Engels - Studieboeken voor hoger onderwijs en taal ......folder, de folder, the 4 fooi, de tip, the...

Taaltalent – deel 2

Methode Nederlands voor midden- enhoogopgeleide anderstaligen

Verzamelde woordenlijstNederlands – Engels

Katja VerbruggenHenny Taks

bussum 2014

c u i t g e v e r ijc o u t i n h o

Woordenlijst Nederlands – Engels bij Taaltalent 2

2 van 23

Deze verzamelde woordenlijst Nederlands – Engels hoort bij Taaltalent – deel 2 van Katja Verbruggen en Henny Taks.

© 2014 Uitgeverij Coutinho bvAlle rechten voorbehouden.Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opna-men, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedin-gen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16h Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stich-ting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl).

Uitgeverij CoutinhoPostbus 3331400 AH [email protected]

Noot van de uitgeverWij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever.

ISBN 978 90 469 0390 2NUR 624


3 van 23

Verzamelde woordenlijst Nederlands – Engels

In deze lijst vind je alle woorden die bij de teksten in het boek en bij de luisterteksten horen, op alfabetische volgorde met daarachter de Engelse vertaling. In de laatste kolom zie je in welk hoofdstuk het woord voorkomt.

aan de andere kant on the other hand 7

aan de slag to start working 6

aanbellen to ring the bell 5

aanbieden to offer 1

aandacht, de attention, the 6

aandoen to put on 2

aanmelden (zich -) to sign up 6

aanspreken to appeal 1

aantrekkelijk appealing 1

aantrekken to put on 2

aanwezig present 2

aanwijzen to point at 5

aardappel, de potato, the 3

aardbei, de strawberry, the 7

aardrijkskunde, de geography, the 4

achterblijven to stay behind 2

achtergrondinformatie, de back ground information, the 4

ademen to breath 8

advies, het advice, the 6

afgesloten closed 4

afgieten to pour off 3

afhangen van to depend on 7

afleiden to distract 4

afmaken to finish 3

afronden to finish 6

afspreken to make an appointment 1

afstand, de distance, the 1

afwisselend varied 4

alcohol, de alcohol, the 7

algemeen general 3

allemaal all 4

allerlei all kinds of 7

als if / when / as 1

alsmaar continuously 5


4 van 23

alvast already 3

alweer again 8

apotheek, de pharmacy, the 8

apparaat, het device, the 7

apparatuur, de equipment, the 1

appel, de apple, the 3

appelsap, de apple juice, the 3

arm, de arm, the 8

asociaal asocial 2

assistente, de assistant, the 8

automatisch automatically 2

avontuur, het adventure, the 1

bakken to bake 1

bang scared, afraid 5

basisschool, de primary school, the 6

beantwoorden to answer 2

bedoeling, de meaning, intention, the 4

bedrag, het amount, the 6

bedrijfsuitje, het business outing, the 4

beginner, de beginner, the 1

behalve except 4

beide both 6

bekend to know the place 5

bekijken to look at 1

bel, de bell, the 5

beoordelen to judge 2

bepaald certain 2

bepalen to determine 6

beperken to limit 4

bereidingswijze preparation, the 3

bereikbaar accessible 1

beroep, het profession, the 2

beroepsopleiding, de professional education, the 6

beschaafd civilized 3

beslissen to decide 3

bespoten sprayed 7

bestaan to exist 2

bestaan uit to consist in 6


5 van 23

bestellen to order 2

bestrooien to sprinkle with 3

betaling, de payment, the 6

beterschap get well soon 8

bevolking, de population, the 2

beweging, de movement, the 1

bezet occupied 3

bezetting, de occupation, the 3

bezig zijn met to be busy doing something 6

bezoeken to visit 4

bibliotheek, de library, the 4

biefstuk, de steak, the 3

bijsluiter, de instructions for use, the 8

bijzonder special 1

binnen within 2

bioscoop, de cinema, the 1

bladzijde, de page, the 2

blauw blue 2

blijdschap, de happiness, the 7

bliksem, de lightning, the 3

bloes, de blouse, the 2

boerenkool, de kale, borecole, the 3

boetiek, de boutique, the 5

boos angry 3

boot, de boat, ship, the 5

bord, het plate, the 3

bos, het forest, woods, the 1

boter, de butter, the 3

boterham, de sandwich, the 7

bovendien besides, moreover 1

bovenkleding, de upper clothing, the 8

branden to burn 3

brandweerman, de fire fighter, the 1

broek, de trousers, the 2

brug, de bridge, the 5

bruiloft, de wedding, the 2

buik, de stomach, belly, the 8

buikkramp, de cramps, the 8

buikpijn, de stomach ache, the 8


6 van 23

buitenwereld, de outside world, the 8

buren, de neighbours, the 1

buurman, de male neighbour, the 6

cd, de cd, the 5

certificaat, het certificate, the 6

champignon, de mushroom, the 3

chemie, de chemistry, the 6

chemisch chemical 6

chic fancy 2

chocoladehagelslag, de chocolate sprinkles, the 7

chocolademelk, de chocolate milk, the 5

chocolademousse, de chocolate mousse, the 3

chocopasta, de chocolate paste, the 7

cijfer, het grade, the 7

Cito-toets, de Cito-test, the 6

combinatie, de combination, the 1

compliment, het compliment, the 2

computer, de computer, the 4

concentratie, de concentration, the 4

concentreren (zich -) to concentrate (oneself) 4

concept, het concept, the 1

contact opnemen met to contact 4

contact, het contact, the 4

contactpersoon, de contact person, the 4

daarbij with that, hence 1

daardoor because of that 4

daarnaast beside that 6

daarop on that, on which 5

dagelijks daily 2

dagopleiding, de day education, the 6

dagschotel, de dish of the day, the 3

dame, de lady, the 2

deel, het part, the 2

diarree, de diarrhea, the 8

dichtgaan to close 5

diep deep 8

dier, het animal, the 7

dierentuin, de zoo, the 5


7 van 23

dineren to dine 5

direct directly 5

divers several 6

doelgroep, de target group, the 6

dokter, de doctor, the 8

dol zijn op to be fond of, to like 3

donker- dark- 2

dooien to thaw 1

doorbrengen to pass (time) 7

doorgaan to take place 1

doorheen through 5

dosering, de dosage, the 8

draaideur, de revolving door, the 5

duin, het dune, the 5

duizelig dizzy 8

durven to dare 5

dus so 1

duwen to push 7

een voor een one by one 7

eens (het - zijn met) to agree (with) 4

eerlijk gezegd honestly said 3

eet smakelijk enjoy your meal 3

eetbaar edible 7

eetcafé, het pub, the 3

eigen own 6

eigenlijk actually 1

eiland, het island, the 7

eind, het end, the 5

einde, het end, the 3

elektrisch electric 7

elftal, het team of eleven players, the 1

enkel single 2

enkel, de ankle, the 8

enorm enormous 7

ergens anders somewhere else 3

ernstig serious 8

erwtensoep, de pea soup, the 3

eten, het food / dinner, the 3

etiket, het tag, the 8


8 van 23

even denken let me think 2

even kijken let me see 3

eventueel potentially 3

examen halen, een to pass an exam 6

examen, het exam, the 6

feestdag, de public holiday, the 3

fitness, de fitness, the 1

fles, de bottle, the 1

flink considerable 7

folder, de folder, the 4

fooi, de tip, the 3

fout wrong 6

fragment, het extract, the 6

Frans French 3

friet, de French fries 3

fris fresh 3

fris, de soft drink, the 5

gaar well done 3

gast, de guest, the 4

gebeuren to happen 7

gebeurtenis, de event, the 7

gebouw, het building, the 5

geel yellow 2

gehandicapte, de handicapped, the 7

gek crazy, strange 1

geloven to believe 1

geluid, het noise, the 4

geluidsoverlast, de noise nuisance, the 4

genieten to enjoy 1

geopend opened 6

gerecht, het dish, the 3

geruit checked 2

gerust easily 1

geschiedenis, de history, the 6

gesprek voeren, een to have a conversation 6

gesprek, het conversation, the 6

gestreept striped 2

gevaarlijk dangerous 1


9 van 23

geval, het case, the 8

gevogelte, het poultry, the 7

gevorderde, de advanced, the 1

geweldig great 1

gewoon simply 1

gezinsleven, het family life, the 7

gezondheidszorg, de health care, the 7

gieren to howl 7

gierig greedy, stingy 3

golf, de wave, the 1

gracht, de canal, the 5

grachtentocht, de canal tour, the 5

griep, de flue, the 8

griepprik, de influenza vaccination, the 8

grijs grey 2

groeien to grow 7

groen green 2

groepsgrootte, de group size, the 6

hagelen to hail 7

hand, de hand, the 7

hartig salty, savoury 3

heerlijk wonderful / delicious 1, 2

heet hot / spicy 3

hekel hebben aan, een to dislike 2

helemaal niet not at all 5

helikopter, de chopper, the 7

hemd, het undershirt, the 8

herfst, de autumn, fall, the 1

herhalingsrecept, het prescription, the 8

herinneren (zich -) to remember 7

het koud krijgen to get cold 8

het staat genoteerd it is noted 8

hete bliksem, de potato stew with apples, the 3

hoesten to cough 8

hoeven te to need to 7

hoewel although 5

hoezo how is that 1

hoofddoek, de head kerchief, the 2

hoofdpijn, de headache, the 2


10 van 23

hopelijk hopefully 8

horen to hear 4

hostie, de host, the 7

hotelschool, de hotel management school, the 3

houden van to like, to love 1

huisarts, de general practitioner, the 8

huiswerk, het homework, the 4

hulpmiddel, het helping device, the 7

hutspot, de potato stew with carrots and onions, the 3

iemand anders someone else 1

ijs, het ice cream, the 3

in alle rust quietly 4

in orde all right 8

in principe in principle 8

in verband met due to 1

inademen to breathe in 8

inburgeringsexamen, het exam for civic integration, the 1

inderdaad indeed 1

Indonesisch Indonesian 3

ingrediënt, het ingredient, the 3

innemen to take, swallow 8

inschrijven (zich -) to register 6

intensief intensive 6

internationaal international 4

jaarlijks yearly, annually 8

jas, de coat, the 2

jawel yes indeed 2

jeugd, de youth, the 7

jurk, de dress, the 2

kaart, de menu, the 3

kaasplankje, het cheese platter, the 3

kantoorruimte, de office, the 4

kantoortuin, de plan office, the 4

kassabon, de ticket, the 2

kat, de cat, the 1

keelontsteking, de inflammation of the throat, the 8

keelpijn, de throat ache, the 8


11 van 23

kerk, de church, the 5

keukenvloer, de kitchen floor, the 7

keuze, de choice, the 3

kip, de chicken, the 3

klacht, de complaint, problem, the 8

klas, de class (room), the 6

klederdracht, de regional costume, the 2

kleding, de clothing, the 2

kledingvorm, de form of dressing, the 2

kleurstof, de colourant, the 7

kleuterschool, de kindergarten, the 6

klikken to click 6

klinken to sound 1

klokslag stroke of the clock 2

knie, de knee, the 8

koelkast, de fridge, the 7

konijn, het rabbit, the 5

koningin, de queen, the 7

kool, de cabbage, the 3

koorts, de fever, the 8

kop, de header, the 1

kortom in short 1

kou, de cold, the 1

kramp, de cramps, the 8

kriebelhoest, de tickling cough, the 8

kruiden to season 3

laatst recently 8

landen to land 7

langskomen to pass by 6

langzaam slowly 8

last hebben van to have a trouble 8

laten to let 6

laten zien to show 7

ledenpas, de memberships card, the 1

leerkracht, de teacher, the 4

lente, de spring, the 1

leren to learn 6

lesgeven to teach 6

letterlijk literal 2


12 van 23

lichaam, het body, the 1

licht- light- 2

lid, het (de leden) national exam, the 1

lidmaatschap, het membership, the 1

liedje, het song, the 1

linkerkant, de left side, the 5

locatie, de location, the 1

long, de lung, the 8

lucht, de sky, the 7

luieren to laze 1

lukken to succeed 8

lunch, de lunch, the 5

maag, de stomach, the 7

maat, de size, the 2

mangosorbet, de mango sorbet, the 3

medewerker, de co-worker, the 1

medicijn, het medicine, the 4

meebrengen (met zich -) to bring along 4

meedoen to participate 1

meegaan to go with 2

meenemen to take along 1

meerdere multiple, several 4

meevallen to be better than expected 5

mengsel, het mixture, the 3

mensen, de people, the 3

menukaart, de menu, the 3

merk, het brand, the 2

merken to notice 8

met z’n allen all together 1

middeleeuwen, de middle ages, the 7

middeleeuwers, de people from the middle ages 7

midden, het middle, the 7

mijne, de mine 7

minstens at least 8

misselijk nauseous 8

mistig misty, foggy 7

mobieltje, het mobile phone, the 5

mode, de fashion, the 2

modieus fashionable 2


13 van 23

moeilijk difficult 6

moeite, de trouble, the 4

mogelijk possible 4

moment, het moment, the 1

mond, de mouth, the 3

moslimvrouw, de Muslim woman, the 2

mossel, de mussel, the 4

mouw, de sleeve, the 2

museum, het museum, the 5

naar smaak to your taste 3

nadat after that 6

nagerecht, het dessert, the 3

nakijken to correct 5

nat wet 7

net just, recently 1

net good, neat 2

neus, de nose, the 3

neusdruppels, de nose drops, the 8

niemand nobody 6

nietwaar isn’t it 7

niezen to sneeze 8

niveau, het level, the 6

nogmaals one more time 8

normaal gesproken normally 6

noteren to write down, to make a note 8

notulen, de minutes, the 4

om een uur of … around ... o’clock 2

omdat because, since 1

omgeving, de surrounding, the 4

omliggend surrounding 1

onbewolkt clear, cloudless 7

onderwerp, het topic, the 4

onderwijs, het education, the 6

onderzoek, het examination 8

onderzoeken to examine 8

online online 2

onmiddellijk immediate 8

onrustig uneasy 4


14 van 23

ontwikkelen (zich -) to develop oneself 2

onweren to have a thunderstorm 7

onzin nonsense 2

ooit ever 1

oorpijn, de ear pain, the 8

oosterse keuken, de eastern cuisine, the 1

op bezoek gaan bij to visit someone 5

op het gebied van in the field of 7

op tijd on time 2

opdracht, de task, assignment, the 4

opeens suddenly 7

open spreekuur, het open office hour, the 8

opendoen to open 6

openingstijden, de opening hours, the 5

opeten to eat it all 7

opgeleid zijn to be educated 6

ophalen to fetch 3

opleiden to educate 6

opleiding, de education, the 3

opleidingscentrum, het education centre, the 6

oplossen to solve 8

oplossing, de solution, the 4

opnemen to record 5

opnoemen to name 4

oppassen to watch out 3

opstappen to get in 5

oranje orange 2

ordinair tinhorn 2

organisatie, de organization, the 4

organiseren to organize 1

oven, de oven, the 3

ovenschotel, de oven plate, the 3

over het algemeen in general 2

overgaan to pass 8

overgaan in to pass into 5

overgeven to throw up 8

overheid, de government, the 4

overhemd, het shirt, the 2

overig other 6

overleg, het consultation, the 4


15 van 23

overleggen to discuss 6

oversteken to cross 5

overweg kunnen met to get along with 8

pak, het suit, the 2

pakken to grab 8

paleis, het palace, the 7

pan, de pot, the 3

paniek, de panic, the 7

paprika, de capsicum, pepper, the 3

paprikapoeder, het paprika, the 3

pas just, only 3

paskamer, de fitting room, the 2

passen to try on / to fit 2

patiënt, de patient, the 4

pauw, de peacock, the 7

pauzeren to pause / to take a break 6

pensioen, het pension, the 6

peper, de pepper, the 3

perfect perfect 4

peterselie, de parsley, the 3

pijn, de pain, the 8

pikant spicy, hot 3

pil, de pill, the 8

pittig spicy, hot 3

platteland, het country side, the 2

plein, het square, the 5

plezier, het fun, the 5

politieman, de police man, the 2

port, de port wine, the 3

positieve, het positive thing, the 7

praktijk, de practice, the 6

praktijk, de doctor’s office, the 8

precies exactly 2

prettig comfortable, good 1

procent, het percent, the 7

project, het project, the 4

pyjama, de pajamas, the 2


16 van 23

raadplegen to consult 8

rapport, het school report, the 7

recept, het prescription, the 8

rechtdoor straight ahead 5

rechts aanhouden to keep going right 5

reep, de slice, the 3

regenen to rain 7

regio, de region, the 2

rekenen to count, calculate 4

rekening, de bill, the 3

religieus religious 2

reserveren to make reservations 3

restje, het leftover, the 7

resultaat, het result, the 8

richting in the direction of 5

rijk rich 7

rilling, de shiver, the 8

roepen to call 7

roeren to stir 3

rolstoel, de wheel chair, the 7

roltrap, de escalator, the 5

rolverdeling, de task division, the 7

rondbrengen to distribute 4

rondkomen to make ends meet 4

rondvaartboot, de tourist vessel, the 5

rood red 2

routebeschrijving, de route description, the 5

roze pink 2

ruilen to change, swap 2

ruim spacious 1

rumoerig noisy 4

rundvlees, het beef, the 3

rust, de quietness, tranquillity 1

salade, de salad / lettuce, the 3

salaris, het salary, the 4

samenstellen to compose 4

samenwerken to cooperate, work together 8

saté, de satay, the 3

saus, de sauce, the 4


17 van 23

schaatsen to ice skate 1

schaatstocht, de ice skating trip, the 1

scheikunde, de chemistry, the 6

schenken to poor 3

scheppen to spoon 7

scherm, het screen, the 1

scherp spicy, hot 3

schijnen to shine 7

schitterend splendid, marvellous 1

schoen, de shoe, the 1

schoolkeuze, de school choice, the 6

schoon clean 7

schouder, de shoulder, the 8

schrikken to be startled 7

schuin oblique 5

secretaresse, de secretary, the 4

serveren to serve 3

shoppen to shop 1

slaap, de sleep, the 8

slap weak 8

sleutelen to fix, to repair 6

smaak, de taste, the 7

smaken to taste 3

sneeuwen to snow 7

snijden to cut 3

snowboarden to snowboard 1

soep, de soup, the 3

sok, de sock, the 2

soldaat, de soldier, the 7

sommige some 3

sorbet, de sorbet, the 3

souvenir, het souvenir, the 1

sowieso anyway 5

spa rood, de sparkling water, the 3

Spanjaard, de Spaniard, the 3

sparen to save money 3

specialist, de specialist, the 8

speelgoed, het toys, the 7

speelruimte, de recreation space, the 7

spek, het bacon, the 3


18 van 23

spierpijn, de muscle ache, the 8

spijten to feel sorry 5

sporter, de sportsman, sportswoman, the 1

spreekuur, het office hour, the 8

staan to look on someone 2

stadhuis, het city hall, the 3

stampen to mash 3

stamper, de masher, the 3

stamppot, de potato stew, the 3

steeds groter bigger and bigger 6

steeds meer more and more 4

steeg, de alley, the 5

sterven to die 8

stof, de fabric, the 2

stof, de substance, the 6

stokbrood, het French bread, the 3

stom stupid 5

stoplicht, het traffic light, the 5

stoppen to stop 5

stormen to storm 7

straatbeeld, het streetscape, the 2

strak tight 2

strand, het beach, the 5

streek, de region, the 2

student, de student, the 5

studie, de studies, the 3

studio, de studio, the 5

sturen to send 4

tablet, de pill, the 8

talencursus, de language course, the 6

teamsport, de team sport, the 1

techniek, de technique, engineering, the 6

tegelijk at the same time 4

tekst, de text, the 6

telefonisch by phone 6

telefoon opnemen, de to pick up the phone 4

teleurgesteld disappointed 1

telkens every time 1

terrasje, het terrace, the 5


19 van 23

terugkomen to come back 2

terwijl while 3

tevreden satisfied 4

theoretisch theoretically 6

thuisblijven to stay at home 1

tientallen dozens 1

tijdje, het while, the 7

tocht, de tour, the 5

toekomst, de future, the 6

toen when 7

toepassen to apply 4

toerist, de tourist, the 4

toetje, het dessert, the 3

toets, de test, the 4

toetsen to test 6

toevallig by coincidence 6

toevoegen add, to 3

tolk, de interpreter, the 4

tomatensaus, de tomato sauce, the 3

toren, de tower, the 5

traditioneel traditional 2

training, de training, the 8

trakteren to treat, indulge 3

trap, de stair, the 3

trots proud 7

trui, de sweater, the 2

T-shirt, het T-shirt, the 2

tussen de middag at lunchtime 7

typisch typical 2

uit eten gaan to go out to eat 3

uitademen to breathe out 8

uitdoen to take off 8

uiteindelijk finally 7

uiteraard of course 4

uiterlijk up until 6

uitgebreid ample 5

uitgeven (geld -) to spend (money) 5

uitleggen to explain 4

uitlopen to walk to the end of 5


20 van 23

uitrusten to rest 1

uitspraak, de pronunciation, the 6

uittrekken to take off 2

uniek unique 1

uniform, het uniform, the 2

vak, het discipline, the 4

vakkenpakket, het curriculum, the 6

van start gaan to start 6

van tevoren in advance 6

vanaf from 1

vandaag de dag nowadays 7

vanillepudding, de vanilla pudding, the 3

vanochtend this morning 2

vanwege because of 1

vanzelf of oneself 5

varken, het pig / pork, the 7

vast en zeker for sure 1

veilig safe 7

veld, het field, the 1

ver far 5

verbinden to connect 6

verdienen to earn 3

verdwalen to get lost 5

verdwijnen to disappear 8

vergaderen to have a meeting 4

vergaderkamer, de meeting room, the 4

vergeten to forget 5

verhitten to heat 3

verhoging, de temperature, the 8

verkoopster, de sales woman, the 2

verkouden cold (to have a -) 8

vermoeiend tiresome 1

verpleegkundige, de nurse, the 4

verpleegster, de nurse, the 2

verrassing, de surprise, the 5

verschillend different 5

verstaan to understand 6

verstopt hidden 8

vertaalbureau, het translation office, the 4


21 van 23

vertalen to translate 4

vertaling, de translation, the 4

vertellen to tell 7

vervolgens after that 2

verwachten to expect 8

verwijsbriefje, het doctor’s referral letter, the 8

verzorgd well-groomed 2

vet, het grease, the 3

vieren to celebrate 3

vies dirty 2

virus, het virus, the 8

visites rijden to visit patients 8

visschotel, de fish dish, the 2

Vlaanderen Flanders 3

vlak voor just before 5

vliegen to fly 7

vloeiend fluently 4

voeding, de nutrition, the 7

voedzaam nourishing 7

voelen (zich -) to feel 1

voetbalblessure, de soccer injury, the 8

vogel, de bird, the 5

vol full 4

volgen to follow 5

volgens according to 1

volledig entirely 6

volwassene, de adult, the 5

vooraf as a starter 3

vooral especially 1

voorbereiden to prepare 4

voordeel, het advantage, the 4

voorgerecht, het starter, the 3

voorlezen to read out loud 6

voortgezet onderwijs, het higher education, the 6

voorverwarmen to preheat 3

vriezen to freeze 1

vrij rather 7

VS (Verenigde Staten), de USA, the 1


22 van 23

waaien to blow (wind) 7

waarover about what 6

wandelen to walk, to hike 5

want because 1

Wat is er aan de hand? What is the matter? 8

Wat scheelt eraan? What is the problem? 8

watersnoodramp, de flood disaster, the 7

weer, het weather, the 2

weg away 2

wegleggen to put away 7

weiland, het meadow, the 1

wens, de wish, the 6

werkplek, de working space, the 4

werkzaamheden, de proceedings, the 4

wetenschapper, de scientist, the 2

wild wild 5

wild, het wild game, the 7

winkelgalerij, de mall, the 5

wintersportvakantie, de winter holiday, the 1

wisselvallig changing 7

wit white 2

worst, de sausage, the 3

wortel, de carrot, the 3

yoghurt, de yoghurt, the 2

zee, de sea, the 5

zekerheid, de safe side, the 5

zichtbaar visible 5

ziek ill 8

ziekte, de illness, the 7

zo’n such a 7

zoals as 1

zodat so that 5

zodra as soon as 1

zoet sweet 3

zolang as long as 6

zolder, de attic, the 7

zon, de sun, the 7

zonder without 4


23 van 23

zonnig sunny 7

zoo, de zoo, the 5

zorgcentrum, het nursing home, the 7

zorgen dat to make sure that 1

zorgen maken (zich -) to be worried 6

zout salty 1

zout, het salt, the 3

zuchten to sigh 8

zullen shall, will 1

zuur sour 3

zwaan, de swan, the 7

zwart black 2

zwembad, het swimming pool, the 1

zwemmen to swim 7

Engels - Studieboeken voor hoger onderwijs en taal ......folder, de folder, the 4 fooi, de tip, the...

Documents

Transcript of Engels - Studieboeken voor hoger onderwijs en taal ......folder, de folder, the 4 fooi, de tip, the...