Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de...

55
1 Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie en leefstijl in het vmbo

Transcript of Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de...

Page 2: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

2

Inhoud Inleiding ........................................................................................................................................... 4

Leeswijzer ......................................................................................................................................... 5

1. Zelfregulatie- waarom, wat en hoe? ...................................................................................... 6

2.2 Vaardigheden van zelfregulatie .............................................................................................. 8

Reflecteren: ................................................................................................................................... 9

Planning: ........................................................................................................................................ 9

Monitoren: ................................................................................................................................... 10

Evalueren: .................................................................................................................................... 10

Inzet: ............................................................................................................................................. 10

Self-efficacy: ............................................................................................................................... 10

2.Opzet van de methode ............................................................................................................. 12

2.1 Opbouw in 4 blokken van 4 weken ....................................................................................... 12

2.2 Doelen in kleuren: geel, groen, blauw .................................................................................. 13

2.3 Werken met een buddy .......................................................................................................... 14

2.4 Voortgang monitoren met app (leerlingboekje) ................................................................. 14

2.5 Rol van de docent ................................................................................................................... 14

2. Sportles- blok 1. Frisbee of longboarden/ trickbiken .......................................................... 17

Voor de start: enthousiasmeren en sportkeuze .......................................................................... 17

Les 1 Niveau bepalen en doel stellen ......................................................................................... 19

Doel kiezen en planning maken............................................................................................... 20

Les 2: Plannen, monitoren ............................................................................................................. 21

Les 3: Plannen en monitoren ........................................................................................................ 23

Les 4: Doel behaald? Evalueren .................................................................................................. 24

3.Sportles- blok 2: Basketball en Freerunning ............................................................................. 25

Voor de start: enthousiasmeren en sportkeuze .......................................................................... 25

Les 1 Niveau bepalen en doel stellen ......................................................................................... 26

Page 3: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

3

Wat is mijn niveau: kleur bepalen! ........................................................................................... 26

Doel kiezen en planning maken............................................................................................... 27

Les 2: Aan de slag met je gestelde doelen en planning .......................................................... 29

Les 3: Aan de slag met je gestelde doelen! ............................................................................... 31

Les 4: doel behaald? Evalueren! .................................................................................................. 32

Leefstijl blok 1- In beweging: actief transport, sport en bewegen en (niet!) zitten ................... 33

Voor de start: enthousiasmeren en verzamelen van basisgegevens ..................................... 33

Les 1. Bewustwording van leefstijl en fitheid ............................................................................... 35

Les 2: Belemmeringen en strategieën ......................................................................................... 37

Les 3: Doel monitoren en ontwikkelen campagne ................................................................... 41

Les 4: Uitvoering campagne en evaluatie van de doelen ...................................................... 43

Leefstijl blok 2: Actief op school! .................................................................................................. 45

Voorbereiding op les 1: ................................................................................................................. 45

Les 1: Bewustwording Fysieke activiteit gedurende schooltijd en het stellen van een doel

om meer te bewegen ................................................................................................................... 46

Les 2: Monitoren van de gestelde doelen (individueel en klassikaal). Brainstorm over de

“Actiefste Schooldag” ................................................................................................................... 49

Les 3: Monitoren van gestelde doelen(individueel en klassikaal). Starten met organisatie

“de actiefste schooldag”. ............................................................................................................ 52

Les 4: Evaluatie van het blok en uitvoering van “De actiefste schooldag”........................... 54

Page 4: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

4

Inleiding

Een nieuw schooljaar, een nieuwe uitdaging! Voor je ligt de docentinstructie van de

interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor de leefstijl,

van leerlingen in het vmbo willen stimuleren. Zelfregulatie is de mate waarin iemand zijn eigen

gedachten, gevoelens en gedrag kan beïnvloeden om een doel dat in de toekomst ligt, te

bereiken. Dat kan gaan om een doel in het onderwijs, in de sport, maar ook om een

gezondheidsdoel. Een flinke uitdaging voor de vmbo leerling. De rol van jullie als docenten is

hierin erg belangrijk.

In de afgelopen periode hebben we de interventie (door-)ontwikkeld met feedback van

docenten en leerlingen. In deze periode hebben we veel baat gehad bij jullie enthousiasme

en positief kritische houding. Ook in de komende periode zullen we die nog hard nodig

hebben. In vier blokken van vier weken gaan we aan de slag gaan met de interventie.

Gedurende deze periode zullen we de leerlingen en jullie intensief volgen om het effect van

de interventie te onderzoeken en te onderzoeken waar en hoe we de interventie kunnen

verbeteren. Er ligt een mooie basis, maar er zijn vast nog veel zaken die we moeten

aanpassen. Dat vraagt van jullie een flexibele houding, gezien het voortraject vast geen

probleem.

Veel succes en plezier met “Goalkeeper!”.

Het projectteam

Alien van der Sluis

Remo Mombarg

Ingrid van Aart

Simon Leistra

Arjan Pruim

Page 5: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

5

Leeswijzer

Deze instructie voor de sportdocent start met een hoofdstuk over zelfregulatie, en uitleg over

hoe de (sport)docent dit in de les kan stimuleren aan de hand van concrete aanwijzingen en

voorbeelden.

In hoofdstuk 2 geven we een uitleg van de structuur van de interventie, die is opgebouwd uit

vier blokken van vier weken. Dit geldt zowel voor het sportdeel als voor het leefstijldeel,

hoewel er verschillen zijn in de uitwerking. Hoofdstuk 3 en 4 bevatten een uitwerking voor

het sportdeel van de interventie, dat wordt uitgevoerd in de gymlessen. In hoofdstuk 5 en 6

volgt het leefstijldeel van interventie, dat parallel loopt aan de sportlessen

Voorbeeld van een conversatie tussen docent en leerling waarmee

zelfregulatie gestimuleerd kan worden, of voorbeelden van vragen

die de docent kan stellen om dit te stimuleren

Dit symbool houdt in dat leerlingen met de bij het programma

horende Goalkeeper boekje werken. Op termijn zal dit vervangen

worden door een app!

Tip die de les leuker, makkelijker of beter kan maken.

Waarschuwing voor dingen die de voortgang of het welslagen van

de methode in gevaar kunnen brengen.

Verwijzing naar een tool in de toolbox, bijvoorbeeld een

opdrachtformulier voor de leefstijllessen, of kijkwijzers voor de

sportlessen.

Page 6: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

6

1. Zelfregulatie- waarom, wat en hoe?

Vmbo-leerlingen sporten en bewegen minder dan scholieren in het basisonderwijs èn dan

hun leeftijdsgenoten op de havo en het vwo. Ook roken en drinken ze meer en hebben ze

vaker psyhosociale problemen. Bovendien is het percentage leerlingen dat uitvalt uit het

onderwijs in het vmbo hoger dan op de havo en het vwo. Al deze factoren zijn van invloed

op de gezondheid en het welzijn van deze leerlingen op de lange termijn. Daar komt bij dat

schooluitval ook de kans op succes op arbeidsmarkt verkleint, wat ook van invloed is op het

welzijn op de lange termijn. Kortom, het is zaak om juist in deze periode de de leefstijl van

jongeren positief te beïnvloeden! Zelfregulatie speelt waarschijnlijk een rol in bovenstaande

problematiek, èn kan deel zijn van de oplossing. Kortgezegd is zelfregulatie:

Dat kan gaan om een doel in het onderwijs, in de sport, maar ook om een

gezondheidsdoel. Door zelfregulatie kan iemand zelfstandig, doelbewust en efficiënt leren.

Hierbij zet hij (of zij) verschillende vaardigheden in, die te zien zijn in figuur 1.

Uit onderzoek onder sporttalenten blijkt dat zelfregulatie voor hen van belang is,

omdat sporttalenten in een relatief korte periode veel moeten leren om de top te kunnen

halen. Ook in het onderwijs is zelfregulatie belangrijk voor succes. Goed presterende

leerlingen maken meer gebruik van de vaardigheid om zelfstandig, doelbewust en efficiënt

te leren. Uit recent onderzoek blijkt nu dat zelfregulatie ook een rol speelt bij het ontwikkelen

en behouden van een gezonde leefstijl. Veelal gaat het daarbij immers ook om het behalen

van lange termijn doelen, denk aan minder snoepen, meer water drinken, of meer bewegen.

Zelfregulatie is niet ‘domein gebonden’. Dit betekent dat het mogelijk is om zelfregulatie in

het ene domein (bijvoorbeeld de sport) te leren, en in een ander domein (bijvoorbeeld

leefstijl) toe te passen! Belangrijk daarbij is dat de situatie waarin de vaardigheden gebruikt

worden, herkenbaar zijn voor de leerling.

Zelfregulatie

~de mate waarin iemand zijn eigen gedachten, gevoelens

en gedrag kan beïnvloeden om zo een doel dat in de

toekomst ligt, te bereiken.

Page 7: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

7

Figuur 1 Cyclus van zelfregulatie (Jonker et al.,2009)

Sport is een unieke context om zelfregulatie te stimuleren, vooral bij jongeren op lagere

onderwijsniveaus: het biedt de mogelijkheid om ervaring op te doen met het stellen van

doelen, omdat doelen in de sport vaak tastbaar, meetbaar en op korte termijn te richten zijn.

Hierdoor kunnen jongeren succeservaringen opdoen met het behalen van doelen. Deze

vaardigheden kunnen ze vervolgens ook in andere domeinen zoals het onderwijs of

gezondheid gebruiken.

Ook ‘reguliere’ jongeren (die geen topsporter zijn) kunnen in de uren die zij besteden

aan sport hun voordeel doen met het stellen van doelen en het krijgen van feedback vanuit

de sport. Uit analyses van Bewegingswetenschappen Groningen blijkt dat sportende

jongeren (zij die lid zijn van een sportvereniging) meer reflecteren dan hun niet-sportende

leeftijdsgenoten. Daarnaast kan ook sportonderwijs op school een omgeving vormen waarin

reflectie wordt ontwikkeld. Het sportonderwijs moet dan wel op een juiste wijze worden

gegeven. Het sportonderwijs moet gericht zijn op het stellen van doelen en verbetering van

de prestatie waarbij reflectie ook erg belangrijk is. Op jullie school willen we deze manier van

sportonderwijs geven, gaan uitvoeren.

Page 8: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

8

2.2 Vaardigheden van zelfregulatie

Het proces van zelfregulatie bestaat uit zes verschillende vaardigheden, die in een cyclus aan

bod komen: reflecteren, planning, monitoren, evalueren, self-efficacy en inzet. Door

zelfregulatie nemen leerlingen controle over hun eigen leerproces om een taak te beheersen

en te verbeteren (Zimmerman, 1989,2006). Figuur 1 laat zien is dat zelfregulatie een cyclus is

en dat er dus geen begin en einde is, maar een zichzelf herhalend proces waarbij elke fase

steeds weer doorlopen wordt. De zelfregulatiecyclus is een dynamische cyclus. In figuur 2

geven we een voorbeeld van de cyclus van zelfregulatie toegepast op een sportdoel. In

figuur 3 geven we een voorbeeld van de cyclus toegepast op een leefstijldoel.

Figuur 2 Zelfregulatiecyclus voor basketball. Merk op dat het niveau in kleuren wordt benoemd (geel en blauw). Dit wordt

verderop in de methode uitgelegd.

Page 9: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

9

Reflecteren: De fase van reflecteren is de fase waarin de leerling bedenkt wat hij of zij wil bereiken, wat hij

of zij al kan en wat moet er gebeuren om het doel te bereiken. De docent helpt de leerling

in deze fase door te praten met de leerling en vragen te stellen die zelfregulatie mogelijk

stimuleren. Hier moet worden gedacht aan vragen als: ‘welke sport vind je leuk?’, ‘Waar

ben je goed in?’ en ‘Wat moet je doen om je doelen te bereiken?’ De docent probeert de

leerling zover te krijgen dat de leerling juist wil verbeteren. Dat de leerling een realistisch doel

hiervoor stelt en gaat nadenken wat er moet gebeuren om het doel te bereiken. Hier komen

ook al de begrippen inzet en self-efficacy om de hoek kijken. De leerling moet erin geloven,

maar moet er ook energie in willen steken om het doel te bereiken.

Planning: In de fase van planning moet de leerling inzicht krijgen in de te volgen strategie om het doel

te halen. De docent vraagt aan de leerling wat wanneer wordt gedaan en hoe dit wordt

gedaan en waarom de leerling dit gaat doen. Ook kan het helpen om de leerling te laten

denken aan eerder succesvolle strategieën die hebben geholpen bij het doel te bereiken.

Of aan een eerder gemaakte planning voor het halen van een doel. Het is de bedoeling dat

de leerling de planning op papier zet. De planning moet realistisch zijn zodat de leerling ook

in zijn planning gelooft.

Figuur 3. Voorbeeld zelfregulatiecyclus voor leefstijl. Merk op dat de doelen in kleuren worden benoemd

(geel en blauw). Dit wordt verderop in de methode uitgelegd.

Page 10: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

10

Monitoren: Door te monitoren gaat de leerling na of de planning nog klopt en of hij of zij op schema ligt

om het doel te halen dat hij of zij voor ogen heeft. Er wordt ook nagegaan of de planning

veranderd moet worden op basis van de huidige stand van zaken t.o.v. het doel. Ook gaat

de leerling na hoever hij op dit moment is met zijn doel. Hij analyseert of hij al verbeterd is. De

docent kan dit bewerkstelligen door vragen te stellen en te helpen met het tussentijds kijken

naar de prestatie op dat moment. Ook geeft de docent feedback op het proces tot nu toe.

Wat vindt de docent van het proces en geeft hierbij ook complimenten aan de leerling.

Evalueren: In deze fase gaat het erom om het gehele proces en het eindproduct te evalueren. Heeft de

gekozen planning en strategie geleid tot het halen van het doel? Zijn de prestaties verbeterd

en was de inzet voldoende en was er gedurende het gehele proces sprake van self-efficacy?

Ook op dit punt geeft de docent feedback op het proces en gaat na op welke punten de

leerling sterk was en waar nog verbetering mogelijk is.

Inzet: Inzet is de energie die de leerling wil leveren om het doel te bereiken. Inzet is eigenlijk bij alle

fases belangrijk. Het is niet een aparte fase maar is gedurende de hele cirkel van zelfregulatie

van belang is. De inzet houdt ook in dat de leerling zich wil verbeteren.

Self-efficacy: Self-efficacy is het geloof in eigen kunnen. Ook dit begrip speelt een rol gedurende de hele

cyclus van zelfregulatie en is dan ook niet een op zichzelf staande fase maar een onderdeel

van de andere fases. Het geloof in eigen kunnen moet er zijn om het doel te bereiken. De

docent moet dan ook proberen dat dit altijd aanwezig blijft, maar wel op een realistische

manier. Dit kan de docent bevorderen door positieve feedback en complimenten te geven

en de leerling te helpen als deze even niet meer weet hoe hij of zij het doel kan bereiken.

Zodra een leerling zegt of laat merken dat het geloof in eigen kunnen even minder is, is het

Page 11: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

11

de taak van de docent om hierover met de leerling in gesprek te gaan om dit weer positief

te maken.

In het volgende hoofdstuk zetten we de opzet van de methode uiteen en hoe we die in de

sportlessen en de leefstijllessen zullen stimuleren.

Page 12: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

12

2.Opzet van de methode

Gedurende vier blokken van vier weken worden de sportlessen ingevuld op een manier

waarbij zelfregulatie zoveel mogelijk wordt gestimuleerd (tabel 1). In de leefstijllessen hanteren

we een structuur die hierin grote mate mee overeenkomt. Tijdens de gymlessen gaan de

leerlingen ieder blok aan de slag met een doel in een door hen gekozen tak van sport. Ze

kunnen steeds kiezen uit twee aangeboden sporten. In de mentorlessen gaan ze aan de slag

met een door hen opgesteld leefstijldoel. Ook hierin mogen ze keuzes maken, maar in de

eerste twee blokken richt die keuze zich op het onderdeel beweging, en in de laatste twee

blokken op het onderdeel voeding.

2.1 Opbouw in 4 blokken van 4 weken Tabel 1 geeft de opbouw van de methode weer in vier blokken van steeds vier weken. We

gaan uit van één lesuur gym per week die volgens de methode wordt gegeven. Bij 50 minuten

reguliere lestijd, is het reëel om ongeveer 20 minuten effectieve lestijd aan het

zelfregulatiedeel te besteden. Meer mag uiteraard (bijvoorbeeld in geval van een blokuur),

maar 20 minuten moet voor iedereen haalbaar zijn. De leerlingen maken per blok een keuze

uit één van twee sporten, zoals te zien is in de tabel.

Voor het leefstijldeel gaan we ook uit van één lesuur per week. De tijd die daadwerkelijk

besteed wordt aan zelfregulatie varieert hier wat per les, en het komt regelmatig voor dat

leerlingen opdrachten (deels) buiten de les moeten uitvoeren.

Tabel 1 Globale opzet methode: vier blokken van vier weken

Inhoud Sportles Inhoud

Mentorles

Blok 1

Sport 1: Frisbee

Sport 2: Trickbiken of longboarden

Beweging

overdag

Blok 2

Sport 1: Freerunning

Sport 2: Basketball

Beweging op

school

Blok 3 Sport 1: Dans ?

Sport 2: Bootcamp?

Voeding

Blok 4 Sport 1:

Sport 2:

Voeding

Figuur 4 geeft de opbouw per blok weer: in week 1 bepalen leerlingen hun beginniveau en

stellen ze een doel voor over vier weken. Ook maken ze een planning voor hoe ze dat doel

Page 13: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

13

gaan bereiken. In week 2 en 3 werken ze aan hun doel en monitoren ze hoe dit gaat. In

week 4 evalueren ze of ze hun doel hebben behaald.

Figuur 4 Opbouw van een blok van vier weken

2.2 Doelen in kleuren: geel, groen, blauw De leerlingen bepalen in week 1 hun niveau, dat weergegeven wordt in de kleur geel, groen

en blauw. Vervolgens werken ze toe naar een doel dat ze zichzelf stellen voor vier weken

later. In het leefstijldeel zal dit soms om doelen op de nog kortere termijn gaan (bijvoorbeeld

voor over een week). Voor het stellen van een beginniveau en een eindniveau maken we

gebruik van drie kleuren: geel, groen en blauw. Figuur 5 en 6 geven voorbeelden van de

niveaus per kleur voor respectievelijk het sportdeel en het leefstijldeel.

Figuur 5 Voorbeeld van sportniveaus voor de palm spin wall (freerunning)

Week 1

•Doel stellen en planning maken

Week 2

•Planning volgen, monitoren, evt. bijstellen

Week 3

•Planning volgen, monitoren, evt. bijstellen

Week 4

•Evalueren en reflecteren

Pa

m s

pin

wa

ll

•Rustige aanloop, afzetten, zitten op de kast

•voeten langs de muur draaien

•Landen op de mat

Pa

lm s

pin

wa

ll

•Aanloop

•steunen op je arm

•benen via de muur

•landen

Pa

lm s

pin

wa

ll

•Aanloop

•steunen op je arm

•benen langs de muur

•landen

Page 14: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

14

Het bepalen van het startniveau in de sportlessen doen de leerlingen aan de hand van

voorbeeldfilmpjes en kijkkaarten. Vervolgens bepalen ze zelf welk niveau ze kunnen halen in

de komende vier weken (voor het leefstijldoel is de periode in het begin korter). Voor het

bereiken van het gestelde doel maken ze een planning.

Figuur 6 Voorbeeld niveaus leefstijldoel (aantal stappen per dag)

2.3 Werken met een buddy Gedurende de lessen werken de leerlingen veel samen met een buddy. De buddy’s helpen

elkaar met het bepalen van hun ‘kleur’, helpen elkaar bij het zien van vooruitgang en geven

elkaar tips om hun doelen te bereiken. De docent stimuleert dit. Verderop in de methode

geven we hiervoor tips.

2.4 Voortgang monitoren met app (leerlingboekje) Voor de methode wordt momenteel een app ontwikkeld waarin de leerling zijn beginniveau,

zijn doelen en de voortgang daarop kan bijhouden. Ook worden er in de app na elke les

vragen gesteld die de zelfregulatie van leerlingen stimuleren. De app is vanaf blok 3

beschikbaar. Daarom wordt in blok 1 en 2 nog gewerkt met de ‘papieren versie’ van de app.

2.5 Rol van de docent De methode is zo ontwikkeld, dat de kans op het stimuleren van zelfregulatie, en uiteindelijk

de leefstijl van leerlingen zo groot mogelijk is. Toch is de methode uiteraard ‘slechts’ een

hulpmiddel. De rol van de docent is cruciaal, en het stimuleren van zelfregulatie is voor een

groot deel van hem of haar afhankelijk. Tabel 1 geeft per les weer welke

zelfregulatievaardigheden centraal staan en hoe de docent deze kan stimuleren. Per les

Sta

pp

en

pe

r d

ag •5000-

7500 stappen

Sta

pp

en

pe

r d

ag

•7500-

10.000 stappen

Sta

pp

en

pe

r d

ag •meer dan

10.000 stappen

Page 15: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

15

zullen we dit docentgedrag toelichten. In de volgende hoofdstukken zullen we

achtereenvolgens de de sportlessen voor blok 1 en 2, en de leefstijllessen voor blok 1 en 2

verder uitwerken.

Page 16: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

16

Tabel 1 Zelfregulatie onderdeel en bijbehorend docent- en leerlinggedrag.

In de les Fase Docent gedrag Leerling gedrag

Les 1 Doel stellen Help de leerling met het stellen van een doel

Het doel moet haalbaar, maar uitdagend

zijn.

Hard op nadenken over het doel

Les 1 Reflecteren Help de leerling met het analyseren van het

doel dat is gesteld. Wat moet er gebeuren?

De leerling analyseert welk aspect hij of zij wil

verbeteren

Les 1 en 2 Planning Docent probeert de leerling hard op te laten

denken over wat er wanneer moet gebeuren

om het doel te bereiken

Welke inspanningen gedaan moeten

worden.

Leerling maakt een planning.

Hierin geeft de leerling aan wat hij wanneer

wil doen

Les 2 en 3 Monitoren Docent stimuleert de leerling om na te

denken of de leerling nog op schema ligt.

Geeft feedback op het proces

De leerling gaat na of hij of zij zich aan de

planning heeft gehouden.

Gaat na of de planning nog voldoet of dat er

aanpassingen nodig zijn.

Les 4 Evalueren Docent gaat een opendiscussie aan met de

vraag of de prestaties al zijn verbeterd

Of iedereen het doel gaat halen

-Docent vraagt aan de leerling om zijn eigen

proces te evalueren

Leerling gaat na hoe het proces is verlopen.

Of alles volgens plan is gegaan of dat er toch

aanpassingen nodig waren

Is de prestatie verbeterd?

Alle lessen Inzet Laat de leerling nadenken of er wel genoeg

inzet wordt getoond om het doel te bereiken.

Laat de leerling nadenken of hij zich wel echt

inzet voor het doel en of hij dit ook werkelijk

wil halen

Gaat na of hij het doel wil halen en of hij er

wel alles aan doet om dit doel te halen

Alle lessen Self-efficacy Docent vraagt aan de leerling of die nog

gelooft in het halen van het doel. Waarom

wel of niet?

Gaat na of de leerling trots is op wat is bereikt

Geeft aan of hij of zij geloof heeft in het halen

van het doel.

Of hij of zij trots is op wat er tot nu toe is

bereikt.

Page 17: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

17

3. Sportles- blok 1. Frisbee of longboarden/

trickbiken

In dit hoofdstuk beschrijven we de uitvoering van het sportdeel van de lesmethode. In dit blok

worden de sportlessen veelal nog buiten gegeven en daarom worden de sporten frisbee en

longboarden of trickbiken aangeboden! Omdat er beperkt trickbikes en longboards

beschikbaar zijn, worden deze materialen over de scholen verdeeld. Sommige scholen

bieden dus de keuzen frisbee of longboarden, andere de keuze frisbee of trickbiken.

Voor de start: enthousiasmeren en sportkeuze Om de motivatie van de leerlingen hoog te houden, is het goed Goalkeeper! op een leuke

manier te introduceren. De lessen uit het eerste blok (frisbee of longboarden/trickbiken) lenen

zich hier bij uitstek voor, leerlingen zullen enthousiast zijn om deze nieuwe sporten uit te

proberen! Wanneer mogelijk introduceer je deze sporten daarom al een keer in een les

voordat blok 1 officieel begint. De leerlingen kunnen beide sporten dan uitproberen en in les

1 gefundeerd een keuze maken. Daarnaast worden er voor het leefstijldeel in de

mentorlessen ook al gegevens verzameld voor de start van de eerste les uit het blok.

Hieronder valt o.a. een mogelijk af te nemen conditietest.

Voor iedere leerling een Goalkeeper leerlingboekje (geprint). Verwijder

overbodige onderdelen (bv. trickbike als je alleen longboard aanbiedt)

Ca. 4 Ipads met filmpjes van de betreffende sporten

Kijkkaarten Frisbee uitprinten en ophangen bij betreffende onderdeel.

Kijkkaarten Longboarden of trick bike uitprinten en ophangen bij

betreffende onderdeel.

Page 18: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

18

Belangrijk is dat leerlingen een sport kiezen waarvoor ze gemotiveerd zijn

en waarin ze beter willen worden. Hou wel in de gaten dat de verdeling

van de leerlingen over de sporten voor jou werkbaar is in de lessen!

Mocht je de beschikking hebben over een extra uur bewegingsonderwijs,

dan kun je de sporten extra aanbieden, zodat leerlingen alsnog de sport

van zijn of haar keuze kan doen. Dit kan buiten de methode om.

Page 19: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

19

Les 1 Niveau bepalen en doel stellen

Doelstelling: Aan het eind van de les weten de leerlingen op welk beginniveau ze zich

bevinden voor de onderdelen van de sport die ze hebben gekozen (geel, groen of blauw)

en welk niveau ze willen bereiken in week 4 (geel, groen of blauw). Ook maken ze een globale

planning.

Activiteit frisbee: leerlingen spelen een eindspel frisbee om naderhand zelf hun niveau te

kunnen bepalen (beginsituatie). Dit kan zowel 3-3 (geel) 5-5 (groen) of 7-7 (blauw) zijn.

Na het spelen van het eindspel bepaalt de leerling zelf waaraan hij/zij wil werken. Deze keuze

is vooraf gestructureerd namelijk; Mikken en/of Passing. Een leerling kan beide

bovenstaande opties kiezen, ze hebben immers twee lessen de tijd om aan deze

vaardigheden te werken. Het programma zou er voor de leerling dan als volgt uit kunnen

zien;

Activiteit longboarden: Leerlingen gaan zelfstandig oefenen op het longboard. Je kunt

hiervoor een parcours uitzetten waarin de verschillende vaardigheden aanbod komen

(rijden, bochten, balance, tricks. Het is van belang dat er voldoende tijd is om even ‘feeling’

te krijgen met het board. Aan het eind van de les kunnen de leerlingen aan de hand van de

filmpjes hun niveau bepalen.

Activiteit trickbike: Leerlingen gaan zelfstandig oefenen op een trickbike. Je kunt hiervoor een

parcours uitzetten waarin de verschillende vaardigheden aanbod komen (op en af fietsen,

bochten, Hoppen, stilstaan & tricks). Het is van belang dat er voldoende tijd is om even

‘feeling’ te krijgen met de fiets. Aan het eind van de les kunnen de leerlingen aan de hand

van de filmpjes hun niveau bepalen.

Reflectie

Student gedrag: leerling analyseert op welk niveau hij zit en wat beter kan.

Docent: Kijk eens naar de filmpjes. Wat kun je al? Is dat de kleur geel, groen

of blauw? Bepaal dat voor de verschillende onderdelen. Vindt je buddy dat

ook? Wat gaat al goed? Wat wil je over 4 weken kunnen?

Leerlingen vullen in hun goalkeeper boekje in wat hun startkleur is per

onderdeel voor de door hen gekozen tak van sport. Ook denken ze vast na

over hun doel: welke kleur hebben ze over 4 weken bereikt op ieder

onderdeel?

Page 20: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

20

Doel kiezen en planning maken In het tweede deel gaat de leerling bepalen welk doel hij of zij over vier weken wil bereiken

op ieder onderdeel. Ook maken leerlingen een globale planning voor hoe ze dat doel gaan

bereiken: hoeveel tijd moeten ze aan ieder onderdeel besteden? Laat de leerlingen met hun

buddy oefenen en ondertussen nadenken over bovenstaande.

Activiteit Frisbee: leerlingen bekijken soms de filmpjes nog eens, en gaan in tweetallen aan

de slag met de oefeningen die passen bij de kleur van hun keuze (zie posters).

Activiteit Longboarden/trickbike: leerlingen bekijken soms de filmpjes nog eens en gaan in

tweetallen met de kijkwijzers oefenen op de verschillende onderdelen.

Doel stellen

Leerlinggedrag: leerlingen denkt hardop na over de doelen die hij kan

bereiken

Docent: Welk doel zou je nu kunnen stellen voor over 4 weken? Is dat

realistisch? Is dat uitdagend (niet te gemakkelijk)? Probeer de oefeningen

eens en denk na hoever je kunt komen in de komende vier lessen.

Planning maken

Leerlinggedrag: leerlingen maken een realistische planning om hun doelen

te bereiken.

Docent: Hoeveel tijd heb je in de komende 3 weken om hieraan te werken?

Voor welke onderdelen heb je veel tijd nodig? Voor welke wat minder?

Leerlingen vullen in hun goalkeeper boekje in welke doelen ze nastreven

en hoeveel tijd ze hier ongeveer mee bezig zullen zijn in de komende 3

lessen.

Aan het eind van les 1 vullen ze de vragen in die horen bij les 1.

Page 21: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

21

Les 2: Plannen, monitoren

Doelstelling: De leerlingen werken in deze les zelfstandig aan de door hen gestelde doelen in

hun tak van sport. Dit doen ze op basis van de planning die ze zelf gemaakt hebben.

Goalkeeper boekje bij de hand dus! Gedurende deze les zijn monitoren en evalueren

vaardigheden die centraal staan!

Activiteit frisbee: Aan de hand van de posters gaan leerlingen samen met hun buddy aan de

slag met de oefeningen ‘op hun eigen kleur’ (zie poster), of natuurlijk in de kleur waar ze

naartoe werken). Van tevoren denken ze na over wat ze deze les gaan doen.

Activiteit longboarden/trickbiken: Leerlingen gaan met hun buddy aan de slag met de

verschillende onderdelen. Van tevoren bedenken ze wat ze deze les gaan doen.

Laat leerlingen een deel van de les (in ieder geval 20 minuten) geconcentreerd aan hun

doelen werken. Leg de les af en toe stil om even te stil te staan bij aandacht te besteden

aan monitoren, inzet en self-efficacy en doe dat ook tussendoor (zie ook de tips hiervoor).

Stimuleer de leerlingen om elkaar ook als buddy te bevragen!

Doel en planning (bij aanvang van de les)

Leerlinggedrag: Bij aanvang van de les weten de leerlingen weer wat hun

doelen zijn en wat hun planning is voor deze les.

Docent: Wat waren je doelen ook alweer voor les 4? En waarop ging je veel

oefenen, en waarop wat minder? Overleg met je buddy: wat gaan we deze

les doen? Waar ga je aandacht voor hebben? Waar moet je buddy

opletten?

Monitoren (tijdens en aan het eind van de les)

Leerlinggedrag: leerling analyseert of hij zich aan de planning houdt, of er

aanpassingen nodig zijn.

Docent: Ben je op schema volgens je planning? Zie je vooruitgang richting

je doelen? Moet je dingen aanpassen in je planning? Of zelfs je doelen

bijstellen? Is het gelukt om vandaag een stap dichter bij je doelen te

komen?

Inzet (tijdens de les)

Leerlinggedrag: leerling gaat na of hij er wel alles aan doet om het doel te

halen

Docent: Wil je dit doel echt halen? Zet je je er voldoende voor in?

Page 22: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

22

Self-efficacy (tijdens de les)

Leerlinggedrag: : leerling gaat na of hij of zij gelooft in het halen van het

doel?

Docent: Ben je trots op wat je tot nu toe hebt bereikt? Waarom wel of

niet? Zie je hoeveel vooruitgang je al hebt geboekt? Wat ziet je buddy dat

er al beter gaat?

Leerlingen vullen in hun goalkeeper boekje hun huidige behaalde

niveau in. Laat hen daarvoor nog eens naar de filmpjes kijken.

Aan het eind van les 1 vullen ze de vragen in die horen bij week 2.

Sluit de les af met een eindspel, bijvoorbeeld een potje frisbee, of laat

de frisbee groep eens longboarden/trickbiken of andersom.

Page 23: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

23

Les 3: Plannen en monitoren

Doelstelling: De leerlingen werken in deze les zelfstandig aan de door hen gestelde doelen in

hun tak van sport. Dit doen ze op basis van de planning die ze zelf gemaakt hebben. Les 3

verloopt dus voor een groot gedeelte hetzelfde als les 2.

Laat de leerlingen voor ze van start gaan weer even kijken naar hun einddoel, dat aan het

eind van volgende week al behaald moet worden! Laat ze kort bespreken van ze vandaag

vooral nog moeten doen. Aan de slag!

Het kan leuk zijn om leerlingen elkaar aan het begin en eind van deze

les te laten filmen zodat ze zelf hun voortgang kunnen zien. Dit kan ook

concreet maken waarmee ze nog heel hard aan de slag moeten in de

komende twee lessen.

Monitoren, inzet en self-efficacy

Leerlinggedrag: leerling analyseert of hij zich aan de planning houdt, of er

aanpassingen nodig zijn, of hij voldoende gemotiveerd is en vertrouwen

heeft in dat hij het doel gaat halen.

Docent: Wat wil je in deze les bereiken? Gaat dat lukken? Is het vandaag

gelukt een stap dichter bij je einddoel te komen?

Leerlingen vullen in hun goalkeeper boekje hun huidige behaalde

niveau in. Laat hen daarvoor nog eens naar de filmpjes kijken.

Aan het eind van les 1 vullen ze de vragen in die horen bij week 3.

Page 24: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

24

Les 4: Doel behaald? Evalueren

Doelstelling: de leerlingen werken nog één les hard aan hun doelen. Vervolgens gaat zijn

buddy bepalen of de doelen die in les 1 zijn gesteld, zijn behaald, in samenspraak met de

leerling zelf. Kondig aan: “In les 1 hebben we onszelf doelen gesteld waaraan we hard en

slim gewerkt hebben. Vandaag gaan we kijken wat dat heeft opgeleverd.”

Activiteit Frisbee/longboarden/trickbiken: de leerlingen oefenen het eerste deel van de les

nog zelfstandig. In het tweede deel laat de leerling aan zijn buddy zien op welk niveau hij

de vaardigheden heeft ontwikkeld. De buddy geeft dit aan en onderbouwt waarom dit het

volgens hem wel of niet is gelukt.

De buddy helpt de leerling om positief maar kritisch naar zichzelf zijn

eindkleur te behalen. Het is belangrijk dat de leerlingen zelf ook heel

goed nadenkt over of hij vindt dat zijn doelen zijn behaald, maar de

buddy helpt hem hierbij.

Evalueren

Leerlinggedrag: leerling gaat na hoe het proces is verlopen, of alles

volgens plan is gegaan en of het doel is bereikt.

Docent: Gaat open discussie aan of de prestaties zijn verbeterd. Heeft

iedereen het doel gehaald? Waarom wel of niet? Benadruk de

vooruitgang! Besteed ook aandacht aan wat men hiervan heeft geleerd!

Bedenk op basis van je kennis van de doelgroep hoe je deze

evaluatieles goed kunt invullen. Kunnen de leerlingen het aan om

terwijl de anderen toekijken te laten zien wat ze kunnen op het

longboard of de trickbike? Doen!

Voor de frisbee’ers kun je ook prima weer een eindspel spelen waarbij

leerlingen hun vooruitgang in de praktijk brengen.

Leerlingen vullen in hun goalkeeper boekje hun eindniveau in, en de

bijbehorende vragen. Doe dit aan het eind van de les (of in de

mentorles) gezamenlijk!

Page 25: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

25

4. Sportles- blok 2: Basketball en

Freerunning

In dit blok worden de sporten basketball en freerunning aangeboden. De opbouw is

globaal hetzelfde als in blok 1.

Voor de start: enthousiasmeren en sportkeuze Hiervoor geldt net als in blok 1: bied wanneer mogelijk beide sporten aan voorafgaand aan

les 1, zodat leerlingen alvast na kunnen denken over hun keuze. Opnieuw is het van belang

dat de verdeling van de leerlingen over beide sporten voor jou als docent werkbaar moet

zijn.

Voor iedere leerling een Goalkeeper boekje (geprint)

Kijkkaarten Freerunning. Print uit en hang deze op bij het betreffende

onderdeel.

Kijkkaarten basketball. Print groot uit (A0) en hang op in de buurt van de

baskets ca. 3 benodigde baskets.

De filmpjes voor het bepalen van de ‘kleur’ (niveau) zijn te vinden op

http://bit.ly/2a1q1bI (freerunning) en http://bit.ly/2amSc7E (basketball).

Page 26: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

26

Les 1 Niveau bepalen en doel stellen

Doelstelling: Aan het eind van de les weten de leerlingen op welk beginniveau (kleur) ze zich

bevinden voor diverse basketbal of freerunning onderdelen (geel, groen of blauw) en welk

niveau ze willen bereiken in week 4 (geel, groen of blauw). Ook maken ze een globale,

realistische planning voor het behalen van dat doel.

Wat is mijn niveau: kleur bepalen! Activiteit basketball: leerlingen spelen een eindspel basketbal. Dit kan zowel 2-2 als 3-3, 4-4 of

5-5 zijn. Als het maar de kenmerken van een eindspel bevat. Na het spelen van het eindspel

bepaalt de leerling zelf waaraan hij wil werken. Hij kiest hierbij twee van de volgende opties.

Scoren set-shot

Scoren lay-up

Dribbel/passeeractie

Passing

Activiteit freerunning: Zet de freerunning onderdelen Bayo Flip, Cat Jump, Wall Traverse en

Palm Spin Wall klaar volgens onderstaande afbeeldingen. Laat leerlingen de filmpjes voor de

verschillende onderdelen eens zien , zodat ze een globaal beeld hebben van de kleuren. Zet

ze vervolgens aan de slag met de verschillende onderdelen, aan de hand van de kijkkaarten,

en met een buddy!

Page 27: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

27

Doel kiezen en planning maken In het tweede deel gaat de leerling bepalen welk doel hij of zij over vier weken wil bereiken

op ieder onderdeel. Ook maken leerlingen een globale planning voor hoe ze dat doel gaan

bereiken: hoeveel tijd moeten ze aan ieder onderdeel besteden? Laat de leerlingen met hun

buddy oefenen en ondertussen nadenken over bovenstaande.

Activiteit basketball: leerlingen bekijken soms de filmpjes nog eens, en gaan in tweetallen

aan de slag met de oefeningen die passen bij de kleur van hun keuze (zie posters).

Activiteit freerunning: leerlingen bekijken soms de filmpjes nog eens en gaan in tweetallen

met de kijkwijzers oefenen op de verschillende onderdelen.

Om overvolle baskets te voorkomen kun je overwegen om

leerlingen te verbieden 2x de “scoren” variant te laten kiezen.

Bij beperkte ruimte kun je ervoor kiezen je te beperken tot 2 of

3 onderdelen van freerunning.

Reflectie

Student gedrag: leerling analyseert op welk niveau hij zit en wat beter

kan.

Docent: Kijk eens naar de filmpjes. Wat kun je al? Is dat de kleur geel,

groen of blauw? Bepaal dat voor de verschillende onderdelen. Vindt

je buddy dat ook? Wat gaat al goed? Wat wil je over 4 weken

kunnen?

Leerlingen vullen in hun goalkeeper boekje in wat hun startkleur is per

onderdeel voor de door hen gekozen tak van sport. Ook denken ze

vast na over hun doel: welke kleur hebben ze over 4 weken bereikt

op ieder onderdeel?

Doel stellen

Leerlinggedrag: leerlingen denkt hardop na over de doelen die hij

kan bereiken

Docent: Welk doel zou je nu kunnen stellen voor over 4 weken? Is dat

realistisch? Is dat uitdagend (niet te gemakkelijk)? Probeer de

oefeningen eens en denk na hoever je kunt komen in de komende

vier lessen.

Page 28: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

28

Planning maken

Leerlinggedrag: leerlingen maken een realistische planning om

zhundoelen te bereiken.

Docent: Hoeveel tijd heb je in de komende 3 weken om hieraan te

werken? Voor welke onderdelen heb je veel tijd nodig? Voor welke

wat minder?

Leerlingen vullen in hun goalkeeper boekje in welke doelen ze

nastreven en hoeveel tijd ze hier ongeveer mee bezig zullen zijn in

de komende 3 lessen.

Aan het eind van les 1 vullen ze de vragen in die horen bij les 1.

Page 29: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

29

Les 2: Aan de slag met je gestelde doelen en planning

Doelstelling: De leerlingen werken in deze les zelfstandig aan de door hen gestelde doelen in

hun tak van sport. Dit doen ze op basis van de planning die ze zelf gemaakt hebben.

Goalkeeper boekje bij de hand dus! Gedurende deze les zijn monitoren en evalueren

vaardigheden die centraal staan!

Activiteit basketbal: Aan de hand van de posters gaan leerlingen samen met hun buddy aan

de slag met de oefeningen ‘op hun eigen kleur’ (zie poster, of natuurlijk in de kleur waar ze

naartoe werken). Van tevoren denken ze na over wat ze deze les gaan doen.

Activiteit freerunning: Leerlingen gaan met hun buddy aan de slag met de verschillende

onderdelen. Van tevoren bedenken ze wat ze deze les gaan doen.

Laat leerlingen een deel van de les (in ieder geval 20 minuten) geconcentreerd aan hun

doelen werken. Leg de les af en toe stil om even te stil te staan bij aandacht te besteden

aan monitoren, inzet en self-efficacy en doe dat ook tussendoor (zie ook de tips hiervoor).

Stimuleer de leerlingen om elkaar ook als buddy te bevragen!

Doel en planning (bij aanvang van de les)

Leerlinggedrag: Bij aanvang van de les weten de leerlingen weer wat hun

doelen zijn en wat hun planning is voor deze les.

Docent: Wat waren je doelen ook alweer voor les 4? En waarop ging je veel

oefenen, en waarop wat minder? Overleg met je buddy: wat gaan we

deze les doen? Waar ga je aandacht voor hebben? Waar moet je buddy

opletten?

Monitoren (tijdens en aan het eind van de les)

Leerlinggedrag: leerling analyseert of hij zich aan de planning houdt, of er

aanpassingen nodig zijn.

Docent: Ben je op schema volgens je planning? Zie je vooruitgang richting

je doelen? Moet je dingen aanpassen in je planning? Of zelfs je doelen

bijstellen? Is het gelukt om vandaag een stap dichter bij je doelen te

komen?

Inzet (tijdens de les)

Leerlinggedrag: leerling gaat na of hij er wel alles aan doet om het doel te

halen

Docent: Wil je dit doel echt halen? Zet je je er voldoende voor in?

Page 30: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

30

Self-efficacy (tijdens de les)

Leerlinggedrag: : leerling gaat na of hij of zij gelooft in het halen van het

doel?

Docent: Ben je trots op wat je tot nu toe hebt bereikt? Waarom wel of niet?

Zie je hoeveel vooruitgang je al hebt geboekt? Wat ziet je buddy dat er al

beter gaat?

Leerlingen vullen in hun goalkeeper boekje hun huidige behaalde

niveau in. Laat hen daarvoor nog eens naar de filmpjes kijken.

Aan het eind van les 1 vullen ze de vragen in die horen bij week 2.

Sluit de les af met een eindspel, bijvoorbeeld een potje basketbal, of

een rondje op het freerunning parcours voor iedereen.

Page 31: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

31

Les 3: Aan de slag met je gestelde doelen!

Doelstelling: De leerlingen werken in deze les zelfstandig aan de door hen gestelde doelen in

hun tak van sport. Dit doen ze op basis van de planning die ze zelf gemaakt hebben. Les 3

verloopt dus voor een groot gedeelte hetzelfde als les 2.

Laat de leerlingen voor ze van start gaan weer even kijken naar hun einddoel, dat aan het

eind van volgende week al behaald moet worden! Laat ze kort bespreken van ze vandaag

vooral nog moeten doen. Aan de slag!

Het kan leuk zijn om leerlingen elkaar aan het begin en eind van

deze les te laten filmen zodat ze zelf hun voortgang kunnen zien.

Dit kan ook concreet maken waarmee ze nog heel hard aan de

slag moeten in de komende twee lessen.

Monitoren, inzet en self-efficacy

Leerlinggedrag: leerling analyseert of hij zich aan de planning houdt,

of er aanpassingen nodig zijn, of hij voldoende gemotiveerd is en

vertrouwen heeft in dat hij het doel gaat halen.

Docent: Wat wil je in deze les bereiken? Gaat dat lukken? Is het

vandaag gelukt een stap dichter bij je einddoel te komen?

Leerlingen vullen in hun goalkeeper boekje hun huidige behaalde

niveau in. Laat hen daarvoor nog eens naar de filmpjes kijken.

Aan het eind van les 1 vullen ze de vragen in die horen bij week 3.

Page 32: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

32

Les 4: doel behaald? Evalueren!

Doelstelling: de leerlingen werken nog één les hard aan hun doelen. Vervolgens gaat zijn

buddy bepalen of de doelen die in les 1 zijn gesteld, zijn behaald, in samenspraak met de

leerling zelf. Kondig aan: “In les 1 hebben we onszelf doelen gesteld waaraan we hard en

slim gewerkt hebben. Vandaag gaan we kijken wat dat heeft opgeleverd.”

Activiteit basketbal: en freerunning de leerlingen oefenen het eerste deel van de les nog

zelfstandig. In het tweede deel laat de leerling aan zijn buddy zien op welk niveau hij de

vaardigheden heeft ontwikkeld. De buddy geeft dit aan en onderbouwt waarom dit het

volgens hem wel of niet is gelukt.

De buddy helpt de leerling om positief maar kritisch naar zichzelf zijn

eindkleur te behalen. Het is belangrijk dat de leerlingen zelf ook heel

goed nadenkt over of hij vindt dat zijn doelen zijn behaald, maar de

buddy helpt hem hierbij.

Evalueren

Leerlinggedrag: leerling gaat na hoe het proces is verlopen, of alles

volgens plan is gegaan en of het doel is bereikt.

Docent: Gaat open discussie aan of de prestaties zijn verbeterd. Heeft

iedereen het doel gehaald? Waarom wel of niet? Benadruk de

vooruitgang! Besteed ook aandacht aan wat men hiervan heeft geleerd!

Bedenk op basis van je kennis van de doelgroep hoe je deze

evaluatieles goed kunt invullen. Kunnen de leerlingen het aan om

terwijl de anderen toekijken het freerunning parcours te doorlopen om

hun vooruitgang te laten zien? Doen!

Voor de basketballers kun je ook prima weer een eindspel spelen

waarbij leerlingen hun vooruitgang in de praktijk brengen.

Leerlingen vullen in hun goalkeeper boekje hun eindniveau in, en de

bijbehorende vragen. Doe dit aan het eind van de les (of in de

mentorles) gezamenlijk!

Page 33: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

33

5. Leefstijl blok 1- Sport, bewegen en (niet)

zitten

De lessen leefstijl vinden plaats in de mentorlessen. Ook dit gebeurt steeds in blokken van

vier weken. De invulling en tijdsinvestering van elke les verschilt: variërend van 15 minuten tot

een volledige mentorles. In dit eerste blok is er aandacht voor onder andere actief

transport, sport en bewegen en sedentair gedrag. Tijdens alle lessen kan zelfregulatie

gestimuleerd worden. De opzet van de lessen en het werkboek voor de leerlingen bieden

hiervoor steeds de mogelijkheid. De docent dient zijn begeleiding zelf aan te passen aan

het niveau van de groep, waarbij verwacht wordt dat zijn actieve rol steeds meer af zal

nemen gedurende de weken.

Voor de start: enthousiasmeren en verzamelen van

basisgegevens Let op! Voorafgaand aan dit eerste blok wordt de docenten gevraagd om de leerlingen

te helpen een aantal gegevens te verzamelen om bewegen in hun dagelijks leven en hun

conditie in kaart te brengen. Hiervoor zijn de volgende dingen nodig:

Introduceer het onderwerp actieve leefstijl door middel van het volgende filmpje over de

gevolgen van teveel stil zitten en/of het nieuwsbericht van de NOS van 16 juli 2016:

“Nederlandse jongeren zijn kampioen zitten”.

https://www.youtube.com/watch?v=wUEl8KrMz14

Voor iedere leerling een Goalkeeper boekje (geprint)

Per leerling een telefoon met stappenteller (bv. Samsung: S-health,

Iphone (Gezondheid) of Pedometer (zelf te installeren)

Let op: de app Pedometer moet eerst aangezet worden voordat de

stappen geteld worden. S-health en gezondheid doen dit

automatisch al!

Kijkwijzer “Meten van de hartslag”

Wanneer mogelijk: cd shuttle run test. Het protocol is eventueel hier te

vinden: http://www.homeware.be/isrt.php. Een andere optie is na een

goede warming up 20-30 seconden maximaal te lopen en daarna het

aantal hartslagen direct na afloop en een minuut na afloop te meten.

Zie ook het Goalkeeper boekje en de kijkwijzer ‘meten van de hartslag’.

Page 34: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

34

Help de leerlingen in de komende week/weken, maar in elk geval voorafgaand aan les 1

de volgende gegevens te verzamelen:

Een korte vragenlijst over sport en bewegen (zie Goalkeeper boekje)

Informatie over de mate van activiteit: laat de leerlingen met een stappenteller op

hun telefoon voor een aantal dagen (±4 dagen) het aantal stappen dat zij zetten

bijhouden.

Informatie over hun conditie: het zou interessant zijn om een shuttlerun test of korte

inspanningstest zoals beschreven in het kader op de vorige pagina te doen om de

conditie te meten. Laat de leerlingen hun hartslag direct na afloop meten met de

Kijkwijzer ‘meten van de hartslag’ en laat ze dat 1 minuut na afloop opnieuw doen.

De afname van het aantal hartslagen per minuut zegt iets over de conditie.

Na langere inspanningen

Slecht (minder dan 20 hartslagen minder na 1 minuut)

Redelijk (20-29 hartslagen minder na 1 minuut)

Goed (30-39 hartslagen minder na 1 minuut)

Zeer goed (40-49 hartslagen minder na 1 minuut)

Uitstekend (50-60) hartslagen minder na 1 minuut)

Uitmuntend (>60 hartslagen minder na 1 minuut)

Na kortere inspanningen

Slecht (<10 hartslagen minder na 1 minuut)

Redelijk (11-20 hartslagen minder na 1 minuut)

Goed (21-30 hartslagen minder na 1 minuut)

Zeer goed (31-40 hartslagen minder na 1 minuut)

Uitstekend (>41hartslagen minder na 1 minuut)

Voor leerlingen werkt het mogelijk motiverend als de docent zelf ook

deelneemt aan het project. Het zou interessant kunnen zijn om zelf ook

een vragenlijst in te vullen, stappen te tellen en de shuttle run test te doen.

Tijdens les 1 wordt het Goalkeeper boekje verder toegelicht, maar

laat de leerlingen nu alvast de eerste verzamelde gegevens invullen.

Help leerlingen bij het berekenen van het gemiddelde aantal stappen

per dag.

Page 35: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

35

Les 1. Bewustwording van leefstijl en fitheid

Doel: Reflectie op eigen leefstijl en fitheid

Onderdeel A: Actieve Werkvorm ‘over de streep’. Duur: 20 minuten

Toelichting:

De leerlingen gaan aan één kant van het lokaal staan. Er worden vragen gesteld over

leefstijl en als kinderen er bevestigend op kunnen antwoorden lopen ze naar de andere

kant van het lokaal.

Mogelijke vragen:

Wie vindt het leuk om te sporten?

Wie gaat er dagelijks met de fiets naar school?

o Wie moet dagelijks meer dan 30 minuten fietsen (die leerlingen blijven staan)

Wie kiest er voor de roltrap of de lift als die aanwezig is i.p.v. de trap?

Wie sport er bij een sportvereniging?

o Wie sport er twee keer of meer per week? (die leerlingen blijven staan)

Wie zet er meer dan 10.000 stappen op een dag?

Wie zou er meer willen bewegen/sporten dan dat hij/zij nu doet?

……. Zelf te bedenken vragen

Onderdeel B: Goalkeeper boekje blok 1, les 1 invullen Duur: 20 minuten

Toelichting:

De leerlingen zijn zich door onderdeel A iets meer bewust geworden van hun leefstijl. Bij

onderdeel B kijken ze naar reeds verzamelde gegevens (vragenlijst, stappenteller en evt.

shuttle run test) en stellen op basis daarvan een doel voor 1 week op.

Inhoud:

De Goalkeeper boekjes worden uitgedeeld en (verder) toegelicht.

De Goalkeeper boekjes zijn persoonlijk

De Goalkeeper boekjes worden gedurende alle 8 lessen gebruikt

In de Goalkeeper boekjes worden doelen opgesteld, plannen gemaakt en wordt er

geëvalueerd

Reflecteren

De docent legt de werkvorm uit en stelt vragen

Het staat de docent vrij om andere vragen/ extra vragen te stellen

en/of de leerlingen zelf vragen te laten bedenken

De docent stelt zo nu en dan verdiepende vragen zoals (‘waarom

vindt je sporten wel of niet leuk?’/ ‘Wat voor sport doe je’?/ ‘Waarom

zou je meer willen bewegen’?

Aan het einde van de werkvorm kan er kort ingegaan worden op het

belang van een actieve leefstijl. Waarom is het goed voor je?

Page 36: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

36

De leerlingen bepalen aan de hand van eerdere verzamelde gegevens

hun startkleur (geel, groen of blauw).

Geef uitleg over normen (60 minuten bewegen per dag en 10.000

stappen per dag)

Vervolgens kiezen ze hun doel voor de aankomende week. Dit kan een

doel zijn met stappen, met aantal minuten bewegen per dag of beiden.

(stappen heeft wel de voorkeur door iets grotere betrouwbaarheid van

gegevens door meetinstrument)

De leerlingen kiezen daarna een aanpak voor het bereiken van het

doel (hoe). Er worden opties gegeven, maar ook eigen bedachte

strategieën zijn mogelijk. De leerlingen geven ook aan wanneer ze die

strategie gaan toepassen. Samen vormt dit het plan.

Benadruk duidelijk dat de leerlingen hun telefoon zo veel mogelijk bij

zich houden om de stappen te kunnen tellen.

Let op mocht een leerling geen stappenteller kunnen downloaden,

deel dan een fitbit aan deze leerling uit. Deze zijn maar beperkt

beschikbaar. Alternatief is altijd nog om te kijken naar het aantal

bewogen minuten per dag (eigen schatting). Hier kunnen ook doelen

voor opgesteld worden (goalkeeper boekje).

Reflectie

Student gedrag: leerling analyseren hun eigen fitheid.

Docent: Op welke momenten lukt het wel wat meer te bewegen? En op welke

momenten niet?

Doel stellen

Student gedrag: leerling stellen een haalbaar maar uitdagend doel

Docent: Benadruk dat de norm gezet is op 10.000 stappen, zodat de

leerlingen uitgedaagd worden om richting die 10.000 stappen te gaan. Je

hebt nu een beeld van hoeveel stappen je meestal zet. Wat is een goed

doel?

Plan maken

Student gedrag: leerling bedenken hoe ze hun stappendoel gaan bereiken

Docent: Hoe zou je dit doel kunnen bereiken? Op welke momenten kun je

zonder dat het heel lastig is, meer bewegen?

Page 37: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

37

Les 2: Belemmeringen en strategieën

Doel: Tot strategieën komen voor het overwinnen van belemmeringen.

Doel: bewustwording van eigen zitgedrag op school en mogelijkheden om dit te

veranderen

Onderdeel A: Werkboek 1, les 2. Evaluatie doel en strategieën

bedenken Duur: 20 minuten

Toelichting:

In deze les evalueren we het doel dat de leerlingen in les 1 hebben opgesteld. Ook kijken

we naar redenen voor het niet of niet helemaal halen van doelen: belemmerende

factoren/ barrières. Tot slot gaan we op zoek naar strategieën om doelen wel te behalen.

Achtergrond

Er zijn tal van redenen waarom kinderen (en volwassenen!) gezondheidsdoelen niet halen.

Vaak wordt hun motivatie om het doel te halen door iets of iemand belemmerd:

Te weinig tijd

Ongunstige weersomstandigheden

Kosten

Gezondheidsklachten

Leukere alternatieven (met vrienden zijn, tv kijken, etc.)

Sociale omgeving die het belang van bewegen niet inziet

Ook meer psychologische factoren kunnen een barrière zijn, zoals:

Een negatieve verwachting van de eigen effectiviteit het kind heeft geen

vertrouwen in zijn eigen kunnen voor het behalen van een gewenste uitkomst (bijv.

‘als hij het niet kan, kan ik het zeker niet’ of ‘het is me nog nooit gelukt, dus dat zal nu

ook zo zijn’)

Negatieve verwachtingen over de uitkomst van het gedrag als een kind denkt dat

er ongewenste effecten zullen zijn bij het uitvoeren van het gedrag, zal hij het minder

snel gaan uitvoeren (bijv. ‘na een rondje hardlopen voel ik me juist slechter dan

beter’)

De volgende dingen kunnen helpen om doelen meer haalbaar te maken:

Zorg dat het kind een doel stelt dat hij zelf wilt bereiken (motivatie is nodig)

Een leerlinggerichte benadering ze moeten niet perse de norm halen, maar stellen

een doel dat passend is voor hun eigen situatie

Page 38: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

38

Op zoek naar barrières om het doel te behalen – wat weerhoudt je voor het

bereiken van het doel?

Strategieën die kunnen helpen om barrières te omzeilen zijn:

Andere manieren/ wegen bedenken om het gestelde doel te behalen

Als… dan…. formuleren

Ander doel stellen

Cognitieve aanpak van overtuigingen waarop zijn de overtuigingen gebaseerd?

Zijn ze juist? Probeer het eens uit (experimenten). Andere manier van kijken naar

barrières.

Inhoud:

Deel de werkboeken uit en laat leerlingen terugkijken naar het gestelde doel. Bespreek of

de doelen behaald zijn of niet. Laat leerlingen hun exacte aantal stappen/ minuten

bewegen opschrijven in het werkboek.

Vervolgens wordt een inventarisatie gemaakt van meegemaakte en mogelijke

belemmeringen voor het behalen van de doelen gericht op fysieke activiteit. Schrijf deze

belemmeringen op vellen papier en leg deze op verschillende plekken in het lokaal.

Kinderen gaan in groepjes nadenken over wat ze kunnen doen om de beschreven

belemmeringen te voorkomen. Kinderen kunnen zelf kiezen over welke belemmering ze

willen nadenken.

Leerlingen gaan aan de slag met Als… dan formuleringen.

Dus ‘als het regent op het moment dat ik naar school wil fietsen dan trek ik een regenpak

aan’ of ‘als vrienden een voorstel doen om in de middag samen iets te gaan doen dan prik

ik direct in mijn agenda een nieuw tijdstip om te gaan sporten’. Bespreek de verschillende

strategieën klassikaal en kijk hierbij ook naar de haalbaarheid van de gestelde strategie.

Mogelijk zijn er nog aanvullingen van andere leerlingen of vanuit jezelf.

Evalueren

Student gedrag: leerling gaat na of het proces goed is gegaan, of alles

volgens plan is verlopen en of het doel is bereikt.

Docent: Gaat open discussie aan of de prestaties zijn verbeterd. Heeft

iedereen het doel gehaald? Waarom wel of niet? Benadruk de vooruitgang!

Maar besteed ook aandacht aan belemmeringen aan barrières.

Page 39: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

39

Onderdeel B: Campagne ‘kom in beweging’ Duur: 15/20 minuten

Toelichting:

De leerlingen gaan aan de slag met het ontwikkelen van een campagne voor het in

beweging komen van hun eigen medeleerlingen op school. Vandaag is de eerste

brainstormsessie, de volgende les gaan ze materialen/plannen maken en de laatste les

gaan ze het ook uitvoeren in de school. Hoe krijg je mensen in bewegen?

Inspiratievideo https://www.youtube.com/watch?v=TDM_nRg4bl4

(Trap is omgebouwd tot grote piano)

Andere ideeën om de trap te nemen:

Posters met Stimulerende teksten – ‘Je kan het, nog 10 treden’

Posters met gezondheidsvoordelen – ‘hierboven heb je 10 calorieën verbrand’

Kleurige voetstappen op vloer die leiden naar de trap

Posters met oefeningen die op een bepaalde plek gedaan kunnen worden.

QR codes die gescand kunnen worden met smartphones waarna opdrachten te

zien zijn

Wandelroutes voor tijdens de pauze

Traploopwedstrijden tijdens de pauze

Kinderen indelen in groepjes van 4/5 en ze op een vel papier een eerste brainstorm laten

maken over hoe ze anderen kunnen aanzetten (binnen de school) tot beweging.

De volgende vragen kunnen gesteld worden aan de leerlingen om ze op weg te helpen:

- Wat/ waar zijn de plekken in en om de school waar veel leerlingen zitten

Voor alle leerlingen de opdracht “Campagne kom in beweging!”, Tool 8.

Vandaag vooral aandacht voor stap 1 en 2.

Op basis van deze informatie kijken de leerlingen weer naar hun gestelde doel en

passen dit aan voor de komende twee weken. Daarnaast zetten ze hun

belangrijkste “als….dan” redeneringen in het werkboek. En vullen de “Tot slot”

vragen in.

Evalueren

Op het moment dat de leerlingen zelf met weinig voorbeelden komen, geef

dan zelf voorbeelden rondom mogelijk je eigen gestelde doel. Stel daarnaast

vragen aan de leerlingen om er achter te komen of er toch mogelijke

belemmeringen zouden kunnen zijn, die ze afgelopen week niet hebben

meegemaakt. Vragenderwijs de leerlingen dus proberen te betrekken.

Page 40: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

40

- Op welke tijdstippen/ momenten zitten de leerlingen daar veel?

- Waardoor zouden ze zelf eerder in beweging komen op die plekken en die

momenten?

- Zijn dit haalbare ideeën?

Begeleiding vanuit de docent: Sta open voor de ideeën van de leerlingen, moedig dit aan

Stel vragen/ enthousiasmeer.

Page 41: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

41

Les 3: Doel monitoren en ontwikkelen campagne

Doel: monitoren van het doel + verder gaan met ontwikkeling campagne

Onderdeel A: Werkboek Blok 1, les 3 invullen. Duur: 5/10 minuten

Toelichting:

De leerlingen staan kort stil bij hun doel en de mogelijke belemmeringen. Vervolgens stellen

ze hun doel en gekozen strategie (indien nodig) bij.

Inhoud:

De leerlingen vullen het aantal gezette stappen van de afgelopen week in.

Er wordt gekeken of met dit aantal stappen voldaan wordt aan het gestelde doel

Zo ja moet het doel uitdagender worden?

Zo nee wat zijn mogelijke belemmeringen geweest?

o Verandering van strategie

o Aanpassing van het doel

Naast dit invul gedeelte staat het de docent vrij om vragen te stellen over de afgelopen

week en mogelijk iets te vertellen over zijn eigen doel. Het is vooral interessant of de

leerlingen zich gehouden hebben aan de gekozen strategie in het geval dat de

belemmering zich daadwerkelijk voordeed. Wat ging moeilijk/ wat ging makkelijk?

Begeleiding vanuit de docent:

Het is aan de docent hoeveel tijd hij aan het monitoren kwijt wil zijn. Het kan kort door alleen

de leerlingen het werkboek te laten invullen en mogelijk een paar vragen te stellen, maar er

kan ook dieper in worden gegaan op de gebruikte strategieën.

Onderdeel B: Campagne ‘kom in beweging’ Duur: 40 minuten

Toelichting:

De verschillende groepjes hebben in de vorige les een eerste brainstormsessie gehouden

over hoe ze hun eigen medeleerlingen in beweging kunnen krijgen. Vandaag wordt de

campagne verder ontwikkelt (denk aan strategieën uitwerken/ materialen maken/ taken

verdelen).

Page 42: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

42

Inhoud:

Stap 1 en 2 zijn ze vorige week mee gestart. Doel van vandaag is te komen tot en met stap

4. Eventueel kunnen ze de campagne als huiswerk afmaken.

Opdracht: zorg dat volgende week voor de nieuwe mentorles de materialen in de school

hangen (Dus de campagne wordt gevoerd). Zorg ervoor dat er allerlei knutselmaterialen

en computers beschikbaar zijn.

Aan het einde van de les kort de ontwikkelde campagnes met elkaar bespreken. Geef aan

wanneer de leerlingen de campagne daadwerkelijk gaan uitvoeren klaarzetten van de

campagne voor de volgende mentorles!)

Voordat de leerlingen de les verlaten ze nog even attenderen op hun eigen gestelde

leefstijldoel.

Begeleiding vanuit de docent:

Vooral vragenderwijs coachen. Stel vooral de vraag: wat zou jezelf in beweging brengen

hier op school?

Sta

p 1

: W

at

is h

et

do

el?

Sta

p 2

: K

eu

ze

ac

tivite

ite

n e

n

mid

de

len

Sta

p 3

: Ta

ke

n

ve

rde

len

Sta

p 4

: M

ate

ria

len

m

ake

n

Sta

p 5

: C

am

pa

gn

e

uitvo

ere

n

Page 43: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

43

Les 4: Uitvoering campagne en evaluatie van de doelen

Onderdeel A: Campagne ‘Kom in beweging’ Duur: 40 minuten

Toelichting:

De leerlingen gaan elkaars campagne ‘ervaren’

Inhoud:

De leerlingen gaan in hun eigen groepjes de school door op zoek naar de campagnes van

de andere groepjes. Ze voeren de activiteiten uit en geven dan feedback op formulier. De

feedback is gericht op zichtbaarheid, originaliteit, duidelijkheid en effect. Hamvraag is:

denken ze dat de campagnes van de anderen effect hebben op het in beweging krijgen

van medeleerlingen? Zo nee wat ontbreekt er?

Duidelijke afspraken maken over de duur van deze activiteit en het tijdstip van verzamelen

op een locatie.

Begeleiding vanuit de docent:

Rondlopen, meekijken, zelf ervaren en vragen stellen.

Onderdeel B: Evaluatie blok 1 Duur: 10-15 minuten

Toelichting:

Stilstaan bij gestelde doel, belemmeringen en activiteiten die uitgevoerd zijn in de les.

Inhoud:

Evaluatie van de campagne:

Wat werkte goed/ wat niet

Conclusie: hoe krijgen we elkaar dus in beweging?

Evaluatie eigen leerdoelen.

Voor alle leerlingen het feedbackformulier van de campagne “Kom in

Beweging”. ( Tool 9).

Page 44: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

44

Is het gelukt om het gestelde doel te behalen -> schrijf het aantal gezette

stappen weer op

Was het makkelijk/ moeilijk?

Wat zijn de grootste belemmeringen geweest?

Wat is de beste strategie voor jou om toch je doel te halen?

Wat neem je mee uit dit blok?

Begeleiding vanuit de docent:

Vragenderwijs proberen de leerlingen bij de evaluatie te betrekken en geef indien mogelijk

ook zelf antwoorden op de gestelde vragen. Wat is jouw best werkende strategie om je

doel te bereiken?

Page 45: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

45

6. Leefstijl blok 2: Actief op school!

In dit blok gaan de leerlingen nog steeds aan de slag met lichamelijke activiteit gedurende

een schooldag.

Voorbereiding op les 1: Laat leerlingen op hun mobiele telefoon 1 schooldag (van binnenkomst tot vertrek) de

stappen tellen door:

1) Ze bij aankomst op school de stappenteller aan te zetten en voor vertrek het aantal

stappen te noteren

2) Het reeds gezette aantal stappen te noteren bij binnenkomst en bij vertrek (als de

stappenteller standaard aanstaat)

3) Als 1 of 2 niet mogelijk zijn of niet goed zijn gegaan Laat de leerlingen 20% van het

aantal gezette stappen over een hele dag (mogelijk al van een eerder moment

tijdens blok 1) berekenen en als uitgangswaarde opschrijven in het werkboek.

Page 46: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

46

Les 1: Bewustwording Fysieke activiteit gedurende schooltijd

en het stellen van een doel om meer te bewegen

Onderdeel A Duur: 20 minuten

Toelichting:

Leerlingen denken terug aan blok 1 (wat nemen ze daaruit mee?) en gaan bewust stilstaan

bij hun fysieke activiteit gedurende een schooldag

Inhoud

Zet spullen aan de kant in het lokaal zodat de leerlingen rondjes kunnen lopen.

Laat de kinderen vervolgens lopen en stel ze ondertussen de volgende vragen over

bewegen vóór school:

Denk na over hoeveel je vandaag (vanaf het moment dat je wakker bent geworden

tot het moment dat je op school aankwam) hebt bewogen. Hoe vaak ben je een

trap op en af gelopen? Ben je heen en weer gelopen tussen de woonkamer en de

keuken? Ben je lopend naar school gekomen of op de fiets? Of heb je de bus

gepakt?

Laat de leerlingen naar een bepaalde hoek van het lokaal lopen:

o Hoek 1: Minder dan 15 minuten bewogen

o Hoek 2: Tussen de 15 en 30 minuten bewogen

o Hoek 3: meer dan 30 minuten bewogen

Laat de leerlingen weer rond lopen en stel ze de volgende vragen over bewegen tijdens

schooltijd:

Sinds het moment dat je op school bent gekomen tot nu hoeveel heb je bewogen? Ben

je gaan wandelen in een pauze? Hoeveel trappen heb je gelopen? Moest je van en naar

verschillende locaties? Etc.

Laat de leerlingen weer naar een hoek lopen

Hoek 1: Minder dan 15 minuten bewogen

Hoek 2: Tussen de 15 en 30 minuten bewogen

Hoek 3: meer dan 30 minuten bewogen

Laat de leerlingen weer rond lopen en stel ze de volgende vragen over bewegen na

schooltijd:

Page 47: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

47

Sinds het moment dat je gisteren uit school kwam en je bed in ging. Hoeveel heb je toen

bewogen? Ben je weer naar huis gefietst/ gewandeld? Heb je de hond uitgelaten? Ben je

wezen sporten? Etc.

Laat de leerlingen weer naar een hoek lopen

Hoek 1: Minder dan 15 minuten bewogen

Hoek 2: Tussen de 15 en 30 minuten bewogen

Hoek 3: meer dan 30 minuten bewogen

De verwachting is dat je het volgende patroon zult zien:

Voor schooltijd is er matig sprake van bewegen (kinderen die verder weg wonen

zullen meer minuten bewegen)

Tijdens schooltijd (een dag zonder gymles) is er amper sprake van bewegen

Na schooltijd wordt er in verhouding het meeste bewogen.

Benoem het patroon wat zichtbaar is in de klas en laat de leerlingen berekenen hoeveel tijd

ze per dag op school zitten! Conclusie is eigenlijk dat het goed zou zijn om tijdens schooltijd

meer te gaan bewegen!

Begeleiding vanuit de docent:

De docent legt de werkvorm uit en stelt vragen

Kinderen beantwoorden de vragen in hun hoofd, dus niet hardop.

Het staat de docent vrij om andere vragen te stellen

De docent kan leerlingen ook vragen om wel hardop antwoord te geven of een

toelichting te geven bij de hoek waar ze gaan staan.

Onderdeel B: Werkboek blok 2, les 1 invullen in het werkboek Duur: 15 minuten

Toelichting:

De leerlingen zijn door onderdeel A bewuster geworden over de inactiviteit tijdens school. In

het werkboek gaan ze doelen opstellen voor meer bewegen op school en een gezamenlijk

doel met de klas.

Inhoud:

De werkboeken worden uitgedeeld.

Page 48: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

48

Als de voorbereiding op les 1 goed is gegaan (punt 1 of 2) kunnen de leerlingen direct het

aantal gezette stappen gedurende schooltijd noteren in hun werkboek. Mocht dit niet zijn

gelukt dan is er de volgende optie:

Laat de leerlingen 20% van het aantal gezette stappen over een hele dag

(mogelijk al van een eerder moment tijdens blok 1) berekenen en als

uitgangswaarde opschrijven in het werkboek.

Laat de leerlingen vervolgens een doel kiezen (aantal stappen) dat ze gedurende schooltijd

willen behalen. Dit doel kunnen ze aankruisen in het werkboek:

Geel: 1000-2500 stappen

Groen:2500-4000 stappen

Blauw: meer dan 4000 stappen

Vervolgens wordt er een klassendoel gesteld door de kinderen op briefjes een ‘exact aantal

stappen’ te laten opschrijven en dit door 1 leerling te laten optellen. Dit aantal kan mogelijk

in overleg met de klas nog een beetje opgehoogd worden als uitdaging. Het zou mooi zijn

als de docent meedoet met dit doel. Zorg ervoor dat dit doel ergens genoteerd staat.

In kleine groepjes gaan de leerlingen nadenken over hoe ze het doel zouden kunnen

behalen (strategie), hierbij valt te denken aan:

Eerdere activiteiten die ze zelf bedacht hebben bij de campagne van blok 1

Rondje wandelen tijdens de lunch

Staand overleggen

Wedstrijdje traplopen

Etc.

Bespreek dit klassikaal. Bespreek ook hoe de leerlingen elkaar zouden kunnen motiveren om

het individuele- en klassendoel te behalen. Welke afspraken kunnen ze mogelijk al met

elkaar maken?

Uiteindelijk schrijven ze hun strategie op in het werkboek en wordt er gezamenlijk een dag

gekozen (een dag zonder gymles) waarbij de stappen die gezet worden op school worden

bijgehouden. Noteer bij het klassendoel mogelijk ook de gemaakte afspraken/ strategieën

om dat grotere doel te behalen.

Begeleiding vanuit de docent:

Help de leerlingen bij het berekenen van het aantal gezette stappen (de 20%)

Motiveer de leerlingen om een uitdagend doel te kiezen, maar wat wel realistisch

blijft

Maak indien mogelijk zelf ook afspraken met leerlingen (bijv. in plaats van een zittend

gesprek te voeren ga je samen staan)

Page 49: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

49

Les 2: Monitoren van de gestelde doelen (individueel en

klassikaal). Brainstorm over de “Actiefste Schooldag”

Onderdeel A: Werkboek Blok 2, les 2 invullen Duur: 10 minuten

Toelichting:

Er wordt gekeken of de gestelde doelen zijn gehaald en voor de volgende week mogelijk

moeten worden bijgesteld.

Inhoud:

De werkboeken worden uitgedeeld. De leerlingen vullen het aantal gezette stappen in van

de dag die ze bijgehouden hebben en controleren zelf of ze hun eigen gestelde doel

gehaald hebben. Vervolgens worden alle stappen weer op briefjes gezet en opgeteld door

een leerling om te kijken of het klassendoel bereikt is. Op basis van de uitslag kan er met

onderstaande vragen gereflecteerd worden:

Zijn jullie bewust bezig geweest met het aantal gezette stappen op de

afgesproken dag? Wat ging hetzelfde en wat ging anders ten opzichte van de

dagen die niet gemeten zijn?

Hebben jullie je gehouden aan de gemaakte afspraken? Waarom wel/niet?

Was het lastig om uit te voeren? Welke belemmeringen kwamen jullie tegen?

Wat maakte het juist makkelijk om in beweging te komen? (succesverhalen)

Was het gestelde doel realistisch (of te makkelijk/ te moeilijk)?

Op basis van deze kennis welk doel wordt er voor de volgende week

opgesteld? (aantal stappen individueel en klassikaal)

Welke strategie blijft en welke afspraken kunnen mogelijk nieuw gemaakt

worden?

Laat de leerlingen eventuele aangepaste doelen en strategieën weer noteren in het

werkboek. Hierbij kunnen ze ook weer als….dan… formuleringen noteren voor de omgang

met barrières (zie blok 1). Als laatste zijn er weer ‘tot slot’ vragen die de leerlingen invullen.

Begeleiding vanuit de docent:

Het staat de docent vrij om andere vragen te stellen tijdens de monitoring.

Page 50: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

50

Onderdeel B: Eerste brainstorm over: “De actiefste schooldag.” Duur: 40 minuten

Toelichting:

De leerlingen gaan aan de slag met het bedenken van ‘de actiefste schooldag’. Hierbij

wordt er gekeken hoe er tijdens en tussen lessen extra bewogen zou kunnen worden.

Achtergrond

Bewegen tussen en tijdens lessen is goed voor de concentratie en daarmee ook voor

schoolprestaties. In het basisonderwijs is hier afgelopen jaren een groot onderzoek naar

gedaan in Groningen. Video om een voorbeeld te geven van hoe er bewegen kan worden

tijdens de les. Deze video dient als inspiratie voor een mogelijke lesinvulling

Link video:

https://www.youtube.com/watch?v=rHmcgxvPLLM

Inhoud

De leerlingen gaan een start maken om de ‘actiefste schooldag’ te organiseren. Hierbij

gaat het om het organiseren van activiteiten die tijdens een reguliere schooldag uitgevoerd

kunnen worden. Het doel is dus geen sportdag. Met de klas wordt in de derde les een extra

uitdagend klassendoel neergezet voor die dag.

Als uitvoeringsdag is het het handigste om de dag te nemen waarin de vierde mentorles

van dit blok gepland staat. Deze dag wordt gezamenlijk bekeken, dus wat staat er op het

programma? Hoe laat begint de schooldag? Welke vakken worden er gegeven? Zijn er

tussenuren? Wanneer zijn er pauzes?

De volgende stap is om te kijken wat geschikte momenten zijn om te bewegen. De pauzes

en tussenuren zijn logische momenten, maar welke lessen zijn mogelijk ook geschikt om

meer te gaan bewegen? Misschien kan dat wel bij wiskunde of biologie. Of misschien zijn er

wel docenten die hier wel voor openstaan.

De verschillende mogelijke momenten om extra te bewegen worden opgeschreven op

vellen papier en deze worden op verschillende tafels neergelegd. Groepen leerlingen

krijgen vervolgens 5 minuten de tijd om ideeën voor de invulling van de momenten op te

schrijven, vervolgens wordt er door gewisseld. Afhankelijk van de tijd denken dus meerdere

groepjes na over meerdere beweegmomenten.

Aan het einde van de les worden de verschillende vellen klassikaal doorgenomen en

worden de leerlingen ingedeeld bij een onderdeel. Aan dit onderdeel gaan ze vanaf

volgende week meewerken. De docent kan de indeling zelf maken of de kinderen laten

kiezen.

Page 51: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

51

‘Huiswerk’ de groepen die iets gaan organiseren tijdens andere lessen moeten voor de

volgende mentorles contact hebben gezocht met de betreffende leraar en de

mogelijkheden besproken hebben.

Voordat de leerlingen de les verlaten ze nog even attent maken op de gestelde doelen!

Begeleiding vanuit de docent:

Sta open voor de ideeën van de leerlingen, moedig dit aan

Stel vragen/ enthousiasmeer

Denk mee

Page 52: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

52

Les 3: Monitoren van gestelde doelen(individueel en

klassikaal). Starten met organisatie “de actiefste

schooldag”.

Onderdeel A: Werkboek blok 2, les 3 invullen Duur: 5/10 minuten

Toelichting:

Er wordt gekeken of de gestelde doelen zijn gehaald en voor de volgende week mogelijk

moeten worden bijgesteld.

Inhoud:

De werkboeken worden uitgedeeld. De leerlingen vullen het aantal gezette stappen in van

de dag die ze bijgehouden hebben en controleren zelf of ze hun eigen gestelde doel

gehaald hebben. Vervolgens worden alle stappen weer op briefjes gezet en opgeteld door

een leerling om te kijken of het klassendoel bereikt is. Op basis van de uitslag kan er met

onderstaande vragen gereflecteerd worden:

Is het deze week anders gegaan dan de week ervoor?

Waren de gestelde doelen nu realistischer?

Welke afspraken/strategieën blijken goed te werken? En welke juist minder?

Ben je op de dagen die niet gemeten werden ook actiever geweest op school?

Als laatste stap van dit onderdeel proberen met de hele klas een mooi doel te maken voor

de laatste les die in het teken staat van ‘de actiefste schooldag’. Hoeveel stappen gaan ze

halen? Bedenk ook samen een ‘prijs’ voor als ze het gaat lukken. Laat de leerlingen

eventuele aangepaste doelen en strategieën weer noteren in het werkboek

Begeleiding vanuit de docent:

Het staat de docent vrij om andere vragen te stellen tijdens de monitoring.

Onderdeel B: De actiefste schooldag- deel 2 Duur: 40 minuten

Toelichting

De leerlingen gaan verder met hun uitwerking van de actiefste schooldag.

Werkblad “De actiefste schooldag.”

Page 53: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

53

Inhoud

De groepen zoals ze de vorige les samen zijn gesteld gaan samen zitten en krijgen de vellen

papier met ideeën terug. Elke groep beslist welke activiteit of activiteiten ze willen

organiseren, daarbij rekening houdend met de beschikbare tijd en materialen. Als het goed

is hebben de leerlingen contact gehad met de betrokken docenten en weten ze of er

mogelijkheden zijn om iets te doen met beweging.

Begeleiding vanuit de docent:

Deze activiteit vraagt mogelijk veel begeleiding vanuit de docent. Leerlingen kunnen

moeite ervaren bij het bedenken van activiteiten en wat erbij komt kijken om het te regelen.

Het is de uitdaging voor de docent om ze door het stellen van vragen op weg te helpen.

Let er ook op dat de leerlingen allemaal bezig zijn met activiteiten voor 1 dag. Het risico

schuilt erin dat ze allemaal fanatieke dingen bedenken waardoor de dag bijna niet meer

uitvoerbaar wordt. Het is voor de docent dus belangrijk om overal te kijken wat de

leerlingen van plan zijn en dit klassikaal gedurende het uur terug te koppelen.

‘Dat groepje is van plan om een wedstrijd traplopen te organiseren in de pauze, hoe zorgen

jullie ervoor dat je erna ook nog iets kan doen? Waar moeten jullie dus rekening mee

houden?’

Page 54: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

54

Les 4: Evaluatie van het blok en uitvoering van “De actiefste

schooldag”

Onderdeel A: Evaluatie blok 1 en 2 Duur: 15 minuten

Toelichting:

Stilstaan bij de gestelde doelen en alle activiteiten die er gedaan zijn gedurende de twee

blokken. Het is een reflectiemoment om terug te kijken hoe de leerlingen de blokken

ervaren hebben en wat ze er uit meenemen voor de toekomst.

Inhoud:

Pak voor de laatste keer de werkboeken erbij en zet het gestelde klassikale doel voor de

actieve dag neer. Vervolgens worden de stappentellers bekeken en de getallen bij elkaar

opgeteld. Afhankelijk van het moment op de dag kan er dus gekeken worden of het doel al

is gehaald of dat de klas goed op weg is!

Afsluiting zal vergelijkbaar zijn met de allereerste les: over de streep!

De volgende vragen kunnen hierbij gesteld worden:

Wie vond de afgelopen mentorlessen die in het teken stonden van leefstijl leuk?

Wie blijft er voor de aankomende periode een doel stellen om fysiek actiever te

blijven?

Wie zal meer gaan bewegen tijdens schooltijden (in tussenuren/pauzes/tijdens de

les)

Wie heeft er een strategie toegepast die in het geval van een belemmering

goed werkte? Wat was die strategie?

Andere vragen die in het algemeen gesteld kunnen worden zijn:

Wat vond je de leukste onderdelen van het project in de afgelopen 2 blokken

leefstijl?

Wat vond je de minst leuke onderdelen?

Wat neem je mee in de toekomst? (blijf je doen)

Indien mogelijk kan de prijs gegeven worden die in samenspraak met de groep bedacht is,

anders zou dit mogelijk bij de volgende mentorles nog aan bod kunnen komen.

Begeleiding vanuit de docent:

Het staat de docent weer vrij om deze vragen te stellen of zelf vragen te bedenken.

Page 55: Een methode voor het stimuleren van zelfregulatie …...Voor je ligt de docentinstructie van de interventie “Goalkeeper!”. Een interventie waarmee we zelfregulatie en daardoor

55

Tijdens het spel over de streep kunnen er weer verdiepende vragen gesteld worden om wat

meer te weten te komen over bijv. het doel wat iemand stelt voor de toekomst of een

strategie die goed heeft gewerkt.

Onderdeel B: Eindactiviteit/spel ter afsluiting van blok 2 Duur: 30 minuten

Toelichting:

Een deel van de kinderen heeft zelf een activiteit bedacht voor deze les (als opdracht van

het blok). Dit wordt nu uitgevoerd.

Inhoud:

Op basis van wat de leerlingen hebben bedacht wordt er ongeveer 30 minuten besteed

aan een actieve activiteit in en om de school. Dit is tegelijk een feestelijke afsluiting van

het blok.

Begeleiding vanuit de docent:

Zorg ervoor dat alles veilig verloopt, wat deels al gebeurd in de voorbereidingen door alert

te zijn op de plannen van de leerlingen. Het gaat vooral om de plezier beleving vandaag!