evenwicht 3

3
Didactiek wetenschappen – opdracht onderzoekscompetent in de klas Claus Karim, De Bruyne Sander, Flamant Jan Zintuigen – 2 de graad 2006-17 21 Ligging, bouw en functie van de halfcirkelvormige kanalen, en van de ovale en ronde blaasjes beschrijven. 22 Beschrijven hoe het menselijk evenwicht tot stand komt. Opdracht: Situering: Evenwicht Opgave: Structuur en de werking van het evenwichtsorgaan: beschrijving inwendige structuur + hoe komt evenwicht tot stand? Werkvorm: Demonstratieproeven Oriënteren: Deze proef wordt voorbereid voor de les. De leerkracht zorgt voor de constructie van 1) een nabootsing van het statolietorgaan en 2) het maken van een ronde tube, gevuld met water, een ‘zeiltje’ en kralen. Er worden van beide objecten een aantal stuks gemaakt, zodanig dat de klas in verschillende groepen kan verdeeld worden. Mogelijke onderzoeksvragen 1. Door welke onderdelen van jouw lichaam bewaar jij je evenwicht? Waar in je lichaam zit dit, en hoe groot is het? 2. De objecten zijn een model van je evenwichtsorgaan. Welke object hoort bij welk deel van je evenwichtsorgaan? 3. Met welk deel van het evenwichtsorgaan merk je dat je vb. omhoog gaat in de lift? Hoe werkt dit? 4. Met welk deel van het evenwichtsorgaan merk je dat je salto/rad/schroef draait? Hoe werkt dit? Voorbereiden: Leerkracht geeft kort les over de anatomie van het evenwichtsorgaan. De bouw van de halfcirkelvormige kanalen en het statolietorgaan komen aan bod, maar er wordt geen uitleg gegeven over de specifieke werking en functie. Hierbij verwijst de leerkracht naar de komende proeven, waarbij de leerlingen a.d.h.v. het experimenteren met de objecten de werking van de organen kunnen afleiden. Mogelijke hypotheses / voorspellingen - Het ene orgaan dient voor beweging, ander orgaan registreert de stand van het hoofd. - Beweging van de vloeistof zorgt voor registratie van beweging van het hoofd / druk op zeil + kraaltjes bewegen (soms) mee met water. - Door de zwaartekracht veranderen de evenwichtssteentjes van positie, waarmee de stand van het hoofd wordt geregistreerd / druk op ondersteunende stokjes veranderd.

Transcript of evenwicht 3

Page 1: evenwicht 3

Didactiek wetenschappen – opdracht onderzoekscompetent in de klas

Claus Karim, De Bruyne Sander, Flamant Jan

Zintuigen – 2de graad 2006-17

21 Ligging, bouw en functie van de halfcirkelvormige kanalen, en van de ovale en ronde blaasjes

beschrijven.

22 Beschrijven hoe het menselijk evenwicht tot stand komt.

Opdracht:

Situering: Evenwicht

Opgave: Structuur en de werking van het evenwichtsorgaan: beschrijving inwendige structuur + hoe

komt evenwicht tot stand?

Werkvorm: Demonstratieproeven

Oriënteren: Deze proef wordt voorbereid voor de les. De leerkracht zorgt voor de constructie van 1)

een nabootsing van het statolietorgaan en 2) het maken van een ronde tube, gevuld met water, een

‘zeiltje’ en kralen. Er worden van beide objecten een aantal stuks gemaakt, zodanig dat de klas in

verschillende groepen kan verdeeld worden.

Mogelijke onderzoeksvragen

1. Door welke onderdelen van jouw lichaam bewaar jij je evenwicht? Waar in je lichaam zit dit, en

hoe groot is het?

2. De objecten zijn een model van je evenwichtsorgaan. Welke object hoort bij welk deel van je

evenwichtsorgaan?

3. Met welk deel van het evenwichtsorgaan merk je dat je vb. omhoog gaat in de lift? Hoe werkt dit?

4. Met welk deel van het evenwichtsorgaan merk je dat je salto/rad/schroef draait? Hoe werkt dit?

Voorbereiden:

Leerkracht geeft kort les over de anatomie van het evenwichtsorgaan. De bouw van de

halfcirkelvormige kanalen en het statolietorgaan komen aan bod, maar er wordt geen uitleg gegeven

over de specifieke werking en functie. Hierbij verwijst de leerkracht naar de komende proeven,

waarbij de leerlingen a.d.h.v. het experimenteren met de objecten de werking van de organen

kunnen afleiden.

Mogelijke hypotheses / voorspellingen

- Het ene orgaan dient voor beweging, ander orgaan registreert de stand van het hoofd.

- Beweging van de vloeistof zorgt voor registratie van beweging van het hoofd / druk op zeil +

kraaltjes bewegen (soms) mee met water.

- Door de zwaartekracht veranderen de evenwichtssteentjes van positie, waarmee de stand

van het hoofd wordt geregistreerd / druk op ondersteunende stokjes veranderd.

Page 2: evenwicht 3

Didactiek wetenschappen – opdracht onderzoekscompetent in de klas

Claus Karim, De Bruyne Sander, Flamant Jan

Uitvoeren:

Statolieten:

- Houd het object stil. Hoe staan de stokjes met bolletjes aan de bovenkant?

- En hoe staan ze aan de zijkant? En als je het object een kwartslag draait?

- Houd het object met beide handen vast met de zijbalk naar voren gericht.

- Wat zie je gebeuren als je het object snel voren beweegt? Welke bolletjes zie je bewegen?

- Wat zie je gebeuren als je het object naar boven beweegt?

Halfcirkelvormig kanaal:

- Doe de buis om je nek en houd hem recht. Draai nu rondjes naar rechts.

- Wat gebeurt er met de kraaltjes in de buis? Bewegen ze meteen mee?

- Wat gebeurt er als je langer achter elkaar rondjes draait?

- En als je daarna stilstaat? Stoppen de kraaltjes direct met bewegen of niet?

- Welke kant gaan ze op?

- Hoe kan je zien dat de beweging geregistreerd wordt?

Page 3: evenwicht 3

Didactiek wetenschappen – opdracht onderzoekscompetent in de klas

Claus Karim, De Bruyne Sander, Flamant Jan

Reflecteren:

Mogelijke vragen:

- Hoe werken de onderdelen van het evenwichtsorgaan?

- Waarom bevindt het evenwichtsorgaan zich in het hoofd?

Dit experiment illustreert de werking van het statolietorgaan en de halfcirkelvormige kanaaltjes. In

het statolietorgaan wordt informatie over de stand van het hoofd geregistreerd door middel van de

positie van de evenwichtssteentjes, die druk uitoefenen met behulp van de zwaartekracht. De

halfcirkelvormige kanaaltjes registreren beweging van je hoofd in de verschillende vlakken. Door de

beweging van het water wordt de ampulla verplaatst. Deze beweging wordt doorgegeven aan de

zenuw en vervolgens naar de hersenen.

Consolidatiemoment: http://www.youtube.com/watch?v=z_2EJIgiX7M