Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De...

382
ONDERWIJSVISITATIE Elektromechanica Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bachelor Elektromechanica aan de Vlaamse hogescholen Vlaamse Hogescholenraad 30 september 2010

Transcript of Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De...

Page 1: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Elektromechanica Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bachelor Elektromechanica aan de Vlaamse hogescholen

V l a a m s e H o g e s c h o l e n r a a d

30 september 2010

Page 2: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

D e o n d e r w i j s v i s i t a t i e E l e k t r o m e c h a n i c a

Ravensteingalerij 27, bus 3

1000 Brussel

tel.: 02 211 41 90

[email protected]

Exemplaren van dit rapport kunnen tegen betaling verkregen worden

op het VLHORA-secretariaat.

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op

http://www.vlhora.be > evaluatieorgaan > visitatierapporten > huidige visitatieronde

Wettelijk depot: D/2010/8696/19

Page 3: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

voorwoord

De visitatiecommissie brengt met dit rapport verslag uit over haar oordelen en de daaraan ten grondslag liggende

motivering, conclusies en aanbevelingen die resulteren uit het onderzoek dat zij heeft verricht naar de

onderwijskwaliteit van de professioneel gerichte bachelor Elektromechanica in Vlaanderen.

De visitatiecommissie heeft hierbij de visitatieprocedure Handleiding Onderwijsvisitaties VLIR|VLHORA,

september 2008 gevolgd, waarbij zij niet enkel aanbevelingen en suggesties formuleert in het kader van de

continue kwaliteitsverbetering van het hoger onderwijs, maar ook een oordeel geeft in het kader van de

accreditatie van de opleiding.

De visitatie en dit rapport passen in de werkzaamheden van de hogescholen en van de Vlaamse

Hogescholenraad (VLHORA) met betrekking tot de kwaliteitszorg van het hogescholenonderwijs, zoals bepaald in

artikel 93 van decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs.

Met dit rapport wordt de bredere samenleving geïnformeerd over de wijze waarop de hogescholen en meer

bepaald de betrokken opleiding omgaat met de kwaliteit van haar onderwijs. Toch is het rapport in de eerste

plaats bedoeld voor de hogeschool die de opleiding aanbiedt. Op basis van de bevindingen van het rapport kan

de hogeschool nu en in de nabije toekomst actie nemen om de kwaliteit van het onderwijs in de opleiding te

handhaven en verder te verbeteren. De lezer moet er zich echter terdege bewust van zijn dat het rapport slechts

een momentopname biedt van het onderwijs in de opleiding en dat de rapportering van de visitatiecommissie

slechts één fase is in het proces van kwaliteitszorg.

De VLHORA dankt allen die meegewerkt hebben aan het welslagen van dit proces van zelfevaluatie en visitatie.

De visitatie was niet mogelijk geweest zonder de inzet van al wie binnen de hogeschool betrokken was bij de

voorbereiding en de uitvoering ervan. Tevens is de VLHORA dank verschuldigd aan de voorzitter, de leden en de

secretarissen van de visitatiecommissie voor de betrokkenheid en deskundige inzet waarmee zij hun opdracht

hebben uitgevoerd.

Marc Vandewalle Toon Martens

secretaris-generaal voorzitter

Page 4: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht
Page 5: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

inhoudsopgave voorwoord ........................................................................................................................................................... 3 

inhoudsopgave ................................................................................................................................................... 5 

deel 1 .................................................................................................................................................................. 7 

Hoofdstuk 1  De onderwijsvisitatie Elektromechanica ................................................................................. 9 

1.1  inleiding ............................................................................................................................................. 9 1.2  de betrokken opleidingen .................................................................................................................. 9 1.3  de visitatiecommissie ........................................................................................................................ 9 

1.3.1  samenstelling ......................................................................................................................... 9 1.3.2  taakomschrijving ................................................................................................................... 11 1.3.3  werkwijze .............................................................................................................................. 12 1.3.4  oordeelsvorming ................................................................................................................... 13 

1.4  indeling van het rapport ................................................................................................................... 14 

Hoofdstuk 2  Het domeinspecifieke referentiekader Elektromechanica ..................................................... 15 

2.1  inleiding ........................................................................................................................................... 15 2.2  domeinspecifieke competenties ...................................................................................................... 15 2.3  besluit .............................................................................................................................................. 19 

Hoofdstuk 3  De opleidingen in vergelijkend perspectief ........................................................................... 21 

Onderwerp 1  Doelstellingen van de opleiding ....................................................................................... 21 

Facet 1.1  Niveau en oriëntatie ......................................................................................................... 21 Facet 1.2  Domeinspecifieke eisen ................................................................................................... 21 

Onderwerp 2  Programma ...................................................................................................................... 21 

Facet 2.1  Relatie doelstelling en inhoud .......................................................................................... 21 Facet 2.2  Eisen professionele en academische gerichtheid ............................................................ 22 Facet 2.3  Samenhang ..................................................................................................................... 22 Facet 2.4  Studieomvang .................................................................................................................. 22 Facet 2.5  Studielast ......................................................................................................................... 22 Facet 2.6  Afstemming vormgeving - inhoud .................................................................................... 22 Facet 2.7  Beoordeling en toetsing ................................................................................................... 23 Facet 2.8  Masterproef ...................................................................................................................... 23 Facet 2.9  Toelatingsvoorwaarden.................................................................................................... 23 

Onderwerp 3  Inzet van personeel ......................................................................................................... 23 

Facet 3.1  Kwaliteit personeel ........................................................................................................... 23 Facet 3.2  Eisen professionele gerichtheid ....................................................................................... 23 Facet 3.3  Kwantiteit personeel ........................................................................................................ 24 

Onderwerp 4  Voorzieningen .................................................................................................................. 24 

Facet 4.1  Materiële voorzieningen ................................................................................................... 24 Facet 4.2  Studiebegeleiding ............................................................................................................ 24 

Onderwerp 5  Interne kwaliteitszorg ....................................................................................................... 24 

Facet 5.1  Evaluatie resultaten ......................................................................................................... 24 Facet 5.2  Maatregelen tot verbetering ............................................................................................. 24 Facet 5.3  Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld .................................. 25 

Onderwerp 6  Resultaten ....................................................................................................................... 25 

Facet 6.1  Gerealiseerd niveau ......................................................................................................... 25 Facet 6.2  Onderwijsrendement ........................................................................................................ 25 

Hoofdstuk 4  Vergelijkende tabel kwaliteitsaspecten ................................................................................. 27 

Page 6: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

deel 2 ................................................................................................................................................................ 31 

Hoofdstuk 1  Hogeschool Gent .................................................................................................................. 33 

Hoofdstuk 2  Hogeschool voor Wetenschap & Kunst ................................................................................ 71 

Hoofdstuk 3  Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende.......................................................................... 103 

Hoofdstuk 4  Katholieke Hogeschool Kempen ........................................................................................ 139 

Hoofdstuk 5  Katholieke Hogeschool Limburg ......................................................................................... 167 

Hoofdstuk 6  Katholieke Hogeschool Sint-Lieven .................................................................................... 205 

Hoofdstuk 7  Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen .................................................................. 237 

Hoofdstuk 8  Plantijnhogeschool – Hogeschool van de Provincie Antwerpen ......................................... 273 

Hoofdstuk 9  XIOS Hogeschool Limburg ................................................................................................. 303 

bijlagen ........................................................................................................................................................... 345 

Page 7: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

deel 1

algemeen deel

Page 8: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

8 | O n d e r w i j s v i s i t a t i e E l e k t r o m e c h a n i c a

Page 9: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O n d e r w i j s v i s i t a t i e E l e k t r o m e c h a n i c a | 9

Hoofdstuk 1 De onderwijsvisitatie Elektromechanica

1.1 inleiding

In dit rapport brengt de visitatiecommissie verslag uit van haar bevindingen over de onderwijskwaliteit van de

professioneel gerichte bachelor Elektromechanica, die zij in 2009 en het voorjaar 2010 in opdracht van de

Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) heeft onderzocht.

Dit initiatief past in de werkzaamheden van de hogescholen en van de VLHORA met betrekking tot de

kwaliteitszorg van het hogescholenonderwijs, zoals bepaald in artikel 93 van het decreet van de Vlaamse

Gemeenschap van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen.

1.2 de betrokken opleidingen

De opleiding Elektromechanica wordt door 9 hogescholen aangeboden. De visitatiecommissie bezocht op:

- 13, 14 en 15 oktober 2009 Hogeschool Gent

- 17, 18 en19 maart 2009 Hogeschool voor Wetenschap en Kunst

- 28, 29 en 30 januari 2009 Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende

- 1, 2 en 3 december 2009 Katholieke Hogeschool Kempen

- 21, 22 en 23 april 2009 Katholieke Hogeschool Limburg

- 17, 18 en 19 november 2009 Katholieke Hogeschool Sint-Lieven

- 12, 13 en 14 mei 2009 Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen

- 15, 16 en 17 december 2009 Plantijnhogeschool

- 10, 11 en 12 februari 2009 XIOS Hogeschool Limburg

1.3 de visitatiecommissie

1.3.1 samenstelling

De visitatiecommissie werd samengesteld conform de procedure van de Handleiding Onderwijsvisitaties

VLIR|VLHORA, september 2008. Meer in het bijzonder werden de richtlijnen van de Erkenningscommissie Hoger

Onderwijs met betrekking tot de onafhankelijkheid van de commissieleden opgevolgd. De visitatiecommissie werd

samengesteld door het bestuursorgaan van de VLHORA in zijn vergadering van 24 september 2008.

Gezien het aantal betrokken hogescholen werden 9 deelcommissies samengesteld.

Deelcommissie 1: commissie die de Hogeschool Gent bezocht heeft.

Voorzitter en domeindeskundige: Paul Bertels

Onderwijsdeskundige: Romain Hulpia

Domeindeskundige: Dirk Tulpin

Domeindeskundige: Mark Valkeneers

Page 10: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 0 | O n d e r w i j s v i s i t a t i e E l e k t r o m e c h a n i c a

Deelcommissie 2: commissie die de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst bezocht heeft.

Voorzitter en domeindeskundige: Paul Bertels

Onderwijsdeskundige: Joost Lowyck

Domeindeskundige: Dirk Tulpin

Domeindeskundige: Guido De Graeve

Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht heeft.

Voorzitter en domeindeskundige: Paul Bertels

Onderwijsdeskundige: Joost Lowyck

Domeindeskundige: Gerrit Dobbelaere

Domeindeskundige: Marc Valkeneers

Deelcommissie 4: commissie die de Katholieke Hogeschool Kempen bezocht heeft.

Voorzitter en domeindeskundige: Paul Bertels

Onderwijsdeskundige: Romain Hulpia

Domeindeskundige: Dirk Tulpin

Domeindeskundige: Marc Valkeneers

Deelcommissie 5: commissie die de Katholieke Hogeschool Limburg bezocht heeft.

Voorzitter en domeindeskundige: Paul Bertels

Onderwijsdeskundige: Joost Lowyck

Domeindeskundige: Dirk Tulpin

Domeindeskundige: Guido De Graeve

Deelcommissie 6: commissie die de Katholieke Hogeschool Sint-Lieven bezocht heeft.

Voorzitter en domeindeskundige: Paul Bertels

Onderwijsdeskundige: Romain Hulpia

Domeindeskundige: Gerrit Dobbelaere

Domeindeskundige: Guido De Graeve

Deelcommissie 7: commissie die de Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen bezocht heeft.

Voorzitter en domeindeskundige: Paul Bertels

Onderwijsdeskundige: Joost Lowyck

Domeindeskundige: Gerrit Dobbelaere

Domeindeskundige: Nicolas Colangelo

Page 11: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O n d e r w i j s v i s i t a t i e E l e k t r o m e c h a n i c a | 1 1

Deelcommissie 8: commissie die de Plantijn Hogeschool bezocht heeft.

Voorzitter en domeindeskundige: Paul Bertels

Onderwijsdeskundige: Romain Hulpia

Domeindeskundige: Guido De Graeve

Domeindeskundige: Gerrit Dobbelaere

Deelcommissie 9: commissie die de XIOS Hogeschool Limburg bezocht heeft.

Voorzitter en domeindeskundige: Paul Bertels

Onderwijsdeskundige: Romain Hulpia

Domeindeskundige: Gerrit Dobbelaere

Domeindeskundige: Nicolas Colangelo

Voor een kort curriculum vitae van de commissieleden, zie bijlage 1.

Vanuit de VLHORA werden een projectbegeleider en 2 secretarissen aangesteld. Voor de visitatie van de

opleiding Elektromechanica waren dit:

Projectbegeleider: Filip Lammens

Secretarissen:

Hogeschool Gent Michael Gore

Hogeschool voor Wetenschap en Kunst Saskia Smet

Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende Saskia Smet

Katholieke Hogeschool Kempen Saskia Smet

Katholieke Hogeschool Limburg Michael Gore

Katholieke Hogeschool Sint-Lieven Saskia Smet

Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen Michael Gore

Plantijnhogeschool – Hogeschool van de Provincie Antwerpen Michael Gore

XIOS Hogeschool Limburg Michael Gore

1.3.2 taakomschrijving

De commissie geeft op basis van het zelfevaluatierapport van de opleiding en de gesprekken ter plaatse:

- een oordeel over de onderwerpen en facetten uit het accreditatiekader van de NVAO;

- een integraal oordeel over de opleiding;

- suggesties om waar mogelijk te komen tot kwaliteitsverbetering.

Page 12: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 2 | O n d e r w i j s v i s i t a t i e E l e k t r o m e c h a n i c a

1.3.3 werkwijze

De visitatie van de opleiding Elektromechanica aan de hogescholen gebeurde conform de werkwijze zoals die is

vastgelegd in de Handleiding Onderwijsvisitaties VLIR|VLHORA, september 2008.

Voor de beschrijving van de werkwijze van de visitatiecommissie worden vier fasen onderscheiden.

- fase 1, de installatie van de commissie;

- fase 2, de voorbereiding;

- fase 3, het visitatiebezoek;

- fase 4, de schriftelijke rapportering.

Fase 1 De installatie van de visitatiecommissie

Op 3 oktober 2008 werd de visitatiecommissie officieel geïnstalleerd.

De installatievergadering stond in het kader van een kennismaking, een gedetailleerde bespreking van het

visitatieproces aan de hand van de Handleiding Onderwijsvisitaties VLIR|VLHORA, september 2008 en een toe-

lichting van het ontwerp van domeinspecifieke referentiekader. Daarnaast werden een aantal praktische

afspraken gemaakt, onder meer met betrekking tot het bezoekschema, de bezoekdagen en de te lezen

eindwerken en/of stageverslagen.

Fase 2 De voorbereiding

De visitatiecommissie heeft een domeinspecifiek referentiekader voor de opleiding opgesteld en aan de

opleidingen bezorgd.

Elk commissielid heeft het zelfevaluatierapport en de bijlagen bestudeerd, de geselecteerde eindwerken gelezen

en haar/zijn argumenten, vragen en voorlopig oordeel vastgelegd in een checklist, waarvan de secretaris een

synthese heeft gemaakt. De synthese werd uitvoerig besproken en beargumenteerd door de commissieleden. Op

basis van de bespreking en de door de commissieleden opgestuurde vragenlijsten, inventariseerde de secretaris

kernpunten en prioriteiten voor de gesprekken en het materialenonderzoek bij de visitatie.

Fase 3 Het visitatiebezoek

De VLHORA heeft een bezoekschema ontwikkeld dat desgevallend aangepast werd aan de specifieke situatie

van de opleiding. Het bezoekschema werd opgenomen als bijlage 3. Tijdens de visitatie werd gesproken met een

representatieve vertegenwoordiging van alle geledingen die bij de opleiding betrokken zijn. Tijdens de visitatie

werd bijkomend informatiemateriaal bestudeerd en werd een bezoek gebracht aan de instelling met het oog op de

beoordeling van de accommodaties en de voorzieningen voor de studenten. Tijdens de visitatie werd voor de

verdere bevraging gebruik gemaakt van de synthese van de checklist en de vragenlijsten.

Binnen het bezoekprogramma werden een aantal overlegmomenten voor de commissieleden voorzien om de

bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen)oordelen. Na de

Page 13: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O n d e r w i j s v i s i t a t i e E l e k t r o m e c h a n i c a | 1 3

gesprekken met de vertegenwoordigers van de opleiding hebben de visitatieleden hun definitief (tussen)oordeel

per facet en per onderwerp gegeven.

Op het einde van het visitatiebezoek heeft de voorzitter een korte mondelinge rapportering gegeven van de

ervaringen en bevindingen van de visitatiecommissie, zonder expliciete en inhoudelijk waarderende oordelen uit

te spreken.

Fase 4 De schriftelijke rapportering

De secretaris heeft in samenspraak met de voorzitter en de commissieleden, op basis van het

zelfevaluatierapport, de checklisten en de motiveringen een ontwerp opleidingsrapport opgesteld. Het

ontwerprapport geeft per onderwerp en per facet het oordeel en de motivering van de visitatiecommissie weer.

Daarnaast werden - waar wenselijk en/of noodzakelijk - aandachtspunten en eventuele aanbevelingen voor

verbetering geformuleerd.

Het ontwerp opleidingsrapport werd aan de hogescholen gezonden voor een reactie. De reactie van de opleiding

op het ontwerp opleidingsrapport werd door de commissie in een slotvergadering besproken. De

visitatiecommissie stelde ook een vergelijkend gedeelte op. Hierin worden de belangrijkste conclusies en

aanbevelingen van de visitatie vergelijkenderwijs weergegeven. Tevens werden de oordelen per onderwerp, per

facet en per hogeschool in een vergelijkende tabel weergegeven.

Het vergelijkende deel en de vergelijkende tabel werden samen met het antwoord van de visitatiecommissie op

de reacties van de opleidingen en het definitieve opleidingsrapport aan de hogescholen toegezonden.

Het vergelijkende deel en de opleidingsrapporten werden samengebracht in het visitatierapport van de

professioneel gerichte bachelor Elektromechanica.

1.3.4 oordeelsvorming

De commissie legt in een eerste fase een oordeel per facet vast. Daarna legt de commissie een oordeel per

onderwerp vast op basis van de oordelen van de facetten die van het onderwerp deel uitmaken.

In de oordelen per onderwerp wordt steeds een overzicht gegeven van de oordelen per facet. In geval van een

compensatie van facetten, wordt het oordeel op onderwerpniveau gevolgd door een motivering en aangevuld met

de weging die de commissie hanteerde in de oordeelsvorming op onderwerpniveau. In de overige gevallen wordt

voor de motivering van het oordeel op onderwerpniveau verwezen naar de argumentatie bij de facetten.

De oordelen per facet en per onderwerp hebben betrekking op alle locaties, afstudeerrichtingen en varianten.

Daar waar er een onderscheid in het oordeel per afstudeerrichting en/of locatie en/of variant nodig is, wordt dit

aangegeven in het rapport.

De commissie houdt in haar beoordeling rekening met accenten die de opleiding eventueel zelf legt, met het

domeinspecifieke referentiekader en met de benchmarking ten opzichte van de gelijkaardige opleidingen in

andere instellingen van hoger onderwijs.

Alle oordelen en wegingen volgen de beslisregels zoals geformuleerd in de Handleiding Onderwijsvisitaties

VLIR|VLHORA, september 2008. Op het niveau van de facetten volgen de oordelen een vierpuntenschaal:

“onvoldoende”, “voldoende”, “goed” en “excellent”. Op het niveau van de onderwerpen en op het niveau van de

Page 14: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 4 | O n d e r w i j s v i s i t a t i e E l e k t r o m e c h a n i c a

opleiding in haar geheel geeft de commissie een antwoord op de vraag of er in de opleiding voor dit onderwerp

voldoende generieke kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn. Hierbij kan het oordeel “voldoende” of “onvoldoende”

luiden.

1.4 indeling van het rapport

Het rapport bestaat uit twee delen. In het eerste deel beschrijft de visitatiecommissie in hoofdstuk 2 het

domeinspecifiek referentiekader op basis waarvan zij de gevisiteerde opleidingen heeft beoordeeld. In hoofdstuk

3 worden de belangrijkste conclusies en bevindingen van de commissie per facet vergelijkenderwijs weergegeven

en tot slot worden in hoofdstuk 4 de toegekende scores in tabelvorm samengevat.

In het tweede deel van het rapport brengt de commissie verslag uit over de gevisiteerde opleidingen. Voor elke

afzonderlijke hogeschool en dus voor elke afzonderlijk gevisiteerde opleiding kan u een deelrapport terugvinden.

De deelrapporten bevatten de aanbevelingen die de commissie doet ten aanzien van elke afzonderlijke

hogeschool en zijn gemakshalve geordend naar alfabetische volgorde van de benaming van de hogescholen.

Page 15: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

D o m e i n s p e c i f i e k r e f e r e n t i e k a d e r | 1 5

Hoofdstuk 2 Het domeinspecifieke referentiekader Elektromechanica

2.1 inleiding

Voor iedere groep van opleidingen wordt een domeinspecifiek referentiekader ontwikkeld dat door de commissie

gebruikt wordt bij de beoordeling van opleidingen. De visitatiecommissie is verantwoordelijk voor de opmaak van

het domeinspecifiek referentiekader. De VLHORA als evaluatieorgaan geeft de procedure1 aan voor de opstelling

ervan.

Het referentiekader is niet bedoeld om een ideale opleiding te schetsen. Respect voor de eigenheid van een

opleiding en voor de diversiteit binnen eenzelfde opleiding over de instellingen heen, veronderstelt immers dat in

de eerste plaats wordt nagegaan of elke opleiding erin slaagt haar eigen doelstellingen te realiseren en dit zowel

inhoudelijk als procesmatig. Dit belet niet dat wordt nagegaan of elke opleiding aan een aantal minimumeisen

voldoet, die aan de betreffende opleiding worden gesteld vanuit het vakgebied en/of de relevante beroepspraktijk.

2.2 domeinspecifieke competenties

Gehanteerde input

- Referentiekaders van de opleidingen

Op associatieniveau

Associatie K.U. Leuven

Op hogeschoolniveau

Hogeschool Gent

XIOS Hogeschool Limburg

Plantijnhogeschool

Hogeschool voor Wetenschap en Kunst

Katholieke Hogeschool Limburg

Katholieke Hogeschool Zuid-West Vlaanderen

Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende

Katholieke Hogeschool Sint-Lieven

Katholieke Hogeschool Kempen

Omvormingsdossiers

- Wettelijke bronnen

Decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen.

- Brondocumenten onderschreven door werkveld

VLOR studie 25,46,46A,46B

VDAB COBRA-profielen

1 De procedure voor het opstellen van het domeinspecifiek referentiekader is beschikbaar op de website van de VLHORA

www.vlhora.be onder de rubriek visitatie & accreditatie.

Page 16: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 6 | D o m e i n s p e c i f i e k r e f e r e n t i e k a d e r

- Internationale referentiekaders

Laagspanningsrichtlijn

Machinerichtlijn

EMC-richtlijn

ATEX-richtlijn

Domeinspecifieke competenties

De visitatiecommissie is zich bewust dat de afgestudeerde bachelor naast specifieke competenties eigen aan het

domein van de Elektromechanica ook algemene en algemeen beroepsgerichte competenties dient te verwerven.

Voor de formulering van de algemene en de algemeen beroepsgerichte competenties wordt gesteund op het

structuurdecreet van 2003.

- algemene competenties

De bachelor Elektromechanica:

- beheerst denk- en redeneervaardigheid;

- kan informatie verwerven en verwerken en kan rapporteren over deze informatie;

- beheerst het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken en kan in dit kader multidisciplinair

samenwerken;

- is in staat tot creativiteit en innoveren;

- kan eenvoudige leidinggevende taken uitvoeren en is in staat tot leidinggeven;

- kan communiceren over ideeën, problemen en oplossingen zowel aan specialisten als aan leken, gebruik

makend van de mogelijkheden van een digitale werkomgeving;

- heeft een ingesteldheid tot levenslang leren.

algemeen beroepsgerichte competenties

De bachelor Elektromechanica:

- kan teamgericht werken;

- heeft zelfstandigheid en besluitvaardigheid verworven, heeft inzet en doorzettingsvermogen en is in staat om

onder werkdruk te presteren;

- kan oplossingsgericht werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe

probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle

oplossingstrategieën;

- heeft inzicht in maatschappelijke verantwoordelijkheid, samenhangend met de beroepspraktijk;

- heeft inzicht in de kwaliteits-, milieu- en veiligheidssystemen en kan het toepassen in de beroepspraktijk;

- is in staat te functioneren in de sociale context van een onderneming; dit impliceert bijvoorbeeld: actief en

constructief kunnen deelnemen aan vergaderingen, een eigen standpunt kunnen verdedigen, kunnen

omgaan met conflicten, rapporteren aan oversten.

- beroepsgerichte competenties

gemeenschappelijke beroepsgerichte competenties

De bachelor Elektromechanica:

- kan assisteren bij het ontwerpen van elektromechanische toestellen en systemen, kan proefopstellingen

bouwen en is in staat metingen te verrichten, te rapporteren en mee te helpen beslissen hoe het product eruit

zal zien in zijn definitieve versie;

Page 17: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

D o m e i n s p e c i f i e k r e f e r e n t i e k a d e r | 1 7

- kan elektromechanische systemen afstemmen;

- is in staat technische dossiers samen te stellen (materialen, productietekeningen, afregelprocedures,

eindcontroles,…);

- kan het technische aspect en de praktische organisatie van een productieproces beheren;

- heeft inzicht in de actuele fabricagetechnieken en kan een werkvoorbereiding toepassen in

basisfabricageopgaven;

- heeft inzicht in de invloed van materiaaleigenschappen, productvorm en seriegrootte op de proceskeuze;

- kan elektromeschanische systemen installeren, in bedrijf stellen en operationeel houden;

- kan de onderhoudsproblemen opvolgen en oplossen; hieronder vallen technische herstellingen, controles,

afregelingen, het opvolgen van de kwaliteitseisen van een productiesysteem;

- kan instaan voor de uitvoering en de opvolging van een lastenboek, offertes, bestellingen, leveringen,

technische dienstverlening en ondersteuning van klanten;

- kan training geven over elektromechanische systemen;

- kan advies verlenen bij aan- en verkoop van technologische producten of diensten en kan instaan voor de

opvolging;

- is in staat om de vakterminologie in het Engels te gebruiken voor de gekozen afstudeerrichting;

- kan de gangbare computer aided engineering pakketten binnen het vakdomein toepassen;

- kan de geldende reglementeringen in het vakdomein toepassen, onder meer AREI-regels en

machinerichtlijnen;

- heeft inzicht in de methodiek van een risicoanalyse en kan deze toepassen in de beroepspraktijk;

- heeft inzicht in de werking en karakteristieken van machines (verbrandingsmotoren, pompen, compressoren,

ventilatoren, elektromotoren, hydraulische kringen, pneumatica, HVAC);

- heeft inzicht in de basisbegrippen over de bedrijfseconomische aspecten, de kosten/batenanalyse en

kostprijsberekening;

beroepsgerichte competenties per afstudeerrichting

De bachelor Elektromechanica – afstudeerrichting Automatisering

- beheerst de principes van embedded controllers en interfacing;

- kan roboticasystemen binnen een geautomatiseerde omgeving implementeren;

- kan fysische processen in de regeltechniek analyseren en identificeren om zelf regeltechnische systemen te

bouwen;

- is in staat regelkringen te ontwerpen en sturingen te implementeren;

- is in staat om vanuit een blokschematisch ontwerp een geschikte technische oplossing te realiseren met

inbegrip van softwaregestuurde systemen;

- heeft inzichten in de fundamentele en de bijzondere aspecten van zowel hardware- als software-elementen

die de moderne industriële automatisering mogelijk maken.

De bachelor Elektromechanica - afstudeerrichting Procesautomatisatie

- beheerst de principes van embedded controllers en interfacing;

- heeft basiskennis over robotica verworven;

- kan fysische processen in de regeltechniek analyseren en identificeren om zelf regeltechnische systemen te

bouwen;

- is in staat regelkringen te ontwerpen en sturingen te implementeren;

- is in staat om vanuit een blokschematisch ontwerp een geschikte technische oplossing te realiseren met

inbegrip van softwaregestuurde systemen;

- is in staat om de toegepaste instrumentatie juist af te stellen, te herstellen en te onderhouden aan de hand

van de technische handleidingen en documentatie;

- kan in de toegepaste procesinstallaties een diagnose stellen en correcties uitvoeren voor de in bedrijf name,

de optimalisatie, de controle en de analyse van de regelkringen;

- is in staat om op een verantwoorde wijze de juiste fysische meetprincipes en de bijhorende sensoren te

bepalen.

Page 18: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 8 | D o m e i n s p e c i f i e k r e f e r e n t i e k a d e r

De bachelor Elektromechanica – afstudeerrichting Elektromechanica

- beheerst de eindige elementenmethode voor het berekenen van spanning en vervorming;

- kan een verantwoorde keuze van verbindingsprocessen maken;

- beheerst mechanische meettechnieken;

- beheerst de werking en de programmering van CNC-machines;

- kan de programmering uitvoeren van CAM-systemen voor de gepaste bewerkingsvolgorde en is in staat om

de taken van de productiemedewerkers te plannen en te coördineren;

- kan de bewerkingsvolgorde opstellen en taken binnen het productieproces uitvoeren;

- is in staat om producten, gereedschappen of onderdelen op te meten om de kwaliteitsnorm te bepalen.

De bachelor Elektromechanica - afstudeerrichting Klimatisatie

- beheerst de nodige kennis van en vaardigheden in energietechnische, koeltechnische en

verwarmingstechnische disciplines en HVAC-technieken;

- is in staat mee te werken aan de ontwikkeling en de montage van HVAC-systemen;

- kan installatie- en constructieschema’s voor HVAC-toepassingen ontwerpen, tekenen en lezen;

- kan HVAC-systemen analyseren, in bedrijf nemen en onderhouden;

- kan de criteria voor thermische behaaglijkheid linken aan een praktijksituatie en hiermee rekening houden

voor de dimensionering van de HVAC-installatie;

- is in staat om warmteverliesberekeningen en koellastberekeningen te maken volgens de geldende

normeringen en reglementering, om aan de hand hiervan de dimensionering van het betreffende HVAC-

systeem uit te voeren;

- is in staat mee te werken aan de ontwikkeling en de dimensionering van hernieuwbare energie-installaties,

zoals warmtepompen en systemen voor thermische en fotovoltaïsche zonne-energie;

- heeft inzicht in energiemanagement en HVAC, van ontwerp tot onderhoud;

- beheerst de regelgeving binnen HVAC.

De bachelor Elektromechanica - afstudeerrichting Onderhoudstechnologie

- beheerst de nodige kennis van en vaardigheden in de onderhoudstechnische, werktuigkundige en

productietechnische disciplines;

- kan optredende fouten in elektrische, elektronische, mechanische, pneumatische en hydraulische systemen

lokaliseren, analyseren en herstellen;

- heeft de nodige handvaardigheid verworven en kan de juiste keuze maken aangaande de gereedschappen

en de onderdelen door middel van het gebruik van documentatie en catalogi;

- kan de vereiste correcte handelingen verrichten om de herstelde systemen af te stellen en op te starten en

kan hierbij de gevolgen van de uitgevoerde acties inschatten;

- kan een periodiek onderhouds- en smeerplan opstellen, de gegevens interpreteren, de juiste keuze maken

en bijsturingen verrichten in verband met de onderhoudsmethode, de gereedschappen de noodzakelijke

stock;

- kan een predictief onderhoudsplan opstellen, de gegevens en ervaringen inventariseren en analyseren.

De bachelor Elektromechanica – afstudeerrichting Technisch commercieel adviseur

/

De bachelor Elektromechanica – afstudeerrichting Medische instrumentatie

/

De bachelor Elektromechanica – afstudeerrichting Industrial management

/

Page 19: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

D o m e i n s p e c i f i e k r e f e r e n t i e k a d e r | 1 9

2.3 besluit

Dit domeinspecifieke referentiekader voor de professionele bachelor Elektromechanica is gebaseerd op de input

van de 9 hogescholen die in Vlaanderen de opleiding tot bachelor in de Elektromechanica inrichten. De

commissie heeft daarbij ook de vereisten uit het decreet en de documenten uit het gehanteerd.

De commissie heeft bij de interpretatie van al deze input steeds de eigenheid van de opleiding tot Bachelor in de

Elektromechanica voor ogen gehouden. De bachelor in de Elektromechanica is een door het werkveld zeer

gewaardeerd profiel dat zijn positie in de arbeidsmarkt duidelijk bewezen heeft. Het is een uitgesproken

toepassingsgericht profiel dat onmiddellijk inzetbaar is in de arbeidsmarkt. Dit neemt niet weg dat de sommige

studenten in staat kunnen zijn om na het succesvol doorlopen van een aangepast schakelprogramma alsnog het

master diploma van Industrieel ingenieur in de Elektromechanica te behalen.

Bij de interpretatie van dit referentiekader is het dan ook belangrijk om de begrippen “verwerken van informatie”

en “probleemoplossend werken” correct te kaderen. Het verwerken van (vooral technische) informatie betekent

dat de student in staat is om die informatie te vatten en te begrijpen zodanig dat de student die ook correct kan

toepassen in een technologische context. Bij probleemoplossend werken maakt de student gebruik van zijn/haar

beschikbare technologische bagage. De probleemstelling moet steeds gesitueerd worden binnen een concrete

bedrijfscontext.

De drie afstudeerrichtingen waarvoor geen voorafgaande competenties zijn opgesteld zullen door de commissie

grondig worden bekeken tijdens de respeciteive bezoeken. Op basis van de aangeleverde documenten is de

specificiteit van deze afstudeerrichtingen echter onvoldoende duidelijk voor de commissie.

Page 20: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 0 | D e o p l e i d i n g i n v e r g e l i j k e n d p e r s p e c t i e f

Page 21: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

D e o p l e i d i n g i n v e r g e l i j k e n d p e r s e c t i e f | 2 1

Hoofdstuk 3 De opleidingen in vergelijkend perspectief

Woord vooraf

In dit hoofdstuk geeft de visitatiecommissie in vergelijkend perspectief een overzicht van haar bevindingen over

de opleidingen naam opleiding in Vlaanderen. De commissie besteedt bij de vergelijking vooral aandacht aan

elementen die haar met meest in het oog gesprongen zijn of die zij belangrijk acht, en aan vaststellingen die zij in

meerdere rapporten heeft gedaan. Het is niet de bedoeling van de commissie om de individuele

opleidingsrapporten in detail te herhalen. Waar relevant zal de commissie voorbeelden van goede praktijk

aanhalen.

Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding

Facet 1.1 Niveau en oriëntatie

Op dit facet werd door de commissie drie keer een beoordeling ‘goed’ toegekend. De resterende opleidingen

kregen een voldoende. Over het algemeen kon de commissie vaststellen dat de doelstellingen van de opleiding

een grote variatie vertonen. De commissie is van mening dat dit te wijten is aan het feit dat de maatschappelijke

noden op een degelijke manier in kaart zijn gebracht. Zij kon tijdens de bezoeken vaststellend dat alle opleidignen

voldeden aan de vereisten van het structuurdecreet en dat zij de algemene en algemeen beroepsgerichte

competenties hebben verwerkt in hun doelstellingen. De voornaamste aandachtspunten die de commissie bij de

instellingen wist te detecteren hebben betrekking op internationalisering en de operationalisering van de

doelstellingen.

Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen

Op dit facet kende de commissie vijf keer een ‘goed’ toe, drie keer een ‘goed’ en één ‘excellent’ voor de

basisopleidingen. Voor één afstudeerrichting werd een voldoende gegeven terwijl de basisopleiding een goed

kreeg. De commissie kon met betrekking tot de domeinspecifieke eisen vaststellen dat de opleidingen een

degelijk onderzoek hebben gedaan naar de noden van het werkveld en dat zij deze geïntegreerd hebben in hun

opleiding door middel van afstudeerrichtingen. Hoewel de diversiteit in het aanbod over het algemeen positief is

te noemen merkte de commissie echter ook op dat de wildgroei van afstudeerrichtingen heel wat onduidelijkheid

met zich meebrengt voor de studiekeuze. Zij is dan ook van mening dat een specialisatie in een kleiner aantal

speerpunten niet alleen de expertise van het personeel maar ook de kwaliteit van de opleiding in het geheel ten

goede zal komen. De commissie vraagt ook dat alle opleidingen continue de domeinspecifieke doelstellingen van

hun opleiding blijven toetsen. De excellent werd gegeven op basis van het feit dat de opleiding op een grondige

en vernieuwende manier is omgegaan met de omschrijving van de competenties, en dit zowel op theoretisch vlak

als op de concrete invulling ervan.

Onderwerp 2 Programma

Facet 2.1 Relatie doelstelling en inhoud

Op dit facet scoorden zes opleidingen voldoende en drie goed. Voor één afstudeerrichting gaf de commissie een

voldoende waar de basisopleiding een goed kreeg. De commissie kon vaststellen dat alle opleidingen globaal een

Page 22: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 2 | D e o p l e i d i n g i n v e r g e l i j k e n d p e r s p e c t i e f

degelijke vertaling hebben gemaakt van hun doelstellingen en dat in de diverse programma’s alle elementen

aanwezig zijn om goede bachelors in de Elektromechanica af te leveren. Een aantal aandachtspunten die zij bij

de verschillende instellingen opmerkte waren: aandacht voor het competentiegericht werken, de plaats van

internationalisering in de opleidingsonderdelen en de uitwerking van de ECTS-fiches.

Facet 2.2 Eisen professionele en academische gerichtheid

Op dit facet werd zes keer een score ‘goed’ gegeven. Drie basisopleidingen en één afstudeerrichting kregen een

voldoende. De commissie kon vaststellen dat de opleidingen zoveel mogelijk aan te sluiten bij de realiteit van het

werkveld en aldus studenten effectief opleiden tot het niveau van beginnende beroepsbeoefenaars op gebied van

de elektromechanica. Waar de meeste opleidingen reeds vaak gebruik maken van bijvoorbeeld bedrijfsbezoeken

en gastsprekers uit het werkveld kon de commissie ook opmerken dat anderen hier nog werk voor de boeg

hebben. De commissie kon tijdens de bezoeken ook vaststellen dat de studenten in het programma de

mogelijkheid hebben om reeds voor afstuderen diverse certificaten te behalen die gevraagd worden in het

werkveld.

Facet 2.3 Samenhang

Voor de samenhang van het programma kende de commissie vijf keer de score ‘goed’ toe en vier keer de score

‘voldoende’. Tijdens de diverse bezoeken kon zij vaststellen dat de meeste programma’s vakoverschrijdend

werken, dat er degelijke flexibele leertrajecten zijn uitgewerkt en dat er duidelijke leerlijnen zijn terug te vinden in

het programma. De meeste aanbevelingen die gemaakt zijn hebben eveneens met deze aspecten te maken. Ook

het wegwerken van overlappingen op basis van kwaliteitsmetingen zijn een aandachtspunt.

Facet 2.4 Studieomvang

Alle opleidingen bestaat uit 3 studiejaren van in totaal 180 studiepunten waarmee zij voldoen aan de formele

eisen met betrekking tot de minimale studieomvang van een professionele bachelor.

Facet 2.5 Studielast

Op gebied van studielast kon de commissie vaststellen dat dit overal een aandachtspunt vormt. Dit reflecteert

zich ook in het feit dat bij alle instellingen een score ‘voldoende’ is gegeven. De commissie staat wel positief ten

opzichte van de inspanningen die worden geleverd, maar kon vaststellen dat er nagenoeg overal problemen zijn

met de studietijdmetingen.

Facet 2.6 Afstemming vormgeving - inhoud

Op dit facet werd één ‘excellent’ gegeven en twee keer ‘goed’. De rest van de opleidingen kreeg een voldoende.

De commissie kende de score ‘excellent’ toe op basis van het feit dat de opleiding naast het gebruik van

klassieke werkvormen ook een voortrekker is op het gebied van de ontwikkeling van nieuwe werkvormen. De

commissie is dan ook van mening dat de variatie aan werkvormen in deze opleiding een inspiratiebron kan zijn

voor vele anderen. De voornaamste opmerkingen in dit facet hebben betrekking op de werking van de labo’s en

de afstemming, de vormgeving en de inhoudelijke kwaliteit van het studiemateriaal.

Page 23: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

D e o p l e i d i n g i n v e r g e l i j k e n d p e r s e c t i e f | 2 3

Facet 2.7 Beoordeling en toetsing

Op dit facet kende de commissie aan alle opleidingen een ‘voldoende’ toe. Hoewel de commissie kon vaststellen

dat alle opleidingen op dit vlak inspanningen leveren kon ze vaststellen dat men nog nergens een volledig

toetsbeleid heeft kunnen uitwerken. De commissie merkte voornamelijk problemen op in verband met

competentiegericht evalueren, variatie aan evaluatievormen en de evaluatie van de stage en de bachelorproef.

De meeste instellingen hebben op één of meerdere vlakken reeds heel wat gerealiseerd, doch bij elke

opleidingen waren er nog belangrijke maatregelen tot verbetering mogelijk.

Facet 2.8 Masterproef

Dit facet is niet van toepassing op een professionele bachelor.

Facet 2.9 Toelatingsvoorwaarden

Op dit facet kende de commissie twee keer de score ‘voldoende’ toe en één keer een ‘excellent’. De rest van de

opleidingen kreeg een goed. Deze positieve scores hebben te maken met het feit dat bijna alle opleidingen

bijzondere aandacht besteden aan de instroom. De opleidingen organiseren diverse infosessies en

instapcursussen, er is aandacht voor individuele trajecten, eerder verworven kwalificaties en elders verworven

competenties en leerstijltesten. Op dit laatste vlak is op een aantal plaatsen nog verbetering mogelijk. De

‘excellent’ werd toegekend omdat de opleiding een bijzondere vorm van differentiatie toepast binnen het

opleidingsprogramma, waarvan de commissie kon vaststellen dat dit ook een positief effect heeft op het

studierendement van de opleiding.

Onderwerp 3 Inzet van personeel

Facet 3.1 Kwaliteit personeel

Op dit facet kende de commissie zes keer de score ‘voldoende’ en drie keer de score ‘goed’ toe. De commissie

erkent hiermee dat het personeel in alle opleidingen gekwalificeerd is voor de inrichting van het onderwijs. De

commissie is daarbij in het bijzonder overtuigd van de vakinhoudelijke bekwaamheid van het personeel, maar

merkt op dat er op veel plaatsen een bijkomende inspanning kan geleverd worden op onderwijskundig vlak. Ook

wat betreft het beleid, voornamelijk met betrekking tot evaluatie- en functioneringsgesprekken is volgens de

commissie nog verbetering mogelijk. De commissie vraagt ook de alle docenten blijvend aandacht schenken aan

hun voorbeeldfunctie, zeker voor wat betreft het luik preventie en veiligheid.

Facet 3.2 Eisen professionele gerichtheid

Op dit facet werd zes keer de score ‘goed’ en drie keer de score ‘voldoende’ gegeven door de commissie. Dit is

een bevestiging van de vaststelling dat de vakinhoudelijke kwaliteit van het onderwijzend personeel gemiddeld

hoger ligt dan de verwachtingen. De voornaamste bemerkingen op dit vlak hebben vooral betrekking op

beleidskwesties inzake de professionele gerichtheid, zoals het professionaliseringsbeleid, de docentenmobiliteit

en de deelname aan onderzoek.

Page 24: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 4 | D e o p l e i d i n g i n v e r g e l i j k e n d p e r s p e c t i e f

Facet 3.3 Kwantiteit personeel

Op dit facet werd slechts één keer de score ‘goed’ toegekend. De resterende opleidingen kregen een ‘voldoende’.

De commissie kon bij de meeste hogescholen vaststellen dat er een voldoende omkadering is voor het inrichten

van het onderwijs, maar dat er ook nagenoeg overal een grote werkdruk is. De commissie is dan ook van mening

dat zowel de opleiding als het beleid hier blijvend aandacht dienen aan te besteden. Een te hoge werkdruk, die

vaak veroorzaakt wordt door niet-onderwijskundige taken, vormt een risico voor de kwaliteit van het onderwijs.

Onderwerp 4 Voorzieningen

Facet 4.1 Materiële voorzieningen

Op dit facet kregen twee opleidingen een voldoende score. De andere opleidingen kregen een score ‘goed’. De

commissie is over het algemeen bijzonder tevreden over de materiële voorzieningen die ter beschikking staan

van de studenten. Zowel de onderwijsruimten, de mediatheken en de algemene omkadering voldeden aan de

verwachtingen van de commissie. De opleidingen die een mindere score kregen dienen volgens de commissie

een inhaalbeweging te doen op het gebied van laboratoriuminfrastructuur- en materiaal. De commissie hoopt dat

de geplande acties ter zake vlug kunnen worden gerealiseerd.

Facet 4.2 Studiebegeleiding

Inzake studiebegeleiding werd twee keer een ‘voldoende’ gegeven en zeven keer een ‘goed’. De commissie kon

tijdens de bezoeken vaststellen dat er in alle instellingen een duidelijke omkadering inzake studiebegeleiding

aanwezig is. Er zijn overal diverse diensten, waaronder studiebegeleiding, trajectbegeleiding, mentoraat,

monitoraat, sociale voorziening, ombudsdienst en dergelijke meer aanwezig. De commissie kon ook vaststellen

dat er nagenoeg overal een lage drempel bestaat voor studenten om het onderwijzend personeel bij problemen te

raadplegen. Bij de mindere scores vraag de commissie aandacht voor de grootte van de omkadering.

Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg

Facet 5.1 Evaluatie resultaten

Met uitzondering van één opleiding die de score ‘goed’ kreeg toegekend kregen alle opleidingen een ‘voldoende’.

De commissie kon vaststellen dat alle instellingen beschikken over diverse meetinstrumenten en dat er overal

een beleid omtrent kwaliteitszorg aanwezig is. Zij merkte echter tijdens de bezoeken op dat de aangereikte tools

niet steeds aangepast zijn aan de specifieke noden van de opleiding en daardoor niet steeds optimale resultaten

opleveren. Ook de opvolging van de resultaten van kwaliteitszorg en het feit dat deze nog niet in alle aspecten

van de opleiding is geïmplementeerd zijn aandachtpunten voor de opleidingen. De commissie kon dus vaststellen

dat er een basis aanwezig is, maar dat deze nog verder dient uitgewerkt te worden om de effectiviteit van de

kwaliteitszorg te verhogen.

Facet 5.2 Maatregelen tot verbetering

De commissie kende drie keer de score ‘goed’ toe. De andere opleidingen kregen een voldoende. De commissie

kon tijdens de bezoeken opmerken dat de opvolging van de resultaten van de diverse metingen niet altijd even

Page 25: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

D e o p l e i d i n g i n v e r g e l i j k e n d p e r s e c t i e f | 2 5

efficiënt verloopt. Zij stelde daarbij voornamelijk vast dat de PDCA-cirkel niet steeds volledig doorlopen werd. De

opvolging verloopt ook soms te weinig gestructureerd of te informeel. De commissie is van mening dat op dit vlak

nog aanzienlijke verbeteringen mogelijk zijn.

Facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld

Inzake betrokkenheid van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld kende de commissie twee keer de

score ‘goed’ toe en zeven keer de score ‘voldoende’. De commissie kon vaststellen dat alle opleiding deze

doelgroepen betrekken bij hun kwaliteitszorg. Evenwel is het zo dat één of meerdere groepen minder betrokken

worden. Daarenboven stelde de commissie ook vast dat vele contacten nog informeel gebeuren, en hoewel zij

het belang van informele contacten niet onderschat, wenst zij ook aan te geven dat formele captatie eveneens

belangrijk is in het kader van kwaliteitszorg.

Onderwerp 6 Resultaten

Facet 6.1 Gerealiseerd niveau

Inzake gerealiseerd niveau kregen zeven opleidingen de score voldoende. De twee andere opleidingen kregen de

score ‘goed’, met uitzondering van één afstudeerrichting die slechts ‘voldoende’ scoorde. Over het algemeen was

de commissie tevreden over het gerealiseerd niveau van de opleidingen. Zij stelde echter nagenoeg overal nog

een aantal punten ter verbetering vast. Deze aanbevelingen zijn steeds specifiek voor een opleiding en hebben

betrekking op specifieke elementen uit de opleiding. Zij variëren van de vraag naar bijkomende inspanningen

inzake internationalisering over een verhoogde aandacht voor de relatie tussen theorie en praktijk naar een

sterkere aandacht voor de beroepsgerichte competenties in de doelstellingen en het programma. Met

uitzondering van het feit dat alle opleidingen voldoen aan de basiskwaliteit en dat een tweetal opleidingen een

hoger niveau realiseren is een vergelijking op dit punt echter niet mogelijk.

Facet 6.2 Onderwijsrendement

Inzake onderwijsrendement kende de commissie één keer de score ‘goed’ toe. De andere opleidingen kregen

een voldoende. De commissie kon vaststellen dat vele opleidingen worstelen met de gevolgen van het

flexibiliseringsdecreet. Uit de cijfers blijkt dat de gemiddelde doorlooptijd van de opleiding toeneemt en de

commissie vraagt dat hier voldoende aandacht wordt aan gegeven. Ook het formuleren van streefcijfers is

volgens de commissie een belangrijk aandachtspunt voor een aantal instellingen. De opleiding die een ‘goed’

kreeg van de commissie tekent, omwille van diverse redenen die in het rapport verder gedetailleerd zijn, iets

betere cijfers op dan de andere opleidingen.

Page 26: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 6 | V e r g e l i j k e n d e t a b e l k w a l i t e i t s a s p e c t e n

Page 27: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

V e r g e l i j k e n d e t a b e l k w a l i t e i t s a s p e c t e n | 2 7

Hoofdstuk 4 Vergelijkende tabel kwaliteitsaspecten

De oordelen van de commissie op de zes onderwerpen en de daarbij horende facetten wordt in een vergelijkende

tabel weergegeven. De commissieleden hebben per facet een score op een vierpuntenschaal (onvoldoende,

voldoende, goed, excellent) en per onderwerp een score op een tweepuntenschaal (onvoldoende, voldoende)

weergegeven.

De toekenning van het oordeel slaat op het geheel van het facet en het onderwerp en is onderbouwd met

argumenten. De oordelen moeten gelezen worden in samenhang met de tekst in de deelrapporten per instelling.

Deze tabellen dienen dan ook met de nodige omzichtigheid te worden benaderd.

Verklaring van de scores op facetniveau

E Excellent: de opleiding realiseert voor het facet een niveau waardoor de ze zowel in

Vlaanderen als internationaal als een voorbeeld van goede praktijk kan functioneren.

G Goed: het niveau van de opleiding stijgt voor het facet boven de basiskwaliteit uit.

V Voldoende: de opleiding beantwoordt voor dit facet aan de basisstandaard of basisnorm voor

respectievelijk een professionele bachelor, academische bachelor of master.

O Onvoldoende: de opleiding presteert voor het facet beneden de gestelde verwachting en er is

voor dit punt beleidsaandacht is.

NVT Het facet is voor beoordeling van de opleiding niet van toepassing.

OK Wordt vermeld bij het facet studieomvang indien de opleiding voldoet aan de decretale eisen

omtrent de studieomvang.

Verklaring van de scores op onderwerpniveau

V Voldoende: de visitatiecommissie geeft hiermee aan dat de opleiding op onderwerpniveau

voldoet aan de basiskwaliteit.

O Onvoldoende: de visitatiecommissie geeft hiermee aan dat de opleiding op onderwerpniveau

niet voldoet aan de basiskwaliteit.

Verklaring van de gebruikte afkortingen in de tabel en opsomming van de gevisiteerde

afstudeerrichtingen, locaties en eventuele varianten zoals brugopleiding, anderstalige opleiding, …

Hogent Hogeschool Gent

- KLM klimatisering

- EM elektromechanica

- AUT automatisering

Kahosl Katholieke Hogeschool Sint-Lieven

- EM elektromechanica

Page 28: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 8 | V e r g e l i j k e n d e t a b e l k w a l i t e i t s a s p e c t e n

- PRA procesautomatisering

- KLM klimatisering

- MI medische instrumentatie

Katho Katholieke hogeschool Zuid-West Vlaanderen

- EM elektromechanica

- AUT automatisering

- KLM klimatisering

- IM industrial management

KHBO Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende

- EM elektromechanica

- AUT automatisering

KHK Katholieke Hogeschool Kempen

- KLM klimatisering

- OHT onderhoudstechnologie

- PRA procesautomatisering

- EM elektromechanica

KHLIM Katholieke Hogeschool Limburg

- AUT automatisering

- EM elektromechanica

- KLM klimatisering

- OHT onderhoudstechnologie

PHS Plantijnhogeschool

- OHT onderhoudstechnologie

- KLM klimatisering

- AUT automatisering

- PRA procesautomatisering

- TCA technisch-commercieel adviseur

WenK Elektromechanica

- KLM klimatisering

- AUT automatisering

- OHT onderhoudstechnologie

XIOS XIOS Hogeschool Limburg

- OT onderhoudstechnologie

- KLIMA klimatisering

Page 29: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

V e r g e l i j k e n d e t a b e l k w a l i t e i t s a s p e c t e n | 2 9

PBA Elektromechanica

Hogent Kahosl Katho KHBO KHK KHLIM Plantijn WENK XIOS ONDERWERP 1 V V V V V V V V V Facet 1.1: Niveau en oriëntatie G V V V G V G V V Facet 1.2: Domeinspecifieke eisen G V G – IM:V V E V G V V ONDERWERP 2 V V V V V V V V V Facet 2.1: Relatie doelstelling en inhoud V G - MI:V V V G V V G V Facet 2.2: Eisen professionele en academische gerichtheid V G - MI:V G V G G G G V Facet 2.3: Samenhang G V V V G G G G V Facet 2.4: Studieomvang OK OK OK OK OK OK OK OK OK Facet 2.5 Studietijd V V V V V V V V V Facet 2.6: Afstemming vormgeving en inhoud V E G V V V G V V Facet 2.7: Beoordeling en toetsing V V V V V V V V V Facet 2.8: Masterproef NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT Facet 2.9: Toelatingsvoorwaarden G G - MI:V V G G G E V G ONDERWERP 3 V V V V V V V V V Facet 3.1: Kwaliteit personeel V G V V G V V G V Facet 3.2: Eisen professionele gerichtheid V G G V G G G G V Facet 3.3: Kwantiteit personeel G V V V V V V V V ONDERWERP 4 V V V V V V V V V Facet 4.1: Materiële voorzieningen V G G G G G G G V Facet 4.2: Studiebegeleiding G G V G G G V G G ONDERWERP 5 V V V V V V V V V Facet 5.1: Evaluatie resultaten V V V V G V V V V Facet 5.2: Maatregelen tot verbetering V G V V G V G V V Facet 5.3: Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld V V V V G V G V V ONDERWERP 6 V V V V V V V V V Facet 6.1: Gerealiseerd niveau V G - MI:V V V V V V G V Facet 6.2: Onderwijsrendement V V V V V V G V V

Page 30: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t e n

Page 31: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

| 3 1

deel 2

opleidingsrapporten

Page 32: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t

Page 33: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t | 3 3

Hoofdstuk 1 Hogeschool Gent

Algemene toelichting bij de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektromechanica van de

Hogeschool Gent

De Hogeschool Gent is een Vlaamse autonome hogeschool, in 1995 ontstaan uit de fusie van het hoger

gemeenschapsonderwijs in Gent en Aalst, het Gentse stedelijk hoger onderwijs en een departement van de

Erasmushogeschool Brussel. In 2001 werd hier de Mercator Hogeschool aan toegevoegd. Hierdoor is de

Hogeschool Gent een multisectorale hogeschool met 13 departementen. Er worden 24 professionele bachelor-,

14 academische bachelor- en 21 masteropleidingen ingericht, waarvan 9 unieke opleidingen in Vlaanderen.

Met meer dan 15.000 studenten is de Hogeschool Gent de grootste hogeschool in Vlaanderen. Er zijn 7

campussen in Gent en 1 in Aalst.

In 2003 werd de AUGent opgericht, in samenwerking met de Universiteit Gent, de Hogeschool Gent, de

Arteveldehogeschool en de Hogeschool West-Vlaanderen.

Het departement Technologie is gevestigd aan de Schoonmeersstraat in de Industriële Hogescholen BME en

CTL van de toenmalige campus BME-CTL. Het departement bestaat uit zes professioneel gerichte

bacheloropleidingen: Chemie, Elektromechanica, Houttechnologie (uniek in Vlaanderen), Modetechnologie (uniek

in Vlaanderen), Textieltechnologie (uniek in Vlaanderen) en Vastgoed.

Binnen de opleiding Elektromechanica kunnen studenten van het voltijdse modeltraject opteren voor de

afstudeerrichtingen Elektromechanica, Automatisering en Klimatisering binnen de campus Schoonmeersen in

Gent.

Page 34: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t

Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding

Facet 1.1 Niveau en oriëntatie van de professioneel gerichte bachelor

Beoordelingscriteria:

De opleidingsdoelstellingen zijn erop gericht de student te brengen tot:

- het beheersen van algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken

van informatie, het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken, creativiteit, het kunnen uitvoeren

van eenvoudige leidinggevende taken, het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en

oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken, en een ingesteldheid tot levenslang leren;

- het beheersen van algemene beroepsgerichte competenties als teamgericht kunnen werken,

oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van

complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk, en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle

oplossingsstrategieën, en het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid die samenhangt met de

beroepspraktijk;

- het beheersen van beroepsspecifieke competenties op het niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar.

Het oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Op het vlak van niveau en oriëntatie voldoet de opleiding aan de decretaal opgelegde normen wat de algemene

en beroepscompetenties betreft, en aan het door de commissie vooropgestelde domeinspecifieke referentie-

kader.

De hogeschool volgt de decretale eisen zoals vastgelegd in het Decreet betreffende de herstructurering van het

hoger onderwijs in Vlaanderen en het Decreet betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs in

Vlaanderen en houdende dringende hogeronderwijsmaatregelen.

De opleiding heeft gebruikgemaakt van bronnen uit de eigen associatie, alsook op nationaal vlak via onder meer

het hogeronderwijsregister, overleg met hogescholen (XIOS) en diverse decreten. Positief zijn de contacten met

het Provinciaal Veiligheidsinstituut Antwerpen en het hanteren van het VCA-attest als referentie. Verder werd het

VLOR-beroepsprofiel gehanteerd, alsook de website van de VDAB en Vzw-bachelor.be. Het werkveld werd

bevraagd en resonantiecommissies werden gehoord.

De opleiding wil studenten vormen tot professionele bachelor Elektromechanica, zodat zij bij voltooiing van de

opleiding algemene competenties beheersen als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken van

informatie, het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken, creativiteit, het kunnen uitvoeren van

eenvoudige leidinggevende taken, het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en

oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken, en een ingesteldheid tot levenslang leren. Bijkomend worden

competenties gedefinieerd als een interculturele bekwaamheid, stressbestendigheid en het kunnen functioneren

in een digitale werkomgeving.

De studenten moeten bij de voltooiing van de opleiding de algemene beroepsgerichte competenties bezitten.

Hiertoe behoren competenties als teamgericht kunnen werken, oplossingsgericht kunnen werken in de zin van

zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk, en het

kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën, en het besef van maatschappelijke

verantwoordelijkheid die samenhangt met de beroepspraktijk. Verder zijn competenties gedefinieerd als het

functioneren in een internationaal kader, alsook het kwaliteits-, milieu- en veiligheidsbewustzijn.

Page 35: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t | 3 5

De afgestudeerden moeten ten slotte de beroepsspecifieke competenties op het niveau van een beginnende

beroepsbeoefenaar beheersen.

De professioneel gerichte bacheloropleiding Elektromechanica sluit aan bij het secundair onderwijs en heeft een

studieomvang van 180 studiepunten.

Afstemming van het programma werd bereikt door overleg met andere departementen van de Hogeschool en

andere instellingen.

De Hogeschool Gent beschikt over een onderwijs- en examenregeling (OER), die departementaal wordt

aangevuld met een eigen onderwijs- en examenregeling (DOER). Deze verticale aanvullingen detailleren

specifieke modaliteiten naar de organisatie van flexibele trajecten, beoordeling en toetsing van examens, stages,

labo’s, seminaries en zo meer.

De onderwijstaal is Nederlands, behalve voor specifieke opleidingsonderdelen, zoals communicatievaardigheden,

gastcolleges door anderstalige gastprofessoren en anderstalige opleidingsonderdelen die aan andere opleidingen

hoger onderwijs gevolgd kunnen worden.

De visie, doelstellingen en nagestreefde basiscompetenties kwamen tot stand na analyse door de opleiding van

de diverse, vastgestelde beroepenclusters. Dit werd de eerste maal vastgelegd bij de omvorming van de

graduaat- naar de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektromechanica. Hieruit werden aandachtspunten

geformuleerd ten aanzien van de algemene competenties.

De opleidingsdoelstellingen zijn consulteerbaar via het hogeronderwijsregister. Zij zijn op de website van de

hogeschool terug te vinden, in de studiewijzer, en op info- en opendeurdagen. De onderwijs- en examenregeling

en departementale aanvullingen hierop zijn eveneens op de website en het elektronische leerplatform Dokeos

beschikbaar. Bij inschrijving ontvangt elke student een exemplaar van de studiewijzer mits ondertekening,

waardoor de student instemt met de beschreven inhoud.

De jaarverslagen en hogeschoolbeslissingen zijn beschikbaar voor elke medewerker via de elektronische tool

Archie.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen

Beoordelingscriteria:

- De doelstellingen van de opleiding (uitgedrukt in eindkwalificaties van de student) sluiten aan bij de eisen die

door (buitenlandse) vakgenoten en het relevante beroepenveld gesteld worden aan een opleiding in het

betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroeps- of kunstpraktijk). Ze zijn, in het geval van

gereglementeerde beroepen, in overeenstemming met de reglementering of regelgeving ter zake.

- Voor professioneel gerichte bacheloropleidingen zijn de eindkwalificaties getoetst bij het relevante

beroepenveld.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

Page 36: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding maakte gebruik van een waaier aan informatiebronnen voor de totstandkoming van de

domeinspecifieke doelstellingen. De opleiding streefde uniformiteit na op het vlak van nationale en internationale

communicatie in technische middens. Bijkomend werden normen aangewend als hulpmiddel voor het voldoen

aan basiseisen op het vlak van gezondheid en veiligheid.

De opleidingsdoelstellingen werden getoetst aan alle beroepsprofielen na consultatie van diverse externe

bronnen. Stagebegeleiders uit binnen- en buitenland en afgestudeerden werden hierbij betrokken.

Europese technische richtlijnen – AREI, het SEDOC-register, het Kyotoprotocol en CEN/TR 15628:2007:E inzake

kwalificatie voor onderhoudspersoneel – en diverse normen werden geconsulteerd.

De projecten werden afgetoetst aan de CDIO-standaarden en vergeleken met internationale vacatures om de

competenties te vergelijken. De commissie weet deze aanpak te waarderen.

De beroepsgerichte competenties op het niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar zijn door de opleiding

als volgt omschreven: het assisteren bij het ontwerp van elektromechanische systemen, het afstemmen van

elektromechanische systemen, het beheer van productieprocessen, de installatie en het onderhoud van

elektromechanische systemen en het verlenen van advies bij de aan- of verkoop van technologische producten of

diensten, inclusief de opvolging ervan.

Elke afstudeerrichting binnen de opleiding Elektromechanica werd getoetst aan Vlaamse hogescholen met een

vergelijkbare opleiding.

De opleiding beoogt differentiatie vanaf het eerste deeltraject en implementeert competentiegericht onderwijs. De

opleiding biedt naast het basisprogramma talen ook de mogelijkheid tot het volgen van taalstages in Duitsland of

Spanje.

De opleiding heeft het programma getoetst aan buitenlandse instellingen via Erasmus en andere internationale

partners.

De commissie stelt dat de drie duidelijk te onderscheiden afstudeerrichtingen afgestemd zijn op de wensen van

het beroepenveld.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Page 37: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t | 3 7

Oordeel over onderwerp 1, doelstellingen van de opleiding: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 1.1, niveau en oriëntatie: goed

facet 1.2, domeinspecifieke eisen: goed

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 38: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t

Onderwerp 2 Programma

Facet 2.1 Relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma

Beoordelingscriteria:

- Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties van de opleiding qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

- De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma.

- De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te

bereiken.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De doelstellingen van de opleiding zijn zowel wat niveau als de professionele oriëntatie van de opleiding betreft,

duidelijk in overeenstemming met de eisen van het decreet en de verwachtingen van het werkveld.

De bamahervorming heeft geleid tot de herformulering van de opleidingsonderdelen in competenties, in het kader

van de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen. Het aantal opleidingsonderdelen werd tot twaalf

herleid, met een vermindering van het aantal contacturen en een verdere afstemming van het curriculum op de

eisen van het werkveld. De opleiding heeft gezocht naar de integratie van competentiegerichte leerinhouden,

werk- en evaluatievormen. Hiervoor heeft de opleiding een kruistabel opgezet waarin competenties gekoppeld

worden aan opleidingsonderdelen.

Tijdens het doornemen van de cursus communicatievaardigheden en bedrijfsbeheer stelde de commissie vast dat

het aspect leiderschap onvoldoende naar voren komt.

Het programma zelf is vastgelegd in ECTS-fiches (European Credit Transfer System). De opleiding beoogt de

vorming en inzet van polyvalente en multidisciplinair gevormde medewerkers. De opleiding heeft een goed beeld

van de sectoren en functies waarin de afgestudeerde terechtkomt.

Bij bevraging of consultatie van alle belanghebbenden – lectoren, studenten en het werkveld – start de

Opleidingscommissie de interne procedure voor curriculumherziening. De procedure is duidelijk vastgesteld. De

vraag wordt van de vereiste duiding voorzien en voorgelegd aan de Departementsraad, volgens een vooraf

gedefinieerde timing. Het geformuleerde advies wordt behandeld door het bestuurscollege en vervolgens

voorgelegd aan de raad van bestuur ter beslissing. Bij het doorlopen van de procedure wordt ondersteuning

voorzien door de sector Onderwijs, Onderzoek en Dienstverlening. De procedure werd sinds de vorige visitatie

meermaals doorlopen en heeft geleid tot verscheidene curriculumwijzigingen. Alumni werden in 2007 bevraagd

naar aanleiding van de eerste lichting professioneel gerichte bachelors Elektromechanica.

Binnen de missie en visie van het departement is er oog voor nieuwe didactische leervormen. De opleiding

vertaalt deze visie in de praktijk door middel van vakoverschrijdende projecten, keuzeopleidingsonderdelen,

Studium Generale, geschiedenis van de wetenschap en het opleidingsonderdeel stage en eindwerk.

De vakoverschrijdende projecten zijn thematisch en multidisciplinair opgebouwd, waarbij vakspecifieke

leerinhouden van verscheidene opleidingsonderdelen in het project worden geïntegreerd.

In het eerste jaar van het voltijdse modeltraject ligt de klemtoon op het leren projectmatig werken, met een

accentverschuiving in het tweede deeltraject naar het bewijzen van vakbekwaamheid. De projectopdracht moet

Page 39: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t | 3 9

uitmonden in een resultaat. De kennis die werd opgedaan in labo’s of hoorcolleges wordt bij projecten toegepast

op concrete probleemstellingen, al dan niet gerelateerd aan vragen van het werkveld.

De commissie ziet ongebruikte opportuniteiten bij de voorbereiding van de laboactiviteiten door de studenten.

Studium Generale is een lezingenreeks over een hedendaags thema dat vanuit diverse multidisciplinaire

invalshoeken wordt benaderd. Hierbij staat problematisering en kritische bevraging van actuele kennisgebieden in

brede zin voorop. De cursus geschiedenis van de wetenschap belicht de ontwikkeling van de wetenschappen en

de technologische vooruitgang vanuit ethisch oogpunt. Dit leidt tot discussies om de student te stimuleren tot

maatschappelijke verantwoordelijkheid.

De commissie vraagt om deze ondersteunende opleidingsonderdelen nog meer te laten aansluiten bij de

competenties van een bachelor Elektromechanica.

De stage laat toe de verworven competenties te toetsen aan de realiteit van het bedrijfsleven. In opdracht van

een bedrijf, en onder leiding van een stagebegeleider van het bedrijf en een promotor van de opleiding wordt een

concreet project uitgewerkt. Het resultaat is een eindwerk dat zowel in België als het buitenland kan worden

uitgevoerd en verdedigd. Het biedt een vijfde van de studenten ook een rechtstreekse toegang tot een

professionele carrière.

De opleiding ziet erop toe dat studenten van de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektromechanica

internationale en interculturele ervaringen opdoen via een duidelijk vastgesteld aanbod aan

keuzeopleidingsonderdelen, taalstages in Duitsland of Spanje, gastcolleges, bedrijfsbezoeken, buitenlandse

studiereizen en/of een mogelijkheid tot buitenlandse stage.

De internationale dimensie wordt bijkomend vertaald in anderstalige cursussen en informatiebronnen bij

opzoekingswerk. De commissie vindt het aanbod van de facultatieve cursus Spaans in functie van

studentenuitwisseling een meerwaarde. Het niveau van het aangeboden cursusmateriaal is voor verbetering

vatbaar.

De Hogeschool Gent is lid van ‘The CDIO Initiative: an innovative educational framework for producing the next

generation of engineers’. Het didactische concept van het opleidingonderdeel vakoverschrijdend project in de

opleiding Elektromechanica sluit nauw aan bij de CDIO-standaarden, die in 2006 en 2008 werden getoetst.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt aandacht voor een betere afstemming van de ondersteunende opleidingsonderdelen in

functie van de beoogde (naast algemene ook beroepsgerichte en -specifieke) competenties van een

professionele bachelor Elektromechanica.

De commissie adviseert om ook het concept van de leiderschapsrol te integreren in het cursusmateriaal, zodat de

studenten een bredere kijk krijgen op deze vaardigheden tijdens het projectwerk en de latere beroepsuitoefening.

De opleiding moet de ongebruikte opportuniteiten bij de voorbereiding van de laboactiviteiten door de studenten

beter benutten.

Page 40: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

4 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t

Facet 2.2 Eisen professionele gerichtheid van het programma

Beoordelingscriteria:

- Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroeps- of kunstpraktijk ontleend

studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk, de kunstpraktijk en/of (toegepast) onderzoek.

- Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline.

- Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroeps- of artistieke vaardigheden en heeft aantoonbare

verbanden met de actuele beroepspraktijk.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding beoogt een evolutie van verwerven van basiskennis naar gespecialiseerde vakkennis, wat in de

praktijk wordt vertaald door de opbouw van het programma. Kennis wordt initieel aangereikt met een verwachting

naar een stijgende en meer actieve inbreng van de student. Dit wordt bewerkstelligd door de integratie van

projectwerk in het tweede semester van het eerste en tweede deeltraject, en door het eindwerk en de stage in het

derde deeltraject. De opleiding heeft eveneens aandacht voor de samenhang tussen kennis en praktische

invulling.

Het eerste jaar is gemeenschappelijk met oog voor de heterogene instroom. Het tweede deeltraject heeft een

gemeenschappelijke basis, met evenwel een differentiatie per afstudeerrichting. Binnen het derde deeltraject zijn

alle technische vakken specifiek per afstudeerrichting.

Studenten worden door middel van diverse werkvormen en binnen verscheidene opleidingsonderdelen

gestimuleerd tot het verwerven van specifieke vaardigheden en attitudes. Competenties zoals het vermogen tot

kritische reflectie, projectmatig werken, zelfstandigheid en creativiteit komen het meest aan bod bij de

vakoverschrijdende projecten, maar worden eveneens aangereikt bij labosessies, leergesprekken en

contactmomenten in het kader van begeleid zelfstandig leren (BZL). Individuele studenten hebben de

mogelijkheid om hun eigen attitudes bij te schaven door het teamwerk en de begeleiding door een coach. Het

begeleid zelfstandig leren blijkt breed geïmplementeerd in de hele opleiding.

De commissie vraagt echter aandacht voor de aansluiting van sommige reguliere cursussen op de BZL-

opdrachten.

De commissie stelt vast dat er lacunes zijn tussen de theoretische vorming en de simulaties enerzijds en de link

naar de feitelijke praktijk anderzijds. De studenten kunnen soms moeilijk de link leggen tussen de didactisch

aangebrachte inzichten en de praktijkcomponenten, hoewel de middelen en installaties hiervoor in de school

aanwezig zijn.

Vergaderingen van de vakgroepen en de Opleidingscommissie leiden tot de jaarlijkse revisie van de studiefiches.

Vakinhouden worden geactualiseerd door middel van onder meer recente vakliteratuur, bijscholingen,

gastcolleges, stagebegeleiding, bevragingen en bedrijfstrainingen voor studenten.

De commissie ziet het gebrek aan bedrijfsbezoeken binnen het curriculum als een gemiste kans voor de

opleiding.

De Hogeschool Gent wil duurzaamheid integreren in haar beslissingen en wakkert dit bewustzijn aan bij de

student. Het departement organiseerde in 2008 de studiedag ‘Waste is food for technology’, waarop studenten uit

het tweede deeltraject milieubewuste, vakoverschrijdende projecten hebben voorgesteld.

De opleiding krijgt een niet onbelangrijke terugvloei van onderzoek en maatschappelijke dienstverlening. Zo

worden externe opleidingen voor ArcelorMittal en interne opleidingen voor bedrijven over het AREI ingericht. De

Page 41: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t | 4 1

RTC-projecten, stage en eindwerk, en de Wetenschapsweek hebben duidelijk een bijdrage geleverd aan de

bijsturing van het curriculum.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt om bij de theoretische vorming de link met de feitelijke praktijk duidelijker aan te brengen.

De commissie vraagt de opleiding om het inschakelen van bedrijfsbezoeken voor alle afstudeerrichtingen te

onderzoeken.

Facet 2.3 Samenhang van het programma

Beoordelingscriterium:

- Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding heeft op het vlak van samenhang van het curriculum binnen het eerste deeltraject basiskennis en

competenties geprogrammeerd, waar de opleidingsonderdelen verder in de opleiding op gebaseerd zijn. Dit werd

verder uitgediept in een volgtijdelijkheidstabel, die te consulteren is op het elektronische leerplatform Dokeos.

De wijziging van curricula bij de omvorming naar de bacheloropleiding gaf aanleiding tot het opzetten van een

voltijds traject (van 60 studiepunten per jaar) en twee deeltijdse modeltrajecten (van 30 studiepunten per

academiejaar). Deze informatie is in tabelvorm terug te vinden op de website van de hogeschool. Een student

kan evenwel steeds inschrijven voor een geïndividualiseerd traject.

De commissie waardeert de doorgedreven uitwerking van projectwerk doorheen het curriculum. Dit wordt

bevestigd door de studenten. Zij waarderen de ondersteuning door de coaches en de technisch adviseurs.

Op deze wijze werden talen in het curriculum onder de vorm van communicatievaardigheden geprogrammeerd,

waarin aandacht is voor corresponderen, rapporteren en vergadertechnieken. Hierop wordt voortgebouwd om het

vakoverschrijdende project in het eerste deeltraject te kunnen doorlopen. Hetzelfde geldt voor Engels en Duits,

die in het eerste semester van het tweede deeltraject wordt gegeven, ter ondersteuning van de technische

vakliteratuur die in het tweede semester van het tweede deeltraject wordt gehanteerd.

De studiefiches omvatten de samenhang van de studie-inhouden. De competenties per opleidingsonderdeel en

de vervolgopleidingsonderdelen- en vakken waarvoor de opgedane competenties vereist zijn, staan erin

beschreven.

In het tweede deeltraject heeft de student de mogelijkheid een opleidingsonderdeel van drie studiepunten te

kiezen uit Studium Generale, sociale filosofie en ethiek, sociale economie en geschiedenis van de wetenschap.

Met de taalstages in Duitsland en Spanje wil de opleiding maatschappelijke betrokkenheid, ethiek of deontologie

effectief aan bod laten komen.

De commissie stelt vast dat de studenten weinig gebruikmaken van deze mogelijkheid.

Page 42: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

4 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t

In het eerste jaar kan de student op basis van de resultaten bij de oriënteringsproeven beslissen of hij gebruik wil

maken van het differentiatiepakket bestaande uit elektriciteit, wiskunde, installatie en vormgevingstechnieken in

het eerste semester. In het tweede semester worden mechanica en elektronica aangeboden.

De Associatie Universiteit Gent heeft een aantal beslissingen genomen die de interne mobiliteit van de student

toelaten zonder betaling van bijkomend inschrijvingsgeld, net als het volgen van opleidingsonderdelen in een

andere instelling van de associatie dan waar de inschrijving werd geregistreerd. Dit is eenduidig procedureel

vastgelegd en vereist een akkoord van beide instellingen.

Een professioneel gerichte bachelor Elektromechanica kan mits het volgen van een schakelprogramma van 66

studiepunten toegang krijgen tot de masteropleidingen industriële wetenschappen Elektromechanica of

elektrotechniek.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 2.4 Studieomvang

Beoordelingscriterium:

- De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de studieomvang, bachelor: ten minste 180

studiepunten.

Oordeel van de visitatiecommissie: OK

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding bestaat uit 3 studiejaren van elk 60 studiepunten. In totaal wordt dus een opleidingsprogramma

georganiseerd van 180 studiepunten en voldoet de opleiding hiermee aan de formele eisen met betrekking tot de

minimale studieomvang van een professionele bachelor.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 2.5 Studielast

Beoordelingscriteria:

- De werkelijke studietijd wordt getoetst en sluit aan bij de normen vastgesteld krachtens decreet.

- Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de

studievoortgang belemmeren, zo veel mogelijk worden weggenomen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

Page 43: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t | 4 3

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding heeft de studieomvang opgesplitst in vier categorieën, gebaseerd op een totale studieomvang van

1500 uur per jaar voor het voltijdse modeltraject. Dat zijn uren hoorcollege (A), uren werkcollege (B), uren

begeleid zelfstandig leren en externe leeractiviteiten (C) en de totale studietijd (D), bestaande uit een raming van

het aantal uren studiewerk, inclusief evaluatie-uren.

In het eerste en tweede deeltraject vertegenwoordigen de A, B en C-uren telkens een derde van het totale

pakket, met een verschuiving naar twee derde voor de C-uren in het derde deeltraject.

De studieomvang in studiepunten is gelijkmatig verdeeld over beide semesters per deeltraject binnen de opleiding

Elektromechanica.

Studietijdmetingen werden uitgevoerd voor alle modeltrajecten en afstudeerrichtingen, door middel van een

tijdsschatting per vak of opleidingsonderdeel, en voor de zelfstudietijd. De modaliteiten werden aan de studenten

toegelicht samen met een instructiedocument, zodat de studenten dit thuis kunnen invullen via Dokeos. De

opleiding bevestigt dat de gehanteerde methode tijdrovend is voor de student. Bijkomend is het niet eenvoudig

om retrospectief de tijd in te vullen of schattingen te maken over de tijdsduur die per opleidingsonderdeel werd

besteed. Bovendien werden afwijkende resultaten verkregen in het eerste deeltraject en bleken de resultaten niet

representatief in het tweede deeltraject. Hieruit besliste de opleiding om met focusgroepen te werken.

Departementaal werd een aantal maatregelen genomen om de studeerbaarheid te bevorderen. Het

semestersysteem werd ingevoerd, met bijkomend de beperking van het aantal contacturen tot 20, waardoor

ruimte vrijkwam binnen het lectorenkorps voor de introductie van vernieuwende onderwijsvormen. De lesvrije dag

die op deze manier vrijkomt en optimaal ingeroosterd wordt door de roostercoördinator, kan optimaal worden

benut voor het projectwerk.

De studenten krijgen inspraak in de opmaak van het examenrooster. Het definitieve examenrooster wordt

minimaal vijf weken voor de examens bekendgemaakt. Studenten kunnen bij examens ook specifieke faciliteiten

aanvragen omwille van psychosociale en medische redenen of functiebeperkingen. Erkende topsporters,

beoefenaars van kunsten, bekleders van politieke mandaten kunnen faciliteiten aanvragen. Dat kan ook omwille

van socio-economische redenen. Dergelijke aanvragen worden door de commissie Speciale Statuten nagezien,

met bindend advies naar de Departementsraad.

Deze faciliteiten worden binnen de opleiding regelmatig gebruikt.

De taalstage in het kader van internationale mobiliteit wordt ingepast in een lesvrije week van het tweede

semester.

Dokeos wordt intensief gebruikt door de studenten voor de opvolging van opdrachten, oefeningen, modelvragen

van examens en de verwachtingspatronen van examens. Er zijn eveneens semestervorderingsplannen

opgenomen. Die dienen om waar mogelijk de werkdruk bij studenten te spreiden en te plannen.

Daarnaast worden bepaalde opleidingsonderdelen permanent geëvalueerd, al dan niet aangevuld met examens,

die aanleiding kunnen geven tot een bijsturing van het studiegedrag. Ook monitoraat en gedifferentieerde

trajecten leveren hieraan een bijdrage.

De opleidingscommissie heeft een semestriële kalender opgesteld om het uitstelgedrag bij studenten te

verminderen en hen een overzicht te bezorgen van wat van hen verwacht wordt. De planning is goed uitgewerkt

en op voorhand vastgelegd.

Page 44: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

4 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie dringt aan op een herziening van de methode van studietijdmetingen, teneinde bruikbare en

representatieve informatie te verzamelen, waarop kan worden verder gebouwd.

Facet 2.6 Afstemming tussen vormgeving en inhoud

Beoordelingscriteria:

- Het didactische concept is in lijn met de doelstellingen.

- De werkvormen sluiten aan bij het didactische concept.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het didactische concept is uitgewerkt in de ECTS-fiches. Nieuwe werkvormen werden sinds de aanstelling van de

onderwijsinnovator doorgevoerd en bijgestuurd. De opleiding werkte actief mee aan een onlinedatabank waarin

concrete leeromgevingen systematisch worden beschreven. Hieraan werkten diverse hogescholen en

universiteiten mee.

Binnen de vakgroepen en de opleidingscommissie van de opleiding werd gereflecteerd over de aansluiting van de

beste werkvorm bij de doelstelling van de opleiding en de diverse opleidingsonderdelen. Naast de klassieke

werkvormen werden nieuwe concepten en onderwijsstrategieën uitgewerkt.

Het Onderwijsontwikkelingsplan (OOP) van de hogeschool wil competentiegericht onderwijs en actief en

samenwerkend leren binnen de departementen stimuleren. Deze opzet is vertaald in de integratie van

vakoverschrijdende projecten in het eerste en tweede deeltraject. Zo moeten studenten een beroep doen op de

eigen theoretische en praktische kennis die zij tot dan toe hebben opgedaan. De projectopdracht wordt

gedefinieerd door de projectcoaches. Er wordt rekening gehouden met de vooropleiding van de student, de

geïntegreerde proeven uit het secundair onderwijs en hun voorstellen. Studenten worden ingelicht over het hoe

en waarom van projectwerking en de evaluatiewijze. Zij ontvangen hierbij een projecthandleiding die meer

gedetailleerde informatie bevat.

De small business projects (SBP), die in samenspraak met Vlaamse Jonge Ondernemingen (Vlajo) worden

georganiseerd, stellen de studenten al tijdens hun studies in de mogelijkheid om zich een

realistisch beeld te vormen van tal van aspecten van het ondernemerschap en het opstarten van een eigen zaak.

Dit vakoverschrijdend project wordt aangeboden in het tweede deeltraject, waarbij de ontwikkeling van

ondernemerschap centraal staat. ‘Peters’ uit het bedrijfsleven begeleiden studenten in dit proces. Gemiddeld 15

procent van de studenten gaat hierop in.

Bij begeleid zelfstandig leren worden heel wat sturingselementen ingebouwd op het vlak van

studeeraanwijzingen, leeropdrachten met deeltaken enzovoort. Door middel van contactmomenten worden de

opgelegde taken nagezien met klassikale bijsturing, gevolgd door twee testen. Na deze testen krijgt de student de

mogelijkheid een diagnose te stellen van zijn vorderingen.

De opleiding biedt aan de studenten in het tweede deeltraject de mogelijkheid om een taalstage van één week in

Duitsland of Spanje te volgen.

Page 45: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t | 4 5

Binnen de opleiding werd via vakgroepen en de opleidingscommissie aangegeven welke leermiddelen het beste

aansluiten bij de verschillende opleidingsonderdelen. Hierdoor werden diverse nieuwe leermiddelen

geïmplementeerd, zonder afbreuk te doen aan traditionele leermiddelen zoals syllabi, handboeken,

handleidingen, audiovisueel materiaal, vaktijdschriften en naslagwerken.

De elektronische leeromgeving Dokeos wordt door de lector gebruikt als informatiebron voor de student. Er wordt

lesmateriaal op gepubliceerd en verwezen naar relevante websites. Interactieve oefeningen worden eveneens

aangeboden. Aanvullend is er de bibliotheek waar studenten informatie kunnen opzoeken.

De studenten kunnen in het kader van de opleidingsonderdelen communicatievaardigheden 2 en Frans via

interactieve sites hun opgedane kennis en vaardigheden inoefenen.

De projecthandleiding voor het eerste en tweede deeltraject omschrijft alle modaliteiten op het vlak van

projectmatig werken, inclusief de ondersteunende documenten die de studenten nodig hebben tijdens het project.

De cursussen krijgen vorm door middel van PowerPoint-presentaties en cd-roms in het kader van begeleid

zelfstandig leren.

De commissie stelt vast dat de vakinhoudelijke aspecten bij de cursussen en de aspecten van studeerbaarheid

aandacht verdienen.

De vormgeving van syllabi wordt afgetoetst via een checklist onder de vorm van zelfevaluatie voor lectoren. Die

wordt door de opleidingscommissie opgevolgd ter verbetering van de aangewende leermiddelen.

Verder onderneemt de opleiding bijkomende inspanningen om de werkvormen en leermiddelen af te stemmen op

de studenteninstroom, door de organisatie van brugcursussen wiskunde, fysica en studiemethode- en planning.

Er worden eveneens differentiatiepakketten aangeboden, aangevuld met zelfstudiepakketten voor begeleid

zelfstandig leren. Studenten uit een verschillende instroom (ASO/TSO) worden in projectgroepen gemengd om

een meerwaarde te scheppen.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt aandacht voor het vakinhoudelijke nazicht van het cursusmateriaal, naast de initiatieven die

ondernomen worden naar vormgeving en lay-out.

Facet 2.7 Beoordeling en toetsing

Beoordelingscriterium:

- Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat en voor studenten inzichtelijk getoetst of de

studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De studenten worden via de ECTS-fiches geïnformeerd over de te evalueren competenties en de

evaluatievormen. De opleidingscommissie legt de evaluatievorm vast in functie van het opleidingsonderdeel, in

overleg met de betrokken lectoren.

Page 46: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

4 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t

Bij het doornemen van het zelfevaluatierapport stelde de commissie vast dat de algemene competentie

‘ingesteldheid tot levenslang leren’ niet als dusdanig terug te vinden was binnen het overzicht algemene

competenties. De opleiding kan echter aantonen dat de attitude tot levenslang leren op diverse manieren wordt

gestimuleerd en aangereikt. Het is evenwel wenselijk dit als meetindicator mee te nemen, om na te gaan in welke

mate deze attitude of competentie wordt bereikt.

De onderwijs- en examenregeling (OER) definieert de diverse modaliteiten voor de organisatie van examens en

de diverse actoren. De departementale invulling legt specifieke regels vast op het vlak van beoordeling van de

diverse oefeningen, practica, seminaries enzovoort. Evaluaties en beoordelingen van het eindwerk en de stage,

en de toekenning van eindcijfers zijn erin gedefinieerd.

Beide documenten zijn terug te vinden op de website van de hogeschool en het elektronische leerplatform.

De docenten worden vertrouwd gemaakt met de examenregeling door middel van personeelsvergaderingen en

een departementale brochure ‘Wegwijs in technologie voor collega’s’.

Evaluatie kan zowel onder de vorm van permanente evaluatie als tijdens examenperiodes worden aangeboden.

De keuze van de evaluatievorm hangt af van de didactische werkvorm en de te bereiken eindcompetenties. De

opleiding heeft dit verder uitgewerkt in een kruistabel van competenties en evaluatievormen. Bij projectmatig

werken beoordeelt men het eindresultaat, de basiskennis en de communicatieve vaardigheden, en het lerend

vermogen van de student.

Per academiejaar worden twee examenzittijden georganiseerd en vastgelegd in de academische kalender. Het

examenreglement bepaalt de verdere inhoud en modaliteiten bij schriftelijke en mondelinge examens.

De blok- en examenweken en de tweede zittijd zijn bepaald. Door middel van de academische kalender van de

hogeschool wordt de departementale invulling vastgelegd met de voorzitters van de opleidingscommissies.

Studenten krijgen inspraak in de opmaak van het examenrooster via ad valvas of Dokeos, mits 75 procent van de

studenten akkoord gaat en mits overleg met de lectoren. De examenroosters zelf worden door de

roosterverantwoordelijke opgesteld op basis van de ECTS-fiches, rekening houdend met de noden van

studenten, de opleiding en de betrokken lectoren. Dit is eveneens het geval voor studenten met een

geïndividualiseerd traject.

De lectoren moeten op het vlak van evaluatie duidelijke richtlijnen volgen qua inhoud, toetsingsvorm, zwaarte en

het voorzien van eventuele voorbeeldvragen. Volgens de examenregeling kan de student op eigen vraag een

tweede lid van het lectorenkorps vragen bij een examen.

De deliberatieprocedures zijn gedetailleerd beschreven in het onderwijs- en examenreglement.

De opleiding houdt rekening met eerder verworven competenties (EVC’s) en eerder verworven kwalificaties

(EVK’s) bij het nemen van examenbeslissingen.

Studenten kunnen na afloop van de examens hun kopijen inkijken, waarbij de lectoren ter beschikking staan voor

het beantwoorden van eventuele vragen. Ook de ombudspersoon is indien nodig beschikbaar.

Het toetsen wordt bewaakt door middel van de kruistabel competenties en evaluatievormen. Door middel van

bevraging van de opleidingsonderdelen wordt de kwaliteit van de examens geëvalueerd.

Voor talen, stage en eindwerk wordt getracht om internationalisering in te bedden, mee door vragen vanuit

buitenlandse instellingen en het aantrekken van buitenlandse juryleden of juryleden uit internationale bedrijven.

De visualisatie van de aangereikte competenties en bijhorende toetsingsmodaliteiten vindt de commissie sterk.

De opleiding heeft al meerdere jaren ervaring opgebouwd op het vlak van peer assessment binnen de

projectwerking. Na een moeilijke opstart werden de studenten bevraagd, wat heeft geleid tot bijsturingen. Zo

worden de beoordelingscriteria gelinkt aan de competenties door de student anoniem ingegeven via Dokeos.

Page 47: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t | 4 7

Zowel de individuele score van de student als een globale score per projectgroep wordt in rekening gebracht voor

de eindbeoordeling.

In het tweede semester van het derde deeltraject kunnen studenten een binnen- of buitenlandse stage uitvoeren.

De stage omvat dertig studiepunten, duurt elf weken en is volledig gekaderd binnen de ECTS-fiches. De

Opleidingscommissie, de promotor en de stagecoördinator zijn verantwoordelijk voor het inhoudelijke luik. De

departementale stagecoördinator staat in voor het administratieve deel.

Informatie over de stage is terug te vinden op de website, en wordt teruggekoppeld door de stagecoördinator en

de coördinator Internationalisering in het derde deeltraject. Studenten en lectoren worden op diverse manieren

geïnformeerd over het opzet en verloop van de stage. Tijdens een infovergadering krijgt de student een

stagecontract ter ondertekening, en het stageboek en formulieren, die elektronisch beschikbaar zijn op Dokeos.

Stagebegeleiders krijgen een infodocument en worden de eerste keer door de stagecoördinator bezocht.

De student kan zelf een stageplaats voorstellen of gebruikmaken van de lijst bedrijven die door de opleiding is

samengesteld. Een nieuw bedrijf wordt gescreend. Op inhoudelijk vlak wordt de stageplaats gevraagd om een

schriftelijke stageopdracht te formuleren. De Opleidingscommissie gaat na of de opdracht voldoet aan de

gestelde eisen. Bij goedkeuring van alle stageprojecten krijgt elke student een promotor toegewezen.

Het eindwerk en de stage worden beoordeeld volgens de gedefinieerde criteria uit de ECTS-fiches en de

infodocumenten.

Op voorstel van een departementale werkgroep Stages in 2005-2006 werd beslist om een grotere uniformiteit na

te streven op zowel departementaal als algemeen niveau. Hiervoor werden de evaluatie en de wijze van

rapportering van de student bijgestuurd. Studenten worden tweemaal geëvalueerd en apart gequoteerd door de

stagebegeleider en de promotor. De tussentijdse evaluatie wordt niet gequoteerd, in tegenstelling tot de finale

quotering. Het eindwerk zelf wordt apart gequoteerd door de stagebegeleider, promotor en copromotor. Op de

verdediging verschijnt de student voor een jury die minimaal bestaat uit de voornoemde personen en de

voorzitter. Zij quoteren gezamenlijk de presentatie en de verdediging.

Uit de gesprekken met de stage- en eindwerkbegeleiders blijkt de relatie tussen eindwerk, stage en de mate

waarin de competenties al of niet worden bereikt, niet geformaliseerd aanwezig te zijn. De kritische reflectie van

de student naar het bereiken van de vereiste competenties wordt informeel getoetst tijdens de verdediging.

De opleiding Elektromechanica heeft de grootste stroom studenten die een buitenlandse stage volgen van het

departement. Zowel Erasmus-projecten als stages in buitenlandse bedrijven worden hiertoe gerekend.

De hogeschool heeft samenwerkingsverbanden met diverse Europese universiteiten en hogescholen. De

opleiding heeft een evaluatie opgestart van haar bestaande buitenlandse partners, om een afstemming te

verkrijgen tussen het niveau van de instelling in functie van de eigen opgelegde criteria en de begeleiding die ter

plaatse mag worden verwacht ten aanzien van de student.

De departementale coördinator Internationalisering bezoekt vaste en nieuwe Erasmus LifeLongProgram-partners,

bij voorkeur met een lector van de betrokken opleiding.

De stagebegeleiding bij buitenlandse stages is gelijklopend aan het reguliere traject, behalve dat de

communicatie eerder telefonisch en elektronisch plaatsvindt.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt de opleiding om de kritische reflectie van de student ten aanzien van de te bereiken/

bereikte competenties bij stage en eindwerk verder te formaliseren.

De commissie stuurt aan op de integratie van een meetindicator voor de mate waarin de competentie levenslang

leren kan afgetoetst worden binnen het curriculum.

Page 48: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

4 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t

Facet 2.8 Masterproef

Dit facet is niet van toepassing voor een professioneel gerichte bacheloropleiding.

Facet 2.9 Toelatingsvoorwaarden

Beoordelingscriteria:

Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten

bachelor:

- diploma secundair onderwijs, diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan,

diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie, of een diploma of getuigschrift dat bij of krachtens

een wet, decreet, Europese richtlijn of een andere internationale overeenkomst als gelijkwaardig wordt

erkend;

- door het instellingsbestuur bepaalde voorwaarden voor personen die niet aan de bovengenoemde

voorwaarden voldoen.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding hanteert de decretaal voorziene toelatingsvoorwaarden voor de bachelor-masteropleiding.

De toelatingsvoorwaarden en inschrijvingsmodaliteiten zijn vastgelegd in de onderwijs- en examenregeling. Een

student kan zich inschrijven als hij aan de decretale voorwaarden voldoet, een geschikt diploma op zak heeft en

het Nederlands machtig is. Potentiële studenten die niet aan de voormelde eisen voldoen, worden aan een

toegangsonderzoek onderworpen, zoals omschreven in de reglementering van de AUGent.

Ter bescherming van de studievoortgang zijn er specifieke eisen opgelegd binnen de onderwijs- en

examenregeling, indien minder dan 50 procent van de studiepunten in een jaarprogramma wordt verworven.

De studenteninstroom is door de opleiding in kaart gebracht. Over de laatste vijf academiejaren telt de opleiding

gemiddeld 151 studenten in het eerste deeltraject. Het totale aantal studenten in de opleiding bedraagt gemiddeld

338.

Het grootste deel van de studenten kiest voor de afstudeerrichting Elektromechanica, waarbij de

afstudeerrichtingen Automatisering en Klimatisering gelijke tred houden, met elk een gemiddeld percentage van

ongeveer 14 procent.

Het aantal TSO-studenten vormt de grote meerderheid, gemiddeld 82 procent. Vijftien procent van de studenten

komt uit het ASO en een minderheid van de studenten uit het BSO. Van de instromende studenten is 69,2

procent generatiestudent.

De instromende studenten krijgen diverse activiteiten voorgeschoteld, zoals brugcursussen voor wiskunde en

fysica, een introductiesessie ‘Studeren in het hoger onderwijs’ en een introductiedag voor het begin van het

academiejaar, oriëntatieproeven voor heel wat opleidingsonderdelen, met daarop aansluitende

differentiatiepakketten, sessies studiemethodiek, planning en omgaan met stress, en vakmonitoraat voor

toegepaste wiskunde, theoretische mechanica en sterkteleer. Het project LASSI (Learning And Study Strategies

Inventory) dient om risicostudenten op te sporen.

Page 49: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t | 4 9

Er is studiebegeleiding voor studenten met problemen met studiemethode, studieplanning en persoonlijke

problemen, en trajectbegeleiding met feedbackgesprekken en heroriënteringsgesprekken. Er wordt gewerkt met

relatief kleine klasgroepen.

Via differentiatielessen worden de tekorten in de vooropleiding bijgestuurd naar het gewenste niveau.

De hogeschool voorziet de volgende flexibele leertrajecten: deeltijds leren, geïndividualiseerd traject, vrijstellingen

op basis van eerder verworven kwalificaties (EVK), vrijstellingen op basis van eerder verworven competenties

(EVC) en het kiezen van een aangepast studiecontract. Ook een deeltijds modeltraject wordt aangeboden.

Vrijstellingen op basis van eerder verworven kwalificaties worden door de trajectbegeleider in samenspraak met

de student opgemaakt en onderbouwd. Het dossier wordt vervolgens, na advies van de lectoren, voorgelegd aan

de Departementsraad. De beslissing wordt binnen de veertien dagen aan de student teruggekoppeld en moet

worden afgetekend voor akkoord.

De commissie waardeert de gedifferentieerde aanpak op basis van een instaptoets en de actieve opvolging van

de studenten met een geïndividualiseerd traject.

De AUGent heeft voor vrijstellingen op basis van EVC een procedure vastgelegd. Voor de Hogeschool

Gent wordt de student doorverwezen naar de stafmedewerker EVC-toelatingsonderzoek. Het dossier wordt

samen met de student bestudeerd, waarop de student al dan niet kan beslissen om de erkenningsprocedure op

te starten. De Opleidingscommissie heeft in dit kader een analyse gemaakt van de te bewijzen competenties.

Examen-, credit- en diplomacontracten zijn duidelijk gedefinieerd. De flexibele leerwegen gaven wel aanleiding tot

een verhoogde complexiteit, wat heeft geleid tot de aanstelling van een voltijdse departementale

trajectbegeleider.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Page 50: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

5 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t

Oordeel over onderwerp 2, programma: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 2.1, relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma: voldoende

facet 2.2, eisen professionele gerichtheid van het programma: voldoende

facet 2.3, samenhang van het programma: goed

facet 2.4, studieomvang: OK

facet 2.5, studielast: voldoende

facet 2.6, afstemming tussen vormgeving en inhoud: voldoende

facet 2.7, beoordeling en toetsing: voldoende

facet 2.8, masterproef: n.v.t.

facet 2.9, toelatingsvoorwaarden: goed

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 51: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t | 5 1

Onderwerp 3 Inzet van het personeel

Facet 3.1 Kwaliteit van het personeel

Beoordelingscriterium:

- Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het

programma.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De Hogeschool Gent stelt talentontwikkeling, vertrouwen en perspectief centraal in het personeelsbeleid. Ze wil

elk personeelslid de nodige kansen bieden en de persoon hierin begeleiden. Dit leidt tot medewerkers die breed

inzetbaar en flexibel zijn.

De personeelsadministratie wordt centraal opgevolgd, ondersteund door het departement. Functieomschrijvingen

zijn op hogeschoolniveau of departementaal vastgelegd.

De hogeschool hanteert sinds 1 januari 2006 een allocatiemodel bij de toekenning van middelen voor het

departement, dat gebaseerd is op de personeelsomkadering per opleiding, in functie van het aantal studenten. De

budgetten worden departementaal bepaald volgens een vastgestelde verdeelsleutel.

De personeelsformatie op dit niveau vindt plaats in overleg met het departementshoofd, de voorzitters van de

Opleidingscommissie en de vakgroepvoorzitter. De invulling is afhankelijk van de in te richten opleidingen,

afstudeerrichtingen, klassen en groepen. Er wordt eventueel een beroep gedaan op gastprofessoren, of er

worden overeenkomsten gesloten met andere departementen.

Als de personeelsformatie is vastgelegd, krijgt elke vakgroep een aantal uren toebedeeld, van waaruit een

consensus moet worden bereikt. Hierbij wordt rekening gehouden met een gelijkmatige spreiding voor de lector

en een optimale dienstverlening voor de student. De vakgroepvoorzitter treedt in contact met het

departementshoofd, met een finale goedkeuring door de Departementsraad. Er is evenwel een beroepsprocedure

als een lid van het korps bezwaar heeft.

Aanstellingen en contractuele wervingen vallen onder de bevoegdheid van het bestuurscollege. De hogeschool

beschikt over een reglement voor selectie en werving van administratief en technisch personeel, en van

onderwijzend personeel. Eventuele kandidaten worden gescreend op hun dossier en aan de hand van een

gesprek. Uiteindelijk wordt een advies voorgelegd aan de Departementsraad.

Nieuwe personeelsleden worden voorgesteld op de departementale personeelsvergadering. Verder krijgen ze bij

hun indiensttreding een aantal faciliteiten en een vademecum met een wegwijs doorheen het departement. De

vakgroepvoorzitter staat de nieuwe personeelsleden bij op onderwijskundig vlak. Sinds 2008 worden

introductiedagen georganiseerd voor nieuwe medewerkers.

Evaluaties zijn procedureel vastgelegd op hogeschoolniveau. Evaluaties vertrekken vanuit een vijfjaarlijkse

zelfevaluatie, gevolgd door een evaluatiegesprek met het departementshoofd. Tijdelijke personeelsleden worden

voor het einde van hun aanstelling geëvalueerd. Bij een onvoldoende resultaat wordt een coach aangesteld

vanuit het korps.

Functioneringsgesprekken vinden tweejaarlijks plaats door de vakgroepvoorzitters, die hiervoor opgeleid zijn.

Page 52: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

5 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t

Benoemingen van personeelsleden zijn vastgesteld. Binnen de hogeschool wordt het percentage per

personeelscategorie aangewend.

De bevordering tot hoofdlector werd vóór 2007 gekoppeld aan het voorzitterschap van de Opleidingscommissie,

maar niet exclusief. De criteria die in de bevorderingsronde 2007 golden, zijn verschillend van de periode ervoor

en waren slechts geldig voor de eenmalige bevorderingsronde.

Het personeel wordt bij het beleid betrokken via de Departementsraad, de opleidingscommissies, de vakgroepen

en de vergaderingen met de voorzitters van de opleidingscommissies.

De Departementsraad wordt voorgezeten door het departementshoofd en bestaat uit zes verkozen

personeelsleden, drie verkozen studenten en drie gecoöpteerde externen die aansluiten bij de opdracht van het

departement. Diverse leden zijn ook betrokken bij de opleiding Elektromechanica. Beslissingen worden naar elk

personeelslid gemaild. Elk lid van de Departementsraad kan eveneens worden aangesproken. Het is ook de

Departementsraad die de samenstelling van de opleidingscommissies en vakgroepen heeft vastgelegd. De

Opleidingscommissie zelf bestaat uit veertien leden, onder wie leden van vakgroepen van algemene en

technische vakken en een student. Het departement en de Opleidingscommissie vergaderen driewekelijks.

Verder wordt het personeel tijdens de viermaandelijkse personeelsvergaderingen op de hoogte gehouden van

recente ontwikkelingen.

Het Steunpunt Personeelszorg biedt sociale dienstverlening aan en heeft de rol van vertrouwenspersoon.

Het personeel krijgt voldoende kansen om de nodige bijscholingen te volgen. Dit wordt actief ondersteund vanuit

de associatie, de hogeschool en het departement. De hogeschool organiseert met partners uit de associatie

diverse sessies onderwijskundige vorming.

Bijkomend is er steun van de cel Onderwijsontwikkeling- en Innovatie om het lectorenkorps te helpen met het

aanbieden van tools. Diverse soorten navorming werden al ingericht. Het departementshoofd beoordeelt

aanvragen voor bijscholingen tot 500 euro. Bij hogere bedragen wordt de vraag voorgelegd aan de

Departementsraad. Vakgroepen worden aangespoord om bijscholingsplannen op te maken voor technische

bijscholingen. Dit is al deels geïmplementeerd.

De commissie is gecharmeerd van de onderwijsvernieuwing zoals die ondersteund wordt door de

onderwijsinnovator.

Op associatieniveau is een diversiteitbeleid uitgewerkt in een diversiteitplan.

De commissie stelt vast dat de veiligheidsattitude niet volledig is ingebed bij het lectorenkorps. Het behalen van

het VCA-attest, BA4 (gewaarschuwd persoon) of BA5 (vakbekwaamheid) bij de lectoren van de vakgroepen

elektriciteit-elektronica en mechanica kan zorgen voor een betere doorleving van het veiligheidsbewustzijn.

De commissie waardeert de betrokkenheid en de inzet van het onderwijzend en ondersteunend personeel.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie adviseert de vakgroepen om de bijscholingsplannen voor technische bijscholingen verder te

implementeren.

De commissie verwacht dat de opleiding de ingeslagen weg van de onderwijsvernieuwing, ondersteund door de

onderwijsinnovator, verder bewandeld.

De commissie vraagt verdere inspanningen om de veiligheidsattitude bij al het personeel ingang te laten vinden,

zodat die ook afstraalt op de studenten.

Page 53: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t | 5 3

Facet 3.2 Eisen professionele gerichtheid

Beoordelingscriterium:

De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een professioneel gerichte

opleiding:

- Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de

opleiding en de beroeps- of kunstpraktijk.

- Bij de daarvoor in aanmerking komende opleidingen moet daarenboven voldoende personeel beschikken

over kennis en inzicht in de desbetreffende beroeps- of kunstpraktijk.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding Elektromechanica telt 37 personeelsleden, van wie 32 met een master- en 5 met een

bachelordiploma. Zes lectoren van de opleiding Elektromechanica hebben praktijkervaring in het beroepenveld.

De lectoren met een bachelordiploma worden niet ingezet voor het geven van theoretische vakken. Dit is een

beleidskeuze.

Lectoren worden bij hun indiensttreding getoetst op hun professionele ervaring en hun kennis uit de

beroepspraktijk.

De hogeschool investeert in projectmatig wetenschappelijk onderzoek (PWO). Ze heeft PWO-adviseurs

aangesteld om de bacheloropleidingen te stimuleren bij het zoeken naar externe financiering van onderzoek.

Hierbij helpen ze om de nodige netwerken uit te bouwen.

De departementen voorzien eveneens bijkomende middelen onder de vorm van het departementaal

onderzoeksfonds voor diverse onderzoeksactiviteiten. In 2004 tot 2007 resulteerde dit in de financiering van meer

dan 13 PWO-projecten voor de hogeschool.

De potentiële projecten worden door een onderzoeksraad, waarin onderzoekers van zowel de hogeschool als de

Universiteit Gent zetelen, doorgenomen. Een vakgroep van deze raad evalueert de ingediende projecten ten

aanzien van de criteria zoals vastgelegd in het PWO-reglement. Langs deze weg beoogt de hogeschool een

selectie van kwaliteitsvolle onderzoeksprojecten. Tijdens de uitvoering van de projecten staat een stuurgroep in

voor de opvolging van de kwaliteit en wordt een voortgangsrapport aan de Onderzoeksraad verwacht.

De opleiding heeft ook PWO-projecten ingediend, maar tot op heden zonder resultaat. Er worden wel

inspanningen binnen het departement gevoerd om de slaagkansen te vergroten, maar de extra tijdsbesteding

blijkt een knelpunt. Om hier toch aan tegemoet te komen, voorziet de hogeschool de invoering van cursussen

voor het schrijven van onderzoeksprojecten.

De hogeschool heeft een goed uitgebouwde maatschappelijke dienstverlening. De hogeschool is erkend als

dienstverlener voor de Vlaamse overheid. Departementaal is een ankerpunt Dienstverlening voor 30 procent

aangesteld voor de verdere uitbouw hiervan. Twee lectoren van de opleiding organiseren zowel interne als

externe opleidingen. De lectoren krijgen voor de externe opleiding 30 procent toegewezen in hun opdracht.

Inkomsten worden opnieuw binnen de opleiding aangewend. Lectoren van de vakgroep Elektriciteit-Elektronica-

Informatica werken samen met het departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen aan RTC-projecten. Het

Regionaal Technologisch Centrum (RTC) Oost-Vlaanderen wil initiatieven tussen onderwijs, opleidings- en

vormingsverstrekkers aanmoedigen.

De opleiding onderhoudt nauwe contacten met het beroepenveld. Er wordt een beroep gedaan op gastsprekers

om de eerstejaarsstudenten te informeren. Bijkomend worden lectoren als stagebegeleiders ingeschakeld,

waardoor ze nauwe banden onderhouden met het werkveld.

Page 54: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

5 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t

Resonantiecommissies worden door de opleiding ingericht om de afstemming op het beroepenveld te vergroten.

Hierin hebben vijf vertegenwoordigers van het werkveld en vijf lectoren zitting. Deze evolutie is nu aan de gang.

Lectoren zijn lid van diverse beroepsverenigingen.

Om de studenten op de arbeidsmarkt voor te bereiden, verzorgen de lectoren communicatievaardigheden van de

vakgroep Talen sinds 2006, in samenwerking met de wervingsconsulent Hays Specialist Recruitment, een

sollicitatietraining voor de laatstejaarsstudenten. De studenten krijgen een attest van deelname.

Via de vzw Alumni Hogeschool Gent onderhoudt de hogeschool contact met oud-studenten. Er worden

activiteiten georganiseerd voor alumni, waaronder de jaarlijkse diploma-uitreiking en de alumniavonden.

Via het opleidingsonderdeel veiligheid, kwaliteits- en milieuzorg kunnen studenten via een facultatief examen het

VCA-basisattest behalen, in samenwerking met het Provinciaal Instituut Antwerpen (PVI).

Op vlak van docentenmobiliteit wordt het lectorenkorps ondersteund. Uitwisseling op vlak van de opleiding

Elektromechanica is tot op vandaag echter beperkt. Er zijn evenwel regelmatige contacten met buitenlandse

instellingen.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie ziet de lage docentenmobiliteit als een gemiste kans om de opleiding vanuit een andere invalshoek

te benaderen en studenten nog verder te enthousiasmeren voor een internationale ervaring.

De commissie adviseert het departement om de opleiding te stimuleren en te ondersteunen om actief PWO-

projecten in te dienen.

Facet 3.3 Kwantiteit personeel

Beoordelingscriterium:

- Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Binnen de opleiding Elektromechanica zijn 17,70 voltijdse equivalenten actief. In 2008 waren 335 studenten

ingeschreven, wat het aantal studenten per voltijdse equivalent OP op 18, 9 brengt.

De verdeling binnen het korps is als volgt: 0,70 VTE hoofdlectoren; 15,05 VTE lectoren en 1,95 VTE

praktijklectoren. Er zijn geen gastprofessoren in dienst.

De leeftijdspiramide is evenwichtig verdeeld.

13,01 VTE personeelsleden werken voltijds; 4,69 VTE personeelsleden werken deeltijds. 12,88 VTE’’s zijn

mannen; 4,82 VTE’s zijn vrouwen. Er zijn 13,96 VTE benoemden en 3,73 VTE tijdelijken. De hogeschool is zich

bewust van de lage instroom aan vrouwelijke studenten, waardoor zij inspanningen levert om meer vrouwelijke

rolmodellen binnen het onderwijzend korps te krijgen.

Page 55: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t | 5 5

De administratieve ondersteuning van het departement bestaat uit 7,8 voltijdse equivalenten.

Vijf VTE personeelsleden werken voltijds; 2,8 VTE personeelsleden werken deeltijds. Er zijn 1,5 VTE’s mannen

en 6,30 VTE’s vrouwen. Er zijn 3,80 VTE benoemden en 4 VTE tijdelijken.

De grootte van de opleiding qua studentenaantal maken een optimale taakverdeling en inhoudelijke specialisatie

van de lectoren mogelijk.

De ruime onderwijskundige personeelsomkadering op departementaal niveau maakt de ondersteuning vanuit de

opleiding naar de studenten mogelijk.

Het allocatiemodel van de hogeschool en de schaalgrootte op de campus Schoonmeersen geven aanleiding tot

het optimaal inzetten van onderwijskundig en onderwijsondersteunend personeel over de opleidingen.

De commissie erkent de meerwaarde van deze aanpak.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Oordeel over onderwerp 3, inzet van het personeel: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 3.1, kwaliteit personeel: voldoende

facet 3.2, eisen professionele gerichtheid: voldoende

facet 3.3, kwantiteit personeel: goed

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 56: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

5 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t

Onderwerp 4 Voorzieningen

Facet 4.1 Materiële voorzieningen

Beoordelingscriterium:

- De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het departement Technologie is gehuisvest op de campus Schoonmeersen, waarbij elk departement een aantal

lokalen krijgt toegewezen. Sinds het schrijven van het zelfevaluatierapport werd het openleercentrum in gebruik

genomen.

De opleiding beschikt over ruime en didactisch goed uitgeruste voorzieningen. De nieuwe mediatheek en het

leercentrum in het D-gebouw worden door de studenten intens gebruikt. De labinrichting voor mechanica is

eerder elementair: voor enkele machines die buiten dienst gesteld zijn, zijn vervangings- en

aanpassingsinvesteringen gepland.

De planning van de onderwijsactiviteiten en lokalen vindt plaats na overleg van de departementale

roostercoördinator met de verantwoordelijke lokalenbeheer van de campus en de roostercoördinatoren van

andere departementen.

Per vakgroep of opleiding staat een goed uitgeruste lectorenruimte ter beschikking. De hogeschool heeft plannen

om deze werkruimtes in de toekomst nog meer samen te brengen bij de onderzoeksinfrastructuur, om

samenwerking te bevorderen. Lectoren krijgen faciliteiten toebedeeld op het vlak van ICT, vervoersfaciliteiten en

catering.

De hogeschool beschikt over een tiental bibliotheken, verspreid over de verschillende campussen, en over een

elektronische bibliotheek. Voor de studenten van de opleiding Elektromechanica is de bibliotheek op de campus

Schoonmeersen gevestigd. Twee halftijdse bibliothecarissen staan de studenten te woord. Studenten kunnen via

de bibliotheekwebsite toegang krijgen tot de onlinecatalogus en bijkomende informatie met de bibliothecaire

voorzieningen.

Het departement Technologie beschikt over een verantwoordelijke Bibliotheekwerking en tien

bibliotheekwerkgroepen, die aan de departementale werkgroepen verbonden zijn. Hierdoor is er een betere

afstemming met de eisen van de opleiding. De bibliotheekverantwoordelijke heeft een vastgestelde taakinvulling.

Informatiesessies voor de studenten werden ingericht door de verantwoordelijke bibliotheekwerking, maar konden

op weinig bijval rekenen. Opdrachten voor informatieverwerking inbedden in het curriculum kan hier een

oplossing bieden.

Studenten kunnen beschikken over zelfstudieruimtes met ICT-voorzieningen. Verder beschikt de hogeschool over

een goed uitgebouwde IT-omgeving, die actueel wordt gehouden door een halftijdse medewerker. Studenten

krijgen allemaal een e-mailadres en hebben toegang tot het draadloze netwerk in specifieke gebouwen. Zij krijgen

eveneens de mogelijkheid om laptops aan budgetvriendelijke prijzen aan te schaffen.

De interne communicatie verloopt via drie kanalen: intranet, Dokeos en ad valvas.

Page 57: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t | 5 7

De sociale voorzieningen worden geregeld door de vzw Sovoreg. Informatie, advies en begeleiding worden

aangeboden. Er zijn twee studentenhomes ter beschikking, en Sovoreg beheert de cateringvoorzieningen.

Studenten kunnen er eveneens terecht voor studieadvies en de Psychosociale Dienst. Verder zijn er

verhuurdiensten voor fietsen en is er ondersteuning bij sportieve en culturele evenementen.

Met de afstudeerbeurs krijgen de studenten meer informatie over jobaanbiedingen en hoe men zich daarop kan

voorbereiden.

Syllabi worden sinds kort gratis aan de studenten van het eerste modeltraject aangeboden via de centrale

Cursusdienst. Kopieerapparaten zijn op diverse locaties beschikbaar, mits het gebruik van kopieerkaarten.

Voor studenten met een functiebeperking staat een lift ter beschikking. Er is eveneens een de vzw BSH

(Begeleiding van Studenten met een Handicap), die hen verder kan bijstaan.

De campus is vlot bereikbaar per spoor, tram en met de wagen. Sovoreg stelt fietsen ter beschikking van de

studenten.

Aankopen worden opgevolgd volgens specifieke procedures. De afgelopen jaren werd extra aandacht besteed

aan ICT-middelen, navorming, prospectiemiddelen voor binnen- en buitenlandse contacten en een optimalisatie

van het bibliotheekbudget. De afgelopen jaren werden bijkomende middelen voorzien vanuit de hogeschool. Er is

bijkomend een interdepartementale verdeelsleutel voor de verdeling van kosten voor didactische grondstoffen en

hulpmiddelen.

De commissie stelt vast dat de veiligheidsattitude niet volledig is ingebed bij het lectorenkorps. Dit blijkt uit de

aanwezigheid van oude laboreglementen en de ontoereikende blusmiddelen ter hoogte van het practicum

verwarmingstechnieken bij de verbrandingsketels.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie rekent op een snelle realisatie van de geplande investeringen om de lacunes in de labo-

uitrustingen op te vangen. Dit geldt voor de drie afstudeerrichtingen.

Facet 4.2 Studiebegeleiding

Beoordelingscriteria:

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de

studievoortgang.

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Via de dienst Communicatie en Cultuur bereikt de hogeschool potentiële studenten en informeert ze hen over

opleidingenaanbod. Zo zijn er de algemene en departementale websites, de publicatie ‘Exploot’, waarmee

studenten uit het secundair onderwijs aangesproken worden, de Studiewijzer met de curricula van de diverse

opleidingen voor elk departement, de Succeswijzer met studie- en examenvaardigheden, en de opendeurdagen

die jaarlijks worden ingericht. Informatie wordt verstrekt op de SID-in-beurzen, infosessies en opendeurdagen.

Page 58: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

5 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t

Ook de departementssecretaris en de stafmedewerker Communicatie werken hieraan mee. De Succeswijzer

werd opgesteld door de cel Studieadvies en -begeleiding, en is centraal en departementaal beschikbaar.

Op departementaal vlak is er informatieverstrekking via de departementale website en de deelname aan zes SID-

in-beurzen door een vaste groep van vier lectoren, vergezeld van de trajectbegeleider. Deze beurzen worden

degelijk voorbereid. Het departement beschikt over een eigen pr-werking, waarvoor een halftijdse medewerker

werkzaam is voor externe communicatie. Het studentensecretariaat verzorgt de interne communicatie door

middel van mailings en de valven.

Elk departement voorziet in drie infosessies op de campus, waarin studenten relevante informatie krijgen over de

opleiding. Verder investeert het departement in het verlenen van medewerking aan de Open Bedrijvendagen, de

Wetenschapsweek en het Wetenschapsfeest.

Door middel van bevragingen wordt eveneens gepolst naar de wijze waarop studenten met de hogeschool of het

departement in contact zijn gekomen.

Lectoren van de opleiding Elektromechanica nemen deel aan de departementale initiatieven, maar ook aan

specifieke beurzen van onder meer de Rotary club Sint-Niklaas en aan vakbeurzen. Verder fungeren lectoren van

de opleiding als evaluator op de verdediging van geïntegreerde proeven (GIP’s) in het secundair onderwijs of

maken ze deel uit van de vakjury op de Technologica-beurs, waar studenten uit Oost-Vlaanderen hun GIP

voorstellen.

Voor de start van het academiejaar hebben de studenten de mogelijkheid om brugcursussen wiskunde, fysica en

een introductiesessie studiemethode en -planning te volgen. Via een vereenvoudigde studiefiche zijn de

studenten op de hoogte van de doelstellingen en de inhoud van elke brugcursus. De introductiedag geeft de

instromende studenten dan weer duiding inzake de organisatie van de hogeschool, het departement en de

functionele aspecten. De opleidingsspecifieke inhouden worden toegelicht, lessenroosters worden overhandigd

en er is een rondleiding voor de studenten. In het academiejaar zelf worden de ouders uitgenodigd op een

infoavond voor de eerstejaarsstudenten. Die kan op een ruime belangstelling rekenen.

Studenten die laattijdig inschrijven, moeten dit motiveren en komen pas na goedkeuring door het

departementshoofd bij de trajectbegeleider terecht voor de opmaak van hun curriculum.

Gezien de overstap naar het hoger onderwijs door veel studenten als een probleem wordt ervaren, wilde de

opleiding hieraan tegemoetkomen door het aanbieden van een gedifferentieerd pakket voor eerstejaarsstudenten

met vakmonitoraat voor wiskunde.

Studenten worden geconfronteerd met een instaptest in het eerste deeltraject voor de opleidings-

onderdelen/vakken toegepaste wiskunde, fysica, elektriciteit, theoretische mechanica, elektronica en

installatietechnieken. Er is een intakegesprek voor verspaningstechnieken.

Bij het vaststellen van een tekort op basis van een behaalde score wordt een bijkomend uur per week, ingericht

voor de theorievakken, waarin de leerstof wordt herhaald. Voor verspaningstechnieken worden studenten zonder

voorkennis gedurende zes weken vertrouwd gemaakt met machines, zodat ze mee kunnen stappen in de

activiteiten van het modeltraject. Alle studenten kunnen aan de supplementaire uren deelnemen indien zij dit

wensen. Er is een bijkomend vakmonitoraat voor wiskunde voorzien bovenop het gedifferentieerde pakket.

Binnen het Departementaal Onderwijs Ontwikkelingsplan (DOOP) werd het LASSI-project opgestart om te peilen

naar de studiebelemmerende factoren van de student, waarbij de resultaten in een feedbackgesprek met de

student worden doorlopen en aanleiding geven tot een actieplan voor de student. Bij het vaststellen van grote

tekortkomingen op het vlak van faalangst, uitstelgedrag en studievaardigheden worden sessies studiemethodiek

ingericht. Bijkomend is in het vak fysica een deel studievaardigheden in het lessenpakket opgenomen door

middel van studietips.

De hogeschool beschikt over vier centrale studiebegeleiders en één departementale persoon als aanspreekpunt

voor de student. Bijkomend worden de contactgegevens van de diverse diensten op de valven, intranet en de

Succeswijzer aangegeven. Er zijn eveneens begeleidingspakketten voor studenten met dyslexie, en

Page 59: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t | 5 9

trainingssessies en relax-cd’s rond faalangst. Sessies studiemethode en planning zijn verplicht voor studenten die

het voorgaande jaar niet waren geslaagd voor de helft van hun jaarprogramma.

Studenten met een geïndividualiseerd traject krijgen een infosessie in het begin van het academiejaar over de

praktische organisatie van hun traject. Zij kunnen hier eveneens beroep doen op de trajectbegeleider, die het

uiteindelijke curriculum goedkeurt. Bij twijfel is een cascade van actoren van toepassing. De finale goedkeuring

wordt verleend door de Departementsraad.

De ombudsfunctie is gekend en komt tussen bij betwisting op het vlak van onderwijs- en examenregeling. In

tweede lijn kan de student een beroep doen op de klachtenprocedure van de hogeschool, indien het resultaat

voor de student niet bevredigend is. De functie van ombudspersoon wordt toevertrouwd aan een lector zonder

onderwijsopdracht in het departement met een juridische vorming en praktijkervaring. De functie-inhoud van de

ombudspersoon is duidelijk afgelijnd. Tijdens de infoavond met de ouders worden de functie en de werking van

de Ombudsdienst toegelicht.

Op basis van de aard van het probleem wordt de student doorverwezen naar de departementale

studiebegeleider, de cel Studieadvies en Studiebegeleiding of Sovoreg. Eventuele psychosociale begeleiding

behoort tot de mogelijkheden. Met een intakegesprek wordt de student via de departementale studiebegeleider

doorverwezen naar de juiste dienst. Binnen de cel Studieadvies en Studiebegeleiding is een studenten-

psycholoog actief met specialisatie in faalangst en examenstress. Samen met Sovoreg is er een nauwe

samenwerking met een reeks zelfstandige psychotherapeuten, waarbij een contract met de student wordt

afgesloten.

Studenten kunnen in het derde deeltraject een buitenlandse stageplaats aanvragen of deelnemen aan een

Erasmus-programma. De goedkeuring wordt al dan niet verleend door de Departementsraad. Bij een eventuele

deelname van een student aan een buitenlandse stage moet de departementale coördinator Internationalisering

op de hoogte worden gebracht, zodat de nodige informatie kan worden teruggekoppeld. Bij een Erasmus-project

handelt deze coördinator het administratieve luik af. Bij inkomende buitenlandse studenten staat deze persoon in

voor de behandeling van de aanvraag, tot en met het algemeen onthaal van de student. De stagepromotor

bepaalt met de student het onderwerp voor de stage en begeleidt de student tijdens het projectwerk.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Oordeel over onderwerp 4, voorzieningen: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 4.1, materiële voorzieningen: voldoende

facet 4.2, studiebegeleiding: goed

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 60: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

6 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t

Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg

Facet 5.1 Evaluatie resultaten

Beoordelingscriterium:

- De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mee aan de hand van toetsbare streefdoelen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Vanuit de AUGent werd een forum opgericht voor kennisuitwisseling tussen instellingen op het vlak van

kwaliteitszorg, om zo een grotere synergie te krijgen. Hiervoor zijn technische expertcommissies en

domeinwerkgroepen opgezet. Resultaten uit deze werkgroepen hebben geleid tot de opmaak van een

gemeenschappelijk domeinspecifiek referentiekader op associatieniveau, de uitwisseling van visitatierapporten en

de opmaak van zelfevaluatie-instrumenten voor onderzoeksgroepen.

De kwaliteitszorgcoördinator op hogeschoolniveau is actief lid van overlegcommissies over kwaliteitszorg op

VLHORA- en associatieniveau, en rapporteert regelmatig aan de departementale kwaliteitszorgcoördinatoren.

Het bestuurscollege bepaalt de kwaliteitsdoelstellingen, hierbij ondersteund door een kwaliteitsverklaring. Als

middel voor zelfevaluatie wordt gebruikgemaakt van het EFQM-model, onder de vorm van de TRIS-methode.

Kwaliteitszorg op het niveau van onderwijs is losgekoppeld van de kwaliteitszorg van ondersteunende diensten.

Toch moeten die laatste ook aan kwaliteitszorg doen, met het opmaken van doelstellingen, evaluatie en toezicht

door middel van de dienst Interne Audit, en hierbij geassisteerd door de dienst Juridische Aangelegenheden en

de Interne dienst voor preventie en milieu. Vanuit het bestuurscollege is een stappenplan opgemaakt naar het

verloop van visitatieprocessen. Werkgroepen hebben uiteindelijk uniformiteit gebracht in de diverse bevragingen

naar belanghebbenden.

Het kwaliteitszorgsysteem van de hogeschool is duidelijk gedefinieerd. Op basis van een zelfevaluatie moet

worden nagegaan in hoeverre aan de vooropgestelde doelstellingen wordt voldaan. Hiervoor worden de

belanghebbenden bevraagd, waaruit eventuele verbeterdoelen worden geformuleerd. Deze doelen worden

geconcretiseerd in verbeterplannen of jaaractieplannen, met de nodige timing en duiding van de te ondernemen

acties. Deze laatste worden centraal bij het begin van het kalenderjaar en departementaal bij het begin van het

academiejaar goedgekeurd. De centrale kwaliteitszorgcoördinator staat elk departement bij op het vlak van

kwaliteitszorg. De rapportering over de status van de diverse acties vindt plaats via het jaarverslag voor het

departement en de dienst van de algemeen directeur. Het bestuurscollege kan indien gewenst op basis van dit

verslag bijsturingen doorvoeren.

Elk departement kreeg een kwaliteitscoördinator toegewezen, die de verticale invulling geeft aan het

kwaliteitsbeleid. In het academiejaar 2008-2009 werd in het departement technologie een voltijdse

kwaliteitsmedewerker aangesteld, ter ondersteuning van de kwaliteitscel. De Opleidingscommissie bewaakt het

verloop van de kwaliteitszorg binnen de opleiding. Werkgroepen over de opleidingen heen voorzien in de

uitvoering van de zelfevaluaties volgens het TRIS-model, op vraag van de departementale

kwaliteitszorgcoördinator. Het interne rapport volgt de indeling van de NVAO, maar is gebaseerd op het TRIS-

model. Het externe zelfevaluatierapport is opgemaakt volgens de handleiding die werd overgemaakt door

VLHORA/VLIR. Interdepartementaal is een Kwaliteitsraad opgericht, waarbij de departementshoofden

samenkomen, los van het algemeen overleg, waardoor er een rechtstreeks verband naar het bestuur kan worden

gelegd.

Page 61: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t | 6 1

De departementale kwaliteitszorgcoördinator is de spil tussen de departementale Onderwijskwaliteitcel en de

Opleidingcommissie. Dit vanuit zijn verantwoordelijkheid om in te staan voor de bewaking en de optimalisering

van de kwaliteit binnen de opleidingen en het departement. Deze persoon zorgt eveneens, op basis van een

meerjarenplan, voor de systematische bevraging van belanghebbenden.

De commissie stelt evenwel vast dat kwaliteitszorg vanuit het hogeschoolbestuur voornamelijk top-down wordt

aangepakt en opgevolgd. De gehanteerde indicatoren kunnen volgens de commissie doelgerichter geformuleerd

worden volgens het SMART-principe.

De opleiding heeft een traditie in de organisatie van bevragingen en de opvolging van visitatierapporten.

Jaarlijks worden de studenten over de opleiding bevraagd. De vragenlijst die de studenten krijgen, wordt

regelmatig bijgestuurd in functie van nieuwe ontwikkelingen of op vraag van de opleidingscommissies. De

resultaten worden via resonantiegesprekken teruggekoppeld aan de studenten.

De opleidingsonderdelen werden inmiddels bij alle deeltrajecten bevraagd bij de student. De driejaarlijkse

bevraging is intussen bijgestuurd, zodat de student per opleidingsonderdeel een oordeel kan geven over

hoorcollege, studiemateriaal, gehanteerde onderwijsvorm en examens. Bij een slechte quotering op één of meer

van deze onderdelen krijgt de student de kans om dit verder toe te lichten. Het onderwijzend personeel krijgt de

resultaten schriftelijk teruggekoppeld. Bij vaststelling van grote tekortkomingen worden de resultaten door het

departementshoofd met de betrokken lector besproken. De resultaten worden eveneens teruggekoppeld aan de

vakgroepen en de Opleidingscommissie. Op zijn beurt kan dit leiden tot een functioneringsgesprek met de

betrokken lector.

Stageplaatsen worden systematisch bevraagd op het einde van het academiejaar, zowel voor binnen- als

buitenlandse stagebegeleiders. Er wordt gepeild naar de mate waarin competenties worden bereikt en naar

mogelijke lacunes in de opleiding of opleidingsonderdelen. De quotering vindt plaats via een vijfpuntenschaal.

De laatstejaarsstudenten worden periodiek bevraagd over de stageplaats zelf, de organisatie en de opdracht, de

communicatie en de begeleiding tijdens de stage. De student wordt ook gevraagd in welke mate de stage heeft

bijgedragen tot zijn eigen ontwikkeling.

De bevraging van medewerkers is in 2008 opgestart via een elektronisch systeem.

Alumni worden driejaarlijks bevraagd. Er werd gepeild naar een eventuele nood aan verdere vorming, de

werksituatie, de evolutie in de tewerkstelling, de aard en het niveau van de functie, het belang van de kennis en

de competenties aangereikt in de opleiding, en naar de aansluiting van de opleiding bij het beroep. De respons

bedroeg 24,1 procent.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt aandacht voor een doorstroming van kwaliteitszorg in beide richtingen, top-down en bottom-

up, vanaf het hogeschoolbestuur tot de opleiding.

De commissie vraagt om de gehanteerde indicatoren doelgerichter te formuleren via het SMART-principe.

Page 62: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

6 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t

Facet 5.2 Maatregelen tot verbetering

Beoordelingscriterium:

- De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen tot

de realisatie van de streefdoelen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding is vertrokken vanuit de eerste visitatie van de opleiding Elektromechanica in 2002-2003 om alle

vaststellingen en verbeterpunten op te nemen in de jaaractieplannen van de opleiding. De opleiding kan

aangeven dat het merendeel van de vaststellingen inmiddels is weggewerkt. Het bijscholingsbeleid voor

personeelsleden wordt momenteel nog verder uitgediept.

Sinds 2000-2001 stelt de opleiding jaaractieplannen op. Na bijsturing is inmiddels departementaal de structuur

van deze verbeterplannen vastgelegd en omvatten zij nu naast het ‘hoe’ ook de deadline, de verantwoordelijke

voor de uitvoering en de indicator om te verifiëren of het actiepunt op voldoende wijze is uitgevoerd. De

Opleidingscommissie waakt over de opvolging van het actieplan, dat door de Opleidingscommissie jaarlijks wordt

voorgelegd aan de Departementsraad ter goedkeuring.

De commissie stelt evenwel vast dat de indicatoren niet steeds adequaat zijn vastgesteld en bijgevolg kunnen

verbeterd worden.

Streefdoelen voor de toekomst werden eveneens geformuleerd, waarbij het contact met het beroepenveld, de

studentenparticipatie en de internationale dimensie van de opleiding moeten worden.

De operationele verbeteracties vinden bottom-up plaats, maar worden niet geformaliseerd opgevolgd binnen het

kwaliteitszorgsysteem. Hierdoor mist de opleiding kansen om met de geboekte resultaten naar buiten te komen.

De opleiding mist nog de attitude om de PDCA-cyclus ten volle te benutten.

Uit de bevragingen van studenten en alumni komt de praktische gerichtheid als troef naar voren. De

verbeterpunten die door de studenten werden geuit, zijnde een verdere uitbouw van het labo klimatisatie en

mechanica en een groter contact met het beroepenveld doorheen het curriculum, zijn door de opleiding terdege

aangepakt.

De opleidingsonderdelen werden bij de studenten bevraagd en geanalyseerd door de vakgroepvoorzitters. De

studenten konden hun appreciatie op een vijfpuntenschaal toekennen aan vier onderdelen, met name

hoorcollege, studiemateriaal, gehanteerde werkvormen en examen. De gemiddelde scores per aspect zijn in

kaart gebracht.

De jaarlijkse bevraging bij de stagebegeleiders geven een positief beeld, waarbij de stage en het eindwerk veelal

een meerwaarde betekenen voor het bedrijf. Eenzelfde resultaat wordt verkregen uit de bevraging van de

internationale stagebegeleiders.

De bevraging van de studenten over de stage leverde in het algemeen goede resultaten op, een paar

opmerkingen over de begeleiding door de promotor of de bedrijfsinhoudelijke begeleiding niet te na gesproken.

Aanbevelingen ter verbetering:

De opleiding moet de ‘check’ en ‘act’ spontaan opnemen om zo de PDCA-cyclus volledig te sluiten.

Page 63: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t | 6 3

Facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld

Beoordelingscriterium:

- Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemende beroepenveld van de

opleiding actief betrokken.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De Departementsraad of het departementshoofd bij delegatie keurt de jaaractieplannen, het departementaal

jaarverslag en het zelfevaluatierapport goed na bespreking.

Sinds het schrijven van het ZER heeft de hogeschool een kwaliteitsraad opgericht, waarin alle

departementshoofden zetelen. Op die manier wenst men de doorstroming van informatie naar de directie te

faciliteren. Bijkomend is geïnvesteerd in kwaliteitsmedewerkers ter ondersteuning van de departementen.

Hiermee wordt een efficiëntere doorstroming van informatie beoogd naar de raad van bestuur op het vlak van

kwaliteitszorg.

De lectoren zijn permanent betrokken bij het beleid op opleidingsniveau, aangezien ze zelf de agenda

meebepalen van de Opleidingscommissie. Lectoren die geen deel uitmaken van deze commissie kunnen input

geven over punten die ze zelf aanbrengen, of als hun expertise in een specifieke materie vereist is. Alle verslagen

en rapporten zijn op Dokeos toegankelijk voor de lectoren. Opleidingsoverschrijdende materie over kwaliteitszorg

wordt besproken binnen de vergadering van voorzitters van de opleidingscommissies. Lectoren namen deel aan

het interne zelfevaluatierapport van 2007 via departementale TRIS-werkgroepen.

Studenten worden betrokken door de aanwezigheid van één studentenvertegenwoordiger in de

Departementsraad en de Opleidingscommissie. Verder worden de studenten bevraagd over de opleiding en de

opleidingsonderdelen.

Het werkveld, waartoe heel wat alumni behoren, participeert aan kwaliteitszorg door middel van stages en

eindwerkjurering, gastcolleges, georganiseerde alumnicontacten, resonanties en via maatschappelijke

dienstverlening. In de Departementsraad heeft eveneens een persoon uit het werkveld zitting.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt de opleiding en het departement om blijvend aandacht te hebben voor de kwaliteitsbeleving,

en verwacht dat de recente inspanningen een belangrijke bijdrage zullen leveren naar de toekomst.

Page 64: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

6 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t

Oordeel over onderwerp 5, interne kwaliteitszorg: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 5.1, evaluatie resultaten: voldoende

facet 5.2, maatregelen tot verbetering: voldoende

facet 5.3, betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 65: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t | 6 5

Onderwerp 6 Resultaten

Facet 6.1 Gerealiseerd niveau

Beoordelingscriterium:

- De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde competenties qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De projecten in het derde deeltraject worden als sluitstuk gezien van de opleiding, waarin de student kan

aantonen dat hij de nodige competenties heeft verworven om als beginnende beroepsbeoefenaar aan de slag te

gaan. De studenten voeren projecten uit die aansluiten op de inhoud van hun afstudeerrichting. Ze voelen zich

voldoende voorbereid op deze stap.

De stagebegeleiders staan positief ten aanzien van de beroepsbekwaamheid van de student. Bovendien getuigen

stagepromotoren dat een aanzienlijk deel van de studenten op het stagebedrijf een contract krijgt aangeboden.

Uit de bevraging van alumni blijkt dat 20 procent op die manier in het werkveld is gestapt.

De eindwerken worden door de binnenlandse stagebegeleiders als een meerwaarde voor het bedrijf ervaren. Dit

wordt bevestigd door de buitenlandse stagebegeleiders. De criteria waarop wordt gequoteerd, zijn kennis en

praktische vaardigheden, organisatietalent, samenwerking, onafhankelijkheid en klantvriendelijkheid. Hierop

worden hoge quoteringen verleend op basis van een vijfpuntenschaal (gemiddeld 4,6 op 5). De laagste score van

3,33 op 5 werd toegekend aan communicatie met externen, maar wordt ervaren als voldoende. De stage-

instellingen zijn doorgaans bereid opnieuw studenten van de hogeschool toe te laten.

Binnen het departement Technologie is de opleiding Elektromechanica degene met het grootste aantal uitgaande

studenten. Het percentage uitgaande studenten is van 2003 tot 2008 gestegen van 5,8 naar 12,5 procent. Op

basis van bevragingen kwam aan het licht dat studenten onvoldoende op de hoogte waren van de mogelijkheden

naar internationale ervaring. Bijkomend voelden slechts weinig studenten zich voorbereid om een dergelijke

opdracht aan te vatten. De vragenlijst bleek evenwel niet volledig afgestemd op de doelgroep. Gezien op dat

ogenblik alle informatie in dit kader door de stagecoördinator van de opleiding werd gegeven, is in het

academiejaar 2006-2007 beslist om de organisatie over te laten aan de departementale coördinator

Internationalisering. Er worden nu bijgevolg infosessies over internationale mogelijkheden op het vlak van stage

en eindwerk ingericht voor alle studenten van het departement. De vraagstelling in de bevragingen is bijgevolg

bijgestuurd, zodat enkel die studenten kunnen antwoorden die effectief een internationale ervaring hebben gehad.

Binnen het kader van internationalisering werkt de departementale coördinator Internationalisering aan een

infobundel voor inkomende en uitgaande studenten en een databank met informatie aangaande partners en

weerkerende bestemmingen. Elke uitgaande student wordt gevraagd een verslag over zijn ervaringen te

schrijven. Deze informatie wordt verder gebundeld voor alle opleidingen.

De student wordt al in het eerste deeltraject in contact gebracht met het werkveld. Bedrijfsbezoeken en beurzen,

gastcolleges, bedrijfstrainingen en vakoverschrijdende projecten brengen de student in contact met de industrie.

In het laatste deeltraject wordt de student gedurende elf weken voltijds ingezet in een stagebedrijf. De studenten

en alumni waarderen de inspanningen naar het verhogen van de contacten met de industrie.

Page 66: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

6 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t

Uit de gesprekken met het werkveld kwam naar voren dat de studenten een goede theoretische kennis bezitten.

De praktische implementatie laat evenwel soms te wensen over, ook voor zelfstudie en het verrichten van

opzoekingswerk. In de afstudeerrichting Klimatisering komt dit het sterkst naar voren.

Eenmaal afgestudeerd vinden de studenten snel werk; 85 procent binnen de maand. Hun tewerkstellingsprofiel is

vrij divers en door de opleiding in kaart gebracht. Een aantal afgestudeerden werd tijdens de opleiding

gemotiveerd om een vervolgopleiding aan te vatten.

De studenten zijn algemeen (71 procent) tevreden over hun opleiding. De praktijkgerichtheid van de opleiding en

de integratie van projectwerk vanaf het eerste deeltraject worden gewaardeerd. Net als de laagdrempeligheid van

het lectorenkorps en de contactmomenten bij het begeleid zelfstandig leren. Geformuleerde aandachtspunten

naar de verdere uitbouw van bepaalde labo’s en een betere spreiding van taken en toetsen werden door de

opleiding van de nodige actie voorzien.

De opleiding heeft alumni bevraagd, zowel van voor als na de bamahervorming. De alumni stonden positief ten

aanzien van het programma en de mate waarin de competenties afdoende worden bereikt om de instap in het

werkveld mogelijk te maken. Bijkomend hadden zij evenwel specifieke aandachtspunten geformuleerd, die

inmiddels zijn opgenomen in de departementale jaaractieplannen.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie waardeert het niveau van theoretische inzichten bij de afgestudeerden, maar vraagt aandacht voor

hetzelfde niveau van de praktische vaardigheden.

Facet 6.2 Onderwijsrendement

Beoordelingscriteria:

- Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen.

- Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Vlaanderen heeft geen traditie in het verzamelen van slaagcijfers per studiegebied en/of opleiding over de jaren

heen. Uit ervaring blijkt dat de globale slaagcijfers voor generatiestudenten op Vlaams niveau tussen de 45 en 50

procent liggen. Noch de evolutie over de jaren heen, noch de situatie per opleiding of studiegebied wordt

opgevolgd. Daardoor kan de opleiding geen streefcijfers formuleren in vergelijking met relevante andere

opleidingen.

De opleiding heeft wel informatie over de eigen slaagcijfers. Voor de eerstejaarsstudenten in het modeltraject

bedragen die gemiddeld 48,7 procent voor de periode 2002-2006. Op Vlaams niveau zijn de gegevens

beschikbaar van 2002 tot 2005, waarbij het slaagpercentage over de drie academiejaren voor de opleiding

Elektromechanica 52,3 procent bedraagt.

De opleiding merkt een beduidend verschil in het slaagpercentage tussen niet-generatiestudenten en

generatiestudenten, van respectievelijk 45,8 en 53,8 procent in de periode 2002-2006.

Page 67: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t | 6 7

Vanaf het academiejaar 2006-2007 houdt de opleiding rekening met de flexibilisering, door het slaagcijfer te

berekenen als de verhouding van het aantal verworven en gedelibereerde studiepunten ten opzichte van het

aantal opgenomen studiepunten. Daardoor ligt het slaagcijfer met 63,4 procent beduidend hoger voor dat

academiejaar.

De slaagkansen van ASO-studenten blijken hoger in het eerste deeltraject op basis van cijfers van de periode

2002-2006 (64,1 procent), gevolgd door TSO met een gemiddelde slaagkans van 46,9 procent. Voor de BSO-

richtingen is dit 14,3 procent.

Binnen het tweede en derde deeltraject liggen de slaagcijfers voor dezelfde periode respectievelijk op 92,2 en

96,3 procent. De resultaten zijn gelijklopend voor de verschillende afstudeerrichtingen.

Slaagcijfers worden opgevolgd in samenwerking met de Opleidingscommissie. Dit gebeurt ter bewaking van het

onderwijsrendement. Na het eerste semester worden de punten van studenten uit het eerste modeltraject

opgevolgd voor een mogelijke bijsturing van de studenten.

In de referentieperiode 2002-2006 studeerde 81,1 procent van de studenten op tijd af. De rest had er meer tijd

voor nodig.

De opleiding krijgt gemiddeld te maken met een drop-outcijfer van twintig studenten per jaar. Gerelateerd aan het

aantal inschrijvingen komt dit neer op ongeveer 5,7 procent. De betrokkenen worden uitgenodigd voor een

gesprek bij de trajectbegeleider of departementssecretaris voor een gesprek, om de eventuele oorzaak te

achterhalen en uit te kijken naar mogelijkheden voor heroriëntatie.

Aanbevelingen ter verbetering:

De opleiding moet zich beraden hoe ze de dreigende doorlooptijdtoename als gevolg van de flexibilisering onder

controle kan houden.

Page 68: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

6 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t

Oordeel over onderwerp 6, resultaten: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 6.1, gerealiseerd niveau voldoende

facet 6.2, onderwijsrendement voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 69: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t | 6 9

Globaal oordeel

De visitatiecommissie baseerde haar oordeel en motivering op de volgende bronnen:

- het zelfevaluatierapport van de opleiding en de bijhorende bijlagen,

- de gevoerde gesprekken met de betrokkenen,

- de documenten ter inzage tijdens het bezoek,

- de opgevraagde documenten,

- de reactie van de opleiding op het opleidingsrapport.

Het ZER is vlot leesbaar en geeft een realistisch beeld van de opleiding, mee dankzij de duidelijke verwijzingen

naar de goed uitgewerkte bijlagen, die het consulteren van het rapport erg vergemakkelijken. Uit het ZER blijkt

dat het team een heldere en realistische kijk heeft op de opleiding en met een kritische blik de sterke en te

verbeteren punten aangeeft.

Op basis van de oordelen over:

onderwerp 1, niveau en oriëntatie: voldoende

onderwerp 2, programma: voldoende

onderwerp 3, personeel: voldoende

onderwerp 4, voorzieningen: voldoende

onderwerp 5, interne kwaliteitszorg: voldoende

onderwerp 6, resultaten: voldoende

is de commissie van mening dat er voldoende generieke kwaliteitswaarborgen in de opleiding aanwezig zijn.

Page 70: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

7 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l G e n t

Overzichtstabel van de oordelen

score facet score onderwerp

Onderwerp 1: Doelstellingen van de opleiding voldoende

Facet 1.1: Niveau en oriëntatie goed

Facet 1.2: Domeinspecifieke eisen goed

Onderwerp 2: Programma voldoende

Facet 2.1: Relatie doelstelling en inhoud voldoende

Facet 2.2: Eisen professionele gerichtheid voldoende

Facet 2.3: Samenhang goed

Facet 2.4: Studieomvang OK

Facet 2.5: Studietijd voldoende

Facet 2.6: Afstemming vormgeving en inhoud voldoende

Facet 2.7: Beoordeling en toetsing voldoende

Facet 2.8: Masterproef n.v.t.

Facet 2.9: Toelatingsvoorwaarden goed

Onderwerp 3: Inzet van personeel voldoende

Facet 3.1: Kwaliteit personeel voldoende

Facet 3.2: Eisen professionele gerichtheid voldoende

Facet 3.3: Kwantiteit personeel goed

Onderwerp 4: Voorzieningen voldoende

Facet 4.1: Materiële voorzieningen voldoende

Facet 4.2: Studiebegeleiding goed

Onderwerp 5: Interne kwaliteitszorg voldoende

Facet 5.1: Evaluatie resultaten voldoende

Facet 5.2: Maatregelen tot verbetering voldoende

Facet 5.3: Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en

beroepenveld

voldoende

Onderwerp 6: Resultaten voldoende

Facet 6.1: Gerealiseerd niveau voldoende

Facet 6.2: Onderwijsrendement voldoende

De oordelen zijn van toepassing voor:

HoGent Elektromechanica

- Klimatisering

- Elektromechanica

- Automatisering.

Page 71: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t | 7 1

Hoofdstuk 2 Hogeschool voor Wetenschap & Kunst

Algemene toelichting bij de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektromechanica aan de

Hogeschool voor Wetenschap en Kunst

Het huidige De Nayer Instituut is ontstaan in 1922 als de toenmalige Bijzondere School voor Technisch

Ingenieurs, onder impuls van de Leuvense professor de Fays, Kardinaal Mercier en de eerste directeur, E.H. Jan

de Nayer. De school is gestart aan de Melaan in Mechelen; de nieuwe campus in Sint-Katelijne-Waver is in

gebruik sinds 1981.

In 1985 werd een graduaatopleiding meet- en regeltechniek opgericht, die naar aanleiding van de invoering van

het Hogescholendecreet omgevormd werd tot een graduaat Elektromechanica. Het De Nayer Instituut maakt

sinds 1 september 1995 deel uit van de Hogeschool voor Wetenschap & Kunst (WenK), en behoort tot het

departement Industriële wetenschappen en technologie.

Alle graduaatopleidingen binnen het studiegebied Industriële wetenschappen en technologie werden gegroepeerd

binnen het departement Technologie en waren aanvankelijk verspreid over drie campussen: De Nayer (Sint-

Katelijne-Waver), Kardinaal Mercier (Schaarbeek) en Narafi (Vorst). Omwille van rationalisering binnen de

Hogeschool voor Wetenschap & Kunst zijn sinds het academiejaar 1999-2000 de opleidingen elektriciteit en

mechanica van de andere campussen overgebracht naar De Nayer. Hierdoor centraliseert de hogeschool alle

opleidingen op twee campussen: De Nayer en Narafi, en werd de campus Kardinaal Mercier tijdens het

academiejaar 2004-2005 gesloten.

De professionele bacheloropleiding Elektromechanica maakt deel uit van het departement Technologie. Het

opleidingsprogramma voorziet in het derde jaar drie afstudeerrichtingen: Automatisering, Klimatisering en

Onderhoudstechnologie.

Vanaf het academiejaar 2008-2009 werkt campus De Nayer operationeel samen met de Lessius Hogeschool.

Hoewel dit proces volledig binnen het wettelijke kader verloopt, is het evident dat dit een grote impact zal hebben

op de werking en organisatie van het departement Technologie.

Zowel de Hogeschool voor Wetenschap & Kunst als de Lessius Hogeschool maakt samen met andere

hogescholen en de Katholieke Universiteit Leuven deel uit van de Associatie K.U.Leuven.

Page 72: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

7 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t

Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding

Facet 1.1 Niveau en oriëntatie van de professioneel gerichte bachelor

Beoordelingscriteria:

De opleidingsdoelstellingen zijn erop gericht de student te brengen tot:

- het beheersen van algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken

van informatie, het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken, creativiteit, het kunnen uitvoeren

van eenvoudige leidinggevende taken, het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en

oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken, en een ingesteldheid tot levenslang leren;

- het beheersen van algemene beroepsgerichte competenties als teamgericht kunnen werken,

oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van

complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk, en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle

oplossingsstrategieën, en het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid die samenhangt met de

beroepspraktijk;

- het beheersen van beroepsspecifieke competenties op het niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar.

Het oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het uitgangspunt van de opleiding is het vormen van professionele bachelors met een grote technische

basiskennis, en met vaardigheden en attitudes, in overeenstemming met de eisen van het beroepenveld.

De opleidingsdoelstellingen voor de professionele bachelor Elektromechanica zijn gebaseerd op het

Structuurdecreet, aangevuld met de door de Associatie K.U.Leuven vooropgestelde competenties, en afgestemd

op de eisen van het beroepenveld.

De vooropgestelde algemene competenties, de beroepsgerichte en beroepsspecifieke competenties zijn omgezet

in opleidingsdoelstellingen.

Als algemene competenties streeft de opleiding de volgende na:

- denk- en redeneervaardigheden;

- het kunnen verwerven en verwerken van informatie;

- kritisch reflecteren;

- projectmatig werken en inzetten van creativiteit;

- eenvoudige leidinggevende taken uitvoeren;

- communicatievaardigheden;

- een ingesteldheid tot levenslang leren.

De nagestreefde algemene beroepsgerichte competenties zijn:

- teamgericht werken;

- zelfstandig definiëren en analyseren van probleemsituaties in de beroepspraktijk;

- oplossingen uitwerken en implementeren;

- het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid in de context van de beroepspraktijk.

Wat de nagestreefde beroepsspecifieke competenties betreft, gaat het over:

- het assisteren in het ontwikkelen, testen en valideren van elektromechanische systemen, inclusief het

technische dossier samenstellen;

- het beheren van de technische aspecten van een productieproces;

Page 73: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t | 7 3

- de installatie en het in bedrijf nemen van elektromechanische systemen;

- het onderhoud van elektromechanische systemen;

- advies verlenen bij de aan- en verkoop van technologische systemen;

- opleidingen verzorgen over elektromechanische systemen.

Voor alle opleidingsonderdelen heeft de opleiding de aangereikte competenties in kaart gebracht door gebruik te

maken van competentiefiches. Het geheel van deze competentiefiches voor de verschillende

opleidingsonderdelen inventariseert alle competenties over het volledige curriculum. Dit resulteert in een

overzichtelijke competentiematrix. Voor elke competentie geeft de competentiefiche een duidelijk beeld van het

percentage tijd, het nagestreefde niveau en de manier waarop de competentie wordt aangebracht.

Voor wat het niveau en de oriëntatie betreft, voldoet de opleiding aan de decretaal opgelegde normen voor de

algemene competenties, de algemene beroepscompetenties en de beroepsspecifieke competenties.

Uit het zelfevaluatierapport (ZER) maakt de commissie op dat het departement een heldere kijk heeft op de

opleiding, en met een kritische blik de sterke en te verbeteren punten aangeeft.

De opleiding heeft met haar competentiematrix aangegeven welke opleidingsonderdelen kunnen bijdragen tot het

vormen van de vereiste bachelorcompetenties. Het is voor de docenten en de studenten echter niet duidelijk wat

dit competentiegerichte leren concreet betekent, omdat de opleiding in dit kader nog niets expliciet heeft

geformuleerd. De commissie ziet deze competentiematrix als een eerste aanzet in het competentiegerichte

onderwijs en de bijhorende evaluaties. Kennisname van de ervaring van collega’s in andere hogescholen kan het

proces naar een volwaardig competentiegericht onderwijs versnellen. Dit onderwijsvernieuwingsproces

veronderstelt ook een krachtige ondersteuning vanuit het beleid van de Lessius Hogeschool naar deze opleiding.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie adviseert om het competentiegerichte leren en de bijhorende evaluaties concreet te maken, en in

te voeren in de verschillende onderdelen van de opleiding.

Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen

Beoordelingscriteria:

- De doelstellingen van de opleiding (uitgedrukt in eindkwalificaties van de student) sluiten aan bij de eisen die

door (buitenlandse) vakgenoten en het relevante beroepenveld gesteld worden aan een opleiding in het

betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroeps- of kunstpraktijk). Ze zijn, in het geval van

gereglementeerde beroepen, in overeenstemming met de reglementering of regelgeving ter zake.

- Voor professioneel gerichte bacheloropleidingen zijn de eindkwalificaties getoetst bij het relevante

beroepenveld.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De beroeps- en opleidingsprofielen voor de professionele bachelor Elektromechanica zijn opgesteld door de

Vlaamse Onderwijsraad, in samenwerking met vertegenwoordigers van het werkveld.

Page 74: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

7 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t

De professionele bachelor Elektromechanica situeert zich tussen de afgestudeerden uit het secundair onderwijs

en de masteropleidingen. Deze opleiding is in de eerste plaats gericht op de beroepspraktijk, en biedt een directe

uitstroommogelijkheid naar de arbeidsmarkt.

De professionele bachelors Elektromechanica, opgeleid op de campus De Nayer, zullen dan ook praktische

specialisten zijn met een brede theoretische kennis in het domein van Elektromechanica, thermodynamica,

elektronica, elektriciteit, meet- en regeltechniek en klimatiseringstechnieken. Algemeen vormende

opleidingsonderdelen, zoals informatica, management, talen, en communicatieve en humane vorming,

vervolledigen het opleidingsprogramma.

Wat de domeinspecifieke eisen betreft, voldoet de opleiding aan het door de commissie vooropgestelde

domeinspecifieke referentiekader. Uit de bevraging van alle actoren blijkt duidelijk dat de opleiding de brede basis

voor het toepassingsgerichte bachelorprofiel wil bewaren.

Uit de gesprekken met de docenten tijdens het visitatiebezoek maakt de commissie op dat de campus De Nayer

ook de nadruk wil leggen op praktische toepassingen en het realiseren van projecten, in plaats van de studenten

uitsluitend theoretische kennis en berekeningen aan te reiken. De opleiding maakt in overleg met het werkveld

hierop een uitzondering voor de specialisatierichting Klimatisering. Deze studenten worden naast de praktische

toepassingen ook opgeleid om technische installaties effectief te leren berekenen. Zowel de afgestudeerden als

het beroepenveld waarderen deze keuze. De campus De Nayer profileert zich na 75 jaar nog steeds als een sterk

merk, en de opleiding wil deze hoge standaard handhaven.

De commissie vraagt zich wel af of het departement niet meer contact zou kunnen zoeken met andere

hogescholen binnen de Associatie K.U.Leuven, om via een vergelijkende evaluatie te bevestigen dat de opleiding

nog steeds mee is op het vlak van de technologische evoluties.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie raadt de opleiding aan gebruik te maken van de opportuniteiten die door het lidmaatschap van de

Associatie K.U.Leuven worden geboden om haar doelstellingen te toetsen aan de recentste technologische

evoluties.

Oordeel over onderwerp 1, doelstellingen van de opleiding: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 1.1, niveau en oriëntatie voldoende

facet 1.2, domeinspecifieke eisen voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 75: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t | 7 5

Onderwerp 2 Programma

Facet 2.1 Relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma

Beoordelingscriteria:

- Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties van de opleiding qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

- De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma.

- De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te

bereiken.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Sinds 1985 richt het De Nayer Instituut professionele bacheloropleidingen Elektromechanica in. Gedurende deze

periode werden verschillende kleine programmawijzigingen doorgevoerd.

In overeenstemming met de decretale vereisten, de missie van het departement en de binnen de Associatie

K.U.Leuven vastgelegde bamaprofielen is de professionele bacheloropleiding Elektromechanica op de campus

De Nayer volledig vernieuwd. De reden voor het invoeren van deze curriculumvernieuwing was de wens van de

opleiding om wat de vorm betreft, het opleidingsprogramma in lijn te brengen met de andere professionele

bacheloropleidingen binnen de Associatie K.U.Leuven.

De opleiding heeft in samenspraak met vertegenwoordigers van het werkveld en het departement Industriële

Wetenschappen (docenten en studenten van het departement) de onderwijsdoelstellingen vertaald naar een

concreet studieprogramma. In verschillende formele overlegorganen van de hogeschool zijn hervormingen

besproken, wat resulteerde in een ingrijpende programma-aanpassing vanaf het academiejaar 2006-2007. De

verschillende vakgroepen actualiseren dit opleidingsprogramma continu.

De opleiding professionele bachelor Elektromechanica bestaat uit een gemeenschappelijk deel, waardoor elke

student een polyvalente basisopleiding krijgt in alle vakdomeinen (134 studiepunten). In het derde jaar biedt de

opleiding drie afstudeerrichtingen aan: Automatisering, Klimatisering en Onderhoudstechnologie. De

opleidingsonderdelen van de afstudeerrichtingen bieden de studenten een gespecialiseerde kennis (46

studiepunten) aan. Een polyvalent programma moet de studenten, naast een brede theoretische basiskennis, ook

tijd en ruimte bieden om de aangereikte kennis toe te passen. Deze opleiding maakt immers een bewuste keuze

om praktische en onmiddellijk inzetbare technici af te leveren. Omwille van de diversiteit qua vooropleiding van de

instromende studenten zijn de cursussen zo opgesteld, dat geen vakspecifieke voorkennis is vereist.

De opleiding is opgedeeld in de volgende vakgroepen: elektriciteit en elektronica, mechanica, automatisering,

wiskunde, ontwerp- en productietechnologie, thermodynamica en informatica. Binnen de opleiding staan de

verschillende vakgroepen borg voor de technologische invulling en de opvolging van de te verwerven

competenties en attitudes. Naast de vakgroepfiches stelt iedere vakgroep ook per opleidingsonderdeel een

opleidings- en een competentiefiche op. Het geheel van deze competentiefiches vormt de basis voor de

competentiematrix. Naast een totaal overzicht van de beoogde competenties gedurende het volledige curriculum

legt deze competentiematrix ook de toetsingscriteria vast.

De projectweken, de stage en het eindwerk zijn niet aan een bepaalde vakgroep toegewezen. Het departement

kiest hier voor een coördinator per opleiding, om het belang van deze opleidingsonderdelen te onderstrepen.

Deze coördinator staat in voor het invullen en de organisatie van deze opleidingsonderdelen, in samenspraak met

Page 76: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

7 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t

de opleidingscoördinatoren. De meeste docenten zijn bij de uitvoering van de projectweken ook actief betrokken,

zowel voor, tijdens als bij de evaluatie van het proces. Om een snelle bijsturing van dit proces mogelijk te maken

en de vooropgestelde competenties en doelstellingen te bereiken, worden zowel de externe promotoren als de

studenten jaarlijks bevraagd.

Daarnaast vervolledigt een pakket met algemene vorming (taal, communicatie en management) het

opleidingsprogramma. Deze ondersteunende opleidingsonderdelen behoren ook niet tot een specifieke vakgroep.

Het departementshoofd ziet erop toe dat de inhoud van deze vakken in lijn is met de vooropgestelde

doelstellingen en competenties.

De commissie waardeert de nieuwe aanpak van de projectweken waarin projectteams samenwerken aan een

concreet product, zonder permanent toezicht van docenten. De docenten fungeren op dat moment als

projectcoach. Omdat sommige projecten vakoverschrijdend of zelfs opleidingsoverschrijdend zijn, kunnen

projectteams samengesteld zijn uit studenten van verschillende opleidingen. De commissie waardeert deze

werkwijze, omdat de studenten daardoor leren samenwerken met studenten uit andere disciplines. Dit is ook een

prima voorbereiding op de aansluitende stage. De introductie van vakoverschrijdend werken zou volgens de

commissie wel al vroeger in het curriculum moeten worden geïntroduceerd, om een meerwaarde te kunnen

betekenen voor het bereiken van de algemene en beroepsgerichte competenties.

De stage en het eindwerk vormen één opleidingsonderdeel, en situeren zich in het tweede semester van het

derde jaar, onmiddellijk na de projectweken. De studenten kunnen kiezen voor een studie, een ontwerp en/of de

praktische realisatie van een technisch onderwerp. Dit gebeurt bij voorkeur in een bedrijf. Dit opleidingsonderdeel

beoogt de student de nodige competenties aan te reiken om autonoom te kunnen functioneren binnen een

bedrijfsomgeving. Naast de hogeschoolpromotor krijgt elke student een bedrijfsbegeleider. De

hogeschoolpromotor fungeert als coach en moet regelmatig door de student op de hoogte worden gebracht van

de werkzaamheden en vorderingen.

De commissie juicht het koppelen van de herziene stage aan het eindwerk toe. Dit heeft duidelijk een

meerwaarde voor zowel de studenten als de bedrijven.

Sinds de hervorming van het opleidingsprogramma is zowel de stage als het eindwerk duidelijk omschreven. De

studenten en de docenten vinden alle nodige richtlijnen en praktische informatie op Toledo. De stage en het

eindwerk maken integraal deel uit van het opleidingsprogramma van het derde jaar. Hierdoor worden de

studenten met een tweede zittijd in hun tweede jaar niet meer benadeeld.

In het kader van studenten- en docentenuitwisseling voert de opleiding vooraf een grondig onderzoek naar de

profilering van het eigen curriculum ten opzichte van het programma van de internationale partnerinstelling. De

uitwisselingsprojecten kunnen pas opgestart worden na een positieve evaluatie. De commissie waardeert dit

initiatief.

De hogeschool maakt deel uit van een intensief samenwerkende internationale groep van vier technologische

departementen. Deze groep bestaat, naast de Lessius Hogeschool campus De Nayer, uit de Haagse Hogeschool

afdeling Rijswijk (Nederland), het Institute of Technology Tallaght (Ierland) en het IUT Blagnac (Frankrijk). Deze

vier partnerscholen komen jaarlijks samen om kennis en informatie uit te wisselen. Daarnaast zijn er

uitwisselingsprojecten met de opleiding in Tromsö (Noorwegen).

Door deze internationale contacten en de vergelijking van de verschillende internationale opleidingen stelt de

opleiding vast dat zij zich op aan de campus De Nayer als zeer technisch en praktisch onderscheidt. Het aandeel

stage en projecturen in de industrie ligt lager dan bij de vergelijkbare internationale opleidingen.

De samenwerkingsinitiatieven met buitenlandse hogescholen zijn goed uitgewerkt. Deze initiatieven zijn een

meerwaarde voor de studenten die hier gebruik van maken.

De commissie raadt de opleiding aan de visie te verruimen, meer bepaald door na te gaan hoe ook thuisblijvende

studenten op een globaliserende wereld kunnen worden georiënteerd. Projecten zoals internationalisation at

home, waarbij de studenten gebruik moeten maken van internationale documentatie tijdens hun opleiding, zijn

een stap in die richting.

Page 77: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t | 7 7

De noodzaak van de kennis van het Nederlands betekent een extra moeilijkheid om uitwisselingsstudenten aan te

trekken. Door de hervorming van het curriculum, waardoor projectweken, stage en eindwerk op het einde van het

laatste semester vallen, ontstaat een mogelijkheid om op dat moment in het opleidingsprogramma een

uitwisseling met buitenlandse studenten te voorzien. Aangezien de studenten dan meestal individueel begeleid

worden, vormt het ontbreken van de kennis van het Nederlands geen probleem.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie suggereert om de verwachtingen rond de internationale dimensie van de opleiding voor alle

studenten nog verder te expliciteren.

Facet 2.2 Eisen professionele gerichtheid van het programma

Beoordelingscriteria:

- Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroeps- of kunstpraktijk ontleend

studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk, de kunstpraktijk en/of (toegepast) onderzoek.

- Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline.

- Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroeps- of artistieke vaardigheden en heeft aantoonbare

verbanden met de actuele beroepspraktijk.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding kiest resoluut voor het afleveren van praktische en onmiddellijk inzetbare technici, door in het

opleidingsprogramma 60 procent van de contacturen te voorzien voor oefeningen en labo’s. Bij de hoorcolleges

ligt de nadruk vooral op toepassingsgerichtheid, waarbij de opleiding onmiddellijk de verbinding legt tussen de

aangereikte theorie en het toepassen hiervan in praktijk.

Studenten in de professionele bachelor Elektromechanica krijgen aan het De Nayer Instituut een grondige

technische basiskennis. Aangezien de afgestudeerden ook in aanraking zullen komen met de bredere

maatschappelijke aspecten op de werkvloer vervolledigt de hogeschool voor alle opleidingen het curriculum met

een pakket algemene kennis, zoals taal, communicatie en management. Aangezien de technologische evolutie

niet stilstaat, krijgt de student de nodige basisvaardigheden en attitudes aangeboden om levenslang zelf te blijven

leren.

Naast de hoorcolleges en practica krijgen de studenten ook niet-gestructureerde kennis aangeboden,

bijvoorbeeld tijdens de projectweken, de stages en het eindwerk, waarvoor de studenten zelf kennis moeten

opzoeken via kanalen als internet en bibliotheek. De begeleiding van de studenten doorheen het curriculum

wijzigt van sterk begeleidende docenten in het eerste jaar bachelorjaar naar voornamelijk coachende docenten

tijdens de projectweken, de stages en eindwerken in het derde jaar. Hierdoor worden de studenten steeds meer

verplicht om zelf proactief op zoek te gaan om probleemstellingen op te lossen.

De commissie waardeert ten zeerste de duidelijke focus op de praktijkgerichtheid van de opleiding. Enkele

docenten behoren tot de top in hun vakgebied en worden hier ook internationaal voor erkend. Dit is onder meer

zichtbaar in buitenlandse congressen en gastcolleges waarvoor ze worden uitgenodigd, naast de organisatie van

een buitenlands congres in het domein van de domotica op de hogeschool zelf.

Page 78: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

7 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t

De commissie waardeert de initiatieven van de opleiding om bedrijfsbezoeken te combineren met gastcolleges ter

plaatse, waardoor de interacties met de beroepspraktijk worden versterkt. Dit concept is al sterk uitgewerkt en

ingeburgerd voor de afstudeerrichtingen Klimatisering en Automatisering. De commissie suggereert om dit verder

te integreren in de opleiding voor de afstudeerrichting onderhoud.

De commissie waardeert het initiatief voor het oprichten van een bedrijvenraad, zodat de opleiding op een meer

formele wijze de feedback en de informatie van het werkveld kan opnemen in curriculumaanpassingen.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie suggereert om de bedrijfsbezoeken in combinatie met gastcolleges ter plaatse ook verder uit te

bouwen voor de afstudeerrichting onderhoud.

Facet 2.3 Samenhang van het programma

Beoordelingscriterium:

- Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Bij de laatste hervorming van het opleidingsprogramma is veel aandacht besteed aan de logische en sequentiële

opbouw van het curriculum, waardoor de samenhang tussen de verschillende opleidingsonderdelen optimaal is

gegarandeerd.

De commissie stelt vast dat de samenhang van het nieuwe opleidingsprogramma degelijk is uitgewerkt, met de

nodige aandacht voor de volgtijdelijkheid en studeerbaarheid. De opleiding combineert oefeningen en theorie tot

een geïntegreerd geheel. De opleiding is erin geslaagd om een goede balans te vinden tussen de algemene

basiskennis en de gespecialiseerde kennis van de afstudeerrichtingen.

In het eerste jaar geeft de opleiding er de voorkeur aan om te streven naar een drempelloze instroom voor alle

studenten, ongeacht de vooropleiding die ze hebben genoten.

Voor de praktische realisatie van de invulling van het programma en de aangeboden algemene en

beroepsspecifieke competenties heeft de opleiding de verschillende opleidingsonderdelen ondergebracht in

vakgroepen. Een bijkomend voordeel is het versterken van de teamwerking tussen de docenten binnen eenzelfde

vakgroep, wat de samenhang van het opleidingsprogramma voor de studenten ten goede komt, daar waar

vroeger elke docent meestal met zijn eigen vak bezig was.

Zoals al aangehaald, geeft de competentiematrix een overzicht van de doorheen het curriculum aangeboden

competenties. De opleidingscoördinator kan in samenspraak met de leden van de Permanente

Onderwijscommissie (POC) en het departementshoofd aanpassingen aan deze matrixstructuur initiëren, op basis

van informatie van binnen of buiten de hogeschool.

In het eerste jaar (zestig studiepunten) streeft de opleiding ernaar om alle studenten op hetzelfde niveau te

krijgen wat kennis en vaardigheden betreft. Er is geen grondige voorkennis nodig voor de aangeboden

opleidingsonderdelen. De opleiding streeft ernaar dat de studenten op het einde van dit eerste jaar zelfstandiger

kunnen functioneren in de laboratoria.

Page 79: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t | 7 9

Voor het aanleren van de digitale technieken kiest de opleiding er resoluut voor om niet langer componentgericht

te gaan werken in de labo’s. De studenten leren werken met standaard industriecomponenten als basis voor

automatisering; de school kiest als basisplatform LOGO (Siemens). Een aantal algemeen vormende vakken,

zoals wiskunde, informatica, taal en communicatie, wordt als ondersteuning aangeboden.

In het tweede jaar (64 studiepunten) maken de studenten de polyvalente technische basisvorming af.

In deze polyvalente basisopleiding komt minimaal een opleidingonderdeel van elk van de drie

specialisatierichtingen aan bod. Hierdoor kunnen de studenten al kennismaken met de verschillende

specialisatierichtingen, wat hun keuze in het derde jaar vergemakkelijkt.

Het derde jaar (56 studiepunten) staat volledig in het teken van de gekozen specialisatierichting.

Elke student volgt een aantal gespecialiseerde vakken (18 studiepunten). Naast de projectweken (10

studiepunten) en de stage en het eindwerk (18 studiepunten) vormen zij het sluitstuk van de specialisatierichting.

Een algemeen vormend pakket voor alle studenten (10 studiepunten) vervolledigt het derde jaar van deze

opleiding.

Deze professionele bacheloropleiding voorziet geen keuzevakken.

In de gesprekken met de studenten tijdens dit visitatiebezoek evalueren ze de samenhang van het

opleidingsprogramma erg positief. De commissie ervaart dit als een sterk punt over de hele lijn.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 2.4 Studieomvang

Beoordelingscriterium:

- De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de studieomvang, bachelor: ten minste 180

studiepunten.

Oordeel van de visitatiecommissie: OK

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding bestaat uit 3 studiejaren van elk 60 studiepunten. In totaal wordt dus een opleidingsprogramma

georganiseerd van 180 studiepunten, en voldoet de opleiding hiermee aan de formele eisen met betrekking tot de

minimale studieomvang van een professionele bachelor.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Page 80: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

8 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t

Facet 2.5 Studielast

Beoordelingscriteria:

- De werkelijke studietijd wordt getoetst en sluit aan bij de normen vastgesteld krachtens decreet.

- Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de

studievoortgang belemmeren, zo veel mogelijk worden weggenomen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het departement berekent de normatieve studielast op ongeveer 1650 uur per studiejaar. De berekening is

gemaakt aan de hand van een formule, rekening houdend met lesweken, theorie- en laboratoriumuren.

Decretaal gaat men uit van een studiebelasting per opleidingsjaar van 60 studiepunten, met een gewicht van 25 à

30 uren per studiepunt. Voor de opleiding aan het De Nayer Instituut komt dit neer op een studietijd die tussen de

voorziene 1500 en 1800 uur per studiejaar valt.

Het evalueren en opvolgen van zowel de leer- als de onderwijsprocessen krijgen veel aandacht in het

departement Technologie. Studietijdmetingen worden gezien als een belangrijke parameter om het

studeergedrag van de studenten in kaart te brengen. De resultaten geven een idee van de tijdsbesteding van de

studenten, maar ze hebben ook een duidelijke relatie met de inhoud van de vakken, de manier waarop de kennis

is aangebracht en de tijdsinvesteringen van de student om de leerstof te verwerken.

De hogeschool kiest ervoor om de meetmethode te gebruiken die ontwikkeld werd door de werkgroep

Studietijdmetingen van de Associatie K.U.Leuven. De praktische uitvoering van de studietijdmetingen ligt in

handen van de Departementale Commissie Onderwijskwaliteit (DCO). Om het bijkomende werk voor de

studietijdmeting en de studenten binnen de perken te houden, verkiest de opleiding de ‘paarsgewijze vergelijking’

en het ‘schatten achteraf’ door middel van het METIS-systeem. De responsgraad is hoog doordat de metingen

klassikaal worden uitgevoerd. Voor het tweede semester van het derde jaar bestaat de mogelijkheid om van thuis

uit aan de meting deel te nemen, omdat deze studenten niet altijd voltallig op school aanwezig zijn.

De eerste metingen werden uitgevoerd tijdens het academiejaar 2007-2008, waardoor er op het moment van het

visitatiebezoek slechts beperkte resultaten beschikbaar waren. De meetresultaten zijn besproken in de POC-

vergadering. De docenten erkennen de betrouwbaarheid van het meetsysteem, omdat de eerste resultaten de

bevindingen van de werkvloer bevestigen. Op basis van deze eerste metingen verkiest de opleiding nog geen

grondige programmawijzigingen aan te brengen. Dit neemt niet weg dat de docenten zelf de verbanden leggen

tussen de meetresultaten en de gebruikte werkvormen, de moeilijkheidsgraad van de aangeboden vakken, de

slaagpercentages en de inzet van de studenten, en hieruit conclusies trekken.

De studie-inzet van de studenten van het eerste jaar is momenteel niet optimaal. In het tweede jaar vallen het

aantal studenten op dat een aantal vakken van het eerste jaar meeneemt. Dit kan enerzijds verklaard worden

door een gebrek aan inzet en anderzijds door het ontbreken van een sociale omkadering binnen een klasgroep

voor deze studenten. In het derde jaar valt op te merken dat de meeste studenten een afstudeerrichting hebben

gekozen die heel nauw aansluit bij hun interesses. Dit heeft een significante impact op hun studiemotivatie en

inzet.

De commissie merkt op dat de gemeten studietijd ver onder de begrote studietijd valt; vooral voor het eerste en

tweede jaar is de discrepantie behoorlijk.

Ondanks de verschillende inspanningen van het departement Technologie wat de voorlichting van de

instromende studenten betreft, starten er elk jaar nog steeds studenten met een verkeerd verwachtingspatroon.

Vele studenten, meer specifiek uit de TSO-vooropleidingen, zijn het niet gewend om zelfstandig grote pakketten

Page 81: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t | 8 1

leerstof te verwerken. Door het aanbieden van aangepaste werkvormen, zoals laboratorium- en oefenzittingen,

waardoor de inhoudelijke theoretische kennis onmiddellijk gekaderd wordt in het toepassingsgebied van het

beroepenveld, tracht de opleiding deze studenten te helpen. Zo ontstaat er ook een persoonlijke relatie tussen de

lesgever en de student, waardoor de lesgever de student veel makkelijker individueel kan begeleiden. Hiernaast

stelt de opleiding nog groepsverantwoordelijken aan onder de docenten, die de examenresultaten met de

studenten bespreken. Voor een aantal opleidingsonderdelen worden toetsmomenten voorzien, waardoor de

student tussentijdse feedback krijgt van zijn kennisniveau.

Door structurele omstandigheden stelt de opleiding vast dat de omvang van de groepen voor zowel de

theoretische hoorcolleges als de praktijkoefeningen te groot is. Hierdoor komt het interactief lesgeven tijdens

hoorcolleges of de individuele begeleiding tijdens de practica in het gedrang, wat de kwaliteit van het onderwijs

niet ten goede komt. Zeker in het eerste jaar komt dit sterk tot uiting, gezien de grote verscheidenheid in

voorkennis en de interesse van de eerstejaarsstudenten.

De commissie stelt tijdens het visitatiebezoek vast dat de opleiding de belemmerende factoren in kaart heeft

gebracht. De opleiding levert de nodige inspanningen om deze belemmerende factoren voor studeerbaarheid zo

veel mogelijk weg te werken.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie raadt de opleiding aan om de gebruikte methode voor studietijdmeting grondig te herbekijken, om

realistische resultaten te verkrijgen.

De commissie vraagt de opleiding te onderzoeken of een differentiëring in het eerste jaar een bijdrage zou

kunnen leveren aan een vergelijkbare werkbelasting voor alle studenten, ongeacht hun instroomniveau.

Facet 2.6 Afstemming tussen vormgeving en inhoud

Beoordelingscriteria:

- Het didactische concept is in lijn met de doelstellingen.

- De werkvormen sluiten aan bij het didactische concept.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

In de meeste opleidingsonderdelen maken de docenten gebruik van de klassieke werkvormen, zoals

hoorcolleges, oefenzittingen en laboratoriumzittingen. Naargelang de doelstellingen vullen sommige docenten het

opleidingsprogramma aan met andere werkvormen, zoals demonstraties, opdrachten en groeps- en projectwerk.

De programmabrochure geeft een duidelijk overzicht van de verschillende werkvormen en opleidingsonderdelen.

De opleiding streeft ernaar om alle delen van eenzelfde opleidingsonderdeel door dezelfde docent te laten

doceren om de synergie te vergroten. Hoorcolleges kunnen plaatsvinden op de hogeschool of als gastcolleges op

het bedrijf voor de laatstejaarsstudenten. De commissie stelt vast dat er nog sterk wordt vastgehouden aan

traditioneel onderwijs. De klassieke werkvormen hebben hun nut in het verleden bewezen en werken nog steeds

goed.

Gedurende de zes projectweken werken de studenten in kleine multidisciplinaire teams aan een vooraf gekozen

onderwerp. De studenten stellen zelf de teams samen over de verschillende opleidingen professionele bachelor

Page 82: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

8 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t

op de campus De Nayer heen. Elk team werkt zelfstandig onder strikte regels en wordt begeleid door een docent-

projectcoach. Tijdens deze projectwerking gebruiken de studenten naast de technische kennis om het project uit

te werken, ook vaardigheden als presentatietechnieken, en vergader- en projectrapportering. De economische

aspecten van het project komen eveneens aan bod.

Het didactische concept en de doelstellingen die de opleiding voorstelt, zijn in orde. De commissie waardeert ten

zeerste de stevige aanzet naar vakoverschrijdend werken met de projectweken in het derde jaar van de opleiding.

Deze doorgedreven vak- en opleidingoverschrijdende projectwerking is krachtig. De ervaring die de studenten

tijdens deze weken opdoen, komt alleen maar ten goede van de stage en het eindwerk op de werkvloer. De

commissie ziet dit als een positieve evolutie binnen de opleiding.

Anderzijds suggereert de commissie om te evalueren of deze aanpak ook kan ingeschakeld worden in de andere

studiejaren, opdat het vakoverschrijdend werken al vroeger in de opleiding kan worden geïnitieerd.

De docenten bouwen het zelfstandig werken van de studenten in de verschillende laboratoria gradueel op. De

studenten worden aangemoedigd om de docenten zelf aan te spreken voor extra uitleg of hulp.

De docenten verkiezen werkvormen vanuit een traditionele visie, omdat die hun deugdelijkheid hebben bewezen.

De commissie suggereert om te gaan kijken naar een aantal vernieuwingen waar de studenten veel voordeel van

kunnen hebben bij de andere hogescholen van de Associatie K.U.Leuven. De commissie vraagt de opleiding de

mogelijkheid te onderzoeken om vanaf het eerste jaar gradueel vernieuwende werkvormen te introduceren, en

niet te wachten tot de studenten de zelfstandigheid hebben in het derde jaar om hiermee van start te gaan.

Vakoverschrijdend werken kan helpen om de studenten, naast de traditionele kenniscompetenties, ook de

vaardigheidscompetenties bij te brengen. Op dit moment ervaart de commissie het competentiegerichte onderwijs

als een eerste positieve aanzet van de opleiding om in deze richting te evolueren. De introductie van

vernieuwende vormen zal het competentiegerichte onderwijs doorheen het hele curriculum verankeren.

Voor de meeste opleidingsonderdelen hebben de docenten zelf een uitgebreide syllabus gemaakt. Hiervoor wordt

geput uit internationale literatuur en eigen kennis. De docenten verkiezen deze manier van werken, omdat die het

voordeel heeft dat men de inhoud perfect kan afstemmen op de instroom en men de verschillende vakken

optimaal op elkaar kan afstemmen. Voor andere vakken gebruiken de studenten een handboek dat aangevuld

wordt met lesnota’s of presentaties van de docent.

Het gebruik van e-learning-methodes als Toledo is nog niet wijd verspreid in het departement Technologie.

De commissie vraagt de opleiding te onderzoeken of het gebruik van Toledo verder kan worden uitgebouwd. Dit

kan een duidelijke meerwaarde hebben als aanvulling op het onderwijs naar de studenten. De commissie ziet het

actieve gebruik van Toledo tijdens de projectweken als een mooi voorbeeld.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie raadt de opleiding aan te gaan kijken naar mogelijkheden op gebied van onderwijsontwikkeling en

onderwijsvernieuwing, waardoor de nieuwe onderwijsvormen vanaf het eerste jaar een vaste plaats krijgen, naast

de klassieke werkvormen in het curriculum.

De commissie raadt de opleiding aan om vroeger te starten met meer op zelfstandig werken gerichte methodes

(projectonderwijs) om tot competentiegericht werken te komen.

Het is wenselijk om Toledo verder uit te bouwen als aanvulling op het contactonderwijs.

Page 83: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t | 8 3

Facet 2.7 Beoordeling en toetsing

Beoordelingscriterium:

- Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat en voor studenten inzichtelijk getoetst of de

studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Zowel de studenten als de docenten kunnen alle informatie in verband met de reglementering, en de regeling van

de examens en evaluatieprocessen terugvinden op Toledo. De toetsing en evaluatie van de studenten en indirect

ook de effectiviteit en efficiëntie van de gebruikte onderwijsvormen vinden plaats conform het toetsingsbeleid dat

is opgesteld door het departement Technologie. Dit toetsingsbeleid legt de nadruk op drie belangrijke pijlers in de

evaluatie: validiteit, betrouwbaarheid en transparantie. Via het studiecontract informeren de docenten de

studenten op welke manier elk opleidingsonderdeel zal worden geëvalueerd. De studenten kunnen deze

studiecontracten vanaf de start van het academiejaar terugvinden op Toledo. Het departement Technologie heeft

een aantal controleprocessen in verband met het toetsingsbeleid op punt gesteld. Dit dient ter ondersteuning en

controle van de docenten via de vakgroepen, maar ook als een peiling bij de studenten, onder andere in verband

met de examenvragen en het examenverloop. Om de objectiviteit bij de toetsing te garanderen, legt de opleiding

de eindverantwoordelijkheid bij de Examencommissie en niet bij individuele docenten.

De opleiding streeft ernaar om de examenkalender mee te laten opstellen door de studenten. De studenten

krijgen bovendien de kans om na elke examenperiode de behaalde resultaten te bespreken met de docenten.

De opleiding verkiest om de nadruk te leggen op het kunnen toepassen van de kennis en het kunnen aantonen

van verworven vaardigheden bij elk evaluatiemoment in de professionele bacheloropleiding. Tijdens het werk in

de laboratoria hanteren de docenten meestal het systeem van permanente evaluatie.

De commissie stelt vast dat de opleiding een eerste aanzet heeft gegeven naar competentiegericht onderwijs,

maar de uitwerking van dit onderwijsconcept bevindt zich nog in een beginstadium. Dit maakt het voor de

docenten moeilijk om de competenties op een gestandaardiseerde manier bij de studenten te evalueren en te

beoordelen.

De commissie was aangenaam verrast door het initiatief van het peer assessment tijdens de projectweken. De

evaluatie van elk team gebeurt door een combinatie van een jury, bestaande uit de docenten, naast een peer

assessment, waarbij de studenten van het team elkaar beoordelen. De commissie ziet dit als een eerste positieve

aanzet, maar raadt de opleiding aan om de gebruikte methode kritisch te evalueren, zowel wat de methode als de

waarde van de resultaten betreft.

De opleiding verraste de commissie door de standaardisatie van de evaluatieprocedures bij de eindwerken. De

beoordeling ligt volledig in handen van de eindwerkjury, die voornamelijk bestaat uit externe juryleden uit het

beroepenveld. De commissie vindt deze manier van werken positief, omdat de school hiermee indirect ook

aangeeft vertrouwen te hebben in de opleiding professionele bachelor Elektromechanica, door de eindevaluatie

van de studenten uit handen te geven. Wel moet de opleiding hier controle van op afstand op uitoefenen.

Bij het doornemen van de examenvragen stelt de commissie dat die duidelijk op niveau zijn. Voor enkele vakken

stelde de commissie vast dat dezelfde vragen jaar op jaar herhaald werden, wat beter vermeden wordt in tijden

dat studenten fora met examenvragen opstellen.

Het niveau van de eindwerken getuigt van een voldoende hoog niveau voor een professionele bacheloropleiding.

Page 84: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

8 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie raadt de opleiding aan na te gaan hoe de competenties van de studenten op een

gestandaardiseerde manier kunnen worden geëvalueerd.

De commissie adviseert om de bij de projectwerken de gebruikte peer assessment-methode verder kritisch te

evalueren en er meer gebruik van te maken.

De commissie adviseert om bij de opmaak van de examenvragen de nodige variaties te voorzien en gedurende

een periode van vijf jaar geen identieke vragen te gebruiken.

Facet 2.8 Masterproef

Niet van toepassing voor een professioneel gerichte bacheloropleiding.

Facet 2.9 Toelatingsvoorwaarden

Beoordelingscriteria:

Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten

bachelor:

- diploma secundair onderwijs, diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan,

diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie, of een diploma of getuigschrift dat bij of krachtens

een wet, decreet, Europese richtlijn of een andere internationale overeenkomst als gelijkwaardig wordt

erkend;

- door het instellingsbestuur bepaalde voorwaarden voor personen die niet aan de bovengenoemde

voorwaarden voldoen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding hanteert de decretaal voorziene toelatingsvoorwaarden voor de bachelor-masteropleiding.

Het grootste percentage van de instromende studenten (80 procent) heeft een TSO-vooropleiding; een kleiner

aantal (17 procent) komt uit het ASO. In principe is het studieprogramma van de opleiding professionele bachelor

zo opgesteld, dat er geen specifieke voorkennis nodig is. Tijdens het visitatiebezoek geven de docenten aan dat

de vooropleiding van de instromende studenten geen beperking is voor de slaagkansen van de student. Het valt

echter op dat leerlingen uit het ASO minder moeilijkheden ondervinden om zich aan te passen aan het

studietempo in het hoger onderwijs.

De commissie stelt vast dat de hogeschool acties onderneemt om de instromende studenten duidelijk te

informeren over het opleidingsprogramma via de website, informatiedagen en beurzen.

Hoewel er geen specifieke voorkennis vereist is, verwacht de opleiding toch een zekere maturiteit van de student

om zelfstandig kennis, vaardigheden en attitudes te verwerven. De opleiding heeft de ervaring dat een juiste

studiemotivatie en interesse voor techniek belangrijker zijn dan de vooropleiding.

Page 85: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t | 8 5

De introductiedag en de onthaaldag maken de instromende studenten wegwijs op de campus De Nayer en in de

reglementen, de lessenroosters en de studieaangelegenheden. Dit biedt de studenten ook de kans om op

informele wijze kennis te maken met de docenten.

De opleiding merkt op dat de basiskennis wiskunde van instromende studenten uit bepaalde vooropleidingen te

zwak is. De opleiding heeft hiervoor een zelftest ontwikkeld. De studenten kunnen aan de hand van deze test zelf

nagaan of ze voldoende kennis en vaardigheden voor wiskunde in hun vooropleiding hebben meegekregen.

Indien de kennis ontoereikend is, adviseert de opleiding deel te nemen aan de facultatieve instapcursus wiskunde

voor de start van het academiejaar. De opleiding stelt vast dat wie baat zou hebben bij deze facultatieve

instapcursus er niet steeds aan deelneemt; studenten die dit gezien hun vooropleiding niet nodig hebben,

schrijven zich soms wel in. De commissie constateerde tijdens de gesprekken met de studenten weinig animo

voor het volgen van deze facultatieve zomercursus.

De commissie stelt vast dat het slaagpercentage in het eerste jaar laag is. De opleiding wil geen enkele student

uitsluiten omwille van zijn vooropleiding. Iedereen kan afstuderen als professionele bachelor Elektromechanica;

sommige studenten zullen echter meer tijd nodig hebben om het curriculum af te werken. Het departement

Technologie kiest er bewust voor om het niveau van de opleiding hoog te houden.

De opleiding moedigt de studenten aan om zelf het initiatief te nemen en de docenten aan te spreken voor

bijkomende uitleg en ondersteuning. De docenten staan hiervoor open, maar ondernemen proactief en structureel

weinig remediëringsacties. De commissie stelt vast dat de opleiding actiever kan anticiperen op remediëring,

zonder afbreuk te doen aan het initiatief van de student.

Studenten met eerder verworven competenties (EVC) en studenten die willen afwijken van het standaardtraject

dienen hiervoor een dossier in. De ombudsman heeft aansluitend een gesprek met de student om de

haalbaarheid van het geïndividualiseerde opleidingsprogramma (GOP) te bespreken. In elk GOP moeten de

interne logica en de afstemming van de vakken in functie van de volgtijdelijkheid steeds gegarandeerd blijven.

De commissie stelt vast dat de opleiding nog weinig differentiatie kent in de toelatingsvoorwaarden. De eerste

stappen naar de erkenning van eerder verworven competenties (EVC) en eerder verworven kwalificaties (EVK)

zijn gezet, maar dit proces is structureel nog niet doorgevoerd.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie adviseert de opleiding om te onderzoeken op welke manier actiever kan worden geanticipeerd op

remediëring, zonder afbreuk te doen aan het initiatief van de student.

Page 86: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

8 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t

Oordeel over onderwerp 2, programma: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 2.1, relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma: goed

facet 2.2, eisen professionele gerichtheid van het programma: goed

facet 2.3, samenhang van het programma: goed

facet 2.4, studieomvang: OK

facet 2.5, studielast: voldoende

facet 2.6, afstemming tussen vormgeving en inhoud : voldoende

facet 2.7, beoordeling en toetsing: voldoende

facet 2.8, masterproef: n.v.t.

facet 2.9, toelatingsvoorwaarden: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 87: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t | 8 7

Onderwerp 3 Inzet van het personeel

Facet 3.1 Kwaliteit van het personeel

Beoordelingscriterium:

- Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het

programma.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De basis voor het personeelsbeleid steunt op de beleidsverklaring van de hogeschool en de missie van het

departement Technologie. De hogeschool stelt als basisdoelstelling dat elk personeelslid zich maximaal moet

kunnen ontplooien qua kennis en vaardigheden door zich permanent bij te scholen.

De personeelsleden worden aangeworven conform de decretale verplichtingen en de procedures van de

hogeschool. Na de selectie door de Selectiecommissie en op voordracht van het departementshoofd gebeurt de

aanstelling door de Beleidsraad. De finale bekrachtiging gebeurt door de raad van bestuur.

Het departement Technologie heeft een onthaalbrochure voor nieuwe docenten. Elk nieuw personeelslid krijgt

een mentor toegewezen. De hogeschool moedigt nieuwe docenten aan om didactische nascholingsprogramma’s

te volgen binnen de Associatie K.U.Leuven. Het departementshoofd is verantwoordelijk voor de taakverdeling

binnen het onderwijzende en administratieve personeel.

In de toekomst zullen de opleidingscoördinatoren jaarlijkse functioneringsgesprekken houden met elke docent. De

evaluatie van de statutaire personeelsleden vindt plaats op basis van het Hogescholendecreet en de afgesloten

protocollen.

Het personeel is betrokken via de decretaal vastgelegde inspraakorganen. Daarnaast beschikt de hogeschool

over een aantal inspraak- en overlegorganen om de informatie optimaal te laten doorstromen naar de

personeelsleden.

De commissie waardeert ten zeerste de kwaliteiten van de docenten en hun vakexpertise. Vooral ook hun

toewijding en motivatie hebben de commissie aangenaam verrast. De docenten zijn erg toegankelijk voor de

studenten. Het is een heel enthousiaste groep met een hoge maturiteit, die het beste van zichzelf geeft om de

studenten de nodige technische bagage mee te geven. Het is een coherente groep die heel studentgericht te

werk gaat.

De hogeschool voorziet een uitgebreid potentieel aan bijscholing voor het personeel. Het aanbod is echter te

vrijblijvend. Dit komt het vlotte gebruik van nieuwe systemen door het personeel, zoals Toledo, niet ten goede.

De commissie is aangenaam verrast door een goed functionerend team onder een sterk wisselend beleid vanuit

de hogeschooldirectie. De commissie waardeert het werk van de docenten, omdat ze ondanks alle onzekerheden

en onduidelijkheid vanuit de directie als team blijven vechten voor het sterke merk De Nayer.

Het departement Technologie lijdt onder die onduidelijke situatie. Die lijkt vooral te zijn ontstaan door de

overdracht van de operationele processen naar de Lessius Hogeschool, terwijl de banden met de Hogeschool

voor Wetenschap & Kunst voor de financiële processen nog behouden is gebleven. Dit is volgens de commissie

organisatorisch een onwenselijke situatie voor het departement.

Page 88: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

8 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie suggereert de opleiding om te kijken welke bijscholing vrijblijvend of verplichtend aangeboden

moet worden om een vlotte werking te garanderen.

De commissie adviseert de hogeschooldirectie om snel duidelijkheid te scheppen in de moeilijke en onzekere

situatie voor het personeel, zodat het niveau en de motivatie gehandhaafd blijven.

Facet 3.2 Eisen professionele gerichtheid

Beoordelingscriterium:

De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een professioneel gerichte

opleiding:

- Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de

opleiding en de beroeps- of kunstpraktijk.

- Bij de daarvoor in aanmerking komende opleidingen moet daarenboven voldoende personeel beschikken

over kennis en inzicht in de desbetreffende beroeps- of kunstpraktijk.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De commissie stelt vast dat de permanente inhoudelijke nascholing van het personeel goed is georganiseerd. De

opleiding beschikt over een technisch sterk onderlegd docententeam, dat zijn kennis door permanente

bijscholingen up-to-date houdt. Dit zou nog versterkt kunnen worden indien dezelfde inspanningen zouden

worden geleverd op onderwijskundig gebied. De commissie is van mening dat ook de directie van de hogeschool

een taak heeft om dit mee te realiseren.

De meeste personeelsleden hebben erg goede contacten met de bedrijfswereld, wat hen toegang geeft tot

gespecialiseerde vaktechnische opleidingen binnen de bedrijfswereld.

De commissie heeft tijdens de verschillende gesprekken de inbreng van het beroepenveld ervaren onder de vorm

van gastcolleges, al dan niet gekoppeld aan een bedrijfsbezoek. De commissie ziet dit als een sterk punt voor

deze opleiding, en ook de studenten weten dit te waarderen.

Om de beperkte budgetten voor het projectmatig wetenschappelijk onderzoek (PWO) zo optimaal mogelijk aan te

wenden op de campus De Nayer heeft het departement Technologie zich aangesloten bij het departement

Industriële Wetenschappen. Naast bevordering van de professionalisering van het onderwijzende personeel

draagt het PWO bij tot de verdere integratie van kennis en expertise die via de onderzoeksprojecten worden

opgebouwd in het curriculum van de professionele bacheloropleidingen aan de campus De Nayer.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Page 89: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t | 8 9

Facet 3.3 Kwantiteit personeel

Beoordelingscriterium:

- Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het departement Technologie heeft 34 docenten (27,55 VTE). Het administratieve en technisch ondersteunende

personeel wordt gedeeld met het departement Industriële Wetenschappen, en bestaat uit 24 personeelsleden

(20,40 VTE). Twee gastprofessoren (0,2 VTE) staan het docentenkorps bij. Het merendeel van de docenten aan

het departement Technologie heeft ook een opdracht in de andere professionele bacheloropleidingen op de

campus De Nayer.

Door de toename van het aantal studenten in het departement Technologie op het moment van de visitatie komt

dit neer op 22,1 studenten per docent, terwijl in het academiejaar 2002-2003 de verhouding nog 14,8 studenten

per docent was. Dit is een duidelijk toegenomen onderwijsbelasting.

Bijna al het onderwijzende personeel aan de professionele bacheloropleiding Elektromechanica heeft een

onderwijsopdracht van 100 procent. Door de beperkingen binnen het personeelskader kunnen vrijstellingen voor

PWO of maatschappelijke dienstverlening slechts gedeeltelijk of niet worden toegestaan.

De commissie is van mening dat het personeelsbestand tijdens de visitatieperiode nog net voldoende was voor

de realisatie van alle onderwijstaken, mee door de hoge inzet en motivatie van het onderwijzende personeel. De

commissie wil de directie van de hogeschool erop attent maken dat deze situatie op korte termijn niet langer

houdbaar zal zijn.

De studenten klagen de lange wachttijden voor ondersteuning in de labo’s aan, omwille van de grote

studentengroepen. De docenten geven aan dat laboratoriumzittingen tot twintig studenten per docent de

individuele begeleiding van de studenten in het gedrag brengt en de werkdruk verhoogt. Door structurele

omstandigheden is de infrastructuur van de labo’s niet meer aangepast aan die groepsgrootte. De specificiteit die

eigen is aan een technische opleiding, zoals een professionele bachelor, vraagt van de hogeschooldirectie extra

mensen en middelen. Alleen zo kan het docentenkorps de hoge standaard blijven garanderen in een snel

evoluerende technologische omgeving.

Omwille van de structurele randvoorwaarden heeft het departement recent geen nieuwe aanwervingen kunnen

doen. Bij het bekijken van de leeftijdspiramide merkt de commissie een grote bedreiging door het grote aantal

aankomende pensioneringen. De commissie vraagt het beleid van de hogeschool om op korte termijn werk te

maken van de omkadering en de invulling van het personeelskader, om de continuïteit in de toekomst te

verzekeren.

Als gevolg van het juridisch ressorteren onder de Hogeschool voor Wetenschap & Kunst maar operationeel onder

de Lessius Hogeschool verdubbelt de administratieve werklast. Op termijn is dit onhoudbaar voor het

administratieve en technische personeel. Deze onduidelijke situatie dreigt ook een negatieve weerslag te krijgen

op de sterke betrokkenheid van de docenten bij de opleiding.

Page 90: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

9 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie raadt het beleid van de hogeschool aan om op korte termijn werk te maken van de omkadering en

de invulling van het personeelskader, in verband met de duidelijk toegenomen taakbelasting.

De commissie vraagt de opleiding om voldoende aandacht te blijven hebben voor de leeftijdsopbouw van het

docentenkorps.

Oordeel over onderwerp 3, inzet van het personeel: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 3.1, kwaliteit personeel goed

facet 3.2, eisen professionele gerichtheid goed

facet 3.3, kwantiteit personeel voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 91: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t | 9 1

Onderwerp 4 Voorzieningen

Facet 4.1 Materiële voorzieningen

Beoordelingscriterium:

- De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Door middel van een verdeelsleutel op basis van het aantal studenten wordt het budget van de campus De Nayer

verdeeld over de twee departementen: Industriële Wetenschappen en Technologie. Door de samenwerking met

het departement Industriële Wetenschappen beschikt de opleiding over goede materiële voorzieningen, zowel

qua laboapparatuur als algemene infrastructuur.

De campus De Nayer beschikt over een aantal auditoria en leslokalen, die voorzien zijn van een dataprojector en

een internetaansluiting. De krappe behuizing van sommige labo’s ervaart de commissie echter als een minpunt

en als een mogelijk veiligheidsrisico bij een eventuele evacuatie. De commissie waardeert de inspanningen van

het personeel om met de beperkte middelen veel voor de studenten te realiseren.

Uit de verschillende gesprekken maakt de commissie op dat de studentenvoorzieningen in orde zijn en sterk

gewaardeerd worden door de studenten. De mogelijkheid om laptops aan te schaffen en het ter beschikking

stellen van software zijn pluspunten. De internetaansluitingen op verschillende locaties op de campus, het

studielandschap en de mediatheek zijn voor de commissie sterke troeven van deze campus.

In het studielandschap bevindt zich een audiovisuele en een ontmoetingsruimte waar studenten onderling of met

docenten kunnen overleggen of studeren. Het studielandschap dat in gebruik is sinds het academiejaar 2006-

2007 is voor de studenten toegankelijk van 7.30 tot 19.30 uur. De audiovisuele ruimte staat ter beschikking van

de studenten om presentaties in te oefenen of te vergaderen.

De docenten dromen van een actief ‘doelandschap’, aangepast aan de specifieke noden van een professionele

bachelor. De realisatie hiervan zal de studentenvoorzieningen op deze campus alleen maar versterken.

De bibliotheek, die ook gedeeld wordt met het departement Industriële Wetenschappen, bevat voor elke opleiding

op deze campus gespecialiseerde vakliteratuur, zoals tijdschriften, boeken en digitale naslagwerken. Het aanbod

aan elektronisch raadpleegbare documenten en databanken groeit. Studenten en docenten kunnen ook boeken

en tijdschriften ontlenen uit andere bibliotheken van de Associatie K.U.Leuven. De commissie stelt vast dat de

bibliotheek in orde is.

De hogeschool beschikt over een goede cursusdienst. Wel valt het de commissie op dat er weinig anderstalige

boeken worden gebruikt tijdens de lessen. Dit zou meer mogen worden aangemoedigd.

De commissie stelt vast dat zowel de docenten- als studentenvoorzieningen op de campus De Nayer in orde zijn.

De vzw SoVoW&K-De Nayer baat op de campus een studentenrestaurant en twee studentencafetaria’s uit, en

staat in voor het beheer van de beperkte sportfaciliteiten op de campus. Om een meer uitgebreide

sportaccommodatie te kunnen aanbieden, zijn afspraken gemaakt met de gemeente, waardoor studenten

terechtkunnen in de gemeentelijke sporthal en het zwembad. De campus beschikt over een eigen

studentenruimte, waar het studentenverbond allerhande studentikoze activiteiten kan organiseren.

Naast het studentenhome (80 kamers) op de campus zelf, waarvoor de vzw KIH De Nayer instaat, zijn er nog 130

studentenkamers ter beschikking bij particulieren in de nabijheid van de campus. De vzw SoVoW&K-De Nayer

treedt op als verbindings- en bemiddelingsorganisatie tussen de studenten en de eigenaars van de kamers.

Page 92: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

9 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie suggereert de hogeschool om de realisatie van een actief ‘doelandschap’ voor de professionele

bacheloropleiding Elektromechanica op de campus De Nayer te overwegen.

Facet 4.2 Studiebegeleiding

Beoordelingscriteria:

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de

studievoortgang.

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De voorlichting van de studenten over allerhande aspecten van het studieverloop start vanaf de kennismaking

van toekomstige studenten met de campus. Dit gebeurt enerzijds op een indirecte manier, door de

documentatiebrochures die de campus De Nayer verspreidt over zijn studieaanbod en studentenvoorzieningen in

de brede regio rond de hogeschool en via de website. Anderzijds doet men dit via directe contacten met

toekomstige studenten op informatiebeurzen zoals SID-In’s, informatiedagen en direct mailing.

De opleiding verkiest een onderscheid te maken tussen ‘studiebegeleiding’ en ‘studentenbegeleiding’. Men

spreekt over ‘studiebegeleiding’ als het gaat om vakinhoudelijke ondersteuning, en over ‘studentenbegeleiding’

als het gaat over het persoonlijke welzijn van de student.

De docenten verzorgen de eerstelijnsopvang; de Dienst voor Studie- en Studentenbegeleiding (DSSB) wordt pas

in tweede instantie ingeschakeld. In de beide gevallen zijn de ondersteuning en begeleiding het meest intensief in

het eerste bachelorjaar. Het departement Technologie kiest ervoor om door deze aanpak alle studenten,

ongeacht de vooropleiding en praktische startkennis die ze bij aanvang van de studies hebben, tot dezelfde

competenties te brengen aan het einde van het eerste bachelorjaar. Het afbouwen van deze intensieve

begeleiding vanaf het tweede jaar is een stap in het leerproces van de studenten naar meer zelfstandigheid. In

het eerste jaar worden studenten nog sterk extern gestuurd, wat in het tweede en derde jaar moet overgaan in

een hoge mate van zelfsturing tijdens de projectweken, de stage en het eindwerk.

De commissie waardeert de intensieve individuele begeleiding van de eerstejaarsstudenten, maar mist bij deze

professionele bacheloropleiding actieve monitoraten en opvolging via tussentijdse toetsing.

De commissie waardeert ten zeerste de aandacht die de opleiding heeft voor studenten met leerbeperkingen. Het

valt de commissie op dat de opleiding veel ondersteunende maatregelen heeft opgezet voor studenten met

dyslexie en autisme.

De studenten uit het derde jaar krijgen informatie over het werkveld, vacatures, jobbeurzen, sollicitatietips en

dergelijke meer, naast informatie over schakelprogramma’s naar een masterjaar voor wie verder wil studeren.

De studenten en afgestudeerden geven tijdens het visitatiebezoek aan dat de studie- en studentenbegeleiding

goed is, en dat ze de inspanningen van de opleiding waarderen.

De commissie stelt vast dat de ombudswerking erg goed is georganiseerd. De ontdubbeling van de

ombudsfunctie en de DSSB is een sterk punt.

Op het niveau van zowel de opleiding als het departement heeft de hogeschool een coördinator

Internationalisering aangesteld. De coördinator van de opleiding is betrokken bij het opstellen van het

Page 93: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t | 9 3

studieprogramma en de opvolging van de studenten tijdens de uitwisseling zelf, door het onderhouden van

regelmatige contacten. De coördinator van het departement is vooral betrokken bij de praktische en financieel-

administratieve afhandeling van een uitwisseling (aanvragen beurzen, huisvesting en andere voorzieningen in het

buitenland).

Op het gebied van het internationale uitwisselingsprogramma voor studenten ervaart de commissie dat het

departement veel inspanningen doet om dit voor alle studenten financieel mogelijk te maken. De departementale

coördinator Internationalisering neemt acties om uitsluiting van studenten aan uitwisselingsprogramma’s op basis

van financiële beperkingen te vermijden.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Oordeel over onderwerp 4, voorzieningen: goed

Op basis van de oordelen over:

facet 4.1, materiële voorzieningen: goed

facet 4.2, studiebegeleiding: goed

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 94: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

9 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t

Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg

Facet 5.1 Evaluatie resultaten

Beoordelingscriterium:

- De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mee aan de hand van toetsbare streefdoelen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het departement onderschrijft de beleidsvisie in verband met de onderwijskwaliteitszorg van de Hogeschool voor

Wetenschap & Kunst, waarbij elk departement beschikt over een halftijdse kwaliteitscoördinator en een

Departementale Commissie Onderwijskwaliteit (DCO). De hogeschool voor Wetenschap & Kunst heeft het kader,

zoals voorgesteld door de Associatie K.U.Leuven, overgenomen.

Voor de campus De Nayer verkiest de hogeschool sinds 1 maart 2008 om te werken met een voltijdse

kwaliteitscoördinator, die verantwoordelijkheid draagt voor zowel het departement Industriële Wetenschappen als

het departement Technologie, met een administratieve medewerker (0,7 VTE) ter ondersteuning.

Het departement Technologie opteert voor het EFQM/TRIS-model om (sinds eind 2007) de pijlers van het interne

kwaliteitsysteem vorm te geven, in navolging van het departement Industriële Wetenschappen, dat hiermee al

jaren ervaring heeft. Net als het departement Industriële Wetenschappen streeft het departement Technologie

ernaar om in de toekomst de EFQM/TRIS-fase 4 te bereiken.

In de loop van het academiejaar 2008 gaan de departementen van de campus De Nayer voor wat de

operationele zaken betreft, over van de Hogeschool voor Wetenschap & Kunst naar de Lessius Hogeschool. De

werkgroep Kwaliteitszorg binnen de Lessius Hogeschool bestaat uit de kwaliteitscoördinatoren van de

verschillende departementen en een stafmedewerker. Deze werkgroep wisselt kennis en ervaring uit, met het oog

om op termijn te evolueren naar een uniform kwaliteitssysteem binnen de Lessius Hogeschool.

De commissie is aangenaam verrast door de goede evaluatieformulieren die de opleiding hanteert om diverse

facetten van het onderwijs te evalueren. De commissie stelt vast dat het uitvoeren van de evaluaties bij zowel de

studenten en de docenten als het werkveld niet altijd even adequaat verloopt, waardoor de verkregen resultaten

niet steeds een correct beeld geven.

Op het gebied van de studietijdmetingen heeft de commissie vastgesteld dat het departement hier minder

aandacht aan schenkt. De commissie raadt de opleiding aan om de manier van studietijdmetingen te evalueren te

verbeteren.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt de opleiding te onderzoeken hoe ze de bevragingen organiseert om de betrouwbaarheid

van de resultaten te verbeteren.

Page 95: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t | 9 5

Facet 5.2 Maatregelen tot verbetering

Beoordelingscriterium:

- De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen tot

de realisatie van de streefdoelen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Gezien de jarenlange ervaring van het departement Industriële Wetenschappen hergebruikt het departement

Technologie de meeste van de verbeterings- en opvolgingsmethodieken, in het bijzonder voor de evaluatie en de

opvolging van de docenten, de initiatieven rond studiebegeleiding en de onderwijsontwikkelingsplannen.

De commissie stelt vast dat de opleiding de kwaliteitsverbeteringsacties meer gestructureerd kan aanpakken. Dit

geldt zowel voor het plannen van de doelstellingen als het systematisch controleren, rapporteren en opvolgen van

de verschillende verbeteracties.

De opleidingscoördinator verzamelt alle enquêteresultaten van de bevragingen voor alle vakdocentcombinaties.

Het departement hanteert als maatstaven een gemiddelde score hoger dan 50 procent en/of een deelscore van

minimaal 40 procent. In eerste instantie worden de resultaten die hier niet aan voldoen, voorgelegd aan de docent

in kwestie, en indien nodig wordt in overleg met de opleidingscoördinator een opvolgingsplan met verbeteracties

opgesteld.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie raadt de opleiding aan om kwaliteitsverbeteringsacties meer gestructureerd aan te pakken.

Facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld

Beoordelingscriterium:

- Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemende beroepenveld van de

opleiding actief betrokken.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Decretale raden en comités nemen elk hun verantwoordelijkheid. Het docententeam is vertegenwoordigd in de

verschillende decretale raden en adviesorganen. De Studentenraad vaardigt vertegenwoordigers af naar de

verschillende raden en commissies.

De visitatiecommissie stelt vast dat er op het ogenblik van het visitatiebezoek een grote betrokkenheid is in de

verschillende overlegorganen van zowel het onderwijzende personeel als de studenten.

De commissie constateert dat het departement veel relaties onderhoudt met de afgestudeerden en het werkveld.

De afgestudeerden en het beroepenveld worden niet ingeschakeld voor de onderwijsevaluaties. De opleiding

doet vierjaarlijks een beroep op een team van zeventien externe experts voor het doorlichten van de

Page 96: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

9 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t

curriculumaanpassingen op het vlak van de maatschappelijke relevantie en de uitstroomkwaliteit van de

professionele bachelors. Deze externe contacten, aangevuld met de afstemming in vakgroepen, zijn een goede

aanzet tot een participatief beleid en de verbetering van het curriculum.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie raadt het departement aan om de externe contacten in de toekomst nauwer te betrekken en te

laten participeren in de vernieuwing van het opleidingsprogramma.

Oordeel over onderwerp 5, interne kwaliteitszorg: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 5.1, evaluatie resultaten voldoende

facet 5.2, maatregelen tot verbetering voldoende

facet 5.3, betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 97: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t | 9 7

Onderwerp 6 Resultaten

Facet 6.1 Gerealiseerd niveau

Beoordelingscriterium:

- De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde competenties qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding slaagt erin om haar doelstellingen te realiseren. De opleiding levert afgestudeerden af die praktisch

ingesteld en onmiddellijk inzetbaar zijn in het werkveld.

De commissie stelt na grondige controle vast dat het niveau van de examens goed is.

De opleiding realiseert de algemene en vakoverschrijdende doelstellingen doorheen het hele curriculum, gaande

van projectmatig onderwijs, over projectweken met als sluitstuk de stage en het eindwerk. Al deze werkvormen

vragen van de studenten een grotere zelfstandigheid.

De commissie ziet de vernieuwde projectweken, waarna de studenten aansluitend de stage en het eindwerk

aanvatten, als een prima voorbereiding op de overstap naar het beroepenveld.

Zoals hiervoor al uitvoerig aangehaald, gebeuren de eindbeoordelingen van de stage en het eindwerk door een

externe jury, wat een bijkomende toetsing is voor het behalen van de beoogde competenties en doelstellingen.

De commissie ervaart dit als een sterke troef van deze opleiding, mits de opleiding hier verder controle over

uitoefent.

De grote interesse van het werkveld naar de afgestudeerden op de Jobinfobeurs bevestigt dat de opleiding slaagt

in haar opzet van de vooropgestelde competenties en doelstellingen te doen behalen. De afgestudeerden geven

aan dat ze binnen de vier maanden na hun afstuderen aan het werk zijn. Ook dit is een duidelijke bevestiging van

het niveau van de opleiding. De drie afstudeerrichtingen bieden de studenten de kans om zich meer te

specialiseren in hun interessegebied, zonder afbreuk te doen aan de brede inzetbaarheid van deze professionele

bachelors Elektromechanica in het werkveld. De commissie stelt vast dat de meeste studenten die een

schakelprogramma aanvatten, dit ook met succes afronden.

Zowel door de gesprekken met de afgestudeerden als uit de bevragingen van deze groep door de opleiding

maakt de commissie op dat de tevredenheid over het opleidingsprogramma erg hoog is. Studenten geven aan dat

ze het niveau van de taalvakken soms te hoog vinden, maar afgestudeerden laten horen dat er tijdens de

opleiding net meer aandacht zou mogen zijn voor talen. Blijkbaar hebben de beide groepen een andere perceptie

van het niveau en nut van de taalvakken.

Voor wat de internationalisering en studentenmobiliteit betreft, tonen de uitwisselingen van de laatste jaren aan

dat de inspanningen van de opleiding vruchten afwerpen.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Page 98: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

9 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t

Facet 6.2 Onderwijsrendement

Beoordelingscriteria:

- Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen.

- Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Vlaanderen heeft geen traditie in het verzamelen van slaagcijfers per studiegebied en/of opleiding over de jaren.

Uit ervaring blijkt dat de globale slaagcijfers voor generatiestudenten op Vlaams niveau tussen de 45 en 50

procent liggen. Noch de evolutie over de jaren heen, noch de situatie per opleiding of studiegebied wordt

opgevolgd. Daardoor kan de opleiding geen streefcijfers formuleren in vergelijking met relevante andere

opleidingen.

Het departement Technologie besteedt veel aandacht aan het onderwijsrendement.

Op het vlak van onderwijsrendement scoort de opleiding een gemiddelde van ongeveer 65 procent. De

slaagpercentages die de opleiding kan voorleggen, liggen boven het Vlaamse gemiddelde van 48 procent. Voor

wat de slaagpercentages van het tweede jaar betreft, liggen de meeste resultaten ook boven de Vlaamse

gemiddelden van 81 procent. Voor de score onder het Vlaamse gemiddelde tijdens het academiejaar 2005-2006

is na analyse van de resultaten geen eenduidige reden aan te tonen. Voor het derde jaar bedraagt het Vlaamse

gemiddelde slaagcijfer 91 procent. Ongeacht de afstudeerrichting liggen de slaagpercentages van de opleiding

boven de gemiddelde waarde. Met als koploper de afstudeerrichting Klimatisering, met een slaagpercentage van

100 procent gedurende de laatste vijf jaar.

De hogeschool slaagt erin om dit te realiseren zonder afbreuk te doen aan het gerealiseerde niveau van de

afgestudeerde studenten.

Data tonen aan dat het studierendement van de studenten tijdens de opleiding Elektromechanica toeneemt

naarmate de studenten in een hoger studiejaar zitten. De gemiddelde studietijd over de verschillende

afstudeerrichtingen varieert van 3 tot 3,4 jaar. Van de afgestudeerden behaalt 76,2 procent het diploma in de

voorgeschreven studieduur van drie jaar.

Aanbevelingen ter verbetering:

De opleiding moet zich beraden over hoe ze de dreigende doorlooptijdtoename als gevolg van de flexibilisering

onder controle kan houden.

Page 99: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t | 9 9

Oordeel over onderwerp 6, resultaten: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 6.1, gerealiseerd niveau goed

facet 6.2, onderwijsrendement voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 100: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 0 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t

Globaal oordeel

De visitatiecommissie baseerde haar oordeel en motivering op de volgende bronnen:

- het zelfevaluatierapport van de opleiding en de bijhorende bijlagen,

- de gevoerde gesprekken met de betrokkenen,

- de documenten ter inzage tijdens het bezoek,

- de opgevraagde documenten,

- de reactie van de opleiding op het opleidingsrapport.

Het zelfevaluatierapport is overzichtelijk, goed gedocumenteerd en voldoende kritisch. De bijlagen zijn vrij volledig

en helder. Soms zijn er te veel verwijzingen naar de bijlagen in één en dezelfde zin, waardoor het rapport niet vlot

leest.

Uit het zelfevaluatierapport maakt de commissie op dat het departement een heldere kijk heeft op de opleiding,

en met een kritische blik de sterke en te verbeteren punten aangeeft.

Door de onduidelijke situatie in verband met de overgang van de Hogeschool voor Wetenschap & Kunst naar de

Lessius Hogeschool zijn bepaalde luiken van het ZER niet meer in overeenstemming met de realiteit op het

moment van de visitatie. Deze aspecten zijn ruim aan bod gekomen en besproken tijdens het visitatiebezoek.

Op basis van de oordelen over:

onderwerp 1, niveau en oriëntatie: voldoende

onderwerp 2, programma: voldoende

onderwerp 3, personeel: voldoende

onderwerp 4, voorzieningen: voldoende

onderwerp 5, interne kwaliteitszorg : voldoende

onderwerp 6, resultaten: voldoende

is de commissie van mening dat er voldoende generieke kwaliteitswaarborgen in de opleiding aanwezig zijn.

Page 101: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t H o g e s c h o o l v o o r W e t e n s c h a p & K u n s t | 1 0 1

Overzichtstabel van de oordelen1

score facet score onderwerp

Onderwerp 1: Doelstellingen van de opleiding voldoende

Facet 1.1: Niveau en oriëntatie voldoende

Facet 1.2: Domeinspecifieke eisen voldoende

Onderwerp 2: Programma voldoende

Facet 2.1: Relatie doelstelling en inhoud goed

Facet 2.2: Eisen professionele gerichtheid goed

Facet 2.3: Samenhang goed

Facet 2.4: Studieomvang OK

Facet 2.5: Studietijd voldoende

Facet 2.6: Afstemming vormgeving en inhoud voldoende

Facet 2.7: Beoordeling en toetsing voldoende

Facet 2.8: Masterproef n.v.t.

Facet 2.9: Toelatingsvoorwaarden voldoende

Onderwerp 3: Inzet van personeel voldoende

Facet 3.1: Kwaliteit personeel goed

Facet 3.2: Eisen professionele gerichtheid goed

Facet 3.3: Kwantiteit personeel voldoende

Onderwerp 4: Voorzieningen voldoende

Facet 4.1: Materiële voorzieningen goed

Facet 4.2: Studiebegeleiding goed

Onderwerp 5: Interne kwaliteitszorg voldoende

Facet 5.1: Evaluatie resultaten voldoende

Facet 5.2: Maatregelen tot verbetering voldoende

Facet 5.3: Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en

beroepenveld

voldoende

Onderwerp 6: Resultaten voldoende

Facet 6.1: Gerealiseerd niveau goed

Facet 6.2: Onderwijsrendement voldoende

De oordelen zijn van toepassing voor:

WenK Elektromechanica

- Klimatisering

- Automatisering

- Onderhoudstechnologie

1 Indien in de tabel één enkel oordeel vermeld staat, geldt dit oordeel voor alle afstudeerrichtingen, locaties en varianten die

vermeld staan bij de betreffende opleiding. Indien één of meer afstudeerrichtingen/locaties/varianten een verschillende beoordeling hebben gekregen, dan zijn al deze oordelen opgenomen in de tabel.

Page 102: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 0 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e

Page 103: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e | 1 0 3

Hoofdstuk 3 Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende

Algemene toelichting bij de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektromechanica aan de

Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende

In 1995 ontstaat de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende (KHBO) uit een fusie tussen de Katholieke

Industriële Hogeschool West-Vlaanderen en het Hoger Technisch Instituut, beide gelegen in Oostende, en het

Hoger Technisch Instituut, het Sint-Jansinstituut voor Verpleegkunde en het Sint-Andreasinstituut Normaalschool,

gelegen in Brugge.

De Hogeschool heeft twee campussen en biedt opleidingen aan in vier departementen: Industriële

Wetenschappen en Technologie – campus Oostende, en Lerarenopleiding, Gezondheidszorg en Handels-

wetenschappen en Bedrijfskunde – campus Brugge.

De KHBO maakt samen met twaalf andere hogescholen en de Katholieke Universiteit Leuven deel uit van de

Associatie K.U.Leuven.

Hoewel de geschiedenis van het hoger technisch onderwijs in Oostende onder de koepel van ‘Het Hoger

Technisch Instituut’ teruggaat tot begin jaren 1930 wordt in 1956 de eerste stap gezet naar de huidige

vestigingsplaats. 1956-1957 is het eerste academiejaar in het nieuwe gebouw aan de Zeedijk. Vanaf 1960 wordt

een reeks nieuwe richtingen opgericht: graduaat Elektronica (1963), graduaat Chemie (1964), graduaat

Elektromechanica (1965) en graduaat Openbare werken-bouwkunde (1968).

De huidige professioneel gerichte bacheloropleiding Elektromechanica maakt deel uit van het departement

Industriële wetenschappen en technologie (IWT). De opleiding biedt in het derde jaar twee afstudeerrichtingen:

Elektromechanica en Automatisering.

Page 104: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 0 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e

Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding

Facet 1.1 Niveau en oriëntatie van de professioneel gerichte bachelor

Beoordelingscriteria:

De opleidingsdoelstellingen zijn erop gericht de student te brengen tot:

- het beheersen van algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken

van informatie, het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken, creativiteit, het kunnen uitvoeren

van eenvoudige leidinggevende taken, het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en

oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken, en een ingesteldheid tot levenslang leren;

- het beheersen van algemene beroepsgerichte competenties als teamgericht kunnen werken,

oplossingsgericht kunnen werken, in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van

complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk, en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle

oplossingsstrategieën, en het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid die samenhangt met de

beroepspraktijk;

- het beheersen van beroepsspecifieke competenties op het niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar.

Het oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het uitgangspunt voor de professionele bachelor Elektromechanica aan de KHBO is dat de studenten niet alleen

doelstellingen bereiken op het niveau van kennen, maar ook op het niveau van ‘toepassen van kennis in de

praktijk’.

Uit de beschrijving in het ZER en de bijhorende toelichting op de door de commissie gestelde vragen blijkt dat de

opleiding een duidelijke visie heeft voor de professionele bachelor Elektromechanica.

De opleidingsdoelstellingen voor de professionele bachelor Elektromechanica zijn gebaseerd op het

Structuurdecreet, aangevuld met de door de Associatie K.U. Leuven vooropgestelde competenties, en afgestemd

met de andere bacheloropleidingen van het departement IWT binnen die associatie.

De vooropgestelde algemene competenties, de beroepsgerichte competenties en de beroepsspecifieke

competenties zijn omgezet in heldere opleidingsdoelstellingen.

De nagestreefde algemene competenties zijn: het opbouwen van een kwaliteitsvolle redenering, zelfstandig

verwerven en verwerken van informatie, kritisch reflecteren, projectmatig en methodisch handelen, leidinggeven,

communicatievaardigheden en een ingesteldheid tot levenslang leren.

De nagestreefde algemene beroepsgerichte competenties omvatten: teamgericht werken, oplossingsgericht

werken en besef hebben van de maatschappelijke verantwoordelijkheid.

De nagestreefde beroepsspecifieke competenties zijn: assisteren bij het ontwerp van elektromechanische

systemen, elektromechanische systemen op elkaar afstemmen, beheersen van productieprocessen, installatie en

onderhoud van elektromechanische systemen, assistentie bij aan- of verkoop van technologische producten of

diensten, en training geven over elektromechanische systemen.

Voor alle competenties legt de opleiding meetbare gedragsindicatoren vast. Dit resulteert in een eenvoudig

meetinstrument waarmee geëvalueerd wordt of en in hoeverre studenten de vaardigheden, attitudes en

persoonskenmerken bezitten die bij een bepaalde competentie horen. De concordantietabel geeft een globaal

overzicht van de competenties die in elk opleidingsonderdeel expliciet worden aangeboden en geëvalueerd. Die

tabel is niet exhaustief, aangezien competenties ook nog in andere opleidingsonderdelen aan de orde kunnen

zijn. Uit dit alles blijkt dat het verwerven van alle competenties doorheen de opleiding wordt beoogd.

Page 105: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e | 1 0 5

De commissie stelt vast dat op het gebied van het niveau en de oriëntatie de opleiding voldoet aan de decretaal

opgelegde normen, wat betreft de algemene competenties voor een professionele bachelor, en aan de

beroepsgerichte en beroepsspecifieke competenties van een beginnende beroepsbeoefenaar.

Het competentiemodel is adequaat uitgewerkt in doelstellingen. De commissie stelt vast dat deze goed

geformuleerde en brede doelstellingen nog niet op alle vlakken zijn gerealiseerd. De commissie staat positief ten

aanzien van de uitgewerkte formulering van verschillende competenties. Sommige algemene competenties rond

kritische reflectie, het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid en eenvoudige leidinggevende taken

mogen nog beter uitgewerkt en geëxpliciteerd worden, evenals het voorbereiden van de afgestudeerden op de

internationale dimensie van hun toekomstige werkdomein. De commissie is van mening dat de ambitie van de

opleiding voor de internationale dimensie verder moet gaan dan het aanleren van Duits en Engels.

De opleiding is voorstander van een mix van traditioneel en competentiegericht onderwijs. Het kernidee is dat

studenten eerst over een bepaalde hoeveelheid basiskennis moeten beschikken voor zij met vakintegratie

kunnen worden geconfronteerd. De commissie meent dat het competentiedenken, dat al in de uitgangspunten en

doelstellingen aanwezig is, op termijn kan leiden tot een meer geïntegreerd competentiemodel.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie adviseert de opleiding meer aandacht te schenken aan het internationaliseringaspect van de

opleidingsdoelstellingen.

Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen

Beoordelingscriteria:

- De doelstellingen van de opleiding (uitgedrukt in eindkwalificaties van de student) sluiten aan bij de eisen die

door (buitenlandse) vakgenoten en het relevante beroepenveld gesteld worden aan een opleiding in het

betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroeps- of kunstpraktijk). Ze zijn, in het geval van

gereglementeerde beroepen, in overeenstemming met de reglementering of regelgeving ter zake.

- Voor professioneel gerichte bacheloropleidingen zijn de eindkwalificaties getoetst bij het relevante

beroepenveld.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding heeft ook de beroepsspecifieke competenties gedefinieerd, in samenspraak met de andere

opleidingen professionele bachelor Elektromechanica van de Associatie K.U.Leuven.

Deze opleiding heeft twee afstudeerrichtingen: Elektromechanica en Automatisering. Beide leggen wel eigen

accenten binnen de beroepsspecifieke competenties, maar de opleiding heeft ervoor gekozen om het verschil

tussen de beide afstudeerrichtingen klein te houden.

Uit de bevraging van alle actoren blijkt duidelijk dat de opleiding de blijvende brede basis voor het profiel van de

professionele bachelor wil bewaren. Zowel de afgestudeerden als het werkveld onderstrepen het belang van deze

bewuste keuze, en keuren die goed. Dit neemt niet weg dat verdere inspanningen geleverd moeten worden voor

het continu actualiseren van de competenties. Na kennisname met dit facet in het ZER en tijdens de gesprekken

Page 106: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 0 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e

met de verschillende panels, vindt de commissie dat de frequentie van de bevraging van het beroepenveld voor

het toetsen van de beroepsspecifieke competenties hoger moet zijn.

De commissie waardeert het concreet doorvertalen van de domeinspecifieke doelstellingen vertrekkende vanuit

de competenties. De commissie stelt vast dat op het gebied van het niveau en de oriëntatie de opleiding voldoet

aan het door de commissie vooropgestelde domeinspecifieke referentiekader.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie adviseert om de domeinspecifieke eisen nauwer te laten aansluiten bij de verwachtingen van het

werkveld.

Oordeel over onderwerp 1, doelstellingen van de opleiding: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 1.1, niveau en oriëntatie voldoende

facet 1.2, domeinspecifieke eisen voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 107: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e | 1 0 7

Onderwerp 2 Programma

Facet 2.1 Relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma

Beoordelingscriteria:

- Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties van de opleiding qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

- De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma.

- De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te

bereiken.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Binnen de KHBO worden fundamentele hervormingen in de opleidingen aangestuurd door het departement. Voor

de invoering van de bachelorstructuur werd in het academiejaar 2002-2003 een departementale werkgroep Bama

opgericht. In deze werkgroep waren naast het departementshoofd en het adjunct-departementshoofd alle

opleidingshoofden vertegenwoordigd.

Elke opleiding bracht voorstellen voor een vernieuwd curriculum aan bij de werkgroep Bama. De werkgroep

neemt de definitieve besluiten, en de goedkeuring van het nieuwe curriculum vindt plaats in de Departementale

Raad. De terugkoppeling naar de diverse opleidingen is de taak van de respectieve opleidingshoofden in de

opleidingsvergaderingen.

De inhoud van de verschillende opleidingsonderdelen wordt op die manier aangepast aan de evolutie van de

technologie, op basis van contacten met het werkveld, het bijwonen van studiedagen, lessenreeksen,

vakliteratuur en internet. De opleiding heeft van de omvorming naar de bachelorstructuur gebruikgemaakt om de

inhoud en volgtijdelijkheid van de opleidingsonderdelen volledig te herzien. Dit vernieuwde programma is

ingevoerd vanaf het academiejaar 2004-2005.

Het invoeren van competentiegericht onderwijs is een grote verandering in de opleiding. Het aanleren van

specifieke competenties wordt nu explicieter in het programma opgenomen.

Omdat de opleiding een mix voorstaat van traditioneel en competentiegericht onderwijs wordt voor het onderdeel

‘college’ in het programma gekozen voor traditioneel onderwijs, met de nadruk op kennisopbouw. Voor de

praktische onderdelen van de opleiding (oefensessies, labs…) wordt geopteerd voor competentiegericht

onderwijs. De commissie ziet dit als een goede aanzet naar een meer geïntegreerd competentiegericht opleiden.

De opleiding is van start gegaan met het afzonderlijk evalueren van de attitudes en vaardigheden die verbonden

zijn met de competenties binnen de praktijkoefeningen. De commissie heeft de indruk dat er nog werk is aan het

verder implementeren van competentiegericht onderwijs. Uit de gesprekken met docenten blijkt dat de definitie

van competentiegericht onderwijs niet voor alle docenten helder is, waardoor ook de vertaling naar de

verschillende programmaonderdelen niet eenduidig is.

De studenten geven aan duidelijke informatie te krijgen over het competentiegerichte onderwijs via de ECTS-

fiches, het elektronische leerplatform Toledo en bij de start van elk opleidingsonderdeel. De commissie stelt

echter vast dat competenties door de studenten nog vaak als niet-technische vaardigheden (zoals leidinggeven,

team werk…) worden beschouwd. De definitie van competenties, zowel wat algemene als technische

vaardigheden betreft, is nog niet helder voor de studenten.

De commissie suggereert het opleidingsteam nog meer ondersteuning te bieden op onderwijskundig vlak, om de

ingezette vernieuwing naar competentiegericht onderwijs optimaal te kunnen implementeren. Dit biedt ook

kansen voor de realisering van de meer algemene competenties. Die competenties zijn nog te weinig zichtbaar in

Page 108: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 0 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e

de opleidingsonderdelen, en moeten concreet vertaald worden in hanteerbare criteria om ze objectief te kunnen

beoordelen. Dit strookt ook met de opvattingen daarover van het werkveld en de alumni.

De commissie vindt de verbinding tussen kennis en praktische oefeningen positief: de theoretische bagage is

gekoppeld aan de labo’s, en dezelfde docenten geven de theorielessen en begeleiden de praktijkoefeningen,

waardoor een zekere synergie ontstaat tussen theorie en praktijk. De opleiding wil zowel naar de studenten als

naar het werkveld beklemtonen dat naast competentieontwikkeling (vaardigheden en attitudes) het verwerven van

theoretische basiskennis belangrijk blijft.

Disciplineoverschrijdende elementen zijn terug te vinden in vakken zoals kwaliteits- en veiligheidszorg,

bedrijfsbeheer en communicatieve vaardigheden. Het onderwerp milieuzorg wordt niet als afzonderlijk vak

opgenomen in het programma, maar komt inhoudelijk aan bod in de cursussen kwaliteitszorg, methodisch

ontwerpen, klimatisering en religie-zingeving-levensbeschouwing (RZL).

Daarnaast zijn ook opleidingsonderdelen opgenomen in het curriculum waar de student verschillende

subdisciplines van het studiegebied Elektromechanica moet integreren. Dat is bijvoorbeeld het geval voor

mechanische ontwerptechnieken en het eindejaarsproject (stage en eindwerk).

De commissie is van mening dat er nog kansen liggen om meer vakoverschrijdend te werken, door elementen als

veiligheidsbewustzijn en de samenhang tussen de verschillende disciplines aan de studenten bij te brengen, en

dit van bij de aanvang van het curriculum.

De opleiding gebruikt de competentiemetingen van de studenten ook als middel om de praktijk gericht bij te

sturen, als uit de meting blijkt dat bepaalde competenties door een grote groep studenten niet of onvoldoende

worden gehaald. Het aanbieden van het opleidingsonderdeel toegepaste wiskunde, naar aanleiding van de

vaststelling van een groot aantal mislukkingen voor dit onderdeel, is hier een voorbeeld van.

Er bestaat geen formele adviescommissie van werkveld en afgestudeerden om het curriculum bij te sturen. Het

werkveld is vertegenwoordigd in de Departementale Raad. Afgestudeerden kunnen hun suggesties meedelen via

de enquêtes, uitgevoerd door de hogeschool. De informele informatie die bij de eindwerkverdediging van de

juryleden uit het werkveld wordt verkregen, wordt besproken op de opleidingsvergaderingen. Daarnaast wordt

informatie ingewonnen in het kader van de maatschappelijke dienstverlening en het projectmatig

wetenschappelijk onderzoek (PWO). Al die informatie vormt de input van het werkveld om het curriculum bij te

sturen.

Docenten participeren aan het stroomlijnen van de inhoud van opleidingsonderdelen door het indienen van

voorstellen. In eerste instantie komen deze voorstellen op de opleidingsvergadering.

Vernieuwingsvoorstellen worden in overleg met alle betrokken docenten, en in samenspraak met andere

opleidingen waar het betreffende opleidingsonderdeel deel uitmaakt van het programma, besproken. Het

goedkeuren van aanpassingen aan het curriculum is de taak van de Departementale Raad.

Binnen het programma van de bachelor Elektromechanica komt het facet internationalisering aan bod door het

aanleren en gebruiken van vreemde talen als communicatiemiddel, en bij het gebruiken van anderstalige

documentatie uit het vakgebied.

De commissie suggereert de opleiding om hier verder te gaan zoeken naar alternatieven, zoals het verder

uitwerken van initiatieven als internationalisering@home, bedrijfsbezoeken en stages.

Page 109: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e | 1 0 9

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie adviseert de opleiding om op zoek te gaan naar alternatieven om de internationalisering@home

nog meer vorm te geven.

De opleiding moet meer aandacht besteden aan de inbedding van de algemene en algemene beroepsspecifieke

competenties in het programma.

De commissie suggereert om na te gaan of binnen het vak RZL de behoefte aan meer sociale vaardigheden kan

worden aangepakt.

Facet 2.2 Eisen professionele gerichtheid van het programma

Beoordelingscriteria:

- Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroeps- of kunstpraktijk ontleend

studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk, de kunstpraktijk en/of (toegepast) onderzoek.

- Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline.

- Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroeps- of artistieke vaardigheden, en heeft aantoonbare

verbanden met de actuele beroepspraktijk.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Zowel het beheersen van de kennis als die kunnen toepassen in de praktijk zijn de uitgangspunten van deze

bacheloropleiding Elektromechanica. Dit realiseert de opleiding door het ‘leren’ op te splitsen in verschillende

stappen. In een eerste stap wordt theoretische basiskennis via hoorcolleges aangebracht. In een volgende stap

koppelt de opleiding praktijkoefeningen en oefensessies aan de theorielessen. De opleiding beoogt hiermee de

studenten vertrouwd te maken met de gewoonte om de theorie toe te passen in de praktijk. In de afsluitende stap

van het curriculum verwacht de opleiding dat de studenten in staat zijn om zelfstandig kennis, vaardigheden en

attitudes te integreren.

De algemene competenties ‘vermogen tot communiceren’, ‘ingesteldheid tot levenslang leren’ en ‘teamgericht

werken’ zijn competenties waarin de opleiding sterk investeert om tijdens de opleiding voor deze competenties

een stevige basis te leggen bij de studenten. Zij zijn duidelijk terug te vinden is in de concordantietabel. De

commissie stelt vast dat de competenties ‘leidinggeven’ en ‘besef hebben van maatschappelijke

verantwoordelijkheid’ veel minder aan bod komen. De alumni en het werkveld bevestigen dit, maar geven ook

aan dat deze competenties als minder belangrijk worden aangezien voor een beginnende beroepsbeoefenaar. De

vraag is echter waarom die competenties wel als doel worden gesteld, maar in de praktijk weinig worden

gecultiveerd.

Elk semester organiseert de opleiding één bedrijfsbezoek dat aansluit bij een opleidingsonderdeel of een bepaald

thema. Tijdens het visitatiebezoek hoorde de commissie heel wat positieve reacties op en voorbeelden van

initiatieven van bepaalde docenten om nog meer uit de bedrijfsbezoeken te halen. De docenten investeren tijd en

moeite om een bezoek zo veel mogelijk proactief te integreren in het programma. De studenten en alumni geven

echter aan dat voor hen het verband van bedrijfsbezoeken met het curriculum en de integratie ervan in de

cursussen niet altijd even duidelijk is. Bedrijfsbezoeken worden nog te veel gezien als een schooluitstap.

Het opleidingsonderdeel eindejaarsprojecten bestaat uit twee luiken: een bedrijfscontact of stage en het eindwerk.

Beide vormen ze de belangrijkste werkveldervaring van de studenten.

Page 110: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 1 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e

De stage heeft tot doel in de gekozen studierichting de bedrijfsrealiteit en het toekomstige beroepsleven beter te

leren kennen. Tijdens de stage leert de student de werkmethodes en de organisatie van een bedrijf kennen. Het

geeft de student de gelegenheid om zijn kennis toe te passen. Het zelfstandig werken in een nieuwe situatie en

het zich aanpassen aan een bedrijfsomgeving dragen bij tot de persoonlijke vorming van de student.

Tijdens de stage kan de student aan de realisatie van zijn eindwerk beginnen, maar het hoofddoel van de stage

blijft de manier van werken in een bedrijf te leren kennen.

Het eindejaarsproject biedt de studenten de gelegenheid om kennis te maken met apparatuur en systemen die de

hogeschool niet heeft. De studenten tonen zowel hun kennis als hun vaardigheden in het eindejaarsproject.

Specifieke vakken, waaronder veiligheid en kwaliteitszorg, komen in deze opleiding pas in het laatste semester

aan bod, terwijl studenten vanaf het eerste jaar geconfronteerd worden met praktijkoefeningen in het laboratorium

en met bedrijfsbezoeken. Ook in deze omgeving worden studenten geconfronteerd met veiligheidsaspecten. De

commissie stelt vast dat de meeste studenten aangeven nog niets gehoord te hebben over de ARAB-codex,

AREI, de ‘vitale vijf’ en werken onder spanning, omdat het vak veiligheid pas in het laatste semester van het

curriculum is opgenomen.

De samenwerking met de academische opleidingen (industrieel ingenieur), de activiteiten in het kader van

maatschappelijke dienstverlening en PWO brengen nieuwe kennis bij aan de opleiding, en laten toe nieuwe

apparatuur aan te schaffen. Een voorbeeld van dat laatste is de verruiming van het lab mechanische

vormgevingstechnieken, waar de opleiding nu lasersnijtechnieken en in de nabije toekomst ook

kunststofverwerkingtechnieken kan integreren in de laboefeningen.

Tijdens de Industriedag krijgen de laatstejaarsstudenten de kans om contact te leggen met de bedrijven. De

studenten ontvangen er allerlei concrete informatie in verband met de vereisten en de arbeidsvoorwaarden van

de werkgevers.

Het departement IWT van de hogeschool stelt zich tot doel maximaal kansen te creëren voor de studenten om

deel te nemen aan internationale programma’s via de beurzen van het Europese Socrates-programma.

Binnen de opleiding is er een verantwoordelijke voor internationalisering, die samen met het opleidingshoofd en

de coördinator Internationalisering van het departement verantwoordelijk is voor het internationaliseringsbeleid.

Studenten die deelnemen aan een uitwisselingsprogramma volgen in het laatste semester van het derde jaar een

deel van het programma aan een buitenlandse instelling. De student werkt er aan zijn eindwerkproject onder

leiding van een lokale promotor en volgt er een aantal cursussen in een vreemde taal. Hetzelfde gebeurt voor de

buitenlandse studenten die naar de KHBO komen; zij doen hier hun stage en maken hier hun eindwerk.

De studenten geven aan de bibliotheek te kennen en informatie te hebben gekregen over het gebruik ervan, en

over de mogelijkheden om opzoekingen te doen en naslagwerken te gebruiken. In de praktijk blijkt dat de

studenten de geboden mogelijkheden niet benutten, omdat dit voor de opdrachten die ze krijgen, niet vereist is.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie adviseert om bedrijfsbezoeken voor de studenten beter te kaderen in het curriculum door een

gepaste voorbereiding en nazorg.

De internationalisering van studenten kan sterker worden uitgewerkt door goede buitenlandse contacten en de

motivering van studenten.

De commissie adviseert om de competentie ‘zelfstandig informatie verwerven en verwerken’ verder te stimuleren

bij de studenten.

Page 111: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e | 1 1 1

Facet 2.3 Samenhang van het programma

Beoordelingscriterium:

- Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opbouw van het programma weerspiegelt een thematische ontwikkeling doorheen de drie jaren van de

professionele bachelor Elektromechanica. Dat wordt benadrukt door per jaar een overkoepelende slagzin te

formuleren.

Tijdens het eerste jaar, ‘We leggen een stevige basis’, kiest de opleiding ervoor om eerst iedereen eenzelfde

basisniveau te laten bereiken, ongeacht de grote diversiteit in de vooropleiding van de studenten. Elke student

zal, afhankelijk van de vooropleiding, meer of minder nieuwe kennis aangeboden krijgen in het eerste jaar. Het

eerste jaar bestaat dan ook uit een vrij groot aandeel basisvakken.

In het tweede jaar, ‘Techniek is de hoofdmoot’, ligt de klemtoon op de technische opleiding. Het tweede jaar

omvat voornamelijk technische vakken, aangevuld met enkele basisvakken.

De commissie adviseert om ook de vakoverschrijdende samenhang van het programma zichtbaar te maken. De

vakoverschrijdende samenhang is door de inspanningen en de inzet van een aantal docenten wel enigszins

aantoonbaar, maar nog niet gestructureerd aanwezig.

In het derde jaar, met als slagzin ‘Jij kiest en doet’, ligt de nadruk op zelfstandig werk. De student kiest zelf zijn

afstudeerrichting, doet praktijkervaring op in het bedrijfsleven en realiseert in samenwerking met het bedrijf zijn

eindwerkopdracht.

De opleiding kent twee afstudeerrichtingen bij aanvang van het vijfde semester. Het is een bewuste keuze om het

verschil tussen de beide afstudeerrichtingen beperkt te houden (namelijk 34 studiepunten). Deze keuze is

ingegeven door de vraag van het werkveld naar breed opgeleide bachelors Elektromechanica.

De afstudeerrichting Elektromechanica biedt een brede opleiding aan, waarin zowel de mechanische als de

elektrische aspecten aan bod komen. Op die manier krijgt de student een inzicht in het disciplineoverschrijdende

karakter van de opleiding. De verbanden tussen mechanica, elektriciteit, elektronica en automatisering worden er

duidelijk aangegeven. De afgestudeerden zijn breed inzetbaar en komen terecht in verschillende functies, zoals

engineering, productie, onderhoud of in een technisch-commerciële rol.

In de afstudeerrichting Automatisering ligt het accent op het meten en regelen van een proces, zowel op

mechanisch en elektrisch als op elektronisch gebied. De afgestudeerden onderscheiden zich vooral door hun

kennis op het gebied van regel- en stuurtechnieken, automatisering, meettechnieken en microprocessor-

technieken, bij zowel ontwerp als installatie.

Zowel de alumni als de vertegenwoordigers van het werkveld bevestigen de goede relaties en de samenwerking

met de opleiding voor de organisatie en begeleiding van stages en eindwerkopdrachten. De commissie stelt, mee

op basis van de gesprekken met de studenten van het derde jaar, vast dat er een duidelijke verbinding is tussen

de stage en het eindwerk. De studenten uit het derde jaar bevestigen dit.

Bij de omvorming van het programma is gekozen voor een doorgedreven semesterwerking, om het opstellen van

individuele opleidingstrajecten mogelijk te maken. De meeste docenten hebben hun vakken goed kunnen

aanpassen aan dit nieuwe systeem.

Voor de invoering ervan zagen docenten vooral problemen om de theorie- en praktijkvakken samen te zetten en

te groeperen in een korte periode. Achteraf is gebleken dat het semestersysteem eerder een troef is, die theorie

en praktijk goed laat aansluiten.

Voor andere vakken (onder andere taalvakken) is het semestersysteem eerder een nadeel, omdat de

leerinhouden op een kortere periode moeten worden gegeven, hoewel voor de verwerking een langere oefentijd

Page 112: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 1 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e

wenselijk is. Door de kleine groepen heeft de docent echter de kans om hier onmiddellijk op in te spelen en de

studenten die hier moeilijkheden van ondervinden, te ondersteunen.

De docenten ervaren door de vermindering van het aantal contacturen geen verlies aan kwaliteit van het

onderwijs. De aanvulling van elke cursus met zelfstandig werk voor de studenten is een vooruitgang, omdat de

studenten op een andere manier kunnen worden begeleid. De docenten zijn door deze nieuwe leervormen ook

actief betrokken bij de studenten, onder meer via de verschillende fora op Toledo.

Alle technische vakken van het derde jaar worden bewust in het vijfde semester gepland. De opleiding heeft

ervoor gekozen om een aantal gemeenschappelijke algemene basisvakken, zoals kwaliteitszorg en veiligheid,

RZL en bedrijfsbeheer, aan te bieden in het zesde semester. Hierdoor mist de opleiding opportuniteiten om

bijvoorbeeld een veiligheidsattitude vanaf het begin van het curriculum aan de studenten bij te brengen. De

studenten zijn immers gedurende die periode vier dagen per week op bedrijfsstage, en komen op vrijdag naar de

hogeschool om de lessen te volgen.

De commissie stelt vast dat niet alle vakken uit het laatste semester aansluiten op de andere

opleidingsonderdelen. Dat blijkt ook uit gesprekken met studenten die dit aangeven.

Het verband tussen deze vakken en de opleiding bachelor Elektromechanica is niet altijd bekend of zichtbaar

gemaakt. De laatstejaarsstudenten geven aan dat de behoefte bestaat aan meer sociale vaardigheden en talen,

ondanks de inspanningen van een aantal docenten. De studenten waarderen die inspanningen van individuele

docenten, maar ze ervaren toch nog een lacune in de opleiding als geheel. De alumni en de vertegenwoordigers

uit het werkveld bevestigen dit.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie adviseert om de vakoverschrijdende samenhang van het programma structureel zichtbaar maken.

De commissie stelt vast dat niet alle vakken uit het laatste semester aansluiten op de andere

opleidingsonderdelen. De commissie adviseert de opleiding om deze vroeger in het curriculum in te passen.

Facet 2.4 Studieomvang

Beoordelingscriterium:

- De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de studieomvang, bachelor: ten minste 180

studiepunten.

Oordeel van de visitatiecommissie: oké

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding bestaat uit 3 studiejaren van elk 60 studiepunten. In totaal wordt dus een opleidingsprogramma

georganiseerd van 180 studiepunten, en voldoet de opleiding hiermee aan de formele eisen met betrekking tot de

minimale studieomvang van een professionele bachelor.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Page 113: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e | 1 1 3

Facet 2.5 Studielast

Beoordelingscriteria:

- De werkelijke studietijd wordt getoetst en sluit aan bij de normen vastgesteld krachtens decreet.

- Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de

studievoortgang belemmeren, zo veel mogelijk worden weggenomen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Vanaf het academiejaar 2007-2008 is de opleiding naar aanleiding van het opstellen van het ZER gestart met de

uitvoering van studietijdmetingen. De opleiding kiest ervoor om alleen metingen uit te voeren waar het nodig en

zinvol is. Dit wil zeggen dat men in het geval van probleemvakken een meer geobjectiveerde kijk wil krijgen van

wat via meer informele kanalen wordt ervaren.

De commissie stelt vast dat de processen om studietijdmetingen uit te voeren en de interpretatie van de

resultaten goed gedocumenteerd zijn, maar dat de metingen zelf nog in de kinderschoenen staan.

De studietijdmetingen gebeuren via het invullen van enquêtes over de studietijdbelasting door de studenten. De

deelname is vrij; de student geeft de informatie in via internet/e-mail. De studenten geven aan dat het niet echt

duidelijk is of deze enquête voldoende anoniem is en waarvoor deze resultaten zullen worden gebruikt.

Tijdens de gesprekken hoorde de commissie zowel van de docenten als de studenten dat sommige vragen voor

interpretatie vatbaar waren. De opleiding neemt deze opmerkingen mee bij het hernemen van de

studietijdmetingen.

Vergelijkend met de andere hogescholen binnen de associatie stelt de opleiding vast dat de studiepuntnormen

laag liggen voor de professionele bacheloropleidingen. De opleiding wil op basis van deze gegevens de

studiepunten niet aanpassen, maar verkiest om de verkregen resultaten eerst verder te onderzoeken.

In sommige gevallen ligt de gemeten studietijd beduidend lager dan de begrote studietijd. De opleiding opteert om

niet de studiepunten van die onderwijsleeractiviteiten aan te passen, maar wel om acties uit te werken waarbij de

studenten geactiveerd worden voor deze specifieke vakken. In dit kader krijgen studenten extra voorbereidende

taken voor practica en labo’s, waardoor het afwerken van de proeven in het laboratorium vlotter verloopt. De

hierdoor vrijgekomen tijd kan de docent gebruiken om bijkomende uitleg te geven en vragen van de studenten te

beantwoorden. De studenten geven aan dat deze extra voorbereidingen erg nuttig zijn en dat ze ook bijdragen tot

het verder ontwikkelen van de competentie ‘zelfstandig werken’.

Zowel de studenten als de alumni menen dat de studeerbaarheid goed is uitgebalanceerd.

De studenten geven aan dat het realistisch is om binnen een klassieke 40-urenweek de lessen en labo’s te

volgen, de cursussen bij te werken en de extra voorbereidingen te maken.

Beide groepen geven aan dat het niveau volgens hen vlot wordt gehaald en gerealiseerd.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie beveelt de opleiding aan om de zelfwerkzaamheid van de studenten sterker te stimuleren.

Page 114: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 1 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e

Facet 2.6 Afstemming tussen vormgeving en inhoud

Beoordelingscriteria:

- Het didactische concept is in lijn met de doelstellingen.

- De werkvormen sluiten aan bij het didactische concept.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De commissie constateert dat het opleidingsconcept duidelijk gericht is naar de professionele praktijk van de

bachelor. De opleiding wil studenten afleveren met een brede basiskennis.

De opleiding kiest ervoor om een waaier aan verschillende werkvormen tijdens het curriculum aan te bieden,

aangepast aan het didactische concept van elk studiejaar, en die ook per opleidingsonderdeel te specificeren. Het

uitgangspunt hierbij is dat studenten eerst over een gedegen hoeveelheid basiskennis moeten beschikken, voor

er sprake kan zijn van vakoverschrijdende kennisintegratie voor het oplossen van problemen.

Gedurende de opleiding neemt het aandeel van de theoretische hoorcolleges af om meer plaats te maken voor

praktijkervaringen en zelfstandig werk.

Sinds het academiejaar 2007-2008 is het beschikken over een eigen laptop voor studenten een verplichting.

Zowel studenten als docenten geven aan dat het elektronische leerplatform Toledo in de opleiding is

geïntegreerd.

De commissie stelt vast dat de opleiding nog sterk vasthoudt aan het traditionele onderwijs, waarbij de

component ‘kennis’ veelal los wordt gezien van de componenten ‘vaardigheden en attitudes’. De commissie

ervaart het curriculum als opgebouwd uit relatief geïsoleerde vakken, omdat er nog geen sterk beleid is

uitgewerkt om op opleidingsniveau vernieuwend onderwijs te ontwikkelen en te implementeren.

De onderwijsinnovatie is nog niet breed gedragen door het docentenkorps, maar de commissie merkt toch wel

aanzetten en initiatieven die de ontwikkeling beogen. Zo is de commissie aangenaam verrast door de grote

inspanningen en ideeën van een aantal docenten, die binnen hun eigen vakgebied deze vernieuwing met actieve

werkvormen wel introduceren.

De commissie suggereert het onderwijzende korps om bij andere hogescholen te gaan kijken hoe zij dit

aanpakken en om aan zelfreflectie te doen, zodat binnen de voorziene tijd de efficiëntie van de kennisoverdracht

naar de studenten verhoogd wordt door andere werkvormen te introduceren.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie verwacht dat de opleiding op opleidingsniveau vernieuwende werkvormen ontwikkelt en

implementeert, in lijn met de beoogde competenties. Daardoor worden naast de kennis ook de vaardigheden en

attitudes aangeleerd, en wordt tegelijk de zelfwerkzaamheid van de studenten vergroot.

Page 115: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e | 1 1 5

Facet 2.7 Beoordeling en toetsing

Beoordelingscriterium:

- Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat en voor studenten inzichtelijk getoetst of de

studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Alle nuttige informatie is terug te vinden in het examenreglement van de KHBO, de aanvulling van het

departement IWT en de programmagidsen van de opleiding. Voor elk opleidingsonderdeel zijn de evaluatievorm,

de criteria en de wijze van beoordeling duidelijk beschreven in de ECTS-fiches, en ze worden door de docenten

bij de aanvang van de cursus toegelicht. De studenten hebben via Toledo toegang tot alle praktische informatie

over de beoordeling en toetsing.

De commissie stelt na het inkijken van de documenten en de examens vast dat alles heel duidelijk is uitgelegd en

vastgelegd voor elk vak. De examenvragen zijn degelijk uitgewerkt en staan duidelijk op het gewenste niveau

voor een professionele bachelor. Ook de eindwerken zijn doorgaans erg gedegen uitgewerkt.

De commissie ervaart anderzijds dat het competentiedenken nog niet goed is onderbouwd voor de opleiding als

geheel, en in het bijzonder voor de toetsing van niet-klassieke proeven. De competentiebeoordeling van de

studenten staat nog in een beginfase en de implementatie ervan doorheen het hele curriculum is nog niet

gerealiseerd.

De door de opleiding gekozen evaluatiemethode is manueel en tijdrovend voor de docenten, en tegelijk

vrijblijvend voor de studenten. Er zijn nog geen studiepunten aan verbonden. Uit de gesprekken met de docenten

en de studenten maakt de commissie op dat de feedback naar de studenten fragmentarisch en niet

gestructureerd gebeurt. Daarom heeft de opleiding dit jaar een eindwerk gelanceerd om de bespreking en

verwerking te automatiseren en te vereenvoudigen, zodat competentiemeting op termijn kan gebruikt worden

door alle docenten. De resultaten van de competentiemetingen tot dusver noopten de opleiding niet tot het

bijsturen van het programma, aangezien er geen enkele competentie was waarvoor de volledige

studentenpopulatie uitvalt. De opleiding mist de nodige ervaring voor het beoordelen van de studenten over de

grenzen van de verschillende opleidingsonderdelen heen, en in het bijzonder voor de vakoverschrijdende

competenties.

De studenten geven aan dat de drempel om docenten direct aan te spreken en examens in te kijken, erg laag is.

Ze ervaren dit als uitermate positief en een grote troef voor de opleiding.

De school heeft een ruim aanbod van stageplaatsen en onderwerpen voor eindwerken, waaruit de studenten hun

keuze kunnen maken. Daarnaast kunnen studenten ook zelf een bedrijf zoeken of een ander onderwerp voor een

eindwerk bij het opleidingshoofd ter goedkeuring indienen. De opleiding hanteert een aantal criteria om de

eindejaarsprojecten van de verschillende bedrijven goed te keuren: de kwaliteit en relevantie van het onderwerp,

en de mate van aansluiting bij het vereiste niveau van een student in de opleiding Elektromechanica. De opleiding

verlangt van de studenten dat in elk eindwerk zowel elektronica als mechanica aan bod komen.

Het werkveld en de studenten geven aan dat de meeste studenten vroeger starten met het eindwerk dan in

februari, het begin van de stageperiode. Dit is volgens hen nodig om het project als een goed onderbouwd geheel

af te werken. Het werkveld moedigt deze vroege start ook aan, omdat anders de tijd tussen het leggen van de

contacten (september) en de start (april-mei) te lang is.

De koppeling van de stage en het eindwerk is geen verplichting, maar het werkveld en de studenten ervaren die

koppeling wel als een pluspunt. De meeste studenten vallen tijdens hun stage op door de snelle aanpassing aan

het bedrijf en het zelfstandig kunnen werken. Ze zijn ook in de meeste gevallen erg lovend over de

stagebegeleiders en de opvolging. De wisselwerking tussen de bedrijven en de school wordt als positief ervaren.

Page 116: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 1 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e

De opvolging en de contacten tussen de student, de interne en de externe promotor zijn intens. De vorm van het

logboek dat hiervoor gebruikt wordt, varieert van een klassiek schrift tot een heuse Wiki. Naast de begeleiding

van de interne promotor tijdens de eindwerkprojectweken kunnen studenten in het vijfde semester de planning en

voorbereiding van hun eindwerk voorleggen aan de docenten tijdens het opleidingsonderdeel methodisch

ontwerpen.

Het initiatief om projectwerken te koppelen aan een bedrijfsvraag en bedrijfsbezoek, met het oog op een concrete

praktische uitwerking naar de bedrijfswereld, heeft de commissie aangenaam verrast.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie beveelt de opleiding aan om verder te evolueren in het meten en beoordelen van de aangereikte

competenties doorheen de opleiding.

Facet 2.8 Masterproef

Niet van toepassing voor een professioneel gerichte bacheloropleiding.

Facet 2.9 Toelatingsvoorwaarden

Beoordelingscriteria:

Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten

bachelor:

- diploma secundair onderwijs, diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan,

diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie, of een diploma of getuigschrift dat bij of krachtens

een wet, decreet, Europese richtlijn of een andere internationale overeenkomst als gelijkwaardig wordt

erkend;

- door het instellingsbestuur bepaalde voorwaarden voor personen die niet aan de bovengenoemde

voorwaarden voldoen.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding hanteert de decretaal voorziene toelatingsvoorwaarden voor de bachelor-masteropleiding.

Het grootste deel van de instroom bestaat uit generatiestudenten. De studenten met EVK (eerder verworven

kwalificaties) zijn in deze opleiding een minderheid. De opleiding kiest ervoor om de studenten met een IOT

(individueel opleidingstraject) niet mee te tellen met de instroom, omdat zij een aantal opleidingsonderdelen in het

eerste jaar hernemen, in combinatie met opleidingsonderdelen uit het tweede jaar.

Het grootste deel van de generatiestudenten komt uit de vooropleiding TSO-Elektromechanica, die als ideale

aansluitende vooropleiding wordt gezien. De laatste jaren komt echter een toenemend aantal studenten uit de

‘technieken’-richtingen. Deze studenten met een beperkte voorkennis voor onder andere wiskunde moeten

grotere inspanningen doen om aan te sluiten, iets wat ook van de opleiding bijkomende inspanningen vraagt.

Ervaring leert dat deze studenten iets meer tijd nodig hebben om de opleiding af te werken, maar mits voldoende

Page 117: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e | 1 1 7

doorzettingsvermogen voldoende kans hebben op slagen. Het hoger beroepsonderwijs dat nu door de overheid

wordt aangekondigd, zou voor deze groep een oplossing kunnen bieden, omwille van een vlottere aansluiting op

het eerste jaar.

Voor andere groepen instromers (TSO-techniek-wetenschappen, TSO-industriële wetenschappen en ASO)

stellen zich geen bijzondere problemen. Het hernemen van de basis in het eerste jaar is voldoende voor een

verdere succesvolle doorstroom naar het tweede en derde jaar.

De opleiding organiseert elk jaar in augustus en september instapcursussen voor wiskunde, elektriciteit en

Engels. Een instapcursus biedt, naast de mogelijkheid om de kennis en vaardigheid uit het secundair onderwijs

bij te schaven, een kans om de sfeer op de campus te ervaren en kennis te maken met de manier van doceren in

het hoger onderwijs.

De opleiding constateerde een relatief groot aantal mislukkingen voor het opleidingsonderdeel toegepaste

wiskunde. De docenten beslisten om in dit kader preventief op te treden, door het organiseren van een

facultatieve activiteit ‘toepassingen wiskunde’ bij de start van het eerste semester. In deze sessies neemt één van

de docenten van de technische of ondersteunende vakken (niet de docent wiskunde) basisoefeningen door met

de studenten.

De commissie waardeert de vele inspanningen en initiatieven van de opleiding om alle studenten dezelfde

basiskennis te bezorgen bij de aanvang van het eerste jaar. De opleiding verkiest niet te raken aan het

kwaliteitsniveau van het curriculum, wat ze bewust hoog wil houden. De studenten geven aan dat ze

gebruikmaken van de verschillende initiatieven om de leerstof bij te werken.

De student richt zijn aanvragen voor een flexibel leertraject aan het opleidingshoofd die, na onderzoek en overleg,

een beslissing neemt. De studentensecretaris bereidt het dossier samen met de student voor. De commissie

waardeert het initiatief voor de aanstelling van een trajectbegeleider, die de student aan de hand van advies en

hulp bij de procedure begeleidt en hem ervoor behoedt een te zwaar studiepakket aan te vragen. De commissie

vindt het beleid en de toepassing van individuele leertrajecten voor studenten op basis van EVC’s en/of EVK’s

positief.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Page 118: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 1 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e

Oordeel over onderwerp 2, programma: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 2.1, relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma: voldoende

facet 2.2, eisen professionele gerichtheid van het programma: voldoende

facet 2.3, samenhang van het programma: voldoende

facet 2.4, studieomvang: OK

facet 2.5, studielast: voldoende

facet 2.6, afstemming tussen vormgeving en inhoud : voldoende

facet 2.7, beoordeling en toetsing: voldoende

facet 2.8, masterproef: n.v.t.

facet 2.9, toelatingsvoorwaarden: goed

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 119: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e | 1 1 9

Onderwerp 3 Inzet van het personeel

Facet 3.1 Kwaliteit van het personeel

Beoordelingscriterium:

- Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het

programma.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het departement IWT organiseert meerdere opleidingen. Alle docenten worden volgens hun vakgebied

toegewezen aan een van de afdelingen van waaruit ze hun onderwijsopdracht vervullen in de verschillende

opleidingen.

De bevoegdheid voor het personeelsbeleid binnen het departement ligt volledig bij het departementshoofd.

Het opleidingshoofd heeft geen formele opdracht op dit gebied. Van het opleidingshoofd wordt verwacht dat hij

motiverend en stimulerend optreedt ten aanzien van de docenten, dat hij advies geeft aan het departementshoofd

en dat hij kleinere taken binnen de afdeling onder de docenten verdeelt en opvolgt.

Het opleidingshoofd coördineert de werking van de opleiding. Hij vertegenwoordigt zijn afdeling in de

overlegorganen van het departement. Binnen de opleiding organiseert het opleidingshoofd drie keer per jaar een

opleidingsvergadering, waarop zowel de praktische werking als de realisatie van de strategische doelstellingen

wordt besproken. De communicatie van de informatie van de verschillende overlegorganen gebeurt via e-mail en

het elektronische portaal.

De hogeschool beschikt voor het personeel over een goed gedocumenteerd evaluatieproces. Het

evaluatiegesprek vindt plaats tussen het personeelslid en het departementshoofd op het einde van de

evaluatieperiode. De algemene functiebespreking en -evaluatie wordt vijfjaarlijks herhaald. Nieuwe

personeelsleden krijgen een introductie in de werking van het departement. Ze hebben de eerste twee jaar van

hun loopbaan aan het departement jaarlijks een functionerings- en evaluatiegesprek met het departementshoofd,

waarbij hun taken worden gedefinieerd in het licht van de beoogde doelstellingen. Het opleidingshoofd begeleidt

hen in de organisatie van de onderwijsopdracht. De opleiding maakt de bewuste keuze om geen pas

afgestudeerden als docent aan te werven; zij geeft de voorkeur aan personen met een aantal jaren

praktijkervaring.

Het toewijzen van een titularis aan een opleidingsonderdeel gebeurt op basis van de kwalificaties van de docent,

in combinatie met de docentbelasting en de organisatie van de opleiding. Veel docenten geven aan dat de

combinatie om zowel in de professionele als academische bachelor actief te zijn, een meerwaarde is voor zichzelf

en de studenten. Een optimaal personeelsbeleid wordt wel belemmerd door de beperkte budgettaire ruimte van

de hogeschool en het departement.

Na overleg en advies vanuit de verschillenden afdelingen en opleidingen legt het departementshoofd in de maand

juni de lesopdrachten van elke docent vast. Hierdoor worden wijzigingen in de opdracht tijdig en individueel met

de betrokken docenten besproken. De andere opdrachten kent het opleidingshoofd in de maand september toe

tijdens een functioneringsgesprek met de docenten. Tijdens dit gesprek worden de inhoud en de doelstellingen

van elke opdracht vastgelegd en neergeschreven in een opdrachtfiche. Het opleidingshoofd beoogt hier voor elke

docent een evenwichtige werkverdeling tussen de onderwijsopdrachten, de interne opdrachten en de

dienstverlening aan de industrie. Er wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met de wensen en competenties

Page 120: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 2 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e

van elk personeelslid. Het geheel van deze opdrachtfiches geeft een erg gedetailleerd beeld van de organisatie

van het onderwijs, het onderzoek en de dienstverlening in het departement.

Elke docent kan op eigen verzoek beroepsspecifieke nascholingen aanvragen. Het is een onderwerp dat

standaard ter sprake komt bij het functionerings- en/of evaluatiegesprek met het departementshoofd.

De onderwijskundige professionalisering is toevertrouwd aan de onderwijsondersteunende dienst van de

hogeschool. De hogeschool kiest voor een hogeschoolbrede en vakoverschrijdende professionaliseringsaanpak,

die zo veel mogelijk inspeelt op de noden van docenten en opleidingen. Het in kaart brengen van de

nascholingsbehoeften verloopt vooral via departements-, afdelings- en opleidingshoofden. De

nascholingskalender wordt per semester opgemaakt en is via het webportaal beschikbaar. Daarnaast bestaan er

op hogeschoolniveau nascholingsinitiatieven voor het gebruik van het elektronische leerplatform Toledo, vanuit

de centrale dienst ICT en Onderwijs (ICTO) van de KHBO, en vormingen die buiten de KHBO worden gegeven.

Binnen de opleiding is een coördinator Internationalisering aangesteld, met als taak het begeleiden van de

organisatie en integratie van studenten- en docentenmobiliteit. De coördinator Bedrijfscontacten en Eindwerken

heeft een brugfunctie tussen de kandidaat-bedrijven en de studenten.

De commissie waardeert de inzet, motivatie en betrokkenheid van het onderwijzende personeel. Ook het

ondersteunende personeel levert duidelijk een bijdrage om deze organisatie vlot te laten functioneren. De

commissie waardeert de actieve opvolging en begeleiding van studenten, iets wat zowel door de alumni als de

studenten wordt beaamd. De inzet en toegankelijkheid van de docenten is volgens hen een troef voor deze

opleiding.

Een aantal docenten toont minder interesse om met nieuwe onderwijsvormen aan de slag te gaan. De commissie

wil de voortrekkers van deze vernieuwing een pluim geven, als stimulans om met het huidige team verder te gaan

op de ingeslagen weg.

De commissie merkt op dat de attitude van de docenten wat preventie en veiligheid betreft, niet altijd strookt met

de voorbeeldfunctie die het onderwijzende personeel ten aanzien van de studenten zou moeten vervullen.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie raadt de opleiding aan om het opleidingsteam meer ondersteuning te bieden op onderwijskundig

vlak.

De commissie verwacht dat de voortrekkersfunctie in de onderwijsvernieuwing gradueel het hele docententeam

zal ‘infecteren’, wat de opleiding nog verder zal verbeteren.

De commissie vraagt de opleiding expliciet aandacht te hebben voor de voorbeeldfunctie van het onderwijzende

personeel inzake preventie en veiligheid.

Page 121: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e | 1 2 1

Facet 3.2 Eisen professionele gerichtheid

Beoordelingscriterium:

De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een professioneel gerichte

opleiding:

- Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de

opleiding en de beroeps- of kunstpraktijk.

- Bij de daarvoor in aanmerking komende opleidingen moet daarenboven voldoende personeel beschikken

over kennis en inzicht in de desbetreffende beroeps- of kunstpraktijk.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding kiest er bewust voor om personeelsleden aan te werven die hun beroepscarrière startten in de

bedrijfswereld voor zij de overstap naar het hoger onderwijs maken. De opleiding hecht veel belang aan de

professionele ervaring in en kennis van de beroepspraktijk, die opgedaan is in de bedrijfswereld in de periode

voor de onderwijsactiviteiten. Het merendeel van de personeelsleden is industrieel ingenieur.

Door de brede oriëntatie van de opleiding is de aanwezigheid van docenten met een ‘bijzondere’ professionele

ervaring niet noodzakelijk. De docenten ervaren de combinatie van de opdracht in de professionele en

academische bachelor als een meerwaarde voor zichzelf en de studenten.

De commissie waardeert de vernieuwende didactische aanpak van bepaalde opleidingsonderdelen die door een

aantal docenten wordt geïmplementeerd, en waarin theorie en praktijk in een practicumoefening worden

samengebracht.

De opleiding kiest ervoor om alle docenten van de beroepsspecifieke opleidingsonderdelen actief te betrekken bij

de begeleiding van bedrijfscontacten en eindwerken. Dit biedt hun de mogelijkheid om blijvend beroepsspecifieke

kennis en vaardigheden op te doen, en structurele contacten met het beroepenveld te onderhouden. De

commissie merkt op dat er veel informele contacten zijn tussen docenten en de industrie, maar niet alle docenten

pikken deze vernieuwing op om ze te integreren in hun opleidingsonderdeel. Daarnaast stimuleert de opleiding

hun deelname aan het PWO en maatschappelijke dienstverlening.

De commissie waardeert de initiatieven in dit kader. In verband met de deelname aan nascholingsinitiatieven

merkt de commissie op dat, omdat deze vraaggedreven is, veel afhangt van de individuele docent voor de mate

waarin hij/zij hiervan wil gebruikmaken. Sommige docenten vinden oplossingen om nascholingsmomenten te

creëren zonder dat de studenten extra belast worden door het verschuiven van de lessen. Andere docenten

vinden het veel moeilijker om nascholing te volgen. De commissie suggereert de opleiding te zoeken naar een

structurele aanpak, waarin de vraaggedreven nascholing kan bijgestuurd worden als de individuele docent dit zelf

niet oppakt. Het functionerings- en evaluatiegesprek is hierbij een sterk middel.

Met betrekking tot de internationalisering van de opleiding stelt de commissie vast dat de opleiding inspanningen

levert voor de studenten, maar dat de uitwisseling van docenten meer aandacht verdient. De opleiding beraadt

zich best hoe ze de docentenuitwisseling met binnen- en buitenlandse partnerinstellingen in de toekomst concreet

kan maken.

Naast de overlegmomenten binnen de Associatie K.U.Leuven is, samen met de hogeschool KATHO, een aantal

initiatieven genomen naar leerlingen van het secundair onderwijs en hun ouders. De docenten van deze beide

hogescholen wonen de verdedigingen van de eindwerken op de andere hogeschool bij. De commissie ziet in dit

soort samenwerking nog andere kansen om ervaringen uit te wisselen en via intervisie van elkaar te leren,

bijvoorbeeld op het gebied van het meten en evalueren van competenties.

Page 122: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 2 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie adviseert om de samenwerking met andere instellingen (in binnen- en buitenland) te stimuleren,

om zo ervaringen uit te wisselen en via intervisie van elkaar te leren.

De commissie adviseert een structurele aanpak voor de nascholing van de docenten.

Facet 3.3 Kwantiteit personeel

Beoordelingscriterium:

- Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Aan de opleiding is geen eigen administratief en technisch personeel verbonden. Het aantal docenten verbonden

aan het departement IWT komt overeen met 70,45 VTE. 6,8 VTE hiervan gaan naar de opleiding professionele

bachelor Elektromechanica. Uitgaande van de studentenaantallen op 1 februari 2008 betekent dit 15

studenten/VTE, ten opzichte van ongeveer 11 studenten/VTE voor het hele departement. In totaal zijn 27

docenten verbonden aan de opleiding, en op twee na zijn ze allen voltijds verbonden aan de KHBO. De meeste

docenten geven slechts deeltijds les in de opleiding Elektromechanica. Er zijn alleen statutaire personeelsleden

als docent aan de opleiding verbonden. Negen van de 27 personeelsleden zijn tijdelijk, de overige 18 zijn

vastbenoemd. Meer dan 75 procent van de docenten verbonden aan de opleiding Elektromechanica is jonger dan

50 jaar.

Het personeelsbestand is volgens de commissie voldoende voor het aantal studenten. De docenten geven aan

dat het aantal contacturen (lesgeven en begeleiden) met de studenten verminderd is, maar dat door het gebruik

van Toledo en andere leervormen het werk is toegenomen. Ook door de supplementaire taken en de

dienstverlening aan de industrie is er de perceptie dat de werkdruk vrij hoog is.

De opleiding probeert aan de werkdruk tegemoet te komen door extra contractuele medewerkers aan te trekken

via de eigen geldstromen, om zo personeelsleden te kunnen ontlasten. Door het nieuwe prestatiemeetsysteem

van de KHBO, gebaseerd op een onderwijsopdracht van 100 procent, worden die niet mee opgenomen en

gehonoreerd.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie adviseert om de werkdruk blijvend te bewaken.

Page 123: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e | 1 2 3

Oordeel over onderwerp 3, inzet van het personeel: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 3.1, kwaliteit personeel: voldoende

facet 3.2, eisen professionele gerichtheid: voldoende

facet 3.3, kwantiteit personeel: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 124: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 2 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e

Onderwerp 4 Voorzieningen

Facet 4.1 Materiële voorzieningen

Beoordelingscriterium:

- De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding bachelor Elektromechanica wordt georganiseerd op de campus in Oostende. De meeste lokalen en

toestellen worden zowel door de professionele als academische opleiding gebruikt. De financiering van de

infrastructuur gebeurt zowel vanuit de KHBO als via eigen middelen, gegenereerd door de afdeling

Elektromechanica uit PWO en maatschappelijke dienstverlening.

De hogeschool beschikt over degelijke leslokalen en goed uitgeruste en ruime laboratoria, waarbij in de meeste

gevallen alle noodzakelijke didactische middelen aanwezig zijn. Het oude gebouw B heeft weliswaar veel verloren

ruimtes in de trapzalen en gangen, maar de commissie merkt wel op dat alle klaslokalen en laboratoria optimaal

zijn gebruikt. De commissie stelt vast dat het assisterende technische personeel er mee toe bijdraagt dat de

voorzieningen optimaal benut worden en er een goede organisatie bestaat. De studenten geven aan dat de

uitrusting van de laboruimtes veel moderner is dan op hun secundaire school.

De commissie waardeert de samenwerking tussen de opleiding en bedrijven, zoals via VAC, waardoor de

studenten zowel op de hogeschool als bij de bedrijven met nieuwe technologieën in contact komen.

De KHBO heeft twee campusbibliotheken in Brugge en Oostende. De directie van de KHBO bepaalt centraal het

bibliotheekbudget voor de collectie en verdeelt dit over de departementen. Verwerving van de collectie gebeurt in

hoofdzaak op voorstel van het onderwijzende personeel; het bibliotheekteam heeft alleen een adviserende rol.

KHBO maakt sinds 1999 deel uit van het Libisnet-bibliotheeknetwerk, met als belangrijkste partner de

K.U.Leuven, dat sinds februari 2005 voor het geïntegreerde beheer van de bibliotheken de Aleph-software heeft

geïmplementeerd.

De website van de bibliotheek is het communicatiekanaal met de gebruiker die er praktische informatie kan

vinden, en waarmee hij toegang heeft tot de catalogus, en elektronische bronnen (bibliografische en full-text

databanken) en andere documentatiegerelateerde websites kan raadplegen. Die website is toegankelijk via de

KHBO-portaalsite, maar ook in Toledo vinden studenten en docenten een tabblad ‘bibliotheek’ met de nodige

verwijzingen en informatie. De campusbibliotheek Oostende ondersteunt de verschillende opleidingen van het

departement IWT. De bibliotheek heeft ruime openingstijden, en er zijn voldoende print-, scan- en

kopieerfaciliteiten beschikbaar voor de studenten.

Eerstejaarsstudenten Elektromechanica krijgen een bibliotheekintroductie bij de aanvang van het academiejaar.

In het derde semester krijgen de studenten in het kader van het wetenschappelijke project een opdracht over het

zoeken in de catalogus en de wetenschappelijke databanken.

De commissie stelt vast dat de bibliotheekvoorzieningen in voldoende mate aanwezig en beschikbaar zijn. De

collectie basisinformatie voor de studenten Elektromechanica is ruim voldoende. De commissie heeft echter de

indruk dat studenten niet veel in de bibliotheek aanwezig zijn. De studenten geven echter aan dat ze via hun

laptop de mogelijkheid hebben om in te loggen in het computernetwerk van de hogeschool, om via dit kanaal de

digitale werken van de bibliotheek te raadplegen.

Page 125: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e | 1 2 5

Naast het ICT-budget van de KHBO is er ook een departementaal budget dat jaarlijks wordt toegekend voor de

aankoop van nieuwe hard- en software. Het departement IWT beschikt over meerdere computerlokalen met

computers waarop specifieke software voor het departement is geïnstalleerd.

Elke docent kan via een reserveringssysteem gebruikmaken van het computerlokaal, indien dit relevant is voor en

aansluit op de lesdoelstellingen. Buiten de lesuren worden de computerlokalen ter beschikking gesteld van

studenten voor begeleid zelfstandig leren, coachmomenten in het kader van de eindwerkbegeleiding en

docenten.

In de KHBO is het laptopproject gestart in 2006-2007. De nodige technische voorbereidingen zijn getroffen om op

diverse plaatsen binnen de hogeschool via hotspots toegang te verlenen tot internet en het netwerk van de

hogeschool. Vanaf het academiejaar 2007-2008 voert de hogeschool het laptopproject geleidelijk verder in, en

worden alle eerstejaarsstudenten geacht een eigen laptop te gebruiken. Aangezien de hogeschool een

ondersteuning bij de aankoop voorziet, mag dit geen handicap zijn voor minder begoede studenten. De studenten

ervaren het gebruik van de eigen laptop als een meerwaarde.

De commissie stelt vast dat de ondersteuning door de cel ICT-systeembeheer (ICTS), en de begeleiding van de

studenten en docenten door de cel ICT en Onderwijs (ICTO) goed lopen. De ICTO-cel biedt ook opleidingen aan,

onder andere voor het gebruik van het elektronische leerplatform.

Het studentenverblijf De Kraal is een bijkomende materiële voorziening voor studenten op de campus Oostende.

De Kraal beschikt over 240 kamers, veelal met zicht op zee, en een restaurant waar zowel inwonende als niet-

inwonende studenten terechtkunnen.

Tijdens de rondgang in de gebouwen zag de commissie een aantal locaties waar studenten rustig aan

groepswerk of individuele opdrachten kunnen werken op de campus.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 4.2 Studiebegeleiding

Beoordelingscriteria:

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de

studievoortgang.

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De hogeschool neemt deel aan de SID-In-beurzen en organiseert samen met de KATHO en de KULAK de ‘Kiss’-

dagen, waarop de drie instellingen hun opleidingen aan de laatstejaarsleerlingen middelbaar onderwijs

voorstellen in Brugge en Kortrijk.

Naast de jaarlijkse opendeurdag informeert de opleiding toekomstige studenten tijdens drie informatiemomenten

op de campus zelf, en via het versturen van mailings en informatiebrochures. De website van de hogeschool is

gebruiksvriendelijk en biedt toekomstige studenten degelijke informatie. De hogeschool heeft een gratis

telefoonnummer voor inlichtingen.

Page 126: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 2 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e

Het departement IWT neemt deel aan het Wetenschapsfeest en de Wetenschapsweek. De leerlingen secundair

onderwijs krijgen tijdens de Wetenschapsweek de kans om actief deel te nemen aan een practicum op de

campus. De opleiding organiseert samen met de Kamer van Koophandel de ‘Wetenschap en Industrie dagen’

(WIN). Hierbij wordt een practicum aan de hogeschool gekoppeld aan een bedrijfsbezoek, om kandidaat-

studenten zo de grote toekomstmogelijkheden na een technische opleiding toe te lichten, en om ze kennis te

laten maken met de bedrijfswereld. Al deze initiatieven passen in het populariseren van wetenschap en

technologie bij leerlingen secundair onderwijs, met het oog op een grotere rekrutering van afgestudeerden in

technische richtingen.

De hogeschool biedt de studenten voor de aanvang van het eerste academiejaar de kans om deel te nemen aan

de ontmoetingsdagen, die gezamenlijk voor de vier departementen van de KHBO worden georganiseerd. Deze

dagen worden ingericht door docenten en studenten, in samenwerking met de dienst Studentenvoorzieningen

(STUVO).

De commissie waardeert ten zeerste de verschillende initiatieven die genomen worden voor de start van het

academiejaar om toekomstige eerstejaarsstudenten de kans te geven opleidingsonderdelen bij te werken tijdens

een instapcursus (zoals wiskunde, elektriciteit en Engels). De studenten erkennen dat het volgen van deze cursus

een goede basis vormt om de slaagkansen te verhogen, en om op een andere manier al eens kennis te maken

met de hogeschool en haar docenten.

Voor de eerstejaarsstudenten voorziet de opleiding een onthaaldag. Naast de verwelkoming door het

departements- en opleidingshoofd staat een rondleiding in de gebouwen en de voorstelling van de verschillende

voorzieningen, waaronder STUVO en de studie- en trajectbegeleider (STUTRA), op het programma.

Het opleidingsonderdeel toegepaste wiskunde blijkt een struikelblok te zijn voor veel studenten. Preventief neemt

de opleiding tijdens de eerste week van het academiejaar een aanvangstoets af voor alle studenten. Wie hierop

een onvoldoende haalt, wordt aangespoord om de facultatieve opleiding toepassingen wiskunde te volgen. In

deze sessies worden onder de leiding van een docent van de technische of ondersteunende vakken

basisoefeningen gemaakt. De opleiding last vrijblijvende tussentijdse toetsingsmomenten in na de herfstvakantie

van het eerste jaar, waardoor studenten al tijdens het jaar een idee krijgen of ze de leerstof beheersen of die

moeten bijwerken. Dit maakt hen ook vertrouwd met de manier van vraagstelling op de examens.

De opleiding heeft ‘studievaardigheden’ als facultatief opleidingsonderdeel opgenomen in het programma van alle

eerstejaarsstudenten van de professionele bachelors. De studenten kunnen zich op vrijwillige basis voor één of

meerdere sessies studievaardigheden aanmelden. De aangeboden thema’s zijn interactief, en het aanbod is

aangepast aan de vraag van de studenten.

De opleidingsgids biedt de student overzichtelijke informatie over de onderwijsactiviteiten en de dagelijkse

werking van de hogeschool. Voor elke onderwijsleeractiviteit van de opleiding worden de studiepunten, de

studiebelasting, de doelstellingen, de aangeboden competenties, de inhoud, de onderwijsvorm, het gebruikte

studiemateriaal en de evaluatievorm duidelijk omschreven en aangegeven. De studenten kunnen de ECTS-fiche

van elk opleidingsonderdeel ook terugvinden via Toledo.

De studiebegeleiding gebeurt in verschillende stappen. De docent is het eerste aanspreekpunt van de student.

Omdat de opleiding werkt met kleinere groepen is de afstand tussen de docent en de student vrij klein. Dit

bevordert het persoonlijke contact. De studenten geven ook aan dat het opleidingshoofd gemakkelijk kan

aangesproken worden om studieproblemen te bespreken. De kleine lesgroepen worden zowel door de studenten

als door de afgestudeerden gezien als een enorme troef van deze opleiding.

Een volgende stap wordt vanuit de centrale diensten gezet: STUVO omvat een sociale en een psychosociale

dienst. Deze op hogeschoolniveau georganiseerde dienst ondersteunt en adviseert studenten en hun ouders op

verschillende manieren. De Sociale Dienst neemt studiefinanciering, huisvesting en statuten voor haar rekening.

De Psychosociale Dienst staat in voor de individuele begeleiding, groepstrainingen en studieheroriëntering. De

nauwe samenwerking tussen STUTRA, STUVO en dikwijls ook de docent is zichtbaar bij een student die van de

STUTRA studiebegeleiding krijgt, door de docent vakinhoudelijk wordt ondersteund en bij STUVO terecht kan

voor zijn/haar faalangst.

Page 127: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e | 1 2 7

De commissie apprecieert de inspanningen die het studiebegeleidingsteam doet in de context van een sterk

uitgewerkte en waar nodig ook individuele studiebegeleiding. De dynamiek en het enthousiasme van het

STUVA/STUTRA-team om samen met de docenten de studenten op te vangen, te ondersteunen en te

begeleiden, valt op in de positieve zin. De commissie constateert dat de studenten deze ondersteuning erg naar

waarde weten te schatten.

Tijdens de examens kan de student steeds een beroep doen op de STUVO/STUTRA-begeleiders. De studie- en

trajectbegeleidster is gedurende de examenperiode eveneens ombudspersoon.

Na elke examenperiode kan de student inzage krijgen in het schriftelijke examen, en kan een overlegmoment met

de docent plaatsvinden. Studenten die na de deliberatie van de derde examenperiode niet voor alle

opleidingsonderdelen geslaagd zijn, worden uitgenodigd voor een gesprek met het opleidingshoofd. De bedoeling

hiervan is om samen met de student een haalbaar studieprogramma op te stellen, maar ook andere problemen

van de student bij zijn studie kunnen worden besproken.

Conform het Flexibiliseringsdecreet van 30 april 2004 kunnen studenten op basis van EVK’s en EVC’s

vrijstellingen aanvragen, om zo een vereenvoudigd of versneld studieprogramma te doorlopen om hun diploma te

behalen. Via het studentensecretariaat en het adjunct-departementshoofd kan de student navragen of hij in

aanmerking komt voor de beoogde EVK’s of EVC’s. Het deskundige advies van de betrokken docenten wordt

meegenomen in de beslissing.

De opleiding wil de laatstejaarsstudenten zo goed mogelijk voorbereiden op de arbeidsmarkt. Sinds het

academiejaar 2007-2008 zijn de infosessies over solliciteren, arbeidsmarkt en carrièremogelijkheden voor

laatstejaarsstudenten geïntegreerd in de Industriedag. Bedrijven uit diverse sectoren stellen zich tijdens de

Industriedag voor aan de laatstejaarsstudenten. De Plaatsingsdienst vervult een brugfunctie tussen de bedrijven

met vacatures en de afgestudeerden.

Naast het begeleiden van de uitstroom stimuleren de docenten hun studenten om verder te studeren, indien dit

binnen hun mogelijkheden ligt. Na het afronden van de professionele bacheloropleiding kan de student na het

succesvol afronden van het schakelprogramma de masterstudies aanvatten. De laatste twee academiejaren

hebben tussen de 30 en 50 procent van de laatstejaarsstudenten het schakelprogramma aangevat.

De Internationale Dienst van het departement IWT heeft als opdracht de uitwisselingsprogramma’s van studenten

en docenten te ondersteunen. Hoewel de processen om deze uitwisseling te organiseren steeds beter lopen, stelt

de commissie vast dat de uitwisseling van studenten en docenten in deze opleiding nog in zijn kinderschoenen

staat.

De studenten die verkiezen om naar het buitenland te gaan, vertrekken in het laatste trimester voor ongeveer vier

maanden. Ze doen hun eindwerkproject aan de buitenlandse instelling, en houden via e-mail contact met de

docenten voor wie ze in België nog examens moeten afleggen. Inkomende studenten heeft deze opleiding erg

weinig. Vermoedelijk is de taalbarrière om lessen in het Nederlands te volgen, te groot.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Page 128: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 2 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e

Oordeel over onderwerp 4, voorzieningen: goed

Op basis van de oordelen over:

facet 4.1, materiële voorzieningen: goed

facet 4.2, studiebegeleiding: goed

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 129: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e | 1 2 9

Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg

Facet 5.1 Evaluatie resultaten

Beoordelingscriterium:

- De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mee aan de hand van toetsbare streefdoelen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De verantwoordelijkheden voor kwaliteitszorg zijn op hogeschool-, departementaal en opleidingsniveau bepaald.

Het opleidingshoofd bewaakt de organisatorische kwaliteit van het onderwijs en het PWO. Voor de planning en

het organiseren van bevragingen wordt het opleidingshoofd bijgestaan door de kwaliteitscoördinator van de

opleiding.

De opleiding ziet kwaliteitszorg als een middel om gemaakte keuzes en beslissingen te verantwoorden, zowel

intern voor de lectoren en de studenten, als extern voor het werkveld en de visitatiecommissie.

De commissie ervaart dat de invoering van een volwaardig kwaliteitssysteem, waarbij niet alleen gemeten wordt

op basis van duidelijk geformuleerde doeleinden, maar waaraan ook verbeteracties worden gekoppeld, zich nog

in het beginstadium bevindt. Het valt de commissie daarbij op dat er vooral een informele vorm van kwaliteitszorg

aanwezig is, wat risico’s inhoudt voor een structurele borging van de kwaliteit. De meetsystemen zijn er, maar het

is niet altijd even helder wat en hoe zal worden gemeten. Competentiemetingen vinden plaats in de labo’s, maar

voor de studenten zijn daar geen punten aan verbonden. Zoals uitvoerig vermeld bij de studietijd is de opleiding

sinds het academiejaar 2007-2008 gestart met het meten van de studietijd. De opleiding volgt de resultaten van

die metingen echter niet structureel op om verbeteringstrajecten op te zetten.

De opleiding organiseert verschillende bevragingen bij de studenten (over de inhoud van de lessen en labo’s, de

bedrijfsbezoeken en de besteding van de studietijd), bij de alumni en laatstejaarsstudenten (feedback over de

opleiding en een specifieke vraag naar tewerkstelling) en bij het werkveld (de relevantie van de competenties en

het uitbouwen van een samenwerking met de hogeschool).

De commissie meent dat de opleiding zowel naar de frequentie van de bevragingen en het vastleggen van

streefdoelen als voor het opstellen van verbeteracties, meer ambitie mag tonen. Ondanks de opvallende

inspanningen van enkele voortrekkers in deze opleiding is de zoektocht naar een geïntegreerd

kwaliteitszorgsysteem op maat van de opleiding nog niet volledig afgerond.

Uit de gesprekken met het opleidingshoofd en de kwaliteitscoördinatoren van de opleiding en de KHBO blijkt dat

door het uitschrijven van het ZER een proces van reflectie op gang is gekomen over de richting die de opleiding

wil uitgaan.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie adviseert om de uitbouw van het kwaliteitszorgsysteem op maat van de opleiding verder uit te

bouwen.

Page 130: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 3 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e

Facet 5.2 Maatregelen tot verbetering

Beoordelingscriterium:

- De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen tot

de realisatie van de streefdoelen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding ziet de resultaten van de systematische evaluaties als aanzet om te werken aan

kwaliteitsverbeteringen of aanpassingen en innovaties van het onderwijsproces. Hiervoor stelt de opleiding

jaarlijks een jaarwerkplan op. Door het opstellen van de verbeteracties op het niveau van de

opleidingsonderdelen werkt de opleiding aan de organisatie en uitbouw van de vakken en labo’s. De selectie van

streefdoelen gebeurt op basis van de visie en het onderwijsontwikkelingsplan van de opleiding, maar ook de

actuele behoeften en noodzakelijke evoluties van de opleiding worden in overweging genomen.

Het valt de commissie op dat er vooral een informele vorm van kwaliteitszorg aanwezig is.

Door de kleine groepen is de drempel tussen studenten en docenten erg laag. De studenten signaleren

problemen direct aan de docent. De docent kan na overleg met zijn collega’s onmiddellijk overgaan tot

aanpassingen of verbeteracties. Verbeteracties of aanpassingen worden besproken en opgenomen onder het

kwaliteitsluik in de verslagen van de afdelingsvergaderingen.

De commissie stelt vast dat het hier vooral gaat om ad-hocacties zonder een gestructureerd verbeterbeleid op het

niveau van de opleiding. Dit houdt risico’s in voor een structurele borging van de kwaliteit en het opstellen van

omvattende verbeteracties voor de hele opleiding. Het is de commissie ook niet duidelijk of de informatie in

verband met verbeteracties via de verslagen van de afdelingsvergadering alle docenten van de opleiding bereikt.

Het concreet en gestructureerd vastleggen van doelstellingen, het globaal opvolgen en evalueren van de

meetresultaten en het uitwerken van hieraan gekoppelde verbeteracties bevinden zich nog in een pril

beginstadium. De commissie waardeert de initiatieven en acties die enkele docenten in dit kader ondernemen.

Ondanks de genoemde inspanningen van een aantal docenten heeft het kwaliteitszorgsysteem, volgens de

commissie, nog geen breed draagvlak binnen de opleiding. De commissie stelt vast dat de opleiding de PDCA-

cirkel nog niet systematisch doorloopt.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie adviseert om concreet en gestructureerd de doelstellingen vast te leggen en ze op te volgen, door

systematisch de meetresultaten te evalueren en hieraan een gestructureerd verbeterbeleid te koppelen.

De commissie adviseert om een systeem op te zetten opdat er een borging is van het geïntegreerde

kwaliteitszorgsysteem bij alle betrokkenen binnen de opleiding.

Page 131: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e | 1 3 1

Facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld

Beoordelingscriterium:

- Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemende beroepenveld van de

opleiding actief betrokken.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De decretaal voorgeschreven raden en comités nemen elk hun verantwoordelijkheid. De commissie stelt op het

ogenblik van het visitatiebezoek een grote betrokkenheid van de medewerkers in de opleiding vast.

Door de verschillende vergaderingen van het departement, de afdeling of de opleiding, en door de portaalsite

betrekt de hogeschool de medewerkers bij de kwaliteit. De medewerkers geven aan veel inspraak te hebben in

hun takenpakket.

De studenten zijn vertegenwoordigd in de Studentenraad. Het hogeschoolbestuur raadpleegt die over alle

aangelegenheden die de studenten direct aanbelangen, zoals de onderwijs- en examenregeling en de evaluatie

van het onderwijzende personeel door de studenten.

De commissie merkt op dat de formele studentenparticipatie in deze opleiding niet sterk noch structureel is

uitgebouwd. De studenten worden informeel gecontacteerd in verband met vragen en aanpassingen van de

opleiding. De opleiding kiest ervoor om de studenten niet actief te betrekken via deelname aan overlegstructuren

en vergaderingen met docenten en het opleidingshoofd. De commissie vindt dit een omissie, en ervaart dat als

het gevolg van een eerder bevoogdende houding ten opzichte van mogelijke studentenparticipatie.

De studenten worden op regelmatige tijdstippen bevraagd. De studenten geven aan dat het doel van de

bevraging en de impact van het invullen van de bevraging voor hen niet altijd duidelijk zijn, waardoor ze ook een

zekere drempel ervaren om eraan deel te nemen.

De opleiding onderhoudt losse contacten met afgestudeerden via de Alumniavond, bedrijfscontacten en

eindwerkverdedigingen om feedback vanwege het werkveld te verzamelen. De opleiding bevraagt daarnaast de

alumni en het werkveld via een enquête. Deze contacten zijn sterk afhankelijk van de initiatieven die individuele

docenten nemen.

Op het moment van de visitatie bestond in de opleiding bachelor Elektromechanica nog geen adviesraad. De

commissie stelt vast dat de terugkoppeling van het werkveld daardoor fragmentarisch en ad hoc gebeurt. De

opleiding geeft aan dat de interesse van het werkveld om bij het curriculum betrokken te worden, niet bijzonder

groot is, omdat men weinig tijd wil of kan vrijmaken om hier actief aan mee te werken. De commissie was echter

aangenaam verrast door de grote opkomst van vertegenwoordigers uit het werkveld tijdens het visitatiebezoek en

hun bereidheid om zich voor de opleiding te engageren.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie adviseert de opleiding om de informele feedback over het curriculum vanuit het werkveld gerichter

te capteren, zodat die de formele bevragingen van het beroepenveld kunnen actualiseren en aanvullen.

Page 132: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 3 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e

Oordeel over onderwerp 5, interne kwaliteitszorg: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 5.1, evaluatie resultaten: voldoende

facet 5.2, maatregelen tot verbetering: voldoende

facet 5.3, betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 133: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e | 1 3 3

Onderwerp 6 Resultaten

Facet 6.1 Gerealiseerd niveau

Beoordelingscriterium:

- De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde competenties qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Tijdens de gesprekken viel het de commissie op dat het gerealiseerde niveau geapprecieerd wordt door het

werkveld. De pas afgestudeerde alumni ervaren niet onmiddellijk een tekort in hun opleiding, gezien de brede

basis die ze meekrijgen. Tijdens de gesprekken en op grond van het ZER werd het de commissie duidelijk dat

verdere specialisering vooral on the job gebeurt.

De opleiding realiseert de beoogde brede technische bagage, maar op bepaalde algemene competenties wordt

minder hoog gescoord. Zowel de alumni als het werkveld signaleren dit als een behoefte.

Uit de bevraging van de externe promotoren in verband met de evaluatie van de competenties van de

laatstejaarsstudenten blijkt dat op de volgende algemene competenties veel lager wordt gescoord dan op andere

competenties: kritisch reflecteren, ingesteldheid tot levenslang leren, en projectmatig en methodisch handelen.

De commissie suggereert de opleiding om competenties in een ruimer kader te plaatsen. Dat sommige docenten

te zeer op hun eigen vak zijn gericht, is een belemmerende factor om kennis en competenties over het vakgebied

te kaderen. Het zou een troef voor de opleiding kunnen worden om de bedrijfsorganisatorische dimensie,

veiligheid en bedrijfsbezoeken verder te integreren in het curriculum. De commissie waardeert wel de

vernieuwende aanpak om bedrijfsbezoeken en projectwerk te koppelen. Dit brengt de studenten naast de kennis

tegelijk ook attitudes en vaardigheden bij.

Alle studenten van de laatste twee jaar scoren op de opleidingsonderdelen bedrijfscontact en eindwerk gemiddeld

hoger dan 74 procent. Omdat verschillende personen (intern KHBO en extern) betrokken zijn bij de beoordeling

stelt de opleiding dat de cijfers een betrouwbaar beeld geven van de prestaties van de student.

Een bijkomende erkenning van het werkveld ten aanzien van het niveau van de opleiding zijn de eindwerkprijzen.

Eindejaarsstudenten van deze opleiding wonnen twee keer op rij, in 2006 en 2007, de ‘Innovatieprijs’.

Uitwisselingsprogramma’s voor docenten en studenten bevinden zich nog in een beginstadium. Sporadisch gaan

studenten gedurende het zesde semester op uitwisseling naar buitenlandse hogescholen waar de opleiding

contacten mee onderhoudt, zoals in Tampere (Finland) of Bielefeld (Duitsland). Het geringe succes van

uitwisselingsprogramma’s voor de Belgische studenten kan verklaard worden door het aanbod van interessante

eindejaarsprojecten in de omgeving, met als extra troef uitzicht op verdere tewerkstelling in het betreffende

bedrijf. Er is nog geen instroom van buitenlandse studenten. De opleiding is zich bewust van de blijvende eis naar

internationalisering, en onderneemt acties om studentenuitwisseling te promoten.

De commissie merkt op dat de internationalisering nog in de kinderschoenen staat.

In de verschillenden gespreksgroepen komt het aspect talenkennis naar voren. Aangezien de kans groot is dat

afgestudeerden voor hun werkgever naar het buitenland moeten gaan of dat ze in een internationale context

worden tewerkgesteld, erkent de opleiding het belang van een goede talenkennis. De opleiding confronteert de

studenten met anderstalige handleidingen, datasheets, software enzovoort, om ze hiermee vertrouwd te maken.

De studenten geven aan dat ze het nut van de taalonderdelen in de opleiding tijdens hun studententijd niet

onderkennen en dat daarom de studiemotivatie hiervoor niet altijd groot is. De alumni en het werkveld erkennen

Page 134: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 3 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e

wel de noodzaak van talen, en ze wijzen op de bereidheid van pas afgestudeerden om talen bij te schaven na de

werkuren, hoewel daarin het specifieke vakjargon ontbreekt.

De opleiding organiseert verschillende activiteiten om de laatstejaarsstudenten voor te bereiden op de

arbeidsmarkt. Tijdens deze initiatieven valt de grote vraag vanuit het werkveld naar technisch opgeleide mensen

duidelijk op.

Zowel uit het ZER als tijdens de gesprekken stelt de commissie vast dat een groot aantal afgestudeerden via een

schakelprogramma doorgroeit naar het ‘master in de industriële wetenschappen’-programma. De meeste alumni

starten in een functie als bediende in de industrie.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie beveelt de opleiding aan om de algemene en algemene beroepsgerichte competenties die door

het werkveld als belangrijk worden gesignaleerd, sterker uit te bouwen in de opleiding.

Facet 6.2 Onderwijsrendement

Beoordelingscriteria:

- Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen.

- Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Vlaanderen heeft geen traditie in het verzamelen van slaagcijfers per studiegebied en/of opleiding over de jaren.

Uit ervaring blijkt dat de globale slaagcijfers voor generatiestudenten op Vlaams niveau tussen de 45 en 50

procent liggen. Noch de evolutie over de jaren, noch de situatie per opleiding of studiegebied wordt opgevolgd.

Daardoor kan de opleiding geen streefcijfers formuleren in vergelijking met relevante andere opleidingen.

In Vlaanderen zijn nog geen streefcijfers voorhanden met betrekking tot het onderwijsrendement van bachelors

technologie. De opleiding professionele bachelor Elektromechanica vergelijkt zichzelf vooral met de opleiding

bachelor elektronica-ICT die binnen dezelfde campus een gelijkaardig profiel heeft.

Uit het ZER blijkt dat de slaagcijfers erg hoog zijn voor studenten met een modeltraject (ongeveer 70 procent of

meer studenten slaagt in het eerste jaar, en dat aantal stijgt naarmate de student in het tweede of derde jaar

terechtkomt: zie de academiejaren 2005-2006 en 2006-2007). De groep studenten met een individueel

opleidingstraject die een aantal opleidingsonderdelen uit een vorig jaar overdoen en dit combineren met een

hoger jaar, slaagt beduidend minder (maximaal 44 procent in het eerste jaar, met een daling naarmate de

studenten naar het tweede en/of derde jaar gaan). De opleiding tracht deze laatste groep actief te ondersteunen

via advies en begeleiding bij het opstellen van het individuele opleidingstraject. De begeleiders manen deze

studenten aan voorrang te geven aan de opleidingsonderdelen in hun laagste jaar, omdat dit de

opleidingsonderdelen zijn waarmee ze problemen hebben.

Bij de analyse van de slaagcijfers (in het eerste jaar) van de generatiestudenten met een modeltraject valt het

slechte slaagpercentage van de studenten met een vooropleiding elektrische installatietechnieken op. De

opleiding berekende via een doorstroomanalyse van de laatste drie academiejaren dat de gemiddelde studieduur

drie jaar en één maand bedraagt.

Page 135: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e | 1 3 5

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie beveelt de opleiding aan om waakzaam te blijven dat de gemiddelde doorlooptijd als gevolg van de

flexibilisering niet toeneemt.

Oordeel over onderwerp 6, resultaten: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 6.1, gerealiseerd niveau: voldoende

facet 6.2, onderwijsrendement: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 136: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 3 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e

Globaal oordeel

De visitatiecommissie baseerde haar oordeel en motivering op de volgende bronnen:

- het zelfevaluatierapport van de opleiding en de bijhorende bijlagen,

- de gevoerde gesprekken met de betrokkenen,

- de documenten ter inzage tijdens het bezoek,

- de opgevraagde documenten,

- de reactie van de opleiding op het opleidingsrapport.

Het ZER is goed gedocumenteerd en de bijlagen zijn vrij volledig en helder.

Op basis van de oordelen over:

onderwerp 1, niveau en oriëntatie: voldoende

onderwerp 2, programma: voldoende

onderwerp 3, personeel: voldoende

onderwerp 4, voorzieningen: voldoende

onderwerp 5, interne kwaliteitszorg : voldoende

onderwerp 6, resultaten: voldoende

is de commissie van mening dat er voldoende generieke kwaliteitswaarborgen in de opleiding aanwezig zijn.

Page 137: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e | 1 3 7

Overzichtstabel van de oordelen

score facet score onderwerp

Onderwerp 1: Doelstellingen van de opleiding voldoende

Facet 1.1: Niveau en oriëntatie voldoende

Facet 1.2: Domeinspecifieke eisen voldoende

Onderwerp 2: Programma voldoende

Facet 2.1: Relatie doelstelling en inhoud voldoende

Facet 2.2: Eisen professionele gerichtheid voldoende

Facet 2.3: Samenhang voldoende

Facet 2.4: Studieomvang OK

Facet 2.5: Studietijd voldoende

Facet 2.6: Afstemming vormgeving en inhoud voldoende

Facet 2.7: Beoordeling en toetsing voldoende

Facet 2.8: Masterproef n.v.t.

Facet 2.9: Toelatingsvoorwaarden goed

Onderwerp 3: Inzet van personeel voldoende

Facet 3.1: Kwaliteit personeel voldoende

Facet 3.2: Eisen professionele gerichtheid voldoende

Facet 3.3: Kwantiteit personeel voldoende

Onderwerp 4: Voorzieningen voldoende

Facet 4.1: Materiële voorzieningen goed

Facet 4.2: Studiebegeleiding goed

Onderwerp 5: Interne kwaliteitszorg voldoende

Facet 5.1: Evaluatie resultaten voldoende

Facet 5.2: Maatregelen tot verbetering voldoende

Facet 5.3: Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en

beroepenveld

voldoende

Onderwerp 6: Resultaten voldoende

Facet 6.1: Gerealiseerd niveau voldoende

Facet 6.2: Onderwijsrendement voldoende

De oordelen zijn van toepassing voor:

KHBO Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende

- Elektromechanica

- Automatisering

Page 138: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 3 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n

Page 139: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n | 1 3 9

Hoofdstuk 4 Katholieke Hogeschool Kempen

Algemene toelichting bij de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektromechanica aan de

Katholieke Hogeschool Kempen

De Katholieke Hogeschool Kempen (K.H.Kempen) boogt op een lange traditie van hoger technisch onderwijs in

de regio.

De hogeschool in Geel ging in 1957 van start met de opleiding technisch ingenieur. In 1976 is deze opleiding

omgevormd tot industrieel ingenieur. Op dat moment werd er ook gestart met de opleiding graduaat

Bedrijfsmechanisatie, die later werd omgevormd tot Meet- en regeltechniek.

In 1987 heeft de hogeschool de opleiding Meet- en regeltechniek omgevormd tot het graduaat Elektromechanica,

en startte de hogeschool met een opleiding Elektronica.

De K.H.Kempen is opgericht in 1995 en heeft vier vestigingsplaatsen, in Geel, Lier, Vorselaar en Turnhout. De

opleiding professionele bachelor Elektromechanica behoort tot het departement Technische Wetenschappen op

de campus in Geel.

Het graduaat Elektromechanica is in 2003 omgevormd tot de professionele bachelor Elektromechanica bij de

invoering van de bachelor-masterstructuur. De opleiding kent vier afstudeerrichtingen: Klimatisering,

Onderhoudstechnologie, Procesautomatisering en Elektromechanica.

De Katholieke Hogeschool Kempen maakt samen met andere hogescholen en de Katholieke Universiteit Leuven

deel uit van de Associatie K.U.Leuven.

Page 140: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 4 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n

Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding

Facet 1.1 Niveau en oriëntatie van de professioneel gerichte bachelor

Beoordelingscriteria:

De opleidingsdoelstellingen zijn erop gericht de student te brengen tot:

- het beheersen van algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken

van informatie, het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken, creativiteit, het kunnen uitvoeren

van eenvoudige leidinggevende taken, het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en

oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken, en een ingesteldheid tot levenslang leren;

- het beheersen van algemene beroepsgerichte competenties als teamgericht kunnen werken,

oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van

complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk, en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle

oplossingsstrategieën, en het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid die samenhangt met de

beroepspraktijk;

- het beheersen van beroepsspecifieke competenties op het niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar.

Het oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De professionele bachelor Elektromechanica aan de K.H.Kempen is een brede en praktische technologische

opleiding, afgestemd op het werkveld. De opleiding stimuleert de attitude van levenslang leren bij de studenten.

De algemene, algemeen beroepsgerichte competenties en beroepsspecifieke competenties zijn vastgelegd in het

Structuurdecreet van 2003. Binnen de Associatie K.U.Leuven heeft de K.H.Kempen actief meegewerkt aan het

verfijnen van de algemene en algemeen beroepsgerichte competenties voor de professionele bachelor

Elektromechanica. Het docententeam van deze opleiding was een van de voortrekkers binnen de Associatie

K.U.Leuven om ook de beroepsspecifieke competenties op te stellen en vast te leggen in het

hogeronderwijsregister.

Voor deze professionele bacheloropleiding streeft de opleiding de volgende algemene competenties na:

- beroepsspecifiek redeneren;

- het vermogen tot kritische reflectie;

- het projectmatig werken en methodisch handelen in functie van de creatieve kennisontwikkeling;

- het uitvoeren van courante leidinggevende taken;

- het verwerven en verwerken van informatie;

- het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen;

- de ingesteldheid tot levenslang leren.

Als algemene beroepsgerichte competenties richt de opleiding zich op het aanbieden van de volgende

competenties:

- teamgericht werken;

- oplossingsgericht werken;

- het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben.

Voor wat de beroepsspecifieke competenties betreft, wil de opleiding professionele bachelors afleveren die op het

niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar volwaardig en zelfstandig kunnen functioneren in de volgende

domeinen:

Page 141: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n | 1 4 1

- assisteren in het ontwikkelen, testen en beproeven van elektromechanische systemen, en het samenstellen

van technische dossiers;

- de technische aspecten van een productieproces beheren, waaronder controles uitvoeren, afregelen en

configureren, en de opvolging van de kwaliteitseisen van een productiesysteem;

- de installatie en het in bedrijf stellen van elektromechanische systemen, ze operationeel houden, en de

onderhoudsproblemen opvolgen en oplossen;

- advies verlenen bij de aan- en verkoop van technologische systemen en producten;

- training geven over elektromechanische systemen.

De K.H.Kempen kiest er bewust voor om specifieke accenten te leggen voor de verschillende afstudeerrichtingen.

Bij Elektromechanica ligt de klemtoon op het ontwerpen in de productieomgeving, bij Procesautomatisatie op de

procesindustrie, voor de afstudeerrichting Onderhoudstechnologie ligt de focus op het onderhoud en bij

Klimatisering is dit energiemanagement, naast het ontwerp en onderhoud van HVAC.

De K.H.Kempen concretiseert het competentiegerichte onderwijs door middel van het uitwerken van een

opleidingsconcept op hogeschoolniveau. Dit opleidingsconcept vormt de basis die elk departement hanteert bij de

invulling van de verschillende curricula.

De opleiding definieert drie grote lijnen binnen dit concept van competentiegericht onderwijs:

- het begeleiden van de student om te groeien vanuit een sterke begeleiding door de docenten tot een

zelfsturende startende professional;

- het samenstellen van het opleidingsprogramma zodat de verticale groeilijnen in pijlers en de horizontale

samenhang in een programmajaar zichtbaar worden, waardoor het opleidingsprogramma kan voorgesteld

worden in een overzichtelijke matrixstructuur;

- de integratie van de beroepscontext in de opleiding.

Uit het ZER en de gesprekken tijdens het visitatiebezoek maakt de commissie op dat het departement een

heldere kijk heeft op de opleiding, en met een kritische blik de sterke en te verbeteren punten aangeeft.

Wat het niveau en de oriëntatie betreffen, voldoet de opleiding aan de decretaal opgelegde normen, aan de

algemene en beroepscompetenties en aan het door de commissie vooropgestelde domeinspecifieke

referentiekader. De commissie stelt vast dat de algemene en algemeen beroepsgerichte competenties degelijk

zijn uitgewerkt. De beroepsspecifieke competenties geven duidelijk de focus weer van de verschillende

afstudeerrichtingen, waardoor de opleiding die duidelijk kan communiceren, zowel naar toekomstige studenten

als naar het werkveld.

De commissie merkt op dat de opleidingsbrochure, de ECTS-fiches, het leerplatform Toledo en de K.H.Kempen-

website degelijk zijn uitgewerkt. De algemene informatieverstrekking naar studenten is helder en aantrekkelijk

geformuleerd.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Page 142: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 4 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n

Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen

Beoordelingscriteria:

- De doelstellingen van de opleiding (uitgedrukt in eindkwalificaties van de student) sluiten aan bij de eisen die

door (buitenlandse) vakgenoten en het relevante beroepenveld gesteld worden aan een opleiding in het

betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroeps- of kunstpraktijk). Ze zijn, in het geval van

gereglementeerde beroepen, in overeenstemming met de reglementering of regelgeving ter zake.

- Voor professioneel gerichte bacheloropleidingen zijn de eindkwalificaties getoetst bij het relevante

beroepenveld.

Oordeel van de visitatiecommissie: excellent

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De K.H.Kempen biedt vier afstudeerrichtingen aan in de opleiding Elektromechanica. Naast de jarenlange traditie

van technisch onderwijs, kan de opleiding rekenen op een vlotte samenwerking met het werkveld en de opleiding

industrieel ingenieur van de K.H.Kempen.

De opleiding kiest bewust voor het aanbieden van een brede technologische professionele bacheloropleiding met

een specifieke profilering van de verschillende afstudeerrichtingen. Met de keuze en de invulling van de

afstudeerrichtingen speelt de opleiding optimaal in op de ontwikkelingen in het werkveld en de regio.

Voor de afstudeerrichting Elektromechanica legt de opleiding het accent op ontwerpen en managen van het

volledige proces. De opleiding merkt een nieuwe trend op waarbij het ontwerpen van installaties belangrijker

wordt, omdat de industriële productieprocessen verhuizen naar het buitenland. In het geval van de

afstudeerrichting Klimatisering werkt de opleiding naar HVAC toe, maar wordt dit vakgebied uitgebreid naar

energie in gebouwen. Voor de procesautomatisering richt men zich op de evoluties binnen de procesindustrie in

de regio. De afstudeerrichting Onderhoudstechnologie bereidt studenten voor op het onderhouden van installaties

en systemen in een uitgebreid toepassingsdomein.

Zoals beschreven in het hogeronderwijsregister neemt een professionele bachelor Elektromechanica een functie

op in een van de volgende domeinen: ontwerp, productie, installatie en onderhoud, technisch-commerciële

diensten en training. Na het aftoetsen van deze domeinen met het werkveld heeft de opleiding beslist om nog een

bijkomende rol, namelijk het managen van een proces, op te nemen in de competentiematrix van deze opleiding.

De commissie was aangenaam verrast door de uitwerking en concrete invulling van de verschillende

competenties voor elk van de mogelijke rollen die een professionele bachelor zou kunnen opnemen.

De opleiding slaagt erin om het globale beeld van deze verschillende rollen in één krachtige en overzichtelijke

figuur te visualiseren en te communiceren in de organisatie en naar alle andere stakeholders.

Alle competenties zijn SMART geconcretiseerd, en elke competentie is onderverdeeld in vijf tot zes

subcompetenties. Voor elk van deze 34 subcompetenties is een aantal concrete en meetbare gedragsindicatoren

uitgewerkt. Dat bevordert de communicatie over de zinvolheid van het opnemen van bepaalde competenties als

leerdoelen. Het geeft richting aan de invulling van de opleidingsonderdelen, en het stuurt de evaluatie voor het

bereiken van de competenties.

De opleiding biedt hier een schoolvoorbeeld van een concrete en pragmatische uitwerking van een

competentiemodel dat volledig beantwoordt aan de internationale standaarden van didactiek. De commissie ziet

dit uitgewerkte concept als een referentie voor andere opleidingen.

De doelstellingen om de studenten beroepscertificaten te laten behalen tijdens de opleiding is volgens de

commissie een belangrijk voordeel van deze opleiding. De commissie denkt hierbij aan het behalen van een

VCA-basisattest, waarvoor de studenten voor een externe commissie examen kunnen afleggen op de

hogeschool, of het behalen van het attest brandertechnicus en andere attesten voor de afstudeerrichting

Page 143: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n | 1 4 3

Klimatisering. Het werkveld en de alumni bevestigen dat dit een meerwaarde is tijdens de sollicitatie en de

intreding in het werkveld. De hierdoor bij de studenten aangebrachte alertheid naar veiligheid ziet het werkveld

als een pluspunt.

De opleiding heeft de vergelijking gemaakt van het eigen programma met dat van buitenlandse instituten, hoewel

de afstemming en het vergelijken niet makkelijk zijn door de structurele verschillen in de opleidingsopbouw tussen

de K.H.Kempen en buitenlandse instituten. Als men vergelijkt met Nederland is deze opleiding vergelijkbaar met

de Nederlandse opleiding Werktuigkunde en Technische bedrijfskunde. Er moet echter opgemerkt worden dat de

Nederlandse opleiding zich meer richt op de bedrijfskundige aspecten dan op de technologische kant. In

Duitsland zijn de opleidingen bachelor Machinebau en de bachelor Mechatronic vergelijkbare opleidingen, maar

het aandeel van de machinebouwindustrie is in Duitsland nog veel groter dan in Vlaanderen. De opleiding stelt na

een aantal uitwisselingsprojecten vast dat zowel het Finse onderwijssysteem als de Finse studenten vergelijkbaar

zijn met de situatie die wij in Vlaanderen kennen.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Oordeel over onderwerp 1, doelstellingen van de opleiding: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 1.1, niveau en oriëntatie: goed

facet 1.2, domeinspecifieke eisen: excellent

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 144: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 4 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n

Onderwerp 2 Programma

Facet 2.1 Relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma

Beoordelingscriteria:

- Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties van de opleiding qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

- De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma.

- De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te

bereiken.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De K.H.Kempen kiest er bewust voor om de student de keuze voor een afstudeerrichting pas in het tweede

programmajaar te laten maken, met uitzondering van de afstudeerrichting Klimatisering.

Voor de afstudeerrichtingen onderhoudstechnologie, procesautomatisering en Elektromechanica (OPE) is

enerzijds een groot aantal programmaonderdelen gemeenschappelijk (namelijk 132 studiepunten voor het

gemeenschappelijke pakket OPE). Anderzijds slaagt de opleiding erin om duidelijke en specifieke accenten te

leggen in de verschillende afstudeerrichtingen (25 studiepunten). Aan stage en projectwerk zijn 23 studiepunten

toegewezen.

Sinds 2005 voerde de opleiding de keuze voor de afstudeerrichting Klimatisering in vanaf de start van het

curriculum, omdat deze afstudeerrichting zich specifiek toespitst op de bouwsector. De belangstelling voor

energie neemt toe in de maatschappelijke context en is geïntegreerd in deze afstudeerrichting.

De studenten en afgestudeerden Klimatisering waarderen deze keuze vanaf het eerste jaar, en zien dit als een

troef om aan deze hogeschool te komen studeren.

De vertaling van de doelstelling naar een samenhangend programma visualiseert en concretiseert de opleiding

door de horizontale en verticale pijlerstructuur. Tussen het inleveren van het ZER en het visitatiebezoek ziet de

commissie dat de opleiding continu verder is geëvolueerd. De opleiding kiest resoluut voor een verdere integratie

binnen het curriculum door het projectwerk in te voeren vanaf het eerste jaar, waardoor de opleiding de

doelstellingen en de inhoud van het programma nog dichter bij elkaar brengt.

De opleiding heeft de invulling van de verschillende opleidingsonderdelen en onderwijsactiviteiten weergegeven

in de ECTS-fiches. Deze ECTS-fiches zijn terug te vinden in de opleidingsbrochure en op de website.

Tijdens de theoretische vakken biedt de opleiding een degelijke theoretische basis aan ter ondersteuning van de

praktijktoepassing. Tijdens de labosessies doen de studenten praktische ervaring op. De opleiding zorgt voor de

integratie van de beroepscontext door projectwerken, opdrachten en de stage. Deze opleidingsonderdelen zijn

dikwijls disciplineoverschrijdend.

De focus op de vier afstudeerrichtingen maakt een duidelijke profilering mogelijk, zowel naar toekomstige

studenten als naar het afnemende werkveld.

Het opleidingsprogramma wordt onder leiding van de opleidingscoördinator door de Opleidingswerkgroep

constant bijgestuurd, om in lijn te blijven met de actualisatie van de technologische ontwikkelingen en de

verwerking van informatie van het werkveld. De opleidingscoördinator waakt erover dat de coherentie binnen het

programma blijvend wordt gegarandeerd. De docenten voeren onderwijskundige vernieuwingen door, en zijn ook

verantwoordelijk voor de inhoudelijke actualisering van de verschillende programmaonderdelen. De docenten

vormen samen het opleidingsteam. Ze onderhouden contacten met bedrijven en secundaire scholen, onder

andere via projecten en stages.

Page 145: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n | 1 4 5

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 2.2 Eisen professionele gerichtheid van het programma

Beoordelingscriteria:

- Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroeps- of kunstpraktijk ontleend

studiemateriaal en via interactie met de beroeps-, de kunstpraktijk en/of (toegepast) onderzoek.

- Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline.

- Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroeps- of artistieke vaardigheden, en heeft aantoonbare

verbanden met de actuele beroepspraktijk.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Tijdens de stage in het derde jaar, bij bedrijfsbezoeken en tijdens de hoorcolleges van gastsprekers komen de

studenten expliciet in contact met het werkveld.

Interacties met het Kenniscentrum Energie, een van de tien onderzoeksdomeinen van de K.H.Kempen en

gelokaliseerd op de campus, dragen hier ook toe bij. De docenten werken via projectmatig wetenschappelijk

onderzoek en maatschappelijke dienstverlening aan projecten in het werkveld. De docenten verwerven via deze

weg nieuwe kennis, die automatisch geïntegreerd wordt in het opleidingsprogramma. Studenten worden actief

betrokken bij deze onderzoeksprojecten, zoals het project gebouwenbeheer. In het kader van dit project leren

studenten energiemetingen uitvoeren en worden ze begeleid door een docent van het Kenniscentrum Energie.

De commissie was aangenaam verrast door de gedegen uitwerking van de opleidingsprogramma’s van de

verschillende afstudeerrichtingen. De opsplitsing vanaf het eerste jaar tussen OPE en Klimatisering is voor de

visitatiecommissie een succesvolle ingreep, zonder dat de organisatie bijkomend wordt belast wat de

personeelsbezetting betreft.

De alumni geven tijdens de gesprekken te kennen dat het opleidingsprogramma geprofessionaliseerd en

praktijkgericht is. De vertegenwoordigers van het werkveld bevestigen dit tijdens het visitatiebezoek. De

commissie waardeert de actieve participatie van het werkveld aan de Departementale Raad en aan de

werkveldcommissies. Deze initiatieven waarborgen de professionele gerichtheid van de opleiding.

Zowel de docenten als de directie onderhouden elk op hun niveau contacten met het werkveld en de belangrijke

actoren in de regio op technologisch vlak.

De commissie stelt tijdens de verschillende gesprekken vast dat de meeste docenten al jaren aan de hogeschool

verbonden zijn en toch een gedegen kennis van de actuele technologie bezitten.

Docenten nemen actief deel aan activiteiten van verschillende beroepsverenigingen. Nieuwe ontwikkelingen,

bijvoorbeeld informatie opgepikt uit nationale en internationale vakliteratuur, nemen ze op in het cursusmateriaal

bij de actualisatie van de opleidingsonderdelen.

Negen van de vijftien personeelsleden van het Kenniscentrum Energie maken deel uit van het docentenkorps van

het departement Technische Wetenschappen. De opleiding stelt studiemateriaal op in samenwerking met

Europese partners, zoals studiemateriaal voor verwarming en koeling(V@K-project) of voor automatisering

(Leonardo-project).

Page 146: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 4 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n

Het opleidingsprogramma is zo opgebouwd, dat de zelfstandigheid en het probleemoplossende vermogen van de

studenten toeneemt doorheen het curriculum. Het aantal praktijkoefeningen en de complexiteit van de

aangeboden probleemstellingen stijgen naarmate de student in het tweede en derde programmajaar komt. De

stageperiode is bedoeld om de overgang van het student-zijn naar het functioneren binnen een beroepscontext

zo vlot mogelijk te laten verlopen.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 2.3 Samenhang van het programma

Beoordelingscriterium:

- Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding heeft het opleidingsprogramma gedegen opgebouwd.

De commissie was aangenaam verrast door de heldere en krachtige visuele voorstelling van het

opleidingsprogramma, waarbij de samenhang van de verschillende afstudeerrichtingen – zowel horizontaal als

verticaal – in drie beelden volledig duidelijk wordt.

De opleiding geeft de relatie tussen de kerncompetenties, de afstudeerrichtingen en de toepassingsgebieden in

het werkveld visueel weer. Het koppelen van de kerncompetenties aan meetbare gedragsindicatoren maken de

competentiematrix tot een krachtig beleidsinstrument voor de opleiding.

Zowel voor de afstudeerrichtingen Onderhoudstechnologie – Procesautomatisatie - Elektromechanica als voor

Klimatisering slaagt de opleiding erin om een overzichtelijk beeld te geven, wat de horizontale en verticale

verbinding van de verschillende pijlers betreft, en dit over de drie programmajaren. De verticale pijlers staan voor

de opbouw van competenties en de groeilijnen binnen de verschillende onderwijsactiviteiten over de drie jaren; de

horizontale lijnen geven de samenhang binnen de programmajaren weer. Alle opleidingsonderdelen binnen de

verschillende onderwijsactiviteiten zijn schematisch weergegeven in deze figuren, waardoor de opbouw en de

verbanden binnen het curriculum in een oogopslag duidelijk worden. Het projectwerk in het eerste en tweede jaar,

en de stage en het eindwerk in het derde jaar vormen een verticale band over de verschillende

programmaonderdelen.

Voor de afstudeerrichtingen OPE bestaan de verticale pijlers uit de volgende programmaonderdelen:

energietechnologie, mechanisch ontwerp, Automatisering, elektriciteit-elektronica, organisatie en zorgsystemen,

en ICT en communicatie. Voor de afstudeerrichting Klimatisering is de opbouw identiek, met uitzondering van de

pijler energietechnologie; die is opgesplitst in energietechnologie-HVAC en energiemanagement voor gebouwen.

Om de samenhang binnen het opleidingsprogramma te bewaken, werken de opleidingscoördinator en het

opleidingsteam nauw samen. De pijlerverantwoordelijke is de docent van het opleidingsteam, die binnen een

bepaalde pijler waakt over de logische opbouw van de te verwerven competenties, de synergie en de samenhang

voor alle opleidingsonderdelen van de pijler. De docenten binnen een pijler overleggen via informele contacten,

en wisselen ervaringen uit.

Bij het afronden van het curriculum beheerst de student alle competenties van de verschillende componenten.

Het opleidingsprogramma is zo opgesteld, dat de studenten evolueren van een startende student in het hoger

onderwijs naar een professionele bachelor Elektromechanica, die klaar is voor het werkveld.

Page 147: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n | 1 4 7

In het eerste jaar vervult de docent een sterke begeleidende rol naar de studenten bij de opdrachten en de labo-

oefeningen. Naarmate de studenten het curriculum verder doorlopen, ligt de nadruk steeds meer op de zelfsturing

van de student bij het uitvoeren van opdrachten en de ontwikkeling van competenties.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 2.4 Studieomvang

Beoordelingscriterium:

- De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de studieomvang, bachelor: ten minste 180

studiepunten.

Oordeel van de visitatiecommissie: OK

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding bestaat uit 3 studiejaren van elk 60 studiepunten. In totaal wordt dus een opleidingsprogramma

georganiseerd van 180 studiepunten, en voldoet de opleiding hiermee aan de formele eisen met betrekking tot de

minimale studieomvang van een professionele bachelor.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 2.5 Studielast

Beoordelingscriteria:

- De werkelijke studietijd wordt getoetst en sluit aan bij de normen vastgesteld krachtens decreet.

- Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de

studievoortgang belemmeren, zo veel mogelijk worden weggenomen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De K.H.Kempen heeft een lange traditie in studielastmetingen. De kwaliteitswerkgroep Studietijdmeting ontwikkelt

methodieken om studielastmetingen uit te voeren.

Het departement TW gebruikt de methode van tijdschrijven sinds 1994. Vanaf het academiejaar 2006-2007

verkiest de opleiding om over te stappen op Metis, een systeem waarbij de studenten gevraagd wordt de

studietijd achteraf te schatten. De opleiding vraagt zowel de eerste- als tweedejaarsstudenten deze tijdmeting te

registreren. Om een volledig beeld te bekomen, kregen de studenten bijkomend een aantal vragen over de

Page 148: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 4 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n

subjectieve studielast. Tijdens het academiejaar 2007-2008 hebben de eerstejaarsstudenten professionele

bachelor Elektromechanica deelgenomen aan het project STUD5. STUD5 is een PWO-onderzoek bij

eerstejaarsstudenten aan de K.H.Kempen, dat peilt naar factoren die een invloed hebben op het

studierendement. STUD5 staat voor: studietijd, studeervaardigheden, studiebegeleiding, studeerbaarheid en

studierendement. De metingen gebeuren door schatten tijdens een aantal speciaal geselecteerde weektypes.

De opleiding maakt uit de studietijdmetingen op dat de reële studielast lager is dan de begrote studielast. De

opleiding merkt wel op dat door het invoeren van projectwerk de studenten spontaan meer gaan werken en dat

hierdoor de studielast stijgt.

Op basis van deze resultaten heeft de opleiding acties ondernomen om het opleidingsprogramma en de

begeleiding van de studenten bij te sturen, en op deze manier de studietijd te optimaliseren. De

eerstejaarsstudenten worden geconfronteerd met de resultaten van de studietijdmetingen en de slaagcijfers

tijdens een sessie van studie- en studentenbegeleiding bij de start van het academiejaar, met als doel om hen

aan te manen systematisch te studeren gedurende het jaar. Het invoeren van de vier evaluatiemomenten in het

eerste jaar is een bijkomende stimulans voor het verhogen van de studie-inzet bij de studenten.

De commissie vraagt de opleiding om verder te zoeken naar werkvormen die de studenten aanzetten om meer te

studeren. De commissie waardeert alvast de stappen die de opleiding onderneemt om met enthousiasmerende

werkvormen de studenten nog meer te activeren, zoals het inzetten van projectwerk in het eerste jaar

professionele bachelor.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie raadt de opleiding aan om de ingeslagen weg naar vernieuwende werkvormen die de studenten

aanzetten om meer te studeren, verder te zetten.

Facet 2.6 Afstemming tussen vormgeving en inhoud

Beoordelingscriteria:

- Het didactische concept is in lijn met de doelstellingen.

- De werkvormen sluiten aan bij het didactische concept.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

In de periode 2006-2007 heeft het departement TW actief deelgenomen aan het ontwikkelen van het

K.H.Kempen-opleidingsconcept, waarin de didactische werkvormen en leermiddelen zijn gedefinieerd.

De opleiding kiest bewust voor een opleidingsconcept met een geleidelijke evolutie van docent- naar

studentgestuurd leren, leren als een sociaal gebeuren waarbij contactonderwijs en groepsbegeleiding essentieel

zijn, en een openheid aan verschillende leerstijlen, gekoppeld aan een diversiteit van werkvormen.

De K.H.Kempen gaat voor de creatie van een krachtige leeromgeving waarin de student in aanraking komt met

authentieke taken, doelgerichte werkvormen, digitale leerplatformen, groepswerk en groepsactiviteiten. Door

gebruik te maken van een variëteit aan didactische onderwijsvormen spreken de docenten de verschillende

leerstijlen van de studenten aan, om zo de competentieontwikkeling te bevorderen. In de toekomst wil de

opleiding evolueren naar een verdere integratie en nog meer zelfstandig leren in deze krachtige leeromgeving. De

werkvormen worden zo gekozen dat de leeractiviteiten van de student, en de informatie en begeleiding van de

docenten maximaal kunnen worden geoptimaliseerd. Vanuit didactisch oogpunt gaan de verschillende

Page 149: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n | 1 4 9

werkvormen de samenhang van het opleidingsprogramma verder versterken. De werkvormen in het eerste jaar

zijn vooral uitvoerend, maar evolueren systematisch naar een toenemende complexiteit en zelfstandigheid in het

derde jaar.

De hoorcolleges blijven belangrijk om de studenten een gefundeerde basis kennis aan te bieden. De

praktijkgerichte aanpak komt tot uiting tijdens de practica en projectwerken.

Tijdens het visitatiebezoek merkte de commissie op dat het gebruik van Toledo goed is ingeburgerd, en dat het

platform zowel door de docenten als de studenten veelvuldig wordt gebruikt.

De opleiding zet een variëteit aan onderwijsmiddelen in, waaronder cursussen, handboeken en PowerPoint-

presentaties. De docenten stellen het studiemateriaal zelf samen, waardoor de verbinding tussen studiemateriaal,

theorielessen en praktijkoefeningen optimaal is.

De commissie merkt op dat een aantal cursussen beter en uniformer mag worden uitgewerkt, en dat

bronverwijzingen ook moeten worden vermeld. De ‘K.H.Kempen-stijlwijzer’ voor de cursussen is een goed

initiatief, maar moet nog verder worden ingevoerd voor alle cursussen.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie raadt de opleiding aan om een aantal resterende cursussen ook in lijn te brengen met de

‘K.H.Kempen-stijlwijzer’.

De commissie adviseert om de inhoud en de relevantie van sommige cursussen beter te doen aansluiten bij de

andere onderdelen van het opleidingsprogramma.

Facet 2.7 Beoordeling en toetsing

Beoordelingscriterium:

- Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat en voor studenten inzichtelijk getoetst of de

studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het examenreglement van de K.H.Kempen is opgesteld voor alle opleidingen aan deze hogeschool. Dit is zowel

via Toledo als via een papieren versie toegankelijk voor de studenten.

De hogeschool organiseert drie examenperiodes per academiejaar. Voor de eerstejaarsstudenten zijn er twee

bijkomende evaluatiemomenten, namelijk na module 1 (november) en module 3 (april). Hierdoor krijgt de

eerstejaarsstudent snel feedback over zijn functioneren in het hoger onderwijs, waardoor hij zijn studiemethode

eventueel nog kan bijsturen. De studenten waarderen deze aanpak. Na elke toetsingsperiode hebben de

studenten de mogelijkheid om hun examens in te kijken.

Tijdens het academiejaar organiseert de opleiding beoordelingsmomenten of toetsen in het kader van

permanente evaluatie, zoals voor praktijkoefeningen en andere onderwijsactiviteiten. De opleiding heeft duidelijke

richtlijnen vastgelegd voor het percentage punten van het examencijfer dat de studenten behalen door

permanente evaluatie.

Het beleidsteam van het departement TW stelt de jaarplanning en de organisatie van de examens op, in overleg

met de Studentenraad en de Departementale Raad, volgens vastgelegde principes. De examenroosters voor de

GIT-studenten stelt de opleiding individueel op. Voor de studenten met een functiebeperking voorziet ze de

Page 150: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 5 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n

nodige faciliteiten. De opleiding heeft een gebruiksvriendelijk registratiesysteem voor de studenten om een

examen te verplaatsen in het geval van een gewettigde reden.

In het onderwijs- en examenreglement en de ECTS-fiches beschrijft de opleiding de verschillende

evaluatievormen die ingezet worden bij de toetsing. De opleiding introduceert nieuwe evaluatievormen, zoals peer

assessment bij projectwerk.

De commissie steunt de geplande initiatieven van de K.H.Kempen om op hogeschoolniveau prioriteit te geven

aan de ontwikkeling en implementatie van nieuwe initiatieven voor competentiegericht toetsen.

De opleiding streeft naar het meer zichtbaar uitwerken van competentiegericht toetsen, zoals dat nu al gebeurt

voor de stages. De commissie juicht dit initiatief toe, en suggereert om het toetsen af te stemmen op de

gedragsindicatoren, zoals geformuleerd in de opleidingsdoelstellingen.

De hogeschool heeft de deliberatiecriteria duidelijk omschreven in een ‘procedure examens en deliberatie’, die in

het examenreglement is opgenomen. Zoals in het Flexibiliseringdecreet is vastgelegd, kan een student credits

bekomen per opleidingsonderdeel. In overleg met de Studentenraad kiest de K.H.Kempen voor een

programmajaarsysteem. Hierdoor gaan de docenten tijdens een formele deliberatie beslissen over alle

examenresultaten van een programmajaar volgens de vastgelegde criteria. De commissie waardeert de opleiding

voor deze gedegen aanpak.

De opleiding integreerde de stage en het eindwerk in één opleidingsonderdeel (vijftien studiepunten; vanaf het

academiejaar 2008-2009 is dit verhoogd tot twintig studiepunten). Sinds het academiejaar 2008-2009 organiseert

de opleiding de stage in het tweede semester. Hierdoor vormt de stage nu het sluitstuk van de opleiding,

waardoor het voor studenten mogelijk is om voor een buitenlandse stage te kiezen.

De stagecoördinator is de opleidingsverantwoordelijke voor het opleidingsonderdeel stage en eindwerk. Hij is de

spilfiguur tussen de bedrijven of instellingen, de studenten en de begeleidende docenten, zowel voor de binnen-

als buitenlandse stages.

Alle informatie in verband met de stage en het eindwerk, en de nodige documenten vinden de studenten op het

leerplatform Toledo. Het kwaliteitshandboek bevat een goed uitgewerkt draaiboek voor de begeleidende

docenten. De verschillende te verwerven competenties tijdens de stage heeft de opleiding grondig uitgewerkt in

checklijsten voor de bedrijfsbegeleiders. De opleiding heeft een speciale sessie georganiseerd om deze

competenties aan de betrokkenen van het werkveld uit te leggen. Het werkveld waardeert deze aanpak.

De studenten zoeken zelf een stagebedrijf. De stagecoördinator evalueert op basis van vastgelegde criteria of het

bedrijf voldoet. Na goedkeuring ondertekenen alle partijen het standaardstagecontract. De studenten lopen stage

in binnen- of buitenland (binnen of buiten Europa). De opleiding EM voert actief promotie bij de studenten om

voor een buitenlandse stage te kiezen.

De student krijgt een reëel toegepast wetenschappelijk of technisch probleem aangereikt tijdens de stage. Elke

student moet dit uitwerken binnen het bedrijf of de instelling, onder begeleiding van een bedrijfspromotor en

docent. De student rapporteert via Toledo tweewekelijks zijn vorderingen aan de stagebegeleider van de

opleiding. De stagebegeleider voorziet ook een tussentijds evaluatiemoment met de bedrijfspromotor en de

student, om de student feedback te geven over zijn functioneren op de stageplaats. De opleiding streeft ernaar

om met de stagebedrijven een langetermijnrelatie op te bouwen.

Elke student levert een eindwerk in. Dit document start met de omschrijving van de stageopdracht, waarna een

verslag volgt van de uitgevoerde probleemanalyse, de oplossingsaanpak en – als afsluiting – een bespreking van

het eindresultaat. De eindwerkverdediging maakt deel uit van het examen op het einde van het derde

programmajaar. Voor dit opleidingsonderdeel is geen deliberatie mogelijk. De puntenverdeling van ‘stage en

eindwerk’ ligt vast en is evenredig verdeeld over de beoordelingen door de bedrijfspromotor en de

stagebegeleider, en voor het eindwerk en de eindwerkverdediging.

De studenten hebben ook de mogelijkheid om een team te vormen en een projectvoorstel voor een small

business project (SBP) in te dienen, als alternatief voor de stage in een bedrijf of bij een instelling. Dit team kan

bestaan uit studenten van de eigen opleiding en/of aangevuld zijn met studenten uit andere opleidingen binnen

het departement TW. Deze studenten worden tijdens hun opdracht begeleid door twee docenten van de

opleiding.

De commissie apprecieert de manier waarop de opleiding de screening doet van het SBP-projectvoorstel als

alternatief voor de stage en het eindwerk. Hierdoor beschermt de opleiding effectief de studenten, en bewaakt zij

Page 151: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n | 1 5 1

dat er voldoende leerkansen aanwezig zijn voor de studenten die het initiatief nemen om een projectvoorstel in te

dienen. Voor de SBP’s werkt de opleiding nauw samen met externe bedrijven. SBP-projecten kunnen rekenen op

een persvoorstelling. Omdat de opleiding een strenge selectie doorvoert bij het indienen van een SBP scoren de

gemotiveerde studenten regelmatig prijzen met hun uitgewerkte SBP.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie suggereert de opleiding om de toetsen af te stemmen op de gedragsindicatoren, zoals

geformuleerd in de opleidingsdoelstellingen.

Facet 2.8 Masterproef

Niet van toepassing voor een professioneel gerichte bacheloropleiding.

Facet 2.9 Toelatingsvoorwaarden

Beoordelingscriteria:

Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten

bachelor:

- diploma secundair onderwijs, diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan,

diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie, of een diploma of getuigschrift dat bij of krachtens

een wet, decreet, Europese richtlijn of een andere internationale overeenkomst als gelijkwaardig wordt

erkend;

- door het instellingsbestuur bepaalde voorwaarden voor personen die niet aan de bovengenoemde

voorwaarden voldoen.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding hanteert de decretaal voorziene toelatingsvoorwaarden voor de bachelor-masteropleiding.

Alle studenten die voldoen aan de decretale en aanvullende voorwaarden, opgesteld door de K.H.Kempen,

kunnen zich inschrijven voor een bacheloropleiding aan deze hogeschool.

Elke student die beschikt over eerder verworven kwalificaties (EVK) of eerder verworven competenties (EVC) kan

een verzoek tot vrijstelling voor een opleidingsonderdeel indienen bij het departementshoofd, op basis van een

gedocumenteerd dossier. Het departementshoofd neemt een beslissing op basis van de binnen de Associatie

K.U.Leuven en de K.H.Kempen vastgelegde procedures en kwaliteitscriteria.

De opleiding onderhoudt nauwe contacten met de secundaire scholen. Regelmatig worden de opleidingen aan

elkaar voorgesteld. Een aantal docenten van de opleiding werkt actief mee aan projecten voor het secundair

onderwijs, of is nauw betrokken bij de geïntegreerde proeven (GIP) van de laatstejaarsleerlingen van het TSO.

De opleiding heeft de jaarlijkse regionale technologie-initiatieven structureel uitgewerkt, waardoor workshops

aangeboden worden op de hogeschool aan scholieren van het secundair onderwijs in het Regionaal Technologie

Centrum (RTC).

Page 152: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 5 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n

De meeste studenten binnen de opleiding EM volgen voltijds onderwijs, hoewel deeltijdse trajecten mogelijk zijn.

Deeltijds studeren komt in de opleiding EM niet frequent voor, omdat het aanwezig zijn in de praktijkoefeningen

niet makkelijk te combineren valt met een job.

Voor studenten die niet uit een technische vooropleiding komen, organiseert de opleiding EM een speciaal pakket

elektronica en elektriciteit. Bij het begin van het academiejaar maakt deze groep studenten apart kennis met de

toestellen in de laboratoria, en krijgen ze een vaste begeleider toegewezen. De commissie waardeert dit initiatief,

maar mist praktische basisoefeningen voor deze studenten binnen de opleiding.

Voor studenten met een zwakkere vooropleiding wiskunde, biedt de opleiding de mogelijkheid om te kiezen voor

‘wiskunde begeleid’. De te behalen leerdoelen zijn dezelfde, maar het aantal contacturen per week is veel hoger

voor deze studenten (4,5 uur per week versus 3 uur per week in het normale opleidingsonderdeel wiskunde

tijdens het eerste semester). In het opleidingsonderdeel ‘wiskunde begeleid’ biedt de opleiding de student naast

extra oefeningen meer coaching en individuele begeleiding aan. Indien een student geen credit haalt in januari

voor ‘wiskunde I’ kan hij zich inschrijven voor het traject ‘wiskunde alternatief’. De student wordt in het tweede

semester dan extra begeleid door middel van wekelijkse themalessen, om zich voor te bereiden op de herkansing

in de tweede examenperiode. De studenten beslissen zelf of ze op dit aanbod willen ingaan. De opleiding vindt dit

belangrijk, omdat door deze vrijwillige keuze de motivatie om te slagen bij de studenten groter is.

De opleiding kiest er bewust voor om extra tijd van de docenten te investeren in de zwakkere studenten. De

commissie waardeert de aanpak van studenten met een zwakkere vooropleiding. De commissie ziet het

opleidingsonderdeel ‘wiskunde begeleid’ als een extra troef van deze opleiding.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Oordeel over onderwerp 2, programma: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 2.1, relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma: goed

facet 2.2, eisen professionele gerichtheid van het programma: goed

facet 2.3, samenhang van het programma: goed

facet 2.4, studieomvang: OK

facet 2.5, studielast: voldoende

facet 2.6, afstemming tussen vormgeving en inhoud : voldoende

facet 2.7, beoordeling en toetsing: voldoende

facet 2.8, masterproef: n.v.t.

facet 2.9, toelatingsvoorwaarden: goed

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 153: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n | 1 5 3

Onderwerp 3 Inzet van het personeel

Facet 3.1 Kwaliteit van het personeel

Beoordelingscriterium:

- Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het

programma.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De directeur van de hogeschool legt het personeelscontingent voor de hogeschool voor het volgende

academiejaar vast op basis van de financiële cijfers in de periode april-mei. Op het einde van elk academiejaar

stelt het beleidsteam een behoefteplan op voor het departement, gebaseerd op de onderwijsvisie en het

opleidingsconcept, een schatting van het aantal studenten en alle bijhorende activiteiten, en de realisatie van de

departementale beleidsdoelstellingen. Op basis van alle behoefteplannen van de verschillende departementen

wijst het directieteam de personeelsleden toe aan de verschillende departementen of diensten binnen de

hogeschool. De hogeschool heeft aandacht voor de behoeften, de competenties en interesses van de individuele

personeelsleden. De hogeschool beschouwt haar personeelsleden als partners om samen de visie uit te dragen

en de strategische doelen te realiseren.

Alle docenten worden aangemoedigd om naast hun onderwijsopdracht ook nog andere taken binnen de

organisatie van de hogeschool op zich te nemen. De commissie stelt met plezier vast dat het ‘doordesemd’ beleid

uitstraalt doorheen het korps, dankzij de operationeel werkende matrixorganisatie.

De aanwerving van nieuwe personeelsleden gebeurt volgens het decreet en de afspraken binnen de

K.H.Kempen. De hogeschool voorziet een onthaalavond bij het begin van het academiejaar voor nieuwe

medewerkers. De begeleiding van de nieuwe medewerkers van het departement TW is uitvoerig beschreven in

het begeleidingsplan TW.

De hogeschool voorziet voor alle medewerkers regelmatig functionerings- en evaluatiegesprekken. De commissie

is van oordeel dat de integratie van functioneringsgesprekken in het personeelsbeleid een middel zijn tot

verbetering, en dat deze ook nuttig zijn voor de top- en stafmedewerkers.

De docenten met minder anciënniteit zijn geaccepteerd en geïntegreerd in het team. De docenten met meer

anciënniteit zijn nog steeds enthousiast en dynamisch. De commissie waardeert het feit dat docenten in het

buitenland in het Engels gaan lesgeven.

Alle personeelsleden, docenten en ATP-personeel scholen zich voortdurend bij, zowel vakinhoudelijk als

didactisch. Alle bijscholingsinformatie wordt systematisch door de personeelsleden ingegeven in de

competentiedatabase.

De commissie merkt tijdens het visitatiebezoek op dat binnen de opleiding Elektromechanica een enthousiast

team eendrachtig het sterke merk ‘technische wetenschappen’ nastreeft.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Page 154: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 5 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n

Facet 3.2 Eisen professionele gerichtheid

Beoordelingscriterium:

De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een professioneel gerichte

opleiding:

- Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de

opleiding en de beroeps- of kunstpraktijk.

- Bij de daarvoor in aanmerking komende opleidingen moet daarenboven voldoende personeel beschikken

over kennis en inzicht in de desbetreffende beroeps- of kunstpraktijk.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het departement telt 55 docenten, die allemaal een masterdiploma hebben. De meeste docenten beschikken

daarenboven ook over een pedagogisch diploma. De commissie merkt op dat er geen professionele bachelors

lesgeven aan deze opleiding.

Zowel de hogeschool als het departement TW wil focussen op de verdere professionalisering op onderwijskundig

gebied, zoals opgenomen in het beleidsplan. Op hogeschoolniveau organiseert de Onderwijsraad regelmatig

studiedagen en de jaarlijkse Onderwijsdag om kennis en ervaring binnen de K.H.Kempen uit te wisselen. Het

departement TW organiseert zelf ook studiedagen om de docenten in contact te brengen met de nieuwste

onderwijsontwikkelingen.

De commissie stelt vast dat de docenten wat vakspecialistische kwaliteiten betreft, hoog scoren. Hoewel het

departement TW niet alle nieuwste machines ter beschikking kan stellen van de studenten zijn de docenten op de

hoogte van de bestaande technieken. De commissie vindt het positief dat docenten gebruikmaken van filmpjes in

de les, om bijvoorbeeld een aantal stukken van het lasproces aanschouwelijk over te brengen aan de studenten.

Het werkveld, de studenten en de alumni bevestigen de professionaliteit van de docenten.

De commissie waardeert de keuze van het departement om verder aansluiting en verbinding te maken met het

werkveld door nieuwe personeelsleden met ervaring uit de privésector aan te trekken.

Naast hun onderwijsopdracht zijn de docenten ook actief betrokken bij twee andere decretaal vastgelegde

opdrachten van de hogeschool, namelijk maatschappelijke dienstverlening en projectmatig wetenschappelijk

onderzoek. Docenten met kennis van energietechnologie voeren onderzoeksprojecten uit binnen de schoot van

het Kenniscentrum Energie. De kennis die ze hierdoor opbouwen, wordt onmiddellijk geïntegreerd in de opleiding

EM, en meer specifiek in de afstudeerrichting Klimatisering.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Page 155: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n | 1 5 5

Facet 3.3 Kwantiteit personeel

Beoordelingscriterium:

- Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Een aantal diensten is op hogeschoolniveau en/of op het niveau van de campus Geel georganiseerd voor de

departementen op de campus. Het departement TW stelt 62 mensen te werk, van wie 5 contractueel aan de

hogeschool zijn verbonden. De meeste personeelsleden zijn voltijds verbonden aan de K.H.Kempen.

De opleiding EM telt in totaal 40 personeelsleden, van wie 36 docenten, 2 administratieve en 2 contractuele

medewerkers. Naast de twee administratieve medewerkers werken nog tien andere vrouwelijke personeelsleden

binnen de afdeling.

De gemiddelde leeftijd van de statutaire medewerkers binnen het departement TW is 42,6 jaar. De commissie

merkt op dat de leeftijdspiramide van de docenten een aandachtspunt is voor de toekomst. Maar de commissie

stelt tegelijk vast dat de opleiding ook in dit kader de nodige acties onderneemt, mee door de toename van het

aantal studenten in de opleiding.

De student-docentratio evolueert gunstig voor de opleiding EM, en bedraagt gemiddeld 15,6 over de vijf laatste

jaren.

De hogeschool beschikt over een open en transparant taakbelastingssysteem voor de docenten.

Anderzijds maakt de commissie uit de gesprekken met de studenten en de alumni op dat de groepen in het

eerste jaar groeien. De commissie wil de opleiding attent maken op het stijgende aantal studenten in het eerste

jaar, waardoor het comfort – zowel voor de studenten als voor de docenten – vermindert. Gezien de opleiding

professionele bachelor Elektromechanica aan de K.H.Kempen duidelijk in de lift zit, zal dit in de toekomst alleen

maar toenemen.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie suggereert de opleiding om voldoende oplossingen te zoeken voor de groepsgroottes die de

kwaliteit van de labobegeleiding in het gedrang zouden kunnen brengen.

Oordeel over onderwerp 3, inzet van het personeel: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 3.1, kwaliteit personeel: goed

facet 3.2, eisen professionele gerichtheid: goed

facet 3.3, kwantiteit personeel: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 156: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 5 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n

Onderwerp 4 Voorzieningen

Facet 4.1 Materiële voorzieningen

Beoordelingscriterium:

- De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De K.H.Kempen-campus Geel is ruim, en voorzien van de nodige infrastructuur en faciliteiten om de nieuwste

werkmethodes te gebruiken en te voldoen aan de onderwijsbehoeftes. De hogeschool voorziet in het

langetermijninfrastructuurplan de bouw van een B-blok en de uitbreiding van het A-blok, waarvan ook de

opleiding Elektromechanica zal kunnen gebruikmaken. De facilitaire diensten coördineren alle activiteiten op de

campus, van de reservaties van lokalen over de catering, het schoonmaken tot het beheer van de facilitaire

contracten.

De campus beschikt over vijf auditoria en verschillende leslokalen, waarvan de meeste uitgerust zijn met

moderne technologie, zoals dataprojectoren en andere audiovisuele middelen.

De commissie was aangenaam verrast door het flexibele auditorium, dat ideaal is voor groepswerk, omdat de

docent gemakkelijk tot bij de individuele studenten kan komen. Er zijn netwerkaansluitingen voorzien in alle

lokalen. Momenteel is een deel van de campus uitgerust met een draadloos netwerk; dit zal in de toekomst verder

worden uitgebreid. Op de campus staan meer dan duizend computers ter beschikking van docenten en

studenten. Op dit moment is het geen verplichting voor de studenten om over een eigen laptop te beschikken. Het

inrichten van volwassenenonderwijs op deze campus maakt dat de infrastructuur optimaal gebruikt wordt, zowel

overdag als ’s avonds. Zo kan men regelmatig investeren in de vernieuwing van het computermateriaal.

De labo’s van de opleiding Elektromechanica worden gedeeld met andere opleidingen in de hogeschool, en zijn

voorzien van industriële opstellingen. De docenten vinden de samenwerking met docenten uit andere opleidingen

een meerwaarde. Elk labo heeft een hoofdlaboverantwoordelijke, die instaat voor de coördinatie en het beheer

van alle activiteiten binnen het labo. De hoofdlaboverantwoordelijke vertegenwoordigt zijn labo in de

overkoepelende werkgroep Laboratoria van de campus. De campus in Geel besteedt veel aandacht aan de

veiligheid in de labo’s. De commissie was aangenaam verrast door de zelfgemaakte videofilm en de brochure die

elke docent en student krijgt. Om de contacten met de docenten met de studenten te bevorderen, beschikken de

docenten over een eigen werkplek in de nabijheid van de labo’s.

De studenten beschikken over twee zelfstudiecentra op de campus, namelijk het labo informatica en de

mediatheek. In het labo informatica staan 55 computers, scanners en kleurenprinters, en meer dan 80

softwarepakketten ter beschikking van de studenten en de docenten. De K.H.Kempen heeft met verschillende

softwareleveranciers onderhandeld, waardoor de studenten gratis of erg voordelig softwarepakketten kunnen

aankopen voor onderwijsdoeleinden. Op de beveiligde campusserver krijgen zowel docenten als studenten

persoonlijke schrijfruimte. Iedereen beschikt over een e-mailadres van de hogeschool.

De recent volledig vernieuwde mediatheek biedt studenten en docenten toegang tot een uitgebreide collectie

vakliteratuur en tijdschriften, naast online raadpleegbare bestanden en databanken. De mediatheek van de

campus in Geel is sinds 1995 erkend als volwaardig Europees documentatiecentrum (EDC). In samenwerking

met de K.U.Leuven en met de steun van het IWT (Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie)

heeft de K.H.Kempen ‘Document and Knowledge Sharing’ (DoKS) ontwikkeld. Hierdoor zijn de eindwerken van

de studenten beschikbaar via internet. Alle studenten van het eerste jaar krijgen bij het begin van het

academiejaar een introductie in de mediatheek om de beschikbare voorzieningen te leren kennen.

Het gebruik van Toledo, de elektronische leer- en toetsomgeving van de Associatie K.U.Leuven, is goed

ingeburgerd, zowel bij de docenten als de studenten. De commissie stelt vast dat Toledo frequent wordt gebruikt.

Page 157: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n | 1 5 7

De vzw Campinia Media stelt het nodige studiemateriaal, zoals boeken en cursussen, ter beschikking van de

studenten.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 4.2 Studiebegeleiding

Beoordelingscriteria:

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de

studievoortgang.

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Een van de strategische doelstellingen die opgenomen zijn in het beleidsplan van de K.H.Kempen is: ‘Een

degelijke studiebegeleiding ondersteunt het leerproces.’Het begeleidingsplan situeert zich op vijf actiegebieden:

studieloopbaanbegeleiding, psychosociale begeleiding, groepsbegeleiding, studiebegeleiding en studeren met

een functiebeperking. Op hogeschoolniveau bestaat de werkgroep Studie- en Studentenbegeleiding uit alle

studie- en studentenbegeleiders van de verschillende departementen. Via de Onderwijsraad ondersteunen ze de

departementen en opleidingen.

Op departementaal niveau gaat Studie- en Studentenbegeleiding de studenten bijstaan in hun

persoonlijkheidsontwikkeling, studie en studietraject. Deze begeleiding is voor een groot deel geïntegreerd in het

onderwijs. Voor de eerstejaarsstudenten wordt een aantal extra begeleidingsactiviteiten voorzien om de overgang

van het secundair onderwijs vlotter te laten verlopen. Aan elke groep van vijftien eerstejaarsstudenten wordt een

mentor toegewezen. Hij volgt de studenten tijdens het academiejaar op de voet op, zowel wat het studieverloop

als de studievoortgang betreft; hij fungeert als eerste aanspreekpunt. Deze mentoren krijgen workshops om hen

op dit vlak te begeleiden. Sinds 2006-2007 heeft de departementale werkgroep Studie- en Studentenbegeleiding

een map voor mentoren ter beschikking gesteld, met als doel hen te ondersteunen bij hun opdracht in verband

met de rapportbespreking. Indien nodig kunnen de mentoren zelf ook studenten doorverwijzen naar de studie- en

studentenbegeleiders.

De commissie stelt vast dat de Sociale Dienst en de dienst Studiebegeleiding gedegen uitgebouwd zijn. De

actieve rol van de top van het departement bij de studie- en studentenbegeleiding heeft de commissie erg

gecharmeerd. Na goedkeuring door de student kunnen ook de ouders worden uitgenodigd voor het overleg met

de studiebegeleiders en de student. De coach Functiebeperking werkt deskundig.

De commissie stelt vast dat de studenten geen drempel ervaren om de studiebegeleiders te benaderen.

De ombudsfunctie is beperkt tot de bemiddelaar tussen examinatoren en studenten tijdens de examens. Tijdens

de gesprekken merkt de visitatiecommissie op dat de ombudspersoon door de studenten niet is gekend. De

ombudsfunctie mag beter worden bekendgemaakt bij de studenten.

Vanaf 2008 is het departement TW ook gestart met projecten voor sterkere studenten. Binnen het

Onderwijsontwikkelingsfonds-project (OOF) ‘Peer Assisted Learning’ (PAL) gaan sterkere studenten een aantal

zwakkere studenten coachen en begeleiden tijdens de oefensessies gedurende het jaar. Zowel de tutors als de

studenten die geholpen worden, ervaren dit als positief.

De initiatieven van het departement om zowel de wiskundig zwakkere studenten als de sterkere studenten op te

vangen, heeft de commissie erg gecharmeerd.

Page 158: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 5 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Oordeel over onderwerp 4, voorzieningen: goed

Op basis van de oordelen over:

facet 4.1, materiële voorzieningen: goed

facet 4.2, studiebegeleiding: goed

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 159: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n | 1 5 9

Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg

Facet 5.1 Evaluatie resultaten

Beoordelingscriterium:

- De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mee aan de hand van toetsbare streefdoelen.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Sinds het academiejaar 2005-2006 maakt de hogeschool jaarlijks een integraal beleidsplan op, waarin ze naast

de missie en de visie ook de operationele doelstellingen beschrijft. De verschillende raden, comités en

werkgroepen zijn actief betrokken om de PDCA-cyclus op elk niveau te sluiten. Op het gebied van kwaliteitszorg

wil de hogeschool actief blijven meewerken aan het beleid in het hoger onderwijs in Vlaanderen en Europa. Sinds

1995 zijn de kwaliteitsmedewerkers van de hogeschool, samen met andere hogescholen, actief betrokken bij het

TRIS-model (de vertaling van het EFQM-model voor hogescholen).

De structuur en de opbouw van het beleidsplan, en de kwaliteitswerking worden doorgetrokken naar de

departementen, en doorgevoerd tot op opleidingsniveau. Het beleidsplan is de basis waarop binnen alle lagen

van de organisatie wordt verder gebouwd.

De commissie stelt vast dat de opleiding een traditie heeft in het systematisch uitvoeren van metingen en er ook

gedegen mee bezig is. De opleiding pakt de resultaten systematisch aan en neemt ze op in het jaarrapport.

PDCA-cirkels worden uitgewerkt en ingevuld, en zijn zichtbaar in het kwaliteitshandboek. De commissie was

aangenaam verrast door het kerncijfers- en resultatenboek van de K.H.Kempen (uitgave oktober 2009), dat een

globaal beeld geeft, ondanks het feit dat nog niet aan alle meetpunten streefwaarden zijn gekoppeld. De opleiding

legt al streefcijfers vast voor internationalisering en studietijdmeting, hoewel de doelstellingen op deze domeinen

nog niet volledig zijn gerealiseerd. De commissie waardeert dit initiatief.

De commissie stelt vast dat de directie van de hogeschool beschikt over goede instrumenten en ze hierdoor een

grote impact heeft op de docenten. De top-down- en bottom-upwerking van de organisatie resulteert in een sterke

synergie en gedragen cross-verantwoordelijkheid. De atypische organisatiestructuur van deze hogeschool (de

matrix) resulteert in een sterker en coherenter team dan in sommige andere hogescholen.

De commissie wil de hogeschool feliciteren met haar jarenlange voortrekkersrol binnen de Associatie K.U.Leuven

in verband met de kwaliteitszorg en het nieuwe initiatief in verband met milieu-energie-duurzaamheid.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Page 160: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 6 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n

Facet 5.2 Maatregelen tot verbetering

Beoordelingscriterium:

- De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen tot

de realisatie van de streefdoelen.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Resultaten van enquêtes en TRIS-modelscore-oefeningen, visitatierapporten, indicatoren, evoluties in het

werkveld, het Vlaamse hogescholenbeleid… het zijn allemaal elementen die het beleidsteam gebruikt bij het

opstellen van het beleidsplan. Alle acties worden gelinkt aan een bepaald facet van het TRIS-model van het

beleidsplan.

De commissie merkt op dat het mooie geplastificeerde kaartje ‘TW sterk merk’, dat alle medewerkers krijgen,

meer is dan een slogan. Het geeft het op het TRIS-model gebaseerde beleidsplan weer, en is een leidraad voor

de operaties vandaag en voor de toekomst. Het geeft de prioriteiten en de richting aan voor alle medewerkers.

Halfjaarlijks vindt een controle plaats van de PDCA-actielijsten. De hogeschool stimuleert de opleidingen om de

ambities redelijk hoog te zetten, ondanks het feit dat hierdoor niet alle acties tijdig afgewerkt raken. Het is een

bewuste keuze van de hogeschool om acties die niet tijdig afgewerkt zijn, niet te ’bestraffen’. Als het

kwaliteitsteam opmerkt dat bepaalde acties structureel niet afgewerkt geraken, kan de Departements- of

Directieraad beslissen om hieraan prioriteit te geven bij het opstellen van de beleidsplannen.

De systematische uitwerking van de verbeteracties is sterk, en de commissie constateert dat de PDCA-lus

systematisch wordt gesloten. De opleiding voert deze aanpak rigoureus door in alle geledingen van de

organisatie. De feedback uit elk visitatieproces gebruikt de hogeschool om de eigen werking continu te blijven

verbeteren.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld

Beoordelingscriterium:

- Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemende beroepenveld van de

opleiding actief betrokken.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De K.H.Kempen draagt een participatief beleid hoog in het vaandel. De wettelijk vastgelegde overlegorganen

worden uitgebreid met raden en werkgroepen, en actieve deelnames aan scoreoefeningen en enquêtes, om alle

medewerkers zo veel mogelijk te betrekken bij het opstellen en uitvoeren van beleidsplannen. De commissie

waardeert de opleiding voor het actief betrekken van alle medewerkers om de PDCA-lussen te sluiten. De

Page 161: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n | 1 6 1

hogeschool stimuleert haar personeelsleden om naast onderwijstaken ook andere taken binnen de organisatie

van de hogeschool op te nemen.

Het beroepenveld wordt systematisch betrokken, zowel op het niveau van de hogeschool als op het niveau van

de opleiding. De actieve participatie van het werkveld in de Departementale Raad ervaart de commissie als een

sterk punt. De reflectiegroep vanuit het werkveld is in 2007 opgericht om met de opleiding mee te werken aan het

opstellen van de competenties. Deze groep zal in de toekomst meer structureel worden ingeschakeld binnen de

opleiding EM. Het werkveld wordt vierjaarlijks bevraagd. De opleiding onderhoudt nauwe samenwerkings-

contacten met de industrie via het kenniscentrum Energiemanagement, maar ook via individuele docenten

gedurende de stage- en projectbegeleiding.

De studenten van de opleiding kunnen actief deelnemen aan het beleid van de hogeschool via participatie in de

verschillende overlegorganen en studentenraden. Elk departement heeft een coach die de studentenraden

ondersteunt en waakt over de continuïteit. Jaarlijks organiseert de hogeschool de ‘Malle’-dag waarop

studentenvertegenwoordigers, coaches en directie samen vergaderen rond beleidspunten en de stimulatie van de

studentenraden. Het departement TW betrekt de studenten via een vaste rubriek tijdens de Departementsraad en

door het doorgeven van werkpunten aan de Studentenraad.

De commissie stelt tijdens de gesprekken met de studenten vast dat de opleiding Elektromechanica hier minder

bij is betrokken. Enige aansporing voor de studentenwerking op opleidingsniveau is aangewezen.

De hogeschool en het departement betrekken alle studenten door de organisatie van bevragingen, zoals de

instroommotivatie-enquête, bevragingen in verband met het onderwijs, studietijdmetingen, studie- en

studentenbegeleiding en afhakersonderzoek.

De alumni worden vierjaarlijks bevraagd. Deze bevraging gebeurt afwisselend met het werkveld, zodat de

hogeschool om de twee jaar informatie krijgt. De bevraging van de alumni richt zich specifiek op de genoten

opleiding en de functiebeschrijving.

De alumni die buitenlandse stage hebben gelopen, zouden echter actiever kunnen worden betrokken bij de

werving van toekomstige internationaliseringsprojecten. De opleiding ziet nog een opportuniteit om deze

waardevolle ervaring terug te koppelen naar de huidige studentenpopulatie.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Oordeel over onderwerp 5, interne kwaliteitszorg: goed

Op basis van de oordelen over:

facet 5.1, evaluatie resultaten: goed

facet 5.2, maatregelen tot verbetering: goed

facet 5.3, betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld: goed

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 162: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 6 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n

Onderwerp 6 Resultaten

Facet 6.1 Gerealiseerd niveau

Beoordelingscriterium:

- De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde competenties qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De commissie stelt vast dat de examens kwalitatief het vereiste niveau halen. Dit blijkt ook uit de gesprekken met

de afgestudeerden en het werkveld, die getuigen van een goede voorbereiding op hun intrede op de

arbeidsmarkt.

Het werkveld merkt op dat afgestudeerden op het gebied van algemene vorming veel beter scoren dan een

aantal jaar geleden. Het gaat dan onder andere over competenties als coaching, leidinggeven, communicatie,

probleemoplossend denken en zelfstandig werken. De initiatieven van de opleiding werpen duidelijk hun vruchten

af.

De commissie merkt op dat een paar eindwerken iets hoger wordt gescoord dan andere. In het algemeen merkt

de commissie op dat de spreiding van de eindwerkresultaten binnen erg nauwe grenzen ligt. De commissie stelt

vast dat daardoor het gerealiseerde niveau van de eindwerken minder goed gereflecteerd wordt in de toegekende

scores.

De opleiding scoort nog beperkt op het vlak van internationale uitwisseling van studenten. Voor wat de

uitwisseling van de docenten betreft, stelt de commissie vast dat er recent een nieuwe dynamiek is ontstaan. De

kennis die werd opgedaan tijdens de buitenlandse bezoeken wordt gedeeld met collega’s. De docenten

integreren deze kennis ook vrij snel in het opleidingsprogramma.

De aanstelling van een opleidingsverantwoordelijke Internationalisering vanaf het academiejaar 2008-2009 heeft

duidelijk een nieuwe impuls gegeven.

De commissie merkt op dat er wel nog veel werk is om de door de opleiding vooropgestelde norm van 20 procent

tegen 2020 te halen, maar ze apprecieert die ambitie.

De opleiding onderhoudt nauwe contacten met de masteropleiding op de campus om het schakel- en

opleidingsprogramma zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt dat het gerealiseerde niveau van de eindwerken beter weergegeven wordt in de

toegekende scores.

Page 163: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n | 1 6 3

Facet 6.2 Onderwijsrendement

Beoordelingscriteria:

- Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen.

- Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Vlaanderen heeft geen traditie in het verzamelen van slaagcijfers per studiegebied en/of opleiding over de jaren.

Uit ervaring blijkt dat de globale slaagcijfers voor generatiestudenten op Vlaams niveau tussen de 45 en 50

procent liggen. Noch de evolutie over de jaren heen, noch de situatie per opleiding of studiegebied wordt

opgevolgd. Daardoor kan de opleiding geen streefcijfers formuleren in vergelijking met relevante andere

opleidingen.

De commissie stelt vast dat de opleiding vanaf het academiejaar 2002-2003 de slaagcijfers bijhoudt en

analyseert. Analyse van de cijfers leert dat ongeveer 50 procent slaagt voor het eerste programmajaar. Na de

invoering van de flexibilisering merkt de opleiding op dat ongeveer 75 procent van de credits worden behaald

door ongeveer de helft van de studentenpopulatie. De opleiding voorziet voor de eerstejaarsstudenten een

intensieve begeleiding en vier examenmomenten. De opleiding gebruikt deze cijfers om de eerstejaarsstudenten

te sensibiliseren om de leerstof gedurende het jaar goed bij te houden.

Vanaf het tweede programmajaar stijgen de slaagcijfers significant, om in het derde programmajaar te stijgen tot

bijna 100 procent.

Uit de analyse van de doorstroomgegevens stelt de opleiding vast dat de gemiddelde studieduur in 2002-2004 en

2004-2005 varieert van 3 tot 3,77 jaar voor de verschillende afstudeerrichtingen. Voor het academiejaar 2005-

2006 en 2006-2007 behaalt meer dan 90 procent van de studenten zijn diploma na drie of vier studiejaren.

Aanbevelingen ter verbetering:

De opleiding moet zich beraden over hoe ze de dreigende doorlooptijdtoename als gevolg van de flexibilisering

onder controle kan houden.

Oordeel over onderwerp 6, resultaten: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 6.1, gerealiseerd niveau: voldoende

facet 6.2, onderwijsrendement: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 164: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 6 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n

Globaal oordeel

De visitatiecommissie baseerde haar oordeel en motivering op de volgende bronnen:

- het zelfevaluatierapport van de opleiding en de bijhorende bijlagen,

- de gevoerde gesprekken met de betrokkenen,

- de documenten ter inzage tijdens het bezoek,

- de opgevraagde documenten,

- de reactie van de opleiding op het opleidingsrapport.

Het zelfevaluatierapport leest vlot, is duidelijk, goed gedocumenteerd en kritisch. De bijlagen – zowel de

verplichte als de andere – zijn volledig en helder. Ze zijn ook toegevoegd aan het ZER in boekvorm, waardoor het

doornemen van het geheel mogelijk is zonder computer.

Op basis van de oordelen over:

onderwerp 1, niveau en oriëntatie: voldoende

onderwerp 2, programma: voldoende

onderwerp 3, personeel: voldoende

onderwerp 4, voorzieningen: voldoende

onderwerp 5, interne kwaliteitszorg : voldoende

onderwerp 6, resultaten: voldoende

is de commissie van mening dat er voldoende generieke kwaliteitswaarborgen in de opleiding aanwezig zijn.

Page 165: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l K e m p e n | 1 6 5

Overzichtstabel van de oordelen

score facet score onderwerp

Onderwerp 1: Doelstellingen van de opleiding voldoende

Facet 1.1: Niveau en oriëntatie goed

Facet 1.2: Domeinspecifieke eisen excellent

Onderwerp 2: Programma voldoende

Facet 2.1: Relatie doelstelling en inhoud goed

Facet 2.2: Eisen professionele gerichtheid goed

Facet 2.3: Samenhang goed

Facet 2.4: Studieomvang OK

Facet 2.5: Studietijd voldoende

Facet 2.6: Afstemming vormgeving en inhoud voldoende

Facet 2.7: Beoordeling en toetsing voldoende

Facet 2.8: Masterproef n.v.t.

Facet 2.9: Toelatingsvoorwaarden goed

Onderwerp 3: Inzet van personeel voldoende

Facet 3.1: Kwaliteit personeel goed

Facet 3.2: Eisen professionele gerichtheid goed

Facet 3.3: Kwantiteit personeel voldoende

Onderwerp 4: Voorzieningen voldoende

Facet 4.1: Materiële voorzieningen goed

Facet 4.2: Studiebegeleiding goed

Onderwerp 5: Interne kwaliteitszorg voldoende

Facet 5.1: Evaluatie resultaten goed

Facet 5.2: Maatregelen tot verbetering goed

Facet 5.3: Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en

beroepenveld

goed

Onderwerp 6: Resultaten voldoende

Facet 6.1: Gerealiseerd niveau voldoende

Facet 6.2: Onderwijsrendement voldoende

De oordelen zijn van toepassing voor:

K.H.Kempen Elektromechanica

- Klimatisering

- Onderhoudstechnologie

- Procesautomatisering

- Elektromechanica

Page 166: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 6 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g

Page 167: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g | 1 6 7

Hoofdstuk 5 Katholieke Hogeschool Limburg

Algemene toelichting bij de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektromechanica aan de

Katholieke Hogeschool Limburg

In september 1978 werd het graduaat Bedrijfsmechanisatie opgericht als afdeling van de Katholieke Industriële

Hogeschool Limburg (KIHL).

In het Katholiek Hoger Onderwijs van het Korte Type bestonden in Limburg slechts twee scholen met

graduaatstudies: de KIHL in Hasselt, met de opleiding Bedrijfsmechanisatie, en het Onze Lieve Vrouw van de

Rozenkransinstituut in Velm, met de afdelingen Chemie en Klinische chemie.

Op 1 september 1986 werden de opleidingen van het Onze Lieve Vrouw van de Rozenkransinstituut integraal

ondergebracht in de vzw KIHL. Aansluitend daarop werd het graduaat bedrijfsmechanisatie samengebracht met

de graduaten Chemie en Klinische chemie. Deze nieuwe eenheid kreeg de naam Katholiek Instituut Hoger

Onderwijs Limburg (KIHOL). Vanaf 1987 werd gestart met de afdelingen Elektromechanica, Elektronica en Hout.

In 1988 kreeg de hogeschool de toelating om binnen de opleiding Elektromechanica vanaf het tweede jaar de

opties Meet- en regeltechniek en Onderhoudstechnieken in te richten. De opties Bedrijfsmechanisatie en

Klimatisering werden later toegevoegd.

Met de komst van het nieuwe Hogescholendecreet fusioneerden de negen katholieke hogescholen in Limburg in

1995 tot de Katholieke Hogeschool Limburg (KHLim). De graduaatopleiding Elektromechanica maakte vanaf toen

deel uit van een van de basisopleidingen van het departement Industriële wetenschappen en technologie (IWT).

Met de omvorming van de graduaatopleidingen naar de opleidingen tot professionele bachelor is de professionele

bacheloropleiding Elektromechanica, naast de professionele bacheloropleidingen Elektrotechniek en Elektronica-

ICT, een onderdeel van het departement IWT van de KHLim. Er worden eveneens opleidingen ingericht tot

academische bachelor en master.

De opleiding professionele bachelor Elektromechanica wordt aangeboden met vier afstudeerrichtingen:

Automatisering, Elektromechanica, Klimatisering en Onderhoudstechnologie.

Page 168: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 6 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g

Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding

Facet 1.1 Niveau en oriëntatie van de professioneel gerichte bachelor

Beoordelingscriteria:

De opleidingsdoelstellingen zijn erop gericht de student te brengen tot:

- het beheersen van algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken

van informatie, het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken, creativiteit, het kunnen uitvoeren

van eenvoudige leidinggevende taken, het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en

oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken, en een ingesteldheid tot levenslang leren;

- het beheersen van algemene beroepsgerichte competenties als teamgericht kunnen werken,

oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van

complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk, en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle

oplossingsstrategieën, en het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid die samenhangt met de

beroepspraktijk;

- het beheersen van beroepsspecifieke competenties op het niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar.

Het oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Bij het opmaken van het curriculum heeft de opleiding de beroeps- en opleidingsprofielen, die werden opgemaakt

door hogeschoolvertegenwoordigers in samenwerking met de VLOR, als basis genomen. De beroepsspecifieke

competenties werden dan weer geformuleerd in samenspraak met opleidingscoördinatoren van de professionele

bacheloropleidingen Elektromechanica vanuit diverse hogescholen binnen de Associatie Leuven die beschikken

over een dergelijke opleiding.

De beroepsspecifieke competenties werden, samen met de algemene en algemeen beroepsgerichte

competenties, voltooid in samenwerking met het docentenkorps van de opleiding, voor ze werden voorgelegd aan

het werkveld.

De commissie stelt vast dat op het gebied van het niveau en de oriëntatie de opleiding voldoet aan de decretaal

opgelegde normen wat de algemene competenties voor een professionele bachelor betreft, en aan de

beroepsgerichte en beroepsspecifieke competenties van een beginnende beroepsbeoefenaar.

De opleiding maakt gebruik van een competentiematrix die door de ZER-werkgroep werd opgesteld en getoetst

bij het docentenkorps. Deze matrix geeft de relatie weer tussen de competenties en de opleidingsonderdelen per

deeltraject. De opleiding onderkent dat de competenties verder verfijnd en geoptimaliseerd moeten worden,

inclusief de opmaak van gedragsindicatoren.

De competenties zijn bevattelijk weergegeven in de opleidingsvisie. Van hieruit is een aantal opleidings-

doelstellingen vastgelegd, die zowel algemeen als specifiek per afstudeerrichting van aard zijn.

De opleiding heeft de volgende algemene competenties bepaald:

- denk- en redeneervaardigheid;

- informatieverwerving- en verwerking, inclusief rapportering;

- kritische reflectie, inclusief projectmatig werken, en samenwerken in multidisciplinair verband;

- creativiteit en innovatie;

- leidinggeven;

- communiceren;

Page 169: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g | 1 6 9

- de ingesteldheid tot levenslang leren.

De nagestreefde algemene beroepsgerichte competenties zijn:

- teamgericht werken;

- zelfstandigheid en besluitvaardigheid;

- inzet en doorzettingsvermogen;

- stressbestendig zijn.

Verder komen ook aan bod:

- oplossingsgerichtheid;

- inzicht in maatschappelijke verantwoordelijkheid, gelinkt aan de beroepspraktijk;

- inzicht in kwaliteits-, milieu- en veiligheidssystemen, toepasbaar in de beroepspraktijk;

- sociaal vaardig zijn;

- kunnen functioneren in een onderneming.

De commissie bevestigt dat de opleiding een goede aanzet heeft genomen in de ontwikkeling van competenties.

Daarbij vraagt de commissie aandacht om bij het competentiegericht leren, naast de kenniscompetentie,

voldoende aandacht te besteden aan vaardigheden en attitudes.

De competenties zijn per opleidingsonderdeel terug te vinden in een goed uitgewerkte studiegids, die zowel in

hard-copy als in digitale vorm beschikbaar wordt gesteld voor de studenten en lectoren. De doelstellingen per

opleidingsonderdeel zijn helder geformuleerd en beschikbaar voor iedereen.

De commissie stelt vast dat doelstellingen als teamgericht, oplossingsgericht en projectmatig werken niet terug te

vinden zijn in de formulering van de doelstellingen per opleidingsonderdeel.

Het beroepenveld geeft via bevragingen aan dat het de algemene en algemene beroepsgerichte competenties

belangrijk tot erg belangrijk vindt. De student wordt niet geïnformeerd over deze competenties.

De internationale dimensie binnen de opleidingsdoelstellingen wordt vertegenwoordigd door een netwerk om

studenten- en docentenuitwisselingen te faciliteren. Dit past binnen de onderwijsvisie van de hogeschool, waar

men een cultuur van internationaal handelen en denken wil stimuleren. De opname van Engels als

opleidingsonderdeel draagt hierin haar steentje bij.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt dat de opleiding bij het competentiegericht leren, naast de kenniscompetentie, ook

voldoende aandacht zou besteden aan vaardigheden en attitudes.

De commissie dringt aan op de integratie van de algemene en algemene beroepsgerichte competenties in de

studiegids.

Page 170: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 7 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g

Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen

Beoordelingscriteria:

- De doelstellingen van de opleiding (uitgedrukt in eindkwalificaties van de student) sluiten aan bij de eisen die

door (buitenlandse) vakgenoten en het relevante beroepenveld gesteld worden aan een opleiding in het

betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroeps- of kunstpraktijk). Ze zijn, in het geval van

gereglementeerde beroepen, in overeenstemming met de reglementering of regelgeving ter zake.

- Voor professioneel gerichte bacheloropleidingen zijn de eindkwalificaties getoetst bij het relevante

beroepenveld.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding biedt vier afstudeerrichtingen aan: Automatisering, Elektromechanica, Klimatisering en

Onderhoudstechnologie. De studiegids geeft voor elke afstudeerrichting de specifieke kennis, vaardigheden en

inzichten die worden verworven. Het werkveld bevestigt de gedegenheid van de afstudeerrichtingen, waarbij de

eindkwalificaties werden getoetst bij het relevante beroepenveld.

De commissie stelt echter vast dat er binnen de onderwijsvisie geen melding wordt gemaakt van het belang van

het beroepenveld.

De commissie stelt vast dat op het gebied van het niveau en de oriëntatie de opleiding voldoet aan het door de

commissie vooropgestelde domeinspecifieke referentiekader.

De opleiding heeft de volgende domeinspecifieke eisen vastgesteld:

- het assisteren bij het ontwerp van elektromechanische systemen;

- de bouw van proefopstellingen;

- het verrichten van metingen;

- rapportering en meebeslissen in de definitieve uitvoering.

Daar hoort ook bij:

- het afstemmen van elektromechanische systemen;

- het samenstellen van technische dossiers;

- het beheren van technische aspecten en de praktische organisatie van een productieproces;

- inzicht in actuele fabricagetechnieken en het toepassen van werkvoorbereiding;

- inzicht in de invloed van materiaaleigenschappen, productvorm en seriegrootte op de proceskeuze.

Bijkomend worden de installatie, het in bedrijf stellen en operationeel houden van elektromechanische systemen

als competenties vermeld. Het opvolgen en oplossen van onderhoudsproblemen, het instaan voor de uitvoering

en opvolging van een lastenboek, offertes opmaken, klantenondersteuning en training geven over

elektromechanische systemen zijn vastgestelde competenties.

De beroepsspecifieke competenties worden afgesloten met:

- het adviseren bij de aan- en verkoop van technologische producten of diensten, inclusief opvolging;

- de bekwaamheid om vakterminologie in het Engels te gebruiken;

- het toepassen van gangbare CAD-pakketten in het vakdomein en van geldende reglementeringen,

waaronder AREI-regels en machinerichtlijnen;

- inzicht in de methodiek van risicoanalyse, met toepassing in de beroepspraktijk;

- inzicht in de werking en eigenschappen van machines (verbrandingsmotoren, pompen, compressoren,

ventilatoren, elektromotoren, hydraulische kringen, pneumatica, HVAC…);

- inzicht in de basisbegrippen over de bedrijfseconomische aspecten;

- kosten-batenanalyse en kostprijsberekening.

Page 171: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g | 1 7 1

De domeinspecifieke eisen worden gedifferentieerd volgens de afstudeerrichtingen. Er is overleg op diverse

niveaus rond de domeinspecifieke eisen. Een eerste overlegstructuur in dat kader is de Departementale Raad

(voor IWT), samengesteld uit docenten, de directie, partners uit het werkveld en studenten. Deze raad komt vier

keer per academiejaar samen.

De commissie stelt evenwel vast dat een overlegplatform op het niveau van de opleiding met vertegenwoordigers

van het beroepenveld nog niet aanwezig is.

Elke opleiding heeft een opleidingsraad, waarin de opleiding wordt waargemaakt. Van daaruit worden

opleidingsonderdelen nagezien, nieuwe concepten ontwikkeld en curriculumwijzigingen doorgevoerd. Zo wordt

vormgegeven aan het eigen beleid. De opleiding wordt hierin ondersteund door de centrale diensten en collega-

opleidingen binnen de hogeschool.

Het beroepenveld en afgestudeerden worden als klankbord gebruikt, door middel van schriftelijke en mondelinge

bevragingen. Op het vlak van het aftoetsen van competenties is de opleiding sinds vorig academiejaar begonnen

met het betrekken van de bedrijfspromotoren, door na te gaan of competenties zijn bereikt. Sinds vorig jaar

krijgen bedrijfspromotoren een lijst van competenties die moeten worden afgetoetst. Dit vindt zowel bij stages als

eindwerkjureringen plaats. Sterkteberekeningen werden door de opleiding niet onderkend als een behoefte voor

de opleiding.

Het inbedden van bedrijfsbezoeken in het curriculum biedt eveneens de mogelijkheid tot rechtstreeks contact met

het werkveld. Ook jobinfodagen worden in dit kader door de opleiding gebruikt als communicatiemiddel.

Voor de behandeling van specifieke onderwerpen of vakken zijn er binnen de opleiding vakgroepen en ad-

hocwerkgroepen actief.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie beveelt het gebruik van CAD-tools aan voor sterkteberekening binnen de afstudeerrichting EM.

De commissie stelt vast dat er nog opportuniteiten zijn voor het opzetten van een overlegstructuur op het niveau

van de opleiding. De opleiding staat voor de uitdaging om continu partners uit het werkveld te betrekken bij het

formuleren van de domeinspecifieke eisen.

Oordeel over onderwerp 1, doelstellingen van de opleiding: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 1.1, niveau en oriëntatie voldoende

facet 1.2, domeinspecifieke eisen voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 172: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 7 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g

Onderwerp 2 Programma

Facet 2.1 Relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma

Beoordelingscriteria:

- Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties van de opleiding qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

- De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma.

- De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te

bereiken.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De doelstellingen van de opleiding zijn zowel qua niveau als op het vlak van professionele oriëntatie van de

opleiding duidelijk in overeenstemming met de eisen van het decreet en de verwachtingen van het werkveld.

De opleiding is in het academiejaar 2003-2004 vertrokken van de algemene doelstellingen van de opleiding

Elektromechanica bij de vertaling van de eindkwalificaties in competenties.

De algemene en concrete doelstellingen per opleidingsonderdeel, zoals die terug te vinden zijn in de

studietrajecten van de diverse opleidingsonderdelen, worden getoetst en aangepast in functie van de

competentiematrices, die per afstudeerrichting zijn gedifferentieerd. De huidige vakinhouden die de studenten te

verwerken krijgen, beantwoorden aan de geformuleerde beroepsspecifieke competenties, en zijn als dusdanig in

de studiegids opgenomen.

De commissie constateert echter dat de algemene en algemeen beroepsgerichte competenties niet in de

studiegids zijn opgenomen. De opleiding heeft de krijtlijnen bepaald op het vlak van competenties, maar die

moeten nog in de opleiding worden geïmplementeerd.

De eindkwalificaties worden jaarlijks bijgestuurd na een evaluatie door de individuele docent en/of door overleg

binnen de vakgroep, waarbij eventueel aangepaste doelstellingen worden opgenomen in de studiegids. Tijdens

stage- en studiebezoeken ervaren docenten welke competenties gevraagd worden van een beginnende

beroepsbeoefenaar, en krijgen zij zo een beeld van de relevantie en het actuele karakter van

opleidingsonderdelen.

Het werkveld wordt bij de curriculumherziening en -ontwikkeling betrokken via de Departementale Raad en door

regelmatige individuele contacten van docenten met het werkveld via stages en bedrijfsbezoeken. De commissie

stelt vast dat de bedrijfsbezoeken niet in elke afstudeerrichting geïmplementeerd zijn, en niet formeel gekoppeld

zijn aan opleidingsonderdelen.

De input voor curriculumwijzigingen kunnen divers van aard zijn, maar de uiteindelijke goedkeuring ligt in handen

van de opleidingscoördinator.

Studenten worden ook betrokken via de SWOP-enquêtes (Systeem voor Waardering en Ontwikkeling van

Personeel), het studentenoverleg voor de derdejaarsstudenten en een enquête ongeveer één jaar na afstuderen.

De aanwezigheid van groepstitularissen (eerstejaarsstudenten), de lectoren van alle opleidingsonderdelen/

deelvakken, de project- en stagebegeleiders verlagen de drempel om opmerkingen over opleidingsonderdelen te

formuleren; het bevordert de inspraak van de studenten.

Page 173: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g | 1 7 3

De ondersteunende documenten en vragenlijsten werden binnen de vakgroepen opgesteld en voorgelegd aan

collega’s. Dit wordt ondersteund vanuit de cultuur op het vlak van kwaliteitszorg om systemen op te zetten die

bottom-up worden ondersteund. De initiële vraag kwam evenwel uit de Opleidingsraad. In totaal werkte een drie-

tot viertal lectoren het systeem per afstudeerrichting uit. De competenties werden grondig doorgelicht, maar de

opleiding onderkent de eis voor verdere afstemming en implementatie. Uit de gesprekken met de studenten kon

de commissie inderdaad vaststellen dat zij weinig vertrouwd zijn met de term ‘competenties’.

De Associatie K.U.Leuven biedt mogelijkheden om het programma en de onderwijsvormen onderling uit te

wisselen en van elkaar te leren.

Er worden wel inspanningen geleverd om vakoverschrijdend te werken door de integratie van het projectwerk. De

commissie is van mening dat het werken met simulaties niet dezelfde inzichten geeft als het daadwerkelijk

uitvoeren van bepaalde projecten. Daarnaast blijkt de beoordeling niet steeds eenduidig.

De stage wordt zowel door de student als de stageplaatsen als positief ervaren. Het opdoen van bedrijfservaring

wordt door de student als een meerwaarde gezien. De stageplaatsen vinden het voltijdse regime aantrekkelijk;

het stelt de student ook in staat om een project volledig te kunnen afwerken.

Aanbevelingen ter verbetering:

Er is een aanzet gemaakt met de definiëring van competenties. De commissie vraagt om de inhoud van het

programma verder af te stemmen op de algemene en algemene beroepsgerichte competenties.

De Associatie K.U.Leuven biedt kansen naar uitwisseling en afstemming van het programma en

onderwijsvormen. De commissie verwacht dat de opleiding van deze mogelijkheden voor verdieping van de

huidige aanpak gebruikmaakt.

De commissie vraagt aandacht voor het nastreven van een evenwichtige organisatie van bedrijfsbezoeken in het

curriculum voor elke afstudeerrichting, met oog voor de inbedding van expliciete leerpunten.

Facet 2.2 Eisen professionele gerichtheid van het programma

Beoordelingscriteria:

- Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroeps- of kunstpraktijk ontleend

studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk, de kunstpraktijk en/of (toegepast) onderzoek.

- Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline.

- Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroeps- of artistieke vaardigheden en heeft aantoonbare

verbanden met de actuele beroepspraktijk.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding besteedt de nodige aandacht aan kennisontwikkeling bij de student door middel van het aanreiken

van tools om te leren opzoeken, en het leren gebruiken en verwerken van wetenschappelijke literatuur. Zo

worden studenten gestimuleerd tot het verwerven van een attitude tot levenslang leren en het ontwikkelen van

vaardigheden die relevant zijn om de stages tot een goed einde te brengen. Sociale vaardigheden en teamwerk

Page 174: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 7 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g

worden vroeg aangebracht en aangeleerd als belangrijke vaardigheden voor het toekomstige functioneren in de

bedrijfswereld.

De nodige hulpmiddelen (mediatheekinstructie, een sessie in verband met het gebruik van externe databanken…)

zijn aanwezig om deze attitude te ondersteunen.

Het tweede en derde deeltraject wordt gekenmerkt door probleemgestuurd en projectonderwijs, gestoeld op

onderwerpen uit het werkveld, zodat de leerinhoud diepgang krijgt. Dit wordt waar mogelijk gekoppeld aan

actuele ontwikkelingen in het vakgebied.

De opleiding doet de nodige inspanningen om bedrijfsbezoeken in te bedden in het curriculum, zodat studenten

de nodige werkveldervaring kunnen opdoen voor ze gedurende twaalf weken in het laatste deeltraject op stage

vertrekken.

Binnen Elektromechanica worden onderwerpen in onderling overleg bepaald tussen de student en de docent,

waarbij verschillende opleidingsonderdelen worden geïntegreerd. De docenten begeleiden beurtelings de student.

Het project wordt door de studenten gepresenteerd, met een beoordeling tijdens en na afloop door elke docent.

Het werkveld wordt betrokken in diverse raden en via stages. Deze interactie vertaalt zich in

opleidingsonderdelen en projecten die afgestemd zijn op actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Het project

e-Learning – HVAC is hier een mooi voorbeeld van, waarbij een e-learning-module over hernieuwbare energie

werd uitgewerkt. Zij wordt zowel door studenten als tijdens externe opleidingen toegepast.

De commissie waardeert de PWO-projecten binnen de opleiding.

De opleiding neemt eveneens initiatieven om studenten, zij het in beperkte mate, te betrekken bij projecten in het

kader van maatschappelijke dienstverlening.

Daarnaast neemt de opleiding deel aan diverse activiteiten die de aandacht voor techniek aanzwengelen, zoals

de Wetenschapsweek, CVO-opleidingen, studiedagen en workshops van andere hogescholen en de VLOR.

De commissie waardeert de inspanningen van de opleiding om binnen de afstudeerrichting klimatisatie een attest

van bekwaamheid in koeltechniek af te leveren, in samenwerking met een examencentrum. Via Vormelek kan

men een certificaat van koelmonteur of een ervaringsbewijs verkrijgen.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 2.3 Samenhang van het programma

Beoordelingscriterium:

- Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De commissie bevestigt de coherente opbouw van het programma in het eerste deeltraject. Theoretische vakken

zijn aan de praktijk gekoppeld en op elkaar afgestemd. De opleiding is geprofileerd met een gedegen basis waar

gespecialiseerd op wordt voortgebouwd. Hierdoor krijgt het programma een logische samenhang en opbouw.

Page 175: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g | 1 7 5

Het semestersysteem werd in het academiejaar 2003-2004 in het departement IWT opnieuw ingevoerd, naar

aanleiding van enerzijds de internationale ontwikkelingen (het Bologna-akkoord en de Erasmus-uitwisseling van

studenten), en anderzijds de toetreding tot de Associatie K.U.Leuven. De hogeschool heeft ervoor gekozen om

deze organisatievorm te volgen. Dit heeft samen met de onderwijsvisie geleid tot het huidige programma.

Na de gemeenschappelijke basis die gelegd wordt in het eerste deeltraject krijgen studenten bepaalde

opleidingsonderdelen gezamenlijk. De opleiding voorziet evenwel in praktijkoefeningen die gedifferentieerd zijn

volgens de afstudeerrichting. Theoretische en praktijkvakken worden waar mogelijk gegeven door dezelfde

lectoren.

De commissie heeft vastgesteld dat er nog sterk wordt vastgehouden aan traditioneel onderwijs, ondanks de

initiatieven die inmiddels werden genomen om vakoverschrijdend werken in te bedden in het curriculum. Het

implementeren van groepswerk vanuit een praktische insteek, aangevuld met peer assessment, integreert

gelijktijdig kennis, vaardigheden en attitudes. Er liggen bijgevolg nog opportuniteiten voor de opleiding.

In het tweede deeltraject heeft de student de keuze uit de volgende afstudeerrichtingen: Automatisering,

Elektromechanica, Klimatisering en Onderhoudstechnologie. De klemtonen die per afstudeerrichting worden

gelegd, zijn bepaald in de beroepsspecifieke competenties.

De afstudeerrichting Automatisering benadrukt het meten en regelen op mechanisch, elektrisch, elektronisch en

procestechnisch gebied. Hierdoor zit het grootste aandeel elektronica in dit curriculum vervat.

De afstudeerrichting Elektromechanica benadrukt de aspecten ontwerp, vormgeving, de inbedrijfstelling en het

beheer van complexe installaties. De klemtoon ligt, samen met onderhoudstechnologie, op het mechanische vlak.

De afstudeerrichting Klimatisering heeft als doel mensen te vormen die diverse klimatiseringsinstallaties

zelfstandig kunnen ontwerpen en die de realisatie, het opstarten, het optimaal afregelen en het onderhoud ervan

kunnen opvolgen.

De afstudeerrichting onderhoudstechnologie omvat het onderhoud van apparaten, machines en installaties en

een grondige studie, zowel vanuit een elektrische en elektronische als vanuit een mechanische, pneumatische,

hydraulische en regeltechnische invalshoek. Speciale aandacht gaat uit naar planning en organisatie van een

onderhoudsdienst en van onderhoudswerken, storingsanalyse, het verwerven van praktische vaardigheden bij de

(de)montage van apparaten, het onderhoud van apparaten en installaties, en aandacht voor veiligheid.

In de derde opleidingsfase hebben de studenten de mogelijkheid een stageplaats te kiezen uit een lijst met

beschikbare stageplaatsen, of kan de student zelf een stageplaats aanbrengen. Het is echter aan de student

hierin de nodige stappen te ondernemen.

Binnen de opleiding wordt overleg gepleegd over de specifieke vakinhouden en het gebruik van

onderwijsmiddelen. Dit heeft bijvoorbeeld geleid tot een programma-aanpassing ter hoogte van het

opleidingsonderdeel projectmatig ontwerpen (Inventor).

In dit kader waardeert de commissie de integratie van veiligheid in andere opleidingsonderdelen, los van het

eigen opleidingsonderdeel.

De opleiding zoekt eveneens afstemming met andere instellingen door deelname aan de werkgroep

Overleggroep Professionele Bachelor IWT van de Associatie K.U.Leuven. Daarnaast werd nauw samengewerkt

met de KATHO Kortrijk en de KaHo Sint-Lieven Gent, tijdens de overlegmomenten in het kader van de

aanvullingstrajecten voor de CVO-cursisten (Centrum voor Volwassenen Onderwijs), waarbij de

Elektromechanicaopleidingen met elkaar werden vergeleken.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Page 176: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 7 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g

Facet 2.4 Studieomvang

Beoordelingscriterium:

- De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de studieomvang, bachelor: ten minste 180

studiepunten.

Oordeel van de visitatiecommissie: OK

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding bestaat uit 3 studiejaren van elk 60 studiepunten. In totaal wordt dus een opleidingsprogramma

georganiseerd van 180 studiepunten, en voldoet de opleiding hiermee aan de formele eisen met betrekking tot de

minimale studieomvang van een professionele bachelor.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 2.5 Studielast

Beoordelingscriteria:

- De werkelijke studietijd wordt getoetst en sluit aan bij de normen vastgesteld krachtens decreet.

- Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de

studievoortgang belemmeren, zo veel mogelijk worden weggenomen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De organisatie, opvolging en verwerking van de studietijdmetingen behoren tot het takenpakket van de hiervoor

verantwoordelijke docent. De resultaten worden verwerkt en besproken tijdens de opleidingsvergaderingen als

potentiële input voor curriculumwijzigingen.

De opleiding maakt gebruik van Metis, een webapplicatie die door de associatie werd ontwikkeld voor het

invoeren, beheren, analyseren en rapporteren van studietijdgegevens op basis van tijdschatten. Aangezien het

instrument pas recent is ingevoerd, blijft de opleiding heel voorzichtig met de resultaten van deze metingen,

gezien het recente opstarten van het systeem van studietijdmetingen sinds het academiejaar 2007-2008,

waardoor geen historiek aanwezig is. De opleiding bevestigt dat de verkregen gegevens niet steeds

representatief zijn.

De resultaten over de studietijd zijn gemiddeld lager dan begroot. Normaal gezien vertegenwoordigt 1 studiepunt

een totale werkbelasting van 25 uur. Op basis van de beschikbare gegevens van de meting in 2007-2008

bedraagt de werkbelasting per studiepunt in het eerste deeltraject 21,2 uur; in het tweede deeltraject bedraagt het

verschil tussen 14 en 19,3 uur. Het derde deeltraject wordt eveneens gekenmerkt door een lagere

studiebelasting, die varieert tussen 15 en 22,1 uur per studiepunt.

De opleiding heeft de studiebevorderende en -belemmerende factoren in kaart gebracht.

Page 177: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g | 1 7 7

De lagere studielast blijkt haaks te staan op de ervaring van de student. De opleiding schrijft dit deels toe aan het

uitstelgedrag bij studenten. Om uitstelgedrag te vermijden, koos het departement voor een vierblokkensysteem.

Binnen het eerste leertraject wordt dit gekoppeld aan een intensieve begeleiding met een beperkte examenronde

na zes weken, gevolgd door een bespreking met oudercontact. Permanente evaluaties zijn eveneens in het

eerste deeltraject ingebouwd op frequente basis in laboratoria en oefeningen. In het tweede en derde leertraject

vindt een stelselmatige verschuiving plaats naar projectwerk.

Er werden binnen de opleiding meerdere maatregelen getroffen om de studeerbaarheid te bevorderen. Er is een

continu streven naar het verminderen van het aantal springuren, zodat lesvrije halve of hele dagen ontstaan, die

de student kan gebruiken voor zelfstudie. De huidige infrastructuur in het studielandschap met ICT-voorzieningen

draagt hieraan bij. De uitgebreide studiebegeleiding en de laagdrempeligheid naar de student leveren eveneens

een positieve bijdrage.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt de opleiding om zich over de gehanteerde methode voor studietijdmeting te bezinnen, en na

te gaan of de methode afdoende representatieve gegevens kan genereren om onderbouwde acties te kunnen

opzetten.

Facet 2.6 Afstemming tussen vormgeving en inhoud

Beoordelingscriteria:

- Het didactische concept is in lijn met de doelstellingen.

- De werkvormen sluiten aan bij het didactische concept.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding beschikt over goed aangepaste voorzieningen om de theorie in de praktijk te brengen.

De docenten staan zelf in voor de optimalisatie en actualisatie van de leerinhouden. Hiervoor wordt onder meer

gebruikgemaakt van feedback uit het werkveld, de vakliteratuur, handboeken, de invoering van activerende

werkvormen of nieuwe toetsingvormen. De gebruikte werkvormen sluiten aan bij het didactische concept, de

doelstellingen van de opleiding en de karakteristieken van de studenteninstroom. De opleiding onderneemt

evenwel – met wisselend succes – diverse initiatieven om nieuwe onderwijsvormen te integreren in het

curriculum.

Als leermiddelen wordt gebruikgemaakt van cursussen, handboeken, video’s, cd-roms, handleidingen voor labo’s,

softwarepakketten, onlinehulpmiddelen enzovoort. Via de studiegids worden de studenten van het te gebruiken

studiemateriaal op de hoogte gebracht.

De commissie bevestigt de gedegenheid van de cursussen. Anderstalige handleidingen worden ook in de

opleidingsonderdelen geïntegreerd. Dvd’s en recente artikelen uit wetenschappelijke bladen als ‘New Scientist’

zijn enkele voorbeelden die door de commissie zijn gerapporteerd.

De commissie stelt evenwel vast dat de doelstellingen niet steeds in elke cursus zijn opgenomen.

Het departement beschikt over een eigen cursusdienst waar cursussen kunnen worden gekocht. Uit de

gesprekken met de studenten stelt de commissie vast dat de cursussen niet altijd ter beschikking zijn bij de start

Page 178: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 7 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g

van het jaar. De opleiding heeft wel al acties ondernomen om hier een antwoord op te bieden, door het

vastleggen van een contract en het digitaliseren van alle cursussen ter aanbieding aan de drukker. Het blijkt ook

afhankelijk van de docent.

De commissie stelt vast dat Toledo zijn ingang begint te vinden. Er werd een aantal schitterende voorbeelden

gerapporteerd. Alle collega’s kunnen hier dankbaar gebruik van maken.

De student kan via digitale weg stagedocumenten en een leidraad tot het schrijven van een scriptie op de

stagedatabank terugvinden. De opleidingscoördinator staat, samen met het secretariaat, in voor de administratie

met betrekking tot de stagerapporten.

De opleiding beoogt een geleidelijke overgang van geleid leren via klassieke onderwijsvormen naar begeleid

leren, en ten slotte naar zelfsturend leren via meer studentgerichte onderwijsvormen. Dit vertaalt zich in het

eerste deeltraject hoofdzakelijk in hoorcolleges, practica en oefenzittingen, om de overgang van het secundair

naar het hoger onderwijs zo vlot mogelijk te laten lopen.

In het tweede en derde deeltraject worden meer studentgerichte werkvormen, zoals projecten met peer

assessment, als toetsingsvorm ingevoerd om de zelfredzaamheid van de student te stimuleren. Opdrachten staan

centraal, waarbij opzoekingswerk evolueert van sterk sturend naar zelfstandig functioneren binnen het kader van

projectwerk.

Binnen de afstudeerrichting onderhoudstechnologie is projectwerk eerder vakoverschrijdend dan projectmatig in

de strikte zin van het woord. Hieruit concludeert de commissie dat opdrachtgestuurd of projectmatig onderwijs op

zich op een ad-hocbasis aanwezig is in een beperkt aantal afstudeerrichtingen. Ze vraagt om dit door te trekken

in de breedte.

De diverse labo’s, oefensessies en projecten worden als voornaamste media beschouwd om studenten aan te

zetten tot zelfstandig werken. Labo’s worden evenwel meestal in groepjes van twee uitgevoerd, en veelal op

basis van simulaties. Een positief punt is de flexibiliteit die binnen de meeste labo’s mogelijk is voor het extra

opvangen van studenten bij het inhalen van opleidingsonderdelen of na ziekte.

De commissie apprecieert de return van PWO binnen de opleiding. Als voorbeeld wordt het project met

betrekking tot hernieuwbare energie aangehaald.

De internationale dimensie komt onder meer tot uiting in de mogelijkheden naar studentenuitwisseling. Die wordt

echter in beperkte mate door de studenten aangewend. De commissie waardeert de inspanningen van de

opleiding om internationalisering verder uit te diepen. In het kader van studentenmobiliteit worden cursussen voor

inkomende studenten eveneens in het Engels gegeven. De studenten waarderen de internationale studiereis.

Individuele docenten hebben contacten met buitenlandse hogescholen en universiteiten via bezoeken en

uitwisseling van studenten. Deze contacten zijn vaak inspirerend voor de toegepaste onderwijsmethodes en

leerprocessen, die benchmarking met partnerinstellingen mogelijk maken.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie dringt aan op de onderwijskundige professionalisering en vernieuwing in het perspectief van

competentiegericht onderwijs en activerende werkvormen.

De commissie vraagt aandacht voor een verdere integratie van disciplineoverschrijdend projectwerk dat minder

op simulaties is gebaseerd.

De commissie beveelt aan om de doelstellingen uit te werken in de ECTS-fiches en ze op te nemen in de syllabi,

en dit voor alle opleidingsonderdelen.

Page 179: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g | 1 7 9

Facet 2.7 Beoordeling en toetsing

Beoordelingscriterium:

- Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat en voor studenten inzichtelijk getoetst of de

studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De visie en leidraad voor toetsing is beschreven in het ‘Referentiekader kwaliteitsbewaking toetsgebeuren –

versie 20/01/2007’. De commissie kon vaststellen dat de opleiding sinds de opmaak van het ZER een duidelijk

stappenplan heeft ontwikkeld, zoals blijkt uit het werkdocument van de projectgroep Onderwijs.

Het volledige systeem van beoordeling, deliberatie en examens is opgenomen in het onderwijs- en

examenreglement, dat alle praktische modaliteiten bundelt. Het document wordt aan nieuwe studenten door de

ombudspersoon toegelicht voor de eerste examenperiode, en door de opleidingscoördinator bij de introductiedag.

Daarnaast wordt de student geïnformeerd door middel van een document ‘Richtlijnen voor examens’, waarin

specifieke geplogenheden zijn opgenomen.

De studenten worden geïnformeerd over de toetsingsvorm en de doelstellingen per opleidingsonderdeel en per

deeltraject via de studiegids. De commissie stelt vast dat de beroepsgerichte competenties tot op vandaag niet

mee geëvalueerd worden, en stelt daarenboven weinig diversiteit vast in de evaluatievormen.

Er wordt gebruikgemaakt van permanente evaluaties naast de klassieke examenperiodes. De commissie wist de

aanpak voor de toetsing in het eerste deeltraject te appreciëren. Er worden (deel)examens ingelast met feedback

naar de student in blok één en drie. De resultaten hiervan tellen mee in de eindbeoordeling. De koppeling met de

LASSI-leerstijltest is positief. De week voor de examens wordt vrijgehouden voor inhaallessen en labo-examens.

De examenroosters voldoen aan de vereisten van het examenreglement. Een voorstel wordt uitgewerkt door de

departementaal secretaris, en ter controle overgemaakt aan de docenten en studenten ter inzage en ter

formulering van opmerkingen. Bij het opmaken van de definitieve planning wordt in de mate van het mogelijke

met de diverse wensen rekening gehouden.

De examenvragen staan op niveau voor de opleiding. Er wordt hiervoor een uniform sjabloon aangewend. De

commissie stelt vast dat opportuniteiten voor andere evaluatievormen momenteel nog niet worden benut.

De docenten staan zelf in voor het ingeven van de punten in het systeem. Na nazicht worden die aan de

studenten overgemaakt. Na elke examenperiode worden de examenresultaten zo snel mogelijk bekendgemaakt

aan de studenten (maximaal twee weken na het laatste examen). De student kan de schriftelijke examens

inkijken na de mededeling van de punten.

Studenten met een individueel traject of leerproblemen, of die recht hebben op speciale faciliteiten kunnen een

speciaal contract afsluiten. Bij gewettigde afwezigheid kan de student op een inhaaldag zijn examen afleggen,

mits de goedkeuring door de opleidingscoördinator. Verder kan de student bij betwisting steeds een beroep doen

op de ombudspersoon.

De stage van de professionele bachelor Elektromechanica vindt plaats in het tweede semester van het derde

deeltraject en bestrijkt een periode van twaalf weken. Er is een infobrochure aanwezig die aan alle

belanghebbenden wordt overgemaakt voor de stage. De studenten worden door de stagecoördinatoren echter al

op het einde van het tweede deeltraject geïnformeerd over de stage. Hierin is een tijdslijn van de projectstage

opgenomen, zodat de student, de bedrijfspromotor en de stagebegeleider geïnformeerd zijn over de fasering van

de stageactiviteiten.

Page 180: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 8 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g

De studenten hebben de mogelijkheid om een stageplaats te kiezen uit een door de opleiding aangeboden lijst, of

ze kunnen zelf een stageplaats voorstellen. De studenten hebben ook de mogelijkheid om hun stage in het

buitenland uit te voeren. Hiervoor hebben zij de keuze uit een aantal hogescholen en universiteiten waarmee

bilaterale contracten zijn afgesloten. De stage, de stagevoordracht en het stagerapport vormen één

opleidingsonderdeel van twintig studiepunten.

De student wordt tijdens de stage en bij het opmaken van het rapport op verschillende manieren gemonitord. Er is

een verplichte wekelijkse rapportering naar de stagebegeleider en bedrijfspromotor. Omdat dit nu niet wordt

bijgehouden, dringt de commissie aan om dit alsnog te doen, aangezien het een handig werkinstrument kan zijn.

Het stagedagboek dient als leidraad voor het opmaken van het stagerapport en wordt door de bedrijfspromotor

ondertekend. Bij de vier voorziene stagebezoeken zijn er formele contacten tussen de bedrijfspromotor en de

stagebegeleider. Er is indien nodig telefonisch contact of mailverkeer. Er zijn drie evaluatiemomenten, waarbij de

derde wordt gequoteerd. De overige dienen ter bijsturing. Op de terugkomdagen moet de student het abstract, de

status van het stagerapport en de voorbereiding van de stagevoordracht ter nazicht kunnen voorleggen aan de

docent communicatie. Er zijn proefpresentaties voorzien.

De studenten presenteren de resultaten van hun werk in aanwezigheid van een jury, bestaande uit docenten van

de opleidingen professionele bachelor en master, bedrijfspromotoren en andere genodigden. Deze jury

beoordeelt zowel de presentatie als de manier waarop de vragen worden beantwoord.

De stage wordt gequoteerd op 200 punten, waarvan 75 punten worden toegekend door de bedrijfspromotor en de

stagebegeleider. De presentatie en verdediging voor de jury staat op 50 punten.

De commissie stelde vast dat in bepaalde stagerapporten de vaktekeningen met maataanduidingen niet voorzien

waren van de nodige toleranties.

Bij een buitenlandse stage wordt de eindevaluatie ter plaatse uitgevoerd in het bijzijn van de stagebegeleider (als

de stage binnen Europa plaatsvindt). Naast de stage-evaluatie tijdens dit bezoek doet de stagebegeleider ook

aan benchmarking onder de vorm van een schriftelijke enquête, een mondelinge bevraging en een bezoek aan

de gastinstelling. Deze benchmarking vindt eveneens plaats bij inkomende buitenlandse studenten.

Studenten met een geïndividualiseerd traject kunnen in januari hun presentatie geven, aangezien alle vakken

voorafgaand aan de jurering moeten worden afgewerkt.

Bij een negatieve beoordeling van de stage wordt de student aangesproken, eventuele afwijkingen worden

overlopen en indien nodig wordt de student aangeraden om niet tot verdediging over te gaan.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vindt het noodzakelijk om de beroepsgerichte competenties mee te evalueren.

De commissie is van oordeel dat de opleiding op dit ogenblik opportuniteiten voor het gebruik van andere

evaluatievormen nog niet ten volle benut.

Facet 2.8 Masterproef

Niet van toepassing voor een professioneel gerichte bacheloropleiding.

Page 181: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g | 1 8 1

Facet 2.9 Toelatingsvoorwaarden

Beoordelingscriteria:

Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten

bachelor:

- diploma secundair onderwijs, diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan,

diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie, of een diploma of getuigschrift dat bij of krachtens

een wet, decreet, Europese richtlijn of een andere internationale overeenkomst als gelijkwaardig wordt

erkend;

- door het instellingsbestuur bepaalde voorwaarden voor personen die niet aan de bovengenoemde

voorwaarden voldoen.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding hanteert de decretaal voorziene toelatingsvoorwaarden voor de bachelor-masteropleiding.

De algemene toelatingsvoorwaarden zijn vermeld in het algemene onderwijs- en examenreglement.

De instroom is hoofdzakelijk afkomstig uit een TSO-richting met een deel niet-generatiestudenten die al een paar

jaar in het hoger onderwijs actief zijn. De ASO-instroom is minimaal en wordt voorafgegaan door een gesprek met

de opleidingscoördinator. Deze studenten worden zeker voor de technische vakken intensiever begeleid en met

TSO-studenten samen gezet bij oefensessies. Ook in de werkplaats worden ASO-studenten apart opgevangen

voor extra uitleg.

De opleiding merkt een daling van de studentenaantallen, die volgens haar toe te schrijven is aan een afnemende

interesse voor wetenschappen in het secundair onderwijs. Daarnaast constateert men een vervroegde drop-out

na enkele weken. Daarom werden andere werkvormen uitgeprobeerd om de student toch mee te trekken. Vanaf

het academiejaar 2008-2009 krijgen de studenten de mogelijkheid om vrijblijvend een geautomatiseerde test af te

leggen waarmee zij kunnen nagaan of zij de verwachte wetenschappelijke kennis en rekenvaardigheden bezitten

om op een vlotte wijze te starten in de opleiding.

Er worden eveneens opfrissingcursussen wiskunde en elektrotechniek gegeven. De studenten worden tijdens

infosessies, bij de inschrijving en tijdens de introductiedagen geïnformeerd over de doelstellingen, de inhoud en

werkvormen van deze cursussen. In december wordt dit gevolgd door een infoavond voor ouders en studenten.

Er is ook een toenemende aandacht voor studie- en studentenbegeleiding, wat heeft geleid tot het inbedden van

een cursus studievaardigheden in het eerste deeltraject. De commissie waardeert de intensieve implementatie

van studievaardigheden in het curriculum. De combinatie met het vierblokkensysteem werpt haar vruchten af. De

student wordt eveneens gestimuleerd om labo’s voor te bereiden en zijn werkzaamheden te plannen.

De studenten wisten de cursus studievaardigheden te smaken. Hierin wordt via enquêtes de leerstijl, de

studiehouding en studiemotivatie van studenten bepaald, en wordt naar de graad van faalangst/uitstelgedrag

gepeild. Zo wordt een doorgeefluik gecreëerd naar de Sociale Dienst voor een specifieke aanpak.

De creatie van een brug naar het secundair onderwijs om de betrokkenheid met de instroom te vergroten,

beschouwt de commissie als een meerwaarde.

Het programma van de opleiding sluit aan bij de opleidingen met voldoende algemene vorming en een basis van

wetenschappen. Van de studenten die de opleiding aanvatten, wordt geen specifieke voorkennis verwacht. Voor

alle vakken wordt met de basis gestart.

Page 182: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 8 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g

Voor studenten met een zwakkere wiskundige achtergrond wordt voorzien in een opfrissingscursus wiskunde in

de eerste week van september, net als een opfrissingscursus elektrotechniek voor de minder technisch gerichte

vooropleidingen. Die duurt twee dagen als er minder dan vier uur van het vak op weekbasis in het secundair

onderwijs werd gegeven.

De commissie steunt het idee om op basis van de ‘pretest’ een gedifferentieerde aanpak voor de studenten aan

te bieden.

Er is mentoraat aanwezig op individuele basis. Indien nodig worden herhalingslessen ingeroosterd. De docenten

vormen samen met de groepstitularissen en de studiebegeleider de eerstelijnshulp. Indien nodig wordt

doorverwezen naar de Sociale Dienst.

De opleiding heeft een traditie op het vlak van flexibele leerwegen. Sinds het in werking treden van het

Flexibiliseringsdecreet kunnen studenten een eigen traject vastleggen in overleg met de opleidingscoördinator.

De volgtijdelijkheid en de praktische haalbaarheid worden hierbij geverifieerd. De modaliteiten voor EVC en EVK

zijn vastgelegd in het onderwijs- en examenreglement. Indien nodig wordt op vraag een specifiek traject

uitgewerkt voor bijvoorbeeld werkende studenten, maar er zijn hier geen specifieke procedures voor voorzien.

Studenten die na de tweede zittijd in aanmerking komen voor een geïndividualiseerd traject krijgen uitleg over de

procedures voor de start van het academiejaar, en kunnen hun programma met de opleidingscoördinator

samenstellen, waarbij de volgtijdelijkheid van het programma goed wordt bewaakt.

De beoordeling van EVC’s wordt uitgevoerd door een groep docenten die hiervoor werden aangeduid. Op

vandaag werd hiervoor nog geen vraag ingediend.

Hiervoor beschikt het departement over verschillende opties op het vlak van flexibele programma’s, waarbij

steeds wordt vertrokken van het individuele dossier.

De opleiding onderkent de problematiek van beoordeling van EVC’s. Hiervoor werd een werkgroep opgericht om

het gedachtegoed op associatieniveau verder te laten instromen in de opleiding.

Studenten met een speciaal statuut kunnen beschikken over specifieke faciliteiten of een aangepast programma.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Page 183: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g | 1 8 3

Oordeel over onderwerp 2, programma: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 2.1, relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma voldoende

facet 2.2, eisen professionele gerichtheid van het programma goed

facet 2.3, samenhang van het programma goed

facet 2.4, studieomvang OK

facet 2.5, studielast voldoende

facet 2.6, afstemming tussen vormgeving en inhoud voldoende

facet 2.7, beoordeling en toetsing voldoende

facet 2.8, masterproef n.v.t.

facet 2.9, toelatingsvoorwaarden goed

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 184: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 8 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g

Onderwerp 3 Inzet van het personeel

Facet 3.1 Kwaliteit van het personeel

Beoordelingscriterium:

- Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het

programma.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het personeelsbeleid is afgestemd op het beleid van de hogeschool. Het personeel is vertegenwoordigd in

onderhandelingscomités op zowel hogeschool- als departementaal niveau die het beleid mee opvolgen.

In overleg met het departementshoofd, de opleidingscoördinator en/of bepaalde domeinspecialisten wordt bij een

nieuwe aanwerving een vacature opgemaakt in functie van het takenpakket en van competenties waar het

departement of de opleiding behoefte aan heeft. Relevante kandidaten worden uitgenodigd voor een gesprek van

ongeveer 45 minuten met minstens twee leidinggevenden en enkele vertegenwoordigers van het docententeam.

Een benoemingsreglement werd uitgevaardigd, gesteund op anciënniteit (inclusief nuttige ervaring buiten de

instelling) en op de ruimte binnen vooraf bepaalde planningsgroepen. Op basis hiervan wordt aan de raad van

bestuur een advies geformuleerd door een aanstellingscommissie, waar het departementshoofd van IWT deel

van uitmaakt.

De hogeschool heeft een reglement voor promoties en bevorderingen. Bevorderingen kunnen enkel plaatsvinden

voor vastbenoemde personeelsleden. Door budgettaire beperkingen hebben voorlopig alleen hiërarchisch

leidinggevenden (OC) een bevordering (tot hoofdlector) gekregen. Op hogeschoolniveau is alvast de intentie

uitgesproken om dit instrument ook te gebruiken voor andere dan leidinggevende of coördinerende taken.

De taakverdeling, inclusief de taakbelasting, voor opleidend personeel wordt op het einde van het academiejaar

onder voorbehoud bekendgemaakt. Ze houdt rekening met de motivatie, interesse, de aanwezige expertise en

competenties van het individu. De opleidingscoördinator overlegt deze taakverdeling met alle betrokkenen. Voor

het ATP en opvoedend hulppersoneel wordt de toewijzing door de departementaal secretaris uitgevoerd. De

invalshoek blijft dezelfde.

De commissie waardeert ten zeerste de betrokkenheid en de inzet van het onderwijzende personeel. Het beleid is

duidelijk begaan met de opleiding.

Ook het ondersteunende personeel levert duidelijk een bijdrage om deze organisatie vlot te laten werken.

De personeelsevaluatie past in het ‘Systeem voor Waardering en Ontwikkeling van het Personeel’ (SWOP), dat

sinds 1999 hogeschoolbreed werd ingevoerd. Hierin zijn de doelstellingen voor evaluatie opgenomen die van

toepassing zijn voor alle personeelsleden.

Nieuwe medewerkers worden na één jaar geëvalueerd; voor andere personeelsleden is dit vijfjaarlijks vastgelegd.

De functiekaart ligt aan de basis van een evaluatiegesprek met het departementshoofd. De

functioneringsgesprekken werden in juli 2009 uitgevoerd.

Page 185: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g | 1 8 5

De commissie staat positief ten aanzien van het feit dat naast de zelfevaluatie en de evaluatie door de

leidinggevende ook de evaluatie van de studenten worden betrokken. Het verslag wordt aan de betrokkene

overgemaakt ter ondertekening.

Alle personeelsleden hebben ervaring in opleiding of onderwijs, of hebben een getuigschrift van pedagogische

bekwaamheid. Waar nodig wordt voor specifieke en specialistische expertise ook een beroep gedaan op externe

deskundigen.

De commissie stelt vast dat er binnen het lectorenkorps weinig mensen zijn met industriële ervaring. Dit wordt

deels gecompenseerd door hun inzet binnen de organisatie.

Er zijn geen gastlectoren actief binnen de opleiding. Dit is een gemiste kans, aangezien er slechts weinig lectoren

met een industriële ervaring in het korps zitten.

Bij het schrijven van het ZER werden de hoge werkdruk en de complexiteit van de hogeschool naar het uitzetten

van een duidelijke personeelsvisie tot 2011 aangehaald. De laatste vier jaar werden aan de hogeschool wel 45

ambten toegevoegd, waardoor de werkdruk is verlaagd. Die worden onder meer ingezet om acties uit te voeren in

het kader van onderwijsvernieuwing, stimulatie van de instroom om drop-out te verminderen enzovoort.

De onderwijskundige bijscholing van het lectorenkorps kan volgens de commissie een extra ondersteuning

bieden bij het invoeren van activerende werkvormen, door de recent bijgekomen omkadering op

hogeschoolniveau.

Op het vlak van bijscholingen organiseert de hogeschool studiedagen en navorming naast de bijscholingen op

vraag van de docent. De beoogde ECDL-getuigschriften (European Computer Driver License) waarvan sprake in

het ZER werden nog niet behaald. De contacten met het werkveld zijn van belang voor de professionalisering van

de medewerkers.

De commissie kon uit de gesprekken met het ATP en het onderhoudspersoneel vaststellen dat het team

gemotiveerd en deskundig is, en goed wordt ondersteund. Op het vlak van bijscholingen kon de dienst Logistiek

rekenen op opleidingen op het vlak van onder meer klantenomgang, TKV en Vectorworks.

Op het vlak van communicatie worden binnen het departement viermaandelijks personeelsvergaderingen

georganiseerd. De opleiding zelf richt op jaarbasis drie tot vier vergaderingen in, met als input

personeelsaspecten, studentenaangelegenheden, curriculumaanpassingen, evaluatievormen enzovoort.

Verder zijn heel wat docenten betrokken bij allerlei werkgroepen. Interdepartementaal werd een nieuwsbrief/krant

ingevoerd.

Verslaggeving werd door de opleiding onderkend als verbeterpunt. Hiervoor werden inmiddels inspanningen

geleverd; rapporten daarover zijn ter beschikking gesteld aan de visitatiecommissie.

Voor nieuwe personeelsleden beleggen de centrale diensten twee informatievergaderingen, waarin naast een

aantal praktische afspraken ook de missie en de onderwijsvisie worden voorgesteld. Binnen het departement

wordt de eerstelijnsopvang voorzien door de opleidingscoördinator. Er is eveneens een checklist voorhanden

voor het onthaal van nieuwe medewerkers.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie dringt eropaan het lectorenkorps op onderwijskundig vlak bij te scholen, om zo een extra impuls te

geven aan het invoeren van activerende werkvormen.

De commissie vraagt om het inzetten van gastlectoren binnen de opleiding te overwegen.

Page 186: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 8 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g

Facet 3.2 Eisen professionele gerichtheid

Beoordelingscriterium:

De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een professioneel gerichte

opleiding:

- Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de

opleiding en de beroeps- of kunstpraktijk.

- Bij de daarvoor in aanmerking komende opleidingen moet daarenboven voldoende personeel beschikken

over kennis en inzicht in de desbetreffende beroeps- of kunstpraktijk.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding beroept zich voor de professionele gerichtheid voornamelijk op stagebegeleiding, aangezien bijna

alle docenten op die manier met het werkveld in contact komen.

De commissie stelt vast dat er binnen het lectorenkorps slechts een beperkt aantal lectoren is met

bedrijfservaring. Er zijn geen bachelors Elektromechanica in het docentenkorps. De commissie is evenwel van

oordeel dat het gebrek aan industriële ervaring gecompenseerd wordt door bedrijfscontacten en bijscholing.

Contacten van personeelsleden met onder andere vertegenwoordigers van firma’s en andere deelnemers aan

studiedagen dragen bij tot de professionele gerichtheid van het personeel.

Bovendien geven verschillende personeelsleden les in organisaties voor bedrijfsopleidingen, instellingen voor

voortgezette opleidingen of onderwijs voor sociale promotie. De commissie waardeert de initiatieven die

ondernomen worden in het kader van maatschappelijke dienstverlening. Via de Vlaamse Onderwijsraad werden

een viertal jaar geleden CVO-vervolgtrajecten voorzien in avondonderwijs. Dit brengt voor de opleiding de nodige

uitdagingen met zich mee naar praktische organisatie. Er wordt eveneens samengewerkt met andere

hogescholen binnen de associatie.

De internationale gerichtheid van de opleiding is duidelijk aanwezig. De internationale studiereis naar de VS en

recent naar China wordt door de studenten gesmaakt. Docentenmobiliteit blijft op vandaag beperkt tot de

begeleiding van studenten en bezoeken bij partnerinstellingen.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 3.3 Kwantiteit personeel

Beoordelingscriterium:

- Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

Page 187: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g | 1 8 7

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Een veertigtal lectoren heeft een ambtsopdracht in de opleiding Elektromechanica, van wie elf met een specifieke

lesopdracht in de opleiding Elektromechanica. Dit vertaalt zich in 16,14 VTE specifiek voor deze opleiding, die als

volgt zijn verdeeld in de verschillende deeltrajecten: 4,59 VTE in het eerste deeltraject, 5,83 VTE in het tweede

deeltraject en 3,63 VTE in het derde deeltraject.

De lectoren hebben naast hun lesopdracht ook nog specifieke verantwoordelijkheden. Acht lectoren zijn

betrokken in overlegcomités en inspraakorganen, drie lectoren zijn vakgroepverantwoordelijke, tien lectoren zijn

labverantwoordelijke en drie lectoren zijn betrokken in onderzoeksprojecten (0,4 VTE).

Taken van lectoren die deel uitmaken van departementale werkgroepen, zoals de Departementale Raad, het

Departementaal Onderhandelingscomité, de Academische Raad, het Hogeschool Onderhandelingscomité,

Pastoraal… worden verrekend op het niveau van het departement en niet binnen de omkadering van de

opleiding.

De opleidingscoördinator maakt op het niveau van de KHLim deel uit van de stuurgroep Kwaliteitszorg, de

stuurgroep ICTO en de werkgroep ICT. Op departementaal niveau is hij lid van het Comité voor preventie en

bescherming op het werk en voorzitter van zes vakgroepen (automatisering, elektriciteit, elektronica, informatica,

wiskunde en humane wetenschappen).

Vanuit de centrale diensten kan de opleiding beschikken over een onderwijscoördinator, die verantwoordelijk is

voor de implementatie en begeleiding van onderwijsontwikkeling. Stafmedewerkers Internationalisering,

Kwaliteitsbeleid en Studentenvoorzieningen staan eveneens ter beschikking als ondersteuning voor de

departementale werking.

De ratio student-VTE bedraagt 16,03 studenten per VTE. In lesopdrachten gerekend is dit 18,38 studenten per

VTE.

Binnen het onderwijzende korps is de verdeling van VTE’s als volgt: 0,34 VTE hoofdlector, 15,66 VTE lector en

0,14 VTE praktijklector.

Er zijn geen bachelors Elektromechanica in het docentenkorps. Het lectorenkorps is voor 20 procent vrouwelijk.

Elf personeelsleden hebben binnen de opleiding een voltijdse opdracht.

De leeftijdspiramide is aan de hoge kant: 31 van de 40 lectoren zijn ouder dan 40. De commissie vraagt hierbij

vooral aandacht voor de afstudeerrichting automatisatie.

Tijdens het schrijven van het ZER werden de werkdruk en de stress bij het personeel als aandachtspunten naar

voren gebracht, naar aanleiding van een SERV-enquête (2003) die voorafgaand werd afgenomen.

De commissie bevestigt dat het tij, mee door het nieuwe financieringssysteem, ten voordele van de KHLim is

gekeerd. Gezien de groei van de hogeschool van vierduizend naar meer dan vijfduizend studenten werd een

inhaalbeweging mogelijk gemaakt. De omkadering wordt echter via een eigen systeem uitgevoerd, dat rekening

houdt met het aantal opleidingen, het aantal studenten in de laatste drie jaar en het aantal studenten dat een

opleiding kan borgen naar de toekomst. De opleiding geeft toe dat dit steeds een evenwichtsoefening is.

De opleiding verkeert in de mogelijkheid om specifieke medewerkers in te zetten op specifieke projecten, zoals

koeltechnieken, zonder daarvoor uit de eigen omkadering te moeten putten. Hierdoor zijn in het academiejaar

2009-2010 één contractuele medewerker van 50 procent en twee contractuele medewerkers van 30 procent

toegevoegd. Dit garandeert een continuïteit van de kennisoverdracht en de betrokkenheid van de lectoren ten

voordele van het onderwijs.

Page 188: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 8 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt aandacht voor de leeftijdspiramide, vooral bij de afstudeerrichting automatisatie.

Oordeel over onderwerp 3, inzet van het personeel: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 3.1, kwaliteit personeel: voldoende

facet 3.2, eisen professionele gerichtheid: goed

facet 3.3, kwantiteit personeel: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 189: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g | 1 8 9

Onderwerp 4 Voorzieningen

Facet 4.1 Materiële voorzieningen

Beoordelingscriterium:

- De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het departement bevindt zich op de Universitaire Campus in Diepenbeek en is vlot bereikbaar te voet, per fiets,

met de wagen en het openbaar vervoer. Rondom de campus zijn parkings en fietsenstallingen voorzien.

De hogeschool stimuleert carpoolen en het gebruik van het openbaar vervoer bij studenten, onder meer door het

gedeeltelijk terugbetalen van de Buzzypass en het treinabonnement door de vzw StuVoor, en door studenten die

carpoolen in dezelfde groep te plaatsen. De hogeschool heeft aandacht voor faciliteiten voor mensen met

beperkingen.

Daarnaast neemt de KHLim deel aan het VEDO-project waardoor fietsen gratis kunnen worden ontleend en

herstellingen aan kostprijs kunnen worden uitgevoerd.

De infrastructuur wordt gedeeld met de algemene diensten van de hogeschool en het departement

Handelswetenschappen en Bedrijfskunde. Gemeenschappelijk zijn onder meer het restaurant en het leercentrum

Musketon, en een oefenruimte en interactieve studieruimte, waarvan studenten vrij gebruik kunnen maken. De

leslokalen en auditoria zijn voorzien van de nodige basisapparatuur. De commissie apprecieert de uitgebouwde

laboratoria, die over het algemeen goed gedimensioneerd zijn en voldoen aan de actuele behoeften.

De hogeschool bepaalt de prioriteiten, wat weerspiegeld wordt in de begroting. Voor de periode 2007-2011 zijn op

de campus Diepenbeek infrastructurele werken voorzien voor nieuwe kantoren, een energieproject en de

deelname aan het Technologiecentrum Limburg. Daarnaast is een bedrag voorzien voor didactische

investeringen, meubilair en ICT.

Het budget wordt departementaal vastgelegd en verdeeld op basis van de studentenaantallen en de labo-uren.

Een deel van dit budget wordt ter beschikking gesteld voor de algemene werking van het departement. Verder

wordt via een verdeelsleutel een budget voorzien voor materialen en grondstoffen. Investeringen worden getoetst

aan vooraf bepaalde criteria en motiveringen.

Alle docenten hebben een eigen docentenkamer, geschikt voor maximaal 3 personen, met IT-faciliteiten. Verder

beschikken ze over een gemeenschappelijke personeels- en vergaderruimte. Docenten die met de fiets de

verplaatsing van thuis naar de hogeschool maken, krijgen een fietsvergoeding.

Via de vzw StuVoor voorziet de hogeschool in de nodige studentenvoorzieningen, onder de vorm van restauratie

met warme en koude maaltijden en studentenruimtes met drank- en voedingsautomaten. Die voldoen aan de

vraag van en het aantal studenten.

De mediatheek wordt goed gebruikt en is ruim genoeg om de stroom van studenten op te vangen. De

beleidscommissie Mediatheek adviseert over nieuwe investeringen en het aankoopbeleid. Een uitgebreide

collectie informatiedragers staat ter beschikking van de student. Daarnaast heeft de student de mogelijkheid om

databanken te raadplegen vanuit de Associatie K.U.Leuven.

Page 190: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 9 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g

Daarnaast zijn de ICT-voorzieningen drastisch uitgebreid naar netwerken, inclusief de installatie van het

leerplatform Toledo en de mogelijkheid tot groepsaankopen van laptops. Studenten en docenten hebben de

mogelijkheid om van thuis uit te beschikken over actuele softwarepakketten en bestanden die aanwezig zijn op de

centrale servers.

Veiligheid is ingebed in het curriculum. De preventieadviseur geeft aan dat het veiligheidsaspect in toenemende

mate ingang vindt binnen de belevingswereld van de docent. Actiepunten naar veiligheid zijn opgenomen in een

meerjarenplan. De voornaamste aandachtspunten zijn de invoering van good laboratory practices en de omgang

met chemicaliën.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 4.2 Studiebegeleiding

Beoordelingscriteria:

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de

studievoortgang.

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De hogeschool beschikt over een goed uitgebouwde stage- en studentenbegeleiding.

Binnen het departement is op vaste momenten een psychologe aanwezig voor studiebegeleiding. Daarnaast

onderneemt de hogeschool diverse initiatieven om potentiële studenten te informeren over de verschillende

opleidingen en hun werking, en om de studenten tijdens hun opleiding te begeleiden.

Het departement neemt deel aan SID-In’s. Sinds de toetreding van de KHLim tot de Associatie K.U.Leuven werkt

het departement mee aan de ‘Ronde van Limburg’, waarbij docenten in middelbare scholen proeflessen geven.

Er worden jaarlijks infodagen ingericht voor de CLB’s, en de directies en medewerkers van middelbare scholen.

De hogeschool onderneemt verschillende inspanningen om secundaire scholen te betrekken bij de opleiding.

Bij inschrijvingen tijdens de vakantieperiode zijn de lectoren aanwezig voor bijkomende informatie.

Bij de start van het academiejaar krijgen alle studenten van de KHLim een KHLim-agenda met nuttige informatie

over de hogeschool en de studentenvoorzieningen, en een departementale kalender. Hierin worden de geplande

activiteiten, zoals examens, vastgelegd.

De studiegids bevat een voorstelling van de hogeschool, het departement en de opleiding, het begeleidingsplan

en de ECTS-fiches van de verschillende opleidingsonderdelen.

Het opdelen van elk semester in twee blokken verlaagt de drempel naar het hoger onderwijs. De resultaten van

de examens bij het afsluiten van de eerste blok binnen het eerste deeltraject worden individueel besproken,

waarbij vooral de studieaanpak een gespreksonderwerp is. De LASSI-test als evaluatie-instrument vormt de basis

voor eventuele verdere professionele hulp.

Page 191: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g | 1 9 1

De commissie apprecieert de studiebegeleiding als vast punt binnen het curriculum. De intensieve begeleiding,

gekoppeld aan bespreking en oudercontact is effectief.

Studentenbegeleiding is opgenomen in het takenpakket van de docent. Er zijn feedbackmomenten voorzien in de

viermaandelijkse personeelsvergaderingen. De studenten worden zelf ook betrokken in praktijkgericht onderzoek,

wat uitdrukkelijk tot uiting kwam binnen de afstudeerrichting Klimatisering.

De opleiding communiceert met de student via e-mail, het elektronische leerplatform Toledo, valven, folders,

brochures, post, telefoon en het digitale lesrooster Eduflex.

Studenten die moeilijkheden ondervinden in hun studiemethodiek of die kampen met faalangst en

planningsproblemen, of verzeild zijn in conflictsituaties kunnen terecht bij de studentenbegeleiding. De

eerstelijnsopvang bestaat vooral uit luisteren. Studenten worden gestimuleerd om doelstellingen te formuleren.

Indien nodig kunnen ze worden doorverwezen. Studievaardigheden zijn sinds het academiejaar 2008-2009 een

verplicht onderdeel van het curriculum.

Diversiteit is een speerpunt binnen het departement en de opleiding. Er werd eveneens een

diversiteitmedewerker aangetrokken om het beleid vorm te geven.

De hogeschool voorziet in tegemoetkomingen voor studenten met een functiebeperking. Daarnaast worden

faciliteiten verleend aan topsporters.

De studenten geven aan de weg naar de ombudspersoon te kennen. De functie als dusdanig is goed gekaderd

en breed gecommuniceerd naar de studenten tijdens de introductiedag en op de valven.

Internationalisering krijgt binnen de opleiding de nodige aandacht. Studenten die interesse tonen voor een

buitenlandse stage hebben recht op een Erasmus-beurs. Docenten begeleiden de studenten per e-mail,

gecombineerd met regelmatige uitwisselingen met de lokale promotor. De opleiding heeft in dit kader bilaterale

samenwerkingsverbanden met een twintigtal opleidingsinstellingen via Erasmus-projecten. Studenten werden in

het verleden al uitgestuurd naar onder meer Nederland, Duitsland en Zuid-Afrika.

De opleiding richt sinds een aantal jaar een internationale studiereis in, die door de studenten wordt gesmaakt.

De student kan sinds het academiejaar 2007-2008 de keuze maken tussen Duitsland en China.

De departementale coördinator voorziet in de opmaak van het ECTS-dossier voor buitenlandse studenten, de

accommodatie en de praktische regelingen voor het stageproject. Er worden gratis taallessen Nederlands en de

mogelijkheid om op stap te gaan, aangeboden. De buitenlandse student kan steeds een beroep doen op zijn

promotor, de departementale coördinator en de verantwoordelijken van het secretariaat IWT.

De aanwezigheid van een contractuele medewerker in het labo, waar de student zijn stageproject uitvoert,

bevordert de begeleiding van de buitenlandse studenten.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Page 192: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 9 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g

Oordeel over onderwerp 4, voorzieningen: goed

Op basis van de oordelen over:

facet 4.1, materiële voorzieningen: goed

facet 4.2, studiebegeleiding: goed

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 193: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g | 1 9 3

Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg

Facet 5.1 Evaluatie resultaten

Beoordelingscriterium:

- De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mee aan de hand van toetsbare streefdoelen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Er is gekozen voor een inbedding van integrale kwaliteitszorg (IKZ) in de KHLim-organisatie door middel van een

matrixstructuur. Binnen deze structuur zijn er een zevental stuurgroepen, die als doel hebben informatie uit te

wisselen, advies te verlenen en te fungeren als klankbord voor nieuwe initiatieven. Hierdoor kunnen

hogeschoolbrede acties binnen de opleiding verticaal vorm krijgen. Een verdere afstemming vindt uiteindelijk

plaats met de vakgroepvoorzitters. De commissie stelt vast dat een duidelijke kwaliteitscultuur aanwezig is.

Binnen de stuurgroep Kwaliteit buigen diverse werkgroepen zich over specifieke onderwerpen, zoals

studeerbaarheid en bevragingen.

De centrale kwaliteitscoördinator is voorzitter van de stuurgroep Kwaliteitszorg en ondersteunt daarnaast

opleidingen en departementen bij de implementatie. Gemeenschappelijke instrumenten, zoals actieplannen,

worden aangereikt, enquêtes worden centraal verwerkt en vorming wordt aangeboden in functie van de

behoeftes.

Daarnaast is de centrale kwaliteitscoördinator ook contactpersoon voor de VLHORA, de Associatie K.U.Leuven

(als covoorzitter van de stuurgroep Kwaliteitszorg en Accreditering) en de NVAO (voor het HOR).

Er wordt gebruikgemaakt van het EFQM-model, dat vertaald wordt in het PROZA-pakket. Een digitaal

kwaliteitshandboek, dat gekoppeld wordt aan de negen aandachtsgebieden van PROZA, is in de maak. De

doelstelling is om tegen eind 2009 alle relevante documenten op dit digitale platform aan te bieden en ze te linken

aan de structuur van het ZER.

Over het kwaliteitsbeleid, inclusief de inventaris van de actieplannen, wordt jaarlijks gerapporteerd in het

jaarverslag van de hogeschool.

Het afstemmen van het kwaliteitsbeleid tussen de verschillende opleidingen van het departement gebeurt tijdens

het wekelijkse overleg van de opleidingscoördinatoren.

De hogeschool heeft inmiddels een stafmedewerker aangesteld om een project rond onderwijsvernieuwing te

vertalen in een onderwijsontwikkelingsplan, waarbij geformuleerde doelstellingen door middel van het SWOP-

systeem worden geëvalueerd. De stuurgroep Onderwijs heeft inmiddels een meerjaren-onderwijsontwikkelings-

plan (MOO) uitgewerkt, dat zich in de fase van invoering bevindt. De competentieprofielen worden aangepast met

gedragsindicatoren. Het stappenplan zelf was tijdens de visitatie al klaar.

De opleiding heeft een duidelijke traditie in de organisatie van bevragingen ten aanzien van de diverse

stakeholders.

Page 194: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 9 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g

Een SWOP-bevraging peilt naar de mening van de student over zeven rubrieken met betrekking tot het

functioneren van een docent voor een welbepaald opleidingsonderdeel. De rubrieken zijn: doelstellingen,

leerinhouden, werkvormen, leermiddelen, evaluatie, begeleiden en werk- en leerklimaat.

In 2006-2007 werden voor de opleiding Elektromechanica 424 formulieren verwerkt voor 38 SWOP-bevragingen

bij 14 docenten. De verkregen resultaten worden vergeleken met de overige opleidingen in het departement en

de hogeschool. De resultaten bevinden zich in de middenmoot, in vergelijking met de andere opleidingen van de

hogeschool.

De opleiding heeft sinds het academiejaar 2007-2008 in alle opleidingsfases studietijdmetingen uitgevoerd. Die

vormen de basis voor eventuele wijzigingen in opleidingsonderdelen, met een verdere doorstroming in het

programma.

De opleiding heeft een lange traditie in het bevragen van eerstejaarsstudenten. Er wordt gepeild naar de

tevredenheid ten aanzien van de volgende onderwerpen: informatie en onthaal, de onderwijsorganisatie en

begeleiding door docenten, cursussen, de manier van evaluatie, de mediatheek en diensten, en de tevredenheid

over de algemene begeleiding. De resultaten uit de bevragingen leiden tot verbeteringen, wat resulteert in hogere

scoringspercentages. Op het niveau van de KHLim is een stijging van 5 procent (66,5 71,5 procent) merkbaar

over de periode 2004 tot 2007; binnen het departement IWT is dit 7,4 procent (61,8 69,2 procent).

Jaarlijks worden de afgestudeerden schriftelijk bevraagd bij het afhalen van hun diploma. Hierdoor krijgt de

opleiding een grotere respons en wordt concrete informatie verkregen over de instap van de afgestudeerden in

het werkveld. De globale respons over de periode 2002-2006 bedraagt 82 procent.

De opleiding wordt door de meerderheid van de studenten (88 procent) als voldoende aanzien om de instap in

het werkveld mogelijk te maken. Er zijn evenwel individuele verschillen merkbaar over het niveau van de functie

waarin de afgestudeerden terechtkomen. Het werkveld biedt aan de afgestudeerden bijscholingen aan om zich

verder te verdiepen in de specialiteit van de werkgever.

De afgestudeerden zijn globaal tevreden over de inhoud van het opleidingsprogramma, en de relevantie en de

manier waarop de onderwijs- en stageactiviteiten worden aangeboden en opgevolgd. De afgestudeerden

appreciëren de bereikbaarheid en laagdrempeligheid van het lectorenkorps, en de studiebegeleiding.

Werkpunten voor de opleiding in historisch perspectief waren het verbeteren van de contacten met het werkveld

en de geringe mogelijkheden tot deelname aan internationale uitwisselingen. De opleiding kon aantonen dat

hiervoor de nodige verbetertrajecten werden opgezet, met goed gevolg. De studenten bevestigen dit.

De kwaliteitsbewaking van de stageopdracht is een continu aandachtspunt voor de opleiding, zowel voor

meeloop- als werkstages. Screening van de bedrijven vindt plaats door de docenten, waarbij goede afspraken

worden gemaakt met de stagebedrijven.

Gestructureerd overleg ziet de commissie als middel om de alumni en het werkveld verder bij de opleiding te

betrekken.

De commissie waardeert de aanzet om het PRIAC-systeem op te bouwen en toe te passen. Ze stelt echter vast

dat het nog niet doorheen de hele opleiding is ingevoerd, waardoor er nog ruimte is voor een verdere uitbouw.

De resultaten van de schriftelijke en mondelinge bevragingen bij de stagepromotoren vormen de basis voor het

bijsturen van de stages, zowel op inhoudelijk als op structureel vlak. Zo werd onder andere de oorspronkelijke

stageduur van tien weken verlengd tot twaalf weken, en werd overgegaan van vier naar vijf dagen per week

aanwezigheid op de stageplaats. Zowel afgestudeerden als stagepromotoren zijn over het algemeen tevreden

over de inhoud en het verloop van de stages.

Page 195: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g | 1 9 5

Binnen het departement vinden wekelijkse en tweewekelijkse vergaderingen plaats. Die zijn niet steeds

geformaliseerd. De opleiding is zich hiervan bewust, en heeft al plannen om dit tegen volgend academiejaar te

concretiseren.

De opleiding heeft een bevattelijk ZER geschreven dat goed onderbouwd is in de TPB-documenten. De

commissie stelt vast dat die degelijk zijn uitgewerkt.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie adviseert om het PRIAC-systeem ruimer te implementeren in alle aspecten van de opleiding.

Facet 5.2 Maatregelen tot verbetering

Beoordelingscriterium:

- De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen tot

de realisatie van de streefdoelen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De kwaliteitscultuur binnen de opleiding is duidelijk aanwezig.

De hogeschool heeft een duidelijke onderwijsvisie uitgewerkt, die gestoeld is op zes pijlers:

- De student is de centrale actor, de participant en de manager van zijn eigen leerproces en leertraject.

- De docent is de professional, de inspirator, de coach en de dienstverlener.

- De student en docent zijn onderzoeker, innovator en teamspeler.

- De student en docent werken aan competentieontwikkeling in een competentiegerichte leeromgeving.

- De student en docent zijn partners in leren.

- De student en docent zijn wereldburgers.

Naar aanleiding van de vorige visitatie werd een aantal verbetertrajecten uitgezet. Centraal staat de beleidsvisie

op het vlak van kwaliteitszorg. Verticaal vertaalt zich dit in een kwaliteitshandboek voor de opleiding, waarin

procedures en bevragingen in kaart werden gebracht.

De commissie stelt evenwel vast dat de opleiding aandacht moet besteden aan een meer kritische kijk op de

evaluatie van de eigen resultaten.

Op personeelsvlak werd beslist om de communicatiemiddelen bij te schaven door het rondsturen van ‘KHLim-

Focus’ en ‘KHLim-Pers’. Er is eveneens een wekelijkse nieuwsbrief van de communicatieverantwoordelijke, met

belangrijke aandachtspunten naar de dagdagelijkse werking binnen de KHLim.

De werkdruk bij het personeel wordt bewaakt. Op basis van een taakverdelingsprogramma worden alle

onderdelen van de ambtsopdracht in kaart gebracht en gekwantificeerd.

De bijscholingsbehoefte wordt mee opgenomen in de functionerings- en evaluatiegesprekken.

In het huidige academiejaar is een bevraging lopende bij alle leidinggevenden over hun functioneren met

betrekking tot de tevredenheid van de medewerkers.

Page 196: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 9 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g

De opleiding zette in het verleden al een aantal initiatieven op het getouw rond internationalisering, door middel

van de oprichting van een stuurgroep Internationalisering, een uitbreiding van partners voor studenten- en

docentenmobiliteit, kwaliteitscontrole (benchmarking) en de uitbreiding van het Euclides-netwerk

(www.euclidesnet.eu) met actieve deelname. De stimulatie van de docenten- en studentenmobiliteit, de

goedkeuring van het Erasmus-charter en de opmaak van een brochure met doelstellingen en richtlijnen voor

uitgaande studenten leveren hieraan een positieve bijdrage.

Het beroepenveld wordt intensief, zij het informeel, betrokken bij de inhoud van de opleiding. De commissie

apprecieert het gevolg dat door de opleiding aan de opmerkingen van het beroepenveld wordt gegenereerd.

Afgestudeerden worden jaarlijks uitgenodigd voor overleg in een vergadering met de docenten van de opleiding.

Door middel van een vragenlijst wordt verder gepolst naar de mening en ervaringen van de afgestudeerden.

Bij de toekenning van stageplaatsen heeft de student de mogelijkheid om zelf initiatief te nemen en een

stageplaats te regelen.

Het curriculum werd bijgewerkt in het kader van de flexibilisering. De opleidingsonderdelen werden waar nodig

inhoudelijk bijgestuurd en aangepast aan het semestersysteem.

De aanzet tot projectwerk wordt als positief gezien, net als de verplichte aanwezigheid van de student voor

opleidingsonderdelen met permanente evaluatie. De doorlooptijd is wel vertraagd, maar de commissie

apprecieert wel de duurzaamheid die deze aanpak met zich meebrengt.

De implementatie van alternatieve werkvormen neemt pas een aanvang in het tweede deeltraject. In dit kader

sleutelde de opleiding eveneens aan de systematiek van de stagevoordrachten. De stage-evaluatie werd

eveneens gerelateerd aan de na te streven competenties.

De opleiding heeft een duidelijke traditie in het organiseren van bevragingen.

De opleiding heeft een meerjarenplan voor onderwijsontwikkeling opgesteld.

Op basis van een SERV-enquête werden door de opleiding eveneens al acties uitgevoerd door het

departementshoofd en door de opleidingscoördinatoren van het departement IWT. Communicatie bleek hier

vooral het sleutelwoord binnen de verbetertrajecten

Maatschappelijke dienstverlening wordt bij KHLim onder de noemer KHLim Quadri geplaatst ter bevordering van

de professionalisering van die laatste. Onderzoek stimuleert de docenten, die dit verder kunnen uitdragen naar de

student.

Docenten uit de opleiding nemen deel aan onderzoeksprojecten binnen het departement.

De hogeschool voorziet in een aanbod van buitenlandse stageplaatsen, maar die worden door de student niet ten

volle benut. In het academiejaar 2008-2009 was er binnen de opleiding EM slechts één student met buitenlandse

ambities. De opleiding tracht daarom, door middel van een verplichte reis naar het buitenland, de studenten te

doen proeven van een internationale ervaring.

Naast de buitenlandse stages heeft de opleiding oog voor de integratie van maatschappelijke dienstverlening.

Hiervoor heeft de opleiding een aantal succesvolle projecten kunnen uitwerken, die zeker mogen worden

uitgedragen.

De commissie stelt vast dat de centrale diensten op het vlak van internationalisering een gedegen aanpak

hebben. De commissie bevestigt echter dat internationalisation@home nog bijkomende aandacht verdient.

Op het vlak van sociale voorzieningen stelt de KHLim financiële middelen ter beschikking, naast de toelagen van

de Vlaamse Gemeenschap. Deze middelen worden voor de hogeschool beheerd door de vzw StuVoor, waar

zowel studenten als afgevaardigden van de hogeschool in zetelen.

Page 197: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g | 1 9 7

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie verwacht dat de opleiding nog meer kritische reflectie besteedt aan de eigen resultaten.

De commissie vraagt aandacht voor een verdere inbedding van internationalisation@home in alle

afstudeerrichtingen.

Facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld

Beoordelingscriterium:

- Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemende beroepenveld van de

opleiding actief betrokken.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding heeft een consistente aanpak die getuigt van kwaliteitscultuur.

De vergadering van de opleidingscoördinatoren vormt het voornaamste orgaan op het vlak van beleid en

kwaliteitszorg. De Departementale Raad, waarin studenten, werkveldvertegenwoordigers en medewerkers van de

KHLim zijn vertegenwoordigd, houdt hier toezicht op.

Er is een formele betrokkenheid in diverse raden en commissies, waarvan de opleidingsvergaderingen en de

vergaderingen van ad-hocwerkgroepen de voornaamste aansturing zijn naar beslissingsvorming.

De opleiding heeft uitwisselingen met andere opleidingen in verband met goede ervaringen op het terrein. Er

werd hiervoor binnen de hogeschool een meerjaren-onderwijsontwikkelingsplan (2008-2013) ontwikkeld met een

individuele fasering, waarvan de voortgang door het departementaal onderwijsbeleid door middel van

jaaractieplannen wordt bewaakt.

De studenten hebben vertegenwoordigers in de Departementale Raad en de Academische Raad, naast hun

aanwezigheid in de Studentenraad.

De commissie stelt vast dat de studentenvertegenwoordiging of de Studentenraad niet echt betrokken is bij de

schoolwerking. Het blijkt niet eenvoudig voor de opleiding om studenten te ‘ronselen’, waardoor de participatie

laag is.

Het beroepenveld is formeel via de Departementale Raad betrokken. Daarnaast is er een intensief contact met

het werkveld via de stageplaatsen, de bedrijfswereld en eventuele gastsprekers. Informatie wordt hoofdzakelijk

informeel verzameld.

Dit heeft onder meer geleid tot de invoering van het programma e-Plan in het derde deeltraject bij Klimatisering.

Eenzelfde trend is waarneembaar in de andere afstudeerrichtingen. De lectoren ervaren een constante feedback

bij de stagebegeleiding. Die contacten hebben eveneens geleid tot de evolutie van een eindwerkstage van één

dag per week naar 56 dagen stage die in één blok worden aangeboden.

Het beroepenveld wordt intensief, zij het informeel, betrokken bij het curriculum. De commissie apprecieert het

gevolg dat de opleiding aan de opmerkingen van het beroepenveld geeft. De invoering van VCA voor

leidinggevenden in plaats een basis VCA-attest zou een troef kunnen betekenen voor de opleiding.

Page 198: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

1 9 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g

De commissie is van mening dat de betrokkenheid van het werkveld en de alumni in het bijsturen van de

opleiding nog niet voldoende structureel is ingebed.

In het kader van curriculumherziening wordt gezocht naar middelen ter ondersteuning. Zo worden licenties

aangekocht of toestellen gehuurd bij onder meer Syntra Genk, om de lacunes in het eigen machinepark te

compenseren.

De opleiding voerde eveneens opleidingen voor onderhoudsverantwoordelijken uit Limburg uit, wat tot een aantal

aanpassingen heeft geleid. Er is dus een goede feedback naar de opleiding.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt de formele studentenparticipatie verder uit te bouwen.

De commissie adviseert om het overleg met alumni en werkveld op te zetten. Een Opleidingsadviescommissie

kan een oplossing bieden.

Oordeel over onderwerp 5, interne kwaliteitszorg: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 5.1, evaluatie resultaten: voldoende

facet 5.2, maatregelen tot verbetering: voldoende

facet 5.3, betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 199: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g | 1 9 9

Onderwerp 6 Resultaten

Facet 6.1 Gerealiseerd niveau

Beoordelingscriterium:

- De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde competenties qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding heeft de eindkwalificaties getoetst bij de afgestudeerden en stagepromotoren door middel van

bevragingen. Hieruit blijkt een algemene tevredenheid over de competenties die werden aangeleerd. De opleiding

levert goed voorbereide afgestudeerden af met voldoende bagage, afgestemd op het beroepenveld.

Algemeen vond de commissie de eindwerken van een voldoende hoog niveau. De commissie heeft evenwel een

aantal kritische kanttekeningen bij het niveau van de doelstellingen en de kritische reflectie ten aanzien van het

geleverde werk, het gebrek aan besluitvorming en de soms sterk beschrijvende eindwerken. Een link naar de

mate waarin de competenties zijn verworven, is soms vaag omschreven.

De studenten vinden heel snel de weg naar de arbeidsmarkt. De bevragingen die bij de afgestudeerden werden

uitgevoerd, bevestigen dit. Er is een hoge tevredenheid qua niveau van de opleiding, de stagebegeleiding en de

stageopdrachten.

Het werkveld staat positief ten aanzien van de brede kennis van de afgestudeerden, ongeacht hun specialisatie.

Het opleidingsonderdeel projectstage, waarin de student kan aantonen dat hij de bewuste competenties heeft

bereikt, wordt als finaliteit van de opleiding aanzien. De externe promotoren zijn positief ten aanzien van de inzet

en de bereikte competenties van de studenten of tewerkgestelde afgestudeerden.

De studenten worden tijdens de opleiding voorbereid op de instap in het werkveld via bedrijfsbezoeken

(weliswaar niet bij de afstudeerrichting Automatisering), hun betrokkenheid bij PWO-projecten, als de

onderwerpen aansluiten bij het werkveld, en het stimuleren voor het afleggen van het VCA-examen of het

behalen van attesten die van belang zijn binnen de afstudeerrichting Klimatisering. Studenten worden op de

hoogte gebracht via e-mail, de valven en de website met werkaanbiedingen.

Op het vlak van internationalisering heeft de hogeschool met een twintigtal instellingen contracten afgesloten in

het kader van studentenuitwisseling. Inkomende buitenlandse studenten worden ingeschakeld via opdrachten in

de lopende projecten of in stageplaatsen. De coördinatie berust bij de verantwoordelijke Internationalisering

binnen de opleiding. Vakinhoudelijk staan de stagebegeleiders in voor de opvolging.

Door de dienst Internationalisering van de hogeschool wordt een streefcijfer van 10 procent internationaal

mobiele studenten vooropgesteld. Dit aantal wordt op vandaag nog niet gehaald.

Hieruit concludeert de commissie dat internationalisering effectief ingang heeft gevonden binnen de opleiding,

maar dat verdere inbedding is vereist. Studenten moeten worden gestimuleerd en geënthousiasmeerd om de

deelname te bevorderen.

Page 200: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 0 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g

De buitenlandse studiereis, die opgenomen is in het curriculum, voorziet evenwel in een internationale ervaring

voor alle studenten, wat nog niet voor de afstudeerrichting Automatisering wordt waargemaakt.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt om de mogelijkheden op het vlak van internationalisering te stimuleren en kenbaar te

maken, om zo de deelname te verhogen.

De commissie vraagt aandacht bij de stage en het eindwerk voor een duidelijke definiëring van de doelstelling of

de probleemstelling, inclusief kritische reflectie en besluitvorming, zodat een duidelijke leerlijn ontstaat naar de te

verwerven competenties.

Facet 6.2 Onderwijsrendement

Beoordelingscriteria:

- Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen.

- Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Vlaanderen heeft geen traditie in het verzamelen van slaagcijfers per studiegebied en/of opleiding over de jaren.

Uit ervaring blijkt dat de globale slaagcijfers voor generatiestudenten op Vlaams niveau tussen de 45 en 50

procent liggen. Noch de evolutie over de jaren heen, noch de situatie per opleiding of studiegebied wordt

opgevolgd. Daardoor kan de opleiding geen streefcijfers formuleren in vergelijking met relevante andere

opleidingen.

De opleiding heeft een analyse uitgevoerd van de slaagcijfers door de jaren. De gemiddelde slaagcijfers in het

eerste deeltraject liggen rond de 46 procent. In het tweede deeltraject is een dalende trend in het slaagcijfer

merkbaar in de laatste drie academiejaren, van 85 naar 66 procent. Het derde deeltraject wordt dan weer

gekenmerkt door een gemiddeld slaagcijfer over de laatste drie academiejaren van 92 procent.

De opleiding is zich bewust van de negatieve evolutie binnen de slaagcijfers in het eerste en tweede deeltraject.

Een oorzakenanalyse werd uitgevoerd en – met wisselend succes – voorzien van de nodige acties. Mee hierdoor

is sinds het schrijven van het ZER een opleidingsonderdeel studievaardigheden toegevoegd aan het curriculum,

zodat studenten van bij het begin van het academiejaar kunnen worden begeleid en gemotiveerd. Dit initiatief

ervaart de commissie als positief.

De resultaten uit de twee laatste academiejaren moeten worden genuanceerd, aangezien ook studenten met een

individueel traject aan één opleidingsjaar moeten worden toegewezen.

Acties die naar aanleiding van deze cijfers op het getouw zijn gezet, zijn onder meer de opdeling van het

semestersysteem in het eerste deeltraject naar een vierblokkensysteem. Studenten worden eveneens binnen de

zeven à acht weken na het begin van het academiejaar bevraagd, om heroriëntatie mogelijk te maken of indien

nodig bij te sturen. De instroom uit zwakkere richtingen van het secundair onderwijs heeft eveneens een impact

op de slaagcijfers. Hiervoor voorziet de opleiding instroomcursussen, proefexamens, individuele gesprekken,

faalangsttrainingen, trainingen in verband met uitstelgedrag enzovoort.

Page 201: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g | 2 0 1

De opleiding is zich bewust van de gevolgen van de flexibilisering op de studieduur. De gemiddelde studieduur

binnen de opleiding Elektromechanica bedraagt 3,25 jaar en is constant over de laatste academiejaren.

De flexibilisering wordt door de opleiding gezien als de basisoorzaak voor de lagere slaagcijfers in het tweede

deeltraject, samen met het toenemend absenteïsme tijdens practica. De opleiding onderneemt daarom de nodige

acties om studenten met uitstelgedrag of faalangst, of studenten die regelmatig afwezig zijn, aan te spreken en te

motiveren voor een verdere begeleiding of training.

Drop-out wordt door de opleiding nauwgezet gevolgd. De gedifferentieerde aanpak door middel van de ‘pretest’ is

een valabel instrument om binnen het eerste deeltraject tijdig bij te sturen.

De slaagcijfers bij studenten die een schakelprogramma volgen naar de masteropleiding Elektromechanica zijn

gekend en liggen relatief laag, waaruit blijkt dat de overstap niet voor iedereen vanzelfsprekend is.

De slaagcijferanalyse en de feedback van stageplaatsen, afgestudeerden en het werkveld geven een beeld van

een gedegen opleiding, die de kwaliteit van het afgeleverde niveau bewaakt.

Aanbevelingen ter verbetering:

De opleiding moet zich erover beraden hoe ze de dreigende doorlooptijdtoename als gevolg van de flexibilisering

onder controle kan houden.

Oordeel over onderwerp 6, resultaten: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 6.1, gerealiseerd niveau voldoende

facet 6.2, onderwijsrendement voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 202: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 0 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g

Globaal oordeel

De visitatiecommissie baseerde haar oordeel en motivering op de volgende bronnen:

- het zelfevaluatierapport van de opleiding en de bijhorende bijlagen,

- de gevoerde gesprekken met de betrokkenen,

- de documenten ter inzage tijdens het bezoek,

- de opgevraagde documenten,

- de reactie van de opleiding op het opleidingsrapport.

De opleiding heeft een bevattelijk ZER geschreven dat goed onderbouwd is in de documenten die ter plaatse

beschikbaar waren. De commissie stelt vast dat die degelijk zijn uitgewerkt.

Aangezien de TPB-documenten tijdens de visitatie aanwezig waren in digitale vorm was het voor de

voorbereiding van deze visitatie door de commissieleden beter geweest die vooraf ter beschikking te stellen. Er

waren veel zaken die we ter plaatse nog moesten verifiëren.

Op basis van de oordelen over:

onderwerp 1, niveau en oriëntatie: voldoende

onderwerp 2, programma: voldoende

onderwerp 3, personeel: voldoende

onderwerp 4, voorzieningen: voldoende

onderwerp 5, interne kwaliteitszorg : voldoende

onderwerp 6, resultaten: voldoende

is de commissie van mening dat er voldoende generieke kwaliteitswaarborgen in de opleiding aanwezig zijn.

Page 203: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g | 2 0 3

Overzichtstabel van de oordelen

score facet score onderwerp

Onderwerp 1: Doelstellingen van de opleiding voldoende

Facet 1.1: Niveau en oriëntatie voldoende

Facet 1.2: Domeinspecifieke eisen voldoende

Onderwerp 2: Programma voldoende

Facet 2.1: Relatie doelstelling en inhoud voldoende

Facet 2.2: Eisen professionele gerichtheid goed

Facet 2.3: Samenhang goed

Facet 2.4: Studieomvang OK

Facet 2.5: Studietijd voldoende

Facet 2.6: Afstemming vormgeving en inhoud voldoende

Facet 2.7: Beoordeling en toetsing voldoende

Facet 2.8: Masterproef n.v.t.

Facet 2.9: Toelatingsvoorwaarden goed

Onderwerp 3: Inzet van personeel voldoende

Facet 3.1: Kwaliteit personeel voldoende

Facet 3.2: Eisen professionele gerichtheid goed

Facet 3.3: Kwantiteit personeel voldoende

Onderwerp 4: Voorzieningen voldoende

Facet 4.1: Materiële voorzieningen goed

Facet 4.2: Studiebegeleiding goed

Onderwerp 5: Interne kwaliteitszorg voldoende

Facet 5.1: Evaluatie resultaten voldoende

Facet 5.2: Maatregelen tot verbetering voldoende

Facet 5.3: Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en

beroepenveld

voldoende

Onderwerp 6: Resultaten voldoende

Facet 6.1: Gerealiseerd niveau voldoende

Facet 6.2: Onderwijsrendement voldoende

De oordelen zijn van toepassing voor:

KHLim, voor de opleiding professionele bachelor Elektromechanica in Diepenbeek

- afstudeerrichting Automatisering

- afstudeerrichting Elektromechanica

- afstudeerrichting Klimatisering

- afstudeerrichting Onderhoudstechnologie

Page 204: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 0 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n

Page 205: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n | 2 0 5

Hoofdstuk 6 Katholieke Hogeschool Sint-Lieven

Algemene toelichting bij de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektromechanica aan Katholieke

Hogeschool Sint-Lieven

De regio Aalst kent een lange traditie van technisch onderwijs. Het VTI van Aalst startte omstreeks 1920 met een

opleiding technisch ingenieur. Na de hervormingen in 1978 heeft het VTI zijn ingenieursopleidingen

ondergebracht in de Katholieke Industriële Hogeschool Oost-Vlaanderen. Het VTI is in die periode gestart met

technische graduaatopleidingen, waaronder Bouw, Confectie en Elektromechanica (1988), onder de koepel van

het Centrum Hoger Onderwijs (CHOVTI). Bij de fusie van de hogescholen in 1995 is het CHOVTI gefusioneerd

met andere hogescholen tot de Katholieke Hogeschool Sint-Lieven (KaHoSL).

De Katholieke Hogeschool Sint-Lieven heeft van bij de start van de fusie bewust gekozen voor een regionale

spreiding, met campussen in Gent, Aalst en Sint-Niklaas en een centraal departement voor de industrieel

ingenieurs. De campus in Aalst huisvest momenteel de volgende opleidingen: Verpleegkunde, Lager onderwijs,

Kleuteronderwijs, Officemanagement en Bedrijfsmanagement, en drie technische professionele

bacheloropleidingen: Bouw, Vastgoed en Elektromechanica. Van de academische bachelor Industrieel ingenieur

kunnen studenten de eerste 90 studiepunten in Aalst volgen.

De opleiding Elektromechanica maakt deel uit van het departement Industriële wetenschappen. Tot 2004 waren

de technische opleidingen gehuisvest in de gebouwen van het VTI. Nadien zijn alle opleidingen van het

departement gecentraliseerd op de huidige campus.

De postgraduaatopleiding energiecoördinator is opgericht in 2007. Dit initiatief is een samenwerkingsverband met

zes hogescholen binnen de associatie.

De opleiding is vanaf het academiejaar 2008-2009 gestart met het aanbieden van afstandsonderwijs. De

invoering gebeurt gradueel, en vanaf het academiejaar 2010-2011 zou het volledige opleidingsprogramma zowel

in dag- als in afstandsonderwijs worden aangeboden.

De Katholieke Hogeschool Sint-Lieven maakt samen met andere hogescholen en de Katholieke Universiteit

Leuven deel uit van de Associatie K.U.Leuven.

Page 206: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 0 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n

Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding

Facet 1.1 Niveau en oriëntatie van de professioneel gerichte bachelor

Beoordelingscriteria:

De opleidingsdoelstellingen zijn erop gericht de student te brengen tot:

- het beheersen van algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken

van informatie, het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken, creativiteit, het kunnen uitvoeren

van eenvoudige leidinggevende taken, het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en

oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken, en een ingesteldheid tot levenslang leren;

- het beheersen van algemene beroepsgerichte competenties als teamgericht kunnen werken,

oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van

complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk, en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle

oplossingsstrategieën, en het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid die samenhangt met de

beroepspraktijk;

- het beheersen van beroepsspecifieke competenties op het niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar.

Het oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De KaHoSL kiest bewust voor het aanbieden van een ruime en kwalitatief hoogstaande opleiding

Elektromechanica. De opleiding legt de nadruk op de praktijkgerichtheid van het onderwijs zonder de theoretische

basiskennis te verwaarlozen. Binnen het onderwijsconcept stelt de opleiding het ‘leren leren’ centraal, waarvoor

de docenten doelgerichte leervormen ontwikkelen. De opleiding wil de studenten de attitude van levenslang leren

bijbrengen. Naast het begeleiden van leer- en vormingsprocessen van de studenten positioneert het departement

zich als dienstverlenend centrum, zowel voor de afgestudeerden als voor de industrie uit de omgeving.

De opleidingsdoelstellingen hebben sinds 1987 een hele evolutie ondergaan, onder invloed van veranderende

factoren op het gebied van de wetgeving, de verwachtingen van het werkveld, de competenties van de

instromende studenten en de maatschappelijke context. Doorheen de jaren heeft het docententeam al opgemerkt

dat het belang van de leerlijnen, en van de te verwerven competenties en vaardigheden binnen de opleiding

steeds toeneemt. De invoering van de bamastructuur heeft daarom niet geresulteerd in fundamentele en

bijkomende wijzigingen voor de opleiding voor wat het competentieleren betreft.

De commissie was aangenaam verrast door de degelijk uitgewerkte ECTS-fiches. Hieruit blijkt dat de opleiding op

dit vlak een jarenlange traditie heeft opgebouwd, en dat de opleidingen de ECTS-fiches ook consequent en

radicaal invoeren. Het toevoegen van de competenties op de ECTS-fiches en het opstellen van de

overkoepelende competentiematrix is in overleg met het volledige docententeam gebeurd. Hierbij gaven de

docenten voor elke competentie een gemotiveerd oordeel op als basis voor de discussie. In de kruistabel heeft de

opleiding geopteerd om twee niveaus te voorzien: het aanzetten van de student om de competentie te

ontwikkelen en het evalueren van de bewuste competentie.

Voor wat de algemene en algemene beroepsgerichte competenties betreft, baseert de opleiding zich in grote

lijnen op de decretaal vastgelegde competenties. Op het vlak van de inhoudelijke doelstellingen van de opleiding

is decretaal niets vastgelegd. De opleiding kiest ervoor om deze inhoudelijke doelstellingen per

opleidingsonderdeel te beschrijven in de ECTS-fiches. Deze doelstellingen worden constant bijgestuurd door

feedback vanuit het werkveld. De generieke competenties waren in eerste instantie een vertaling van de al

geformuleerde doelstellingen.

Page 207: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n | 2 0 7

De opleiding heeft een groeiproces doorgemaakt, waardoor de competentiematrix op dit moment gebruikt wordt

om de generieke competenties te omschrijven. In tweede instantie worden de specifieke doelstellingen aan de

generieke competenties aangepast.

Voor wat de beroepsspecifieke competenties betreft, heeft de opleiding, samen met de andere hogescholen

binnen de Associatie K.U.Leuven, de volgende beroepsspecifieke competenties vastgelegd voor de professionele

bachelor Elektromechanica:

- assisteren in het ontwikkelen, testen en beproeven van elektromechanische systemen en het samenstellen

van technische dossiers;

- de technische aspecten van een productieproces beheren, waaronder controles uitvoeren, afregelen,

configureren en opvolging van de kwaliteitseisen van een productiesysteem;

- de installatie en het in bedrijf stellen van elektromechanische systemen, het operationeel houden en de

onderhoudsproblemen opvolgen en oplossen;

- advies verlenen bij de aan- en verkoop van technologische systemen en producten;

- training geven over elektromechanische systemen.

De opleiding wil ook de volgende extra beroepsspecifieke competenties nastreven: zelfstandig functioneren in de

sociale context van een organisatie, gebruikshandleidingen van industriële machines en componenten

bestuderen, en problemen systematisch en oplossingsgericht aanpakken.

Wat het niveau en de oriëntatie betreffen, voldoet de opleiding aan de decretaal opgelegde normen qua

algemene en beroepscompetenties, en aan het door de commissie vooropgestelde domeinspecifieke

referentiekader.

De opleiding vergelijkt haar opleidingsprofiel met buitenlandse opleidingen. Bij de formulering van de

opleidingsdoelstellingen wordt echter geen aandacht geschonken aan de internationale dimensie, noch voor de

studenten, noch voor de docenten.

Uit het ZER blijkt dat het team een heldere kijk heeft op de opleiding, en met een kritische blik de sterke en te

verbeteren punten aangeeft.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt de internationale dimensie in de opleidingsdoelstellingen verder uit te werken.

De commissie beveelt aan de doelstellingen helder uit te werken voor de verschillende afstudeerrichtingen, en in

het bijzonder voor medische instrumentatie.

De commissie beveelt aan de competenties in gedragsindicatoren te operationaliseren.

Page 208: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 0 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n

Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen

Beoordelingscriteria:

- De doelstellingen van de opleiding (uitgedrukt in eindkwalificaties van de student) sluiten aan bij de eisen die

door (buitenlandse) vakgenoten en het relevante beroepenveld gesteld worden aan een opleiding in het

betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroeps- of kunstpraktijk). Ze zijn, in het geval van

gereglementeerde beroepen, in overeenstemming met de reglementering of regelgeving ter zake.

- Voor professioneel gerichte bacheloropleidingen zijn de eindkwalificaties getoetst bij het relevante

beroepenveld.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De professionele bacheloropleiding Elektromechanica aan de KaHoSL is een brede opleiding die zich splitst in

vier kennisdomeinen: elektriciteit en elektronica, mechanica, informatietechnologie en regeltechniek, en algemene

vakken. De opleiding is in de eerste plaats gericht op de directe inzetbaarheid van de studenten op de

arbeidsmarkt. Hierdoor zijn zowel de wetenschappelijke basis als de algemeen vormende vakken (wiskunde,

fysica en informatica) gericht op de technische toepassing en het verwerven van praktische vaardigheden.

Het eindwerk, waarbij de studenten beoordeeld worden op het behalen van de beoogde competenties en

eindtermen, is het sluitstuk van de opleiding.

Specifieke voorkennis of competenties bij de start van de opleiding zijn niet nodig. De opleiding stelt een lagere

slaagkans vast bij leerlingen die uit een vooropleiding met minder dan drie uur wiskunde komen.

Op internationaal gebied heeft de opleiding nog geen kwantitatieve vergelijking met buitenlandse scholen

uitgevoerd. Via de buitenlandse contacten van de hogeschool en op basis van de resultaten van de studenten die

een buitenlandse stage verkiezen, stelt de opleiding een aantal trends vast.

Het valt bijvoorbeeld op dat vergelijkbare opleidingen in het buitenland minder polyvalent en praktijkgericht zijn.

Uit de scores van de studenten met een buitenlandse stage blijkt dat zij meestal een A- of B-score aan de

buitenlandse instelling behalen, volgens de criteria van het ECTS-systeem. Steeds meer hogescholen voeren het

projectmatig onderwijs in, waarbij van bij de start van het semester de theoretische basis gelegd wordt en de

studenten gaandeweg meer praktijk en labo’s krijgen, waarin de theorie verweven zit. Vooral de zuiderse landen

bieden minder bedrijfseconomische vorming aan binnen de opleiding Elektromechanica, omdat die gegeven

wordt in een aparte studierichting, waarin minder nadruk ligt op technologie.

Zoals in de missie van de opleiding opgenomen is, speelt de terugkoppeling van het werkveld een belangrijke rol

in het bijsturen en actualiseren van het opleidingsprogramma. Hierdoor neemt de opleiding allerlei initiatieven om

de betrokkenheid, de feedback en de interactie met het werkveld te maximaliseren, waaronder het jaarlijks

voorleggen van hervormingsplannen aan een groep van het werkveld, het netwerk van contactpersonen binnen

de stage- en eindwerkbedrijven en hun deelname aan de jury van de eindwerken, de publieke presentatie van de

eindwerken voor de alumni op de vooravond van de eindwerkverdediging, de aanwezigheid van

vertegenwoordigers van het werkveld op de posterpresentaties, gastcolleges en bedrijfsbezoeken. Tijdens al

deze contactmomenten verzamelt de opleiding feedback, waardoor zowel de onderwijsdoelstellingen als het

opleidingsprogramma kunnen worden aangepast.

Het werkveld en de alumni geven tijdens de gesprekken met de visitatiecommissie aan dat het behalen van

beroepscertificaten, zoals VCA, tijdens de opleiding een meerwaarde is voor de afgestudeerden, waar de

opleiding mogelijk kan naar streven.

De afstudeerrichting medische instrumentatie is een unieke afstudeerrichting in Vlaanderen. De opleiding werkt in

haar doelstellingen de noodzaak en bestaansreden voor deze afstudeerrichting niet duidelijk uit. De commissie

mist een unieke domeinspecifieke invulling waaruit de aansluiting met de marktbehoeften helder naar voren komt.

Page 209: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n | 2 0 9

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie suggereert de opleiding om de mogelijkheid tot het behalen van specifieke beroepscertificaten

tijdens de opleiding te onderzoeken, zoals vereist is door de vestigingsreglementering in de sector van

verwarming en klimatisering.

De commissie adviseert om de marktpositionering van de afstudeerrichting medische instrumentatie kritisch te

evalueren, ook in het licht van de noodzaak van levenslang leren en navorming van ziekenhuistechnici.

Oordeel over onderwerp 1, doelstellingen van de opleiding: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 1.1, niveau en oriëntatie: voldoende

facet 1.2, domeinspecifieke eisen: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 210: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 1 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n

Onderwerp 2 Programma

Facet 2.1 Relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma

Beoordelingscriteria:

- Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties van de opleiding qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

- De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma.

- De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te

bereiken.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed – Medische instrumentatie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding stuurt het programma van de professionele bacheloropleiding aan op basis van de vooropgestelde

doelstellingen. Wijzigingen worden ingevoerd op basis van de feedback die de school via verschillende kanalen

ontvangt. De curriculumwijzigingen worden grondig voorbereid binnen de opleiding, waarbij getracht wordt om

alle docenten bij dit proces te betrekken. Ook de Studentenraad is betrokken en heeft een adviserende functie.

Na grondige uitwerking van de voorgestelde wijzigingen worden die via de geijkte kanalen bekrachtigd door de

raad van bestuur.

Op basis van al deze informatie actualiseert de opleiding jaarlijks de ECTS-fiches. Tijdens dit review-proces

overleggen de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel en de collega-docenten of de opgesomde

beroepsspecifieke doelstellingen moeten worden aangepast en de aangekruiste competenties nog steeds actueel

zijn.

De commissie waardeert de manier waarop de opleiding oog heeft voor de verschillende competenties in het

opleidingsprogramma.

Het eindwerk vormt het belangrijkste disciplineoverschrijdende onderdeel van het curriculum. Hierin moet de

student aantonen dat hij in staat is om de verworven kennis en competenties te integreren. Om de studenten te

helpen groeien naar die zelfstandigheid start de opleiding vanaf het eerste jaar met het aanbrengen van

disciplineoverschrijdende elementen. Voorbeelden hiervan zijn het opleidingsonderdeel zelfstudiebegeleiding en

het project in het eerste jaar, en de small business projects (SBP) en het elektrische tekenproject in het tweede

jaar. Bij het begin van de stageperiode krijgen de derdejaarsstudenten een reeks observatieopdrachten.

De KaHoSL kiest er bewust voor om negen studiepunten van het curriculum toe te kennen aan

levensbeschouwelijke en ethische competenties: het opleidingsonderdeel RZL (vier studiepunten) en een

integratie van de overige vijf studiepunten in zestien verschillenden opleidingsactiviteiten.

De commissie was aangenaam verrast door de gedetailleerde uitwerking van de ECTS-fiches van de

verschillende opleidingsonderdelen. Deze ECTS-fiches tonen duidelijk aan dat de opleiding hier heel bewust en

actief mee aan de slag gaat. De communicatie naar de studenten kan nog verbeteren door deze ECTS-fiches

systematisch vooraan in elke cursus op te nemen.

De commissie merkt op dat het huidige programma van de afstudeerrichting medische instrumentatie

onvoldoende profilering heeft voor een aparte afstudeerrichting. Op vraag van de Vlaamse Vereniging van

Ziekenhuisinstrumentatietechnici (VVZ) heeft de opleiding ervoor gekozen om het opleidingsprogramma ook open

te stellen voor werkende ziekenhuistechnici. Naast het groeperen van de medische opleidingsactiviteiten in het

tweede en derde jaar wil de opleiding in de toekomst thematisch gaan werken, in plaats van het vakgebonden

aanbieden van de opleidingsonderdelen, met als doel een aantrekkelijk programma te maken dat ook als

Page 211: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n | 2 1 1

bijscholing kan worden gevolgd. Hiermee speelt de opleiding in op de noodzaak van levenslang leren van

ziekenhuistechnici. Bijvoorbeeld tijdens het thema ‘het hart’ zou naast de fysiologie van het hart de biomedische

signaalverwerking en de specifieke medische instrumentatie van het hart aan bod kunnen komen. De opleiding

voorziet een graduele invoering van deze thematische opleidingsonderdelen gedurende de volgende jaren, zodat

binnen een drietal jaren de omvorming van het volledige opleidingsprogramma voltooid is.

Dankzij de enthousiaste trekkers is de internationalisering in deze opleiding sterk uitgebouwd. De

samenwerkingsinitiatieven met buitenlandse hogescholen zijn goed uitgewerkt. Ze zijn een meerwaarde voor de

talrijke uitwisselingsstudenten die hiervan gebruikmaken. Enkele docenten zijn graag geziene gastsprekers aan

buitenlandse instellingen.

Sinds 2007 stelt de opleiding zich als doelstelling om elke student minstens één keer een internationale ervaring

te laten meemaken. Het initiatief om alle studenten een lesdag te laten volgen in Rijsel en het tegenbezoek van

de Franse studenten aan de campus in Aalst heeft de commissie gecharmeerd. De opleiding neemt initiatieven

voor internationalisation@home door buitenlandse gastsprekers uit te nodigen.

Voor de studenten uit de afstudeerrichting medische instrumentatie biedt het volgen van de summer school in

Wilhelmshaven (Duitsland) een duidelijke meerwaarde om hun blikveld te verruimen.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie suggereert de opleiding om de programma-inhoud van de afstudeerrichting medische

instrumentatie te evalueren. Enerzijds om beter aan te sluiten bij de noden van het werkveld, en anderzijds om

zich duidelijker te profileren ten opzichte van de andere afstudeerrichtingen.

Facet 2.2 Eisen professionele gerichtheid van het programma

Beoordelingscriteria:

- Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroeps- of kunstpraktijk ontleend

studiemateriaal en via interactie met de beroeps-, de kunstpraktijk en/of (toegepast) onderzoek.

- Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline.

- Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroeps- of artistieke vaardigheden en heeft aantoonbare

verbanden met de actuele beroepspraktijk.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed - Medische instrumentatie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding stimuleert de docenten om contact te houden met de sector en de beroepspraktijk. Naast de

bedrijfs-, stage- en beursbezoeken worden vertegenwoordigers van industriële apparatuurapparatuur op de

campus uitgenodigd. De opgedane kennis en informatie integreren ze onmiddellijk in de cursussen. Tijdens zijn

opleiding wordt de student geconfronteerd met leeropdrachten die onmiddellijk naar de beroepspraktijk gericht

zijn en dikwijls ook in een bedrijfsomgeving moeten worden uitgevoerd.

Het programma medische instrumentatie heeft nood aan meer profilering om een positionering als unieke

afstudeerrichting met een specifieke professionele gerichtheid beter vorm te geven.

Voor de logistieke ondersteuning van het onderzoek en de dienstverlening is binnen het departement het

Kenniscentrum Aalst opgericht. De opleiding Elektromechanica is actief betrokken in de onderzoeksdomeinen

industriële technologie, wetenschapsinformatie en onderwijsvernieuwing. De kennis en informatie die in deze

Page 212: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 1 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n

domeinen ontwikkeld worden, vloeien onmiddellijk terug naar de opleiding en komen zowel de eigen studenten,

de leerlingen van het secundair onderwijs als vormingsopdrachten op maat voor derden ten goede. In het kader

van de OOF-projecten (Onderwijs Ontwikkelingsfonds: projecten van de Associatie Leuven rond

onderwijsvernieuwing) participeert de opleiding, samen met andere hogescholen uit de associatie, actief in de

projecten ‘Labobladen voor niet-reguliere studenten’ en ‘Praktische Toledo-scenario’s’.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie suggereert om de professionele gerichtheid van de afstudeerrichting medische instrumentatie

beter te positioneren ten opzichte van de andere afstudeerrichtingen.

Facet 2.3 Samenhang van het programma

Beoordelingscriterium:

- Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De KaHoSL streeft ernaar om tijdens het eerste programmajaar de verschillen tussen de studenten met

verschillende vooropleidingen te vervlakken. Hierdoor staat de opleiding open voor alle studenten, zowel uit het

ASO als het TSO, die minstens twee uur wiskunde volgden in de derde graad.

Aangezien de opleiding verkiest om de eerste zestig studiepunten gemeenschappelijk te houden, maken de

studenten hun keuze voor een specifieke afstudeerrichting pas in het tweede jaar.

De studenten kiezen uit een van de vier afstudeerrichtingen:

- Elektromechanica, waar de nadruk ligt op machinebouw in de industriële automatisering;

- Procesautomatisering, waar de focus ligt op elektronische sturingen, programmering en procescontrole;

- Klimatisering, sectorgericht naar de HVAC;

- Medische instrumentatie, specifiek gericht op de biomedische technieken in de medische sector.

Naast deze vier afstudeerrichtingen heeft de opleiding nog een speciaal normtraject opgesteld voor studenten die

in een CVO een diploma THOKT bedrijfsautomatisering hebben behaald. Dit programma sluit inhoudelijk nauw

aan bij de afstudeerrichting procesautomatisering. Een studie heeft uitgewezen dat de afgestudeerden van het

CVO-VTI in Aalst in aanmerking komen voor 76 studiepunten EVK, en afgestudeerden van CVO-IVV in Gent voor

90 studiepunten EVK. Een eerste student met een CVO-diploma is gestart in het academiejaar 2006-2007.

Sinds het academiejaar 2008-2009 is de opleiding gestart met afstandsonderwijs voor het normtraject. Na het

eerste academiejaar plant de opleiding een evaluatie om na te gaan of voor dit afstandtraject een apart

normtraject moet worden uitgebouwd.

De opleiding heeft het curriculum zo opgesteld, dat de studenten in het eerste jaar vooral gebruik moeten maken

van hun vindingrijkheid en probleemoplossend denken, in plaats van louter getoetst te worden op hun

kennisverwerkende attitude. Hierdoor krijgt de opleiding een beter beeld van de mogelijke slaagkansen van de

student om het volledige opleidingsprogramma te voltooien.

Het opleidingsprogramma bevat een logische opbouw qua volgtijdelijkheid van de vakken. Voor het opbouwen

van een aantal competenties is een leerlijn getrokken doorheen de drie jaren van het normtraject. Steeds meer

Page 213: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n | 2 1 3

studenten kiezen voor een flexibel leertraject en missen hierdoor een aantal sterke punten van het

standaardtraject.

De commissie stelt vast dat de opleiding kiest voor een klassiek, vakspecifiek programma. Anderzijds verraste de

opleiding de commissie door een aantal vernieuwende werkvormen voor de algemene en beroepsgerichte

competenties succesvol in de praktijk te brengen.

De commissie denkt hierbij onder meer aan:

- de ‘hink-stap-sprong’ en de ‘snapmap’ (eigenlijk een ‘ik snap iets niet’-map) in het eerste jaar;

- het elektrische tekenproject als eerste kennismaking met de reële bedrijfscontext;

- de small business projects (SBP’s) voor de tweedejaarsstudenten;

- de bedrijfstages;

- de sociale stage;

- de manier waarop deontologie en ethiek doorheen het hele curriculum geïntegreerd worden aangebracht.

Vooral het loslaten van de student om zijn verworven zelfstandigheid te bewijzen in het eindwerk heeft de

commissie erg gecharmeerd. Hierdoor tonen de docenten dat ze het volste vertrouwen hebben in het volledige

opleidingsprogramma om de beoogde competenties te behalen.

Hoe de opleiding de gerichte toetsing van algemene en beroepsgerichte competenties concreet vorm geeft, is de

commissie nog niet duidelijk.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt de opleiding aandacht te hebben voor de samenhang van het programma van de flexibele

leertrajecten.

Facet 2.4 Studieomvang

Beoordelingscriterium:

- De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de studieomvang, bachelor: ten minste 180

studiepunten.

Oordeel van de visitatiecommissie: OK

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding bestaat uit 3 studiejaren van elk 60 studiepunten. In totaal wordt dus een opleidingsprogramma

georganiseerd van 180 studiepunten, en voldoet de opleiding hiermee aan de formele eisen met betrekking tot de

minimale studieomvang van een professionele bachelor.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Page 214: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 1 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n

Facet 2.5 Studielast

Beoordelingscriteria:

- De werkelijke studietijd wordt getoetst en sluit aan bij de normen vastgesteld krachtens decreet.

- Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de

studievoortgang belemmeren, zo veel mogelijk worden weggenomen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Ongeveer tien jaar geleden heeft de hogeschool een procedure vastgelegd voor de studielastmetingen. Het doel

van deze metingen is tweeërlei: nagaan of de beoogde studielast tussen de 1500 en 1800 uur bedraagt op

jaarbasis, en of de verhouding van de studielast ten opzichte van het aantal studiepunten per studieonderdeel

klopt.

De opleiding stelt vast dat de meetresultaten niet altijd even consistent zijn, omdat het meetinstrument

vermoedelijk niet nauwkeurig genoeg is. De docenten blijven inspanningen leveren om de studenten tot meer

studeren aan te zetten, aangezien op dit moment geen enkel meetresultaat aanwijst dat de studiebelasting van

de studenten te hoog is. Zowel in de Studentenraad als binnen de Opleidingsraad worden de resultaten van

studielastmetingen en de eventueel voorgestelde acties besproken.

De opleiding merkt de laatste jaren op dat attitudes zoals zelfoverschatting, minder zelfdiscipline, verminderd

zelfvertrouwen om proactief naar oplossingen te zoeken en dergelijke meer toenemen bij de startende

eerstejaarsstudenten. Om deze attitudeverandering bij te sturen, heeft de opleiding een systeem van

zelfstudiebegeleiding in plaats van de klassiek begeleide oefensessies ingevoerd. De oefenopdrachten worden

aangebracht tijdens de hoorcolleges. De opleiding moedigt de studenten aan om zelf het afwerken van de

opgelegde oefeningen en andere opdrachten in te plannen. Tijdens de zelfstudiebegeleidingssessies staan vijf

docenten ter beschikking van de studenten om hen te ondersteunen bij oefeningen waarbij ze problemen

ondervinden. Door middel van de ‘snapmap’ volgen de begeleidende docenten systematisch de vorderingen van

de student bij het afwerken van de opdrachten op. Bij de aanvang van het academiejaar is deze controle erg

intensief; in de loop van het academiejaar wordt deze sterke opvolging afgebouwd om de zelfdiscipline van de

studenten aan te wakkeren.

De opleiding voorziet een reeks proefexamens voor de eerstejaarsstudenten in november. De behaalde punten

tellen voor 10 procent mee in het eindtotaal, maar de leerstof valt niet weg. Op basis van deze resultaten werken

de begeleiders verder in de begeleidingssessies.

De opleiding experimenteert in het kader van de begeleidingssessies verder met onder andere collectieve

groepsopdrachten, om probleemgestuurd leren aan te brengen.

Als bijkomende belemmerende factor bij het studeren merkt de opleiding onduidelijkheid wat het leerdoel en de

doelmatigheid van bepaalde opleidingsonderdelen betreffen. Hoewel deze informatie duidelijk beschreven is in de

ECTS-fiches en die tijdens de hoorcolleges worden besproken, stelt de opleiding vast dat de studenten veel tijd

investeren in het uitzoeken wat van hen verwacht wordt bij evaluatiemomenten, vooral voor nieuwere

evaluatievormen. Bij het opstellen van het opleidingsprogramma voor afstandsonderwijs heeft de opleiding de tijd

genomen om het verband te leggen tussen competenties en evaluaties. Het docententeam verwerkt deze kennis

in een studiewijzer, die de student in staat moet stellen te achterhalen hoe elk opleidingsonderdeel is opgebouwd

en wat van hem wordt verwacht. Sinds het academiejaar 2008-2009 stelt de opleiding deze studiewijzers ter

beschikking van de reguliere studenten.

Page 215: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n | 2 1 5

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie adviseert de opleiding om aandacht te hebben voor de meetmethodes van de studielast. Het beeld

uit de studietijdmetingen verschilt nog steeds van de beleving door de studenten, die wel niet aangeven dat ze

veel vrije tijd over hebben. Dit komt mee door het activeringsbeleid van de docenten.

Facet 2.6 Afstemming tussen vormgeving en inhoud

Beoordelingscriteria:

- Het didactische concept is in lijn met de doelstellingen.

- De werkvormen sluiten aan bij het didactische concept.

Oordeel van de visitatiecommissie: excellent

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding beschrijft in het ZER de creativiteit en vindingrijkheid op het vlak van het ontwikkelen en invoeren

van didactische werkvormen als een van de sterktes van het docententeam. Na een kritische toets tijdens het

visitatiebezoek kan de commissie dit alleen maar beamen. Deze opleiding is een pionier voor wat de algemene

en beroepsgerichte competenties van de professionele bachelor betreft op het vlak van het praktisch en effectief

ontwikkelen én toepassen van de vernieuwende onderwijsvormen. Het digitale leerplatform Toledo wordt volledig

uitgewerkt en benut. De kwaliteit en de vormgeving van de verschillende cursussen nodigen uit tot studeren. Het

invoeren van afstandsonderwijs en het waar nodig omvormen van de opleidingsonderdelen en werkvormen om

de afstandsstudenten een zo optimaal mogelijk traject aan te bieden, weet de commissie te waarderen.

Naast klassieke werkvormen zoals hoorcolleges, begeleide oefeningen, stage, practica, gastsprekers en

bedrijfsbezoeken heeft de opleiding een aantal vernieuwende werkvormen ingevoerd. Hierbij denkt de commissie

aan projectwerk, zelfstudieopdrachten, zelfstudiebegeleiding van de eerstejaarsstudenten, meerkeuzevragen in

de hoorcolleges, de ‘hink-stap-sprong’, posterpresentaties, de ‘Jigsaw-methode’, small business projects (SBP),

teambuilding, seminaries, peer assessment, portfolio, papers en individuele rapporteringen, en casestudies.

De docenten gaan actief op zoek naar werkvormen als wiki’s, die dicht aansluiten bij de leefwereld van de

studenten, om projectwerk te presenteren. De opleiding stimuleert de studenten om voor sommige vakken zelf

een aantal programmaonderdelen in te studeren. De toetsing van deze competenties gebeurt door een

presentatie of via Toledo. Tijdens sommige hoorcolleges krijgen de studenten een clicker (of stemmachientje),

waarmee ze kunnen reageren op de door de docent geponeerde stellingen.

De ‘hink-stap-sprong’ is een door de opleiding ontwikkelde, probleemgestuurde leermethode die gebaseerd is op

‘de zevensprong’, ontwikkeld door de universiteit van Maastricht. Deze methode wordt tijdens de begeleide

zelfstudie in het eerste jaar aangeleerd aan oefengroepen van een achttal studenten. De tweede- en

derdejaarsstudenten geven tijdens het visitatiebezoek aan dat ze deze methode zelf gebruiken tijdens de

projectwerken in de hogere studiejaren.

Posterpresentaties worden vanaf het eerste jaar geïntroduceerd voor het project fysica. In het tweede jaar

ontwerpen de studenten een poster in het kader van het SBP. De laatstejaarsstudenten houden een publieke

presentatie van hun eindwerk door middel van onder andere het gerealiseerde product, posters,

ontwerptekeningen of een videopresentatie voor de alumni en het werkveld op de vooravond van de

eindwerkverdedigingen.

Tijdens het projectwerk gaat de opleiding experts vormen in ‘bronteams’. De experts uit de verschillende teams

komen samen om kennis uit te wisselen en elkaars werk te beoordelen. Nadien keren de verschillende experts

terug naar hun eigen bronteam om de nieuwe kennis te delen (Jigsaw-methode).

Page 216: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 1 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n

Voor de evaluatie van de SBP’s in het tweede jaar gaan de studenten zelf in de industriewereld op zoek naar

mensen die hen kunnen bijstaan met advies en sponsoring. Voor de beoordeling van de businessplannen van de

SBP’s vraagt de opleiding mensen uit de banksector.

Ook het ‘concurrentiedenken’ dat deze opleiding gebruikt voor projectwerk voor de industrie vindt de commissie

een voorbeeld voor andere hogescholen. Twee studentengroepen zoeken afzonderlijk een oplossing voor

hetzelfde probleem. Beide groepen krijgen dezelfde begeleiding. Op het einde van het project kiest het bedrijf

welke oplossing zal worden uitgewerkt.

De aandacht van het docententeam om door de keuze van de verschillende werkvormen de integratie van de

sociale, bedrijfskundige en maatschappelijke competenties, naast de beroepsgerichte competenties, in de

verschillende opleidingsonderdelen van het programma te bevorderen, vindt de commissie sterk.

De invulling van het opleidingsonderdeel religie, zingeving en levensbeschouwing (RZL) met de sociale stage, en

de manier waarop maatschappelijk engagement en ethisch denken doorheen het volledige curriculum wordt

aangebracht, hebben de commissie gecharmeerd. De studenten geven aan dat ze deze invulling van RZL,

inclusief de verplichte sociale stage, als een verrijking ervaren.

De commissie stelt vast dat de opleiding door deze gevarieerde aanpak zowel een benchmark als een

inspiratiebron kan zijn voor andere hogescholen.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 2.7 Beoordeling en toetsing

Beoordelingscriterium:

- Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat en voor studenten inzichtelijk getoetst of de

studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het onderwijs- en examenreglement is opgesteld op hogeschoolniveau. Deze informatie is gemakkelijk

toegankelijk voor de studenten via een internetlink. Alle informatie in verband met de examens en andere

opleidingsgebonden activiteiten vinden de studenten terug via het elektronische leerplatform Toledo.

De opleiding stelt vast dat niet alle competenties door middel van mondelinge of schriftelijke examens kunnen

worden beoordeeld. Door het invoeren van het competentiegebaseerde onderwijs is een aantal alternatieve en

nieuwe evaluatievormen geïntroduceerd, waaronder permanente evaluatie, presentaties voor een jury,

projectdossiers, peer assessment, zelftesten, portfolioassessment en seminaries.

De commissie merkt tijdens het visitatiebezoek op dat het niveau van de examens duidelijk hoog is.

Hoe de gerichte toetsing van algemene en beroepsgerichte competenties gebeurt, is momenteel nog niet helder.

Het is duidelijk dat de opleiding de eerste stappen naar de introductie en implementatie van vernieuwende

evaluatievormen heeft gezet. De commissie suggereert de opleiding om verder te gaan op de ingeslagen weg.

Page 217: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n | 2 1 7

De docenten die deel uitmaken van een opleidingsonderdeel vormen de commissie die beraadslaagt over de

examenscore van het opleidingsonderdeel. De informatie over gehanteerde wegingscoëfficiënten ten aanzien van

deelexamens vindt elke student terug in de curriculumtabellen en de ECTS-fiches. Studenten die niet slagen voor

deelexamens slagen niet voor dit opleidingsonderdeel, tenzij de commissie hier anders over beslist op basis van

het behaalde resultaat en de aard van de tekorten. Hierbij kijkt de commissie ook na of de beoogde

minimumcompetenties zijn verworven. De opleiding verkiest geen uitgebreid aanvullend reglement op te stellen

om regels vast te leggen voor tolereerbare tekorten, aangezien de docenten in deze gevallen het aftoetsen van

de competenties verkiezen boven het rigoureus toepassen van vooraf vastgelegde rekenregels.

Een formele beraadslaging van het docententeam van de opleiding sluit elke examenperiode af. Tijdens deze

beraadslaging worden de resultaten van alle studenten van de verschillende jaren besproken, hoewel deze vorm

van deliberatie binnen het kader van de geldende regelgeving enkel noodzakelijk is bij het afstuderen.

Elke student ontvangt een gedetailleerd rapport met zowel deelscores als de globale score per

opleidingsonderdeel.

De commissie juicht de initiatieven van de opleiding toe om ook op andere facetten te evalueren dan louter op de

component ‘kennis’.

De docenten moedigen de studenten aan om hun examens in te kijken. Hiermee beoogt de opleiding meerdere

doelen te bereiken: enerzijds de student feedback geven over zijn studieproces, en anderzijds het verhogen van

de transparantie en de kwaliteit van het beoordelingsproces.

Tijdens de deliberaties kijken de docenten de verhouding na van de scores van de verschillende

opleidingsonderdelen ten opzichte van elkaar. Dit leidt tot kritische zelfreflectie en indien nodig ook bijsturing.

In de jaarlijkse bevraging van de studenten komen vragen aan bod over het doceergedrag en de perceptie van de

evaluatievormen van een aantal opleidingsonderdelen. De resultaten worden tijdens de functioneringsgesprekken

met de docenten besproken.

De stage (zes studiepunten) en het eindwerk (veertien studiepunten) zijn twee aparte opleidingsonderdelen, die

het sluitstuk vormen van de opleiding. De voorbereidingen daarvoor starten in het tweede jaar. De opleiding stelt

een informatiebundel ter beschikking van de studenten, waarin ze alle mogelijke informatie terugvinden, inclusief

vormelijke vereisten en beoordelingscriteria. Voor de bedrijven heeft de opleiding een specifieke informatiefolder

samengesteld. De studenten zoeken normaal gezien zelfstandig een stageplaats, maar ze kunnen ook een

beroep doen op de verantwoordelijke van de afstudeerrichting. De opleiding promoot zelf ook jaarlijks een aantal

eindwerkopdrachten.

De student dient bij de opleiding een omschrijving van een eindwerkproject in, waarop een voorlopige

goedkeuring volgt. Op dat moment stelt de opleiding een docent-mentor aan voor elke student. De student en de

mentor gaan met de bedrijfsmentor samen zitten om de opdracht nauwkeurig te omschrijven. Op basis hiervan

keurt de opleiding het eindwerk definitief goed.

Normaal gezien heeft elke student in oktober een eindwerkopdracht. Van september tot februari volgen de

laatstejaarsstudenten les. De opleiding stelt de lessenroosters zo op, dat de studenten elke week één dag lesvrij

zijn. Hierdoor kunnen de studenten al van bij het begin van het academiejaar starten met het ontwerpen en het

plaatsten van bestellingen voor hun eindwerkproject. De studenten die een buitenlandse stage verkiezen, kunnen

op deze momenten een taalcursus volgen en hun buitenlandse verblijf organiseren.

De examenperiode in maart sluit voor de derdejaarsstudenten de lesperiode aan de hogeschool af. De eerste vier

weken daarna zijn bestemd voor de stage. Tijdens deze weken werkt de student op verschillende afdelingen om

kennis te maken met de verschillende aspecten van een organisatie. Na deze periode werkt de student verder

aan zijn eindwerkproject.

Het stageverslag wordt verdedigd voor een jury van docenten. Het eindwerk verdedigen de studenten voor een

jury bestaande uit mensen uit het werkveld en docenten.

De opleiding biedt de studenten de mogelijkheid om het eindwerk en de stage aan een buitenlandse hogeschool

af te leggen. De beoordeling gebeurt in deze gevallen volgens het examensysteem van de buitenlandse

hogeschool. In de mate van het mogelijke is een docent van de KaHoSL ter plaatse bij hun eindwerkverdediging.

Conform de ECTS-richtlijnen worden de examenresultaten van de buitenlandse hogescholen overgenomen.

Page 218: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 1 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n

De commissie stelt vast dat een grote groep studenten voor een buitenlandse stage kiest.

De commissie waardeert de verschillende initiatieven die de opleiding neemt om de studenten te begeleiden naar

meer zelfstandigheid. De opleiding slaagt erin om dit proces tijdens het curriculum gradueel op te bouwen, met

als kroon op het werk de stage en het eindwerk, waar de docenten de studenten letterlijk durven loslaten.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie suggereert de opleiding om zich erover te beraden hoe ze de gerichte toetsing van algemene en

algemeen beroepsgerichte competenties concreter vorm kan geven.

Facet 2.8 Masterproef

Niet van toepassing voor een professioneel gerichte bacheloropleiding.

Facet 2.9 Toelatingsvoorwaarden

Beoordelingscriteria:

Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten

bachelor:

- diploma secundair onderwijs, diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan,

diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie, of een diploma of getuigschrift dat bij of krachtens

een wet, decreet, Europese richtlijn of een andere internationale overeenkomst als gelijkwaardig wordt

erkend;

- door het instellingsbestuur bepaalde voorwaarden voor personen die niet aan de bovengenoemde

voorwaarden voldoen.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed – Medische instrumentatie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding hanteert de decretaal voorziene toelatingsvoorwaarden voor de bachelor-masteropleiding.

De opleiding staat open voor alle kandidaat-studenten die een diploma van hoger secundair onderwijs, behaald

binnen de Europese Economische Ruimte (EER), kunnen voorleggen. Leerlingen die hun secundair onderwijs

niet in het Nederlands voltooiden, moeten een taalattest afleggen. Leerlingen die hun secundair onderwijs buiten

de EER voltooid hebben, moeten bijkomende bewijsstukken aanleveren.

De meerderheid van de instromende studenten heeft een technische TSO-vooropleiding genoten.

Vertrekkende vanuit de missie nemen zowel de hogeschool als de opleiding allerlei initiatieven om de opleiding

toegankelijk te maken voor een breed publiek. Op hogeschoolniveau informeert de dienst Communicatie

abituriënten via het verspreiden van infobrochures en publicaties, deelname aan SID-In’s en het bezoeken van

secundaire scholen. Het departement in Aalst beschikt ook over een regionale communicatieverantwoordelijke.

De opleiding nodigt toekomstige studenten uit op een van de drie infonamiddagen of op de opendeurdag.

Page 219: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n | 2 1 9

De opleiding kan de eigen finaliteit van de afstudeerrichtingen in de communicatie misschien nog gerichter

profileren.

Elke nieuwe student ontvangt bij inschrijving het programma van de introductieweek. Tijdens de introductiedag

maken studenten kennis met de campus, de docenten en de medewerkers. De studenten ontvangen allerhande

nuttige informatie over boeken en uurroosters, om het academiejaar goed te kunnen starten. Een introductie over

het gebruik van de digitale leermiddelen, zoals Toledo, staat ook op het programma. Studenten uit een minder

sterke vooropleiding wiskunde kunnen vrijwillig deelnemen aan een opfriscursus wiskunde.

Om de ouders van de eerstejaarsstudenten te informeren over de werking en de verschillende mogelijkheden

binnen het hoger onderwijs en de opleiding organiseert de opleiding een infoavond bij het begin van het

academiejaar.

De studenten geven aan dat deze infoavond te veel gericht is op de behoeften van de ouders. Dit komt bij de

hogeschoolstudenten soms als betuttelend over.

Voor studenten die later in het academiejaar naar de opleiding overstappen, voorziet de opleiding een

instapprocedure.

Tijdens het academiejaar 2007-2008 volgde 63 procent van de studenten het standaardprogramma; de andere

studenten volgen een geïndividualiseerd opleidingsprogramma (GOP). De grootste groep van de GOP-studenten

is initieel gestart in het standaardprogramma, maar slaagde niet voor alle vakken. De andere GOP-studenten

hebben al een of andere vorm van hoger onderwijs gevolgd, waardoor ze vrijstellingen krijgen bij inschrijving. Een

laatste groep bestaat uit studenten met een creditcontract. Zij schrijven zich enkel in voor opleidingsonderdelen

die hen interesseren.

Het kwaliteitshandboek van de hogeschool beschrijft de procedures voor het toekennen van vrijstellingen op

basis van eerder verworven kwalificaties (EVK) en eerder verworven competenties (EVC). Het departement heeft

deze procedures uitgewerkt in enkele richtlijnen, die gepubliceerd zijn op de website.

Voor twee CVO-scholen uit de regio, namelijk CVO-VTI Aalst voor de THOKT-opleiding bedrijfsautomatisering en

CVO-IVV Gent-Wetteren-Deinze voor de opleiding THOKT-Elektromechanica, richting Klimatisering en Productie-

automatisering, heeft de opleiding de EVK’s onderzocht. De instromende studenten uit deze opleidingen kunnen

tussen de 72 en 97 studiepunten vrijstellingen bekomen.

Het opleidingshoofd is de eindverantwoordelijke voor alle afwijkende trajecten. Tot nu toe heeft de opleiding nog

geen aanvragen gekregen voor vrijstellingen op basis van EVC. EVK-aanvragen komen wel voor.

Studenten die niet geslaagd zijn, krijgen bij hun rapport een brief met informatie en verwijzingen naar alle nuttige

documenten en richtlijnen op Toledo voor het aanvragen van een GOP-traject. De studenten kunnen een beroep

doen op de verantwoordelijken van de afstudeerrichtingen voor het opstellen van hun GOP-traject.

De commissie feliciteert de opleiding met alle drempelverlagende initiatieven die zij heeft genomen. De opleiding

biedt hiermee een oplossing aan voor studenten die anders nooit aan een hogere studie zouden kunnen

beginnen.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Page 220: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 2 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n

Oordeel over onderwerp 2, programma: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 2.1, relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma: goed – MI voldoende

facet 2.2, eisen professionele gerichtheid van het programma: goed – MI voldoende

facet 2.3, samenhang van het programma: voldoende

facet 2.4, studieomvang: OK

facet 2.5, studielast: voldoende

facet 2.6, afstemming tussen vormgeving en inhoud : excellent

facet 2.7, beoordeling en toetsing: voldoende

facet 2.8, masterproef: n.v.t.

facet 2.9, toelatingsvoorwaarden: goed – MI voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 221: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n | 2 2 1

Onderwerp 3 Inzet van het personeel

Facet 3.1 Kwaliteit van het personeel

Beoordelingscriterium:

- Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het

programma.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het dagelijks bestuur en de beleidsvoorbereiding gebeuren door de algemeen directeur en het directiecollege.

Binnen de KaHoSL krijgen de departementen autonomie voor de uitvoering van de centrale beleidslijnen. De

decretaal verplichte raden zijn geïnstalleerd. Het kwaliteitshandboek van de hogeschool beschrijft de taken, de

samenstelling en de werking van de verschillende raden, zowel op hogeschool-, departementaal als op

opleidingsniveau. Toledo wordt actief gebruikt om allerhande informatie, zoals verslagen, aan de personeelsleden

te bezorgen en ter beschikking te stellen.

Het taakinvullingsbeleid is gebaseerd op de decretale verplichtingen van de hogeschool, voor wat het onderwijs,

wetenschappelijk onderzoek en maatschappelijk dienstbetoon betreft.

Ook de functieomschrijvingen op hogeschoolniveau en de taakomschrijvingen op opleidingsniveau zijn

vastgelegd en uitgewerkt. De hogeschool voorziet in het omkaderingsvolume voor de verschillende opleidingen

via financiële verdeelsleutels en indicatoren, om onderbestaffing te signaleren.

Voor het aanwerven van statutair personeel en de bevordering van personeelsleden overlegt het

departementshoofd jaarlijks met de opleidingshoofden welke openstaande vacatures binnen het departement in

aanmerking komen voor invulling. Een van de hiervoor gehanteerde verdeelsleutels is de verhouding OBE/VTE

(onderwijsbelasingseenheden/voltijdsequivalent). Binnen het kenniscentrum van het departement bestaat de

mogelijkheid om contractuele medewerkers aan te werven via de inkomsten van gesubsidieerde projecten,

onderzoek en dienstverlening. De opleiding heeft er behoefte aan om voor een grotere instroom aan studenten te

zorgen, om in de toekomst nog voldoende omkadering te kunnen blijven garanderen voor alle aangeboden

afstudeerrichtingen.

De commissie is gecharmeerd door de betrokkenheid van de collega’s tijdens het aanwervingsproces van

toekomstige nieuwe medewerkers. De hogeschool voorziet verschillende fases bij de introductie en begeleiding

van nieuwe personeelsleden. Bij zijn indiensttreding krijgt elke medewerker een algemene introductie, maakt hij

kennis met de belangrijkste diensten en krijgt hij een meter/peter toegewezen. Een introactiviteit wordt bij de start

van het academiejaar op de campus voorzien. De hogeschool organiseert een centraal infomoment op

hogeschoolniveau om nieuwe personeelsleden kennis te laten maken met de algemene diensten en de algemeen

directeur.

Het opleidingshoofd is verantwoordelijk voor de praktische taakverdeling binnen het docentenkorps. De

hogeschool streeft naar een taaklast tussen 1500 en 1800 werkuren per jaar voor de docenten. De opleidingen

maken personeelsleden vrij voor onderzoek en dienstverlening. Zowel promotieacties van de overheid als

fondsen uit een apart personeelsbudget dragen bij als compensatie voor dit opdrachtvolume.

De commissie stelt vast dat de docenten bereid zijn om zich in te zetten voor nascholingstrajecten aan derden.

De processen voor aanwerving, evaluaties, bevorderingen en andere personeelsgerelateerde processen zijn

duidelijk beschreven in het kwaliteitshandboek van de KaHoSL. De hogeschool besteedt veel aandacht aan de

medewerkers. Binnen de opleiding Elektromechanica maakt de leidinggevende jaarlijks tijd om met elke

Page 222: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 2 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n

medewerker een plannings- en functioneringsgesprek te houden. Samen kijken ze zowel naar het vorige jaar als

naar de planning voor de toekomst. De gemaakte afspraken worden opgenomen in de taakfiche, de

onderwijsopdrachtfiche en de individuele competentiefiche. Hoewel de evaluator kan voorstellen om een

navormingstraject te volgen, omdat bepaalde competenties binnen de opleiding ontbreken, is het vooral de

medewerker zelf die voorstellen van navormingstrajecten indient. Navorming op de KaHoSL gebeurt zowel intern

als extern, maar ook zelfstudie en internetcursussen behoren tot de mogelijkheden.

De commissie maakte uitgebreid kennis met een ervaren en gedreven team. Ondanks hun jarenlange carrière

vormen de medewerkers nog steeds een dynamische groep die actief zoekt en openstaat voor vernieuwing en

verandering.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 3.2 Eisen professionele gerichtheid

Beoordelingscriterium:

De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een professioneel gerichte

opleiding:

- Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de

opleiding en de beroeps- of kunstpraktijk.

- Bij de daarvoor in aanmerking komende opleidingen moet daarenboven voldoende personeel beschikken

over kennis en inzicht in de desbetreffende beroeps- of kunstpraktijk.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het hogeschoolbeleid bepaalt dat elk lid van het onderwijzende personeel jaarlijks minstens één

onderwijskundige en één vakinhoudelijke professionaliseringsopleiding moet volgen. Nascholing en

professionalisering zijn voor elke medewerker binnen de KaHoSL permanente opdrachten. Het valt de commissie

op dat het onderwijzende personeel zich zowel didactisch als technisch continu bijschoolt.

De docenten blijven hun kennis continu ontwikkelen door de begeleiding van eindwerkprojecten in de industrie,

de promotie van onderzoeksprojecten en het dienstverlenende onderzoek. Door de doorgedreven

professionalisering van het eigen docentenkorps is de opleiding in staat om bijscholing te organiseren over

nieuwe technologie voor derden, bijvoorbeeld de leraren uit het TSO of de gemeentelijke

energieverantwoordelijken voor publieke gebouwen voor de provincie Oost-Vlaanderen. De inzet van de

docenten voor de nascholing van anderen heeft de commissie gecharmeerd. Het jarenlange onderzoek en de

permanente bijscholing liggen ook aan de basis van de oprichting van een succesvolle postgraduaatopleiding

energiecoördinator. Al deze initiatieven versterken de overtuiging van de commissie dat zij een gedreven en

professioneel docentenkorps heeft ontmoet.

De studenten vermelden tijdens het visitatiebezoek de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de docenten en

de andere medewerkers van de opleiding.

Een aantal docenten van de opleiding is uitgenodigd om specifieke gastcolleges te geven in binnen- en

buitenland, bijvoorbeeld een module over veiligheid en machinerichtlijnen aan verschillende buitenlandse

Page 223: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n | 2 2 3

hogescholen, of specifieke modules op de summer course ‘Biomedical Engineering in a European Perspective’ in

Wilhelmshaven, Duitsland. De kennis die de docenten tijdens deze buitenlandse bezoeken opdoen, wordt

gedeeld met de collega’s en geïntegreerd in het opleidingsprogramma.

Ook het administratieve en technische personeel schoolt zich bij, en werkt heel actief mee aan de veranderingen

in de organisatie. De commissie denkt hierbij aan de gevolgen van de flexibilisering van het onderwijs en de

veranderende administratieve systemen.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 3.3 Kwantiteit personeel

Beoordelingscriterium:

- Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het departement heeft 22 statutaire medewerkers, van wie 14 met een hoofdopdracht in de opleiding

Elektromechanica. Omgerekend naar statutaire VTE’s voor de opleiding komt men op een totaal van ongeveer

13. Het docententeam wordt aangevuld met een gastdocent-arts voor de lessen fysiologie in de richting medische

instrumentatie, en een licentiate Romaanse filologie voor de lessen Frans. De meeste lectoren beschikken over

een GHSO- of GPB-getuigschrift, en scholen zich onderwijskundig permanent bij.

In de kern van 14 personeelsleden verbonden aan de opleiding Elektromechanica zijn 13 bijna 20 jaar aan de

hogeschool verbonden. Het laatst bijgekomen personeelslid volgde een intensief scholingsprogramma om de

continuïteit van de kennis in de opleiding te waarborgen. Momenteel werkt hij in een parallel begeleidingstraject

nauw samen met een meer ervaren docent, die zijn kennis en expertise met hem deelt.

De docenten zijn zich ervan bewust dat zij de opleiding die ze hebben opgericht, stilaan zullen moeten

overdragen aan de volgende generatie. Dit uit zich in het opnemen van peterschappen naar de jongere collega’s,

en hun aandacht en zorg om hun kennis door te geven.

De commissie stelt vast dat de opleiding zich ervan bewust is dat de leeftijdsopbouw van het docentenkorps een

aandachtspunt is en moet blijven.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt de opleiding voldoende aandacht te blijven hebben voor de leeftijdsopbouw van het

docentenkorps.

Page 224: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 2 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n

Oordeel over onderwerp 3, inzet van het personeel: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 3.1, kwaliteit personeel: goed

facet 3.2, eisen professionele gerichtheid: goed

facet 3.3, kwantiteit personeel: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 225: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n | 2 2 5

Onderwerp 4 Voorzieningen

Facet 4.1 Materiële voorzieningen

Beoordelingscriterium:

- De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De commissie stelt vast dat de campus vlot bereikbaar is en ingeplant is in een groene omgeving.

De omvorming van het voormalige bankgebouw tot een multifunctioneel schoolgebouw is erg doordacht

aangepakt. Hierdoor beschikt de hogeschool over alle wenselijke faciliteiten, zoals auditoria, computerklassen en

een groot aantal leslokalen.

Alle lokalen zijn voorzien van een overheadprojector en netwerkaansluitingen. Een aantal lokalen, waaronder de

computerklassen en de auditoria, beschikt over een vaste dataprojector. De auditoria zijn uitgerust met ‘active

boards’, en er werd een aantal klassieke ‘intelligente borden’ geïnstalleerd.

De commissie stelt tijdens het bezoek vast dat de nieuwe technologie daadwerkelijk tijdens de lessen wordt

ingezet.

Er bevindt zich een Telenet-hotpoint op de campus, waardoor de hogeschoolwebsites en het leerplatform

draadloos toegankelijk zijn voor de studenten op de campus en in de tuin.

Het gebouw is toegankelijk voor alle studenten, inclusief aangepaste faciliteiten voor rolstoelgebruikers.

Het ‘Kunst in Huis’-project met inspraak van de studenten heeft de commissie aangenaam verrast, en geeft een

eigen cachet aan de campus.

De inrichting en het concept om de groene buitenomgeving om te vormen tot een educatief park is in handen van

een werkgroep. Deze groep staat in voor alles wat met natuureducatie en wetenschapsinformatie te maken heeft,

zoals het project met de ‘zonnetracker’. Het onderhoud van de groenvoorzieningen gebeurt in samenwerking met

de sociale werkplaats De Loods.

Door de samenwerking met de academische bachelors en het volwassenenonderwijs beschikt de opleiding over

goede labo-uitrustingen. Een deel van de uitrusting wordt gefinancierd via het budget; andere toestellen, zoals

echografietoestellen en sommige machineonderdelen, zijn schenkingen van het werkveld.

De commissie juicht het gebruikmaken van de campus als didactisch materiaal voor de studenten Klimatisering

toe. De opleiding geeft hiermee duidelijk aan dat ze creatief kan gebruikmaken van alle opportuniteiten die het

gebouw biedt.

Elke docent beschikt over een eigen werkplek en een pc.

De hogeschool heeft de mediatheek stapsgewijs uitgebouwd tot een volwaardig studielandschap, met alle

faciliteiten voor opzoek- en projectwerk, zelfstudie en individuele opleiding. Naast de uitleen- en de leeszaal is er

ook een projectlokaal met allerhande ICT-faciliteiten.

De commissie merkt op dat het wenselijk zou zijn om het mediatheekgebruik bij de studenten in deze opleiding te

stimuleren. Zo brengt de opleiding de studenten een cultuur bij van blijvend leren en kritisch omgaan met

Page 226: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 2 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n

informatie. De voorbeeldfunctie van de docenten kan hierbij helpen. Het betrekken van de goedwerkende

Studentenraad bij de bespreking van het aanbod van vakspecifieke tijdschriften kan mogelijk een eerste stap zijn.

De campus beschikt over een afdrukdienst voor cursussen en syllabi, die volgens het ‘printing-on-demand’-

principe werkt. Hierdoor is de hogeschool in staat om zowel traject- als GOP-studenten onmiddellijk een

individueel cursuspakket te bezorgen, op basis van de lijst van de opleidingsonderdelen waarvoor de student is

ingeschreven.

De vzw Sociale Voorzieningen KaHoSL (SoVo) staat in voor de studentenvoorzieningen op de hogeschool. De

dienst is binnen de hogeschool gedecentraliseerd naar de regionale campussen. Voor de campus in Aalst is

SoVo betrokken bij huisvesting en mobiliteit, psychosociale begeleiding en gezondheidszorg, sociaaljuridisch

advies, studiefinanciering en studentenjobs, sport en cultuur, en de financiering van het studentenrestaurant.

SoVo biedt ook ondersteuning aan de studentenorganisaties die actief zijn op de hogeschool. SoVo werkt actief

samen met StudioO, de overkoepelende vzw SoKaHo van de SoVo’s van de katholieke Oost-Vlaamse

hogescholen.

De commissie stelt vast dat de goedwerkende Studentenraad binnen de opleiding de verspreiding van informatie

bevordert. Het opleidingshoofd is bij de vergaderingen betrokken om een snelle opvolging en feedback te

garanderen. Als de student minstens gedurende twee jaar te in de Studentenraad zetelt, komt dit in de plaats van

de verplichte sociale stage. De hogeschool voorziet een aantal mogelijkheden om snel een klacht of een

herstelling te melden, zodat de Studentenraad zich op andere initiatieven in het kader van de opleiding kan

focussen. Met ditzelfde doel voor ogen is er ook een afzonderlijke ‘menucommissie’ opgericht. De

studentenraadsleden sturen afgevaardigden naar de departementale Studentenraad en de andere raden binnen

de hogeschool.

De commissie merkt op dat het elektronische leerplatform Toledo goed is ingeburgerd en intensief wordt gebruikt

door iedereen op de campus.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 4.2 Studiebegeleiding

Beoordelingscriteria:

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de

studievoortgang.

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoeften van de studenten.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding is actief betrokken bij het informeren van kandidaat-studenten, zowel via infoavonden,

georganiseerd door de secundaire scholen, op de SID-In-beurzen in de regio’s Oost-Vlaanderen en Vlaams-

Brabant, als via een aantal infonamiddagen en een opendeurdag op de hogeschool.

Page 227: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n | 2 2 7

De opleiding wil de ontwikkelde onderwijskundige en technische expertise ter beschikking stellen van het

secundair onderwijs en via deze weg de opleiding meer bekendheid geven. Hiervoor startte de opleiding in 2002

met het dienstverlenende Kenniscentrum Fysica, met als doel nascholingsactiviteiten aan te bieden aan de

leraars fysica uit de regio. Later zijn de activiteiten uitgebreid naar alle leraars en leerlingen van het secundair

onderwijs. Door de deelname van andere opleidingen van het departement is dit initiatief omgevormd en

uitgegroeid tot het Kenniscentrum Aalst. De activiteiten van dit kenniscentrum zijn verder uitgebouwd, zodat naast

activiteiten voor het secundair onderwijs het departement via dit centrum ook aan dienstverlening voor het

werkveld en onderzoek kan doen.

De hogeschool kan bogen op een lange traditie van eerstejaarsbegeleiding. Gestuurd vanuit de Centrale

Kwaliteitsraad werd al in 1996 een kwaliteitsverbeteringteam opgezet rond de begeleiding van de

eerstejaarsstudenten op hogeschoolniveau. Later is dit verbeterteam omgevormd tot een permanente werkgroep

op hogeschoolniveau. De campus in Aalst wordt vertegenwoordigd door een medewerker van het Leercentrum.

Jaarlijks organiseert de werkgroep een bevraging bij de eerstejaarsstudenten in het kader van de

studiebegeleiding. Hij ondersteunt de opleidingen onder meer door het uitwerken van een procedure rond

afhakers, die sinds het academiejaar 2003-2004 ter beschikking staat van de docententeams.

Alle personeelsleden van de opleiding zijn betrokken bij de begeleiding van de studenten. De focus van de

studiebegeleiding ligt bij de eerstejaarsstudenten, waarbij de opleiding inspanningen levert om de studenten een

attitude van zelfstandig en planmatig werken bij te brengen. Het docententeam overlegt wekelijks en controleert

regelmatig de vorderingen van de zelfstudieopdrachten. De oefensessies van het eerste jaar worden ook gebruikt

om individueel of in groep studenten met een competentieachterstand te begeleiden. Hiervoor zet de opleiding

verschillende werkmethodes in; waar begeleiders dit nodig achten, worden studenten individueel aangesproken.

De commissie was aangenaam verrast door de introductie van de ‘snapmap’, de zelfstudiekalender en het

aanleren van ‘de hink-stap-sprong’. ‘De hink-stap-sprong’ reikt de studenten een gestandaardiseerde methode

aan om in groep problemen op te lossen. De studenten getuigen dat ze deze aanpak heel nuttig kunnen

gebruiken tijdens het SBP-project in het tweede jaar.

De opleiding introduceert de ‘snapmap’, die regelmatig door de docenten wordt gecontroleerd tijdens de

begeleidingssessies. De studenten worden aangespoord om studieproblemen die zij buiten de

begeleidingssessies ervaren, in deze map te stoppen en op te lossen.

De vakdocenten fungeren als eerste aanspreekpunt voor de studenten. De docenten zijn vlot bereikbaar voor of

na de lessen, maar ook e-mail en Toledo staan ter beschikking om docenten te contacteren. De opleiding doet

inspanningen om de drempel zo laag mogelijk te houden.

Daarnaast staan twee medewerkers van de departementale dienst Studiebegeleiding ter beschikking van alle

studenten van het departement voor studievaardigheden of studiegebonden problemen.

In samenwerking met StudioO organiseert SoVo groepstrainingen voor studenten rond faalangst, uitstelgedrag,

een lage zelfzekerheid of spreekvaardigheid, en relaxatietrainingen. Alle opleidingen vinden plaats in Gent; een

aantal kunnen de studenten ook op de campus in Aalst volgen. Voor studenten met aanpassingsmoeilijkheden

naar het hoger onderwijs gaat de opleiding gericht remediëren tijdens de begeleide oefensessies.

De commissie waardeert de keuze van de opleiding om de studiebegeleiding gradueel af te bouwen naar het

einde van het curriculum. Hierdoor slaagt de opleiding erin om de student volledig zelfstandig de

verantwoordelijkheid te laten opnemen voor het eindwerk. De commissie was aangenaam verrast door de

maturiteit van de studenten tijdens de verschillende gesprekken.

Op de website van de hogeschool vinden studenten de informatiefolder ‘Studeren met een functiebeperking’. De

opleiding voorziet de mogelijkheid voor studenten met een functiebeperking om een bijzonder statuut aan te

vragen om specifieke onderwijs- en examenfaciliteiten te verkrijgen. Een SoVo-medewerker (Sociale

Voorzieningen) biedt de studenten met een functiebeperking psychosociale ondersteuning bij hun aanvraag. De

opvolging van deze studenten gebeurt door de ombudspersoon.

De commissie waardeert de inspanningen van de opleiding om mensen met leerbeperkingen (zoals dyslexie en

autisme) maximaal te ondersteunen.

Page 228: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 2 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n

Voor deze opleiding heeft de hogeschool een pedagoge van het Leercentrum Onderwijsvernieuwing aangesteld

als ombudsvrouw. Ze is het aanspreekpunt voor de studenten voor alle zaken met betrekking tot de docent-

studentrelatie. Ze is vlot bereikbaar voor de studenten, zowel op haar bureau op de campus als via gsm. Ze heeft

zelf geen beslissingsrol in het beoordelingsproces van de studenten, maar is wel aanwezig op de deliberaties. De

hogeschool heeft ook een plaatsvervangende ombudspersoon aangesteld.

De commissie waardeert deze aanpak, omdat die zowel de professionaliteit als de objectiviteit naar de studenten

verhoogt.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Oordeel over onderwerp 4, voorzieningen: goed

Op basis van de oordelen over:

facet 4.1, materiële voorzieningen: goed

facet 4.2, studiebegeleiding: goed

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 229: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n | 2 2 9

Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg

Facet 5.1 Evaluatie resultaten

Beoordelingscriterium:

- De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mee aan de hand van toetsbare streefdoelen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Van bij de fusie in 1995 van de verschillende hogescholen tot de KaHoSL is het kwaliteitszorgsysteem centraal

op hogeschoolniveau uitgebouwd. De hogeschool voldoet hiermee aan de decretale verplichtingen op het vlak

van kwaliteitszorg en kwaliteitsbewaking.

De hogeschool gebruikt PROZA (gebaseerd op het EQA-model van EFQM) als instrument. Het

kwaliteitshandboek, grondig vernieuwd in 2004, fungeert als centraal documentatiecentrum en is stevig verankerd

in alle lagen van de organisatie.

Het Onderwijsontwikkelingsplan (OOP) legt de langetermijndoelstellingen voor de hogeschool vast.

Het directiecollege en de Onderwijs- en Kwaliteitsraad (bestaande uit de algemeen directeur, de

departementshoofden, de studiegebiedcoördinatoren en de opleidingshoofden) stellen het algemene

kwaliteitsplan en het kwaliteitsraamwerk van de hogeschool op. Het opleidingshoofd van de opleiding

Elektromechanica zetelt voor het departement IWT in de adviserende Kwaliteitsraad.

De kwaliteitscoördinator is het centrale aanspreekpunt in verband met kwaliteitszorg. De kwaliteitscoördinator

stimuleert en ondersteunt het kwaliteitsbeleid van de hogeschool en de opvolging ervan. De kwaliteitscoördinator

werkt nauw samen met het hoofd van de dienst Onderwijsondersteuning en -Ontwikkeling (DOO), en de

Onderwijs- en Kwaliteitsraad. De dienst Onderwijsondersteuning en -Ontwikkeling coördineert de projecten op het

vlak van onderwijsvernieuwing, en zorgt voor de praktische ondersteuning van de bevragingen en evaluaties.

De commissie stelt vast dat de opleiding verschillende bevragingen organiseert, en dat zowel de studenten als de

personeelsleden en de afgestudeerden hierbij worden betrokken. De commissie denkt in dit kader aan de

metingen van studententevredenheid, eerstejaarsbegeleiding, docentenevaluatie, studielastmetingen,

personeelstevredenheid, en enquêtes van de afgestudeerden en het werkveld. Bij het invoeren van nieuwe

opleidingsactiviteiten of onderwijsvormen gebruikt de opleiding bevragingen als een feedbackkanaal.

De commissie vraagt de opleiding erover na te denken om de metingen systematisch, periodiek en meer gericht

uit te voeren. Door meer geledingen bij de interpretatie van de resultaten te betrekken, kan dit als een nuttige tool

worden gebruikt voor de interne kwaliteitszorg.

De hogeschool is actief bezig met de milieuproblematiek door deel te nemen aan het VOKA-project ‘Milieucharter

Oost-Vlaanderen’. De campus in Aalst behaalde in juni 2008 voor de vijfde keer het milieucharter. Dit houdt in dat

de campus voldoet aan alle vergunningsverplichtingen en in het kader van de twaalf milieudoelstellingen jaarlijks

concrete verbeteracties onderneemt.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt de opleiding om metingen systematischer en periodiek uit te voeren en andere actoren,

zoals de studenten, te betrekken bij de interpretatie van de resultaten.

Page 230: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 3 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n

Facet 5.2 Maatregelen tot verbetering

Beoordelingscriterium:

- De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen tot

de realisatie van de streefdoelen.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Op het niveau van de hogeschool zijn de voorbije jaren inspanningen geleverd om de kwaliteit te verbeteren.

De feedback van de verschillende bevragingen vloeit terug naar de individuele lectoren, maar heeft ook een

weerslag op aanpassingen aan het programma, de gebruikte lesdocumentatie, vakinhoudelijke wijzigingen en de

diversiteit aan gebruikte werkmethodes van de laatste jaren.

De commissie stelt vast dat de opleiding de opmerkingen van de vorige visitatiecommissie consequent heeft

opgevolgd en aangepakt, zoals in het ZER is beschreven. De opleiding lijst de actiepunten systematisch op. Alle

punten worden opgevolgd tot ze afgewerkt zijn. De commissie merkt op dat de opleiding de PDCA-cyclus volledig

doorloopt. De commissie stelt vast dat de acties gedragen worden door het hele team.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld

Beoordelingscriterium:

- Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemende beroepenveld van de

opleiding actief betrokken.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Tijdens de gesprekken stelt de commissie vast dat de opleiding veel inspanningen levert om het personeel en de

studenten te betrekken, zoals uitvoerig in het ZER staat beschreven.

De Studentenraad werkt goed en krijgt in deze opleiding ook de ruimte om een significante rol te spelen.

De opleiding doet bijzondere inspanningen om de alumni bij de opleiding te blijven betrekken, onder andere door

ze uit te nodigen en actief te betrekken bij de posterverdedigingen.

Het beroepenveld wordt niet systematisch betrokken bij de interne kwaliteitszorg. De commissie merkt op dat de

opleiding hier een kans laat liggen om nuttige informatie ter verbetering van het onderwijs, het onderzoek en de

dienstverlening te capteren. Een opleidingsadviesraad, samen met het werkveld, voor elk van de aangeboden

afstudeerrichtingen kan hier een oplossing bieden.

Page 231: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n | 2 3 1

Aanbevelingen ter verbetering:

De kwaliteit van de bevragingen naar het beroepenveld zouden meer gericht kunnen worden op de verbetering

van het onderwijs, het onderzoek en de dienstverlening, om zo als nuttige tool te kunnen gebruiken voor de

interne kwaliteitszorg.

De commissie adviseert de opleiding de mogelijkheid te onderzoeken om samen met het werkveld een

opleidingsadviesraad op te starten voor elk van de afstudeerrichtingen.

Oordeel over onderwerp 5, interne kwaliteitszorg: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 5.1, evaluatie resultaten: voldoende

facet 5.2, maatregelen tot verbetering: goed

facet 5.3, betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 232: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 3 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n

Onderwerp 6 Resultaten

Facet 6.1 Gerealiseerd niveau

Beoordelingscriterium:

- De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde competenties qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed – medische instrumentatie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding betrekt het werkveld actief tijdens de stage en het eindwerk. Elk bedrijf waar een eindwerk wordt

gemaakt, stuurt een afgevaardigde naar de jury van de eindwerkverdediging. Deze externe jury bestaat uit een

vaste kern juryleden, aangevuld met de stagebegeleiders uit de sector, wat resulteert in een totale groep van

meer dan veertig personen die de inzetbaarheid en het competentieniveau van de studenten kritisch beoordelen.

De opleiding heeft voor de juryleden een duidelijke handleiding uitgewerkt met betrekking tot de vastgelegde

criteria en elementen die bij de beoordeling aan bod moeten komen. De juryleden ontvangen extra informatie in

verband met de definities van de te evalueren competenties. De score van de juryleden weegt het zwaarste door

in de eindwerkbeoordeling. In het afstudeerjaar slaagde één student niet in de eerste zittijd; de 41 andere

studenten scoorden 12 of hoger. Voor het academiejaar 2009 scoren 33 studenten 11 of hoger, terwijl drie

studenten niet geslaagd zijn in de eerste zittijd.

De commissie stelt vast dat het werkveld en de alumni tevreden zijn over de opleiding Elektromechanica. Ze

getuigen van een goede voorbereiding en inzetbaarheid van de afgestudeerden in het werkveld.

Het werkveld merkt op dat talen als Frans en Engels nodig zijn, maar suggereert de opleiding zich te beraden

over het aanbod Duits in het curriculum.

Na grondige studie van de cursussen, examenvragen, stageverslagen en eindwerken besluit de commissie dat

de afgestudeerden beschikken over een stevige basis om een succesvolle carrière als professionele bachelor uit

te bouwen. De visitatiecommissie stelt zich wel vragen bij de afstudeerrichting medische instrumentatie, gezien

de beperkte differentiatie in het curriculum, in vergelijking met de andere afstudeerrichtingen.

Aanbevelingen ter verbetering:

De visitatiecommissie vraagt de opleiding de inhoud van de afstudeerrichting medische instrumentatie grondig te

evalueren, in functie van de instroom van de studenten.

Page 233: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n | 2 3 3

Facet 6.2 Onderwijsrendement

Beoordelingscriteria:

- Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen.

- Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Vlaanderen heeft geen traditie in het verzamelen van slaagcijfers per studiegebied en/of opleiding over de jaren.

Uit ervaring blijkt dat de globale slaagcijfers voor generatiestudenten op Vlaams niveau tussen de 45 en 50

procent liggen. Noch de evolutie over de jaren heen, noch de situatie per opleiding of studiegebied wordt

opgevolgd. Daardoor kan de opleiding geen streefcijfers formuleren in vergelijking met relevante andere

opleidingen.

De commissie was aangenaam verrast door de ambitieuze streefdoelen die de opleiding in het ZER voor zichzelf

naar voren schuift. De opleiding mikt op 60 procent van de startende studenten die het diploma zouden moeten

kunnen behalen. Elke student die slaagt voor de eerste zestig studiepunten binnen de twee jaar na zijn

inschrijving behaalt zijn diploma. De professionele bacheloropleiding wordt door minimaal twee derde van de

studentenpopulatie in drie jaar afgerond. De gemiddelde studieduur om het curriculum met succes te doorlopen,

bedraagt 3,5 jaar.

De opleiding baseert zich voor het stellen van deze ambitieuze doelen op de gegevens van de voorbije jaren,

waaruit blijkt dat de gemiddelde studieduur momenteel 3,12 tot 3,26 jaar bedraagt. De opleiding verwacht dat de

studietijd zal stijgen door de invoering van de flexibilisering in het hoger onderwijs. De opleiding merkt op dat

hierdoor de gedrevenheid van de studenten om het curriculum in drie jaar te doorlopen, is afgenomen.

De slaagpercentages van de voorbije jaren schommelen tussen de 60 en 70 procent.

Aanbevelingen ter verbetering:

De opleiding moet zich erover beraden hoe ze de dreigende doorlooptijdtoename als gevolg van de flexibilisering

onder controle kan houden.

Oordeel over onderwerp 6, resultaten: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 6.1, gerealiseerd niveau: goed – MI: voldoende

facet 6.2, onderwijsrendement: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 234: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 3 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n

Globaal oordeel

De visitatiecommissie baseerde haar oordeel en motivering op de volgende bronnen:

- het zelfevaluatierapport van de opleiding en de bijhorende bijlagen,

- de gevoerde gesprekken met de betrokkenen,

- de documenten ter inzage tijdens het bezoek,

- de opgevraagde documenten,

- de reactie van de opleiding op het opleidingsrapport.

Het ZER is vlot leesbaar en geeft een goed beeld van de opleiding, mee dankzij de hyperlinks, die het

consulteren van de bijhorende bijlagen erg vergemakkelijken.

Het ZER is met een kritische blik op de opleiding opgesteld, en geeft zelf de sterke en te verbeteren punten aan.

Een aantal sterke punten van de opleiding komt echter niet duidelijk aan bod in het ZER.

Op basis van de oordelen over:

onderwerp 1, niveau en oriëntatie: voldoende

onderwerp 2, programma: voldoende

onderwerp 3, personeel: voldoende

onderwerp 4, voorzieningen: voldoende

onderwerp 5, interne kwaliteitszorg : voldoende

onderwerp 6, resultaten: voldoende

is de commissie van mening dat er voldoende generieke kwaliteitswaarborgen in de opleiding aanwezig zijn.

Page 235: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t - L i e v e n | 2 3 5

Overzichtstabel van de oordelen

score facet score onderwerp

Onderwerp 1: Doelstellingen van de opleiding voldoende

Facet 1.1: Niveau en oriëntatie voldoende

Facet 1.2: Domeinspecifieke eisen voldoende

Onderwerp 2: Programma voldoende

Facet 2.1: Relatie doelstelling en inhoud goed –

MI: voldoende

Facet 2.2: Eisen professionele gerichtheid goed –

MI: voldoende

Facet 2.3: Samenhang voldoende

Facet 2.4: Studieomvang OK

Facet 2.5: Studietijd voldoende

Facet 2.6: Afstemming vormgeving en inhoud excellent

Facet 2.7: Beoordeling en toetsing voldoende

Facet 2.8: Masterproef n.v.t.

Facet 2.9: Toelatingsvoorwaarden goed

MI: voldoende

Onderwerp 3: Inzet van personeel voldoende

Facet 3.1: Kwaliteit personeel goed

Facet 3.2: Eisen professionele gerichtheid goed

Facet 3.3: Kwantiteit personeel voldoende

Onderwerp 4: Voorzieningen voldoende

Facet 4.1: Materiële voorzieningen goed

Facet 4.2: Studiebegeleiding goed

Onderwerp 5: Interne kwaliteitszorg voldoende

Facet 5.1: Evaluatie resultaten voldoende

Facet 5.2: Maatregelen tot verbetering goed

Facet 5.3: Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en

beroepenveld

voldoende

Onderwerp 6: Resultaten voldoende

Facet 6.1: Gerealiseerd niveau goed –

MI: voldoende

Facet 6.2: Onderwijsrendement voldoende

De oordelen zijn van toepassing voor:

KaHoSL Elektromechanica

- Elektromechanica

- Procesautomatisering

- Klimatisering

- Medische instrumentatie

Page 236: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 3 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n

Page 237: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n | 2 3 7

Hoofdstuk 7 Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen

Algemene toelichting bij de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektromechanica aan de

Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen

KATHO, de Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen, heeft vier campussen in Kortrijk, Roeselare, Tielt en

Torhout.

Het aanbod binnen de KATHO omvat 18 professioneel gerichte bacheloropleidingen en 34 afstudeerrichtingen,

en 2 masteropleidingen in samenwerking met de K.U.Leuven.

De opleiding Elektromechanica is ondergebracht in het departement Industriële wetenschappen en technologie

binnen de campus VHTI in Kortrijk. De volgende afstudeerrichtingen worden ingericht:

- Elektromechanica;

- Klimatisering;

- Automatisering;

- Industrial management.

Tot 1998 werd enkel de optie Klimatisering georganiseerd. De afstudeerrichting Elektromechanica werd hieraan

toegevoegd, gevolgd door Industrial management in het academiejaar 2003-2004 en Automatisering in 2004-

2005.

De afstudeerrichtingen Elektromechanica, Automatisering en Klimatisering zijn voor de eerste 60 studiepunten

gelijklopend. Industrial management is een unieke afstudeerrichting met differentiatie vanaf het eerste deeltraject.

Page 238: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 3 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n

Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding

Facet 1.1 Niveau en oriëntatie van de professioneel gerichte bachelor

Beoordelingscriteria:

De opleidingsdoelstellingen zijn erop gericht de student te brengen tot:

- het beheersen van algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken

van informatie, het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken, creativiteit, het kunnen uitvoeren

van eenvoudige leidinggevende taken, het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en

oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken, en een ingesteldheid tot levenslang leren;

- het beheersen van algemene beroepsgerichte competenties als teamgericht kunnen werken,

oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van

complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk, en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle

oplossingsstrategieën, en het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid die samenhangt met de

beroepspraktijk;

- het beheersen van beroepsspecifieke competenties op het niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar.

Het oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De hogeschool is onderworpen aan de decretale regelgeving op het vlak van financieel en juridisch beleid, en

moet hierover op geregelde tijdstippen verantwoording afleggen. In 2001 werden de opdrachtverklaring en

strategische doelstellingen voor het departement VHTI vastgelegd. Een verdere actualisatie vond plaats door de

Coördinatieraad en de Departementale Raad in het academiejaar 2007-2008.

Sinds 11 juli 2002 behoort de hogeschool tot de Associatie K.U.Leuven. Deze associatie omvat veertien

instellingen van hoger onderwijs.

De missie van de KATHO is gestoeld op drie bouwstenen, namelijk de ontwikkeling van competenties vereist voor

het niveau van bachelor conform het beroepsprofiel, de bevordering van de ontplooiing van eigen talenten met

oog voor de realisatie van toegevoegde waarde, en het stimuleren van de beroeps- en bestaansgerichte

persoonsvorming met ruimte voor waardeontwikkeling, ethische reflectie en zingeving.

Hieraan voegt de KATHO twee accenten toe, namelijk de aandacht voor zelfsturing van de student en het

inbouwen van ethische reflectie.

De opleiding heeft de algemene competenties gedefinieerd als denk- en redeneervaardigheid, het vermogen tot

verwerven en verwerken van informatie, het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken, creativiteit,

het kunnen uitvoeren van eenvoudige taken, het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen

en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken, en een ingesteldheid tot levenslang leren.

De volgende algemeen beroepsgerichte competenties zijn vastgelegd: teamgericht kunnen werken,

oplossingsgericht kunnen werken – waarbij het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe

probleemsituaties in de beroepspraktijk centraal staat –, het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle

oplossingsstrategieën, en het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid die samenhangt met de

beroepspraktijk.

Voor de algemene beroepsgerichte competenties heeft de opleiding gebruikgemaakt van het eindverslag van de

werkgroep Bamaprofielen van de Associatie K.U.Leuven van 31 januari 2003.

Page 239: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n | 2 3 9

De opleiding heeft een aanzet gemaakt tot competentiedenken door de opmaak van een competentiematrix,

waarin de mate van integratie van de aangebrachte competenties in relatie wordt gebracht met de verschillende

onderwijsactiviteiten. Informatiedocumenten voor alle onderwijsactiviteiten waar eindcompetenties worden

aangegeven, zijn van deze matrix afgeleid.

De commissie is van oordeel dat de matrix een complex instrument is en te weinig praktisch geconcipieerd.

De opleiding vestigt de nadruk in het begin van de opleiding hoofdzakelijk op kennis, met een geleidelijke

accentverschuiving naar het aanleren van vaardigheden, waarbij de zelfredzaamheid van de student centraal

staat. De commissie vraagt echter de nodige aandacht om meer multidisciplinaire elementen in te bedden in de

opleiding.

De borging van het beroepsprofiel wordt bewaakt in dialoog met de bedrijfswereld. Indien mogelijk worden bij

aanwerving regelmatig oud-studenten, die al een aantal jaar in de industrie gewerkt hebben, gerekruteerd. Deze

ervaring kan een directe bijdrage leveren tot een aanpassing en evolutie in het curriculum en het

opleidingsprofiel.

De bekendmaking van deze doelstellingen gebeurt via verschillende kanalen. Het meest rechtstreekse zijn de

‘Studie Informatie Documenten’ (SID’s). Deze infofiches zijn te raadplegen via internet, en worden bij de aanvang

van cursussen of onderwijsactiviteiten besproken. Een verdere informatiedoorstroming van de globale

doelstellingen van de opleiding en afstudeerrichtingen is terug te vinden in folders en diverse publicaties.

Aanbevelingen ter verbetering:

De competentiematrix kan vereenvoudigd worden, zodat zij praktisch bruikbaar wordt voor de bijsturing van het

doel van de opleiding om de zelfsturing van studenten te bevorderen.

Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen

Beoordelingscriteria:

- De doelstellingen van de opleiding (uitgedrukt in eindkwalificaties van de student) sluiten aan bij de eisen die

door (buitenlandse) vakgenoten en het relevante beroepenveld gesteld worden aan een opleiding in het

betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroeps- of kunstpraktijk). Ze zijn, in het geval van

gereglementeerde beroepen, in overeenstemming met de reglementering of regelgeving ter zake.

- Voor professioneel gerichte bacheloropleidingen zijn de eindkwalificaties getoetst bij het relevante

beroepenveld.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed – Industrial Management: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De domeinspecifieke doelstellingen zijn op het niveau van de Associatie K.U.Leuven opgesteld. De

domeinspecifieke doelstellingen werden door de departementshoofden en de coördinatoren van de opleiding

opgemaakt. De industrie werd betrokken bij de toetsing van competenties en eindkwalificaties. Elke opleiding

binnen de associatie heeft mogelijkheden gekregen om haar eigen accenten vast te stellen.

De commissie stelt vast dat de competentieprofielen heel vaag (en breed) zijn opgemaakt; dat is ook zo bij de

afstudeerrichting Industrial management. De opleiding is zich hiervan bewust.

Page 240: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 4 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n

De beroepsspecifieke competenties zijn als volgt geconcretiseerd: de ontwikkeling, het testen en beproeven van

elektromechanische systemen. De bachelor Elektromechanica is in staat technische dossiers samen te stellen.

Verder is de bachelor in staat om de technische aspecten van een productieproces te beheren, zoals controles,

afregelingen, configuraties en de opvolging van de kwaliteitseisen van een productiesysteem. Bijkomend omvat

dit de installatie en inbedrijfstelling van elektromechanische systemen. Hij kan ze operationeel houden, en de

onderhoudsproblemen opvolgen en oplossen.

Binnen de beroepsspecifieke competenties horen eveneens de adviesverlening bij de aan- en verkoop van

technologische systemen en producten, en het voorzien van trainingen over elektromechanische systemen.

Voor de afstudeerrichting Industrial management zijn twee competenties verder gedetailleerd, met name: ‘Hij kan

de relatie onderhouden tussen klant en bedrijf’ binnen de competentie ‘advies bij aankoop en verkoop’, en ‘Hij kan

de interface vormen tussen werkvloer en topmanagement’ binnen de competentie ‘training geven over

elektromechanische systemen’.

De opleiding heeft eigen accenten gelegd binnen de diverse afstudeerrichtingen, in vergelijking met het

domeinspecifieke referentiekader dat de commissie opstelde.

De commissie ziet verdere mogelijkheden naar de inbedding van technologie binnen managementopleidingen en

de inbedding van marketing binnen de afstudeerrichting Industrial management.

De domeinspecifieke eisen worden gedifferentieerd naar clusters van taken die men als beginnende

beroepsbeoefenaar moet hebben. Het werkveld heeft daar zijn inbreng in. Ook worden de competenties

internationaal getoetst.

De uitwisseling van ervaringen rond curricula onder lectoren met partnerhogescholen in Europa in het kader van

Erasmus-projecten, heeft geleid tot aanpassingen in het eigen curriculum. Op basis van de uitwisseling met de

hogeschool in Mittweida in (het vroegere Oost-)Duitsland, kwam de afstudeerrichting Industrial management tot

stand.

Naast de afstemming met vakgenoten binnen de associatie is de opleiding eveneens lid van een aantal

vakorganisaties (BIRA, ISA, WTCB, ATIC, BSME, Agoria, FBBE en KVBG), waardoor de doelstellingen verder op

de praktijk worden afgestemd.

De opleiding onderhoudt doorgedreven contacten met de secundaire scholen.

De opleiding heeft geopteerd om het officiële attest bedrijfsbeheer te integreren in het curriculum. Hierdoor komt

ze tegemoet aan het gebrek aan economische vorming vanuit het TSO. Dat is een pluspunt voor de student die

na zijn studies zelfstandig aan de slag wil.

Voor de afstudeerrichting Klimatisering worden de studenten goed voorbereid op de afzetmarkt door het behalen

van een breed arsenaal aan certificaten met toegevoegde waarde, zoals gekwalificeerd technicus voor

stookoliebranders-brandertechnicus, onderhoud en controle van stookolietanks, gekwalificeerd technicus voor

gas en erkend koeltechnicus.

Op basis van de interactie met het werkveld kiest de opleiding bewust voor industriële proefstanden en dus niet

voor modelopstellingen.

De opleiding heeft met de afstudeerrichting Industrial management een niche in de markt gevonden, waarvoor

duidelijk een behoefte blijkt vanuit het werkveld. De commissie waardeert de inspanningen van de opleiding om

kruisbestuiving tot stand te brengen binnen deze afstudeerrichting, door onder meer het aantrekken van ASO-

studenten. Studenten die kiezen voor de afstudeerrichting Industrial management maken deze keuze bij de

aanvang van hun traject.

Page 241: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n | 2 4 1

Aanbevelingen ter verbetering:

Het profiel van de afstudeerrichting industrial management moet duidelijker worden gedefinieerd, conform de

eisen van het domeinspecifieke referentiekader. De informatie die de commissie kon inkijken op de website is een

goede aanzet.

Oordeel over onderwerp 1, doelstellingen van de opleiding: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 1.1, niveau en oriëntatie: voldoende

facet 1.2, domeinspecifieke eisen: goed – IM: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 242: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 4 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n

Onderwerp 2 Programma

Facet 2.1 Relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma

Beoordelingscriteria:

- Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties van de opleiding qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

- De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma.

- De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te

bereiken.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding heeft de competenties ondergebracht in een matrix. Van daaruit wordt de vertaalslag gemaakt naar

het curriculum. De beschreven werkwijze binnen het ZER getuigt van een weldoordachte aanpak om het

onderwijs in deze opleiding aan te pakken. De commissie stelt vast dat de vertaling van het competentiedenken

naar de praktijk een aanvang heeft genomen, maar ziet nog mogelijkheden naar verdere implementatie.

De opleiding heeft diverse acties voor curriculumherziening ondernomen. Initiatieven worden naar voren gebracht

op de opleidingsvergadering en uitgewerkt door de lectoren. Na aftoetsing binnen de Coördinatorenraad worden

nieuwe programma’s voorgelegd aan de Departementale Raad, die dit na eventuele goedkeuring ter

bekrachtiging voorlegt aan het hogeschoolbestuur bij de start van het academiejaar. Externen, collega’s en

alumni worden bij de curriculumherzieningen betrokken.

De opleiding heeft de volgende beroepsspecifieke competenties vastgesteld:

Binnen de afstudeerrichting Elektromechanica wil de opleiding de student in staat stellen complexe installaties te

beheren. De insteek ligt voor de helft in het mechanische domein, onder de vorm van mechanica en toegepaste

mechanica, en is voor de andere helft ondergebracht in de elektrotechniek, via opleidingsonderdelen als

elektrotechniek en automatisering. Studenten worden bijkomend gestimuleerd in het aanpakken van

elektromechanische probleemstellingen door middel van een kritische en zelfstandige ingesteldheid.

In de afstudeerrichting Klimatisering worden de studenten opgeleid in de verschillende ontwikkelingsfases en

implementaties van installaties, evenals de gebouwen en producten die er operationeel zijn. Zowel koeling,

verwarming, koeltechniek als alternatieve energie is in het curriculum opgenomen. Er is ook specifieke aandacht

voor domotica, en gebouwenbeheer en -automatisering.

Zowel zelfstandig werken als groepswerk wordt gestimuleerd. Men beoogt een polyvalente vorming.

De afstudeerrichting Automatisering leidt studenten op die automatisering in productieprocessen kunnen opzetten

van ontwerp tot realisatie, inclusief optimalisatie en onderhoud. Dit vertaalt zich onder meer in de

opleidingsonderdelen elektrotechniek, industriële netwerken, automatisering, regeltechniek, SCADA en MES.

In de opleiding bachelor Elektromechanica, afstudeerrichting Industrial management, wordt technologische

deskundigheid met managementcompetenties gecombineerd. Er is aandacht voor aan- en/of verkoop, productie-

en/of werkplanning en werkopvolging. De afgestudeerde wordt gezien als middenkaderfunctie in een

onderneming. Naast de technische bagage worden managementvakken aangereikt op het vlak van logistiek- en

projectmanagement, HRM en economie, en juridisch beheer.

Page 243: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n | 2 4 3

De commissie concludeert evenwel uit de gesprekken met de studenten en afgestudeerden dat de lat op het

niveau van talen binnen de afstudeerrichting industrial management hoger kan worden gelegd.

Veiligheid verdient eveneens meer aandacht in het curriculum. De inbedding van het veiligheidsaspect binnen de

opleiding biedt een meerwaarde voor de student bij het instappen in de praktijk.

De opleiding wil een degelijke basisopleiding voorzien die de student in staat stelt de verworven competenties in

de praktijk uit te dragen. Daarnaast wordt aandacht besteed aan een aantal vaste waarden, zoals het opkomen

voor zichzelf, voor anderen en voor de organisatie waarbinnen men werkt en leeft, eerlijkheid, loyaliteit en

nauwgezetheid, en verantwoordelijkheidszin.

De niveaubepalingen die in de huidige opleidings- en beroepsprofielen worden gebruikt, werden in een Europees

kader ontwikkeld (Cedefop: European Centre for the Development of Vocational Training).

De opleiding besteedt aandacht aan internationalisering binnen het programma, zowel naar studentenmobiliteit,

uitgaande en inkomende studenten als door het aanbod aan vreemde talen (Frans, Engels en Duits) binnen het

curriculum. Bezoeken aan vakbeurzen, internationale bedrijven en bedrijvencontactdagen brengen

internationalisering op de voorgrond. Studenten worden aangemoedigd om anderstalige informatiebronnen te

raadplegen. Daarnaast kunnen derdejaarsstudenten als keuzevak ‘Global issues of the 21st century’ volgen,

waarbij de voertaal Engels is. Samenwerking met anderstalige inkomende studenten tijdens laboprojecten

versterkt de internationale ervaring.

De verwachte competenties zijn terug te vinden in de studie- en informatiedocumenten die te vinden zijn op de

website van de hogeschool.

Binnen de looptijd van de opleiding worden examens en permanente evaluaties aangewend ter toetsing. De

stage en/of het eindwerk, waarin de bereikte competenties en vakdeskundigheid worden weerspiegeld, worden

als sluitstuk van de opleiding gezien.

Het geïntegreerde project in het laatste deeltraject, waarin studenten in groepjes van vijf tot zes personen

samenwerken, vormt het sluitstuk van de opleiding. Er wordt gebruikgemaakt van leertoepassingen die de

student aanzetten tot levenslang leren.

De opleiding doet inspanningen om recente onderwijsontwikkelingen te implementeren in het curriculum. De

voornaamste insteek bevindt zich in de technologische en onderwijskundige evoluties.

Aanbevelingen ter verbetering:

De opleiding heeft een aanzet gemaakt met het vertalen van competentiedenken naar de praktijk. Dit moet verder

worden geïmplementeerd.

De commissie meent dat de lat hoger moet worden gelegd bij de uitdieping van talen in het curriculum voor IM.

Page 244: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 4 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n

Facet 2.2 Eisen professionele gerichtheid van het programma

Beoordelingscriteria:

- Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroeps- of kunstpraktijk ontleend

studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk, de kunstpraktijk en/of (toegepast) onderzoek.

- Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline.

- Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroeps- of artistieke vaardigheden en heeft aantoonbare

verbanden met de actuele beroepspraktijk.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De studenten worden door middel van opdrachten en opzoekingwerk gestimuleerd tot zelfstandig werken. De

opleiding wakkert de professionele gerichtheid aan door middel van voordrachten en bedrijfs- en beursbezoeken.

Gespreksvaardigheden en vergadertechnieken zijn in het programma opgenomen.

Door het eindwerk maakt de student concreet kennis met de werksfeer die in een bedrijf heerst, en wordt hij

daadwerkelijk in een project ingeschakeld. Hierdoor komt hij in een team van medewerkers terecht en wordt hij in

de dagdagelijkse praktijk ondergedompeld. Tot slot wordt het eindwerk aan een jury gepresenteerd, waarbij de

zelfredzaamheid van de student tot uiting komt.

Recente ontwikkelingen in de beroepspraktijk worden door de opleiding in het curriculum opgenomen.

Voorbeelden hiervan zijn onder meer SCADA/MES en groene energie. Daarnaast is de nieuwe afstudeerrichting

Industrial management het resultaat van een vraag uit het werkveld. Het curriculum van deze opleiding is al

meermaals bijgestuurd en verfijnd.

De coördinator Elektromechanica was verschillende jaren ook departementaal coördinator Projectmatig

Onderzoek. Vanuit deze opportuniteit kon de opleiding meewerken aan enkele IWT-projecten, in samenwerking

met het Innovatiecentrum West-Vlaanderen. De ervaringen van het lectorenkorps leverden een positieve bijdrage

aan de opleiding.

De oprichting van het Kenniscentrum HVAC is een troef voor de opleiding. Het centrum is gemachtigd om de

volgende certificaten af te leveren: gekwalificeerd technicus voor stookoliebranders-brandertechnicus, onderhoud

en controle van stookolietanks, gekwalificeerd technicus voor gas en erkend koeltechnicus.

De interactie met de beroepspraktijk onder de vorm van de ‘fabriek’ wordt door de commissie gewaardeerd.

Elk academiejaar wordt een week voorzien voor bedrijfsbezoeken. Bezoeken aan (internationale) beurzen

worden ook in het opleidingsprogramma opgenomen.

De coördinator Internationalisering evalueert de samenwerking met buitenlandse instellingen, mee door de

studentenbevragingen die op het einde van de uitwisseling worden teruggekoppeld. Het departement heeft een

samenwerking met een 45-tal hogescholen. Studenten worden gemotiveerd via sensibiliseringscampagnes en de

infobrochure die op Toledo is terug te vinden. Potentiële studenten worden gescreend; na goedkeuring wordt een

contract met de partnerhogeschool aangegaan. De student moet wel het keuzevak ‘Global issues of the 21st

century’ volgen, samen met de inkomende studenten. Accommodatie wordt door de buitenlandse instelling

voorzien. De student moet tijdens zijn verblijf een rapport opmaken en terugkoppelen om eventuele problemen te

detecteren en van een oplossing te voorzien.

Inkomende studenten worden door de dienst Internationalisering begeleid, gehuisvest en van de nodige

informatie voorzien. Zij krijgen het programma voor inkomende studenten voorgeschoteld, waarin onder meer een

Page 245: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n | 2 4 5

cursus Nederlands is opgenomen. Het departementale programma bestaat uit een project of eindwerk, dat op

dezelfde manier wordt opgevolgd als voor de reguliere studenten.

De deelname aan de Summer School in Patras (Griekenland) op het vlak van hernieuwbare energiebronnen door

een vastgesteld aantal studenten levert eveneens credits op voor dat keuzevak.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 2.3 Samenhang van het programma

Beoordelingscriterium:

- Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het eerste academiejaar wordt gezamenlijk ingericht voor de afstudeerrichtingen Elektromechanica,

Automatisering en Klimatisering. Voor de afstudeerrichting Industrial management wordt evenwel al vanaf het

eerste deeltraject gedifferentieerd door het organiseren van niet-samenlopende vakken, en worden de studenten

als een aparte groep beschouwd.

In het eerste deeltraject wordt de basis gelegd door theoretische en technologische vakken. Door middel van

labo’s wordt de theorie gekoppeld aan de praktijk. De commissie kon uit de gesprekken met de lectoren

vaststellen dat onder meer voor wiskunde en fysica een verdere afstemming plaatsvindt met de technische

vakken.

Het tweede deeltraject kenmerkt zich door een verdere uitdieping van de basisvakken en intensievere

labotoepassingen. In functie van de afstudeerrichting komen ook de vakspecifieke opleidingsonderdelen aan bod.

Het laatste jaar beslaat twee delen van elk dertig studiepunten. Het eerste semester omvat hoofdzakelijk alle

technologische vakken, gecombineerd met een uitvoerige toepassing binnen de labo’s. Binnen het tweede

semester wordt een opdeling gemaakt naar een geïntegreerd project van tien studiepunten, waarin een vijf- tot

zestal studenten één gezamenlijke opdracht tot een goed einde brengen. Optioneel wordt een small business

project aangeboden, in samenwerking met VLAJO. Lectoren worden als coach aangeduid. De duur bedraagt een

zestal weken, en het small business project wordt gevolgd door tien weken eindwerkstage. De onderwerpen voor

de stage en het project/eindwerk worden grotendeels door de student bepaald. De vakoverschrijdende

competenties worden pas in het zesde semester aangereikt.

De opleiding voorziet eveneens in een keuzeopleidingsonderdeel van drie studiepunten. Binnen de Associatie

K.U.Leuven vond een verdere afstemming plaats over keuzevakken die aanleiding geven tot vrijstellingen, zowel

naar master- als naar GPB-opleidingen. Verder zijn er masteropleidingen industriële wetenschappen en

schakelprogramma’s die in de lijn liggen van de aangeboden opleidingen.

Flexibele leertrajecten worden aangeboden door de erkenning van EVC/EVK. De procedure voor toewijzing van

eerder verworven kwalificaties of credits is hogeschoolbreed vastgelegd en algemeen geldend.

Page 246: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 4 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n

De opleiding voorziet in de mogelijkheid tot het behalen van een bachelor na bachelor als het leertraject het

toelaat om het in één academiejaar af te ronden. Het leertraject op zich kan ook worden beïnvloed door examen-

of creditcontracten.

Aanbevelingen ter verbetering:

De initiatieven die ondernomen worden in het kader van projectmatig werken moeten meer in één leerlijn worden

aangebracht.

Facet 2.4 Studieomvang

Beoordelingscriterium:

- De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de studieomvang, bachelor: ten minste 180

studiepunten.

Oordeel van de visitatiecommissie: OK

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding bestaat uit 3 studiejaren van elk 60 studiepunten. In totaal wordt dus een opleidingsprogramma

georganiseerd van 180 studiepunten, en voldoet de opleiding hiermee aan de formele eisen met betrekking tot de

minimale studieomvang van een professionele bachelor.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 2.5 Studielast

Beoordelingscriteria:

- De werkelijke studietijd wordt getoetst en sluit aan bij de normen vastgesteld krachtens decreet.

- Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de

studievoortgang belemmeren, zo veel mogelijk worden weggenomen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De hogeschool staat in voor de planning van de studietijdmetingen. Inmiddels werd een tweetal metingen

uitgevoerd voor de academiejaren 2006-2007 en 2007-2008.

Voor de studietijdmeting wordt gebruikgemaakt van de methode van paarsgewijze vergelijking in het eerste en

tweede deeltraject. Deze methode blijkt niet even nauwkeurig als een bevraging van de studenten over alle

Page 247: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n | 2 4 7

opleidingsonderdelen, maar vergt minder tijd en arbeid van de student. Informatie wordt in het derde deeltraject

door middel van tijdschrijven verzameld, voor dertig studiepunten, bestaande uit het eindwerk en het

geïntegreerde project.

De resultaten van de studietijdmeting worden in de Coördinatorenraad en in de opleidingsvergaderingen

besproken.

De opleiding constateert in het eerste deeltraject een studielast van 927 uur, wat ver beneden de decretale

minimumgrens ligt van 1500 uur. Er werd evenwel een sterk verschil geconstateerd tussen individuele

opleidingsonderdelen, in positieve en negatieve zin.

De studielast in het tweede deeltraject bevindt zich eveneens onder de minimumgrens, zij het een stuk minder

(1441 uur). Heel wat vakken scoren binnen de opgelegde minimum- en maximumgrens. Geen enkel vak haalt de

maximale bovengrens van 30 uur per studiepunt. Vooral de talen die in het curriculum worden aangeboden,

vertonen een lagere studielast. Hetzelfde scenario werd vastgesteld voor de labo’s binnen de afstudeerrichting

Klimatisering. Er moet evenwel vermeld worden dat de bevragingen in het tweede deeltraject omwille van een te

beperkte steekproef slechts een indicatieve waarde hebben.

Eenzelfde trend wordt geconstateerd in het derde deeltraject, inclusief de geïntegreerde proef en het eindwerk.

De commissie stelt vast dat de opleiding studietijdmetingen heeft uitgevoerd, maar dat die inhoudelijk in de

meeste gevallen slechts richtinggevend zijn en bijgevolg niet steeds representatief kunnen zijn.

De opleiding houdt eveneens de decretale minimumgrens als streefwaarde aan, terwijl de minimumgrens de

drempelwaarde is.

De opleiding heeft sinds de beschikbaarheid van de resultaten een aanzet genomen om de studiebelasting te

verhogen. De opleidingsonderdelen werden inmiddels bijgestuurd, wat resulteert in een hogere taakbelasting voor

de student. De commissie stelt vast dat de voorbereidingen voor de labosessies niet diepgaand zijn gedefinieerd.

De studiepunten die aan elk opleidingsonderdeel worden toegekend, zijn terug te vinden in de studiegids.

Binnen het derde deeltraject vermindert het aantal contacturen door de integratie van het geïntegreerde project,

de stage en het eindwerk, en eveneens door het keuzeopleidingsonderdeel.

De opleiding heeft de studiebelemmerende en -bevorderende factoren in kaart gebracht. Grootste knelpunten

waren de late informatieverstrekking aan de student in verband met de aanwezigheden van lectoren, de beperkte

stille ruimtes voor studenten, de studiementaliteit, uurroosterregelingen, individuele trajecten en de nood aan

aangepaste lokalen in functie van de klasgroepen.

Studenten uit het eerste deeltraject krijgen een elektronische leerstijlscreening, waarvan de resultaten met de

ombudsman of begeleider worden doorgenomen. Verder zijn er instaptoetsen voor wiskunde, met vrijstelling voor

een aantal lessen bij voldoende voorkennis van het vak en een goede score op de test. Er wordt bovendien een

monitoraat ingericht voor de vakken wiskunde, mechanica, elektriciteit, elektronica, fysica en chemie.

Aanbevelingen ter verbetering:

De gemeten studietijd ligt te laag ten aanzien van de decretale minimumgrens binnen het eerste deeltraject. De

commissie beveelt aan deze lacune aan te vullen door een betere controle van de studiepunten per vak.

De opleiding moet de zelfwerkzaamheid van de studenten stimuleren, door de voorbereiding voor labo’s

diepgaander te definiëren en door te trekken

Page 248: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 4 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n

Facet 2.6 Afstemming tussen vormgeving en inhoud

Beoordelingscriteria:

- Het didactische concept is in lijn met de doelstellingen.

- De werkvormen sluiten aan bij het didactische concept.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De diverse werkvormen die door de opleiding worden aangewend, zijn opgemaakt door de betrokken lectoren en

opgenomen in een studie- en informatiedocument (SID). In het document worden de begincompetenties en de

leermiddelen die vereist zijn, geschetst. Dit wordt bij de aanvang van de cursus met de studenten doorgenomen.

Daarnaast zijn deze documenten te consulteren op de website van de hogeschool.

De opleiding begeleidt de studenten naar zelfstandigheid en zelfsturing doorheen het opleidingstraject door

middel van praktijksessies onder de vorm van labo, projectwerk, stage en eindwerken. De commissie waardeert

de integratie van het small business project (SBP), de geïntegreerde proef en de robot als vernieuwende

onderwijsvormen in het curriculum. Het gebruik van de competentie-indicator in samenwerking met het Vlerick

Instituut voor de rolverdeling binnen de SBP, is een pluspunt.

Er worden ook veel inspanningen gedaan om de ondernemerszin aan te scherpen bij de studenten. Door deel te

nemen aan het SBP-programma van VLAJO (Vlaamse Jonge Ondernemingen) worden de studenten

geïntroduceerd in de juridische en organisatorische aspecten die eraan te pas komen bij het opzetten van een

eigen bedrijf.

Lectoren zijn verantwoordelijk voor de didactische aanpak, en krijgen hierbij ondersteuning van een

departementale onderwijscoach en het Impulscentrum voor Onderwijsvernieuwing van de hogeschool. Bijgevolg

zijn de lectoren zelf verantwoordelijk voor de opbouw en samenhang van het aangeboden cursusmateriaal. Door

vorming en bijscholing blijft de lector op de hoogte van evoluties in zijn vakgebied. De certificaten die behaald

kunnen worden bij de afstudeerrichting Klimatisering zijn een troef voor de opleiding.

Er is een departementale aanpak naar het handhaven van kleine klasgroepen om de integratie van kennis en

vaardigheden optimaal te laten verlopen. Er wordt hierbij beoogd om maximaal veertig studenten toe te laten voor

theorielessen en maximaal twintig voor labo-oefeningen.

De commissie apprecieert de manier waarop de opleiding creatieve oplossingen bedacht heeft om de

beladingsgraad in de laboratoria te bewaken.

Er wordt een waaier aan werkvormen aangeboden. Het eerste deeltraject kenmerkt zich hoofdzakelijk door het

aanreiken van theorie met oefeningen, of de uitvoering van individuele opdrachten. Daarnaast zijn er labo’s waar

zelfstudie en kennisoverdracht plaatsvindt en waar testen worden afgenomen om de voorbereiding van de

feitelijke labo’s te toetsen. Projectonderwijs wordt vanaf het tweede deeltraject aangeboden. Het creatief omgaan

met geïntegreerde projecten draagt bij tot het organiseren van kleinere klasgroepen.

De opleiding beschikt over goed uitgeruste leslokalen die digitale onderwijsmiddelen toelaten. Er is een

bijkomende ondersteuning door de Multimediacel van de hogeschool, waardoor multimediale leermiddelen aan

de student kunnen worden aangeboden. Daarnaast wordt ook gebruikgemaakt van handboeken, syllabi,

presentaties en simulaties. De leermiddelen zijn in de SID-documenten terug te vinden.

Syllabi zijn beschikbaar in digitale vorm en worden opgemaakt in overeenstemming met een sjabloon, dat ter

beschikking wordt gesteld door de dienst Onderwijs en Kwaliteit. Het Impulscentrum van de KATHO ontwikkelt

innovatieve leermiddelen ten behoeve van de lectoren.

Page 249: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n | 2 4 9

Het elektronische leerplatform Toledo wordt gebruikt als communicatiemiddel met de student voor de organisatie

van onderwijsactiviteiten. Ook cursusmateriaal en presentaties kunnen op deze manier aan de student worden

aangereikt. Lectoren brengen oefeningen en toetsen aan ter zelfevaluatie voor de student.

De commissie waardeert de functionele inzet van Toledo.

Voor schriftelijke onderwijsleermiddelen heeft de dienst Onderwijs en Kwaliteit criteria opgesteld waaraan deze

middelen moeten voldoen. Deze criteria worden opgesomd in het document ‘Kwaliteitsvolle leermiddelen’, waarin

zowel de vorm als de didactische en technische aspecten bij de opmaak van SID-documenten en cursussen aan

bod komen.

Het departement beschikt over een eigen cursusdienst waar cursussen gedigitaliseerd kunnen worden om zo op

het elektronische leerplatform terecht te komen. De lectoren zijn zelf verantwoordelijk voor het tijdig indienen van

de cursussen. Samen met de handboeken worden zij tijdens de eerste lesweek aan de studenten aangeboden.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 2.7 Beoordeling en toetsing

Beoordelingscriterium:

- Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat en voor studenten inzichtelijk getoetst of de

studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Toetsing vindt binnen de opleiding plaats tijdens de voorziene examenperiodes of aan de hand van permanente

evaluaties tijdens het jaar. De evaluatievorm is opgenomen in de SID-documenten die bij de aanvang van de

cursus aan de student worden gecommuniceerd. Elke student ontvangt ook een informatiebundel waarin het

examenreglement is opgenomen. Vooral labo’s, oefensessies en taalvakken worden door middel van permanente

evaluatie opgevolgd. Hiervoor houdt de student een portfolio bij.

De commissie bevestigt dat de examenvragen op niveau staan.

Peer assessment blijkt slechts deels geïntegreerd binnen de opleiding. Zo komt peer assessment nog niet aan

bod binnen de afstudeerrichting industrial management. Groepen worden alfabetisch verdeeld en blijven gelijk

samengesteld gedurende het academiejaar.

Studenten worden één maand op voorhand via Toledo op de hoogte gebracht van de examenroosters. Die

werden voordien al met inspraak van de Studentenraad opgemaakt. De studentenvertegenwoordigers bevestigen

dat deze aanpak goed werkt.

In het eerste en tweede deeltraject zijn twee examenperiodes voorzien na de kerstvakantie en op het einde van

het academiejaar, voorafgegaan door een week blok. In juni zijn de jaarexamens en wordt men ondervraagd over

de resterende leerstof van het tweede semester, of over opgestarte vakken in het tweede semester. Het

eindresultaat per opleidingsonderdeel wordt op het einde van het jaar bepaald en gequoteerd op 20. Een student

is geslaagd bij een score van 10 op 20. Bij het niet-slagen van een student wordt de mogelijkheid geboden om

opleidingsonderdelen uit een volgend academiejaar op te nemen.

Page 250: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 5 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n

Examenvragen worden op vraag van de student van de te behalen punten voorzien. De examenmodaliteiten zijn

in het examenreglement opgenomen. Studenten krijgen via de Academische Raad en de Departementale Raad

inspraak bij het opstellen en aanpassen van het examenreglement.

De afstudeerrichting industrial management wordt evenwel al vanaf het eerste deeltraject afzonderlijk ingericht,

gezien het specifieke karakter van de opleiding. Een beperkt aantal vakken wordt toch samen met een andere

afstudeerrichting georganiseerd.

Het derde deeltraject kenmerkt zich door het afnemen van alle examens in de eerste examenperiode. Het tweede

semester staat in het teken van het geïntegreerde project, de stage en het eindwerk. De geïntegreerde proef

wordt zowel permanent als in de evaluatieweek geëvalueerd. In juni vindt de verdediging van het eindwerk plaats.

Een tweede zittijd wordt ingericht eind augustus/begin september. De opleiding voorziet in een

inhaalexamenperiode via de ombudsman voor studenten die een geldige reden voor afwezigheid hadden.

Na afloop van de schriftelijke examens hebben de studenten het recht hun examens in te kijken. Een eventuele

deliberatie vereist de aanwezigheid van alle lectoren, waarbij naar een consensus wordt gestreefd. Elke

beoordeling wordt ook getoetst aan het klasprofiel.

De Ombudsdienst houdt toezicht op het correcte verloop van het toetsen. Parallelle klassen met eventueel

verschillende lectoren krijgen hetzelfde examen met een gelijklopende evaluatie. Resultaten van toetsen in het

buitenland worden volgens het ECTS-systeem herschaald naar Vlaamse scores. Departementaal zijn

gemeenschappelijke beoordelingscriteria vastgelegd.

Studenten worden op het einde van het tweede deeltraject aangesproken over mogelijke projecten voor het

eindwerk. Het is evenwel de student die de contacten moet leggen met de bedrijven, zodat een onderwerp kan

worden afgelijnd in samenspraak met de coördinator. Dit leidt tot een overeenkomst met het bedrijf. De opdracht

zelf wordt opgevolgd door een stage- of eindwerkbegeleider en een coach vanuit het bedrijf. De stageportfolio

maakt de student wegwijs in de verwachtingen bij stages en eindwerken. Opdrachten worden veelal met twee

uitgevoerd.

De criteria voor de opdrachtomschrijving en beoordeling van stages en eindwerken moeten duidelijk bepaald zijn.

Tijdens de stage- en eindwerkperiode wordt de student vanuit de opleiding opgevolgd. De mentor bezoekt op

regelmatige tijdstippen het bedrijf en bespreekt de voortgang met de bedrijfscoach. De student bezorgt wekelijks

een rapport aan de begeleiders en houdt zelf een logboek bij. De mentor kan waar nodig bijsturen. Hij neemt

initieel ook het eindwerk door en bereidt de verdediging voor bij de proefverdedigingen die worden ingericht.

Stages en eindwerken worden zowel door permanente evaluatie als door eindwerkverdediging getoetst. De

eindwerkbegeleider en bedrijfscoach scoren de permanente evaluatie. Hierbij wordt via een checklist nagegaan of

de student de vereiste competenties heeft bereikt. De commissie stelt echter vast dat de evaluatie van de stage

en die van het eindwerk sterk met elkaar verweven zijn en bijgevolg niet eenduidig kunnen worden gescheiden.

De eindwerkverdediging is openbaar en gebeurt eind juni voor een jury bestaande uit bedrijfsmensen en lectoren

van het departement VHTI. Bij deze evaluatie wordt rekening gehouden met de voordracht en presentatie van het

eindwerk, de inhoud, de vormgeving en de lay-out van de scriptie.

De stage en het eindwerk worden als volgt gequoteerd: één derde door de bedrijfscoach en één derde door de

eindwerkbegeleider in onderling overleg; en één derde wordt tijdens de openbare juryverdediging verdiend.

Page 251: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n | 2 5 1

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie is van oordeel dat peer assessment verder moet worden uitgebouwd.

De criteria voor de opdrachtomschrijving en beoordeling van stages en eindwerken moeten duidelijk bepaald zijn.

Het beoordelingsdocument voor stages en eindwerken aan de hand van competenties vormt een goede aanzet,

maar moet worden doorgetrokken naar de permanente evaluatie van de praktijksessies

Facet 2.8 Masterproef

Niet van toepassing voor een professioneel gerichte bacheloropleiding.

Facet 2.9 Toelatingsvoorwaarden

Beoordelingscriteria:

Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten

bachelor:

- diploma secundair onderwijs, diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan,

diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie, of een diploma of getuigschrift dat bij of krachtens

een wet, decreet, Europese richtlijn of een andere internationale overeenkomst als gelijkwaardig wordt

erkend;

- door het instellingsbestuur bepaalde voorwaarden voor personen die niet aan de bovengenoemde

voorwaarden voldoen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De toelatingsvoorwaarden voor de bachelor-masteropleiding worden volgens de decretale en reglementaire

bepalingen nageleefd.

De missie van de hogeschool vermeldt uitdrukkelijk de optie om hindernissen voor mensen met

functiebeperkingen of met specifieke zorgvragen te verminderen en hen kansen te bieden, zodat zij alsnog een

diploma kunnen behalen. Voor buitenlandse studenten verwacht men een basiskennis Nederlands niveau 4. Er

worden evenwel afwijkingen toegestaan in specifieke gevallen, wanneer zij door een assessment zijn

voorafgegaan.

Meer dan 97 procent van de eerstejaarsstudenten komt uit West-Vlaanderen. 92 procent van hen komen uit het

TSO, met een minimale instroom van 6 procent uit het ASO. Meer dan 60 procent van de instromers heeft een

achtergrond in Elektromechanica, en 95 procent van alle studenten zijn generatiestudenten. De hogeschool wil

via de afstudeerrichting IM meer ASO-studenten aantrekken.

Studenten vanuit een zwakkere instroom kunnen hun kennis bijschaven door een tweedaagse inhaalcursus

wiskunde en de monitoraten voor de vakken wiskunde, fysica, chemie, elektriciteit, elektronica en mechanica. De

Page 252: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 5 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n

commissie waardeert de toets voor wiskunde in het eerste deeltraject met vrijstelling en een alternatief

takenpakket.

De monitoraten worden zo goed mogelijk ingepast in het lessenrooster. Bij inschrijving wordt in functie van de

vooropleiding ingeschreven voor één of meerdere monitoraten. De deelname is evenwel vrijblijvend.

Door regelmatige contacten met het secundair onderwijs is er een verdere afstemming naar het leerprogramma.

De eerstejaarsstudenten worden zo goed mogelijk geïnformeerd over studiemethodes door het panelgesprek

‘Efficiënt studeren in hoger onderwijs’, waar lectoren, studenten en STUVO aan deelnemen. Daarnaast is er een

leerstijlscreening (‘Inventaris Leerstijlen Hoger Onderwijs’ van Vermunt en Van Rijswijk), zodat de student

zelfsturend kan handelen in zijn studiemethode en -organisatie. De beide initiatieven zijn facultatief.

De opleiding houdt rekening met geïndividualiseerde trajecten. Hiervoor stelt het departementshoofd, in

samenspraak met de betrokken student, het opleidingsprogramma samen. De reden voor de opmaak van een

dergelijk geïndividualiseerd traject is dat de student EVK’s (eerder verworven kwalificaties), EVC’s (eerder

verworven competenties) of creditbewijzen behaald in de eigen of een andere instelling kan voorleggen. De

regeling is vastgelegd in de onderwijsregeling. EVC’s aanvragen is nog niet voorgekomen. De

opleidingscoördinator treedt in voorkomend geval op als studietrajectbegeleider.

Er zijn ook speciale regelingen voor studenten met een functiebeperking en met een topsportstatuut.

De opleiding beschikt ook over voorsteltrajecten tot het behalen van een bijkomend bachelordiploma voor

studenten die in het departement al een diploma hebben behaald. De meeste studenten die verder studeren,

kiezen voor een masteropleiding. De mogelijkheden na afstuderen worden in een infosessie teruggekoppeld aan

de studenten. Verder onderhoudt de hogeschool nauwe banden met andere hogescholen in het kader van

schakelprogramma’s voor eigen studenten. De banaba’s die gevolgd kunnen worden na de initiële opleiding

aanziet de commissie als een pluspunt.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie stelt vast dat de mogelijkheden naar monitoraat, de leerstijltests en instaptoetsen facultatief zijn en

daardoor onderbenut. Extra stimulansen zijn vereist om dit verder aan te zwengelen.

Page 253: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n | 2 5 3

Oordeel over onderwerp 2, programma: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 2.1, relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma: voldoende

facet 2.2, eisen professionele gerichtheid van het programma: goed

facet 2.3, samenhang van het programma: voldoende

facet 2.4, studieomvang: OK

facet 2.5, studielast: voldoende

facet 2.6, afstemming tussen vormgeving en inhoud goed

facet 2.7, beoordeling en toetsing: voldoende

facet 2.8, masterproef: n.v.t.

facet 2.9, toelatingsvoorwaarden: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 254: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 5 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n

Onderwerp 3 Inzet van het personeel

Facet 3.1 Kwaliteit van het personeel

Beoordelingscriterium:

- Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het

programma.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De professionele gedegenheid van het lectorenkorps en de medewerking die verleend wordt aan IWT-projecten

leveren een wezenlijke bijdrage aan de opleiding.

De hogeschool rekruteert enkel kandidaten als onderwijzend personeel met een masterdiploma die een

onderwijskundig diploma op zak hebben of moeten behalen binnen de vijf jaar. Mensen met enkele jaren

beroepservaring hebben daarbij de voorkeur.

Er is een uitgewerkt protocol ten aanzien van de opdrachtomschrijving, aanstellingsprocedures, de

evaluatieprocedure en de benoemingen die in het Hogeschool Onderhandelingscomité (HOC) zijn afgesloten en

hogeschoolbreed van toepassing zijn. Departementaal vertaalt zich dit in een Departementaal Onderhandelings-

comité (DOC) en een Departementale Raad (DR).

De hogeschool maakt gebruik van een vastgestelde aanwervingprocedure. Potentiële kandidaten worden

geselecteerd en uitgenodigd voor een gesprek bij het departementshoofd. Er zijn twee selectiecommissies,

waarbij de ene commissie vanuit het VHTI aandacht heeft voor de professionele aspecten, en de tweede

commissie vanuit KATHO aandacht heeft voor de sociaaljuridische aspecten van de vacature. De kandidaten

worden eveneens aan een psychometrische test onderworpen. De commissies formuleren een advies aan het

directiecomité. De uiteindelijke beslissing ligt bij de algemeen directeur, die in de praktijk het advies van het

directiecomité steeds volgt.

Taakstellingen zijn departementaal geregeld in het Hogeschool Onderhandelingscomité (HOC). Het

departementshoofd is verantwoordelijk voor de diverse functieomschrijvingen.

De lesopdracht wordt in het Departementale Onderhandelingscomité bepaald. 486 uur wordt als een lesopdracht

van 100 procent aangezien. Naast de fysieke opdracht impliceert dit eveneens de voorbereidende aspecten, de

opmaak en verbetering van examens enzovoort. Daarnaast werd een aantal bijkomende krijtlijnen ten aanzien

van de lector vastgelegd in de hoedanigheid van onderwijsverstrekker en leerbegeleider, onderwijsdeskundige, lid

van een opleiding, en lid van de KATHO en het departement.

Een nieuwe lector heeft tijdens het eerste academiejaar een onderhoud met het departementshoofd. Dit wordt

gevolgd door een functioneringsgesprek op het einde van het tweede jaar. De zelfevaluatie van de lector, het

lesmateriaal en het professionaliseringsdossier dienen hierbij als hulpmiddel. Pas het jaar daarop vindt een

vervolg op de evaluatie plaats.

Elke lector wordt vijfjaarlijks geëvalueerd. Een functioneringsgesprek vindt plaats het jaar voorafgaand aan de

evaluatie. Zo wil men de behoeften van het personeelslid vaststellen, die afstemmen op de organisatie en

doelstellingen formuleren voor de toekomst. De functioneringsgesprekken zijn verankerd in het kwaliteitszorg-

Page 255: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n | 2 5 5

model van de KATHO. Het rapport van een personeelsevaluatie wordt schriftelijk aan de betrokkene

overgemaakt.

De evaluatieprocedure is vastgesteld en omvat eveneens feedback van de student. De laatste evaluatie vond kort

voor de visitatie plaats.

Lectoren kunnen zich kandidaat stellen voor diverse functies, zowel departementaal als op het niveau van de

hogeschool. Binnen de KATHO is er evenwel geen bevorderingsregeling tot hoofd-/praktijklector omwille van

financiële beperkingen. De onderwijsloopbaan is doorgaans vlak. Personeelsleden kunnen wel kadertaken

opnemen (opleidingscoördinator, wetenschappelijk onderzoeker of – op KATHO-niveau – coach van een

projectgroep). Diensthoofden en departementshoofden worden aangesteld door het hogeschoolbestuur.

Voor administratief personeel is een functieclassificatieprocedure aanwezig, waardoor een gewijzigde

taakinvulling kan leiden tot een hogere loonschaal.

De Academische Raad en het Hogeschool Onderhandelingscomité vervullen hun rol conform de bepalingen van

het Hogescholendecreet. Op departementaal vlak vertaalt zich dit in een Departementaal Onderhandelingscomité

en de Departementale Raad.

De opdracht van een lector bestaat uit een gemeenschappelijke functie-inhoud en dus ook een

gemeenschappelijk profiel, aangevuld met specifieke opdrachten die door het departement werden geformuleerd.

Op basis hiervan blijkt de inzetbaarheid van de lector binnen de hogeschool.

Binnen de hogeschool en het departement wordt prioriteit gegeven aan het didactische gebeuren en dus aan de

financiële middelen voor het onderwijzende personeel. De omkadering wordt door de raad van bestuur

vastgelegd. Departementaal wordt hieraan invulling gegeven door het departementshoofd en de

Coördinatorenraad, met voorlegging aan het Departementaal Onderwijscomité. De opleidingscoördinator

bespreekt de opdrachtverdeling met de lectoren. Via de Coördinatorenraad vindt een verdere afstemming plaats.

Zodra de studentenaantallen voorlopig gekend zijn, krijgen de betrokken lectoren voor het einde van het lopende

academiejaar een overzicht met de gedetailleerde opdracht voor het daaropvolgende academiejaar. Eventuele

correcties vinden, indien nodig, nog plaats bij het begin van het academiejaar.

De opleiding ondervindt moeilijkheden bij het aanwerven van kandidaten voor de technologische vakken. Dat is te

wijten aan de krapte op de arbeidsmarkt en de concurrentie uit het bedrijfsleven. Collega-lectoren nemen deze

vakken tijdelijk over als extra prestatie bovenop hun eigen opdracht. Ook de lange opzegtermijnen in de

privésector spelen de opleiding parten. De financiële omkadering vormt een uitdaging voor de opleiding. Het

personeel ervaart hierdoor een extra werkdruk. Bijkomend zorgde de bamahervorming voor een extra uitdaging

voor het personeel op het vlak van competentiedenken door een reductie in het aantal contacturen.

De opleiding heeft hiervoor een goede aanzet genomen die verder moet worden uitgediept. De commissie stuurt

aan op meer aandacht voor alternatieve werkvormen.

Lectoren worden aangemoedigd om bijscholingen te volgen en hun opgedane kennis beschikbaar te stellen voor

anderen door middel van professionaliserende dossiers. Daarnaast worden lectoren aangemoedigd hun kennis

uit te dragen via de jaarlijkse tweedaagse, die door de KATHO-werkgroep Vorming, Training en Opleiding (VTO)

wordt georganiseerd.

De commissie bevestigt dat veiligheidsdenken een aanzet heeft genomen binnen het departement, maar dat dit

niet is doorgesijpeld naar de opleidingen en dus nog niet volledig is doorleefd. Bijna-ongevallen worden niet

gerapporteerd. Er zijn geen veiligheidsvoorschriften aanwezig voor de labo’s. Het niet gebruiken van

veiligheidsbrillen is onderhevig aan een nultolerantie, maar dit blijkt lectorafhankelijk. De opleiding heeft wel een

risicoanalyse laten uitvoeren wat de afscherming van machines betreft; de uitvoering daarvan loopt nog.

Page 256: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 5 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt expliciete aandacht voor de voorbeeldfunctie van het onderwijzende personeel op het vlak

van preventie en veiligheid.

Facet 3.2 Eisen professionele gerichtheid

Beoordelingscriterium:

De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een professioneel gerichte

opleiding:

- Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de

opleiding en de beroeps- of kunstpraktijk.

- Bij de daarvoor in aanmerking komende opleidingen moet daarenboven voldoende personeel beschikken

over kennis en inzicht in de desbetreffende beroeps- of kunstpraktijk.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Binnen de hogeschool is een werkgroep Vorming, Training en Opleiding (VTO) actief. Hiervoor is een centrale

VTO-verantwoordelijke aangesteld. Er vindt een tweejaarlijks behoefteonderzoek plaats, van waaruit het

vormingsaanbod wordt samengesteld en gecommuniceerd aan de belanghebbenden. Het interne

vormingsaanbod van VTO is kosteloos voor elke medewerker.

Binnen het kader van onderwijsvernieuwing wordt jaarlijks een VTO-tweedaagse georganiseerd. Aan de hand

van workshops wil men rond de thematiek van leeromgevingen werken. Het departementshoofd en een twintigtal

collega’s zijn hierop vertegenwoordigd.

Er wordt eveneens aandacht besteed aan de behoeften van beginnende personeelsleden. Zo is er een

samenwerking met de GPB-opleiding van het VIVO uit Kortrijk.

Ter gelegenheid van het functioneringsgesprek kan een lector extra behoeften formuleren. Door de directie wordt

in de mate van het mogelijke aan deze behoeften voldaan.

Om de lectoren in hun professionalisering te ondersteunen, werd een professionaliseringsdossier uitgewerkt. Alle

bijscholingen en navormingen worden bijgehouden op een bijscholingsfiche en jaarlijks in kaart gebracht. Voor

bijscholingen op technisch vlak kan worden ingegaan op wat aan opleidingen op de markt verkrijgbaar is, evenals

via het bijwonen van beurs- en bedrijfsbezoeken.

De commissie waardeert de actieve ondersteuning vanuit het hogeschoolbeleid naar permanente bijscholing.

Beleidsmatig wordt geopteerd voor de aanstelling van lectoren met een masterdiploma, met industrieel ingenieurs

voor de technologische vakken. Een aantal heeft industriële ervaring. Daarnaast worden bachelors aangesteld als

praktijklector indien zij een specifieke deskundigheid kunnen aanbieden.

Vakken worden op elkaar afgestemd door onderling contact en overleg. Men beoogt een zo groot mogelijke

integratie van kennis en praktijk in het opleidingsprogramma. Daarnaast laat de organisatie toe dat een lector ook

inspraak heeft in de samenstelling van zijn lessenuurrooster, het examenrooster en de lokalenkeuze.

Page 257: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n | 2 5 7

Op vraag van de cel Kwaliteitszorg werd een project uitgevoerd om de competentiegerichtheid binnen de

departementen te toetsen. Bijscholingen hiervoor worden nog ingericht.

Het departement zelf wordt bestuurd door een Coördinatieraad waarin elf personeelsleden (de

opleidingscoördinatoren, de ombudsman en een coördinator Onderwijs en Kwaliteitszorg) tweewekelijks samen

zitten, en waarin ook de dagdagelijkse aangelegenheden worden behandeld. Verder zijn er nog het

Departementaal Onderhandelingscomité, de Departementale Raad en het Comité voor preventie en bescherming

op het werk. In de Departementale Raad zetelt een vertegenwoordiger van het werkveld, zodat actuele

ontwikkelingen en behoeften vanuit die richting kunnen worden vastgesteld.

Naast de informele gesprekken zijn alle onderwijzende personeelsleden nauw en direct bij de organisatie

betrokken tijdens de opleidingsvergaderingen. Deze vergaderingen worden ongeveer maandelijks gehouden en

worden voorgezeten door de opleidingscoördinator. Elke lector heeft een verantwoordelijkheid in het formuleren

van verbetervoorstellen met een vertaalslag naar de cursus.

Er zijn diverse werkgroepen waarin een personeelslid zich vrijwillig in mag engageren. Heel wat leden vervullen

bovendien nog een reeks administratieve, technische en organisatorische taken.

Lectoren worden via duidelijke kanalen op de hoogte gehouden van zaken die hen aanbelangen, hoofdzakelijk

via het elektronische leerplatform.

Het departement VHTI beschikt over een deskundig ATP-team. Per opleiding wordt één derde VTE voor

rechtstreekse ondersteuning toegewezen.

Recent werd binnen de KATHO, in samenwerking met de SERR (Sociaal-Economische Raad voor de Regio),

een werkgroep Gelijkekansenbeleid op de Werkvloer opgericht.

Door begeleiding van de stage en het eindwerk onderhouden de lectoren nauwe banden met de beroepspraktijk.

De beurs- en bedrijfsbezoeken en voordrachten binnen het vakdomein dragen hiertoe bij. Lectoren worden

betrokken in IWT-projecten, waar ze deels voor worden vrijgesteld. De commissie waardeert de kruisbestuiving

die dit met zich kan meebrengen naar de studenten. Het lectorenkorps doet ook inspanningen om binnen het

vakdomein op de hoogte te blijven van recente ontwikkelingen.

Binnen het departement is een onderzoekscel actief die onderzoek uitvoert naar contactloze ultrasone en niet-

destructieve testtechnieken, waar ook lectoren aan meewerken. Hetzelfde geldt voor PWO-projecten, waar een

team van zeven medewerkers in actief is. Studenten worden waar mogelijk mee betrokken in de diverse

projecten. Hiermee bevestigt de commissie dat de opleiding voldoende knowhow in huis heeft.

De mobiliteit van lectoren gebeurt op individueel initiatief en wordt ondersteund door de departementale

coördinator Internationalisering. Voor de bezoekende lectoren wordt in samenspraak met de coördinator van de

opleiding een aangepast programma voorgesteld.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie meent dat de beleidslijnen op het vlak van internationalisering nog verder moeten doorsijpelen tot

op het niveau van de opleiding.

Page 258: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 5 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n

Facet 3.3 Kwantiteit personeel

Beoordelingscriterium:

- Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De personeelsomkadering wordt door het departementshoofd en de Coördinatorenraad uitgewerkt en voorgelegd

aan het Departementaal Onderhandelingscomité (DOC). Gezien de grenzen van de toegekende omkadering

worden de prioriteiten en de inzet van personeel voor onderwijsopdrachten departementaal vastgelegd.

Binnen de opleiding zijn 15,58 VTE’s actief als lector, ondersteund door 0,33 VTE ATP-personeel vanuit de

opleiding zelf. Dit vertegenwoordigt een totaal van 16,7 studenten per lector tegenover 17,3 voor de hogeschool.

Uit het ZER blijkt de werkdruk de nodige beperkingen op te leggen naar bijscholingen en de omkadering op

opleidingsniveau.

92 procent van het korps bestaat uit lectoren, aangevuld door praktijklectoren. Er is één hoofdlector actief in de

opleiding. Tachtig procent van de lectoren is voltijds werkzaam in de hogeschool. Er zijn geen gastprofessoren

actief.

De leeftijdsstructuur is adequaat verdeeld.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie ziet ongebruikte opportuniteiten op het vlak van het gebruik van gastlectoren binnen de opleiding.

Oordeel over onderwerp 3, inzet van het personeel: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 3.1, kwaliteit personeel: voldoende

facet 3.2, eisen professionele gerichtheid: goed

facet 3.3, kwantiteit personeel: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 259: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n | 2 5 9

Onderwerp 4 Voorzieningen

Facet 4.1 Materiële voorzieningen

Beoordelingscriterium:

- De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het departement VHTI beschikt over drie gebouwen met klassieke leslokalen, een conferentiezaal en een aula.

Het departement beschikt over een goed uitgebouwde infrastructuur met draadloos netwerk.

Het departement kiest ervoor om zo veel mogelijk de praktijk in te oefenen op werkelijke machines en op

toepassingen met bedrijfsklare instrumenten. Dankzij de intensieve contacten van de lectoren met de bedrijven

krijgt men de kans recente toestellen aan te bieden aan de student. Dit wordt door de commissie als een pluspunt

gezien. De technologische labo’s slorpen hierdoor een belangrijk deel van het budget op. Het onderhoud van de

gebouwen valt eveneens ten laste van het departement.

Binnen de KATHO worden de nodige investeringen uitgevoerd. Dit resulteerde onder meer in de herschikking van

het labo mechanica en een volledige herinrichting van het labo klimatisering. De commissie waardeert de

aanwezigheid van apparatuur voor foutendetectie. Een uitgebouwde labo-uitrusting voor onderhoudsanalyse

(trillingen, trillingsmetingen en thermografie, labo fluïdomechanica…) kunnen een meerwaarde betekenen voor de

opleiding.

Studenten kunnen vrij gebruikmaken van een studentenruimte en de cyber room. Zij hebben ook toegang tot een

goed uitgeruste bibliotheek, waar een departementale secretaris de zaken beheert. De cursussen en boeken zijn

gedegen.

Als hogeschool heeft de KATHO (samen met de KULAK) geïnvesteerd in een Impulscentrum voor

Onderwijsvernieuwing, waaraan ook een multimediacentrum is verbonden. Dit centrum verricht studiewerk en

stelt zich ter beschikking van lectoren voor de ontwikkeling van onderwijsmateriaal op nieuwe media (cd-rom,

dvd, …).

Voor de hele hogeschool werd intranet ontwikkeld. Een projectgroep brengt de deskundigheid uit de

departementen samen, zodat hier een gezamenlijk beleid kan worden gevoerd.

De studentenfaciliteiten komen hoofdzakelijk van de vzw STUVO Fonds KATHO (sociale voorzieningen). Een

departementale STUVO-adviesraad kan hieromtrent advies verstrekken.

Via de Studentendienst kunnen studenten studiefinanciering aanvragen. Daarbij bestaan drie mogelijkheden: een

STUVO-toelage, een voorschot op de studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap en een studielening. De

aanvraag is anoniem en verloopt via de Studentendienst. Via een gesprek, een selectie, aanvraagformulieren en

een dossier beslist de werkgroep Sociaal Fonds over de toelage. De Studentendienst zorgt voor de afhandeling.

De Studentendienst staat eveneens in voor het bewaken van de kwaliteit van de studentenkamers en heeft een

modelcontract opgesteld. De lijsten van kamers zijn eveneens via internet (www.kotwest.be) te consulteren. Van

elke kamer is bovendien een gedetailleerde fiche beschikbaar. Modelhuurcontracten kunnen worden verkregen.

Bij kotproblemen kan de Studentendienst bemiddelen. Een aantal ‘crisiskamers’ is steeds ter beschikking.

Page 260: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 6 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n

Studenten kunnen beschikken over een aantal faciliteiten. Er zijn warme maaltijden en snacks beschikbaar in het

studentenrestaurant. Verder is er in Groot-Kortrijk gratis busvervoer voor studenten en de mogelijkheid om er

goedkoop fietsen te ontlenen via de vzw Mobiel. De studentenkaart, de CJP-kaart, de ‘Guido’-gids en

cultuurcheques geven recht op kortingen bij culturele evenementen. Via de stad Kortrijk kan een kortingskaart

voor sport worden verkregen.

De student wordt bij de inschrijving ingelicht over de studentenfaciliteiten. Bij het begin van het academiejaar licht

de voorzitter van STUVO de werking toe. Verder worden studenten elektronisch op de hoogte gehouden van

activiteiten of mededelingen. Studenten krijgen de mogelijkheid om zelf initiatieven voor te stellen en uit te voeren

via de Departementale STUVO-adviesraad.

De lectoren beschikken over een specifieke parking, een restauratiemogelijkheid en een personeelsruimte.

Daarnaast krijgen ook zij een aantal voordelen naar kortingen bij culturele voorstellingen en gezamenlijke

aankopen. De KATHO voorziet in een ICT-kostenvergoeding en administratieve ondersteuning door het

verschaffen van kopiekaarten, werkkledij, sleutels enzovoort. Er wordt voorzien in een terugbetaling van de

kosten van openbaar vervoer en in een fietsvergoeding.

Investeringen zijn uitgewerkt in een masterplan, waarbij elke departement instaat voor het budget. Dit bedrag is

hoofdzakelijk afhankelijk van het aantal studenten in het departement. Het VHTI staat echter zelf ook nog in voor

bijkomende fondsenwerving via maatschappelijke dienstverlening, deelname aan onderzoeksprojecten,

posthogeschoolvorming en allerhande opleidingen voor derden. Deze extra middelen worden elk boekjaar vooraf

ingeschat en voorzien in het budget van de begroting.

Het onderhoud en de labo-uitrusting worden bij het begin van het boekjaar opgesteld op het niveau van de

opleiding, samen met de lectoren. Na goedkeuring door het departement wordt een budget toegekend. De

coördinator van de opleiding staat in voor de budgetcontrole.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 4.2 Studiebegeleiding

Beoordelingscriteria:

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de

studievoortgang.

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Potentiële studenten worden via diverse kanalen op de hoogte gebracht over de inhoud van de aangeboden

opleidingen en de opleidingsdoelstellingen. Zo richt de KATHO samen met de KHBO, de KaHo Sint-Lieven en de

KULAK ‘KISS’-dagen in (‘Kwalitatieve Informatie in verband met de Studiekeuze voor Studenten’). Verder zijn er

de studie-informatiedagen of SID-In’s, Opencampusdagen en een abituriënten-infodag. Die laatste wordt

departementaal georganiseerd en is specifiek gericht op secundaire scholen.

Page 261: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n | 2 6 1

Alle initiatieven hebben tot doel de student te informeren, zodat hij of zij een optimale keuze kan maken voor een

bepaalde richting. Er is ook aandacht voor de tewerkstellingskansen en knelpunten binnen de opleiding.

Studenten die zich komen inschrijven, ontvangen bijkomende informatie door een lector van het departement.

De opleiding beschikt over een eigen folder en is zichtbaar op de website van de KATHO, die degelijk is

uitgebouwd. Hetzelfde geldt voor de SID-documenten die ook in de cursussen zijn opgenomen. De studie- en

informatiedocumenten (SID) geven per onderwijsactiviteit informatie over de inhoud van het opleidingsonderdeel,

zowel op het vlak van competenties als op organisatorisch vlak.

De opleiding onderhoudt goede banden met de TSO-scholen uit de regio. Lectoren geven er informatie over de

opleiding aan laatstejaarsstudenten en zetelen regelmatig in GIP-jury’s. Ze bezoeken ook regelmatig de

opendeurdagen om een betere afstemming te krijgen op het opleidingsniveau en het programma. De commissie

weet dit te appreciëren. Leerlingen uit het secundair onderwijs kunnen eveneens in het kader van de

tweejaarlijkse Wetenschapsweek onder begeleiding van de lectoren aan een specifiek wetenschappelijk of

technologisch onderwerp werken.

Bij de start van het academiejaar wordt de student ingelicht over het verloop van het jaar. Eerstejaarsstudenten

worden onthaald door studenten van het tweede jaar en de klastitularis. Studenten krijgen eveneens een

vademecum mee, de studie-infogids, het uurrooster en het studiecontract van de hogeschool, waarin de

onderwijsregeling en het examen- en tuchtreglement zijn opgenomen. Verder wordt klassikaal uitleg voorzien

over de veiligheidsinstructies en het gebruik van Toledo.

Studenten vanuit een zwakkere wiskundige vooropleiding hebben de mogelijkheid om een tweedaagse

inhaalcursus wiskunde te volgen. De opleidingscoördinator en/of het departementshoofd screenen studenten die

in aanmerking komen voor EVC of EVK. Dit leidt tot het al dan niet toekennen van vrijstellingen. Een derde van

de studenten maakt momenteel gebruik van een persoonlijk deeltraject.

Verder worden monitoraten ingericht voor de vakken wiskunde, fysica, chemie, elektriciteit, elektronica en

mechanica tijdens het academiejaar. De opleiding voorziet bijkomende activiteiten om de studenten tijdens hun

opleiding zo goed mogelijk te omkaderen.

De leerstijlscreening blijkt facultatief, waarbij het potentieel op vandaag niet voor 100 procent wordt benut. Er is

evenwel een gedegen aanpak op het vlak van monitoraat en de groepsessies voor studievaardigheden.

Tijdens het academiejaar worden de studenten geïnformeerd door de monitoren en via de valven, naast de

traditionele communicatie met de lectoren, de opleidingscoördinator enzovoort. Op Toledo kan elke student de

eventuele afwezigheden van lectoren en de uur- en examenroosters consulteren die ter beschikking worden

gesteld door de dienst Onderwijs en Kwaliteit. Elke student krijgt een e-mailadres en een login toegewezen,

waarmee ze op Toledo op de hoogte worden gebracht van specifieke onderwijsactiviteiten.

Tijdens de examenperiodes kunnen de studenten rekenen op de aanwezigheid van een examenombudsman. De

functie van ombudsman wordt door twee personen behartigd en is gecombineerd met de functie van

studentensecretaris. De ombudsman wordt bij het begin van het academiejaar voorgesteld aan de studenten.

Er zijn tijdens de examens speciale faciliteiten voor studenten met leerstoornissen, en er zijn inhaalexamens bij

gewettigde afwezigheid. Studenten uit het derde deeltraject ontvangen een evaluatieformulier ‘Stage- en

eindwerkattitudes’, waardoor de student op de hoogte is van welke punten zullen worden geëvalueerd. Deze

onderwerpen komen eveneens aan bod bij de tussentijdse evaluaties met de stagementor.

Door de laagdrempeligheid van het lectorenkorps en de ondersteunende diensten vinden de studenten snel de

weg voor bijkomend advies. Ook na de examens zijn er contactmomenten waarop de resultaten met de lectoren

kunnen worden besproken en examens kunnen worden ingekeken. Waar persoonlijk advies is vereist, bieden de

ombudsman en de medewerkers van STUVO een luisterend oor en helpen zij de student waar mogelijk.

Studenten met een persoonlijk deeltraject (PDT) krijgen hierover informatie en feedback bij het begin van het

academiejaar. De opleidingscoördinator staat ze hierin bij, maar de uitwerking van een voorstel ligt bij de student.

Page 262: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 6 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n

De opleiding onderkent de moeilijkheid in de opvolging van deze studenten. Bij overlappingen van examens wordt

overleg gepleegd met de studentensecretaris, maar deadlines liggen soms heel kort. Er wordt hen eveneens

gevraagd een portfolio bij te houden. Op vandaag heeft ongeveer 30 procent van de studenten een PDT.

Voor studenten met internationale ambities geeft de coördinator Internationalisering tekst en uitleg. Studenten die

willen verder studeren, krijgen duiding via infosessies.

Voor het maken van een keuze voor een afstudeerrichting (Klimatisering, Automatisering en Elektromechanica)

organiseren de opleidingscoördinator en het lectorenteam op het einde van het eerste programmajaar een

infosessie.

De vzw STUVO KATHO staat in voor de studentenvoorzieningen. Per campus zijn adviesraden opgezet die

rekening houden met de eigenheid van het departement. De centrale inplanting van het hoofdkwartier op de

campus verzekert een vlotte bereikbaarheid. Dit vertaalt zich in een stijgende toename van studenten die een

beroep doen op de diensten die STUVO aanbiedt.

De psychosociale begeleiding bestaat uit een individuele begeleiding enerzijds, met eventuele doorverwijzing, en

groepstrainingen anderzijds voor mensen die een individuele begeleiding als een te hoge drempel ervaren. De

feedback die de studenten via enquêtes invullen, stelt de dienst in staat optimaal aan de nood van de studenten

te voldoen. De studentenpsychologen scholen zich regelmatig bij en nemen deel aan een tweemaandelijkse

intervisiegroep.

Binnen het departement is een personeelslid voor 30 procent aangesteld voor internationalisering. De

studentenmobiliteit wordt departementaal opgevolgd, met ondersteuning door de centrale diensten. Op het niveau

van de hogeschool wil men elke KATHO-student een internationale ervaring meegeven door een fysieke ervaring

in het buitenland via uitwisselingsprogramma’s, deelname aan buitenlandse studieprogramma’s, of door er zijn

stage door te brengen en er zijn eindwerk te maken. Studenten worden ook een buitenlandse ervaring bijgebracht

via internationale ontmoetingsweken, het lesgeven door buitenlandse lectoren, een buitenlandse studiereis of het

volgen van het keuzevak ‘global issues of the 21st Century’. Studenten worden pas in het derde deeltraject

geïnformeerd over de mogelijkheden op het vlak van internationalisering. Er is een beperkte belangstelling van

studenten voor een internationale ervaring.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Oordeel over onderwerp 4, voorzieningen: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 4.1, materiële voorzieningen: goed

facet 4.2, studiebegeleiding: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 263: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n | 2 6 3

Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg

Facet 5.1 Evaluatie resultaten

Beoordelingscriterium:

- De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mee aan de hand van toetsbare streefdoelen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De dienst Onderwijs en Kwaliteit staat in voor de coördinatie van de kwaliteitszorg. Het diensthoofd is lid van het

directiecomité van de hogeschool. Er zijn daarnaast nog overkoepelende coördinatoren voor de projectgroepen

Kwaliteitszorg, Onderwijsinnovatie en Studie- en studentenbegeleiding.

De overkoepelende coördinator Kwaliteitszorg is lid van de Coördinatorenraad, de Departementale Raad en hij is

voorzitter van de projectgroep Kwaliteitszorg. Deze projectgroep komt maandelijks samen en is samengesteld uit

een vertegenwoordiger van elk departement. Het kwaliteitsbeleid wordt departementaal verder uitgerold via de

werkgroep Kwaliteit, waarin lectoren van algemene vakken zijn vertegenwoordigd. Er is een vijftal vergaderingen,

naast de informele contacten.

De hogeschool voldoet aan de decretale verplichtingen op het vlak van evaluaties, studietijdmetingen en

bevragingen. Er zijn ook instrumenten voorhanden voor de zelfevaluatie van lectoren en coördinatoren. Zij

worden via het VTO en de dienst Onderwijs en Kwaliteit aangereikt, maar zijn facultatief van aard, waardoor de

lector zelf het initiatief voor een bevraging moet nemen.

Het departementaal onderwijs- en kwaliteitsplan omvat de departementale verbeterpunten, opgesomd binnen het

geldende zelfevaluatie- en visitatiekader, met een actieplan per academiejaar. De realisatiegraad wordt bepaald

door de Coördinatorenraad.

De hogeschool hanteert een kwaliteitsmodel dat gestoeld is op zelfevaluatie, de opvolging van de PDCA-cirkel,

het EFQM-model en unit management. Dit laatste legt een vorm van prioritisering op aan projectgroepen en

departementen.

Het EFQM-model wordt om de drie tot vier jaar doorgelicht door middel van een PROZA-meting. Twee- à

driejaarlijks vindt een SWOT-analyse plaats tijdens de strategiedagen van het directiecomité, waarbij de

departementen hun eigen accenten, noden en mogelijkheden kunnen invullen.

De hogeschool werkt aan een boordtabel, zodat de meetindicatoren continu kunnen worden opgevolgd. Dit leidt

tot een betere opvolging van de kritische factoren en geeft bijsturingsmogelijkheden door korter op de bal te

spelen. Er werd inmiddels al een reeks prestatie-indicatoren bepaald.

Er worden tal van instrumenten gebruikt ter evaluatie van resultaten: zelfevaluaties van lectoren en coördinatoren,

tevredenheidsenquêtes bij studenten en afgestudeerden, en een bevraging van het werkveld wat de beroeps- en

opleidingsprofielen betreft. De PDCA-cirkel wordt gebruikt om de vaststellingen door middel van een actieplan te

voorzien. De verbeterpunten worden vier keer per jaar besproken en opgevolgd. De PDCA-fiches zijn terug te

vinden op Toledo.

Het PROZA-model werd aangewend voor de zelfevaluatie, aangevuld met bevragingen. Er is een duidelijke

historiek van bevragingen binnen de hogeschool aanwezig.

Page 264: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 6 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n

Tevredenheidsenquêtes werden uitgevoerd bij de studenten, alumni, lectoren en het werkveld in de periode 2006-

2007. Cijfers zijn vastgesteld voor elk type bevraging of enquête. De commissie stelt echter vast dat de opleiding

geen verdere analyse doet van of kritische reflectie aan de dag legt over de behaalde scores op de diverse

bevragingen.

Uit de resultaten van de personeelstevredenheidsenquête van mei 2007 werd een aantal verbeterpunten

gehaald, zoals het aankopen van ICT-voorzieningen, de voorziening van alle verslagen op Toledo en het

informeren van collega’s via een nieuwsbrief.

Aanbevelingen ter verbetering:

De opleiding beschikt over en gebruikt adequate evaluatietools, al dan niet in elektronische vorm, maar moet de

resultaten nog met meer aandacht evalueren.

Facet 5.2 Maatregelen tot verbetering

Beoordelingscriterium:

- De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen, die bijdragen tot

de realisatie van de streefdoelen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Zowel op hogeschool- als op departementaal niveau is een onderwijsontwikkelings- en kwaliteitsplan aanwezig.

Hierdoor worden de verbetertrajecten van een bepaalde prioriteit voorzien en systematisch opgevolgd. De

streefdoelen zijn hierin opgenomen, en ze worden door de onderwijscoach opgevolgd. Verder worden de plannen

besproken in het directiecomité. De voortgang komt aan bod tijdens de Coördinatieraad, met een stand van

zaken op het einde van het academiejaar.

Verbeteringstrajecten zijn gedefinieerd. Activiteiten worden gevolgd door evaluaties, die in de coördinatorenraden

worden besproken. Van daaruit worden acties gedefinieerd die in de PDCA-cyclus worden meegenomen. Op dat

ogenblik komt de Kwaliteitszorgkerngroep samen om de opvolging van de diverse acties te coördineren, met

feedback naar Toledo.

De commissie stelt vast dat de PDCA-cyclus sinds een jaar niet meer werd opgevolgd door de afwezigheid van

de kwaliteitscoördinator.

De commissie kreeg via de gesprekken met de belanghebbenden te horen dat, naast de diverse bevragingen, de

vele informele contacten de te varen koers mee bepalen.

Actiepunten worden opgevolgd en onderverdeeld in categorieën die representatief zijn voor de fase van

invoering.

Acties zijn erg algemeen opgevat.

Op het vlak van internationalisering zijn actiepunten gedefinieerd naar de centrale diensten, maar niet naar de

opleidingen. De omkadering en de administratie binnen de opleiding zijn een beperking die niet als dusdanig

worden besproken met de opleidingscoördinator. Een doorstroming top-down vanuit het departement naar de

opleiding kan hier een nieuwe dynamiek in brengen.

Page 265: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n | 2 6 5

Binnen de opleiding is een kwaliteitszorgvertegenwoordiger actief, die deel uitmaakt van de Kwaliteitszorgkern

van het departement. Gemaakte afspraken worden via een vast agendapunt teruggekoppeld in de

opleidingsvergaderingen. Plannen moeten regelmatig worden bijgestuurd. De diverse plannen of beslissingen

worden niet visueel uitgehangen. Lectoren weten dat ze bestaan en gaan ervan uit dat de geplande punten met

de lectoren worden besproken.

De commissie stelt vast dat de opleiding en het departement verbeteringsacties opzetten en implementeren.

Tezelfdertijd blijken gedeeltelijke verbeteringen alsnog informeel te worden doorgevoerd. Uit de gesprekken

tijdens de visitatie blijkt dat de systematiek weinig doorleefd is voor wat het doorvoeren van verbeteringen betreft.

De commissie constateert dat individuele acties vanuit de opleiding tot verbeteringen leiden. Er blijkt evenwel een

nood aan een meer gestructureerde aanpak van kwaliteitszorg op het niveau van de opleiding, met ondersteuning

door de dienst Kwaliteit vanuit het departement.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie stelt vast dat de opleiding gedeeltelijke verbeteringen op een informele manier doorvoert. De

commissie verwacht een meer gestructureerde aanpak op het niveau van de opleiding, geschraagd door de

departementale kwaliteitszorg.

De commissie vraagt de opleiding met aandrang om een formeel kwaliteitszorgsysteem in de opleiding verder te

implementeren.

Facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld

Beoordelingscriterium:

- Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemende beroepenveld van de

opleiding actief betrokken.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Op hogeschoolniveau is kwaliteitszorg een deel van de dienst Onderwijs en Kwaliteit, waarbij het diensthoofd

deel uitmaakt van het directiecomité. De overkoepelende coördinator Kwaliteitszorg zit maandelijks samen met de

departementale coördinatoren Kwaliteitszorg in de Coördinatorenraad. Deze raad vormt de communicatiebrug

van en naar het personeel, de Studentenraad, de Departementale Raad en het Departementaal

Onderhandelingscomité.

Binnen de departementale kerngroep voor kwaliteitszorg zetelen vertegenwoordigers van elke opleiding. Zij staan

in voor de opvolging van verbeterpunten via de PDCA-opvolgingsformulieren.

De studenten participeren door hun vertegenwoordiging in de Departementale Raad, en kunnen daarnaast via de

Studentenraad en de ombudsman eigen voorstellen formuleren.

De klasvertegenwoordigers zijn automatisch lid van de Studentenraad. De commissie ziet dit als een positief

gegeven om de inspraak van de student te verzekeren. De opleidingscoördinator belegt periodiek een

vergadering met alle klasvertegenwoordigers. De examenroosters worden een maand voor de aanvang van de

examenperiode samen met de klasvertegenwoordigers doorgenomen. Feedback naar de studenten vindt

eveneens via de klasvertegenwoordigers plaats en ook via de valven.

Page 266: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 6 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n

De Departementale Studentenraad bestaat uit alle klasvertegenwoordigers, en staat onder leiding van de

studentensecretaris of ombudsman. Van daaruit worden twee klasvertegenwoordigers afgevaardigd naar de

Studentenraad van de hogeschool. De klasvertegenwoordigers worden aangeduid en na enkele maanden voor

de drie jaar verkozen door de klasgroep.

Studenten worden ook betrokken bij de Departementale Raad en de Academische Raad, waar ze in contact

komen met de resultaten van evaluaties uit de kwaliteitszorg en de curriculumvernieuwing.

De STUVO-adviesraad biedt de student een klankbord voor voorstellen en wisselwerking in communicatie van en

naar de raad van bestuur.

Studenten worden betrokken bij de decretale evaluaties van lectoren. De resultaten worden elektronisch

teruggekoppeld. De lector kan op eigen initiatief een verzoek indienen om zo feedback te krijgen over het

doceergedrag.

Verder zijn er bevragingen over de tevredenheid en focusgesprekken naar studentengagement, naast de

informele contacten.

De commissie staat positief ten aanzien van de laagdrempeligheid tussen lector en student, zodat feedback

spontaan wordt gecapteerd.

Het werkveld wordt bevraagd in het kader van curriculumwijzigingen. De alumni worden eveneens bevraagd,

maar de commissie ervaart een beperktere inbreng. Een uitgebreide toetsing met het werkveld vond wel plaats

voor de afstudeerrichting industrial management. In de regio blijkt een groot tekort aan technisch-commerciële

mensen, en daarop heeft de hogeschool goed ingespeeld. Oud-studenten maken deel uit van de Departementale

Raad, waardoor de interactie wordt bevorderd.

De Bedrijvencontactdag, de Opencampusdagen en stages en eindwerken geven aanleiding tot heel wat informeel

overleg met het werkveld.

In de loop van de opleiding wordt een aantal bedrijfs- en (meerdaagse) beursbezoeken ingericht, maar dit is niet

in alle afstudeerrichtingen het geval. Het kan zowel om binnen- als buitenlandse bezoeken gaan. Studenten

komen op die manier in contact met verschillende bedrijven die zich in hun specifieke interessesfeer bevinden.

Het opleidingssecretariaat koppelt vacatures terug aan afgestudeerden. De contactgegevens van afgestudeerden

kunnen er, indien gebruikt voor tewerkstelling, door bedrijven worden verkregen.

De opleiding zorgt voor navorming en bijscholing, waaraan alumni en mensen uit het werkveld kunnen

deelnemen. Het kenniscentrum HVAC biedt een meerwaarde voor de studenten en de industrie.

Uit de contacten met het secundair onderwijs via de geïntegreerde proeven werden de opdrachten voor labo’s

bijgesteld. Door de daling van labo’s in het secundair onderwijs, met een wijziging van de karakteristieken van de

studenteninstroom tot gevolg, werd de curriculumwijziging doorgevoerd. Het secundair onderwijs werd hiervoor

uitgenodigd om dit te bespreken.

Ten slotte vloeit de kennis uit IWT-projecten terug naar de diverse opleidingen.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt aandacht voor een verbetering van het betrekken van de alumni bij de kwaliteitszorg van de

opleiding.

Page 267: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n | 2 6 7

Oordeel over onderwerp 5, interne kwaliteitszorg: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 5.1, evaluatie resultaten: voldoende

facet 5.2, maatregelen tot verbetering: voldoende

facet 5.3, betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 268: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 6 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n

Onderwerp 6 Resultaten

Facet 6.1 Gerealiseerd niveau

Beoordelingscriterium:

- De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde competenties qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het algemeen opleidingsniveau van de studenten voldoet aan de verwachtingen. Dit wordt bevestigd door het

werkveld.

Het gebrek aan talen in het curriculum wordt door het werkveld als aandachtspunt voor de opleiding weerhouden.

Algemeen is het werkveld evenwel tevreden over de kwaliteit van de afgestudeerden.

Het werkveld gaf aan dat de studenten een brede basis meekrijgen, maar dat specialisatie en verdieping in het

bedrijf moet worden georganiseerd. Dit is voor het werkveld deels te verklaren door de daling van het aantal

contacturen. Voor de afstudeerrichting klimatisatie betreurt het werkveld de specialisatie vanaf het tweede

deeltraject, door de inrichting van het gemeenschappelijke jaar binnen de opleiding EM. Dit wordt gekaderd in de

snelle evolutie binnen het vakdomein. Het werkveld vraagt eveneens meer aandacht voor planning, logistiek en

economie binnen de afstudeerrichting Industrial management.

De commissie waardeert de sterke, zij het informele betrokkenheid met de opleiding. Anderzijds leveren de

veelvuldige contacten van de lectoren met het beroepenveld en de feedback bij eindwerkjurering en

stagebezoeken heel wat stof op voor bijsturing en actualisatie van het curriculum.

Het geïntegreerde project en de eindwerkopdracht worden als sluitstuk van de opleiding aanzien. Vier jaar

geleden heeft de opleiding daarom beslist om het laatste semester volledig lesvrij te maken. De studenten zijn in

staat om op basis van de verworven competenties en opgedane kennis als beginnende beroepsbeoefenaar aan

de slag te gaan.

De nieuwe afstudeerrichting Industrial management is een goed initiatief, en wordt actief opgevolgd en

bijgestuurd vanuit een gemotiveerd lectorenkorps.

De opleiding hecht belang aan de infrastructuur, zodat de studenten de kans krijgen om op actuele toestellen de

praktijkgerichtheid onder de knie te krijgen. Hiervoor zijn onder meer bepaalde labo’s van bestemming gewijzigd

of heringericht.

De respons van bedrijven op eindwerkstages is groot, met vaak ook spontane aanvragen. Enkele eindwerken

werden over de jaren bekroond met prijzen. Het werkveld bevestigt de brede inzetbaarheid en de kwaliteit van de

afgestudeerden.

Op het vlak van studentenmobiliteit waren er in 2007/2008 geen uitgaande studenten voor Elektromechanica. De

voorgaande academiejaren was dit beter. Hierdoor ligt het aantal uitgaande studenten op het departement op 3

procent, terwijl er de jaren ervoor beter werd gescoord (respectievelijk 8,5 en 11 procent). Binnen de verhouding

uitgaande en inkomende studenten is geen duidelijke trend merkbaar. Het aantal inkomende studenten ligt

evenwel steeds hoger dan de uitgaande studentenstroom.

Page 269: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n | 2 6 9

De lectorenmobiliteit ligt heel laag. In de laatste drie academiejaren waren er geen inkomende lectoren, en was er

slechts één uitgaande lector.

Studenten komen in contact met hun toekomstige werkveld door de stage, het geïntegreerde project, het

eindwerk, de eindwerkverdediging, bedrijvencontactdagen, studie- en bedrijfsbezoeken en een eventuele

vakantiejob.

De opleiding heeft een goed beeld van de functie en het type tewerkstelling van de afgestudeerden. Allen vinden

ze werk binnen de zes maanden. De meerderheid ervaart dat de job aansluit bij haar opleiding.

De startcompetenties en het actualiteitsgehalte worden door alle ondervraagden als voldoende ervaren. De

praktijkgerichtheid scoort zwakker, met 31 procent van de respondenten dat een onvoldoende geeft. Hierop heeft

de opleiding, na consultatie met het werkveld, binnen de afstudeerrichting automatisatie nieuwe vakken

geïntroduceerd, om het profiel beter te laten aansluiten bij de bedrijfswereld. Binnen de afstudeerrichting

industrial management werden bepaalde leerinhouden verschoven. Voor het volgende academiejaar wordt Six

Sigma opgenomen in het vak kwaliteitszorg van het derde deeltraject.

De afgestudeerden zijn over het algemeen tevreden over hun opleiding. Dit wordt gestaafd door de resultaten van

de alumnibevraging.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt om de mogelijkheden op het vlak van internationalisering te stimuleren en kenbaar te

maken, om de deelname te bevorderen.

De commissie ondersteunt het werkveld in zijn vraag naar het inbedden van talen in het curriculum en naar de

uitdieping van planning, logistiek en economie binnen de afstudeerrichting Industrial management.

Facet 6.2 Onderwijsrendement

Beoordelingscriteria:

- Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen.

- Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Vlaanderen heeft geen traditie in het verzamelen van slaagcijfers per studiegebied en/of opleiding over de jaren

heen. Uit ervaring blijkt dat de globale slaagcijfers voor generatiestudenten op Vlaams niveau tussen de 45 en 50

procent liggen. Noch de evolutie over de jaren heen, noch de situatie per opleiding of studiegebied wordt

opgevolgd. Daardoor kan de opleiding geen streefcijfers formuleren in vergelijking met relevante andere

opleidingen.

De hogeschool gaat ervan uit dat elke ingeschreven student moet kunnen starten met een kans van 100 procent

om te slagen. Hierdoor staat men erop objectieve informatie te geven en de aandacht te vestigen op de

eigenschappen van de opleiding. De student wordt zo goed mogelijk ingelicht. Toch blijkt een deel van de

studenten vervroegd uit te vallen omwille van diverse redenen.

Page 270: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 7 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n

Niettegenstaande deze aanpak heeft een aantal studenten zich wellicht vergist van opleiding of hebben ze

andere talenten. Door deze diversiteit worden de studenten meestal na het eerste academiejaar geconfronteerd

met de gevolgen van deze verkeerde keuze. Daarom is de uitval van studenten op het einde van het eerste

academiejaar ook significant groter dan in de volgende jaren. Spijbelgedrag is geanalyseerd.

Er worden verscheidene acties ondernomen om de slaagkansen van studenten te garanderen: monitoraat,

opfriscursussen enzovoort. De vooropleidingen van instromende studenten zijn goed gedefinieerd en in kaart

gebracht.

Voor de berekening van de slaagcijfers, werden de studenten met een geïndividualiseerd traject ingedeeld in het

jaar waarin ze de meeste studiepunten hebben behaald.

De analyse van de slaagcijfers van de laatste vijf academiejaren geven in het eerste deeltraject een gemiddeld

slaagcijfer van 69,8 procent. Als dit gerelateerd wordt aan het aantal deelnemende studenten aan de examens is

dit 85,6 procent. Voor het tweede deeltraject bedraagt het gemiddelde slaagcijfer 90,8 procent, wat in het derde

deeltraject uitmondt in 95,6 procent.

De commissie is aangenaam verrast dat de uitval in het eerste jaar laag is, met goede slaagcijfers op het einde

van de opleiding. Een mogelijke reden hiervoor is de geconstateerde lage studielast van het programma.

84 procent van de studenten studeert op tijd af; 13 procent heeft er een jaar langer voor nodig. Drie procent van

de studenten had er nog meer tijd voor nodig. Dit komt neer op een gemiddelde studieduur van 3,21 jaar. De

opleiding onderkent de uitdaging bij persoonlijke deeltrajecten naar behoud van de studieduur.

De commissie waardeert de systematiek waarmee drop-out in kaart werd gebracht en de verdere opvolging naar

de student.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie beveelt de opleiding aan erover te blijven waken dat de gemiddelde doorlooptijd als gevolg van de

flexibilisering niet verder toeneemt.

Oordeel over onderwerp 6, resultaten: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 6.1, gerealiseerd niveau: voldoende

facet 6.2, onderwijsrendement: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 271: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n | 2 7 1

Globaal oordeel

De visitatiecommissie baseerde haar oordeel en motivering op de volgende bronnen:

- het zelfevaluatierapport van de opleiding en de bijhorende bijlagen,

- de gevoerde gesprekken met de betrokkenen,

- de documenten ter inzage tijdens het bezoek,

- de opgevraagde documenten,

- de reactie van de opleiding op het opleidingsrapport.

Het ZER is vlot leesbaar en geeft een realistisch beeld van de opleiding. De bijlagen verduidelijken de

aangebrachte inhoud. Uit het ZER blijkt dat het team een heldere en realistische kijk heeft op de opleiding, en met

een kritische blik de sterke en te verbeteren punten aangeeft.

Op basis van de oordelen over:

onderwerp 1, niveau en oriëntatie: voldoende

onderwerp 2, programma: voldoende

onderwerp 3, personeel: voldoende

onderwerp 4, voorzieningen: voldoende

onderwerp 5, interne kwaliteitszorg : voldoende

onderwerp 6, resultaten: voldoende

is de commissie van mening dat er voldoende generieke kwaliteitswaarborgen in de opleiding aanwezig zijn.

Page 272: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 7 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - W e s t - V l a a n d e r e n

Overzichtstabel van de oordelen

score facet score onderwerp

Onderwerp 1: Doelstellingen van de opleiding voldoende

Facet 1.1: Niveau en oriëntatie voldoende

Facet 1.2: Domeinspecifieke eisen goed –

IM: voldoende

Onderwerp 2: Programma voldoende

Facet 2.1: Relatie doelstelling en inhoud voldoende

Facet 2.2: Eisen professionele gerichtheid goed

Facet 2.3: Samenhang voldoende

Facet 2.4: Studieomvang OK

Facet 2.5: Studietijd voldoende

Facet 2.6: Afstemming vormgeving en inhoud goed

Facet 2.7: Beoordeling en toetsing voldoende

Facet 2.8: Masterproef n.v.t.

Facet 2.9: Toelatingsvoorwaarden voldoende

Onderwerp 3: Inzet van personeel voldoende

Facet 3.1: Kwaliteit personeel voldoende

Facet 3.2: Eisen professionele gerichtheid goed

Facet 3.3: Kwantiteit personeel voldoende

Onderwerp 4: Voorzieningen voldoende

Facet 4.1: Materiële voorzieningen goed

Facet 4.2: Studiebegeleiding voldoende

Onderwerp 5: Interne kwaliteitszorg voldoende

Facet 5.1: Evaluatie resultaten voldoende

Facet 5.2: Maatregelen tot verbetering voldoende

Facet 5.3: Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en

beroepenveld

voldoende

Onderwerp 6: Resultaten voldoende

Facet 6.1: Gerealiseerd niveau voldoende

Facet 6.2: Onderwijsrendement voldoende

De oordelen zijn van toepassing voor:

De professioneel gerichte bacheloropleiding Elektromechanica, met als afstudeerrichtingen:

- Elektromechanica

- Automatisering

- Klimatisering

Page 273: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l | 2 7 3

Hoofdstuk 8 Plantijnhogeschool – Hogeschool van de Provincie Antwerpen

Algemene toelichting bij de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektromechanica aan de Plantijn

Hogeschool

Het Provinciaal (Hoger) Technisch onderwijs in Boom werd opgericht in de jaren 1960 en bood toen de opleiding-

en Technisch ingenieur en Elektromechanica (B1) aan.

Na de hervorming van het hoger onderwijs in 1977 kon de opleiding Technisch ingenieur niet worden omgezet

naar Industrieel ingenieur, en werd zij omgedoopt tot een graduaatopleiding Industrieel onderhoud.

In de jaren 1980 werd de afdeling Industriële onderhoudstechnieken ondergebracht in de opleiding EM, gevolgd

door de opties Klimatisatie in 1989 en Meet- en regeltechnieken in 1995.

In 1995 ontstond de Hogeschool van de Provincie Antwerpen (HPA) uit de fusie van vier provinciale hogere

instituten en één vrij gesubsidieerd hoger instituut. De opleiding Elektromechanica kreeg hierdoor een

afzonderlijke directie toegewezen.

Na een verdere groei tot meer dan 2500 studenten werd de hogeschool in 1999 omgedoopt tot de Plantijn

Hogeschool van de Provincie Antwerpen en verhuisde zij naar een nieuwe campus. Sinds de omvorming tot

autonoom provinciebedrijf in 2000 draagt de hogeschool de volledige verantwoordelijkheid voor haar werking.

In 2001 werd de Plantijn Hogeschool samen met de Universiteit Antwerpen, de Hogeschool Antwerpen, de Karel

de Grote-Hogeschool en de Hogere Zeevaartschool opgenomen in de Associatie Universiteit en Hogescholen

Antwerpen (AUHA).

In het academiejaar 2004-2005 werd een nieuwe afstudeerrichting opgezet: Technisch-commercieel adviseur, in

2006-2007 gevolgd door de afstudeerrichting Automatisering.

Het departement EM telt één opleiding: de professionele bachelor Elektromechanica, met vijf afstudeerrichtingen:

Onderhoudstechnologie (OHT), Klimatisering (KLM), Automatisering (AUT), Procesautomatisering (PRA) en

Technisch-commercieel adviseur (TCA).

Page 274: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 7 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l

Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding

Facet 1.1 Niveau en oriëntatie van de professioneel gerichte bachelor

Beoordelingscriteria:

De opleidingsdoelstellingen zijn erop gericht de student te brengen tot:

- het beheersen van algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken

van informatie, het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken, creativiteit, het kunnen uitvoeren

van eenvoudige leidinggevende taken, het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en

oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken, en een ingesteldheid tot levenslang leren;

- het beheersen van algemene beroepsgerichte competenties als teamgericht kunnen werken,

oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van

complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk, en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle

oplossingsstrategieën, en het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid die samenhangt met de

beroepspraktijk;

- het beheersen van beroepsspecifieke competenties op het niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar.

Het oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Wat niveau en oriëntatie betreffen, voldoet de opleiding aan de decretaal opgelegde normen op het vlak van de

algemene en beroepscompetenties, en aan het door de commissie vooropgestelde domeinspecifieke

referentiekader.

De hogeschool heeft binnen haar missie oog voor de kwaliteit van het geboden onderwijs, dat gericht is op de

arbeidsmarkt en de internationale context. Ze wil de klemtoon plaatsen op zowel kennis als de ontwikkeling van

de student, vanuit een organisatie die innoverend en toekomstgericht wil inspelen op de vraag naar levenslang

leren. Elk departement steunt deze zienswijze en vertaalt die in strategische en operationele doelstellingen.

Het beleid binnen de Plantijn Hogeschool is gericht op vijf pijlers: competentiegericht onderwijs,

studentenbegeleiding, internationalisering, ICT-vaardigheden en studentenparticipatie. De diverse uitgangspunten

zijn duidelijk in kaart gebracht. Dit beleidskader wordt als basis genomen voor de curriculumontwikkeling en

onderwijsorganisatie van de opleidingen.

Het onderwijsbeleid van zowel de hogeschool als de departementen is gebonden aan de infrastructurele,

financiële en personeelsgebonden randvoorwaarden. Hiervoor heeft het departement Elektromechanica door

middel van actieve maatschappelijke dienstverlening geldstromen weten aan te trekken om de laboratoria bij te

sturen naar actuele ontwikkelingen.

Het directiecomité, het Hogeschool Onderhandelingscomité en de Academische Raad zijn de diverse

inspraakorganen voor de departementen.

Op departementaal niveau werd een eigen missie opgemaakt door de werkgroep Integrale Kwaliteitszorg, met

doorstroming in een duidelijk vastgesteld strategisch plan dat verder opgevolgd wordt door de TRIS-methodiek

aan de hand van actieplannen. De eigen missie steunt op de pijlers die vanuit de hogeschool zijn vastgelegd, met

bijkomende aandacht voor veiligheid en professionalisering.

De opleidingsdoelstellingen geven de algemene, algemeen beroepsgerichte en beroepsspecifieke competenties

weer die worden nagestreefd. Die zijn weerspiegeld in de ECTS-fiches, die de studenten kunnen consulteren via

internet of intranet. Het opstellen van de doelstellingen vond plaats met oog voor de eisen zoals gesteld in het

Page 275: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l | 2 7 5

Structuurdecreet, en staan als dusdanig beschreven in het Hoger Onderwijsregister (HOR). De ECTS-fiches

worden jaarlijks bijgewerkt, samen met de departementale ‘Wegwijs’ en de stage- en eindwerksyllabus.

Studenten hebben verder toegang tot de missie van de opleiding via het elektronische leerplatform Blackboard,

de ‘Plantijnmail’, de catalogi van de bibliotheek, databanken en e-Campus. Er zijn ook gedrukte documenten ter

beschikking.

De opleiding heeft een matrix uitgewerkt waarin de competenties vanuit het Structuurdecreet in relatie worden

gebracht met de kerncompetenties die door de opleiding zijn gedefinieerd.

Acht kern- of algemene competenties zijn vastgesteld. Deze zijn:

- denk- en redeneervaardigheid;

- communicatievaardigheid, en het verwerven en verwerken van informatie;

- vermogen tot kritische reflectie;

- projectmatig kunnen werken;

- creatief vermogen;

- leiderschapsvaardigheden;

- communicatievaardigheden;

- een ingesteldheid tot levenslang leren.

Overkoepelend voor de vijf afstudeerrichtingen zijn zeven algemene beroepsgerichte competenties gedefinieerd:

- teamgericht kunnen werken;

- oplossingsgericht kunnen werken;

- vermogen om zinvolle oplossingsstrategieën te ontwikkelen en toe te passen;

- besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid;

- flexibiliteit en doorzettingsvermogen;

- complexe taken en probleemsituaties kunnen definiëren;

- analyseren en oplossen, en zelfstandig en oplossingsgericht kunnen werken.

De competentiematrix werd per afstudeerrichting opgesteld door middel van de ECTS-fiches.

De doelstellingen worden toegelicht tijdens de SID-In-beurzen voor potentiële laatstejaarsstudenten uit het

secundair onderwijs en tijdens de ‘Doedagen’ voor dezelfde doelgroep. Diverse initiatieven worden ondernomen

om de doelstellingen kenbaar te maken aan belanghebbenden.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen

Beoordelingscriteria:

- De doelstellingen van de opleiding (uitgedrukt in eindkwalificaties van de student) sluiten aan bij de eisen die

door (buitenlandse) vakgenoten en het relevante beroepenveld gesteld worden aan een opleiding in het

betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroeps- of kunstpraktijk). Ze zijn, in het geval van

gereglementeerde beroepen, in overeenstemming met de reglementering of regelgeving ter zake.

- Voor professioneel gerichte bacheloropleidingen zijn de eindkwalificaties getoetst bij het relevante

beroepenveld.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

Page 276: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 7 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding heeft de eindkwalificaties bij een breed beroepenveld uit binnen- en buitenland getoetst. Het

curriculum bestaat uit een gemeenschappelijk eerste deeltraject, met doorgedreven specialisatie in het tweede en

derde deeltraject.

De enige uitzondering hierop is de opleiding technisch-commercieel adviseur. Binnen het eerste jaar wordt

gedifferentieerd. Op basis van de voorafgaande discussies met het werkveld bij het opstarten van deze opleiding

worden specifieke verkoopscompetenties aangereikt, maar wordt de opening gelaten om over te stappen naar

een andere afstudeerrichting, als blijkt dat een verkeerde studiekeuze werd gemaakt.

De opleiding heeft per afstudeerrichting een inventarisatie opgesteld van de waaier aan beroepenvelden waar de

student in kan terechtkomen. De afstemming op zich vond zowel via formele als informele kanalen plaats. Op

basis van dit netwerk worden een permanente toetsing en aanpassing van het programma gerealiseerd.

Stage- en eindwerkbezoeken zijn een toetssteen voor de afstemming van de opleiding aan de noden van het

werkveld. De internationale samenwerkingsprogramma’s, zoals Socrates-Erasmus en de Leonardo-projecten

laten een toetsing in een bredere internationale context toe.

Feedback van externe juryleden bij mondelinge examens aanziet de opleiding eveneens als waardevol, net als de

vertegenwoordiging van het werkveld in de Departementale Raad.

De lectoren blijven op de hoogte van actuele ontwikkelingen door nauwe contacten te onderhouden met externe

deskundigen, onder wie mensen van onder meer VIK, BEMAS, KVIV, RTC Antwerpen, VOKA en Agoria. Verder

spijkeren ze hun kennis bij door deelname aan PWO-projecten, het doornemen van vakliteratuur, en het bijwonen

van studiedagen en voordrachten. Elke lector engageert zich om tien werkdagen bedrijfsstage te lopen na vijf jaar

uit het beroepsveld te zijn gestapt.

Het grootste deel van het budget wordt besteed aan technische investeringen. De opleiding engineert de

aankoopprojecten zelf, om zo dicht mogelijk de praktijksituaties te evenaren. De diverse discussies met

industriële toeleveranciers, constructeurs en integratoren leidt tot bijkomende ervaringen, die door middel van

cursussen, laboboeken en de didactische uitrusting terugvloeien naar de student.

De doelstellingen van de opleiding Elektromechanica zijn afgestemd op de werkzaamheden van de VLOR en de

SERV, waar de opleiding eveneens aan heeft meegewerkt, en bijgevolg ook op de andere Vlaamse hogescholen

die de opleiding aanbieden. De inrichting van de ‘Dag van het Leren’, waarop zowel eigen lectoren als sprekers

van andere hogescholen thematische workshops geven, zorgt voor een verdere afstemming.

Overkoepelend voor de vijf afstudeerrichtingen binnen de opleiding Elektromechanica wordt gewerkt met veertig

beroepsspecifieke competenties. Een aantal wordt al in het eerste deeltraject geïntroduceerd, met een verdere

doorstroming doorheen het tweede en derde deeltraject. De commissie apprecieert de manier waarop de

opleiding per afstudeerrichting de beroepsspecifieke competenties heeft uitgeschreven. Deze competenties zijn

SMART.

Op internationaal vlak heeft het departement samenwerkingsverbanden met OULU (Finland), de Hogeschool van

Amsterdam (Nederland) en de Hogeschool Zeeland (Nederland), waar concrete samenwerkingsvormen en

projecten zijn uitgewerkt.

De opleiding besteedt aandacht aan de contacten met het secundair onderwijs. Daardoor zetelt de opleiding al

jaren in het RTC van Antwerpen. Jaarlijks worden dan ook RTC- of ‘Doedagen’ ingericht, om studenten van het

secundair onderwijs in contact te brengen met de technologische ontwikkelingen in het vakgebied. Hierdoor

komen heel wat secundaire scholen op deze activiteiten af, wat informatie oplevert over de inhoud en organisatie

van het secundair onderwijs.

Page 277: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l | 2 7 7

Er is aandacht voor een brede basisvorming, waardoor het gemeenschappelijke traject pas gesplitst wordt in de

diverse afstudeerrichtingen in het tweede deeltraject.

De opleiding schept binnen de opleiding een kader dat gebaseerd is op een gedegen basiskennis, door het

aanbieden van een sterk praktijk- en beroepsgerichte opleiding. Hiervoor wordt de theorie in een breder

perspectief geplaatst, met aandacht voor communicatieve en sociale vaardigheden met teamwerk. De opleiding

beoogt de ontwikkeling en uitdieping van het probleemoplossende denken en handelen, met het in acht nemen

van veiligheid, en milieubewust denken en werken. Kwaliteitsborging integreert deze verschillende aspecten.

Bijkomend wordt de student aangemoedigd tot zelfstudie en zelfsturing.

Uit het ZER en de gesprekken met de betrokkenen blijkt dat het team een heldere kijk heeft op de opleiding, en

met een kritische blik de sterke en te verbeteren punten aangeeft.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Oordeel over onderwerp 1, doelstellingen van de opleiding: goed

Op basis van de oordelen over:

facet 1.1, niveau en oriëntatie: goed

facet 1.2, domeinspecifieke eisen: goed

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 278: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 7 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l

Onderwerp 2 Programma

Facet 2.1 Relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma

Beoordelingscriteria:

- Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties van de opleiding qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

- De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma.

- De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te

bereiken.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het curriculum is modulair opgezet en gericht op het verwerven van competenties om als beginnende

beroepsbeoefenaar aan het werk te kunnen.

De opleiding heeft de ECTS-fiches van de verschillende opleidingsonderdelen gedetailleerd uitgewerkt. Door

deze ECTS-fiches opnieuw vooraan in elke cursus op te nemen, kan de communicatie naar de studenten nog

verbeterd worden, als aanvulling op de ECTS-database.

Maar voor de algemene en beroepsgerichte en beroepsspecifieke competenties heeft deze opleiding

vernieuwende werkvormen succesvol in de praktijk gebracht. De commissie denkt hierbij aan projectwerk,

multiprojecten, het ‘Specifiek Alternatief Programma’, de bedrijfsstages en het eindwerk.

Theoretische opleidingsonderdelen worden gevolgd door toepassingen en oefeningen in andere

opleidingsonderdelen. Dit verduidelijkt de linken tussen opleidingsonderdelen, en geeft de student inzicht waarom

basisvakken in het programma zijn opgenomen. Competentieontwikkeling komt voornamelijk aan bod tijdens de

labo’s, zowel via de opdracht als de uitdieping van vaardigheden onder de vorm van werken tegen deadlines,

leidinggevende capaciteiten, teamwerk en sociale vaardigheden.

Het eerste en tweede deeltraject worden gekenmerkt door de verwerving van competenties in een bepaald

vakdomein. Het opleidingsonderdeel multiprojecten, met zowel in-huis- als uit-huisprojecten, verplichten de

student tot de integratie van kennis van verschillende vakgebieden uit een opdracht in een totaaloplossing met

weergave in een projectdataboek. De studenten worden geconfronteerd met praktische uitdagingen die hen ertoe

nopen gepaste oplossingen uit te werken en te verdedigen. De te verwerven competenties zijn in een

‘competentiekapstok’ gegoten. De professionele gerichtheid komt tot uiting in het programma door de

uitgebreidheid aan labo- en praktijksessies, de multiprojecten, en de stage en het eindwerk. De eindkwalificaties

werden ten slotte afgetoetst bij het relevante beroepenveld, en de diverse overlegstructuren en

werkgeversorganisaties.

Elk opleidingsonderdeel bestaat uit drie trappen – inleidend, uitdiepend of gespecialiseerd – die in lijn liggen met

de fasering van de drie deeltrajecten. Binnen de ECTS-fiches is er een verdere onderverdeling naar

kernonderwijseenheden voor theoretische vakken en kernondersteunende opleidingsonderdelen onder de vorm

van practica en labo’s.

De opleiding heeft duidelijke leerlijnen vastgelegd doorheen het curriculum.

Op het vlak van internationalisering worden elk academiejaar doelstellingen geformuleerd in overleg met het

departementshoofd en de centrale Internationale Dienst. Er is regelmatig overleg binnen de departementale

Page 279: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l | 2 7 9

werkgroep. De departementale internationale coördinator neemt deel aan de vergaderingen van de Plantijn

International Office. Interdepartementaal overleg komt eveneens aan bod. Diverse acties op het vlak van

internationalisering zijn geïnitieerd. Het traject naar internationale uitwisseling, gaande van selectie tot en met

opvolging, is samen met de Internationale Dienst uitgewerkt.

De hogeschool beoogt een maximale verdeling van het jaarlijks beursbudget voor studentenmobiliteit.

Verschillende projecten werden al tot een goed einde gebracht, en passen steeds in de internationale toetsing

van de bacheloropleidingen, en de optimalisatie en afstemming van het curriculum. Het elektronische leerplatform

Blackboard en de virtuele e-Campus verhogen de verbinding tussen de thuisblijvende studenten, lectoren en

uitgaande studenten.

De internationale dimensie wordt eveneens overgedragen naar alle studenten door een internationale context te

creëren in de industriële projectweek. Dit wordt gerealiseerd door deelname van buitenlandse studenten. De PIT-

werkgroep neemt initiatieven om nieuwe partnerinstellingen aan te trekken voor mogelijke samenwerkings-

verbanden.

Lectorenmobiliteit concretiseert zich in een samenwerking met buitenlandse hogescholen en in buitenlandse

stagebezoeken. Zo zijn er samenwerkingsverbanden met de Hogeschool van Amsterdam, in het kader van het

Nemo-project en de industriële projectweek. Anderzijds neemt het departement EM deel aan het

hogeschoolbrede ‘DoLeLe’-project, dat samen met de Hogeschool Zeeland, secundaire scholen en de

Universiteit Antwerpen is opgezet.

Lectoren worden zo veel mogelijk betrokken bij de buitenlandse stages door de integratie van één stagebezoek

per buitenlandse stageplaats, waardoor een mogelijke afstemming kan worden verkregen naar de eigen

opleiding. Het gebruik van Frans videomateriaal in de afstudeerrichting TCA is eveneens het resultaat van een

samenwerking met de IUT-Quimper uit Brest (Frankrijk).

Onderwijsontwikkelingen uit binnen- en buitenland worden nauwgezet opgevolgd. Dit heeft inmiddels geleid tot de

integratie van activerende werkvormen in onder meer het tweede deeltraject onderhoudstechnologie. Verder zijn

oefensessies, multiprojecten, de industriële projectweek en het VIP- en SAP-programma voorbeelden van

vernieuwende onderwijsontwikkelingen.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt om de ECTS-fiches prominenter onder de aandacht te brengen, zodat de communicatie

naar de studenten verder kan worden verbeterd.

Facet 2.2 Eisen professionele gerichtheid van het programma

Beoordelingscriteria:

- Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroeps- of kunstpraktijk ontleend

studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk, de kunstpraktijk en/of (toegepast) onderzoek.

- Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline.

- Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroeps- of artistieke vaardigheden, en heeft aantoonbare

verbanden met de actuele beroepspraktijk.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

Page 280: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 8 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding besteedt voldoende aandacht aan kennisontwikkeling, en neemt hiervoor verscheidene initiatieven

om de kennis uit de beroepspraktijk binnen te brengen. Anderzijds is er ook oog voor het bijbrengen van

beroepsvaardigheden. Labo’s en praktijklessen, de invoering van aangepaste werkvormen en de aandacht tot

levenslang leren leveren hieraan een belangrijke bijdrage.

De stage en het eindwerk in het derde deeltraject vormen het sluitstuk bij het verwerven van werkveldervaring en

om als beginnende beroepsbeoefenaar aan de slag te kunnen. De studenten worden hierop voorbereid door

vakoverschrijdende opdrachten onder de vorm van multiprojecten en door een multidisciplinaire taak die door het

werkveld wordt aangeleverd (industriële projectweek).

De commissie waardeert de aanpak van de opleiding om projectmatig werken in te bedden in het curriculum. De

integratie van de multiprojecten in een intensive program wekt nog grotere verwachtingen.

De opleiding streeft naar een basisonderwijsaanbod dat nauw aansluit bij de beroepspraktijk. Actuele

ontwikkelingen in het vakgebied worden opgevolgd en afgetoetst met bedrijven, alumni, vakbeurzen en

opleidingen, en met collega’s met beroepservaring.

Voor elke afstudeerrichting werden actuele ontwikkelingen die een impact kunnen en zullen hebben op de

opleiding in kaart gebracht. Hiervoor zijn gefaseerde actieplannen opgemaakt.

Het programma van elke afstudeerrichting is gericht op en getoetst aan de verwachtingen van het beroepenveld.

Op het vlak van maatschappelijke dienstverlening onderneemt de hogeschool diverse acties. De inrichting van

RTC-onderhoudsactiedagen voor het secundair onderwijs, cursussen in samenwerking met de VIK, PWO-

projecten en de uitwerking van opdrachten voor bedrijven zijn hier slechts enkele voorbeelden van.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 2.3 Samenhang van het programma

Beoordelingscriterium:

- Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding heeft een aantoonbaar samenhangend programma. Er zijn duidelijke leerlijnen vastgesteld die

evolueren van algemene naar gespecialiseerde vakinhouden.

De samenhang wordt voor de student duidelijk gemaakt door de modulaire opbouw van de verschillende

opleidingsonderdelen, met aandacht voor de interactie tussen opleidingsonderdelen. Er wordt een optimale

afstemming beoogd, waarbij overlappingen tussen de opleidingsonderdelen werden weggewerkt.

Op het vlak van individuele trajecten heeft de student de keuze tussen een diploma-, credit- of examencontract.

Wanneer studenten creditbewijzen of vrijstellingen hebben verworven uit een programmajaar waarvoor zij niet zijn

geslaagd, kunnen zij dit aanvullen met opleidingsonderdelen uit een volgend academiejaar, voor zover de

volgtijdelijkheid niet in het gedrang komt. Dit wordt eveneens in de ECTS-fiches weergegeven.

Page 281: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l | 2 8 1

De commissie stelt vast dat de samenhang binnen het normtraject gegarandeerd is. De opleiding steunt bij de

opmaak van flexibele leertrajecten eveneens op de zelfredzaamheid van de student en de aangeboden

concordantietabel.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt aandacht voor een afdoende begeleiding van de student in het kader van de flexibele

leertrajecten, gezien de huidige dynamiek naar curriculumaanpassingen.

Facet 2.4 Studieomvang

Beoordelingscriterium:

- De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de studieomvang, bachelor: ten minste 180

studiepunten.

Oordeel van de visitatiecommissie: OK

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding bestaat uit 3 studiejaren van elk 60 studiepunten. In totaal wordt dus een opleidingsprogramma

georganiseerd van 180 studiepunten, en voldoet de opleiding hiermee aan de formele eisen met betrekking tot de

minimale studieomvang van een professionele bachelor.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 2.5 Studielast

Beoordelingscriteria:

- De werkelijke studietijd wordt getoetst en sluit aan bij de normen vastgesteld krachtens decreet.

- Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de

studievoortgang belemmeren, zo veel mogelijk worden weggenomen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Ter bevordering van de studeerbaarheid en volgtijdelijkheid opteert de opleiding voor een afronding van elk

opleidingsonderdeel na elke module van negen weken. De decretale bepaling om opleidingsonderdelen toe te

kennen van minimaal drie studiepunten heeft geleid tot een verdere opdeling in kleinere onderwijseenheden.

Deze spreiding en clustering van kleinere eenheden verdeelt de studielast. Het stelt de student eveneens in staat

om bij een minder resultaat bij een component van een opleidingsonderdeel dit alsnog te kunnen ophalen via de

Page 282: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 8 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l

overige componenten. Dit biedt mogelijkheden naar motivatie en het herpakken van eerstejaarsstudenten in de

loop van het academiejaar. Credits worden enkel op het niveau van het opleidingsonderdeel toegekend. De

opleiding heeft de studiebevorderende- en belemmerende studiefactoren duidelijk in kaart gebracht.

De studietijdmetingen worden uitgevoerd per academiejaar door middel van tijdschrijven. Studenten worden

geselecteerd om wekelijks hun studietijd bij te houden. Resultaten worden na elke lesmodule aan de lectoren en

studenten teruggekoppeld, en worden verder geanalyseerd in de stuurgroep, met bespreking in de Lectorenraad.

Dit geeft de mogelijkheid tot bijsturing tijdens het academiejaar.

Er vonden in de afgelopen jaren diverse bijsturingen plaats van het systeem van studietijdmetingen. Studenten

met een individueel traject worden evenwel niet meegenomen in de meting. Alle opleidingsonderdelen worden

bevraagd. Metingen vinden wekelijks plaats om de spreiding van de studietijd over het academiejaar te kunnen

analyseren. Het blijkt evenwel niet evident voor de procesbegeleiders om de studenten blijvend te motiveren om

de studietijd met een dergelijke frequentie bij te houden.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie adviseert dat de opleiding blijft sleutelen aan een goede methodiek voor studietijdmetingen, en

waar nodig de noodzakelijke wijzigingen in het curriculum doorvoert.

Facet 2.6 Afstemming tussen vormgeving en inhoud

Beoordelingscriteria:

- Het didactische concept is in lijn met de doelstellingen.

- De werkvormen sluiten aan bij het didactische concept.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De heterogene studenteninstroom stuurt de opleiding in het brengen van elke student op hetzelfde niveau qua

basiskennis, vaardigheden en attitudes. In deze fase wordt hoofdzakelijk gebruikgemaakt van hoorcolleges

waarbij praktijkgerichte oefeningen worden ingebouwd, die op hun beurt opnieuw verband houden met andere

opleidingsonderdelen. De wekelijkse oefensessies stellen de student in staat om in groepsvorm de leerstof op

een alternatieve wijze te verwerken en om eigen lacunes in kennis op te sporen. De lector treedt op als coach en

bewaakt het goede verloop van het zelfstudieproces bij de student.

De verworven basiskennis wordt verder uitgediept in de labosessies door middel van didactische

proefopstellingen en competentiegerichte werkvormen. Elke module wordt afgesloten met een monitoraat op

initiatief van de student.

Het tweede deeltraject kenmerkt zich door de nadruk op het vakoverschrijdende denken en de bevordering van

het probleemoplossende vermogen. Labo en practica winnen aan belang met de integratie van projectwerk in de

opleidingsonderdelen tribologie en project industriële elektronica.

Binnen het derde deeltraject ligt de klemtoon op het studieproces van de student, waarbij projectwerk centraal

staat. Vak- en disciplineoverschrijdende projecten worden geïntroduceerd, zodat de student tot professional kan

evolueren. De stage en het eindwerk vormen het sluitstuk van de opleiding, waarin de student kan aantonen dat

hij zich de aangereikte competenties, vaardigheden en kennis eigen heeft gemaakt.

Page 283: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l | 2 8 3

De opleiding heeft een waaier aan didactische werkvormen geïntroduceerd. De specifieke keuze per werkvorm is

vastgelegd binnen de ECTS-fiches.

Om een antwoord te bieden aan de stijgende variatie aan instroomkenmerken werden twee gedifferentieerde

trajecten (VIP en SAP) aan het reguliere programma toegevoegd. Voor de beide trajecten werd projectwerk

geïntegreerd, wat de commissie wist te waarderen. Het projectwerk is ook sterk vertegenwoordigd door middel

van de multiprojecten, de industriële projectweek en het portfolioproject ‘Verkoop’ binnen de afstudeerrichting

technisch-commercieel Adviseur.

Het departement heeft oog voor onderwijsvernieuwing in binnen- en buitenland, en werkt hiervoor samen met

buitenlandse partnerinstellingen.

Er worden diverse onderwijsvormen gebruikt, van traditionele borden en overheadprojectoren tot PowerPoint-

presentaties en smartboards. Relevante informatie wordt ter beschikking van de student gesteld via de

elektronische leeromgeving Blackboard. Dit wordt aangevuld met syllabi en specifieke handboeken. Studenten

hebben toegang tot referentiewerken en andere wetenschappelijke publicaties en databanken in de bibliotheek.

Didactisch materiaal uit de industrie wordt waar mogelijk toegepast.

Practica bij commerciële vakken worden door de student thuis voorbereid, en door middel van rollenspellen

ingeoefend en op camera opgenomen om klassikaal te worden besproken.

De vakinhouden worden ondersteund door actuele didactische standen in de labo’s. Verder beschikt het virtuele

netwerk e-Campus over de nodige software en digitale syllabi ten dienste van de student.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 2.7 Beoordeling en toetsing

Beoordelingscriterium:

- Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat en voor studenten inzichtelijk getoetst of de

studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Binnen het eerste en tweede deeltraject wordt elke module door een examenreeks van twee weken afgerond,

zonder een blokperiode te voorzien, doordat in totaal drie examenperiodes zijn vastgelegd. In het derde

deeltraject zijn slechts twee examenperiodes voorzien. De ECTS-fiches geven de evaluatiewijze aan.

Examenroosters worden door de studenten opgemaakt, en via de klasvertegenwoordigers teruggekoppeld en

besproken met de opleidingscoördinator en het departementshoofd. De roosters worden ten minste twee weken

voor de examens bekendgemaakt. Er zijn specifieke bepalingen voor inhaalexamens in het kader van

afwezigheid door ziekte, examens met bijzondere faciliteiten of voor studenten met een sportstatuut. De tweede

examenperiode is vastgesteld. Na elke examenperiode is er eveneens inzagerecht.

Page 284: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 8 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l

De studenten worden door de opleiding heen beoordeeld via een grote variatie aan evaluatievormen, waarbij

steeds die toetsvorm wordt gebruikt die het beste aansluit bij de doelstelling van het opleidingsonderdeel. Dit kan

bijvoorbeeld gaan om permanente evaluatie tijdens de labolessen en practica, waarbij voorbereiding door de

studenten wordt vereist. De evaluatie van de in-huismultiprojecten is opgebouwd uit drie componenten:

beoordeling van het projectdataboek (PDB), de presentatie van het uitgewerkte project en de peer-evaluatie. De

industriële projectweek vertrekt vanuit een procesmatige insteek, en evalueert de projectmethodiek en de

presentatie. Peer assessment zorgt voor de interne evaluatie van de projectleden. De portfolio van het project

‘Verkoop’ wordt zowel product- als procesmatig geëvalueerd.

Het onderwijs- en examenreglement is zowel op intranet als in hard-copy beschikbaar. De deliberatieregels zijn

opgenomen in de departementale aanvulling op het onderwijs- en examenreglement.

De stage en het eindwerk worden ingericht in de laatste twee modules van de opleiding en zijn er nauw met

elkaar verweven, waardoor de planningsvrijheid bij de student wordt gelegd. Aangezien de beide

opleidingsonderdelen 33 studiepunten vertegenwoordigen, worden studenten grondig voorbereid op het einde

van het tweede deeltraject. Een stage- en eindwerksyllabus beschrijft de diverse modaliteiten. Studenten worden

eveneens op de hoogte gebracht van de mogelijkheden rond internationale stages en eindwerken.

De commissie bevestigt de solide, gedegen opmaak van de eindwerken, waarin de doelstellingen systematisch

worden opgenomen.

Bij het begin van het derde deeltraject wordt de student door middel van de multiprojecten bijkomend voorbereid

op de praktijk. De quotering vindt plaats door middel van peer assessment, permanente evaluatie en de

presentatie op zich. De groepscompetenties zijn duidelijk uitgewerkt en gecommuniceerd in de syllabus. De

commissie waardeert deze aanpak.

De student wordt tijdens een stage van 58 dagen ondergedompeld in de praktijk. De student moet via Blackboard

een dagrapport inleveren, samen met rapporten over specifieke opdrachten. De stagebegeleider legt minimaal

twee stagebezoeken af, en legt zijn bevindingen vast in een begeleidingsfiche, die eveneens ter beschikking van

belanghebbenden op e-Campus staat.

De stagebeoordeling gebeurt zowel product- als procesmatig. De bedrijfbegeleider voert samen met de

stagebegeleider de productbeoordeling uit, door middel van een evaluatieraster. Op dit deel ligt ook het

zwaartepunt van de quotering, namelijk 70 procent.

De stagebegeleider evalueert de competenties in de toegestuurde stagerapporten op dezelfde wijze.

De commissie vraagt aandacht voor een eenduidige afstemming van de te behalen competenties bij de stage en

het eindwerk op de algemene en algemeen beroepsgerichte competenties uit het ZER.

Het eindwerk neemt 28 dagen in beslag en komt tot stand mits de goedkeuring van de stage- en

eindwerkbegeleider. Er wordt gewaakt over het feit dat het eindwerkonderwerp aanleunt bij de specialisatie en

interessesfeer van de student. De eindwerkbegeleider treedt op als coach en begeleidt enkel het proces.

De vormvereisten voor de thesis zijn vastgelegd.

De evaluatie van het eindwerk is opgebouwd uit een procesevaluatie door de eindwerkbegeleider voor 10 procent

van het eindresultaat, een evaluatie door het bedrijf voor 10 procent en de openbare eindwerkverdediging voor

het saldo, dat bepaald wordt door twee externe en twee interne juryleden. De juryleden zijn gekozen door de

stagecoördinator. Bedrijfsjuryleden worden aangesproken op basis van hun werkervaring binnen de

afstudeerrichting van de student.

De commissie vindt het deontologisch niet correct dat juryleden die het werk niet hebben gelezen, de inhoud van

een eindwerk beoordelen.

De bedrijfsevaluatie toetst de mate waarin de competenties inmiddels al zijn bereikt op dezelfde wijze als de

stage. De commissie stelt evenwel vast dat de criteria ter beoordeling van de stage en het eindwerk verouderd en

niet gedifferentieerd zijn per afstudeerrichting.

Page 285: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l | 2 8 5

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie dringt aan op een herziening van de beoordelingswijze bij de stage en het eindwerk.

De commissie vraagt aandacht voor de actualisering van de beoordelingscriteria voor de stage en het eindwerk.

Er zijn nog opportuniteiten om de competenties bij de stage en het eindwerk af te stemmen op de algemene en

algemeen beroepsgerichte competenties.

Facet 2.8 Masterproef

Niet van toepassing voor een professioneel gerichte bacheloropleiding.

Facet 2.9 Toelatingsvoorwaarden

Beoordelingscriteria:

Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten

bachelor:

- diploma secundair onderwijs, diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan,

diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie, of een diploma of getuigschrift dat bij of krachtens

een wet, decreet, Europese richtlijn of een andere internationale overeenkomst als gelijkwaardig wordt

erkend;

- door het instellingsbestuur bepaalde voorwaarden voor personen die niet aan de bovengenoemde

voorwaarden voldoen.

Oordeel van de visitatiecommissie: excellent

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding hanteert de decretaal voorziene toelatingsvoorwaarden voor de bachelor/masteropleiding.

Het onderwijs- en examenreglement beschrijft de toelatingsmodaliteiten op heldere wijze. Voor studenten met

mogelijke vrijstellingen of een aanvraag voor bijzondere faciliteiten beslist een toelatingscommissie over de

ontvankelijkheid van het dossier. De student wordt hierin gefaciliteerd door een stafmedewerker.

De studenteninstroom is hoofdzakelijk gekenmerkt door een TSO-instroom; een minderheid is afkomstig uit het

BSO en ASO. Binnen de TSO-instroom zijn de diverse vooropleidingen eveneens in kaart gebracht. De opleiding

onderkent drie types studenten: de modale studentengroep met een normaal verwacht slaagpercentage,

studenten uit het TSO en BSO met weinig tot geen elementaire voorkennis, en studenten uit een sterkere TSO-

richting die afdoend zijn voorbereid en zo een hogere slaagkans hebben. De slaagpercentages voor elke

gedefinieerde groep zijn gekend.

De heterogene instroom heeft geleid tot de inrichting van monitoraatsuren door de vaklectoren en de organisatie

van wekelijkse oefensessies in heterogene groepen. Aangezien de ondernomen initiatieven op zich de

slaagkansen van de zwakkere instroom niet afdoend konden verhogen en de motivatie bij de sterkere instroom

niet kon worden aangezwengeld, werden naast het reguliere of FLOW-programma het VIP- en SAP-programma

opgestart. Het SAP-programma (Specifiek Alternatief Programma) integreert projectwerk voor de sterkere

studenteninstroom om het programma uitdagend te houden; het wordt middels een instaptoets bepaald. Het VIP-

Page 286: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 8 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l

programma (Veel Intensiever Programma) wil de studenten uit een zwakkere instroom veel intensiever

begeleiden, door extra begeleidingsmomenten en het inbouwen van studievaardigheden. Elke student krijgt

evenwel de kans om onafhankelijk van zijn vooropleiding aan te sluiten, door de vakken van het eerste jaar op

een basaal niveau aan te bieden.

De VIP-behandeling met de extra omkadering zorgt ervoor dat de slaagkansen van de beoogde doelgroep

verdubbelen. Ook de studenten die slagen voor de SAP-toets krijgen een gepaste differentiatie. De beide

initiatieven kunnen als voorbeeld voor veel opleidingen worden dienen.

De opleiding heeft momenteel geen vraag naar deeltijdse trajecten. Er wordt evenwel samengewerkt met de

VDAB om werklozen met een ASO-profiel te laten instromen, met behoud van hun werkloosheidsuitkering,

aangezien de opleiding leidt naar een diploma in een knelpuntberoep.

In het Hoger Onderwijs Register (HOR) staan de mogelijkheden opgelijst voor de mogelijke aanknopingspunten

tot het volgen van een masteropleiding. Ongeveer 30 procent van de alumni gaat in op dit aanbod, dat in

samenwerking met de Karel De Grote-Hogeschool en de Hogeschool Antwerpen werd opgezet. Om de

slaagkansen van die studenten te verhogen, wordt in het derde deeltraject voor deze doelgroep een facultatieve

cursus hogere wiskunde voorzien.

De unieke afstudeerrichting technisch-commercieel adviseur sluit duidelijk aan op een behoefte uit de

arbeidsmarkt. De wijze waarop gestalte wordt gegeven aan dit programma beantwoordt aan de verwachtingen

van de hedendaagse didactiek. Er zijn nog opportuniteiten om meer ASO-studenten aan te trekken die de

meerwaarde van technische competenties voor een commercieel adviseur nog niet hebben onderkend. De

hogeschool moet zich beraden hoe zij deze afstudeerrichting opnieuw duidelijker kan profileren van bij de start

van de opleiding.

Abituriënten worden via advertenties, het Hoger Onderwijs Register of de website aangetrokken. Voor de

opleiding Elektromechanica is een aparte webstek gemaakt, in combinatie met folders die aan potentiële

studenten uit de regio worden bezorgd.

Via de SID-In-beurzen in elke provincie en de ‘Doedagen’, in samenwerking met het Regionaal Technologisch

Centrum (RTC), krijgen leerlingen uit het secundair onderwijs bijkomende toelichting over het hoger onderwijs en

de opleiding op zich. Er worden nauwe contacten met de secundaire scholen onderhouden door middel van

infosessies. De Opencampusdag, infodagen en infosessies stellen leerlingen uit het secundair onderwijs in staat

om studenten en lectoren te bevragen en de faciliteiten te leren kennen. Een medewerker van SOVO kan de

student wegwijs maken in studiefinanciering.

De opleiding heeft eveneens informatie ter beschikking over de impact van de diverse activiteiten op de instroom

van eerstejaarsstudenten.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Page 287: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l | 2 8 7

Oordeel over onderwerp 2, programma: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 2.1, relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma: voldoende

facet 2.2, eisen professionele gerichtheid van het programma: goed

facet 2.3, samenhang van het programma: goed

facet 2.4, studieomvang: OK

facet 2.5, studielast: voldoende

facet 2.6, afstemming tussen vormgeving en inhoud goed

facet 2.7, beoordeling en toetsing: voldoende

facet 2.8, masterproef: n.v.t.

facet 2.9, toelatingsvoorwaarden: excellent

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 288: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 8 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l

Onderwerp 3 Inzet van het personeel

Facet 3.1 Kwaliteit van het personeel

Beoordelingscriterium:

- Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het

programma.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het departementale personeelsbeleid past binnen het beleid van de hogeschool, maar legt ook eigen accenten,

zoals in het personeelsbeleid. De hoofddoelstelling bestaat uit het aantrekken van de juiste personen met de

juiste competenties. Het opmaken van het competentiemanagementsysteem beoogt een reductie van de

kwetsbaarheid van de opleiding, en schept mogelijkheden naar vakspecifiek overleg.

Er wordt een maximale invulling beoogd van het ondersteunende personeel, zodat lectoren zich zo veel mogelijk

op hun opdracht kunnen concentreren. Het merendeel van de lectoren heeft evenwel een gecombineerd

takenpakket.

Hoewel veiligheid binnen de opleiding veel aandacht krijgt, stelt de commissie vast dat het opleidingsteam voor

het algemene preventiebeleid op de campus Boom weinig gesteund wordt vanuit de centrale diensten voor het

algemene preventiebeleid. Bijna-ongevallen worden niet bijgehouden. Voor een aantal installaties, zoals de

roboticastand, zijn geen indienststellingsverslagen aanwezig.

Bij het uitschrijven van vacatures worden kandidaat-medewerkers op informele wijze uitgenodigd, zodat zij nadien

bewuster kunnen solliciteren. Bij de aanwerving van nieuwe lectoren wordt bij voorkeur gezocht naar ingenieurs

met meerdere jaren ervaring in een van de betreffende domeinen. Daarbij gaat voldoende aandacht uit naar de

industriële ervaring en de pedagogische bekwaamheid of leservaring binnen de industrie.

Het departement onderneemt diverse initiatieven om nieuwe personeelsleden te begeleiden. De onthaaldag, de

introductie aan de collega’s en binnen de plenaire personeelsvergadering, en het dubbel lopen met een ervaren

lector zijn van belang bij de ingroeibegeleiding van de nieuwe lectoren. Op vraag van de lector of het

departementshoofd kan een onderwijskundige medewerker de nieuwkomer begeleiden om hem/haar tips te

geven over de organisatie van het opleidingsonderdeel.

Recent is het team met zes lectoren uitgebreid. De opleiding voorziet een gepaste instroombegeleiding en

ingroeiperiode met een systematische opvolging. Bij individuele aanwervingen wordt een peter toegewezen. Voor

grotere groepen wordt een coach aangeduid.

De functie-inhoud wordt bepaald door de competenties en voorkeuren van elk individu. De ambtsopdrachten

worden vervolgens door het departementshoofd, de opleidingscoördinator en de stafmedewerker Onderwijs

opgemaakt.

Lectoren maken deel uit van diverse werkgroepen. Binnen het beleid van de hogeschool worden geen

hoofdlectoren aangesteld.

Medewerkers worden driejaarlijks uitgenodigd voor een functioneringsgesprek, met een vijfjaarlijkse evaluatie.

Lectoren hebben de mogelijkheid om deel te nemen aan diverse overlegorganen. Zo is een stuurgroep actief die

als denktank en overlegplatform fungeert voor de Lectorenraad. Verder zijn diverse werkgroepen, die thematisch

zijn uitgebouwd, actief. De Lectorenraad zelf heeft een tweemaandelijkse vergaderfrequentie, waarin de stand

Page 289: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l | 2 8 9

van zaken per werkgroep teruggekoppeld wordt en nieuwe informatie over afspraken, studies, ideeën enzovoort

wordt gedeeld.

De Departementale Raad komt drie keer per jaar bijeen, aansluitend op de Lectorenraad. Externe experts van het

werkveld zetelen mee in deze raad. Verder is de opleiding Elektromechanica vertegenwoordigd in de

Academische Raad en in het Hogeschool Onderhandelingscomité.

Het departementshoofd maakt ook deel uit van het Hogeschool Onderhandelingscomité en het directiecomité, en

zetelt met raadgevende stem in de raad van bestuur.

De opleiding onderkent de toenemende werkdruk door de integratie van onderwijsvernieuwende initiatieven,

zoals projectwerk.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt aandacht voor een meer diepgaande ondersteuning van veiligheid binnen de opleiding.

Facet 3.2 Eisen professionele gerichtheid

Beoordelingscriterium:

De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een professioneel gerichte

opleiding:

- Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de

opleiding en de beroeps- of kunstpraktijk.

- Bij de daarvoor in aanmerking komende opleidingen moet daarenboven voldoende personeel beschikken

over kennis en inzicht in de desbetreffende beroeps- of kunstpraktijk.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Zowel de hogeschool als het departement neemt diverse initiatieven om de professionalisering van het korps te

bewerkstelligen.

De professionalisering van de lectoren wordt gegarandeerd door het aantrekken van kandidaten met een

belangrijke bedrijfservaring die zich regelmatig bijscholen, onder meer door bedrijfsstages. Het lectorenkorps is

ook bereid om zich in te zetten voor nascholing aan derden.

Ook het administratieve en technische personeel schoolt zich bij, en werkt actief mee aan de veranderingen in de

organisatie.

De hogeschool richt jaarlijks de ‘Dag van het Leren’ in, waarop lectoren workshops en trainingen kunnen volgen

die geënt zijn op een bepaald thema. Binnen de associatie zijn er eveneens namiddagsessies, die worden

ingericht door het Expertise Centrum Hoger Onderwijs van de Universiteit Antwerpen.

Departementaal wordt per module een gemeenschappelijk professionaliseringstraject aangeboden, bestaande uit

een plenaire zitting, gevolgd door een workshop of bedrijfsbezoek.

Lectoren richten eveneens onder elkaar infosessies of lessen in om tot kennisuitwisseling te komen. Verder

hebben de lectoren de mogelijkheid om bijscholingen te volgen binnen het eigen vakdomein of over algemene

Page 290: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 9 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l

onderwerpen, die door het departement worden gedragen. Dit kan zowel op eigen initiatief of op vraag van het

departementshoofd en/of de opleidingscoördinator. Er is eveneens input van PWO-projecten.

Lectoren maken ook deel uit van externe werkgroepen, zoals het RTC, VIK, KVIV, het Provinciaal

Veiligheidsinstituut Antwerpen en VOKA Antwerpen.

Lectoren worden eveneens bevraagd naar hun competenties naar onmiddellijke inzetbaarheid en inzetbaarheid

na professionalisering. Deze competentiematrix dient als aansturing voor de verdeling van ambtsopdrachten en

de professionalisering.

De opleiding onderhoudt nauwe banden met het werkveld, waarbij curricula, cursusmateriaal en vakinhouden in

nauw overleg worden samengesteld. Stagebezoeken leveren hierin eveneens een belangrijke bijdrage.

Er is een structurele samenwerking met het werkveld tijdens de industriële projectweek. Dit stelt de opleiding in

de mogelijkheid om uitvoerig de competenties van de studenten te bespreken en om op de hoogte te blijven van

de ontwikkelingen binnen het vakgebied.

Het werkveld wordt eveneens gestructureerd betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe opleidingen en grondige

curriculumwijzigingen. Dit was inmiddels het geval voor de afstudeerrichtingen technisch-commercieel adviseur

en Automatisering.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 3.3 Kwantiteit personeel

Beoordelingscriterium:

- Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De hogeschool hanteert een verhouding van VTE’s centrale diensten versus departementen van 15-85 procent.

Het departement Elektromechanica beschikt over 23,65 VTE in het academiejaar 2007-2008. Het

departementshoofd, 6 ATP- medewerkers voor 5,6 VTE en 25 leden van het onderwijzende personeel voor 18,05

VTE maken het korps compleet. De leeftijdspiramide is evenredig verdeeld.

Verder wordt 1,5 VTE aangewend voor het Plantijn Innovatiefonds en 0,4 VTE voor de structurele ondersteuning

van het PWO. Er wordt ook personeel ingezet voor PWO-projecten.

Op inhoudelijk vlak heeft de opleiding een duidelijk beeld van de tijdsbesteding van de lectoren op het vlak van

hoorcolleges, labo’s en practica, en stage- en eindwerkbegeleiding.

De commissie stelt dat de randvoorwaarden om vanaf nu de internationale docentenmobiliteit actief uit te

bouwen, vandaag aanwezig zijn, met de verruimde omkadering en de extra financiële stimuli van de Plantijn

Hogeschool.

Page 291: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l | 2 9 1

De opleiding bevestigt dat de uitdagingen op het vlak van flexibilisering en financiering ook een impact zullen

hebben op de omkadering binnen het lectorenkorps. De invoering van activerende werkvormen verhogen

eveneens de werkbelasting bij de lectoren.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie stelt dat de internationale docentenmobiliteit nu actief uitgebouwd kan worden, gezien de huidige

omkadering.

Oordeel over onderwerp 3, inzet van het personeel: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 3.1, kwaliteit personeel: voldoende

facet 3.2, eisen professionele gerichtheid: goed

facet 3.3, kwantiteit personeel: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 292: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 9 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l

Onderwerp 4 Voorzieningen

Facet 4.1 Materiële voorzieningen

Beoordelingscriterium:

- De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De hogeschool mag trots zijn op de goed uitgebouwde en onderhouden campus. Dit wijst erop dat het duidelijke

beleid om te streven naar een correcte attitude bij de studenten werkt.

In het directiecomité bepalen de departementshoofden de uiteindelijke beleidslijnen mee, en keuren ze de

concrete dagelijkse beheersbeslissingen omtrent faciliteiten en infrastructuur goed, mee dankzij de steun van het

Provinciebestuur van Antwerpen, dat instaat voor het onderhoud van de gebouwen. De actualiteit van de

didactische uitrusting valt onder de verantwoordelijkheid van de opleidingscoördinator en het departementshoofd.

Het financiële beleid naar investeringen en werkingsmiddelen van de hogeschool is centraal gestuurd. Op basis

van een behoeftenonderzoek dat departementaal wordt uitgevoerd, wordt een meerjarenbegroting opgesteld. Het

departement beschikt zelf over een beperkter budget in functie van het aantal studenten, dat voor specifieke

doeleinden kan worden aangewend: bijscholing, gastsprekers, juryleden, catering enzovoort. Op het niveau van

de hogeschool werd beslist om de huidige campus op termijn te verplaatsen. De studie is momenteel lopende.

Renovaties vinden steeds plaats met oog voor de toegankelijkheid voor personen met beperkingen. Op het vlak

van veiligheid zijn de nodige voorzieningen aanwezig, met opvolging via het Comité voor preventie en

bescherming op het werk. Verder staat een vaste onderhoudsploeg in voor het goede onderhoud van de campus.

De leslokalen zijn voorzien van de nodige didactische uitrusting en mogelijkheden op ICT-vlak. Verder zijn aula’s

als laboratoria adequaat uitgerust. Lectoren en ondersteunend personeel beschikken over geschikte lokalen, die

afdoende zijn uitgerust.

De bibliotheek beschikt over een uitgebreide collectie technische werken in functie van elke afstudeerrichting,

aangevuld met naslagwerken binnen de diverse laboruimtes. De bibliothecaris van de campus is eveneens lid

van de werkgroep van bibliotheekadviseurs, die het bestuur kan adviseren over de diverse facetten van de

bibliotheekwerking. Er zijn samenwerkingsverbanden met bibliotheken binnen de associatie voor zowel

traditionele bronnen als elektronische databanken. Lectoren beslissen eveneens over de aanschaf van werken.

Studenten maken veelvuldig gebruik van deze voorzieningen, waar naast de zelfstudieruimtes eveneens de

studentenadministratie is gehuisvest.

De ICT-infrastructuur is goed uitgebouwd, zowel op het vlak van hard- als software. Naast de installatie van e-

Eampus, waardoor software centraal wordt aangeboden, werd een volledige mappenstructuur met digitale

documenten gecentraliseerd en ter beschikking gesteld van de student. Verder is eveneens software voorhanden

die enkel binnen de hogeschool kan worden toegepast. Zowel vanuit de hogeschool als het departement is er

ondersteuning voor het onderhoud en de bijsturing van de ICT-infrastructuur.

In samenwerking met de sociale voorzieningen SOVO wordt een studentenrefter aangeboden met snacks en

belegde broodjes. De studenten hebben er toegang tot het draadloze netwerk. Studenten beschikken eveneens

Page 293: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l | 2 9 3

over een ontspanningsruimte en een zithoek. Samen met SOVO is er voor studenten met lees-, schrijf-, en

spellingsproblemen een softwareprogramma ter beschikking op e-Campus.

Informatieverstrekking is voorhanden via de schermen aan de refter, bij de inkomhal en aan de valven. Studenten

kunnen voor eigen activiteiten gebruikmaken van prikborden in de kelderruimte. De studentenclub mag eveneens

rekenen op de medewerking van de opleiding, en mag in bepaalde gevallen gebruikmaken van de infrastructuur

van de campus. Verder staat het elektronische leerplatform Blackboard, waarop cursusgerelateerde informatie

terug te vinden is, ter beschikking van de student. Er wordt bijkomend gebruikgemaakt van het programma

Wintoetspro om toetsen op pc af te nemen, met de mogelijkheid om de resultaten te analyseren.

Fietsenverhuur en carpooling worden aangemoedigd. Daarbij streeft de opleiding ernaar om één lesdag vrij te

houden, gezien de moeilijke bereikbaarheid van Boom via het openbaar vervoer.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 4.2 Studiebegeleiding

Beoordelingscriteria:

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de

studievoortgang.

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Eerstejaarsstudenten worden bij het begin van het academiejaar tijdens een introductiedag vertrouwd gemaakt

met de opleiding. De diverse aanspreekpunten worden voorgesteld, en de studenten krijgen een rondgang

doorheen de campus, samen met een voorstelling van de studentenvereniging.

Studentenbegeleiding maakt binnen de hogeschool deel uit van de beleidspijlers. Zij wordt samen met SOVO-

Plantijn aangepakt en vertaald in strategische doelstellingen op het niveau van het departement. Het creëren en

behouden van een studentvriendelijke onderwijscultuur staat centraal.

De opleiding streeft naar een aanbod op maat van de student. Daarom worden de studenten tijdens hun studies

bijgestaan door diverse studiebegeleiders, en dit op meerdere niveaus. De integratie van de VIP- en SAP-

trajecten naast de FLOW-studenten biedt hierop een passend antwoord.

Binnen het departement is de opleidingscoördinator ook de studentenbegeleider, aangezien deze persoon geen

lector is. Hierdoor is deze persoon constant aanwezig binnen de campus, en dit werkt drempelverlagend voor de

student. Als deze initiële aanpak ontoereikend blijkt door een dieperliggende psychosociale oorzaak wordt de

student doorverwezen naar SOVO-Plantijn, die de verdere coördinatie op zich neemt. Hierdoor is er een nauwe

samenwerking tussen de studentenbegeleider en SOVO-Plantijn. Een tweede pijler binnen de taak van SOVO ligt

in het uitbouwen en realiseren van studentgerichte faciliteiten, waar voor advies en het aanvragen van

studiefinanciering, studentenarbeid en huisvesting tijdens de consultatiedagen een beroep kan worden gedaan.

De studentenbegeleider kan eveneens bij vakinhoudelijke problemen optreden en bijwerklessen inlassen. Indien

de insteek echter pedagogisch van aard is, wordt doorverwezen naar de studiebegeleider, die op slechts twee

Page 294: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 9 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l

vaste voormiddagen op weekbasis aanwezig is. De inplanting van het studentensecretariaat en de

studiebegeleider in de mediatheek verlaagt de drempel en stimuleert het bezoek.

De commissie stuurt evenwel aan op een uitbreiding van de beschikbaarheid voor studie- en

studentenbegeleiding.

De opleiding bevestigt dat studenten vooral in periodes die aan de examens voorafgaan, sneller een beroep doen

op de diensten van de studiebegeleider.

De Plantijn Hogeschool heeft via het ‘IDU’-onderzoeksproject en het ‘DoleLe’-project meegewerkt aan projecten

die zich toespitsen op instroom- en doorstroombegeleiding. Aangepaste leerstijlinstrumenten en de ontwikkeling

van doorlopende leerlijnen van secundair naar hoger onderwijs vormden hier de krachtlijnen van.

Monitoraatsuren, het opleidingsonderdeel oefensessies en de integratie van VIP- en SAP-trajecten dragen

bijkomend bij in het ondersteunen en begeleiden van studenten.

De Plantijn Hogeschool stelt de studiegids en het volledige onderwijs- en examenreglement (OER), inclusief de

departementale aanvullingen, opleidingsdoelstellingen, lessentabellen, volgtijdelijkheidstabellen en jaarkalender

elektronisch beschikking via intranet. Het departementshoofd bezorgt de nodige toelichtingen bij het begin van

het academiejaar, samen met de ombudspersoon die zijn rol en functie verduidelijkt.

De ECTS-fiches zijn terug te vinden in de ECTS-database op intranet en/of internet, en geven informatie aan de

student over de beschrijving van de leerinhoud, de opleidingsdoelstellingen, de didactische aanpak,

leermaterialen en de toetsingsvorm.

Sinds het academiejaar 2005-2006 is een toelatingscommissie opgericht die waakt over de toekenning van

bijzondere faciliteiten, individuele trajecten, wijziging van studentencontracten enzovoort. Ook op het vlak van

studievoortgang speelt de Toelatingscommissie een belangrijke rol.

Studenten hebben na de examens inzagerecht in aanwezigheid van de vaklector. De ombudspersoon staat

tijdens de examenperiodes ter beschikking van de student, analyseert klachten en zal waar nodig bemiddelen,

ook tijdens deliberaties. Voor de aanvang van de eerste examenreeks communiceert de ombudspersoon het

examenreglement en zijn rol.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie stuurt aan op een uitbreiding van de beschikbaarheid van de studiebegeleider.

Oordeel over onderwerp 4, voorzieningen: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 4.1, materiële voorzieningen: goed

facet 4.2, studiebegeleiding: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 295: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l | 2 9 5

Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg

Facet 5.1 Evaluatie resultaten

Beoordelingscriterium:

- De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mee aan de hand van toetsbare streefdoelen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het directiecomité zet de krijtlijnen uit voor het kwaliteitsbeleid op het niveau van de hogeschool. Hierbij is er

aandacht voor de departementale invulling. Bij het nastreven van deze doelstellingen is een optimale afstemming

op de interne behoeften van de volledige organisatie vereist.

De algemeen directeur staat samen de stafmedewerker Kwaliteitszorg in voor de coördinatie van kwaliteitszorg.

De IKZ-werkgroep, bestaande uit ankerpersonen van de departementen onder voorzitterschap van het staflid

Kwaliteitszorg, geven gestalte aan het beleid. De werkgroep heeft een adviserende rol, en ondersteunt en

coördineert de aandachtspunten op het vlak van IKZ over de opleidingen en departementen heen.

De hogeschool vertrekt van de PDCA-cirkel (Plan-Do-Check-Act) om continu verbeteringen na te streven binnen

het EFQM-model (European Foundation for Quality Management). Binnen de hogeschool werd dit vorm gegeven

via het TRIS-model. Hierdoor beschikt de hogeschool over een zelfevaluatie-instrument dat afgestemd is op de

eigen noden en verwachtingen.

De hogeschool is lid van de TRIS-werkgroep en heeft voorzien in een relevante opleiding om mensen warm te

maken voor dit instrument. Vanaf het academiejaar 2006-2007 werd IKZ breed geïmplementeerd, door middel

van actieplannen en de inplanting van departementale IKZ-ankerpersonen. De opleiding werkt aan het

uniformiseren van de bevragingen.

Op departementaal vlak is kwaliteitszorg afgestemd op de Plantijnbrede krijtlijnen. Afstemming wordt verzekerd

door de aanwezigheid van een departementale vertegenwoordiger in de Plantijn-IKZ-werkgroep. De

departementale IKZ-werking is geborgd door een eigen IKZ-werkgroep, bestaande uit het departementshoofd, de

opleidingscoördinator, de stafmedewerker Onderwijs en een aantal lectoren die IKZ in hun opdracht hebben.

De jaaractieplannen nemen zowel de hogeschoolbrede als lokale actiepunten over en onderwerpen ze aan de

PDCA-cyclus. Zij worden vervolgens afgetoetst op de Lectorenraad en de Departementale Raad, met feedback

naar de lectoren. De opleiding beoogt een volledige analyse van de opleiding over een periode van vier

academiejaren door middel van het TRIS-instrument. Zowel studenten als lectoren nemen aan deze evaluatie

deel. Het departement heeft over het algemeen een goede score bereikt, maar heeft nog niet de mogelijkheid om

tot benchmarking over te gaan.

Los van de TRIS-metingen worden binnen de opleiding bevragingen van alle stakeholders systematisch

georganiseerd en met het kwaliteitshandboek via MS Project opgevolgd.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie adviseert de opleiding om de ingeslagen weg verder te zetten, zodat zij op termijn de nodige

benchmarking kan uitvoeren.

Page 296: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 9 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l

Facet 5.2 Maatregelen tot verbetering

Beoordelingscriterium:

- De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen tot

de realisatie van de streefdoelen.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De interne kwaliteitszorg in de opleiding is gebaseerd op de PDCA-cirkel. De werking van deze methodiek is

aantoonbaar in de wijze waarop de opmerkingen van de vorige visitatie consequent werden opgevolgd en

aangepakt, zoals de commissie kon vaststellen en ook al was aangegeven in het ZER.

De analyse van de slaagcijfers en studieduurtijdmetingen gaf aanleiding tot de invoering van het

opleidingsonderdeel oefensessies, waarin groepjes studenten van diverse vooropleidingen oefeningen oplossen

en waarbij de lector als procescoach op de voorgrond treedt. De invoering van VIP- en SAP-programma’s in het

academiejaar 2007-2008 zijn hier een tweede actiepunt van.

De inrichting van ‘De Dag van het Leren’ voor het opleidende en administratief-technische personeel zorgt voor

nieuwe inzichten die tot een curriculumherziening kunnen leiden. De diensten van het Expertise Centrum Hoger

Onderwijs (ECHO) naar onderwijsinnovatie en uitwerking van onderwijsprojecten geven lectoren bijkomende

ondersteuning.

Om de in-, door- en uitstroom van studenten te verbeteren, nam de hogeschool deel aan het ‘IDU’-project. Door

middel van een vragenlijst krijgt de student inzicht in zijn eigen leerstijl en studiegedrag, waardoor een

persoonlijke begeleiding in functie van het resultaat kan worden aangeboden.

Het ‘DoLeLe’-project, dat samen met de Universiteit Antwerpen, de Hogeschool Zeeland en vier secundaire

scholen is opgezet, wil leercompetenties tussen het secundair en het hoger onderwijs versterken en afstemmen.

De opleiding maakte hiervan gebruik om doorlopende leerlijnen te integreren in het curriculum.

De vraag tot functioneringsgesprekken via de TRIS-bevraging bij het lectorenkorps gaf aanleiding tot de

implementatie ervan in het academiejaar 2006-2007.

Eenzelfde structurele aanpak is merkbaar bij de ECTS-fiches, aan de hand van de ‘Plantijnhandleiding’, die aan

een jaarlijkse revisie onderhevig zijn.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld

Beoordelingscriterium:

- Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemende beroepenveld van de

opleiding actief betrokken.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

Page 297: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l | 2 9 7

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De lectoren worden allen bij de departementale IKZ-werking betrokken en ingeschakeld in de jaarlijkse TRIS-

evaluatiesessies, waarbij de resultaten steeds worden teruggekoppeld. De Lectorenraad en de Departementale

Raad zijn bijkomende platformen waarop een actuele stand van zaken wordt gegeven en de kans naar feedback

wordt geboden.

Studenten zetelen zowel in de Departementale Raad, de Sociale Raad, de Hogeschoolstudentenraad, de raad

van bestuur en de raad van de Associatie. Vanuit elk platform worden de nodige voorstellen, ideeën en

verbetervoorstellen geformuleerd. Elke raad geeft op zijn niveau feedback naar de hogeschool. Thema’s die

aangesneden worden, zijn onder meer de informatiedoorstroming naar studenten, ICT-voorzieningen, de

studentenbegeleiding, het OER, de studentenfaciliteiten, interne kwaliteitszorg enzovoort. Studenten participeren

als gesprekspartner in de betrokken raden en zetten samen de werking uit.

Verder worden studenten bevraagd tijdens de TRIS-bevragingen over curriculumherzieningen en andere

relevante aspecten binnen de opleiding. Per klas wordt een klasvertegenwoordiger aangesteld, met wie drie

vergaderingen per jaar worden belegd met de opleidingscoördinator.

De opleiding doet veel inspanningen om het personeel en de studenten bij het beleid te betrekken. Alle

actiepunten worden systematisch opgelijst en opgevolgd tot ze afgewerkt zijn.

Een alumniwerking wordt via een webplatform geoperationaliseerd. Verder worden alumni via een nieuwsbrief op

de hoogte gehouden van de werking van de hogeschool. Ze worden betrokken in de bevragingen voor

afgestudeerden. Oud-studenten die een internationale stage hebben doorlopen, worden gemotiveerd om tijdens

het academiejaar te getuigen en zo studenten voor een buitenlandse stage te overtuigen. Op informeel vlak krijgt

de opleiding veel feedback via de jaarlijkse kaas- en wijnavond met de alumni.

Het werkveld wordt door middel van stage- en eindwerkbegeleiding bij de opleiding betrokken, wat vaak ook

wordt aangegrepen om vakinhoudelijk overleg te plegen en feedback te vragen vanuit de industrie. In de

afstudeerrichtingen technisch-commercieel adviseur en Automatisering is er meermaals overleg gepleegd met het

werkveld om de vereiste competenties af te toetsen. De hogeschool heeft al verscheidene bedrijfsopleidingen op

maat georganiseerd en heeft labosessies met BNT-opleidingscentra (Bijzondere Nieuwe Technieken) ingericht.

Het opleidingsonderdeel tribologie kwam mee tot stand door de goede samenwerking met Exxon. Een analoge

samenwerking binnen het opleidingsonderdeel onderhoud kwam tot stand met Maintenance Partner.

De commissie waardeert de wijze waarop accuraat en doordacht ingespeeld wordt op de wensen van het

beroepenveld door de bijsturing van het curriculum.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Oordeel over onderwerp 5, interne kwaliteitszorg: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 5.1, evaluatie resultaten: voldoende

facet 5.2, maatregelen tot verbetering: goed

facet 5.3, betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld: goed

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 298: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

2 9 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l

Onderwerp 6 Resultaten

Facet 6.1 Gerealiseerd niveau

Beoordelingscriterium:

- De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde competenties qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Na grondige studie van de cursussen, examenvragen, stageverslagen en eindwerken besluit de commissie dat

alle afgestudeerden beschikken over een stevige basis om een succesvolle carrière als professionele bachelor uit

te bouwen of om verder te studeren.

Het derde deeltraject, waarin de student kan aantonen dat hij nodige competenties heeft verworven om als

beginnende beroepsbeoefenaar aan de slag te gaan, wordt als sluitstuk van de opleiding gezien. De studenten

voeren projecten uit die aansluiten op de inhoud van hun afstudeerrichting, en voelen zich voldoende voorbereid

op deze stap.

De mate van tevredenheid van de alumni is getoetst over de periode 2002 tot 2006, en daaruit blijkt een duidelijke

praktijkgerichtheid van de opleiding, waarin er ook oog is voor de theoretische kennis en het aanreiken van de

nodige vaardigheden. Het werkveld en de alumni zijn tevreden over de opleiding Elektromechanica. Beide

getuigen van een goede voorbereiding en inzetbaarheid in het werkveld.

De diverse contacten met de industrie zorgen ervoor dat de opleiding op de hoogte blijft van nieuwe tendensen

en evoluties binnen de opleiding.

Het werkveld suggereert de opleiding evenwel om zich te beraden over het aanbod Duits en Frans in het

curriculum. Alternatieve werkvormen zijn wellicht ook hiervoor bruikbaar, zoals enkele labo’s in het Engels of

buitenlandse studenten in de multiprojecten. Dit kan een extra stimulans betekenen om

internationalisation@home uit te bouwen.

Op het vlak van internationalisering heeft de opleiding sterk gesleuteld aan studentenmobiliteit, waarbij de

Europese streefcijfers expliciet als doelstelling worden gehanteerd. De geplande initiatieven van de werkgroep

Internationalisering stemmen de commissie hoopvol. Naast het stijgende aantal studenten die buitenlandse

stages aanvatten, worden contacten met partnerhogescholen gelegd, die succesvol tot concrete

samenwerkingsverbanden hebben geleid. Zo heeft de hogeschool contacten met hogescholen en universiteiten in

Amsterdam, Finland, Rusland en Armenië. De wederzijdse uitwisseling van studenten tussen de hogeschool in

Finland en de eigen opleiding geeft een andere kijk op de visie met betrekking tot de competenties en de wijze

waarop zij worden aangereikt. Studenten worden via getuigenissen, het internationale bord in de refter en een

film op de website gemotiveerd om een internationale ervaring aan te vatten.

Afgestudeerden vinden heel snel de weg naar de arbeidsmarkt. Op basis van de cijfers uit het ZER blijkt dat 94

procent van de studenten binnen de drie maanden werk heeft gevonden of verder studeert. De opleiding

Elektromechanica ondersteunt de studenten door het voorzien van een sollicitatietraining bij het zoeken naar een

stageplaats, de sollicitatiegesprekken van laatstejaarsstudenten tijdens de jobbeurs in Antwerpen en de

sollicitatietraining die door SOVO, samen met de VDAB, wordt georganiseerd.

Page 299: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l | 2 9 9

De tewerkstellingssectoren zijn helder in kaart gebracht. De meerderheid van de studenten (85 procent) vindt dat

haar functie in de lijn van de opleiding ligt, en toont zich tevreden over de gevolgde opleiding. De opleiding merkt

een positieve evolutie in de tewerkstelling naar doorgroeimogelijkheden.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt de opleiding om zich te bezinnen over de vraag van het werkveld om het functionele niveau

van de talenkennis van studenten te verhogen, al dan niet door integratie via alternatieve werkvormen.

Facet 6.2 Onderwijsrendement

Beoordelingscriteria:

- Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen.

- Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Vlaanderen heeft geen traditie in het verzamelen van slaagcijfers per studiegebied en/of opleiding over de jaren.

Uit ervaring blijkt dat de globale slaagcijfers voor generatiestudenten op Vlaams niveau tussen de 45 en 50

procent liggen. Noch de evolutie over de jaren heen, noch de situatie per opleiding of studiegebied wordt

opgevolgd. Daardoor kan de opleiding geen streefcijfers formuleren in vergelijking met relevante andere

opleidingen.

In het academiejaar 2006-2007 heeft de opleiding EM een vergelijkende studie uitgevoerd naar de resultaten per

opleidingsonderdeel voor studenten van diverse vooropleidingen, gekoppeld aan hun slaagkansen. Uit de

analyse van deze slaagcijfers bleek dat de slaagkansen konden worden verhoogd met het aanbieden van extra

studiebegeleiding, wat resulteerde in het aanbieden van het VIP- en SAP-programma. Vanuit deze redenering

beoogt de opleiding de slaagkansen van de VIP-doelgroep met minimaal 50 procent te laten stijgen. Om deze

vergelijking mogelijk te maken, baseert de opleiding zich op een aantal vergelijkbare opleidingsonderdelen.

Verbeteringen zijn merkbaar, dankzij de inspanningen ter hoogte van de instroom.

De opleiding heeft in 2007 streefcijfers geformuleerd en beoogt een globaal slaagpercentage van minimaal 50

procent. Binnen TRIS heeft de opleiding gedetailleerde streefcijfers vastgesteld.

De slaagcijfers van generatiestudenten geven een gemiddeld resultaat in het eerste deeltraject van gemiddeld 56

procent over zes academiejaren. Voor studenten die effectief deelnemen aan alle examens ligt het resultaat in de

lijn van 71 procent. De opleiding stelt een duidelijk verschil vast in vergelijking met de periode voor specifieke

inspanningen naar de instroom werden ondernomen. Tussen generatie- en niet-generatiestudenten zijn er

nauwelijks verschillen in het slaagcijfer. De cijfers zijn in stijgende lijn tijdens het tweede (88 procent voor de

ingeschrevenen, 91 procent voor studenten die aan alle examens deelnemen) en het derde deeltraject (92

procent voor de ingeschrevenen, 95 procent voor studenten die aan alle examens deelnemen).

Op het vlak van studieduur haalt 85 procent van de studenten een diploma binnen de drie jaar. De gemiddelde

studieduur ligt op drie jaar en twee maanden.

Page 300: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 0 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l

Op het vlak van drop-out heeft de opleiding de redenen helder in kaart gebracht. Het drop-outcijfer bedraagt 12

procent in het eerste deeltraject, waarbij opnieuw geen verschil vastgesteld wordt tussen generatie- en niet-

generatiestudenten. Binnen het verdere verloop van de opleiding is de drop-out minimaal.

Aanbevelingen ter verbetering:

Hier komen de aanbevelingen met betrekking tot facet 6.2.

Oordeel over onderwerp 6, resultaten: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet: 6.1, gerealiseerd niveau: voldoende

facet: 6.2, onderwijsrendement: goed

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 301: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l | 3 0 1

Globaal oordeel

De visitatiecommissie baseerde haar oordeel en motivering op de volgende bronnen:

- het zelfevaluatierapport van de opleiding en de bijhorende bijlagen,

- de gevoerde gesprekken met de betrokkenen,

- de documenten ter inzage tijdens het bezoek,

- de opgevraagde documenten,

- de reactie van de opleiding op het opleidingsrapport.

Het ZER is vlot leesbaar en geeft een realistisch beeld van de opleiding, mee dankzij de duidelijke verwijzingen

naar de goed uitgewerkte bijlagen, die het consulteren van het rapport erg vergemakkelijken. Uit het ZER blijkt

dat het team een heldere en realistische kijk heeft op de opleiding, en met een kritische blik de sterke en te

verbeteren punten aangeeft.

Op basis van de oordelen over:

onderwerp 1, niveau en oriëntatie: voldoende

onderwerp 2, programma: voldoende

onderwerp 3, personeel: voldoende

onderwerp 4, voorzieningen: voldoende

onderwerp 5, interne kwaliteitszorg: voldoende

onderwerp 6, resultaten: voldoende

is de commissie van mening dat er voldoende generieke kwaliteitswaarborgen in de opleiding aanwezig zijn.

Page 302: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 0 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t P l a n t i j n h o g e s c h o o l

Overzichtstabel van de oordelen

score facet score onderwerp

Onderwerp 1: Doelstellingen van de opleiding voldoende

Facet 1.1: Niveau en oriëntatie goed

Facet 1.2: Domeinspecifieke eisen goed

Onderwerp 2: Programma voldoende

Facet 2.1: Relatie doelstelling en inhoud voldoende

Facet 2.2: Eisen professionele gerichtheid goed

Facet 2.3: Samenhang goed

Facet 2.4: Studieomvang OK

Facet 2.5: Studietijd voldoende

Facet 2.6: Afstemming vormgeving en inhoud goed

Facet 2.7: Beoordeling en toetsing voldoende

Facet 2.8: Masterproef n.v.t.

Facet 2.9: Toelatingsvoorwaarden excellent

Onderwerp 3: Inzet van personeel voldoende

Facet 3.1: Kwaliteit personeel voldoende

Facet 3.2: Eisen professionele gerichtheid goed

Facet 3.3: Kwantiteit personeel voldoende

Onderwerp 4: Voorzieningen voldoende

Facet 4.1: Materiële voorzieningen goed

Facet 4.2: Studiebegeleiding voldoende

Onderwerp 5: Interne kwaliteitszorg voldoende

Facet 5.1: Evaluatie resultaten voldoende

Facet 5.2: Maatregelen tot verbetering goed

Facet 5.3: Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en

beroepenveld

goed

Onderwerp 6: Resultaten voldoende

Facet 6.1: Gerealiseerd niveau voldoende

Facet 6.2: Onderwijsrendement goed

De oordelen zijn van toepassing voor:

De professionele bachelor Elektromechanica, met vijf afstudeerrichtingen:

Onderhoudstechnologie (OHT);

Klimatisering (KLM);

Automatisering (AUT);

Procesautomatisering (PRA);

Technisch-commercieel adviseur (TCA).

Page 303: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g | 3 0 3

Hoofdstuk 9 XIOS Hogeschool Limburg

Algemene toelichting bij de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektromechanica aan de XIOS

Hogeschool Limburg

De XIOS Hogeschool Limburg is ontstaan in 1995 na een Vlaamse fusieoperatie als gevolg van het

Hogescholendecreet van juli 1994. Ze ontstond uit vier hogescholen van het gemeenschapsonderwijs: de

Industriële Hogeschool van het Gemeenschapsonderwijs Limburg, de Normaalschool, het Hoger Instituut voor

Handelswetenschappen en de Sociale School Demergouw van Diest.

Bij de opstart telde ze circa 2000 studenten. Dit aantal groeide uit tot meer dan 3000 studenten op dit ogenblik.

De missie van de hogeschool zit vervat in het letterwoord XIOS. De hogeschool wil uitgroeien tot een

‘eXpertisecentrum’ voor de industrie en andere organisaties. Ook wil de hogeschool een kruispunt zijn voor alle

vormen van onderwijs en opleiding, om zo goed verankerd te zijn in de samenleving en haar maatschappelijk

draagvlak te vergroten.

De hogeschool wil deze missie ook internationaal uitdragen en haar opleidingen internationaal profileren, om

internationaal inzetbare werkkrachten en onderzoekers op te leiden.

XIOS maakt sinds het Structuurdecreet van 2003 deel uit van de Associatie Universiteit-Hogescholen Limburg

(AUHL), met als medepartners de Universiteit Hasselt en de Provinciale Hogeschool Limburg.

De XIOS Hogeschool Limburg bestaat uit vier departementen:

- Handelswetenschappen en Bedrijfskunde (HWB);

- Lerarenopleiding (LeO);

- Sociaal-Agogisch Werk (SAW);

- Industriële Wetenschappen en Technologie (IWT).

De professionele bacheloropleiding Elektromechanica (PBA EM) wordt onderwezen in het departement

Industriële wetenschappen en technologie (IWT).

Page 304: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 0 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g

Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding

Facet 1.1 Niveau en oriëntatie van de professioneel gerichte bachelor

Beoordelingscriteria:

De opleidingsdoelstellingen zijn erop gericht de student te brengen tot:

- het beheersen van algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken

van informatie, het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken, creativiteit, het kunnen uitvoeren

van eenvoudige leidinggevende taken, het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en

oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken, en een ingesteldheid tot levenslang leren;

- het beheersen van algemene beroepsgerichte competenties als teamgericht kunnen werken,

oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van

complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk, en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle

oplossingsstrategieën, en het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid die samenhangt met de

beroepspraktijk;

- het beheersen van beroepsspecifieke competenties op het niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar.

Het oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De onderwijsvisie en opdrachtverklaring van de opleiding zijn gebaseerd op die van de hogeschool, en aangevuld

door het departement en de opleiding. De specifieke opleidingsdoelstellingen en competenties zijn gebaseerd op

het Structuurdecreet, en het hogeschoolbrede en departementale onderwijsontwikkelingsplan.

De doelstellingen van de opleiding werden getoetst aan de domeinspecifieke eisen die door het vakgebied en de

beroepspraktijk aan de opleiding worden gesteld. De hogeschool wil eveneens de internationale dimensie, zoals

weergegeven in de missie, terugvinden tot op het niveau van de opleiding. Dit vertaalt zich onder meer in

anderstalige handboeken, taalcursussen en bedrijfsbezoeken over de taalgrens.

Bij de formulering van de competenties deed de opleiding een beroep op de opleidingsprofielen van de VLOR en

het Structuurdecreet. Daarnaast zijn domeinspecifieke competenties afgetoetst aan de noden en verwachtingen

vanuit het beroepenveld. Eigen accenten qua internationalisering werden hieraan toegevoegd. De samenwerking

met de Hogeschool Gent en de Hogeschool Zuyd (Nederland) bij de bespreking en de invulling van competenties

zijn hier een voorbeeld van.

De hogeschool heeft na overleg met de Hogeschool Gent beslist om als autonome hogescholen met eenzelfde

domeinspecifiek referentiekader (DSR) naar buiten te komen. Het onderscheid in competenties is afhankelijk van

de aangeboden afstudeerrichtingen, en daarom heeft de opleiding ervoor gekozen een link te leggen tussen het

domeinspecifieke referentiekader en de competentiematrix.

De commissie heeft vastgesteld dat de opleiding adequate competenties heeft gedefinieerd, die ze heeft

gestructureerd volgens de drieledige structuur uit het Structuurdecreet, en dat de opleiding tegemoetkomt aan de

eisen van het Structuurdecreet.

De algemene competenties zijn als volgt gedefinieerd:

- denk- en redeneervaardigheid;

- het verwerven en verwerken van informatie;

- het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken;

- creativiteit;

Page 305: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g | 3 0 5

- het kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken;

- het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten

als aan leken;

- een ingesteldheid tot levenslang leren;

- nauwkeurigheid;

- interculturele competentie;

- stressbestendigheid;

- kunnen functioneren in een digitale werkomgeving.

De algemene beroepsgerichte competenties werden als volgt gedefinieerd:

- teamgericht kunnen werken;

- zelfstandigheid en besluitvaardigheid;

- oplossingsgericht kunnen werken, in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van

complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk, en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle

oplossingsstrategieën;

- het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid die samenhangt met de beroepspraktijk;

- kwaliteits-, milieu- en veiligheidsbewustzijn;

- in een internationaal kader kunnen functioneren.

De opleiding heeft deze informatie verwerkt in een competentiematrix, waarin aandacht werd besteed aan het

integreren van vaardigheden, kennis, inzicht en attitudes. Er werd gezocht naar een goede aansluiting met de

vooropleiding van de student, de stimulans tot het levenslang leren bij de afgestudeerden, de integratie van de

internationale dimensie en de implementatie van projectwerk, onder de vorm van het small business project en

nieuwe werkvormen. Eventuele overlappingen werden na consultatie met de relevante partijen en platforms

(lectoren, opleidingsraden, departementale raden enzovoort) weggewerkt.

De commissie stelt vast dat de uitwerking van de algemene en algemene beroepsspecifieke competenties een

goede aanzet heeft genomen. Het competentieprofiel wordt jaarlijks gebruikt bij het invullen van het online

Curriculum Beheer Systeem (CBS). Aan de verschillende competenties werden bovendien een

competentiebeschrijving per opleidingsonderdeel en beoordelingscriteria gekoppeld. De ECTS-fiches worden

sinds 2008 meegegeven met de studenten, maar de opleiding geeft toe dat de studenten nog niet vertrouwd zijn

met de term ‘competenties’. Een aanzet in de richting van competentiegericht werken is vastgelegd in het

bijhouden van een portfolio bij het small business project en de stages.

Om het internationale aspect verder uit te werken, heeft de stuurgroep Internationalisering in het academiejaar

2007-2008 een internationale tweedaagse georganiseerd, in samenwerking met de professionele bachelors

elektronica en bouw en de academische bachelors. De commissie kon de integratie van de internationale

component in de opleiding vaststellen door de aandacht voor talen in het curriculum door middel van de integratie

van opleidingsonderdelen voor Engels, Frans en Duits. Daarnaast wordt de student ook via opzoekingswerk in

contact gebracht met talen.

De commissie kon uit de aanwezige documentatie tijdens de visitatie vaststellen dat de doelstellingen nog niet

overal eenvormig zijn uitgewerkt doorheen de opleiding. Er is geen coherent geheel aan doelstellingen merkbaar

in het cursusmateriaal. Dit gegeven werd versterkt tijdens de gesprekken, waaruit bleek dat niet alle doelgroepen

de competenties kenden. De commissie stelt vast dat de term ‘competenties’ veelal als abstract wordt aanzien en

geen duidelijke link bevat naar de praktijk. De opleiding heeft een eerste aanzet genomen om vakoverschrijdend

werken en de omvorming van leerdoelen in competenties te implementeren in het curriculum, en geeft aan dat dit

nog enige tijd vergt om het volledig in te bedden in de opleiding.

De studenten worden geïnformeerd via informatiedagen voor kandidaat-studenten, via SID-In’s, infoborden, het

digitale platform Blackboard, de opleidingsgids, de website STUVOX en die van de hogeschool.

Page 306: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 0 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt om de algemene en de algemeen beroepsgerichte competenties zichtbaar en door middel

van praktijkvoorbeelden uit te werken en duidelijk te communiceren aan alle doelgroepen, zodat zij bij deze

laatste gekend zijn en niet meer als abstract worden beschouwd.

De commissie vraagt om de algemene en algemeen beroepsgerichte competentielijsten kenbaar te maken en

opnieuw af te toetsen met het werkveld.

Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen

Beoordelingscriteria:

- De doelstellingen van de opleiding (uitgedrukt in eindkwalificaties van de student) sluiten aan bij de eisen die

door (buitenlandse) vakgenoten en het relevante beroepenveld gesteld worden aan een opleiding in het

betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroeps- of kunstpraktijk). Ze zijn, in het geval van

gereglementeerde beroepen, in overeenstemming met de reglementering of regelgeving ter zake.

- Voor professioneel gerichte bacheloropleidingen zijn de eindkwalificaties getoetst bij het relevante

beroepenveld.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding heeft zich in eerste instantie gespiegeld aan de noden van het werkveld en dit trachten te vertalen

binnen een theoretisch kader om een brede inzetbaarheid te verzekeren. De opleiding specialiseert zich in het

tweede jaar in onderhoudstechnologie of klimatisering.

De commissie ziet nog opportuniteiten voor de uitdieping van elektrisch onderhoud in het programma.

Teneinde een zo breed mogelijke afstemming te verkrijgen, maakte de opleiding gebruik van contacten met de

bedrijfswereld en een arsenaal aan bronnen op nationaal niveau, waaronder vzw-Bachelor.be, het Hoger

Onderwijs Register, overleg met de Hogeschool Gent, het Flexibiliseringsdecreet, de VCA-vereisten en de VLOR.

Er werd eveneens aansluiting gezocht bij een reeks Europese informatiekanalen.

Binnen de opleiding zelf werd geput uit gegevens afkomstig van de Curriculumraad, bevragingen bij

afgestudeerden, evaluaties van stages en eindwerken, en vacatures.

De opleiding heeft de profielen voor de professionele bachelors Elektromechanica van de verschillende

hogescholen met elkaar vergeleken, wat heeft geleid tot de formulering van een competentieprofiel dat

uitgebreider is dan het decreet. Dit profiel legt de te realiseren doelstellingen vast, wat samen met de

competentielijst- en matrix werd gekoppeld aan het domeinspecifieke referentiekader.

Om een voldoende afstemming te bewerkstelligen ten aanzien van de opleidingsdoelstellingen onderhoudt de

opleiding nauwe banden met de vzw-Bachelor.be, waar de opleiding Elektromechanica van een contactpersoon

is voorzien, die eveneens deel uitmaakt van het bestuur van de vereniging. De doelstellingen van de vzw-

Bachelor.be zijn afgestemd op de noden van het werkveld.

Voorts heeft de opleiding bij het vervolledigen van de opleidingsprofielen rekening gehouden met een enquête

over de competenties van de opleiding, die afgenomen werd bij het beroepenveld (industrie en stageplaatsen) in

het academiejaar 2004-2005. De Curriculumraad, waarin naast het beroepenveld ook vertegenwoordigers van

het secundair onderwijs zetelen, werd in 2008 boven de doopvont gehouden. Uit de bevraging van de

Page 307: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g | 3 0 7

opleidingsverantwoordelijke blijkt de Curriculumraad zijn vruchten af te werpen en te leiden tot

curriculumwijzigingen, zoals de implementatie van een meeloopstage, die ingewerkt werd in het vak

onderhoudstechnieken in het derde jaar, als aanloop naar de stage. Er is eveneens een curriculumraad opgezet

voor elke afstudeerrichting.

De integratie van vertegenwoordigers uit het secundair onderwijs in de Curriculumraad wordt door de commissie

sterk gewaardeerd. Tezelfdertijd vraagt de commissie ook om de doelstellingen voor te leggen aan een

representatief werkveld.

Bij het opstellen van de competentieprofielen werd rekening gehouden met competenties en doelstellingen van

buitenlandse opleidingen. Hiervoor werden contacten gelegd met onder meer de Haute Ecole Robert Schuman in

Aarlen voor de afstudeerrichting Klimatisering. De opleiding voor de beide afstudeerrichtingen werd ook

vergeleken met een soortgelijke opleiding in de Hogeschool Zuyd (Nederland).

De commissie stelt vast dat de missie van de hogeschool erin bestaat om internationaal inzetbare technici op de

markt te brengen. De competenties die het internationale karakter reflecteren, zijn aanwezig binnen het

competentieprofiel van de afstudeerrichting onderhoudstechnologie. Dit is minder eenduidig gedefinieerd binnen

de afstudeerrichting Klimatisering, aangezien er geen echte internationale benchmark plaatsvond.

De opleiding heeft de beroepsspecifieke competenties op het niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar als

volgt vastgelegd:

- ontwerp – assisteren bij het ontwerpen van elektromechanische systemen;

- engineering – elektromechanische systemen op elkaar afstemmen;

- productie – productieproces beheren;

- installatie en onderhoud – elektromechanische systemen installeren en onderhouden;

- technisch-commerciële diensten – advies verlenen bij de aan- of verkoop van technologische producten of

diensten, en instaan voor de opvolging;

- training – training geven over elektromechanische systemen.

De contacten die ontstaan in het kader van studenten- en lectorenuitwisseling en de uitgevoerde PWO-projecten

worden eveneens door de opleiding naar voren geschoven om als vergelijkingspunt met gelijksoortige

opleidingen te dienen. Uit de gesprekken van de commissie blijkt dit voornamelijk via de inbedding van resultaten

van onderzoek in opleidingsonderdelen, en in mindere mate door de rechtstreekse betrokkenheid van studenten

bij projecten in het kader van het eindwerk of de stage.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt om de domeinspecifieke doelstellingen concreet en systematisch voor te leggen ter

bevraging aan een representatief werkveld.

De commissie vraagt om de onderhoudsspecifieke opleidingsonderdelen verder uit te werken.

Page 308: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 0 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g

Oordeel over onderwerp 1, doelstellingen van de opleiding: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 1.1, niveau en oriëntatie: voldoende

facet 1.2, domeinspecifieke eisen: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 309: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g | 3 0 9

Onderwerp 2 Programma

Facet 2.1 Relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma

Beoordelingscriteria:

- Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties van de opleiding qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

- De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma.

- De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te

bereiken.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De hogeschool kiest voor studentgericht onderwijs. Het leerproces staat centraal, samen met de begeleiding van

en reflectie op dit proces, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de verschillen tussen studenten.

De opleiding beoogt een veelzijdige technische basisvorming aan te bieden, die de student in staat stelt zich te

profileren als beginnende beroepsbeoefenaar, met voldoende kennis, attitudes en vaardigheden om goed te

functioneren in de elektromechanische bedrijfswereld, zowel nationaal als internationaal.

Om de ontwikkeling van de vernieuwde curricula te ondersteunen, werkten de onderwijsdeskundigen van de

hogeschool een draaiboek ‘Onderwijsvernieuwing’ uit. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van een Onderwijs

Management Systeem (OMS), waarvan het stappenplan wordt opgevolgd door het Curriculum Beheer Systeem

(CBS).

De bestaande procedure voor curriculumherziening en -innovatie staat beschreven in het kwaliteitshandboek van

de hogeschool. Dat bepaalt dat een onderwijsraad (OR) ten minste om de drie jaar zijn programma voorlegt aan

een curriculumraad, waarin ook externen en studenten zetelen. Programmawijzigingen kunnen worden

aangevraagd als een dossier wordt ingediend. Hierbij zal steeds het draaiboek ‘Onderwijsontwikkeling’ als basis

gebruikt worden om de logische opbouw te verzekeren.

De vernieuwingen van het curriculum waren een gevolg van de samenwerking tussen al het betrokken personeel,

de studenten en het beroepenveld.

De competenties uit het profiel werden aan de opleidingsonderdelen gekoppeld in een competentiematrix.

De commissie stelt vast dat de doelstellingen op competentieniveau zijn geformuleerd. Inhoudelijk werden deze

op het niveau van de leerstof geformuleerd. Bij de relatie doelstellingen en inhoud werden de competenties uit het

oog verloren.

De opleiding koos ervoor om in het kader van het verhogen van de flexibiliteit op programmaniveau

instellingsbreed voor een trimesterstructuur te kiezen, waarbij voor alle opleidingen het aantal

opleidingsonderdelen maximaal twaalf per structureel programmadeel bedraagt. Dit werd zowel door de

studenten als de lectoren als positief gepercipieerd.

De ECTS-fiches per opleidingsonderdeel zijn raadpleegbaar in het CBS-systeem, waar per opleidingsonderdeel

(OO) een koppeling werd gemaakt met de aangevinkte competenties uit de competentiematrix. Er werden

eveneens beoordelingscriteria en een competentiebeschrijving geformuleerd. De ECTS-fiches zijn ingedeeld in

drie niveaus: inleidend, uitdiepend of gespecialiseerd. Om een niveau aan een OO toe te kennen, besliste de

DOOP-stuurgroep (Departementaal Onderwijs Ontwikkelings Plan) van het departement om te vertrekken van de

acht referentieniveaus van het Europees Kwalificatieraamwerk (EQF: European Qualification Framework).

Page 310: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 1 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g

De ECTS-fiches vermelden bijkomend nog de specifieke organisatie van het opleidingsonderdeel naar inhoud,

werkvormen, studiepunten en studiebelasting, de begin- en eindcompetenties, de wijze van evaluatie en toetsing,

en de gebruikte leermaterialen en achtergrondinformatie.

Deze fiches zijn elektronisch beschikbaar via de website van de hogeschool en intranet (het CBS). De studenten

krijgen ze aan het begin van het academiejaar bij de aankoop van hun cursussen.

De commissie waardeert de inspanningen van de opleiding voor de concrete uitwerking van internationalisering

binnen het curriculum, door middel van het gebruik van internationale handboeken of anderstalig cursusmateriaal,

de implementatie van vreemde talen in het curriculum, en de organisatie van een internationale tweedaagse en

een uitwisselingsweek voor de afstudeerrichting Klimatisering met een hogeschool uit Aarlen, een uitwisseling die

mee gesubsidieerd wordt door het Prins Filipsfonds.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie waardeert de inspanningen van de opleiding voor de realisering van de beroepsspecifieke

competenties. De opleiding moet echter een continue leerlijn vanaf de start van het curriculum uitwerken, omdat

de realisatie van de algemene en algemeen beroepsgerichte competenties nu nog in de startblokken staat.

Facet 2.2 Eisen professionele gerichtheid van het programma

Beoordelingscriteria:

- Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroeps- of kunstpraktijk ontleend

studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk, de kunstpraktijk en/of (toegepast) onderzoek.

- Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline.

- Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroeps- of artistieke vaardigheden en heeft aantoonbare

verbanden met de actuele beroepspraktijk.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

In het Hogeschool Onderwijs Ontwikkelingsplan (HOOP) wordt meermaals gesteld dat studentgerichtheid, leren

leren, zelfwerkzaamheid en samenwerkend leren belangrijk zijn. Het HOOP vermeldt expliciet dat leertaken

centraal staan, maar benadrukt ook dat de studenten bij het uitvoeren van opdrachten voldoende worden

begeleid. Voor elk opleidingsonderdeel (of partim) worden de contacturen dan ook opgesplitst in kennisoverdracht

(KO) en begeleide kennisverwerking (BKV). De nagestreefde verhouding is één derde KO ten opzichte van twee

derde BKV.

Alle opleidingsonderdelen beschikken over een zelfgeschreven cursus of een handboek met Nederlandstalige of

internationale vakliteratuur. De cursussen zijn verkrijgbaar via de Cursusdienst. De handboeken worden

aangekocht bij een door het departement georganiseerde boekenverkoop. De gebruikte handboeken, cursussen

en vakliteratuur zijn ook te raadplegen in de ECTS-fiches (in het CBS).

Via Blackboard en studentenmail kunnen lesgevers ook extra studiemateriaal verspreiden onder de studenten.

De commissie vraagt echter aandacht voor een meer doorgedreven gebruik van de bibliothecaire voorzieningen.

De commissie stuurt aan op het gebruik van betrouwbare literatuurbronnen naast de regelmatig door studenten

geciteerde bron Wikipedia.

Page 311: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g | 3 1 1

In het academiejaar 2007-2008 startte de Opleidingsraad (OR) met het regelmatige nazicht van de gebruikte

cursussen. De ECTS-fiches werden nagekeken door de DOOP-medewerker, en eventuele aanpassingen in het

CBS worden jaarlijks door de betrokken lectoren ingevoerd.

Tijdens de opstart van de nieuwe bachelor-masterstructuur zijn de betrokken studenten op trimestriële basis

bevraagd over het cursusmateriaal. Ze beantwoordden vragen over de opbouw, de inhoud en de structuur van de

verschillende cursusmaterialen. De resultaten werden besproken in de daaropvolgende opleidingsraden en

verwerkt in de individuele onderwijsportfolio’s van de lectoren.

In de toekomst is de opleiding van plan om de hele opleiding in plaats van beperkte opleidingsonderdelen te

bevragen, zodat de evolutie in alle opleidingsjaren kan worden gevolgd. De opmerkingen en resultaten van deze

bevragingen zullen eventueel aanpassingen in de cursussen tot gevolg hebben. De commissie steunt deze

aanpak. Binnen de afstudeerrichting Klimatisering zijn koeling en energiebeheer verder uit te bouwen domeinen

binnen het curriculum.

De commissie waardeert de inspanningen van het lectorenkorps op het vlak van bijscholingen, en in het bijzonder

de inspanningen die geleverd worden om het beroepenveld te betrekken. Voorbeelden hiervan zijn terug te

vinden in de onderzoeksgroep EMAP (Elektro-Mechanische Automatisatie van Productieprocessen) en in PWO-

projecten.

De onderzoeksgroep EMAP en de Technologiepool hebben intensieve contacten met het bedrijfsleven. Deze

contacten zorgen voor een interactieve relatie tussen het onderwijs en de industrie. Dit resulteert in onderwerpen

voor eindwerken, stages, projectgestuurd onderwijs en casestudies.

In het opleidingsonderdeel SBP (small business project, derde deeltraject) worden geregeld gastsprekers van

vzw Vlajo (Vlaamse Jonge Ondernemingen) uitgenodigd, en zijn er ook mensen uit de bedrijfswereld die de

studenten advies geven (onder meer consultants van de Limburgse Reconversiemaatschappij).

De lectoren van het opleidingsonderdeel SBP werden door vzw Vlajo aangezocht om België (Vlaanderen) te

vertegenwoordigen op een SBP Teacher Training in Oeiras (Portugal) in september 2008.

De opleiding heeft sinds het academiejaar 2007-2008 extra aandacht besteed aan de integratie van

bedrijfsbezoeken. Daarnaast werden verschillende personeelsleden aangetrokken met relevante beroeps- of

onderzoekservaring, om de studenten meer voeling te doen krijgen met de bedrijfswereld en de beroepspraktijk.

De commissie waardeert de inspanningen van de opleiding om de studenten een VCA-attest en een TV-nummer

te laten behalen in de opleiding, waardoor ze een extra certificaat kunnen voorleggen bij het solliciteren.

Verschillende praktische en beroepsvaardigheden worden vanaf het eerste jaar aangeleerd, wat vooral aan bod

komt tijdens labosessies. Naarmate de studenten evolueren in de richting van beginnende beroepsbeoefenaars

komen ze steeds meer in aanraking met de bedrijfswereld. Zo staan in het laatste deeltraject een small business

project (SBP), een specifiek project in de afstudeerrichting en een uitgebreide stage met een eindwerk op het

programma.

Het gebruik van moderne didactische werkvormen stimuleert de studenten van het begin tot levenslang leren en

leergierigheid.

De stage en het eindwerk in het derde deeltraject worden afgewerkt in het laatste trimester. Gedurende een

periode van negen weken gaan de studenten op stage en schrijven ze in hun stagebedrijf een eindwerk over

deze stage. De student kan zelf een keuze voor een stageplaats selecteren, mits de nodige begeleiding van de

opleidingscoördinator. In het tweede deeltraject wordt hier eveneens een informatiesessie over gehouden. De

Opleidingsraad houdt toezicht op de keuze van de student, waarbij rekening wordt gehouden met de

afstudeerrichting, het onderwerp en de stageplaats. De informatie met betrekking tot de stageaanvragen wordt

verzameld en gecommuniceerd aan de studenten via Blackboard. Voor buitenlandse stages kan de student

terecht bij de opleidingscoördinator.

Page 312: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 1 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g

Alle informatie rond de stages wordt sinds kort in een stagedatabank bijgehouden. Deze wordt verder

uitgebouwd, en zorgt voor de contacten met bedrijven en stagementoren, die rechtstreeks met de opleiding in

contact komen.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt de afstudeerrichting Klimatisering om naast verwarming en ventilatie ook voldoende

aandacht te schenken aan domeinen als koeling en energiebeheer.

De commissie vraagt in het kader van levenslang leren extra aandacht voor een actief gebruik van de

bibliothecaire voorzieningen.

Facet 2.3 Samenhang van het programma

Beoordelingscriterium:

- Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De commissie apprecieert de volgtijdelijkheid in het programma. De opleiding heeft inspanningen geleverd om

een coherent curriculum samen te stellen van algemene vakken naar meer specifieke vakken, minimale

overlappingen tussen de verschillende opleidingsonderdelen, en een zowel verticale als horizontale samenhang

tussen de verschillende opleidingsonderdelen.

Aangezien het eerste jaar van de opleiding gemeenschappelijk is, wordt daar de basis gelegd van de algemene

vakken en de gemeenschappelijke technische opleidingsonderdelen. Deze vakken zijn ondersteunend voor

opleidingsonderdelen uit de beide afstudeerrichtingen.

Naarmate de studenten vorderen in hun schoolloopbaan komen de meer specifieke opleidingsonderdelen aan

bod. Bij het uitwerken van de verschillende opleidingsonderdelen werd rekening gehouden met verschillende

factoren: het competentieprofiel van de opleiding, de begin- en eindcompetenties van een opleidingsonderdeel,

de voorkennis van beginnende studenten naargelang hun vooropleiding, de volgtijdelijkheid van de

opleidingsonderdelen van de hogere jaren, overleg in de diverse vakgroepen over de inhouden van de

verschillende opleidingsonderdelen enzovoort.

De commissie stelt echter vast dat de afstemming tussen bepaalde theoretische vakken en de praktijk een

verbeterpunt vormt voor de opleiding.

De opleiding wordt beëindigd door een stage van één trimester.

De vakken die op elkaar volgen krijgen ofwel een nummering ofwel een label als ‘basis’, ‘toegepast’ enzovoort. Zo

zijn er over de verschillende jaren, zowel in de afstudeerrichting onderhoudstechnologie als in Klimatisering,

leerlijnen (verticale samenhang). Het zijn opleidingsonderdelen die elkaar opvolgen en steeds een hoger niveau

van kennis en vaardigheden aanbrengen. De opleiding heeft een begin gemaakt met de uitwerking van een

kruistabel, waarin competenties in relatie worden gebracht met de competenties.

Er zijn de ‘ondersteunende’ vakken, die vooral in het begin van het eerste jaar worden gegeven: zoals wiskunde,

basiselektriciteit, basiselektronica, materialenkennis, warmteleer, informatica en toepassingen. Bedoeling is dat

Page 313: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g | 3 1 3

iedereen op het einde van het eerste jaar eenzelfde technische en algemene basiskennis bezit. Verder wordt

vanaf het eerste jaar ook aandacht besteed aan labo’s, zodat studenten snel in aanraking komen met de

beroepspraktijk.

In de specifieke opleidingsonderdelen is er zowel bij Onderhoudstechnologie als bij Klimatisering een duidelijke

opeenvolging van opleidingsonderdelen. Studenten kunnen bovendien pas starten met sommige

opleidingsonderdelen als ze vooraf geslaagd zijn op die onderdelen waarop wordt verder gebouwd.

De commissie apprecieert het overzicht van de vakinhouden op weekbasis ter bewaking van de samenhang van

het programma. Er worden afspraken gemaakt tussen lectoren technische vakken en algemene vakken, zodat de

kennis die nodig in de technische vakken eerst aangebracht wordt door de algemene ondersteunende vakken. De

trimesterplanners die de leden van het onderwijzende personeel opstellen, zorgen ook hier voor de nodige

samenhang tussen de verschillende opleidingsonderdelen en de afstemming op elkaar. De commissie stelt vast

dat deze lijn nog moet worden doorgetrokken voor de verdieping van de labosessies.

Het eerste jaar is gemeenschappelijk voor de beide afstudeerrichtingen. Dit stelt de student in staat om op basis

van zijn affiniteit met bepaalde opleidingsonderdelen een duidelijke keuze te maken naar het tweede jaar.

In dat tweede jaar blijft een aantal typische opleidingsonderdelen gemeenschappelijk voor de beide richtingen,

maar een groot deel wordt specifiek voor de afstudeerrichting ingericht. Het gemeenschappelijke deel in het

tweede jaar bedraagt 35 studiepunten, in het derde jaar nog slechts 10 studiepunten. In de stage en de small

business projects kan de inhoud dan ook echt specifiek op de afstudeerrichting worden gefocust.

Tijdens het derde trimester worden de studenten uitgebreid geïnformeerd rond de keuze tussen de twee

afstudeerrichtingen, Onderhoudstechnologie of Klimatisering. De opleidingscoördinator Studiebegeleiding en het

opleidingshoofd geven dan klassikale toelichting, zowel wat het curriculum als de verschillende

beroepsmogelijkheden van beide afstudeerrichtingen betreft. Na de presentatie van de twee afstudeerrichtingen

licht het opleidingshoofd ook nog de mogelijkheden tot buitenlandse stages en eindwerken toe.

De gemeenschappelijke opleidingsonderdelen zijn vooral gericht op de typische elektromechanisch gerichte

domeinen, zoals elektriciteit, mechanica en toepassingen, maar ook vreemde talen komen bijvoorbeeld aan bod.

Er is ruimte voor flexibele leertrajecten. Elk jaar van de professionele bachelor wordt ook in een deeltijds

programma aangeboden. De student kan daardoor zijn studie spreiden in de tijd. De lessentabellen van het

deeltijdse programma zijn terug te vinden in het CBS of op Blackboard.

De opleiding voorziet in aangepaste leerprogramma’s voor studenten van andere hogescholen. De studiegidsen

van de andere hogescholen worden hiervoor geraadpleegd. Studenten die al een opleiding gevolgd hebben,

kunnen een aanvraag indienen om vrijstellingen te verkrijgen op basis van eerder verworven competenties (EVC)

of eerder verworven kwalificaties (EVK). Hetzelfde geldt voor studenten met een sportstatuut of een statuut als

studentenvertegenwoordiger.

Op het vlak van internationalisatie vond voor de studenten van het derde bachelorjaar in de afstudeerrichting

Klimatisering een uitwisselingsproject plaats met de Haute Ecole Robert Schuman van Aarlen. Gedurende vijf

dagen – eerst in Diepenbeek, daarna in Aarlen – werkten de Nederlands- en Franstalige studenten samen rond

het thema ‘milieubewustzijn en energie-economisch denken’. Ze ontwierpen samen een ventilatie en centrale

verwarming voor een energiezuinige woning, werkten een plan uit voor aardgasaanleg, bouwden een volledig

koelcircuit uit en bezochten samen enkele bedrijven (onder meer het Centrum voor Duurzaam bouwen).

De begeleidende Nederlands- en Franstalige lectoren leren tijdens deze week de speerpunten van elkaars

opleidingen kennen, en hebben de gelegenheid om de opleidingsprogramma’s met elkaar te vergelijken. De

commissie stelt zich echter vragen over de kwaliteit van de inhoudelijke uitwerking.

Page 314: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 1 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g

Vanaf het academiejaar 2007-2008 wordt ook een internationale tweedaagse georganiseerd voor alle studenten

van het tweede deeltraject. Tijdens deze tweedaagse komen allerlei internationale aspecten van de opleiding aan

bod. Er is een divers aanbod aan voordrachten en workshops: Elektromechanica in een internationale context,

werken in het buitenland of bij een multinational, interculturele communicatie, studeren in het buitenland,

solliciteren in een andere taal enzovoort.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt aandacht voor de uitwerking van de kruistabel tussen competenties en vakken, met een

verdere gradatie in niveaus onder de vorm van het CBS-systeem.

De commissie vraagt meer aandacht voor het vakoverschrijdende werken en de aansluiting van de praktijklessen

op de theorie.

De commissie adviseert de opleiding om het vijfdaagse uitwisselingsproject voor de afstudeerrichting

Klimatisering te herbekijken, teneinde er meer rendement voor de student uit te halen.

Facet 2.4 Studieomvang

Beoordelingscriterium:

- De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de studieomvang, bachelor: ten minste 180

studiepunten.

Oordeel van de visitatiecommissie: OK

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding bestaat uit 3 studiejaren van elk 60 studiepunten. In totaal wordt dus een opleidingsprogramma

georganiseerd van 180 studiepunten, en voldoet de opleiding hiermee aan de formele eisen met betrekking tot de

minimale studieomvang van een professionele bachelor.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Facet 2.5 Studielast

Beoordelingscriteria:

- De werkelijke studietijd wordt getoetst en sluit aan bij de normen vastgesteld krachtens decreet.

- Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de

studievoortgang belemmeren, zo veel mogelijk worden weggenomen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

Page 315: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g | 3 1 5

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

In de XIOS Hogeschool Limburg wordt de mogelijkheid geboden om alle professionele bacheloropleidingen als

modeltraject te volgen op basis van een voltijds en halftijds regime.

De studietijd van de opleidingsonderdelen wordt bij de studenten gemeten volgens het principe van ‘schatting

achteraf’, met de methode van absolute studietijdmeting. De student schat op basis van deelvragen hoeveel tijd

hij besteed heeft aan elk opleidingsonderdeel. Alle gegevens worden verwerkt met een statistisch programma.

Sinds 2008-2009 gebruikt XIOS EVASYS als onlinebevragingssoftware. De studenten worden online bevraagd

over de opleidingsonderdelen en de organisatorische onderwijsaspecten.

Het departement beoogt een geleidelijke nadruk op de zelfwerkzaamheid van de student binnen het curriculum.

Dit wil men bereiken door de overdracht van kennis om te buigen naar de verwerving van vaardigheden. Dit leidt

tot een stijging van het aandeel zelfstudie in de opleiding, wat voor de nodige uitdagingen zorgt bij het

lectorenkorps om nieuwe werkvormen en leermiddelen te introduceren.

De studiepunten werden verdeeld en toegekend in overleg met alle betrokkenen in de Opleidingsraad.

Verschillende criteria werden in ogenschouw genomen, zoals de te verwezenlijken competenties, de

moeilijkheidsgraad van het opleidingsonderdeel en de zelfstudeerbaarheid.

Ook worden op basis van de theoretische studietijd actiedrempelgrenzen berekend waarbinnen de

gerapporteerde studietijd van de student zich moet bevinden. De minimumactiedrempel wordt berekend op basis

van de minimale theoretische studietijd, en de maximumactiedrempel op basis van de maximale theoretische

studietijd. Een opleidingsonderdeel waarvoor het gemiddelde en/of de mediaan van de studietijden zich op

jaarbasis buiten deze actiedrempels bevinden, wordt gemarkeerd.

De resultaten van de studietijdmetingen worden in de Opleidingsraad besproken. Voor opleidingsonderdelen die

de minimumactiedrempel van 80 procent of de maximumactiedrempel van 120 procent overschrijden, moet het

OP-lid in kwestie een actieplan met concrete remediëringsstappen uitwerken.

De commissie stelt echter vast dat de studiebelasting, zoals ook beschreven in het ZER, beperkt is in het eerste

en tweede deeltraject in vergelijking met het derde deeltraject.

Het departement IWT heeft een bewuste keuze gemaakt om bij de professionele bacheloropleidingen voor een

trimestersysteem te kiezen, om het studiecomfort van de studenten te verhogen. Daarnaast biedt het systeem

volgens de opleiding nog een aantal bijkomende voordelen, zoals de verlaging van de hoeveelheid leerstof per

examenperiode en een verlaging van het aantal opleidingsonderdelen per trimester, in vergelijking met het

semestersysteem. Het aantal examens wordt beperkt tot maximaal zes. De opleiding beoogt ook een zo goed

mogelijke spreiding van de studielast over de drie trimesters.

De commissie maakt echter de bedenking dat studenten op deze manier niet leren om grotere hoeveelheden te

studeren of om een eigen studieplanning op te maken, wat eveneens een stap is naar het verhogen van de

zelfredzaamheid van de student.

De commissie staat positief tegenover de maatregelen die worden getroffen om de student zo goed mogelijk te

begeleiden doorheen de opleiding.

Zo heeft de opleiding voor de student een academische planner opgemaakt. Het gaat om een jaarkalender met

puntenverdeling, die bij de aanvang van het academiejaar aan de studenten wordt bezorgd. Per lopend trimester

wordt een trimesterplanner overhandigd, die een samenvatting geeft van de leerstof en de daaraan verbonden

opdrachten.

De commissie waardeert de inspanningen die geleverd worden om de heterogene studenteninstroom zo goed

mogelijk op de opleiding voor te bereiden. Zo worden vakantiecursussen wiskunde ingericht. Er is eveneens een

gedifferentieerd uur wiskunde voor studenten met een zwakkere wiskundige vooropleiding. Op de introductiedag

wordt een instaptest wiskunde afgenomen, en gepolst naar de vooropleiding en resultaten. De studenten hebben

in het eerste jaar de mogelijkheid tot mentorenbegeleiding.

Page 316: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 1 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g

Daarnaast worden studenten waar mogelijk in kleine lesgroepen onderverdeeld. Er is vakspecifieke

studiebegeleiding met mogelijkheden tot algemene studiebegeleiding.

De studenten waarderen de inspanningen van het departement om het aantal springuren tot een minimum te

beperken, en voor een optimale inrichting van de opleidingsonderdelen voor de examens, om een zo lang

mogelijke blokperiode te krijgen.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie is van oordeel dat de beperkte studiebelasting in het eerste en tweede deeltraject, in vergelijking

met het derde deeltraject, moet worden onderzocht.

Facet 2.6 Afstemming tussen vormgeving en inhoud

Beoordelingscriteria:

- Het didactische concept is in lijn met de doelstellingen.

- De werkvormen sluiten aan bij het didactische concept.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het studentgerichte onderwijsconcept noopt de hogeschool ertoe om voldoende contactmomenten te blijven

inbouwen. De werkvormen en de keuze van het studiemateriaal ondersteunen hierbij de leeractiviteiten of -taken.

De commissie steunt de behoefte van het lectorenkorps om voldoende contacturen te organiseren, zodat meer

vaardigheden kunnen worden verworven. Dit geeft opportuniteiten om onder meer concrete praktische

opdrachten uit te voeren, in plaats van te veel te werken met simulaties.

Binnen het proces van onderwijsvernieuwing was de DOOP-stuurgroep de spil: de stuurgroep gaf de leden van

het onderwijzende personeel meer inzicht in de verschillende mogelijke werkvormen, en begeleidde hen bij het

uitschrijven van hun competenties tot beoordelingscriteria, om op basis daarvan de geschikte didactische

werkvormen te kiezen. Om competenties en beoordelingscriteria aan opleidingsonderdelen te koppelen,

organiseerde de DOOP-stuurgroep twee workshops, in samenwerking met de dienst Onderwijs van de centrale

administratie.

De commissie ervaart de implementatie van het small business project als activerende werkvorm in het derde

deeltraject van de opleiding als een reële meerwaarde. Binnen dit opleidingsonderdeel wordt een

minionderneming opgericht op hogeschoolniveau. Een diversiteit aan werkvormen wordt hierbij gehanteerd.

Studenten voeren samen bedrijfsvergaderingen, houden een boekhouding bij, organiseren een

aandeelhoudersvergadering, waarin ze hun businessplan voorstellen aan de hand van een PowerPoint-

presentatie, verkopen hun producten/diensten enzovoort. Ze leren taken verdelen, in team werken en contact

leggen met externen (leveranciers, potentiële klanten enzovoort). Vooral de attitude tot ondernemerschap wordt

ontwikkeld. Het beroepenveld wordt hier eveneens bij betrokken door de begeleiding via een bedrijfsleider. Er is

een intensieve begeleiding door de lectoren, die hierin hun eigen specialiteit naar voren brengen

De commissie staat eveneens positief ten aanzien van de koppeling van het VCA-examen voor leidinggevenden

binnen het opleidingsonderdeel zorgsystemen. Het biedt een extra troef aan de student bij zijn instap in het

beroepsleven.

Page 317: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g | 3 1 7

De toegepaste werkvormen per opleidingsonderdeel zijn weergegeven in de ECTS-fiches, die eveneens in de

cursussen terug te vinden zijn. Samen met de studiegids verschaffen ze de nodige informatie aan de studenten.

De opleiding bewaakt de verhouding tussen kennisoverdracht en begeleide kennisverwerking, wat binnen de

opleiding Elektromechanica voornamelijk uit labo’s bestaat. Dit stelt de student in de mogelijkheid om de

technische kennis om te zetten in concrete labotoepassingen. De commissie vraagt echter wel aandacht voor de

voorzieningen binnen het labo fluïdo-mechanica.

De opleiding heeft zich tot doel gesteld om binnen de vormgeving van de nieuwe curricula als streefdoel twee

derde van het aantal contacturen aan begeleide kennisverwerking te besteden.

Ter ondersteuning van het digitale leerplatform Blackboard heeft XIOS diverse cursussen georganiseerd voor de

OP-leden. Elk opleidingsonderdeel wordt automatisch voorzien van een Blackboard-cursus, zodat de lectoren in

de mogelijkheid zijn om extra leermiddelen, zoals presentaties, transparanten enzovoort, aan de studenten ter

beschikking te stellen. De commissie kon vaststellen dat Blackboard in bepaalde opleidingsonderdelen duidelijk

ingang heeft gevonden.

Daarnaast worden nog andere leermiddelen toegepast, zoals onder cursusmateriaal van de lector, slides,

PowerPoint-presentaties, handboeken, catalogi, tijdschriften en internet. De integratie van ICT binnen de

opleidingsonderdelen wordt nauw bewaakt.

In de afstudeerrichting OT komen de toepassingen en labo’s vroeger aan bod dan bij Klimatisering, doordat eerst

nog een aantal specifieke theoretische aspecten moeten worden onderwezen vooraleer studenten in de labo’s

aan de slag kunnen.

De studenten worden jaarlijks bevraagd over hun ervaringen met het (schriftelijke) studiemateriaal, over de

meerwaarde van de contacturen ten opzichte van dit materiaal, of er al dan niet met Blackboard wordt gewerkt

enzovoort. Lectoren werden eveneens, zij het eenmalig, hierover bevraagd.

De studenten gaven in de evaluatiecommissies aan dat bedrijfsbezoeken en bezoeken aan beurzen nog te weinig

aan bod komen. De commissie kon uit de gesprekken en aan de hand van de ter beschikking gestelde informatie

vaststellen dat de opleiding sindsdien extra inspanningen geleverd heeft om bedrijfsbezoeken te organiseren.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie is van oordeel dat het labo fluïdo-mechanica moet worden uitgebouwd, zodat het beter aansluit bij

de theorielessen.

De commissie adviseert om naast het werken met simulaties de studenten ook meer concrete en praktische

opdrachten te laten uitvoeren.

Facet 2.7 Beoordeling en toetsing

Beoordelingscriterium:

- Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat en voor studenten inzichtelijk getoetst of de

studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

Page 318: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 1 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding onderkent de evolutie van traditionele evaluaties uit het verleden naar permanente evaluatievormen.

Voor de concrete invulling van de juiste evaluatievorm houdt de individuele lesgever rekening met de

gehanteerde werkvormen, gebruikte leermiddelen, nieuwe inzichten in evaluatietechnieken, studiecomfort en

studievordering. De belangrijkste factor bij de bepaling van de evaluatiemethode zijn evenwel de competenties

die worden nagestreefd.

Bij elke examenzittijd krijgen de studenten ook departementale richtlijnen. Ze bevatten onder andere de afspraken

in verband met gewettigde of ongewettigde afwezigheid, de mogelijkheden om een examen in te halen, de

sancties bij spieken enzovoort. De richtlijnen worden ad valvas geafficheerd, en verspreid via Blackboard en e-

mail.

De examenregeling van de hogeschool behandelt alle organisatorische aspecten. Binnen het kwaliteitshandboek

van de hogeschool zijn richtlijnen geformuleerd over het efficiënt examineren. Verder werd in het kader van de

onderwijsvernieuwing documentatie over evaluatiemethodes verzameld en ter beschikking gesteld van het OP.

Een aantal lesgevers nam deel aan een postgraduaatopleiding (doc.prof), of volgden er enkele specifieke

modules uit.

In de nieuwe curricula wordt de student op het einde van elke periode geëvalueerd over datgene wat hij tijdens

die periode heeft geleerd en gedaan. Het cijfer is gebaseerd op permanente evaluatie (gedurende de lesweken)

en/of examens (tijdens de examenweken).

De opleiding heeft onder meer de volgende evaluatievormen ingevoerd: self en peer assessment, opdrachten met

presentatie, gequoteerde oefeningen (al dan niet aan de computer) en het gebruik van een portfolio.

De commissie wist de aanpak met betrekking tot peer assessment te waarderen. De resultaten moeten wel deel

uitmaken van het evaluatieresultaat van de student. De tool voor de beoordeling werd door Vlajo ontwikkeld via

een Excel-systeem. Een lijst met competenties werd opgezet op een schaal van één tot vijf met individuele

scores, die naderhand ook werden overgenomen door andere OO’s die eveneens peer assessment als

evaluatietool hebben opgenomen.

De opleiding bevestigt dat de evaluaties ernstig worden genomen door de betrokkenen. Door middel van

groepsgesprekken worden de resultaten geëvalueerd. Bij eventuele afwijkingen kan dit worden rechtgetrokken.

De studenten worden voor 15 oktober van elk academiejaar op de hoogte gebracht van de evaluatievormen door

middel van de academische planner. Op dit blad staan alle gegevens: de examenvorm, permanente evaluatie of

niet, de puntenverhouding KO-BKV, de mogelijkheid tot vervangend examen of niet, het aantal examens per

trimester, verplichte aanwezigheden en of het opleidingsonderdeel al dan niet compenseerbaar is.

De studenten kunnen een beroep doen op een departementale en institutionele ombudspersoon. Hun

coördinaten zijn terug te vinden op het studentenweb, de valven en op Blackboard. Verder zijn deze gegevens

ook terug te vinden in de onderwijs- en examenregeling, die verkrijgbaar is op het studentensecretariaat.

Examenroosters worden centraal opgesteld door het departementssecretariaat in overleg met de

opleidingshoofden, die de diverse moeilijkheidsgraden van de opleidingsonderdelen kunnen inschatten.

Er wordt op centraal niveau rekening gehouden met de academische planner, het aantal examens en de

lokaalbezetting. Hierbij wordt prioriteit gegeven aan de roosters van de eerstejaarsstudenten. De opleiding

hanteert een maximale spreiding van de examens over de twee examenweken.

Page 319: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g | 3 1 9

Na de examens van het eerste en tweede trimester hebben studenten de mogelijkheid om in een persoonlijk

gesprek met hun mentor de resultaten te bespreken. Daarnaast hebben de studenten de mogelijkheid om

examens in te kijken Veel lectoren lossen trouwens tijdens de eerste les of tijdens de vakspecifieke

studiebegeleiding van het volgende trimester de vragen van het examen klassikaal op. Doorverwijzing naar de

verantwoordelijke Studiebegeleiding behoort steeds tot de mogelijkheden.

Na de bekendmaking van de resultaten van de eerste (en tweede) zittijd wordt een moment gepland voor inzage

van de examens. Dit alles wordt aan de studenten gecommuniceerd via een brief die wordt uitgedeeld op het

einde van de proclamatie, de valven en Blackboard. De coördinatie is in handen van de verantwoordelijke

Studiebegeleiding.

De verschillende bevragingen peilen specifiek naar het regelmatige verloop van de examens, zoals ervaren door

de studenten. De ervaringen van de lectoren met betrekking tot de nieuwe evaluatievormen werden als input

gebruikt voor het DOOP-jaarplan.

Uit de analyse van het aandeel permanent geëvalueerde werkvormen in verhouding tot begeleide

kennisverwerving blijkt een duidelijke stijging in functie van de deeltrajecten. Voor OT is dit van 54 procent in het

eerste deeltraject tot 84 procent in het derde deeltraject; voor Klimatisering is een gelijksoortige evolutie merkbaar

van 54 tot 82 procent.

De opleiding onderscheidt de volgende evaluatievormen voor permanente evaluatie: beheerstoets,

computeropdrachten, labo’s, oefenzittingen, praktisch examen, zelfstudieopdrachten, artikels en papers,

projecten en casestudies.

De commissie bevestigt dat de theoretische examenvragen zich op het niveau bevinden van een professionele

bachelor, maar ze vraagt wel aandacht voor de permanente evaluaties, die nog te sterk worden gelinkt aan

kenniscompetenties alleen.

Wat stages en eindwerken betreffen, worden de uiteindelijke stageaanvragen van de studenten in de

Opleidingsraad goedgekeurd naar technische inhoud, en toegekend aan een interne promotor (een lector vanuit

de Opleidingsraad). Per eindwerk voorziet de opleiding een interne XIOS-promotor voor de persoonlijke

begeleiding.

Bij het beoordelen van de stage en het eindwerk worden alle aspecten van de beoordeling gekwantificeerd tot

een objectieve eindscore. De beoordelingscriteria vloeien voort uit de vooropgestelde competenties. De

commissie stelde vast dat deze manier van beoordelen bij de studenten echter onvoldoende is gekend. Het

assessment omvat vier belangrijke delen, die in de beoordelingscriteria zijn terug te vinden: de voorbereiding, de

activiteiten gedurende het project (door observatie, registratie, terugkoppeling en reflectie), de verslaggeving of

scriptie en de mondelinge presentatie. De studenten moeten de status van hun evolutie weergeven in een

portfolio

Sinds 2007-2008 is er werk gemaakt van een departementale aanpak, op initiatief van de stuurgroep Stages en

Eindwerken, voorgezeten door een departementale coördinator.

De eindwerken worden beoordeeld door een jury bestaande uit interne en externe promotoren en genodigden. De

beoordelingscriteria zijn voor uitgewerkt alle deelaspecten om tot een objectief cijfer te komen voor zowel de

stage als het eindwerk. Eén derde van de punten komt op het eindwerk te staan, één derde op de stage door de

stagepromotor van het bedrijf en één derde op de verdediging. Voor eindwerken in het buitenland wordt via de

dienst Internationalisering van de hogeschool een herschaling doorgevoerd. De secundaire school waartoe de

oud-student behoort, wordt eveneens aangesproken om de verdediging bij te wonen.

De eindwerken zijn van een voldoende niveau. De commissie stelt evenwel vast dat bepaalde eindwerken sterk

beschrijvend zijn. De commissie stelt vast dat de beoordeling van het eindwerk en de stage niet steeds afdoend

van elkaar gescheiden is.

Page 320: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 2 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g

Bij deliberaties is de ombudspersoon steeds aanwezig met een adviserende stem. De Ombudsdienst gaf zelf aan

dat de opleiding rekening houdt met de geformuleerde opmerkingen.

Het eindwerk is het enige opleidingsonderdeel waar alle andere OO’s van het eerste en tweede deeltraject met

positief gevolg moeten zijn afgerond. Daarom worden deliberaties voor de stages uitgevoerd.

De commissie vindt dat de examens globaal van een voldoende niveau zijn.

Aanbevelingen ter verbetering:

De permanente evaluaties zijn nog te sterk gericht op kenniscompetenties. De commissie adviseert de opleiding

een consistente methodiek om vaardigheden en attitudes te scoren, op te starten. De aanpak bij de

eindwerkevaluatie lijkt hiervoor een goede inspiratiebron.

De commissie adviseert de opleiding om de beoordeling van de stage en het eindwerk van elkaar te scheiden en

de minimumcriteria per onderdeel (stage, verslaggeving, presentatie) aan de student duidelijk te maken.

De commissie vraagt aandacht voor de opbouw van de eindwerken, om te voorkomen dat ze te beschrijvend

worden.

Facet 2.8 Masterproef

Niet van toepassing voor een professioneel gerichte bacheloropleiding.

Facet 2.9 Toelatingsvoorwaarden

Beoordelingscriteria:

Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten

bachelor:

- diploma secundair onderwijs, diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan,

diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie, of een diploma of getuigschrift dat bij of krachtens

een wet, decreet, Europese richtlijn of een andere internationale overeenkomst als gelijkwaardig wordt

erkend;

- door het instellingsbestuur bepaalde voorwaarden voor personen die niet aan de bovengenoemde

voorwaarden voldoen.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding hanteert de decretaal voorziene toelatingsvoorwaarden voor de bachelor-masteropleiding.

De naadloze aansluiting met de vooropleiding is een van de speerpunten van de hogeschool, die het

departement IWT, en in het verlengde daarvan de professionele bacheloropleiding Elektromechanica, met een

aantal initiatieven en concrete maatregelen in de praktijk omzet.

Page 321: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g | 3 2 1

In de eerste plaats werd de instroom onderzocht. De meeste studenten komen uit een technische richting, maar

het verschil tussen de opleidingen op wiskundig vlak kan groot zijn.

Het aantal ASO- en BSO-studenten is beperkt tot erg beperkt. De best aansluitende vooropleiding, TSO

Elektromechanica, levert de meeste studenten voor de opleiding.

Het aandeel vrouwelijke kandidaten dat zich geroepen voelt om de opleiding Elektromechanica te volgen, is heel

beperkt.

Het departement IWT tracht de drempel naar het hoger onderwijs zo laag mogelijk te houden door een aantal

voorbereidende activiteiten te organiseren, zoals vakantiecursussen en introductiemomenten. Daarnaast is er ook

een mentorenwerking in het eerste jaar, en zijn er tal van andere kanalen waar een student met

aanpassingsproblemen terecht kan.

Om in te spelen op de heterogene instroom (vooral met betrekking tot het aantal uren wiskunde in de

vooropleiding) wordt in het eerste jaar een gedifferentieerd programma aangeboden.

De commissie wist deze aanpak te appreciëren.

Tijdens de introductiedag krijgen de studenten een volledig overzicht van de opleiding, worden ze rondgeleid in

het XIOS-gebouw en is er een kennismakingsactiviteit. Bovendien is er de mogelijkheid om cursussen aan te

kopen, zodat de studenten vanaf de eerste dag al de nodige documenten hebben.

De commissie waardeert de initiatieven met betrekking tot het aantrekken van nieuwe doelgroepen (allochtone

studenten en studenten met functiebeperkingen). Mee om die reden worden alle nieuwe programma’s ook

halftijds aangeboden. Daarnaast kunnen studenten zich inschrijven voor aparte opleidingsonderdelen. Er is

inmiddels ook een diversiteitmedewerker aangesteld, voor 30 procent voor de opleiding en 50 procent voor de

hogeschool, om de allochtone gemeenschap warm te maken voor de professionele bacheloropleidingen. Dit heeft

geleid tot een aantal concrete initiatieven (SID-In door de Turkse Unie, Turks-Nederlandse brochure enzovoort).

Het departementshoofd kan, op advies van de Opleidingsraad, een vrijstelling verlenen op basis van eerder

verworven kwalificaties (EVK). Daarbij moet het gaan om opleidingen die leiden tot de graad van bachelor (of

eventueel master), of opleidingsonderdelen die behoren tot een bacheloropleiding (of masteropleiding), verstrekt

aan een instelling met binnen- of buitenlands statuut.

Het doorslaggevende criterium hierbij is dat het opleidingsonderdeel waarvoor vrijstelling wordt aangevraagd,

naar inhoud, niveau, studiedruk en competenties overeenkomt met het opleidingsonderdeel waarvoor de

betrokkene een examencijfer behaalde van minstens 10/20. Bovendien wordt via de volgtijdelijkheidstabellen

bepaald op welke opleidingsonderdelen de student een positieve beoordeling moet hebben gekregen voor hij aan

een opleidingsonderdeel kan deelnemen.

Studenten moeten steeds voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden. Vrijstellingen zijn ook mogelijk op

basis van eerder verworven competenties ( EVC).

Zowel voor EVC’s als EVK’s wordt de procedure gevolgd die in de schoot van de Associatie Universiteit-

Hogescholen Limburg (AUHL) werd ontwikkeld.

De EVC-procedure omvat de volgende stappen: een intakefase met als doel de ontvankelijkheid van de aanvraag

na te gaan, de aanvraag te preciseren, en de beoordelingsstandaarden te bespreken; samenstelling van de

portfolio (stappen één en twee worden begeleid door een trajectbegeleider of EVC-coach van het betrokken

departement.); de registratie van de aanvraag bij de validerende instantie; beoordeling van de portfolio (en

eventuele bijkomende bekwaamheidsproeven) door een beoordelingscommissie; en de certificering door de

validerende instantie (toekenning van een bewijs van bekwaamheid).

In het academiejaar 2004-2005 werd gestart met een werkgroep PR en een werkgroep Studiebegeleiding. Deze

werkgroepen organiseerden onder meer een studievoormiddag voor leerkrachten secundair onderwijs (februari

2005), hadden een ondersteunende rol bij de geïntegreerde proeven (GIP’s) van een twaalftal secundaire

Page 322: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 2 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g

scholen, startten een databank op met contactpersonen en stimuleerden de lectoren van de opleiding om te

zetelen in de verschillende GIP-jury’s van het secundair onderwijs.

Na 2004-2005 werden de contacten nog verder uitgebreid, met workshops voor leerkrachten, lezingen rond

nieuwe ventilatienormen, contacten met VOKA, deelname aan de Vlaamse Wetenschapsweek, deelname aan

een werkgroep Secundair Onderwijs enzovoort.

Op het vlak van contacten met secundaire scholen zijn verschillende acties opgezet. Zo is er met een

gemeentelijke secundaire school en de opleiding een HBO-project ingediend. Daarnaast wordt sinds 2007 de

XIOS Tech Award uitgereikt voor de technisch beste geïntegreerde proef van de door het departement bezochte

secundaire scholen.

De commissie waardeert ten zeerste de betrokkenheid van de opleiding bij de geïntegreerde proeven binnen de

EM-opleiding in het secundair, die als een voorbeeld kan dienen voor andere hogescholen. Het is duidelijk dat de

opleiding veel aandacht besteedt aan de overgang van de studenten van het secundair naar het hoger onderwijs.

De dalende instroom waarvan sprake in het ZER blijkt in het huidige academiejaar niet op te gaan.

Door al deze activiteiten krijgt de opleiding een beter zicht op de studenten die in het eerste jaar binnenstromen,

en worden blijvende contacten uitgebouwd met lesgevers uit het secundair onderwijs, met afgestudeerden en met

de bedrijfswereld.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Oordeel over onderwerp 2, programma: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 2.1, relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma voldoende

facet 2.2, eisen professionele gerichtheid van het programma voldoende

facet 2.3, samenhang van het programma voldoende

facet 2.4, studieomvang OK

facet 2.5, studielast voldoende

facet 2.6, afstemming tussen vormgeving en inhoud voldoende

facet 2.7, beoordeling en toetsing voldoende

facet 2.8, masterproef voldoende

facet 2.9, toelatingsvoorwaarden goed

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 323: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g | 3 2 3

Onderwerp 3 Inzet van het personeel

Facet 3.1 Kwaliteit van het personeel

Beoordelingscriterium:

- Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het

programma.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding beschikt over een doordacht rekruteringsbeleid, waarin er aandacht is voor de vereiste

domeindeskundigheid, de onderwijskundige bekwaamheden en de professionele deskundigheid, in functie van de

eisen die aan de functie worden gesteld.

De selectie bestaat uit twee delen. Eerst moeten de sollicitanten een proefles geven van een kwartier of een

vakbekwaamheidstest afleggen. Bij de proefles worden zowel de onderwijskundige competenties als de

vakinhoudelijke kennis van de kandidaten getest. De vakbekwaamheidsproef gaat de domeindeskundigheid van

de kandidaat na. Daarna volgt een interview, waarin gepeild wordt naar de motivatie, ervaring, verwachtingen

enzovoort.

Als personeelsleden al langere tijd op school werkzaam zijn, komen ze in aanmerking voor een eventuele

benoeming. De criteria voor benoeming werden vastgelegd in het ‘Reglement betreffende benoeming van

statutair personeel’.

In het Hogescholendecreet zijn voor de benoeming van onderwijzend personeel maxima vooropgesteld:

maximaal 72 procent van het onderwijzende personeel van de hele hogeschool kan worden benoemd.

Momenteel is ongeveer 68 procent benoemd, dus bijna het decretale maximum. Er is een voorlopige

benoemingsstop.

Het dossier voor benoemingen wordt samengesteld op de centrale Personeelsdienst, zonder dat het

personeelslid hiervoor actie moet ondernemen. Het bestuur bepaalt, indien er ruimte is, wanneer een

benoemingsronde wordt gehouden.

Per departement is een aantal bevorderingsambten beschikbaar. De meeste van deze ambten zijn momenteel

ingevuld. De bevorderingsprocedure en de criteria waaraan men moet voldoen, zijn vastgelegd in het

bevorderingsreglement. De hogeschool werkt momenteel aan een competentiehandboek, dat hierbij als leidraad

kan fungeren.

Een personeelslid wordt om de drie jaar geëvalueerd. De evaluatie vormt het eindpunt van een cyclus die bestaat

uit een planningsgesprek en één of meerdere functioneringsgesprekken. De basis voor de

functioneringsgesprekken en dus ook het evaluatiegesprek vormt de onderwijsportfolio die het onderwijzende

personeel moet bijhouden. De evaluatie mondt uit in een eindbeoordeling.

Uit de gesprekken van de commissie met de lectoren kwam naar voren dat de frequentie, zoals beschreven in het

ZER, niet steeds wordt gehaald. De lectoren zijn zelf vragende partij om de frequentie van evaluaties te

verhogen. De commissie steunt de vraag van het lectorenkorps.

Vanuit de studentenbevragingen kan eveneens feedback terugvloeien naar de individuele lector van het

betrokken opleidingsonderdeel.

Page 324: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 2 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g

Beginnende personeelsleden worden begeleid. Hiervoor is een informatiemap beschikbaar die alle noodzakelijke

en nuttige informatie bevat. Op hogeschoolniveau wordt aan het begin van elk academiejaar een samenkomst

voor nieuwe personeelsleden georganiseerd. Hier kunnen nieuwkomers kennismaken met de centrale diensten,

en worden ze wegwijs gemaakt in de structuren en het onderwijsconcept van de hogeschool. Binnen het

departement IWT is er ook het zogenaamde EHBX-team (‘Eerste hulp bij XIOS’). Dit team, opgericht in

september 2006, bestaat uit twee OP-leden, vormt het aanspreekpunt voor de beginnende personeelsleden en

helpt hen hun weg te zoeken in het reilen en zeilen van het departement. Voor opleidingsspecifieke vragen

kunnen nieuwe personeelsleden terecht bij hun persoonlijke begeleider/coach.

De nieuwe personeelsleden worden ook uitgenodigd op de introductiedag van de studenten, zodat ze beschikken

over alle informatie die de hele opleiding aangaat en ze zelf eventueel extra toelichtingen kunnen vragen bij hun

persoonlijke coach.

Verder worden alle personeelsleden, onder wie dus ook de nieuwe collega’s, jaarlijks uitgenodigd op een

informele receptie op de Dag van de Leerkracht.

Binnen de opleiding zijn er lectoren die eveneens actief zijn in het bedrijfsleven, of die nuttige bedrijfservaring

hebben. Daarnaast beschikken de lectoren over voldoende mogelijkheden om bijscholingen te volgen.

De taakopdracht van de OP-leden is begroot op 28 lesweken, terwijl maar 27 lesweken effectief moet worden

lesgegeven. De resterende lesweek is bestemd voor het volgen van bijscholingen en studiedagen. Die worden

echter niet noodzakelijk tijdens een lesvrij moment georganiseerd.

De hogeschool is er zich van bewust dat de bijscholingen van het personeel nog kunnen worden geoptimaliseerd.

Hiervoor werd een aantal initiatieven opgezet, zoals de opmaak van het competentiehandboek.

De leden van het onderwijzende personeel zijn zelf verantwoordelijk voor de hun toevertrouwde

opleidingsonderdelen en de gekozen werkvormen.

De opleiding hanteert ook een aantal vergaderplatformen om de betrokkenheid van het personeel te vergroten.

De commissie stelt vast dat deze structuren, die leiden tot structurele verbeteringen binnen de opleiding,

inderdaad de samenwerking binnen het lectorenkorps ten goede komen.

De ICT-cel van de hogeschool maakt personeelsleden, indien gewenst, wegwijs in de digitale media. Vaak

wisselen collega’s onderling ook informatie en kennis uit.

Ondersteunende diensten zijn centraal georganiseerd.

XIOS streeft ernaar de verscheidenheid in de huidige maatschappij op een positieve manier te benaderen. Dit

doet de hogeschool zowel in de programma’s die ze aanbiedt als in haar studenten- en personeelsbeleid.

Uit de gesprekken met het ATP-personeel blijkt dat voor hen momenteel geen ruimte is om te kunnen worden

benoemd. Anderzijds kwam duidelijk naar voren dat zij wel volgens behoefte bijscholingen kunnen volgen.

Sinds 2007 is een personeelslid aangenomen in het kader van het gelijkekansenbeleid. De opleiding heeft een

werkgroep Diversiteit en Gelijke Kansen opgericht, waarin de algemene studiebegeleiders van de verschillende

departementen aanwezig zijn, samen met een aantal vrijwilligers. Hun werkzaamheden hebben geleid tot een

diversiteitplan.

De opleiding beoogt een evenredige en volwaardige participatie van studenten en personeel uit diverse

kansengroepen in alle diensten en departementen.

De commissie heeft vastgesteld dat het onderwijzende en onderzoekspersoneel gekwalificeerd, gemotiveerd en

dynamisch is. Het ondersteunende personeel levert duidelijk een bijdrage om deze organisatie vlot te laten

werken.

Uit de gesprekken blijkt waardering van de studenten voor de lectoren, die zij als toegankelijk ervaren.

Page 325: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g | 3 2 5

De commissie apprecieert de goede uitbouw van de Dienst voor Preventie en Veiligheid. Die voldoet aan de

noden van de hogeschool

De commissie is verheugd met de actieve opvolging en begeleiding van de studenten.

De commissie merkt op dat de verhouding benoemden/tijdelijken (één derde tegenover twee derde) in de

opleiding duidelijk afwijkt van de verhouding in de hogeschool

De lectorenmobiliteit in het departement is beperkt, met uitzondering van een aantal sleutelfiguren. Door de

drukke bezetting betekent dit een extra taakbelasting. Het is dan weer niet in ieders taakbelasting opgenomen,

waardoor het niet onmiddellijk als een minpunt wordt aanzien.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt om de functioneringsgesprekken te structureren en op duurzame wijze in de organisatie te

implementeren.

Facet 3.2 Eisen professionele gerichtheid

Beoordelingscriterium:

De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een professioneel gerichte

opleiding:

- Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de

opleiding en de beroeps- of kunstpraktijk.

- Bij de daarvoor in aanmerking komende opleidingen moet daarenboven voldoende personeel beschikken

over kennis en inzicht in de desbetreffende beroeps- of kunstpraktijk.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De commissie vernam uit het gesprek met de kwaliteitsverantwoordelijke en de verantwoordelijke voor

onderwijsontwikkeling dat het onderwijzende personeel bij de bamahervorming door onderwijsdeskundigen in de

nieuwe onderwijsvormen werd geïntroduceerd. Voorts werden workshops bijgewoond buiten de hogeschool om

kruisbestuiving te bevorderen. Ook cursussen buiten de instelling rond dit thema werden gevolgd. De

voornaamste uitdaging bij het korps was het gebrek aan tijd om de nodige voorbereidingen om in kleinere

groepen te werken, te kunnen treffen. Gezien echter de toegevoegde waarde duidelijk bleek bij de introductie

ervan werd de lijn doorgetrokken, wat in bepaalde gevallen heeft geleid tot de ontdubbeling van de

studentengroepen.

Binnen de opleiding professionele bachelor Elektromechanica zijn zes OP-leden in het bezit van een doctoraat en

werken twee OP-leden aan een doctoraat. In totaal zijn negen OP-leden betrokken in PWO-projecten. De

commissie stelt vast dat binnen het lectorenkorps een beperkt aandeel lectoren met bedrijfservaring aanwezig is.

Bij vacatures wordt gestreefd naar een combinatie van onderwijs- en beroepsspecifieke competenties.

De opleiding besteedt aandacht aan didactische scholing, wat door de commissie als een sterk punt wordt

gezien. Het actualiseren van de bedrijfservaring door contacten met het werkveld moet maximaal worden benut.

Page 326: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 2 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g

Informatie wordt opgepikt en waar mogelijk verwerkt in de opleidingsonderdelen. De lectoren worden goed

ondersteund door de opleiding en de hogeschool.

Er zijn ook vakgroepen aanwezig over de afdelingen heen. Er is afstemming onder collega’s, zodat met

gelijklopende oefeningen kan worden gewerkt.

Verder is een lector van de opleiding sinds het academiejaar 2007-2008 juryvoorzitter bij het examen tot

technicus vloeibare brandstoffen (gasolie) van het Technisch Instituut Sint-Jansberg (Maaseik). Dit is met het oog

op de ‘grensverleggende samenwerking onderwijs & bedrijfsleven, in het kader van een ideale schoolstructuur

voor alle onderwijsvormen’.

Binnen het departement IWT verrichten verschillende lesgevers ook onderzoek. In de opleiding Elektromechanica

zijn vooral de PWO-projecten van belang, en kunnen de studenten mee profiteren van de ervaringen en kennis

die de lesgevers daarbij hebben opgedaan. Door deze verschillende projecten zijn er ook intensieve contacten

met de bedrijfswereld.

Binnen het ZER wordt een voorbeeld aangehaald: het PWO-project ‘3D-Lab’ bracht tijdens een studiedag op 22

mei 2008 verschillende leveranciers samen voor een minibeurs. Aan het seminarie over rapid engineering

(reverse engineering, rapid prototyping en rapid manufacturing) namen ruim zeventig mensen deel. Het seminarie

leverde een aanzienlijke naambekendheid op voor het PWO-project, en er werden ook diverse contacten gelegd

voor mogelijke projecten in de toekomst.

Daarnaast worden sinds kort ook studiereizen en bedrijfsbezoeken georganiseerd, om de link met het

beroepenveld te versterken.

De meeste personeelsleden volgen jaarlijks één of meerdere vakspecifieke bijscholingen. Die zijn voor ieder

individueel personeelslid opgenomen in de onderwijsportfolio. In sommige gevallen resulteren de bijscholingen in

een extra getuigschrift. Elke lector heeft recht op vijf vormingsdagen per jaar. De commissie stelt evenwel uit de

gesprekken met de lectoren vast dat deze voorziene vormingstijd niet steeds ten volle wordt benut.

De studenten bevestigen dat het lerarenkorps bestaat uit heel gemotiveerde krachten, die in staat zijn om de

boodschap duidelijk naar voren te brengen. De lesgevers worden zelf ook geëvalueerd door de studenten; die

evaluaties bevestigen dat er rekening wordt gehouden met de geformuleerde opmerkingen.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt aandacht bij de aanwerving voor lectoren die over een voldoende bedrijfservaring

beschikken.

De commissie adviseert dat de lectoren de voorziene vormingstijd van vijf dagen voor hun verdere

professionalisering ook effectief invullen.

Facet 3.3 Kwantiteit personeel

Beoordelingscriterium:

- Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

Page 327: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g | 3 2 7

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Voor het begin van elk academiejaar wordt het beschikbare onderwijzende personeel verdeeld over de vier

departementen, op basis van een allocatiemodel. Een voltijdse opdracht komt overeen met 17 contacturen per

week gedurende 28 lesweken. Het totaal voor het departement IWT bedraagt 84,76 VTE’s. Ongeacht het

allocatiemodel kan het departement autonoom beslissen over de verdeling van het personeel over de

opleidingen.

Voor administratieve ondersteuning krijgt elk departement, onafhankelijk van het aantal studenten, ook een aantal

administratieve krachten toegewezen. Voor het departement IWT zijn dit 3 personeelsleden (= 3 VTE’s).

Binnen het departement IWT worden de VTE’s verdeeld op basis van taken (100 procent = 1 VTE) en niet op

basis van het aantal studenten per opleiding. Zeventien lesuren per week gedurende 27 weken betekenen een

voltijdse opdracht (100 procent). Hierin zijn opgenomen: lessen voorbereiden, doceren, naverwerking,

examineren en toezicht houden tijdens de examens, deelname aan opleidingsraden en vakgroepen, bijdrage

tijdens SID-In’s en infodagen enzovoort.

Voor de andere taken voorziet het departement in een procentuele verdeling: onderwijs, onderzoek,

departementaal onderwijsontwikkelingsplan (DOOP), alumniwerking, eindwerken en stages, internationalisering,

kwaliteitszorg, logistiek en diversen, opleidingshoofden, postinitieel onderwijs, pr en werving, studie- en

studentenbegeleiding, coaching nieuwe personeelsleden, wetenschapspopularisering en taalbeleid. Er wordt

sinds vorig academiejaar ook voorzien in een toewijzing voor de contacten met het beroepenveld.

Voor lesopdrachten wordt een totaal van 6,53 VTE’s ingezet. De andere taken worden verdeeld volgens de

afgesproken percentages in de prestatieregeling. Deze prestatieregeling wordt jaarlijks aangepast aan de

afspraken in het departement.

Aangezien de opleidingsonderdelen die gemeenschappelijk zijn voor de beide afstudeerrichtingen ook

gemeenschappelijk worden aangeboden, is het personeel dat wordt ingezet om deze opleidingsonderdelen te

verzorgen, ook niet specifiek toe te wijzen aan een bepaalde afstudeerrichting. Deze opleidingsonderdelen zijn

hoofdzakelijk te situeren in het eerste en tweede jaar.

In het eerste en tweede deeltraject is de staf-studentratio berekend door het aantal lesgevers te delen door het

totale aantal studenten Elektromechanica. Dit leidt in het eerste deeltraject tot een ratio van 1 op 18, gevolgd door

1 op 13,5 in het tweede deeltraject en 1 op 15,6 in het derde deeltraject. De gemiddelde staf-studentratio van het

departement IWT XIOS bedraagt 1 op 12 (inclusief de stuurgroepen).

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt aandacht voor de paradox tussen de ruime omkadering en de hoge werkbelasting.

Page 328: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 2 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g

Oordeel over onderwerp 3, inzet van het personeel: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 3.1, kwaliteit personeel: voldoende

facet 3.2, eisen professionele gerichtheid: voldoende

facet 3.3, kwantiteit personeel: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 329: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g | 3 2 9

Onderwerp 4 Voorzieningen

Facet 4.1 Materiële voorzieningen

Beoordelingscriterium:

- De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De hogeschool beschikt over een modern, aantrekkelijk en studentvriendelijk gebouw. De opleiding beschikt over

degelijke leslokalen. De ruimtes voorzien voor labo’s zijn echter beperkt. De noodzakelijke basisvoorzieningen

zijn evenwel aanwezig.

Om de financiële noden van de verschillende labo’s te kennen, worden jaarlijks financiële plannen opgesteld. Dit

gebeurt in samenspraak met de laboverantwoordelijken. Als lesgevers materiaal nodig hebben voor een bepaald

labo waarin ze lesgeven, wenden ze zich tot de laboverantwoordelijke. Als ze materiaal nodig hebben dat niet

behoort tot een bepaald labo nemen ze contact op met de financiële verantwoordelijke van het departement. Alle

personeelsleden van het departement worden betrokken bij het aanbrengen van ideeën en de uitbouw van een

gezamenlijke visie. Om te kunnen inspelen op bijkomende vragen beschikt het departement over een

reservebudget.

De investeringen in computermateriaal, softwarelicenties en elektronisch materiaal worden beheerd door het

departementshoofd en de financiële verantwoordelijke, in onderling overleg met de IT Network Administrator van

het departement IWT. Jaarlijks is er een budget voor nieuwe computers, ter vervanging van bestaande computers

of voor de uitbreiding van het computerpark.

De bibliothecaris beschikt over een departementaal budget dat voldoende wordt geacht voor de aankoop van

boeken, tijdschriften, aanvullingen en diversen. Ook hier krijgen de verschillende opleidingen een budget. In

september worden indien nodig de resterende budgetten nog herschikt, naargelang de noden van de opleidingen.

De onderwijsruimtes evolueren voortdurend. Er worden systematisch technische aanpassingen uitgevoerd aan de

bestaande leslokalen om het comfort van de gebruikers te verbeteren.

De commissie staat positief ten aanzien van het Technologiecentrum, in het kader van een EFRO-project in

samenwerking met de Katholieke Hogeschool Limburg. Met de bouw van het Technologiecentrum krijgen de

onderzoeksgroepen meer ruimte en een specifieke infrastructuur voor onderzoek en dienstverlening ten behoeve

van de technologische innovatie in de regio. Ook de onderzoekscel EMAP is er gehuisvest; zij voert toegepast-

fundamenteel onderzoek in plaattechnologie en dimensionele meettechnologie uit.

Voor PWO-projecten worden verschillende locaties gebruikt.

De laboratoria voldoen aan de basisbehoeftes. De uitrusting voor fluïdo-mechanica, regeltechniek en

hoogspanning verdient de nodige aandacht en mogelijke investeringen. De commissie stuurt er eveneens op aan

om de studenten binnen het programma meer te laten kennismaken met praktijkgerichte labo’s en minder

simulatieprogramma’s te gebruiken.

De studentenvoorzieningen en de restauratie zijn afgestemd op de behoeftes van de student.

Page 330: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 3 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g

Het atrium en de uitbreiding daarvan zijn multifunctioneel inzetbaar als ontvangst-, ontmoetings- en

symposiumruimte. Hier bevinden zich ook computers (met beperkte software) die de studenten vrij kunnen

gebruiken.

De campus beschikt over een nieuwe bibliotheek met een duidelijk reglement. De bibliotheek is toegankelijk voor

studenten, lectoren, afgestudeerden en derden.

De XIOS Hogeschool Limburg is een partner in het bibliotheeknetwerk Anet, samen met de bibliotheken van de

Universiteit Antwerpen, de Antwerpse hogescholen en de Universiteit Hasselt. Op de computers in de bibliotheek

kan de gebruiker de website van de bibliotheek raadplegen, en de nodige gegevens opzoeken en downloaden uit

de beschikbare catalogi en elektronische bronnen. De persoonlijke login van de studenten geeft toegang tot de

elektronische leeromgeving Blackboard. Er is ook de mogelijkheid om kopieën te maken of teksten af te drukken.

Er wordt gewerkt met een bibliotheekcommissie die twee- tot driemaal per jaar samenkomt om alle facetten van

de bibliotheekwerking te bespreken. Deze commissie bestaat uit het diensthoofd, de vier departementshoofden

en de bibliothecarissen van de vestigingen van Diepenbeek en Hasselt.

In het departement IWT wordt het bibliotheekbudget verdeeld over de verschillende opleidingen. Dit gebeurt in

drie fases. Tot eind februari gebeuren de aankopen van de boeken uit de aanbevolen literatuurlijst van de

verschillende opleidingsonderdelen (CBS).

De commissie bevestigt op basis van de gesprekken met de verschillende belanghebbenden dat de

bibliotheekvoorzieningen aan de behoeftes voldoen.

Er is een goed uitgebouwde cursusdienst.

Elk jaar vindt een handboekenverkoop plaats op de campus, met evaluatie door de Bibliotheekcommissie.

Het studentensecretariaat beschikt over een ruim lokaal waar vier leden van het administratieve personeel

permanent aanwezig zijn. De studenten kunnen steeds terecht aan het loket met hun vragen.

Als interne en externe communicatiemiddelen zijn er de valven, Blackboard, e-mail, intranet, de tv-schermen,

‘XMagazine’ enzovoort. Sommige documenten, zoals de individuele rapporten van de studenten, worden via de

post bezorgd.

Elke lector heeft een vakkastje in de lectorenkamer, waarin hij zijn post terugvindt. Intussen wordt steeds meer

informatie verstrekt via Blackboard en intranet. De lectoren hebben een zestal bureaus ter beschikking. Verder

zijn nog dertien ruimtes naast praktijklokalen ingericht als bureauruimte. Elke ruimte biedt plaats aan meerdere

leden van het onderwijzende personeel, zodat elk OP-lid een vaste plaats heeft. Elke ruimte heeft de nodige

computervoorzieningen met internetaansluitingen, printer, telefoon en kastruimte.

Eenentwintig personeelsleden beschikken over een laptop van de hogeschool, en 46 personeelsleden hebben

een USB-stick gekregen van 1 gigabyte. Dit laatste initiatief ondersteunt het gebruik van de pc’s met

internetaansluiting en de vaste LCD-projector die in de meeste onderwijsruimtes aanwezig zijn.

De lectoren kunnen ook gebruikmaken van het studentenrestaurant aan bezoekerstarief.

Aanbevelingen ter verbetering:

De ruimtes voorzien voor labo’s zijn beperkt. De uitrusting voor fluïdo-mechanica, regeltechniek en sterkstroom

verdient de nodige aandacht en investeringen.

De commissie verwacht dat de studenten meer praktisch uitgewerkte labo’s kunnen volgen.

Page 331: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g | 3 3 1

Facet 4.2 Studiebegeleiding

Beoordelingscriteria:

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de

studievoortgang.

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten.

Oordeel van de visitatiecommissie: goed

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De werkgroep Studiebegeleiding bestaat uit de algemene studiebegeleiders van elk departement, de

maatschappelijk assistent van StuvoX (Studentenvoorzieningen XIOS Hogeschool Limburg) en de coördinator

Studentenbegeleiding vanuit de dienst Onderwijs.

Een student die kampt met problemen of vragen heeft over studie- en studentenbegeleiding, of over de sociale

voorzieningen van XIOS, kan terecht bij zijn mentor, de verantwoordelijke voor vakspecifieke en algemene

studiebegeleiding, de coördinator Taalbeleid of bij StuvoX. Voor vragen over zijn studieloopbaan kan de student

terecht bij de trajectbegeleiding, EVC-coaches en de Ombudsdienst.

De commissie staat positief tegenover de bundeling van de studiebegeleidingstaken bij één persoon. De

algemene studiebegeleider is tegelijk ook de traject- en EVC-begeleider, en de eerste ombudspersoon. Dit maakt

de kanalisatie en toegankelijkheid voor studenten met vragen een stuk vlotter.

De studenten bevestigen de laagdrempeligheid in de communicatie met de lectoren, en weten die naar waarde te

schatten.

De opleiding voorziet in verschillende vormen van ondersteuning voor de student: vakspecifieke

studiebegeleiding en algemene informatievoorziening.

In het eerste bachelorjaar Elektromechanica is er één mentor per twintig studenten. Die kan in het begin van het

academiejaar vrij gekozen worden door de student in kwestie. In het tweede en derde jaar is er een mentor per

afstudeerrichting. Studenten hebben hier niet de vrije keuze; ze kunnen wel altijd een ander personeelslid

aanspreken.

Bij grotere problemen voorziet de school in een algemene studiebegeleider en een maatschappelijk assistent. Het

gaat hier vooral om eerstelijnsopvang in noodsituaties.

In november 2006 sloten de studentenvoorzieningen van de AUHL (Associatie Universiteit-Hogescholen Limburg)

een samenwerkingsovereenkomst met het CAW Sonar. Studenten die een langdurige begeleiding nodig hebben,

kunnen rechtstreeks worden doorverwezen naar CAW Sonar.

Op het vlak van instroombegeleiding voorziet de opleiding in vakantiecursussen wiskunde en een gestructureerde

aanpak van de contacten met het secundair onderwijs.

De commissie waardeert de inrichting van het gedifferentieerde uur wiskunde op basis van instaptoetsen.

Op het vlak van studentenbegeleiding wordt elke nieuwe student gevraagd een fiche in te vullen om hen te volgen

tijdens hun studieloopbaan.

Er worden eveneens aangepaste maatregelen getroffen voor specifieke situaties. Anderstalige studenten kunnen

bijvoorbeeld gedurende één academiejaar tijdens examens en/of permanente evaluatie gebruikmaken van een

Nederlands woordenboek. Er worden ook maatregelen genomen voor studenten met dyslexie of faalangst, na de

uitvoering van een VASEV-test rond studie- en examenvaardigheden. De opleiding organiseert bovendien

Page 332: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 3 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g

trainingen in samenwerking met Stuvox, en er is stage- en eindwerkbegeleiding. Inkomende buitenlandse

studenten worden ten slotte praktisch ondersteund, in samenwerking met de departementale coördinator

Internationalisering; Stuvox zorgt voor de huisvesting.

De opleiding speelt kort op de bal als het over afwezigheden gaat. Bij systematische afwezigheden wordt de

student door de studiebegeleider gecontacteerd. Als de student zich uiteindelijk wil uitschrijven of van richting wil

veranderen, wordt gepeild naar de reden hiervoor, ter afsluiting van het dossier.

In het kader van het gelijkekansenbeleid wordt aan elke student een vragenlijst overhandigd, waarin gevraagd

wordt naar de sociale gegevens van de student. Die worden in een database verwerkt en kunnen fungeren als

basis voor het concretiseren van het diversiteitbeleid.

Potentiële studenten worden geïnformeerd op verschillende manieren, zoals SID-In’s in elke Vlaamse provincie,

de infodagen en de infomarkt, de website van XIOS en via brochures.

Personeelsleden verbonden aan het studentensecretariaat of StuvoX, en ook de mentor en de studiebegeleider

informeren studenten waar nodig.

Daarnaast zijn de volgende informatiekanalen voorhanden voor de student:

- Een introductiedag voor nieuwe studenten aan het begin van het academiejaar, waarin eveneens de werking

van Stuvox wordt uitgelegd;

- De studiegidsen die eveneens consulteerbaar zijn op de website van de hogeschool. Studenten kunnen via

het studentensecretariaat een papieren versie krijgen. De bundel gidsen bestaat uit drie delen: ‘Onderwijs- en

examenregeling’, ‘Rechtspositieregeling’ en ‘Opleidingsgids’. In deze laatste gids vindt de student van elk

opleidingsonderdeel een ECTS-fiche terug;

- Men beschikt eveneens over een agenda met ‘wegwijsinformatie’ en een academische planner. Dit laatste

document geeft de student een zicht op de examenvormen, de mogelijkheid tot vervangende examens, de

verdeling van de punten, begeleide kennisverwerking (BKV) en kennisoverdracht (KO) enzovoort;

- Een trimesterplanner, een overzicht waarin per opleidingsonderdeel en per week wordt aangegeven welke

onderwerpen en activiteiten gedurende het trimester aan bod zullen komen. Ook de data waarop projecten of

laboverslagen moeten worden ingeleverd en waarop gequoteerde permanente evaluatie plaatsvindt, staan

hierop aangeduid.

Studenten worden ten slotte geïnformeerd via de website, het studentenweb, het studentensecretariaat, de

valven, de televisieschermen, Blackboard en een persoonlijk XIOS-e-mailadres.

In de bevragingen over organisatorische onderwijsaspecten en opleidingsonderdelen zijn vragen rond

studiebegeleiding opgenomen. Aandachtspunten hieruit leidden in 2005 tot een herziening van het digitale

leerplatform, zodat de studenten sneller de nodige informatie konden terugvinden.

De commissie apprecieert de inspanningen die het team doet in de context van een sterk uitgewerkte, en waar

nodig, individuele studie- en studentenbegeleiding. De commissie stelt vast dat de studenten dit naar waarde

weten te schatten.

Aanbevelingen ter verbetering:

/

Page 333: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g | 3 3 3

Oordeel over onderwerp 4, voorzieningen: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 4.1, materiële voorzieningen: voldoende

facet 4.2, studiebegeleiding: goed

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 334: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 3 4 | O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g

Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg

Facet 5.1 Evaluatie resultaten

Beoordelingscriterium:

- De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mee aan de hand van toetsbare streefdoelen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het kwaliteitsdenken is duidelijk aanwezig binnen het beleid. Dit beleid kreeg gestalte in nauwe samenwerking

tussen het hogeschoolbestuur en de departementen, en met ondersteuning van de centrale diensten. De

vertaling naar de uitvoering en de doorstroming van kwaliteit binnen de hogeschool kreeg vorm in het

kwaliteitshandboek.

De commissie bevestigt dat het kwaliteitsdenken aanwezig is bij de kwaliteitszorgverantwoordelijken.

De hogeschool heeft gebruikgemaakt van een zelfevaluatiesysteem onder de vorm van TRIS (Transnationale

Institutionele Samenwerking ). Het systeem is gebaseerd op het EFQM-model, maar is aangepast aan de noden

van het hogeschoolonderwijs. De uitkomsten van de evaluaties zijn binnen de opleiding een aanzet tot

verbeteringsinitiatieven. De commissie ervaart echter een beperkte implementatie hiervan in de PDCA-cirkel.

De hogeschool en het departement hanteren bevragingen ter toetsing van het functioneren van het opgezette

kwaliteitssysteem.

De individuele lesgevers lopen door hun zelfevaluatie door gebruik te maken van hun onderwijsportfolio. De

onderwijsportfolio vormt de basis voor plannings-, functionerings- en beoordelingsgesprekken, en wordt ook

meegenomen in het dossier voor vaste benoeming of bevordering.

Als tijdens een zelfevaluatie beleidsmatige aspecten naar boven komen, waarvoor de medewerking van anderen

noodzakelijk is, worden deze verbeterpunten aangekaart in een diensthoofdenvergadering. De daaruit

voortvloeiende actieplannen worden opgelijst per centrale dienst met feedback naar de departementen en

opleidingen.

De TRIS-methodiek houdt rekening met de verschillende doelgroepen van de organisatie: de medewerkers, de

studenten, de afgestudeerden en het beroepenveld.

Het beroepenveld wordt betrokken bij de opleiding, aangezien vertegenwoordigers ervan onder meer in de

Curriculumraad zetelen, feedback geven aan het onderwijspersoneel tijdens stage- en eindwerkbegeleiding,

betrokken waren bij de opmaak van het competentieprofiel. Bovendien heeft een aantal leden van het

onderwijzende personeel ook nog banden met het bedrijfsleven.

De opleiding is sinds kort overgeschakeld op bevragingen op trimestriële basis in plaats van jaarlijks, met het oog

op een verbetering van de nauwkeurigheid van de bevragingen. De bevraging van opleidingsonderdelen werd

opgesteld door de centrale administratie, in samenwerking met de DOOP-stuurgroep. Er wordt telkens met een

vijfpuntenschaal gewerkt, gaande van ‘volledig niet akkoord’ tot ‘volledig akkoord’. In tegenstelling tot vroeger

werden alle opleidingsonderdelen inmiddels bevraagd. De ingevulde vragenlijsten worden verwerkt door de dienst

Onderwijs. De departementale coördinator en het departementshoofd ontvangen de resultaten.

Page 335: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g | 3 3 5

De frequentieverdeling van de antwoorden wordt per vraag en per opleidingsonderdeel verwerkt in een verslag.

Als referentie wordt de frequentieverdeling per vraag ook opleidingsonderdeeloverschrijdend verwerkt.

De vragen worden gemarkeerd als aandachtsgebied als de grensscore van de frequentieverdeling overschreden

is. De grensscore is overschreden als 35 procent of meer van de studenten ‘volledig niet akkoord’ antwoordt en/of

als de som van de antwoordcategorieën ‘volledig niet akkoord’ en ‘eerder niet akkoord’ groter dan of gelijk is aan

50 procent.

De departementale coördinator bespreekt deze resultaten met de opleidingshoofden en de opleidingscoördinator

Kwaliteitszorg. Die laatste bespreekt de resultaten in de Opleidingsraad (OR). Op basis van deze bespreking

stellen lesgevers indien nodig remediëringsmaatregelen voor (op korte of lange termijn) en/of neemt de OR

bepaalde beslissingen. De opleiding start dan naar aanleiding hiervan een verbetertraject.

De bevraging over de organisatorische onderwijsaspecten peilt naar het algemene oordeel van de studenten over

niet-opleidingsonderdeelgebonden aangelegenheden, zoals de algemene studiebegeleiding, het beheer van de

valven, de Cursusdienst/boekenverkoop, het restaurant enzovoort.

De gemiddelde gemeten studietijd voor het eerste deeltraject lag met 1250 uur onder de vereiste 1500 uur. In het

tweede deeltraject is eenzelfde lijn merkbaar, zij het minder uitgesproken.

Naar aanleiding van deze metingen en de opmerkingen in evaluatievergaderingen zijn in het curriculum van het

eerste deeltraject al verscheidene aanpassingen aangebracht om de studietijd beter te benutten. Er zijn nieuwe

onderdelen aan het curriculum toegevoegd, en er zijn enkele opleidingsonderdelen opgesplitst, zodat de

studiepunten en de bijhorende uren beter op elkaar zijn afgestemd. De commissie heeft vastgesteld dat de

opleiding al verbeteracties in dit kader heeft opgestart.

Een evaluatiecommissie is een overleg tussen een aantal studenten van een groep en twee OP-leden. Het doel

van dit overleg is meervoudig: het bespreken van de belangrijkste bevindingen uit de schriftelijke bevragingen,

het ventileren van positieve en negatieve zaken binnen de opleiding, en feedback geven op het moment zelf. De

twee personeelsleden die deze bevragingen bijwonen, maken deel uit van de OR, maar hebben geen

onderwijsopdracht in het bevraagde jaar. De commissies worden jaarlijks georganiseerd.

Van het gesprek wordt een verslag gemaakt, dat wordt doorgestuurd naar het departementshoofd. Hij beslist wat

met de aangeleverde informatie gebeurt. Soms moet een individueel personeelslid de informatie ontvangen, in

andere gevallen is de informatie relevant voor de centrale diensten en in nog andere gevallen komen items aan

bod in de Opleidingsraad.

Naar afgestudeerde gegradueerden/professionele bachelors EM werden twee bevragingen uitgevoerd, in 2005

en in 2008. De commissie kon vaststellen dat de respons wat is verbeterd, van 17,9 naar 26,2 procent in de

laatste bevragingsronde. De inhoud was nagenoeg gelijklopend. In de laatste bevraging werden de belangrijke

opleidingsspecifieke vragen met betrekking tot de opdeling Onderhoudstechnologie/Klimatisering aangepast.

In het academiejaar 2004-2005 werd een bevraging georganiseerd bij de vertegenwoordigers van het

beroepenveld. De opleiding verstuurde per e-mail een enquête over het competentieprofiel. De opleiding kreeg

een matige respons. Mee hierdoor werd de Curriculumraad opgericht. Deze Curriculumraad kwam in het verleden

alleen maar samen bij grondige wijzigingen in het curriculum. Nu is hiervoor een jaarlijkse frequentie vastgelegd.

Het belang voor het beroepenveld is weerspiegeld in een beleidsplan dat voorziet in de opmaak van een

databank met informatie van de opleiding en bedrijfscoördinaten, contactpunten voor stages en eindwerken, en

de mate waarin de opleiding afgestemd is op de regionale markt en inspeelt op nieuwe evoluties.

Page 336: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 3 6 | O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt aandacht voor het volledig doorlopen van de PDCA-cirkel bij het opzetten, implementeren

en opvolgen van verbetertrajecten.

Facet 5.2 Maatregelen tot verbetering

Beoordelingscriterium:

- De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen tot

de realisatie van de streefdoelen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Het werkveld werd geconsulteerd door middel van bevragingen in 2004; bij de alumni vonden die plaats in 2008.

Studenten en lesgevers werden eveneens bevraagd. De resultaten werden in de Opleidingsraad besproken.

Indien nodig werden aanpassingen doorgevoerd in het curriculum. De persoonsgebonden opmerkingen met

betrekking tot een opleidingsonderdeel werden door het personeelslid en het departementshoofd besproken, en

remediëring werd opgenomen in de onderwijsportfolio (OPF) van het individuele personeelslid.

Bevragingen hebben in het verleden geleid tot aanpassingen van het curriculum. Het systeem schrijft voor dat de

voorbereiding door een DOOP-medewerker plaatsvindt in samenspraak met de betrokken lectoren. De knopen

worden doorgehakt op de Opleidingsraad, waar verslagen van worden bijgehouden.

Bij gebrek aan een curriculumraad werden de competentiematrix en het curriculum in 2004 voorgelegd aan

externen door middel van een schriftelijke bevraging. De Curriculumraad werd in 2008 opgericht. In de raad

zetelen alle betrokkenen van de opleiding: leden van het onderwijzende personeel, leden uit het beroepenveld,

afgestudeerden, contactpersonen uit het secundair onderwijs en studenten.

De diverse coördinatoren en coördinatievergaderingen leiden tot erg lange doorlooptijden bij de realisatie van

concrete verbeteringen. De onduidelijke afbakening tussen verantwoordelijkheden en bevoegdheden is hier

mogelijk een hinderpaal.

De opleiding werd in het academiejaar 2006-2007 doorgelicht op basis van de TRIS-procedure voor zelfevaluatie.

De voortgang wordt periodiek op de Opleidingsraad besproken. Het verbeterplan kreeg procesmatige feedback

van de dienst Onderwijs, werd na verwerking van die feedback goedgekeurd door de Departementsraad en

vervolgens terugbezorgd aan de dienst Onderwijs.

De structuur van het verbeterplan is sinds januari 2008 aangepast, zodat het overzichtelijker is voor alle

betrokkenen.

Door de jaarlijkse bijeenkomst van de Curriculumraad en de contacten met het beroepenveld worden de

competentielijsten blijvend getoetst aan de eisen van het beroepenveld, en dit in een ruimer kader, waarin de

koppeling tussen competenties, de curricula en de eisen van het beroepenveld centraal staat. De commissie

waardeert de uivoering van concrete acties na de Curriculumraad.

Page 337: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g | 3 3 7

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt de opleiding om zorg te dragen voor een vlotter verloop bij het doorvoeren van concrete

verbeteringen.

De commissie verwacht dat de verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen de organisatie duidelijker worden

afgebakend.

Facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld

Beoordelingscriterium:

- Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemende beroepenveld van de

opleiding actief betrokken.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding maakt gebruik van raden en commissies om de medewerkers, studenten, afgestudeerden en het

beroepenveld bij de interne kwaliteitszorg te betrekken.

Vooreerst is er de Departementsraad, voorgezeten door het departementshoofd. De raad is samengesteld uit zes

vertegenwoordigers van het personeel, drie studenten en drie vertegenwoordigers uit sociaal-economische en

culturele milieus.

De Departementsraad organiseert de onderwijsverstrekking, het projectmatig wetenschappelijk onderzoek en de

maatschappelijke dienstverlening. Hij coördineert ook de bestuurstaken op het niveau van het departement,

conform de richtlijnen van de raad van bestuur en het bestuurscollege, en keurt het verbeterplan goed.

Alle leden van het onderwijzende personeel met een opdracht in de opleiding maken deel uit van de

Opleidingsraad. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in een intern reglement van de

XIOS Hogeschool Limburg. Het opleidingshoofd is voorzitter en zorgt voor de coördinatie van de taken. Er wordt

gewerkt met een agenda. De opleidingscoördinatoren die deel uitmaken van een bepaalde stuurgroep bespreken

hun activiteiten, en er is steeds de mogelijkheid om variapunten mee te delen. Het verslag is uitgebreid en wordt

naar alle betrokkenen gestuurd. De inhoud van de Opleidingsraad is verbonden met de curriculumvernieuwing en

de onderwijsevaluatie.

Er zijn diverse stuurgroepen die allemaal rond één bepaald thema werken. Elke stuurgroep bestaat uit één

departementale coördinator, één secretaris en opleidingscoördinatoren, één per opleiding.

De thematische stuurgroepen vormen een krachtig instrument om aan belangrijke pijlers van de opleiding te

werken. De leden bestaan uit een departementale coördinator, secretaris en opleidingscoördinator. De

departementale coördinator speelt daarenboven een belangrijke rol bij de opmaak van het departementale

jaarverslag van de hogeschool per academiejaar. De gegevens van de stuurgroep zijn ook op Blackboard terug te

vinden.

Er zijn binnen het departement ook vakgroepen opgezet. De leden van een vakgroep proberen in onderling

overleg vakinhouden te bespreken en voorstellen rond herschikkingen van opdrachten te formuleren.

Page 338: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 3 8 | O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g

De coördinatievergadering bestaat uit de algemeen directeur, de vier diensthoofden en de vier

departementshoofden. Elke veertien dagen vindt het overleg plaats onder leiding van de algemeen directeur. Het

doel van deze vergadering is beleidsvoorbereidend te werken.

De dienst Onderwijs biedt procesondersteuning aan bij de interne en externe kwaliteitszorg, en geeft

procesmatige feedback over de voorlopige versies van verbeterplannen, voortgangs- en afsluitende rapporten.

Op het vlak van studentenparticipatie ziet het bestuur van XIOS toe op de oprichting van een studentenraad op

hogeschoolniveau. De Studentenraad bestaat uit leden die worden verkozen door en onder de XIOS-studenten.

Het aantal leden wordt bepaald door de Studentenraad: maximaal vijftien, van wie twaalf verkozen leden. De drie

studenten die op het ogenblik waarop zij als stemgerechtigd lid worden aangeduid in de raad van bestuur niet

behoren tot de Studentenraad, worden van rechtswege met stemrecht in deze raad opgenomen.

De verkiezingen worden georganiseerd door het bestuur in samenspraak met de Studentenraad. Per

departement wordt een studentenraad verkozen. Die vaardigt zijn vertegenwoordigers af in de Studentenraad op

hogeschoolniveau en in de bestuursorganen van vzw StuvoX (Studentenvoorzieningen XIOS Hogeschool

Limburg). De departementale studentenraden kunnen adviezen formuleren ten aanzien van de

departementsraden.

Door middel van evaluatiecommissies verkeren studenten in de mogelijkheid om opmerkingen te formuleren rond

de opleiding, de organisatie, huisvesting enzovoort. Voor de studenten van het eerste jaar zijn er twee

evaluatiecommissies.

De commissie stelde vast dat de participatie van de studenten en de uitbouw van de studentenparticipatie

verbeterpunten zijn voor de opleiding.

De afgestudeerden en het beroepenveld in het algemeen worden door bevragingen betrokken bij de opleiding.

Verder komt er ook feedback van het beroepenveld door de begeleiding van projecten, stages en/of eindwerken

van studenten.

De commissie stelt vast dat de selectie van de werkveldvertegenwoordigers aanleiding kan geven tot een bredere

kijk en een grotere feedback.

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt aandacht voor een verdere uitbouw van de formele studentenparticipatie.

De commissie apprecieert de initiatieven om het werkveld te betrekken bij de curriculumherziening. De selectie

van de vertegenwoordigers verdient echter aandacht.

Oordeel over onderwerp 5, interne kwaliteitszorg: voldoende

Op basis van de oordelen over:

Facet 5.1: Evaluatie resultaten voldoende

Facet 5.2: Maatregelen tot verbetering voldoende

Facet 5.3: Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 339: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g | 3 3 9

Onderwerp 6 Resultaten

Facet 6.1 Gerealiseerd niveau

Beoordelingscriterium:

- De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde competenties qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

De opleiding en de afgestudeerden worden door het beroepenveld gewaardeerd. Dit blijkt uit de gesprekken die

de commissie heeft gevoerd met alumni en vertegenwoordigers van het werkveld. De afgestudeerden gaven ook

aan dat zij tevreden zijn over de kwaliteit van de opleiding. De verschillende competenties worden afgetoetst door

middel van bevragingen en de recente oprichting van de Curriculumraad.

De afgestudeerden werden in 2008 bevraagd. De opleiding peilde naar hun tevredenheid over de opleiding. De

volgende facetten werden bevraagd: de didactische kwaliteiten van de lectoren, de kwaliteit van het schriftelijke

studiemateriaal, de kwaliteit van examinering, de organisatorische aspecten van de opleiding en de infrastructuur.

Verder zijn er ook de persoonlijke contacten met de afgestudeerden tijdens terugkomavonden of de Avond der

Jonge Professionals. De studenten die voortstuderen om een masterdiploma te behalen, geven eveneens

feedback over de opleiding. Hierbij stelt de opleiding een stijgend aantal studenten met een schakelprogramma

vast.

De opleiding heeft naar aanleiding van de resultaten van de bevragingen acties opgezet via de Opleidingsraad.

Dit heeft onder meer geleid tot de integratie van een meeloopstage en curriculumaanpassingen.

De commissie stelt vast dat de examenvragen op het niveau van de opleiding staan. Ze constateert evenwel dat

er nog opportuniteiten zijn naar de bewaking van zowel de keuze als het niveau van de stageplaatsen en

eindwerkonderwerpen. Dit zou zowel de opleiding als de student ten goede komen. Tijdens de visitatie kwam ook

naar voren dat de veiligheidsvoorzieningen voor de studenten tijdens de stage niet steeds afdoend aanwezig

en/of uitgewerkt waren.

De opleiding besteedt de nodige aandacht aan internationalisering. In november 2002 werd een departementale

stuurgroep Internationalisering opgericht, die bestaat uit coördinatoren van de verschillende opleidingen en één

departementale coördinator.

Een visietekst waarin internationalisering centraal staat, is opgemaakt. Er is eveneens een Stimuleringsfonds

Projecten Internationalisering (STIPI) opgericht om acties in dit kader financieel te ondersteunen.

De opleiding streeft niet alleen naar een hogere studenten- en lectorenmobiliteit, maar wil alle studenten en

lectoren bewust maken van het belang van een open internationale houding. Omdat niet elke student de

mogelijkheid heeft om in een ander land te gaan studeren, worden binnen het departement IWT ook verschillende

initiatieven opgezet in het kader van internationalisation at home.

Page 340: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 4 0 | O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g

Aanbevelingen ter verbetering:

De commissie vraagt aandacht voor de bewaking van de keuze en het niveau van de stageplaats en het

eindwerkonderwerp.

De commissie vraagt aandacht voor gedegen afspraken en opvolging over de veiligheidsvoorzieningen tijdens de

stage.

Facet 6.2 Onderwijsrendement

Beoordelingscriteria:

- Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen.

- Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers.

Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:

Vlaanderen heeft geen traditie in het verzamelen van slaagcijfers per studiegebied en/of opleiding over de jaren.

Uit ervaring blijkt dat de globale slaagcijfers voor generatiestudenten op Vlaams niveau tussen de 45 en 50

procent liggen. Noch de evolutie over de jaren heen, noch de situatie per opleiding of studiegebied wordt

opgevolgd. Daardoor kan de opleiding geen streefcijfers formuleren in vergelijking met relevante andere

opleidingen.

In tegenstelling tot de Vlaamse situatie durft deze opleiding toch streefcijfers formuleren. Zij krijgt hiervoor grote

waardering van de commissie.

De opleiding definieert ‘onderwijsrendement’ aan de hand van de volgende kengetallen:

- het percentage instromers dat binnen één academiejaar slaagt voor het eerste structurele programmadeel;

- gemiddelde studieduur: het aantal jaren en maanden dat een student gemiddeld nodig heeft om de volledige

opleiding PBA EM te voltooien;

- tewerkstellingsrendement: het percentage afgestudeerden dat binnen de drie maanden werk vindt;

- slaagcijfers voor de hogerejaarsstudenten;

- slaagcijfers voor stage/eindwerk.

De opleiding hanteert de volgende streefcijfers:

- rendement in het eerste deeltraject: minstens 45 procent;

- gemiddelde studieduur: minder dan 3,5 jaar;

- tewerkstellingsrendement: minstens 85 procent;

- slaagcijfers van hogerejaarsstudenten: 80 procent tweedejaars- en 90 procent laatstejaarsstudenten;

- slaagcijfers voor stage/eindwerk: 95 procent.

Voor de slaagcijfers van de studenten in het eerste deeltraject richt de opleiding haar verwachtingen naar een

eigen referentie, het XIOS-gemiddelde en de Vlaamse gemiddelden. De slaagcijfers zijn opgedeeld naar de beide

afstudeerrichtingen.

De opleiding voert sinds een aantal jaar binnen het departement IWT jaarlijks een uitgebreid

slaagcijferonderzoek. Hierin wordt onder meer gepeild naar de vooropleiding. Daarnaast wordt door

Page 341: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g | 3 4 1

correlatieonderzoek nagegaan of er verbanden zijn tussen het programma van de vooropleiding en de resultaten

op bepaalde opleidingsonderdelen.

Voor het tweede jaar scoort de opleiding onder het Vlaamse gemiddelde, voor het derde jaar daarboven. De

opleiding geeft aan dat de studenten in meerdere structurele programmadelen zitten, wat op zijn beurt

bemoeilijkend werkt op het slaagcijferonderzoek.

Wat de gemiddelde studieduur betreft, stellen alle professionele bacheloropleidingen van het departement IWT

het streefcijfer van maximaal 3,5 jaar voorop. De opleiding haalt het vooropgestelde cijfer.

De commissie steunt de initiatieven die door de opleiding en het departement worden ondernomen om de studie-

uitval tot een minimum te beperken.

De opleiding onderneemt diverse inspanningen om studenten- en docentenmobiliteit aan te wakkeren en te

stimuleren. De commissie stelt evenwel vast dat deze aanpak op dit ogenblik in beperkte mate zijn vruchten

afwerpt, maar ze is wel hoopvol dat hij mits verdere ontwikkeling een hoger rendement zal opleveren.

Aanbevelingen ter verbetering:

De opleiding heeft voor de eerste keer een aantal streefcijfers geformuleerd. De commissie moedigt de opleiding

aan om de ingeslagen weg verder te zetten.

De al ondernomen initiatieven op het vlak van internationalisering vormen een goede aanzet die verder moet

worden ontwikkeld.

Oordeel over onderwerp 6, resultaten: voldoende

Op basis van de oordelen over:

facet 6.1, gerealiseerd niveau: voldoende

facet 6.2, onderwijsrendement: voldoende

is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke

kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn.

Page 342: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 4 2 | O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g

Globaal oordeel

De visitatiecommissie baseerde haar oordeel en motivering op de volgende bronnen:

- het zelfevaluatierapport van de opleiding en de bijhorende bijlagen,

- de gevoerde gesprekken met de betrokkenen,

- de documenten ter inzage tijdens het bezoek,

- de opgevraagde documenten,

- de reactie van de opleiding op het opleidingsrapport.

Het ZER is vlot leesbaar en geeft een realistisch beeld van de opleiding, mee dankzij de duidelijke verwijzingen

naar de goed uitgewerkte bijlagen die het consulteren van het rapport erg vergemakkelijken. Uit het ZER blijkt dat

het team een heldere en realistische kijk heeft op de opleiding, en met een kritische blik de sterke en te

verbeteren punten aangeeft.

Op basis van de oordelen over:

onderwerp 1, niveau en oriëntatie: voldoende

onderwerp 2, programma: voldoende

onderwerp 3, personeel: voldoende

onderwerp 4, voorzieningen: voldoende

onderwerp 5, interne kwaliteitszorg voldoende

onderwerp 6, resultaten: voldoende

is de commissie van mening dat er voldoende generieke kwaliteitswaarborgen in de opleiding aanwezig zijn.

Page 343: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

O p l e i d i n g s r a p p o r t X I O S H o g e s c h o o l L i m b u r g | 3 4 3

Overzichtstabel van de oordelen

score facet score onderwerp

Onderwerp 1: Doelstellingen van de opleiding voldoende

Facet 1.1: Niveau en oriëntatie voldoende

Facet 1.2: Domeinspecifieke eisen voldoende

Onderwerp 2: Programma voldoende

Facet 2.1: Relatie doelstelling en inhoud voldoende

Facet 2.2: Eisen professionele gerichtheid voldoende

Facet 2.3: Samenhang voldoende

Facet 2.4: Studieomvang OK

Facet 2.5: Studietijd voldoende

Facet 2.6: Afstemming vormgeving en inhoud voldoende

Facet 2.7: Beoordeling en toetsing voldoende

Facet 2.8: Masterproef n.v.t.

Facet 2.9: Toelatingsvoorwaarden goed

Onderwerp 3: Inzet van personeel voldoende

Facet 3.1: Kwaliteit personeel voldoende

Facet 3.2: Eisen professionele gerichtheid voldoende

Facet 3.3: Kwantiteit personeel voldoende

Onderwerp 4: Voorzieningen voldoende

Facet 4.1: Materiële voorzieningen voldoende

Facet 4.2: Studiebegeleiding goed

Onderwerp 5: Interne kwaliteitszorg voldoende

Facet 5.1: Evaluatie resultaten voldoende

Facet 5.2: Maatregelen tot verbetering voldoende

Facet 5.3: Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en

beroepenveld

voldoende

Onderwerp 6: Resultaten voldoende

Facet 6.1: Gerealiseerd niveau voldoende

Facet 6.2: Onderwijsrendement voldoende

Bijzondere kwaliteitskenmerken

Facet 1: Differentiatie en profilering

Facet 2: Kwaliteit

Facet 3: Concretisering

De oordelen zijn van toepassing voor:

De professionele bacheloropleiding Elektromechanica

- afstudeerrichting Onderhoudstechnologie (OT)

- afstudeerrichting Klimatisering (KLIMA)

Page 344: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 4 4 | B i j l a g e n

Page 345: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

B i j l a g e n | 3 4 5

bijlagen

Page 346: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 4 6 | c . v . v a n d e v i s i t a t i e l e d e n

Page 347: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

c . v . v a n d e v i s i t a t i e l e d e n | 3 4 7

bijlage 1 curriculum vitae van de commissieleden

Paul Bertels

studeerde in 1980 af als industrieel ingenieur Elektromechanica aan de toenmalige Hogeschool de

Kempen, nu KHK. In 1998 behaalde hij de Master of Science in Industrial Business Administration

(UGent/Vlerick). Hij startte zijn loopbaan bij Philips Lommel Plastic & Metalware Factory en ging enige

tijd later aan de slag bij Philips Brugge TV-factory. Bij Deceuninck N.V. was hij achtereenvolgens

Production Manager en Corporate Quality Manager. Na zijn functie als kwaliteitsmanager bij TI-

Automotive ging hij in 2003 aan de slag bij de Vlaamse Ingenieurskamer VIK. Als directeur van de VIK

behartigt hij de professionalisering van deze beroepsvereniging met 10.000 individuele leden en 1.000

bedrijven leden gebaseerd op de onbaatzuchtige inzet van 250 actieve vrijwilligers en ondersteund door

een team van 10 vaste medewerkers op het VIK secretariaat.

Nicolas Colangelo

studeerde in 2002 af als industrieel ingenieur elektromechanica aan het toenmalige De Nayer instituut.

Na zijn studies volgde hij een opleiding om als instructeur in de kerncentrale van Doel te kunnen werken.

Sinds 2006 is hij als senior instructeur verantwoordelijk voor de initiële opleiding (opleidingsprogramma /

pedagogische dossiers,…) van het controlezaalpersoneel.

Gerrit Dobbelaere

is een graduaat Elektromechanica, afgestudeerd aan de Hogeschool BME-CTL te Gent in 1990. Als

projectmanager bij Electrabel, meer bepaald bij de commerciële tak Martkets&Sales - European Product

Management, begeleidt hij ondernemingen bij diverse energieprojecten rond aardgas, hoogspanning,

rationeel energiegebruik en alternatieve energie. Vanaf 2009 is hij senior operator van gasturbines en

stoomcentrales bij de tak WKK Electrabel.

Guido De Graeve

studeerde in 1978 af als industrieel ingenieur elektriciteit-elektronica aan het toenmalige Don Bosco

Hoboken. Bij Egemin, een toonaangevend bedrijf als het over industriële automatisatie oplossingen gaat,

heeft hij mee aan de wieg gestaan van de uitbouw van dit vakgebied en heeft hij jarenlang de leiding

gehad over een team van een 30 tal PLC/SCADA ingenieurs. Op dit moment heeft hij de

eindverantwoordelijkheid over EgeminPlus, een gespecialiseerd werving en selectiekantoor voor

ingenieurs en hogere technische profielen.

Romain Hulpia

heeft pedagogische en psychologische wetenschappen gestudeerd aan de Universiteit Gent. Hij heeft

gedurende lange tijd gewerkt als wetenschappelijk medewerker aan de UGent en verwierf een

gelijkwaardigheidsattest aan een doctoraat. Sinds 1991 was hij adviseur voor het hoger onderwijs binnen

de inspectiedienst. Hij werkte mee aan de opstart van de opleidingsdoorlichtingen van het één-cyclus-

onderwijs en was voorzitter van een honderdtal doorlichtingscommissies. Hij nam onder andere deel als

voorzitter aan de visitaties van diverse hogeschoolopleidingen. Hij is ook voorzitter van Toetsen Nieuwe

Opleiding voor NVAO.

Joost Lowyck

is emeritus professor doctor K.U.Leuven. Hij studeerde Pedagogische wetenschappen aan de K.U.

Leuven en deed een specialisatiestudie in lerarenopleiding en technologie te Heidelberg (beurs VW-

Stiftung). Hij was van 1970-1978 assistent, van 1979 tot 1986 docent en van 1987 tot 2006 gewoon

hoogleraar aan de K.U.Leuven met als opdrachten: onderwijstechnologie, ontwerpkunde, algemene

didactiek en bedrijfsdidactiek. Sinds oktober 2006 is hij emeritus met onderzoeksopdracht aan de

K.U.Leuven. Hij nam in Nederland sinds 1993 als commissielid deel aan verschillende visitaties en was

er voorzitter van de visitatiecommissies ‘Onderwijskunde’ en ‘Universitaire lerarenopleiding’. In

Vlaanderen nam hij deel aan de VLHORA-visitaties ‘Professionele bachelor onderwijs: secundair

Page 348: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 4 8 | c . v . v a n d e v i s i t a t i e l e d e n

onderwijs’, ‘Drama’, en ‘Monumenten en landschapszorg’. Voor de VLIR was hij lid van de

visitatiecommissies ‘Master-na-Master geneeskunde’, ‘Kerkelijk recht’, ‘Diergeneeskunde’, ‘Musicologie’

en ‘Biochemie-biotechnologie’.

Dirk Tulpin

studeerde af aan de opleiding Graduaat Elektromechanica van het toenmalige KIH-HTI Oostende, nu

KHBO. Sinds 1980 is hij tewerkgesteld bij de NMBS-INFRABEL, instandhouding infrastructuur afdeling

sterkstroom. Aanvankelijk werkt hij er als elektromechanicien. Vanaf 1985 is hij toezichtsbediende bij de

dienst Bovenleidingen, en staat in voor het toezicht, het onderhoud, de herstellingen en de studie van

bepaalde projecten.

Marc Valkeneers

studeerde in 1986 af als industrieel ingenieur aan de toenmalige KIHL (momenteel KHLim) te

Diepenbeek. Na een jaar aan hetzelfde instituut de functie van assistent Technisch Tekenen te hebben

vervuld, heeft hij 5 jaar de functie van Mechanical Engineer uitgeoefend bij DSM (Chemie en

Petrochemie) te Geleen (Nederland). Vervolgens heeft hij na een paar jaar als operationeel

verantwoordelijke in een productieplant voor plastieken verpakkingen in 1994 de functie van Manager

Technical Services opgenomen bij SKF Logistics Services te Tongeren. Sinds 2000 heeft hij daar de

functie van Preventieadviseur aan toegevoegd.

Page 349: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

o n a f h a n k e l i j k h e i d s v e r k l a r i n g e n v a n d e v i s i t a t i e l e d e n | 3 4 9

bijlage 2 onafhankelijkheidsverklaringen van de commissieleden

Page 350: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 5 0 | B e z o e k s c h e m a

Page 351: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

o n a f h a n k e l i j k h e i d s v e r k l a r i n g e n v a n d e v i s i t a t i e l e d e n | 3 5 1

Page 352: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 5 2 | B e z o e k s c h e m a

Page 353: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

o n a f h a n k e l i j k h e i d s v e r k l a r i n g e n v a n d e v i s i t a t i e l e d e n | 3 5 3

Page 354: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 5 4 | B e z o e k s c h e m a

Page 355: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

o n a f h a n k e l i j k h e i d s v e r k l a r i n g e n v a n d e v i s i t a t i e l e d e n | 3 5 5

Page 356: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 5 6 | B e z o e k s c h e m a

Page 357: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

o n a f h a n k e l i j k h e i d s v e r k l a r i n g e n v a n d e v i s i t a t i e l e d e n | 3 5 7

Page 358: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 5 8 | B e z o e k s c h e m a

Page 359: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

o n a f h a n k e l i j k h e i d s v e r k l a r i n g e n v a n d e v i s i t a t i e l e d e n | 3 5 9

Page 360: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 6 0 | B e z o e k s c h e m a

Page 361: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

o n a f h a n k e l i j k h e i d s v e r k l a r i n g e n v a n d e v i s i t a t i e l e d e n | 3 6 1

Page 362: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 6 2 | B e z o e k s c h e m a

Page 363: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

o n a f h a n k e l i j k h e i d s v e r k l a r i n g e n v a n d e v i s i t a t i e l e d e n | 3 6 3

Page 364: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 6 4 | B e z o e k s c h e m a

Page 365: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

o n a f h a n k e l i j k h e i d s v e r k l a r i n g e n v a n d e v i s i t a t i e l e d e n | 3 6 5

Page 366: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 6 6 | B e z o e k s c h e m a

Page 367: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

B e z o e k s c h e m a | 3 6 7

bijlage 3 bezoekschema

Dag 1

12.00-15.00 intern werkoverleg, inzage bijlagen en broodjeslunch;

15.00-15.45 kennismaking met de algemeen directeur, het departementshoofd;

16.00-17.00 opleidingsverantwoordelijken, opstellers ZER en een student betrokken bij het onderwijskundig

overleg (onder meer bespreking referentiekader) van de opleiding;

17.15-18.15 kwaliteitsverantwoordelijke(n) en verantwoordelijke(n) onderwijsontwikkeling (van de

opleidingen, het departement en/of de hogeschool);

18.30-19.30 informeel ontmoetingsmoment;

19.30 intern overleg en afzonderlijk avondmaal voor de commissie.

Dag 2

8.30-10.00 rondgang;

10.00-10.30 intern werkoverleg;

10.30-11.15 studenten 1e en 2e jaar (max. 12 representatief samengesteld uit de verschillende studiejaren

en afstudeerrichtingen, inclusief de studentenvertegenwoordigers);

11.15-12.00 studenten 3e jaar (max. 12 representatief samengesteld uit de verschillende studiejaren en

afstudeerrichtingen, inclusief de studentenvertegenwoordigers);

12.00-12.30 intern werkoverleg en inzage documenten;

12.30-13.30 lunch voor de commissie;

13.30-14.00 intern werkoverleg;

14.00-14.45 docenten 1e en 2e jaar (max. 12 representatief samengesteld uit de verschillende studiejaren,

de afstudeerrichtingen en de opleidingsonderdelen, inclusief personen betrokken bij

onderwijskundig en/of beleidsoverleg);

14.45-15.30 docenten 3e jaar (max. 12 representatief samengesteld uit de verschillende studiejaren, de

afstudeerrichtingen en de opleidingsonderdelen, inclusief personen betrokken bij

onderwijskundig en/of beleidsoverleg);

15.30-17.00 intern werkoverleg en inzage documenten;

17.00-17.45 vertegenwoordigers werkveld (max. 12, gedifferentieerd samengesteld - personen die

afgestudeerden in dienst hebben of fungeren als stagementoren en die niet ingeschakeld zijn in

het opleidingsprogramma);

17.45-18.30 afgestudeerden (max. 12 uit de drie laatste afstudeerjaren, representatief samengesteld uit de

afstudeerrichtingen, zelfstandige, in dienstverband, in meer administratieve of commerciële

functies…);

18.30 intern overleg en avondmaal voor de commissie.

Dag 3

08.30-09.00 intern werkoverleg;

09.00-09.30 administratief-technisch personeel (inclusief veiligheidscoördinator, preventieadviseur);

09.30-10.15 ombudsperso(o)n(en), verantwoordelijken studieadvies en -begeleiding;

10.15-11.00 verantwoordelijke internationalisering (van de opleiding, het departement en/of de hogeschool;

in functie van de afstudeerrichtingen);

11.00-11.15 intern werkoverleg;

11.15-12.00 begeleiders stage- en eindwerken (max. 12, representatief samengesteld uit de

afstudeerrichtingen);

12.00-12.30 intern overleg;

12.30-13.30 lunch voor de commissie;

13.30-14.00 opleidingsverantwoordelijke(n);

14.00-15.00 vrij spreekuur

15.00-18.00 voorbereiding mondelinge rapportering;

18.00-18.30 mondelinge rapportering.

Page 368: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 6 8 | E r k e n n i n g s c o m m i s s i e

Page 369: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

E r k e n n i n g s c o m m i s s i e | 3 6 9

bijlage 4 Erkenningscommissie

Page 370: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 7 0 | A f k o r t i n g e n l i j s t

Page 371: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

E r k e n n i n g s c o m m i s s i e | 3 7 1

Page 372: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 7 2 | A f k o r t i n g e n l i j s t

Page 373: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

E r k e n n i n g s c o m m i s s i e | 3 7 3

Page 374: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 7 4 | A f k o r t i n g e n l i j s t

Page 375: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

A f k o r t i n g e n l i j s t | 3 7 5

bijlage 5 lijst van afkortingen en letterwoorden

ABA academische bacheloropleiding

ADINSA ADviesgroep INternationale SAmenwerking

AKUL

ARAB

AREI

Associatie van de K.U.Leuven

Algemeen reglement voor de arbeidsberscherming

Algemeen reglement op elektrische installaties

ARTE Arteveldehogeschool

ASO Algemeen secundair onderwijs

ATP Administratief en technisch personeel

AUGent Associatie Universiteit Gent

AUHA Associatie Universiteit en Hogescholen Antwerpen

AUHL

AUT

Associatie Universiteit Hogescholen Limburg

automatisering

AVT Audiovisuele technieken

BAMA Bachelor Master

BENE

BKV

Business Education Network in Europe

Begeleide kennisverwerving

BNB bachelor- na bacheloropleiding

BOF

BSH

Bijzonder Onderzoeksfonds

Begeleiding van studenten met een handicap

BSO beroepssecundair onderwijs

BZW

CAD

CAW

CBS

begeleid zelfstandig werk

computer aided design

centrum algemeen welzijnswerk

curriculum beheer systeem

Page 376: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 7 6 | A f k o r t i n g e n l i j s t

CDIO

CLB

Conceiving – designing – implementing - operating

centrum voor leerlingenbegeleiding

COMENIUS educatief Programma van de Europese Commissie gericht op lager en

middelbaar onderwijs

DOC

DoKS

DOO

departementaal onderhandelingscomité

Document and Knowledge Sharing

dienst onderwijs en ontwikkeling

DOOP

DSSB

DTO

Departementaal onderwijs ontwikkelingsplan

Dienst studie- en studentenbegeleiding

Databank Tertiair onderwijs

ECDL

ECHO

European Computer Driving License

Expertisecentrum Hoger Onderwijs

ECTS

EER

EFRO

European Credit Transfer System

Europese Economische Ruimte

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

EFQM European Foundation for Quality Management

EHB

EHBX

Erasmushogeschool Brussel

Eerste Hulp Bij XIOS

EHSAL

EM

EMAP

EHSAL, Europese Hogeschool Brussel

Elektromechanica

Elektro-mechanische automatisatie van productieprocessen

EQF European Qualifications Framework

ERABEL Erasmus Belgica

Erasmus uitwisselingsprogramma voor studenten in het hoger onderwijs, onderdeel van

het Project Socrates van de Europese commissie

Page 377: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

A f k o r t i n g e n l i j s t | 3 7 7

Erasmus Mundus programma van de Europese om interuniversitaire masterprogramma's te

ondersteunen

Evadoc studentenenquête voor de beoordeling van onderwijzend personeel

EVC elders verworven competenties

EVK eerder verworven kwalificaties

FWO Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen

GIP

GOP

GPB

GRPT

Geïntegreerde proef

Geïndividualiseerd opliedingsprogramma

Getuigschrift pedagogische bekwaamheid

Groep T Leuven Hogeschool

GRUNDTVIG

GSHO

educatief Programma van de Europese Commissie gericht op

volwassenenonderwijs

getuigschrift hoger onderwijs

HA Hogeschool Antwerpen

HBO Hoger Beroepsonderwijs

HIVA Hoger Instituut voor Arbeid

HOC Hogeschool onderhandelingscomité

HOGENT Hogeschool Gent

HOR Hogeronderwijsregister

HPA

HRM

HVAC

HWB

Hogeschool van de provincie Antwerpen

Human resources management

Heating Ventilation Air Conditioning

Handelswetenschappen en bedrijfskunde

IAJ individueel aangepast jaarprogramma

ICT internet- en communicatietechnologie

ICTO ICT en Onderwijs

Page 378: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 7 8 | A f k o r t i n g e n l i j s t

ICTS

ICT systeembeheer

IKZ

IM

IWT

IW&T

interne kwaliteitszorg

Industrial management

Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie

Industriële wetenschappen en technologie

KaHoSL Katholieke Hogeschool Sint-Lieven

KATHO Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen

KHBO Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende

KHK Katholieke Hogeschool Kempen

KHLIM Katholieke Hogeschool Limburg

KIHL

KIHOL

KISS

KLM

KO

Katholieke industriële Hogeschool Limburg

Katholiek instituut Hoger Onderwijs Limburg

Kwalitatieve informatie in verband met de studiekeuze voor studenten

Klimatisering

kennisoverdracht

KSO Kunstsecundair onderwijs

KUB Katholieke Universiteit van Brussel

KUL Katholieke Universiteit Leuven

KZ (integrale) kwaliteitszorg

LASSI Learning and Study Strategies Inventory

Leonardo educatief programma van de Europese Commissie gericht op stages

LeO Lerarenopleiding

LINGUA programma om het taalonderwijs en taaldiversiteit te promoten, onderdeel van

het Socrates programma van de Europese Commissie

MA academische masteropleiding

Page 379: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

A f k o r t i n g e n l i j s t | 3 7 9

MANI

MI

instrument die de studenten helpt bij de diagnose van studieproblemen en die

studietips geeft

medische instrumentatie

MNM

MOO

master- na masteropleiding

meerjaren-onderwijsontwikkelingsplan

NARIC National Academic & Professional Recognition and Information Centre

NVAO Nederlands Vlaamse Accreditatieorganisatie

OBE

OC

OER

OHT

OMS

Onderwijsbelastingseenheid

opleidingscoördinator

onderwijs en examenreglement

onderhoudstechnologie

Onderwijs Management Systeem

OO onderwijsontwikkeling

OOP onderwijsontwikkelingsplan

OP

OPE

OR

PAL

onderwijzend personeel

onderhoudstechnologie, procesautomatisering en elektromechanica

onderwijsraad

peer assisted learning

PBA professionele bacheloropleiding

PDCA

PDT

letterwoord voor: ‘Plan Do Check Act’

persoonlijk deeltraject

PGO probleemgestuurd onderwijs

PGO projectgestuurd onderwijs

PHL

PIT

Provinciale Hogeschool Limburg

Plantijn international office

Page 380: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 8 0 | A f k o r t i n g e n l i j s t

PLANT

POC

PRIAC

PRA

Plantijnhogeschool (of Plantijn Hogeschool van de Provincie Antwerpen)

Permanente onderwjiscommissie

Prioritair actieplan

procesautomatisering

PROZA Projectgroep Zelfevaluatie (een instrument van kwaliteitszorg, kwaliteitsmeting;

bevragingssysteem)

PVI

PWO

Provinciaal instituut Antwerpen

projectmatig wetenschappelijk onderzoek

RTC

RZL

SERR

SERV

SAP

SAW

Regionale Technologische Centra

Religie, zingeving en levensbechouwing

Sociaaleconomische raad voor de regio

Sociaaleconomische Raad van Vlaanderen

Specifiek aangepast programma

Sociaal-agogisch werk

SBP

SCADA/MES

SID-in

Small business projects

Supervisory Control And Data Acquisition / Manufacturing Execution Systems

studie-informatiedagen

SMART

SOVO

STIPI

Specifiek – meetbaar – acceptabel – realistisch - tijdgebonden

Sociale Voorzieningen, bijvoorbeeld SOVOArte, de dienst voor sociale

voorzieningen van De Artevelde Hogeschool

Stimuleringsfonds projecten internationalisering

SPA onderzoek naar de tevredenheid van Studenten, Personeel en de bezigheid van

pas afgestudeerden

STLUK

STUTRA

Hogeschool Sint-Lukas Brussel

Studie- en trajectbegeleider

Page 381: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

A f k o r t i n g e n l i j s t | 3 8 1

SWOP Systeem voor Waarderingen en Ontwikkeling van het Personeel

SWOT

VDAB

VIP

VVZ

TCA

TPB

letterwoord, duid op een system waarbij “Strengths”, “Weaknesses”,

“Opportunities” en “Threats” in de organisatie worden geanalyseerd

Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling

veel intensiever programma

Vlaamse Vereniging van Ziekenhuisinstrumentatietechnici

Technisch-commercieel adviseur

Ter plaatse beschikbaar

TEMPUS programma van de Europese Commissie om de hervormingen in het hoger

onderwijs in Oost-Europa en de voormalige Sovjet-landen te ondersteunen.

Trialoog intercommunautaire uitwisseling voor hoger onderwijs, project van het Prins

Filipsfonds, van de Koning Boudewijnstichting

TRIS Transnationale Institutionele Samenwerking (een Instrument van kwaliteitszorg)

TSO

TW

Technisch secundair onderwijs

Technologische wetenschappen

UA Universiteit Antwerpen

UAB Universitaire Associatie Brussel

UGent Universiteit Gent

UH Universiteit Hasselt

UNIZO

VASEV

Unie voor zelfstandige ondernemers

Vragenlijst Studie- en Examenvaardigheden Levenslang Leren

VCA

VEDO

VHTI

VIK

VGM Checklist aannemers

Veilig en ecologisch diepenbeek op de fiets

Vrij Handels- en Technisch Instituut

Vlaamse Ingenieurskamer

Page 382: Elektromechanica - vlhora.be2deronde... · Domeindeskundige: Mark Valkeneers . 10 ... Guido De Graeve Deelcommissie 3: commissie die de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bezocht

3 8 2 | A f k o r t i n g e n l i j s t

VKW Vereniging van Christelijke werkgevers

VlaJO Vlaamse jonge ondernemingen

VLHORA Vlaamse Hogescholenraad

VLIR Vlaamse Interuniversitaire Raad

VLOR Vlaamse Onderwijsraad

VOKA netwerk van ondernemingen van Het Vlaams Economisch Verbond met de

plaatselijke Kamers van Koophandel.

VQF Vlaams kwalificatie framework

VTE voltijds equivalenten

VTO Vorming, Training en Opleiding

VUB Vrije Universiteit Brussel

WENK, Wenk, W&K

WIN

Hogeschool voor Wetenschap & Kunst

Wetenschap en industrie dagen

XIOS XIOS Hogeschool Limburg

ZAP zelfstandig academisch personeel

ZER zelfevaluatierapport

ZOSA Zelfonderzoek Studieattitudes