EMSKOMMISSION PERMANENTE NEDERLANDS ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/63261/...sungen und...

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Directoraat- Gen eraal Rijkswaterstaat

Directie Noord-Nederland

Aan

Contactpersoon

J.J. Huizing Datum

15 november 1995 Ons kenmerk DNN 95/10112 Onderwerp

Toezending brochure Eemscommissie.

Doorkiesnummer

( 0 5 8 ) 2 3 4 43 72 Bljlage(n)

1 Uw kenmerk

Geachte heer, mevrouw,

Met veel plezier zend ik U de brochure "Grensoverschrijdende samenwerking in de Eernsmonding". Deze is uitgegeven ter gelegenheid van de 35e zitting van de Permanente Nederlands-Duitse Eemscommissie die plaatsvond op 5 oktober j . 1 .

De brochure geeft een beeld van de samenwerking tussen Nederland en Duitsland op het gebied van de waterstaatszorg en zeescheepvaart in het Eems-Dollardestuarium in de periode 1960 - 1995.

Mocht deze brochure aanleiding geven tot op- of aanmerkingen dan kunt u contact opnemen met mr.ing. D. Rienstra (toestel 4 0 2 ) of drs. J.J. Huizing (toestel 372) van mijn dienst.

Hoogachtend,

de hoof dingeheur-directeur ,

Postadres postbus 2301, 8901 JH Leeuwarden Telefoon 058.2344344

Bezoekadres 'Mlddelzeehuys' Zulderslngel 3, Leeuwarden Telefax 058-2344123

Berclkbrrr op 400 meter links vanaf Station N.S. en Busstrtion I

STÄNDICE DEUTSCH-NIEDERLÄNDISCHE EMSKOMMISSION PERMANENTE NEDERLANDS-DUITSE EEMSCOMMISSIE

GRENZÜBERSCHREITENDE ZUSAMMENARBEIT IN DER EMSMÜNDUNC GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING IN DE EEMSMONDINC

Eine Brochure zur 35. Sitrung der Emskommission Een brochure bij de 35e zitting van de Eemscommissie

Bonn, Den Haag, 5. Oktober 1995

3

VORWORT VOORWOORD

AnläBlich der 25. Sitzung der ständigen deutsch-niederländischen Emskommission erschien 1986 eine Broschüre über die Zusammenarbeit in der Emsmündung. Sie erläutert die Weise, wie die Aufgaben und Tätigkeiten im Geiste guter Nachbarschaft gelöst worden sind. Diese Broschüre is t inzwischen für viele Interessierte an der Geschichte der deutsch-niederländischen Zusammenarbeit in der Emsmündung ein nützliches Nachschlagewerk geworden.

In 1986 verscheen ter gelegenheid van de 25e Zitting van de Permanente Nederlands-Duitse Eemscommissie een brochure over de samenwerking in de Eemsmonding. Zij geeft inzicht in de wijze waarop aan de taken en werkzaamheden, in de geest van goede nabuurschap, invulling is gegeven. Deze brochure is inmiddels voor vele geïnteresseerden in de geschiedenis van de Nederlands-Duitse samenwerking in de Eemsmonding, een nuttig naslagwerk gebleken.

Weil sich in der Zwischenzeit eine Reihe von Entwicklungen ergeben haben, die einen (groRen) EinfluR auf die sozial-ökonomische Struktur des Emsmündungsgebietes ausüben, haben wir beschlossen, zur 35. Sitzung der Emskommission am 5. Oktober 1995 eine aktualisierte Broschüre herauszugeben. Eine Darstellung der Entwicklung auf dem Cebiet der Morphologie, der Schiffahrt, der Fahrwasserunterhaltung sowie der gemeinsamen Mes- sungen und Untersuchungen erfolgt ab 1963.

Omdat zich in de afgelopen periode een aantal ontwikkelingen hebben voorgedaan die van (grote) invloed zijn op de sociaal-economische structuur van het Eemsmondingsgebied, hebben wij besloten ter gelegenheid van de 35e Zitting van de Eemscommissie op 5 oktober 1995, een geactualiseerde brochure uit te geven. De ontwikkeling op het gebied van morfologie, scheepvaart, vaargeulonderhoud en gezamelijke metingen en onderzoeken, wordt belicht vanaf 1963.

Bei einem Rückblick stellen wir mit Cenugtuung fest, daB wir die Probleme in der Emsmündung immer gutnachbarschaftlich gemäB den Bestimmungen des Ems-Dollart-Vertrages behandeln konnten. Das Ergebnis hiervon finden Sie in dieser neuen Broschüre. Wir hoffen und erwarten, daB sie die gleiche Bedeutung als Nachschlagewerk erhalten wird wie ihr Vorläufer von 1986.

Der Vorzitzende der deutschen Delegation in der ständigen deutsch- niederländischen Emskommission lands-Duitse Eemscommissie

Terugkijkend stellen wij met voldoening vast dat wij de problematiek in de Eemsmonding altijd als goede buren, overeenkomstig de bedoeling van het Eems-Dollardverdrag, hebben kunnen behandelen. De neerslag hiervan vindt u in deze nieuwe brochure die, naar wij hopen en verwachten, een zelfde betekenis als naslagwerk zal krijgen als haar voorgangster uit 1986.

De voorzitter van de Nederlandse delegatie van de permanente Neder-

Dipl. -Ing. N. Krause 3* ir. 1 R Hoogland

INHALT

VORWORT

INHOUD

VOORWOORD

1.

2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5.

3.

3.1.

3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6. 3.7. 3.8.

4. 4.1. 4.2. 4.3.

5. 5.1. 5.2. 5.3. 5.4.

El NLEITUNG

ENTWICKLUNGEN IM VERTRAGSGEBIET SEIT 1960 Morphologische Änderungen und Fahrwasserverhältnisse Baggeraktivitäten Sandgewinnung Seehäfen an der Auben- und Untererns Hafenurnschlag

SPEZIELLE THEMEN SEIT 1986: - RÜCKBLICK UND SACHSTAND - Kooperationsvertrag Ems-Dollart und hierrnit zusamrnen- hangende Hafenprojekte Gerneinsarnes Verkehrsrecht auf der Erns Verkehrssicherungssystern an der Erns Lotswesen Seezeichenwesen Erweiterung des EPON-Kraftwerkes Ausbau des Aubenhafens Delfzijl Kabel und Leitungen

TATICKEITEN DER EMSKOMMISSION 1986 - 1994 Sachverständigen besprechu ngen Hauptthernen aus den letzten zehn Sitzungen Teilnehrner an den Sitzungen 1986 - 1994

GEM E l NSAME MESSUNGEN I M VERTRAGSGEBI ET Einleitung Hydrologische Untersuchungen Peilungen Pegel wesen

AN HANG LISTE Verzeichnis der Abbildungen Liste der Tabellen und Grafiken Literatur Impressum

1.

2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5.

3.

3.1.

3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6. 3.7. 3.8.

4. 4.1. 4.2. 4.3.

5. 5.1. 5.2. 5.3. 5.4.

INLEIDING

ONTWIKKELINGEN IN HET VERDRAGSGEBIED SINDS 1960 Morfologische veranderingen en toestand van het vaarwater Baggeractiviteiten Zandwi n n ing Zeehavens aan de Buiten- en Benedeneerns Havenoverslag

BIJZONDERE ONDERWERPEN SINDS 1986:

Samenwerkingsverdrag Eerns-Dollard en hiermee verband houdende havenprojecten Gemeenschappelijk verkeersrecht op de Eerns Verkeersbegeleidingssysteern aan de Eerns Loodswezen Bebakening Uitbreiding van de EPON-centrale Uitbreiding van de haven van Delfzijl Kabels en leidingen

- TERUGBLIK EN STAND VAN ZAKEN -

WERKZAAMHEDEN VAN DE EEMSKOMMISSIE 1986 - 1994 Deskundigen besprekingen Hoofdpunten uit de laatste tien zittingen Deelnemers aan de zittingen 1986 - 1994

GEMEENSCHAPPELIJKE METINGEN IN HET VERDRAGCEBIED Inleiding Hydrologische onderzoeken Lodingen Peilschalen

AANHANGSEL Lijst van afbeeldingen Lijst van tabellen en grafieken Literatuur Colofon

El NLEITUNC

5

INLEIDING

AnläRlich der 25. Sitzung der ständigen deutsch-niederländischen Emskommission am 25. September 1986 haben einige Sachverständige aus beiden Delegationen die Broschüre "Die deutsch-niederländische Zusammenarbeit in der Emsmündung" verfaRt. Diese enthält Informa- tionen über die Aufgaben und Tätigkeiten der Emskommission und über den zugrunde liegenden Ems-Dollart-Vertrag vom 8.April 1960, der am 1 August 1963 in Kraft getreten ist. Auch die nach 1960 ratifizierten deutsch-niederländischen Verträge, die das Emsmündungsgebiet betreffen, werden behandelt. Ein besonderer Aspekt bildet der historische Rückblick auf die bis 1780 zurückreichende deutsch-niederländische Zusammenarbeit in der Emsmündung, vor allem auf dem Gebiet der Seezeichen.

Es wurde 1994 beschlossen, zur 35. Sitzung der Emskommission eine aktualisierte Broschüre vorzulegen. Gründe hierfür waren u.a folgende Entwicklungen:

- Verwirklichung oder Aufgabe verschiedener Projekte; - Veränderungen im Bereich der Morphologie, der Strömungsverhältnis

se und der Fahrwassersituation; - die Entwicklung der Seehäfen am Ems-Dollart-Ästuar und

Schiffsverkehr.

Aufgrund der morphologischen Änderungen und wegen des Ausbaus der Seehäfen an der Emsmündung seit 1960, war eine aktualisierte Karte des Vertragsgebietes mit angepassten Grenzen im Geiste des Ems-Dollart- Vertrages, wünschenswert. Der Nachdruck der Emsmündungskarte von 1959 zeigt die Situation zur Zeit des Vertragsabschlusses.

Neben einer Fortschreibung der Liste der Teilnehmer an den Sitzungen der Emskommission enthält die Broschüre auch eine Darstellung der Tätigkeiten der Sachverständigen dieser Kommission und des ständigen Radarausschusses.

Ter gelegenheid van de 25e zitting van de Permanente Nederlands-Duitse Eemscommissie op 25 september 1986 hebben enkele deskundigen uit beide delegaties de brochure "De Nederlands-Duitse samenwerking in Eemsmonding" samengesteld. Deze bevat informatie over de taken en werkzaamheden van de Eemscommissie en over het hieraan ten grondslag liggende Eems-Dollard verdrag van 8 april 1960, dat op 1 augustus 1963 in werking getreden is. Ook de na 1960 geratificeerde Nederlands-Duitse verdragen die het Eemsmondingsgebied betreffen, worden behandeld. Een bijzonder aspect vormt een historische terugblik op de tot 1780 teruggaande Nederlands-Duitse samenwerking in de Eemsmonding, met name op het gebied van de bebakening.

In 1994 werd besloten voor de 35e zitting van de Eemscommissie een geactualiseerde brochure van de werkzaamheden te presenteren. Aanleiding hiertoe waren o.m. de volgende ontwikkelingen:

- realisering of afblazen van diverse projecten; - veranderingen op het gebied van de morfologie, waterbeweging en de

toestand van het vaarwater; - de ontwikkeling van de zeehavens aan het Eems-Dollardestuarium en

het scheepvaartverkeer.

Door de morfologische veranderingen en de uitbreiding van de zeehavens aan de Eemsmonding sinds 1960, was een geactualiseerde kaart van het verdragsgebied met aangepaste grenzen, in de geest van het Eems- Dollardverdrag, wenselijk. De nadruk van de Eemsmondingskaart van 1959, toont de situatie ten tijde van het sluiten van het verdrag.

Naast een aanvulling van de lijst met deelnemers aan de zittingen van de Eernscommissie bevat de brochure ook een uiteenzetting van de werkzaamheden van de deskundigen van deze commissie en de Permanente Radarcom m issie.

6

ENTWICKLUNGEN IM VERTRAGSGEBIET SEIT 1960

In diesem Kapitel wird näher auf Angelegenheiten eingegangen, womit sich die Emskommission insbesondere beschäftigt hat.

2.1. Morphologische Entwicklungen und Fahrwasser- verhältnisse.

Das Ems-Dollart-Ästuar zeichnet sich durch eine groBe morphologische Dynamik aus. Es handelt sicn dabei sowohl um natürlicne Entwickiungen als auch um Veränderungen infolge von wasserbaulichen MaBnahrnen, der Anlage von neuen und des Ausbaus von bestehenden Häfen.

Die Unterhaltung des Hauptfahrwassers ist daher durch mehrfache Anpassungen und Verlegungen von Fahrrinnen und einem ständigen Baggereinsatz gekennzeichnet.

Die Übersicht über die Entwicklungen im Gebiet gliedert sich in folgende drei Teilbereiche: - äuBere Emsmündung / Seegat Ems; - mittlere Emsmündung; - innere Emsmündung.

ÄuBere Emsmündung und Seegat Ems Die äuBere Emsmündung, westlich von Borkum und nördlich der Inseln Rottumeroog und Rottumerplaat, besteht aus den Stromrinnen Hubert- gat und Westerems, die durch die Ballonplate getrennt werden. Bis 1989 verlief das Hauptfahrwasser im Hubertgat. Infolge anhaltender Verflach- ungen im Bereich der Horsbornplate und den hiermit zusammenhängen- den hohen Unterhaltungskosten wurde damals das Hauptfahrwasser in die Westerems verlegt, nachdem in dieser Rinne Vertiefungen durchge- führt waren. Seither ist das Hubertgat ein betonntes, unbefeuertes Fahrwasser.

Die Emsmündung zwischen der niederländischen Düneninsel Rottumer- oog und dern Westkopf der deutschen Insel Borkum wird "Seegat Ems" genannt. Die Entfernung zwischen den Stranden beider Inseln beträgt etwa 6 km; der Kolk im Randzelgat unter Borkum wekt Tiefen bis 35 m auf.

Rotturneroog wird durch ein sehr dynamisches Verlagerungsverhalten gekennzeichnet. Seit dem Beginn dieses Jahrhunderts verschiebt sich die

ONTWIKKELINGEN IN HET VERDRAGSGEBIED SINDS 1960

In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op onderwerpen waarmee de Eemscomrnissie zich in het bijzonder heeft beziggehouden.

2.1. Morfologische ontwikkelingen en de toestand van het vaarwater.

Het Eems-Dollardestuarium kenmerkt zich door een grote morfologische dynamiek. Het gaat zowel om natuurlijke ontwikkeiingen als veranderingen die het gevolg zijn van waterbouwkundige maatregelen, de aanleg van nieuwe, en de uitbreiding van bestaande havens.

Het onderhoud van het hoofdvaarwater wordt dan ook gekenmerkt door veelvuldige aanpassingen en verleggingen van vaargeulen en een permanente baggerinspanning.

Het overzicht van de Ontwikkelingen in het gebied wordt gegeven aan de hand van drie deelgebieden: - Buiteneemsrnonding / Zeegat van de Eems; - Middeneemsmonding; - Binneneemsmonding.

Buiteneems en Zeegat van de Eems De Buiteneemsmonding, westelijk van Borkum en ten noorden van de eilanden Rotturneroog en Rottumerplaat, bestaat uit de geulen Huibert- gat en Westereems, die door de Ballonplaat worden gescheiden. Tot 1989 verliep het hoofdvaarwater door het Huibertgat. Vanwege de aanhoudende verondiepingen in het gebied van de Horsbornplaat en de hiermee samenhangende hoge onderhoudskosten werd, nadat deze geul op diepte was gebracht, het hoofdvaarwater naar de Westereems verlegd. Sindsdien is het Huibertgat een betond, onverlicht vaarwater.

De Eemsmonding tussen het Nederlandse duineneiland Rotturneroog en de westkop van het Duitse eiland Borkum, wordt "Zeegat van de Eerns" genoemd. De afstand in het zeegat tussen het strand van beide eilanden bedraagt circa 6 kilometer; de grootste diepte in het Randselgat onder Borkum is 35 m.

Rotturneroog vertoont een zeer dynamisch verplaatsingsgedrag. Sinds het begin van deze eeuw verschuift het eiland in zuid-oostelijke richting,

7

I . Rotturneroog

2. Borkum

Insel in süd-östlicher Richtung, wobei die Fläche über NN stets weiter abnimmt. Die Unterhaltungsarbeiten auf der Insel haben einen ziemlichen extensiven Charakter. Sie beschränken sich hauptsächlich auf das Setzen von Helmgras und Sandfangzäunen. Rottumeroog und die westlich davon gelegene, wachsende Insel Rottumerplaat, haben eine wichtige Bedeutung als ungestörtes Naturgebiet.

Die Insel Borkum mit dem bekannten Seebad am Westrand, wird bereits seit über 140 Jahren durch ausgedehnte Küstenschutzbauwerke gesi- chert, wodurch der Westkopf im wesentlichen festgelegt ist. Für die Sicherung des Hauptfahrwassers im Seegat Ems mit den dort wandern- den Platen und Rinnen (u.a. Horsbornsand und Horsborngat) ist der Westkopf als stabiler Eckpunkt von gröí3ter Bedeutung. Hierdurch hat das Randzelgat im laufe der Jahre eine feste Führung über mehrere Kilometer Länge erhalten.

Seit 1960 hat das Wasser- und Schiffahrtamt Emden die Sicherung der Insel Borkum im Bereich des Westkopfes verbessert. Es wurden Strom- buhnen und ünterwasserbuhnen angelegt bzw. erneuert, ein Deckwerk gebaut und die Strandmauer gröí3tenteils saniert. Auch fanden mehrfach Sandaufspülungen statt. Verklappungen von Sand, der aus der Fahrwas- serunterhaltung im Bereich des Südstrandes stammt, dienen ebenfalls der Sicherung des inselsockels.

Mitt lere Emsmündung Dieser Bereich umfaf3t die Rinnensysteme Randzelgat - Alte Ems, das Dukegat und die Stromrinnen Bucht von Watum - Ostfriesisches Gatje. Das heutige Dukegat war urn 1960 eine Nebenrinne, während das betonnte Hauptfahrwasser in einer stark gekrümmten Linienführung, durch die Emshörnrinne und das Emshörnfahrwasser verlief. Aufgrund gunstiger Ergebnisse von Modellversuchen wurde 1972 das Dukegat durch Baggerungen vertieft und es bildet seither einen Teil des Haupt- fahrwassers.

Nach der Einrichtung der Umschlagreede in der Alten Ems 1967 und dem Ausbau des Hubertgats 1969 konnten Schiffe mit 42'Tiefgang den Leichterplatz erreichen. Die Alte Ems war in dieser Periode die be- deutendste Stromrinne in der mittleren Emsmündung. In der Mitte der siebziger Jahre traten im Bereich des nördlichen Möwensteerts und an der Horsbornplate Verflachungen auf. Aufgrund der stets gröí3er werdenden Probleme bei der Unterhaltung der Alten Ems wurde 1976 das Haupt- fahrwasser in das Randzelgat verlegt - nach Vertiefung des Drempels zum Dukegat. Seither wird die Umschlagreede vom Randzelgat her angelaufen, nachdem eine Zufahrt von 200 m Breite für bis 15 m tiefgehende

waarbij het oppervlak boven NAP steeds verder afneemt. Het onderhoud aan het eiland heeft een behoorlijk extensief karakter. Het beperkt zich voornamelijk tot het plaatsen van helmgras en stuifschermen. Rottumeroog en het hiervan ten westen gelegen en groeiende eiland Rottumerplaat, hebben een belangrijke betekenis als ongestoord natuurgebied.

Het eiland Borkum met het bekende "Seebad" aan de westrand, wordt al meer dan 140 jaar door middel van uitgebreide verdedigingswerken beschermd, waardoor de westkop in feite vastgelegd is. Voor de instandhouding van het hoofdvaarwater in het zeegat van de Eems, met de daar dynamisch wandelende platen en geulen (o.a. Horsborngeul en Horsbornplaat) is de westkop van Borkum als stabiel steunpunt van grote betekenis. Hierdoor heeft het Randselgat in de loop der jaren een vaste geleiding over meerdere kilometers lengte gekregen.

Sinds 1960 heeft het Wasser- und Schiffahrtsamt Emden de verdediging van het eiland rond de westkop verbeterd. Hiertoe werden strek- en onderwaterdammen aangelegd c.q. uitgebreid, een profielverzwaring uitgevoerd en de strandmuur grotendeels vernieuwd. Ook vonden meerdere zandsuppleties plaats. Stortingen in de buurt van het zuidstrand van vrijgekomen zand bij het vaargeulonderhoud dienen eveneens de bescherming van het eiland.

Middeneemsmonding Dit gebied omvat het geulensysteem Randselgat - Oude Westereems, het Doekegat en de geulen Bocht van Watum - Oost Friesche Gaatje. Het huidige Doekegat was rond 1960 een nevengeul, terwijl, in een sterk gekromde lijn, het betonde hoofdvaarwater door de Emshörngeul en het Emshörnvaarwater liep. Op basis van gunstige uitkomsten van modelon- derzoek werd in 1972 het Doekegat door baggerwerk verdiept en is het sindsdien een deel van het hoofdvaarwater

Na de inrichting van de overslagrede Oude Westereems in 1967 en een verruiming van het Huibertgat in 1969, konden schepen met een diep- gang van 14 m de overslagplaats bereiken. De Oude Westereems was in die periode de belangrijkste stroomgeul in de Middeneemsmonding. Halverwege de zeventiger jaren traden in het gebied bij de noordelijke Meeuwenstaart en Horsbornplaat verondiepingen op. Door steeds grotere problemen met het op diepte houden van de Oude Westereems werd, na verdieping van de drempel naar het Doekegat in 1976, het hoofdvaarwater naar het Randselgat verlegd. Sindsdien wordt de overslagrede vanuit het Randselgat aangelopen,

8

Schiffe am südöstlichen Möwensteert angelegt worden war. Der Umschlagplatz wird seit 1994 nicht mehr genutzt.

Das Hauptfahrwasser der Ems verläuft seither durch das Randzelgat, Dukegat und Ostfriesisches Gatje in einer praktisch geraden Linie, was zu einer Verbesserung der Sicherheit und Leichtigkeit des Schiffsverkehrs beigetragen hat. Eine weitere Verbesserung des Hauptfahrwassers war die 1990 durchgeführte Vertiefung von zwei Flachstellen zwischen dem Leichterplatz und dem Catjebogen. Es ergab sich dadurch ein Zeitgewinn bei der tidegebundenen Fahrt groBer Seeschiffe.

Bereits zu Beginn dieses Jahrhunderts muBte das Hauptfahrwasser aufgrund fortschreitender Verlandung aus der Bucht von Watum in das Ostfriesische Gatje verlegt werden. Die Bucht von Watum zeigt bis heute eine deutliche Tendenz zur weiteren Verflachung. Unterstützt durch den in der Periode 1930-1933 angelegten Leitdamm Rysumer Nacken und durch fortlaufende Baggerungen haben sich das Ostfriesische Gatje und der Catjebogen immer weiter vertieft.

Der erhöhte und verstärkte Leitdamm am Rysumer Nacken mit dem Verbindungsdamm zum Festland bei Rysum bildet seit 1954 das zentrale Spülbecken für die Unterbringung von Baggergut aus der Fahrwasser- unterhaltung. Für das Anlandspülen des Baggergutes ist 1970 auf der Landemole Knock eine Übergabestation angelegt worden. Nach wie vor erfüllt der Rysumer Nacken seine Funktion als Leitwerk für den Gatje- bogen. Der regelmaBige Spülbetrieb auf dem Rysumer Nacken i s t 1995 eingestellt worden.

In Zusammenhang mit dern Ausbau des AuRenhafens Delfzijl nach Osten wurde von 1969 bis 1972 die Zufahrt nach Delfzijl in westlicher Richtung verlegt und auf ungefähr 300 m verbreitert. Dieser Übergang "Paapsand-Süd", der seit 1972 die neue Hafeneinfahrt bei Oterdum mit dem Catjebogen verbindet, erfordert seither viel weniger Unterhaltung als die Zufahrt in den früheren Jahren. 1981 erreichte der Übergang Paap- sand-Süd die Solltiefe von 7 5 m unter SKN".

Innere Emsmündung Dieses Cebiet umfaBt den Emslauf zwischen der Knock und Pogum sowie den Dollart. Die im SchluBprotokoll zum Ems-Dollart-Vertrag genannte Vertiefung des Emder Fahrwassers ist kurz nach AbschluB des Vertrages erreicht worden. Seither beträgt die Solltiefe 8,5 m unter SKN. Im Zuge des Ausbaus des Emder Fahrwassers sind u.a. der etwa 12 krn lange Ceiseleitdamm und

* See Karten N u l , entspricht etwa dern mittleren Springtideniedrigwasser

nadat een toegang van 200 meter breed voor to t 15 m diepstekende schepen bij de zuid-oostelijke Meeuwenstaart werd aangelegd. De oversiagplaats wordt sinds 1994 niet meer gebruikt.

Het hoofdvaarwater van de Eems verloopt sindsdien via het Randselgat, Doekegat en Oost Friesche Gaatje in een praktisch rechte lijn, wat tot een verbetering van de veiligheid en vlotheid van het scheepvaartverkeer bijgedragen heeft. Een verdere verbetering van het hoofdvaarwater vormde het opruimen van twee drempels in 1990 tussen de overslagplaats en de Gaatjebocht. Hierdoor ontstond een tijdswinst voor de getijde-gebonden vaart van grote zeeschepen.

AI in het begin van deze eeuw moest het hoofdvaarwater wegens voort- schrijdende verondieping van de Bocht van Watum, naar het Oost- Friesche Caatje worden verlegd. De Bocht van Watum vertoont tot op de dag van vandaag een duidelijke tendens tot verdere verondieping. Geholpen door de in de periode 1930 - 1933 aangelegde geleidedam Rysumer Nacken en door voortdurend baggeren, hebben het Oost Friesche Gaatje en de Caatjebocht zich steeds verder verdiept.

De verhoogde en versterkte geleidedam aan de Rysumer Nacken met de verbindingsdam naar het vaste land bij Rysurn, vormt sinds 1954 het centrale opspuitbekken voor de opslag van specie uit het vaarwater- onderhoud. Voor het aan land persen van baggerspecie werd in 1970 op de "Landemole Knock" een overslagstation gebouwd. Net als vroeger heeft de Rysumer Nacken een functie ais geleidingswerk voor de Caatje- bocht behouden. Het regelmatige storten op de Rysumer Nacken is in 1995 beëindigd.

3. Rysumer Nacken: Landemole Knock und Erdgasauf- beveitungsanluge Landemole Knock en aardgasbe- handelin~sinstullatie

In samenhang met de uitbreiding van de zeehaven van Delfzijl naar het oosten, werd van 1969 tot 1972 de aanloop naar Delfzijl in westelijke richting verlegd en verbreed tot ongeveer 300 meter. Deze Oversteek Paapsand-Süd, die sinds 1972 de nieuwe ingang bij Oterdum met de Caatjebocht verbindt, vergt sindsdien veel minder onderhoud als de toegang in vroegere jaren. In 1981 bereikte de Oversteek Paapsand Süd haar streefdiepte van 7,5 meter onder SKN'.

Binneneemsgebied Dit gebied omvat de Eems tussen Knock en Pogum en de Dollard. De in het slotprotocol van het Eems-Dollard verdrag genoemde verdieping van het Emder Vaarwater is kort na het sluiten van het verdrag tot stand gekomen. Sindsdien bedraagt de streefdiepte 8,5 meter onder SKN. In het kader van de verruiming van het Emder Vaarwater werden de ca. 12 km lange

* See Karten Null, komt ongeveer overeen met Gem. Laagwater-Spring

10

n

wird. Vor dern West- kopf der Insel Borkurn finden Verklappungen von Sand statt (S. auch Abschn. 2. I) .

Die Abbildung 2 zeigt die Aufteilung des Baggergutes nach verspülten und verklappten Mengen von 1960 bis 1994.

In den letzten Jahren sind u.a. aufgrund ge- änderter Auffassungen über die Sedirnent- bilanz, immer gröBere Mengen von Bagger- materia1 irn Ästuar verklappt worden.

Hafenunterhaltung Die Unterhaltung der tideoffenen A d e n - häfen arn Erns-Dollart-

15

10

C

. . . . . . . . . . . . . . . ............................... . . . . . . .

r . . . . . . . . . . . . . . . . . . I n

- 1960 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995

Jaar w Verklappenírerugstorten

Ästuar i s t von gröBter Bedeutung sowohl für die Erreichbarkeit der Häfen als auch für die Sicherheit des Schiffsverkehrs. Eine Übersicht über die in den AuBenhäfen von Ernden und Delfzijl sowie irn Eernshaven gebag- gerten Bodenrnengen, wird in der Abbildung 3 gegeben.

Das Baggergut aus dern AuBenhafen Emden is t ab 1954 bis 1992 im Spülgebiet Ernden-Riepe untergebracht worden. Dabei wurde niedriges, extensiv bewirtschaftetes Crünland in Ackerböden umgewandelt. Als sich 1990 abzeichnete, daB diese Art der Baggergutunterbringung nicht rnehr gestattet war, wurde 1992 im Wybelsumer Polder ein neues Spülfeld eingerichtet. Durch die Einführung einer neuen Baggertechnik konnten seither die Baggerrnengen erheblich verringert werden.

Das Baggergut aus dern AuRenhafen Delfzijl wurde bis 1978 hauptsäch- lich in der Bucht von Watum verklappt. Aufgrund der zunehrnenden Ver- flachung dieser Strornrinne wird seither auch irn Dollartmund verklappt. Deutscherseits wurden Befürchtungen geäuBert, wonach das dort

c] Verspüien/ûpspuiten

gerde materiaal teruggestort wordt. Er vinden zandstortingen plaats voor de westkop van het eiland Borkurn (zie ook par. 2.1).

Figuur 2 geeft de onderverdeling naar opgespoten en terug- gestorte hoeveel heden baggerspecie van 1960 tot 1994.

De laatste jaren zijn, o m . door veranderende inzichten in de sediment- balans, steeds grotere hoeveelheden bagge rrn ate riaal in het estuarium teruggestort.

Havenonderhoud Het onderhoud van de open getijdehavens aan het Eerns-Dollard-

estuarium is van grote betekenis voor zowel de bereikbaarheid van de havens als de veiligheid van het Scheepvaartverkeer. Een overzicht van de in de buitenhavens van Emden en Delfzijl alsmede de Eernshaven gebag- gerde hoeveelheden, wordt in figuur 3 weergegeven.

Het materiaal uit de buitenhaven van Ernden is tussen 1954 en 1992 ondergebracht op het landstort Ernden-Riepe. Hierbij werd extensief gebruikt groenland omgevormd tot bouwland. Toen in 1990 duidelijk werd dat deze manier van onderbrengen van baggerspecie niet meer toegestaan zou worden, werd in 1992 in de Wybelsumerpolder een nieuw spoelveld ingericht. Door de toepassing van een nieuwe baggertechniek konden sindsdien de baggerhoeveelheden aanzienlijk worden gereduceerd.

De baggerspecie uit de haven van Delfzijl werd tot 1978 voornamelijk gestort in de Bocht van Waturn. Door de toenemende verondieping van deze geul wordt sindsdien ook in de Mond van de Dollard gestort. Van Duitse zijde werd gevreesd dat de daar gestorte baggerspecie zou

4. Geìseleitdarnm

verklappte Baggergut zur Sedirnentation im Emder Fahrwasser und im Dollart beitragen würde. Seit 1982 bis 1990 werden maximal 1/3 des Baggergutes aus Delfzijl im nörd- lichen Dollart und 2/3 in der Bucht von Watum verklappt.

Die Sachverständigen der Emskornmission erhielten 1985 den Auftrag, Lösungen für die zukünftige Unterbringung von Hafenschlick aus Delfzijl auszuarbeiten. Zunächst wurde 7987 der BeschluB gefabt, das Baggergut anstatt im nördlichen Dollart, bei Termunten zu verklappen. im Zusarnrnenhang mil eventuellen nega- tiven Folnen für das

Baggermengen Ems-Dollart Baggetvolumes Eems Dollard aus Häfen 1960-1 995 uit havens 1960-1 995

6 1 I

" 1960 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995

Jahr / Jaar Adenhafen Emden* Adenhafen Delfzijl 3 Eemshaven Buitenhaven Emden* Buitenhaven Delfzijl * aù 1983 einschl Emsìui *vanaf 1983 incl. Famskade

Hauptfah;wasser im Bereich des Gatjebogens, folgte eine umfangreiche Untersuchung über die Auswirkungen der Verklappungen von Hafen- schlick in der südlichen Bucht von Watum.

Die Emskommission billigte 1989 den Bericht einer deutsch-niederlän- dischen Arbeitsgruppe, der zu dern Ergebniss kam, dab die Verklappung von Baggergut aus dem Aubenhafen Delfzijl keine direkten Folgen für das Hauptfahrwasser haben würde.

Seit 1990 verklappt die Havenschap Delfzijl/Eemshaven zunächst maximal 0,6 Mio m3 pro Jahr, später ungefähr die Hälfte des Baggergutes wieder im nördlichen Dollart. Die durchschnittliche Baggermenge beträgt jährlich etwa 1,s Mio m3. Zur Einsparung von Kosten wurde 1988 durch eine Arbeitsgruppe der Ernskomrnision eine Untersuchung nach alternativen Unterbringungs- rnöglichkeiten von Baggergut aus dem Eemshaven durchgeführt. Bislang

bijdragen tot een verhoogde sedimentatie in het Emder Vaarwater en de Dollard. Vanaf 1982 tot 1990 werd maximaal 1/3 deel van de baggerspecie uit Delfzijl in de noordelijke Dollard en 2/3 deel in de Bocht van Waturn teruggestort.

De deskundigen van de Eemscommissie kregen in 1985 de opdracht oplossingen aan t e dragen voor de toekomstige berging van havenslib uit Delfzijl. Allereerst werd in 1987 het besluit genomen in plaats van in de noordelijke Dollard, de baggerspecie nabij Termunten te storten. In verband met mogelijk negatieve gevolgen voor het hoofdvaarwater bii de

Caatjebocht, volgde een uitgebreid onderzoek naar de effecten van het terugstorten van havenslib in de zuidelijke Bocht van Watum.

De Eemscommissie stemde in 1989 in met het rapport van de Neder- lands-Duitse werkgroep die tot de conclusie kwam dat het storten van baggerspecie uit de haven van Delfzijl in de Bocht van Watum, geen directe gevolgen voor het hoofdvaarwater zou hebben.

Sinds 1990 stort het Havenschap Delfzijl/Eemshaven eerst maximaal 0,6 miljoen rn3 per jaar, later ongeveer de- helft van de baggerspecie uit de haven van Delfzijl weer in de noordelijke Dollard. Het gemiddelde baggervolume bedraagt jaarlijks ongeveer 1,8 miljoen m3. Uit kostenoverwegingen werd in 1988 door een werkgroep van de Eemscommissie een onderzoek ingesteld naar alternatieve stortrnoge- lijkheden voor baggerspecie uit de Eernshaven.

12

muBte das Baggergut (etwa 0,8 Mio m3/Jahr) noch nordwestlich von Borkum in der Hohen See verklappt werden. Die Untersuchung führte dazu, dal3 1989 eine Klappstelle. in der Südrinne der Alten Ems in Cebrauch genommen wurde - vorläufig für einen Zeitraum von fünf Jahren.

Zur Aufrechterhaltung der Kühlwasserversorgung des EPON-Kraftwerkes - vor allem bei Tideniedrigwasser - muBten regelmäBig Baggerungen im EPON-Hafen durchgeführt werden. Die hierbei anfallenden geringen Sand- und Schluffmengen wurden im Bereich der nördlichen Bucht von Watum verklappt. Nach Verlängerung der Entnahmeleitung für Kühl- wasser bis vor die Molen können Unterhaltungsbaggerungen entfallen.

2.3. Sandgewinnung

In der Emsmündung finden seit vielen Jahren Sandgewinnungen statt vor allem für den Deichbau. Für andere Wasserbauarbeiten wie z.6. Ausbau des Hafens Delfzijl (1971 -19721, des Eemshavens (Fertigstellung 1973), sowie für den StraBenbau und den Sandhandel ist auBerdem Sand aus dem Ems-Dollart-Ästuar entnommen worden. Im Vergleich mit dem Deichbau handelt es sich urn relativ geringe Mengen.

Der Sand wird soweit wie möglich aus dem Hauptfahrwasser entnommen und somit verringert diese Sandgewinnung zu einem gewissen Anteil die reguläre Fahrwasserunterhaltung. Der Zustand der Platen und die natürliche morphologische Dynamik werden dabei berücksichtigt.

Nach der Februarsturrnflut von 1953, die groBe Schaden in den südwestlichen Niederlanden verursachte, wurde irn Rahmen des "Delta- wets" beschlossen, die Deiche entlang der ganzen niederländischen Kuste zu erhöhen und zu verstärken. Die Arbeiten an den Seedeichen im Ems- Dollart-Gebiet begannen 1960 im Abschnitt Delfzijl - Emmapolderdeich. Mit der Fertigstellung der Deichlinie am westlichen Dollart 1991 konnten diese Arbeiten abgeschlossen werden.

Die gleichartigen MaBnahmen an den deutschen Deichen begannen 1963 bei Pogum und sie wurden vorläufig 1992 beendet, als der Kanalpolderdeich am östlichen Dollart fertig wurde. Inzwischen is t mit der Deicherhöhung am Seedeich Emden-Knock begonnen worden; diese MaBnahme war lange Jahre durch das Dollarthafenprojekt verzögert worden.

Niederländischerseits wurde 1992 die Absicht bekannt gegeben, eine

Totdan moest de baggerspecie (ongeveer 0,8 miljoen m3/jaar) nog worden gestort ten noordwesten van Borkum in open zee. Het onderzoek leidde ertoe dat vanaf 1989 een stortplaats in de zuidgeul van de Oude Westereems in gebruik genomen werd, voorlopig voor een periode van 5 jaar.

Voor het instand houden van de koelwatervoorziening van de EPON- centrale, met name bij laagwater, moesten regelmatig baggerwerkzaam- heden in de EPON-haven plaatsvinden. De hierbij vrijkomende geringe hoeveelheden zand en slib werden in de noordelijke Bocht van Watum gestort. Na verlenging van de koelwaterinlaat tot voorbij de havenhoofden kan onderhoudsbaggerwerk achterwege blijven.

2.3. Zandwinning

In de Eemsmonding wordt sinds vele jaren zand gewonnen, met name voor dijkaanleg. Ten behoeve van andere waterstaatkundige werken zoals de uitbreiding van de haven van Delfzijl (1971 - 1972), de Eems- haven (gereed in 1973), alsook voor de wegenbouw en de zandhandel is tevens zand gewonnen uit het Eems-Dollardestuarium. Het gaat hierbij om relatief geringe hoeveelheden ten opzichte van de dijkbouw.

Het zand wordt zoveel mogelijk uit het hoofdvaarwater gewonnen en daarmee beperkt de zandwinning in zekere mate het reguliere vaargeulonderhoud. Daarbij wordt rekening gehouden met de ligging van platen en de natuurlijke morfologische dynamiek.

Na de februaristorm van 1953 die grote schade veroorzaakte in zuid-west Nederland, werd in het kader van de Deltawet besloten de dijken langs de gehele Nederlandse kust te verhogen en t e versterken. De werkzaamheden aan de zeedijken in het Eems-Dollardgebied startten in 1960 in het segment Delfzijl-Emmapolderdijk. Met het gereedkomen van de dijk aan de westelijke Dollard in 1991 kwamen deze werkzaamheden tot een einde.

De overeenkomstige maatregelen aan de Duitse dijken startten in 1963 bij Pogum en werden voorlopig in 1992 beëindigd toen de 'Kanal- polderdeich' aan de oostelijke Dollard gereed kwam. Intussen is met de dijkverhoging van de zeedijk Emden-Knock begonnen; deze maatregel was jarenlang door het Dollard-havenproject vertraagd.

Van Nederlandse zijde werd in 1992 het voornemen bekend gemaakt een

13

- I

neue Kaifläche irn westlichen Bereich des AuRenhafens von Delfzijl anzulegen, urn Auswirkungen der anhaltenden Bodensen- kung durch die Erdgas- gewinnung in der Provinz Groningen zu kornpensieren. Für einen Bodenaustausch waren etwa 2 Mio rn3 Sand erforderlich, die gröRten- teils aus dern Hauptfahr- wasser vom Ostfriesischen Gatje bis zurn Leichterplatz gewonnen wurden.

Abbildung 4 zei@ die irn Ernsrnündung entnommenen Sandrnengen in dern Zeitraurn 1970 - 1994, aufgeteilt nach Gewinnung im deutschen und niederlän-

0-1 I ! . L A

i

lI!l i i i l i I l i l i i l l i i h l l i

1960 1965 1970 1975 1980 Jahr / Jaar

3 Niederlande Deutsc Nederland Duitsland

1985 1990 1995

tland

nieuwe havenkade in het westelijke havengebied van Delfzijl aan te leggen om de effecten van de gestage boderndaling door aardgaswi n ni ng in de provincie Groningen te kunnen cornpense-ren. Voor een grondverbetering was ca. 2 miljoen rn3 zand nodig, dat grotendeels uit het hoofdvaarwa-ter van het Oost-Friesche Gaatje tot aan de overslagrede is gewonnen.

Figuur 4 geeft een overzicht van de uit de Eernsrnonding gewonnen hoeveelheden zand in de periode 1970 - 1994, verdeeld naar winning in Duits en Nederlands

dischen Zuständigkeitsgebiet. Angaben aus dern Zeitraurn 1960 - 1970 fehlen entweder oder sind zu ungenau, daB sie hier genannt werden können.

beheersgebied. Gegevens van het tijdvak 1960 - 1970 ontbreken echter of zijn te onnauwkeurig om hier te worden vermeld.

14 I i

I 2.4. Seehäfen an der AuBen- und Unterems

Zu den Seehäfen am Unterlauf der Ems gehören auch die auBerhalb des deutsch-niederländischen Vertragsgebietes liegenden Häfen Leer und Papen burg.

P apenburg Der heutige Seehafen Papenburg geht auf eine 1638 gegründete Fehn- kolonie zurück. Hier wurde ein kleines Emssiel mit einens Entwässerungs- kanal zur Ems hin angelegt und unterhalten. Im Laufe der Zeit hat sich aus der Fehnsiedlung eine blühende Hafenstadt entwickelt, besonders nach dem AnschluB an die Eisenbahnlinie Emden-Rheine (1856) und nach dern &au des Dortmund-Ems-Kanals (1899). 50 erhielt der Hafen 1902 bereits eine zweite Kammerschleuse, die 1975 noch erweitert wurde.

Für den zunehmenden Schiffsverkehr wurde die Unterems mehrfach vertieft, zuletzt 1994. Der Ausbau der Unterems dient insbesondere den Belangen der jetzt 200 Jahre alten Werft Jos. L. Meyer, die sich auf den Bau von CroB-Fähren und Passagierschiffen spezialisiert hat.

Der Hafenumschlag betrug 1994 ca. 710.000 t, Papenburg wurde von 240 Seeschiffen angelaufen.

Leer Der Seehafen Leer geht auf einer Umschlagsanlage an der offenen Leda- schleife zurück. Im vorigen Jahrhundert war Leer, wie auch Papenburg, ein bedeutender Hafen, vor allem nach dem AnschluB an die sog. Westbahn Emden-Rheine (1856). Kurz nach dem Bau des Dortmund- Ems-Kanals (1 899) erhielt die Stadt Leer im Zuge einer Hochwassersiche- rung einen Schleuse und die Ledaschleife wurde zu zwei Hafenbecken umgestaltet. Der Hafen hatte bescheidene Industrien, eine Heringsfische- rei und bis vor kurzem eine mittlere Werft. 1976 ist die Seeschleuse erweitert worden.

Der Hafenumschlag betrug in 1994 ca. 1.290.000 t, Leer wurde von 384 Seeschiffen angelaufen.

Ernden Der Seehafen Emden blickt auf eine besonders lange Entwicklung zu- rück. Bereits im Mittelalter war Emden, an einer Schleife der Ems gelegen, ein bekannter Hafenort. Durch die Verlagerung der Ems zum heutigen Lauf im Zuge der Dollartumgestaltung, verschlickte der Hafen und war praktisch bedeutungslos.

2.4. Zeehavens aan de Buiten- en Benedeneems

Tot de zeehavens aan de benedenloop van de Eems behoren ook de buiten het Nederlands-Duitse verdragsgebied gelegen havens Leer en Papen burg.

Papenburg De huidige zeehaven Papenburg komt voort uit een in 1638 gestichte veenkolonie. Hier werd een ontwateringssluisje met afwateringskanaal naar de Eems aangelegd en in stand gehouden. In de loop van de tijd heeft zich uit de veennederzetting een bloeiende havenstad ontwikkeld, met name na de aansluiting op de spoorlijii Emden-Rheine (1856) en na de aanleg van het Dortmund-Ems-kanaalÏ(1899). Zo had de haven in 1902 reeds een tweede schutsluis, die in 1975 nog werd verruimd. 5. AuJenhafen Emden

Buitenhaven Emden Ten behoeve van het toenemende scheepvaartverkeer werd de Bene- deneems meerdere keren verdiept, voor het laatst in 1994. De verruiming van de Benedeneems dient met name de belangen van de al 200 jaar oude werf Jos L. Meyer, die zich in de bouw van grote veer- en passa- giersschepen heeft gespecialiseerd.

De havenoverslag bedroeg in 1994 ca. 710.000 ton, Papenburg werd door 240 zeeschepen aangelopen.

Leer De oorsprong van de zeehaven Leer is een overslagplaats aan de open Ledameander. In de vorige eeuw was Leer, net als Papenburg, een belangrijke haven, vooral na de aansluiting op het zgn. Westspoor Emden-Rheine (1856). Kort na de aanleg van het Dortmund-Ems-kanaal (1899) kreeg de stad Leer in het kader van een hoogwaterkering, een sluis en werd de Ledameander tot twee havenbekkens omgevormd. De haven had kleinschalige industrie, een haringvloot en tot voor kort een middelgrote werf. In 1976 werd de zeesluis verruimd.

De havenoverslag bedroeg in 1994 ca. 1.290.000 ton, Leer werd door 384 zeeschepen aangelopen.

Emden De zeehaven Emden kan bogen op een bijzonder lange historie. Reeds in de middeleeuwen was Emden, aan een meander van de Eems gelegen, een bekende havenplaats. Door de verplaatsing van de Eems naar zijn huidige loop ten gevolge van veranderingen in de Dollard, verzandde de haven en was zo goed als zonder betekenis.

1 5

6. AuJenhufen Delfiijl! neue Hundelskaje

Buitenhaven Derzijl: nieuwe hundelskade

Ein Ausbau des Hafens setzte erst in der Mitte des vorigen Jahrhunderts ein, als u.a. die Nesserlander Kammerschleuse, das Eisenbahndock und 1888 der Ems-Jade-Kanal angelegt worden sind. Der eigentliche Aufschwung des Hafens begann mit dem AnschluB an das Ruhrgebiet - Emden war der Endpunkt des Dortmund-Erns-Kanals. Um die Jahrhundertwende wurden viele Hafenbecken, der AuBenhafen und die neue GroBe Seeschleuse angelegt. Es kam auch zur Ansiedlung von Industriebetrieben und Werften. Das entscheidende Merkmal Emdens war aber der ümschlag von Kohle und Eisenerz. Hierfür sind die Hafenanlagen nach dem zweiten Weltkrieg weiter ausgebaut worden - und in diesem Zusarnmenhang wurde auch mit dem Ausbau der Aden- ems begonnen.

Nach 1974 ist der Umschlag in Emden erheblich zurückgegangen; heute spiek der Massengutumschlag kaum noch eine Rolle. Die Bedeutung des Hafens Emden hat sich gewandelt. Nach der Ansiedlung eines Auto- mobilwerkes liegt diese im Export von Autos.

Im übrigen besteht eine lebhafte Fährverbindung von Ernden zur Insel Borkum und es finden von Emden aus "Butterfahrten" statt. Eine Erweiterung des Hafengebietes erfolgte 1983, als der unterhalb der Westmole gelegene Emskai in Betrieb genommen werden konnte.

Der Hafenumschlag betrug 1994 ca. 3.245.000 t, Emden wurde von 1802 Seeschiffen angelaufen.

Delfzijl Die Geschichte dieses Hafens IäBt sich auf einen Sielhafen an der Mün- dung des Damster Dieps in die Ems zurückführen. Bis in das vorige Jahrhundert war Delfzijl nur ein Hafen von lokaler Bedeutung. Der Aufschwung in der zweiten Hälfte des vorigen Jahrhunderts hat mehrere Gründe: Schleifen der Festung Delfzijl, Bau des Eemskanals zur Handelsstadt Groningen, AnschluB an das niederl. Eisenbahnnetz und Gründung von Industrien in der Provinz Groningen. Dennoch blieb Delfzijl ein Hafen mit bescheidenem ümschlag. Erst ab 1955 setzte eine Aufwärtsentwicklung ein- und Delfzijl wurde ein Industrie- und Handelshafen.

Eine Erweiterung des Hafens nach Osten in mehreren Stufen führte 1972 zur neuen Hafeneinfahrt bei Oterdum. Die alte Hafenmündung an der immer weiter verlandenden Bucht von Watum wurde 1978 aufgegeben.

Aufgrund der anhaltenden Bodensenkung infolge Erdgasgewinnung in

Pas in het midden van de vorige eeuw werd de uitbreiding van de haven ter hand genomen, toen o.a. de Nesserlander schutsluis, het spoorweg- dok en in 1888 het Ems-Jadekanaal waren aangelegd. De eigenlijke bloei van de haven begon na de aansluiting op het Ruhrgebied; Emden was het eindpunt van het Dortmund-Emskanaal. Rond de eeuwwisseling werden verscheidene havenbekkens, de buitenhaven en de nieuwe grote zeesluis aangelegd. Er vestigden zich indus- triële bedrijven en werven. Het belangrijkste kenmerk van Emden was echter de overslag van kolen en ijzererts. Speciaal hiervoor werden de haveninrichtingen na de Tweede Wereldoorlog verder uitgebreid - en in samenhang hiermee werd tevens met de verruiming van de Buiteneems begonnen.

Na 1974 is de overslag in Emden aanzienlijk teruggelopen; tegenwoordig speelt de overslag van massagoederen nauwelijks nog een rol. De betekenis van de Emder haven is veranderd. Na de vestiging van een automobielindustrie ligt deze in de export van auto's.

Verder is er een drukke veerverbinding van Emden naar het eiland Borkum en vinden vanuit Emden "Butterfahrten" plaats. Een uitbreiding van het havengebied volgde in 1983 toen de ter hoogte van de westelijke havendam gelegen Eemskade in gebruik genomen kon worden.

De havenoverslag bedroeg in 1994 ca. 3.245.000 ton, Emden werd door 1802 zeeschepen aangelopen.

Delfz.ij1 De geschiedenis van deze haven laat zich terugvoeren tot een sluishaven aan de monding van het Damsterdiep in de Eems. Tot in de vorige eeuw was Delfzijl slechts een haven van locale betekenis. De opkomst in de tweede helft van de vorige eeuw heeft meerdere gronden: sloop van de vesting Delfzijl, aanleg van het Eemskanaal naar de handelsstad Groningen, aansluiting op het Nederlandse spoorwegen- net en vestiging van industriëen in de provincie Groningen. Toch bleef Delfzijl een haven met bescheiden overslag. Pas vanaf 1955 kwam een opwaartse ontwikkeling op gang en werd Delfzijl een industrie- en handelshaven.

Een gefaseerde oostwaartse uitbreiding van de haven leidde in 1972 tot de nieuwe haventoegang bij Oterdum. De oude havenmond aan de steeds verder verzandende Bocht van Watum werd in 1978 opgegeven.

Vanwege de gestage bodemdaling door de aardgaswinning in de provin-

16

der Provinz Groningen wird der Hafen Delfzijl durch höhere Wasserstände häufiger überflutet, als betriebenswirtschaftlich zu verantworten ist. Seit 1994 wird an einer vollständigen Umgestaltung des Hafens gearbeitet. Die MaRnahme enthält u.a. die Anlage einer neuen Umschlagkaje. Die neuen Kaianlagen werden an einer anderen Stelle im inneren Hafenbe- reich erstellt, vor der jetzigen Handelskaje entstehen Liegeplätze für Sportboote und Fischkutter. Für Bodenaustausch, für Deiche und Kaiflächen, sind etwa 2 Mio m3 Sand erforderlich, die aus dem Haupt- fahrwasser und vorn Leichterplatz entnommen werden. Die neue Kaianlage sol1 1995/96 fertiggestellt sein; die gesamten Arbeiten sollen 1998 beendet werden. Die Hauptumschlagsgüter sind: Sak, Holz, Stückgüter.

Der Hafenumschlag betrug 1994 ca. 4.830.000 t, Delfzijl wurde von 983 Seeschiffen angelaufen.

Eemshaven Es handelt sich um eine neue planmaBige Hafenanlage irn AuBendeichs- gebiet von Uithuizen. Mit dem Bau wurde 1970 begonnen; der Hafen konnte 1973 in Betrieb gehen. Die ursprüngliche Absicht, einen Industrie- hafen für grofie petrochemische Anlagen zu schaffen, ist bis heute nicht verwirklicht worden. Jedoch hat sich in einem Teil des Hafens ein Um- schlag von Stückgut und Agrarprodukten entwickelt. Eine Kaianlage für den ümschlag von Massengütern is t 1994 angelegt worden. Es besteht eine Fährverbindung nach Borkum. Und vom Eems- haven aus finden auch "Butterfahrten" statt. Am Rande des Eemshavengeländes is t ein Kraftwerk vorhanden, daneben wird jetzt eins der gröhten gasbetriebenen Kraftwerke der Welt errichtet.

Der Hafenumschlag betrug 1994 ca. 632.000 t, der Eernshaven wurde von 249 Seeschiffen angelaufen.

Für die Häfen Delfzijl und Eernshaven ist seit Anfang 1993 ein Hafen- koordinationscenter (HCC) in Delfzijl in Betrieb, von dem aus die Schif- fahrt in den Hafenbereichen rnittels Radar und modernen Radiokom- munikationssysternen informiert und gelenkt wird.

Sonstige Häfen ünmittelbar an das Vertragsgebiet grenzt die Insel Borkum, die über zwei Hafenanlagen verfügt.Seit Ende des vorigen Jahrhunderts gibt es einen kleinen Fährhafen für die Fährverbindung nach Ernden. Diese Anlage ist mehrfach erweitert und ergänzt worden - zurnal eine neue Fährlinie zum Eernshaven besteht.

cie Groningen komt de haven van Delfzijl ten gevolge van hoge waterstanden vaker onder water te staan dan bedrijfseconomisch verant- woord is. Sinds 1994 wordt gewerkt aan een volledige herinrichting van de haven. Het werk omvat o.a. de aanleg van een nieuwe handelskade. De nieuwe kades worden op een andere plaats in het havengebied aangelegd; voor de huidige handelskade komen ligplaatsen voor plezier- boten en viskotters. Voor bodemverbetering ten behoeve van dijken en kadeterreinen is ongeveer 2 milj. rn3 zand nodig, dat uit het hoofdvaarwater en de overslagrede gewonnen wordt in het kader van het reguliere vaarwegonderhoud. De nieuwe kadewerken zullen in 1995/1996 gereed zijn; het totale werk zal in 1998 zijn voltooid. De belangrijkste overslaggoederen zijn: zout, hout e i stukgoederen.

De havenoverslag bedroeg in 1994 4.830.000 ton, Delfzijl werd door 983 zeeschepen aangelopen.

Eemshaven Het betreft een nieuwe geplande haven in het buitendijkse gebied van Uithuizen. Met de aanleg werd in 1970 begonnen; de haven kon in 1973 in bedrijf worden gesteld. Het oorspronkelijke voornemen, een industriehaven voor grote petrochemische industrieën, is tot op heden niet gerealiseerd. Wel is in een deel van de haven de overslag van stukgoed en agrarische produkten van de grond gekomen. Een kade voor de overslag voor bulkgoederen is in 1994 gerealiseerd. Er bestaat een veerverbinding naar Borkurn. Vanuit de Eernshaven vinden ook " Butterfahrten " plaats. Aan de rand van het Eemshaventerrein bevindt zich een energiecentrale waarnaast thans één van de grootste gasgestookte centrales ter wereld wordt gebouwd.

De havenoverslag bedroeg in 1994 ca. 632.000 ton, de Eemshaven werd door 249 zeeschepen aangelopen.

Voor de haven van Delfzijl en de Eemshaven is sinds april 1993 een havencoördinatiecentrum (HCC) in Delfzijl in bedrijf van waaruit de scheepvaart in de havengebieden met behulp van radar en moderne radiocommunicatiesystemen wordt geïnformeerd en begeleid.

Overige havens Direct aan het Verdragsgebied grenst het eiland Borkum, dat over twee havens beschikt.sedert het einde van de vorige eeuw bestaat een kleine veerhaven voor de veerverbinding naar Ernden. Deze voorziening is meerdere keren uitgebreid en verruimd, onder meer vanwege een nieuwe veerverbinding naar de Eernshaven.

7. Eemshaven

8. Schutzhafen Borkum Vluchthaven Borkum

18

SPEZIELLE THEMEN SEIT 1986 - RÜCKBLICK UND SACHSTAND - 3.1. Kooperationsvertrag Ems-Dollart und hiermit zusamrnen-

hangende Hafenprojekte

Kooperationsvertrag Ems- Dollart Dieser am 10. September 1984 in Emden unterzeichnete Vertrag "über die Zusammenarbeit im Bereich von Ems- und Dollart sowie in den angrenzenden Gebieten" sah u.a. folgende Regelungen vor: - den Bau des Dollarthafens mit den EinzelmaBnahmen: Verlegung der

Emsfahrrinne, Aufspülung des östlichen Teils des Geiserückens, Errichtung eines Leitdammes und Erweiterung der Hafenanlagen von Emden durch die Bundesrepublik Deutschland;

- die einvernehmliche Abgrenzung neu zu schaffender Hoheitsgebiete beider Staaten irn Cebiet der BaumaRnahrne Dollarthafen:

aufgespülter Geiserücken mit Ausnahme des Deiches wird niederländisches Hoheitsgebiet und nördlicher Teil des Geiserückens und damit das gesamte künftige Hafengebiet wird deutsches Hoheitsgebiet;

- die Verstärkung und der Ausbau der wirtschaftlichen Zusammenarbeit imvertragsgebiet;

- den Schutz der Umwelt und die Erhaltung von Natur und Landschaft im Vertragsgebiet, insbesondere die Erhaltung des Ems-Dollart- Ästuars als Naturgebiet.

-

-

Vor der Ratifizierung wünschte die I. Kammer in den Niederlanden noch eine nähere Untersuchung unter Berücksichtigung der Europäischen Vogelschutzrichtlinie, um damit alle Umweltaspekte in die Ausführungs- beschlüsse einbeziehen zu können. Jedoch gewannen im Laufe der Zeit geänderte politische und wirt- schaftliche Erkenntnisse immer mehr an Bedeutung, wodurch die Verwirklichung des Projektes zweifelhafter wurde. Der Ratifikations- proze8 wurde letztendlich nicht abgeschlossen.

Dollaitha fenprojekt Dieses Projekt aus den siebziger Jahren sollte u.a. eine Lösung für die hohen Baggeraufwendungen im Emder Fahrwasser und Emder Hafen, sowie für die Infrastruktur des Seehafens Emden bieten. Die GroBe Seeschleuse von 1913 ist veraltet und zu klein für die stets gröBer werdenden Seeschiffe. Durch die Umleitung der Ems durch den Dollart und den AbschluR des

BIJZONDERE ONDERWERPEN SINDS 1986 - TERUGBLIK EN STAND VAN ZAKEN - 3.1. Samenwerkingsverdrag Eems-Dollard en hiermee samen-

hangende havenprojecten

Samenwerkingsverdrag Eems-Dollard Dit op 10 september 1984 in Emden ondertekende verdrag "inzake de samenwerking in het gebied van de Eems en de Dollard, alsmede in de aangrenzende gebieden" voorzag o.a. in de volgende regelingen: - de aanleg van de Dollardhaven met de afzonderlijke maatregelen:

verlegging van de Eemsvaargeul, opspuiting van het oostelijke deel van de Geisedam, aanleg van een geleidedam en uitbreiding van het havencomplex van Emden door de Bondsrepubliek Duitsland;

- de gemeenschappelijk overeengekomen begrenzing van nieuw te scheppen souvereine gebieden van beide staten ter plaatse van de aan te leggen Dollarthaven:

de opgespoten Geiserug met uitzondering van de dijk, wordt Nederlands territoir en het noordelijke deel van de Geiserug en daarmee het totale toekomstige havengebied, wordt Duits territoir;

-

-

- de versterking en uitbreiding van de economische samenwerking in het verdragsgebied;

- de bescherming van het milieu en instandhouding van natuur en landschap in het verdragsgebied, in het bijzonder de instandhouding van het Eems-Dollardestuarium als natuurgebied.

Alvorens tot ratificatie over te gaan wenste de Nederlandse I e Kamer nog een nader onderzoek in het kader van de Europese Vogelrichtlijn om aldus alle milieu-effecten in de besluitvorming te kunnen betrekken. Maar met het verstrijken van de tijd wonnen veranderende politieke en ekonomische inzichten steeds meer aan kracht, waardoor de haalbaarheid van het project twijfelachtig werd. De ratificatieprocedure werd uiteinde- lijk niet voltooid.

Dollardhavenprojecì Dit project uit de zeventiger jaren beoogde o.a. een oplossing te bieden voor de hoge baggerinspanningen in het Emdervaarwater en de Emder haven, alsmede voor de infrastructuur van de zeehaven Emden. De grote zeesluis van 1913 was verouderd en te klein voor de steeds groter wordende zeeschepen. Door de verlegging van de Eems door de Dollard en afsluiting van het

19

jetzigen Emder Fahrwassers an der Knock durch eine moderne See- schleuse, sowie durch eine grundlegende Verbesserung der Infrastruktur, sollte ein moderner Hafenkomplex entstehen mit einer grohen Anzie- hungskraft für die Ansiedlung neuer Industrieanlagen.

Der Kooperationsvertrag Ems-Dollart bildete die völkerrechtliche Crund- lage für die grenzüberschreitenden Baumahahmen. Da dieser Vertrag nicht ratifiziert wurde, konnte das Projekt nicht zur Ausführung gelangen; 1992 wurde es formell beendet.

Zusammenarbeit im Bereich des Umweltschutzes Im Kooperationsvertrag Ems-Dollart waren u.a. Regelungen für den Schutz der marinen Umwelt enthalten, während der Ems-Dollart-Vertrag hierüber nichts aussagt.

Seit 1992 laufen Vorarbeiten zu einem deutsch-niederländischen Über- einkommen über die Zusammenarbeit auf dem Cebiet der Wassergüte und des Naturschutzes in der Emsmündung. Eine Arbeitsgruppe sol1 1995 einen Vorschlag vorbereiten, in welcher Weise die Wassergüte und der Naturschutz in der Emsmündung sicherge- stellt werden können. In dieser Arbeitsgruppe sind Stellen vertreten, die hierfür zuständig sind.

Die Verhandlungen, die zu einer formalen Vereinbarung führen sollen, werden auf den Ergebnissen der Arbeitsgruppe beruhen.

Projekt "Vorhafen am Rysumer Nacken" Nach dem Scheitern des Dollarthafenprojektes entfiel auch die Mög- lichkeit, die seewärtige Zufahrt nach Emden nachhaltig zu verbessern.

Das Niedersächsische Hafenamt Emden präsentierte 1991 die Planungen für ein Vorhafenprojekt von Emden im Bereich des Rysumer Nackens. Es standen drei Varianten zur Debatte: I. ein Hafenbecken auf dem Rysumer Nacken mit Molen, die in die

Emsmündung hineinragen; II. eine Hafenanlage mit einem parallel zur heutigen Uferlinie verlaufen-

den Kai, der etwa 300 m weit in das Vertragsgebiet hineinreicht; 111. eine mit II vergleichbare Variante, allerdings mit einem Hafenbecken.

Diese Lösungen befanden sich seit 1993 im Raumordnungsverfahren mit integrierter Umweltverträglichkeitsprüfung. Es wurde erwartet, daí3 Ende 1994 ein BeschluB ergehen würde, mit dem definitive Hafenplan. Das Projekt wurde im Dezember 1994 aus politischen und wirtschaftlichen Cründen aufgegeben.

huidige Emder Vaarwater bij de Knock door een moderne zeesluis, alsmede een grondige verbetering van de infrastructuur, zou een modern havencomplex ontstaan met een grote aantrekkingskracht voor de vestigiging van nieuwe industrieën.

Het Samenwerkingsverdrag Eems-Dollard vormde de volkenrechtelijke grondslag voor de grensoverschrijdende bouwmaatregelen. Omdat dit verdrag niet geratificeerd werd, kon het project niet tot uitvoering komen en werd in 1992 formeel beëindigd.

Samenwerking op het gebied van de milieubescherming In het Samenwerkingsverdrag waren onder andere bepalingen betreffende zorg voor het mariene milieu opgenomen, omdat het Eems-Dollard- verdrag zich hierover niet uitspreekt.

Sinds 1992 wordt gewerkt aan een Nederlands-Duitse Overeenkomst over de samenwerking op het gebied van de waterkwaliteit en de natuurbescherming in de Eemsmonding. In 1995 zal een werkgroep een voorstel voorbereiden over de wijze waarop de zorg voor de waterkwaliteit en de natuurbescherming in de Eemsmonding kan worden uitgevoerd. In deze werkgroep zijn instanties vertegenwoordigd die met deze zorg belast zijn.

De onderhandelingen, die moeten leiden tot de formele Overeenkomst, zullen zijn gebaseerd op de conclusies van de werkgroep.

Project "voorhaven aan de Rysumer Nacken" Na het afblazen van het Dollardhavenprojed, verviel ook de mogelijkheid de zeewaartse toegang naar Emden duurzaam te verbeteren.

Het Niedersächsische Hafenamt Emden presenteerde in 1991 de plannen voor een voorhavenproject van Emden bij de Rysumer Nacken. Er stonden drie varianten ter discussie: I. een havenbekken op de Rysumer Nacken met tot in de Eemsmonding

uitstekende havenhoofden; II. een haven met een parallel aan de huidige oeverlijn lopende kade,

die ongeveer 300 m in het verdragsgebied steekt; III. een met II vergelijkbare variant, alleen met een havenbekken.

Deze oplossingen doorliepen sinds 1993 de ruimtelijke ordeningsprocedure met geïntegreerde milieu-effedrapportage. Verwacht werd dat eind 1994 een besluit zou worden genomen over het definitieve havenplan. Het project werd in december 1994 op politieke en economische gronden afgeblazen.

20

3.2. Gemeinsames Verkehrsrecht auf der Ems

Am I . Oktober 1989 trat die Schiffahrtsordnung Emsmündung mit zugehöriger Bekanntmachung in Kraft. Diese beruht auf dem Abkommen zwischen dem Königreich der Niederlande und der Bundesrepublik Deutschland über die Schiffahrtsordnung in der Emsmündung mit Anlagen (BGBL. 1987. I I , s. 141).

Der Präsident der Wasser- und Schiffahrtsdirektion Nordwest und der Hoofdingenieur-Directeur des Rijkswaterstaats in der Direktion Noord- Nederland sind befugt, lokale Regelungen zu treffen. Eine durchgehende Überarbeitung der Bekanntrnachungen für die Schiffahrt wird 1995 in einer deutsch-niederländischen Arbeitsgruppe vorgenommen.

3.3. Verkehrssicherungssystem an der Ems

Das Verkehrssicherungssystem an der Ems wurde in densechziger Jahren aufgebaut und is t seit 1972 in Betrieb. Seither hat die Verkehrszentrale Emden die Schiffahrt mit Informationen und Empfehlungen zur Vermeidung von Kollisionen und Strandungen sowie zur Verbesserung der Verkehrsflusses versorgt. Auch wenn die technischen Anlagen des Systems schon mehr als zwanzig Jahre in Betrieb sind, etfüllen sie die gestellten Anforderungen.

Die ständige deutsch-niederländische Radarkommission hat gemäí3 Erns- Radarvertrag (BGBL, 1982, l i , S. 1016) u.a. die Aufgabe: Koordinierung aller MaBnahmen für die Errichtung, die ünterhaltung, den Betrieb und für bauliche oder technische Änderungen der Landra- dar- und Revierfunkanlagen.

Seit 1993 führt diese Kommission informelle Gespräche im Hinblick auf die Entwicklung einer zukünftigen Verkehrssicherungskonzeption in diesem Bereich.

Die Kommission hat sich auRerdem mit folgenden Themen beschäftigt:

3.2.

Op 1 oktober 1989 trad het Scheepvaartreglement Eemsmonding met bijbehorende Bekendmaking in werking. Dit berust op de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake een scheepvaartreglement voor de Eemsmonding, met bijlagen (Trb.1987, 'i 5).

Gemeenschappelijk verkeersrecht op de Eems

De President van de Wasser- und Schiffahrtsdirektion Nordwest en de Hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat in de directie Noord- Nederland zijn bevoegd lokale regelingen te treffen. De integrale herziening van de Bekendmakingen aan de Scheepvaart zal in 1995 in Duits-Nederlands werkgroepverband worden voorbereid.

3.3. Verkeersbegeleidingssysteem aan de Eems

Het verkeersbegeleidingssysteem aan de Eems werd in de zestiger jaren opgericht en is sinds 1972 in bedrijf. In deze periode heeft de verkeers- dienst van de verkeerscentrale Emden de scheepvaart voorzien van informatie en aanbevelingen ter vermijding van aanvaringen en strandingen, alsmede ter ordening van de verkeersstromen. Hoewel de technische installaties al meer dan twintig jaar in bedrijf zijn, vervullen ze de gestelde doelen.

De Permanente Nederlands-Duitse Eemsradarcommissie heeft op grond van het Eemsradarverdrag (Trb. 1981,2) o.a. de opdracht: coördinatie van alle maatregelen ten behoeve van de oprichting, het onderhoud, het in bedrijf houden en van de bouwkundige of technische wijzigingen van de walradarhoogfrequent-radioinstallaties.

Sinds 1993 voert deze commissie informele gesprekken met het oog op de ontwikkeling van een toekomstig verkeersbegeleidingsconcept in deze regio.

De commissie heeft zich bovendien met de volgende onderwerpen - beziggehouden: 9. Verkehrszentrale Emden

Verkeerscentrale Emden - Aufstellen einer Geschäftsordnung; - Opstellen van een huishoudelijk reglement; - Aufstellen einer Betriebsordnung zur Erhaltung der Betriebsbereitsschaft

- Aufstellen einer Verwaltungsanordnung zur Regelung der Information

Auf konstruktive Weise wird die Problematik innerhalb der Radarkom-

- Opstellen van een bedrijfsreglement met betrekking tot de instandhou ding vande bedrijfszekerheid van de radarketen;

- Opstellen van een dienstreglement over het doorgeven van informatie en de verkeersbegeleiding door de verkeerscentrale Emden.

Op constructieve wijze wordt de problematiek binnen de radarcommissie

der Radarkette;

und der Beratung durch die Verkehrszentrale Emden.

22

rnission offen und sachlich behandelt. Die ständige deutsch- niederländische Radarkornrnission tritt jährlich etwa dreirnal zusamrnen

3.4. iotswesen

Der Lotsdienst auf der Erns wird durch die Lotsenbrüderschaft Emden und die Regionale Loodsencorporatie Noord in Delfzijl wahrgenommen. Beide Organisationen sind aufgrund von Artikel 40 des Ems-Dollart- Vertrages für den Lotsdienst irn Vertragsgebiet zuständig.

Die Lotstätigkeit wird durch das Land ausgeübt, in welchem der Be- stirnrnungs- oder der Ausgangshafen liegt. Seit 1988 ist das niederlän- dische Lotswesen ebenso wie die Lotsenbrüderschaft eine private Orga- nisation. Jetzt wird der Lotsdienst von zwei im Bereich der Ernsansteue- rung liegenden Lotsenversetzschiffe aus durchgeführt - ein deutsches und ein niederländisches Fahrzeug.

Es wird auf langer Sicht erwartet, daB aus Gründen der Navigations- und Komrnunikationsrnöglichkeiten sowie wegen der Entwicklung sehr schneller moderner Versetzboote sich die Art und Weise der Lotstätigkeit ändern wird. Der Lotsdienst wird auf Dauer häufiger von binnenwärts gelegenen Positionen aus wahrgenornrnen werden.

3.5. Seezeichenwesen

In Kapitel 3 des Erns-Dollart-Vertrages sind Bestimrnungen über den Betrieb von Seezeichen in der Emsmündung enthalten. Danach betreibt und unterhält die Bundesrepublik Deutschland die Seezeichen in und an Hauptfahnvassern.

In den Bereichen "Bucht von Waturn" und "Zone südlich des Geisedarn- mes" werden die dortigen Seezeichen vorn Königreich der Niederlande vorge halten. Nach Aufgabe des befeuerten Fahrwassers durch die Bucht von Waturn (Delfzijl - Nordausgang) wurden die beiden Küstenfeuer Watum-Nord und Watum-Süd gelöscht (1980). Das Küstenfeuer Delfzijl wurde 1981 gelöscht und der Leuchtturrn wurde 1982 abgebrochen. Seitdem betreibt die Bundesrepublik Deutschland Leucht-, Sektoren- und Quermarken- feuer irn Bereich des Vertragsgebietes und - bis auf vier Leuchttonnen im Bereich Paapsand-Süd - alle befeuerten Tonnen. Der örtliche Tonnenhof in Delfzijl ist inzwischen aufgelöst worden, die niederländischen Betonnungsarbeiten irn Dollart und in der Bucht von Waturn werden von Lauwersoog aus rnit dern Seezeichenfahrzeug "Waddenzee" wahrgenornrnen.

open en zakelijk behandeld. De permanente Nederlands-Duitse radarcornrnissie komt jaarlijks circa. driemaal bijeen.

3.4. Loodswezen

De loodsdienst op de Eerns wordt uitgeoefend door de Lotsenbrüder- schaft Ernden en de Regionale Loodsencorporatie Noord te Delfzijl. Beide organisaties zijn op grond van artikel 40 van het Eems-Dollardverdrag voor de loodsdienst in het verdragsgebied bevoegd.

De beloodsing wordt door het land uitgeoefend waarin de besternrnings- haven of haven van vertrek is gelegen. Sinds 1988 is het Nederlandse Loodswezen net als de Lotsenbrüderschaft een geprivatiseerde orga- nisatie. De loodsdienst wordt verricht vanaf twee ter plaatse van Eerns- aanloop gelegen loodsboten - een Duits en een Nederlands vaartuig.

Te verwachten valt dat, vanuit kostenbesparende overwegingen en het voorhanden zijn van moderne navigatie- en communicatiemiddelen, alsmede de ontwikkeling van snelle geavanceerde tenders, de aard en wijze van beloodsing zal veranderen. De loodsdienst zal op den duur veel meer vanuit binnengaats gelegen posities opereren.

3.5. Vaarwegmarkering

In hoofdstuk 3 van het Eerns-Dollardverdrag zijn bepalingen over de inzet van vaarwegrnarkering in de Eemsrnonding opgenomen. Op grond hiervan legt en onderhoudt de Bondsrepubliek Duitsland de vaarwegmarkering in en aan het hoofdvaarwater.

Ter plaatse van de "Bocht van Waturn" en de "Zône zuidelijk van de Geisedam" wordt de daar aanwezige betonning door het Koninkrijk der Nederlanden verzorgd. Na de opheffing van het verlichte vaarwater door de Bocht van Waturn (Delfzijl - Noordelijke uitgang) werden de beide kustlichten Waturn- Noord en Waturn-Zuid buiten gebruik gesteld (1980). Het kustlicht Delfzijl werd in 1981 opgeheven en de vuurtoren werd in 1982 afgebro- ken. Sindsdien verzorgt de Bondsrepubliek Duitsland in het verdragsgebied de kust-, sector- en dwarslichten en, op vier lichtboeien ter hoogte van Paapsand-Süd na, alle lichtboeien. De lokale betonningswerkplaats in Delfzijl is intussen opgeheven, de Nederlandse betonningsinspanningen in de Dollard en in de Bocht van Waturn worden vanuit Lauwersoog door het betonningsvaartuig "Wad- denzee" verricht.

23

12. EPON-KVaftwerk EPON-centrale

Das WSA Emden hat den Tonnenhof in Emden stets weiter ausgebaut und modernisiert. Der leistungsfähige Tonnenleger "Custav Meyer" operiert maí3geblich von dort aus.

Die ünterhaltung, besonders der befeuerten schwimmenden und festen Seezeichen in der Emsmündung, erfordert groí3e materielle und finanzielle Aufwendungen. Daher wird fortwährend untersucht, wie die hierbei anfallenden Kosten minimiert werden können. Da die Entwicklung der solarbetriebenen Leuchttonnen an der Unterems inzwischen bis zur Serienreife fortgeschritten ist, besteht die Hoffnung, auch gröBere Leuchttonnen höherer Tragweite in der Ansteuerung der Ems betreiben zu können.

3.6. Erweiterung des EPON-Kraftwerkes

Direkt neben dern bestehenden Kraftwerk von 1972 am Eemshaven wird seit 1992 an einem der gröBten gasbefeuerten Kraftwerke der Welt gebaut. Hierbei werden fünf Einheiten errichtet. die je 335 Megawatt erzeugen können. Somit beläuft sich die Cesamtleistung einschlieí3lich der heutigen Einheit auf etwa 2.400 MCW.

Obgleich sich das Kraftwerk auBerhalb des Vertragsgebietes befindet, waren sowohl die Emskornrnission als auch die Radarkommission mit der Erweiterung beschäftigt.

Die urspünglich geplante Position der Kraftwerksblöcke hätte zu einer Abschatìung der Richtfunkverbindung zwischen Borkum (Kleiner Leuchtturm) und der Verkehrszentrale an der Knock geführt. Nach entsprechenden Eingaben und in gemeinsamen Beratungen hat es die Radarkommission erreicht, daB die Blöcke an einer anderen Stelle als beabsichtigt, gebaut worden sind. Die Emskornrnission war am Bau einer neuen Kühlwasserentnahmestation beteiligt, wei1 sich diese am Dukegat auf einer Wassertiefe von 10 m unter SKN befindet, während die Ver- tragsgrenze dort an der 6 meter Tiefenlinie entlang führt. Das neue Kühlwasserauslaufbauwerk ist 1995 an der nördlichen Bucht von Watum errichtet worden. Wenn die gesamten Kraftwerksblöcke in Betrieb sind, werden sekündlich 55 m3 Kühlwasser in das Emsästuar eingeleitet rnit einer maxima1 zulassigen Temperatur von 30°C. Die erste neue Kraftwerkseinheit sol1 1995 in Betrieb gehen.

3.7. Ausbau des AuBenhafens Delfzijl

In den lekten Jahren sind neben den bereits früher genannten Arbeiten irn Zusamrnenhang rnit der Bodensenkung auch einige andere

Het WSA Ernden heeft de tonnenwerkplaats in Emden steeds verder uitgebouwd en gemoderniseerd. De voor vele doeleinden geschikte tonnenlegger "Custav Meyer" opereert hoofdzakelijk van daaruit.

Het onderhoud, in het bijzonder de verlichte drijvende en vaste vaarwegmarkering in de Eernsmonding, vergt grote materiële en financiële inspanningen. Daarom wordt voortdurend onderzocht hoe de hiermee gemoeide kosten geminimaliseerd kunnen worden. Omdat de ontwikkeling van door zonne-energie gevoede lichtboeien aan de Benedeneerns inmiddels to t serieproduktie gekomen is, bestaat de verwachting dat ook grotere lichtboeien met een verdere draagwijdte in de aanloop van de Eems ingezet kunnen worden.

3.6. Uitbreiding van de EPON-centrale

Direct naast de bestaande electriciteitscentrale uit 1972 bij de Eemshaven, wordt sinds 1992 gebouwd aan één van de grootste gasgestookte installaties ter wereld. Het gaat om de oprichting van vijf eenheden die elk 335 Megawatt kunnen opwekken. Hiermee bedraagt het totaal opgewekte vermogen, samen met de huidige eenheid circa 2400 MCW.

Hoewel de centrale zich buiten het verdragsgebied bevindt, hebben zowel de Eernscommissie als de Radarcommissie bemoeienis gehad met de uitbreiding.

De oorspronkelijke geplande locatie van de productie-eenheden zou tot afscherming van de radarstraalverbinding tussen Borkum (kleine vuurtoren) en de verkeerscentrale aan de Knock hebben geleid. Na bezwaren van de Radarcommissie heeft deze bereikt dat de eenheden op een andere plaats dan beoogd, zijn opgericht. De Eemscommissie was betrokken vanwege de bouw van een nieuwe koelwaterinlaat, omdat deze is gelegen aan het Doekegat op een waterdiepte van 1 O rn beneden SKN, terwijl de verdragsgrens daar de 6 meter- dieptelijn volgt. De nieuwe koelwateruitlaat is in 1995 aan de noordelijke Bocht van Watum gerealiseerd. Wanneer de gehele installatie in bedrijf is zal per seconde 55 m3 koelwater in het Eemsestuariurn worden geloosd met een maximaal toegelaten temperatuur van 30" C. De eerste nieuwe eenheid zal in 1995 in gebruik worden genomen.

3.7. Uibreiding van de buitenhaven van Delfzijl

In de laatste jaren zijn, naast de reeds eerder genoemde werken in verband met de bodemdaling, ook enkele andere werken in de buitenha-

24

BaumaBnahmen im AuBenhafen von Delfzijl durchgeführt worden, worüber in der Emskommission und bei den Besprechungen der Sach- verstandigen berichtet worden ist.

Es handelt sich dabei um die folgende Projekte: - Der Schlickfangtrog im östlichen Bereich des Seehafens is t erweitert

und vertieft worden, urn dort noch mehr Schlick zu konzentrieren, wodurch die übrigen Hafenbereiche geringere Sedimentationsraten aufweisen. Das bei der Erweiterung anfallende Baggergut wurde auf dern hafenseitigen Watt an der Westmole des Hafens aufgespült;

- Von 1992 bis Ende 1994 fanden BodensanierungsmaBnahmen im Bereich des rnittleren Seehafenkanals statt. Das mit Schadstoffen belastete Baggergut wurde auf geeignete Deponieflächen an Land verbracht.

3.8. Kabel und Leitungen

Im Vertragsgebiet liegen z.Zt. folgende Gasleitungen:

- Die Leitung Knock-Bierum der Casunie,idie quer durch das Ostfriesi-. sche Gatje führt, über den Paapsand verläuft und dann die Bucht von Watum kreuzt;

Manslagt Z 1 (ursprünglich Emshörn Z I A ) zum Festland beim Leucht- turm Campen;

Noordgas-Transport- Leitung (NCT), die vorn Placid-Gasfeld nördlich von Texel über Rottumeroog zum niederl. Festland bei Uithuizen führt. Da die Leitung in gröBeren Wassertiefen als -6 rn SKN verlegt werden mubte, unterliegt sie der deutschen Strompolizei.

- Die Gasleitung der BEB von der Förderplattform

- Am südlichen Rand des Hubertgat entlang (ca. 13 km) verläuft die

Die Firmengruppe Sep (Verbund der Kraftwerkbetriebe) beabsichtigt, die in Norwegen vorhandene Elektrizität aus Wasserkraftwerken in die Niederlande zu importieren. Hierzu sol1 zwischen Südnorwegen und der groningischen Küste ein Kabel von etwa 550 km Lange verlegt werden für 450 KV Cleichstrom. Das Kabel dient auch dazu, in den Nachtstunden Elekrizität an Norwegen zu liefern. Die Sep hat vor der erforderlichen Umweltverträglichkeitsuntersuchung, Mitte 1995 die sogenannte "Startnotitie" herausgebracht.

ven van Delfzijl uitgevoerd, waarover in de Eemscommissie en in het deskundigenoverleg verslag gedaan is.

Hierbij gaat het om de volgende projecten: - De slibvangtrog in het oostelijke deel van de zeehaven is verruimd en

verdiept om daar nog meer slib te concentreren, waardoor in het overige havengebied minder sedimentatie optreedt. De bij de verrui ming vrijkomende baggerspecie werd op de Wadzijde bij het westelijke haven hoofd opgespoten;

- Van 1992 tot en met 1994 vonden bodemsaneringsmaatregelen plaats in het middengedeelte van het Zeehavenkanaal. De met schadelijke stoffen verontreinigde baggerspecie werd op een speciaal daartoe ingericht stort op het land gebracht.

3.8. Kabels en leidingen

In het verdragsgebied liggen thans de volgende gasleidingen:

- De leiding Knock-Bierum van de Casunie, die dwars door het Oost Friesche Gaatje gaat, over de Paapsand en vervolgens de Bocht van Watum kruist;

(oorspronkelijk Emshörn Z IA) naar het vasteland bij de vuurtoren Campen;

Noordgas-Transport-Leiding (NCT), die van het Placid gasveld ten noorden van Texel bovenlangs Rottumeroog, naar het Nederlandse vasteland bij Uithuizen loopt. Omdat de leiding in grotere waterdiepten dan - 6m SKN gelegd moest worden, is ze onderworpen aan het Duitse beheersregime.

- De gasleiding van BEB van het exploitatieplatform Manslagt Z 1

- Langs de zuidelijke rand van het Huibertgat (ca. 13 km) loopt de

De Sep (Samenwerkende elektriciteits produ ktiebedrijven) is voornemens door middel van waterkracht geproduceerde elektriciteit uit Noorwegen in te voeren. Hiertoe zal tussen Zuid-Noorwegen en de Groninger kust een circa 550 km lang kabel worden gelegd voor het transport van 450 KV gelijkstroom. De kabel zal ook dienen om in de nachtelijke uren eledriciteit aan Noorwegen te leveren. De Sep heeft medio 1995 voor de noodzakelijke milieu-effectrapportage de startnotitie uitgebracht.

25

13. Teilnelinzer an der- Suclzverstündïgenbesprechung arn

Deelnenzers uun de deskurzdigen- 17. Mni 1995 in Delfiijl

bespreking op 17 mei 1995 in Deyzijl I

TATICKEITEN DER EMSKOMMISSION 1986-1 994

4.1. Sachverständigenbesprechungen

Irn Laufe der Jahren haben sich regelrnäliige Besprechungen der Sach- verstandigen der Ernskornrnission eingebürgert. Diese Besprechungen dienen dem inforrnationsaustausch, der Behandlung von Thernen aus der Ernskommission, der Ausarbeitung von Gutachten und Stellungnah- men, der Planung und Kontrolle von gerneinsarnen Projekten, sowie der Vorbereitung der jährlichen Ernskornrnissionssitzung.

An den Besprechungen nehrnen in der Regel teil: - Vertreter der WSD Nordwest aus Aurich; - Vertreter des WSA Ernden; - Vertreter des Nieders. Hafenarntes Ernden bei der Behandlung der

- Vertreter der RWS Directie Groningen (seit 1994 Directie Noord-

- Vertreter des Dienstes Getijdewateren in Haren (seit 1994 Rijksinstituut

- Vertreter der Havenschap Delfzijl/Eernshaven.

Themen "Dollarthafenprojekt" und "Vorhafen arn Rysurner Nacken";

Nederland in Leeuwarden);

voor Kust en Zee);

Die Sitzungen finden abwechselnd in Deutschland und in den Nieder- landen statt; über die Ergebnisse wird eine Niederschrift gefertigt. In der Regel sind vier Sitzungen pro Jahr erforderlich, urn alle Themen beraten zu können.

Es werden insbesondere die folgende Tagesordnungspunkte behandelt: - Sachstand bezüglich Hafenprojekte; - Unterbringung von Baggergut aus dern Hauptfahrwasser und aus den

- Gerneinsarne hydrologische und rnorphologische Untersuchungen. Seehäfen am Vertragsgebiet;

Canz besonders wichtig is t der rechtzeitige Austausch von Inforrnationen über Bauvorhaben an der Ernsmündung, über Änderungen von Gesetzen und Planungsabsichten bezüglich Fahrwasser, Baggergut und Seezei- chenwesen. Von Fall zu Fall werden auch andere Fragestellungen behandelt und Arbeitsgruppen zur Erledigung bestirnrnter Aufgaben eingerichtet.

WERKZAAMHEDEN VAN DE EEMSCOMMISSIE 1986 - 1994 4.1. Deskundigenbesprekingen

In de loop der jaren zijn de periodieke besprekingen van de deskundigen van de Eernscornmissie gebruik geworden. Deze besprekingen hebben tot doel de informatie-uitwisseling, de behandeling van onderwerpen uit de Eernscornmissie, de uitwerking van onderzoeken en standpuntbepalingen, de voorbereiding en controle van gemeenschappelijke projecten, alsmede de voorbereiding van de jaarlijkse Eemscornrnissiezitting.

Aan de besprekingen nemen in de regel deel: - Vertegenwoordigers van de WSD Nord-West uit Aurich; - Vertegenwoordigers van het WSA Ernden ; - Vertegenwoordigers van het Nieders. Hafenarnt Ernden bij de behan

deling van de onderwerpen "Dollardhaven" en "Voorhaven Rysurner N ac ke n " ;

- Vertegenwoordigers van RWS Directie Groningen (sinds 1994 Directie Noord Nederland te Leeuwarden);

- Vertegenwoordigers van RWS Dienst Getijdewateren te Haren (sinds 1994 Rijks Instituut voor Kust en Zee);

- Vertegenwoordigers van het Havenschap Delfzijl/Eernshaven.

De zittingen vinden afwisselend in Duitsland en Nederland plaats; over de resultaten wordt een verslag gemaakt. In de regel zijn vier zittingen per jaar voldoende om alle vraagstukken te kunnen behandelen.

Meestal worden de volgende agendapunten behandeld: - Stand van zaken van havenprojecten; - Het bergen van baggerspecie uit het hoofdvaarwater en uit de zeeha

- Gemeenschappelijke hydrodynamische en morfologische onderzoeken. vens aan het Verdragsgebied;

Van groot belang is de tijdige uitwisseling van informatie over bouwplan- nen in de Eernsrnonding, over wetsveranderingen en voornemens met betrekking tot het vaarwater, baggerspecie en de vaarwegmarkering. Van geval to t geval worden ook andere vraagstukken behandeld en worden werkgroepen ingesteld om bepaalde opdrachten uit te voeren.

26

4.2. Hauptthemen aus den letzten zehn Sitzungen

In den letzten neun Jahren haben neun reguläre Sitzungen und eine Sondersitzung (Nr.29) der Emskommission stattgefunden. Nachfolgend wird eine Zusammenfassung gegeben.

Fa hrwasserverhältnisse Informationen über die Fahrwasserverhältnisse der Hauptfahrwasser und der Zufahrten nach Delfzijl und Emden bildeten einen ständigen Beratungspunkt. Es wurde über die jeweiligen Tiefen, die Unterhaltungs- arbeiten und die voraussichtliche weitere Entwicklung der Fahrwasser berichtet. Die Verlegung des Hauptfahrwassers aus dem Hubertgat in die zu diesem Zweck ausgebaute Westerems wurde ausgiebig behandelt. Sorgen bereiten die erheblichen Baggermengen, die bei der Unterhaltung des Emder Fahrwassers und des Catjebogens anfallen (Abschn. 2.2.).

Unterbringung des Baggergutes Unmittelbar im Zusamrnenhang mit den Fahrwasserverhältnissen steht das ständig wiederkehrende Problem der günstigsten Unterbringung von Baggergut.

Die Unterbringung des im AuRenhafen von Delfzijl zu entfernenden Schlicks war regelmäBig ein Tagesordnungspunkt mit Iängeren Diskus- sionen (Abschn. 2.2.).

Seit einigen Jahren beschäftigi sich die Emskommission auch mit der Unterbringung des jährlich anfallenden Baggergutes aus dem Eemshaven (Abschn. 2.2.).

Über die Verbringung des bei der Offenhaltung des EPON-Hafens anfallenden Baggergutes wurde ebenfalls immer kurz berichtet.

Sandgewinnung Es wurden Informationen über die jährlich entnommenen Sandmengen ausgetauscht (Abschn. 2.3.).

Seezeichenwesen Das Seezeichenwesen irn Vertragsgebiet i s t eine Aufgabe der Emskom- mission und somit werden regelmäí3ig Informationen über den aktuellen Zustand der Betonnung und Leuchtfeuer gegeben. Auch wurde auf zukünftige Entwicklungen. Z.B. Modernisierung von Seezeichen, eingegangen.

4.2. Hoofdpunten uit de laatste tien zittingen

De afgelopen negen jaar hebben negen reguliere zittingen en één bijzondere zitting (nr. 29) van de Eemscommissie plaatsgevonden. Onder- staand wordt een samenvatting gegeven.

Toestand van het vaarwater Informatie over de toestand van het hoofdvaarwater en de aanlopen naar Delfzijl en Emden vormde een vast punt van overleg. Er werd over de actuele diepten, de onderhoudswerkzaamheden, en de te verwachten verdere ontwikkeling van het hoofdvaarwater bericht. De verlegging van het hoofdvaarwater van het Huibertgat naar de voor dit doel verruimde Westereems werd uitvoerig behandeld. Zorgen baren de omvangrijke baggerhoeveelheden die bij het onderhoud van het Emder Vaarwater en de Caatjebocht vrijkomen (par. 2.2.).

Berging van baggerspecie Onlosmakelijk verbonden met de toestand van het vaarwater staat het steeds terugkerende probleem van het zo goed mogelijk onderbrengen van baggerspecie.

Het onderbrengen van baggerspecie uit de buitenhaven van Delfzijl was regelmatig een agendapunt met lange discussies (par. 2.2.).

Sinds enkele jaren houdt de Eemscornmissie zich ook bezig met het onderbrengen van de jaarlijks uit de Eemshaven vrijkomende baggerspecie (par. 2.2.).

Over het bergen van de baggerspecie die vrijkomt bij het openhouden van de EPON-haven werd altijd kort bericht.

Zandwinning Er werd informatie over de jaarlijks gewonnen zandhoeveelheden uitgewisseld (par. 2.3.).

Vaarwegmarkering De zorg voor de vaarwegmarkering in het verdragsgebied is een taak van de Eemscommissie. Er werd regelmatig informatie over de actuele toestand van de betonning en lichten gegeven. Ook werd ingegaan op toekomstige ontwikkelingen; b.v. modernisering van de vaarwegmar- keringen.

27

14. Tonizenleger “Gustaii Meyer” Tonnenlegger “Gustnv Meyer“

16. Torziwizleger “ LKaddeizzee ” Toizizerzleggerr- ‘‘ Wuddeizzee ‘‘

I j . Suugebaggel- “Nordsee” Hopperzuiger “iVordzee”

28

Verkehrssicherungssystem an der Ems Die Emskommission wurde regelmäBig über die Sitzungen der deutsch- niederländischen Radarausschusses informiert. Der erforderliche Ersatz der alten Radarsichtgeräte war Gegenstand Iängerer Erörterungen in den letzten Sitzungen. Auch der vertragsrechtliche Zusammenhang zwischen der Emskommission und dem Radarausschuss wurde geklärt.

Gemeinsame morphologische und hydrologische Untersuchungen In allen Sitzungen (mit Ausnahme der 29. Sitzung in Arnheim) wurde über gemeinsame morphoiogische und hydrologische Messungen und Untersuchungen beraten.

Bei den neun letzten Sitzungen der Emskommission ist über folgende Punkte beraten worden: - Auswertung früherer Messungen. Daraufhin sind die in Lit. 1-3

aufgeführten gemeinsamen Ausarbeitungen erstellt worden. - Empfehlungen über die Fortsetzung gemeinsamer Messungen, wofür

10 feste Querprofile ausgewählt worden sind. - Berichterstattung über die Ergebnisse gemeinsamer hydrologischer

Messungen.

Zu den Beratungspunkten gehörten manchrnal auch Informationen über das Pegelwesen in beiden Staaten - Z.B. über mögliche Kombinationen und Mitbenutzungen und die Modernisierung der Pegelanlagen.

Kabel und Leitungen Es wurden allgemeine Erkenntnisse Über die Lage und Überdeckung der Leitungen ausgetauscht (Abschn. 3.8). Ferner ist ein Informationsaus- tausch über Bohrungen und Gasförderungen im Vertragsgebiet vereinbart worden. Über den Zustand der Leitungen und über Planungen für neue Leitungen regelmäBig berichtet.

Hafenplanungen Beratungen und Informationen über Hafenprojekte an beiden Seiten der Ems nahmen auch in den acht letzten Sitzungen einen erheblichen R a m ein.

Dollartha fenprojekt In den Sitzungen Nr. 25 bis Nr. 28 wurde über den Stand des Ratifikationsverfahrens zum Kooperationsvertrag Ems-Dollart in den Niederlanden berichtet. Deutscherseits erfolgten Informationen ü ber den Stand des Planfeststellungsverfahrens für das Projekt Doliarthafen. Bei der 30. Sitzung (1990) wurde deutscherseits rnitgeteilt, daB das

Verkeersbegeleidingssysteem aan de Eems De Eemscommissie wordt regelmatig over de zittingen van de Neder- lands-Duitse Radarcommissie geïnformeerd. De nodige vervanging van de oude radarbeeldkasten was onderwerp van uitvoerige beraadslagingen in de laatste zittingen. Ook de verdragsrechterlijke relatie tussen de Eemscommissie en de Radarcommissie werd opgehelderd.

Gemeenschappelijke morfologische en hydrologische onderzoeken in alle zittingen (behalve de 29e zitting in Arnhem) werd over de gemeenschappelijke morfologische en hydrologische metingen en onderzoeken beraadslaagd.

Bij de laatste negen zittingen van de Eemscornmissie kwamen aan de orde: - Uitwerking van vroegere metingen. Hierop zijn de in lit. 1-3 genoemde

- Aanbevelingen over de voortzetting van gemeenschappelijke metingen,

- Rapportage over de resultaten van gemeenschappelijke hydrologische

gemeenschappelijke uitwerkingen gerealiseerd.

waarvoor 1 O vaste dwarsprofielen gekozen zijn.

metingen.

Tot de gesprekspunten behoorden ook vaak informatie over de peilschalen in beide landen - b.v. over mogelijke combinaties en medegebruik en de modernisering van peilschalen.

Kabels en leidingen Er worden algemene gegevens over de toestand en dekking van de leidingen uitgewisseld (par. 3.8). Verder is er een informatie-uitwisseling overeengekomen betreffende boringen en gasexploratie in het verdragsgebied. Over de toestand van de leidingen en eventuele plannen voor nieuwe leidingen wordt regelmatig bericht.

Havenprojeden Beraadslagingen en informatie over havenprojecten aan beide zijden van de Eems namen ook in de laatste acht zittingen een belangrijke plaats in.

Dollardhaven In de zittingen nrs. 25 tot en met 28 werd over de stand van zaken van de ratificatieprocedure van het Samenwerkingsverdrag Eems-Dollard in Nederland bericht. Van Duitse zijde kwam informatie over de stand van zaken rond het "Planfeststellungsverfahren" voor het Dollardhaven- project.

29

Planfeststellungsverfahren eingestellt worden ist; 1991 wurde die definitive Aufgabe des Dollarthafenprojektes festgestellt.

Vorhafen am Rysumer Nacken Bei der 30. Sitzung der Emskommission erläuterte der Vertreter des Landes Niedersachsen neue Planungen für einen Vorhafen am Rysumer Nacken, als Alternative für das Dollarthafenprojekt (Abschn. 3.7).

Sowohl die Emskommission als auch die Sachverständigen beschäftigten sich intensiv mit einer Stellungnahme zu den drei Varianten im Rahmen des Raumordnungsverfahrens. Diese Stellungiiahme wurde auf der 33. Sitzung der Emskommission genehmigt.

ümgestaltung des AuRenhafens Delfzijl Die niederländische Delegation unterrichtet die deutsche Seite seit 1992 über einen eingreifenden Ausbau des Aubenhafens Delfzijl aufgrund der anhaltenden Bodensenkung (Abschn. 3. î). Über die hierfür erforderlichen Sandmengen wurden ausführliche uberlegungen angestellt, darnit dessen Cewinnung in die reguläre Fahrwasserunterhaltung einbezogen werden konnte. in gleicher Weke wurde seinerzeit die Emskomrnission über den Bau des Emskais am Emder Fahrwasser unterhalb der Westmole von Ernden unterrichtet.

Soleeinleitungen in das Ems-Dollart-Ästuar An verschiedenen Stellen und teilweise bereits seit vielen Jahren wird Sole in die innere Emsmündung eingeleitet. Das Salz stammt aus Kavernen im Zechstein, die zur Speicherung von Erdgas in der Nähe der Ems angelegt und betrieben werden.

Im Zeitraum 1989 - 1992 waren sowohl am deutscher als auch an niederländische Seite umfangreiche Soleeinleitungen geplant. Im Jahre 1989 wurde eine Arbeitsgruppe eingerichtet mit dem Auftrag, über die Aufteilung der Solemengen zu beraten und die Auswirkungen auf die Qualität des Baggergutes und die marine Umwelt zu beurteilen. lhre Ergebnisse sind im Bericht "Beurteilung geplanter Soleeinleitungen in das Ems-Ästuar" niedergelegt. Zur Behandlung dieses Zwischenberichtes fand am 5. Februar 1990 in Arnheim eine Sondersitzung der Eniskommssion (die 29.) statt.

Die Ergebnisse des SchluBberichtes wurden in der 32. Sitzung beschlossen. Als Höchstrate aller Soleeinleitungen wwrden 3.000 m3 pro Stunde vereinbart.

Op de 30e zitting (1990) werd van Duitse zijde meegedeeld dat het "Planfeststellungsverfahren" ingegaan was; in 1991 werd het Dollard- haven project definitief beëindgd.

Voorhaven Rysumer Nacken Op de 30e zitting van de Eemscommissie lichtte een vertegenwoordiger van het Land Niedersachsen nieuwe plannen toe voor een voorhaven aan de Rysurner Nacken, als alternatief voor het Dollardhavenproject (par. 3.5.)

Zowel de Eemscommissie als ook de deskundigen hielden zich intensief bezig met een standpuntbepaling ten aanzien van de drie varianten in het kader van de ruimtelijke ordeningsprocedure. Deze standpuntsbepaling werd op de 33e zitting van de Eemscommissie goedgekeurd.

Ombouw van de haven van Delfzij/ De Nederlandse delegatie informeert de Duitse zijde sinds 1992 over een ingrijpende ombouw van de haven van Delfzijl vanwege de aanhoudende bodemdaling (par. 3. î.), Over de hiermee gernoeide zandhoeveelheden werd diepgaand overleg gevoerd, omdat de winning in het reguliere vaargeul onderhoud kon worden ingepast. Op dezelfde manier werd de Eemscommissie destijds over de aanleg van de Eemskade aan het Emder Vaarwater onder de westpier van Emden geïnformeerd.

Zoutlozingen in het Eems-Dollard estuarium Op verschillende plaatsen en voor een deel sinds vele jaren wordt zout in het binnendeel van de Eemsmonding geloosd. Het zout komt uit gewel- ven in het Zechstein, die voor de opslag van aardgas in de buurt van de Eems aangelegd en gebruikt worden.

In de periode 1989 -1 992 waren aan Duitse en Nederlandse zijde omvangrijke zoutlozingen gepland. in 1989 werd een werkgroep ingesteld met de opdracht t e adviseren over de quotering van de zout- volumes, de beoordeling van de effecten op de kwaliteit van baggerspecie en het mariene milieu. Haar bevindingen zijn neergelegd in het rapport "Beoordeling van de geplande zout-toevoer in het Eerns-Dollard estuarium". Voor de behandeling van dit tussenrapport van deze werkgroep vond op 5 februari 1990 in Arnhem een aparte zitting van de Eemscommissie (de 29e) plaats.

De resultaten van het eind-rapport werden in de 32e zitting overgeno- men. Als maximum van de totale hoeveelheden te lozen zout werd 3.000 m3 per uur overeengekomen.

30

Sonstige Themen Unter dem Tagesordnungspunkt "Sonstiges" wurden seit 1985 vielfältige Angelegenheiten behandelt. Unter anderem waren es folgende Themen: - Berichterstattung über ein gemeinsames deutsch-niederländisches

MeBprogramm über Salzgehalt und Schwebstoffe in der Unterems und im Dollart;

- Planungen für ein Kohlekraftwerk am Eemshaven; - Natur- und Umweltschutzfragen in der Emsmündung, hauptsächlich an

der niederländischen Seite (PKB-Waddensee, Waddenactieplan u.s.w.); - Zukünftige Unterhaltung der Insel Rottumeroog; - Katastrophenschutz; - Bunkern auf Reeden.

Andere onderwerpen Onder het agendapunt "overig" werden sinds 1985 uiteenlopende onderwerpen behandeld. Onder andere ging het om de volgende thema's: - Rapportage over een gemeenschappelijk Nederlands- Duits meetpro-

gramrna over zoutgehaltes en zwevende stof in de Ondereems en Dollard;

- Plannen voor een kolencentrale bij de Eemshaven; - Natuur- en milieuvraagstukken in de Eemsmonding, voornamelijk aan

- Toekomstig onderhoud van het eiland Rotturneroog; - Calamiteitenbestrijding: - Bunkeren op redes.

de Nederlandse zijde (PKB-Waddenzee, Waddenactieplan, etc.);

Stellungnahmen/Emp fehlungen Standpuntbepalingen/Aanbevelingen Die Ernskommission hat im Berichtszeitraum zwei Stellungnahmen a bgege ben : - Empfehlungen zu geplanten Soleeinleitungen in das Emsästuar; - Stellungnahme zum Projekt "Vorhafen auf dem Rysumer Nacken".

De Eemscommissie heeft in de rapportage-periode twee standpunts- bepalingen afgegeven: - Aanbevelingen over de geplande zoutlozing in het Eems-Dollard

- Standpuntbepaling over het project "Voorhaven aan de Rysumer estuarium;

N ac ke n " .

4.3.

Die Teilnehmer an den Sitzungen 1986 - 1994 der Emskornmision - Emskommissare, Sachverständige und Sekretäre - sind in der Tabeile 7 aufgef U hrt.

Teilnehmer an den Sitzungen 1986 - 1994 4.3.

De deelnemers aan de zittingen in de periode 1986 - 1994 van de Eemscommissie - Eemscommissarissen, deskundigen en secretarissen - zijn

Deeinemers aan de zittingen 1986 - 1994

in tabel I opgenomen.

17. Teilnehmeu an der 34. Sitzung der Ernskommission am 6. Oktober 1994 urn Eemshaven

17. Deelnemers aan de 34e zitting van de Eemscommissie op 6 oktober 1994 bij Eemshaven

31

~ ~~

Sachverständige

Deskundigen

Sekretäre Sitzung Zitting

Datum OrtIPiaats

Emskommissare

Secretarissen Eemscommissarissen

nederlands deutsch nederlands deutsch nederlands deutsch

van der Meulen Hendriksen Luikens

Ohrt van Dijk 25 25.09.86 Delfzijl

Bergmeier Hovers K ö h

Sybesma Weijers van der Ouw Goslinga *)

Kaiser ONing Wittneben Janssen Steen

Kaiser Ohling Wittneben Janssen Steen

Bergmeier Hovers Köhn

Sybesma Weijers Gosliga

Hoogweg Luikens van Malenstein

van Dijk Nuhoff *)

Nuhoff

Ohrt

Ohrt

Ohrt

17.1 1.87 Revierzen- traie Emden

22.11.88 Midwolda

26

27 Bergmeier Hovers

Sybesma Weijers Goslinga

Kaiser Ohling Wittneben Aster Steen

Hoogweg van Malenstein Wisman Heij

Nijdam van Meegen van der Wecken van Malenstein

Nieuwenhuis

Bergmeier Hovers

Sybesma de Water Goslinga *)

Kaiser Ohling Wittneben Liersch Aster Steen

Nuhoff

Nuhoff

10.10.89 Borkum

05.02.90 Arnhem

28

29 Liersch Bergmann

Hoogweg Jansen Nijdam van Malenstein Schreurs

Ohrt Bergmeier Hovers Köhn

Sybesma de Water van Bennekom *)

S ybesma Hoogland*) van Bennekom Goslinga de Water **)

Nijdam van Malenstein Rienstra van der Wecken

Ohrt Dumath *)

Nuhoff 10.1 1.90 Ameland

Bergmeier Hovers Köhn

Kaiser Ohling Wöbken Wittneben Seifert Aster Steen

30

31 ~

Hoogland van Bennekom Goslinga

Kaiser Ohling Hulsch Wittneben Seifert Steen

Hoogweg Nijdam Rienstra

Dumath van Hoorn 17.10.91 Papenburg

Bergmeier **) Krause Hovers Köhn

Tabelle 1 Teilnehmer an der

Sitzungen der Emskommission seit

1986

Dumath van Hoorn 32 08.09.92 Rottumerplaat

Krause Hovers

Hoogland van Bennekom

Kaiser Hulsch Wittneben Schulze Franzius Seifert Steen


Kaiser Hulsch v.Schmidt-Phieseldeck Hübner Seifert Wittneben Steen


Weiland van Hoorn 33 Krause Hovers

Hoogland Olman Dubbeld

06.10.93 Emden

Tabel 1 Deelnemers aan de

zittingen van de Eemscommissie sinds

1986

Weiland van Hoom 06.10.94 Eemshaven

Hovers Köhn

Hoogland Olman Dubbeld

Kaiser Hulsch Wittneben Meesenburg Steen

Hoogweg ter Laak Rienstra

34

*) komende Commissaris of SecretaIis **) voormalige Commissaris

*) Künftiger Kommissar oder Sekretär **) ehemalige Kommissare

32

CEMEINSAME MESSUNCEN VERTRAGSCEBIET

5.1. Einleitung

Die Artikel 27 und 28 des Ems-Dollart-Vertrages enthalten Bestirnmungen über Vermessungen, Peilungen und hydrologische üntersuchungen. Die Ergebnisse derartiger Arbeiten sind auszutauschen.

Die erste gemeinsame hydrologische Messung 1955 hat zu eine besonders guten Zusammenarbeit zwischen der Direktion Groningen (jetzt Noord-Nederland) und dern Wasser- und Schiffahrtsamt Emden geleitet. In den letzten Jahren wurden in konstruktiver Weke gemeinsarne hydrologische Messu ngen d u rchgef ü hrt und ausgewertet.

Der Austausch von Peilungen verläuft seit dem AbschluB des Vertrages problemlos. Dadurch wird doppelte Arbeit vermieden und vor allem haben die örtlichen Dienststellen kontinuierlich die neuesten MeBergeb- nisse zur Verfügung.

Nachfolgend werden einige dieser Messungen näher erläutert.

5.2. Hydrologische üntersuchungen.

Das Ziel dieser Untersuchungen is t das Samrneln und Vermehren von Kenntnissen über den hydrodynamischen und rnorphologischen Zustand der Ernsmündung. Darnit können Änderungen in der Morphodynamik des Ästuars erkannt werden. Planungen und StrombaumaBnahmen können darauf abgestimrnt werden. AuBerdern werden die Ergebnisse für das Eichen von rnathematischen Modellen und für sonstige spezielle Frage- stellungen gebraucht.

In der 25. Sitzung der Emskommission wurde der BeschluB gefaBt, die Auswertungen der gerneinsamen Messungen aus den vorhergehenden Jahren zu beschleunigen, die Ergebnisse zusamrnenzufassen und zu wetten. Daraufhin wurden zwischen 1986 und 1990 drei deutsch-nieder- Iändische Berichte (Lit. 1-3) zusammengestellt, in denen die Ergebnisse aller Strömungsmessungen aus dem Zeitraum 1948 bis 1985 enthalten sind.

In der 27. Sitzung wurde beschlossen, die Frequenz der gerneinsamen hydrologischen Messungen so festzulegen, daB einmal in fünf Jahren eine vollständige Aufnahme der Wasserbewegungen irn Emsrnündungsgebiet

GEMEENSCHAPPELIJKE METINGEN IN HET VE RD RAGSC E B I ED

5.1. inleiding

De artikelen 27 en 28 van het Eems-Dollardverdrag bevatten richtlijnen over metingen, lodingen en hydrologische onderzoeken. De resultaten van dergelijke metingen kunnen worden uitgewisseld.

De eerste gemeenschappelijke stroomrneting in 1955 heeft geleid tot een bijzonder goede samenwerking tussen RWS Diredie Groningen (tegenwoordig Noord-Nederland) en het Wasser- und Schiffahrtsamt Ernden. Ook in de afgelopen jaren werden op een constructieve wijze gemeenschappelijke stroornmetingen uitgevoerd en uitgewerkt.

De uitwisseling van lodingsgegevens verloopt sinds het sluiten van het verdrag probleemloos. Daardoor wordt dubbel werk vermeden, en hebben de regionale diensten continu de beschikking over de meest recente rneetgegevens.

Hierna worden enige van deze metingen nader toegelicht.

5.2. Hydrologische onderzoeken

Het doel van deze onderzoeken is het verzamelen en vergroten van de kennis over de hydrodynamische en morfologische toestand van de Eemsrnondinging. Daarmee kunnen veranderingen in de morfodynarniek van het estuarium worden onderkend. Plannen en waterstaatkundige werken kunnen hierop worden afgestemd. Bovendien worden de gegevens gebruikt voor het ijken van mathematische modellen en allerlei andere specifieke vraagstukken.

In de 25e zitting van de Eernscommissie werd het besluit genomen de uitwerkingen van de metingen van de daaraan voorafgaande jaren te bespoedigen en de resulaten samen te vatten en te evalueren. Daarop werden tussen 1986 en 1990 drie Nederlands-Duitse nota’s (Iit.1, 2 en 3) geproduceerd, waarin de analyses van alle stroornmetingen, uitgevoerd in de periode 1948 - 1985 zijn vastgelegd.

In de 27e zitting werd besloten de frequentie van stroommetingen zo vast te leggen, dat eenmaal in de vijf jaar een volledige opname van de waterbeweging in het Eemsrnondingsgebied beschikbaar is.

19. Nieuwe Statenzijl: neue Schleuse Nieuwe Statenzijl: nieuwe sluis

Jahr

Jaar

I c-

Untersuchungsgebiet

Onderzoeksgebied

Querprofil Borkum - Rottumeroog,

Querprofoil Horsbomgat - Hubertgat und Westerems

Alte Ems (Oude Westereems) - Randzelgat

Querprofil Eemshaven - Binnenrandzelbake

Emder Fahrwasser und Ems bei Pogum, Dollartmund

Nordausgang Bucht von Watum und Ostfriesisches Gatje

Querprofil Knock - Hafeneinf. Delfzijl

Querprofil Borkum - Rottumeroog

ÄuBeres Emsmündungsgebiet

~~

Gatjebogen

Bucht von Watum und Platenkomplex Paapsandmund

Art der Messung

Soort Meting

O

0 .

0 .

0 .

0 .

0 .

0.

Bemerkungen

Opmerkingen

Es fanden keine Naturmessungen statt,

dafür wurden frühere Messungen aufgearbeitet.

-1' -

Ermittlung der Überströmung des Geiseleitdammes

Unter Beteiligung des BSH Hamburg *)

Mit Beteiligung des Nieders. Hafenamtes Emden

Mit Beteiligung des Nieders. Hafenamtes Emden

O VertikalmessunglStroommeting

0 DauerstrommessunglDuurstroommeting

*) Bundesanstaìt für Seeschiffahrt und Hydrographie

Tabelle 2 Übersicht iiber gemeinsame Messungen 1989-1 995

Tabel2 Overzicht gemeenschappelijke metingen 1989-1995

35

Neben den Strömungsmessungen sind auch häufug üntersuchungen über Wassertemperatur, Salzgehalt und Schwebstoffkonzentrationen durchge- führt worden. Überwiegend erfolgten diese Messungen gleichzeitig mit den Strömungensmessungen.

5.3. Peilungen

Seit 1975 werden in fünfjährigen Rhythmus Cesamtvermessungen des Emsmündungsgebietes durchgeführt, um einen Cesamtüberblick über die Morphologie des Cebietes zu erhalten. Ursprünglich handelte es sich um Teilvermessungen im Rahmen der "Synoptischen Vermessungen" des deutschen Kuratoriums für Forschung im Küsteningenieurwesen. Nunmehr setzen die örtlichen Dienststellen diese Aufgabe unter Feder- fürung des Bundesministeriums für Verkehr - Wasser- und Schiffahrts- direktion Nordwest in Aurich - fort. Es handelt sich um den Rijkswater- staat, das Wasser- und Schiffahrtsamt Emden, das Bundesamt für Seeschiffahrt und Hydrographie, Hamburg und das Staatliche Amt für Insel- und Küstenschutz, Norden.

Die Ergebnisse der Messungen werden auf ein einheitliches Niveau beschickt: NN und NAP'. Der Datenaustausch erfolgt seit 1989 in digitaler Form. Die Aufname von 1985 muBte noch von Hand digitalisiert werden.

Mit der Planung für eine neue Cesamtaufname für das Jahr 1995 is t bereits begonnen worden und die Gebietsgrenzen für die beteiligten Dienststellen wurden festgelegt. Analog zur Aufnahme von 1990 wird erwartet, daB die Vermessung reibungslos verläuft. Die Ergebnisse werden im KartenmaEstab 1 : 25.000 dargestellt.

5.4. Pegelwesen

Im Emsmündungsgebiet werden augenblicklich 11 Dauerpegel zur Registrierung der Wasserstände unterhalten (7 deutsche und 4 nieder- Iändische Pegel, siehe Abbildung 6 "1. Daneben werden jedes Jahr eine unterschiedliche Anzahl von Hilfspegeln für Peilungen, hydrologische üntersuchungen und andere Messungen im Vertragsgebiet benutzt.

An der niederländischen Seite waren bis zum Beginn der achtziger Jahren acht Dauerpegel vorhanden - von Rottumeroog bis nach Nieuwe Statenzijl (Dollart). Es waren rein mechanisch betriebene Pegelanlagen; nach 1973 wurden diese nach und nach durch digitale NiveaumeBgeräte ersetzt, wobei auBerdem in einigen Fällen die Wasserstände über eine Richtfunkstrecke zum Festland übermittelt wurden.

* Normal Nul1 und Normaal Amsterdams Peil

Naast de waterbeweging zijn ook frequent metingen uitgevoerd van watertemperatuur, zoutgehalte en sedimentconcentraties. Meestal vonden deze metingen gelijktijdig met de stroommetingen plaats.

5.3. Lodingen

Sinds 1975 worden in een vijfjarige cyclus gemeenschappelijke metingen in het Eemsmondingsgebied uitgevoerd om een totaal-overzicht over de morfologie van het gebied te verkrijgen. Oorspronkelijk ging het om deelmetingen in het kader van de "Synoptische Metingen" van het Duitse Kuratorium für Forschung im Küsteningenieurwesen. Nu zetten de regionale diensten deze taak onder penvoering van het Bundesministeriums für Verkehr - Wasser- und Schiffahrtsdirektion Nordwest in Aurich - voort. Het gaat om Rijkswaterstaat, het Wasser- und Schiffahrtsamt Emden, het Bundesamt für Seeschiffahrt und Hydrographie te Hamburg en het Staatliche Amt für Insel- und Küsten- schutz te Norden.

De resultaten van de metingen worden op hetzelfde eenheidsniveau betrokken: resp. NN en NAP'. De gegevensuitwisseling vindt sinds 1989 in digitale vorm plaats. De opname van 1985 werd nog met de hand gedigitaliseerd.

Met de planning van een totaalopname voor het jaar 1995 is reeds begonnen en werden de werkgebieden voor de deelnemende diensten vastgelegd. Analoog aan de opname van 1990 wordt verwacht dat de meting probleemloos zal verlopen. De resultaten worden op kaartschaal 1 : 25.000 weergegeven.

5.4. Peilschalen

In het Eemsmondingsgebied worden momenteel 11 vaste peilschalen gebruikt om de waterstanden te registreren (7 Duitse peilschalen en 4 Nederlandse peilschalen; zie figuur 6 *). Hiernaast wordt elk jaar een variërend aantal tijdelijke peilschalen gebruikt voor lodingen, stroommetingen en andere metingen in het verdragsgebied.

Aan Nederlandse zijde werd tot begin jaren tachtig een achttal vaste peilsmeetstations gebruikt vanaf Rottumeroog tot aan Nieuwe Statenzijl (Dollard). Tot 1973 waren deze peilschalen geheel mechanisch; na 1973 is begonnen met een vervanging van deze peilschalen door digitale niveaumeters, waarbij tevens in enkele gevallen de waterstanden via radioverbinding naar de vaste wal werden geseind.

Normal Nul1 en Normaal Amsterdams Peil

36

In den achtziger Jahren wurden vier niederländischen Dauerpegel in das niederländische automatische MeBnetz (MSW, Monitoringsysteem Waterhoogten) aufgenommen: Hubertgat, Eemshaven, Delfzijl und Nieuwe Statenzijl. Seit Beginn der neunziger Jahre sind auch die tempo- rären niederländischen Pegel im Emsmündungsgebiet in einem regionalen Übertragungsnetz, dem RIS (Regionaal inwin Systeem) enthalten. Hiermit ist es möglich, auf dem Funkwege von allen angeschlossenen Pegeln die aktuellen Wasserstände abzufragen.

Das deutsche Pegelnetz ist im Laufe der letzten 90 Jahre aufgebaut worden. Ab 1975 erfolgìe wegen zunehmenden Baggerungen auch im AuBengebiet der Emsmündung eine Verdichtung und Verbesserung der Pegelkette. Damals wurden die "Seepegel" Knock, Emshörn und Dukegat gebaut, schlieBlich der neue Pegel Borkum-Südstrand. Eine Fernübertragung zum WSA Emden war in vielen Fällen möglich. Die Wasser- und Schiffahrtsverwaltung des Bundes hat ebenfalls ein automatisches Wasserstandsdatenfernü bertragungssystem (WDFÜ) eingerichtet. im Emsmündungsgebiet sind bereits folgende Pegel daran angeschlossen: Die niederländische Pegel Engelsmanplaat und Hubertgat sowie die Pegel Borkum-Südstrand, Borkum-Fischerbalje, Emshörn, Knock und Emden-Neue Seeschleuse. Noch 1995 sol1 auch der Pegel Dukegat in das System mit aufgenommen werden.

Die örtlichen Dienststellen tauschen die Wasserstandsregistrierungen sehr häufig untereinander aus. Mit der weiteren Einführung des automatischen Pegeinetzes können die angeschlossenen Dienststellen unmittelbar über die aktuellen Daten veríügen. Das WSA Emden kann zur Zeit die niederländischen Pegel Engelsman- plaat, Hubertgat, Eemshaven, Delfzijl und Nieuwe Statenzijl empfangen. Im Zeitraum 1986 bis 1994 hat der Meetdienst Delfzijl Daten des Pegels bzw. der Mektation Pogum empfangen und an das WSA Emden übergeben. Andererseits hat diese niederländische Dienststelie die deutschen Pegel Borkum-Fischerbalje, Emshörn und Knock benutzt.

Zur weiteren Optimierung der beiden Pegelnetze wird zur Zeit überlegt, ob eine Kopplung beider Übertragungssysteme (WDFÜ und MSW) möglich is t .

In de jaren tachtig zijn vier vaste Nederlandse peilschalen in het Neder- landse geautomatiseerde meetnet (MSW, Monitoringsysteem Water- hoogten) opgenomen: Huibertgat, Eemshaven, Delfzijl en Nieuwe Statenzijl. Sinds begin jaren negentig zijn ook de tijdelijke Nederlandse peilschalen in het gebied ondergebracht in een regionaal netwerk: het RIS (Regionaal inwin Systeem). Hiermee is het mogelijk radiografisch van alle aangesloten peilschalen de actuele waterstanden op te vragen.

Het Duitse peilschalennetwerk is in de loop van de afgelopen 90 jaar opgebouwd. Vanaf 1975 werd vanwege toenemend baggerwerk ook in het Buitengebied van de Eemsmonding een verdichting en verbetering van de peilschaalketen gerealiseerd. Toen werden de "zeepeilschalen" Knock, Emshörn en Doekegat gebouwd en tenslotte de nieuwe peilschaal Borkum-Südstrand. Het overzenden naar het WSA Emden was in veel gevallen mogelijk. De "Wasser- und Schiffahrtsverwaltung des Bundes" heeft eveneens een automatisch systeem ingericht voor het overzenden van waterstandsgegevens (WDFÜ). In het Eemsmondingsgebied zijn reeds de volgende peilschalen daarop aangesloten: de Nederlandse peilschalen Engelsmanplaat en Huibertgat, en Borkum-Südstrand, Borkum- Fischerbalje, Emshörn, Knock en Emden-Neue Seeschleuse. Nog in 1995 zal ook de peilschaal Doekegat in het systeem opgenomen worden.

De geregistreerde waterstandsgegevens worden zeer frequent tussen de regionale diensten uitgewisseld. Me t de komst van de geautomatiseerde peilschaalnetwerken kunnen de diensten snel beschikken over actuele gegevens. Het WSA Emden kan op dit moment de Nederlandse peilschalen Engelsmanplaat, Huibertgat, Eemshaven, Delfzijl en Nieuwe Statenzijl ontvangen. Tussen 1986 en 1994 heeft de Meetdienst Delfzijl gegevens van de peilschaal en meetstation Pogum ontvangen, en overgedragen aan het WSA Emden. Hiernaast heeft deze Nederlandse dienst de Duitse peilschalen Borkurn-Fischerbalje, Emshörn en Knock gebruikt.

Voor een verder optimalisering van de beide peilschaalnetwerken wordt momenteel overlegd of een koppeling van beide registratiesystemen (WDFÜ en MSW) mogelijk is.

ANHANC

37

AANHANGSEL

Literatur Lit.1 Strörnungsrnessungen Ernsmündung 1971 - 1985 (1986).

Ständige deutsch-niederländische Emskomrnision; WSA/Rijks- waterstaat, Ernden und Groningen.

Lit.2 Strörnungsmessungen Aussenems/Stroomrnetingen Eernsmonding 1948 - 1986 (1988). Ständige deutsch-niederländische Emskorn- rnision; WSA/Rijkswaterstaat, Emden und Groningen.

Lit.3 Strömungsmessungen Unter-Erns, Dollart/Stroommetingen rivier de Eerns - Dollard 1952 - 1986 (1990). Ständige deutsch-niederlän dische Eernskommision; WSA/Rijkswaterstaat, Emden en Groningen. Nota GRAN 1990-2003.

Lit.4 Die deutsch-niederländische Zusamrnenarbeit in der Emsmündung, ein Bericht zur 25. Sitzung der Emskornrnision (1986). Ständige deutsch-niederländische Ernskornmision, Delfzijl.

Fotos Foto 1. Rottumeroog Foto 2. Borkum Foto 3.

Foto 4. Geiseleitdarnrn Foto 5. AuBenhafen Emden Foto 6. Delfzijl: neue Handelskaje Foto 7. Eernshaven Foto 8. Schutzhafen Borkurn Foto 9. Verkehrszentrale Ernden Foto 10. Leuchtturm Campen Foto 11. GroRer Leuchtturm Borkurn Foto 12. EPON-Kraftwerk Foto 13. Teilnehrner an der Sachverstandigenbesprechung

am 17. Mai 1995 in Delfzijl Foto 14. Tonnenleger "Gustav Meyer" Foto 15. Saugebagger "Nordsee" Foto 16. Tonnenleger "Waddenzee" Foto 17. Teilnehrner an der 34. Sitzung der Emskommission arn

6. Oktober 1994 arn Eernshaven Foto 18. Gemeinsarne hydrologische Messung 1994 Foto 19. Nieuwe Statenzijl

Rysurner Nacken: Landemole Knock; Erdgasaufbereitungs- anlage

Literatuur Lit. 1. Strörnungsmessungen Emsmündung 1971 - 1985 (1986).

Permanente Nederlands-Duitse Eernscommissie; WSA Rijkswater- staat, Emden en Groningen.

1948 - 1986 (1 988). Permanente Nederlands-Duitse Eernscom- missie; WSA/Rijkswaterstaat, Emden en Groningen.

Lit. 3. Strörnungsrnessungen Unter-Erns, Dollart/Stroornmetingen rivier de Eems - Dollard 1952 - 1986 (1990). Permanente Nederlands- Duitse Eemscommissie; WSA/Rijkswaterstaat, Emden en Groningen. Nota GRAN 1990-2003.

Lit. 4. De Nederlands-Duitse samenwerking in de Eernsrnonding, een verslag bij de 25e zitting van de Eemscommissie (1986). Perma- nente Nederlands-Duitse Eemscornmissie, Delfzijl.

Lit. 2. Strömungsmessungen Aussenems/Stroomrnetingen Eernsmonding

Foto's Foto 1. Foto 2. Foto 3.

Foto 4. Foto 5. Foto 6. Foto 7. Foto 8. Foto 9. Foto 10. Foto 11. Foto 12. Foto 13.

Foto 14. Foto 15. Foto 16. Foto 17.

Foto 18. Foto 19.

Rottumeroog Borkum Rysumer Nacken: Landemole Knock; aardgasbereidings- installatie Geiseleitdam Buitenhaven Emden Delfzijl: Nieuwe handelskade Eemshaven Vluchthaven Borkurn Verkeerscentrale Emden Vuurtoren Campen Grote vuurtoren Borkum EPON-centrale Deelnemers aan de deskundigenbespreking op 17 mei 1995 te Delfzijl Tonnenlegger "Gustav Meyer" Hopperzuiger "Nordsee" Tonnenlegger "Waddenzee" Deelnemers aan de 34e zitting van de Eemscommissie op 6 oktober 1994 bij Eernshaven Gemeenschappelijke hydrologische meting 1994 Nieuwe Statenzijl

Abbildungen Abb. 1. Abb. 2.

Abb. 3. Abb. 4. Abb. 5.

Abb. 6.

Tabelle Tabelle 1.

Tabelle 2.

Kaarten Karte 1. Karte 2.

Baggerrnengen aus Fahrwasserunterhaltung ünterbringung von Baggergut aus Fahrwasserunterhal- tung Baggerrnengen aus Häfen: Ernden, Delfzijl, Eernshaven Sandgewin n ung Gesamtübersicht der Umschlagsentwicklung 1960 - 1993 Erns-Dollart-Gebiet Standard MeBprofile und Dauerpegel irn Vertragsgebiet.

Teilnehrner an der Sitzungen der Ernskornmision seit 1986.

Übersicht über gemeinsarne Messungen 1986-1 994

Nachdruck der Ernsrnündungskarte von 1959 Ernsmündungskarte 1992

Figuren Fig. I . Fig. 2. Fig. 3.

Fig. 4. Fig. 5.

Fig. 6.

Tabellen Tabel 1.

Tabel 2.

Kaarten Kaart I . Kaart 2.

Baggerhoeveelheden uit vaargeulonderhoud Berging van baggerspecie uit vaargeulonderhoud Baggerhoeveelheden uit havens: Ernden, Delfzijl, Eemshaven Zand winning Totaaloverzicht ontwikkeling overslag 1960 - 1993 Eerns- Dollardgebied Standaard rneetprofielen en vaste peilschalen in het verdragsgebied

Deelnemers aan de zittingen van de Eernscornmissie sinds 1986 Overzicht gemeenschappelijke metingen 1986 - 1994

Nadruk van Eemsmondingskaart van 1959. Eemsmondingskaart 1992.

3 9

Impressum Co lof on

Herausgeber: Ständige deutsch-niederländische Ernskornrnision Uitgever: Permanente Nederlands-Duitse Eemscornrnissie

Autoren: Auteurs: Noord Nederland, Leeuwarden),

Drs. J.J. Huizing, Mr.lng. D. Rienstra (RWS Directie

Dipl.-Ceogr. D.O. Steen (WSA Ernden), Sachverständige der Emskomrnision, deskundigen van de Eernscornrnissie

Übersetzung: Die Autoren Vertaling: De auteurs

Druck: Bos & Co, LeeuwardedCorredijk Druk

Kartographie: WSD Nordwest, Aurich (Kattenstelle) Kartografie:

Kartendruck: Th. Schäfer CrnbH, Hanover Kaartdru k:

Urnschlagsentwurf und Lay-out: Lee uwarde n) Omslagontwerp en Lay-out:

Henk Nauta (RWS Directie Noord Nederland,

Abbildungen: Figuren:

RWS Dir. Noord Nederland, Leeuwarden

Fotos: WSA Ernden Foto's: WSD Nordwest, Aurich

RWS Directie Noord-Nederland, Leeuwarden Foto 1. Meetkundige Dienst, Delft Foto 3. Foto 6, 7. Aerophoto Eelde Foto 16. Vaarwegrnarkeringsdienst DGSM.

Foto 17. Foto Dijkstra, Delfzijl

Fotodesign Titus E. Czerski, Bremen

Scheveningen

HaegheVelde BVDOCUMENT MANAGEMENT

De pagina die op deze plek behoort bevindt

zich niet in dit bestand. Klik op deonderstaande link om de pagina te bekijken.

EMSKOMMISSION PERMANENTE NEDERLANDS ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/63261/...sungen und...

Documents

Transcript of EMSKOMMISSION PERMANENTE NEDERLANDS ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/63261/...sungen und...