European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten...

118
EUROPESE COM M ISSIE Brussel, XXX COM P A 3 […] (2013)XXX draft VERO R D EN IN G (EU )N r. … /.. V AN D E C O M M ISSIE van XXX w aarbijbepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het V erdrag m etde interne m arktverenigbaar w orden verklaard (V oorde EER relevante tekst) NL NL

Transcript of European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten...

Page 1: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, XXX COMP A3 […](2013) XXX draft

VERORDENING (EU) Nr. …/.. VAN DE COMMISSIE

van XXX

waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard

(Voor de EER relevante tekst)

NL NL

Page 2: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

INHOUDSOPGAVE

VERORDENING (EU) Nr. …/.. VAN DE COMMISSIE waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard....................................................................Error: Reference source not found

HOOFDSTUK I.....................................................................Error: Reference source not found

HOOFDSTUK II Procedurele vereisten.................................Error: Reference source not found

HOOFDSTUK III Specifieke bepalingen voor de verschillende categorieën steun..........Error: Reference source not found

Deel 1 - Regionale steun.........................................................Error: Reference source not found

Deel 2 - Kmo-steun................................................................Error: Reference source not found

Deel 3 - Steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie. . .Error: Reference source not found

Deel 4 - Opleidingssteun........................................................Error: Reference source not found

Deel 5 - Steun voor kwetsbare en gehandicapte werknemers Error: Reference source not found

Deel 6 - Steun voor milieubescherming.................................Error: Reference source not found

HOOFDSTUK IV Slotbepalingen..........................................Error: Reference source not found

BIJLAGE I Definities.............................................................Error: Reference source not found

Definities voor regionale steun...............................................Error: Reference source not found

Definities voor kmo-steun......................................................Error: Reference source not found

Definities voor steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie. .Error: Reference source not found

Definities voor steun voor milieubescherming.......................Error: Reference source not found

BIJLAGE II Kmo-definitie....................................................Error: Reference source not found

BIJLAGE III Gegevens betreffende op de voorwaarden van deze verordening vrijgestelde staatssteun...............................................................................Error: Reference source not found

BIJLAGE IV Aanvraagformulier stimulerend effect (als bedoeld in artikel 6)Error: Reference source not found

BIJLAGE V Bepalingen met betrekking tot een aparte staatssteunwebsite in de lidstaat. Error: Reference source not found

NL 2 NL

Page 3: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

VERORDENING (EU) Nr. …/.. VAN DE COMMISSIE

van XXX

waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 108, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 994/98 van de Raad van 7 mei 1998 betreffende de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap op bepaalde soorten van horizontale steunmaatregelen1, en met name op artikel 1, lid 1, onder a) en b),

[Na bekendmaking van een ontwerp van deze verordening [vindplaats Pb EU],]

[Na raadpleging van het Adviescomité inzake overheidssteun,]

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overheidsfinanciering die voldoet aan de criteria van artikel 107, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna "het Verdrag" genoemd), vormt staatssteun en moet, krachtens artikel 108, lid 3, van het Verdrag, bij de Commissie worden aangemeld. Evenwel kan de Raad, overeenkomstig artikel 109 van het Verdrag, categorieën steun vaststellen die zijn vrijgesteld van deze verplichting tot aanmelding. Overeenkomstig artikel 108, lid 4, van het Verdrag kan de Commissie verordeningen vaststellen betreffende deze categorieën staatssteun. Bij Verordening (EG) nr. 994/98 heeft de Raad, overeenkomstig artikel 109 van het Verdrag, besloten dat de volgende categorieën van de verplichting tot aanmelding kunnen worden vrijgesteld: steun aan kleine en middelgrote ondernemingen (hierna "kmo's" genoemd), steun ten behoeve van onderzoek en ontwikkeling, steun voor milieubescherming, steun voor werkgelegenheid en voor opleiding, en steun die in overeenstemming is met de kaart welke de Commissie met het oog op de toekenning van regionale steun voor elke lidstaat heeft goedgekeurd. Op die grondslag heeft de Commissie Verordening (EG) nr. 800/2008 vastgesteld waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard2 ("de algemene groepsvrijstellingsverordening"), verordening die tot en met 31 december 2013 van toepassing is.

1 PB L 142 van 14.5.1998, blz. 1. 2 PB L 214 van 9.8.2008, blz. 3.

NL 3 NL

Page 4: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

(2) Met haar mededeling over de modernisering van het EU-staatssteunbeleid (SAM)3 heeft de Commissie de aanzet gegeven voor een ruimere herziening van de staatssteunregels. De belangrijkste doelstellingen van deze modernisering zijn: i) duurzame, slimme en inclusieve groei bevorderen op een concurrerende interne markt, en tegelijkertijd bij te dragen aan de inspanningen van de lidstaten voor een efficiënter gebruik van de overheidsfinanciën; ii) het voorafgaande onderzoek door de Commissie van steunmaatregelen concentreren op zaken die de grootste impact op de interne markt hebben en tegelijk de samenwerking met de lidstaten versterken op het gebied van de handhaving van de staatssteunregels, en iii) de regels stroomlijnen om, op basis van heldere economische argumenten, een gemeenschappelijke aanpak en duidelijke verplichtingen, sneller en met meer kennis van zaken tot steviger onderbouwde beslissingen te komen.

(3) Deze verordening maakt een betere prioritering van de handhavingswerkzaamheden en een verdere vereenvoudiging mogelijk en dient gepaard te gaan met grotere transparantie, een doeltreffende evaluatie van en toezicht op de naleving van de staatssteunregels op het nationale niveau en het Unieniveau, zonder daarbij de proportionaliteit uit het oog te verliezen of afbreuk te doen aan de institutionele bevoegdheden van de Commissie en de lidstaten.

(4) Dankzij de ervaring die de Commissie heeft opgedaan met de toepassing van Verordening (EG) nr. 800/2008, heeft zij beter kunnen bepalen onder welke voorwaarden bepaalde categorieën steun als met de interne markt verenigbaar kunnen worden beschouwd en heeft zij het toepassingsgebied van de groepsvrijstellingen kunnen uitbreiden, terwijl zij toch heeft kunnen duidelijk maken dat de transparantie en monitoring moet worden versterkt en er meer ruimte moet zijn om grote regelingen daadwerkelijk door te lichten op hun effecten voor de mededinging op de interne markt.

(5) De algemene voorwaarden voor de toepassing van deze verordening kunnen worden bepaald op basis van een reeks gemeenschappelijke beginselen die garanderen dat de steun een doelstelling van gemeenschappelijk belang dient, dat deze is toegesneden op een welomschreven marktfalen of cohesiebehoefte, een duidelijk stimulerend effect heeft, passend is en evenredig, in volledige transparantie wordt toegekend, dat daarvoor een controlemechanisme bestaat en geregeld evaluatie plaatsvindt, en dat deze de mededinging en het handelsverkeer niet meer verstoort dan hetgeen, uit oogpunt van gemeenschappelijk belang, aanvaardbaar is.

(6) Steun die voldoet aan alle voorwaarden die in deze verordening zijn vastgesteld zowel in het algemeen als specifiek voor de betreffende categorieën steun, dient vrijgesteld te zijn van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag.

(7) Staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, van het Verdrag die niet onder deze verordening valt, blijft aan de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag onderworpen. Deze verordening laat voor de lidstaten de mogelijkheid onverlet om steun aan te melden waarvan de doelstellingen in overeenstemming zijn met doelstellingen die onder de toepassing van deze verordening vallen.

(8) Gezien het potentieel van grote regelingen om de mededinging te verstoren, dient deze verordening niet te gelden voor regelingen waarvan de voorgenomen of daadwerkelijke jaaruitgaven een op het nationale bbp gebaseerd plafond en een

3 Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's "De modernisering van het EU-staatssteunbeleid" (SAM), COM(2012) 209 final van 8.5.2012.

NL 4 NL

Page 5: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

absolute waarde overschrijden, zodat deze met name aan een regelmatige evaluatie kunnen worden onderworpen.

(9) Deze verordening dient niet van toepassing te zijn op steun waarmee binnenlandse producten ten opzichte van ingevoerde producten worden begunstigd of op met de uitvoer verband houdende activiteiten. Met name dient deze verordening niet te gelden voor de oprichting en exploitatie van een distributienet in andere landen. Steun ter financiering van de kosten van deelneming aan handelsbeurzen of van studies of consultancydiensten die noodzakelijk zijn om een nieuw of een bestaand product op een nieuwe markt uit te brengen, dient in de regel geen steun voor met de uitvoer verband houdende activiteiten te zijn.

(10) Deze verordening dient in beginsel voor de meeste economische sectoren te gelden. In sommige sectoren echter dient het toepassingsgebied ervan te worden beperkt, gezien de bijzondere regels die daarvoor gelden. In de sector visserij en aquacultuur dient deze verordening alleen te gelden voor opleidingssteun, steun om kmo's toegang tot financiering te geven, steun ten behoeve van onderzoek en ontwikkeling, innovatiesteun voor kmo's en steun voor kwetsbare en gehandicapte werknemers. Bij de primaire productie van landbouwproducten dient deze verordening alleen te gelden voor regionale exploitatiesteun (ter compensatie van bijkomende kosten niet zijnde vervoerskosten in een ultraperifeer gebied), steun ten behoeve van onderzoek en ontwikkeling, innovatiesteun voor kmo's, milieusteun en steun voor kwetsbare en gehandicapte werknemers voor zover deze categorieën steun niet vallen onder Verordening (EU) nr. … van de Commissie [die Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren vervangt].

(11) Behalve voor opleidingssteun waarvoor specifieke bepalingen bestaan in Verordening [groepsvrijstellingsverordening landbouw] van de Commissie, dient deze verordening te gelden voor de verwerking en afzet van landbouwproducten mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Noch activiteiten op landbouwbedrijven die nodig zijn om een product voor te bereiden voor de eerste verkoop, noch de eerste verkoop door een primaire producent aan wederverkopers of verwerkende bedrijven, noch alle activiteiten waarmee een product voor dit soort eerste verkoop wordt voorbereid, mogen voor de toepassing van deze verordening als verwerking of afzet worden beschouwd. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft verklaard dat de lidstaten zich, wanneer de Unie een regeling voor de totstandbrenging van een gemeenschappelijke marktordening in een bepaalde landbouwsector heeft vastgesteld, dienen te onthouden van elke maatregel die daarvan afwijkt of er inbreuk op maakt. Daarom dient deze verordening niet te gelden voor steun waarvan het steunbedrag wordt vastgesteld op grond van de prijs of de hoeveelheid afgenomen of op de markt gebrachte producten, noch dient zij te gelden voor steun waaraan de verplichting is gekoppeld om deze met primaire producenten te delen.

(12) Gezien het Besluit van de Raad van 10 december 2010 betreffende staatssteun ter bevordering van de sluiting van niet-concurrentiekrachtige steenkoolmijnen4, dient deze verordening niet te gelden voor krachtens dat besluit van de Raad van 10 december 2010 verleende steun ter bevordering van de sluiting van niet-concurrentiekrachtige steenkoolmijnen. Afgezien van dit soort steun, dient deze verordening te gelden voor de kolenindustrie, met uitzondering van regionale steun.

4 PB L 336 van 21.12.2010, blz. 24.

NL 5 NL

Page 6: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

(13) De Commissie moet ervoor waken dat goedgekeurde steun de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt, niet zodanig verandert dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad. Daarom dient steun aan een begunstigde ten aanzien waarvan een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, van het toepassingsgebied van deze verordening te worden uitgesloten.

(14) Steun aan ondernemingen in moeilijkheden dient van het toepassingsgebied van deze verordening te worden uitgesloten, omdat dit soort steun dient te worden beoordeeld op grond van de richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden5, om te vermijden dat die richtsnoeren worden omzeild. Met het oog op rechtszekerheid dienen duidelijke criteria te worden vastgesteld die geen beoordeling van alle specifieke aspecten van de situatie van een onderneming vergen, om te kunnen bepalen of een onderneming voor de toepassing van deze verordening als een onderneming in moeilijkheden wordt beschouwd.

(15) Wat betreft staatssteun is het handhavingsbeleid sterk afhankelijk van de medewerking van de lidstaten. Daarom dienen de lidstaten alle nodige maatregelen te nemen om de naleving van deze verordening te verzekeren, ook waar het gaat om de naleving daarvan bij individuele steunverlening in het kader van regelingen met een groepsvrijstelling.

(16) Gezien het hogere risico op verstoring van de mededinging, dienen grote steunbedragen, individueel of gecumuleerd, door de Commissie te worden beoordeeld na aanmelding daarvan. Daarom dienen voor elke categorie steun die onder de toepassing van deze verordening valt, plafonds te worden vastgesteld op een niveau dat de desbetreffende steuncategorie en de ervan te verwachten effecten op de mededinging in aanmerking neemt. Voor steun welke boven die plafonds uitkomt, blijft de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag gelden.

(17) Met het oog op transparantie, gelijke behandeling en doeltreffend toezicht dient deze verordening alleen van toepassing te zijn op steun waarvan het bruto-subsidie-equivalent vooraf precies kan worden berekend zonder dat een risicoanalyse behoeft te worden uitgevoerd ("transparante steun"). Voor bepaalde specifieke steuninstrumenten, zoals leningen, garanties, belastingmaatregelen, risicofinancieringsmaatregelen en met name terugbetaalbare voorschotten, dient deze verordening vast te stellen onder welke omstandigheden deze als transparant kunnen worden beschouwd. Steun in de vorm van garanties dient als transparant te worden beschouwd indien het bruto-subsidie-equivalent is berekend op basis van de safe-harbour-premies die voor het betreffende soort onderneming zijn vastgesteld. Voor bijvoorbeeld kleine en middelgrote ondernemingen vermeldt de mededeling van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun in de vorm van garanties6 niveaus van jaarpremies waarboven een staatsgarantie geacht wordt geen steun te vormen.

(18) Om te waarborgen dat de steun noodzakelijk is en als prikkel fungeert om activiteiten of projecten verder te ontwikkelen, dient deze verordening niet te gelden voor activiteiten waartoe de begunstigde onder marktvoorwaarden zelf zou zijn overgaan. Steun dient krachtens deze verordening alleen van aanmelding te worden vrijgesteld

5 PB C 244 van 1.10.2004, blz. 2, verlengd door de mededeling van de Commissie over verlenging van de geldigheidsduur van de communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden van 1 oktober 2004 (PB C 296 van 2.10.2012, blz. 3).

6 PB C 155 van 20.6.2008, blz. 10.

NL 6 NL

Page 7: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

indien de werkzaamheden aan het project of de activiteit pas zijn aangevangen nadat de begunstigde schriftelijk een aanvraag voor de steun heeft ingediend.

(19) AANVULLENDE OPTIE VOOR HET STIMULERENDE EFFECT BIJ GROTE ONDERNEMINGEN: Wat betreft onder deze verordening vallende steun ten behoeve van een begunstigde die een grote onderneming is, dient de lidstaat, naast de voorwaarden die voor kmo's gelden, zich ook ervan te vergewissen dat de begunstigde - in een intern document - de levensvatbaarheid van het gesteunde project of de gesteunde activiteit heeft onderzocht in een scenario mét en een scenario zonder steun. De lidstaat dient zich ervan te vergewissen dat in dit interne document wordt bevestigd dat er sprake is van een wezenlijke toename in omvang of reikwijdte van het project/de activiteit, een wezenlijke toename van het totale bedrag dat de begunstigde aan het gesteunde project of de gesteunde activiteit uitgeeft, of een wezenlijke verhoging van de snelheid die nodig is om het project of de activiteit in kwestie af te ronden. Bij regionale steun mag het stimulerende effect worden aangetoond op grond van het feit dat het investeringsproject, zonder de steun, niet als dusdanig in het steungebied zou zijn uitgevoerd.

(20) Omdat het stimulerende effect van ad-hocsteun voor grote ondernemingen meestal moeilijk valt aan te tonen, dient deze vorm van steun van het toepassingsbereik van deze verordening te worden uitgesloten. De Commissie zal het bestaan van dit soort stimulerende effect nagaan in het kader van de aanmelding van de betrokken steun en aan de hand van de criteria die in de toepasselijke richtsnoeren, kaderregelingen of andere Unie-instrumenten zijn vastgesteld. ALTERNATIEVE OPTIE VOOR AD-HOCSTEUN VOOR GROTE ONDERNEMINGEN: Ad-hocsteun voor grote ondernemingen dient in het toepassingsgebied van deze verordening te worden opgenomen mits de lidstaat zich vooraf ervan heeft vergewist dat uit door de begunstigde onderneming opgestelde documenten blijkt dat er sprake is van een wezenlijke toename in omvang, reikwijdte of bedrag van het project of de activiteit.

(21) Voor automatische belastingregelingen dient nog steeds een specifieke voorwaarde te gelden wat stimulerend effect betreft, gelet op het feit dat de uit dit soort regelingen resulterende steun wordt verleend volgens andere procedures dan bij de overige categorieën steun. Die specifieke voorwaarde houdt in dat voornoemde regelingen dienen te zijn vastgesteld voordat de werkzaamheden aan het gesteunde project of de gesteunde activiteit van start zijn gegaan. Deze voorwaarde dient echter niet te gelden in het geval van fiscale vervolgregelingen, op voorwaarde dat de activiteit al onder de voorafgaande fiscale regelingen viel. Voor het beoordelen van het stimulerende effect van die regelingen is het cruciale moment het tijdstip waarop de belastingmaatregel voor het eerst werd geformuleerd in de oorspronkelijke regeling, die nadien door de vervolgregeling is vervangen.

(22) Ten aanzien van steun in de vorm van loonsubsidies ten behoeve van de indienstneming van kwetsbare werknemers, steun ter compensatie van de bijkomende kosten van het in dienst hebben van gehandicapte werknemers, steun om kmo's toegang te geven tot financieringssteun en steun in de vorm van verlagingen van milieubelastingen mag het bestaan van het stimulerende effect worden aangenomen indien de specifieke voorwaarden zijn vervuld welke voor deze categorieën steun in deze verordening zijn vastgesteld.

(23) Om te garanderen dat steun evenredig is en tot het noodzakelijke steunbedrag beperkt blijft, dienen maximale steunbedragen, waar mogelijk, te worden vastgesteld als steunintensiteit in verhouding tot een reeks in aanmerking komende kosten. Wanneer

NL 7 NL

Page 8: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

de maximale steunintensiteit niet kan worden vastgesteld omdat in aanmerking komende kosten niet kunnen worden geïdentificeerd of om te voorzien in eenvoudigere instrumenten voor kleine bedragen, dienen maximale steunbedragen als nominale bedragen te worden bepaald om de evenredigheid van steunmaatregelen te verzekeren. De steunintensiteit en de maximale steunbedragen dienen, rekening houdende met de ervaring van de Commissie, op een zodanig niveau te worden vastgesteld dat daarmee de vervalsing van de mededinging in de gesteunde sector tot een minimum beperkt blijft, terwijl toch een passend antwoord wordt geboden voor het betreffende marktfalen of cohesieprobleem. Voor regionale investeringssteun dient de steunintensiteit de volgens de regionale-steunkaarten toegestane steunintensiteiten in acht te nemen.

(24) Bij de berekening van de steunintensiteit dienen alle gebruikte bedragen de bedragen vóór aftrek van belastingen of andere heffingen te zijn. Steun die in meerdere tranches wordt betaald, dient te worden gedisconteerd tot de waarde ervan op het tijdstip van de toekenning ervan. Ook de in aanmerking komende kosten dienen te worden gedisconteerd tot de waarde op het tijdstip van de toekenning ervan. De rentevoet die voor discontering en voor de berekening van het bedrag van het steunbedrag moet worden gehanteerd indien de steun niet de vorm van een subsidie heeft, dient het referentierentepercentage te zijn dat op het tijdstip van de toekenning ervan van toepassing is, zoals bepaald in de mededeling van de Commissie over de herziening van de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld7. Het bepalen van de in aanmerking komende kosten dient te worden gestaafd door duidelijk, specifiek en actueel bewijsmateriaal. Wanneer steun wordt toegekend in de vorm van belastingvoordelen, dienen de steuntranches te worden gedisconteerd aan de hand van de referentiepercentages die gelden op de diverse data waarop de belastingvoordelen beginnen te spelen. Het gebruik van steun in de vorm van terugbetaalbare voorschotten dient te worden bevorderd, omdat dit soort risicodelende instrumenten sterk bijdraagt tot het versterkte stimulerende effect van steun. Daarom dient te worden bepaald dat, wanneer steun wordt toegekend in de vorm van terugbetaalbare voorschotten, de in deze verordening vastgestelde toepasselijke steunintensiteiten kunnen worden verhoogd, behalve voor regionale steun (omdat dit soort steun alleen kan worden vrijgesteld indien deze in overeenstemming is met de goedgekeurde regionale-steunkaarten).

(25) In het geval van belastingvoordelen met betrekking tot in de toekomst verschuldigde belastingen zijn het toepasselijke referentiepercentage en het precieze bedrag van de steuntranches misschien niet vooraf bekend. In dat geval dienen de lidstaten vooraf een plafond te bepalen voor de gedisconteerde waarde van de steun, zodat de toepasselijke steunintensiteit in acht wordt genomen. Wanneer nadien het steunbedrag van de steuntranche op een bepaald tijdstip bekend wordt, kan discontering plaatsvinden op basis van het op dat tijdstip toepasselijke referentiepercentage. De gedisconteerde waarde van elke steuntranche dient op het totale maximumbedrag in mindering te worden gebracht.

(26) Om te bepalen of de in deze verordening voor individuele aanmelding vastgestelde drempels en de maximale steunintensiteiten worden nageleefd, dient het totale bedrag aan staatssteun ten behoeve van de gesteunde activiteit of het gesteunde project in aanmerking te worden genomen, ongeacht hoe die steun wordt gefinancierd. Voor zover de Commissie, bij het goedkeuren van centraal door de Commissie beheerde Uniemiddelen, een algemene beoordeling maakt van het totale bedrag aan

7 PB C 14 van 19.1.2008, blz. 6.

NL 8 NL

Page 9: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

overheidsteun en toeziet op de coherentie met de staatssteunregels, dient de Uniefinanciering die niet direct of indirect onder de controle van de lidstaat staat en die geen staatssteun vormt, niet in aanmerking te worden genomen bij het nagaan of de drempels voor aanmelding en de maximale steunintensiteiten in acht zijn genomen.

(27) Voorts dienen in deze verordening de omstandigheden nader te worden vastgesteld waarin verschillende categorieën steun kunnen worden gecumuleerd. De krachtens deze verordening vrijgestelde steun mag worden gecumuleerd met andere verenigbare steun die krachtens deze verordening is vrijgesteld of door de Commissie is goedgekeurd, mits die maatregelen verschillende, identificeerbare in aanmerking komende kosten betreffen. Wanneer verschillende bronnen van steun betrekking hebben op dezelfde - elkaar geheel of gedeeltelijk overlappende - in aanmerking komende kosten, dient cumulering te worden toegestaan tot de hoogste steunintensiteit of het hoogste steunbedrag dat krachtens deze verordening voor die steun geldt. Deze verordening dient ook bijzondere regels vast te stellen voor cumulering van steunmaatregelen waarvan de in aanmerking komende kosten wél en niet kunnen worden geïdentificeerd, voor de cumulering met de-minimissteun en voor de cumulering met steun ten behoeve van gehandicapte werknemers.

(28) Aangezien staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, van het Verdrag in beginsel verboden is, is het belangrijk dat alle partijen kunnen controleren of steun wordt verleend met inachtneming van de toepasselijke regels. Transparantie van staatssteun is dus van essentieel belang voor de correcte toepassing van de Verdragsregels en leidt tot betere naleving van de regels, sterkere verantwoordingsplicht, peerreview en uiteindelijk tot een doelmatigere besteding van overheidsmiddelen. Om transparantie te verzekeren dient deze verordening te eisen dat iedere lidstaat een aparte staatssteunwebsite creëert. Deze website dient op zich te staan of dient informatie op te halen bij meerdere websites (portaalsite). Op die website dienen de lidstaten voor iedere krachtens deze verordening vrijgestelde steunmaatregel beknopte informatie te publiceren in een standaardformaat, met de volledige tekst van elke steunmaatregel en informatie over de toekenning van individuele steun. Die verplichting dient een voorwaarde te zijn voor de verenigbaarheid van de individuele steun met de interne markt. De links naar de staatssteunwebsites van alle lidstaten dienen op de website van de Commissie te worden bekendgemaakt. Overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 994/98 dient de beknopte informatie over elke steunmaatregel die krachtens deze verordening is vrijgesteld, in het Publicatieblad van de Europese Unie te worden bekendgemaakt.

(29) Om daadwerkelijke monitoring van de steunmaatregelen in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 994/98 te verzekeren, dienen eisen te worden bepaald ten aanzien van de verslaglegging door de lidstaten met betrekking tot steunmaatregelen die krachtens deze verordening zijn vrijgesteld, en de toepassing van deze verordening. Om de Commissie in staat te stellen de gecombineerde effecten van steun beter te monitoren, dienen lidstaten verslag te doen over individuele steunbedragen die een bepaald steunbedrag overschrijden. Voorts is het, in het licht van de in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 659/19998 vastgestelde verjaringstermijn, passend om regels vast te stellen betreffende de dossiers die de lidstaten over de krachtens deze verordening vrijgestelde steunmaatregelen moeten bijhouden.

(30) Ter versterking van de doeltreffendheid van de in hoofdstuk I van deze verordening uiteengezette algemene verenigbaarheidsvoorwaarden en de in hoofdstuk II met betrekking tot de procedurele vereisten uiteengezette bepalingen, dient het voor de

8 PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1.

NL 9 NL

Page 10: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

Commissie mogelijk te zijn het voordeel van de groepsvrijstelling in te trekken voor toekomstige steunmaatregelen ingeval de in die hoofdstukken uiteengezette voorwaarden niet worden nageleefd. De Commissie kan de intrekking van het voordeel van de groepsvrijstelling beperken tot maatregelen ten behoeve van bepaalde begunstigden of maatregelen genomen door bepaalde autoriteiten. Ingeval niet aan de in hoofdstuk I uiteengezette algemene verenigbaarheidsvoorwaarden wordt voldaan, valt steun niet onder deze verordening en vormt deze bijgevolg onrechtmatige steun, die de Commissie zal onderzoeken in het kader van de betreffende procedure zoals die in Verordening (EG) nr. 659/1999 is beschreven. Ingeval de voorwaarden van hoofdstuk II niet zijn vervuld, laat de intrekking van het voordeel van de groepsvrijstelling ten aanzien van toekomstige steunmaatregelen onverlet dat maatregelen uit het verleden onder een groepsvrijstelling vielen.

(31) Om verschillen die tot mededingingsvervalsingen zouden kunnen leiden, weg te nemen en om de coördinatie van de verschillende Unie-initiatieven en nationale initiatieven met betrekking tot kmo's te vergemakkelijken en om de administratieve duidelijkheid en de rechtszekerheid te bevorderen, dient de voor deze verordening gehanteerde definitie van kmo's te zijn gebaseerd op de definitie in Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen9.

(32) Doordat met regionale steun de handicaps van achterstandsgebieden worden aangepakt, wordt met dit soort steun de economische, sociale en territoriale cohesie van lidstaten en van de Unie als geheel bevorderd. Regionale steun is bedoeld om de ontwikkeling van gebieden met de grootste achterstand te stimuleren door binnen een duurzaam kader investeringen en het scheppen van banen te ondersteunen. In gebieden die aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder a), van het Verdrag voldoen, kan regionale steun worden toegekend voor het stimuleren van de oprichting van nieuwe vestigingen, de uitbreiding van bestaande vestigingen, de diversificatie van de productie van een vestiging of een fundamentele verandering in het totale productieproces van een bestaande vestiging. Aangezien grote ondernemingen bij hun investeringen in een gebied dat aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag voldoet, minder nadeel ondervinden van regionale handicaps dan kmo's, dient regionale steun aan grote ondernemingen alleen van de verplichting tot aanmelding te worden vrijgesteld bij initiële investeringen ten behoeve van nieuwe activiteiten in die gebieden (steun voor greenfieldinvesteringen of de diversificatie van bestaande vestigingen naar nieuwe producten).

(33) Wanneer een regionale-steunregeling op specifieke economische sectoren is toegespitst, zijn de objectieve en waarschijnlijke effecten van de regeling misschien eerder sectoraal dan horizontaal. Daarom kunnen sectorale regelingen niet van de verplichting tot aanmelding worden vrijgesteld. De Commissie kan echter, wanneer dit soort regelingen worden aangemeld, de mogelijke positieve effecten ervan toetsen aan de toepasselijke richtsnoeren of kaderregelingen. Met name is dit het geval voor regionale-steunregelingen ten behoeve van economische activiteiten in de kolenindustrie, de scheepsbouw, het vervoer en de luchthaveninfrastructuur. Gezien echter de specifieke kenmerken van bepaalde bedrijfstakken - zoals de ijzer- en staalindustrie en de synthetischevezelindustrie - worden de positieve cohesie-effecten geacht niet op te wegen tegen de negatieve effecten van regionale steun in die bedrijfstakken; daarom kan in die bedrijfstakken geen regionale steun worden verleend. De toeristische sector speelt evenwel een belangrijke rol in de nationale

9 PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.

NL 10 NL

Page 11: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

economieën en heeft over het algemeen een bijzonder gunstig effect op de regionale ontwikkeling. Regionale-steunregelingen die op toeristische activiteiten zijn gericht, dienen daarom van de verplichting tot aanmelding te worden vrijgesteld.

(34) Investeringen in steungebieden ten behoeve van energie uit hernieuwbare energiebronnen, warmtekrachtkoppeling en efficiënte stadsverwarming en -koeling dienen op de in het milieugedeelte van deze verordening vastgestelde voorwaarden te worden toegestaan; dit moet hun sterk verstorende effect op de interne energiemarkt tot een minimum beperken en zal zorgen voor meer aandacht voor kostenefficiëntie. Gezien het potentieel sterk verstorende effect op de interne energiemarkt dient staatssteun voor de opwekking van stroom uit niet-hernieuwbare energiebronnen en voor energie-infrastructuur niet te worden vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag.

(35) Gezien het belang van regionale ontwikkelingsstrategieën dienen investeringen die buiten operationele programma's om plaatsvinden, te worden geselecteerd op basis van hun bijdrage aan de regionale ontwikkelingsstrategieën voor de betrokken gebieden. Daartoe kunnen de lidstaten gebruikmaken van evaluaties van vroegere staatssteunregelingen, effectbeoordelingen uitgevoerd door steunverlenende autoriteiten of adviezen van deskundigen. Om te verzekeren dat steunregelingen voldoen aan de doelstellingen van regionale ontwikkelingsstrategieën, moeten doelstellingen scherp zijn afgelijnd. Een puntensysteem dient de steunverlenende overheid in staat te stellen prioriteiten te bepalen en de investeringsprojecten te selecteren aan de hand van de doelstellingen.

(36) Om te vermijden dat bij investeringen de factor kapitaal ten koste van de factor arbeid wordt begunstigd, dient het mogelijk te zijn om regionale-investeringssteun te meten hetzij op grond van de investeringskosten, hetzij op grond van de loonkosten van de rechtsreeks door een investeringsproject geschapen arbeidsplaatsen.

(37) Regionale-investeringssteun dient niet van aanmelding te worden vrijgesteld wanneer deze wordt toegekend aan een begunstigde die dezelfde of een vergelijkbare productieactiviteit in een ander gebied in de EER sluit in een periode van twee jaar vóór de steunaanvraag of wanneer de begunstigde concrete plannen heeft om dit soort activiteit te sluiten binnen een periode van maximaal twee jaar nadat de investering is voltooid.

(38) De Commissie heeft voldoende ervaring opgedaan bij de toepassing van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het Verdrag ten aanzien van regionale exploitatiesteun voor het compenseren van de vervoerskosten van goederen die in ultraperifere gebieden of in dunbevolkte gebieden worden geproduceerd, en van de bijkomende productie- en exploitatiekosten (niet zijnde vervoerskosten) die ontstaan voor begunstigden die in ultraperifere gebieden zijn gevestigd. Steun ter compensatie van bijkomende kosten in de ultraperifere gebieden kan alleen met de interne markt verenigbaar zijn van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag en worden vrijgesteld voor zover de hoogte van die steun beperkt blijft tot een bepaald gedeelte van de door die ondernemingen in het betrokken ultraperifere gebied gegenereerde inkomsten. Om de milieu-effecten en emissies zoveel mogelijk te beperken, dient de steun te worden berekend op basis van het vervoermiddel dat de laagste externe kosten voor het milieu, daaronder begrepen het energieverbruik, oplevert.

(39) Investeringen die, in lijn met de prioriteiten van de Europa 2020-strategie, in groene technologie, onderzoek, ontwikkeling en innovatie, en de overschakeling naar een koolstofarme economie in achterstandsgebieden plaatsvinden, kunnen hogere

NL 11 NL

Page 12: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

steunbedragen krijgen via een regionale opslag. Tenzij in deze verordening anders aangegeven, kunnen dit soort initiële investeringen worden gesteund op de voorwaarden zoals die in de verschillende onderdelen van deze verordening zijn vastgesteld.

(40) Kmo's spelen een bepalende rol bij het scheppen van arbeidsplaatsen en dragen, meer algemeen, bij tot sociale stabiliteit en tot economische dynamiek. Toch kan hun ontwikkeling worden geremd door marktfalen, waardoor deze kmo's met typische handicaps te kampen hebben. Kmo's hebben het, gezien de risicoaversie van bepaalde financiële markten en de beperkte zekerheden die zij kunnen bieden, vaak moeilijk om kapitaal of leningen te krijgen. Door hun beperkte middelen hebben zij mogelijk ook beperktere toegang tot informatie, met name wat betreft nieuwe technologie en potentiële markten. Om de ontwikkeling van de economische activiteiten van kmo's te bevorderen, dienen bij deze verordening dus bepaalde categorieën steun te worden vrijgesteld wanneer deze ten behoeve van kmo's worden verleend.

(41) Gelet op de specifieke handicaps en de verschillen tussen kleine en middelgrote ondernemingen, kunnen verschillende basissteunintensiteiten en verschillende verhogingen gelden.

(42) Op grond van de ervaring opgedaan bij de toepassing van de communautaire richtsnoeren inzake staatssteun ter bevordering van risicokapitaalinvesteringen in kleine en middelgrote ondernemingen, blijkt er in de Unie een aantal specifieke gevallen te zijn van een falende risicokapitaalmarkt ten aanzien van bepaalde soorten investeringen in bepaalde ontwikkelingsfasen van ondernemingen. Dit marktfalen is het gevolg van een imperfecte afstemming van vraag naar en aanbod van risicokapitaal. Daardoor kan het op de markt beschikbare volume risicokapitaal te beperkt zijn en vinden ondernemingen geen financiering, ook al hebben zij een waardevol bedrijfsmodel en groeiperspectieven. De belangrijkste oorzaak van dat marktfalen op de risicokapitaalmarkten, dat met name nadelig blijkt te zijn voor de toegang van kmo's tot kapitaal en dat overheidsmaatregelen kan rechtvaardigen, is imperfecte of asymmetrische informatie. Dit werkt niet alleen ongunstig uit op de verschaffing van risicokapitaal, maar remt voor bepaalde kmo's ook de toegang tot schuldfinanciering af. Bijgevolg dienen risicofinancieringsmaatregelen die particulier kapitaal proberen aan te trekken voor het verschaffen van risicokapitaal aan met een funding gap kampende niet-beursgenoteerde kmo's en die zorgen voor winstgerichte investeringsbesluiten en zakelijk fondsbeheer van financiële intermediairs, onder bepaalde voorwaarden van de aanmeldingsverplichting te worden vrijgesteld.

(43) Onder bepaalde voorwaarden dient ook starterssteun voor kmo's, steun voor in kmo's gespecialiseerde alternatieve handelsplatforms en steun voor kosten met betrekking tot scouting van kmo's vóór hun eerste commerciële verkoop of die minder dan vijf jaar na hun eerste commerciële verkoop op een markt actief zijn, als met de interne markt verenigbaar te worden beschouwd en van de aanmeldingsverplichting te worden vrijgesteld.

(44) Kmo's die deelnemen aan projecten in het kader van de Europese territoriale samenwerking, ondervinden vaak moeilijkheden bij het financieren van de bijkomende kosten die voortvloeien uit de samenwerking tussen partners die in verschillende gebieden en verschillende lidstaten zijn gevestigd. Gezien het belang van de Europese territoriale samenwerking in het kader van het cohesiebeleid van de Unie, dient steun ten behoeve van kosten voor samenwerking bij projecten die onder Verordening

NL 12 NL

Page 13: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

[COM(2011)611 EFRO/ETC] van de Commissie vallen, van de verplichting tot aanmelding te worden vrijgesteld.

(45) Het bevorderen van onderzoek, ontwikkeling en innovatie is een belangrijke doelstelling van gemeenschappelijk belang. Steun voor onderzoek en ontwikkeling en innovatiesteun voor kmo's kunnen bijdragen tot duurzame economische groei, versterking van de concurrentiepositie en stimulering van de werkgelegenheid. De ervaring die bij de toepassing van Verordening (EG) nr. 800/2008 en van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie is opgedaan met kmo-steun, leert dat marktfalen kan verhinderen dat de markt de optimale output bereikt, en tot een ondoelmatige uitkomst leidt. Dergelijke ondoelmatige uitkomsten houden doorgaans verband met externaliteiten, collectieve goederen/kennisspillover, imperfecte en asymmetrische informatie, en coördinatie- en netwerkfalen.

(46) Steun ten behoeve van onderzoek, ontwikkeling en innovatie is met name voor kmo's van bijzonder belang, omdat deze moeilijkheden kunnen ondervinden om toegang te krijgen tot nieuwe technologische ontwikkelingen, tot kennisoverdracht of tot hooggekwalificeerd personeel. Steun voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten, steun voor haalbaarheidsstudies en innovatiesteun voor kmo's, daaronder begrepen steun ter dekking van kosten voor industriële eigendomsrechten voor kmo's, kan een oplossing bieden voor die problemen en dient daarom, onder bepaalde voorwaarden, van de verplichting tot aanmelding te worden vrijgesteld.

(47) Wat projectsteun voor onderzoek en ontwikkeling betreft, het gesteunde deel van het onderzoeksproject dient volledig binnen de categorieën fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek of experimenteel onderzoek te vallen. Wanneer een project verschillende soorten opdrachten omvat, dient elke opdracht in één van de volgende categorieën te worden ingedeeld: fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek, experimentele ontwikkeling, of niet behorend tot één van deze categorieën. Deze indeling hoeft niet noodzakelijk chronologisch te zijn - gaande van fundamenteel onderzoek tot activiteiten die dichter bij de markt staan. Bijgevolg is het mogelijk dat een in een latere projectfase uitgevoerde opdracht als industrieel onderzoek wordt aangemerkt. Evenzo kan een activiteit tijdens een eerdere fase experimentele ontwikkeling zijn. Het gesteunde gedeelte van het project kan ook technische haalbaarheidstudies ter voorbereiding van onderzoeksactiviteiten omvatten.

(48) Onderzoeksinfrastructuur van hoge kwaliteit is in toenemende mate noodzakelijk voor baanbrekend onderzoek en innovatie, omdat daarmee internationaal talent wordt aangetrokken, en is van wezenlijk belang voor nieuwe informatie- en communicatietechnologie en sleuteltechnologieën (Key Enabling Technologies of KET's). Publieke onderzoeksinfrastructuur zou in partnerschap met industrieel onderzoek moeten blijven functioneren. Toegang tot door de overheid gefinancierde onderzoeksinfrastructuur dient op transparante en niet-discriminerende wijze en op marktvoorwaarden te worden verleend. Indien deze laatste voorwaarden niet worden nageleefd, kan de steunmaatregel niet van de verplichting tot aanmelding worden vrijgesteld. Meerdere partijen kunnen een bepaalde onderzoeksinfrastructuur in bezit hebben, exploiteren en gebruiken, en overheidsentiteiten en ondernemingen kunnen infrastructuur in samenwerkingsverband gebruiken.

(49) Onderzoeksinfrastructuur kan zowel voor economische als niet-economische activiteiten dienen. Om te vermijden dat via overheidsfinanciering van niet-economische activiteiten onterecht staatssteun gaat naar economische activiteiten,

NL 13 NL

Page 14: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

dienen de kosten en financiering van economische en niet-economische activiteiten duidelijk te kunnen worden onderscheiden. Indien infrastructuur voor zowel economische als niet-economische activiteiten wordt gebruikt, valt de overheidsfinanciering alleen onder de staatssteunregels voor zover daarmee kosten worden gedekt die met de economische activiteiten verband houden. Indien de infrastructuur bijna uitsluitend voor een niet-economische activiteit wordt gebruikt, kan deze volledig buiten het toepassingsgebied van de staatssteunregels vallen, zelfs al wordt deze ook gebruikt voor een zuiver ondersteunende economische activiteit, d.w.z. een activiteit die rechtstreeks verband houdt met en noodzakelijk is voor de exploitatie van de infrastructuur of intrinsiek verband houdt met het niet-economische hoofdgebruik ervan, en beperkt is in omvang.

(50) Het bevorderen van opleiding en de indienstneming of het in dienst hebben van kwetsbare en gehandicapte werknemers is een kerndoelstelling van het economische en sociale beleid van de Unie en haar lidstaten.

(51) Opleiding levert doorgaans positieve externaliteiten voor de samenleving als geheel op, omdat daarmee het aanbod van geschoolde arbeidskrachten waaruit andere ondernemingen kunnen putten, vergroot, het concurrentievermogen van de industrie in de Unie verbetert en zij een belangrijke rol in de werkgelegenheidsstrategie van de Unie speelt. Dit soort steun dient dus, op bepaalde voorwaarden, van de verplichting tot aanmelding te worden vrijgesteld. In het licht van de bijzondere handicaps waarmee kmo's te kampen hebben en de verhoudingsgewijs hogere kosten die deze moeten dragen wanneer zij in opleiding investeren, dienen de intensiteiten van de krachtens deze verordening vrijgestelde steun voor kmo's te worden opgetrokken. Voorts dienen de krachtens deze verordening vrijgestelde steunintensiteiten te worden verhoogd indien de opleiding wordt verstrekt aan gehandicapte of kwetsbare werknemers. De kenmerken van de opleiding in de sector zeevervoer rechtvaardigen voor deze sector een bijzondere benadering.

(52) Bepaalde categorieën gehandicapte of kwetsbare werknemers hebben het nog steeds bijzonder moeilijk om de arbeidsmarkt te betreden en zich daar staande te houden. Daarom is er voor overheden een rechtvaardigingsgrond om maatregelen toe te passen die ondernemingen moeten stimuleren de werkgelegenheid voor deze categorieën werknemers, en met name jongeren, uit te breiden. De arbeidskosten maken deel uit van de normale exploitatiekosten van een onderneming. Daarom is het van bijzonder belang dat steun ten behoeve van werkgelegenheid voor gehandicapte en kwetsbare werknemers een positief effect op het werkgelegenheidsniveau van deze categorieën werknemers dient te hebben en dient hij de ondernemingen niet gewoon in staat te stellen om de kosten die zij anders zouden moeten dragen, te verlagen. Bijgevolg dient deze categorie steun van de verplichting tot aanmelding te worden vrijgesteld wanneer valt te verwachten dat daarmee deze categorieën werknemers worden geholpen bij het betreden van of herintreden op de arbeidsmarkt en het op de arbeidsmarkt blijven.

(53) Duurzame groei voor een hulpbronnenefficiënte, groenere en concurrerendere economie is een van de basispijlers van de Europa 2020-groeistrategie. Duurzame ontwikkeling is onder meer gebaseerd op een hoog niveau van bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu. De sector milieubescherming heeft te maken met marktfalen waardoor ondernemingen, onder normale marktomstandigheden, misschien niet noodzakelijkerwijs een prikkel krijgen om de door hen veroorzaakte vervuiling te verminderen, omdat met dit soort vermindering hun kosten kunnen stijgen zonder dat daar baten tegenover staan.

NL 14 NL

Page 15: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

(54) Op basis van de ervaring die Commissie heeft opgedaan bij de toepassing van de communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming, kunnen diverse steunmaatregelen worden opgenomen in de vrijstelling van de verplichting tot aanmelding. Bij die vrijgestelde maatregelen gaat het om maatregelen op het gebied van doelmatig gebruik van hulpbronnen, klimaatverandering en energiemaatregelen die een milieuvoordeel opleveren.

(55) Met name maatregelen met betrekking tot energiebesparing en energie-efficiëntie, warmtekrachtkoppeling en stadsverwarming zetten in op een doelmatig gebruik van hulpbronnen. Maatregelen om ondernemingen te stimuleren om een hoger niveau van milieubescherming te bereiken dan door de Unienormen wordt opgelegd, kunnen de hulpbronnenefficiëntie en meer algemeen het milieu ten goede komen, terwijl steun voor de sanering van verontreinigde terreinen - die gerechtvaardigd kan zijn in gevallen waarin de vervuiler niet kan worden geïdentificeerd - meer specifiek inzetten op het herstel van milieuschade. In dit verband zij onder meer verwezen naar Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade10, gewijzigd bij Richtlijn 2006/21/EG11 en Richtlijn 2009/31/EG12.

(56) Om de Uniedoelstellingen inzake hernieuwbare energie te bereiken en, voor zover aanvullende steun nodig is bovenop een reguleringskader zoals het EU-ETS emissiehandelssysteem, wordt door deze verordening voorzien in de mogelijkheid om steun te verlenen op basis van een technologieneutrale concurrerende inschrijvingsprocedure die open staat voor bieders van over de nationale grenzen. Dit soort procedures kan de Unie helpen haar doelstellingen op een kostenefficiënte wijze kan bereiken, terwijl de verstoringen van de interne markt beperkt worden. In dat verband worden lidstaten aangemoedigd om samenwerkingsmechanismen uit Richtlijn 2009/28/EG op te zetten, zodat de gesteunde energie meetelt voor hun nationale doelstellingen.

(57) Negatieve prijzen kunnen worden gehanteerd wanneer er sprake is van een overaanbod aan elektriciteit. Dit kan ook het geval zijn bij gunstige weersomstandigheden. Producenten van hernieuwbare energie blijven misschien produceren totdat de prijs daalt tot onder het steunbedrag. Door dit soort situatie kunnen alle producenten worden gedwongen om hun productie stop te zetten of om te betalen om te mogen produceren. Tegelijk kan dit soort situatie diezelfde producenten echter ook stimuleren om maatregelen te nemen om in te spelen op de vraag, waardoor zij flexibeler kunnen reageren op dalende elektriciteitsprijzen.

(58) Voorts dient erop te worden toegezien dat de toepasselijke duurzaamheidscriteria zijn vervuld wanneer steun wordt verleend ten behoeve van hernieuwbare energie. Milieu-investeringssteun voor het gebruik van biobrandstoffen is alleen vrijgesteld voor zover de gesteunde investeringen uitsluitend worden ingezet voor het gebruik van duurzame biomassa, nadat dit soort duurzaamheidscriteria zijn vastgesteld.

10 PB L 143 van 30.4.2004, blz. 56.11 Richtlijn 2006/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 betreffende het beheer

van afval van winningsindustrieën en houdende wijziging van Richtlijn 2004/35/EG, PB L 102 van 11.4.2006, blz. 15.

12 Richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de geologische opslag van kooldioxide en tot wijziging van Richtlijn 85/337/EEG van de Raad, de Richtlijnen 2000/60/EG, 2001/80/EG, 2004/35/EG, 2006/12/EG en 2008/1/EG en Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad, PB L 140 van 5.6.2009, blz. 114.

NL 15 NL

Page 16: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

(59) Steun in de vorm van krachtens Richtlijn 2003/96/EG13 verleende belastingverlagingen ten gunste van milieubescherming die onder deze verordening valt, kan indirect het milieu ten goede komen en dient tot een periode van tien jaar beperkt te zijn. Na die periode dienen de lidstaten een nieuwe beoordeling te maken of de betrokken belastingverlagingen nog passend zijn. Wanneer echter een bepaald artikel in deze verordening ziet op de steunmaatregel die wordt verleend in de vorm van een belastingvrijstelling, is dat artikel van toepassing.

(60) Een correcte berekening van de bijkomende investerings- of productiekosten om milieubescherming te verkrijgen, is van wezenlijk belang om uit te maken of de steun met artikel 107, lid 3, van het Verdrag verenigbaar is. Gezien de moeilijkheden die kunnen rijzen om de bijkomende kosten te bepalen die ontstaan door de investering om de milieubescherming te verbeteren, wordt door deze verordening voorzien in een vereenvoudigde methode ter berekening van de milieu-investeringskosten die worden begrensd door maximale steunintensiteiten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

Artikel 1Toepassingsgebied

1. Deze verordening is van toepassing op de volgende categorieën steun:

(a) regionale steun;

(b) steun aan kmo's in de vorm van investeringssteun, exploitatiesteun en toegang van kmo's tot financiering;

(c) steun voor de bescherming van het milieu;

(d) steun voor onderzoek en ontwikkeling;

(e) innovatiesteun voor kmo's;

(f) opleidingssteun, en

(g) steun voor het in dienst nemen en het in dienst hebben van kwetsbare en gehandicapte werknemers.

2. Deze verordening is niet van toepassing op:

(a) regelingen waarvan de voorgenomen of daadwerkelijk jaarlijkse overheidsuitgaven meer dan 0,01% bedragen van het nationale bruto binnenlands product (hierna "bbp" genoemd) van de betrokken lidstaat voor het voorafgaande kalenderjaar14 en voor zover het voorgenomen of daadwerkelijke jaarbudget van de betrokken regeling meer dan 100 miljoen EUR bedraagt. Dit soort regelingen wordt aangemeld overeenkomstig artikel 108, lid 3, van het Verdrag uiterlijk zes maanden nadat aan bovengenoemde voorwaarde is voldaan. Indien binnen een periode van drie jaar meerdere regelingen met dezelfde of sterk gelijkende kenmerken in dezelfde lidstaat ten uitvoer worden

13 PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51.14 Gebruikmakend van de jaarlijkse Eurostat-gegevens over het nationale bbp in koopkrachtstandaard

(KKS).

NL 16 NL

Page 17: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

gelegd, worden die regelingen voor de toepassing van die bepaling tezamen onderzocht;

(b) steun voor met de uitvoer verband houdende activiteiten, d.w.z. steun die rechtstreeks is gerelateerd aan de uitgevoerde hoeveelheden, aan de oprichting en exploitatie van een distributienet of aan andere lopende uitgaven in verband met activiteiten inzake de uitvoer;

(c) steun die afhangt van het gebruik van binnenlandse producten in plaats van ingevoerde producten.

3. Deze verordening is niet van toepassing op steun in de volgende sectoren:

(a) de visserij en aquacultuur voor zover die onder Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad15 valt. Binnen deze sector is deze verordening alleen van toepassing op opleidingssteun, steun om kmo's toegang tot financiering te geven, steun op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, innovatiesteun voor kmo's, en steun voor kwetsbare en gehandicapte werknemers.

(b) de primaire productie van landbouwproducten. Binnen deze sector is deze verordening van toepassing op de vergoeding voor bijkomende kosten niet zijnde vervoerskosten in ultraperifere gebieden krachtens artikel 16, lid 2, onder b), steun voor onderzoek en ontwikkeling, innovatiesteun voor kmo's, milieusteun, en steun voor kwetsbare en gehandicapte werknemers

(c) de verwerking en de afzet van landbouwproducten in de volgende gevallen:

i) opleidingssteun;

ii) wanneer het steunbedrag wordt vastgesteld op grond van de prijs of de hoeveelheid van deze producten die zijn afgenomen van primaire producenten of door de betrokken ondernemingen op de markt worden gebracht, of

iii) wanneer de steun afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat deze steun geheel of ten dele aan primaire producenten wordt doorgegeven;

(d) steun ter bevordering van de sluiting van niet-concurrentiekrachtige steenkoolmijnen, voor zover die onder Besluit 2010/787/EU van de Raad16 valt;

(e) de in artikel 14 opgesomde categorieën regionale steun.

4. Deze verordening is niet van toepassing op:

(a) steunregelingen waarin niet uitdrukkelijk de betaling wordt uitgesloten van individuele steun aan een onderneming ten aanzien waarvan er een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard;

(b) ad-hocsteun ten behoeve van een in punt a) bedoelde onderneming;

(c) steun aan ondernemingen in moeilijkheden;

(d) ad-hocsteun ten behoeve van grote ondernemingen, met uitzondering van ad-hocsteun die wordt gebruikt ter aanvulling van op grond van regelingen inzake regionale-investeringssteun toegekende steun.

15 PB L 17 van 21.1.2000, blz. 22.16 PB L 336 van 21.12.2010, blz. 24.

NL 17 NL

Page 18: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

ALTERNATIEVE OPTIE: deze bepalingen schrappen - ad-hocsteun voor grote ondernemingen valt onder de algemene groepsvrijstellingsverordening; wel gelden strengere voorwaarden ten aanzien van het stimulerende effect uit artikel 6.

5. Deze verordening is niet van toepassing op staatssteunmaatregelen die, op zich al, door de daaraan verbonden voorwaarden of de methode waarmee zij worden gefinancierd, tot een daaraan onlosmakelijk verbonden schending van het Unierecht leiden, met name:

(a) steunmaatregelen waarbij aan de steunverlening de verplichting voor de begunstigde verbonden is om zijn hoofdkantoor in de betrokken lidstaat te hebben of om overwegend in die lidstaat te zijn gevestigd;

(b) steunmaatregelen waarbij aan de steunverlening de verplichting voor de begunstigde is verbonden om binnenlands geproduceerde goederen of binnenlandse diensten te gebruiken;

(c) steunmaatregelen die beperkingen stellen aan de mogelijkheden voor de begunstigden om de resultaten van onderzoek, ontwikkeling en innovatie in andere lidstaten te exploiteren.

Artikel 2Definities

Voor de toepassing van deze verordening zijn de in bijlage I vastgestelde definities van toepassing.

Artikel 3Vrijstellingsvoorwaarden

1. Steunregelingen, individuele steun verleend in het kader van steunregelingen en ad-hocsteun zijn verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en zijn vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag mits die steun voldoet aan alle voorwaarden van hoofdstuk I en aan alle betreffende voorwaarden die in hoofdstuk III zijn vastgesteld.

2. De lidstaten nemen alle nodige maatregelen om de daadwerkelijke inachtneming van deze verordening te verzekeren, daaronder begrepen de naleving van deze voorwaarden bij individuele steunverlening in het kader van regelingen die overeenkomstig deze verordening van de verplichting tot aanmelding zijn vrijgesteld.

Artikel 4Aanmeldingsdrempels

Deze verordening is niet van toepassing op individuele steun, ongeacht of deze op ad-hocbasis of krachtens een steunregeling wordt verleend, indien het bruto-subsidie-equivalent daarvan de volgende plafonds overschrijdt:

(a) regionale investeringssteun: 75% van het maximale bedrag aan steun dat een investering met in aanmerking komende kosten van 100 miljoen EUR kan ontvangen, onder toepassing van de maximale steunintensiteit die op een goedgekeurde regionale-steunkaart is vastgesteld en die op het tijdstip van de steunverlening geldt;

NL 18 NL

Page 19: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

(b) investeringssteun voor kmo's: 7,5 miljoen EUR per onderneming per investeringsproject;

(c) steun ten behoeve risicofinanciering: zoals bepaald in artikel 19, lid 9;

(d) steun ten behoeve startersbedrijven: zoals bepaald in artikel 20, leden 3 en 4;

(e) kmo-steun ten behoeve van de kosten van samenwerking in het kader van ETC-projecten: 2 miljoen EUR per onderneming per project;

(f) steun voor onderzoek en ontwikkeling:

(i) indien het project overwegend fundamenteel onderzoek is: 40 miljoen EUR per onderneming per project;

ii) indien het project overwegend industrieel onderzoek is: 20 miljoen EUR per onderneming per project;

iii) indien het project overwegend experimentele ontwikkeling is: [10] miljoen EUR per onderneming per project;

iv) indien de steun aan onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten wordt verleend in de vorm van terugbetaalbare voorschotten die, bij gebreke van een geaccepteerde methode om het bruto-subsidie-equivalent ervan te berekenen, worden uitgedrukt als een percentage van de in aanmerking komende kosten en de maatregel erin voorziet dat, ingeval van een succesvolle uitkomst van het project, als omschreven op basis van een redelijke en prudente hypothese, de voorschotten zullen worden terugbetaald, vermeerderd met een rente die ten minste gelijk is aan de op het tijdstip van de steunverlening toepasselijke disconteringsvoet, kunnen de in de punten i), ii) en iii) bedoelde bedragen worden verhoogd met [50]%;

v) indien het project een EUREKA-project is of ten uitvoer wordt gelegd in het kader van een gemeenschappelijke onderneming opgericht op grond van artikel 187 van het Verdrag kunnen de in de punten i), ii) en iii) genoemde bedragen worden verdubbeld;

vi) indien het steun betreft voor technische haalbaarheidstudies ter voorbereiding van onderzoeksactiviteiten: [7,5] miljoen EUR per studie;

vii) indien het steun betreft voor de bouw of het upgraden van onderzoeksinfrastructuur: [15] miljoen EUR per infrastructuurvoorziening;

(g) innovatiesteun voor kmo's: 5 miljoen EUR per begunstigde onderneming;

(h) opleidingssteun: 2 miljoen EUR per opleidingsproject;

(i) steun voor de indienstneming van kwetsbare werknemers: 5 miljoen EUR per onderneming per jaar;

(j) werkgelegenheidssteun voor gehandicapte werknemers in de vorm van loonsubsidies: 10 miljoen EUR per onderneming per jaar;

(k) steun ter compensatie van de bijkomende kosten die het in dienst hebben van gehandicapte werknemers met zich meebrengt: 10 miljoen EUR per onderneming per jaar;

NL 19 NL

Page 20: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

(l) investeringssteun voor milieubescherming, daaronder begrepen steun voor milieustudies: [7,5] miljoen EUR per onderneming per investeringsproject.

Artikel 5Transparantie van steun

1. Deze verordening is uitsluitend van toepassing op transparante steun.

2. Met name de volgende categorieën steun worden als transparant aangemerkt:

(a) steun in de vorm van subsidies en rentesubsidies;

(b) steun in de vorm van leningen wanneer voor het berekenen van het bruto-subsidie-equivalent het referentiepercentage is gebruikt dat van toepassing is op het tijdstip van de steunverlening;

(c) steun in de vorm van garanties:

i) wanneer het bruto-subsidie-equivalent is berekend op basis van de safe-harbour-premies die in een mededeling van de Commissie zijn vastgesteld17; of

ii) wanneer, voorafgaand aan de tenuitvoerlegging, de methode voor het berekenen van het bruto-subsidie-equivalent van de garantie door de Commissie is aanvaard na aanmelding van die methode bij de Commissie op grond van een verordening die de Commissie op staatssteungebied heeft goedgekeurd, en de goedgekeurde methode uitdrukkelijk is toegespitst op het soort garanties en het soort onderliggende transacties die in het kader van de toepassing van deze verordening in het geding zijn;

(d) steun in de vorm van belastingmaatregelen wanneer door de maatregel wordt voorzien in een maximum dat garandeert dat het toepasselijke plafond niet wordt overschreden;

(e) steun in de vorm van risicofinancieringsmaatregelen indien de voorwaarden van artikel 19 zijn vervuld;

(f) steun ten behoeve startersbedrijven indien de voorwaarden van artikel 20 zijn vervuld;

(g) steun in de vorm van terugbetaalbare voorschotten indien het totale nominale bedrag van het terugbetaalbare voorschot niet uitkomt boven de krachtens deze verordening toepasselijke plafonds of indien, vóór de tenuitvoerlegging van de maatregel, de methode voor het berekenen van het bruto-subsidie-equivalent van het terugbetaalbare voorschot door de Commissie is aanvaard nadat die methode bij de Commissie is aangemeld.

Artikel 6Stimulerend effect

1. Deze verordening is slechts van toepassing op steun die een stimulerend effect heeft.

2. Steun wordt geacht een stimulerend effect te hebben wanneer de begunstigde ervan, voordat de werkzaamheden aan het project of de activiteit zijn begonnen, bij de

17 Thans de mededeling van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun in de vorm van garanties (PB C 155 van 20.6.2008, blz. 10).

NL 20 NL

Page 21: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

betrokken lidstaat op het formulier van bijlage IV een schriftelijke steunaanvraag heeft ingediend.

3. AANVULLENDE OPTIE 1 VOOR GROTE ONDERNEMINGEN: Steun aan grote ondernemingen wordt geacht een stimulerend effect te hebben, indien, behalve dat aan de in lid 2 vastgestelde voorwaarde is voldaan, de lidstaat, alvorens de betrokken individuele steun toe te kennen, zich ervan heeft vergewist dat uit door de begunstigde onderneming opgestelde documenten blijkt dat aan één of meer van de volgende criteria is voldaan:

(a) een wezenlijke toename van de omvang van het project of de activiteit als gevolg van de steun;

(b) een wezenlijke toename van de reikwijdte van het project of de activiteit als gevolg van de steun;

(c) een wezenlijke toename van de totale uitgaven van de begunstigde voor het project of de activiteit als gevolg van de steun;

(d) een wezenlijke toename van de snelheid waarmee het betrokken project of de betrokken activiteit wordt voltooid;

(e) voor regionale investeringssteun bedoeld in artikel 15: dat het project, zonder de steun, niet als dusdanig in het steungebied zou zijn uitgevoerd.

4. In afwijking van lid 2 worden belastingmaatregelen geacht een stimulerend effect te hebben indien de volgende voorwaarden zijn vervuld:

(a) de belastingmaatregel vestigt overeenkomstig objectieve criteria een aanspraak op steun zonder dat de lidstaat nog een beoordelingsbevoegdheid uitoefent, en

(b) de belastingmaatregel is goedgekeurd en in werking getreden voordat de werkzaamheden aan het project of de activiteit zijn begonnen. Deze voorwaarde geldt echter niet in het geval van fiscale vervolgregelingen, mits de activiteit al onder de vroegere fiscale regelingen viel.

5. In afwijking van lid 2 worden de volgende categorieën steun geacht een stimulerend effect te hebben indien de voorwaarden zijn vervuld die in de desbetreffende specifieke bepalingen van hoofdstuk III zijn vastgesteld:

(a) steun in de vorm van loonsubsidies ten behoeve van de indienstneming van kwetsbare werknemers en steun in de vorm van loonsubsidies ten behoeve van het in dienst hebben van gehandicapte werknemers, overeenkomstig artikel 28;

(b) steun ter compensatie van de bijkomende kosten voor het in dienst hebben van gehandicapte werknemers, overeenkomstig artikel 29;

(c) steun om kmo's toegang tot financiering te geven, overeenkomstig de artikelen 17 en 18;

(d) steun in de vorm van verlagingen van milieubelastingen, indien de voorwaarden van artikel 35 zijn vervuld.

Artikel 7Evenredigheid

1. Deze verordening is uitsluitend van toepassing op steun die evenredig is.

NL 21 NL

Page 22: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

2. Krachtens deze verordening van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgestelde steun geldt als evenredig indien deze de in hoofdstuk III vastgestelde maximale steunintensiteiten of steunbedragen in acht neemt.

Artikel 8Steunintensiteit en in aanmerking komende kosten

1. Bij de berekening van de steunintensiteit en de in aanmerking komende kosten zijn alle bedragen die worden gebruikt, de bedragen vóór aftrek van belastingen of andere heffingen. De in aanmerking komende kosten worden met bewijsstukken gestaafd, die duidelijk, gespecificeerd en actueel zijn.

2. Wanneer steun in een andere vorm dan een subsidie wordt verleend, is het steunbedrag het bruto-subsidie-equivalent van de steun.

3. Steun die in meerdere tranches wordt uitgekeerd, wordt gedisconteerd tot de waarde ervan op het tijdstip van de steunverlening. De in aanmerking komende kosten worden gedisconteerd tot hun waarde op het tijdstip van de steunverlening. De rentevoet die bij discontering wordt gehanteerd, is de disconteringsvoet die op het tijdstip van de steunverlening van toepassing is.

4. Wanneer steun wordt toegekend in de vorm van belastingvoordelen, vindt de discontering van de steuntranches plaats aan de hand van de referentiepercentages die gelden wanneer de belastingvoordelen beginnen te spelen.

5. Wanneer steun wordt verleend in de vorm van terugbetaalbare voorschotten die, bij gebreke van een geaccepteerde methode om het bruto-subsidie-equivalent ervan te berekenen, worden uitgedrukt als een percentage van de in aanmerking komende kosten en de maatregel erin voorziet dat, ingeval van een succesvolle uitkomst van het project, als omschreven op basis van een redelijke en prudente hypothese, de voorschotten worden terugbetaald, vermeerderd met een rente die ten minste gelijk is aan de op het tijdstip van de steunverlening toepasselijke disconteringsvoet, kunnen de in hoofdstuk III vastgestelde maximale steunintensiteiten worden verhoogd met [10] procentpunten.

6. Wanneer regionale steun wordt verleend in de vorm van terugbetaalbare voorschotten, mogen de maximale steunintensiteiten die zijn vastgesteld op een regionale-steunkaart welke van kracht is op het tijdstip van de steunverlening, niet worden verhoogd.

Artikel XKmo-status

[In alle gevallen waarin de vrijstelling van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag beperkt is tot kmo's of krachtens deze verordening gunstiger voorwaarden gelden voor kmo's, kan een kmo deze vrijstelling of deze gunstigere voorwaarden krachtens deze verordening alleen genieten mits hij zijn kmo-status niet verliest binnen [x] jaar vanaf de steunverlening doordat de onderneming in de zin van artikel 3 van bijlage II een partneronderneming is geworden van een grote onderneming of een met een grote onderneming verbonden onderneming is geworden.]

Artikel 9Cumulering

NL 22 NL

Page 23: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

1. Om te bepalen of de in artikel 4 voor individuele aanmelding vastgestelde drempels en de in hoofdstuk III vastgestelde maximale steunintensiteiten worden nageleefd, wordt het totale bedrag aan steun van de overheid ten behoeve van de gesteunde activiteit of het gesteunde project in aanmerking genomen, ongeacht hoe de maatregelen worden gefinancierd. Evenwel dient centraal door de Commissie beheerde Uniefinanciering die niet direct of indirect onder de controle van de lidstaten staat en geen staatssteun vormt, niet in aanmerking te worden genomen wanneer zowel die financiering als de nationale financiering tezamen worden beoordeeld om na te gaan of deze de Europese regelgeving naleven.

2. Krachtens deze verordening vrijgestelde steun met identificeerbare in aanmerking komende kosten mag worden gecumuleerd:

(a) met andere staatssteun, zolang die maatregelen andere identificeerbare in aanmerking komende kosten betreffen;

(b) met andere staatssteun ten behoeve van dezelfde (geheel of gedeeltelijk overlappende) in aanmerking komende kosten mits deze cumulering niet ertoe leidt dat de hoogste steunintensiteit of het hoogste steunbedrag die krachtens deze verordening voor deze steunmaatregel gelden, wordt overschreden.

3. Krachtens de artikelen 19, 20 en 21 van deze verordening vrijgestelde steun zonder identificeerbare in aanmerking komende kosten mag worden gecumuleerd met andere staatssteunmaatregelen mét identificeerbare in aanmerking komende kosten.

4. Krachtens deze verordening vrijgestelde steun wordt niet gecumuleerd met de-minimissteun voor dezelfde in aanmerking komende kosten indien dit soort cumulering ertoe zou leiden dat de steunintensiteit hoger uitkomt dan de steunintensiteiten die in hoofdstuk III van deze verordening zijn vastgesteld.

5. In afwijking van lid 2, onder b), mag steun ten behoeve van gehandicapte werknemers, zoals bepaald in de artikelen 28 en 29, worden gecumuleerd met andere krachtens deze verordening vrijgestelde steun met betrekking tot diezelfde in aanmerking komende kosten tot boven de hoogste, krachtens deze verordening geldende drempel, mits die cumulering niet resulteert in een steunintensiteit van meer dan 100% van de desbetreffende kosten gedurende de gehele periode waarin de betrokken werknemers in dienst zijn.

Artikel 10Publicatie en informatie

1. De betrokken lidstaat maakt op een aparte staatssteunwebsite of op een website die gegevens ophaalt bij meerdere websites, het volgende bekend:

(a) de beknopte informatie over elke, krachtens deze verordening vrijgestelde steunmaatregel in het gestandaardiseerde formaat dat in bijlage III is vastgesteld;

(b) de volledige tekst van elk steunmaatregel, daaronder begrepen de wijzigingen daaraan, of een link die daartoe toegang geeft;

(c) de gegevens over elke individuele steunverlening in het gestandaardiseerde formaat dat in deel III van bijlage III is vastgesteld.

2. De in lid 1, onder c), bedoelde gegevens worden georganiseerd en toegankelijk gemaakt op een gestandaardiseerde wijze, zoals beschreven in bijlage V, en bieden

NL 23 NL

Page 24: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

daadwerkelijke zoekmogelijkheden en downloadfuncties. De in lid 1 bedoelde gegevens zijn actueel en blijven beschikbaar voor ten minste 10 jaar vanaf de datum waarop de steun is verleend.

3. De in lid 1 bedoelde volledige tekst van de regeling of ad-hocmaatregel omvat met name een uitdrukkelijke verwijzing naar deze verordening, onder vermelding van de titel ervan en de vindplaats in het Publicatieblad van de Europese Unie, en naar de specifieke bepalingen van hoofdstuk III die op dat besluit betrekking hebben of, in voorkomend geval, de nationale wet die garandeert dat de betreffende bepalingen van deze verordening in acht worden genomen. Deze gaat vergezeld van de uitvoeringsbepalingen en wijzigingen ervan.

4. De Commissie maakt het volgende bekend:

(a) op haar website de links naar de in lid 1 bedoelde staatssteunwebsites van alle lidstaten;

(b) in het Publicatieblad van de Europese Unie de in lid 1, onder a), bedoelde beknopte informatie.

Artikel 11Intrekking van het voordeel van de groepsvrijstelling

Wanneer de betrokken lidstaat steun verleent die beweerdelijk krachtens deze verordening van de verplichting tot aanmelding is vrijgesteld, zonder aan de in dit hoofdstuk of in hoofdstuk III beschreven voorwaarden te voldoen of zonder te voldoen aan het in hoofdstuk II vereiste, kan de Commissie, na de betrokken lidstaat in de gelegenheid te hebben gesteld zijn standpunt kenbaar te maken, een besluit vaststellen waarin wordt verklaard dat alle of sommige steunmaatregelen die de betrokken lidstaat in de toekomst goedkeurt, bij de Commissie overeenkomstig artikel 108, lid 3, van het Verdrag moeten worden aangemeld. Bij de aan te melden maatregelen kan het met name gaan om de maatregelen genomen ten behoeve van bepaalde begunstigden of de maatregelen die door bepaalde autoriteiten van de betrokken lidstaat worden genomen.

NL 24 NL

Page 25: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

HOOFDSTUK IIProcedurele vereisten

Artikel 12Verslaglegging

De lidstaten delen de Commissie mede:

(a) via het elektronische aanmeldingssysteem van de Commissie18: de in artikel 10, lid 1, onder a), bedoelde beknopte informatie, samen met een link die toegang biedt tot de in artikel 10, lid 1, onder b), bedoelde volledige tekst van de steunmaatregel, binnen 20 werkdagen na de inwerkingtreding ervan;

(a) gegevens over elke individuele steunverlening van meer dan 3 miljoen EUR - met uitzondering van de steun krachtens deel 5 van deze verordening - in het in deel III van bijlage III vastgestelde formaat, binnen 20 werkdagen vanaf de dag waarop de steun is verleend;

(b) een jaarlijks verslag, als bedoeld in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 794/2004 van 21 april 200419, in elektronisch formaat over de toepassing van deze verordening, dat de in bijlage III bij deze verordening vermelde gegevens bevat, met betrekking tot elk volledig jaar, of deel daarvan, waarin deze verordening van toepassing is.

Artikel 13Monitoring

Om de Commissie in staat te stellen de krachtens deze verordening van aanmelding vrijgestelde steun te monitoren, houden de lidstaten gedetailleerde dossiers bij met de gegevens en bewijsstukken die nodig zijn om aan te tonen dat alle in deze verordening vastgestelde voorwaarden zijn vervuld. Deze dossiers worden bijgehouden gedurende 10 jaar vanaf de datum waarop de individuele steun werd verleend of, in het geval van regelingen, de laatste steun is verleend. De betrokken lidstaat verstrekt de Commissie binnen een termijn van 20 werkdagen, of binnen de in het verzoek vastgestelde langere termijn, alle gegevens en bewijsstukken die de Commissie nodig acht om de toepassing van deze verordening te kunnen monitoren.

18 Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag, PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1.

19 PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1.

NL 25 NL

Page 26: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

HOOFDSTUK IIISpecifieke bepalingen voor de verschillende categorieën steun

DEEL 1 - REGIONALE STEUN

Artikel 14Toepassingsgebied regionale steun

1. Deze verordening is niet van toepassing op:

(a) regionale steun ten behoeve van activiteiten in de ijzer- en staalindustrie, de kolenindustrie, de scheepsbouw, de synthetischevezelindustrie, het vervoer en de luchthaveninfrastructuur;

(b) regionale steun in de vorm van regelingen die zijn gericht op specifieke economische sectoren in de zin van deze verordening. Regelingen die zijn gericht op toeristische activiteiten, breedbandinfrastructuur of landbouwproducten, gelden niet als gericht op specifieke economische sectoren;

(c) regionale steun in de vorm van regelingen die de vervoerskosten van in ultraperifere of in dunbevolkte gebieden geproduceerde goederen compenseren en die:

i) ten behoeve komen van activiteiten die verband houden met de productie, verwerking of verhandeling van de in bijlage I bij het Verdrag opgenomen producten, of

ii) ten behoeve komen van activiteiten die zijn ingedeeld als landbouw, bosbouw en visserij onder sectie A van NACE Rev. 2, als winning van delfstoffen onder sectie B van NACE Rev. 2 en als productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht onder sectie D van NACE Rev. 2, of

iii) ten behoeve komen van vervoer via pijpleidingen;

(d) regionale steun voor de energiesector (opwekking van elektriciteit, energie-infrastructuur, warmtekrachtkoppeling, stadsverwarming);

(e) individuele regionale investeringssteun voor een begunstigde die dezelfde of een vergelijkbare productieactiviteit in de EER heeft gesloten in een periode van twee jaar vóór zijn aanvraag voor regionale investeringssteun of die, op het tijdstip van de steunaanvraag, concrete plannen had om dit soort activiteit te sluiten in een periode van twee jaar nadat de investering in het betrokken gebied is voltooid.

Artikel 15Regionale investeringssteun

1. Regelingen inzake regionale investeringssteun zijn verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en zijn van de

NL 26 NL

Page 27: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

Ad-hocsteun ter aanvulling van krachtens regelingen inzake regionale investeringssteun toegekende steun en die ten hoogste 50% bedraagt van de totale steun die ten behoeve van de investering wordt toegekend, is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting uit hoofde van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

ALTERNATIEVE OPTIE: deze bepaling schrappen indien ad-hocsteun voor grote ondernemingen wordt vrijgesteld van de verplichting tot aanmelding.

2. De steun wordt verleend in voor regionale steun in aanmerking komende gebieden, zoals die zijn afgebakend op de regionale-steunkaart welke voor de betrokken lidstaat voor de periode 2014-2020 werd goedgekeurd.

3. Bij een regeling inzake regionale investeringssteun buiten een operationeel programma om, toont de lidstaat aan dat de maatregel bijdraagt aan een regionale ontwikkelingsstrategie, met helder omschreven doelstellingen. De regeling omvat een puntensysteem waarmee de lidstaat prioriteiten kan bepalen en de investeringsprojecten kan selecteren aan de hand van de doelstellingen van de regeling.

4. In steungebieden die aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder a), van het Verdrag voldoen, kan steun worden verleend ten behoeve van een initiële investering in de zin van deze verordening, ongeacht de grootte van de begunstigde onderneming. In steungebieden die aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag voldoen, kan steun aan kmo's worden verleend ten behoeve van iedere vorm van dit soort initiële investering, terwijl steun voor grote ondernemingen alleen mag worden verleend voor een initiële investering ten behoeve van een nieuwe activiteit, in de zin van deze verordening, in het betrokken gebied.

5. De in aanmerking komende kosten zijn de volgende:

(a) de kosten van investeringen in materiële en immateriële activa;

(b) de loonkosten, berekend over een periode van twee jaar, voor werkgelegenheid die rechtstreeks door het investeringsproject wordt geschapen, of

(c) een combinatie van de punten a) en b).

6. Nadat de investering is voltooid, blijft deze in het betrokken gebied behouden gedurende ten minste vijf jaar, of drie jaar in het geval van kmo's. Indien de steun wordt berekend op basis van loonkosten, blijft iedere via de investering geschapen arbeidsplaats binnen het betrokken gebied behouden gedurende een periode van vijf jaar te rekenen vanaf het tijdstip dat de arbeidsplaats voor het eerst werd ingevuld, of drie jaar in het geval van kmo's. Een en ander staat er niet aan in de weg dat installaties of uitrusting die door snelle technologische veranderingen zijn verouderd, worden vervangen, op voorwaarde dat de economische activiteiten gedurende de voormelde minimumperiode in het bewuste gebied behouden blijven.

7. Bij grote ondernemingen zijn de verworven activa nieuw. De verwerving van de gehuurde/geleasede materiële activa voldoet aan de volgende voorwaarden:

(a) voor het huren van gronden en gebouwen moet de huurovereenkomst na het verwachte tijdstip van de voltooiing van het investeringsproject ten minste vijf

NL 27 NL

Page 28: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

jaar blijven lopen in het geval van grote ondernemingen of drie jaar in het geval van kmo's;

(b) voor het huren van installaties of machines moet het huren plaatsvinden in de vorm van leasing en een verplichting inhouden om de activa na afloop van de leaseovereenkomst te kopen.

Bij overname van een vestiging worden alleen de kosten voor de aankoop van de activa van derden die geen banden met de koper hebben, in aanmerking genomen. De transactie vindt op marktvoorwaarden plaats. De activa waarvoor reeds vóór de overname steun is verleend ten behoeve van de verwerving ervan, worden niet beschouwd als in aanmerking komend. In het geval van bedrijfsopvolging van een kleine onderneming ten gunste van familie van de oorspronkelijke eigenaar of eigenaren of ten gunste van voormalige werknemers, vervalt de voorwaarde dat de activa door een onafhankelijke investeerder moeten worden verworven.

8. Rechtstreeks door een regionaal investeringsproject geschapen werkgelegenheid vervult de volgende voorwaarden:

(a) de arbeidsplaatsen worden binnen drie jaar na de voltooiing van de werkzaamheden ingevuld, en

(b) het investeringsproject leidt tot een nettotoename van het aantal werknemers, in de betrokken onderneming, in vergelijking met het gemiddelde van de voorbije 12 maanden.

9. Regionale steun voor de uitbouw van breedbandnetwerken vervult de volgende voorwaarden:

(a) er wordt alleen steun verleend voor gebieden waar er geen infrastructuur van dezelfde categorie (breedband of NGA) voorhanden is en waar er in de nabije toekomst waarschijnlijk ook geen zal worden uitgebouwd, en

(b) de exploitant van het gesubsidieerde netwerk moet op eerlijke en niet-discriminerende voorwaarden actieve en passieve wholesaletoegang bieden, met de mogelijkheid van daadwerkelijke en volledige ontbundeling, en

(c) steun wordt toegewezen op basis van een concurrerende selectieprocedure.

10. Regionale steun voor onderzoeksinfrastructuur wordt alleen verleend aan infrastructuur die op transparante en niet-discriminerende basis toegang verleent.

11. De steunintensiteit, uitgedrukt als bruto-subsidie-equivalent, overschrijdt het intensiteitsplafond dat is vastgesteld op de regionale-steunkaart die van kracht is op het tijdstip van de steunverlening in het betrokken gebied, niet. Wanneer de steunintensiteit wordt berekend op grond van lid 5, bedraagt de maximale steunintensiteit niet méér dan het gunstigste steunbedrag dat de toepassing van die intensiteit op grond van investeringskosten of loonkosten oplevert. Voor grote investeringsprojecten met in aanmerking komende kosten van minder dan 100 miljoen EUR, mag de maximale steunintensiteit slechts worden verleend voor de in aanmerking komende kosten tot de eerste 50 miljoen EUR. De maximale steunintensiteit wordt verlaagd met 50% ten aanzien van in aanmerking komende kosten die deze eerste 50 miljoen EUR overschrijden.

12. Voor een initiële investering in verband met projecten voor Europese territoriale samenwerking die onder [COM(2011)611 EFRO/ETC-verordening] vallen, is de steunintensiteit van het gebied waarin de initiële investering gevestigd is, van

NL 28 NL

Page 29: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

toepassing op alle begunstigden die aan het project deelnemen. Indien de initiële investering in twee of meer steungebieden is gevestigd, is de maximale steunintensiteit de intensiteit die van toepassing is in het steungebied waar het grootste deel van de in aanmerking komende kosten worden gemaakt. In steungebieden die op grond van artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag in aanmerking komen, is deze bepaling alleen van toepassing op kmo's.

13. Behalve voor steun ten behoeve van grote investeringsprojecten, mogen de op de betreffende regionale-steunkaart vastgestelde maximale steunintensiteiten worden verhoogd met 20 procentpunten voor steun aan kleine ondernemingen en met 10 procentpunten voor steun aan middelgrote ondernemingen.

14. De begunstigde van de steun moet een financiële bijdrage leveren van ten minste 25% van de in aanmerking komende kosten, hetzij uit eigen middelen hetzij via externe financiering, in een vorm die vrij is van enige steun van de overheid. Wanneer de maximale steunintensiteit echter meer dan 75% bedraagt omdat deze is opgetrokken in overeenstemming met lid 13 van dit artikel, wordt de financiële bijdrage van de begunstigde overeenkomstig verlaagd.

Artikel 16Regionale exploitatiesteun

1. Regelingen inzake regionale exploitatiesteun in ultraperifere gebieden en dunbevolkte gebieden zijn verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en zijn van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. De regelingen inzake regionale exploitatiesteun compenseren:

(a) de vervoerskosten van goederen die zijn geproduceerd in voor exploitatiesteun in aanmerking komende gebieden;

(b) bijkomende kosten niet zijnde vervoerskosten in een ultraperifeer gebied.

De begunstigden van compensatie voor de vervoerskosten van goederen die zijn geproduceerd in voor exploitatiesteun in aanmerking komende gebieden, zijn ondernemingen welke in die gebieden zijn gevestigd. De steun wordt berekend op basis van een vast bedrag per tonkilometer of per TEU-kilometer20 of per andere relevante eenheid. Elk vast bedrag wordt bepaald aan de hand van een tariefschaal van de vervoerskosten per vervoermiddel of per soort goederen, of een combinatie van beide. Elke tariefschaal van vervoerskosten wordt vooraf bepaald op grond van het vervoerstraject van het punt van vertrek tot het punt van bestemming binnen de betrokken lidstaat, gebruikmakend van vervoermiddelen of een combinatie van vervoermiddelen die voor de begunstigden de laagste kostprijs oplevert. Bij de keuze van de vervoermiddelen of combinatie van vervoermiddelen die voor de tariefschaal van vervoerskosten wordt gebruikt, wordt de vervoerwijze begunstigd die de laagste externe kosten voor het milieu oplevert.

De ontvangers van compensatie voor bijkomende kosten niet zijnde vervoerskosten in een ultraperifeer gebied, zijn ondernemingen welke in die gebieden zijn gevestigd. Het jaarlijkse steunbedrag per begunstigde bedraagt niet meer dan het laagste van de volgende bedragen:

20 TEU = Twenty foot Equivalent Unit (standaard containermaat).

NL 29 NL

Page 30: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

10% van de met verkopen door de begunstigde in het betrokken ultraperifere gebied behaalde jaarinkomsten;

10% van de door de begunstigde in het betrokken ultraperifere gebied behaalde nettojaaromzet.

3. De in aanmerking komende kosten zijn de volgende:

(a) de vervoerskosten voor:

het vervoer van in een in aanmerking komend gebied geproduceerde afgewerkte goederen, van hun punt van vertrek in dat in aanmerking komende gebied tot het punt van bestemming in een ander gebied in de betrokken lidstaat of in een andere lidstaat;

het vervoer van grondstoffen of halffabricaten die bij de productie van de goederen worden gebruikt, van hun punt van vertrek in een ander gebied in de betrokken lidstaat of in een andere lidstaat of in een derde land, tot hun punt van bestemming in een in aanmerking komend gebied;

alleen in ultraperifere gebieden: het vervoer van grondstoffen of halffabricaten die in het betrokken ultraperifere gebied worden geproduceerd, van hun plaats van productie tot hun plaats van eindverwerking in het betrokken gebied;

(b) bijkomende productie- en exploitatiekosten niet zijnde vervoerskosten die in ultraperifere gebieden voor de begunstigden ontstaan als een rechtstreeks gevolg van een of meer van de in artikel 349 van het Verdrag bedoelde blijvende handicaps.

4. De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100% van de in aanmerking komende kosten.

DEEL 2 - KMO-STEUN

Artikel 17Kmo-steun voor investeringen

1. Regelingen inzake kmo-investeringssteun zijn verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en zijn van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. De in aanmerking komende kosten zijn de volgende:

(a) de kosten van investeringen in materiële en immateriële activa, of

(b) de geraamde loonkosten, berekend over een periode van twee jaar, voor werkgelegenheid die rechtstreeks door het investeringsproject wordt geschapen.

3. Om voor de toepassing van deze verordening als in aanmerking komende kosten te kunnen worden aangemerkt, bestaat een investering in:

(a) een investering in materiële en/of immateriële activa ten behoeve van de oprichting van een nieuwe vestiging, de uitbreiding van een bestaande vestiging, de diversificatie van de productie van een bestaande vestiging in

NL 30 NL

Page 31: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

nieuwe, bijkomende producten, of een fundamentele wijziging van het volledige productieproces van een bestaande vestiging, of

(b) de verwerving van kapitaalgoederen die rechtstreeks met een vestiging verband houden, mits die vestiging is gesloten of zou zijn gesloten indien zij niet was overgenomen en mits de activa door een onafhankelijke investeerder worden verworven. De transactie vindt op marktvoorwaarden plaats.

In het geval van bedrijfsopvolging van een kleine onderneming ten gunste van familie van de oorspronkelijke eigenaar of eigenaren of ten gunste van voormalige werknemers, vervalt de voorwaarde dat de activa door een onafhankelijke investeerder moeten worden verworven. De enkele verwerving van de aandelen van een onderneming vormt geen initiële investering.

4. Om voor de toepassing van deze verordening als in aanmerking komende kosten te kunnen worden aangemerkt, voldoen immateriële activa aan de volgende voorwaarden:

(a) zij worden uitsluitend in de steun ontvangende onderneming gebruikt, en

(b) zij worden als afschrijfbare activa beschouwd, en

(c) zij worden op arm's length verworven van derden, of

(d) zij behoren ten minste drie jaar tot de activa van de onderneming.

5. Om voor de toepassing van deze verordening als in aanmerking komende kosten te kunnen worden aangemerkt, voldoen rechtsreeks door een investeringsproject geschapen arbeidsplaatsen aan elk van de volgende voorwaarden:

(a) de werkgelegenheid komt binnen drie jaar na de voltooiing van de investering tot stand;

(b) het investeringsproject leidt tot een nettotoename van het aantal werknemers, in de betrokken vestiging, in vergelijking met het gemiddelde van de voorbije 12 maanden;

(c) de geschapen werkgelegenheid blijft behouden gedurende ten minste drie jaar te rekenen vanaf het tijdstip dat de arbeidsplaats voor het eerst werd ingevuld.

6. De steunintensiteit bedraagt ten hoogste:

(a) 20% van de in aanmerking komende kosten in het geval van kleine ondernemingen;

(b) 10% van de in aanmerking komende kosten in het geval van middelgrote ondernemingen.

Artikel 18Steun voor samenwerkingskosten van kmo's in verband met ETC-projecten

1. Steun ten behoeve van kosten van kmo's voor samenwerking bij projecten die onder Verordening [COM(2011)611 EFRO/ETC] van de Commissie vallen, is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. De volgende kosten komen in aanmerking:

(a) kosten voor organisatorische samenwerking;

NL 31 NL

Page 32: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

(b) kosten voor door externe consultants en dienstverrichters verleende advies- en ondersteuningsdiensten met betrekking tot samenwerking;

(c) reiskosten, kosten van materiaal en benodigdheden die rechtstreeks met het project verband houden, de afschrijving van werktuigen en uitrusting, voor zover deze uitsluitend voor het project worden gebruikt.

De in lid 2, onder b), bedoelde diensten zijn niet van permanente of periodieke aard, noch behoren zij tot de gewone bedrijfsuitgaven van de onderneming, zoals routinematig belastingadvies, gangbare juridische dienstverlening of reclame.

3. Het steunbedrag beloopt ten hoogste 50% van de in aanmerking komende kosten.

Artikel 19Toegang van kmo's tot financiering: risicofinancieringssteun

1. Risicofinancieringssteun is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. De risicofinancieringsmaatregel kan de vorm hebben van:

(a) investeringen in de vorm van eigen vermogen of quasi-eigen vermogen in financiële intermediairs die direct of indirect risicofinanciering verschaffen aan in aanmerking komende kmo's, of

(b) garanties voor investeerders of financiële intermediairs om de verliezen te dekken van aan in aanmerking komende kmo's verschafte risicofinanciering, of

(c) leningen aan financiële intermediairs die risicofinanciering aan in aanmerking komende kmo's verschaffen, of

(d) fiscale prikkels voor onafhankelijke particuliere investeerders die natuurlijke personen zijn en risicofinanciering aan in aanmerking komende kmo's verschaffen.

3. De risicofinancieringsmaatregel staat open voor alle soorten financiële intermediairs die aan vooraf vastgestelde, door de aard van de investering objectief gerechtvaardigde criteria voldoen, en tussen financiële intermediairs wordt niet gediscrimineerd op basis van hun plaats van vestiging of de lidstaat waar zij zijn geregistreerd. Deze voorwaarde is niet van toepassing op entiteiten die door een lidstaat zijn belast met de tenuitvoerlegging van de risicofinancieringsmaatregel.

4. De risicofinancieringsmaatregel is gericht op kmo's die op het tijdstip dat de initiële risicofinanciering wordt verschaft, niet beursgenoteerd zijn en die voldoen aan één van de volgende criteria om in aanmerking te komen:

(a) minder dan [5] jaar na hun eerste commerciële verkoop actief zijn op de markt, of

(b) sinds hun registratie een gemiddelde jaaromzet van maximaal 10% van het op grond van de risicofinancieringsmaatregel verschafte totale financiering hebben behaald, of

(c) op grond van de risicofinancieringsmaatregelen steun hebben proberen te krijgen met het oog op het betreden van een nieuwe productmarkt en het stopzetten van hun vroegere commerciële activiteiten, op basis van een

NL 32 NL

Page 33: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

ondernemingsplan waarin de voorwaarden voor dit soort overschakeling zijn uitgetekend.

5. De risicofinancieringsmaatregel kan ook vervolginvesteringen steunen die plaatsvinden na de in lid 4, onder a), van dit artikel vermelde periode van 5 jaar.

6. De risicofinancieringsmaatregel mag alleen steun verlenen ten behoeve van vervangingskapitaal indien dit wordt gecombineerd met nieuw kapitaal dat ten minste [50]% van iedere investeringsronde in de in aanmerking komende kmo's vertegenwoordigt.

7. Voor eigenvermogensinstrumenten die onder artikel 2, punt a), van dit artikel vallen wordt maximaal 30% van de totale kapitaalbijdragen van het fonds en het niet-gestorte toegezegd kapitaal gebruikt voor andere doelstellingen dan de verschaffing van risicofinanciering aan in aanmerking komende kmo's.

8. Risicofinanciering kan aan de in aanmerking komende kmo's worden verschaft in de vorm van eigen vermogen, quasi-eigen vermogen, risicofinancieringskredieten, of een mix daarvan.

9. Het totale, in lid 8 van dit artikel bedoelde bedrag aan risicofinanciering bedraagt maximaal [10] miljoen EUR per in aanmerking komende kmo.

10. De risicofinancieringsmaatregel dient als hefboom voor aanvullende financiering van particuliere onafhankelijke investeerders op het niveau van de financiële intermediairs of de in aanmerking komende kmo's, zodat het totale bedrag de volgende minimumdrempels bereikt:

(a) [10]% van de risicofinanciering verschaft aan de in aanmerking komende kmo's vóór hun eerste commerciële verkoop op de markt;

(b) [40]% van de risicofinanciering verschaft aan de in aanmerking komende kmo's als bedoeld in lid 4 van dit artikel;

(c) [60]% van de risicofinanciering ten behoeve van vervolginvesteringen na de in lid 4, onder a), van dit artikel bedoelde periode van 5 jaar.

11. De risicofinanciering voldoet aan de volgende voorwaarden:

(a) financiële intermediairs, investeerders en beheerders worden geselecteerd via een open, transparante en niet-discriminerende oproep die bedoeld is om passende regelingen inzake risico-/beloningsdeling tot stand te brengen, waarbij asymmetrische winstdeling de voorkeur krijgt boven neerwaartse bescherming;

(b) in het geval van asymmetrische verliesdeling tussen publieke en particuliere investeerders, dient het eerste, voor rekening van de publieke investeerder komende verlies te worden gemaximeerd op [20]% van diens totale investering;

(c) in het geval van garanties die onder lid 2, punt b), vallen, wordt het garantiepercentage beperkt tot [50]% en geldt voor de totale verliezen die een lidstaat op zich neemt een plafond van [20]% van de onderliggende gegarandeerde portefeuille.

Punt a) is niet van toepassing op entiteiten die door een lidstaat zijn belast met de tenuitvoerlegging van de risicofinancieringsmaatregel.

NL 33 NL

Page 34: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

12. Voor risicofinancieringsmaatregelen waarbij financiële intermediairs betrokken zijn, zijn de volgende voorwaarden vervuld om te garanderen dat de investeringsbesluiten winstgedreven zijn:

(a) de financiële intermediair is opgericht volgens het toepasselijke recht en een due diligence-proces vindt plaats om voor een commercieel verantwoorde investeringsstrategie te zorgen, met onder meer een passend beleid inzake risicodiversificatie dat is gericht op het bereiken van economische levensvatbaarheid en van een efficiënte schaal in termen van omvang en geografische spreiding van zijn portefeuille investeringen, en

(b) de verschaffing van risicofinanciering aan in aanmerking komende kmo's zijn gebaseerd op een levensvatbaar ondernemingsplan, dat nadere gegevens bevat over product, verkopen en winstgevendheidsontwikkeling, waarvan de financiële levensvatbaarheid vooraf is bepaald, en

(c) voor iedere investering is er een heldere en realistische exit-strategie voorhanden.

13. De financiële intermediairs worden beheerd op zakelijke basis. Dit wordt geacht het geval te zijn wanneer elk van de volgende voorwaarden is vervuld:

(a) de beheerder is onafhankelijk, professioneel en wettelijk of contractueel verplicht met de nodige professionele zorgvuldigheid en te goeder trouw te handelen;

(b) de vergoeding van de beheerder is marktconform;

(c) de beheerder ontvangt een prestatiegerelateerde vergoeding, of draagt een deel van de investeringsrisico's door eigen middelen mee te investeren tegen dezelfde risicovoorwaarden als de publieke investeerder;

(d) tussen de beheerder en de investeerders is er een overeenkomst, waarin de investeringsstrategie, de criteria en het voorgenomen tijdschema voor de investeringen zijn vastgelegd, en

(e) particuliere investeerders zijn vertegenwoordigd in de bestuursorganen van de investeringsintermediair in verhouding tot hun deelneming, maar zijn niet betrokken bij dagelijkse financieringsbeslissingen.

De in punt b) vastgestelde voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld wanneer de beheerder wordt geselecteerd via een open, transparant en niet-discriminerend aanbestedingsbericht, op basis van objectieve criteria die verband houden met ervaring, deskundigheid en operationele en financiële capaciteit.

14. Een risicofinancieringsmaatregel waarbij garantie- en kredietinstrumenten worden verschaft die onder lid 2, onder b) en c), van dit artikel vallen, voldoet aan de volgende voorwaarden:

(a) de financiële intermediair is in staat om aan de hand van zijn jaarrekeningen voor de drie voorgaande jaren aan te tonen dat de in het kader van de risicofinanciering gesteunde kredietportefeuille een aanzienlijk aantal kmo's bevat die, in het licht van zijn eigen interne ratingcriteria, zonder de maatregel geen financiering zou hebben gekregen;

(b) het nominale kredietbedrag wordt in aanmerking genomen bij het berekenen van het maximale investeringsbedrag ten behoeve van lid 9.

NL 34 NL

Page 35: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

Artikel 20Toegang van kmo's tot financiering: steun ten behoeve startersbedrijven

1. Regelingen inzake starterssteun zijn verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en zijn van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. In aanmerking komen niet-beursgenoteerde ondernemingen tot vijf jaar na hun registratie, die nog geen winst hebben uitgekeerd en niet zijn ontstaan uit een fusie en die

(a) kleine ondernemingen zijn, of

(b) kleine en innovatieve ondernemingen zijn, in de zin van deze verordening.

3. De starterssteun heeft de vorm van:

(a) leningen tegen een rente die niet in overeenstemming is met de marktvoorwaarden, met een looptijd tot maximaal vijf jaar en voor een nominaal bedrag van maximaal [2] miljoen EUR, of [3] miljoen EUR voor ondernemingen gevestigd in steungebieden die aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag voldoen, of [4] miljoen EUR voor ondernemingen gevestigd in steungebieden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder a), van het Verdrag;

(b) garanties met premies die niet in overeenstemming zijn met de marktvoorwaarden, met een looptijd tot maximaal vijf jaar en een nominaal bedrag van maximaal [3] miljoen EUR, of [4,5] miljoen EUR voor ondernemingen gevestigd in steungebieden die aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag voldoen, of [6] miljoen EUR voor ondernemingen gevestigd in steungebieden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder a), van het Verdrag;

(c) subsidies, rentekortingen en kortingen op de garantiepremies tot maximaal [0,4] miljoen EUR bruto-subsidie-equivalent, of [0,6] miljoen EUR voor ondernemingen gevestigd in steungebieden die aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag voldoen, of [0,8] miljoen EUR voor ondernemingen gevestigd in steungebieden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder a), van het Verdrag.

4. Voor kleine en innovatieve ondernemingen kunnen de in lid 3 genoemde maximumbedragen worden verdubbeld.

5. Een begunstigde onderneming kan deze steun slechts eenmaal ontvangen in de periode dat deze als startersbedrijf kwalificeert.

Artikel 21Steun voor in kmo's gespecialiseerde alternatieve handelsplatforms

1. Steun ten behoeve van in kmo's gespecialiseerde alternatieve handelsplatforms is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

NL 35 NL

Page 36: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

2. Wanneer de exploitant van het platform een kmo is, kan de steunmaatregel de vorm aannemen van starterssteun voor de platformexploitant; in dat geval zijn de voorwaarden van artikel 20 van toepassing.

3. De steunmaatregel kan de vorm aannemen van fiscale stimulering voor via het platform investerende onafhankelijke particuliere investeerders die natuurlijke personen zijn, ten behoeve van hun via een alternatief handelsplatform verlopende risicofinancieringsinvesteringen in kmo's.

Artikel 22Steun voor scoutingkosten

1. Steun waarmee een deel van de scoutingkosten wordt gedekt, is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. De in aanmerking komende kosten zijn de scoutingkosten of de kosten van de initiële screening vóór de formele due diligence die professionele particuliere fondsbeheerders of investeerders uitvoeren om doelondernemingen te selecteren vóór de fase van de due diligence.

3. De steun kan de vorm hebben van een subsidie.

4. De steunintensiteit bedraagt ten hoogste [50]% van de in aanmerking komende kosten.

DEEL 3 - STEUN VOOR ONDERZOEK, ONTWIKKELING EN INNOVATIE

Artikel 23Steun voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten

1. Steun voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten zijn verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en zijn van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. Het gesteunde deel van het onderzoeks- en ontwikkelingsproject valt volledig binnen één of meer van de volgende categorieën:

(a) fundamenteel onderzoek;

(b) industrieel onderzoek;

(c) experimentele ontwikkeling;

(d) haalbaarheidsstudies.

3. De in aanmerking komende kosten worden bij een specifieke categorie onderzoek en ontwikkeling ingedeeld en het betreft:

(a) personeelskosten,

(b) kosten van apparatuur en uitrusting, gebouwen en gronden voor zover en zolang zij worden gebruikt voor het onderzoeks- en ontwikkelingsproject;

(c) kosten van contractonderzoek, kennis en octrooien die op arm's length worden gekocht bij of waarvoor een licentie wordt verleend door externe bronnen,

NL 36 NL

Page 37: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

alsmede kosten voor consultancy en gelijkwaardige diensten die uitsluitend voor de onderzoeksactiviteiten worden gebruikt;

(d) bijkomende algemene kosten en andere operationele kosten, waaronder die voor materiaal, leveranties en dergelijke producten, die rechtstreeks uit het onderzoeks- en ontwikkelingsproject voortvloeien.

Wanneer gesteunde projecten een commercieel bruikbaar prototype of pilot opleveren, worden de inkomsten van de eerste vijf jaar commercieel gebruik vooraf of achteraf in mindering gebracht op de in aanmerking komende kosten.

4. Bij haalbaarheidsstudies zijn de in aanmerking komende kosten de kosten van de studie.

5. De steunintensiteit bedraagt voor elke begunstigde ten hoogste:

(a) 100% van de in aanmerking komende kosten voor fundamenteel onderzoek;

(b) 50% van de in aanmerking komende kosten voor industrieel onderzoek;

(c) 25% van de in aanmerking komende kosten voor experimentele ontwikkeling;

(d) 50% van de in aanmerking komende kosten voor haalbaarheidsstudies.

6. De steunintensiteiten voor industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling kunnen als volgt worden verhoogd, tot een maximale steunintensiteit van 80% van de in aanmerking komende kosten:

(a) met 10 procentpunten voor middelgrote ondernemingen en 20 procentpunten voor kleine ondernemingen;

(b) met 15 procentpunten indien:

i) het project daadwerkelijke samenwerking behelst en ten minste één kmo erbij betrokken is of het in ten minste twee lidstaten wordt uitgevoerd en geen van de ondernemingen meer dan 70% van de in aanmerking komende kosten voor haar rekening neemt of er ten minste één organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding bij betrokken is die, alleen of samen met andere dergelijke organisaties, ten minste 10% van de in aanmerking komende kosten draagt en het recht heeft haar eigen onderzoeksresultaten te publiceren, of

ii) de projectresultaten ruim worden verspreid via conferenties, publicaties, open access-repositories, of gratis of opensource-software;

(c) met [5] procentpunten voor investeringen in commercieel bruikbare prototypes en pilots voor grote ondernemingen die gevestigd zijn in steungebieden die aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag voldoen, voor zover de krachtens het onderhavige artikel in aanmerking komende kosten overlappen met de krachtens artikel 15 [regionale investeringssteun] in aanmerking komende kosten en dit tot laagste steunintensiteit die is toegestaan in steungebieden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder a).

Artikel 24Investeringssteun voor onderzoeksinfrastructuur

1. Steun voor de bouw of het upgraden van onderzoeksinfrastructuur waarmee economische activiteiten worden verricht, is verenigbaar met de interne markt in de

NL 37 NL

Page 38: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. Wanneer met onderzoeksinfrastrucuur zowel economische als niet-economische activiteiten worden verricht, wordt voor de respectieve financiering, kosten en inkomsten daarvan een gescheiden boekhouding gevoerd, op basis van consequent toegepaste en objectief te rechtvaardigen beginselen van kostprijsadministratie.

3. De prijs die voor de exploitatie of het gebruik van de infrastructuur wordt berekend, stemt overeen met de marktprijs.

4. Toegang tot de infrastructuur wordt op transparante en niet-discriminerende basis verleend. In afwijking op dit beginsel kunnen ondernemingen die ten minste 50% van de investeringskosten van de onderzoeksinfrastructuur hebben gefinancierd, bevoorrechte toegang krijgen tot die infrastructuur, mits die toegang tegen markttarieven wordt verleend, beperkt is in de tijd en de voorwaarden voor die preferente toegang publiek worden bekendgemaakt.

5. De in aanmerking komende kosten zijn de kosten van de investeringen in immateriële en materiële activa.

6. De steunintensiteit bedraagt ten hoogste [25]% van de in aanmerking komende kosten.

Zij kan worden verhoogd tot [35]% van de in aanmerking komende kosten voor infrastructuur gevestigd in steungebieden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder a), van het Verdrag en tot [30]% van de in aanmerking komende kosten voor infrastructuur gevestigd in steungebieden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag.

Artikel 25Innovatiesteun voor kmo's

1. Innovatiesteun voor kmo's is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. De volgende kosten komen in aanmerking:

(a) kosten verbonden aan de verkrijging en validering van octrooien en andere industriële-eigendomsrechten;

(b) kosten verbonden aan het detacheren van hooggekwalificeerd personeel van een organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding of een grote onderneming, dat in onderzoeks-, ontwikkelings- en innovatieactiviteiten in een nieuw gecreëerde functie binnen de begunstigde onderneming werkzaam is en geen andere werknemers mag vervangen;

(c) kosten verbonden aan innovatieadviesdiensten en voor diensten inzake innovatieondersteuning;

(d) kosten verbonden aan proces- of organisatie-innovatie;

(e) kosten verbonden aan de deelneming aan een beurs of tentoonstelling voor het presenteren van nieuwe of sterk verbeterde producten en/of diensten.

NL 38 NL

Page 39: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

3. De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 50% van de in aanmerking komende kosten.

Artikel 26Steun voor onderzoek en ontwikkeling in de visserij- en aquacultuursector

1. Steun voor onderzoek en ontwikkeling in de visserij- en aquacultuursector is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I van deze verordening vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. Het onderzoeks- en ontwikkelingsproject is van belang voor alle marktdeelnemers in de betrokken sector of subsector.

3. Voordat de onderzoeks- en ontwikkelingswerkzaamheden worden aangevangen, wordt op internet bekendgemaakt dat onderzoek en ontwikkeling zal worden uitgevoerd, en wat het doel van die onderzoeks- en ontwikkelingswerkzaamheden is. Daarbij wordt ook bekendgemaakt wanneer de resultaten ongeveer worden verwacht en waar zij op internet zullen worden bekendgemaakt, alsmede een verklaring dat de resultaten kosteloos beschikbaar zullen zijn.

De onderzoeks- en ontwikkelingsresultaten zijn gedurende een periode van ten minste vijf jaar op het internet beschikbaar. Zij mogen niet later op internet worden bekendgemaakt dan de gegevens die eventueel aan de leden van specifieke organisaties worden verstrekt.

4. De in aanmerking komende kosten zijn de in artikel 23, lid 3, bedoelde kosten.

5. De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100% van de in aanmerking komende kosten.

DEEL 4 - OPLEIDINGSSTEUN

Artikel 27Opleidingssteun

1. Opleidingssteun is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. Er wordt geen steun verleend wanneer opleiding ervoor zorgt dat ondernemingen voldoen aan bindende nationale opleidingsnormen.

3. De in aanmerking komende kosten zijn:

(a) de personeelskosten van de opleiders, voor de uren die de opleiders aan de opleiding deelnemen;

(b) rechtstreeks met het opleidingsproject verband houdende operationele kosten van opleiders en deelnemers van de opleiding, zoals reiskosten, materiaal en benodigdheden die rechtstreeks met het project verband houden, de afschrijving van werktuigen en uitrusting voor zover deze uitsluitend voor het opleidingsproject worden gebruikt;

(c) kosten van adviesdiensten met betrekking tot het opleidingsproject.

NL 39 NL

Page 40: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

4. De steunintensiteit bedraagt ten hoogste [50]% van de in aanmerking komende kosten. De steunintensiteit kan als volgt worden verhoogd tot een maximale steunintensiteit van [70]% van de in aanmerking komende kosten:

(a) met 10 procentpunten indien de opleiding aan gehandicapte of kwetsbare werknemers wordt gegeven;

(b) met 10 procentpunten indien de steun aan middelgrote ondernemingen wordt verleend en met 20 procentpunten indien de steun aan kleine ondernemingen wordt verleend.

5. Wanneer de steun in de sector zeevervoer wordt verleend, mag de steunintensiteit worden opgetrokken tot 100% van de in aanmerking komende kosten bedragen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

(a) degene die de opleiding volgt, behoort niet tot de bemanning, maar is een van de opvarenden, en

(b) de opleiding vindt plaats aan boord van schepen die in de Unie zijn geregistreerd.

DEEL 5 - STEUN VOOR KWETSBARE EN GEHANDICAPTE WERKNEMERS

Artikel 28Steun in de vorm van loonsubsidies ten behoeve van de indienstneming van kwetsbare

werknemers of het in dienst hebben van gehandicapte werknemers

1. Steunregelingen ten behoeve van de indienstneming van kwetsbare werknemers of het in dienst hebben van gehandicapte werknemers zijn verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en zijn van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. De steun leidt tot een nettotoename van het aantal kwetsbare of gehandicapte werknemers binnen de betrokken onderneming, in vergelijking met het gemiddelde van de voorbije twaalf maanden.

3. Lid 2 is niet van toepassing wanneer de vacature of de vacatures zijn ontstaan ten gevolge van ontslag op initiatief van de werknemer, handicap, ouderdomspensionering, vermindering van de werktijd op initiatief van de werknemer of gewettigd ontslag om dringende redenen, en niet door afvloeiingen of het aflopen van een overeenkomst voor bepaalde tijd.

4. Behalve in het geval van gewettigd ontslag om dringende redenen, maakt de kwetsbare of gehandicapte werknemer aanspraak op ononderbroken werkzaamheid gedurende een minimumperiode die met de toepasselijke nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten inzake arbeidscontracten (cao's) in overeenstemming is.

5. Indien de werkperiode korter is dan 12 maanden, wordt de steun overeenkomstig pro rata verminderd.

6. De in aanmerking komende kosten zijn:

(a) de loonkosten gedurende een maximumperiode van 12 maanden vanaf de indienstneming van een kwetsbare werknemer.

NL 40 NL

Page 41: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

(b) de loonkosten gedurende een maximumperiode van 24 maanden vanaf de indienstneming van een uiterst kwetsbare werknemer;

(c) de loonkosten gedurende de gehele periode waarin de gehandicapte werknemer in dienst is.

7. De steunintensiteit bedraagt ten hoogste:

(a) 50% van de in aanmerking komende kosten wat betreft steun voor de indienstneming van kwetsbare werknemers;

(b) 75% van de in aanmerking komende kosten wat betreft steun voor het in dienst hebben van gehandicapte werknemers.

Artikel 29Steun ter compensatie van de bijkomende kosten van het in dienst hebben van

gehandicapte werknemers

8. Steun ter compensatie van de bijkomende kosten van het in dienst hebben van gehandicapte werknemers is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

9. De in aanmerking komende kosten zijn de volgende:

(a) de kosten voor de aanpassing van de ruimten;

(b) de kosten van het inzetten van medewerkers voor de tijd die het personeel uitsluitend besteedt aan de bijstand van de gehandicapte werknemers;

(c) de kosten voor de aanpassing of aankoop van apparatuur of voor de aankoop en validering van software die de gehandicapte werknemers gebruiken, daaronder begrepen aangepaste of assistive technologie, wanneer deze kosten bovenop de kosten komen die de begunstigde had moeten maken indien deze geen gehandicapte werknemers hadden gehad;

(d) wanneer de begunstigde onderneming een sociale werkvoorziening biedt: de kosten voor de bouw, installatie of uitbreiding van de betrokken voorziening, alsmede alle kosten voor de administratie en het vervoer die rechtstreeks uit het in dienst hebben van gehandicapte werknemers voortvloeien.

10. De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100% van de in aanmerking komende kosten.

DEEL 6 - STEUN VOOR MILIEUBESCHERMING

Artikel 30Investeringssteun om ondernemingen in staat te stellen verder te gaan dan Unienormen

inzake milieubescherming of, bij ontstentenis van Unienormen, het niveau van milieubescherming te doen toenemen

1. Investeringssteun om ondernemingen in staat te stellen verder te gaan dan Unienormen inzake milieubescherming of, bij ontstentenis van Unienormen, het niveau van milieubescherming te doen toenemen, is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de

NL 41 NL

Page 42: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. De investering voldoet aan een van de volgende voorwaarden:

(a) zij stelt de begunstigde in staat het uit zijn activiteiten voortvloeiende niveau van milieubescherming te doen toenemen door verder te gaan dan de geldende Unienormen, ongeacht of er nationale normen bestaan die strenger zijn dan de Unienormen;

(b) zij stelt de begunstigde, bij ontstentenis van Unienormen, in staat het uit zijn activiteiten voortvloeiende niveau van milieubescherming te doen toenemen.

3. Er kan geen steun worden verleend wanneer de verbeteringen ervoor moeten zorgen dat ondernemingen voldoen aan reeds vastgestelde, maar nog niet van toepassing zijnde Unienormen.

4. In afwijking van lid 3 kan steun worden verleend voor:

de aanschaf van nieuwe vervoersmiddelen voor vervoer per spoor, over de weg, over de binnenwateren en over zee die aan vastgestelde Unienormen voldoen, mits deze aanschaf geschiedt vóór de inwerkingtreding van deze normen en deze, zodra deze verplicht worden, niet met terugwerkende kracht op reeds aangeschafte vervoersmiddelen van toepassing zullen zijn;

voor vernieuwingsoperaties van bestaande vervoersmiddelen voor vervoer per spoor, over de weg, over de binnenwateren en over zee, mits de Unienormen nog niet van kracht waren op het tijdstip dat die vervoersmiddelen in bedrijf werden genomen, en deze normen, zodra deze verplicht worden, niet met terugwerkende kracht op reeds aangeschafte vervoersmiddelen van toepassing zullen zijn.

5. De in aanmerking komende kosten zijn de investeringkosten die nodig zijn om verder te gaan dan de toepasselijke Unienormen. De kosten die niet rechtstreeks verband houden met het behalen van het hogere niveau van milieubescherming, komen niet in aanmerking. Met name zijn de in aanmerking komende kosten de volgende:

(a) wanneer de kosten van de milieu-investering in de totale investeringskosten als een afzonderlijke investering kunnen worden vastgesteld, zijn deze specifiek op milieubescherming betrekking hebbende kosten, de in aanmerking komende kosten;

(b) wanneer de kosten van de milieu-investering kunnen worden vastgesteld ten opzichte van een vergelijkbare, minder milieuvriendelijke investering, zijn deze specifiek op milieubescherming betrekking hebbende kosten, de in aanmerking komende kosten;

(c) in alle overige gevallen: de totale kosten van investeringen om verder te gaan dan de toepasselijke Unienormen of om, bij ontstentenis van Unienormen, een hoger niveau van milieubescherming te bereiken. De in aanmerking komende kosten zijn de kosten van investeringen in materiële en/of immateriële activa.

6. De steunintensiteit:

bedraagt ten hoogste [x]% van de in aanmerking komende kosten indien de in aanmerking komende kosten worden berekend op basis van lid 5, onder a) of b);

NL 42 NL

Page 43: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

bedraagt ten hoogste [x]% van de in aanmerking komende kosten indien de in aanmerking komende kosten worden berekend op basis van lid 5, onder c).

De steunintensiteit kan met [x] procentpunten worden verhoogd voor steun aan middelgrote ondernemingen en met [x] procentpunten voor steun aan kleine ondernemingen.

[De steunintensiteit kan met [5] procentpunten worden verhoogd voor steun aan grote ondernemingen die gevestigd zijn in steungebieden die aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag voldoen, voor zover de krachtens het onderhavige artikel in aanmerking komende kosten overlappen met de krachtens artikel 15 [regionale investeringssteun] in aanmerking komende kosten en dit tot laagste steunintensiteit die van toepassing is in steungebieden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder a).]

7. Steun ten behoeve van investeringen met betrekking tot het beheer van afval van andere ondernemingen is krachtens dit artikel niet vrijgesteld.

Artikel 31Investeringssteun voor kmo's ten behoeve van vroege aanpassing aan toekomstige

Unienormen

1. Steun om kmo's in staat te stellen te voldoen aan nieuwe Unienormen die het niveau van milieubescherming doen toenemen en die nog niet in werking zijn getreden, is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. De Unienormen zijn goedgekeurd en de investering is ten minste één jaar vóór de inwerkingtreding van de betrokken normen ten uitvoer gelegd en beëindigd.

3. De in aanmerking komende kosten zijn de investeringkosten die nodig zijn om verder te gaan dan de toepasselijke Unienormen. De kosten die niet rechtstreeks verband houden met het behalen van het hogere niveau van milieubescherming, komen niet in aanmerking. Met name zijn de in aanmerking komende kosten de volgende:

(a) wanneer de kosten van de milieu-investering binnen de totale investeringskosten als een afzonderlijke investering kunnen worden vastgesteld, zijn deze specifiek op milieubescherming betrekking hebbende kosten de in aanmerking komende kosten;

(b) wanneer de kosten van de milieu-investering kunnen worden vastgesteld ten opzichte van een vergelijkbare, minder milieuvriendelijke investering, zijn deze specifiek op milieubescherming betrekking hebbende kosten de in aanmerking komende kosten;

(c) in alle overige gevallen: de totale kosten van investeringen voor een vroege aanpassing aan Unienormen. De in aanmerking komende kosten zijn de kosten van investeringen in materiële en/of immateriële activa.

4. De steunintensiteit bedraagt ten hoogste:

[x]% van de in aanmerking komende kosten voor kleine ondernemingen en [x]% van de in aanmerking komende kosten voor middelgrote ondernemingen indien de investering meer dan drie jaar vóór de datum van inwerkingtreding

NL 43 NL

Page 44: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

van de norm ten uitvoer wordt gelegd en afgerond, en indien de in aanmerking komende kosten worden berekend op basis van lid 3, onder a) of b);

[x]% van de in aanmerking komende kosten voor kleine ondernemingen indien de investering tussen één en drie jaar vóór de datum van inwerkingtreding van de norm ten uitvoer wordt gelegd en afgerond, en indien de in aanmerking komende kosten worden berekend op basis van lid 3, onder a) of b);

[x]% van de in aanmerking komende kosten voor kleine ondernemingen en [x]% van de in aanmerking komende kosten voor middelgrote ondernemingen indien de investering meer dan drie jaar vóór de datum van inwerkingtreding van de norm ten uitvoer wordt gelegd en afgerond, en indien de in aanmerking komende kosten worden berekend op basis van lid 3, onder c);

[x]% van de in aanmerking komende kosten voor kleine ondernemingen indien de investering tussen één en drie jaar vóór de datum van inwerkingtreding van de norm ten uitvoer wordt gelegd en afgerond en indien de in aanmerking komende kosten worden berekend op basis van lid 3, onder c).

[De steunintensiteit kan met [5] procentpunten worden verhoogd voor steun aan grote ondernemingen die gevestigd zijn in steungebieden die aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag voldoen, voor zover de krachtens het onderhavige artikel in aanmerking komende kosten overlappen met de krachtens artikel 15 [regionale investeringssteun] in aanmerking komende kosten en dit tot laagste steunintensiteit die van toepassing is in steungebieden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder a).]

Artikel 32Investeringssteun ten behoeve van energiebesparende maatregelen

1. Investeringssteun om ondernemingen in staat te stellen energiebesparingen te behalen, is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. Er kan geen steun worden verleend wanneer de verbeteringen ervoor moeten zorgen dat ondernemingen voldoen aan reeds vastgestelde Unienormen.

3. De in aanmerking komende kosten zijn de investeringskosten die nodig zijn om het hogere niveau van milieubescherming te behalen. De kosten die niet rechtstreeks verband houden met het behalen van het hogere niveau van milieubescherming, komen niet in aanmerking. Met name zijn de in aanmerking komende kosten de volgende:

(a) wanneer de kosten van de milieu-investering binnen de totale investeringskosten als een afzonderlijke investering kunnen worden vastgesteld, zijn deze specifiek op milieubescherming betrekking hebbende kosten de in aanmerking komende kosten;

(b) wanneer de kosten van de milieu-investering kunnen worden vastgesteld ten opzichte van een vergelijkbare, minder milieuvriendelijke investering, zijn deze specifiek op milieubescherming betrekking hebbende kosten de in aanmerking komende kosten;

NL 44 NL

Page 45: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

(c) in alle overige gevallen: de totale kosten van investeringen voor een vroege aanpassing aan Unienormen. De in aanmerking komende kosten zijn de kosten van investeringen in materiële en/of immateriële activa.

4. De steunintensiteit:

bedraagt ten hoogste [x]% van de in aanmerking komende kosten indien de in aanmerking komende kosten worden berekend op basis van lid 3, onder a) of b);

bedraagt ten hoogste [x]% van de in aanmerking komende kosten indien de in aanmerking komende kosten worden berekend op basis van lid 3, onder c).

De steunintensiteit kan met [x] procentpunten worden verhoogd voor steun aan kleine ondernemingen en met [x] procentpunten voor steun aan middelgrote ondernemingen.

[De steunintensiteit kan met [5] procentpunten worden verhoogd voor steun aan grote ondernemingen die gevestigd zijn in steungebieden die aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag voldoen, voor zover de krachtens het onderhavige artikel in aanmerking komende kosten overlappen met de krachtens artikel 15 [regionale investeringssteun] in aanmerking komende kosten en dit tot laagste steunintensiteit die is toegestaan in steungebieden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder a).]

Artikel 33Investeringssteun voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling

1. Investeringssteun ten behoeve van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. Een nieuwe warmtekrachteenheid behaalt in totaal besparingen van primaire energie ten opzichte van de gescheiden productie als gedefinieerd in Richtlijn 2012/27/EU21. De verbetering van een bestaande warmtekrachteenheid of de ombouw van een bestaande stroomproductie-eenheid tot een warmtekrachteenheid moet resulteren in besparingen van primaire energie ten opzichte van de oorspronkelijke situatie.

3. De investeringssteun wordt verleend voor nieuw geïnstalleerd vermogen van maximaal [x] MW.

4. De in aanmerking komende kosten zijn de investeringskosten voor de bijkomende uitrusting die nodig is om de installatie als een hoogrenderende warmtekrachtinstallatie te laten draaien.

5. De steunintensiteit bedraagt ten hoogste [x]% van de in aanmerking komende kosten. De steunintensiteit kan met [x] procentpunten worden verhoogd voor steun aan kleine ondernemingen en met [x] procentpunten voor steun aan middelgrote ondernemingen.

OPTIE: De steunintensiteit kan worden verhoogd tot [x]% van de in aanmerking komende kosten voor investeringen in steungebieden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder a), van het Verdrag en tot [x]% van de in

21 PB L 315 van 14.11.2012, blz. 1.

NL 45 NL

Page 46: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

aanmerking komende kosten voor investeringen in steungebieden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag.

Artikel 34Investeringssteun ter stimulering van energie uit hernieuwbare energiebronnen

1. Steun ter stimulering van energie uit hernieuwbare energiebronnen is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. Steun voor de productie van biobrandstoffen is alleen vrijgesteld voor zover de gesteunde investeringen uitsluitend voor de productie van duurzame biobrandstoffen worden gebruikt.

3. De steun voldoet ofwel aan de leden 4 tot en met 7 of anders aan lid 8.

4. De investeringssteun wordt verleend voor nieuw geïnstalleerd vermogen van maximaal [x] MW.

5. De in aanmerking komende kosten zijn de investeringskosten die nodig zijn om het hogere niveau van milieubescherming te behalen. De kosten die niet rechtstreeks verband houden met het behalen van het hogere niveau van milieubescherming, komen niet in aanmerking.

6. Indien elektriciteit aan het net wordt geleverd, gelden voor de producenten of, in voorkomend geval, de aggregator de standaardverplichtingen inzake aansluiting en aansluittarieven en zijn zij financieel verantwoordelijk voor alle afwijkingen (onbalans) tussen hun geplande en daadwerkelijke productie binnen een bepaalde periode voor onbalansverrekening. Deze verantwoordelijkheid kan, via zakelijke regelingen, worden uitbesteed aan andere partijen die voor de balancering verantwoordelijk zijn.

7. De steunintensiteit bedraagt ten hoogste [x]% van de in aanmerking komende kosten.

De steunintensiteit kan met [x] procentpunten worden verhoogd voor steun aan kleine ondernemingen en met [x] procentpunten voor steun aan middelgrote ondernemingen.

OPTIE: De steunintensiteit kan worden verhoogd tot [x]% van de in aanmerking komende kosten voor investeringen in steungebieden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder a), van het Verdrag en tot [x]% van de in aanmerking komende kosten voor investeringen in steungebieden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag.

8. [De steun wordt toegekend volgens een daadwerkelijk concurrerende, technologieneutrale inschrijvingsprocedure op grond van duidelijke, transparante en niet-discriminerende criteria, die daadwerkelijk waarborgen dat de steun beperkt is tot het minimum dat noodzakelijk is om nieuw geïnstalleerde **<capaciteit voor>** hernieuwbare energie te leveren/beschikbaar te stellen. Dit soort biedprocedure voldoet aan de volgende voorwaarden:

i) aan die procedure kunnen voldoende ondernemingen deelnemen;

ii) het met de inschrijvingsprocedure verband houdende budget vormt een bindende beperking in die zin dat niet alle deelnemers steun kunnen krijgen;

NL 46 NL

Page 47: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

iii) de steun wordt toegekend op grond van de oorspronkelijke offerte van de gegadigde, waardoor verdere onderhandelingen worden uitgesloten;

iv) de biedprocedure staat open voor bieders uit alle EER-Staten. Lidstaten zorgen ervoor dat een samenwerkingsmechanisme wordt opgezet met de landen waarin bieders gevestigd kunnen zijn. Lidstaten kunnen van de bieder eisen dat deze ervoor zorgt dat hij in staat is de elektriciteit te leveren aan de lidstaat die de steun verleent;

v) een plafond kan worden vastgesteld voor iedere fase van de biedprocedure, om ervoor te zorgen dat de biedprocedure in elke fase ook echt concurrerend is. Voor alle technologieën mag binnen het vastgestelde plafond en in iedere fase van de procedure een offerte worden ingediend, waarbij de goedkoopste technologie de garantie biedt dat geen overcompensatie mogelijk is.

OPTIE 1

vi) de steun wordt verleend in de vorm van een feed-in-premie;

vii) de bieders krijgen standaardbalanceringstaken opgelegd en zijn onderworpen aan standaardverplichtingen inzake aansluiting en aansluittarieven in de lidstaat waar de elektriciteit wordt geproduceerd;

OPTIE 2

vi) de steun wordt verleend in de vorm van een feed-in-premie voor de opgewekte elektriciteit die op de elektriciteitsmarkt wordt verkocht;

vii) de bieders zijn financieel verantwoordelijk voor alle afwijkingen (onbalans) tussen hun geplande en daadwerkelijke productie binnen een bepaalde periode voor onbalansverrekening. Deze verantwoordelijkheid kan, via zakelijke regelingen, worden uitbesteed aan andere partijen die voor de balancering verantwoordelijk zijn. De standaardverplichtingen inzake aansluiting en aansluittarieven in de lidstaat waar de elektriciteit wordt geproduceerd, zijn van toepassing. Producenten van hernieuwbare energie zijn niet vrijgesteld van de verplichtingen om de transmissienetbeheerders balanceringsdiensten te leveren, wanneer dat technologisch mogelijk is.

Artikel 35Steun in de vorm van belastingverlagingen krachtens Richtlijn 2003/96/EG

1. Steunregelingen in de vorm van verlagingen van milieubelastingen die aan de voorwaarden voor Richtlijn 2003/96/EG22 voldoen, zijn verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en zijn van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. De begunstigden van de belastingverlaging betalen ten minste het bij Richtlijn 2003/96/EG vastgestelde Unieminimumbelastingniveau.

3. De belastingverlagingen worden voor een periode van ten hoogste [tien] jaar toegestaan. Na die periode beoordelen de lidstaten het passende karakter van de betrokken steunmaatregelen opnieuw.

22 PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51.

NL 47 NL

Page 48: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

4. Dit artikel geldt niet voor steun in de vorm van belastingvrijstellingen die onder andere bepalingen van dit onderdeel vallen.

Artikel 36Investeringssteun voor de sanering van verontreinigde terreinen

1. Investeringssteun ten behoeve van ondernemingen die milieuschade herstellen door verontreinigde terreinen te saneren, is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. De investeringssteun leidt tot een verbetering van de milieubescherming. Bij de milieuschade die moet worden hersteld, gaat het om de aantasting van de kwaliteit van de bodem of van het oppervlakte- of grondwater.

3. Steun wordt alleen verleend wanneer de vervuiler - d.w.z. de persoon die krachtens het in de lidstaten toepasselijke recht aansprakelijk is, onverminderd de vaststelling van Unievoorschriften ter zake - niet kan worden geïdentificeerd of juridisch niet voor de financiering van de sanering aansprakelijk kan worden gesteld overeenkomstig het beginsel dat de vervuiler betaalt. Wanneer vaststaat wie de vervuiler is en wanneer deze aansprakelijk kan worden gesteld, financiert die persoon de sanering, overeenkomstig het beginsel dat de vervuiler betaalt, en wordt er geen staatssteun verleend.

4. De voor steun in aanmerking komende kosten zijn de bij de sanering gemaakte kosten, verminderd met de waardestijging van het terrein. Alle uitgaven die een onderneming voor de sanering van haar terrein doet, kunnen, ongeacht of zij deze uitgaven als vaste activa op haar balans opvoert, worden beschouwd als in aanmerking komende investeringen in het geval van de sanering van vervuilde terreinen.

5. Taxaties van de waardestijging van het terrein als gevolg van de sanering worden door een onafhankelijke deskundige uitgevoerd.

6. De steunintensiteit bedraagt ten hoogste [x]% van de in aanmerking komende kosten.

Artikel 37Investeringssteun voor energie-efficiënte stadsverwarming en -koeling

1. Investeringssteun voor het installeren van een systeem voor energie-efficiënte stadsverwarming en -koeling is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. Het systeem voldoet aan de in artikel 2, punten 41 en 42, van Richtlijn 2012/27/EU23 gegeven definitie van een efficiënt systeem voor stadsverwarming en -koeling.

3. De in aanmerking komende kosten zijn de investeringskosten voor de bouw, uitbreiding, renovatie van een of meer productie-eenheden die integrerend deel uitmaken van het efficiënte stadsverwarmings- of stadskoelingssysteem.

23 PB L 315 van 14.11.2012, blz. 1.

NL 48 NL

Page 49: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

4. De steunintensiteit bedraagt ten hoogste [x]% van de in aanmerking komende kosten. De steunintensiteit kan met [x] procentpunten worden verhoogd voor steun aan kleine ondernemingen en met [x] procentpunten voor steun aan middelgrote ondernemingen.

5. In het geval van het gebruik van restwarmte kan, wanneer de milieu-investering kan worden geïdentificeerd, de steunintensiteit met [x]% worden verhoogd.

6. De investeringssteun wordt verleend voor nieuw geïnstalleerd vermogen van maximaal [x] MW.

7. De in aanmerking komende kosten van het distributienetwerk zijn de totale investeringskosten voor het netwerk of de renovatie ervan.

8. De steunintensiteit voor het distributienetwerk bedraagt ten hoogste [x]% van de in aanmerking komende kosten. De steunintensiteit kan met [x] procentpunten worden verhoogd voor steun aan kleine ondernemingen en met [x] procentpunten voor steun aan middelgrote ondernemingen.

OPTIE: De steunintensiteit kan worden verhoogd tot [x]% van de in aanmerking komende kosten voor systemen voor energie-efficiënte stadsverwarming en -koeling in steungebieden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder a), van het Verdrag en tot [x]% van de in aanmerking komende kosten voor systemen voor energie-efficiënte stadsverwarming en -koeling in steungebieden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag.

9. Er kan geen steun worden verleend om te helpen voldoen aan de wettelijke normen die voor systemen voor stadsverwarming en -koeling gelden.

Artikel 38Steun ten behoeve van milieustudies

1. Steun ten behoeve van studies - waaronder energieaudits - die rechtstreeks verband houden met de in dit deel bedoelde investeringen, is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. Er wordt geen steun verleend aan grote ondernemingen voor energieaudits die krachtens artikel 8, lid 4, van de richtlijn energie-efficiëntie, Richtlijn 2012/27/EU worden uitgevoerd.

3. De in aanmerking komende kosten zijn de in lid 1 bedoelde kosten van de studies.

4. De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 50% van de in aanmerking komende kosten.

NL 49 NL

Page 50: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

HOOFDSTUK IVSlotbepalingen

Artikel 39Intrekking

Verordening (EG) nr. 800/2008 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar deze verordening.

Artikel 40Overgangsbepalingen

1. Deze verordening is van toepassing op individuele steun die vóór de inwerkingtreding ervan is verleend, indien de steun voldoet aan de in deze verordening vastgestelde voorwaarden, met uitzondering van artikel 11.

2. Steun die op grond van van kracht zijnde verordeningen van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag is vrijgesteld, is verenigbaar met de interne markt.

3. Steun die op grond van deze verordening of van voordien van kracht zijnde verordeningen niet van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag is vrijgesteld, wordt door de Commissie beoordeeld aan de hand van de desbetreffende kaderregelingen, richtsnoeren, mededelingen en bekendmakingen.

4. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van deze verordening blijven alle krachtens deze verordening vrijgestelde steunregelingen nog gedurende een aanpassingsperiode van zes maanden vrijgesteld, met uitzondering van regionale-steunregelingen. De vrijstelling van regionale-steunregelingen vervalt op het tijdstip dat de goedgekeurde regionale-steunkaarten verstrijken.

5. De lidstaten voldoen uiterlijk binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening aan het bepaalde in artikel 10, lid 2.

Artikel 41

Deze verordening treedt in werking op de [twintigste] dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing tot en met 31 december 2020. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de CommissieDe voorzitter

NL 50 NL

Page 51: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

BIJLAGE I Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1. "ad-hocsteun": steun die niet op grond van een steunregeling wordt verleend;

2. "landbouwproduct": de in Bijlage I bij het Verdrag vermelde producten, met uitzondering van visserijproducten en aquacultuurproducten vermeld in bijlage I bij Verordening [COM(2011) 416] houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten;

3. "steun" of "steunmaatregel": elke maatregel die aan alle criteria van artikel 107, lid 1, van het Verdrag voldoet;

4. "steunintensiteit": het steunbedrag, uitgedrukt als een percentage van de in aanmerking komende kosten;

5. "steunregeling": elke regeling op grond waarvan aan ondernemingen die in de regeling op algemene en abstracte wijze zijn omschreven, individuele steun kan worden toegekend zonder dat hiervoor nog uitvoeringsmaatregelen vereist zijn, alsmede elke regeling op grond waarvan steun die niet aan een bepaald project is gebonden, aan één of meer ondernemingen kan worden toegekend;

6. "steungebieden": gebieden die op een regionale-steunkaart voor de periode 2014-2020 zijn opgenomen op grond van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het Verdrag;

7. "steenkool" of "kolen": hoogwaardige steenkool, middelwaardige steenkool en laagwaardige A- en B-kolen, in de zin van het internationale codificatiesysteem voor kolen van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UNECE)24;

8. "tijdstip van steunverlening": het tijdstip waarop de wettelijke aanspraak om steun te ontvangen, krachtens de nationale wettelijke regeling aan de begunstigde wordt verleend;

9. "gehandicapte werknemers": een persoon die:

(a) overeenkomstig het nationale recht als gehandicapte is erkend, of

(b) een erkende beperking heeft als gevolg van een fysieke, mentale of psychische handicap;

10. "kwetsbare werknemer": een persoon die:

(a) in de voorafgaande zes maanden geen reguliere betaalde betrekking heeft gevonden, of

(b) tussen 15 en 24 jaar oud is, of

(c) geen diploma van hoger middelbaar onderwijs heeft behaald of geen beroepsopleiding heeft gevolgd (ISCED 3) of haar of zijn opleiding in het voltijdonderwijs minder dan twee jaar voordien heeft voltooid, en die nog niet haar of zijn eerste reguliere betaalde betrekking heeft gevonden, of

24 Artikel 1, onder a), van het Besluit 2010/787/EU van de Raad van 10 december 2010 betreffende staatssteun ter bevordering van de sluiting van niet-concurrentiekrachtige steenkoolmijnen, PB L 336 van 21.12.2010, blz. 24.

NL 51 NL

Page 52: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

(d) ouder is dan 50 jaar, of

(e) als alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of

(f) werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar de genderonbalans ten minste 25% groter is dan de gemiddelde genderonbalans in alle economische sectoren in die lidstaat indien die persoon tot de ondervertegenwoordigde gendergroep behoort, of

(g) behoort tot een etnische minderheid in een lidstaat en van wie het profiel met betrekking tot talenkennis, beroepsopleiding of werkervaring moet worden bijgesteld om haar of zijn vooruitzichten op het verkrijgen van vast werk te verbeteren;

11. "rechtstreeks door een investeringsproject geschapen werkgelegenheid": werkgelegenheid die verband houdt met de activiteit waarop de investering betrekking heeft, daaronder begrepen werkgelegenheid die dankzij een verhoging van de bezettingsgraad van de door de investering gecreëerde capaciteit is geschapen;

12. "fiscale vervolgregeling": een belastingregeling die een gewijzigde versie is van een reeds bestaande belastingregeling en die deze vervangt;

13. "bruto-subsidie-equivalent" of "BSE": de contante waarde van de steun, uitgedrukt als een percentage van de contante waarde van de in aanmerking komende kosten, zoals die op het tijdstip van de steunverlening wordt berekend op basis van de op dat tijdstip geldende toepasselijke disconteringsvoet;

14. "individuele steun": aan een specifieke onderneming verleende steun. Deze omvat:

(a) ad-hoc steun, en

(b) steun die op grond van een steunregeling wordt toegekend;

15. "immateriële activa": activa die technologieoverdracht door de verwerving van octrooirechten, licenties, knowhow of niet-geoctrooieerde technische kennis inhouden;

16. "grote ondernemingen": ondernemingen die niet aan de aan de in Bijlage II vastgestelde criteria voldoen;

17. "afzet van landbouwproducten": het in voorraad hebben of uitstallen met het oog op verkoop, te koop aanbieden, leveren of op enige andere wijze verhandelen, met uitzondering van de eerste verkoop door een primaire producent aan wederverkopers of verwerkingsbedrijven en alle activiteiten waarmee een product voor dit soort eerste verkoop wordt voorbereid. De verkoop door een primaire producent aan eindgebruikers geldt als afzet indien deze plaatsvindt in speciaal daartoe voorziene afzonderlijke ruimten;

18. "nettotoename van het aantal werknemers": een nettotoename van het aantal arbeidsplaatsen in de betrokken onderneming ten opzichte van het gemiddelde over een bepaalde periode, d.w.z. dat het aantal arbeidsplaatsen dat in die periode verdwijnt, hierop in mindering moet worden gebracht en dat het aantal werknemers dat gedurende een jaar voltijds, deeltijds of als seizoenarbeiders in dienst is, in fracties van hun jaaraarbeidseenheden (JAE's) wordt uitgedrukt;

NL 52 NL

Page 53: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

19. "verwerking van landbouwproducten": een bewerking van een landbouwproduct die een product oplevert dat nog steeds een landbouwproduct is, met uitzondering van activiteiten op landbouwbedrijven die nodig zijn om een plantaardig of dierlijk product voor de eerste verkoop voor te bereiden;

20. "terugbetaalbaar voorschot": een lening voor een project die in één of meer tranches wordt betaald en waarbij de voorwaarden voor terugbetaling afhangen van de uitkomst van het project;

21. "uiterst kwetsbare werknemer": een persoon die:

(a) gedurende ten minste 24 maanden geen reguliere betaalde betrekking heeft gehad;

(b) gedurende ten minste 12 maanden geen reguliere betaalde betrekking heeft gehad en behoort tot één van de categorieën b) tot en met g) vermeld onder de definitie van "kwetsbare werknemer";

22. "sociale werkvoorziening": werkgelegenheid in een onderneming waarvan het personeelsbestand voor ten minste 50% uit gehandicapte werknemers bestaat;

23. "kleine en middelgrote ondernemingen" of "kmo's": ondernemingen die aan de in Bijlage II vastgestelde criteria voldoen;

24. "aanvang van de werkzaamheden": hetzij de aanvang van de bouwwerkzaamheden met betrekking tot de investering, hetzij de eerste, juridisch bindende toezegging om uitrusting te bestellen, hetzij een andere toezegging die de investering onomkeerbaar maakt, afhankelijk van wat als eerste plaatsvindt, onder uitsluiting van voorbereidende werkzaamheden;

25. "materiële activa": activa met betrekking tot gronden, gebouwen en installaties, machines en uitrusting;

26. "transparante steun": steun waarvan het bruto-subsidie-equivalent vooraf precies kan worden berekend zonder dat een risicoanalyse behoeft te worden uitgevoerd;

27. "onderneming in moeilijkheden": een onderneming die aan elk van de volgende voorwaarden voldoet:

[precieze, "harde criteria" zoals die thans zijn geformuleerd in punt 10 van de communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden of in de nieuwe richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun];

28. "loonkosten": het totale bedrag dat daadwerkelijk door de begunstigde van de steun ten aanzien van de desbetreffende werkgelegenheid moet worden betaald, en dat omvat:

(a) het brutoloon, vóór belasting,

(b) de verplichte bijdragen, zoals socialezekerheidsbijdragen over een bepaalde periode, en

(c) de kosten voor kinder- en ouderenzorg;

NL 53 NL

Page 54: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

DEFINITIES VOOR REGIONALE STEUN

29. "voor exploitatiesteun in aanmerking komende gebieden": ultraperifere gebieden in de zin van artikel 349 van het Verdrag of dunbevolkte gebieden zoals die zijn afgebakend op de goedgekeurde regionale-steunkaart voor de betrokken lidstaat voor de periode 2014-2020;

30. "basisbreedband": netwerken die Asymmetric Digital Subscriber Lines (ADSL) (tot ADSL2+-netwerken), niet-verbeterde kabelnetwerken (zoals DOCSIS 2.0), mobiele netwerken van de derde generatie (UMTS) of satellietsystemen zijn;

31. "NGA-netwerken": op glasvezelkabels gebaseerde toegangsnetwerken (FFTx); geavanceerde, geüpgradede kabelnetten, en bepaalde geavanceerde draadloze toegangsnetwerken die een betrouwbare hoge snelheid per abonnee kunnen bieden;

32. "backhaulbreedbandnetwerken": de tussenschakel tussen het backbonenetwerk en het aansluitnetwerk die data van en naar het wereldwijde netwerk brengt;

33. "initiële investering":

– een investering in materiële en immateriële activa die verband houdt met de oprichting van een nieuwe vestiging, de uitbreiding van een bestaande vestiging, de diversificatie van de productie van een vestiging naar producten die voordien niet in de vestiging werden vervaardigd, of een fundamentele wijziging van het volledige productieproces van een bestaande vestiging, of

– de overname van activa die behoren tot een vestiging die is gesloten of zou zijn gesloten indien zij niet was overgenomen en die wordt verworven door een investeerder zonder banden met de verkoper, met uitsluiting van de enkele verwerving van de aandelen van een onderneming;

34. "initiële investering ten behoeve van nieuwe activiteiten":

– investering in materiële en immateriële activa die verband houdt met de oprichting van een nieuwe vestiging, op voorwaarde dat de in de nieuwe vestiging uitgeoefende activiteit niet dezelfde is als of vergelijkbaar is met de activiteit uitgeoefend in een bestaande vestiging in dezelfde NUTS 3-regio die eigendom is van dezelfde onderneming of groep van ondernemingen, of de diversificatie van de activiteit van een vestiging, op voorwaarde dat de nieuwe activiteit niet dezelfde is als of vergelijkbaar is met de activiteit die voordien in die vestiging werd uitgeoefend;

– de overname van activa die behoren tot een vestiging die is gesloten of zou zijn gesloten indien zij niet was overgenomen en die wordt verworven door een investeerder zonder banden met de verkoper, op voorwaarde dat de nieuwe activiteit niet dezelfde is als of vergelijkbaar is met de activiteit welke in die vestiging werd uitgeoefend vóór de overname ervan;

35. "dezelfde of vergelijkbare activiteit": activiteiten die behoren tot dezelfde klasse (viercijferige code) van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 21;

1 Zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1). Gewijzigd bij Verordening (EG)

NL 54 NL

Page 55: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

36. "immateriële activa": activa verworven via technologieoverdracht, zoals octrooirechten, licenties, knowhow of niet-geoctrooieerde technische kennis. In het geval van regionale initiële investeringssteun gaat het om afschrijfbare activa, die uitsluitend in de steun ontvangende vestiging worden gebruikt, die worden gekocht van partijen waarmee op arm's length geen juridische, economische of financiële banden bestaan, en die deel zullen uitmaken van de activa van de onderneming, en gedurende ten minste vijf jaar of, in het geval van kmo's, drie jaar verbonden blijven met het project waarvoor de steun wordt verleend;

37. "investeringssteun": regionale steun die wordt verleend ten behoeve van een initiële investering of een initiële investering in nieuwe activiteiten;

38. "vervoerstraject": het verplaatsen van goederen van het punt van vertrek tot het punt van bestemming, daaronder begrepen deeltrajecten of deelfasen binnen of buiten de betrokken lidstaat, gebruikmakend van een of meer vervoermiddelen;

39. "groot investeringsproject": een initiële investering waarbij de in aanmerking komende uitgaven meer dan 50 miljoen EUR bedragen, berekend in prijzen en wisselkoersen die gelden op het tijdstip dat de steun wordt toegekend. Een groot investeringsproject wordt geacht één investeringsproject te zijn in het geval van een initiële investering die wordt opgestart door dezelfde begunstigde (op groepsniveau) in een periode van drie jaar vanaf de aanvang van de werkzaamheden aan een andere gesteunde investering in dezelfde NUTS 3-regio;

40. "vervoermiddelen": spoorvervoer, vrachtvervoer over de weg, vervoer over de binnenwateren, zeevervoer, luchtvervoer, multimodaal vervoer;

41. "punt van bestemming": de plaats waar de goederen worden uitgeladen;

42. "punt van vertrek": de plaats waar de goederen worden geladen voor vervoer;

43. "regionale exploitatiesteun": steun om de lopende uitgaven van een onderneming die geen verband houden met een initiële investering, te verminderen. Daarbij gaat het om kostencategorieën zoals personeelskosten, kosten voor materialen, uitbestede diensten, communicatie, energie, onderhoud, huur en administratie, doch zonder afschrijvingslasten en financieringskosten indien deze bij de toekenning van de investeringssteun zijn opgenomen in de in aanmerking komende kosten. Deze steun kan zijn gebaseerd op daadwerkelijke kosten, maar kan worden uitgekeerd in de vorm van periodieke tranches om de verwachte kosten te dekken (periodieke uitkeringen van vaste bedragen);

44. "op specifieke economische sectoren gerichte regeling": een regeling die slechts één activiteit of een beperkt aantal activiteiten in de be- en verwerkende industrie of de dienstensector betreft;

45. "ijzer- en staalindustrie": alle activiteiten met betrekking tot de productie van een of meer van de volgende producten:

(a) ruwijzer en ferrolegeringen:

ruwijzer voor vervaardiging van staal, gieterij-ijzer en andere ruwijzersoorten, spiegelijzer en ferromangaan carburé, niet inbegrepen de andere ferrolegeringen;

nr. 973/2007 van de Commissie van 20 augustus 2007 tot wijziging van enkele Verordeningen (EG) betreffende specifieke statistische gebieden waarop de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 ten uitvoer wordt gelegd (PB L 216 van 21.8.2007, blz. 10).

NL 55 NL

Page 56: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

(b) ruwe producten en halffabricaten van ijzer, van gewoon staal of van speciaal staal:

vloeibaar staal al dan niet gegoten tot blokken, waaronder smeedblokken; halffabricaten: bloemen, knuppels, plakken, plaatstrippen, warmgewalst breedband op rollen, behalve de productie van gegoten staal voor staalgietwerk, zoals die van kleine en middelgrote zelfstandige gieterijen;

(c) warmgewalste walserijproducten van ijzer, van gewoon staal of van speciaal staal:

rails, dwarsliggers, onderlegplaten, klemplaten, balken, zware profielen en staven van 80 mm en meer, damwandstaal, staven en profielen van minder dan 80 mm en plaatstaal van minder dan 150 mm breedte, walsdraad, rond en vierkant staafmateriaal voor buizen, warmgewalst bandstaal en warmgewalste strippen (met inbegrip van buizenstrip), platen met een dikte van 3 mm en meer, universaalstaal van 150 mm en meer, met uitzondering van draadproducten, blanke staven en ijzergietwerk;

(d) koudgewalste eindproducten:

blik, verlode plaat, zwarte plaat, gegalvaniseerde platen, andere platen met bekleed oppervlak, koudgewalste plaat, op rollen en in platen, dynamo- en transformatorplaat, band bestemd voor het maken van blik;

(e) buizen:

stalen buizen (naadloos of gelast) met een diameter van meer dan 406,4 mm, van ijzer of staal;

46. "synthetischevezelindustrie":

(a) de extrusie/texturizering van alle algemene soorten vezels en garens op basis van polyester, polyamide, acryl of polypropeen, ongeacht het eindgebruik ervan, of

(b) polymerisatie (daaronder begrepen polycondensatie), wanneer deze wordt geïntegreerd met extrusie wat de gebruikte machines betreft, of

(c) elk nevenprocedé dat verband houdt met de gelijktijdige installatie van extrusie-/texturizeringscapaciteit door de potentiële begunstigde onderneming of door een andere onderneming van het concern waartoe deze behoort, en die in de betrokken specifieke bedrijfsactiviteit normaal gesproken van dit soort capaciteit, wat de gebruikte machines betreft, deel uitmaakt;

47. "materiële activa": activa in de vorm van gronden, gebouwen en installaties, machines en uitrusting. Voor regionale steun in de vervoerssector worden roerende activa echter niet als in aanmerking komende kosten beschouwd;

48. "toeristische activiteiten": de volgende activiteiten in de zin van NACE Rev. 2:

(a) NACE 55: Verschaffen van accommodatie

(b) NACE 56: Eet- en drinkgelegenheden;

(c) NACE 79: Reisbureaus, reisorganisatoren, reserveringsbureaus en aanverwante activiteiten;

(d) NACE 90: Creatieve activiteiten, kunst en amusement;

NL 56 NL

Page 57: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

(e) NACE 91: Bibliotheken, archieven, musea en overige culturele activiteiten;

(f) NACE 93: Sport, ontspanning en recreatie;

49. "vervoerskosten": de kosten van het vervoer voor rekening van derden die door de begunstigden daadwerkelijk per vervoerstraject worden betaald, omvattende:

(a) vrachttarieven, handlingkosten en kosten voor tijdelijke opslag, voor zover deze kosten met het vervoerstraject verband houden;

(b) kosten voor het verzekeren van de lading;

(c) belastingen, rechten of heffingen berekend op de vracht en, in voorkomend geval, het draagvermogen, zowel op het punt van vertrek als het punt van bestemming;

(d) kosten voor veiligheids- en beveiligingscontrole, toeslagen voor gestegen brandstofkosten;

50. "vervoer": vervoer voor rekening van derden van passagiers en/of goederen over land (weg, spoor, binnenwateren), in de lucht en over zee, maar met uitsluiting van vervoersinfrastructuur, met name luchthavens en havens;

51. "soorten goederen": goederen volgens de indeling van Verordening (EG) nr. 1304/2007 van de Commissie van 7 november 2007 tot wijziging van Richtlijn 95/64/EG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1172/98 van de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 91/2003 en (EG) nr. 1365/2006 van het Europees Parlement en de Raad in verband met de vaststelling van NST 2007 als enige nomenclatuur voor vervoerde goederen in bepaalde vervoerswijzen2;

52. "luchthaveninfrastuctuur": luchthavengebouwen, start- en landingsbanen, terminals, platforms, controletorens en faciliteiten voor de directe ondersteuning daarvan;

DEFINITIES VOOR KMO-STEUN

53. "schuldinstrument": een overeenkomst die de kredietgever verplicht een overeengekomen geldbedrag voor een overeengekomen termijn ter beschikking te stellen aan de kredietnemer en waarbij de kredietnemer verplicht is dat bedrag binnen de overeengekomen termijn terug te betalen. Schuldinstrumenten kunnen de vorm aannemen van leningen en andere financieringsinstrumenten die de leninggever/investeerder een grotendeels vaste minimumvergoeding bieden en waarvoor ten minste ten dele zekerheden zijn gesteld;

54. "met het beheer belaste entiteit": een financiële instelling zoals de Europese Investeringsbank en het Europees Investeringsfonds, een publiekrechtelijk lichaam en een privaatrechtelijk lichaam met een publieke taak, die door de lidstaat met het beheer van een financieel instrument is belast;

55. "investering in de vorm van eigen vermogen": het verschaffen aan een onderneming van kapitaal, dat direct of indirect wordt geïnvesteerd in ruil voor volledig of gedeeltelijk eigenaarschap van die onderneming en waarbij de investeerder een bepaalde zeggenschap over de bedrijfsvoering van de onderneming kan verwerven en kan delen in de winst van de onderneming;

2 PB L 290 van 8.11.2007, blz. 14.

NL 57 NL

Page 58: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

56. "exitstrategie": strategie voor de liquidatie van deelnemingen door een investeringsvehikel of een andere investeerder, volgens een plan om een maximaal rendement te behalen, zoals trade sale, afschrijvingen, terugbetaling van preferente aandelen/leningen, verkoop aan een ander investeringsvehikel of een andere investeerder, verkoop aan een financiële instelling en verkoop via een openbare aanbieding (daaronder begrepen een eerste openbare aanbieding);

57. "financiële intermediair": een financiële intermediair, ongeacht de vorm en eigendomsstructuur ervan, daaronder begrepen entiteiten die door de lidstaten worden belast met de tenuitvoerlegging van de risicofinancieringsmaatregel, dakfondsen, private-equity-investeringsfondsen en overheidsinvesteringsfondsen;

58. "eerste commerciële verkoop": de eerste verkoop door een onderneming op een product- of dienstenmarkt, met uitsluiting van beperkte verkopen om de markt te testen;

59. "vervolginvestering": verdere investering in een onderneming na één of meerdere voorafgaande investeringsrondes;

60. "garantie": een schriftelijke aansprakelijkheidsverklaring voor het geheel of een deel van nieuw quasi-eigen vermogen verschaft door of nieuwe risicofinancieringskrediettransacties aangegaan met een derde;

61. "garantiepercentage": dekkingspercentage van de verliezen op elke individuele transactie uit de gegarandeerde portefeuille;

62. "onafhankelijke particuliere investeerder": een particuliere investeerder die onafhankelijk is van de kmo waarin hij investeert, daaronder begrepen financiële instellingen, ongeacht hun eigendomsstructuur, voor zover zij het volledige risico van hun investering dragen;

63. "investering": één of meer investeringsrondes in een onderneming;

64. "natuurlijk persoon" (voor de toepassing van de artikelen 17 en 19): een persoon niet zijnde een onderneming voor de toepassing van artikel 107, lid 1, van het Verdrag;

65. "risicofinancieringskrediet": kredieten door een financiële intermediair verstrekt aan in aanmerking komende kmo's mits die intermediair in de financiering van dit soort kredieten bijdraagt uit zijn eigen middelen volgens de in artikel 19, lid 10, vermelde percentages en hij aan de hand van zijn jaarrekeningen voor de voorbije drie jaar kan aantonen dat de in het kader van de risicofinanciering gesteunde kredietportefeuille een aanzienlijk aantal kmo's bevat dat, in het licht van zijn eigen interne ratingcriteria, zonder de maatregel geen financiering zou hebben gekregen;

66. "scoutingkosten": kosten met betrekking tot het scouten van kmo's vóór hun eerste commerciële verkoop of van kmo's die sinds minder dan vijf jaar na hun eerste commerciële verkoop op een markt actief zijn geweest, wanneer die kosten niet resulteren in een investering. In de scoutingkosten mogen de juridische en administratieve kosten van het investeringsfonds of zijn beheerders niet zijn begrepen;

67. "totale financiering": één of meer financieringsrondes in een in aanmerking komende kmo, daaronder begrepen vervolginvesteringen in de zin van artikel 19, lid 5, van deze verordening;

NL 58 NL

Page 59: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

68. "investeringen in de vorm van quasi-eigen vermogen": een categorie financiering tussen eigen vermogen en vreemd vermogen in, met een hoger risico dan senior schulden en een lager risico dan gewoon aandelenkapitaal, en waarvan het rendement voor de houder ervan overwegend is gebaseerd op de winst of het verlies van de onderliggende doelonderneming en die bij wanbetaling niet gedekt is. Investeringen in de vorm van quasi-eigen vermogen kunnen zijn gestructureerd als schulden, die niet gegarandeerd en achtergesteld zijn en in sommige gevallen converteerbaar zijn in eigen vermogen, dan wel als preferente aandelen;

69. "vervangingskapitaal": de aankoop van bestaande aandelen in een onderneming van een vroegere investeerder of aandeelhouder;

70. "niet-beursgenoteerde kmo": een kmo die niet is toegelaten tot de officiële notering van een effectenbeurs. Voor de toepassing van deze verordening wordt een kmo die op een in kmo's gespecialiseerd alternatief handelsplatform is genoteerd, als niet-beursgenoteerd beschouwd;

71. "organisatorische samenwerking": de ontwikkeling van gezamenlijke bedrijfs- of managementstrategieën, het aanbieden van gemeenschappelijke diensten of diensten die samenwerking moeten bevorderen, gecoördineerde activiteiten zoals onderzoek of marketing, de ondersteuning van netwerken en clusters, het verbeteren van toegankelijkheid en communicatie, het gebruik van gedeelde instrumenten om het ondernemerschap en de handel met kmo's te bevorderen;

72. "adviesdiensten voor samenwerking": consulting, bijstand en opleiding ten behoeve van de uitwisseling van kennis en ervaring en ter verbetering van de samenwerking;

73. "ondersteuningsdiensten voor samenwerking": het verschaffen van kantoorruimte, websites, databanken, bibliotheken, marktonderzoek, handboeken, werk- en modeldocumenten;

74. "alternatief handelsplatform": een effectenbeurs of investeringsvehikel gespecialiseerd in het verhandelen van aandelen van kmo's, door het faciliteren van de matching van investeerders en doel-kmo's;

DEFINITIES VOOR STEUN VOOR ONDERZOEK, ONTWIKKELING EN INNOVATIE

75. "arm's length": de voorwaarden van de transactie tussen de contractpartijen wijken niet af van die welke zouden worden overeengekomen tussen onafhankelijke ondernemingen en behelzen geen enkele vorm van heimelijke verstandhouding. Wanneer een open, transparante en onvoorwaardelijke biedprocedure voor de transactie wordt opgezet, wordt het arm's length-beginsel geacht hiermee in acht te zijn genomen;

76. "daadwerkelijke samenwerking": samenwerking om kennis en/of technologie uit te wisselen, of om een gemeenschappelijke doelstelling op basis van een taakverdeling te bereiken. De samenwerkende partijen bepalen samen de omvang van het onderzoeksproject en delen het risico en de resultaten van de samenwerking. Uitbesteding zal niet als daadwerkelijke samenwerking worden beschouwd;

77. "experimentele ontwikkeling": het verwerven, combineren, vormgeven en gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technische, zakelijke en andere relevante kennis en vaardigheden die direct gericht is op het ontwikkelen van nieuwe of verbeterde

NL 59 NL

Page 60: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

producten, procedés of diensten. Hieronder kunnen bijvoorbeeld ook activiteiten worden verstaan die gericht zijn op de conceptuele formulering, de planning en documentering van alternatieve producten, procedés of diensten.

Experimentele ontwikkeling kan protyping, demonstraties, pilotontwikkeling, testen en validatie omvatten van nieuwe of verbeterde producten, procedés of diensten in omgevingen die representatief zijn voor het functioneren onder reële omstandigheden, met als hoofddoel verdere technische verbeteringen aan te brengen aan producten, procedés of diensten die niet grotendeels vast staan, maar niet met als hoofddoel de ontwikkeling van markten. Dit kan de ontwikkeling omvatten van een commercieel bruikbaar prototype of pilot die noodzakelijkerwijs het commerciële eindproduct is en die te duur is om te produceren alleen met het oog op het gebruik voor demonstratie- en validatiedoeleinden. In alle overige gevallen dienen protypes en pilots niet voor commercieel gebruik bestemd te zijn.

Onder experimentele ontwikkeling wordt niet verstaan routinematige of periodieke wijziging van bestaande producten, productielijnen, fabricageprocessen, diensten en andere courante activiteiten, zelfs indien deze wijzigingen verbeteringen kunnen inhouden;

78. "fundamenteel onderzoek": experimentele of theoretische activiteiten die voornamelijk worden verricht om nieuwe kennis te verwerven over de fundamentele aspecten van verschijnselen en waarneembare feiten, zonder dat hiermee een rechtstreekse praktische toepassing of gebruik wordt beoogd;

79. "hooggekwalificeerd personeel": personeel met een tertiaire opleiding en ten minste vijf jaar relevante beroepservaring, waarin doctoraatsopleidingen kunnen meetellen;

80. "industrieel onderzoek": planmatig of kritisch onderzoek dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden met het oog op de ontwikkeling van nieuwe producten, procedés of diensten, of om bestaande producten, procedés of diensten aanmerkelijk te verbeteren. Het omvat de creatie van onderdelen voor complexe systemen en kan ook de bouw omvatten van prototypes in een laboratoriumomgeving en/of in een omgeving met gesimuleerde interfaces voor bestaande systemen, maar ook kleinschalige pilotlijnen voor het testen en valideren van de performantie van de productiemethode, wanneer dat nodig is voor het industriële onderzoek en met name voor de validering van generieke technologie, voor zover die prototypes en pilotlijnen niet commercieel kunnen worden gebruikt;

81. "innovatieadviesdiensten": consulting, bijstand en opleiding op het gebied van kennisoverdracht, de verwerving, bescherming en het verhandelen van intellectuele-eigendomsrechten, licentieringsovereenkomsten en het gebruik van normen;

82. "innovatieondersteuningsdiensten:" het verschaffen van kantoorruimte, databanken, bibliotheken, marktonderzoek, laboratoriumgebruik, diensten in verband met kwaliteitslabels, testen en certificeren;

83. "innovatieve onderneming": een onderneming:

i) die aan de hand van een door een externe deskundige uitgevoerde evaluatie kan aantonen dat zij in de voorzienbare toekomst producten, diensten of procedés zal ontwikkelen die in technologisch opzicht nieuw zijn of een wezenlijke verbetering inhouden ten opzichte van de stand van de techniek in deze sector, en die een risico op technologische of industriële mislukking inhouden;

NL 60 NL

Page 61: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

ii) waarvan de kosten voor onderzoek en ontwikkeling van de begunstigde onderneming ten minste 15% bedragen van haar totale exploitatiekosten in ten minste één van de drie jaren voorafgaande aan de steunverlening of, in het geval van een startende onderneming zonder enige financiële voorgeschiedenis, bij de audit van haar lopende belastingjaar, gecertificeerd door een onafhankelijke accountant;

84. "organisatie-innovatie": de toepassing van een nieuwe organisatiemethode in de bedrijfsvoering, in de organisatie op de werkvloer of in de externe betrekkingen van de onderneming, maar met uitsluiting van veranderingen in de bedrijfsvoering, in de organisatie op de werkvloer of in de externe betrekkingen die sterk gelijken op organisatiemethoden die in de onderneming reeds in gebruik zijn, veranderingen in de managementstrategie, fusies en acquisities, het niet meer gebruiken van een procedé, eenvoudige vervangings- en uitbreidingsinvesteringen, veranderingen die louter het gevolg van prijswijzigingen voor productiefactoren zijn, aanpassingen op maat, gebruikelijke seizoens- en andere cyclische veranderingen, het verhandelen van nieuwe of sterk verbeterde producten;

85. "personeelskosten": onderzoekers, technici en ander ondersteunend personeel voor zover zij zich met het onderzoeksproject bezighouden;

86. "procesinnovatie": de toepassing van een nieuwe of sterk verbeterde productie- of leveringsmethode (daaronder begrepen aanzienlijke veranderingen in technieken, uitrusting en/of software, maar met uitsluiting van geringe veranderingen of verbeteringen, een verhoging van de productie- of dienstverleningscapaciteit door de toevoeging van productie- of logistieke systemen die sterk gelijken op die welke reeds in gebruik zijn, het niet meer gebruiken van een procedé, eenvoudige vervangings- en uitbreidingsinvesteringen, veranderingen die louter het gevolg van prijswijzigingen voor productiefactoren zijn, aanpassingen op maat, gebruikelijke seizoens- en andere cyclische veranderingen, het verhandelen van nieuwe of sterk verbeterde producten);

87. "organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding": een entiteit (zoals universiteiten of onderzoeksinstellingen, agentschappen voor technologieoverdracht, innovatie-intermediairs, entiteiten voor fysieke en/of virtuele onderzoeksgerichte samenwerking), ongeacht haar rechtsvorm (publiek- of privaatrechtelijke organisatie) of financieringswijze, die zich in hoofdzaak bezighoudt met het onafhankelijk verrichten van fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling, en/of met het op niet-discriminerende en niet-exclusieve basis breed verspreiden van de resultaten van die activiteiten door middel van onderwijs, publicaties of kennisoverdracht.

De entiteit mag economische activiteiten uitoefenen zolang deze bijdragen tot haar primaire doelstelling, d.w.z. dat zij niet ten koste gaan van de onafhankelijkheid van de primaire activiteiten van de entiteit, intrinsiek verband houden met de primaire activiteit, slechts een niet-essentieel onderdeel vertegenwoordigen van het voor onafhankelijk onderzoek bestemde budget en op marktvoorwaarden worden uitgevoerd.

Met betrekking tot de financiering van, de kosten van en de inkomsten uit economische activiteiten wordt een gescheiden boekhouding gevoerd.

NL 61 NL

Page 62: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

De ondernemingen die invloed over dit soort entiteit kunnen uitoefenen in hun hoedanigheid van bijvoorbeeld aandeelhouders of leden van de organisatie, genieten geen preferente toegang tot de onderzoekscapaciteit van dit soort entiteit of tot de door haar verkregen onderzoeksresultaten;

88. "onderzoeksinfrastructuur": faciliteiten, middelen en verwante diensten die door de wetenschappelijke gemeenschap worden gebruikt om op hun respectieve vakgebied onderzoek te verrichten; hierbij gaat het om belangrijke wetenschappelijke uitrusting of sets wetenschappelijke instrumenten; kennisgebaseerde hulpbronnen zoals verzamelingen, archieven of gestructureerde wetenschappelijke informatie; op informatie- en communicatietechnologie gebaseerde enabling infrastructuur zoals gridnetwerken, computers, software en communicatie, of iedere andere entiteit met een uniek karakter die onontbeerlijk is om onderzoek te kunnen verrichten. Dit soort infrastructuur kan zich op één enkele locatie bevinden (single-sited) dan wel verspreid zijn (distributed) (een georganiseerd netwerk van hulpbronnen)1;

89. "detachering": de tijdelijke indienstneming van personeel door een begunstigde, waarna het personeel het recht heeft naar zijn vorige werkgever terug te keren;

DEFINITIES VOOR STEUN VOOR MILIEUBESCHERMING

90. "milieubescherming": elke maatregel die is gericht op de preventie of het herstel van aantastingen van de natuurlijke omgeving of de natuurlijke hulpbronnen door de eigen activiteiten van de begunstigde, op het beperken van het risico op dergelijke aantastingen, dan wel op de aanmoediging van een rationeler gebruik van die hulpbronnen, daaronder begrepen energiebesparende maatregelen en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen;

91. "energiebesparingen": een hoeveelheid bespaarde energie die wordt vastgesteld door het verbruik vóór en ná de invoering van één of meer energie-efficiëntieverbeteringsmaatregelen te meten en/of te ramen, gecorrigeerd voor de externe factoren die het energieverbruik beïnvloeden;

92. "energie-infrastuctuur": de categorieën energie-infrastructuurvoorzieningen in de zin van bijlage II bij de ontwerpverordening van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009, (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/20091;

93. "Unienorm":

(a) een verplichte Unienorm waarbij de op milieugebied te bereiken normen per onderneming zijn vastgesteld, of

(b) de verplichting op grond van Richtlijn 2008/1/EG van het Europees Parlement en de Raad2 de beste beschikbare technische middelen (BAT) te gebruiken, zoals uiteengezet in de recentste relevante informatie die de Commissie overeenkomstig artikel 17, lid 2, van die richtlijn heeft bekendgemaakt;

1 Overeenkomstig artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 723/2009 van de Raad van 25 juni 2009 betreffende een communautair rechtskader voor een Consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur (ERIC) (PB L 206 van 8.8.2009, blz. 1).

1 http://register.consilium.europa.eu/pdf/nl/12/pe00/pe00075.nl12.pdf 2 PB L 24 van 29.1.2008, blz. 8.

NL 62 NL

Page 63: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

94. "verontreinigde locatie": een locatie waarvan met zekerheid is vastgesteld dat er ten gevolge van menselijk toedoen gevaarlijke stoffen zijn aangetroffen in zodanige concentraties dat zij een ernstig risico voor de volksgezondheid of het milieu vormen, rekening houdende met het huidige en het goedgekeurde toekomstige gebruik van de grond (daaronder begrepen bosgrond). Bij de betrokken milieuschade gaat het om de aantasting van de kwaliteit van de bodem en het oppervlakte- of grondwater;

95. "samenwerkingsmechanisme": een mechanisme dat voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 6, 7 of 8 van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen3;

96. "hernieuwbare energiebronnen": de volgende hernieuwbare, niet-fossiele energiebronnen: windenergie, zonne-energie, aerothermische, geothermische, hydrothermische energie en energie uit de oceanen, waterkracht, biomassa, stortgas, rioolwaterzuiveringsgas en biogas;

97. "biobrandstof": vloeibare of gasvormige transportbrandstof die uit biomassa is gewonnen;

98. "duurzame biobrandstoffen": biobrandstoffen die voldoen aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17 van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen4;

99. "energie uit hernieuwbare energiebronnen": energie opgewekt met installaties waarbij uitsluitend van hernieuwbare energiebronnen wordt gebruikgemaakt, alsmede het aandeel in calorische waarde van de met hernieuwbare energiebronnen in hybride installaties opgewekte energie die ook met conventionele energiebronnen werken. Hieronder valt ook voor accumulatiesystemen gebruikte hernieuwbare elektriciteit, maar niet elektriciteit die van dergelijke systemen afkomstig is;

100. "warmtekrachtkoppeling": gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische en/of mechanische energie;

101. "milieubelasting": een belasting waarvan de bijzondere belastinggrondslag een duidelijk negatief milieueffect heeft of die bepaalde activiteiten, goederen of diensten wil belasten, zodat de milieukosten in de prijs ervan kunnen worden opgenomen en/of de producenten en verbruikers kunnen worden toegeleid naar activiteiten die voor het milieu minder schadelijk zijn;

102. "feed-in-premie": een premie betaald bovenop de marktprijs waarmee producenten van hernieuwbare energie aan marktprijzen worden blootgesteld;

103. "Unieminimumbelastingniveau": het in de Uniewetgeving vastgestelde minimumbelastingniveau. Voor energieproducten en elektriciteit is het Unieminimumbelastingniveau het in bijlage I bij Richtlijn 2003/96/EG5 vastgestelde minimumbelastingniveau;

104. "materiële activa": investeringen in gronden (daaronder begrepen bosgrond) wanneer deze absoluut noodzakelijk zijn om aan de milieudoelstellingen te voldoen,

3 PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16.4 PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16.5 PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51.

NL 63 NL

Page 64: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

gebouwen, installaties en uitrustingen, met als doel vervuiling en hinder te beperken of te beëindigen, en investeringen om de productiemethoden aan te passen met het oog op de bescherming van het milieu;

105. "het beginsel dat de vervuiler betaalt": het beginsel dat de kosten van het bestrijden van de vervuiling moeten worden gedragen door degenen die de vervuiling hebben veroorzaakt, tenzij de persoon die voor de vervuiling verantwoordelijk is, niet kan worden geïdentificeerd of krachtens Uniewetgeving of nationale wetgeving niet aansprakelijk kan worden gesteld of niet tot de betaling van de saneringskosten kan worden verplicht. In deze context is vervuiling de schade die de vervuiler veroorzaakt door het milieu direct of indirect schade toe te brengen of door de voorwaarden te scheppen die deze schade veroorzaken6, aan de natuurlijke omgeving of de natuurlijke hulpbronnen;

106. "standaardbalanceringstaken": de balanceringstaken die in de regel in een lidstaat gelden voor elektriciteitsproducenten, daaronder begrepen producenten van conventionele elektriciteit.

6 Aanbeveling van de Raad van 3 maart 1975 betreffende de toekenning der kosten en het optreden van de overheid op milieugebied, PB L 194 van 25.7.1975, blz. 1.

NL 64 NL

Page 65: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

BIJLAGE II Kmo-definitie

Artikel 1Onderneming

Als onderneming wordt beschouwd iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm, die een economische activiteit uitoefent. Met name worden als zodanig beschouwd eenheden die individueel of in familieverband ambachtelijke of andere activiteiten uitoefenen, personenvennootschappen en verenigingen die regelmatig een economische activiteit uitoefenen.

Artikel 2Aantal werkzame personen en financiële drempels ter bepaling van de categorieën

ondernemingen

1. Tot de categorie kleine, middelgrote en micro-ondernemingen ("kmo's") behoren ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen EUR en/of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen EUR niet overschrijdt.

2. Binnen de categorie kmo's is een "kleine onderneming" een onderneming waar minder dan 50 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 10 miljoen EUR niet overschrijdt.

3. Binnen de categorie kmo's is een "micro-onderneming" een onderneming waar minder dan 10 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 2 miljoen EUR niet overschrijdt.

Artikel 3Soorten ondernemingen welke voor de berekening van het aantal werkzame personen en

van de financiële bedragen in aanmerking worden genomen

1. Een "zelfstandige onderneming" is elke onderneming die niet als partneronderneming in de zin van lid 2 of als verbonden onderneming in de zin van lid 3 wordt aangemerkt.

2. "Partnerondernemingen" zijn alle ondernemingen die niet als verbonden ondernemingen in de zin van lid 3 worden aangemerkt en waartussen de volgende band bestaat: een onderneming (van een hoger niveau) heeft, alleen of samen met één of meer in de zin van lid 3 verbonden ondernemingen, 25% of meer van het kapitaal of de stemrechten van een andere onderneming (van een lager niveau).

Ook al wordt deze drempel van 25% bereikt of overschreden, toch kan een onderneming als zelfstandige onderneming of als onderneming zonder partnerondernemingen worden aangemerkt, indien het om de volgende categorieën investeerders gaat en mits dezen individueel noch gezamenlijk met de betrokken onderneming verbonden zijn in de zin van lid 3:

(a) openbare participatiemaatschappijen, risicokapitaalmaatschappijen, natuurlijke personen of groepen natuurlijke personen die geregeld risicokapitaal beleggen en eigen vermogen in niet-beursgenoteerde ondernemingen investeren

NL 65 NL

Page 66: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

(business angels), mits de totale investering van deze business angels in een zelfde onderneming 1 250 000 EUR niet overschrijdt;

(b) universiteiten of onderzoekscentra zonder winstoogmerk;

(c) institutionele beleggers, daaronder begrepen regionale ontwikkelingsfondsen;

(d) autonome lokale autoriteiten die een jaarlijkse begroting hebben van minder dan 10 miljoen EUR en minder dan 5 000 inwoners tellen.

3. "Verbonden ondernemingen" zijn ondernemingen die met elkaar een van de volgende banden onderhouden:

(a) een onderneming heeft de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van een andere onderneming;

(b) een onderneming heeft het recht de meerderheid van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van een andere onderneming te benoemen of te ontslaan;

(c) een onderneming heeft het recht een overheersende invloed op een andere onderneming uit te oefenen op grond van een met deze onderneming gesloten overeenkomst of een bepaling in de statuten van laatstgenoemde onderneming;

(d) een onderneming die aandeelhouder of vennoot is van een andere onderneming, heeft op grond van een met andere aandeelhouders of vennoten van die andere onderneming gesloten overeenkomst als enige zeggenschap over de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van laatstgenoemde onderneming.

Er wordt verondersteld dat geen overheersende invloed wordt uitgeoefend, indien de in lid 2, tweede alinea, genoemde investeerders zich niet direct of indirect met het beheer van de betrokken onderneming bemoeien, onverminderd de rechten die zij als aandeelhouders of vennoten bezitten.

Ondernemingen worden eveneens als verbonden ondernemingen beschouwd indien ze via één of meerdere andere ondernemingen of via in de tweede alinea bedoelde investeerders, één van de in de eerste alinea bedoelde banden onderhouden.

Ondernemingen die via een natuurlijke persoon of een in gemeenschappelijk overleg handelende groep van natuurlijke personen een van deze banden onderhouden, worden eveneens als verbonden ondernemingen beschouwd indien zij hun activiteiten of een deel van hun activiteiten op dezelfde markt of op verwante markten uitoefenen.

Als "verwante markt" wordt beschouwd de producten- of dienstenmarkt die zich direct upstream of downstream de relevante markt bevindt.

4. Behoudens de in lid 2, tweede alinea, bedoelde gevallen kan een onderneming niet als kmo worden aangemerkt indien één of meer overheidsinstanties of openbare lichamen gezamenlijk direct of indirect zeggenschap heeft of hebben over 25% of meer van het kapitaal of de stemrechten.

5. Ondernemingen kunnen een verklaring opstellen over hun hoedanigheid van zelfstandige onderneming, partneronderneming of verbonden onderneming en de gegevens met betrekking tot de in artikel 2 vermelde drempels. Ook wanneer het wegens de spreiding van het kapitaal onmogelijk is precies te weten wie het in

NL 66 NL

Page 67: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

handen heeft, kan deze verklaring toch worden opgesteld mits de onderneming te goeder trouw verklaart dat zij terecht mag aannemen niet voor 25% of meer in handen te zijn van één onderneming of van verscheidene verbonden ondernemingen gezamenlijk of via natuurlijke personen afzonderlijk of in een groep. Dergelijke verklaringen doen geen afbreuk aan de controles of verificaties waarin de nationale regelgeving of Unieregelgeving voorziet.

Artikel 4Gegevens voor de berekening van het aantal werkzame personen en van de financiële

bedragen en referentieperiode

1. De gegevens voor de berekening van het aantal werkzame personen en van de financiële bedragen hebben betrekking op het laatste afgesloten boekjaar en worden jaarlijks berekend. Zij worden vanaf de datum van afsluiting van de rekeningen in aanmerking genomen. Het bedrag van de omzet wordt berekend exclusief belasting over de toegevoegde waarde (btw) en andere indirecte rechten of heffingen.

2. Wanneer een onderneming op de datum van afsluiting van de rekeningen vaststelt dat de op jaarbasis berekende gegevens boven of onder de in artikel 2 aangegeven drempels voor het aantal werkzame personen of de financiële maxima liggen, verkrijgt of verliest zij de hoedanigheid van middelgrote, kleine of micro-onderneming slechts wanneer deze situatie zich in twee opeenvolgende boekjaren voordoet.

3. In het geval van nieuw opgerichte ondernemingen waarvan de eerste jaarrekening nog niet is afgesloten, worden de in aanmerking te nemen gegevens bepaald door middel van een in de loop van het boekjaar te goeder trouw gemaakte schatting.

Artikel 5Aantal werkzame personen

Het aantal werkzame personen komt overeen met het aantal arbeidsjaareenheden (AJE), d.w.z. het aantal personen dat het gehele desbetreffende jaar voltijds in de betrokken onderneming of voor rekening van deze onderneming heeft gewerkt. Het werk van personen die niet het gehele jaar hebben gewerkt, deeltijdwerk ongeacht de duur ervan en seizoenarbeid worden in breuken van AJE's uitgedrukt. Het aantal werkzame personen bestaat uit:

(a) de loontrekkenden;

(b) de personen die voor deze onderneming werken, er een ondergeschikte verhouding mee hebben en voor het nationale recht met loontrekkenden gelijkgesteld zijn;

(c) de eigenaren-bedrijfsleiders;

(d) de vennoten die geregeld een activiteit in de onderneming uitoefenen en van de onderneming financiële voordelen genieten.

Leerlingen en studenten die een beroepsopleiding volgen en een leer- of beroepsopleidingsovereenkomst hebben, worden niet meegeteld in het aantal werkzame personen. De duur van zwangerschaps- en ouderschapsverlof wordt niet meegerekend.

NL 67 NL

Page 68: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

Artikel 6Vaststelling van de gegevens van de onderneming

1. In het geval van een zelfstandige onderneming worden de gegevens, daaronder begrepen het aantal werkzame personen, uitsluitend op grond van de rekeningen van die onderneming vastgesteld.

2. De gegevens, daaronder begrepen het aantal werkzame personen, van een onderneming die partnerondernemingen of verbonden ondernemingen heeft, worden vastgesteld op grond van de rekeningen en andere gegevens van de onderneming of, zo van toepassing, van de geconsolideerde rekeningen van de onderneming of van de geconsolideerde rekeningen waarin de onderneming door consolidatie is opgenomen. De in de eerste alinea bedoelde gegevens worden samengeteld met de gegevens van de eventuele partnerondernemingen van de betrokken onderneming, die zich meteen boven of onder het niveau van die onderneming bevinden. De samentelling geschiedt in evenredigheid met het aandeel in het kapitaal of de stemrechten (het hoogste van de beide percentages). Bij kruisparticipatie geldt het hoogste van deze percentages. De in de eerste en tweede alinea bedoelde gegevens worden samengeteld met alle, nog niet door consolidatie in de rekeningen opgenomen gegevens (100%) van de eventuele, direct of indirect met de betrokken onderneming verbonden ondernemingen.

3. Voor de toepassing van lid 2 resulteren de gegevens van de partnerondernemingen van de betrokken onderneming uit de, indien van toepassing, geconsolideerde rekeningen en andere gegevens. Deze worden samengeteld met alle gegevens (100%) van de met deze partnerondernemingen verbonden ondernemingen, tenzij hun gegevens reeds door consolidatie daarin zijn opgenomen. Voor de toepassing van het genoemde lid 2 resulteren de gegevens van de met de betrokken onderneming verbonden ondernemingen uit hun, indien van toepassing, geconsolideerde rekeningen en andere gegevens. Deze worden evenredig samengeteld met de gegevens van de eventuele partnerondernemingen van deze verbonden ondernemingen, die zich meteen boven of onder het niveau van laatstgenoemde ondernemingen bevinden, mits deze gegevens in de geconsolideerde rekeningen nog niet zijn opgenomen in een verhouding die ten minste gelijk is aan het in de tweede alinea van lid 2 vastgestelde percentage.

4. Indien het aantal werkzame personen van een bepaalde onderneming niet uit de geconsolideerde rekeningen blijkt, wordt het berekend door de gegevens van haar partnerondernemingen evenredig samen te tellen en daaraan de gegevens toe te voegen van de ondernemingen waarmee zij is verbonden.

NL 68 NL

Page 69: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

BIJLAGE III Gegevens betreffende op de voorwaarden van deze verordening vrijgestelde staatssteun

DEEL I

overeenkomstig artikel 10 te verschaffen via de geëigende IT-toepassing van de Commissie

Referentie steunmaatregel

(wordt door de Commissie ingevuld)

LidstaatReferentie lidstaatRegio Naam van de regio

(NUTS)7Soort regionale-steungebied8

Steunverlenende autoriteit

NaamPostadres

WebadresBenaming steunmaatregelNationale rechtsgrondslag (Vindplaats desbetreffende nationale officiële publicatie)Weblink naar de volledige tekst van de steunmaatregelSoort maatregel Regeling

Ad-hocsteun Naam begunstigde en groep9 waarvan deze deel uitmaakt

Aanpassing bestaande steunregeling of ad-hocsteun

Referentie steunmaatregel bij de Commissie

Verlenging

Aanpassing

Looptijd10 Regeling dd/mm/jjjj tot dd/mm/jjjjDatum toekenning11 Ad-hocsteun dd/mm/jjjj

7 NUTS = Nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek. Meestal wordt de regio op NUTS 2-niveau vermeld.

8 Steungebied ex artikel 107, lid 3, onder a), VWEU (code "A"); steungebied ex artikel 107, lid 3, onder c), VWEU (code "C"); niet voor regionale steun in aanmerking komend gebied (code "N").

9 Een onderneming is, in de zin van de mededingingsregels van het Verdrag en voor de toepassing van deze verordening, elke entiteit die een economische activiteit uitoefent, ongeacht de rechtsvorm ervan en de wijze waarop zij wordt gefinancierd. Het Hof van Justitie heeft bepaald dat entiteiten die (juridisch of feitelijk) onder de zeggenschap staan van dezelfde entiteit, als één onderneming dienen te worden beschouwd.

10 Periode waarin de steunverlenende autoriteit zich kan verbinden tot het verlenen van de steun. 11 Te bepalen in overeenstemming met overweging 36 bij deze verordening.

NL 69 NL

Page 70: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

Betrokken economische sector(en)

Alle economische sectoren komen voor steun in aanmerkingBeperkt tot specifieke sectoren: Specificeer volgens NACE Rev. 212

Soort begunstigde Kmo'sGrote ondernemingen

Budget Totale geplande jaarbudget in het kader van de regeling13

Nationale valuta: … (hele bedragen)

Totale aan de onderneming verleende ad-hocsteun14

Nationale valuta: … (hele bedragen)

Voor garanties15 Nationale valuta: … (hele bedragen)Steuninstrument (art. 5)

Subsidie/rentesubsidieLening/terugbetaalbaar voorschotGarantie (in voorkomend geval met een verwijzing naar het besluit van de Commissie16)Belastingvoordeel of belastingvrijstellingVerstrekking risicokapitaalAndere (geef aan welke)

Bij cofinanciering uit EU-fonds(en)

Naam EU-fonds(en): Bedrag EU-financiering(per EU-fonds)

Nationale valuta: … (hele bedragen)

12 NACE Rev.2 is de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap. Meestal wordt de sector aangegeven op groepsniveau.

13 Indien het een steunregeling betreft: vermeld het totale geplande jaarbudget in het kader van de regeling of de geraamde belastingderving per jaar voor alle steuninstrumenten uit de regeling.

14 In het geval van verlening van ad-hocsteun: geef het totale steunbedrag/de totale belastingderving.15 Voor garanties: geef het (maximale) bedrag aan gegarandeerde leningen. 16 In voorkomend geval, de referentie van het besluit waarbij de Commissie de methode voor het

berekenen van het bruto-subsidie-equivalent goedkeurt, overeenkomstig artikel 5, lid 2, onder c), van deze verordening.

NL 70 NL

Page 71: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

DEEL II

overeenkomstig artikel 10 te verschaffen via de geëigende IT-toepassing van de Commissie

Geef aan op grond van welke bepaling van de algemene groepsvrijstellingsverordening de steunmaatregel ten uitvoer wordt gelegd

Primaire doelstelling - Algemene doelstellingen (lijst)

Doelstellingen(lijst)

Maximale steunintensi-teit in%of maximale jaarlijkse steunbedrag in nationale valuta (hele bedragen)

KMO-verhogin

genin%

Regionale steun - Investeringssteun0 (art. 15)

Regeling …%Ad-hoc steun (art. 15, lid 1) …%

Regionale steun - Exploitatiesteun (art. 16)

Vervoerskosten goederen in in aanmerking komende gebieden (art. 16, lid 2, onder a))

…%

Bijkomende kosten in ultraperifere gebieden (art. 16, lid 2, onder b))

…%

Kmo-steun - Investeringssteun (art. 17)

…%

Kmo-steun - Toegang kmo's tot financiering

Risicofinancieringssteun (art. 17) … nationale valuta

Starterssteun (art. 20) … nationale valuta

Kmo-steun - Steun voor in kmo's gespecialiseerde alternatieve handelsplatforms (art. 21)

…%; indien steun-maatregel starterssteun is: … nationale valuta

Kmo-steun - Steun voor scoutingkosten (art. 22)

…%

O&O&I-steun (art. 23-26)

Steun O&O-projecten (art. 23)

Fundamenteel onderzoek (art. 23, lid 2, onder a))

…%

Industrieel onderzoek (art. 23, lid 2, onder b)

…%

Experimentele ontwikkeling (art. 23, lid 2, onder c))

…%

0 Vermeld in het geval van ad-hoc regionale steun ter aanvulling van steun in het kader van een steunregeling of van steunregelingen zowel de intensiteit van de steun in het kader van de regeling als de intensiteit van de ad-hocsteun.

NL 71 NL

Page 72: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

Steun voor de oprichting van onderzoeksinfrastructuur (art. 24)

…%

Innovatiesteun voor kmo's (art. 25) …%

O&O-steun in de landbouw- en visserijsector (art. 26)

…%

Opleidingssteun (art. 27) …%

Werkgelegenheidssteun - Steun voor kwetsbare en gehandicapte werknemers (art. 28-29)

Steun in de vorm van loonsubsidies ten behoeve van de indienstneming van kwetsbare werknemers of het in dienst hebben van gehandicapte werknemers (art. 28)

…%

Steun ter compensatie van de bijkomende kosten voor het in dienst hebben van gehandicapte werknemers (art. 29)

…%

Steun voor milieubescherming (art. 30-36)

Investeringssteun om ondernemingen in staat te stellen verder te gaan dan Unienormen inzake milieubescherming of, bij ontstentenis van Unienormen, het niveau van milieubescherming te doen toenemen (art. 30)

…%

Kmo-steun ten behoeve van vroege aanpassing aan toekomstige Unienormen (art. 31)

…%

Milieu-investeringssteun ten behoeve van energiebesparende maatregelen (art. 32)

…%

Milieu-investeringssteun ten behoeve van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling (art. 33)

…%

Milieu-investeringssteun ter stimulering van energie uit hernieuwbare energiebronnen (art. 34)

… nationale valuta

Milieusteun in de vorm van belastingverlagingen (art. 35)

…%

Investeringssteun voor de sanering van verontreinigde terreinen (art. 36)

…%

Investeringssteun voor energie-efficiënte stadsverwarming en -koeling (art. 37)

…%

Steun voor milieustudies (art. 38) …%

NL 72 NL

Page 73: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

Deel IIIFORMULIER VOOR DE BEKENDMAKING VAN GEGEVENS OVER INDIVIDUELE STEUNVERLENING KRACHTENS ARTIKEL 10 EN VOOR DE MEDEDELING VAN DEZE GEGEVENS AAN DE COMMISSIE

KRACHTENS ARTIKEL 12Referentie steunmaatregelLidstaatSteunverlenende autoriteit

NaamWebadres

Naam begunstigde, btw-nummer en groep waarvan deze deel uitmaaktSoort begunstigde Kmo

Grote onderneming

Regio waar begunstigde is gevestigd

Naam van de regio (NUTS)0

Soort regionale-steungebied0

Economische sector(en) waarin begunstigde actief is

NACE Rev. 2 en korte beschrijving

Steunelement, uitgedrukt als hele bedragen in nationale valuta0

Steuninstrument0 Subsidie/rentesubsidieLening/terugbetaalbaar voorschot/terugbetaalbare subsidieGarantie (in voorkomend geval met een verwijzing naar het besluit van de Commissie0)Belastingvoordeel of belastingvrijstelling

RisicofinancieringAndere (geef aan welke)

Datum toekenning dd/mm/jjjj

Doelstelling van de steun

Rechtsgrondslag, daaronder begrepen uitvoeringsbepalingen

0 NUTS = Nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek. Meestal wordt de regio op NUTS 2-niveau vermeld.

0 Steungebied ex artikel 107, lid 3, onder a), VWEU (code "A"); steungebied ex artikel 107, lid 3, onder c), VWEU (code "C"); niet voor regionale steun in aanmerking komend gebied (code "N").

0 Bruto-subsidie-equivalent (BSE) of, voor risicofinancieringsregelingen, het door de overheid geïnvesteerde bedrag.

0 Indien de steun wordt verleend via meerdere steuninstrumenten, wordt het steunbedrag per instrument vermeld.

0 In voorkomend geval, de referentie van het besluit waarbij de Commissie de methode voor het berekenen van het bruto-subsidie-equivalent (BSE) goedkeurt.

NL 73 NL

Page 74: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

en, in voorkomend geval, de regeling in het kader waarvan de steun wordt verleend

NL 74 NL

Page 75: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

BIJLAGE IV Aanvraagformulier stimulerend effect (als bedoeld in artikel 6)

1. Informatie over de begunstigde van de steun:

naam, statutaire zetel, belangrijkste activiteitensector (NACE code);

verklaring dat de onderneming geen onderneming in moeilijkheden is in de zin van deze verordening];

verklaring met de vermelding van de steun (zowel de-minimissteun als staatssteun) die de afgelopen 3 jaar al voor andere projecten is ontvangen;

verklaring met vermelding van de van andere steunverlenende autoriteiten (ontvangen of nog te ontvangen) steun voor hetzelfde project.

2. Informatie over het te steunen project / de steunen activiteit:

beschrijving van het project;

beschrijving van de voor het betrokken gebied verwachte positieve effecten (bijv. aantal geschapen of behouden banen, O&O&I-activiteiten, opleidingsactiviteiten, clustervorming);

desbetreffende rechtsgrondslag (nationaal, Unie, of beide);

geplande aanvangs- en einddatum van het project;

locatie(s) van het project.

3. Informatie over de financiering van het project:

investeringen en andere daarmee verband houdende kosten;

totale in aanmerking komende kosten;

steunbedrag vereist om het project / de activiteit te kunnen uitvoeren;

steunintensiteit.

4. Informatie over de behoefte aan steun en de daarvan verwachte impact:

Korte toelichting bij de behoefte aan steun en de impact ervan op het investeringsbesluit of het vestigingsbesluit. Alternatieve investering of locatie in scenario zonder steunverlening dient te worden vermeld.

NL 75 NL

Page 76: European Commission · Web viewals alleenstaande volwassene de zorg heeft voor één of meer ten laste komende personen, of werkzaam is in een sector of beroep in een lidstaat waar

BIJLAGE V Bepalingen met betrekking tot een aparte staatssteunwebsite in de lidstaat

(1) De lidstaten dienen hun aparte staatssteunwebsite, waarop de in artikel 10, lid 1, onder b), en artikel 10, lid 2, bedoelde gegevens worden bekendgemaakt, zodanig op te zetten dat die gegevens gemakkelijk toegankelijk zijn.

(2) De website dient toegankelijk te zijn via een zoektool of een gebruikersinterface met zoekfunctie. Met die zoekfunctie dienen alle individuele gegevens doorzoekbaar te zijn, en in alle mogelijke combinaties. De resultaten van de zoekopdracht dienen ook downloadbaar te zijn, in ten minste twee verschillende formaten volgens standaardnormen, zodat de gegevens verder kunnen worden verwerkt in een spreadsheet (bijv. XLS, CSV) of via andere middelen waarbij van webtechnieken wordt gebruikgemaakt (bijv. XML, HTML).

(3) Iedere belanghebbende partij dient zonder restricties toegang te kunnen krijgen tot de website. Gebruikers hoeven zich niet vooraf te registreren om toegang tot de website te krijgen.

NL 76 NL