en er het beste van hoopt. Wordt
soms lekker, soms ook niet. Voor lekkere azijn zijn we vooral geïnteresseerd in de
azijnzuurbacteriën Acetobacter pasteurianus en A. aceti. Het enten van die gewenste
azijnzuurbacteriën doe je met een startercultuur die bij azijn meestal 'moeder' genoemd wordt.
Het is op de SCOBY van kombucha lijkende slijmerige laag van azijnzuurbacteriën. Met een
beetje geluk kan je het krijgen van vrienden, of door goed online te zoeken. Het aanbod is
echter beperkt. Een alternatieve, makkelijkere manier is om ongepasteuriseerde 'rauwe' azijn
te kopen bij een natuurvoedingswinkel of een flesje azijnstarter uit een brouwwinkel. Die zijn
trouwens minder slijmerig.
Binnen de startermethode zijn er dan nog drie varianten. De eerste is de natuurlijke
startermethode waarbij je een azijnstarter toevoegt aan een bestaande drank, bijvoorbeeld
commerciële wijn, bier of sake. Bij de vergisting-alcoholmethode ga je zelf aan de slag, door
eerst zelf je sap te vergisten tot een alcoholische drank en daar vervolgens de starter aan toe te
73
voegen. Dit stelt je in staat om een veel grotere variatie aan azijnen te maken, bijvoorbeeld op
basis van bietensap, vlierbloesemsap, mede of je eigen speciaalbier. De laatste methode biedt
nog meer smaakvariatie. In deze geforceerde alcoholmethode voeg je eenvoudigweg de
alcohol die de azijnzuurbacteriën nodig hebben zelf toe. Bijvoorbeeld in de vorm van wodka
of zuivere alcohol. Het vereist wat rekenwerk, want je moet op ongeveer 5-12% uitkomen.
Deze methode biedt de mogelijkheid alles tot azijn te maken, van thee en koffie tot cola-light
en selderijsap.
Recept: basis-azijn uit drank (de natuurlijke startermethode)
Benodigdheden:
• glas met wijde opening
• zakdoek, keukenrol of kaasdoek
• elastiekje
• wijn, bier, sake of enig andere relatief laag alcoholische drank (gebruik het liefst drank
met zo min mogelijk conserveermiddelen die de werking van de azijnzuurbacteriën
negatief zouden kunnen beïnvloeden)
• optioneel: een azijnmoeder, ongepasteuriseerde azijn (10-20 %) of een azijnstarter
Bereidingswijze:
• Giet de drank in het goed schoongemaakte glas.
• Sluit af met doek zodat er geen fruitvliegjes, maar wel zuurstof bij kan. 'Verse wijn' bevat
vaak nog ongebonden sulfiet, wat de strijd aangaat met de azijnzuurbacteriën. Laat wijn
eerst een week open staan zodat het vrije sulfiet zich bindt aan zuurstof. Voeg hierna een
starter toe: de moeder, circa 10-20 % ongepasteuriseerde azijn of een commerciële
azijnstarter (lees de beschrijving die je erbij krijgt voor de hoeveelheid).
• Zet weg op een donkere, liefst warme (28+ °C) plek weg. Reken op een maand of drie.
• Waarschijnlijk vormt zich een 'moeder', die kun je weggeven. Je kunt steeds restjes wijn
of andere drank bijgieten.
• Als de azijn naar wens is, meestal na een paar maanden, kun je deze pasteuriseren
(verhitten tot maximaal 70°C) om alle bacteriën, waaronder de azijnzuurbacteriën, te
doden. Azijn wordt eigenlijk niet lekkerder als je hem lang laat doorfermenteren.
Pasteuriseer de azijn door de pot/fles hermetisch afgedekt in een pan water te zetten, zo
74
houd je de meeste aroma's vast. Alle aroma's die tijdens het verhitten in je neus terecht
komen zitten niet meer in je product.
• Bewaar daarna in een goed afgesloten fles.
75
Bronnen en interessante literatuur over fermenteren
� Fermenteren, het meest complete handboek, Adam Elabo, ISBN 9789021562704
(fermenteren algemeen)
� Over rot, Meneer Wateetons, ISBN 9789461431226 (fermenteren algemeen)
� Verrot lekker, Christian Weij, ISBN 9789461561787 (fermenteren algemeen)
� Fermenteren, Heiko Antoniewicz, Michael Podvinec, Thomas Ruhl, Veltman Uitgevers,
ISBN 9789048313143 (fermenteren en gerechten met gefermenteerde voedingsmiddelen)
� Waterkefir/Melkfefir - Lekker, gezond en zo klaar, Pieter Bauwens, Deltas, ISBN
9789044736342
� Komboecha, geneeskracht uit de natuur, Dr. Günther Harnisch, ISBN 9789063787790
� Ferme groenten - groenten en fruit zelf fermenteren - KVLV vrouwen met vaart, ISBN
9789491395161
� Onze Koreaanse Keuken, Jordan Bourke & Rejina Pyo, ISBN 9789045210438 (Koreaanse
keuken en recept Kimchi)
� Zuurdesembrood, Puur ambachtelijk en overheerlijk, Martin Johansson, ISBN
9789045201184
� Melkzuurgisting, Roos Van Hoof, ISBN 9789081739474
� tekst workshop Kaas(w)eten(schap) Foodlab HK, Rudi Verheyden
� tekst workshop yoghurt(w)eten(schap) Foodlab HK, Rudi Verheyden
� Ijstijd, Kees Raat, ISBN 9789048817283
� Basic Ijs, Christophe Declercq, ISBN 9789401444187
� The art of fermentation, Sandor Ellix Katz, ISBN 9781603582865
� Brochure Boska: fresh cheese making kit (verse kazen)
� Super Buik Gevoel, Anntje Peeters, ISBN 9789022333662 (effecten van gefermenteerde
voeding op de gezondheid + recept roze zuurkool)
� Knack, bodytalk, 12de jaargang nr. 116, juni 2017 (fermenteren en gezondheid + recept
gefermenteerde wortelen)
76