EEN jaarverslag 2011 - 2012

45
JAARVERSLAG EEN 1 JANUARI 2011 – 1 MEI 2012 1

description

Voor SBOS hebben we alle activiteiten van EEN van 2011 tot op heden op een rij gezet.

Transcript of EEN jaarverslag 2011 - 2012

Page 1: EEN jaarverslag 2011 - 2012

1PAGINA

JAARVERSLAG EEN 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012

1

Page 2: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 PAGINA

VOORWOORD

In dit jaarverslag geeft het team van EEN een weergave van de activiteiten die zijn ontplooid in de periode 1 januari2011 tot 1 mei 2012. Wij zijn bijzonder verheugd dat EEN dankzij de bijdragen van de Subsidiefaciliteit voor Burgerschap en Ontwikkelingssamenwerking (SBOS) en de leden van het Nederlands Platform Millenniumdoelen (NPM) een succesvolle doorstart heeft kunnen maken. Het creëren van bewustwording en handelingsperspectie-ven bij jongeren over duurzame consumptie levert naar onze mening een waardevolle bijdrage aan het behalen van de Millenniumdoelen. Armoede de wereld uit begint immers in ons boodschappenmandje. EEN laat jongeren zien dat er op tal van vlakken duurzame alternatieven mogelijk zijn. Het betweterige vingertje blijft gelukkig achterwege doordat jongeren gestimuleerd worden een kritische houding aan te nemen. Bij MyStyle beoordelen ze duurzame producten op hun gebruiksgemak en bij Combeat Poverty onderzoeken ze de duurzaamheid van de keten. De authentieke uitkomsten die de jongeren zelf produceren zorgen voor een echte peer-discussie die vooral via de online en social media goed op gang komt. We hebben alle vertrouwen dat EEN ook in de volgende periode mooie resultaten zal boeken die het behalen van de Millenniumdoelen een stapje dichterbij brengen.

Utrecht, juni 2012, De stuurgroep Nederlands Platform Millenniumdoelen,

Sylvia Borren, Voorzitter (Greenpeace / GCAP)

Jaap van der Sar, Secretaris(Oikos)

Stefanie van der Bruggen (Stop Aids Now)

Pieter-Jos van Kampen (Up2you2)

Aase Kretschmar (Partos)

Bart Monnens (Oxfam Novib)

Marie-Anne Stam-van Leeuwen(Hivos)

Mieke van Reenen (Hivos)

Henriette Verbeem (Cordaid)

2

Page 3: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 3PAGINA

INLEIDING

DOORSTART

In de periode 1 januari tot 1 juli 2011 is EEN druk bezig geweest met het veilig stellen van de continuïteit van de organisatie. Door de activiteiten sinds de oprichting in 2004 heeft EEN een stevige merknaam en een actieve achterban aan zich weten te binden. Een weergave van het opgebouwde kapitaal van EEN:• Nieuwsbrief:eensper6wekenstuurtEENeen nieuwsbrief naar bijna 90.000 supporters.• SocialMedia:EENbereiktwekelijks10.000mensen.• Achterban:EENheefteenactiefnetwerkvanmeerdan 40 ontwikkelingsorganisaties.• Internationaal:EENwerktsamenindeinternationale armoedebeweging ‘Global Call to Action against Poverty’ (GCAP): werkzaam in meer dan 100 landen, met name in het Zuiden.

Prachtige middelen die niet verloren mochten gaan en gelukkig in dienst konden worden gezet om een bijdrage te leveren aan de Millenniumdoelen. In samenwerking met jongerenorganisaties Combeat en oikosXplore(van Oikos) heeft EEN hard gewerkt aan de aanvraag van nieuwe jongerenprojecten bij SBOS. Na een succesvolle verbeteringsslag ten opzichte van de eerste aanvraag kon EEN een doorstart maken met de projecten MyStyle en Combeat Poverty. Deze projecten werden mede mogelijk gemaakt door de cofinanciering vanuit het NPM.

PERSONELE ONTWIKKELINGEN

Na de ontvangst van de SBOS-beschikking van 1 juli 2011 is EEN hard aan de slag gegaan. Het eerste actiepunt was het samenstellen van een nieuw team. Het oude team had inmiddels de organisatie verlaten vanwege de aanvaarding van nieuwe functies. Daardoor ontstonden de vier volgende vacatures: een campagneleider, een

JAARVERSLAG EEN 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 3

LEESWIJZER

In de inleiding staan de voornaamste algemene ontwikkelingen rondom de organisatie van EEN beschreven.

In hoofdstuk 1 worden de resultaten van het project MyStyle vermeld. PAGINA6

Het project Combeat Poverty staat in hoofdstuk 2 beschreven. PAGINA 14

In het afsluitende hoofdstuk 3 maken we melding van de overige activiteiten van EEN. PAGINA 21

Page 4: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 4PAGINA

campagnemedewerker, een online campaigner en een communicatiemedewerker. Zoals eerder gerapporteerd aan SBOS, is er gekozen voor het samenvoegen van de functies van campagneleider en campagnemedewerker in twee parttime duobanen. Het volledige team is vanaf 1 november 2011 aan het werk gegaan. Hierdoor is de start van de projecten ten opzichte van de planning uit het originele projectplan een klein half jaar vertraagd. Gelukkig is deze vertraging grotendeels weer ingelopen (zie verder onder de deelrapportages van de specifieke projecten).

In de overgangsperiode van 1 mei tot 1 november 2011 zijn twee parttime interim medewerkers aangesteld om de transitie van het oude naar het nieuwe team te begeleiden en de lopende zaken draaiende te houden.

HET NIEUWE WERKEN

Vanaf 1 maart 2012 heeft EEN vanuit praktische en strategische redenen een grote stap gezet: het over-schakelen op het Nieuwe Werken. Het vaste kantoor in Woerden is opgezegd en EEN werkt nu met laptops en smartphones op flexibele werkplekken bij partner-organisaties van het Nederlands Platform Millennium-doelen (NPM) of bij Seats2Meet. Door gebruik te maken van flexplekken verkleint EEN haar ecologische voet-afdruk (denk aan energiekosten voor vast kantoor) en worden de banden met andere organisaties verstevigd. Natuurlijk vergt het Nieuwe Werken extra logistieke inspanning en de juiste techniek, maar tot nu toe wegen de voordelen goed op tegen deze kosten. De fysieke nabijheid zorgt voor korte lijntjes en schept praktische mogelijkheden tot samenwerking bij onze partnerorganisaties.

ONLINE ACTIVITEITEN

Sinds het indienen van het projectplan bij SBOS heeft zich een drietal belangrijke ontwikkelingen voorgedaan in de online omgeving van EEN. 1 Afschaffen EENshop en Actiebalie2 Meer inzet op nieuwe social media3 Herindeling website

AD. 1Na zorgvuldige analyse is besloten de EEN shop geleidelijk uit de website te faseren. Hiervoor zijn twee hoofdredenen: a. In 2007 t/m 2009 had EEN een uit-gebreid communicatie en PR budget voor algemene bewustwording over armoedevraagstukken. Een van de speerpunten was het genereren van traffic voor de website waarop het algemeen publiek zelf duurzame producten kon aanschaffen. Dit is in de huidige (online)-markt niet meer de juiste strategie. Het vergt bijzonder veel communicatiebudget om mensen naar de webshop te lokken. Beter is het om bestaande webshops te verlei-den in te zetten op verduurzaming van hun assortiment. Alle producteigenaren hebben immers meerdere online afzetpunten inclusief hun eigen shop. De Actiebalie is afgeschaft omdat er betere alternatieven zijn die meer middelen tot hun beschikking hebben om het een succes te maken. Aansluiten is beter dan concurreren.

AD. 2Ontwikkelingen op online gebied gaan tegenwoordig razend snel. Ten tijde van het indienen van het project-plan leefden we in de veronderstelling dat het genereren van verkeer naar onze website (een.nl) het meeste effect zou opleveren voor de projectdoelen. Hierover later meer in de beschrijving van de specifieke projecten. Op deze

EEN werkplek bij Unicef

Lunch bij de 1%Club

Page 5: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 5PAGINA

plaats is het goed om te noemen dat het communiceren met de EENsupporters vooral plaats vindt via Facebook, Twitter, Pinterest, diverse andere opkomende media-kanalen en natuurlijk de email nieuwsbrief.

AD. 3Om optimaal gebruik te maken van de hierbovenbeschreven ontwikkelingen, hebben we de website flink onder handen genomen. De SBOS-activiteiten MyStyle en Combeat Poverty worden via buttons en een aparte banner veel beter geëtaleerd en er is meer ruimte gemaakt voor de social media plug-ins zodat we Twitter en Facebook stream beter zichtbaar zijn wat de interactie via deze kanalen verhoogt. Omdat we aanlopen tegen de technische en communicatieve beperkingen van de huidige website hopen we dit jaar een nieuwe site te kunnen bouwen met betere en meer flexibele mogelijk-heden waardoor de site meer de hub kan vormen tussen de verschillende activiteiten en (sociale) media kanalen.

EXTERN EVALUATIEONDERZOEK

Om te voldoen aan de aanvullende subsidievoorwaarden heeft EEN een onafhankelijk onderzoeksbureau in de arm genomen. Na een aanbestedingsronde heeft EEN gevraagd drie partijen een offerte uit te brengen. De keuze viel hierbij op het bureau Youngmindz die in staat was om binnen het beschikbare budget het onderzoek uit te voeren.

Schematisch zien de onderzoeken in de pilot fase er als volgt uit:

In bijlage 2 vindt u een beknopt verslag van het onderzoek van Youngmindz. Het complete onderzoek is op aanvraag beschikbaar.

MYSTYLE STATUS COMBEAT POVERTY STATUS

Nulmeting eerste Afgerond Nulmeting Afgerond lichting panelleden kerngroepjongeren (n=45)

Nulmeting tweede Nog uit te voeren Nulmeting omgeving Loopt lichting panelleden jongeren (n=450)

Meting tiplezers Nog uit te voeren Eindmeting Nog uit te voeren kerngroepjongeren (n=45)

Eenmeting eerste Afgerond Eindmeting omgeving Nog uit te voeren Nog uit te voeren jongeren (n=450)

Tussenrapportage Afgerond Tussenrapportage Nog uit te voeren

Page 6: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 6PAGINA

Het MyStyle jongerenpanel

1MYSTYLE

HOOFDSTUK

INLEIDING

MyStyle is een activiteit waarbij een multicultureel jongerenpanel producten test die bijdragen aan armoedebestrijding en een duurzame wereld. De jongeren geven hier hun mening over en verwoorden die mening in reviews. Voorheen spraken we over duurzame tips die jongeren geven aan andere jongeren. De MyStyle reviews worden onder andere door deze jongeren zelf, via sociale media en free publicity (on- en offline magazines) verspreid naar andere jongeren. Alle reviews bevatten een productbeschrijving en de ongecen-sureerde mening van de jongeren. Deze activiteit wordt gedaan in samenwerking met oikosXplore. Tot september 2012 werkt EEN samen met het MyStyle onderdeel van het OIKOS project ‘I like this’, dat vooral inzet op de zicht-baarheid van MyStyle tijdens de zomerfestivals in 2012.

Page 7: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 7PAGINA

VOORBEREIDING

Van mei–november 2011 is gewerkt aan de voorbereiding van de activiteit MyStyle. Belangrijke onderdelen van de voorbereiding waren: vormgeving, samenwerking met oikosXplore, werving van eerste groep jongeren, opzetten evaluatieonderzoek met nulmeting, versprei-dingsplan MyStyle reviews en een begeleidingsplan voor de jongeren.

In deze fase heeft voortschrijdend inzicht geleid tot een aantal wijzigingen ten opzichte van het ingediende pro-jectvoorstel. Zo is besloten dat de meest effectieve ma-nier om jongeren te bereiken die nog niet met armoede-bestrijding bezig zijn, is om te zorgen dat MyStyle content op de plekken terecht komt waar die jongeren al zijn. Het is daarom van minder belang om ze naar onze eigen site te trekken. Dat betekent dat we de reviews – die de jongeren maken over duurzame producten – publiceren op zoveel mogelijk externe sites. De verspreidingskanalen de EENshop, EENtje en nieuwsbrief zijn daardoor minder centraal komen te staan bij het bereik van MyStyle.

Een tweede belangrijk inzicht is dat jongeren via sociale media hun eigen verhaal het beste delen. De jongeren zijn afzender van hun reviews, en publiceren die op hun eigen blog of website. Vervolgens wordt er via andere kanalen naar die plek gelinkt. Op de openbare Facebook pagina van MyStyle worden de links van alle reviews verzameld.

Alle communicatie met de jongeren vindt plaats in een besloten Facebook groep. Hierin kunnen ze met EEN en elkaar overleggen welke producten geschikt zijn om te reviewen en hoe ze het beste de review kunnen aanpakken en verspreiden.

MEETBAARHEID REVIEWS VAN DUURZAME PRODUCTEN

Het ingediende projectplan maakt nog melding vanjongeren die duurzame tips zouden bestellen op EEN.nl en dat alle bestellingen daar konden worden geregi-streerd. Inmiddels is dit een achterhaalde methode om duurzame tips door jongeren te laten ‘consumeren’.

Wij hebben daarom ingezet op Facebook en Bitly als belangrijke indicatoren voor het bereik van ons project. Alle reviews verschijnen op de persoonlijke blogs van de jongeren. Wij vragen alle jongeren om hun review met behulp van een verkorte hyperlink (via Bitly) te versprei-den. Omdat we een abonnement hebben bij Bitly zijn we in staat om bereikcijfers via internet te registreren. Maar het internet werkt snel en dynamisch, dus kunnen we op een aantal vlakken slechts een ‘educated guess’ maken. Daarnaast zijn we bezig om een applicatie te ontwikkelen die de lezer van een review kan gebruiken om direct een mening te geven over hoe nuttig de review was.

Via www.facebook.com/MyStyleNL registreren we hoeveel reviews er verschijnen. Het aantal likes is een indicator over de mate waarop de omgeving van de jongeren bekend is met het project.

In het vervolg zullen we het hebben over het aantal views en clicks op Bitly en de likes op Facebook in plaats van het ‘bestellen van tips’.

Page 8: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 8PAGINA

TRAININGEN

Ongeveer eens per zes weken organiseren we een bijeenkomst voor de jongeren die als reviewer meedoen aan het project. Tijdens deze bijeenkomst worden nieuwe reviewers ingewerkt, krijgen reviewers feedback op hun werk en wordt de voortgang van het project met de jongeren bewaakt. Op 1 mei 2012 zijn er in totaal drie bijeenkomsten geweest:

BIJEENKOMST 18 NOVEMBER

De kick-off bijeenkomst! De eerste 20 geïnteresseerden kwamen bijeen in Utrecht. Iedereen vulde een nulmeting in en naast uitleg over het project was er ruimte om het reviewen te oefenen.

BIJEENKOMST 13 JANUARI

Ondertussen was iedereen voorzien van zijn eerste te reviewen product en waren de eerste paar reviews gepubliceerd. Op de besloten Facebookgroep wordt volop gediscussieerd over wat leuke en duurzame producten zijn en hoe het beste een blog aan te maken. 18 reviewers bezochten de bijeenkomst waar veel ruimte was voor de pilotgroep om feedback te geven op de werkwijze van EEN en op elkaars reviews.

MyStyler test duurzame BH MyStylers onderzoeken duurzame handzeep

Page 9: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 9PAGINA

BIJEENKOMST 9 FEBRUARI

Uit de bijeenkomst van januari was de wens gekomen om meer met films te willen doen in de reviews. Deze bijeenkomst stond daarom helemaal in het teken van het maken van een mooi filmpje over een product. 10 reviewers waren bij de bijeenkomst aanwezig. Onder begeleiding van een professionele filmer werden een paar proeffilmpjes gemaakt. Ondertussen hebben 3 reviewers een film gemaakt en gepubliceerd op hun blogs.

BIJEENKOMST 30 MAART

Met deze bijeenkomst sloten we de pilotfase van MyStyle af. De pioniers vulden een tussenmeting in en we noteerden hun tips en tops over hoe het vervolg aan te pakken. Verspreiding van de reviews stond centraal op het programma: hoe zorgen we dat zoveel mogelijk mensen de reviews krijgen te zien. We oefenden het omschrijven van teksten naar specifieke kanalen zoals het online magazine Girlscene. 20 mensen bezochten de bijeenkomst, waarvan 4 nieuwe reviewers.

MyStylers bespreken reviews en verspreidingsmogelijkheden

Page 10: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 10PAGINA

RESULTATEN

In onderstaande tabel zijn alle projectdoelen uit het projectplan gepresenteerd. In de tweede kolom staan de doelstellingen die herzien zijn op basis van nieuwe (online) ontwikkelingen. In de laatste kolom staan de behaalde targets tot 1 mei 2012 (meetmoment SBOS).Op 1 mei 2012 zijn de volgende resultaten behaald:

PROJECTDOEL EIND 2012

100 unieke jongeren hebben 1 of meerdere lifestyle tips besteld.

300 lifestyletips worden besteld.

25 MyStyle lifestyletips die door inzet van de jongeren tot stand komen gemeten vanaf start activiteit (mei 2011 t/m december 2012).

10.000 unieke jongeren ontvangen 1 of meerdere lifestyletips via sociale media en nieuwsbrieven(indirect bereik sociale media: 7.000 & nieuwsbrieven: 3.000)

106.000mensenontvangenviadeEENmails5keerlifestyletips(indirectbereik:106.000).

2.000 jongeren spelen het EENtje op Hyves, houden zich daarmee op een laagdrempelige wijze

125.000 unieke bezoekers hebben EEN.nl bezocht. (indirect bereik: 125.000).

150.000 jongeren worden minimaal 3 keer bereikt via mediapartner (indirect bereik: 150.000).

DOELSTELLINGEN HERZIEN

Lifestyletips zijn 300 keer door unieke jongeren geviewd.

Lifestyletips zijn 3000 keer geviewd.

100 MyStyle lifestyletips zijn door jongeren tot stand gekomen.

90.000 mensen ontvangen via de EENmails 5 keer lifestyletips (indirect bereik: 90.000).

Dit spel is opgeheven. Er is wegens weinig belangstelling vanuit doelgroep voor Hyves besloten om aandacht te verleggen naar relevantere sociale media zoals Facebook en Twitter. 750 mensen doen mee aan een Win Actie. Outreach is 10.000.

60.000uniekebezoekersEEN.nl

INDICATOR

Aantal likes MyStyle Facebook

Total Tab Views op de Wall/Timeline

Aantal Productreviews MyStyle

Aantal clicks op blogs van reviewers & aantal (in)directe volgers op Twitter & aantal clicks op nieuwsbrieven

Aantal nieuwsbrieven x Aantal abonnees

Aantal mensen dat mee-doet aan een Win Actie

Unieke bezoekers op de website

Bereik van mediapartners als Girlscene (views per maand x aantal reviews= indirect bereik & page-views van reviews = direct bereik)

OUTPUT TOT 1 MEI 2012

71

1039

33 MyStyle lifestyle reviews gerealiseerd

967clicksopMyStyleblogs&11064(in)directeTwitter volgers

2 x 100.000 = 200.000

Win Acties zijn gestart op 21 mei 2012

30.000

800000x2=1,6miljoen&7556pageviews

VERVOLG >

Page 11: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 11PAGINA

PROJECTDOEL EIND 2012

20 keer besteden landelijke, regionale en/of lokale offline media (redactionele) aandacht aan de MyStyle lifestyle-tips(indirectbereik600.000)

40 keer besteden online media (redactionele) aandacht aan EENshop. Hieronder vallen websites, nieuwsbrieven en blogs (indirect bereik: 150.000).

MYSTYLE OUTCOME

70% van de jongeren die een ontwikkelingsrelevante tip bestelt op EEN.nl en direct online een enquête invult, geeft aan door MyStyle deze tip te gaan doen.

25% van bovenstaande 70% geeft aan via een online enquête na 1 maand aan deze tip daadwerkelijk gedaan te hebben.

70% van de jongeren die deelneemt aan een MyStyle panel, geeft aan dat hun ontwikkelingsrelevante gedrag is veranderd door deelname aan het panel.

DOELSTELLINGEN HERZIEN

20 keer besteden landelijke, regionale en/of lokale offline media (redactionele) aandacht aan de MyStyle lifestyle-tips(indirectbereik600.000)

40 keer besteden online media (redactionele) aandacht aan MyStyle. Hieronder vallen websites, nieuwsbrieven van anderen en blogs (indirect bereik media: 350.000).

70% van de jongeren die een ontwikkelingsrelevante review leest, geeft aan dat review relevant was

25% procent van de gebruikers van de review informatie geeft aan dat het wat aan de review heeft gehad

INDICATOR

Oplage offline media

Indirect bereik van media + 200.000 die niet via EEN.nl gaan

Aantal clicks op applicatie in blogs

25% van de bezoekers van de Facebook pagina zegt wat aan de reviews te hebben

Verschil nul meting en eindmeting

OUTPUT TOT 1 MEI 2012

Eerste resultaat wordt Viva in juni 2012 met oplage van 151.000

Girlscene: 3, Duurzame student: 5, StudentenBladen Utrecht en Rotterdam: 2

Applicatie gaat eind mei 2012 draaien

Polls beginnen op het moment dat er 50 reviews online zijn

Deels wel, deels niet,zie bijlage 2

> VERVOLG RESULTATEN

Page 12: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 12PAGINA

EVALUATIE

EEN is erg tevreden over hoe de activiteit MyStyle loopt. We slagen er in om de jongeren die we als doelgroep hadden gedefinieerd als reviewer bij de activiteit te betrekken. Het project is ook aantrekkelijk voor jongeren die al betrokken zijn bij het onderwerp. We zien dat peer interaction – tussen reeds betrokken jongeren en nog onbetrokken jongeren – goed werkt. Ook met de reeds betrokken jongeren werken we daarom pragmatisch verder.

Anders dan we verwacht hadden, is het project met name aantrekkelijk voor jonge vrouwen die geïnteresseerd zijn in mode, voedsel en cosmetica. Omdat we niet alleen dames willen bereiken met deze activiteit, hebben we de afgelopen tijd extra aandacht besteed aan de werving van jonge mannen die bijvoorbeeld (duurzame) gadgets en mannenmode interessant vinden. Steeds vaker vinden jongeren zelf de weg naar ons toe. Ze vinden MyStyle een zinnige activiteit omdat ze door iets leuks te doen tegelijkertijd bijdragen aan armoedebestrijding.

Onderzoeksbureau Youngmindz heeft op twee momenten de jongeren een vragenlijst laten invullen en concludeert dat jongeren qua kennis, houding en gedrag een positieve ontwikkeling hebben doorgemaakt (zie “Conclusies” bijlage 2 pagina 14).

WAT HEBBEN WE GELEERD TOT NU TOE?

Sterke punten• Jongerenrakensteedsmeerintrinsiekgemotiveerd. Door het vertalen van armoedebestrijding naar het mainstream gedachtegoed, bereiken we ook de ‘non-usual suspects’ (niet-betrokken jongeren). • DebegeleidingsvormviaeenFacebookgroepin combinatie met face-to-face bijeenkomsten bevalt goed, zowel bij de jongeren als bij EEN.• DoelstellingenmetbetrekkingtotaantalMyStylersen aantal reviews worden ruim gehaald. • Verspreidingbuiteneigenkanalenlooptgoeden volgens plan.• CommunicatieopFacebookwerktgoed.MyStylers reageren vrijwel direct op vragen van EEN en vice versa.

Leerpunten• Hetwervenenbehoudenvanmannen/jongens vereist meer aandacht.• Hiervoorishetgoedomteinvestereninpartnerships met organisaties/scholen die nieuwe (mannelijke) MyStylers kunnen leveren.• Omnietenkeljongevrouwentebereiken,dienenwe meer de nadruk te leggen op gadgets, (elektrische) auto’s en mannenmode.

WEWOOD maakt prachtige

horloges van hout.

iPhone oplader op zonne-energie!

Duurzame waterflessen

Page 13: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 13PAGINA

TOEKOMST

Afgelopen voorjaar 2012 hadden we genoeg jongeren en product reviews om grote aantallen jongeren indirect te kunnen bereiken. Zo start in mei 2012 een festivaltour langs vijf zomerfestivals, komt er in juni 2012 een pagina in het tijdschrift Viva over duurzame gadgets – die gereviewd zijn door MyStyle jongeren –, en zijn we in gesprek met een aantal online magazines uit de life-style hoek zoals Fashion Scene, Froot en Good2be. Met Girlscene is inmiddels een duurzame relatie opgebouwd waarbij drie MyStylers tot nu toe hun reviews hebben gepubliceerd. Elke week publiceert Girlscene een review van een MyStyler. Hiermee wordt een miljoenenpubliek bereikt. Samenwerking is voor beide partijen interessant omdat de MyStyle content goed aansluit op hun doelgroep (voornamelijk jongeren tussen de 15–25 jaar, die zich bezighouden met het consumeren van trendy producten).

Page 14: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 14PAGINA

INLEIDING

Drie jongerenteams van 15 jongeren uit Utrecht, Noord-Holland en Noord-Brabant zijn in 2011 gestart met de pilot Combeat Poverty. Het doel is om kritische video onderzoeksrapportages te maken over duurzame producten. De pilot is een samenwerking tussen EEN en jongerenorganisatie Combeat. Hierbij zet EEN de kaders van de rapportages uit en regelen wij de contacten met de organisatie achter de duurzame producten. Combeat verzorgt de werving en begeleiding van de jongeren inclusief het filmen en monteren. Er hebben drie centrale bijeenkomsten met de jongeren plaatsgevonden:Bijeenkomsten Combeat Poverty1 17 september 2011: VOORBEREIDING2 11 december 2011: KICK-OFF3 15 april 2012: TUSSENTIJDSE TRAINING

HOOFDSTUK 2COMBEATPOVERTY

Page 15: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012

AD 1 VOORBEREIDING

Tijdens de voorbereidende bijeenkomst zijn de jongeren geïnformeerd en geënthousiasmeerd over het project. Dat ging niet zonder slag of stoot. De jongeren zijn nog niet veel in aanraking geweest met de werelden van duurzaamheid en ontwikkelingssamenwerking. De jongeren zijn gekomen vanwege hun nauwe band met Combeat maar sommigen stonden nog enigszins wantrouwig ten opzichte van de samenwerking met EEN. Er waren behoorlijk kritische geluiden te horen over de ontwikkelingssector (denk aan: strijkstok, niet nuttig/effectief etc.). Samen met Combeat hebben we uitgelegd dat de jongeren in deze pilot een unieke, kritische en onafhankelijke rol hebben. Ze zijn geen promotieteam voor het product, maar gaan het juist kritisch tegen het licht houden, als een soort Keuringsdienst van Waarden. Uiteindelijk konden we ook de meeste kritische jongeren overtuigen van het nut van deelname aan de pilot.

AD 2 KICK-OFF

Voorafgaande aan de kick-off hebben de 3 jongerenteams per team 2 producten uitgekozen uit de EEN shop om te onderzoeken. De keuzes waren als volgt:

Utrecht• Eerlijkewinkelroutes Organisatie: Stichting Eerlijk Winkelen• Geefeenwaterfiltercadeau! Organisatie: Connect International

Noord-Brabant• FairTradeschortvanrecycledplastic Organisatie: Fair Trade Original• Koopeenkoe Organisatie: Oxfam Novib

Noord-Holland• FairPhone Organisatie: samenwerkingsverband Niza, Schrijf-schrijf en Waag Society• WeeatAfrica! Organisatie: Oxfam Novib

De samenstelling van de jongerenteams is licht veranderd. Van de 30 jongeren die bij de voorberei-dingsbijeenkomst aanwezig waren, zijn er 10 afgehaakt. Redenen liepen uiteen van tijdgebrek, emigratie of druk uit hun omgeving. Dat laatste is opmerkelijk. Enkele jongeren hebben aan Combeat gemeld teveel kritiek te krijgen vanuit huis of hun directe omgeving. Enige tijd is besteed aan het vervangen van de afge-haakte jongeren. Op de lancering waren 45 jongeren van zeer uiteenlopende achtergronden (opleiding, etniciteit, etc.) aanwezig.

Combeater test waterfilter

Combeat Kick-off post-its

PAGINA 15

Page 16: EEN jaarverslag 2011 - 2012

Tijdens de bijeenkomst werd een door de jongeren zelf ontworpen logo gekozen als uithangbord van het project.

Naast de opening door wethouder Lintmeijer(Gemeente Utrecht, Internationale Zaken) was er de presentatie van de online Combeat Poverty manual:

http://prezi.com/ifo0yl1v2wuy/combeat-poverty-de-introductie/?auth_key=e03cf1de19e0d8a2d5ab3b6423c213f085745897

Deze online handleiding is een naslagwerk voor de jongeren met een stappenplan over hoe zij de onder-zoeksrapportage goed in beeld kunnen brengen. We sloten af met het promotiefilmpje van een aantal bekende EEN ambassadeurs (Tygo Gernandt, Froukje Jansen, Vivienne van den Assem, Ramon Beuk, Jacqueline Govaert en Leonie Sazias) om de jongeren verder te enthousiasmeren en ze te vertellen dat zij deel uitmaken van een groter geheel:

http://www.youtube.com/watch?v=RTDWqaHoowE&feature=youtu.be&hd=1

PAGINAJAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 16

Page 17: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 17PAGINA

AD 3 TUSSENTIJDSE TRAINING

De meeste jongerenteams zaten in deze fase al in het filmproces. Om ze verder op weg te helpen en te inspireren hebben we YouTube ster Mert Ugurdiken die onder zijn pseudoniem Realiteittijd honderdduizend jongeren maandelijks weer te bereiken. Mert heeft een workshop gegeven waarin hij met de jongeren in gesprek is gegaan over hoe zij een zo groot mogelijk publiek kunnen gaan bereiken. Hierdoor gingen jongeren nog eens kritisch nadenken over hun filmscript en de manier om dit te laten aansluiten op de belevingswereld van andere jongeren.

Wervingsflyer tussentijdse training

Combeaters filmen duurzaam schort

Page 18: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 18PAGINA

RESULTATEN

Wegens de wisseling van het projectteam, de relatief late start en het vervangen van afgehaakte jongeren waren de onderzoeksfilmpjes van Combeat Poverty op 1 mei 2012 nog niet afgerond. De 3 jongerenteams zaten op dat moment nog midden in het proces. Daardoor is een groot aantal van de vooraf bedachte resultaten van de pilot nog niet bekend. Ook hier staan in onderstaande tabel alle oorspronkelijke projectdoelen en eventuele herziene doelen vermeld:

PILOT

45 kerngroepjongeren doen mee met COMBEAT POVERTY

450 leeftijdsgenoten (ontvangen wit polsbandje met flyer, elke kerngroep lid activeert 10 mensen) 3 steden

2 rapportages per stad

ONLINE VERSPREIDING (EXCLUSIEF MEDIA)

106.000EENmails(2x)

30.000 sociale media (20.000 via Twitter, 1000 fans met een spreadrato 5, 5000 Hyves met een spreadrato 1)via mediapartner (indirect bereik: 150.000).

51.000 via websites, nieuwsbrieven en blogs derden (10 blogs waar campagne 1 dag bovenaan staat met gemiddeld 100 views per dag, 5 grote websites iets langer met gemiddeld 10.000 views per dag)

285.000 bezoekers een.nl/combeat.tv

DOELSTELLINGEN HERZIEN

# ingevulde metingen en social media shares

90.000 EENmails (2x)

15.000 reach sociale media (shares/hits/likes Facebook, Twitter, etc.)

100.000 bezoekers Facebook page, YouTube, eigen site, sites derden

INDICATOR

# ingevulde nulmetingen

Opgave Combeat # deelnemende jongeren

# ingevulde metingen Social media shares

OUTPUT T/M 1 MEI 2012

43

50

45

loopt nog

3

0

1

loopt nog

VERVOLG >

Page 19: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 19PAGINA

> VERVOLG RESULTATEN

PILOT

MEDIADOELSTELLINGEN

3 regionale dagbladen (90.000 bereik)

3 regionale omroepen (90.000 bereik)

1 landelijk dagblad (128.000)

MATERIALEN

campagne logo

EEN-T-shirt (bedrukken op achtergrond)

witte bandjes

toolkit campagne

visitekaartjes

promomateriaal (stickers/buttons)

website

OUTCOME DOELSTELLINGEN

70% van de kerngroep jongeren geeft aan dat hunontwikkelingsrelevante gedrag is veranderd door de campagne

25% van de jongeren die via de kerngroepjongereneen actie doet tegen armoede, geeft aan door dezeactie in de toekomst meer ontwikkelingsrelevantgedrag te zullen vertonen dan voor deze actie

25% van de kerngroepjongeren neemt minstens 1 keer deel aan het MyStyle panel

DOELSTELLINGEN HERZIEN INDICATOR

Nul-en eindmeting

Kerngroepleden nemen enquête af

OUTPUT T/M 1 MEI 2012

loopt nog loopt nog loopt nog

opgeleverd

uitgedeeld

uitgedeeld

nvt

opgeleverd

nvt

opgeleverd

loopt nog

loopt nog

13,33%

Page 20: EEN jaarverslag 2011 - 2012

Om de uiteindelijke bereikcijfers van het hele traject met 2013 wel te bereiken onderzoeken we twee alternatieve routes:

Alternatieve route 1Overname format door omroepWe gaan bezig om landelijke en lokale omroepen te interesseren voor het overnemen van het format: kritische jongeren onderzoeken duurzame producten en diensten. De op te leveren filmpjes vormen voorbeeld-materiaal als input voor gesprekken met deze omroepen.

Alternatieve route 2Inzet vloggersDiscussie over duurzame producten kunnen we faciliteren op YouTube. Door de inzet van succesvolle vloggers bereiken we enorme aantallen “non-usual suspect” jongeren. Die kunnen in een humoristische sketch aandacht vragen voor duurzame producten. Succesvolle filmpjes verzamelen in totaal meer dan 100.000 views en honderden reacties.

TOEKOMST

De verwachte opleverdatum voor de filmpjes is 1 juni 2012. Zodra deze klaar zijn kunnen we het via diverse social media kanalen gaan verspreiden en schakelen we de pers en samenwerkingspartners in om maximale aandacht hiervoor te krijgen. We verwachten in september 2012 een goed beeld te hebben om het effect van de pilot Combeat Poverty goed te kunnen meten. In tegenstelling tot het MyStyle traject verwachten we niet dat we binnen de bestaande kaders van het projectplan de vooraf bedachte doelstellingen zullen behalen. De bereikcijfers van de social media moeten we om deze reden naar beneden bijstellen. Naast het mediabereik zal dan ook duidelijk zijn welke ontwikkelingen de jongeren en hun omgeving hebben doorgemaakt op het vlak van ontwikkelingsrelevant gedrag. In september zal namelijk ook de eindmeting van het onderzoek door Youngmindz zijn afgerond.

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 20PAGINA

Page 21: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 21PAGINA

Naast de SBOS-projecten was EEN actief op tal van andere vlakken op het gebied van duurzame consumptieen de Millenniumdoelen. Hieronder een greep uit de meest relevante projecten waar we aan hebben bijgedragen.

#JEKRIJGTWATJEGEEFT

Een belangrijk obstakel in het bereiken van de Millen-niumdoelen zijn de dreigende bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking. In de aanloop naar de onderhandelingen in het Catshuis over extra bezuini-gingen heeft EEN de gezamenlijke campagne #Jekrijgtwatjegeeft van branchevereniging Partos en diverse ontwikkelingsorganisaties van harte ondersteund. We maakten vast onderdeel uit van het overleg tussen de communicatiemedewerkers en hebben creatieve aansturing gegeven aan de ontwikkeling van de film van de campagne, te zien op:

http://jekrijgtwatjegeeft.nu/over-dit-initiatief/

Dankzij de contacten van onze partners was EEN in staat contact te leggen met Desmond Tutu die later zijn veelbesproken bijdrage leverde:

http://www.trouw.nl/tr/nl/4328/Opinie/article/detail/3242006/2012/04/17/Gidsland-verdwaalt-in-kakofonie-hulpsceptici.dhtml

Tot slot hebben we via onze nieuwsbrief en social media kanalen onze achterban opgeroepen het initiatief te steunen.

3EEN INHET LAND

HOOFDSTUK

Page 22: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 22PAGINA

DEELNAME TALKSHOW HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM

Op26april2012wasEENsamenmetandereactorenbinnen duurzaamheid als tafelgast uitgenodigd bij de talkshow MIC Grand Café bij de Hogeschool van Amsterdam. De uitzending stond in het teken van duurzaam consumeren en Fair Trade in derde wereld landen. De talkshow was onderdeel van een groter onderzoek binnen de opleiding Media, informatica en communicatie naar de vooruitgang binnen de bloemen sector na de uitzending van de Keuringsdienst van Waarde van 11 februari 2010.

http://keuringsdienstvanwaarde.kro.nl/seizoenen/2010/afleveringen/11-02-2010

Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de Keuringsdienst van Waarde.

OPDRACHT SCHOLIEREN MIJDRECHT

In november 2011 hebben we op het Veenlandencollege te Mijdrecht meegedaan aan project VLC Design. Dit project draait al enkele jaren en is een groot succes.

In 2011 is, samen met Gemeente De Ronde Venen, besloten om de opdrachten onder te brengen in het thema ‘ Millenniumdoelen’. Op deze manier worden de millenniumdoelen onder de aandacht van zowel de jongeren en hun ouders als de bezoekers van de presentaties gebracht.

Het gaat om in totaal 104 leerlingen van 3 MAVO (ca. 14 en 15 jaar). De leerlingen werden begeleid door hun mentor en moesten elk tien klokuren aan de opdracht besteden; Twee groepen hebben de opdracht van EEN aangenomen, een plan geschreven hoe de website beter kan aansluiten op jongeren en deze gepresenteerd tijdens de informatiemarkt aan de opdrachtgevers, docenten, medeleerlingen, ouders en andere belangstellenden.

Page 23: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 23PAGINA

SAMENWERKINGSVERBAND DUURZAAM CONSUMEREN

In een tweetal bijeenkomsten in 2012 georganiseerd door EEN en NCDO is de mogelijkheid onderzocht of er tussen verschillende (SBOS) projecten/organisaties die zich richten op duurzaam consumeren meer kan worden samengewerkt, zowel organisatorisch als communicatief. Iedereen heeft uitgesproken dit te ondersteunen en veel te zien in samenwerking. Er zijn veel verschillende projecten die zich richten op duurzaam consumeren / duurzame lifestyle, de communicatie naar extern en onderling is versnipperd en er is een duidelijke behoefte om krachten te bundelen. Voor onderlinge communicatie is inmiddels een groep op MyWorld geopend waar iedereen zijn activiteiten en vragen gaat posten. De groep is momenteel toegankelijk via:

https://community.myworld.nl/group/show/id/1165.

De komende tijd is er afgesproken dat de deelnemers zich gaan richten op de volgende 5 speerpunten:1 Via een besloten MyWorld-groep activiteiten van je organisatie delen onderling, een soort intranet van een groep verschillende organisaties.2 Actief de relevante informatie / nieuws / acties van andere organisaties delen binnen je netwerk.3 Gebruiken van een gezamenlijke hashtag4 Duurzaam consumeren portal5 Search Engine Optimization (SEO). Zorgen dat we consequent gemeenschappelijke kernwoorden gebruiken binnen al onze online communicatie uitingen

Page 24: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 24PAGINA

COLOFON

AUTEUR

Bastiaan Verberne Campagneleider EEN

VORMGEVING

In OntwerpBureau voor grafische vormgeving Assen

MET DANK AAN

Ilse ChangCommunicatiemedewerker EEN

Jaap van der SarSecretaris NPM

Jessica Scheper Campagnemedewerker EEN

Anne van SchaikCampagneleider EEN

Erik VisserOnline Campaigner EEN

Page 25: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012

1PAGINA

BIJLAGEN

BIJLAGE 1 OVERZICHT MEDEWERKERS EEN (ALS NU BEKEND VOOR PERIODE VANAF JANUARI 2011 TOT EN MET 31 DECEMBER 2013)

BIJLAGE 2

TUSSENTIJDSE RAPPORTAGE ONDERZOEK MYSTYLE

BIJLAGE 3 UPDATE SAMENWERKING DUURZAAM CONSUMEREN

Page 26: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 2PAGINA

BIJLAGE 1OVERZICHT MEDEWERKERS EEN

(ALS NU BEKEND VOOR PERIODE VANAF JANUARI 2011 TOT EN MET 31 DECEMBER 2013)

ACHTERNAAM VOORNAAM DEELT. % IN DIENST/ OPMERKING UIT DIENST WERKZAAM EINDE WERK VANAF EINDE CONTRACT Chang Ilse 75,00 01-11-11 31-12-13

Kampen, van Pieter-Jos 0,89 01-03-12 18-03-12

Kram (Van Herel-Kram) Fréderique 0,75 01-06-08 31-08-11

Lange, de Ellen 0,89 10-05-10 28-02-11

Nieuwenhoven, van Amanda 1,00 01-06-08 30-04-11

Otto Myrthe 88,89 18-07-11 31-10-11

Pereira Passaro Bianca 100,00 01-09-11 30-11-11

Schaik, van Anne 83,33 01-11-11 was 75% 31-12-13

Scheper Jessica 100,00 18-04-12 15-07-12

Verberne Bastiaan 83,33 01-10-11 was 75% 31-12-13

Visser Erik 77,80 01-10-11 was 88,89% 31-12-13

Vlastuin Jacco 0,89 05-01-09 31-07-11

Page 27: EEN jaarverslag 2011 - 2012

PAGINAJAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012

BIJLAGE 2TUSSENTIJDSE RAPPORTAGE ONDERZOEK MYSTYLE

3

1/ 14

Betreft: Tussentijdse rapportage Mystyle

Inhoudsopgave

ONDERZOEKSOPZET 2

INLEIDING 2

VRAAG- EN DOELSTELLING 2 DEELNEMERS 2 METHODE 2

RESULTATEN 4

KENNIS OVER ARMOEDEBESTRIJDING 4 HOUDING TEN OPZICHTE VAN ARMOEDEBESTRIJDING 6 FIGUUR 4. ER MOET MEER AANDACHT KOMEN VOOR ARMOEDEBESTRIJDING OOK AL KOST HET VEEL GELD. 7 GEDRAG MET BETREKKING TOT ARMOEDEBESTRIJDING 10

VOORLOPIGE CONCLUSIES 14

Bijlagen:

I Vragenlijst nul- en eindmeting II Grafieken nul- en eindmeting

EEN t.a.v. Bastiaan

Utrecht, 19 juni 2012

Page 28: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 4PAGINA

2/ 14

Onderzoeksopzet

Inleiding In opdracht van EEN heeft Youngmindz een onafhankelijk onderzoek uitgevoerd onder het MyStyle jongerenpanel. Het onderzoek is gericht op drie pijlers namelijk, kennis, houding en gedrag van de jongeren ten opzichte van armoedebestrijding. EEN wilt graag weten in welke mate het MyStyle project invloed heeft op kennis, houdingen en gedragingen van de jongeren in het panel. Youngmindz heeft daartoe een voormeting en een nameting verricht om veranderingen op de drie aspecten te onderzoeken. Het jongerenpanel heeft voorafgaand en aan het einde van het project een digitale enquete ingevuld. Deze enquete bestond uit verschillende vragen en stellingen die kennis, houding en gedrag met betrekking tot armoedebestrijding meetbaar maken. De resultaten van de voor- en nameting geven inzicht in de vraag in welke mate de jongeren een verandering hebben doorgemaakt.

Vraag- en doelstelling EEN wilt weten wat de effecten van het MyStyle project zijn op de kennis, houdingen en gedragingen van jongeren op het gebied van armoedebestrijding in ontwikkelingslanden. De centrale vraag die in dit onderzoek beantwoord wordt luidt daarom: In hoeverre treden er veranderingen op in kennis, houding en gedrag na het doorlopen van het MyStyle project? Deze vraag in onder te verdelen in drie deelvragen:

- In welke mate neemt kennis over armoedebestrijding in ontwikkelingslanden toe onder de jongeren na het doorlopen van MyStyle?

- In welke mate en in welke richting verandert de houding van de jongeren ten opzichte van armoedebestrijding na het doorlopen van MyStyle?

- In welke mate nemen gedragingen van jongeren op het gebied van armoedebestrijding toe na het doorlopen van Mystyle?

Het doel van dit onderzoek is inzicht te verkrijgen in de mogelijke effecten van het MyStyle project. MyStyle beoogt een verandering onder jongeren teweeg te brengen op het gebied van armoedebestrijding in ontwikkelingslanden. In deze studie onderzoeken we of er daadwerkelijk een verandering heeft plaatsgevonden.

Deelnemers Het onderzoek richt zich op de deelnemers van de jongerenpanels van het project MyStyle. De deelnemers zijn door Youngmindz geselecteerd. Het eerste jongerenpanel bestond uit 14 jongeren waarvan 12 meisjes en 2 jongens. De leeftijd van deze jongeren liep uiteen van 18 to 25 jaar. Alle jongeren volgen een opleiding op havo-niveau of hoger en komen uit verschillende delen van het land.

Methode Om te onderzoeken wat de effecten van het MyStyle project zijn op kennis, houding en gedrag onder jongeren voeren we idealiter een gerandommeerd experiment met controlegroep uit. Echter, een

BIJLAGE 2TUSSENTIJDSE RAPPORTAGE ONDERZOEK MYSTYLE

Page 29: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 5PAGINA

3/ 14

dergelijk experiment is in de praktijk zelden uitvoerbaar vanwege gebrek aan tijd en financiële middelen. Bovendien ligt in de praktijk vaak al vast welke groep aan de interventie of het project deel nemen. Een gebruikelijk compromis is het uitvoeren van een nulmeting en een eindmeting onder de reeds geselecteerde deelnemers zonder gebruik te maken van een controlegroep. Op deze manier is het toch mogelijk om mogelijke veranderingen meetbaar te maken. De consequentie is dat deze veranderingen niet per definitie aan de interventie, in dit geval het MyStyle project, kunnen worden toegeschreven. Voor de nul- en eindmeting in dit onderzoek is gebruik gemaakt van een digitale enquête. Deze enquête is onderverdeeld in vier secties namelijk achtergrondkenmerken, kennis, houding en gedrag. Als achtergrondkenmerken hebben we naam, geslacht, opleiding, woonplaats, emailadres en telefoonnummer opgenomen. De naam en contactgegevens worden enkel gebruikt voor het matchen van de data op de twee verschillende meetmomenten. In het verdere verloop van het onderzoek worden deze persoonsgegevens buiten beschouwing gelaten om de privacy van de deelnemers te waarborgen. Na deze achtergrondkenmerken hebben jongeren aangegeven wat zij weten over armoedebestijrding, wat zij hiervan vinden alsook hoe zij zich zelf inzetten voor armoedebestrijding. De nulmeting vond plaats in de eerste bijeenkomst bij de aanvang van het project en de eindmeting na afloop van de laatste bijeenkomst. Voor beide momenten zijn op lokatie laptops beschikbaar gesteld en een begeleider die de jongeren, waar nodig, door de vragenlijst heen leidde. Tussen de nulmeting en de eindmeting namen de jongeren binnen het kader van MyStyle deel aan verschillende activiteiten op het gebied van armoedebestrijding. De vragenlijst is vooraf door een testpanel getoetst. Voor het opzetten van een online vragenlijst en het verwerken van de data is gebruik gemaakt van het programma ‘Google Forms’. Een programma dat vergelijkbaar is met excell maar tevens de mogelijkheid biedt om online data te verzamelen.

BIJLAGE 2TUSSENTIJDSE RAPPORTAGE ONDERZOEK MYSTYLE

Page 30: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 6PAGINA

4/ 14

Resultaten

Kennis over armoedebestrijding Op een vijfpuntschaal (helemaal niet tot helemaal wel) gaven deelnemers aan in hoeverre zij weten wat armoedebestrijding betekent. Bij aanvang van het Mystyle project wist 43% van de deelnemers wat armoedebestrijding betekent (zie figuur 1). Een grote groep van de overige deelnemers gaf een neutraal antwoord (42%) en een klein gedeelte gaf aan niet te weten wat armoedebestrijding betekent (13%). Na afloop van het Mystyle project wist maar bijna 80% van de deelnemers wat armoedebestrijding betekent. Dit wijst op een flinke toename in kennis van het begrip ‘armoedebestrijding’.

Figuur 1. Weet je wat armoedebestrijding betekent?

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

1- helemaalniet

2 3 4 5- Helemaalwel

Nulmeting

Eindmeting

BIJLAGE 2TUSSENTIJDSE RAPPORTAGE ONDERZOEK MYSTYLE

Page 31: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 7PAGINA

5/ 14

Vervolgens konden deelnemers op een vijfpuntschaal (helemaal oneens tot helemaal mee eens) aangeven in hoeverre zij op de hoogte zijn van verschillende projecten op het gebied van armoedebestrijding. Bij aanvang van MyStyle geeft 36% van de deelnemers aan het eens of helemaal eens te zijn met de stelling ‘Ik ben heel goed op de hoogte van de diverse projecten om armoede in ontwikkelingslanden te verminderen’ (zie bijlage, figuur 1b). De overige deelnemers gaven een neutraal antwoord (36%), waren het er niet mee eens (20%) of helemaal niet mee eens (6%). Bij de eindmeting zijn er geen deelnemers meer die helemaal niet op de hoogte zijn en het aantal deelnemers dat goed op de hoogte is is toegenomen.

Bij de stelling ‘Ik weet erg goed hoe ik een bijdrage kan leveren aan armoedebestrijding’ is, voor

deelname aan het project, 36% van de deelnemers het eens of helemaal eens (zie figuur 2). Een iets groter aandeel is het niet of helemaal niet eens (43%) en weet dus niet goed hoe ze een bijdrage kunnen leveren. De overige deelnemers antwoordden neutraal. Na deelname aan het project zien we een positieve verschuiving. Het percentage deelnemers dat niet weet hoe ze bij kunnen dragen daalt naar 36%. Minder deelnemers gaven een neutraal antwoord en het percentage deelnemers dat wel goed weet hoe ze een bijdrage kunnen leveren stijgt naar 50%.

Figuur 2. Ik weet erg goed hoe ik een bijdrage kan leveren aan armoedebestrijding.

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

35%

40%

1- helemaalmee oneens

2 3 4 5- Helemaalmee eens

Nulmeting

Eindmeting

BIJLAGE 2TUSSENTIJDSE RAPPORTAGE ONDERZOEK MYSTYLE

Page 32: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 8PAGINA

6/ 14

Houding ten opzichte van armoedebestrijding In dit onderdeel hebben we zowel houdingen ten opzichte van armoedebestrijding in het algemeen als houdingen ten opzichte van effectieve manieren van armoedebestrijding gemeten.

Armoedebestrijding algemeen

Aan de hand van drie stellingen konden deelnemers aangeven hoe zij tegenover armoedebestrijding staan (1) helemaal oneens tot 5) helemaal mee eens). Met de stelling ‘Armoedebestrijding lost erg

veel problemen in ontwikkelingslanden op’ was 42% het in eerste instantie eens of helemaal eens (zie figuur 3). De overige 48% was neutraal. Na afloop van het MyStyle project vond meer dan 80% van de deelnemers dat armoedebestrijding veel problemen oplost.

Bij de stelling ‘Ik vind het goed dat het Nederlandse belastinggeld naar ontwikkelslanden gaat’ zijn er

geen veranderingen opgetreden (zie bijlage, figuur 2c). Zowel voor als na het project geeft 57% aan het helemaal eens te zijn met de stelling, 36% is het eens en 7% is neutraal. De laatste stelling laat echter een positieve toename zien (zie figuur 4). Bij aanvang van het project zien we dat 65% van de deelnemers het eens is dat er meer aandacht moet komen voor armoedebestrijding ook al kost het veel geld. Terwijl 36% het oneens of neutraal is. Na afloop van MyStyle is het aandeel voorstander gesteden tot 87%. Geen van de deelnemers is het oneens met de stelling.

BIJLAGE 2TUSSENTIJDSE RAPPORTAGE ONDERZOEK MYSTYLE

Page 33: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 9PAGINA

7/ 14

Figuur 3. Armoedebestrijding lost erg veel problemen in ontwikkelingslanden op.

Figuur 4. Er moet meer aandacht komen voor armoedebestrijding ook al kost het veel geld.

Effectieve manieren van armoedebestrijding

Vervolgens hebben deelnemers aangegeven wat zij effectieve manieren van armoedebestrijding vinden (1) helemaal niet effectief tot 5) heel effectief). We hebben een onderscheid gemaakt tussen:

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

1- helemaal me oneens 2 3 4 5- Helemaal mee eens

Nulmeting

Eindmeting

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

1- helemaalmee oneens

2 3 4 5- Helemaalmee eens

Nulmeting

Eindmeting

BIJLAGE 2TUSSENTIJDSE RAPPORTAGE ONDERZOEK MYSTYLE

Page 34: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 10PAGINA

8/ 14

werken voor een ontwikkelingsorganisatie, lid worden van een organisatie/nieuwsblad, petities ondertekenen, actie voeren, collecteren, geld doneren, vrijwilligerswerk doen, fairtrade producten kopen en het online volgen van organisatie via sociale media. Bij aanvang van het project vindt 62% van de deelnemers werken voor een ontwikkelingsorganisatie effectief en 29% deze manier van armoedebestrijding heel effectief (zie bijlage, figuur 2d1). Na afloop van het project stijgt het percentage deelnemers dat deze manier heel effectief vindt naar 43% procent.

Lid worden van een organisatie of nieuwsblad wordt in veel minder mate als een effectieve manier van armoedebestrijding gezien (zie bijlage, figuur 2d2). Bij de eerste meting vindt 21% van de deelnemers lid worden een weinig effectieve manier, 36% weet niet of zij dit effectief vinden en 43% vindt het wel een effectieve manier van armoedebestrijding. Bij de tweede meting zien we dat het percentage deelnemers dat lid worden een weinig effectieve methode vindt toeneemt (naar 36%) terwijl het percentage dat het wel een effectieve methode vindt afneemt (naar 29%). Na afloop van het project is de houding ten opzichte van lid worden van een organisatie of nieuwsblad minder positief.

Bij aanvang van het project heeft de helft van de deelnemers geen idee of petities ondertekenen wel of geen effectieve manier van armoedebestrijding is (zie bijlage, figuur 2d3). De andere helft is verdeeld tussen effectief (29%) en weinig effectief (21%). Na afloop van het project zien we dat het aantal deelnemers dat geen mening had halveert en dat het percentage deelnemers dat petitites ondertekenen een effectieve methode vindt verdubbeld.

Met betrekking tot actie voeren zijn maar kleine verschillen waarneembaar (zie bijlage, figuur 2d4). Bij de eerste meting vindt 43% van de deelnemers dat actie voeren effectief is, terwijl 21% het geen effectieve manier vindt. De overige deelnemers zijn neutraal. Bij de tweede meting zijn de deelnemers minder positief: het percentage deelnemers dat actie voeren een weinig effectieve methode vindt neemt toe terwijl het percentage dat actie voeren wel een effectieve manier vindt afneemt.

Collecteren wordt zowel vooraf aan het project als nadien als een effectieve manier van armoedebestrijding gezien (zie bijlage, figuur 2d5). Vooraf aan het project vindt ruim 60% van de deelnemers collecteren effectief en ruim 10% vindt het zeer effectief. De overige deelnemers zijn neutraal. Nadien zien we een nagenoeg vergelijkbare verdeling.

Ook geld doneren is volgens de deelnemers een effectieve manier (zie bijlage, figuur 2d6). Zowel vooraf als achteraf vindt 84% van de deelnemers dat het effectief en, in mindere mate, zeer effectief is om geld te doneren. De overige deelnemers zijn neutraal.

Met betrekking tot het doen van vrijwilligerswerk zien we evenmin ontwikkelingen (zie bijlage, figuur

2d7). Zowel vooraf als achteraf vindt 93% van de deelnemers het een effectieve tot zeer effectieve manier van armoedebestrijding.

BIJLAGE 2TUSSENTIJDSE RAPPORTAGE ONDERZOEK MYSTYLE

Page 35: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 11PAGINA

9/ 14

Ruim 90% van de deelnemers vindt het kopen van fairtrade producten eveneens een effectieve en, in mindere mate, zeer effectieve manier van armoedebestrijding gezien (zie bijlage, figuur 2d8). Slechts een klein percentage weet niet of dit effectief is. Dit geldt zowel voor de eerste als de tweede meting wat betekent dat er opnieuw geen sprake is van benoemenswaardige ontwikkelingen.

Tenslotte zien we een meer gevarieerd beeld als het gaat om het volgen van een organisatie via sociale media. Bij aanvang van het project geeft 36% van de deelnemers aan dat sociale media een effectieve manier van armoedebestrijding zijn. Slechts 7% vindt het een zeer effectieve methode. Ongeveer een derde van de deelnemers weet niet of het effectief is terwijl zo’n 28% het (helemaal)

geen effectieve manier vindt. Na afloop van het project zien we een verschuiving in negatieve richting. Nu vindt geen enkele deelnemer sociale media een zeer effectieve methode en slechts 13% vindt sociale media nog effectief. Opvallend is dat het percentage deelnemers dat niet weet of het een effectieve methode is verdubbeld is (bijna 60%). Nog altijd 28% vindt sociale media geen effectieve manier van armoedebestrijding.

Kortom, er zijn positieve ontwikkelingen waarneembaar in de houding ten opzichte van werken voor een ontwikkelingsorganisatie en petities ondertekenen als effectieve manieren van armoedebestrijding. Opvallend genoeg is er een negatieve ontwikkeling waarneembaar als het gaat om het volgen van een organisatie via sociale media.

BIJLAGE 2TUSSENTIJDSE RAPPORTAGE ONDERZOEK MYSTYLE

Page 36: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 12PAGINA

10/ 14

Gedrag met betrekking tot armoedebestrijding Gedrag is gemeten aan de hand van eigen beoordelingen van de jongeren en in die zin eerder een intentie van gedrag dan daadwerkelijk gedrag. In dit onderdeel hebben deelnemers eerst aan kunnen geven in welke mate zij zelf actie ondernemen om armoede te bestrijden. Vervolgens hebben wij ze gevraagd in hoeverre zij ervaringen met armoedebestrijdingen delen met hun omgeving.

Actie ondernemen

Deelnemers hebben aangegeven in hoeverre zij het eens waren met de stelling ‘Ik zoek informatie op

over armoedebestrijding’ (1) helemaal oneens tot 5) helemaal mee eens). Bij aanvang van het project gaf 79% van de deelnemers aan geen informatie op te zoeken terwijl 21% wel ingormatie opzocht. Na afloop van het project geven deelnemers aanzienlijk vaker aan dat zij informatie op zoeken. Nu geeft slechts een kwart aan geen informatie op te zoeken terwijl bijna 50% wel informatie over armoedebestrijding opzoekt.

Figuur 5. Ik zoek informatie op over armoedebestrijding.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

1- Helemaal mee oneens 2 3 4 5- Helemaal mee eens

Nulmeting

Eindmeting

BIJLAGE 2TUSSENTIJDSE RAPPORTAGE ONDERZOEK MYSTYLE

Page 37: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 13PAGINA

11/ 14

Vervolgens hebben deelnemers per methode van armoedebestrijding aangegeven hoevaak zij deze toepassen. Zij konden kiezen uit de volgende antwoordcategoriën: nooit, één of meerdere keren per jaar, één of meerdere keren per maand, één of meerdere keren per week of dagelijks.

Bij aanvang van het MyStyle project gaven bijna alle deelnemers (92%) aan nooit te werken voor een ontwikkelingsorganisatie (zie bijlage, figuur 3b1). Na afloop van het project is dit percentage gedaald naar 58% en geeft 21% van de deelnemers aan één of meerdere keren per jaar voor een ontwikkelingsorganisatie te werken. Lid worden van een organisatie of nieuwsblad bleek bij aanvang van MyStyle eveneens zelden te worden toegepast (zie bijlage, figuur 3b2). Bijna 80% van de deelnemers gaf aan nooit een lidmaatschap aan te gaan, slechts 8% één of meerdere keren per jaar en 13% één of meerdere keren per maand. Na het MyStyle project zijn deze frequenties toegenomen. Het percentage deelnemers dat nooit een lidmaatschap aangaat is bijna gehalveerd, 36% geeft nu aan één of meerdere keren per jaar een lidmaatschap aan te gaan en 21% éé of meerdere keren per maand. We zien hier een sterke toename.

Het ondertekenen van petities vindt vaker plaats en laat een lichte toename zien (zie bijlage, figuur

3b3). Vooraf aan het project geeft 29% van de deelnemers aan nooit petities te ondertekenen, 63% ondertekent minstens één keer per jaar een petitie en 8% minstens één keer per maand. Bij de eindmeting blijkt nog maar 8% van de deelnemers nooit petitities te ondertekenen. Zo’n 70%

ondertekent nu minstens één keer per jaar, 13% minstens één keer per maand en 8% ondertekent minstens één keer per week een petitie.

Actie voeren doen de deelnemers niet of nauwelijks, zowel bij aanvang als bij afloop van het project (zie bijlage, figuur 3b4). Van de 86% deelnemers die volgens de eerste meting nooit actie voeren loopt een klein gedeelte (20%) bij de tweede meting over naar de tweede categorie. Dit betekent dat in de nameting 62% nooit actie voert en 36% minstens één keer per jaar actie voert.

Ook collecteren doen de deelnemers niet vaak (zie bijlage, figuur 3b5). Het overgrote deel collecteerde bij aanvang van het project nooit (79%) en een klein deel collecteerde één of meedere keren per jaar (21%). Na afloop lijkt er geen duidelijke ontwikkeling te hebben plaatsgevonden. Met betrekking tot geld doneren zien we wel een ontwikkeling (zie bijlage, figuur 3b6). Geld doneren komt over het algemeen vaker voor dan andere manieren van armoedebestrijding. Op het eerste meetmoment doneert de helft van het aantal deelnemers één of meerdere keren per jaar geld. Van de andere helft doneert 36% van de deelnemers nooit geld en 13% maandelijks. Op het tweede meetmoment is het aandeel dat jaarlijks geld doneert gestegen naar 58% en het aandeel dat maandelijks doneert naar 29%.

BIJLAGE 2TUSSENTIJDSE RAPPORTAGE ONDERZOEK MYSTYLE

Page 38: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 14PAGINA

12/ 14

Er is tevens sprake van een lichte toename in het doen van vrijwilligerswerk (zie bijlage, figuur 3b7). Alshoewel het percentage deelnemers dat nooit vrijwilligerswerk doet op beide meetmomenten gelijk blijft zien we dat de frequentie van het uitvoeren van vrijwilligerswerk onder de overige deelnemers toeneemt.

Het kopen van fairtrade producten is net als het doneren van geld een frequent ingezette methode van armoedebestrijding (zie bijlage, figuur 3b8). Een ruime meerderheid van de deelnemers koopt één of meerdere keren per maand fairtrade producten. Na de aanvang van het MyStyle project is het aantal deelnemers in deze categorie licht gestegen. Tevens is de categorie met deelnemers die nooit fairtrade producten kopen verdwenen.

Tenslotte zien we de duidelijkste ontwikkeling in het volgen van een ontwikkelingsorganisatie via sociale media (zie bijlage, figuur 3b9). Bij aanvang van het project gaf 36% van de deelnemers aan nooit een organisatie via Facebook, Twitter of andere sociale media te volgen. De overige deelnemers waren wel reeds actief: 13% maakte jaarlijks gebruik van sociale media voor het volgen van een organisatie, 21% maandelijks en 29% wekelijks. Na afloop maakten alle deelnemers gebruik van sociale media: 43% jaarlijks, 29% maandelijks, 13% wekelijks en 13% dagelijks.

Kortom, na afloop van het MyStyle project lijken de jongeren meer aan armoedebestrijding te doen. Met name in werken voor ontwikkelingsorganisaties, ondertekenen van petities, geld doneren, vrijwilligerswerk en het volgen van ontwikkelingsorganisaties via sociale media lijkt een positieve ontwikkeling te hebben plaatsgevonden.

Ervaringen delen

Als laatste hebben deelnemers aangegeven hoe vaak zij over armoedebestrijding praten met familie, vrienden, collega’s, klasgenoten, of kennissen.

De mate waarin de deelnemers met familie over armoedebestrijding praten is gevarieerd (zie bijlage,

figuur 3c1). Zo’n 20% praat bij aanvang van het MyStyle project nooit met familie over dit onderwerp,

50% één of meerdere keren per jaar, 13% maandelijks en 13% wekelijks. Na afloop is geen sprake van eenduidige toe- of afname. Met vrienden werd bij aanvang van het project nauwelijks over armoedebestrijding gesproken (zie

bijlage, figuur 3c2). Zo’n 70% van de deelnemers gaf aan hier slechts een aantal keren per jaar met

deze groep over te spreken. De overige deelnemers spraken hier vaker (zo’n 20%) of helemaal nooit

(8%) met vrienden over. Na afloop van het project zien we een duidelijke toename: nu spreekt ruim 60% meerdere keren per maand met vrienden over armoedebestrijding.

BIJLAGE 2TUSSENTIJDSE RAPPORTAGE ONDERZOEK MYSTYLE

Page 39: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 15PAGINA

13/ 14

Zowel voor als na het project (57%) wordt er nauwelijks met collega’s over armoedebestrijding

gesproken (zie bijlage, figuur 3c3). De overige deelnemers praten enkele keren per jaar, per maand of per week over armoedebestrijding. Er is geen duidelijke verschil tussen de twee meetmomenten.

Zowel voor klasgenoten en kennissen geldt dat de deelnemers nooit (tussen 30% en 40%) of slechts enkele keren per jaar (50%) over armoedebestrijding praten (zie bijlage, figuur 3c4 & figuur 3c5). De overige deelnemers frequenter. Na de start van MyStyle heeft er geen duidelijke verandering plaatsgevonden. Hoewel het aantal deelnemers dat meerdere per maand met klasgenoten en kennissen praat toeneemt neemt ook het aantal deelnemers dat nooit met deze contacten praat toe.

We kunnen concluderen dat de jongeren na het doorlopen van MyStyle alleen met vrienden vaker zijn gaan praten over armoedebestrijding. Voor andere sociale relaties gaat dit echter niet op.

BIJLAGE 2TUSSENTIJDSE RAPPORTAGE ONDERZOEK MYSTYLE

Page 40: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 16PAGINA

14/ 14

Conclusies

Op het gebied van kennis lijken de jongeren van het MyStyle project een positieve ontwikkeling doormaken. Na afloop van het project geven meer jongeren aan te weten wat armoedebestrijding inhoudt dan bij aanvang van het project. Tevens zijn ze beter op de hoogte van de diverse projecten op het gebied van armoedebestrijding. Tenslotte geven jongeren na afloop van het project vaker aan dat zij erg goed weten hoe zij een bijdrage kunnen leveren aan armoedebestrijding dan voor zij aan het project begonnen.

Ook de houdingen van de jongeren ten opzichte van armoedebestrijding lijken na het doorlopen van het MyStyle project positiever te zijn. Na afloop van het project delen meer jongeren de mening dat armoedebestrijding erg veel problemen oplost in ontwikkelingslanden. Ook staan zijn ze vaker voorstander voor meer aandacht voor armoedebestrijding, ook als het geld kost.

De meningen over de effectiviteit van verschillende manieren van armoedebestrijding blijken uiteen te lopen. Met name (vrijwilligers)werk voor ontwikkelingsorganisaties wordt als effectief gezien. Maar ook het ondertekenen van petities, collecteren en geld doneren en het kopen van fairtrade producten worden over het algemeen als effectieve manieren van armoedebestrijding beschouwd. De houdingen ten opzichte van de effectiviteit van vrijwilligerswerk en het ondertekenen van petities hebben de grootste positieve ontwikkeling doorgemaakt. Terwijl het volgen van een ontwikkelingsorganisatie via sociale media na afloop van het project juist als minder effectief beoordeeld werd.

Op het gebied van gedrag is eveneens sprake van positieve ontwikkeling. Jongeren zoeken na afloop van het project vaker informatie op over armoedebestrijding dan voor zij aan het MyStyle project begonnen. Daarnaast geven jongeren na het doorlopen van het project jongeren aan dat zij vaker (vrijwilligers)werk doen voor een ontwikkelingsorganisatie, lid worden van een organisatie of nieuwsblad, petities ondertekenen, actie voeren, geld doneren en ontwikkelingsorganisaties volgen via sociale media. Tenslotte blijkt tevens uit de resultaten dat de jongeren na het project vaker met vrienden over armoedebestrijding praten.

BIJLAGE 2TUSSENTIJDSE RAPPORTAGE ONDERZOEK MYSTYLE

Page 41: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 PAGINAJAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012

BIJLAGE 3UPDATE SAMENWERKING DUURZAAM CONSUMEREN

17

1

UPDATE Samenwerking duurzaam consumeren

Aan: deelnemers aan de bijeenkomsten 23 februari en 28 maart, organisaties die zich richten op duurzaam consumeren

Contactpersonen: Miguel Heilbron ([email protected]) en Erik Visser ([email protected]) Datum: 25 mei 2012

Aanleiding / Geschiedenis

In een tweetal bijeenkomsten in 2012 georganiseerd door EEN en NCDO is de mogelijkheid onderzocht of er tussen verschillende (SBOS) projecten/organisaties die zich richten op duurzaam consumeren meer kan worden samengewerkt, zowel organisatorisch als communicatief. Iedereen heeft uitgesproken dit te ondersteunen en veel te zien in samenwerking.

Er zijn veel verschillende projecten die zich richten op duurzaam consumeren / duurzame lifestyle, de communicatie naar extern en onderling is versnipperd en er is een duidelijke behoefte om krachten te bundelen. Voor onderlinge communicatie is inmiddels een groep op MyWorld geopend waar iedereen zijn activiteiten en vragen gaat posten. Dit document gaat over de externe communicatie.

Doel document

Het formuleren van een plan voor samenwerking in externe communicatie met als doel individuele en gezamenlijke informatie/content impactvol te verspreiden onder een zo groot mogelijk publiek.

Plan voor samenwerking

Dit plan is tot stand gekomen na zorgvuldige afweging van verschillende mogelijke scenario’s. Het plan bestaat uit 5 onderdelen die complementair zijn en elkaar versterken, waardoor we maximale impact met minimale kosten en inspanning bereiken:

Onderlinge communicatie:

1) Via een besloten MyWorld-groep activiteiten van je organisatie delen onderling, een soort intranet van een groep verschillende organisaties.

Externe communicatie:

2) Actief de relevante informatie / nieuws / acties van andere organisaties delen binnen je netwerk.

3) Gebruiken van een gezamenlijke hashtag 4) Duurzaam consumeren portal 5) Search Engine Optimization (SEO). Zorgen dat we consequent

gemeenschappelijke kernwoorden gebruiken binnen al onze online communicatieuitingen.

Page 42: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 18PAGINA

BIJLAGE 3UPDATE SAMENWERKING DUURZAAM CONSUMEREN

2

Hieronder worden de onderdelen nader toegelicht.

1. Besloten MyWorld-groep

Deze is opgericht om de organisaties onderling kennis en informatie te laten delen in een besloten omgeving. Zodat er activiteiten onderling kunnen worden afgestemd, er gezamenlijk aan werving kan worden gedaan van vrijwilligers, enz. Doel: de impact van de activiteiten kwalitatief en kwantitatief vergroten. De groep is momenteel toegankelijk via: https://community.myworld.nl/group/show/id/1165

Actiepunten:

• Onze systemen en routine zo inrichten dat het delen en ontvangen van de informatie makkelijk wordt.

2. Delen van relevante informatie van elkaar binnen je netwerk

We bestaan momenteel uit een 30 tal organisaties. Door actief elkaars informatie te delen, mits relevant, binnen de eigen netwerken zal:

• De verspreiding significant vergroten • De waarde van je informatiestroom toenemen voor de ontvanger omdat de

informatie rijker en meer divers is geworden. • Binnen sociale media geeft het de kans meer contactmomenten te hebben

met de achterban wat de interactie en betrokkenheid vergroot. • Vergroting van de geloofwaardigheid van de projecten omdat ze in context

staan van een groter verhaal en andere concrete voorbeelden.

Actiepunten:

• Onze systemen en routine zo inrichten dat het delen van die informatie op sociale media eenvoudig wordt.

3. Gebruik van een gezamenlijke hastag

Dit zal de vindbaarheid en herkenbaarheid vergroten. Lezers binnen de sociale media (met name twitter) krijgen de kans om snel een overzicht te krijgen van de verschillende updates op dat moment. Het zorgt voor een grotere context en meer rijkdom voor de ontvanger. Tevens worden sociale media uitingen binnen zoekmachines steeds belangrijker en werkt een gezamenlijke hashtag positief mee in de ranking. Zie hiervoor ook punt 5.

Actiepunten:

• Gezamenlijke hashtag definiëren en afspreken op welke momenten dit relevant kan worden gebruikt.

Page 43: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 19PAGINA

BIJLAGE 3UPDATE SAMENWERKING DUURZAAM CONSUMEREN

3

4. Duurzaam consumeren portal

We hebben het opzetten van een nieuwe website onderzocht1 maar er zijn al redelijk wat websites actief binnen duurzaamheid en de inspanning om een nieuw platform op te bouwen, voldoende onderscheidend te maken en een grote lezersbasis te realiseren is te ambitieus. We hebben daarom gekozen voor een samenwerking met een bestaand platform. Na overweging van verschillende platforms zien we samenwerking met OneWorld als het meest kansrijk.2

Samenwerking met OneWorld

OneWorld.nl is “de grootste Nederlandse website over mondiale verbondenheid en duurzame lifestyle” (http://www.oneworld.nl). OneWorld.nl heeft meer dan 60.000 unieke sitebezoekers per maand. Het gratis tijdschrift OneWorld magazine, dat tien keer per jaar verschijnt, heeft meer dan 120.000 abonnees. Ook is er een nieuwsbrief die OneWorld.nl wekelijks verstuurt naar ruim 8.000 abonnees.

Er is contact geweest met OneWorld en zij staan er positief tegenover om onder hun domein een plek te creëren die consumenten wegwijs maakt over duurzaam consumeren, en waarbij individuele organisaties ook eigen content kwijt kunnen. Met OneWorld moet verder overlegd worden onder welke voorwaarden dit kan. Hiervoor mogen wij een voorstel doen. Momenteel biedt OneWorld organisaties betaalde partnerships aan (zie http://www.oneworld.nl/zakelijk), maar omdat OneWorld het thema duurzaam consumeren ziet als een speerpunt om een gidsfunctie op te vervullen, willen ze graag verder praten om op een andere manier samen iets te ontwikkelen. Wij mogen hier een voorstel voor doen.

Actiepunten:

• Voorstel ontwikkelen voor OneWorld (inclusief tijdspad), vervolgens met OneWorld bespreken en verder uitwerken

1 Verschillende opties zijn overwogen, zoals een statische online plek, een centrale online plek met geautomatiseerde content aggregatie, of een nieuwe website met een redactie (en redactiestatuut).

2 Een kleine kanttekening is dat OneWorld zich vooral richt op het reeds groene deel van de samenleving, terwijl veel van de ‘duurzaam consumeren organisaties’ als targetgroep het niet-groene jongere publiek hebben. Om deze doelgroepen te bereiken zullen we ook alternatieve oplossingen moeten gaan zoeken. De samenwerking met OneWorld is een goede eerste stap.

Page 44: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 20PAGINA

BIJLAGE 3UPDATE SAMENWERKING DUURZAAM CONSUMEREN

4

5. Search Engine Optimization (SEO)

Voor de vindbaarheid en herkenbaarheid van de organisaties en hun activiteiten is het belangrijk dat onze uitingen voorzien worden van gezamenlijke kernwoorden. Een groep woorden die we “claimen” binnen het online domein. Dit heeft de volgende voordelen:

• Bereik: Als mensen deze woorden gebruiken binnen hun zoekopdracht is de kans groter dat onze informatie worden getoond als resultaat.

• Kwalitatieve resultaten: De zoekende krijgt meer mogelijkheden aangeboden. De zoekopdracht wordt relevanter en waardevoller.

• Hogere ranking: Door het gebruik van dezelfde woorden en het actief verwijzen naar elkaar zullen de zoekmachines de informatie die wij delen als onderling relevant gaan zien. Dit zorgt ervoor dat onze informatie collectief een hogere ranking krijgen en daardoor eerder worden getoond bij zoekresultaten.

Actiepunten:

• Overleg om gezamenlijke kernwoorden te definiëren.

Vervolg We gaan verder aan de slag met de bovengenoemde actiepunten en kijken uit naar reacties op het plan en over hoe jij met jouw organisatie betrokken wil blijven en bij wil dragen. Op de MyWorld-groep zullen we updates posten van het vervolg.

De besloten MyWorld-groep is momenteel toegankelijk via: https://community.myworld.nl/group/show/id/1165

Overzicht genoemde actiepunten:

• Onze systemen en routine zo inrichten dat het delen en ontvangen van de informatie makkelijk wordt.

• Onze systemen en routine zou inrichten dat het delen van die informatie op sociale media eenvoudig wordt.

• Gezamelijke hastag definieren en afspreken op welke momenten dit relevant kan worden gebruikt.

• Voorstel ontwikkelen voor OneWorld (inclusief tijdspad), vervolgens met OneWorld bespreken en verder uitwerken

• Overleg om gezamenlijke kernwoorden te definiëren.

Reacties kunnen gestuurd worden naar: Miguel Heilbron ([email protected])

Page 45: EEN jaarverslag 2011 - 2012

JAARVERSLAG EEN • 1 JANUARI 2011–1 MEI 2012 21PAGINA

BIJLAGE 3UPDATE SAMENWERKING DUURZAAM CONSUMEREN