Handelingen 13 2

18
Paulus' toespraa in Antiochië (II Handelingen 13 26-39

description

31 juli 2011

Transcript of Handelingen 13 2

Page 1: Handelingen 13 2

Paulus' toespraakin Antiochië (II)

Handelingen 1326-39

Page 2: Handelingen 13 2

Handelingen 13

2

26 Mannen broeders, zonen van het geslacht van Abraham, en vereerders van God onder u, tot ons is deze heilsboodschap het woord van deze redding gezonden.

= Israëls Redder

Page 3: Handelingen 13 2

Handelingen 13

3

27 Want die te Jeruzalem wonen en hun oversten hebben Hem niet erkend en zij hebben de uitspraken der profeten, die elke sabbat worden voorgelezen, door hun oordeel vervuld,

17 En nu, broeders, ik weet, dat gij uit onkunde hebt gehandeld, gelijk ook uw oversten;18 maar zo heeft God in vervulling doen gaan wat Hij bij monde van alle profeten tevoren geboodschapt had, dat zijn Christus moest lijden.

Handelingen 3

Page 4: Handelingen 13 2

Handelingen 13

4

28 en hoewel zij geen grond voor doodstraf konden vinden, hebben zij Pilatus gevraagd Hem ter dood te brengen;

Page 5: Handelingen 13 2

Handelingen 13

5

29 en toen zij alles volbracht hadden, wat van Hem geschreven stond, namen zij Hem af van het hout en legden Hem in een graf.

30 Toen Jezus dan de zure wijn genomen had, zeide Hij: Het is volbracht! En Hij boog het hoofd en gaf de geest.

Johannes 19

Page 6: Handelingen 13 2

Handelingen 13

6

30 Maar God heeft Hem uit de doden opgewekt;

23 deze (=Jezus), naar de bepaalde raad en voorkennis van God uitgeleverd, hebt gij door de handen van wetteloze mensen aan het kruis genageld en gedood.24 God evenwel heeft Hem opgewekt...

Handelingen 2

Page 7: Handelingen 13 2

Handelingen 13

7

31 en Hij is gedurende vele dagen verschenen aan hen, die met Hem van Galilea naar Jeruzalem opgegaan waren, die thans getuigen van Hem zijn bij het volk.

Page 8: Handelingen 13 2

40 ....dat Hij verscheen, 41 niet aan het gehele volk, doch aan de getuigen, die door God tevoren gekozen waren, aan ons, die met Hem gegeten en gedronken hebben, nadat Hij uit de doden was opgestaan; 42 en Hij heeft ons (= de twaalf) geboden HET VOLK te prediken en te betuigen...

Handelingen 10

8

Page 9: Handelingen 13 2

Handelingen 13

9

32 En wij verkondigen u, dat God de belofte, die aan de vaderen geschied is, aan ons, hun kinderen, vervuld heeft door Jezus op te wekken (lett. op te doen staan),

Page 10: Handelingen 13 2

Handelingen 13

10

33 gelijk in de tweede psalm geschreven staat: Mijn zoon zijt Gij; Ik heb U HEDEN verwekt.

= de dag van de opstanding!

Page 11: Handelingen 13 2

Handelingen 13

11

34 En dat Hij Hem uit de doden heeft opgewekt, zonder dat Hij weer tot ontbinding zal wederkeren...

9 daar wij weten, dat Christus, nu Hij uit de doden is opgewekt, niet meer sterft: de dood voert geen heerschappij meer over Hem.

Romeinen 6

Page 12: Handelingen 13 2

Handelingen 13

12

34 ... heeft Hij aldus gezegd: Ik zal U het heilige van David geven, dat betrouwbaar is;

3 Neigt uw oor en komt tot Mij; hoort, opdat uw ziel leve; Ik zal met u een eeuwig verbond sluiten: de betrouwbare genadebewijzen van David.4 Zie, Ik heb hem tot een getuige voor de natien gesteld, tot een vorst en gebieder der natien.

Jesaja 55

Page 13: Handelingen 13 2

Handelingen 13

13

35 en daarom zegt Hij ook in een andere psalm: Gij zult uw Heilige geen ontbinding doen zien.

10 ... Gij geeft mijn ziel niet prijs aan het dodenrijk, noch laat Gij uw gunstgenoot de groeve verderf zien.11 Gij maakt mij het pad des levens bekend; overvloed van vreugde is bij uw aangezicht, liefelijkheid is in uw rechterhand, voor eeuwig.

Psalm 16

Page 14: Handelingen 13 2

Handelingen 13

14

36 Want David is, na voor zijn geslacht de raad Gods gediend te hebben, ontslapen en bij zijn vaderen bijgezet, en hij heeft wel ontbinding gezien;

Page 15: Handelingen 13 2

29 Mannen broeders, men mag vrijuit tot u zeggen van de aartsvader David, dat hij en gestorven en begraven is, en zijn graf is bij ons tot op deze dag.30 Daar hij nu een profeet was en wist, dat God hem onder ede gezworen had een uit de vrucht zijner lendenen op zijn troon te doen zitten,31 heeft hij in de toekomst gezien en gesproken van de opstanding van de Christus, dat Hij niet aan het dodenrijk is overgelaten, noch zijn vlees ontbinding heeft gezien.

Handelingen 2

15

Page 16: Handelingen 13 2

Handelingen 13

16

37 maar Hij, die God heeft opgewekt, heeft geen ontbinding gezien.

Page 17: Handelingen 13 2

Handelingen 13

17

38 Zo zij u dan bekend, mannen broeders, dat door Hem u vergeving van zonden verkondigd wordt;

Gr. aphesis = loslating, vrijlating

Page 18: Handelingen 13 2

Handelingen 13

18

39 ook van alles, waarvan gij niet gerechtvaardigd kondt worden door de wet van Mozes, wordt ieder, die gelooft, gerechtvaardigd door in Hem.

23 Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods,24 en worden OM NIET gerechtvaardigd uit zijn GENADE, door de verlossing in Christus Jezus.

Romeinen 3