Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

34
Werkblad beschrijving interventie KRACHTVOER Gebruik de handleiding bij dit werkblad www.nji.nl/jeugdinterventies/beschrijven of www.loketgezondleven.nl/kwaliteit-van-interventies/beoordeling Contact NJi Contact RIVM Gert van den Berg Sandra van Dijk [email protected] [email protected] 030-2306873 030-2748678

Transcript of Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Page 1: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Werkblad beschrijving interventie

KRACHTVOER

Gebruik de handleiding bij dit werkblad www.nji.nl/jeugdinterventies/beschrijven

of www.loketgezondleven.nl/kwaliteit-van-interventies/beoordeling

Contact NJi Contact RIVM Gert van den Berg Sandra van Dijk [email protected] [email protected] 030-2306873 030-2748678

Page 2: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

2

Achtergrondgegevens

Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Naam Adres

Postcode Plaats

E-mail Telefoon

Fax Website

(van de interventie)

Universiteit Maastricht/NIGZ/Voedingscentrum Postbus 616 6200 MD Maastricht [email protected] 043-3882829 043-3271032 www.krachtvoer.nu

Contactpersoon Vul hier de contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder

Naam Adres

Postcode Plaats

E-mail Telefoon

Fax

Kathelijne Bessems Zie hier boven

Onderstaande in te vullen door Nederlands Jeugdinstituut /RIVM

Documentatie voor de erkenningscommissie Aangekruiste documen-ten worden na de beoor-deling geretourneerd.

De volgende documentatie wordt in viervoud toegestuurd aan de erkenningscommissie:

1. Interventiebeschrijving 2. 3. 4. 5.

Deelcommissie Aankruisen welke deel-commissie de interventie zou moeten beoordelen.

Deelcommissie I. jeugdzorg, psychosociale en pedagogische preventie Deelcommissie II. jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondheidsbevordering Deelcommissie III. ontwikkelingsstimulering, onderwijsgerelateerde hulpverlening en

jeugdwelzijn Deelcommissie IV preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen

Documentnummer

Page 3: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

3

Voor u begint Check met behulp van onderstaande lijst of u alle vereiste informatie op het werkblad kunt invullen. Als u één of meer vragen met nee moet beantwoorden, maakt uw interventie geen kans op erkenning door de erkenningscommissie. Uw interventie moet eerst verder ontwikkeld worden. Neem bij twijfel contact op met het Nederlands Jeugdinstituut of RIVM (zie voorblad). De vraagnummers in de checklist corresponderen met de onderdelen van de beschrijving op dit werk-blad en met de erkenningscriteria. Op de websites van het Nederlands Jeugdinstituut en van RIVM vindt u een meer uitgebreide lijst van de criteria voor erkenning en een toelichting daarop. Criteria voor erkenning op Niveau I: theoretisch goed onderbouwd Vraag 1 Is de aard, ernst, omvang of spreiding van het probleem of risico waar

de interventie zich op richt duidelijk omschreven? x Ja Nee

Vraag 2 Zijn er concrete doelen, zo nodig onderscheiden in einddoelen en voor-

waardelijke doelen? x Ja Nee

Vraag 3.1 Bevat de documentatie een definitie van de doelgroep met relevante

kenmerken? x Ja Nee

Vraag 4.1 Bevat de methodiek een handleiding of protocol waarin de benodigde

handelingen, de volgorde ervan, de duur van de interventie, de frequen-tie en intensiteit van de contacten en materialen zijn vastgelegd?

x Ja Nee

Vraag 4.2 Zijn de verschillende onderdelen van de interventie beschreven op het

niveau van concrete activiteiten? x Ja Nee

Vraag 5 Is duidelijk wat de benodigde materialen, waaronder een Nederlandsta-

lige handleiding of protocol, zijn en waar deze materialen verkrijgbaar zijn?

x Ja Nee

Vraag 6 Is een analyse gemaakt van met het probleem samenhangende factoren

(oorzaken, directe en indirecte risico- en beschermingsfactoren)? x Ja Nee

Is er een theoretische onderbouwing gegeven waarin de doelgroep, de

doelen en de methodiek (de werkzame factoren) verantwoord worden op basis van de probleemanalyse?

x Ja Nee

Is duidelijk hoe de doelgroep, doelen en methodiek onderling op elkaar

aansluiten? x Ja Nee

Vraag 8 Is de interventie overdraagbaar, bijvoorbeeld door een systeem van

trainingen, begeleiding, registratie, licenties, een overdrachtsprotocol, website, helpdesk of eerdere ervaringen?

x Ja Nee

Overige Is bekend wie de ontwikkelaar, licentiehouder is en wie de uitvoerende

en of ondersteunende organisaties zijn? x Ja Nee

Page 4: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

4

Samenvatting Het is handig de samenvatting als laatste in te vullen. Gebruik voor de samenvatting als geheel maximaal 600 woorden.

Doel Beschrijf hoofddoel(en) of meest karakteristieke (sub)doelen van de interventie.

Preventie van chronische ziekten door het verbeteren van voedingsgedrag: het verhogen van de consumptie van fruit, het verhogen van het aantal dagen waarop een ontbijt gegeten wordt, het verbeteren van de voedings-waarde van het ontbijt, het verlagen van de consumptie van tussendoortjes met veel verzadigd vet.

Doelgroep

Noem de doelgroep waarop de interventie direct gericht is.

Primaire doelgroep: Leerlingen in klas 1 en 2 van de theoretische, ge-mengde en kadergerichte leerwegen van het vmbo.

Aanpak

Beschrijf de structuur en de inhoud van de interventie.

Lesprogramma voor acht lessen die door een docent verzorging of biolo-gie worden gegeven. Werving en begeleiding van scholen vindt plaats via zogenaamde Krachtvoer-begeleiders (o.a. GGD’en).

Materiaal

Geef aan of er een handleiding en ander materiaal is.

Het basispakket bestaat uit een docentenhandleiding, een werkboek voor de leerlingen, een nieuwsbrief voor de ouders, de website www.krachtvoer.nu, en posters voor in het leslokaal. Docenten schaffen voedingsmiddelen aan en het lespakket kan worden aangevuld met een lunchtrommel en een magazine. Voor Krachtvoer-begeleiders is er een invoeringstas, een handleiding, een wervingsbrochure voor scholen en een training.

Onderzoek

Beschrijf concluderend de resultaten van Nederlands effectonderzoek, buitenlands effectonderzoek en proceseva-luaties van de interventie in maximaal 200 woorden. Meld als er geen onderzoek is: Er zijn geen studies voorhan-den.

De effecten van een eerste versie van het programma zijn in 2002 onder-zocht in een cluster gerandomiseerde en gecontroleerde studie onder 1613 leerlingen, in 68 klassen en 18 scholen. De belangrijkste positieve effec-ten van het programma waren een toename van de fruitconsumptie en van de consumptie van ontbijtproducten uit de koolhydraten en vitamine C groep. Onder de leerlingen die voorafgaand aan het programma de meeste tussendoortjes aten met veel verzadigd vet, werd een afname in de con-sumptie van deze tussendoortjes gevonden. Hoewel niet op alle uit-komstmaten een positief effect werd gevonden, liet het patroon van resul-taten een meerwaarde van Krachtvoer boven het reguliere curriculum zien. Uit de procesevaluatie bleek dat de docenten Krachtvoer grotendeels zo-als beoogd implementeerden en de meeste onderdelen van het programma een goede waardering gaven. Een aantal programmaonderdelen die slech-ter werden gewaardeerd door de docenten, werden vaak niet geïmplemen-teerd. Vooral de praktische aanpak, de materialen en de diversiteit aan strategieën en activiteiten werden door de docenten gewaardeerd. Leer-lingen die werden blootgesteld aan Krachtvoer waardeerden hun voe-dingsonderwijs beter dan leerlingen die aan het gebruikelijke curriculum

Page 5: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

5

waren blootgesteld. Geconcludeerd werd dat een aantal programmaonder-delen herzien moest worden om de effectiviteit van het programma te vergroten. De effecten van de tweede versie van het programma zijn in 2009 in een soortgelijke studie met een follow-up periode van zes maanden onder-zocht. De resultaten worden momenteel geanalyseerd en gerapporteerd.

Page 6: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

6

Beschrijving voor erkenning op niveau I: theoretisch goed onder-bouwd A. Interventiebeschrijving: probleem, doelgroep, doel, aanpak, materialen en uitvoering 1. Risico- of probleemomschrijving Geef aan wat het probleem of het risico is waarop de inter-ventie zich richt. Beschrijf de aard, ernst, omvang en sprei-ding van het probleem, en de gevolgen bij niet ingrijpen. Als deze informatie er niet is, geef dat dan ook aan. Maximaal 400 woorden.

Wereldwijd dragen chronische ziekten bij aan ongeveer 60% van het totaal aantal gerapporteerde sterfgevallen en 46% van de ziektelast. Ziekten die samenhangen met voedingsgedrag zijn overgewicht, diabetes, cardiovascu-laire ziektes, kanker, osteoporose en gebitsproblemen. Vooral obesitas en diabetes laten zorgwekkende trends zien omdat ze op steeds jongere leeftijd voorkomen (WHO 2003; van Kreijl & Knaap e.a., 2004). Het risico op de meest prevalente chronische ziekten is vooral gerelateerd aan de inname van verzadigd vet, de consumptie van groente- en fruit en de inname van energie-rijke maar voedingswaardearme producten (WHO, 2003). Volgens de WHO moet de preventie van chronische ziekten een levensloop perspectief hebben en zijn er mogelijkheden voor preventie op alle leeftijden (WHO, 2003). Krachtvoer richt zich op drie speerpunten: fruit, tussendoortjes met veel ver-zadigd vet en ontbijt. Fruitconsumptie is gerelateerd aan het risico op cardio-vasculaire ziektes en mogelijk diverse vormen van kanker. Een hogere frui-tinname hangt samen met een lagere energie-inname, en verlaagt het risico op overgewicht. Verzadigd vet is gerelateerd aan het risico op cardiovascu-laire ziekten. Tussendoortjes zijn een belangrijke bron voor verzadigd vet consumptie. De consumptie van tussendoortjes hangt samen met overge-wicht, en dus met diverse ziektes, zoals type 2 diabetes, verschillende vor-men van kanker en luchtwegproblemen. Ontbijten is gerelateerd aan school-prestaties. Het verlaagt het risico door compensatie van een gebrek aan nutri-enten en energie in de ochtend door het eten van ongezonde snacks. Daarmee is ook ontbijten gerelateerd aan cardiovasculaire ziektes en overgewicht (WHO, 2003; World Cancer Research Fund/ American Institute for Cancer Research, 2007; Haslam and James, 2005). In de richtlijnen Goede Voeding wordt aanbevolen om iedere dag minstens 2 stuks fruit te eten en de consumptie van verzadigd vet te reduceren tot min-der dan 10% van de totale energie-inname (Gezondheidsraad, 2006). Verder wordt aanbevolen om ieder dag een gezond ontbijt te eten dat tenminste uit (volkoren) brood of een ander vezelrijk graanproduct bestaat. Bij voorkeur bestaat een ontbijt uit producten uit alle vijf de vakken van de maaltijdschijf (fruit, granen, zuivel, vetten en oliën, vocht) (www.voedingscentrum.nl). Jongeren voldoen vaak niet aan deze richtlijnen. Hun fruitconsumptie vari-

Page 7: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

7

eert van 0.9 tot 1.3 stuks per dag (van Kreijl & Knaap, 2004; Martens e.a., 2006; Martens e.a., 2008) en de fruitsapconsumptie varieert van 0.95-1.4 glazen per dag (Martens e.a., 2008). Het percentage vmbo-leerlingen dat iedere dag ontbijt varieert tussen 61.2 en 79% (Raaijmakers e.a., 2009). Ten-slotte eten jongeren gemiddeld 1.8 tussendoortjes per dag (Martens e.a., 2008), en krijgen ze gemiddeld 6.32 tot 6.49 gram verzadigd vet binnen door tussendoortjesconsumptie (Martens e.a., 2008). Door jongeren afkomstig uit gezinnen met een lagere Sociaal Economische Positie (SEP) wordt slechter gegeten dan door jongeren met een hogere SEP (Hanson & Chen, 2007; van Kreijl & Knaap, 2004).

2. Doel van de interventie Wat is het doel van de interven-tie? Beschrijf de einddoelen en eventuele sub- of voorwaarde-lijke doelen zo concreet moge-lijk en bij voorkeur SMART (specifiek, meetbaar, accepta-bel, realistisch en tijdgebon-den).

Het doel van Krachtvoer is dat na de lessen experimentele leerlingen ten opzichte van controleleerlingen:

- significant meer fruit eten (geschatte vooruitgang van ongeveer 0.20 stuks per dag)

- significant vaker kiezen voor tussendoortjes met minder verzadigd vet (producten uit A- en B-categorieën in plaats van de C-categorie) (Voedingscentrum, 2006)

- significant minder tussendoortjes met veel verzadigd vet eten (0.10 tussendoortjes minder per dag)

- significant meer dagen ontbijten - significant gezonder ontbijten (bestaande uit een gevarieerd ontbijt

met producten uit de schijf van vijf, en in ieder geval een fruit of granenproduct).

Daarnaast willen we bereiken dat leerlingen die het in vergelijking met ande-re leerlingen al relatief goed doen voorafgaand aan de lessen, dit ook vol-houden na afloop van de lessen. Subdoelen zijn: 1. leerlingen weten waarom fruit, fruitsap en dagelijks een gezond ontbijt

belangrijk zijn, en kennen het belang van het eten van niet te veel vette tussendoortjes

2. leerlingen weten wat de Nederlandse aanbevelingen wat betreft fruit, fruitsap, ontbijt en tussendoortjes zijn

3. leerlingen beschikken over relevante kennis over fruit, fruitsap, ontbijt en tussendoortjes: ze kunnen puur fruitsap onderscheiden van fruitsap met toegevoegde suikers, ze weten wat een gezond ontbijt is, en ze weten welke tussendoortjes een gezondere keuze zijn

4. leerlingen zijn zich bewust van hun eigen consumptie van fruit, fruitsap, ontbijt en tussendoortjes en weten hoe hun eigen consumptie zich ver-houdt tot de aanbevelingen

5. leerlingen weten wat hun belangrijkste persoonlijke redenen zijn om niet te voldoen aan de aanbevelingen (indien dit het geval is) en zien in dat zij hun voedingsgedrag kunnen veranderen

6. op basis van vastgestelde barrières dragen leerlingen oplossingen aan om zelf aan de aanbevelingen te voldoen

7. leerlingen maken een (actie)plan om meer fruit te eten, vaker of gezon-der te ontbijten, of minder vette tussendoortjes te eten, in praktijk.

8. leerlingen brengen hun actieplan in praktijk, evalueren het en stellen het eventueel bij

9. leerlingen die al voldoen aan alle richtlijnen helpen andere leerlingen en blijven zelf voldoen aan de richtlijnen

Page 8: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

8

3. Doelgroep van de interventie

3.1 Voor wie is de interventie bedoeld? Wat is de einddoelgroep van de hier beschreven interventie? Noem ook een eventuele inter-mediaire doelgroep. Geef een zo precies mogelijke beschrij-ving van relevante kenmerken van de doelgroep waarop de interventie zich direct richt.

Primaire doelgroep Leerlingen in klas 1 en 2 van de theoretische, gemengde, kadergerichte leer-wegen van het vmbo. Deze leerlingen zijn gemiddeld 12-14 jaar oud. Bekend is dat de voedingsgedragingen van jongeren veranderen en ongezonder wor-den als ze van het basisonderwijs overgaan naar het voortgezet onderwijs (De Vries & Da Costa Senior, 1992). Het betreft een doelgroep met een laag opleidingsniveau. Op het vmbo is sprake van een oververtegenwoordiging van jongeren uit gezinnen met een lage SEP, waarvan zoals al vermeld be-kend is dat ze slechtere eetgewoonten hebben dan jongeren uit gezinnen met een hogere SEP (Hanson & Chen, 2007; van Kreijl & Knaap, 2004). Voor-onderzoek bij de doelgroep heeft nadere informatie opgeleverd (Martens e.a., 2002). De doelgroep loopt niet warm voor lessen over gezonde voeding, maar accepteert wel dat ze daaraan moeten werken op school. Ze denken dat lessen over gezonde voeding ook best leuk kunnen zijn als de informatie niet te ingewikkeld is als ze er op een actieve manier aan kunnen werken (bij-voorbeeld in de vorm van spelletjes), als de activiteiten en materialen uitda-gend zijn, niet kinderachtig, kleurrijk, spannend en wellicht zelfs een beetje schokkend. Voor bepaalde voedingsonderwerpen (zoals de gevolgen van niet-ontbijten) is meer belangstelling dan voor andere. Secundaire doelgroep De secundaire doelgroep bestaat uit docenten biologie, verzorging of mens en natuur die de lessen aan hun klassen geven bij de behandeling van het onderwerp voeding dat een vast onderdeel is van het curriculum biologie en verzorging. Zij maken gebruik van een docentenhandleiding waarin de be-oogde aanpak staat beschreven. De regionale Krachtvoer-begeleider organi-seert een startbijeenkomst waarin het programma wordt toegelicht. Tertiaire doelgroep Regionale Krachtvoer-begeleiders, waaronder GGD’en, diëtisten en onder-wijsbegeleidingsdiensten zorgen voor verspreiding van het programma naar scholen waarop vmbo-onderwijs wordt gegeven. Daarnaast adviseren zij bij de uitvoering van de lessen en opname in schoolgezondheidsbeleid of het curriculum. Zij worden getraind en maken gebruik van de handleiding voor regionale ondersteuners. Een getrainde projectmedewerker van het NIGZ zal incidenteel de taak van begeleider op zich nemen zodat scholen in regio’s waar geen begeleider beschikbaar is/ komt door andere prioriteiten bij regio-nale organisaties, toch gebruik kunnen maken van Krachtvoer.

3.2 Indicatie- en contra-indicatiecriteria Beschrijf indicatie- en contra-indicatiecriteria indien van toepassing (indien van toepas-sing kunnen deze criteria ver-eist zijn voor erkenning; zie handleiding). Meld ook hoe de doelgroep wordt geselecteerd. Noem eventueel gebruikte selectie-instrumenten en vereiste scores.

Voorwaarde om Krachtvoer te begeleiden is dat de professionals affiniteit hebben met gezondheidsbevordering in het onderwijs. In aanmerking komen functionarissen Gezondheidsbevordering van GGD’en, diëtisten of school-begeleiders van onderwijsbegeleidingsdiensten. Voorwaarde is dat regionale begeleiders hebben deelgenomen aan de Krachtvoer-training. Docenten bio-logie, verzorging en mens en natuur kunnen via deze begeleiders de materia-len aanschaffen. De lessen zijn bedoeld voor alle leerlingen in eerste en tweedejaars klassen van de kadergerichte, gemengde en theoretische leerwe-gen van het vmbo.

Page 9: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

9

3.3 Toepassing bij migranten Geef aan of de interventie uitsluitend, mede of niet be-doeld is voor (specifieke) migrantengroepen en voor welke. Geef ook aan of er speciale aanpassingen of voor-zieningen voor deze groepen zijn. Meld indien niet bekend of niet van toepassing: De interventie is niet speciaal ontwikkeld voor migrantengroepen. Meld indien niet bekend of niet van toepassing: Het program-ma heeft geen speciale facilitei-ten (zoals vertaalde schriftelij-ke instructies of tolken) om migrantengroepen in het bij-zonder te kunnen bedienen.

Alle materialen zijn aangepast voor toepassing bij leerlingen afkomstig uit niet-Nederlandse culturen. In de docentenhandleiding is een bijlage opgeno-men met achtergrondinformatie over voedingsgewoonten bij andere culturen. Daarnaast wordt er in het programma rekening gehouden met de Ramadan, worden er ook jongeren van buitenlandse afkomst als “model” gebruikt en is er rekening gehouden met andere productkeuzes in families van niet-Nederlandse afkomst. Er zijn interactieve werkvormen toegevoegd waarin onder andere wordt gesproken over verschillende (cultureel bepaalde) voe-dingsgewoonten bij leerlingen thuis. Er zijn geen vertalingen van de materia-len beschikbaar.

4. Aanpak van de interventie 4.1 Opzet van de interventie Beschrijf de structuur en de opbouw van de interventie. Denk aan de gebruikelijke duur, indien van toepassing de frequentie en intensiteit van de contacten, de volgorde van de onderdelen, handelingen of stappen, en de setting waarin de interventie wordt uitgevoerd.

Krachtvoer bestaat uit acht lessen van ongeveer 50 minuten die gemiddeld een keer per week worden gegeven. Krachtvoer bestaat uit een aantal ver-plichte onderdelen (die ook in een bepaalde volgorde aan bod moeten ko-men) en een aantal optionele activiteiten. De lessen worden gegeven door een docent verzorging, biologie of mens en natuur. Stappen In het programma worden de volgende stappen doorlopen onder andere con-form het Intervention Mapping Protocol (Bartholomew e.a., 2006) en de zelfmanagement-theorie (Boekaerts e.a., 2000): 1. leerlingen bepalen hun eigen consumptie, 2. vergelijken deze met de aanbevelingen, 3. benoemen oorzaken voor de waargenomen discrepantie tussen huidig en gewenst ge-drag, 4. werken aan oplossingen voor de geïdentificeerde oorzaken, 5. for-muleren persoonlijke doelen en maken hun eigen actieplan om hun gedrag te veranderen en 6. evalueren hun eigen acties. Fasen De lessen zijn opgedeeld in drie fasen. De eerste fase (tot en met begin les 4) richt zich op de eerste drie stappen, dus werkt toe naar bewustzijn van het eigen risicogedrag en het benoemen van de oorzaken voor het eigen risico-gedrag. In de tweede fase (tot en met begin les 7) gaan de leerlingen aan de slag met allerlei activiteiten die inspelen op de geïdentificeerde determinan-ten van het eigen gedrag (stap 4). In deze fase kiest de docent activiteiten die het beste aansluiten bij zijn of haar klas. In de derde fase (einde les 7 en les 8) stellen leerlingen persoonlijke doelen om hun gedrag te veranderen. Zij doen een poging om hun gedrag te veranderen en evalueren deze (stap 5 en 6). De lessen worden gegeven op school in een regulier klaslokaal, een prak-tijklokaal biologie/ verzorging en een klaslokaal met computerfaciliteiten.

4.2 Inhoud van de interventie Wat gebeurt er concreet bij de uitvoering? Beschrijf hoe de

Het programma is per les en lesonderdeel uitgebreid beschreven in de docen-

Page 10: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

10

onderdelen van de interventie worden ingevuld of uitgevoerd, zo nodig met enkele typerende voorbeelden.

tenhandleiding. Er worden ook suggesties voor aanvullende activiteiten ge-geven. Daarvoor wordt verwezen naar de docentenhandleiding. Vooraf Ophangen van de posters in de klas Les 0 (optioneel) Werkblad 0 van het werkboek “Wat is voeding?: - informatie over voedingsstoffen en een puzzel om de verworven kennis

te testen - klassikale bespreking van de posters - bespreking van voedingsstoffen in groepjes - individueel invullen van de puzzel, klassikale nabespreking. Les 1 Uitdelen van lunchtrommel (optioneel) Werkblad 1 “Voeding wat weet jij ervan?” - Waar-niet waar kennisquiz. Interactieve klassikale afname van de ken-

nisquiz - Huiswerkopdracht (werkblad 3 “Wanneer eet je genoeg fruit”) Les 2 Fruitsaptest op de website of werkblad 2a “Wel of geen fruitsap?” Werkblad 2b “Foto’s van dranken” Werkblad 3 “Wanneer eet je genoeg fruit?” - De fruitsaptest in tweetallen met klassikale nabespreking - Klassikale bespreking van werkblad 3 Les 3 Werkblad 4 “Wanneer eet je een goed ontbijt?” Werkblad 5 “Welke tussendoortjes voor de lekkere trek?” Werkblad 6 “Receptenwedstijd” - Individueel invullen en klassikaal bespreken van werkblad 4 en 5. - Introductie receptenwedstrijd. - Huiswerkopdracht: goed ontbijt samenstellen en alternatief voor vet tus-

sendoortje verzinnen. Les 4 (begin) - Huiswerk bespreken - Individueel invullen van werkblad 7 “Waarom” - Discussie in tweetallen over redenen om niet aan de aanbevelingen te

voldoen - Klassikale nabespreking - Uitdelen oudernieuwsbrief Les 4 (vervolg) tot en met les 7 (begin) Keuze uit activiteiten afhankelijk van geïdentificeerde determinanten - Keuze uit een van de drie praktijkopdrachten: “producten proeven en

beoordelen (werkblad 8)”, fruitshake maken (werkblad 9)” of “smaaktest fruit (fruit van thuis meenemen en proeven)”

- Invloed van reclame (werkblad 10) - Activiteiten a.d.h.v. het “magazine” (optioneel) - Tussendoortjestest op de website (optioneel) - Juist-onjuist test op de website (optioneel)

Page 11: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

11

Les 7 (vervolg) Werkblad 11 “Tijd voor actie” Advies op maat (optioneel, indien geen computerfaciliteiten klassikale be-spreking van plannen) - Invullen van het advies op maat op de computer - Het printen van persoonlijke adviezen met actieplannen - Klassikale nabespreking Les 8 Werkblad 12 “Actie geslaagd” - Individueel of in tweetallen invullen - Klassikale bespreking van de acties en eventuele bijstelling daarvan - Afsluiting met keuzeles “Supermarkttrucs”, “Kantineaanbod”, “ Op-

nieuw doelen stellen”, “Schoolontbijt”, “Schoolfeest/kamp”, “Recept be-reiden”.

De docent bepaalt welke optionele activiteiten uitgevoerd worden op basis van redenen die leerlingen noemen om niet aan de norm te voldoen. Op blz. 19 van de docentenhandleiding staat een overzicht van activiteiten die passen bij barrières die leerlingen noemen. Overzicht van de optionele onderdelen Posters, werkblad 0 uit het werkboek, lunchtrommel, het magazine, keuze uit een van de activiteiten met producten (proeven en beoordelen via werkblad 8, of de fruitshake maken via werkblad 9, of de smaaktest fruit opdracht zon-der werkblad), de testen op de website (tussendoortjestest, juist-onjuist test), het advies op maat (digitale of klassikale variant). Overzicht van de vaste onderdelen Werkblad 1-7, de fruitsaptest van werkblad 2 kan ook via de website worden gedaan, werkblad 10-12 en de oudernieuwsbrief.

5. Materialen en link Welke materialen zijn er en waar zijn deze verkrijgbaar? Noem ten minste de Neder-landse handleiding. Noem ook eventuele links naar relevante websites, rapporten of andere relevante bestanden. Vermeld eventueel ook of er aparte materialen zijn voor migranten en zo ja welke.

De materialen zijn verkrijgbaar bij het NIGZ. • Werkboek Krachtvoer met twaalf werkbladen (informatie-, vraag- en

actiewerkbladen) • Docentenhandleiding, 52 pagina’s, achtergrondinformatie en gedetail-

leerde beschrijvingen van de lessen • Drie verschillende posters met uitspraken en de drie cartoon karakters

die voor het programma ontwikkeld zijn. • Een nieuwsbrief voor de ouders (4 pagina’s) met recepten, informatie

over het gewenste gedrag en tips om het kind daarbij te ondersteunen en te stimuleren.

• De website www.krachtvoer.nu met e-cards, testjes, tips en recepten. Ook is er een link naar een persoonlijk advies op maat. De leerlingen vullen vragen in over hun voedingsgedrag en krijgen direct computer-tailored feedback hierop. Verder maken ze aan de hand van vragen een persoonlijk actieplan dat ze kunnen uitprinten.

• Het magazine Leesvoer (optioneel) met een test, stripverhalen, tips, een woordpuzzel, een horoscoop, wist-je-datjes, probleemverhalen en recep-ten (32 pagina’s).

• Lunchtrommel (optioneel) te vullen met een fruitproduct, een ontbijtpro-

Page 12: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

12

duct en een verantwoord tussendoortje. Informatie over Krachtvoer is te vinden op volgende websites: www.nigz.nl www.voedingscentrum.nl (wordt op korte termijn informatie op geplaatst) www.gezondeschool.nl www.heartjump.nl

B. Onderbouwing van de interventie 6. Verantwoording: doelgroep, doelen en aanpak Geef aan hoe probleemanalyse, doel, doelgroep en methodiek op elkaar aansluiten. In uw betoog moet antwoord gegeven zijn op de volgende vragen (zie ook de handleiding bij dit werkblad): Probleemanalyse Wat zijn de factoren (determi-nanten) die het probleem beïn-vloeden? Onderbouw dit met theorieën en/of onderzoeksliteratuur, een redenering (ratio) of een visie. Als u hiervoor gebruik maakt van een algemene theorie over gedragsverandering, maak dan aannemelijk dat deze van toe-passing is op het probleem. Geef aan hoe deze factoren met elkaar samenhangen. Noem oorzakelijke, risico-, instand-houdende, verzachtende en /of beschermende factoren. Beïnvloedbare factoren Welke factoren zijn beïnvloed-baar? Laat dit alles zien met theorie/ studies of voorbeelden. Op welke veranderbare facto-ren richt de interventie zich? Verbinding probleemanalyse, doel, doelgroep en aanpak Kan het doel met de gekozen aanpak worden bereikt? Maak dit aannemelijk aan de hand van studies en /of ervaringen. Laat zien dat de doelgroep aansluit bij de probleemanaly-se. Werkzame factoren /mechanismen Wat zijn de werkzame factoren

Probleemanalyse en beïnvloedbare factoren Voorafgaand aan de ontwikkeling van Krachtvoer is een studie uitgevoerd om determinanten van fruitconsumptie, ontbijtconsumptie en tussendoortjes-consumptie onder de doelgroep 12 tot 14-jarige vmbo-leerlingen te specifice-ren. Hieruit blijkt dat attitudes en subjectieve normen sterk samenhangen met de drie gedragingen. Daarnaast is eigen-effectiviteit gerelateerd aan fruitcon-sumptie, en is het voorbeeldgedrag van de moeder en de beschikbaarheid van producten gerelateerd aan de consumptie van tussendoortjes (Martens e.a., 2005). Eerdere studies lieten een relatie zien tussen voedingsinname en re-gels over voeding (Bourdeaudhuij, 1997), en voedingsinname en bewustzijn van eigen voedingsgedrag (Brug e.a., 1998; Oenema, 2004). Tenslotte con-cludeert een recente review dat voorbeeldgedrag, intenties, subjectieve nor-men, en smaak de meest positieve relaties hebben met voedingsinname bij kinderen en adolescenten. Beschikbaarheid, kennis, attitudes, eigen effectivi-teit en sociale steun zijn minder consistent gerelateerd aan voedingsinname over verschillende voedingsgedragingen heen (McClain e.a., 2009). Deze verschillende studies met verschillende uitkomsten onderschrijven het belang van gericht zijn op een mix aan determinanten. Krachtvoer richt zich daarom op gedragsdeterminanten die redelijkerwijze aan de hand van een lesprogramma beïnvloed kunnen worden, waaronder attitudes, sociale in-vloed (subjectieve normen en voorbeeldgedrag), bewustzijn, intenties, eigen effectiviteit en smaak. Daarnaast richt het programma zich op kennis dat minder voorspellend is voor voedingsgedrag, maar wel van belang wordt geacht door docenten voor een lesprogramma. Determinanten in de omge-ving zoals beschikbaarheid en sociale steun zijn minder consistent gerela-teerd aan voedingsinname over verschillende voedingsgedragingen en/of zijn moeilijker te beïnvloeden met alleen een lesprogramma en worden dus alleen zijdelings aangehaald. Verantwoording doelgroep, doelen en aanpak Leerlingen die naar het Voortgezet Onderwijs gaan, gaan vaak ongezonder eten (De Vries & Da Costa Senior, 1992). Krachtvoer richt zich daarom op leerlingen die net de overstap naar het VO hebben gemaakt (klas een en twee). Het programma is ontwikkeld voor de leerwegen van het vmbo, om-dat hier relatief meer kinderen zitten afkomstig uit lager opgeleide gezinnen. Lager opgeleiden hebben vaak ook ongezondere voedingsgewoonten (Hanson & Chen, 2007; van Kreijl & Knaap, 2004). Krachtvoer richt zich op

Page 13: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

13

/mechanismen? Welke elemen-ten mogen bij aanpassing van de interventie niet ontbreken? Verantwoording Voor de verantwoording kan gebruik worden gemaakt van Nederlands en /of internatio-naal onderzoek naar de theorie achter de interventie, naar onderdelen van de interventie en /of naar soortgelijke inter-venties, en van onderzoek naar buitenlandse versies van de interventie.

drie gedragingen die leerlingen goed zelf kunnen beïnvloeden (ontbijt, tus-sendoortjes) of nauw samenhangen met school (ontbijt). Het programma richt zich niet op voedingsvoorlichting in het algemeen omdat specifieke voorlichting beter blijkt te werken (Knai e.a., 2006; Contento, 2007). Werkzame mechanismen: doelen Uit studies naar andere lesprogramma’s over voeding kan worden geconclu-deerd dat het realistisch is dat de beoogde doelen (gedrag) en subdoelen (stappen die ze moeten doorlopen om doelen te bereiken) bereikt kunnen worden door middel van een lespakket gericht op gezonde voeding (Van Cauwenberghe e.a., 2010). Voor het programma zijn zes stappen geformuleerd op basis van zelf-management theorie, het ASE-model, theoretische inzichten betreffende bewustzijn van risicogedrag, actieplanning en de invloed van familie gerela-teerde factoren (Weinstein, 1988; De Vries e.a., 1988; Gollwitzer, 1999; Boekaerts e.a., 2000): 1. leerlingen bepalen hun eigen consumptie, 2. verge-lijken deze met de aanbevelingen, 3. benoemen oorzaken voor de waarge-nomen discrepantie tussen huidig en gewenst gedrag, 4. werken aan oplos-singen voor de geïdentificeerde oorzaken, 5. formuleren persoonlijke doelen en maken hun eigen actieplan om hun gedrag te veranderen, 6. evalueren hun eigen acties. De eerste twee stappen (fase 1, subdoelen 1-4) zijn gebaseerd op eerder onderzoek dat heeft aangetoond dat veel mensen niet gemotiveerd zijn om hun voedingsgedrag te veranderen omdat ze ten onrechte denken dat ze gezond eten (hoofdzakelijk gericht op kennis en bewustzijn). Dit komt door onbekendheid met de aanbevolen hoeveelheden, de neiging van mensen om zich met anderen te vergelijken die het “nog slechter” doen, en onvol-doende kennis over bijvoorbeeld de hoeveelheid verzadigd vet in bepaalde producten (van Assema e.a., 1996; Brug e.a., 1998). Uitgangspunt van de derde en vierde stap (fase 2, subdoelen 5-6) is dat de gedragsdeterminanten tussen mensen kunnen verschillen (hoofdzakelijk gericht op attitude, eigen effectiviteit, sociale invloed, smaak, en zijdelings beschikbaarheid). De laats-te twee stappen (fase 3, subdoelen 7-8) zijn gebaseerd op inzichten over de zogenaamde intentie-gedrag kloof en het belang van persoonlijke doelen en concrete actieplannen om deze te dichten (Gollwitzer, 1999) (hoofdzakelijk gericht op intentie omzetten in gedrag). Tenslotte is er in het hele programma aandacht voor om leerlingen die al voldoen aan de richtlijnen te helpen dit vol te houden (subdoel 9). Ontwikkeling Krachtvoer Krachtvoer is ontwikkeld aan de hand van principes van het Intervention Mapping protocol (Bartholomew e.a., 2006). Het programma is gebaseerd op bevindingen van projecten in de Verenigde Staten (bekend van site-visits), empirie en theorieën (Contento, 2007). Eerdere programma’s brachten een aantal succesfactoren van effectieve interventies aan het licht: een gedragsge-richte benadering gericht op enkele specifieke gedragingen, mogelijkheden voor de jongeren om verschillende voedingsmiddelen te proeven in een posi-tieve sociaal affectieve context, het vergroten van de beschikbaarheid van gezonde voedingsmiddelen, het toepassen van zelfevaluatie en zelfbepaling met een persoonlijke feedback component, adequate duur en intensiteit van het programma. Recente literatuur bevestigt deze bevindingen (Kealey e.a., 2000; Hoelscher e.a., 2002; Knai e.a., 2006; Contento, 2007; Van Cauwen-berghe e.a.., 2010). Tevens werd conform IM zelf aanvullend onderzoek verricht onder de docenten waaruit o.a. bleek dat een voedingsprogramma 8 lessen mocht duren, flexibel moest zijn en optionele activiteiten moest bevat-

Page 14: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

14

ten. Uit een kwalitatieve studie onder de doelgroep bleek dat de informatie niet te ingewikkeld moet zijn en actieve werkvormen gebruik moeten wor-den, zoals spelletjes. Materialen moeten uitdagend zijn, niet kinderachtig, humoristisch, kleurrijk, spannend of zelfs een beetje grof (Martens, 2002; Martens, 2005). Daarnaast heeft tijdens het hele proces van interventieont-wikkeling een consultatieteam bestaande uit deskundigen op het gebied van voeding, gedragsverandering en onderwijs adviezen gegeven. Voor Krachtvoer hebben we dus gekozen voor een combinatie van materia-len waarin de verschillende determinanten trachten te beïnvloeden aan de hand van methoden uit de literatuur, zoals aandacht door middel van cues (bijvoorbeeld door het gebruiken van de figuren Fruity, Starter en Snacko), actief leren en informatie (bijvoorbeeld via testen, spelletjes en informatieve teksten op de Krachtvoer-website), directe ervaring (proeven van producten, bereiden van recepten), het stimuleren van communicatie over het onderwerp in de thuissituatie (meegeven van het ouderpakket, huiswerkopdracht kennis-test bij ouders afnemen) en gebruik maken van zelfevaluatie (vergelijken eigen voedingsinname met aanbevelingen). Werkzame mechanismen: methoden, strategieën en determinanten We hebben de methoden per determinant geordend. Vervolgens zijn per pro-grammaonderdeel de methoden (tussen haakjes) vermeld. Methoden voor vergroten kennis - Het overdragen van informatie. Informatie wordt gegeven over de drie

voedingsonderwerpen (werkblad 1 klassikale quiz, wist je dat-jes, en strips in het magazine), voedingslabels op producten (werkblad 2), in-formatie over de aanbevelingen over fruit-, ontbijt- en tussendoortjes-consumptie (werkblad 3,4,5), voorbeelden van stuks fruit, een gezond ontbijt en minder vette tussendoortjes (werkblad 3,4,5), en voorbeelden van gezonde recepten (werkblad 6, krachtvoer-website, recepten in het magazine, het receptenboek met winnende recepten), informatie over re-clametrucs (werkblad 10) en supermarkttrucs (aanvullende opdracht do-centenhandleiding) en tips over omgaan met barrières om gedrag te ver-anderen (algemene tips advies op maat programma).

- Actief leren. Actief leren wordt toegepast in de verschillende testen (fruitsaptest op website en werkblad 2, tussendoortjestesten op website, kennistest op website, quiz op werkblad 1, puzzel magazine), het toepas-sen van kennis (reclametips verwerken in reclameposter werkblad 10, onderdeel oplossingen gezocht in het magazine, kritisch bekijken van ei-gen kantineaanbod)

- Discussie. Discussie wordt toegepast in klassikale discussies en discussie in kleine groepjes om actief informatie te verwerken (alle lessen)

- Het overdragen van informatie aan anderen. Informatie overdragen aan anderen betreft hier ouders. Het gaat om informatie over de drie voe-dingsthema’s, tips en recepten (oudernieuwsbrief).

- Het overdragen van gerelateerde informatie door anderen. Informa-tie over voeding wordt ook in andere vakken gegeven. Hiervoor worden vakoverstijgende tips gegeven in de docentenhandleiding. Verschillende docenten kunnen zo het onderwerp terug laten komen in verschillende lessen.

Methoden voor bewustwording: - Zelfevaluatie. Zelfevaluatie wordt toegepast door het vergelijken van de

eigen consumptie in vergelijking met de aanbevelingen (werkblad 3,4,5:

Page 15: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

15

vragen over eigen inname en toelichting op norm). Daarnaast reflecteren leerlingen over redenen om niet te voldoen aan deze norm (werkblad 7) en over de uitvoering van het actieplan (vragen bij werkblad 12).

- Feedback. Feedback wordt toegepast met betrekking tot de eigen fruit, ontbijt en tussendoortjesconsumptie (klassikale bespreking werkblad 3,4,5 door docent, advies op maat via Krachtvoer-website onderdeel ge-drag, klassikale bespreking actieplannen advies op maat werkblad 11). In het onderdeel “Wat voor eettype ben jij” van het magazine krijgen leer-lingen op een grappige manier feedback op hun eetgewoontes.

Methoden voor attitudeverandering - Overtuiging. Overtuiging wordt toegepast door het aandragen van over-

tuigende informatie over het belang van het eten van fruit, ontbijt en minder vette tussendoortjes op de werkbladen (3,4,5) en de klassikale besprekingen van deze werkbladen (3,4,5) waarbij de docent het belang van de drie onderwerpen benadrukt. Daarnaast is getracht overtuigende informatie over de drie onderwerpen op te nemen in andere lesonderde-len ( tips, wist-je-dat-jes en strips in het magazine, toelichting van docent bij bespreking van werkblad 1, tips in het magazine, stripverhalen in het magazine). Gebruikte argumenten sluiten aan bij argumenten die tijdens pretesten met leerlingen naar voren kwamen.

Methoden voor smaakontwikkeling - Directe ervaring en smaak. Direct ervaring wordt toegepast door het

blootstellen aan gezonde en lekkere producten (lunchtrommel, ouder-pakket gezonde producten, smaaktest in de docentenhandleiding, proef-les werkblad 8,) en bereiden van recepten (aanvullende opdracht in do-centenhandleiding bereiden van recepten, bereiden van de fruitshake werkblad 9)

Methoden voor het beïnvloeden van de sociale invloed - Bewust maken van sociale invloed. Dit wordt specifiek toegepast door

voorbeelden van invloed te benoemen gerelateerd aan reclame (Reclame-trucs op Werkblad 10 “Wie bepaalt wat jij eet?” en bijbehorende huis-werkopdracht kijken van een soap met sluikreclame of de aanvullende rollenspelopdracht bij deze les; aanvullende lesopdracht in docenten-handleiding het bekijken en bespreken van supermarkttrucs)

- Modelling. Modelling wordt toegepast door positieve voorbeeldgedra-gingen van leerlingen te laten zien tijdens opdrachten. Hierbij is in het bijzonder aandacht voor leerlingen die het “goed” doen (bespreken van consumptie werkblad 3,4,5 met aandacht voor leerlingen die het goed doen, samen fruit proeven in de smaaktest, samen producten beoordelen op werkblad 8 en samen een fruitshake maken en proeven op werkblad 9, werkblad 11 voorbeeldverhalen, werkblad 12 bespreken van succes-verhalen van leerlingen in de klas; leerlingen zien van elkaar dat ze de lunchtrommel gebruiken, receptenboek met recepten van leerlingen, ma-gazine onderdeel oplossingen gezocht)

- Stimuleren van communicatie en mobiliseren van sociale steun. Dit wordt toegepast in de thuisomgeving (ouderpakket met nieuwsbrief en producten, mee naar huis nemen van de lunchtrommel, quiz op werkblad 1 bij ouders laten afnemen), en op school (door middel van onderlinge tips op werkblad 7 en een steuntje in de rug met een Krachtvoer e-card op de website)

- Weerbaar maken tegen sociale invloed. Dit wordt toegepast door het voorleggen en bespreken van oplossingen voor probleemverhalen van

Page 16: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

16

peers (magazine onderdeel oplossingen gezocht) - Het stellen van een positieve sociale norm. Dit wordt toegepast door de

docent die een positieve sociale norm ten opzichte van het eten van fruit, ontbijt en minder vette tussendoortjes stelt door het wekelijks op een po-sitieve manier in de klas te bespreken (bespreking van werkblad 3,4,5)

Methoden voor vaardigheden en eigen effectiviteit - Vergroten van vaardigheden door oefening. Dit wordt toegepast door-

dat leerlingen oefenen met het verzinnen van gezonde recepten voor een receptenwedstrijd (verzinnen van recept met werkblad 6 lekkere recepten gezocht)

- Oefenen onder begeleiding. Oefenen onder begeleiding wordt toegepast (klassikaal bereiden van een recept werkblad 9, en aanvullende opdrach-ten recepten bereiden in docentenhandleiding).

- Feedback, tips en discussie. Deze methoden worden toegepast gerela-teerd aan het omgaan met barrières (magazine onderdeel tips, het geven van tips aan elkaar werkblad 7 en 12, en magazine onderdeel oplossingen gezocht).

Methoden voor het beïnvloeden van de omgeving - Aandacht. Aandacht betreft hier de gezondheidsboodschap en het on-

derwerp voeding. Dit wordt toegepast door gebruik te maken van cues (het versturen van kaarten, het ophangen van posters in het klaslokaal, uitdelen van een krachtvoer notitieblokje, het uitdelen van lunchtrom-mels)

- Beschikbaarheid van gezonde producten thuis. Dit wordt toegepast door aandacht te vragen voor het onderwerp bij ouders door middel van het ouderpakket en gezamenlijke opdrachten met ouders (test op werk-blad 1)

- (Aanzetten tot) gezonde schoolomgeving. Dit wordt toegepast door leerlingen eens kritisch te laten kijken naar het kantineaanbod, gebruik maken van participatie (een gezond schoolontbijt te organiseren, gezon-dere tussendoortjes aan te bieden tijdens een schoolfeest/kamp) (aanvul-lende opdrachten docentenhandleiding)

Methoden om intentie om te zetten in gedrag - Goal setting/ formuleren implementatie intenties. De methoden van

specifieke doelen stellen wordt toegepast in de laatste lessen door middel van het formuleren van actieplannen (maken van specifieke actieplannen werkblad 11, online advies op maat op krachtvoer-website, en formule-ren van nieuwe plannen aan de hand van werkblad 11-12).

- Plannen van coping repons. Deze methode wordt toegepast door leer-lingen kritisch te laten kijken naar barrières die ze bij de uitvoering van hun actieplan kunnen tegenkomen. Zij worden aangezet na te denken over hoe ze hiermee om kunnen gaan (werkblad 11) en er worden co-ping-tips via het advies op maat aangedragen (advies op maat website onderdeel barrières).

- Uitproberen nieuw gedrag. Dit wordt toegepast door het uitvoeren van nieuw gedrag aan de hand van een actieplan (huiswerkopdracht les 7)

- Reflectie en feedback op actieplannen. De methoden reflectie en feed-back worden toegepast in de laatste lessen waarbij leerlingen zelf en klassikaal reflecteren of ze hun plan uitgevoerd hebben (werkblad 11 en 12), en deze actieplannen eventueel bijstellen (Werkblad 12)

- Stimuleren opnieuw gezond gedrag uitvoeren. Dit wordt toegepast door middel van opnieuw actieplannen te maken met behulp van het ad-

Page 17: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

17

vies op maat (opdracht opnieuw doelen stellen in de docentenhandlei-ding)

- Bekrachtiging. Dit wordt toegepast door positieve bekrachtiging van leerlingen die gezond eten, dit proberen of opdrachten goed uitvoeren (bespreking van werkblad 3,4,5, bespreking van werkblad 12, winnaars van receptenwedstrijd bepalen)

Werkzame mechanismen: methoden aan de hand van de lesmaterialen De methoden worden nu besproken aan de hand van de materialen, de drie fasen in de lessen en de aanvullende activiteiten. Materialen • De drie figuurtjes Fruity, Starter en Snacko vertegenwoordigen ach-

tereenvolgens de onderwerpen fruit, ontbijt en tussendoortjes (aandacht). Zij dienen als een cue van herkenning doordat zij terugkomen op ver-schillende lesmaterialen als het betreffende onderwerp wordt behandeld.

• Aan de hand van drie kaarten met een van de figuren Fruity, Starter en Snacko wordt getracht de aandacht van leerlingen te trekken (aan-dacht) en hen aan te zetten tot het bezoeken van de Krachtvoer-website, door voorafgaand aan de lessen de kaarten naar leerlingen thuis op te stu-ren. Als leerlingen in de klas komen zullen ze de figuren Fruity, Starter en Snacko op de posters herkennen (aandacht). Daarnaast wordt met de kaarten getracht dat leerlingen enthousiast worden over het programma.

• De krachtvoer-website dient als ondersteuning van het lesprogramma. Er wordt getracht kennis over te brengen aan de hand van spelletjes, tes-ten, en informatieve teksten en recepten (informatie, actief leren). Daarnaast kunnen leerlingen elkaar e-cards versturen (mobiliseren van sociale steun). De website als geheel kan eraan bijdragen dat leerlingen enthousiast worden over het programma.

• Posters worden in de klas opgehangen. De posters gaan over de onder-werpen fruit (figuur Fruity, tekst: ik schreeuw luid, twee keer fruit), ont-bijt (figuur Starter, tekst: een goed begin voor de goede zin), en tussen-doortjes (Figuur Snacko, tekst: ik kies voor gezond tussendoor). Leerlin-gen worden door middel van de posters regelmatig geconfronteerd met de gezondheidsboodschap en de drie figuren (cues).

• Leerlingen ontvangen een lunchtrommel aan het begin van het pro-gramma. De strategie is kennismaken met gezonde lekkere producten en deze kunnen proeven (directe ervaring). Doordat leerlingen de lunch-trommel mee naar huis nemen trachten we te stimuleren dat het onder-werp thuis wordt besproken (stimuleren van communicatie en mobilise-ren sociale steun). Doornaast zien leerlingen van elkaar dat zij de lunch-trommel ook later mee naar school nemen (modelling). Ook gebruik ma-ken van de lunchtrommel is weer een manier om leerlingen enthousiast te maken over het programma.

Vaste lessen (fase 1) • Les 1 (werkblad 1). Door middel van een klassikale quiz worden leer-

lingen zich spelenderwijs bewust van het belang van het eten van fruit, ontbijt en weinig vette tussendoortjes (informatie, actief leren, discussie) worden ze enthousiast over het programma. Ouders worden betrokken door het afnemen van de quiz bij ouders (stimuleren van communicatie en mobiliseren sociale steun). De docent bespreekt de quiz en licht over-tuigende antwoorden toe (overtuiging).

Page 18: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

18

• Les 2 (werkblad 2 en 3). Leerlingen leren leerlingen onderscheid maken tussen echte fruitsappen en sappen met additionele suikers (informatie) door middel van het leren lezen van etiketten en het herkennen van fruit-sappen op foto’s (werkbladen 2a, 2b en 2c). Het tweede deel van de les (werkblad 3) is gericht op het creëren van bewustwording over eigen fruitconsumptie. Dit gebeurt aan de hand van het opschrijven van eigen fruitconsumptie en deze te vergelijken met de aanbevelingen om fruit te eten (informatie, zelfevaluatie), het geven van overtuigende informatie op het werkblad over het belang van fruit eten (overtuiging), het laten zien van voorbeelden van stuks fruit (informatie) en klassikaal nagaan of leerlingen voldoen aan deze norm. De docent let erop leerlingen aan het woord te laten die als positief rolmodel kunnen dienen (modelling). Daarnaast onderschrijft de docent het belang van fruit eten (zichtbare verwachtingen, verbale overtuiging) en bekrachtigt de docent het wense-lijke gedrag (bekrachtiging).

• Les 3 (werkblad 4 en 5). Het eerste deel van deze les (werkblad 4) is gericht op het creëren van bewustwording over eigen ontbijtconsumptie. Dit gebeurt aan de hand van het opschrijven van eigen ontbijtconsumptie in vergelijking met de aanbevelingen om dagelijks en gezond te ontbijten (informatie, zelfevaluatie), het geven van overtuigende informatie op het werkblad over het belang van een dagelijks goed ontbijt (overtuiging), het laten zien van voorbeelden een gezond ontbijt (informatie) en klassi-kaal nagaan of leerlingen voldoen aan deze norm. De docent let erop leerlingen aan het woord te laten die als positief rolmodel kunnen dienen (modelling). Daarnaast onderschrijft de docent het belang van gezond en dagelijks ontbijten (zichtbare verwachtingen, verbale overtuiging) en be-krachtigt de docent het wenselijke gedrag (bekrachtiging). Het tweede deel van deze les (werkblad 5) is gericht op het creëren van bewustwor-ding over eigen tussendoortjesconsumptie. Dit gebeurt aan de hand van het opschrijven van de eigen tussendoortjesconsumptie in vergelijking met de aanbevelingen om niet te veel vette tussendoortjes te eten (infor-matie, zelfevaluatie), het geven van overtuigende informatie op het werkblad over het belang van niet te veel vette tussendoortjes eten (over-tuiging), het laten zien van voorbeelden van gezondere en ongezondere tussendoortjes (informatie) en klassikaal nagaan of leerlingen zelf vooral vette of minder vette tussendoortjes eten. De docent let erop leerlingen aan het woord te laten die als positief rolmodel kunnen dienen (model-ling). Daarnaast onderschrijft de docent het belang van niet te veel vette tussendoortjes eten (zichtbare verwachtingen, verbale overtuiging) en bekrachtigt de docent het wenselijke gedrag (bekrachtiging).

• Les 4 (werkblad 7). Leerlingen gaan in het eerste deel van deze les in op redenen om zelf niet genoeg fruit eten, dagelijks gezond te ontbijten of te vaak vette tussendoortjes eten (zelfreflectie). Dit kunnen redenen zijn op het terrein van alle determinanten zowel omgeving (thuis hebben we geen fruit) als persoonsgericht (ik vind fruit vies). In kleine groepjes ge-ven leerlingen geven elkaar tips hierbij (feedback, mobiliseren van socia-le steun). In de daarop volgende keuzeactiviteiten wordt aan oplossingen gewerkt (deel 2 les 4 tot en met deel 1 les 7).

• Aan het eind van les 4 krijgen leerlingen een ouderpakket (stimuleren van communicatie en mobiliseren sociale steun). In het ouderpakket zit een nieuwsbrief (mobiliseren steun door overtuiging en informatie voor ouders), met tips om hun kinderen te steunen (instructies, mobiliseren sociale steun) en recepten (informatie), gezonde producten (smaak, di-recte ervaring) en een notitieblokje (cue). Getracht wordt de thuisomge-ving te betrekken en mogelijk de beschikbaarheid van gezonde produc-

Page 19: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

19

ten thuis te stimuleren. Het notitieblokje dient tevens als omgevingscue voor de leerlingen en ouders om thuis herinnerd te worden aan Kracht-voer en de drie thema’s (cue). Daarnaast wordt door middel van het ou-derpakket getracht leerlingen en ouders enthousiast te maken over het onderwerp voeding.

Keuzeactiviteiten (les 4 deel 2 t/m les 7 deel 1 en les 8 deel 2, fase 2) • Receptenwedstrijd. Door middel van de receptenwedstrijd wordt geoe-

fend met het verzinnen en bereiden van gezonde recepten (werkblad 6) (informatie). Lessen worden beoordeeld door de landelijke coördinatoren en van winnende recepten wordt een receptenboek gemaakt dat alle leer-lingen ontvangen (modelling, informatie, bekrachtiging).

• Productlessen. De docent kiest een van de activiteiten waarin leerlingen met producten werken (smaaktest, proefles of bereiden van de fruitsha-ke). Bij deze opdrachten worden leerlingen blootgesteld aan gezonde en lekkere en voor sommigen nieuwe producten. Zowel in de smaaktest (docentenhandleiding blz 24) als de proefles (werkblad 8) wordt gebruik gemaakt van het laten ervaren van gezonde (fruit)producten in groeps-verband (smaak, directe ervaring, modelling). Bij de bereiding van de fruitshake (werkblad 9) in groepjes maken leerlingen geïnstrueerd door de docent een gezond recept (oefenen onder begeleiding, modelling) dat ze vervolgens zelf opdrinken (smaak, directe ervaring).

• Reclameles (werkblad 10). Door het aanleveren van informatie over trucs die in reclames gebruikt worden (informatie), worden leerlingen bewust gemaakt van de invloed van reclame (Reclametrucs op Werkblad 10, huiswerkopdracht kijken van een soap met sluikreclame of de aan-vullende rollenspelopdracht bij deze les). Kennis over trucs wordt direct actief toegepast in een reclameposter (actief leren).

• Magazine. In de onderdelen tips en wist je dat en de strips wordt ge-bruik gemaakt van het leveren van informatie en over het omgaan met barrières (overtuiging, informatie). In het onderdeel Wat voor eettype ben jij krijgen leerlingen op een speelse manier feedback op hun eetge-woontes (feedback). In het onderdeel oplossingen gezocht wordt ge-tracht leerlingen weerbaar te maken tegen sociale invloeden door het voorleggen en bespreken van oplossingen voor probleemverhalen van peers (modelling, actief leren). In het onderdeel puzzel passen leerlingen hun kennis over de drie onderwerpen nog eens toe (actief leren). In het onderdeel recepten worden weer voorbeelden gegeven van gezonde re-cepten (informatie). Daarnaast is het magazine bedoeld om leerlingen en-thousiast te maken.

• Testen op website. Kennis wordt getest in de fruitsaptest (ook werk-blad 2), de tussendoortjestesten en de juist/onjuist test op de website.

Laatste vaste lessen (fase 3) • Les 7 (werkblad 11). Op werkblad 11 worden voorbeelden gegeven van

leerlingen die een plan hebben gemaakt om gezonder te gaan eten (mo-deling). Vervolgens vullen leerlingen het advies op maat in op de Krachtvoer-website. Ze krijgen hierbij feedback over hun eigen voe-dingsgedrag (feedback), en maken indien ze dat willen een specifiek ac-tieplan voor een van de drie gedragingen (goal setting/ implementatie in-tenties) en hoe ze met barrières kunnen omgaan (planning coping re-pons). Daarnaast krijgen ze tips over het omgaan met barrières (informa-tie). Als huiswerkopdracht voeren ze dit plan de komende week uit.

• Les 8 (werkblad 12). In les 8 reflecteren leerlingen over hun actieplan-nen en problemen bij de uitvoering ervan, en bespreken ze deze klassi-

Page 20: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

20

kaal (zelfreflectie, feedback, discussie). De docent let erop leerlingen aan het woord te laten die als positief rolmodel kunnen dienen (modelling) en bekrachtigt het wenselijke gedrag (bekrachtiging). Tenslotte wordt aan de hand van een opdracht “opnieuw doelen stellen” in de docenten-handleiding gezond gedrag behouden of nieuw gezond gedrag als doel gesteld (goal setting/ implementatie intenties). De les wordt afgesloten met een keuzeactiviteit.

Aanvullende opdrachten • Leerlingen bekijken en bespreken supermarkttrucs (informatie) in een

aanvullende lesopdracht in docentenhandleiding. Leerlingen worden hierdoor alert gemaakt van de invloed van de omgeving op de omgeving.

• Het bereiden van recepten (aanvullende opdracht in docentenhandlei-ding en op website) (oefenen onder begeleiding, smaak en directe erva-ring).

• Manieren om de schoolomgeving gezonder te maken is leerlingen eens kritisch te laten kijken naar het kantineaanbod (actief leren), een ge-zond schoolontbijt te organiseren (participatie in probleemoplossing), gezondere tussendoortjes aan te bieden tijdens een schoolfeest/kamp (aanvullende opdrachten docentenhandleiding) (participatie in pro-bleemoplossing)

• Door middel van tips over vakoverstijgend werken kunnen docenten van andere vakken het thema laten terugkomen (informatie).

7. Samenvatting onderbouwing Beschrijf in één tot drie zinnen het verband tussen probleem, doelgroep, doel en methode.

Diverse op theorie en evidentie gebaseerde interventiestrategieën worden toegepast op veranderbare determinanten en daarmee ook op fruitinname, ontbijtgedrag en de consumptie van tussendoortjes van 12-14 jarige vmbo-leerlingen ter preventie van chronische ziekten.

C. Overdraagbaarheid

8. Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking 8.1 Eisen ten aanzien van opleiding Welke eisen zijn er ten aanzien van opleiding, training, certifi-cering, licenties en/of supervi-sie van de uitvoerend werkers? Beschrijf deze randvoorwaar-den voor de toepassing. Meld indien van toepassing: Er zijn geen specifieke eisen voor de uitvoering en begeleiding van de uitvoerend werkers.

Eisen ten aanzien van Krachtvoer-begeleiders Krachtvoer-begeleiders hebben affiniteit met gezondheidsbevordering in het onderwijs. In aanmerking komen functionarissen Gezondheidsbevordering van GGD’en, diëtisten of schoolbegeleiders van onderwijsbegeleidingsdien-sten. Ze dienen een training te volgen als ze Krachtvoer willen implemente-ren in hun regio. Eisen ten aanzien van docenten Voor docenten wordt er voorafgaand aan het gebruik van Krachtvoer een startbijeenkomst georganiseerd door de Krachtvoer-begeleider. In de startbij-eenkomst wordt aandacht besteed aan voedingsgedrag van jongeren (regio-nale en landelijke cijfers), de achtergrond, doelen en opbouw van het lespro-

Page 21: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

21

gramma, de fasen van gedragsverandering, de inhoud van de ondersteuning van de regionale Krachtvoer-begeleider, tussentijdse uitwisseling tussen docenten eventueel georganiseerd in een uitwisselingsbijeenkomst, een lan-ge-termijnaanpak van schoolgezondheidsbeleid en praktische zaken rondom het programma.

8.2 Eisen ten aanzien van overdracht en implementatie Is er voor de overdracht van de interventie een handleiding of protocol? Zijn er eerdere erva-ringen waaruit blijkt dat de interventie overdraagbaar is? Meld indien van toepassing: Er is geen handleiding of protocol voor overdracht of implementa-tie.

Overdracht aan andere regio’s Het NIGZ werft en traint regionale begeleiders. Twee keer per jaar een Krachtvoer-training aan die als voorwaarde geldt voor verspreiding van het lesprogramma. De trainingsduur is een dag plus een terugkomdag (totaal 9 contacturen). Bij de training zijn de volgende materialen inbegrepen: een invoeringstas met een set van alle Krachtvoer materialen, een handleiding voor begeleiders en 25 wervingsbrochures voor scholen. Aan de hand van de handleiding en de training kunnen regionale begeleiders het programma in hun regio aanbieden. Materialen ten behoeve van de overdracht aan andere regio’s In de handleiding worden de fasen van het diffusieproces beschreven aan de hand van de diffusietheorie van Rogers (Rogers, 2003). Het gaat om de fasen van adoptie, implementatie en continuering. Daarnaast worden er instrumen-ten aangeboden om regionale begeleiders door deze fasen te leiden. De trai-ning sluit hierbij aan. Deelnemers krijgen achtergrondinformatie over de materialen en (de werking) van het lesprogramma, krijgen handvatten voor het werven en ondersteunen van scholen bij de invoering van Krachtvoer en worden voorbereid op het organiseren van een startbijeenkomst voor docen-ten en het zoeken van financiering voor de lesmaterialen. Er worden sugges-ties gegeven om aan te sluiten bij de Gezonde School Methode, al kunnen GGD’en die hier niet mee werken Krachtvoer ook losstaand hiervan imple-menteren. Ervaringen uit de proefimplementatie zijn dat diverse regio’s het programma kunnen implementeren.

8.3 Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking Hoe wordt de kwaliteit van de interventie beoordeeld en be-waakt? Denk bijvoorbeeld aan registratie van activiteiten en resultaten. Meld indien niet bekend of niet van toepassing: De wijze van kwaliteitsbewaking wordt bepaald door de uitvoerder.

Kwaliteitsbewaking door actueel houden lesmaterialen De kwaliteit van het lesmateriaal wordt bewaakt door tussentijdse kleine herzieningen van de lesmaterialen door te voeren in onderling overleg tussen de samenwerkingspartners UM, NIGZ en Voedingscentrum. Voor 2012 staat een update van het programma gepland waar de drie partijen zich aan ge-committeerd hebben. Kwaliteitsbewaking regionale begeleiders Regionale begeleiders worden aangestuurd door het NIGZ aan de hand van een trainingsbijeenkomst, een terugkombijeenkomst, en een helpdesk bij vragen (inhoudelijk op het terrein van voeding of het lespakket, dan wel pro-cesmatig). Kwaliteitsbewaking docenten Docenten worden aangestuurd door getrainde regionale begeleiders. De be-langrijkste ondersteuningsvormen zijn een startbijeenkomst, tussentijds ad-vies en ondersteuning indien gewenst door school, en een evaluatie- en con-tinueringsgesprek al dan niet gekoppeld aan de Gezonde School Methodiek. Monitoren van kwaliteit van implementatie Tijdens het door ZonMW gefinancierde proefimplementatieproject is dit hele proces nauwkeurig onderzocht bij alle betrokken partijen. De resultaten wor-den momenteel geanalyseerd en gerapporteerd. Voor de landelijke invoering wordt dit proces beperkt geregistreerd aan de hand van registraties van regi-

Page 22: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

22

onale begeleiders die Krachtvoer ondersteunen, de evaluatie van de trai-ningsbijeenkomsten voor regionale begeleiders, de registratie van scholen die de materialen bestellen (of indien bestellingen via de regionale begeleider verlopen, bij regionale begeleiders opvragen welke scholen met Krachtvoer werken), en evaluatiegesprekken met deelnemende scholen waarin o.a. de implementatie besproken wordt. Afhankelijk van het aantal scholen dat met Krachtvoer werkt, wordt t.z.t bekeken of in schooljaar 2010-2011 of in schooljaar 2011-2012 een Master-stage GVO gewijd wordt aan het bekijken van de kwaliteit van implementa-tie regionale begeleiders en docenten.

8.4 Kosten van de interventie Wat zijn de kosten van de uitvoering? Noem zo mogelijk kosten van licentie, materiaal, trainingen, kwaliteitsbewaking, Vermeld het jaartal waarvoor de prijzen gelden. Noem ook de tijdinvestering van betrokken professionals (uitvoering en coördinatie). Meld indien van toepassing: Er zijn bij deze interventie geen gegevens bekend over de kosten en /of de tijdsinvestering van professionals.

Materiaalkosten voor scholen • 3 posters (per set) €3,95 • Docentenhandleiding €9,95 • Werkboek voor leerlingen inclusief oudernieuwsbrief €3,95 • Magazine voor leerlingen €1,95 • Lunchtrommel €2,75 Voedingsmiddelen • 3 producten per lunchtrommel: €0.99 (per klas van 24 leerlingen €23.72) • Producten proeflessen (per klas met 24 leerlingen): gemiddeld €6.40 tot

€11.50 (2 tot 3 soorten producten voor ontbijt, fruit en tussendoortjes) • Producten bereiden recept fruitshake (per klas met 24 leerlingen):

€13.90 Kosten basispakket voor twee klassen (totaal 48 leerlingen) • inclusief docentenhandleiding, een posterset en werkboeken voor de

leerlingen €203.50 • eventuele kosten voedingsmiddelen voor de lessen (oplopend tot €50.80) Kosten aanvullende materialen voor twee klassen (totaal 48 leerlingen): • inclusief magazines en lunchtrommels voor leerlingen €225.60 (excl.

voedingsmiddelen) • eventuele kosten voedingsmiddelen voor de lessen (oplopend tot €50.80) • eventuele kosten producten lunchtrommels (€47.52) Tijdsinvestering docent Gemiddelde tijdsinvestering per docent (inclusief besluitvorming met pro-gramma te gaan werken, startbijeenkomst en evaluatie met de regionale be-geleider, uitgaande van twee klassen, 1 keer voorbereiding): 26.5 uur per jaar. In het tweede jaar beperkt zich dit tot de voorbereiding en uitvoering van de lessen (20 uur voor 2 klassen). Kosten voor regionale begeleiders (2010) De invoering van Krachtvoer verloopt via regionale begeleiders. De trai-ningsduur is een dag plus een terugkomdag (totaal 9 contacturen). Bij de training zijn de volgende materialen inbegrepen: een invoeringstas met een set van alle Krachtvoer materialen, een handleiding voor begeleiders en 25 wervingsbrochures voor scholen. De kosten voor deze training zijn €860,-. Tijdsinvestering regionale begeleiders

Page 23: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

23

Gemiddelde tijdsinvestering voor regionale begeleiders voor de werving en ondersteuning en advisering van 5 scholen is 56,5 uur voor het eerste jaar. Wanneer er jaarlijks vijf nieuwe scholen geworven worden, blijft dit vanaf het tweede projectjaar 44.5 uur. Voor scholen die doorgaan met Krachtvoer is vanaf het tweede projectjaar gemiddeld een contactuur per jaar per school nodig.

9. Onderzoek naar de uitvoering van de interventie Is er onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie? Beschrijf doel, type onderzoek (bijvoorbeeld procesevaluatie, behoefteanalyse, nul-meting, haalbaarheidonderzoek, tevre-denheidmeting etc.), methode en relevante uitkomsten. Geef aan wat het bereik is, de succes- en faalfactoren en waardering door de doelgroep. Geef ook aan hoe de interven-tie, indien noodzakelijk, wordt aangepast. Meld indien van toepassing: Er is geen onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interven-tie.

Procesevaluatie Er is een procesevaluatie naar de eerste versie van Krachtvoer uitgevoerd onder 15 docenten en 1021 leerlingen (Martens e.a., 2006). De gegevens werden verzameld met behulp van lesverslagen van docenten, observaties, interviews en een schriftelijke vragenlijst onder de leerlingen. Gebleken is dat de docenten Krachtvoer grotendeels zoals beoogd implementeerden en de meeste onderdelen van het programma een goede waardering gaven. Pro-grammaonderdelen die slechter werden gewaardeerd door de docenten, wer-den vaak niet geïmplementeerd. Vooral de praktische aanpak, de materialen en de diversiteit aan strategieën en activiteiten werden door de docenten ge-waardeerd. Volgens de docenten sloot het programma goed aan bij het leer-niveau en andere kenmerken van de doelgroep. Leerlingen die werden bloot-gesteld aan Krachtvoer waardeerden hun voedingsonderwijs beter dan leer-lingen die aan het gebruikelijke curriculum waren blootgesteld en gaven de lessen gemiddeld een 7.2. Voor overige cijfers wordt verwezen naar de eer-dere procesevaluatie (Martens e.a., 2006). Geconcludeerd werd dat een aan-tal programmaonderdelen herzien moest worden om de effectiviteit van het programma te vergroten. Aanpassingen huidige editie van het programma De belangrijkste aanpassingen in de tweede versie van het programma zijn: geschikt maken voor toepassing bij leerlingen die uit andere culturen afkom-stig zijn, het toevoegen van het advies op maat programma op de website, het toevoegen van een optionele les 0 over voedingsstoffen op verzoek van een aantal docenten, het toevoegen van een aantal actievere vormen van in-formatieverwerking, het samenvoegen van losse werkbladen in een werk-boek, het toevoegen van adequate feedback aan leerlingen die al het juiste voedingsgedrag vertonen en het toevoegen van tips over werkvormen die beter aansluiten bij leerlingen van de kadergerichte leerweg. De aangepaste tweede versie van het programma is in 2009 in een soortgelij-ke studie onderzocht. De resultaten worden momenteel geanalyseerd en ge-rapporteerd. Wel kan al gemeld worden dat de helft van de benaderde scho-len met het programma zijn gaan werken (adoptie rate van 50%) (Bessems, e.a., ingediend). Van de scholen die in schooljaar 2008-2009 met Krachtvoer hebben gewerkt, is de helft in schooljaar 2009-2010 doorgegaan met de les-sen met nieuwe klassen.

Page 24: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

24

Voor u verder gaat Check met behulp van onderstaande lijst of u de vereiste informatie op het werkblad kunt invullen. De vraagnummers corresponderen met de desbetreffende onderdelen van de beschrijving op dit werkblad en met de criteria voor erkenning op Niveau II en III. Op de sites van het Nederlands Jeugdinstituut en van RIVM kunt u een meer uitgebreide lijst van de criteria voor erkenning en een toelichting daarop vinden. Neem bij twijfel contact op met het Nederlands Jeugdinstituut of RIVM (zie voorblad). Criteria voor erkenning op Niveau II-III: waarschijnlijk of bewezen effectief Vraag 10.1 Is de interventie via Nederlandse studies met een matige tot sterke be-

wijskracht onderzocht en maken deze studies het aannemelijk dat de interventie de gestelde doelen bij de doelgroep daadwerkelijk bereikt? (Voor een overzicht van de bewijskracht van onderzoek, zie de handlei-ding bij dit werkblad.)

x Ja Nee

Vraag 11 Is er onderzoek naar buitenlandse versies van de interventies

Ja x Nee

LET OP Indien vraag 10 met ja beantwoord wordt, vul dan ook Bijlage 1 in: Beschrijving kenmerken en resul-taten onderzoek. Indien vraag 10 en 11 met nee beantwoord moeten worden, komt uw interventie niet in aanmerking voor een beoordeling op niveau II of III. Vul in dat geval paragraaf 10.1 en 11 op de gevraagde ma-nier in en ga verder met paragraaf 12 onder Overige informatie. Vergeet niet het logboek in te vullen aan het einde van dit werkblad.

Page 25: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

25

Beschrijving voor erkenning op niveau II-III: waarschijnlijk of be-wezen effectief D. Effectiviteit 10. Nederlandse effectstudies 10.1 Studies naar de effectiviteit van de interventie in Nederland Wat zijn de kenmerken en uitkomsten van onderzoek naar het effect van de interventie in Nederland? Noem per studie auteur(s) en publicatiejaar, onderzochte (primaire) doelen van de inter-ventie, onderzoeksgroep, on-derzoeksdesign en resultaten. Vermeld effectgroottes d of ES, of de gegevens om deze te berekenen (zie de handleiding bij dit werkblad). Beschrijf ook de kenmerken en resultaten van reviews en meta-analyses over de effectiviteit van de interventie in Neder-land. Meld indien van toepassing: Er is geen Nederlands onderzoek naar de effectiviteit van de interventie.

Martens MK, van Assema P, Paulussen TGWM, van Breukelen G, Brug J. Krachtvoer: effect evaluation of a Dutch healthful diet promotion curriculum for lower vocational schools. Public Health Nutrition, 11, 271-278. Martens, MK. Hoofdstuk 4 in Krachtvoer: The development, implementa-tion, and evaluation of an educational program for 12-14-year-old students to promote healthy eating. Proefschrift Universiteit Maastricht 2005. Onderzoeksvragen Wat zijn de effecten van Krachtvoer in vergelijking met de reguliere metho-de op de inname van fruit, fruitsap, tussendoortjes en ontbijt bij leerlingen direct na uitvoering van de lessen? Onderzoeksopzet en respons Voor de effectevaluatie werd gebruik gemaakt van een cluster gerandomi-seerde en gecontroleerde studie onder 1613 leerlingen, in 68 klassen en 18 scholen. Hierbij werd gebruik gemaakt van schriftelijke vragenlijsten die voorafgaand aan de lessen en na beëindiging van het programma werden ingevuld. Primaire uitkomstmaten waren de fruitconsumptie, het aantal da-gen waarop ontbeten wordt, de voedingswaarde van het ontbijt en het aantal tussendoortjes met veel verzadig vet. Voor alle gedragsmaten werden zowel voedselfrequentievragen gebruikt (om de gebruikelijke inname te bepalen) of een 24-hour recall (consumptie vorige dag). Secundaire uitkomstmaten wa-ren de belangrijkste gedragsdeterminanten waar Krachtvoer zich op richt: intenties, attitudes, sociale invloeden, eigen effectiviteit, bewustzijn van het risicogedrag, beschikbaarheid. Analyses Er werden (logistische) regressieanalyses uitgevoerd op alle uitkomstmaten. Resultaten De belangrijkste resultaten op uitkomstmaten voor gedrag worden hieronder opgesomd: - een hogere gebruikelijke fruitconsumptie na de lessen (B=0.04; p<0.05) - een hogere gisteren fruitconsumptie (B=0.13; p<0.01) - lagere gebruikelijke fruitsapconsumptie bij leerlingen met de hoogste

inname op baseline (B-0.16, p<0.05) - lagere gisteren fruitsapconsumptie bij leerlingen met de hoogste inname

Page 26: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

26

op baseline (B=-0.12, P<0.000) - afname gebruikelijk tussendoortjesinname voor leerlingen met de hoog-

ste consumptie op baseline (B=-0.08, p<0.01) - afname gisteren vetinname door tussendoortjes bij leerlingen met de

hoogte inname op baseline (B=5.64, p<0.05) - toename gisteren tussendoortjesinname bij kinderen met laagste innames

op baseline (B=0.20; p<0.05) - afname gisteren tussendoortjesinname bij kinderen met hoogste innames

op baseline (B=-0.57, p<0.000) - toename vitamine C inname bij ontbijt die ochtend bij kinderen die op

baseline uit het middelste tertiel consumeerden (B=5.42, p<0.01) - afname inname van verzadigd vet bij ontbijt die ochtend bij kinderen die

op baseline het meeste vet consumeerden tijdens ontbijt (B=-1.06, p<0.05).

Samenvattend worden er positieve effecten gevonden op fruitinname en tus-sendoortjesinname. Wat betreft ontbijten worden alleen effecten gevonden op vitamine C inname en totale verzadigd vet inname bij het ontbijt. Sommi-ge effecten vinden plaats bij de hele doelgroep, andere alleen bij delen van de onderzoeksgroep. De effecten op fruitinname komen overeen met eerdere bevindingen van andere studies, waarin effecten tussen 0.2 en 1 stuks per dag werden aangetoond. Geen vergelijkbare effectstudies wat betreft ontbijt en tussendoortjesinname zijn bekend, omdat eerdere evidence-based program-ma’s zich vooral richten op nutrienten zoals totale vetinname, energie en carbohydrates, en niet zozeer op specifieke maten voor ontbijt of tussedoor-tjesinname. Het feit dat verschillende programma-effecten het sterkte waren voor kinderen met de minst gunstige innames op baseline, kan beschouwd worden als een gunstig effect, omdat het programma dus het beste lijkt te werken voor kinderen die het het meeste nodig hebben. Toch zijn onze resultaten niet optimaal, mogelijk door interventiegerelateer-de aspecten als studie gerelateerde aspecten. Enkele implementatieproblemen hebben mogelijk tot beperktere effecten geleid.

10.2 Samenvatting Nederlandse effectstudies Vat elke studie in telegramstijl samen. Kies bij Bewijskracht voor: 1 zeer zwak; 2 zwak; 3 matig; 4 redelijk; 5 vrij sterk; 6 sterk; 7 zeer sterk. Kies bij Effectiviteit voor: 1 positieve resultaten 2 effectiviteit niet vastgesteld; 3 negatieve resultaten; 4. posi-tieve en negatieve resultaten; of 5 effectiviteit onduidelijk of onbekend. (Zie de handleiding bij dit werkblad.)

Studie 1 Auteurs: Marloes Martens, Patricia van Assema, Theo Paulussen, Gerard van Breukelen, Hans Brug Jaar: 2002 (publicatie 2007) Onderzoekstype: cluster gerandomiseerde en gecontroleerde studie Belangrijkste resultaten: Bewijskracht van het onderzoek: vrij sterk Resultaten effectiviteit: Positieve effecten van het programma waren een toename van de fruitconsumptie en van de consumptie van ontbijtproducten uit de koolhydraten en vitamine C groep. Onder de leerlingen die vooraf-gaand aan het programma de meeste tussendoortjes aten met veel verzadigd vet, werd een afname in de consumptie van deze tussendoortjes gevonden. Studie 2 Auteurs: Kathelijne Bessems, Patricia van Assema, Marloes Martens, Theo Paulussen, Lieke Raaijmakers, Nanne de Vries Jaar: 2008-2009 (publicatie in voorbereiding) Onderzoekstype” cluster gerandomiseerde en gecontroleerde studie met een follow-up meting na zes maanden Bewijskracht van het onderzoek: zeer sterk

Page 27: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

27

11. Buitenlandse effectstudies Wat zijn de kenmerken en uitkomsten van effectstudies, reviews of meta-analyses naar de effectiviteit van buitenland-se versies van de interventie? Noem per studie auteur(s) en publicatiejaar, onderzochte doelen van de interventie, methode en resultaten. Vermeld effectgroottes d of ES, of de gegevens om deze te berekenen (zie de handleiding bij dit werkblad). Gebruik per onderzoek niet meer dan 150 woorden. Meld indien van toepassing: Er zijn geen studies die de effecti-viteit van buitenlandse versies van de interventie aantonen.

E. Overige informatie

12. Toelichting op de naam van de interventie

Is de naam van de interventie helder? Noem de herkomst of diepere betekenis. Is de inter-ventie bekend onder een andere naam? Noem de naam van de eventuele buitenlandse versie van de interventie. Meldt indien van toepassing: Over de naam van de interven-tie zijn geen bijzonderheden te vermelden.

Krachtvoer: voeding waar je gezond en sterk van wordt. De naam is bedacht in samenwerking met vormgever LaVerbe en gepretest onder doelgroep.

13. Uitvoering (uitvoerende en of ondersteunende organisaties en partners) Waar, door welk soort organi-saties en op welke schaal wordt de interventie toegepast? Be-schrijf op welke locatie de interventie wordt uitgevoerd. Noem eventueel lokale en/of regionale varianten. Noem eventueel ook samenwerkings-partners in de uitvoering.

Krachtvoer wordt momenteel aangeboden in vijf GGD-regio’s te weten GGD Gelre IJssel, GGD Hollands Midden (Gouda), GGD Midden Nederland, GGD Zuid-Limburg en GGD Hart voor Brabant. In deze regio’s werken in schooljaar 2009-2010 21 VO-scholen en circa 2100 leerlingen met het les-programma.

Page 28: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

28

Meld indien van toepassing: • De locatie waar de inter-

ventie dient te worden uit-gevoerd is niet aangege-ven.

• Er zijn geen gegevens over de uitvoerende organisatie bekend.

14. Overeenkomsten met andere interventies Zijn er soortgelijke interven-ties? Noem relevante en in het oog springende overeenkom-sten en /of verschillen; beperk dit tot sterk vergelijkbare inter-venties. Meld indien van toepassing: Er zijn geen gegevens over soort-gelijke interventies.

Het Pro-children project heeft gebruik gemaakt van lesonderdelen uit Krachtvoer. Het Pro-children project is afgelopen.

Aangehaalde literatuur Bartholomew, L. K., G. S. Parcel, et al. (2006). Planning health promotion programs. An intervention mapping

approach. San Francisco, Jossey-Bass. Bessems, K. M. H. H., P. van Assema, et al. Submitted as: "Evaluation of an adoption strategy for a healthy diet

programme for lower vocational schools ". Boekaerts, M., P. R. Rintrich, et al. (2000). Handbook of self regulation. San Diego, CA, Acadamic Press. Bourdeaudhuij, I. d. (1997 ). "Family food rules and healthy eating in adolescents." Journal of Health Psychology 2

(1): 45-56. Brug, J., P. van Assema, et al. (1998). "Misconceptie van consumptie van vet, groente en fruit: oorzaken en implica-

ties voor voedingsvoorlichting." Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen 76: 17-23. Contento, I. R. (2007). Nutrition Education. Linking research, theory and practice. Sudbury, MA, Jones and Bartlett

Publishers. De Vries, H., M. Dijkstra, et al. (1988 ). "Self-efficacy: the third factor besides attitude and subjective norm as a

predictor of behavioral intentions " Health Education Research 3(3): 273-282. De Vries, M. and R. Da Costa Senior (1992). Scholieren en tussendoortjes: onderzoek naar eetgewoonten en drink-

gewoonten tijdens schooltijd van leerlingen in het basis en voortgezet onderwijs in Midden-Holland. Gouda.

Gezondheidsraad (2006). Richtlijnen goede voeding 2006. Den Haag, Gezondheidsraad. Gollwitzer, P. M. (1999). "Implementation intentions. Strong effects of simple plans." American psychologist 54(7):

493-503. Hanson, M. D. and E. Chen (2007). "Socioeconomic status and health behaviors in adolescence: a review of the

literature." J Behav Med 30(3): 263-85. Haslam, D. W. and W. P. James (2005). "Obesity." Lancet 366(9492): 1197-209. Hoelscher, D. M., A. Evans, et al. (2002). "Designing effective nutrition interventions for adolescents." J Am Diet

Assoc 102(3 Suppl): S52-63. Kealey, K. A., A. V. Peterson Jr., et al. (2000). "Teacher training as a behavior change process: principles and re-

sults from a longitudinal study." Health Educ Behav 27(1): 64-81. Knai, C., J. Pomerleau, et al. (2006). "Getting children to eat more fruit and vegetables: a systematic review." Prev

Med 42(2): 85-95. Martens, M., P. van Assema, et al. (2006). "Krachtvoer: process evaluation of a Dutch programme for lower voca-

tional schools to promote healthful diet." Health Educ Res 21(5): 695-704. Martens, M., M. Wind, et al. (2002). "De (on)mogelijkheden van voedingsvoorlichting aan twaalf- tot veertienjarige

Page 29: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

29

jongeren." Nederlands Tijdschrift voor Diëtisten (57): 71-77. Martens, M. K. (2005). The development, implementation, and evaluation of an educational programme for 12-14-

year-old students to promote healthy eating Martens, M. K., P. van Assema, et al. (2005). "Why do adolescents eat what they eat? Personal and social environ-

mental predictors of fruit, snack and breakfast consumption among 12-14-year-old Dutch students." Public Health Nutr 8(8): 1258-65.

Martens, M. K., P. van Assema, et al. (2008). "Krachtvoer: effect evaluation of a Dutch healthful diet promotion curriculum for lower vocational schools." Public Health Nutr 11(3): 271-8.

McClain, A. D., C. Chappuis, et al. (2009). "Psychosocial correlates of eating behavior in children and adolescents: a review." Int J Behav Nutr Phys Act 6: 54.

Oenema, A. (2004). Promoting awareness of fat, fruit and vegatable intake. Maastricht, Universiteit Maastricht. Raaijmakers, L. G., K. M.M.H. Bessems, et al. (2009). "Breakfast consumption among children and adolescents in

the Netherlands." Eur J Public Health. Rogers, E. M. (2003). Diffusion of innovations. New York, Free Press. Van Assema, P., H. Brug, et al. (1996). "Misconceptie van vetconsumptie. Een kwalitatief onderzoek naar oorza-

ken." Tijdschrift sociale gezondheidszorg 74: 347-355. Van Cauwenberghe, E., L. Maes, et al. (2010). "Effectiveness of school-based interventions in Europe to promote

healthy nutrition in children and adolescents: systematic review of published and 'grey' literature." Br J Nutr 103(6): 781-97.

Van Kreijl, C. F., A. G. A. C. Knaap, et al. (2004). Ons eten gemeten. Bilthoven, RIVM. Weinstein, N. D. (1988). "The precaution adoption process." Health Psychol 7(4): 355-86. WHO (2003). Diet, nutrition and prevention of chronic diseases. WHO technical report series Geneva, World

Health Organization. World Cancer Research Fund and American Institute for Cancer Research (2007). Food, nutrition, physical activity

and the prevention of cancer: a global perspective. Samenvatting Voeding, voedingspatroon, lichaamsbe-weging en preventie van kanker: een wereldwijd perspectief. Washington D.C., World Cancer Research Fund International.

Websites www.nigz.nl www.voedingscentrum.nl www.gezondeschool.nl www.heartjump.nl Beschrijf de in dit document aangehaalde literatuur volgens APA-normen (zie de handlei-ding bij dit werkblad).

Page 30: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

30

����������

���� ������������������������������������������� Scoor met dit formulier elke effectstudie apart. Licht de score bij een item eventueel toe. Studie 1 Martens e.a., 2007 A. Waar en waarover is de studie uitgevoerd Kruis ‘ja’ of ‘nee’ aan Ja Nee

1 De studie is in Nederland uitgevoerd. x

2 De studie betreft de hier beschreven, Nederlandse interventie (en niet een andere, soortgelijke interventie of een buitenlandse versie of variant) x

B. Typering methodologische kenmerken van het onderzoek Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan.

1 De meting is (mede) gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie. x

2 De meting is verricht met instrumenten die voldoende betrouwbaar zijn. x

3 De meting is verricht met instrumenten die de doelen van de interventie valide operationaliseren.

x

4 Er is een voormeting (voorafgaand aan / bij start van de interventie). x

5 Er is een nameting (aan het einde van de interventie). x

6 De resultaten zijn met een adequate statistische techniek geanalyseerd en op significantie getoetst.

x

7 De resultaten zijn vergeleken met ander onderzoek naar de effecten van de gebruikelijke situatie, handelwijze of zorg (care-as-usual) of een andere zorgvorm bij een soortgelijke doelgroep.

x

8 Er is een (quasi-)experimentele en een controlegroep (care-as-usual) of een herhaald N=1 onderzoek met een baseline of een timeseries design met een multiple baseline of alternating treatments of een studie naar de samenhang tussen de mate waarin een interventie is toegepast en de mate waarin bedoelde uitkomsten zijn opgetreden.

x

9 Het onderzoek is uitgevoerd in de praktijk. x

10 Er is een follow-upmeting van minimaal 6 maanden na einde interventie.

11 De experimentele en de controlegroep zijn ´at random´ samengesteld. x

Page 31: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

31

Classificatie bewijskracht van het onderzoek Kruis aan van welk type de opzet is op basis van de aangekruiste antwoorden in het bovenstaande schema. Alle antwoorden in de aangegeven range moeten aangekruist zijn

Bew

ijskracht

Niveau 1

Niveau 2

Niveau 3

Niveau 4

Niveau 5

Zeer zwak Geen van de onderstaande alternatieven 1-6

1-6 9 1-6 10

Zwak Veranderingsonderzoek

1-6 9 10

Matig Resultaten van veranderingsonderzoek zijn vergeleken met ander onderzoek 1-6 7

Redelijk Onderzoek met (quasi-) experimenteel design (niet in de praktijk) 1-6 8

Vrij sterk Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk 1-6 8 9

Sterk Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk en met follow-up 1-6 8 9 10

Zeer sterk Onderzoek met experimenteel design in de praktijk en met follow-up 1-6 8 9 10 11

Typering overige methodologische kenmerken Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbe-kend, twijfel) geen hokje aan.

12 Er is een controlegroep zonder interventie en/of placebo.

x 13 Er is een controlegroep met een gespecificeerde andere, duidelijk gespecificeerde interventie.

14 Het onderzoek is uitgevoerd door anderen dan de ontwikkelaars of de aanbieders van de interventie.

x 15 De mate van uitval van subjecten tussen de meetmomenten is gespecificeerd.

x 16 De implementatiegetrouwheid is bepaald (i.e. nagegaan is wat de mate is waarin het protocol, de handleiding of de methodiek getrouw is gevolgd - ook wel behandelingsintegriteit, ‘treatment integrity’ of ‘fidelity’genoemd).

C. Typering resultaten van het onderzoek

0 Geen van de onderstaande rubrieken zijn van toepassing (licht toe!).

1 Positieve resultaten: De studie rapporteert positieve effecten# ten aanzien van de doelen van de interventie.

2 Effectiviteit niet aangetoond: De studie rapporteert dat er geen effecten# ten aanzien van de doelen van de interventie zijn.

3 Negatieve resultaten: De studie rapporteert negatieve effecten# .

x 4 Positieve en negatieve resultaten: De studie rapporteert positieve en negatieve effecten# ten aanzien van verschillende doelen van de interventie.

8 Effectiviteit onduidelijk of onbekend. # Positief effect = een of meer doelen van de interventie worden gerealiseerd en deze winst is statistisch significant. Geen effect = het doel van de interventie wordt niet gerealiseerd en wordt deels gerealiseerd maar deze winst is niet statistisch significant. Negatief effect = de interventie werkt - statistisch significant - averechts of heeft ernstige, duidelijk aantoonbare ‘bijwerkingen’. Noteer hieronder eventueel beschikbare gegevens over effectsizes

Page 32: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

32

���������������������� ������������������������������������������� Scoor met dit formulier elke effectstudie apart. Licht de score bij een item eventueel toe. Studie 2 Auteur : Bessems e.a., in voorbereiding A. Waar en waarover is de studie uitgevoerd Kruis ‘ja’ of ‘nee’ aan Ja Nee

1 De studie is in Nederland uitgevoerd. x

2 De studie betreft de hier beschreven, Nederlandse interventie (en niet een andere, soortgelijke interventie of een buitenlandse versie of variant) x

B. Typering methodologische kenmerken van het onderzoek Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan.

1 De meting is (mede) gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie. x

2 De meting is verricht met instrumenten die voldoende betrouwbaar zijn. x

3 De meting is verricht met instrumenten die de doelen van de interventie valide operationaliseren.

x

4 Er is een voormeting (voorafgaand aan / bij start van de interventie). x

5 Er is een nameting (aan het einde van de interventie). x

6 De resultaten zijn met een adequate statistische techniek geanalyseerd en op significantie getoetst.

x

7 De resultaten zijn vergeleken met ander onderzoek naar de effecten van de gebruikelijke situatie, handelwijze of zorg (care-as-usual) of een andere zorgvorm bij een soortgelijke doelgroep.

x

8 Er is een (quasi-)experimentele en een controlegroep (care-as-usual) of een herhaald N=1 onderzoek met een baseline of een timeseries design met een multiple baseline of alternating treatments of een studie naar de samenhang tussen de mate waarin een interventie is toegepast en de mate waarin bedoelde uitkomsten zijn opgetreden.

x

9 Het onderzoek is uitgevoerd in de praktijk. x

10 Er is een follow-upmeting van minimaal 6 maanden na einde interventie. x

11 De experimentele en de controlegroep zijn ´at random´ samengesteld. x

Page 33: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

33

Classificatie bewijskracht van het onderzoek Kruis aan van welk type de opzet is op basis van de aangekruiste antwoorden in het bovenstaande schema. Alle antwoorden in de aangegeven range moeten aangekruist zijn

Bew

ijskracht

Niveau 1

Niveau 2

Niveau 3

Niveau 4

Niveau 5

Zeer zwak Geen van de onderstaande alternatieven 1-6

1-6 9 1-6 10

Zwak Veranderingsonderzoek

1-6 9 10

Matig Resultaten van veranderingsonderzoek zijn vergeleken met ander onderzoek 1-6 7

Redelijk Onderzoek met (quasi-) experimenteel design (niet in de praktijk) 1-6 8

Vrij sterk Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk 1-6 8 9

Sterk Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk en met follow-up 1-6 8 9 10

Zeer sterk Onderzoek met experimenteel design in de praktijk en met follow-up 1-6 8 9 10 11

Typering overige methodologische kenmerken Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbe-kend, twijfel) geen hokje aan.

12 Er is een controlegroep zonder interventie en/of placebo.

x 13 Er is een controlegroep met een gespecificeerde andere, duidelijk gespecificeerde interventie.

14 Het onderzoek is uitgevoerd door anderen dan de ontwikkelaars of de aanbieders van de interventie.

x 15 De mate van uitval van subjecten tussen de meetmomenten is gespecificeerd.

x 16 De implementatiegetrouwheid is bepaald (i.e. nagegaan is wat de mate is waarin het protocol, de handleiding of de methodiek getrouw is gevolgd - ook wel behandelingsintegriteit, ‘treatment integrity’ of ‘fidelity’genoemd).

C. Typering resultaten van het onderzoek

0 Geen van de onderstaande rubrieken zijn van toepassing (licht toe!).

1 Positieve resultaten: De studie rapporteert positieve effecten# ten aanzien van de doelen van de interventie.

2 Effectiviteit niet aangetoond: De studie rapporteert dat er geen effecten# ten aanzien van de doelen van de interventie zijn.

3 Negatieve resultaten: De studie rapporteert negatieve effecten# .

4 Positieve en negatieve resultaten: De studie rapporteert positieve en negatieve effecten# ten aanzien van verschillende doelen van de interventie.

8 Effectiviteit onduidelijk of onbekend. # Positief effect = een of meer doelen van de interventie worden gerealiseerd en deze winst is statistisch significant. Geen effect = het doel van de interventie wordt niet gerealiseerd en wordt deels gerealiseerd maar deze winst is niet statistisch significant. Negatief effect = de interventie werkt - statistisch significant - averechts of heeft ernstige, duidelijk aantoonbare ‘bijwerkingen’. Noteer hieronder eventueel beschikbare gegevens over effectsizes

Page 34: Werkblad beschrijving interventie - Loketgezondleven.nl

Interventienummer Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)

34

Logboek Vul hieronder in wie iets met de beschrijving doet, wanneer dat gebeurt, en wat er gebeurd is. Pas bij volgende handelingen het versienummer aan, indien van toepassing.

Naam Datum Handeling Documentnummer Beginnen met het maken van de beschrijving …….. / 1 .