EN 1090 november 2013 EN 1090 Kersten Europe over het ......jaren op de hoogte van de invoering van...
Transcript of EN 1090 november 2013 EN 1090 Kersten Europe over het ......jaren op de hoogte van de invoering van...
EN 1090 november 2013
28
EN 1090november 2013
29
door Suzanne van Geest-Westdijk
VANAF JULI 2014 IS DE EN 1090-CERTIFICERING EEN VEREISTE VOOR STAALCONSTRUCTIEBEDRIJ-
VEN. MINDER BEKEND IS HET BELANG VAN DEZE NORM VOOR DE OFFSHORE-INDUSTRIE. KERSTEN
EUROPE SIGNALEERT EEN STERK TOENEMENDE VRAAG NAAR HET WERKEN VOLGENS DE EN 1090
VANUIT DE OFFSHORE-MARKT.
n het Noord-Limburgse Wanssum begon Kersten Eu-
rope ruim 50 jaar geleden als klein constructiebedrijf
aan de industriehaven. Met inmiddels drie productieloca-
ties in Europa en één in het Midden-Oosten is het bedrijf
uitgegroeid tot marktleider in buigtechnologie. Naast
koud gebogen profielen en platen worden ook halffabri-
caten geleverd, waarbij Kersten Europe niet alleen de buig-
werkzaamheden verzorgt, maar ook diverse aanvullende
mechanische bewerkingen uitvoert, zoals het snijden, las-
sen en samenstellen van gebogen constructies. Onlangs is
het bedrijf gecertificeerd volgens de EN 1090. Lastechniek
ging op bezoek bij de hoofdvestiging in Wanssum. Tijdens
een gesprek met bedrijfsleider Tom Broeders en produc-
tiemanager Rob Voesten kwamen het proces, de voor- en
nadelen en het uiteindelijke doel van deze certificering uit-
gebreid aan bod.
Niet langer wachtenConstructiebedrijven in de staalbouwsector zijn al enkele
jaren op de hoogte van de invoering van de nieuwe norm.
In de decemberuitgave van vorig jaar wijdde Lastechniek
meerdere artikelen aan de EN 1090. Er blijkt nog veel on-
duidelijkheid over deze certificering te zijn en veel bedrij-
ven nemen een afwachtende houding aan. Vanaf juli 2014
is het werken volgens de EN 1090 echter wettelijk ver-
plicht voor staalconstructiebedrijven. Het is dan ook aan
te raden niet langer te wachten met het ondernemen van
stappen. Hoewel de EN 1090-certificering niet gericht is
op de offshore, signaleert Tom Broeders een toenemende
vraag naar het werken volgens deze norm vanuit de Duitse
offshore-markt. “Duitse bedrijven zijn zeer actief in de off-
shore windenergiesector en verwacht wordt dat bedrijven
in andere landen snel zullen volgen.”
Kersten Europe over het belangvan EN 1090,
ook voor de offshore
‘Kwaliteit is de matewaarin je voldoet aan dewensen van de klant. EN 1090 wordt geenwens, maar een eis!’
J-tube constructies
EN 1090 november 2013
30
Opkomst offshore windenergieDe laatste jaren heeft de offshore windenergiesector een
enorme groei doorgemaakt. Broeders: “Wij zijn ruim drie
jaar geleden een speciale Business Unit gestart: ‘Kersten
Europe Renewable Energy’. Deze richt zich exclusief op
de fabricage van gebogen en gelaste constructies voor de
offshore windenergiesector.” Productiemanager Rob
Voesten vult aan: “Offshore windmolens en energiestati-
ons worden constant blootgesteld aan extreme omstan-
digheden. Om hiertegen bestand te zijn is het noodzakelijk
dat onderdelen zijn samengesteld uit zware, dikwandige
materialen.”
Ondanks de recessie heeft Kersten Europe enorm geïn-
vesteerd in extra capaciteit in het machinepark. Zo is
vorig jaar één van de grootste profielbuigmachines van
Europa aangeschaft voor het koudbuigen van onder an-
dere buizen tot Ø 610 mm en HE-profielen tot 1000 mm.
Ook is er een zware pers ontwikkeld voor het zetten van
dikwandige conussen en schalen, de 2400T Power Press.
Om ook de uitslagen voor deze conussen en schalen te
snijden is geïnvesteerd in een nieuw plasma-/autogeen snij-
portaal met 3D-bevelkop voor het snijden van dikwandig
plaatstaal. “Nadat we deze geavanceerde machines had-
den geïnstalleerd kwamen de aanvragen bijna vanzelf bij
ons terecht. Het is een kleine markt, een echte niche, en
daarin kunnen niet veel partijen aan de strenge offshore-
eisen voldoen, of ze hebben onvoldoende capaciteit om de
zware materialen te bewerken”, aldus Broeders.
Gekwalificeerd laswerk“In de beginjaren voerden we regelmatig eenvoudige las-
werkzaamheden uit, maar naarmate het bedrijf zich ver-
der ontwikkelde als buigspecialist, raakte dit op de
achtergrond. De basiskennis is echter nooit verloren ge-
gaan”, vertelt productiemanager Rob Voesten. Vanuit de
apparatenbouw is weer meer vraag naar gebogen en com-
pleet gecertificeerde gelaste plaatwerkconstructies ont-
staan. Om hieraan tegemoet te komen heeft Kersten
Europe verder geïnvesteerd in de lastechnologie. Naast de
introductie van nieuwe processen werd het team van ge-
kwalificeerde lassers uitgebreid. Bestaande werknemers
werden intern opgeleid en gekwalificeerd in de lastech-
niek. Voesten: “Het voordeel van eigen mensen is dat de
betrokkenheid en betrouwbaarheid veel hoger is dan bij
het inzetten van tijdelijke krachten. Als een van onze las-
sers bijvoorbeeld twijfelt aan de werkmethode of de kwa-
liteit van de apparatuur, dan zal hij of zij in geen geval
overgaan tot lassen. En dat is waar we naar streven: geen
concessies aan de kwaliteit.”
Proces EN 1090-certificeringKersten Europe werd in 2011 tijdens een bijeenkomst van
de vereniging Bouwen met Staal voor het eerst gecon-
fronteerd met de nieuw in te voeren EN 1090-norm. Be-
drijfsleider Tom Broeders merkt op dat het bedrijf meteen
gekozen heeft voor een brede aanpak. “We zijn begonnen
met het verzamelen van standaard handboeken over het
invoeren van de EN 1090.
Aan de hand daarvan is
één blanco handboek sa-
mengesteld, wat als een
routekaart het invoerings-
proces heeft vereenvoudigd.
We hebben gekeken wat in
het bestaande systeem al
goed geregeld was en om-
schreven stond en wat er
nog moest worden aange-
pakt. Dit bleek een prima
werkmethode waarbij de
bestaande procedures en in-
structies konden worden
aangepast of aangevuld.
Het resultaat is een eendui-
dig effectief handboek dat
niet staat weg te stoffen in
de kast van een manager,
maar structuur en duide-
lijkheid geeft in de organi-
satie, een vereiste voor een
succesvolle implementatie.”
Foto onder: Europa's grootste profielbuigmachine met buis 610 mm
productiemanager Voesten. “Het gehele proces van EN
1090-certificering heeft ons zeker een jaar gekost. Het zijn
juist de sleutelfiguren uit de organisatie die hierbij be-
trokken moeten zijn. Naast de eigen werkzaamheden is
dat soms lastig te combineren, daarom is een tijdige start
verstandig. De invoering moet gedragen worden door het
management en de kosten moeten gebudgetteerd worden.
Helaas is voor veel bedrijven de EN 1090 als een donkere
wolk die hen boven het hoofd hangt. Er zijn maar weinig
bedrijven die zeggen de EN 1090 een goed gereedschap te
vinden en die staan te trappelen om ermee aan de slag te
gaan.”
Broeders: “Je kunt natuurlijk met veel minder energie dat
certificaat aan de muur van de ontvangsthal krijgen en
jaarlijks met veel zweet de audit doorlopen. Wij denken
echter dat onze klanten dit niet zullen waarderen en dan
op zoek zullen gaan naar een betere partner. Kwaliteit is
de mate waarin je voldoet aan de wensen van de klant.
EN 1090 wordt geen wens, maar een eis! Pak je het op
een goede manier aan, dan kun je de kwaliteit in je orga-
nisatie naar een hoger niveau brengen en je onderschei-
den van collega-bedrijven.” Kersten Europe zit momenteel
in de afrondende fase van het EN 1090-project. “We zijn
er nog niet, maar de belangrijkste stappen zijn gezet.
Het Wanssumse bedrijf heeft veel aandacht gegeven aan
het trainen van de gehele organisatie. Rob Voesten:
“Zowel het management als de verkopers, calculators,
werkvoorbereiders en engineers hebben een uitgebreide
training gehad over materialenkennis, lastechniek, lason-
derzoek en normeringen. Dit vormt de basis voor de EN
1090-vervolgopleiding. Deze kennis is essentieel om klan-
ten goed te kunnen adviseren én om de EN 1090 goed te
kunnen interpreteren.” Deze training wordt binnenkort
ook gegeven aan de productiemedewerkers in een aange-
paste, meer praktijkgerichte vorm. “Het is belangrijk dat
een lasser begrijpt wat de effecten zijn van bijvoorbeeld
voorverwarmen of warmte-inbreng, in plaats van dat hij
iets doet omdat het op een WPS staat.”
De volgende stap was een EN 1090-vervolgopleiding.
Broeders merkt op dat daarvoor vele advies- en oplei-
dingsbureaus te vinden zijn, die zich echter vaak beperken
tot één vakgebied. “Bij ons bedrijf was er behoefte aan
een brede EN 1090-opleiding voor alle technieken die hier
worden toegepast. Denk aan buigtechniek, lastechniek,
snijden, boren, zagen, ponsen, zetten, coaten, enzovoort.
Dit kan alleen met een in-company-training. Bij de selec-
tie van opleidingsbedrijven is vooral gekeken naar de do-
centen en niet naar de naam van een opleidingsinstituut.
Het kennisniveau en inlevingsvermogen van de docent be-
paalt de kwaliteit van de training.” Ook de keuze van een
Nobo (notified body) voor de certificering is belangrijk,
volgens Broeders. “Er zijn weinig Nobo’s die alle certifi-
ceringen kunnen aanbieden (ISO 9001, DIN 18.800, ISO
3834 en EN 1090). Een audit is veel effectiever als dat
door één Nobo kan gebeuren. Er zijn grote verschillen op
prijs- en kennisniveau. Een goede Nobo geeft ook advies;
het zijn tenslotte ervaren mensen die in veel bedrijven zijn
geweest. De EN 1090-norm bevat nog onduidelijkheden
en onvolkomenheden, daarom is de hulp van de Nobo
zeer gewenst.”
Tijdige startHet goed invoeren van de EN 1090 kost behoorlijk wat
tijd en geld, is de ervaring van bedrijfsleider Broeders en
‘Het resultaat is een handboek dat niet staatweg te stoffen in de kastvan een manager, maarstructuur en duidelijkheidgeeft in de organisatie.’
EN 1090november 2013
31