EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module...

52
EETBAR MODULE 7: RE WILDE PLANT TEN

Transcript of EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module...

Page 1: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

EETBARE WILDE PLANTEN

MODULE 7:

EETBARE WILDE PLANTEN

EETBARE WILDE PLANTEN

Page 2: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 2

INHOUDSTAFEL

A. INLEIDING ....................................................................................................................... 3

B. VOEDINGSWAARDE VAN EETBARE WILDE PLANTEN ....................................... 3

C. DE FUNCTIES VAN DE ONTBREKENDE VOEDINGSSTOFFEN ............................ 4

1. Looistoffen........................................................................................................................ 4

2. Slijmstoffen ...................................................................................................................... 5

3. Bitterstoffen ...................................................................................................................... 6

4. Etherische oliën ................................................................................................................ 7

5. Chlorofyl .......................................................................................................................... 8

D. DE MISVATTING ‘HET IS NATUURLIJK, DUS HET IS GEZOND’ ......................... 9

E. ENKELE IN ACHT TE NEMEN REGELS BIJ HET WILDPLUKKEN ........................ 9

F. VERZAMELKALENDER .............................................................................................. 11

G. ENKELE EETBARE WILDE PLANTEN ..................................................................... 12

1. Grote zandkool (wilde rucola) ........................................................................................ 12

2. Bijvoet ............................................................................................................................ 14

3. Look-zonder-look ........................................................................................................... 16

4. Grote brandnetel ............................................................................................................. 18

5. Witte dovenetel ............................................................................................................... 20

6. Gewone braam ................................................................................................................ 22

7. Kleefkruid ....................................................................................................................... 24

8. Eenstijlige meidoorn ....................................................................................................... 26

9. Gewone vlier ................................................................................................................... 28

10. Duindoorn ....................................................................................................................... 30

11. Sleedoorn ........................................................................................................................ 31

12. Vogelmuur ...................................................................................................................... 33

13. Middelste teunisbloem .................................................................................................... 35

14. Paardenbloem ................................................................................................................. 37

15. Gewone smeerwortel ...................................................................................................... 39

16. Smalle weegbree ............................................................................................................. 41

17. Madeliefje ....................................................................................................................... 43

18. Winterpostelein ............................................................................................................... 45

19. Kleine veldkers ............................................................................................................... 47

20. Rode klaver ..................................................................................................................... 49

Page 3: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3

A. INLEIDING

Deze module bevat informatie over eetbare wilde planten met foto’s, tekeningen en

beschrijvingen die je helpen de planten te herkennen en gebruiken. Vanzelfsprekend kunnen

in het kader van deze module niet alle eetbare wilde planten aan bod komen. Als je jouw

ontdekkingsreis in de eetbare-wilde-plantenwereld wilt verdiepen raad ik je het boek “Eetbare

wilde planten – 200 soorten herkennen en gebruiken” aan.

De stap die je zelf moet nemen, is het daadwerkelijk benutten van de informatie in deze

module en het hiervoor vermeld boek, door de eetbare wilde planten ook echt te gaan plukken

en ze te integreren in een maaltijd.

B. VOEDINGSWAARDE VAN EETBARE WILDE PLANTEN

Eetbare wilde planten beschikken over voedingsstoffen die vrijwel verdwenen zijn uit het

gangbare voedselaanbod.

Deze planten bevatten bovendien stoffen die specifiek het ontgiftingssysteem ondersteunen.

We spreken van “de ontbrekende beschermende voedingsstoffen”. Wilde eetbare planten

bevatten daarnaast dikwijls een hoger gehalte aan vitaminen en mineralen.

De verschillende voedingsstoffen worden geclassificeerd naar functie: als bouwstof,

brandstof, beschermende stof of reservestof. Bouwstoffen dienen voor groei en herstel van het

lichaam. Brandstoffen leveren energie. Beschermende stoffen zorgen voor de goede werking

van het organisme en het voorkomen van ziekte.

De reservestoffen zijn de stoffen die niet direct als bouw- of brandstof nodig zijn, zij worden

opgeslagen in het lichaam.

� Eiwitten: bouwstof en brandstof

� Koolhydraten: bouwstof, brandstof en reservestof

� Vetten: bouwstof, brandstof en reservestof

� Vitaminen: beschermende stof

� Mineralen: bouwstof en beschermende stof

� Vezels: beschermende stof

� Water: bouwstof

Echter, ook looistoffen, slijmstoffen, bitterstoffen, etherische oliën en chlorofyl spelen een

belangrijke rol in de goede werking van het organisme en het voorkomen van ziekte.

Ze worden niet officieel herkend als beschermende voedingstoffen – de reden waarom we ze

de ontbrekende beschermende voedingsstoffen noemen – en zijn nauwelijks nog in onze

voeding te vinden.

Page 4: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 4

De looistoffen zijn praktisch verdwenen uit onze voeding, met uitzondering van walnoten,

hazelnoten, kastanjes en bosvruchten. Ook zwarte thee bevat veel looistoffen, al zullen

weinig mensen thee drinken vanwege de balancerende kwaliteit van de looistoffen.

Ook de slijmstoffen zijn grotendeels verdwenen. Prei, ui en aardappel zijn enkele van de

weinige producten die nog slijmstoffen bevatten. Ze worden echter meestal verhit, gebakken

of gekookt, waardoor de slijmstoffen hun werkzaamheid verliezen.

Bitterstoffen komen amper voor in ons eten. Veel wilde planten bevatten bitterstoffen. De

meeste van hun nakomelingen, de cultuurgewassen, hebben echter door veredeling hun

oorspronkelijke bitterheid verloren. Slechts enkele cultuurgewassen, zoals andijvie en witlof,

hebben nog een zweem van hun bittere smaak bewaard.

Etherische oliën zijn, onder de noemer keukenkruiden, als enige nog redelijk

vertegenwoordigd in de tegenwoordige keuken. Ook hier geldt dat ze eerder worden gebruikt

omdat het nu eenmaal vermeld staat in het recept, dan dat we voelen dat ons lichaam deze

beschermende voedingsstof nodig heeft.

Tot slot is chlorofyl mondjesmaat aanwezig. Slecht een klein gedeelte van onze groenten

betreft de groene bladeren, ofwel het loof van de plant, met zijn voor de gezondheid uiterst

belangrijke chlorofyl.

De smaken die gerelateerd zijn aan de voedingsstoffen zijn de volgende:

� Wrang (looistoffen)

� Zoet (eiwitten, vetten, koolhydraten, inclusief slijmstoffen)

� Bitter (bitterstoffen)

� Scherp tot parfumachtig (etherische oliën)

� Bitterzuur (chlorofyl)

C. DE FUNCTIES VAN DE ONTBREKENDE VOEDINGSTOFFEN

1. Looistoffen

Voor het spijsverteringskanaal

Looistoffen spelen een belangrijke ondersteunende rol voor het slijmvlies. Looistoffen hebben

een adstringerend (samentrekkend) en verdrogend karakter. Ze verbinden zich met eiwitten en

vormen daarmee de oppervlakte van het slijmvlies om tot een beschermend membraan.

Sommige looistoffen zijn goed oplosbaar in water, andere niet. Slechts een fractie van de in

water oplosbare looistoffen wordt in het bloed opgenomen. Ze werken dus het sterkst lokaal,

in het spijsverteringskanaal.

� Het in samenwerking met looistoffen gevormde membraan voorkomt dat bij beschadigd

slijmvlies pathogene micro-organismen in wondjes kunnen binnendringen.

Page 5: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 5

� Het samentrekkende vermogen zorgt voor een vermindering van zwelling en remming van

overmatige secretie bij ontsteking.

� De fijne haarvaatjes van het capillaire stelsel worden samengetrokken, waardoor

bloedende wondjes gestelpt worden.

Voor de spijsverteringsprocessen

Looistoffen verbinden zich niet alleen met de eiwitten van het slijmvlies, ze gaan ook een

verbinding aan met de eiwitmantel van virussen en het mede uit eiwitten bestaande membraan

van bacteriën. Daardoor beletten ze de groei van pathogene micro-organismen.

Voor de lever

De lever valt buiten het bereik van het werkingsmechanisme van looistoffen.

De afvoer van gifstoffen

Het samentrekkende karakter van looistoffen heeft een remmende werking bij diarree.

Voor de nieren en urinewegen

Een licht bloedstelpende, antimicrobiële en ontstekingsremmende werking op de urinewegen.

Voor de luchtwegen.

Een licht bloedstelpende, antimicrobiële en ontstekingsremmende werking op de luchtwegen.

2. Slijmstoffen

Voor het spijsverteringskanaal

Dankzij hun vermogen water aan zich te binden, zijn slijmstoffen in staat het slijmvlies met

een beschermende werking te ondersteunen. Zodra ze met vocht in contact komen zwellen ze

op en vormen een geleiachtige substantie, die een beschermend laagje over het slijmvlies van

het spijsverteringskanaal legt. Slijmstoffen hebben een bevochtigend en verzachtend karakter.

Ze worden niet verteerd en ook niet in het bloed opgenomen.

Voor de spijsverteringsprocessen

� Bevorderen het verzadigingsgevoel, door volumevergroting van de voedselbrij.

� Stabiliseren de bloedsuikerspiegel, doordat slijmstoffen de suikers in de maaltijd

absorberen en geleidelijk afgeven.

� Zijn rijk aan mineralen.

� Bevochtigen het slijmvlies

� Verzachten ontstoken slijmvlies

� Verminderen de gevoeligheid voor irriterende stoffen

Voor de lever

De lever valt buiten het bereik van het werkingsmechanisme van de slijmstoffen.

De afvoer van gifstoffen

Page 6: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 6

� Nemen in de dikke darm rijkelijk vocht op, met de zich daarin bevindende afval- en

gifstoffen, waardoor deze uitgescheiden worden in plaats van opgenomen te worden in het

bloed.

� Hun zwellende vermogen maakt harde ontlasting zachter. Ook zorgen ze voor

volumetoename, die de darmperistaltiek stimuleert. Verder maken slijmstoffen de

ontlasting glibberig, waardoor deze gemakkelijker door de darmen schuift. Op een

moeilijke stoelgang hebben slijmstoffen dan ook een laxerende werking. Omgekeerd

hebben slijmstoffen dankzij hun water-bindende vermogen bij diarree juist een mild

remmende werking.

Voor de nieren en de urinewegen

Hoewel slijmstoffen niet verteerd worden en niet in het bloed opgenomen, reikt hun werking

verder dan uitsluitend het spijsverteringskanaal. Hun opzwelling prikkelt de nervus vagus

(een hersenzenuw). Door een reflexactie prikkelt deze zenuw vervolgens de slijmvliezen van

de urinewegen (en ook de luchtwegen), waardoor de urinewegen op hun beurt meer

slijmstoffen aanmaken. Hierdoor wordt ontstoken slijmvlies beter bevochtigd en irritatie

verzacht.

Voor de luchtwegen

Zodra slijmstoffen met vocht in contact komen, zwellen ze op en vormen ze een geleiachtige

substantie. Dit materiaal legt een beschermend laagje over het slijmvlies van de bovenste

luchtwegen. De opzwelling prikkelt tevens de nervus vagus. Door een reflexactie prikkelt

deze zenuw vervolgens de slijmvliezen van de onderste luchtwegen, waardoor deze op hun

beurt meer slijmstoffen aanmaken. Slijmstoffen werken bevochtigend en irritatieverzachtend

op ontstoken luchtwegen.

3. Bitterstoffen

Voor het spijsverteringskanaal

Bitterstoffen bevorderen de bloed- en lymfestroom. Daardoor kan het bloed de

slijmvliescellen beter van zuurstof en voedingsstoffen voorzien, ook worden de afvalstoffen

beter afgevoerd. Dankzij de toegenomen doorstroming van de lymfe worden de afvalstoffen

alsook pathogene micro-organismen in de ruimte rond de cellen optimaler afgevoerd. Dit alles

begunstigt dat ongecontroleerde celdeling (carcinogene ontwikkeling) van het slijmvlies

voorkomen wordt.

Voor de spijsverteringsprocessen

� Bevorderen de eetlust

Page 7: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 7

� Sporen de spijsverteringsklieren aan tot secretie (productie van spijsverteringssappen), wat

de vertering van voedingsstoffen verbetert. De hierdoor toegenomen maagzuurproductie

zorgt bovendien voor een ongunstig milieu voor pathogene micro-organismen en

parasieten. De verbeterde vertering voorkomt ook rotting en gisting in de darmen,

waardoor ziekteverwekkers ook hun voedselbron ontnomen wordt.

� Verbeteren de doorbloeding, waardoor de opname van voedingsstoffen wordt bevorderd.

Voor de lever

Stimuleren de lever en bevorderen de galafscheiding.

De afvoer van gifstoffen

Stimuleren de peristaltiek.

Voor de nieren en de urinewegen

Bevorderen de doorbloeding van de nieren en werken daardoor tevens licht urinedrijvend.

Voor de luchtwegen

Bevorderen de doorbloeding van de longen

4. Etherische oliën

Voor het spijsverteringskanaal

Etherische oliën zijn vluchtige plantenoliën, die verantwoordelijk zijn voor het aroma van de

plant. Ze zijn net als bitterstoffen stimulerend/aanjagend van aard. Hun werkingsgebied is erg

breed, afhankelijk van hun respectievelijke chemische samenstelling.

� Veelal hebben ze een ontspannende werking op het maag-darmkanaal.

� Ze bevorderen de doorbloeding van het spijsverteringskanaal.

� In meerdere of mindere mate hebben etherische oliën een infectiewerende werking.

Voor de spijsverteringsprocessen

Etherische olie bevordert een voor de darmen gunstige zuurtegraad en een ongunstige

zuurtegraad voor de ziekteverwekkende bacteriën. De moleculen van etherische olie zijn zo

klein dat ze tot het slijmvlies en het daaronderliggende epitheelweefsel door kunnen dringen.

Aldus worden ze via de kleine haarvaatjes direct in de bloedsomloop opgenomen. Ze kunnen

dus ook de micro-organismen bereiken die alle barrières in het spijsverteringskanaal

overwonnen hebben en tot in de bloedbaan zijn doorgedrongen.

� Verbeteren algemeen de opname van voedingsstoffen, doordat ze de doorbloeding

bevorderen.

� Stimuleren de eetlust en de secretie van spijsverteringssappen.

� Werken alle in meerdere of mindere mate antimicrobieel.

Voor de afvoer van gifstoffen

Page 8: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 8

Bepaalde etherische oliën hebben een krampoplossende werking op de stoelgang.

Voor de nieren en de urinewegen

� Bepaalde etherische oliën hebben een urinedrijvende werking.

� In meerdere of mindere mate hebben ze allemaal een antimicrobiële werking op de

urinewegen.

Voor de luchtwegen

� Bepaalde, specifieke etherische oliën hebben een expectorerende (ophoesten van slijm

bevorderende), slijmoplossende en ontkrampende werking.

� In meerdere of mindere mate hebben ze allemaal een antimicrobiële werking op de

luchtwegen.

5. Chlorofyl

Voor het spijsverteringskanaal

� Stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen,waardoor de zuurstofaanvoer van de

slijmvliescellen toeneemt.

� Bevordert de bloed- en lymfestroom.

Voor de spijsverteringsprocessen

� Net als bitterstoffen maakt chlorofyl de spijsvertering ‘wakker’ en versterkt haar.

Chlorofyl bevat namelijk net als bitterstoffen een bitterheid, maar is milder van aard en is

bitterzuur. Deze bitterzure smaak van chlorofyl is slechts subtiel waarneembaar tijdens het

kauwen op een blaadje groen. Pas wanneer je bladgroen in een blender of juicer verwerkt,

treedt door de grotere concentratie de smaak duidelijk naar voren. Door het zachtere

karakter is chlorofyl uitermate geschikt wanneer je het meer agressieve karakter dat

kenmerkend is voor bitterstoffen niet goed verdraagt, bijvoorbeeld bij ontsteking van het

slijmvlies.

� Bevordert een voor de darmflora gunstige pH waarde, wat de groei van

gezondheidsbevorderende bacteriën stimuleert.

� Verbetert de pH van maagzuur.

Voor de lever

� Stimuleert, net als bitterstoffen, de lever en de galafscheiding.

� Stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen, waardoor de levercellen meer zuurstof

aangevoerd krijgen.

Voor de afvoer van gifstoffen

� Stimuleert, net als bitterstoffen, de peristaltiek.

Page 9: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 9

� Bindt gifstoffen, waardoor deze te groot zijn voor opname in het bloed en ze via de

ontlasting afgevoerd kunnen worden. Ook slijmstoffen hebben dit bindende vermogen, zij

zijn echter niet berekend op de grotere jongens zoals zware metalen, PCB’s, PAK’s,

dioxines en pesticiden.

Voor de nieren en de urinewegen

� Heeft net als bitterstoffen een licht urinedrijvende werking.

� Stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen, waardoor de zuurstofaanvoer van het

nierweefsel verbetert.

Voor de luchtwegen

� Bevordert net als bitterstoffen de doorbloeding.

� Stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen, waardoor de zuurstofaanvoer van het

longweefsel verbetert.

D. DE MISVATTING ‘HET IS NATUURLIJK, DUS IS HET GEZOND’

Wilde planten zijn uiteraard niet alleen rijk aan looistoffen, slijmstoffen, bitterstoffen,

etherische oliën of chlorofyl, ze bevatten nog tal van andere plantenstoffen. Sommige daarvan

ondersteunen op eigen wijze eveneens de gezondheid.

Andere zijn juist schadelijk, ook al zijn ze natuurlijk, en dienen slechts met mate te worden

geconsumeerd. Onder matig verstaan we hooguit één handvol per week, verdeeld over

verschillende maaltijden. En er zijn planten die je helemaal niet dient te consumeren, omdat

consumptie dodelijk kan zijn.

E. ENKELE IN ACHT TE NEMEN REGELS BIJ HET WILDPLUKKEN

� Pluk alleen de planten waarvan je zeker weet dat ze eetbaar zijn en die je juist hebt weten

te determineren.

� Pluk in één gebied nooit teveel van dezelfde plant of bes. Laat voldoende voor andere

mensen en dieren staan.

� Pluk in gebieden waar veel vossen wonen zo veel mogelijk boven één meter van de grond

vanwege de kans op vossenlintworm. De vossenlintworm is een kleine lintworm, die

voorkomt in de dunne darm van de vos. De vos kan soms drager van deze parasiet zijn, net

zoals alle wildlevende knaagdieren. Incidenteel kan ook een hond of kat drager zijn. In de

ontlasting van een besmette vos komen stukjes lintworm met eitjes voor. Deze kunnen

door kleine knaagdieren, maar ook door mensen worden opgenomen. De eitjes zijn niet

visueel waarneembaar maar blijven kleven aan alles waarmee ze in contact komen. Ze

overleven bevriezing tot – 18°C, maar worden wel vernietigd bij een temperatuur van 60

°C. Deze eitjes kunnen via verschillende wegen de mens infecteren : de consumptie van

Page 10: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 10

wildpluk, eten met bevuilde handen, tuinieren, contact met de vacht en uitwerpselen van

geïnfecteerde vossen, contact met honden en huisdieren die met deze lintworm zijn

besmet. In de lever kan de larve van een lintworm uitgroeien tot een cyste. Zonder

behandeling wordt stilaan het hele orgaan vernietigd. Ook is uitzaaiing naar andere

organen mogelijk. Was en kook de planten die je lager bij de grond plukt dus goed.

� Check je kleding en je huid regelmatig op teken. Verwijder teken direct als je ze aantreft,

want ze kunnen drager zijn van de ziekte van Lyme.

� Controleer je wildpluk ter plekke op onregelmatigheden zoals zand, dennennaalden, gras

en insecten.

� Pluk niet op oude fabrieksterreinen of op gebieden dicht bij autowegen, want deze zijn

vaak vervuild.

� Wildplukken doe je vooral op droge dagen en vroeg in de ochtend. De planten en bessen

zijn dan op hun best.

Bronnen:

� Eten uit de natuur, Het Grote Wildplukboek, Edwin Florès, BL+, ISBN 9789461561060,

2013, p. 20-21

� Informatiefolder: Vossenlintworm, wat je zeker moet weten. Ministerie van de Vlaaamse

Gemeenschap, administratie Gezondheidszorg

Page 11: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 11

F. VERZAMELKALENDER

NAAM Oogsttijd in maanden Eetbaar deel Toepassing

J F M A M J J A S O N D

Bieslook x x x Blad Soep, sla

Brandnetel x x x x x x x x Blad Soep, groente, sla

Duindoorn x x x Bes Moes, sap, jam

Duizendblad x x x x x x Blad Kruid, sla

Kleefkruid x x x x Plant Sla

Kleine veldkers x x x x x x x x Blad Sla

Look-zonder-

look

x x x Blad Soep, sla

Madeliefje x x x x x x x x Blad, bloem Soep, groente, sla, kruid

Vogelmuur x x x x x x x x x x x x Plant Sla, soep

Muurpeper x x x x Blad

Paardenbloem x x x x x x x x x Blad, bloem Soep, groente, sla, kruid

Rozenbottels x x Bottels Siroop

Sleedoorn x x Vrucht,

bloemblad

Vrucht : jam, compote,

sap. Bloemblad : thee

Veldsla x x x x x x Blad Sla

Vlier x x Vrucht,

bloem

Vrucht : jam, siroop.

Bloem : beignets

Weegbree x x x x x x x Blad Sla, soep, kruid

Winterpostelein x x x x Blad Soep, sla, groente

Zeekraal x x Plant Groente, sla

Zevenblad x x x Blad Soep, groente

Zulte (zeeaster) x x Blad Groente

Zuring x x x x x x Blad Sla, soep

Page 12: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 12

Bron : Natuur op je bord, brochure Dienst Natuur- en Milieu-Educatie, Provincie West-Vlaanderen,

Verantwoordelijke uitgever : Wim Mestdagh, Coördinator NME Provincie West-Vlaanderen, p. 42

G. ENKELE EETBARE WILDE PLANTEN

1. Grote zandkool (wilde rucola)

Wetenschappelijk naam: Diplotaxis tenuifolia (L.) DC

Familie: Brassicaceae, Kruisbloemenfamilie

Levensduur Groeihoogte (m) Tijd hoofdbloei Kleur bloem

meerjarig 0,6 Juni tot oktober Geel

Enkele typische kenmerken:

� De plant is blauwgroen, de bladeren hebben bij kneuzing een sterke geur.

� Rechtopgaande groeiwijze met één tot meerdere, aan de voet verhoutende stengels.

� Gedeelde bladeren, insnijding tot bijna aan de hoofdnerf

� Bloemkroonbladeren tot 1,5 cm

� Rechtop afstaande hauwen met korte, onopvallende snavel en versmalling aan de basis.

Gebruik in de keuken:

� Bladeren: Voor de bloei gebruik je van de grote zandkool de pittig smakende bladeren in

salades, groentegerechten, groentevullingen, ovengroentegerechten als lasagne of pizza,

soepen, kruidenkwark, kruidenboter of pesto.

� Bloem(knoppen): De bloemknoppen, inclusief de malse bloemstengel, zijn van voorjaar

tot zomer een pittige toevoeging aan roerbakgroenten, sauzen, burgers. Je kunt ze ook

inleggen. De bloemen zijn een pittig-kruidige, eetbare decoratie in salades en rauwkost.

� Zaden: De zaden kun je voor hun pittige smaaknuance in bijvoorbeeld saladesauzen

gebruiken. Je kunt ze echter ook bewaren en dan in de winter als zelfgekweekte kiemen

nuttigen. Ook kun je ze toevoegen aan deeg voor zelfgemaakt brood. In grotere

hoeveelheden kun je er bovendien olie uit persen of er een mosterdachtige pasta van

maken.

� Wortels: De kleine, kruidige wortels kun je schoongemaakt en fijngesneden gebruiken als

pittig-kruidige toevoeging voor scherpe gerechten. Je kunt de wortels ook drogen.

� Smaak: Grote zandkool heeft de karakteristieke rucolasmaak die ook bekend is van

raketsla.

Page 13: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 13

Page 14: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 14

2. Bijvoet

Wetenschappelijke naam: Artemisia vulgaris L.

Familie: Asteraceae, Composietenfamilie

Levensduur Groeihoogte (m) Tijd hoofdbloei Kleur bloem

meerjarig 1,4 Juli tot september Geel tot roodbruin

Enkele typische kenmerken:

� De stengel is roodachtig bruin

� De bladeren zijn van boven donkergroen, van onderen witviltig

� De bladeren lopen spits toe en hebben kleine tanden.

� Bijvoet bloeit van juli tot september in veelbloemige, hoge bloempluimen

� De 2-3 mm grote bloemhoofdjes zijn geel of roodbruin

Gebruik in de keuken:

� Scheuten en bladeren: Van april tot mei zijn de heel jonge scheuten en bladeren nog mild

aromatisch en weinig bitter. Ze zijn geschikt als verse, goedsmakende toevoeging aan

salades en als smaakmaker voor diverse gerechten, bijvoorbeeld grofgehakt in

eiergerechten zoals omelet of quiche. Ook voor de bereiding van likeuren en thee zijn ze te

gebruiken. De bovenste 10 cm van de toppen kun je voor de bloei goed schillen en als

groente verbruiken. Bijvoet kun je de hele vegetatieperiode, zolang de plant nog sappig is,

drogen en, ontdaan van de stelen, als keukenkruid gebruiken.

� Stengel met bloemen: De ontbladerde, gedeeltelijk al verhoute stengel met de

bloemhoofdjes kan van juli tot oktober als smaakmaker worden meegekookt. Verwijder de

stengel voor het opdienen.

� Smaak: De bijvoet smaakt zoetig tot bitterkruidig. Is in rijpere toestand bijzonder geschikt

voor vette spijzen.

Page 15: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 15

Page 16: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 16

3. Look-zonder-look

Wetenschappelijke naam: Alliaria petiolata (M. Bieb.) Cavara & Grande

Familie: Brassicaceae, Kruisbloemenfamilie

Levensduur Groeihoogte (m) Tijd hoofdbloei Kleur bloem

Tweejarig 1 April tot mei Wit

Enkele typische kenmerken:

� De stengel is rechtopstaand, onvertakt en naar onderen toe toenemend behaard.

� De bladeren variëren in vorm en grootte, en ruiken bij kneuzing naar uien, look.

� De onderste bladeren zijn groot en niervormig.

� In de bovenste stengelhelft zijn de bladeren driehoekig tot spits toelopend hartvormig.

� De bladeren doen denken aan brandnetelblad en zijn onregelmatig getand.

� Witte, aan het einde van de stengel zittende, los geordende, sierlijke bloemen met 4 niet

vergroeide bloemblaadjes.

� De bloem heeft 6 meeldraden.

� De vrucht (hauw) is smal lijnvormig en bevat 6 tot 8 zwarte zaden.

Gebruik in de keuken:

� Bladeren en scheuten: Van april tot juni zijn de bladeren en jonge scheuten van look-

zonder-look te gebruiken als keukenkruid of als basis voor diverse salades,

groentegerechten, groentevullingen, ovenschotels en soepen, en in kruidenkwark en –

boter, of in pesto.

� Bloemen: Van mei tot juni zijn de bloemen geschikt als kruidige, helder gekleurde

decoratie.

� Zaad: De jonge, groene, nog malse zaaddozen (hauwen) kun je van eind mei tot juni als

verse smaakmaker aan verschillende gerechten toevoegen. De uitgerijpte zaden kun je van

juli tot augustus malen en er met wat azijn en zout mosterd van maken.

� Wortel: Elke herfst en in het voorjaar voordat de plant de hoogte in schiet, kun je de

wortels oogsten en om hun scherpe smaak verwerken in bijvoorbeeld vleesgerechten en

kaasplateaus.

� Smaak: De basissmaak van de plant is een goede mix van milde knoflook en tuinkers. De

wortel heeft een aromatische scherpe smaak, vergelijkbaar met mierikswortel.

Page 17: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 17

Page 18: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 18

4. Grote brandnetel

Wetenschappelijke naam: Urtica diocia L.

Familie: Urticaceae, Brandnetelfamilie

Levensduur Groeihoogte (m) Tijd hoofdbloei Kleur bloem

eenjarig 1,5 Juni tot oktober groen

Gebruik in de keuken:

� Bladeren: Brandnetel is een oude groenteplant, waarvan het blad meestal op de wijze van

spinazie gegeten wordt. De bladeren zijn echter ook goed te gebruiken voor eier- en

korstdeeggerechten, als smaakmaker, als basis voor groentesappen en sauzen, en

bovendien als aroma voor dranken zoals bier en thee. Verder kunnen van brandnetel

groentegerechten, vullingen en pesto worden gemaakt. Blancheer de scheuttoppen en

malse bladeren circa 3 seconden en hak ze fijn, of rol ze voorzichtig met een deegroller

uit, zodat ze hun brandharen verliezen. Na deze bewerking kunnen ze ook rauw door een

salade. Brandnetelbladeren zijn op een luchtige plaats gemakkelijker te drogen, om ze te

bewaren als mineralenleverancier gedurende de winter. Vroeger blancheerde men de

bladeren en liet ze in zout trekken om ze vervolgens als plantaardig stremsel in de

kaasbereiding te gebruiken.

� Zaden: Geroosterd of gedroogd zijn de zaden als notige smaaknuance te gebruiken.

Zowel de nog groene zaden, van juli tot augustus, als de rijpe zaden, in de vroege herfst,

kunnen in kruidenkaas worden verwerkt.

� Bloemknoppen: In het begin van de zomer zijn de bloemknoppen goed in salades te

gebruiken.

� Smaak: Brandnetel heeft een spinazieachtige basissmaak, maar dan kruidiger en met meer

aroma. De zaden smaken notig.

Page 19: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 19

Page 20: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 20

5. Witte dovenetel

Wetenschappelijke naam: Lamium album L.

Familie: Lamiceae, Lipbloemenfamilie

Levensduur Groeihoogte (m) Tijd hoofdbloei Kleur bloem

Meerjarig 0,5 April tot oktober Wit

Gebruik in de keuken:

� Bladeren en scheuttoppen: Het kruid van de dovenetel staat vrijwel de hele bloeiperiode

door bekend als uitstekende basis voor lekkere, aromatische theemelanges. Met name de

jonge bladeren en scheuttoppen zijn vanaf februari, voor de bloei, tot aan de hoofdbloei in

april geschikt als salade. Gekookt als groente zijn de bladeren en scheuttoppen relatief

mild en heel geschikt als soepgroente. Je kunt ze ook als spinazieachtige groente of als

hoofdingrediënt in een ovenschotel bereiden.

� Bloemen: Van april tot oktober zijn de bloemen geschikt voor zoete desserts, maar ook

samen met de bladeren als decoratief kruid in een hartige bonte kruidenboter en als

bekroning van salades.

� Wortels: De nieuwe wortels van de uitlopende scheuten worden overwegend in de herfst

gebruikt, als rauw knabbeltje, in salades of in soepen.

� Zaad: Van eind mei tot september zijn in de kelken die na het afvallen van de bloemen

zijn achtergebleven, de zaden te vinden. Je kunt ze verzamelen en nadrogen. In de winter

kunnen ze op de vensterbank als verse kiemen voor salades dienen.

� Smaak: Het dovenetelkruid, de kiemen en de fijne wortels hebben een verfijnd kruidige

paddenstoelensmaak. De beharing van de malse plantendelen is niet storend.

Page 21: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 21

Page 22: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 22

6. Gewone braam

Wetenschappelijke naam: Rubus fructicosus L.

Familie: Rosaceae, Rozenfamilie

Levensduur Groeihoogte (m) Tijd hoofdbloei Kleur bloem

struik 5 Mei tot augustus Wit tot rose

Gebruik in de keuken:

� Bladeren: De jonge uitlopende bladeren van de gewone braam lenen zich in april, zolang

hun stekels nog zacht en weinig storend zijn, fijngehakt voor dressings of kruidenmixen,

en samen met andere bladgroenten (bijvoorbeeld dovenetel) voor de bereiding van

spinazie en andere groentegerechten, zoals groentevullingen voor loempia’s. De

volwassen bladeren kunnen tot in september worden verzameld en vers of gedroogd als

thee worden gebruikt.

� Vruchten: Van augustus tot september kun je de bramen vers eten of ze verwerken tot

vruchtenazijn, vruchtensiroop, -spread, -gebak, vruchtencompote, -sap, vruchtenwijn en

andere alcoholische dranken. Om te bewaren worden de vruchten meestal gedroogd om er

op enig moment thee van te zetten.

� Bloemen: Van juni tot juli is ook van de bloemen een goede thee te zetten.

� Smaak: De bessen smaken zoet, ze zijn aromatisch en fruitig. De bladeren smaken zwak

naar appels, gefermenteerd doen ze aan zwarte thee denken.

Page 23: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 23

Page 24: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 24

7. Kleefkruid

Wetenschappelijke naam: Galium aparine L.

Familie: Rubiaceae, Sterbladigenfamilie

Levensduur Groeihoogte (m) Tijd hoofdbloei Kleur bloem

eenjarig 1,5 Juni tot oktober Wit

Gebruik in de keuken:

� Bladeren en scheuten: De enigszins harige blaadjes en scheuttoppen van kleefkruid

kunnen van mei tot augustus worden ontsapt. Ontsap ze rauw in een juicer of stoof ze in

water en zeef de substantie. Het sap kan dienen als basis voor soepen, fonds of

vitaminerijke dranken. Je kunt de bladeren blancheren, als zodanig kun je ze ook

gebruiken als groentevulling, of toevoegen aan gratins, soepen, burgers, deeg voor

kruidenbrood, eiergerechten (omelet, roerei), quiche of kruidenkwark. Van de gehele,

verse of gedroogde plant kun je thee maken.

� Bloemen: Van mei tot oktober kun je de mild kruidig smakende bloemen gebruiken als

eetbare decoratie op bijvoorbeeld rauwkostgerechten.

� Zaden: Van september tot oktober kunnen de zaden geoogst en gedroogd worden, om ze

vervolgens in de oven of pan licht te roosteren en er koffie van te brouwen.

� Smaak: De plant heeft een milde slasmaak. Alleen de kleefharen zijn hinderlijk, maar met

de beschreven bereidingswijze worden die zacht.

Page 25: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 25

Page 26: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 26

8. Eenstijlige meidoorn

Wetenschappelijke naam: Crataegus monogyna L.

Familie: Rosaceae, Rozenfamilie

Levensduur Groeihoogte (m) Tijd hoofdbloei Kleur bloem

struik 5 Juni Wit

Gebruik in de keuken:

� Vruchten: Van augustus tot september kun je de vruchten van de meidoorn oogsten en de

pit verwijderen. Je kunt ze rauw eten of aan compote, vruchtenmarmelade of wijn

toevoegen. Vers, gemengd met meel en warm gemaakt werd er vroeger ook pap van

gemaakt. Van de gedroogde vruchten wordt thee gezet of ze worden vermalen tot

aanlengmeel.

� Zaden: Geplet en geroosterd zijn de zaden uit de vruchten als koffievervanger te

gebruiken.

� Bladeren: Met de heel jonge, in april uit de knoppen ontluikende, malse bladeren kunnen

alcoholische dranken worden gearomatiseerd. Je kunt ze echter ook rauw eten of door

salades mengen. Volwassen bladeren worden in de zomer gebruikt om thee van te zetten

of voor de bereiding van kruidenwijn (hartversterkend).

� Bloemen en bloemknoppen: De sterk geurende bloemen worden van mei tot juni tot een

zoet dessert verwerkt of door suiker gemengd om deze te aromatiseren. Je kunt ze echter

ook over salades strooien of hun aroma in ijs en likeuren gebruiken. Begin april kun je de

bloemknoppen aan groentes toevoegen of ze inmaken op de wijze voor kappertjes.

� Smaak: De jonge bladeren en bloemen hebben een noot-amandelachtige smaak. De

vruchten smaken melig, fruitig en zoet.

Page 27: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 27

Page 28: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 28

9. Gewone vlier

Wetenschappelijke naam: Sambucus nigra L.

Familie: Adoxaceae, Muskuskruidfamilie

Levensduur Groeihoogte (m) Tijd hoofdbloei Kleur bloem

struik 7 Mei tot juni Wit

Gebruik in de keuken:

� Bladeren: De gewone vlier heeft in april jonge uitlopers, die gedroogd aan

kruidentabaksmelanges worden toegevoegd.

� Bloemen: Van mei tot juni kun je het intensieve aroma van de bloemen benutten in azijn,

wijn, limonade, zoete gerechten en thee. De bloemen zelf kun je in een maïzenapapje

dopen en bakken, of ze over salades strooien, nadat je ze met een schaar van de stelen hebt

geknipt.

� Bloemknoppen: Van april tot mei kun je de geblancheerde bloemknoppen zuur en zoutig

als ‘pickles’ inleggen.

� Bessen: Op dezelfde manier kun je in juli kleine hoeveelheden van de nog niet helemaal

rijpe, groene bessen verwerken. Rijpe vlierbessen kun je van augustus tot september in

kleine hoeveelheden rauw eten of ontsappen. Van het sap kun je door lang sudderen een

ongezoet bitterzuur kruidig sap vervaardigen voor de voorraadkast; als drank en siroop

moet het sap gezoet worden. Van het bessensap worden ook vruchtenspreads, wijn en

azijn gemaakt. Gedroogde bessen zijn geschikt als knabbeltje, maar ook als zure kruiderij.

� Let op! Onrijpe vruchten en rauwe rijpe vruchten slechts in kleine hoeveelheden

gebruiken, omdat ze tot diarree en misselijkheid kunnen leiden. De gekookte vruchten en

bloemen zijn onschadelijk.

� Smaak: De bessen smaken zuur, aromatisch, fruitig. De bloemen hebben een sterke

zoetige, ananasachtige geur.

Page 29: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 29

Page 30: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 30

10. Duindoorn

Wetenschappelijke naam: Hippophae rhamnoides L.

Familie: Elaeagnaceae, Duindoornfamilie

Levensduur Groeihoogte (m) Tijd hoofdbloei Kleur bloem

struik 3 april bruinachtig

Gebruik in de keuken:

� Vruchten: Van september tot oktober ontwikkelt de duindoorn zijn aromatische vruchten.

Deze kun je gebruiken in spreads, ijs, limonade en andere vruchtendranken, in compote,

vruchtenkwark en sauzen voor fruitsalades. Zeef hiertoe de gekookte vruchten om het

vruchtvlees van de zaden te scheiden. Rauw geperst bieden ze een gezond vruchtensap en

vruchtenmoes. Van de gedroogde vruchten kun je thee zetten.

� Smaak: De basissmaak van de vruchten is heel zuur, sappig-papperig.

Page 31: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 31

11. Sleedoorn

Wetenschappelijke naam: Prunus spinosa L.

Familie: Rosaceae, Rozenfamilie

Levensduur Groeihoogte (m) Tijd hoofdbloei Kleur bloem

struik 3 april Wit

Gebruik in de keuken:

� Bloemen: Je kunt van april tot mei de tere, witte bloemen oogsten, en hier versuikerde

snoepjes van maken door ze met suikerwater te besprenkelen en te laten drogen. Ze zijn

ook als smaakmaker in zoete gerechten en thee te gebruiken.

� Vruchten: Vlak voor de eerste vorst, van september tot december, kun je de vruchten

oogsten; laat ze drie tot vier weken in zout trekken, en leg ze dan in spijsolie in. Na de

eerste vorst verliezen de vruchten aan de struik iets van hun bitterzure smaak en zijn dan

rauw eetbaar, of je kunt ze tot moes verwerken. De moes wordt gebruikt voor de bereiding

van sappen, alcoholische dranken, spreads en compote. Gedroogd zijn de vruchten ook

geschikt als thee.

� Bladeren: In mei zijn de jonge bladeren vers en klein gehakt of gedroogd en gemalen als

smaakmaker te gebruiken. Het hele jaar door kun je van de verse of gedroogde bladeren

thee zetten. Verder zijn ze te gebruiken in tabaksmelanges.

� Smaak: De smaak van de vrucht is erg zuur, samentrekkend, wrang. Verwerkt zijn ze een

delicatesse.

Page 32: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 32

Page 33: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 33

12. Vogelmuur

Wetenschappelijke naam: Stellaria media L.

Familie: Caryophyllaceae, Anjerfamilie

Levensduur Groeihoogte (m) Tijd hoofdbloei Kleur bloem

Eenjarig 0,3 Maart tot oktober Wit

Enkele typische kenmerken:

� Door de liggende groei is vogelmuur zodenvormend en bodembedekkend.

� De stengel heeft meestal een rij haren.

� Er staan telkens 2 bladeren tegenover elkaar.

� De kleine blaadjes hebben een gladde rand en lopen spits toe.

� Uit de bladoksels ontspringen nieuwe scheuten en bloemen.

� De witte bloemblaadjes zijn vrijwel geheel tweedeling. (5 kroonbladen)

� De bloemblaadjes zijn maximaal even lang als de kelkblaadjes.

� De 3 helmknoppen zijn violet.

Gebruik in de keuken:

Bij de kleine, op de grond liggende, wijdvertakte groeiende vogelmuur zijn de individuele

planten nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Meestal worden ze in bosjes van meerdere

planten geoogst. De hele plant is bruikbaar, inclusief de stelen, bloemen en vruchten.

Vogelmuur is gedurende de gehele vorstvrije periode van maart tot oktober te bereiden als

bijzonder verfijnde sla of als zeer malse spinazieachtige groente.

Vogelmuur is geschikt als hoofdbestanddeel van een gerecht, maar laat zich ook goed met

andere groenten combineren. De zich gedurende de hele vegetatieperiode steeds weer

opnieuw vormende zaden kiemen heel goed in iedere vruchtbare aarde, ook in een bloembak.

Op die manier heb je steeds verse plantjes binnen handbereik.

Smaak: De basissmaak is heel mild, vergelijkbaar met de smaak van kropsla, maar dan

aromatischer.

Page 34: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 34

Page 35: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 35

13. Middelste teunisbloem

Wetenschappelijke naam: Oenothera biennis L.

Familie: Onagraceae, Teunisbloemfamilie

Levensduur Groeihoogte (m) Tijd hoofdbloei Kleur bloem

Een- tot tweejarig 1 Juni tot augustus geel

Gebruik in de keuken:

� Wortels: Zolang de jonge teunisbloem nog geen bloemscheuten heeft ontwikkeld, kun je

de wortels oogsten. Je kunt ze rauw eten, door salades raspen, of ze zoals aardappelen in

ovenschotels verwerken of heel even koken en dan als salade aanmaken.

� Bladeren: Van april tot juni kun je de bladeren van de nog niet bloeiende plant in fijne

reepjes rauw door salades mengen of ze als spinazie stoven.

� Bloemstengel, bloemknoppen, bloemen: De eerste jonge bloemstengels kun je van april

tot juni geschild rauw eten of als roerbakgroente bereiden. De bloemknoppen zijn van juni

tot september een delicatesse in salades of, ingemaakt in olie, als antipasta. De bloemen

zelf zijn ook eetbaar en heel decoratief in salades en andere gerechten. Ook kunnen ze

versuikerd worden verwerkt.

� Vruchten: De groene, nog niet taaie vruchten laten zich in augustus en september net als

de bloemstengel verwerken.

� Zaden: Vanaf september kun je de uitgerijpte, olierijke zaden op de wijze van sesamzaad

in koekjes verwerken.

� Smaak: De plant smaakt mild snijbietachtig. Soms wordt de smaakzin vervormd en een

bittere, metaalachtige bijsmaak ervaren. De wortels doen denken aan schorseneren.

Page 36: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 36

Page 37: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 37

14. Paardenbloem

Wetenschappelijke naam: Taraxacum officinale F.H. Wigg.

Familie: Asteraceae, Composietenfamilie

Levensduur Groeihoogte (m) Tijd hoofdbloei Kleur bloem

Meerjarig 0,4 April tot juli geel

Gebruik in de keuken:

� Blad: De jonge, verse bladeren van de paardenbloem zijn van maart tot juni een

delicatesse in salades. Ze worden milder van smaak als je ze fijngesneden een uurtje met

zout of in water laat trekken. Je kunt ook de bladrozet in het voorjaar samenbinden, om de

bladeren te bleken en de smaak milder te maken. Fijngehakt kun je de bladeren over

soepen en eenpansgerechten strooien, of ze als spinazie of broodbeleg gebruiken, of in

kruidenaardappelen, eiergerechten of kruidenkaas verwerken.

� Bloemen, bloemknoppen, bloemstengels: Van april tot september kun je de overlangs

doorgesneden bloemstengels in salades of als groente verwerken, na eerst de stengels net

als de bladeren in zout of water te laten trekken. De bloemblaadjes kun je van maart tot

september gebruiken om gelei, siroop of wijn mee te maken, je kunt ze aan groentes

toevoegen of er thee van zetten. Van de bloemknoppen kun je een chutney maken. Je kunt

ze ook als kappertjes in azijn inmaken of als groente bakken. De uit de groene kelk

verwijderde bloemen zijn ook geschikt als versiering van salades en desserts.

� Wortels: Van september tot maart kun je van de fijngesneden wortels een salade maken

of ze als groente gebruiken. De gedroogde en geroosterde wortels leveren een

koffiesurrogaat op.

� Smaak: De plant smaakt cichoreiachtig. De bloemen smaken zoet en honingachtig.

Page 38: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 38

Page 39: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 39

15. Gewone smeerwortel

Wetenschappelijke naam: Symphytum officinale L.

Familie: Boraginaceae, Ruwbladigenfamilie

Levensduur Groeihoogte (m) Tijd hoofdbloei Kleur bloem

Meerjarig 0,8 Mei tot juli Rodig violet of gelig wit

Typische kenmerken:

� De gehele plant is behaard en voelt ruw aan.

� De stengel is hoekig en aan de rang gevleugeld.

� De onderste bladeren zijn lang gesteeld.

� De bladeren zijn heldergroen van kleur en worden tot 25 cm lang.

� De bloemtrossen zijn gesteeld.

� De 1-2 cm lange bloemen buis- tot klokvormig.

� Uit de bloem steekt een stamper.

Gebruik in de keuken:

� Bloemen: De bloemknoppen en bloemen kun je van mei tot juli verzamelen, en rauw eten

door ze bijvoorbeeld over de (komkommer)salade te strooien. De bloemknoppen kun je

ook als groente garen.

� Stengel en scheuten: De scheuttoppen en jonge, nog buigzame stengels kun je schillen,

van vezels ontdoen, en fijngesneden rauw door salades mengen, of met een beetje zout

stoven of kort bakken.

� Wortels: De wortels zijn te oogsten van september tot aan het voorjaar, voor zover de

grond niet bevroren is. Maak ze schoon of schil ze, en eet ze rauw. Je kunt ze ook als

groente koken, of drogen, roosteren en tot koffie malen.

� Bladeren: Van april tot juli kun je de grote en kleine zachte bladeren fijngesneden

toevoegen aan kruidenmengsels, salades en slasauzen. Of bereid ze als bladgroente, bak ze

als ‘bladrollade’, zeker ook in beslag, of dien ze op als verzachtende groente bij bittere,

scherpe of erg zure gerechten. Je kunt het blad ook ontsappen, en met het groen kleurende,

mineraalrijke sap limonade en andere gemengde dranken of sappen verrijken. Van het

gedroogde blad werd vroeger een tabaksmelange gemaakt.

� Smaak: De basissmaak van de wortel lijkt op die van de schorseneer. De bovengrondse

plantendelen smaken zolang ze nog mals zijn komkommerachtig, onbewerkt zijn ze wat

harig.

Page 40: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 40

� Let op! De bladeren van de smeerwortel en van het giftige vingerhoedskruid (Digitalis

purpurea) onderscheiden zich slechts van elkaar door de bladrand, zodat er

verwisselingsgevaar bestaat. De bladrand bij vingerhoedskruid is gekarteld. Raadpleeg

een goed determinatieboek!!!

Page 41: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 41

16. Smalle weegbree

Wetenschappelijke naam: Plantago lanceolata L.

Familie: Plantaginaceae, Weegbreefamilie

Levensduur Groeihoogte (m) Tijd hoofdbloei Kleur bloem

Meerjarig 0,5 Mei tot september Bruinachtig

Gebruik in de keuken:

� Bladeren: De smalle weegbree heeft van april tot juni aromatische bladeren. Je kunt het

best de malse bladeren uit het midden van de bladrozet oogsten. Snijd de bladeren,

vanwege de sterke vezels dwars op de vezel in smalle reepjes. Zo zijn ze goed te

gebruiken als basis voor salades en groenten. Je kunt ze bijvoorbeeld op dezelfde manier

bereiden als spinazie, en ze in een omelet of roerei verwerken. De bladeren zijn ook

geschikt als broodbeleg of eetbare decoratie, kunnen worden ontsapt en worden zelfs in

sterke drank verwerkt.

� Bloemen: Van mei tot juli zijn de malse bloemknoppen te vinden. Je kunt ze als

knabbeltje eten, ze door de salade mengen, stoven, of inmaken in olie of azijn. Een ware

delicatesse.

� Zaden: Van augustus tot oktober vormen zich de zaden, waarmee je groentegerechten

kunt verfijnen. De olie in het zaad kan uitgeperst worden en als nootachtige olie

bijvoorbeeld door salades of op toast worden gedaan.

� Wortel: De van oktober tot april te oogsten wortel is fijnvertakt en moet daarom

zorgvuldig gewassen worden. Daarna kun je de wortel fijnsnijden, en mengen met andere

in dobbelsteentjes gesneden groenten zoals tomaat, paprika of wortel, om vervolgens dit

geheel, licht gezouten, kort te koken, eventueel met bloem of ei te binden, en dan te

gebruiken als groentevulling voor hartige taarten en bladerdeeggebakjes.

� Smaak: De basissmaak van de plant, met name van de bloemknoppen, is

champignonachtig.

Alle andere in Europa voorkomende weegbreesoorten zijn op dezelfde wijze te gebruiken.

Page 42: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 42

Page 43: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 43

17. Madeliefje

Wetenschappelijke naam: Bellis perennis L.

Familie: Asteraceae, Composietenfamilie

Levensduur Groeihoogte (m) Tijd hoofdbloei Kleur bloem

Meerjarig 0,2 Januari tot november Wit tot roodachtig, geel

Gebruik in de keuken:

� Bladeren en bloemen: Het madeliefje is een belangrijk ingrediënt van wilde salades en

voorjaarssoepen, maar je kunt de jonge blaadjes, bloemknoppen en bloemen ook goed in

groente- en spinaziegerechten verwerken, of door kruidenkwark en kruidenkaas mengen.

Ook kun je er thee van zetten of er vers sap uit winnen.

� Bloemknoppen: De nog niet sterk behaarde bloemknoppen zijn vrijwel het hele jaar door

geschikt voor in salades. Verder ontwikkelde bloemknoppen hebben in salades vaak een te

intensieve smaak; je kunt ze wel uitstekend inmaken als kappertjes, of verwerken zoals de

bladeren.

� Zaden: Vrijwel het hele jaar door kun je de zaadjes rauw of geroosterd aan salades

toevoegen. Het verzamelen van deze kleine zaadjes is wel veel werk. ’s Winters is het

zaad, als kiemgroente op de vensterbank gekweekt, een verse vitaminebron.

� Smaak: De basissmaak van het madeliefje doet enigszins aan die van veldsla denken.

Sommige mensen ondervinden bij het madeliefje een hardnekkige, prikkelende nasmaak.

Page 44: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 44

Page 45: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 45

18. Winterpostelein

Wetenschappelijke naam: Claytonia perfoliata Donn ex Willd

Familie: Portulaceae, Posteleinfamilie

Levensduur Groeihoogte (m) Tijd hoofdbloei Kleur bloem

Eenjarig 0,2 April tot juli Wit

Gebruik in de keuken:

� Bladeren en stengels: De mooie, ronde bladeren en lange, malse stengels worden kort

voor de bloei in april en mei geoogst. De ook na de bloei nog malse en sappige bladeren

leveren een bijzonder verfijnde salade op.

� Wortels: De fijne wortels kun je als groente koken.

� Bloemen: Van april tot juli kun je de bloemen als eetbare decoratie aan allerlei gerechten

of salades toevoegen.

� Smaak: De plant smaakt als een mix van zomerpostelein en sappige veldsla. De wortel

heeft een zoetige, kastanjeachtige smaak.

VITAMINE C BOM

Page 46: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 46

Page 47: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 47

19. Kleine veldkers

Wetenschappelijke naam: Cardamine hirsuta L.

Familie: Brassicaceae, Kruisbloemenfamilie

Levensduur Groeihoogte (m) Tijd hoofdbloei Kleur bloem

Eenjarig 0,3 Maart tot juni Wit

Typische kenmerken:

� De hele plant is soms paars doorlopen.

� Meerdere, aan de voet vertakte, kantige stengels.

� Aan elke stengel groeien 2 tot 4 bladeren.

� De bladeren zijn soms behaard.

� Het blad bestaat uit tot 4 bladparen en een groot eindblad.

� De bloemblaadjes worden tot 4 mm lang.

� De vruchten (hauwen) staan rechtop en worden tot 2,5 cm lang.

Gebruik in de keuken:

� Blad: Van maart tot mei worden de bladeren van de bladrozet van de kleine veldkers

gebruikt voor salades, als keukenkruid of als toevoeging aan groentegerechten,

groentevullingen, ovenschotels en soepen, in kruidenkwark, kruidenboter of pesto.

� Wortels: Als tijdens het oogsten de kruidige plantenwortels mee uitgetrokken worden,

dan kunnen ze mee opgegeten worden.

� Zaden: Van mei tot juli kun je de zaden gebruiken als kruiderij voor dressings. Je kunt ze

echter ook in de winter als kiemzaad gebruiken.

� Smaak: De plant heeft een uitgesproken tuinkerssmaak.

Page 48: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 48

Page 49: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 49

20. Rode klaver

Wetenschappelijke naam: Trifolium pratense L;

Familie: Fabaceae, Vlinderbloemenfamilie

Levensduur Groeihoogte (m) Tijd hoofdbloei Kleur bloem

Meerjarig 0,4 Juni tot september Rood

Gebruik in de keuken:

� Scheuten en bladeren: Rode klaver is met zijn jonge, van april tot juni geoogste scheuten

en blaadjes onderdeel van voorjaarssoepen en fijngehakte kruidenmixen in salades. Je

kunt de scheuten en blaadjes echter ook aan groente- en spinaziegerechten toevoegen, of

door kruidenkwark en kruidenkaas mengen. Ook worden ze gebruikt als thee,

gefermenteerd als zuurkook en kruidig gemarineerd.

� Bloemen: Van juni tot september zijn de bloemen van de rode klaver geliefd als eetbare

decoratie van salades en groentegerechten. Je kunt de bloemen echter ook in deeg

verpakken, hartig kruiden en in olie tot burger bakken, of als aroma in alcoholische

dranken en thee gebruiken. De gehele bloem wordt ook wel fijngemaakt en met meel in

knäckebröd meegebakken.

� Zaden: De van augustus tot september te oogsten zaden kun je tot meel vermalen, of in de

winter op de vensterbank tot vitaminerijke kiemgroente opkweken.

� Smaak: De basissmaak van de bladeren doet aan erwten of veldsla denken. De bloemen

zijn zoet.

Page 50: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 50

Page 51: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 51

BRONNEN:

� Eetbare Wilde Planten essentieel voor de ontgifting, Mario de Kort, ISBN 9789077463260

� Eetbare Wilde Planten, 200 soorten herkennen en gebruiken, Steffen Guido Fleischhauer,

Jürgen Guthmann, Roland Spiegelberger, ISBN 9789077463253

� http://www.kuleuven-kulak.be/bioweb/?page=guide

� http://www.wilde-planten.nl/

INTERESSANTE LITERATUUR:

Page 52: EETBARE WILDE PLANTEN - foodlab HKfoodlabhk.be/.../05/Module-7-eetbare-wilde-planten.pdf · Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 3 A. INLEIDING Deze module bevat

Module 7: eetbare wilde planten – Rudi Verheyden Pagina 52