ETS0202 Handelingen (1-12) - Leren Leven · 3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28)....

19
Evangelische Toerusting School ETS0202 Handelingen (1-12) J.M. Zwart Pagina 1 van 19 oktober 2011 (v 1.0) Inhoud 1. Inleiding - Inleidende opmerking - Auteurschap van Lukas - Overzicht Hd (1-12) 2. Kernthema’s - De brug tussen de evangeliën en Handelingen: het koninkrijk van God - De prediking van de apostelen - De Heer Jezus in Handelingen - De Gemeente in Handelingen - De Heilige Geest in Handelingen 3. Toepassing - De praktijk van Geest, Gemeente en Getuigen Bijlage 1: Kenmerken van de (eerste) gemeente Bijlage 2: Invulschema Eerste zendingsreis Paulus Bijlage 3: Invulschema Tweede zendingsreis Paulus Bijlage 4: Invulschema Derde zendingsreis Paulus 1. Inleiding Inleidende opmerking - Het boek Handelingen is essentieel voor iedere gelovige, omdat het een onlosmakelijk geheel vormt met de evangeliën. Het heilsplan van God heeft niet alleen betrekking op het verlossingswerk dat de Heer Jezus heeft volbracht (kruis en opstanding), maar ook op de daarop volgende uitstorting van en vervulling met de Heilige Geest op en in de gelovigen. - Door Zijn dood en opstanding heeft de Heer Jezus het mogelijk gemaakt dat Zijn discipelen de Heilige Geest kunnen ontvangen. De Heilige Geest werkt in het leven van de gelovigen praktisch uit wat de Heer Jezus heeft volbracht. Daardoor kunnen de discipelen van de Heer Jezus leven zoals Hij heeft geleefd en zelfs grotere dingen doen (Jh 14:12). Het begin hiervan zien wij in het boek Handelingen van de apostelen. Daarom wordt dit boek ook wel de Handelingen van de Heilige Geest genoemd. Wij mogen ons ernaar uitstrekken dat dit werk van de Heilige Geest nu nog steeds doorgaat in ons leven! Auteurschap van Lukas 1 - De geschriften van Lukas (Evangelie en Handelingen) zijn van bijzonder grote waarde. Samen vormen zijn geschriften de ruggengraat van het Nieuwe Testament, die gebruikt kan worden als lijn voor bijna alle gebeurtenissen uit het Nieuwe Testament. Deze twee geschriften beschrijven het leven en werk van zowel de Heer Jezus als van Zijn ‘meest productieve’ apostel Paulus. - Zoals eerder gezegd zijn alle evangeliën anoniem, maar voor het auteurschap van Lukas hebben wij in Handelingen een aanknopingspunt. Zowel zijn evangelie als de Handelingen zijn geadresseerd aan ene Theofilus. Aan de hand daarvan kunnen we vaststellen dat het om dezelfde auteur gaat. We weten dat Lukas een metgezel was van de apostel Paulus (Ko 4:14; 2Tm 4:11; Fm 24). Opvallend is dat in Handelingen de verteller op enkele plaatsen overgaat op het wij-perspectief (vanaf Hd 16:10). Daarmee hebben we een concrete aanwijzing voor de identiteit van de auteur. Het moet een metgezel van Paulus zijn geweest en Lukas voldoet goed aan het profiel. 1 Zie aantekeningen ETS0104 Lukas

Transcript of ETS0202 Handelingen (1-12) - Leren Leven · 3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28)....

Page 1: ETS0202 Handelingen (1-12) - Leren Leven · 3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28). -Apostolisch - In het eerste deel worden vooral de handelingen van de apostelen en oudsten

Evangelische Toerusting School ETS0202 Handelingen (1-12)

J.M. Zwart Pagina 1 van 19 oktober 2011 (v 1.0)

Inhoud

1. Inleiding

- Inleidende opmerking

- Auteurschap van Lukas

- Overzicht Hd (1-12)

2. Kernthema’s

- De brug tussen de evangeliën en Handelingen: het koninkrijk van God

- De prediking van de apostelen

- De Heer Jezus in Handelingen

- De Gemeente in Handelingen

- De Heilige Geest in Handelingen

3. Toepassing

- De praktijk van Geest, Gemeente en Getuigen

Bijlage 1: Kenmerken van de (eerste) gemeente

Bijlage 2: Invulschema Eerste zendingsreis Paulus

Bijlage 3: Invulschema Tweede zendingsreis Paulus

Bijlage 4: Invulschema Derde zendingsreis Paulus

1. Inleiding

Inleidende opmerking

- Het boek Handelingen is essentieel voor iedere gelovige, omdat het een onlosmakelijk

geheel vormt met de evangeliën. Het heilsplan van God heeft niet alleen betrekking op het

verlossingswerk dat de Heer Jezus heeft volbracht (kruis en opstanding), maar ook op de

daarop volgende uitstorting van en vervulling met de Heilige Geest op en in de gelovigen.

- Door Zijn dood en opstanding heeft de Heer Jezus het mogelijk gemaakt dat Zijn

discipelen de Heilige Geest kunnen ontvangen. De Heilige Geest werkt in het leven van de

gelovigen praktisch uit wat de Heer Jezus heeft volbracht. Daardoor kunnen de discipelen

van de Heer Jezus leven zoals Hij heeft geleefd en zelfs grotere dingen doen (Jh 14:12).

Het begin hiervan zien wij in het boek Handelingen van de apostelen. Daarom wordt dit

boek ook wel de Handelingen van de Heilige Geest genoemd. Wij mogen ons ernaar

uitstrekken dat dit werk van de Heilige Geest nu nog steeds doorgaat in ons leven!

Auteurschap van Lukas1

- De geschriften van Lukas (Evangelie en Handelingen) zijn van bijzonder grote waarde. Samen vormen zijn

geschriften de ruggengraat van het Nieuwe Testament, die gebruikt kan worden als lijn voor bijna alle

gebeurtenissen uit het Nieuwe Testament. Deze twee geschriften beschrijven het leven en werk van zowel

de Heer Jezus als van Zijn ‘meest productieve’ apostel Paulus.

- Zoals eerder gezegd zijn alle evangeliën anoniem, maar voor het auteurschap van Lukas hebben wij in

Handelingen een aanknopingspunt. Zowel zijn evangelie als de Handelingen zijn geadresseerd aan ene

Theofilus. Aan de hand daarvan kunnen we vaststellen dat het om dezelfde auteur gaat. We weten dat Lukas

een metgezel was van de apostel Paulus (Ko 4:14; 2Tm 4:11; Fm 24). Opvallend is dat in Handelingen de

verteller op enkele plaatsen overgaat op het wij-perspectief (vanaf Hd 16:10). Daarmee hebben we een

concrete aanwijzing voor de identiteit van de auteur. Het moet een metgezel van Paulus zijn geweest en

Lukas voldoet goed aan het profiel.

1 Zie aantekeningen ETS0104 Lukas

Page 2: ETS0202 Handelingen (1-12) - Leren Leven · 3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28). -Apostolisch - In het eerste deel worden vooral de handelingen van de apostelen en oudsten

Evangelische Toerusting School ETS0202 Handelingen (1-12)

J.M. Zwart Pagina 2 van 19 oktober 2011 (v 1.0)

- Lukas was gezien zijn naam Grieks. Hij was arts (Ko 4:14) en dus geschoold. In de inleidende verzen van

zijn evangelie (Lk 1:1-4) verwoordt Lukas de historische doelstelling. Mogelijk was hij gezien zijn beroep

opgeleid in de strenge eisen van de geschiedschrijving. Aan de structuur van zijn evangelie te zien heeft hij

kennis gehad van de grote Griekse geschiedschrijver Thucydides en de Griekse filosoof Aristoteles.2 Ook

benoemt hij gedetailleerd de titels en functies van Romeinse functionarissen. Daarnaast zijn er nog enkele

archeologische aanwijzingen gevonden die de door hem beschreven gebeurtenissen ondersteunen.3 We

kunnen Lukas daarom ook als historicus zien.

- In de inleidingsles is besproken dat de autoriteit van de Nieuw-Testamentische geschriften is gebaseerd is op

het apostolische gezag. Omdat Lukas de medewerker was van de apostel Paulus (Fm 24), kunnen we ook

van zijn evangelie het apostolisch gezag erkennen (vgl. Markus’ apostolische gezag via Petrus). Belangrijk

is om op te merken dat het apostolische gezag van Paulus net zo gezaghebbend was als dat van de twaalf

apostelen (Gl 1:1, 12, 17 vgl. 1Ko 11:23).

Overzicht Handelingen (1-12)

- Net als zijn evangelie heeft Lukas het boek Handelingen gestructureerd opgesteld. De

beschreven gebeurtenissen haken als schakels in elkaar.

- Het boek Handelingen begint met het ontstaan van de gemeente. Hier gaan de hemelvaart,

vervanging van Judas en de uitstorting van de Heilige Geest aan vooraf. In Hd 2:47 wordt

dan voor het eerst het woord gemeente (Grieks ekklesia) gebruikt.4 - HSV: ‘En de Heere voegde dagelijks mensen die zalig werden, aan de gemeente toe.’

- NBG: ‘En de Here voegde dagelijks toe aan de kring, die behouden werden.

- Telos: ‘En de Heer voegde dagelijks bijeen die behouden werden.’

- Dit vers maakt deel uit van de eerste van vier opvallende ‘samenvattingen’ (2:42-47; 4:32-

35; 5:12-16; 6:7) waarin het interne aspect van gemeenschappelijkheid en het externe

aspect van waardering worden benadrukt.5 Toch staan deze gemeenschappelijkheid en

waardering ook onder druk door externe spanning van vervolging en interne spanningen.

- Bijvoorbeeld Hd 2:43 ‘(…) vele wonderen en tekenen gebeurden door de apostelen

(…)’ wordt uitgewerkt in Hd 3 met een beschrijving de genezing van de kreupele man.

Deze gebeurtenis leidt vervolgens weer tot een confrontatie met de Joodse Raad in Hd

4 (externe spanning).

- Bijvoorbeeld Hd 4:32 ‘(…) zij hadden alle dingen gemeenschappelijk’ wordt gevolgd

door twee voorbeelden van interne spanning: één aan de kant van de gevers (Ananias

en Saffira, Hd 5) en één aan de kant van de ontvangers (de achterstelling van de

Griekssprekende weduwen, Hd 6).6 Deze spanning leidt tot de aanstelling van de

‘zeven’. In het daarop volgende gedeelte (hoofdstuk 6-8) worden twee van deze zeven,

namelijk Stefanus en Filippus, gevolgd.

- De gebeurtenissen rondom Stefanus en Filippus sturen het boek Handelingen vervolgens

weer in een nieuwe richting.

- Bij de dood van Stefanus wordt Saulus (Paulus) geïntroduceerd, die zich ontpopt als

een grote vervolger van de gemeente. Daarmee dreef Saulus de gemeente buiten de

grenzen van Jeruzalem naar Judea en Samaria (Hd 8:1).

- Opvallend hoe Saulus door zijn vervolgingen de voorzegging van de Heer Jezus

(Hd 1:8) tot uitvoer brengt. Saulus, als vervolger, zorgde ervoor dat de gemeente

verstrooid raakte in Judea en Samaria en Paulus, als apostel, trok vervolgens nog

2 Volgens Lukas, Gooding (p 17-18, 20) 3 De betrouwbaarheid van de geschriften van het Nieuwe Testament, Bruce (p 73-90) 4 Hd 5:11 is het eerste vers waar alle vertalingen het woord ‘gemeente’ vertalen. 5 Apostelen, red. Van Houwelingen (p 34-35) 6 Apostelen, red. Van Houwelingen (p 39)

Page 3: ETS0202 Handelingen (1-12) - Leren Leven · 3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28). -Apostolisch - In het eerste deel worden vooral de handelingen van de apostelen en oudsten

Evangelische Toerusting School ETS0202 Handelingen (1-12)

J.M. Zwart Pagina 3 van 19 oktober 2011 (v 1.0)

verder om het evangelie naar het (toenmalig bekende) einde van de aarde te

brengen.

- Filippus is één van de verstrooiden die het woord verkondigden in deze ‘nieuwe’

gebieden (Hd 8:4-5). Hij leidt ook de eerste heiden tot de Heer Jezus (Hd 8:35-36).

- De focus van Handelingen richt zich daarna steeds meer op de verspreiding van het

evangelie buiten Jeruzalem, waar de vervolgingen onder andere uitmondden in de dood

van de eerste apostel, namelijk Jakobus de broer van Johannes (Hd 12). Later neemt die

andere Jakobus, de (half)broer van de Heer Jezus, een leiderschapspositie in de gemeente

van Jeruzalem in (Hd 15:13; 2:9).7

- Hd 9 vertelt over de bekering van Saulus en de daarop volgende prediking in

Damascus.

- In Hd 10 lezen we over Petrus’ visioen waarin de Heer hem duidelijk maakt dat er bij

God ‘geen aanzien des persoons is’ (Hd 10:34) en dat God heeft getoond ‘geen enkele

mens onheilig of onrein te noemen’ (Hd 10:28). De gemeente in Jeruzalem komt

hierop tot de conclusie dat ‘ook aan de volken God de bekering tot het leven gegeven

heeft’ (Hd 11:18).

- Hd 11 vertelt hierop over de eerste gemeente buiten Israël, namelijk in Antiochië dat

een belangrijke uitvalbasis wordt voor de zendingsreizen van Paulus die vanaf Hd 13

worden beschreven.

- In hoofdlijnen kunnen we Handelingen op verschillende manieren indelen. Drie ervan

worden hier besproken.8

- Ecclesiologisch

- Handelingen is vooral het verhaal van het ontstaan, de groei en verspreiding van

de eerste gemeente(n).

- Indeling in zes delen:

1. De geboorte van de gemeente (Hd 1-2).

2. De groei van de gemeente onder vervolging (Hd 3-7).

3. De verstrooiing van de gemeente (Hd 8-9).

4. De gemeente ‘omarmt’ heidenen (Hd 9-12).

5. De gemeente breidt zich overzee uit (Hd 13-21).

6. De gemeenteleider (Paulus) voor het gerecht (Hd 21-28).

- Geografisch

- De Heer Jezus voorzegde in Hd 1:8 al dat de apostelen zouden getuigen van

Jeruzalem, via Judea en Samaria tot aan het einde van de aarde. Dit is de

geografische lijn die in Handelingen wordt gevolgd: beginnend in Jeruzalem, en

via Judea en Samaria eindigend in Rome. - Het is interessant om op te merken dat Lukas langs deze route voortdurend aantoont dat het

christelijk geloof geen ondermijnende godsdienst was voor de Romeinse wereld. De kruising

van Christus in Lk wordt als een grote juridische dwaling beschreven (Lk 23:4, 15, 24), de

proconsul van Cyprus was onder de indruk van Paulus en Barnabas (Hd 13:7, 12), de praetoren

van Filippi (een Romeinse kolonie) boden excuses aan Paulus en Silas aan (Hd 16:37-39), de

proconsul van Korinthe verklaarde dat Paulus niet schuldig was aan een misdaad tegen de

Romeinse wet (Hd 18:12-17), in Efeze betoonden oversten van Asia zich vrienden van Paulus

en sprak de stadsschrijver hem vrij (Hd 19:31, 35-41), de procurators Felix en Festus zagen

geen aanleiding tot vervolging in de aanklachten van het Sanhedrin (Hd 24:22-25:25), noch

7 Zie voor de rol van Jakobus tijdens het leven van de Heer Jezus en in de gemeente te Jeruzalem ook Mt 13:55;

Mk 6:3; Jh 7:5; Hd 1:14; Gl 1:19; 1Kor 15:7. 8 Survey of the New Testament, Jensen (p 214)

Page 4: ETS0202 Handelingen (1-12) - Leren Leven · 3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28). -Apostolisch - In het eerste deel worden vooral de handelingen van de apostelen en oudsten

Evangelische Toerusting School ETS0202 Handelingen (1-12)

J.M. Zwart Pagina 4 van 19 oktober 2011 (v 1.0)

Agrippa II (Hd 26:3-32) en in Rome werd Paulus niet gehinderd om het evangelie te prediken,

ondanks zijn gevangenschap (Hd 28:30-31).9

- Ook de opsomming van de volken in Hd 2:9-11 is in dit geval opvallend. Het is als

een ‘rondblik in de wereld, gezien vanuit Jeruzalem’.10 De vermelding van Rome

in deze lijst duidt volgens Bruce op het doel dat Lukas voor ogen heeft.11

- Indeling in drie delen:

1. Jeruzalem (Hd 1-7).

2. Judea en Samaria (Hd 8-12).

3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28).

- Apostolisch

- In het eerste deel worden vooral de handelingen van de apostelen en oudsten te

Jeruzalem gevolgd, waarbij Petrus een prominente rol speelt. In het tweede deel

(nadat de gemeente in Jeruzalem door vervolgingen grotendeels verstrooid is

geraakt) worden vooral de handelingen van de apostel Paulus gevolgd.

- Het is opvallend om te zien dat deze indeling in feite terug te zien is in de brieven

van het Nieuwe Testament. Traditioneel sloten de zeven katholieke brieven

(Jakobus, 1+2Petrus, 1, 2 + 3Johannes, Judas) aan op de Handelingen en vormden

daarmee zelfs een eenheid. De volgorde van deze brieven is gelijk aan de volgorde

van de ‘steunpilaren’ van de gemeente te Jeruzalem (Gl 2:9).12

- Indeling in twee delen:

1. Petrus (Hd 1-12).

2. Paulus (Hd 13-28).

2. Kernthema’s

De brug tussen de evangeliën en Handelingen: het Koninkrijk van God

- Het centrale onderwerp dat de Heer Jezus predikte was het Koninkrijk van God (Mt 4:17;

Mk 1:15; Lk 4:43; Jh 3:3, 5). - Het koninkrijk van God: * God al vroeg erkend als Koning in Israël (Ex 15:18), * Zijn Koningschap is

universeel (Ps 103:19), en wordt het meest duidelijk zichtbaar wanneer mannen en vrouwen Zijn wil

herkennen en uitvoeren, * in het OT werd Zijn Koningschap in het bijzonder manifest op aarde door het

volk van Israël, aan wie Hij Zijn wil had bekend gemaakt en met wie Hij een verbond was aangegaan

(vgl. Ps 147:20), * koningen van Israël vertegenwoordigden Zijn soevereiniteit op aarde, * met de val

van de monarchie ontstond een nieuw concept van het koninkrijk van God: bestemd om later in zijn

volheid op aarde zichtbaar te worden (Dn 2:44; 7:13-14), * in dat licht dienen wij het NT-onderwijs

over het koninkrijk te zien: de Heer Jezus inaugureerde (inwijden) het koninkrijk, in Zijn publieke

dienst was het koninkrijk nabij gekomen (Mk 1:4-15) en door Zijn dood en verhoging werd het

koninkrijk in kracht losgelaten (Mk 9:1).13

- Essentie van het koninkrijk: het koninkrijk van God is de heerschappij van God over hemel en aarde. In

algemene zin (Ex 15:18) en in specifieke zin: het gaat om de wereldheerschappij die Hij, na de val van

de eerste Adam, toevertrouwt aan de laatste Adam (Gn 1:26, 28; 1Ko 15:45; Hb 2:8 vgl. Ps 8:6v.; 1Ko

15:27; Ef 1:22). God beschikt over het koninkrijk en zalft erover diegene die Hij wil (vb. Dn 4:17).

Aankondiging van het naderende koninkrijk ging gepaard (* ernstig) met oproep tot bekering, bij

Johannes (Mt 3:2), bij de Heer Jezus (Mt 4:17; 10:7). Toetreden tot de geestelijke sfeer van het

9 Acts (NICNT), Bruce (p 8-9) 10 Apostelen, red. Van Houwelingen (p 22, 24) 11 Acts (NICNT), Bruce (p 57) 12 Apostelen, red. Van Houwelingen (p 68-72). Als argument voor het feit dat de brieven van Paulus (onder

invloed van de Latijnse traditie) voorop zijn gegaan, wordt de West-Europese nadruk op de rechtvaardiging door

geloof alleen genoemd. 13 Acts (NICNT), Bruce (p 32-33)

Page 5: ETS0202 Handelingen (1-12) - Leren Leven · 3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28). -Apostolisch - In het eerste deel worden vooral de handelingen van de apostelen en oudsten

Evangelische Toerusting School ETS0202 Handelingen (1-12)

J.M. Zwart Pagina 5 van 19 oktober 2011 (v 1.0)

koninkrijk door zondebelijdenis (Mt 3:6), wedergeboorte (Jh 3:3, 5), door doop (Mk 1:4; Lk 3:3), door

blijk geven van bekering door een nieuwe levensstijl (Mt 3:7-10) en gepaard (* blij) met genezing van

zieken en uitdrijving van demonen (Mt 4:23; 9:35; 10:7; 12:28).14

- Vgl. de relatie tussen het koninkrijk en de wil van God in het ‘Onze Vader’: ‘(moge) Uw koninkrijk

komen, Uw wil gebeuren, zoals in de hemel, zo ook op aarde’ (Mt 6:10).

- Vinden wij het thema van het koninkrijk van God terug (in prediking van de apostelen) in

Handelingen?

- Lukas schrijft aan het begin van Hd: terwijl Hij gedurende veertig dagen door hen

werd gezien en met hen sprak over de dingen die het koninkrijk van God betreffen (Hd

1:3). Als we vervolgens in het Lukasevangelie kijken wat de Heer Jezus in de periode

na Zijn opstanding heeft onderwezen, dan lezen we tot twee keer toe dat Hij

onderwees vanuit het Oude Testament over wat op Hem betrekking heeft, zowel aan

de Emmaüsgangers (Lk 24:26-27, 32) als aan de elf (Lk 24:44-47). Natuurlijk hoeft

het onderwijs van de Heer Jezus in deze periode hier niet toe beperkt te zijn gebleven,

maar blijkbaar heeft op dit onderwerp wel een grote nadruk gelegen en wordt dit

onderwijs in Handelingen gekenmerkt als betrekking hebbend op het Koninkrijk van

God. Hierin zien we hoe centraal de Persoon van de Heer Jezus is in het Koninkrijk

van God (vgl. ‘het Koninkrijk van God is midden onder u’, Lk 17:21. De Heer Jezus is

het Koninkrijk van God).

- Aanvankelijk hebben de discipelen nog weinig begrip van het koninkrijk waar de Heer

Jezus over sprak, want zij vragen Hem: ‘Heer, zult U in deze tijd het koninkrijk voor

Israël herstellen?’ (Hd 1:6; vgl. de vraag in Mk 10:35v.).

- Het is belangrijk om op te merken dat de Heer Jezus niet ronduit met ‘nee’

antwoordt op deze vraag. Hij zegt dus niet dat het koninkrijk niets met Israël te

maken heeft. (Paulus wijdt later Rm 9-11 aan de huidige verwerping en

toekomstige redding van Israël.) De Heer Jezus zegt wel dat het niet aan de

discipelen is de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht

heeft gesteld (vs 7; vgl. Mk 13:32), maar dat zij in de hele wereld zullen getuigen

van Hem (vs 8). Bruce: ‘wat Gods eigen doelen ook zijn met de natie van Israël is

niet de zorg van de boodschappers van Christus. Het koninkrijk van God dat hun

opgedragen is te prediken, is het goede nieuws van Gods genade in Christus’.15

- Toch is in Hd ook te ontdekken dat de discipelen zagen op een toekomstige

vervulling van de Oud-Testamentische beloften. In Hd 3:21 wordt gesproken over

de ‘herstelling’ (Grieks apokatastasis) van alle dingen. Dit komt van hetzelfde

woord als in Hd 1:6 waar ook wordt gesproken over ‘herstellen’ (Grieks

apokathistanai). De belofte van Hd 3:21 heeft echter niet alleen betrekking op

Israël, maar op het herstel van de Goddelijke orde in de nieuwe Messiaanse

schepping.16

- De instructie die de Heer Jezus gedurende de veertig dagen gaf had betrekking op de

relatie tussen Zijn prediking van het koninkrijk van God en Zijn dood en opstanding.17

Vergelijk het begin en het einde van Handelingen: de dingen die het koninkrijk van

God betreffen (Hd 1:3) zijn de dingen die de Heer Jezus Christus betreffen (Hd 28:31).

De inhoud van de prediking van het koninkrijk van God betreft het leven, de dood en

14 Zie aantekeningen ETS0108 Onderwijs van de Heer Jezus – gelijkenissen; De Christus van God, Ouweneel (p

454-458) 15 Acts (NICNT), Bruce (p 35-36) 16 A Theology of the New Testament, Ladd (p 369) 17 A Theology of the New Testament, Ladd (p 368)

Page 6: ETS0202 Handelingen (1-12) - Leren Leven · 3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28). -Apostolisch - In het eerste deel worden vooral de handelingen van de apostelen en oudsten

Evangelische Toerusting School ETS0202 Handelingen (1-12)

J.M. Zwart Pagina 6 van 19 oktober 2011 (v 1.0)

de opstanding van de Heer Jezus, aangevuld met de boodschap van het oordeel over de

wereld dat samenvalt met de parousia van Christus (Hd 10:42; 17:31).18 Naast Hd 1:3

en 28:31 wordt nog vijf keer het koninkrijk genoemd. Let telkens op de relatie tussen

het koninkrijk van God en de Persoon van de Heer Jezus.

- Filippus verkondigde het evangelie aangaande het koninkrijk van God en van de

naam van Jezus Christus (Hd 8:12).

- Paulus sprak in Efeze drie maanden lang over de dingen die het koninkrijk van

God betreffen en even verderop wordt gesproken over ‘Jezus die Paulus predikt’

(Hd 19:8,14).

- Paulus ging rond in Asia om het koninkrijk te prediken. De inhoud van zijn

prediking was de bekering tot God, het geloof in ‘onze Heer Jezus’, het evangelie

van de genade van God, de hele raad van God (Hd 20:21, 24, 25, 27).

- Paulus legde in Rome het koninkrijk van God uit en betuigde ervan, terwijl hij zijn

toehoorders trachtte te overtuigen aangaande Jezus, zowel uit de wet van Mozes

als uit de profeten (Hd 28:23).

- Er is ook een relatie te ontdekken tussen discipelschap en het koninkrijk. De gelovigen

worden in Handelingen vaak discipelen genoemd (bijvoorbeeld Hd 6:1, 7, de

discipelen werden talrijker; Hd 11:26, de discipelen werden voor het eerst christenen

genoemd). Nadat Paulus en Barnabas vele discipelen hadden gemaakt in Derbe

versterkten zij de zielen van de discipelen en vermaanden hen ‘dat wij door vele

verdrukkingen het koninkrijk van God moeten binnengaan’ (Hd 14:21-22). Let op de

relatie tussen het koninkrijk van God en discipelschap. Discipelen zijn de onderdanen

van het koninkrijk (vgl. Mt 28:18-19).

- Hierboven is het koninkrijk van God beschreven als de heerschappij van God in de hemel

en op aarde, een heerschappij die gepaard gaat met een oproep van bekering en genezing

en bevrijding van zieken en bezetenen. Beide aspecten zien we uitgebreid terugkomen in

de Handelingen van de apostelen: bekering o.a. Hd 2:38; genezing en bevrijding o.a. Hd

5:12-16.

- Door de handen van de apostelen gebeurden vele tekenen en wonderen (Hd 5:12). Het

is opvallend dat de eerste genezing door de apostelen (de genezing van de verlamde

bij de Schone Poort, Hd 3:1-11) overeenkomst vertoont met één van de eerste

genezingen door de Heer Jezus, namelijk die van een verlamde man. Zoals deze

genezing publiekelijk het gezag van de Heer Jezus bevestigde (Mk 2:10-11), werd ook

zo het gezag van de apostelen publiekelijk bevestigd (vgl. Mk 2:12 met Hd 3:10-11).19

- In feite sluit Handelingen naadloos aan op de zendingsopdracht in het evangelie van

Markus (16:15-18). In dit evangelie wordt de Heer Jezus voorgesteld als de

Dienstknecht van het koninkrijk van God. Juist in dit evangelie zien we heel sterk de

strijd tussen het rijk van God en het rijk van satan. Daarom kunnen we deze

zendingsopdracht samenvatten als De Dienstknecht van het koninkrijk van God zoekt

mededienstknechten (zie aantekeningen ETS0103 Markus). Het werk dat de Heer

Jezus begon in de evangeliën wordt door de discipelen in Handelingen voortgezet.

18 Acts (NICNT), Bruce (p 32-33) 19 Acts (NICNT), Bruce (p 78-79)

Page 7: ETS0202 Handelingen (1-12) - Leren Leven · 3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28). -Apostolisch - In het eerste deel worden vooral de handelingen van de apostelen en oudsten

Evangelische Toerusting School ETS0202 Handelingen (1-12)

J.M. Zwart Pagina 7 van 19 oktober 2011 (v 1.0)

De prediking van de apostelen

- De apostolische prediking bevat vier elementen (n.a.v. Hd 2): (1) de aankondiging dat de

eeuw van vervulling was aangebroken (vs 20), (2) een verslag van de bediening, dood en

overwinning van de Heer Jezus (vs 22-24), (3) citaten uit de geschriften van het Oude

Testament die vervuld in deze gebeurtenissen bewijzen dat de Heer Jezus Degene is waar

ze naar heenwijzen (vs 25-28), (4) een oproep tot bekering. 20

Met betrekking tot (4): bekering

- Merk op dat bekering een essentieel onderdeel was van de prediking voorafgaand

(Johannes de Doper), tijdens en na (apostelen) de bediening van de Heer Jezus.

- Bekering is een gave van God, een mogelijkheid die Hij ons biedt (Hd 5:31; 11:18; Lk

24:47), maar ook een weg die Hij ons beveelt te gaan (Hd 17:30).

Met betrekking tot (3): het Oude Testament over de Heer Jezus

- Uit Hd 1:3 en Lk 24 kan worden geconcludeerd dat de Heer Jezus de discipelen

onderwijs heeft gegeven over wat het Oude Testament over Hem leerde. Deze

bewijsteksten maken een belangrijk onderdeel uit van de prediking van de apostelen

(Petrus). Hieronder volgen enkele voorbeelden.

- Door Joël (Jl 2:28-32; Hd 2:17-21).

- Door David (Ps 16:18-11; Hd 2:25-28; Ps 110:1; Hd 2:34-35; anonieme psalmist

Ps 118:22; Hd 4:11; Ps 21-2 Hd 4:25-27).

- Een beroep op de God van Abraham, Isaäk, Jakob, onze vaderen (Hd 3:13 vgl. vs

25).

- Door Mozes (Dt 18:15-19; Hd 3:22-23).

- Door alle profeten, van Samuël en zijn opvolgers af (Hd 3:21, 24).

- De rede van Stefanus (Hd 7) verhaalt de geschiedenis van Israël voor de Joodse

Raad, waarbij hij begint bij Abraham en in zijn verhaal toewerkt naar het

hoofdgedeelte over Mozes waarin hij de afgodendienst waarin Israël is vervallen

uitwerkt. In de verzen 51 en 52 besluit hij met het verwijt aan zijn toehoorders:

- hardnekkigen, dat teruggrijpt op de geschiedenis van het gouden kalf, Ex 32:9,

33:3, 5),

- onbesnedenen van hart en oren, dat teruggrijpt op de besnijdenis die is

ingesteld bij Abraham (Gn 17:10), maar veel dieper gaat dan slechts het

uiterlijke (Lv 26:41; Jr 6:10; 9:26),

- u weerstaat altijd de Heilige Geest, zoals uw vaderen de profeten hebben

gedood die tevoren de komst van de Rechtvaardige (d.i. de Heer Jezus)

aankondigden, zo hebt u de Rechtvaardige zelf verraden en vermoord,

- u die de wet door beschikking van engelen hebt ontvangen en niet gehouden,

dat teruggrijpt op de wetgeving bij de Sinaï en tevens een verwijt is omdat zij

de Rechtvaardige hadden moeten herkennen en erkennen.

- Filippus ‘verkondigde Jezus te beginnen van die Schrift’ (namelijk Jesaja 53:7-8)

(Hd 8:35).

- Kortom: Lukas legt niet alleen grote nadruk op de dominante rol van Heilige Geest

in de verspreiding van het evangelie maar ook op het concept van de

heilsgeschiedenis, die een opeenstapeling is van een lang, voorbereidend proces

van Goddelijke openbaring die kan worden teruggevoerd op Israëls exodus uit

Egypte (Paulus’ toespraak in de synagoge van Antiochië, Pisidië, Hd 13:16-41) en

20 Acts (NICNT), Bruce (p 63)

Page 8: ETS0202 Handelingen (1-12) - Leren Leven · 3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28). -Apostolisch - In het eerste deel worden vooral de handelingen van de apostelen en oudsten

Evangelische Toerusting School ETS0202 Handelingen (1-12)

J.M. Zwart Pagina 8 van 19 oktober 2011 (v 1.0)

zelfs tot de roeping van Abraham (Stefanus’ verdediging voor het Sanhedrin, Hd

7:2-53).21

Met betrekking tot (1) en (2): de eeuw van vervulling en het werk en de Persoon van de

Heer Jezus

- Het centrale thema van het onderwijs en de bediening van de Heer Jezus was het

koninkrijk van God. In woord en daad (zie boven) was dit ook het centrale thema van

het onderwijs en de bediening van de apostelen in Handelingen. Nogmaals, de dingen

die het koninkrijk van God betreffen zijn de dingen die de Heer Jezus Christus

betreffen (Hd 1:3; 28:31).

- In de (westerse) benadrukking van de rechtvaardiging door het plaatsvervangende

lijden en sterven van de Heer Jezus wordt de opstanding nog wel eens ‘vergeten’.

Daarom is het belangrijk om te ontdekken dat de apostelen juist de opstanding

predikten (Hd 4:2, zij verkondigden ‘in Jezus de opstanding uit de doden’, 33; 17:18

‘het evangelie van Jezus en van de opstanding’; 17:32; 23:6; 24:15, 21 Paulus tegen

Felix: ‘over de opstanding van de doden sta ik vandaag voor u terecht’; 26:23).

- Het getuigen-zijn van de apostelen (Hd 1:8) had juist betrekking op het getuigen

van de opstanding van de Heer Jezus (Hd 1:22 een eis aan de vervanger van Judas;

2:32; 3:15; 4:33; 5:32; 10:41; 13:31). Ook Paulus kon getuigen (vgl. Hd 22:18)

van de Heer Jezus die aan hem was verschenen (Hd 9:1-19; 22:6-16; 26:12-18;

1Kor 15:8; Gl 1:11-16).

- Maar van de opstanding werd niet alleen door de prediking van de apostelen

getuigt, maar ook door het Oude Testament (o.a. Ps 110, zie boven), de eigen

voortgaande activiteit van de Heer (Hd 2:47 ‘de Heer voegde dagelijks

bijeen…’; Hd 14:3 ‘de Heer gaf getuigenis aan het woord van Zijn genade

door…’, vgl. Mk 16:20 ‘terwijl de Heer meewerkte en het woord bevestigde

door…’; ‘in Zijn naam’, o.a. Hd 3:6; 4:10) en het getuigenis van de Heilige

Geest (Hd 5:32).

- Overigens wordt de kruisiging daarbij ook niet ‘vergeten’. Telkens weer voert

Petrus (bijvoorbeeld in Hd 2:23, 36; 3:13, 15; 4:10; 5:30; 10:39) tegen het Joodse

volk en de leiders aan dat zij de Jezus, de Heer en Christus, hebben gekruisigd.

Tegelijkertijd wijst Petrus echter op het Goddelijk doel van de kruisiging (Hd

2:23; 3:18; 4:28 vgl. Rm 8:32), zonder de menselijke verantwoordelijkheid (van

zowel de Joden en de Romeinen) weg te nemen. Dit wijst volgens Bruce op de

weg naar het wegnemen van de schuld. De straf echter die door een aards gerecht

op Jezus was gelegd en door Romeinse soldaten was uitgevoerd, werd

teruggedraaid door een Hoger Hof. Zij brachten Hem ter dood, maar God wekte

Hem op uit de dood.22 Ook dit is een belangrijk, terugkerend thema in

Handelingen (Hd 2:24; 3:15; 4:10; 10:40; 13:30; 17:31).

De Heer Jezus in Handelingen

- Vorig jaar hebben we gezien dat de vier evangeliën vier beelden van de Heer Jezus

schetsen. Deze beelden hadden alle betrekking op de dienst van de Heer Jezus op aarde.

In Handelingen zijn deze beelden terug te zien en hebben ze betrekking op Zijn hemelse

positie na Zijn verheelijking. Petrus besluit zijn eerste rede met de volgende woorden:

21 Acts (NICNT), Bruce (p 12-13) 22 Acts (NICNT), Bruce (p 64)

Page 9: ETS0202 Handelingen (1-12) - Leren Leven · 3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28). -Apostolisch - In het eerste deel worden vooral de handelingen van de apostelen en oudsten

Evangelische Toerusting School ETS0202 Handelingen (1-12)

J.M. Zwart Pagina 9 van 19 oktober 2011 (v 1.0)

‘Laat het hele huis van Israël dan zeker weten, dat God Hem (d.i. de Heer Jezus) zowel tot

Heer als tot Christus heeft gemaakt, deze Jezus die u hebt gekruisigd’ (Hd 2:36).

De Messiaanse Koning: Christus

- Hieruit zou foutief geconcludeerd kunnen worden dat de Heer Jezus de Christus werd,

maar uit de context blijkt dat Hij al de Christus (‘Gezalfde’) was in Zijn aardse

bediening (vgl. Hd 3:18; 4:27; 10:38). Nu is Hij echter verhoogd als de messiaanse

Koning op de troon. Petrus wijst erop dat de Davidische troon is verplaatst van

Jeruzalem naar Gods rechterhand in de hemel (vgl. Ps 110:2 ‘Sion’; 2Kr 29:23 ‘de

troon van de Heere’).23

- Zoon van David, Hd 2:30 Ps 132:11; 2Sm 7:12-13, 16; Js 9:5; 11:1-9; Jr 33:17,

21.

- Opstanding, Hd 2:25-28 Ps 16:8-11.

- Verhoging, Hd 2:34 Ps 110:1.

Heer

- Het is opvallend dat op verschillende plaatsen in Handelingen ‘Heer’ zowel gebruikt

wordt voor God als voor de verhoogde Jezus.

- Petrus citeert bijvoorbeeld de profeet Joël die spreekt over het aanroepen van ‘de

naam van de Heer’ (God) en dat blijkt nu ‘de naam van Jezus’ te zijn (Jl 2:28-32;

Hd 2:20-21; 4:10, 12).

- Het citaat uit Ps 110:1 (Hd 2:34, overigens ook al door de Heer Jezus zelf

aangehaald, Mt 22:44 par.) werpt hier ook duidelijk licht op: ‘de Heer (YHWH,

God) heeft tot mijn Heer (Christus, Jezus) gezegd…’.

- Uit Hd 2:36, 39 blijkt dat Jezus Heer is gemaakt, terwijl God ook Heer blijft. De

Heer Jezus oefent ook Goddelijke taken uit: Hij stort de Heilige Geest uit (Hd

2:33), Hij is het onderwerp van geloof (Hd 2:21; 3:16), Hij geeft bekering en

vergeving (Hd 5:31), Hij is de Heilige (Hd 3:14) en de Vorst van het leven (Hd

3:15), Hij ontvangt gebeden (Hd 4:29; 7:59-60), Hij zal de wereld oordelen (Hd

10:42), Hij staat aan de rechthand van God om de geest van de eerste martelaar te

ontvangen (Hd 7:55, 59).24

- Kortom, de eerste apostolische preek besluit met de eerste apostolische

geloofsbelijdenis: Jezus is Heer (vgl. Rm 10:9; 1Ko 12:3; Fp 2:11).25 Dit is echt niet

alleen een belijdenis, of een theologisch-christologisch concept. Het zegt iets over de

praktijk van de discipel wiens leven wordt beheerst door Hem!

- Tot slot is het nog mooi om op te merken dat na Zijn hemelvaart de Heer Jezus in de

hemel door de Vader is verhoogd (Fp 2:9) en op aarde door de Heilige Geest wordt

verheerlijkt (Jh 16:14).26

De Gemeente in Handelingen

- De vier samenvattende gedeeltes (‘summaria’) over het eerste leven van de Gemeente

schetsen de volgende kenmerken (zie bijlage 1): * toewijding (volharden), * Woord van

God (prediking ‘getuigen’ en onderwijzing ‘leer’), * avondmaal, * gebed, * ontzag

(vrees), * tekenen en wonderen (genezing en bevrijding), * loslaten van bezittingen, *

23 A Theology of the New Testament, Ladd (p 372) 24 A Theology of the New Testament, Ladd (p 374-376) 25 Acts (NICNT), Burce (p 68) 26 Survey of the New Testament, Jensen (p 202)

Page 10: ETS0202 Handelingen (1-12) - Leren Leven · 3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28). -Apostolisch - In het eerste deel worden vooral de handelingen van de apostelen en oudsten

Evangelische Toerusting School ETS0202 Handelingen (1-12)

J.M. Zwart Pagina 10 van 19 oktober 2011 (v 1.0)

gemeenschappelijkheid, * genade, (namelijk door:) * zorg voor elkaar, * dagelijkse

bijeenkomsten (in de tempel, erediensten), * eendracht (één van hart en ziel), * vreugde en

lofprijzen, * eenvoud, * een goede naam, * groei.

- Bruce: het delen van bezit gebeurde alleen toen het gevoel van geestelijke eenheid

uitzonderlijk actief was, in andere gevallen leidde dit tot moeilijkheden. De

gemeenschap had als centraal punt de gemeenschappelijke maaltijd, niet in de tempel,

maar thuis.27 Dit is een oproep voor de tegenwoordige gemeente: moet ook nu de

geestelijke eenheid niet uitzonderlijk actief zijn? Het is dezelfde Geest die werkt!

- Van Houwelingen stelt dat de verkoop van bezittingen en het delen van de

opbrengsten een spontaan gebeuren was ingegeven door de zorg voor de

minderbedeelden. Hij spreekt zelfs over een ‘Jeruzalems model’ dat nergens anders

werd gepraktiseerd (vgl. Hd 11:29-30), hoewel andere christelijke gemeenschappen

wel zorg droegen voor de minderbedeelden.28 Toch zou het loslaten van bezittingen

voor discipelen van de Heer Jezus geen spontaan gebeuren en niet uitzonderlijk

hoeven of moeten (?) zijn (zie bijvoorbeeld Lk 14:33).

- Het laatste samenvattende gedeelte is het eerste van zes voortgangsverslagen, die elk

ongeveer een periode van vijf jaar beslaan.29

- Hd 6:7 – het Woord van God vond steeds meer gehoor (NBV), verbreidde zich (HSV),

nam toe (Telos); het getal van de discipelen vermeerderde zich, een grote menigte

(van priesters) werd gehoorzaam aan het geloof.

- Hd 9:31 – vrede, opbouw, wandelen in vrees van de Heer, vermeerdering, vertroosting

van de Heilige Geest.

- Hd 12:24 – toename Woord van God (vgl. Hd 6:7).

- Hd 16:5 – bevestiging in het geloof, dagelijkse toename van gemeenten.

- Hd 19:20 – toename met macht en sterker worden Woord van de Heer.

- Hd 28:31 – ongehinderd prediken en leren met vrijmoedigheid.

- Een opvallende benaming van de eerste gemeente is ‘de Weg’ (Hd 9:2; 19:9, 23; 22:4;

24:14, 22).

- Dit spreekt veel meer over een beweging, die klaarblijkelijk in synagogen gevonden

kon worden (Hd 9:2). Ook spreekt hieruit het dynamische karakter van Kerk-zijn.30

Het volgen van de Weg past ook bij de roeping van de gelovigen, namelijk het volgen

van de Heer Jezus als discipel.

- Bruce meent dat deze benaming werd gebruikt door vroege volgers van Jezus om hun

beweging aan te duiden als de weg van het leven of de weg van behoudenis.31

Vergelijk ‘de weg van behoudenis’ (Hd 16:17) en ‘onderwezen in de weg van de

Heer…zij…legden…de weg van God nauwkeuriger uit’ (Hd 18:25-26).

De Heilige Geest in Handelingen32

- De uitstorting van (‘doop in/met’) de Heilige Geest (Hd 1:5) was al voorzegd in het Oude

Testament (Jl 2:28-29, maar ook bijvoorbeeld Js 32:15; Ez 36:27; 37:14 vgl. ‘de belofte

27 Acts (NICNT), Bruce (p 74) 28 Apostelen, red. Van Houwelingen (p 36, voetnoot 23) 29 New Spirit-filled Life Bible, red. Hayford (p 1501) 30 De Kerk van God I, Ouweneel (p 23) 31 Acts (NICNT), Bruce (p 181) 32 Veel hieronder komt uit: De Geest van God, Ouweneel (p 170-191)

Page 11: ETS0202 Handelingen (1-12) - Leren Leven · 3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28). -Apostolisch - In het eerste deel worden vooral de handelingen van de apostelen en oudsten

Evangelische Toerusting School ETS0202 Handelingen (1-12)

J.M. Zwart Pagina 11 van 19 oktober 2011 (v 1.0)

van de Vader’, Hd 1:8), door Johannes de Doper (Mt 3:11; Mk 1:7; Lk 3:16) en door de

Heer Jezus zelf (Lk 24:49; Hd 1:8). - Het evangelie van Johannes geeft veel onderwijs over het werk van de Heilige Geest.33

- De Heilige Geest speelt een wezenlijke rol bij de wedergeboorte (Jh 3 vgl. 6:63).

- De Vader kan alleen aanbeden worden in de Geest (Jh 4:24).

- Zij die in de Heer Jezus geloven zullen de Heilige Geest ontvangen en de vervulling met de Heilige

Geest ervaren (Jh 7:39 vgl. Jh 20:22).

- De Namen van de Geest worden genoemd: Parakleet (HSV/NBG: Trooster; NBV: Pleitbezorger;

Telos: Voorspraak) en Geest van de waarheid (respectievelijk Jh 14:16; 14:26; 15:26; 16:7 en Jh

14:17; 15:26; 16:13 vgl. 1Jh 4:6).

- De Heilige Geest zal in de plaats van de Heer Jezus komen en in de gelovigen wonen (Jh 14:16-17

vgl. 16:7).

- De Heilige Geest zou de discipelen in herinnering brengen van wat de Heer Jezus had geleerd (Jh

14:26).

- De Heilige Geest zal van de Heer Jezus getuigen en Hem verheerlijken (Jh 15:26; 16:14).

- De Heilige Geest zal de wereld overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel (Jh 16:8-11).

- De Heilige Geest zal de gelovigen in de waarheid leiden (Jh 16:13).

- Er zijn opvallende overeenkomsten op te merken tussen de bediening van de Heer Jezus

en de bediening van de gemeente/de gelovigen (met name tussen Lukas en Handelingen).

- Voorbereiding: het enige dat geschreven is over de voorbereidingstijd van de Heer

Jezus is dat Hij ‘in het huis van Zijn Vader moest zijn’ (Lk 2:40, 52). Ook de

discipelen wachtten na de hemelvaart op de uitstorting van de Heilige Geest in de

tempel (Lk 24:53 vgl. Jh 2:16 ‘het huis van Mijn Vader’).

Gebed speelde in de voorbereiding een belangrijke rol. De Heer Jezus bad voordat de

Geest op Hem neerdaalde (Lk 3:21), de apostelen baden voordat de Geest op hen

neerdaalde (Hd 1:14), Saulus (Hd 9:11) en Cornelius ook (Hd 10:1-4, 30). Bruce: ‘the

grand object of prayer is the gift of the Spirit’ (vgl. Lk 11:13).34

- Zalving met de Geest: de Heer Jezus was gezalfd met de Heilige Geest (Lk 4:18 vgl. Js

61:1; Hd 4:27; 10:38), de gelovigen zijn ook gezalfd met de Heilige Geest (2Kor 1:21-

22; 1Jh 2:20, 27) en de Geest zal op hen blijven (Jh 14:17; 1Jh 3:24 vgl. Jh 1:32).

- Leiding door de Geest: de Heer Jezus liet zich door de Heilige Geest leiden (Lk 4:1,

14; 10:21), net als de gelovigen in Handelingen en zo moeten dat ook bij ons zijn. Een

gelovige is iemand die één wordt met de beweging van de Heilige Geest (Jh 3:8).

- Profetische uitingen: de Heer Jezus sprak profetisch (Dt 18:15-19; Hd 3:22), de

gelovigen in de eerste gemeente spraken profetisch (Hd 2:16v.; 11:27; 13:1; 15:32;

19:6; 21:9; 1Ko 14:24, 31 vgl. Nm 11:29).

- Wonderwerken van de Geest: de Heer Jezus begon onmiddellijk wonderen en tekenen

te doen (Lk 4:31-41), hetzelfde gebeurde bij de eerste gelovigen (Hd 2:43; 3:1-11;

4:30; 5:12-16), niet alleen door de apostelen, maar ook door bijvoorbeeld de discipel

Ananias (Hd 9:17-18), Stefanus (Hd 6:8), Filippus (Hd 8:6), Barnabas en Paulus (Hd

15:12).

- Geestelijke strijd: de Heer Jezus werd direct in de strijd met geestelijke machten geleid

(Lk 4:1v.), de gelovigen ervoeren ook direct geestelijke strijd (Hd 4:25-28 vgl. Ef

6:12).

- Let op de belangrijke volgorde van Hd 1:4, 8 – wachten (voorbereiding in gebed en in

verwachting), ontvangen (van de Heilige Geest), gaan (in de kracht van de Heilige Geest),

getuigen (van de Heer Jezus, vgl. Jh 15:26). Zie de voorzegging door de Heer Jezus:

‘Wanneer zij u nu brengen voor de synagogen, de overheden en de machten…de Heilige

Geest zal u op dat moment leren wat u zeggen moet’ (Lk 12:11-12). Door het getuigenis

33 Zie aantekeningen ETS0105 Johannes; New Testament Introduction, Guthrie (p 238-239) 34 Acts (NICNT), Bruce (p 42, voetnoot 57)

Page 12: ETS0202 Handelingen (1-12) - Leren Leven · 3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28). -Apostolisch - In het eerste deel worden vooral de handelingen van de apostelen en oudsten

Evangelische Toerusting School ETS0202 Handelingen (1-12)

J.M. Zwart Pagina 12 van 19 oktober 2011 (v 1.0)

van de apostelen heen was het de Heer die meewerkte (Mk 16:20) en meegetuigde (Hb

2:4), juist ook door de wonderen en tekenen die de Heer door de handen van de gelovigen

deed.

- Zeven schenkingen van de Geest

- Aan de 120, gepaard met een geluid als van een wind, met tongen als van vuur en met

het spreken in andere talen/tongen (Hd 2:2-4 vgl. Lk 3:16 letterlijk ‘Hij zal u dopen

in/met heilige wind en vuur’).

- Aan de 3.000, gevolgd op bekering en doop (Hd 2:38). Bekering (de kant van de

mens) en wedergeboorte (de kant van God) vallen samen. In het beste geval volgt de

doop hier gelijk op (waarom wachten?). De gave van de Heilige Geest valt dus samen

met het tot geloof komen (vgl. Jh 7:37-39 ‘wie in Mij gelooft…’), de bekering, de

wedergeboorte (Jh 3:5; Ti 3:5; 2Ko 1:21v.; Ef 1:13). De gave van de Geest is de Geest

Zelf. Het eerste van de gaven van de Geest is de toepassing van het werk van Christus

aan de gelovigen.35

- De doop van de Geest vond strikt gesproken eens en voor altijd plaats bij

Pinksteren; de waterdoop bleef een zichtbaar teken voor de gelovigen die zich

bekeerden en Jezus als Heer erkenden en zo publiekelijk werden opgenomen in de

Geestgedoopte gemeenschap.36

- Ouweneel: ‘bekering, water- en Geestesdoop (…) [vallen] idealiter [samen]. De

waterdoop vormt een uitwendig, de Geestesdoop een inwendig aspect van de

bekering en het tot-geloof-komen.’37

- Aan de gelovige Samaritanen, nadat Petrus en Johannes hen de handen hadden

opgelegd (Hd 8:17).

- Handoplegging hoeft niet beperkt te blijven tot de apostolische successie: door de

discipel Ananias (Hd 9:12,17), door de profeten en leraars (Hd 13:1-3; 14:4, 14).

- Een bevestiging door een apostel door handoplegging wordt nergens in het Nieuwe

Testament vereist, ook niet in de gedeeltes waar dit juist verwacht had kunnen

worden (Hd 2:38-42; 1Kor 12:4-11; 2Kor 1:21-22) of waar het ook aan de orde

had kunnen zijn, zoals bij het tot geloof komen van Cornelius (Hd 10:44-48).38

- Ladd spreekt over een Joods Pinksteren (Hd 2), een Samaritaans Pinksteren (Hd

8) en een heidens Pinksteren (Hd 10, 19).39 Dit volgt wel mooi de lijn van Hd 1:8.

Was een ‘Samaritaans Pinksteren’ nodig om te bevestigen dat de (vroeger

geminachte) Samaritanen er ook bij hoorde?

- Aan de Ethiopische kamerling (?), volgens de Westerse tekst luidt Hd 8:39 ‘(…) viel

de Heilige Geest op de kamerling en een engel van de Heer rukte Filippus weg’. Deze

vervulling met de Heilige Geest sluit mooi aan bij de blijdschap van de kamerling (vs

39).

- Aan Saulus, nadat de discipel Ananias hem de handen had opgelegd (Hd 9:17).

Waterdoop en Geestesdoop zijn ook hier waarschijnlijk samengevallen (vs 18). De

kracht van de Geest openbaarde zich in Saulus, omdat deze terstond predikte in de

synagogen dat Jezus de Zoon van God is en bewees dat Jezus de Christus is en daarin

werd hij steeds krachtiger (vs 20, 22).

- Aan Cornelius en de zijnen, waarbij alles samenvalt: de gave van de Heilige Geest en

de prediking van bekering en vergeving dat direct wordt gevolgd door de waterdoop

35 Acts (NICNT), Bruce (p 71) 36 Acts (NICNT), Bruce (p 70) 37 De Geest van God, Ouweneel (p 185) 38 Acts (NICNT), Bruce (p 71, 169) 39 A Theology of the New Testament, Ladd (p 383)

Page 13: ETS0202 Handelingen (1-12) - Leren Leven · 3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28). -Apostolisch - In het eerste deel worden vooral de handelingen van de apostelen en oudsten

Evangelische Toerusting School ETS0202 Handelingen (1-12)

J.M. Zwart Pagina 13 van 19 oktober 2011 (v 1.0)

(Hd 10:44-48 vgl. het verslag in Hd 11:15-18 met name ‘…evenals ook op ons in het

begin’).

- Aan de discipelen te Efeze, nadat Paulus hen de handen had opgelegd (Hd 1:6). Deze

gelovigen (discipelen!) misten een belangrijk onderdeel van hun geloof door

onwetendheid (vs 2).

- Zij wisten hoogstwaarschijnlijk wel dat er een vervulling met de Heilige Geest zou

komen (Mt 3:11), maar nog niet dat deze al was gekomen (Hd 2:1-4).40

- In (bijna) alle gevallen wordt er bij de gave van de Geest gesproken over bijbehorende

uiterlijke verschijnselen bij de gelovigen: niet gespecificeerde verschijnselen (Hd 8:17v.),

spreken in tongen (Hd 2:4; 10:44-46; 19:6), groot maken van God (Hd 10:46), profeteren

(Hd 19:6), blijdschap (Hd 8:39), krachtige prediking (Hd 9:20, 22).

- Tongentaal is een terugkerend onderwerp in het Nieuwe Testament (zie ook 1Kor 14),

maar we moeten oppassen dat het geen doel op zichzelf wordt (vgl. 1Kor 13:1). Bruce

zegt hierover: ‘the matter is more important than the manner’. Waar spraken de

gelovigen over in tongentaal? De machtige daden van God (2:11).41

3. Toepassing

- Het boek Handelingen stelt ons voor de praktijk van de 3 G’s: Geest, Gemeente en

Getuigen. Getuigen zal in de volgende les worden behandeld, naar aanleiding van de

zendingsreizen van de apostel Paulus.

Gemeente

- Die kenmerken van de eerste gemeente (zie boven en bijlage 1) schetsen een profiel voor

de gemeenten van alle eeuwen en op alle plaatsen.

- Hoe is het gesteld met de toewijding van allen? Volharden wij? Wie is er bijvoorbeeld

nog te porren voor dagelijkse bijeenkomsten?

- Neemt het Woord van God toe, verbreidt het zich, vindt het steeds meer gehoor in

onze omgeving? Blijven wij bij de leer (onderwijs) en het getuigenis (prediking) van

de apostelen dat betrekking had op de opgestane, levende Heer?

- Een kernwoord in Handelingen is vrijmoedigheid (Hd 4:13, 29, 31; 9:27-29; 13:46

14:3; 18:26; 19:8; 26:26; 28:31). Hoe is het gesteld met onze vrijmoedigheid om

het Woord van God te prediken en te leren?

- Gebed is een steeds terugkerende activiteit in de eerste gemeente. Op gebed volgde

bijvoorbeeld vervulling door de Heilige Geest (Hd 4:31), de aanstelling van dienaren

(Hd 6:6), de uitzending van apostelen (Hd 13:3) en zelfs de opwekking van een dode

(Hd 9:40)! Waar bidden wij om? Wat is de verwachting van ons gebed? De discipelen

baden in de verwachting van de Heilige Geest (Hd 1:4, 14). Dit is een principe dat nog

steeds geldt: bidden om vervulling en leiding door de Heilige Geest.

- De gemeente wandelde in de vrees van de Heer (Hd 9:31), dat is ontzag voor de Heer.

Hoe staat het met ons ontzag voor de Heer?

- Tekenen en wonderen volgden de gelovigen (Mk 16:17-18), niet alleen de apostelen,

maar ook andere gelovigen (zie boven). Waar zijn de tekenen en wonderen gebleven?

Hoe is het gesteld met ons geloof (‘hen nu die geloven zullen deze tekenen volgen’) in

deze tekenen en wonderen? Let op: de gelovigen baden om vrijmoedigheid, doordat U

Uw hand uitstrekt tot genezing en tekenen en wonderen gebeuren…’ (Hd 4:29-30).

40 New Spirit-filled Life Bible, red. Hayford (p 1527) 41 Acts (NICNT), Bruce (p 53)

Page 14: ETS0202 Handelingen (1-12) - Leren Leven · 3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28). -Apostolisch - In het eerste deel worden vooral de handelingen van de apostelen en oudsten

Evangelische Toerusting School ETS0202 Handelingen (1-12)

J.M. Zwart Pagina 14 van 19 oktober 2011 (v 1.0)

- Hoe staat het met de discipelschapseis om onze bezittingen los te laten (Lk 14:33),

waaraan door de eerste gemeente letterlijk werd voldaan? Zijn wij eenvoudig van hart

(vgl. Mt 5:3 ‘gelukkig de armen van geest’)? Hoe gemeenschappelijk is onze

gemeente daadwerkelijk?

- Hoe staat het met onze eendracht, eenheid van hart en ziel met alle gelovigen?

- Zijn wij vol vreugde en prijzen wij God?

- Staan wij goed bekend in onze stad of straat?

- Is er groei van de gemeente? Dat is het bewijs dat God aan het werk is. Als dat niet

gebeurt, is er iets mis met de gemeente! Let op: Hd 6:7 spreekt over de toename van

discipelen. Dat zijn toegewijde, praktische volgelingen van de Heer Jezus.

Geest

- Aan de kenmerken van dit profiel kunnen wij persoonlijk of als gemeente nooit voldoen

zonder de Heilige Geest. Daarom is de vervulling met de Heilige Geest zo belangrijk. Een

discipel laat zich in de navolging van de Heer Jezus door dezelfde Geest leiden als door

Wie Hij werd geleid. De ware gemeente is de verzameling van discipelen en wordt dus

geleid door de Heilige Geest.

- In Handelingen wordt op verschillende manieren over de vervulling met de Heilige Geest

gesproken. De New Spirit-filled Life Bible zegt hierover (cursivering toegevoegd): ‘Hij

(Lukas) is meer geïnteresseerd in het overdragen van een relationele dynamiek dan in het

uiteenzetten van een precieze, woordelijke theologie (…) Het zijn allemaal essentiële

equivalenten van Jezus’ belofte dat kerk ‘gedoopt zou worden met de Heilige Geest (Hd

1:5)’.42

- Vervuld worden met de Heilige Geest (Hd 2:4; 9:17). Het lijkt erop dat Petrus (Hd

4:8), de gelovigen (Hd 4:31), Paulus (Hd 13:9) op sommige momenten een extra of

hernieuwde vervulling met de Heilige Geest hebben ervaren.

- Ontvangen van de Heilige Geest (Hd 8:17).

- Vallen van de Heilige Geest op de gelovigen (Hd 10:44)

- Uitstorting van de Heilige Geest (Hd 10:45). Dit sluit aan op het beeld van de

Geestesdoop (Hd 1:5).

- Komen van de Heilige Geest op de gelovigen (Hd 19:6).

- De Bijbel in het algemeen en het Nieuwe Testament in het bijzonder leert duidelijk hoe

belangrijk is het is dat de gelovigen (discipelen) vervuld zijn van de Heilige Geest. De

opdracht luidt daarom ook: wordt vervuld met de Heilige Geest (Ef 5:18).

- De tijd (duratief) spreekt van de voortdurendheid van deze opdracht: wordt telkens

weer vervuld.

- De vorm spreekt zowel van een opdracht (gebiedende wijs) als van afhankelijkheid

(passief).

- De vervulling heeft betrekking op het verstaan van de wil van de Heer (vs 17) en uit

zich in lofprijzen, dankbaarheid en dienstbaarheid (vs 19-21).

- Hier tegenover staan waarschuwingen (‘negatieve opdracht’) met betrekking tot de

vervulling met Heilige Geest.

- Bedroeft de Heilige Geest niet (Ef 4:30), doordat allerlei uitingen van de zonde

zichtbaar worden ons leven (vs 25-29, 31).

- Blust de Geest niet uit (1Th 5:19), door de profetieën (het Woord van God) te

verachten.

42 New Spirit-filled Life Bible (p 1487)

Page 15: ETS0202 Handelingen (1-12) - Leren Leven · 3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28). -Apostolisch - In het eerste deel worden vooral de handelingen van de apostelen en oudsten

Evangelische Toerusting School ETS0202 Handelingen (1-12)

J.M. Zwart Pagina 15 van 19 oktober 2011 (v 1.0)

- De Bijbel spreekt met betrekking tot de Heilige Geest zowel over een Persoon (die de

gelovigen ontvangen) als over een kracht (waarmee de gelovigen vervuld raken, die op

hen valt, die over hen wordt uitgestort, die over hen komt).

- De Heilige Geest (Persoon) ontvangen wij bij het tot geloof komen, bij de

wedergeboorte (Hd 2:38; Jh 7:37-39). Iemand heeft de Heilige Geest ontvangen of

niet.

- De Heilige Geest (kracht) kan in meer of mindere mate aanwezig zijn. Iemand is

helemaal vol (vervuld) met (de kracht van) de Heilige Geest of iemand is minder vol

van de Heilige Geest.43

- Het is de opdracht voor iedereen om tot geloof te komen en in geloof de gave van de

Heilige Geest te ontvangen. Voor gelovigen is het vervolgens de opdracht om helemaal

vol (vervuld) te worden met de Heilige Geest.

43 De Geest van God, Ouweneel (p 99-100)

Page 16: ETS0202 Handelingen (1-12) - Leren Leven · 3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28). -Apostolisch - In het eerste deel worden vooral de handelingen van de apostelen en oudsten

Evangelische Toerusting School ETS0202 Handelingen (1-12)

J.M. Zwart Pagina 16 van 19 oktober 2011 (v 1.0)

Bijlage 1: Kenmerken van de (eerste) gemeente

Hd 2:42-47 Hd 4:32-35 Hd 5:12-16 Hd 6:7

Toewijding volharden, met

volharding

gehoorzaam aan het

geloof, het getal van

de discipelen

vermeerderde zich

Woord van God

(prediking en onderwijs)

leer van de apostelen de apostelen gaven

getuigenis van de

opstanding

het Woord van God

nam toe

Avondmaal breking van het

brood

Gebed gebeden

Ontzag (grote) vrees over

elke ziel, allen

van de overigen

durfde niemand

zich bij hen te

voegen

Tekenen en wonderen

(genezing en bevrijding)

vele tekenen en

wonderen door de

handen van de

apostelen

met grote kracht

gaven de apostelen

getuigenis

door de handen

van de apostelen

vele tekenen en

wonderen (zieken

en door onreine

geesten gekwelden

genazen)

Loslaten van bezittingen verkoop goederen en

bezittingen

niemand noemde iets

zijn eigendom,

verkoop van

landerijen en huizen,

opbrengst aan de

voeten van de

apostelen

Gemeenschappelijkheid alle dingen

gemeenschappelijk

alle dingen

gemeenschappelijk

Genade grote genade over

allen

Zorg voor elkaar uitdelen aan allen,

naar dat iemand

nodig had

want niemand was

noodlijdend, aan

ieder werd uitgedeeld

naar dat elk nodig

had

Dagelijkse bijeenkomsten

(erediensten)

allen die geloofden

waren bijeen,

dagelijks in de

tempel, brood breken

aan huis, samen

voedsel nemen

allen eendrachtig

in de zuilengalerij

van Salomo

Eendracht allen, eendrachtig de menigte van hen

die geloofden één

van hart en ziel

allen, eendrachtig

Vreugde en lofprijs vreugdegejuich, God

prijzen

Eenvoud eenvoud van hart

Een goede naam gunst bij het hele

volk

het volk achtte hen

hoog

Groei de Heer voegde

dagelijks bijeen die

behouden werden.

steeds meer

gelovigen de Heer

toegevoegd

het getal van de

discipelen

vermeerderde zeer

Page 17: ETS0202 Handelingen (1-12) - Leren Leven · 3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28). -Apostolisch - In het eerste deel worden vooral de handelingen van de apostelen en oudsten

Evangelische Toerusting School ETS0202 Handelingen (1-12)

J.M. Zwart Pagina 17 van 19 oktober 2011 (v 1.0)

Bijlage 2: Invulschema Eerste Zendingsreis van de apostel Paulus, 47-48 nC (12-18 maanden)44 13:4 13:13 14:21 14:26-28

Missie A

Eiland Missie B

Binnenland Missie C

Terugkeer Thuiskomst

Cyprus

1. Salamis

2. Pafos

13:13 14:1 14:7 14:20 Lystra, Iconium,

Antiochië, Perga, Attalia

Antiochië (Syrië)

1. Antiochië (Pisidië) 2. Iconium 3. Lystra 4. Derbe

(1) Salamis

Bediening:

(1) Antiochië

Bediening:

Tegenstand:

Gewijzigde strategie:

Geestelijke vrucht:

(3) Lystra

Bediening:

Wonderen:

Probleem:

Tegenstand:

Terugkeerbezoeken

Bediening:

Geestelijke vrucht:

Zendingsverslag

(2) Pafos

Bediening:

Tegenstand:

Wonderen:

Geestelijke vrucht:

(2) Iconium

Bediening:

Tegenstand:

Geestelijke vrucht:

(4) Derbe

Bediening:

Geestelijke vrucht

44 Bewerking van Survey of the New Testament, Jensen (p 221)

Page 18: ETS0202 Handelingen (1-12) - Leren Leven · 3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28). -Apostolisch - In het eerste deel worden vooral de handelingen van de apostelen en oudsten

Evangelische Toerusting School ETS0202 Handelingen (1-12)

J.M. Zwart Pagina 18 van 19 oktober 2011 (v 1.0)

Bijlage 3: Invulschema Tweede Zendingsreis van de apostel Paulus, 49-52 nC45 15:36 15:41 16:6 16:11 17:1 17:10 17:15 18:1 18:18-22

Antiochië Syrië, Cilicië Mysië, Troas Filippi Thessalonika Berea Athene Korinthe Efeze, Caesarea,

Antiochië

Klein Azië Macedonië Achaje

Voorbereiding en

roeping

Missie A

Missie B Missie C Terugkeer

Medewerkers

Duur

Route

Bediening

Sleutelboodschap

Tegenstand en

bevrijding

Tekenen en

wonderen

Geestelijke

vrucht

Sleutelvers

45 Bewerking van Survey of the New Testament, Jensen (p 223)

Page 19: ETS0202 Handelingen (1-12) - Leren Leven · 3. Tot aan het einde van de aarde (Hd 13-28). -Apostolisch - In het eerste deel worden vooral de handelingen van de apostelen en oudsten

Evangelische Toerusting School ETS0202 Handelingen (1-12)

J.M. Zwart Pagina 19 van 19 oktober 2011 (v 1.0)

Bijlage 4: Invulschema Derde Zendingsreis van de apostel Paulus, 52-56 nC46 18:23 18:24 19:1 19:8 19:21 20:1 20:7 20:13 20:17 21:1-17

Galatië en Frygië

Apollos Paulus

naar

Efeze

‘Teaching and

preaching’

Opstand Macedonië en Griekenland Troas Naar

Milete

Afscheid Naar

Jeruzalem

Efeze van Troas naar Jeruzalem

Missie A Missie B Missie C

Vervolg Nieuw Vervolg Afsluitend

Ongeveer 3 jaar 10-14 maanden

Medewerkers

Duur

Route

Bediening

Sleutelboodschap

Tegenstand en

bevrijding

Tekenen en

wonderen

Geestelijke

vrucht

Sleutelvers

46 Bewerking van Survey of the New Testament, Jensen (p 226)