Eendenkorven
-
Upload
anske-smit -
Category
Documents
-
view
448 -
download
2
Transcript of Eendenkorven
GESCHIEDENIS EN HET MAKEN VAN EENDENKORVEN
1
GESCHIEDENIS EN HET MAKEN VAN EENDENKORVEN
Geschiedenis Tegenwoordig ziet men niet meer zoveel eendenkorven als vroeger. Het maken van de korven
is niet zo moeilijk. Maar men moet natuurlijk wel weten waarvan ze worden gemaakt en hoe
dat gedaan moet worden en welk gereedschap daarvoor nodig is. De noodzaak om eieren van
eenden voor consumptie te gebruiken uit armoede is nu niet meer zo aanwezig.
In de negentiende eeuw, omstreeks 1875
waren er al eendenverenigingen. Ook in
Earnewâld was een eendenvereniging en in
de dorpen in de buurt zoals Warten, Wergea
en Grouw ook. Het waren dorpen met veel
sloten, meren en vanzelf-sprekend ook
dorpseenden in de omgeving.
In Earnewâld was het zo dat voor elke korf die
men had, een klein bedrag moest worden
betaald, ongeveer een dubbeltje. In ruil
daarvoor kreeg men dan een houten label van
± vier bij acht cm. Hierin was een nummer
gebrand. Dit label moest aan de korf worden
bevestigd. Op deze manier kon worden
nagegaan wie de eigenaar was en of er voor
betaald was. Het geld dat met de verkoop van
labels werd verkregen gebruikte men om voer
te kopen en de dorpseenden de winterdag te voeren. Er is altijd verschil van mening geweest of het nu wel of niet goed was om eieren uit de natuur te
“oogsten”, en of vogels beschermd moesten worden.
In 1880 is de Wet op Nuttige Dieren aangenomen, waarna in 1914 de Vogelwet volgde. In deze wet
werd onder andere een lijst opgenomen met vogelsoorten waarvan de eieren gezocht mochten
worden. Het ging toen al om bescherming van de vogels. Maar het meenemen van eieren was ook
belangrijk voor mensen die het niet zo ruim hadden. Voor hen was het een welkome aanvulling op
het dagelijkse rantsoen. Toch waren er steeds redenen en overwegingen om van overheidswege de
wet aan te scherpen. Zo ontstond in 1936 een geheel vernieuwde Vogelwet.
In de Tweede Wereldoorlog bleef de handhaving van de Vogelwet door de oorlogsomstandigheden
voor een deel achterwege, ook al omdat er voedselschaarste
was. Waarschijnlijk mochten toen alleen bonte eieren
meegenomen worden , maar geen eendeneieren. De
eendeneieren uit de korven weer wel, want dat waren
dorpseenden. De uiteindelijke bedoeling van een vereniging van
dorpseenden was om aan de ene kant de mogelijkheid te
scheppen, eieren uit de korven te halen voor consumptie en aan
de andere kant de vogels te beschermen als het winter was, en ze
bij te voeren. Dorpseenden blijven ’s winters in de dorpen en
houden hier en daar ijswakken open. Het verenpak heeft vaak
bastaard kleuren en de eenden zijn iets groter dan de wilde eend.
De wilde eenden trekken weg naar de kust of ander open water en verblijven daar. De wilde eenden
zijn schuwer, de vrouwtjes hebben een mooi donker veren pak. De eieren zijn een beetje groen en
wat kleiner dan van dorpseenden. Ze leggen hun eieren niet in eendenkorven.
De eendenverenigingen kunnen gezien worden als een eerste aanzet tot vogelbescherming. Het is na
de oorlog een hele toer geweest om de handhaving van de Vogelwet weer aan te scherpen, er heerste
een vrije mening ten aanzien van het meenemen van allerlei soorten eieren. Het oprichten van
vogelwachten heeft ertoe bijgedragen dat men zich beter aan de wet hield.
GESCHIEDENIS EN HET MAKEN VAN EENDENKORVEN
2
De eendenkorf Hier in Oppenhuizen heeft Kees Wijnja veel korven gemaakt van jong onvolgroeid riet. In
Earnewâld werden en worden ze nog steeds gemaakt van “rûchte”. Dit zijn lange grassoorten die in
de oude venen groeien en niet of nauwelijks worden gesneden. De bindingen werden gemaakt van
roggestro maar ook wel van rûchte. Met stro ziet men het patroon van de bindingen beter. Ook
Tjibbe Postma beheerst de kunst van het eendenkorven maken. Hieronder kunt u lezen hoe hij een
eendenkorf maakt.
Materiaal De benodigdheden voor het maken van een eendenkorf zijn: rûchte of jong onvolgroeid riet dat in
juni gesneden wordt. Men kan hiervoor een rietsnijmes gebruiken zoals die ook gebruikt werden bij
het “reidskarren”. In de omgeving van Oppenhuizen en
Uitwellingerga is altijd wel een plekje te vinden waar
geschikt riet of lang gras gesneden kan worden. Thuis
wordt het te drogen gelegd en als het goed droog is,
binnen gehaald en opgeborgen. Zorg ervoor dat de
eendenkorven eind februari klaar zijn, want begin maart
moeten de korven uitgelegd of uitgezet worden want dan
beginnen de eenden met de leg.
Werkwijze Het omschrijven hoe een korf wordt gemaakt is lastig. Veel beter is de kunst afkijken tijdens het
maken van een eendenkorf. Iedereen heeft waarschijnlijk wel eens een eendenkorf gezien. Hoe groot
ze ongeveer zijn en hoe de vorm is. Het riet of rûchte (het materiaal) wordt voor het gebruik flink nat
gemaakt. Daarna beginnen met een handvol materiaal en maak daar een streng van ter dikte van een
centimeter of drie. Van deze streng wordt een cirkel gemaakt ter grootte van ongeveer acht
centimeter en draai deze streng rond tot het begin van de
streng overlapt wordt. Door het gat dat ontstaat, wordt
een binding gestoken van hetzelfde materiaal als waar de
streng van gemaakt is. De uiteinden van de binding
worden in elkaar vastgedraaid en opgenomen in de
streng. De streng wordt door het opnemen van de binding
langer en zo wordt de cirkel verder gedraaid tot er een
kwart van de cirkel is bereikt. Steek dan weer een
binding door het gat. Draai de streng in de lengterichting
om de korf stevig te maken en ga al doende naar het
volgende kwart van de cirkel (de rondgang) en steek
opnieuw een binding door het gat. Als er zo vier
bindingen zijn gemaakt krijgt de korf al vorm. Een
probleempje in het begin is het vasthouden en het
tegelijk binden en ronddraaien van de streng. Oplossing is het klemmen van de rondgangen tussen de
knieën, op deze manier zijn de handen vrij om de binding uit het
bos te pakken en door het gat te steken. Als de streng één keer
rond is geweest zijn er vier of vijf bindingen aangebracht. Ga dan
verder met het rond gaan van de strengen en het doorsteken van de
bindingen. Hierbij moet er steeds op gelet worden dat de strengen
gedraaid worden zodat ze stevig zijn en de bindingen vast worden
aangetrokken en in de strengen worden meegedraaid. Na ongeveer
de derde rondgang worden de bindingen met een naald
doorgetrokken.
De naald De naald waarmee de korf verder gevlochten wordt heeft een totale lengte van 23 cm. De naald zelf
is 8 x 4 mm. met op het ene einde een ovaal oog van 2 x 4 cm. Op het andere einde is een rond
dwarshoutje bevestigd van 9 cm. lang en 3 cm dik.
Het insteken van de naald is in het begin tussen twee bindingen in zodat in één rondgang van de
streng acht bindingen worden aangebracht. Dit kunnen er soms negen worden, het hangt er van af
GESCHIEDENIS EN HET MAKEN VAN EENDENKORVEN
3
hoe goed het allemaal lukt. Men is nu een beetje op “slag” gekomen en moet aandacht besteden aan
de vorm van de korf. De strengen worden zodanig gelegd dat er een kom ontstaat die uitgroeit tot
een diameter van 35 tot 40 cm.
Om een mooi patroon in de bindingen te krijgen moet de aan te brengen binding steeds naast de
onderliggende binding gestoken worden. Zodra de gewenste doorsnede is bereikt wordt er naar
binnen toe gewerkt tot de opening ongeveer
15 cm. is. Nu is het punt bereikt de hals te
vormen. De hals wordt van twee rondgangen
gemaakt en naar buiten toe uitgebreid. Noem
het de halsmond of de ingang van de korf. De
halsmond wordt ook van ongeveer twee
slagen of rondgangen gemaakt. De
hoeveelheid van rondgaan hangt af van het
model dat ontstaat. Dubbel de streng ongeveer
twee keer en ga dan een halve rondgang terug, dan weer een keer de streng dubbelvouwen en in de
oorspronkelijke richting één keer rond breien. Dit is de laatste rondgang. Er ontstaat zo een opstap.
Als de laatste rondgang klaar is wordt het einde met ijzerdraad vastgezet.
De korf is klaar. De buitenkant wordt hij met de schaar bijgeknipt en mooi gemaakt. Van binnen
even controleren of er ook lussen in zitten, de binnenkant van de hals wat bijknippen en wat nest
materiaal in de korf doen want de eend moet de eieren wel kunnen bedekken.
Plaatsing Als de korf wordt uitgezet let er dan op dat de korf een klein beetje achterover hangt. Soms hangt hij
te schuin met als gevolg dat de kuikens niet uit de korf kunnen en dood zullen gaan. Dat is niet de
bedoeling. Als de korf in een boom komt te hangen, denk er dan om dat de eend een vrije
“aanvliegroute” heeft. Anders kan het gebeuren dat de korf onbewoond blijft. Verder er op letten dat
er geen katten in de korf kunnen komen. Richt de opening van de korf niet te veel naar de regenkant,
het is voor de eend namelijk plezierig als hij droog zit.
GESCHIEDENIS EN HET MAKEN VAN EENDENKORVEN
4
Tekst, foto’s en illustraties: Tjibbe Postma
© Fûgelwacht Toppenhuzen - Twellegea: April 2008